Inhoud. Voorwoord 5 1 Uitgangspunten van de verslaggeving 6

Jaarverslag 2011

Inhoud

Voorwoord 5 1 Uitgangspunten van de verslaggeving 6 2 3 4

DEEL A Profiel van de organisatie 8 Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering en medezeggenschap 16 Beleid, inspanningen en prestaties 30

DEEL B 5 Jaarrekening 2011

55

Voorwoord

In de AWBZ worden maatregelen voorbereid om meer samenhang tussen cure en care tot stand te brengen en de zorg beter in te bedden in de lokale samenleving. Dit sluit naadloos aan bij de ontwikkelingen die in 2011 binnen Stichting Evean Zorg zijn ingezet. Zo zijn de onderdelen Evean Behandeling en Evean Zorg in 2011 verenigd tot één bedrijfsonderdeel, aangestuurd door een duale directie, waardoor in de nieuwe organisatievorm multidisciplinaire samenwerking, kwaliteitsbeheersing, preventie en integratie van cure en care het zorgaanbod beter afstemt op de vraag. Hierdoor kan vanuit de praktijk langs inhoudelijke weg zorgaanbod ontwikkeld worden over bestaande grenzen van het zorgstelsel heen. Volgend uit het programma “Op één lijn” van ZonMw ontwikkelt Evean samen met de eerstelijnszorg en specialistische zorg een interdisciplinaire samenwerkingsstructuur rond de COPD-zorg in de regio Waterland. Hierbij is Telemonitoring bij COPD als innovatieve toepassing benoemd. Ook op gemeentelijk niveau neemt Evean initiatieven om de lokale gezondheidssituatie te verbeteren en participatie te bevorderen. Bijvoorbeeld door de samenwerking met welzijnorganisaties Welsaen en SMD verder door te ontwikkelen. Een initiatief als de Zaanse Cirkel, waar een integraal aanbod vanuit welzijn, care en cure op één locatie laagdrempelig wordt aangeboden in de buurt, is daarvan een concrete uitwerking.

Bij aanvang van 2011 zagen we ons geconfronteerd met grote uitdagingen. Door samen te werken, te communiceren en verantwoording te nemen, laten we zien dat Evean meerwaarde levert aan cliënten, medewerkers en ketenpartners. Wij danken onze medewerkers voor hun inspanningen in 2011 en verwachten dat in 2012 deze positieve ontwikkelingen worden versterkt.

Hans Admiraal, Hans van Petten Regiodirectie Zorg en Behandeling Zaanstreek/Waterland

Uitgangspunten van de verslaggeving

5

1

Uitgangspunten van de verslaggeving Uitgangspunten Espria richt zich op ouderen en kwetsbare mensen die te maken hebben of krijgen met verminderde weerbaarheid en daardoor (mogelijk) met afhankelijkheid. Espria biedt ondersteuning in brede zin, zodat klanten een leven kunnen (blijven) leiden dat zij de moeite waard vinden, ondanks de beperkingen waarmee ze geconfronteerd worden. Klantgedrevenheid, vanuit respect voor de keuzes van onze klanten, is daarmee leidend voor wat Espria doet en laat. Daarvoor is gemotiveerd en deskundig personeel nodig dat zich deze klantgedreven houding helemaal eigen gemaakt heeft. Dat geldt voor alle medewerkers, maar zeker voor de medewerkers die in direct contact met de klant staan. Er verandert momenteel veel in de wereld van zorg en wonen. Zekerheden uit het verleden staan ter discussie. De betaalbaarheid van ons zorgstelsel staat onder druk. Door vergrijzing zal de vraag naar zorg en dus naar onze ondersteuning toenemen. Daarmee ook de vraag naar arbeidskrachten in de zorg. Tegelijkertijd komen nieuwe technieken in de zorg beschikbaar om klanten beter te bedienen. Klanten krijgen meer keuze, zijn beter geïnformeerd en stellen zich kritischer op. Espria biedt, in nauwe samenwerking met Woonzorg Nederland, een antwoord op deze ontwikkelingen. Samen hebben wij een eigentijdse, verfrissende kijk op kwetsbaarheid en op het versterken van de weerbaarheid van mensen. Wij koppelen daaraan stevige ambities op het gebied van de dienstverlening aan onze klanten en de vermindering van de zorgconsumptie. Want we vinden het onze maatschappelijke verantwoordelijkheid

6 Stichting Evean Zorg Jaarverslag 2011

een bijdrage te leveren aan de duurzame ontwikkeling van zorg en huisvesting in Nederland. Bij de jaarverslaglegging binnen Espria gaan we uit van het volgende. Alle rechtspersonen verbonden aan stichting Espria die een WTZi erkenning hebben, maken een jaarverslag conform het raamwerk maatschappelijke verantwoording 2011. Het jaarverslag vormt samen met de jaarrekening het jaardocument. De rechtspersonen verbonden aan Espria die geen WTZi-toelating hebben, maar wel gehouden zijn aan het maken van een bestuursverslag, stellen eveneens een jaardocument op. Het jaardocument van Espria is besproken en vastgesteld in de raad van bestuur van Espria en na bespreking goedgekeurd door de raad van commissarissen. In 2011 waren onder de stichting Espria twaalf bedrijfsonderdelen actief in zes juridische entiteiten. In de applicatie van het Jaardocument in DigiMV wordt een deel van de verantwoordingsinformatie van de AWBZ zorg digitaal aangeleverd aan VWS. Volgens de statuten stelt stichting Espria zich ten doel: het besturen, beheren en exploiteren van organisaties die in de meest brede zin van het woord zorgen dienstverlening bieden aan mensen van alle leeftijdscategorieën, gericht op hun specifieke vraag, en voorts alles wat daarmee direct of indirect verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest uitgebreide zin. Dit verslag heeft betrekking op stichting Evean Zorg, onderdeel van Espria. De gegevens in dit verslag zijn afkomstig uit de bedrijfssystemen van Evean Zorg.

DEEL A ORGANISATIE BEDRIJFSVOERING &PRESTATIES

2

Profiel van de organisatie Volgens de statuten stelt stichting Espria zich ten doel: het besturen, beheren en exploiteren van organisaties die in de meest brede zin van het woord zorgen dienstverlening bieden aan mensen van alle leeftijdscategorieën, gericht op hun specifieke vraag, en voorts alles wat daarmee direct of indirect verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest uitgebreide zin. Dit verslag heeft met name betrekking op stichting Evean Zorg, onderdeel van Espria.

2.1 Algemene identificatie gegevens Naam verslaggevende rechtspersoon

Stichting Evean Zorg

Adres

Krommenieerweg 181

Postcode

1521 HG

Plaats

Wormerveer

Telefoonnummer

075 647 9100

Identificatienummer Kamer van Koophandel

42132302

E-mailadres

[email protected]

Internetpagina

www.evean.nl

2.2 Structuur van het concern Stichting Espria bestuurde in 2011 zes juridische entiteiten: • Stichting Zorggroep Meander • Stichting Icare • Stichting Evean • Stichting De Trans • Stichting GGZ Drenthe • De Kraamvogel Holding B.V. Onder drie bedrijfsonderdelen van Espria vallen nog andere rechtspersonen.

Het betreft de volgende bedrijven: Stichting Icare • Icare Beheer en Ontwikkeling BV • Zorgplaats.nl (voorheen Habicare BV) • Coöperatieve Zorgcentrale Noord U.A. • Thuiszorg Perfect BV • Stichting UMCG Thuis • Stichting Kinderopvang Hoogeveen • Stichting Thuiszorg en Service West Veluwe • Stichting Zorg & Service West-Veluwe • Zorgwinkels Kruiswerk West-Veluwe BV • Stichting HdS • Stichting Vegetarisch Zorgcentrum Felixoord • Stichting Missiehuis Vrijland Stichting Evean • StichtingEveanThuiszorg(Alkmaare.o.&NHN) • Stichting Evean Zorg Amsterdam • Stichting Evean Zorg • Stichting De Dillenburg • Stichting PartiCura (waaronder umcGroningen Thuis BV 50%) • PartiCura Zorgbemiddeling BV • Stichting Evean Caro • Evean Kraamzorg BV • Stichting Evean Cumulus • Stichting Evean Facilitas • Stichting Personenalarmering De Kraamvogel Holding BV • De Kraamvogel Zuid-Oost BV • De Kraamvogel Noord-Oost BV • De Kraamvogel Noord-West BV • De Kraamvogel Zuid-West BV Het 50%-aandelenbelang in Tinteltuin BV is in 2011 verkocht. Stichting Espria heeft een 51% aandelenbelang in Evean Services BV. Daarnaast heeft dochtermaatschappij stichting GGZ Drenthe een belang in Interapy Holding BV, in Indigo BV en in Intend BV.

Profiel van de organisatie

9

Figuur 1. Organigram Espria

Directie secretariaat

Management assisitente

Controllers Assistent controller

Manager DMO

Administratie

Senior Controller

Organisatiestructuur Espria is onderverdeeld naar zorgsoort en regio in bedrijfsonderdelen onder leiding van een resultaatverantwoordelijke directeur of manager. De bedrijfsonderdelen vallen onder zes rechtspersonen die bestuurd worden door de stichting Espria.

Specialistische Secretariaat

verpleegkundigen

KIZO

Regionaal Cliëntenraad

TT team Unit VS Geheugenpoli

HRM/PA/ ARBO/

Directie

verzuim/opleidingen

Manager bedrijfsvoering

Psychologen

Secretariaat

Commercieel manager

Hoofd

Psychisch motorische

Psychosociale dienst

therapeuten

Accountmanagement

Maatschappelijk werk

Project coördinatie Ergotherapie

OR Zorg & behandeling

Onderzoek en

Hoofd

ontwikkeling

Para medische dienst

Fysiotherapie Oefentherapie

Marketing Communicatie

Wijkmanagers

Hoofd medische dienst

Specialist ouderengeneeskunde

Management assistentie Medisch loket Bedrijfsbureau

Cliëntenraad

DGZ

Klankbordgroep

Locatie

Buurtteam

Diëtetiek Logopedie Secretariaat


2.2.1 Besturingsfilosofie Espria is een strategische holding waarin het primair, maar niet uitsluitend, gaat om strategische kaderstelling en het bewaken van die kaders. De raad van bestuur heeft als kerntaak de besturing en ontwikkeling van het concern. Dit houdt in dat de raad van bestuur de strategie bepaalt, het portfoliobeleid en regiobeleid voert, het innovatiebeleid bepaalt, beleidskaders stelt voor de bedrijfsonderdelen en de planning- en control cyclus bewaakt. Daarnaast bevordert de raad van bestuur de samenwerking binnen en buiten het concern en bewaakt ze de ontwikkeling van het concern. De raad van bestuur heeft een actieve rol in het aangaan van allianties, fusies en overnames, afstotingen, desinvesteringen, Investeringen (innovatie) en externe beeldvorming. De directies van de besdrijfsonderdelen besturen hun eigen bedrijfsonderdeel binnen de kaders van het concern. Van de directies wordt verwacht dat ze bijdragen aan de ontwikkeling van het concern. Directies stellen een beleidsplan op binnen de kaders, zien toe op operationele werkzaamheden, leveren toegevoegde waarde voor de klant in termen van kwaliteit van dienstverlening tegen lage kosten. Directies van bedrijfsonderdelen werken samen met andere bedrijfsonderdelen ten behoeve van de synergie en dragen actief bij aan de strategie door raad aan de raad van bestuur en daad in het eigen bedrijfsondedeel. Directies van de bedrijfsonderdelen leggen verantwoording af aan de raad van bestuur.

2.3 Kerngegevens Stichting Evean Zorg maakt deel uit van stichting Evean. Stichting Evean is een onderdeel van stichting Espria. Stichting Espria levert primair AWBZ zorg, zowel intramuraal als extramuraal. Er wordt door bedrijfsonderdelen binnen Espria ook anders gefinancierde zorg geleverd. De bedrijfsonderdelen binnen Espria zijn actief op het terrein van wonen, zorg en welzijn, in de vorm van: • maatschappelijk werk; • thuiszorg, verzorging en verpleging; • (para)medische behandeling; • verblijf; • zorg en dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking; • zorg en behandeling van mensen met een psychiatrisch ziektebeeld; • gezondheidsbevordering en preventie; • kraamzorg; • jeugdgezondheidszorg; • kinderopvang; • uitleen hulpmiddelen en thuiszorgwinkel; • ledendiensten. Stichting Evean Zorg levert alle AWBZ functies V&V, intramuraal en extramuraal.


11

Tabel 2. Producten en diensten geleverd door stichting Evean Zorg

Tabel 3. Kerngegevens VVT stichting Evean Zorg

Functies en doelgroepen

Ja/Nee

AWBZ-functies

Kerngegevens

Aantal/bedrag

Cliënten

Persoonlijke verzorging

Ja

Cliënten in instelling op basis van een zzp met dagbesteding

Verpleging

Ja

Cliënten in instelling op basis van een zzp zonder dagbesteding

Begeleiding

Ja

Cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis

Behandeling

Ja

Extramurale cliënten

Verblijf op grond van de AWBZ

Ja

Capaciteit

1.431 24 1.794

Beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar

Overige AWBZ-functies

1.472

Uitleen verpleegartikelen

Ja

Productie

Advies, instructie en voorlichting

Ja

Dagen zorg met verblijf en dagbesteding

262.667

Dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding

258.854

Doelgroepen AWBZ Somatische aandoening of beperking

Ja

Dagen zorg op basis van volledig pakket thuis (VPT)

3.179

Psychogeriatrische aandoening of beperking

Ja

Dagdelen dagbesteding

Psychiatrische aandoening

Nee

Uren extramurale productie (exclusief dagbesteding en Wmo)

Lichamelijke handicap

Nee

Personeel

Verstandelijke handicap

Nee

Personeelsleden per einde verslagjaar

3.314

Zintuiglijke handicap of communicatieve stoornis

Nee

Fte per einde verslagjaar

1.752

47.145 373.955

Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar

€ 121.359.152

Waarvan wettelijk budget voor AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies

€ 113.702.128

Waarvan overige bedrijfsopbrengsten

€ 7.657.024

De navolgende tabel wordt ingevuld op het niveau van afzonderlijke verpleeghuizen (intramurale zorg met behandeling). Tabel 4. Meerbedskamers verpleeghuizen Kerngegevens

280

Kamers met twee bedden (niet bestemd voor gehuwden en samenwonenden)

114

Kamers met drie bedden

-

Kamers met vier bedden

26

Kamers met vijf bedden Totaal kamers


Aantal

Kamers met één bed

420


13

2.3.3 Werkgebieden Stichting Evean Zorg levert AWBZ-zorg in de regio Zaanstreek-Waterland. Evean levert intramurale en extramurale zorg naast diverse vormen van dagbesteding in de regio Zaanstreek-Waterland en behandeling in zowel Zaanstreek-Waterland als Noord Holland Noord en Amsterdam.

Beemster

Zeevang

EdamWormerland Volendam Purmerend Zaanstad OostZaan

Landsmeer

Waterland

2.4 Samenwerkingsverbanden en relaties Evean Zorg beschouwt haar klanten, organisaties voor belangenbehartiging van klanten, financiers en haar samenwerkingspartners in de keten van wonen, welzijn, zorg en behandeling, als belanghebbenden. Met de verschillende belanghebbenden onderhouden we relaties op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Hieronder zetten we uiteen hoe die relaties vorm krijgen. Klanten De relatie en de dialoog met de (vertegenwoordigers van) klanten wordt op centraal en lokaal niveau geborgd door de instelling van cliëntenraden. De cliëntenraden opereren binnen het concern conform een reglement dat in samenwerking met de raden zelf tot stand is gebracht. De bevindingen van deze overleggen gaan breed de organisatie in. Collega zorgaanbieders Er is een structureel overleg met alle zorgaanbieders in de regio over transmurale zorg en ketenzorg. Belangrijke gesprekspartners zijn daarbij zijn de GGD, de huisartsen, de beide locale ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg (Dijk en Duin, Brijderstichting) en de verstandelijk gehandicaptenzorg (De Prinsenstichting, Odion). Dit overleg vindt plaats met zorgaanbieders tot ver over de grenzen van het eigen geografische werkgebied. Er wordt samengewerkt op het vlak van de ketenzorg geriatrische revalidatie op gebied van orthopedie, COPD, fracturen en CVA. Ook participeert Evean Zorg in het Netwerk Palliatieve Zorg en het Landelijke Netwerk Dementie. Woningcorporaties Evean Zorg voert gesprekken met verschillende corporaties met als oogmerk het faciliteren van


het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen van ouderen en zorgvragers. Hoe meer de extramuralisering van de zorg toeneemt hoe groter de urgentie wordt om tot een dialoog en samenwerking te komen met woningcorporaties. Het wederzijdse belang groeit, vooral in het pers pectief van toenemende marktwerking en ondernemerschap (WTZi). Daarnaast geven we – in samenwerking met de corporaties - invulling aan diverse renovaties en nieuwbouwprojecten voor de ouderenhuisvesting. Dit betreft de locaties Evean Lishof, Evean Erasmushuis, Evean Festina Lente, Evean Noordse Balk, Evean Amandel-bloesem en Evean Durghorst. Welzijnsorganisaties Samen met regionale welzijnsorganisaties (Welsaen/SMD/Clup) probeert Evean Zorg het aanbieden van zorgen welzijndiensten op elkaar af te stemmen. Die afstemming vindt plaats zowel op regionaal als op wijkniveau plaats. Daarnaast wordt onderzocht of en in hoeverre een verregaande samenwerking kan bijdragen aan de grote veranderingen in de Wmo (drie grote decentralisaties en de forse bezuiningsopgaven).

• • • • •

welzijn; ieder vanuit de eigen functie, taak en verantwoordelijkheid; Actieve deelname aan de wijkuitvoeringsprogramma’s; Participatie in projecten themagroepen Intensieve deelname aan het directeurenoverleg Zaanstad; Intensieve betrokkenheid bij de bezuinings opgaven in de Wmo; Participeren met betrekking tot het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Financiers De relatie met het zorgkantoor, concessiehouder Achmea in het werkgebied Zaanstreek-Waterland, is gewaarborgd door het jaarlijks opstellen van een jaarkalender waarin alle strategische en beleidsoverleggen zijn vastgelegd. Er is ruimte gereserveerd voor gezamenlijke uitwerking van specifieke projecten. We kunnen spreken van een constructieve samenwerking.

Gemeenten Er vindt intensief overleg plaats met de wethouder(s) en hun beleidsmedewerkers van alle gemeenten in de regio. Het doel van deze besprekingen is: • Concrete gedachtenuitwisseling over actuele thema’s (Wmo), onderwerpen en concrete projecten op (aanpalende) beleidsterreinen van zowel de gemeenten als van Evean Zorg; • Het bespreken van knelpunten in zorg, wonen en welzijn; • Informatie-uitwisseling over diensten en resultaten op het terrein van zorg, wonen en


15

3

Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1 Normen voor goed bestuur Voor elke organisatie zijn professioneel bestuur, professioneel toezicht daarop en adequate en transparante verantwoording daarover van essentieel belang. Hierdoor weten de stakeholders en vooral de klanten zich verzekerd van kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening. Dat geldt in sterke mate ook voor maatschappelijke ondernemingen als Espria en Woonzorg Nederland. Personele unie Espria en Woonzorg Nederland Stichting Espria werkt samen met stichting Woonzorg Nederland om een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven van haar klanten. De samenwerking is vormgegeven door een personele unie, die inhoudt dat de raad van bestuur van stichting Espria en stichting Woonzorg Nederland uit dezelfde personen bestaat. Stichting Espria heeft geen statutaire of andere formele relatie met Woonzorg Nederland. Stichting Espria is en blijft een volledig zelfstandige entiteit. Voor Espria en Woonzorg Nederland geldt dat zij op hun beleids terrein geconfronteerd worden met vergelijkbare maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Er wordt gevraagd om met schaarse publieke middelen en mogelijkheden ondernemerschap te tonen. Dit moet leiden tot vernieuwing, verbreding en verbetering van de dienstverlening aan klanten. Naast maatschappelijke bevlogenheid wordt daarbij gevraagd om een zakelijke inschatting van de risico’s die met een grotere beleidsvrijheid samenhangen en vooral om het beheersen van die risico’s. Bij de vormgeving van de governancestructuur van Espria en Woonzorg Nederland zijn zowel de bepalingen van de Zorgbrede Governance Code als die van de Governance Code Woningcorporaties volledig in acht genomen. Dit betreft onder andere de principes van: • invloed en betrokkenheid van en verantwoording aan belanghebbenden;


• de wijze waarop de organisatie wordt bestuurd; • de wijze waarop toezicht wordt gehouden op het bestuur; • waarborgen voor onafhankelijkheid en tegengaan van belangenverstrengeling bij bestuur en toezicht; • honorering van bestuurders en toezichthouders. Voor de stichting Espria en de stichting Woonzorg Nederland geldt het uitgangspunt dat zij niet alleen willen voldoen aan de branchecodes, maar dat zij wil behoren tot de best in class op het gebied van governance. In de uitwerking is daartoe voor stichting Espria de Zorgbrede Governance Code aangevuld met artikelen uit de Governance Code Woningcorporaties, waarbij is uitgegaan van toepassing van maximale transparantie en helderheid. Op grond van de vergelijking tussen beide codes is besloten in voorkomende gevallen het meest ‘zware’ artikel uit beide codes voor beide stichtingen te laten gelden. Dat betekent voor stichting Espria veelal zwaardere eisen op het gebied van financiële regulering en controle. Dit past bij de hogere eisen die door de marktwerking in de zorgsector door financiële instellingen gesteld worden aan zorgorganisaties. Stichting Espria wijkt af van het principe uit de Governancecode Woningcorporaties dat organisaties zich eens in de vier jaar laten visiteren. Dit principe wordt binnen Espria niet toegepast omdat de kwaliteit in de zorgsector is verankerd middels kwaliteitscertificaten. De governance is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van raad van bestuur en raad van commissarissen.


17

3.2 Raad van bestuur Bestuur De raad van bestuur van stichting Espria bestaat uit drie leden: M.W. Meerdink (voorzitter), A.Th.J.M. Zuure en J.L. Kauffeld. Samenstelling raad van bestuur ultimo 2011 De heer M.W. (Marco) Meerdink (1958) Functie Espria: Voorzitter raad van bestuur Benoemd: 1 februari 2010 Relevante nevenfuncties: geen De heer J.L. (John) Kauffeld (1954) Functie: Espria Vice-voorzitter raad van bestuur Benoemd: 8 april 2008 Relevante nevenfuncties: Bestuurslid Actiz, Bestuurslid VNO-NCW Noord, Drenthe De heer A.Th.J.M. (Anton) Zuure (1955) Functie Espria: Vice-voorzitter raad van bestuur Benoemd: 8 april 2008 Relevante nevenfuncties: Commissaris Stads herstel Den Haag en omgeving N.V., Commissaris Tomingroep De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en strategie van het concern, in het bijzonder: • de realisatie van de doelstellingen van de stichting, de strategie, de financiering en het (meerjaren)beleid; • de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling; • de kwaliteit en veiligheid van de zorg; • de naleving van alle relevante weten regel geving; • het beheersen van de risico’s die het verwezenlijken van de doelstellingen in de weg staan; • de kwaliteit van het maatschappelijk verslag, de jaarrekening.


In de statuten en het reglement van de raad van bestuur (zie www.espria.nl) zijn de taken, bevoegdheden en werkwijze van de raad van bestuur vastgelegd en nader omschreven. Het reglement bevat tevens een regeling in verband met tegenstrijdige belangen en nevenfuncties. De raad van bestuur legt verantwoording af aan de raad van commissarissen. Bepaalde belangrijke bestuursbesluiten dienen vooraf aan de raad van commissarissen ter goedkeuring te worden voorgelegd. De leden van de raad van bestuur worden benoemd door de raad van commissarissen. De honorering en de verdere arbeidsvoorwaarden van de bestuurleden worden vastgesteld door de raad van commissarissen (zie het remuneratieverslag van de raad van commissarissen). Directie De raad van bestuur heeft een aantal taken gedelegeerd aan de directeuren van de bedrijfsonderdelen. De directeuren zijn belast met de dagelijkse leiding van hun bedrijfsonderdeel. Met bedrijfsonderdeel wordt hier zowel gerefereerd aan onderdelen die zorgen dienstverlening verrichten als aan medische en overige professionele staf evenals de Shared Service Centres (SSC’s) en overige ondersteunende diensten. De taken, bevoegdheden en werkwijzen van de directeuren worden beschreven in de Besturingsgids. Maandelijks vindt overleg plaats tussen de directies in het Directieoverleg Zorg en het directieoverleg SSC. Adviescommissie Innovatie en verbeterings projecten Voortvloeiend uit de kaders dienen de directies met voorstellen voor innovatieof verbeteringsprojecten te komen. De raad van bestuur acht het daarbij van groot belang te streven naar bedrijfsonderdeeloverschrijdende projecten, om te komen tot verdere synergie en gezamenlijke verbetering van de klantbediening en bedrijfs-

voering. De voorstellen van de directies worden beoordeeld door de adviescommissie Innovatieen verbeteringsprojecten die op basis van dioor de raad van bestuur gestelde kaders de voorstellen onderzoekt en van advies voorziet. De commissie bestaat uit een afvaardiging van de directies van de zorgonderdelen en SSC’s. De goedgekeurde projecten worden gefinancierd vanuit het Espriabrede innovatieen verbeteringenfonds.

3.3 Toezichthouders (raad van commissarissen) Algemeen In dit verslag legt de raad van commissarissen publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop de raad invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar. Samenstelling De raad van commissarissen van Espria heeft vanwege de personele unie met Woonzorg Nederland dezelfde samenstelling als de raad van commissarissen van stichting Woonzorg Nederland. De raad van commissarissen heeft in 2011 een aantal mutaties ondergaan. Mevrouw H.M. Prast is per 1 juni 2011 benoemd als commissaris op gezamenlijke voordracht van de COR van Espria en de GOR van Woonzorg Nederland. Mevrouw B.E. Baarsma is per 1 september 2011 benoemd tot commissaris, evenals mevrouw B. Fransen, op voordracht van de Centrale Cliëntenraad Espria, en mevrouw H.M. Vletter-van Dort. Mevrouw M.J.M. le Grand-van den Boogaard en de heer W.P. van Waveren zijn per 31 augustus 2011, conform het rooster, afgetreden als commissaris. De raad van commissarissen bestond ultimo 2011 uit zeven personen; onderstaande tabel geeft de samenstelling van de raad van commissarissen op 31 december 2011 weer.

Per 1 maart 2012 stelde mevrouw H.M. VletterVan Dort haar zetel beschikbaar vanwege een bijzondere opdracht ‘toezicht op het toezicht’ die zij als lid van de raad van commissarissen van De Nederlandsche Bank op zich heeft genomen en die zij niet verenigbaar acht met toezichthoudende functies elders. Samenstelling van de raad van commissarissen per 31 december 2011 De heer M.J. van Rijn (1956) Functie Voorzitter van de raad van commissarissen Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties • Voorzitter executive committee PGGM (CEO); • lid raad van commissarissen Rijnland Zorggroep; • lid adviesraad Nederlandse Zorgautoriteit; • voorzitter raad van commissarissen Cardea; • lid raad van toezicht Sanquin; • lid bestuur stichting Steun Alzheimercentrum; • voorzitter bestuur De Groene Zaak. Eerste benoeming 1 mei 2009 Einde benoemingstermijn 1 mei 2013 Aantal bijgewoonde vergaderingen 6/6 De heer L. Geut (1947) Functie Vice-voorzitter van de raad van commissarissen (vanaf 1 september 2011) Commissie Kwaliteit (voorzitter) Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties • Senior bestuursadviseur Berenschot B.V.; • voorzitter raad van commissarissen Parking Delft B.V.; • vicevoorzitter Vereniging PSO; • Bestuurslid Raad van Organisatieadviesbureaus. Eerste benoeming 10 november 2009 Einde benoemingstermijn 10 november 2013 Aantal bijgewoonde vergaderingen 6/6


19

De heer H.J. van den Bosch (1949) Functie Lid van de raad van commissarissen Commissies Audit (voorzitter), Remuneratie (voorzitter, van 24 mei 2011 tot 31 december 2011) Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties • managementadviseur en commissaris; • bestuurslid Vastgoedmaatschappij Alliance; • commissaris Nieuwe Steen Investments N.V. Eerste benoeming, herbenoeming 1 maart 2005, 14 december 2010 Einde benoemingstermijn 1 maart 2013 Aantal bijgewoonde vergaderingen 6/6 Mevrouw H.M. Prast (1955) Functie Lid van de raad van commissarissen Commissie Remuneratie, Kwaliteit Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties • hoogleraar persoonlijke financiële planning Universiteit van Tilburg; • lid raad van toezicht Autoriteit Financiële Markten; • lid monitoring commissie Corporate Governance Code. Eerste benoeming 1 juni 2011 (op voordracht van de COR Espria en GOR Woonzorg Nederland) Einde benoemingstermijn 1 juni 2015 Aantal bijgewoonde vergaderingen 2/3 Mevrouw B.E. Baarsma (1969) Functie Lid van de raad van commissarissen Commissie Audit Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties • directeur SEO Economisch Onderzoek; • bijzonder hoogleraar marktwerkingen mededingingseconomie, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit van Amsterdam; • lid raad van commissarissen Loyalis NV; • lid raad van toezicht St. Elisabeth Ziekenhuis. Eerste benoeming 1 september 2011 (op voordracht van de CCR) Einde benoemingstermijn 1 september 2015


Aantal bijgewoonde vergaderingen 2/3 Mevrouw H.M. Vletter-van Dort (1964) Functie Secretaris van de raad van commissarissen (vanaf 28 september 2011) Commissie Leden en Stakeholders Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties • hoogleraar banken effectenrecht Erasmus Law School; • hoogleraar effectenrecht Rijksuniversiteit Groningen; • commissaris De Nederlandsche Bank; • lid raad van toezicht St. Franciscus Gasthuis • lid monitoring commissie Corporate Governance; • partner De Nieuwe Commissaris Consult BV. Eerste benoeming 1 september 2011 Einde benoemingstermijn Teruggetreden per 1 maart 2012 Aantal bijgewoonde vergaderingen 3/3 Mevrouw B. Fransen (1962) Functie Lid van de raad van commissarissen Commissie Remuneratie (voorzitter, vanaf 1 januari 2012) en Leden/Stakeholders Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties • directeur Agfra Holding BV; • lid raad van commissarissen Orthocenter. Eerste benoemingstermijn 1 september 2011 (op voordracht van de CCR) Einde benoemingstermijn 1 september 2015 Aantal bijgewoonde vergaderingen 3/3 Deskundigheid en onafhankelijkheid Bij de samenstelling van de raad van commissarissen wordt er zorgvuldig rekening mee gehouden dat de noodzakelijke deskundigheidsgebieden vertegenwoordigd zijn. Om te waarborgen dat de commissarissen ten opzichte van elkaar, de raad van bestuur en andere organen kritisch kunnen functioneren, bevat het reglement van

de raad van commissarissen regelingen met betrekking tot onder andere onafhankelijkheid, tegenstrijdige belangen en nevenfuncties. Alle commissarissen zijn onafhankelijk. In 2011 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij een lid van de raad van commissarissen of de raad van bestuur betrokken is geweest. Werkwijze De raad van commissarissen houdt toezicht op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar gelieerde rechtspersonen. Daarnaast heeft de raad een adviesfunctie voor de raad van bestuur. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van commissarissen zich naar het (maatschappelijk) belang van de stichting en de met haar gelieerde rechtspersonen, met een bijzondere aandacht voor de volgende onderwerpen: • de realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de organisatie; • de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de organisatie; • de opzet en werking van de interne risico beheersingsen controlesystemen; • de financiële verslaglegging; • de kwaliteit en veiligheid van de activiteiten; • de naleving van weten regelgeving; • de verhouding met belanghebbenden; • het op passende wijze uitvoering geven aan de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van de organisatie. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad van commissarissen zijn omschreven in artikel 10 tot en met 13 van de statuten van stichting Espria. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de raad van commissarissen. Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen heeft de raad van commissarissen zich

regelmatig schriftelijk door het bestuur laten informeren via een voortgangsrapportage van de speerpunten uit het jaarplan die centraal staan en bijdragen aan de successen: financiële en inhoudelijke doelstellingen, strategisch markten marketingplan, samenwerkingsvormen en SSC-vorming. De informatievoorziening door de raad van bestuur aan de raad van commissarissen is vastgelegd in een informatieprotocol. De raad van commissarissen heeft in het verslagjaar zes maal vergaderd in aanwezigheid van de raad van bestuur. De raad van commissarissen heeft daarnaast een aantal malen voorafgaand aan deze overleggen in eigen kring vergaderd, onder andere ter bespreking van het eigen functioneren en het functioneren van de raad van bestuur. Bij de bespreking van het verslagjaar 2010 was ook de externe accountant aanwezig. Toezicht op strategie In 2011 is de strategie door de raad van bestuur aangescherpt, vooral in het licht van de verdere samenwerking (sinds 2008 in de vorm van een personele unie) met Woonzorg Nederland. Daarbij zijn voorstellen gedaan voor de verdere ontwikkeling van de organisatie (topstructuur en besturing). Deze strategische keuzes zijn meerdere malen in de raad van commissarissen besproken en in 2012 door de raad van bestuur goedgekeurd. Toezicht op kwaliteit De raad van commissarissen heeft toezicht gehouden op de kwaliteit. In verband daarmee is een commissie Kwaliteit ingesteld. Deze commissie vergaderde in 2011 vier keer. Toezicht op de financiële continuïteit. De raad van commissarissen heeft in 2011 toe zicht gehouden op de financiële continuiteit aan de hand van de begroting, kwartaalrapportages

Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering en medezeggenschap

21

en jaarrekeningen. De raad van bestuur heeft concrete normen voor de financiële continuïteit vastgelegd in een kaderbrief. Op basis van deze kaderbrief is de begroting voor 2012 gemaakt. De raad van commissarissen heeft in 2011 het functioneren van PricewaterhouseCoopers (PwC) als externe accountant geëvalueerd. Toezicht op besluiten van de raad van bestuur De raad van commissarissen heeft in het verslagjaar 2011 de volgende documenten en besluiten goedgekeurd of genomen: Besluiten van de raad van bestuur • Convenant RvB Espria/RvC Espria met de Ledenvereniging Evean Icare; • Strategische keuzes 2011-2015 en ontwikkelprogramma 2011-2012; • Treasury statuut Espria; • Treasury jaarplan 2011-2012 Espria; • Businesscase en financieringskader de Rietvelden te Wormerveer; • Ondertekening verklaring OG Waarborgfonds voor de Zorgsector; • Jaardocument 2010 Espria; • Voorgenomen verkoop 50% belang in Tinteltuin en verkoop Tinteltuin B.V.; Besluiten van de raad van commissarissen • Vacaturestelling voor drie commissarissen via een extern bureau; • Bevestiging normbeloning Beloningscode voor bestuurders in de zorg (BBZ); • Inschaling voorzitter raad van bestuur in de BBZ; • Statutenwijziging Espria; • Benoeming mevrouw H.M. Prast per 1 juni 2011 tot lid van de raad van commissarissen van Espria en Woonzorg Nederland; • Benoeming mevrouw B.E. Baarsma, mevrouw H.M. Vletter-van Dort en mevrouw B. Fransen per 1 september tot leden van de raad van


• • • •

commissarissen van Espria en Woonzorg Nederland; Bevestiging inschaling bestuur BBZ; Rooster van aftreden raad van commissarissen Espria en Woonzorg Nederland; Samenstelling commissies raad van commis sarissen Espria en Woonzorg Nederland; Honoreringsbeleid raad van commissarissen Espria en Woonzorg Nederland.

In 2011 hebben zich geen transacties voorgedaan met een tegenstrijdig belang zoals bedoeld in de statuten en de reglementen van de raad van bestuur en van de raad van commissarissen. Commissies De raad van commissarissen heeft uit zijn midden commissies ingesteld, enerzijds om de bespreking van onderwerpen in de vergaderingen van de raad van commissarissen voor te bereiden, anderzijds om bepaalde zaken na goedkeuring van de raad van commissarissen verder af te handelen. Bij de samenstelling van de raad van commissarissen aan het begin van dit hoofdstuk staat vermeld van welke commissies de commissarissen deel uitmaken. Het betreft de volgende commissies. Auditcommissie De auditcommissie heeft in 2011 vijf keer vergaderd, waarvan tweemaal in de aanwezigheid van de externe accountant. De auditcommissie heeft haar bevindingen en adviezen gerapporteerd aan de raad van commissarissen. Naast nagenoeg alle documenten en besluiten waaraan de raad van commissarissen goedkeuring heeft verleend (zie hierboven), zijn de volgende onderwerpen in de vergaderingen aan de orde gekomen: • Het te voeren financieel-economisch beleid (kaders); • Financiële informatievoorziening, waaronder kwartaalrapportages;

• Treasurystatuut en Treasuryjaarplan 20112012; • Het functioneren van PwC als externe accountant; • Jaarrekening 2010; • Afgegeven supportletters en garantiesstellingen; • Accountantsverslag 2010; • Client Service Plan 2012 PwC; • Managementletter 2011 PwC; • Verkopen van vastgoed waaronder en vervreemding aandelenbelangen waaronder 50%-belang Tinteltuin; • Uitkomstenrapportage internal auditor met betrekking tot majeure transacties Espria; • Uitkomstrapportage internal auditor met betrekking tot de Regeling AO/IC AWBZ; • Onderzoek reductie kantoorruimte. Commissie stakeholders en leden In 2011 heeft de raad van commissarissen besloten tot het instellen van een commissie stakeholders/leden. Deze commissie is in het verslagjaar nog niet bijeen gekomen. Commissie kwaliteit De commissie kwaliteit heeft in 2011 vier maal vergaderd. De volgende onderwerpen zijn aan de orde geweest in de commissievergaderingen: • Kwaliteitsmonitor: in 2011 is gestart met het werken volgens de in 2010 ontwikkelde en vastgestelde kwaliteitsmonitor. In deze monitor is vastgelegd welke onderwerpen, met welke frequentie, geagendeerd zullen worden in de commissie, zodat de raad van commissarissen voldoende informatie heeft om zich een oordeel te kunnen vormen omtrent de ontwikkeling van de kwaliteit van zorg binnen Espria; • Kwartaalrapportages kwaliteit van de bedrijfsonderdelen; • Stand van zaken en planning externe toetsing;

• Voorstellen, rapportage en besluitvorming bestuur inzake systeembeoordelingen; • Voorstel en stand van zaken uitvoering auditjaarplan kwaliteit; • Voorbereiding en evaluatie van werkbezoeken; • Benchmark PWC; • Evaluatie samenwerking medezeggenschapsorganen; • Afspraken over aan de RvC door te zenden documenten. Benoemingsen remuneratiecommissie De benoemingsen remuneratiecommissie heeft in 2011 zes keer vergaderd, waarbij onder meer de volgende onderwerpen zijn besproken. • Inschaling van de functies in de raad van bestuur in de beloningscode voor de zorg (BBZ); • Toetsing salaris bestuurder aan de BBZ en aan de beloningscode voor de woningcorporaties; • Honorering raad van bestuur 2011; • Governance; • Juridische opzet arbeidsovereenkomsten raad van bestuur; • Competentieprofiel raad van commissarissen; • Voorbereiding werving en selectie vier nieuwe commissarissen; • (Voorbereiding) functioneringsgesprekken raad van bestuur; • Aanpassing van de honorering van commissarissen aan de gewijzigde beloningscode. Zelfevaluatie In 2011 zijn vier nieuwe commissarissen aangetreden. Gezien deze grote veranderingen heeft de commissie beperkt aandacht besteed aan de interne zelfevaluatie over de afgelopen periode. Er is vooral veel moeite gestoken in de inwerkprogramma’s, gericht op de deskundigheidsbevordering van de commissarissen en het maken van goede afspraken tussen de raad van commissarissen en de raad van bestuur. De commissie


23

heeft haar bevindingen en adviezen omtrent genoemde zaken gerapporteerd aan de raad van commissarissen. Werkgeversrol De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor een goed bestuur en is in dat kader onder andere verantwoordelijk voor de benoeming, schorsing, ontslag van de bestuurders, hun arbeidsvoorwaarden en de evaluatie van de bestuurders. Samenstelling bestuur De samenstelling van de raad van bestuur is in 2011 niet gewijzigd. De raad van bestuur van Woonzorg Nederland en stichting Espria bestond ultimo 2011 uit de leden M.W. Meerdink (voorzitter), J.L. Kauffeld (vice-voorzitter) en A.Th.J.M. Zuure (vice-voorzitter). Formele werkgevers De arbeidsrechtelijke verhouding van de bestuurders van Espria en Woonzorg Nederland is bijzonder vanwege de dubbele positie die zij bekleden vanwege het samenwerkingsverband. Zo zijn de leden van de raad van bestuur Meerdink en Kauffeld formeel in dienst bij stichting Icare (onderdeel van Espria) en is het lid van de raad van bestuur Zuure bij Woonzorg Nederland in dienst. De kosten van de bestuurders worden via een verdeelsleutel toegerekend aan Woonzorg Nederland en stichting Espria. Nadere informatie hierover is opgenomen in de betreffende jaarrekeningen. Arbeidsvoorwaarden Uitgangspunt voor het arbeidsvoorwaarden beleid voor alle leden van het bestuur is de Beloningsregeling voor bestuurders in de zorg 2009 (BBZ). Bij de start van het samenwerkingsverband met Espria in 2008 is besloten om de honorering en andere arbeidsvoorwaarden te


baseren op de toepasselijke branchecode van de zorg. De reden hiervoor is dat het zwaartepunt in de functie voor alle leden van de raad van bestuur ligt in de zorgactiviteiten. Alle bestuursfuncties zijn ingeschaald in de BBZ-regeling. Daarbij heeft de raad van commissarissen de in de BBZ genoemde opslag voor omgevingsen risicofactoren vastgesteld op dertig procent. Dit vanwege het risicoprofiel van de markten waarin de organisatie opereert en de omvang (omzet) van Espria en Woonzorg Nederland, waar de raad van bestuur verantwoordelijk voor is. De gezamenlijke omzet van Espria en Woonzorg bedraagt meer dan € 1 miljard. Er worden geen variabele prestatiebeloningen toegekend. De voorzitter van de raad van bestuur heeft een arbeidsovereenkomst die geheel voldoet aan de BBZ. Bij zijn aanstelling is een geleidelijke ingroei in de BBZ-schalen overeengekomen, uitgaande van goed functioneren. De overige bestuurders hebben een arbeidsovereenkomst die is gebaseerd op oudere beloningscodes van de zorg en de woningcorporaties. De salarissen van deze bestuurders vallen binnen de schalen voor de BBZ. Voor de hoogte van de beloning van leden van de raad van bestuur wordt verwezen naar paragraaf 5.1.9 onderdeel 21 van de jaarrekening. Op dit moment hebben alle bestuurders een arbeidsovereenkomst uit 2009 of eerder, die volgens de codes nog volledig wordt gerespecteerd. Aan de bestuurders is pensioen toegezegd. Het pensioen van de leden van de raad van bestuur Meerdink en Kauffeld is ondergebracht bij het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn. Het pensioen van het lid van de raad van bestuur Zuure is ondergebracht bij stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties en Zwitserleven.

Beoordeling raad van bestuur Het functioneren van de raad van bestuur en de individuele leden daarvan is door de raad van commissarissen besproken, nadat de benoemingsen remuneratiecommissie beoordelingsgesprekken met de raad van bestuur heeft gevoerd. De raad van commissarissen heeft zich positief uitgesproken over de wijze waarop de bestuurderstaak is vervuld. Honorering raad van commissarissen Voor de honorering van de commissarissen van stichting Espria geldt de regeling Honorering van raden van toezicht van zorginstellingen van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen (NVTZ). Met ingang van 1 september 2011 zijn enkele kleine wijzigingen doorgevoerd in de honorering van commissarissen. Naast de vaste vergoeding die de commissarissen ontvangen voor hun werkzaamheden ten behoeve van de raad van commissarissen ontvangen zij een vergoeding indien zij zitting hebben in een RvC-commissie. Voor de hoogte van de beloningen wordt verwezen naar paragraaf 5.1.9 onderdeel 21 van de jaarrekening. Voorstel Wet Normering Topinkomens In 2011 is de Wet Normering Topinkomens aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft de wet voor advies aan de Raad van State gezonden en zal pas na medio 2012 tot behandeling overgaan. De mogelijke consequenties van de wet op de situatie bij Espria en Woonzorg Nederland zijn in de remuneratiecommissie en in de raad van commissarissen aan de orde geweest. Wetsvoorstel Bestuur en Toezicht De nieuwe wet inzake aanpassing van bestuur en toezicht bij NV’s en BV’s zal invloed hebben op de zittende toezichthouders van Espria en Woonzorg Nederland. De mogelijke invloeden zijn in kaart

gebracht. Na invoering van de wet zullen indien nodig wijzigingen worden doorgevoerd.

3.4 Bedrijfsvoering Algemeen Wij willen steeds beter worden. Steeds meer betekenen voor onze klanten. Een steeds aantrekkelijker werkgever zijn voor onze mensen. Een steeds meer gewaardeerde partner zijn voor onze omgeving. Zorgen voor zelfredzaamheid en weerbaarheid van onze klanten. Zorgen voor betekenisvol werk en ontwikkelingskansen voor onze mensen. En een bijdrage leveren aan de betaalbaarheid en solidaire toegankelijkheid van de zorg en wonen in Nederland. Om dat waar te maken en nu en in de toekomst onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te blijven nemen, zullen wij blijven investeren in verbetering van onze dienstverlening. Dat is onze maatschappelijke bijdrage. Door onze schaalgrootte kunnen we de dienstverlening aan onze klanten betaalbaar houden; bijvoorbeeld omdat we scherp kunnen inkopen. Door groot te zijn in kleinschaligheid, met onze aanwezigheid op lokaal niveau, kunnen we de kracht van mensen in hun eigen sociale omgeving zo veel mogelijk benutten. Door kennis, kunde en ervaring te delen, kunnen we efficiënter werken en onze dienstverlening continu vernieuwen en verbeteren. In 2011 verliep de bedrijfsvoering conform het jaarplan 2011 dat in 2010 als basis diende voor de begroting. Wel werden we in 2011 geconfronteerd met de gevolgen van de ombuigingen in de GGZ en bereidden we ons voor op maatregelen die de AWBZ verder zullen hervormen. Voor de bedrijfsonderdelen met intramurale zorg kwam er in 2011 duidelijkheid over de vergoeding van huisvesting. Vanaf 2012 worden de kosten voor


25

verblijf vergoed via een uurtarief op de geleverde zorgdienstverlening. Verpleging en verzorging In 2011 hebben de bedrijfsonderdelen Evean Thuiszorg Noord-Holland Noord, Evean Zorg Zaanstreek-Waterland, Evean Zorg Amsterdam, Icare V&V, Meander en Particura afspraken met de gemeenten in hun werkgebied gemaakt om de versobering van de begeleiding en signaleringsfunctie, die niet langer uit de AWBZ vergoed wordt, veilig te stellen. Daardoor blijft het mogelijk om, naast het verlenen van zorg, onze cliënten en bewoners te begeleiden, hen te helpen hun weerbaarheid te vergroten, en in een vroeg stadium gezondheidsproblemen en aandoeningen op te sporen. Planning & Controlcyclus De interne bewaking en beheersing van sturingsystemen en risico’s worden geborgd door de Planning & Control cyclus (P&C). Binnen dit kader zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastgelegd. Het doel van de P&C-cyclus is het op tijd (bij)sturen, op basis van plannen en monitoring. Hierdoor worden de organisatie en haar doelstellingen beheersbaar en stuurbaar. In de P&C-cyclus onderscheiden we drie soorten informatie: • Sturingsinformatie: informatie om goede beslissingen te kunnen nemen. • Interne verantwoordingsinformatie: informatie over de uitvoering van beleidsplannen, jaarplannen en projecten (zowel maandelijks als bij afwijkingen van de gestelde doelen als integraal per kwartaal). • Externe verantwoordingsinformatie: informatie die de rechtspersonen binnen het concern aan externen verstrekken. Hierin wordt het gevoerde beleid verantwoord.


De eerstverantwoordelijke directeur draagt de verantwoordelijkheid voor de coördinatie en de vaststelling van de P&C-producten op het niveau van de bedrijfsonderdelen. Binnen het concern wordt de bedrijfsvoering van Evean Zorg in 2011 onder meer door de volgende onderwerpen gekenmerkt. Toereikendheid AWBZ-volumes Evenals voorgaand jaar bleek de zorgvraag (in aantal en zwaarte) sterker te groeien dan in de gemaakte productieafspraken was vastgelegd. Dit leidde tot overproductie, waarmee het risico ontstond dat een deel van de omzet niet vergoed zou worden. Gezien de lage marges/ rendementen heeft dit een behoorlijke impact gehad op de bedrijfsresultaten, temeer omdat de tariefsontwikkeling geen gelijke tred hield met de ontwikkeling van kosten en zorgzwaarte. Omdat 2011 het vierde jaar op rij was waarin dit voor de stichting Evean Zorg een probleem vormde, zal dit in 2012 steviger dan voorheen worden gemonitord en besproken met het zorgkantoor. In het uiterste geval zullen we moeten overgaan tot een vermindering van het aanbod. AO/IC De kaderregeling AO/IC vereist expliciet dat organisaties het proces van productieregistratie inrichten naar de daarvoor gestelde eisen. Dat zijn traceerbaarheid, transparantie, rechtmatigheid, betrouwbaarheid, compleetheid en tijdigheid. Met name de rechtmatigheid (wordt er niet meer en/of minder dan de aangegeven indicatie zorg verleend?) is van belang, maar ook de inrichting en vooral de werking van het AO/IC systeem. De regeling laat eigenlijk geen fouttolerantie toe. Niet alleen moet het proces beheersbaar zijn, ook dient er een aparte Interne Controlfunctie (en planning) ingericht te worden. De AO/ICfunctionarissen werken decentraal in de regio’s.

Zo wordt monitoring ingebed in het primaire proces. Vanuit Concerncontrol vind monitoring van dit proces plaats. De indiening van de productieafspraken voor 2012 moet vergezeld gaan van een door de accountant ondertekende juistheidverklaring van de voorlopige nacalculatiecijfers 2011. Deze juistheidverklaringen zijn afgegeven. Op onderdelen blijft de AO/IC aandacht vragen, al was het maar door continue wijzigende weten regelgeving. Overig Vanaf 2012 zal de declaratie op cliëntniveau, waarbij een vergoeding achteraf plaatsvindt, steeds actueler worden. Achmea zal naar verwachting in 2013 – op basis van de geleverde zorg – overgaan tot een dergelijke betaling achteraf. Op de consequenties hiervan zijn wij ons aan het voorbereiden. Ter verdere voorbereiding op de komst van de normatieve huisvestingscomponent zullen langetermijn investeringsbegrotingen en liquiditeits- c.q. financieringsprognoses steeds meer de nadruk krijgen. Uit deze en andere zaken blijkt het grote belang van treasury. In 2011 hebben een liquiditeitsbegroting en een maandelijks actualisatie meer inzicht gegeven in het werkkapitaal en de financieringsbehoeften. Met medewerking van de treasury-afdeling kan men dan vanuit de regio gerichter sturen en beheersen. Evean Zorg heeft daarin opgetrokken met het Facilitair Bedrijf, omdat dit een belangrijke rol speelt bij het benutten van het werkkapitaal binnen stichting Evean Zorg.

3.5 Cliënten Stichting Evean Zorg heeft een ‘besluit tot instelling van de cliëntenraad in instellingen die vallen onder Evean Zorg’. Hierin is de basis voor cliëntenraden binnen Evean Zorg geregeld. Ook is er een ‘overeenkomst tot instellen van een regionale cliëntenraad’. Hierin staan afspraken vermeld omtrent o.a. de taak van de regionale cliëntenraad, de samenstelling, de zittingstermijn en de faciliteiten. Vanuit de cliëntenraden van Rosariumhorst en Westerwatering was er een vacature voor een afgevaardigde. Per januari 2012 zijn deze vacatures ingevuld. De kosten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de Cliëntenraad, komen ten laste van Evean Zorg. Verder staat Evean de Regionale Cliëntenraad het gebruik toe van de voorzieningen waarover de raad wil beschikken en die raad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. Er is een ambtelijk secretaris aangesteld om de Regionale Cliëntenraad secretarieel, organisatorisch en beleidsmatig optimaal te ondersteunen. De volgende adviezen zijn, gevraagd of ongevraagd, door de Regionale Cliëntenraad uitgebracht: • Herziene cliëntdossier, zorginhoudelijke richtlijnen en risicosignalering; • Advies inrichting ambtelijk secretariaat medezeggenschap Espria; • Zorgovereenkomst en aanvullende voorwaarden; • Privacybeleid. In 2011 zijn de volgende beleidspunten besproken: • Ontwikkelingen wijkmodel ZaanstreekWaterland;


27

-- Evean Oostergouw -- Evean Amandelbloesem en Evean Acht Staten -- Evean Durghorst, Evean Rosariumhorst wijk Krommenie. Klachtenregeling cliënten Evean Zorg Zaanstreek/Waterland Klachtenregeling medewerkers Evean Pauzes en Werktijden KSW (kleinschalig wonen) de Rietvelden Actualisering beleid Fysieke Belasting

WOR artikel 24 overleg De OR heeft 2x per jaar een zogenaamd WOR artikel 24 overleg (Wet op de Ondernemingsraden) met de regiodirecteuren Zaanstreek/ Waterland. De directie heeft de OR geïnformeerd over de toekomstige ontwikkelingen voor de regio Zaanstreek/Waterland in het bijzonder en Espria in het algemeen. Aan de hand hiervan kan de OR zich een beeld vormen, welke zaken komend half jaar de agenda gaan bepalen.

Betrokkenheid OR bij beleidszaken waarop geen advies- en instemmingsrecht van toepassing zijn: • Richtlijnen 65+ regeling; • De nieuwe vakantiewet en vakantieregeling;

BOT overleg Het BOT overleg is een informeel overleg dat twee tot drie keer per jaar plaatsvindt. Meestal aan de hand van thema’s wordt de informele discussie gevoerd. Deze kunnen zowel door directie als OR worden ingebracht. Thema’s die in 2011 aan de orde zijn geweest: • Samengaan Behandelzaken en Zorg “besturingsmodel”; • Meerjarenbeleidplan OR “professionalisering van toverwoord naar aanpak”; • Ontwikkelingen AWBZ onderdelen naar WMO; • Samenwerking SMD, Welsaen, Evean; • Jaarplannen 2012 en begroting.

Tabel 5. Samenstelling Centrale Cliëntenraad Evean Zorg Zaanstreek/Waterland: Naam lid

Aandachtsgebied of rol binnen de Cliëntenraad

De heer T.D. Everaarts

Onafhankelijk voorzitter vanaf september 2011

Mevrouw C.G. Koppers-Plomp

Voorzitter a.i. tot september 2011, secretaris vanaf september 2011, Afgevaardigde Cliëntenraad Oostergouw vanaf september 2011

Mevrouw P.J. Band-Hunteman

Afgevaardigde Cliëntenraad Purmerend en omstreken vanaf september 2011

De heer P. Boereboom +

Afgevaardigde Cliëntenraad Assendelft/Westzaan tot juli 2011

De heer G. van Dalen

Afgevaardigde Cliëntenraad Assendelft/Westzaan vanaf juli 2011

De heer B. Degenhart Drenth

Afgevaardigde Cliëntenraad Guisveld

De heer F. Deswert

Afgevaardigde Cliëntenraad Nieuw Groenland

De heer H. van Dijk

Afgevaardigde Cliëntenraad Noordse Balk

De heer M.L. van Druten

Afgevaardigde Cliëntenraad Acht Staten

Mevrouw A.W.A. Dobma-de Vos

Afgevaardigde Cliëntenraad Lishof

Mevrouw P.S.A. Lensen

Afgevaardigde Cliëntenraad Oostergouw (vanaf september)

Mevrouw F. Ottevangers

Afgevaardigde Cliëntenraad Erasmushuis

De heer J.J.H. Seitner

Afgevaardigde Cliëntenraad Durghorst

De heer H.R. van Til

Afgevaardigde Cliëntenraad Amandelbloesem

De heer F. Vonk

Afgevaardigde Cliëntenraad Swaensborch

• • • • • • • • • • • • • • • • •

Jaarplan Evean Zorg 2011 jaarplan Behandelzaken 2011 meerjarenplan Evean Zaanstreek-Waterland; Woon-/leefklimaatbijdrage; Verzekering intramurale cliënten; Ontwikkelingen Facilitair Bedrijf; Zorginkoop en productieafspraken; Aanvullende diensten Ledenvereniging; Masterplan Bouw Zaanstreek-Waterland; Klachtenregeling Evean; Samenwerking met ZMC; Samenwerking met SMD en Welsaen; Inventarisatie aanvullende dienstverlening; Cliënttevredenheidsonderzoek; Incontinentiebeleid; Cliëntenmedezeggenschap in de wijk; Integratie Evean Zorg en Behandeling.


3.6 Ondernemingsraad Uitgebrachte adviezen in 2011 door de Ondernemingsraad VVT Evean Zorg regio Zaanstreek Waterland: • Reorganisatie wijken Peldersveld-Hoornseveld, Zaanstad West en Wormerveer-Rietvelden. • Professionalisering van het bedrijfsbureau Purmerend e.o. • Reorganisatieplan Evean Lishof • Overname medewerkers huishouding Evean Lambert Melisz door Facilitair Bedrijf. • Integratie Behandelzaken en Zorg

• • • •

Overlegvergadering Besproken beleidsonderwerpen in de overlegvergadering van 2011 door de OR VVT regio Zaanstreek Waterland met de regiodirecteuren: • Resultaten regio Zaanstreek/Waterland; • Productieafspraken met Zorgkantoor in relatie tot ZZP; • Voortgang integratie Evean Behandelzaken en Zorg; • Masterplan regio Zaanstreek/Waterland • Samenwerking, contacten Evean/ZMC; • Samenwerking Evean/Welsaen/SMD ; • Zorgservice arrangementen; • Ontwikkelingen Evean Oostergouw tot expertisecentrum; • Professionalisering bedrijfsbureaus.

De OR wijkportefeuillehouders. Omdat de wijkmanagers steeds meer hun eigen beleid maken, gaan de OR-leden in tweetallen tweemaal per jaar met hen in gesprek. Om zo in een vroeg stadium op de hoogte te zijn van toekomstige ontwikkelingen en de eventuele instemmingen adviesaanvragen die daaruit kunnen voortvloeien.

Verleende instemmingen 2011 door de OR VVT regio Zaanstreek Waterland: • Instemming is verleend aan de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) van -- Evean Nieuw Groenland -- Avondzon Purmerend e.o.


29

4

Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid Strategie De raad van bestuur scherpte in 2011 na samenspraak met de directeuren van de bedrijfsonderdelen de strategische keuzes en doelstellingen in het kader van de meerjarenstrategie. Van deze strategie zijn de jaardoelstellingen afgeleid, inclusief de beheersing van de risico’s verbonden aan de strategie en de financiële structuur. De raad van bestuur heeft in 2011 de missie van Espria nader uitgewerkt in een toelichting voor stakeholders die in 2012 zal verschijnen. Elk bedrijfsonderdeel heeft op basis van deze strategie een meerjarenplan geschreven. Deze plannen vormden de basis voor de doelstellingen in de jaarplannen en de begroting voor 2012. In 2012 zullen bovendien meer uitgewerkte meerjarenplannen worden vastgesteld, met een bijbehorende meerjarenbegroting. 4.1.1 Missie Espria Niet iedereen staat altijd even veerkrachtig in het leven. Wij kunnen allemaal op elk moment te maken krijgen met een verminderde weerbaarheid of met de dreiging daarvan. Bijvoorbeeld door een ongeluk of ziekte met verstrekkende gevolgen, een chronische aandoening, een handicap of een verouderingsproces dat gepaard gaat met afname van vitaliteit en zelfredzaamheid. Zelfs rond een geboorte kunnen we tijdelijk kwetsbaar zijn. Anders gezegd: onze weerbaarheid neemt er (tijdelijk) door af en dat kan leiden tot een toenemende afhankelijkheid. Afhankelijkheid van partners, familie, vrienden en zorgorganisaties. Het is onze missie om de weerbaarheid van oudere en van kwetsbare mensen te versterken. Door mensen te helpen weerbaar te blijven, kunnen we waar mogelijk de afhankelijkheid van zorg uitstel-


len en de vraag naar zorg verminderen. Hiermee ondersteunen we de wens van mensen om hun leven zo lang mogelijk in zelfstandigheid te leven en waardevol te houden. Ook bieden we een antwoord op het maatschappelijk vraagstuk van de toenemende vergrijzing en de betaalbaarheid van ons zorgstelsel. Dit doen we door mensen ruimte te bieden om zelf keuzes te maken. Zodat zij het maximale uit hun leven kunnen halen. Bijvoorbeeld door te blijven wonen waar ze wonen. Wij geven ondersteuning door de zorgverlening te organiseren op een manier die zo dicht mogelijk aansluit bij de eigen sociale omgeving: in de eigen buurt of wijk. Daarbij zoeken we intensieve samenwerking met partijen die dicht bij de mensen staan. Zoals familie of vrienden, mantelzorgers, huisartsen of welzijnsorganisaties. Ook gemeenten en collega zorgaanbieders en corporaties zijn onmisbare partners. In onze samenwerking met partners is preventie een belangrijk onderwerp, want uiteraard is voorkomen beter dan genezen. Preventie draagt immers bij aan versterking van de weerbaarheid. Daarmee spelen we ook in op de maatschappelijke trend om mensen te helpen in hun vertrouwde omgeving; liever thuis dan in het ziekenhuis of het verzorgingsof verpleeghuis. En liever ambulante psychische zorg dan zorg in een GGZ-kliniek. Uiteindelijk gaat het ons erom dat mensen zoveel mogelijk de regie over hun eigen leven kunnen houden. Of dat nu thuis is of in bijvoorbeeld een verpleeghuis. 4.1.2 Visie Espria Binnen Espria en Woonzorg Nederland werken we intensief samen. Om meerwaarde voor onze klanten te creëren. Bundelen van kennis en

Beleid, inspanningen en prestaties

31

ervaring maakt onze kwaliteit steeds beter. Onze schaalgrootte maakt het ons mogelijk efficiënt te werken, waardoor we geld vrijmaken voor verbetering en vernieuwing van onze dienstverlening. Hierbij is voor ons het verbindende uitgangspunt dat we de behoeften en wensen van onze klant centraal stellen in ons denken en in ons handelen. Onze schaalgrootte helpt ons ook om zaken kleinschalig te organiseren. Om dicht bij onze klanten te zijn. Toevoegen van waarde voor klanten Het kennen van onze klanten en van hun behoeften is van het grootste belang. We hebben veel kennis en ervaring en delen die continu met elkaar. Wij hebben de unieke mogelijkheid zo ervaringen in bijvoorbeeld de thuiszorg te benutten in de Geestelijke gezondheidszorg. En onze kennis van huisvesten van ouderen in te zetten in de ouderenzorg. Zo vervagen grenzen tussen de verschillende domeinen binnen de zorg en die tussen wonen en zorg. Vaak grenzen waar onze klanten last van hebben. We willen een duurzame relatie met onze klanten en onze dienstverlening laagdrempelig en toegankelijk maken. Een voorbeeld hiervan is dat we werken aan de introductie van een nieuwe gidsfunctie die de klant wegwijs maakt in het vaak onoverzichtelijke landschap van wonen, zorg en service. Intensieve samenwerking We zijn binnen en buiten onze organisatie voortdurend actief om kennis en ervaringen te delen, met als oogmerk succesvolle vernieuwingen op het gebied van wonen, zorg en diensten met elkaar te delen. Door deze vormen van kennisdeling kunnen we zo doelmatig en efficiënt mogelijk werken en besparingen die we hiermee realiseren aanwenden voor verbetering en vernieuwing.


Een voorbeeld van interne kennisdeling is het Espria intranet waar professionals in discussie en kennisgroepen ervaringen, ideeën en kennis met elkaar delen. Uiteraard zoeken we ook verbinding en samenwerking met andere partijen waarmee we willen samenwerken aan het realiseren van een beter leven voor onze klanten. We zoeken dan ook nadrukkelijk de samenwerking met mantelzorgers, gemeenten, corporaties, huisartsen, welzijnsorganisaties en andere zorgaanbieders. Ook gaan wij samenwerking en overleg aan met voor ons belangrijke instanties als zorgverzekeraars en pensioenfondsen die onze ambities delen om wonen, zorg en service te verbinden tot een zo goed mogelijk aanbod aan onze klanten. De verbinding met universiteiten en kennisinstituten is belangrijk voor uitwisseling van kennis, het toetsen en onderbouwen van inzichten en voor inspiratie en vernieuwing. Maatschappelijk resultaat We gaan uit van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van mensen. Dat betekent dat onze klanten zelf bepalen hoe ze hun leven willen invullen en welke hulp ze daarbij nodig hebben. Want ieder mens is anders en geen probleem is identiek. We leveren zorg naar wens, maar niet meer en vaker dan nodig. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom investeren we fors in preventie. Wij steken energie, tijd en menskracht in het doorvoeren van vernieuwingen op het gebied van gezondheidsverbetering en veiligheid. Zoals consultatiebureaus voor senioren, gezondheidsvoorlichting, woonzorgtechniek en persoonlijke dienstverlening. Maar ook door zingeving en cohesie te bevorderen. We dragen bij aan de leefbaarheid in buurten en wijken. Enerzijds door voorzieningen te maken

waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Anderzijds door te bevorderen dat mensen elkaar helpen en ondersteunen. Door zelfredzaamheid van mensen te stimuleren, kunnen we de vraag naar hulp verminderen, daarmee de zorgconsumptie verlagen en dus de kosten beperken. En waar nodig bieden we in de eigen omgeving van de klant een aanvulling op wat familie, vrienden en bekenden kunnen doen. Zodoende door het versterken en uitgaan van eigen kracht en daarnaast het bevorderen van onderlinge hulp en ondersteuning dragen we bij aan het beste maatschappelijk resultaat. In dit kader past ook de gedachte om meerwaarde voor gemeenten te bieden door bijvoorbeeld waar mogelijk locale werkzoekenden in te schakelen bij ondersteuning van onze klanten op wijkniveau. 4.1.3. Missie en visie Evean Zorg Evean Zorg bestaat uit de onderdelen Evean Zorg Zaanstreek-Waterland en Evean Behandelzaken. In 2011 is nadrukkelijk de samenwerking tussen deze twee bedrijfsonderdelen gezocht, wat heeft geleid tot een integratie van Evean Zorg en Behandelzaken onder leiding van een duale directie. De meerjarenstrategie van Espria dient als basis voor het formuleren van het meerjarenbeleidsplan voor Evean Zorg en Behandeling op de vijf dimensies van de Balanced Score Card (BSC). Missie Evean Zorg en Behandeling helpt mensen met het herstellen, behouden en/of verbeteren van hun gezondheid, in hun streven naar een optimale kwaliteit van leven. Visie op maatschappelijk ondernemen Het verlenen van zorg en diensten raakt het persoonlijk leven en welbevinden van klanten. Dit betekent dat de focus op de afzonderlijke zorg en

diensten vooral gericht is op hoe de klant de zorg en dienstverlening ervaart en waardeert. Ketenzorg is hier een van de belangrijkste uitgangspunten. Het hele proces van zorg en diensten rond een klant staat centraal en de verschillende vormen van zorg en diensten moeten naadloos in elkaar overgaan. Service en ondersteuning krijgen extra inhoud, waardoor klanten hun weg kunnen vinden en keuzes kunnen maken. Visie op de klanten Mensen geven zelf invulling aan hun bestaan. Zo zelfstandig mogelijk. Dat geldt voor alle doelgroepen in de samenleving. Evean Zorg en Behandeling wil hen daarbij ondersteunen met servicegerichte zorg en diensten, afgestemd op de individuele behoeften van de klant, en met respect en belangstelling. De betrokkenheid van klanten en leden bij de zorg en dienstverlening wordt gezien als een belangrijk middel voor kwaliteitsverbetering. Visie op het aanbod Als het kan, biedt Evean Zorg en Behandeling in de eigen omgeving van de klant. Zij is een vertrouwd gezicht in de buurt, waarop de klant als vanzelfsprekend een beroep doet. De basis daarvoor is een goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van een gevarieerd en betaalbaar aanbod. Uitstekend georganiseerd, zowel binnen het concern als in samenwerking met derden. Visie op medewerkers Onze medewerkers zijn betrokken en gemotiveerd. Dat wordt gestimuleerd door hen actief bij de organisatie te betrekken en hun ruimte te geven om mee te denken over de koers en de eigen werkzaamheden. Professionaliteit en klantgerichtheid zijn vanzelfsprekend. De zorg wordt geleverd door medewerkers die staan voor hun vak en trots zijn op hun organisatie.


33

Meerjarenstrategie Espria De meerjarenstrategie Espria, het meerjarenbeleidsplan van Evean Zorg en Behandelzaken vormen de basis voor het jaarplan 2011 Evean Zorg en het jaarplan Behandelzaken 2011. De structuur en opbouw van de jaarplannen zijn gebaseerd op de vijf dimensies: klanten, medewerkers, markt/omgeving, processen/innovatie en financiën. Ambitie Evean Zorg en Behandeling helpt mensen met het herstellen, behouden en/of verbeteren van hun gezondheid, in hun streven naar een optimale kwaliteit van leven. Evean Zorg en Behandeling heeft de ambitie in 2015 de expertregio van Espria te zijn voor wonen, welzijn, zorg, behandeling en service voor (kwetsbare) ouderen. In de expertiseontwikkeling op deze gebieden zijn klanten en familie het centrale uitgangspunt. Evean Zorg en Behandeling stimuleert hoogwaardige deskundigheid, die onlosmakelijk verbonden is met resultaatgericht werken, zowel vakinhoudelijk/professioneel als financieel. Beleidsuitgangspunten Evean Zorg en Behandeling onderscheidt zich door rehabilitatie van (kwetsbare) ouderen centraal te stellen. Dat doen we met een samenhangend aanbod waarmee (kwetsbare) ouderen in staat zijn maximaal zelfstandig te leven, hun vaardigheden te versterken voor het dagelijks leven en (weer) deel te kunnen uitmaken van de samenleving. Kernwoorden zijn participatie, zelfstandigheid, zelfredzaamheid en functionele preventie. Evean Zorg en Behandeling stelt haar onderscheidende kennis en kunde maximaal en multidis-


ciplinair beschikbaar aan (kwetsbare) ouderen, waar deze ook zijn domicilie kiest en onafhankelijk van financiering, in samenwerking met ketenpartners. Telezorg speelt in de ondersteuning hiervan een significante rol. Kernwaarden • In teams werken; • Meerwaarde leveren voor klanten, medewerkers en ketenpartners; • Samenwerken, communiceren en verantwoording nemen; • Werken vanuit een wetenschappelijke basis; • Duurzaam resultaat. Groeistrategie Evean Zorg en Behandeling ziet haar groei door zich te richten op marktontwikkeling (nieuwe doelgroepen aan zich binden, zoals samenwerking met welzijn- en vrijwilligersorganisaties in de Zaanstreek) en marktpenetratie (door bij huidige klanten een hoger productverbruik te realiseren en door nieuwe toepassingen te ontwikkelen van bestaande producten). Maar natuurlijk wordt onze groei ook gerealiseerd door productontwikkeling (nieuwe producten en productverfijning). Strategische Speerpunten 1. Welzijn 2. Dementie 3. Geriatrische revalidatie 4. Verpleegkundige terug in de wijk 5. ICT - Telezorg – Zorg op Afstand 6. Strategisch huisvestingsbeleid 7. Goed werkgeverschap

4.2 Algemeen beleid verslagjaar Elk bedrijfsonderdeel heeft in zijn jaarplan uitgewerkt hoe het beleid operationeel wordt gemaakt, binnen door de raad van bestuur gestelde kaders. Integraal onderdeel van het jaarplan vormen een auditplan en een verbeterplan, beide in het kader van kwaliteitsmanagement. Bij het jaarplan wordt de monitor van het bedrijfsonderdeel voor het komend jaar bijgevoegd, evenals het productieplan, het formatieplan en een overzicht van de overeengekomen Service Level Agreements. Als de jaarplannen van de bedrijfsonderdelen bekend zijn, wordt het jaarplan van Espria daarop aangepast. De raad van bestuur bespreekt dit jaarplan met de raad van commissarissen. Klanten: betrokken en klantgericht Dat de klant ervaart dat de inhoud en vorm van zorg, service en dienstverlening past bij zijn voorkeur en wensen, was het uitgangspunt in 2011. Centraal stonden: klanttevredenheid en vraaggerichte zorg, dialoog met de klant, bejegening, kennis en communicatie: Hoe zorgen we ervoor dat onze klant tevreden is en blijft? Tijd en aandacht, goede communicatie (dialoog) en informatievoorziening dragen in belangrijke mate bij aan de tevredenheid van de klant. Evean Zorg en behandeling heeft daarnaast in 2011 daadwerkelijk vorm en inhoud gegeven aan vraagsturing en aan participatie door de klant. Omdat dit een daarop afgestemde bedrijfscultuur vereist, en dialoog met de klant en een correcte bejegening onderdeel dienen te zijn van die cultuur. Klantfocus is het belangrijkste doel voor de komende jaren. Echter, door zwaardere zorg, oplopende kosten en lagere vergoedingen zullen de kosten een steeds belangrijkere rol gaan spelen.

In 2011 is aandacht besteed aan Gastvrijheidzorg, vertaald in vraaggerichtheid, bejegening, sfeer, ambiance en de woonomgeving. Het gastvrijheidconcept wordt voortgezet in nauwe samenwerking met het Facilitair Bedrijf. Er bestaat bij de wijkbewoners een groeiende behoefte aan maaltijdvoorziening. In samenwerking met het Facilitair Bedrijf kunnen wellicht (restaurant) formules worden ontwikkeld, de facilitaire dienstverlening professioneler worden ingericht en de service aan de klant verhoogd. Binnen de locaties is in 2011 een start gemaakt tot professionalisering van het activiteitenaanbod voor klanten en bewoners uit de wijk. Ook is hierbij het verenigingsleven betrokken (klaverjasclubs, biljartclubs etc.) om het welzijnsaspect te versterken. Evean Zorg en Behandeling heeft in het kader van de ontwikkeling van woonservicewijken een proactieve rol gespeelgd, waarbij de extramurale teams het activiteiten- en dienstenaanbod onder de aandacht van de klant heeft gebracht. Medewerkers: deskundig en professioneel Uitgangspunt: zowel management als medewerkers moeten beschikken over voldoende deskundigheid om hun taken goed uit te voeren. Klanten mogen dit van Evean Zorg verwachten, evenals zorgverzekeraars, gemeenten en samenwerkingspartners zoals ziekenhuizen en huisartsen. Tevreden medewerkers worden ambassadeurs voor de organisatie en kunnen op deze manier bijdragen aan de doelstellingen ervan. Evean Zorg streeft naar een medewerkerstevredenheidscore die hoger ligt dan het gemiddelde niveau van de landelijke continue benchmark. Medewerkers hebben steeds meer moeite om betrokken te blijven bij het als maar groeiende


35

concern. Op de werkvloer hebben ze geen of nauwelijks zicht meer op alle veranderingen. Belangrijk is dat ze zich kunnen (blijven) identificeren met de locaties en de regio waarin ze werken. Wijk gericht werken speelt hierbij een belangrijke rol. De arbeidsmarktproblematiek heeft in al zijn facetten de hoogste prioriteit. De werving van nieuwe medewerkers vereist veel aandacht. Het scholingsaanbod en doorstromingsaanbod zullen hierop moeten anticiperen. Ook zullen we het stageaanbod moeten vergroten en uitbreiden met maatschappelijke stages. Verder zullen we een wervingscampagne (die zich onderscheidt van andere zorgaanbieders) inzetten. Daarnaast wordt een wervingsbeleid ontwikkeld dat gekoppeld is aan het opleidingsbeleid. Tenslotte zullen we ons op de arbeidsmarkt oriënteren om nieuwe doelgroepen te vinden die kunnen instromen of die we naar zorgopleidingen kunnen toeleiden. In de opleidingsgroepen valt een groot percentage uit. Om het opleidings-aanbod te optimaliseren werd er eind 2008 in Evean Noordse Balk een pilot gestart met een leerafdeling, dat gebeurde in samenwerking met het ROC. Deze pilot loopt goed en we spelen met de gedachte dit concept op meerdere plekken in te voeren. Deze leerafdeling kan model staan voor de verdere ontwikkeling en opzet van leerafdelingen binnen Evean Zorg. In de toekomst kunnen de leerafdelingen een grotere rol spelen in het vooraf screenen van stagiaires om zo het uitvalspercentage omlaag te halen. Daarnaast zullen we een beleid moeten ontwikkelen voor het probleem van een verouderend personeelsbestand. Mogelijk kunnen oudere medewerkers ingezet worden in de begeleiding van de leerlingen op de leerafdelingen. Veranderingen in de omgeving (marktwerking, veranderende financiering op basis van ZZP’s


etc.) vereisen een efficiënte en flexibele inzet van het personeel binnen de organisatie en tussen de organisatieonderdelen. Om tot een goede personeelsplanning op korte en langere termijn te komen moeten we de planning professionaliseren en in samenwerking met HRM een systeem van capaciteitsmanagement ontwikkelen. Voor een adequate en efficiënte registratie en verantwoording van de personele inzet is er eind 2008 een start gemaakt met de invoering van een DRP (geautomatiseerde dienst-rooster-planningsysteem) Na de implementatie van het DRP in 2009 zijn vervolgstappen gezet voor de ontwikkeling van een capaciteits-managementsysteem. Binnen de gezamenlijke uitgangspunten wordt de regelcapaciteit van de medewerkers zoveel mogelijk vergroot. Daardoor ontstaat ruimte voor empowerment. De organisatie zal zich nadrukkelijk richten op een actief loopbaanbeleid en doorgroeimogelijkheden binnen de organisatie. Er wordt een systeem opgezet waarmee we talenten binnen de organisatie vroegtijdig kunnen signaleren en actief scholen en coachen, zodat ze goed zijn voorbereid op een volgende carrière stap. Leidinggevende functies kunnen we op deze manier intern goed opvullen. De aanpak van arbeidsverzuim blijft een speerpunt. We streven naar een verzuimpercentage dat lager ligt dan het landelijke gemiddelde. Op het moment dat gewenning ontstaat zullen we nieuwe prikkels of incentives introduceren. Markt en omgeving Synergie is de afgelopen jaren een belangrijk uitgangspunt geweest in de groei van de organisatie. De breedte van het dienstenpakket is in de markt een belangrijke meerwaarde van Evean Zorg en Behandeling.

Evean Zorg en Behandeling beschikt over een breed assortiment producten en diensten. In 2011 zijn, in samenwerking met de Ledenvereniging, drie behandelprogramma’s gericht op specifieke diagnosegroepen, te weten: orthopedie/artrose, dementie/vergeetachtigheid en chronische vermoeidheid/pijn ontwikkeld. Bovendien is gestart met online spreekuren artrose, waarmee de mogelijkheid om gebruik te maken van de deskundigheid van medewerkers van behandelaars geboden wordt aan de leden van de Ledenvereniging. Er is een start gemaakt met het beschikbaar maken van de intramurale activiteiten van behandelaars in de wijk. Het doel is om op de meest efficiënte wijze de inzet van behandelaars te regelen als antwoord op de klant vraag. Deze samenwerking is uitgewerkt met vertegenwoordigers van unit VS, de medische dienst en de wijkmanager. De ontwikkeling van buurteams is in 2008 begonnen en is in 2011 verder uitgebouwd. De inzet van buurtgerichte teams betekent dat de zorg op wijkniveau wordt georganiseerd. Het liefst met zo kleinschalig mogelijke teams, zonder dat dit echter ten koste gaat van flexibiliteit in het aanbod en (kosten)efficiency. Dat betekent dat ook het relatiebeheer – contacten met huisartsen en ziekenhuizen – op lokaal niveau wordt ingevuld. Als betrouwbare, flexibele en innovatieve partner voor haar klanten, maakt actieve communicatie met (mogelijke) klanten daar onderdeel van uit. Tevens is de relatie met de huisartsen verbeterd en geïntensiveerd. Op deze manier geeft Evean Zorg en Behandeling vorm en inhoud aan de uitgangspunten: dichtbij, laagdrempelig, toegankelijk en bereikbaar. In 2011 is een start gemaakt met woning-, zorgen welzijndiensten beschikbaar te stellen vanuit

alle Evean Zorg, zodat Evean wordt gezien als de eerste en meest logische plek waar men met alle hulpvragen terecht kunt. Ook de wijksteunpunten worden verder ontwikkeld, terwijl de integratie van intramurale en extramurale diensten vanuit de locaties verder vorm heeft gekregen. Ook in 2011 bleek dat maatschappelijke, wettelijke en financiële veranderingen een herbezinning vergen op de rol en functie van de intra- en extramurale zorgverlening. In het verzorgingsgebied van Evean Zorg en Behandeling is binnen de verzorgingshuizen gewerkt aan de ontwikkeling van het zorgcentrum van de toekomst. Daarin komt de nadruk te liggen op complexe somatische zorg, PG-zorg in kleinschalige woonvormen (in de wijk of in zorgboerderijen) en het leveren van buurtzorg in het eigen dorp, de eigen buurt, wijk of stadsdeel. Bij de ontwikkeling van kleinschalige woonvormen is samenwerking gezocht met Woonzorg Nederland. De verpleeghuizen richtten zich vooral op somatische kortdurende zorg met de nadruk op behandeling, op complexe somatische zorg met de nadruk op wonen en welzijn, en op complexe PG-zorg, al dan niet georganiseerd in kleinschalige woonvormen. Deze ontwikkelingen zullen de nodige gevolgen hebben; voor de deskundigheid en competenties van medewerkers bijvoorbeeld, maar ook voor het aanbod van zorg, dienstverlening en behandeling (met gebruikmaking van hulpmiddelen zoals domotica, servicepakketten en gastvrijheidszorg) en voor de capaciteit en klantenlogistiek. De voorbereidingen voor vervangende nieuwbouw van Evean Noordse Balk, Evean Amandelbloesem. Evean Festina Lente en Evean Durghorst worden in samenwerking met de woning coöperaties voortgezet. In samenwerking met


37

de afdeling Cumulus onderzoeken we de mogelijkheden voor een privaat gefinancierd complex voor wonen, zorg, en welzijn. Bij realisatie zal dit complex een hoge comfortwaarde krijgen voor klanten uit de hogere inkomensgroep en in de nabijheid van Evean Rosariumhorst (Krommenie Noord) liggen. Processen en innovatie Op uitnodiging van een huisartsengroep in Monnickedam neemt Evean Zorg en Behandeling in 2011 deel aan het project Op één Lijn, om zorg voor COPD patiënten in de keten vorm te geven. Naast de inzet van longverpleegkundigen, start Evean Zorg en Behandeling de ontwikkeling van telemonitoring (Zorg op afstand) voor COPD patiënten. Eind 2010 werd bekend dat Evean Zorg en Behandeling werd gekozen tot één van de 17 landelijke Proeftuinen Geriatrische Revalidatie, die in opdracht van VWS, Actiz, NPCF en VZN zijn geïnitieerd als voorbereiding op de overheveling van zzp 9 vanuit de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. Evean Zorg en Behandeling heeft in 2011 in samenwerking met het ZMC, Achmea Zorgkantoor en Achema Zorgverzekeraar vorm gegeven aan transmurale zorgpaden voor orthopedie, trauma fracturen, COPD en CVA. Deze samenwerking zet zich in 2012 voort. In 2011 is een start gemaakt met het beschikbaar stellen van betrouwbare stuurinformatie voor alle managementniveaus. Betrouwbare stuurinformatie voor alle managementniveaus is een kritische succesfactor die een hoge prioriteit vereist. Voorbereidingen die in 2008 voor een goede borging van de AO/IC zijn getroffen, hebben continue een hoge prioriteit. Daarbij worden de verantwoordelijkheden en bevoegdheden per functie vastgesteld.


Om vraaggerichte zorg verder vorm te kunnen geven wordt het dossier/zorgleefplan doorontwikkeld en geïmplementeerd. Methodisch werken is daarbij een belangrijk aandachtspunt. In 2011 is een start gemaakt met dienstroosterplanning, een goed vertrekpunt voor een nog beter capaciteitsmanagement. Het zal de komende jaren leiden tot een efficiënt capaciteitsmanagementsysteem. Evean Zorg en Behandeling neemt blijvend deel aan de landelijke benchmark waarbij tevredenheid, klanttevredenheid en de normen voor verantwoorde zorg worden vergeleken. De uitslag daarvan dient als basis voor plannen van aanpak om de scores te verbeteren. In januari 2008 zijn alle intramurale cliënten geïndiceerd op basis van of gescoord in een ZZP. De zorgzwaartepaketten vormen de basis voor de bekostiging en de productieafspraken in 2010. In de begrotingen 2009 en 2010 is hierop geanticipeerd. In 2011 is de organisatie verder aan de nieuwe financieringssystematiek aangepast. Financiën In 2011 is een nadere invulling gegeven aan het herkend en erkend worden als een onderneming met een gezonde financiële positie met voldoende weerstandsvermogen om in een concurrerende markt te kunnen opereren. Extramuraal is sprake van een toenemende druk op de prijzen, waardoor een gezonde bedrijfsvoering en het minimaliseren van ongedekte zorg aandacht hebben gevraagd en de inzet en het deskundigheidsniveau van de medewerkers direct gekoppeld worden aan de productie en de productmix. Capaciteitsmanagement en professionalisering van de klantenplanning vormen hiervoor de basis.

Evean Zorg en Behandeling is voor haar opbrengsten afhankelijk van activiteiten op regionaal niveau. Om het resultaat te verbeteren, heeft in 2011 decentralisatie van ondersteunende diensten plaatsgevonden. Strategisch huisvestingsplan Met het strategisch huisvestingsplan is ook in 2011 verder gewerkt aan het in kaart brengen van de benodigde productiecapaciteit op de middellange en lange termijn. Uit de demografische gegevens van de regio blijkt dat in verband met een sterke vergrijzing in het gebied de behoefte aan productiecapaciteit groter wordt. Vervanging en renovatie van bestaande panden zal echter leiden tot minder productiecapaciteit op bestaande locaties. Dit betekent dat in 2011 gezocht is naar nieuwe locaties om de productiecapaciteit te behouden of te vergroten. Daarbij is de ontwikkeling van strategisch vastgoedbeleid – in samenwerking met Cumulus – noodzakelijk.

4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid Alle bedrijfsonderdelen binnen Espria beschikken over een kwaliteitsmanagementsysteem dat HKZ-gecertificeerd is. De cliënt staat centraal in de diverse systemen waarbij ook deskundigheid en betrokkenheid van de medewerkers essentieel is. Inmiddels beschikken alle SSC’s van het Espria concern over een ISO-certificaat hetgeen eveneens past binnen het Espria kwaliteitsbeleid. SSC’s leveren kritische diensten aan onze zorglijnen en in hun kwaliteitsmanagementsysteem moet dan ook de klantleverancierrelatie centraal staan en op orde zijn. In Service Level Agreements en bijbehorende producten dienstencatalogi is transparant gemaakt welke diensten tegen welk kwaliteitsniveau wor-

den geleverd. Het betreft hier onder meer zaken op het gebied van informatiebeveiliging, gebouwenbeheer, brandveiligheid en voedselveiligheid. In het kwaliteitsbeleid staat ook dit jaar centraal het werken aan continue verbetering op de perspectieven cliënten, medewerkers en bedrijfsvoering. Binnen de zorg is risicosignalering opgenomen in de zorgprocessen en de zorgdossiers. Op procesniveau is een start gemaakt met het invoeren van risicomanagement. De zorglijnen en SSC’s zijn verantwoordelijk voor de werking van hun eigen kwaliteitssysteem en dragen daarbij zorg voor een optimale prestatie op het gebied van de normen voor verantwoorde zorg voor de eigen zorgsoort. Publicatie van resultaten vindt plaats op www.kiesbeter.nl. Kwaliteitsbeleid Evean Zorg Evean Zorg en Behandeling heeft sinds 2006 een kwaliteitsmanagement-systeem dat HKZ gecertificeerd is. Onder de scope van deze certificering vallen (gespecialiseerde) verzorging, (gespecialiseerde) verpleging, (ondersteunende) begeleiding, dagverzorging/dagbehandeling, paramedische en medische behandeling aan cliënten met en zonder verblijf. Binnen het kwaliteitssysteem staat de cliënt centraal en wordt gewerkt aan beheersing en continue verbetering via de PDCA cyclus. Hiertoe zijn zowel besturende, uitvoerende, ondersteunende als monitorende processen ontwikkeld. In 2011 heeft de reguliere toetsing van het kwaliteitssysteem plaatsgevonden met als resultaat een minor op gebied van HACCP en een minor voor meldingen Incidenten cliënten. Opvolging hiervan heeft plaatsgevonden conform de eis van de toetsende organisatie. In 2011 is een nieuw HKZ certificaat afgegeven voor de komende drie jaar.


39

Naast de externe toetsing heeft Evean Zorg en Behandeling een interne auditorganisatie en een auditjaarplan teneinde vroegtijdig te monitoren of processen goed verlopen en de gewenste resultaten opleveren. Ter ondersteuning van de sturing op en monitoring van diverse belangrijke kwaliteitsthema’s is in 2011 elk kwartaal de kwartaalrapportage kwaliteit gevuld. Deze maakt onderdeel uit van de kwaliteitsmonitor binnen Espria. Eind 2011 zijn binnen Espria strategische kwaliteitsdoelen vastgesteld die in 2012 ook binnen Evean Zorg een vertaalslag zullen krijgen. Veiligheid van gegevens Persoonlijke gegevens van cliënten worden conform de richtlijnen Wet Bescherming Persoonsgegevens bewaard, zolang dit in het kader van nader onderzoek en eventueel te treffen maat regelen jegens een gebruiker noodzakelijk is. In 2011 is het privacybeleid van Evean Zorg en Behandeling geactualiseerd; hierin is o.a. beschreven hoe binnen de mogelijkheden van de geboden zorg of behandeling wordt omgegaan met de gegevens van cliënten die in zorg of in behandeling zijn. Elke medewerker van Evean Zorg en Behandeling heeft een eigen toegang tot het bedrijfsbrede Intranet (thuis of op het werk) en vanaf zijn of haar werkplek toegang tot het internet. In de gedragscode interneten e-mailgebruik zijn de regels vastgelegd die de medewerker dient na te leven bij het gebruik van de door Evean Zorg voor zakelijk gebruik ter beschikking gestelde interneten e-mailsystemen. De opkomst van social media en de persoonlijke activiteiten daarop van onze medewerkers, zowel


op het werk als in de vrije tijd, maakt het noodzakelijk om hier richtlijnen voor te ontwikkelen. Deze zullen in 2012 gepubliceerd worden.

4.4 Kwaliteitsbeleid cliënten/ patiënten In het kader van verantwoorde zorg heeft Evean Zorg en Behandeling in 2011 een onafhankelijk cliënttevredenheidsonderzoek (CQ) uitgevoerd alsmede een meting gedaan inzake de zorginhoudelijke indicatoren. De gemiddelde tevredenheid over Evean Zorg als organisatie was 7,7, de tevredenheid over de zorgverleners was gemiddeld 8,0. In nauwe samenwerking met de cliëntenraden worden de uitkomsten geanalyseerd en worden verbeterplannen opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd. Cliëntdossiers vormen het hart van de cliëntenzorg. In 2011 is dan ook elk kwartaal gemonitored op de kwaliteit van de dossiers, onder meer op het punt van de risicosignalering, maar ook op de reguliere evaluatie van de zorg. De procesindicator risicosignalering zorgproblemen was een van de speerpunten in het kwaliteitsbeleid voor cliënten. Deze indicator is breed geïmplementeerd in de regio. Uitvoering en opvolging van de risicosignalering scoort positief ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Op een aantal zorgproblemen is (nieuw) beleid en bijbehorende procedures geïmplementeerd. Andere speerpunten in het kwaliteitsbeleid voor cliënten waren communicatie en informatie, voedingstoestand en valincidenten. Communicatie en informatie De uitkomst van het onderzoek naar communicatie en informatie was aanleiding tot een verbe-

teractie. Uitgangspunt is dat informatie over zorgen dienstverlening beschikbaar dient te zijn voor (potentiële) cliënten en hun naasten. Naast de website en het cliëntdossier, is er een informatiemap ontwikkeld met als doel om op een klantvriendelijke manier eenduidige informatie aan te bieden aan alle cliënten van Evean Zorg en Behandeling over een groot aantal onderwerpen zoals diensten en faciliteiten, bereikbaarheid en vervoer en informatie over appartementen, inhuizing etc. Valpreventie Onderdeel van het kwaliteitsbeleid van Evean Zorg en Behandeling is een adequate registratie en analyse van (val)incidenten. Periodiek worden trends in de verzamelde incidenten beoordeeld, zowel ten aanzien van ernst als de oorzaak van de incidenten, en worden oorzaken geanalyseerd. Zo nodig worden corrigerende of preventieve maatregelen getroffen. Valincidenten – en vooral de preventie daarvan – zijn een vast onderdeel van het werkoverleg. De uitkomsten van onderzoek waren aanleiding tot de volgende verbeteracties: In het jaarplan van de wijk is opgenomen dat tenminste eenmaal per jaar een themabijeenkomst voor cliënten met een indicatie voor verblijf wordt gehouden, gericht op veiligheid/valpreventie, en er tenminste eenmaal per jaar een hulpmiddelencheck (rollators, rolstoelen) wordt georganiseerd. Daarnaast is er een eenmaal per jaar een thema bijeenkomst/klinische les voor medewerkers m.b.t. cliëntveiligheid/valpreventie en een periodieke – verplichte – scholing fysieke belasting. Voedingstoestand Ook uit landelijk onderzoek blijkt de voedingstoestand van de cliënt continue, structurele aandacht behoeft. Eten en drinken maakt onderdeel uit van de basiszorg aan cliënten. De richtlijn Eten

en Drinken die in 2011 geactualiseerd is biedt houvast aan verzorgenden, voedingsassistenten en behandelaars bij de verzorging van cliënten met en zonder voedingsproblemen. Deze richtlijn beschrijft de voorwaarden waarbinnen optimaal voldaan wordt aan de wensen en behoeften van onze cliënten. De Normen voor Verantwoorde Zorg en de richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad zijn uitgangspunt van de richtlijn Eten en Drinken. 4.4.1 Klachten Algemeen De Klachtencommissie werkt conform de Klachtenregeling Evean, conform de Wet Klachtrecht cliënten zorgsector, artikel 2 lid 1. In eerste instantie worden klachten in de lijn afgehandeld. Indien deze afhandeling niet naar tevredenheid van klager heeft plaatsgevonden kan de klacht op verzoek van klager in behandeling worden genomen door de onafhankelijke Klachtencommissie Evean. In 2010 is de klachtenregeling van de stichting Evean Zorg aangepast aan het modelreglement van ActiZ, en het LOC. De implementatie van de aangepaste klachtenregeling heeft nog niet plaats gevonden omdat de regionale Cliëntenraad van Evean nog niet akkoord is met de klachtenregeling. Per 1 januari 2011 zijn leden van ActiZ verplicht de Algemene Leveringsvoorwaarden VVT te hanteren. Juridisch sluitstuk bij deze leveringsvoorwaarden is de geschillenregeling van de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Thuiszorg (VVT). De Geschillencommissie VVT komt in de plaats van de Landelijke Beroepscommissie Klachten (LBK).


41

De Geschillencommissie beoordeelt geschillen tussen cliënt en zorgaanbieder. Van een geschil is sprake als een klacht niet naar tevredenheid van de cliënt is opgelost door de zorgaanbieder. De Geschillencommissie is daarnaast op grond van de Algemene Voorwaarden VVT bevoegd te oordelen over geschillen met betrekking tot de totstandkoming of uitvoering van de overeenkomst tussen cliënt en zorgaanbieder. Zowel de cliënt als de zorgorganisatie kunnen het geschil aanhangig maken. Bereik klachtencommissie Evean De Klachtencommissie Evean behandelt in 2011 klachten voor de zorglijn Verpleging, Verzorging, Thuiszorg en er is op verzoek één klacht behandeld voor de Kraamvogel. De werkgebieden zijn: Zaanstreek-Waterland, Amsterdam en NoordHolland Noord. Samenstelling klachtencommissie Evean De Klachtencommissie bestaat uit zes leden. Een zitting wordt gehouden met een voorzitter en 2 leden. De leden rouleren. Bij het ontbreken van een plaatsvervangend voorzitter, is de voorzitter altijd aanwezig bij een zitting. De Klachtencom-

missie bestaat uit leden met expertise en kennis van de extramurale zorg, intramurale zorg en van cliëntenorganisaties. Ten behoeve van het behandelen van BOPZ gerelateerde klachten is een verpleeghuisarts aangewezen als toegevoegd lid van de Klachtencommissie en een plaatsvervanger. Taak en werkwijze De Klachtencommissie behandelt klachten, die schriftelijk worden ingediend. Het betreft klachten over handelingen of het nalaten hiervan door de zorgaanbieder, die naar het oordeel van de klager oorzaak zijn van een niet bevredigende situatie c.q. van ontevredenheid. Aan het indienen van een klacht zijn voor de klager geen kosten verbonden. Schriftelijk ingediende klachten worden door het secretariaat ingeschreven. De ontvangst van de klachtbrief wordt bevestigd. Direct wordt een bemiddelingsprocedure gestart. Deze verloopt schriftelijk. Aan het einde van de procedure wordt bij de klager gepeild of de bemiddelingsprocedure tot het wegnemen van de klacht, dan wel tot een voldoende bevredigende situatie heeft geleid. Indien dat het geval is, wordt de procedure

Tabel 6. Samenstelling Klachtencommissie Naam

Functie

Expertise

Mw mr. A. Zeeman

voorzitter

juridisch

Mw C.G. Koppers

lid

cliëntenorganisaties

Mw A.G. Hartog

lid

cliëntenorganisaties

Mw M. Koopmans

lid

VVT

Dhr J. van den Broek

lid

VVT

Dhr H.E.M. Smit

lid

VVT

Dhr P. Doves

lid tot september 2011

specialist ouderengeneeskunde BOPZ

Mw A.L. Kruidenberg-van der Meulen

secretaris tot juni 2011

Mevrouw C.J.M.E. Haker

secretaris vanaf juni 2011


gesloten. Als de klager niet tevreden is, zijn drie opties mogelijk: • Er volgt een tweede bemiddelingspoging; • Er wordt een hoorzitting gehouden in een poging tot een bevredigende situatie te komen; • Er wordt een hoorzitting gehouden om tot een uitspraak te komen of de klacht al dan niet gegrond is. Bij een hoorzitting worden klager en aangeklaagde uitgenodigd om een mondelinge toelichting te geven. Zij worden in elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij één van de partijen hiertegen gemotiveerd bezwaar aantekent. Van de zitting wordt een verslag gemaakt. Bij voldoende informatie wordt de klacht hierna verder schriftelijk afgehandeld. De zittingen vinden plaats in één van de toegankelijk en goed bereikbare locaties van Evean, echter nooit in de instelling, waarin de klachtsituatie zich voordoet of heeft voorgedaan. De secretaris van de Klachtencommissie regelt de bemiddelingsprocedures, bereidt de zittingen voor en concipieert een rapport waarin zijn opgenomen: • de ontvankelijkheid van de klacht, • het wel of niet gegrond zijn van de klacht en • aanbevelingen aan de zorgaanbieder. De secretaris registreert de klachten en bewaakt de procedure. Plenaire vergaderingen De Klachtencommissie houdt tweemaal per jaar een overleg met de voltallige commissie. De vergaderingen worden gebruikt voor casusbesprekingen, voor zakelijke en organisatorische onderwerpen en om het jaarverslag vast te stellen. In 2011 zijn daarnaast onderstaande punten aan de orde geweest:

• het rooster van aftreden; • de benoeming van een onafhankelijk specialist ouderengeneeskunde in de Klachtencommissie; • de voorbereiding en terugkoppeling van het jaarlijkse gesprek met de bestuurder; • de klachtenoverzichten van het voorafgaande half jaar; • terugkoppeling van de behandeling van de klachtzaken in hoorzittingen; • status van de Klachtenregeling. Overzicht klachten in 2011 Het totaal aantal klachten (voor de drie regio’s en vier bedrijfsonderdelen) in 2011 was 26 (in 2010 waren er 28 klachten); hiervan zijn 22 klachten afgehandeld in 2011. Van de 22 klachten is er één afgehandeld voor de Kraamvogel, 21 zijn er opgelost door bemiddeling en 1 klacht is doorgegaan voor behandeling door de Klachtencommissie. Deze klacht is behandeld in een hoorzitting. De Klachtencommissie heeft de klacht in een hoorzitting op 14 april 2011 behandeld. Van deze klacht die uit meerdere subklachten bestond, zijn er drie subklachten gedeeltelijk gegrond verklaard, één subklacht gegrond en vier subklachten ongegrond. In 2011 is er één klacht in een beroepszaak behandeld. De Landelijke Beroepscommissie Klachten heeft het beroep teruggebracht tot een drietal hoofdaspecten en heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard. De commissie heeft aangegeven dat de Klachtencommissie zeer gedegen onderzoek heeft gedaan en kon zich vinden in de uitspraak van de Klachtencommissie.


43

Tabel 7. Klachten Zaanstreek-Waterland Klachten A. Intramuraal

7

B. Thuiszorg

3

Totaal

10

•

Waarvan 1. Zorginhoudelijk

6

2. Bejegening

2

3. Organisatie/planning

4

4. Materieel (financiën)

-

5. communicatie

4

Analyse klachten 2011 Het aantal ingediende klachten (26 voor de drie regios/vier organisatie entitieten) bij de onafhankelijke Klachtencommissie (de formele klachtenprocedure) is in vergelijking met 2010 (28) nagenoeg gelijk gebleven. Bij de aard van de klachten is sprake van een toename in de categorie bejegening en een afname in de categorieën zorginhoudelijk, organisatie, materieel en communicatie. Bij de klacht die heeft geleid tot behandeling in een hoorzitting betrof het in alle klachtonderdelen, naast de zorginhoudelijke kant de categorieën organisatie en communicatie.

•

•

•

• Uit de behandeling van de klachtzaak door de Klachtencommissie zijn de volgende constateringen en aanbevelingen van algemeen belang: • Zorgvuldig handelen met betrekking tot de communicatie en vooraf beoordelen wat de effecten daarvan kunnen zijn op de betrokkenen is van evident belang. De communicatie tussen zorgaanbieder en cliënten, maar ook met hun directe naasten, voor zover de cliënt daarmee instemt, vereist permanente aandacht ten einde te bewerkstelligen dat in volstrekte openheid de (persoonlijke) verzorging en behandeling van de cliënt in kwestie plaats


kan vinden. Onbekendheid met de gevolgde en de te volgen werkwijze en behandeling, hoewel die voor de zorgaanbieder en behandelaars volstrekt duidelijk zijn, levert misverstanden op, die met voldoende adequate communicatie voorkomen zouden kunnen worden. Aandacht te besteden aan de samenwerking tussen de behandeldisciplines, de verzorging/ afdeling en het maatschappelijk werk, zowel op het niveau van het MDO team als in de dagelijkse praktijk op de afdeling. Afspraken te maken over wie wat regelt, vertelt en afspraken maakt met de cliënt en zorg dragen dat de afspraken c.q. zorgplan toegesneden is op de specifieke cliëntsituatie; Helder en duidelijk informatie uit te wisselen over het zorgplan en zich ervan te vergewissen dat de informatie ook door cliënt wordt begrepen, teneinde ten onrechte bestaande verwachtingen bij cliënt tijdig weg te kunnen nemen. Aandacht te besteden aan het kennis- en vaardigheidsniveau van de medewerkers inzake het voeren van gesprekken met cliënten en hun familie omtrent lastige situaties, het kunnen signaleren van problemen en kunnen herkennen van conflictsituaties en daar adequaat op ingaan en dienovereenkomstig handelen. Aan cliënten heldere richtlijnen dan wel informatie te verstrekken betreffende de geldende huisregels op de verpleegafdeling en welke gedragcodes gehanteerd worden.

Evaluatie klachtenprocedure In 2011 heeft één klacht geleid tot behandeling in een hoorzitting. Deze zaak betrof meerdere klachten. Uit de evaluatie van deze klacht kwam vorenstaande ook weer expliciet naar voren. Een goede communicatie over het procesverloop en het tijdsbeslag betreffende de behandeling van klachten kweekt begrip bij de klagers en heeft een positief effect op de tevredenheid hierover.

Daarnaast heeft de klachtencommissie geconstateerd dat het behandelen van een aantal zaken in 2010 en 2011 ook leerzaam is geweest voor de klachtencommissie zelf.

4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers Het kwaliteitsbeleid voor medewerkers richtte zich in 2011 op de ontwikkeling van vaardigheden en beroepscompetenties. Deze bestaan enerzijds uit de verplichte en regelmatig terugkerende bevoegd- en bekwaamheidstrainingen. Anderzijds zijn scholingstrajecten ontwikkeld en geïmplementeerd om medewerkers in nieuwe vaardigheden te scholen, zoals bijvoorbeeld ingezet worden in het kleinschalig wonen. Kleinschalig wonen vraagt kennis over dementie, over het verloop en de verschillende verschijningsvormen ervan en het vraagt een specifieke wijze van begeleiden. Gegevens over opleidingen zijn opgenomen in paragraaf 4.5.1 Personeelsbeleid. In 2011 heeft geen medewerkertevredenheidsonderzoek plaatsgevonden, maar dit is wel voorgenomen voor 2012. In het kader van de benchmarkindezorg zal dit in 2012 plaatsvinden. Binnen Evean Zorg en Behandeling ZaanstreekWaterland zijn er procedures voor het melden en behandelen van klachten van en incidenten met betrekking tot medewerkers. In 2011 ging het hierbij om de meldingen zoals weergegeven in tabel 8. Er zijn in 2011 geen meldingen aan de Arbeidsinspectie gedaan. In de kwartaalrapportage kwaliteit wordt tevens gemonitored op functioneringsgesprekken en verzuim. Er zijn 645 functioneringsgesprekken gevoerd in 2011. Dit is 26% van het totale personeelsbestand.

Tabel 8. Klachten en incidenten van medewerkers Klachten en incidenten van medewerkers Agressie fysiek

41

Agressie psychisch

19

Agressie fysiek en psychisch

31

Intimidatie

7

Prik-/snij-/bijtincident

9

Bedrijfsongeval natte vloer uitglijden

2

Bedrijfsongeval overig

8

Schokkende gebeurtenis Totaal

1 118

4.5.1 Personeelsbeleid In 2011 waren de speerpunten voor het HRbeleid: het onderhoud aan de HR-instrumenten (processen beschrijven, handboek PMO, FWG/ functiehuis, arbobeleid), dagelijkse werkzaamheden (advisering van de wijkmanagers en de deelname in de klantteams) en de ontwikkeling van beleid op een aantal actuele thema’s (arbeidsmarktbeleid, leeftijdsgericht personeelsbeleid, duurzame inzetbaarheid, vitaliteit, mobiliteit, personeelsontwikkeling). Diverse fusies in het verleden en persoonsgebonden functiebeschrijvingen hebben tot een zeer groot aantal functiebeschrijvingen geleid. Om administratief tot een beheersbaar en geïntegreerd functiehuis te komen, is in 2011 gestart met een project. In het nieuwe functiehuis zullen de functies organiek en generiek beschreven worden. Daarnaast worden resultaatgebieden en beroepscompetenties in de nieuwe functiebeschrijvingen opgenomen om een voorzichtige start te kunnen maken met resultaatgericht werken. De verwachting is dat alle nieuwe functiebeschrijvingen in juni 2012 gereed zijn en aan de medewerkers worden toegezonden. Na een periode waarin bezwaar kan worden aangetekend, is


45

de verwachting dat het nieuwe functiehuis tegen het einde van 2012 gereed is. Met ingang van 1 januari 2011 zijn de expertdiensten van het eFH opgeheven. Het PMO-handboek dat tot dat moment centraal werd geactualiseerd, is aan alle regio’s overgedragen. In 2011 is een inventarisatie en priorisering gemaakt van alle regelingen en deze zullen in 2012 geactualiseerd worden. Personeelsplanning De landelijke trend dat een aanzienlijk deel van het personeelsbestand de organisatie binnen tien jaar wegens pensionering zal verlaten, is ook binnen Evean Zorg en Behandeling Zaanstreek Waterland aan de orde. Een kleine 19% van de werknemers zal binnen tien jaar met pensioen gaan. Vanuit demografisch oogpunt zal de vergrijzing en daarmee naar verwachting ook de vraag naar zorg in Nederland toenemen, terwijl er steeds minder jongeren kiezen voor een opleiding (en een baan) in de zorg. Hierdoor dreigt er krapte op de arbeidsmarkt. Deze arbeidsmarktproblematiek waar de zorg zich als geheel in de nabije toekomst voor gesteld ziet, was één van de thema’s waarop de HR-vakgroep zich in 2011 richtte. Om meer inzicht in de huidige en toekomstige in-, door- en uitstroombewegingen van het personeelsbestand te verkrijgen, is de ontwikkeling van ken- en stuurgetallen op HR-gebied onmisbaar. Met de assistentie van de ICT-afdeling zullen de aanwezige systemen deze moeten gaan produceren om ons tevens in staat te stellen een strategische personeelsplanning en een formatieplaatsenplan op te zetten. In- en uitstroom Evean Zorg en Behandeling Zaanstreek-Waterland heeft in 2011 in totaal 162 vacatures gesteld.


Hiervan zijn er 48 weer ingetrokken; de overige 114 vacatures zijn ingevuld. In totaal zijn op deze vacatures 1.078 reacties binnengekomen. In 2011 hebben we 53 nieuwe medewerkers meer aangesteld dan in 2010: in totaal traden 552 personen in dienst. In totaal verlieten 457 medewerkers in 2011 onze organisatie: dat zijn er vier meer dan in 2010. Het verloop is in 2011 iets gedaald tot 13,8%, terwijl dat in 2010 14,1% was. In 2011 hebben wij in het HR-systeem Decision een rapport laten ontwikkelen dat ons inzicht geeft in de personeelsuitstroom op basis van pensioenleeftijd (nu nog 65 jaar). De uitstroom in onze regio zal vanaf 2015 naar verwachting licht stijgen en vanaf 2018 sterk stijgen. In vergelijking met het volledige personeelsbestand blijft de uitstroom beperkt tot rond 2% per jaar. Arbeidsmarkt Arbeidsmarktbeleid was één van de speerpunten voor het HR-beleid in 2011. Na het verkregen inzicht dat de uitstroom van oudere medewerkers niet zorgwekkend zal zijn, zijn wij gestart met een aantal pilots om verschillende instroommogelijkheden in onze organisatie te onderzoeken. Hongaarse medewerkers Via een intermediair hebben wij in Hongarije gediplomeerde verpleegkundigen naar Nederland gehaald voor een combinatie van werken en leren. Zij krijgen Nederlands taalonderwijs en een opleiding tot verzorgende IG terwijl zij in onze organisatie werkten via de intermediair. Het doel was dat deze Hongaarse medewerkers na één jaar op niveau zouden zijn en vervolgens in dienst zouden kunnen treden. Door taalachterstand is deze periode met een half jaar verlengd en is het taalonderwijs geïntensiveerd.

Schakeltraject Daarnaast hebben wij om uitvoering te geven aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid in 2011 een schakeltraject ontwikkeld. Dit schakeltraject heeft als doel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar een baan in de zorg door middel van een leer/werktraject. Wij doen dit in samenwerking met het Regio College, dat het lesprogramma maakt. De lessen zullen intensiever zijn en er zal aandacht besteed worden aan de Nederlandse cultuur, normen, waarden en arbeidsethos. De doelgroep voor dit traject bestaat uit cliënten van Odibaan, cliënten van Gemeente Zaanstad en cliënten van Welsaen. In totaal zijn er 16 deelnemers geselecteerd, die medio februari 2012 zullen starten. Na het succesvol afronden van het schakeltraject zullen de deelnemers per september 2012 kunnen instromen in de reguliere opleiding tot helpende (niveau 2), verzorgende C en Verzorgende IG (niveau 3). Open Dag van de Zorg Wij hebben op 19 maart 2011 met Evean Rosariumhorst en Evean Oostergouw deelgenomen aan de Open Dag van de Zorg, waarop we circa honderd bezoekers mochten verwelkomen. Een groot deel van de bezoekers was geïnteresseerd in het volgen van een zorgopleiding. Ook grepen veel bezoekers de kans om voor het eerst in hun leven te experimenteren met bloedsuiker prikken, bloeddruk meten, injecteren en tillen met de tillift. Collega verpleegkundigen hebben met veel enthousiasme deze bezoekers hierin begeleid. Daarnaast konden werkzoekenden zich ter plekke inschrijven voor een persoonlijk gesprek. Samenwerking regionale zorgorganisaties Op initiatief van Sigra is in mei 2011 een workshop georganiseerd voor de bestuurders van

zorgorganisaties in de regio. Hierin werd aan bestuurders de vraag voorgelegd of samenwerking op arbeidsmarktgebied wenselijk is. De bestuurders hebben hierop positief gereageerd. Samenwerking op regionaal niveau tussen verschillende werkvelden is van belang omdat de regie van de zorg deels verschuift naar gemeentes en ketenzorg belangrijker wordt. Het moet er toe leiden dat organisaties elkaar in de regio leren kennen en van elkaar kunnen leren. De kennis over de regionale arbeidsmarkt moet worden vergroot, met name als het gaat om de toekomstige ontwikkeling. Daarnaast kan door samen te werken de beschikbare regionale arbeidsmarktsubsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de regio worden benut. Vervolgens is door de HR-vertegenwoordigers een advies uitgewerkt dat in november 2011 aan de bestuurders is gepresenteerd. Het advies houdt in dat er een business case moet worden uitgewerkt door een: • Stuurgroep bestaande uit een afvaardiging van bestuurders (uitwerken van een voorstel voor de samenwerkingsvorm, financiën, structuur) • werkgroep HRM (uitwerken van de speerpunten strategisch arbeidsmarktbeleid en duurzame inzetbaarheid tot actieplannen) • werkgroep Opleiden (uitwerken van toekomstig opleiden tot actieplannen). • Als één van de grootste zorgwerkgevers in deze regio zal Evean Zorg en Behandeling ZW hier aan deelnemen. Daarnaast neemt Evean deel in de overleggen van het Branche Service Punt, dat met een jaar verlengd is. Het BSP richt zich eveneens op samenwerking op arbeidsmarktgebied. In het BSP zijn naast zorgwerkgevers ook Sigra, gemeente Zaandam, Regiocollege, Horizon College, Calibris en het UWV vertegenwoordigd.


47

Vitaliteit en duurzame inzetbaarheid Een belangrijk aandachtspunt dat uit de vergrijzing van ons personeelsbestand afgeleid kan worden, is de zorg voor onze oudere werknemers en hoe we ze kunnen helpen om tot de ingang van hun pensioen fysiek en mentaal fit te blijven. Gekoppeld aan de doelstelling van Evean om haar ziekteverzuim naar minder dan 5% te brengen, heeft HR onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van verzuimpreventie, de randvoorwaarden voor duurzame inzetbaarheid en het bevorderen van (interne of externe) mobiliteit. Samengevat heeft de vakgroep HR in 2011 een start gemaakt met het ontwikkelen van vitaliteitsbeleid, dat gericht is op een gezonde, fitte en vitale medewerker ongeacht zijn of haar leeftijd. In de tweede helft van 2011 zijn wij benaderd om te participeren in een project dat in samenwerking met de Erasmus Universiteit uitgevoerd wordt. Dit project beoogt de medewerkersbetrokkenheid te verhogen door het verhogen van het zelfsturend vermogen en de regelcapaciteit van medewerkers. Hierdoor zullen de medewerkers de beleving hebben daadwerkelijk een bijdrage te leveren, hetgeen een positief effect op de vitaliteit zal hebben. Vitaliteit wordt bevorderd doordat medewerkers en leidinggevenden in staat gesteld worden tot het nemen van verantwoordelijkheid en het tonen van initiatief. Om dit te kunnen bereiken, is een leiderschapsstijl nodig die inspireert en deze kwaliteiten tot ontplooiing brengt. Leidinggevenden zullen hierin getraind worden. De voorbereidingsfase van het project is zo goed als afgerond. De uitvoering van het project zal in januari 2012 starten. Verzuim Het gemiddelde verzuimpercentage daalde in 2011 marginaal met 0,2% naar 6,0%. De mel-


dingsfrequentie daalde van 1,22 naar 1,06. In 2011 zijn door reorganisatie veel verschuivingen geweest in de aansturing en begeleiding van arbeidsongeschikte medewerkers. Teamleiders in de verpleeghuizen hebben het casemanagement van clustermanagers en afdelingshoofden overgenomen. De teamleiders hebben daarvoor een scholing verzuimmanagement gevolgd. Verzuimsignaal Na een korte periode van voorbereiding is op 4 juli 2011 Verzuimsignaal, een digitaal systeem voor het registreren van verzuim, live gegaan. De implementatie en het oplossen van (gebruikers) problemen heeft veel tijd en energie gevraagd. Naar verwachting zal het verder verfijnen van deze applicatie om het maximale eruit kunnen halen de eerste helft van 2012 in beslag nemen. Actualisatie handboek Arbo en Verzuim Op het gebied van Arbo is een start gemaakt met de actualisatie van het handboek Arbo en Verzuim. Dit zal doorlopen tot uiterlijk eind 2012. Risico Inventarisatie en Evaluatie Er is veel tijd besteed aan het laten uitvoeren van Risico Inventarisaties en Evaluaties (RI&E’s). Ook zijn een aantal plannen van aanpak geactualiseerd, zodat zij ter instemming naar de ondernemingsraad gestuurd konden worden. Volgens planning is ook een aantal RI&E’s uitgevoerd na nieuwbouw. De borging van de plannen van aanpak die voortvloeien uit de verschillende RI&E’s is een knelpunt. Plannen van aanpak dienen jaarlijks geactualiseerd te worden. Dit gebeurt onvoldoende. Evean heeft een opleiding is ontwikkeld om houders van het plan van aanpak te leren hoe dit het beste kan gebeuren. Deze scholing is in 2011 gegeven aan de teamleiders Evean Facilitair Bedrijf en zal begin 2012 gegeven worden aan andere managers en

teamleiders. Heel 2012 zal extra aandacht besteed worden aan een goede borging van de plannen van aanpak binnen de wijken.

zorg wordt verhoogd door zittende medewerkers in het primaire zorgproces te scholen en extra medewerkers op te leiden en/of aan te nemen.

Providerboog Evean heeft in 2011 gewerkt aan de praktische invulling van de nieuwe Providerboog. In samen werking met het SSC Inkoop is een aanbestedingstraject uitgevoerd. Dit is eind 2011 afgerond; met ingang van januari 2012 wordt de Providerboog geïmplementeerd en gaat gewerkt worden met een aantal nieuwe leveranciers.

De extra middelen worden door middel van het verhogen van de ZZP-tarieven ter beschikking gesteld. Voor stichting Evean Zorg en Behandeling Zaanstreek Waterland (hierna: EZW) komt dit neer op een bedrag van € 3,4 miljoen per jaar. De intensiveringsmiddelen zetten we in om de kwaliteit van zorg te verhogen en om onze medewerkers goed voor te bereiden op een zwaardere zorgvraag in de toekomst.

Opleidingen Personeelsontwikkeling en het actueel houden van de bevoegd- en bekwaamheid van onze medewerkers is een centraal thema in ons personeelsbeleid. In totaal hebben we in onze regio in 2011 283 trainingen georganiseerd voor 2.317 deelnemers. Strategisch HRD (Human Resource Development) In 2011 is in samenwerking met het managementteam een visie op personeelsontwikkeling uitgewerkt. Deze visie beschrijft de ontwikkeling van die talenten, eigenschappen en bekwaamheden die ondersteunend zijn voor de strategische en operationele bedrijfsprocessen. Vervolgens zal hier in 2012 op doorgebouwd worden met de ontwikkeling van talentmanagement en een management developmentprogramma onder de naam Evean Academy. Intensiveringsmiddelen In het Convenant Investeringen Langdurige Zorg 2011-2015 wordt medegedeeld dat het Kabinet structureel extra middelen ter beschikking stelt voor het doen van investeringen in de langdurige zorg ter verbetering van de kwaliteit van zorg voor cliënten met een verblijfsindicatie. Het doel van deze extra middelen is dat de kwaliteit van

Evean investeert met name in de volgende doelen: • extra instroom (zij-instromers, buitenlandse werknemers, scholieren, specialisten ouderengeneeskunde) • horizontale (specialisatie) en verticale doorstroom (doorgroei naar hoger functieniveau) • optimaliseren van opleidingen • optimaliseren van vaardigheden. Verlagen van uitval uit opleidingen In 2011 is de afdeling in samenwerking met het team HR-Advies, het Regio College en medewerkers van de werkvloer gestart met het afnemen van assessments bij toekomstige leerlingen. Werden voorheen de kandidaten uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek van 45 minuten, nu worden zij uitgenodigd voor een dagdeel waarin zij allerlei opdrachten uitvoeren die geobserveerd worden door verschillende functionarissen. Het doel hiervan is een beter beeld te krijgen van de kandidaat en een betere inschatting te kunnen maken over de geschiktheid van een kandidaat met als uiteindelijke doel de uitval te beperken. Wet Vermindering Afdracht Evean Zorg en Behandeling Zaanstreek-Waterland houdt de mogelijkheden voor subsidiëring


49

nauwlettend in het oog. Het afgelopen jaar heeft afdeling Opleidingen in samenwerking met PSA het proces rondom de Wet Vermindering Afdracht geoptimaliseerd. Deze wet mag toegepast worden op opleidingtrajecten. In 2011 hebben wij een bedrag van € 262.512 euro ontvangen, hetgeen ruim € 170.000 meer is dan in 2010. 4.5.2 Kwaliteit van het werk Het vorige medewerkerstevredenheidsonderzoek kende een gemiddelde opkomst. In 2012 zal een nieuw onderzoek plaatsvinden en zijn er acties in gang gezet om de respons te verhogen. De onderzoeksresultaten zijn decentraal per wijk door de diverse wijk-MT’s in plannen van aanpak omgezet en uitgevoerd. De arbo-speerpunten zijn toegelicht in paragraaf 4.5.1.

4.6 Samenleving en belang hebbenden Als maatschappelijke onderneming maakt Espria haar doen en laten zichtbaar. Hierover wordt intern en extern verantwoording afgelegd. Medezeggenschap voor cliëntenraden en ondernemingsraden is bij wet, in statuten en overeenkomsten geregeld. Het overzicht van relaties en samenwerkingen is een illustratie van de wijze waarop vorm wordt gegeven aan maatschappelijk ondernemerschap. Evean Zorg en Behandeling gaat niet alleen relaties aan waar het het primaire proces betreft, maar investeert bewust in mensen, maatschappij en meerwaarde. Een goed voorbeeld daarvan is de organisatie van maatschappelijke stages in combinatie met VMBO Compaen. In 2011 liepen 56 leerlingen van VMBO Compaen (locatie Nieuwendam) een maatschappelijke


stage bij Evean Zorg om ervaring op te laten doen in en met het vrijwilligerswerk. Tijdens een Kick Off kregen de leerlingen een uitgebreide toelichting op het project en waren zij getuigen van een voorlichting over de op handen zijnde verjonging van Het Nederlandse Rode Kruis. Tijdens de daarop volgende dagen hebben de leerlingen, onderverdeeld in twee groepen, zich ingezet om activiteiten te organiseren en te begeleiden in het Mennistenerf en Evean Westerwatering.

4.7 Financiën Rijksoverheid De collectieve zorguitgaven nemen toe als gevolg van de vergrijzing, de toename van het aantal chronisch zieken en technologische ontwikkelingen. Om de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg te waarborgen heeft het (inmiddels demissionair) kabinet in het financieel kader van het regeer akkoord rekening gehouden met een groei van € 15 miljard in de periode 2011-2015. Dit betekent een reële groei van gemiddeld 3,25 % per jaar. Om de groei van de zorguitgaven te beheersen had het inmiddels demissionaire kabinet Rutte-I het voornemen om € 576 miljoen op de curatieve GGZ te korten. Daarnaast wilde het kabinet structureel € 700 miljoen besparen door vanaf 1 januari 2012 alleen personen met verblijfsindicatie recht op een PGB te geven: mensen zonder verblijfsindicatie moeten naar zorg in natura of kunnen in slechts bepaalde gevallen een beroep doen op een nieuwe vergoedingsregeling. We hadden hierdoor een verdere verschuiving verwacht van de vraag naar zorg in natura, vooral in begeleiding en huishoudelijke verzorging, maar ook in persoonlijke verzorging en verpleging.

Met de val van het kabinet zal een aantal maatregelen uit het regeerakkoord van Rutte-I teruggedraaid of verzacht worden; in het door de Tweede Kamerfracties van VVD, CDA, GroenLinks, D66 en ChristenUnie gesloten stabiliteitsakkoord is hiervoor € 270 miljoen gereserveerd. Daar staat tegenover dat € 1,6 miljard uitgaven aan de AWBZ moeten worden omgebogen in 2013. De voorgenomen maatregelen hebben geen rechtstreekse invloed gehad op de omzeten kostenontwikkeling van de Espria bedrijfsonderdelen in 2011. Wel zullen de komende jaren meer ombuigingen op de zorg afkomen. Daarmee wordt rekening gehouden in de scenario’s die we hanteren voor onze meerjarenplannen en -begrotingen. In 2011 zijn de maatregelen die Rutte-I vertaald in de begrotingen 2012 van de bedrijfsonderdelen. In 2012 is een besparingsdoelstelling gesteld voor de GGZ sector van € 9 miljoen. Voor de overige sectoren van Espria verwachtten wij ten tijde van de opmaak van de begroting 2012 geen negatieve consequenties van het kabinetsbeleid. In de begroting 2012 is hier dan ook geen rekening gehouden. Inmiddels is wel duidelijk dat voor de in het stabiliteitsakkoord voorgenomen ombuiging van € 1,6 miljard op de AWBZ-uitgaven ook van Espria een aanzienlijke inspanning gevraagd zal worden. Contractering Ultimo mei 2011 heeft de NZa advies uitgebracht aan het ministerie van VWS ten aanzien van de contracteerruimte. De algemene conclusie van de NZa is dat de verwachte groei van de zorgvraag groter is dan de groei waarvoor door het ministerie van VWS per saldo middelen beschikbaar zijn gesteld. In 2011 is de margeregeling van 100,5% ingezet voor de ophoging van extramurale tarieven naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank ’s-Gravenhage in verband met de afschaffing van de bonus/malus-regeling.

VWS heeft in 2011 € 50 miljoen extra uitgetrokken om de exploitatiegevolgen van capaciteitsuitbreiding en omzetting van bestaande capaciteit naar “verblijf met behandeling” op te kunnen vangen. Tevens heeft VWS de margeregeling uitgebreid tot 101% om de toenemende zorgvraag in 2011 te bekostigen. Voor Espria betekent dit alles dat het wettelijk budget over 2011 € 23 miljoen hoger is dan begroot: in totaal € 663 miljoen. Dit is het gevolg van het ongedaan maken van de tariefkorting op extramurale zorg. Dit heeft een positief effect op de resultaten en het wettelijk budget 2011 van circa € 4,1 miljoen. Tevens heeft de uitbreiding van de productieafspraken in april 2011 en de herschikking in november 2011 extra financiële ruimte gecreëerd voor groei van de productie en zijn risico’s op overproductie geminimaliseerd. Risico’s ten aanzien van de financierbaarheid van de productie hebben vooral betrekking op overschrijdingen van productmixen in relatie tot het inkoopbeleid van de zorgkantoren en het voldoen aan de voorwaarden van de regeling AO/IC. Ontwikkelingen op financieel gebied In de zorg zullen de komende jaren forse ingrepen plaats gaan vinden die grote gevolgen hebben voor de bekostiging en financiering. Dit zal niet voorbij gaan aan Espria. We zullen de bedrijfsvoering moeten aanpassen en de directies in staat moeten stellen om de juiste keuzes te maken voor uitvoering van activiteiten met steeds beperktere middelen. Betere prioritering vergt een strakke planning & controlcyclus en adequate managementinformatie: meer voorspellende en niet-financiële informatie, zodat integraal gerapporteerd kan worden; niet alleen over begrotingen en budgetten, maar ook over thema’s als innovatie en klanten medewerkerstevredenheid. Hier heeft Espria voor zichzelf een ambitieuze doelstelling neergelegd.


51

In samenspraak met raad van bestuur en directies en de controllers wordt op projectmatige basis in 2012 een kwaliteitslag doorgevoerd in de huidige MIS rapportages. De verbeteringen die SSC’s op dit moment doorvoeren op het gebied van standaardisering en uniformering helpen daarbij. Zij vormen immers de basis van waaruit broninformatie kan worden verrijkt tot gewenste adequate stuuren beheersingsinformatie. Espria herbouwt vanuit de opnieuw vastgestelde zorgvisie zijn instrumenten voor financieel beleid. Financiële resultaten 2011 In 2011 is de omzet van stichting Evean Zorg nagenoeg gelijk gebleven aan 2010. Om deze omzet te realiseren hebben we hogere personeelskosten moeten maken. Voor 2012 zullen we meer stringent gaan sturen op de ontwikkeling van de personeelskosten in relatie tot de opbrengsten. Stichting Evean Zorg heeft in 2011 een resultaat behaald van € 2.655.002. Dit resultaat is in sterke mate beïnvloed door een aantal posten met een incidenteel karakter; het genormaliseerde resultaat bedroeg € 2.362.000. Het verschil tussen het in de jaarrekening opgenomen resultaat, en het resultaat zonder incidentele posten kan op hoofdlijnen verklaard worden uit de volgende onderdelen: • In 2011 is kritisch gekeken naar de bestaande onderhoudsplanning, hetgeen tot een verlaging heeft geleid van de bestaande voorziening met € 2.693.000. • In 2011 heeft het zorgkantoor de geleverde zorg gecontroleerd. Hieruit is naar voren gekomen dat bij een bepaald product niet aantoonbaar aan de voorwaarden van levering werd voldaan. In totaal heeft stichting Evean Zorg over 2010 een bedrag van € 787.000 moeten terugbetalen.


• In 2011 moeten zorginstellingen voldoen aan nieuwe verslaggevingsrichtlijnen die voorschrijven dat afschrijvingstermijnen in overeenstemming moeten zijn met de economische levensduur van het onderliggende materieel vast actief. Dit heeft geleid tot afwaarderingen van materiële vaste activa en een verhoging van afschrijvingslasten reeds in 2011. In totaal heeft stichting Evean Zorg € 1.483.000 moeten afwaarderen. • In 2011 moeten zorginstellingen ook voldoen aan nieuwe verslaggevingsrichtlijnen in het kader van waardering van het vastgoed. Op grond van prognoses is stichting Evean Zorg tot de conclusie gekomen dat het vastgoed van één locatie te hoog gewaardeerd is. Daarom is een afwaardering doorgevoerd van € 812.000. • In 2011 is vastgesteld dat de getroffen voorziening voor reorganisatiekosten als gevolg van een scherpe sturing kon worden verlaagd met € 682.000. Tabel 9. Financiele positie Financiele positie Resultaatratio Rendement Resultaat boekjaar Totale opbrengsten boekjaar

2011

2010

2,2%

1,7%

2.655.002

2.032.138

121.359.152

121.929.894

Uit bovenstaande opstelling komt naar voren dat het rendement is gestegen. In werkelijkheid is het rendement nagenoeg gelijk gebleven. De verhoging die we zien in bovenstaande wordt veroorzaakt door de vrijval van de onderhoudsvoorziening. Zouden we werken met genormaliseerde resultaten voor beide boekjaren dan zou het rendement voor 2011 uitkomen op 1,9% (2010; 1,7%).

Hoewel we graag anders zouden willen, ontkomen we er niet aan scherp te sturen op de efficiency van het zorgproces. We proberen daarbij het registreren zoveel mogelijk te beperken, maar ook hier constateren we dat stichting Evean Zorg regelmatig niet anders kan. We moeten steeds meer streven naar een optimale afstemming tussen de zorg die de cliënt wenst, de zorg die ons vergoed wordt en wat onze mogelijkheden daarbij zijn in termen van financiële kaders. Daarbij brengen wij het rendement van de verschillende zorgprocessen in kaart en sturen waarnodig op verbetering van de financiële performance, eventueel door activiteiten stop te zetten indien voortzetting financieel niet langer verantwoord is.

Wij zijn van mening dat de Quick ratio, ondanks de ontwikkelingen en veranderingen in de sector, van voldoende niveau is om het risico van betalingsproblemen op te vangen.

Door de goede en stabiele resultaten van de afgelopen jaren heeft stichting Evean Zorg een solide vermogenspositie opgebouwd zowel in termen van liquiditeit als solvabiliteit.

De solvabiliteit (zie tabel 11) is in 2011 gestegen als gevolg van het positieve resultaat over 2011. Hierdoor heeft stichting Evean Zorg een meer solide vermogenspositie gekregen. Dit is ook nodig, omdat financiers meer zekerheden eisen door wijzigingen in de bekostiging van zorginstellingen, marktwerking, bezuinigingen, de normatieve huisvestingscomponent en het toenemende risicoprofiel, in combinatie met de voortdurende onrust op de financiële markten.

De liquiditeit ontwikkelde zich in 2011 negatief. De quick ratio verslechterde ten opzichte van 2010 (zie tabel 10). Dit wordt veroorzaakt door de nieuwbouw Rietvelden in Wormerveer. In totaal is er tot nu toe € 10,6 miljoen geïnvesteerd in dit project. Er is vooralsnog geen financiering aangetrokken voor deze nieuwbouw. De investering is betaald uit het saldo liquide middelen, die hierdoor is gedaald. Wij verwachten in de loop van 2012 borgstelling te verkrijgen van het waarborgfonds. Afhankelijk van het moment waarop de voorschotfinanciering komt te vervallen en afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten gaat stichting Evean Zorg externe financiering aantrekken. Interne berekeningen tonen aan dat het extern financieren van de Rietvelden een zeer goede uitgangspositie geeft om het wegvallen van de voorschotfinanciering te compenseren.

Tabel 10. Liquiditeit Liquiditeit 2011

2010

Quick ratio Vlottende activa / vlottende passiva

0,73

0,97

0,18

0,14

Current ratio Vlottende activa- liquide midde len/vlottende passiva

Daarom stellen financiers hogere eisen aan de minimale omvang van het eigen vermogen en aan de onderbouwing van onze toekomstverwachtingen. De huidige solvabiliteit hebben wij dan ook nodig om financiering ook in de toekomst veilig te stellen en ons minder kwetsbaar te maken in alle veranderingen die er nog op ons afkomen.


53

Tabel 11. Solvabiliteit Solvabiliteit Eigen vermogen / balanstotaal

2011

2010

27,7%

21,5%

15,3%

13,0%

Resultaatratio Eigen vermogen / totaal op brengsten

Verwachtingen voor 2012 Evean Zorg is tevreden over het behaalde resultaat, maar we zien de druk op het zorgproces toenemen. Voor 2012 begroten wij een resultaat van € 1,9 miljoen positief. Ook in 2012 en de daarop volgende jaren zullen de AWBZ gefinancierde activiteiten meer en meer overgaan naar de WMO en naar de zorgverzekeringswet. Juist bij die overgang hebben wij steeds te maken met nieuwe spelregels en moeten wij ons daar op aanpassen. Dit geeft aanleiding tot gewenning, waar eigenlijk geen tijd voor is. De veranderingen volgen elkaar snel op, en hierin kunnen wij niet stil blijven staan. Wij verwachten in 2012 dat nog meer nadruk komt te liggen op de efficiency van het zorgproces. Hierbij moeten we de personeelskosten steeds aanpassen op de zorgvraag van de cliënten en de vergoeding die hier tegenover staat. Nieuwe initiatieven, zowel op het gebied van behandeling als op het gebied van dagactiviteiten, zullen worden ingevuld. We kijken daarbij ook gericht naar samenwerking met andere organisaties in de keten. Daarom zijn we in gesprek met een tweetal welzijnsorganisaties gericht op verdergaande samenwerking.


Naar verwachting gaat in 2012 de tweede fase van het project Rietvelden van start. In totaal investeren we € 16,6 miljoen in de Rietvelden. In de eerste helft van 2012 worden in totaal 64 plaatsen kleinschalig wonen opgeleverd. De resterende bouw betreft de realisatie van 32 plaatsen kleinschalig wonen. Deze plaatsen zullen naar verwachting medio 2013 worden opgeleverd. Tevens gaat in 2013 de nieuwbouw Durghorst (Krommenie) van start en daaropvolgend de nieuwbouw Festina Lente (Assendelft). Wij onderzoeken momenteel de mogelijkheden om te voorzien in tijdelijke huisvesting gedurende de bouwperiode.

DEEL B JAARREKENING

5.1 Jaarrekening 2011

5

Jaarrekening

5.1.1 Balans per 31 december 2011 (na resultaatbestemming) in €

Ref.

31 december 2011

31 december 2010

Activa Vaste activa Immateriële vaste activa

1

0

0

Materiële vaste activa

2

47.364.995

46.957.443

Financiële vaste activa

3

Totaal vaste activa

569.974

388.176

47.934.969

47.345.619

0

0

Vlottende activa Voorraden

Inhoud 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9

Jaarrekening 2011 Balans per 31 december 2011 Resultatenrekening over 2011 Kasstroomoverzicht over 2011 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2011 Mutatieoverzicht materiële vaste activa op grond van art. 5a regeling verslaggeving WTZi Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2011 Toelichting op de resultatenrekening over 2011

57 57 58 59 60 64

Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's

4

608.314

543.647

Vorderingen en overlopende activa

5

4.020.174

3.426.283

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort

6

0

0

Effecten

0

0

14.436.996

22.683.945

Totaal vlottende activa

19.065.483

26.653.875

Totaal activa

67.000.452

73.999.494

Liquide middelen

7

Passiva 70

Eigen vermogen

8

Kapitaal

73 74 76

Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Statutaire regeling resultaatbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

82 82 82 82 82 82 83

212.686

212.686

0

0

Resultaat boekjaar

0

0

18.562.672

15.907.670

9

2.018.821

5.288.708

10

20.336.869

25.304.292

Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal passiva

56 Stichting Evean Zorg Jaarrekening 2011

56.976 15.638.008

Minderheidsbelang derden Totaal eigen vermogen

5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6

56.976 18.293.010

6

2.056.897

1.034.827

11

24.025.193

26.463.996

67.000.452

73.999.494

Financieel

57

5.1.3 Kasstroomoverzicht

5.1.2 Resultatenrekening over 2011 Ref.

in €

2011

in €

2010

Ref.

2011

Bedrijfsresultaat

Bedrijfsopbrengsten Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten

12

113.702.128

113.344.648

Niet gebudgetteerde zorgprestaties

13

5.308.841

5.163.292

Subsidies

14

507.976

990.774

Overige bedrijfsopbrengsten

15

1.840.207

2.431.179

121.359.152

121.929.894

Som der bedrijfsopbrengsten

Bedrijfslasten Personeelskosten

16

93.984.768

90.422.226

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

17

5.760.424

4.594.105

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

18

812.000

0

Overige bedrijfskosten

19

17.173.203

23.847.062

117.730.395

118.863.393

3.628.758

3.066.500

Som der bedrijfslasten

Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten

20

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten Resultaat boekjaar

2010

Kasstroom uit operationele activiteiten

-973.756

-1.034.362

2.655.002

2.032.138

0

0

2.655.002

2.032.138

3.066.500

3.628.758

Aanpassingen voor:

-- Afschrijvingen -- Voorzieningen

2

6.572.429

9

-3.269.887

4.594.106 1.380.825 5.974.931

3.302.542 Veranderingen in vlottende middelen:

-- Voorraden -- Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's -- Vorderingen -- Vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk overschot

-- Kortlopende schulden (excl.Schulden aan kredietinstellingen)

0

0

4

-64.667

-25.479

5

-593.890

1.005.291

6

1.022.070

7.498.773

11

-4.740.443

1.139.943

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

-4.376.931

9.618.528

2.554.369

18.659.959

Ontvangen interest

20

297.363

232.695

Betaalde interest

20

-1.271.119

-1.267.057

Buitengewoon resultaat

0

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

0 -973.756

-1.034.362

1.580.613

17.625.597

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Resultaatbestemming

Investeringen materiële vaste activa

2

-7.167.875

-7.473.180

Toevoeging/(onttrekking):

Desinvesteringen materiële vaste activa

2

411.751

433.393

-223.857

0

Collectief gefinancierd gebonden vermogen: Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves

Herwaardering materiële vaste activa 2.655.002

857.389

0

1.174.749

Desinvesteringen immateriële vaste activa

2.655.002

2.032.138

Investeringen immateriële vaste activa

0

0

0

402.553

Herrubricering emissie en leningskosten

0

-388.176

Investeringen deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden

0

0

Mutatie leningen u/g

1

-181.798

0

Overige mutaties in het eigen vermogen

3

0

0

Overige investeringen in financiële vaste activa

0

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

0 -7.161.779

-7.025.410

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden

10

0

1.650.478

-2.665.783

-2.578.744

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten

-2.665.783

-928.266

Mutatie geldmiddelen (liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen)

-8.246.949

9.671.921

Toelichting De indirecte methode is gebruikt.


Financieel

59

5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5.1.4.1 Algemeen Groepsverhoudingen Zorginstelling stichting Evean Zorg behoort tot de Espria-groep. Aan het hoofd van deze groep staat stichting Espria te Meppel. De jaarrekening van stichting Evean Zorg is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van stichting Espria te Meppel. Stichting Evean Zorg Postbus 68 1440 AB Purmerend Statutair gevestigd in Purmerend De activiteiten van stichting Evean Zorg bestaan voornamelijk uit het verlenen van zorg. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van titel 9 boek 2 burgerlijk wetboek, de regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de raad voor de jaarverslaggeving. Het jaarrekeningmodel is in euro’s opgesteld. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Voor zover van toepassing zijn omwille van de vergelijkbaarheid de vergelijkende cijfers aangepast. Daar waar noodzakelijk geacht, is de aanpassing nader toegelicht. Schattingswijziging Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot en met 31 december 2011 in aanmerking kwamen voor integrale nacalculatie. Dit in beginsel risicoloze bekostigingssysteem is per 1 januari 2012 vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten worden voortaan bekostigd via een normatieve huisvestingscomponent (nhc) in de integrale tarieven, waarbij tot 2018 een overgangsregeling geldt waarin de nacalculatie van kapitaallasten wordt afgebouwd en de vergoeding op basis van nhc wordt opgebouwd. Hierdoor zijn nieuwe risico’s voor het vastgoed ontstaan, zoals exploitatierisico’s (leegstand, onderbezetting), marktontwikkelingsrisico’s en hierdoor het risico van duurzame waardevermindering bij structurele exploitatieverliezen. Ook voor de tot en met boekjaar 2011 nacalculeerbare huurcontracten zijn vergelijkbare risico’s ontstaan, waardoor bij structurele verliezen een voorziening voor verlieslatende contracten dient te worden gevormd.


Schattingswijziging afschrijvingen Als gevolg van de wijzigende bekostiging heeft stichting Evean Zorg een nieuwe inschatting gemaakt van de verwachte economische ievensduur en de eventuele restwaarde van de panden. Dit heeft niet geleid tot een substantiële aanpassing van de afschrijvingstermijn ten opzichte van de oorspronkelijke afschrijvingstermijn. Voor delen van de gebouwen die een kortere gebruiksduur hebben, wordt ook een kortere termijn gehanteerd (componentenbenadering). Overeenkomstig de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (rj 145) worden de hieruit voortvloeiende effecten voor de afschrijvingen verwerkt in de verwachte resterende gebruiksperiode van de betreffende panden vanaf 1 januari 2011. Als gevolg hiervan zijn de afschrijvingskosten in 2011 met € 1,4 miljoen toegenomen ten opzichte van de kosten bij ongewijzigde uitgangspunten. Voor de komende jaren bedraagt het structurele effect € 0,2 miljoen hogere afschrijvingslasten. Schattingswijziging financial lease Per 31 december 2010 heeft stichting Evean Zorg de huurcontracten beoordeeld. Huurcontracten die op grond van rj richtlijn 292 leasing kwalificeerden als financial lease zijn in de balans per 31 december 2010 onder de bedrijfsgebouwen en terreinen geactiveerd onder gelijktijdige verantwoording van een langlopende schuld. Initiële waardering heeft plaatsgevonden tegen de contante waarde van de toekomstige huurverplichtingen, rekening houdend met een disconteringsvoet. Op grond van aanvullende beschikbare informatie hebben wij per 1 januari 2011 een herbeoordeling uitgevoerd op de gehanteerde uitgangspunten ten aanzien van de ultimo 2010 in de balans verantwoorde financial lease contracten. Deze herbeoordeling heeft geleid tot aanpassing van de gehanteerde uitgangspunten wat per saldo leidt tot een hogere waardering van de bestaande financial lease contracten per 1 januari 2011 van € 0,2 miljoen. Dit effect is als zodanig per 1 januari 2011 in de materiële vaste activa en langlopende schulden verwerkt. Het effect van de wijziging van de gehanteerde uitgangspunten op het resultaat 2011 en vermogen per 31 december 2011 bedraagt nihil. Het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit Liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Verbonden rechtspersonen Alle groepsmaatschappijen van stichting Espria worden aangemerkt als verbonden partij. Stichting Espria vormt samen met stichting Woonzorg Nederland een personele unie. De kosten van het bestuurscentrum van stichting Espria worden verrekend tusen de entiteiten behorende bij de Espria-groep.

Er hebben zich in het boekjaar geen transacties met verbonden partijen op niet-zakelijke grondslag voorgedaan. Financiële instrumenten Primaire financiële instrumenten omvatten debiteurenvorderingen, overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, crediteuren en overige te betalen posten. Voor de grondslagen voor de primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de grondslagen van waardering van de betreffende posten zoals opgenomen in 5.1.4.2. Stichting Evean Zorg maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten. Ten aanzien van het gebruik van primaire financiele instrumenten loopt de instelling kredietrisico’s, rente- en kasstroomrisico’s. In 5.1.4.2 Is opgenomen op welke wijze de kredietrisico’s zijn voorzien in relatie tot de waardering van vorderingen. In de toelichtingen op de balans zijn de looptijden en rentepercentages op de langlopende schulden nader toegelicht. De instelling heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgingsof vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur en de directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsof vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsof vervaardigingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten. Eventuele subsidies worden direct in mindering op de verkrijgingsof vervaardigingsprijs gebracht. Alleen actiefposten waarvan het economisch risico geheel of nagenoeg geheel door de organisatie wordt gedragen, worden geactiveerd. Aan deze voorwaarde wordt voldaan bij rechtstreekse koop, maar veelal ook bij financial lease of huurkooptransacties. Verwerking van financial lease contracten vindt plaats tegen de contante waarde van de toekomstige huurverplichtingen, rekening houdend met een disconteringsvoet.

Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Afschrijving vindt in het jaar van ingebruikname naar tijdsgelang plaats. Afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur van het actief en worden per individueel actief bepaald. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: • Bedrijfsgebouwen en terreinen: 2% • Machines en installaties: 5% • Andere vaste bedrijfsmiddelen: 10% - 33% Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld en waarover het besluit tot verkoop is genomen, worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs onder aftrek van de geschatte kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de verkoop en nodig zijn om de verkoop te realiseren. Indien de opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde, wordt het verschil ten laste van het resultaat over het boekjaar gebracht. Indien de verwachte opbrengstwaarde hoger is dan de boekwaarde wordt de herwaardering verwerkt in een herwaarderingsreserve. Bij de realisatie van de waardestijging wordt de herwaardering verwerkt in de resultatenrekening. Financiële vaste activa Overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van eventuele voorzieningen voor oninbaarheid. Onderhanden projecten uit hoofde van dbc’s De onderhanden projecten uit hoofde van dbc’s worden gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de bestede tijd en de verblijfsdagen overeenkomstig de normen van de nederlandse zorgautoriteit. Op de onderhanden projecten worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Een voorziening wordt gevormd bij verwachte oninbaarheid van de vorderingen die naar ouderdom wordt vastgesteld. Posten ouder dan een half jaar worden voorzien indien de inbaarheid twijfelachtig is. Posten ouder dan een jaar worden geheel voorzien. Debiteurenvorderingen groter dan € 100.000 Worden individueel beoordeeld op inbaarheid. Vorderingen op groepsmaatschappijen worden afzonderlijk beoordeeld op inbaarheid. Bij mogelijke oninbaarheid van de vordering kan een voorziening achterwege blijven indien een andere groepsmaatschappij zich garant stelt voor de vordering. Bij vorderingen tussen groepsmaatschappijen wordt over het gemiddeld uitstaand saldo rente in rekening gebracht.

Financieel

61

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Vorderingen uit hoofde van financieringstekort worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De vorderingen worden individueel beoordeeld op inbaarheid. Eventuele voorzieningen worden verantwoord onder de kortlopende schulden en ten laste van de overige bedrijfskosten gebracht. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Indien geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de momenten waarop de uitgaven plaatsvinden, vindt waardering van voorzieningen plaats tegen nominale waarde. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening reorganisaties Voor uitgaven in het kader van een reorganisatie wordt een voorziening gevormd. Het betreffen kosten die rechtstreeks ontstaan als gevolg van de reorganisatie. Deze zijn onderbouwd met een gedetailleerd reorganisatieplan. Indien afvloeiing van personeel aan de orde is, zijn de kosten hiervan meegenomen voor zover er ook gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen heeft. De waardering van verplichtingen jegens boventallige medewerkers geschiedt op basis van het werkelijke salaris, waarbij een schatting wordt gemaakt van het aantal maanden waarop de medewerker boventallig zal zijn. Voorziening jubilea-uitkeringen Voor de verwachte kosten van voorwaardelijk toegekende rechten voor jubilea-uitkeringen aan medewerkers wordt een voorziening gevormd. De omvang van de voorziening wordt bepaald rekening houdend met de verwachte vertrekkans, toekomstige salarisstijgingen en een disconteringsvoet.


Voorziening arbeidsongeschiktheid Een voorziening arbeidsongeschiktheid wordt gevormd voor de toekomstige risico’s uit hoofde van (deels) arbeidsongeschikte medewerkers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen het bedrag van de bezoldiging inclusief werkgeverslasten dat naar verwachting (in de toekomst) verschuldigd zal zijn, voor zover hiervoor geen vergoeding (bijvoorbeeld uit verzekering) wordt ontvangen. Voorziening groot onderhoud Voor uitgaven voor groot onderhoud, waarbij de uitgaven jaarlijks sterk fluctueren, wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De omvang van de voorziening wordt bepaald op basis van actuele meerjarenonderhoudsplannen. De toevoegingen aan de voorziening worden lineair over de jaren verdeeld. De kosten van groot onderhoud worden ten laste van de voorziening gebracht voor zover zij zijn opgenomen in het meerjarenonderhoudsplan. Langlopende schulden Een schuld wordt als langlopend gerubriceerd als deze niet binnen twaalf maanden na balansdatum kan worden opgeeist. Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Kortlopende schulden en overlopende passiva Een schuld wordt als kortlopend gerubriceerd als deze binnen twaalf maanden na balansdatum kan worden opgeeist. Waardering vindt plaats tegen nominale waarde per balansdatum. 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Bijzondere waardeverminderingen Stichting Evean Zorg heeft de realiseerbare directe opbrengstwaarde bij verkoop en de contante waarde van de toekomstige kasstromen van het vastgoed benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden, en vergeleken met de boekwaarde van dit vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2011. Belangrijke veronderstellingen die zijn gehanteerd bij de benadering van de contante waarde van de kasstromen zijn: • Een resterende ievensduur van gemiddeld 20 jaar, wat tot een totale ievensduur van het vastgoed ieidt van gemiddeld 50 jaar; • Een gemiddelde bezettingsgraad van 100%; • Ontwikkeling in en samenstelling van de cliëntenpopulatie;

• Uit de meerjarenbegroting afgeleide kasstromen voor de jaren 2012 tot en met 2016 en genormaliseerde trendmatige kasstromen vanaf 2017 tot aan einde ievensduur. Bij de berekening hiervan is rekening gehouden met de effecten van de overgangsregeiing 2012-2017. • Vervangingsinvesteringen tot het niveau welke noodzakelijk worden geacht om het betreffende vastgoed tot aan einde ievensduur in gebruik te houden; • Een disconteringsvoet van 5,25%. Directe opbrengstwaarden zijn ontleend aan taxaties door onafhankelijke externe adviseurs. Voor zover op grond van de impairment sprake is van bijzondere waardeverminderingen zijn deze in overeenstemming met de bepalingen van Hoofdstuk 121 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving in mindering op de boekwaarde van de betreffende activa en ten laste van het resultaat gebracht (2011: € 812.000). Pensioenen Stichting Evean Zorg heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat gebaseerd is op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de instelling. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds zorg en welzijn. De instelling betaalt hiervoor premies die door werkgever en werknemer gezamenlijk worden betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds dit toelaat. Naar de stand van ultimo maart 2012 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 96%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. De instelling heeft per 31 december 2011 geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De instelling heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. 5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening wordt in overeenstemming met rj richtlijn 655 zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de segmenten verpleging en verzorging, gehandicaptenzorg, psychiatrie, jeugdgezondheidszorg, kraamzorg, kinderopvang, ledenservice en overig. Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden zorgsoorten geschiedt op basis van onderlinge service level agreements.

Financieel

63

5.1.5 Toelichting op de balans Activa

3. Financiële vaste activa 31 december 2011

in €

31 december 2010

De specificatie is als volgt:

2. Materiële vaste activa 31 december 2011

in €

31 december 2010

De specificatie is als volgt: Bedrijfsgebouwen en terreinen

Overige vorderingen.

569.974

388.176

Totaal financiële vaste activa

569.974

388.176

30.303.260

34.519.746

Machines en installaties

2.957.181

3.642.732

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting

3.469.614

4.372.700

31 december 2011 Verkrijgingsprijs

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa

10.634.941

4.422.265

Totaal materiële vaste activa

47.364.995

46.957.443

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

Overige vorderingen

575.076

575.076

-186.900

-186.900

388.176

388.176

Investeringen

196.175

196.175

Waardeverminderingen

-14.377

-14.377

Totaal

181.798

181.798

Afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

Bedrijfsgebouwen en terreinen

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting

Machines en installaties

Totaal

Mutaties

Totaal

Stand per 1 januari 2011

31 december 2011

-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2011

61.147.805

12.661.992

15.379.154

4.422.265

93.611.216

-26.628.059

-9.019.260

-11.006.454

0

-46.653.773

34.519.746

3.642.732

4.372.700

4.422.265

46.957.443

33.914

20.047

774.633

6.339.282

7.167.875

Mutaties in het boekjaar

-- investeringen -- herwaarderingen -- bijzondere waardeverminderingen -- afschrijvingen -- extra afschrijvingen op basis van bedrijfs economische grondslagen

223.857

0

0

0

223.857

-812.000

0

0

0

-812.000

-2.871.256

-482.494

-923.817

0

-4.277.568

-791.001

-83.620

-608.241

0

-1.482.861

Verkrijgingsprijs Afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde

771.251

771.251

-201.277

-201.277

569.974

569.974

Toelichting Op de boeterente wordt linear afgeschreven in 40 jaar. De afschrijving is nacalculeerbaar bij de NZA. Op de overige vorderingen is een voorziening in mindering gebracht van in totaal € 351.000. 4. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's

-- desinvesteringen aanschafwaarde

0

-203.353

-2.978.212

-126.607

-3.308.171

cumulatieve herwaarderingen

0

0

0

0

0

cumulatieve afschrijvingen

0

63.870

2.832.551

0

2.896.420

per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo)

0

-139.483

-145.661

-126.607

-411.751

-4.216.486

-685.551

-903.086

6.212.676

407.553

Stand per 31 december 2011

-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2011

12.478.685

13.175.576

10.634.941

97.470.920

223.857

0

0

0

223.857

-812.000

0

0

0

-812.000

-30.290.316

-9.521.505

-9.705.962

0

-49.517.782

30.303.260

Toelichting In 5.1.6 is een nadere specificatie opgenomen van het verloop van de materiële vaste activa op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. De boekwaarde van materiële vaste activa die vallen onder de WTZi maar die niet meer aanwezig zijn, is geherrubriceerd naar de financiële vaste activa. Onder de bedrijfsgebouwen en terreinen is begrepen de


2.957.181

3.469.614

10.634.941

47.364.995

boekwaarde van geactiveerde financial lease contracten ten bedrage van € 1,1 miljoen. Stichting Evean Zorg is niet de juridische eigenaar van deze materiële vaste activa. De herwaardering heeft betrekking op de geactiveerde leasecontracten. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de grondslagen (5.1.4).

31 december 2010

De specificatie is als volgt: Onderhanden projecten uit hoofde DBC's

608.314

543.647

Totaal onderhanden projecten

608.314

543.647

De specificatie per onderhanden project is als volgt weer te geven:

Stroom DBC's en zorgverzekeraar 61.181.718

31 december 2011

in €

Gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst

Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V.

Af: verwerkte verliezen

Af: ontvangen voorschotten

Saldo per 31 december 2011

381.573

0

0

381.573

Avéro Achmea

31.473

0

0

31.473

Centrale Verwerkingseenheid CZ (CZ, Delta Lloyd en OHRA)

38.017

0

0

38.017

Centrale Verwerkingseenheid UVIT (Univé, VGZ, IZA, Trias)

31.922

0

0

31.922

IZA VNG

20.796

0

0

20.796

Overige verzekeraars

104.532

0

0

104.532

Totaal (onderhanden projecten)

608.314

0

0

608.314

Toelichting Deze post betreft de openstaande DBC’s, welke nog gefactureerd moeten worden als deze zijn afgehandeld. Er is geen voorziening op het onderhanden werk getroffen.

In de afschrijvingen 2011 zijn begrepen versnelde afschrijvingen op met name inventarissen als gevolg van de verkorting van de economische levensduur ten bedrage van € 1,5 miljoen.

Financieel

65

5. Vorderingen en overlopende activa

7. Liquide middelen 31 december 2011

in €

31 december 2010

in €


31 december 2011 31 december 2010


Vorderingen op debiteuren

1.304.637

1.410.652

Banken

14.404.835

22.655.741

Vorderingen op groepsmaatschappijen

2.030.239

643.195

Kassen

32.161

28.204

Overige vorderingen

278.369

176.210

Vooruitbetaalde bedragen

203.813

0

14.436.996

22.683.945

Overige overlopende activa

203.117

1.196.226

4.020.174

3.426.283

Totaal vorderingen en overlopende activa

Toelichting De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 89.992 (2010 € 379.000). De daling van de voorziening debiteuren is veroorzaakt door het oplossen van een dispuut met een afnemer. Er zijn geen vorderingen verpand. De vordering op groepsmaatschappijen fluctueert als gevolg van wisselende momenten van afrekenen. De overige overlopende activa zijn gedaald doordat eind 2010

een grote vordering uit verhuur per balansdatum nog open stond. Deze situatie is er eind 2011 niet. Onder de rekening-courant vorderingen is een bedrag ad € 57.000 opgenomen betreffende een vordering op stichting Personenalarmering. Op deze vordering is geen voorziening in mindering gebracht. Stichting Evean Thuiszorg staat voor deze vordering tot 22 mei 2013 garant. De vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.

Totaal liquide middelen

Passiva 8. Eigen vermogen

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen Kapitaal Het verloop is als volgt weer te geven:

t/m 2008

2009

-9.652

2010

219.353

2011

totaal

-1.244.528

Financieringsverschil boekjaar


Resultaatbestemming

56.976

56.976

18.293.010

15.638.008

212.686

212.686

18.562.672

15.907.670 Saldo per 31 december 2011

Overige mutaties

56.976

0

0

56.976

0

0

56.976

Reserve aanvaardbare kosten

15.638.008

2.655.002

0

18.293.010

Totaal

15.638.008

2.655.002

0

18.293.010

Collectief gefinancierd gebonden vermogen

-1.034.827 -591.656

31 december 2010

56.976

6. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot Saldo per 1 januari

31 december 2011

in € Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:

Kapitaal

in €

Toelichting De liquide middelen zijn direct opeisbaar. De daling van de liquide middelen is veroorzaakt door investeringen in de nieuwbouw Rietvelden. In totaal is tot nu toe een bedrag van € 10,3 miljoen geinvesteerd.

-591.656

Het verloop is als volgt weer te geven:

Correcties voorgaande jaren

2.000

177

-1.707.071

Betalingen/ontvangsten

5.182

-1.176.194

2.445.492

Subtotaal mutatie boekjaar

7.182

-1.176.017

738.421

-591.656

-1.022.070

Het verloop is als volgt weer te geven:

-2.470

-956.664

-506.107

-591.656

-2.056.897

Algemene reserves

212.686

0

0

212.686

Totaal

212.686

0

0

212.686

Saldo per 31 december Stadium van vaststelling (per erkenning):

c

c

-1.704.894 1.274.480

c

a

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa

9. Voorzieningen in €

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar (AWBZ excl. GGZ)

2011

2010

Wettelijk budget aanvaardbare kosten

114.150.995

111.682.764

Af: ontvangen voorschotten

-114.893.743

-112.987.051

Totaal financieringsverschil

-742.748

-1.304.287

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar (GGZ) Wettelijk budget aanvaardbare kosten

1.256.027

1.126.970

-1.028.856

-1.062.611

Af: opgenomen onder OHW

-76.078

-4.600

Totaal financieringsverschil

151.093

59.759

Af: gefactureerde DBC's

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen


Dotatie


Onttrekking

Het verloop is als volgt weer te geven: 1.277.782

141.338

-823.025

Jubilea-uitkeringen

Reorganisaties

767.881

30.613

0

596.095 798.494

Arbeidsongeschiktheid

149.490

173.499

-98.756

224.232

Groot onderhoud

3.093.556

-546.387

-2.147.168

400.000

Voorzieningen

5.288.708

-200.937

-3.068.950

2.018.821

31 december 2011 Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:

Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm (GGZ) Financieringsverschil AWBZ Financieringsverschil DBC-financiering (Sub)totaal financieringsverschil


Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.)

1.020.327

-2.205.325

-929.200

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.)

998.494

148.428

-105.627

Hiervan langlopend (> 5 jaar)

250.000

-2.056.897

-1.034.827

Financieel

67

Toelichting per categorie voorziening • De reorganisatievoorziening wordt gevormd voor medewerkers die als boventallig zijn aangemerkt. De voorziening is gebaseerd op de totale afkoopverplichting, rekening houdend met de kans dat medewerkers ander werk vinden binnen of buiten de organisatie. Als gevolg van het oplossen van diverse dossiers is de reorganisatievoorziening naar beneden bijgesteld. • De voorziening jubilea is gebaseerd op de gemiddelde

jubileaverplichting, rekening houdend met een vertrekkans. Gezien de beperkte mutatie in de voorziening is het effect van oprenting in 2011 beperkt. • De voorziening arbeidsongeschiktheid betreft de voorziening langdurig zieken. • De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op de onderhoudsplanning. De onderhoudsplanning is in 2011 beoordeeld. Hierdoor is een deel van de onderhoudsvoorziening vrij gevallen.

in €

31 december 2011

31 december 2010

Langlopende schulden aan kredietinstellingen Langlopende schulden aan groepsmaatschappijen Financial Lease Totaal langlopende schulden

19.617.899

24.408.000

0

0

718.970

896.292

20.336.869

25.304.292

28.346.499

29.274.765

Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen

0

1.650.478

Af: aflossingen

-2.665.783

-2.578.744

Stand per 31 december

25.680.716

28.346.499

5.343.847

3.042.207

20.336.869

25.304.292

5.343.847

3.042.207

Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost)

20.336.869

25.304.292

Hiervan langlopend (> 5 jaar)

13.732.010

17.667.449

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage 5.1.8 overzicht langlopende leningen. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

31 december 2010

Crediteuren

3.063.630

3.898.015

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen

5.343.847

3.042.207

Belastingen en sociale premies

2.955.167

3.265.446

Schulden terzake pensioenen

2.197.731

1.813.627

Nog te betalen salarissen

39.319

175.805

Vakantiegeld

2.510.259

2.607.852

Vakantiedagen

3.250.611

3.542.797

0

961.983

Overige schulden

1.227.035

1.403.198

Nog te betalen kosten

2.664.563

5.501.905

Vooruitontvangen opbrengsten


Toelichting Zie voor de zekerheden overzicht 5.1.8 Overzicht leningen. Onder de aflossingen is begrepen de herwaardering van de financial leaseverplichting per 1 januari 2011 ten bedrage van € 0,2 miljoen (verhoging van de verplichting).

31 december 2011


Kortlopende schulden groepsmaatschappijen

10. Langlopende schulden in €

11. Kortlopende schulden en overlopende passiva

Overige passiva Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva

20.376

0

752.654

251.161

24.025.193

26.463.996

Toelichting De kredietfaciliteit in rekening-courant bij ING BANK N.V. bedraagt per 31 december 2011 EUR 0,9 miljoen (2010: € 0,9 miljoen) met een rente van 1 mnds EURIBOR plus 1%. De verstrekte zekerheden gelden tevens voor de opgenomen kredietfaciliteit in rekening-courant bij INGBank N.V. en luiden als volgt: • negatieve pledge/pari passu en cross default; • pandrecht op de vorderingen; De daling van de nog te betalen kosten wordt veroorzaakt door de financiële afwikkeling van de ontvlechting van de JGZ activiteiten. Overige niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen De jaarlijkse huurverplichting bedraagt € 7,7 miljoen. De huurcontracten hebben een langlopend karakter. Overige leasecontracten zijn afgesloten op Espria niveau en worden daar toegelicht. Fiscale eenheid Stichting Evean Zorg is onderdeel van een fiscale eenheid voor de BTW, waarvan stichting Espria aan het hoofd staat. Derhalve is stichting Evean Zorg hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid. Obligoverplichting WfZ Obligoverplichting Waarborgfonds (3% door Waarborgfonds geborgde leningen) € 736.000.


Financieel

69

5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa op grond van artikel 5a Regeling verslaggeving WTZi

5.1.6.2 WTZi-vergunningsplichtige materiële vaste activa in €

5.1.6.1 Totaal overzicht materiële vaste activa WTZi meldingsplichtig

WMG

Niet-WTZi

Totaal


-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen

55.375.082

19.109.993

11.884.730

7.241.410

93.611.216

-24.346.219

-9.120.860

-8.190.562

-4.996.132

-46.653.773

Boekwaarde per 1 januari 2011

31.028.863

9.989.134

3.694.168

2.245.278

46.957.443


-- investeringen -- herwaarderingen -- afschrijvingen

6.079.885

0

-20.500

1.108.490

7.167.876

223.857

0

0

0

223.857

-1.996.099

-1.160.962

-681.117

-439.389

-4.277.568

-- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo)

-92.317

0

-1.795.342

-1.420.513

-3.308.172

26.858

0

1.752.124

1.117.438

2.896.421

-65.459

0

-43.218

-303.074

-411.751

4.242.184

-1.160.962

-744.834

366.027

2.702.414


-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve afschrijvingen

61.362.650

19.109.993

10.068.889

6.929.388

97.470.920

223.857

0

0

0

223.857

-26.315.460

-10.281.822

-7.119.555

-4.318.083

-48.034.920

Boekwaarde per 31 december 2011

35.271.047

8.828.172

2.949.334

2.611.305

49.659.857

Bijzondere waardeverminderingen

-812.000

0

Extra afschrijvingen op basis van bedrijfseconomische grondslagen

-638.485

-164.084

-543.082

-137.211

-1.482.861

33.820.562

8.664.088

2.406.251

2.474.094

47.364.995

Boekwaarde per 31 december op basis van bedrijfseconomische grondslagen


Gebouwen

Verbouwingen

Onderhanden projecten

Installaties

Subtotaal vergunning

Stand per 1 januari 2011 WTZi vergunningsplichtig

in €

Terreinvoorzieningen

Grond


3.591.311

201.314

33.925.764

1.835.738

11.620.825

4.200.131

0

0

0

0

0

0

0

0

-195.377

-14.940.532

-1.078.707

-8.131.603

0

-24.346.219


3.591.311

5.937

18.985.231

757.031

3.489.222

4.200.131

31.028.863

0

0

0

0

0

6.079.885

6.079.885

0

0

223.857

0

0

0

223.857

0

-2.405

-1.399.730

-136.929

-457.036

0

-1.996.099

aanschafwaarde

0

0

0

0

-92.317

0

-92.317


0

0

0

0

26.858

0

26.858

per saldo

0

0

0

0

-65.459

0

-65.459

0

-2.405

-1.175.873

-136.929

-522.495

6.079.885

4.242.184


3.591.311

201.314

33.925.764

1.835.738

11.528.508

10.280.015

61.362.650

0

0

223.857

0

0

0

223.857

0

-197.781

-16.340.262

-1.215.636

-8.561.782

0

-26.315.461


3.591.311

3.533

17.809.359

620.102

2.966.727

10.280.015

35.271.047

0,0%

5,0%

2-2,5%

5,0%

5,0%

0,0%

55.375.082


-- investeringen -- herwaarderingen -- afschrijvingen -- desinvesteringen

Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2011

Afschrijvingspercentage

-812.000

Financieel

71

5.1.6.5 Niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa

5.1.6.3 WTZi-meldingsplichtig materiële vaste activa in €

Trekkingsrechten

Subtotaal

Instandhoudingen

Subtotaal meldingsplichtige activa

Subtotaal


-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2011

11.776.408

11.776.408

7.333.585

7.333.585

19.109.993

-4.710.563

-4.710.563

-4.410.296

-4.410.296

-9.120.860

7.065.845

7.065.845

2.923.289

2.923.289

9.989.134

-588.820

-588.820

-572.142

-572.142

-1.160.962


-- afschrijvingen Mutaties in boekwaarde (per saldo)

-588.820

-588.820

-572.142

-572.142

-1.160.962

in €

Terreinvoor zieningen Gebouwen

Grond

Verbou wingen

Installa ties

Inventaris

Vervoer midelen

Automati sering

Onder handen projecten

Subtotaal Niet WTZi/ WMG



9.076

6.254

1.057.879

1.410.475

1.041.167

2.130.820

14.568

1.349.036

222.134

7.241.410

0

-3.897

-519.763

-768.924

-887.657

-1.683.385

-3.895

-1.128.611

0

-4.996.132


9.076

2.358

538.117

641.552

153.510

447.435

10.672

220.425

222.134

2.245.278


-- investeringen -- afschrijvingen

0

6.559

0

27.355

20.047

762.520

4.365

28.248

259.398

1.108.490

0

-1.818

-52.929

-116.484

-25.458

-157.954

-12.187

-72.559

0

-439.389

-- desinvesteringen


-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2011 Afschrijvingspercentage

11.776.408

11.776.408

7.333.585

7.333.585

19.109.993

-5.299.384

-5.299.384

-4.982.438

-4.982.438

-10.281.822

6.477.024

6.477.024

2.351.147

2.351.147

8.828.172

5,0%

10,0%

aanschafwaarde

0

0

0

0

-111.037

-39.646

0

-1.143.224

-126.607

-1.420.513


0

0

0

0

37.012

18.217

0

1.062.209

0

1.117.438

per saldo

0

0

0

0

-74.025

-21.428

0

-81.015

-126.607

-303.074

0

4.741

-52.929

-89.129

-79.436

583.138

-7.822

-125.326

132.791

366.027

9.076

12.813

1.057.879

1.437.830

950.177

2.853.695

18.933

234.060

354.925

6.929.388

0

-5.714

-572.692

-885.407

-876.103

-1.823.122

-16.083

-138.961

0

-4.318.083

9.076

7.099

485.187

552.423

74.074

1.030.573

2.850

95.099

354.925

2.611.305

0,0%

5,0%

2-2,5%

5,0%

5,0%

10,0%

20,0%

10-33%

0,0%

Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2011


5.1.6.4 WMG gefinancierde materiële vaste activa in €

Inventaris

Vervoermiddelen

Automatisering

Subtotaal WMG



9.460.123

222.793

2.201.814

11.884.730

-5.834.213

-202.284

-2.154.065

-8.190.562


3.625.910

20.509

47.749

3.694.168

Boekwaarde per 31 december 2011 Afschrijvingspercentage


-- investeringen -- afschrijvingen

-20.500

0

0

-20.500

-667.529

-10.887

-2.701

-681.117

5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten 5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten

-- desinvesteringen aanschafwaarde

0

0

-1.795.342

-1.795.342


0

0

1.752.124

1.752.124

per saldo

0

0

-43.218

-43.218

Mutaties in boekwaarde (per saldo)

-688.028

-10.887

-45.919

-744.834

Projectgegevens

Num mer B08262

9.439.624

222.793

406.472

10.068.889

-6.501.742

-213.171

-404.642

-7.119.555


2.937.882

9.621

1.830

2.949.334

10,0%

20,0%

10-33%

Afschrijvingspercentage


Goedkeuringen (in €)

t/m 2011 Briefnum mer

Datum

Totaal

Omschrijving

WTZi-type

31-12-2008

Noordse Balk/ Vergunning Rietvelden

31-12-2010

Overige projecten



Investeringen (in €)

geen

t/m 2010

2011

4.200.131

6.079.884

222.135

259.398

4.422.266

6.339.282

Onder handen

Gereed

Nominaal bedrag

Index

0 10.280.015 11.398.019 126.607

354.925

Aangepaste goed Jaar van keuring oplevering

0

126.607 10.634.941 11.398.019

Financieel

0 11.398.019

2012

0

2012

0

0 11.398.019

73

5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011

Leninggever

Datum

Hoofdsom (in €)

Totale looptijd (in jaren)

Soort lening

Werkelijkerente

Restschuld 31 december 2010 (in €)

Nieuwe leningen in 2011 (in €)

Aflossing in 2011 (in €)

Restschuld 31 december 2011 (in €)

Resterende looptijd in jaren eind 2011

Restschuld over 5 jaar (in €)

Aflossingswijze

Aflossing 2012 (in €)

Gestelde zekerheden

Nederlandse Waterschapsbank NV

01-11-1996

1.743.650

30 Onderhands

4,05%

913.913

57.120

856.793

556.163

15 Lineair

ABN/AMRO Bank

31-12-2004

3.085.705

16,66 Onderhands

4,02%

1.996.633

181.512

1.815.121

907.561

10 Lineair

181.512 Waarborgfonds1

ABN/AMRO Bank

31-12-2004

1.633.609

17,75 Onderhands

4,67%

1.089.073

90.756

998.317

544.537

11 Lineair


60.126 Rijksgarantie

ABN/AMRO Bank

01-01-1998

2.461.553

23,25 Onderhands

5,38%

1.799.581

79.434

1.720.147

0

1 Lineair

1.720.147 Waarborgfonds1

ABN/AMRO Bank

01-01-1998

2.461.553

23,25 Onderhands

5,38%

1.799.581

79.434

1.720.147

0

1 Lineair

1.720.147 Waarborgfonds1

ABN/AMRO Bank

01-01-1998

2.488.031

23,25 Onderhands

4,00%

1.826.079

79.434

1.746.645

1.217.083

17 Lineair



27-02-2006

2.276.207

20 Onderhands

3,74%

1.820.966

113.810

1.707.156

1.138.106

15 Lineair

113.810 Waarborgfonds

ABN/AMRO Bank

01-01-1998

2.461.553

23,25 Onderhands

4,33%

1.799.600

79.434

1.720.166

1.190.604

17 Lineair


ABN/AMRO Bank

04-05-2005

1.187.500

9 Onderhands

5,40%

47.500

47.500

0

0

0 Lineair


31-12-2004

6.191.377

26,33 Onderhands

4,44%

4.851.817

239.595

4.612.222

3.414.242

19 Lineair

ABN/AMRO Bank

31-12-2004

1.421.648

23,5 Onderhands

4,33%

1.043.308

45.401

997.907

695.237

18 Lineair

0 Waarborgfonds1 239.596 Waarborgfonds 60.534 Waarborgfonds1

Algemeen Burgelijk Pensioenfonds

01-01-1990

612.603

20 Onderhands

5,50%

0

0

0

0

ABN/AMRO Bank

01-08-1969

136.134

50 Onderhands

7,50%

66.927

6.390

60.537

35.142

ABN/AMRO Bank

01-01-1972

18.151

40 Onderhands

8,00%

2.283

2.066

217

0

1 Lineair

217 Waarborgfonds1 475.000 Waarborgfonds1

0 Lineair

ABN/AMRO Bank

18-12-2004

9.025.000

19 Onderhands

4,34%

6.175.000

475.000

5.700.000

3.325.000

12 Lineair

ASN/SNS

06-03-2006

2.777.130

5 Onderhands

3,32%

555.426

555.426

0

0

0 Lineair

NWB

01-04-2008

1.000.000

30 Onderhands

4,06%

908.334

33.333

875.001

708.334

27 Lineair

Subtotaal kredietinstellingen

0 Waarborgfonds

9 Annuiteiten


0 Rijksgarantie 33.333 Waarborgfonds

24.530.376

4.912.477

Woonzorg Nederland

01-01-1972

1.218.907

4

5,25%

1.218.907

179.142

1.039.765

0

3 Annuïtair

320.795 Geen

Woonzorg Nederland

01-01-1975

431.571

1

5,25%

431.571

320.996

110.575

0

1 Annuïtair

110.575 Geen

Subtotaal financial lease

1.150.340

Totaal

28.346.499

0

2.665.783

25.680.716

431.370 13.732.010

5.343.847

1 Voor ABN/AMRO bank leningen geldt tevens een negatieve hypotheekverklaring en een pari passuverklaring.


Financieel

75

5.1.9 Toelichting op de resultatenrekening

12. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten in €

5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2011 in € Segment

Verpleging en verzorging 2011

Productieafspraken verslagjaar

Totaal

2010

2011

2010

Bedrijfsopbrengsten Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Niet gebudgetteerde zorgprestaties Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten

113.702.128

113.344.648

113.702.128

113.344.648

5.308.841

5.163.292

5.308.841

5.163.292

507.976

990.774

507.976

990.774

1.840.207

2.431.179

1.840.207

2.431.179

121.359.152

121.929.894

121.359.152

121.929.894

Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

93.984.768

90.422.226

93.984.768

90.422.226

5.760.424

4.594.105

5.760.424

4.594.105

812.000

0

812.000

0

Overige bedrijfskosten

17.173.203

23.847.062

17.173.203

23.847.062

Som der bedrijfslasten

117.730.395

118.863.393

117.730.395

118.863.393

3.628.758

3.066.500

3.628.758

3.066.500

-973.756

-1.034.362

-973.756

-1.034.362

2.655.002

2.032.138

2.655.002

2.032.138

0

0

0

0

2.655.002

2.032.138

2.655.002

2.032.138

Bedrijfsresultaat Financiele baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten Resultaat boekjaar

2011

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar

114.514.176

2.680.092

219.330

Prijsindexatie materiële kosten

111.013

98.613

Groei normatieve kapitaalslasten

192.694

136.679 303.707

235.292

Uitbreiding erkenning en toelating:

-- normatieve kapitaalslasten

0

85.705 0

85.705

Nacalculeerbare kapitaalslasten:

-- rente -- afschrijvingen -- overige

0

-508.889

-2.203.688

-1.943.695

499.986

4.911 -1.703.702

-2.447.673

Overige mutaties:

-- Geheugenpoli -- Correctie nacalculatie

129.057

202.904

653.219

Subtotaal wettelijk budget boekjaar Correcties voorgaande boekjaren Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten

Resultaatsbestemming

2010 113.344.648

0 782.276

202.904

115.407.022

112.809.734

-1.704.894

534.914

113.702.128

113.344.648

Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Collectief gefinancierd gebonden vermogen: Reserve aanvaardbare kosten: Bestemmingsreserve:

2.655.002

857.389

2.655.002

857.389

0

1.174.749

0

1.174.749

2.655.002

2.032.138

2.655.002

2.032.139

Toelichting De post ‘overige’ onder de nacalculeerbare kapitaalslasten bestaat uit een vergoeding verhuiskosten Erasmushuis. Baten 13. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties in €

2011

2010

De specificatie is als volgt: Zorgprestaties tussen instellingen

1.900.402

1.631.584

Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering


819.149

739.172

Persoonsgebonden en -volgende budgetten

81.672

68.018

Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming)

22.874

91.565

Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties

2.484.744

2.632.953

Totaal

5.308.841

5.163.292

Financieel

77

14. Subsidies

17. Afschrijvingen vaste activa 2011

in €

2010

in €


2011

2010


Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds)

270.124

403.416

Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief

112.555

75.476

Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies

125.297

511.882

Totaal

507.976

990.774

Nacalculeerbare afschrijvingen:

-- materiële vaste activa

2.584.920

2.491.038


3.175.504

2.103.067

Totaal afschrijvingen

5.760.424

4.594.105

Overige afschrijvingen:

Toelichting De opbrengsten uit subsidies zijn gedaald door de beeindiging van de mantelzorg activiteiten en een lagere vergoeding stage fonds als gevolg van minder leerlingen en stageplekken.

Toelichting In de nacalculeerbare afschrijvingen zijn begrepen de afschrijvingen op financial lease contracten ten bedrage van € 764.276. De overige afschrijvingen zijn ten opzichte van 2010 toegenomen door versnelde afschrijving op met name inventarissen.

15. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten 2011

in €

2010

De specificatie is als volgt: Verhuur

1.109.564

1.732.581

Overige

730.644

698.599

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2011

in € Totaal

1.840.207

2.431.179

Toelichting De daling van de verhuuropbrengsten wordt veroorzaakt doordat stichting Evean Zorg niet langer de verhuurder is van een aantal wooneenheden.

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening

5.760.424

waarvan nacalculeerbare afschrijvingen

2.584.920

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:

Lasten 16. Personeelskosten

-- WTZi-vergunningplichtige vaste activa -- WTZi-meldingsplichtige vaste activa -- WMG-gefinancierde vaste activa -- Kleinschalige Woonvoorzieningen

1.996.099

Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

3.838.179

1.160.962 681.117 0

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 2011

in €

2010

De specificatie is als volgt: Lonen en salarissen

71.296.299

66.941.398

Sociale lasten

8.833.621

8.507.841

Pensioenpremies

5.724.371

5.313.437

Andere personeelskosten

2.568.119

4.470.489

88.422.410

85.233.164

5.562.358

5.189.061

93.984.768

90.422.226

Verpleging en Verzorging

1.752

1.708

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden

1.752

1.708

Subtotaal Personeel niet in loondienst

90.541.532

Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa

-43.716.838

Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa

-43.716.838

18. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa in €

2011

2010

De specificatie is als volgt: Bijzondere waardeverminderingen van:

Totaal personeelskosten Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:



812.000

0

Totaal

812.000

0

Toelichting De bijzondere waardevermindering betreft een afwaardering op één van de intramurale lokaties.

Financieel

79

19. Overige bedrijfskosten 2011

in €

2010

De specificatie is als volgt: Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten

11.795.318

12.474.912

Algemene kosten

-9.159.752

-8.166.465

3.096.316

3.088.301

Client en bewonersgebonden kosten

22. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) De bezoldiging van de functionarissen die over 2011 in het kader van de Wopt verantwoord worden, is als volgt:

Onderhoud en energiekosten:

-- Onderhoud -- Energie gas -- Energie stroom -- Energie transport en overig

-216.178

2.862.029

1.196.478

1.744.447

1.504.089

1.420.461

590.925

257.585

Subtotaal

3.075.314

6.284.522

Huur en leasing

8.390.129

10.165.792

-24.122

0

17.173.203

23.847.062

Dotaties en vrijval voorzieningen Totaal overige bedrijfskosten

21. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging bestuurders en gewezen bestuurders over het jaar 2011 is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van stichting Espria.

Toelichting Onder de algemene kosten zijn opgenomen de doorbelastingen vanuit de Shared Service Centra’s aan overige groeps onderdelen. Ten behoeve van de vergelijkbaarheid zijn de vergelijkende cijfers aangepast. De daling van de kosten van onderhoud is veroorzaakt door de vrijval van de onderhoudsvoorziening. Als gevolg van de verantwoording van de huur van een tweetal panden als financial lease zijn de huurlasten gedaald. Daarnaast zijn de huurovereenkomsten voor een aantal wooneenheden beëindigd.

Voormalig bestuurder

1. Functionaris (functienaam)

01-11-1985

2. In dienst vanaf (datum) 3. In dienst tot (datum)

€ 145.900

4. Belastbaar loon

€ 77.510

5. Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn

0

6. Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband Totaal beloning in kader van de Wopt (4, 5 en 6)

€ 223.410

7. Beloning 2010

€ 269.846

Motivatie overschrijdingen van het gemiddelde belastbare loon per jaar van ministers: Toelichting Het is een contractueel overeengekomen vergoeding voor verrichte advieswerkzaamheden. 23. Honoraria accountant De honoraria van de accountant die over 2011 in de jaarrekening zijn verantwoord zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van stichting Espria.

20. Financiële baten en lasten 2011

in €

2010

De specificatie is als volgt: Financiële baten: Rentebaten

297.363

232.695

Subtotaal financiële baten

297.363

232.695

Rentelasten

1.271.119

1.267.057

Subtotaal financiële lasten

1.271.119

1.267.057

-973.756

-1.034.362

Financiële lasten:

Totaal financiële baten en lasten

Toelichting De rentelasten op langlopende leningen zijn als gevolg van aflossingen gedaald met € 120.000. Als gevolg van gepassiveerde leaseverplichtingen zijn rentelasten uit leaseverplichtingen verantwoord van € 98.000. De rentebaten zijn gestegen als gevolg van het zo optimaal mogelijk laten renderen van overtollige liquide middelen.


Financieel

81

5.2 Overige gegevens 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Espria heeft de jaarrekening 2011 vastgesteld in de vergadering van 22 mei 2012 te Amstelveen. De Raad van Commissarissen van Espria heeft de jaarrekening 2011 goedgekeurd in de vergadering van 22 mei 2012 te Amstelveen. 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is bepaald, conform artikel 4, dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van stichting Evean Zorg. 5.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verwerkt volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum. 5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders De ondertekening van de jaarrekening en daarmee de vaststelling en goedkeuring door de Raad van Bestuur respectievelijk de Raad van Commissarissen heeft op 22 mei 2012 te Amstelveen plaatsgevonden. Origineel getekend door Raad van Bestuur M.W. Meerdink, voorzitter A.Th.J.M. Zuure J.L. Kauffeld Orgineel getekend door Raad van Commissarissen M.J. van Rijn, voorzitter H.J. van den Bosch L. Geut B.E. Baarsma H.M. Prast B. Fransen

5.2.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen van Stichting Espria Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaardocument opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Evean Zorg te Purmerend gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de resultatenrekening over 2011 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling verslaggevingWTZi. De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als de Raad van Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol Jaarverantwoording zorginstellingen 2011. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Evean Zorg per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Verder vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dit kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening en is opgesteld onder toepassing van de in de Regeling verslaggeving WTZi opgenomen bijlage ‘Voorschriften voor de inrichting van het Jaarverslag van Zorginstellingen’.

Arnhem, 22 mei 2012 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door F.E. van Kommer RA

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.


Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze ven nootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www. pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Financieel

83

Uitgave © Evean Zorg, Mei 2012 Concept en ontwerp Teldesign, Rotterdam

www.evean.nl

Inhoud. Voorwoord 5 1 Uitgangspunten van de verslaggeving 6

Recommend Documents