JAARDOCUMENT 2011
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ..................................................................................................... 2 1.
Voorwoord ................................................................................................... 4
2.
Profiel van de organisatie .............................................................................. 6 2.1
Algemene indentificatiegegevens ................................................................. 6
2.2
Structuur van het concern .......................................................................... 6
2.3.
Kerngegevens ........................................................................................... 7
2.3.2 Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten ................. 8 2.3.3 Werkgebieden ........................................................................................... 9 2.4 3.
Samenwerkingsrelaties .............................................................................. 9 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap .................................. 12
3.1
Normen voor goed bestuur ....................................................................... 12
3.2
Directie .................................................................................................. 13
3.3
Toezichthouders (Raad van Commissarissen) .............................................. 14
3.4
Bedrijfsvoering........................................................................................ 15
3.5
Cliëntenraad ........................................................................................... 16
3.6
Ondernemingsraad/ Personeelsvertegenwoordiging ..................................... 16
4.
Beleid, inspanningen en prestaties................................................................ 17 4.1.
Meerjarenbeleid ...................................................................................... 17
4.2
Algemeen beleid verslagjaar ..................................................................... 18
4.3.
Algemeen kwaliteitsbeleid ........................................................................ 19
4.4.
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten ..................................... 20
4.4.1 Kwaliteit van zorg.................................................................................... 21 4.4.2. Klachten................................................................................................. 21 4.4.3. Toegankelijkheid ..................................................................................... 22 4.4.4. Veiligheid ............................................................................................... 22 4.5
Kwaliteit ten aanzien van medewerkers ...................................................... 23
4.5.1. Personeelsbeleid ..................................................................................... 23 4.5.2. Kwaliteit van het werk ............................................................................. 23 4.6.
Samenleving en belanghebbenden ............................................................ 24
4.7.
Financieel beleid ..................................................................................... 24
2
5.
Branchespecifieke informatie ....................................................................... 27 5.1.
Inleiding ................................................................................................ 27
5.2.
Algemene gegevens................................................................................. 27
5.3.
IUI met sperma van de partner ................................................................. 28
5.4.
IUI-behandelingen met donorsperma ......................................................... 28
5.5.
Inrichting van het laboratorium IVF ........................................................... 29
5.6.
Resultaten IVF en ICSI in 2011 ................................................................. 29
5.7.
Complicaties en (TRIP)-meldingen ............................................................. 31
5.8.
Spermabank ........................................................................................... 31
5.9.
Congres- en nascholing ............................................................................ 33
5.10. Lidmaatschappen .................................................................................... 34 Deel II Jaarrekening………………………………………………………………………………………………………… 35
3
1.
Voorwoord
Het jaarverslag 2011, het eerste lustrumjaar als zelfstandige kliniek. Een jaar waar wij met plezier en trots op kunnen terugkijken. In de kerngegevens kunt u zien dat er nog steeds een toenemende behoefte bestaat aan onze kliniek: het aantal verwijzingen is wederom gestegen. Dit uit zich natuurlijk ook in een toename van consulten en behandelingen. De werkdruk aan de telefoon, aan de balie, in de spreek- en behandelkamers en in het laboratorium was groot. Een grote pluim willen wij hierbij uitdelen aan alle medewerkers die onder deze druk uitstekend gewerkt hebben. Dit blijkt onder andere uit het feit dat ondanks de drukte het jaarlijkse cliënttevredenheidsonderzoek ons nog steeds een 8,4 toebedeelt als algemeen rapportcijfer. Ook in de cliëntenenquête van Freya scoorden wij goed (> 8) en eindigden daarmee op de derde plaats van IVF -klinieken (verschil met de eerste slechts 0,05 punt). Vermeldenswaard is dat bij de nummer 1 kliniek (1086 puncties 2010) er slechts 43 cliënten gestemd hebben tegen 210 bij MCK (807 puncties 2010). Wellicht is het voor Freya te overwegen ook de respons mee te wegen. Bijzonder trots zijn wij ook omdat wij mochten ontvangen a. de ISO 9001-certificering,
b. de ZKN/Kiwa-certificering en c. de Pluim van Freya. Er is in 2011 uitbreiding van aantal werknemers geweest. Toegetreden zijn een fertiliteitsarts, kwaliteitsmedewerker, analist, echoscopist en psycholoog. Tevens zijn er twee gastvrouwen in dienst gekomen waardoor het mogelijk is gezamenlijk te kunnen lunchen aan een gedekte tafel, een activiteit die het “wij gevoel” ondersteunt en door de medewerkers zeer op prijs wordt gesteld. Met de toename van aantallen cliënten en behandelingen stijgt natuurlijk ook de omzet. Niet alleen het aantal behandelingen is hiervoor verantwoordelijk, ook de tariefstelling door Nza. Voor het jaar 2010 werd om onduidelijke redenen het tarief voor IVF/ICSI (geen gescheiden tarieven ondanks aanzienlijk verschil in kostprijs) met € 1.000,verlaagd, leidend tot een totale inkomstenderving van ca € 600.000,- . In 2011 is dit tarief weer verhoogd met ruim € 310,-, wat mede heeft geleid tot een toename van omzet. Inhoudelijk is er ook wat veranderd in de kliniek. Sinds april 2011 is het toegestaan eicellen in te vriezen op niet-medische indicatie. Daarmee kunnen vrouwen onder de 40 jaar die nog geen mogelijkheid hebben om op korte termijn zwanger te worden, via een IVF -methode een aantal eicellen verkrijgen en laten invriezen (vitrificatie) om op deze wijze de zwangerschapskansen passend bij hun actuele leeftijd, te “preserveren” voor later. Momenteel hebben 31 vrouwen 334 eicellen laten invriezen. In eerdere jaren hebben wij aangegeven te gaan starten met embryodonatie. Hierbij stellen cliënten hun “restembryo’s” ter beschikking voor zwangerschap bij anderen. Na de vele protocollaire aanpassingen en besprekingen (ook met cliënten) is hiermee eind 2011 een start gemaakt en zijn enkele embryo’s ontdooid en teruggeplaatst bij wensmoeders. Helaas is er nog geen zwangerschap uit voortgekomen.
4
Een probleem in Nederland is nog steeds het vinden van een eiceldonatrice. Een groot aantal vrouwen heeft op relatief jonge leeftijd zelf geen (bruikbare) eicellen meer en zou in aanmerking komen voor eiceldonatie. Echter bij gebrek aan een eicelbank (i.t.t. spermabank) dient de betreffende vrouw zelf voor een donatrice te zorgen, bijvoorbeeld zus, nicht of vriendin. Dit is veelal niet mogelijk waardoor er een zoektocht op internet en buiten Nederland plaatsvindt. Daar zijn wel anonieme eicellen “te koop”. Niet altijd is even duidelijk van wie deze “buitenlandse” eicellen afkomstig zijn, daarbij is er zeker sprake van anonimiteit waardoor een kind niet in staat is kennis te maken met de genetische donatrice. Dit is iets wat wij in Nederland (donorwetgeving) wel wenselijk achten. Om deze reden is MCK gestart met de procedure een eicelbank op te richten, in maart 2012 zal hier actief mee gewerkt worden (werven donatrices). Een verschil met een spermadonor is, dat een eiceldonatrice een aanzienlijk grotere (ook tijds)inspanning moet leveren (en risico accepteert) voor het afstaan van eicellen (IVF -behandeling). Een reële onkostenvergoeding mag daar tegenover staan en wordt door ons ook geboden (€ 900,- per behandeling). In 2011 is een “Akkoord op hoofdlijnen” gesloten tussen VWS (ministerie), ZKN (Zelfstandige Klinieken Nederland), ZN (Zorgverzekeraars Nederland), OvMS (Orde van Medisch Specialisten) en NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen) waarin de lijnen zijn uitgezet voor 2012 om te komen tot een beteugeling van de zorgkosten. Het komt erop neer dat de macro kosten voor zorg slechts gering (kosten en inflatie, samen circa 5%) mogen stijgen met als uitgangspunt “omzet 2010 + 5 % (= 2011), + 5% vormt omzetplafond 2012”. Op deze wijze zullen de verzekeraars ook de contractonderhandelingen ingaan. ZN (Zorgverzekeraars Nederland) heeft aangekondigd dat de groeiruimte niet echt aanwezig is door overschrijdingen van macro Budget Kader Zorg. Wat kunnen wij financieel verwachten van 2012? Budgettering (omzetplafond) per verzekeringskoepel. Vooralsnog wordt gecontracteerd op totaalomzet. Elke koepel hanteert daarbij haar eigen norm. Achmea-Agis en Multizorg kijken naar omzet maar ook naar kwaliteit en cliënttevredenheid. Beide nemen omzet 2011 als uitgangspunt en geven ruimte in 2012. Menzis hanteert 2011 als uitgangspunt, geen groei. VGZ-UVIT hanteert 2010 omzet als uitgangspunt en geeft daarbij iets groeiruimte. CZ hanteert het ZN standpunt (omzet 2010 = omzet 2012 zonder groei). Wat zijn de gevolgen voor MCK? Meer op de kleintjes gaan letten. Scherper proberen in te kopen. Besparing op materiaal is erg lastig, immers 2 x IVF -behandeling = 2 x naald, 2 x kweekmedium, 2 x kweekschaaltjes. Door meer planning van met name IVF- en ICSI behandelingen kan winst behaald worden. Kweekmedium is duur en heeft beperkte houdbaarheid. Als aantal behandelingen per tijdseenheid onzeker is, moet je bestellen op maximum verwacht. Met spreiding en planning is nauwkeuriger te bepalen hoeveel materiaal je op voorraad moet hebben, dus minder verspilling, dus lagere kosten. Meer inzicht in "nice to have" en "need to have". Is ICT-uitbreiding nodig of wenselijk? Een spannend jaar, dat zal het zeker worden.
De directie, Dr. M.J. Crooij, voorzitter Dr. R.J. van Kooij Dhr. J. ten Voorde
5
2.
Profiel van de organisatie
2.1. Algemene indentificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Medisch Centrum Kinderwens Adres
Simon Smitweg 16
Postcode
2353 GA
Plaats
Leiderdorp
Telefoonnummer
071 – 5812300
Identificatienummer Kamer van Koophandel
41165830
E-mailadres
[email protected]
Internetpagina
www.mckinderwens.nl
2.2. Structuur van het concern Instelling voor Medisch Specialistische Zorg, voorheen ZBC (Zelfstandig Behandel Centrum) genoemd. Specialisme: Gynaecologie. Bijzonder concernonderdeel: Orgaanbank voor in ontvangst nemen, bewerken, bewaren en distribueren van embryo’s, semen en eicellen. Kinderwens MC is een 100% dochter vennootschap van MC Kinderwens Holding B.V. Medisch Centrum Kinderwens Leiderdorp B.V en Stichting Medisch Centrum Kinderwens maken ook deel uit van de groep. MC Kinderwens Holding BV heeft een Raad van Commissarissen (RvC) als toezichthouder en een Directie welke de groep bestuurt. MC Kinderwens Holding B.V. is de enige bestuurder van Kinderwens MC BV en Medisch Centrum Kinderwens Leiderdorp BV. In de statuten van de Holding heeft de RvC bevoegdheden toegewezen gekregen overeenkomstig de Zorgbrede Governance Code. Voorts voert MC Kinderwens Holding B.V. het bestuur over de Stichting Medisch Centrum Kinderwens. Deze exploiteert een orgaanbank en weefselinstelling voor het in ontvangst nemen, bewerken, bewaren en distribueren van embryo's, semen en eicellen. De rechtspersonen die tot de groep behoren vormen een fiscale eenheid voor de BTW en Vennootschapsbelasting. Kinderwens MC heeft een toelating als Zelfstandig Behandel Centrum (CIBG WTZi 2696367 d.d.29 juni 2006), tegenwoordig genaamd Instelling voor Medisch Specialistische Zorg (IMSZ) en een vergunning tot uitoefenen van In Vitro Fertilisatie (IVF) sedert 24 maart 1999 conform Planningsbesluit IVF (7 april 1998, CSZ/ZT/984528, Stcrt 95) als bedoeld volgens artikel 2 eerste lid juncto art. 5 Wet op Bijzondere Medische Verrichtingen. Projectcodenr. A.937.15.0.95.N.1, instelnummer 5772, 6
projectnummer 7129. Medisch Centrum Kinderwens Leiderdorp B.V. verleent ondersteunende diensten aan Kinderwens MC, ten behoeve van het leveren van de medisch specialistische zorg. Stichting Medisch Centrum Kinderwens heeft een erkenning als orgaanbank in het kader van de Wet Veiligheid en Kwaliteit Lichaamsmateriaal (WVKL). Erkenning definitief verleend op 24 september 2008, registernummer 108466 L/EO. Ingaande 2012 is er een formele personeelsvertegenwoordiging (PVT). Tweemaandelijks is er een geformaliseerd overleg tussen directie en voltallig personeel. Dit overleg wordt geagendeerd, waarbij zowel personeel als directie agendapunten kunnen aanmelden. Van dit overleg worden notulen vervaardigd, welke aan elk personeelslid worden toegezonden. Tevens zijn agenda’s en notulen voor alle personeelsleden elektronisch toegankelijk.
2.3. Kerngegevens 2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering Kinderwens MC heeft de volgende kernactiviteiten: Het bieden van hulp aan mensen met voortplantingsproblematiek en al hetgeen daarmee verband houdt; Het verrichten van In Vitro Fertilisatie conform de vergunning die aan de stichting is verleend als bedoeld in artikel 2, eerste lid, juncto artikel 5 van de Wet op de bijzondere medische verrichtingen Instelnr.: 5772 instel/Projectnr. 7129. De algemene doelstelling zoals verwoord in het beleidsdocument luidt: - Kinderwens MC stelt zich tot doel een bijdrage te leveren aan een goede reproductieve gezondheidszorg in Nederland. Kernpunten van deze zorg zijn: Aanbieden van een behandelplan dat op de individuele hulpvraag is afgestemd; - Bieden van een vriendelijke en veilige omgeving zonder lange wacht- en toegangstijden; - Consistente individuele begeleiding gedurende het behandelproces; - Inzet van kwalitatief optimale behandelmethoden; - Cliëntgericht van intake tot en met nazorg; - Compliance met nationale wet- en regelgeving alsmede richtlijnen van de beroepsgroep der gynaecologen (NVOG) en klinisch embryologen (KLEM).
De activiteiten van Kinderwens MC bevinden zich nagenoeg geheel op het op grond van de Zorgverzekeringswet verzekerde zorgterrein, de door Kinderwens MC geleverde zorg wordt vergoed binnen de basisverzekering die de Zorgverzekeringswet biedt. Ten behoeve van het recht op vergoeding zijn met alle verzekeraars contracten aangegaan, waarmee het declaratieverkeer elektronisch via Vecozo verloopt. In deze contracten worden verplichtingen over en weer vastgesteld, met name betreffende prijs en kwaliteit te leveren door Kinderwens MC en de (betalings)verplichtingen van de resp. zorgverzekeraar. Slechts voor die behandelingen welke niet onder de basisverzekering vallen (poging 4 en meer van IVF en ICSI) verloopt de declaratie rechtstreeks met de cliënt.
7
2.3.2. Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Kinderwens MC heeft een beperkt werkgebied in de zorg vergeleken met de algemene en categorale ziekenhuizen. In het overzicht “kerngegevens” zijn de van toepassing zijnde onderdelen benoemd. Kerngegevens
Aantal 2011
Aantal 2010
Gemiddeld aantal feitelijke deeltijdplaatsen verslagjaar
31
23
Aantal feitelijk beschikbare bedden (klinische en dag/deeltijdbehandeling) verslagjaar
3
3
35
32
Capaciteit
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten verslagjaar
Aantal FTE personeelsleden in loondienst exclusief 26,8 medisch specialisten verslagjaar
25,7
Aantal medische specialisten (loondienst + inhuur 2,0 + vrij beroep) verslagjaar
2,0
Aantal FTE medische specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) verslagjaar
2,0
2,0
Bedrijfsopbrengsten
Bedrag 2011
Bedrag 2010
Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar
€ 5.112.242
€ 4.174.245
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
0
0
€ 5.112.242
€ 4.174.245
Productie
2011
2010
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s
8.575
7.108
Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar
2.288
2.090
Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar 7.212
5.072
Echoscopie follikelstimulatie in verslagjaar
7.057
5.564
Aantal dagverplegingdagen (normaal) in verslagjaar
957
817
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
8
2.3.3. Werkgebieden Het werkgebied van Kinderwens MC is de voortplanting van de mens. Leidend hierbij zijn de richtlijnen en standpunten van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en Vereniging van Klinisch Embryologen (KLEM) alsook de hierop van toepassing zijnde wet- en regelgeving (in het bijzonder de Embryowet, Wet Veiligheid en Kwaliteit Lichaamsmateriaal en de Wet op de Donorregistratie). Doelgroep cliënten is vrouwen in de vruchtbare leeftijd (20–45 jaar) bij wie een spontane zwangerschap uitblijft en die dus hulp nodig hebben bij het verwezenlijken van hun wens tot het krijgen van kinderen. Het betreft vrouwen met mannelijke partner, vrouwen met vrouwelijke partner en alleenstaande vrouwen.
2.4. Samenwerkingsrelaties Groene Hart Ziekenhuis te Gouda Met de maatschap gynaecologie van het Groene Hart Ziekenhuis te Gouda (GHZ) is sedert 1 januari 2008 een geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst gesloten. Daar de directie van GHZ besloten heeft het laboratorium voor bewerking van sperma niet aan te passen aan de nieuwe eisen van de WVKL, worden de bewerkingen van zaad t.b.v. Intra Uteriene Inseminatie bij cliënten van GHZ verzorgd door Kinderwens MC. De gynaecologen van GHZ verzorgen voor hun eigen cliënten de folliculaire fase (al dan niet gestimuleerd) van de behandeling waarna de opwerking van het zaad en de daadwerkelijke inseminatie in Kinderwens MC plaatsvindt. Met ingang van 1 januari 2009 is er een formele overeenkomst voor de satellietfunctie van het GHZ. De hoofdbehandelaar blijft de gynaecoloog van het GHZ. Conform de Kwaliteitsnorm IVF van de NVOG is voor deze samenwerking een overeenkomst gesloten tussen de betreffende directies en gynaecologen. Stichting Geertgen Deze stichting omvat een instelling voor verminderde vruchtbaarheid en spermabank. In het kader van de opslag van ingevroren embryo’s en sperma heeft Stichting Medisch Centrum Kinderwens een overeenkomst met Stichting Geertgen waarin vastgelegd dat de instellingen over en weer zorg zullen dragen voor overname van de genoemde voorraad ingevroren embryo’s en sperma evenals de medische dossiers in geval van ernstige calamiteit of faillissement van een van beide instellingen. Freya Met deze patiëntenvereniging bestaat een goede verstandhouding waarbij op afroep overleg plaatsvindt aangaande cliëntenzaken. Statutair heeft Freya het recht van enquête bij Kinderwens MC. Per 2012 is een bestuurslid van Freya lid van de externe klachtencommissie. Zorgverzekeraars Met de zorgverzekeraars bestaat een wisselend intensief contact. Jaarlijks ontvangen de zorgverzekeraars een kwaliteitsjaarverslag, jaarlijks vindt ook overleg plaats met het doel afsluiten van een samenwerkingscontract. Sommige verzekeraars hebben genoeg aan een jaarverslag, anderen komen voor overleg naar de kliniek. NVOG De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie heeft in haar organisatie een werkgroep IVF. Deze werkgroep, waarvan alle IVF-klinieken, althans bij/voor haar werkende gynaecologen, lid zijn, draagt zorg voor richtlijnen en standpunten betreffende de voortplantingsproblematiek. De aan Kinderwens MC verbonden gynaecologen alsook de fertiliteitsartsen en embryologen (als buitengewoon lid) zijn lid van deze werkgroep en bezoeken regelmatig haar vergaderingen en wetenschappelijke bijeenkomsten. Een van de gynaecologen van Kinderwens MC is ook initiatiefnemer van de revisie van de “kwaliteitsnorm IVF”.
9
KLEM De klinisch embryologen, betrokken bij de voortplanting, zijn verenigd in een beroepsgroep van Klinisch Embryologen. Beide aan Kinderwens MC verbonden embryologen zijn lid van deze vereniging en bezoeken haar vergaderingen en wetenschappelijke bijeenkomsten. NBVKI Binnen de Nederlands-Belgische Vereniging voor Kunstmatige Inseminaties zijn professionals actief die werkzaam zijn op het gebied van inseminatie met donorsperma. Een van de embryologen van Kinderwens MC is bestuurslid van deze vereniging. Een verpleegkundige en beide embryologen zijn lid van de vereniging. De NBVKI is initiatiefnemer geweest voor het tot stand komen van het ‘landelijk protocol semenbanken’, een landelijke richtlijn waarin de kwaliteitsborging rond de semenbank is beschreven. Rijnland Ziekenhuis Met de Raad van Bestuur Rijnland Ziekenhuis te Leiderdorp is een overeenkomst afgesloten voor opvang van ernstige calamiteiten, waarbij de afdeling Spoedeisende Hulp zonder voorbehoud beschikbaar is in voorkomende situaties. De apotheker van het Rijnland Ziekenhuis (drs. H. de Groot) is toezichthoudend apotheker voor de klinisch toegepaste medicatie. Tweemaal per jaar vindt door hem visitatie plaats. DCNED Met het Diagnostisch Centrum Nederland is een overeenkomst voor gebruik van laboratorium voor bepalingen op terrein van klinische chemie, hematologie, bacteriologie en virologie. Bloed/serum afgenomen door Kinderwens MC wordt verzonden naar DCNed welke voor bepaling van aanvragen zorg draagt. Ultimo 2011 is deze relatie beëindigd en worden de bepalingen verzorgd door het laboratorium van de Reinier de Graaf Groep te Delft Financieel De huisbankier van Medisch Centrum Kinderwens is de ABN-AMRO bank. Medicore / Cure4Finance / Diago De software welke gebruikt wordt voor registratie van cliënten en registratie plus declaratie van DBC’s is van Medicore BV te Utrecht. Met deze firma bestaat een Service Level Agreement (SLA). De software bevindt zich in een beveiligde serveromgeving en is web based. Medicore ontvangt van DBC-onderhoud de reguliere updates betreffende DBC’s en implementeert deze. Daarmee is het registratie- en declaratiesysteem altijd up to date en conform de meest recente informatie. Declaratie van DBC’s wordt verricht door Cure4Finance (C4F), een in deze materie gespecialiseerde onderneming waarmee ook een SLA is afgesloten. C4F verzorgt het declaratieverkeer met verzekeraars via Vecozo en waar nodig met cliënten. Ook debiteurenbewaking en boekhoudkundige verwerking wordt verzorgd door C4F. Registratie van medische gegevens Jaarlijks worden de geanonimiseerde gegevens van IVF- en ICSI-behandelingen aangeleverd aan de IVF-werkgroep van de NVOG. De resultaten van alle klinieken in Nederland worden op de website van de NVOG gepubliceerd. De gegevens van behandelingen en resultaten worden ingevoerd in een daarvoor bestemd elektronisch cliëntendossier (FertiBase). Deze software is betrokken van en wordt onderhouden door STB. Vanaf januari 2010 is dit programma operationeel in MCK.
10
Naast deze programmatuur is ook IRIS in gebruik. IRIS is een in opdracht van MCK ontwikkeld “tailormade” programma voor planning en control van cliëntenbehandelingen. Tevens verzorgt IRIS de communicatie tussen de diverse programma’s alsmede de informatie welke vanuit externe partijen (DCNed) wordt aangeleverd. Vanuit de werkgroep IVF is de Stichting Automatisering Fertiliteit (SAF) opgericht, deze verzorgt de licenties voor Fertibase. Tegelijkertijd is door SAF aan STB een opdracht verstrekt voor het ontwikkelen van een gemoderniseerd elektronisch fertiliteitsdossier. MCK neemt deel aan dit initiatief.
11
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1. Normen voor goed bestuur Kinderwens MC realiseert als zorgonderneming met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid, verantwoorde en resultaatgerichte zorg. Zij draagt daarbij zorg voor een doelmatige en transparante bedrijfsvoering. Uitgangspunt hierbij is de Zorgbrede Governance Code. De uitgangspunten worden op de volgende wijze gestalte gegeven: -
-
-
-
-
Kinderwens MC stelt de cliënt en diens gerechtvaardigde wensen en behoeften bij de zorgverlening centraal; de zorgverlening geschiedt zodanig dat de daartoe beschikbaar staande middelen zo effectief en doelmatig mogelijk worden aangewend; de door Kinderwens MC geleverde zorg voldoet aan eigentijdse kwaliteitseisen; de statuten van Kinderwens MC voldoen aan de transparantie-eisen WTZi, de patiëntenvereniging Freya heeft als belanghebbende het recht van enquête en heeft daarmee toegang tot de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam; Kinderwens MC legt jaarlijks aan alle belanghebbenden verantwoording af middels een openbare publicatie over het in het verslagjaar gevoerde beleid en over de (totale) in dat jaar geleverde prestaties. De inhoud van deze verantwoording sluit aan op de eisen die in het Raamwerk Maatschappelijke Verantwoording zijn vastgelegd; de Directie is verantwoordelijk voor de kwaliteit, de juistheid en de volledigheid van de jaarlijkse verantwoording zoals bedoeld in lid e. De Raad van Commissarissen ziet er op toe dat de Directie deze verantwoordelijkheid vervult. De jaarlijkse verantwoording bevat, waar noodzakelijk, een bestuursverklaring; de Raad van Commissarissen legt in de in lid e genoemde openbare publicatie jaarlijks verantwoording af over zijn in het verslagjaar verrichte werkzaamheden. de externe accountant wordt benoemd en ontslagen door de Raad van Commissarissen. De Directie kan hierover advies uitbrengen aan de Raad van Commissarissen; de externe accountant wordt qua persoon periodiek gewisseld; de externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening gelijkelijk aan de Directie en de Raad van Commissarissen.
12
3.2. Directie Samenstelling directie Naam
Bestuursfunctie
Aandachtsgebieden
Dr. M. J. Crooij
Voorzitter Directie
Hoofd Medische Dienst, Gynaecoloog Voortplantingsgeneeskunde
Dr. R. J. van Kooij
Lid Directie
Hoofd Laboratorium, Klinisch Embryoloog
Dhr. J. ten Voorde
Lid Directie
Financiën en personeel
De Directie is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen van de groep waarvan Kinderwens MC deel uitmaakt en dus ook van Kinderwens MC zelf. Dit houdt onder meer in dat zij verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de zorgorganisatie, de strategie en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. De Directie legt hierover verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. Bij de vervulling van haar taak richt de Directie zich naar het belang van de zorgorganisatie, rekening houdend met het feit dat de zorgorganisatie een onderneming met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid is. De Directie is verantwoordelijk voor het beheersen van de risico's verbonden aan de activiteiten van de zorgorganisatie en voor de financiering van de zorgorganisatie. De Directie rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersing- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen stelt de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur vast. De jaarlijkse verantwoording van de zorgorganisatie bevat de door de wet voorgeschreven informatie over de hoogte en de structuur van de bezoldiging van de individuele leden van de Directie. De Directie is integer en stelt zich toetsbaar op ten aanzien van zijn eigen functioneren. Elke vorm en schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling tussen enig lid van de Directie en de zorgorganisatie wordt vermeden. Een lid van de Directie kan niet tegelijkertijd de functie vervullen van lid van de Raad van Commissarissen van een binnen het werkgebied van de zorgorganisatie werkzame zorgorganisatie of onderneming die geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden als de zorgorganisatie vervult. Een lid van de Directie zal zonder de toestemming van de Raad van Commissarissen geen betaalde of onbetaalde nevenfunctie aanvaarden of continueren als deze nevenfunctie, al dan niet in samenhang met andere betaalde of onbetaalde nevenfuncties, een meer dan minimale werkbelasting kan opleveren of anderszins strijdig kan zijn met de belangen van de zorgorganisatie. De leden van de Directie hebben een arbeidscontract, de salariëring overstijgt niet de norm “gemiddeld belastbaar loon van onze Ministers”. Voor de beloning van de bestuurders wordt de Beloningscode Bestuurders in de Zorg (BBZ) gehanteerd. Er is geen “auto van de zaak” ter beschikking gesteld, wel kunnen t.b.v. het concern verreden kilometers gedeclareerd worden conform het belastingvrije tarief.
13
3.3. Toezichthouders (Raad van Commissarissen) Samenstelling Raad van Commissarissen Naam
Aandachtsgebied
Maatschappelijke functies
Ir. R. Uijlenhoet
Voorzitter, Bedrijfsvoering, financiën
President commissaris IV Groep, Lid van de arbitragecommissie nieuwbouw afvalwaterzuivering Delfland.
Mw. Mr. W.K.Bischot
Juridisch
Partner bij Van Doorne N.V. Voorzitter Nijbakker-Morra Stichting Lid externe adviesraad Masters ZoMa iBMG Rotterdam Lid commissie werkgeverschap NVTZ
Dr. J.T.M. Vreeburg
Medisch en laboratorium
Geen
De Raad van Commissarissen is beperkt van omvang en daarmee in overeenstemming met de grootte van de organisatie. De rechten en plichten van de Raad van Commissarissen liggen statutair vast en voldoen aan de Governance Code zoals opgesteld door o.a. de Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen. De onafhankelijkheid van de leden van de RvC blijkt al uit hun (neven)functies. Als extra toelichting hierop een beknopt Curriculum Vitae van de afzonderlijke leden.
Ir. R. Uijlenhoet (1940) Van 1982 tot en met 2001 was hij Lid van de Directie van de NV. Luchthaven Schiphol en in die functie eindverantwoordelijk voor de operationele en technische bedrijfsvoering van de luchthaven incl. nieuwbouw.[COO]. Hij was medeverantwoordelijk voor de strategische besluitvorming van de Schiphol Groep. Nevenfuncties in deze periode: Lid RvC Luchthaven Rotterdam, Lid RvC Luchthaven Eindhoven, Lid RvC Luchthaven Lelystad, Lid Raad van Toezicht Luchtverkeersleiding en Lid Stichtingsbestuur Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. Sinds 2001 met pensioen.
Mw. Mr. W.K. Bischot (1966) Sedert 1991 is zij werkzaam als advocaat bij Van Doorne NV te Amsterdam. Per 1-12000 is zij compagnon en voorzitter van de Gezondheidsgroep van Van Doorne. Zij houdt zich voornamelijk bezig met het adviseren van zorginstellingen, individuele zorgaanbieders en andere marktpartijen die actief zijn in de zorgsectoren, op de uiteenlopende rechtsgebieden waarmee deze partijen te maken krijgen. Haar specifieke expertise bevindt zich op het terrein van de financiering en structurering van en de arbeidsverhoudingen in zorginstellingen.
14
Dr. J.T.M. Vreeburg (1941) Vanaf 1967 tot en met mei 2003 wetenschappelijk medewerker aan de faculteit geneeskunde van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Van 1986 tot 2000 was hij hoofd van het andrologisch laboratorium van het Dijkzicht Ziekenhuis. Gedurende deze periode was hij ook assistent professor at the Center for Reproductive Biology Research aan de Vanderbilt University Nashville in de USA. In juni 2003 is hij met pensioen gegaan (met behoud van research mogelijkheden). De Raad van Commissarissen heeft in het verslagjaar vijfmaal met de Directie vergaderd. Zij heeft haar toezichthoudende rol naar behoren kunnen invullen. Daar waar nodig zijn in dit kader verdere afspraken gemaakt over gestructureerde maandelijkse informatie aan de Raad. De Raad van Commissarissen heeft op een aantal onderwerpen de Directie van advies kunnen dienen. In dit kader zijn o.a. aan de orde geweest: -
Kwartaaloverzicht productie en financiën. Kwaliteitsindicatoren en het verloop. Management Reviews. Jaarrekening 2010 en begroting 2011-2012. Verdeling vrij- en gebonden vermogen. Afspraken hierover zijn gemaakt en vastgelegd. De invulling van Managementtaken door de Directie. Uitbreiding aantal locaties en vorderingen op dat gebied. Interesse van derden en eventuele overdracht van aandelen. Contracten met verzekeraars en optredende achterstand in betaling aan het begin van het boekjaar. De IVF- en ICSI-resultaten, verkregen met de Vitrosafe De start van het embryodonatieprogramma De start van de vitrificatie en opslag van eicellen
De Raad is van overtuiging, dat Directie en medewerkers alles in het werk stellen om de kliniek tot een van de toonaangevende klinieken in Nederland te laten behoren. De Raad spreekt dan ook haar voldoening uit over inzet van Directie en medewerkers.
3.4. Bedrijfsvoering Voor wat betreft de sturing en risicobeheersing met betrekking tot de bedrijfsvoering en het voldoen aan de wettelijke transparantie eisen is het volgende te melden: in het kader van de ISO certificering is de procesbeschrijving van de interne planning- en control cyclus op orde. Dit heeft al geleid tot een taakstellende begrotingsdiscipline; procesbeschrijvingen voor primaire en ondersteunende processen zijn in het kader van de ZKN-certificering aanwezig; maandelijks wordt voor de kliniek een overzicht verstrekt van begrote en daadwerkelijk uitgevoerde consulten en behandelingen, voor de Directie aangevuld met een financiële paragraaf;
15
er wordt gewerkt met een boekhoudpakket (AFAS) waar de leden van de Directie op kunnen inloggen (alleen lezen) om zo een directer overzicht te kunnen hebben van de actuele financiële situatie. AFAS wordt beheerd en van informatie voorzien door Cure4Finance op basis van door organisatie aangeleverde facturen van leveranciers, declaratie van zorg (DBC’s en onverzekerd) alsook kas- en bankboeken; in samenwerking met Medicore (DBC-registratie en facturatiesysteem) vindt verdere verbetering van AO/IC-processen plaats; per kwartaal wordt een management review opgesteld waarin naast de financiële informatie ook inhoudelijke informatie betreffende de cliëntenzorg wordt verwoord; door bovenstaand is een verdere verbeterslag gemaakt in managementinformatie; er is een schriftelijke vastlegging van bevoegdheden van personen en bedrijven; in het kwaliteitsysteem is inzichtelijk hoe de zorgverlening is georganiseerd en welke relaties er zijn met andere verbanden; zorgactiviteiten zijn financieel goed te onderscheiden van andere activiteiten in de financiële administratie zijn ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar naar bron en bestemming het is duidelijk wie welke verplichtingen voor of namens het concern is aangegaan. Er is afstemming met de fiscus over vrijstelling omzetbelasting voor het concern op basis van “omzetbelasting vrijgestelde prestaties ex artikel 11 lid 1 – onderdeel g OB ” en ex artikel 7 OB. Alle bovenstaande punten komen terug in de vergaderingen met de Raad van Commissarissen, alwaar bespreking en verantwoording plaatsvindt.
3.5. Cliëntenraad Er bestaat in Nederland een unieke cliëntenorganisatie (Freya) waarmee regelmatig contact is over cliëntenwensen aangaande de specifieke zorg welke in Kinderwens MC wordt geleverd. Freya verzorgt ook de landelijke tevredenheidsenquête onder fertiliteitcliënten
3.6. Ondernemingsraad/ Personeelsvertegenwoordiging De organisatie is te klein voor de wettelijk verplichte ondernemingsraad. In overleg met de werknemers is besloten per 1-1-2012 een personeelsvertegenwoordiging te institutionaliseren. Uit elke geleding (artsen, verpleegkundigen, analisten en secretariaat) zal een vertegenwoordiger worden gekozen. Aanvullende opleiding(en) wordt(en) gevolgd.
16
4.
Beleid, inspanningen en prestaties
4.1. Meerjarenbeleid Kinderwens MC stelt zich tot doel een bijdrage te leveren aan een goede reproductieve gezondheidszorg in Nederland. Kernpunten van de bijdrage aan deze zorg zijn: - Cliëntgericht van intake tot en met nazorg; -
Bieden van een vriendelijke en veilige omgeving zonder lange wacht- en toegangstijden;
-
Consistente, individuele begeleiding gedurende het behandelproces;
-
Aanbieden van een behandelplan dat op de individuele hulpvraag is afgestemd;
-
Inzet van kwalitatief optimale behandelmethoden;
-
Compliance met nationale en Europese wet- en regelgeving alsmede richtlijnen van de beroepsgroep der Gynaecologen en Klinisch Embryologen.
De Directie heeft een meerjarenbeleidsplan 2009-2013 opgesteld, goedgekeurd in de vergadering van Directie en Raad van Commissarissen op 3 februari 2009. Kernpunten van dit beleidsplan zijn: a) Verhoging van resultaten IUI-, IVF- en ICSI-behandelingen in de vorm van hoger percentage zwangerschappen per behandelingsvorm. b) Opstarten van embryodonatie. c) Toegankelijkheid van website voor (nieuwe) cliënten verbeteren. d) Invoering van “mijnkinderwens.nl” waarmee cliënten inzage hebben in hun dossier. e) Nieuwe kliniek operationeel per 1-1-2010. f)
Volledige invoering Elektronisch Patiënten Dossier
g) Protocol invriezen eicellen h) Certificering fertiliteitsverpleegkundigen i)
ISO-certificering van gehele kliniek
j)
ZKN-certificering kliniek
k) Uitbreiding psychologische en seksuologische hulpverlening
17
4.2. Algemeen beleid verslagjaar In lijn van de ontwikkelingen zoals in het meerjarenbeleid geschetst heeft de directie een meerjarenbegroting voor 2010-2013 opgesteld. Deze is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Elk jaar wordt het meerjarenbeleid getoetst aan de uitkomsten en waar nodig bijgesteld voor de volgende jaren. Eind 2010 is een gespecificeerde begroting voor 2011 opgesteld. Deze is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Werd in 2010 de verhuizing naar een nieuwe, grotere en modernere locatie gerealiseerd, in 2011 werden andere items uit het meerjarenplan – zie 4.1. - verder ter hand genomen. Ten aanzien van de vorderingen van het meerjaren beleidsplan hier een korte beschrijving. Resultaten van behandelingen. De resultaten in 2011 bij IUI zijn duidelijk beter met name bij de IUI-D (Intra Uteriene Inseminatie-Donor). Ook de resultaten van ontdooiingen van cryo embryo’s zijn verbeterd, zowel wat betreft het aantal embryo’s dat de vries- en ontdooiprocedure goed doorkomt als het aantal zwangeren na inbrengen van deze embryo’s. Verdere details en percentages bij de verschillende behandelsoorten zijn weergegeven in de branchespecifieke bijlage. Opstarten embryodonatie. Werd in 2010 de voorbereiding van het embryodonatieprotocol afgerond, in 2011 konden de eerste behandelingen daadwerkelijk plaatsvinden. Helaas in kleine aantallen, het aantal beschikbare embryo’s is zeer beperkt. Zie voor details de branchespecifieke bijlage. Website. Ten aanzien van de website zijn de vorderingen tot nu toe beperkt door de budgettaire ruimte. De directie beoogt dit punt opnieuw op te pakken in 2012. Om te bereiken dat cliënten toegang tot hun eigen gegevens krijgen is een overeenkomst gesloten met MijnGegevens.nl. In 2012 zal in stappen toegang gerealiseerd worden voor die cliënten die daar prijs opstellen. Nieuwe kliniek. Werd in 2010 de verhuizing naar de nieuwe, grotere en modernere locatie gerealiseerd, in 2011 werd gebruik gemaakt van de mogelijkheden die dit biedt door op deze nieuwe locatie voorlichtingsavonden voor geselecteerde groepen cliënten te introduceren. Deze worden uitgevoerd door een verpleegkundige en/of gynaecoloog , vaak in samenwerking met psycholoog (afhankelijk van onderwerp). De onderwerpen zijn: • donorbehandeling binnen heterorelatie • donorbehandeling binnen lesbische relatie • behandeling alleenstaande vrouwen • voorlichting IVF/ICSI-behandeling na indicatiestelling • voorlichting vitrificatie eicellen op niet-medische indicatie Elektronisch Patiënten Dossier. De ontwikkeling van een eigen EPD dat ondersteunend zal worden bij de bedrijfsvoering van de gehele groep, vordert gestaag. De papieren status is irrelevant geworden en zal volgens plan in 2012 compleet zijn afgeschaft voor de reguliere cliënten. Alleen voor de spermadonoren blijft nog een papieren versie bestaan. Zal ICT ooit voltooid zijn? De eerste fase betreft het laboratorium, spermabank en de verwerking van de uitslagen van externe partijen en is al in 2008 en 2009 geïmplementeerd. Aan het RFID-systeem tegen gameetverwisseling is een eigen database gekoppeld die ons in staat stelt alle gegevens betreffende de ontwikkeling van eicellen en embryo’s direct ten tijde van de handelingen in de Vitrosafekasten elektronisch vast te leggen. De medische en behandelgegevens worden ingevoerd in een bestaand systeem, Fertibase.
18
Er zijn koppelingen tot stand gebracht tussen de verschillende systemen. De oude bestaande papieren dossiers zijn in een bestand gescand en opgeslagen. Inmiddels heeft de SAF (Stichting Automatisering Fertiliteit) het besluit genomen een nieuw elektronisch dossier te laten ontwikkelen, aan deze ontwikkeling draagt ook Kinderwens MC bij. Binnen het eigen EPD zijn verschillende rapportages direct beschikbaar zodat te allen tijde de meest recente kengetallen opvraagbaar zijn zoals gemelde zwangerschappen per soort behandeling, aantallen, essentiële gegevens van de te verwachten behandelingen alsmede gegevens t.a.v. het beschikbare donormateriaal. Invriezen eicellen (vitrificatie). Invriezen eicellen is in 2011 een reguliere activiteit geworden, zodat ook dit deel van het beleidsplan is gerealiseerd. Zie voor details de branchespecifieke bijlage. Certificeringen. Over de elementen Certificering van verpleegkundigen, ISO-certificering en ZKNcertificering (beide inmiddels verkregen) en uitbreiding van de psychologische hulp berichten wij in de navolgende paragrafen 4.3 en 4.5. Vermeldenswaard is ook dat Freya als patiëntenvereniging een serie eisen aan een Fertiliteit Kliniek stelt, indien daaraan voldaan wordt ontvangt betreffende kliniek een”pluim” (aanbeveling). Deze Pluim heeft MCK inmiddels ook verworven.
4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid De Kwaliteitswet Zorginstellingen eist een effectieve, doelmatige en patiëntgerichte zorg. Om dit te bereiken heeft Kinderwens MC een kwaliteitssysteem ingericht gebaseerd op ISO 9001: 2008. Dit Kwaliteitssysteem is getoetst door DEKRA in november 2011. N.a.v. de toetsing werd het ISO-certificaat verkregen voor de processen in de gehele kliniek. Als een der weinige instellingen in Nederland heeft MCK daarmee één kwaliteitssysteem voor de gehele procesgang van eerste aanmelding van de cliënte bij de arts tot uitschrijving in geval van zwangerschap inclusief de handelingen op het laboratorium. Beleidsafspraken, processen en procesrelaties zijn gedefinieerd en beschreven. Binnen elk proces wordt verwezen naar werkinstructies, formulieren en informatiebladen. Behalve de ISOcertificering verkreeg MCK ook het ZKN-kwaliteitskeurmerk. De eisen hiervoor vallen grotendeels, doch niet geheel, samen met de ISO-eisen Teneinde in voldoende mate voor vertrouwen in onze werkwijze en procedures te kunnen zorgen is aan de auditcommissie op aanraden van de RVA een vakdeskundige (met auditorervaring binnen de laboratoriumsector van de RVA en met expertise in de klinische embryologie) toegevoegd. Dit alles heeft er toe geleid dat in 2011 een gecombineerd ISO- en ZKNcertificaat werd behaald, waarbij ook de laboratoriumaspecten van IVF, ICSI, IUI en de daarbij behorende cryogene behandelingen voldoende aan de orde zijn geweest. Kinderwens MC heeft een beleidscyclus ingesteld waarbij de Directie in samenspraak met de Raad van Commissarissen de beleidsvoornemens voor een langere periode vaststelt. De Directie evalueert de voortgang ieder kwartaal aan de hand van medische en financiële prestatie-indicatoren. Waar nodig stelt de Directie het beleid bij. Binnen de Directie is één lid aangewezen voor de opbouw en onderhoud van het kwaliteitssysteem, die wordt bijgestaan door een kwaliteitsmedewerker. Op initiatief van de kwaliteitsmedewerker is een intranet binnen MCK geïnstalleerd waar voor alle medewerkers de stand van zaken rond meldingen en afwijkingen, ingediende verbetervoorstellen en prestaties binnen de kliniek zichtbaar is. Ook kunnen via deze interne site de meldingen en verbeteringen worden ingediend zodat de papierwinkel rond deze systemen is komen te vervallen. Via het blame free meldingensysteem voor incidenten en (bijna)ongevallen, die tot verbeteracties aanleiding kunnen geven zijn in 2011 in totaal 227 meldingen gedaan van kleinere afwijkingen van de vastgelegde werkinstructies, fouten, vergissingen en verbeterpunten. Er is één fout wegens verlies van materiaal aan de TRIP gemeld. De 19
meerderheid van de meldingen zijn verricht door medewerkers van de disciplines ‘laboratorium’ en ‘secretariaat’ en hebben geleid tot follow up, bespreking en vaak verbeteringen. De gegevensopslag vindt plaats op dedicated servers in een externe beveiligde omgeving. Medische gegevens (EPD etc.) staan op lokale servers, waarvan dagelijks interne back ups en een externe back up wordt gemaakt. De servers zijn alleen toegankelijk via beveiligde verbindingen en na een inlogprocedure. Iedere medewerker is verplicht onder zijn eigen naam en inlogcode in te loggen, om gegevens te raadplegen of in te voeren. Alle handelingen van de medewerkers binnen de gegevenssystemen worden continue vastgelegd in een logboek zodat altijd zichtbaar is wie wat wanneer gedaan heeft. Ook is er is een gelogd aanwezigheidssysteem. De interne communicatie wat betreft de opdrachten die de artsen t.a.v. de behandelingen bij onze cliënten aan de overige disciplines (laboratorium, secretariaat, verpleegkundigen) gaat meer en meer via een elektronisch afsprakenblad. Een van de grote voordelen daarvan is dat de verantwoordelijkheden via een logging systeem duidelijk worden vastgelegd: wie heeft de betreffende opdracht wanneer gegeven? Een tweede voordeel is dat bepaalde handelingen softwarematig al voorbereid worden (aanmaak van records, formulieren) waardoor tijdsbesparing bij administratieve werkzaamheden verkregen wordt. Door het enorm toegenomen gebruik van de systemen is er inmiddels wel een knelpunt op het gebied van de snelheid ontstaan, een punt waaraan door onze ICT-medewerkers inmiddels hoge prioriteit wordt gegeven. Gezien de gedetailleerde afspraken met verzekeraars heeft de directie eind 2011 opdracht gegeven om ook een planningsmodule voor behandelingen (om te beginnen IVF- en ICSIbehandelingen) te maken teneinde de behandelingen te spreiden over het jaar en de instroom per week te controleren. Op deze wijze wordt het mogelijk op tijd aan de bel te trekken bij verzekeraars als de afgesproken budgetten dreigen te worden overschreden. Het gebouw (huur) voldoet aan de meest recente kwaliteitseisen, geaccordeerd door de bevoegde instanties (overheid en brandweer). Binnen Kinderwens MC zijn 6 personeelsleden opgeleid tot bedrijfshulpverlener (geaccrediteerd). Het gebouw heeft een brandveiligheids- en ontruimingsinstallatie, welke periodiek conform voorschrift wordt getest.
4.4. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten De prestatie-indicatoren ziekenhuizen van de IGZ zijn voor ons concern in beperkte mate van toepassing. Op de beperkt van toepassing zijnde set indicatoren scoort Kinderwens MC goed. De indicatoren welke Zichtbare Zorg presenteert, betreffen behandelingen welke niet in Kinderwens MC worden uitgevoerd. Wel heeft Kinderwens MC wat betreft de behandelresultaten haar eigen prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarnaast wordt vanuit het planningsbesluit IVF ook een prestatie gevraagd welke als prestatie-indicator gezien kan worden, de definiëring van deze indicator moet echter als verouderd worden beschouwd. Deze branchespecifieke prestatie-indicatoren worden uitgebreider behandeld in de bijlage. Naast deelname aan de tweejaarlijkse Freya-patiëntenenquête voert MCK een eigen jaarlijkse enquête uit via een contract met Bosgra Marketing. Deze organisatie enquêteert jaarlijks de cliënttevredenheid via internet. De resultaten hiervan vindt u onder 4.4.1 Daarnaast is er door personeel en directie nagedacht over verbeteringen in o.a. de informatievoorziening en de veiligheid. Oplossingen zijn aangegeven in 4.4.1.
20
4.4.1. Kwaliteit van zorg Sinds 2010 maakt MCK gebruik van een algemene enquête via een contract met Bosgra Marketing. Deze organisatie enquêteert jaarlijks de cliënttevredenheid via internet. Dit gebeurt mede in opdracht van en in samenwerking met ZKN. De cliënten welke in twaalf maanden de kliniek hebben bezocht, ontvangen een uitnodiging per e-mail voor deze enquête. Naast een verplichte vragenlijst is het ook mogelijk om eigen vragen toe te voegen. Bij een respons van ruim 60% honoreerden de cliënten de kliniek met een 8,4 als rapportcijfer. Medisch Centrum Kinderwens probeert de kwaliteit van haar zorg t.o.v. de cliënten constant te verbeteren. Om beter te begrijpen hoe de behoeften van de cliënten zijn is van 2006 t/m 2009 gebruik gemaakt van eigen enquêtes en van enquêtes die door derden zijn uitgevoerd. Uit deze enquêtes kwamen belangrijke verbeterpunten naar voren t.a.v. het gebouw, m.n. gehorigheid binnen de kliniek, behandelkamers en andere privacyaspecten. Ook de beperkte parkeermogelijkheden en mindere telefonische bereikbaarheid werden vaak genoemd. Uit de resultaten van 2011 bleek dat sommige oude ‘pijnpunten’ bij cliënten zoals de parkeergelegenheid en sommige privacyaspecten door de nieuwe huisvesting sinds 2010 zijn opgelost. Andere aanmerkingen zoals de telefonische bereikbaarheid zijn echter gebleven. De directie heeft in samenwerking met de kwaliteitsmedewerker een plan gemaakt om dit verder te onderzoeken en te verbeteren, o.a. door metingen van de wachttijd, het aantal gemiste telefoontjes en een inventarisatie van de meest voorkomende telefoongesprekken. De patiëntenvereniging Freya heeft in 2011 weer een landelijke uitgebreide enquête gehouden onder haar leden en bezoekers. Deze enquête wordt tweejaarlijks uitgevoerd. In het voorwoord meldden wij al hoe de ‘ranking’ in 2011 uitviel (3e plaats). Opvallend waren de kleine verschillen tussen de nummers 1 t/m 3 op de lijst, maar ook de verschillen in aangeleverde respons. Hadden bij nummer 1 (de kliniek in Tilburg, 1086 puncties in 2010) slechts 43 personen de enquête ingevuld, bij MCK (807 puncties in 2010) waren dit er 210. Het is aanbevelenswaardig ook het aantal stemmers in relatie tot de kliniekomvang mee te wegen in de ranglijst. Ten aanzien van de informatievoorziening richting cliënten heeft de directie verdere stappen genomen in het traject van de realisering van het project ‘MijnKinderwens.nl’, waarbij de cliënt in een beveiligde omgeving inzicht heeft in haar afsprakenagenda en medisch dossier. Hiermee volgen wij de trend om de cliënt “regisseur” te laten zijn van haar eigen probleem, de onvervulde kinderwens. 4.4.2. Klachten Kinderwens MC heeft een klachtenregeling evenals een schriftelijke procedure opgesteld hoe met de klachten wordt omgegaan. De procedure is zichtbaar op de website, het uitgebreide reglement wordt op verzoek toegestuurd aan cliënten. Onderdeel van de procedure zijn een klachtenfunctionaris als eerste aanspreekpunt en een externe onafhankelijke klachtencommissie bestaande uit drie personen met jurist als voorzitter. Deze personen zijn niet in de kliniek werkzaam en staan onafhankelijk ten opzichte van de kliniek. Bij de klachtenfunctionaris zijn elf schriftelijke klachten ingediend. Tien klachten zijn in onderling overleg tot tevredenheid van de klager afgehandeld. Eén klacht is op verzoek van klager behandeld door de klachtencommissie. De klacht is door de commissie afgewezen, wel zijn enkele aanbevelingen gegeven aan de Directie om dit type klacht te kunnen voorkomen. Uit de internetenquête bleek dat een aantal cliënten mogelijk klachten of opmerkingen hadden die niet geregistreerd waren, deze opmerkingen hebben geleid tot een verbeterpunt waarop de huidige klachtenprocedure getoetst zal worden.
21
4.4.3. Toegankelijkheid Toegangstijd: Als doelstelling voor de kliniek is geformuleerd 2 weken. Aan deze doelstelling werd in 2011 ruim voldaan. Wachtlijsten: Om na intake en vooronderzoek door te kunnen gaan met een IVF-, ICSI-, of IUIbehandeling gold in 2011 geen logistieke wachttijd. Wel is er een wachttijd om in aanmerking te kunnen komen voor behandeling met donorsperma. Er is enige toename van het aantal donoren (zie hiervoor bijlage branchespecifieke informatie), de vraag naar behandeling met donorsemen blijft echter aanhoudend hoog. De wachttijd bedroeg in 2009 ruim een jaar, in 2010 liep dit verder op naar ruim 14 maanden. Teneinde de wachttijd niet verder te laten oplopen is de directie ultimo 2010 een samenwerking met de European Spermbank in Denemarken aangegaan. Dit biedt de mogelijkheid aan cliënten die bereid zijn de hogere kosten van ESB te betalen, zonder de wachtlijst van onze spermabank met behandeling te kunnen starten. Tot een significante afname van de wachttijd heeft dit niet geleid. Dit is een verdere illustratie van het feit dat steeds meer cliënten de weg naar onze kliniek weten te vinden zonder dat de wachttijd is toegenomen. 4.4.4. Veiligheid Cliëntenzorg. Omdat in een zelfstandig behandelcentrum als Kinderwens MC niet alle specialismen aanwezig zijn, zijn maatregelen getroffen die de veiligheid van cliënten tijdens en vlak na hun behandeling te garanderen. 1. Er is een overeenkomst met de Acute Opvang van het nabijgelegen Rijnland Ziekenhuis om bij acute situatie een cliënt direct te kunnen overplaatsen; 2. Er is een AED-set aanwezig op de behandelkamer en het personeel heeft een reanimatietraining gehad. Veiligheid bij het handelen met gameten en embryo’s Bij IVF/ICSI- en inseminatiebehandelingen bestaat een risico op verwisseling dan wel onderlinge contaminatie. Kinderwens MC heeft die risico’s in kaart gebracht middels risicoanalyses binnen de relevante processen. Deze risicoanalyses worden periodiek bij de revisies van de betreffende processen aangepast. Nieuwe maatregelen ten behoeve van het Vitrosafe systeem zijn: Implementatie van een ‘Wittness’-systeem middels RFID’s waardoor gameten en/of embryo’s veiliger in een volgend schaaltje of katheter kunnen worden overgezet. Dit systeem is reeds in gebruik bij meer dan 10 klinieken in Engeland. Een systeem geënt op zulke RFID-herkenning wordt aangeraden door de HFEA (Human Fertilization and Embryo Authority, de toezichthoudende autoriteit in Engeland). De cliënte zelf is het start- en eindpunt binnen dit systeem omdat de RFID ook is vastgelegd op een cliëntspecifieke, van een foto voorziene ID-kaart. Meldingen Incidenten Patiënten (Cliënten) Zorg Kinderwens MC heeft een meldingensysteem voor blame free melden van incidenten en potentieel riskante situaties. Ieder kwartaal rapporteert de MIP-commissie middels een overzicht aan de Directie. Meldingen welke een bepaalde discipline aangaan, worden in het betreffende disciplineoverleg besproken. Er is één fout wegens het verloren gaan van materiaal aan de TRIP gemeld.
22
De resterende meldingen betreffen procesmatige en administratieve meldingen, er zijn geen meldingen die de directe cliëntenzorg betreffen. Er hebben zich geen calamiteiten voorgedaan. Veiligheid van gegevens De gegevens betreffende de DBC’s bij cliënten evenals hun persoonsgegevens staan op externe dedicated servers. Deze dedicated servers zijn op een streng beveiligde locatie ondergebracht, Kinderwens MC is via een beveiligde verbinding online met deze servers. Overige elektronische gegevens, onder andere het EPD, staan op een eigen server waarbij dagelijks een online back up wordt gemaakt. Deze gegevens zijn alleen bereikbaar via het interne (bekabelde) netwerk en door inlognaam en wachtwoord. Alle toegang en handelingen worden in een logboek opgeslagen. Er is een uitgebreid intern back-upsysteem, beschreven in het kwaliteitshandboek. Veiligheid van medewerkers De medewerkers werkzaam in de kliniek zijn gevaccineerd tegen Hepatitis B. Ten behoeve van m.n. de spreekuren in avond en weekend (publieksrustige uren) zijn maatregelen genomen om de veiligheid van het dan aanwezige team te vergroten door gecontroleerde toegangsmogelijkheden en cameratoezicht. Naar aanleiding van een inbraak in het najaar van 2011 zijn deze maatregelen verder uitgebreid: extra camera’s ook in het noodtrappenhuis alsook beveiliging van sloten in dat gebouwsegment.
4.5. Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1. Personeelsbeleid Verloop van personeel in 2011: In 2011 heeft uitbreiding plaatsgevonden met 1 arts, 1 kwaliteitsfunctionaris, 1 verpleegkundige, 1 psycholoog, 1 analist en 2 medewerkers voor huishoudelijke taken. Alle medewerkers zijn (indien van toepassing) BIG-geregistreerd. Binnen het team van verpleegkundigen is 1 medewerker aangesteld als senior, binnen het team van het laboratorium zijn 2 medewerkers als senior aangesteld. Na de ingebruikname van het nieuwe pand hebben m.n. de huishoudelijk medewerkers een taak gekregen bij het in orde houden van de wachtkamer, de koffieautomaten en het klaarzetten en regelen van een gemeenschappelijke lunch. De directie heeft deze gezamenlijke lunch ingesteld ter bevordering van de onderlinge samenhang tussen de disciplines.
4.5.2. Kwaliteit van het werk Regelmatig vindt gestructureerd en geagendeerd overleg plaats met alle medewerkers binnen de groep. Dit overleg kan per discipline, kliniek- of groepsbreed zijn. Elk overleg wordt geagendeerd en genotuleerd, beide zijn voor alle medewerkers ter inzage. Daarnaast zijn initiatieven ontplooid om een personeelsvertegenwoordiging op te zetten. Kinderwens MC heeft t.a.v. de kwaliteit van het werk in 2011 ingezet op inhoudelijke scholing van medewerkers, blijkend uit de deelname aan een internationaal congres door artsen, analisten en verpleegkundigen. Ook namen leden van deze disciplines deel aan nationale cursussen en scholingen die direct met de inhoud van het werk in verband stonden. Alle medewerkers zijn lid van hun resp. beroepsverenigingen. Jaarlijks volgt één verpleegkundige de opleiding voor fertiliteitverpleegkundige. Ook in 2011 is weer een certificaat behaald.
23
4.6. Samenleving en belanghebbenden Kinderwens MC is vanuit haar doelstelling (zie paragraaf 2) duidelijk maatschappelijk georiënteerd. De cliëntenzorg is een onmisbaar onderdeel van de gezondheidszorgsector. Voortplanting is een “recht” conform de richtlijnen van de World Health Organisation en Rechten van de Mens. Kinderwens MC draagt op verantwoorde wijze bij aan dit recht. Het hebben van een laboratorium legt verplichtingen op aan milieuzorg. In het laboratorium worden geen milieuonvriendelijke stoffen gebruikt, immers dit zou in ernstige tegenspraak zijn met het doel van het laboratorium: werken met menselijke gameten en ontstaan van embryo’s. Jaarlijks is er visitatie van de regionale milieudienst, waarbij bovenstaand wordt bevestigd. Het geproduceerde (ziekenhuis)afval wordt verwerkt door het daarin gespecialiseerde bedrijf SITA.
4.7. Financieel beleid Bij de begroting 2011 is uitgegaan van een exploitatie met positief saldo. Het streven was en is in meerdere jaren te komen tot een acceptabel eigen vermogen. De jarenlange verliespositie tot 2006 is ingaande 2007 omgebogen naar een winstpositie. Tevens was er de taak om aangegane leningen binnen een acceptabele tijdspanne af te lossen. Met name de achtergestelde lening van CASA, welke de verliezen van de fertiliteitafdeling destijds binnen CASA weerspiegelt, wordt vanaf medio 2008 afgelost. Daartoe is een goede liquiditeitspositie onontbeerlijk. Zoals al gemeld in het verslag over 2010 is er een negatief resultaat geboekt. Dit is geheel te wijten aan een onverwachte tariefsdaling voor de IVF/ICSI-behandelingen, hetgeen een inkomstenderving van circa € 800.000,- tot gevolg had. In de tarieven van 2011 is deze daling weer deels gecorrigeerd. De IVF/ICSIbehandeling is in 2010 derhalve onder de kostprijs gehonoreerd geweest. Daarnaast vond in 2010 de inrichting en ingebruikname van de nieuwbouw plaats, dit is deels ten koste van het vermogen gegaan. Het totale vermogen is daarmee gedaald van € 720.348,- naar € 439.906,-. Indien de resultatenrekening 2011 vergeleken worden met de begroting 2011, dan blijkt: Begroting
Werkelijk
Inkomsten
€ 5.000.000
€ 5.112.242
Kosten
€ 4.380.000
€ 4.451.206
_________-/- __________-/Bedrijfsresultaat
€
620.000
€
661.036
Rentes
€
170.000
€
225.107
_________-/- _________-/Resultaat vóór belasting
€
450.000
€
435.929
VPB
€
33.788
€
78.118
Netto resultaat
__________-/-
_________-/-
€
€
416.212
24
357.809
Het bedrijfsresultaat is hoger dan begroot (+ € 41.036), maar dit wordt grotendeels teniet gedaan door een hogere (dan begrote) rentepost. Ook de VPB is hoger dan begroot, in de begroting was reeds meegenomen de teruggave VPB 2010 i.v.m. de negatieve winst. Qua liquiditeit begrijpelijk, qua begroting niet juist. Ook de balans laat een gunstige wending zien t.o.v. 2010. Het eigen vermogen is gestegen (door het goede resultaat) met ruim 81% tot € 797.541 en bedraagt nu (solvabiliteit) 18,6 % van het balanstotaal (was 9,6%). De vermogensratio (eigen vermogen / totaal opbrengsten) is 15,6%, (was 10,5%). Liquiditeit (vlottende activa minus liquide middelen / kortlopend schulden) is 80,5% (was 71,0%). Resultatenrekening geconsolideerd De Zorgprestaties (niet gebudgetteerd) bestaande uit DBC’s, hebben tot een declaratie van € 4.350.952 (A+B segment) geleid, een toename van € 676.978 t.o.v. 2010. Deze toename is het gevolg van een mix van tariefswijzigingen (€ 300 hoger voor IVFbehandeling) en vooral toename van aantallen cliënten en behandelingen (IVF van 807 naar 891, OFO-vrouw van 864 naar 1373, zwangerschappen van 473 naar 565). Ook de onverzekerde zorg laat een hogere omzet zien door voornamelijk dames die komen voor invriezen eicellen op niet-medische indicatie en door betere “opbrengsten” van embryo’s waardoor meer in bewaring wordt genomen. De overige opbrengsten (+ 192.8540) worden hoofdzakelijk gevormd door toename van aantal rietjes donorsperma (mutatie voorraad). De personele kosten stijgen door uitbreiding en CAO-aanpassingen. Rentelasten zijn het gevolg van een groter beslag van de uitgaven op de liquiditeit, zich vertalend in een hogere stand rekening-courantkrediet. Verder betekenen meer behandelingen ook meer materiaalkosten (kweekmedia, buizen, RFID’s etc). Voor verdere financiële details wordt verwezen naar de jaarrekening. Toekomstverwachting Een gedetailleerde toekomstverwachting in de gezondheidszorg is moeilijk te geven gezien het feit dat de zorg sterk onderhevig is aan politieke besluitvorming welke niet altijd even voorspelbaar is. Voorbeeld hiervan is de eerder genoemde tariefstellingen van IVF/ICSI welke eindejaar 2009 circa € 1000 werd verlaagd ingaande 1-1-2010. De invloed op bedrijfsvoering en inkomsten 2010 was enorm, uitleg over tariefstelling kon niet worden gegeven. De partijen in de zorg (Ministerie VWS, ZKN, ZN, NVZ, OvMS) hebben medio 2011 een Akkoord op Hoofdlijnen gesloten, waarin vastgelegd hoe de zorgkosten beteugeld zullen worden. Uitgangspunt daarbij is de omzetten per aanbieder uit 2010 met een kleine groeimarge is budget 2012. Voor MCK zou dat heel ongunstig zijn gezien de tariefstelling 2010. In de onderhandelingen met verzekeraars is in ieder geval duidelijk geworden dat zij (nog) niet in staat zijn op kwaliteit in te kopen, slechts de totaalprijs van de inkoop is relevant. Slechts een enkele koepel (Achmea-Agis en Multizorg) is bereid verder te kijken dan de schadelast en heeft ook oog voor de noden en wensen van haar premiebetalers. Met deze twee koepels is een onder de geboden omstandigheden een goed akkoord afgesloten (omzet 2011 + groeimarge). Andere koepels (UVIT en Menzis) houden bijna omzet 2011 aan als budget 2012, staan geen groei toe. CZ is de enige die omzet 2010 aanhoudt, geen groei want “die is al geconsumeerd door overschrijdingen in voorgaande jaren”. Welke consequenties dit gaat hebben voor verzekerden van CZ zal in de loop van het jaar moeten blijken.
25
In de begroting voor 2012 heeft de directie een geringe inkomstenstijging begroot, grotendeels gebaseerd op stijging van onverzekerde inkomsten. In het uitgavenpatroon meent de directie besparingen gevonden te hebben in lagere rentelasten door aflossing van langlopende schulden, inkoopkortingen op materialen, lagere kosten voor inhuur externe ICT-krachten en minder advieskosten. Dit alles moet leiden tot continuering van een financieel gezonde bedrijfsvoering in een zorgmarkt waarin van overheidswege bezuinigingen de leidraad zal zijn.
26
5.
Branchespecifieke informatie
5.1. Inleiding Cliënten bij Medisch Centrum Kinderwens doorlopen meestal een vrij lang onderzoek- en behandeltraject. In eerste instantie vindt altijd een intakegesprek plaats waarbij de arts nagaat of en zo ja hoe Medisch Centrum Kinderwens de cliënte en haar partner kan helpen in de mogelijke vervulling van de kinderwens. Tijdens de daaropvolgende onderzoeksfase werkt MCK volgens de richtlijnen die de beroepsgroep der gynaecologen (NVOG) heeft opgesteld. Alvorens daadwerkelijk behandelingen te starten wordt in samenspraak met het paar of de vrouw (indien zij alleenstaand is) een behandelplan opgesteld. Het beleid dat gedurende onderzoek en behandeling wordt gevoerd is vastgelegd in een Medisch Beleidsdocument dat deel uitmaakt van het Kwaliteitssysteem van MCK. Hierin zijn de richtlijnen van NVOG en de vereniging van Klinisch Embryologen (KLEM) de basis.
5.2. Algemene gegevens Kenmerken van de cliënten. De cliëntengroepen die zich tot MCK wenden bestaan voor het merendeel uit paren (man-vrouw relatie) met subfertiliteit. In een klein aantal van deze paren is de spermakwaliteit dusdanig slecht dat van donorzaad gebruik gemaakt moet worden. Ook wenden zich paren met een vrouw-vrouw relatie en alleenstaande vrouwen tot onze kliniek. In tegenstelling tot de eerste groep hebben deze beide groepen altijd een mannelijke donor nodig om zwanger te kunnen worden. In de groep alleenstaanden is sinds 2011 ook de groep vrouwen – meestal alleenstaand - begrepen die om sociale redenen haar eicellen willen invriezen In 2011 waren deze groepen als volgt verdeeld. De meerderheid van de cliënten behoort qua relatievorm tot de eerste groep (een kleine 60%). De groep der lesbische paren vormt echter een behoorlijk aandeel, terwijl ook– net als trouwens in voorgaande jaren – een aantal alleenstaanden zich konden melden met een aanvraag voor behandeling. Het feit dat MCK een der weinige functionerende spermabanken heeft in Nederland zal niet vreemd zijn aan dit aanmeldingspatroon.
lesbisch hetero alleen
Figuur 5.2.1 : verdeling cliënten naar relatievorm bij intake Deze figuur geeft de verdeling van het type relatievorm weer bij cliënten die zich in 2011 inschreven voor onderzoek en behandeling bij MCK.
27
Percentueel heeft de groep ‘alleenstaanden’ een groter aandeel dan in 2010 (16% in 2011 t.o.v 4% in 2010). Deze stijging weerspiegelt zowel de –nieuwe- groep vrouwen met de wens om eicellen in te vriezen als een toename bij de groep alleenstaande vrouwen met kinderwens die in aanmerking wenst te komen voor donorinseminatie. Partnersperma of donorsperma? In 2011 werd donorsperma van algemene donoren gebruikt bij 39% van de behandelde cliënten, bij 6% betrof het sperma van een zg. ‘eigen donor’. In de meerderheid van de cliënten (55%) was sperma van de partner bij de behandelingen betrokken Voorlichtingsavonden. Nieuw in 2011 zijn aparte voorlichtingsavonden voor de groep cliënten die op sociale indicatie eicellen wenst in te vriezen. Dit is een uitbreiding op de voorlichtings- en instructiebijeenkomsten die wij sinds 2007 houden voor (beperkte) groepen cliënten die voor IVF of ICSI in aanmerking komen. De groepsbijeenkomsten worden gehouden alvorens daadwerkelijk een behandeling te beginnen.
5.3. IUI met sperma van de partner Bij 221 cliënten werden 603 IUI-behandelingen toegepast, dat is ruim 2,7 IUIbehandelingen per cliënt. Daarvan vonden 150 behandelingen plaats in het kader van de samenwerking met het Groene Hart Ziekenhuis te Gouda. In totaal 61 cliënten konden de behandelreeks beeindigen met een doorgaande zwangerschap (27%). Een groot aantal heeft de behandelreeks per einde jaar echter nog niet voltooid of is overgestapt op IVF/ ICSI-behandelingen.
5.4. IUI-behandelingen met donorsperma Donorsperma wordt alleen ingezet conform de richtlijnen die hiervoor gelden. Dat wil zeggen dat alle donoren periodiek worden onderzocht op Hepatitis en HIV en dat het sperma wordt ingevroren en pas vrijgegeven wordt nadat testresultaten bekend en beoordeeld zijn. Bij invriezen van het zaad is echter aan een achteruitgang van de kwaliteit niet te ontkomen. Daarom vindt bij algemene donoren een scherpe voorselectie plaats op spermakwaliteit. Bij eigen donoren is dit niet mogelijk – het gaat hier immers om een keuze van de cliënten voor deze donoren – waardoor de zaadkwaliteit vaak minder is en de resultaten na inseminatie vaak teleurstellend. Vermeldenswaard voor de interpretatie is het gegeven dat in de groep ‘eigen donor’ in dit jaarverslag ook die cliënten begrepen zijn die zelf hun donor besteld hebben bij de Deense spermabank (ESB). Deze categorieën zullen volgend jaar gesplitst worden vanwege de toename van het gebruik van Deense donoren. NB: de grote meerderheid van de donorbehandelingen vindt plaats via LH-timing en dus zonder hormoonstimulatie. Type
Aantal inseminaties 1201
Zwanger per cyclus (14,5%)
Aantal cliënten 354
IUI algemene donor Tabel 5.4.1. Resultaat IUI-behandelingen met donorsperma
Zwanger per cliënt 38,4%
Teneinde inzicht te krijgen in de kans per cliënt bij donorinseminatie via IUI is het cumulatieve zwangerschapspercentage berekend bij gebruik van een algemene donor van de spermabank van MCK. Voor de cliënten die gestart waren met hun eerste cyclus in 2011 kwam dit percentage op 39,6% (84 doorgaande zwangerschappen bij 212 cliënten). Bij de 142 cliënten die vóór 2011 met hun eerste cyclus gestart waren noteerden wij 52 doorgaande zwangerschappen (36,7%).
28
Wij maakten de aanname dat de 128 cliënten die in 2011 gestart waren en in 2011 niet zwanger werden zouden doorgaan met de behandelingen in 2012. Ook maakten wij de aanname dat ze in gelijke mate zwanger zouden worden als de cliënten met een start in 2010, die in 2011 hun behandeling afmaakten. In totaal 128 cliënten hebben hun behandeling voortgezet in 2012, de aanname is dan daarbij over heel 2012 nog 0,37 maal 128 is –afgerond- 47 extra zwangerschappen te noteren zouden zijn. Het totaal aantal voor het cohort dat in 2011 gestart is zou dan op 52 plus 47 is 99 doorgaande zwangerschappen bij 212 cliënten (47%). Globaal de helft van de cliënten heeft dus een doorgaande zwangerschap via het IUI-traject. Daarbij komen nog de zwangerschappen die ontstaan in een eventueel op de IUI volgend ICSI-traject, deze getallen zijn hier niet berekend.
5.5. Inrichting van het laboratorium IVF Het laboratorium van MCK (met daarin begrepen de spermabank) heeft op 24 september 2008 een definitieve vergunning als orgaanbank in het kader van de Wet Veiligheid en Kwaliteit Lichaamsmateriaal (WVKL) gekregen. In verband met de verhuizing naar de Simon Smitweg 16 in maart 2010 is deze vergunning vernieuwd per 1 maart 2010.
5.6. Resultaten IVF en ICSI in 2011 De IVF- en ICSI-resultaten in 2011 zijn beïnvloed door verscheidene factoren. Enerzijds is 2011 het eerste jaar waarin volledig gebruik gemaakt werd van de Vitrosafeopstelling voor het kweken en beoordelen van gameten en embryo’s. Wij verwachten daarvan een positief effect op embryo-ontwikkeling en zwangerschapskansen. Anderzijds gaat de trend naar een vermindering van het aantal terugplaatsingen met twee embryo’s onverminderd door i.v.m. de inspanningen om het aantal tweelingen tot een minimum te beperken. Was in 2010 het percentage terugplaatsingen met 2 embryo’s nog 44%, in 2011 was dit verder gedaald naar 33%. Zeker in de wat oudere groep heeft dit een duidelijk negatief effect op de zwangerschapskans.
2011
IVF
% per start
ICSI
% per start
Starts
326
100%
626
Puncties
315
97%
604
96%
Transfers
276
85%
565
Zwanger
72
22%
Doorgaand zwanger
50
15%
Cryo
% per transfer
Totaal
% per start
Nvt
952
90%
592
1433
178
28%
96
16%
346
36%
132
21%
72
12%
254
27%
Tabel 5.6.2 Overzicht heel 2011 (conform NVOG aanlevering)
29
Jaar 2011
MCK 5,6%
NVOG Nog niet bekend 8,4% 9,2% 15,1% 10,5% 22,8% 13,4% 5.6.3 Meerlingen bij MCK versus landelijk gemiddelde (NVOG cijfers)
2010 2009 2008 Tabel
Het landelijk gemiddelde over 2011 is nog niet bekend, bij een voortgaande trend als die van 2008 tot en met 2010 zou MCK onder het landelijk gemiddelde komen. Dit is mede te danken aan de voortzettende trend om bij een embryotransfer slechts van 1 embryo gebruik te maken. De keerzijde is echter een wat verlaagde zwangerschapskans per ‘verse’ cyclus. Bij het cryoprogramma zien we meer overleving en een betere implantatiekans. Dit leidde er toe dat het totaal percentage zwangeren in tabel 5.6.2 (kolom ‘totaal’) ‘tota toch stijgt, bij weer een lagere meerlingquote. (zie tabel 5.6.3.) In 2010 bedroeg de bijdrage van de cryozwangerschappen aan het totaal 17%, in 2011 was dit gestegen naar 31%. Traditioneel behandelt MCK vrij veel cliënten in de leeftijdsgroep 40-42 40 42 jaar. T.o.v. 2010 is het aandeel van deze groep t.o.v. het totaal gelijk gebleven, ook in deze groep is het aantal behandelingen waarbij 1 embryo werd teruggeplaatst echter verder gestegen. De oudste cliënte die na ICSI een doorgaande zwangerschap wist te bereiken was 42,0 jaar, echter met name het vroege zwangerschapsverlies is zeer groot in in de groep van 40-42 40 jaar (50%)
150 100 50 0 groep 21 en 23 en 25 en 27 en 29 en 22 24 31 en 26 28 30 32
33 en 34
35 en 36
37 en 38
39 en 40
41 en 42
rafiek 5.6.4 Leeftijdsopbouw met IVF en ICSI behandelde vrouwen binnen MCK Grafiek
De kentering ten goede die wij in 2010 reeds vermeldden betreffende de cryoresultaten lijkt zich dus door te zetten. Nog steeds is het zo dat het lab-team lab team van MCK ook embryo’s die zich wat minder ver ontwikkeld hebben invriest: het beleid is zo ingesteld dat at vrijwel alles wat terugplaatsbaar geacht wordt ook ingevroren wordt. Al in 2009 vroor MCK het hoogste percentage van alle in vitro tot ontwikkeling gekomen embryo’s in: in 2009 werden 71,6 % van de embryo’s ofwel teruggeplaatst ofwel ingevroren bij een landelijk gemiddelde van 57,2%.
30
In 2010 bedroeg dit ‘invriesgetal’ 79,1%, in 2011 steeg het verder naar 89%). Het valt aan te nemen dat het succespercentage per embryo (in termen van overleving bij ontdooien en implanteren bij ET) bij een ruim invriesbeleid wel iets lager zal zijn, anderzijds kan deze sterke stijging ook een indicatie zijn dat met de huidige kweekmethode in de Vitrosafe kasten meer morfologisch goede embryo’s ontstaan.
2008
2009
2010
2011
Invriezen
274
303
473
580
Aantal ontdooiingen
241
275
494
740
Aantal embryo’s in opslag (ultimo jaar)
991
1161
1309
1930
Tabel 5.6.5 Ontwikkeling cryoprogramma embryo’s
5.7. Complicaties en (TRIP)-meldingen In 2010 deden zich na IVF- of ICSI-behandelingen 6 gevallen van lichte overstimulatie voor. Deze gevallen werden poliklinisch vervolgd door MCK, er volgde geen ziekenhuisopname. In een geval is een melding bij TRIP gedaan. Het incident betrof een behandeling waarbij de eicellen verloren waren gegaan als gevolg van een technische fout. Een verdere bespreking van meldingen treft men aan in hoofdstuk 4.4.4.
5.8. Spermabank Naast de WVKL is ook de Wet Registratie Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting van belang bij het gebruik van donorsperma. Sinds juni 2004 mag geen sperma meer ingevroren en gebruikt worden van donoren die volledig anoniem wensen te blijven. Deze categorie wordt wel aangeduid als niet-traceerbare donoren. Medisch Centrum Kinderwens is voorstander van deze inperking van de donoranonimiteit en levert sinds begin 2004 regelmatig de gegevens aan bij de Stichting die voor de uitvoering van deze wet door het ministerie van VWS is opgericht. Bij MCK wordt gewerkt met ‘Kliniek Donoren’ ,met ‘Eigen Donoren’ en met donormateriaal van de European Sperm Bank. Vooralsnog worden deze in de database opgenomen als ‘eigen donoren’, de cliënten doen hun eigen ‘matching’ via de site van de ESB. In striktere zin zijn ‘eigen donoren’ mannen die doneren voor een specifieke, aan hen bekende ontvangster terwijl kliniekdonoren hun sperma ter beschikking stellen aan de kliniek om gebruikt te worden bij aan hen onbekende ontvangsters. In gevolg de bovengenoemde wetgeving vallen alle categorieën onder de traceerbare donoren en worden hun gegevens gemeld bij de Stichting Donorgegevens in geval er een geboorte is. Bij de eerste twee groepen vindt vooraf een uitgebreide keuring plaats bij MCK plaats. Bij donoren die hun sperma aan de kliniek ter beschikking stellen worden bovendien hoge eisen gesteld aan de spermakwaliteit. Het gedoneerde sperma wordt pas vrijgegeven nadat alle keuringsresultaten bekend en door een arts beoordeeld zijn. Het donormateriaal via ESB wordt daar gekeurd en gecontroleerd vrijgegeven. De vrijgave wordt in Leiderdorp nogmaals gecheckt m.b.v. de laatste bloeduitslagen.
31
Het aantal nieuwe donoren dat zich aanmeldde en voldeed aan de intake criteria is ruim gehalveerd in 2011 t.o.v. 2010. Reden voor de directie om meer publiciteit te genereren t.a.v. donorwerving. Toegelaten na 2009 2010 screening Kliniekdonor 29 29 Tabel 5.8.1 : Aantal aanmeldingen van nieuwe donoren per jaar
2011
Invriezen sperma 2011
Kliniek donoren
Aantal batches VCM gemiddeld Range Aantal donoren/mannen Tabel 5.8.2. Invriezen en in
550 159 4,7 2,1 0,1 tot 30,2 0,04 tot 16,9 45 37 opslag nemen van sperma
ESB donoren (overgebracht uit Denemarken 130 16,4 10-58 31
Eigen donoren
Eigen sperma
51 F1 nvt 32
12
Aan de Stichting donorgegevens worden zowel geboortes van eigen donoren als van algemene donoren gemeld. Het aantal meldingen neemt gestaag toe. Behandelingen 2009 (compleet) 183 Geboortes in 2009 en 2010 Tabel 5.8.3: Aantal geboortes
Behandelingen 2010 (compleet) 212 Geboortes in 2010 en 2011 bij Stichting Donorgegevens
32
Behandelingen 2011 (nog niet compleet) 161 Geboortes in 2011 en 2012
5.9. Congres- en nascholing M.J. Crooij: 24-03-2011
DOT Congres Ede
07-06-2011
Jaarcongres ZKN Rotterdam
22-06-2011
OFO symposium Amersfoort
2/6-07-2011
ESHRE Stockholm, Zweden
23-09-2011
Isala symposium Zwolle
29-09-2011
DOT bijeenkomst ZKN, Zeist
01-11-2011
Voordracht eicelvitrificatie. Science Café Leiden
30-11-2011
Jaarvergadering ZKN, Hoevelaken
J.J.P.M. Pieters: 13-01-2011
Voordracht eigen onderzoek, refereermiddag genetica, Nijmegen
02-02-2011
Workshop AFC & ovarian response prediction, Utrecht
11-03-2011
Afscheidssymposium A. Eggink, UMCN Nijmegen
05-04-2011
Voordracht eigen onderzoek, jaarvergadering IPN, Ede19 mei 2011 Gynaecongres Zwolle, vergadering WPOG
23-09-2011
Isala symposium, Zwolle
07-10-2011
Elonva symposium Amersfoort
01-11-2011
Voordracht embryodonatie, Science Café Leiden
01-12-2011
Voordracht UMCN Nijmegen
8/9-12-2011
Docent commissie cursorisch onderwijs landelijke opleidingsdagen NVOG
R.J. van Kooij: 21-01-2011
Symposium Nederlands Netwerk Fertiliteitspreservatie, Kanker en kinderwens
M.L. ter Haar: 23/25-03-2011
Optimizing IVF succes (Gothenborg, Zweden)
03/06-07-2011
ESHRE congres Stockholm
1-12-2011
Bij en nascholing auditor CCKL
8-12-2011
Federatie Medisch Laboratorium Specialisten, Opleidingscurriculum
33
5.10. Lidmaatschappen M.J. Crooij KNMG, NVOG, OvMS, DSRM, ESHRE, Werkgroep IVF
J.J.P.M. Pieters: KNMG, NVOG, bestuurslid WPOG, OMS, Werkgroep IVF (lid), DSRM, ESHRE
R.J. van Kooij Bestuurslid Ned Belgische Vereniging Kunstmatige Inseminatie Lid Commissie donoren DSRM Extern Auditor CCKL Lid interdisciplinaire werkgroep semen (NVKC-KLEM)
M.L. ter Haar Extern Auditor CCKL
34