VERSLAG Openbare vergadering van de raad van de gemeente Houten, gehouden op 29 juni 2010 om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis van Houten. Inhoudsopgave – RCV10.006 Inhoudsopgave – RCV10.006 ................................................................................................ 1 Tabel aan- en afwezigen ........................................................................................................ 2 1.
Opening. ...................................................................................................................... 3
2.
Vaststelling van de agenda. ........................................................................................ 3
3.
Beëdiging raadsadviseur ............................................................................................. 3
DEBATRAAD .......................................................................................................................... 3 4.
2010-020 Collegeprogramma 2010-2014.................................................................... 3
5.
Sluiting. ...................................................................................................................... 26
Bijlage: Toezeggingen .......................................................................................................... 27
2 - 27
Tabel aan- en afwezigen Voorzitter C.H.J. Lamers, burgemeester
Griffier P.M.H. van Ruitenbeek
Leden
Partij
G. Zandbergen M.G.H.M. Hofstee J.C.W. van Doorn-van Bijlevelt F. Van der Meij A.T. Verkade Y. van Dijk-Hessing P.J.M.J. Moors P.R. Soesbergen E.G.J. Stiekema R.Chr. Verbeek E.J. Visser W.P. Adriaanse J.H.A. Goes A.A.J. Uijttewaal E.P.A. Vernooij-Spruit W.W.M. Wagenmans J. Dubbink J.H.C. Rensen L. Verhagen J. van Zijst E.M.H. Noteborn-Hendriks E.W.O. van Vliet A.R. van Dijk D.J.P. Jimmink M.J. Veldhuis D.J. van Hoek J. Smith-Visser G. van Leeuwen
ITH ITH ITH ITH ITH VVD VVD VVD VVD VVD CDA CDA CDA CDA CDA PvdA PvdA PvdA PvdA D66 D66 D66 GroenLinks GroenLinks GroenLinks ChristenUnie ChristenUnie SGP SGP
P.J. den Boef Wethouders H.J.C. Geerdes C. van Dalen N.A. Teeuwen M. van Liere
Opmerkingen
Afwezig
wethouder wethouder wethouder, aanwezig vanaf 20.47 uur. wethouder
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
3 - 27
1.
Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij legt de samenhang uit tussen de twee raadsvergaderingen die deze week op de agenda staan. Hedenavond houden de fracties hun Algemene Beschouwingen over het collegeprogramma. Donderdag volgt een raadsvergadering met reguliere onderwerpen en de besluitvorming over hetgeen vanavond aan de orde is. Hij meldt dat de heer Soesbergen heeft bericht verhinderd te zijn en dat mevrouw Teeuwen wat later zal arriveren.
2.
Vaststelling van de agenda. De agenda wordt conform vastgesteld.
3.
Beëdiging raadsadviseur De voorzitter memoreert dat de huidige raadsadviseur en plaatsvervangend griffier langdurig ziek is en dat er al geruime tijd in vervanging voor haar is voorzien. Deze vervanging is definitief geworden nu mevrouw Backerra in dienst is gekomen bij de gemeente Houten en deel uitmaakt van de ambtelijke organisatie. Omdat er kans bestaat dat zij de griffier op enigerlei moment moet vervangen stelt hij voor haar te beëdigen als plaatsvervangend griffier. Hij constateert dat de raad het daarmee eens is. Hij legt ter inleiding op de beëdiging uit dat de gemeente Houten als onderdeel van de overheid een voorbeeldfunctie heeft en een organisatie wil zijn met een open werkklimaat, die zich inzet voor de belangen van Houten en daarbij het vertrouwen van haar burgers nodig heeft. Dit brengt voor medewerkers van de gemeente Houten en dus ook de griffie speciale werkzaamheden met zich mee. Door de belofte af te leggen geeft mevrouw Backerra aan zich daarnaar te zullen gedragen. Mevrouw F.E.H.M. Backerra legt in handen van de voorzitter belofte af. De voorzitter constateert dat hiermee de continuïteit van de griffie is verzekerd. Hij feliciteert mevrouw Backerra met haar beëdiging. DEBATRAAD
4.
2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 De voorzitter meldt dat het seniorenconvent besloten heeft de vorig jaar bij de Algemene Beschouwingen gevolgde werkwijze wederom te hanteren. Elk van de fracties licht zijn standpunten aangaande het collegeprogramma toe, daarna reageert het college, waarna de raad gelegenheid krijgt om in debat te reageren aan de hand van een aantal door de voorzitter uit de Algemene Beschouwingen gedestilleerde thema’s. Ook de collegeleden nemen aan dit debat deel. Er is geen tweede of derde termijn. Voorts koos het seniorenconvent evenals in het afgelopen jaar ervoor om de Algemene Beschouwingen in juni te doen plaatsvinden en de Financiële Beschouwingen in november bij de behandeling van de begroting. Het financieel perspectief is momenteel nog te onzeker, er is wat betreft de financiën van de gemeente nog teveel onduidelijkheid. Fracties kunnen in deze vergadering wel hun opvattingen op het gebied van financiën kenbaar maken in de aanloop naar de begroting. De heer Zandbergen (ITH) wijst erop dat het vorige college een erfenis nalaat van € 2,3 miljoen negatief in 2014. Het college houdt in het collegeprogramma rekening met een lagere algemene uitkering van € 3,8 miljoen en trekt verder € 1 miljoen uit voor nieuw beleid. Er dient dus voor een bedrag van € 7 miljoen omgebogen te worden om een evenwichtige begrotingspositie te realiseren. De voorgestelde bezuinigingen roepen bij ITH veel vragen op. Ingrijpend zijn de bezuinigingen op de beleidsterreinen Sociale Participatie, € 7,5 ton, en Kunst, Cultuur en Sport, € 5 ton. Ook de bezuiniging op groenvoorziening en straatreiniging, € 9,5 ton, doen het ergste vermoeden. Alsof dat nog niet genoeg is, wil het college ook nog € 6,5 ton bezuinigen door versobering van het wegenonderhoud. ITH vreest dat dit kan leiden tot verloedering van de openbare ruimte en vraagt zich af hoe het college is gekomen tot deze bedragen: heeft het college een benchmark gedaan, zijn de verschillen tussen deze uitgaven uit de algemene uitkering en andere uitgaven ten behoeve van sport, cultuur et cetera in dat licht bekeken en zo ja, waarom zijn deze verschillen dan zo groot? Het college moet de raad hierin inzicht geven voordat overgegaan wordt tot dergelijke ingrijpende bezuinigingen. De raad moet kunnen beoordelen of de bezuinigingen reëel zijn voor de gemeente Houten. Heeft het college een rapport van een onafhankelijk extern bureau waaruit de onderhoudstoestand van het
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
4 - 27
Houtense wegennet blijkt? Geeft de gemeente momenteel teveel uit aan openbaar groen? Hij dient dienaangaande motie 008-2010 in. Motie 008-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: bezuinigingstaakstelling diverse beleidsonderdelen Collegeprogramma 2010-2014 De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; overwegende: - dat de gemeente Houten in de nabije toekomst een fors lagere Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds zal ontvangen; - dat bovendien de 1e Bestuursrapportage 2010 een oplopend begrotingstekort vertoont van ruim 2,3 mln. euro in 2014; - dat dientengevolge de gemeente zich gesteld ziet voor een ingrijpende bezuinigingsoperatie teneinde een evenwichtige begrotingspositie te realiseren; - dat het college ingrijpende bezuinigingen voorstelt o.m. op het gebied van Sociale participatie, Kunst, cultuur en sport, Versobering onderhoud groenvoorziening, alsmede Versobering onderhoud wegen; - dat daarbij op geen enkele manier wordt aangetoond waarom op deze voor de samenleving zo belangrijke beleidsonderdelen zo ingrijpend dient te worden bezuinigd; spreekt als nadrukkelijke wens uit: dat het college eerst dient aan te tonen waarom op deze beleidsonderdelen zo ingrijpend dient te worden bezuinigd, alvorens hiertoe tot besluitvorming wordt overgegaan; en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door Gerard Zandbergen (ITH)
ITH vraagt zich ook af waarom het college afziet van geraamde stortingen in het BOR. Dit is inconsequent gedrag: het vorige college deed juist bewust extra stortingen in deze voorziening omdat het vorige college vreesde dat zich in het BOR een tekort zou gaan aandienen. Hij heeft geen antwoord van de wethouder gekregen op zijn vraag tijdens het rondetafelgesprek waarom er € 3 ton wordt teruggehaald terwijl er tegelijkertijd wordt bezuinigd op het beheer van de openbare ruimte. Voorts verbaast ITH zich over de korting van € 50.000,- op de gemeenteraad. Het kan niet anders dan dat dit een korting op de raadsvergoeding inhoudt. Het gaat ITH te ver dat het college zich bemoeit met de raadsvergoeding: dit is een zaak van de gemeenteraad en als het college dit van de gemeenteraad vraagt zou het college zelf ook een bijdrage in die bezuinigingstaakstelling moeten leveren. Hij dient dienaangaande motie 009-2010 in. Motie 009-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: bezuinigingstaakstelling Politiek en bestuur Collegeprogramma 2010-2014 De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; overwegende: - dat de gemeente Houten in de nabije toekomst een fors lagere Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds zal ontvangen; e - dat bovendien de 1 Bestuursrapportage 2010 een oplopend begrotingstekort vertoont van ruim 2,3 mln. euro in 2014; - dat dientengevolge de gemeente zich gesteld ziet voor een ingrijpende bezuinigingsoperatie teneinde een evenwichtige begrotingspositie te realiseren; - dat het college o.m. voor Politiek en bestuur een bezuiniging voorstelt van € 150.000,-; - dat daarbij voor de gemeenteraad een bezuiniging wordt voorgesteld van € 50.000,- en voor de taakstelling van het college geen concreet bedrag wordt ingeboekt; - overwegende dat uit een oogpunt van het gelijkheidsbeginsel ook van burgemeester en wethouders een geldelijke bijdrage in deze bezuinigingstaakstelling mag worden verwacht; spreekt als nadrukkelijke wens uit: dat, indien de raad besluit tot verlaging van de vergoeding aan raadsleden, ook de collegeleden bereid zijn om een evenredig deel van hun wedde bij te dragen in bovengenoemde bezuinigingstaakstelling; en gaat over tot de orde van de dag.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
5 - 27
Ondertekend door Gerard Zandbergen (ITH)
ITH is het voorts niet eens met het collegevoorstel, onder ‘technische maatregelen’, om de afschrijvingstermijn van gebouwen te verlengen naar 50 jaar. Zo’n termijn is te lang. De afgelopen jaren zijn gebouwen gesloopt of verbouwd die nog lang niet de leeftijd van 50 jaar hadden: de bibliotheek, een school, het politiebureau, het gemeentehuis. ITH vindt dit een verkeerde manier van bezuinigen: op termijn zal het college zichzelf tegenkomen. Het college raamt veel voor advieskosten: marktconsultatie aula, onderzoek scenario citymarketing, opstarten verruiming bestemmingsplannen, actualisatie OV-visie. ITH zou op dit moment alleen het hoognodige willen ramen, geen nieuw beleid à raison van € 1 miljoen. Een nieuwe aula op de begraafplaats is prima en kan een rendabele investering zijn maar het is beter daar meteen een concrete raming voor te doen; eerst een marktconsultatie houden is weggegooid geld. ITH heeft grote aarzeling ten aanzien van het collegeprogramma en de financiële onderbouwing daarvan en gaf in het rondetafelgesprek aan, er niet mee in te stemmen maar het hooguit voor kennisgeving aan te nemen. ITH zal haar definitieve standpunt kenbaar maken in de besluitvormende raad. Mevrouw Van Dijk (VVD) deelt slingers uit aan de collegeleden. Ze is blij met het resultaat van de landelijke verkiezingen van 9 juni j.l. De VVD is landelijk de grootste partij geworden, in Houten stemde 1 op de 4 kiezers voor de VVD, een partij die er niet voor terugdeinst orde op zaken te stellen. In 2009 heeft de VVD te Houten de perspectiefnota slechts voor kennisgeving aangenomen omdat al bekend was dat het perspectief voor de langere termijn uitermate somber zou zijn en het meerjarenperspectief erg onzeker. Ook nu bestaat onduidelijkheid over het te bezuinigen bedrag. Momenteel kunnen de fracties en het college alleen de Algemene Politieke Beschouwingen met elkaar delen. De Financiële Beschouwingen worden bewaard tot de begrotingsbehandeling in november, in de hoop dat een nieuw kabinet dan meer duidelijkheid zal hebben gegeven over de rijksbezuinigingen en de gevolgen daarvan voor de gemeente Houten. Zonder de uitslag van de kabinetsformatie te weten kan zelfs niet gegist worden naar de omvang van de rijksbezuinigingen en de kaders waarbinnen in Houten de ombuigingen moeten worden uitgevoerd. De VVD steunt het college er dan ook in dat het college niet is gekomen met een perspectiefnota 2011. De VVD stemt uiteraard in met het collegeprogramma 2010-2014 dat niets anders is dan een vertaling van het coalitieakkoord naar concrete actiepunten uitgezet in de tijd. Ze is blij dat speerpunten van de VVD daarin uitstekend verwerkt zijn: het thuisgevoel, door de coalitie vertaald in ‘Houten werkt’, bouwen en veranderen met behoud van ruimtelijke kwaliteit, behoud en zelfs groei van werkgelegenheid, het bij de keuze van ombuigingen binnen de WMO voorop laten staan dat inwoners mee kunnen blijven doen aan de samenleving, een financieel gezonde gemeente zonder lastenverzwaring voor de inwoners. Ze geeft op voorhand aan dat de VVD niet zal instemmen met invoering van toeristenbelasting en geeft daarvoor een aantal argumenten. Landelijk schaffen steeds meer gemeenten deze belasting juist af. Toeristenbelasting is strijdig met het gelijkheidsbeginsel. Het is een verblijfsbelasting die alleen wordt geheven op overnachtingen: andere bedrijven die direct of indirect profijt hebben van toeristen en recreanten worden niet met toeristenbelasting geconfronteerd. Zakenreizigers worden als toerist beschouwd terwijl hun verblijf geen toeristisch of recreatief doel heeft. Verder is toeristenbelasting een lastenverzwaring: de VVD vindt lastenverzwaring geen oplossing voor het op orde houden van de gemeentelijke financiën. De VVD roept het college op geen kosten te maken voor of energie te steken in onderzoek naar mogelijkheden van invoering van toeristenbelasting en de mogelijke opbrengst ervan: De VVD zal ongeacht de uitkomst niet instemmen met invoering van toeristenbelasting. Toch deelt de VVD nu slingers uit, omdat men niet altijd in de valkuil moet trappen van de wens om een nog beter resultaat te willen behalen. De uitslag van de landelijke verkiezingen maakt het de onderhandelaars in Den Haag niet gemakkelijk een stabiele regering samen te stellen die vier jaar de kar kan trekken en orde op zaken kan stellen. In Houten is dit gelukkig wel gelukt en is er een college dat met het voorliggend programma voortvarend aan de slag gaat. De VVD vertrouwt er op dat het bestaande beleid op de rails blijft en dat er in Houten een goed basisniveau van voorzieningen behouden blijft. De VVD is blij dat er in Houten nog gebouwd wordt, zowel aan woningen als aan voorzieningen, en dat er nog steeds vraag is van bedrijven om zich in Houten te vestigen. Niets voor e niets steeg Houten naar de 12 plaats in het Elsevier-onderzoek naar de beste woongemeente, en verrassenderwijs staat Houten als enige Utrechtse gemeente in de top-50 bij alle door Elsevier onderscheiden doelgroepen: jong, senior, gezin en dinky. Ze roept raad, college en
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
6 - 27
belangstellenden op wat vaker stil te staan bij wat er in Houten is bereikt en daar echt blij mee te zijn. Een geslaagd traject rond een veranderlocatie, de ontwikkeling van De Slinger die een slinger gekregen heeft, een geslaagde ombuiging binnen de WMO, het verplaatsen van de eerste sportvereniging naar het nieuwe voorzieningengebied, de start van de aanleg van de aansluiting naar de A12 zijn voorbeelden van momenten waarop de slingers wel opgehangen zouden mogen worden. Ze roept de portefeuillehouders op de slingers nog niet op te hangen maar ze in de bureaulade te leggen als geheugensteun voor het besef dat raad en college er samen voor moeten zorgen dat er over vier jaar alle reden is om de slingers op te hangen. De heer Visser (CDA) constateert dat Houten er goed voor staat en een gemeente is waar men trots op kan zijn. Iedereen weet wel verbeterpunten te noemen maar uit diverse onderzoeken komt naar voren dat de Houtense burgers in het algemeen tevreden zijn over hun woonomgeving. Dit moet ook zo blijven. Dat zal niet meevallen gezien de financiële beperkingen waar de gemeente de komende vier jaar mee geconfronteerd zal worden. De exacte omvang is nog onduidelijk maar het zal om een groot aantal miljoenen euro’s gaan. In het collegeprogramma wordt uitgegaan van een taakstellende bezuiniging van € 7 miljoen. Hiervan kan € 1 miljoen benut worden voor nieuw beleid. De overige € 6 miljoen is harde bezuiniging. Het CDA vindt dit vooralsnog een reëel uitgangspunt en is blij met deze stevige taakstelling, maar acht het wenselijk om opnieuw naar het financiële plaatje te kijken zodra duidelijk is wat er met de rijksbegroting zal gebeuren en met het budget wat Houten daar jaarlijks uit ontvangt. Het CDA is positief over het collegevoornemen om deze taakstellende bezuinigingen zo veel mogelijk ‘bottom-up’ vorm te geven: in nauwe samenspraak met de betrokken organisaties en burgers. Het CDA deelt niet de kritiek van andere fracties dat burgers mee mogen praten ‘met het mes op de keel’ omdat de omvang van de bezuinigingsoperaties al vaststaat. Geheel open de discussie met burgers aangaan leidt tot verkeerde verwachtingen en teleurstelling achteraf. Gespreide verantwoordelijkheid is een van de 4 pijlers van het CDA-gedachtengoed: college en raad moeten de kaders stellen, daarbinnen zijn burgers zeer wel in staat om mee te denken en met oplossingen te komen. Een mooi e voorbeeld daarvan lijkt zich te ontwikkelen in het 3 voorzieningengebied waar de sportverenigingen, die zich daar hopelijk snel gaan vestigen, nu al met plannen komen gericht op efficiency en effectief gebruik van de te realiseren voorzieningen. Het is dus goed dat het college de tijd neemt om in het najaar met de burger in gesprek te gaan over de bezuinigingen. Het CDA zal graag ondersteuning geven en bijdragen in dit proces, al was het maar omdat het CDA breed geworteld is in de Houtense samenleving en zijn netwerk graag hiervoor aanspreekt. Door het collegeprogramma op te delen in 2 tranches wordt niet alleen de mogelijkheid gecreëerd om op een later moment, als duidelijk is wat er met de rijksbegroting gebeurt, de plannen te herijken maar kan ook serieus ingespeeld worden op de uitkomsten uit gesprekken met de samenleving. Het CDA kan zich in zijn algemeenheid goed vinden in het collegeprogramma. Er wordt op realistische wijze krachtdadig bezuinigd zonder dat de kwaliteit van Houten al te veel wordt aangetast. Het CDA zou graag zien dat waar in het programma wordt gesproken over versobering, vooral ook pogingen worden ondernomen om niet te gemakkelijk voor soberder te kiezen maar waar mogelijk te kiezen voor het slimmer en/of creatiever aanpakken van taken. Belangrijk in de bezuinigingsoperatie is de voorbeeldfunctie die college en raad hebben. Als raad en college zoveel begrip van de Houtense samenleving gaan verlangen is het van groot belang dat voor de burgers zichtbaar wordt in welke mate ook de raad en het college offers brengen. Het CDA hecht grote waarde aan het ontzien van kwetsbare groepen in de samenleving. Zeker op individueel niveau zijn de gevolgen van de crisis soms al duidelijk voelbaar. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het toenemend aantal burgers dat terechtkomt bij schuldhulpverlening maar ook uit het feit dat het Interkerkelijk Diaconaal Overleg de afgelopen maanden nadrukkelijk de aandacht van het CDA vroeg voor de toename van het aantal mensen dat een beroep doet op de lokale kerkgemeenschappen. Het CDA is het eens met het adagium dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Het is daarbij van belang zorgvuldig te onderzoeken wie deze kwetsbare groepen zijn. Dit zijn niet alleen mensen met een uitkering, ook binnen het kleinbedrijf en bij zzp-ers nemen de zorgen hand over hand toe. Voorts roept het CDA raad en college op om in deze periode serieus werk te gaan maken van het verhogen van de slagvaardigheid van de politiek in Houten. Naast tevredenheid over hoe Houten momenteel is, is er in de samenleving ook een toenemende onvrede wat betreft de aansluiting tussen de beleving van de mensen en het functioneren van de politiek. De uitslagen van de laatste twee verkiezingen, die van 3 maart en die van 9 juni, tonen overduidelijk aan dat burgers het gevoel hebben dat er te weinig naar
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
7 - 27
hen wordt geluisterd. De burger is kritischer, laat zich niet meer met een kluitje in het riet sturen, wil meer daadkracht zien, wil dat er beter naar hem geluisterd wordt. Dossiers als de Blauwe zone, de windmolens aan de Veerwagenweg en het fietspad langs de Beusichemseweg roepen veel vragen op bij bewoners en lijken het beeld te bevestigen dat men als burger maar moeilijk invloed kan uitoefenen op wat er gebeurt. Het fietspad langs de Beusichemseweg wordt in het collegeprogramma overigens niet meer genoemd. Het college antwoordde op vragen in het rondetafelgesprek dat plannen die al in realisatie zijn niet meer vermeld hoeven te worden. In dit geval is er van die realisatie nog weinig zichtbaar. Het gevolg is dat inwoners van ’t Goy zich in toenemende mate zorgen maken over de voortgang terwijl het toch gaat om veiligheid van fietsers op deze drukke weg. Een benoeming in het collegeprogramma, inclusief een planningsdatum, had dan een positief signaal betekend. Hij roept het college op om op korte termijn aandacht te besteden aan de communicatie rond dit onderwerp. ’t Goy wordt ook niet genoemd bij woningbouwplannen zoals voor het Eiland van Schalkwijk en Tull en ’t Waal genoemd worden. Het college gaf in het rondetafelgesprek van 17 juni 2010 aan dat er geen concrete initiatieven voor woningbouw in ’t Goy zijn, omdat er in de afgelopen jaren in ’t Goy geen animo zou zijn geweest voor het opstellen van een leefbaarheidsplan. Daar werd letterlijk aan toegevoegd dat ’t Goy ‘geen prioriteit‘ heeft. Volgens informatie van het CDA was er echter niet een gebrek aan belangstelling maar was de aandacht van de bewoners in eerste instantie gericht op realisatie van een veilige fietsverbinding tussen ’t Goy en Houten. Het CDA meent dat binnen ’t Goy beseft wordt dat ook voor deze kleine kern woningbouw van essentieel belang kan zijn voor het behoud en/of de uitbreiding van het voorzieningenniveau dat nodig is voor de leefbaarheid in ’t Goy. Het CDA acht het daarom wenselijk dat in deze collegeperiode onderzocht wordt welke behoeften en mogelijkheden er zijn. Het opstellen van een leefbaarheidsplan lijkt daarvoor niet noodzakelijk maar er zijn inwoners van ’t Goy die eventueel willen meewerken aan het opstellen ervan. Hij dient dienaangaande amendement 010-2010 in. Amendement 010-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: Woningbouwprogramma ’t Goy (Collegeprogramma 2010-2014) De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek d.d. 17 juni 2010; overwegende dat het gewenst is expliciet in het collegeprogramma tot uitdrukking te brengen dat voor de kleine kern ’t Goy een woningbouwprogramma wordt opgesteld in relatie tot behoud en/of realisatie van het gewenste voorzieningenniveau; besluit op pagina 13 van het collegeprogramma, onder het kopje “Kleine kernen”, met een apart aandachtstreepje de volgende tekst toe te voegen: “Opstellen woningbouwprogramma in relatie tot behoud en/of realisatie van het gewenste voorzieningenniveau ’t Goy.”, met een X bij de jaren 2010 en 2011; en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door Petra Vernooij (CDA)
Houten staat de komende jaren voor een lastige opgave. Het zal allemaal wat minder worden, er zal vaker nee verkocht moeten worden, het zal niet altijd leuk zijn en het zal niet altijd de populariteit van het gemeentebestuur vergroten. Maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Het CDA loopt ook nu niet weg voor het nemen van bestuurlijke verantwoordelijkheid en maakt deel uit van een stevig college dat op brede steun in de raad kan rekenen. Daarnaast wordt de Houtense samenleving gekenmerkt door een enorme rijkdom aan vitale kerkgemeenschappen, maatschappelijke organisaties, vrijwilligers en verenigingen die allemaal bereid zijn hun schouders onder de Houtense samenleving te zetten. Er is dan ook alle reden om deze collegeperiode met vertrouwen tegemoet te zien. De heer Wagenmans (PvdA) meldt dat het PvdA-motto ‘Iedereen telt mee’ juist in een periode van bezuiniging een belangrijk PvdA-uitgangspunt is. De meest kwetsbaren moeten worden ontzien, de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen, iedereen moet worden
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
8 - 27
betrokken in het bezuinigingsproces en ieder moet worden aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid. De PvdA is uitermate tevreden over het collegeprogramma omdat deze uitgangspunten erin terug te vinden zijn. De PvdA is tevreden vanwege de volgende punten: het collegeprogramma is een helder, concreet en overzichtelijk activiteitenprogramma waar het college later op afgerekend kan worden; het programma is ook ambitieus in de zin dat het ondanks de bezuinigingen toch duidelijke taken stelt die bedoeld zijn om de kwaliteiten van Houten vast te houden en misschien te versterken. Naast bezuinigingen durft het college ook nieuw beleid mee te nemen in het programma. Dit getuigt van ambitie en daadkracht. Het programma is ook realistisch: het houdt rekening met de forse bezuinigingsopgave zonder bij voorbaat in een kramp te schieten, iets wat sommige andere partijen hier blijkbaar wel willen. De PvdA steunt de voorgestelde tweefasen-aanpak: die is realistisch en weloverwogen. Met zo’n aanpak kunnen partijen die straks betrokken worden bij de bezuinigingen op een serieuze manier geconsulteerd worden en betrokken worden bij de bezuinigingsopgaven, niet met het ‘mes op de keel’ maar in de vorm van een uitdaging om mee te denken over de vereiste oplossingen. De bezuinigingen bieden ook kansen: op creativiteit, op innovativiteit. Daarvan zit er heel veel in de Houtense samenleving en hij is ervan overtuigd dat die boven water komen wanneer de gemeente in overleg gaat met alle partijen. De PvdA begrijpt ook dat bezuinigen pijn kan doen en zal doen. Het college loopt hier niet voor weg en de PvdA ook niet. De PvdA heeft vertrouwen in het programma en heeft er vertrouwen in dat het college dit tot een goed einde zal brengen, maar heeft ook enkele kanttekeningen en aandachtspunten. De openbare ruimte moet onderdeel zijn van de bezuinigingsopgave maar verloedering van de openbare ruimte moet men niet willen toestaan. Dit betekent dat niet alleen over versobering gepraat moet worden maar ook selectief gekeken moet worden hoe hier creativiteit en innovativiteit aangewend kunnen worden. Onder de voorstellen die in het kader van het nieuwe beleid worden gedaan bevinden zich enige die wellicht te studieus en te weinig resultaatgericht zijn. Hij pleit ervoor dat wanneer nieuw beleid ingezet wordt, er dan gekoerst wordt op het zo snel mogelijk behalen van resultaten. Wat betreft het OV binnen de rondweg liggen er bijvoorbeeld al verschillende studies waarin voorstellen gedaan worden: laat men in deze collegeperiode dan zo snel mogelijk concrete resultaten hierin bereiken. De ouderen in Houten wachten al jaren op verbeteringen op dit punt. Verder is Houten inmiddels wereldberoemd als fietsstad. Die score moet hoog blijven. De PvdA pleit voor het gratis houden van de fietstransferia en het toekennen van een hoge prioriteit aan de aanleg van het fietspad naar ’t Goy. Hiervoor zijn in de begroting al middelen gereserveerd. Op de WMO zullen naar verwacht zware aanslagen plaatsvinden. Hij onderstreept hier nadrukkelijk dat de kwetsbaren moeten worden ontzien. De PvdA is dan ook blij met de aankondiging van een integraal armoedebeleid. Dit past in de aanpak en kan voorkomen dat kwetsbaren de dupe worden van bezuinigingen. De PvdA is blij met de voortzetting van de functie van de coördinerende jeugdwethouder. In de afgelopen collegeperiode zijn daarmee zeer goede resultaten behaald. De PvdA denkt dat de jeugd van Houten door goed in overleg te gaan met de coördinerende jeugdwethouder de creativiteit kan helpen aanboren die het mogelijk maakt om in Houten nieuwe ontwikkelingen te stimuleren. Omdat de gemeente een voorbeeldfunctie vervult moet ook de raad zich bereid tonen om in te leveren. Hij is blij dat de griffie gaat bekijken hoe dit concreet het best kan worden ingevuld en wacht voorstellen met belangstelling af. De taakstelling van € 7 miljoen is een grote opgave en lijkt een reëel bedrag op basis van wat nu bekend is. Het gedeelte van € 0,5 tot 1 miljoen voor nieuw beleid zou uitsluitend moeten worden ingevuld met reële en concrete maatregelen. Hij geeft het college mee dat ook in dit deel enige ruimte zit voor bezuinigingen. De PvdA steunt het uitgangspunt om te bezuinigen zonder lastenverhoging maar vindt ook dat er ruimte moet zijn voor enige creativiteit qua inkomstenposten en heeft daarom minder moeite dan de VVD met een onderzoek naar de mogelijkheden van een toeristenbelasting. De PvdA heeft veel vertrouwen in dit college maar het college zal nu met dit programma aan de bak moeten, de PvdA wacht de resultaten ervan bij de begroting dit najaar met spanning af. De heer Van Zijst (D66) is blij met het collegeprogramma. Het is een prima doorvertaling van de ambities van de 4 collegepartijen zoals neergelegd in het coalitieakkoord en geeft de juiste invulling aan de gezamenlijke koers van de coalitiepartijen om Houten klaar te stomen voor een moeilijke periode. Houten zal door het rijk gekort worden op de gemeentefinanciën en er zal veel moeite gedaan moeten worden om het kwaliteitsniveau van de voorzieningen op orde te houden. Hij herkent de woorden hierover van ITH. Verloedering van de openbare ruimte is geen keuze maar iets dat voorkomen moet worden. Maar tegelijkertijd zal er ook gekort moeten worden voor het bedrag wat ITH eerder becijferde of misschien zelfs meer. De heer
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
9 - 27
Zandbergen (ITH) wijst erop dat hij dit bedrag niet zelf uitgerekend heeft maar weergaf wat het college vindt. Hij mist bij die bedragen een onderbouwing door het college. De heer Van Zijst (D66) antwoordt dat dit college zich van andere colleges onderscheidt door bottom-up’ eerst in de samenleving te gaan kijken wat er mogelijk is in Houten, op basis van een gerechtvaardigd verwachtingenpatroon. De bezuinigingstaakstelling wordt opgebouwd vanuit het overdrachtsdossier. ITH vraagt enerzijds het college de kortingen op genoemde posten te onderbouwen maar geeft anderzijds aan, wat betreft het nieuwe beleid geen onderzoeken te willen, hierbij blijkbaar gesteund door de PvdA. Hier zit een tegenstelling in: hij vraagt een verduidelijking van ITH. Verloedering van de openbare ruimte moet tegengegaan worden maar er is een taakstelling te vervullen. Coalitie en oppositie moeten samen de schouders zetten onder de taak om de gemeente door de zware periode 2013-2014 heen te laveren naar hopelijk betere tijden. De onderwerpen die D66 in haar verkiezingscampagne aangaf belangrijk te vinden vindt D66 voldoende terug in het coalitieprogramma. D66 ziet geen reden om nu al kanttekeningen te zetten bij het collegeprogramma, zo kort nadat het door de coalitiepartijen is ondertekend, en betreurt dat de andere drie coalitiepartijen partijen dit wel doen. Hij betreurt de verhalen over de toeristenbelasting, de benadrukking van ’t Goy en de kanttekeningen van de PvdA. D66 vindt dat er een geweldig collegeprogramma ligt met een grote uitdaging aan dit college maar ook met een uitermate moeilijke opgave die gediend is met het sluiten van de gelederen in zowel college als raad. De heer Van Hoek (CU) verwachtte dat D66, de partij die bestuurlijke vernieuwing voorstaat, het principe van dualisme juist zou onderstrepen. De heer Van Zijst (D66) wijst erop dat kwesties als de toeristenbelasting of aangaande ’t Goy gewoon in het collegeprogramma hadden kunnen staan maar dat de collegepartijen juist afgesproken hebben om die er niet in te zetten. Het is dan jammer dat men op 29 juni al weer komt met veranderingen op zaken die op 27 april zijn afgesproken. Mevrouw Van Dijk (VVD) wil D66 een vraag stellen. De voorzitter staat geen nieuwe interrupties meer toe. De Algemene Beschouwingen zijn nog gaande, daarna is er ruimte voor debat. De heer Van Zijst (D66) is blij met de teksten in het collegeprogramma over duurzaamheid, windenergie, zonnepanelen, energiebesparing, duurzaam bouwen, duurzame wijken. Hij is blij met de teksten over eerlijke lastenverdeling, het uitgangspunt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten zullen dragen. D66 is blij met het uitgangspunt van betaalbaarheid. Er bestaat uiteraard de mogelijkheid dat de formatie van de regeringscoalitie tot gevolg heeft dat de bezuinigingstaakstelling hoger uitvalt. D66 vindt het belangrijk om de tering naar de nering te zetten en heeft in haar verkiezingsprogramma het uitgangspunt gehanteerd om noch voor burgers noch voor bedrijven de lasten te verzwaren. D66 wil ruimte houden voor nieuw beleid maar zou, met ITH en PvdA, de gelden graag zo direct mogelijk zien toevloeien naar de dingen die met in Houten belangrijk vindt en niet naar extra inzet van externe onderzoeken. Bij ‘betaalbaar’ hoort ook een kritische herbezinning op de werkverdeling tussen eigen medewerkers en ingehuurde derden. Op al deze terreinen voldoet het collegeprogramma aan de verwachtingen van D66. D66 is ook blij dat het programma is geschreven door de portefeuillehouders: ze hebben daarmee aangegeven dat ze het eigenaarschap wat ze al hadden bij de coalitie ook hebben doorgezet in het college, en bereid zijn er zelf de schouders onder te zetten. D66 is verder blij dat de vier wethouders alle uit de Houtense samenleving komen, dit is een uitstekende positie om dit programma mee uit te gaan voeren. In het rondetafelgesprek heeft het college D66 niet weten te overtuigen van de noodzaak van de bestemmingsreserve voor economische crisis- en efficiencymaatregelen. Te mager is beargumenteerd waarom deze problematiek niet via de algemene reserve zou zijn op te lossen. De vulling van € 6 tot 8 ton in 2 jaar is te gering als buffer voor tegenvallers die vele malen hoger zouden kunnen uitvallen, en is in omvang slechts 1/10 is van de totale bezuinigingsomvang. Instelling van zo’n reserve is zonde van het extra werk, bovendien wordt er met instelling van zo’n extra reserve weer meer complexiteit gecreëerd. Hij vraagt dus een betere toelichting van het college en zal, indien die uitblijft, tegen dit onderdeel van het voorstel stemmen. D66 komt niet met moties of amendementen en zal die van andere fracties elk op hun eigen merites beoordelen. Hij vraagt zich af waarom hij niet alle moties en amendementen vooraf van de fracties ontvangen heeft. De heer Jimmink (GL) spreekt de Algemene Beschouwingen van zijn fractie uit. Hij memoreert dat Houten tijdens de Giro d’Italia door de media als slaapstad werd aangeduid. GroenLinks vindt Houten geen slaapstad en heeft als vurige wens het lome, slaperige Houten te voorzien van fairtradekoffie of van bruisende activiteiten die georganiseerd worden vanuit alle hoeken van de Houtense samenleving. Als Houten een slaapstad is, is het ook een droomstad. Het vorige college heeft geïnvesteerd in voorzieningen die de snel uitdijende
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
10 - 27
gemeente veel leefbaarder gemaakt hebben. De dromen van GroenLinks van een sociale en duurzame gemeente kwamen in de afgelopen collegeperiode tot bloei. Het lijkt erop dat de nu voor de komende jaren gekozen lijn betekent dat er even geen ruimte is voor extra dromen. Het cultuurplein aan De Slinger heet in de plannen geen cultuurplein meer maar wordt misschien een intiem plein. Er wordt gebroken met de duurzame trend want afgaand op de geluiden komen er geen extra windmolens meer. In Houten Noord wordt het aantal bomen drastisch verlaagd. Daarnaast is het college voornemens te bezuinigen op dat wat Houten een bijzondere kwaliteit geeft: de openbare ruimte, cultuur en sport. In de plannen staat dat de kern van onderwijs, sport en sociaal-cultureel werk in stand blijft. Maar wat is een kern, en wat is een gezonde kern? Aan cultuur en sport spendeert Houten volgens landelijke benchmarks nu al benedengemiddeld. En wordt er in Houten ook rekening gehouden met stapeling van effecten? Ook het rijk en de provincie bezuinigen immers op de ‘zachte’ kant. Het collegeprogramma is vaag, er staan veel onzekerheden in. Als volwassen oppositiepartij kan men er niet uit opmaken wat er verwacht kan worden. GroenLinks kan niet inschatten of het een droomprogramma of een nachtmerrieprogramma is en zal er daarom niet mee instemmen maar er kennis van nemen. In het programma staat een vijftal punten waar GroenLinks zich niet in vinden kan. GroenLinks is het oneens met het afschaffen van milieu- en natuureducatie en begrijpt deze afschaffing niet gezien het onlangs vastgestelde milieubeleidsplan. GroenLinks kan zich niet vinden in de herinvoering van de lex silentio positivo, met name ten aanzien van kapvergunningen, in combinatie met het verminderen van het aantal ambtenaren. Bij de bovengemiddeld hoge werkdruk en ziekteverzuim van het ambtenarenapparaat is de kans groter dat een termijn overschreden wordt en een aanvraag dus toegekend wordt. GroenLinks vindt herinvoering van de lex silentio positivo in dit licht ongewenst. Het is niet goed voor de kwaliteit van de uitvoering van het gemeentelijke beleid. GroenLinks is geen voorstander van het vergunningvrij maken van bouw van eenvoudige gebouwtjes en heeft grote bezwaren tegen de kosten die de gemeente telkens maakt om technische faciliteiten te verbeteren. Zo worden in de eerste bestuursrapportage van 2010 € 30.000,- aan extra kosten opgevoerd voor gestegen telefoonkosten: hiervan is € 10.000,- uitgegeven om de paar pda’s in het gemeentehuis te laten synchroniseren wanneer men de voordeur binnenstapt. Dit is een vreemde uitgave als men die afzet tegen de benedengemiddelde uitgaven voor sport en cultuur. GroenLinks vreest dat de leefbaarheid van Houten zal verminderen en begrijpt niet waarom er dan alleen aan citymarketing voor zakelijk toerisme gedaan gaat worden. Hij dient amendement 011-2010 in waarin de impuls van de citymarketing verbreed wordt naar ook niet-zakelijk toerisme en merkt daarbij op dat een stad zich door een goede leefbaarheid als vanzelf verkoopt. Amendement 011-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: Verbreding citymarketing zakelijk toerisme De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek; besluit onder 2.2.11 Recreatie toe te voegen aan de tweede alinea de woorden “en niet-zakelijk”, zodat de tekst luidt: “Begin 2010 is op een succesvolle bijeenkomst Houten als locatie voor zakelijk toerisme verder uitgewerkt. In vervolg op deze bijeenkomst wordt het profiel van Houten voor zakelijk en niet-zakelijk toerisme verder uitgewerkt…” Ondertekend door David Jimmink (GroenLinks)
Houten is rustig en heeft dorpse kwaliteiten maar is uiteraard geen slaapstad en bruist alom. De bezuinigingen moeten niet leiden tot een verschraling van de leefbaarheid en tot de situatie dat Houten zo saai wordt dat inwoners indutten of vertrekken. GroenLinks zal de komende vier jaar in de gaten houden of de Houtense samenleving aantrekkelijk en bruisend blijft. Daarnaast blijft GroenLinks bij haar speerpunten duurzaamheid, zorg, minima, vrijwilligers, mantelzorgers en wat dies meer zij. Om het college wakker te houden biedt hij het college een pak biologische fairtradekoffie aan. De heer Van Hoek (CU) memoreert dat de ChristenUnie zich in een eerste reactie positief
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
11 - 27
uitliet over het coalitieakkoord, mede omdat het nieuwe college veel bestaand beleid blijkt voort te zetten, maar dat de ChristenUnie toen ook vroeg om meer duidelijkheid omdat de fractie teveel concrete acties en ambities miste. De hoop dat het collegeprogramma meer van de gevraagde duidelijkheid zou verschaffen werd niet bewaarheid. Dit is wel enigszins begrijpelijk omdat de perspectiefnota niet voor niets ontbreekt: de financiële toekomst is onzeker, er komen de nodige bezuinigingen aan en ook nog niet bekend is wat de komende bezuinigingen vanuit Den Haag en die van Houten cumulatief gaan betekenen. Men doet het dus met het nu voorliggend collegeprogramma. Hij spreekt zijn dank en waardering daarvoor uit. In het collegeprogramma worden de hoofdlijnen aangegeven. Er gaat vooral nog veel verkend worden terwijl wat de ChristenUnie betreft er al veel bekend is. De ChristenUnie vindt het een goed idee dat het college met de burger in gesprek gaat maar hoopt dat het college ook zijn eigenstandige verantwoordelijkheid neemt en gebruikt. De kiezer heeft immers al gesproken en het college mandaat gegeven. De ChristenUnie sluit zich in deze aan bij de woorden van het CDA: het college moet met kaders en voorstellen komen, richting geven en het gesprek aangaan. De ChristenUnie gaf in haar verkiezingsprogramma haar prioriteiten aan. De eerste vijf terreinen waar de ChristenUnie als laatste op wil bezuinigen zijn zorg en sociale zaken, onderwijs, jeugd en gezin, welzijn, milieu en veiligheid. Vanuit het Bijbels perspectief dat men zijn naaste lief dient te hebben als zichzelf maakt de ChristenUnie zich sterk voor de kwetsbare burger die om diverse redenen niet goed voor zichzelf kan opkomen, vaak tussen wal en schip valt en vaak ook in financiële zin het niet breed heeft. Daarnaast kijkt de ChristenUnie ook zeker naar het algemeen belang van alle Houtense burgers. Met deze bril - die naar het blijkt bijna alle fracties gebruiken - naar het collegeprogramma kijkend komen nog wel vragen en wensen op. De fractie kan zich vinden in de uitgangspunten dat iedereen meedoet en dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Ook over het beleidterrein van de WMO worden in het collegeprogramma warme opmerkingen gemaakt die de ChristenUnie na aan het hart liggen. Het college wil niet bezuinigen ten koste van mensen die in een situatie terecht zijn gekomen waar ze niet voor gekozen hebben, zoals ouderen en mensen met een beperking. Hij wil het college graag helpen door met elkaar vast te stellen dat burgers met een inkomen tot 120% van het minimum zullen worden ontzien. De eigenbijdrageregeling genoemd in 2.2.2 dient hierop dan te worden aangepast. Het zou welkom zijn om hier ook zzp-ers in te verwerken. Hij dient amendement 012-2010 in, dat mede ondertekend is door GroenLinks. Amendement 012-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: eigen bijdrage bij ombuigingen WMO, niet bij inkomen < 120% minimumloon (Collegeprogramma) De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek; besluit onder 2.2.2, “wet maatschappelijke ondersteuning: iedereen doet mee” toe te voegen: - De eigenbijdrage regeling is niet van toepassing voor burgers met een inkomen tot 120% van het minimum. Ondertekend door Dick van Hoek (ChristenUnie) en Mariëlle Veldhuis (GroenLinks)
De ChristenUnie wil als laatste bezuinigen op zorg en kan zich geen beeld vormen van de bezuinigingen hierop. Zorgsubsidies zijn doorgaans geen luxe artikelen. De ChristenUnie is hier zeer kritisch op. Voorkomen moet worden dat ook hier weer de meest kwetsbare mensen de dupe gaan worden, ook in financiële zin. Maar wanneer door samenwerking en efficiencymaatregelen geld bespaard kan worden moet dit direct gedaan worden. Uitgaand van de sterkste schouders is een eigenbijdrageregeling voor de ChristenUnie goed voorstelbaar maar ook dit zou moeten gelden voor mensen boven de inkomensgrens van 120% van het minimum. Hij vraagt of het hier om individuen gaat of om instellingen. De ChristenUnie heeft hiervoor een amendement ontworpen maar wacht met het indienen daarvan op het antwoord van het college. Mocht het om instellingen gaan dan heeft indiening van het amendement geen zin. De ChristenUnie waardeert het zeer dat het college het ambitieuze milieubeleidsplan heeft overgenomen maar mist een doorwerking hiervan in het programma. Duurzaamheid is een sleutelwoord. Het is niet een item als bijvoorbeeld de WMO of het BOR maar een begrip
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
12 - 27
en een belangrijk element om in alle onderdelen van het collegeprogramma uit te werken. Duurzaamheid moet bij alle burgers veel meer in het bewustzijn komen, om te beginnen bij de burgers die werkzaam zijn in dit huis. Duurzaamheid en ecologie zijn begrippen waar het college veel mee mag doen. Het is een manier van denken die op alle beleidsterreinen mag worden ingevoerd. De bezuinigingen geven het college de kans om met name in de openbare ruimte veel meer duurzaam te gaan denken en handelen: minder maaien levert meer biodiversiteit op, op een meer ecologische wijze bomen snoeien is goed voor flora en fauna. Hij heeft dienaangaande een amendement mede ondertekend wat de SGP zal indienen. Vanuit zijn bewogenheid om verantwoord met de Schepping om te gaan opdat ook het nageslacht ervan kan blijven genieten, vraagt hij het college alle beleidsambities en notities in het programma van een duurzaamheidsfactor of –item te voorzien. Het begrip duurzaamheid dient in bijna iedere beleidsambitie te worden geëxpliciteerd. Hij vraagt een reactie van het college. In 2.1.1 wordt gesproken over stimulering van de ontwikkeling van een ecowijk. Maar waarom stelt het college niet vast dat vanaf 2011 alle nieuwe bouwinitiatieven in Houten duurzaam en CO2-neutraal moeten worden uitgevoerd? Uit de aanbesteding van het duurzame VMBO bleek dat dit niet kostenverhogend hoeft te werken, in tegenstelling tot wat het CDA verwachtte. Hij dient dienaangaande motie 013-2010 in, die mede ondertekend is door GroenLinks. Motie 013-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: Collegeprogramma 2010-2014, paragraaf 2.1.6 Duurzaamheid De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen: - het voorstel; - het Collegeprogramma 2010-2014; - het Milieubeleidsplan; overwegende: - dat we onder het begrip duurzaam de definitie hanteren zoals die is opgenomen in het Milieubeleidsplan; - dat Houten door duurzaamheidseisen te stellen aan nieuwe bouwinitiatieven, mee wil werken aan een ‘leefbare en gezonde leefomgeving’; - dat het college direct na de zomer duurzaamheidseisen kan vaststellen en z.s.m. kan voorleggen aan de raad; roept het college op om z.s.m. en uiterlijk vanaf 2011, onderbouwde eisen te stellen omtrent duurzaamheid die voortkomen uit het reeds vastgestelde milieubeleidsplan en vanaf dat moment alle nieuwbouwplannen hieraan te laten voldoen; en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door Dick van Hoek (ChristenUnie) en Mariëlle Veldhuis (GroenLinks)
Hij vraagt hoe de versobering van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte eruit gaat zien. Het college gaf hierover in het rondetafelgesprek aan dat ‘veiligheid’ de ondergrens is. ‘Veiligheid’ is echter een containerbegrip, hij vraagt de wethouder 2 à 3 voorbeelden te geven. De ChristenUnie gelooft in Houten, in de kracht van Houten en in de burgers van Houten, en in God die vanuit Zijn kracht hemel en aarde gemaakt heeft. Hij wenst iedereen Gods zegen toe bij de pittige opdracht waar men voor staat en hoopt dat het zal lukken er gezamenlijk de schouders onder te zetten, het algemeen belang en het algemeen welzijn van alle burgers van Houten te dienen en over de eigen partijpolitieke schaduw heen te stappen, zodat er geen kwetsbare mensen buiten de boot vallen. De heer Van Leeuwen (SGP) heeft voor het college gestemd en wil dit ook voor het programma kunnen doen. Dit laatste lukt nog niet. Tijdens het rondetafelgesprek heeft hij gevraagd of er nog aanpassingen mogelijk waren. Zijn gesprekken met de VVD, het CDA en D66 hebben hem moed gegeven. Hun enthousiaste verhalen over dat het allemaal veel dualer zal zijn en dat altijd verbeteringen mogelijk zijn hebben bij de SGP hoop doen opvlammen en de SGP heeft hierin geïnvesteerd. Hedenavond heeft hij goede vooruitgang waargenomen. Hij roept de coalitiepartijen op moed te tonen en te laten zien dat die vooruitgang er later ook is. De SGP heeft vijf aanpassingen, elk verwoord in een amendement. Hij spitst zijn betoog toe
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
13 - 27
op 2 pijnpunten: 1. Door de versobering op het onderhoud van de openbare ruimte zal Houten verslonzen, en 2. met dit programma worden de kwetsbaren gekort en de weelde gesponsord. Omtrent punt 2 licht hij toe dat geen extra, al of niet inkomensafhankelijke, bijdrage gevraagd wordt van theaterbezoekers die dat vanuit een welvaartspositie kunnen doen, maar wel een eigen bijdrage wordt gevraagd van mensen die een rolstoel dan wel zorg nodig hebben. De SGP kan en wil niet uitleggen aan de bevolking dat wellicht binnenkort de subsidie voor het theater wordt bijgeplust van €1 ton naar € 3 à 4 ton terwijl van de aanvrager van een rolstoel een eigen bijdrage wordt gevraagd. Het is uitermate wrang dat nu tijdelijk al € 1,6 ton extra subsidie gegeven wordt en dat een vergelijkbaar bedrag wordt weggehaald bij degenen die hulp van de gemeente juist nodig hebben. Dit is niet de keuze van de SGP en zou ook niet de keuze van de PvdA, GroenLinks en het CDA moeten zijn, gezien hun sociale agenda. Hij noemt dit als voorbeeld en pleit niet ervoor om letterlijk de € 1,6 ton voor het theater te schrappen. Hij dient amendement 014-2010 in waarin voorgesteld wordt de zorg te ontzien en de taakstellende bezuiniging hierop over te hevelen naar kunst, cultuur en sport. Amendement 014-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: taakstellende bezuiniging gezondheidszorg verplaatsen naar Kunst, Cultuur en Sport in Collegeprogramma De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek; besluit onder 3.3 Ombuigingsrichtingen: - Gezondheidszorg: indicatieve taakstelling te schrappen; - Sociale participatie: invoeren eigen bijdrage/eigen risico bij verstrekking Wmo-voorzieningen te schrappen; - de indicatieve taakstelling Kunst, cultuur en sport te verhogen met € 150.000,- naar € 650.000,-, uit te voeren door verlaging van de subsidiebudgetten voor de sectoren kunst, cultuur en sport. Toelichting: Wij achten het een zeer ongewenste ontwikkeling om degenen die zorg nodig hebben te korten. Ondertekend door Gijs van Leeuwen (SGP)
Aangaande punt 1 licht hij toe dat de versobering van de openbare ruimte slecht is voor Houten. Verrommeling leidt tot meer verrommeling. Een goed onderhoudsniveau is het fundament voor goed gedrag, goed voorbeeld doet goed volgen. De SGP is tegen versobering maar wel voor duurzamer en efficiënter beheer. Hij dient dienaangaande amendement 0162010 in, dat mede ondertekend is door de ChristenUnie. In het algemeen wordt veiligheid genoemd als datgene wat het belangrijkste is voor mensen in hun woonomgeving is. Het is een gemiste kans dat hier in het voorliggende programma weinig in wordt geïnvesteerd. De SGP ziet een mogelijkheid voor een aanpassing. Bij de politiesurveillance zijn er regelmatig vacatures. De SGP wil bezien of er een meer structurele bijdrage aan de veiligheid en veiligheidsbeleving in Houten geleverd kan worden door de mogelijkheid te onderzoeken om, binnen het budget en binnen de doelstellingen van veiligheidsniveau, vacatures niet in te vullen maar deze te vervangen door inzet van mobiel cameratoezicht waarbij de beelden niet live hoeven te worden bekeken. Dienaangaande dient hij amendement 015-2010 in. Amendement 015-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: Cameratoezicht opnemen in Collegeprogramma De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek; besluit onder 2.2.15 Openbare orde & veiligheid toe te voegen: - te onderzoeken of (mobiel) cameratoezicht uitwisselbaar is, qua kosten en niveau van
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
14 - 27
veiligheid(sbeleving), tegen de inzet van 2 politiesurveillanten. Ondertekend door Gijs van Leeuwen (SGP)
Amendement 016-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: Collegeprogramma De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek; besluit onder 2.1.2 de zin ”onderzoek naar meer integrale en sobere inrichting en beheer openbare ruimte” te wijzigen in: - “onderzoek naar meer integrale, duurzame (en waar van toepassing ecologische) en efficiëntere inrichting en beheer van de openbare ruimte met behoud van kwaliteit zonder in te zetten op een versobering.”; op het domein “Beheer en onderhoud openbare ruimte” worden de volgende ombuigingsrichtingen verkend: - versobering onderhoud groenvoorziening - versobering straatreiniging - versobering onderhoud bovengrondse infrastructuur wijzigen in: - efficiënter en duurzamer onderhoud Groenvoorziening - efficiëntere en duurzame straatreiniging - efficiënter en duurzaam onderhoud bovengrondse infrastructuur. Ondertekend door Gijs van Leeuwen (SGP) en Dick van Hoek (ChristenUnie)
Over het al of niet realiseren van meer windmolenparken kreeg de SGP in het rondetafelgesprek onvoldoende duidelijkheid. De wethouder verwees naar het coalitieakkoord. Dit antwoord is onbevredigend omdat het coalitieakkoord nog te weinig perspectief biedt en ten tweede omdat niet het coalitieakkoord maar het collegeprogramma leidraad voor de toekomst is. De raad beslist of er meer windmolenparken in Houten zullen worden toegelaten. CDA, VVD, ITH en SGP hebben echter al ondubbelzinnig uitgesproken dat meer windparken in Houten niet gewenst zijn. De SGP ziet geen raadsmeerderheid voor het voornemen om meer windmolenparken te realiseren en het lijkt hem gewenst om daar – in de raad, zoals het college wil - nu dan ook duidelijk in te zijn en hier geen dure ambtelijke capaciteit meer voor in te zetten. Dit temeer omdat al jaren wordt gesproken over bezuinigingen op het ambtelijk apparaat en daarbij geconstateerd wordt dat zulke bezuinigingen alleen mogelijk zijn wanneer taken niet of niet meer worden uitgevoerd. Het heeft al gigantisch veel ambtelijke uren gekost om de drie bestaande windmolens in Houten te krijgen. Dienaangaande dient hij amendement 018-2010 in, dat mede ondertekend is door ITH en de VVD. Ook uit een oogpunt van beperking van inzet van ambtelijke capaciteit en besparing op het ambtelijk apparaat is voor de SGP het opstellen van een emancipatienota geen prioriteit. Dienaangaande dient hij amendement 017-2010 in, dat mede ondertekend is door de ChristenUnie en GroenLinks. Het is een onderwerp uit de jaren ’70-’80. De ambtelijke capaciteit kan beter worden ingezet voor de gigantische bezuinigingsoperatie. Amendement 017-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: nieuw beleid emancipatie schrappen in Collegeprogramma De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek; besluit het onderdeel 2.2.7 Emancipatie in zijn geheel te schrappen.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
15 - 27
Ondertekend door Gijs van Leeuwen (SGP), Dick van Hoek (ChristenUnie) en David Jimmink (GroenLinks)
Amendement 018-2010 luidt als volgt: Raadsvoorstel nr. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014 Onderwerp: Collegeprogramma De raad van de gemeente Houten in vergadering bijeen d.d. 1 juli 2010; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de besprekingen in het rondetafelgesprek; besluit onder 2.1.6 de zin “(waaronder ook andere windparken)” te schrappen. Ondertekend door Gijs van Leeuwen (SGP), Gerard Zandbergen (ITH) en Perjan Moors (VVD)
De SGP hoopt op een duale houding waarin collegepartijen tonen oprecht geïnteresseerd te zijn in opvattingen die in de raad leven en hoopt dat coalitiedwang met dit college voorgoed verdwenen is. Tot slot verwijst hij naar de landelijke politiek. De landelijke verkiezingen hebben een bijzondere uitslag opgeleverd: de PVV maakt furore maar legt ook bloot wat in de samenleving speelt, de christelijke partijen eindigen met minder dan 30 zetels. Dat laatste doet pijn ondanks de winst qua stemmenaantal van de SGP. Een uitspraak van de Hoge Raad wil via de Staten Generaal de SGP spelregels opleggen die aan het wezen raken van de overtuiging van de SGP. Of men het met die overtuiging eens is of niet, de SGP mag die overtuiging niet meer hebben. Daarmee wordt het hart geraakt van de partij, van je geloof en je principe. Het kan niet zo zijn dat hij dat wat hij belijdt aflegt op het moment dat hij in de gemeenteraad functioneert. Zal hij over een aantal jaar nog als SGP-er mogen spreken? Het is onbekend hoe dit zal aflopen. Als mens kan hij er opstandig van worden en wil hij op de barricaden gaan vechten voor zijn overtuiging. De dominee bracht hem weer met beide benen op de grond: met zijn overtuiging mag je ook op Hem vertrouwen. Hij citeert Psalm 11 vers 5. Het daarin bezongen Verbond en Trouw mogen rust en hoop geven, hoe het ook zal lopen. Hij wenst allen Gods zegen toe. De voorzitter schorst de vergadering en heropent deze na 20 minuten. Hij geeft de leden van het college gelegenheid te reageren op de Algemene Beschouwingen van de fracties. Wethouder Geerdes is blij dat ‘Houten werkt’ door de raad erkend wordt en ook landelijk steeds meer ontdekt wordt. De ambitie van het college is om dit zo te houden. Aan de voorzichtigheid in het collegeprogramma is te merken dat dit een behoorlijke ambitie is. Het is niet eenvoudig om in deze tijd de sociale infrastructuur overeind te houden en de woningbouwproductie op gang te houden. Tijdens de vorming van het coalitieakkoord was dit al te voorzien. In dit akkoord is een bezuinigingenpakket van €7 miljoen al aangekondigd, gebaseerd op ombuigingsvoorstellen vanuit de ambtelijke organisatie vanuit het overdrachtsdocument. Die bedragen zijn onderbouwd. Wethouder Van Liere zal hier een toelichting op geven. Het college hecht eraan de effecten te bespreken met de inwoners en wil dus in het najaar de ombuigingsvoorstellen met hen doornemen en bekijken op wenselijkheid. Het college heeft zich voor het komend jaar weinig ruimte gegeven voor nieuw beleid. Hij begrijpt wel dat verschillende fracties bepleiten om direct aan de slag te gaan, maar wil eerst bekijken welk ambitieniveau men nu eigenlijk wil nastreven om aan de hand daarvan dan te bepalen welk structureel budget men daarvoor over heeft. Zo wil het nu opgenomen budget voor citymarketing niet zeggen dat er op dat gebied al structureel beleid is. Maar het college ziet kansen om recreatie en toerisme in Houten te stimuleren. Citymarketing is iets wat al heel concreet is en waar al aan gewerkt wordt, maar in het totale pakket van citymarketing zullen ook andere vormen van toerisme meegenomen worden. Hij is dus positief over amendement 011-2010. Amendement 010-2010 gaat over het woningbouwprogramma in ’t Goy. Uit de leefbaarheidsagenda van Tull en ’t Waal en het leefbaarheidsplan van het Eiland van Schalkwijk kwam de vraag naar voren naar een onderzoek naar woningbehoefte en het eventueel uitrollen van een woningbouwprogramma op basis van dat onderzoek. Ook ’t Goy is in dat onderzoek meegenomen. Op woensdag 30 juni 2010 is dit met inwoners besproken. Uit het onderzoek blijkt dat er inderdaad een woningbehoefte is tot 2025. Nu moet worden bekeken hoe de behoefte die uit het onderzoek blijkt weggezet kan worden in tijd, planning, locaties en programmering. Hij
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
16 - 27
denkt dus datgene dat wat amendement 010-2010 beoogt al in uitvoering is. Amendement 010-2010 is dus overbodig. Wethouder Van Dalen wijst er als eerste op dat dit college geen verloedering wil van de openbare ruimte. In het lijstje van voorstellen om te komen tot € 9,5 ton bezuiniging staan veel onderwerpen die afkomstig zijn uit het overdrachtsdocument en die te maken hebben met efficiencyverbetering. De indruk dat er bijna € 1 miljoen gaat worden bezuinigd op onderhoud van bermen enzovoort is dus onjuist. Voor dit laatste is een bedrag van € 3,4 ton opgenomen. Binnen de organisatie is een benchmark uitgevoerd waarbij Houten is vergeleken met andere gemeentes van vergelijkbare grootte, waarbij gekeken is naar budgetten en uitgaven op bepaalde posten. Houten loopt met deze andere gemeenten in de pas. De werkwijze om de versobering in de praktijk vorm te geven is ‘bottom-up’. Er zijn nu al besprekingen met burgers en in de wijken: die geven hem voldoende houvast om te weten dat deze werkwijze goed uitvoerbaar is, zeker in de genoemde omvang. Hij gaf in het rondetafelgesprek al aan dat er instrumenten en criteria worden ontwikkeld om in het najaar te gebruiken. De ondergrens ‘veiligheid’ wordt concreet geformuleerd. Een bepaalde voorziening zou bijvoorbeeld voor bepaalde kwetsbare doelgroepen een hoger niveau dan ‘basis’ nodig kunnen hebben. Het hieruit resulterend pakket wordt vervolgens door college en raad vastgesteld. De heer Van Leeuwen (SGP) begrijpt deze uitleg niet. Wethouder Van Dalen licht toe dat veiligheidsniveau een subjectieve zaak is waarover men met elkaar in gesprek moet. Veiligheid is daarbij het basiscriterium, andere criteria kunnen bijvoorbeeld schoonheid of klantvriendelijkheid zijn. Het criterium veiligheid wordt afgestemd op bepaalde doelgroepen en daarbij moet dan gekeken worden waar de ondergrens zit, maar in de totale ombuigingsopgave is vastgelegd dat het college het in deze financiële omvang wil doen. De heer Van Leeuwen (SGP) vraagt om welke doelgroepen het gaat. Wethouder Van Dalen noemt bijvoorbeeld ouderen en mensen die slecht ter been zijn. Onderhoud aan de openbare ruimte gaat om meer dingen dan het maaien van wegbermen en vereist soms maatwerk voor bepaalde doelgroepen. Er wordt niet getornd aan de systematiek van de vulling van het BOR. Er wordt vijf jaar vooruitgewerkt als het gaat om de verwachte voorzieningen. In het kader van de huidige ombuigingen wordt de € 3 ton extra vulling van het BOR niet gedaan, dit geld wordt geparkeerd gelet op de dingen die op de gemeente afkomen. De storting kan altijd nog gedaan worden maar niet op dit moment. De heer Zandbergen (ITH) wijst erop dat het vorige college er juist voor koos om € 3 ton extra te storten in het BOR. Vindt de wethouder dit niet een verkeerde manier van bezuinigen? Wethouder Van Dalen vindt het maar de vraag of dit tot een bezuiniging leidt. De ondergrens van de vulling van het BOR staat vast voor de komende 5 jaar. Het gaat om toekomstige ontwikkelingen. Als die beter in beeld zijn kan heroverwogen worden hoe met de extra vulling van het BOR om te gaan. De heer Zandbergen (ITH) vraagt of de wethouder in de nabije toekomst dan een verbetering van de financiële positie van de gemeente verwacht. Zelf verwacht hij het tegendeel, ook gezien de rijksfinanciën. Een bezwaar tegen dit college is dat het onvoldoende rekening houdt met tegenvallers. Wethouder Van Dalen acht dit laatste op het terrein liggen van wethouder Van Liere. Hij ontraadt amendement 016-2010. De heer Van Leeuwen (SGP) wijst erop dat amendement 016-2010 iets duidelijks voorstelt. Hij vindt dat de wethouder niet helder maakt waar het over gaat en roept de wethouder op duidelijker te zijn. Wethouder Van Dalen herhaalt dat die duidelijkheid er nu nog niet is en in de komende tijd er moet komen. Daarom wordt in het najaar ‘bottom-up’ met inwoners gesproken over hoe dit ingevuld gaat worden. De heer Van Leeuwen (SGP) wijst erop dat het college geen versobering wil en dat in het collegeprogramma schrijft, maar het wel bewust zo laat staan. Hij begrijpt dat niet. Wethouder Van Dalen antwoordt dat er in het rondetafelgesprek al een discussie is geweest of ‘versobering’ de juiste term is. Er is een taakstellende ombuiging op het gebied van de openbare ruimte. De voorzitter verwijst voor een voortzetting van deze discussie naar het debat na de reactie vanuit het college. Wethouder Teeuwen vindt dat GroenLinks terecht zorg heeft over kunst, cultuur en sport. Uit de benchmark van RTL4, die op verzoek van de ChristenUnie aan de raad is toegestuurd, blijkt Houten inderdaad laag te scoren wat betreft het budget hiervoor. De hoogte van de subsidie die Houten uittrekt voor het hele cultuurveld is ongeveer € 1,5 miljoen, tegenover ongeveer € 3,5 miljoen voor zorg en welzijn. Ze vindt daarom dat men in het cultuurveld geen zware klappen moet willen laten vallen en is niet voor het stellen van een extra taakstellende bezuiniging bovenop wat er nu al staat. Ook in de nu gemaakte verdeling ontkomt het cultuurveld niet aan bezuinigingen. Het voorbeeld van het theater dat door de SGP werd aangehaald
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
17 - 27
vindt ze ongelukkig gekozen. Op de college-informatieavond van donderdag 24 juni j.l. is uitgebreid besproken hoe de raad door zijn keuzes het theater klem heeft gezet. Het is wat demagogisch en populistisch om te zeggen dat het college nu € 2,5 ton wil bijplussen. Er moet gekeken worden naar de problemen die het theater nu heeft. Daar moet men oog voor hebben en daarop moeten keuzes gemaakt worden omtrent hoe men het theater verder wil brengen. In het coalitieakkoord is opgenomen dat de coalitiepartijen niet van plan zijn om in deze collegeperiode het theater te sluiten. De heer Van Leeuwen (SGP) wijst erop dat hij dat niet gezegd heeft. Wethouder Teeuwen komt vervolgens bij het punt van de WMO. Ze is het eens met de fracties die aangaven dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen en dat men niet door de bodem van de sociale infrastructuur moet zakken. Ze vindt dat het college zeer verantwoord gekeken heeft naar wat de sociale infrastructuur in Houten kan hebben: daar zijn de maatregelen op gebaseerd. De €1,5 ton die uitgetrokken is voor gezondheidszorg heeft te maken met organisaties en activiteiten, niet met inkomens van individuen. In verband met de eigen bijdrage gaf ze in het rondetafelgesprek aan dat Houten in Nederland behoort tot de weinige gemeenten die geen eigen gemeentelijke bijdrage heffen. De regeling in Houten is vrij riant. Dat kan als er voldoende geld is, maar nu wordt er gekeken welke groepen een bijdrage kunnen leveren aan door de gemeente verstrekte hulpmiddelen. Onder hulpmiddelen worden zaken verstaan als trapliften, rolstoelen of huishoudelijke hulp. Dit college vindt dat als de cliënt daar zelf een bijdrage aan kan leveren, dit ook gebeuren moet. Er moet uiteindelijk een taakstellend bedrag van rond € 3 ton bereikt worden: ze weet niet met welk percentage van het minimum dit zou corresponderen maar wijst erop dat het college er in het najaar vanuit de invalshoek van de sterkste schouders als eerste naar gaat kijken om te bepalen wie voor zo’n eigen bijdrage in aanmerking gaan komen. Omdat ze momenteel niet weet om welk bedrag het gaat en of zo’n bedrag misschien uiteindelijk weer ergens anders vandaan zou moeten komen lijkt het haar geen goed idee om dit nu al zo concreet in te vullen. De heer Van Hoek (CU) kent wethouder Teeuwen als iemand met een groot sociaal hart die zich niet primair door de financiën laat leiden maar door wat de mens nodig heeft. Hij begrijpt dat er taakstellend bezuinigd moet worden maar daarbij moeten de kwetsbaren niet buiten de boot gaan vallen. De wethouder laat deze mogelijkheid nu open. Amendement 012-2010 wil de positie van kwetsbaren veilig stellen en stelt voor om wanneer hierdoor de taakstelling in het geding komt, op andere plekken naar geld te zoeken. Waarom kan de wethouder dit amendement niet omarmen? Wethouder Teeuwen vindt het amendement sympathiek maar op dit moment voorbarig. Ze wil eerst weten om welk bedrag het gaat. Het college komt zo snel mogelijk met een voorstel naar de raad. Wie weet gaat het uiteindelijk zelfs om een hoger percentage van het minimum dan 120%. In het rondetafelgesprek gaf ze verder aan dat de emancipatienota niet de eerste prioriteit heeft en het college er weinig ambtelijke capaciteit in gaat investeren. Ex-wethouder Koudijs van het vorige college had al een emancipatienota klaar. Die kan met een startnotitie aan de raad voorgelegd worden, eventueel verbreed zodanig dat het onderdeel gemaakt wordt van de WMO. Over de WMO zegt het college dat emancipatie van de cliënt belangrijk is, naast ruimte voor de professional en de kracht van de vrijwilliger. Resumerend ontraadt ze dus alle drie de amendementen die op haar portefeuille betrekking hebben: 012-2010, 014-2010 en 017-2010. Wethouder Van Liere sluit zich wat betreft de opmerkingen van ITH omtrent versobering aan bij de woorden van de wethouders Geerdes en Van Dalen: het college doet niet zomaar iets. Er zijn intern benchmarks gemaakt, zonder externe inhuur. De benchmarks zijn gemaakt aan de hand van een tool. Er is vergeleken met andere gemeentes: inkomsten en uitgaven zijn naast elkaar gezet. Op basis daarvan is het college tot deze voorstellen gekomen. In de eerste tranche gaat de gemeente praten met het maatschappelijk middenveld. De uitkomsten daarvan zijn begin 2011 beschikbaar. Dan zal het college met een nadere onderbouwde invulling komen en daar voorstellen op baseren. Het is geen vrije oefening: de voorstellen moeten binnen bestaande kaders vallen zoals het financiële kader van € 7 miljoen. De heer Zandbergen (ITH) vraagt om inzicht in de uitkomsten van het benchmarkonderzoek. Wat zijn de cijfers, waar loopt Houten uit de pas? Is er een analyse gemaakt van oorzaken waarom Houten uit de pas loopt en teveel uitgeeft aan wegenonderhoud? Het is netjes om de gemeenteraad inzicht te geven alvorens er tot besluitvorming overgegaan wordt. Wethouder Van Liere antwoordt dat het college de financiële kaderstelling communiceert naar de raad en binnen die kaderstelling een bepaalde ruimte houdt. Het college wil niet op voorhand het proces al vastleggen door nu al zeer gedetailleerd op bepaalde posten aan te geven waar op uitgekomen moet gaan worden. Dit zou juist naar de burger en het middenveld een signaal
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
18 - 27
afgeven van inspraak met het mes op de keel. De burger is niet gek: die begrijpt wat er aan de hand is en zal bereid zijn om met inventiviteit en creativiteit mee te helpen aan het zoeken naar oplossingen. De voorzitter wijst erop dat ITH verwijst naar motie 008-2010 waarin gevraagd wordt om onderbouwing van de bedragen. Wethouder Van Liere stelt dat de onderliggende basis beschikbaar is. Er zijn vergelijkende onderzoeken gedaan. Hij ontraadt motie 008-2010. De heer Zandbergen (ITH) vindt dat de wethouder daarmee de raad het inzicht ontneemt op basis waarvan hij tot de betreffende bedragen komt. Het gaat om belangrijke informatie en het is jammer dat de raad hier geen antwoord op krijgt. Wethouder Van Liere antwoordt dat de raad deze informatie wel degelijk nog krijgt, namelijk op het moment dat het college met concrete voorstellen naar de raad komt. De voorzitter noteert dit als een toezegging inzake motie 008-2010. Wethouder Van Liere schetst in reactie op de opmerking van D66 over de bestemmingsreserve economische crisis de context. De ombuigingsdoelstelling gaat lopen vanaf 2012. In het college is gezegd dat bezuinigingen die realiseerbaar zijn vóór 2012, binnengehaald moeten worden. Dit is feitelijk al in gang gezet en gaat lopen over 2011-2012. Het bedrag wat daarmee binnengehaald wordt ligt tussen € 6 en 8 ton. Dit bedrag wil het college bestemmen als reserve economische crisis. Dit kan gezien worden als anticyclisch investeringsbeleid: er wordt nu al ingespeeld op toekomstige tegenvallers bijvoorbeeld op het gebied van woningbouwproductie, sociale hulpverlening of minimabeleid. Er wordt een pot gecreëerd waarvan precies aangegeven kan worden wat ermee gedaan gaat worden. Het is dus proactief en transparant. Daarom wil hij graag vasthouden aan de bestemmingsreserve. De heer Van Zijst (D66) neemt aan dat de uitgaven veel groter zullen zijn dan de vulling die in twee jaar voor deze pot bereikt kan worden. Kan er in deze twee jaar zoveel geld gegenereerd worden dat men er in de volgende jaren daadwerkelijk iets aan heeft? Is het niet een druppel op een gloeiende plaat? Wethouder Van Liere antwoordt dat dit laatste nog moet blijken. Het geld wordt nu apart gezet voor tegenvallers die zich nog moeten aandienen. Het college vindt dit volstrekt verantwoord beleid. De heer Wagenmans (PvdA) ondersteunt het voornemen tot het voeren van anticyclisch beleid: dit is een belangrijk uitgangspunt van dit college en is ook een rol van de overheid daar waar dit mogelijk is. Hij verstaat daar echter onder dat er geïnvesteerd wordt, niet dat er tekorten afgedekt worden. Als de wethouder bijvoorbeeld zou zeggen de € 8 ton nodig te hebben voor investeringen in woningbouwcapaciteit zou hij dit steunen: dit zou een gerichte investering zijn waar de gemeente ook structureel haar voordeel mee zou kunnen doen. Het afdekken van tekorten is een andere insteek van de inzet van deze middelen, een verkeerd gebruik van dit fonds. Wethouder Van Liere is het eens met deze opmerking maar wijst erop dat nog niet bekend is hoe het uitpakt. Risico’s kunnen zich gaan voordoen, op korte of lange termijn. Wat betreft duurzaamheid signaleert hij een misverstand: er wordt wel gekeken naar milieu- en natuureducatie maar er is geen sprake van het afschaffen ervan. Dit blijft onderdeel van het hele duurzaamheidsbeleidsplan. Het is goed wat de ChristenUnie aan de orde stelt. De duurzaamheidsparagraaf is een onderdeel van het bewustwordingsproces wat burgers, raad en college collectief zullen moeten doormaken. Het is zijn taak als portefeuillehouder om bij ieder collegevoorstel te kijken wat daarvan de consequenties op het vlak van duurzaamheid zijn. Wat betreft motie 013-2010 wijst hij erop dat er een bouwbesluit is. Inzake prestatie-indicatoren op het gebied van energie wordt het bouwbesluit per 1 januari 2011 aangescherpt. In de momenteel bestaande convenanten met bouwondernemers zit Houten ongeveer 10% boven de norm. Wat betreft energiezuinigheid is de gemeente dus gehouden aan de wettelijke bepalingen. Waar het gaat om andere zaken als bijvoorbeeld materiaalgebruik wil het college de inventarisatie actualiseren. Hij hoopt dat met deze toezegging motie 013-2010 overbodig is geworden. De heer Van Hoek (CU) kan dit niet helemaal plaatsen. De toezegging ligt in de lijn van motie 013-2010, de wethouder zou er dus ook voor kunnen kiezen de motie over te nemen. Dit zou impliceren dat de raad dan vanzelf ook de aspecten van duurzaamheid waar de wethouder aan refereert, verduidelijkt ziet. Wethouder Van Liere kan hier op zich in meegaan maar weet niet of hij dit kan waarmaken voor de datum van 1 januari 2011. De voorzitter wijst erop dat indien een motie iets vraagt wat al gebeurd is, de motie of overbodig is of overgenomen kan worden. Dit ligt dicht bij elkaar. In dit geval geeft de wethouder aan dat de motie overbodig is. De heer Verhagen (PvdA) hoorde de wethouder eerst zeggen dat de gemeente geen eisen kan stellen die verder gaan dan het bouwbesluit maar vervolgens aangeven dat de gemeente dit na 1 januari 2011 wel gaat doen. Wethouder Van Liere antwoordt dat de regelgeving vanuit Den Haag wordt voorgeschreven. Waar de gemeente invloed heeft gaat de gemeente soms verder dan het bouwbesluit. Dat is momenteel gedaan. Bij het uitgeven van nieuwe grondposities kan de gemeente dit opnieuw doen. De voorzitter vindt dat er gezien het kader
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
19 - 27
van Algemene Beschouwingen nu teveel op details ingegaan wordt. Op dit soort zaken zal op een later moment teruggekomen worden. Wethouder Van Liere geeft aan dat wat betreft de windmolens het college eerst de uitkomst van de procedure die bij de Raad van State loopt afwacht. Tot die tijd neemt het college geen nieuwe initiatieven betreffende windmolens. Deze kwestie zal opnieuw in de raad komen. Hij vindt de motivatie van de SGP bij motie 018-2010 ontoereikend: er is geen politieke meerderheid vastgesteld tegen windmolens. Het instellen van een stop op inzet van ambtelijke capaciteit op het windmolendossier is te vroegtijdig. Hij ontraadt motie 018-2010. De heer Zandbergen (ITH) vraagt hoe reëel de communicatie met inwoners omtrent de bezuinigingen is, wanneer de omvang van het te bezuinigen bedrag van te voren al vaststaat. Is hier sprake van gelijkheid van partijen? Tevens vraagt hij wat er gebeurt in het geval dat de algemene uitkering van het rijk zou gaan tegenvallen. Hoe vangt het college dit op? Wethouder Van Liere antwoordt dat de aanpak is dat er 5 domeinen zijn benoemd met elk een bezuinigingsdoelstelling. Binnen ieder domein afzonderlijk is er ruimte om te schuiven. Pas wanneer er binnen een domein niet voldoende kan worden bezuinigd zal er over domeinen heen moeten worden gegaan. In het rondetafelgesprek heeft hij aangegeven dat het college uitgaat van een rijksbezuiniging van € 17,5 miljard. Dit kan mee- of tegenvallen. Er is nog tijd om bij tegenvallende rijksinkomsten nieuw aanvullend beleid te maken waarbij het college zich zal baseren op uitkomsten van berekeningen door ambtenaren. De voorzitter antwoordt op vragen aangaande zijn portefeuille. Wat betreft de mogelijke eigen bijdrage van de raad aan de bezuinigingstaakstelling wijst hij op de procedureafspraak die hierover in het seniorenconvent is gemaakt. In september 2010 zal het seniorenconvent zich in een aparte bijeenkomst buigen over de vraag wat tot het budget van de raad behoort en wat daarbij de marges zijn voor ombuigingen. Hierop wordt teruggekomen bij de begrotingsbehandeling in de raad. De raad kan nu een standpunt over de € 50.000,- innemen maar de invulling van dat bedrag hoeft nu nog niet bepaald te worden. In reactie op motie 009-2010 wijst hij erop dat in de ombuigingsvoorstellen van het college naast de € 50.000,- ombuiging voor de raad € 100.000,- voor het college ingeboekt zijn. Dit betreft niet de post salarissen: de hoogte van salarissen wordt door het rijk vastgesteld. Het college kan hooguit een bijdrage leveren in de sfeer van faciliteiten. Het college zal serieus invulling geven aan de bezuiniging die het zichzelf oplegt; de raad kan invulling geven aan de taakstelling van € 50.000,- voor de raad. De heer Zandbergen (ITH) wijst erop dat in het programma voor het college geen concreet taakstellend bedrag wordt ingevuld. Heeft het college wel mogelijkheden om in te leveren? De voorzitter antwoordt dat de lijst op pagina 29 € 150.000,- vermeldt als taakstelling voor politiek en bestuur, waarvan € 50.000,- nader in te vullen door de raad en € 100.000,- in te vullen door het college. Dit is transparant. Het college zal er in de raad op terugkomen. Mocht het seniorenconvent in september 2010 bij de invulling van de € 50.000,- tot de conclusie komen dat het bedrag van € 50.000,- moet worden verhoogd of verlaagd dan is dat voor het college leidraad. De coalitiepartijen hebben het standpunt dat het college zich niet moet bemoeien met de vraag of de raad uit eigen budget een bijdrage levert. Dit is een kwestie waarover de raad zelf moet besluiten. Het bedrag van € 100.000,- voor het college is gebaseerd op indicaties die door de ambtelijke organisatie in het ombuigingsdocument zijn gemaakt. Er zijn ook hier benchmarks gemaakt. Als er concrete voorstellen zijn zullen die ook worden onderbouwd. Hij herkent de opmerking van GroenLinks over het bovengemiddeld ziekteverzuim in de organisatie niet en vindt dat hier zaken oneigenlijk worden gekoppeld. Hij is zelf in het algemeen geen groot voorstander van de lex silentio positivo maar in een aantal soorten wetgeving kan het worden overwogen. Het gemiddeld ziekteverzuim in 2010 tot mei 2010 is een alleszins redelijke 6%, de afdelingen Sociale zaken en Informatie vertonen een afwijkend percentage van respectievelijk 13% en 12%. Hij begrijpt de motivatie van de SGP voor het indienen van amendement 015-2010: de gemeente kampt de laatste jaren met veel vacatures bij de surveillance. Momenteel is de politie bezig die te vervullen. Het budget wordt wel degelijk voor veiligheid gebruikt: er worden extra toezichthouders ingehuurd voor de openbare ruimte. Deze hebben de laatste maanden voor toezicht gezorgd in het kader van het fietsendiefstalproject in het centrum. Het geld blijft dus beschikbaar. Amendement 015-2010 suggereert inzet van cameratoezicht. Het openbaar ministerie stelt strikte normen aan toepassing van cameratoezicht in de openbare ruimte: er moet een proportionele aanleiding zijn voor toepassing van cameratoezicht. Die is er in Houten niet, of mogelijk alleen bij het treinstation en de te openen discotheek. Er is wettelijk dus geen ruimte om amendement 0152010 uit te voeren. Aan slimme inzet van het budget wordt al gedaan. Hij ontraadt dus motie 015-2010. Motie 009-2010 ontraadt hij ook, maar hij adviseert ITH die nu in te trekken en hem
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
20 - 27
eventueel terug te laten keren bij de begrotingsbehandeling. Hiermee acht hij de reactie van het college afgerond. De voorzitter zet in de aanloop naar het debat de moties en amendementen op een rij, zoals aangegeven in onderstaande tabel. nr. 008-2010 009-2010
voorstel motie motie
fractie(s) ITH ITH
010-2010 011-2010
amendement amendement
CDA GroenLinks
012-2010
amendement
013-2010
motie
014-2010
amendement
ChristenUnie, GroenLinks ChristenUnie, GroenLinks SGP
015-2010 016-2010
amendement amendement
017-2010
amendement
018-2010
amendement
SGP ChristenUnie, SGP ChristenUnie, GroenLinks, SGP SGP, ITH, VVD
Inhoud onderbouwing van bezuinigingstaakstellingen bijdrage van collegeleden in bezuinigingstaakstelling met evenredig deel van hun wedde woningbouw in ’t Goy verbreding van citymarketing tot de niet-zakelijke sector WMO, 120%-norm ten opzichte van het minimum duurzaamheidseisen bij woningbouw vanaf 2011 ombuigingsrichtingen, ontlasten van de gezondheidszorg en verschuiven naar de sector Kunst, cultuur en sport openbare orde en veiligheid, cameratoezicht onderhoud van de openbare ruimte emancipatie
windparken
De voorzitter stelt als eerste thema aan de orde ‘kwaliteit van de openbare ruimte’. De heer Van Hoek (CU) vraagt wethouder Van Dalen de ondergrens van ‘veiligheid’ te concretiseren aan de hand van voorbeelden. Twee centimeter gras op de stoep is bijvoorbeeld niet onveilig, maar kan moeilijk gezien worden als het effect van soberheid. De heer Van Leeuwen (SGP) ziet in het programma niet letterlijk staan dat de bezuiniging afgeboekt wordt. Het is een kwestie van doel en woordkeuze. De wethouder geeft aan dat het niet de bedoeling is dat Houten verslonst maar houdt wel het woord ‘versobering’ overeind. De SGP wil niet naar verslonzing en versobering en vraagt de wethouder het woordgebruik aan te passen aan wat beoogd wordt. De SGP snapt niet waarom de wethouder weigert dat te doen. De heer Zandbergen (ITH) heeft moeite met het terugdraaien door dit college van de extra storting van € 3 ton in het BOR om reden van de financiële positie van de gemeente. Het is inconsequent gedrag, een verkeerde manier van bezuinigen. Hij vindt het antwoord van de wethouder onbevredigend en is bang dat de openbare ruimte toch zal verloederen. Hij vraagt zich af hoe het is gesteld met het onderhoud van het Houtense wegennet en of daar een rapport van een extern bureau over bestaat. Het Houtense wegennet is uitgebreid en groeit nog steeds: al die wegen moeten in de toekomst onderhouden worden. Op sommige plekken ligt het asfalt er nu al slecht bij en wordt niet bijgewerkt. ITH heeft hier grote zorg over. De heer Wagenmans (PvdA) deelt de gevoelens zoals verwoord in amendement 016-2010 van ChristenUnie en SGP. Omdat er in het rondetafelgesprek uitgebreid over is gesproken vindt hij het belangrijk dat die discussie nu verder gevoerd wordt op basis van concrete informatie, zoals onder andere zal verschijnen in de nota Bovengronds die najaar 2010 naar de raad gaat. Dan moet gepraat worden over de uitgangspunten voor de invulling van de kwaliteit van de openbare ruimte, daarbij enerzijds de bezuinigingsdoelstelling in acht nemend en anderzijds de vraag van de organisatie hoe invulling gegeven kan worden aan optimale kwaliteit en het behoud daarvan. Ook de PvdA heeft daar zorg over. Het is een belangrijke kwaliteit van Houten. De heer Van Leeuwen (SGP) proeft dat de PvdA het dus eigenlijk eens is met de SGP en de ChristenUnie. De heer Wagenmans (PvdA) vindt het woord ‘versobering’ wellicht wat ongelukkig gekozen, maar heeft de wethouder horen zeggen dat hij de kwaliteit wil behouden. Daar gaat hij de wethouder aan houden. Daarom heeft hij vertrouwen
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
21 - 27
in de voorstellen die najaar 2010 zullen komen. De heer Van Leeuwen (SGP) vindt de term ‘versobering’ ook ongelukkig gekozen. Amendement 016-2010 stelt voor om andere bewoordingen te kiezen zodat het risico uitgesloten wordt dat er op een versobering uitgekomen wordt. Waarom neemt de wethouder dit amendement niet over? De heer Wagenmans (PvdA) neemt aan dat de wethouder hier nog op zal reageren. Dan kan hij bevestigen wat de PvdA net formuleerde. Wethouder Van Dalen vindt het de vraag of de vervangende termen die in amendement 0162010 worden voorgesteld alles zal omvatten. Hij vindt woordspelletjes geen doel op zich en heeft het amendement daarom ontraden. Het gaat erom dat de norm gevonden wordt, dat vastgesteld wordt waar je wat wilt en kunt accepteren in de openbare ruimte. De nota Bovengronds gaat daarbij helpen omdat die verschillende gebieden behandelt: het buitengebied, het gebied binnen de rondweg, enzovoort. Bekijkt men alleen de veiligheid, dan gaat het om vragen als: is het verkeersveilig, kun je er struikelen, kunnen er takken vallen? Maar dit zijn open deuren en het is niet de bedoeling om met de versobering alleen dit minimumresultaat te behalen. Verloedering wil het college al helemaal niet: dat is geheel niet aan de orde. Wel wil het college de ombuiging maken binnen die marge en binnen die kaders, die met de nota iets scherper komen te liggen. Het college ziet kansen om die ombuigingstaakstelling te halen. De heer Van Leeuwen (SGP) vindt dat de wethouder het doet voorkomen dat de SGP een probleem met de woordkeuze heeft. Dat is niet zo en dat staat ook niet zo in het amendement. Wethouder Van Dalen herhaalt dat ook de in amendement 016-2010 voorgestelde bewoordingen niet de volle lading dekken. Het formuleren van de juiste bewoordingen is niet de insteek van deze ombuiging. Naast de voorbeelden die hij net noemde zijn er ook andere maatregelen op het gebied van versobering denkbaar. Het gaat niet alleen om onkruid en wegbermen: in verschillende gemeenten wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar het hele bestand van verkeersborden, bewegwijzering enzovoort. Er is geen rapport van een extern bureau, er is intern een benchmark uitgevoerd. Hij ondersteunt het betoog van de PvdA. De heer Zandbergen (ITH) vraagt wat de PvdA vindt van het terugdraaien van de extra storting in het BOR. De heer Wagenmans nam immers als wethouder in het vorige college het initiatief tot de extra storting. De heer Wagenmans (PvdA) antwoordt dat uitgangspunt bij het BOR is dat er binnen een periode van 5 jaar voldoende middelen in de voorzieningen zitten om ervoor te zorgen dat de gemeente in staat is om groot onderhoudswerk te financieren. Daar is de hele berekening van het BOR op gebaseerd. De tijdelijke stortingen zijn mogelijk gemaakt door fluctuaties in de inkomsten en uitgaven. Daar kun je aan toegeven of je kunt er van af zien. Die ruimte is er. Hij laat aan het college de ruimte om te beslissen om op dit moment geen storting te doen. De toets komt later, op basis van het vijfjarenprogramma. De voorzitter wijst erop dat de extra storting waar discussie over is een storting betreft voor de periode na de termijn van vijf jaar, om een mogelijk toekomstig tekort op het meerjarenonderhoud in te lossen. Hierover zijn in de raad en in de vorige raad afspraken over gemaakt. Onder andere is afgesproken dat, indien rekeningsaldi daar aanleiding toe geven, de storting zou plaatsvinden en dat bij voorkeur er ook structureel in de begroting een storting zou plaatsvinden. Daar is momenteel volgens dit college geen budgettaire ruimte voor. Maar voor de periode van de eerste 5 jaar wordt er voldaan aan de doelstelling. De heer Zandbergen (ITH) vraagt of de wethouder beschikt over een extern rapport inzake de onderhoudssituatie van het Houtense wegennet. Is de onderhoudssituatie goed, matig dan wel ondermaats? Of ontbreekt zo’n rapport en bezuinigt de wethouder blindelings op het onderhoud? Wethouder Van Dalen kent zo’n rapport niet maar het is niet zo dat het college blindelings iets doet. De heer Zandbergen (ITH) voert aan dat zo’n rapport handig zou zijn. De voorzitter meent dat een rapport van de eigen organisatie ook voldoet. Het gaat erom dat de raad inzicht heeft in de onderbouwing die het college aanleiding geeft tot de ombuiging. Wethouder Van Liere zei al toe dat de raad de onderbouwingen zal ontvangen. Men moet kunnen vertrouwen op de kwaliteit van het eigen ambtelijk apparaat. De heer Zandbergen (ITH) verduidelijkt dat het hem ook gaat om de onafhankelijkheid van zo’n rapport. De heer Van Hoek (CU) vraagt of het klopt dat in het najaar, met de nota Bovengronds, de raad per voorstel kan toetsen welk veiligheidsniveau minimaal gehandhaafd blijft. Wethouder Van Dalen antwoordt dat de nota zal helpen om de kaders te stellen en tot de normen van veiligheid, duurzaamheid, gebruiksvriendelijkheid enzovoort te komen. Hij kan momenteel niet
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
22 - 27
overzien of dit per separaat voorstel zal gaan. De heer Visser (CDA) maakt zich kijkend naar deze discussie enige zorgen. Er wordt gezocht naar ombuigingen en in het collegeprogramma zijn daarvoor richtingen bepaald. Die worden uitgewerkt en er gaat met burgers over gesproken worden. In de Algemene Beschouwingen hebben alle fracties aangegeven dat er voor miljoenen moet worden bezuinigd, maar bij het eerste onderwerp ontstaat er al discussie over een woord als versobering of verloedering. Hoe zal de burger hier naar kijken? Hij maakt zich dan zorgen of raad en college in staat zullen zijn om € 7 miljoen te bezuinigen. Hij vindt dat de raad achter het programma moet gaan staan en constateren dat er op het terrein van versobering wel het een en ander mogelijk is. Er is duidelijk een ondergrens geformuleerd. De heer Van Leeuwen (SGP) vindt dat het CDA hier de plank misslaat. Wat het SGP wil aangeven is dat de wethouder aangeeft niet te willen versoberen maar niet buigt wanneer hem gevraagd wordt wat het dan wèl is. De SGP vraagt hierover door om helderheid te verkrijgen, omdat de raad uiteindelijk de kaders moet stellen. De heer Visser (CDA) heeft wel duidelijke antwoorden van de wethouder gehoord. Het gaat niet om het ene woordje ‘versoberen’, wat overigens in dezen een prima term is. De voorzitter wijst erop dat hieruit blijkt dat een beantwoording soms verschillend geïnterpreteerd wordt. De raad bepaalt de kaders en beoordeelt of de ombuigingsoperatie die het college voorstelt voldoende is voor de voorbereiding van de begroting 2011 deze zomer. Hij wijst er op dat de € 7 miljoen die men wil ombuigen geen hard bedrag is maar een bepaalde marge of bandbreedte heeft, nodig voor het maatschappelijk debat. De voorzitter stelt als tweede thema aan de orde ‘ombuigingen zorg en WMO’. Mevrouw Van Dijk (VVD) was blij en enthousiast over het feit dat in het overdrachtsdocument een mogelijkheid werd gezien om de enorme uitgaven van Houten op een goede en sociale manier terug te dringen, waarbij er goed gekeken zal worden naar waar dit wel en waar dit niet kan. Ze is er niet voor om een bepaalde doelgroep op voorhand uit te sluiten. Het is nog totaal onbekend om welke bedragen het gaat of om welke voorzieningen. Ze roept de ChristenUnie en GroenLinks op om amendement 012-2010 uit te stellen, ook omdat raad en college altijd alert zijn op het voorkomen van armoedeval. Het kan immers zijn dat een alleenstaande ouder die in de zorg werkt en 125% van het minimum verdient, minder te besteden heeft dan iemand die onder de inkomensgrens van 120% van het minimum zit. Het vrij besteedbaar inkomen van een burger is van veel factoren afhankelijk. Ze pleit ervoor om per voorstel te bekijken of het nodig is een inkomensgrens vast te stellen. De heer Van Hoek (CU) verduidelijkt dat ook de ChristenUnie graag wil voorkomen dat doelgroepen uitgesloten worden en met name de meest kwetsbare. De inkomensgrens van 120% wordt vaker gebruikt, maar er zou ook een hoger percentage genomen kunnen worden. Mensen die onder deze grens leven zijn vaak al meervoudig de dupe van bezuinigingen, zeker in combinatie met landelijke bezuinigingen die op hen afkomen. Wanneer dit kader vastgesteld wordt gaat het college er ook mee rekenen en hoeven er geen mensen teleurgesteld te worden. Straks moet de raad veel voorstellen beoordelen en tegen elkaar afwegen en bestaat het risico dat belangenafwegingen in het nadeel uitvallen van burgers met een laag inkomen. Daarom wil hij dit juist wel van te voren vastleggen in het kader. De heer Jimmink (GL) sluit zich aan bij het pleidooi van de heer Van Hoek. Alle partijen in de raad hebben aangegeven de solidariteit hoog te houden. De VVD spreekt bijvoorbeeld over het thuisgevoel. Het vaststellen van een inkomensgrens op dit punt is een teken van solidariteit, het gaat om de meest kwetsbaren in de samenleving. Daar moet de raad in principe voor gaan. De heer Van Leeuwen (SGP) komt terug op de opmerking van de wethouder over populistisch taalgebruik. Wat hij zei in zijn bijdrage staat gewoon in het rapport van LAgroup. Ook heeft hij niet gezegd het theater te willen sluiten maar het theater alleen als voorbeeld gebruikt. Hij meent dat het de wethouder niet uitkomt dat hij dit zegt. De heer Wagenmans (PvdA) kan zich de sympathie van fracties voorstellen voor instelling van een inkomensgrens van 120% met betrekking tot de eigen bijdrage, maar vindt het antwoord van de wethouder adequaat. De wethouder moet de gelegenheid krijgen om te onderzoeken wat de consequenties zijn. De uitgangspunten zijn in het collegeprogramma nadrukkelijk geformuleerd. Wat hem betreft heeft de wethouder toereikende antwoorden gegeven en krijgt zij de ruimte om dit nader in te vullen. De heer Van Hoek (CU) wil de wethouder niet de gelegenheid ontnemen om een en ander uit te zoeken, zegt met zijn motie alleen dat 120% het absolute minimum is. Als het 150% kan worden, des te beter. Laat de wethouder dit vooral uitzoeken. Dit zal deze mensen geruststellen. De motie is een mooie ondergrens bij dat onder-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
23 - 27
zoek. Wethouder Teeuwen vindt amendement 012-2010 sympathiek en passend in de filosofie van het collegeprogramma. Ze had het kunnen omarmen als zijnde een begin. Maar zo werkt het niet, omdat overname van het amendement fixatie van middelen inhoudt en ze vervolgens elders naar middelen zou moeten zoeken. Ze heeft nog helemaal niet uitgezocht hoe hoog het bedrag precies is en waar ze de middelen vandaan moet halen, en vraagt dus ruimte om in de geest van amendement 012-2010 en van het collegeprogramma deze materie goed uit te zoeken. Daarna zal de raad een onderbouwd voorstel krijgen. Mevrouw Van Dijk (VVD) hoort de wethouder hiermee zeggen dat het ombuigingsbedrag gehaald moet worden. Belangrijker is echter het maatschappelijk effect. Misschien is er bij deze mensen op bepaalde punten wel degelijk ergens een eigen bijdrage, misschien kan er ergens iets minder dan wel anders gedaan worden met hetzelfde maatschappelijke effect. Dan kan misschien hetzelfde bereikt worden zonder het via dit amendement vast te leggen. Wethouder Teeuwen vindt dit een goede opmerking. Deze maatregel staat niet op zichzelf. In zowel het coalitieakkoord als het collegeprogramma staat dat het college flankerend beleid wil maken. Armoedebeleid is in het vorige college niet gerealiseerd maar moet er nu absoluut wel komen, juist voor mensen die misschien door de bodem van de sociale infrastructuur heen zakken. Daarnaast moet er ook gekeken worden naar stapeleffecten van eigen bijdragen, ze vraagt tijd om die aspecten te onderzoeken. Niet het taalgebruik van de SGP vond ze demagogisch en populistisch, maar het voorbeeld wat de SGP eruit licht is juist het meest kwetsbare element in het cultuurveld. Het hele cultuurveld wordt onderworpen aan een bezuinigingstaakstelling, dit terwijl het in de benchmark al niet hoog scoort en er al een taakstelling op rust. Dit is in een evenwichtig pakket aan de raad voorgelegd. Het college vindt alle bezuinigingen zoals die er nu liggen verantwoord en heeft indicatief een idee waar het geld vandaan zou moeten komen, maar wil dit nog met het veld bespreken omdat het college ook met deze professionals wil definiëren wat een acceptabel niveau is en hen de ruimte geven om inzichten te leveren. Maar juist met het voorbeeld van het theater heeft ze moeite omdat college en raad door de keuzes die ze hebben gemaakt het theater hebben vastgezet in zijn exploitatie. Binnen het theater zelf zijn er nauwelijks mogelijkheden om de exploitatie omhoog te krijgen, zoals LAgroup schrijft. Toen deze keuzes werden gemaakt meenden raad en college nog dat het zou helpen om toegangskaartjes duurder te maken. Dit blijkt niet te kloppen: een theater maakt pas winst boven een bepaalde grens van stoelenbezetting en het aantal stoelen van dit theater is daarvoor te beperkt. De heer Van Leeuwen (SGP) heeft het theater slechts als voorbeeld genoemd. De discussie met het college over het theater zal in september 2010 nog gevoerd worden. Wat hij met zijn mondelinge toelichting bij amendement 014-2010 wilde zeggen is dat de SGP een andere keuze maakt. Hij daagt het college uit om met hem die keuze te maken, dus niet op zorg te bezuinigen maar het geld elders te vinden. Dit kan ook op een andere plek zijn dan bij cultuur en sport. De voorzitter begrijpt hieruit dat het bij amendement 014-2010 niet zozeer gaat om de alternatieve dekking, als wel om een besparing in de ombuiging op de zorgsector. De heer Van Leeuwen (SGP) beaamt deze interpretatie. De voorzitter wijst de SGP erop dat de dekking wel onderdeel uitmaakt van het amendement en geeft de SGP mee dit punt van het amendement te heroverwegen. De heer Van Leeuwen geeft aan dat hij in het debat zover probeert te komen dat men elkaar ergens kan vinden. De voorzitter vraagt of er andere thema’s zijn die men zou willen bespreken. De heer Visser kan zich niet goed vinden in de reactie van de wethouder op amendement 010-2010. De wethouder gaf aan dat uit onderzoek naar woningbehoefte in Schalkwijk en Tullen ‘t Waal, waarbij ook gekeken is naar de woningbehoefte in ’t Goy, bleek dat er inderdaad woningbehoefte is in ’t Goy. Hij neemt aan dat er nu dan ook woningbouw ontwikkeld gaat worden. Maar in het rondetafelgesprek werd geantwoord dat het geen prioriteit is om aan woningbouw te doen in ’t Goy er omdat er geen leefbaarheidsplan is. Juist daar gaat amendement 010-2010 over. Het kan zijn dat het antwoord wat de wethouder nu in deze vergadering gaf een verheldering is van datgene wat in het rondetafelgesprek gezegd is. Maar is het dan niet beter om in het collegeprogramma helderder te omschrijven dat het college de bedoeling heeft om iets aan woningbouw in ’t Goy te gaan doen? Het CDA pleit er dan voor om dit in samenspraak met de bewoners te doen en te kijken wat er nodig is om het voorzieningenniveau vast te houden. De voorzitter maakt bezwaar tegen deze selectieve samenvatting. In het rondetafelgesprek heeft de voorzitter de beantwoording waargenomen voor wethouder Geerdes die verhinderd was en het veel genuanceerder verteld dan dat het CDA het nu samenvat: met ’t Goy is in 2008 al discussie gevoerd over de vraag of er behoefte is aan een
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
24 - 27
leefbaarheidsplan en geïnventariseerd wat daarvan dan de thema’s zouden kunnen zijn. In Tull en ’t Waal is die vraag met ja beantwoord omdat men een woningbouwvraag wilde beantwoorden. Hij heeft inzake ’t Goy gezegd dat de prioriteit voor ’t Goy vooral bij verkeersveiligheid en de wegeninfrastructuur lag, niet bij woningbouw, ’t Goy had in mindere mate behoefte aan een leefbaarheidsplan. Daarmee is niet gezegd dat ’t Goy geen woningbouw wil. Dit is een heel andere uitleg dan het CDA nu geeft. Wethouder Geerdes licht verder toe waarom hij amendement 010-2010 ontraadt. Het is beleid dat ontstaat uit de leefbaarheidsplannen van Tull en ’t Waal en het Eiland van Schalkwijk. Het CDA legt niet meer de koppeling met die leefbaarheidsplannen waar het beleid uit voorkomt. In die zin ontraadt hij het amendement: het gaat om beleid dat voortgezet wordt. Het CDA stelt specifiek dat het college een woningbouwprogramma gaat opstellen in de jaren 2010 en 2011. De handreiking die hij het CDA doet is dat hij op basis van het woningbehoeftenonderzoek gaat kijken op welke manier het college kan voldoen aan de resultaten van het woningbehoefteonderzoek. Hij heeft niet de behoefte dit ook op te nemen in het collegeprogramma. Het beleid en datgene wat amendement 0102010 beoogt liggen inhoudelijk niet zo ver uit elkaar. De heer Van Hoek (CU) komt terug op het thema duurzaamheid en motie 013-2010. Houten heeft nog een aantal woningen, gebouwen en bedrijventerreinen te bouwen. Die zou zijn fractie, samen met andere fracties waaronder GroenLinks, graag zo duurzaam mogelijk gerealiseerd zien worden. Hij pleit ervoor om van alle nieuwe initiatieven eco-initiatieven te maken. Hij heeft gezocht naar hoe dit zo goed mogelijk benaderd kan worden, met een maximum aan duurzaamheid binnen de mogelijkheden van wet- en regelgeving. Hij weet niet hoe ver de gemeente boven de bouwnorm uit kan gaan met aanvullende gemeentelijke eisen. Hij vraagt de wethouder handvatten aan te reiken om meer vat te krijgen op deze materie. Wethouder Van Liere deelt de opvatting dat nieuwbouwwoningen duurzaam moeten zijn. De gemeente kan boven het bouwbesluit uitgaan als de gemeente daar met partners afspraken over maakt. De partners hebben daarin ook een stem, het is dus vaak een onderhandelingskwestie. Voor nieuw uitgegeven grondposities heeft Houten een stevige onderhandelingspositie en de gemeente zal daar gebruik van maken. Met betrekking tot de huidige woningproductie bestaat er al een aantal convenanten waarbij Houten uitstijgt boven de norm voor energiezuinigheid. Voor zaken anders dan energiezuinigheid zal het college een aantal kaders actualiseren om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan datgene wat de ChristenUnie wenst. De heer Zandbergen (ITH) ziet bij het nieuw beleid veel advieskosten. Hij heeft veel vertrouwen in het eigen ambtelijk apparaat. Dit kan bijvoorbeeld goed beoordelen of er een aula moet komen en of dit een rendabele investering kan zijn. De € 15.000,- die geraamd is voor marktconsultatie is weggegooid geld. Zo zijn er meer discutabele posten. Wat is hierover de mening van de wethouder van financiën? De voorzitter wijst erop dat bij dit onderwerp verschillende wethouders betrokken zijn, er speelt ook een inhoudelijke kant. Wethouder Geerdes antwoordt dat het vragen van externe adviezen als reden heeft dat het college gezien de onzekere financiële positie geen echt structurele uitgaven wil doen. Wel wil het college gaan kijken naar wat de ambitieniveaus gaan worden van de gemeente op langere termijn. Bij zaken als citymarketing of de aula wil het college dus eerst kijken wat het ambitieniveau wordt, van het college en daarna ook van de raad, van de voorziening die er komt. Het college wil dus eerst bekijken hoe die zaken benaderd worden alvorens er structureel geld in te stoppen. De voorzitter vult aan dat in het rondetafelgesprek al door zowel wethouder Van Liere als de voorzitter werd toegezegd dat die posten als stelposten moeten worden gezien. De posten zouden dus ook veel lager kunnen uitvallen. Het zijn stelposten die het mogelijk maken om die studies al of niet te verrichten. De heer Van Zijst (D66) begrijpt het besluit zoals verwoord in amendement 018-2010 maar betreurt de verwoording van dit amendement. De toelichting suggereert dat in de raad bepaald gaat worden met wie een portefeuillehouder wel en niet mag spreken. Hij vindt dit niet het niveau waarop moties en amendementen moeten worden ingediend en waarop raad en college met elkaar moeten discussiëren. Het gaat om een wijziging in het besluit in 2.1.6: dit gaat over datgene waar wethouders zich de komende periode mee bezighouden. Hij hoopt dat in de versie van amendement 018-2010 die ter besluitvorming voor zal liggen dit taalgebruik niet meer voorkomt. Mevrouw Van Dijk (VVD) heeft slechts tussen haakjes het benadrukken van het praten met partners over windmolens weg willen halen. Uiteraard mag het college met iedereen spreken die over welk plan dan ook komt praten. Het is niet de bedoeling dat actief
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
25 - 27
gezocht wordt naar partners en dat windmolens dan het resultaat zijn. De indieners van het amendement hebben specifiek de windmolens er uit willen halen. De heer Van Zijst (D66) gaat het niet om de vier woorden van het besluit: die kunnen op zijn sympathie rekenen. Zijn kritiek betreft de tweede volledige zin van de toelichting. De heer Van Leeuwen (SGP) vindt de kijk van D66 te somber en nodigt hem uit om een wat optimistischer kijk te hebben op dit amendement. Het amendement heeft geen enkele intentie om wethouders te verbieden met wie dan ook te spreken. Het gaat om de inzet van ambtelijke capaciteit. Hij constateert dat er geen draagvlak is voor meer windparken en vindt dat daarom op dat punt geen ambtelijke capaciteit meer moet worden ingezet. Hij is bereid ter geruststelling van D66 met de andere indieners van het amendement te overleggen of de toelichting aangepast of weggelaten kan worden. Misschien kan ook D66 het amendement dan mede ondertekenen. De voorzitter wijst erop dat de toelichting bij een motie of amendement wel degelijk deel uitmaakt van de overweging van andere partijen om al dan niet steun te verlenen aan een motie of amendement. De heer Van Leeuwen (SGP) is blij dat hij dit heeft kunnen verhelderen en is ook blij steun te bespeuren voor dit amendement. Van zijn kant betreurt hij de opmerking van D66 in de Algemene Beschouwingen, het jammer te vinden dat het collegeprogramma vlak na de ondertekening al van zoveel kanttekeningen wordt voorzien. Hij heeft zelf met onder andere D66 vooraf gesproken over al of niet investeren in het plaatsen van zulke kanttekeningen. Het punt is dat een coalitieakkoord niet hetzelfde is als een collegeprogramma. Bij een vertaling van een coalitieakkoord in een collegeprogramma kan het voorkomen dat een fractie zich op een bepaald punt niet helemaal herkent in wat er in het collegeprogramma terechtkomt. Er is dus niets mis met het plaatsen van kanttekeningen, ook door coalitiefracties. En wanneer is het moment waarop coalitiefracties wel een kanttekening bij een collegeprogramma mogen plaatsen? De heer Van Zijst (D66) beantwoordt de tweede vraag met ‘wanneer de inkt droog is’. Wat betreft de eerste opmerking memoreert hij dat de SGP onder andere D66 gevraagd heeft of het zin had om met amendementen te komen en dat D66 daar positief op geantwoord heeft. Wel heeft hij in de Algemene Beschouwingen aangegeven het te betreuren dat geen van de amendementen van de SGP vooraf in te zien was. Zo had amendement 018-2010, ontdaan van deze toelichting, wellicht de steun van D66 gekregen. De uitleg van de indieners voldoet wat hem betreft slechts ten dele. Wanneer bij de omzetting van het coalitieakkoord naar het collegeprogramma bijvoorbeeld ten aanzien van de windmolens de afspraak gemaakt wordt dat men de zaak zal aanzien tot het moment van de mogelijk afwijzende uitspraak van de Raad van State, waarna het een vrije kwestie wordt, dan is dat een heldere afspraak. Hij wil dan niet in de eerstvolgende raadsvergadering geconfronteerd worden met een handtekening van de VVD onder een amendement met een tekst waarin staat dat er geen politieke meerderheid is voor meer windmolens. Hij is benieuwd hoeveel stemmen er vóór amendement 018-2010 zullen komen wanneer dit in de toelichting blijft staan. De voorzitter verwoordt zijn eerder gemaakte opmerking iets anders: woorden en strekking van een amendement sluiten soms niet helemaal op elkaar aan. De strekking van amendement 018-2010 is het schrappen van een aantal woorden die mogelijkerwijs slaan op een tweede windmolenproject. De motivatie heeft betrekking op het eerste windmolenproject. De heer Van Leeuwen (SGP) vindt dat dit niet klopt. De voorzitter constateert dat het door sommigen wel zo wordt opgevat en herkent dit ook. De heer Van Leeuwen (SGP) betreurt het dat D66 eerst aan de SGP aangeeft enthousiast te zijn over het komen met amendementen en vervolgens iets anders beweert. De voorzitter constateert dat de SGP heeft toegezegd nog na te denken over de toelichting bij amendement 018-2010. Mevrouw Van Dijk (VVD) memoreert dat de VVD al op 22 april 2010 per email bevestigde niet te zullen instemmen met een toeristenbelasting. De inkt van het collegeprogramma was nog niet droog maar het was ook niet de bedoeling dat de inkt weggehaald zou worden. De onderhandelaars hebben toen laten weten dat de VVDfractie er anders over dacht. Op het moment dat het dan in het collegeprogramma komt is het heel duidelijk. De kwestie van de windmolens is niet voor niets een vrije kwestie. De VVD wil eerst de uitspraak van de Raad van State afwachten, zoals duidelijk in het VVD-programma staat, en bij een positieve uitspraak eerst de windmolens aan de Veerwagenweg bouwen en dit project evalueren alvorens te gaan praten over een eventueel tweede windmolenpark. Daarom vindt de VVD het jammer als de ambtelijke capaciteit al eerder ingezet zou worden voor zaken die met het tweede windmolenpark te maken hebben. De voorzitter sluit deze discussie af. Het coalitieakkoord is omgebouwd tot een collegeprogramma. Wat de raadsleden daarvan vinden mogen ze laten blijken in de besluitvormende raad. De heer Van Zijst (D66) vraagt of er inmiddels onderwerpen afgevallen zijn voor de inhoude-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
26 - 27
lijke debatraad van 1 juli 2010. De voorzitter antwoordt dat de agenda aan het begin van de raadsvergadering van donderdag 1 juli aanstaande definitief wordt vastgesteld. Op dit moment is bekend dat ITH gebruik wil maken van de mogelijkheid om nadere vragen te stellen. Verder ziet het er naar uit dat een aantal onderwerpen niet verder meer besproken hoeft te worden. De raad gaat akkoord met de constatering dat er op dit moment voldoende tijd is besteed aan het debat over het collegeprogramma. Besluitvorming over het collegeprogramma volgt in de raadsvergadering van donderdag 1 juli a.s. 5.
Sluiting.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 23.18 uur. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 september 2010. De raad voornoemd, De griffier,
de voorzitter,
P.M.H. van Ruitenbeek
C.H.J. Lamers
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
27 - 27
Bijlage: Toezeggingen Datum raad
Voorstelnummer - Agendapunt
Toezegging
Portefeuillehouder
29 juni 2010
3. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014
Op het moment dat het college met concrete voorstellen komt zal het daarbij ook benchmarkgegevens ter beschikking stellen.
M. van Liere
29 juni 2010
3. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014
De inventarisatie van aspecten van woningbouw anders dan energiezuinigheid zal worden geactualiseerd.
M. van Liere
29 juni 2010
3. 2010-020 Collegeprogramma 2010-2014
De mogelijkheden van de eigen bijdrage in het kader van ombuigingen bij de WMO zal in de geest van het collegeprogramma en van amendement 012-2010 onderzocht worden. De raad krijgt aansluitend een onderbouwd voorstel.
N.A. Teeuwen
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 29 juni 2010
Stand van zaken / Planning