az groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
Spoedopname
Campus Loofstraat
Welkom ......................................................................................................................... 2 1
Voorstelling van de afdeling ...................................................................................... 3 1.1.
Het ontstaan van de spoedopname ..................................................................... 3
1.2
Opbouw van de afdeling .................................................................................... 3
1.3
Werken op de afdeling ....................................................................................... 8
1.3.3 2
3
De artsen .................................................................................................... 14
Een dag op de afdeling........................................................................................... 16 2.1
De verschillende shiften ................................................................................... 16
2.2
De specifieke functies ...................................................................................... 17
Specifieke informatie .............................................................................................. 20 3.1.
Het profiel van de spoedopnameverpleegkundige............................................... 20
3.2.
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling ................................................... 33
4
Patiëntenvoorlichting.............................................................................................. 35
5
Communicatie ....................................................................................................... 35
6
7
5.1
Telefonie ........................................................................................................ 35
5.2
Informatica (IT) .............................................................................................. 36
5.3
Buizenpost ...................................................................................................... 36
5.4
Interne communicatie ...................................................................................... 37
Personeelsinformatie .............................................................................................. 38 6.1
Dienstrooster .................................................................................................. 38
6.2
Overuren ........................................................................................................ 38
6.3
Verlof ............................................................................................................. 38
6.4
Ruilen van shift of verlofdagen ......................................................................... 39
6.5
Ziekte............................................................................................................. 39
6.6
Vorming ......................................................................................................... 40
6.7
Functioneringsgesprek ..................................................................................... 41
Studenten ............................................................................................................. 42
1
Welkom Beste nieuwe collega, beste student, Welkom in ons ziekenhuis, op onze afdeling, in onze groep. Waarschijnlijk is dit een dienst naar je naar tegen aankijkt, ofwel vol enthousiasme naar uitkijkt. Laat het je vooral niet afschrikken, het valt allemaal eigenlijk wel mee. De integratie van een nieuwe verpleegkundige op spoedopname vraagt een gestructureerde aanpak. We weten dat nieuwe verpleegkundige zicht onmogelijk op korte tijd alle kennis en vaardigheden kunnen toe-eigenen om zelfstandig te werken. Gezien het grote verschil tussen een verpleegafdeling en de spoedopname wordt van elke urgentieverpleegkundige een bredere competentie vereist. Van een spoedopnameverpleegkundige wordt verwacht dat hij/zij rustig blijft in noodsituaties, alert reageert en snel zelfstandig beslissingen kan nemen. Je krijgt op korte tijd veel te verwerken. Wij willen je daarbij helpen met deze bundel. Dit inwerkplan is er in de eerste plaats voor jou persoonlijk. Daarnaast zullen ook je peter of meter, het afdelingshoofd en je inscholingscoach geregeld naar je plan vragen. Het is dan ook praktisch het inwerkplan steeds op de afdeling te laten (plaatsje afspreken met afdelingshoofd en peter/meter). Het is een hulpmiddel, een geheugensteun om je op een progressieve en systematische manier in te werken. Het inwerkplan wil je ook stimuleren en aanmoedigen om binnen een periode van zes maanden te komen tot een maximale integratie op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen of meer informatie wenst, kan je altijd terecht bij een collega. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding behoren tot ons takenpakket en zijn ook onze verantwoordelijkheid.
We wensen je een fijne start en veel succes!
2
1 Voorstelling van de afdeling 1.1. Het ontstaan van de spoedopname In de jaren ’60 werden de eerste 900-diensten opgericht, die instonden voor het transport van dringende hulpbehoevende patiënten. Aanvankelijk
kwamen
deze
patiënten
terecht
in
de
wachtzalen
van
de
consultatiediensten waar ze tussen de andere patiënten hun beurt moesten afwachten. Kritieke patiënten werden zonder aanmelding onmiddellijk naar het operatiekwartier of de dienst intensieve zorgen gebracht. Hierdoor werd de werking van deze specifieke ziekenhuisdiensten plotseling verstoord en de opvang van deze patiënten verliep niet altijd in optimale omstandigheden. Het werd snel duidelijk dat het ziekenhuis voor de opvang van verkeersslachtoffers of ernstig zieken over een afzonderlijke afdeling moest beschikken. In juni ’70 werden in enkele Kortrijkse ziekenhuizen een autonoom functionerende spoedopname opgericht, was uniek was voor de regio! Deze afdeling bestond toen uit één reanimatiezaal en/ of één onderzoekskamer. De spoedopname profileerde zich snel als een nuttige dienst tussen de verschillende ziekenhuisafdelingen.
Door
het
steeds
stijgend
aantal
patiënten
werden
de
spoedopnameafdelingen echter te klein. In de jaren ’90 openden nieuwe en grotere spoedopnames de deuren. Na de fusie van de 4 Kortrijkse ziekenhuizen kwamen we in maart 2003 tot 1 spoedopname op de huidige locatie. Continue investering in uitrusting, vernieuwing en ontwikkelingen liggen aan de basis van onze huidige spoedopnamezorg.
1.2 Opbouw van de afdeling Door het grote patiëntenaanbod en de ontwikkeling van nieuwe wettelijke normen voor de spoedopname en de fusie van de Kortrijkse ziekenhuizen ontstond de noodzaak om een volledig nieuwe dienst uit te bouwen. Maart was zeker de drukste maand van het jaar 2003. Dan verhuisden de spoedopnames naar één campus. Alle personeelsleden spanden zich enorm in om deze verhuis optimaal te laten verlopen.
3
De intensieve besprekingen resulteerden in een plan, uitgewerkt volgens de nieuwe normen inzake urgentiegeneeskunde. De opvang- en behandelingsmogelijkheden werden sterk uitgebreid. De afdeling beschikt over een secretariaat-dispatching met onmiddellijk zicht op de ambulancehall, 4 volledig ingerichte reanimatiezalen, alsook over verschillende onderzoeks- en behandelingskamers.
Daarnaast biedt de afdeling de mogelijkheid aan patiënten om er voor korte tijd te verblijven in de observatiezaal. Wanneer na grondige observatie lijkt dat een opname niet echt nodig is, kan de patiënt het ziekenhuis verlaten.
De nieuwe spoedopname-infrastructuur biedt grote voordelen, de patiënt wordt adequaat opgevangen en de nodige privacy is gewaarborgd. Ook het beroepsgeheim blijft immers altijd gerespecteerd.
4
In dit hoofdstuk gaan we wat dieper op die architectuur in. Het is de bedoeling een virtuele rondleiding te maken doorheen de spoedopname. Die rondleiding krijg je in realiteit de eerste werkdag. Omdat de vele informatie die je tijdens die eerste dag krijgt, nogal overweldigend kan zijn, hebben we hier alles nog eens op een rijtje gezet. Hieronder zie je de plattegrond van de spoedopname.
kinderbox observatie administratie
triage
Gipszaal Fast-track
Gesprekslokaal
De meeste patiënten komen binnen via de ambulancehall, om vervolgens bij de balie van de dispatching of het onthaal terecht te komen. Daar werken administratieve medewerkers die de persoonlijke en administratieve patiëntengegevens invoeren en de telefonie verzekeren.
5
In de triageruimte is een wachtplaats voorzien waar patiënten kunnen wachten op hun inschrijving en verdere opvang. Hier werkt de triageverpleegkundige. Deze speelt een cruciale rol in de organisatie van de spoedopname. (zie verder in deze brochure) Recht tegenover de dispatching is er een koffiekamer waar apart sanitair is voorzien voor medewerkers. Naast dit lokaal bevindt zich ook het bureau van Dr. Van Belleghem – anesthesist, urgentiearts. Als we verder de gang volgen, komen we terecht in het patiëntengedeelte van de Avleugel. In deze zone bevinden zich 7 boxen: twee reanimatiezalen, twee opnamezalen, een fast-track box en twee kleine onderzoekskamers. Van die twee kleinere onderzoekskamers is de ene een volwaardige doucheruimte voor de behandeling van patiënten
met
ernstige
brandwonden.
De
andere
kan
gebruikt
worden
als
afzonderingskamer, hoewel dit minder frequent gebeurt, aangezien er in de B-vleugel een betere en zeer goed uitgeruste afzonderingskamer voorzien is. Aan het eind van de gang is er een observatiezaal. Dit is een ruimte met 6 brancards waar patiënten voor korte tijd kunnen gehospitaliseerd worden. Er is mogelijkheid tot centrale monitoring. Hier worden voornamelijk patiënten voor korte 24-uurs observatie opgenomen. We denken hierbij aan intoxicaties, commotio cerebri, …. Tegenover de ingang van de observatiezaal bevindt zich de centrale apotheek ofwel VANAS, waar alle medicatie bewaard wordt. (zie verder in de brochure). Ook het toestel voor arteriële bloedgasanalyse is hier terug te vinden. Vroeger werd dit lokaal gebruikt als gespreksruimte van de psychiaters of voor het verhoor van patiënten door politionele diensten. Nu staat er een nieuw gesprekslokaal ter beschikking, naast het secretariaat radiologie. Tussen de A- en B-vleugel bevindt zich de centrale voorraadkamer, beter gekend als het “vol-leeg”.
6
De B-vleugel werd volledig vernieuwd tijdens het proces van de centralisatie van de spoedopnames. Vroeger huisvestte deze gang consultatieruimtes. Op vandaag zijn dit ruime en functionele spoeodpnamezalen die zowel voor U2- als U3- patiënten kunnen gebruikt worden. Er is een wachtzaal voor patiënten die terugkomen van radiologie en even moeten wachten op verdere behandeling. Aan het einde van de gang bevinden zich de utility en het bureau van de hoofdverpleegkundige en zijn adjuncten. Zaal 11 is volledig ingericht voor de opvang van kinderen. De gipszaal wordt zoals de naam laat vermoeden bijna uitsluitend gebruikt voor patiënten met een orthopedische pathologie. Tenslotte hebben we nog een afzonderingskamer/separeerkamer, volledig uitgerust met camerabewaking. De toewijzing van patiënten aan deze specifieke boxen is niet absoluut. Het zijn richtlijnen op de dienst beter te organiseren. Je zal merken dat de organisatie op onze dienst een sterk punt is.
7
1.3 Werken op de afdeling 1.3.1 Voorstelling afdelingsteam Een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen met een opleiding in dingende medisch-verpleegkundige hulpverlening (Bijzondere beroepstitel) staan borg voor een kwaliteitsvolle opvang. Om de 39.000 patiënten op jaarbasis op te vangen hebben we een team van 15 urgentieartsen en +/- 50 verpleegkundigen, 1 FT ambulancier en een HT medewerker intercampusbegeleider. Daarnaast kunnen we ook dienst doen op de collega’s van de patiëntenvervoersdienst. Bepaalde verpleegkundigen uit ons team hebben nog een bijkomend diploma vroedkunde of pediatrische verpleegkunde. Daarnaast bestaat het team ook uit 10 administratieve medewerkers die instaan voor de patiëntenadministratie. Een
aantal
verpleegkundigen
zijn
referentieverpleegkundige
deelgebieden.
8
voor
specifieke
1.3.2 Verantwoordelijke verpleegkundigen -
Hoofdverpleegkundige Geert Gunst Tel. 056 63 6163 E-mail:
[email protected]
-
Adjunct-hoofdverpleegkundige Stephanie Bataillie Tel. 056 63 6162 E-mail:
[email protected]
-
Adjunct-hoofdverpleegkundige Marnix Buysschaert Tel. 056 63 6161 E-mail:
[email protected]
-
Adjunct-hoofdverpleegkundige Karel Decaluwé Tel. 056 63 6164 E-mail: karel.decaluwé@azgroeninge.be
De leiding van de spoedopname streeft steeds naar een optimalisatie van de kwaliteit van zorg voor patiënt en het team.
9
Er is een constante drang naar verbetering die een actieve participatie van het team vereist. Als leiding willen we laagdrempelig werken. Dit door actief te luisteren en belang te hechten aan een eerlijke en open communicatie en werksfeer. De spoedopname zien wij als een glazen huis waar informatie en communicatie centraal staan. Goed gestructureerde communicatiekanalen dragen bij tot een soepeler manier van functioneren en tot een hogere motivatie van de medewerkers. In de praktijk werd een sterke informatiestructuur uitgewerkt ingeïmplementeerd met sterke aandacht voor de nachtequipe. Op regelmatige tijdstippen word er geëvalueerd en bijgestuurd. Wederzijdse informatie laat toe de organisatie te sturen op een creatieve manier. Interne werkgroepen en referentieverpleegkundigen zijn voor ons een uiterst geschikt medium om groepscreativiteit en –dynamiek te ontwikkelen. Binnen
az
groeninge
zien
wij
een
heel
patiëntgerichte
structuur
die
het
procesmanagement een vrijheid toestaat om goedgekeurde afdelingsdoelstellingen te kunnen realiseren en het uitvoeren van innovatieve projecten. Wij kennen de capaciteiten van de teamleden, maar de deelnemers nemen vrijwillig deel aan de projecten. Zo kunnen individuele sterktes van de medewerker verder ontwikkeld worden,
wat
ook
motiverend
werkt
door
te
helpen
bouwen
aan
de
spoedopnameorganisatie en –patiëntenzorg. De inspraak kan heel groot zijn maar soms zijn autoritaire beslissingen doordacht en nodig. Wij verbinden er ons toe om de interdiscipliniare en interprofessionele samenwerking te bevorderen. Wij volgen het spoedopnamegebeuren op de voet. Het wordt steeds meer noodzakelijk om over de muren van de eigen organisatie heen te kijken. Hiervoor zijn externe contacten van essentieel belang. Onze afdeling werk aan krachtige verbindingen met de zorgprofessionals buiten het ziekenhuis. De integratie van de thuiszorg in ons ontslagbeleid is belangrijk voor de continuïteit van zorg. 10
We engageren ons naar het team voor een constant aandacht voor het geven van feedback, prestaties te vieren of ogen te openen voor leerervaringen wanneer het niet zo goed gaat. Er wordt veel aandacht besteed aan mensen die vooruit willen, of die een steuntje nodig hebben om het blijvend goed te doen. Naast onze opdracht in het ziekenhuis, heft de dienst een grote verantwoordelijkheid om aan de bevolking een kwalitatieve dringende medische hulpverlening aan te bieden, dit in het kader van de MUG. Wij bieden onze professionele knowhow aan, aan de provinciale en stedelijke organisaties die instaan voor de rampenbestrijding. Wij profileren ons als een multidisciplinair opleidingscentrum waar studenten en stagiairs kunnen rekenen op een professionele opvang door het voltallige team. Wij
investeren
als
multidisciplinair
opleidingscentrum
organiseren
van
heel
interne
veel
in
eigen
opleidingen,
medewerkers.
kaders
in
ons
Het in
opleidingsbeleidsplan. Wij stimuleren niet alleen om opleidingen te volgen binnen het ziekenhuis, mits motivatie bestaan er mogelijkheden om externe opleidingen te volgen. We investeren in de meest recente ontwikkelingen en inzichten van de wetenschap, waken over het juist gebruik van de ons ter beschikking gestelde middelen en nemen deel aan wetenschappelijk onderzoek.
-
Referentieverpleegkundigen -
Hef en til:
Matthijs Samyn
-
Informatica:
Peter Schietgat
-
Apparatuur:
Karel Decaluwé
-
Pastoraal:
-
Ziekenhuishygiëne:Stephanie Vanhove
-
Geriatrie:
Lucie Coussens
-
Gipsmeester:
Sophie Roose
-
Apotheek:
Stephanie Bataillie/ Natalie Vincke
Rita Ducatteeuw/ Marijke Vandenborre
11
-
Triage:
Karel Decaluwé
-
Monitoring:
Peter Schietgat/ Sabrina Vanhecke/ Tom Gistelinck
-
Volleeg:
Stephanie Bataillie/ Sabrina Vanhecke/ Dries Taghon
-
Agressiebeheersing:
Stephanie Bataillie
-
Wondzorg:
Brecht Verschelde
12
Stagementoren
-
-
Bieke Debaere
Peter Schietgat
[email protected]
[email protected]
Els Geldhof
Petra Desander
[email protected]
[email protected]
Kurt Planckaert
Dries Taghon
[email protected]
[email protected]
Stage Coördinator
Karel Decaluwé
[email protected] 13
1.3.3 De artsen
Dr. Struyve Tel. 056 63 6171 E-mail:
[email protected]
Dr. Van Belleghem Tel. 056 63 3058 E-mail:
[email protected]
Dr Struyve is het medisch diensthoofd spoedopname, dr Van Belleghem is adjunctdiensthoofd spoedopname.
Samen met de equipe spoedartsen zorgen ze voor de
continue medische permanentie op spoedopname, waaronder ook triage en de externe en interne mug. Voor elke discipline is er 24/24 een arts met wachtdienst. Deze kan je terugvinden op de wachtlijsten in elke urgentiezaal en op het bord met wachtdiensten die je in de centrale dispatching terugvindt. Voor bepaalde disciplines zijn het dokters-assistenten die instaan voor de eerste opvang. We hebben ook dokter-stagiairs op dienst. In tegenstelling tot de assistenten dragen zij geen eindverantwoordelijkheid over patiënten en mogen zij dus geen therapie opstarten.
14
1.3.3 De meest voorkomende pathologieën Het spreekt voor zich dat er zich heel veel patiënten op onze dienst aanbieden met een diversiteit aan pathologie. Enerzijds hebben we de patiënten met traumatologische pathologie. We denken aan slachtoffers van een verkeersongeval, arbeids- of schoolongevallen, ongevallen thuis, … Er zijn mensen die spontaan komen of mensen die doorverwezen worden door de huisarts. Vaakst is het dan de urgentiearts, de orthopedist of de handchirurg die instaat voor de opvang en behandeling van de patiënt. De meeste van deze patiënten worden op spoedopname behandeld, bepaalde moeten gezien worden op een consultatiedienst van het ziekenhuis. Bij dat laatste denken we dan bijvoorbeeld aan ORL of oftalmologie. Anderzijds hebben we de patiënten die met een bepaald ziektebeeld naar de spoedopname komen. Vaak worden deze patiënten doorverwezen door een huisarts, maar ook hier is dat niet echt noodzakelijk. Het is echter wel aangewezen omdat men dan onmiddellijk wordt doorverwezen naar de juiste discipline. Frequente disciplines zijn: cardiologie, pneumologie, gastro-enterologie, neurologie en geriatrie. Naaste deze patiëntencategorieën worden we op onze dienst meer en meer geconfronteerd met psychiatrische pathologie. Deze patiënten komen van in een acute crisissituatie terecht op de dienst spoedopname en vergen een specifieke aanpak. De spoedopname werkt nauw samen met de EPSI. Onze afdeling staat ook in voor de interne MUG, zowel op onze campus als op de andere campussen. Bij een interne MUG op campus Loofstraat gaat een verpleegkundige en een arts van de spoedopname naar de betreffende afdeling om daar ALS te starten. Ook op de andere campussen kan dat noodzakelijk zijn. Dan rukt de MUG2-equipe uit met de intercampus
ambulance
ter
ondersteuning
desbetreffende campus.
15
van
het
reanimatieteam
van
de
2
Een dag op de afdeling
2.1 De verschillende shiften 2.1.1 Vroegdienst: 6u30 – 15u (30’ middagpauze) Deze shift start met minimum 5 verpleegkundigen die elk hun functie toegewezen kregen via de dienstlijst: U1 (A-kant), U3 (B-kant), mug 1, mug 2 en observatiezaal. De verpleegkundigen die de mug-functie waarnemen, starten met het controleren van hun wagen aan de hand van een checklijst. De verpleegkundige die verantwoordelijk is voor de observatiezaal krijgt overdracht van de nachtverpleegkundige en kan dan beginnen aan de dagverzorging. De verpleegkundigen van de A- en B-kant krijgen overdracht van de op spoedopname aanwezige patiënten zodat de zorgcontinuïteit gewaarborgd blijft. Nadien controleren ook deze verpleegkundigen hun werkzone aan de hand van een checklijst. De verpleegkundige van de A-kant is eveneens verantwoordelijk voor het ophalen van de post rond 9u. Er is ook een administratieve medewerker die de nachtcollega vervangt. 2.1.2 Dagdienst: 8u30-17u (30’ middagpauze) Een vaste functie bij de dagdiensten is de functie van de triageverpleegkundige. Deze start om 8u30. Na de middag helpt deze verpleegkundige bij het intercampusvervoer (ICT) of waar meest aangewezen Ook de (adjunct-)hoofdverpleegkundigen starten meestal op dit uur. 2.1.3 Avonddienst: 12u45 – 21u (15’ pauze ’s avonds) Deze shift vervangt de collega’s die in de voormiddag werkten zodat deze hun middagpauze kunnen nemen. Er vindt een overdracht plaats van alle aanwezige patiënten. De overdracht gebeurt steeds in de zaal bij de patiënt. Ook hier kunnen we dezelfde functies terugvinden zoals die in de morgenshift aanwezig waren. Er wordt met minimum 7 verpleegkundigen aan deze shift gestart.
16
2.1.4 Nachtdienst: 20u45 – 6u45 Deze shift duurt 10u en overbrugt de periode tussen de avond- en ochtendshift. Er wordt telkens met 5 verpleegkundigen gewerkt, die ook hier elk hun specifieke verantwoordelijkheden hebben. ’ s Nachts worden alle urgentiezalen grondig nagekeken en aangevuld. Er wordt ook dagelijks een onderhoudstaak uitgevoerd zoals brancards afwassen e.d.
2.2 De specifieke functies 2.2.1 Triageverpleegkundige Als triageverpleegkundige sta je in voor de opvang, triage, regulatie en coördinatie van het zorgproces op de afdeling spoedopname. Het is de bedoeling dat deze verpleegkundige alle patiënten die zich aanbieden op onze dienst in eerste instantie ziet. Zo kan hij een initieel bilan opmaken en de patiënt naar de voor hem best passende urgentiezaal begeleiden. De triage verpleegkundige verwittigt de verpleegkundige die verantwoordelijk zal zijn voor de patiënt. Hij/zij noteert de administratieve gegevens, zorgt voor de inschrijving en kent een urgentiezaal toe in functie van het ziektebeeld en de urgentiegraad van de patiënt. Deze administratieve gegevens worden samen met de identiteitskaart en de SIS-kaart bezorgd aan de administratieve medewerker. Na de administratieve inschrijving moet de triageverpleegkundige ervoor zorgen dat de inschrijvingsbundel en bijhorende patiëntenklevers bij de patiënt terechtkomen. Bij traumatologische patiënten is er vaak medische beeldvorming nodig. Na triage en onderzoek door de triage-arts brengt de triageverpleegkundige de patiënt rechtstreeks naar radiologie waardoor de patiënten vlotter worden behandeld. De triageverpleegkundige houdt nauwkeurig het triagebord bij dat in de centrale dispatching hangt, om zo een overzicht te bewaren van alle patiënten, behandelende verpleegkundige en arts.
17
Tijdens de nacht wordt te triagefunctie overgenomen door de MUG2- of OBZverpleegkundige, afhankelijk van de drukte op de dienst en het aantal patiënten opgenomen in de observatiezaal. 2.2.2 Verpleegkundige observatiezaal Deze verpleegkundige zorgt voor het observeren en het opvolgen van de patiënten die daar gehospitaliseerd worden. Deze verpleegkundige zal ook helpen waar mogelijk met de andere verpleegkundigen: in de voormiddag aan de B-vleugel, in de namiddag langs de A-vleugel. 2.2.3 U1-verpleegkundige Dit is de verpleegkundige, verantwoordelijk voor de patiënten in de A-kant. Deze verpleegkundige wordt geholpen door de MUG2-verpleegkundige. 2.2.4 MUG2-verpleegkundige Deze verpleegkundige helpt met de patiëntenzorg in de A-vleugel. Hij/zij blijft echter beschikbaar voor de 2de MUG, alsook voor dringende oproepen vanuit de andere campussen. 2.2.5 U3-verpleegkundige Dit is de verpleegkundige, verantwoordelijk voor de patiënten in de B-vleugel. Deze verpleegkundige wordt bijgestaan door de MUG1-verpleegkundige. Op het moment dat het MUG1-verpleegkundige op interventie vertrekt, komt de verpleegkundige van de observatiezaal even inspringen. Dit enkel in de voormiddag omdat in de namiddagshift 2 U3-verpleegkundigen aanwezig zijn. 2.2.6 MUG1-verpleegkundige Deze verpleegkundige helpt bij de verzorging van de patiënten in de B-vleugel. Hij staat eveneens in voor de MUG1 en moet dus ten allen tijde kunnen vertrekken.
18
2.2.7 Intercampus Er zijn tenslotte nog een ambulancier en een aantal verpleegkundigen die instaan voor het intercampustransport. Hier gaat het om ambulanceverkeer tussen de verschillende campussen. Een volledig uitgeruste klinimobiel staat hiervoor ter beschikking. 2.2.8 Administratieve medewerkers Deze
equipe
medewerkers
staan
in
patiëntengegevens
19
voor
het
correct
vastleggen
van
alle
3 Specifieke informatie 3.1. Het profiel van de spoedopnameverpleegkundige “Een spoedopnameteam moet op een snelle en kwalitatieve manier een definitieve diagnose bekomen van alle levensbedreigende aandoeningen” (prof Sabbe) Als verpleegkundige spoedopname oefen je je beroep uit in verschillende situaties. Je komt vaak in verschillende omgevingen en moet rekening houden met bijkomende factoren. Het komt erop neer in alle situaties maximale zorg en kwaliteit te leveren. Dit vereist specifieke kennis en vaardigheden die dagelijks met ervaring worden aangevuld. Je komt in situaties terecht waar de vitale functies van de patiënt aangetast of bedreigd zijn of waar deze bedreiging niet uit te sluiten is. Deze bedreiging kan levens-, orgaan-, en/of lidmaatbedreigend zijn. Kortom, het gaat om personen wiens gezondheidstoestand, ingevolge ongeval of ziekte, onmiddellijke verzorging vereist. Deze potentieel kritisch bedreigende noodsituatie is totaal onverwacht voor de patiënt en zijn omgeving en wordt door beiden meestal als levensbedreigend ervaren. Ook verlenen we hulp aan personen die in een crisis verkeren op basis van een psychosociale problematiek.
Bv psychiatrische urgenties op basis van intrapsychische
stoornissen, zelfmoord(poging)… Naast deze meer acute hulpverlening verzorgen we ook de niet-levensbedreigende aandoeningen en letsels waarvoor snelle behandeling nodig is zoals hechtingen, polsfractuur, … Naast al deze zaken hebben we ook een rol in de korte-termijn problemen waarvoor een zekere dringendheid ervaren wordt en waarvoor op dat oment geen beroep kan gedaan worden op andere gezondheidswerkers. Bv verwarde bejaarde die niet kan thuis blijven die nacht, persoon wiens zuurstofvoorraad op zondag plots leeg is, … Een noodsituatie kan optreden in verschillende omstandigheden: op individueel vlak, in grootschalig verband en in rampomstandigheden.
20
Kenmerkend voor ons patiëntenaanbod is dat het een heel heterogene populatie betreft, waarbij alle leeftijdsgroepen vertegenwoordigd zijn, met allerhande verschillende pathologieën. De spoedopnameverpleegkundige kan bij een noodsituatie in een verschillende omgeving moeten optreden. Prehospitaal kan dit zowel in een thuissituatie, op een openbare plaats of op het werk zijn. Intramuraal is dit naast op de spoedopname ook soms op een patiëntenkamer of op een consultatie. De grote variëteit en diversiteit van de situaties en de randvoorwaarden, gekoppeld aan de urgentiegraad, maken het wezen uit van de complexiteit waarbinnen op korte termijn een beslissing moet genomen worden en een geëigende aanpak vereist. 3.2 Specifieke kennis en vaardigheden De spoedverpleegkundige moet over voldoende vaardigheden beschikken. Er moet voldoende inzicht zijn inzake de organisatie en de wetgeving van de dringende geneeskundige hulpverlening, rampenbestrijding en spoedgevallenzorg. Hij/zij moet de kennis beheersen inzake de verpleegkundige toepassingen van de wetgeving, de beroepsethiek en –deontologie. De
spoedopnameverpleegkundige
moet
op
de
hoogte
zijn
van
de
juiste
communicatietechnieken, professionele omgangskunde en adequate psychologische hulp. Naast dit alles is er een grondige inhoudelijke wetenschappelijke kennis vereist inzake pathofysiologie, eerste hulp, spoedbehandeling en farmacologie bij verschillende medische specialismen waaronder: - Traumatologie - Inwendige geneeskunde - Cardiologie - Algemene heelkunde - Neurologie - Anesthesie - Gynaecologie - Urologie 21
- NKO - Pediatrie - Oftalmologie - Psychiatrie - Dermatologie - …. Verder dient de verpleegkundige een theoretische en praktische kennis te bezitten over specifieke aspecten van de prehospitaalzorg. Dit omvat oa materiaalkennis, kaartlezen, bevrijdings- en tiltechnieken, … Psychomotorische vaardigheden: Er wordt van de spoedgevallenverpleegkundige verwacht dat hij/zij in acute situaties de pathologieën herkent, onderkent en dat hij/zij passende maatregelen onmiddellijk toepast. Hij/zij kan de technische verpleegkundige prestaties en de toevertrouwde medische handelingen binnen de intra- en extramurale spoedgevallenzorg correct uitvoeren, gebruik makend van het specifiek materiaal. Tijdens het verpleegkundig spoedgevallenwerk kan de verpleegkundige de nodige prioriteiten keggen en de juiste keuzes maken. Gezien de belangrijkheid van communicatie binnen de spoedgevallenzorg, wordt er verwacht dat de verpleegkundige op een vlotte en aangepaste manier de verworven communicatieve vaardigheden toepast en ondanks het korte tijdsbestek er toe komt een relatie patiënt/verpleegkundige op te bouwen. Affectieve vaardigheden Als spoedverpleegkundige kan je omgaan met eigen emoties en gevoelens en deze verwerken.
Ondanks het korte tijdsbestek kan je je inleven inde gevoelssituatie van
anderen en hierop met een aangepaste houding reageren. Gezien het uitgebreide actieterrein en binnen het multidisciplinair optreden van de hulpverleners, neemt hij/zij een
flexibele,
besluitvaardige
en
assertieve
houding
aan.
Hij/zij
kan
in
alle
omstandigheden zelfstandig en met verantwoordelijkheidszin en plichtsbesef optreden. Gezien het spoedeisende karakter van de situatie wordt er van de verpleegkundige
22
verwacht dat hij/zij zich snel en accuraat kan aanpassen aan de wisselende omstandigheden. Leergierigheid Technologische ontwikkelingen zijn een belangrijke invloedsfactor binnen het gebied van de spoedgevallenzorg. Dit heeft zijn weerslag op de opleiding van vorming van de hulpverlener en noodzaakt de verpleegkundige om open te staan voor en deel te nemen aan algemeen verpleegkundige en vakspecifieke vorming. 3.3 Doelstellingen Als met het waarom van onze werkactiviteiten, richtlijnen en alle informatie nagaat, komen we tot algemene vragen zoals: “Wat is onze doelstelling, wat zijn algemene en subdoelstellingen van een spoedopnamedienst. Welke rollen spelen persoonlijke doelen?” Eigenlijk zijn dit de fundamenten, de bouwstenen van onze organisatie, onze manier van werken. Algemene doelstellingen: -
De verzorging van de spoedopnamepatiënt in zijn totaliteit staat centraal.
-
Deze totaliteitverzorging kan enkel in teamverband.
-
Duidelijke afspraken, procedures, instructies en standing orders.
-
Een goede open sfeer en attitude op de afdeling.
-
Goede taakverdeling
Subdoelstellingen: -
Goede patiëntenzorg in een bepaalde tijd.
-
Kwaliteit van opname
-
Kwaliteit van administratie
-
Goede opvang patiënt en familie
-
Energieverzorging
-
Motivatie voor nieuwe ideeën.
-
Procedures, instructies en standing orders boek spoedopname
-
Informatiedoorstroming 23
-
Materiaalbeheer
-
Dienstrooster: op maar en flexibel voor wissel
Persoonlijke doelstellingen Deze passen niet altijd in het kader van de algemene doelen. Kunnen wanneer die passen in de werking van het team. -
Geld verdienen
-
Plezier maken
-
Sociaal contact
-
Persoonlijke ontplooiing
-
Taarten bakken
-
…
3.4 Functieomschrijving Na het benoemen van onze doelstellingen kunnen we de functie en later de taken omschrijven die aan de spoedopnamefunctie gekoppeld zijn. De urgentieverpleegkundige is de steunpilaar van de spoedopname, met als gevolg dat hij aan bepaalde voorwaarden zal moeten voldoen. Opvang en onthaal van de patiënt gebeurt door gekwalificeerde en geroutineerde verpleegkundigen. Vereisten:
- tactvol gedrag - Mensenkennis - Observatiegeest - Administratieve kennis - Engagement
Voor de triagefunctie zijn er nog een aantal extra vereisten: - Ervaring - Goede vakkennis - Kennis procedure triage
24
Categorische indeling van patiënten: triage U1-U2 en U3 patiënten Indeling kunnen maken tussen urgente en niet-urgente zaken Vereisten:
- Ervaring - Goede vakkennis
Eerste observatie en start urgentietherapie Niet-urgent:
Observatie en vertrouwen winnen Opmaken verpleegkundig dossier
Urgent:
Observatie – snelle besluitvorming Starten levensreddende therapie BLS – ALS
Hulp bij onderzoek van de patiënt Bij onderzoeken en technische prestaties is het belangrijk dat de patiënt en zijn omgeving voldoende en adequaat wordt geïnformeerd. Nauwkeurige uitvoering en opvolging van de therapie ingesteld door de arts Vereisten:
- goede kennis van alle verpleegkundige technieken - Nauwkeurigheid, verantwoordelijkheidszin, ervaring
Voorbereiding patiënt op een spoedingreep Als verpleegkundige ken je de procedure. Je de patiënt krijgt alle nodige info Sociale functie van de urgentieverpleegkundige Opvang van patiënt en familie Vereisten:
- Engagement - Mensenkennis - Ervaring
Relatie met de verpleegafdeling Patiëntenoverdracht Vereisten:
- Maximale opgedane observaties noteren en doorgeven
25
Algemeen onderhoud van de dienst Checklijsten en onderhoudsroulement worden nauwkeurig opgevolgd. Slordigheid kan door niemand geduld worden!
3.5 Mission statement/doelstellingen/functieomschrijving “Together we care” Missie: De spoedopname azg staat garant voor een hoog kwalitatieve patiëntgerichte opvang. Het toedienen van de eerste zorgen en stabilistatie van acute levensbedreigende aandoeningen of voor minder dringende zorgen, dit zowel bij volwassenen als bij kinderen. Een gespecialiseerd dynamisch team staat dag en nacht garant voor een kwaliteitsvolle en deskundige multidisciplinaire patiëntvriendelijke hulpverlening. Wij willen een toonaangevende afdeling zijn, die zich profileert als een innoverende medisch-technische ziekenhuisafdeling waar de patiënt kan rekenen op een snelle, menselijke en professionele zorg. Onze missie maken we waar, door het uitbouwen van een spoedopnameorganisatie en – cultuur
waar
gespecialiseerde
patiëntvriendelijke,
patiëntveilige
dienstverlening
gegarandeerd wordt door een deskundig team waarin alle medewerkers zich goed en gewaardeerd voelen. Visie: Met zicht op de spoedopname “campus kennedylaan” blijft nog steeds onze slagzin, onze baseline: “Together we care” een uitdaging voor gans het team. Het multidisciplinaire spoedopnameteam “we” zorgen “care” samen “together” voor de patiënten, voor de collega’s van de spoedopname, voor de collega’s van de andere afdelingen, voor onze studenten, voor onze apothekers van de klinische farmacie, voor alle personeelsleden van az groeninge, voor het juiste gebruik van onze ter beschikking gestelde middelen. Onze missie kunnen we enkel realiseren door een sterke organisatiestructuur en collegialiteit en we verwachten dan ook van ieder teamlid verantwoordelijkheidszin, zelfstandigheid, besluitvaardigheid, initiatief, energie en doorzetting. De competenties van 26
iedere medewerker zijn niet alleen bepalend voor zijn individuele prestaties, maar ze dragen in belangrijke mate ook bij tot de realisatie van onze missie, de visie en de strategie van de spoedopname. Onze slagzin – filosofie blijft levend aanwezig. Wij staan voor idereen open, ongeacht nationaliteit, levensbeschouwing, sociale of materiële status. De afdeling schenkt veel aandacht
aan
de
spirituele,
morele
en
sociale
hulpverlening.
Wij geloven in de kracht van een sterk spoedopnameteam. Together we care – het multdisciplinaire team Elk lid van het team is verantwoordelijk om een optimale dienstverlening te garanderen en om samen de workload te dragen. Het kennen en aanvaarden van elkaars talenten en competenties is de basis van collegialiteit. Het is dan ook elk zijn verantwoordelijkheid om samen de workload te dragen. Collegialiteit uit zich sterk in wederzijdse hulp en steun. Het team heeft twee grote troeven: de hoge competentie en de bewuste keuze voor de spoedopnamepatiënt. Deze motiveren het team om elke dag opnieuw het beste van zichzelf te geven. Wij gaan ervan uit dat alle medewerkers binnen het spoeodpnamekader procedures, afspraken, instructies kennen en toepassen. Een zelfsturend team neemt beslissingen en verantwoordelijkheden, elk binnen zijn eigen domein. Hierdoor moet iedere zijn verantwoordelijkheid dragen voor zijn toegewezen patiënt maar ook om zijn collega te helpen waar nodig. We werken samen aan een professioneel imago en stralen beroepsfierheid uit. Het hele team waakt erover dat de wacht- en doorstroomtijd optimaal is. Dit zonder in te voeten voor het acute en minder acute zorgproces. Zowel bij opname als bij ontslag streven wij er naar de patiënt en zijn omgeving zo volledig en begrijpelijk mogelijk te informeren over de geplande zorgverlening. Er zijn groeikansen voor alle medewerkers die zichzelf verder willen ontwikkelen. Hiervoor is er binnen de spoedopnameorganisatie een opleidingsstructuur en –beleidsplan ontwikkeld. De maandelijkse interne opleidingen zijn hiervan het resultaat. Persoonlijke ontwikkeling van het team is een must om de steeds toenemende complexiteit van 27
urgentiegeneeskunde en –verpleegkundige te kunnen volgen. Dat iedereen kan groeien, vinden wij heel belangrijk. Wij dragen een financiële verantwoordelijkheid tegenover onze werkgever, die zich uit het oordeelkundige gebruik van alle ter beschikking gestelde middelen. Een nette werkomgeving, maximale privacy en beroepsgeheim vinden wij essentieel. Together we care.
28
3.6 Enkele specifieke begrippen Triagebord Zoals we reeds vermeldden, is het triagebord een heel belangrijk werkinstrument in de organisatie van de spoedopname. Je kan er heel wat informatie op terugvinden. Het triagebord staat op een centrale plaats op onze dienst: in de dispatching. Het wordt zo accuraat mogelijk bijgehouden door de triageverpleegkundige. Je vindt er oa de volgende informatie op terug: Overzicht van de patiënten op de spoedopname per zaal, met de behandelende geneesheer en met de vermelding van de verantwoordelijke verpleegkundige. Ook de toegekende urgentiecode wordt genoteerd. Overzicht van de patiënten in de observatiezaal per bed met de behandelende geneesheer. De verschillende verpleegkundige functies (wie doet wat en is op welk nummer te bereiken). De artsen van wacht voor MUG 1, MUG 2 en triage met telefoonnummer. De dokters-assistenten en stagiars van wacht De telefoonnummers van de intercampusdiensten De telefoonnummers van de huisarts/apotheek/tandarts van wacht. MUG In eerste instantie heb je de externe MUG-interventie. Hiervoor hebben we twee VOLVO MUG-wagens ter beschikking. Het gaat om levensbedreigende situaties die op alle mogelijke plaatsen ontstaan buiten de muren van AZ Groeninge. Ons MUG-gebied is uiteraard afgebakend.De uiterste grenzen bevinden zich op de volgende plaatsen: Wevelgem, Lendelede, Waregem, Anzegem, Avelgem, SpiereHelkijn,… In tweede instantie hebben we de interne Mug-oproepen. Deze kunnen we opsplitsen in MUG-oproepen binnen de muren van onze eigen campus en deze buiten eigen campus.
29
In het eerste geval rukken we uit met tenminste 1 verpleegkundige en 1 arts samen met de reanimatiewagen die zich in de observatiezaal bevindt. Er kan ook een interne MUG-oproep komen vanuit een andere campus van AZ Groeninge. Dan rukt het MUG 2-team uit met de intercampus ambulance naar de desbetreffende locatie. Indien de ICT-ambulance niet onmiddellijk beschikbaar is, vertrekt men met de MUG-wagen. De ICT ambulance kan in tweede instantie ter plaatse komen. Indien nodig kan zelfs de dienst 100 ingeschakeld worden. De oproep voor een externe MUG-interventie gebeurt steeds via het hulpcentrum (HC) 100 te Brugge. Het HC 100 belt op onze rechtstreekse noodlijn en vraagt een MUG-equipe te sturen naar een specifiek adres. Deze oproep wordt beantwoord door de medewerkers van het onthaal in de dispatching. Ze herhalen het adres zodat er geen verwarring rond het interventieadres kan ontstaan. Via een drukknop wordt de MUG-arts en de MUGverpleegkundige verwittigd. Bij een interne MUG-oproep kan ofwel gebruik gemaakt worden van de speciale noodlijn 9000. Deze oproep wordt eveneens beantwoord door de onthaalmedewerker. Er bestaat ook nog een reanimatienummer “9999”. Wordt dit nummer gevormd, dan krijgen de interne mug-equipes een alarm op hun dect in de vorm van een bericht. Er bestaan ook alarmknoppen op de verschillende afdelingen. Als die gebruikt worden, krijgen we een alarm op onze dects en op het Fixview-programma op de PC in de dispatching. De verantwoordelijke arts en verpleegkundige begeven zich naar het MUG-voertuig en vertrekken naar de plaats van interventie. Om het correcte adres vlot te vinden, wordt gebruik gemaakt van een GPS. De verpleegkundige bestuurt het voertuig en de arts geeft aanwijzingen over de route. De arts zorgt ook voor het Astrid communicatiesysteem tussen de MUG en het HC 100. Er wordt steeds gebruik gemaakt van de blauwe zwaailichten en sirene. Dit behalve ’s nachts om de nachtrust van de bevolking niet al te veel te verstoren.
30
Ter plaatse neemt de verpleegkundige de monitor/defibrillator en eventueel zuurstoffles. De arts zorgt voor de reanimatiekoffer. Er wordt een eerste bilan gemaakt van de situatie zodat op een correcte manier kan worden gereageerd. Er kan heel wat ter plaatse gebeuren. De belangrijkste interventies zijn: -
Monitoring / defibrillatie
-
Infuus plaatsen
-
Medicatie geven
-
Reanimatie
-
Intubatie
-
Plaatsen van een thoraxdrain
-
Maagspoeling
-
…
Na stabilisatie en eerste zorgen worst het transport naar het ziekenhuis aangevat. De patiënt wordt vervoerd in de ziekenwagen onder begeleiding van de MUG-arts en de ambulancier. De MUG-verpleegkundige rijdt met de MUG-wagen terug naar het ziekenhuis. De spoedopname wordt telefonisch verwittigd van de komst zodat ze zich kunnen voorbereiden: een zaal wordt vrijgehouden of vrijgemaakt, een specifieke arts wordt verwittigd, indien nodig wordt de CT-scan vrijgehouden. Materiaal voor acute opvang kan klaargemaakt worden. Bij aankomst in het ziekenhuis wordt de patiënt verbed op een brancard van het ziekenhuis. Er wordt een overdracht gegeven aan de verantwoordelijke verpleegkundige en arts. Er wordt ook een MUG-fiche opgemaakt met observaties, diagnose en de zorgen die werden toegediend. Tenslotte wordt de MUG-wagen weer in orde gemaakt voor een volgende uitruk.
31
Verzorgingswagens Op de spoedopname hebben we een systeem ontwikkeld voor speciale technieken: de specifieke verzorgingswagens. Het zijn wagens waar alle materiaal in aanwezig is om deze technieken op een vlotte manier uit te voeren. Zo hebben we de volgende wagens: Sondagewagen: met alle materiaal voor sondage Trauma- of U1-wagen: met alle specifiek materiaal voor invasieve technieken zoals het plaatsen van een arteriële en centrale katheter, thoraxdrainage, … Hechtingswagen: met alle materiaal voor het hechten van wonden Pediatrische wagen: met alle materiaal voor specifieke pediatrische zorgen of pediatrische reanimatie. Daarnaast hebben we ook nog specifiek materiaal voor ORL, oftalmologie, stomatologie, punctiemateriaal voor het aanprikken van port-a-cath systemen, lumbaal-, pleura- en ascitespunctie. Al dit materiaal is terug te vinden in de specialiteitenkast.
Apotheek De apotheekkast, ook gekend als Vanaskast, is een elektronische kast die rechtstreeks in verbinding staat met de centrale apotheek van het ziekenhuis. In deze kast zit alle medicatie voor onze dienst opgeborgen. Om medicatie uit de kast uit te kunnen halen, moet de verpleegkundige zich bij het systeem inloggen en de patient aanduiden voor wie de medicatie dient. Meest aanbevolen om de patient te selecteren, is het inscannen van de barcode op de patiëntenklever. De kast laat u dan de gewenste medicatie uithalen en stuurt automatisch door naar de apotheek voor facturatie. Op deze manier kan men in de centrale apotheek steeds nagaan welke medicatie dreigt uitgeput te raken en kan men steeds tijdig bijvullen. De taak voor het aanvullen van de apotheekkast is een gedeelde verantwoordelijkheid van de apotheek en de verpleegkundigen spoedopname. Op zaterdag is het altijd de spoedopname die deze taak op zich neemt.
32
Centrale monitoring In de dispatching is er centrale monitoring van alle monitoren die op de spoedopname op het netwerk zijn aangesloten. Zo kunnen patiënten op afstand ook in zekere mate geobserveerd worden.
3.2. Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling AAA:
Abdominaal aorta aneurysma
AAT:
Algemene achteruitgang toestand
AMI:
Acuut Myocardinfarct
AO:
Arbeidsongeval
AV-block:
Atrium-ventriculair Block
AVVZ:
Arm aan verzadigde vetzuren
BD/RR:
Bloeddruk
BWZ:
Bewustzijn
CABG:
Coron. Art. bypass greffe
CC:
Commotio cerebri
COPD:
Chronisch Obstructief pulmonair lijden
CPR:
Cardiorespiratoire reanimatie
E/ EPI:
Epilepsie
ETT:
Endotracheale tube
EKG:
Electrocardiogram
FiO2:
Ingesteld zuurstof %
GCS:
Glasgow Coma Schaal
GI:
Gastro-intestinaal
Glyc:
Glycemie
HR:
Hartritme
LBTB:
Linker Bundeltakblok
M.S.:
Maagsonde
NIBD:
Niet-invasieve bloeddruk
NTR/DNR:
Niet te reanimeren
OBZ:
Observatiezaal
OZ:
Onderzoek
33
PC:
Packed Cells
PCA Pomp:
Patiënt controlled analgesie pomp
PM:
Pacemaker (VVI, DDD, VVT, …)
PTCA:
Percutane transluminale coronaire angioplastie
RBTB:
Rechter bundeltak blok
RF:
Rechter fossa
SpO2:
Zuurstofsaturatie
SVES:
Supraventriculaire extrasystole
Temp/ T°:
Temperatuur
THP:
Totale heupprothese
TKP:
Totale knieprothese
TLC:
Tender Love & Care
UD:
Urinedebiet
VES:
Ventriculaire extrasystole
VF:
Ventrikelfibrillatie
VKF:
Voorkamerfibrillatie
VKO:
Verkeersongeval
VT:
Ventrikeltachycardie
ZA:
Zoutarm
34
4 Patiëntenvoorlichting De afdeling spoedopname vindt het belangrijk dat patiënten en familie goed zijn ingelicht. Hiervoor zijn verschillende patiëntenfolders beschikbaar. Let wel, een folder vervangt nooit de mondelinge uitleg van de arts of verpleegkundige. Beroerte of CVA Raadgevingen bij het dragen van een gipsverband en het gebruik van krukken Vinger- of teentrauma Brandwonden Neusbloeding Sleutelbeenbreuk Enkeldistorsio Schouderluxatie Knieletsel Wondverzorging
5 Communicatie 5.1
Telefonie
5.1.1
Afdelingsgerelateerde nummers Triage: Mug 1: Mug 2: A-kant: B-kant: OBZ: ICT: Vervoersdienst:
5.1.2
6100 6101 6102 6103 6105/6106 6107 6115 6116
-
Noodnummers -
Brand Interne MUG Security
9977 9999 9966
35
6121 6122 6123 6125 6127
5.2
Informatica (IT)
Binnen az groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over vaste PC’s in bijna elke opnamebox (uitgezonderd box 6-7-11). De PC’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord + login). Ook met je badge kan ingelogd worden via OneSign. Volgende IT toepassingen zijn in gebruik op spoedopname: Intranet Mediweb De implementatie van KWS (Klinisch Werkstation) volgt binnenkort.
5.3
Buizenpost
De buizenpost bevindt zich in de dispatching. De bedoeling is om zoveel mogelijk via de buizenpost te versturen waardoor er belangrijke stappen kunnen gespaard worden. Dit kan zijn: labo-stalen, voorschriften apotheek, aanvraag urgente ingreep, … Enkele aandachtspunten: Hulzen goed sluiten voor het verzenden Vooraleer buis in buizenpost te plaatsen nummer van bestemmeling ingeven. Maximum 1 kg per huls Geen waardevolle voorwerpen (identiteitskaart, geld, sleutels, …) Geen vloeistoffen tenzij in daarvoor voorziene bescherming. Alle stalen verzenden met nodige berscherming (plastiek zakje)
36
5.4
Interne communicatie
Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op de afdeling. Zo kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden. Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar: Agenda in de triageruimte Dienstnota’s Verslagen teamoverleg Verslagen werkgroepen Procedureboek Infobord thv postvakjes en in keuken Patiëntenoverdracht Intranet: ziekenhuisbreed
37
6 Personeelsinformatie 6.1
Dienstrooster
Op onze afdeling werken we met een 16-wekensysteem (= roulement) dat telkenmale terugkomt. Bij de opmaak werd rekening gehouden met het gezond roosteren. Voor de verlofperiode (juli-augustus) kan hiervan ietwat afgeweken worden in overleg tussen hoofdverpleegkundige en verpleegkundige(n). Het dienstrooster is beschikbaar tegen de 20e van iedere maand.
6.2
Overuren
De gemaakte overuren worden genoteerd in een speciale map (datum, aantal minuten of uren, reden). Dit wordt ook opgenomen in de PEP-registratie. De overuren kunnen terug genomen worden in onderling overleg met de (adjunct-) hoofdverpleegkundige en/of met de collega’ s die op dit moment op de afdeling aanwezig zijn. Bij het terugnemen ervan wordt dit ook genoteerd in dezelfde map.
Overuren dienen verantwoord te zijn! Wees eerlijk en collegiaal.
6.3
Verlof
Je kan jouw verlofdagen schriftelijk aanvragen op de voorziene formulieren, en dit voor de 15de van de maand voor de daaropvolgende maand. Groot verlof aanvragen voor 15 januari en vóór eind juni 7 BV’s plannen. Na eind september de rest van de BV’s spreiden. CF’s worden binnen de 6 weken gepland. Verlofdagen kunnen enkel gegeven worden wanneer je ze vooraf hebt aangevraagd. In de mate van het mogelijke zal met jouw wensen rekening gehouden worden. Wat echt noodzakelijk is, is bespreekbaar.
38
Wanneer dit niet lukt zal de hoofdverpleegkundige dit vooraf met jou bespreken. Je mag natuurlijk ook afspreken met een collega om te ruilen.
6.4
Ruilen van shift of verlofdagen
Er mag steeds geruild worden van shift of verlofdag met een collega. Je dient wel de wijziging te noteren op het uurrooster en de hoofdverpleegkundige wordt ook op de hoogte gebracht. Ook de hoofdverpleegkundige kan je vragen om te wisselen van shift of verlofdag om de continuïteit op de afdeling te verzekeren (bvb. bij ziekte van een collega). Indien er ‘gezondigd’ wordt tegen het gezond roosteren moet een daartoe opgemaakt document ingevuld en ondertekend worden.
6.5
Ziekte
Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de hoofdverpleegkundige of via de dispatching verwittigen. Na het bezoek aan een arts wordt de (adjunct-) hoofdverpleegkundige verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat. Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige. Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten. Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziene datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige verwittigen, voor het einde van de eerste periode. Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken.
39
6.6
Vorming
Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers. Wij stimuleren en ondersteunen initiatieven van medewerkers om aan interne of externe opleidingen, lezingen, langlopende opleidingen, voortgezette opleidingen, enz. deel te nemen. Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich minstens acht uur per kalenderjaar bij te scholen. Wie houder is van een bijzondere beroepstitel intensieve zorgen & spoedgevallenzorg dient 15 uur per kalenderjaar te volgen. Onze afdeling heeft een sterke visie hieromtrent: een volledig opleidingsbeleidsplan. Elk jaar wordt een opleidingskalender opgemaakt met zowel verplichte als vrije opleidingen. De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden. De aankondiging van alle interne georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. Alle aanvragen voor interne en externe bijscholingen verlopen via de groeipool. Je kan er ook terecht voor inlichtingen omtrent de diverse opleidingen. De hoofdverpleegkundige is de sleutelfiguur bij het maken van een keuze uit het grote opleidingsaanbod. Hij kent de doelstellingen van de afdeling en de nood aan opleiding bij elke medewerker. Hij stimuleert de medewerkers om het geleerde op de werkvloer toe te passen en kennis en vaardigheden aan elkaar door te geven. De hoofdverpleegkundige bepaalt of een opleiding ‘noodzakelijk - meerwaarde – geen meerwaarde’ is voor het goed functioneren op de afdeling. Geef zelf eerlijk aan of je een opleidingsbehoefte of andere begeleiding nodig hebt.
40
6.7
Functioneringsgesprek
Een functioneringsgesprek is een gesprek tussen jou en je hoofdverpleegkundige waarin zowel de voortgang t.o.v. de doelstellingen, als eventuele knelpunten, de interne samenwerking, de sfeer, enz. kunnen besproken worden. Het is een opvolgingsgesprek dat je in staat stelt alle zaken aan de orde te stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks met je werk te maken hebben. Daarnaast is het gesprek ook bedoeld om te praten over aspecten die je verder wil ontwikkelen en je loopbaanperspectieven. In het functioneringsgesprek wordt geen oordeel uitgesproken, er worden wel afspraken gemaakt die genoteerd worden om ze verder makkelijk te kunnen opvolgen. Het gesprek wordt jaarlijks met iedere medewerker georganiseerd.
41
7 Studenten 7.1
Visie op de stageperiode
Op onze afdeling hebben we een specifieke visie op studentenbegeleiding. Onze slogan luidt: Jij bent er niet voor ons, maar wij zijn er voor jou! Daarom hebben we een specifiek systeem opgesteld om de studentenbegeleiding optimaal te laten verlopen. Het is de bedoeling dat jullie aanvankelijk al jullie capaciteiten neerschrijven (formulier A). Zo weten we waar je zelf staat en waar wij ons kunnen aan verwachten. Op formulier B vul je in wat je nog niet goed onder de knie hebt en zeker nog verder, onder begeleiding, wil inoefenen. Deze formulieren worden met de stagementoren overlopen en er wordt gekeken hoe wij deze tijdens je stage kunnen inpassen. Op de eerste dag van je stageperiode krijg je een rondleiding door ofwel één van de stagementoren, of door iemand die hiervoor werd aangeduid. Je krijgt je uurrooster waarop wordt vermeld welke verpleegkundige verantwoordelijk is voor je begeleiding. We trachten ervoor te zorgen dat je tijdens je stageperiode met drie à vier verpleegkundigen samenwerkt. Zo kan je een vertrouwensrelatie opbouwen met deze mensen en verloopt de samenwerking het vlotst. Het is de bedoeling dat zoveel als mogelijk met dezelfde verpleegkundigen te werken zodat die zich een beeld kunnen vormen van je evolutie tijdens je stageperiode. Op het eind van je stageperiode zijn het dan ook die verpleegkundigen die samen met de stagementoren zullen instaan voor je eindevaluatie. Vraag telkens op het einde van je werkdag naar geschreven feedback bij de verpleegkundige zodat je kunt bewijzen aan de stagementoren dat je goed werk levert. We spreken immers van een actieve leerhouding! Hiervoor hebben we een eigen feedback document die als bijlage met deze brochure wordt meegegeven.
42
7.2
Algemene afspraken De leerling-verpleegkundige meldt zich de eerste dag van de stageperiode aan bij de aangeduide verpleegkundige - stagementor of – bij afwezigheid- bij de hoofdverpleegkundige van de spoedopname De stagementoren stellen de uurregeling voor de stage op. Deze wordt de eerste dag besproken. Studenten mogen eventueel onderling wisselen, dit na akkoord van een verpleegkundige op dienst. Je werkt met de verpleegkundige waar je die dag aan toegewezen bent en neemt dezelfde functie op als hij/zij. Het stageboek, de beoordelingsfiches en het stageverslag krijgen een plaats in de centrale dispatching. Bewaar enkel op die plaats de stagedocumenten en laat ze zeker niet op dienst rondslingeren. De student wordt betrokken bij de opvang, het onderzoek en de behandeling avn de patiënt. Dit gebeurt steeds onder de supervisie van de toegewezen verpleegkundige.
Het
uitvoeren
van
alle
handelingen
gebeurt
pas
na
toestemming van de u toegewezen verpleegkundige. Deze behoudt immers de eindverantwoordelijkheid. Studenten krijgen geen dect toestel, beantwoorden geen telefoons of radiofonische oproepen, noch vragen van politie. Hou je steeds aan her beroepsgeheim!! Familie of nieuwe patiënten worden NOOIT alleen naar een urgentiebox verwezen. Ze worden wel steeds naar de triageverpleegkundige verwezen. We streven ernaar om studenten die dat willen, mee te laten gaan bij MUGuitrukken. Dit kan vanaf de tweede week van je stageperiode en uitsluitend indien de student op dit ogenblik ook aan deze functie gekoppeld is. Alle verpleegkundige technieken en handelingen kunnen worden aangeleerd en/of begeleid. Vraag steeds uitleg aan de verantwoordelijke verpleegkundige bij het inoefenen van een nieuwe techniek. Er zijn procedureboeken beschikbaar op dienst om alle verpleegkundige technieken nog eens na te kijken indien nodig. Sinds enige tijd is er ook het az groeninge procedureboek dat online via intranet consulteerbaar is.
43
Neem ook gerust initiatief om, binnen je mogelijkheden, vragen te stellen aan de hoofdverpleegkundige, de artsen, de stagementoren of de verpleegkundigen van het team. Vraag bijvoorbeeld zelf eens om telefonisch overdracht te geven. Als stagiar-verpleegkundige proberen we te voorkomen dat je systematisch mee gaat met het ICT. Het kan wel goed zijn een patiënt te begeleiden die je volledig behandeld of gevolgd hebt voor je stageverslag. De feedbackdocumenten specifiek voor onze dienst kan je terugvinden in de kast waar jullie stageboeken liggen. Het is de bedoeling dagelijks dit formulier in te vullen en ter inzage aan de verpleegkundige te geven waarmee je die dag gewerkt hebt. 7.3
De eerste dagen
Het spreekt voor zich dat het de eerste dagen serieus wennen zal zijn aan de speciefieke aanpak van de patiënten hier op spoedopname. Daarom is het niet slecht om de eerste dagen niet al te veel hooi op je vork te nemen en eerst de activiteiten grondig te observeren. Vergeet niet: vragen staat vrij! Wat kan er zoal ingeoefend worden? Bloedafnames Ecg-afname en cardiale monitoring Inhalatie Maagspoeling Medicatiebereiding en –toediening Oogspoelingen Orthopedische verbanden Plaatsen perifere katheters Sondages: maagsondage – blaassondage Spalken en gipsen …
44
Assistentie bij: Arteriële bloedafnames Intubatie Lumbaal punctie Plaatsen van centrale catheters Reanimatie Thoraxdrainage Wondhechtingen … 7.4
Bij problemen
Bij problemen kan je altijd terecht bij één van de stagementoren of één van de hoofdverpleegkunidgen. Wat het probleem ook kan zijn, ook al heb je nog niet met hen gewerkt, we zijn er voor jullie. Aarzel niet en neem contact met ons op. Je kan ons contacteren door ons gewoon mondeling aan te spreken of door een briefje in het postvakje te steken van de stagementor in kwestie. Deze postvakjes bevinden zich in de centrale dispatching.
45
7.5
Formulieren:
7.5.1
Wat heb je al allemaal onder de knie? Bijlage A: hierop vul je in welke technieken je al vlot onder de knie hebt. We bedoelen hiermee technieken die je zelfstandig kan uitvoeren. Geef dit formulier af aan je stagebegeleider.
7.5.2
Wat wil je nog allemaal inoefenen? Bijlage B: hierop vul je in welke technieken je nog niet volledig onder de knie hebt of technieken die je nog niet hebt kunnen inoefenen. De technieken die je op dit formulier invult, zullen aanvankelijk intensief onder begeleiding worden ingeoefend om daarna zelfstandig te keren uitvoeren.
7.5.3
De stageopdracht Bijlage C: Welke opdrachten moet je uitvoeren voor school. Hoe denk je te werk zullen gaan?
7.5.4
Het eindwerk Bijlage D: stel hier kort je eindwerk voor. Wie begeleidt je? Hoe ga je te werk? Kan de stage op spoedopname een meerwaarde zijn voor je eindwerk?
7.5.5
Evaluatieformulieren Enerzijds heb jij enkele evaluatieformulieren van school uit die wij moeten invullen. Probeer de verantwoordelijke verpleegkundigen te stimuleren om zoveel mogelijk die dagelijkse evaluatie van je op papier te zetten. Geef ook tenminste een week op voorhand je eindevaluatie af aan de stagementor, zodat deze ruim te tijd heeft om die in te vullen. Tenslotte vragen we ook om een evaluatie van ons te maken, zodat we ook een beeld krijgen van wat er aan onze afdeling kan worden bijgeschaafd. Vul dit formulier nauwgezet in. Je hoeft het formulier maar af te geven op het einde van je stageperiode, na je eindevaluatie. Zo ben je zeker dat we geen rekening houden met eventuele kritiek. Je hoeft dus niet bang te zijn om eerlijk te antwoorden. Het heeft geen invloed op je eindevaluatie. 46
Naam Student/Stagiair: ………………………………….. Studiejaar:……… Naam Verpleegkundige(n): ……………………………………Datum: ……..
I Attitudes: Verantwoordelijkheidsbesef, houdt zich oordeelkundig aan het reglement, Werkpunt
goed
zeergoed
Verduidelijking: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Zin voor initiatief, bedrijvigheid, vragen stellen Werkpunt
goed
zeergoed
Verduidelijking: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………..
II Vaardigheden: Kwaliteit van het werk, planning, uitvoering, nazorg: Werkpunt
goed
zeergoed
Verduidelijking: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Schriftelijke en mondelinge rapportage: Werkpunt
goed
zeergoed
Verduidelijking: …………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Theoretische kennis , integratie theorie naar paktijk: Werkpunt
goed
zeergoed
Verduidelijking: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………..
III Sociaal communicatief Zin voor samenwerking, tov artsen, verpleegkundigen, collega studenten: Werkpunt
goed
zeergoed
Verduidelijking: …………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Communicatie naar patiënt en familie: Werkpunt
goed
zeergoed
Verduidelijking: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………..
47
Stagedoelstellingen spoedopname azg DAG 1 O Ik kreeg de stagebrochure p ….. O Ik kreeg een rondleiding van de dienst spoedopname/radiologie en weet waar ik mijn persoonlijk materiaal mag plaatsen O Ik ken de cLS niet en kreeg een rondleiding op de campus + uitleg gebruik kleedkamers O Ik kreeg uitleg over het gebruik van de assistentie en reanimatie knop O Ik kreeg uitleg over de locatie blusmiddelen, branddeuren en de procedure bij brand O Ik kreeg uitleg rond mijn stagerooster, shiftregeling en toegewezen mentor O Ik kreeg uitleg over het inschrijvingsdocument + ambulant patiëntendossier + aftekenen dossier O Ik kreeg uitleg over het gebruik van de monitoring MP5 – MP30 & thermometers O Ik kreeg uitleg over het correct gebruik van de brancard(s) + transport met monitoring O Ik kreeg uitleg rond triagebord en organisatie van de dienst spoedopname
Week 1 O Ik vroeg uitleg rond het correct nemen van een bloedstaal en plaatsen IV katheter & buizenpost.
gebruik
O Ik vroeg uitleg rond het correct klaarleggen en opruimen van een hechtingsset + aanleggen Operatielamp O Ik vroeg uitleg rond het triagesysteem O Ik kreeg uitleg over het correct gebruik van de ecg toestellen O Ik bepaalde met de stagementor(en) mijn tussentijdse evaluatie op ………………………. .
Week 2 O Ik vroeg om mijn BLS technieken te oefenen / *ALS technieken O Ik vroeg uitleg rond de mug wagen en afspraken rond meelopen op mug-interventies O Ik vroeg uitleg over interpretatie ecg O Ik vroeg uitleg rond het correct plaatsen van een blaassonde. O Ik vroeg uitleg rond het aanleggen van gipsverbanden pols(+duim), elleboog, knie, onderbeen
48
Week 3 O Ik vroeg uitleg rond hulp bij plaatsen centrale lijn
O Ik vroeg uitleg rond het gebruik van de monitor defibrillatoren aanwezig op spoedopname O Ik vroeg uitleg rond het aanprikken poortkatheter O * Ik vroeg uitleg rond het gebruik invasieve monitoring Art lijn, CVD
Einde stage O Ik vroeg uitleg rond hulp bij plaatsen van een thoraxdrainage O Ik vroeg om een stabiele patiënt volledig zelfstandig op te starten en gaf zelf overdracht O * Ik vroeg om een shift mee te helpen met de triageverpleegkundige O * Ik vroeg uitleg rond het gebruik van invasieve en niet invasieve capnografie O * Ik vroeg uitleg over het interpreteren van bloedgassen O * Ik vroeg uitleg rond hulp bij intubatie + oefende een intubatie O* Ik vroeg uitleg rond gebruik botnaald
*4de jaar spoed en IZ
49
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen, zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
50