Programmabegroting 2010
Grave, september 2009
ALGEMEEN
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................................... 3 Aanbiedingsbrief ................................................................................................................................... 5 1. ALGEMEEN ........................................................................................................................................ 8 1.1 Vooraf ............................................................................................................................................... 8 1.2 Uitgangspunten begroting............................................................................................................ 13 1.3 Samenstelling college burgemeester en wethouders ............................................................... 17 1.4 Organigram .................................................................................................................................... 18 1.5 Beleidssamenvatting..................................................................................................................... 19 2. BELEIDSBEGROTING ..................................................................................................................... 24 2.1 Programmaplan ............................................................................................................................. 24 PROGRAMMA 1: VEILIGHEID EN HANDHAVING .............................................................................. 27 PROGRAMMA 2: WOON- EN LEEFOMGEVING................................................................................. 31 PROGRAMMA 3: VOORZIENINGEN EN SOCIALE SAMENHANG .................................................... 33 PROGRAMMA 4: ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN, TOERISME EN RECREATIE ............... 41 PROGRAMMA 5 DUURZAME RUIMTELIJKE ONTWIKKELING......................................................... 44 PROGRAMMA 6: PUBLIEKE DIENSTVERLENING EN COMMUNICATIE ......................................... 48 PROGRAMMA 7: FINANCIËLE KADERSTELLING EN BEDRIJFSVOERING .................................... 51 2.2 Paragrafen ...................................................................................................................................... 54 Paragraaf lokale heffingen..................................................................................................................... 55 Paragraaf weerstandsvermogen ........................................................................................................... 63 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen................................................................................................ 68 Paragraaf financiering ........................................................................................................................... 74 Paragraaf bedrijfsvoering ...................................................................................................................... 77 Paragraaf verbonden partijen ................................................................................................................ 81 Paragraaf grondbeleid ........................................................................................................................... 93 3. FINANCIËLE BEGROTING ............................................................................................................ 101 3.1 Overzicht baten en lasten en toelichting .................................................................................. 101 3.2 Overige financiële aspecten ....................................................................................................... 106 4. BIJLAGEN....................................................................................................................................... 108 4.1 Kerngegevens .............................................................................................................................. 109 4.2 Landelijke wetgeving .................................................................................................................. 111 4.3 Personeelssterkte en personeelslasten.................................................................................... 113 4.4 Overzicht investeringen en kapitaallasten................................................................................ 114 4.5 Beheerplannen............................................................................................................................. 115 4.6 Reserves....................................................................................................................................... 130 4.7 Voorzieningen .............................................................................................................................. 132 4.8 Leningen u/g en o/g..................................................................................................................... 134 4.9 Investeringen ............................................................................................................................... 136 4.10 Algemene uitkering ................................................................................................................... 139 4.11 Relatie programma's - beleidsproducten - beheersproducten ............................................. 143 4.12 Afkortingenlijst .......................................................................................................................... 148 4.13 Begrippenlijst............................................................................................................................. 149 Colofon ............................................................................................................................................... 151 RAADSBESLUIT ................................................................................................................................ 152
3
ALGEMEEN
Aanbiedingsbrief
Aanbiedingsbrief Geachte leden van de raad, Inleiding Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2010 aan. Een begroting die gebaseerd is op het 'Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten' (BBV). Als gevolg van het dualisme concentreert u zich op de kaderstellende en controlerende taak. Ter ondersteuning hiervan dient de programmabegroting, waarin per programma één of meer doelstellingen worden vermeld en waarin gelden worden toegewezen en geautoriseerd. Doorontwikkeling begrotingen Dit is de laatste begroting uit de huidige raadsperiode 2006-2010. Deze begroting is hiervan de laatste jaarschijf. Na de raadsverkiezingen van 2010 zal de opbouw en inhoud van deze programmabegroting tegen het licht gehouden worden. De nieuwe raad zal hier nauw bij betrokken worden. Daarom is de opbouw van de programmabegroting 2010 vrijwel identiek aan de opbouw van de programmabegroting 2009. Alleen zijn een viertal in de programmabegroting 2009 opgenomen bijlagen komen te vervallen. Dit betreft de bijlage 4.9 (Tarieven) welke integraal onderdeel uitmaakt van de paragraaf lokale heffingen. Bijlage 4.13 (Niet meegenomen financiële ontwikkelingen) is komen te vervallen omdat deze bijlage in 2009 specifiek gerelateerd was aan Grave 2020. Bijlage 4.11 (subsidies) en bijlage 4.14 (structuur begrotingen) zijn komen te vervallen. Er is een nieuwe bijlage (4.9) toegevoegd namelijk het overzicht investeringen 2010 - 2013. Verder maakt voor het begrotingsjaar 2010 de kadernota weer integraal onderdeel uit van de planning - en controlcyclus. De laatst verschenen kadernota dateert uit het jaar 2005. In de raadsvergadering van 14 juli 2009 is de kadernota 2010 behandeld en vastgesteld. De besluiten uit de kadernota 2010 zijn integraal verwerkt in deze programmabegroting 2010 - 2013. Naast de autonome ontwikkelingen zijn de door de raad vanuit de kadernota 2010 benoemde bestuurlijke wensen integraal verwerkt in deze begroting. Op grond van de financiële verordening gemeente Grave, ook wel artikel 212-verordening genoemd, stelt de raad de programma's vast. De productenraming wordt door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Financieel perspectief Het jaar 2009 staat in het teken van 'Beheer op orde'. Dit houdt in dat we zaken moeten afwerken waar we mee bezig zijn en concreet aangeven wat we willen bereiken. Op een aantal terreinen zijn hier vorderingen gemaakt. Echter het hoge ambitieniveau van het gemeentebestuur trekt een grote wissel op de ambtelijke organisatie en wordt in de paragraaf weerstandsvermogen als een van de grootste risico's ervaren en benoemd. Verder legt dit een groot beslag op de financiële middelen die eind vorig jaar onder druk zijn komen te staan door de forse dotatie in de voorziening verliesgevende complexen uit de grondexploitaties. Hierdoor is de vrije algemene reserve tot een minimale omvang teruggebracht. Verder is de Wereld en Nederland in een diepe recessie beland. De financiële gevolgen voor de gemeenten zijn divers en heel moeilijk te kwantificeren. Op diverse terreinen wordt de gemeente geconfronteerd met de effecten van de economische crisis. Het Rijk zal de komende jaren fors moeten bezuinigen om de stimulerende maatregelen die genomen worden om de economie te ondersteunen af te dekken. Het Rijk zal een aanzienlijk gedeelte van deze bezuiniging op de gemeenten afwentelen. De hoogte en vorm zullen de komende tijd een punt van discussie zijn in de onderhandelingen tussen de VNG als representant van de gemeenten en het Rijk. Daarom worden de gemeenten door de fondsbeheerders van provincies en gemeenten geadviseerd om in algemene zin behoedzaam te zijn bij het opstellen van de meerjarige begrotingen. Dit houdt ook in dat als er sprake is van (noodzakelijk) nieuw beleid, het bestaande beleid hiervoor moet wijken. Door een forse structurele korting van de algemene uitkering uit het gemeentefonds vanaf 2011 (2013 -/- € 450.000,00) en de bij de Kadernota gehonoreerde voorstellen, die in deze begroting zijn uitgewerkt, is een forse taakstelling vanaf 2011 van € 700.000,-- opgenomen. De bezuinigingen betreffen de beheerprogramma's voor structureel € 500.000,-, het structureel inverdienen op inhuur personeel van € 100.000,- en het inverdienen op bestaand beleid van structureel € 100.000,-.
5
ALGEMEEN
Aanbiedingsbrief
We zullen alle zeilen bij moeten zetten om financieel een gezonder klimaat te scheppen. In 2010 zullen alle beheerplannen voor de periode 2011- 2015 herzien gaan worden. Conform de financiële verordening worden de herziene beheerplannen in de nieuwe raadsperiode aan u aangeboden. Wat is allemaal verwerkt in deze begroting? Verwerkt zijn (uiteraard onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad): a. De financiële consequenties van het bestuursakkoord ('coalitieprogramma 2006-2010') zoals dat door u is vastgesteld op 22 augustus 2006; b. De raadsbesluiten vanuit de Kadernota 2010. c. Begrotingswijzigingen tot en met de maand augustus 2009 (alleen structurele mutaties); d. De bevindingen zoals gesteld in de septembercirculaire 2009; e. Het voorgestelde nieuw beleid dan wel intensivering bestaand beleid vanaf 2010. f. De voorgestelde dekkingsmiddelen, zoals de verhoging voor algemene prijsinflatie-index met 0,5% voor de belastingen, tarieven en retributies. (zie paragraaf lokale heffingen). g. De uitkomst van de 1e bestuursrapportage 2009. Deze sloot voor 2010 met een voordelig structureel effect op de begroting 2010 van € 30.146, -. Deze is door u vastgesteld op 14 juli 2009. h De septembercirculaire 2009. Conform de beleidsuitgangspunten wordt de meicirculaire integraal verwerkt in de programmabegroting. De uitkomsten van de septembercirculaire worden meestal afzonderlijk aangeboden middels een begrotingswijziging. De hoogte van de algemene uikering op grond van de septembercirculaire 2009 is echter al verwerkt in deze programmabegroting. De algemene uitkering is op basis van de septembercirculaire 2009 doorgerekend voor de jaren 2010 t/m 2013. Financiën Op grond van artikel 189 Gemeentewet moet de jaarschijf 2010 sluitend zijn. Uitgaande van de huidige voorstellen in deze programmabegroting is de jaarschijf 2010 sluitend. Uiteraard bent u volledig vrij om af te wijken van onze voorstellen en kunt u andere beslissingen nemen (zolang de jaarschijf 2010 maar in evenwicht is). Zoals u in deze programmabegroting kunt lezen, bedraagt het begrotingssaldo na winstbestemming en na het dekkingsvoorstel € 19.640,- (voordelig). Ook de meerjarenbegroting is voor de jaren 2011-2012 sluitend. Het laatste jaar van de meerjarenbegroting 2013 sluit met een gering tekort van € 23.440,-. Hiermee hebben wij invulling gegeven aan uw opdracht van 14 juli 2009 om een sluitende begroting te presenteren. Hieronder vindt u een totaaloverzicht van de baten en lasten, waarbij lasten positief en baten negatief zijn vermeld: Tabel 1: Totaaloverzicht baten en lasten Omschrijving
Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor winstbestemming Totaal mutaties reserves Resultaat na winstbestemming
Werkelijk: Begroot: 2008 2009
2010
Meerjarenplanning: 2011 2012
2013
36.609.367 37.171.203 -29.904.153 -36.807.445
27.947.633 -27.910.072
27.534.812 27.117.331 -27.779.224 -27.192.467
26.971.120 -26.979.917
6.705.214
363.758
37.561
-244.412
-75.136
-8.797
-6.278.395
-446.212
-57.201
-18.820
21.766
32.237
426.819 nadelig
-82.454 voordelig
-19.640 voordelig
-263.232 voordelig
-53.370 voordelig
23.440 nadelig
Voor een toelichting op deze tabel verwijzen wij u naar onderdeel 3.1 'Overzicht baten en lasten en toelichting'. Procedure Zoals gebruikelijk vermelden wij de procedure met betrekking tot de behandeling en besluitvorming van deze programmabegroting 2010.
6
ALGEMEEN
Aanbiedingsbrief
Tabel 2: Data behandeling en besluitvorming programmabegroting 2010 Actie
Door
Periode
Uiterste datum
1.
Technische toelichting op de programmabegroting 2010
Ambtelijke organisatie
week 42
dinsdag 13 oktober 2009, 19.30 uur
2.
Opstellen en inleveren algemene beschouwingen.
Raadsfracties
week 40 t/m 43
donderdag 29 oktober 2009, 8.00 uur
(3 weken)
Verzenden naar e-mail:
[email protected] 3.
Toezenden (digitaal en analoog) van de verzamelde algemene beschouwingen aan de overige raadsleden, collegeleden en mt
Griffier
week 45
woensdag 4 november 2009
4.
Opstellen en vaststellen repliek op de algemene beschouwingen
College
week 45
dinsdag 3 november 2009
5.
Toezending repliek aan raadsfracties
College
week 45
vrijdag 6 november 2009
6.
Behandeling en besluitvorming begroting 2010
Raad
week 46
dinsdag 10 november 2009
Tot slot wensen wij u veel succes bij de voorbereiding van de behandeling van de begroting en de algemene beschouwingen. Grave, 29 september 2009 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRAVE; De secretaris, De burgemeester, G.J.A.F. Hubers W.J.G. Delissen-van Tongerlo
7
ALGEMEEN
1.1 Vooraf
1. ALGEMEEN Dit hoofdstuk is niet wettelijk verplicht en bestaat uit de onderdelen: 1.1 Vooraf 1.2 Uitgangspunten begroting 1.3 Samenstelling college burgemeester en wethouders 1.4 Organigram 1.5 Beleidssamenvatting
1.1 Vooraf Aansluiting Kadernota 2010 – Programmabegroting 2010. Besluitvorming Kadernota 2010. In de raadsvergadering van 14 juli 2009 is door u de Kadernota 2010 behandeld. In de nieuwe planning en controlcyclus is de kadernota weer opgenomen. De laatst verschenen kadernota dateert uit het jaar 2005. Bij de behandeling van de Kadernota 2010 is door u besloten: 1. in te stemmen met het financiële kader en de beleidsuitgangspunten voor de begroting 2010, zoals opgenomen in hoofdstuk 4 van de kadernota 2010; 2. het budgettaire kader 2010 – 2013, zoals opgenomen in hoofdstuk 5 vast te stellen. 3. een keuze te maken uit de in categorie G opgesomde bestuurlijke wensen met inachtneming van de beperkte financiële middelen. Door u is besloten om de volgende onderwerpen uit categorie G toe te voegen aan de begroting 2010 respectievelijk de meerjarenraming 2011 - 2013, met de daarbij vermelde structurele jaarlasten: a. groter beroep op WMO voorzieningen, € 150.000,- (met ingang van 2010); b. realisatie nieuwe Gemeenschapsaccommodatie (MFC), krediet van € 4.500.000,- en een structurele jaarlast van € 144.000,- voor het beheer en de exploitatie (met ingang van 2011); c. inrichten Loswal, krediet van € 650.000,- en een structurele jaarlast van € 26.000,- (met ingang van 2011); d. uitbreiding Graafs Museum, krediet van € 520.000,- en een structurele jaarlast van € 13.000,- (met ingang van 2011). 4. geen prioriteiten te stellen c.q. aanvullingen te geven voor wat betreft de in hoofdstuk 5.2 (van de Kadernota 2010) genoemde suggesties voor dekkingsmogelijkheden. 5. De Kadernota 2010 vast te stellen en daarmee ons college mandaat te geven om de in de kadernota opgesomde uitgangspunten te verwerken in de in het najaar 2009 aan te bieden programmabegroting 2010 – 2013. Verwerking besluitvorming Kadernota 2010. Conform het door u gegeven mandaat hebben wij uw besluitvorming verwerkt in de programmabegroting 2010 – 2013. De verwerking van de verschillende onderdelen van uw besluitvorming lichten wij hier nader toe. Ad 1 Financiële kader en beleidsuitgangspunten, zoals opgenomen in hoofdstuk 4 van de Kadernota 2010. Dit kader en de uitgangspunten zijn nagenoeg geheel verwerkt in de programmabegroting 2010 – 2013. Deze uitgangspunten zijn opgesomd in hoofdstuk 1.2. Het aantal inwoners en het aantal uitkeringsgerechtigden is op basis van meer actuele gegevens bijgesteld. De financiële effecten hiervan komen tot uitdrukking in de berekeningen van de algemene uitkering (het aantal inwoners per 01-01-2010 is bijgesteld tot 12.900 waarvan ca 600 bewoners van het AZC).
8
ALGEMEEN
1.1 Vooraf
Ad 2 Budgettaire kader 2010 – 2013, zoals opgenomen in hoofdstuk 5 (van de Kadernota 2010). De cijfers die in dit budgettaire kader bij de verschillende categorieën zijn aangegeven zijn volledig verwerkt in de programmabegroting 2010 – 2013. Ook de bedragen, zoals opgenomen in de Kadernota 2010, die betrekking hebben op de Samenwerking Land van Cuijk, zijn onveranderd verwerkt in de programmabegroting 2010 – 2013. U bent op de hoogte van de wijzigingen die zich hebben voorgedaan rond de samenwerking tussen de vijf gemeenten in het Land van Cuijk (zie ook de paragraaf verbonden partijen). Maar aangezien er nog geen nieuwe besluitvorming rond de samenwerking heeft plaatsgevonden (op welke wijze en met welke gemeenten verder wordt samengewerkt), hebben wij de in de Kadernota 2010 vermelde bedragen verwerkt in de begroting. Telkens wanneer aan u een voorstel wordt voorgelegd om tot samenwerking te komen op een bepaald taakveld, zal dit gepaard gaan met het inzichtelijk maken van de financiële consequenties en zal u een begrotingswijziging worden voorgelegd. Ad 3 Gemaakte keuzes uit de in categorie G opgesomde bestuurlijke wensen. De financiële consequenties van de door u gekozen vier onderwerpen (WMO, MFC, Loswal en Graafs Museum) zijn in de begroting 2010 – 2013 verwerkt. Voor een nadere inhoudelijke toelichting op deze onderwerpen verwijzen wij naar de desbetreffende programma’s. Ad 4 Dekkingsmogelijkheden. U hebt de in hoofdstuk 5.2 van de Kadernota 2010 genoemde suggesties voor dekkingsmogelijkheden niet geprioriteerd c.q. aangevuld. Wij stellen voor om in de programmabegroting 2010 de volgende dekkingsmogelijkheden op te nemen: A. 25 % structureel bezuinigen op de beheerprogramma’s, in totaliteit een bedrag van € 500.000,-; B. inverdienen op inhuur personeel structureel € 100.000,-; C. inverdienen op bestaand beleid structureel € 100.000,-. Verder hebben wij de ingezette taakstelling om jaarlijks een bedrag van de belegde gelden vrij te spelen met ingang van de jaarschijf 2010 laten vervallen. Hierbij gaat het om een jaarlijks (cumulatief) structureel bedrag van € 45.000,-, bedoeld om jaarlijks een miljoen euro vrij te spelen van de belegde gelden. Gelet op de huidige financiële positie hebben wij gemeend hieraan invulling te moeten geven. Wanneer de financiële positie de komende jaren weer verbetert, zullen wij u voorstellen om dit beleid weer in te voeren. Voor de jaarschijf 2009 blijft het opgenomen bedrag (in dit geval van € 53.970,-) wel gehandhaafd, waarmee 1 miljoen euro kan worden toegevoegd aan de vrij besteedbare algemene reserve. Dit kan in 2012 worden geëffectueerd, als de eerste belegging van 5 miljoen euro vrij valt. Voor een verdere toelichting hierop verwijzen wij naar programma 7, financiële kaderstelling en bedrijfsvoering. De drie bovenvermelde dekkingsmogelijkheden zijn als taakstellende bezuinigingen verwerkt in de begroting 2010 – 2013, en wel met ingang van de jaarschijf 2011. Het laten vervallen van het vrijspelen van de belegde gelden is verwerkt met ingang van de jaarschijf 2010. Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden van het aangepast financieel toezicht door de provincie tijdens de economische crisis. De beheerplannen worden volgend jaar herzien. Vóóraf zal per beheerplan de taakstellende bezuiniging worden mee-/aangegeven. Alle beheerplannen zullen binnen de beschikbare budgetten, inclusief de taakstellende bezuiniging van € 500.000,-, moeten worden uitgevoerd. In de Kadernota 2011 zullen wij met voorstellen komen om met ingang van de jaarschijf 2011 invulling te geven aan de structurele taakstellende bezuinigingen van € 100.000,- op inhuur personeel en € 100.000,- op bestaand beleid.
9
ALGEMEEN
1.1.Vooraf
Ad 5 Mandaat geven aan het college om de in de Kadernota 2010 opgesomde uitgangspunten te verwerken. Met de aanbieding van deze Programmabegroting 2010 geven wij uitvoering aan dit besluit. Tabel 1.1 Financiële stand na besluitvorming Kadernota 2010 (-/- = voordelig) (zie ook blz. 8 van de kadernota) saldo programmabegroting 2009 na wijziging* Besluitvorming kadernota 2010 14 juli 2009: categorie A meer inkomsten/minder uitgaven Categorie E onvoorzienbaar-onvermijdbaar-onuitstelbaar Categorie F college- en raadsbesluiten Categorie I kapitaallasten investeringen Algemene uitkering 2011-2013 (2010 zit al in saldo) financiële effecten samenwerking Land van Cuijk 20112013 (2010 in saldo) Saldo kadernota 2010 conform voorstel college (zie blz. 8 kadernota) Aanvullend door de raad genomen besluiten (gewijzigde vaststelling Kadernota) uit categorie G, WMO verwacht aanbestedingsnadeel uit categorie G, krediet € 650.000,-- loswal, kapitaallasten uit categorie G, krediet Graafs museum € 520.000,--, kapitaallasten uit categorie G, krediet MFC € 4.500.000,--, exploitatie en kapitaallasten Saldo kadernota na besluitvorming raad 14 juli 2009 Opgenomen taakstellende bezuiniging Saldo begroting na Kadernota en taakst. bezuiniging
2010 -213.655
2011 -71.345
2012 -68.845
2013 -68.845
-465.883 549.616 28.107 0
-482.623 519.070 36.439 11.520 236.000
-491.598 529.615 47.650 11.520 416.000
-493.398 541.209 53.983 11.520 510.000
87.700
22.700
-23.400
-101.815
336.761
467.042
531.069
150.000
150.000
150.000
150.000
0
26.000
26.000
26.000
0
13.000
13.000
13.000
144.000 192.185
144.000 669.761 -700.000 -30.239 voordelig
144.000 800.042 -700.000 100.042 voordelig
144.000 864.069 -700.000 164.069 voordelig
192.185 nadelig
Ontwikkelingen na vaststelling van de Kadernota 2010. Na de vaststelling door u van de Kadernota hebben zich nog enkele nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, waarvan de bedragen nog in de begroting 2010 – 2013 verwerkt moeten worden. Daarnaast dienen enkele posten/bedragen die in de begroting 2009 zijn opgenomen, aangepast te worden. Verder is het van belang dat de Kadernota 2010 nog was gebaseerd op het prijspeil 2009. De begroting 2010 is omgezet naar het prijspeil 2010. Dit heeft op enkele posten grote invloed. Hierbij kan gedacht worden aan loonkosten (nadelig), algemene uitkering (voordelig), inflatie op vele posten (nadelig) etc. Verder is voor de jaren 2011 t/m 2013 een taakstellende bezuiniging van € 700.000,opgenomen. De verschillen zijn in de tabel hieronder weergegeven. In totaliteit gaat het hierbij om de volgende afgeronde bedragen: • 2010 voordeel in de begroting t.o.v. de kadernota van € 212.000,• 2011 voordeel in de begroting t.o.v. de kadernota van € 933.000,- (€ 233.000 + taakstellende bezuiniging € 700.000,-) • 2012 voordeel in de begroting t.o.v. de kadernota van € 853.000,- (€ 153.000 + taakstellende bezuiniging € 700.000,-) • 2013 voordeel in de begroting t.o.v. de kadernota van € 840.000,- (€ 140.000 + taakstellende bezuiniging € 700.000,-)
10
ALGEMEEN
1.1.Vooraf
Tabel 1.2 Financiële stand begroting 2010 (-/- = voordelig) Saldo kadernota na besluitvorming raad 14 juli 2009 (zie eindsaldo tabel 1.1.) en taakstellende bezuiniging Nieuwe en gewijzigde posten in de begroting 2010 Verklaring van deze verschillen op hoofdlijnen: stijging in begroting door loonkostenstijging stelpost 3 fte's R&W corrigeren dubbele raming integraal veiligheidsbeleid inflatie uitgaven inflatie verhoging inkomsten/belastingen voedselbank ten onrechte in beginsaldo kadernota correctie Radius inzet vrijgespeelde belegde gelden (van inc) Verlagen/verhogen diverse budgetten binnen de WMO Verhogen budget bijzondere bijstand Stijging aantal uitk.gerechtigden (crisis) nadeel per saldo kapitaallasten beschikkingen reserves (meestal ivm wijziging lasten) Stortingen in reserves en voorzieningen stijging kosten ICT (dekking uit beheerplan, zie reserves) verlagen raming recr/toerisme was 2007 - 2010 cfm raadsbesluit Bijdrage GREX in kosten exploitatie afvalstoffenheffing verlagen raming inkomsten vervallen beschikking voorz. Rioolbeheer extra inkomsten COA-asielzoekers kostenplaats materieel (excl. kaplstn/res), zie ook beschikking reserves algemene uitkering (septembercirculaire) Stelpost WMO als gevolg wijz. algemene uitkering diverse kleine aanpassingen, per saldo voordelig verschil tussen de kadernota 2010 en de begroting 2010 nieuwe structurele begrotingssaldi begroting 2010 2013
2010
2011
2012
2013
192.185
-30.239
100.042
164.069
2010 160.000
2011 160.000
2012 160.000 -185.000
2013 160.000 -185.000
-6.000 34.000 -16.000 -7.000 -24.000 -45.000 -119.000 15.000 15.000 10.000 -150.000 -9.000
34.000 -16.000 -7.000 -36.100 -90.000 -119.000 15.000 15.000 31.000 220.000 -9.000
34.000 -16.000 -7.000 -36.100 -135.000 -119.000 15.000 15.000 61.000 -105.000 -9.000
34.000 -16.000 -7.000 -36.100 -180.000 -119.000 15.000 15.000 9.000 -101.000 -9.000 11.000
-215.000 55.000 361.000 -41.000
-47.000 -215.000 55.000 361.000 -41.000
-47.000 -29.000 55.000 361.000 -41.000
-47.000 -29.000 55.000 361.000 -41.000
-18.000 -168.000 -21.000 -22.825
-374.000 -178.000 -21.000 29.107
-6.000 -88.000 -21.000 -10.312
14.000 -28.000 -21.000 4.471
-211.825
-232.993
-153.412
-140.629
-263.232 -53.370 voordelig voordelig
23.440 nadelig
-19.640 voordelig
Structureel – Incidenteel. Vanaf de begroting 2010 wordt er weer een duidelijke scheiding gemaakt tussen incidentele en structurele baten en lasten. In de begroting worden de structurele cijfers gepresenteerd. Deze zijn ook van belang voor het toezicht dat door de provincie wordt uitgeoefend. Een raming wordt als incidenteel beschouwd als het uitgaven of inkomsten betreft die eenmalig of maximaal drie jaar voorkomen. Zodra een bedrag vier jaar wordt geraamd is het structureel. In de Kadernota 2010 waren de structurele budgetvragen opgenomen. De incidentele budgetvragen waren ter informatie als bijlagen in de Kadernota 2010 opgenomen. Deze incidentele budgetvragen zijn in de Kadernota 2010 verder niet inhoudelijk behandeld. In de programmabegroting 2010 wordt uiteraard wel inhoudelijk ingegaan op de incidentele budgetvragen. Wij verwijzen hiervoor naar onderdeel 3 Financiële begroting.
11
ALGEMEEN
1.1.Vooraf
In dat onderdeel treft u een overzicht aan van alle incidentele budgetvragen, het beschikbare budget incidenteel, een voorstel welke incidentele budgetvragen van 2010 binnen het beschikbare budget gehonoreerd kunnen worden en welke incidentele budgetvragen niet uitgevoerd kunnen worden. Ten aanzien van deze laatste categorie stellen wij voor deze mee te nemen bij de behandeling van de notitie "opschonen reserves en voorzieningen" in december 2009. Wellicht kunnen er reserves en/of voorzieningen worden opgeheven en worden overgeheveld naar de vrije algemene reserve. Daaruit kunnen desgewenst dan incidenteel middelen worden ingezet voor de nu niet opgenomen incidentele budgetvragen 2010. Overigens zijn de onderwerpen waarvoor incidenteel geld nodig is wel (tekstueel) opgenomen in de desbetreffende programma's. Daarbij is aangegeven dat er op dit moment geen financiële middelen in de begroting zijn opgenomen. Grondexploitatie. Voor de grondexploitaties zijn de cijfers van 2009 opgenomen, verwerkt in de paragraaf grondbeleid. De herziene exploitatieopzetten 2010 met begrotingswijziging worden in de raadsvergadering van december 2009 aan de orde gesteld. Opschonen reserves en voorzieningen Wij zijn bezig om alle reserves en voorzieningen kritisch tegen het licht te houden op de aspecten nut en noodzaak, hoogte van de reserve/voorziening e.d. De reserves en voorzieningen die niet meer nodig zijn, kunnen komen te vervallen en de vrijkomende bedragen kunnen worden toegevoegd aan de vrij besteedbare algemene reserve. Reserves en voorzieningen die te hoog zijn geraamd, kunnen worden afgeraamd. Het is niet gelukt om deze informatie al te verwerken in de programmabegroting 2010. In de raadsvergadering van december 2009 zal hierover een voorstel aan u worden voorgelegd. Samen met de herziening van de grondexploitaties en de bestuursrapportage 2009-2 zal dit leiden tot een “slotwijziging” van de begroting 2009 en tot een begrotingswijziging 2010. Economische crisis/Beheer op orde. In de Kadernota 2010 hebben wij een afzonderlijk hoofdstuk opgenomen over de “Kredietcrisis/Beheer op orde” (hoofdstuk 7). Daarin hebben wij onze aanpak geschetst, resulterend in 94 actiepunten. De actiepunten waarvan bekend is dat deze financiële consequenties hebben voor de komende jaren, zijn in de Kadernota 2010 opgenomen. De meeste actiepunten hebben betrekking op de interne organisatie, zonder directe financiële consequenties voor de begroting. Voor de begroting 2010 is deze stand van zaken nog steeds actueel. Algemene uitkering. De overheidsfinanciën zijn door de financiële en de economische crisis uit het lood geslagen. De verwachtingen voor de rijksuitgaven met betrekking tot de komende jaren zijn erg onzeker en uitermate negatief. Het nominale accres tot en met 2011 is vastgelegd in de aanvullende afspraken tussen Rijk en medeoverheden, maar voor de jaren 2012 en verder gelden er nog stevige budgettaire risico's. De fondsbeheerders achten het daarom niet opportuun om momenteel concrete afspraken te maken over het accres op de lange termijn. Het advies van de fondsbeheerders blijft om uit te gaan van een behoedzaam scenario. Komend voorjaar zal er naar verwachting meer duidelijkheid zijn over de ontwikkelingen van de overheidsfinanciën en de gevolgen hiervan voor de algemene uitkering. In de septembercirculaire 2009 zijn een aantal taakmutaties, zoals gevolgen compensatie Awbzpakketmaatregel, hogere uitkering WMO en versterking peuterspeelzaalwerk opgenomen en stijgt de uitkeringsbasis met drie punten. In totaliteit neemt de algemene uitkering in de septembercirculaire 2009 met in totaal € 168.000,- toe ten opzichte van de meicirculaire 2009. Daarnaast is de algemene uitkering in meerjarenperspectief enigszins gunstiger dan bij de meicirculaire 2009. Subsidieverwerving. Wij hebben met een extern bureau een raamovereenkomst afgesloten om specialistische ondersteuning te bieden om optimaal gebruik te maken van subsidies, bijdrageregelingen en fondsen. Dit bureau werkt op basis van no cure no pay. De ondersteuning van dit bureau heeft betrekking op alle projecten en werkzaamheden/taakvelden die zich in Grave voordoen. Zo hebben wij geborgd dat alle subsidiemogelijkheden voor projecten e.d. ook daadwerkelijk vóóraf worden aangeboord.
12
ALGEMEEN
1.2 Uitgangspunten begroting
1.2 Uitgangspunten begroting 1.2.1 Financieel kader Met de vaststelling van de Kadernota 2010 heeft u ook het financieel kader en de uitgangspunten voor de begroting 2010 vastgesteld, zoals opgenomen in onderdeel 4 van de Kadernota 2010. Dit financieel kader en de uitgangspunten zijn hierna integraal opgenomen. Alleen de raming van het aantal inwoners is op basis van de meest actuele gegevens bijgesteld van 12.950 naar 12.900. De middelen zijn beperkt. De financiële vertaling van alle politieke wensen en budgetvragen vanuit de ambtelijke organisatie overstijgt de financiële ruimte. Het is daarom van belang evenwichtige keuzes te maken die gericht zijn op continuïteit en een meerjarig financieel stabiele situatie. Een van de uitgangspunten van de Kadernota is dan ook het verder op orde brengen van de financiële positie van de gemeente Grave (zie paragraaf 7 ‘Kredietcrisis/Beheer op orde’). Gelet op de huidige financiële situatie is een koerswijziging noodzakelijk. Om dit tot uitvoering te kunnen brengen is o.a. een heroverweging van het ambitieniveau en van de investeringen nodig. Verder moeten projecten rendabel gemaakt worden c.q. minder verliesgevend en nieuw beleid alleen opgenomen worden indien hiervoor ruimte kan worden gecreëerd binnen een sluitende begroting. Deze ruimte kan ontstaan door een toename van de middelen of eigen incidentele besluitvorming. Inruilen van oud voor nieuw beleid en subsidieverwerving zijn ook mogelijkheden om ruimte te creëren binnen de begroting. Het verminderen van uitgaven voor bestaand beleid (het beïnvloedbare beleid) is ook een manier om ruimte te creëren. Een belangrijk aspect van de financiële positie is de algemene reserve en de reserve van het grondbedrijf. Deze zullen in de komende periode op het gewenste niveau gebracht en gehouden worden. Vrijvallende voorzieningen binnen het grondbedrijf, doordat onrendabele projecten worden heroverwogen en herzien, moeten ten gunste komen van de reserve van het grondbedrijf. Dit geldt niet voor de extra dotatie uit de algemene reserve van de algemene dienst aan de voorziening verliesgevende complexen van de grondexploitaties van € 8.000.000. Dit bedrag zal eerst teruggestort moeten worden in de algemene reserve van de algemene dienst. Nieuwe plannen worden alleen in ontwikkeling genomen als deze een positief resultaat hebben. Al deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat er voor de volgende bestuursperiode ruimte is voor nieuw beleid. Teneinde een beleidscyclus te creëren waarbij in iedere jaarschijf ruimte ontstaat voor nieuw beleid, dient nieuw beleid in deze Kadernota ook eindig te zijn (dat wil zeggen voor een periode van een aantal jaren). 1.2.2
Uitgangspunten
Hieronder staan de belangrijkste uitgangspunten voor het opstellen van de Kadernota 2010 en programmabegroting 2010. Algemeen: Basis voor de opstelling van de begroting 2010 is het bestaande en aanvaarde beleid en de door de gemeenteraad op 11 november 2008 voor de jaarschijf 2010 van de meerjarenramingen 2009-2012 vastgestelde uitgangspunten. Daarnaast wordt rekening gehouden met de door de raad vastgestelde begrotingswijzigingen tot en met de raadsvergadering van 14 juli 2009. Duale begrotingsdocumenten: De uitgangspunten, zoals deze hier worden geformuleerd, zullen als basis dienen om zowel de productenraming als de programmabegroting op te stellen. De raad stelt de programmabegroting 2010 vast en het college van B&W de productenraming 2010. Toerekening (verdeling) van de apparaatskosten: In het kader van “financiën op orde” wordt in de loop van 2009 gestart met het opstellen van een nieuwe kostenverdeelstaat. Deze verdeelstaat is de basis voor de doorberekening van de salariskosten en de overheadkosten aan de beheersproducten. Deze wordt geëffectueerd in de Kadernota/Begroting 2011.
13
ALGEMEEN
1.2 Uitgangspunten begroting
Output - gegevens: De ramingen worden met relevante prestatiegegevens (hoeveelheden maal tarieven) en kengetallen onderbouwd c.q. aangevuld. Dit is een groeiproces dat in iedere volgende begroting verder uitgebouwd wordt. Personeelsformatie: Hierbij is het uitgangspunt de door de raad bij de begroting 2009 goedgekeurde formatie en de hierop nadien vastgestelde wijzigingen. Loonkosten: De basis voor de loonstijging in 2010 is als volgt: • Er wordt uitgegaan van het salarispeil conform de begroting 2009 (inclusief bestaande eindejaarsuitkering) en voor 2010 verhoogd met 1,5% (conform de inschattingen zoals opgenomen in de meicirculaire 2009) en met de periodieke verhogingen (anciënniteiten) voor 2009 en 2010. Voor het jaar 2009 wordt uitgegaan van de situatie per 1 februari 2009. De huidige CAO loopt af op 1 juni; • Voor de periode 1 juni 2009 - 1 januari 2010 wordt uitgegaan van 1% loonstijging (sluit aan bij stijgingspercentage voor 2009 zoals in de begroting 2009 werd gebruikt); • Naast de directe loonkosten stijgen ook enkele premies. De ABP-premie stijgt in 2010 met 2% (inschatting) en vanaf 1 juli 2009 met 1%. Deze stijgingen zijn verwerkt in de hierboven genoemde stijgingen voor 2009 (1%) en 2010 (1,5%). Dit betekent in totaliteit een stijging van de loonkosten met 2,52% ten opzichte van de werkelijke salarissen februari 2009. Uitgangspunt zijn de salarissen van februari 2009. Daar komt vanaf juni 2009 1% bij (inschatting, en is inclusief de premiestijging), dit is dan 101%. De stijging voor 2010 bedraagt 1,5% (dit is inclusief de stijging met premies), bovenop 101%. 101% verhoogd met 1,5% = 102,52%. Een stijging dus met 2,52%. Loon- en prijsstijgingen in de begroting 2010: Prijsstijgingen met betrekking tot goederen en diensten van derden worden verwerkt op basis van feitelijke ontwikkelingen i.v.m. contractuele afspraken, specifiek prijsbeleid e.d. In alle andere gevallen kan een prijsstijging voor 2010 worden meegenomen van maximaal 0,50% (conform de inschattingen van de meicirculaire 2009) ten opzichte van de in de begroting 2009 geraamde budgetten. Stelpost nominale ontwikkeling loon- en prijsstijgingen 2011 – 2013: Voor de raming van de stelpost nominale ontwikkeling loon- en prijsstijgingen 2011 – 2013 wordt uitgegaan van een gemiddelde loon- en prijsontwikkeling van 1,25%, conform de inschattingen van de septembercirculaire 2008 (de meicirculaire 2009 noemt deze percentages niet). In de begroting 2009 werd voor het meerjarige percentage nog uitgegaan van 1,5%. Autonome groei uitgaven: Conform de vastgestelde beleidslijn en vertaling hiervan in het dekkingsplan van de begroting 2009 – 2012, wegens achterblijvende autonome groei bij het aantal woningen en inwoners, worden ook in de begroting 2010 geen budgetverhogingen meegenomen als gevolg van autonome groei (toename inwoners, bebouwing et cetera). Voorzieningen onderhoudsbeheer, instandhouding en vervanging kapitaalgoederen: Bij de ramingen van de stortingen in de voorzieningen wordt rekening gehouden met de financiële consequenties van het (vastgesteld) beleid in beheerplannen e.d. Gemeenschappelijke regelingen en instellingen: De begrotingen of kadernota’s van de desbetreffende instellingen en de daarbij behorende adviezen van de adoptiegemeenten zijn de basis voor de ramingen in de begroting 2010. Vrijval afschrijvingen: De vrijval wordt gereserveerd voor vervangingsinvesteringen.
14
ALGEMEEN
1.2 Uitgangspunten begroting
Algemene uitkering: De raming is gebaseerd op de door het rijk te verstrekken gegevens bij de septembercirculaire 2009. Rekening wordt o.a. gehouden met de eventuele groei van de uitkeringsbasis als gevolg van de uitbreiding van de gemeente (inwoners, woonruimten enz.). Belastingen en tarieven: Hiervoor wordt een wijziging in de systematiek voorgesteld. In de begroting 2009 werden de uitgaven verhoogd met de inflatiepercentages van de laatste septembercirculaire. De inkomsten (trendmatige verhoging van de belastingen) daarentegen werden, behalve met het ingeschatte inflatiepercentage voor het begrotingsjaar (dit is hetzelfde percentage als voor de uitgaven), ook nog verhoogd met de werkelijke inflatie van de twee jaren daarvoor, verminderd met de geraamde percentages in die jaren. Deze systematiek is de afgelopen jaren in de begroting gehanteerd. Deze systematiek heeft tot gevolg dat er voor de uitgaven- en inkomstenkant verschillende inflatiepercentages werden gehanteerd. In 2009 aan de uitgavenkant 2 % inflatie en aan de inkomstenkant 6 % inflatie. Voor de verhoging van de OZB geldt als maximum de macronorm. Voor 2009 bedraagt deze macronorm 5 %. Daarom is de OZB in 2009 met 5% verhoogd in plaats van 6%. Voor 2010 (en volgende jaren) wordt voorgesteld om het inflatiepercentage voor de uitgaven en de inkomsten hetzelfde te houden. Mocht de Kadernota of de begroting daar aanleiding toe te geven, dan dient apart (los van de inflatiepercentages) door de gemeenteraad besloten te worden tot eventuele verhoging van de OZB of andere heffingen voor de dekking van nieuw beleid of het afdichten van begrotingstekorten. Deze nieuwe systematiek verhoogt de transparantie van zowel de begroting als de besluitvorming. Hieronder worden de percentages voor 2010 en volgende jaren op basis van deze nieuwe systematiek aangegeven. a. Tarievenbeleid voor 2010: • Inflatiecorrectie: De ramingen voor de opbrengst van belastingen, retributies, tarieven van accommodaties e.d. worden voor 2010 verhoogd met een percentage om de algemene kostenstijging op te vangen. Hiervoor wordt de algemene prijsinflatie-index gehanteerd. Dit percentage wordt gesteld op 0,50%, conform de inschattingen van de meicirculaire 2009. De macronorm voor 2010 (OZB) bedraagt 4,3%; • Reinigingsheffingen, marktgelden en leges overige dienstverlenende activiteiten: Met inflatiecorrectie 2010 van 0,50%. Er wordt in de loop van 2009/2010 een notitie kostenverhaal opgesteld. Daarin zal dan door de raad vastgesteld worden wat de stijgingen vanaf 2011 zijn; • Rioolrecht: Er is op dit moment geen actueel Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP). Dit betekent ook dat niet duidelijk is met welk percentage gefaseerd naar een volledige kostendekking toegegroeid kan worden. Vorig jaar is besloten om het rioolrecht niet te laten stijgen in afwachting van het nieuwe GRP dat eind 2008 aan de raad zou worden aangeboden. Inmiddels is de planning aangepast. Het nieuwe GRP komt eind 2009 in de raad aan de orde. Ook dan pas kan het juiste stijgingspercentage genoemd worden en kan de raad daar een besluit over nemen. Voorlopig gaan wij daarom uit van een stijging met het inflatiepercentage van 0,50%. Dit voorkomt ook een oplopende “achterstand” in de mate van kostendekking. Bij de behandeling van het nieuwe GRP eind 2009 kan dan alsnog een ander stijgingspercentage voor 2010 worden vastgesteld. b. Meerjaren tarievenbeleid 2011 - 2013: Op basis van het in de meerjarenramingen opgenomen tarievenbeleid gelden naast de algemene inflatiecorrectie als bedoeld onder a voor 2011 de volgende stijgingen c.q. uitgangspunten: • Inflatiecorrectie voor lokale heffingen en tarieven van 1,5%, conform de inschattingen van de septembercirculaire 2008 (de meicirculaire 2009 noemt deze percentages niet), en de groei op basis van bestandsuitbreidingen; • Reinigingsheffingen, marktgelden en leges overige dienstverlenende activiteiten: tegen kostendekkende tarieven;
15
ALGEMEEN
•
1.2 Uitgangspunten begroting
Rioolrecht: gefaseerde groei naar kostendekkend rioolrecht conform het nieuwe Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) dat nu geactualiseerd wordt.
Onvoorzien: Door de provincie zijn nieuwe kaders gesteld voor het toezicht op de begrotingen van de gemeenten. Er zijn o.a. geen vaste regels meer voor de hoogte van het saldo onvoorziene uitgaven. De gemeente moet hiervoor zelf een reëel bedrag inschatten en opnemen. Wij gaan daarbij uit van de door de provincie in het verleden gehanteerde norm van 0,6% van de algemene uitkering. Dat is een bedrag van € 45.000,--. Dit is een reëel bedrag. Andere (stel)post voor onvoorzien is: • Onvoorzien nieuw beleid. Dit is een stelpost voor ontvangsten via de algemene uitkering voor specifieke doelen waarvoor nog geen beleid is vastgesteld. Het inkomstenbedrag wordt dan tijdelijk gereserveerd (gedurende 2 jaar, in afwachting van definiëren nieuw beleid) voor mogelijke uitgaven op dat beleidsterrein; • Onvoorzien loon- en prijsstijgingen. Hiervoor was in 2009 een stelpost van € 10.000,-opgenomen. Deze blijft gehandhaafd. Ruimte voor vervangings- en uitbreidingsinvesteringen en overig nieuw beleid: a. De lasten voor vervangingsinvesteringen worden in de begroting geraamd op basis van de bij de begroting 2009, als onderdeel van de meerjarenramingen, vastgestelde planning voor 2010 – 2013; b. De lasten voor nieuwe investeringen en overig nieuw beleid worden in de begroting geraamd op basis van het in de programmabegroting 2009 opgenomen nieuwe beleid 2009 en aangevuld met de lasten voortvloeiend uit de door de raad bij de Kadernota 2010 nog vast te stellen prioriteiten. Overige financieel-technische uitgangspunten: * raming aantal inwoners per 1 januari 2010: * raming aantal woonruimten per 1 januari 2010: * rente investeringsprogramma : * rente financieringstekort (exclusief kasgeldlimiet) * rente over kasgeldlimiet : * bespaarde rente reserves : * Rente grondexploitatie : * inflatietoevoeging aan reserves :
12.900 (1-1-2009: 12.757 + ingeschatte mutaties 2009: 143 ) 5.664 (1-1-2009: 4914 woningen, 1 recr.won. 693 bijz. woongebouwen. mutaties 2009 plus 56) 4,25 % 4,25 % 4,25 % 4,25 % 4,25% 0 % (conform vastgesteld beleid)
Structurele en incidentele begrotingssaldo (nieuw) In de begroting worden de structurele lasten gedekt door structurele baten. De incidentele lasten worden gedekt uit incidentele of structurele baten. De begroting en meerjarenraming moeten structureel in evenwicht zijn of overschotten laten zien. Incidenteel kunnen er overschotten of tekorten zijn. In de begroting 2010 gaan wij in een nieuwe bijlage de incidentele lasten en baten vermelden zodat daarover geen onduidelijkheid bestaat en dan kan het structurele saldo ook beter inzichtelijk worden gemaakt en worden bijgehouden gedurende het begrotingsjaar. Overzicht investeringen (nieuw) Aan de programmabegroting 2010 wordt een totaaloverzicht van de geplande investeringen toegevoegd zoals die in de begrotingsperiode 2010 – 2013 zijn opgenomen.
16
ALGEMEEN
1.3 Samenstelling college burgemeester en wethouders
1.3 Samenstelling college burgemeester en wethouders Mevrouw W.J.G. (Wilma) Delissen-van Tongerlo, Burgemeester Portefeuille: Openbare orde en veiligheid, Integrale handhaving, Brandweer, Burgerjaarverslag, Beleidscoördinatie en integriteit, Voorlichting en representatie, Personeel, Burgerzaken, Publieksbalie, Monumentenzorg en Kunst en cultuur. Deze portefeuille heeft een relatie met de pogramma's: 1. Veiligheid en handhaving 6. Publieke dienstverlening en communicatie 7. Financiële kaderstelling en bedrijfsvoering
G.J. (Hans) Bos, 1e loco-burgemeester Portefeuille: Financieel beleid en beheer, Controlling en bedrijfsvoering, ICT, Economische zaken en Werkgelegenheid, Toerisme en recreatie, Informatisering en automatisering, Ruimtelijke ontwikkeling (gedeelde portefeuille met wethouder Opsteegh), Verkeer en vervoer en Volkshuisvesting. Deze portefeuille heeft een relatie met de programma's: 2. Woon- en leefomgeving 3. Voorzieningen en sociale samenhang 4. Economische aangelegenheden, toerisme en recreatie 5. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling 7. Financiële kaderstelling en bedrijfsvoering
H.P.M. (Harry) Opsteegh, 2e loco-burgemeester Portefeuille: Sociale Zaken, Welzijn en zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, Sport, Onderwijs en educatie, Wijk- en buurtbeheer, Gezondheidszorg, Doelgroepenbeleid, Reconstructie, Kunsteducatie, Bibliotheek, Subsidie lokale verenigingen, Smartlappenfestival, Gildes, Carnavalsverenigingen, Dierenwelzijn, Ruimtelijke ontwikkeling (gedeelde portefeuille met wethouder Bos), Water, Openbare werken en, Milieu. Deze portefeuille heeft een relatie met de programma's: 2. Woon- en leefomgeving 3. Voorzieningen en sociale samenhang 5. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
G.J.A.F. (Geer) Hubers, gemeentesecretaris De gemeentesecretaris is het hoofd van de ambtelijke organisatie en vormt de schakel tussen het dagelijks bestuur en de ambtelijke organisatie.
17
ALGEMEEN
1.4 Organigram
1.4 Organigram Organigram per 1 oktober 2009:
Gemeenteraad
Griffier
Burgemeester en wethouders
Gemeentesecretari s
Afd. Inwoners en Zorg (I&Z)
cluster WO
cluster BUZ
cluster SZ
Controller (CT)
cluster PZ
Veiligheidsbureau (VB)
Afd. Ruimte en Wonen (R&W)
Afd. Bedrijfsvoering (BV)
cluster PB
cluster CBO
cluster IZ/ICT
cluster ROW
cluster FBB
cluster BWZ
cluster CCT
cluster WZB
cluster MIL
cluster BMB
cluster PJB 1)
cluster HV
1) Het projectbureau maakt onderdeel uit van de gemeentelijke organisatie gedurende de looptijd van de pilot "Bouwen binnen strakke contouren". Schema 1: Organigram gemeente Grave
De betekenis van de afkortingen vindt u terug in bijlage 4.12.
18
ALGEMEEN
1.5 Beleidssamenvatting
1.5 Beleidssamenvatting Inleiding De programmabegroting 2010 is de vierde en laatste begroting van de raad in de bestuursperiode 2006-2010. Door de huidige raad is voor een periode van vier jaren het bestuursakkoord ('coalitieprogramma 2006-2010') vastgesteld op 22 augustus 2006. De belangrijkste speerpunten uit dit bestuursakkoord zijn: een veilig Grave; een goed woon- en leefklimaat voor iedereen; een realistische wmo; minder regels (paarse krokodil); bevordering van een goed ondernemingsklimaat; bevordering toerisme en recreatie; opstellen visie en missiedocumenten met de bevolking; bevordering 'Samen en toch apart' (SETA).
Zetelverdeling gemeenteraad 2006-2010 FJL (1)** SP (2) CDA (4)*
VVD (3)
PvdA (2)
LPG (3)
* inclusief 2 zetels van 3DP (vanaf maart 2008 is 3DP opgegaan in het CDA) ** Fractie Leurs 2009 afgesplitst van het CDA
Daarnaast is een zevental onderwerpen benoemd, gerelateerd aan de programma's (zie cijfers tussen haakjes), met een (middel)langetermijnvisie, die nader uitgewerkt zijn in concrete doelstellingen. De onderwerpen zijn: duurzaam ruimtelijke ontwikkeling (P5); openbare orde en veiligheid (P1); voorzieningen, sociale samenhang en wijk- en buurtbeheer (P3); economie, toerisme en recreatie (P4); publieke dienstverlening en communicatie (P6); financiën en bedrijfsvoering (P7); woon- en leefomgeving (P2). De speerpunten en onderwerpen/doelstellingen zijn verwerkt bij de diverse programma's. Vanaf de volgende pagina volgt een beknopte samenvatting van de programmabegroting 2010 met de belangrijkste beleidsmatige aandachtspunten.
19
ALGEMEEN
1.5 Beleidssamenvatting
Wat ontvangen we aan middelen? Inkomstenbron Algemene uitkering Belastingen Renteopbrengsten Subsidies/doeluitkering Overige baten Totaal voor winstbestemming
Overige baten (24%)
Bedrag *€ 1.000 11.200 4.200 700 5.100 6.710 27.910
% 40% 15% 3% 18% 24% 100%
Algemene uitkering (40%)
Subsidies en doeluitkeringen (18%)
Rente-opbrengsten (3%)
Belastingen (15%)
En waar geven we het aan uit? 7 Financiële kaderstelling en bedrijfsvoering (14%)
1 Veiligheid en handhaving (5%)
2 Woon- en leefomgeving (11%)
6 Publieke dienstverlening en communicatie (3%)
5 Duurzame ruimtelijke ontw ikkeling (23%)
Uitgavenbron (incl. doorbelasting) Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4 Programma 5 Programma 6 Programma 7 Toevoeging reserves Totaal voor winstbestemming
Bedrag * € 1.000
%
1.437 3.139 11.448 671 6.503 740 4.009 0
5% 11% 41% 3% 23% 3% 14% 0%
27.947
100 %
3 Voorzieningen en sociale samenhang (41%)
4 Economische aangelegenheden, toerisme en recreatie (3%)
20
ALGEMEEN
1.5 Beleidssamenvatting
Hieronder volgen per programma de belangrijkste (beleidsmatige) ontwikkelingen.
Programma 1 Veiligheid en handhaving - In 2010 verdere structuur geven aan de in 2009 bekrachtigde samenwerking binnen de brandweerkorpsen Land van Cuijk en verdere regionalisering van de brandweer; - Op districtsniveau uitvoering gegeven aan het materieelbeheerplan en aan het opleiding- en oefenplan; - Het informeren van de burgers over de brandveiligheid onder andere via foldermateriaal; - Alle vergunningplichtige panden laten voldoen aan de voorwaarden voor een gebruiksvergunning; - In 2010 opnieuw participeren in een vervolgtraject om de veiligheid en het veiligheidsgevoel te verbeteren; - Verdere deregulering (minder regels) van de Algemene Plaatselijke Verordening ((APV) - Uitvoering geven aan het plan van aanpak jongeren, alcohol, drugs en vandalisme. - Herijken van het vigerende integrale handhavingbeleid in nauwe samenwerking met collega gemeenten in Brabant Noordoost en het vaststellen van een nieuwe nota Integrale Handhaving.
Programma 2 Woon- en leefomgeving - Het beheren (in stand houden en renoveren) en het omvormen van het openbaar groen; - Binnen het jaarlijks al gevoteerde budget voor de uitvoering van reconstructieprojecten worden in deze bestuursperiode nieuwe projecten ondersteund; - Uitvoering van het beheerplan openbaar groen: onder andere jaarlijks terugkerende renovaties van groenvoorzieningen en de vervanging van speelvoorzieningen; - Bezien of in het kader van de planstudie door de provincie naar de N324 er mogelijkheden ontstaan om knelpunten op te lossen en voor een duurzaam veilige inrichting te gaan; - Het beter toegankelijk maken van bushaltes voor mindervaliden; - Er vindt momenteel onderzoek plaats naar de haalbaarheid van dorpsontwikkelingsplannen.
Programma 3 Voorzieningen en sociale samenhang - Uitvoering geven aan het jeugdbeleidsplan 'Opgroeien in Grave 2003 – 2007'. De onderwerpen in dit plan zijn nog actueel en worden ook in 2010 nader uitgewerkt; - Uitvoering plan van aanpak drugsproblematiek jongeren. Hiervoor is een plan van aanpak 'jongeren, alcohol, drugs en vandalisme 2008-2010' opgesteld; - Realiseren van een centrum Jeugd en Gezin, wat een wettelijke verplichting is vanaf 2011; - Mede met behulp van Re-integratiebedrijven zoveel mogelijk gerichte instrumenten vanuit de Verordening Re-integratie inzetten om uitkeringsgerechtigden al dan niet via een Re-integratietraject terug te leiden naar de reguliere arbeidsmarkt; - Het via de regio Noordoost-Brabant bestrijden van de jeugdwerkloosheid; - Realisatie van een nieuw Multi Functioneel Centrum (MFC) als onderdeel van Maaszicht. Hiervoor is door de raad een krediet van 4,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. - Uitbreiding van het Graafs Museum. Hiervoor is een krediet opgenomen van € 520.000,--. - Opstellen visietraject huisvesting maatschappelijke voorzieningen. Vooruitlopend daarop is voor de vervanging van de scholen Sprankel, Ester en Wegwijzer voor de jaarschijf 2013 een krediet opgenomen van € 4,1 miljoen. - Uitvoeren diverse leefstijlprojecten, zoals Meet, weet en beweeg, Eten en Gymen, Gezonde schoolkantine, regionaal alcohol en drugs project; - Uitvoeren diverse andere projecten zoals De ontmoeting, Preventie eenzaamheid, subsidiëring AED’s.
Programma 4 Economische aangelegenheden, toerisme en recreatie - Met een extra budgetimpuls van € 50.000 per jaar worden in de periode 2007 tot en met 2010 veel zaken aangepakt, zoals het actualiseren van het toeristisch-recreatief beleidsplan, verdere professionalisering van de stichting Bezoekersmanagement Grave en van de promotie in samenwerking met de lokale en regionale VVV en de Vereniging Nederlandse Vestingsteden - Intensiveren mogelijkheden voor toeristische samenwerking Land van Cuijk en Kop van Noord Limburg. - Onderzoeken van de mogelijkheden om de scheepswerf Grave te verplaatsen.
21
ALGEMEEN
1.5 Beleidssamenvatting
Programma 5 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling - Ambities formuleren op het gebied van duurzaamheid en de rol die wij als gemeente Grave daarin kunnen spelen. In het najaar van 2009 vindt een eerste intern bestuurlijk duurzaamheiddebat plaats; - In het waterplan (onderdeel van het gemeentelijke rioleringsplan) wordt weergegeven hoe de gemeente Grave haar watertaken de komende periode vorm wil geven; - De invoering van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) per 1 januari 2010 is uitgesteld. Een nieuwe datum is nog niet bekend. Onder deze wet worden bouwvergunningen onderdeel van de omgevingsvergunning. Vanaf de inwerkingtreding van de Wabo moeten gemeenten en provincies beschikken over bruikbare verordeningen om leges te kunnen heffen voor het behandelen van de aanvraag om een omgevingsvergunning. In de WABO zullen ook meer bouwwerken bouwvergunningvrij worden gemaakt. - Vaststelling van de bestemmingsplannen voor de kerkdorpen Escharen, Velp en Gassel en van het Buitengebied en het opstarten van de procedure voor Grave (centrum en woonwijken); - Door de contractbeëindiging en de analyse dat het niet efficiënt is om het gebouwencomplex van de voormalige kazerne de Bons aan te passen aan de huidige eisen is het COA verplicht om een nieuwe huisvesting voor asielzoekers te realiseren. Het COA heeft de wens uitgesproken om in Grave een duurzame huisvesting te realiseren. In 2010 zal hierover besluitvorming dienen plaats te vinden; - Inrichten van de loswal. Hiervoor is een krediet opgenomen van € 650.000,--.
Programma 6 Publieke dienstverlening en communicatie - Het realiseren van een verdere uitrol van producten die geheel of gedeeltelijk digitaal afgenomen kunnen worden; - De Eerste Kamer heeft op 22 januari 2008 de wet voor de basisregistraties voor adressen en gebouwen (BAG) aangenomen. Gemeenten moeten op grond van deze wet basisgegevens over gebouwen en adressen bijhouden in één geautomatiseerd systeem. De wet verbetert de dienstverlening van overheden aan burgers en bedrijven. In 2010 zal dit in Grave verder geïmplementeerd worden; - Alert blijven op een verdere vereenvoudiging van regelgeving.
Programma 7 Financiële kaderstelling en bedrijfsvoering - Uitwerken van enkele onderwerpen in het kader van het begrotingsbeleid zoals, het bezien van de renteomslag, opstellen nieuwe kostenverdeelstaat en een integrale kostprijsberekening van de tarieven en leges met als uitgangspunt 100% kostendekkendheid. - Herzien van de beheerplannen voor de nieuwe bestuursperiode;
22
ALGEMEEN
1.5 Beleidssamenvatting
Samenvatting begrotingssaldi, reserves, budget onvoorzien en stelposten Stand van zaken financiële positie
begrotingssaldi (-/- = voordelig) structurele begrotingssaldi incidentele begrotingssaldi totale begrotingsruimte reserves per 01-01 vrije algemene reserve andere algemene reserves bestemmingsreserves totaal van de reserves voorzieningen per 01-01 voorzieningen totaal reserves en voorzieningen
2010
2011
2012
2013
-19.640 2.593 -17.047
-263.232 -53.970 -317.202
-53.370 -53.970 -107.340
23.440 -53.970 -30.530
2.646.000 2.575.000 2.564.000 2.553.000 10.975.000 10.975.000 10.975.000 10.975.000 9.871.000 9.835.000 9.827.000 9.860.000 23.492.000 23.385.000 23.366.000 23.388.000
19.119.000 19.453.000 20.478.000 21.693.000 42.611.000 42.838.000 43.844.000 45.081.000
In de stand van de reserves en voorzieningen is rekening gehouden met de besluitvorming die daarover heeft plaatsgevonden. Budget onvoorzien structureel Op grond van het Provinciaal beleidskader moet een redelijk bedrag voor onvoorziene uitgaven in de begroting worden opgenomen. In de begroting 2010 is een structureel bedrag opgenomen van € 45.000,--. Budget onvoorzien incidenteel In de begroting 2010 is een budget onvoorzien voor incidentele uitgaven opgenomen. Dit budget is tot stand gekomen door de tijdelijke vrijval van kapitaallasten van investeringen die wel al zijn afgeschreven maar waarvan vervanging nog niet aan de orde is. Voor het jaar 2010 is het bedrag onvoorzien ad € 1.400,-- al ingezet voor dekking van de incidentele uitgaven die in de begroting opgenomen zijn. Wij verwijzen hiervoor naar onderdeel 3 "Financiële begroting". Stelposten In de programmabegroting 2010 zijn de volgende stelposten opgenomen: Tabel 3: Totaaloverzicht stelposten jaarschijf 2010
Omschrijving Bedrag Stelpost voor nieuw beleid 121.950 Stelpost voor taakstellende bezuinigingen -74.100 Stelpost voor loon- en prijsstijgingen 10.000 Stelpost voor structurele onvoorziene uitgaven 45.000 Stelpost voor incidentele onvoorziene uitgaven 1.400 Stelpost buffer WMO 42.189 Totaal stelposten 146.439 Voor een nadere, ook meerjarige, toelichting op het budget onvoorzien, het budget incidenteel en een specificatie van de stelposten verwijzen wij u naar het onderdeel 'Financiële begroting".
23
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (algemeen)
2. BELEIDSBEGROTING De beleidsbegroting is wettelijk verplicht (art. 7 BBV) en bestaat uit de onderdelen: 2.1 Programmaplan; 2.2 Paragrafen.
2.1 Programmaplan Het programmaplan is wettelijk verplicht (art. 7 juncto art. 8 BBV) en bevat de te realiseren programma's, het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien. Het programmaplan bevat per programma: - de doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten; - de wijze waarop ernaar gestreefd zal worden die effecten te bereiken; - de raming van baten en lasten. De programmabegroting 2010 borduurt qua opzet en presentatie in hoofdlijnen voort op de programmabegroting 2009. Wel zijn er in vergelijking tot vorig jaar een aantal bijlagen vervallen. Het programmaplan is ingedeeld naar programma's. Elk programma behandelt een bepaald beleidsveld van de gemeente en geeft de doelstellingen aan die de gemeente op dit beleidsveld wil realiseren. In de themabijeenkomsten van maart 2003 is gekozen voor zeven programma's die waren afgeleid uit het raadsprogramma bestuursperiode 2002-2005. Bij de huidige bestuursperiode 20062010 is hier niet van afgeweken. Voor het begrotingsjaar 2010 worden daarom dezelfde programma's gehanteerd als het vorige begrotingsjaar, te weten: 1. Veiligheid en handhaving; 2. Woon- en leefomgeving; 3. Voorzieningen en sociale samenhang; 4. Economische aangelegenheden, toerisme en recreatie; 5. Duurzame ruimtelijke ordening; 6. Publieke dienstverlening en communicatie; 7. Financiële kaderstelling en bedrijfsvoering. Bij elk programma gaat het in de kern van de zaak steeds om drie w-vragen: Wat willen we bereiken? Wat gaan we doen? Wat mag het kosten? Elk van deze vragen wordt hieronder toegelicht. Wat willen we bereiken? De eerste 'w-vraag' luidt: 'wat willen we bereiken?'. Hierbij wordt vermeld welk maatschappelijk effect we willen bereiken. Omdat de programma's in principe per bestuursperiode ongewijzigd blijven en omdat de programmabegroting een strategisch document is, gelden de meeste doelstellingen voor een langere periode. Om te toetsen of een effect daadwerkelijk wordt gerealiseerd, is het noodzaak 1 om deze doelstellingen smart te formuleren, zodat ze ook meetbaar zijn. Meestal kan dit niet direct, dus meten we indirect middels prestatie- en effectindicatoren. Voorbeelden hiervan zijn percentages, trends, rapportcijfers van de burgers, benchmarking, onderzoeksresultaten van derden enzovoorts. Belangrijk is dat wát we meten ook daadwerkelijk gerelateerd is aan de doelstelling.
1
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
24
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (algemeen)
Wat gaan we doen? In dit onderdeel wordt aangegeven wat we gaan doen om de doelstellingen te bereiken. Dat wil zeggen: welke activiteiten moeten hiervoor verricht worden. Hierbij wordt (met name) het nieuwe beleid aangegeven. Een doelstelling kan ook gerealiseerd worden door uitvoering van bestaand beleid. Om deze reden en omdat alles zich afspeelt binnen een bepaald beleidskader in verband met de rechtmatigheid, is het belangrijkste gemeentelijke beleidskader bij de programma's vermeld. Het algemene landelijke beleidskader is vermeld in een bijlage. Per programma bij het onderdeel 'Wat mag het kosten' worden de baten, lasten en mutaties reserves vermeld. Wat mag het kosten? 2 U, als gemeenteraad, autoriseert de baten en de lasten op het niveau van de programma's . De autorisatie op programmaniveau houdt in dat het college voor de overschrijding van de lasten van een programma de goedkeuring van de raad nodig heeft. Binnen de budgetten van de programma's heeft het college een beperkte vrijheid om te schuiven met de middelen. Dat wil zeggen, voor zover de verschuiving van middelen nodig is om de vastgestelde doelen te bereiken, heeft het college de vrijheid. Echter, indien er naar inschatting van het college belangrijke ontwikkelingen zijn betreffende het beleid, doelen, doeltreffendheid, neveneffecten, lasten en dergelijke zal het college de raad raadplegen. Dat kan met een raadsvoorstel, een bestuursrapportage of een andere beleidsnota. Op grond van het BBV wordt onderscheid gemaakt in baten en lasten voor winstbestemming en de 3 winstbestemming zelf, zijnde de mutaties in reserves . Per programma wordt deze indeling toegepast, dus baten, lasten en mutaties reserves.
2 3
Zie artikel 4 lid 1 van de 'Financiële verordening gemeente Grave 2006'. In tegenstelling tot mutaties in reserves behoren mutaties in voorzieningen wel tot de baten en lasten.
25
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (algemeen)
Schema 2: Overzicht van de programma's
1
Programma Veiligheid en handhaving 2 Programma Woon- en leefomgeving
3
Programma Voorzieningen en sociale samenhang
4
5
6
Programma Economische aangelegenheden, toerisme en recreatie
Programma Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
Programma Publieke dienstverlening en communicatie
7
Programma Financiële kaderstelling en bedrijfsvoering
26
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 1)
PROGRAMMA 1: VEILIGHEID EN HANDHAVING Portefeuillehouder: mevrouw W.J.G. (Wilma) Delissen-van Tongerlo Inleiding In de maatschappelijke beleving van de burger blijft veiligheid een belangrijke kwestie. Er wordt veel waarde gehecht aan een veilige leefomgeving. Het waarborgen van veiligheid is in het bestuursakkoord ('coalitieprogramma 2006-2010') als speerpunt opgenomen: "1. een veilig Grave". Wij vinden het van belang dat Grave een veilige en schone stad is om in te wonen en te verblijven. Dit kan nader uitgelegd worden als een veilig Grave voor alle inwoners én bezoekers. Nadruk hierbij ligt op het voorkomen dan wel beheersen van onveilige situaties. Dat dit een speerpunt van het college is, komt tot uitdrukking bij het integrale veiligheidsplan dat eerder door u is vastgesteld. In deze nota wordt veiligheid op een integrale wijze aangegeven vanaf een 0-meting ten aanzien van de huidige veiligheid tot de gewenste situatie (IST versus SOLL situatie). Veilig wonen en leven vergt samenwerken aan veiligheid. De garantie voor objectieve en subjectieve veiligheid wordt gelegd door het verankeren van de leefbaarheid in de wijken (zie ook programma 2 woon- en leefomgeving). Het welbevinden van de burger hangt nauw samen met de aantasting hiervan. Daar waar de aantasting leidt tot een onacceptabele of ongewenste situatie zal gehandhaafd worden, waarbij het uitgangspunt is dat dit integraal gebeurt, met inachtneming van rechtszekerheid, rechtmatigheid en rechtvaardigheid. Taakvelden Het programma 'Veiligheid en handhaving' omvat taken op het gebied van de brandweer, de openbare orde en veiligheid en op het gebied van integrale handhaving. Taakveld brandweer Wat willen we bereiken? • Een brandweerorganisatie die in staat is om in alle fasen van de veiligheidsketen aan de wettelijke eisen te voldoen; • Vergroten van de fysieke veiligheid en versterken van een (brand)veilige woonomgeving; • Intensiveren van de hulpverlening voor mens en dier bij branden, ongevallen en rampen. Beleidskader De kaders voor de brandweerzorg worden gevormd door wet- en interne regelgeving. Daarnaast speelt de veiligheidsregio een belangrijke rol bij het beleidskader.
2006: Beheerprogramma brandweermaterieel 2006-2010 2006: Brandweerbeleidsplan: Instructie voor de commandant van de gemeentelijke brandweer 2006: Brandweerbeleidsplan: Verordening brandweerzorg en rampenbestrijding 2006: Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2008: Verordening brandweerrechten 2009
Wat gaan we daarvoor doen? In 2010 zal verdere structuur gegeven worden aan de in 2009 bekrachtigde samenwerking binnen de brandweerkorpsen Land van Cuijk en de verdere regionalisering van de brandweer; In 2010 zal op districtniveau verder uitvoering gegeven worden aan het materieelbeheerplan en aan het opleidings- en oefenplan. In 2009 is het materieelbeheerplan volledig conform planning uitgevoerd • Het voor 80% van de uitrukken van de brandweer voldoen aan de bestuurlijke vastgestelde normtijden; • Het informeren van de burgers over de brandveiligheid onder andere middels foldermateriaal; • Alle vergunningplichtige panden laten voldoen aan de voorwaarden voor een gebruiksvergunning.
27
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 1)
Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Regionale samenwerking brandweer Per 1 januari 2011 zal de districtsbrandweer Land van Cuijk (onderdeel van regio 5 Noord-Oost Brabant) onderdeel uit gaan maken van de regionale brandweer. U wordt als raad in het najaar 2009 geïnformeerd over het lopende proces dat zal leiden tot één regionale brandweer Brabant Noordoost. Het project is eind 2008 van start gegaan, en de voorbereidingen zijn in een dusdanig stadium dat besluitvorming over de vervolgstap t.a.v. regionalisering in 2010 kan plaatsvinden. Voor wat betreft de opmaat naar de vorming van een Regionale Brandweer heeft u als raad in 2009 ingestemd met de vorming van een Districtbrandweer Land van Cuijk. Uitgangspunt hierbij was de inbreng van een professionele districtsbrandweer, als equivalent van de overige korpsen binnen de regio. Indicatoren Omschrijving
Bron
E/P
Percentage uitrukken binnen de norm
Managementinformatie Managementinformatie Managementinformatie Managementinformatie
E
Percentage aanwezigheid bij oefeningen (landelijk 70%) Aantal bereikbaarheidskaarten Aantal uitrukken
1
2007
2008
2009
2010
78%
80%
80%
80%
78,4%
80%
80%
80%
P
35
35
35
35
P
120
120
120
120
Taakveld openbare orde en veiligheid Wat willen we bereiken? • Komen tot een veilige en leefbare gemeente; Het terugdringen van criminaliteit, het handhaven van de openbare orde en het streven naar een zo hoog mogelijke objectieve en subjectieve veiligheid; Een breed gedragen besef en verantwoordelijkheid van veiligheid door alle partners in veiligheid. Beleidskader Bij de openbare orde en veiligheid komt de samenhang tot uiting tussen de verschillende beleidsterreinen en vooral in een goede afstemming tussen alle partijen die betrokken zijn in de veiligheidsketen, van burgers, gemeentelijke opsporingsambtenaren, politie, brandweer, maar ook inspectiediensten tot het bestuur aan toe.
1996: Verordening binnentreden ter uitvoering van noodverordeningen 2002: Verordening winkeltijden gemeente Grave 2002 2006: Wegsleepverordening gemeente Grave 2006 2009: Algemene plaatselijke verordening 2007: Integraal veiligheidsplan 2007-2010 'Grave, een veilige gemeente'
Wat gaan we daarvoor doen? • Uitvoering geven aan het integraal veiligheidsplan; • Samenwerken in het Veiligheidshuis 2007-2010 (besluit van 6 februari 2007); • Deelnemen aan het regionale Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG); • Naar aanleiding van de uitkomsten van de veiligheidsscan die in 2008 is gehouden, kunnen concrete acties volgen om de veiligheid of het veiligheidsgevoel te verbeteren. De resultaten zijn door de verwerkende instantie (Intomart) met forse vertraging aangeleverd. Dit resulteert in het feit dat participatie voor 2009 is uitgesteld en dat in een vervolgtraject opnieuw door de gemeente Grave zal worden geparticipeerd. • Uitvoering geven aan het plan van aanpak jongeren, alcohol, drugs en vandalisme (besluit van 11 december 2007); • Verdere deregulering (minder regels) van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). 1
E = Effect-indicator, P = Prestatie-indicator.
28
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 1)
Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 BIBOB-beleid (uitgaven, structureel € 1.500) Met de Wet BIBOB (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) hebben bestuursorganen een instrument in handen waarmee zij kunnen voorkomen dat overheden tegen hun wil betrokken raken bij criminele organisaties en/of criminele activiteiten. Vanaf 2009 wordt dit regionaal opgepakt in projectvorm. Hiervoor wordt een structurele gemeentelijke bijdrage gevraagd van € 1.500. Indicatoren Omschrijving Oordeel burger over aanpak sociale veiligheid (gemiddelde 5,5) Percentage inwoners dat zich (heel) vaak onveilig voelt (gemiddelde 16,1%) Aantal toezichtsuren BOA's
Bron Monitor 2 (SVDG ) Monitor (SVDG) Managementinformatie
E/P E
2007
2008
2009
2010
5,2
5,2
5,5
6,0
E
20,2%
20,2%
15%
15%
P
-
1.100
1.100
1.100
Taakveld integrale handhaving Wat willen we bereiken? • Een samenhangend handhavingsbeleid, met betrekking tot de fysieke veiligheid, waarin de handhavingsactiviteiten binnen de diverse afdelingen of clusters in samenhang worden vastgelegd. • De handhaving laten uitgaan van een integrale benadering, waarbij een proactieve en preventieve opstelling steeds meer de overhand moet krijgen. Beleidskader De kaders voor het handhavingsbeleid worden gevormd door wet- en regelgeving en de afspraken die daarvoor tussen het college en andere handhavingsinstanties worden gemaakt. Het toezicht en de handhaving door de BOA’s is probleemgericht en draagt bij aan de bevordering van de leefbaarheid. Er is sprake van een landelijke heroriëntatie van de politie op kerntaken. Als gevolg hiervan is er in de periode 2006 - 2010 een toenemende vraag naar handhaving in de openbare buitenruimte op gemeentelijk niveau. De BOA’s verrichten in de praktijk taken binnen de zgn. ‘onderkant’ van de politietaken. Dit is landelijk gemeengoed geworden de afgelopen jaren. In 2010 is voorzien dat de BOA’s in het Land van Cuijk districtelijke opsporingsbevoegdheden hebben. Hierdoor wordt de kwetsbaarheid ten aanzien van handhaving verbeterd. De handhaving van de regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht laat te wensen over. Dat blijkt uit onderzoek. Er is weliswaar sprake van verbeteringen en zowel op rijksniveau (inspecties) als decentraal niveau (onder andere intergemeentelijke diensten) wordt samengewerkt. Ook tussen OM en bestuurlijke instanties zijn afspraken gemaakt. Maar in het licht van enerzijds de verdergaande decentralisatie en integratie van taken en bevoegdheden op dit terrein en anderzijds de toenemende Europeanisering en internationalisering van de omgevingsrechtelijke regelgeving, lijken die initiatieven en afspraken ontoereikend. Daarom heeft het Onderzoeksteam Herziening Handhavingsstelsel VROM-regelgeving onderzoek gedaan naar de houdbaarheid van het bestaande stelsel van de handhaving en het toezicht op de naleving van de VROM-regelgeving op de langere termijn (met inbegrip van de huidige bevoegdheidsverdeling) en de noodzakelijke aanpassingen in het belang van een effectieve, efficiënte en doelgerichte handhaving. In het bijzonder is gekeken naar de deelproblemen ketenhandhaving, afstemming bestuursrecht-strafrecht en domeintoezicht. Als resultaat komen er nieuwe initiatieven, zoals wellicht zogenaamde omgevings- of uitvoeringsdiensten aansluitend bij de te realiseren en landelijk bestuurlijk wenselijke veiligheidsregio’s 2007: Algemene Plaatselijke Verordening
29
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 1)
Wat gaan we daarvoor doen? • Handhaving integraal benaderen, waarbij aspecten van bouwen en wonen, milieu, gebruiksvergunningen en dergelijke op een samenhangende wijze worden benaderd en uitgevoerd. • Cohesie en ondersteuning zoeken bij vergelijkbare dienstverleners binnen Land van Cuijk om een verbeterde scheiding te realiseren tussen vergunningafgifte en handhaving. • Herijken van het vigerende integrale handhavingbeleid in nauwe samenwerking met collega gemeenten in Brabant Noordoost. Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Integrale handhaving Integrale handhaving in het algemeen is nog een zorgpunt binnen onze gemeente. Mede aangestuurd vanuit provinciaal niveau zal in 2010 gewerkt gaan worden aan een wenselijke vorm van integrale handhaving waarbij alle handhavingtaken binnen het werkgebied van de gemeente geclusterd worden, en waarbij continuïteit in vergunningverlening en handhaving is gewaarborgd. In 2010 zal een nieuwe nota Integrale handhaving worden vastgesteld. Deze nota wordt in nauwe afstemming met een 2-tal vergelijkbare gemeenten in Brabant Noordoost, de provincie en het RMB thans tot stand gebracht. Indicatoren Omschrijving Aantal personen belast met handhaving Aantal opgelegde dwangsommen voor handhaving
Bron Managementinformatie Managementinformatie
E/P P
2007
P
2008
2009
2010
6
6
6
6
10
10
10
10
Veiligheid en handhaving (totaal) Wat mag het kosten? (-/- = voordelig) Omschrijving
Totaal lasten Totaal baten
Werkelijk: Begroot: 2008 2009
Meerjarenplanning: 2010 2011 2012
2013
578.345 -127.115
1.501.583 -137.627
1.437.131 -134.020
1.419.661 -134.020
1.420.199 -134.020
1.413.484 -134.020
Resultaat voor winstbestemming
451.230
1.363.956
1.303.111
1.285.641
1.286.179
1.279.464
Totaal mutaties reserves
-32.423
-48.289
40.232
40.232
40.232
40.232
Resultaat na winstbestemming
418.807
1.315.667
1.343.343
1.325.873
1.326.411
1.319.696
Het verschil in uitgaven tussen 2008 en de volgende jaren wordt veroorzaakt door een verbeterde kostentoerekening vanaf 2009. In 2008 werden alle kostenplaatsen ten laste van programma 7 gebracht. Het gevolg is dat de uitgaven in programma 1 t/m 6 in 2008 lager zijn dan in de volgende jaren en in programma 7 hoger dan in de volgende jaren. Deze uitleg geldt voor alle programma's.
30
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 2)
PROGRAMMA 2: WOON- EN LEEFOMGEVING Portefeuillehouder: H.P.M. (Harry) Opsteegh Inleiding De kwaliteit van de woon- en leefomgeving is in hoge mate bepalend voor het woongenot van de inwoners van Grave. De kwaliteit van die omgeving, die we ook wel aanduiden als openbare ruimte, wordt niet alleen bepaald door de uitstraling en het niveau van plantsoenen, bestratingen, banken en overig straatmeubilair. Minstens zo belangrijk is de aanwezigheid van allerlei voorzieningen, zoals winkels, een gemeenschapshuis en sportvoorzieningen. Ook het verenigingsleven en een gevarieerd woningaanbod zijn van belang als het gaat om de manier waarop de leef- en woonomgeving wordt ervaren en gewaardeerd. Het programma woon- en leefomgeving vertoont dan ook een grote interne samenhang en kan om die reden ook niet los worden gezien van overige programma's, zoals ‘Veiligheid en handhaving’, ‘Voorzieningen en sociale samenhang’ en ‘Duurzame ruimtelijke ontwikkeling’. Wat willen we bereiken? Op basis van het Masterplan “Volkshuisvesting en Leefbaarheid” en binnen de gegeven randvoorwaarden vanuit de ruimtelijke ordening realiseren van een woningbouwprogramma, dat in de eerste plaats voorziet in de reële woonbehoefte van de inwoners van Grave, waarbij de kwaliteit en duurzaamheid ankerpunten zijn die steeds aan de orde komen. De gemeente Grave en Woonmaatschappij Mooiland / Maasland willen de komende jaren de samenwerking een impuls geven en een concrete bijdrage aan het goed wonen in de gemeente leveren. Met prestatieafspraken geven beide partijen aan waar de samenwerking zich op richt, wie daarin welke rol vervult en wie welke inspanningen daaraan levert. • In stand houden en waar mogelijk verbeteren van de belevingswaarde van natuur en groen in de leefomgeving. • Verbeteren/behoud bereikbaarheid van kernen, in het bijzonder de bereikbaarheid van het historische centrum Het vergroten van de leefbaarheid door minimaal het behoud van bestaande maatschappelijke en sociaal-culturele voorzieningen en accommodaties en het verbeteren van de saamhorigheid in de wijken, buurten en kernen met als spil een wijkraad die werkt vanuit en met draagvlak vanuit de wijk. Beleidskader In het bestuursakkoord ('coalitieprogramma 2006-2010') is voor dit programma het volgende speerpunt opgenomen: "2. een goed woon- en leefklimaat voor iedereen"; Grave moet een plaats blijven waar het prettig is om te wonen voor iedereen, ook voor de meer kwetsbare groepen in onze samenleving.
Masterplan volkshuisvesting en leefbaarheid Ruimtelijk Toetsingskader Reconstructieplan Peel en Maas Landschapsbeleidsplan 2006: Beheerplan openbaar groen 2006: Beheerplan wegen 2006: Beheerplan meubilair openbare ruimte en civiele objecten
Wat gaan we daarvoor doen? • Het beheren (instandhouden en renoveren) en het omvormen van het openbaar groen. Binnen het jaarlijks reeds gevoteerde budget voor de uitvoering van reconstructieprojecten worden in deze bestuursperiode nieuwe projecten ondersteund. • Uitvoering van het beheerplan openbaar groen: onder andere jaarlijks terugkerende renovaties van groenvoorzieningen en de vervanging van speelvoorzieningen
31
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 2)
Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Reconstructie weg N324 De provincie Noord-Brabant heeft opdracht gegeven om de planstudie van de N324 uit te gaan voeren. De aanleiding voor deze planstudie is de kwaliteit van de weg. De staat van de weg is dermate slecht dat een volledige reconstructie noodzakelijk is en dit biedt kansen om de knelpunten op de weg structureel aan te pakken en samen voor een duurzaam Veilige inrichting te gaan. De gemeente heeft de ambitie om het oude karakter van de vestigingstad Grave in ere te herstellen. De beide provinciale wegen (N324 en de N321) zijn dwars door de kern van Grave gesitueerd. Vanuit een goede ruimtelijke ordening zouden beide wegen om de kern heen gelegd moeten worden, zodat kansen en mogelijkheden ontstaan om het oude karakter te herstellen. De provincie beperkt het project voorlopig tot een planstudie van het bestaande tracé van de N324. Het project verkeert momenteel in de inventarisatiefase waardoor de financiële consequenties voor de gemeente nog niet zijn benoemd. Toegankelijkheid bushaltes (investering € 45.000 en kapitaallasten € 2.250 vanaf 2011) De bushaltes worden toegankelijk gemaakt voor mindervaliden door de aanleg van verhoogde plateaus zodat de instap wordt vergemakkelijkt. Voor het toegankelijk maken van de bushaltes geeft de provincie 50% subsidie. Hierdoor kunnen de werkzaamheden worden uitgevoerd voor € 45.000. Integrale Dorpsontwikkelingsplannen (IDOPS) (incidenteel € 5.000 voor 2010 en 201, dekking uit voorziening wijk- en dorpsbeheer) Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van dorpsontwikkelingsplannen. De provincie Noord-Brabant heeft hiervoor subsidie beschikbaar. Wij kijken daarbij ook naar de opzet en ervaringen die in andere gemeenten met de IDOPS zijn opgedaan. Uiteraard zal de verdere uitwerking geschieden in nauwe samenspraak met de wijk- en dorpsraden. Zodra meer gegevens over het onderzoek bekend zijn, zullen wij u daarover informeren. Indicatoren Omschrijving Rapportcijfer burgerrol Wijkbewoner algemeen (gemiddeld 6,4) Rapportcijfer burgerrol Wijkbewoner onderdeel openbaar vervoer in de gemeente (gemiddeld 5,7) Aantal erkende wijk- en dorpsraden
Bron Monitor (SVDG) Monitor (SVDG)
E/P E
Managementinformatie
2008
2009
2010
2011
6,2
6,5
6,5
6,5
E
5,0
5,5
5,5
5,5
P
6
6
7
7
wat mag het kosten? (-/- = voordelig) Omschrijving
Werkelijk: Begroot: 2008 2009
2010
Meerjarenplanning: 2011 2012
2013
Totaal lasten Totaal baten
1.559.956 -272.251
3.274.232 -86.860
3.139.279 -169.367
3.166.459 -169.367
3.158.466 -169.367
3.154.813 -169.367
Resultaat voor winstbestemming
1.287.705
3.187.372
2.969.912
2.997.092
2.989.099
2.985.446
-90.817
-68.211
-24.633
-24.633
-24.633
-24.633
1.196.888
3.119.161
2.945.279
2.972.459
2.964.466
2.960.813
Totaal mutaties reserves Resultaat na winstbestemming
32
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 3)
PROGRAMMA 3: VOORZIENINGEN EN SOCIALE SAMENHANG Portefeuillehouders: H.P.M. (Harry) Opsteegh, G.J. (Hans) Bos (leerlingenvervoer/taxihopper) Inleiding Een breed scala aan onderwerpen wordt in dit programma behandeld: jongeren, ouderen, minima, onderwijs, vluchtelingen, gemeenschapsaccommodaties, maatschappelijke voorzieningen, kinderopvang, peuterspeelzalen, kunst en cultuur, enzovoorts. Eigenlijk allemaal onderwerpen die betrekking hebben op het voorzieningenniveau in onze gemeente, waarvan wij vinden dat het op peil moet blijven en waar mogelijk verbeterd. Niet alles waar de gemeente in investeert is wettelijk verplicht, maar vaak zo gewenst dat de gemeente bereid is daarin te investeren, zeker als het de sociale samenhang in de gemeente kan bevorderen. De lange-termijndoelstelling voor programma 3 luidt als volgt: 'het optimaliseren van het aanbod van sociale, maatschappelijke en sociaal-culturele voorzieningen in Grave, zowel kwantitatief als kwalitatief, zodat inwoners daar maximaal van kunnen profiteren.' Taakvelden Het programma 'Voorzieningen en sociale samenhang' omvat taken op het gebied van doelgroepenbeleid, welzijn, onderwijs en volksgezondheid. Taakveld doelgroepenbeleid Wat willen we bereiken? Het bieden van kansen aan jongeren in Grave om zich te ontwikkelen en te ontplooien; Het organiseren van een sluitende keten op het terrein van opvoed-, opgroei- en gezinsondersteuning in het Land van Cuijk; • Het stimuleren dat uitkeringsgerechtigden zo snel mogelijk weer in hun eigen bestaan kunnen voorzien. Beleidskader 2004: Verordening Afstemming Wet werk en bijstand 2004: Verordening Re-integratie Wet werk en bijstand 2007: Verordening Wet inburgering gemeente Grave Wat gaan we daarvoor doen? • Uitvoering geven aan het jeugdbeleidsplan 'Opgroeien in Grave 2003 – 2007'. De onderwerpen in dit plan zijn nog actueel en worden ook in 2010 nader uitgewerkt. • Uitvoering plan van aanpak drugsproblematiek jongeren. Hiervoor is een plan van aanpak 'jongeren, alcohol, drugs en vandalisme 2008-2010' opgesteld; • Realiseren van een centrum Jeugd en Gezin, wat een wettelijke verplichting is vanaf 2011. • Mede met behulp van Re-integratiebedrijven zoveel mogelijk gerichte instrumenten vanuit de Verordening Re-integratie inzetten om uitkeringsgerechtigden al dan niet via een Re-integratietraject terug te leiden naar de reguliere arbeidsmarkt. Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Participatiebudget Het kabinet heeft zich tot doel gesteld om de effectiviteit van het re-integratie-, inburgerings- en volwasseneneducatiebeleid te verbeteren. In dit kader is per 1 januari 2009 de Wet participatiebudget ingevoerd. Deze wet regelt dat de gemeentelijke middelen voor inburgeringvoorzieningen vanuit de Wet Inburgering (WI), volwasseneneducatie vanuit de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) en re-integratie vanuit het werkdeel van de Wet Werk en Bijstand (WWB) samen komen in één specifieke uitkering voor participatievoorzieningen. Deze uitkering heet het Participatiebudget. Het macrobudget voor de Wet Participatiebudget staat voor de komende jaren vast. Het totaal wordt bepaald door bijdragen vanuit drie ministeries: Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Wonen, Wijken & Integratie (WWI) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Voor de jaren 2009 tot en met 2011 wordt dit budget verdeeld op basis van objectieve maatstaven.
33
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 3)
Met het bundelen van de drie budgetten voor re-integratie, inburgering en educatie tot één participatiebudget is ook de verantwoording van drie tot één teruggebracht. De verantwoording van het participatiebudget aan het Rijk vindt plaats op basis van het baten-lastenstelsel via de bijlage van de gemeentelijke jaarrekening (sisa: single information en single audit). Dit betekent een wijziging ten opzichte van de verantwoording van het huidige WWB-werkdeel dat in 2008 nog via het kasstelsel verliep. De rechtmatigheid wordt getoetst aan twee eisen: het geld is besteed aan een participatievoorziening en aan mensen die behoren tot de wettelijke doelgroep. In de overgangsfase tot 2010 geldt daarbij de extra eis of het budget dat is ingebracht door het ministerie van OCW ook wordt besteed bij de ROC’s. Onrechtmatige besteding leidt tot terugvordering door het ministerie van SZW. Ook bij het niet volledig besteden van het participatiebudget wordt tot terugvordering overgegaan, afgezien van de mogelijkheden die de reserveringsregeling biedt. Er zijn geen aparte regels voor het participatiebudget ten opzichte van de jaarlijkse begroting- en verantwoordingsstukken die gemeenten moeten opstellen. De regelgeving sluit aan bij het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De invoering van het participatiebudget verloopt budgettair neutraal voor onze begroting 2010. Aanpassing bedragen WMO 2010 (uitgaven, structureel € 150.000 -/- € 118.000,--) In het kader van de begroting 2010 zijn de geraamde bedragen voor de WMO doorgelicht. Als gevolg hiervan zijn de ramingen voor 2010, gelet op de werkelijke uitgaven 2008, de verwachte uitgaven 2009 (tot nu toe) en de verwachte ontwikkelingen voor 2010 verder bijgesteld. In het kader van de lopende aanbesteding Hulp bij het huishouden zullen er per 1 januari 2010 nieuwe contracten gesloten worden met leveranciers van huishoudelijke hulp. De verwachting is dat de tarieven voor de hulp bij het huishouden aanzienlijk zullen stijgen. Gelet hierop is in de Kadernota 2010 door de gemeenteraad structureel € 150.000,-- extra beschikbaar gesteld voor de WMO. Dit bedrag is verdeeld over de posten Hulp bij het huishouden en Persoonsgebonden Budget (PGB). Hiermee geconfronteerd hebben wij alle ramingen binnen de WMO nog eens heel kritisch bekeken. Daaruit is gebleken dat de werkelijke uitgaven op onderdelen binnen de WMO aanzienlijk lager lijken uit te pakken dan geraamd. Omdat de WMO relatief nieuw is, is voor de ramingen tot en met 2009 het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd. Alles overwegende achten wij het thans verantwoord om de ramingen op onderdelen aan te passen. Dit geldt met name voor de onderdelen rolstoelvoorzieningen, woonvoorzieningen en de uitvoeringskosten. Hierdoor ontstaat vanaf 2010 een voordelig saldo van € 118.000,-- ten opzichte van de Kadernota 2010. Hierbij moet bedacht worden dat er in het kader van de WMO een algemene gemeentelijke zorgplicht voor de inwoners geldt. Door een toename van aanvragen (bijvoorbeeld complexe woningaanpassingen) kunnen de nieuwe budgetten onder druk komen te staan. Dit houdt een risico in. Ontwikkeling uitkeringsbestand Wet werk en bijstand (uitgaven, 2010 en 2011 € 15.000) Als gevolg van de financiële crisis is de verwachting dat het aantal mensen dat een beroep gaat doen op een bijstandsuitkering (WWB) in de komende tijd zal gaan stijgen. Dit zal ook in Grave het geval zijn. Het is moeilijk om in te schatten om welke aantallen het gaat, maar voor 2010 en 2011 moet rekening gehouden met een toename van het WWB uitkeringsbestand met zo’n 10 extra klanten. Voor de jaren daarna gaan wij weer uit van het oorspronkelijke aantal uitkeringsgerechtigden zoals dat nu is. Subsidiering GRIP (ouderenbeleid) (uitgaven, incidenteel € 15.000, geen financiële middelen opgenomen in deze begroting) Binnen het kader van het speerpunt ‘stimuleren ouderenbeleid’ is in 2008 GRIP (verankeringgroep) opgericht om de aanbevelingen en conclusies uit te voeren naar aanleiding van het Ouderenproofproject. Evenals het Ouderenproofproject is GRIP gesubsidieerd door de provincie. De intentie is altijd geweest dat de gemeente na afloop van de provinciale subsidie eenmalig voor 2010 de bekostiging overneemt. Hiertoe heeft GRIP een verzoek ingediend. Het betreft een incidenteel bedrag van € 15.000,-- in 2010.
34
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 3)
Bestrijding Jeugdwerkloosheid Via de september circulaire zijn door de rijksoverheid middelen beschikbaar gesteld ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Deze gelden gaan rechtstreeks naar de regio's. In de regio Noordoost-Brabant is in dit kader het actieplan “Zonder Jeugd geen Brabant” opgesteld. Dit plan is onlangs goedgekeurd door de staatsecretaris van Sociale Zaken. Op basis van dit plan kunnen projecten gericht op het bestrijden van jeugdwerkloosheid worden opgesteld en uitgevoerd. Samen met de andere gemeenten in het Land van Cuijk worden door onze gemeente op dit moment concrete plannen hiervoor uitgewerkt. Hierbij moet o.a. gedacht worden aan het Regionaal Meld en Coördinatiecentrum (RMC); het opstarten van een Banencarrousel (een mobiliteitscentrum voor werkgevers die laagdrempelig laat kennismaken met potentiële toekomstige arbeidskrachten) en het Vebego-project (het ontwikkelen van een meerjarig samenwerkingsmodel tussen gemeenten en een aantal uitvoerende partijen, waarbij via een integrale benadering beleidsvelden als WMO, WWB en WSW en zorg met elkaar worden verbonden). Voorts hebben de gemeenten in Noordoost Brabant (waaronder ook Grave) besloten om in het kader van de jeugdwerkloosheid een Regionaal Fonds in te stellen. Ook zullen vanuit dit fonds acties en projecten uitgevoerd worden om de jeugdwerkloosheid en onderkwalificatie van jongeren te bestrijden. Daarnaast dient de jeugdwerkloosheid bestreden te worden via de invoering van de Wet WIJ (per 1 oktober 2009 in werking). Op grond van deze nieuwe wet hebben jongeren tot 27 jaar in principe geen toegang meer tot de Wet werk en bijstand (Wwb). In plaats daarvan dient de gemeente aan deze doelgroep een zogeheten werkleeraanbod te doen. Opvang Asielzoekers/AZC (inkomsten, structureel € 40.000) Het aantal uren dat intern wordt gemaakt voor dit taakveld is opnieuw bekeken. Dit blijken er organisatiebreed meer te zijn dan waarmee rekening was gehouden. Dit betekent dat er meer lasten doorberekend worden aan dit product. Daarbij gaan wij er van uit dat deze meerlasten verhaald kunnen worden op het COA. Het betreft een jaarlijks bedrag van ruim € 40.000,--. Indien achteraf blijkt dat dit problemen oplevert kan er zonodig alsnog een beschikking plaatsvinden over de reserve "huisvesting en onderwijs asielzoekers" om te voorkomen dat de begroting negatief wordt beïnvloed. Zie ook programma 5 onder het taakveld "ruimtelijke ontwikkeling" (contractbeëindiging AZC). Indicatoren Omschrijving Percentage uitkeringsgerechtigden Wwb (ten opzichte van totale bevolking) Aantal uitkeringsgerechtigden Wwb+IOAW+IOAZ+BBZ
Bron Managementinformatie Managementinformatie
E/P E P
2008 0,73%
2009 0,83%
2010 0,91%
2011 0,91
104
107
117
117
Taakveld cultuur en welzijn Wat willen we bereiken? • Bevorderen dat de inwoners zich kunnen ontplooien en hun vaardigheden kunnen ontwikkelen; Bevorderen dat alle inwoners aan activiteiten op het gebied van ontmoeting en ontspanning kunnen deelnemen; • Het optimaliseren van het aanbod van sociale, maatschappelijke en sociaal-culturele voorzieningen in Grave, zowel kwantitatief als kwalitatief, zodat inwoners daar maximaal van kunnen profiteren. Beleidskader 2002: Bijdrageregeling deelname aan Welzijnsactiviteiten 2002 2006: Algemene Subsidieverordening gemeente Grave 2007 2006: Beleidskader Maatschappelijke Ondersteuning, welzijn en zorg 2009: Beleidsregels (diverse) behorende bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Grave 2007en het Beleidskader Maatschappelijke Ondersteuning, welzijn en zorg.
35
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 3)
Wat gaan we daarvoor doen? • Uitvoering geven aan de algemene subsidieverordening en aan het beleidskader maatschappelijke ondersteuning, welzijn en zorg. Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Tijdelijk jongerencentrum (voordeel van € 24.000 in 2010 en € 36.000 vanaf 2011) Op 18 september 2007 heeft u ingestemd met het realiseren van een tijdelijke voorziening voor jongeren. In eerste instantie is ingezet op het organiseren van activiteiten voor jongeren vanuit gemeenschapsaccommodaties. Toen zich de gelegenheid voordeed een tijdelijk jongerencentrum te realiseren aan de Landbouwstraat, is hiervan gebruik gemaakt. Sinds januari 2009 is jongerencentrum Off Street een feit. Met uw besluit was op incidentele basis al voorzien in extra uren jongerenwerk. Door vrijwilligers binnen het jongerencentrum een steeds grotere rol toe te kennen, zou het jongerenwerk afgebouwd kunnen worden totdat van de 20 extra uren jongerenwerk in 2008 structureel 5 uur over zouden blijven vanaf 2011. Dit nog ter ondersteuning van de vrijwilligers. Deze afbouw van uren is niet in de begroting 2009 verwerkt. De in 2008 nog benodigde dekking van € 55.100,- zal conform het raadsbesluit vanaf 2009 drie jaar lang afnemen met een bedrag van € 12.000,-- en zal vanaf 2011 structureel nog € 19.100,- bedragen. Dit is in de cijfers van 2010 - 2013 verwerkt. Elektronisch Kind Dossier (EKD) (uitgaven, incidenteel € 6.143) Aan de GGD Hart voor Brabant wordt voor de invoering van het Elektronisch Kind Dossier (EKD) een bijdrage van € 0,48 per inwoner verstrekt voor de jaren 2010, 2011 en 2012. Het betreft een bedrag van € 6.143,--. Realisatie Multifunctioneel Centrum (MFC) (investering € 4.500.000 en exploitatie- en kapitaallasten € 144.000 vanaf 2011) Ter vervanging van drie bestaande gemeenschapsaccommodaties (Katrien, Esterade en de Westhoek) wordt een nieuw multifunctioneel centrum (MFC) ontwikkeld. Door de raad is hiervoor een krediet beschikbaar gesteld in de vergadering van 14 juli 2009 van € 4.500.000,-- waarbij ook rekening is gehouden met een stijging van de exploitatie- en kapitaallasten met € 144.000,-- vanaf 2011. De beoogde voorziening wordt fysiek onderdeel van nieuw Maaszicht (Koninginnedijk). Voornoemde €144.000,-- is inclusief een door Brabant Zorg te leveren dienstenpakket op het gebied van algemeen beheer, receptie, gastvrouw e.d. Brabant Wonen is bouwmeester in dezen. De gemeenteraad heeft in de desbetreffende raadsvergadering middels een amendement aan het college een inspanningsverplichting opgelegd om verder te onderhandelen en de kosten voor het dienstenpakket van Brabant Zorg van € 170.000,-- naar maximaal € 117.000,-- terug te brengen. In de begroting 2010, vanaf de jaarschijf 2011, is voorlopig, tot het moment dat het college het resultaat van deze inspanningsverplichting terugkoppelt aan de raad, nog rekening gehouden met het bedrag van € 144.000,--. Exploitatie gemeenschapsaccommodaties (uitgaven,incidenteel € 4.500,-- professionalisering Quadrant) Uit de jaarrekening 2008 van de stichting Quadrant bleek dat de exploitatie van de gemeenschapsaccommodaties onder beheer van Quadrant onder druk staat. In het kader van de professionalisering van de bedrijfsvoering van deze accommodaties/Quadrant is een conceptbegroting 2010 ingediend. Deze wordt momenteel beoordeeld. Indien het noodzakelijk wordt geacht om de gemeentelijke bijdrage aan te passen wordt dit aan de gemeenteraad voorgelegd. In 2009 hebben ten aanzien van (het beheer van) gemeenschapsaccommodaties diverse ontwikkelingen plaatsgevonden. In maart 2009 is geheel onverwacht de beheerder van Esterade komen te overlijden. De intentie om het beheer van deze accommodatie op termijn eventueel bij Quadrant onder te brengen werd noodgedwongen werkelijkheid en kwam in een stroomversnelling. Medio 2009 is het voltallige bestuur van de stichting Quadrant opgestapt. Inmiddels is een interimbestuur aangetreden. Dit bestuur zal een wezenlijke bijdrage leveren aan de te ontwikkelen beleidsgestuurde contractfinanciering (BCF) en de nieuwe taken voor Quadrant ten aanzien van het MFC.
36
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 3)
Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk Met ingang van 1 januari 2010 vindt er een wijziging van de Wet Kinderopvang plaats in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang. Daarnaast komt de lokale (verplichte) registratie van kinderopvang(voorzieningen) te vervallen. Hiervoor in de plaats komt een Landelijk Register Kinderopvang: de GIR (Gemeenschappelijke Inspectieruimte Kinderopvang), een webapplicatie waarmee het proces van toezicht en handhaving op de kwaliteit van de kinderopvang wordt geautomatiseerd. De verwachting is dat het aantal objecten van toezicht de komende jaren stijgt op basis van natuurlijke groei in de vraag naar kinderopvang en de verwachte groei van voorzieningen voor gastouderopvang die met het wetsvoorstel gastouderopvang ook allemaal object van toezicht worden. Door het wetsvoorstel Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (OKE) worden daarnaast per 1 augustus 2010 alle peuterspeelzalen object van toezicht. Middels een extra storting in het gemeentefonds komen financiële middelen beschikbaar om de toename in kosten voor toezicht en handhaving te dekken. Samenwerking stichting Peuterspeelzalen Grave e.o. en de stichting Kinderopvang Grave In 2008 is onderzoek gedaan naar mogelijke intensivering van de samenwerking tussen de stichting Kinderopvang Grave en de stichting Peuterspeelzalen Grave. Met de ondertekening van een intentieovereenkomst werd het groene licht gegeven om een daadwerkelijke fusie verder voor te bereiden. Op woensdag 23 september 2009 is met het ondertekenen van het fusiedocument de samenwerking tussen de beide stichting formeel bekrachtigd welke met terugwerkende kracht van 1 januari 2009 een feit is. Door de fusie ontstaat een professionele organisatie die onder de nieuwe naam ‘Kinderopvang en Peuterplus’ de toekomst tegemoet gaat waar met behoud van functies, het aanbod en de activiteiten van beide organisaties, een gezonde ontwikkeling van het kind centraal staat. Hiermee is geanticipeerd op de nieuwe (harmonisatie)wetgeving welke vraagt om onderlinge afstemming en samenwerking. Met deze fusie heeft iedere wijk en kern in de gemeente Grave met uitzondering van de kern Gassel, een ‘basisvoorziening’ voor kinderen in de leeftijd van 0-8 jaar. Dat wil zeggen dagopvang (regulier, flexibel, verlengd ), peuterspeelzaalwerk en voor -, tussen - en naschoolse opvang in of bij de vijf basisscholen. Daarmee kent de gemeente Grave een unieke en bijzondere situatie waarbij alle scholen in Grave in aanzet een Brede school zijn; samen spelen, samen leren. Uitbreiding Graafs Museum (investering € 520.000 en kapitaallasten € 13.000 vanaf 2011) De doelstelling is het behoud van de rijke Graafse cultuurhistorie en het daarbij behorende talrijke waardevolle (kunst) historische materiaal. Het beoogd effect is dat de Graafse cultuurhistorie een nog breder draagvlak krijgt en dat de kennis in ruime mate wordt verspreid met als inzet een verdere professionalisering van het Graafs Museum. Stichting Graeft Voort zal haar beleid meer dan nu gaan richten op educatie (lespakketten), op een toename van het aanbod (uitbreiding collectie), een toename van het aantal bezoekers (toerisme), adequate PR en een vergroting van de uitstraling en aantrekkingskracht die over de gemeentegrenzen zal gaan reiken. Een uitbreiding van het museumoppervlakte is hierbij een vereiste. Bij de behandeling van de kadernota 2010 heeft de raad besloten voor de uitbreiding tot een bedrag van bruto € 520.000,-- beschikbaar te stellen. Er geldt een inspanningsverplichting voor maximale subsidiewerving. Een concreet voorstel met visiedocument zal ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Indicatoren Omschrijving Verleende subsidies: jeugdledensubsidie incidentele subsidies integratiesubsidies (kleine lokale stichtingen
Bron Managementrapportage
en verenigingen)
prestatiesubsidies jubileumsubsidies
37
E/P P
2008
2009
2010
2011
25 13 30
24 10 27
24 10 27
24 10 27
1 5
1 4
1 4
1 4
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 3)
Taakveld onderwijs Wat willen we bereiken? Bevordering en instandhouding van een aanbod basisonderwijs in elke woonkern in de gemeente Grave door middel van planmatig onderhoud en het bieden van ondersteunende voorzieningen; Bevordering van de ontwikkelingskansen van leerlingen door de verbetering van het binnenmilieu van de scholen (middellange termijn), en subsidiëring van activiteiten gericht op het voorkomen en bestrijding van ontwikkelingsachterstanden; Intensivering van het toezicht op en de bestrijding van leerplichtverzuim en terugdringing van het aantal voortijdig schoolverlaters van 12 tot 23 jaar. Er wordt naar gestreefd dat iedereen de school verlaat met een diploma/startkwalificatie; Het aanbieden van cursussen aan volwassenen met als doel volwaardige participatie in de samenleving; De toegankelijkheid waarborgen van scholen voor basisonderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs door het aanbieden van passend vervoer aan leerlingen die op grond van specifieke beperkingen dan wel op basis van geloofsovertuiging/levensfilosofie zijn aangewezen op scholen buiten de gemeente Grave; Bevordering redzaamheid leerlingen door subsidiëring van randvoorzieningen (schoolzwemmen en verkeersexamen). Beleidskader 1999: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Grave 1999 2003: Verordening leerlingenvervoer gemeente Grave 2004 2007: Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Grave 2007 2007: Materiele en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Grave Wat gaan we daarvoor doen? Bij de subsidiëring van de activiteiten in het kader van onderwijsachterstanden zal monitoring nadrukkelijk worden bezien; Jaarlijks rapporteert het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) over de deelname aan de cursussen voor volwassenen; Registreren aantal leerlingen dat gebruikt maakt van leerlingenvervoer en klachtenregistratie; Actieve werving van laaggeletterden in combinatie met een gericht aanbod; Bij de bouw van scholen of de vervanging van kozijnen nadrukkelijk aandacht besteden aan de kwaliteit dan wel de effecten op het binnenmilieu; De vorming van een regionaal bureau leerplicht / bestrijding voortijdige schoolverlaters op de schaal van de regio Brabant Noordoost in combinatie met een uitbreiding van de formatie. Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Vergoeding van derden gebruik brede school De Verrekijker (inkomsten, structureel € 8.000 hoger) Voor het gebruik van de brede school De Verrekijker in Velp wordt met terugwerkende kracht vanaf 18-2008 huur ontvangen van de gebruikers. Huurkosten lokaal Viersprong in Gassel (uitgaven, structureel € 7.800 lager) Door een teruglopend leerlingenaantal hoeft er geen lokaal meer gehuurd te worden bij de Viersprong in Gassel voor basisschool De Bongerd. Hierdoor zijn de uitgaven vanaf 2010 structureel € 7.800,-lager. Huur lokalen Merletcollege en Harten2 (uitgaven, structureel € 8.000 lager) Het Merletcollege maakt geen gebruik meer van de lokalen van het AZC, ook Harten2 gebruikt minder lokalen. Dit leidt ten opzichte van de begroting 2009 tot een daling van de huurlasten met € 8.000,--. Uitbreiding/vervanging/renovatie scholen Ester, Sprankel en Wegwijzer (investering € 4.108.000 in 2013) Momenteel wordt met alle betrokken marktpartijen gewerkt aan een visietraject huisvesting maatschappelijke voorzieningen, waaronder scholen. Vooruitlopend op de uitkomsten zijn de investeringskosten geraamd voor de scholen die voor uitbreiding, vervanging c.q. grootschalig
38
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 3)
onderhoud in aanmerking komen. Ook is hierbij een inschatting gemaakt qua prioritering. Het investeringsbedrag van € 4.108.000,-- is inclusief het voorbereidingskrediet. Deze investering is opgenomen in de jaarschijf 2013. Taxihopper (leerlingenvervoer) (uitgaven, incidenteel € 30.000, geen financiële middelen opgenomen in deze begroting) (wethouder G.J. Bos) Ofschoon het projectbureau Taxihopper nog geen totaal beeld kan bieden van de te verwachten kosten dient ernstig rekening gehouden te worden met sterk oplopende kosten voor het leerlingenvervoer. Via een afzonderlijke rapportage zal nader op deze materie worden ingegaan. De verwachting is dat in oktober/november 2009 de definitieve rapportage aan de raad kan worden aangeboden. Primaathoudende gemeente in deze is de gemeente St. Anthonis. Voor 2010 is incidenteel een verhoging opgenomen van € 30.000,--. Indicatoren
Omschrijving Aantal deelnemers aan cursussen voor volwassenen Aantal basisscholen Rapportcijfer burgerrol Partner onderdeel oordeel burgers over basisscholen (gemiddeld 7,3)
Bron ROC
E/P P
Managementinformatie Monitor (SVDG)
2008
2009
2010
2011
15
20
25
25
P
7
7
7
7
E
7,5
8,0
8,0
8,0
Taakveld volksgezondheid Wat willen we bereiken? • Alle inwoners van Grave in staat stellen om een fysiek en geestelijk gezond leven te leiden; Beleidskader Het beleid op het gebied van volksgezondheid is vastgelegd in de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv). De GGD voert deze taken uit voor de gemeente. Alleen voor de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar ligt de uitvoering bij de Thuiszorgorganisatie STBNO. Daarnaast is de gemeente op basis van de Wcpv verplicht elke vier jaar een nota lokaal gezondheidsbeleid op te stellen. De nota 2008-2011 is in juni 2008 door de raad vastgesteld. In deze nota heeft de gemeente Grave de volgende beleidskeuzes gemaakt: - De gemeente Grave wil investeren in gezond gedrag; - De gemeente Grave wil, in navolging van het landelijk beleid, het percentage jongeren onder de 16 jaar dat alcohol drinkt, terugdringen en het alcoholgebruik onder ouderen niet verder laten stijgen; - De gemeente Grave heeft als ambitie het percentage rokers in Grave in de periode 2008-2011 minimaal gelijk te houden aan het landelijk gemiddelde; - De gemeente Grave heeft de ambitie het percentage jongeren dat hard- en softdrugs gebruikt terug te dringen; - De gemeente Grave streeft ernaar, in navolging van de landelijke ambitie, het percentage jongeren met overgewicht te laten dalen en het percentage volwassenen en ouderen met overgewicht niet verder te laten stijgen; - De gemeente Grave wil door middel van de aanpak van overgewicht werken aan de preventie van diabetes en complicaties als gevolg daarvan. Tevens wil de gemeente Grave aandacht besteden aan de landelijke campagne “Kijk op Diabetes” ten behoeve van preventie en vroegsignalering; - De gemeente Grave heeft als ambitie in verband met depressie dat meer mensen dan nu doelmatige preventieve hulp krijgen tegen, en vroege interventie bij depressies, in navolging van de landelijke ambities. Ouderen, volwassenen en jongeren zijn aandachtsgroepen; - Vanuit het perspectief gezondheid streeft de gemeente Grave ernaar eenzaamheid bij ouderen niet verder te laten stijgen; - De gemeente wil aanschaf en goed gebruik van automatische externe defibrillatoren in de gemeente bevorderen; - De gemeente spant zich in om een goed binnenklimaat te creëren in onderwijsvoorzieningen.
39
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 3)
Wat gaan we daarvoor doen? - De GGD en STBNO opdracht geven het basistakenpakket uit te voeren; - Uitvoeren diverse leefstijlprojecten, zoals Meet, weet en beweeg, Eten en Gymen, Gezonde schoolkantine, regionaal alcohol en drugs project; - Uitvoeren diverse andere projecten zoals De ontmoeting, Preventie eenzaamheid, subsidiëring AED’s. Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Centrum voor Jeugd en Gezin Op 17 juni 2009 is besloten om het ontwerpdocument Centrum Jeugd en Gezin Land van Cuijk vanuit Grave te ondersteunen. Alle gemeenten in het Land van Cuijk hebben dit inmiddels ook gedaan. De officiële ondertekening moet nog plaatsvinden, maar de respectievelijke colleges zijn akkoord gegaan. Voor de uitvoering van het ontwerpdocument is de vacature medewerker Centrum Jeugd en Gezin uitgezet. Deze medewerker, die onder de hoede van de gemeente Cuijk valt, zal in samenwerking met K2 en de kerngroep Jeugd Land van Cuijk zorgen voor de uitvoering. Dit houdt onder andere in dat in de gemeente Grave een fysiek inlooppunt wordt georganiseerd. Voor de duur van drie jaar (20092011) worden, gebruikmakend van een subsidieregeling van de provincie Noord-Brabant die is toegekend aan het Land van Cuijk, de kosten voor de medewerker gefinancierd. Voorzieningen en sociale samenhang (totaal) Wat mag het kosten? (-/- voordelig) Omschrijving
Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor winstbestemming Totaal mutaties reserves Resultaat na winstbestemming
Werkelijk: Begroot: 2008 2009
2010
Meerjarenplanning: 2011 2012
2013
9.941.213 -6.721.545
11.112.809 -6.378.576
11.448.354 -5.565.717
11.596.523 -5.587.798
11.444.513 -5.508.995
11.409.438 -5.515.610
3.219.668
4.734.233
5.882.637
6.008.725
5.935.518
5.893.828
-73.655
-215.735
-107.000
-70.287
-4.000
-4.000
3.146.013
4.518.498
5.775.637
5.938.438
5.931.518
5.889.828
40
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 4)
PROGRAMMA 4: ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN, TOERISME EN RECREATIE Portefeuillehouder: G.J. (Hans) Bos Inleiding Op economisch gebied is een ondernemersvriendelijke gemeente het uitgangspunt. Om samen met de plaatselijke ondernemers, vertegenwoordigers en Kamer van Koophandel randvoorwaarden te creëren. Hierdoor wordt het weer aantrekkelijk om in de gemeente Grave te vestigen en op deze manier een positieve bijdrage te leveren aan de plaatselijke werkgelegenheid. Het is belangrijk om economisch beleid te ontwikkelen in samenwerking met de ondernemers, vertegenwoordigers (Graveon en Horeca vereniging gemeente Grave) en de Kamer van Koophandel. Waar wil ondernemend Grave in 2020 staan? Het doel van dit programma is ook om de gemeente Grave toeristisch en recreatief steviger op de kaart te krijgen. De aantrekkelijkheid van onze vestingstad met haar cultuurhistorische gebouwen, de Maas, de kerkdorpen Escharen, Gassel, Velp en het achterland bieden voldoende mogelijkheden om dit te bewerkstelligen. Ook de samenwerking in het Land van Cuijk door middel van het portefeuillehoudersoverleg toerisme en recreatie, de regio-VVV, de kop van Noord-Limburg en de luchthaven Weeze (Niederrhein) benadrukken de aantrekkelijkheid van ons gebied (Land van Cuijk, kop van Noord-Limburg en een deel van Euregio Rijn-Waal) en bieden volop kansen. In juli 2009 is de nieuwe visie onder de titel “Noordelijke Maasvallei” grensoverschrijdend perspectief voor de regio Land van Cuijk, Noord-Limburg en Euregio Rijn-Waal als kompas voor ruimtelijke, sociale, economische en culturele ontwikkelingen tot stand gekomen. Voor de eerste keer trekken overheid, ondernemers, onderwijs, zorg en woonorganisaties gezamenlijk op om via het onorthodoxe proces van Beeldenstorm 2025 langs de lijn van ateliers, futurerooms, expertmeetings en debatten inzicht te bieden in de eigen identiteit van de regio Land van Cuijk en Noord-Limburg en de toekomst te verkennen. De regiovisie “Noordelijke Maasvallei” zal op het beleidsterrein economische aangelegenheden, toerisme en recreatie van verschillende acties een belangrijke basis vormen. Vanuit het Land van Cuijk is gereageerd richting provincie op het concept Structuurvisie plus om met deze visie in de nadere uitwerking van de structuurvisie plus rekening te houden. Daarnaast is en worden vanuit de samenwerking met de 21 gemeenten en de provincie in Noordoost Brabant impulsen gegeven om vooral de samenwerking te zoeken op het gebied van economische aangelegenheden en de richting die deze effecten op ruimtelijke inbedding hebben op het gebied van de verschillende technologieën, zoals Food, Machines en systemen, Logistiek, Zorg en Farma en Recreatie en toerisme. Taakvelden Dit programma bestaat uit de taakvelden economische aangelegenheden en toerisme en recreatie. Taakveld economische aangelegenheden Wat willen we bereiken? - Voorwaarden scheppen en randvoorwaarden creëren voor een gezonde economische ontwikkeling van de gemeente Grave; - Bevorderen aantrekkelijk vestigingsklimaat van winkels, bedrijven en (zorg-)voorzieningen. - Stimuleren economische leefbaarheid in kerkdorpen en het platteland. Beleidskader In het bestuursakkoord ('coalitieprogramma 2006-2010') is als speerpunt opgenomen: "5. bevordering van een goed ondernemingsklimaat". 1998: Marktverordening gemeente Grave 1998 2003: Verordening staangeld Grave 2004 2009: Beleidsnota Economische Zaken “Samen aan het werk”.
41
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 4)
Wat gaan we daarvoor doen? • Het verminderen van de administratieve regels; • Realisatie bedrijvenpark De Bons; • Uitbreiden winkelbestand binnenstad: - uitvoering plan Hart van Grave - behouden Arsenaal als economische bestemming; - tegengaan woondoeleinden in winkelpanden door aanpassing Komplan Grave; • Ontwikkeling dan wel nadere studie naar ontwikkeling nieuwe bedrijvenzone Wisseveld; • Optimaliseren mogelijkheden regionale samenwerking gemeenten Land van Cuijk en kop van Noord-Limburg (ontwikkeling regionale marketingstrategie), Noord-Oost Noord Brabant en Euregio Rijn-Waal; • Bevorderen economische leefbaarheid platteland/kerkdorpen: - mogelijkheden herziening bestemmingsplan Buitengebied benutten; - deelname in project Nieuwe Economische Dragers Land van Cuijk; - promoten Streekimpuls Peel en Maas Uitvoeren Benchmark – 0-meting klantvriendelijkheid van gemeente Grave onder ondernemers Communicatie naar ondernemers optuigen Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Behalve bovenstaande actiepunten en de in 2009 vastgestelde Beleidsnota Economische Zaken “Samen aan het werk” zal er in 2010 geen aanpassing plaatsvinden. In 2010 zullen we het beleidsplan van 2009 verder ten uitvoer brengen. Indicatoren Omschrijving Aantal bedrijven Percentage beroepsbevolking Percentage werklozen (van beroepsbevolking)
Bron KvK Provincie* Provincie*
E/P P P P
2007 760 49,85% 5,9%
2008 760 50% 5,9%
2009 770 50% 5,5%
2010 770 50% 5%
* Sociaal-Economische Kerncijfers 2008, Provincie Noord-Brabant
Er zijn op dit moment nog geen nieuwe kengetallen bekend, zodat de bovenstaande cijfers niet aangepast kunnen worden. Er dient rekening te worden gehouden met een bijstelling in verband met de economische malaise. Taakveld toerisme en recreatie Wat willen we bereiken? • Het bevorderen van toerisme en recreatie in de gemeente Grave. Gemeente Grave is stad Grave, de kerkdorpen Velp, Escharen, Gassel en het landelijke gebied. Beleidskader In het bestuursakkoord ('coalitieprogramma 2006-2010') is als speerpunt opgenomen: "6. bevordering toerisme en recreatie". Toeristisch-recreatief beleidsplan vast te stellen door de raad in december. Wat gaan we daarvoor doen? • Met een extra budgetimpuls van € 50.000 per jaar worden in de periode 2007 tot en met 2010 veel zaken aangepakt, zoals het actualiseren van het toeristisch-recreatief beleidsplan, verdere professionalisering van de stichting Bezoekersmanagement Grave en van de promotie in samenwerking met de lokale en regionale VVV en de Vereniging Nederlandse Vestingsteden, nieuwe arrangementen, verbeteren overnachtingsmogelijkheden, diverse toeristische routes uitbouwen (waaronder fiets- en wandelpaden), toeristische bewegwijzering verbeteren, autoluw maken binnenstad en/of Markt. Ook voor 2010 vindt de nadere uitwerking plaats door middel van een zeer gedetailleerde werkbegroting, die in samenwerking met de Stichting Bezoekersmanagement Grave (SBG) tot stand komt.
42
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 4)
Regio Perspectief Noord Oost Noord Brabant (uitgaven, incidenteel € 12.900) Het betreft een intentie tot samenwerking van de 21 gemeenten van Noord-Oost Brabant. Het doel is om Noord-Oost Brabant op de kaart te zetten. Omdat we als Land van Cuijk (en dus Grave) moeten zorgen dat we op de kaart blijven staan, wordt nu bestuurlijk gekeken hoe we aan deze samenwerking vorm moeten gaan geven. Hierbij wordt het visiedocument “Noordelijke Maasvallei” in het plan meegenomen. Het college heeft aangegeven voorstander te zijn van de samenwerking Noord-Oost Brabant. Om ook tot concrete uitvoering te komen op velerlei gebied is door de 21 gemeenten afgesproken om gedurende 1 jaar € 1,- per inwoner bij te dragen als cofinanciering in de diverse uit te voeren thema’s. Op deze wijze is het niet alleen de gemeente ’s-Hertogenbosch en de provincie die bepalen doch zijn het alle Noordoost Brabantse gemeenten die richting geven aan dit proces. Voor onze gemeente betekent dit dat er in 2010 eenmalig € 12.900,- beschikbaar wordt gesteld. Gemeentelijke samenwerking In 2010 zullen ook de mogelijkheden voor toeristische (gemeentelijke) samenwerking in het Land van Cuijk + de Kop van Noord-Limburg verder worden geïntensiveerd. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar de mogelijkheden tot herstart van de fietspendelboot tussen Boxmeer en Grave. Toerisme & recreatie na 2010 e De raad zal gevraagd worden om in het 4 kwartaal van 2009 het toeristisch-recreatieve beleidsplan 2010-2020 inclusief uitvoeringsprogramma vast te stellen. In de nota wordt de visie en ambitie aangegeven. Het uitvoeringsprogramma is het resultaat van een drukbezochte en geslaagde werkconferentie toerisme & recreatie die op 18 juni 2009 werd gehouden. Waterfront / Maasboulevard / Loswal De ligging van Grave aan de Maas is één van de kernkwaliteiten van Grave. De relatie van de stedelijke activiteiten en de inrichting van de openbare ruimte ten opzichte van het water zijn nog onvoldoende benut. Het waterfront aan de Maas biedt voldoende mogelijkheden om een grote bijdrage te leveren aan de beleidsdoelstelling op het gebied van economische zaken, recreatie en toerisme. In de Kadernota 2010 is in het opknappen van de Loswal, als onderdeel van het totale waterfront, voorzien en is er ingestemd met de investering in 2010 van € 650.000,-- (zie programma 5 onder "inrichten loswal"). Verplaatsing scheepswerf De scheepswerf levert een economische impuls voor Grave. Op de huidige locatie zijn de mogelijkheden nagenoeg geheel uitgeput. Verplaatsing van de scheepswerf zorgt voor behoud van de werf en werkgelegenheid in Grave voor de lange termijn. Economische aangelegenheden, toerisme en recreatie (totaal) Wat mag het kosten? (-/- = voordelig) Omschrijving
Totaal lasten Totaal baten
Werkelijk: Begroot: 2008 2009
2010
Meerjarenplanning: 2011 2012
2013
491.838 -705.690
817.128 -91.599
671.003 -119.984
596.028 -92.839
592.548 -92.839
584.339 -92.839
Resultaat voor winstbestemming
287.510
725.529
551.019
503.189
499.709
491.500
Totaal mutaties reserves
287.510
0
0
0
0
0
Resultaat na winstbestemming
575.020
725.529
551.019
503.189
499.709
491.500
43
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 5)
PROGRAMMA 5 DUURZAME RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Portefeuillehouders: H.P.M. (Harry) Opsteegh en G.J. (Hans) Bos Inleiding Een duurzame ruimtelijke ontwikkeling wordt gekenmerkt door een lange termijnvisie op de ontwikkelingsrichting van de gemeente. De deelname aan de pilot “bouwen binnen strakke contouren” heeft een aantal visiedocumenten opgeleverd (zoals het Ruimtelijke Toetsingskader) en wordt er momenteel, op basis van de vastgestelde strategische agenda, uitvoering gegeven aan de projecten. Het is echter, als gemeente, van belang blijvende aandacht te schenken aan maatschappelijke ontwikkelingen en daar de ruimtelijke ontwikkeling duurzaam op af te stemmen. Actualisatie van beleid en herijking van doelstellingen is een continu proces en dient de komende jaren, nu de pilot wordt afgerond, weer ingevuld te worden. Taakvelden Dit programma bestaat uit de taakvelden milieu en ruimtelijke ordening Taakveld milieu Wat willen we bereiken? Een duurzame en gezonde leefomgeving voor de inwoners van Grave door een goede ruimtelijke, evenwichtige en op Grave afgestemde ordening van de gemeente, door het verbeteren van de milieukwaliteit het versterken van natuur- en milieubewust gedrag o.a. door het bevorderen van de betrokkenheid, kennis en vaardigheden van en over natuur en milieu; Beleidskader Naast het gemeentelijk beleidskader moeten we ook nog voldoen aan de provinciale milieuverordening en is er op regionaal niveau een meerjarendoelstelling geformuleerd en is er een uitvoeringsprogramma leefomgeving. 2004: Afvalstoffenverordening regio Land van Cuijk en Boekel 2005: Verordening verlening van inzamelvergoedingen aan nonprofitinzamelaars van oud papier 2005 2005: Destructieverordening gemeente Grave Wat gaan we daarvoor doen? • Uitvoering geven aan de wet Milieubeheer (onder andere periodiek ophalen huisvuil); • Intensivering van de interne en externe informatie van milieu-informatie; • Integreren van milieu- en andere omgevingsbeleidsvelden; • Actualiseren milieuprogramma. Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Duurzame ontwikkeling Bij duurzame ontwikkeling is sprake van een ideaal evenwicht tussen ecologische, economische en (internationale) sociale belangen, zodat zowel de huidige als de toekomstige generaties in hun behoeften kunnen voorzien. Op gemeentelijk niveau komt dit (extern) tot uiting in de mogelijke ontwikkeling van beleid waar milieu en ruimtelijke ordening elkaar vinden. Zo kan aandacht besteed worden aan de productie van duurzame energie, duurzaam en energiebewust bouwen, klimaatverandering en behoud van biodiversiteit. Hiertoe is het noodzakelijk dat de nodige ambities worden geformuleerd als kader voor de uitwerking in deze traditionele beleidsterreinen. Een eerste oriëntatie op duurzaamheid vanuit de gemeenteraad vindt het najaar 2009 plaats in de vorm van een intern bestuurlijk duurzaamheiddebat.
44
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 5)
Indicatoren Omschrijving Tevredenheid burger over afvalinzameling (gemiddelde 6,9) Tevredenheid burger over openbaar groen (gemiddelde 6,6) Aantal ton opgehaald oud papier (per 1.000 kg)
Bron Monitor (SVDG) Monitor (SVDG) Managementinformatie
E/P E
2007
2008
2009
2010
6,1
6,1
6,5
7,0
E
6,8
6,8
7,0
7,0
P
1.035.
1.000
1.000
1.000
Taakveld ruimtelijke ontwikkeling Wat willen we bereiken? • Het Ruimtelijk Toetsingskader is een samenhangende en richtinggevende stedenbouwkundige visie op de ontwikkeling van Grave en de kerkdorpen op de korte (tot vijf jaar) en middellange termijn (tot tien jaar). • De vaststelling van het Masterplan Volkshuisvesting en Leefbaarheid (vastgesteld op 16 december 2003) impliceerde de opdracht tot het per kern ontwikkelen van een stedenbouwkundige visie. Het Ruimtelijk Toetsingskader is deze kwalitatieve stedenbouwkundige uitwerking van het Masterplan. Het faciliteert de toekomstige projectgestuurde ontwikkelingsrichting van Grave en is tegelijkertijd een bouwsteen voor de te actualiseren bestemmingsplannen. • Op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening zijn wij verplicht een structuurvisie op te stellen. Hierin zal het ruimtelijke beleid worden vastgelegd. Het ruimtelijke toetsingskader zal hiervoor als één van de onderleggers dienen. • De doelstelling voor het buitengebied vloeit voort uit het vastgestelde Reconstructieplan (Revitalisering Landelijk Gebied) en omvat de volgende kernpunten: - beheerste en duurzame ontwikkeling van het buitengebied met behoud en/of herstel van landschappelijke waarden en gericht op een duurzame balans tussen natuur en landbouw; - in stand houden van de verscheidenheid in het landschap als drager van de kwaliteit van de leefomgeving; - bevorderen van de sociaal-economische vitaliteit, het scheppen van nieuwe economische dragers en passend hergebruik geven aan de vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen; - meewerken aan de overplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven uit delen van het buitengebied die als extensiveringgebied zijn aangewezen; - onder de vlag van de reconstructie uitvoeren van projecten die in het landschapsbeleidsplan zijn aangeduid; - herziening van het bestemmingsplan Buitengebied en opstellen van een gebiedsvisie voor de bebouwingsclusters en -linten op basis van de provinciale nota Buitengebied in Ontwikkeling. • Inspelen op de ontwikkelingen met betrekking tot Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) • Behoud en ontwikkeling van het Graafsche culturele erfgoed • Jaarlijks de grondexploitaties herzien; • Herontwikkeling locatie Bijl/Hofplein tot woningbouw met winkelvoorzieningen; • Een extra impuls geven aan de woningbouw in de kerkdorpen; • Ontwikkeling van het woongebied en industriegebied Wisseveld (Koninginnedijk); • Herontwikkeling centrum Velp (2e fase starten); • Afronden Centrumplan Gassel • Nieuwbouw Maaszicht binnen plangebied Koninginnedijk; Monumentenbeleid Grave (uitgaven incidenteel, 2010 € 60.000 en 2011 € 30.000, geen financiële middelen opgenomen in deze begroting) Grave zet zich al jaren in voor het behoud van cultuurhistorie omdat Grave een groot deel van haar identiteit ontleent aan deze historie. Nederland blijft echter ontwikkelen, bouwen en het invullen van onze landschappen gaat door. Om erfgoed een rol te laten spelen in het ruimtelijke beleid is het van belang dat er een toepasselijk beleidsinstrument komt. Ook het Rijk is bezig met een hervorming van objectgerichte bescherming naar een bredere aanpak van cultuurlandschappen geïmplementeerd in
45
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 5)
de ruimtelijke ordening. In 2010 zal het archeologiebeleid worden opgestart. Deze aanzet zou daarna over moeten gaan op een “Erfgoedplan”. Een erfgoedplan heeft als doelen: een inventarisatie van al het aanwezige erfgoed in de gemeente (zoals archeologische, historisch-geografische en historisch(steden)bouwkundige waarden) en het opstellen van een toekomstvisie over de manier waarop dit erfgoed een rol kan spelen in elk gemeentelijk beleidsonderwerp. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 t/m 2015 Riolering is een belangrijke voorziening in het kader van de volksgezondheid. Voor het verwijderen van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater uit de woonomgeving zijn voorzieningen nodig. Aanleg en beheer van deze voorzieningen is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer en de Wet op de waterhuishouding. In het gemeentelijke rioleringsplan wordt weergegeven hoe de gemeente Grave haar watertaken de komende planperiode wil vormgeven. Waterplan (uitgaven, incidenteel € 55.000, geen financiële middelen opgenomen in deze begroting) De gemeente is wettelijk verplicht een GRP op te stellen. Vanaf 2013 moeten gemeenten beschikken over een verbreed GRP, waarin de invulling van de zorgplichten ten aanzien van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater verwoord is. In het GRP wordt rekening gehouden met het Waterplan Grave, waarin de invulling van de gemeentelijke zorgplichten ten aanzien van water zijn verwoord. Het waterplan heeft ook een uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma wordt gezien als een inspanningsverplichting. Een aantal projecten kunnen niet vanuit het VGRP gefinancierd worden en worden opgenomen in de begroting 2010, namelijk: - WPGRA012-2009: Baggeropgave inzichtelijk maken en uitwerken in een baggerplan en ruimte voor (tijdelijke) opslag planologisch mogelijk maken. Incidentele post van € 30.000,-- WPGRA017-2009: Educatie lespakketten. Incidentele post van € 5.000,-- WPGRA018-2009: Educatie: Film “Water in het Land van Cuijk”. Incidentele post van € 5.000,- WPGRA019-2009: Onderzoeksproject inrichtingsmaatregelen dakwater nieuw stadhuis en zuidelijke vestingswerken. Incidentele post van € 15.000,-Herziening bestemmingsplannen (uitgaven incidenteel, 2010 € 60.000 en 2011 €10.000 dekking uit reserve) Omdat een groot deel van de geldende bestemmingsplannen verouderd is, is enkele jaren geleden besloten om de actualisering van de bestemmingsplannen ter hand te nemen. Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. In de Wro heeft het bestemmingsplan zijn centrale betekenis gehouden; het is het enige plan dat burgers rechtstreeks bindt. In 2010 zullen de bestemmingsplannen voor de Kerkdorpen (Escharen, Gassel, Velp) en het Buitengebied worden vastgesteld. Ook voor Grave (centrum en woonwijken) is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding. Naar verwachting zal de formele bestemmingsplanprocedure in 2010 worden opgestart. Asielzoekerscentrum Door de contractbeëindiging en de analyse dat het niet efficiënt is om het gebouwencomplex van de voormalige kazerne de Bons aan te passen aan de huidige eisen is het COA verplicht om een nieuwe huisvesting voor asielzoekers te realiseren. Het COA heeft de wens uitgesproken om in Grave een duurzame huisvesting te realiseren. In 2010 zal hierover besluitvorming dienen plaats te vinden. De financiële consequenties van het AZC zijn explicieter dan voorgaande jaren in de begroting tot uitdrukking gebracht. Een exactere toerekening van de apparaatskosten heeft plaatsgevonden. Dit resulteert naast de reguliere geldstromen, in een vordering in 2010 op het COA van afgerond € 40.000,-. Dit is expliciet in de begroting tot uitdrukking gebracht. Mocht de vordering slechts gedeeltelijk of geheel niet geïncasseerd kunnen worden bij het COA, dan kan de komende jaren nog beschikt worden over de gevormde reserve AZC. Inrichten Loswal (investering € 650.000 en kapitaallasten € 26.000 vanaf 2011) De inrichting van de openbare ruimte op de loswal ten opzichte van het water is nog onvoldoende benut. De loswal biedt mogelijkheden om een positieve bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van de stad, recreatie en toerisme.
46
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 5)
Beleidskader Het taakveld ruimtelijke ordening opereert voornamelijk onder landelijke wetgeving. Op het gebied van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ontwikkeling is het hebben van een structuurvisie voor het gehele grondgebied een vereiste. - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) met als instrument de omgevingsvergunning Daarnaast valt onder het beleidskader het Ruimtelijk Toetsingskader, de Welstandsnota, de Monumentennota, de StructuurvisiePlus, het Uitwerkingsplan Land van Cuijk (streekplan) en het Reconstructieplan, Monumentenverordening Grave 2003. Indicatoren Omschrijving Aantal verleende bouwvergunningen (vanaf 01.01.10: omgevingsvergunning) Aantal rijksmonumenten Aantal gemeentelijke monumenten
Bron Managementinformatie Managementinformatie Managementinformatie
E/P P
2007
2008
2009
2010
6
176
170
170
0
P
172
172
172
175
P
134
134
134
140
¹ Vanaf 1 januari 2010 is er geen sprake meer van een bouwvergunning maar zullen verschillende vergunningsoorten (zoals bouwvergunning, milieuvergunning, kapvergunning, sloopvergunning, monumentenvergunning e.d.) worden geïntegreerd in de omgevingsvergunning. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (totaal) Wat mag het kosten? (-/- voordelig) Omschrijving
Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor winstbestemming Totaal mutaties reserves Resultaat na winstbestemming
Werkelijk: Begroot: 2008 2009
2010
Meerjarenplanning: 2011 2012
2013
14.022.840 -7.929.438
7.715.406 -6.210.922
6.502.851 -5.103.035
6.523.727 -5.123.839
6.523.576 -5.145.350
6.521.947 -5.167.592
6.093.402
1.504.484
1.399.816
1.399.888
1.378.226
1.354.355
-6.933.671
-598.470
0
0
0
0
-840.269
906.014
1.399.816
1.399.888
1.378.226
1.354.355
47
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 6)
PROGRAMMA 6: PUBLIEKE DIENSTVERLENING EN COMMUNICATIE Portefeuillehouder: mevrouw W.J.G. (Wilma) Delissen-van Tongerlo Inleiding De visie op publieke dienstverlening en communicatie is het zorgen voor een hoog dienstverleningsniveau. Klanten moeten snel, efficiënt, vakkundig en rechtvaardig worden behandeld. De inwoners moeten op de hoogte (kunnen) zijn van het gemeentelijke beleid en wij moeten hen in ruime mate de mogelijkheid bieden te participeren bij beleidsvorming en –uitvoering. We werken continue aan verbetering van het imago van de gemeente. Geregeld zullen wij meedoen aan het onderzoek 'De Staat van de Gemeente', om het imago te meten en waar nodig proberen bij te stellen. In 2006 hebben wij voor het eerst aan dit onderzoek meegedaan. Het onderzoek uit 2006 kan opgevat worden als een 0-meting. In 2009 hebben wij opnieuw meegedaan aan dit onderzoek dat overigens wel van naam is veranderd. Nu heet het Waarstaatjegemeente.nl. Aard en opzet van het onderzoek zijn echter hetzelfde gebleven. In 2010 zijn de resultaten van het onderzoek bekend. De resultaten kunnen vergeleken worden met het onderzoek uit 2006. De onderzoeksresultaten zijn openbaar en zullen worden gepubliceerd via de gemeentelijke website. Onderdeel van het hiervoor genoemde onderzoek Waarstaatjegemeente.nl is een klanttevredenheidsonderzoek. Dit deel van het onderzoek richt zich specifiek op het stadhuis (bereikbaarheid, openingstijden, parkeren e.d.) en de dienstverlening aan “het loket” (vriendelijkheid, deskundigheid, wachttijd e.d.). Omdat in 2006 nog sprake was van het “oude stadhuis” en omdat de Publieksbalie nog niet was ingevoerd zijn de resultaten van het huidige onderzoek t.o.v. 2006 extra interessant. Vanaf 2008 wordt gewerkt met het concept 'publieksbalie'. Hier kunnen burgers met al hun vragen terecht. Het streven is dat 80% van de klantvragen op het niveau van de front-Office worden afgehandeld. De klantcontacten kunnen zich aandienen via de volgende kanalen: balie, telefoon, post, e-mail en internet. Hierbij maken de medewerkers gebruik van vastomlijnde procedures waardoor elke burger met dezelfde vraag op dezelfde manier geholpen wordt. Ook streven wij naar het principe 'klaar terwijl u wacht', wat de klantvriendelijkheid ten goede komt. Wat willen we bereiken? De gemeentelijke producten en diensten zodanig aanbieden dat de klantvraag integraal benaderd wordt en dat we streven naar "klaar terwijl u wacht". Verder doorgroeien naar een volwaardig Klant Contact Centrum. Objectieve beeldvorming over de gemeente; Een grotere burgerparticipatie bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. Zoals ook in de paragraaf bedrijfsvoering is aangegeven zullen de kerntaken van de ambtelijke organisatie voor 2010 zijn: - integraliteit; - kwaliteit, leesbaarheid en tijdigheid; - goed verankerde juridische en financiële control functies; - werken aan integrale veiligheid en handhaving; - klant centraal stellen. Beleidskader In het bestuursakkoord ('coalitieprogramma 2006-2010') zijn twee speerpunten opgenomen: "4. minder regels (Paarse krokodil)" en "7. opstellen visie en missiedocumenten met de bevolking". Het onderwerp "minder regels" is al nader uitgewerkt in een herziening (vereenvoudiging) van de Algemene Plaatselijke Verordening en vermindering van regelgeving op het gebied van welstand. Minder regels heeft niet alleen met publieke dienstverlening te maken, maar werkt ook door naar alle andere programma's. Op een verdere vereenvoudiging van regelgeving zullen wij alert blijven. Aan het onderwerp "visie/missie" is door de gemeenteraad geen vervolg gegeven. 2002: Verordening GBA (gemeentelijke basisadministratie). Deze wordt in 2010 geactualiseerd. 2008: Legesverordening gemeente Grave 2009.
48
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 6)
Wat gaan we daarvoor doen? Interactief communiceren met inwoners; Informeren van inwoners via media (bijvoorbeeld de Graafsche Courant en/of www.grave.nl); Buurtbeheer beter positioneren; De bedrijfsvoering anders inrichten om de dienstverlening op een hoger peil te brengen. Monitoren en borging kwaliteit publieksbalie. Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Vermindering administratieve lasten (inkomsten, structureel € 2.500 lager) Het Rijk is voornemens de Gemeentelijke Basisadministratie en de Registers van de Burgerlijke Stand samen te voegen tot een registratie. Daarnaast wil men de administratieve lasten van de burger verminderen. Zo zal het voor een voorgenomen huwelijk niet langer noodzakelijk zijn allerlei documenten te overleggen. Dit zal per huwelijk circa € 40, - aan inkomsten schelen (op jaarbasis circa € 2500,--). Verder zal door het invoeren van de basisregistraties er minder behoefte zijn aan verschillende uittreksels. Website In 2010 blijven we, net als in 2009, de landelijke ontwikkelingen volgen voor wat betreft het elektronisch aanbieden van goederen en diensten middels de gemeentelijke website. Dit kan variëren van het alleen verstrekken van informatie tot en met het bestellen, afnemen en betalen van goederen of diensten. In 2009 zijn via de gemeentelijke website de eerste producten aangeboden die volledig digitaal af te nemen zijn. Volledig digitaal wil zeggen van aanvragen tot en met betalen en thuis toegestuurd krijgen. Cliënten hoeven dus niet meer naar het stadhuis te komen. In 2010 zal een verdere uitrol plaatsvinden van producten die geheel of gedeeltelijk digitaal af te nemen zijn. In 2009 is Grave aangesloten op de Berichtenbox en het IMI. De Berichtenbox is een manier om beveiligd berichtenverkeer tussen overheid en bedrijfsleven mogelijk te maken. Via dit kanaal kunnen ondernemers aan de overheid vragen stellen, procedures en transacties uitvoeren en formaliteiten afwikkelen. Aansluiting is verplicht. Er is een koppeling met projecten als Samenwerkende catalogi, decentrale regelgeving e.d.; projecten die reeds eerder in onze gemeentelijke website zijn geïmplementeerd. Het IMI is een vraag- en antwoordsysteem waarmee via internet contact kan worden onderhouden tussen bevoegde instanties in de EU. Het IMI wordt sinds februari 2008 al voor de richtlijn erkenning beroepskwalificaties gebruikt en is nu uitgebreid in het kader van de Dienstenrichtlijn. Het IMI gaat niet alleen functioneren tussen lidstaten, maar kan ook gebruikt worden voor informatie-uitwisseling binnen Nederland. Men kan dus via het IMI ook vragen stellen aan een andere op het IMI aangesloten bevoegde instantie in Nederland. Vanaf 2010 moet met de Berichtenbox en het IMI gewerkt gaan worden. Nu het systeem technisch gereed is zal 2010 vooral het jaar van de implementatie worden. Basisregistratie Adressen en Gebouwen De BAG is een registratiesysteem voor allerlei gegevens van gebouwen dat landelijk wordt ingevoerd. De uiterste officiële datum van de aansluiting op de landelijke voorziening was 1 juli 2009. Doordat de software leverancier besloot om niet verder te gaan met de ontwikkeling van de huidige software hebben wij als gemeente een behoorlijke vertraging opgelopen. Verder is door een beëindiging van de samenwerking Land van Cuijk opnieuw een vertraging opgelopen in de gemaakte planning. In de huidige planning is het de verwachting dat wij in juni 2010 gaan aansluiten op de landelijke voorziening. Van invloed op deze datum is echter wel de mogelijke samenwerking met Mill en Cuijk en het installeren van de benodigde software want de leverancier heeft aangegeven dat hij de eerst komende periode geheel vol gepland is. Als wij zijn aangesloten op de landelijke voorziening zal dit de eerst komende periode ( 6 maanden tot 1½ jaar) zeker nog de nodige werkzaamheden met zich meebrengen omdat er dan vanaf de landelijke voorziening foutmeldingen worden teruggekoppeld naar de gemeente die nader dienen te worden onderzocht en uitgezocht. Dit is de verwachting gezien de ervaring van de andere gemeenten en ontvangen informatie van het Ministerie van VROM.
49
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 6)
Indicatoren Omschrijving Rapportcijfer burgerrol KLANT (gemiddelde 6,9) Gemiddelde doorlooptijd afhandeling bezwaarschriften Aantal bezwaarschriften
Bron Monitor (SVDG) Managementinformatie Managementinformatie
E/P E
2007 6,5
2008 6,5
2009 7,0
2010 7,0
P
21 weken 57
21 weken 46
14 weken 42
14 weken 40
Wat mag het kosten? (-/- = voordelig) Omschrijving
Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor winstbestemming Totaal mutaties reserves Resultaat na winstbestemming
Werkelijk: Begroot: 2008 2009
2010
Meerjarenplanning: 2011 2012
2013
265.528 -225.318
942.740 -214.325
740.439 -211.450
737.346 -211.450
731.894 -211.450
727.919 -211.450
40.210
728.415
528.989
525.896
520.444
516.469
-40.000
0
0
0
0
0
210
728.415
528.989
525.896
520.444
516.469
50
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 7)
PROGRAMMA 7: FINANCIËLE KADERSTELLING EN BEDRIJFSVOERING Portefeuillehouders: G.J. (Hans) Bos en mevrouw W.J.G. (Wilma) Delissen-van Tongerlo (P&O) Inleiding Dit programma wordt verwoord in de overige programma's en in de paragrafen. Financiële kaderstelling gaat uit van de financiële verordening Grave 2006 en de bijbehorende kaderstelling in de begroting. Uitgangspunt is een duurzaam sluitende begroting. Voor het begrotingsjaar 2010 is weer gewerkt met een Kadernota. Deze is behandeld in de raadsvergadering van 14 juli 2009. De besluitvorming van de gemeenteraad over de Kadernota 2010 is in deze begroting verwerkt. Bedrijfsvoering betreft de sturing en beheersing van de primaire en ondersteunende processen binnen de gemeente Grave. Bij de primaire processen hebben we het over de begrotings- en beleidsprocessen. Ondersteunende processen zijn de processen die veelal worden aangeduid met PIOFHA. Deze afkorting staat voor Personeel, Informatie, Organisatie, Financiën, Huisvesting en Automatisering. De bedrijfsvoeringsaspecten worden verantwoord in de paragraaf bedrijfsvoering. Wat willen we bereiken? Een duurzaam sluitende begroting; Grave blijft een zelfstandige gemeente in de regio; Waar mogelijk de samenwerking met de regio bevorderen. Beleidskader In het bestuursakkoord ('coalitieprogramma 2006-2010') zijn in het kader van dit programma twee speerpunten benoemd te weten: "7. opstellen visie en missiedocumenten met de bevolking" "8. bevordering SETA (Samen En Toch Apart)" Het opstellen van visie- en missiedocumenten met de bevolking is in 2007 opgestart. In 2008 zijn hierover diverse rapportages verschenen. Aan dit proces is geen vervolg gegeven. De bevordering van de samenwerking binnen het Land van Cuijk is een voortdurend proces, dat de afgelopen tijd gekenmerkt wordt met de nodige “ups en downs”. Hiervoor verwijzen wij u naar de paragraaf verbonden partijen. Wat gaan we daarvoor doen? Bij de Kadernota 2010 heeft de gemeenteraad de volgende budgetvragen goedgekeurd: • exploitatiekosten Multi Functioneel Centrum; • uitbreiding budget voor de WMO voorzieningen (structureel € 150.000,-); • inrichting van de Loswal (investering van € 650.000,-); • uitbreiding Graafs Museum (investering van bruto € 520.000,-). Over de investering van de brug over de Raam in Escharen (€ 125.000,-) heeft de gemeenteraad besloten om de kosten in één keer ten laste te brengen van het batige saldo van de burap 2009-1. Deze besluitvorming van de gemeenteraad is in de begroting 2010 en de meerjarenraming 2011 – 2013 verwerkt. In 2010 zullen nog enkele onderwerpen in het kader van het begrotingsbeleid worden uitgewerkt. Hierbij kan gedacht worden aan: -bezien van de renteomslag in de begroting; -opstellen van een nieuwe kostenverdeelstaat; -integrale kostprijsberekening van de tarieven en leges met als uitgangspunt 100 kostendekkendheid. Ook zullen in 2010 de beheerplannen herzien worden voor de nieuwe bestuursperiode.
51
%
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 7)
Nieuw beleid / ontwikkelingen 2010 Opbrengsten Beleggingen (inkomsten, structureel € 98.970 hoger in 2010 daarna oplopend) In de Kadernota 2010 was een wijziging opgenomen van de renteopbrengsten. Er vond een overheveling plaats van structureel naar incidenteel. Jaarlijks werd een bedrag van € 45.000,-overgeheveld om te zorgen dat de belegde gelden, op het moment dat ze vrijvallen in 2012- 2017, vrij besteedbaar zijn. Dit betekende wel dat er jaarlijks voor een bedrag van € 45.000,-- aan nieuwe begrotingsruimte geschapen moest worden om de begroting gezond te houden. Inmiddels is duidelijk geworden dat onze inkomsten uit de algemene uitkering fors dalen. De meicirculaire 2009 gaf dat al aan. De negatieve gevolgen zijn ook vermeld in de kadernota. Zoals in de inleiding van deze begroting is vermeld (1.1) heeft het college diverse maatregelen genomen om een sluitende begroting te kunnen presenteren. Eén daarvan is het toch als structureel dekkingsmiddel blijven inzetten van het grootste deel van de rente-inkomsten. Alleen het bedrag dat in 2009 al was overgeheveld van structureel naar incidenteel blijft in stand. Zodra in 2012 de daarbij behorende belegging van 1 miljoen euro vrijvalt wordt deze toegevoegd aan de vrij besteedbare algemene reserve. Door het opheffen van de taakstelling betekent dit voor de jaren 2010 - 2013 dit een structurele stijging van de baten ten opzichte van de Kadernota 2010 met: 2010 € 45.000,-2011 € 90.000,-2012 € 135.000,-2013 € 180.000,-De incidentele baten, die ingezet hadden kunnen worden voor incidentele uitgaven dalen in die jaren met dezelfde bedragen. Rentecomponent boekwaarde grondexploitaties (inkomsten structureel € 203.750) Ten laste van de grondexploitaties wordt er een rentevergoeding t.g.v. de gemeentelijke exploitatie gebracht voor de gelden die de grondexploitaties van de gemeente “geleend” hebben. Dit bedrag stemt overeen met wat in de Kadernota 2010 is opgenomen. Algemene uitkering (inkomsten structureel, € 168.000 meer inkomsten in 2010 t.o.v. kadernota) Het Kabinet heeft op 17 april 2009 een financieel akkoord getekend met de VNG over het gemeentefonds in relatie tot de maatregelen ter bestrijding van de recessie. Onderdeel daarvan is het buiten werking stellen van de zgn. normeringsmethodiek in de jaren 2009, 2010 en 2011. Het Rijk en medeoverheden hebben geen concrete afspraken gemaakt over de rijksbijdrage in 2012 en verder. De onzekerheid over de meerjarenramingen van de overheidsfinanciën is momenteel groot. Dit wordt vooral veroorzaakt door het feit dat zowel het moment als de mate van het economisch herstel nog voor een belangrijk deel onduidelijk is. Inmiddels is wel zeker geworden dat de overheidsfinanciën langdurig uit het lood geslagen zijn als gevolg van de financiële en de economische crisis. Zelfs wanneer er na de crisis wordt teruggekeerd naar een economische groei van 2%, treedt er geen verbetering op van het overheidssaldo en blijft het tekort boven de toegestane Europese norm van 3% Bruto Binnenlands Product (BBP). Dit sombere vooruitzicht noopt tot forse aanvullende maatregelen om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen. In de Miljoenennota 2010 kondigt het kabinet een aantal beleidsreacties aan dat op termijn moet bijdragen aan het verbeteren van het Nederlandse overheidssaldo. De heroverwegingen zullen in het komend voorjaar ( 2e kwartaal 2010) worden afgerond en zullen gevolgen hebben voor en betrokken worden bij de voorbereiding van de begrotingen 2011 en 2012. In de septembercirculaire 2009 zijn enkele taakmutaties opgenomen, zoals voor de versterking van de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk en de compensatie voor de gevolgen van de Awbzpakketmaatregel. Verder stijgt de uitkeringsfactor met 3 punten t.o.v. de meicirculaire 2009. Harmonisatie arbeidsvoorwaarden a.g.v. Samenwerking Land van Cuijk (uitgaven structureel € 42.000) Door de medezeggenschapsorganen is een sociaal statuut geaccordeerd waarin bepaald is dat e gedurende de 1 helft van 2009 de arbeidsvoorwaarden voor alle gemeentelijke medewerkers geharmoniseerd worden. Door deze harmonisatie zullen voor de gemeente Grave extra kosten zichtbaar worden die nu niet van toepassing zijn op de Graafse arbeidsvoorwaarden. Dit betekent in
52
BELEIDSBEGROTING
2.1 Programmaplan (programma 7)
de praktijk dat er met ingang van 2010 een extra budget nodig zal zijn van € 42.000 ter compensatie van deze extra kosten. (NB: omdat er nog geen nieuwe besluitvorming rond de samenwerking heeft plaatsgevonden, is zowel de tekst als het bedrag uit de Kadernota 2010 verwerkt in de begroting 2010). Financiële effecten Samenwerking Land van Cuijk (uitgaven structureel € 14.200 in 2010) In het kader van de Samenwerking Land van Cuijk is er nog het aandachtspunt van de zogenaamde desintegratiekosten. Kort samengevat komt dit er op neer dat de gemeenten met kosten van overhead worden geconfronteerd doordat medewerkers elders in het Land van Cuijk worden gehuisvest. Als dit niet gecompenseerd wordt door huisvesting van “nieuwe” medewerkers vanuit de andere vier gemeenten, blijven de kosten van overhead e.d. voor rekening van de betreffende gemeente komen. Meerdere factoren en kostenaspecten spelen hierbij een rol. Een oplossing voor dit aandachtspunt kan gevonden worden in de zogenaamde “gedwongen winkelnering”. Dit houdt onder andere in dat leegkomende werkplekken gevuld worden door “nieuwe” medewerkers van andere gemeenten en dat de nieuwe samenwerkingsvorm diensten e.d. inkoopt bij de vijf gemeenten. Als dit voor 100% gerealiseerd wordt, worden de desintegratiekosten genivelleerd. Voorlopig gaan wij er van uit dat de gedwongen winkelnering voor 50% kan worden gerealiseerd. Voor Grave ligt het break-evenpoint dan in 2013. (NB: omdat er nog geen nieuwe besluitvorming rond de samenwerking heeft plaatsgevonden, is zowel de tekst als het bedrag uit de Kadernota 2010 verwerkt in de begroting 2010). Vergoeding vanuit GREX aan de exploitatie van de algemene dienst (structureel voordeel van €214.600) Vanuit de grondexploitatie (GREX) wordt een compensatie betaald voor kosten van salarissen, overhead etc. die aan deze GREX toegerekend kunnen worden. Met deze kosten wordt in de diverse exploitatieberekeningen van de GREX rekening gehouden. De geraamde en werkelijke cijfers van 2008 - 2013 zijn tegen elkaar afgezet. Daarbij bleek dat de inkomstenraming te laag is. In de begroting 2009 is meerjarig rekening gehouden met een bedrag van € 185.400,-- terwijl in de GREX met ruim 4 ton rekening is gehouden in de (nog niet vastgestelde) exploitatieberekeningen. Ook in 2008 is ruim 4 ton betaald. Dit bedrag van € 185.400,-- is gebaseerd op de invulling van de tijdelijke extra fte's. De vergoeding die wordt ontvangen hangt samen met de kosten die gemaakt worden. In 2007 is besloten dat voor een periode van vijf jaar extra fte's in dienst genomen kunnen worden, dus tot en met 2011. In de begroting is met een afname van kosten voor deze fte's rekening gehouden vanaf 2012. Concreet betekent e.e.a. voor de begroting (ook t.o.v. de Kadernota) het volgende: (-/- = voordelig) 2010 Daling salariskosten 0 Stijging bijdrage GREX -214.600 Per saldo voordeel begroting -214.600
2011 0 -214.600 -214.600
2012 -185.400 -29.200 -214.600
2013 -185.400 -29.200 -214.600
Wat mag het kosten? (-/- = voordelig) Omschrijving
Werkelijk:
Begroot: 2009
2010
9.749.647 12.014.759 -13.922.796 -23.687.536
4.008.576 -16.606.499
3.495.068 3.246.135 3.159.180 -16.459.911 -15.930.446 -15.689.039
-4.173.149 -11.672.777
-12.597.923
-12.964.843 -12.684.311 -12.529.859
2008 Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor winstbestemming Totaal mutaties reserves Resultaat na winstbestemming
604.661
484.493
34.200
-3.568.488 -11.188.284
-12.563.723
53
Meerjarenplanning: 2011
35.868
2012
10.167
2013
20.638
-12.928.975 -12.674.144 -12.509.221
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (algemeen)
2.2 Paragrafen Artikel 9 lid 1 BBV luidt als volgt: "In de begroting worden in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede tot de lokale heffingen." Het doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting (kunnen) staan, worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor u een beter inzicht in deze onderwerpen krijgt. Ook is bij deze onderwerpen meestal een groot financieel belang gediend. De paragrafen geven hierdoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn. Op grond van het tweede lid van artikel 9 van het BBV bevat de begroting tenminste de navolgende paragrafen (tenzij het desbetreffende onderdeel bij een gemeente of provincie niet aan de orde is): a. lokale heffingen b. weerstandsvermogen c. onderhoud kapitaalgoederen d. financiering e. bedrijfsvoering f. verbonden partijen g. grondbeleid.
54
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (lokale heffingen)
Paragraaf lokale heffingen Wettelijk kader Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de bepalingen in de Financiële verordening gemeente Grave 2006 moeten in de paragraaf lokale heffingen de volgende onderdelen worden vermeld: Onderdeel - de geraamde opbrengsten - het beleid ten aanzien van de lokale heffingen - een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen - een aanduiding van de lokale lastendruk - een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid - de mate van kostendekkendheid van het rioolrecht en de reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht)
Op grond van art. 10, letter a BBV art. 10, letter b BBV art. 10, letter c BBV art. 10, letter d BBV art. 10, letter e BBV art. 13 Fin. verordening
Opbouw paragraaf Deze paragraaf bevat informatie en voorstellen over de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen en gaat in op de consequenties daarvan voor de inwoners. Deze paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - Geraamde opbrengsten; - Beleidsmatige uitgangspunten; - Overzicht (op hoofdlijnen) diverse heffingen; - Lokale belastingdruk; - Kwijtscheldingsbeleid; - Artikel 12-beleid; - Ontwikkelingen Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ); - Samenvatting. Geraamde opbrengsten De baten van de gemeente bedragen voor 2010 ongeveer € 27,9 miljoen. Daarvan wordt 40% ontvangen van het rijk via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Van de totale baten in de begroting 2010 vormt het aandeel van de gemeentelijke belastingen en heffingen 15% (2009: 16%). Ook na de afschaffing van het gebruikersdeel voor woningen van de onroerende zaakbelastingen (OZB) per 2006 vormen de gemeentelijke belastingen het belangrijkste deel van de autonome inkomsten van de gemeente. Het bestaande beleid gaat uit van een jaarlijkse indexering van de tarieven, mede om schoksgewijze verhogingen te voorkomen. In de begroting 2010 is, voor wat betreft de belastingen, in principe uitgegaan van een trendmatige verhoging van 0,5% van de verwachte werkelijke opbrengst over 2009. Hiervoor is de algemene prijsinflatie-index gehanteerd conform de inschattingen van de meicirculaire 2009. U hebt dit al besloten in de kadernota 2010 (pagina 17).
55
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (lokale heffingen)
Tabel 1: Opbrengst belastingen en heffingen 2009 t.o.v. raming 2010 Raming Verwachte Toename Product- Belastingsoort 1 2009 na werkelijke nummer begrotings- opbrengst wijziging 2009 632901 Hondenbelasting 65.000 66.000 0,5% 632301 Marktgelden 21.800 18.680 0,5% 634602 Onroerende 1.756.000 1.750.797 0,5% zaakbelastingen 642105 Afvalstoffenheffing 815.000 759.590 0,5% (particulieren) 642105 Reinigingsrechten 23.000 18.350 0,5% (bedrijven) 642701 Rioolrecht 853.900 988.935 0,5%
Opbrengst 2010
% van belast.
% van totaal
66.300 18.800 1.759.600
1,6% 0,5% 41,9%
0,2% 0,1% 6,3%
763.400
18,2%
2,7%
18.400
0,4%
0,1%
993.800
23,6%
3,6%
642801 diversen
Lijkbezorgingrecht 88.630 88.630 0,5% 89.100 2,1% 0,3% Leges 594.655 772.205 0,5% 492.080 11,7% 1,8% 4.217.985 4.463.187 4.201.480 100% Totaal belastingen 15,1% en heffingen 27.910.072 100% Totaal begroting (bruto) De gevolgen voor 2009 van de "verwachte werkelijke opbrengsten" afgezet tegen de ramingen van 2009 na wijziging worden in de 2e Burap 2009 meegenomen. Beleidsmatige uitgangspunten Eén van de beginselen van belastingheffing is het profijtbeginsel. Een belastingplichtige betaalt belasting voor het profijt dat hij trekt van door de gemeente geleverde prestaties (bijvoorbeeld in de vorm van voorzieningen en diensten). Hierbij is het van belang dat de belastingheffing duidelijk en eenvoudig is. Voor de gemeente geldt dat dit gebeurt met zekerheid van ontvangst van gelden tegen zo laag mogelijke kosten. Om deze doelstellingen zo efficiënt en effectief mogelijk te kunnen realiseren, worden de volgende beleidsmatige uitgangspunten gehanteerd: - De gemeentelijke belastingen worden door de gemeente zelf opgelegd en liften niet mee met nutsbedrijven of andere instanties; - Aanslagen worden zo veel mogelijk gecombineerd opgelegd (kostenbesparend). In ieder geval worden gecombineerd opgelegd de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, het reinigingsrecht, het rioolrecht en de hondenbelasting. Met ingang van 2005 is ook de WOZ-waarde op het aanslagbiljet vermeld; - De streefdatum voor het opleggen van het gecombineerde 'aanslagbiljet gemeentelijke belastingen' is eind januari 2010; - Een belastingaanslag moet in principe binnen het kalenderjaar betaald worden; - Het streefpercentage belastingplichtigen dat de gemeente heeft gemachtigd tot automatische incasso was 75% maar bleef al enkele jaren steken op maximaal 70%. Momenteel is het percentage gedaald tot circa 65%. Het is reëler te streven naar een zo hoog mogelijk percentage. In de bijsluiter bij het jaarlijkse aanslagbiljet wordt actief gepromoot deel te nemen aan automatische incasso; - Belastingplichtigen die een machtiging afgeven voor automatische incasso krijgen minimaal acht incassotermijnen. Sinds 2009 wordt het gecombineerde 'aanslagbiljet gemeentelijke belastingen' in januari opgelegd. Hierdoor bedraagt bij deelname aan automatische incasso het aantal incassotermijnen elf; - Belastingplichtigen die twee achtereenvolgende jaren volledig kwijtschelding hebben gekregen, krijgen in het jaar daarop automatisch kwijtschelding vooraf. Periodiek wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of er gewijzigde financiële omstandigheden zijn, waardoor de kwijtschelding herzien kan worden; - Actuele informatie over de belastingen en diverse aanvraagformulieren worden middels internet (gemeentelijke website) beschikbaar gesteld; - Voor de tariefberekening van de rechten wordt de compensabele BTW meegenomen (voor zover wettelijk toegestaan).
1
Dit nummer is van belang voor de financiële administratie en is als hulpmiddel in deze paragraaf vermeld.
56
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (lokale heffingen)
Overzicht (op hoofdlijnen) diverse heffingen Hieronder wordt een overzicht op hoofdlijnen gegeven van de ontwikkelingen bij de diverse heffingen. Onroerende-zaakbelastingen De bevoegdheid om OZB te heffen is vastgelegd in artikel 220 van de Gemeentewet. De OZB wordt vanaf 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Tot 2009 werd gewerkt met eenheden van € 2.500. De nieuwe berekeningswijze laat duidelijk zien dat de OZB een relatief kleine belasting voor de burger is: het OZB-tarief voor woningen in Grave bedroeg in 2009 0,0944%, terwijl het tarief eigenwoningforfait inkomstenbelasting bijna zes keer hoger was (0,55%). Afschaffing OZB gebruik De VNG heeft besloten geen cassatie in te stellen bij de Hoge Raad tegen het afschaffen van het gebruikersdeel OZB op woningen. Macronorm De macronorm voor 2010 is 4,3%. Dat betekent dat de opbrengststijging voor alle gemeenten in 2010 ten opzichte van 2009 4,3% mag bedragen. Dit percentage is opgebouwd uit een percentage voor prijsstijging Bruto Nationale Bestedingen (bNB) vermeerderd met de reële trendmatige groei van 2% en 1,05% extra ruimte als compensatie voor het afschaffen van precariobelasting op kabels en leidingen. Het kabinet heeft de gemeenten verzocht om in deze crisistijd terughoudend om te gaan met de ruimte die de macronorm voor 2010 biedt. De norm van 4,3% is vrij ruim omdat deze uitgaat van een reële groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) met 2% terwijl de feitelijke groei van het BBP in 2010 door het Centraal Plan Bureau (CPB) wordt geraamd op 0,25%. Met een stijging van 0,5% blijft Grave zeer ruim binnen de norm. Tarieven De tarieven worden voorlopig verhoogd met het inflatiepercentage van 0,5%. De herberekening van de OZB-tarieven wordt u aangeboden bij de herziening van de belastingverordeningen in de raadsvergadering van 15 december 2009. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de hoogte van de WOZ-waarden naar waardepeildatum 1 januari 2009. Reinigingsheffingen Algemeen Ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen (plastic, GFT-, rest- en grof huisafval) kan de gemeente op grond van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer een afvalstoffenheffing instellen. Belastingplichtig zijn gebruikers van percelen waar huishoudelijk afval kan ontstaan. Het is niet van belang of van de gemeentelijke inzameldienst gebruik wordt gemaakt. Het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen is een wettelijke publieke taak. De afvalstoffenheffing kan niet worden geheven voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen, ook al kunnen deze qua samenstelling vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen. Voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen wordt in Grave reinigingsrecht geheven op basis van artikel 229 van de Gemeentewet. Het ophalen van bedrijfsafval is geen wettelijke taak van de gemeente; deze treedt hierbij op als ondernemer. Over reinigingsrechten is dan ook omzetbelasting verschuldigd. Tarieven In de kadernota 2010 heeft u bepaald de reinigingsheffingen te verhogen met het inflatiepercentage van 0,5%. De kostendekking in 2010 bedraagt 83,17%. In de loop van 2009/2010 wordt een notitie kostenverhaal opgesteld, waarna uw raad de stijgingen vanaf 2011 kan vastleggen. In de raadsvergadering van 15 december 2009 bieden wij u op basis van de meest actuele informatie een nader uitgewerkt voorstel voor 2010 aan. Rioolheffing Algemeen De gemeente kan rioolheffing heffen op basis van artikel 228a van de Gemeentewet. De Eerste Kamer heeft op 26 juni 2007 de Wet gemeentelijke watertaken aangenomen. Deze wet maakt de verbrede rioolheffing mogelijk. Gemeenten krijgen meer regie over regenwater in bebouwd gebied. Daarnaast geeft de wet gemeenten ook een rol in de aanpak van stedelijke
57
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (lokale heffingen)
grondwaterproblemen. De wet bevat geen verplichting voor gemeenten om afvalwater en regenwater altijd te scheiden. Gemeenten kunnen maatregelen voor de verwerking van regenwater en overtollig grondwater bekostigen uit de verbrede rioolheffing. Met ingang van 1 januari 2010 vervalt de mogelijkheid tot het heffen van het oude rioolrecht en is alleen de verbrede rioolheffing nog mogelijk. Volgens de planning wordt het verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan, waarin het gemeentelijk beleid rondom het waterbeheer wordt beschreven, in het laatste kwartaal van 2009 ter vaststelling aan u aangeboden. Tarieven Het bestaand beleid gaat uit van 100% kostendekking. In de raadsvergadering van 15 december 2009 bieden wij u op basis van de meest actuele informatie een nader uitgewerkt voorstel aan. Voorlopig worden de tarieven verhoogd met het inflatiepercentage van 0,5%. De extra opbrengst van € 139.900 wordt gestort in de voorziening vervanging en onderhoud riolering. Hondenbelasting Algemeen De bevoegdheid om hondenbelasting te heffen is vastgelegd in artikel 226 van de Gemeentewet. Hondenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel dat geheven wordt van de houder van één of meer honden. Medio 2008 is nieuw hondenpoepbeleid vastgesteld. De opbrengst hondenbelasting wordt voor circa 50% aangewend ter bestrijding van de hondenoverlast. De andere helft wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Jaarlijks wordt aan het einde van het jaar een steekproefsgewijze controle uitgevoerd op de aanwezigheid van honden. Tarieven Het tarief voor 2010 is verhoogd met de trend van 0,5%. In de raadsvergadering van 15 december 2009 bieden wij u op basis van de meest actuele informatie een nader uitgewerkt voorstel aan. Lijkbezorgingsrechten Algemeen De bevoegdheid om lijkbezorgingsrechten te heffen is vastgelegd in artikel 229 van de Gemeentewet. Lijkbezorgingsrechten worden geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overstijgen. Tarieven De lijkbezorgingsrechten worden in 2010 alleen trendmatig met 0,5% verhoogd. De herziene verordening met de aangepaste tarieven bieden wij u aan in de raadsvergadering van 15 december 2009. In de loop van 2009/2010 wordt een notitie kostenverhaal opgesteld, waarna uw raad de stijgingen vanaf 2011 kan vastleggen. Leges Algemeen De bevoegdheid om leges te heffen is vastgelegd in artikel 229 van de Gemeentewet. Leges worden geheven voor specifieke door de gemeente verstrekte individuele diensten. Voorbeelden hiervan zijn: het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een paspoort, het voltrekken van een huwelijk en het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bouwvergunning. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Op 1 januari 2010 treedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking. In deze wet worden de toestemmingen die nodig zijn als een burger of een bedrijf op een bepaalde plek iets wil gaan slopen, (ver)bouwen, oprichten of gaan gebruiken samengevoegd in één geïntegreerde omgevingsvergunning. Invoering van de Wabo in 2010 vergt grote wijzigingen van de Legesverordening. Dienstenrichtlijn De Dienstenrichtlijn heeft als doel de toegang tot dienstenmarkten in de Europese Unie te vereenvoudigen. De Dienstenrichtlijn moet voor 28 december 2009 zijn ingevoerd in de Nederlandse wetgeving, waaronder ook de gemeentelijke verordeningen. De kostendekkendheid van vergunningen die onder de richtlijn vallen moeten op hoofdstukniveau per sterk samenhangend vergunningstelsel
58
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (lokale heffingen)
beoordeeld worden. Tot de invoering van de Dienstenrichtlijn werd de kostendekkendheid van de legesverordening beoordeeld op verordeningniveau (art. 229b Gemeentewet). De internationale Dienstenrichtlijn doorkruist als hogere wet dus dit artikel van de Gemeentewet. Nieuwe modelverordening De VNG heeft een nieuwe modelverordening opgesteld, die aansluit bij zowel de invoering van de Wabo als de Dienstenrichtlijn. De modelverordening bestaat uit drie onderdelen (titels), namelijk algemene dienstverlening, dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo) en dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn. In de nieuwe Legesverordening Grave 2010 die u op 15 december 2009 ter vaststelling wordt aangeboden, is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de nieuwe modelverordening. Tarieven 2010 Naar aanleiding van een raadsmotie van 17 december 2002 is een onderzoek verricht naar de hoogte van de legestarieven. Uit dit onderzoek kwam een aantal conclusies en aanbevelingen naar voren die er uiteindelijk toe geleid hebben dat de dekking van de leges in 2008 70% bedroeg. In de kadernota 2010 heeft u besloten voor dat jaar de leges te verhogen met de inflatiecorrectie van 0,5%. In de loop van 2009/2010 zal een notitie kostenverhaal worden opgesteld waarin door u de stijgingen vanaf 2011 kunnen worden vastgesteld. In de raadsvergadering van 15 december 2009 bieden wij u op basis van de meest actuele informatie een nader uitgewerkt voorstel aan voor wat betreft de exacte legestarieven voor 2010. Wanneer hierin wordt afgeweken van de inflatiecorrectie van 0,5% lichten wij dit toe. Marktgelden Algemeen De bevoegdheid om marktgelden te heffen is vastgelegd in artikel 229 van de Gemeentewet. Onder de naam marktgelden worden rechten geheven voor het tijdens de markt op vrijdag innemen van een standplaats als bedoeld in de marktverordening. In de model legesverordening zijn ook artikelen voor marktgeld opgenomen. Bij de opstelling van de nieuwe legesverordening zal de afweging worden gemaakt om ook in Grave deze posten op te nemen in de legesverordening. Dat zou betekenen dat de marktgeldverordening wordt ingetrokken. Tijdens de raadsvergadering van 15 december 2009 wordt aan u een voorstel hieromtrent voorgelegd. Tarieven 2010 In de kadernota 2010 heeft u besloten voor dat jaar de marktgelden te verhogen met de inflatiecorrectie van 0,5%. In de loop van 2009/2010 zal een notitie kostenverhaal worden opgesteld waarin door u de stijgingen vanaf 2011 kunnen worden vastgesteld. In de raadsvergadering van 15 december 2009 bieden wij u op basis van de meest actuele informatie een nader uitgewerkt voorstel aan.
59
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (lokale heffingen)
Lokale lastendruk In onderstaand overzicht wordt een vergelijking gemaakt tussen een aantal Graafse tarieven en de laagste, gemiddelde en hoogste tarieven van alle gemeenten in Nederland. Uiteraard gaat het hier nog over 2009. Tabel 2: Tarieven ten opzichte van laagste, gemiddelde en hoogste tarieven van Nederland 2009.
Laagst
Gemiddel d (a)
Hoogst
Grave
Grave t.o.v. Gemiddeld
OZB woningen
0,0334%
0,0936%
0,1787%
0,0944%
+ 0,85%
OZB niet-woningen
0,0599%
0,3214%
0,7224%
0,2894%
-
24,00
268,00
388,00
156,12
- 41,75%
Rioolrecht/heffing (b, c) 42,00
161,00
441,00
190,56
+ 18,36%
0,35
1,08
5,14
8,90
56,70
116,00
50,76
- 10,48%
Paspoort
35,97
49,46
49,60
49,60
+ 0,28%
Rijbewijs
22,80
40,56
63,90
52,50
+ 29,44%
0,00
8,02
16,80
11,50
+ 43,39%
Reinigingsheffing (b, c)
Toeristenbelasting e) Hondenbelasting (d)
Uittreksel GBA
(c,
9,96%
-100%
Bron: COELO atlas van de lokale lasten 2009.
(a) Gemiddelden zijn gewogen naar aantal inwoners. Nultarieven zijn meegerekend; (b) Meerpersoonshuishouden; (c) Wordt niet overal geheven; (d) Tarief voor één hond; (e) Hotelovernachting. Kwijtscheldingsbeleid Algemeen Bij de beoordeling van een verzoek tot kwijtschelding is de betalingscapaciteit bepalend. Onder betalingscapaciteit wordt verstaan het positieve verschil tussen het netto-besteedbare inkomen en de door het Rijk genormeerde kosten van bestaan. Het netto-besteedbare inkomen is het inkomen dat resteert na de betaling van de huur (na aftrek van huursubsidie) en de premie voor de ziektekostenverzekering. De genormeerde kosten van bestaan bedragen, aldus het Rijk, 90% van de bijstandsuitkering. Het staat de gemeente echter vrij dit percentage te verhogen tot 100%, waarbij ervan uitgegaan wordt, dat van een bijstanduitkering geen gemeentelijke belastingen betaald kunnen worden. Indien bij de beoordeling van een kwijtscheldingsverzoek blijkt dat er geen of slechts gedeeltelijk betalingscapaciteit bij de belastingplichtige is, wordt kwijtschelding verleend. Grave In Grave zijn net als in het overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland de genormeerde kosten van bestaan vastgesteld op 100% van de bijstandsuitkering. De gemeente heeft een overeenkomst met het waterschap Aa en Maas. Deze houdt in dat tegen een kleine vergoeding aan het waterschap wordt doorgegeven aan wie kwijtschelding is verleend, zodat de belastingplichtige niet apart kwijtschelding hoeft aan te vragen voor de zuiveringsheffing (voorheen verontreinigingsheffing) en de watersysteemheffing ingezetenen (voorheen ingezetenenomslag) van deze overheid. Grave hanteert een actief kwijtscheldingsbeleid. Personen die twee aaneengesloten jaren kwijtschelding voor de gemeentelijke belastingen ontvangen, krijgen met ingang van het jaar daarop automatisch kwijtschelding vooraf. Men is verplicht wijzigingen in de financiële situatie aan de gemeente door te geven. Steekproefsgewijs wordt gecontroleerd of de kwijtschelding nog gerechtvaardigd is. Er wordt alleen kwijtschelding verleend voor afvalstoffenheffing en rioolrecht. Wanneer men in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt ook een beperkt aantal afvalzakken vergoed. Door de
60
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (lokale heffingen)
financiële crisis wordt een tijdelijke toename van het aantal toegekende kwijtscheldingsverzoeken verwacht. De totale gemeentelijke lasten voor kwijtschelding zijn in 2010 geraamd op € 65.000,-- waarvan € 5.000,-- incidenteel in 2010 en 2011 (voor deze incidentele lasten zijn geen financiële middelen opgenomen in de begroting). Landelijk Het kabinet wil gemeenten meer mogelijkheden geven om lokale belastingen kwijt te schelden. Om dit te regelen heeft staatssecretaris Bijleveld in het voorjaar van 2009 een wetsvoorstel met die strekking voor advies naar de Raad van State gestuurd. De drie belangrijkste punten uit het wetsvoorstel: De kwijtschelding lokale belastingen wordt uitgebreid tot ondernemers die op bijstandsniveau leven. Deze groep kan hier nu geen aanspraak op maken. Bij de beoordeling van de kwijtscheldingsaanvraag mogen gemeenten uitgaan van de ruimere vermogensnormen uit de Wet werk en bijstand (WWB). Nu zijn de vermogensnormen voor kwijtschelding lager dan die voor bijstand. Dit leidt tot onduidelijkheid bij gemeenten. Uitvoering van de kwijtschelding lokale belastingen wordt minder ingewikkeld en daarmee klantvriendelijker voor de burger. Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel op 1 januari 2010 in werking treedt. Artikel 12-beleid Het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (FVW) bedraagt voor 2010: 0,1164. Voor toelating tot artikel 12 moeten gemeenten onder andere voldoen aan het redelijk peil van het zogenoemde belastingpakket. Het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 is voor 2010 gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de percentages van de WOZ-waarde 2009 die in het gemeentefonds als rekentarieven voor het jaar 2010 worden gehanteerd, met een opslag van 20%. De toelatingseisen met betrekking tot de onderdelen riolering en reiniging blijven onveranderd 100% kostendekkend. Een eventuele onderdekking bij riolering en/of reiniging moet worden gecompenseerd door een daarmee overeenkomend hoger percentage van de WOZ-waarde. Het minimumtarief rioolheffing 2010 bedraagt € 167 per aansluiting. De gemeente Grave voldoet niet aan de artikel 12-norm omdat de kostendekking voor de afvalstoffenheffing lager is dan 100% en dit niet wordt gecompenseerd door een hoger percentage van de WOZ-waarde. Ontwikkelingen Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) Algemeen De Wet WOZ en de werkzaamheden daaromheen zijn volop in ontwikkeling. Van het vierjarige WOZtijdvak zijn we naar het éénjarige WOZ-tijdvak gegroeid, waarbij sinds 2008 de waardepeildatum slechts één jaar voor het WOZ-tijdvak ligt. Jaarlijks worden alle objecten gewaardeerd en alle bezwaarschriften afgehandeld, terwijl de lopende processen ook doorgang vinden. De herwaardering vindt geautomatiseerd en in eigen huis plaats. Waar nodig worden panden ter plekke in- of uitpandig bekeken. Basisregistratie WOZ De Eerste Kamer heeft op 24 juni 2008 het wetsvoorstel aanvaard waarmee de Basisregistratie WOZ wordt ingesteld. De wijzigingen van de Wet WOZ en daarmee de wijzingen voor de praktijk zijn beperkt. Veel uitgangspunten van de basisregistraties gelden al voor de WOZ-waarde. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van WOZ-waarden en het leveren van gegevens aan bijvoorbeeld Belastingdienst en waterschappen. Binnen het stelsel van basisregistraties zijn gemeenten daarmee "bronhouders". Verder geldt voor de Belastingdienst en waterschappen de WOZwaarde als heffingsmaatstaf, dus ook "verplicht gebruik" van de WOZ-waarde door andere overheden is niet nieuw. Wel nieuw is de verplichting voor afnemers om "bij gerede twijfel" over de juistheid van de gegevens in de basisregistratie, dit aan de gemeenten "terug te melden". De gemeenten hebben dan de plicht dit te onderzoeken. Deze verplichting is nieuw, maar ook in de afgelopen jaren hebben Belastingdienst en waterschappen regelmatig "signaleringslijsten" aan gemeenten verstrekt die bij gemeenten hebben geleid tot verdere verbetering van bestanden. Ook verandert de gegevensuitwisseling tussen gemeenten, waterschappen en Belastingdienst. Voor deze gegevensuitwisseling wordt een Landelijke voorziening WOZ in het leven geroepen, zoals deze
61
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (lokale heffingen)
bijvoorbeeld ook bestaat voor de GBA (bevolkingsgegevens) en de BAG (Basisregistraties adressen en gebouwen). De gemeenten gaan leveren aan deze ene landelijke voorziening en hoeven dus niet langer afzonderlijk gegevens aan te leveren aan de Belastingdienst, aan het waterschap en aan het CBS. De afnemers krijgen hun gegevens van deze landelijke voorziening. Naar verwachting zullen in de loop van 2010 de eerste gemeenten aangesloten worden op de Landelijke voorziening WOZ. De ervaringen die gemeenten dan hebben met het aansluiten op de Landelijke voorziening BAG zullen daarbij goed van pas komen. Samenvatting De in deze paragraaf genoemde tariefsvoorstellen zijn hieronder puntsgewijs weergegeven: - OZB Tarieven trendmatig verhogen; - Reinigingsheffingen Tarieven trendmatig verhogen; - Rioolheffing Tarieven trendmatig verhogen; - Hondenbelasting Tarieven trendmatig verhogen; - Lijkbezorgingsrechten Tarieven trendmatig verhogen; - Marktgelden Tarieven trendmatig verhogen; - Leges Tarieven trendmatig verhogen. Op basis van bovenstaande kan het volgende overzicht met voorlopige tarieven worden opgesteld. De definitieve voorstellen worden, rekening houdend met de actuele ontwikkelingen, in de raadsvergadering van 15 december 2009 aan u voorgelegd. Tabel 3: Voorlopige tarieven 2010 in euro's Belasting Vastgesteld tarief 2009 Onroerende zaakbelastingen: - woningen eigenaar 0,0944% Onroerende zaakbelastingen: - niet-woningen gebruiker 0,1342% - niet-woningen eigenaar 0,1552% - niet-woningen totaal 0,2894% Afvalstoffenheffing 156,12 Reinigingsrechten excl. BTW 156,12 4 Rioolheffing 190,56 3 3 4 Opslag per m vanaf 450 m 0,24 Hondenbelasting e - 1 hond 50,76 e - 2 hond 76,20 e - 3 en volgende hond 101,76 - kennel 169,08 Lijkbezorgingsrechten - recht graf 20 jaar 2.055,00 - verlengen recht graf 10 jaar 1.027,50 1.230,00 - recht nis 20 jaar 615,00 - verlengen recht nis 10 jaar - begraven in enkeldiep graf 835,00 931,00 - begraven in dubbeldiep graf - bijzetten asbus of urn 465,50 Marktgelden: - dagplaats, per vierkante meter 0,43 - vaste plaats, per vierkante meter 4,91 Leges divers
2 3
4
Stijging
Voorlopig tarief 2010
0,5%
0,0949%
0,5% 0,5% 0,5% 0,5% 0,5% 0,5%
0,1349% 0,1560% 0,2909% 2 156,96 3 156,96 2 191,52 0,24
0,5% 0,5% 0,5% 0,5%
51,00 2 76,56 2 102,24 2 169,92
0,5% 0,5% 0,5% 0,5% 0,5% 0,5% 0,5%
2.065,00 1.032,50 1.236,00 618,00 839,00 935,50 468,00
0,5%
0,43 4,93 divers
Afgerond om deelbaar te maken door twaalf maanden. Afgerond om deelbaar te maken door twaalf maanden, exclusief BTW vastgesteld tarief 2009. In de begroting 2009 werd nog een hoger voorlopig tarief genoemd.
62
2
BELEIDSBEGROTING
2.2 Weerstandsvermogen
Paragraaf weerstandsvermogen Wettelijk kader Het weerstandsvermogen is gedefinieerd als het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiële risico's op te kunnen vangen, zodat het gemeentelijke takenpakket onverkort kan worden voortgezet. Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de bepalingen in de Financiële verordening gemeente Grave 2006 moeten in de paragraaf weerstandsvermogen de volgende onderdelen worden vermeld: Onderdeel - Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit - Een inventarisatie van de risico's - Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's - De solvabiliteit en de gehanteerde berekeningsformule; - De netto schuld per inwoner
Op grond van art. 11, lid 2, letter a BBV art. 11, lid 2, letter b BBV art. 11, lid 2, letter c BBV art. 14 Fin. verordening
Opbouw paragraaf Deze paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: a) Inleiding / toelichting; b) Weerstandscapaciteit; c) Structurele weerstandscapaciteit; d) Incidentele weerstandscapaciteit; e) Risico's (algemeen); f) Risico's (gemeente Grave). a) Inleiding / toelichting De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is. Het weerstandsvermogen van de gemeente is bedoeld om incidentele tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit leidt tot lastenverzwaring voor de burger en/of ombuigingen (bezuinigingen) van bestaand beleid. In technische zin geeft het weerstandsvermogen de relatie weer tussen: a. De middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken (weerstandscapaciteit) en; b. Alle risico's waarvoor geen dekkingsmiddelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt en het beleid dat hieromtrent is geformuleerd. Daarnaast wordt een opsomming weergegeven van alle risico's die bekend zijn binnen de gemeente, maar waarvoor geen dekkingsmaatregelen zijn getroffen (via verzekeringen, voorzieningen of reserves). De omvang van deze risico's en de kans dat ze zich voordoen is redelijkerwijs niet goed in te schatten en daarom is het niet mogelijk specifieke bedragen te reserveren. b) Weerstandscapaciteit Weerstandscapaciteit bestaat uit twee onderdelen, de structurele en de incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit is vooral van belang voor het opvangen van optredende risico's die een over de tijd uitgestrekt effect hebben en om de incidentele weerstandscapaciteit aan te vullen na het optreden van risico's. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat onder andere uit de algemene reserve die als buffer dient voor het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en onvoorzienbare externe ontwikkelingen; dit is het zichtbare eigen vermogen op de balans. c) Structurele weerstandscapaciteit De structurele weerstandscapaciteit omvat de middelen die permanent kunnen worden ingezet zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van begrote taken. In de praktijk betreft dit vooral de onbenutte belastingcapaciteit, de onbenutte capaciteit uit hoofde van overige heffingen en de post onvoorzien in de begroting.
63
BELEIDSBEGROTING
2.2 Weerstandsvermogen
De tarieven voor de ozb, de leges, de lijkbezorgingsrechten en de hondenbelasting stijgen slechts met een trendmatige verhoging. Rioolrechten, afvalstoffenheffing en reinigingsrechten zijn (maximaal) 100% kostendekkend. Gegeven de hoogte van de huidige tarieven is de ruimte voor de structurele weerstandscapaciteit beperkt, voor wat betreft de onbenutte belastingcapaciteit (inclusief heffingen). De onbenutte belastingcapaciteit 2010 bedraagt € 278.000,-. Blijft over de post onvoorzien in de begroting. Deze bedraagt voor 2010 € 45.000,-. d) Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit wordt beschouwd als het deel van de reservepositie dat als buffer vrij aanwendbaar is. De verwachte omvang van de incidentele weerstandscapaciteit bedraagt per 1 januari 2010 afgerond € 23 miljoen (exclusief stille reserves). De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende onderdelen: • Algemene reserve • Resultaat 2008 • Bestemmingsreserves • Stille reserves Algemene reserve De algemene reserve kan op dit moment niet zonder meer aangewend worden voor dekking van incidentele calamiteiten. Rekening houdend met de verplichtingen die hierop rusten zal deze weer op niveau gebracht moeten worden. Naast deze reserve dient ook de algemene reserve van de grondexploitatie weer op peil gebracht te worden. Een gedeelte van de algemene reserve ad € 10 miljoen is geblokkeerd ter financiering van de geblokkeerde beleggingen in verband met het structureel genereren van rentebaten. Dit maakt onderdeel uit van de berekening van de weerstandscapaciteit. Bestemmingsreserves De bestemmingsreserves zijn naar hun aard niet vrij besteedbaar omdat, zoals de naam al aangeeft, er een bestemming op rust. Echter op het moment dat een calamiteit zich voordoet, kan de gemeenteraad besluiten om bestemmingsreserves anders in te zetten. Stille reserves De stille reserves (gedefinieerd als het verschil tussen de waarde van de activa in het economisch verkeer en de boekwaarde op de balans) betreffen vooral het gemeentelijk onroerend goed en het grondbezit. De stille reserves zijn nog niet in beeld gebracht. Daarom wordt er als stille reserve voorlopig geen bedrag opgenomen voor de berekening van de weerstandscapaciteit. e) Risico's (algemeen) De kwaliteit van het gemeentelijk handelen en de daaraan ten grondslag liggende besluitvorming is van groot belang om mogelijke claims en klachten te voorkomen. Een preventiebeleid gericht op het beheersen van risico's in kritische processen binnen de gemeente speelt daarbij een belangrijke rol. Risico's kunnen onderscheiden worden in bedrijfsrisico's (bijvoorbeeld onvoldoende personeel), eigendomsrisico's (bijvoorbeeld schade of verlies van eigendommen), beleidsrisico's (bijvoorbeeld continuïteit maatschappelijke en politiek draagvlak) en aansprakelijkheidsrisico's (bijvoorbeeld procesrisico's). f) Risico's (gemeente Grave) In september 2009 is in samenwerking met Ernst & Young een workshop risicomanagement gehouden. Concrete risico's zijn risico's met een grote mate van zekerheid en een goede financiële inschatting. Deze risico's moeten afgedekt worden met voorzieningen. Latente risico's zijn te voorzien maar nog onvoldoende hard voor zowel de financiële omvang als de kans waarop zich dit risico voordoet. Dit zijn de risico's die in aanmerking komen voor de paragraaf weerstandsvermogen. Deze risico's dienen van materiële betekenis te zijn. Wij hanteren een ondergrens van € 10.000. Onder deze grens zijn financiële tegenvallers onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering. Risico's die samenhangen met de reguliere exploitatie en frequent terugkeren, zoals aansprakelijkheidsclaims van burgers voor geleden schade, moeten worden uitgesloten. Dergelijke risico's worden verzekerd of er worden voor deze risico's voorzieningen getroffen.
64
BELEIDSBEGROTING
2.2 Weerstandsvermogen
In de nieuwe organisatiestructuur wordt voorzien in een "zware" afdeling financieel en juridische control. Binnen deze afdeling vallen de werkzaamheden op het gebied van risicomanagement, contractbeheer e.d. Hiermee wordt verdere invulling gegeven aan de paragraaf weerstandsvermogen c.q. risicomanagement. In de workshop risicomanagement zijn door de ambtelijke organisatie de hieronder vermelde risico's geïnventariseerd. De komende periode zullen onderstaande risico's verder worden uitgewerkt en voorzien van passende beheersmaatregelen. 1. Grondexploitaties Op 11 november 2008 is de nota "Overzicht herziening grondexploitaties Grave 2008" door de raad vastgesteld. Uit de nota bleek dat enkele complexen volgens de laatste calculaties fors verliesgevend zijn. Dit betrof vooral het complex Koninginnedijk. De raad heeft besloten om de voorziening verliesgevende complexen met € 6.873.852,- aan te vullen. In de raadsvergadering van december 2009 wordt de herziening van de grondexploitaties behandeld. Dit gebeurt gelijktijd met de behandeling van de 2e bestuursrapportage 2009 en de opschoning van de reserves en de voorzieningen. 2. Ambitieniveau Het hoge ambitieniveau van het gemeentebestuur trekt een grote wissel op de ambtelijke organisatie en wordt hierdoor als een groot risico ervaren. Hierdoor komt de ambtelijke organisatie te weinig toe aan het afwikkelen van zaken die ingezet zijn in het kader van het motto voor 2009 "Beheer op orde". Verder legt dit een groot beslag op de financiële middelen. 3. Algemene uitkering/gemeentefonds De verwachtingen voor de rijksuitgaven met betrekking tot de komende jaren zijn erg onzeker en uitermate negatief. Het rijk heeft aangegeven vanaf 2012 fors te gaan bezuinigen. Een gedeelte hiervan zal afgewenteld worden op de gemeenten. Komend voorjaar zal er naar verwachting meer duidelijkheid moeten zijn over de ontwikkelingen van de overheidsfinanciën. 4. Continuïteit in de bedrijfsvoering/beheer op orde Het jaar 2009 staat in het teken van "Beheer op orde". Omdat het gemeentebestuur een hoog ambitieniveau heeft komt de ambtelijke organisatie onvoldoende toe aan het afwerken van lopende zaken. De gemeentelijke organisatie is en blijft in beweging. De continuïteit van de bedrijfsvoering komt in de knel omdat er met een relatief kleine ambtelijke organisatie veel taken moeten worden verricht. Veel functies worden door een persoon vervuld. Bij ziekte e.d. komen de taken gelijk onder druk te staan evenals de dienstverlening naar de burger. 5. Samenwerking Land van Cuijk Ondanks de teleurstellingen ten aanzien van het eerdere ambitieniveau binnen "Samenwerken Land van Cuijk", zal (weliswaar kleinschaliger) de samenwerking begin 2010 toch verder vorm krijgen. Dit zal effect hebben op de organisatie. In de programmabegroting 2010 zijn de betreffende samenwerkingsonderwerpen nog volledig opgenomen. Er is immers nog geen sprake van een formeel vastgesteld samenwerkingsverband in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Per onderwerp worden de financiële consequenties van de samenwerking inzichtelijk gemaakt 6. Toepassing van Wet- en Regelgeving De toepassing van de wijzigingen in de wet- en regelgeving vergen veel van de ambtelijke organisatie. Hiervoor moet structureel capaciteit ingeruimd worden. 7. Personeel (HRM, opleidingen, functieboek) De medewerkers zijn het kapitaal van een onderneming dan wel van een organisatie. De ambtelijke organisatie van de gemeente Grave is zoals in de praktijk telkens blijkt, kwetsbaar als het gaat over continuïteit en bezetting. Het vinden van de juiste persoon op een specifieke werkplek is in de huidige markt niet eenvoudig. Aandacht voor opleidingen is een essentieel HRM instrument om het personeel te binden en te boeien voor onze organisatie. 8. Ontbreken van actuele projectplannen Door het ontbreken van actuele projectplannen is er onvoldoende inzicht in het verloop van de projecten. Daarom wordt er nu een projectstructuur opgezet met als doel het bereiken van een
65
BELEIDSBEGROTING
2.2 Weerstandsvermogen
adequate sturing en beheersing van de projecten door het creëren van een eenduidige werkvolgorde en werkwijze waardoor projecten efficiënt en effectief kunnen worden ontwikkeld. 9. Organisatieontwikkeling Begin 2010 zal de nieuwe toekomstbestendige organisatievorm gestalte krijgen. Toekomstbestendig is gebaseerd op flexibiliteit van de organisatie om maatschappelijke veranderingen, klantverwachtingen, veranderende wetgeving en politiek bestuurlijke verwachtingen te managen. Hierop zal de organisatie worden afgestemd. 10.
Gemeente als overheidsloket (hogere lasten EGEMi) De Commissie Jorritsma gaf in 2005 in haar rapport ‘Publieke dienstverlening, professionele gemeenten’ een visie voor de gemeenten tot 2015. Daarin werd gesteld dat de belangrijkste uitdaging voor gemeenten de komende jaren het integreren van álle dienstverlening is. In 2015 zou er dus één breed overheidsloket moeten zijn waar burgers met al hun vragen terecht kunnen en dan ook een antwoord krijgen. Dit zal tot hogere lasten voor automatisering leiden. De omvang hiervan is nog niet bekend. 11. Financiën op orde. Een van de uitgangspunten van de kadernota 2010 is het verder op orde brengen van de financiële positie van de gemeente Grave. Een belangrijk aspect van de financiële positie is de algemene reserve en de reserve van de grondexploitaties. Deze moeten de komende periode op het gewenste niveau gebracht en gehouden worden. Verder is vanaf begin 2009 een werkgroep ingesteld. Deze heeft als doelstelling om invulling te geven aan het streven naar een financieel gezond Grave vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en met een proactieve houding, met inachtneming van een doorontwikkeling van de bedrijfsvoeringinstrumenten. 12. MFC/Maaszicht De gemeenteraad heeft op 14 juli 2009 besloten tot realisering van een multifunctioneel centrum binnen het nieuwe Maaszicht. Dit is een omvangrijk project voor de gemeente Grave. Hiermee is een forse investering gemoeid. Gezien de grootte van het project zal een strikte kostenbewaking noodzakelijk zijn om binnen de beschikbaar gestelde middelen deze ambitie te realiseren. 13. Interne controle maatregelen Uit de managementletters van de accountant blijkt telkens dat er te weinig aandacht besteedt wordt aan de interne controle maatregelen. Hierdoor worden onbewust risico's gelopen. 14. WWB Als gevolg van de financiële crisis is de verwachting dat het aantal mensen dat een beroep gaat doen op een bijstandsuitkering (WWB) in de komende tijd zal gaan stijgen. Dit zal ook in Grave het geval zijn. Het is moeilijk om in te schatten om welke aantallen het gaat, maar voor 2010 en 2011 moet rekening gehouden worden met een toename van het WWB uitkeringsbestand met zo'n 10 extra klanten. 15. Europese aanbestedingen Een aandachtspunt is een juiste toepassing van de per 1 januari 2009 van kracht zijnde inkoopnota Land van Cuijk. Hierbij verdienen de Europese aanbestedingen extra aandacht. Als de gemeente hieraan niet voldoet ontvangt de gemeente bij de jaarrekening geen goedkeuring voor rechtmatigheid. 16. WMO In het kader van de aanbesteding hulp bij de huishouding zullen per 1 januari 2010 nieuwe contracten gesloten worden met leveranciers van huishoudelijke hulp. De verwachting is dat de tarieven voor de hulp bij het huishouden aanzienlijk zullen stijgen. 17. Contractbeheer. Binnen de gemeente is er momenteel onvoldoende aandacht voor het beheer van contracten. Het binnen de organisatie ontbreken van een contractbeheerder laat zich gelden. Dit zal het komende jaar moeten worden geïmplementeerd in de organisatie, door middel van het invoeren en bijhouden van een contractregister.
66
BELEIDSBEGROTING
2.2 Weerstandsvermogen
18. BTW-compensatiefonds (BCF) Tot op heden is de verwerking van het BCF nog niet gecontroleerd door de belastingdienst. Het is in een aantal gevallen onduidelijk of onze gehanteerde percentages juist zijn. Verder komen er met de Belastingdienst afspraken over horizontaal toezicht.
67
BELEIDSBEGROTING
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Wettelijk kader Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de bepalingen in de Financiële verordening gemeente Grave 2006 moeten in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen de volgende onderdelen worden vermeld: Onderdeel - Kapitaalgoederen: wegen - Kapitaalgoederen: riolering - Kapitaalgoederen: water - Kapitaalgoederen: groen - Kapitaalgoederen: gebouwen - Het beleidskader - De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties - De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Op grond van art. 12, lid 1, letter a BBV art. 12, lid 1, letter b BBV art. 12, lid 1, letter c BBV art. 12, lid 1, letter d BBV art. 12, lid 1, letter e BBV art. 12, lid 2, letter a BBV art. 12, lid 2, letter b BBV art. 12, lid 2, letter c BBV
Op grond van de Financiële verordening gemeente Grave 2006 worden geen extra onderdelen toegevoegd aan hetgeen wettelijk al verplicht is te vermelden. Opbouw paragraaf Deze paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - Inleiding; - Beleidsuitgangspunten; - Beheerplannen 2006-2010; - Toelichting per beheerplan; - Financiën. Inleiding De gemeente heeft de openbare ruimte in beheer. In die ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats, zoals wonen, werken en recreëren. Voor die activiteiten bestaat de openbare ruimte uit een aantal zogenaamde kapitaalgoederen. Die kunnen als volgt worden gerubriceerd. •
Infrastructuur (wegen, water en riolering)
•
Voorzieningen (groen)
•
Gebouwen (scholen, sport- en welzijnsaccommodaties, huisvesting gemeente en brandweer)
Al deze kapitaalgoederen dienen te worden onderhouden. Dat is een taak die voortdurend budgettaire middelen vergt. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de (jaarlijkse) lasten. De bedragen die daarmee gemoeid zijn vormen een substantieel onderdeel van de begroting. Voor de in deze paragraaf genoemde kapitaalgoederen vindt egalisatie van de onderhoudskosten plaats op basis van daartoe opgestelde beheerplannen. Het algemeen beleidsuitgangspunt is dat alle beheerplannen één keer in de vier jaar volledig worden herzien en geactualiseerd en wel aan het begin van de zittingsperiode van de gemeenteraad. Hiermee wordt bereikt dat de financiële consequenties voortvloeiende uit deze beleidsnota’s tot uitdrukking komen in de regeerperiode van de raad die de (beleids)uitgangspunten heeft vastgesteld. De beheerplannen zijn in hun aard verschillend. Enerzijds betreft het onderhoud en anderzijds betreft het investeringen, die qua levensduur en te investeren bedrag zeer verschillend zijn. Tot de eerste categorie behoren bijvoorbeeld onderhoud van wegen en gebouwen, terwijl tot de tweede categorie beheerplannen behoren als materiaal brandweer, materieel buitendienst en ICT voorzieningen. Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) heeft zowel een onderhouds- als investeringskarakter. Beleidsuitgangspunten De volgende algemene uitgangspunten worden gehanteerd voor het samenstellen van een beheerplan: • Het niveau van het onderhoud of de vervanging dient realistisch en aanvaardbaar te zijn.
68
BELEIDSBEGROTING
•
•
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
Methodiek berekening jaarlijkse storting. De structurele lasten van investeringen in investeringsbeheerprogramma's worden berekend op basis van de jaarlijkse afschrijving (is bedrag gedeeld door levensduur). Hierbij is aansluiting gezocht met de 'Regeling waarderings-, rente- en afschrijvingsbeleid 2006'. De jaarlijkse kosten van het beheerplan zijn berekend naar het prijspeil 1 januari 2007. In de beheerplannen is daarom standaard een component voor loon- en prijscompensatie meegenomen.
Beheerplannen 2006-2010 De gemeente Grave bezit in 2010 de volgende beheerplannen: Omschrijving beheerplan
Toelichting
Beheerplan brandweermaterieel 2006 - 2010 Beheerplan gebouwen 2007-2010 Beheerplan openbaar groen 2007-2010 Beheerplan ICT 2006-2010
Wordt ondergebracht bij de Districtsbrandweer Vastgesteld op 4 juli 2006 Vastgesteld op 7 november 2006 Vastgesteld op 3 oktober 2006. Dit beheerplan heeft samen met het beheerplan brandweermaterieel een afwijkende looptijd. Beheerplan vervanging materieel buitendienst 2007- Vastgesteld op 4 juli 2006 2010 Beheerplan meubilair openbare ruimte en civiele Vastgesteld op 7 november 2006 objecten 2007-2010 Beheerplan onderwijshuisvesting 2007-2010 Vastgesteld op 4 juli 2006 Beheerplan openbare verlichting 2007-2010 Vastgesteld op 3 oktober 2006 Beheerplan gemeentelijke riolering 2007-2010 Vast te stellen najaar 2008 Beheerplan wegen 2007-2010 Vastgesteld op 3 oktober 2006
Toelichting per beheerplan Vooraf De geplande werkzaamheden zijn afkomstig uit de jaarschijf 2010 van de diverse plannen. Jaarlijks wordt beoordeeld of uitvoering van deze werkzaamheden daadwerkelijk nodig is. Voor een uitgebreider overzicht verwijzen wij u naar bijlage 4.5 'Beheerplannen'. • Brandweer Ondergebracht bij de Districtsbrandweer. • Gemeentelijke gebouwen De gemeente heeft diverse gebouwen in beheer. Voor al deze objecten zijn plannen en berekeningen gemaakt om inzicht te krijgen in de te verwachten onderhoudsuitgaven voor de periode 2007-2010. U hebt deze vastgesteld op 4 juli 2006. Alle objecten worden hieronder genoemd. Daarnaast staat in hoofdlijnen welk onderhoud voor 2010 noodzakelijk is. Hierin worden alleen de grote uitgaven genoemd. Object
Onderhoud in 2010
Nieuwe stadhuis Hampoort Kerkje Velp Gemeenschapsaccommodatie Katrien Gemeenschapsaccommodatie de Westhoek Gemeenschapsaccommodatie Velp Gemeenschapsaccommodatie Esterade De Viersprong Peuterspeelzaal de Bolleboosjes Brandweerkazerne Gemeentewerf Begraafplaatsen Standplaatsen woonwagens en woonwagens
Stelpost Klachtenonderhoud Klachtenonderhoud Klachtenonderhoud Klachtenonderhoud Stelpost Klachtenonderhoud Geen bijzonderheden Geen bijzonderheden Stelpost Stelpost Geen bijzonderheden Groot onderhoud
69
BELEIDSBEGROTING
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
Voor de nieuwe brandweerkazerne, de nieuwe gemeentewerf, het nieuwe stadhuis en de gemeenschapsaccommodatie Velp zijn stelposten opgenomen. Voor deze gemeenschapsaccommodatie zal een nieuw plan voor het onderhoud gemaakt worden. • Openbaar groen Het beheerplan openbaar groen 2007-2010 is door u op 7 november 2006 vastgesteld. In dit beheerplan is een totaaloverzicht van het groen in de gemeente Grave opgenomen. Een onderdeel van het groenbeheerplan wordt ingenomen door speelvoorzieningen. Er is een softwarepakket aangeschaft, waarin alle groenobjecten en speelvoorzieningen administratief en visueel verwerkt zijn. Onder groen vallen grasvelden, grasstroken, bloemperken, plantsoenen met bloemen, planten en struiken, bossen en bomen. • ICT Het beheerplan ICT Grave 2006-2010 is door u vastgesteld op 3 oktober 2006. Het bevat de projecten die in deze periode gepland staan. Deze projecten worden vaak geïnitieerd door 'externe ontwikkelingen'. De belangrijkste is wel het actieprogramma 'De Andere Overheid', een kabinetsprogramma met als doel de hele overheid efficiënter en beter te laten werken. Voor ons zijn de belangrijkste actielijnen: - De overheid gaat haar dienstverlening aan de burger verbeteren; - De overheid gaat minder en anders regelen. De uit te voeren activiteiten hebben betrekking op een uitbreiding van de elektronische dienstverlening, het verder invoeren van authentieke basisregistraties en de modernisering van het GBA. Er zijn echter ook ontwikkelingen om de 'interne bedrijfsvoering' te verbeteren op het gebied van doelmatigheid en klantgerichtheid. Het gaat hier om een combinatie van 'Document Management' en 'Workflowmanagement'. Het beheerplan ICT zou volgens de planning in 2010 geactualiseerd moeten worden. Vanuit de nieuw op te bouwen samenwerking Land van Cuijk met de gemeenten Cuijk, Mill en Sint Hubert en Grave is het de bedoeling om een gezamenlijk beleidsplan op te stellen, gebaseerd op het huidige beheerplan ICT van Grave. Dit in samenhang met het EGEMi realisatieplan en het NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma). De bedoeling is om het gezamenlijke plan eind 2009 gereed te hebben. • Materieel buitendienst Het klein materieel wordt conform het beheerplan aangeschaft. De aanschaf van een zoutstrooier is vanuit de jaarschijf 2008 doorgeschoven naar 2010 • Meubilair openbare ruimte en civiele objecten Het beheerplan openbare ruimte en civiele objecten 2007-2010 is door u vastgesteld op 7 november 2006. Met behulp van dit beheerplan hebben wij een totaal overzicht van het meubilair (bankjes, hekjes enzovoorts) en civiele objecten (bruggetjes, verkeersborden, kunstwerken enzovoorts) binnen de gemeente Grave. Er is een software-pakket aangeschaft, waarin deze objecten administratief en visueel verwerkt zijn. In 2010 wordt aan het meubilair in de openbare ruimte en de civiele objecten regulier onderhoud verricht. Tevens is er sprake van kleine vervangingen. • Onderwijshuisvesting In het beheerplan onderwijshuisvesting 2007-2010 staan de onderhoudsactiviteiten aan de schoolgebouwen vermeld voor de periode 2007-2010. De geplande activiteiten vormen een aanname. Het feitelijk onderhoud vindt plaats op basis van de onderhoudsaanvragen die de scholen jaarlijks voor 1 februari indienen. In goed overleg met de schoolbesturen wordt de noodzaak van het aangevraagde onderhoud vastgesteld. Voor het uitvoeringsjaar 2010 zijn geen verzoeken ingediend. • Openbare verlichting Het beheerplan openbare verlichting 2007-2010 hebt u vastgesteld op 3 oktober 2006. Het doel van de openbare verlichting is om bij duisternis het openbare leven zo goed mogelijk te laten functioneren: - waarbij men geen gevoel van onveiligheid ervaart; - waarbij de weggebruiker zich op een veilige wijze moet kunnen verplaatsen;
70
BELEIDSBEGROTING
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
- waarbij verlichting de leefbaarheid (herkenbaarheid, sfeer) vergroot en de ruimtelijke inrichting wordt versterkt. Uit deze doelstelling komen de volgende aspecten naar voren: - Sociale veiligheid: een omgeving waar men zich zonder direct gevoel voor dreiging of confrontatie met geweld kan bewegen; - Verkeersveiligheid: een veilige en gepaste afwikkeling van verkeer bij duisternis; - Leefbaarheid: het bevorderen van de herkenbaarheid of sfeer; - Ruimtelijke inrichting: het benadrukken van het bijzondere karakter van de openbare ruimte (bijvoorbeeld het verlichten van een monumentaal bouwwerk). Uit het beheerplan openbare verlichting blijkt dat het verlichtingsniveau in zijn algemeenheid genomen slecht of onvoldoende is ten opzichte van de geldende normen. Een algemene opwaardering naar het minimale niveau is noodzakelijk. Daarnaast is door de slechte staat van onderhoud van de installatie een versnelde aanpak van vervanging van lichtmasten en armaturen onontbeerlijk. De totale kosten over een periode van vier jaren (2007-2010) bedragen € 2 miljoen. Dit bedrag is in twee grote posten te verdelen. In de eerste plaats om de openbare verlichting een kwalitatieve impuls te geven. In de tweede plaats moet een inhaalslag gemaakt worden om noodzakelijk onderhoud te bewerkstelligen. Volgens het uitvoeringsprogramma van het beheerplan openbare verlichting moeten in 2010 diverse werkzaamheden worden verricht. Gezien de hoeveelheid en diversiteit van werkzaamheden verwijzen wij u naar het uitvoeringsprogramma deelplan 2010 van het beheerplan openbare verlichting 20072010. • Gemeentelijke riolering Het huidige 'Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP)' beslaat de periode 1996-2005. Deze zal vervangen worden door het GRP 2010-2015. Deze verschijnt in het najaar van 2009. Het GRP is de basis voor het beheerplan gemeentelijke riolering. Het doel van het GRP is om inzichtelijk te maken welke activiteiten verricht moeten worden om een kwalitatief goed rioolstelsel te hanteren én in stand te houden. Deze activiteiten kunnen onderverdeeld worden in: - Normale exploitatie: stroomkosten, schoonhouden en beheer; - Vervangingen: gemiddeld gaat een riool zestig jaar mee; - Investeringen: nodig om het rioolstelsel aan de huidige (wettelijke) eisen te laten voldoen. De kosten van de riolering komen voor rekening van de burgers van de gemeente Grave door middel van de rioolheffing. Hiermee is het product 'Rioolbeheer' budgettair neutraal. • Wegen 2 De gemeente Grave beheert ongeveer 728.000 m aan verhardingen. Deze is te verdelen in 326.000 2 2 2 m asfaltverharding, 387.000 m elementenverharding en 15.000 m betonverhardingen. Daarnaast is 2 ook nog 26.000 m halfverharding aanwezig. Ruim 76% van het verhardingsoppervlak ligt binnen de bebouwde kom, een kleine 24% ligt buiten de bebouwde kom. Het totaal van de asfalt- en elementverhardingen is als volgt te verdelen naar onderdeeltypen: 2 457.000 m 64% • Hoofdrijbaan 2 76.000 m 11% • Parkeerplaatsen 2 115.000 m 16% • Voetpaden 2 22.000 m 3% • Fietspaden 2 43.000 m 6% • Overig Volgens het beheerplan wegen 2007-2011 gemeente Grave, opgesteld door de Grontmij Nederland BV en door u vastgesteld op 3 oktober 2006, is de kwaliteit van de verhardingen in de gemeente Grave goed te noemen. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Ongeveer 3% van de verhardingen zijn slecht. Deze hebben alle te maken met achterstallig onderhoud en zullen binnen één à twee jaar hersteld moeten worden. Naast het groot onderhoud van de wegen wordt er jaarlijks ook klein onderhoud uitgevoerd. Het gaat hier om schades die ernstig zijn, maar slechts over een zeer gering oppervlak voorkomen. Uit het
71
BELEIDSBEGROTING
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
beheerplan wegen 2007-2010 wordt voorgesteld jaarlijks € 78.000 te reserveren voor klein onderhoud. Deze reservering is meegenomen in de jaarlijkse kredietvotering. Financiën Qua financiën zijn er drie onderdelen te onderscheiden, namelijk de exploitatiekosten, de jaarlijks te voteren kredieten en de vorming van reserves en voorzieningen Bestemmingsreserve of voorziening In de eerste plaats is de hoogte van de voorziening of bestemmingsreserve van belang. De voorziening of reserve wordt gevuld door een vast bedrag uit de exploitatie en er wordt uit geput door de votering van kredieten. Het bedrag uit de exploitatie is vast, omdat de werkelijke lasten per jaar sterk kunnen fluctueren. Wordt dit niet geëgaliseerd dan is het mogelijk dat er jaarlijks begrotingstekorten of –overschotten ontstaan. De fluctuaties worden in de bestemmingsreserve of voorziening opgevangen. Uitgangspunt is dan ook dat in deze bestemmingsreserve of voorziening voldoende middelen moet zitten om toekomstige kosten te dekken. Schematisch kan één en ander als volgt in beeld worden gebracht. EXPLOITATIE (conform beheerplan: gemiddelde over enkele jaren) Vast bedrag VOORZIENING OF BESTEMMINGSRESERVE Variabel bedrag KREDIET (zie beheerplan: jaarlijks door raad te voteren) Exploitatiekosten De exploitatiekosten geven aan wat er vanuit de exploitatie in de voorziening of bestemmingsreserve wordt gestort. In verband met de hierboven genoemde egalisatie is dit een vast bedrag voor de jaren 2007 tot en met 2010. In onderstaande tabel wordt deze per beheerplan aangegeven.
Tabel 4: jaarlijkse exploitatiekosten Omschrijving beheerplan Beheerplan brandweermaterieel (districtsbrandweer) Beheerplan gebouwen 2007-2010 Beheerplan openbaar groen 2007-2010 Beheerplan ICT 2006-2010 (inclusief egalisatie exploitatie) Beheerplan materieel buitendienst 2007-2010 Beheerplan civiele objecten en meubilair openbare ruimten 2007-2010 (verwerkt in beheerplan gebouwen) Beheerplan onderwijshuisvesting 2007-2010 Beheerplan openbare verlichting 2007-2010 Beheerplan gemeentelijke riolering 2007-2010, wordt eind 2009 herzien Beheerplan wegen 2007-2010 Totaal
Beheerplan
Begroting 2010
91.000 263.850 123.400 758.000 100.000 35.500
91.000 263.850 123.400 758.000 100.000 35.500
192.000 230.000 91.383
192.000 230.000 91.383
247.060 2.132.193
247.060 2.132.193
Overigens zijn deze jaarlijkse kosten niet star. Nieuwe ontwikkelingen kunnen aanleiding geven tot wijzigingen in de beheerplannen.
72
BELEIDSBEGROTING
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
Kredieten De budgethouder zal jaarlijks geld moeten kunnen uitgeven voor de activiteiten uit het beheerplan. Vanuit de voorziening of bestemmingsreserve wordt jaarlijks een krediet gevoteerd ter hoogte van de jaarschijf in het beheerplan. In onderstaande tabel wordt deze voor begrotingsjaar 2010 weergegeven. Tabel 5: jaarlijkse kredietvotering Omschrijving beheerplan
Krediet 2010
Beheerplan gemeentelijke gebouwen 2007-2010 Beheerplan openbaar groen 2007-2010 Beheerplan ICT 2006-2010 Beheerplan materieel buitendienst 2007-2010 Beheerplan civiele objecten en meubilair openbare ruimten 2007-2010 (opgenomen in beheerplan gebouwen) Beheerplan onderwijshuisvesting 2007-2010 Beheerplan openbare verlichting 2007-2010 Beheerplan gemeentelijke riolering 2007-2010 (wordt eind 2009 herzien) Beheerplan wegen 2007-2010 Totaal
385.554 205.572 248.419 64.156 35.550 54.122 546.826 0 153.286 1.693.485
In de bestuursrapportages in 2010 wordt gerapporteerd over de werkelijke uitvoering van de beheerplannen. In de jaarrekening 2010 vindt de eindverantwoording plaats in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen, waarbij ook de exploitatiekosten worden betrokken. Als er afwijkingen zijn, heeft dit invloed op de hoogte van de voorzieningen of de bestemmingsreserve. Voor het beheerplan brandweermaterieel zijn voor 2010 geen uitgaven opgenomen i.v.m. overdracht van taken aan de districtsbrandweer. De voorziening brandweermaterieel blijft in de begroting 2010 gehandhaafd. Bij de financiële afwikkeling van de overgang van de brandweer naar het district zal een besluit over deze voorziening genomen worden.
73
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (financiering)
Paragraaf financiering Wettelijk kader Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de bepalingen in de Financiële verordening gemeente Grave 2006 moeten in de paragraaf financiering de volgende onderdelen worden vermeld: Onderdeel - De beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille - De schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage. - De schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage. - De liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende vier jaren - De rentevisie voor de komende vier jaren.
Op grond van art. 13 BBV art. 16 Fin. verordening art. 16 Fin. verordening art. 16 Fin. verordening art. 16 Fin. verordening
Opbouw paragraaf Deze paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - Algemene interne en externe ontwikkelingen; - Risicobeheer; - Kasbeheer; - Emu-saldo; - Rentevisie. Algemene interne en externe ontwikkelingen De belangrijkste financiële ontwikkeling is de financieringsbehoefte voor de herziening van de beheerplannen en de grondexploitatie. Gezien de hoogte van alle beoogde investeringen de komende jaren is het noodzakelijk om een goede liquiditeitenplanning te hebben. Voor het jaar 2010 is € 10 miljoen langlopend weggezet om structurele rente-inkomsten te genereren. Het is wenselijk om dit vermogen in tien jaren vrij te spelen. Gezien de financiële situatie lukt dit momenteel niet. Vanaf 2009 is de rente over een miljoen niet meer als structureel dekkingsmiddel geraamd. Tevens is het wenselijk om alle opgenomen leningen die doorgeleend zijn aan derden zoveel mogelijk af te lossen, voor zover dit volgens de contracten toegestaan is. Het is namelijk niet wenselijk dat de gemeente bankgerelateerde zaken doet. Risicobeheer Dit onderdeel geeft een samenvatting van het verwachte risicoprofiel van de gemeente en is het kernonderdeel van deze paragraaf. Het risicoprofiel wordt uitgedrukt in de kasgeldlimiet, het renterisico op vaste schuld en het kredietrisico. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft aan in welke mate we "rood" mogen staan. Officieel heet dit de "netto vlottende schuld". Dit is het saldo van alle kortlopende schulden minus de kortlopende vorderingen van de gemeente (waarbij kortlopend korter dan één jaar is). De kasgeldlimiet wordt bepaald door een (door het rijk vastgesteld) percentage van de totale begroting aan het begin van het jaar. Bij ruimte onder de kasgeldlimiet (je staat dan nog niet maximaal in het "rood"), hoeft geen actie ondernomen te worden. De gemeente Grave heeft geen netto vlottende schuld en hoeft geen actie te ondernemen. Renterisiconorm De renterisiconorm is een bedrag dat jaarlijks wordt bepaald door een (door het rijk vastgesteld) percentage van de vaste (langlopende) schulden per 1 januari. Het doel hiervan is om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen, dat het renterisico uit hoofde van rente-aanpassingen en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. Als een leningenportefeuille gelijkmatig is opgebouwd, zal ook het renterisico over de vaste schuld in de tijd gelijkmatig zijn verspreid. De limiet geeft feitelijk aan in hoeverre mutaties in de portefeuille met vaste geldleningen
74
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (financiering)
zijn toegestaan. Als deze mutaties onder de norm blijven, dan is er sprake van een beheerste dan wel beheersbare en overzienbare situatie. De gemeente Grave heeft nog 100% ruimte onder de renterisiconorm, omdat alle langlopende leningen doorgeleend zijn aan Woonmaatschappij Mooiland Maasland onder dezelfde condities en één lening tijdelijk is teruggeleend aan de BNG (tegen een hoger rentepercentage). De gemeente Grave loopt dus praktisch geen risico uit hoofde van rente-aanpassingen of herfinanciering van leningen. Een overzicht van alle leningen treft u aan in de bijlage 4.8. Kredietrisico Het kredietrisico geeft inzicht in de omvang en soort uitstaande langlopende leningen (vordering op derden). De gemeente Grave loopt nauwelijks risico, omdat leningen alleen worden verstrekt aan kredietwaardige partijen, al dan niet met garantie of hypothecaire zekerheid. Kasbeheer Het liquiditeitengebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Het betalingsverkeer wordt zo veel mogelijk elektronisch uitgevoerd (internetbankieren met de BNG). Om de saldi optimaal te beheren wordt gebruik gemaakt van het pakket voor geïntegreerde dienstverlening op het terrein van betalingsverkeer en kredietverlening van de BNG. Op basis van dit arrangement trekt de bank voor de gemeente daggeld aan bij een schuld (boven bepaald bedrag) in rekening-courant en de bank zet daggeldleningen uit bij een tegoed in rekening-courant (boven bepaald bedrag). Het voordeel hiervan is dat de tarieven voor daggeld gunstiger zijn dan de tarieven voor rekening-courant. Door de meerjarige liquiditeitenplanning ontstaat inzicht in de behoefte aan liquide middelen dan wel in het overschot aan liquide middelen. De liquiditeitenplanning wordt jaarlijks bijgesteld als gevolg van de financiële ontwikkelingen bij de gemeente Grave. Vanaf de begroting 2010 is er een totaal investeringsoverzicht toegevoegd aan de begroting (zie bijlage 4.9, overzicht investeringen 2010 2013). Dit overzicht geeft naast een overzicht van de investeringen ook een betere basis voor de liquiditeitenplanning. Voor 2010 ziet de liquiditeitenplanning er (op hoofdlijnen) als volgt uit (bedragen * € 1 miljoen) 2010
2011
2012
2013
2,0
-5,1
-3,9
2,4
Bij Ontvangst algemene uitkering Belastingontvangsten Rente-ontvangsten Ontvangsten (rijks)subsidies Overige ontvangsten uit exploitatie Vrijval beleggingen Totaal bij
11,2 4,2 0,7 5,1 4,9 0,0 26,1
11,0 4,2 0,7 5,1 4,8 0,0 25,8
10,8 4,2 0,7 5,1 4,5 5,0 30,3
10,6 4,2 0,5 5,1 4,6 0,0 25
Af: Salarissen Subsidies Investeringen Verstrekte leningen / aflossingen Overige goederen en diensten Totaal af
6,2 1,0 8,2 1,4 16,4 33,2
6,1 1,0 0 0,3 17,2 24,6
6,1 1,0 0 0,0 16,9 24
6,1 1,0 4,1 0,0 16.7 34,2
Stand per 31 december
-5,1
-3,9
2,4
-6.8
Stand per 1 januari
De conclusie is dat bij uitvoering van de begroting, de beheerplannen en de investeringen er in de loop van 2010 geld geleend zal moeten worden.
75
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (financiering)
Emu-saldo In de begroting wordt het emu-saldo opgenomen. Het emu-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (rijk, medeoverheden en sociale fondsen). Om het emu-saldo te kunnen beheersen (om te voorkomen dat er meer uitgaven dan inkomsten zijn), moeten ook gemeenten dit emu-saldo berekenen. De gemeenten werken wettelijk met een stelsel van baten en lasten, het rijk echter hanteert een kasstelsel van inkomsten en uitgaven. Omdat hier een verschil tussen zit, moeten de gemeenten ten behoeve van het emu-saldo hun begroting herrekenen naar kasstelsel. Bijvoorbeeld afschrijvingskosten zijn wel lasten voor de gemeente, maar zijn geen uitgaven voor het emu-saldo. De bijbehorende investeringen daarentegen zijn weer geen lasten voor de gemeente maar zijn wel uitgaven voor het emu-saldo. Omschrijving Exploitatiesaldo vóór winstbestemming Bij: Afschrijvingen ten laste van exploitatie Bij: Dotaties aan voorzieningen Af: Investeringen Totaal emu-saldo
Bedrag * € 1.000 -38 1.404 1.350 -8.240 -5.524
Rentevisie Is het goedkoper om nu geld te lenen of toch eerst het spaarbankboekje opmaken en later geld lenen? Of krijg ik later weer inkomsten vanuit de grondverkopen? Voor het afwegen of we tegoeden opmaken of geld gaan lenen zijn twee zaken nodig. Ten eerste een goede meerjarenliquiditeitenplanning en ten tweede een rentevisie. Bij een verwachte rentestijging kan het voordeliger (of minder nadelig) zijn om eerder geld aan te trekken dan eigenlijk nodig is. Bij een verwachte rentedaling is het wellicht verstandig om eerst eigen middelen op te maken en later te lenen. Een rentevisie is onontbeerlijk in een goed financieel beleid en dan wel uitgesplitst naar een rentevisie op korte termijn en een op lange termijn. Gezien de kleinschaligheid van de gemeente Grave en het specialisme en de complexiteit van verwachte rentemutaties is het gebruikelijk om de rentevisie over te nemen zoals opgesteld door de grote(re) banken of andere financiële instellingen. Renteontwikkelingen kapitaalmarkt Vanwege de aanhoudende onrust op de geld- en kredietmarkten, die zijn oorsprong vindt in de problemen op de Amerikaanse huizenmarkt en de economische recessie, bevindt de lange rente, de 10-jaarsrente op staatsobligaties, zich al enige tijd op een heel laag niveau. We vermoeden dat de marktonrust op korte termijn zal aanhouden en gaan er daarom van uit dat de lange rente voorlopig niet zal oplopen. Op de wat langere termijn houden we echter rekening met een hernieuwde stijging van de lange rente. Dit komt omdat we verwachten dat de vooruitzichten voor de Amerikaanse huizenmarkt en economie geleidelijk aan wat zullen verbeteren. Dit zou zich moeten vertalen in een oplopende Amerikaanse, en daarmee Europese, lange rente.
76
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (bedrijfsvoering)
Paragraaf bedrijfsvoering Wettelijk kader Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de bepalingen in de Financiële verordening gemeente Grave 2006 moeten in de paragraaf bedrijfsvoering de volgende onderdelen worden vermeld: Onderdeel - De stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering - De omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten - De huisvestingskosten - De automatiseringskosten - De budgetten voor de raad, de griffie, de rekenkamer en de accountant
Op grond van art. 14 BBV art. 17 Fin. verordening art. 17 Fin. verordening art. 17 Fin. verordening art. 17 Fin. verordening
Opbouw paragraaf Deze paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - Beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering; - Bedrijfsvoeringsbudgetten. Beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering Bedrijfsvoering heeft betrekking op de aansturing en beheersing van activiteiten van de gemeentelijke organisatie. De bedrijfsvoering bestaat uit de piofha-functies, te weten personeel, informatie, organisatie, financiën, huisvesting en automatisering. Hieronder worden op hoofdlijnen de beleidsvoornemens vermeld. Personeel Medewerkers zijn het kapitaal van een ondermening dan wel organisatie. De ambtelijke organisatie van de gemeente Grave is zoals in de praktijk telkens blijkt, kwetsbaar als het gaat over continuïteit en bezetting. Het vinden van de juiste persoon op een specifieke werkplek is in de huidige markt niet eenvoudig. Bij het aantrekken van nieuwe medewerkers, en ook bij het ontwikkelen van huidige medewerkers, staat vakinhoud en kennis alleen niet meer centraal. In het selectiebeleid wordt momenteel zeer nadrukkelijk rekening gehouden met de positieve meerwaarde als persoon voor de organisatie en competenties zoals klantgerichtheid, integraliteit van benadering van beleid en overige vraagstukken en bijvoorbeeld verandergezindheid. Teamspelers en medewerkers die vanuit een natuurlijk automatisme actief communiceren binnen de organisatie en mede beeldbepalend zijn voor de organisatie. Ten aanzien van het bestaande team van medewerkers zal nadrukkelijk geïnvesteerd worden in trainingen om projectmatig werken, integraal werken, managementkwaliteiten en klantgerichtheid te bevorderen. Daarnaast zal in 2010 een duidelijk oog zijn voor de employability van alle medewerkers binnen de organisatie. In dit verband geldt ook voor 2010 nog steeds de verdere verankering van de in 2009 ingezette koers t.a.v. ‘beheer op orde’ in de meest brede vorm. Begin 2010 zal de nieuwe toekomstbestendige organisatievorm gestalte krijgen. Een verandertraject gericht op aanpassing van houding en gedrag (mentaliteit) is daar dan aan vooraf gegaan. Toekomstbestendigheid is gebaseerd op flexibiliteit van de organisatie om maatschappelijke veranderingen, klantverwachtingen, veranderende wetgeving en politiek bestuurlijke verwachtingen op een gestructureerde basis ‘te managen’. Het uiteindelijk doel van het handelen van een ambtelijke organisatie "dienstverlening aan onze burgers" zal daarbij niet uit het oog worden verloren. Binnen de competenties van de medewerkers wordt het begrip integriteit binnen de organisatie structureel gedefinieerd. In het najaar van 2009 zal een herziene ‘Nota Integriteit’ worden vastgesteld, en zullen alle werkzame ambtenaren de ambtseed afleggen. Niet dat daar een directe aanleiding toe is, maar de organisatie ziet dit als een van de meest cruciale items binnen het dagelijks handelen van de ambtelijke organisatie. De gemeente Grave is ter ondersteuning van dit thema dan ook vertegenwoordigd in het netwerk integriteitcoördinatoren binnen de gemeenten (BING).
77
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (bedrijfsvoering)
Het ziekteverzuim tot 1 september 2009 bedraagt 4,32.%. Dit percentage wordt mede bepaald als gevolg van enkele langdurig zieke medewerkers. Sinds 2009 wordt actief beleid gevoerd om uitval als gevolg van ziekte te voorkomen en de termijn van afwezigheid beheersbaar te houden. Dit ingezette beleid zal ook in 2010 stevig worden ingezet met behulp van onder meer de bedrijfsarts. Het streven is om ook in 2010 het ziekteverzuimpercentage met 1% te reduceren. Informatie Bij dit onderwerp gaat het met name om de onderwerpen in het kader van de gehele planning en control cyclus. Dit taakveld heeft in 2009 in het teken gestaan van “beheer op orde”. De afgelopen jaren zijn er vele instrumenten ontwikkeld op dit terrein. Naast de begroting, marap/burap en de jaarrekening moet u hierbij denken aan de budgethoudersregeling, inkoopbeleid, beheerplannen, bedrijfsplan/afdelingsplannen, capaciteitsplanningen en dergelijke. Op zich beschikken we over voldoende instrumenten om de organisatie te beheersen. Er hoeven dus voor de komende tijd geen nieuwe instrumenten ontwikkeld te worden. Eerst dienen de bestaande instrumenten nog eens goed tegen het licht te worden gehouden ten aanzien van nut en noodzaak, en zullen daar waar noodzakelijk is stevig weggezet worden binnen de organisatie. De bestaande planning en control cyclus op financieel gebied is inmiddels herijkt door herinvoering van de kadernota. Dit zal leiden tot een wijziging van de financiële verordening. De bevoegdheid om hiertoe te besluiten berust bij de gemeenteraad. Organisatie De gemeentelijke organisatie is en blijft in beweging. Ondanks teleurstellingen ten aanzien van het eerdere ambitieniveau binnen ‘Samenwerken Land van Cuijk’, zal (weliswaar kleinschaliger) de samenwerking begin 2010 toch verder vorm krijgen. Dit zal effect hebben op de organisatie. Daarnaast zijn aanpassingen van wet- en regelgeving te verwachten die de organisatie op natuurlijke wijze forceren zich klaar te maken voor de toekomst. Rode draad in de ontwikkeling zal zijn een integrale en kwalitatieve benadering en ontwikkeling van beleid en de daaruit volgende producten. De verandering binnen de gemeentelijke organisatie welke is ingezet in april 2009, waarbij gestuurd wordt op houding en gedrag zal resulteren in een gewijzigd organisatiemodel waarbij steviger gepositioneerd wordt in het werk- en speelveld tussen raad, bestuur en bewoners. Leidraad daarbij is onder meer een toekomstig door de raad te ontwikkelen strategische visie. Mede op basis van deze visie, en mede door genoemde wettelijke ontwikkelingen en samenwerkingsverbanden, kan de gemeentelijke organisatie optimaal worden ingericht. Kerntaken van de ambtelijke organisatie zullen zijn: - integraliteit; - kwaliteit, leesbaarheid en tijdigheid; - goed verankerde juridische en financiële control functies; - werken aan integrale veiligheid en handhaving; - ‘klant is koning’. Daartoe zal de organisatie uitgerust moeten worden met de juiste middelen, kennis en kunde om deze taken waar te maken. Binnen de organisatie zal een stevig evenwicht moeten ontstaan tussen een organisatievorm waarin ‘control’ het hoofdthema is en een organisatie waarin zelfsturing, maakbaarheid en uitdagingen het adagio zijn. Financiën Het financiële beleid is erop gericht om duurzaam een sluitende begroting te krijgen. Dit kan zowel met structurele als met incidentele baten en lasten. Tevens is het beleid erop gericht om een goedkeurende verklaring te krijgen bij de jaarrekening, inclusief de rechtmatigheid. Dit wordt gedaan door de volgende uitgangspunten te hanteren: - Het ramen en verantwoorden van baten en lasten moet voldoen aan de richtlijnen zoals gesteld in de externe en interne regelgeving; - De geraamde baten en lasten moeten realistisch zijn, waarbij in principe de nullijn wordt gehanteerd; - Een deel van de algemene uitkering wordt jaarlijks ingezet ter compensatie van loon- en prijsstijgingen gedurende het begrotingsjaar; - Lasten worden genomen zodra ze voorzien zijn (waardoor er dus minder ruimte is voor andere uitgaven en hierop dus bezuinigd moet worden);
78
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (bedrijfsvoering)
- Baten worden genomen zodra ze met voldoende zekerheid gerealiseerd kunnen worden (dus geen mogelijke extra rendementen op beleggingen die niet gegarandeerd zijn); - Structurele lasten moeten gedekt worden door structurele baten; - Incidentele lasten mogen gedekt worden door incidentele baten; - Het politieke ambitieniveau jaarlijks afstemmen met de capaciteit qua financiële middelen en personeel; - Baten en lasten die in de exploitatie thuishoren, daar ook verantwoorden en niet tussentijds doorsluizen naar kredieten in de vorm van vaste activa op de balans, omdat dit tijdelijk lucht geeft in de begroting, maar structureel problemen oplevert; - Het opnemen van een stelpost voor onvoorziene uitgaven; - Niet transparante methoden zo eenvoudig mogelijk weergeven of zelfs helemaal afschaffen; - Tussentijds bewaken van de voortgang om financiële tegenvallers tijdig te ontdekken, zodat hierop adequaat gereageerd kan worden. Huisvesting Sinds medio februari 2008 zitten we in het nieuwe stadhuis aan de Arnoud van Gelderweg. Samen met Woonmaatschappij Mooiland/Maasland en het Brabants Historisch Informatie Centrum zitten we in één gebouw. Met het gebruik van dit nieuwe stadhuis zijn de eerste ervaringen opgedaan en die zijn zonder meer positief te noemen. Voor zover de exploitatiekosten van het nieuwe stadhuis bekend zijn, zijn deze opgenomen in de 1e Burap 2009 en de Kadernota 2010. Duidelijk is dat de exploitatiekosten significant hoger zijn dan de kosten van de verouderde locatie Hofplein. Om kosten te beheersen worden er binnen de inmiddels opgerichte VVE (Vereniging van Eigenaren) Zuidooster afspraken gemaakt over aanbesteding van zaken zoals technisch onderhoud, energievoorziening etc. In dit najaar wordt samen met 17 gemeenten in Noordoost Brabant, geparticipeerd in een grote aanbesteding van gaslevering binnen het Inkoopplatform Brabant Noordoost. De vooralsnog beperkte Samenwerking Land van Cuijk zal invloed hebben op de huisvestingsituatie. Het is de bedoeling dat de centrale afdeling P&O voor het Land van Cuijk (op dit moment 3 gemeenten te weten Cuijk, Mill en Grave) in Grave gehuisvest wordt. Het onderdeel Sociale Zaken zal in Cuijk worden gehuisvest, en zoals gerealiseerd is, is de brandweer inmiddels in Mill gehuisvest. De vrijgevallen werkplekken worden in Grave weer gedeeltelijk opgevuld door de komst van een P&O afdeling. Dit neemt niet weg dat de mogelijke desintegratiekosten ten laste van het taakveld bedrijfsvoering en exploitatie komen. Door een efficiënte inpassing zullen deze kosten zo beheersbaar mogelijk worden gehouden. Automatisering Voor wat betreft de ICT wordt eens in de vier jaren een beheerplan ICT door u vastgesteld, waarin het beleid en alle projecten worden opgenomen gedurende de bestuursperiode. In bijlage 4.5 vindt u een overzicht van de geplande projecten voor 2010. In het overzicht bevinden zich enkele projecten die oorspronkelijk gepland waren voor 2009 en middels de bestuursrapportage zijn doorgeschoven naar 2010. Uiteraard zal, voordat de betreffende projecten gestart worden, bekeken worden of uitvoering noodzakelijk is. Het beheerplan ICT zou volgens de planning in 2010 geactualiseerd moeten worden. Vanuit de nieuw op te bouwen samenwerking Land van Cuijk met de gemeenten Cuijk, Mill en Sint Hubert en Grave is het de bedoeling om een gezamenlijk beleidsplan op te stellen, gebaseerd op het huidige beheerplan ICT van Grave. Dit in samenhang met het EGEMi realisatieplan en het NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma). De bedoeling is om het gezamenlijke plan eind 2009 gereed te hebben. Een aantal projecten, die in het kader van het opzetten van een Regionaal Dienstencentrum ICT Land van Cuijk met de vijf gemeenten zijn uitgesteld tot nader orde, zullen opnieuw gepland worden in het nieuw op te stellen plan.
79
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (bedrijfsvoering)
Bedrijfsvoeringsbudgetten In onderstaande tabel is een aantal budgetten vermeld behorende bij enkele bedrijfsvoeringsonderwerpen zoals vermeld in de 'Financiële verordening gemeente Grave 2006'. In deze tabel zijn de jaarbudgetten vermeld, dus zowel structurele als incidentele budgetten.
Tabel 6: Bedrijfsvoeringbudgetten (afgerond op € 1.000) Omschrijving 1
Personeel (betreft het huidige ambtelijke personeel, exclusief bestuur en bijzondere groepen) 2 Huisvestingskosten stadhuis Automatiseringskosten (beheerplan => gemiddelde kosten) Budgetten voor de raad (inclusief salarislasten) Budget voor de griffie (inclusief salarislasten) Budget voor de rekenkamer Budget voor de accountant (accountantskosten)
1 2
Zie ook bijlage 4.3 voor de opbouw en het verloop van het personeelsbestand. Aangepast in de eerste bestuursrapportage 2009.
80
Budget 2009
Budget 2010
5.136.000
5.363.000
441.000 758.000 105.000 73.000 10.000 33.000
547.800 758.000 109.000 74.000 10.000 33.000
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Paragraaf verbonden partijen Wettelijk kader Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de bepalingen in de Financiële verordening gemeente Grave 2006 moeten in de paragraaf verbonden partijen de volgende onderdelen worden vermeld: Onderdeel - De visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting - De beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen - De naam en vestigingsplaats van de verbonden partij - Het financieel belang van de gemeente - De zeggenschap van de gemeente - Het publiek belang dat wordt gediend met de deelname
Op grond van art. 15, letter a BBV art. 15, letter b BBV art. 18 Fin. verordening art. 18 Fin. verordening art. 18 Fin. verordening art. 18 Fin. verordening
Opbouw paragraaf Deze paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - Inleiding / toelichting; - Verbonden partijen. Inleiding / toelichting De paragraaf verbonden partijen geeft de visie op deze partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in het programmaplan. Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Als er bij een derde partij een financieel belang én een bestuurlijk belang aanwezig is, spreken we van een verbonden partij. Met 'bestuurlijk belang' wordt bedoeld een zetel in het bestuur van de verbonden partij of het hebben van stemrecht. Met 'financieel belang' wordt bedoeld dat de gemeente de ter beschikking gestelde middelen kwijt is in geval van een faillissement van de verbonden partij en/of als er in geval van financiële problemen bij de verbonden partij verhaal op de gemeente kan plaatsvinden. De gemeente Grave heeft bestuurlijke en financiële belangen in diverse verbonden partijen. Deze partijen voeren dus beleid uit voor de gemeente. De gemeente blijft uiteraard eindverantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de uit te voeren programma’s. Als gemeente is het belangrijk aandacht te hebben voor de kaderstellende en controlerende taak. Naast de beleidsmatige verantwoordelijkheid blijft Grave uiteraard ook financiële verantwoordelijkheid houden ten aanzien van de verschillende partijen. De financiële bijdragen aan de verbonden partijen leggen in meer of mindere mate een belangrijk beslag op de begroting. De gemeente Grave heeft geen afzonderlijk beleid voor de verbonden partijen vastgelegd in een aparte beleidsnota. Gezien de veelheid aan verbonden partijen hebben de gemeenten in de regio afgesproken om een verbonden partij te adopteren. Dit houdt in dat deze gemeente de begrotingen en jaarrekeningen van de verbonden partij bestudeert / analyseert en adviezen opstelt die ook door de andere deelnemende gemeenten gebruikt kunnen worden. Dit alles onder het mom van 'het wiel niet opnieuw uitvinden'.
81
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Verbonden partijen Hieronder volgt een overzicht van alle verbonden partijen waarin Grave een bestuurlijk en financieel belang heeft. 1
Gemeenschappelijke regeling streekgewest Brabant-Noordoost (in liquidatie)
Publiek belang Gemeentelijke taken worden om uiteenlopende redenen in gewestelijk verband uitgevoerd. Bestuurlijk belang Met de opheffing van deze gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2002 is het bestuurlijke belang van de gemeente komen te vervallen. Tegelijkertijd is besloten het openbaar lichaam in stand te houden voor zover dat noodzakelijk is voor de vereffening van het vermogen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Oss zijn aangewezen als het bestuurlijk orgaan dat belast is met de behartiging van de financiële belangen van het voormalige Streekgewest en in het bijzonder met de vaststelling van de jaarlijkse lasten die uit de liquidatie voortvloeien. Er is een commissie van drie personen uit de deelregio's Oss, Uden-Veghel en Land van Cuijk die het college van Oss adviseert. Namens de regio Land van Cuijk maakt de burgemeester van Boxmeer deel uit van de commissie. Het voornemen is aan de raden van de deelnemende gemeenten voor te stellen om met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 over te gaan tot opheffing van het Streekgewest Brabant Noordoost. Binnenkort komt de adviescommissie Streekgewest bestaande uit de drie burgemeesters van de drie deelregio's en de burgemeester van Oss (uitvoerend orgaan) bijeen om advies uit te brengen over de opheffing. Hierna zal z.s.m. een voorstel aan de raden van de deelnemende gemeenten worden gestuurd met de bedoeling om nog in 2009 tot een afronding van het bestuurlijke traject tot opheffing van het Streekgewest te komen. Financieel belang De financiële gegevens zullen samen met de voorstellen tot opheffing aan de deelnemende gemeenten worden verzonden. De afkoopsom heeft verband met lopende wachtgeldverplichtingen aan personeel in dienst van het voormalige Streekgewest. De afkoopsom wordt ten laste gebracht van de 'voorziening liquidatie voormalig Streekgewest' en beïnvloedt het resultaat niet. De hoogte van deze voorziening is zodanig, dat daaruit de toekomstige verplichtingen kunnen worden voldaan. Beleidsvoornemens De activiteiten zijn inmiddels afgestoten of verzelfstandigd. De liquidatie is opgedragen aan de gemeente Oss. 2
Gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal te Kleve (Duitsland)
Publiek belang Het bevorderen, ondersteunen en coördineren van de regionale grensoverschrijdende samenwerking van de deelnemers op diverse beleidsterreinen. Hiertoe voert zij projecten uit, zoals bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, economie, arbeidsmarkt, gezondheidszorg, rampenbestrijding, ruimtelijke ordening en recreatie en toerisme. Zij vraagt en verstrekt middelen van en aan derden en adviseert bij grensoverschrijdende activiteiten en problemen aan meerdere belanghebbenden. Betrokkenen Duitsland: Alpen, Bedburg-Hau, Duisburg, Emmerich, Goch, Hamminkeln, Hünxe, IHK-DuisburgWesel-Kleve , Kalkar, Kevelaer, Kleve, Kranenburg, Kreis Kleve, Kreis Wesel, Landschaftsverband Rheinland, Moers (nieuw), Neukirchen-Vluyn, Rees, Rheinberg, Schermbeck, Sonsbeck, Uedem, Weeze, Wesel, Xanten. Nederland: Arnhem, Bergen, Beuningen, Boxmeer, Cuijk, Druten, Duiven, Gennep, Grave, Groesbeek, Heumen, Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland , Lingewaard, Lith, Mill en Sint Hubert, Millingen aan de Rijn, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Oude IJsselstreek, Overbetuwe, Rheden, Rijnwaarden, Sint Anthonis, Ubbergen, Wageningen, West Maas en Waal, Westervoort, Wijchen, Zevenaar. (bron: www.euregio.org,)
82
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Euregioraad door raadslid Hendriks en wethouder Bos. Als plaatsvervangers zijn respectievelijk aangewezen raadslid Kathagen en burgemeester Delissen. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner. Bij opheffing van de Gemeenschappelijke regeling is de gemeente verplicht om naar rato van de hoogte van haar deelnemersbijdrage een extra bijdrage te verstrekken om te voldoen aan de verplichtingen die resteren na verzilvering van het vermogen. Hieronder vallen ook de verplichtingen die bij derden ontstaan, doordat zij personeel ter beschikking hebben gesteld, waarvoor als gevolg van de liquidatie geen werk meer is. De bijdrage voor 2010 is begroot op € 3.700. Beleidsvoornemens Voor het werkgebied van de Euregio Rijn-Waal staan in het afgelopen jaar en de komende vier jaar € 34 miljoen aan Europese middelen voor Duits-Nederlandse projecten ter beschikking vanuit het Europese stimuleringsprogramma INTERREG 4a. Inclusief de nationale, regionale en private cofinancieringbedragen betekent dit, dat er in totaal zo’n € 72 miljoen in grensoverschrijdende INTERREG-projecten zal worden geïnvesteerd om de Euregio Rijn-Waal een economisch sterke en innovatieve regio te maken. Het accent voor de komende structuurfondsperiode ligt op de thema’s economie, technologie en innovatie, integratie en maatschappij en duurzame regionale ontwikkeling. Voor het eerst bestaat er een gemeenschappelijk INTERREG-programma voor het Nederlands-Duits grondgebied. Dit betekent ook kansen voor de gemeente Grave. Bezien zal worden of de gemeente Grave (in samenwerking met andere partijen) een relevant project kan inbrengen. Aanvullende informatie De gemeente Grave is vanaf maart 1996 aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal. Website: www.euregio.org 3
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord te 's-Hertogenbosch
Publiek belang Artikel 3.1 van de gemeenschappelijke regeling luidt als volgt: "De veiligheidsregio Brabant-Noord behartigt het belang van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde, waar mogelijk integrale, uitvoering van de hulpverlening in het werkgebied alsmede de voorbereiding daarop". De Veiligheidsregio heeft taken op het terrein van de regionale brandweerzorg, op het terrein van de geneeskundige hulpverlening, op het terrein van het gemeenschappelijk meldcentrum en op het terrein van het veiligheidsbureau. Betrokkenen Gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Heusden, ’s-Hertogenbosch, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, SintOedenrode, Uden, Veghel en Vught en de politieregio Brabant-Noord. Bestuurlijk belang De voorzitter van de raad (burgemeester Delissen) is lid van het algemeen bestuur. Een wethouder (wethouder Bos) treedt op als plaatsvervangend lid. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie middels een bedrag per inwoner. De programmabegroting 2010 van de Veiligheidsregio is een beleidsarme begroting. De effecten van de kadernota 2010 zijn integraal verwerkt in de programmabegroting 2010. In geval van opheffing, op basis van een besluit van het algemeen bestuur, is de gemeente partij in de liquidatie. Voor 2010 bedraagt de bijdrage € 10,348 per inwoner. Op basis van 12.800 inwoners bedraagt de bijdrage € 132.454.
83
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Beleidsvoornemens Mede in het licht van de voorgenomen regionalisering van de Brandweer Brabant-Noord, is geen sprake van nieuw beleid. Aanvullende informatie Een veiligheidsregio is een gebied waarin besturen en diensten op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij rampen en handhaving van de openbare orde en veiligheid nauw met elkaar samenwerken. Nederland kent 25 van deze veiligheidsregio’s. De indeling komt overeen met die van de politieregio’s. Brabant is verdeeld in drie veiligheidsregio’s: Veiligheidsregio Brabant-Noord (waar Grave in valt), Veiligheidsregio Midden- & West-Brabant en Veiligheidsregio ZuidoostBrabant.
Per 1 januari 2003 is de 'Gemeenschappelijke regeling Regionale Hulpverleningsdienst BrabantNoord' (HVD) ontstaan uit een samenvoeging van de Regionale Brandweer en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). De gemeente Grave is vanaf de oprichting aangesloten bij deze gemeenschappelijke regeling. Per 1 juli 2006 is ook het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord (GMC) geïncorporeerd in de HVD. Door deze samenvoeging van de HVD en het GMC is de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord ontstaan. De 'oude' gemeenschappelijke regelingen HVD en GMC zijn per die datum opgeheven.
Adoptiegemeente : 's-Hertogenbosch Website : www.brabant.nl (menu beleid - veiligheid - rampenbestrijding - veiligheidsregio's) en www.hvd-brabant-noord.nl 4
Gemeenschappelijke regeling Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) (voorheen Streekarchief Brabant-Noordoost) te 's-Hertogenbosch
Doelstelling / publiek belang Op grond van artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling is het doel 'de belangen van de minister, de gemeenten en de waterschappen bij alle aangelegenheden betreffende de archiefbescheiden en collecties die berusten in de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie Noord-Brabant en de archiefbewaarplaatsen van de gemeenten en de waterschappen, in gezamenlijkheid te behartigen'. Betrokkenen Het rijk en de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Haaren, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel en Vught en de waterschappen Aa en Maas en De Dommel. Bestuurlijk belang Het algemeen bestuur bestaat uit zes leden, de minister wijst drie leden aan en de raden van de gemeenten en de algemene besturen van de waterschappen wijzen uit hun midden, de voorzitters van die raden en die algemene besturen inbegrepen, of uit de kring van wethouders, gezamenlijk drie leden aan. De gemeente Grave is in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door burgemeester Delissen. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie middels een bedrag per inwoner. In geval van opheffing, besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daartoe de nodige regels op. De bijdrage voor 2010 bedraagt € 3,95 per inwoner. Op basis van 12.800 inwoners bedraagt de bijdrage € 50.507. Beleidsvoornemens In 2008 is het beleidsplan 2009 - 2012 opgesteld met als ondertitel `van fysiek naar digitaal` met als doel de digitale dienstverlening centraal in de organisatie te krijgen. Voor de korte termijn is er aandacht voor digitale dienstverlening, verbetering lokale dienstverlening en meer efficiënte uitvoering van de wettelijke taak.
84
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Aanvullende informatie De gemeenschappelijke regeling is op 1 januari 2005 ontstaan uit een fusie van het Streekarchief Brabant-Noordoost, het Streekarchief Langs Aa en Dommel en het Rijksarchief in Noord-Brabant. De huidige locaties zijn 's-Hertogenbosch, Boxtel en Grave. Adoptiegemeenten : Schijndel en Haaren. Website : www.bhic.nl 5
Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant te Oss
Doelstelling / publiek belang De Wsw is een vrijwillige voorziening voor een aparte groep van arbeidsgehandicapten die vanwege de ernst van hun lichamelijke, verstandelijke en/of psychische handicap aangewezen zijn op aangepaste arbeid in het kader van de Wsw, omdat zij duurzaam geen reguliere arbeid kunnen verrichten, ook niet met inzet van re-integratievoorzieningen. Doel van de Wsw is om aan zoveel mogelijk arbeidsgehandicapten die zijn geïndiceerd voor de Wsw, aangepaste arbeid te bieden die aansluit bij de capaciteiten en mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerden. Op grond van artikel 4 van de gemeenschappelijke regeling is het doel 'het continueren van een gemeenschappelijke voorziening ter integrale uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening en de daaruit voortvloeiende en daarmee verband houdende voorschriften en regelingen, alsmede andere vormen van gesubsidieerde arbeid. Met name wordt bevorderd dat inwoners uit de regio Noordoost-Brabant met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt hulp wordt geboden bij het verkrijgen van betaald werk'. Betrokkenen Het werkgebied van het werkvoorzieningschap omvat de regio’s Oss/Maasland, Uden/Veghel en het Land van Cuijk. Dit komt overeen met de gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden en Veghel. Bestuurlijk belang Wethouder Opsteegh neemt deel in het algemeen bestuur. Als plaatsvervanger is aangewezen wethouder Bos. Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij in de bestuurs- en secretariaatskosten, voor zover deze niet op een andere wijze gedekt worden. Ook wordt een mogelijk exploitatietekort in de uitvoering door de IBN-groep (IBN = Integrale Bedrijven Noordoost-Brabant) op de deelnemende gemeenten verhaald. De laatste jaren is dit niet het geval geweest. In geval van opheffing besluit de Raad van Commissarissen tot liquidatie en stelt daartoe de nodige regels op. Het aandeel van de gemeente Grave in de bestuurs- en secretariaatskosten is in de begroting 2010 geraamd op € 0,37 per inwoner. Op basis van 12.800 inwoners bedraagt de bijdrage € 4.806. Beleidsvoornemens Per 1 januari 2008 is de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) in werking getreden. Een van de gevolgen van de nieuwe wet is dat de rijksmiddelen voor de uitvoering rechtsreeks naar de gemeente gaan. De aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten hebben echter afgesproken om de middelen direct door te sluizen naar het Werkvoorzieningschap NoordoostBrabant. Deze blijft belast met de uitvoering van de WSW voor de deelnemende gemeenten. Aanvullende informatie De gemeente Grave neemt deel aan deze gemeenschappelijke regeling vanaf de oprichtingsdatum 1 januari 1998. Per 20 februari 2004 is de naam openbaar lichaam IBN en de gemeenschappelijke regeling Integrale Bedrijven Noordoost-Brabant gewijzigd in Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant. In de praktijk wordt echter de term/naam IBN nog gebruikt. Mede omdat de IBN-groep de uitvoeringsorganisatie is van het Werkvoorzieningschap als het gaat om het bieden van werk onder aangepaste omstandigheden. Bij of via de IBN-groep worden de tot de Wet sociale werkvoorziening toegelaten kandidaten geplaatst. Adoptiegemeente Website
: Oss en St. Anthonis : www.wvs-nb.nl
85
BELEIDSBEGROTING 6
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Gemeenschappelijke regeling voor de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst 'Hart voor Brabant' te 's-Hertogenbosch
Publiek belang Op grond van artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling is het doel 'een bijdrage te leveren aan de openbare gezondheidszorg'. De gemeente Grave heeft daartoe de volgende taken en bevoegdheden overgedragen: algemene gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, gezondheidsbevordering en ambulancehulp. Betrokkenen Gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, 's-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Lith, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oisterwijk, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oendenrode, Tilburg, Uden, Veghel, Vught en Waalwijk. Bestuurlijk belang De gemeente wordt vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door wethouder Opsteegh. Als plaatsvervanger is aangewezen wethouder Bos. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie op basis van de af te nemen diensten/producten. In geval van opheffing op basis van een besluit van het algemeen bestuur, is de gemeente partij in de liquidatie. De bijdrage voor 2010 is geraamd op € 15,07 per inwoner. Op basis van 12.800 inwoners bedraagt de bijdrage € 192.896. Beleidsvoornemens De inwonersbijdrage aan de GGD wordt voor de jaren 2010 t/m 2012 met € 0,48 verhoogd in verband met de kosten Elektronisch Kinddossier. Aanvullende informatie De gemeente Grave neemt deel aan deze gemeenschappelijke regeling vanaf januari 2001. Adoptiegemeente: Oss 7
Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-WestNoord te 's-Hertogenbosch
Publiek belang Op grond van artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling is het doel 'het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg'. 'Het openbaar lichaam tracht dit doel te bereiken met alle wettelijke toegestane middelen die daaraan naar zijn mening kunnen bijdragen'. Betrokkenen Gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Breda, Cuijk, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, 's-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Lith, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Roosendaal, Rucphen, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Steenbergen, Tilburg, Uden, Veghel, Vught, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder Gezondheidszorg of door een collegelid dat reeds lid is van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant. Voor Grave is aangewezen wethouder Opsteegh. Als plaatsvervanger is aangewezen wethouder Bos.
86
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij voor het ambulancevervoer op basis van een vast bedrag per inwoner. De bijdrage voor 2010 is geraamd op € 1,14 per inwoner. Op basis van 12.800 inwoners betekent dit een totale bijdrage van € 14.531. Beleidsvoornemens Aanvullende informatie De gemeente Grave neemt vanaf de oprichting (oktober 2005) deel aan deze gemeenschappelijke regeling. 8
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Milieubedrijf (RMB) te Cuijk
Doelstelling / publiek belang Volgens artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling heeft het RMB als doel 'de behartiging van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van milieuzorg'. Dit houdt in doelmatig en milieuvriendelijk inzamelen, afvoeren en verwerken van afval door preventie, hergebruik, nuttige toepassingen, verbranden en storten. Ook ligt er een taak op het gebied van voorlichting, monitoring, beleidsontwikkeling en advisering. Betrokkenen Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door wethouder Opsteegh. Als plaatsvervanger is aangewezen wethouder Bos. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie middels een bedrag per inwoner. De inwonerbijdrage bedraagt voor 2010 totaal € 21.672. In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daartoe de nodige regels op. Beleidsvoornemens In de begroting 2010 wordt een paragraaf gewijd aan de beleidsontwikkelingen 2009. Hierin wordt uitgebreid stilgestaan bij de landelijke allerminst nog gelopen discussie over omgevingsdiensten. Verder worden enkele ontwikkelingen op afvalbeleidsgebied aangestipt, die voor een deel ook niet Land van Cuijk gemeenten aangaan o.a. contracten Essent, beleidsafstemming verpakkingen e.d. Aanvullende informatie Adoptiegemeenten: Bernheze en Boxmeer. 9
Gemeenschappelijke regeling bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel te Cuijk
Publiek belang Het doel van de bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel is het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het bestuur door wethouder Opsteegh. Financieel belang De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie onder meer middels een bedrag per inwoner. De inwonerbijdrage bedraagt voor 2010 € 47,97 per inwoner. Op basis van 12.800 inwoners bedragen de totale kosten voor 2010 voor Grave € 610.660,-.
87
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Beleidsvoornemens Het nieuwe beleid bestaat uit voortraject optimalisatie afvalinzameling, inzameling en verwerking snoeihout, inzameling verpakkingsmateriaal, duurzame afvalverwerking, voortraject optimalisatie afvalinzameling, verbeteringen inzamelvoorzieningen, voorlichting KCA-inzameling en voorlichting besluit beheer kunststofinzameling. Per saldo wordt de bijdrage ten opzichte van 2009 met 3,5% verhoogd. Aanvullende informatie Adoptiegemeenten: Bernheze en Boxmeer. 10 Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband kleinschalig collectief vervoer Doelstelling / publiek belang Op grond van artikel 3 van de regeling is het doel: 'het tot stand brengen, ontwikkelen en in stand houden van een stelsel van kwalitatief hoogwaardig kleinschalig vervoer. Betrokkenen Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint-Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel. Bestuurlijk belang De gemeente is in de gemeenschappelijke regeling vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door een lid van de raad of van het college van burgemeester en wethouders. Voor Grave is dit wethouder Opsteegh. Als plaatsvervanger is aangewezen wethouder Bos. Financieel belang Jaarlijkse bijdrage aan de vervoerskosten van OV-reizigers, Wmo-pashouders en eventuele andere doelgroepen. Ook betaalt de gemeente een jaarlijkse bijdrage aan het projectbureau van het KCV. Het aandeel in de beheers- en exploitatiekosten voor 2010 is begroot op € 135.128 Dit is exclusief de kosten van leerlingenvervoer. Beleidsvoornemens Met ingang van het schooljaar 2008-2009 is het projectbureau gestart met het organiseren van het vervoer van de doelgroep `leerlingenvervoer` voor 5 gemeenten, zijnde Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis. Voor 2010 wordt uitgegaan van een uitbreiding van het aantal gemeenten dat deelneemt aan het leerlingenvervoer. Aanvullende informatie Adoptiegemeenten: Mill en Sint Hubert en Landerd. 11 Gemeenschappelijke regeling Welstand Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch Doelstelling / publiek belang Artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling luidt als volgt: 'Welstandszorg Noord-Brabant heeft tot doel de deelnemende gemeenten bij te staan in hun zorg voor de vormgeving van gebouwen en bouwwerken zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan'. Betrokkenen Aalburg, Alphen-Chaam, Asten, Baarle-Nassau, Bergeijk, Bernheze, Bladel, Boxmeer, Boxtel, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Dongen, Drimmelen, Eersel, Geertruidenberg, Geldrop, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, Heeze-Leende, Heusden, Hilvarenbeek, Laarbeek, Landerd, Lith, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Moerdijk, Inlenen c.a., Voorschot, Oisterwijk, Reutelde Mierden, Rucphen, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, SintOedenrode, Zomeren, Son en Beugel, Steenbergen, Uden, Valkenswaard, Veghel, Waalre, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert. (bron: Welstandszorg Noord-Brabant, augustus 2006)
88
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door wethouder Opsteegh. Financieel belang Voor de gemeente Grave heeft de gewijzigde exploitatiebegroting en begroting van kosten ontvlechting en liquidatie de navolgende financiële consequenties. De bijdrage bestaat uit een vaste en een variabele bijdrage. De vaste bijdrage is gerelateerd aan het inwonertal van de gemeente Grave. De bijdrage voor 2010 is geraamd op € 0,20 per inwoner. Op basis van 12.800 inwoners bedraagt de bijdrage € 2.580,-. De variabele bijdrage is afhankelijk van het aantal vergaderingen van de Welstandscommissie. Voor 2010 wordt uitgegaan van 26 vergaderingen tegen een tarief van € 875,- of € 22.750,-. De eenmalige liquidatiekosten zijn voor de gemeente Grave over de periode 2009 - 2011 gecalculeerd op € 6.923, -. Beleidsvoornemens Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Welstandszorg Noord-Brabant heeft in haar vergadering van 13 maart 2009 in grote eenstemmigheid besloten te willen komen tot ontvlechting en liquidatie van de regeling per 1 januari 2012. Het Dagelijks Bestuur is gevraagd om het proces dat gelopen moet worden om dit te bereiken, in gang te zetten. Het besluit om te komen tot ontvlechting en liquidatie is een feit zodra 75% van de raden en de colleges van de aangesloten gemeenten daartoe besloten hebben. Bij brief van 13 juli 2009 verzoekt het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling om een besluit van de gemeenteraad om de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2010 op te heffen en in te stemmen met de voorgestelde wijze van liquidatie. De raad heeft hiertoe op 22 september 2009 besloten. Aanvullende informatie De gemeente Grave neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling vanaf 11 april 1995 (datum raadsbesluit). Naast de wettelijk verplichte taken op grond van de Woningwet voert de welstandcommissie ook andere taken uit zoals het desgewenst adviseren over nieuwe plannen en ontwikkelingen. Vanaf mei 2005 heeft de gemeente Grave een vastgestelde welstandsnota. Adoptiegemeente: Sint-Michielsgestel. 12 Gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar basisonderwijs Doelstelling / publiek belang Op grond van artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling is het doel als volgt verwoord: 'Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent de bevoegdheden van de gemeenteraad uit als bedoeld in artikel 48 Wet primair onderwijs en in de statuten van de stichting, met uitzondering van de opheffing van scholen'. In de praktijk betekent dit het belang waarborgen van het openbaar onderwijs bij de betrokken deelnemers. Betrokkenen Gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave en Mill en Sint Hubert. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het Gemeenschappelijk Orgaan door de portefeuillehouder onderwijs. Voor Grave is dit wethouder Opsteegh. Financieel belang Voor de uitvoering van het secretariaat van het Gemeenschappelijk Orgaan wordt door elke gemeente € 250 bijgedragen. Beleidsvoornemens Voor 2010 is bij de gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar basisonderwijs geen nieuw beleid geformuleerd.
89
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Aanvullende informatie De regeling wordt statutair aangehaald als 'Gemeenschappelijke regeling openbaar basisonderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en St. Hubert'. De gemeente Grave neemt deel aan deze gemeenschappelijke regeling vanaf de oprichting 1 januari 2004. 13 BV Administratiekantoor Gasnetwerk Oost Brabant te Helmond Publiek belang De BV beheert het vermogen en bewaakt de belangen van het Administratiekantoor als juridisch eigenaar van het gasnetwerk (Obragas Net NV). Bestuurlijk belang De stem van de gemeente Grave weegt naar evenredigheid van de deelname in de BV, te weten 2,64% van de aandelen. Financieel belang Het aandelenkapitaal van de BV bedraagt € 23.928 waarin de gemeente Grave voor 2,64% participeert, zijnde € 632. Daarnaast beschikt de BV over een egalisatiereserve van ongeveer € 202.000 (stand per 1-1-2007) ter dekking van de toekomstige kosten van het administratiekantoor. Op basis van een participatie van 2,64% is het aandeel voor Grave € 5.333 Beleidsvoornemens Per 1 juni 2007 is Obragas Net NV door RWE verkocht en overgedragen aan de gemeente Eindhoven. De gemeente Eindhoven onderzoekt momenteel de juridische en financiële vormgeving van het netwerkbedrijf van Obragas en NRE. Een optie daarbij is een eventuele participatie van de oud aandeelhouders in de nieuwe entiteit. Dit traject en de besluitvorming door geïnteresseerde gemeenten is zover gevorderd dat begin 2010 door de gemeente Grave een beslissing kan worden genomen over óf uittreding uit de BV Administratiekantoor Gasnetwerk Oost Brabant óf participeren in het nieuwe netwerkbedrijf. 14 Samenwerkingsverbanden Land van Cuijk Algemeen Samenwerking met 5 gemeenten Land van Cuijk kan tevens gecategoriseerd worden onder ‘verbonden partijen’. In 2008 en 2009 is met veel ambitie gestart met de realisatie van een ‘zware Gemeenschappelijke regeling’ om de ambtelijke samenwerking op het gebied van sociale zaken, P&O, ICT en WOZ/Belastingen vorm te geven. Medio 2009 blijkt dat het tempo waarin de gemeenten deze samenwerking formeel willen realiseren, per gemeente toch verschilt. Dit is gebaseerd op een veelvoud aan factoren waaronder financiële posities van gemeenten, benodigd financiële startkapitaal en onder meer politiek bestuurlijke afwegingen. Ondanks deze vertraging is er veel gebeurd op het gebied van de beoogde samenwerking. Er is een akkoord bereikt ten aanzien van een sociaal statuut voor de 5 gemeenten, en tav. de harmonisatie van de rechtspositie van alle ambtelijk medewerkers bestond een technisch akkoord met de medezeggenschap organisaties. Het feit dat thans in beperkte vorm wordt samengewerkt betekent overigens niet dat de volledige samenwerking is gestopt of dat er in de nabije toekomst geen basis meer is om alsnog met de 5 gemeenten verder op te trekken. Op het gebied van inkoop, ruimtelijke ontwikkeling van het district en economische en toeristische positionering wordt met de 5 gemeenten nog intensief samenwerkt. Dit heeft tot effect dat het Land van Cuijk herkenbaar ook op de ‘provinciale kaart’ wordt gepositioneerd. Genoemd tempoverschil heeft er echter toe geleid dat medio 2009 3 gemeenten binnen het district Land van Cuijk, te weten Cuijk, Grave en Mill-St. Hubert, na bestuurlijk commitment, verder zijn gegaan met de realisatie van een intergemeentelijke sociale dienst (ISD) per januari 2010. Vervolgens e zullen de P&O afdelingen van de 3 gemeenten in een samenwerkingsvorm in het 1 kwartaal 2010 in het stadhuis van Grave gaan starten. Op het gebied van ICT is het ambitieniveau ook getemporiseerd. Met het oog op de ‘elektronische gemeente’ per 2015 worden systemen gedurende de komende jaren op elkaar afgestemd, en wordt
90
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
vooralsnog afgezien van de realisatie van een centraal in het Land van Cuijk gepositioneerde midoffice waarop alle systemen in identieke vorm draaien en worden onderhouden. De opzet tot samenwerking met de 3 gemeenten is thans gebaseerd op een pragmatische insteek. Dat wil zeggen gebruik maken van bestaande kennis en kunde van de 3 ambtelijke organisaties, en in de basis gestoeld op de vigerende gemeentelijke begrotingen. Daar waar afwijkingen in financiële zin zichtbaar worden, zal daar waar noodzakelijk is de raad in gezamenlijkheid worden geconsulteerd. Daar waar het proces tot samenwerken externe ondersteuning behoeft, wordt deze ingezet. Voor wat betreft deze afgeslankte vorm van samenwerking, blijven de eerder benoemde redenen tot samenwerken onverminderd van kracht. Verbeteren kwaliteit van dienstverlening, opheffen van de kwetsbaarheid van onze ambtelijke organisatie, en verbeteren van de efficiency. Bij realisatie van een van de genoemde vorm van samenwerking zal de beoogde kwaliteitsverbetering op alle vlakken prioriteit zijn. Het louter samenvoegen van bestaande afdelingen betekent immers niet per direct een verbetering van kwaliteit, kunde en efficiency. De aan te stellen leidinggevende van deze samenwerkingsvorm zal dit als concrete taak mee gaan krijgen. De raden zullen in het algemeen worden geïnformeerd over het verdere verloop van de samenwerking inclusief de organisatorische en financiële consequenties. Inkoop In 2009 en voor de komende jaren, is het vastgestelde inkoopbeleid 5 gemeenten Land van Cuijk leidraad ten aanzien van inkopen en de noodzakelijke rechtmatigheid. Samenwerking Land van Cuijk op het gebied van WOZ/belastingen Ten aanzien van deze vorm van samenwerking is de realisatiedatum van 1 januari 2011 nog steeds in beeld. In welk tempo samenwerken op het gebied van WOZ/ belastingen wordt ingezet, is mede afhankelijk van de wijze waarop de ISD en P&O succesvol geïmplementeerd kunnen gaan worden. Samenwerking Land van Cuijk op het gebied van ICT Zoals is aangegeven is ook op het gebied van ICT het ambitieniveau naar beneden bijgesteld, en wordt op pragmatische wijze de samenwerking ondersteund, en wordt toekomstgericht gewerkt aan de ‘elektronische gemeente’ per 2015. Vorming districtsbrandweer Land van Cuijk De districtbrandweer is een feit geworden in 2009. Per 1 oktober 2009 is de Gemeenschappelijke regeling een feit, en zijn de medewerkers van de brandweer arbeidsrechtelijk overgegaan naar deze GR. Gedurende het jaar 2010 zal de regionale brandweer verder gestalte krijgen, en zal formeel per 1 januari 2011 de nu gevormde districtbrandweer Land van Cuijk overgaan naar de Regio brandweer. Stand van zaken samenwerking P&O-dienst Land van Cuijk e De beoogde termijn van samengaan van de 3 afdelingen P&O is voorzien in het 1 kwartaal 2010 Sociale Zaken De voorbereidingen t.b.v. de realisatie van een ISD voor de 3 gemeenten zijn in volle gang. Voorzien is dat met in achtneming van de juiste afstemmingen met gemeenteraden, besturen en medezeggenschap per 1 januari 2010 uiteindelijk de ISD kan starten in Cuijk. Handhaving/boa's Voorzien wordt een pragmatische vorm van uitwisseling van BOA’s binnen de 5 gemeenten Land van Cuijk in nauwe samenwerking met de districtpolitie. De formele aanvragen om de opsporingsbevoegdheden op district niveau te brengen zijn uitgezet. Zodra dit gerealiseerd is kan op relatief eenvoudige wijze uitwisseling van werkgebied binnen Land van Cuijk plaatsvinden. Op welke wijze deze samenwerking verder vorm krijgt in de toekomst is mede afhankelijk van de successen van de andere vormen van samenwerking en de uiteindelijk te bereiken (juridische) constructie van samenwerking.
91
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (verbonden partijen)
Verwerking in begroting 2010 In de programmabegroting 2010 zijn de betreffende samenwerkingsonderwerpen nog volledig opgenomen. Er is immers nog geen sprake van een formeel vastgesteld samenwerkingsverband in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Op het moment dat aan u wordt voorgesteld om op een bepaald onderwerp binnen het Land van Cuijk te gaan samenwerken, zullen ook de financiële consequenties van deze samenwerking inzichtelijk gemaakt zijn en de consequenties voor de vigerende programmabegroting. Bijzondere aandacht zal hierbij zijn voor de bij de gemeenten achterblijvende kosten voor bijvoorbeeld overhead. De zogenaamde desintegratiekosten. Om kostenstijgingen te voorkomen zal het nodig zijn om een zodanige constructie te kiezen dat voor de 3 gemeenten de achterblijvende kosten voor overhead en de desintegratiekosten worden "geneutraliseerd" en budgettair neutraal verlopen. Over de opzet en invulling van deze constructie vindt binnen het samenwerkingsverband Land van Cuijk overleg plaats.
92
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (grondbeleid)
Paragraaf grondbeleid Wettelijk kader Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de bepalingen in de Financiële verordening gemeente Grave 2006 moeten in de paragraaf grondbeleid de volgende onderdelen worden vermeld: Onderdeel - De visie op het grondbeleid - Een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd - Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie - Een onderbouwing van de geraamde winstneming - De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's voor grondzaken - De verwerving van gronden - De te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten
Op grond van art. 16, letter a BBV art. 16, letter b BBV art. 16, letter c BBV art. 16, letter d BBV art. 16, letter e BBV art. 19 Fin. verordening art. 19 Fin. verordening
De opbouw van de paragraaf grondbeleid wijkt af van voorgaande jaren omdat er dit jaar een splitsing is aangebracht tussen de tekstuele toelichtingen en de cijfermatige opbouw van de grondexploitaties, die in december 2009 afzonderlijk in de raad worden behandeld. Opbouw paragraaf Deze paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 1.0 Kaders Grondbeleid 1.1 Inleiding 1.2 Doelen grondbeleid 1.3 Wettelijke kaders grondbeleid 1.4 Vormen van grondbeleid 1.5 Keuze grondbeleid 2.0 Financiële grondslagen en risicomanagement grondbeleid 2.1 Planning & Control instrumentarium 2.2 Financiële grondslagen 2.3 Risicomanagement 2.4 Projectbegroting & grondexploitatie 1. Kaders Grondbeleid 1.1. Inleiding Om tot ontwikkeling van een gebied te komen gelden wettelijke kaders en zijn verschillende vormen van grondbeleid mogelijk. Afhankelijk van de omstandigheden welke gelden voor een bepaald plangebied kan het beleid verschillen. De wettelijke kaders geven enerzijds richting aan de ontwikkelingsmogelijkheden en afhankelijk van het gekozen grondbeleid zijn er specifieke kansen en risico’s. 1.2. Doelen grondbeleid De gemeente heeft een aantal instrumenten tot haar beschikking, zoals een structuurvisie, een bestemmingsplan en bijbehorend beeldkwaliteitplan, om per project kaders te stellen voor de ruimtelijke ontwikkeling en daarmee gewenste functies. Op basis van de huidige wetgeving kan de gemeente de vereiste sturing geven zowel bij actief als passief grondbeleid. 1.3. Wettelijke kaders grondbeleid 1.3.1. Planologische instrumenten Het wettelijk kader voor het grondbeleid lag tot 1 juli 2008 vast in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Onderdeel hiervan is het bestemmingsplan. Een te realiseren bestemming dient in
93
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (grondbeleid)
overeenstemming te zijn met het bestemmingsplan. Hiervoor dient, bij afwijking, het bestemmingsplan herzien te worden. Vanaf 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) van kracht. 1.3.2. Wro, procedure na 1 juli 2008 Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Hierbij gelden de volgende voorwaarden voor de te volgen procedures: • rijk en provincie kunnen nu ook bestemmingsplannen opstellen (inpassingsplannen); • er dient voor het gehele grondgebied een vigerend bestemmingsplan te zijn; • eens in de 10 jaar dient het bestemmingsplan te worden herzien waarbij nu een verlengingsbesluit mogelijk is; • zonder bestemmingsplan en/of verlengingsbesluit kunnen er geen leges geheven worden; • bindend voor burger en overheid; • basis voor toetsing bouwplannen. De artikel 19 procedure wordt vervangen door het projectbesluit. De nieuwe Wro kent het nieuwe instrument “exploitatieplan” voor het kostenverhaal. Dit moet integraal onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan en gelijktijdig worden vastgesteld. 1.3.3. Grondexploitatiewet (onderdeel nieuwe Wro) Met ingang van 1 juli 2008 is de grondexploitatiewet in werking getreden. Met de invoering van deze wet wordt een belangrijke stap gezet in de verduidelijking van de gemeentelijke regiefunctie bij de uitvoering van de ruimtelijke plannen en het beoogde kostenverhaal. De doelstellingen zijn meerledig: • duidelijke wettelijke inkadering privaatrechtelijk kostenverhaal; • verbetering publiekrechtelijk kostenverhaal; • wettelijke basis voor het stellen van locatie-eisen aan de aanleg van de openbare ruimte; • de mogelijkheid tot het stellen van eisen aan sociale huur en particulier opdrachtgeverschap. Met de invoering van de grondexploitatiewet wordt beoogd de rollen tussen gemeente en particuliere ontwikkelaars helder te krijgen. 1.3.4. Het exploitatieplan In de grondexploitatiewet wordt een nieuwe rechtsfiguur geïntroduceerd: het exploitatieplan. Dit plan dient gelijktijdig met de vaststelling van een bestemmingsplan te worden vastgesteld. Het exploitatieplan bevat een uitwerking van de financiële elementen van het kostenverhaal. De vaststelling van het exploitatieplan is een verplichting, tenzij ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan vaststaat dat het kostenverhaal op andere wijze is verzekerd. Het exploitatieplan bevat zowel de uitwerking van het kostenverhaal als de inhoudelijke locatie-eisen. De gemeente heeft bij een gezamenlijke locatieontwikkeling met een of meerdere particuliere eigenaren de keuze uit: 1. Het sluiten van een privaatrechtelijke exploitatieovereenkomst of 2. Het publiekrechtelijke exploitatieplan Overeenkomsten kunnen ook voorafgaand (anterieure overeenkomst) aan de vaststelling van een exploitatieplan worden gesloten. Nadat het bestemmingsplan en het exploitatieplan zijn vastgesteld is een privaatrechtelijke overeenkomst ook mogelijk (posterieure overeenkomst) maar die moet dan overeenkomen met het exploitatieplan. Toerekening van kosten die de gemeente mag verhalen wordt geregeld via de kostensoortenlijst. Deze is opgenomen in het Bro ( Besluit ruimtelijke ordening). De aard en de omvang van de verhaalbare kosten zijn bij Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld. De in de kostensoorten lijst opgenomen kostenelementen kunnen straks afdwingbaar worden verhaald via of de bouwvergunning dan wel via een overeenkomst.
94
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (grondbeleid)
1.3.5. Verevening of Fondsvorming Bovenplanse verevening. Met de term wordt bedoeld de verrekening van het tekort van een plan met een positief saldo van een ander plan. De wet biedt onder meer de mogelijkheid om via overeenkomst een financiële bijdrage in de ruimtelijke ontwikkeling te vragen. Hieraan zijn specifieke voorwaarden verbonden. Bovenwijkse voorzieningen Dit zijn voorzieningen welke (indirect) van nut zijn voor het exploitatiegebied, zoals bijvoorbeeld een ringweg in de buurt waardoor het exploitatiegebied ontsloten wordt maar welke niet in zijn geheel aan het exploitatiegebied kan worden toegerekend. 1.3.6. Wettelijke mogelijkheden tot verwerving Afhankelijk van het te voeren grondbeleid is het noodzakelijk gronden te verwerven. Hiervoor zijn de volgende (wettelijke) mogelijkheden: • Minnelijke verwerving Indien de gemeente zelf ontwikkelingen wil initiëren dienen hiervoor gronden te worden verworven als deze nog niet in haar bezit zijn. In eerste instantie verloopt deze verwerving via minnelijke weg. In dit kader dienen gesprekken c.q. onderhandelingen met de grondeigenaren binnen het gebied te worden opgestart. • De Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) In het verwervingstraject kan de gemeente op alle objecten binnen een te ontwikkelen plangebied een voorkeursrecht in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) vestigen. Deze mogelijkheid is een passief verwervingsmiddel. De gemeente kan niet dwingen tot verkoop. Maar als de betreffende eigenaar in het plangebied gronden wil verkopen dienen deze eerst aan de gemeente te worden aangeboden. • De Onteigeningswet Mogelijkheden tot onteigening Om de ontwikkeling van een locatie ter hand te nemen kan de gemeente gebruik maken van de mogelijkheid om tot onteigening over te gaan. • Beleid verwerving Wanneer gekozen wordt voor een actief grondbeleid zal hiervoor het instrument Wet voorkeursrecht gemeenten ingezet worden. Eventueel gevolgd door het onteigeningsinstrument in die gevallen, waar een minnelijke verwerving van ontwikkelingsgronden lijkt te zijn uitgesloten. 1.4. Vormen van grondbeleid Om te komen tot ontwikkeling van gronden zijn verschillende mogelijkheden met betrekking tot de te voeren vorm van grondbeleid mogelijk. Per locatie zal een afweging gemaakt moeten worden. Aspecten die bij deze afweging een belangrijke rol spelen zijn: • de grondpositie; • de acceptatie van risico’s. Er zijn op hoofdlijnen twee vormen van grondbeleid te onderscheiden, actief en passief. Passief grondbeleid wordt ook wel faciliterend grondbeleid genoemd. 1.4.1. Actief grondbeleid Gemeente, provincie of rijksoverheid die een actief grondbeleid voeren bij het ontwikkelen van locaties, verwerven en verkopen zelf de gronden. Vervolgens kan men kiezen om grond zelf bouwrijp te maken en uit te geven of de grond in concessie te geven. Instrumenten voor actief grondbeleid zijn vrijwillige koopovereenkomsten, het voorkeursrecht en de onteigeningsbevoegdheid. 1.4.2. Faciliterend (passief) grondbeleid Wanneer een overheid zelf geen grond in handen heeft of probeert te krijgen, kan gekozen worden voor faciliterend grondbeleid. De gemeente sluit dan met een grondeigenaar een contract over de locatieontwikkeling. Op grond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening kunnen voorafgaand aan het
95
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (grondbeleid)
vaststellen van het bestemmingsplan vrijwillige afspraken met de particuliere eigenaren over de inrichting van de locatie en kosten van publieke voorzieningen worden gemaakt. 1.4.3. Overzicht kenmerken In onderstaande tabel zijn de kenmerken weergegeven tussen de verschillende vormen van grondbeleid. Regie Financieel Organisatie Risico Actief ++ ++ ++ PPS +/+ +/+/Bouwclaim + ++ + +/Faciliterend + (Legenda: + = positief voor resultaat/invloed gemeente - = negatief voor resultaat/invloed gemeente) 1.5 Keuze grondbeleid De afweging ten aanzien van de te kiezen vorm van grondbeleid is dus afhankelijk van meerdere factoren. Deze factoren zijn onder andere: • eigendomssituatie gemeente; • eigenaren in het gebied; • realiseren van voorzieningen; • de regie functie; • mogelijkheden tot verhaal van kosten gemeente; • de opbrengstpotentie; • het risicoprofiel. Het grondbeleid van de gemeente Grave is vastgelegd in de nota “Grondbeleid gemeente Grave 2004”. Deze is aangenomen in de raadsvergadering d.d. 16 november 2004. Gelet op de wijzigingen in de wettelijke kaders (Wro, Bro) en het behoorlijk gewijzigde instrumentarium dat kan worden inzet voor het grondbeleid en gezien de aanzienlijke ontwikkelingsuitdaging (o.a. Koninginnedijk) waar Grave voor staat wordt geadviseerd om prioriteit te geven aan het maken van een nieuwe nota grondbeleid voor Grave. Dit sluit aan op de besluitvorming in de raad van 14 juli 2009 over de prioriteiten in projecten. Er wordt een uitvoeringsagenda opgesteld waarin alle ruimtelijke ontwikkelingsinstrumenten op hun actualiteit worden beoordeeld. Waar nodig worden de acties benoemd en gepland om de instrumenten te “updaten”. Onder andere de herziening van de nota grondbeleid wordt hierin opgenomen. 2 Financiële grondslagen en risicomanagement grondbeleid 2.1 Planning & Control instrumentarium Het (her)inrichten van stedelijke locaties vraagt in alle stadia van ontwikkeling een goed financieel inzicht en financieel beheer. Het bouwwerk van een goed financieel beheer staat of valt met het hebben, naleven en verantwoorden van de met elkaar afgesproken spelregels. Daarnaast is een adequate planning- en controlecyclus essentieel. 2.1.1 Exploitatieopzetten De ontwikkeling van een grondexploitatie gaat in fasen. Hiervoor is een projectstructuur ontworpen die bestaat uit fasen die in een project worden doorlopen, waarbij in elke fase bepaalde producten worden geleverd die als basis dienen voor een volgende fase en waarbij voor elke fase een begroting van kosten en opbrengsten wordt gemaakt. Voor (mogelijk ) nieuwe projecten worden de kosten voor de initiatieffase (de fase waarin duidelijk moet worden of iets een project wordt of niet) ten laste van de raming voor “nieuwe initiatieven” gebracht. Wanneer het tot daadwerkelijke ontwikkeling komt, worden de tot dan gemaakte voorbereidingskosten meegenomen in de grondexploitatie.
96
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (grondbeleid)
Wanneer het gaat om particuliere ontwikkelingen en publiekrechtelijk kostenverhaal noodzakelijk is, wordt ingevolge de nieuwe Wet ruimtelijke ordening een gemeentelijk exploitatieplan opgesteld op basis waarvan de ontwikkelaar dient bij te dragen in de exploitatie. Het eerste exploitatieplan voor een locatie moet gelijktijdig met het bestemmingsplan of projectbesluit voor de locatie worden vastgesteld. Per afzonderlijk plan zal worden beoordeeld of een exploitatieplan noodzakelijk is. 2.1.2 Herziening van de grondexploitaties De grondexploitaties worden jaarlijks herzien bij de jaarrekening en de begroting en eveneens bij structurele planwijzigingen, zoals verdere detaillering van het stedenbouwkundige plan, bijvoorbeeld van schetsplan naar voorlopig ontwerp en vervolgens naar definitief ontwerp. Vanuit de lopende grondexploitatie wordt de restantbegroting bepaald en worden afwijkingen/verschillen geanalyseerd. Als uit de opdrachtverlening van een werk een groot tekort of overschot is gerealiseerd, dient de begroting voor het volgende (gelijksoortige) werk vanuit dit leereffect aangepast te worden. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de specifieke omstandigheden rond deze werkzaamheden. Dit is ter beoordeling van de planeconoom en financiën. Hierbij zal veelvuldig overleg plaatsvinden met andere disciplines over de gewenste civieltechnische, ontwerptechnische dan wel stedenbouwkundige kwaliteit versus de kosten en opbrengsten. Deze bijgestelde grondexploitatie dient weer ter vaststelling, met eventuele aanvraag om aanvullend krediet, aan de raad te worden aangeboden. Hierbij is de planeconoom verantwoordelijk voor de planinhoudelijke aspecten en de financieel consulent voor de afstemming met de totale gemeentefinanciën. Een en ander wordt vastgelegd in de eerstvolgende management- en bestuursrapportage die als onderbouwing geldt voor de jaarrekening. De geanalyseerde effecten worden vervolgens weer gebruikt als basis voor een bijgestelde begroting. 2.2 Financiële grondslagen Het resultaat van het grondbeleid kan niet alleen worden weergegeven in termen van gerealiseerde ruimtelijke ontwikkelingen, maar ook in de vorm van het financiële resultaat. Dit resultaat is een optelsom van de uitkomsten van alle grondexploitaties. De wijze waarop het resultaat van de grondexploitaties wordt bepaald, is in hoge mate afhankelijk van de voor de grondexploitatie bepaalde financiële grondslagen en uitgangspunten uit de financiële verordening. Er moet nadrukkelijk rekening mee worden gehouden, dat de aard van de grondexploitatie (projectmatig, meerjarig, complex, risicovol) veelal sterk afwijkt van de andere beleidsactiviteiten van de gemeente, die doorgaans zijn gericht op het behalen van jaarlijks budgetresultaat (het met de beschikbare middelen – budgetten – realiseren van de beoogde resultaten / effecten). Dit betekent ook dat het jaarlijkse bedrijfsresultaat van de grondexploitaties niet berust op een jaarlijkse matching van kosten en opbrengsten, maar veel meer op het al dan niet (tussentijds of aan het eind van het project) nemen van verliezen of winsten op langlopende meerjarige projecten. Het resultaat moet dan ook worden gezien in het bredere perspectief van de totale financiële positie van de grondexploitaties. De actuele financiële positie van de grondexploitaties kan worden beschreven aan de hand van een drietal elementen: • de boekwaarde; • de algemene reserve grondexploitaties; • het geprognosticeerd eindresultaat. Deze elementen worden hieronder nader toegelicht, inclusief de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Voor de grondslagen geldt dat zij een afgeleide zijn van het bedrijfseconomische voorzichtigheidsprincipe: winsten worden eerst verantwoord als deze gerealiseerd zijn, voor verwachte verliezen wordt een voorziening getroffen en afgeboekt op de boekwaarde. 2.2.1 Boekwaarde De optelsom van alle reeds gemaakte kosten (inclusief rente) minus de reeds gerealiseerde opbrengsten van alle lopende grondexploitaties en alle overige gronden die mogelijk in de toekomst in de grondexploitaties worden opgenomen vormen samen de boekwaarde. Deze waarde dient in de toekomst door middel van grondverkopen te worden goedgemaakt.
97
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (grondbeleid)
2.2.2 Resultatenbepaling De gemeente volgt de op haar van toepassing zijnde verslaggevingregels, de regels die het rijk heeft opgesteld ten aanzien van jaarrekening en begroting. Deze regels zijn vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en is de gemeente verplicht te hanteren. Dit houdt onder meer in dat zij het voorzichtigheids- en realisatieprincipe hanteert waar het gaat om winsten en verliezen. Het nemen van winst en verlies, al dan niet tussentijds, gebeurt op basis van de volgende grondslag voor resultaatbepaling 2.2.3 Winstneming Wanneer bij een plan sprake is van een verwacht positief planresultaat, de opbrengsten overstijgen de kosten, dan komt het vraagstuk van tussentijds winst nemen aan de orde. Winstneming vindt plaats op het moment dat de exploitatie van een complex wordt beëindigd of wanneer tussentijds met redelijke zekerheid vast te stellen is, dat er winst gerealiseerd wordt. In het laatste geval wordt het saldo van de negatieve boekwaarde, na aftrek van de nog te verwachten kosten, als resultaat genomen. De regels zijn vastgelegd in de "notitie kredieten" van 6 januari 2005. Tussentijdse winstneming is mogelijk als er geen belangrijke onzekerheden over de totale omvang van het project bestaan en er geen onzekerheid is over de ontvangst van de opbrengsten. Het totale complex moet op de einddatum winstgevend zijn. De winstneming is gemaximaliseerd op 75% van de al gerealiseerde winst van het complex. Als laatste zit er nog een fasering in de maximale winstneming naar gelang de looptijd van het complex. Looptijd 5 jaar of langer 3 of 4 jaar 1 of 2 jaar
Maximale winstneming 40% 50% 70%
2.2.4 Verliezen Wanneer sprake is van geprognosticeerde verliezen geldt dat hiervoor een voorziening moet worden gevormd op het moment dat deze voorzienbaar zijn en ook onafwendbaar. Een dergelijke voorziening is niet statisch en zal jaarlijks dan wel bij aanpassing van de planuitkomsten om herziening vragen. De voorziening moet gelijk zijn aan het negatieve (verwachte) resultaat van de grondexploitatie van het betreffende complex. De voorziening wordt in beginsel ten laste van de algemene reserve grondexploitatie gebracht. 2.3 Risicomanagement Planontwikkeling betreft meestal grotere projecten waarbij elke projectfase risico’s met zich meebrengt. Helaas wordt op het punt van risicomanagement bij grote gemeentelijke projecten (te) vaak de krant gehaald. Risicomanagement verdient dus veel aandacht om negatief nieuws te voorkomen. Belangrijk is om niet alleen het risicomanagement te richten op de planrisico’s, maar – misschien nog wel veel belangrijker – zeker ook op de bedrijfsvoeringrisico’s: ofwel de wijze waarop het project is gestructureerd en hoe het werkelijk in de praktijk wordt uitgevoerd. Naast het in kaart brengen van de (grootste) risico’s dient vervolgens veel aandacht te worden besteed aan de beheersmaatregelen. Dit zijn de maatregelen die er voor zorgen dat het risico wordt verkleind. Als deze systematiek goed werkt kunnen grote (onaangename) verrassingen tijdig worden gesignaleerd en “gemanaged” tot hanteerbare proporties. 2.4 Projectbegroting & grondexploitatie Voor elk project wordt een projectbegroting verdeeld naar de projectfasen gemaakt. In Grave is deze inmiddels zo opgebouwd dat dit gelijk de basis voor de grondexploitaties is. De grondexploitaties worden in principe 2 x per jaar getoetst en indien nodig herzien: bij de jaarrekening en bij de begroting.
98
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (grondbeleid)
De nieuw ontwikkelde projectstructuur en daarbij behorende ontwikkelplannen geven inzicht in: - de organisatie van het project - het te bereiken doel -de rol van de gemeente -de risico’s en beheersmaatregelen -de begrote kosten en opbrengsten per fase en per jaar -de ontwikkeling van de boekwaarde -het verwachte rendement (winst of verlies) aan het einde van het project. De nieuwe projectstructuur dient ook als basis voor de inrichting van de financiële administratie en de dossiervorming/archivering. Onderdeel van de projectstructuur is ook een “projectthermometer”. Dit nieuwe instrument gaat worden gebruikt om de voortgang van de projecten te volgen en knelpunten sneller te kunnen signaleren. De projectthermometer signaleert een probleem in een project waarna een nadere analyse kan plaatsvinden en oplossingen kunnen worden bedacht. De prognose van de grondexploitaties over 2009 ziet er als volgt uit: Boekwaarde Kosten Opbrengsten o 01-01-2009 2009 2009 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Algemeen 0 0 De Stoof *) -896.439 44.327 -600.000 De Hoeve Gassel -461.488 338.715 34.875 De Bons *) 1.566.059 396.599 -1.258.100 Koninginnedijk *) 5.692.926 270.827 0 Bijl-Hofplein *) 983.152 582.014 0 Prinsenstal *) 62.130 52.516 -70.000 Rabobank Gassel *) 282.440 52.940 -305.575 Mariendaal *) 77.194 110.682 -91.554 Dorpshart Velp *) 188.925 103.113 -227.332 Van Dongen *) 51.850 70.900 -97.020 Nieuwe initiatieven 44.164 212.000 -254.500 TOTAAL 7.590.913 2.234.633 -2.869.206 + = meer kosten dan opbrengsten - = meer opbrengsten dan kosten *) Aan deze projecten is door de Raad op 14 juli 2009 prioriteit toegekend.
Eindsaldo 2009 0 -1.452.112 -87.898 704.558 5.963.753 1.565.166 44.646 29.805 96.322 64.706 25.730 1.664 6.956.340
Op grond van de ontwikkelingen in 2008, de lopende herziening van de grondexploitaties in 2009 en de prognoses zal er naar verwachting geen sprake zijn van winstneming. De grondexploitaties/projectbegrotingen worden op het moment van opstellen van deze begroting nog fundamenteel gereviseerd. Omdat wij eraan hechten om de Raad goed te informeren over de grondexploitaties zullen we de algehele herziening van de grondexploitaties ter vaststelling aanbieden aan de Raad in de raadsvergadering van 15 december 2009. Voor de verwerking van de financiële consequenties zal een aparte begrotingswijziging 2010 ter vaststelling worden aangeboden. 2.5 Reserves en voorzieningen In het kader van het grondbeleid en de grondexploitatie zijn er een aantal reserves en voorzieningen getroffen. 2.5.1. Algemene reserve grondexploitatie Dit is het vrij te besteden eigen vermogen dat dient ter dekking van toekomstige tekorten op grondexploitaties. De middelen zijn bestemd voor concrete planverplichtingen en zijn daarom vastgelegd. 2.5.2. Weerstandsvermogen grondexploitatie Deze reserve is om onvoorzienbare risico’s op te vangen. De omvang is gebaseerd op normen die vanuit het provinciale toezicht worden toegepast en heeft op dit moment de minimale omvang bereikt.
99
BELEIDSBEGROTING
2.2 Paragrafen (grondbeleid)
2.5.3. Gerealiseerde opslag Bovendijks voorzieningen Deze reserve wordt gevoed uit een vast bedrag per verkochte m2 grond en is bestemd voor voorzieningen die worden veroorzaakt door diverse planontwikkelingen c.q. grondexploitaties. Deze leveren door middel van deze opslag een financiële bijdrage aan de te realiseren voorzieningen en mogen dan ook als vastgelegd worden beschouwd. In 2010 wordt een nieuwe nota Bovenwijkse voorzieningen opgesteld. 2.5.4. Bestemmingsreserve voorzienbare risico’s grondexploitaties Deze reserve dient om verwachte verliezen in grondexploitaties op te vangen en is als zodanig vastgelegd. 2.5.5. Voorziening woonrijpmaken afgesloten complex Deze voorziening dient om nakomende kosten van woonrijpmaken te dekken van plannen die qua grondexploitatie al financieel zijn afgewikkeld. De middelen zijn gebaseerd op een bestedingsplan en zijn daarom vastgelegd. 2.5.6. Voorziening verliesgevende complexen Deze voorziening dient om verliesgevende grondexploitaties te kunnen dekken. De middelen zijn gebaseerd op het begroot negatief saldo.
100
FINANCIËLE BEGROTING
3.1 Overzicht baten en lasten en toelichting
3. FINANCIËLE BEGROTING 3.1 Overzicht baten en lasten en toelichting Overzicht van baten en lasten Het overzicht van baten en lasten bevat: - per programma de raming van baten en lasten en het saldo; - het overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen en het geraamde bedrag voor onvoorzien; - het geraamde resultaat voor winstbestemming, de mutaties reserves en het geraamde resultaat na winstbestemming. - het overzicht van de incidentele baten en lasten met het voorstel van het college welke daarvan uit te voeren. Tabel 7: Overzicht baten en lasten en saldo per programma.
(-/- = voordelig) Programma Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4 Programma 5 Programma 6 Programma 7
Lasten
Baten
Reserve
Saldo
1.437.131 3.139.279 11.448.354 671.003 6.502.851 740.439 4.008.575
-134.020 -169.367 -5.565.717 -119.984 -5.103.035 -211.450 -3.073.791
40.232 -24.633 -107.000 0 0 0 34.200
1.343.343 2.945.279 5.775.637 551.019 1.399.816 528.989 968.984
0
-13.532.707
27.947.633
-27.910.072
Algemene dekkingsmiddelen Totaal
0 -13.532.707 -57.201
-19.640
Tabel 8: Overzicht baten en lasten op jaarbasis
Omschrijving
Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor winstbestemming Totaal mutaties reserves Resultaat na winstbestemming
Werkelijk: Begroot: 2008 2009 36.609.367 37.171.203 -29.904.153 -36.807.445
Meerjarenplanning: 2010 2011 2012 27.947.633 -27.910.072
27.534.812 27.117.331 -27.779.224 -27.192.467
2013 26.971.120 -26.979.917
6.705.214
363.758
37.561
-244.412
-75.136
-8.797
-6.278.395
-446.212
-57.201
-18.820
21.766
32.237
426.819 nadelig
-82.454 voordelig
-19.640 voordelig
-263.232 voordelig
-53.370 voordelig
23.440 nadelig
101
FINANCIËLE BEGROTING
3.1 Overzicht baten en lasten en toelichting
Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen zijn middelen die niet toegewezen hoeven te worden aan een bepaald programma omdat, zoals de naam al zegt, het algemene middelen zijn. Tabel 9: Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Omschrijving Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is (ozb) Algemene uitkering (incl. WMO-deel) Dividend Saldo van de financieringsfunctie Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal
Bedrag (baten) 2010 1.759.600 11.205.232 111.000 636.875 0 13.532.707
Budget onvoorzien Op grond van het Provinciaal beleidskader moet een redelijk bedrag voor onvoorziene uitgaven in de begroting worden opgenomen. In het algemeen werd de norm gehanteerd van 0,6% van de algemene uitkering. Op grond van het nieuwe Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader wordt geen norm meer voor de raming van de post onvoorziene uitgaven gehanteerd. Het Besluit Begroting en Verantwoording bepaalt dat de gemeente in de begroting een reële raming voor de post onvoorziene uitgaven opneemt, de hoogte van de raming wordt niet aangegeven. Iedere gemeente zal nu op basis van eigen beleid de raming moeten bepalen. Wij hebben dit bedrag als reëel ingeschat op € 45.000,-- (zie ook de Kadernota 2010). Budget incidenteel In paragraaf 1.1 "aansluiting Kadernota 2010 - begroting 2010" is ingegaan op het opnieuw in de begroting opnemen van incidentele baten en lasten. Structurele lasten dienen afgedekt te worden door structurele baten. Incidentele lasten door incidentele baten. Hieronder is een overzicht opgenomen van de in de kadernota 2010 opgenomen incidentele budgetaanvragen. Daarnaast zijn een aantal eenmalige posten uit de meerjarenbegroting 2009 overgeheveld van structureel naar incidenteel omdat ze maar een keer voorkwamen in de vier begrotingsjaren en zijn er nog een aantal nieuwe budgetaanvragen bijgevoegd. In de tabel is aangegeven waar de incidentele posten uit voortkomen, d.w.z. wat de bron was. Daarbij is voor wat de kadernota betreft ook aangegeven onder welke categorie ze toen gerangschikt waren. Onder deze tabel is aangegeven welke van deze posten het college wil opnemen in de begroting 2010. Deze zijn ook in de begroting verwerkt. Tabel 4. (-/- = voordelig) omschr. Product
U/I omschrijving
2010
Int.veiligheidbeleid
U
nazorg exgedetineerden
-2.980
Int.veiligheidbeleid
U
Veiligheidsmonitor
15.000
kadernota, G 15.000 bestuurlijk wenselijk
Int.veiligheidbeleid
I
Veiligheidsmonitor bijdr. politie
-1.200
kadernota, G -1.200 bestuurlijk wenselijk
Int.veiligheidbeleid
I
Veiligheidsmonitor bijdr. provincie
-7.500
kadernota, G -7.500 bestuurlijk wenselijk
Wijk- en dorpsbeheer
U
dorpsontwikkeling IDOPS
5.000
5.000
kadernota, B dekken uit voorziening
Wijk- en dorpsbeheer
I
uit vz wijk.dorpsbeheer
-5.000
-5.000
kadernota, B dekken uit voorziening
Verkeer
U
actualiseren parkeerbeleid
30.000
kadernota, G bestuurlijk wenselijk
Kpl afdeling I&Z
U
samenwerking millgrave SoZa
19.500
nieuw begroting 2010
Onderhoud scholen
U
huur 6 lokalen hartenaas/merlet
69.650 13.650
kadernota, B dekken uit beheerplan
102
2011
2012
2013 herkomst Kadernota, cat. A minder uitgaven
FINANCIËLE BEGROTING
3.1 Overzicht baten en lasten en toelichting
omschr. Product
U/I omschrijving
2010
Onderhoud scholen
U
huurkosten lokalen merlet verbouw
Onderhoud scholen
I
huur 6 lokalen uit vz huisv.scholen
Leerlingenvervoer
I
eenmalige verhoging budget
30.000
Kunst en cultuur
U
reinigen kunstwerken oude stadhuis
5.000
Gem.accommodaties
U
professionalisering Quadrant
4.500
Gezondheidszorg
U
EKD ( Elektronische Kind Dossier)
6.143
Ouderenzorg in Grave Waterbeheer
U U
Subsidiering GRIP (ouderenbeleid) Baggerplan
Waterbeheer
U
Educatie lespakketten
Waterbeheer
U
Waterbeheer
2011
2012
2013 herkomst
13.840
Kadernota, E 3 O's kadernota, B dekken uit beheerplan
-69.650 13.650
nieuw begroting 2010 Kadernota, F collegeraadsbesluiten
5.000
Kadernota, F collegeraadsbesluiten 6.143
Kadernota, F collegeraadsbesluiten
6.143
15.000 30.000
kadernota, G bestuurlijk wenselijk nieuw begroting 2010
5.000
nieuw begroting 2011
5.000
nieuw begroting 2012
U
Educatie, film Water in het Lv Cuijk onderz. Inr.maatregelen dakwater gem.huis en zuid. Vestingswerken
15.000
nieuw begroting 2013
Monumenten,archeologie, beeldkwaliteit U
actualisatie ruimtelijk toetsingskader
75.000
kadernota, G bestuurlijk wenselijk
Monumenten,archeologie, beeldkwaliteit U
opstellen archeologiebeleid
60.000 30.000
kadernota, G bestuurlijk wenselijk
Bestemmingsplannen
U
actualisatie bestemmingsplannen
60.000 10.000
Kadernota, E 3 O's
bestemm.plannen
I
dekking res. Bestemmingsplannen
-60.000 10.000
Overige samenwerkingen
U
samenwerking br noordoost
12.900
GBA OR en GO
U U
Primitieve begroting uren OR
6.825 10.400 10.400
Rechtspositie
U
wachtgelden ambtenaren
25.000
Verzekeringen
U
Primitieve begroting
Leningen en belegg.
I
incidentele renteopbrengst
Algemene middelen
U
Incidentele vrijval kap.lasten
1.400
4.970
U
toename kwijtscheldingen fin. Crisis
5.000
5.000
Invorderen
SALDO (-/- = VOORDELIG)
nieuw begroting 2010 nieuw begroting 2010 meerjarenbegroting 2009 nieuw begroting 2010 Kadernota, E 3 O's meerjarenbegroting 2009
17.700 -53.970 53.970
311.733 38.368
103
-53.970
kadernota, cat A meer -53.970 inkomsten
6.390
26.010 nieuw begroting 2010 kadernota, G bestuurlijk wenselijk
-41.437
-21.660
FINANCIËLE BEGROTING
3.1 Overzicht baten en lasten en toelichting
Uit de tabel blijkt dat er in de jaren 2010 en 2011 een fors nadelig incidenteel resultaat is. Indien alle wensen gehonoreerd zouden worden zou dit met name voor 2010 betekenen dat er een beroep op de algemene reserve gedaan moet worden omdat er in 2010 structureel maar een gering overschot is (€ 19.640,--). De incidentele lasten van 2011 kunnen gedekt worden uit het structurele overschot van 2011 ( € 263.232,--). De jaren 2012 en 2013 zijn incidenteel voordelig. In de opgenomen incidentele posten zit ook een post "onvoorzien" die oploopt van € 1.400,-- in 2010 tot € 26.010 in 2013. Dit kan gebruikt worden voor onvoorziene incidentele uitgaven in de loop van het jaar. Voor 2010 is dit echter een marginaal bedrag. Het college stelt voor om de volgende posten in de begroting 2010 - 2013 op te nemen: omschr. Product
U/I omschrijving
2010
Int.veiligheidbeleid
U
nazorg exgedetineerden
-2.980
Kadernota, cat. A minder uitgaven
Wijk- en dorpsbeheer
U
dorpsontwikkeling IDOPS
5.000
kadernota, B dekken uit voorziening
Wijk- en dorpsbeheer
I
uit vz wijk.dorpsbeheer
-5.000
kadernota, B dekken uit voorziening
Onderhoud scholen
U
huur 6 lokalen hartenaas/merlet
69.650
kadernota, B dekken uit beheerplan
Onderhoud scholen
I
huur 6 lokalen uit vz huisv.scholen
-69.650
kadernota, B dekken uit beheerplan
Gem.accommodaties
U
professionalisering Quadrant
4.500
Kadernota, F collegeraadsbesluiten
Gezondheidszorg
U
EKD ( Elektronische Kind Dossier)
6.143
Kadernota, F collegeraadsbesluiten
Bestemmingsplannen
U
actualisatie bestemmingsplannen
60.000
bestemm.plannen
I
dekking res. Bestemmingsplannen
-60.000
nieuw begroting 2010
Overige samenwerkingen OR en GO
U U
samenwerking br noordoost uren OR
12.900 10.400
nieuw begroting 2010 nieuw begroting 2010
Rechtspositie
U
wachtgelden ambtenaren
25.000
Kadernota, E 3 O's
Leningen en belegg.
I
incidentele renteopbrengst
-53.970
onvoorzien inc
onvoorzien incident..
1.400
totaal
saldo (-/- = voordelig)
3.993
Algemene middelen totale gevolgen begroting
U
inzet onvoorzien inc. SALDO (-/- = VOORDELIG)
2011
2012
2013 herkomst
Kadernota, E 3 O's
-53.970 -53.970
kadernota, cat A meer -53.970 inkomsten
-53.970 -53.970
-53.970
-53.970 -53.970
-53.970
-1.400 2.593
Concreet wordt er voorgesteld in te stemmen met de hierboven in de jaarschijf 2010 opgenomen incidentele uitgaven en inkomsten. Per saldo is er in dat jaar een klein nadeel van € 2.593,--. Dit kan worden gedekt uit het structurele begrotingsoverschot ad € 19.640,--. Dit betekent dat de totale begroting 2010 nog sluit met een batig saldo van € 17.047,--. Hiernaast is structureel een post onvoorzien opgenomen van € 45.000,--. De inzet van de incidentele budgetten voor 2011 en verdere jaren wordt opnieuw beoordeeld bij de begroting 2011. In december 2009 wordt aan de raad een notitie voorgelegd over het opschonen van de reserves en voorzieningen.
104
FINANCIËLE BEGROTING
3.1 Overzicht baten en lasten en toelichting
Indien dat ruimte schept c.q. als er gelden overgeheveld kunnen worden naar de vrije algemene reserve geeft dat mogelijkheden om andere incidentele posten van 2010 te kunnen dekken. Voorgesteld wordt de besluitvorming over de incidentele posten die nu niet in de begroting zijn opgenomen bij de behandeling van die notitie te laten plaatsvinden.
105
FINANCIËLE BEGROTING
3.2 Uiteenzetting van de financiële positie en toelichting
3.2 Overige financiële aspecten Onder de overige financiële aspecten vallen de aansluiting op de begroting 2009 en de kadernota 2010. Verder worden hier de in de begroting 2010 opgenomen stelposten genoemd.
Aansluiting vorige begroting De cijfermatige aansluiting op de begroting 2009 (na wijziging) en de Kadernota 2010 is opgenomen in tabel 1.1 van paragraaf 1.1 "aansluiting kadernota 2010 - begroting 2010". Daaronder is ook een tabel (1.2) opgenomen waarin de verschillen tussen de Kadernota 2010 en de uiteindelijke begroting 2010 zijn vermeld.
Stelposten In de begroting zijn diverse stelposten opgenomen voor nieuw beleid, taakstellende bezuinigingen of overige zaken. Hieronder vermelden wij de specificaties van deze stelposten. Het grootste deel van de stelposten is afkomstig uit taakmutaties zoals vermeld in de mei- en septembercirculaire 2008 en 2009. Over de voortgang van de stelposten wordt in de bestuursrapportages en jaarrekening van 2009 en 2010 gerapporteerd. Stelpost voor nieuw beleid Deze stelpost vloeit voort uit nog niet gedefinieerd nieuw beleid. Als dit niet binnen twee jaren is gerealiseerd komt de stelpost te vervallen ten gunste van het begrotingssaldo. Tabel 5. Stelpost nieuw beleid, uitgaven nog in te vullen 2010 2011 2012 2013 WOZ, aanpassing rekentarief, areaalontwikkeling 16.000 16.000 16.000 16.000 Anti-discirminatievoorzieningen 4.500 4.500 4.500 4.500 Kinderopvang 6.600 6.600 6.600 6.600 sportclinics 3.000 3.000 3.000 3.000 Ingroeiregeling onderwijshuisvesting 1.300 1.300 1.300 1.300 Financiële effecten samenwerking Land van Cuijk 14.200 87.700 22.700 -23.400 harmonisatie arbeidsvoorwaarden samenwerking Land van Cuijk 42.000 44.000 48.000 58.000 Versterking toezicht gastouderopvang (sept.circ 2009) 5.633 5.633 5.633 5.633 Versterking peuterspeelzaalwerk (sept.circ. 2009) 28.717 28.717 28.717 28.717 Kapitaal- en exploitatielasten nieuw MFC 144.000 144.000 144.000 totaal 121.950 341.450 280.450 244.350 Stelpost voor taakstellende bezuinigingen Deze stelpost is dwingend van karakter om een gezonde financiële positie te creëren dan wel te behouden. Bij de bestuursrapportages 2010 en de jaarrekening 2010 wordt u tussentijds geïnformeerd over de stand van zaken. De insteek daarbij is om uiterlijk in de kadernota 2011 de stelposten concreet ingevuld te hebben. Tabel 6. Stelpost taakstellende bezuiniging 2010 2011 2012 2013 kpl I&Z besparing uitvoeringskosten WWB 13.000 13.000 13.000 13.000 WSW:wijz. Definitie maatstaf verrekenen met uitkering WSW 2.800 2.800 2.800 2.800 Vermindering bestuurskosten ivm Sisa 16.000 16.000 16.000 16.000 Kpl I&Z:besparing BackOffice Sociale zaken 20.240 20.240 20.240 20.240 Kpl I&Z:besparing 0,5 publieksbalie 17.500 17.500 17.500 17.500 besparing preparatie (restant van bedrag van 20.000 uit 2005) 4.560 4.560 4.560 4.560 taakstelling bezuiniging beheerplannen 500.000 500.000 500.000 taakstelling bezuiniging bestaand beleid 100.000 100.000 100.000 taakstelling bezuiniging inhuur personeel 100.000 100.000 100.000 Vervallen 3 tijdelijke fte's vanaf 2007 ingezet voor GREX 185.400 185.400 totaal 74.100 774.100 959.500 959.500
106
FINANCIËLE BEGROTING
3.2 Uiteenzetting van de financiële positie en toelichting
Overige stelposten: Dit zijn stelposten van verschillende aard. Het betreft de budgetten voor onvoorziene uitgaven, structureel en incidenteel, en daarnaast een stelpost voor onvoorziene loon- en prijsstijgingen. Tot slot is hier een stelpost opgenomen voor de WMO. Deze wordt gemuteerd (gevoed of verlaagd) door wijzigingen in het ontvangen bedrag voor WMO dat in de algemene uitkering is opgenomen. Tabel 7. Overige stelposten 2010 2011 2012 2013 wmo-buffer 42.189 47.465 47.465 47.465 Stelpost voor loon- en prijsstijgingen 10.000 10.000 10.000 10.000 Budget voor structurele onvoorziene uitgaven 45.000 45.000 45.000 45.000 Budget voor incidentele onvoorziene uitgaven 1.400 4.970 6.390 26.010 totaal 98.589 107.435 108.855 128.475
107
BIJLAGEN
Algemeen
4. BIJLAGEN Dit hoofdstuk is niet wettelijk verplicht en bestaat uit de volgende onderdelen: 4.1 Kerngegevens; 4.2 Landelijke wetgeving; 4.3 Personeelssterkte en personeelslasten; 4.4 Overzicht investeringen en kapitaallasten; 4.5 Beheerplannen; 4.6 Reserves; 4.7 Voorzieningen; 4.8 Leningen u/g en o/g; 4.9 Investeringen 2010 - 2013; 4.10 Algemene uitkering; 4.11 Relatie programma's - deelprogramma's - beleidsproducten - beheersproducten; 4.12 Afkortingenlijst; 4.13 Begrippenlijst.
108
BIJLAGEN
4.1 Kerngegevens
4.1 Kerngegevens Hieronder zijn in tabelvorm de kerngegevens van de gemeente Grave vermeld, al dan niet aangevuld met grafieken. Deze kerngegevens zijn onderverdeeld in de sociale structuur en de fysieke structuur. Voor het aantal inwoners en aantal woonruimten is bij het onderdeel 'Trends' (twee pagina's verder) ook een meerjarige trendlijn opgenomen.
Sociale structuur Aantal inwoners: 13.000 12.900 12.800 12.700 12.600 12.500
Inwoners
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal inwoners totaal
1-1-2008 12.796
1-1-2009 12.757
1-1-2010 12.900
1-1-2011 12.900
1-1-2012 12.900
1-1-2013 12.900
Aantal uitkeringsgerechtigden WWB IOAW IOAZ Wmo rolstoel/vervoersvoorziening Wmo huishoudelijke hulp
1-1-2008 91 4 5 415
1-1-2009 100 7 3 420 210
1-1-2010 117 12 3 420 210
1-1-2011 117 12 3 420 210
1-1-2012 107 12 3 420 210
1-1-2013 107 12 3 420 210
1-1-2008 2.797 63 8
1-1-2009 2.797 63 8
1-1-2010 2.797 63 8
1-1-2011 2.797 63 8
1-1-2012 2.797 63 8
1-1-2013 2.797 63 8
58 138 5.618 91.179 42.606 48.573 20.800 1.616
58 138 5.607 92.194 42.620 48.580 20.800 1.574
58 138 5.664 92.194 42.620 48.580 20.800 1.574
58 138 5.664 92.194 42.620 48.580 20.800 1.574
58 138 5.664 92.194 42.620 48.580 20.800 1.574
58 138 5.664 92.194 42.620 48.580 20.800 1.574
9.300
9.300
9.300
9.300
9.300
9.300
Fysieke structuur Omschrijving Oppervlakte gemeente in ha - waarvan binnenwater - waarvan historisch - waarvan openbaar groen (parken en plantsoenen - waarvan bos en natuurterreinen Aantal woonruimten Lengte van verharde wegen in m - binnen bebouwde kom - buiten bebouwde kom Lengte van onverharde wegen Lengte van waterwegen (de Maas) Lengte van recreatieve fiets-, ruiteren wandelpaden
109
BIJLAGEN
4.1 Kerngegevens
Trends 13.000 12.900 12.800 12.700 12.600
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
Aantal woonruimten 1-1-2004 5.497 1-1-2005 5.511 1-1-2006 5.556 1-1-2007 5.557 1-1-2008 5.618 1-1-2009 5.607 1-1-2010 5.664 (+57) 1-1-2011 5.664 (+0) 1-1-2012 5.664 (+0) 1-1-2013 5.664 (+0) 1-1-2014 5.664 (+0) 1-1-2015 5.664 (+0)
12.500 2002
(+143) (+0) (+0) (+0) (+0) (+0)
2001
Aantal inwoners 1-1-2001 12.647 1-1-2002 12.755 1-1-2003 12.723 1-1-2004 12.858 1-1-2005 12.863 1-1-2006 12.869 1-1-2007 12.819 1-1-2008 12.796 1-1-2009 12.757 1-1-2010 12.900 1-1-2011 12.900 1-1-2012 12.900 1-1-2013 12.900 1-1-2014 12.900 1-1-2015 12.900
5.700
5.650
5.600
5.550
5.500 2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
110
BIJLAGEN
4.2 Landelijke wetgeving
4.2 Landelijke wetgeving "Iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen". Ook de gemeente Grave moet voor de uitvoering van haar (wettelijke) gemeentelijke taken voldoen aan wet- en regelgeving. De wet- en regelgeving dient als basis voor het rechtmatig handelen van de gemeente Grave. Bij de programma's is het beleidskader van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders opgenomen, omdat dit specifiek voor de gemeente Grave geldt. De landelijke wetgeving geldt niet specifiek voor de gemeente Grave, maar is van toepassing op alle gemeenten. Omdat in de praktijk blijkt dat toch niet iedere Nederlander de wet kent én voor de volledigheid, volgt hieronder een opsomming van de belangrijkste landelijke wet- en regelgeving waaronder de diverse programma's opereren. Programma 1 Veiligheid en handhaving 1953 Zondagswet 1964 Drank- en Horecawet 1964 Wet op de Kansspelen 1979 Wet milieubeheer 1985 Brandweerwet 1985 1988 Monumentenwet 1988 1991 Wet Geneeskundige Hulpverlening bij ongevallen en rampen 1993 Politiewet 1993 1994 Algemene wet op het binnentreden 1996 Winkeltijdenwet 2001 Wet Rampen en Zware Ongevallen 2004 Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding 2008 Wet ruimtelijke ordening Programma 2 Woon- en leefomgeving 1961 Boswet 2002 Reconstructiewet concentratiegebieden Programma 3 Voorzieningen en sociale samenhang 1963 Wet op het voortgezet onderwijs 1968 Leerplichtwet 1969 1981 Wet op het primair onderwijs 1982 Wet op de expertisecentra 1986 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers 1987 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 1987 Wet collectieve preventie volksgezondheid 1995 Wet educatie en beroepsonderwijs 1998 Kaderwet VWS-subsidies 2004 Wet kinderopvang 2004 Wet op de jeugdzorg 2003 Wet werk en bijstand 2006 Wet maatschappelijke ondersteuning Programma 4 Economische aangelegenheden, toerisme en recreatie 1953 Zondagswet 1964 Drank- en Horecawet 1996 Winkeltijdenwet 1998 Flora- en faunawet Programma 5 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling 1979 Wet geluidhinder 1979 Wet milieubeheer 1988 Monumentenwet 1988 1991 Woningwet 2008 Wet ruimtelijke ordening
111
BIJLAGEN
4.2 Landelijke wetgeving
Programma 6 Publieke dienstverlening en communicatie 1984 Rijkswet op het Nederlanderschap 1989 Kieswet 1989 Wet conflictenrecht namen 1991 Wet openbaarheid van bestuur 1994 Wegenverkeerswet 1994 1994 Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 1996 Paspoortwet 2002 Wet conflictenrecht afstamming 2002 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens Programma 7 Financiële kaderstelling en bedrijfsvoering 1929 Ambtenarenwet 1959: Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964: Algemene termijnenwet 1969: Kostenwet invordering rijksbelastingen 1990: Invorderingswet 1990 1991: Wet openbaarheid van bestuur 1992: Algemene wet bestuursrecht 1992: Gemeentewet 1994 Wet gemeenschappelijke regelingen 1994: Wet waardering onroerende zaken 1995: Archiefwet 1995 1996: Financiële verhoudingswet 2000: Wet financiering decentrale overheden 2002 Wet op het BTW-compensatiefonds 2003: Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
112
BIJLAGEN
4.3 Personeelssterkte en personeelslasten
4.3 Personeelssterkte en personeelslasten Organisatie-eenheid
Aantal formatieplaatsen Werkelijk 2008
Begroot 2009
Begroot 2010
15 0,89
15 0,89
15 0,89
84.875 70.425
81.900 72.800
85.500 73.900
2,50
3,25
3,25
259.294
277.200
294.700
18,39
19,14
19,14
414.594
431.900
454.100
Secretaris
1,00
1,00
1,00
87.239
97.700
98.700
Controller Personeelszaken
1,00 1,50
1,00 2,50
1,00 2,50
78.510 79.663
76.600 76.600
81.100 148.900
Veiligheidsbureau afdeling Bedrijfsvoering
6,58 20,20
7,33 22,50
7,33 22,50
323.513 1.051.970
346.100 1.222.600
386.500 1.257.500
afdeling Inwoners en Zorg afdeling Ruimte en Wonen
22,97 32,67
23,10 40,53
23,08 40,52
1.138.448 1.689.635
1.195.600 2.120.500
1.229.800 2.169.800
Subtotaal ambtelijk apparaat
85,92
97,96
97,93
4.448.978
5.135.700
5.372.300
32
34
34
108.314
120.700
128.800
0
0,00
0
3.094 0
0 22.300
10.400 0
32,00 136,31
34,00 151,10
34,00 151,07
111.408 4.974.980
120.700 5.688.300
139.200 5.965.600
Voormalig personeel
-
-
-
123.495
77.500
Subtotaal voormalig personeel
-
-
-
123.495
77.500
195.250 195.250
136,31 0
151,10 -0,5
151,07
5.098.475
5.765.800
6.160.850
136,31
150,60
150,57
1
Raad Griffie College van burgemeester en 2 wethouders Subtotaal Bestuur
Vrijwillige brandweer 4 Bijzondere groep
3
5
Stelpost
Subtotaal overig Subtotaal huidig personeel
Totaalgeneraal 6
Taakstellende bezuiniging Netto
1 2 3 4 5
6
Totaal salarissen en sociale lasten Werkelijk Begroot 2008 2009
Begroot 2010
-0,5
Betreft niet aantal fte's maar aantal personen. Voor wat betreft het aantal fte's wordt de burgemeester gelijk gesteld aan 1 fte en de wethouders ieder 0,75 fte. Betreft niet aantal fte's maar aantal personen. Betreft uren van de OR. Stelpost betreft looncomponenten voor beschikbaarheidregelingen. In de jaarrekening 2008 en de begroting 2010 zijn de kosten (€ 20.500 in begroting 2010) m.b.t. beschikbaarheidsregeling gladheidsbestrijding in het totale bedrag van de afdeling Ruimte en Wonen opgenomen. Op het totale personeelsbestand staat nog een taakstellende bezuiniging open van een halve fte. In de begroting 2006 is aangegeven dat er een bezuiniging kan plaatsvinden van € 17.500 in verband met de invoering van de publieksbalie en hiermee het bundelen van taken. Dit betreft een halve fte bij de receptie.
113
BIJLAGEN
4.4 Overzicht investeringen en kapitaallasten
4.4 Overzicht investeringen en kapitaallasten Vaste Omschrijving activaklasse activa Klasse
Aanschaf waarde 31-12-2009
Cumulatieve Boekwaarde Boekwaarde Afschrijving afschrijving tot 1-1-2010 31-12-2010 in 2010 2010
Rente in 2010
Kapitaal lasten 2010
210
Gronden en terreinen
661.623
-39.166
622.457
619.875
-2.582
211
Woonruimten (economisch nut)
308.503
-183.738
124.765
112.854
-11.911
212
Bedrijfsgebouwen (economisch nut)
22.732.960
-3.978.917
18.754.043
18.129.053
-624.990
-624.990
214
Vervoermiddelen (economisch nut)
1.239.201
-379.983
859.218
755.603
-103.615
-103.615
215
Machines, apparaten en installaties (economisch nut)
1.460.053
-33.782
1.426.271
1.279.877
-146.394
-146.394
216
Overige materiële vaste activa (economisch nut)
1.488.371
-120.826
1.367.545
1.173.198
-194.347
-194.347
223
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (economisch nut)
7.513.976
-1.356.984
6.156.992
6.021.345
-135.647
213
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (maatschappelijk nut)
1.268.468
-306.675
961.793
913.972
-47.821
-47.821
226
Overige materiële vaste activa (maatschappelijk nut)
2.490.052
-228.782
2.261.270
2.124.091
-137.179
-137.179
39.163.207
-6.628.853
32.534.354
31.129.868
-1.404.486
Totalen
114
-2.582 -7.898
-274.607
-282.505
-19.809
-410.254
-1.686.991
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
4.5 Beheerplannen Hieronder volgt een uiteenzetting van de geplande werkzaamheden volgens de diverse beheerplannen. Jaarlijks wordt bekeken of deze werkzaamheden nodig zijn of doorgeschoven worden naar het volgende jaar. Bij de bestuursrapportage wordt u nader geïnformeerd over de voortgang van de diverse beheerplannen.
Beheerplan brandweermaterieel 2007-2010 Tabel 10: Uitvoering jaarschijf 2010 wordt m.i.v. 2010 beheerd door de districtsbrandweer Land van Cuijk. In onderstaande tabel staan de investeringen vermeld uit het oude beheerplan waarop nog jaarlijks kapitaallasten rusten Omschrijving
Vervanging brandweermaterieel 2004 Uitv. beheerprogr. brandweermat. 2005 Autoladderwagen Brandweer Vervanging dienstbus brw (*afs 9002001) Uitv. beheerprogr. brandweermat. 2006 Vervanging tankautospuit (2007) Ademluchtapparatuur
Actief nummer
Aantal
Basisbedrag (2006)
Investering
Kapitaallasten
Dekking
Reseve / voorz.
214001
260.196
260.196
23.368
23.368
9002001
214007
9.524
9.524
952
952
9002001
214008
1
338.600
338.600
22.573
3.667
9002001
214009
1
32.275
32.275
3.227
3.227
9002001
214012
1
25.651
25.651
2.562
2.562
9002001
214013
1
210.000
210.000
14.000
14.000
9002001
215023
28
29.899
29.899
2.990
2.990
9002001
906.145
906.145
69.672
50.766
Totaal
115
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
Beheerplan gebouwen 2007-2010 Bij het beheerplan gebouwen wordt jaarlijks het onderhoud vastgesteld. De gemiddelde onderhoudslasten worden gedoteerd aan de voorziening (hoogte voorziening neemt hierdoor toe). Jaarlijks wordt de wisselende jaarschijf aangewend ten laste van de voorziening (hoogte voorziening neemt hierdoor weer af). Tabel 11: Onderhoudslasten en gemiddelde dotatie per jaar per object ID 1 2 3 4 5 7 8 9 10 25 28 29 30 31 32 33 41 42 71 72 73 74 80
1
Object Oude stadhuis Hampoort Kerkje Velp Gem.acc. Katrien Gem.acc. De Westhoek Gem.acc. Esterade Openbare bibliotheek De Viersprong PSZ De Bolleboosjes Mariakapel Grave Begraafplaats Grave, absoute-plaats Begraafplaats Grave, berging Begraafplaats Grave, terrein Begraafplaats Gassel Bruggen en kunstwerken Havens Standplaatsen Woonwagens Stelpost brandweerkazerne Stelpost gemeentewerf Stelpost gem.acc. Velp Stelpost nieuw stadhuis Uitbesteding gebouwenbeheer Totaal jaarlijkse aanwending / gemiddelde dotatie
Beheers1 product 536001 645001 645001 657901 657901 657901 658601 657901 657803 645001 642801 642801 642801 642801 642304 642308 645602 645602 622004 599942 657901 536001 645601
Boekjaar 2007 1.612 43.309 1.810 92.953 23.283 28.058 14.647 9.716 5.774 1.412 59 648 1.209 6.708 59 65 5.260 578 1.500 3.000 2.500 25.000 30.000
Boekjaar 2008 57.393 13.061 19.561 7.622 4.873 21.542 3.465 5.744 2.329 119 59 0 59 59 59 65 5.260 7.544 1.500 3.000 2.500 25.000 30.000
Boekjaar 2009 10.885 9.775 19.392 19.666 10.186 14.653 0 13.081 1.285 8.578 446 0 59 59 59 65 7.427 578 1.500 3.000 2.500 25.000 30.000
Boekjaar 2010 15.878 17.392 3.774 77.544 19.662 11.843 0 91.479 4.615 2.285 59 2.049 59 918 59 65 64.560 11.313 1.500 3.000 2.500 25.000 30.000
Totaal 85.768 83.537 44.537 197.785 58.004 76.096 25.652 120.020 14.003 12.394 623 2.697 1.386 7.744 236 260 82.507 20.013 6.000 12.000 10.000 100.000 120.000
Gemidd. 21.440 20.890 11.130 49.450 14.500 19.020 6.413 30.010 3.500 3.100 160 670 350 1.930 60 70 20.630 5.000 1.500 3.000 2.500 25.000 30.000
299.160
210.814
178.194
385.554
1.081.262
270.323
Nummer beheersproduct is niet van belang voor de programmabegroting, maar is vermeld voor de aansluiting met de interne beheersbegroting.
116
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
De specificatie van de jaarschijf 2010 ziet er als volgt uit:
Gem.acc. Esterade
De Viersprong
0 1.619 0 0 8.174 594 624 386 0 492 0 748 0 709 208 1.363 0 0 0 0 123 327
0 648 0 0 339 89 185 0 0 0 0 0 0 16.961 149 348 36 0 0 0 809 65
0 991 0 0 0 119 165 0 0 0 0 0 0 275 208 0 463 0 297 0 68 68
0 2.838 0 0 345 473 473 0 0 0 0 14.133 44.038 28.049 446 0 71 0 71 0 137 209
117
Totaal
Gem.acc. De Westhoek
0 596 0 0 559 0 0 0 0 297 0 0 0 1.626 401 0 0 0 0 0 41 21
Overige gebouwen
Gem.acc. Katrien
0 1.571 0 0 440 0 0 0 0 0 0 0 9.180 3.374 0 0 0 0 0 0 0 0
Mariakapel Grave
Kerkje Velp
0 714 0 0 205 102 102 0 0 0 0 0 3.861 531 0 0 0 0 0 0 10.188 71
PSZ De Bolleboosjes
Hampoort
Omschrijving / object stelpost *) algemene voorzieningen buitenwanden trappen en hellingen daken buitenwandopeningen binnenwandopeningen dakopeningen balustrades / leuningen buitenwandafwerkingen binnenwandafwerkingen vloerafwerkingen schilderwerk dakafwerkingen warmteopwekking afvoeren water warmtedistributie luchtbehandeling regeling klimaat centrale elektrische voorziening verlichting
Oude stadhuis
Tabel 12: Specificatie onderhoudslasten jaarschijf 2010
0 141.082 141.082 0 119 0 9.371 275 2.166 0 2.166 0 0 0 0 0 0 0 10.062 0 0 0 2.500 1.123 0 0 1.549 0 0 0 386 0 0 0 0 0 0 0 789 0 0 0 356 356 0 0 14.881 0 0 0 57.079 0 0 0 52.203 678 0 0 1.620 208 0 0 1.711 0 0 0 570 0 0 0 0 0 0 0 368 0 0 0 0 0 0 0 11.366 0 0 0 782 21
BIJLAGEN
Gem.acc. De Westhoek
Gem.acc. Esterade
De Viersprong
PSZ De Bolleboosjes
235 0 0 0 0 -2
6.528 47.698 0 0 7.950 1
36 0 0 0 0 -3
944 0 0 4.247 3.997 1
71 0 0 0 125 0
12 0 1.337 0 606 -1
15.878
17.392
3.774
77.544
19.662
11.843
91.479
*) Specificatie stelpost overige gebouwen Gebouw Begraafplaats Grave, absolute-plaats Begraafplaats Grave, berging Begraafplaats Grave, terrein Begraafplaats Gassel Bruggen en kunstwerken Havens Standplaatsen Woonwagens Stelpost brandweerkazerne Stelpost gemeentewerf Stelpost gem.acc. Velp Stelpost nieuw stadhuis Uitbesteding gebouwenbeheer Totaal
Bedrag 59 2.049 59 918 59 65 64.560 11.313 1.500 3.000 2.500 25.000 30.000 141.082
118
0 0 0 0 0 0
Totaal
Gem.acc. Katrien
261 0 0 0 2.566 0
Overige gebouwen
Kerkje Velp
104 0 0 0 0 0
Mariakapel Grave
Hampoort
Totaal
Oude stadhuis
Omschrijving / object beveiliging transport keukenvoorzieningen sanitaire voorzieningen terreinvoorzieningen afronding
4.5 Beheerplannen
0 0 0 0 0 0
8.191 47.698 1.337 4.247 15.244 - 4
4.615 2.285 141.082 385.554
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
Beheerplan openbaar groen Voor het jaarlijkse reguliere onderhoud worden de volgende bedragen uitgetrokken.
ID
Object 1 Onderhoudskosten groen 2 Veiligheidsimpuls speelvoorzieningen 3 Onderhoudskosten speelvoorzieningen Totaal jaarlijkse aanwending / gemiddelde dotatie
Beheers1 product 642501 642501 642501
Boekjaar 2007 158.531 110.858 0
Boekjaar 2008 161.702 0 35.887
Boekjaar 2009 164.936 0 36.605
Boekjaar 2010 168.235 0 37.337
Totaal 653.404 110.858 109.829
Gemidd. 163.351 27.715 27.457
269.389
197.589
201.541
205.572
874.091
218.523
Omdat er een beginstand van de voorziening is, is de gemiddelde toevoeging van € 218.523 jaarlijks verlaagd naar € 123.400. De opbouw van het basisbedrag 2007 van € 158.531 t.o.v. 2010 is als volgt. Beheergroep Bomen Bosplantsoen Heesters Gazon Hagen Bloembak Bielzen Onvoorzien 15% Totaal
Basis Bedrag 20.108 14.534 66.039 18.758 13.285 130 5.000 20.677 158.531
Index 1,061208
Bedrag 2010 21.339 15.424 70.081 19.906 14.098 138 5.306 21.943 168.235
Dit bedrag wordt vanaf 2007 jaarlijks met 2% geïndexeerd.
1
Nummer beheersproduct is niet van belang voor de programmabegroting, maar is vermeld voor de aansluiting met de interne beheersbegroting.
119
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
De uit te voeren werkzaamheden voor 2010 zijn volgens het beheerplan als volgt: Beheergroep p.m. posten buiten Estersveld Vak 1, Dr. Kanterslaan Vak 2, De Chamilylaan en omgeving Vak 3, Burg. Raijmakerslaan Subtotaal Onderhoud speelvoorzieningen Afronding Totaal
Basis-bedrag 15.000 17.528 82.980 43.023 158.531 35.887 194.418
Geïndexeerd bedrag 15.918 0 0 152.317 168.235 37.337 28 205.600
De basisbedragen voor het groenonderhoud zijn van 2007 en zijn voor 2010 drie jaren met 2% geïndexeerd. Het basisbedrag voor de speelvoorzieningen is van 2008 en is voor 2010 twee jaar met 2% geïndexeerd. De dekking vindt plaats uit de voorziening Groen (9003033).
Beheerplan ICT Het beheerplan ICT bevat zowel alle (vervangings-)investeringen als alle bedragen die nodig zijn voor de exploitatie. Het beheerplan ICT wordt geëgaliseerd middels een bestemmingsreserve. De gemiddelde toevoeging aan de reserve bedraagt op grond van het beheerplan 2006-2010 € 758.000. Hierbij moet opgemerkt worden dat vanaf 2007 de software niet meer in één keer afgeschreven mag worden, maar wordt geactiveerd en in meerdere jaren wordt afgeschreven. Dit betekent dat de gemiddelde toevoeging daalt, maar de looptijd langer wordt. De herberekening van het ICT-beleidsplan voor wat betreft de gemiddelde toevoeging wordt verwerkt in het nieuwe beheerplan ICT 2010-2014. Jaarlijks wordt bekeken of de desbetreffende projecten gestart worden, een en ander in samenhang met de stand van zaken rond de samenwerking Land van Cuijk.
120
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
Voor 2010 wordt voorzien in de volgende projecten: Project Uitgaven minus inkomsten kostenplaats ICT 2010 Office (naar 2010 burap 2009) Vervanging Windows server 2003 Vervanging Exchange Digitale camera's Servgate (t.b.v. internetverbinding) Uitwijk AS400 Consolidatie windows servers VMware Verplichtingen BWT4all uitbreiding Aanschaf PC's 2006 Lias (aanvulllende software Civ.Middelen Invoering WKPB Sjabloonbeheerapplicatie Elektronische dienstverlening fase 1 Internetpublicatie Decentrale Regelgeving Basisregistraties Adressen en Gebouwen Module WMO Novell en mail servers Scannen inkoopfacturen software en diens Elektronische dienstverlening AS400 (SAP, vervanging door Windows machine) MRE/PKO4all Webserver en Oracle server Modernisering GBA Implementatie Zaakafhandeling met DSP 2009) Elektronische dienstverlening fase 3 Invoering Spatial Database Groen applicatie Omgevingsvergunning Nieuw stadhuis - infrastructuur data/spraak Flexiweb Document Management Systeem Totaal
Algemeen naar 2010
Order - en activanummer
Investering
Kapitaallasten
Exploitatie 377.925
1e burap 2009 1e burap 2009 1e burap 2009 1e burap 2009 1e burap 2009
1e burap 2009
1e burap 2009 1e burap 2009 1e burap 2009 1e burap 2009
7340082/expl. 7340087/expl. 7340083/expl.? 7340068/expl. 7340071/216025 7340042/216029 7340041/215013 7340052/216013 7340050/216015 7340049/216016 7340055/216017 7340044/216018 7340047/216019 7340064/216020 7340067/216022 7340069/216023 7340073/216027 7340074/216030 7340075/216031 7340076/216032 7340077/216033 7340078/216034 7340079/216035 7340080/216036 7340046/226129 7340081/226133 7360004/215008 7340054/216014
121
53.260 11.302 11.195 3.000 8.100 13.390 9.541 3.041 39.517 116.895 19.070 55.972 20.579 48.879 11.944 375.463 15.413 16.000 32.920 153.063 25.333 21.280 16.000 90.052 155.198 71.785 99.331 52.058 201.864 89.395 34.727 213.693 2.089.260
434 5.645 38.333 2.724 7.996 2.940 6.983 1.706 53.638 2.202 3.200 4.703 21.866 5.067 3.040 3.200 12.865 22.171 10.255 14.190 17.352 10.093 8.940
259.543
377.925
Totaal Jaarschijf 2010 377.925 0 0 0 0 0 0 0 434 5.645 38.333 2.724 7.996 2.940 6.983 1.706 53.638 2.202 3.200 4.703 21.866 5.067 3.040 3.200 12.865 22.171 10.255 14.190 17.352 10.093 8.940
637.468
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
Beheerplan vervanging materieel buitendienst Het beheerplan jaarschijf 2010 wordt als volgt gewijzigd; de Zoutstrooier uit 2008 wordt in 2010 ingevoegd. Daarnaast is een aangepaste opsomming gegeven voor aanschaf van divers klein materieel. Voordat tot daadwerkelijke uitvoering wordt overgegaan, wordt bekeken of de aanschaf noodzakelijk is. Daarnaast zijn de kapitaallasten van investeringen die tlv de reserve vervanging machinepark gemeentewerken komen hierin opgenomen. Omschrijving
Veegwagen Peugeot Zoutlader (2007) Houtversnipperaar Houtbewerkingsmachine Scania Vrachtwagen (JS2008) Veegwagen (JS2008) Tractor Fendt 260 Voertuig A plantsoenen (js 2009) Voertuig B plantsoenen (js 2009) Natstrooimachine 2009 Exploitatiekrediet 2007 Exploitatiekrediet 2008 Exploitatiekrediet 2009 Beheerprogramma jaarschijf 2010 Exploitatiekrediet 2010 bestaat uit: Aanhanger Atec, Aanhanger Henra, Aanhanger dranghekken 2 x Beregeningspomp, Graflift, Compressor, Metaalzaag en Oprijplaten Zoutstrooier (JS2008 doorgeschoven 2010) Totaal investeringen over 2010
2006 2008 2008 2008 2009
Aantal
Actief
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 divers divers divers
742005/214014 7423033/214018 7425009/215016 7420008/215025 7420009/214021 7425012/214023 7420007/214020 7420012/214024 7420013/214025 7425015/215028 7420006 7420010 7420011
Bedrag
25.304 55.000 37.000 10.388 139.942 13.000 45.000 21.010 31.620 35.000 19.162 5.800 20.480
Termijn Afschrijving
8 10 15 15 10 10 10 10 10 10
Klein Dekking materieel 2009
3.163 5.500 2.467 693 13.994 1.300 4.500 2.101 3.162 3.500 0 0 00 0 0
5.800 1.900 0 0
0
38.156
19.162 0 18.580
Totaal Dekking 9002022 3.163 5.500 2.467 693 13.994 1.300 4.500 2.101 3.162 3.500 0 5.800 1.900 0 0
2010 divers 2010
1
38.156
7425026/214022
Generaal totaal
26.000 64.156 522.862
De gemiddelde toevoeging aan de reserve bedraagt € 100.000. 122
10
38.156
2.600
42.980
2.600
45.856
37.742
88.836
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
Beheerplan meubilair openbare ruimte en civiele objecten Het beheerplan meubilair openbare ruimte en civiele objecten is afgesplitst van het beheerplan gebouwen. In deze bijlage zijn, om aansluiting te houden met de oorspronkelijke planningen, de bedragen voor het beheerplan meubilair openbare ruimte en civiele objecten nog vermeld bij het beheerplan gebouwen.
Beheerplan onderwijshuisvesting Volgens het beheerplan onderhoud onderwijshuisvesting zijn voor 2010 de volgende bedragen vermeld. Omschrijving Brandveiligheid schoolgebouwen Onderhoudskrediet 2009 Huurlasten schoolgebouwen(vlg.1eburap 2009) Onderhoudskrediet 2010 geïndexeerd Sensis Kosten opstellen beheerplan Onvoorziene en onverwachte ontwikkelingen Totaal
Actief 7571010/215012
Bedrag 187.340 46.480 0 0 26.530 8.490 19.102 287.942
Termijn 10
Afschrijving
Exploitatie
18.734 2.324
21.058
Dekking 9002009
Totaal
69.650
7.635 2.324 69.650
7.635 2.324 69.650
69.650
79.609
79.609
De gemiddelde storting in de reserve bedraagt € 192.000. Dit is het oorspronkelijke bedrag van € 197.000 -/- € 5.000 voor kosten extern deskundige.
123
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
Beheerplan openbare verlichting In onderstaande tabel is vermeld welke straten in 2010 volgens planning in aanmerking komen voor onderhoud aan de openbare verlichting. Voordat daadwerkelijk onderhoud wordt uitgevoerd, wordt eerst bekeken of dit daadwerkelijk nodig is. Bij de bestuursrapportage wordt u nader geïnformeerd over de laatste stand van zaken. De basisbedragen zijn van 2006 en zijn voor 2010 vier jaren met 2% geïndexeerd. Omschrijving
Actief
Bedrag
Termijn
Uitv. beheerprogr. openb. verl. 2e fase BHP Openb. verlichting, jaarschijf 2007 BHP Openb. verlichting, jaarschijf 2008 BHP Openb. verlichting, jaarschijf 2009 BHP Openb. verlichting, jaarschijf 2010 Betreft de volgende straten: Airborneplein Andoornweg Beukenlaan Bikkelkampplein Bongaardsweg, Meester Bourgondischestraat Bruggelaan, Basilius van Coeberghlaan Dunantsingel, Henri Egmondstraat, Van Elsstraat, Van Emmastraat Esterenweg, Willem van Fazantenweg Ficqlaan, Burg. Fietspad onder brug Gaaiweg
7423018/226091
190.000
20
9.500
9.500
9.500
7423021/226117
469.000
20
23.450
23.450
23.450
7423025/226141
477.000
20
23.850
23.850
23.850
7423029/226142
539.129
20
26.956
26.956
26.956
546.826
20
27.341
27.341
27.341
geïndexeerd 12.499 19.379 1.697 3.892 3.979 7.742 18.122 4.890 7.096 5.187 4.955 1.769 9.575 774 8.270 6.365 7.894
124
Afschrijving
Dekking 9002009
Totaal
BIJLAGEN
Omschrijving Gerritspark, Mr. Habsburgsestraat Haenstraat, De Heesakkerweg Helmkruid Hengel Hengel, voet -fietspad Hertogsgraafsingel Hondongpark, Jan Hoornbloem Hoplaan Jacobstraat, Willem Julianastraat Knoopkruid Korteweg Kriegerstraat Leuvensestraat Loefsweg, Past. Lovendaalsingel, G.W. Luijkenstraat, Jan Marssingel Marsstraatje Molenbloem Molenpad Muntlaan Napoleonstraat, Lodewijk Noordeinde Nootstraat, Van der Oranje Nassaustraat Overlaat (Grave) Paden naar T.H.O.S. Paringetweg Parkeerterrein Estria Plaatstraat, Van der Raamdijk
4.5 Beheerplannen
Actief
Bedrag
Termijn
10.020 4.964 11.840 4.817 7.663 2.619 2.143 5.671 8.144 4.126 2.590 8.096 10.796 3.840 3.426 5.545 5.305 4.667 17.643 4.715 6.484 1.935 9.913 3.494 9.716 4.185 6.430 14.310 2.947 8.984 8.091 12.459 1.876 6.724 5.894
125
Afschrijving
Dekking 9002009
Totaal
BIJLAGEN
Omschrijving Raamoever Rondom de Kerk Scheerling Schimmelpenninckstraat School Hartenaas prkp. Schoolpad Escharen Spechtenweg Stadhouderslaan Steenhuijslaan, Van Steinstraat, Ptr. Johan Stoofweg Tijmlaan Tillemansstraat, Mgr. Uilenweg Valkruid Verheidenstraat, Willem Violier Vroegeling Wederik Wierstraat, Dr. Wijnruimerweg Wilhelminastraat Winde Wolfgatschestraat Wolfkers Zanddijk Zwembad Sporthal Afronding Totaal
4.5 Beheerplannen
Actief
Bedrag
Termijn
Afschrijving
Dekking 9002009
Totaal
7.073 1.191 8.601 5.240 4.126 2.893 774 4.797 4.126 5.894 22.151 9.774 7.253 388 2.727 8.198 16.332 7.073 6.484 12.450 774 5.309 8.012 5.882 2.358 17.988 12.752 49 546.826
2.221.955
111.097
De gemiddelde storting in de reserve is gesteld op € 230.000
126
111.097
111.097
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
Beheerplan gemeentelijke riolering Het beheerplan gemeentelijke riolering (GRP) 2010-2014 zal eind 2009 aan uw Raad worden aangeboden. In de begroting 2010 is vooralsnog uitgegaan van een budgettair neutrale uitvoering van de plannen. De jaarschijf 2010 wordt daarom niet vermeld.
127
BIJLAGEN
4.5 Beheerplannen
Beheerplan wegen Volgens de bijlage bij het beheerplan wegen is in het volgende onderhoud voorzien (niet-geïndexeerde bedragen): Straatnaam Arnoud van Gelderweg Beerschemaasweg Bijl Binnenhof Bronkhorstweg Burg. Raijmakersln De Haenstraat Dokter Kanterslaan Braillestraat Dr. Wierstraat Eendenpoel Estersveldlaan Generaal de Bonsweg Henri Dunantsingel Hoofschestraat Hoogeweg Hoplaan Kapellaan Karweg Keerdijk Korhoenderhorst Kranenhofscheweg Maria Stuartlaan Markt Marssingel Mgr Borretweg Oude Maasdijk Overlaat Gassel Pannestaartweg Paringetweg
2007 3.917
2008
2009
2010
2011
629 44.191 4.024 4.196
7.441 12.982
1.462 14.994
3.080 10.490
8.654 4.125 743
118.683 49.444 2.360 701 1.134
1.360 36.715 29.754 12.874
13.827 7.088 829 89.422
1.739 1.493 10.406 8.885 22.729 18.378 95.665 12.888
128
Eindtotaal 3.917 629 44.191 4.024 7.441 17.178 1.462 18.074 8.654 14.615 743 118.683 49.444 2.360 701 2.494 36.715 43.581 12.874 7.088 829 89.422 1.739 1.493 10.406 8.885 22.729 18.378 95.665 12.888
BIJLAGEN
Straatnaam Pluvierenhorst Scheerestraat Schuttersweg Sirtemalaan Stadhouderslaan Steegschenhofscheweg Ten Holtweg Tijmlaan Torenstraat Tweehuizerweg Uilenweg Willem van Esterenweg Zwanenhorst Eindtotaal
4.5 Beheerplannen
2007
2008
2009
2010 1.431
2011
1.426 6.210 2.475 1.176
120.883 61.412 20.434 918
37.259 11.098 2.700 34.907 497.141
125.481
0
4.444 153.286
188.167
De dotatie aan de voorziening wegen bedraagt voor 2010 € 247.060.
129
Eindtotaal 1.431 1.426 6.210 2.475 122.059 61.412 20.434 918 37.259 11.098 2.700 34.907 4.444 964.075
BIJLAGEN
4.6 Reserves
4.6 Reserves
Reserve Algemene reserves 9001000 Algemene reserve (geblokkeerd) 9001001 Algemene reserve (vrij besteedbaar) 9001002 Reserve algemeen weerstandsvermogen 9001500 Algemene reserve grondexploitatie 9001505 Weerstandsvermogen grondexploitatie Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves voor realiseren bepaald doel 9001510 Reserve dekking kredieten niet-grondexpl. 9002008 Huisvesting en onderwijs AZC-scholen 9002016 Jeugdbeleid 9002018 Vervanging stadhuis 9002035 Brug over de Raam bij Hampoort 9002501 Gerealiseerde opslag "Bovenwijkse voorzieningen" 9002505 Voorziening voorzienbare risico's grondexploitatie 9003001 Afkoop woonwagencentra Bestemmingsreserves voor dekking van investeringen in bedrijfsmiddelen 9002001 Beheerplan vervanging brandweermaterieel 9002010 Beheerplan ICT 9002013 Nog te besteden investeringsbudgetten 9002017 Nieuwbouw Stadhuis 2007 9002021 Beheer vervanging inventarissen gemeenschapsaccommodaties 9002022 Beheerplan vervanging materieel buitendienst 9002005 Egalisatiereserve W.V.G./ W.M.O.
1-1-2009 10.000.000 917.648 1.000.000 -350.570 453.780 0 0 0 44.651 175.606 21.400 874.446 50.000
bij
af
2.936.961 0 0
0 0 39.350
562.005
1-1-2010
-1.208.317 0 -172.834 0 0 0 0 0 -25.400 -21.400 0 0
10.000.000 2.646.292 1.000.000 -523.404 453.780
44.651 150.206 0 913.796 50.000
af 0 00
31-12-2010
-71.163 0
-4.000 41.121
10.000.000 2.575.129 1.000.000 -523.404 453.780
44.651 146.206 0 954.917 50.000
0
562.005
562.005 200.000 9.642
2.150.000 9.642 0 0 0
0 0
-1.950.000 0 0 0 0
200.000 9.642
276.950 1.723.191 681.901 4.796.971
91.000 758.000 0 0
-136.700 -459.145 -681.901 0
231.250 2.022.046 0 4.796.971
134.368 258.922 329.833 000 0
125.332 0 0
-134.368 -57.265 -329.833 0 0
0 326.989 0
130
bij
91.000 758.000
-50.768 -637.465 0 -147.286
100.000
-88.836
0
0
271.482 2.142.581 0 4.649.685 0 338.153 0 0
BIJLAGEN Reserve Bestemmingsreserve voor egalisatie van kosten 9002019 Stimulering deelnemers FPU lokaal niveau 9002025 Inkomensdeel Wet werk en bijstand (Wwb) 9002027 Reconstructie algemeen (v/h Groenfonds) 9002037 Bestemmingsreserve Mobiliteitsfonds 9003019 Scholing en activering t.b.v. klantmanagement 9003023 Gemeentelijk monumenten 9003025 Opleidingsfonds Totaal
4.6 Reserves 1-1-2009 00 00 00 7.440 272.287 452.469 0 57.545 25.000 57.823 24.983.308
bij
af
5.280 0 0 27.500 0 0 0 3.983.423
0 0 0 000 -103.000 -86.000 0000 -57.545 -21.000 -30.000 -5.474.708
131
1-1-2010
12.720 169.287 366.469 27.500 4.000 27.823 23.492.023
bij
af
5280 -103.000
995.401
-1.102.518
31-12-2010
18.000 66.287 366.469 27.500 0 4.000 27.823 23.384.906
BIJLAGEN
4.7 Voorzieningen
4.7 Voorzieningen Voorziening Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten 9002023 Voorziening Wijk en dorpbeheer 9002024 Liquidatiekosten voormalig Streekgewest 9003002 Voorziening FPU 9003015 Pensioenaanspraken wethouders 9003501 Voorziening bouwrijpmaken afgesloten complex exclusief BTW Op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten 9002004 Egalisatievoorziening arbeidsvoorwaarden personeel en opleiding 9002015 Scholing / vorming / training 9003031 Voorziening voor oninbare vorderingen 9003502 Voorziening verliesgevende complexen
Kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt. Mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren 9002009 Onderhoud huisvesting scholen 9003003 Egalisatie afvlakking tarief reinigingsheffing 9003008 Vervanging en onderhoud riolering (rioolbeheersplan) 9003010 Onderhoud gemeentelijke gebouwen (gebouwennota) 9003012 Onderhoud openbare verlichting 9003013 Onderhoud wegen en fietspaden
1-1-2009
bij
af
1-1-2010
15.074 65.520 12.000 154.443
0 0 0 36.540
-5.000 -11.054 -12.000 0
10.074 54.466 0 190.983
52.711
0
0
52.711
7.475 17.888 275.368 7.392.566
5.450
1.470.902 13.937 5.739.480
192.000 0 91.383
617.854 1.097.319 709.788
bij
af
31-12-2010
-5.000 -11.054
5.074 43.412 0 211.983
21.000
52.711
12.925 17.888 275.368 7.392.566
5.450
0
18.375 17.888 275.368 7.392.566
-155.659 -13.937 -360.470
1.507.243 0 5.470.393
192.000
-79.609
1.619.634 0 5.701.676
263.850
-185.734
695.970
263.850
-385.554
574.266
230.000 247.060
-32.950 -350.822
1.294.369 606.026
230.000 247.060
-111.097 -153.286
1.413.272 699.800
132
231.283
BIJLAGEN Voorziening (wegennota) 9003033 Civiele objecten en meubilair openbare ruimte 9003034 Onderhoud groen 9003035 Voorziening voor egalisatie toerisme en recreatie Totaal
4.7 Voorzieningen 1-1-2009
bij
af
1-1-2010
bij
af
31-12-2010
76.900 252.240
35.500 123.400
-44.841 -201.600
67.559 174.040
35.500 123.400
-35.550 -205.600
67.509 91.840
-1.374.067
44.245 17.866.826
1.349.543
-28.855 -1.015.605
15.390 18.200.764
44.245 18.015.710
1.225.183
Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden 9003004 Inburgering nieuwkomers (educ.comp.1977) 9003014 Onderwijs achterstanden bestrijding 9003017 Sanering 70+ woningen 9003026 Voorziening werkdeel Wet werk- en bijstand 9003030 Schuldhulpverlening Totaal
292.413 247.536 140.015 574.539 -272 1.254.231
0
-2.000
290.413 247.536 140.015 574.539 0
-2.000
1.252.503
272 272
133
290.413 247.536 140.015 574.539 0 0
0
1.252.503
BIJLAGEN
4.8 Leningen u/g en o/g
4.8 Leningen u/g en o/g Leningen u/g (uitgezette gelden = bezittingen = te ontvangen rente) Interne order 0320091 0320092 0320093 0320094 0320097 0320098 0320206 0320207 Totaal
Interne order 0320091 0320092 0320093 0320094 0320097 0320098 0320206 0320207 Totaal
1 2 3 4
Leningnummer (intern) 1001 1828 (91) 1001 2055 (92) 1001 2119 (93) 1001 2405 (94) 40.007 6353 (97) 40.007 6589 (98) 40.008 1693 (206) 50.002 6670 (207)
Geleend aan Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland BNG
Hoofdsom
Geleend aan
Laatste jaar
Saldo per 1-1-2009
Aflossing 2009
Saldo per 1-1-2010
Aflossing 2010
2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 206.923 139.537 1.815.121 574.795
Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland 4 BNG
2032 2032 2032 2033 1 2011 2 2011 3 2010 2040
2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 189.834 128.885 1.492.236 536.586 7.093.353
0 0 0 0 2.357 1.461 34.932 6.109 44.859
2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 187.477 127.424 1.457.304 530.477 7.048.494
0 0 0 0 2.476 1.541 1.457.304 6.465 1.467.786
Rente % 5 5,09 5.36 5,41 4,41 5,03 5,50 5,87 5,82
Saldo per 1-1-2009 2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 189.834 128.885 1.492.236 536.586 7.093.353
Rente 2009 103.608 28.961 57.421 48.977 9.549 7.089 87.594 31.229 374.428
Rente 2010 103.608 28.961 57.421 48.977 9.430 7.008 85.544 30.874 371.823
Rente 2011 103.608 28.961 57.421 48.977 9.306 6.924 0 30.497 285.694
Rente 2012 103.608 28.961 57.421 48.977 0 0 0 30.099 269.066
Saldo per 31-122010 2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 185.001 125.883 0 524.012 5.580.708
Aflossing 2011
Aflossing 2012
Aflossing 2013
0 0 0 0 185.001 125.883 0 6.841 317.725
0 0 0 0 0 0 0 7.239 7.239
0 0 0 0 0 0 0 7.661 7.661
Rente 2013 103.608 28.961 57.421 48.977 0 0 0 29.678 268.645
Rente wordt achteraf ontvangen, laatste jaar rente = laatste jaar aflossing + 1 Rente wordt achteraf ontvangen, laatste jaar rente = laatste jaar aflossing + 1 Rente wordt achteraf ontvangen, laatste jaar rente = laatste jaar aflossing + 1 Omdat deze lening is teruggeleend tegen vier punten meer (betalen 5,78%, ontvangen 5,82%), ontvangen we gedurende de looptijd van de lening een klein rentevoordeel
134
BIJLAGEN
4.8 Leningen u/g en o/g
Leningen o/g (opgenomen gelden = schulden = te betalen rente) Interne order 0320091 0320092 0320093 0320094 0320097 0320098 0320206 0320207 Totaal
Interne order 0320091 0320092 0320093 0320094 0320097 0320098 0320206 0320207 Totaal
5 6 7 8
Leningnummer (intern) 1001 1828 (91) 1001 2055 (92) 1001 2119 (93) 1001 2405 (94) 40.007 6353 (97) 40.007 6589 (98) 40.008 1693 (206) 40.007 5259 (207)
Geleend aan Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland BNG
Hoofdsom
Geleend aan
Laatste jaar
Saldo per 1-1-2009
Aflossing 2009
Saldo per 1-1-2010
Aflossing 2010
2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 206.923 139.537 1.815.121 574.795
Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland 8 BNG
2032 2032 2032 2033 5 2011 6 2011 7 2010 2040
2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 189.834 128.885 1.492.236 536.257 7.093.024
0 0 0 0 2.357 1.461 34.932 6.152 44.902
2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 187.477 127.424 1.457.304 530.105 7.048.122
0 0 0 0 2.476 1.541 1.457.304 6.508 1.467.829
Rente % 5 5,09 5.36 5,41 4,41 5,03 5,50 5,87 5,78
Saldo per 1-1-2009 2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 189.834 128.885 1.492.236 536.257 7.093.024
Rente 2009 103.608 28.961 57.421 48.977 9.549 7.089 87.594 30.996 374.195
Rente 2010 103.608 28.961 57.421 48.977 9.430 7.008 85.544 30.640 371.589
Rente 2011 103.608 28.961 57.421 48.977 9.306 6.924 0 30.264 285.461
Rente 2012 103.608 28.961 57.421 48.977 0 0 0 29.866 268.833
Saldo per 31-122010 2.033.514 540.326 1.061.378 1.110.594 185.001 125.883 0 523.597 5.580.293
Aflossing 2011
Aflossing 2012
Aflossing 2013
0 0 0 0 185.001 125.883 0 6.884 317.768
0 0 0 0 0 0 0 7.282 7.282
0 0 0 0 0 0 0 7.702 7.702
Rente 2013 103.608 28.961 57.421 48.977 0 0 0 29.445 268.412
Rente wordt achteraf betaald, laatste jaar rente = laatste jaar aflossing + 1 Rente wordt achteraf betaald, laatste jaar rente = laatste jaar aflossing + 1 Rente wordt achteraf betaald, laatste jaar rente = laatste jaar aflossing + 1 Omdat deze lening is teruggeleend tegen vier punten meer (betalen 5,78%, ontvangen 5,82%), ontvangen we gedurende de looptijd van de lening een klein rentevoordeel
135
BIJLAGEN
4.9 Investeringen
4.9 Investeringen Dit is een nieuwe bijlage in de begroting 2010. In de komende jaren zal deze verder worden uitgebreid. In deze bijlage zijn opgenomen: • De investeringen vanaf 2009 tot en met 2013 • De investeringen en exploitatiekredieten uit de beheerplannen. Omdat de meeste beheerplannen lopen tot en met 2010 zijn er voor de jaren daarna geen investeringen meer vermeld.
Interne Actief order nummer 7220018 7320001 7340041 7340047 7340050 7340055 7340056 7340061 7340062 7340063 7340064 7340066 7340067 7340068 7340069 7340073 7340074 7340075 7340076 7340077 7340078 7340079 7340080 7340081 7340082 7340083 7340087 7340088 7340089
Overzicht van investeringen 2010 - 2013 Omschrijving
expl. BHP Brandweermaterieel (js2009) 212010 Bouw fietsenstalling en wachtruimte 215013 Aanschaf PC's Basisregistratie Adressen en 216019 Gebouwen 216015 Invoering WKPB 216017 Elektronische dienstverlening fase 1 expl. Onvoorzien ICT expl. Faxapparatuur expl. Laptops (5 stuks) expl. PDA (9 stuks) 216020 Module WMO expl. Protos 216022 Novell en mailservers expl. Consolidatie windows servers VMware 216023 Scannen inkoopfacturen software etc. 216027 Elektronische dienstverlening AS400 (SAP, verv. door Windows) 216030 (js2008) 216031 MRE / PKO4all (js2008) Webserver en Oracle server 216032 (js2008) 216033 Modernisering GBA (js2008) Implement. zaakafhand. met DSP 216034 (js2008) Elektronische dienstverlening fase 3 216035 (js2008) 216036 Invoering Spatial Database (js2008) 226183 Wabo (omgevingsvergunning) (js2008) expl. Digitale camera's (js 2008) expl. Uitwijk AS400 (js 2008) expl. Servgate (tbv internetverb.) (js 2008) expl. Surfcontrol Digitale bestemmingsplannen WRO (expl.) Vervanging Windows server 2003 Vervanging Officepakket Vervanging exchange Flexiweb Document Management Systeem
136
Saldo Lopend 1-1-2009
Aanvang uitvoering in: 2010
85.920 19.415 14.900 216.218 50.018 48.879 6.405 2.000 2.864 4.174 15.413 2.027 5.457 9.541 32.920 153.063 25.333 21.280 16.000 90.052 155.198 71.785 96.228 172.459 3.000 7.385 2.381 5.837
5.719
34.800 11.302 53.260 11.195 34.727 213.693
2011
2012
2013
BIJLAGEN
4.9 Investeringen
Interne Actief order nummer
Overzicht van investeringen 2010 - 2013 Omschrijving
Saldo Lopend 1-1-2009
Aanvang uitvoering in: 2010
(DMS) 7360001 7360002
212007 Nieuwbouw stadhuis (koopsom) 210001 Nieuwbouw stadhuis (ondergrond)
26.360-
7360003
215007 Nieuwbouw stadhuis (inrichting) Nieuwbouw stadhuis (infrastructuur 215008 data/spraak) 212016 Nieuw Stadhuis - afkoopsom MAB Nieuw Stadhuis 212016 begeleiding/adviseurs 212016 Nieuw Stadhuis - verhuiskosten Klimaatsbeheersingsinstallatie 215026 stadhuis aanpassing 212016 Exploitatiekrediet tractie 2007 214020 Tractor Fendt 260 214021 Scania Vrachtwagen (JS2008) expl. Tractie exploitatiekrediet (JS2008) 214024 Voertuig A plantsoenen (js 2009) 214025 Voertuig B plantsoenen (js 2009) 214022 Zoutstrooier (JS2009 doorgeschoven) Exploitatiekrediet tractie 2010 Reconstructie kruising 213003 Essinklaan/Estersveldlaan eo Uitvoering beheerprogr. openbare 226091 verlichting
19.052-
7360004 7360006 7360006 7360006 7360007 7420006 7420007 7420009 7420010 7420012 7420013
7423001 7423018 7423021 7423022 7423024 7423025 7423026 7423027 7423028 7423029
7424018 7425002 7425003 7425007 7425010 7425012 7425013 7425014
226117 230113 BHP openb. verlichting 2007 230114 BHP wegen 2007 BHP Wegen 2007-2010, jaarschijf 230118 2008 226141 BHP openb. verlichting 2008 214022 Zoutstrooier (JS2008) 213015 BHP Meub. en civ. obj., jaarschijf 2008 213016 BHP Meub. en civ. obj., jaarschijf 2009 BHP Openb. verlichting, jaarschijf 226142 2009 BHP Openb. verlichting, jaarschijf 2010 BHP Wegen 2007-2010, jaarschijf 2010 Inrichten loswal Verbeteren toegankelijkheid bushaltes 226131 Maatregelen duurzaam veilig (fase 8) 120008 Opstellen bomenstructuurplan 213001 230010 210007 120044 214023 120045 120046
Uitvoering groenplan De Mars fase 1 Parkplan Bekaf BHP openbaar groen 2007 Veegwagen (JS2008) BPH Openbaar groen, jaarschijf 2008 BPH Openbaar groen, jaarschijf 2009
137
30.813 6.31561.45554.573 77.000 19.162 3.110 137.800 5.800 21.010 31.620 26.000 38.156 5.210 129.569 435.514 197.822 153.000 477.000 10.400 51.000 0 539.129 546.826 153.286 650.000 45.000 39.000 6.000 122.280 25.000 60.745 13.000 128.495 201.541
2011
2012
2013
BIJLAGEN
4.9 Investeringen
Interne Actief order nummer
7425015 7427003 7427008 7427009 7427010 7427012 7427015 7428001 7451008 7453001 7456011 7456012 7456013 7456014 7521002 7571005 7571006 7571009 7571010 7571011 7571012 7571013 7571014?
Overzicht van investeringen 2010 - 2013 Omschrijving
BPH Openbaar groen, jaarschijf 2010 215028 Natstrooimachine 2009 230013 Aanpassing riolering Estersveld 230031 Riolering buitengebied: aanleg 230032 Riolering buitengebied: voorb/toezicht Riolering buitengebied: mechanisch 230033 ged. expl. Opstellen beheerprogramma riolering 230115 Inrichting buitenruimte Zuidooster Bijdrage Waterschap voor gemaal 2300119 Urnenmuur begraafplaats Grave Actualiseren bestemmingsplannen expl 2005 226059 ESKAN 212062 Beheerplan gebouwen jaarschijf 2007 212064 Beheerplan gebouwen jaarschijf 2008 BPH Gebouwen 2007-2010, jaarschijf 212065 2009 Herbestemming/onderhoud historisch 212068 stadhuis 215027 Papoortprinter 2009 212056 Uitbreiding Merletcollege / Hartenaas Aanpassing schoolgebouwen aan 212055 onderwijskundige vernieuwingen 212060 Nieuwbouw school Velp 215012 Brandveiligheid schoolgebouwen Uitvoering beheerprogr. 212061 Schoolgebouwen 2006 212063 BHP onderwijshuisvesting 2007 9002009 BHP Onderwijshuisvesting (js 2008) 9002009 BHP Onderwijshuisvesting (js 2009) BHP Onderwijshuisvesting (js 2010)
Saldo Lopend 1-1-2009
2010
2011
2012
2013
205.572 35.000,00 262.266 271.142 3.776 264.295 5.964 41.548 200.000 35.000 7.778 4.737 195.027 139.130 178.194
385.554
310.000 10.000 1.592.020 531.752 652.687 47.301 22.275 134.820 63.088 44.489 54.122
7577005 7577005
Uitbreiding/vervanging/renovatie scholen Ester, Sprankel en Wegwijzer 1e inrichting Merletcollege 2010 1e inr. en meubilair Sensis 2010 Verbetering binnenmilieu scholen 2010 Uitbreiden depotruimte Graafs 212069 Museum Voorbereidingskosten uitbreiding 212070 Graafs Museum 212070 Uitbreiding Graafs Museum
7579009
Bouw gemeenschapsaccommodatie 212018 Velp
198.513
7579010 7600001
212067 Bouw/inrichting MFC 212059 Nieuwbouw gemeentewerf
100.899
7577004
Aanvang uitvoering in:
4.108.000 37.160 26.580 125.000 151.000 52.000 520.000
4.500.000
Totalen
9.193.489 8.237.728
-
- 4.108.000
Alle onderwerpen en bedragen zijn verwerkt in de begroting 2010 en komen uit de begroting 2009, de beheerplannen en de Kadernota 2010.
138
BIJLAGEN
4.10 Algemene uitkering
4.10 Algemene uitkering Onderstaande berekening is gebaseerd op de septembercirculaire 2009.
Gemeente:
Grave
Opgave:
septembercirculaire 2009
Circulaire:
septembercirculaire 2009 (2009-509233 d.d. 15 sept 2009)
Jaar:
2010
Uitkeringsfactor:
Constante prijzen 2010: 1,5550
Uitgezette maatstaven:
2a, 6a, 6b, 6c, 15c, 17, 20, 26, 27b, 27c, 29, 30, 33, 39a, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 57, 64, 65, 66, 67, 68
Datum afgerond:
30-9-2009
Eigen toelichting: Datum rapport:
30-9-2009 14:42
Totale uitkering:
11.205.232,06
Onderdeel A - Inkomstenmaatstaven Berekende Aantallen
Gewicht / %
Uitkering
10.136.000,00
-0,09010000
-913.253,60
1b Waarde niet-woningen gebruikers
1.477.000,00
-0,09880000
-145.927,60
1c Waarde niet-woningen eigenaren
1.477.000,00
-0,12260000
-181.080,20
Maatstaf 1a Waarde woningen eigenaren
Subtotaal
-1.240.261,40
Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is Maatstaf 1e OZB waarde niet-woningen (in miljoenen)
139
Berekende Aantallen
Gewicht
Bedrag in basis
147,70
312,00
46.082,40
BIJLAGEN
4.10 Algemene uitkering
2 Inwoners
12.900,00
131,44
1.695.576,00
258,00
146,15
37.706,70
4 Inwoners: jongeren < 20 jaar
3.126,00
222,42
695.284,92
5 Inwoners: ouderen > 64 jaar
1.735,00
82,53
143.189,55
539,00
27,32
14.725,48
3a Eén-ouder-huishoudens
5a Inwoners: ouderen > 74 en < 85 jaar 7 Lage inkomens
1.410,00
87,35
123.163,50
7a Lage inkomens (drempel)
843,60
360,96
304.505,86
8 Bijstandsontvangers
132,00
1.461,59
192.929,88
0,27385892
113.719,85
31.143,20
69,97
3.756,08
262.805,32
984,00
107,87
106.144,08
10a WWB schaalnadeel 10b WWB schaalvoordeel 11 Uitkeringsontvangers 12 Minderheden
185,00
331,43
61.314,55
11.520,00
51,41
592.243,20
3.560,00
15,42
54.895,20
15b Extra groei leerlingen VO
213,40
221,81
47.334,25
15d Leerlingen (V)SO
390,98
315,82
123.479,30
15e Leerlingen VO
792,00
443,44
351.204,48
16 Oppervlakte land
2.720,00
32,56
88.563,20
18 Oppervlakte land * bodemfactor gemeente
2.720,00
27,93
75.969,60
19 Oppervlakte binnenwater
84,00
38,41
3.226,44
21 Oppervlakte bebouwing
77,00
478,51
36.845,27
22 Oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor woonkernen
49,49
3.325,15
164.561,67
23 Oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied
28,00
1.647,31
46.124,68
24 Woonruimten
5.664,00
178,51
1.011.080,64
25 Woonruimten * bodemfactor woonkernen
5.720,64
27,82
159.148,20
8,00
3.359,32
26.874,56
2.950,00
13 Klantenpotentieel lokaal 14 Klantenpotentieel regionaal
27a Oppervlak historische kernen basisbedrag 28 Historische waterweg
15,44
45.548,00
31a ISV (a) stadsvernieuwing
0,00017092 14.833.792,73
2.535,42
31b ISV (b) herstructurering
0,00008753
9.319.851,31
815,73
3.268,13
63,00
205.892,06
520,00
7,16
3.723,20
2.392,30
3,55
8.492,65
3,00
9.178,64
27.535,92
32 Omgevingsadressendichtheid 34 Oeverlengte * bodemfactor gemeente 35a Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor 36 Meerkernigheid
140
BIJLAGEN
4.10 Algemene uitkering
36a Kernen met 500 of meer adressen
1,00
28.180,76
28.180,76
37 Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied
3,00
14.919,34
44.758,02
38 Bedrijfsvestigingen 39 Vast bedrag
580,00
114,58
66.456,40
1,00
273.256,43
273.256,43
Subtotaal
7.203.316,74
Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf) Uitkeringsfactor
1,555
Subtotaal (B x C (=uf))
11.201.157,52
Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is Berekende Aantallen
Uitkering
19.967,64
19.967,64
52 Monumenten
--
--
53 Aanvullende uitkering
--
--
53a Overgangsmaatregel ISV (VHROSV)
-5.971,05
-5.971,05
61 Suppletieregeling OZB
11.252,00
11.252,00
Maatstaf 51 Rioleringen
Subtotaal
25.248,59
Onderdeel E - Integratie- en decentralisatieuitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is Berekende Aantallen
Maatstaf 55 Integratie-uitkering WUW-middelen Gemeentefonds
Uitkering
19.660,35
19.660,35
1.139.011,00
1.139.011,00
63 Amendement De Pater - van der Meer (IU)
17.059,00
17.059,00
69 Bibliotheken (DU)
62 Budget Wmo
14.640,00
14.640,00
71 Brede school sport en cultuur (combinatiefuncties) (DU)
--
--
72 Beeldende kunst en vormgeving (DU)
--
--
73 Aanpak kindermishandeling (DU)
--
--
74 Bewonersinitiatieven wijken (G18) (DU)
--
--
141
BIJLAGEN
4.10 Algemene uitkering
77 Homo-emancipatiebeleid (DU)
--
--
78 Nationaal actieplan sport en bewegen (DU)
--
--
79 Taalcoaches (DU)
--
--
81 Polarisatie en radicalisering (DU)
--
--
82 Veilige publieke taak (DU)
--
--
83 Bewonersinitiatieven wijken (G31) (DU)
--
--
84 Wijkactieplannen (G18)
--
--
86 Vrouwen uit etnische minderheden (DU)
--
--
87 Pilot gemengde scholen (DU)
--
--
88 Cultuurparticipatie (DU)
--
--
92 Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (DU)
--
--
93 Innovatietrajecten inburgering (DU)
--
--
95 Integratie-uitkering bijstandsontvangers
--
--
97 Onderwijsachterstandenbeleid (DU)
--
--
102 Maatschappelijke opvang en OGGz (DU)
--
--
103 Gezond in de stad (DU)
--
--
107 Budget 40+ wijken (DU)
--
--
110 WMO, psycho-sociaal (IU)
--
--
111 WMO, nadeelgemeenten (IU)
--
--
112 Jeugdwerkloosheid (DU)
--
--
113 Versterking peuterspeelzaalwerk (DU)
28.717,00
28.717,00
114 Herbestemming en herontwikkeling aandachtswijken (DU)
--
--
115 Jeugd (DU)
--
--
117 Bodemsanering (DU)
--
Subtotaal
-1.219.087,35
Onderdeel F - Aanvullingen van de gebruiker Aanvullingen van de gebruiker 98 Behoedzaamheidsreserve Subtotaal
Opgave
Uitkering
--
---
Totaal uitkering 2010:
11.205.232,06
142
BIJLAGEN
4.11 Relatie programma's - beleidsproducten - beheerproducten
4.11 Relatie programma's - beleidsproducten - beheersproducten Programma (programmabegroting) P1 Veiligheid en handhaving
Beleidsproduct (productenraming) BLP-B20 Brandweer
BLP-B50 Integrale handhaving
BLP-B60 Openbare orde en veiligheid
P2 Woon- en leefomgeving
BLP-Y50 Reconstructie BLP-Y90 Wijk- en buurtbeheer BLP-Z10 Beheer openbare ruimte BLP-Z70 Verkeer
BLP-Z80 Volkshuisvesting P3 Voorzieningen en sociale samenhang
BLP-Y10 Doelgroepenbeleid
143
Beheersproduct (beheersbegroting) 622001 Preventie en pro-actie 622002 Repressie 622003 Preparatie 622004 Brandweerkazerne 622005 Jeugdbrandweer 632601 Juridische aangelegenheden 632901 Honden en zwerfdieren 663001 Handhaving (integraal) 632001 Rampenbestrijding 632002 Integraal veiligheidsbeleid 632005 Bewaakte fietsenstalling 632006 Gemeentelijke opsporingsambtenaar 632401 Vergunningen 642512 Reconstructie 632003 Wijk- en dorpsbeheer 642501 Openbaar groen en dergelijke 642504 Bossen 642304 Wegen 642307 Verlichting 642308 Binnenhavens en waterwegen 642310 Gladheidsbestrijding 642311 Gemeentereiniging 642312 Straatmeubilair 642401 Verkeer 645201 Volkshuisvesting 645602 Beheer woonwagencentrum 654001 Bijzondere bijstand 654002 Bijstandsbesluit zelfstandigen (BBZ) 654003 IOAW 654004 IOAZ 654005 Sociale recherche
BIJLAGEN Programma (programmabegroting)
4.11 Relatie programma's - beleidsproducten - beheerproducten Beleidsproduct (productenraming)
BLP-Y20 Gezondheidszorg
BLP-Y30 Kunst en cultuur (STR) BLP-Y40 Onderwijs en educatie
BLP-Y55 Sociale zaken
144
Beheersproduct (beheersbegroting) 654501 Wet werk en bijstand inkomensdeel (alg.) 654502 Algemeen inkomensdeel onder 65 654503 Algemeen inkomensdeel 65 en boven 654504 Langdurigheidstoeslag 658002 Ontwikkelingswerk 658202 Ouderenzorg in Grave 658301 Jeugdbeleid 658501 Lokaal vrijwilligersbeleid 642801 Beheer begraafplaatsen 658101 Gezondheidszorg 658103 Overige zorg 658401 Gehandicaptenzorg beleid 657702 Kunst en cultuur 658601 De bibliotheek 657001 Bestuur en beheer (openb. onderw.) 657101 Uitbreiding scholen 657102 Onderhoud scholen 657103 Schademeldingen scholen 657202 Leerlingenvervoer 657203 Lokaal onderwijsbeleid 657204 Onderwijsachterstandenbestrijding 657205 Onderwijsbegeleiding 657206 Overige voorzieningen 657301 Volwasseneneducatie 657302 Leerplicht 654104 Bijdrageregeling deeln. maatsch. verkeer 654105 Schuldhulpverlening 654201 Wet sociale werkvoorziening (WSW) 654303 Vluchtelingenwerk 654304 Inburgering 654601 Wet werk en bijstand werkdeel (algemeen) 654602 Re-integratie activiteiten 654603 WIW-banen (aflopend)
BIJLAGEN
4.11 Relatie programma's - beleidsproducten - beheerproducten
Programma (programmabegroting)
Beleidsproduct (productenraming)
BLP-Y60 Sport BLP-Y70 Welzijn en zorg BLP-Y80 Wet maatschappelijke ondersteuning BLP-Y90 Wijk- en buurtbeheer P4 Economische aangelegenheden, toerisme en recreatie
BLP-X20 Economische zaken en werkgelegenheid
BLP-X60 Toerisme en recreatie P5 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
BLP-Z20 Grondzaken BLP-Z40 Milieu
BLP-Z50 Monumentenzorg BLP-Z60 Ruimtelijke ontwikkeling
145
Beheersproduct (beheersbegroting) 654604 I/D-banen (aflopend) 657401 Asielzoekerscentrum 657501 Maatschappelijk werk 657801 Wet Kinderopvang 654702 Participatiebudget Werkdeel 654703 Participatiebudget Inburgering 654704 Participatiebudget Educatie 657803 Peuterspeelzalen 643002 Buitensportaccommodaties 658801 Sportbeleid 657601 Subsidiebeleid 654801 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (alg) 657901 Gemeenschapsaccommodaties 632301 Straatmarkten 643001 Gemeentegronden en -schuren 645301 Economische Zaken 645601 Gemeentelijke eigendommen 642601 Volksfeesten (inclusief kermis) 645302 Recreatie en toerisme 645501 Grondexploitatie 642101 Milieu algemeen 642102 Milieu bedrijven 642103 Ruimtelijke ordening en milieu 642104 Bodem- en waterbodembeheer 642105 Afval 642106 Gemeentelijke interne milieuzorg 642108 Klimaatbeleid 642701 Rioolbeheer 645001 Monumenten 642901 Kadaster en (overig) kaartmateriaal 645101 Bestemmingsplannen 645104 Handhaving ruimtelijke ontwikkeling
BIJLAGEN
4.11 Relatie programma's - beleidsproducten - beheerproducten
Programma (programmabegroting)
Beleidsproduct (productenraming)
P6 Publieke dienstverlening en communicatie
BLP-Z90 Water BLP-B40 Burgerzaken / Publieksbalie
BLP-B80 Voorlichting en representatie
P7 Financiële kaderstelling en bedrijfsvoering
BLP-B10 Beleidscoördinatie en integriteit
BLP-B70 Personeel
BLP-X10 Controlling en bedrijfsvoering
146
Beheersproduct (beheersbegroting) 645401 Bouw- en sloopvergunningen 642712 Waterbeheer 652001 Gemeentelijke basisadministratie (GBA) 652002 Burgerlijke Stand 652003 Verkiezingen 652005 Naturalisaties 652101 Reisdocumenten 652102 Rijbewijzen 652103 Overige documenten 632101 Communicatie en voorlichting 632103 Recepties en ontvangsten 632701 Kabinetszaken en officiële ontvangsten 632802 Overige samenwerkingen 611001 Gemeenteraad 611002 College van b&w 611006 Commissie bezwaarschriften 611007 Griffie 515001 Beleidsontwikkeling en advisering 515003 Rechtspositie 515004 Personeelsbeheer 515005 Arbeidsomstandigheden 515009 Ondernemingsraad / Georganiseerd overleg 599010 Kostenplaats gemeentesecretaris 599015 Kostenplaats personeel en organisatie 599020 Kostenplaats Veiligheidsbureau 599030 Kostenplaats afdeling Bedrijfsvoering 599040 Kostenplaats afdeling Ruimte en Wonen 599050 Kostenplaats afdeling Inwoners en Zorg 599070 Kostenplaats Controller 599942 Kpl. cluster Beheer en Milieu Buiten 534106 Ontwikkeling BPW 534107 BTW Compensatiefonds
BIJLAGEN Programma (programmabegroting)
4.11 Relatie programma's - beleidsproducten - beheerproducten Beleidsproduct (productenraming)
BLP-X30 Financieel beleid en beheer (1)
BLP-X35 Financieel beleid en beheer (2) BLP-X50 Informatisering en automatisering
147
Beheersproduct (beheersbegroting) 534108 Adm. organisatie / Interne controle 534109 Consulentschap 534201 Financiële administratie 534302 Verzekeringen 534701 Kostenplaats kapitaallasten 536001 Kostenplaats huisvesting 536103 Archief 536106 Facilitaire zaken 538002 Interne organisatie 542001 Kostenplaats beheer materieel (tractie) 615001 Budget onderuitputting 634407 Saldo kostenplaatsen 534101 Begroting 534102 Jaarrekening 534105 Management- en bestuursrapportages 634101 Adm. sluitrekening Planning & Control 634402 Leningen en beleggingen 634502 Waardebeschikking 634602 Heffen 634606 Invorderen 634405 Algemene middelen 634406 Budget incidenteel 534001 Beheer ICT
BIJLAGEN
4.15 Afkortingenlijst
4.12 Afkortingenlijst Afkorting
Omschrijving
Organisatorisch Afd. BV cluster BMB cluster BUZ cluster BWZ cluster CBO cluster CCT cluster FBB cluster HV cluster IZ/ICT cluster MIL cluster PB cluster PJB cluster ROW cluster SZ cluster WO cluster WZB CT I&Z PZ R&W VB
Afdeling (afdeling) Bedrijfsvoering cluster Beheer en milieu buiten cluster Burgerzaken cluster Bouwzaken cluster Communicatie en bestuursondersteuning cluster Civiele techniek en cultuurtechniek cluster Financieel beleid en beheer cluster Handhaving cluster Interne zaken / Informatie- en communicatietechnologie cluster Milieu cluster Publieksbalie Projectbureau cluster Ruimtelijke ontwikkeling cluster Sociale zaken cluster Welzijn en onderwijs cluster Woz en belastingen Controller (afdeling) Inwoners en Zorg Personeelszaken (afdeling) Ruimte en Wonen Veiligheidsbureau
Politieke partijen CDA LPG PvdA SP VVD FL
Christen Democratisch Appèl Lokale Partij Grave Partij van de Arbeid Socialistische partij Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Fractie Leurs
148
BIJLAGEN
4.13 Begrippenlijst Begrip Toelichting Adoptiegemeente
Uit het oogpunt van efficiency wordt de begroting en de jaarrekening van een gemeenschappelijke regeling voorzien van een advies door één of twee gemeenten, de adoptiegemeenten. Dit advies wordt vervolgens doorgegeven aan de overige betrokkenen van de gemeenschappelijke regeling. Hiermee wordt voorkomen dat elke gemeente voor zich een (gelijkluidend) advies moet opstellen.
Algemene uitkering
Jaarlijkse uitkering uit het gemeentefonds (= fonds op de rijksbegroting) om de algemene taken te vervullen (minimaal op het wettelijke niveau) en om het bestuurlijk en ambtelijk apparaat in stand te houden. De besteding is vrij. Er hoeft geen verantwoording afgelegd te worden aan het rijk over de besteding.
Emu-saldo
Het emu-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (rijk, medeoverheden en sociale fondsen).
fte
Fulltimer-equivalent(en). Eén fte is één medewerker (m/v) met een voltijds-dienstbetrekking van 36 uren per week. Een persoon die bijvoorbeeld 24 uur per week werkt, is gelijk aan 24/36 = 0,67 fte.
Gemeenschappelijke regeling
Een gemeenschappelijke regeling is een samenwerkingsvorm tussen bestuursorganen van provincies, gemeenten en/of waterschappen die beheerst wordt door de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het rijk kan ook aan een gemeenschappelijke regeling deelnemen, evenals andere openbare lichamen als zij daartoe bevoegd zijn.
Integratie-uitkering
Dit is een aparte geldstroom binnen het gemeentefonds (zie bij Algemene uitkering) met een eigen verdeelsystematiek. De reden hiervoor kan zijn dat het om gelden gaat, die niet in de verdeelsystematiek van de algemene uitkering passen, zonder dat er onrechtvaardige herverdeeleffecten optreden. Meestal loopt een integratie-uitkering enkele jaren.
Reserve
Deel van het eigen vermogen benodigd voor de (administratieve) financiering van bijvoorbeeld de vaste activa (bezittingen). Als er een specifieke bestemming op rust, spreken we van de bestemmingsreserve. Een reserve is niet gelijk aan fysiek geld (liquide middelen / beleggingen).
Voorziening
Een voorziening is een gedeelte van het vreemd vermogen dat nodig is als afdekking van voorzienbare en kwantificeerbare risico's of aangegane verplichtingen.
149
BIJLAGEN AANTEKENINGEN
150
BIJLAGEN
Colofon Uitgave
Gemeente Grave
Postadres
Arnoud van Gelderweg 71 Postbus 7 5360 AA GRAVE www.grave.nl
[email protected]
Productie z/w
Gemeente Grave www.grave.nl oplage 20 stuks
Productie kleur
Gemeente Grave www.grave.nl oplage 60
September 2009
151
RAADSBESLUIT Onderwerp:
Programmabegroting 2010.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;
gelezen het voorstel (aanbiedingsbrief) van burgemeester en wethouders d.d.: 29 september 2009. Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet; Besluit: 1. De in de begroting 2010 opgenomen kredieten van de jaarschijf 2010 beschikbaar te stellen. 2. Het college op te dragen om alle in de begroting opgenomen stelposten uiterlijk in de kadernota 2011 concreet in te vullen. 3. Instemmen met de verhoging van de tarieven en de belastingen met 0,5%. 4. Vaststellen van de jaarschijf 2010 van de programmabegroting 2010. 5. De jaarschijven 2011, 2012 en 2013 voor kennisgeving aannemen. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 10 november 2009. De raad voornoemd, De griffier,
De voorzitter,
J.A.M. Roelofs
W.J.G. Delissen-van Tongerlo
152