Programmabegroting
2010
foto voorzijde: het volledig gerestaureerde kerkje van Vierhuizen
2
Inhoudsopgave bladzijde
Algemeen Leeswijzer ......................................................................................................................... Samenvatting uitgangspunten............................................................................................
4 5
Beleidsbegroting Beleidsmatige ontwikkelingen .......................................................................................... Financiële ontwikkelingen ................................................................................................ Programmaplan 1. Burger en bestuur ......................................................................................................... 2. Veiligheid ..................................................................................................................... 3. Verkeer en vervoer ....................................................................................................... 4. Economische zaken, recreatie en toerisme ................................................................... 5. Jeugd............................................................................................................................. 6. Sport, kunst en cultuur.................................................................................................. 7. Sociale Zaken en Werk................................................................................................. 8. Maatschappelijke ondersteuning en zorg ..................................................................... 9. Milieu ........................................................................................................................... 10.Leefomgeving............................................................................................................... 11.Projecten.......................................................................................................................
8-9 10-12 14-17 18-21 22-27 28-30 31-36 37-40 41-46 47-50 51-56 55-62 63-66
Paragrafen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Lokale heffingen........................................................................................................... 70-76 Weerstandsvermogen ................................................................................................... 77-82 Onderhoud kapitaalgoederen........................................................................................ 83-85 Financiering.................................................................................................................. 86-89 Bedrijfsvoering............................................................................................................. 90-94 Verbonden partijen ....................................................................................................... 95-98 Grondbeleid .................................................................................................................. 99-100
Financiële begroting 1. Financiële begroting ...................................................................................................... 101-117 2. Meerjarenbegroting ....................................................................................................... 119-122
Bijlagen Kerngegevens .................................................................................................................... 123-125
3
Leeswijzer De inhoud van de programmabegroting 2010 is grotendeels gelijk aan de programmabegroting 2009. Het aantal is en de namen van de programma’s zijn onveranderd, per programma wordt weer antwoord gegeven op de drie W-vragen (wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten) en in elk programma beschrijven we ook weer de relevante wetgeving. Een nieuw element in de programmabegroting is de beschrijving per programma van trends en ontwikkelingen. De opzet van de doelstellingen is conform eerste bestuursrapportage en verder wordt per programma een verklaring van de financiële verschillen gegeven. De tabel met kwantitatieve gegevens in de vorige programmabegroting is ingeruild voor een tabel met effect/prestatie-indicatoren en kengetallen. De provincie heeft aangegeven een aantal zaken in de paragrafen aangevuld te willen zien, dit hebben wij toegevoegd. De programmabegroting 2010 bestaat uit de volgende onderdelen • algemeen; • beleidsbegroting, incl.paragrafen; • financiële begroting; • bijlagen. Algemeen Het onderdeel algemeen bestaat uit een samenvatting van de uitgangspunten en de leeswijzer. De rode teksten zijn de gewijzigde stukken naar aanleiding van de raadsvergadering van 3 november jl. waarin de programmabegroting behandeld is. Beleidsbegroting Het onderdeel beleidsbegroting omvat een beschouwende inleiding, het programmaplan en de paragrafen. De beschouwende inleiding gaat over de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen. Het programmaplan bestaat uit de 11 programma’s. De verplichte paragrafen gaan in op de lokale heffingen, het weerstandsvermogen, het onderhoud van de kapitaalgoederen, de financiering, de bedrijfsvoering, de verbonden partijen en het grondbeleid. Financiële begroting Dit onderdeel omvat een • overzicht van lasten en baten - totaaloverzicht van de lasten en de baten; - specificatie van de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien - toelichting op het overzicht van baten en lasten - incidentele lasten en baten - analyse van het begrotingsresultaat • uiteenzetting van de financiële positie - overzicht arbeidskosten - investeringen - financiering - reserves en voorzieningen Meerjarenraming De meerjarenraming omvat de jaren 2010-2013. Bijlagen In de bijlage is het meerjareninvesteringsplan opgenomen. De financiële lasten (rente en afschrijvingen) van de nieuwe investeringen zijn verwerkt in de exploitatie. Daarnaast bestaan de bijlagen uit een overzicht met kerngegevens en een specificatie van de algemene uitkering uit het gemeentefonds naar de toestand van de meicirculaire 2009.
4
Samenvatting uitgangspunten begroting 2010 Inleiding In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten genoemd, waarmee bij het opstellen van de programmabegroting rekening is gehouden.
Kadernota De kadernota 2010-2013 is in september 2009 vastgesteld door de raad. De uitgangspunten zoals opgenomen in de kadernota zijn verwerkt in de programmabegroting 2010. Daarnaast zijn de begrotingswijzigingen tot begin september 2009 meegenomen in de begroting. De septembercirculaire is niet verwerkt in de programmabegroting. In de kadernota is gesproken over onvermijdbare, geprioriteerde en niet geprioriteerde zaken. Besloten is de onvermijdbare en geprioriteerde zaken toe te kennen. Niet geprioriteerd betekent niet uitvoeren. Ook blijkt uit de kadernota dat de situatie van De Marne zorgelijk is. De jaren 2010 en 2011 laten negatieve exploitatiesaldi zien, de jaren 2012 en 2013 zijn licht positief, mede door ingrijpende oplossingsmaatregelen. Door de wijziging van de toeristenbelasting, fractievergoeding en reinigingsheffing is het saldo over de jaren 2010 tot en met 2013 negatief.
Prijscompensatie Evenals in 2009 wordt, gezien de financiële situatie van de gemeente, besloten terughoudendheid te hanteren bij de ramingen van prijsstijgingen. In 2009 is een budget vastgesteld van € 250.000,-. Hiervan is in 2009 € 149.000,- gebruikt. Aangezien 2009 de basis is voor de begroting 2010 zit deze prijsstijging ook in de cijfers van 2010. Het overgebleven saldo van € 101.000,- wordt gebruikt om prijsstijgingen in 2010 te kunnen opvangen. De prijscompensatie wordt niet automatisch aan alle budgetten toegekend. Hiervoor dient per budget een onderbouwde aanvraag te worden ingediend.
Belastingbeleid De uitgangspunten van het belastingbeleid van onze gemeente vindt zijn oorsprong in de notitie “ Met beleid”, vastgesteld door de raad op 24 september 2002. Eind 2009/begin 2010 zal deze notitie worden herzien. Bij de kadernota 2010-2013 is vastgesteld dat op het gebied van kostendekkendheid de notitie niet consequent wordt gehanteerd. Besloten is dan ook om dit wel te gaan doen voor het jaar 2010 en verdere jaren.
Reserves en voorzieningen De reserves en voorzieningen worden berekend aan de hand van het overzicht reserves en voorzieningen, behorend bij de financiële begroting. De bespaarde rente van de reserves en voorzieningen wordt vrijwel geheel ten gunste van de exploitatie gebracht, conform voorgaande jaren.
Onvoorzien De post onvoorzien is te gebruiken voor incidentele tegenvallers. Evenals in 2009 wordt de post onvoorzien op € 75.000,- geraamd.
5
6
BELEIDSBEGROTING
7
Beleidsmatige ontwikkelingen Dat de wereldwijde economische recessie niet aan De Marne voorbij is gegaan, heeft de laatste Kadernota voldoende duidelijk gemaakt. De financiële positie van onze gemeente is sinds de Begroting 2009 aanmerkelijk achteruitgegaan en daardoor staat de speelruimte voor nieuw beleid onder zware druk. We hebben te maken met een duurder wordende WMO, met extra kosten voor de WWB en met teruglopende inkomsten uit het gemeentefonds. De pijnlijke maar noodzakelijke keuzes uit de Kadernota die daardoor nodig waren, zijn in deze Begroting 2010 verwerkt. Daarmee is de hoofdlijn van het beleid vanaf 2010 aangegeven: we nemen onze verantwoordelijkheid om de gemeente financieel in het spoor te brengen en te houden. Het goede nieuws is dat we, in het besef van deze verantwoordelijkheid, in meerjarig perspectief toewerken naar een sluitende begroting. De correctie inzake de toeristenbelasting heeft ertoe geleid dat er meerjarig geen sluitende begroting ligt. En dat betekent dat we de regie om beleidskeuzes te maken in eigen hand houden. Wij zijn ons ervan bewust dat er binnen de hoofddoelstelling van een financieel gezonde gemeente nog genoeg belangwekkende en politiek interessante keuzes te maken zijn. Versobering hoeft niet altijd schadelijk te zijn. Schaarste kan bijdragen aan keuzes die op termijn winst en kwaliteitsverbetering inhouden. Het is onze uitdaging om, nu we nauwelijks financiële armslag hebben, niettemin kwaliteit als leidraad vast te houden in de beleidskeuzes. En het kan zijn dat zowel burger als overheid zich daarbij moeten instellen op een lager welvaartspeil dan ze vele jaren gewend zijn geweest. Voorzieningen Wij werken gestaag verder aan versterking van een aantal belangrijke voorzieningen. De basisscholen van Leens worden tezamen met overige voorzieningen ondergebracht in een multifunctionele accommodatie (MFA). En voor een geconcentreerd en elkaar versterkend winkelaanbod leveren we een mooi centrale locatie in Leens op. Vanwege onze financiële positie hebben we ervoor gekozen om de MFA twee jaar later op te leveren dan gepland (namelijk in 2014). Dit betekent geenszins dat het project tijdelijk stil komt te staan. De noodmaatregel geeft ons meer tijd en kan leiden tot een nog betere kwaliteit van het eindresultaat. Maatschappelijke ondersteuning en sociale uitkeringen Deze begroting laat zien dat we de uitvoering van WMO moeten versoberen. Voor een deel is de invulling daarvan een opgave voor het begrotingsjaar. Ondanks deze noodzaak hebben we blijvend aandacht voor de zwakken van de samenleving. Zo zijn er geen bezuinigingen voorzien voor het basispakket van de WMO-verstrekkingen en evenmin voor de bijdragen aan mantelzorgers en vrijwilligers. Door de toenemende werkloosheid wordt een sterke stijging van het beroep op de WWB voorzien. We zijn ons ervan bewust dat we in de huidige omstandigheden de doelstelling uit het Beleidsplan 20092010, te weten een uitstroom van 5% naar de arbeidsmarkt, waarschijnlijk niet kunnen halen. De inspanning van onze zijde blijft er echter op gericht om een zo groot mogelijke uitstroom te realiseren. Tevens zal er aandacht blijven voor cliënten die een zorg- of activeringstraject volgen, zij het dat de intensiteit van de begeleiding mogelijk wordt aangepast. Iedereen die een uitkering aanvraagt kan er op rekenen binnen de termijnen geholpen te worden, ondanks de hogere instroom. Bevolkingsontwikkeling Waar economische krimp onze begroting direct raakt, daar is demografische krimp een langetermijnkwestie – die echter zonder twijfel ook effecten op onze huishouding gaat krijgen. De Marne behoort tot de categorie van gemeenten met bevolkingskrimp tot 2025. Het gaat dan om een terugloop van ongeveer 600 inwoners, een relatief fors aantal voor onze kleine gemeente. Ook in de afname van het aantal huishoudens behoort De Marne tot de groep van 0 – 5 % krimp. De tendens van deze prognose stemt overeen met het beeld van de afgelopen twintig jaar, waarin de afname reeds
8
zichtbaar was. De samenstelling van de bevolking verandert eveneens: het kindertal neemt op termijn af (‘ontgroening’) en het aantal 65-plussers stijgt explosief (‘vergrijzing’).
De Raad voor het openbaar bestuur waarschuwt in haar rapport Bevolkingsdaling uit 2008 tegen de vaak aanwezige reactie om het tij van de bevolkingskrimp te willen keren met ambitieuze programma’s die gericht zijn op groei. Acceptatie van de terugloop en het opstellen van bijvoorbeeld leefbaarheidsprogramma’s liggen meer voor de hand, aldus de Raad. Krimpgemeenten krijgen niet automatisch een financiële tegemoetkoming van het rijk. Bovendien kunnen krimpgemeenten van nature nauwelijks winst genereren uit grondexploitaties om onrendabele investeringen te bekostigen. In het begrotingsjaar ontwikkelen we een visie op de gevolgen van krimp voor onze woningvoorraad en ons voorzieningenaanbod. Duidelijk is op voorhand dat creativiteit en samenwerking met maatschappelijke partners vereist zijn. Bestuurskracht In VGG-verband hebben de Groninger gemeenten gekozen voor autonomie. Tegelijkertijd werken ze aan de verbetering van hun bestuurskracht. De komende jaren staan in het teken van de uitbouw van de clustersamenwerking, waarbij voor onze gemeente het accent ligt op de BMW-samenwerking. In 2010 zal een begin gemaakt worden met de actiepunten van het plan van aanpak. In het kader van ELO-BMW is de samenwerking al een stap verder. Bedrijfsvoering in dienst van de burger In VNG-verband hebben alle gemeenten zich verbonden aan het Nationaal Uitvoeringsprogramma eoverheid, dat gaat over optimale en moderne dienstverlening aan burgers: zowel aan het fysieke als via het elektronische loket. De invoering van dit klantencontactcentrum is een operatie die in BMWverband wordt uitgevoerd en die de hele gemeentelijke organisatie raakt. Om onze bestuurlijke resultaten goed te kunnen meten en sturen werken wij sinds enkele jaren aan de verbetering van planning en control. De opgaande lijn is duidelijk zichtbaar in de opzet van begrotingen en rapportages. Ook zijn wij nu in staat om onze rechtmatigheid te toetsen. Daar waar de resultaten van de toets om verbetering vragen, zullen die worden doorgevoerd. 2010: een verkiezingsjaar In 2010 zal er een nieuw college van B&W zijn: vanaf januari is er een nieuwe burgemeester en na maart volgen meer veranderingen. Hoe de samenstelling van het nieuwe college na de verkiezingen ook zal zijn, de begroting stelt er minder formatieruimte voor beschikbaar dan het huidige heeft. Tegelijkertijd maakt deze programmabegroting duidelijk dat de opgave voor het gemeentebestuur in 2010 niet geringer zal zijn dan in voorgaande jaren. De programma’s staan vol met concrete actiepunten waarin we werken aan het verwezenlijken van onze doelstellingen. We lichten enkele van de grote thema’s eruit die in de komende collegeperiode op de agenda staan: - voortgaande intergemeentelijke samenwerking die steeds meer zal leiden tot ‘echte’ samenvoegingen; - de tendens van verminderende bevolking en wijziging van bevolkingssamenstelling en de noodzaak om de gevolgen voor woningbouw en voorzieningen in kaart te brengen; - de noodzaak om los van bevolkingskrimp het voorzieningenniveau te versterken door bundeling; - als gemeente een actieve rol spelen in de gezamenlijke ontwikkeling van het Lauwersmeergebied, omdat daarin grote kansen liggen voor de verdere economische groei van onze gemeente (toerisme en recreatie); - de gemeentelijke dienstverlening optimaliseren zodat burgers en bedrijven de gemeente als een snelle en betrouwbare partner ervaren. Voegen wij aan deze agenda de reeds genoemde noodzaak toe om ons huishoudboekje op orde te brengen en houden, dan is het duidelijk dat goede stuurmanskunst een vereiste is. Hoe verschillend voor iedere partij de verkiezingsinzet ook zal zijn, voor allen zal toch moeten gelden dat zij de burger een realistisch programma voorleggen.
9
Financiële ontwikkelingen Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven wij de ontwikkeling van het financieel meerjarenbeeld van de programmabegroting 2010. De programmabegroting 2009 geldt hierbij als uitgangspunt. In de begroting 2010 hebben wij de actuele stand na de kadernota 2010 meegenomen. In de kadernota hebben wij aangegeven welke onvermijdbare maatschappelijke ontwikkelingen optreden en welk bezuinigingsprogramma wordt gevoerd. Tevens zijn de structurele effecten van de eerste bestuursrapportage en overige structurele begrotingswijzigingen meegenomen in de programmabegroting.
Verbeterpunten De provincie heeft voor de programmabegroting 2009 een aantal verbeterpunten aangegeven. Wij hebben deze aanbevelingen onverkort in de voorliggende begroting overgenomen. Daarnaast zijn ook andere verbeteringen doorgevoerd om een inzichtelijkere programmabegroting te presenteren. Het gaat om de volgende onderdelen: • trends en ontwikkelingen (opgenomen in elk programma); • effect- en prestatie-indicatoren (opgenomen in elk programma); • waarderen van risico’s (opgenomen in paragraaf weerstandsvermogen); • onderhoudsbedragen in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen; • kasgeldlimiet (opgenomen in paragraaf financiering); • verklaring van verschillen (opgenomen in alle programma’s); • meerjarig investeringsoverzicht (opgenomen in de financiële begroting); • meerjarig verloop van reserves en voorzieningen (opgenomen in financiële begroting). Per programma wordt een verklaring van verschillen gegeven tussen de begroting 2010 en de begroting 2009 na wijzigingen en een verklaring van de verschillen tussen de begroting 2010 en de jaarrekening 2008, voor zover de verschillen per product groter dan € 250.000. Het bedrag is gebaseerd op 1% van de totale begroting, conform de 1% materialiteit van de accountantscontrole. Effecten kadernota Bij de behandeling van de kadernota 2010-2013 in de raadsvergadering van 22 september 2009 is in afwijking van het voorstel besloten om het zwembad open te houden en de lijkbezorgingsrechten niet te verhogen naar 100% kostendekkendheid. Dit leidde uiteindelijk naar een negatief begrotingssaldo van € 144.000 in 2013. Wij streven er naar om onder repressief begrotingstoezicht van de provincie te blijven. Daarom moet in meerjarenperspectief een sluitende meerjarenbegroting gepresenteerd worden. Zoals uit deze begroting blijkt, is het begrotingsaldo na toepassing van de volgende dekkingsmogelijkheden in 2013 licht positief. In de vergadering van de programmabegroting heeft de raad besloten de toeristenbelasting minder fors te verhogen. Hierdoor onstaat meerjarig een negatief exploitatiesaldo.
10
Ontwikkeling meerjarensaldo Hieronder geven we in tabelvorm de ontwikkeling van het meerjarensaldo weer. In dit schema zijn de genomen B&W en/of raadsbesluiten, autonome (onbeïnvloedbare) ontwikkelingen en administratieve correcties opgenomen. Met andere woorden: beleidsinhoudelijke mogelijkheden of voorstellen zijn hierin niet verwerkt.
bedragen x 1.000
Begroting 2010
Uitkomst meerjarenbeeld kadernota 2010-2013 Wijzigingen t.o.v. kadernota Lagere loonkosten Taken jeugdgezondheidszorg/consultatiebureau's Bijdrage Veiligheidsregio Groningen Algemene uitkering Actualisatie kapitaallasten Uren inzet projecten Uitkomst programmabegroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
-1067
-368
10
-144
73 100 -14 -94 325 -200 -877
52 100 -14 -223 76 -75 -452
42 100 -14 0 -1 -50 87
42 100 -14 116 42 -50 92
1 -188 -87 87 -1.063
1 -188 -87 87 -639
1 -188
1 -188
-100
-95
Correcties programmabegroting Vergoeding raadsfracties Toeristenbelasting Opbrengst reinigingsheffing Vrijval reserve afvalstoffenheffing Uitkomst programmabegroting 2010 na correcties
Lagere loonkosten De meest actuele raming van de totale loonsom wijkt af van de raming volgens de kadernota. Bij de kadernota is een globale raming gemaakt van de loonkosten, op grond waarvan is aangenomen dat voor 2010 een loonstijging van 225.000,- optreedt (€ 120.000,- CAO-stijging en pensioenen, € 105.000,- periodieken en mutaties) . Het blijkt dat de loonstijging van periodieken en mutaties lager zijn dan aanvankelijk geraamd. Taken jeugdgezondheidszorg/consultatiebureau’s In de kadernota van 2009 is wegens verlaging van de BDU-uitkering Jeugd rekening gehouden met een tekort van € 100.000,- op de lasten voor jeugdgezondheidszorg. De uitvoering vindt echter in het samenwerkingsverband GGD plaats. Voor volgend jaar is de bezuiniging opgevangen. Dit betekent dat later wellicht alsnog een tekort ontstaat. Bijdrage Veiligheidsregio Groningen Na uitwerking en implementatie van de convenantafspraken in het kader van de Veiligheidsregio Groningen blijkt dat er een extra bijdrage van € 1,30 per inwoner nodig is om de afgesproken ambities waar te maken. Correctie Algemene uitkering In de kadernota waren de gevolgen van de mei-circulaire voor onze gemeente opgenomen op basis van eigen berekeningen. Naderhand heeft het Ministerie een rekenmodel geleverd waarin de prognoses per gemeente te berekenen zijn. De prognoses van het ministerie vallen voor de Marne voor 2010 en 2011 nadeliger uit. Voor 2013 valt de prognose iets voordeliger uit. Actualisatie kapitaallasten In de kadernota 2010 was rekening gehouden met een vrijval van kapitaallasten van € 140.000,- in het jaar 2010. De vrijval van kapitaallasten valt hoger uit dan bij de kadernota was geraamd.
11
Lagere opbrengsten van uren inzet projecten De personele kosten drukken voor het overgrote deel via de urentoerekening op de exploitatie. Het is ingezet beleid om een gedeelte van de personele kosten ten gunste van de exploitatie te brengen, omdat ze kunnen worden toegerekend aan meerjarige kapitaalobjecten (projecten). Deze kosten komen dan op de balans te voorschijn. De situatie doet zich nu voor dat er minder uren ten laste van projecten worden gebracht dan in voorgaande jaren. Hierdoor ontstaat een nadeel voor de exploitatie. Dit risico was voor 2011 en verder reeds bij het opstellen van de programmabegroting 2009 voorzien. Voor de jaren 2011 en verder valt het nadeel daarom lager uit dan in 2010. Taakstellingen In de kadernota zijn de volgende taakstellingen opgenomen: -
nog te realiseren taakstelling op personeel; formatie College; logopedie; formatie MT; subsidies; korting budgetten; wijziging WMO beleid; aanscherpen verordening onderwijshuisvesting.
Deze taakstellingen zijn in de begroting opgenomen. Meerjarenperspectief De meest recente informatie van het Ministerie van BZK en de VNG over de economische recessie geeft geen reden tot optimisme. Deze instanties drukken de gemeente op het hart, dat het herstel niet automatisch plaatsvindt. Na een periode van extra investeringen en consolidatie (volgend jaar) zullen de gemeenten in de jaren daarna worden geconfronteerd met een omvangrijke bezuinigingsronde, die er toe moet leiden dat de EMU-schuld weer tot aanvaardbare proporties wordt teruggebracht. Een twintigtal ambtelijke werkgroepen onderzoekt in het komende half jaar waar en in welke omvang kostenreducties mogelijk zijn. De commissies zullen naar verwachting in de zomer van 2010 met voorstellen komen. Wel is nu al duidelijk dat het gemeentefonds in de jaren na 2011 fors zal moeten inleveren. Deze boodschap, die recent tot ons kwam, hebben we financieel niet in de begroting kunnen opnemen. De algemene uitkering in de jaren 2011 t/m 2013 is op het niveau van 2010 geraamd. We hebben nog even de tijd om ons te bezinnen op deze ontwikkeling. In het komende jaar zullen de gemeenten echter moeten nadenken hoe ze dit meerjarig probleem tegemoet treden. Correcties programmabegroting In de raadsvergadering van 3 november, waarin de programmabegroting 2010 behandeld is, heeft de raad een aantal wijzigingen doorgevoerd.
12
PROGRAMMAPLAN
13
1 Burger en bestuur Inhoud van het programma Dit programma gaat over de relatie tussen de gemeente De Marne en zijn ingezetenen, tussen de overheid en de burger. Het gaat over de rechtspositie die onze inwoners hebben, over de informatie en de dienstverlening die zij mogen verwachten, en de organisatie die nodig is om die dienstverlening optimaal te bieden.
Trends en ontwikkelingen Het rijk verwacht dat gemeenten in 2015 in zogenaamde klantencontactcentra 80% van alle vragen in één keer kunnen afhandelen. Dit vergt niet alleen een digitaliseringsoperatie maar ook een organisatieverandering. In het kader van het project ELO-BMW werkt De Marne in samenwerking met Winsum en Bedum aan deze opgave. Het verbeteren van de dienstverlening is een continu proces. De burgers moeten geïnformeerd worden over de zaken die hen direct aangaan. De wijze waarop dat gebeurt verdient bijzondere aandacht. De communicatie moet duidelijk zijn en niet voor meerdere uitleg vatbaar.
Wat willen we bereiken? De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 1. Optimale (digitale) dienstverlening en vermindering administratieve lastendruk. 2. Vloeiend verloop van verkiezing voor de leden van de gemeenteraad. 3. De dorpsverenigingen worden meer dan voorheen betrokken bij de uitvoering van het dorpenbeleid. 4. De gemeentelijke communicatie met de burgers sluit optimaal aan bij de huidige behoeften en eisen. 5. De gemeente beschikt over een optimale bestuurskracht.
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: Optimale (digitale) dienstverlening en vermindering administratieve lastendruk. Activiteiten: • Uitvoering Elektronisch overheidsloket in BMW-verband; • Uitvoeren van het programma vermindering administratieve lastendruk. Uitvoering Elektronisch overheidsloket In de nabije toekomst zal het elektronisch overheidsloket steeds meer diensten gaan bevatten en deel gaan uitmaken van de algehele dienstverlening aan gemeentelijke klanten. Deze verdere ontwikkeling vindt plaats in samenwerking met Winsum en Bedum. Zie verder onder programma 11, Projecten.
14
Voorstellen vermindering administratieve lastendruk uitvoeren In 2008 is een maatregelenplan tot vermindering van administratieve lastendruk en afschaffing of vereenvoudiging van het vergunningenstelsel opgesteld. In 2009 is dit plan in uitvoering genomen, in samenhang met deregulering, beheer van verordeningen en verbetering van de kwaliteit van dienstverlening. In 2010 zal de uitvoering worden voortgezet, voor zover dit nog nodig is en zullen eventueel nieuwe voorstellen worden gedaan. Er wordt daarbij nauw gelet op de ontwikkelingen op rijksniveau en als (financiële) stimuleringsmaatregelen in het leven worden geroepen, zal daarop zoveel mogelijk een beroep worden gedaan.
Doelstelling 2: Vloeiend verloop verkiezing voor de leden van de gemeenteraad Activiteiten • Organisatie verkiezingen met stembiljetten. Organisatie verkiezingen met stembiljetten We organiseren de verkiezing voor de Gemeenteraad die plaatsvinden op woensdag 3 maart 2010 en voeren daarbij alle wijzigingen in die de Kieswet met zich meebrengt.
Doelstelling 3: De dorpsverenigingen worden meer dan voorheen betrokken bij de uitvoering van het dorpenbeleid Activiteiten • Uitvoering proefproject dorpsspiegels; • Continuering van het jaarlijks overleg met de afzonderlijke dorpsverenigingen. Uitvoering proefproject dorpsspiegels Voor het project "dorpsspiegels" hebben zich de dorpen Eenrum, Pieterburen, Ulrum en Westernieland aangemeld. De besturen worden uitgedaagd kritisch naar zichzelf te kijken. Veel zaken kunnen zelfstandig door het dorp worden uitgevoerd. Voor andere zaken is ondersteuning vanuit of samenwerking met de gemeente en/of instellingen noodzakelijk. De realiteit van planningen, budgetten en bestaand, overkoepelend beleid vormt het kader waarbinnen gekozen wordt voor een passende aanpak. Continuering van het jaarlijks overleg met de afzonderlijke dorpsverenigingen In dit overleg gaat het vaak om actuele zaken. Voorafgaand aan dit overleg vindt er een inventarisatie van zaken plaats. Hierbij zijn aanwezig één of twee bestuursleden van het dorp en de verantwoordelijke teamleider van de gemeente.
Doelstelling 4: De gemeentelijke communicatie met de burgers sluit optimaal aan bij de huidige behoeften en eisen Activiteiten • Beleidsnota communicatie; • Verdere ontwikkeling van het digitaal loket; • Actueel houden van de website; • Wekelijkse informatiepagina in de Ommelander Courant; • Representatieve taken van de collegeleden; • Informatiebijeenkomsten.
15
Beleidsnota communicatie Eind 2009 is de nieuwe beleidsnota vastgesteld. Deze nota dient als basis om de gemeentelijke communicatie (intern en extern) verder te ontwikkelen en te professionaliseren. Verdere ontwikkeling van het digitaal loket Steeds meer producten kan de burger via onze "gemeentewinkel" afnemen. Een bezoek aan het gemeentehuis is voor veel zaken niet meer nodig. Actueel houden van de website Elke twee weken wordt een nieuwsbrief uitgegeven waarin de wijzigingen worden vermeld. Wekelijkse informatiepagina in de Ommelander Courant Iedere week wordt diverse informatie bekend gemaakt. Representatieve taken van de collegeleden. Het college van burgemeester en wethouders en met name de burgemeester is vaak aanwezig bij diverse evenementen. Daarnaast organiseert de gemeente zelf bijeenkomsten om de gemeente te promoten bijvoorbeeld de Nieuwjaarsreceptie en de Garnalenparty. Informatiebijeenkomsten Dergelijke bijeenkomsten vinden bijvoorbeeld plaats bij rioleringsplannen. Het dorp of een deel van het dorp wordt over het plan en de uitvoering geïnformeerd.
Doelstelling 5: De gemeente beschikt over een optimale bestuurskracht Activiteiten • Uitbouwen van de intergemeentelijke samenwerking in het cluster Bedum, De Marne en Winsum. Uitbouwen van de intergemeentelijke samenwerking in het cluster Bedum, De Marne en Winsum De raad heeft ervoor gekozen om intergemeentelijke samenwerking primair te zoeken in BMWverband en om deze vorm te geven in bedrijfsvoering, dienstverlening en voor samenwerking kansrijke beleidsterreinen. In het najaar van 2009 is een plan van aanpak opgesteld dat uitgewerkt wordt in 2010. Diverse gemeentelijke onderdelen zijn bij de uitvoering betrokken. Amendement raad 3 november 2009 Fractievergoeding Wij verminderen het bedrag van de fractievergoeding van € 500 per fractie naar € 250 per fractie. De begroting is voor het jaar 2010, ondanks bezuinigingen en belastingverhogingen, niet sluitend. Met de verlaging van de vergoeding willen de gemeenteraadsfracties zich van de goede kant laten zien.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? Wetgeving - Algemene Wet Bestuursrecht; - Gemeentewet; - Wet Gemeenschappelijke Regelingen; - Wet openbaarheid van bestuur. Verordeningen en beleidsdocumenten - Algemene Plaatselijke Verordening: raad 29 oktober 2002, laatste wijziging 25 maart 2008; - Verordening Rekenkamercommissie: raad 13 december 2005; - Reglement van orde gemeenteraad: raad 18 februari 2003, laatste wijziging 25 september 2007; - Regeling burgerinitiatief: raad, 28 september 2004;
16
- Klachtverordening: raad, 19 december 2000, laatste wijziging 21 april 2009; - Inspraakverordening: raad, 28 oktober 2003; - Reglement behandeling bezwaarschriften: burgemeester en wethouders, 12 september 2006; - Mandaatstatuut: 23 oktober 2007, laatste wijziging 19 mei 2009; - Burgerjaarverslag en Kadernotitie samenwerking amendement raad 3 november 2009 - in maart 2010 te wijzigen Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
Meting Resultaat 2008
Effect-indicatoren Gebruikers digitaal loket Opkomst verkiezingen
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010
nvt Resultaat 2008
Prestatie-indicatoren Afhandeling bezwaarschriften gemiddeld binnen wettelijke termijn
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010
100%
* aantal bezwaarschriften * aantal beroepszaken * aantal B&W- adviezen * aantal raadsbesluiten * aantal bedrijfsbezoeken * aantal bezoekers website * aantal verkiezingen * aantal klachten * aantal persberichten
100%
100%
Resultaat 2008 21 3 343 113 5 22.121 0 3 50
Kengetallen
70%
40,1%
2009
2010 25 0 n.n.b. n.n.b. 6 25.000 1 5 70
20 1 n.n.b. n.n.b. 1 25.000 1 8 60
Wat mag het kosten? Omschrijving product Bestuursorganen Juridische zaken Communicatie Documenten en verklaringen Verkiezingen
2008 1.136.264 110.560 284.849 354.954 0
2009 951.237 132.892 360.546 386.659 14.216
2010 950.071 126.255 322.176 366.889 17.145
2011 930.391
2012 929.816
2013 927.411
125.009
124.855
124.215
319.042
318.657
317.047
362.959
362.476
360.457
30.476
17.158
17.104
Lasten
1.886.627
1.845.550
1.782.536
1.767.877
1.752.963
1.746.234
Bestuursorganen Juridische zaken Communicatie Documenten en verklaringen Verkiezingen
49.162 0 0 169.138 0
20.250 0 0 173.300 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
177.300
177.300
177.300
177.300
0
0
0
0
218.300
193.550
177.300
177.300
177.300
177.300
1.668.327
1.652.000
1.605.236
1.590.577
1.575.663
1.568.934
Baten Saldo Programma 1
cijfers 2008: jaarrekening 2008 cijfers 2009: begroting 2009 na begrotingswijziging 1e berap en kadernota
17
2 Veiligheid Inhoud van het programma Dit programma omvat de beleidsuitgangspunten voor de brandweerzorg, rampenbestrijding, openbare orde en veiligheid, bijzondere wetten en APV.
Trends en ontwikkelingen 1. Wet veiligheidsregio’s De Wet veiligheidsregio’s brengt de brandweer, de GHOR, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing onder één regionale regie en wil daarmee de bestuurlijke en operationele slagkracht vergroten. Waarschijnlijk zal de wet per 1 januari 2010 in werking treden. De wet geeft het college van burgemeester en wethouders de verantwoordelijkheid voor o.a. de brandweerzorg en het bestuur van de Veiligheidsregio de verantwoordelijkheid voor het instellen en in stand houden van een brandweer. Een lokaal brandweerkorps dat niet aan de kwaliteitseisen voldoet, kan gedwongen worden tot regionalisering. 2. Vrijwilligersmanagement De Regionale Brandweer Groningen streeft ernaar al het brandweerpersoneel in de regio te laten vertegenwoordigen in een regionale adviesraad en heeft hiervoor o.a. contact met de Vereniging van Brandweervrijwilligers (VBV). Hierover zal naar verwachting in de loop van volgend jaar meer duidelijkheid komen. Op dit moment is de positie van de VBV op landelijk niveau nog niet duidelijk. 3. Intergemeentelijke samenwerking Eind 2008 hebben de burgemeesters van de gemeenten De Marne, Grootegast, Winsum en Zuidhorn het initiatief genomen om samen te verkennen in hoeverre er op het gebied van brandweerzorg en rampenbestrijding samenwerkingsvoordelen te behalen zijn. Gebleken is dat op een aantal taakvelden samenwerkingsvoordelen te behalen zijn, met name als het gaat om kwaliteitsverbetering, vermindering van de kwetsbaarheid en het waarborgen van de continuïteit. Eind 2009 zal dit initiatief tot samenwerking worden bekrachtigd door middel van een convenant. In het verleden heeft een dergelijk samenwerkingsinitiatief met de gemeenten Leek en Marum erbij niet tot het gewenste resultaat geleid.
Wat willen we bereiken? De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 1. Een in fysiek opzicht veilige gemeente die voorbereid is op branden, ongevallen en rampen; 2. De veiligheidsregio Groningen beschikt over een uniforme kwaliteit van brandweerzorg; 3. Een voor al onze inwoners sociaal veilige leefomgeving met een minimum aan criminaliteit en overlast.
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: Een in fysiek opzicht veilige gemeente die voorbereid is op branden, ongevallen en rampen. Activiteiten: • Bestrijden van branden en ongevallen; • Voorbereiding op rampen en incidenten; • Adviseren op en verlenen van vergunningen.
18
Bestrijden van branden en ongevallen In 80% van alle maatgevende incidentmeldingen dient de gemeentelijke brandweer te voldoen aan de gestelde opkomsttijd van 8 minuten. Bestuurlijk is vastgesteld dat met name in de buitengebieden dit niet altijd haalbaar is. Op regionaal niveau wordt bekeken of er in preventief opzicht maatregelen te nemen zijn die de veiligheid kunnen verhogen. Voorbereiden op rampen en incidenten De regio Groningen werkt op veel terreinen samen met de regio’s Drenthe en Fryslân, onder andere in het leveren van brandweerbijstand en op BRZO-gebied. Daar waar mogelijk wordt informatie uitgewisseld en vindt afstemming plaats. Op twee terreinen wordt heel intensief samengewerkt, namelijk op het gebied van de meldkamer en het gebied van opleiden en oefenen. Daarnaast zal naar verwachting in 2010 het regionaal Crisisplan het daglicht gaan zien. Dit plan zal de huidige gemeentelijke rampenplannen (deels) gaan vervangen in het licht van de afspraken die voortvloeien uit de Wet Veiligheidsregio’s. Voor alsnog wordt het huidige gemeentelijke rampenplan geactualiseerd.
De drie noordelijke regio’s werken samen aan de ontwikkeling van de gemeenschappelijke Meldkamer Noord Nederland (MkNN). Naar verwachting zal deze interregionale meldkamer in 2011 gereed zijn. De alarmcentrales van de brandweer, politie en ambulance in Groningen zullen dan gehuisvest zijn in Drachten. (afbeelding: tekening gebouw MkNN)
Adviseren op en verlenen van vergunningen De brandweer adviseert de afdeling VROM op het gebied van bouwvergunningen, milieuvergunningen en vergunningen in het kader van externe veiligheid. Ook adviseert de brandweer bij ruimtelijke plannen en in het kader van bijzondere wetten en geeft zij voorlichting aan diverse doelgroepen. Daarnaast verleent de brandweer vergunningen in het kader van de Brandbeveiligingsverordening.
Doelstelling 2: De veiligheidsregio beschikt over een uniforme kwaliteit van brandweerzorg. Activiteiten: • Opzetten van een regionaal kwaliteitssysteem; • Implementeren van te verwachten kwaliteitsverbeteringen binnen de wet Veiligheidsregio’s. Opzetten van een regionaal kwaliteitszorgsysteem De kurk waar de eenheid op drijft is het regionaal kwaliteitssysteem. Het kwaliteitssysteem en de bijbehorende indicatoren en normen zullen door het bestuur van de Veiligheidsregio Groningen, alsmede de 25 lokale gemeentebesturen worden vastgesteld. Implementeren van te verwachten kwaliteitsverbeteringen binnen de Wet Veiligheidsregio’s Naast het kwaliteitssysteem zijn er nieuwe taken vanuit de Wet veiligheidsregio’s die in de komende jaren een opgave vormen voor de Regionale Brandweer Groningen, zoals het aanwijzen van bedrijfsbrandweren en het uitvoeren van de gemeentelijke planvorming. Richtinggevend daarin zijn de wettelijke taken en vereisten op grond van de Wet Veiligheidsregio’s en de reeds gemaakte convenantafspraken binnen de Veiligheidsregio Groningen. Al deze wijzigingen vragen een concrete invulling van taken en een concrete financiering, zaken die onderwerp zijn van bestuurlijke discussie.
19
Doelstelling 3: Een voor al onze inwoners sociaal veilige leefomgeving met een minimum aan criminaliteit en overlast. Activiteiten: • Uitvoeren van preventieprojecten om (jeugd)criminaliteit te voorkomen; • Voeren van regulier overleg met de politie; • Uitvoeren van de Wet Tijdelijk Huisverbod; • Uitvoeren van het Programma Sluitende Aanpak Nazorg ex-gedetineerden; • Deelnemen in de samenwerking Veiligheidshuis Groningen. Het uitvoeren van preventieprojecten om (jeugd)criminaliteit te voorkomen In een projectmatige aanpak geven we vorm aan criminaliteitspreventie en het terugdringen van overlast. Het gaat daarbij om de volgende projecten: Preventieproject scholen ter voorkoming van en bestrijding jeugdcriminaliteit; Terugdringen criminaliteit waarvan bedrijfsleven slachtoffer wordt; Inbraakpreventieproject (Politie Keurmerk Veilig Wonen); Project terugdringen en voorkomen overlast oud en nieuw vieringen . Het voeren van regulier overleg met de politie We voeren regelmatig overleg met de politie over actuele situaties en de vorderingen in de uitvoering van de prioriteiten in het veiligheidsbeleid die de gemeente heeft vastgesteld. Het uitvoeren van de Wet Tijdelijk Huisverbod - Opleggen, verlengen en /of intrekken van het tijdelijk huisverbod; - (eventuele) Beroepszaken en voorlopige voorzieningen tegen een opgelegd huisverbod afhandelen; - Regelen van een opvanglocatie voor de uithuis geplaatste (geweldpleger); - Regelen van zorghulp voor het slachtoffer/de slachtoffers en de geweldpleger. Het uitvoeren van het Programma Sluitende Aanpak Nazorg ex-gedetineerden - Informatie-uitwisseling tussen justitieel inrichtingen en gemeente; - Re-integratiekansen van de ex-gedetineerde (jeugdige) burgers vergroten; - Meewerken aan de basisvoorzieningen zoals identiteitsbewijs, huisvesting, inkomen, schuldhulpverlening en zorg; - Hulpvragen tijdig uitzetten. Samenwerking Veiligheidshuis Groningen Terugdringen van overlast en criminaliteit in samenwerking met het Openbaar Ministerie, politie, reclassering, Bureau Jeugdzorg en de leerplichtambtenaar op het gebied van preventie, repressie en nazorg in een persoonsgebonden en soms thematische aanpak.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? Wetgeving • Wet kwaliteitsverbetering Rampenbestrijding; • Wet Veiligheidsregio’s; • Algemene Plaatselijke Verordening; • Brandbeveiligingsverordening 2008; • Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding; • Besluit Brandweerpersoneel; • Project Versterking Brandweer (referentiekaders); • Integraal Veiligheidsbeleid (juni 2009 vastgesteld door gemeenteraad); • Rechtspositieregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer; • Brandweerzorgnorm; • Wet tijdelijk huisverbod.
20
Beleidsdocumenten • Raamplan Crisismanagement Groningen i.c. het Gemeentelijk Rampenplan • Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding 2005-2009 • convenant Veiligheidsregio Groningen 2009-2010 • Gemeenschappelijke regeling Hulpverlening en Openbare Gezondheidszorg (H&OG) • Coördinatieplan Rampenbestrijding Waddenzee 2004 • Regionaal Repressief Dekkingsplan (herijking oktober 2005) • Evenementenbeleid (2005 vastgesteld door gemeenteraad) • Handboek Huisverbod uitvoering burgemeesterstaken regio Groningen (juni 2009)
Meting Resultaat 2008
Prestatie-indicatoren opkomsttijden brandweer controle/handhaving gebruiksvergunningen/gebruiksmeldingen
% 91 %
Resultaat 2008
Kengetallen Brandweerinzetten blusgroep Wehe-den Hoorn Hulpverleninginzetten blusgroep Wehe-den Hoorn Automatisch brandalarm blusgroep Wehe-den Hoorn Brandweerinzetten blusgroep Zoutkamp Hulpverleninginzetten blusgroep Zoutkamp Automatisch brandalarm blusgroep Zoutkamp
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010 80% 100%
2009
22 9 4 17 11 5
80% 100%
2010
-
-
Wat mag het kosten? Omschrijving product Brandweerzorg en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid
2008
2009
2010
2011
2012
2013
728.676
891.266
862.669
851.058
852.449
852.211
227.475
362.454
222.348
215.810
215.498
214.194
Lasten
956.151
1.253.720
1.085.017
1.066.868
1.067.947
1.066.405
Brandweerzorg en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid
23.437
39.950
2.450
2.450
2.450
2.450
10.741
5.094
5.194
5.194
5.194
5.194
Baten
34.178
45.044
7.644
7.644
7.644
7.644
921.973
1.208.676
1.077.373
1.059.224
1.060.303
1.058.761
Programma
Cijfers 2008: jaarrekening 2008 Cijfers 2009: na begrotingswijzigingen berap en kadernota
21
3 Verkeer en vervoer Inhoud van het programma Dit programma gaat over de zichtbare elementen in de openbare ruimte. Dit zijn de wegen, de bruggen, de vaarwegen, de beschoeiingen, de openbare verlichting en het groen. Dit programma bevat ook het onderdeel verkeers- en vervoersbeleid. Voor alle bewoners in onze gemeente is het belangrijk dat hun dorp “op orde is”. Het is dan ook van groot belang om de openbare ruimte aantrekkelijk en vitaal weerbaar te maken en/of te houden. De openbare ruimte is nooit af en verandert continue. Dit verlangt een integrale aanpak. Het proces waarin integrale afstemming plaatsvindt tussen verschillende vakdisciplines, waarin relaties worden gelegd met diverse partijen en de bewoners/gebruikers, moet daarbij centraal staan. Het is altijd maatwerk om de openbare ruimte te verbeteren en te onderhouden.
Trends en ontwikkelingen Door het beschikbaar stellen van extra middelen voor de wegen, integraal te werken en onderhoudsmiddelen te combineren kan in 2010 door een integrale aanpak, een goede inhaalslag gemaakt worden in het kwaliteitsniveau van de wegen. Hierin worden de verbeterpunten genoemd in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) meegewogen. Het uitgangspunt is dat binnen vier jaar het wegennet voldoet aan een normaal onderhoudsbeeld. Daarnaast worden tegelijkertijd een aantal onderdelen, genoemd in het GVVP, gerealiseerd. Bij het vaststellen van het wegenbeheerplan 20102014 is een korting toegepast op het budget. Door het ontbreken van voldoende budget kan het achterstallig onderhoud niet volledig worden weggewerkt (onderhoudsachterstand 2010 asfalt is € 1.595.000,= en klinkerverharding € 661.000,= bedragen excl. voorbereiding, toezicht en BTW). In de loop van de komende jaren zal het achterstallig onderhoud meer en meer toenemen. Dit leidt bij asfaltverhardingen tot kapitaalvernietiging.
Wat willen we bereiken? De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 1. De infrastructuur van wegen voldoet eind 2014 aan het normaal onderhoudsbeeld van het wegenbeheerplan 2010-2014. 2. In 2020 is het jaarlijks aantal verkeersdoden nul en het aantal ziekenhuisgewonden als gevolg van verkeersongevallen maximaal zes. 3. Het aantal klachten over verkeersoverlast verminderen. 4. De technisch versleten lichtmasten die een gevaar opleveren voor de weggebruiker zijn eind 2010 vervangen of verwijderd. 5. De vaarwegen en de daarbij behorende infrastructuur bevinden zich eind 2014 in een goede staat van onderhoud. 6. Het groen heeft ultimo 2014 een nette en verzorgde uitstraling, waardoor het een positieve invloed heeft op de leefomgeving.
22
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: De infrastructuur van wegen voldoet eind 2014 aan het normaal onderhoudsbeeld van het wegenbeheerplan 2010-2014 Activiteiten: • Actualiseren van het wegenbeheerprogramma; • Jaarlijks inspecteren van de wegen; • Jaarlijks opstellen van een uitvoeringsplan wegenonderhoud; • Jaarlijks opstellen van een voortgangsrapportage over het kwaliteitsniveau van de wegen. Actualiseren van het wegenbeheerprogramma De openbare ruimte is nooit af en verandert continu. Het is zaak om het wegenbeheerprogramma, waarin gegevens over wegen liggen opgeslagen, actueel te houden. Het beheerprogramma is de basis voor het rationeel wegbeheer volgens de CROW-methodiek en vormt de onderbouwing van de benodigde onderhoudsmiddelen. Jaarlijks inspecteren van de wegen Om te komen tot een normaal onderhoudsbeeld en een operationele planning, is het de eerste vier jaar noodzakelijk om jaarlijks in september de wegen te inspecteren. Deze inspectie vormt de basis van de voortgangsrapportage (zie hierna). Na de winterperiode vindt een schouw plaats om de winterschade in beeld te brengen. Het uitvoeringsplan wordt hierop bijgesteld. Jaarlijks opstellen van een uitvoeringsplan wegenonderhoud Op basis van het wegenbeheerprogramma en het schouwen van de wegen, wordt er een uitvoeringsplan wegenonderhoud gemaakt. De werkzaamheden worden voor de bouwvak 2010 uitgevoerd. Communicatie naar belanghebbenden is hierin een belangrijke paragraaf. Jaarlijks opstellen van een voortgangsrapportage over het kwaliteitsniveau van de wegen Op basis van het wegenbeheerplan en de weginspectie van het wegennet wordt een voortgangsrapportage gemaakt van de kwaliteit van de wegen. Het doel is om de kwaliteitsverbetering te kunnen volgen en het in beeld brengen van de gevolgen van de aangegeven korting op het noodzakelijk onderhoud van de wegen (raadsbesluit).
Doelstelling 2: In 2020 is het jaarlijks aantal verkeersdoden nul en het aantal ziekenhuisgewonden als gevolg van verkeersongevallen maximaal zes Activiteiten: • Opstellen van een meerjaren uitvoeringsprogramma 2011-2015 om het aantal verkeerslachtoffers te laten dalen; • Jaarlijks opstellen van een rapportage over het aantal verkeersongevallen en -slachtoffers • Autoluw maken van de Trekweg Stort-Warfhuizen; • Deelnemen overleg provincie en dorpsbelangen over aanpak provinciale weg door Warfhuizen; • Stimuleren aanleg fietspad Eenrum-Baflo in combinatie met de aanleg van de N361. Opstellen van een meerjaren uitvoeringsprogramma 2011-2015 om het aantal verkeerslachtoffers te laten dalen. In de raad van september 2009 is het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan aangeboden (GVVP). De hoofdlijnen van het plan worden in 2010 in een uitvoeringsprogramma uitgewerkt tot concrete maatregelen. Deze maatregelen worden daarna geïntegreerd met de maatregelen uit het Gemeentelijk Wegenbeheer plan, het Gemeentelijk Rioleringsplan en het Groenbeheerplan (‘werk met werk’ maken). Verkeerseducatie maakt ook onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma.
23
Jaarlijks opstellen van een rapportage over het aantal verkeersongevallen en -slachtoffers Door het in beeld brengen van het aantal ongevallen en de plaats ervan, maken we inzichtelijk of de doelstelling van het GVVP (onder andere: nul verkeersdoden in 2020) wordt gehaald. Daarnaast worden trends en ontwikkelingen inzichtelijk en kunnen we het beleid hierop aanpassen. Dit komt de verkeersveiligheid ten goede. Autoluw maken van de Trekweg Stort-Warfhuizen De Trekweg is te smal en onvoldoende sterk voor het huidige verkeer. De Trekweg verkeert in slechte staat. Het doel is de Trekweg te herstellen en verkeersluw te maken. Maatregelen en kosten worden inzichtelijk gemaakt. Uitvoering van de werken wordt gepland in 2011. Deelnemen overleg provincie en dorpsbelangen over aanpak provinciale weg door Warfhuizen In 2009 is de provincie gestart met de voorbereidingen voor de aanpak van de traverse door Warfhuizen. Dit in nauw overleg met Dorpsbelangen en onze gemeente. In 2010 zal het plan verder worden uitgewerkt en bij goedkeuring van de provincie in 2011 in uitvoering komen. Stimuleren aanleg fietspad Eenrum-Baflo in combinatie met de aanleg van de N361 De gemeente neemt deel aan het overleg met de provincie om te komen tot een realistisch uitvoeringsplan voor de aanleg van een recreatief fietspad, in combinatie met de aanleg van de N361 rond Mensingeweer. Doelstelling 3: Het aantal klachten over verkeersoverlast verminderen Activiteiten: • Zorgdragen voor meer handhaving door de politie op snelheidsovertredingen; • Opstellen van een beleidsplan verkeersbebording wegen; • Uitvoeren van de parkeervisie Lauwersoog; • Opstellen van een parkeerplan voor de kern van Zoutkamp; • Deelnemen aan de verkeerscommissie; • Op verzoek deelnemen aan het overleg met het gehandicaptenplatform; • Opstellen van een rapportage verkeersoverlast. Zorgdragen voor meer handhaving door de politie op snelheidsovertredingen Bewoners uiten regelmatig klachten over de rijsnelheid in de bebouwde kom. Naast fysieke maatregelen, kan alleen handhaving verbetering brengen in deze situatie. Dit is een verantwoordelijkheid van de politie. De gemeente voert overleg met de politie over het werkplan, verkeersmetingen en handhavingsoverzichten. In het werkplan meer aandacht en tijd laten reserveren voor handhaving op snelheidsovertredingen. Opstellen van een beleidsplan verkeersbebording wegen Er staan veel verkeersborden in onze gemeente. De verkeersbebording moet voldoen aan het RVV en het BABW. Een beleidsplan om de borden te beheren ontbreekt. Het zal dienen als basis van een uitvoeringsplan voor het jaarlijks beheer van de verkeersbebording en de kosten daarvan. Uitvoeren van de parkeervisie Lauwersoog De Parkeervisie Lauwersoog uit 2009 beoogt overlast te voorkomen die ontstaat door parkeren op plekken die daar niet voor zijn bedoeld. Voor de maatregelen die uit het plan voortvloeien is een subsidie aangevraagd. Bij toekenning van de subsidie zullen de maatregelen voor het hoogseizoen 2010 zijn uitgevoerd. Opstellen van een parkeerplan voor de kern van Zoutkamp Zoutkamp staat sterk in de belangstelling van het publiek. In de kern wordt geparkeerd op plekken die er niet voor zijn bedoeld. Op hoogtijdagen en doordeweeks ontstaat in de kern parkeeroverlast. In 2010 wordt er een plan opgesteld voor het parkeren in de kern van Zoutkamp.
24
Deelnemen aan de verkeerscommissie De verkeerscommissie wordt gevormd door De Marne, Veilig Verkeer Nederland, de politie en het verkeers- en vervoersberaad. Doel van het overleg is het signaleren van ontwikkelingen en trends in verkeersveiligheid, het in de gaten houden van bereikbaarheid en het nemen van verkeersbesluiten. Op verzoek deelnemen aan het overleg met het gehandicaptenplatform Het is van groot belang dat het gehandicaptenplatform tijdig wordt geïnformeerd over nieuwe ontwikkelingen in onze gemeente. Op afroep vindt er overleg plaats. Opstellen van een rapportage verkeersoverlast In 2010 maken we een rapportage van de aard en omvang van klachten over verkeersoverlast. De verbeterpunten van deze rapportage worden opgenomen in beleids- en uitvoeringsplannen.
Doelstelling 4: De technisch versleten lichtmasten die een gevaar opleveren voor de weggebruiker zijn eind 2010 vervangen of verwijderd. Activiteiten: • Opstellen van een uitvoeringsplan onderhoud openbare verlichting. Opstellen van een uitvoeringsplan onderhoud openbare verlichting. Dit jaar stellen we een uitvoeringsplan op dat volgt uit het door de raad vastgestelde beleidsplan Openbare verlichting. Hierin wordt onder meer duidelijk welke masten niet meer voldoen aan de vastgestelde uitgangspunten. Voor de slechtste en onveiligste lichtmasten/armaturen geldt, dat deze voor het einde van 2010 vervangen zullen worden.
Doelstelling 5: De kwaliteit van de vaarwegen en de daarbij behorende infrastructuur bevindt zich eind 2014 in een goede staat van onderhoud. Activiteiten: • Vervolg uitvoering bruggen/beschoeiingen beheerplan 2006; • Uitvoeren regulier onderhoud aan watersportvoorzieningen; • Herstel kademuur Niesternweg te Schouwerzijl; • Herstel beschoeiing Dampier recreatiehaven Zoutkamp.
Vervolg uitvoering bruggen/beschoeiingen beheerplan 2006 In 2010 wordt conform het beheerplan de brug “Kleine Oude Leenstertil” over de Houwerzijlstervaart voorzien van een nieuw brugdek. Uitvoeren regulier onderhoud aan watersportvoorzieningen De in beheer zijnde watersportvoorzieningen worden gecontroleerd en waar mogelijk hersteld. Herstel kademuur Niesternweg te Schouwerzijl De kademuur aan de Niesternweg zakt langzaam weg. Herstel is noodzakelijk voor een goede ontsluiting van de achtergelegen percelen. Herstel beschoeiing Dampier recreatiehaven Zoutkamp De beschoeiing aan de binnenkant van de Dampier is weggezakt door de slechte staat van de beschoeiing. Hierdoor zakt het grondlichaam langzaam de recreatiehaven in en treden er grote zettingen op die zichtbaar zijn in het pad over de Dampier. De beschoeiing wordt geschouwd, waar mogelijk hersteld of vervangen.
25
Doelstelling 6: Het groen heeft ultimo 2014 een nette en verzorgde uitstraling, waardoor het een positieve invloed heeft op de leefomgeving Activiteiten • Uitvoeren van het Kwaliteitsplan Groen in de Openbare Ruimte; • Afstemmen van onderhoud op ‘eindbeelden’; • Omvormen van delen openbaar groen.
Uitvoeren van het Kwaliteitsplan Groen in de Openbare Ruimte In het kwaliteitsplan groen openbare ruimte staat, samen met de beheerplannen, aangegeven welke maatregelen er nodig zijn. In 2010 worden de aangegeven werkzaamheden uitgevoerd. Afstemmen van onderhoud op ‘eindbeelden’ In de beheerplannen groen staan de eindbeelden aangegeven. De onderhoudsmaatregelen kunnen nu gericht en tijdig uitgevoerd worden. Omvormen van delen openbaar groen Er zal blijvend onderzocht worden of Openbaar groen, dat niet aan het gewenste beeld voldoet of te arbeidsintensief in onderhoud is, omgevormd kan worden tot groen dat minder arbeidsintensief in onderhoud is en een betere kwaliteit heeft.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? • • • • • • •
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers plan (GVVP) (raad september 2009); Wegenbeheerplan (raad september 2009); Beleidsplan openbare verlichting (raad november 2009); Beleidsplan bruggen en beschoeiingen (raad november 2006); BOR (Beheerplan Openbare Ruimte) (raad november 2008); Kwaliteitsplan Openbaar Groen (raad november 2008); Accommodatienota (gebouwenbeheerplan) is onderdeel van de Grondnota, die elk jaar door de raad wordt vastgesteld.
Meting Resultaat 2008
Effect indicatoren Kwaliteit Wegverhardingen CROW Rationeel Wegbeheer Ontwikkeling verkeersslachtoffers Ontwikkeling verkeersoverlast Kwaliteit openbare verlichting
achterst.oh licht dalend onbekend achterst.oh Resultaat 2008
Prestatie indicatoren Percentage asfaltwegen zeer slecht/slecht Percentage Klinkerwegen zeer slecht / slecht Verkeersslachtoffers (doden en gewonden) Aantal klachten Verkeersoverlast Percentage technisch versleten lichtmasten/armaturen
15% 21% 9 onbekend 42%
26
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010 achterst.oh licht dalend onbekend achterst.oh
geen achterst licht dalend inzichtelijk achterst.oh
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010 14 % 19 % 8 onbekend 38%
10% 7% 8 bekend 34%
Resultaat 2008 18 23 11 12 14 80 110 15.200 18 80 35 19.700 500 206 420
Kerncijfers aantal verkeersbruggen aantal fietsbruggen w.o. hoogholtjes, deels in recreatieve fietspaden w.o. vlakke bruggen in recreatieve fietspaden aantal kilometers beschoeiing (in onderhoud) aantal kilometers weg in eigendom binnen bebouwde kom aantal hectare openbaar groen binnen bebouwde kom aantal bomen binnen bebouwde kom aantal kilometers hagen binnen bebouwde kom aantal kilometers weg in eigendom buiten bebouwde kom aantal kilometers fietspad buiten bebouwde kom aantal bomen buiten / binnen bebouwde kom aantal kilometer bermen buiten bebouwde kom aantal kilometer sloten buiten bebouwde kom aantal kilometer talud buiten bebouwde kom
2009
2010 21 23 11 12 14 78 93 16.300 12 114 32 20.000 500 206 420
21 23 11 12 14 76 91 16.000 12 114 32 19.700 500 206 420
Wat mag het kosten? 2008
2009
2010
2011
2012
2013
Wegen Groenvoorzieningen Bruggen Watersportvoorzieningen Lasten Wegen Groenvoorzieningen Bruggen Watersportvoorzieningen Baten
Omschrijving product
1.451.850
1.729.526
1.868.304
1.979.374
1.960.914
1.977.718
1.395.597
1.883.117
1.451.051
1.438.085
1.436.236
1.429.431
65.067
121.530
136.456
134.458
132.642
130.744
136.073
195.219
178.283
176.853
175.672
174.380
3.048.587
3.929.392
3.634.095
3.728.770
3.705.463
3.712.273
13.634
10.466
10.466
10.466
10.466
10.466
2.341
570
570
570
570
570
0
0
0
0
0
0
40.434
35.000
45.000
45.000
45.000
45.000
56.409
46.036
56.036
56.036
56.036
56.036
Programma 3
2.992.178
3.883.356
3.578.059
3.672.734
3.649.427
3.656.237
cijfers 2008: jaarrekening 2008 cijfers 2009: begroting na begrotingswijziging 1e berap en kadernota
Verklaring van verschillen Wegen: De afwijking tussen 2008 en 2010 bedraagt € 417.000. Oorzaak: Meer kapitaallasten wegens investeringen aan wegen Groenvoorziengen: De afwijking tussen 2009 en 2010 bedraagt -€ 432.000. Oorzaak: Andere wijze van doorbelasting uren en het niet doorvoeren van opheffing wijkteams
27
4 Economische zaken, landbouw en visserij, recreatie en toerisme Inhoud van het programma Dit programma geeft inzicht in de gemeentelijke bijdrage aan de versterking van de lokale economie, in het bijzonder de private sectoren van landbouw, visserij, recreatie, toerisme en overige bedrijvigheid.
Trends en ontwikkelingen De economie is nog niet hersteld van de financiële crisis. Bedrijven zullen daardoor minder investeringsbereid zijn. De Europese en landelijke overheid zet zich in om de economie op peil te houden. De gemeente De Marne wil juist nu ondernemers beter faciliteren en heeft daartoe een economisch uitvoeringsprogramma ontwikkeld dat zich richt op drie pijlers: Recreatie & Toerisme, Landbouw & Visserij en Facilitering Ondernemers. In 2009 heeft het Waddenzeegebied de status gekregen van Werelderfgoed. De minister heeft aangegeven dat door deze status de sector recreatie en toerisme versterkt kan worden. Deze kans willen wij benutten. Wij zullen dit onderwerp, naast de andere onderwerpen uit het uitvoeringsprogramma, dan ook inbrengen in de overleggen met de sector. De visserij richt zich steeds meer op duurzame visserij. Samen met de provincie en de EHL wordt gekeken naar de haven van Lauwersoog. Wij anticiperen hiermee op marktontwikkelingen en verwachten het gebruik van de haven van Lauwersoog in economisch opzicht structureel te verbeteren.
Wat willen we bereiken? De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 1. Het aanbod van werkgelegenheid binnen de gemeente De Marne blijft minimaal gehandhaafd. 2. Een duurzaam ondernemersklimaat.
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: Het aanbod van werkgelegenheid binnen de gemeente De Marne blijft minimaal gehandhaafd Activiteiten • Bijdragen aan het versterken van de recreatieve functie van Lauwersoog; • Deelnemen aan het Overlegorgaan Nationaal Park Lauwersmeer; • Opstellen van plan voor de versterking van de vaarrecreatie binnen de gemeente. Bijdragen aan het versterken van de recreatieve functie van Lauwersoog In samenwerking met de provincie en de EHL, de eigenaar van de buitenhaven, wordt gekeken hoe de haven van Lauwersoog meer benut kan worden voor recreatie en toerisme. Er is inmiddels een visiedocument gemaakt dat weergeeft hoe aan de revitalisering van de haveninrichting een vervolg gegeven kan worden. De verwachting is dat er een project Lauwersoog gestart wordt. 28
Deelnemen aan het Overlegorgaan Nationaal Park Lauwersmeer Het NP Lauwersmeer bestaat vijf jaar. Samen met de diverse partijen moeten de verdere mogelijkheden van het NP in kaart worden gebracht zodat de aantrekkelijkheid van het gebied nog beter inzichtelijk wordt. Het opstellen van een plan voor de versterking van de vaarrecreatie binnen de gemeente De vaarrecreatie is een nog onderbelicht onderwerp in onze de gemeente. Vaarrecreatie biedt echter grote mogelijkheden voor de algehele versterking van de recreatieve en toeristische structuur.
Doelstelling 2: Een duurzaam ondernemersklimaat Toelichting: De gemeente richt zich met name op een duurzame ontwikkeling in de sectoren Recreatie en Toerisme, Landbouw en Visserij. Activiteiten: • Ontwikkeling ondernemersloket; • Opzetten van een professionele marketingstrategie; • Versterken rol bedrijvencontactfunctionaris; • Ontwikkeling klantvolgsysteem; • Instelling projectgroep ondernemers; • Afleggen thematische bedrijfsbezoeken; • Samenwerking VROM/EZ met Sociale Zaken; • Opstellen acquisitieplan. Ontwikkeling ondernemersloket Er wordt een ondernemersloket opgezet waar ondernemers met al hun vragen terecht kunnen bij de ambtelijke organisatie. Hierbij kan worden gedacht aan een digitaal bedrijvenloket via de website of een ondernemersspreekuur. Opzetten van een professionele marketingstrategie Er zijn veel parels in onze gemeente die beter benut kunnen worden. Door het opzetten van een marketingstrategie willen we deze parels benoemen en vermarkten. Hiertoe zullen we intensief overleg gaan voeren met de recreatieve en toeristische sector en de VVV. Versterken rol bedrijvencontactfunctionaris (bcf): Om processen voor ondernemers zo soepel mogelijk te laten verlopen zal de bcf de rol van accountmanager krijgen. De accountmanager leidt de ondernemer door de gemeentelijke organisatie bij complexe vraagstukken die een integrale benadering vragen. Ontwikkeling klantvolgsysteem: Er zal worden gezocht naar een vorm van goed relatiebeheer en klantvolgsysteem. Instelling projectgroep ondernemers: Er wordt een projectgroep ondernemers ingesteld. Deze projectgroep wordt samengesteld uit mensen die werken op afdelingen die te maken hebben met ondernemers. Afleggen thematische bedrijfsbezoeken: In 2010 gaan wij minimaal zes bedrijfsbezoeken afleggen. De lokale ondernemersvereniging krijgt daarnaast een rol om bedrijven voor te dragen voor een bedrijfsbezoek en daaromheen een programma te organiseren.
29
Samenwerking VROM/EZ met Sociale Zaken: Het verdient aanbeveling om te kijken naar structurele samenwerking en/of afstemming tussen de afdeling Sociale Zaken/Welzijn en VROM/EZ. Waar liggen de knelpunten betreffende de werkgelegenheidsprojecten, scholing en stage van mensen die zich oriënteren op de arbeidsmarkt? De beantwoording van dergelijke vragen kan dienen als input om het wederzijdse beleid en uitvoering daarvan op onderdelen af te stemmen. Er zal een start worden gemaakt om de samenwerking te intensiveren en te professionaliseren. Opstellen acquisitieplan Er zal een acquisitieplan worden opgesteld. Waar gaan we ons op dit gebied op richten, hoe en welke ondernemers en branches gaan we benaderen en hoe promoten de gemeente De Marne als interessante vestigingsgemeente.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? De kaders waarbinnen het EZ/R&T beleid zich afspeelt worden gevormd door het provinciale beleid (o.a. Provinciaal Omgevingsplan opgesteld door de provincie vastgesteld mei 2009), bestemmingsplannen, beleidsvisie Recreatie en Toerisme (vastgesteld door het college) en uit de wet voortvloeiende overige regelgeving. Daarnaast is in april 2009 het uitvoeringsprogramma Economische Zaken opgesteld en vastgesteld door het MT.
Meting Resultaat 2008 93 0
Effect-indicatoren Nieuwe inschrijvingen Kvk Faillisementen
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010 n.n.b. 75 n.n.b. n.n.b.
Resultaat 2008 223.000 n.n.b. 3 691
Kengetallen Aantal overnachtingen (aanslag toeristenbelasting) Werkgelegenheidcijfers Bedrijfsbezoeken Inschrijvingen Kamer van Koophandel
2009
2010
n.n.b. n.n.b. 6 n.n.b.
275.000 n.n.b. 6 700
Wat mag het kosten? Omschrijving product EZRT, beleid en beheer Lasten EZRT, beleid en beheer Baten Programma 4
2008
2009
2010
2011
2012
2013
390.029
565.129
467.464
463.054
461.983
459.423
390.029
565.129
467.464
463.054
461.983
459.423
2.682
17.925
2.700
2.700
2.700
2.700
2.682
17.925
2.700
2.700
2.700
2.700
387.347
547.204
464.764
460.354
459.283
456.723
Cijfers 2008: jaarrekening 2008 Cijfers 2009: begroting na begrotingswijzigingen berap en kadernota
30
5 Jeugd Inhoud van het programma Dit programma omvat alle lokale voorzieningen voor de jeugd van 0 tot 23 jaar op grond van de wettelijke taken en de lokale gemeentelijke beleidsuitgangspunten. De gemeente heeft diverse ondersteunende taken bij het opvoeden en opgroeien van jeugdigen. Ook heeft de gemeente een wettelijke verplichting om huisvesting voor het onderwijs te bieden en in stand te houden.
Trends en ontwikkelingen De wet kinderopvang wordt op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo worden er bijvoorbeeld specifieke eisen gesteld aan gastouderopvang en komt er één landelijk register kinderopvang. De invoering van een landelijke (centraal) register is onderdeel van het wetsvoorstel “Wijziging van de Wet Kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang”. Streven is deze wetswijziging per 1 januari 2010 in te voeren. Het wetsvoorstel richt zich met name op de gastouderopvang. De gemeenten gaan per 2010 zelf het register vullen. De GGD voert aan de hand van wijzigingen in het register controles uit. Daarnaast is er de nieuwe wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie). Deze wet beoogt de harmonisatie van de kinderopvang en de peuterspeelzalen. De wet OKE zal per 1 augustus 2010 in werking treden.
Wat willen we bereiken? De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 1. De jeugd heeft gelegenheid om leeftijdsgenoten te ontmoeten, activiteiten te ontplooien en te participeren in de samenleving. 2. Jeugdigen tot 23 jaar en hun ouders kunnen rekenen op opvoedings- en opgroeiondersteuning wanneer zij daar behoefte aan hebben. 3. Jeugdigen in de leeftijd 4 tot 23 jaar volgen onderwijs in kwalitatief goede gebouwen en kunnen eventueel aanspraak maken op leerlingenvervoer. 4. Bij 2- tot 4-jarigen worden onderwijsachterstanden vroegtijdig gesignaleerd en teruggedrongen.
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: De jeugd heeft gelegenheid om leeftijdsgenoten te ontmoeten, activiteiten te
ontplooien en te participeren in de samenleving. Activiteiten: • Uitvoering van jeugd- en jongerenwerk; • Beginnen met de bouw van de jeugdsoos in Eenrum. Uitvoering van jeugd- en jongerenwerk Het jongerenwerk wordt in 2010 (tot en met december 2011) uitgevoerd door De Oude Ulo in Leek. Het beleidsplan Jongeren in de Marne: ontmoeten en participeren uit 2008 vormt de basis van de uitvoering. De Oude Ulo organiseert een maal per jaar een bewonersoverleg per jeugdsooslocatie, zet een werkgroep jeugdsozen op, alsmede een platformoverleg Jongeren. Verder geeft de uitvoeringsorganisatie voorlichting over jongerencultuur in samenwerking met onderwijs en hulpverleningsorganisaties. De kern van het jongerenwerk is de rol van intermediair tussen de gemeente en de jeugdsozen. Het jongerenwerk rapporteert elk kwartaal haar werkzaamheden en resultaten.
31
Beginnen met de bouw van de jeugdsoos in Eenrum Volgens de planning wordt in 2010 begonnen met de bouw van de nieuwe jeugdsoos in Eenrum. De gemeenteraad heeft een krediet beschikbaar gesteld voor een deel van de bouwkosten. Voorwaarde voor het begin van de werkzaamheden is dat het jeugdsoosbestuur er in slaagt de resterende middelen te verwerven. Er zijn gesprekken gaande met de gebruikers van het sportcomplex, de jeugdsoos en kids2b waarin wordt gekeken naar de haalbaarheid van een multifunctionele voorziening.
Doelstelling 2: Jeugdigen tot 18 jaar en hun ouders kunnen rekenen op opvoedings- en opgroeiondersteuning wanneer zij daar behoefte aan hebben. Activiteiten: • Uitvoering pilot-project Alcohol en jongeren; • Uitvoering pilot gezinsbegeleiding en werkzaamheden van het Zorgadviesteam (ZAT); • Oprichten van een Centrum voor Jeugd en Gezin en beginnen met de Verwijsindex; • Deelname aan de JONG-monitor (leerplichtadministratie) en het Waddenmodel. Uitvoering pilot-project Alcohol en jongeren 2010 is het laatste uitvoeringsjaar van de driejarige pilot Alcohol en jongeren, gericht op het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. De pilot is een samenwerking tussen VNN (uitvoering), politie en de gemeenten Winsum, Zuidhorn en De Marne. De pilot is erop gericht om de volgende doelstellingen te bewerkstelligen: - afname van alcoholtolerantie (bij ouders) van jeugdigen van 10 tot 18 jaar; - geen verdere verlaging van de aanvangsleeftijd alcoholgebruik; - afname van alcoholgebruik door jongeren van 10-16 jaar; - afname van overmatig alcoholgebruik door jongeren van 16-18 jaar. Om deze doelstellingen te halen worden diverse activiteiten uitgezet binnen de drie domeinen (thuis, school en vrije tijd). Uitvoering pilot gezinsbegeleiding en werkzaamheden van het Zorgadviesteam (ZAT) De pilot gezinsbegeleiding is een hulptraject voor gezinnen met opvoed- en opgroeiproblematiek. Het gaat dan om gezinnen die niet in aanmerking komen voor de geïndiceerde hulp, maar waarvan de problemen ook te zwaar zijn voor de reguliere lokale hulpverlening. De pilot hoopt de kloof tussen beide vormen van bestaande hulp te overbruggen. Een gezin wordt door maximaal 12 gesprekken begeleid. De pilot loopt tot het voorjaar 2010. De werkzaamheden van het ZAT zijn gerelateerd aan de pilot. Het ZAT geeft invulling aan de gemeentelijk zorgtaak voor jeugdigen. Het betreft een multidisciplinair team dat in 2005 door de gemeenten De Marne, Winsum en Eemsmond is opgericht. Het doel van het ZAT is om zorg aan kinderen (0-12) effectief en efficiënt te laten verlopen. Deskundigen uit verschillende organisaties zijn betrokken bij het ZAT. Samen zoeken zij de beste hulp voor een kind en zorgen ze voor onderlinge afstemming. Oprichten van een Centrum voor Jeugd en Gezin en beginnen met de Verwijsindex De streefdatum voor de opening van het Centrum voor Jeugd en Gezin is november 2010. De Marne werkt in dit centrum samen met de gemeenten Eemsmond, Bedum en Winsum. Het Centrum voor Jeugd en Gezin zal een centrum worden waar ouders en kinderen terecht kunnen met allerlei vragen over opvoeden- en opgroeien. Het zal een laagdrempelig karakter krijgen. Hoe het centrum vorm gaat krijgen is nog niet bekend. Op 1 januari 2010 begint de Provincie Groningen met de verwijsindex, als onderdeel van het project Zorg voor Jeugd Groningen. Alle gemeenten in de provincie nemen deel aan dit project. De verwijsindex dient om risicojongeren in beeld te brengen en om versnippering in de zorgketen tegen te gaan.
32
Deelname aan de JONG-monitor (leerplichtadministratie) en het Waddenmodel De Marne neemt deel aan de JONG-monitor en het Waddenmodel. De JONG-monitor wordt uitgevoerd door het CMO. Het Waddenmodel wordt uitgevoerd door het RMC (Regionaal Meld en Coordinatiepunt) in samenwerking met o.a. de leerplichtambtenaren. De JONG-monitor werkt op basis van de gegevens van de leerplichtadministratie. Het is een beleidsinstrument dat de onderwijsloopbaan van jongeren tot 23 jaar in beeld brengt en volgt. Door deelname hebben we inzicht in de onderwijspositie van onze jongeren, wat nuttige informatie is voor ons onderwijs/jeugdbeleid. Het Waddenmodel is een structurele samenwerkingsrelatie tussen de gemeenten in Noord Groningen om een sluitende aanpak van jongeren naar onderwijs en werk aan te pakken. In het kader van het Waddenmodel wordt de aanpak van voortijdig schoolverlaten uitgevoerd.
Doelstelling 3: Jeugdigen in de leeftijd 0 tot 23 jaar volgen onderwijs in kwalitatief
goede gebouwen en kunnen eventueel aanspraak maken op leerlingenvervoer. Activiteiten • Uitvoering geven aan leerlingenvervoer; • Beschikbaar stellen van locaties voor de peuterspeelzaal en handhaving Wet Kinderopvang; • Uitvoering onderhoud schoolgebouwen voor het basisonderwijs conform het huisvestingsprogramma. Twee scholen zullen worden aangepast (verbouwd): De Getijden in Pieterburen en de St. Jozefschool in Wehe den Hoorn. Uitvoering geven aan leerlingenvervoer Ouders van leerlingen kunnen in bepaalde gevallen aanspraak maken op een vergoeding voor leerlingenvervoer. Het betreft dan leerlingen die niet in staat zijn om zelfstandig naar school te reizen. De regels hierover liggen vast in de verordening leerlingenvervoer. De uitvoering is in 2009 aanbesteed in combinatie met het doelgroepenvervoer. Beschikbaar stellen van locaties voor de peuterspeelzaal en handhaving Wet Kinderopvang De gemeente draagt een groot deel van de huurkosten van Stichting Peuterspeelzaalwerk De Marne. Deze bijdrage is een onderdeel van een jaarlijkse exploitatiesubsidie. In het kader van de Wet Kinderopvang hebben wij als gemeente de verantwoordelijkheid toe te zien op de kwaliteit van de kinderopvang. Hiervoor maken we gebruik van de GGD die jaarlijks de kinderopvanglocaties inspecteert en hierover rapporteert. Deze locaties zijn van kinderopvangorganisatie Kids2B en van een aantal gastouders. Per 1 januari 2010 wijzigt de Wet Kinderopvang op een aantal delen. De wijzigingen hebben als doel het kinderopvangstelsel financieel beheersbaar en toegankelijk te houden. Het merendeel van de wijzigingen heeft betrekking op de gastouderopvang en op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Wanneer de peuterspeelzaallocaties in de toekomst kinderopvang gaan combineren met peuterspeelzaalwerk vallen ook de peuterspeelzaallocaties onder de Wet Kinderopvang. Uitvoering onderhoud schoolgebouwen voor het basisonderwijs conform We onderhouden schoolgebouwen voor het basisonderwijs op basis van aanvragen en conform het huisvestingsprogramma. In 2010 worden De Getijden in Pieterburen en de St. Jozefschool in WeheDen Hoorn aangepast in het kader van onderwijskundige vernieuwingen.
33
Doelstelling 4: Bij 2-tot 4-jarigen worden onderwijsachterstanden vroegtijdig gesignaleerd en teruggedrongen. Activiteiten: • Ondersteuning van de Stichting Peuterspeelzaalwerk De Marne; • Uitvoeren onderzoek naar fusie peuterspeelzalen en kinderopvang. Ondersteuning van de Stichting Peuterspeelzaalwerk De Marne De Stichting Peuterspeelzalen De Marne voert het onderwijsachterstandenbeleid van onze gemeente uit. Volgens deze wet is de gemeente verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie (2- tot 4jarigen). De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie (4- tot 6-jarigen). De Marne subsidieert de Stichting Peuterspeelzaalwerk De Marne met een exploitatiesubsidie, waarmee de werkzaamheden van de coördinator, huisvesting en personeel worden bekostigd. Daarnaast voert de Stichting Peuterspeelzaalwerk De Marne het onderwijsachterstandenbeleid (Rijksbeleid) uit. Dit gebeurt door het beschikbaar stellen van de rijksbijdrage onderwijsachterstandenbeleid. Er wordt gewerkt met de methode “Doe meer met Bas”. De Stichting betaalt met de subsidie de werkzaamheden van de coördinator peuterspeelzaalwerk, de intern begeleider en de trainingen van de speelzaalleidsters. De doelgroep van het onderwijsachterstandenbeleid bestaat uit alle 3-jarigen (een derde dagdeel peuterspeelzaal). Van de stichting wordt verwacht dat zij haar prestaties registreert en aan de gemeente rapporteert. Het gaat om een rapportage van de aangeschafte materialen, het aantal leidsters (trainingen), het aantal driejarigen dat deelneemt aan het derde dagdeel. Uitvoeren onderzoek naar fusie peuterspeelzalen en kinderopvang In 2009 is onderzocht door Stichting Peuterspeelzalen De Marne en kinderopvangorganisatie Kids2b of er een fusie (Harmonisatie) mogelijk is tussen beide partijen in de Marne. Het streven is om in in het nieuwe schooljaar 2010 de fusie rond te hebben. Het peuterspeelzaalwerk is afhankelijk van de ouderbijdrage en gemeentelijke subsidie. De verwachting is dat de komende jaren steeds minder peuters (door de “krimp”) worden ingeschreven bij de peuterspeelzalen omdat steeds meer werkende ouders kiezen voor kinderopvang gecombineerd met peuteronderwijs. Door een fusie (harmonisatie) van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang is het mogelijk om de kwaliteit van de voorschoolse educatie te waarborgen. Een mogelijk fusie past in het landelijke harmonisatiebeleid van peuterspeelzalen en kinderopvang. In dit verband is het Wetsvoorstel Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) van belang. Dit wordt behandeld in september 2009 in de Tweede Kamer. De wet moet zorgdragen voor verdere verkleining van onderwijsachterstanden door betere samenwerking tussen gemeenten, peuterspeelzalen, kinderopvanginstellingen en scholen.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? Wetgeving Wet op de Jeugdzorg Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Wetsvoorstel OKE (september 2009 in Tweede Kamer, inwerking 1 augustus 2010) Wet Kinderopvang Wet op het Primair Onderwijs Wet Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Wet op het Voortgezet Onderwijs Leerplichtwet
34
Beleidsdocumenten Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente De Marne Beleidsnota Wmo 2007-2010; Integraal huisvestingsplan De Marne; Waddenmodel; Nota onderwijsachterstandenbeleid Gemeente De Marne 2006-2010 (april 2008); RMC-wet; Beleidsnotitie Jongeren in de Marne -“Ontmoeten en participeren” (2008); Startnotitie Centrum voor Jeugd en Gezin gemeente De Marne; Verordening leerlingenvervoer clientenraad 2003; Notitie integraal jeugdbeleid.
Meting Resultaat 2008 2007/2008
Effect-indicatoren -
Leerlingenvervoer aanbieden zoals wij dat bij wet verplicht zijn. (open einde regeling); aantal vervoerde leerlingen Jongeren tot 23 zoveel mogelijk voorzien van een startkwalificatie (SK); Risicojeugd: Pilot gezinsbegeleiding een vervolg geven in 2010; aantal begeleide gezinnen: Percentage doelgroepkinderen dat deelneemt aan VoorVroegschoolse educatie (VVE)
48
49
51
106
n.n.b.
n.n.b.
5
6
n.n.b.
68 % Resultaat 2008
Prestatie-indicatoren In 2010 een Centrum voor Jeugd en Gezin openen; aantal CJG’s
Aantal jeugdsozen Aantal basisscholen totaal Scholen voor openbaar onderwijs Scholen voor bijzonder onderwijs Aantal scholen voor voortgezet onderwijs Centra voor kinderopvang Kleinschalige kinderopvang via thuishuis Aantal peuterspeelzalen
7 12 7 5 1 3 1 7
35
70%
70%
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010
0
Resultaat 2008
Kengetallen
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010 2009/2010 2008/2009
1
0
2009
2010
7 12 7 5 1 3 2 7
7/8 12 7 5 1 3 2 7
Wat mag het kosten? Omschrijving product Opvoeden en opgroeien Scholing en werk Vrije tijdsvoorzieningen Lasten Opvoeden en opgroeien Scholing en werk Vrije tijdsvoorzieningen Baten Programma 5
2008
2009
2010
2011
2012
2013
646.812
515.260
520.798
499.720
523.396
623.219
902.727
939.188
882.975
823.365
807.318
794.991
208.013
203.218
252.191
228.493
222.693
207.322
1.757.552
1.657.666
1.655.964
1.551.578
1.553.407
1.625.533
162.437
115.209
115.209
115.209
115.209
115.209
29.742
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
246
0
0
0
0
0
192.425
120.209
120.209
120.209
120.209
120.209
1.565.127
1.537.457
1.535.755
1.431.369
1.433.198
1.505.324
Cijfers 2008: jaarrekening 2008 Cijfers 2009: begroting na begrotingswijzigingen berap en kadernota
36
6 Sport, kunst en cultuur Inhoud van het programma Het programma Sport, Kunst en Cultuur omvat alle beleid en activiteiten die door de gemeente De Marne op dit terrein worden uitgevoerd of door de gemeente worden gestimuleerd.
Trends en ontwikkelingen Belangrijke ontwikkelingen op het gebied van sport en bewegen zijn een toename van ongeorganiseerde vormen van sportbeoefening en meer aandacht voor de groep van ‘minder vanzelfsprekende bewegers’ (bijv. ouderen). Deze ontwikkelingen moeten ertoe leiden dat meer mensen voldoende bewegen. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat dit een positief effect heeft op de algehele gezondheid.
Wat willen we bereiken? Het programma kent de volgende doelstellingen: 1. Bewoners en bezoekers van De Marne hebben de gelegenheid om gebruik te maken van een ruim cultuuraanbod. 2. Toeristen ontdekken dat De Marne een ruim cultuuraanbod heeft. 3. Bewoners en bezoekers van De Marne hebben de gelegenheid om gebruik te maken van voldoende sportvoorzieningen.
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: Bewoners en bezoekers van De Marne hebben de gelegenheid om gebruik te maken van een ruim cultuuraanbod. Activiteiten: • Aanbieden van een bibliotheekvoorziening; • Subsidiëren van culturele instellingen en activiteiten; • Invullen van het Activiteitenprogramma; • Oprichten van een overlegplatform met kunstenaars. Aanbieden van een bibliotheekvoorziening De bibliotheekvoorziening wordt verzorgd door Biblionet Groningen, nu nog op diverse gemeentelijke locaties. Samen met Biblionet en de bibliotheken wordt overlegd hoe een centrale bibliotheekvoorziening in De Marne het beste vorm gegeven kan worden. Deze centralisatie van het bibliotheekwerk vindt in de loop van 2010 plaats. Subsidiëren van culturele instellingen en activiteiten Instellingen en overige initiatiefnemers kunnen aanspraak maken op een subsidie voor een culturele activiteit. De gemeente verleent tevens een aantal jaarlijkse subsidies. Sturing van subsidietoekenning vindt plaats op basis van de in 2009 vastgestelde nota Startnotitie kunst en cultuur “Raamwerk 20082012”. In 2010 geven we een subsidiefolder uit met informatie over subsidiemogelijkheden. De folder geeft ook aandacht aan de subsidiemogelijkheden van de Provincie Groningen (Regionaal Cultuurplan). Tevens zal de nieuwe subsidieverordening in werking treden. Ook stellen we een culturele commissie in die als taak heeft het beoordelen en verlenen van subsidieaanvragen en daarover een advies te geven aan het college.
37
Invullen van het Activiteitenprogramma In de zomer van 2010 komen we met een uitgewerkte planning van het activiteitenprogramma dat is opgenomen in de nota Startnotitie kunst en cultuur”Raamwerk 2008-2112”. Het gaat bijvoorbeeld om een cultuurwebsite voor de gemeente (gelinkt aan de gemeentelijke website) en een Cultureel programma met onder andere een uitwisselingsproject met de partnergemeente Dötlingen (Duitsland). Oprichten van een overlegplatform met kunstenaars Vanaf 2010 gaan we van start met een overlegplatform, bestaande uit een gemeentelijke vertegenwoordiging en een aantal kunstenaars uit verschillende kunstdisciplines. Dit overleg zal drie maal per jaar plaatsvinden en heeft als taak te zorgen voor een cultureel netwerk, waaruit nieuwe initiatieven en samenwerkingsverbanden kunnen ontstaan.
Doelstelling 2: Toeristen ontdekken dat De Marne een ruim cultuuraanbod heeft Activiteiten: • Maken van een informatieve cultuurwebsite; • Aanleggen van een openluchtpodium in Zoutkamp. Maken van een informatieve cultuurwebsite Om het cultuurtoerisme te bevorderen is het van belang dat het culturele aanbod van De Marne meer naar buiten gebracht wordt. In 2010 gaan we werken met een informatieve website en in de zomermaanden met de verspreiding van een activiteitenagenda kunst en cultuur. Aanleggen van een openluchtpodium in Zoutkamp De gemeente levert een bijdrage aan de aanleg van een eenvoudig openluchtpodium in Zoutkamp. Dit podium kan gebruikt worden door kunstenaars uit de Marne, scholen en jongeren, maar ook door externe partijen. Een voorbeeld van dit laatste is gebruik van Zoutkamp als extra podium van het Groninger festival Noorderzon.
Doelstelling 3: Bewoners en bezoekers van De Marne hebben de gelegenheid om gebruik te maken van voldoende sportvoorzieningen Activiteiten: • uitvoering geven aan diverse sportactiviteiten; • verdere invulling geven aan het project “ Sportdorp Eenrum/Wehe-den Hoorn”; • ondersteuning geven aan de sportverenigingen; • onderzoek doen naar de beheersituatie en centralisatie van sportaccomodaties; • ondersteuning bieden bij nieuwe initiatieven voor sport- en beweegactiviteiten. Uitvoering geven aan diverse sportactiviteiten In het kader van projectplan “Buurt, Onderwijs, Sport, -sportief, gezond en meer” worden activiteiten ontwikkeld en aangeboden voor de verschillende leeftijdsgroepen tussen 4 –19 jaar. De activiteiten vinden zowel binnen- als buitenschools plaats. De uitvoering vindt plaats in samenwerking met het onderwijs, het jongerenwerk en het Huis voor de Sport Groningen. De huidige BOS-regeling loopt t/m 31 december 2010. Verdere invulling geven aan het project “Sportdorp Eenrum/Wehe-den Hoorn” Gedurende de periode 1 mei 2008- 30 juni 2011 doen deze kernen mee aan een experiment voor nieuwe sportmogelijkheden in plattelandsgemeenten. Inmiddels zijn er een aantal nieuwe activiteiten opgestart. In dit kalenderjaar worden nieuwe activiteiten ontplooid. Er wordt samengewerkt met de (sport)verenigingen, de dorpsverenigingen, het onderwijs en het Huis voor de Sport Groningen.
38
Ondersteuning geven aan de sportverenigingen De gemeente kent een groot aantal kleine verenigingen. Om het bestuur behulpzaam te zijn, kunnen zij een beroep doen op het Huis voor de Sport Groningen voor informatie over diverse onderwerpen. Bijvoorbeeld over de onderwerpen vrijwilligersbeleid, financiele zaken, sponsorzaken, ledenbeleid en administratieve zaken. Tevens heeft het Huis voor de Sport Groningen een cursusaanbod voor sportverenigingen waarvan zij ook kunnen profiteren. Onderzoek doen naar de beheersituatie en centralisatie van sportaccommodaties. De huidige situatie maakt het noodzakelijk om in gesprek te gaan met de gebruikers van de sportaccommodaties waarbij veranderingen in de beheersituatie/kostenverdeling bespreekbaar moeten worden gemaakt. Indien de situatie zich voordoet de mogelijkheid onderzoeken of het centreren van verschillende voorzieningen wenselijk is. Ondersteuning bieden bij nieuwe initiatieven voor sport- en beweegactiviteiten Indien er initiatieven komen van (sport)verenigingen kunnen deze mogelijk worden ondersteund.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? -
Bedrijfsplan bibliotheekcluster “Hunsingo”/convenant met Winsum-Eemsmond; Beleidskader en vernieuwingsagenda 2009-2010 Openbare bibliotheek Hunsingo; Startnotie kunst en cultuur “ Raamwerk 2008-2012”; Stroomversnelling II, Cultuurnota 2009-2012 Provincie Groningen; Beleidsnota Sport 2005 – 2010 (raad 2005); Project “Buurt,Onderwijs, Sport in de Marne: Sportief, Gezond en meer!”(college 2006); Convenant Proeftuin “Sportdorp – Eenrum en Wehe-den Hoorn” (college 2008).
Meting Resultaat 2008
Effect-indicatoren Percentage met overgewicht volw./voortgez./basisonderwijs Percentage van de jeugd dat voldoet aan de norm Gezond Bewegen (voortgezet/basisonderwijs) *bron: GGD 2004
52%/15%/12 % 39%/44% Resultaat 2008
Prestatie-indicatoren Totaal aantal gehonoreerde subsidie–aanvragen kunst en cultuur
Kengetallen Sportverenigingen Gem. accommodaties: (sportvelden, gymlokalen, tennisbanen) Bibliotheken Halteplaatsen bibliobus Culturele centra Muziek-, zang en toneelverenigingen: Volksdansgroepen Galerieën Bezoekerscentra/Natuur-doe-centrum Musea Openbare tuinen
39
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010 n.n.b. n.n.b.
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010
42 0
Resultaat 2008 35 23 5 3 3 25 4 10 3 7 7
n.n.b. n.n.b.
45 1
42 1
2009 35 23 5 3 3 25 4 10 3 7 7
2010 35 < 23 5 3 3 25 4 10 3 7 7
Wat mag het kosten? Omschrijving product Sport Kunst en cultuur Lasten Sport Kunst en cultuur Baten Programma 6
2008
2009
2010
2011
2012
2013
895.960
1.012.111
965.725
888.154
877.364
871.764
514.881
514.231
577.858
550.715
524.882
523.465
1.410.841
1.526.342
1.543.583
1.438.868
1.402.245
1.395.229
154.357
153.250
133.250
133.250
133.250
133.250
83.138
79.000
79.000
79.000
79.000
79.000
237.495 1.173.346
232.250 1.294.092
212.250 1.331.333
212.250 1.226.618
212.250 1.189.995
212.250 1.182.979
Cijfers 2008: jaarrekening 2008 Cijfers 2009: begroting 2009 na begrotingswijzigingen berap en kadernota
40
7 Sociale Zaken en Werk Inhoud van het programma Dit programma betreft de ondersteuning van burgers die niet zelfstandig kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van het levensonderhoud, de re-integratie van die burgers richting de arbeidsmarkt en de inburgering van vreemdelingen.
Trends en ontwikkelingen De kredietcrisis met een recessie tot gevolg zal de komende jaren ook zijn effect hebben op gemeentelijk niveau. Naar verwachting zal het aantal uitkeringsaanvragen stijgen en de uitstroom van cliënten lager zijn dan de doelstelling als opgenomen in het beleidsplan Sozawe De Marne & Winsum 2009-2010. Dit zal ook zijn invloed hebben op de vorm van dienstverlening en de personele bezetting. Vooralsnog blijven we echter vasthouden aan de in het beleidsplan geformuleerde doelstellingen. Van de gemeente wordt als gevolg van nieuwe, deels wettelijke, ontwikkelingen de komende jaren een forse inspanning verlangd; Wet Investeren in Jongeren (WIJ), Wet Stimulering Arbeidsparticipatie (STAP), vernieuwde Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), thema Hoogwaardig Handhaven. Door verdergaande ontschotting van budgetten (denk aan het nieuwe participatiebudget), in elkaar grijpende wet- en regelgeving en complexere problematiek van cliënten dient Sozawe De Marne & Winsum zich de komende jaren verder te ontwikkelen tot netwerkorganisatie en de samenwerking aan te gaan met interne partijen (bijv. afd. Welzijn) en externe maatschappelijke partners. Waar de gemeente de afgelopen jaren reeds te maken heeft gehad met forse bezuinigingen op het WWB inkomensdeel zal deze trend zich voortzetten. In het kader van de crisis wordt aan gemeenten een extra eigen risico ten aanzien van het WWB inkomensdeel opgelegd van 160 miljoen euro. Dit zal dus ook gevolgen hebben voor de financiële huishouding van De Marne. Daarnaast wordt het WWB werkdeel de komende jaren afgebouwd.
Wat willen we bereiken? De geformuleerde doelen in het beleidsplan van Sozawe 2009 – 2010 zijn: 1. Alle WWB gerechtigden, inburgeraars en nuggers nemen deel aan een traject. 2. De uitstroom uit het bestand in 2010 bedraagt 5%. 3. WWB gerechtigden ontvangen een uitkering binnen 4 weken na aanvraag. 4. Alle burgers met een inkomen tot 115% van het sociaal minimum maken gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen. 5. De sociale dienst gaat interne en externe samenwerkingsverbanden aan om de cliënten beter van dienst te kunnen zijn. 6. WSW-geindiceerde inwoners ontvangen zoveel mogelijk een beschutte werkplek buiten het SWproduktiebedrijf.
41
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: Alle WWB gerechtigden, inburgeraars en nuggers nemen deel aan een traject. Activiteiten: • Versterking van de diagnosefase om trajectdoelen beter vast te stellen door middel van deskundigheidsbevordering van medewerkers; • Trajectregistratie verbeteren om streefwaardes en kosten/baten analyse te kunnen geven. Wat moet dat opleveren: • Inzichtelijk welke cliënten een kans maken om naar regulier werk geleid te worden; • Een kosten/baten analyse om investeringen in cliënttrajecten te kunnen onderbouwen; • Inzichtelijk welke cliënten aanspraak maken op voorliggende voorzieningen zoals persoonsgebonden budget (PGB) of WSW; • Een gerichte inkoop van psychosociale zorg als onderdeel van WMO-inkoop/aanbesteding. Waardoor is dat meetbaar: • Het aantal cliënten dat in de fase bemiddelbaar zit neemt toe, ongeacht de invloed van de recessie; • Het aantal cliënten dat gebruik maakt van voorliggende voorzieningen (PGB) m.b.t. zorg & activering neemt toe en hoeft niet meer gefinancierd te worden uit het wwb werkdeel; • Meer inzet van scholing en trainingsinstrumenten ten behoeve van eigen medewerkers.
Doelstelling 2: De uitstroom uit het bestand in 2010 bedraagt 5%. Activiteiten: • Verbetering poortwachterfunctie door middel van hoogwaardig handhaven bij vaststellen recht; • Versterken van de werkgeversbenadering om niet bekende vacatures op te sporen en te bemiddelen. Wat moet dat opleveren: • Iedereen die op korte termijn zelf werk kan vinden, heeft geen recht op een WWB-uitkering; • Alle huidige en toekomstige vacatures bij werkgevers in de regio zijn bekend en worden ingeschat op mogelijkheden tot plaatsing van inwoners vanuit de WW, WWB, WSW, WI en NUG-regeling. Waardoor is dat meetbaar: • Het aantal toekenningen naar aanleiding van een aanvraag neemt af. NB: Door een hogere instroom als gevolg van de kredietcrisis en de recessie zal het totale bestand niet dalen, ondanks dat uitstroom gerealiseerd zal blijven worden.
Doelstelling 3: WWB gerechtigden ontvangen een uitkering binnen 4 weken na aanvraag. Activiteiten: • Invoering meer efficiënte en effectieve werkwijze front- en backoffice van sozawe; • Werkprocessen m.b.t. de aanvragen bijstellen d.m.v. kantoorautomatisering binnen sozawe; • Meer samenwerking binnen de keten van deelnemende gemeenten en het UWV-Werkbedrijf. Wat moet dat opleveren: • Zo snel mogelijke toeleiding naar werk of noodzakelijke zorgverlening na toekenning aanvraag; • Gezamenlijke activiteiten voor inwoners met een aanvraag voor een WW en WWB-uitkering; • Trajecten voor WWB gerechtigde WW-cliënten na afloop van de WW-uitkering.
42
Waardoor is dat meetbaar: • Rapportages laten geen verwijtbare normoverschrijdingen zien; • Binnen 4 weken na toekenning uitkering een trajectaanbod gericht op werk of zorg; • Minder instroom vanuit de WW in de WWB.
Doelstelling 4: Alle burgers met een inkomen tot 115% van het sociaal minimum maken gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen. Activiteiten: • Plan van aanpak om inwoners op de hoogte te brengen van hun recht op het gebruik van voorzieningen; • Herinrichting van werkprocessen om de extra aanvragen af te kunnen handelen met de bestaande capaciteit; • Samenwerking zoeken met netwerkpartners. Wat moet dat opleveren: • bredere bekendheid en lagere drempel m.b.t. voorzieningen gemeentelijk armoedebeleid; • een efficiënte afhandeling van de extra aanvragen die de afdeling kan afhandelen zonder formatieuitbreiding. Waardoor is dat meetbaar: • Toename van het aantal inwoners dat een aanvraag indient om gebruik te maken van voorzieningen; • Een stijging van het aantal gebruikers van schuldhulpverlening.
Doelstelling 5: De sociale dienst gaat interne en externe samenwerkingsverbanden aan om de cliënten beter van dienst te kunnen zijn. Activiteiten: • Gezamenlijke beleidsvoorbereiding uitvoering participatiebudget m.b.t. onderwijs; • Gezamenlijke benadering inwoners sozawe-activiteiten en zorgloket-activiteiten; • Actieve netwerkontwikkeling met de bestaande lokale particuliere initiatieven; • Wederzijdse kennisoverdracht afdelingen welzijn en sozawe. Wat moet dat opleveren: • Betere dienstverlening aan burgers door het delen/uitwisselen van inwonersgegevens; • Bestaande voorzieningen zijn op elkaar afgestemd; • Efficiëntere inzet van medewerkers die contact hebben met inwoners door met een samenhangend aanbod te komen; • Verbetering van de toeleiding van inwoners naar sozawe via netwerkpartners. Waardoor is dat meetbaar: • Concrete samenwerkingsafspraken (regie, coördinatie, uitvoering) met andere gemeentelijke afdelingen en netwerkpartners; • Meer toegekende aanvragen als gevolg van groter bereik onder de inwoners; • Gezamenlijk inkooptraject m.b.t. WWB en WMO (voorzieningen en re-integratie).
43
Doelstelling 6: WSW-geindiceerde inwoners ontvangen zoveel mogelijk een beschutte werkplek buiten het SW-produktiebedrijf. Activiteiten: • Opdracht geven aan het SW-bedrijf om de wensen en mogelijkheden van geïndiceerde inwoners in kaart te brengen; • Het SW-bedrijf actief te betrekken bij de keten van werk en inkomen, zodat zij gebruik kan maken van de werkgeversbenadering en de zorg, hulp en dienstverleningsinstrumenten. Wat moet dat opleveren: • Meer inwoners werken in de gemeente waar zij wonen in reguliere functies op de regionale arbeidsmarkt met een goede begeleiding van geplaatste werknemer en werkgever/ondernemer; • Het SW bedrijf onderkent eventuele problematiek bij medewerkers in traject richting een externe plaatsing en werkt actief aan het vergroten van de bemiddelbaarheid; • Snellere plaatsing binnen of buiten het SW-bedrijf van alle inwoners op de wachtlijst; • Het Vacature Service Punt heeft een actieve rol in de bemiddeling van WSW-geindiceerde inwoners. Waardoor is dat meetbaar: • Toename aantal externe plaatsingen via detachering of Begeleid Werken; • Toename gebruik persoonsgebonden budget (PGB) om begeleiding te financieren.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? Wetten -WWB -Ioaz -Ioaw -Bbz
-WSW -WI -WIJ -STAP
Beleidsdocumenten Beleidsplan Sozawe 2009-2010 Ketenjaarplan 2009 Debiteurenbeleidsplan Handhavingsbeleidsplan Sociale Zaken Modernisering WSW: Visie document WSW
Verordeningen - Afstemmingsverordening: door de Raad vastgesteld op 25 november 2008; - Verordening Cliëntenparticipatie: door de Raad vastgesteld in 2004; - Verordening Handhaving Wet werk en bijstand: door de Raad vastgesteld in 2004; - Verordening toeslagen en verlagingen: door de Raad vastgesteld op 25 november 2008; - Re-integratie verordening Soc.Zaken en Werk: door de Raad vastgesteld op 25 november 2008; - Verordening langdurigheidtoeslag: door de Raad vastgesteld op 25 november 2008; - Verordening Wet inburgering: door de Raad vastgesteld op 10 juli 2007.
Meting Resultaat 2008
Effect-indicatoren - cliënten die bemiddelbaar zijn - cliënten die gebruik maken van een PGB - instroom WW > WWB - samenwerkingsafspraken; intern extern
44
Streefwaarde 2009
Streefwaarde 2010
10% 5% 40%
30% 10% 40%
50% 20% 30%
geen geen
geen geen
2 2
Prestatie-indicatoren - Doorlooptijd aanvraag - toekenning - Doorlooptijd aanvraag - traject - Inzet werkleer en scholingsinstrumenten - Toekenning recht op uitkering binnen 4 weken na aanvraag - Gestarte trajecten tijdens WW-uitkering richting WWB - Bemiddelingsactiviteiten bij werkgevers ondanks recessie - Plaatsingen van WWB, WSW en NUGgers komend jaar
Kengetallen
Resultaat 2008 6 weken 8 weken 45% 90% 90% nvt nvt
Streefwaarde 2009 5 weken 7 weken 55% 95% 95% 20% 20%
Streefwaarde 2010 4 weken 4 weken 65% 95% 95% 20% 20%
Resultaat 2008
2009
2010
206 16 5
250 18 10
275 20 25
- Inwoners met een toegekende WWB-aanvraag - Inwoners met een afgewezen WWB-aanvraag
76 nb
110 11
140 20
- Plaatsingen vanuit WWB-uitkering - Plaatsingen vanuit WSW-werkplek - Plaatsingen vanuit NUG-regeling
26 0 5
25 5 10
30 15 15
- Cliënten binnen 4 weken toekenning op aanvraag - Cliënten binnen 4 weken start diagnose - WWB-gerechtigden vanuit WW-uitkering
nb nb 12
105 105 20
133 133 40
112 104 85 211 13 8 56
160 140 110 300 20 12 100
180 180 140 360 28 20 140
- Cliënten in de WWB - Cliënten in de WI-trajecten - Cliënten in de NUG-regeling
- Bijz. bijstand chronisch zieken gehandicapten - Toekenningen participatiefonds - Toekenningen langdurigheidtoeslag - Kwijtscheldingen gem. belastingen - Toekenningen computerregeling - Tegemoetkoming scholieren VO - Cliënten in schuldhulpverlening
Wat mag het kosten? Omschrijving product Inkomensvoorzieningen Re-integratie Inburgering Ondersteuning Lasten Inkomensvoorzieningen Re-integratie Inburgering Ondersteuning Baten Programma 7
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2.787.556
2.887.000
3.148.651
3.342.806
3.052.806
3.052.806
3.668.665
3.209.501
3.423.685
3.420.694
3.420.326
3.418.790
146.950
256.436
166.436
166.436
166.436
166.436
286.179
235.785
874.794
865.644
864.520
859.818
6.889.350
6.588.722
7.613.566
7.795.580
7.504.088
7.497.849
2.828.644
2.529.500
2.468.651
2.728.806
2.728.806
2.728.806
3.482.185
3.132.501
3.132.501
3.132.501
3.132.501
3.132.501
148.215
257.701
257.701
257.701
257.701
257.701
2.447
0
0
0
0
0
6.461.491 427.859
5.919.702 669.020
5.858.853 1.754.713
6.119.008 1.676.572
6.119.008 1.385.080
6.119.008 1.378.841
Cijfers 2008: jaarrekening 2008 Cijfers 2009:begroting na begrotingswijzigingen berap en kadernota
45
Verklaring van verschillen Door de recessie is de verwachting dat het aantal inwoners, dat gebruik maakt van de WWB, stijgt met 25%. De financiële consequentie is dat het budget van het Ministerie van SZW bij lange na niet toereikend is en dat de begroting met meer dat 10% aangepast moet worden, voor zowel 2009 als 2010. Dit heeft ook invloed op de bedrijfsvoeringkosten van de afdeling, het dalend aantal cliënten over de afgelopen jaren is het gevolg van de specialisatie van medewerkers om methodisch en trajectmatig te gaan werken. Inkomensvoorzieningen Lasten De afwijking tussen 2008 en 2010 bedraagt € 361.000. Oorzaak: Dit betreft de verwachte stijging van WWB-aanvragen. De afwijking tussen 2009 en 2010 bedraagt € 261.000. Oorzaak: Dit betreft de verwachte stijging van WWB-aanvragen. Bij de kadernota is een deel van de stijging al meegenomen in de nieuwe raming. Baten De afwijking tussen 2008 en 2010 bedraagt € -360.000. Oorzaak: De rijksbijdrage voor WWB valt volgens de beschikking in 2010 lager uit dan in de vorige begrotingen was geraamd. Re-integratie Baten De afwijking tussen 2008 en 2010 bedraagt € -350.000. Oorzaak: De rijksbijdrage voor het werkdeel van de WWB valt in 2010 lager uit, dan volgens beschikking in 2008 is toegekend. Ondersteuning De afwijking tussen 2009 en 2010 bedraagt € 639.000. Oorzaak: De afwijking heeft betrekking op de toerekening van uren. Deze uren zijn in de vorige begrotingen op diverse andere producten geraamd.
46
8 Maatschappelijke ondersteuning en zorg Inhoud van het programma Het programma Maatschappelijke ondersteuning en zorg gaat alle burgers van De Marne aan, met speciale aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen.
Trends en ontwikkelingen Op het terrein van wonen, welzijn en zorg wordt een lang voorbereid particulier initiatief gerealiseerd: er komt een nieuwe instelling voor kinderen/jongeren met een beperking in Leens (Kameleon). De ouderenzorg in De Marne gaat veranderen. We zien voortdurend nieuwe prognoses op het gebied van wonen en zorgbehoefte. Het is van belang om die trends bij te houden en met maatschappelijke partners te bespreken.
Wat willen we bereiken? De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 1. Inwoners beschikken over de mogelijkheid om zich op een gezonde en sociale wijze maatschappelijk te ontplooien. 2. Burgers zijn in staat om zelfstandig deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en zelfstandig te wonen. 3. Kwetsbare burgers zijn in staat om zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving te functioneren. 4. Mantelzorgers zijn in staat om voor hun naasten te blijven zorgen en vrijwilligers zetten zich in voor anderen. 5. Ondersteunende en zorgverlenende organisaties en verenigingen van dorpsbelangen werken doelmatig en efficiënt samen in het belang van de burger.
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: Inwoners beschikken over de mogelijkheid om zich op een gezonde en sociale wijze maatschappelijk te ontplooien. Activiteiten: • Aanbieden van voorlichting en hulpverlening op het gebied van volksgezondheid; • Opvangen en begeleiden van zorgwekkende zorgmijders; • Bekendheid geven aan de mogelijkheid om huiselijk geweld te melden; • Stimuleren van vrijwilligerswerk. Aanbieden van voorlichting en hulpverlening op het gebied van de volksgezondheid In samenwerking met de GGD worden de burgers geïnformeerd en waar nodig ondersteund op het gebied van de volksgezondheid. De gemeente stelt daarbij de GGD in financieel in staat om activiteiten te ontplooien op het gebied van gezondheidsbevordering en ziektepreventie. De basis van deze ondersteuning vormt het Lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011. Opvangen en begeleiden van zorgwekkende zorgmijders Diverse partijen werken samen in het netwerk Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz). Dit zorgt voor de opvang en begeleiding van burgers die zorg mijden, danwel overlast veroorzaken. Het gaat om 20 tot 30 cliënten per jaar. De gemeente voorziet in structurele middelen voor de OGGz coördinatie (kadernota 2010). Daarnaast werken Bedum, De Marne en Winsum samen aan een vernieuwd programma OGGz.
47
Hierin gaat het om het voorkomen van risicofactoren die burgers in een crisis doen belanden, zoals bijvoorbeeld uithuiszetting. Er komt meer nadruk op vroegsignalering en nazorg. Dit wordt vastgelegd in het Implementatieplan OGGz 2010-2011. Bovendien werkt de gemeente verder aan de implementatie van het Meldpunt Zorg en Overlast. Bekendheid geven aan de mogelijkheid om huiselijk geweld te melden Burgers kunnen situaties van huiselijk geweld melden bij de politie of bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Zij moeten van deze mogelijkheid op de hoogte zijn en eveneens in staat zijn om de desbetreffende situaties te herkennen. Om die reden voeren we in samenwerking met Bedum, Winsum, Eemsmond en het ASHG een voorlichtingscampagne uit. Stimuleren van vrijwilligerswerk De gemeente stelt het Steunpunt Vrijwilligerswerk in staat om vraag en aanbod van vrijwilligerswerk bijeen te brengen en te bemiddelen bij maatschappelijke stages. Daarnaast biedt de gemeente faciliteiten voor de randvoorwaarden. Het gaat om onder meer om werving, deskundigheidsbevordering, verzekeringen en waardering voor vrijwilligerswerk. De gemeente activeert bovendien mensen zonder werk om vrijwilliger te worden.
Doelstelling 2: Burgers zijn naar vermogen in staat om zelfstandig deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en zelfstandig te wonen. Activiteiten: • subsidiëren sociaal-culturele en maatschappelijke organisaties, sportvoorzieningen en steunpunten; • verstrekken van voorzieningen voor wonen, rolstoelen, vervoer en huishoudelijke hulp; • voorbereiden van een beleidsaanpassing WMO. Subsidiëren sociaal-culturele en maatschappelijke organisaties en steunpunten De gemeente verstrekt subsidie aan onder meer ouderenactiviteiten en aan de Stichting Steunpunten De Marne. De Stichting Steunpunten houdt vijf ontmoetingspunten (steunpunten) in stand die bijdragen aan het sociale leven en de zelfredzaamheid van de inwoners van De Marne. In 2010 wordt de raad geïnformeerd over een eventueel gewijzigde aanpak van de werving van dorpsconciërges. Verstrekken van voorzieningen voor wonen, rolstoelen, vervoer en huishoudelijke hulp Na beoordeling van aanvragen worden voorzieningen verstrekt die het zelfstandig wonen bevorderen, zoals woningaanpassingen en overige voorzieningen. De uitvoering is gericht op efficiëntie door directe en volledige informatie aan het loket, klantvriendelijkheid en een korte doorlooptijd. Vanaf 2010 is nieuwe wetgeving van toepassing op de positie van de Alfahulpen (hulp in huis). Burgers kunnen dan kiezen voor zorg in natura of een persoonsgebonden budget (PGB). Voorbereiden van een beleidsaanpassing WMO De verstrekkingen van het Zorgloket op het gebied van hulp in huis en voorzieningen voor gehandicapten zoals bijvoorbeeld rolstoelen, scootmobielen en woningaanpassingen moeten enerzijds passen binnen de budgettaire grenzen en anderzijds voldoen aan de wettelijke eisen van het compensatiebeginsel. Dit gegeven kan de gemeente voor de keus stellen het beleid aan te passen, waardoor versobering in de verstrekkingen onafwendbaar is. Doelstelling 3: Kwetsbare burgers zijn in staat om zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving te functioneren. Activiteiten: • Bieden van ondersteunende voorziening, zodat kwetsbare burgers zelfstandig kunnen blijven functioneren; • Bevorderen van de samenhang in wonen, welzijn en zorg.
48
Bieden van ondersteunende voorziening, zodat kwetsbare burgers zelfstandig kunnen blijven functioneren De gemeente initieert en subsidieert activiteiten die mensen in staat stellen om zelfstandig te functioneren. Dat gebeurt op diverse terreinen: door cliëntondersteuning in het gemeentelijk zorgloket, seniorenvoorlichting, algemeen maatschappelijk werk, de inzet van dorpsconciërges, maaltijdvoorziening, maar ook door de inzet van regiotaxi en flexbus. Bevorderen van de samenhang in wonen, welzijn en zorg Het gaat hierbij om de vraag of er voldoende diensten en voorzieningen zijn die noodgedwongen verhuizing of opname in een instelling kunnen voorkomen. De gemeente zorgt dat maatschappelijke organisaties en zorgpartijen hun plannen op elkaar afstemmen, door ze met elkaar in overleg te brengen. In het voorjaar van 2010 actualiseren we de gegevens inzake demografische ontwikkelingen, zorg- en woonbehoefte, zodat we toe kunnen werken naar een passend aanbod van woningen en zorg. Verder kijken we naar de gevolgen van nieuwe voorzieningen als Kameleon voor het gebruik van WMO-voorzieningen. We doen in de zomer van 2010 een verkennend onderzoek hiernaar.
Doelstelling 4: Mantelzorgers zijn in staat om voor hun naasten te blijven zorgen en vrijwilligers zetten zich in voor anderen. Activiteiten: Ondersteunen van vrijwilligers, mantelzorgers en ontmoetingspunten De welzijnswerker ondersteunt vrijwilligers, mantelzorgers en de dorpsconciërges van de ontmoetingspunten. Vraag en aanbod van vrijwillige thuishulp wordt geregistreerd. De ondersteuning vindt plaats door zowel telefonisch advies als via huisbezoeken en themabijeenkomsten.
Doelstelling 5: Ondersteunende en zorgverlenende organisaties en verenigingen van dorpsbelangen werken doelmatig en efficiënt samen in het belang van de burger. Activiteiten: Voeren van geregeld overleg met verenigingen van dorpsbelangen, vrijwilligersorganisaties en maatschappelijke en zorgverlenende instellingen De gemeente gaat geregeld in gesprek met allerlei maatschappelijke organisaties, om te zorgen dat er afstemming ontstaat. Daarbij neemt de gemeente een regierol: we brengen samen, bieden een platform, verspreiden informatie en stellen voorwaarden voor doelmatig werken.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? Wetgeving - Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo); - Wet Publieke Gezondheid. Beleidsdocumenten - Beleidsplan Meer doen en mee doen, WMO 2007-2010 en jaarverslag WMO 2007; - Verordening Individuele Voorzieningen 2007, Besluit en verstrekkingenboek; - Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2008-2011; - Implementatieplan Openbare Geestelijke Gezondheidszorg 2008 – 2010 (vastgesteld door college dd. 2 december 2008); - Subsidieverordening gemeente De Marne.
49
Meting Effect-indicatoren
Resultaat 2008
Streefwaarde 2009
Streefwaarde 2010
Resultaat 2008
Streefwaarde 2009
Streefwaarde 2010
10 wk 80 %.
8 wk niet gemeten
8 wk minimaal 80%
Mensen langer thuis laten wonen
Prestatie-indicatoren Doorlooptijd aanvraag Tevredenheid klanten
Resultaat 2008 40 500 230
Kengetallen Aantal rolstoelen/scootmobielen Vervoer Huishoudelijke hulp waarvan: - Zorg in natura (Thuiszorg) - Persoonsgebonden budget - Aantal OGGz trajecten - Aantal meldingen Meldpunt zorg en overlast Aantal gesubsidieerde ouderenorganisaties aantal steunpunten opgeleide seniorenvoorlichters seniorenbezoeken aanvragen vrijwillige thuishulp informatie en advies aan mantelzorgers
2009
170 40 20 nvt 14 5 ? ? ? ?
2010 60 550 240
80 550 260
180 60
190 70 n.n.b. n.n.b. 14 5 n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
14 5 7 45 15 35
Wat mag het kosten? Omschrijving product Geestelijke gezondheidszorg Volksgezondheid Leefbaarheid en participatie Informatie,advies,clientondersteuning Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare Lasten Geestelijke gezondheidszorg Volksgezondheid Leefbaarheid en participatie Informatie,advies,clientondersteuning Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare Baten Programma 8
2008
2009
2010
2011
2012
2013
205.267
202.566
202.060
201.871
201.848
201.751
236.578
34.416
13.640
13.363
13.329
13.187
83.767
146.313
145.138
144.669
144.612
144.371
1.860.966
1.966.898
1.977.852
1.932.864
1.934.392
1.930.962
105.591
122.770
80.705
80.376
80.335
80.166
2.492.169
2.472.963
2.419.396
2.373.143
2.374.516
2.370.436
70.373
60.000
60.000
60.000
60.000
60.000
237.667
6.200
6.200
6.200
6.200
6.200
0
0
0
0
0
0
193.128
77.000
77.000
77.000
77.000
77.000
26.221
39.000
39.000
39.000
39.000
39.000
527.389
182.200
182.200
182.200
182.200
182.200
1.964.780
2.290.763
2.237.196
2.190.943
2.192.316
2.188.236
Cijfers 2008: jaarrekening 2008 Cijfers 2009: begroting na begrotingswijzigingen berap en kadernota
Verklaring van verschillen Er zijn geen verschillen groter dan € 250.000,- op productniveau, wel op programmaniveau. Het verschil zit vooral in de Volksgezondheidszorg, dit is een administratieve wijziging waardoor het verschil ontstaat.
50
9 Milieu Inhoud van het programma De gemeentelijke overheid levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het fysieke leefmilieu: de omgeving waarin wij wonen. Het programma Milieu beschrijft wat de gemeente wil met het milieu en wat zij concreet doet om die doelstelling te halen.
Trends en ontwikkelingen Landelijk blijft de aandacht toenemen voor de gevolgen van klimaatsverandering en dat is zichtbaar in wet- en regelgeving, maar ook in allerlei stimuleringsregelingen. Deze zijn grofweg te onderscheiden in maatregelen gericht op het tegengaan van de oorzaken van klimaatsveranderingen en maatregelen die ons moeten voorbereiden op de gevolgen ervan. Zuiniger energiegebruik en de toepassing van duurzame energie hebben door de kredietcrisis een extra impuls gekregen. Aan de gevolgenkant wordt gewezen op de noodzaak van voorbereiding op de stijging van het zeewaterniveau (aandacht voor dijken) en op het veranderende neerslagpatroon (aandacht voor waterafvoer/Lauwersmeer). Duurzaamheid blijkt op meerdere beleidstereinen steeds vaker het sleutelwoord voor toekomstige ontwikkeling. De formulering van de natuurdoelstellingen in de Waddenzee en het Lauwersmeer komen meer en meer tot een definitief stadium met een wettelijk karakter (Natura 2000).
Wat willen we bereiken? We streven naar een gemeente waarin milieu- en energiebewust wordt gehandeld. Daaruit vloeien de volgende doelstellingen voort: 1. Een gezond en veilig leven, in een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving, temidden van een vitale natuur, zonder de mondiale biodiversiteit aan te tasten of natuurlijke hulpbronnen uit te putten. 2. Een volledig toereikend en operationeel rioleringstelsel en een toereikende ontwatering van het stedelijk gebied. 3. Afname van het fossiele energiegebruik binnen onze gemeentegrenzen; 4. Een optimaal doelmatige inzameling en verwerking van huisvuil. 5. De burger heeft de mogelijkheid een begraafplaats dan wel een plek voor urnenbijzetting te kopen binnen de gemeente.
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: Een gezond en veilig leven, in een aantrekkelijke leefomgeving, temidden van een vitale natuur, zonder de mondiale biodiversiteit aan te tasten of natuurlijke hulpbronnen uit te putten.
Activiteiten • Beheren en ontwikkelen en uitdragen van actueel beleid, wet en regelgeving met betrekking tot water, bodem, geluid licht, natuur, afval, water, binnenmilieu en energie; • Actualiseren van milieubeleid.
51
Beheren en uitdragen van actueel beleid, wet en regelgeving met betrekking tot water, bodem, geluid licht, natuur, afval, water, binnenmilieu en energie. De genoemde milieubeleidsthema’s vormen vaak een wettelijk verplicht onderdeel in de besluitvorming bij ruimtelijke procedures, vergunningen en ontwikkelingsplannen. Voor een aantal thema’s betreft het vergunningen van derden (Nb wet). De op basis van geformuleerd beleid uitgebrachte adviezen zijn gericht aan de interne organisatie, bestuur en aan derden. Actualiseren van milieubeleid Het huidige milieubeleidsplan is tot en met 2009 geldig. In 2006 is de cyclische systematiek van het jaarlijks vaststellen van het milieubeleid, waarin ook het verslag en uitvoeringsplan is opgenomen, verlaten. Een belangrijk onderdeel, de vergunningverlening en handhaving is in een zelfstandig cyclisch proces voortgegaan. In 2008 is voorgesteld om ter wille van de flexibiliteit en slagkracht de verschillende beleidsthema’s sectoraal actueel te houden. In 2010 zullen de beleidsthema’s water (waterplan), geluid, licht en afval (afvalstoffenplan) worden geactualiseerd.
Doelstelling 2. Een volledig toereikend en operationeel rioleringstelsel en toereikende ontwatering van het stedelijk gebied. Activiteiten: • Actueel houden van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) waarin de zorgplicht is gewaarborgd; • Uitvoering geven aan het GRP III; Actueel houden van het GRP Inmiddels is de derde generatie GRP vastgesteld. Dit GRP heeft een looptijd van 2009 t/m 2013. Het verschil met de vorige GRP’s is dat de rioleringszorg is uitgebreid met de zorg voor de afvoer van hemelwater en de maatregelen naar aanleiding van de nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Jaarlijks en ook in 2010 wordt de voortgang van het uitvoeringsplan en de actualiteit van het GRP gemonitord en eventueel aangepast. Uitvoering geven aan het GRP III De werkzaamheden bestaan in 2010 uit de continue werkzaamheden zoals het dagelijks beheer. Daarnaast zal in 2010 een aantal verbetermaatregelen respectievelijk onderzoek worden uitgevoerd: - Reconstructie Schapenweg en Leensterweg te Ulrum; - Verbetering riolering Panserweg en Stationsweg Zoutkamp; - Voorbereiding en realisatie rioolvervanging Wehe-Den Hoorn; - Voorbereiding en implementeren telemetriesysteem overstorten; - Vervangen pompen rioolgemalen Vierhuizen en Warfhuizen; - Opstellen basisrioleringsplannen Westernieland, Houwerzijl; - Update op de riolering aangesloten verhard oppervlak Eenrum en controle op gegevens basisrioleringsplan Eenrum; - Digitalisering huisaansluitingen; - Actualisering Rioleringsplannen Wehe den Hoorn; - Benchmark Riolering. Doelstelling 3: Afname van het fossiele energiegebruik binnen onze gemeentegrenzen. Activiteiten: • Monitoren van het energiegebruik in onze gemeente; • Uitvoeren van het projectenprogramma SLOK; • Uitvoeren van de Energievisie Leens; • Uitvoeren van de Gemeente-interne Milieuzorg (GIM); • Uitvoeren van energie- en milieucommunicatie; • Ondersteunen Lokale Agenda 21.
52
Monitoren van het energiegebruik in onze gemeente In 2009 heeft de raad een nulmeting ontvangen van het energieverbruik in onze gemeente. Met dit rapport is een basis gelegd voor monitoring van het energiegebruik in onze gemeente. Op basis hiervan kan sturing en evaluatie van maatregelen plaatsvinden. Jaarlijks zal monitoring plaatsvinden. Uitvoeren van het projectenprogramma SLOK In het najaar van 2009 is de subsidieaanvraag SLOK op basis van een ingediend projectenprogramma gehonoreerd. SLOK staat voor de decentrale uitkering Stimulering LOkale Klimaatinitiatieven. Het programma bestaat uit een 13 tal projecten welke in de komende 4 jaar dienen te worden afgerond. Ten tijde van het opstellen van de begroting is het uitvoeringprogramma voor 2010 nog niet vastgesteld. Uitvoeren van de Energievisie Leens Het nieuwe winkelcentrum zal voorzien worden van een duurzame energievoorziening die tevens bestaande gemeentelijke gebouwen (gemeentehuis en zwembad) van energie zal voorzien. De uitvoering is gerelateerd aan de planning en bouw van het winkelcentrum. Uitvoeren van de Gemeente- interne Milieuzorg (GIM) De gemeente heeft een beperkte GIM. Het energiegebruik van de gebouwen wordt gemonitord. Daarnaast koopt de gemeente haar energie duurzaam in. Uitvoeren van energie en milieucommunicatie. De gemeente geeft niet actief uitvoering aan energie- en milieucommunicatie. De werkzaamheden bestaan hoofdzakelijk uit het behandelen van vragen vanuit de eigen organisatie, bewoners en ondernemers. Ondersteunen Lokale Agenda 21 In 1997 heeft de gemeente een platform Lokale Agenda 21 (LA21) ingesteld dat zich richt op concrete duurzaamheidprojecten, duurzame landbouw, duurzame energie en lokale economie. Deze groep vrijwilligers wordt door de gemeente gefaciliteerd door uitvoering te geven aan de coördinatie. Het LA21 stelt haar eigen jaarprogramma op, maar draagt ook bij aan de uitvoering van het SLOKprogramma.
Doelstelling 4: Een optimaal doelmatige inzameling en verwerking van huisvuil Activiteiten • Beheren van het afvalstoffenplan; • Inzamelen van huishoudelijk afval; • Deelnemen aan het vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen; • Inzamelen van glas en klein gevaarlijk afval (kga), papier en textiel; • Inzamelen van afval aan de milieustraat in Leens; • Monitoren van de afvalstromen; • Inzamelen van kunststof. Beheren van het afvalstoffenplan In 2010 evalueren we het afvalstoffenplan 2005–2010 en stellen we een nieuw afvalstoffenplan op voor de periode 2010–2015. Hierin worden onder meer de bevindingen omtrent diftar verwerkt. Inzamelen van huishoudelijk afval De inzameling van het huishoudelijk afval is uitbesteed aan de Milieudienst Groningen (Gemeenschappelijke regeling). Deze dienst verzorgt ook de administratie en de communicatie. De gemeente beheert het contract en is verantwoordelijk voor de heffing.
53
Deelnemen aan het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen De verwerking van het ingezamelde huisvuil vindt plaats door het Afvalbeheer Noord-Groningen. In deze BV neemt de gemeente deel via de oorspronkelijke Gemeenschappelijke regeling Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen, die in 2009 haar taken grotendeels heeft overgedragen aan de BV. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de vier aangesloten gemeenten om de bedrijfsvoering van de GR en de doelmatigheid van de afvalinzameling en verwerking te optimaliseren. Inzameling van glas en klein gevaarlijk afval (kga), papier en textiel; De inzameling en verwerking van deze afvalstromen is uitbesteed aan het Vuilverwerking NoordGroningen. Zij verzorgt ook het contractbeheer. Inzamelen van afval aan de milieustraat in Leens Op de gemeentelijke werkplaats kunnen inwoners van de gemeente en gemeentewerken hun afval inleveren. Het afval wordt gescheiden opgeslagen en afgevoerd. De afvoer valt binnen het contract met het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen. In 2010 vindt een onderzoek plaats naar de mogelijkheid van kostenreductie bij de uitvoering. Sluiting is daarbij een reële optie. Monitoren van de afvalstromen Voor een doelmatig beheer en financiële verantwoording van de afvalstromen, worden deze gemonitord en vergeleken met de gegevens van de andere bij het Vuilverwerkingsbedrijf aangesloten gemeenten. Inzamelen van kunststof Vanaf 2010 is de gemeente verplicht kunststof gescheiden in te zamelen of te scheiden na inzameling. Eind 2009 wil de gemeente beginnen met gescheiden inzameling met behulp van centraal opgestelde inzamelcontainers. In 2010 zal de gescheiden inzameling worden voortgezet en verder ontwikkeld. Op dit moment kan over de wijze waarop dit zal plaatsvinden nog niet meer duidelijkheid worden gegeven omdat de inzichten op dit gebied sterk in ontwikkeling zijn. De gemeente kiest er voor om op dit terrein niet voorop te lopen en gebruik te maken van de landelijke ervaringen.
Doelstelling 5: De burger heeft de mogelijkheid een begraafplaats dan wel een plek voor urnenbijzetting te kopen op een goed verzorgde begraafplaats binnen de gemeente. Activiteiten • Verkopen van graven, urnengraven of urnennissen; • Verlenen van vergunningen voor het aanbrengen van gedenktekens en grafkelders; • Plegen van intensiever onderhoud dan in de rest van de gemeente; • Exploitatieopzet maken voor de begraafplaatsen; • Voorstellen doen op welke manier begraven in de gemeente kostendekkend kan gebeuren. Verkopen van graven, urnengraven of urnennissen. In de gemeente zijn 11 openbare begraafplaatsen. Op de meeste begraafplaatsen is nog voldoende ruimte om voor vele jaren te begraven. In 2010 hoeft geen uitbreiding plaats te vinden. Plegen van intensiever onderhoud dan in de rest van de gemeente. De frequentie van maaien, kantsteken, snoeien en onkruidbestrijding is hoger dan op andere groenelementen in de gemeente. Exploitatieopzet maken voor de begraafplaatsen Staat waarin de kosten, de opbrengsten en het percentage kostendekkendheid wordt weergegeven over een periode van 25 jaar. Voorstellen doen op welke manier begraven in de gemeente kostendekkend kan gebeuren Onderzoeken welke maatregelen noodzakelijk zijn om de kostendekkendheid te realiseren.
54
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? Wetgeving - Wet Milieubeheer; - Wet Bodembescherming; - Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren; - Wet geluidhinder; - Natuurbeschermingswet; - nog ca. 20 andere wetten. Beleidsdocumenten - Milieuplan 2006 (milieubeleidsplan 20062009); - Waterplan De Marne; - Notitie gemeentelijk Klimaatbeleid; - Bodembeleidsplan; - Geluidskwaliteitskaart; - Notitie Lichtbeleid; - Afvalstoffenplan; - Evaluatie Diftar 2008; - Gemeentelijk Riolerings Plan.
Meting Resultaat 2008
Effect-indicatoren Zoveel mogelijk hemelwater afkoppelen van de riolering. Dit in combinatie met vervanging riolering/aanpak infrastructuur: aanleg aantal meters regenwaterriool: - Singel Ulrum - Winkelconcentratie Leens - Wehe-den Hoorn en Leensterweg-Schapenweg Ulrum CO2 uitstoot gemeente De Marne CO2 productie binnen gemeentegrenzen
Inzamelingshoeveelheden afval (per ton) Scheidingspercentage afval
1.000 3.767 86.526
6.142 68%
55
Streefwaarde 2010
650
Resultaat 2008
Prestatie-indicatoren
Streefwaarde 2009
2009
5.500 70%
2.000 3.500 80.000 2010
5.300 72%
Resultaat 2008 616 110
Kengetallen Aantal inrichtingen Wet milieubeheer waarvan vergunningplichtig GRP Vrijvervalsysteem Mechanische riolering - (verbeterd) gemengde riolering - gescheiden riolering (dwa) - gescheiden riolering (rwa) - drukleiding - vrijvervalleiding - -persleiding Individuele Behandelingsinstallaties (IBA systemen): IBA klasse II Overstorten Bergbezinkvoorzieningen Rioolgemalen Pomp-units RP
2009
2010 652 33
652 33
65 km 8,8 km 10,8 km 21 km 6,6 km 5,4 km
65 km 8,8 km 10,8 km 21 km 6,6 km 5,4 km
65 km 8,8 km 11,4 km 21 km 6,6 km 5,4 km
67 st. 47 st. 3 st. 19 st. 110 st.
67 st. 47 st. 3 st. 19 st. 110 st
67 st. 47 st. 3 st. 19 st. 110 st
Wat mag het kosten? Omschrijving product Milieu Vuilverwerking Riolering Begraven
2008
2009
2010
2011
2012
2013
164.161
154.863
149.403
147.901
147.717
146.945
1.328.238
1.412.219
1.370.200
1.350.437
1.348.141
1.344.917
1.519.321
1.601.968
1.758.020
1.884.750
1.957.946
2.014.230
319.846
451.475
356.095
336.620
333.874
331.015
Lasten
3.331.566
3.620.525
3.633.718
3.719.708
3.787.678
3.837.107
Milieu Vuilverwerking Riolering Begraven Baten Programma 9
0
0
0
0
0
0
1.320.450
1.452.459
1.515.459
1.515.459
1.602.459
1.602.459
1.469.868
1.682.565
1.741.219
1.868.974
1.943.173
2.000.470
96.782
111.000
155.000
155.000
155.000
155.000
2.887.100
3.246.024
3.411.678
3.539.433
3.700.632
3.757.929
444.466
374.501
222.040
180.275
87.046
79.178
Cijfers 2008: jaarrekening 2008
Cijfers 2009: begroting na begrotingswijzigingen berap en kadernota
Verklaring van verschillen Zowel de baten als lasten van riolering zijn in 2010 hoger dan 2008. Dit komt enerzijds door meer investeringen in 2010, waardoor de kapitaallasten stijgen anderzijds een hoger tarief, waardoor de baten stijgen. Daarnaast wordt vanaf 2010 gewerkt met 100% kostendekkendheid. In 2010 en 2011 wordt de reserve afvalstoffenheffing gebruikt om het tarief van de heffing te verlagen. In deze jaren zal dus niet 100% kostendekkend gewerkt worden.
56
10 Leefomgeving Inhoud van het programma De gemeentelijke overheid levert een belangrijke bijdrage aan de inrichting van de leefomgeving. Het programma Leefomgeving beschrijft wat de gemeente wil met de leefomgeving en wat zij concreet doet om die doelstelling te halen.
Trends en ontwikkelingen De komende decennia zal Nederland met een nieuw fenomeen geconfronteerd worden: bevolkingsdaling. Grote delen van Nederland zullen hier mee te maken krijgen. Sommige gebieden hebben er nu al mee te maken. Bevolkingsdaling is een ingrijpend fenomeen. Bevolkingsdaling en de verandering van de bevolkingssamenstelling vragen om een omslag in ons denken: we moeten af van de automatische piloot van bevolkingsgroei als basis voor ons handelen. Bevolkingskrimp zal, zeker de komende tijd, niet overal optreden. Dit betekent dat er verschillen tussen gebieden in Nederland gaan ontstaan: gebieden met bevolkingsgroei en gebieden met krimp. Onze gemeente is een krimpgemeente en wij zullen samen met onze (resterende) inwoners grip moeten krijgen op de veranderingen om de kwaliteit en vitaliteit van onze gemeente te behouden. Het draagvlak voor gemeenschappelijke voorzieningen wordt hoe dan ook kleiner, zowel in het aantal gebruikers als in de ‘betalers’ van deze voorzieningen Op het gebied van wetgeving vragen met name de implementatie van de Wabo en de nieuwe Wro met daarin de verplichte digitalisering van bestemmingsplannen om aanvullende maatregelen en beleid. De implementatie van de omgevingsvergunning is vanwege haar complexiteit al enige malen door het rijk uitgesteld. Naar verwachting zal hij per 1 januari 2010 van kracht zijn. Dit zal leiden tot één bevoegd gezag, één procedure, één loket voor burgers en bedrijven waar zij één vergunning kunnen aanvragen voor activiteiten die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. De gemeente krijgt hierin een grotere rol dan voorheen met name ten aanzien van de loketfunctie en de coördinatie. Ook een aantal vergunningen van andere overheden zoals het waterschap, provincie en rijk zullen via het gemeentelijk loket worden behandeld.
Wat willen we bereiken? Een levendige gemeente met dorpen die hun authenticiteit uitstralen, waarbij de bestaande dorpsstructuur uitgangspunt vormt voor ontwikkeling, een buitengebied waar rust en ruimte de boventoon voert en de landschappelijke waarde uitgangspunt vormt voor het ontwikkelen van ruimtelijk beleid. De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 1. De bestaande landschappelijke waarden en dorpsstructuren, oftewel de authentieke kenmerken van De Marne van rust en ruimte, genieten bescherming. 2. Burgers kunnen bij hun initiatieven met ruimtelijke consequenties rekenen op adequate vergunningverlening, waarbij waarden als snelheid, duidelijkheid en rechtsgelijkheid leidend zijn. 3. De gemeente beschikt over een passend woningaanbod voor alle soorten doelgroepen 4. Gebiedsgerichte ruimtelijke ontwikkeling
57
Wat gaan we daarvoor doen? Doelstelling 1: De bestaande landschappelijke waarden en dorpsstructuren, oftewel de authentieke kenmerken van De Marne van rust en ruimte, genieten bescherming. Activiteiten • Formuleren en beheren van integraal ruimtelijk beleid; • Uitdragen van ruimtelijk beleid en behartigen van belangen van onze gemeente; • Krimpbeleid breed oppakken; • Uitvoering geven aan het beheerplan bestemmingsplannen; • Afronden project digitalisering nieuwe ruimtelijke plannen en de implementatie van de WABO; • Deelname aan het project N361. Formuleren en beheren van ruimtelijk beleid Zowel ten behoeve van zelfstandige dossiers als gebiedsvraagstukken worden de verschillende ruimtelijke belangen zoals economische zaken, recreatie en toerisme, milieu en kwaliteiten als authenticiteit en rust en ruimte afgestemd ten behoeve van in- of extern advies, visies of plannen. In 2010 zal een (structuur-)visie van het Lauwersmeer en mogelijk een zelfstandige visie voor Lauwersoog worden ontwikkeld. Uitdragen van ruimtelijk beleid en behartigen van belangen van onze gemeente Op verschillende externe platforms zijn de ruimtelijke belangen van de gemeente in het geding doordat de besluiten door derden (rijk en provincie) gevolgen kunnen hebben voor onze gemeente en zelfs tot wettelijke beperkingen kunnen leiden. Door de belangen van de gemeente tijdig in te brengen worden de gemeentelijke belangen geborgd en wordt gestreefd de door de gemeente gewenste ontwikkelingen te laten ondersteunen. Dit geldt met name omtrent het toekomstig beheer van het Waddengebied en het Lauwersmeer. Krimpbeleid breed oppakken Wij zullen het krimpbeleid al in 2009 projectmatig oppakken en met derden zoals het rijk, de provincie en woningbouwcorporaties samenwerken om tot een optimale aanpak van de gevolgen van krimp te komen. In 2009 heeft het accent gelegen op de inventarisatie van de omvang en gevolgen van de krimp voor onze gemeente (analyse). Hierbij wordt onder meer gekeken naar de huisvesting, het voorzieningenniveau en de gemeentelijke financiën. In 2010 zal dit moeten leiden tot een integrale visie met welk lange termijn perspectief de gemeente de bevolkingsdaling tegemoet treedt zodat dit kan worden verwerkt als vertrekpunt voor sectoraal beleid. Uitvoering geven aan het beheerplan bestemmingsplannen Het in 2009 opgestelde beheerplan is een meerjarenprogramma voor de actualisatie van de bestemmingsplannen. Met het beheerplan wordt geanticipeerd op de organisatorische, juridische en financiële consequenties van de Nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Er wordt inzicht gegeven in de planning en prioritering van structuurvisies en bestemmingsplannen, de inzet van mensen en middelen voor de komende jaren. Het tevens in 2009 opgestelde Handboek bestemmingsplannen stelt hierbij de norm waaraan bestemmingsplannen van de gemeente moeten voldoen. Het handboek wordt periodiek herzien. In 2010 ligt het accent op de visievorming en actualisatie van bestemmingplannen in het Lauwersmeergebied en de Waddenzee. Ook zullen in 2010 de leges als vervolg op het nieuw vastgestelde Handboek worden herzien. Tenslotte zal het project digitalisering nieuwe ruimtelijke plannen worden afgerond. Deelname aan het project N361 Samen met de gemeenten Winsum, Bedum en Groningen en de provincie Groningen wordt gewerkt aan een optimalisatie van de provinciale weg N361. Begin 2009 is de mer procedure afgerond. Eind 2009 wordt de besluitvorming omtrent de realisatie verwacht. In 2010 zal vervolgens worden begonnen met de verdere planvorming en de ruimtelijke procedures.
58
Afhankelijk van de definitieve besluitvorming eind 2009 zal als eerste het tracee in onze gemeente, te weten een ringweg om Mensingeweer worden opgepakt. De provincie neemt het voortouw in de ruimtelijke procedures middels een inpassingsbesluit. De gemeente zal bijdragen in de project- en stuurgroep om de directe belangen en wensen binnen onze gemeente te borgen i.c. de ringweg bij Mensingeweer en het fietspad Baflo- Eenrum (zie ook programma 3) en ondersteunt de besluitvorming voor de realisatie van gehele tracee.
Doelstelling 2: Burgers kunnen bij hun initiatieven met ruimtelijke consequenties rekenen op adequate vergunningverlening, waarbij waarden als snelheid, duidelijkheid en rechtsgelijkheid leidend zijn Activiteiten • Vergunningverlening; • Toezicht en handhaving; • Afhandelen van klachten. Vergunningverlening We hebben vanaf 1 januari 2010 één centraal vergunningenloket ingericht waar burgers en bedrijven met hun vragen over vergunningen terechtkunnen en snel en adequaat worden geholpen. We maken hierbij gebruik van een nieuw op de omgevingsvergunning voorbereid informatiesysteem. De dienstverlening hebben we uitgebreid met de mogelijkheid om een aantal vergunningen via het omgevingsloket (internet) aan te vragen. Met de invoering van de omgevingsvergunning zullen we vanaf 1 januari 2010 werken volgens de Wabo-systematiek. Dit betekent dat voor een aantal activiteiten waar voorheen meerdere vergunningprocedures doorlopen moesten worden, nu één aanvraag, één procedure en één besluit volstaat. In vervolg op het project “deregulering en vermindering administratieve lasten” wordt in 2010 het evenementenbeleid en het beleid ten aanzien van vergunningen op grond van de APV en bijzondere wetten herzien. Dit zal uiteindelijk resulteren in vermindering van het aantal noodzakelijke vergunningen en de daarbij behorende lasten. Toezicht en handhaving Toezicht en handhaving vindt plaats overeenkomstig het vastgestelde handhavingsbeleid. Dit integraal ruimtelijk handhavingsbeleid is in 2008 door de raad vastgesteld voor de periode 2008 tot 2011. Binnen dit beleid zijn de prioriteiten vastgelegd welke zijn gebaseerd op eventuele risico’s. Voor 2010 zal net als voorgaande jaren een uitvoeringsprogramma worden opgesteld waarin speerpunten worden opgenomen die dit jaar extra aandacht zullen krijgen. Uitgangspunt blijft het toezicht binnen de bestaande mogelijkheden zoveel mogelijk integraal op te pakken. Het afhandelen van klachten Het afhandelen van klachten die verband houden met de leefomgeving heeft een hoge prioriteit. Als er sprake is van mogelijke veiligheidsrisico's, gezondheidsrisico's of onomkeerbare gevolgen voor de leefomgeving, wordt er direct actie ondernomen om de gevolgen ongedaan te maken.
59
Doelstelling 3: Huisvesting voor alle doelgroepen in onze gemeente Activiteiten • Opstellen van het Woonplan; • Uitvoering geven aan herstructurering in Westernieland (Addingalaan) en Ulrum (Spoorstraat); • Nieuwbouw van een zorgcentrum voor intra- en extramurale zorg in Ulrum.
Opstellen van het Woonplan Eind 2009 wordt begonnen met het opstellen van het woonplan. Het woonplan zal fundamenteel van koers wijzigen vanwege de krimp. Uitgebreid en zorgvuldig overleg met de woningbouwcorporatie en provincie zal er toe leiden dat het woonplan begin 2010 gereed is voor bestuurlijke besluitvorming. Uitvoering geven aan herstructurering Door de krimp en de vergrijzing krijgt de herstructurering een ander karakter. In overleg met de woningbouwvereniging wordt in 2010 nadere invulling gegeven aan de herstructureringsplannen in ondermeer de dorpen Westernieland, Ulrum en Leens. Nieuwbouw van een zorgcentrum voor intra- en extramurale zorg in Ulrum In 2009 is de voorbereiding voor de geplande nieuwbouw door Philadelphia vertraagd. Het is op het moment van schrijven niet duidelijk of en op welke wijze de nieuwbouwplannen weer worden voortgezet.
Doelstelling 4: Gebiedsgerichte ruimtelijke ontwikkeling De kaders voor ruimtelijke ontwikkeling zijn vastgelegd in het ruimtelijke beleid en wet- en regelgeving. Om tot daadwerkelijke ontwikkeling te komen wordt enerzijds gebiedsgericht en anderzijds op projectmatige en pragmatische wijze ruimtelijke ontwikkelingen in onze gemeente geinitieerd en gestimuleerd. Activiteiten • Deelname aan regionale projecten ten behoeve van gebiedsontwikkeling veelal vanuit het regioprogramma Noord Groningen; • Benutten van kansen voor cofinanciering vanuit fondsen zoals Waddenfonds en PLG voor eigen gebiedsontwikkelingsprojecten; • Afronden project ‘versterken Pieterbuurstermaar’. Deelname aan regionale projecten tbv gebiedsontwikkeling De gemeente neemt deel aan de stuurgroep Noord. Een samenwerkingsverband met de acht noordelijke gemeenten, de provincie en het waterschap. Hierin is afgesproken de regionale opgaven uit het POP gezamenlijk uit te voeren op basis van het beleidsdocument Gebiedsuitwerking Noord Groningen. Hierin staan de gezamenlijke ambities, doelstellingen en ontwikkelingsperspectief. Op basis van het regioprogramma 2009- 2010 neemt vanuit dit programma onze gemeente deel aan de volgende projecten:
60
-
-
Fietsknooppunten: Dit project heeft tot doel de zelfstandige fietsroutes aan elkaar te verbinden. Fietspad over de Waddendijk: dit project beoogt een aantrekkelijk fietstraject langs de Waddendijk te realiseren met ommetjes met de achterliggende dorpen. Lauwersmeergebied: (een gebiedsprogramma) Hierbij wordt in samenwerking met de provincies en het rijk gewerkt aan de ontwikkeling van het Lauwersmeergebied. Natuurvriendelijke oevers: (verkenning) Met de aanleg van natuurvriendelijke oevers ontstaat een meer geleidelijke overgang van nat naar droog wat gunstig is voor waterkwaliteit, - kwantiteit en ecologie en is bovendien aantrekkelijk voor recreatief medegebruik. Duisternis (verkenning): een onderzoek naar maatregelen om de kwaliteit duisternis te versterken.
Benutten van kansen voor cofinanciering vanuit fondsen zoals Waddenfonds en PLG voor eigen gebiedsontwikkelingsprojecten. Wij zijn voortdurend alert op het benutten van kansen voor cofinanciering voor gemeentelijke gebiedsontwikkelingsprojecten. Enerzijds worden de potentiële subsidiebronnen gevolgd op hun ontwikkelingen. Anderzijds worden gewenste projecten geformuleerd, voorbereid en aangedragen. Een succesvol voorbeeld is het project Pieterbuurstermaar uit het Waterplan, waarvan de financiering van het budget van circa 1 miljoen voor 96 % extern is geregeld. Gestreefd wordt naar een maximale multiplyer-effect van het beschikbare cofinancieringsbudget. Afronden project ‘versterken Pieterbuurstermaar’ Dit project is in 2009 gestart in samenwerking met het waterschap Noorderzijlvest. Het project beoogt in 2010 een deel van het Pieterbuurstermaar te voorzien van een natuurvriendelijke oever. Bovendien wordt de maar toegankelijk gemaakt door middel van een fiets of wandelpad vanaf Pieterburen. Het project wordt voor 90 % gefinancieerd vanuit het Waddenfonds en 6 % door het waterschap. Slechts 4 % van de totale kosten zijn voor rekening van onze gemeente. In 2009 is de voorbereidingsfase afgerond, zodat in het vroege voorjaar van 2010 de aanleg kan starten en eind 2010 worden opgeleverd.
In welke documenten is relevant beleid vastgelegd? Beleidsdocumenten - POP III en Structurrplannen - Gebiedsuitwerking Noord Groningen (uitvoeringprogramma 2009- 2010); - Waterplan De Marne en Woonplan - Nota Grondbeleid 2009-2012; - Landschapsontwikkelingsplan; - Dorpsvisies; - Handhavingsprogramma 2009.
Wetgeving - Wro en WABO - Woningwet/bouwbesluit; - Monumentenwet; - Wm; - Wet Bodembescherming; - Wet Geluidhinder; - WVO en APV;; - Monumentenwet.
Meting Effect-indicatoren
Resultaat 2008
Gerealiseerde woningen Afgegeven bouwvergunningen Visie Lauwersmeer en Beleidsnota Krimp
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010 50 210 in ontwikk.
Prestatie-indicatoren
Resultaat 2008
Aantal omgevingsvergunningen Aantal vergunningen APV en bijzondere wetten Aantal bestemmingsplanprocedures Aantal controles verkoop bouwrijpe grond tbv woningbouw in m2 verkoop bouwrijpe grond tbv bedrijf in m2 (incl.winkelcentr.)
61
-180
37 210 gereed
Streefwaarde Streefwaarde 2009 2010 -180 8 500 7.155 20.996
180 150 10 500 4.285 15.874
Kengetallen
Resultaat 2008
2009
Wonen en werken (winkels, boerderijen etc.) Recreatiewoningen Huurwoningen Rijksmonumenten Archeologische vindplaatsen Vigerende bestemmingsplannen <10 jaar Vigerende bestemmingsplannen tussen 10 en 20 jaar Vigerende bestemmingsplannen ouder dan 20 jaar lopende grondexploitaties
2010 320 400 1200 138 149 30 6 6 9
321 389 1235 138 149 17 6 6 9
Wat mag het kosten? Omschrijving product Omgevingsvergunning Handhaving Omgevingsbeleid Woonomgeving Grondexploitatie Lasten
2008
2009
2010
2011
2012
2013
263.089
432.551
485.989
479.560
478.589
475.185
137.537
262.220
245.051
241.961
241.581
239.993
393.381
489.926
461.905
382.218
381.764
379.869
339.767
535.735
510.530
501.293
492.637
483.362
6.845.968
500.495
753.817
749.302
744.596
742.930
7.979.742
2.220.927
2.457.293
2.354.334
2.339.167
2.321.341
296.296
347.184
374.484
379.484
379.484
379.484
0
0
0
0
0
0
14.817
0
0
0
0
0
Omgevingsvergunning Handhaving Omgevingsbeleid Woonomgeving Grondexploitatie
254.508
295.423
238.293
233.836
229.150
219.046
6.169.772
277.917
330.929
330.929
330.929
330.929
Baten
6.735.393
920.524
943.706
944.249
939.563
929.459
Programma 10
1.244.349
1.300.403
1.513.587
1.410.085
1.399.604
1.391.882
Cijfers 2008: jaarrekening 2008 Cijfers 2009: begroting na begrotingswijzigingen berap en kadernota
Verklaring van verschillen Grondexploitatie Lasten De afwijking tussen 2008 en 2010 bedraagt -€ 6.092.000. Oorzaak: De werkelijke kosten van de grondexploitatie zijn in 2008 hoog uitgevallen, met name door de aankoop van de woningen en winkel van het winkelcentrum aan de Hoofdstraat te Leens. In 2008 is de gehele grondexploitatie opgenomen in programma 10. Dit betekent aan zowel baten- als lastenzijde eenmalige ophoging van ca. vijf miljoen euro. Baten De afwijking tussen 2008 en 2010 bedraagt -€ 5.892.000. Oorzaak: Zie onder de toelichting hierboven onder de lasten.
62
11 Projecten Inhoud van het programma In dit programma is een aantal gemeentelijke projecten ondergebracht. Het betreft de omvangrijke projecten die door de raad zijn ingesteld. Het jaar 2010 is een belangrijk jaar voor het intergemeentelijke project ELO en het project MFA. Het project Winkelconcentratie Leens is voor wat betreft het gemeentelijk aandeel grotendeels uitgevoerd in 2009. Het jaar 2010 staat bij dit project in het teken van afronding en de start van de bouw door de projectontwikkelaar. Programma 11 heeft een andere opzet dan de overige programma’s. Het bevat per project een samenvatting op hoofdlijnen van de projectomschrijving, toegespitst op doelstelling en wat we doen om het projectdoel te realiseren. Hierbij ligt de nadruk op de activiteiten voor 2010. De lasten van het programma bestaan uit de incidentele en structurele lasten van de gezamenlijke projecten voor het jaar 2010. De doelstellingen van de projecten passen binnen de algemene gemeentelijke doelstellingen, zoals die zijn verwoord in de overige programma’s. De projecten MFA en winkelconcentratie dragen bij aan het in stand houden van een voldoende en hoogwaardig voorzieningenniveau en op die manier aan de leefbaarheid binnen onze gemeente. Het programma van de elektronische overheid is deels gegeven met eisen van rijkswege, waarbij de gemeenten verantwoordelijk worden voor bepaalde vormen en wijzen van gegevensbeheer. Ook bevat het project een opgave om de dienstverlening aan de burger te verbeteren door een vraaggerichte werkwijze. Project Multifunctionele accommodatie Leens 1. Inhoud van het project en beleidscontext Het project is gericht op de bouw van een gezamenlijk onderkomen voor de drie basisscholen in Leens en een aantal andere voorzieningen. In het licht van de huidige huisvesting bestaat er dringend behoefte aan een nieuw schoolgebouw. De meerwaarde van een multifunctionele accommodatie bestaat uit de kansen voor samenwerking en medegebruik voor de onderwijsinstellingen en in de aanwezigheid van verwante voorzieningen in één gebouw. De volgende instellingen zullen gebruik maken van de nieuwe accommodatie: openbare basisschool De Lydinge, CBS De Regenboog, gereformeerde basisschool De Handpalm, peuterspeelzaal Bruintje Beer, kinderopvang Kids2B, muziekschool Noordakkoord, kindertheater De Wonderboom en de vereniging Dorpsbelangen. Omdat door de bouw van de MFA op het huidige sportveldencomplex een deel van de veldcapaciteit van de voetbalvereniging verloren gaat, worden een nieuw hoofd- en trainingsveld aangelegd. De aanleg en inrichting van de velden maakt deel uit van het project. De gecombineerde aanwezigheid van sportvelden enerzijds en scholen en kinderopvang anderzijds vormt een meerwaarde voor de voorzieningen in de MFA. De gemeentelijke overheid is wettelijk verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen, alsmede voor een groot deel van het schoolgebouwonderhoud. De keuze voor een voorziening met kwalitatieve meerwaarde, door samenbrenging van onderwijs- en jeugdgerelateerde voorzieningen in één gebouw, berust op autonome beleidsvrijheid. Deze keuze staat in relatie met de gemeentelijke visie op het behoud van gecentraliseerde kwalitatief hoogwaardige voorzieningen binnen de gemeente, in combinatie met de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de dorpen. 2. Doelstelling van het project a. Onderwijs en overige instellingen beschikken in Leens over een multifunctionele accommodatie als gezamenlijk onderkomen, waarbij voldaan wordt aan de randvoorwaarde van efficiencywinst in ruimtebeslag. Door de samenwerking treden verder de volgende effecten op: - de integratie van het aanbod voor jeugdigen en volwassen in Leens wordt bevorderd; - de ‘doorgaande leerlijn’ van jeugdigen wordt gestimuleerd.
63
b. De voetbalvereniging FC Leo beschikt over een volwaardige vervanging van het huidige trainingsen hoofdveld. 3. Planning De oplevering van de MFA was op grond van de begin 2009 geactualiseerde projectplanning voorzien voor eind 2011, begin 2012. Bij de vaststelling van de kadernota in september 2009 is besloten om de bouw van de MFA met twee jaar uit te stellen. Oplevering staat nu gepland voor begin 2014. Dit heeft uiteraard consequenties voor de activiteiten in 2010. De diverse processtappen zullen in een langzamer tempo dan voorzien plaatsvinden. Dit heeft als bijkomend voordeel dat bij sommige procedures in het project nu meer zekerheid ontstaat dat ze zorgvuldig binnen de beschikbare tijd afgehandeld kunnen worden. 4. Activiteiten a. Ontwerp gebouw De gebruikers en architect werken samen aan het gebouwontwerp in de diverse fasen van schetsontwerp, voorlopig ontwerp en definitief ontwerp. Daana volgen in 2013 het maken van het bestek en de aanbesteding. Dit onderdeel eindigt met de gunning van de bouw. b. Bestemmingsplan Het voeren van de gebruikelijke ruimtelijke ordeningsprocedure is nodig om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen voor het sportveldencomplex en de MFA. Dit onderdeel is beëindigd wanneer sprake is van een onherroepelijk bestemmingsplan. Zonder vertragende bezwaarberoepsprocedures kan het plan in kan het plan in de tweede helft van 2010 worden vastgesteld. c. Inrichting buitenruimte Dit onderdeel omvat de verkeerskundige inrichting rondom de MFA en de inrichting van de sportvelden. In 2010 wordt gewerkt aan het ontwerp van de verkeerskundige inrichting en de aanpassing van de sportvelden.
Project Winkelconcentratie Leens 1. Inhoud van het project en beleidscontext Het project is gericht op de bouw van een winkelcentrum en de vestiging van een winkelbestand van voldoende omvang en kwaliteit in het dorp Leens. Boven de winkels zullen appartementen gerealiseerd worden. De gemeente werkt hierbij samen met een projectontwikkelaar. Een winkelcentrum in Leens draagt bij aan het behoud én de versterking van de voorzieningen binnen onze gemeente. Aan verdere versnippering of afname van detailhandel in Leens zal naar verwachting een halt worden toegeroepen. De nieuwe voorziening biedt plaats aan een gevarieerd detailhandelaanbod en nieuwe woonmogelijkheden. Gelijktijdig biedt het winkelcentrum de kans om de ruimtelijke kwaliteit van Leens te versterken. Deze doelstellingen sluiten aan bij de gemeentelijke visie op het behoud van gecentraliseerde kwalitatief hoogwaardige voorzieningen binnen de gemeente. Het beoogde maatschappelijk effect van het project is dan ook dat het huidige voorzieningenniveau tenminste gehandhaafd blijft op de middellange tot lange termijn. In het winkelcentrum en de appartementen zal gebruik gemaakt worden van een duurzame energievoorziening die tevens energie zal leveren aan gemeentelijke eigendommen, te weten het zwembad en het gemeentehuis. Daarmee geven we invulling aan onze doelstelling om een voorbeeldfunctie te vervullen in het benutten van duurzame ontwikkelingsmogelijkheden. Investeren in behoud of versterking van voorzieningen berust op een autonome keuze van de gemeente. In dit project heeft de gemeente vooral een planologisch-kaderstellende rol ten aanzien van de kwaliteit van de te realiseren voorziening. De gemeente is verantwoordelijk voor de grondverwerving en het bouw- en woonrijp maken van de openbare ruimte. De ontwikkelaar realiseert vervolgens het winkelcentrum en de appartementen voor eigen risico.
64
2. Doelstelling van het project De bouw van een winkelcentrum dat plaats biedt aan een gevarieerd aanbod van detailhandel en aan appartementen in het centrum van Leens. In concreto gaat het om: - ca. 5.200 m2 b.v.o., verdeeld over een centraal blok van ca.4.300 m2 en twee losse eenheden. Deze ruimten worden gevuld met een tweetal supermarkten (full-service en een discounter). De overige ruimten worden vooral in gebruikgenomen door non-food zaken en dienstverlening. - 21 appartementen gesitueerd op de 1e verdieping van het centrale winkelblok. - inrichting van ca. 12.500 m2 openbaar gebied. Hierbij gelden de volgende de randvoorwaarden: - de investeringsimpuls wordt aangegrepen om bestaande zwakke punten in de bestaande stedenbouwkundige structuur op te lossen; - de nieuwe stedenbouwkundige structuur sluit aan bij de omringende structuur en biedt voldoende mogelijkheden voor de invulling van de openbare ruimte; - het winkelcentrum zelf heeft een zodanige stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit dat het nu en in de toekomst goed functioneert en aansluit bij de bebouwing in het dorp. 3. Activiteiten Het bestemmingsplan Leens winkelcentrum (2008) is gedeeltelijk door de Raad van State vernietigd. Het gaat hierbij om het gedeelte waar het centrale winkelblok op komt te staan. Alle overige bestemmingsplanonderdelen, waaronder de gehele openbare ruimte, is nu wel definitief bestemd. Inmiddels is het nieuwe bestemmingsplan voor het gedeelte centrale winkelblok weer in procedure genomen. Na het definitief worden van dit nieuwe bestemmingsplan kan ook de bouwvergunning worden afgegeven. Het bouwrijpmaken van het plangebied is in september 2009 afgerond. Daarna zal het woonrijpmaken worden voorbereid. Medio 2010 moet dit leiden tot een definitief plan waarbij de kostenraming past binnen de door de raad vastgestelde begroting. Gezien de afwijzing van de Waddenfondssubsidieaanvraag kan dit alleen als bepaalde planonderdelen komen te vervallen, soberder worden uitgevoerd en/of de uitvoering verder wordt gefaseerd. Daarna volgt het maken van de noodzakelijke bestekken en het doorlopen van de openbare aanbestedingsprocedure. Activiteitenoverzicht 2010 Activiteit Bestemmingsplanprocedure C1 doorlopen Beoordelen aanvraag bouwvergunning. Opstellen definitief plan voor het woonrijpmaken van het plangebied. Plus het doorlopen van een openbare aanbestedingsprocedure op basis van een bestek. Uitwerken van de van toepassing duurzame energie.
Indicator Onherroepelijk bestemmingsplan Afgifte bouwvergunning en start bouw Definitief plan woonrijpmaken, bestek en gunning van het werk. -
Provinciale vergunning samenwerkingsovereenkomst met betrokken partijen Installeren van een energievoorziening
Intergemeentelijk project Elektronisch Loket Overheid 1. Inhoud van het project In het ELO-project bereidt de gemeente haar organisatie voor op optimale elektronische dienstverlening. Van deze dienstverlening maken twee verschillende groepen gebruik: burgers en andere overheidsinstellingen. Lokethandelingen waarvoor een burger nu vaak meerdere keren naar het gemeentehuis moet, zullen overbodig of sterk vereenvoudigd worden door toepassing van elektronische aanvraagmogelijkheden en beter gegevensbeheer bij de gemeente. Bij gegevensgebruik door andere overheidsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de gemeente als bronhouder in het geding. De gemeente staat garant voor de juistheid en volledigheid van bijvoorbeeld gebouw- en adresgegevens, waartoe ook andere overheidsinstanties toegang hebben en waarvan ze gebruik maken ten behoeve van hun eigen klanten. 65
2. Beleidscontext en organisatie Gemeenten in Nederland hebben zich in VNG-verband gecommiteerd aan het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) dat betrekking heeft op (elektronische) overheidsdienstverlening. De uitwerking is verwoord in de brochure Antwoord©2. De BMW-gemeenten hebben deze visie eveneens omarmd als basis voor hun toekomstige dienstverlening. De ELO-projectorganisatie werkt op basis van de projectplannen die in het najaar van 2009 opnieuw worden vastgesteld. Uitgangspunt is dat het resterende programma binnen het bestaande budget wordt uitgevoerd. Er is een nieuwe programmamanager aangetrokken. Deze coördineert het project onder de verantwoordelijkheid van de stuurgroep, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de drie gemeenten. 3. Activiteiten De BMW-gemeenten werken aan een gemeenschappelijk dienstverleningsconcept en een vraaggerichte organisatie. De burgers kunnen bij een klantencontactcentrum (frontoffice) antwoord krijgen op hun vragen en efficiënt geholpen worden bij hun aanvragen. Om dit programma waar te kunnen maken moeten bedrijfsprocessen gemoderniseerd worden. Daarbij wordt gekeken naar de kwaliteit van de bestaande gegevens, naar de inrichting van werkprocessen, naar de gewenste kwaliteit en naar de apparatuur die je nodig hebt om te gaan doen wat je straks wilt doen. De automatisering en informatisering van de BMW-gemeenten worden ondergebracht in een gemeenschappelijke beheerorganisatie.
Wat mag het kosten? Omschrijving product Projecten Lasten Projecten Baten Programma 11 Projecten
2008
2009
2010
2011
2012
2013
368.413
1.119.126
850.800
777.139
658.505
654.105
368.413
1.119.126
850.800
777.139
658.505
654.105
219.813
9.000
0
0
0
0
219.813 148.600
9.000 1.110.126
0 850.800
0 777.139
0 658.505
0 654.105
Cijfers 2008: jaarrekening 2008 Cijfers 2009: begroting na begrotingswijzigingen berap en kadernota
Verklaring van verschillen Projecten Lasten De afwijking tussen 2008 en 2010 bedraagt € 446.000. Oorzaak: Dit betreft een combinatie van daling van de lasten voor project Pieterburen en een andere opzet van het vastgoed/ELO-Grunn project Lasten De afwijking tussen 2009 en 2010 bedraagt -€ 305.000. Oorzaak: Zie hierboven.
66
Leenstertillen
67
68
PARAGRAFEN
69
1. Lokale heffingen 1. Inleiding Deze paragraaf geeft een overzicht op hoofdlijnen van lokale heffingen en belastingen. Zo ontstaat inzicht in de lokale lastendruk en kan een integrale afweging tussen beleid en inkomsten worden gemaakt. Ook wordt weergegeven welke gevolgen voor inwoners het beleid dat de gemeente in het begrotingsjaar zal voeren ten aanzien van lokale heffingen en kwijtschelding heeft.
2. Beleid ten aanzien van gemeentelijke heffingen Voor de hoogte van de gemeentelijke heffingen gelden de volgende uitgangspunten: 1. In het begrotingsjaar zal 19,2% van de inkomsten van de gemeente De Marne afkomstig zijn uit lokale heffingen. Zij vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente en worden opgebracht door de inwoners en bedrijven in de gemeente. Ook toeristen en forensen dragen bij. 2. In de Gemeentewet is limitatief opgesomd welke belastingen de gemeente mag heffen. De gemeente De Marne kent drie belastingen (OZB, toeristenbelasting en forensenbelasting) waarvan de opbrengst vrij besteed mag worden. Daarnaast zijn er rechten en leges voor individuele diensten die aan inwoners worden verleend. Het betreft dan bijvoorbeeld reinigingsheffingen, rioolrechten en leges voor bouwvergunningen en paspoorten. De tarieven van deze rechten en leges moeten zodanig worden vastgesteld dat de opbrengsten de kosten voor het verlenen van de dienst niet overschrijden. 3. De bevoegdheid tot het invoeren of afschaffen van belastingen, rechten en leges berust bij de gemeenteraad. Een besluit wordt genomen door het vaststellen, wijzigen of intrekken van een verordening. 4. Er wordt gestreefd naar kostendekkendheid van tarieven 5. De raad bepaalt het kwijtscheldingsbeleid. 6. Er wordt niet voldaan aan de landelijk vastgestelde macronorm OZB, het Rijksvoornemen dat alle gemeenten gezamenlijk de OZB slechts gelimiteerd verhogen.
3. Overzicht van lokale heffingen Onderstaande tabel geeft weer welke opbrengsten uit lokale heffingen zijn geraamd als dekkingsmiddelen in de begroting. Ten opzichte van 2009 zullen deze inkomsten gemiddeld met 10,48 % stijgen. Een mutatie is niet uitsluitend het gevolg van een aanpassing van het tarief, er is ook sprake van autonome wijzigingen (bijvoorbeeld meer overnachtingen in het kader van de toeristenbelasting of minder ledigingen van afvalcontainers). Tabel 1: Opbrengst van de lokale belastingen, heffingen en retributies bedragen x € 1.000 omschrijving Onroerende zaakbelasting Reinigingsheffingen Rioolrechten Bouwleges Toeristenbelasting Secretarieleges Lijkbezorgingrechten Forensenbelasting Marktgelden Brandweerrechten Totaal
2009
2010
1.363,0 1.272,0 1.426,0 262,0 112,0 122,4 111,0 72,0 2,9 1,2 4.744,5
1.498,0 1.333,0 1.494,0 302,0 249,0 125,7 155,0 81,0 3,0 1,2 5.241,9
70
% van totaal 29% 25% 29% 6% 5% 2% 3% 2% 0% 0% 100%
verschil Mutatie t.o.v. 2009-2010 2009 135,0 9,90% 61,0 4,80% 68,0 4,77% 40,0 15,27% 137,0 122,32% 3,3 2,70% 44,0 39,64% 9,0 12,50% 0,1 3,45% 0,0 1,67% 497,4 10,48%
4. Ontwikkeling van de lokale belastingen 4.1. Onroerend zaak-belastingen De onroerende-zaakbelasting (OZB) wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak en genereert de hoogste belastingopbrengst. De OZB kan gesplitst worden in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. Het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen, is gebaseerd op de waarde van de onroerende zaak per peildatum 1 januari 2009. De waarderingsgrondslag wordt elk jaar opnieuw vastgesteld, volgens de regels in de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Op het moment van samenstellen van deze paragraaf was het herwaarderingsproces nog gaande zodat geen definitieve gemiddelde van beschikte waarden kon worden opgenomen. De voorlopige gemiddelde waarde per woning is € 150.000 Dat betekent dat de tarieven nog niet exact berekend kunnen worden, omdat zij mede afhankelijk zijn van de waardeontwikkelingen. De exacte tarieven zullen worden opgenomen in de nog vast te stellen OZB-verordening 2010. De gewenste opbrengstontwikkeling van 9,75% is reeds in de kadernota 2010-2013 vastgelegd. Het uitgangspunt blijft dat, bij een gemiddelde waardestijging of –daling, de belastingplichtige een aanslag krijgt die in vergelijking met 2009 alleen stijgt met de gewenste opbrengstontwikkeling van 9,75% zoals hierboven omschreven.
Tabel 2: Tarieven onroerende-zaakbelasting De Marne 2009 Woningen eigenaren in % van de waarde Niet-woningen eigenaren in % van de waarde gebruikers in % van de waarde
De Marne 2010
Stijging t.o.v. 2009
Stijging in %
0,0998
nnb
9,75%
9,75%
0,1593 0,1280
nnb nnb
9,75% 9,75%
9,75% 9,75%
4.2. Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten Reinigingsheffingen is de verzamelnaam voor twee soorten heffingen. De afvalstoffenheffing wordt toegepast bij alle percelen waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan en de gemeente is verplicht in te zamelen. De reinigingsrechten worden toegepast bij percelen die uitsluitend als nietwoning in gebruik zijn en waarvan de belanghebbende er voor kiest de afvalstoffen te laten inzamelen door de gemeente, hier bestaat dus geen verplichting. De werkwijze en tarieven zijn gelijk, de inzameling vindt plaats door de Milieudienst en het aantal aanleveringen wordt geregistreerd. Het verschil is dat bij reinigingsrechten BTW wordt geheven over de verleende dienst, bij afvalstoffenheffing is dat niet het geval. Afvalstoffenheffing Met betrekking tot de afvalstoffenheffing is het beleid dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. In 2009 is een onderzoek uitgevoerd door accountant Ernst & Young naar de kostendekkendheid. De afvalstoffenheffing is niet kostendekkend. De accountant heeft aanbevelingen gedaan over de tariefberekening, het monitoren van kosten en opbrengsten, het opstellen van een nacalculatie en de urenregistratie. Die aanbevelingen zullen in het begrotingsjaar worden opgevolgd.
71
Per 1 januari 2007 heeft De Marne een gedifferentieerd systeem op basis van volume en frequentie. De tarieven worden vastgesteld op basis van de afvalstoffenkosten-begroting van het begrotingsjaar. Er is sprake van een vast tariefdeel en een variabel tariefdeel. Het variabel tariefdeel is afhankelijk van de werkelijke aanbiedfrequentie van de minicontainer. Het tarief is zo berekend dat bij een gemiddeld aanlevergedrag 58,5% van het verschuldigd bedrag tot het vast tariefdeel behoort en 41,5% tot het variabel tariefdeel. In de kadernota 2010-2013 is opgenomen dat voor 2010 de gemeente naast de inflatoire stijging maximaal kostendekkend wil werken, dus meer kosten aan de heffing wil en mag toerekenen en daarom € 112.000 extra opbrengst moet genereren. € 85.000,- van die extra opbrengst wordt verkregen door inzet van de helft van de reserve “afvalstoffenheffing en diftar”. De rest van de gewenste opbrengststijging is bereikt door een verhoging van de variabele tarieven met gemiddeld 11,4%, inclusief inflatiecorrectie. De inzet van de reserve komt niet ten gunste van het product reinigingsheffingen, maar wordt rechtstreeks ten gunste van de algemene middelen gebracht. Tabel 3: Tarieven afvalstoffenheffing per huishouden De Marne 2009 € 145,30 € 4,65 € 3,00 € 3,70 € 2,35 € 1,05
vastrecht lediging 240 liter grijze cont. lediging 140 liter grijze cont. lediging 240 liter groene cont. lediging 140 liter groene cont. opening ondergrondse cont.
De Marne 2010 € 145,30 € 5,18 € 3,34 € 4,12 € 2,62 € 1,17
Stijging t.o.v 2009 0,00% 11,40% 11,33% 11,35% 11,49% 11,43%
4.3. Rioolrechten Rioolrechten worden geheven van de eigenaar of zakelijk gerechtigde van een object dat direct of indirect is aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel. De opbrengst van de rioolrechten mag alleen worden benut voor het aanleggen en onderhouden van het gemeentelijke rioleringsstelsel. Uitgangspunt is dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. De tarieven zijn gebaseerd op kostenopstellingen zoals die zijn opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), dat in oktober 2009 wordt behandeld in de raad. In 2009 is een onderzoek uitgevoerd door accountant Ernst & Young naar de kostendekkendheid. De tarieven zijn op begrotingsbasis kostendekkend, maar uit de nacalculatie blijkt dat de kosten hoger zijn dan de baten. De accountant heeft aanbevelingen gedaan over een procedure voor het opstellen van het GRP, de tariefberekening, het monitoren van kosten en opbrengsten, het opstellen van een nacalculatie en de urenregistratie. Die aanbevelingen zullen in het begrotingsjaar worden opgevolgd. In de kadernota 2010-2013 is opgenomen dat voor 2010 de gemeente een tarief van € 305,00 hanteert. De rechten betreffen een vast tarief per object dat is aangesloten. In het GRP 2009-2013 is opgenomen dat deze heffingswijze ongewijzigd blijft, en dat er bijvoorbeeld niet geheven wordt naar waterverbruik. Tabel 4: Tarieven rioolrechten
De Marne De Marne 2009 2010 € 289,70 € 305,00
eigenaren (per object)
Stijging t.o.v. 2009 5,28%
In verband met verschillen in de tariefsystemen is in de tabel geen vergelijking gemaakt met de landelijke tarieven. De gemiddelde rioolrechten voor een meerpersoonshuishouden liggen in de
72
gemeente De Marne echter hoger dan het landelijk gemiddelde (zie onder 1.4). Oorzaken zijn de structuur van de gemeente, het GRP en de verplichting objecten in het buitengebied middels zogenaamde IBA’s aansluiting te geven op het gemeentelijke rioleringsstelsel. In 2010 zal op basis van nieuwe wetgeving het rioolrecht veranderen in een rioolheffing.
4.4. Overige belastingen Toeristenbelasting In 2006 is besloten een tarief van € 0,45 per overnachting te hanteren en dit tarief ook voor 2007, 2008 en 2009 toe te passen. De opbrengst wordt verkregen uit de vermenigvuldiging van het totaal aantal werkelijke overnachtingen maal het tarief. Overigens moet ten aanzien van deze belastingsoort worden vermeld dat onbeïnvloedbare factoren zoals het weer de opbrengst mede bepalen. De stijging in tabel 1 wordt veroorzaakt door het werkelijk aantal overnachtingen in de berekening te betrekken, dat in de laatste jaren gemiddeld iets hoger ligt. Het tarief wordt met ingang van 2010 verhoogd van € 0,45 naar € 1,00. Forensenbelasting Het tarief wordt in het begrotingsjaar met 12,65% verhoogd tot € 445,--. Op basis van tarieven van omliggende gemeenten en de feitelijke gemiste uitkering van het Rijk voor belanghebbenden die niet zijn ingeschreven in de gemeente maar wel gebruik maken van de voorzieningen is dit bedrag verdedigbaar. Op grond van een lager aantal subjecten dat belastingplichtig is, is er een daling van de totale opbrengst. 4.5. Overige tarieven In 2009 is een onderzoek uitgevoerd door accountant Ernst & Young naar de kostendekkendheid. Daarbij is gebleken dat er niet altijd sprake is van 100% kostendekking. De accountant heeft aanbevelingen gedaan ten aanzien van de berekening van de tarieven en de uitvoering van nacalculaties. Daarnaast zijn er aanbevelingen ten aanzien van de wijze waarop uren worden geschreven en toegerekend, de wijze van kostenverdeling en het onderbrengen van kosten en baten bij één budgethouder. De aanbevelingen zullen in het begrotingsjaar worden uitgevoerd. Bouwleges De tarieven worden in 2010 met het inflatoire percentage verhoogd voor zover het bouwvergunningen betreft, uit de procedures voor het wijzigen van bestemmingsplannen zal ten opzichte van 2009 een opbrengstverhoging van € 33.000 worden gerealiseerd (zie ook kadernota 2010-2013). Secretarieleges De tarieven worden in 2010 met 2,75% verhoogd. Een aantal tarieven is gebonden aan wettelijke gestelde maxima en wordt niet aangepast. De tarieven voor paspoorten en rijbewijzen worden vastgesteld op basis van de door het Rijk berekende bedragen, omdat er in deze gevallen afdracht aan respectievelijk het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de Rijksdienst voor het Wegverkeer plaatsvindt. Lijkbezorgingrechten In 2008 en 2009 is geconstateerd dat een onderschrijding op de inkomsten plaatsvindt. De onderschrijding is onder andere het gevolg van minder verkochte graven en het feit dat vaker de keuze wordt gemaakt voor crematie. Een analyse van deze veranderingen en de gevolgen ervan voor zowel kosten als opbrengsten is in 2009 uitgevoerd. In de kadernota 2010-2013 is besloten om de tarieven zodanig te verhogen dat in 2010 een meeropbrengst wordt verkregen van € 44.000. Marktgelden De tarieven worden verhoogd met 2,75%. Het marktgeld bedraagt dan per dag of deel daarvan € 0,79 per strekkende meter en € 16,03 per strekkende meter voor een abonnement in het kalenderjaar.
73
Brandweerrechten In 2009 is een verordening vastgesteld waarin diensten zijn opgenomen die worden verleend, maar die niet zijn gebaseerd op de wettelijke verplichting uit de Brandweerwet en de Wet Rampen en Ongevallen. Het betreft dan diensten als het openen van deuren als iemand de sleutel is vergeten of het uit de boom halen van een kat. Tot op heden worden de gemaakte kosten voor deze diensten niet verhaald op de aanvrager. De te verwachten extra opbrengsten zijn beperkt, omdat niet bekend is hoe vaak de dienstverlening zal plaatsvinden.
5. Ontwikkeling van de woonlasten De woonlasten bestaan uit de onroerende-zaakbelasting (voor eigenaren van woningen en nietwoningen en gebruikers van niet-woningen), afvalstoffenheffing en rioolrechten. Onderstaande tabel geeft de omvang van de lokale woonlasten voor een gemiddeld (meerpersoons)huishouden van De Marne weer. Bij de berekening is uitgegaan van de gemiddelde WOZ waarde voor woningen van € 150.000,--. Tabel 5: Woonlasten per huishouden De Marne 2009 € 149,70 € 249,30 € 289,70 € 688,70
gemiddelde OZB-aanslag afvalstoffenheffing rioolrechten Totaal woonlasten
De Marne 2010 € 154,20 € 261,16 € 305,00 € 720,36
Stijging t.o.v 2009 3,01% 4,76% 5,28% 4,60%
In het begrotingsjaar zullen de woonlasten met 4,60% stijgen. Aan het einde van deze paragraaf vindt u een vergelijking met de tarieven binnen andere gemeenten (2009). Gevolgen voor minima, woningbezetters en niet-woningbezitters Minima Over het algemeen heeft de minima geen eigen woning. Dit betekent dat zij alleen afvalstoffenheffing hoeven te betalen, waarvoor het onder punt 1.5 genoemde kwijtscheldingsbeleid geldt. De gevolgen van verhoging van de woonlasten is voor minima nihil. Woningbezitters Woningbezitters vallen onder de in tabel 5 genoemde woonlasten. Dit betekent een stijging van € 31,66 Niet-woningbezitters Niet-woningbezitters betalen alleen voor de afvalstoffenheffing. Dit betekent een stijging van € 11,84 in 2010.
6. Kwijtscheldingsbeleid Overeenkomstig het in 2002 overeengekomen minimabeleid wordt kwijtschelding verleend aan burgers met een inkomen op minimumniveau. De kwijtschelding heeft uitsluitend betrekking op de afvalstoffenheffing (de enige gebruikersheffing). De kwijtschelding is 100% van het vast tariefdeel en daarnaast het variabel tariefdeel voor zover dit het gemiddelde aanlevergedrag niet te boven gaat.
74
7. Indicatoren De aanslagen OZB, afvalstoffenheffingen en rioolrechten en de WOZ-beschikkingen worden zo mogelijk gecombineerd op één biljet verzonden. De WOZ-beschikkingen moeten binnen 8 weken na aanvang van het jaar worden genomen. De verwachting is dat in 2010 de volgende hoeveelheden zullen worden verzonden: OZB 6600 WOZ-beschikkingen 6122 Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten 5450 Diftarnota’s 14250 Rioolrechten 4906 Toeristenbelasting 75 Forensenbelasting 180 Grof huisvuil 375 Lijkbezorgingsrechten 80 Legesnota’s bouwvergunningen 200
Tegen de waarde en tegen de aanslagen kan bezwaar worden aangetekend. Deze bezwaren moeten binnen het kalenderjaar waarin ze zijn ingediend worden afgehandeld, met een uitloop van zes weken indien ze na 19 november zijn ingediend. Op basis van ervaringscijfers worden bezwaren tegen aanslagen binnen zes weken afgehandeld, bezwaren tegen de WOZ-waarde zijn binnen vier maanden allemaal afgehandeld. Deze langere afhandelingstijd is het gevolg van gelijktijdige indiening en gedeeltelijke uitbesteding aan het taxatiebureau. Verwacht wordt dat er 40 bezwaren tegen aanslagen gemeentelijke belastingen en legesnota’s worden ingediend en 150 tegen de WOZ-waarde.
8. Risico’s Twee van de hierboven genoemde belastingsoorten kunnen worden beïnvloed door de economische situatie: toeristenbelasting en leges voor bouwvergunningen. Op het moment van samenstellen van deze paragraaf was nog niet inzichtelijk welke invloed de recessie in 2010 zal hebben en of die invloed negatief zal zijn.
75
Overzicht gemeentelijke belastingtarieven Groninger gemeenten over 2009 tarieven OZB 2009
Gemeenten naar regio Noord-Groningen Appingedam Bedum Delfzijl De Marne* Eemsmond** Loppersum Ten Boer Winsum
afvalstoffenheffing
rioolrechtenkostendekking afvalper stoffen- riooleigenaar gebruiker eigenaar 1-persoons meer-pers. huish. huish. aansl. heffing recht % % % € € € % % woningen niet-woningen
0,1772 0,1040 0,1456 0,0998 0,1787 0,1170 0,1200 0,1404
0,1793 0,1516 0,2492 0,1280 0,2435 0,1215 0,1870 0,1516
0,2331 0,1916 0,3116 0,1593 0,3039 0,1587 0,2290 0,1996
263,4 n.v.t. 253,6 n.v.t. 12,0 236,4 n.v.t. 264,8
288,60 263,05 320,20 249,30 24,00 284,80 263,64 288,15
166,20 159,82 197,00 289,70 226,34 244,55 240,76 198,25
93 98 100 100 100 100 100 97
82 100 100 87 100 100 98 73
Centr./West Groningen Groningen 0,1220 Grootegast*** 0,0913 Haren*** 0,1064 Hoogezand-S* 0,1170 Leek*** 0,1050 Marum*** 0,0890 Slochteren 0,0999 Zuidhorn** 0,0947
0,2410 0,1388 0,0852 0,1990 0,0970 0,1070 0,1220 0,1128
0,3040 0,1711 0,1064 0,2480 0,1050 0,1400 0,1513 0,1438
310,3 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 208,2 n.v.t.
352,32 207,78 219,00 259,32 213,00 252,24 230,55 207,74
127,75 213,90 173,19 148,10 204,74 213,00 259,30 194,51
100 100 100 100 100 100 100 100
100 86 100 100 83 75 100 100
Oost-Groningen Bellingwedde Menterwolde Pekela Reiderland**** Scheemda**** Stadskanaal Veendam Vlagtwedde Winschoten****
0,0900 0,2000 0,1800 0,2536 0,2284 0,1630 0,1447 0,0665 0,2384
0,1101 0,2480 0,2290 0,3168 0,2788 0,2012 0,1810 0,0841 0,2984
167,0 191,9 190,0 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 239,4 n.v.t. n.v.t.
220,00 211,85 245,00 218,00 185,00 216,75 297,00 245,36 145,00
229,00 208,53 277,00 216,00 220,66 164,00 131,40 295,10 227,20
95 90 100 61 74 100 100 100 63
100 94 100 100 100 100 72 100 100
0,1101 0,1300 0,1340 0,1528 0,1460 0,1038 0,1070 0,0841 0,1584
* De gemeenten De Marne, Stadskanaal en Hoogezand-Sappemeer hanteren bij afvalstoffenheffing een gedifferentieerd tarief op basis van het aantal malen dat huisvuil wordt aangeboden. ** Gemeente Eemsmond heeft de afvalstoffenheffing grotendeels verdisconteerd in de OZB-tarieven. ***De gemeenten Haren, Leek, Marum, Grootegast en Zuidhorn hanteren bij de afvalstoffenheffing een gedifferentieerd tarief op basis van het aantal aangeleverde kilo’s afval. ****De gemeenten Winschoten, Scheemda en Reiderland verlenen voor het jaar 2009 m.b.t. de afvalstoffenheffing een eenmalige korting van resp. € 105, € 65 en € 32.
76
2. Weerstandsvermogen 1. Inleiding Naast de cijfers in de begroting is het belangrijk dat we inzicht hebben in de mee- en tegenvallers die zich kunnen voordoen (risico’s) en in de mogelijkheden die we hebben om tegenvallers op te vangen (weerstandscapaciteit). Een gezond weerstandsvermogen stelt ons in staat om incidentele financiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit ons tot bezuinigingen dwingt en daarmee ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Om een goed oordeel te kunnen geven van het weerstandsvermogen van onze gemeente, zijn twee elementen van belang: - weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten (risico’s) te dekken; - risico’s: alle risico’s waarvoor geen maatregelen (bijvoorbeeld in de vorm van verzekeringen) zijn getroffen en die van invloed kunnen zijn op de financiële positie. Op beide elementen wordt in deze paragraaf ingegaan.
2. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit geeft een indicatie voor de mogelijkheden om toekomstige niet begrote financiële tegenvallers op te vangen en kan worden gezien als “vet op de botten”. Een dergelijke buffer ligt deels in de exploitatie (de begroting van baten en lasten) en deels in de vermogenssfeer (reserves). Hieronder geven we een inschatting van deze categorie. 2.1. Weerstandscapaciteit in de exploitatiesfeer In de sfeer van de exploitatie zijn de volgende aspecten van belang voor de beoordeling van de weerstandscapaciteit: a) raming voor onvoorziene lasten en begrotingssaldo; b) onbenutte belastingcapaciteit; c) stelposten, waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan; d) aanwezige mogelijkheden om ombuigingen / heroverwegingen te realiseren. Achtereenvolgens lichten we deze mogelijkheden toe. 2.1.1. Raming voor onvoorziene lasten en begrotingssaldo Jaarlijks bevat de begroting een budget voor onvoorziene lasten. Voor 2010 bedraagt dit budget € 75.000,-. Het begrotingssaldo ziet er volgens de meerjarenraming 2010-2013 als volgt uit.
begrotingsaldo 2010 begrotingsaldo 2011 begrotingsaldo 2012 begrotingsaldo 2013
-1063 -639 -100 -95
2.1.2. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra ruimte die de gemeente heeft om, met inachtneming van de wetgeving, maximale inkomsten te genereren uit de gemeentelijke heffingen.
77
Met andere woorden, het verschil tussen de fictieve opbrengsten bij maximale heffing- en belastingtarieven en de begrote opbrengsten is de onbenutte belastingcapaciteit. De tarieven van de gemeentelijke heffingen van onze gemeente zijn van een zodanige omvang dat de onze gemeente op dit punt zou worden toegelaten tot de artikel 12 status. De gemeente heeft dus geen mogelijkheden meer om haar inkomsten op het gebied van de gemeentelijke belastingen te verhogen. De onbenutte belastingcapaciteit is daarom nihil. 2.1.3. Stelposten, waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan Daarnaast is sprake van een aantal stelposten, o.a. voor het opvangen van prijsstijgingen (€ 101.000). Zie voor de specificatie het onderdeel algemene dekkingsmiddelen in de financiële begroting (blz. 103) bedragen x € 1.000
omschrijving Raming voor onvoorzien Onbenutte belastingcapaciteit Stelposten waarvoor geen verplichtingen zijn aangegaan
bedrag 75 0 307 382
Resumerend bedraagt de totale weerstandcapaciteit in de exploitatiesfeer.
2.2. Weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer De weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer bestaat uit de algemene reserve en de stille reserves. Deze onderdelen worden hierna toegelicht. 2.2.1. Algemene reserve De algemene reserve dient om een mogelijk negatief saldo van de rekening van baten en lasten te dekken. Daarnaast kunnen tussentijdse eenmalige tegenvallers door deze reserve worden opgevangen zonder dat het beleid behoeft te worden bijgesteld. Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit is het van belang om de hoogte van het vrije deel van de algemene reserve te bepalen. Met inachtneming van de op 10 juli 2007 vastgestelde nota “reserves en voorzieningen” en de uitkomsten van de jaarrekening 2008 is het aanwendbaar bedrag van de algemene reserve per 1 januari 2009 formeel vastgesteld op € 4,2 miljoen. De bestemmingsreserves zijn gelabeld aan het doel waarvoor ze zijn ingesteld. Toch blijft het individueel mogelijk om een bestemmingsreserve (of een deel ervan) naar de algemene reserve over te hevelen. Dat zal plaats kunnen vinden, als het doel verdwijnt of – qua financiële inzet - wordt verkleind. In principe worden de bestemmingsreserves niet betrokken in de berekening van de weerstandscapaciteit. Eind 2009 wordt de nieuwe nota reserves en voorzieningen aangeboden aan de raad. 2.2.2. Stille reserves Deze categorie wordt gevormd door bezittingen die wel aanwezig zijn, maar waarvan de waarde niet of voor een te gering bedrag uit de balans blijkt. Het is voor de bepaling van de omvang van de stille reserves ook van belang of de activa verhandelbaar zijn. Voorbeelden: • Gronden en landerijen: De gemeente bezit, veelal verpachte, gronden en landerijen. In principe zijn deze gronden en landerijen vrij verkoopbaar, maar met de pachtrechten dient rekening te worden gehouden. Bovendien is het niet verstandig om alle gronden op enig moment te verkopen, omdat het strategisch gezien wenselijk kan zijn om ruilgronden achter de hand te hebben in verband met de realisering van plannen in het kader van ruimtelijke ordening. • Gebouwen: De gemeente bezit een aantal woningen en gebouwen, maar deze zijn vrijwel allemaal in gebruik gesteld. Te denken valt aan het gemeentehuis, de werkplaats van gemeentewerken, de
78
brandweerkazernes, de schoolgebouwen, voormalige schoolgebouwen, bibliotheken en andere gebouwen in het kader van sport, cultuur en recreatie. Vrije verkoop is – een enkel gebouw uitgezonderd - niet direct mogelijk omdat de gebouwen nodig zijn voor de taakuitvoering. Wel mag worden aangenomen dat bij een mogelijke verkoop de waarde op enig moment hoger ligt dan de balanswaarde. Er is dus sprake van enige latente ruimte. •
Aandelenbezit: De gemeente is aandeelhouder van: - de NV Bank van Nederlandse Gemeenten (BNG) - Essent/Enexis - Waterleidingmaatschappij Groningen
Zonder aan deze zaken direct een exacte waarde te kunnen geven, geeft het overzicht wel aan dat de gemeente nog enige “stille reserves” te gelde kan maken. Een algemeen kenmerk van stille reserves is dat men er niet direct over kan beschikken. Om die reden worden de stille reserves binnen deze opzet op p.m. gezet. In de kadernota 2010 is vastgesteld dat het grondbeleid van actief naar passief gaat. Bij een passief beleid verwerft de gemeente geen nieuwe gronden, tenzij dit noodzakelijk is in het kader van een verplichte taak of wanneer de grond zonder verlies direct doorverkocht kan worden. In andere gevallen legt de gemeente het risico van nieuwe ontwikkelingen bij de ondernemer. Hier tegenover staat dat we bereid moeten zijn om eventueel concessies te doen op het vlak van eisen aan planontwikkeling door particulieren.
2.2.3. Voorzieningen Voorzieningen worden gerekend tot het vreemde vermogen van de gemeente. Vandaar dat een voorziening geen onderdeel uitmaakt van het weerstandsvermogen.
Resumerend bedraagt de totale weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer:
omschrijving Algemene reserve Stille reserves
bedrag 4.192 pm 4.192
2.3. Geconsolideerde weerstandscapaciteit Hieronder volgt het overzicht van de totale weerstandscapaciteit (in bedragen x € 1.000)
omschrijving Raming voor onvoorzien Onbenutte belastingcapaciteit Stelposten waarvoor geen verplichtingen zijn aangegaan Algemene reserve Stille reserves
structureel 75 0 307
382
incidenteel
4192 pm 4192
Het bedrag van € 4,1 miljoen geeft dus het vermogen van de gemeente weer om in slechte tijden (eenmalig) binnen de exploitatie maatregelen te treffen die de incidentele financiële tegenvallers
79
binnen de begroting op kunnen vangen. Een volledige aanwending van de algemene reserve levert overigens direct een structureel renteverlies op van € 201.000.
3. Risico’s De gemeente loopt in de uitvoering van haar taken bepaalde risico’s. Er kunnen bij die uitvoering meeen tegenvallers ontstaan, waarvoor in de begroting geen budget is geraamd. Vooral voor de tegenvallers is het van belang in te schatten welke financiële gevolgen deze risico’s met zich meebrengen als een risico werkelijkheid wordt. Het is van belang de risico’s zo goed mogelijk te inventariseren. Risico uitgedrukt in geld hoog g
h
v h
k, j dp
m
gemiddeld e l
m r
s w
laag u ct
q a
f
gemiddeld laag Kans dat het risico zich voordoet Risico uitgedrukt in geld Laag Lager dan € 100.000,Gemiddeld Tussen € 100.000,- en € 250.000,Hoog Groter dan € 250.000,Kans dat het risico zich voordoet Laag Na 2012 Gemiddeld In 2011 of 2012 Hoog In 2010
80
u b o hoog
De risico’s zijn als volgt ingedeeld. 1. ongewijzigde risico’s; 2. gewijzigde risico’s; 3. nieuwe risico’s; 4. opgeloste risico’s
Ongewijzigde risico’s progr 1 (a) 1 (b) 2 (c) 4 (d) 4 (e) 7 (f) 10 (g) 10 (h) dekk. (i) midd dekk. (j) midd
onderwerp Personeelsformatie
reden te smalle formatie, vaak geen achtervang, stagnatie werkzaamheden, kostenstijgingen, enz Samenwerking en uitbesteding onbalans in de wederzijdse afhankelijkheid, te weinig sturingen controlemogelijkheden Veiligheidsbeheersing rampenplan, milieurisico’s, dorpswachten Exploitatie haven Lauwersoog ondernemersrisico Waarde gemeentelijke gebouwen en discrepantie tussen economische waarde en boekwaarde andere onroerende zaken Samenwerking op het gebied van eventueel wegvallen sleutelfunctionarissen Soza Grondcomplexen exploitatieverliezen/onverkoopbare kavels. Tegenvallende verkoop door krimp en recessie. Projecten buiten exploitatie project Zoutkamp buitendijks Algemene uitkering en weinig invloed op wegvallen en/of lagere uitkeringen dekkingsmiddelen Renterisico veel vreemd vermogen; risico van stijgende rente; het risico wordt manifest indien de te betalen rente boven de 4,8% uitkomt.
Gewijzigde risico’s progr 3 (k)
onderwerp Onderhoud wegen
7 (l)
Wet Werk en Bijstand
reden Er zijn twee risico's benoemd bij het onderdeel wegen, onvoorziene schade aan wegen door achterstallig onderhoud en een financieel risico op kapitaalvernietiging. In 2009 heeft de raad extra geld beschikbaar gesteld. Hiermee kan een begin worden gemaakt met het wegwerken van het achterstallig onderhoud. Omdat er een korting is toegepast op het geadviseerde budget blijven de risico's hoog. De risico’s kunnen worden beperkt door eerst de wegen te herstellen waar het meeste verkeer over rijdt. stijging aantal bijstandsgerechtigden als gevolg van recessie en krimpende werkgelegenheid, met stijgende uitkeringslasten tot gevolg. Dit is in de kadernota financieel opgenomen.
Nieuwe risico’s progr 3 (m)
onderwerp Verzakking kademuren
3 (n)
Lichtmasten
reden Door het uitbaggeren van kanalen en vaarten kan het voorkomen dat kademuren en oevers verzakken. De eigenaar (=gemeente) moet zelf zorgen voor stabilisatie. Meer dan 50 % van de totaal ca 2500 lichtmasten zijn meer als 40 jaar oud en moeten op korte termijn worden vervangen. In de kadernota is geen extra geld beschikbaar gesteld voor het wegwerken van achterstallig onderhoud van de openbare verlichting. Hierdoor blijft het risico van het plotseling omvallen van lichtmasten hoog.
81
progr 5 (o)
7 (p) 7 (q) 7 (r)
7 (s)
8 (t)
8 (u) 10 (v)
adm (w)
onderwerp Inspectie gastouderhuizen
reden Na wijziging van de wet kinderopvang per 1 januari 2010, wordt de huisvesting van gastouders door de GGD geinspecteerd. De gemeente draagt de kosten van deze inspectie. Het betreft ca. 28 adressen. WSW tekorten Er kunnen tekorten ontstaan bij de WSW. Dit tekort dient door de gemeente aangevuld te worden. Hogere personeelskosten Sozawe Door toename van aantal uitkeringsaanvragen. Geen ontwikkeling perspectief bij Door een mogelijke korting op het budget WWB werkdeel clienten met een grote afstand tot de kunnen intensieve reintegratietrajecten te kostbaar worden. arbeidsmarkt Automatisering Sozawe
Investering is noodzakelijk voor inrichten van het snelloket en de website van Sozawe. Burgers kunnen dan sneller geholpen worden, medewerkers efficienter werken. Daarnaast is er een inspanningsverplichting op het gebied van digitaal klantdossier en moeten drie huidige systemen geintegreerd worden in een systeem. Verstrekking Alfahulp via PGB De wetgever biedt keuzevrijheid voor zorg in natura of PGB. (onderdeel WMO) Hulp in huis via Alfahulp via PGB leidt mogelijk tot kostenstijging. Hoger gebruik WMO door bouw St. De bouw van St Kameleon leidt mogelijk tot een hoger gebruik Kameleon te Leens van WMO-voorzieningen. Krimp De Marne zal de komende jaren te maken krijgen met een significante vermindering van het aantal inwoners, bovendien is sprake van vergrijzing. Dit heeft onder andere invloed op de begroting doordat de inkomsten uit het gemeentefonds ondermeer worden bepaald door inwonertallen, woningvoorraad, en aantal kernen. Daarnaast ook doordat de inkomsten uit heffingen deels afhankelijk is van het aantal inwoners en de voorzieningen gewijzigd moeten worden ivm de vergrijzing. Renterisico gelden Essent De (te) ontvangen gelden Essent kunnen door het vrijkomen van Essentgelden van alle aandeelhouders mogelijk alleen tegen een lage rente weggezet worden.
Opgeloste risico’s progr 8
onderwerp Invoering WMO
9 9 10
Diftar GRP Wijziging Wet op de ruimtelijke Ordening
reden Ontbreken visie om risico’s en ontwikkelingen in beeld te brengen. Onbekend of er tekorten of aanloopverliezen zijn. Geen dekking bij overschrijdingen van uitgewerkte plannen. verplicht opstellen bestemmingsplannen.
De risico’s betreffen zowel de exploitatie als een aantal posten op de balans. Het weerstandsvermogen zou volgens de berekening, uitgedrukt in omvang van de vrij besteedbare reserves, € 2,8 miljoen moeten zijn. Uit de nota reserves en voorzieningen, de kadernota 2010-2013 en de jaarrekening 2008 blijkt dat de algemene reserve per 1 januari 2009 op € 4,2 miljoen kan worden gesteld. In het komende jaar zal getracht worden om de hoog scorende risico’s zoveel mogelijk terug te brengen tot een gemiddeld risicoprofiel.
82
3. Onderhoud kapitaalgoederen 1. Inleiding Een belangrijk deel van de begroting heeft betrekking op onderhoud van kapitaalgoederen zoals wegen, openbaar groen, riolering en gebouwen. De onderhoudslasten zijn verspreid over diverse programma’s en gebaseerd op de door de raad gemaakte keuzes. De werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van onderhoudsplannen afkomstig uit de beheerpakketten. De werkzaamheden worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Deze paragraaf gaat in op de omvang van de te beheren onderdelen, de staat van onderhoud, het beleidskader/activiteiten 2010 en de onderhoudslasten van de kapitaalgoederen.
2. Omvang van de te beheren onderdelen Areaal te onderhouden Onderwerp
Karakteristiek
Openbare ruimte Wegen
Oppervlakte totaal Oppervlakte wegen Openbare verlichting (masten) ANWB-bewegwijzering (incl. paddestoelen) Vrijvervalstelsel Overstorten Kolken Rioolgemalen Pomp-units Bergbezinkvoorzieningen Persleidingen Individuele behandelingsinstallaties (IBA’s) Oppervlakte groen Bermen te maaien Taluds te maaien Sloten te schonen Bomen (binnen en buiten de bebouwde kom) Speeltoestellen Verkeersbruggen Fietsbruggen (recreatief) Kademuren/keerwanden aantal
Riolering
Groen
Kunstwerken /beschoeiingen
Gebouwen
Onderhoud betreft 24.031 ha. 122 ha. 2.469 st. 149 st. 86 km. 47 st. 4.070 st. 19 st. 110 st. 3 st. 33 km 67 st. 132 ha. 500 km 420 km 206 km 19.700 st. 345 st. 21 st. 23 st. 5.000 m2 49 st.
2.1. Wegen Tot het kapitaalgoed “wegen” behoren verhardingen zoals straten, pleinen en fietspaden, maar ook openbare verlichting en verkeersbeleid. Het beheer en onderhoud volgt uit het gemeentelijk verkeersen vervoerplan (GVVP). Het GVVP is in de raad van september 2009 behandeld. In het GVVP is het hoofddoel om het aantal verkeerslachtoffers te laten dalen gecombineerd met een snelle bereikbaarheid. Hiervoor wordt in 2010 een meerjaren uitvoeringsprogramma 2011-2015 opgesteld, een rapportage gemaakt over het aantal verkeersongevallen/verkeersslachtoffers en een rapportage opgesteld over het aantal en soort klachten over verkeersoverlast.
83
Het kwaliteitsniveau van de wegen, verlichting en bebording is erg wisselend. De oorzaken zijn de ouderdom van de voorzieningen en de gewijzigde functionaliteit. Zo is de onderhoudstoestand van de recent aangelegde wegen, bebording en verlichting goed, maar is het percentage zeer slechte wegen en slechte wegen hoger dan bij een normaal onderhouden wegennet. Ook de onderhoudstoestand van de verlichting, de kabels en leidingen, behorend tot de ondergrondse infrastructuur, voor de openbare verlichting is onvoldoende. Daarnaast zijn veel ANWB/verkeersborden beschadigd. Het beheerplan wegen en verlichting wordt opgesteld in 2010 en aan de raad aangeboden. Voor de verlichting is het beleidsplan vastgesteld in de raad van december 2009. Het beleid- en beheerplan ten aanzien van de bebording / ANWB-bewegwijzering ontbreekt. In 2010 wordt dit aan de raad aangeboden. In de beheerplannen wordt geïnventariseerd welke inhaalslagen in wegen, lichtmasten en bebording moeten worden gemaakt. Het verkeersbeleid is vermeld in het GVVP. Voor de wegen is het financieel kader vastgesteld op 23 juni 2009. De raad heeft ervoor gekozen af te wijken van het collegevoorstel. Het gevolg van deze beslissing is dat niet alle noodzakelijk werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Voor asfalt betekent dit kapitaalvernietiging. Ook voor de verlichting is geen extra geld beschikbaar gesteld. Het gevolg van deze beslissing is dat niet alle noodzakelijke werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. • •
• •
Het budget voor het opstellen van verkeersplannen bedraagt € 28.310. Het onderhoudsbudget voor de wegen bedraagt € 784.200,-. In 2010 wordt een eenmalige investering gedaan van tenminste € 1.527.000,. om het achterstallig onderhoud zo veel als mogelijk weg te werken. De kosten voortvloeiende uit deze investering (rente en afschrijving) worden in mindering gebracht op het onderhoudsbudget. Het onderhoudsbudget in 2010 voor de verlichting bedraagt € 82.000,-. Dit is exclusief de kosten die gemoeid zijn voor vervanging van technisch versleten lichtmasten en armaturen. Het onderhoudsbudget in 2010 voor de ANWB/Bebording bedraagt € 22.190. Dit is exclusief de kosten die gemoeid zijn voor vervanging van technisch versleten bebording.
Het onderhoudsbudget van de wegen is ondergebracht onder het programma 3 Verkeer en Vervoer 2.2. Rioleringen Het beleid voor ‘Riolering’ is vastgelegd in het verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2009 t/m 2013 (GRP). Dit beleidsplan is in september 2009 in de raad besproken en vastgesteld. In het GRP is het beleid uitgewerkt. Daarbij gaat de aandacht nadrukkelijk uit naar het waterkwaliteitsspoor en de verbetering van het watersysteem. Het onderhoud maakt hier deel van uit. In het algemeen kan worden gesteld dat het onderhoudsniveau van de riolering voldoende is. Alle bebouwing, dat valt onder de gemeentelijke zorgplicht, is aangesloten op de riolering of op een individuele behandelingsinstallatie (IBA). Er wordt in 2010 gestreefd naar handhaving van dit kwaliteitsniveau. In de komende jaren zal worden gewerkt aan het voltooien van de eisen die zijn opgenomen in de wet milieubeheer (basisinspanning is dat er gemiddeld 50% minder vuillast is bij de overstorten op het oppervlaktewater) . Klimaat bestendig ontwerpen krijgt in dit proces volop aandacht. Daarbij wordt zoveel mogelijk hemelwater direct afgevoerd naar het oppervlakte water. Met het onderhoud en beheer, exclusief verbetering en vervanging, is jaarlijks een bedrag gemoeid van € 630.000 incl. BTW en incl. inzet eigen personeel. Het onderhoudsbudget van de riolering is ondergebracht in het programma 9 Milieu
84
2.3. Groen Het beleid voor ‘Groen’ is vastgelegd in het groenstructuurplan. In de plannen wordt bepaald welk eindbeeld gewenst is. Hiervoor worden beheerplannen gemaakt. Door de invoering van het nieuwe werken en het op onderdelen invoeren van het Marktconform werken zal de komende jaren de kwaliteit van het groenonderhoud verbeteren. Bovendien zal gekeken worden of het arsenaal aan openbaar groen in verhouding staat tot de beschikbare middelen. Aan werkvoorzieningschap Ability wordt het schoffelwerk en eenvoudig snoeiwerk uitbesteed. De overige werkzaamheden worden door de eigen dienst uitgevoerd. Jaarlijks zullen wij het gewenste niveau voor het groen herijken en inzichtelijk maken of de beschibare middelen voldoende zijn. De omvang van het onderhoudsbudget voor groen bedraagt € 192.000. Het onderhoudsbudget van het groen is ondergebracht onder het programma 3 Verkeer en Vervoer
2.4. Bruggen en beschoeiingen In de raad van november 2006 heeft de raad de nota Bruggen en Beschoeiingen vastgesteld. In het meerjareninvesteringsplan is voor de jaren 2007 tot en met 2009 een investeringsprogramma opgenomen voor de bruggen. De brug de Kleine Leenstertil zal in het voorjaar 2010 worden gerenoveerd waarbij de inhaalslag van slechte bruggen is voltooid. Door de uitvoering van het meerjareninvesteringsprogramma van de bruggen verkeren zij in een redelijke goede staat van onderhoud. In het meerjareninvesteringsplan zijn de beschoeiingen meegenomen voor de periode 2007 tot en met 2010. In de daarop volgende jaren zal dit moeten worden geactualiseerd. Door de peilverlaging (besluit Waterschap door de bodemdaling) lijkt het noodzakelijk de beschoeiingen in dit gebied (oostelijk van het gemaal Abelstok), eerder te vervangen. De zorg voor de beschoeiingen in het gebied waar de peilverlaging is doorgevoerd verdient aandacht. In 2009 heeft een inventarisatie van de beschoeiingen plaatsgevonden. De noodzakelijke beschoeiingen worden in 2010 aangepakt. Met het onderhoud en beheer van bruggen, exclusief verbetering en vervanging, is jaarlijks een bedrag gemoeid van € 12.174. Voor het onderhoud van beschoeiingen is een bedrag geraamd van € 20.774. Het onderhoudsbudget van Bruggen en Beschoeiingen is ondergebracht bij het programma 3 Verkeer en Vervoer.
2.5. Gebouwen In de Grondnota 2007, vastgesteld door de raad in april 2007 is tevens de accommodatienota vastgesteld. Onderdeel van de accommodatienota is een meerjarig planmatig onderhoudsplan. Aan de hand van dit onderhoudsplan (beheerprogramma) worden jaarlijks bedragen voor het onderhouden van de gebouwen in de begroting opgenomen. De gemeente heeft naast de gemeentelijke gebouwen ook een aantal panden aangekocht in het kader van strategische aankopen. Deze panden dienen ook te worden onderhouden. In de toekomst zullen deze gebouwen een bestemming krijgen of anders weer worden verkocht. Het onderhoudsniveau van de gemeentelijke gebouwen kan als redelijk tot goed worden gekwalificeerd. Bekeken moet worden in hoeverre de panden van een redelijke kwaliteit de komende jaren (zo mogelijk) kunnen worden gerenoveerd of kunnen worden afgestoten. Onder deze panden vallen de gymnastieklokalen in Wehe-den Hoorn, Ulrum en het pand waarin o.a. de peuterspeelzaal te Zoutkamp is gehuisvest. De omvang van het onderhoudsbudget bedraagt op grond van het gebouwenplan jaarlijks € 170.000. Indien dit budget wordt overschreden, dan zal een bijdrage van de bestemmingsreserve gebouwenbeheerplan plaatsvinden. (zie ook in de financiele begroting, onder reserves en voorzieningen). Het onderhoudsbudget van gebouwen is in diverse programma’s opgenomen.
85
4. Financiering 1. Inleiding De paragraaf Financiering omschrijft het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Een verantwoord en adequaat beheer van de financiële middelen is onlosmakelijk verbonden met een goed beheer van de financieringsfunctie Bij dit beheer zijn de volgende wettelijke regelingen van belang: - Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido); - Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV); - Financiële verordening gemeente De Marne; - Treasuryreglement 2008 gemeente De Marne;
2. Wettelijke basis 2.1. Wet Fido De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) definieert de financieringsfunctie als volgt: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De Wet Fido geeft het kader aan voor de inrichting van de treasuryfunctie van gemeenten. In 2006 is de wet geëvalueerd door het toenmalige kabinet en de Tweede Kamer. De Tweede Kamer oordeelde, dat de wet naar behoren functioneert. Inmiddels heeft het kabinet een aantal wijzigingen voorbereid om bepaalde onderdelen te verduidelijken en te vereenvoudigen. De wetswijziging heeft plaatsgevonden op 24 juli 2009. 2.2. BBV Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft onder andere een financieringsparagraaf voor bij de begroting. In deze paragraaf worden op basis van de meest recente financiële marktgegevens en gemeentegegevens concrete acties geformuleerd voor het komende jaar. In de programmarekening zal gerapporteerd worden over de uitvoering. Ook kunnen bij de eerste of tweede Bestuursrapportage eventuele bijstellingen plaatsvinden van de voornemens in de financieringsparagraaf. 2.3. Financiële verordening Op grond van artikel 14 van de financiële verordening stelt het college de regels en richtlijnen vast voor de uitvoering van de financieringsfunctie. 2.4. Treasuryreglement De raad geeft de kaders aan waarbinnen het college de financieringsfunctie uitoefent. Het oorspronkelijk door de raad vastgestelde treasurystatuut 2001 is in de raadsvergadering van 23 september 2008 ingetrokken. Tevens heeft de raad kennis genomen van het treasuryreglement 2008. Op grond van wet- en regelgeving kan het college van burgemeester en wethouders namelijk een soortgelijk statuut vaststellen. In de vergadering van het college d.d. 2 september 2008 hebben wij besloten het “Treasuryregelement 2008 gemeente De Marne” met ingang van 1 januari 2008 vast te stellen. De strekking van ons besluit is gelijk aan die van het op 23 september 2008 ingetrokken raadsbesluit.
86
3. Financiering Deze paragraaf bevat een uiteenzetting van de onderwerpen: kasgeldlimiet, renterisiconorm, liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte, rentekosten en renteopbrengsten saldo- en liquiditeitsbeheer. 3.1. Kasgeldlimiet De gemiddelde netto vlottende schuld, over drie maanden gezien, mag de kasgeldlimiet niet overschrijden. Onder de gemiddelde netto vlottende schuld wordt verstaan het saldo van de opgenomen leningen met een looptijd korter dan een jaar, de schulden en tegoeden in rekening-courant en contante gelden. Per kwartaal wordt de liquiditeitspositie opgemaakt om te beoordelen of aan de kasgeldlimiet wordt voldaan. De kasgeldlimiet wordt bepaald door het begrotingstotaal te vermenigvuldigen met 8,5%. Dit percentage wordt bij ministeriële regeling vastgesteld onder de naam “uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden”, voor het laatst gewijzigd op 24 juli 2009. Uit onderstaand overzicht blijkt dat de kasgeldlimiet en dus de mogelijkheid om de financieringsbehoefte af te dekken met kort geld, relatief constant is. - kasgeldlimiet 2006: € 1.896.000 - kasgeldlimiet 2007: € 1.924.000 - kasgeldlimiet 2008: € 2.219.000 - kasgeldlimiet 2009: € 2.372.000 Het beleid is er op gericht om binnen de kasgeldlimiet een schuldpositie aan te houden, omdat de rente op de kortlopende middelen in het algemeen – en zeker op dit moment – lager is dan rente op langlopende middelen. Bij een dreigende overschrijding van de kasgeldlimiet gaat de gemeente over tot consolidatie van haar vlottende schuld, door het aantrekken van een langlopende geldlening. Bij het aantrekken van langlopende leningen wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van de financieringsbehoefte op korte termijn. De gemeente beschikt nog niet over een gedetailleerde liquiditeitenbegroting, maar baseert zich op een jaarlijks terugkerend patroon van financieringsbehoefte, aangevuld met specifieke informatie over grote investeringswerken en/of geldstromen. 3.2. Renterisiconorm Dit is een norm om de renterisico’s op langere termijn (voor leningen met een looptijd langer dan één jaar) te beperken. Dit is mogelijk, door de looptijden van de langlopende leningen te spreiden, zodat met enige regelmaat een gedeelte van de langlopende leningen moeten worden afgesloten (herfinanciering). Het doel is te komen tot een spreiding van de (mogelijke) fluctuaties in de renterisico’s over langlopende leningen c.q. vaste schuld. De renterisiconorm geeft aan, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal van de vaste schuld. Renterisico op vaste schuld (bedragen x € 1.000) Stap 1 2 3 4 (5a) = (4>3 ) (5b) = (3>4) Berekening (4a) (4b) (4) = (4a x
Variabelen Renterisico(norm) Renteherzieningen Aflossingen Renterisico (1+2) Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm Renterisiconorm Begrotingstotaal jaar 2010 Percentage Regeling Renterisiconorm (van alleen jaar
Jaar 2010 Jaar 2011 Jaar 2012 Jaar 2013 0 0 0 0 3.372 3.317 2.883 2.519 3.372 3.317 2.883 2.519 5.581 5.581 5.581 5.581 2.209 2.264 2.698 3.062 20 27.906 5.581
87
20 27.906 5.581
20 27.906 5.581
20 27.906 5.581
3.2.1. Vervroegde aflossingen. Vrijwel alle leningen met een hoog rentepercentage zijn de afgelopen jaren vervroegd afgelost en herfinanciering heeft plaatsgevonden tegen een beduidend lager rentepercentage. 3.2.2. Kredietrisicobeheer Het kredietrisicobeheer ziet toe op risicomijdend uitzetten van overtollige middelen. De gemeente bezit over het algemeen geen overtollige middelen op korte en lange termijn. Mocht zich in de loop van het jaar toch een duidelijk overschot voordoen, dan zal dit belegd worden conform het vastgestelde beleid. 3.2.3. Valutarisicobeheer Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid (euro).
3.3. Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte 3.3.1. Liquiditeitsplanning Voor het uitoefenen van de financieringsfunctie is inzicht nodig in de huidige en toekomstige kasstromen. Deze kasstromen bestaan uit: • kasstroom uit operationele activiteiten (de exploitatie); • kasstroom uit investeringen; • kasstroom uit financieringsactiviteiten (aflossingen en stortingen van aangetrokken en uitgezette gelden). Het inzicht kan worden verkregen door een liquiditeitsplanning in te richten en permanent te actualiseren. Hierbij zijn de baten en lasten volgens de programmabegroting en het meerjareninvesteringsplan (MIP) het uitgangspunt. 3.3.2. Financieringsbehoefte Op basis van ervaringscijfers, inschatting van de (periodieke) uitgaven en ontvangsten en de mutaties in de leningenportefeuille wordt voor 2010 een financieringsbehoefte van € 4,76 miljoen voorzien.
3.4. Rentekosten en renteopbrengsten Het doel van de liquiditeitenplanning is om de rentekosten zoveel mogelijk te beperken en te kunnen sturen op geldstromen. Door het opzetten van een liquiditeitsplanning kunnen de betalingen beter afgestemd worden op de te verwachten inkomsten. Hierdoor kan soms voorkomen worden dat tijdelijk kort geld aangetrokken moet worden, waardoor rentekosten worden bespaard. Bij het optimaliseren van het renteresultaat worden voor het aantrekken van vaste geldleningen als gevolg van de liquiditeitspositie zo mogelijk meerdere marktpartijen benaderd voor offertes. Het betalingsverkeer vindt elektronisch plaats, waardoor de kosten tot een minimum worden beperkt.
3.5. Saldo- en liquiditeitsbeheer Het saldo van de Rabobank wordt regelmatig overgeboekt naar de rekening van de huisbankier (NV Bank Nederlandse Gemeenten). In verband met de financieringswijze van de gemeentelijke belastingen is bij de huisbankier een nevenrekening geopend, waarvan het saldo aan het eind van de maand naar de hoofdrekening wordt overgeboekt. De saldi van hoofd- en nevenrekeningen bij dezelfde bank zijn opgenomen in een zogenaamd rentecompensatiecircuit. Dit betekent dat debet- en creditsaldi van alle rekeningen worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover rente wordt berekend.
88
4. Administratieve organisatie In het financieringsstatuut zijn de uitgangspunten van de administratieve organisatie vastgelegd. Deze sluiten nagenoeg aan bij de bestaande praktijk. Er is rekening gehouden met de functiescheiding tussen beleid, beheren en uitvoeren. Ook delegatie en mandaat zijn expliciet vastgelegd. De verantwoordelijkheid van alle betrokkenen is in het statuut duidelijk weergegeven en opgenomen.
5. Informatievoorziening De provincie wordt jaarlijks geïnformeerd over de renterisiconorm en eenmaal per kwartaal over de stand van zaken inzake de kasgeldlimiet. Aan het CBS wordt per kwartaal een opgave gedaan van het EMU-saldo: de eventuele tekorten van alle overheden in de Europese Monetaire Unie moeten binnen bepaalde grenzen worden gehouden om ongewenste macro-economische gevolgen te voorkomen. Dit uitgangspunt wordt vertaald naar bepaalde normen inzake maximaal toegestane begrotingstekorten per categorie overheidsorganen per land, en dan vervolgens ook per overheidsorgaan (bijvoorbeeld onze gemeente).
89
5. Bedrijfsvoering 1. Inleiding De bedrijfsvoeringparagraaf bestaat uit de onderdelen nieuwe wetgeving, nieuwe overheid, kwaliteitsbeheer, informatie & automatisering, basisregistraties, vastgoedinformatie en personeel & organisatie. De bedrijfsvoering was in het verleden met name intern gericht. Tegenwoordig worden er echter nieuwe eisen gesteld aan decentrale overheden. Het slagen van programma’s hangt in belangrijke mate af van de externe gerichtheid, transparantie en de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Het doel van deze paragraaf is het inzichtelijk maken van de bedrijfsvoering voor de inwoners van de gemeente.
2. Nieuwe wetgeving, nieuwe overheid Op tal van terreinen is nieuwe wet- en regelgeving in voorbereiding die voor het gemeentebestuur van belang zijn. De Algemene wet bestuursrecht is nog steeds niet klaar en wordt voortdurend uitgebouwd. Belangrijke ontwikkelingen zijn de invoering van de bestuurlijke boete en de sancties op niet tijdig beslissen. De bestuurlijke boete is per 1 juli 2009 in de Algemene wet bestuursrecht opgenomen. De Wet dwangsom niet tijdig beslissen, die een financiële straf zet op het onnodig uitblijven van een beslissing van een overheidsorgaan, gaat per 1 oktober 2009 in. De Wet op de Ruimtelijke Ordening heet nu Wet ruimtelijke ordening en is ruim een jaar van kracht. Nog steeds loopt het proces van invoering van een gebundelde, samengestelde vergunning die in de plaats komt van allerlei afzonderlijke vergunningen, voor zover die althans op de “omgeving” betrekking kunnen hebben. Vooralsnog wordt er op gerekend dat de “omgevingsvergunning” er komt. Ten opzichte van de opsomming in de paragraaf bedrijfsvoering van de programmabegroting 2009 zijn de volgende wetgevingstrajecten afgerond en al dan niet inmiddels in werking getreden: - Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Deze wet verplicht gemeenten een laagdrempelige voorziening voor klachten over discriminatie in het leven te roepen. In werking getreden per 26 juni 2009; - Wet elektronische bekendmaking met verplichtingen om volgens een bepaalde standaard lokale verordeningen en besluiten via een landelijke voorziening bekend te maken. De uit deze wet voortvloeiende verplichting tot (geconsolideerde) publicatie van verordeningen gaat in per 1 januari 2011; - Wet financiering decentrale overheden tot verbetering en aanscherping van de financieringsfunctie; - Wet tijdelijk huisverbod, waarbij de burgemeester tijdelijk iemand uit huis kan zetten als instrument voor aanpak van huiselijke geweld. Van kracht sinds 1 januari 2009; - wijziging Opiumwet in verband met uitbreiding van bevoegdheden van de burgemeester ter bestrijding van handel in drugs; - Wet basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), met een zorgplicht voor burgemeester en wethouders tot het bijhouden van deze registratie. Van kracht per 1 juli 2009. Nog in procedure zijn: - Wet buitenspeelruimte (verplichte vaststelling van een speelruimteplan dat speelruimte voor kinderen zeker stelt) (wetsvoorstel 28996); - uitbreiding bevoegdheden burgemeester in verband met aanpak voetbalvandalisme en ernstige overlast (wetvoorstel 31467); - Wijziging Mededingingswet in verband met invoering gedragsregels voor overheden in het kader van mededinging ter voorkoming van concurrentievervalsing (wetsvoorstel 31354); - wetgeving met betrekking tot beheer van water (Waterwet, wetsvoorstel 30818; Wijziging gemeentewet in verband met watertaken, Wet van 28 juni 2007, Stb. 2007, 276); - Wet veiligheidsregio’s dat voorziet in bestuurlijke en operationele integratie op regionale schaal van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening (wetsvoorstel 31117);
90
-
Aanbestedingswet met regels voor het plaatsen van overheidsopdrachten. Weliswaar verworpen door de Eerste Kamer, maar het gaat om verplichte implementatie van een Europese Richtlijn, dus komt er een herkansing (wetsvoorstel 30501);
Nieuwe wetgeving in procedure: - Wet vrijstelling parkeerbelasting voor gehandicapten (wetsvoorstel 30979); - Initiatiefwet Vermeij c.s. dat voorziet in een regeling in de Algemene wet bestuursrecht om tijdens een procedure bij de rechter een (vorm)fout te herstellen (wetsvoorstel 31352); - wijziging van de Algemene wet bestuursrecht om elektronisch verkeer met de bestuursrechter mogelijk te maken (wetsvoorstel 31867); - Dienstenwet, ter implementatie van de Dienstenrichtlijn om de dienstverlening op de interne Europese markt te versoepelen (wetsvoorstel 31579) Ook een belangrijke ontwikkeling is de “veranderende overheid”: de overheid die zich op zijn rol en positie bezint en daar een andere invulling aan wil geven. De gemeente zal in toenemende mate – of misschien wel uitsluitend – hét loket zijn voor overheidsdiensten, ook voor die diensten waarvan het loket nu nog elders is, zoals de provincie, of het Rijk. Daarnaast is er een duidelijke tendens naar de zg. “vraaggerichte dienstverlening”. Dat betekent dat het aanbieden van overheidsdiensten zich gaat aansluiten op wensen en logica van de (aanvragende) burger, instelling en/of onderneming. Het verschijnsel “accountmanagement” zal zijn intrede doen of – indien al aanwezig – verder worden uitgebouwd. Het internet en de elektronische dienstverlening gaat een nog grotere rol spelen.
3. Kwaliteitsbeheer In 2009 is invulling gegeven aan de functie financieel controller. Tevens is de controller rechtmatigheid aangesteld. Dit betekent een goede vooruitgang voor De Marne. De planning en control heeft een belangrijke plaats gekregen. Het jaar 2010 willen we gebruiken om de kwaliteitsslag die in 2009 is ingezet verder te verdiepen. De producten kunnen op bepaalde aspecten nog verbeterd worden en de informatieverstrekking moet transparanter zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Gebleken is dat de tijdregistratie een groot knelpunt is binnen De Marne. Onvoldoende mogelijkheden binnen het systeem, onbekendheid met de wijze waarop moet worden geregistreerd en onvoldoende inzicht in het belang van tijdschrijven brengt dit met zich mee. In 2010 willen we hier duidelijkheid in verkrijgen. Dit betekent dat het schrijven van uren nuttig wordt, omdat erop gestuurd kan worden en omdat het inzichtelijk maakt wat de kosten zijn. Het oppakken van de punten uit de managementletter van de accountant is ook een belangrijk aspect. Planmatig zullen deze punten in kaart worden gebracht, uitgewerkt en verbeterd. In 2009 is met behulp van de accountant een tarievennota geschreven en daarbij een plan van aanpak. Hierin wordt gesteld hoe omgegaan dient te worden met het proces van vaststellen, controleren en nacalculeren van leges en heffingen. In 2010 dient dit ingevoerd te worden. Een duidelijke en uniforme werkwijze zal de transparantie vergroten. In het kader van rechtmatigheid en doelmatigheid worden onderzoeken uitgevoerd. De eventuele verbeterpunten worden hierbij meegenomen. Doordat tijdig met de onderzoeken een begin kan worden gemaakt, hopen we de accountantskosten naar beneden bij te stellen en meer “in control” te raken.
4. Informatie- en automatiseringsbeleid (I&A) De intentie is uitgesproken om in 2010 de afdelingen I&A van de BMW-gemeenten verder te integreren en gezamenlijk beleid ontwikkelen. Het I&A beleid 2010 van de Gemeente de Marne spitst zich toe op een steeds verdergaande digitalisering van de informatiestromen. De gemeente voldoet dan aan de verwachtingen rond de digitale dienstverlening die ingeslagen is met het NUP (Nationaal UitvoeringsProgramma)diensten plan, waarin 15 projecten worden gedefinieerd waarbij de digitale voorziening richting de burger centraal staat (bijvoorbeeld Antwoord ©, 14 + Netnummer, KlantContactCentrum, Content Management Systeem).
91
Om deze digitalisering te kunnen realiseren is een stabiele en modulair opgebouwde netwerkinfrastructuur noodzakelijk. Vandaar dat in 2009 en 2010 een aantal grote stappen worden gemaakt op automatiseringsvlak. Op het programma staan o.a. de aanschaf en installatie van een nieuwe telefooncentrale in het gemeentehuis van Gemeente de Marne. Daarnaast zullen de bestaande servers worden vervangen. In BMW-verband is ervoor gekozen om voor wat de kantoorautomatisering betreft te gaan werken met Open Source-varianten. In combinatie met de nieuwe serversystemen en de kantoorautomatisering is het noodzakelijk de terminals op de bureaus van de meeste gebruikers in De Marne te vervangen. In de Marne is in 2009 reeds een centrale serverruimte opgeleverd. In het kader van de I&A-integratie, waarbij De Marne als centraal ‘rekencentrum’ gaat fungeren, brengen De Marne, Winsum en Bedum hier in de loop van 2010 hun serverapparatuur onder. Naast de kantoorautomatisering, vindt er een integratie plaats van de servers met onder andere burgerzakenapplicaties. De centrale server wordt eveneens ondergebracht in De Marne en Bedum wordt de uitwijklocatie. In de komende periode gaat een projectgroep de integratie van de taakvelden verder uitwerken, door het beleid van de gemeenten op elkaar af te stemmen en de budgetten in beeld te brengen. In 2010 wordt duidelijk hoe de gezamenlijke I&A-afdelingen eruit zal gaan zien en wat voor effect dit heeft op financiën, personeel en organisatie.
5. Stelsel van Basisregistraties De afgelopen jaren speelt de uitvoering van de wetgeving rond de invoering van Basisregistraties een belangrijke rol op de informatiseringsagenda. Onder basisregistraties worden verstaan de Adressen, Gebouwen, Personen, Topografie, Bedrijven en Kadaster. Van de eerste drie zijn de gemeenten bronhouders, van de laatste twee afnemers. Zowel in het samenwerkingsverband ELO BMW als het samenwerkingsverband GIS West Groningen worden de projecten uiterlijk begin 2010 afgerond. De werkzaamheden bestaan uit het aansluiten op de Landelijke Voorziening (LV) waarin de gegevens landelijk binnen één informatiepunt beschikbaar gesteld worden aan belanghebbenden. Dit houdt in dat de gemeenten, als bronhouders, deze gegevens intern goed op orde moeten hebben en distributie en beheer geregeld moeten hebben. De afgelopen jaren is hier hard aan gewerkt en de projecten worden begin 2010 opgeleverd. De projecten zijn: WABO, Modernisering GBA, DURP, BAG, WKPB, WION en E-loket.
6. Vastgoedinformatie In 2009 is een samenwerkingsverband rond vastgoedinformatie aangegaan met 6 regiogemeenten, te weten Samenwerkingsverband GIS West Groningen. De kerntaak is ondergebracht bij het Beheeerbureau GIS West Groningen en bestaat uit het beheren van alle geo-informatie van de deelnemende gemeenten. Op elke werkplek is een GIS viewer beschikbaar met daarin de actuele vastgoedinformatie ontsloten via digitale kaarten. Deze gegevens zijn ontsloten vanuit een centraal beheerde geo-database. De geo-taak wordt uitgevoerd door een coördinator en GIS specialisten in dienst bij gemeente De Marne en gemeente Bedum. In 2010 worden projecten afgerond en in beheer genomen, zoals de invoering van de BAG en WION en de eerste tranches van de WKPB en DURP. Deze laatste twee worden vervolgd met de invoering van de tweede tranches. Deze worden in de projectstructuur van het samenwerkingsverband GIS ondergebracht en ten uitvoer gebracht. De vastgoedinformatie wordt in 2010 meer toegespitst op het gebruik van GIS voor de ruimtelijke werkprocessen (gerichtere producten als resultaat van geografische data analyses en themakaarten). Dus meer zichtbaar binnen de organisaties. De ontwikkelingen rond de invoering van de basisregistratie Topografie worden nauwgezet gevolgd. Ook staat het brengen van geo-informatie, bijvoorbeeld bestemmingsplannen, naar de burger via het internet op het programma voor 2010 en verder.
92
7. Personeel en Organisatie 7.1. Formatie en rechtspositie De gemeente De Marne heeft een formatieomvang van 99,10 formatie-eenheden (fte), 11,53 fte minder dan in 2009. De rechtspositieregelingen van het gemeentelijk personeel zijn vastgelegd in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) voor de sector gemeenten. Daarnaast is lokaal beleid vastgesteld in gemeentelijke regelingen.
Tabel: overzicht formatie Org.-eenheid
Taakveld
Griffie Directie BO/PO Middelen
Publiekszaken en Welzijn
Sociale Zaken VROM
Bouwen en Infra
Gemeentewerken
Brandweer Ondernemingsraad Totale fte's
formatie 2009
1,06 2,89 Bestuursondersteuning Personeel & Organisatie Afdelingshoofd Financiën WOZ/Belastingen Informatie & Automatisering Hoofd PZW Burgerzaken Welzijn, Zorg en Onderwijs Facilitaire dienstverlening Afdelingshoofd BRO V&H Afdelingshoofd Infrastructuur Geo-informatie Grondbedrijf en vastgoed Accommodaties Afdelingshoofd Teamleider buitendienst Administratie Bovenwijks team Wijkteam Noord Wijkteam Zuid
6,18 3,11 1,00 5,16 3,00 2,50 1,00 2,98 6,75 5,38 8,09 1,00 4,84 7,86 1,00 4,50 2,00 2,60 1,00 1,00 4,00 1,00 15,01 7,00 7,00 1,50 0,22 110,63
93
Organisatie-eenheid Griffie Directie Projectmanager BO/PO Middelen
Publiekszaken en Welzijn
Sociale Zaken VROM
Realisatie en Beheer
Brandweer Ondernemingsraad Totale fte's
Taakveld
Bestuursondersteuning Personeel & Organisatie Afdelingshoofd Financiën WOZ/Belastingen Informatie & Automatisering Hoofd PZW Burgerzaken Welzijn, Zorg en Onderwijs Facilitaire dienstverlening Afdelingshoofd BRO V&H Afdelingshoofd Realisatie en beheer Infra Grondzaken GIS Beheer
formatie 2010
1,06 1,00 0,83 5,46 3,10 1,00 5,05 3,00 2,50 0,83 2,98 7,64 4,61 7,98 1,00 4,73 8,11 1,00 2,78 6,00 2,60
2,00 22,12
1,50 0,22 99,10
7.2. Ontwikkelingen De organisatie is in beweging. In 2008 is de afdeling Realisatie en Beheer ontstaan uit de afdelingen B&I en Gemeentewerken, is het directieteam opgeheven en is er één directeur. In 2009 is hard gewerkt aan het samenvoegen van de afdeling Middelen met Bestuursondersteuning en P&O. Deze laatste ontwikkeling bevindt zich bij het opstellen van de programmabegroting in de afrondende fase en kan daarom nog niet in het formatieoverzicht worden meegenomen. Op 1 juni 2009 is het laatste arbeidsvoorwaardenakkoord geëindigd. De gesprekken over een nieuw akkoord zijn gestart waarbij nog geen eindresultaten aan te geven zijn. Omdat de verwachting is dat er wel een salarisverhoging uit zal komen is deze als volgt in de begroting opgenomen: 1,5% op 1 januari 2010 en 2,5% op 1 juni 2010 – totaal 2,08% voor 2010.
7.3. Speerpunten P&O - Organisatiebreed P&O-beleid: er is behoefte aan overkoepelend beleid op het gebied van Personeel en Organisatie. Hierin zal de samenhang van vele zaken worden aangegeven. De daaruit voorkomende aandachtsgebieden zullen verder uitgewerkt moeten worden. Een voorbeeld daarvan is: beloningsbeleid in relatie tot beoordelingsbeleid. -
Bezuinigingen: begeleiding van de bezuinigingen op verschillende gebieden en de gevolgen voor de medewerkers en de organisatie.
-
Organisatieontwikkelingen: samenvoeging van een aantal afdelingen is afgerond. Ontwikkeling van een publieksbalie zal verder vormgegeven worden.
-
Functiewaardering: het huidige functiewaarderingssysteem wordt als te ingewikkeld en omslachtig ervaren. Overwogen wordt om naar een systeem over te gaan waarin wordt gewerkt met functiefamilies.
-
Werving/selectie (arbeidsmarkt): er is nog steeds sprake van krapte op de arbeidsmarkt. De functie van afdelingshoofd is een voorbeeld van een moeilijk te vervullen functie. Daarnaast gaat het m.n. om functies op het gebied van bijvoorbeeld RO en riolering. Er moeten steeds nieuwe manieren gevonden worden voor het werven van personeel.
-
Aanbesteding flex-werk: er wordt momenteel gebruik gemaakt van verschillende bureaus voor het inhuren van tijdelijke medewerkers. Samen met de inkoper zal er samenwerking worden gezocht met andere gemeenten om te komen tot een pakket van eisen om dit aan te besteden.
-
Organisatiecultuur: in 2009 zijn er 7 bijeenkomsten met medewerkers om te praten/discussiëren over de cultuur van de organisatie. De resultaten daarvan zullen leiden tot een vervolg.
-
Samenwerking: hoe en met wie de samenwerking met andere gemeenten vorm zal krijgen is niet bekend. Belangrijke aspecten daarbij zijn: verschil in organisatiecultuur, gevolgen voor personeel en de organisatie in het geheel.
-
Opleiding en ontwikkeling: is een blijvend onderdeel waar aandacht aan besteed wordt.
8. Samenwerking BMW-gemeenten De raad heeft ervoor gekozen om intergemeentelijke samenwerking primair te zoeken in BMWverband en om deze vorm te geven in bedrijfsvoering, dienstverlening en voor samenwerking kansrijke beleidsterreinen. In het najaar van 2009 is een plan van aanpak opgesteld dat uitgewerkt wordt in 2010. Diverse gemeentelijke onderdelen zijn bij de uitvoering betrokken.
94
6. Verbonden partijen 1. Inleiding In deze paragraaf worden de belangen in gemeenschappelijke regelingen en privaatrechtelijke instellingen (stichtingen, vennootschappen) aangegeven. Het gaat hierbij om partijen die beleid uitvoeren voor de gemeente of waarin de gemeente aandelen c.q. belangen heeft. Bij verbonden partijen wordt vooral gedacht aan gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen in privaatrechtelijke rechtspersonen als vennootschappen – NV’s, zoals Essent en het Waterbedrijf Groningen, BV’s, zoals de Exploitatiemaatschappij Haven Lauwersoog (EHL) – verenigingen (VNG) en stichtingen (Welstands- en monumentenzorg). Er zijn echter tal van tussenvormen, die toch als “verbonden partij” kunnen worden beschouwd. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), die de paragraaf “Verbonden partijen” als verplicht voorschrijft, vraagt op zich geen opgaven van die “tussenvormen”, maar vanwege de financiële en/of bestuurlijke belangen die er zijn, horen deze “tussenvormen” toch in het overzicht thuis. Dat betekent wel een uitvoerig overzicht, maar dat biedt tegelijkertijd een volledig zicht op samenwerking. Dat vergroot de transparantie en de controleerbaarheid en kan tevens de basis zijn voor een bezinning op de vraag of alle “relaties” nog wel zinvol zijn.
2. Visie en beleid Het aangaan van een samenwerking wordt soms van hogerhand opgelegd, omdat de wetgever een taak wel bij de gemeente vindt thuishoren, maar de individuele schaal van de (gemiddelde) gemeenten te klein vindt. Soms wijst de wetgever ook samenwerkingsregio’s aan (bijv. voor de brandweer). Het komt ook voor dat samenwerking nodig is om financiële middelen van het Rijk te verkrijgen. De meeste samenwerking vindt plaats op basis van vrijwilligheid, op grond van het inzicht dat taken dan efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd. Het BBV vraagt een visie op verbonden partijen in relatie tot de realisering van doelstellingen in de begroting. Daarnaast vraagt het BBV om beleidsvoornemens ten aanzien van de verbonden partijen. Zeker nu het overzicht fors is uitgebreid zal niet aan deze eisen kunnen worden voldaan. Dat is een proces van ontwikkeling. Op dit moment is het beleid ten aanzien van verbonden partijen dat er een aantoonbare noodzaak en/of nut wordt verwacht van de betreffende verbinding.
3. De gemeentelijke vertegenwoordiging in verbonden partijen Door de gemeenteraad worden de besluiten tot aanwijzing in de besturen van de verbonden partijen bij afzonderlijk besluit geregeld. Meestal worden er raadsleden in de algemene besturen benoemd en de wethouders in de dagelijkse besturen. Voor de Regioraad Noord-Groningen geldt dat de DB-leden (burgemeesters danwel wethouders) via een personele unie tevens de AB-leden zijn. Overigens is de gemeente niet in alle besturen van de verbonden partijen vertegenwoordigd en bestaat de “verbinding” alleen uit een financiële verplichting of het hebben van een aandeel (Essent, BNG). Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verbonden partijen, de aard van de deelname, het doel van de deelname, de financiële en eventueel andere verplichtingen en de verantwoordelijke portefeuillehouder.
4. Ontwikkeling Op 28 januari 2009 is op basis van een overeenkomst tussen de gemeente Bedum, De Marne, Grootegast, Marum, Winsum en Zuidhorn een samenwerking aangegaan voor beheer en onderhoud van GEO-informatie. Het beheerbureau is bij de gemeente De Marne ondergebracht. De gemeenschappelijke regeling Vuilverwerking Noord-Groningen is onder de naam: Afvalbeheer Noord-Groningen verder gegaan. De in 2008 ingezette opheffing van de Regioraad Noord-Groningen per 1 januari 2010 (streefdatum) loopt.
95
Tabel 13: Overzicht verbonden partijen Naam verbonden partij / deelnemers
Aard deelname
1
Libau welstands- en Privaatrechtemonumentenzorg lijk; stichting (Groninger gemeenten excl. gem. Groningen)
2
Kabels- en leidingen informatiecentrum (Klic) Vreemdelingenloket Groningen (De Marne – Groningen) Waterbedrijf Groningen
3
4 5
Afvalbeheer Noord-Groningen Uithuizen (De Marne, Eemsmond, Loppersum & Winsum)
Privaatrechtelijk: lidmaatschap Convenant
Doel deelname
Jaarlijkse financiële bijdrage(n)
(Overige) verplichtingen
Vertegenwoordiging
Portefeuillehouder
-
Jaarlijkse contributie € 189
-
n.v.t.
J.L. Hiemstra
Jaarlijkse deel- nemersbijdrage € 790 Doorbetaling rijksvergoeding
n.v.t.
N. Bakker
n.v.t.
J.A.J. Stam
-
-
ALV
M. van Dijk
Jaarlijkse bijdrage. € 617.750
Aanbieden ingezamelde afvalstoffen bij verwerkingsstation Usquert
AB (door raad) uit college: Bakker van Dijk (plv) uit raad: vd Vis (VVD) Halsema (CDA) de Vries (CU) Schouten (GL)
N. Bakker
welstandsadvisering bouwplannen e.d.; advisering over monumentenvergunni ngen Informatievoorziening en –levering ligging kabels en leidingen Uitvoering lokettaken voor vreemdelingen
Privaatrechte- Drinkwatervoorziening lijk: NV Publiekrechte- Afvalstoffenverwerking lijk: gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam
6
Afvalinzameling De Marne Groningen
Publiekrechte- Inzameling huishoudelijk; gemeen- lijke afvalstoffen schappelijke regeling; centrumgemeente
Jaarljkse vergoeding volgens tarief
N.v.t.
N. Bakker
7
Coördinatie plan Rampenbestrijding Waddenzee GR HOGG: Hulpverlening en Openbare Gezondheidszorg Groningen (HVD) (25 gemeenten in de provincie Groningen) Pb 584 – 9700 AN
Convenant
Samenwerking rampenbestrijding in het Waddenzeegebied Publiekrechte- Organisatie en coördinalijk: gemeen- tie: schappelijke voorkomen en regeling, bestrijden van brand; openbaar hulpverlening bij lichaam rampen en ongevallen; bescherming en bevordering volksgezondheid; afstemming ambulancehulpverlening c.a. Privaatrechte- Horizontale coördinatie lijk: tussen 13 waddenvereniging: lid gemeenten
Jaarlijkse bijdrage € 1.900.
-
n.v.t.
J.A.J. Stam
Jaarlijkse bijdragen, vastgesteld in HVD-begroting, evt. in deelbegroting
-
AB:
J.A.J. Stam
Contributie € 11.717.
-
10 Samenwerking handhaving Waddenzee
Convenant
11 Regiotaxi (Regioraadgemeenten)
Bestuursovereenkomst
Hangt van handhavingsprogramma af Jaarlijks lasten; € 200.000.
12 Essent
Privaatrechtelijk: NV
8
Groningen
9
Vereniging van Waddenzeegemeenten, p/a Pb. 20000, 9930 PA Delfzijl
Versterken handhaving regels in het Waddenzeegebied Mobiliteit en bereikbaarheid bevorderen; Wmovervoer doelmatig garanderen Energievoorziening
96
-
Stam v.Dijk (plv.) BC Brandw.: Stam BC GGD: Stam
-
AB
J.A.J. Stam
uit college: Stam Bakker (plv.) uit raad: van GelderGL) vd.Zee (VVD) n.v.t.
J.A.J. Stam
n.v.t.
N. Bakker
ALV
M. van Dijk
Naam verbonden partij / deelnemers
Aard deelname
Doel deelname
Jaarlijkse financiële bijdrage(n)
(Overige) verplichtingen
Vertegenwoordiging
Portefeuillehouder
13 Vereniging v. Gemeenten Aandeelhouders Essent NoordNederland (VEGANN) 14 Exploitatiemaatschappij Haven Lauwersoog (De Marne, Dongeradeel) 15 Regionale Commissie Noordelijk Zeehavens RCNZ
Privaatrechte- Behartiging belangen lijk: kleine Essent-aandeelvereniging: lid houders
Contributie € 200
-
AV: van Dijk (op mandaat)
M. van Dijk
-
-
N. Bakker
Regionaal overlegorgaan in verband met havenactivteiten
-
AV: J.A.J. Stam RvC: N. Bakker N. Bakker indirect: lid vanuit RvC / AV EHL
16 Bestuurlijk Platform Visserij
Privaatrechtelijk: rechtspersoon (BV): aandeelh. Publiekrechtelijk; onderdeel van de Nationale Havenraad Informeel op basis van conv. Bestuursovereenkomst
Platform beoordeling lokale gevolgen visserijbeleid Ontwikkelen gezamenlijke strategie en inzet v. middelen voor promotie / acquisitie tbv vestiging op bedrijfsterreinen Publiekrechte- Bevorderen of uitvoeren lijk: gemeen- van activiteiten tot schappelijke creëren, bevorderen of regeling: instandhouden van Openbaar werkgelegenheid van lichaam personen die afstand hebben tot de arbeidsmarkt: uitvoering WSW, evt. andere regelingen inzake gesubsidieerde arbeid, eigen bedrijfsactiviteiten.
-
-
N. Bakker
N. Bakker
Jaarlijkse bijdrage (bedrag per inwoner: € 0,15)
Afstemming beleid met betrekking tot vestiging bedrijven Inzet WSWpersoneel
Geen directe vertegenwoordiging (getrapt via Regioraad)
M. van Dijk
Niet nader vastgelegd
PM
-
Stuurgroep: van Dijk
M. van Dijk
Bijdrage op basis van het jaarlijkse bedrijfsplan
-
Pfo: van Dijk
M. van Dijk
Doorberekening gemaakte kosten
-
Geen bestuurlijke vertegenwoordiging. Ambtelijk overleg.
M. van Dijk
-
Bestuur: uit college: N. Bakker uit raad: dhr. Roffel
N. Bakker
-
J.L. Hiemstra (in stuurgroep)
J.L. Hiemstra
17 Groninger Bedrijfslocaties (GBL) (Div. Groninger gemeenten)
18 Ability (Bedum, De Marne, Eemsmond, Winsum) Pb 18 - 9980 AA Uithuizen
21 ZorgAdviesTeam (ZAT) (De Marne, Winsum, Eemsmond)
Exploitatie haven Lauwersoog
Inrichten bovenschoolse en regionale zorgstructuur voor kinderen (en ouders) tot 12 jaar. 22 Samenwerking sociale Publiekrechte- Uitvoering Wwb, Ioaw, zaken De Marne lijk: gemeen- Ioaz, Bbz Winsum schappelijke regeling Licht: art. 1 Wgr
Jaarlijkse bijdrage € 77.000
23 Samenwerking sociale recherche (Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde, Delfzijl, Appingedam, ISGD Oldambt, Bellingwedde, De Marne, Menterwolde, Pekela en Winsum) 24 Gemeenschappelijk orgaan Openbaar Primair Onderwijs Uithuizen (Winsum, Eemsmond, De Marne)
Privaatrechtelijk: samenwerkingsovereenkomst
Opsporing misbruik sociale voorzieningen waarvan de uitvoering aan gemeenten is opgedragen
Publiekrechtelijk: gemeenschappelijke regeling: gemeenschappelijk orgaan
Bundeling toezichthoudende taken als bedoeld in art. 48 Wet op het Primair Onderwijs i.v.m. regionale stichting openbaar onderwijs
25 Project Regionaal Cultuurplan NoordGroningen
Informeel pu- Stimulering culturele bliekrechtelijk initiatieven op regionaal (Stuurgroep) niveau
97
Jaarlijkse bijdrage: € 2.800.
N. Bakker
AB: M. van Dijk uit college: van Dijk Bakker (plv.) uit raad: vd Heide (PvdA) Gesink (CDA) Wiertsema (CU) (plv.) Schouten (plv.)
Naam verbonden partij / deelnemers
Aard deelname
Doel deelname
Jaarlijkse financiële bijdrage(n)
(Overige) verplichtingen
Vertegenwoordiging
Portefeuillehouder
26 Stichting De Groninger Molen Lopende Diep 8 9712 NW Groningen 27 Overlegorgaan Nationaal Park Lauwersmeer
Privaatrechtelijk: stichting: lid
Instandhouding van en bevordering van kennis van en interesse voor de Groninger molens Publiekrechte- Inrichting, beheer en lijk; op basis functioneren nationaal van ministePark Lauwersmeer rieel besluit
-
-
Bestuur: Bakker
N. Bakker
-
-
J.L. Hiemstra (benoemd door minister LNV
J.L. Hiemstra
29 Regioraad NoordGroningen Usquert (Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Ten Boer, Winsum)
Publiekrechtelijk: gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam
Jaarlijkse bijdrage, gesplitst naar algemeen: € 34.500 en milieu: € 29.500
30 Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Privaatrechte- Belangenbehartiging; lijk:vereniging bundeling kennis voor gemeenten etc.
Jaarlijkse contributie: € 18.400
31 Vereniging van Nederlandse Gemeenten, afd. Groningen (VGG)
Privaatrechte- Belangenbehartiging lijk:vereniging specifiek voor Groninger gemeenten
32 Bank Nederlandse PrivaatrechteGemeenten NV lijk: NV 33 BPD Project “Ruim Convenant Baan” (bijna alle Groninger gemeenten)
34 Bestuursacademie Noord-Nederland Garantievoorziening (overheidslichamen prov. Groningen, Drenthe & Friesland) p/a BAN PD Pb. 803 9400 AV Assen 35 Bestuursacademie steunvereniging
Behartiging van gemeenschappelijke belangen van deelnemende gemeenten op tal van beleidsterreinen, in de vorm van coördinatie, uitvoering, overleg, advisering etc.
Bankrelatie
Personeelsbeleid: coördinatie in-, door- en uitstroom personeel; loopbaanbegeleiding, reïntegratie Publiekrechte- Vangnetvoorziening lijk: gemeen- voor financiële aanschappelijke spraken (wachtgeld, fpu, regeling, pensioen, IZA) na openbaar privatisering v.d. lichaam Bestuursacademie
Privaatrechte- Gesprekspartner m.h.t lijk:vereniging op behoud van binding tussen overheden en geprivatiseerde Bestuursacademie als overheidsopleidingsinstituut. 36 Raad voor Europese Privaatrechte- Servicebureau voor Gemeenten en Regio’s lijk: lid ondersteuning en informatie over Europese aangelegenheden 37 Beheerbureau GeoConvenant Gezamenlijk beheer van informatie: Bedum, De geo- en vastgoedMarne, Groote-gast, informatie Marum, Winsum Zuidhorn
98
ovv gemeente) Stam Hiemsta (plv.)
J.A.J. Stam (algemeen) J.L. Hiemstra (milieu)
-
n.v.t.
J.A.J. Stam
Jaarlijkse contributie: € 4.300,=
-
PM
J.A.J. Stam
-
-
n.v.t.
M. van Dijk
Kostenberekening op tariefbasis voor concrete opdrachten € 780 per jaar
Meldingsplicht vacatures, loopbaanvragen e.d. -
n.v.t.
J.A.J. Stam
Geen directe vertegenwoordiging
J.A.J. Stam
€ 2.856 per jaar
-
A. Imminga
J.A.J. Stam
€ 663 per jaar
-
-
J.A.J. Stam
Jaarlijks te begroten met verdeelsleutel
Instandhouden GIS-beheerbureau
PM
J.L. Hiemstra
AB
7. Grondbeleid 1. Inleiding Het grondbeleid van de gemeente De Marne heeft een grote invloed op, en samenhang met, de realisatie van diverse programma’s. Het grondbeleid dient dienstbaar te zijn aan de gemeentelijke doelstellingen, dat wil zeggen dat het grondbeleid dient te worden ingezet om doelstellingen van de diverse beleidssectoren van de gemeente mogelijk te maken. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, verkeer en vervoer, sport en recreatie. Daarnaast kan het gevoerde grondbeleid een grote financiële impact hebben op de gemeentelijke begroting. Het grondbeleid en de uitvoering van het grondbeleid van de gemeente is vastgelegd in de Nota Grondbeleid 2009-2012. Deze wordt ieder jaar, te samen met de herziening van de lopende grondexploitaties, opnieuw vastgesteld. Voor een nadere onderbouwing van de in deze paragraaf vermelde uitgangspunten wordt dan ook verwezen naar de Grondnota die is vastgesteld in de vergadering van 21 april 2009. De gemeente voerde tot en met 2009 een actief grondbeleid. Dit houdt in dat we voor een groot deel de regie in eigen hand houden en dat we gronden verwerven en verkopen als middel om ontwikkelingen te stimuleren of sturen. Het gevolg van dergelijk beleid is dat er vaak een investering van gemeentelijke zijde wordt gevraagd. Bovendien ligt het (ondernemer)risico’s bij ons. Dit beleid kunnen we ons momenteel niet meer permitteren. We hebben geen middelen voor investeringen en geen buffers om extra risico’s op te vangen. Bij de kadernota hebben wij besloten om het grondbeleid te wijzigen van een actief naar een passief beleid. Bij een passief beleid verwerft de gemeente geen nieuwe gronden, tenzij dit noodzakelijk is in het kader van een verplichte taak of wanneer de grond zonder verlies direct doorverkocht kan worden. In andere gevallen legt de gemeente het risico van nieuwe ontwikkelingen bij de ondernemer. Hier tegenover staat dat we bereid moeten zijn om eventueel concessies te doen op het vlak van eisen aan planontwikkeling door particulieren.
2. Financiële aspecten Reserves In 2007 is de reserve grondbedrijf opgeheven. Het saldo is overgeheveld naar de Algemene reserve, deze fungeert daarmee als buffer voor het opnemen van winsten en verliezen binnen het grondbedrijf. De reserve Strategische aankopen bedraagt per 1-1-2009 € 23.016. In de nota reserves en voorzieningen wordt voorgesteld om deze reserve te laten vervallen. Voorzieningen De financiële risico’s van exploitaties met een verwacht negatief eindsaldo worden afgedekt met een voorziening. Ten laste van het boekjaar 2008 zijn de voorzieningen van de exploitaties Kanaaloever Zuid en het Bedrijvenpark De Marne aangepast. De voorziening voor Kanaaloever Zuid is opgelopen met € 67.000 naar een bedrag van € 1.052.000. De voorziening voor het Bedrijvenpark de Marne nam af met een bedrag van € 108.000 naar een bedrag van € 592.000. De voorzieningen voor de Brugweg (€ 200.000) en de Winkelconcentratie (€ 950.000) zijn ongewijzigd gebleven. Weerstandsvermogen en risico’s De ideale omvang van het weerstandsvermogen is afhankelijk van de risico’s die de gemeente loopt binnen haar grondbedrijf. Dit risicoprofiel is ten opzichte van vorig jaar niet substantieel gewijzigd.
99
Winstneming uit de grondexploitatie De systematiek van het nemen van winsten en verliezen houdt in dat deze moeten worden genomen op het moment dat deze gerealiseerd zijn dan wel bekend zijn. Een eenvoudige benadering van de winstneming is om winsten te nemen op basis van het verschil tussen de boekwaarde en nog te maken kosten voor het complex. Wanneer de boekwaarde groter is dan de nog te maken kosten dan nemen we het verschil als winst en vindt een storting in de algemene reserve plaats. De plannen De Dobbe te Kloosterburen en Aagtsheem te Eenrum zijn per 31-12-2008 afgesloten. Beide hadden een positief saldo. Dit betekent dat voor deze plannen samen een winstneming van € 155.300 is genomen. Daarnaast is er een winst genomen op het plan Doornbos. De positieve boekwaarde en investeringen zijn naast elkaar gelegd, dit heeft geleid tot een winstneming van € 260.000. Voor dit plan dienen nog wel 3 kavels verkocht te worden. Het risico dat deze niet verkocht worden is zeer klein. Totaal is er voor het jaar 2008 een winst genomen van € 415.300. Dit bedrag is ten gunste van de Algemene Reserve gekomen.
3. Prognose financiële positie Voor de prognose van de financiële positie van de grondexploitaties wordt verwezen naar de grondnota, vastgesteld door de raad op 21 april 2009 (zie blz. 6, versie 1.1 d.d. 9 maart 2009).
100
FINANCIËLE BEGROTING
101
Baten en lasten 2010 1. Overzicht van lasten en baten en de toelichting
nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
omschrijving Programma's Burger en bestuur Veiligheid Verkeer en vervoer Economische zaken, Recr. en toerisme Jeugd Sport, kunst en cultuur Sociale zaken en werk Maatschappelijke ondersteuning Milieu Leefomgeving Projecten
lasten
Alg.dekkingsmiddelen/onvoorzien Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Saldo kostenplaatsen Resultaat voor bestemming Mutatie algemene reserve Resultaat na bestemming
baten
saldo
1.782 1.085 3.634 467 1.656 1.544 7.614 2.419 3.634 2.457 851
177 8 56 3 120 212 5.859 182 3.413 944 0
1.605 1.077 3.578 464 1.536 1.332 1.755 2.237 221 1.513 851
634 75 0 27.852
15.968 0 0 26.942
-15.334 75 0 910 -153 1.063
bedragen x € 1.000
102
2. Specificatie van de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien lasten Algemene uitkeringen Algemene uitkering gemeentefonds Totaal algemene uitkering
baten
saldo
8 8
12.730 12.730
-12.722 -12.722
Dividend Deelneming in nutsbedrijven Overige aandelen en obligaties Totaal dividend
10 25 35
209 19 228
-200 6 -194
Saldo financieringsfunctie Rente hypothecaire geldlening Kapitaallasten Totaal financiering
15 0 15
247 892 1.139
-232 -892 -1.124
205 16 0 1 2 0 46 269
19 335 1.185 83 173 75 0 1.870
186 -318 -1.185 -82 -171 -75 46 -1.599
75 75
0 0
75 75
50 10 101 34 100 20 93 -100 307 709
0 0 0 0 0 0 0 0 0 15.969
50 10 101 34 100 20 93 -100 307 -15.260
Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is: Uitvoering wet WOZ Onroerende zaakbelastingen niet-woningen Kadernota 2009-2012 OZB Kadernota 2009-2012 forensenbelasting Toeristenbelasting Kadernota 2009-2012 extra opbrengsten lokale heffingen Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen Totaal lokale Onvoorziene uitgaven Onvoorzien Totaal Onvoorzien algemeen Overige dekkingsmiddelen Kadernota 2008-2011 Kadernota 2009-2012 prijsstijgingen VROM Prijscompensatie Stelpost nieuwbeleid kadernota 2008-2011 Frictiebijdrage effectuering ombuigingen Kadernota 2008-2011 Kapitaallasten nieuwe investeringen Stelpost korting budgetten en subsidies Totaal Overige Eindtotaal
bedragen x € 1.000
Amendement raad 3 november 2009: De raad heeft bij amendement besloten om de verhoging van het tarief van de toeristenbelasting niet volledig toe te passen. In plaats van € 1,75 wordt dit € 1,00.
103
De budgetten van de algemene dekkingsmiddelen in meerjarenperspectief: Omschrijving product Begroting en verantwoording Belastingen en WOZ Begrotingsaldo Lasten
2008
2009
2010
2011
2012
2013
4.479.701
877.818
439.513
511.546
458.658
381.984
211.982
309.005
269.044
266.384
266.057
264.691
0
-987.019
0
0
0
0
4.691.683
199.804
708.557
777.930
724.715
646.675
Begroting en verantwoording Belastingen en WOZ Begrotingsaldo
15.137.088
13.968.161
14.097.756
13.857.086
13.843.483
13.801.255
1.531.289
1.595.215
1.870.715
1.870.715
1.870.715
1.870.715
0
0
0
0
0
0
Baten
16.668.377
15.563.376
15.968.471
15.727.801
15.714.198
15.671.970
-11.976.694
-15.363.572
-15.259.914
-14.949.871
-14.989.483
-15.025.295
Algemene dekkingsmiddelen
Verklaring verschillen De verschillen tussen 2008 en 2009 worden verklaard door mutaties in de reserves als gevolg van begrotingswijzigingen (2008).
104
3. Toelichting op het overzicht van baten en lasten 3.1. Het gerealiseerde bedrag van het begrotingsjaar 2008, het geraamde bedrag van 2009 na wijziging en het geraamde bedrag van het begrotingsjaar 2010 Rekening 2008
programma (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Begroting 2009
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2010
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Burger en bestuur Veiligheid Verkeer en vervoer Econ. Zaken, Recr. en Toerisme Jeugd Sport, kunst en cultuur Sociale zaken en werk Maatsch. ondersteuning en zorg Milieu Leefomgeving Projecten
1.887 956 3.049 390 1.758 1.411 6.889 2.492 3.332 7.980 368 30.512
218 34 56 3 192 237 6.461 527 2.887 6.735 220 17.570
1.668 922 2.992 387 1.565 1.173 428 1.965 444 1.244 149 12.937
1.846 1.254 3.929 565 1.658 1.526 6.589 2.473 3.621 2.221 1.119 26.801
194 45 46 18 120 232 5.920 182 3.246 921 9 10.933
1.652 1.209 3.883 547 1.537 1.294 669 2.291 375 1.300 1.110 15.867
1.782 1.085 3.634 467 1.656 1.544 7.614 2.419 3.634 2.457 851 27.143
177 8 56 3 120 212 5.859 182 3.413 944 0 10.974
Algemene dekkingsmiddelen
4.692 35.204
16.668 34.238
-11.977 960
1.288 28.089
15.563 -14.275 26.496 1.592
709 27.852
15.969 -15.260 26.943 910
2.831 816
4.608
-1.777 816
128
622
-494
240
87
153
38.851
38.846
-1
28.217
27.118
1.098
28.092
27.030
1.063
Mutaties reserves Mutaties reserves (rek.saldo 2008)
1.605 1.077 3.578 465 1.536 1.331 1.755 2.237 221 1.514 851 16.170
3.2. Verklaring verschillen jaarcijfers 2008 – 2009 - 2010 Zie onder de diverse programma’s (onder het hoofdstuk “verklaring verschillen”), waarin de verschillen zijn verklaard, die groter zijn € 250.000.
3.3. Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd Bij het opstellen van de begroting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Kadernota Met behulp van de kadernota stelt de raad jaarlijks in het voorjaar de kaders van de begroting van het volgend jaar en de daarop volgende drie jaren vast. Het beleid en de bedragen die daarmee gemoeid zijn, zijn in de kadernota 2010 verwoord. Deze kadernota is in de raad van 22 september 2009 behandeld en na enkele amendementen vastgesteld. De amendementen hebben betrekking op: niet sluiten van het zwembad; dekkingspercentage lijkbezorgingsrechten. In de financiële ontwikkelingen van deze begroting is aangegeven, hoe het tekort, dat in meerjarenopzicht in de begroting zou ontstaan, wordt gedekt.
105
Onvoorziene uitgaven De kosten die worden gedekt door aanwending van de post onvoorzien moéten voldoen aan drie criteria, nl. onvoorspelbaar, onuitstelbaar en onvermijdbaar. Met ingang van het begrotingsjaar 2009 is deze bepaald op € 75.000. Opzet begroting De begroting 2009 gaat van hoofdlijnen (programma’s) naar herkenbare producten en van daaruit naar verdere detaillering (deelproducten en activiteiten). Voorgesteld wordt om deze opzet ook in 2010 te hanteren. Bij de beschrijving van de programma’s en de producten zijn de doelstellingen uitgewerkt in concrete activiteiten en resultaten. Daarbij is aangegeven wat de burger hiervan zal merken (effecten). De programmateksten geven een goed inzicht in de hoofdlijnen van het gemeentelijk beleid. De producten en deelproducten maken adequate sturing door het bestuur en de organisatie mogelijk. Peildatum Als peildatum voor de begrotingsbudgetten is genomen 1 september 2009. Dat betekent dat alle besluiten w.o. de begrotingswijzigingen, die tot die datum zijn genomen en een financiële mutatie in de begroting veroorzaken, in de begroting zijn verwerkt. Als uitzondering geldt de septembercirculaire van het gemeentefonds. Deze circulaire is na 1 september 2009 verschenen. De accressen en het financiële effect dat daaruit voortvloeit is niet in de begroting verwerkt. Prijsstijgingen In de begroting 2009 is een stelpost opgenomen voor prijscompensatie. Nu het meerjarenbeeld geen financiële ruimte meer biedt, is in de begroting 2010 uitgegaan van het restant van 2009 ad € 101.000,-. Indien vanwege onvermijdbare maatschappelijke ontwikkelingen toch een prijsstijging nodig is, kan in individuele gevallen van deze nullijn worden afgeweken. Hierover zal in de bestuursrapportages worden gerapporteerd. Rentepercentage Bij de bepaling van de rente-omslag, nodig voor de berekening van de kapitaallasten, is al jaren een rentepercentage van 4,8 gehanteerd. Bij de actualisatie van deze berekening blijkt dat dit percentage niet veel afwijkt van het oorspronkelijk percentage. Dit betekent dat we ook in 2010 uitgaan van een percentage van 4,8. Reserves en voorzieningen De mutaties in de reserves en voorzieningen vinden uitsluitend plaats na raadsbesluit. Het geactualiseerd overzicht van reserves en voorzieningen maakt deel uit van de financiële begroting. De bespaarde rente van de reserves en voorzieningen wordt al enkele jaren (vrijwel) geheel ten gunste van de exploitatie gebracht. Voorgesteld wordt om dit beleid in 2010 te continueren. Tarieven belastingen Voorgesteld wordt om een trendmatige correctie toe te passen op de OZB en daarnaast een extra verhoging van 7%. De tarieven van de afvalstoffenheffing en de rioolrechten dienen de kosten voor niet meer dan 100% te dekken. In de raadsvergadering van 3 november a.s., waarin ook de programmabegroting wordt vastgesteld, wordt nader ingegaan op de vaststelling van de belastingtarieven.
106
4. Incidentele lasten en baten De begroting 2010 kent geen incidentele lasten en baten, met uitzondering van de besparing wegens uitstel van de bouw van de MFA te Leens.
progr nr.
progr.naam lasten
omschrijving
2010
Uitstel MFA
2011
0 0
107
-533 -533
2012
-500 -500
2013
-400 -400
5. Analyse van het begrotingsresultaat Per programma is een analyse gegeven van de verschillen groter dan € 250.000,- (conform 1% materialiteit). Wij verwijzen hiervoor naar de programmabeschrijvingen.
108
6. Uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume Volgens artikel 20 van het BBV bevat de begroting informatie over de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbare omvang. Onder deze verplichting worden verstaan de aanspraken op toekomstige uitkeringen door huidig dan wel voormalig personeel. Deze verplichtingen moeten in de begroting worden opgenomen. Als de verplichtingen niet van vergelijkbaar volume zijn, dan moet hiervoor een voorziening worden getroffen. Het betreft de volgende onderwerpen. a. Werkloosheidswet De gemeente is als overheidsorgaan eigenrisicodrager voor de WW. Dit betekent dat de kosten van een WW-uitkering worden doorbelast aan de gemeente. Indien een medewerker ontslagen wordt of een aanstelling wordt niet verlengd, kan de medewerker in aanmerking komen voor een WW-uitkering en eventueel volgens de CAR/UWO een bovenwettelijke uitkering. De WW regeling is in 2008 aanmerkelijk gewijzigd. De WW-periode is verkort, maar de verplichting voor de werkgever is om substantieel bij te dragen aan re-integratie elders. Voor tijdelijke functies en werkzaamheden worden tijdelijke contracten aangegaan met uitzendbureaus, detacheerders of worden payroll constructies gekozen zodat een WW-uitkering wordt voorkomen. Voor de WW-uitkeringen voor het lopende jaar wordt dekking gezocht binnen de huidige personeelsbegroting en voor de daarop volgende jaren wordt dit in de begroting opgenomen in de post uitkeringen voormalig personeel. b. Seniorenregeling In 2004 is een zogenaamde 59-jarigen maatregel getroffen. De deelname aan deze regeling was gelimiteerd (naar doelgroep en naar datum) en hiervan kan geen gebruik meer worden gemaakt. De kosten van deze regeling zijn in de begroting opgenomen onder de post FPU vast personeel. c. FPU De FPU Gemeenten is per 1 januari 2006 afgeschaft maar er geldt nog wel een overgangsrecht voor ambtenaren als zij zijn geboren voor 1 januari 1950. Voorwaarde hierbij is dat ze op 1 april 1997 ABP-deelnemer waren en dat sindsdien zijn gebleven. FPU (Flexibel Pensioen en Uittreden) is een pensioen dat wordt opgebouwd per dienstjaar van de ambtenaar. Ambtenaren kunnen door deze regeling eerder met pensioen. Daarnaast bestaat een aanvulling die ervoor zorgt dat het voor ambtenaren interessant wordt om eerder te stoppen. Deze aanvulling is de FPU-gemeenten. De gemeente draagt voor deze aanvulling een premie per medewerker af aan het ABP. Deze kosten zijn in de begroting opgenomen onder de post FPU-vast personeel. d. Wachtgelden en pensioenen wethouders Dit betreft verplichtingen aan wethouders die wachtgeld krijgen als gevolg van tussentijdse wethouderswisseling. Voor 2010 staan gemeenteraadsverkiezingen op het programma en dit zou gevolgen kunnen hebben voor onze gemeente als een huidige wethouder niet meer terugkeert. De huidige wachtgelden zijn in de begroting opgenomen onder de post Uitkeringen voormalige bestuurders. Eventuele toekomstige wachtgelden zijn niet meegenomen in de begroting en zijn dus een risico voor de gemeente. Bij vertrek van een wethouder kan de wethouder zijn pensioenrechten overdragen aan een pensioenverzekeraar. Om niet voor financiële verassingen komen te staan heeft de gemeente een verzekering afgesloten bij Loyalis. De jaarlijkse pensioenpremies zijn in de begroting opgenomen.
109
e. Opgebouwde vakantierechten Over de maanden juni tot en met december bouwen ambtenaren recht op vakantiegeld op, welke rechten in mei het jaar daarop worden uitbetaald. Deze vakantierechten zijn in het overzicht salariskosten opgenomen. f. Spaarverlof Enkele ambtenaren hebben deelgenomen aan de regeling spaarverlof. Voor deze groep is de aanspraak daarop opgenomen als een langlopende schuld (staat E). De regeling is inmiddels afgeschaft, waardoor zich geen nieuwe deelnemers kunnen melden. g. Levensloopregeling Met ingang van januari 2006 is de levensloopregeling in het leven geroepen. Uit de akkoorden tussen het VNG en de werknemersbonden is een bedrage opgenomen voor alle medewerkers (geboren na 1949). Deze jaarlijkse lasten zijn in de begroting opgenomen.
110
Tabel: Salariskosten
resultaat 2008 Salariskosten (categorie 1.1) Vaste vergoedingen raad en college Vergoedingen leden rekenkamer Salarissen vast personeel afdelingen Salarissen vast personeel ondernemingsraad Salarissen vast personeel raadsgriffie Vergoedingen ambtenaren burg.stand Vaste vergoedingen vrijwilligers brandweer
Overige personeelskosten (categorie 1.1) FPU vast personeel Vervanging wegens ziekte Flexibele beloning Functiewaardering Stagevergoedingen Cafetariamodel Consignatievergoedingen Gladheidsbestrijding Overwerkvergoedingen
Sociale uitkeringen (categorie 1.2) Uitkeringen voorm. bestuurders Uitkeringen voormalig personeel Pensioenpremie wethouders
Inhuur personeel (categorie 3.0) Inhuur personeel Bestuurlijke samenwerking Inhuur WSW-personeel
Overige vergoedingen (categorie 3.4) Reis- en verblijfkosten Verplaatsingskosten Representatiekosten Totaal personeelskosten
111
begr. 2009
begr. 2010
389 11 4.693 9 63 1 122 5.288
354 10 4.983 9 58 4 89 5.507
355 10 4.997 10 63 4 108 5.547
126 287 15 0 2 14 2 15 42 503
184 150 14 10 5 29 0 14 27 433
184 150 14 10 5 29 0 14 27 433
35 89 126 250
63 29 44 136
60 62 44 166
925 0 361 1.286
225 25 70 320
225 25 192 442
27 3 23 53 7.380
57 3 18 78 6.474
57 3 18 78 6.666
b. Investeringen De investeringen zijn weergegeven in 1. de staat van geactiveerde investeringen (voormalige staat C), waarin de gerealiseerde investeringen, de historische gegevens en de berekende kapitaallasten van het lopende begrotingsjaar zijn gemeld 2. het Meerjaren-investeringsplan (MIP), waarin de geplande investeringen, zoals aangekondigd in de beheerplannen en de kadernota, zijn opgenomen De staat van geactiveerde investeringen en het MIP is in de bijlagen opgenomen. bedragen x € 1.000
Stand per 1-1-2010 * rente 2010 (4,8%) lineaire afschrijvingen in 2010 annuitaire afschrijvingen in 2010 aflossingen in 2010
55.826 3.006 2.073 281 131 2.485 53.341
Vermeerdering te activeren investeringen in 2010 Automatisering Beschoeiing Brandweer MFA (netto) Tractie Vervangingsinvesteringen algemeen verlichting Wegen Wegen overig Overig
110 45 7.045 195 1.250 100 1.527 100 2 10.374 63.715
Totale kapitaallasten 2010 **
5.360
*Hierbij is er van uitgegaan dat alle investeringen die per 31 december 2008 nog niet gerealiseerd waren, in 2009 volledig zijn/worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor de investeringen, waartoe in 2009 is of zou worden besloten. **De besluiten tot uitstel van bepaalde investeringen (MFA Leens, gymzaal Ulrum), die in de kadernota zijn vermeld, zijn nog niet in dit overzicht verwerkt.
112
c. Financiering In het kader van de financieringsfunctie van de gemeente wordt inzicht verschaft in de omvang en het verloop van de financieringsmiddelen, t.w. langlopende geldleningen, kasgeldleningen, rekening courant en de eigen financieringsmiddelen in de vorm van reserves en voorzieningen. De totale rentekosten over 2010 bedragen bedragen x € 1.000 Boekwaarde investeringen per 1-1-2010
55.826
Saldo langlopende geldleningen Saldo reserves en voorzieningen (stand 1-1-2009, incl.netto rek.saldo)
35.762 15.301 51.063 4.763
Financieringstekort
Rente langlopende geldleningen Rente reserves en voorzieningen Rente financieringstekort Totale rentekosten
4,8% 4,8%
Totale boekwaarde per 1-1-2010 af: boekwaarde niet in omslag -rioleringen-oud -BNG-lening Stichting Wierden en Borgen -ING-leningen Stichting Wierden en Borgen
1.674 734 229 2.637 55.826
1.651 241 3.469 5.361 50.465
A: In omslag betrokken boekwaarde Totale rentekosten 2010 af: rente niet omslag betrokken -rioleringen-oud (8%) -BNG-lening Stichting Wierden en Borgen -ING-leningen Stichting Wierden en Borgen
2.637 153 12 178
B: Totale in omslag betrokken rentekosten
343 2.294
Omslagpercentage: (B/A)*100
4,55%
113
d. Stand en verloop van reserves en voorzieningen Bij raadsbesluit van 3 juli 2007 heeft de raad de nota reserves en voorzieningen per 31 december 2006 vastgesteld. Daarbij is tevens besloten om alle vorige nota’s reserves en voorzieningen te laten vervallen. In de nota is een actuele stand van de reserves en voorzieningen per 31 december 2006 weergegeven. Eind 2009 wordt een herziene nota reserves en voorzieningen aangeboden aan de raad. Na het opmaken van de jaarrekening 2008 en de kadernota 2010-2013 kan een actueel verloop en de stand van de reserves worden bepaald. Op basis van deze informatie kunnen de volgende overzichten worden opgemaakt.
Algemene reserve naam nr. A1
Algemene reserve
stand reden mutatie 31-dec-08 mutatie 2009 3.928.388 1) 264.570 2) 364.675 3) 23.057 4) -1.009.530 5) 6.100.000 6) nnb 3.928.388 5.742.772
nnb = nog niet bekend naam nr. A1
stand 31-dec-09 9.671.160 9.671.160
Algemene reserve
Toelichting De algemene reserve kent in 2009 enkele mutaties, die als volgt worden toegelicht. 1) Dit saldo betreft de toevoeging van het saldo van de jaarrekening 2008 na bestemming. 2) De vrijvallende bestemmingsreserves kunnen worden toegevoegd aan de algemene reserve. Bij de 2e berap 2008 is een bedrag van € 300.000 geraamd als vrijvallend saldo van diverse bestemmingsreserves. Daarbij is niet aangegeven om welke reserves het ging. Ook bij de jaarrekening 2008 werd dit niet duidelijk. Dit besluit is teruggedraaid tot het moment van de 2e berap 2008. Vervolgens zijn de bestemmingsreserves stuk voor stuk beoordeeld op vrijval of verbruik in 2009. Het saldo van de vrijvallende bestemmingsreserves kan worden toegevoegd aan de algemene reserve. 3) Het vrijvallend saldo van de voorzieningen kan eveneens worden toegevoegd aan de algemene reserve. 4) Het resultaat van de eerste berap 2009 is verwerkt in dit overzicht. 5) De Essentgelden van € 6.100.000,- zijn in dit overzicht opgenomen. 6) Het rekeningsaldo, exclusief eerste berap, dienen na afloop van 2009 verwerkt te worden. Deze mutatie wordt vermeld in de jaarschijf 2010, omdat dan duidelijk zal zijn wat het saldo werkelijk wordt.
114
Bestemmingsreserves naam
stand 31-dec-08 Telefooncentrale 31.667 I&A calamiteiten 15.154 Afkoopsom reiniging * 17.441 Alg.rekenkamer De Marne 12.790 Planm.onderh scholen ow 38.918 Huisv.bijz.onderwijs 28.100 Beeldentuin Verhildersum 5.337 Recreatieve voorzieningen 15.533 Project wonen Philadelphia 18.253 Wvg gehandicaptenzorg 65.000 Milieu effect rapportage 9.417 Klimaatbeleid 64.407 Partic.woningverbetering 51 Gebouwenbeheerplan 122.597 Bedrijventerrein Kruisweg 40.351 Uitv. bestemm.plannen 77.515 Strategische aankopen 23.016 Verzekeringen 10.000 Reg.indicatiecommissie 12.700 Dubieuze belastingdeb. 38.000 BOOT bodemsaneringen 35.215 Herstructurering woonplan 239.637 BS Onderh.openbare ruimte 10.964 Ijsbaan Leens 26.246 Vervanging speeltoestellen 22.106 GRP 543.027 Afvaltarief 171.730 alg.maatsch.activiteiten inw 2.971 Wi-regeling 38.000 Vrijval bij jaarrekening 2008 -87.365 1.648.778 Nieuw in 2009 B31 Tijdenbeleid 1.648.778
nr. B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 B12 B13 B14 B15 B16 B17 B18 B19 B20 B21 B22 B23 B24 B25 B26 B27 B28 B29 B30
mutatie 2009 vrijval mutatie -31.667 -15.154 17.441 12.790 38.918 28.100 -5.337 15.533 18.253 65.000 9.417 -50.000 51
mutatie 2010
mutatie 2011
mutatie 2012
mutatie 2013
-14.407
40.351 77.515 23.016 10.000 12.700 35.215 10.964 26.246 543.027 -87.500
-84.230
2.971 -12.000
-26.000
-87.365 339.675
446.310 -127.907
-84.230
0
0
25.000 364.675
41.000 -16.000 487.310 -143.907
-84.230
0
0
Toelichting B3 Afkoopsom reiniging De mutatie betreft een verbruik van € 4.000 en een overheveling van het saldo van deze reserve naar de nieuw te vormen voorziening “afkoopsom reiniging”. (zie ook onder voorzieningen) Het betreft de reiskosten die een voormalig personeelslid van de gemeentelijke reinigingsdienst nu moet maken omdat hij is ondergebracht bij de milieudienst Groningen. De reiskosten beslaan de periode tot 2013. B26 GRP Deze reserve wordt in het kader van het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) nu bestempeld als een voorziening. Het saldo van deze reserve wordt overgeheveld naar de gelijknamige voorziening. B31 Tijdenbeleid Deze reserve is gevormd na ontvangst van de decentralisatie-uitkering Tijdenbeleid via de algemene uitkering. Uiterlijk in december van dit jaar zal worden gerapporteerd in hoeverre deze middelen worden ingezet.
115
naam nr. B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 B12 B13 B14 B15 B16 B17 B18 B19 B20 B21 B22 B23 B24 B25 B26 B27 B28 B29 B31
stand stand stand stand stand 31-dec-09 31-dec-10 31-dec-11 31-dec-12 31-dec-13 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 14.407 0 0 0 0 0 0 0 0 0 122.597 nnb nnb nnb nnb 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 38.000 nnb nnb nnb nnb 0 0 0 0 0 239.637 nnb nnb nnb nnb 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 22.106 nnb nnb nnb nnb 0 0 0 0 0 171.730 84.230 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 16.000 0 0 0 0 624.477 84.230 0 0 0
Telefooncentrale I&A calamiteiten Afkoopsom personeel reiniging Alg.rekenkamer De Marne Planmatig onderhoud scholen onderwijs Huisvesting bijzonder onderwijs Beeldentuin Verhildersum Recreatieve voorzieningen Project wonen Philadelphia Wvg gehandicaptenzorg Milieu effect rapportage Klimaatbeleid Particuliere woningverbetering Gebouwenbeheerplan Bedrijventerrein Kruisweg Uitvoering bestemmingsplannen Strategische aankopen Verzekeringen Reg.indicatiecommissie Dubieuze belastingdebiteuren BOOT bodemsaneringen Herstructurering woonplan Onderhoud openbare ruimte Ijsbaan Leens Vervanging speeltoestellen GRP Afvaltarief alg.maatsch.activiteiten inw Wi-regeling Tijdenbeleid
Toelichting Het meerjarig verloop van de bestemmingsreserves hebben we nog niet in beeld. In de nieuwe nota reserves en voorzieningen geven we het meerjarig verloop van de reserves weer. Deze nota wordt in de raad van 24 november 2009 behandeld. B7 Beeldentuin Verhildersum Deze reserve is gevormd ter financiering van het meerjarig project van beelden van Eddie Roos in de tuin van Verhildersum te Leens. Nog in 2009 zal duidelijk worden, of en zo ja, tot welk bedrag deze reserve voor het doel nodig is. B12 Klimaatbeleid Deze reserve is ingesteld als dekkingsmiddel van de uitvoering van het klimaatbeleid over de periode 2004-2008. B14 Gebouwenbeheerplan Deze reserve is bestemd voor het onderhoud en groot onderhoud van gemeentelijke gebouwen, exclusief onderwijs.
116
B20 Dubieuze belastingdebiteuren Deze reserve is bedoeld om dubieuze belastingdebiteuren te kunnen afboeken. B22 Herstructurering woonplan Deze reserve wordt gevormd door een opslag op elke verkochte m2 grond in een exploitatieopzet van een bestemmingsplan en is bedoeld voor de financiering van herstructureringsplannen. B25 Vervanging speeltoestellen Deze reserve is bedoeld om verenigingen van gebruikers van speeltoestellen een bijdrage te verlenen voor de vervanging van speeltoestellen. B27 Afvaltarief Deze reserve is een egalisatiefonds met de bedoeling fluctuaties in de tarieven maar ook in de kosten op te heffen. Bij behandeling van de begroting 2010 is besloten deze reserve gedurende een periode van twee jaren in zetten waardoor het tarief kan worden verlaagd.
Voorzieningen naam nr. V1 V2 V3 V4 V5 V6 V7
Gehandicaptenbeleid BTW BCF Onderwijsafrekening Claim bijz.onderwijs Onderh.speelterreinen Leugenbank Subsidie mantelzorg/zorgk.
V8 V9
Nieuw in 2009 Afkoopsom pers.reiniging GRP
stand 31-dec-08 9.338 114.615 90.925 183 8.825 211 4.500
228.597
mutatie 2009 vrijval mutatie 9.338 -114.615 -90.925 183 8.825 211 4.500
23.057
naam nr. V1 V2 V3 V4 V5 V6 V7 V8 V9
mutatie 2010
mutatie 2011
mutatie 2012
mutatie 2013
13.441 -3.360 -3.360 -3.361 -3.361 543.027 -176.751 -200.071 -133.708 -158.211 350.928 -180.111 -203.431 -137.069 -161.572
stand stand stand stand stand 31-dec-09 31-dec-10 31-dec-11 31-dec-12 31-dec-13 0 0 0 0 0 0 0 13.441 10.081 6.721 3.361 0 543.027 366.276 166.205 32.497 -125.714 556.468 376.357 172.926 35.858 -125.714
Gehandicaptenbeleid BTW BCF Onderwijsafrekening Claim bijz.onderwijs Onderh.speelterreinen Leugenbank Subsidie mantelzorg/zorgkantoor Afkoopsom personeel reiniging GRP
Toelichting V3 Onderwijsafrekening Dit betreft een afrekening met het openbaar onderwijs van ca € 45.000. In verband met de financiële gelijkstelling dient hetzelfde bedrag te worden doorbetaald aan het bijzonder onderwijs. De financiële
117
afrekening zal nog in 2009 worden geëffectueerd. Deze aangelegenheid is in de auditcommissie van 8 januari 2009 besproken.
V8 Afkoopsom personeel reiniging Deze voorziening is nieuw. Het saldo van deze voorziening komt over van de gelijknamige reserve (zie onder bestemmingsreserves B3). V9 GRP Het saldo van deze voorziening is afkomstig van de gelijknamige reserve (zie onder bestemmingsreserves B26)
118
MEERJARENRAMING
119
Meerjarenraming 2011 – 2013 Bedragen x € 1.000
Progra mma
Begroting 2011
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
programma (bedragen x € 1.000)
Lasten
Burger en bestuur Veiligheid Verkeer en vervoer Econ. Zaken, Recr. en Toerisme Jeugd Sport, kunst en cultuur Sociale zaken en werk Maatsch. ondersteuning en zorg Milieu Leefomgeving Projecten
12 Algemene dekkingsmiddelen
14 Mutaties reserves 14 Mutaties reserves (rek.saldo 2008)
Baten
Begroting 2012
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2013
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1.767 1.067 3.728 463 1.552 1.439 7.795 2.373 3.720 2.354 777 27.035
177 8 56 3 120 212 6.119 182 3.539 944 0 11.360
-1.590 -1.059 -3.672 -460 -1.432 -1.227 -1.676 -2.191 -182 -1.410 -777 -15.676
1.753 1.068 3.705 462 1.553 1.402 7.504 2.375 3.788 2.339 659 26.608
177 8 56 3 120 212 6.119 182 3.701 940 0 11.518
-1.576 -1.060 -3.649 -459 -1.433 -1.190 -1.385 -2.193 -87 -1.399 -659 -15.090
1.746 1.066 3.712 459 1.626 1.395 7.498 2.370 3.837 2.321 654 26.684
177 8 56 3 120 212 6.119 182 3.758 929 0 11.564
-1.569 -1.058 -3.656 -456 -1.506 -1.183 -1.379 -2.188 -79 -1.392 -654 -15.120
778 27.813
15.728 27.087
14.950 -726
725 27.333
15.715 27.233
14.990 -100
647 27.331
15.672 27.236
15.025 -95
0
87
-87
0
0
0
0
0
0
27.813
27.174
-639
27.333
27.233
-100
27.331
27.236
-95
Meerjarenraming 2010-2012 behorende bij de begroting 2009
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Burger en bestuur Veiligheid Verkeer en vervoer Econ.zaken, RT Jeugd Sport, kunst en cultuur Sociale zaken en Werk Maatsch.onderst.,zorg Milieu Leefomgeving Projecten Alg. dekk.middelen Mutaties reserves
lasten 1.766 872 3.806 516 2.007 1.707 6.152 2.851 2.949 1.652 959 25.237 805 26.042
2010 baten 133 7 46 3 120 212 5.795 560 2.952 900 0 10.728 15.333 26.061
2011 saldo lasten baten saldo lasten -1.633 1.753 133 -1.620 1.752 -865 859 7 -852 856 -3.760 3.788 46 -3.742 3.761 -513 511 3 -508 510 -1.887 1.980 84 -1.896 1.957 -1.495 1.630 212 -1.418 1.591 -357 6.145 5.795 -350 6.145 -2.291 2.812 565 -2.247 2.808 3 2.909 2.952 43 2.895 -752 1.635 901 -734 1.624 -959 868 0 -868 728 -14.509 24.890 10.698 -14.192 24.627 14.528 1.456 15.596 14.140 1.465 19 26.346 26.294 -52 26.092 0 0 19 -52
120
2012 baten saldo 133 -1.619 7 -849 46 -3.715 3 -507 84 -1.873 212 -1.379 5.795 -350 565 -2.243 2.952 57 890 -734 0 -728 10.687 -13.940 15.756 14.291 26.443 351 0 351
Analyse Verklaring van de verschillen tussen de jaarschijven 2010-2012 van de meerjarenraming 20092012 en de jaarschijven 2010-2012 van de begroting 2010 (art. 20 BBV)
De verschillen tussen de jaarschijven 2010-2012 van de meerjarenraming 2009-2012 (zoals door de raad vastgesteld op 3 november 2008) en de jaarschijven 2010-2012 van de meerjarenraming 2010-2013 zijn onderstaand grofmazig verklaard. Programma 7 Sociale zaken: de afwijking in de lasten wordt verklaard door de WWB. In de overige programma’s zijn geen grote afwijkingen te zien. De raming van de algemene uitkering in de meerjarenraming 2010-2013 ziet er als volgt uit:
Algemene uitkering germeentefonds
2009 12.972
121
2010 12.730
2011 12.740
2012 12.744
2013 12.768
122
KERNGEGEVENS
123
124
Kerngegevens 2008 sociale structuur aantal inwoners totaal aantal inwoners van 0 t/m 3 jaar aantal inwoners van 4 t/m 19 jaar aantal inwoners van 20 t/m 64 jaar aantal inwoners van 65 jaar en ouder aantal personen met bijstanduitkering (totaal) aantal personen met bijstanduitkering (>65 jaar) aantal personen met een uitkering aantal huishoudens met een laag inkomen aantal tewerkgestelden in sociale werkplaatsen aantal eenouderhuishoudens aantal minderheden functionele structuur aantal bedrijfsvestigingen aantal leerlingen openbaar basisonderwijs aantal leerlingen bijzonder basisonderwijs aantal leerlingen voortgezet onderwijs fysieke structuur aantal bebouwde kernen (volgens de alg.uitk.) aantal kernen met minstens 500 adressen aantal woonruimten totaal aantal woonruimten in bijzondere woongebouwen aantal recreatiewoningen aantal woningwetwoningen oppervlakte gemeente totaal oppervlakte land oppervlakte binnenwater oppervlakte buitenwater oppervlakte wegverhardingen fietspaden oppervlakte wegverhardingen overig oppervlakte wegverhardingen parkeren oppervlakte wegverhardingen rijbaan oppervlakte wegverhardingen voetpad/trottoir financiele structuur gewone uitgaven opbrengst belastingen (OZB, afvalst.heffing, rioolr.) algemene uitkering gemeentefonds boekwaarde kapitaaluitgaven vaste schuld eigen financieringsmiddelen
125
2009
2010
10.750 490 2.020 6.340 1.900 217 7 924 1.707 98 234 85
10.660 480 1.970 6.360 1.850 216 7 896 1.840 90 234 90
10.600 395 1.908 6.100 2.197 245 via SVB 908 1.750 90 240 90
640 567 404 132
655 555 406 141
675 523 412 164
16 4 5.840 703 403 1.211 24.031 16.830 1.493 5.708 19.500 5.500 39.500 928.000 118.500
16 4 5.842 703 403 1.181 24.031 16.830 1.493 5.708 19.500 5.500 39.500 928.000 118.500
16 4 5.858 703 403 1.204 24.031 16.830 1.493 5.708 19.500 5.500 39.500 928.000 118.500
ha ha ha ha m2 m2 m2 m2 m2
per inwoner 2.239 377 1.079 3.856 3.200 972
ha ha ha ha m2 m2 m2 m2 m2
per inwoner 2.450 384 1.204 5.035 2.892 887
ha ha ha ha m2 m2 m2 m2 m2
per inwoner 2.632 408 1.201 5.266 3.373 1.443