BIV (2003-2004) Nr. 36
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD
Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen
Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen
VERGADERING VAN WOENSDAG 3 MAART 2004
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 2003-2004
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
INHOUD
INTERPELLATIES van de heer Sven Gatz (N) tot de heren Jacques Simonet, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek en Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp, betreffende "de heraanleg van de kanaalzone tussen het Saincteletteplein en de Ninoofsepoort". (Sprekers: de heren Sven Gatz, Michel Van Roye en de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp). van mevrouw Geneviève Meunier (F) tot de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp, betreffende “de toepassing van de beheersovereenkomst van de Haven van Brussel”. (Sprekers: mevrouw Geneviève Meunier en de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp).
MONDELINGE VRAAG van mevrouw Yamila Idrissi (N) aan de heren Jacques Simonet, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek en Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp, betreffende “de gevaarlijke manoeuvres waartoe fietsers en voetgangers verplicht worden omwille van werken of versperringen”. (Spreker: de heer Claude Michel).
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 2003-2004
VERGADERING VAN WOENSDAG 3 MAART 2004
Opeenvolgend voorzitterschap van de heer Bernard IDE, oudste lid in jaren, en de heer Claude MICHEL, voorzitter. - De vergadering wordt om 14.40’ uur geopend.
INTERPELLATIE VAN DE HEER SVEN GATZ TOT DE HEREN JACQUES SIMONET, MINISTERVOORZITTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET PLAATSELIJKE BESTUREN, RUIMTELIJKE ORDENING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN, STADSVERNIEUWING EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN JOS CHABERT, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET OPENBARE WERKEN, VERVOER, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP, betreffende “de heraanleg van de kanaalzone tussen het Saincteletteplein en de Ninoofsepoort”. De heer Sven Gatz .- Een jaar geleden was er sprake van de ambitieuse projecten van het architectenbureau Bob361 voor de heraanleg van de kaaien aan het kanaal tussen het Saincteletteplein en de Ninoofse poort. Een onderdeel van het project was de verlaging van de kaaien. Maar hiervoor is ruimte nodig: auto’s, trams, fietsen en voetgangers moeten er immers langs, dus was er een voorstel om het transitverkeer te spreiden over de beide kanten van het kanaal (langs Molenbeek voor verkeer richting Zuid en langs Brussel voor de richting Noord). Het mobiliteitsaspect is uiteraard belangrijk. De stad heeft immers de ambitie om het centrum autoluwer te maken. Dit kan niet zonder het verkeer via andere wegen de stad te laten doorkruisen. De kaaien autoluw maken was dus geen optie. Het project zit nog steeds in zijn studiefase. Twee elementen blokkeren het dossier. Vooreerst is er het financiële plaatje. Het voorstel van het Bureau bedroeg 17 miljoen euro. Misschien is die prijs gerechtvaardigd maar het is aan de minister om dit te evalueren. Verder is er ook de weigering van de gemeente Molenbeek om transitverkeer op te vangen langs haar zijde van het kanaal. Het financiële struikelblok is een afweging die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet durven te maken. Ik verwijs in dit verband naar twee andere steden, met name Antwerpen en Gent. De herwaardering van de Scheldekaaien in Antwerpen heeft aangetoond dat dit een nieuwe dynamiek kan teweegbrengen in de stad en nieuwe inwoners en economische activiteit aantrekt. Het heeft het stedenbouwkundig uitzicht van "’t Stad" grondig veranderd. Ook in Gent wordt het water in de stad volop geherwaardeerd. Brussel lijkt hier achterop te blijven. Een aantal schuchtere initiatieven, van particulieren zoals ondermeer het bedrijvencentrum Kanal 20, de lofts van CotéKanal en het café De Walvis tonen nochtans aan dat er potentieel een vraag is om die buurt in de stad te herintegreren.
3
Het kanaal kan Brussel een meerwaarde bieden. De heraanleg moet dan ook als een totaalproject worden gezien. Enerzijds moet rekening gehouden worden met de mobiliteitsfunctie. Anderzijds moet er ook een promenade zijn met wandelbruggen over het kanaal, met plaats voor vernieuwde architectuur en renovatie van de bestaande gebouwen. En hiermee raak ik een heikel punt. Het centrum van Brussel heeft al weinig water. Om die reden is het des te belangrijker om via het kanaal water in de stad te brengen. Een totaalconcept voor deze zone van het kanaal moet een katalysator zijn voor de herwaardering van een heel groot gedeelte van de vijfhoek en van Molenbeek. Deze gelegenheid niet aangrijpen is een gemiste kans voor de stedelijke ontwikkeling van het stadscentrum. Is het Gewest bereid om hierin fors te investeren? Het tweede struikelblok inzake mobiliteit is de weigering van de gemeente Molenbeek om transitverkeer op te vangen en een mobiliteitsoplossing voor de binnenstad te vinden. Dit roept nog meer vragen op. Is het redelijk dat een gemeente dit dossier, dat zo belangrijk is voor de gewestelijke mobiliteit en voor de gewestelijke stedelijke ontwikkeling, kan blokkeren? Hoe ligt de bevoegdheidsverdeling in dit dossier tussen de twee gemeenten en het Gewest? Is het niet aangewezen om hiervoor en wellicht ook voor andere soortgelijke dossiers van groot gewestelijk belang, te denken aan de overheveling van sleutelbevoegdheden van de gemeenten naar het Gewest? Dit hoeft overleg met de buurten en de gemeenten niet in de weg te staan. Zijn, tot slot, alle plannen om het kanaal te herwaarderen als mogelijke "weg" voor personenvervoer voorgoed begraven of worden er nog studies gedaan naar een mogelijke verbinding per boot over het kanaal. Hiermee wordt de lijn VilvoordeMolenbeek bedoeld die aansluiting geeft op de metro Graaf van Vlaanderen. De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Ik ben het eens met wat de heer Gatz zegt over de heraanleg van de kaaien. De heer Draps heeft in publieke zitting herhaald dat het dom zou zijn van het Brussels Gewest om het aantal openbare wegen in het centrum zoals gepland te reduceren, zonder eerst voor de heraanleg te zorgen van de zone waarover vandaag sprake is. De openbare wegen vormen immers een complex netwerk van communicerende vaten. Ik dring er dan ook op aan om pas te beginnen met de werken aan de openbare wegen waarover de heer Gatz het heeft, na overleg tussen de Stad Brussel en het Gewest. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp .- De heraanleg van het gedeelte van de Brusselse Kleine Ring tussen het Saincteletteplein en de Ninoofsepoort is inderdaad een bijzonder belangrijk project. De aanwezigheid van het kanaal in deze zone biedt de mogelijkheid om het aspect "water in de stad", waar ik bijzonder veel aandacht aan besteed, te valoriseren.
BIV (2003-2004) Nr. 36
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
Een dergelijk project vergt echter bijzonder grote investeringen. Daarom werd het opgenomen in de lijst van werken die door het samenwerkingsakkoord met de federale overheid worden bestudeerd en uitgevoerd. In de begrotingen 2003 en 2004 werd hiervoor respectievelijk 25.000 en 10,5 miljoen euro ingeschreven. Indien moest blijken dat deze bedragen niet volstaan, zal ik mij inzetten om de nodige bijkomende kredieten vrij te maken, al dan niet in het kader van het samenwerkingsakkoord. Het zou maar al te spijtig zijn dat dit project zou stranden op een gebrek aan de nodige fondsen. De studie loopt inmiddels. Binnen afzienbare tijd zal het algemeen richtplan voorgesteld worden aan het begeleidingscomité, waarin niet alleen het gewest en de federale overheid, maar ook beide betrokken gemeenten vertegenwoordigd zijn. Na de goedkeuring van het richtplan zullen we starten met de verdere uitwerking van de definitieve heraanlegplannen. Het richtplan zal rekening moeten houden met een aantal basisprincipes inzake mobiliteit en technische haalbaarheid. Concreet betekent dit onder andere dat het idee om een lagergelegen wandelroute langsheen het kanaal aan te leggen, naar analogie met de kanaalzone tussen de Jules de Troozsquare en de Van Praetbrug aan de kant van het koninklijk kasteel, niet gerealiseerd kan worden omwille van de aanwezigheid van collectoren nabij de bestaande kaaimuur. Bovendien wil de stad Brussel de centrumlanen verkeersluwer maken. De kleine Ring zal dus nog meer de functie van rondweg moeten vervullen om het autoverkeer rond de Vijfhoek op een veilige en vlotte manier te laten verlopen. Er moet dus voldoende capaciteit behouden blijven op dit deel van de kleine Ring. Simulaties met het dynamisch verkeersmodel van het gewest tonen aan dat er in ieder geval een capaciteit van twee rijstroken per rijrichting behouden moet blijven. Het idee om rond de kanaalzone een soort rambla te maken met brede promenades en zo autoluw mogelijk, is dan ook niet onmiddellijk haalbaar. Dat wil echter niet zeggen dat we het idee moeten opgeven. Of al de rijstroken aan de Brusselse kant van het kanaal dienen te liggen of dat een deel van de verkeersstroom richting Zuid via de Molenbeekse kanaaloever dient te rijden, laat ik in het midden. Beide wegen langs het kanaal zijn echter gewestwegen en hebben dus een bovengemeentelijk belang. Het zijn dus niet de gemeenten die moeten bepalen welke verkeersfunctie deze wegen zullen hebben. Ik sluit dan ook helemaal niet uit dat er bijkomende bruggen gebouwd moeten worden om het autoverkeer op een vlotte en veilige manier te laten verlopen.
De voetgangers moeten de kans krijgen om vlak bij het centrum te kunnen genieten van de aanwezigheid van het water. Ze moeten zich echter ook in veilige en comfortabele omstandigheden naar de woningen en handelszaken kunnen begeven. De kanaalzone maakt niet alleen deel uit van de gewestelijke fietsroute 5, maar ook van een Europese toeristische fietsroute waardoor de kwaliteitseisen inzake breedte van de fietspaden en de bijkomende accommodatie, hoger liggen dan bij een klassieke fietsroute. Ook met het openbaar vervoer moet rekening worden gehouden. Van de heraanleg van deze zone moet worden gebruikt gemaakt om een eigen zate aan te leggen, zodat ook hier de doelstellingen inzake de verbetering van de commerciële snelheid gehaald worden. Het hele traject is overigens opgenomen in de lijst van de prioritair aan te leggen eigen beddingen die bijgevoegd werd aan het beheerscontract dat de Brusselse regering met de MIVB heeft afgesloten. Maar ook aan de noden van de bewoners en de handelaars van Brussel en Sint-Jans-Molenbeek inzake parkeren, lossen en laden moet worden voldaan. Vermits het ook de bedoeling is de woonfunctie in deze zone op te waarderen, moeten de bewoners over een minimum aantal parkeerplaatsen kunnen beschikken. Wat de subjectieve veiligheid betreft, hecht ik bijzonder veel belang aan de studie van de verlichting die volledig vernieuwd moet worden. Met al deze noden moet worden rekening gehouden bij de heraanleg van de beide kanaaloevers in de hele zone gelegen tussen het Saincteletteplein en de Ninoofsepoort. Het gaat hier alleen om gewestwegen, die onder mijn bevoegdheid vallen. Vermits het project binnen het samenwerkingsakkoord valt, zal de federale overheidsdienst Mobiliteit de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning indienen, nadat de plannen door de Brusselse regering zullen zijn goedgekeurd. Vervolgens zullen de regels gevolgd worden die vastgelegd zijn in de ordonnantie Stedenbouw en zal het openbaar onderzoek door de betrokken gemeenten worden georganiseerd.
Dergelijke infrastructuren moeten aan een effectenstudie onderworpen worden, zodat de studietermijn langer zal worden.
Inzake de overheveling van bevoegdheden heb ik al meermaals verklaard dat ik voorstander ben van een herziening van de huidige bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenten en het gewest. Het lijkt me logisch dat dossiers die het lokale belang overstijgen, zoals de problematiek van de algemene mobiliteit en de aanleg van de grote verkeersassen, beter op gewestelijk niveau worden behandeld. Het gewest heeft overigens meermaals aangetoond dat het kwalitatieve regionale projecten kan realiseren die zeer goed inspelen op de lokale situatie. Ik verwijs onder meer naar de Wetstraat, Belgica/Jubelfeest, Kasteellaan.
In het richtplan zal natuurlijk rekening gehouden worden met de noden van alle weggebruikers en van de bewoners en de handelaars.
Deze discussie is één van de belangrijkste uitdagingen voor de volgende regering. Ik hoop dat het debat op een serene en doordachte wijze gevoerd kan worden met als enig oogmerk
BIV (2003-2004) Nr. 36
VERGADERING VAN WOENSDAG 3 MAART 2004
een beter beleid dat het belang dient van alle Brusselaars en van allen die dit gewest een warm hart toedragen. De Vlaamse vervoersmaatschappij wenst de busbootverbinding tussen Vilvoorde en Sint-Jans- Molenbeek niet verder uit te werken. (Verder in het Frans) Men heeft de politie geraadpleegd. Het is belangrijk alle dossiers goed uit elkaar te houden. Anders zou de situatie wel eens geblokkeerd kunnen raken. De heer Sven Gatz .- Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord. Positief is dat er niet over één nacht ijs is gegaan. Er wordt met substantiële middelen aan buurtontwikkeling gedaan. Er wordt rekening gehouden met een eigen bedding voor het openbaar vervoer, de aanleg van fietspaden en goede verlichting. Als de werken zullen afgerond zijn, zal de situatie zeker beter zijn dan nu. Mijn ontgoocheling heeft betrekking op de onmogelijkheid om de kaaimuren te verlagen. Ik wist niet dat er in de kaaimuren collectoren zijn verwerkt. Het zou een te hoge kost zijn om de kaaimuren te verlagen. We moeten trachten de twee zijden van het kanaal in ons mobiliteitsplan te integreren. Ik begrijp vanuit rationeel standpunt dat als we grote verkeersassen willen ontlasten dat er andere oplossingen van mobiliteit moeten worden gezocht. Na de grote werken die wellicht verschillende jaren zullen duren zullen beide oevers geïntegreerd zijn in één buurt en zal de natuurlijke breuklijn worden opgeheven. Het goede punt is dat in de toekomst zal gesproken worden over één kanaalzone binnen ons Gewest. Voor mij hoeven geen nieuwe bruggen meer te worden aangelegd voor auto’s. Er is nood aan nieuwe voetgangersbruggen. Mijn besluit is dat de minister een belangrijke richting heeft aangegeven waarin deze buurt zich zal ontwikkelen. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp .- Er zal een voetgangersbrug worden aangelegd ter hoogte van het Klein Kasteeltje. Omwille van de aanwezigheid van collectoren zal het inderdaad moeilijk zijn om de kaaimuren te verlagen zoals dat is gebeurd aan de Seine in Parijs. Daar heeft men de gezelligheid en mobiliteit kunnen verzoenen. Mijn techniekers zullen hieraan verder werken. We moeten proberen het centrum van Brussel autoluw te maken en andere mobiliteitsoplossingen te zoeken die aanvaardbaar zijn. - Het incident is gesloten.
5
(Voorzitter: de heer Claude Michel) INTERPELLATIE VAN MEVROUW GENEVIEVE MEUNIER TOT DE HEER JOS CHABERT, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET OPENBARE WERKEN, VERVOER, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP, betreffende “de toepassing van de beheersovereenkomst van de Haven van Brussel”. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- In de beheersovereenkomst staat dat de Carcoke-site zal worden uitgebreid en gesaneerd om de Haven verder te ontwikkelen. Hoe staat het met de werken en de vergunningen? De pers spreekt over een globale daling van het verkeer. Kan u meer duidelijkheid geven over deze matige balans? Daarnaast zou de Haven het TIR-centrum verder uitbreiden. De stedenbouwkundige en milieuvergunningen zouden toegekend worden na een regeerakkoord over het globale project. Heeft de Regering hierover al een beslissing genomen? Binnen een termijn van negen maanden zou men het vervoer van afval over het water regelen via een overeenkomst tussen de Haven en het Gewestelijk Agentschap voor Netheid (Net Brussel). Deze termijn is vandaag overschreden. Heeft men uiteindelijk een akkoord bereikt? De minister heeft zich op een studie gebaseerd om te verklaren dat dit project een dure grap zal zijn voor Net Brussel. Kunnen we die studie inkijken? Is de regering van plan om werk te maken van deze overeenkomst? Doordat we niet kunnen rekenen op de actieve steun van de NMBS, ligt het multifunctionele platform stil. Er zou een nieuwe partner zijn gevonden uit de Franse privésector. Wat zijn de kenmerken van dat partnerschap? Zou het op termijn winstgevend zijn voor de Haven? De NMBS zou opnieuw interesse betonen, meer bepaald omdat de laatste overeenkomst tussen de Federale staat en het Gewest voorziet in de aansluiting van de containerterminal. Is die aansluiting ten laste van het Gewest? En zo ja, hoe zal het Gewest voor de prefinanciering zorgen? Waartoe verbindt de dienst vrachtvervoer van de NMBS zich? Tot slot heb ik de indruk dat het overleg- en preventiecomité niet bijeenkomt. Kan de Minister niet ingrijpen? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp (in het Frans) .- Na de brand heeft de Haven de betrokken administraties bij zich geroepen om de sloopwerkzaamheden te hervatten. Mijn kabinet heeft eveneens de politieke verantwoordelijken bijeengeroepen. Die zijn tot een akkoord gekomen en de werkzaamheden zullen waarschijnlijk midden maart 2004 opnieuw van start gaan. Het BIM moet nog een nieuwe vergunning toekennen voor de verwijdering van asbest. De ondernemer die oorspronkelijk werd aangewezen, stemt ermee in de milieuaangifte klasse 3 op te sturen. De politieke verantwoor-
BIV (2003-2004) Nr. 36
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
delijken hebben dus alles in werking gesteld om deze werf opnieuw op gang te brengen. In tien jaar tijd is het Brusselse verkeer met 10 procent gestegen. Bovendien is de havenactiviteit in 2003 gegroeid. Maar tegelijk is het doorgaand verkeer gedaald, voornamelijk door de problemen van de Waalse metaalnijverheid. Sinds het begin van de legislatuur is het verkeer in het algemeen met 21 procent gestegen. De uitbreiding van het TIR-centrum is gepland op een terrein dat de Haven van Brussel in juli 2001 heeft aangekocht. Het is de bedoeling er een centrum voor stedelijke logistiek te realiseren. Een spooraansluiting moet mogelijk blijven. Aangezien de geschatte kostprijs zeer hoog ligt, wenst de directie met een partner uit de privésector samen te werken. De Europese Investeringsbank heeft aangekondigd onder zeer gunstige voorwaarden een lening te zullen toekennen. Op 10 oktober 2003 werd een studieteam samengesteld met verantwoordelijken van de Haven en van de Franse maatschappij Sogaris. Zij zouden het business plan opstellen van de maatschappij die eventueel zal worden opgericht om het BILC-project uit te voeren. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- Heeft u het over het TIR-centrum of over het multifunctioneel platform? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp (in het Frans) .- Over het TIR-centrum. De maatschappij Sogaris is een Franse logistieke dienstverlener van topniveau. Midden 2004 zal de Haven van Brussel een volledig dossier voorleggen aan zijn raad van beheer en aan de regering. Het gaat om 400 jobs, waarvan de helft voor laaggeschoolden. De Haven wil bovendien de uitbreiding van het TIR-centrum integreren in de algemene ontwikkeling van de zone. De Haven heeft aan het Gewestelijk Agentschap voor Netheid het volgende voorstel gedaan. Ze zou een oude studie ter uitvoering van het artikel 37.3 van het beheerscontract laten actualiseren. Daarnaast zou er binnenkort een bijkomende studie moeten worden afgerond. De regering zal op basis daarvan een beslissing moeten nemen. Vergeten we echter niet dat de Haven geen operator is in de afvalsector. De exploitatiemaatschappij van de terminal heeft zijn opdracht niet vervuld wat het multifunctioneel platform betreft. De Haven heeft dus een einde gemaakt aan de samenwerking en heeft een overeenkomst gesloten met de Compagnie française de navigation rhénane (CFNR) om in de loop van het eerste trimester van 2004 de terminal opnieuw op te starten, en dit voor een periode van zes maanden. Daarom zal er tussen Brussel en Antwerpen een pendeldienst over het water worden georganiseerd. Aan het einde van die periode zal men de balans opmaken. In het begin zal de exploitatie bifunctioneel gebeuren.
is van vitaal belang dat de MIVB ermee instemt om minimaal 5 miljoen euro te investeren in de verbetering van de spoorverbindingen. De directeur-generaal van de MIVB heeft beloofd dit bedrag opnieuw in het investeringsplan 2004-2007 in te schrijven. We zullen ervoor zorgen dat die beslissing ook werkelijk wordt uitgevoerd. De Haven heeft de juiste keuze gemaakt door zich tot de CFNR te richten. De Haven van Brussel heeft me verzekerd dat ze haar wettelijke verplichtingen inzake overleg en preventie naleeft. De twee wettelijk verplichte organen kwamen in 2003 regelmatig bijeen. De Haven overlegt voortdurend met de vakorganisaties die het personeel vertegenwoordigen. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- Ik wist niet dat een Franse maatschappij geïnteresseerd was in het TIRcentrum. Involgens de beheersovereenkomst zal het project met zekerheid worden afgewerkt, maar we lezen niets over een nieuwe studie inzake het vervoer van afval over water. Er bestaat duidelijk geen politieke wil om dit project tot een goed einde te brengen. Tot slot hoop ik dat de MIVB haar verplichtingen zal nakomen. Hoe staat het met de gewestelijke prefinanciering in het kader van het samenwerkingsakkoord met de federale overheid? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp (in het Frans) .Momenteel onderzoeken we de mogelijkheden. Dat moet dus nog worden geconcretiseerd. - Het incident is gesloten. MONDELINGE VRAAG De gevaarlijke manoeuvres waartoe fietsers en voetgangers verplicht worden omwille van werken of versperringen. De voorzitter .- Gezien de indiener verontschuldigd is, wordt het punt naar een volgende vergadering verschoven. - De vergadering wordt om 15.20’ uur gesloten.
De exploitatiemaatschappij zal contact opnemen met de MIVB om haar opnieuw warm te maken voor het project . Het
BIV (2003-2004) Nr. 36