BIV (2001-2002) Nr. 46
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD
Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen
Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen
VERGADERING VAN WOENSDAG 29 MEI 2002
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 2001-2002
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
INHOUD
INTERPELLATIE van mevrouw Geneviève Meunier (F) tot de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp, betreffende “de lijn 3 van de metro op de Noord/Zuidas”. (Sprekers: mevrouw Geneviève Meunier, de heren Denis Grimberghs, Michel Moock en de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp).
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 2001-2002
VERGADERING VAN WOENSDAG 29 MEI 2002
Voorzitter: de heer Michel MOOCK, eerste ondervoorzitter. - De vergadering wordt om 14.35’ uur geopend. INTERPELLATIE VAN MEVROUW GENEVIEVE MEUNIER TOT DE HEER JOS CHABERT, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET OPENBARE WERKEN, VERVOER, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP, betreffende “de lijn 3 van de metro op de Noord/ Zuidas”. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- Volgens een artikel in La Lanterne van 29 april 2002, zou de tram te duur zijn en zou de MIVB nagaan of er tussen Churchill en het Liedtsplein een pendeldienst kan worden ingelegd. Die pendeldienst is de voorloper van een nieuwe metrolijn, maar leidt ertoe dat de reizigers verschillende keren moeten overstappen. Bovendien kost één kilometer tramspoor tien keer minder dan één kilometer metrospoor. In maart 2001 heb ik u geïnterpelleerd over de studie waartoe het Gewest Semaly opdracht had gegeven en die verschillende scenario’s voor de Noord-Zuidas moest opstellen. Ik veronderstel dat deze studie inmiddels klaar is. Heeft de regering al een van de voorgestelde scenario’s uitgekozen? U was bereid met de commissie voor de infrastructuur een informatievergadering te houden, maar u hebt dat uitgesteld. Een jaar later moeten de commissieleden zich tevreden stellen met krantenartikels. Op 21 februari heb ik u, na artikels in de pers, opnieuw over deze kwestie geïnterpelleerd. U hebt me opnieuw geantwoord dat u een rapport zou bezorgen zodra er een beschikbaar zou zijn. De commissieleden wachten nog altijd. Ik begrijp niet waarom er zo veel studies worden uitgevoerd. Waarom laat het Gewest studies uitvoeren als de MIVB andere, tegenstrijdige scenario’s bestudeert? De parlementsleden hebben het recht te weten hoever het staat met belangrijke dossiers zoals de uitbouw van het openbaarvervoernet. Als de MIVB informatievergaderingen ten behoeve van de verenigingen en de gemeenten organiseert, moet onze commissie die informatie ook krijgen om eventueel terzake aanbevelingen te kunnen doen. Bent u op de hoogte van die pendeldienst tussen Churchill en het Liedtsplein? Vanwaar komt dat scenario, dat niet alleen verschilt van hetwelk in september aan de gemeenten is voorgesteld, maar ook van dat van Semaly? Berust dat scenario op een precieze studie en op cijfers over de kostprijs van de maatregel, het aantal overstappen en het aantal potentiële reizigers? Bent u bereid om de commissie voor de infrastructuur nog vóór het zomerreces bijeen te roepen en, in aanwezigheid van deskundigen van de MIVB, een debat te houden over de stand
3
van het alternatieve plan voor de herstructurering van het tramnet en meer bepaald over de Noord-Zuidas? De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- De gemeenten bespreken al verschillende weken het plan voor de herstructurering van het tramnet. Van de MIVB wordt inderdaad een voorstel verwacht. Het zou goed zijn dat er een beslissing wordt genomen en dat er rekening wordt gehouden met de voorstellen van de verschillende actoren, verenigingen, parlementsleden… Het lijkt me paradoxaal dat men enerzijds een debat wil houden en dat men anderzijds met een nieuw alternatief plan uitpakt zonder dat vooraf te bespreken. Het is van fundamenteel belang dat een manier gevonden wordt om collectief over de mobiliteitsplannen te beraadslagen. Men moet ook vermijden dat er opnieuw meer bussen ten koste van de trams worden ingelegd, zoals het geval was in de periode vóór het ontstaan van het Gewest. Zou het Gewest zijn bestuur een referentie- en reflectiekader kunnen bieden voor de planning van mogelijke nieuwe metroinfrastructuur op middellange termijn? Niemand is gekant tegen de uitbouw van het metronet. Het ontbreekt ons echter aan financiële middelen om dat te doen en bovendien zou dat wel eens tot stedenbouwkundige problemen kunnen leiden. Dat moeten we onze besturen en de beleidsmakers van de openbare maatschappijen duidelijk maken. Sommigen willen immers nog altijd de plannen uit de jaren 60 verwezenlijken. Het is absurd om middelen en energie te willen stoppen in projecten waarvan we vandaag weten dat ze onhaalbaar zijn. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp (in het Frans) .- De nieuwe Directie Klantenstrategie bestudeert op dit ogenblik verschillende mogelijkheden inzake spoornetten op basis van recente studies en enquêtes en tellingen. Dat werk moet eerst binnen de MIVB worden afgerond alvorens er officiële beslissingen worden genomen. De MIVB wil overleg plegen met haar klanten en doet dat via het adviescomité van de gebruikers, een officieel orgaan dat bij wege van de ordonnantie van 22 november 1990 voor de MIVB is opgericht. Dat overleg is belangrijk en voorkomt dat er vanuit een ivoren toren beslissingen worden genomen. In april jl. is de aandacht van de afgevaardigden die bij de MIVB zijn ontvangen, gevestigd op de problemen met de stiptheid van de trams waarmee de MIVB te kampen had, meer bepaald op de NoordZuidas, rekening houdend maken met de lengte van de trajecten en met de CEN-normen die moeten worden nageleefd. De MIVB heeft me bevestigd dat een van de bestudeerde scenario’s er in hoofdzaak toe strekt de stiptheid van de dienstverlening in de Noord-Zuidtunnel te verbeteren door de verkeersproblemen voor en na de tunnel aan te pakken. Al die
BIV (2001-2002) Nr. 46
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
studies hebben ten doel het verkeer op het net zo vlot mogelijk te laten verlopen en tegemoet te komen aan de behoeften van zoveel mogelijk reizigers. Voor het ogenblik kan echter, objectief gezien, geen enkel van de exploitatiescenario’s als beter dan de andere worden beschouwd. De MIVB heeft me meegedeeld dat ze op dit ogenblik geen voorkeur heeft voor een bepaalde oplossing, dus noch voor een metroproject noch voor een aanpassing van haar tramnet. Er zou een debat in de commissie voor de infrastructuur georganiseerd kunnen worden, zodra de beheersorganen van de MIVB een officiële beslissing over de herstructurering van het tramnet genomen hebben. Ik wil de oplossingen voor de toekomstige exploitatie van de Noord-Zuidas even in herinnering brengen: vier sporen in het Noordstation, verlaging van het centrale perron in het station de Brouckère en aankoop van nieuwe trams. Die beslissingen wijzen uiteraard in de richting van een exploitatie met trams. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- U hebt me nog altijd niet gezegd vanwaar dat alternatief scenario met een pendeldienst tussen Churchill en het Liedtsplein komt. U hebt weliswaar gezegd dat er op dit ogenblik geen voorkeur bestaat voor een of ander scenario, maar ik ben verbaasd over de lekken in de pers. Die kunnen alleen komen vanuit de MIVB en ik vrees dat sommigen het voormelde scenario liever hebben dan de andere. Wat heeft men gedaan met de studie van Semaly waartoe het Gewest opdracht had gegeven en die drie scenario’s voorstelt die verschillen van die van de MIVB? Wat is het nut van zoveel tegenstrijdige studies? Ondertussen wordt er geen enkele beslissing genomen. Ten slotte betreur ik dat u eerst een beslissing neemt en dan pas voorstelt een debat te houden. Het komt de parlementsleden toe een debat te houden alvorens er een beslissing wordt genomen. Ik was ten zeerste ontgoocheld na mijn vorige interpellaties die zonder bevredigend antwoord zijn gebleven. Daarom dienen we een gemotiveerde motie in, die zowel door leden van de meerderheid als van de oppositie is ondertekend. De Voorzitter .- Ik ontvang een gemotiveerde motie ondertekend door de heren Bernard Ide, Jean-Pierre Cornelissen, Michel Moock, Denis Grimberghs en mevrouw Adelheid Byttebier, luidend:
Overwegende dat dit metroproject, dat in ingrijpende werken op de Noord/Zuidas voorziet, niet is opgenomen in de regeringsverklaring; Overwegende dat vele lijnen (3, 18, 90, 52, 55, 56) van deze Noord/Zuidas gebruik maken en veel verder dan die as doorlopen en zelf rechtstreeks vele wijken bedienen zonder dat de reizigers moeten overstappen; dat dit project, waarbij pendeldiensten zouden worden ingevoerd, ertoe zou leiden dat de reizigers verschillende keren moeten overstappen, wat het gebruik van het openbaar vervoer afremt en de reistijd aanzienlijk doet toenemen; Overwegende dat het Gewest niet de middelen heeft om nieuwe metrowerken te betalen, te meer daar er oplossingen zijn die minder kosten, sneller kunnen worden uitgevoerd en opgenomen zijn in het programma betreffende de reissnelheid; Vraagt aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Zich te verzetten tegen dat metroproject op de Noord/ Zuidas; De MIVB opdracht te geven de studies om de reissnelheid van de tram op die as te verbeteren zonder dat er meer moet worden overgestapt af te ronden en ze onverwijld te bezorgen aan de gewestelijke commissie voor de mobiliteit en aan de commissie voor de infrastructuur van het Brussels Parlement.” De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp (in het Frans) .- Als ik het goed begrijp hebt u die motie ondertekend nog voor ik geantwoord heb. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- U zou dat zo kunnen stellen. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met openbare werken, vervoer, brandbestrijding en dringende medische hulp (in het Frans) .- De studie van Semaly was klaar in september 2001. De MIVB heeft haar diensten opgedragen de studies voort te zetten na tellingen en analyses. Die studie maakt deel uit van het onderzoek van de MIVB. Ik stel vast dat deze gemotiveerde motie niet door alle partijen van de meerderheid is ondertekend. U spreekt van een standpunt van mijn collega, de staatssecretaris bevoegd voor Mobiliteit, maar ik heb deze kwestie echter nooit met hem besproken.
“De Brusselse Hoofdstedelijke Raad, Gehoord de interpellatie van mevrouw Geneviève Meunier betreffende “de lijn 3 van de metro op de Noord/Zuidas” en het antwoord van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; Gehoord de persmededeling, waarin de staatssecretaris belast met Mobiliteit verklaart sterk gekant te zijn tegen het project;
Zo gaat men niet om met een minister. Als men dat zou doen voor alle lopende dossiers, zou men geen stap vooruitkomen. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- De oppositie verwoordt niet vaak de wrevel van de associatieve wereld, ondermeer van de “shadow traffic” comité, die verschillende verenigingen verzamelt. We doen alleen maar ons werk als parlementslid.
BIV (2001-2002) Nr. 46
VERGADERING VAN WOENSDAG 29 MEI 2002
5
De Voorzitter .- Het incident is gesloten. De Brusselse Hoofdstedelijke Raad zal zich later in plenaire vergadering uitspreken over de gemotiveerde motie. - De vergadering wordt om 15.15’ uur gesloten.
BIV (2001-2002) Nr. 46