BIV (2001-2002) Nr. 26
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD
Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen
Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden
VERGADERING VAN DONDERDAG 28 FEBRUARI 2002
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 2001-2002
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
INHOUD
MONDELINGE VRAAG van de heer Fouad Lahssaini (F) aan de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek, betreffende “de nieuwe veiligheids- en preventiecontracten”. (Sprekers: de heer Fouad Lahssaini en de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek).
TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE van de heer Michel Lemaire (F) tot de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek, betreffende “het toezicht op de beslissingen van de colleges en de gemeenteraden”. van de heer Bernard Ide (F), betreffende “de bevoegdheden van de Regering, inzonderheid van het lid belast met de lokale besturen, inzake het toezicht op de beslissingen van het College van burgemeester en schepenen, en van de gemeenteraden”. (Sprekers: de heren Michel Lemaire, Bernard Ide, Benoît Cerexhe, Michel Van Roye, Jan Béghin en de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek).
MONDELINGE VRAGEN van de heer Jos Van Assche (N) aan de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek, betreffende “het fenomeen van racketeering in sommige Brusselse buurten, en de positie van de straathoekwerkers in deze buurten”. (Sprekers: de heer Jos Van Assche en de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek). van de heer Dominiek Lootens-Stael (N) aan de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek, betreffende “de gemeentelijke dienstverlening via het internet”. (Sprekers: de heer Dominiek Lootens-Stael en de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek).
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 2001-2002
VERGADERING VAN DONDERDAG 28 FEBRUARI 2002
Voorzitter: de heer Jan BÉGHIN. - De vergadering wordt om 14.15’ uur geopend.
MONDELINGE VRAAG
De nieuwe veiligheids- en preventiecontracten. De heer Fouad Lahssaini (in het Frans) .- De veiligheidsen preventiecontracten zijn uitgebreid tot alle Brusselse gemeenten om rekening te houden met de politiehervorming vanaf 1 januari 2002 en een algemeen, geïntegreerd preventiebeleid te voeren. Voorheen had de Brusselse regering beslist om aan de gemeenten die voor die contracten niet in aanmerking kwamen, een subsidie te verlenen voor de periode van 1 januari tot 31 december 2001. Daarmee konden ze een academicus in dienst nemen om de lokale behoeften inzake preventie vast te stellen. Die subsidie bedroeg 9.779.666 BEF (242.432 EUR). Behalve het argument dat de politie in zones georganiseerd wordt, verantwoordt geen enkele reden of evaluatie zo'n ondoordachte veralgemening via een eenvoudige uitbreiding van die contracten. Waarvoor werd de voormelde academicus aangeworven? Waarop hebt u zich gebaseerd om de contracten “gewoonweg” te veralgemenen in plaats van een gewestelijk preventieproject op te zetten dat door de gemeenten zou worden beheerd? Welke criteria hebt u ten slotte gehanteerd om de subsidies te berekenen? U bent voornemens om de nieuwe contracten voor 2002 regelmatig te laten evalueren door een comité dat met de voortgangsbewaking wordt belast. Maar hoe zullen de gemeenten die met dat comité geen rekening houden, worden bestraft? En wie zal dat comité controleren? Is het op dit ogenblik geen rechter in eigen zaak, aangezien de inwoners van de gemeente er geen zitting in hebben? Waarom is dat comité niet opgericht binnen een gewestelijke instantie? Welke controle zal het Parlement uitoefenen op de evolutie van de veiligheidscontracten? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek (in het Frans) .- De veiligheids- en preventiecontracten 2002 zijn uitgebreid tot de 19 gemeenten om in heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een geïntegreerd preventiebeleid te kunnen voeren. Delinquentie en gedrag dat getuigt van weinig burgerzin blijven immers niet beperkt tot de negentien gemeenten die tot 31 december 2001 een veiligheidscontract hadden. Die beslissing is dus vooral genomen om te zorgen voor samenhang in het werk en om de energie van de personeelsleden van de tien gemeenten niet te versnipperen over alle zones.
3
mogelijk maken de lokale behoeften inzake preventie vast te stellen. Het Gewest heeft op 13 december 2001 zijn prioriteiten inzake preventie vastgesteld om medefinancieringen te voorkomen. Het gaat om sociale bemiddeling, opvoeders en sportanimators, problemen op school, parkwachters, drugverslaving (via het transitcentrum) en veiligheid in en rond de sociale woningen. De rationalisering bestaat er vooral in de gewestelijke prioriteiten vast te stellen om de acties in de gemeenten uit te stippelen en medefinanciering te voorkomen. Er zal in elke gemeente ook een comité voor de voortgangsbewaking en de evaluatie van de projecten worden opgericht. Daarin zullen vertegenwoordigers van het Gewest zitting hebben. De inwoners zelf zijn via de wijkcomités vertegenwoordigd in de adviesraden. Ten slotte zijn een aantal projecten die door andere subsidiërende overheden medegefinancierd werden, ter wille van de samenhang afgevoerd. Wat de aan de gemeenten opgelegde strafmaatregelen betreft, zij erop gewezen dat veiligheidscontracten overeenkomsten zijn en dat, niet-naleving ervan kan leiden tot schorsing en zelfs tot intrekking van de gewestelijke subsidies. De heer Fouad Lahssaini (in het Frans) .- Het verheugt me dat de heer de Donnea van mening kan veranderen. Het verheugt me ook dat in die projecten overlappingen, onder meer financiële overlappingen, kunnen worden voorkomen en dat de actoren er zich in kunnen terugvinden. Ik betreur echter dat vele gemeenten geen rekening houden met de adviezen van de gemeentelijke adviesraad, die het enige orgaan is dat de verschillende standpunten van de inwoners kan vertolken. Ik heb echter nog nooit gehoord van straffen voor die gemeenten. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek (in het Frans) .- Ik ben het met u eens dat de gemeentelijke adviesraden niet echt goed hebben gewerkt. De vergaderingen ervan worden druk bijgewoond, maar er wordt weinig gezegd. Ik wil de veldwerkers best het woord verlenen maar dat kan via de lokale gekozenen of de verenigingen. Een hervorming van die raden is aan de gang, maar daar is de minister van Binnenlandse Zaken voor bevoegd. - Het incident is gesloten.
De aanwerving van een academicus, waarvoor 167.328 euro (en geen 242.430 euro) wordt uitgetrokken moest het
BIV (2001-2002) Nr. 26
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
INTERPELLATIE VAN DE HEER MICHEL LEMAIRE TOT DE HEER FRANCOIS-XAVIER DE DONNEA, MINISTER-PRESIDENT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET PLAATSELIJKE BESTUREN, RUIMTELIJKE ORDENING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN, STADSVERNIEUWING EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, betreffende “het toezicht op de beslissingen van de colleges en de gemeenteraden”. EN TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER BERNARD IDE, betreffende “de bevoegdheden van de Regering, inzonderheid van het lid belast met de lokale besturen, inzake het toezicht op de beslissingen van het College van burgemeester en schepenen, en van de gemeenteraden”. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- De recente vergaderingen over de gemeenten, waarop alle politieke stromingen vertegenwoordigd waren, wijzen op de belangstelling voor die problematiek. Het Bureau van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft gevraagd om het niveau van de gemeenten te overstijgen hoewel men niet kan vermijden dat er wordt verwezen naar voorbeelden in de gemeenten. Ik geef u drie theoretische voorbeelden waaruit de beperkingen van het gemeentelijke gezag blijken. Het eerste voorbeeld betreft een gemeente die financiële problemen heeft maar weigert om overheid subsidies te vragen aan een nietgewestelijke subsidiërende. Het tweede voorbeeld heeft betrekking op de uitvoering van een heel belangrijk project dat de goede werking van reeds uitgevoerde projecten in de buurt in het gedrang kan brengen en waarbij het gevaar voor concurrentie en overlapping bestaat. Het derde voorbeeld betreft het feit dat er geen meerjarenvisie bestaat op de beheerskosten, de werkingskosten of de kosten voor de aanwerving van medewerkers voor aanzienlijke investeringen. Tot waar kan het Gewest in elk van die gevallen optreden? De heer Bernard Ide (in het Frans) .- Waar begint de gemeentelijke autonomie? Waar eindigt ze? Wanneer vindt u dat u moet ingrijpen rekening houdend met de goede werking van de gemeenten en de beslissingen die ze nemen? Kan er bij de toezichthoudende overheid een beroep ingesteld worden tegen een gemeentelijke beslissing die op lange termijn nefast blijkt? Wat kunnen de gemeenteraadsleden doen als ze van oordeel zijn dat de regels voor de goede werking niet nageleefd worden, wanneer zich een conflict tussen meerderheid en oppositie voordoet?
Hoe kan de man in de straat de aandacht van de toezichthoudende overheid vestigen op een beslissing van de gemeenteraad waarmee hij niet akkoord gaat? Als het autoritaire optreden van een burgemeester een procedurefout verhult, twee gemeenteraadsleden en een burger de minister-president daarover een brief sturen en geen antwoord krijgen en twee gewestelijke volksvertegenwoordigers geen interpellatie in dat verband mogen houden, omdat de zaak onder de gemeentelijke autonomie valt, dan zitten we in een schemerzone. Wat kan de minister-president in dergelijke gevallen doen? De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Hoe kan men het beleid van de gemeenten op elkaar afstemmen en de gemeentelijke autonomie toch respecteren? De gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe heeft beslist om een cultureel centrum op te richten hoewel er in Brussel al een zeer groot cultureel aanbod is en er in de buurt al twee culturele centra zijn, te weten in Sint-Pieters-Woluwe en in Oudergem. Voorts wil Sint-Lambrechts-Woluwe 100 miljoen frank investeren in de renovatie van zijn centrum. Waar is de samenhang als die drie gemeenten een verschillend beleid voeren met telkens aanzienlijke investeringen en onderbenutte infrastructuur? Als ze een dergelijk beleid voeren, lopen de verdedigers van de gemeentelijke autonomie het gevaar dat ze hun doel voorbijstreven. Het is onaanvaardbaar dat de negentien gemeenten hun beleid voeren zonder met elkaar rekening te houden. Welke maatregelen kunnen er worden getroffen? Welke rol kan de toezichthoudende gewestelijke overheid vervullen? De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Een van de beperkingen van de gemeentelijke autonomie is de slechte financiële toestand van de gemeenten en de solidariteit die tussen de rijke en de arme gemeenten moeten gelden. Als rijke gemeenten een nieuw cultureel centrum oprichten zonder overleg te plegen, dan beperkt dat die solidariteit. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek (in het Frans) .- Het begrip gemeentelijke autonomie is nooit wettelijk vastgesteld. De gemeenteraden regelen alle zaken van gemeentelijk belang, voor zover de wet niet anders bepaalt. De gemeenten moeten voor een begrotingsevenwicht zorgen. In de praktijk zien wij erop toe dat het gecumuleerde saldo in evenwicht is. Is dat niet het geval, dan kunnen we het opportuniteitstoezicht uitoefenen. De toezichthoudende overheid gaat na of de handelingen niet in strijd zijn met de wet en met het algemeen belang. Het regeerakkoord bepaalt echter dat alleen het wettigheidstoezicht zal worden uitgeoefend, wat het opportuniteitstoezicht niet uitsluit. Over dit punt is bij de opstelling van het akkoord overeenstemming bereikt.
BIV (2001-2002) Nr. 26
VERGADERING VAN DONDERDAG 28 FEBRUARI 2002
Daarmee rekening houdend, zal de toezichthoudende overheid de keuzes van de gemeenten niet in twijfel trekken als er geen overtreding van de wettelijke voorschriften is vastgesteld. De toezichthoudende overheid beslecht de geschillen tussen de gemeenten niet, maar doet de wet naleven. De toezichthoudende overheid maakt de onwettigheid ongedaan ingeval de wet bij een geschil wordt overtreden. De wetgever kan de gemeentelijke autonomie aan banden leggen. Als de burgemeester informatie heeft achtergehouden, gaat hij overduidelijk over de schreef. Krachtens de wet is hij verplicht de gemeenteraadsleden, en in sommige gevallen zelfs de burgers, inzage van de dossiers te verlenen. Als er een misbruik wordt vastgesteld, kan er altijd klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid, die dan eventueel zal onderzoeken of de wet overtreden werd. Ik heb dergelijke klachten nooit in de doofpot willen stoppen. Als een gemeente een duur project wil uitvoeren, vraag ik mijn bestuur altijd na te gaan of die uitgave het financieel evenwicht van de gemeente in het gedrang kan brengen. Is dat het geval, dan kan en moet ik de desbetreffende beslissing van de burgmeester schorsen of zelfs nietig verklaren. Onlangs heb ik een burgemeester nog meegedeeld dat ik zijn beslissing moest schorsen omdat ze te hoge uitgaven meebracht. Die burgmeester heeft zich aan mijn bevel gehouden. De vraag of men de gemeenten de keuze moet laten om supragemeentelijke infrastructuur te bouwen, houdt verband met het subsidiariteitsbeginsel en moet door de COSTA worden onderzocht. Het is een probleem dat de bevoegdheid van de regering overstijgt. Als men een duurzame oplossing voor het probleem van de gemeentelijke financiën wenst, dan moet de kwestie van het subsidiariteitsbeginsel aan de orde worden gesteld. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- Mag men ervan uitgaan dat, als het begrotingsevenwicht niet al te zeer in het gedrang wordt gebracht, u niet optreedt? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek (in het Frans) .- Dat valt inderdaad niet onder het regeerakkoord. Ik treed alleen op als ik vermoed dat het begrotingsevenwicht in het gedrang zou kunnen komen. In dat geval kan ik de beslissing nietig verklaren. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- En wat gebeurt er als de ene gemeente de andere benadeelt zoals in het geval dat door de heer Cerexhe ter sprake is gebracht? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek (in het Frans) .- Toen Brussel-Stad het Terkamerenbos elke zaterdag van het jaar wou sluiten, werden de gemeenten Elsene, Ukkel en Bosvoorde niet geraadpleegd. Ik heb om een
5
schorsing van de beslissing gevraagd, die nageleefd werd. Politieke hoffelijkheid betekent ook overleg plegen met collega’s. De heer Bernard Ide (in het Frans) .- Was er in het geval van die burgmeester wiens naam u niet wil vermelden, geen reden om in te grijpen? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek (in het Frans) .- Dat dossier is niet aan mij voorgelegd en het probleem kan nog altijd door overleg worden opgelost. De heer Bernard Ide (in het Frans) .- Inwoner Lambda en de twee gemeenteraadsleden hadden van u nochtans graag een antwoord gekregen. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek (in het Frans) .- Mijn administratie onderzoekt de zaak nog, maar ze zullen een antwoord krijgen. De heer Bernard Ide (in het Frans) .- In die gemeente heeft een gemeenteraadslid dat gevraagd had hoe het project zou worden gefinancierd, als antwoord gekregen dat er daarover geen dossier bestond. Dat dossier ligt hier nochtans voor me. Wordt er in dit geval geen informatie achtergehouden? De Voorzitter .- De commissie dient niet om dossiers te behandelen en mag zich niet in de plaats stellen van een administratieve rechtbank. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek (in het Frans) .- Ik heb u al gezegd dat u het recht heeft de toezichthoudende overheid daarover een brief te sturen. - De incidenten zijn gesloten. MONDELINGE VRAGEN Het fenomeen van racketeering in sommige Brusselse buurten, en de positie van de straathoekwerkers in deze buurten. De heer Jos Van Assche .- In Brussel wordt men meer en meer geconfronteerd met het probleem van "racketeering". Zo eisen rondom het Sint Antoniusplein te Vorst migrantenjongeren geld van bejaarden om "hun" plein te mogen oversteken. Dit is een regelrechte vorm van afpersing. Zowel omwonenden en lokale handelaars als een 10-tal oudere Marokkanen trokken al aan de alarmbel. De politie kent en erkent dit fenomeen. In het geval van het Sint Antoniusplein van Vorst schat de politie dat het gaat om een 80-tal criminelen die er de boel verzieken en onveilig
BIV (2001-2002) Nr. 26
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
maken. Een anonieme politie-agent getuigde zelfs dat de politie er niets kon of mocht ondernemen. De lokale straathoekwerkers blijven zeer voorspelbaar ziende blind. De coördinator van de straathoekwerkers in de wijk (Cairn) noemde racketeering een hersenschim. Volgens hem waren er enkel wat kleine problemen zoals geluidsoverlast. De afpersing bestaat volgens hem niet, daar er geen aangiftes over worden gedaan. Dat dit te maken heeft met de angst om represailles begrijpt hij blijkbaar niet. Wat zal er worden ondernomen om dit groeiende probleem grondig aan te pakken? Welke maatregelen zullen er worden genomen tegen de coördinator van de straathoekwerkers die dit probleem op een duidelijk leugenachtige manier verzwijgt? Deze coördinator verklaarde trouwens, dat wanneer er bewijzen zouden komen van zo’n structurele afpersing, hij het werk van de straathoekwerkers in vraag dient te stellen.
Ik zal deze bezorgdheid overmaken aan de burgemeester van Vorst, mevrouw De Permentier, die op haar beurt in overleg met haar andere collega’s uit de politiezone, de nodige maatregelen kan treffen. De heer Jos Van Assche .- Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. Tot mijn ontsteltenis stel ik vast dat er geen misdaadcijfers beschikbaar zijn. Verder stel ik vast dat de geldkraan steeds verder opengedraaid wordt voor projecten waarvan de deugdelijkheid nog steeds niet is bewezen. In de gemeente Anderlecht is veiligheid een aangelegenheid van de politieraad. Mijn fractie is in deze Raad niet vertegenwoordigd zodat wij niet in staat zijn om ons democratisch controlerecht uit te oefenen. Wij zullen dit aan de bevolking uitleggen en de factuur zal gepresenteerd worden de volgende verkiezingen. - Het incident is gesloten.
Aangezien de verklaringen van omwonenden, handelaars, en vooral de politiecommissaris mij voldoende bewijs leveren dat er wel degelijk een structureel probleem is, hoop ik dat de straathoekcoördinator woord houdt. Wat zal er worden ondernomen om het hele systeem van straathoekwerking te herzien? Dit is een project dat veel geld kost, maar duidelijk geen zoden aan de dijk brengt. Tenslotte had ik ook graag geweten in welke Brusselse buurten dit fenomeen van afpersing zich nog meer voordoet en welke maatregelen daar reeds werden genomen of in de nabije toekomst zullen worden genomen. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek .Ik wil de commissieleden er aan herinneren dat politieaangelegenheden niet tot de bevoegdheid van het Gewest behoren. Het Gewest treedt enkel op, op het vlak van preventie. De gemeentelijke overheid van Vorst en de lokale politie hebben ons gemeld dat een groep van 20 à 30 buurtjongeren, een eerder asociaal dan crimineel gedrag vertoont. Dit veroorzaakt bij de plaatselijke bevolking een zeker gevoel van onveiligheid. Vanaf 2002 zullen gemeentelijke projecten, gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de veiligheids- en preventiecontracten, tot hoofddoel hebben zich op een constructieve en educatieve wijze te bekommeren om de jongeren en hun agressiviteit te kanaliseren. Het werk van de straathoekwerkers beperkt zich tot deze aanpak. Zij kunnen zich niet in de plaats stellen van de ordediensten.
De gemeentelijke dienstverlening via het internet. De heer Dominiek Lootens-Stael .- Het internet is het informatie- en communicatie-instrument bij uitstek van de toekomst. Het is dan ook niet meer dan logisch dat meer en meer gemeenten een eigen website opstarten om de burgers te informeren en ze de mogelijkheid te geven online overheidsdocumenten te bestellen. Momenteel hebben slechts tien Brusselse gemeenten een eigen officiële website. Deze gemeenten hebben op het vlak van communicatie dus reeds een streepje voor op andere gemeenten. Dit wil echter niet zeggen dat het met de websites van sommige van deze tien gemeenten allemaal koek en ei is. Op taalkundig vlak blijkt er heel wat aan te schorten. Zo heeft de gemeente Sint-Joost-ten-Node enkel een franstalige URL (www.saint-josse.org) en is de mededeling op deze website onder constructie enkel in het Frans en het Engels te lezen. Ook de gemeente Watermaal-Bosvoorde heeft enkel en alleen een franstalig internetadres (www.watermael-boitsfort.be). Op de website zelf zijn hele stukken tekst enkel en alleen in het Frans te raadplegen, en is de kwaliteit van het gebruikte Nederlands ronduit schabouwelijk te noemen. Wanneer men de officiële website van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bezoekt kan men van daar uit doorklikken naar deze gemeentelijke websites die het alles behalve nauw nemen met de vigerende taalwetgeving.
Bovendien wens ik erop te wijzen dat de verklaringen van een lid van een vzw die in deze wijk actief is niet onder mijn bevoegdheid vallen omdat deze persoon geen deel uitmaakt van het preventief apparaat van de gemeente.
Zal de minister-president stappen ondernemen om er bij de gemeenten op aan te dringen hun websites aan te passen zodat ze de taalwetgeving eerbiedigen? Zal hij maatregelen nemen zodat op de officiële website van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen verwijzingen meer staan naar die websites die niet in orde zijn met de taalwetgeving?
De gewestelijke administratie beschikt niet over misdaadcijfers en kan dus ook geen analyse maken van de verschillende vormen van delinquentie waarvan de bestrijding volledig aan de politiediensten toekomt.
De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek .-
BIV (2001-2002) Nr. 26
VERGADERING VAN DONDERDAG 28 FEBRUARI 2002
Het internet is een essentieel communicatie medium waaraan het Gewest volle aandacht besteed. Niet alle gemeenten beschikken momenteel over een eigen website, maar het is wel mogelijk om in vier talen informatie over de 19 gemeenten te vinden in de rubriek die op de site van het Gewest daaraan gewijd is. Het Gewest is niet verantwoordelijk voor de URL die de gemeente wil gebruiken. Ik kan ondertussen meedelen dat de gemeente WatermaalBosvoorde via een URL in het Nederlands kan worden geraadpleegd. De officiële website van het Gewest vermeldt alle officiële of als dusdanig erkende sites. Dat is het principe van de portaalsite met links, een principe dat echter niet in strijd mag zijn met de vigerende wetten. De heer Dominiek Lootens-Stael .- Het doet mij plezier dat de URL van Watermaal-Bosvoorde in het Nederlands is. Ik vind dat ondertussen naar een oplossing moet worden gezocht opdat de URL’s van alle gemeenten minstens tweetalig zijn. Zal de minister-president de links naar de websites van gemeenten die niet aan de taalwetgeving beantwoorden, schrappen? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke besturen, ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, stadsvernieuwing en wetenschappelijk onderzoek .Ik zal vragen aan het centrum voor informatica dat er bij de gemeenten wordt op aangedrongen het Nederlands als officiële taal op hun websites te gebruiken. - Het incident is gesloten. - De vergadering wordt om 15.35’ uur gesloten.
BIV (2001-2002) Nr. 26
7