BIV (1996-1997) Nr. 10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD
Bulletin van de interpellaties en mondelinge en dringende vragen
Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedebouw en het grondbeleid
OPENBARE VERGADERING WOENSDAG 4 JUNI 1997
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge en dringende vragen - Gewone zitting 1996-1997
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATES EN MONDELINGE EN DRTNGENDE VRAGEN
INHOUD
INTERPELLATIES van de heer Guy Vanhengel (Nederlandse tekst van het ontwerp van gewestelijke stedenbouwkundige verordening) tot de heer Herve Hasquin, minister belast met ruimtelijke ordening, openbare werken en vervoer. (Sprekers: de heren Guy Vanhengel, Walter Vandenbossche, Jean-Pierre Comelissen en Herve Hasquin, minister belast met ruimtelijke ordening, openbare werken en vervoer) van de heer Walter Vandenbossche (de studie 'Ruimte maken voor handel en wandel') tot de heren Jos Chabert, minister belast met economie, financien, begroting, energie en exteme betrekkingen en Herve Hasquin, minister belast met ruimtelijke ordening, openbare werken en vervoer. (Sprekers: de heren Walter Vandenbossche en Herve Hasquin, minister belast met ruimtelijke ordening, openbare werken en vervoer)
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 1996-1997
OPENBARE VERGADERING VAN WOENSDAG 4 JUNI 1997
Voorzitter: de heer Marc Cools . De openbare vergadering wordt om 14.30' uur geopend. INTERPELLATIE VAN DE HEER GUY VANHENGEL TOT DE HEER HERVE HASQUIN, MINISTER BELAST MET RUIMTELIJKE ORDENING, OPENBARE WERKEN EN VERVOER,
betreffende "de Nederlandse tekst van het ontwerp van gewestelijke stedenbouwkundige verordening". De heer Guy Vanhengel.- Als Vlaamse Brusselaar pleit ik met voor Vlaamse onafhankelijkheid, maar wel voor verregaande autonomie en het is dan ook uit Vlaamsvoelendheid dat ik deze interpellatie houd. Het ontwerp inzake stedenbouwkundige verordening moet worden besproken volgens een uitvoerige procedure. Zo kan de bevolking gedurende 30 dagen in de gemeentehuizen zijn opmerkingen en adviezen formuleren. Daama gaat het ontwerp voor advies naar de gemeenteraden en erkende adviesraden. Het ontwerp wordt dan met de bezwaren aan de gewestelijke commissie voorgelegd voor een uiteindelijk advies. Nadien volgt de normale goedkeuringsprocedure. Het probleem is dat in dit geval de procedure moet worden doorlopen met een schabouwelijke Nederlandse tekst. Het gaat waarschijniijk om een nonchalante vertaling van een Franse tekst. Het Nederlands is verwarrend, onaangepast en vertoont eigenaardige zinsconstructies. Dat leidt naar bargoens. Het getuigt van een minachting tegenover de Vlaamstaligen. Het gaat om een officieel document opgesteld door de administrate, nagekeken door uw kabinet en waarschijniijk besproken in de Hoofdstedelijke regering. Dat betekent dat ook de Nederlandstalige regeringsleden niet vrijuit gaan. Wellicht zouden sommigen onder hen beter de teksten hebben gelezen in plaats van zich te bezondigen aan holle retoriek over Vlaamse onafhankelijkheid. De heer Hasquin blijft echter als bevoegde minister verantwoordelijk. De Nederlandse vertaling laat in ieder geval geen correct fcadvies toe. Erger is dat de Nederlandse en Franse teksten van mekaar verschillen of zeifs het omgekeerde zeggen. Ik vraag me afofde hele adviesprocedure op die manier wel ordentelijk is gebeurd. Etterbeek heeft alleszins zijn advies om die reden geweigerd. De minister is hierover uitleg verschuldigd. Hoe zai hij in de toekomst dergelijke incidenten vermijden? Ik meen dat de Vlamingen verontschuldigingen moeten krijgen. De lopende procedure moet worden opgeschort en het ontwerp ingetrokken. De minister is ons een nieuwe tekst in onberispelijk Nederlands verschuldigd.
•
De heer Walter Vandenbossche .- Collega Vanhengel is bijzonder streng. Ik deel die strengheid wat betreft het taalgebruik. Toch heb ik nooit de ervaring gehad dat minister Hasquin een ofander bevolkingsgroep qua taalgebruik heeft willen kwetsen. Wat nu gebeurt is echter niet goed voor de burger. De rechtszekerheid is weg. Beide teksten genieten immers wettelijke waarde. Het incident creeert ook problemen voor de regering: de beide gemeenschappen moeten worden gerespecteerd.
Ik wil dit incident niet opblazen, maar sluit aan bij de vraag om dit in de toekomst te vermijden. Het huidig ontwerp moet ofwel worden verbeterd, indien dit kan, en dan moet de procedure worden opgeschort, ofwel moet de intrekking worden overwogen. Het zou de minister sieren indien hij een degelijke opiossing zou voorstellen. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Ik beroep mij op mijn ervaring als germanist. Echte tweetaligheid lijkt mij een subjectief gegeven. Een professor aan de VUB beweerde trouwens dat echte tweetaligheid onmogelijk is. Ik meen te weten dat de vertalers van de minister Nederlandstalig zijn. DC wil erop wijzen dat het bewuste document heel technisch is. Men mag van de vertalers niet verlangen dat ze deskundigen zijn in alle onderwerpen waarover ze teksten te vertalen krijgen. Het is voldoende dat er een regeling wordt getroffen om achteraffouten in de teksten recht te zetten. De heer Herve Hasquin, Minister belast met ruimtelijke ordening, openbare werken en vervoer (in het Frans) .- Het antwoord dat ik u zo dadelijk zai geven, zai u verbazen. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans) .- Men moet weten dat men voor het vertalen van die teksten een technische kennis en een kennis van de wetgeving behoort te hebben. Vele vertalers hebben die niet. Het is dus niet noodzakelijk een gemakkelijke opgave. Ik heb de kritiek in het blad "Alert" gelezen en ik wou de vertalingen vergelijken. Ik meen dat de vertalers getracht hebben de idee van de tekst weer te geven en dat men hen niet al te veel verwijten kan maken. Zeifs in het artikel van "Alert" staan betwistbare zinswendingen of wordt overdreven. Ik zou het, als germanist, waarschijniijk zeif niet beter hebben gedaan. We zouden dus ofwel over technici met een uitstekende kennis van het Nederlands moeten beschikken, ofwel over vertalers die goede technici zijn. Ik vind hoe dan ook dat de inhoud van de tekst goed is weergegeven. Ik wou er enkel aan herinneren dat niemand perfect is en dat het niet de eerste keer is dat zoiets voorvalt. In de eerste ordonnantie inzake stedenbouw werd het woord "immeuble" in het Nederlands door "gebouw" vertaald, terwiji het wil zeggen "onroerend goed". Aangezien vergissen menselijk is, veronderstel ik dat de minister ervoor zai zorgen dat die fouten worden verbeterd. De heer Herve Hasquin, Minister belast met ruimtelijke ordening, openbare werken en vervoer .- Voor het openbaar onderzoek naar het ontwerp van gewestelijke stedenbouwkundige verordening werd een tweetalig document ter beschikking gesteld van de bevolking. De vertaling van het Frans naar het Nederlands werd uitgevoerd door de vertaaldiensten van het gewestelijk bestuur en van mijn kabinet. De vertaaldienst van mijn kabinet bestaat uit drie gediplomeerde vertalers, alien Vlamingen met het Nederlands als moedertaal.
BIV (1996-1997) Nr. 10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN Toch zijn er in de Nederlandse tekst een aantal fouten geslopen, wat ik betreur. De schorsing van de procedure lijkt mij om praktische redenen echter weinig realistisch, DC heb reeds maatregelen genomen om de kwaliteit van de Nederlandstalige teksten in de toekomst te verbeteren. (Verder in het Frans) Ik wil hier nog aan toevoegen dat de directeur-generaal van de administratie, de heer Van Grimbergen, Nederlandstalig is en de tekst heeft gezien. Hij heeft geen opmerkingen geformuleerd over het taalgebruik, evenmin als de heren Anciaux, Chabert en Grijp. Als professor in de letteren hecht ik veel belang aan de kwaliteit van het Frans, maar ik heb nooit van mijn Vlaamse medewerkers geeist dat ze him teksten die in het Frans vertaald zijn, verbeteren. Zoals de heer Comelissen heeft opgemerkt, is niemand perfect. Ik geeftoe dat er fouten zijn gemaakt, maar laten we hier geen staatszaak van maken. m dit geval waren er verschillende Nederlandstalige "filters". Ik vraag daarom gewoon dat iedereen een inspanning levert. De heer Guy Vanhengel.- De vele studenten die de heren Hasquin en Comelissen vroeger als lesgever hadden, zouden hun betoog nu moeten horen. In hun redenering kan men germanist worden zonder het Nederlands machtig te zijn. Er is nog een verschil tussen perfectie en totale onvolmaaktheid. Wij begrijpen dat vertalen geen gemakkelijke opgave is: deze tekst is echter onleesbaar en sommige delen hebben zeifs een andere betekenis in de andere taal. Zij leiden dus tot rechtsonzekerheid en maken het voor Nederlandstaligen onmogelijk een advies uit te brengen. Het is jammer dat de minister de verantwoordelijkheid afschuift op zijn ambtenaren. Hij is immers politick verantwoordelijk. Toen ik medewerker was van toenmalig staatssecretaris Neyts diende alles op het kabinet te gebeuren. Nooit leverden we echter zulke onleesbare teksten af. Ik beschouw dit document als een teken van minachting voor de Nederlandstaligen en als een schending van het gelijkheidsbeginsel. Het gaat allerminst om kleine foutjes in de marge. Ik stel me ten slotte vragen bij de kennis van hun moedertaal van de Nederlandstaligen die deze teksten hebben nagelezen. Als de minister zegt dat hij dit in de toekomst wil vermijden en dat hij de nodige correcties zai aanbrengen, dan is dit voor mij onaanvaardbaar. Ik ben van plan om alle mogelijke middelen uit te putten om het verdere verloop van de procedure op te schorten en om tot een correcte Nederlandse tekst te komen. DC zai dan ook een gemotiveerde motie indienen die ons zai toelaten de discussie in openbare vergadering voort te zetten. De Voorzitter.- De heren Guy Vanhengel en Walter Vandenbossche hebben de volgende gemotiveerde motie inge-' diend: De Brusselse Hoofdstedelijke Raad,
- gehoord de interpellatie van de heer Guy Vanhengel tot de heer Herve Hasquin, minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer betreffende het schabouwelijk Nederlands in het ontwerp van gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het antwoord van de minister; - gelet op het feit dat de beide taalgemeenschappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest recht hebben op eenzelfde feilloze behandeling in hun taal; - gelet op het feit dat de Nederlandstalige versie van het ontwerp van gewestelijke stedenbouwkundige verordening totaal ontoereikend is en getuigt van minachting voor het Nederlands; - overwegende dat het gelijkheidsbeginsel werd geschonden door de nonchalante wijze waarop de Nederlandstalige versie werd vertaald uit het Frans; - vraagt de Brusselse regering het nodige te doen om de lopende procedure op te schorten, zo nodig het ontwerp van gewestelijke stedenbouwkundige verordening in te trekken en werk te maken van een ontwerptekst in onberispelijk Nederlands. De heren Jean-Pierre Comelissen en Mohamed Da'i'f hebben een gewone motie ingediend. - De bespreking is gesloten. INTERPELLATIE VAN DE HEER WALTER VANDENBOSSCHE TOT DE HEREN JOS CHABERT, MINISTER BELAST MET ECONOMIE, FINANCIEN, BEGROTING, ENERGIE EN EXTERNE BETREKKINGEN EN HERVE HASQUIN, MINISTER BELAST MET RUIMTELIJKE ORDENING, OPENBARE WERKEN EN VERVOER
betreffende "de studie 'Ruimte maken voor handel en wandel'" De heer Walter Vandenbossche .- De vzw AFPA-TRAP die de lokale handelaars van de buurt Anderlechtse Poort tot Kuregem vertegenwoordigt, heeft samen met de SintLukaswerkgemeenschap, het RISO en hetNCMV, een analyse gemaakt van de buurt en een aantal voorstellen geformuleerd. De uitgangspunten van de studie zijn : het samenhorigheidsgevoel aanwakkeren, burgerzin ontwikkelen, sociale zorg en stedenbouw op menselijke schaal. Het buurtcomite analyseert een aantal gunstige omgevingsfactoren: de uitstekende ligging, een waardevol patrimonium, een goed openbaar vervoer, redelyke grondprijzen, gunstige economische ontwikkelingsperspectieven, de HST. De buurt heeft evenwel ook een aantal schaduwzijden zoals: het algemeen uitzicht, het gevoel van wantrouwen en onveiligheid, de hinder ingevolge; bepaalde economische activiteiten, het verkeer en het parkeren, de bevolking. AFPA-TRAP heeft een aantal voorstellen ingediend met zowel een gemeentelijke als een regionale dimensie. Een eerste voorstel heeft betrekking op de herinrichting van de Steenweg
BIV (1996-1997) Nr. 10
OPENBARE VERGADERING VAN WOENSDAG 4 JUNI 1997
op Bergen. De te volgen strategic omvat de gezondmaking van de gebouwen, de renovatie van de hoekgevels, aangepaste verlichting van kruispunten met oversteekplaatsen voor voetgangers, aanplanting van groen en aanleg van verkeerseilanden. Een tweede voorstel is gericht op viotter en veiliger verkeer. De buurt stelt immers vast dat de talloze inbraken worden veroorzaakt door een bepaald type van handelszaken. Er worden talrijke snelheidsovertredingen vastgesteld en de slechte verlichting verhoogt nog bet risico op ongelukken. Voorgesteld wordt het autoverkeer te vertragen, de voetgangers te beschermen, een efficient parkeerreglement in te voeren en ten slotte trottoirs aan te leggen en ze te onderhouden. Voorstel drie heeft betrekking op de harmonisering van ambacht, handel, industrie en wonen. AFPA-TRAP pleit voor het gemengd karakter van de buurt. Zij benadrukt het behoud van legale activiteiten. De wildgroei van schroothandelaars en handelaars in tweedehandswagens vormt een belangrijke hinder die onverenigbaar is met wonen en handel drijven. Ook hier worden een aantal concrete voorstellen geformuleerd en wordt een strategic op lange termijn uitgestippeld die gericht is op het terugdringen van de handel in tweedehandswagens, het aantrekken van nieuwe KMO's en buurtwinkels en de renovatie van belangrijke gebouwen om er administraties in te vestigen.
•
Met een vierde voorstel wil het buurtcomite het wonen bevorderen en het vertrouwen herstellen. Daartoe moeten het zeifbeeld en het woningaanbod worden verbeterd, moet de openbare dienstverlening worden verhoogd en moeten nieuwe inwoners worden aangetrokken. AFPA-TRAP pleit voor een globaal concept. Alle actoren moeten in een beweging de buurt opnieuw nieuw leven inblazen. De betrokkenen wensen daarvoor een inspanning te doen en steken de hand uit naar de regering en naar de gemeente om samen een strategic te ontwikkelen. De heer Herve Hasquin, Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer .- De analyse van de vzw AFPA-TRAP heeft geleid tot interessante voorstellen die (op lokaal vlak kunnen worden uitgevoerd. Mijn collega Jos Chabert beklemtoont in zijn Dynamo-plan dat de milieuaspecten die betrekking hebben op de handel een transversale bevoegdheid uitmaken. Hij zai pogen alle betrokken partners te sensibiliseren. De gestelde vragen houden evenwel duidelijk verband met stedenbouw. Zodoende zijn wij overeengekomen dat ik op deze interpellatie zou antwoorden. Ik heb mijn beleid ter zake reeds toegelicht op het colloquium "Stedenbouw en handel" van 16 december 1996. De Kamer van Koophandel van Brussel beklemtoonde onlangs dat de handel een belangrijke motor is voor de Brusselse economie: hij zorgt niet enkel voor de bevoorrading van de consumenten, maar is ook goed voor 80.000 banen. De handel bepaalt ook de woonomgeving. Recente studies wijzen op de aftakeling ervan in de Vijfhoek en in de gemeenten van de eerste kroon, ten gunste van de wijken aan de rand en van de handelscentra buiten de 19 gemeenten.
De kleinhandel zai maar een belangrijke sector blijven als men er voor zorgt dat het handelsleven en de oude centra een nieuwe bloei kennen. De Brusselse handel heeft behoefte aan veiligheid, maar ook een betere toegankelijkheid en een goede inrichting van de openbare ruimten zijn belangrijk. Daarom moet er rekening mee worden gehouden in de stedenbouwkundige plannen. Ik verheug mij over het nieuwe beleid van de Brusselse Gewestregering mzake de commerciele dimensie van de stedenbouw en ik wil als gewestelijk minister een commercieel stedenbouwkundig beleid voeren in overleg met de economische actoren van de betrokken wijken. Ik wens het gemengd karakter van de nineties van de stad te verdedigen en ik meen dat het stedelijk beleid niet los staat van het commercieel beleid. De handel werd te vaak verwaarloosd. Zowat 70 voorzitters van verenigingen zouden bekommerd zijn over zaken die handelen over stedenbouw en verkeer. Voor wat de maatregelen op het vlak van stedenbouw betreft is er een reele behoefte aan klaarheid en samenhang tegenover de talrijke geldende reglementeringen in het Gewest. Er is ook een toenemende indruk van de traagheid van de administratieve procedures voor de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning. Er is een voortdurende bezorgheid om een betere kwalitieit van de openbare ruimte en om de gemengde functies in de stad, Voor wat de maatregelen op het vlak van verkeer betreft kan ik stellen dat ik alle personen die ik heb ontmoet zeggen dat er vroeger geen vervoersbeleid was dat rekening hield met de ontwikkeling van de handel en dit, meer bepaald, wat betreft het zwaar vervoer in de stad, de leveringen, het parkeren, het wegennet en het autoverkeer. De voorstellen van de vzw AFPA-TRAP, waarvan ik niet in kennis ben gesteld, hebben betrekking op vier punten: de herinrichting van de Bergensesteenweg; een verbetering van het verkeer en de veiligheid; de harmonisering van de ambacht, handel, industrie en huisvesting, en het bevorderen van die huisvesting. Op de vraag inzake de verhoopte medewerking van het gewest binnen de uitvoering van het voorstel kan ik positief antwoorden. Voor wat de samenwerking betreft met het gemeentebestuur en de vzw is het evident dat de betrokken gewestprojecten steeds onderworpen zijn aan een procedure van openbaar onderzoek en het advies van de overlegcommissies. Het gemeentelijk ontwikkelingsplan zai de vzw de mogelijkheid geven om haar voorstellen en opmerkingen naar voren te brengen tijdens het openbaar onderzoek. Tenslotte kan ik zeggen dat de regering het "overzicht van de handelszaken" in het leven heeft geroepen en dat het GBP de nadruk zai leggen op het gemengd karakter van de nineties in de betrokken wijken. en dat initiatieven kunnen worden genomen in overleg met de representatieve verenigingen voor de uitwerking ervan.
BIV (1996-1997) Nr. 10
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN
Al deze initiatieven sluiten aan op het regeringsbeleid maar moeten tevens worden overgenomen door de gemeenten die een belangrijk initiatiefrecht hebben. De heer Walter Vandenbossche.- Ik kan de minister helpen. AFPA betekent - "Avenir du Faubourg de la Porte d'Anderlecht". - Het incident is gesloten. • De openbare vergadering wordt om 15.20' uur gesloten.
BIV (1996-1997) Nr. 10