Raad vanState 201200271/1/V1. Datum uitspraak: 30 maart 2012
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Dordrecht, van 1 3 december 2011 in zaak nr. 11 /8352 in het geding tussen: de vreemdeling en de minister voor Immigratie en Asiel.
201200271/1/V1
1.
2
3 0 maart 2 0 1 2
Procesverloop
Bij besluit van 8 maart 2 0 1 1 heeft de minister een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 1 3 december 2 0 1 1 , verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 9 januari 2 0 1 2 , hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De minister {thans: de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel) heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2.
Overwegingen
2.1. Hetgeen in het hogerberoepschrift is aangevoerd en aan artikel 8 5 , eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2 0 0 0 voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, w o r d t , gelet op artikel 9 1 , tweede lid, van deze w e t , met dat oordeel volstaan. 2.2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
201200271/1/V1
3.
3
30 maart 2012
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. M.A.A. Mondt-Schouten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. Hartsuiker, ambtenaar van staat.
w.g. Mondt-Schouten lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Hartsuiker ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2012 620. Verzonden: 30 maart 2012 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State,
mr. H.H.C. Visser
09 jan 201-2 21*37
HP LRSERJET-FHX
p.G
uitspraak RECHTBANK ^ORAVENHAQB /' Nevenzittingsplaats Dordrecht Sector Bestuursrecht Vreemdel ingenkamer procedurenummer: AWB 11/8352, V-nummer: uitspraak van de enkelvoudig« kamer In het geding tussen _ . . eiser, gemachtigde: mr.drs. EW.B, van Twist, advocaat te Dordrecht, en de Minister voor Immigratie en Asiel, verweerder, gemachtigde: mr. H, Hanssen-Telman, ambtenaar bij de Immigratie* en Naturalisatiedienst, 1. Ontstaan en loop van het geding Verweerder heeft bij besluit van 8 maart 2011 afwijzend beslist op de aanvraag van eiser tot verlening van een verbhjfevergunning asiel voor bepaalde ttfd. Tegen dit besluit heeft eiser bij faxbericht van 10 maart 2011 beroep ingesteld. De zaak is op 30 augustus 2011 ter zitting van een enkelvoudige kamer behandeld, Eiser is ter 2itting verschenen btf gemachtigde. Verweerder ia verschenen bij gemachtigde. 2. Overwegingen 2.1. Wettelijk kader 2.1.1. Ingevolge artikel 28, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) is Onze Minister bevoegd de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning (asiel) voor bepaalde tijd in te willigen, af te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen. Ingevolge artikel 29, eerste lid, van de Vw 2000, voor zover hier van belang, kan een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld In artikel 28 worden verleend aan de vreemdeling: a, die verdragsvluchteling is; b. die aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan; 1 ° doodstraf of executie; 2° folteringen, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen: of
OS j a n
2012 2 1 ï 3 7
HP LflSERJET-FflX
P*7
procedurenummen AWB 11/8352
3° ernstige en individuele bedreiging van het leven of do persoon van era burger als gevolg van willekeurig geweld in bet kader van een Internationaal of binnenlands gewapend conflict; c, van wie naar het oordeel van Onze Minister op grond van klemmende redenen van humanitaire aard die verband houden met de reden«» van zijn vertrek uit het land van herkomst, in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij terugkeert naar het land van herkomst. Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld In artikel 28 afgewezen indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag Is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zich zelf, hetzij In verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen. Ingevolge artikel 31 tweede ltd, aanhef en onder f, van de Vw 2000 dit artikel wordt bij het onderzoek naar de aanvraag mede betrokken de omstandigheid dat de vreemdeling ter slavin* van zijn aanvraag geen tela* of identiteitspapieren dan wet andere bescheiden kan overleggen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van zijn aanvraag, tenztf de vreemdeling aannemelijk kan maken dat het ontbreken van deze bescheiden niet aan hem ts toe te rekenen. 2.1.2, Ingevolge artikel 3 van net Verdrag tot bescherming van de rechten van de mena en de fundamentele vrijheden (hierna: BVRM) mag niemand worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen. 2.2. Het bestreden besluit
Het bestreden besluit strekt tot afwijzing van de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde t(|d. In het bestreden besluit en het daarin ingelaste voornemen van 7 februari 2010 heelt verweerder, samengevat, het volgende overwogen. Eiser wordt artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 tegengeworpen, omdat eiser toerekenbaar geen documenten heeft overgelegd om zijn reisroute te kunnen vaststellen. Nu artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 aan eiser wordt tegengeworpen moet van het asielrelaas positieve overtuigingskracht uitgaan. Verweerder acht de verklaring van eiser dat hij werkzaam was ala beveiliger op het vliegveld geloofwaardig. De overige verklaringen van eiser kunnen echter niet worden, gevolgd, nu eiser op essentiële punten niet gevolgd kan worden in zijn veronderstellingen. De veronderstelling van eiser dat er sprake zou zijn vin opzei torid die vfiégtui^"raaB van 3 mei 2006 is niet nader onderbouwd door eiser, De vliegtuigcrash heeft daadwerkelijk plaatsgevonden, maar van enige opzet ia niet gebleken. De AntonwartikSBien die eiser b(j ztfn zienswijze heeft overgelegd zijn vertaald mï&feïs de 'Öopgle vertaalbar' welke niet aU beëdigd vertaler kan worden aangemerkt Daarnaast is het allerminst mogelijk te begrijpen waarde artikelen over gaan, noch door wie ze geschreven zijn, Aan de artikelen kan niet de waarde worden gehecht die eiser daaraan gehecht wenst te zien. Nu reeds de veronderstellingen rondom de vliegtuigcrash niet gevolgd kunnen worden, kan eiser reeds hierom niet in zyn veronderstelling worden gevolgd dat , weet zou hebben gehad van de informatie die eiser rondom deze crash zou hebben, De veronderstelling van eise* dat, hem een verboden handeling laat uitvoeren om eiser op deze manier uit de weg te ruimen, Juist vanwege het gestelde dat hy kennis zou hebben van de opzet in de vliegtuigcrash, kan derhalve evenmin gevolgd worden. Tevens liet verweerder evenmin in dat eiser gevangen xou zUn genomen omdat hü kennis zou
09
jan
2012 21:38
HP LRSERJET-FflX
procedurenummer AWB 11/8352
p. 8
3
hebben genomen van de opzet van de vliegtuigcrash» omdat niet gevolgd wordt dat eiser kennis had van de vliegtuigcrash. Nu de veronderstellingen zien op essentiële punten in het relaas van eiser en ztf niet gevolgd kunnen worden, doet dit afbreuk awi de overige verklaringen van eiser. Aanvullend overweegt verweerder dat de verklaringen van eiser met betrekking tot het huwelijk dat gesloten is tijdens zijn gevangenschap vaag; bevrecmdingwekkend en inconsistent zijn. Vervolgens valt niet in te zien dat eiser door (of namens) , van de weg zou zijn gereden» nu hij enkel© dagen eerder bij hem op kantoor was en diens medewerkere eiser naar huis hebben gebracht. Niet valt in te zien dat 'ze' eerst nog met eiser wilde praten voordat ze hem uit de weg wilde mimen. Verder valt niet in te zien dat eiser zijn problemen op do gang met gewone medewerkers van Binnenlandse Zaken bespreekt. Daarnaast heeft eiser het verband tussen de medewerken» van Binnenlandse Zaken en zijn . i niet onderbouwd, zodat niet valt in te zien dat eiser zelf» b$ het Ministerie van Binnenlandse Zaken niet veilig zou zijn. De overige verklaringen van eiser geven evenmin aanleiding tot het geloofwaardig achten van de veronderstellingen. Verweerder concludeert dat het relaas van eiser in zijn geheel ongeloofwaardig wordt geacht De stelling van eiser dat men inmiddels heeft vernomen dat eiser in Nederland zou zij n en dat er in Armenië 'interesse* in hem is getoondt is op generlei wijze nader onderbouwd. Eiser komt niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b of o, van de Vw 2000.
2.3.QrondgnYani?eroep Eiser kan zich met het bestreden besluit niet verenigen en voert daartoe, samengevat, het volgende aan. Het asielrelaas van eiser is ten onrechte ongeloofwaardig bevonden en van het relaas gaat positieve overtuigingskracht uit. Eiser is direct betrokken Is geweest bij één van de grootste wandaden uit recente geschiedenis van Armenië, waarby zeerrijkeen machtigde mensen zijn betrokken. Eiser heeft aangegeven dat hij vanuit zijn fcnetie direct zicht had op hetgeen er gebeurd is en ook op de motieven van de hoofdrolspelers, Dat zulks wordt bestempeld als niet nader onderbouwde vermoedens Is onbegrijpelijk volgens eiser. Voor eigen waarneming is geen bevestiging uit openbare bronnen mogelijk, Openbare bronnen w(]ken af, omdat die openbare bronnen gevormd zijn door invloedrijke en machtigde personen die de hoofdrol speien in het gebeuren. Dat eiser vreest voor zijn leven en dat van zijn gezin en daar nu zelfs voor bij de psychiater loopt doet toch vermoeden dat de krant niet als waarheid kan worden aangenomen, Het hele gebeuren moet in de context van Arment6 geplaatst, worden. Daar waar grote belangen spelen zal de media altijd beïnvloed worden vanuit de machthebbers. Eiser verwijst in dat verband naar de vliegtuigramp in Faro (Portugal), waarby de luchtvaartmaatschappij Martinair ar veel belang by had de weersomstandigheden de schuld te geven» terwijl onlangs is gebleken dat het daar niet aan tag. Voor wat betreft de handtekening op de huwelijksakte vemy at verweerder naar de wet, maar eiser is van mening dat de wet soms overtreden wordt Voor wat betreft de vrijlating en de verklaring omtrent het feit dat de chef van eiser daarvan op de hoogte is geraakt is eiser van mening dat hij niet kan treden in de gedachten en/of informatienetwerken van derden. Eiser heeft slechts uit objectieve bronnen afgeleid dat de chef op de hoogte was. Dat eiser aannemelijk moet maken hoe de chef op de hoogte was is geen els die uit do wet voortvloeit, Het auto-ongeluk was volgens eiser geen ongeluk, maar uit de objectieve feiten en
HP LHSERJET-FRX
p.9
procedurenummer: AWB 11/6352
4
omstandigheden van het geval kan worden afgeleid dat het een aanslag was. Eiser Is niet vermoord in het gebouw, omdat een lijk slordig is en moet worden weggewerkt. Een dode op straat ia veel minder problematisch, aangezien de autoriteiten en de media eenvoudig kunnen worden voorgelicht en beïnvloed. 2.4. Het oordeel van de rechtbank 2.4.1. Onweersproken is dat eiser geen documenten heeft overgelegd ter vaststelling van zijn reisroute. Verweerder heeft reeds op grond hiervan artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 tegen kunnen werpen. 2.4.2. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moet» indien aan een vreemdeling het bepaalde in artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f» van de Vw 2000 wordt tegengeworpen, van het asielrelaas een positieve overtuigingskracht uitgaan om het geloofwaardig te achten. Verweerder acht het geloofwaardig dat eiser werkzaam was als beveiliger op het vliegveld Verweerder stelt zich op het standpunt dat het asielrelaas van eiser positieve overtuigingskracht ontbeert en daarmee ongeloofwaardig. Volgens verweerder is de veronderstelling van eiser dat er sprake zou zijn van opzet rond de vliegtuigcrash van 3 mei 2006 niet geloofwaardig. Nu de veronderstelling rondom de vliegtuigcrash niet wordt gevolgd is verweerder van mening dat de veronderstellingen dat eiser verboden handelingen heeft laten uitvoeren en dat eiser gevangen zou zijn genomen daarom niet gevolgd kunnen worden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stelten dat de verklaringen positieve overtuigingskracht omberen en daarmee ongeloofwaardig zijn. Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de veronderstelling dat er sprake zou zijn van opzet rond de vliegtuigcrash niet geloofwaardig is. Eiser heeft op geen enkel e manier onderbouwd dat er mogelijk opzet in het spel was. De Armeense artikelen waarnaar eiser verwijst kunnen niet als objectieve bron gezien worden en zijn daarnaast slecht leesbaar doordat 2e niet door een beëdigd vertaler zijn vertaald. Nu verweerder ongeloofwaardig heeft kunnen achten dat er opzet ïn het spet was rond de vliegtuigcrash komt In het relaas een hiaat voor op het niveau van de relevante bijzonderheden welke verweerder voldoende heeft kunnen achten voor de conclusie dat het asielrelaas positieve overtuigingskracht ontbeert, Eiser kan derhalve niet worden gevolgd in zjjn verklaring dat hj) voor z(|n chef iemand moest doorlaten op het vliegveld doordat htf afwist van de opzet rondom de vliegtuigcrash en vervolgens is opgepakt door de Koerdische Democratische Party en gevangen is genomen, Teven« heeft verweerder aan elaer kunnen tegenwerpen dat niet valt in te zijn dat eiser met zijn echtgenote in het hu weiyk is getreden terwijl hÜ gevangen zat. Verweerder heeft in redelijkheid niet geloofwaardig kunnen achten dat eiser gevangen heeft gezeten en tevens heeft eiser niet onderbouwd hoe het huwelijk tijdens zijn gevangenschap kan zijn gesloten, zonder dat eiser bij het huwelijk aanwezig was. Oelöt op het voorgaande gaat er geen positieve overtuigingskracht uit van het asielrelaas van eiser. 2.4.3. Aangezien verweerder het asielrelaas van eiser niet gelooftvaardig heeft kunnen achten» heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser niet jn aanmerking komt vooreen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste Ifd, aanhef en onder a, b of o, van de Vw 2000. Ten aanzien van de enkel geloofwaardige verklaring, dat eiser werkzaam was als beveiliger op het vliegveld Zvartsnots. heeft verweerder terecht geen aanleiding gezien om aan eiser
09 jan 2G12 21:40
HP LRSERJET-FfiX
p. 10
proceduitnummer: AWB 1 L/8352
een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, Tevens heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat eiser bij terugkeer te vrezen heeft voor een schending van artikel 3 van tiet EVRM. 2,4.4, Het beroep is ongegrond 2.5, De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskwtenveroonleling op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. Gezien het vorenstaande beslist de rechtbank als volgt.
09 jan 2012, 2 1 M 0
P
HP LHSERJET-FRX
'
procedurenummer.* AWB 11/8352
3. Beslissing De rechtbank 's-Gravenhage,
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door mr. A. Hello, rechter en door deze en mr. S. Kuiper, griffier, ondertekend. DegrifTier,
,
Oe rechter,
Uitgesproten in het openbaar op:
Aftchrmveraondenop:
i * rjer
j(H1
1 3 DEC. 2011
RKbtmlddd ParttJ« hamen ttg« dea uiUpmah hoger bempfnjlelUa WJ d» Afdeling bnfaanmbUpruk « • d« Rudran Stil«. tk tntatyi MW bettadl« en v u «ca bertopscbrlft l»d«^i1«rwttani» wraMdtagniid*u(!^)»iulidoorto frUBtr.
Htt bwwpadttift dlanl « n af otwr grltvea ttjta de »Ittpruli vttt da rtctHÈanlt t* battra CD m«< itwJrmKcrd wordui Matf»SUcd via Stat«) AftttUnf MvtmnnctiUpm^ Hoftr bette» vrtcndtlbigraaütea, Fostbui 16113,2500 SC VCnrenhiBo, M n wordl vcnoctt e n «focfirift vw 4f oluprtok U N f« tend«.
09 j a n
20.Î2 2 1 * 3 S
P-l
HP LflSERJET-FHX
VAN TWIST ADVOCATEN
Aan de Raad van State De Afdeling bestuursrechtspraak Hoger beroep Vreemdelingenzaken Postbus 16113 2500 BC DEN HAAG
RAAD VAN STATE INGEKOMEN
- 9 JAN 2012
=3
ZAAKNR AAN" 1 BEHANDELD: PD:
VT
070-3651380==
PAR:
Dordrecht, 9januari 2012 HOGER BEROEPSCHRIFT (asiel: Armenië) Inz.: . . /Staat Toevoeging in aanvraag Reg.nr.RvS: n.n.b. Reg.nr.Rb.: Awb 11 / 8352 BEPTDN HEL IND; 1004-14-1295 Appellant: Geboren: Nationaliteit: Armeense Uitspraak rechtbank: 13 december 2011
Geeft eerbiedig te kennen, geboren op van Armeense nationaliteit, hierna aan te duiden als appellant, verblijvende te kiest te dezer zake domicilie te (3311 BV) Dordrecht aan de Wijnstraat 139 ten kantore van zijn advocaat mr H.K. Westerhof, die ten deze als gemachtigde wordt gesteld en als zodanig, zulke met het recht van substitutie, voor hem in rechte zal optreden. Voor zover noodzakelijk wijst appellant erop dat hij ondergetekende bepaaldelijk heeft gevolmachtigd om in deze het hoger beroep op te stellen, te ondertekenen en in te dienen. Bij uitspraak van 13 december 2011 de rechtbank te Den Haag nzp. Dordrecht het beroep van appellant in de asielzaak ongegrond verklaard. Een copie van de litigieuze uitspraak is ingevoegd. De inhoud daarvan dient als hier overgenomen en toegevoegd te worden. Mr drs E, W,3. van Twist MwmrH.K. Westerhof MTK.Wijnmclen Mwmi V/A. Berghuis
wynstroDt 139 3311 BV Dordrecht Telefoon: 073'648 91 29 Telefax.' 073-648 S3 69
Stichting Beheer Derdengetden ABN-AMRO: 48.61,47.253
led«r« oansprt&sltf-cheiûli bepeikt tot ïtel bediag dat in het iesbereffend* çevcl onder it Iwrsïps^nsprakelijldwids^iBkeiir.s ,md* lehanitjtnâ advacoat Wfcrdt ul:l»taald
09 j a n
20S2 21 i-36
HP LflSERJET-FHX
P.2
-2VANTW'fST ADVOCATEN!
Appellant kan zich niet verenigen met de uitspraak nu deze strekt tot ongegrondverklaring van het beroep. Bij wijze van grieven daarvan wijst hij op het volgende. Grief} Ten onrechte heeft de rechtbank aangenomen dat verweerder in het licht van de positieve overtuigingskracht mocht tegenwerpen dat er geen beëdigde vertalingen z\jn overgelegd. In deze heeft verweerder vanwege het ontbreken artikel 31 lid 2 aanhef en onder f Vw tegengeworpen en vervolgens gesteld dat er geen positieve overtuigingskracht van het relaas uit gaat. Behalve dat zulks op grond van de bijzondere eisen en omstandigheden bijna ondenkbaar is - verweerder heeft gezien de psychische omstandigheden van appellant ervoor gekozen zeer uitdrukkelijk en na vele aanmaningen de gelegenheid te bieden uiteen te zetten hoe precies de vork in de steel zit, hetgeen met een zeer grote hoeveelheid bijzonderheden is gebeurd - is ook objectief de vrees van appellant onderbouwd. Immers hij heeft van het internet een aantal artikelen gehaald die (delen van zijn) stellingen onderbouwen en bevestigen. Verweerder erkent dat, maar wijst erop dat de vertaling van die artikelen niet gedaan is door een officiële toik-vertaler. Verweerder wijst er vervolgens op dat de inhoud vanwege het ontbreken van die beëdigde vertaling derhalve niet goed leesbaar is en als gevolg daarvan in rechte niet kan worden gebruikt, Hen dergelijke gang van zaken gaat voorbij aan de eisen van een redelijke bewijslast toemeting. Immers, het is verweerder die aan Concorde Tolkencentrum de plicht op heeft gedragen per asielzoeker niet meer dan 2500 woorden te vertalen en dan nog alleen die stukken waar de naam van de asielzoeker in staat Alhoewel dezerzijds begrepen wordt dat er ergens een grens moet liggen, is het niet goed indenkbaar dat in een zware zaak als de voorliggende de eis gesteld wordt dat beëdigde vertalingen moeten worden aangeleverd als verweerder dat door zijn eigen regelgeving onmogelijk maakt Zulks klemt temeer nu verweerder natuurlijk de stukken wel kan lezen, maar enkel niet wil lezen omdat ze niet vertaald zijn door een beëdigd tolk-vertaler maar door de gratis vertaaltoolbar in google. De fouten in de vertaling zijn dezerzijds juist niet verbeterd daar op die manier duidelijk is dat de inhoud niet gewijzigd of veranderd is, De eis dat een vertaling moet zijn opgemaakt geldt voor officiële stukken, doch niet onverkort voor artikelen die relevant zijn omdat ze zien op de inhoud van de problematiek doch niet direct betrekking hebben op de persoon van appellant. Zulks kan nooit de bedoeling zijn geweest. In dit soort zaken mag de wil/onwil geen rol spelen, maar moet kennisgenomen worden van alle voor de zaak relevante stukken. Dat de rechtbank dat niet heeft onderkend, is een miskenning van de eisen van de wet.
03 jan 2012 21î3G
HP LASERJET-FAX
p.3
-3-
VAN TWIST ADVOCATEN
Qrief2: Ten onrechte heeft de rechtbank gemeend te mogen volstaan met de enkele vaststelling dat verweerder terecht heeft mogen tegenwerpen dat het gestelde omtrent de vliegtuigcrash overtuigingskracht ontbeert Appellant heeft aangegeven dat hij, vanuit zijn hoedanigheid van beveiliger op het vliegveld van. kennis heeft omtrent (grote) strafbare feiten die belangrijke kopstukken uit de politiek raken. Immers, als medewerker van de beveiliging is hij rechtstreeks bekend met c.q. betrokken by (het onder het tapijt stoppen van de) opzettelijke handelingen welke hebben geleid tot de vliegtuigcrash die op 3 mei 2006 plaats vond en/of het onderzoek naar de oorzaak dat daarna werd opgestart Appellant heeft aangegeven dat er sprake was van opzet en niet van een ongeluk,fcûjheeft zulks concreet gemaakt door de namen te noemen van politici van de heersende partij die kort voor het vertrek "uit de vlucht" werden gehaald terwijl er mensen vanuit de oppositie alsnog werden toegelaten tot de vlucht. Tevens heeft hij erop gewezen dat hij later op valse verdenking werd gedetineerd in één van de meest beruchte gevangenissen van Armenië en daaruit werd vrijgelaten door toedoen van medewerkers van zijn voormalige chef die ook hoofdverantwoordelijke was. Tenslotte heeft hij gewezen op het feit dat de eigenaar van de luchtvaartmaatschappij alsook de autoriteiten een volslagen gebrek aan interesse in het ongeluk toonden. Verweerder heeft eigenlijk alleen tegengeworpen dat de lezing van appellant niet gelijk is aan hetgeen uit de openbare bron blijkt. Wanneer dan wordt aangegeven welke bron als openbare bron geldt dan wordt verwezen naar de door de overheid uitgegeven kranten e.d. Natuurlyk wordt daarin niet kritisch gerapporteerd over de vliegtuigcrash. Zulks is ook ondenkbaar, nu de autoriteiten er alle belang bij hebben zulks In de doofpot te stoppen en het af te doen als ongeluk. Dat de enige man die een echte getuige zou kunnen zijn in de problemen (detentie, aanslag» vlucht en interesse rondom zijn persoon) daardoor Is gekomen» is gegeven de achtergrond (Armenië) niet echt verbazingwekkend, Wat vooral verbazingwekkend is, is dat verweerder uit gaat van de werkelijkheid zoals die in de officiële bronnen wordt voorgespiegeld. De rechtbank heeft zulks kritiekloos tot de hare gemaakt. Ten onrechte, Een dergelijke redenering kan niet dragend zijn. Grief S: Gezien het vorenstaande meent appellant dat de litigieuze uitspraak van de rechtbank te Dordrecht geen stand kan houden. Nu de uitspraak dient te worden vernietigd, zal verweerder de kosten van het beroep alsook van het hoger beroep dienen te vergoeden. WESHALVE Appellant zich tot Uw Raad van State wendt en met de verschuldigde eerbied verzoekt: -
het hoger beroep gegrond te verklaren;
4
09 jan 201.2 2li>3G
p.4
HP LfiSERJET-FPX
-4VAN TWIST ADVOCATEN
-
de -uitspraak van de rechtbank, waarvan beroep, te vernietigen en de zaak terug te verwijzen naar de rechtbank of verweerder ter verdere afhandeling;
met veroordeling van verweerder in de proceskosten. Hoogachtend* Uw dw.,
n
jAjSL Westerhof, (Namens deze E.W.B, van Twist,