Raad vanState 200806941/1. Datum uitspraak: 16 oktober 2 0 0 8
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8 : 5 4 , eerste lid, van de Algemene w e t bestuursrecht op het hoger beroep van:
appellant, tegen de uitspraak in zaak nr. 0 8 / 3 0 1 6 3 van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Maastricht, van 5 september 2 0 0 8 in het geding tussen:
en de staatssecretaris van Justitie.
200806941/1
1.
2
16 Oktober 2 0 0 8
Procesverloop
Bij besluit van 2 0 augustus 2 0 0 8 is {hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 5 september 2 0 0 8 , verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Maastricht, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 12 september 2 0 0 8 , hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2.
Overwegingen
2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 8 5 , eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2 0 0 0 , kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, w o r d t , gelet op artikel 9 1 , tweede lid, van deze w e t , met dat oordeel volstaan. 2.2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3. Het verzoek o m schadevergoeding dient reeds hierom te worden afgewezen. 2.4.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
200806941/1
3.
3
16 oktober 2 0 0 8
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. II.
bevestigt de aangevallen uitspraak; wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus vastgesteld door mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C E . C . M . van Roosmalen, ambtenaar van Staat.
w . g . Horstink-von Meyenfeldt lid van de enkelvoudige kamer
w . g . Van Roosmalen ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 oktober 2 0 0 8
53-549. Verzonden: 16 oktober 2 0 0 8 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze.
* 26. Aug. 2008 13:49 pv den bosch 21-03-0B 11:06 VurBastuurs VK Bwarlng.
'
A
Nr. 0472
+31 43 88857T0
T-32T
P. 2/25
P.001/013 1-bK
+31438885770-
91 AUfl 2008n 9 ' t t . n j 2M%*ÜUÏO-VlÏ!04
-MR. 2484—P. 3 / 1 2 Nr.4337 P. 2/8
CIV HAARLEM 023-512667»., flnE7flCB iiwauniufloi « nuuui D 4 M 2 5 7 S 6 B H06ERVORST & WDKA
•
PïfLITIE frcgartn» POABSKB
•
43SQK*|9IDS3UUR0
Gebild
INGEKOMEN
feslo M M JCciUAfldUdOBl IvVJBflBdl&SEtpoflB
Sector Bestuursrecht d.d. 2 6 AUG. 2008
Tüuft^a o n s - a s » V4nnR4r/&rii
/zaak-omoans
Griffie Arrondissementsrechtbank Maastricht
ami ffl/OÖEÜö9
)
Usztragal van Bewaring ft, ondefgetsftaide, ahonny WOan Hotae van Tol, Jrepecfaur vai het ragtonos) pofifiekmpa Zaaland, bebst mat hal toeäcftt op vzeondaBngen, levens tu^offlcfe'vanjustïBa.ïaamethBtoogopds ufsetfiny aan
dsviaafncleQn9>^ch noarnendec Aehtwnaam Voomaföm(efl] GcboorfadatüTD GabBQrtapEaatB Geboorteland MatfonsGteftfen) Gesfacfó
AT^ofa
>
*
\
Onbatend, Angolese manneQk
de maatregel van Imwar^op. zoals h a o ^ e W ï n a r ^ Vteamdefingsnwtt 200D (gaan rechtmatig uejbfijl). Deaa maatregel warö Bavarian! door hei batong van de openbare orde omrfateraanW^raan rjn omtevenneaden tó beWskena ach aan da uteefflng zal onttraWren, hetgeen b^ktuïthai SätdatbäroIdQBfte • NktbeaehflaoVtfeenWenfiUkp^^ vtaamdaEngenbsIiä 2000 - Zeh nW gehouden hseasgnz^nv^ütAltimión
Da maategd Is opgelegd?
Ptato
Datum
:©oes : 20/08/2008
Tfld
:TfcöOuoL
DaStaatEaecreafiavan Jusfitfe,
'26. Aug. 2008 13:49 21-08-08
[
IliOB
pv den bosch
.
Nr. 0472 P. 3/25 T-327 p.ouvoU F-am
+3H38885770-
21.AUU008.9:47.n. iv-nflt«
431 43 6885770
Vaa-Bsstunrs VK Bmrlnr
tOoo ID-04
"CIVJAARLEM 023-5126678" V_HA HüükKVORSr S ffUDKA 0^-3257658
.NR- 2484—P. 4 / 1 2 _ Nr.4887 P. 3/3
HOfiERVORST & WUDKA
nurrwis da staauss&tfBtBitif
^«^/fflvCTdbzemaafrga/ft a n n a t e ^ BflytttptBtgeafcronflatwggliansäiBaiBfflkwardftntege^ VCnrötfmgqi Canteni toataimngu Vftamdttthgeaaten t s Haarten, fanmnanar 083 9\Z e7sa>Hiatqtfentgtanasi0WPidsq g a n u f t van het model b»iPip3&hrfft,ria **WMMftraB>rt3]iinn»r l iir. '
i .*"/••. *
< ' .-
Ï. '
VJK
* I
•
.*' 'ÏI
Pg^oa2VBD2
2.Seo. 2008 13=43
r.4904
HöGERVORST & WUDKA 043-325/353
op. 5
RECHTBANK 's-Gravenhage, zitting houdend te MAASTRICHT Reg.nr AWB 08/30163 VRONTN
UITSPRAAK, als bedoeld in artikel 94, derde lid, juncto artikel 106, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in het geding tussen . thans verblijvend op de Oetentieboot Dordrecht te Dordrecht eiser. en de Staatssecretaris van Justitie, verweerder.
Datum bestreden besluit: 20 augustus 2008. Kenmerk: 0205.01.2078. V-nummer
I, PROCESVERLOOP Eiser, die stelt te zijn geboren op an de Angolese nationaliteit te bezitten, is bij het in de aanhef van deze uitspraak genoemde besluit in bewaring gesteld. Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld en eiser heeft daarbij tevens verzocht om toekenning van een schadevergoeding. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank gezonden. Het onderzoek ter zitting heeft op 1 september 2008 plaatsgehad. Eiser is daarbij vanaf zijn plaats van detentie via het zogenoemde telehoren' gehoord op zijn beroep en is bijgestaan door M.M.G. Helgers-Crompvoets, advocaat te Maastricht Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door F,S. Schoot, ambtenaar ten departemente.
».OVERWEGINGEN Ingevolge artikel 94, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) dient de rechtbank te beoordelen of de toepassing of de tenuitvoerlegging van de bewaring in strijd is met deze wet, dan wel bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is. Eiser heeft - kort en zakelijk weergegeven - aangevoerd dat verweerder had kunnen volstaan met een lichter middel. Hiertoe heeft eiser opgemerkt dat eiser is gehuwd, een zoon en een stiefzoon heeft. Eiser heeft voorts een verklaring van de huisarts overgelegd, waaruit blijkt dat zijn echtgenote l p aan scoliose en last heeft van een hoge bloeddruk en een verklaring van de orthopedagoog waaruit naar voren komt dat eisers stiefzoon aan ADHD lijdt Eiser ontvangt een uitkering en staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, hetgeen ook blijkt uit een brief van een medewerker van de gemeente Middelburg. Eiser heeft zich verder ook altijd gehouden aan zijn meldplicht Er is derhalve geen aanleiding om te veronderstellen dat eiser zich aan zijn uitzetting zal ontrekken. Eiser had reeds een afspraak bij de gemeente op 28 augustus 2008 om een aanvraag regulier voor bepaalde tijd in de zin van artikel 14 van de Vw 2000 in te dienen. Eiser was niet in de gelegenheid om eerder een zulk soort aanvraag in te dienen, aangezien hij eerder niet over voldoende middelen beschikte om de leges te voldoen. Ten slotte heeft eiser een
,«-09-2008
.3:49
«'
«
M B 7 B M
QCV * "
P.005
8 13:43 HOGERVORST & WUOKA 043-3257358 keg.nr AWB 08/ 30163 VRONTN
Nr.430* H- ' pagina 2 van 3
schuldsaneringsregeling overgelegd. De bewaring dient gelet op al het vorenstaande, te worden opgeheven onder toekenning van schadevergoeding. De rechtbank overweegt als volgt. Blijkens zijn besluit van 20 augustus 2006 heeft verweerder eiser in het belang van de openbare orde en met het oog op uitzetting in bewaring gesteld. Verweerder heeft daartoe overwogen dat eiser niet 'm het bezit is van een geldig Identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 4.21 van het Vreemdelingenbeslurt 2000 en zich niet heeft gehouden aan zijn vertrektermijn. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet hoeven volstaan meteen lichter middel, zoals een verzwaarde meldplicht Niet gesteld of gebleken is immers dat eiser zijn vertrek zelfstandig heeft getracht te realiseren, terwijl eiser geen rechtmatig verblijf (meer) had in Nederland en er derhalve een vertrekplicht op eiser rustte. Bovendien heeft verweerder niet het risico hoeven aanvaarden dat eiser zich niet meer zou melden, zodra zijn feitelijke uitzetting daadwerkelijk in zicht zou komen. Gelet op voornoemde gronden, die door eiser niet zijn betwist heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat de openbare orde de inbewaringstelling van eiser vorderde, omdat er aanwijzingen waren te vermoeden dat hij zich aan uitzetting zou onttrekken. Uit de gedingstukken en het verhandelde ter zitting is de rechtbank gebleken dat op verweerder op 26 augustus 2008 een aanvraag tot afgifte van een laissez passer bij de Angolese autoriteiten heeft ingediend. De rechtbank ziet gelet op het vorenstaande, vooralsnog geen grond voor het oordeel dat er geen zicht op uitzetting bestaat Ook overigens is de rechtbank van oordeel dat gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting, de toepassing of tenuitvoerlegging van de bewaring niet in strijd is met de VW 2000. Weliswaar zijn de door eiser gestelde, bij zijn vrijheid gebate belangen groot, maar naar het oordeel van de rechtbank niet dusdanig dat verweerder niet in redelijkheid tot de toepassing of tenuitvoerlegging van de bewaring heeft kunnen besluiten. Gelet op het voorgaande moet de vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in artikel 59 van de vw 2000 rechtmatig worden geoordeeld en dient het beroep ongegrond te worden verklaard. Er bestaat geen grond voor het toekennen van schadevergoeding, zodat het verzoek daartoe dient te worden afgewezen.
Mitsdien wordt als volgt beslist
.,.„,.,«»
.,...
-««"««
96X
p 006
-
2 S'P 1 0
2ÜÜ8 1 3 : 4 3 HöGERVORST & WUDKA 0 4 3 - 3 2 5 7 3 5 8 Kcy.iir: AWB Oö/ 30163 VRONTN
Nr.4904 P- 7 pagina 3 van 3
I». BESLISSING Oe rechtbank: -
verklaart het beroep ongegrond;
•
wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus gedaan door M.B. Bax in tegenwoordigheid van S A J . Wenders als griffier en in het openbaar uitgesproken op 5
•*" SEP 2008
w.g. S. Wenders
w.g. M.B. Bax
Voor eensluidend afschrift' de wnd. griffier
Afschrift verzonden op:
" 5 SEP 2008
Partijen kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113,2500 BC 's-Gravenhage. De termijn voor het instellen van hel hoger beroep bedraagt één week na de datum van verzending van deze uitspraak, tngevofge artikel 85 van de Vw 2000 dient het beroepschrift een of meer grieven tegen de uitspraak te bevatten. In artikel 8:5 van de Awb is onder meer bepaald dat bij het beroepschrift een afschrift van de uitspraak moet worden overgelegd. Artikel 6:6 van de Awb is niet van toepassing.
acy ,2-09-2009
13:49
« 1 43 3257858
P.007
,f.4304
HÖGERVÖRST & WUÖKA 043-3257858
, , I ? . S E P . 2008. 13:42
P. I
HUUCKVUIOI
WUÖKA
HOGER BEROEPSCHRIFf
advocaten & procureurs Raad van State Hoger Beroep Vreemdelingenzaken Postbus 16113 2500 BC 's-GRAVENHAGE
nu M.E.Th-Hogsrvorst .* mr.IxiWudlco mr, RJ.M. Bongoari* mr. M.M.G. Helgers-Crampvocls
tevens per fax: 070 - 365 13 80 RAAD VAN STATE
Hertogsingi) 20
INGEKOMEN
6214 AD Mooilridil
,$/
Jg. J
1 2 SEP. 20
Tul.: 043 - 325 78 00 ZAAKNR. FOK:
AAN:
043 • 325 / 8 üB
MUL
st*ï
BEHANDELD DD:
BW
Inzake:
E-mail; lnloC^liogfifvorjtwijdko. »I
momentcel verblijvende te appellant, Gemachtigde: mw. mr. M.M.G. Hclgers-Crompvoets
Verweerder: Ministerie van Justitie, de Staatssecretaris van Justitie
Hofler beroep tegen: De uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhagc, ziUinghoudende te Maastricht d.d. 5 september 2008
i.i.m.
Vondftfputte Advouiicn 3630 Mncsinedielcri Bdqiê Td.: 0032-89 7Ó6256
2-nq-2nnA
(3:49
Gelieve bij iedere correspondentie cm» referentienumnier ie vernielden
+31 43 3257958
3&y.
P.001
. I?.Sep. 2063 13:42
Ht.i'W
HüGERVOfiST & WüDKA 043-3257358
H- 'I
1. Inleiding: Appellant komt in hoger beroep van de uitspraak van de Rechtbank 'sGravenhage, zittinghoudende te Maastricht, d.d. 5 september 2008, met kenmerk 08 / 30163 VRONTN BAM B, waarvan u bijgaand afschrift aantreft als bijlage 1. Appellant heeft ondergetekende bepaaldelijk gevolmachtigd tot het indienen van het onderhavige beroepschrift. 2. Achtergronden: Appellant is op 20 augustus 2008 in bewaring gesteld. Op diezelfde dag is namens hem beroep ingesteld, welk beroep is behandeld op 1 september 2008. Het beroep is bij uitspraak van 5 september ongegrond verklaard. Appellant heeft aan zijn beroep ten grondslag gelegd, dat volstaan had kunnen worden met een lichter middel. Appellant heeft daartoe aangevoerd dat enkel en alleen het niet beschikken van een document in de zin van artikel 4.21 Vb ten grondslag is gelegd aan de bewaring. Appellant heeft steeds voldaan aan zijn meldplicht. Daarnaast zijn er persoonlijke omstandigheden, waardoor verweerder een belangenafweging had dienen te maken. Appellant is woonachtig in Nederland, heeft een Nederlandse echtgenote en is ingeschreven in een GBA-adres. Zij hebben samen een zoontje. Appellant heeft ter onderbouwing van zijn beroep een verklaring van de huisarts overgelegd waaruit blijkt dat zijn echtgenote lijdt aan scoliose en last heeft van hoge bloeddruk en een verklaring van een orthopedagoog waaruit naar voren komt dat zijn stiefzoon aan ADHD lijdt. Appellant heeft tevens een brief van de Gemeente Middelburg overgelegd, waaruit blijkt dat hij nog steeds een uitkering ontving. Daarnaast is er nog een afschrift van een schuldsaneringsregeling overgelegd. Appellant had op 28 augustus 2008 een afspraak voor het indienen van een verblijfsvergunning regulier voor verblijf bij kind. Echter hij heeft deze afspraak niet kunnen nakomen, aangezien hij in bewaring werd gesteld. Appellant is nu in de gelegenheid gesteld om een aanvraag voor verblijf bij kind in te dienen op 2 september jl. 3.
Grieven: GriefI: Ten onrechte heeft de rechtbank als volgt overwogen: "Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet hoeven volstaan met een lichter middel, zoals een verzwaarde meldplicht. " Toelichting op de grief I: Appellant heeft reeds op 21 augustus jl. een fax verzonden aan de vreemdelingenpolitie, waarin reeds is gevraagd om toepassing van een
Gelieve bij iedere correspondentie ons refcrentienummer ie vermelden
12-09-2009
13:49
+31 43 3257959
9GJï
P.002
12.Sep. 2003 13:42
Nr.490*
HOGERVORST & WUDKA 043*3257858
P. 3
lichter middel. Op 22 augustus jl. is deze fax doorgezonden aan DT&V. Beide brieven treft u aan als bijlage 2. Daarnaast is aan DT&V op 29 augustus jl. wederom verzocht om een belangenafweging, dit vanwege de potentiële beëindiging van de schuldsaneringsregeling van appellant en zijn echtgenote. Verweerder heeft tot op heden nog geen enkel antwoord gegeven aan appellant of diens gemachtigde. Er heeft in zijn geheel geen belangenafweging plaatsgevonden. Appellant meent, dat zijn thuissituatie zodanig dringend is dat zijn belangen in dit geval dienen te prevalerea Bovendien is appellant telkenmale traceerbaar geweest voor alle instanties, zodat ook niet de vrees behoefde te bestaan, dat hij zich aan uitzetting zou onttrekken. Appellant meent dat het onredelijk is van verweerder om hem een week voordat hij cen aanvraag indient voor 'Verblijf bij kind" hem in bewaring te stellen. Nu wordt zijn echtgenote op stel en sprong alleenstaande moeder en moet zij met haar medische klachten zorg dragen voor 2 jonge kinderen. Dit terwijl er soms dagen zijn, dat zij niet eens in staat is om de kinderen op te tillen. Appellant meent dat verweerder door geen belangenafweging te maken onzorgvuldig heeft gehandeld. Verweerder handhaaft klakkeloos de inbewaringstelling, zonder een nadere motivering. Niet is gebleken dat verweerder een belangafwcging heeft gemaakt. De bewaring is daarmee onrechtmatig. Gezien de onrechtmatigheid is appellant van mening dat hem tevens ingevolge artikel 106 Vw schadevergoeding toekomt. Appellant verzoekt om toekenning van schadevergoeding door uw college in goede justitie te bepalen.
CONCLUSIE: Appellant concludeert tot gcgrondverklaring van het hoger beroep, vernietiging van de bestreden uitspraak d.d. 5 september jl. en gegrondverklaring van het door appellant tegen de inbewaringstelling op 20 augustus 2008 ingestelde beroep. Appellant verzoekt U Edelgrootachtbaar College hem onmiddellijk in vrijheid te stellen onder toekenning van een door U in goede justitie te bepalen schadevergo eding.
Maastricht, 12 september 2008,
Gelieve bij iedere correspondentie ons refereniiemimmer Ü: vermelden 12-09-2008
13:49
+31 43 3257859
96*
P.003