8 e jaargang november 2009 - nr 11
Thema: heT vmbo
Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs
november 2009-11
november 2009-11
aan deze kunstzone werken de volgende vakverenigingen mee bDD beroepsvereniging Docenten Theater en Drama Secretariaat & administratie, Postbus 178, 8260 aD Kampen
[email protected], www.docentendrama.nl
NbDK Nederlandse beroepsvereniging van Danskunstenaars bureau nbDK: Zwanenveld 16-19, 6538 LP nijmegen. Tel. (024) 3430774, fax 024-3430773
[email protected], www.nbdk.nl
NvTo Nederlandse vereniging voor beeldend onderwijs Secretariaat: nachtegaallaan 3, 4105 WX Culemborg. Tel. (06) 13711707
[email protected], www.nvto.nl opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
vKav vereniging audiovisuele educatie Zwanenkamp 275, 3607 Se maarssen
[email protected], www.vkav.nl
vLbv vereniging Leraren beeldende vakken Secretariaat: Kluppelshuizenweg 32, 7608 rL almelo. Tel. (0546) 491745
[email protected], www.vlbv.nl opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
vLLT Sectie nederlands vereniging Leraren Levende talen binnenhof 62, 1412 LC bussum Tel. 035-6783254
[email protected] www.levendetalen.nl -> Talensecties -> nederlands
vLS vereniging Leraren Schoolmuziek bureau vLS: Kluppelshuizenweg 32, 7608 rL almelo. Tel. (0546) 491745
[email protected], www.vls-cmhf.nl opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 oktober
abonnementen: binnenland buitenland
€ 49,75 € 72,50
Het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
2
Reizen
aan het begin van het schooljaar gaan we altijd op reis. misschien een vreemde keuze om het dan te doen, maar dat is niet anders. aan het eind van het jaar is het een mooie afsluiting, aan het begin van het jaar kun je het hele jaar nog profiteren van de wat informelere contacten die je tijdens zo’n reis opbouwt. De complete bovenbouw gaat naar London, ardennen, oostenrijk, barcelona en we wisselen uit met Frankrijk, Duitsland en Tsjechië. voor de lagere klassen wordt er een europaweek georganiseerd die mede bemand wordt door de leerlingen bovenbouw die om een of andere reden niet mee op reis konden of mochten. Ik ben nu voor de vijfde keer naar barcelona geweest en heb het voorrecht om ieder jaar de Sagrada te zien groeien. De kerk blijft spectaculair, maar ook de gestadige groei is indrukwekkend. Ik hoor u denken: ‘Leuk reisje, wil ik ook wel!’, maar niet iedereen denkt er zo over. er zijn ook collega’s die ons meewarig aankijken. Het struikelblok is vaak de verantwoordelijkheid. je gaat wel met een grote groep leerlingen op pad, naar Spanje. Wat doe je als er iets gebeurt, hoe dek je je in tegen juridische stappen van mondige ouders? Het scheelt dat we een streekschool zijn met erg lieve kinderen. Wat met een andere groep misschien niet mogelijk zou zijn, lukt met onze leerlingen wel. vooraf benadrukken we dat het een culturele reis is. verwacht je vakantie, dan moet je niet meegaan. We verblijven net buiten barcelona, in een goed hotel. ons programma is helemaal gevuld, van ontbijt tot nachtrust. Wij controleren vrij streng. Leerlingen hebben een vrije middag voor zwemmen en het strand, maar mogen niet gaan stappen. alcohol is streng gelimiteerd en we hebben goede afspraken met de hotelbeveiliging. bij illegaal hotel verlaten is de pakkans negenennegentig procent. ondanks deze regels weet ik ook dat bij de terugblik van leerlingen aan het eind van hun schoolloopbaan deze reizen steevast als hoogtepunt van hun totale schoolverblijf genoemd wordt. Ideaal dus? nou nee, want ook wij maken van alles mee met onze leerlingen. barça was dit keer weer erg mooi, gezellig maar ook erg druk. er waren vier Hysterische Kippen mee die om beurten om aandacht vroegen door flauw te vallen, te hyperventileren, te melden dat het niet goed met hen ging, duizelig waren, niet aten en weer een nieuwe aanval kregen, omdat de ander te veel aandacht kreeg. Dit terwijl er nog zestig anderen wel een goede tijd hadden. De laatste dag was het feest van mercé (patroonheilige maria) in de stad. Prachtig met festivals op alle pleinen, reuzen die door de stad lopen, menselijke torens die gebouwd worden en overal muziek en dans. beter kan het niet, hoewel… Wij hadden die dag onze fietstocht door barça gepland. We kennen het feest en de drukte en vroegen daarom de Fat-tire tour of het wel mogelijk was om met onze ruim zestig man onze guided tour te maken. geen probleem volgens hen. Het was niet fijn, voor niemand niet. voor ons niet, het festivalpubliek niet. er waren punten te verdienen voor iedere kleuter, kinderwagen of bejaarde die je aanreed. Ik bespaar u de details. niet meer doen dus. blijven we deze reis doen? ja! De opbrengst in plezier, verrijking in allerlei opzicht, weegt ruimschoots op tegen de inspanningen van het begeleidende team. maar weet waaraan je begint. Heeft u vragen of opmerkingen, dan weet u me te vinden. Ruud van der Meer
In deze Kunstzone Thema: het vmbo ■ Doorlopen met die leerlijn
SLO-project beeldende vorming VMBO BB/KB ............................................. 4
■ De vmbo-leerling als maker van kunst
Utrechts VMBO-project onder leiding van HKU ............................................ 6
6
■ In de beeldende traditie van de school
Verslag uitwisselingsdag CPE-VMBO beeldend ............................................. 9
■ bekijk ‘t
Multidisciplinair programma voor het VMBO..............................................12
Colofon KuNSTzoNe TIjDSCHrIFT voor KunST en CuLTuur In HeT onDerWIjS
■ Leren denken
nummer 11, november 2009
■ Drama in het vmbo
KuNSTzoNe wordt uitgegeven door Stichting Kunstzone.
■ het echte werk!
hooFD- eN eINDReDaCTIe ruud van der meer
[email protected] jan verschaeren
[email protected]
CoRT, denkmethode van Edward de Bono ................................................ 16 Meerwaarde van drama in het VMBO ....................................................... 19 3-VMBO-concert op VMBO-school te Voorburg .......................................... 21
■ bandcoaching in de klas
Mogelijkheden van bandcoaching in het VMBO .......................................... 24
■ muziek als onderdeel van K&C
Muziek binnen het leergebied Kunst & Cultuur .......................................... 26
■ muziekles is verder wel oké
Zingen, musiceren, improviseren op het VMBO ......................................... 27
■ Belevingswereld ................................................................................. 28 ■ masterclasses voor muziekdocenten ........................................... 29 ■ altijd drummen!.............................................................................. 29 ■ Docent muziek ................................................................................ 30 32 ■ In gesprek met het beeld en met elkaar ...................................32 ■ @Web ................................................................................................ 34 ■ Goed gevormd ................................................................................. 35 38 ■ met liefde gemaakt.........................................................................38 ■ als ik later groot ben ..................................................................... 42 ■ Actief met CKV .................................................................................. 46
ReDaCTIe jan van gemert olga de Kort-Koulikova Saskia van der Linden Twan robben Paul rooyackers Thea vuik Wil & Hans Weikamp janneke van Wijk veRKooP aDveRTeNTIeS jan verschaeren Kluppelshuizenweg 32 7608 rL almelo tel. (0546) 491745
[email protected] voRmGevING eN DRuK jaroff Drukwerkmakers & reproservice Heerenveen STIChTING KuNSTzoNe jan verschaeren Kluppelshuizenweg 32 7608 rL almelo
[email protected] www.kunstzone.nl
Rechtsbijstand: pagina 18
6
12
32
38
omslag: Stagiaire Charlotte vromans helpt rens de grauw met gipsmasker Foto: marie-Thérèse van de Kamp Zie: ‘met liefde gemaakt’
© STIChTING KuNSTzoNe niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
ISSN: 1570-7989
3
november 2009-11
november 2009-11
Doorlopen met die leerlijn… vo
Thea vuik een druppel die in het water valt en de concentrische cirkels die zich daar vervolgens omheen vlijen, is een
veel gebruikte metafoor. omdat het zo romantisch de harde werkelijkheid weet te plooien in aangename beelden. als mij gevraagd wordt over een nieuwe SLo-uitgave Beeldende vorming binnen VMBO BB/KB, Een verzamelnotitie met handreikingen voor het ontwikkelen van een leerlijn te schrijven, maakt mijn hart - om maar gelijk weer een andere metafoor te gebruiken - geen sprongetje. maar als ik deze inspirerende handreiking van de SLo probeer te visualiseren in die ene druppel die in het water valt, wordt de beschrijving zeker toegankelijker. In den beginne ontwikkel maar even een leerlijn: docenten weten dat dat geen kwestie van momenten is en daarbij zijn handreikingen meer dan welkom. Zeker als het leerlingen vmbo-basis en -kader betreft. volgens de aanjagers van deze verzamelnotitie - de nvTo, de vLbv en de vLS - is er met de invoering van de onderbouw in het vmbo een leemte ontstaan. voor het leergebied kunst en cultuur, met name de vakgebieden muziek en beeldende vorming, zijn er geen methodes voorhanden die speciaal voor het vmbo zijn geschreven. uitgeverijen geven aan hierin geen markt te zien. ook pas afgestudeerden van lerarenopleidingen blijken weinig voorbereid te worden op het lesgeven aan leerlingen op dit niveau. Dit trio van illustere vakverenigingen wendde zich met bovenstaand probleem tot SLo. De vraag was of SLo (beginnende) docenten kon voorzien van een methodiek - inclusief praktijkvoorbeelden en tips - om een leerlijn voor bb en Kb op het gebied van de beeldende vakken en muziek in te vullen. via een zogeheten veldaanvraag heeft SLo dit samen met een groep docenten opgepakt. een geheel nieuwe methodiek ontwikkelen voor elk van de vakken lukte niet binnen de gestelde randvoorwaarden (geld en tijd) van het project. In overleg met de vakverenigingen en docenten is daarom gekozen voor een bundeling van inzichten (instrumenten, schema’s, ordeningsprincipes) en komt ook muziek maar mondjesmaat ter sprake. Desondanks is er hoop dat deze bundeling, ondersteund met lesvoorbeelden en tips, (beginnende) docenten voldoende steun biedt om zelf aan de slag te gaan. Positionering er zijn nogal wat invalshoeken om de inhoud van de lessen in de onderbouw te bepalen. Ik noem een aantal belangrijke die ook besproken worden in deze uitgave: - kenmerken van bb/Kb-leerlingen, - opzet van de bovenbouw (eindtermen CKv en kunstvakken 2),
4
-
de kerndoelen, aansluiting met het basisonderwijs, - visie van de school, - visie van het kunstencluster, - verhouding theorie-praktijk. Hoe deze cirkels zich ten opzichte van elkaar verhouden, wordt niet altijd zo duidelijk, maar dat ze van invloed zijn op elkaar en op het uiteindelijke doel - die doorlopende leerlijn is helder. er wordt op elk aspect ingegaan, zodat je je er terdege van bewust wordt dat je de invloed ervan niet moet onderschatten. Ik til er als voorbeeld een klein puntje uit: er wordt gesproken over de motivatie van de vmbo-leerling. Wat is het verschil tussen intrinsiek en extrinsieke motivatie en hoe probeer je de leerling gemotiveerd te krijgen en te houden? De invalshoek Oriëntatie op leren en werken en LOB (Loopbaanoriëntatie en -begeleiding) kan een inhoudelijke eye-opener zijn als het gaat om motiveren van onze ‘doeners’. maar hoe doe je dat? er wordt in het hoofdstuk Adviezen voor didactiek (hoofdstuk 4) een nieuwe term gelanceerd: zet een impuls in! een impuls wordt omschreven als ‘een krachtige kunstzinnige warming up die verder gaat dan alleen het tonen van afbeeldingen of referentiebeelden aan leerlingen, maar leerlingen op een voor hen niet alledaagse manier meevoert en betrokken maakt bij de aankomende kunstzinnige taak.’ Dus, geef voortaan naast het thema ook de impuls aan. Kerndoelen, -concepten, -vaardigheden als de plaats van de concentrische cirkels enigszins bepaald is, kunnen we aan de kern van het product gaan werken. ook de SLo is creatief omgesprongen met beelden en heeft de Schijf van 5 uit de kast gehaald. Ik raakte gelijk enthousiast, omdat - weer dat beeld - het mij zichtbaar maakte waar ik mee bezig was. Zit alles er wel in wat zou moeten bij een goede opdracht? ben ik niets vergeten? of ligt het zwaartepunt teveel op het doen en blijft het reflectiemoment
Schijf van 5
Stéfanie van Tuinen Foto: Marian Hinderink
achterwege? Kortom, de uiteindelijke optelsom moet een evenwichtig beeld geven van de vijf kernvaardigheden die wij (gaan) aanspreken bij de leerlingen. geven we voldoende aandacht aan eigen werk maken (produceren), presenteren (presenteren), andermans werk ervaren en plaatsen (beleven), verslag doen van activiteiten (verslagleggen) en reflecteren op eigen en andermans werk (reflecteren)? Het beeld van zo’n taart met vijf punten geeft structuur. natuurlijk zoals ik het had over de verschillende invalshoeken die van belang zijn: de verhouding van de vijf taartpunten is variabel, afhankelijk van de visie en de keuzes van de school, of van jou als docent. Daarnaast heb je de vrijheid om eigen taartpunten toe te voegen, zoals samenwerken of andere vaardigheden. ook de volgorde kan variëren. Workshop Tijdens de studiedag Waardevol en waardevast van nvTo en vLbv op 11 juni jongstleden was er onder leiding van Stéfanie van Tuinen (SLo) een workshop Leerlijn beeldend voor VMBO-basis/kader te volgen aan deze workshop - u raadt het al - lag deze uitgave ten grondslag. als ik aan van Tuinen vraag wat haar bevindingen zijn, vertelt ze me dat haar is opgevallen dat de meeste docenten heel graag praktisch aan de slag willen. ‘Ik merk dat het moeilijk gevonden wordt om dat alleen aan de hand te doen van die - toch wel wat abstracte - kerndoelen. Daarom willen we vanuit de SLo graag handreikingen meegeven in de vorm van allerhande werkvormen. Zoals het werken met de Schijf van 5 die bedoeld is om de globale kerndoelen kunst en cultuur meer te concretiseren.’ een goede uitvinding van de SLo, wat mij betreft. Wat maakt deze publicatie nog meer zo bijzonder?
van Tuinen: ‘Het is in feite een verzamelnotitie, een opsomming van feiten specifiek op de doelgroep geschreven. Dat is nieuw en noodzakelijk, die aandacht voor het vmbo.’ en dat die overtuiging werd gedeeld, werd aan het einde van deze workshop wel duidelijk door het grote applaus dat van Tuinen ten deel viel. Beeldende vorming binnen vmbo BB/KB komt binnenkort ter download te staan op www.slo.nl.
SLo-project vmbo bb/Kb: Kom - Kunst, ontwerp & media We denken dat ons onderwijs aantrekkelijker kan door meer aandacht te besteden aan creativiteit. maar hoe doe je dat? Kun je niveaus van creativiteit onderscheiden die je vervolgens kunt toetsen? een greep uit de vragen die het SLo-project KOM (Kunst, Ontwerp & Media) probeert te beantwoorden. een tiental vmbo-scholen verkennen met leerplanontwikkelaars van SLo de mogelijkheden praktische kunstzinnige activiteiten te integreren in het curriculum voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg. meer hierover in het decembernummer van Kunstzone.
5
november 2009-11
november 2009-11
De vmbo-leerling als maker van kunst vo
N elly van der Geest, Til Groenendijk en Suzan Lutke ‘Ik vind mezelf geen kunstenaar, maar ik hoor wel van anderen dat ik talent heb.’ Zeynep
vmbo-leerlingen worden steeds afgemeten aan hun taal- en rekenvaardigheden en dat is niet vaak hun sterke kant. In het project De VMBO-leerling als maker van kunst - een uniek project door de HKU (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht) in samenwerking met vmbo-scholen en kunstinstellin-
Presentatie van www.vmbokunstenaars.nl Foto: Thea Vuik
Presentatie Herinneren en herinnerd worden Centraal College Foto: Suzan Lutke
gen uit de stad utrecht - stellen wij een derde gebied centraal: hun creatief vermogen. We zijn niet begonnen bij wat ze niet kunnen, maar wat ze wel kunnen en ze hebben vaak lef, zijn direct, hebben ideeën.
er zijn verhalen die gehoord en vertaald worden in de kunst en verhalen die niet ontwikkeld worden en daardoor niet gehoord worden. er is ook een verschil tussen diegene die uitgenodigd worden om hun verhaal uit te drukken in de kunst en diegene die zich niet in die (leer)omgeving bevinden. Die observatie motiveerde HKu (Hogeschool voor de Kunsten utrecht) tot het aangaan van contacten met vmbo-scholen en hun leerlingen. Door de vmbo-leerling te benaderen als potentiële kunstenaar wil de HKu hen uitdagen om kunst te maken. Dit is de basis van een groot project dat in september van 2007 van start ging en in juni van dit jaar is afgerond met de publicatie van een prikkelende site: www.vmbokunstenaars.nl. Het maken van kunst met deze jongeren is een artistieke uitdaging die zowel vernieuwend kan werken voor het onderwijs als voor de kunst zelf. juist omdat de binnenwereld van de vmbo-leerling nog een relatief onbetreden gebied is in de kunst. De HKu vindt het noodzakelijk dat alle talenten in de samenleving worden ontwikkeld en dat deze stille verhalen ook een podium krijgen. De HKu beschouwt kunst als een belangrijk onderdeel van onze samenleving en we willen vmbo-leerlingen stimuleren om door kunst hun stem te laten horen. het project In 2006 werd het Centrum van Interculturele Studies van de HKu benaderd door het UCK (Utrechts Centrum voor de Kunsten) met een knelpunt uit de praktijk: nu CKv verplicht gesteld was op het vmbo, signaleerde het uCK dat zij een tekort hadden aan bekwame en aansprekende kunstvakdocenten voor het vmbo. De HKu organiseerde een aantal besprekingen met CKv-docenten uit het vmbo en met kunstvakdocenten die projecten deden op het vmbo. In die gesprekken constateerden zij dat de methodiek voor het kunstvak in het voortgezet onderwijs niet zomaar geschikt was voor leerlingen uit de vmbo-klassen die basisberoepsgericht en kaderberoepsgericht onderwijs volgen en evenmin
6
recht deed aan de diversiteit van culturele achtergronden die in deze klassen aanwezig was. een korte inventarisatie onder pas afgestudeerden van de lerarenopleidingen van de HKu bracht ook aan het licht dat het verloop van deze alumni op het vmbo groot was. Kortom, rond het onderwijzen van kunst op het vmbo kwamen drie vraagstukken naar voren: 1. juist op het vmbo wordt het kunstvak vaak met een sociaal of toegepast doel gegeven, terwijl kunstvakdocenten door artistieke elementen in het vak geïnspireerd worden. Hoe kun je deze primaire motivatie voor kunst op vmboniveau overdragen aan leerlingen? 2. Hoe zorg je ervoor dat zittende vmbo docenten geïnspireerd worden en blijven om met vmbo-leerlingen van basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte opleidingen te blijven werken? 3. Hoe kunnen we de studenten van de drie lerarenopleidingen van de HKu beter voorbereiden op praktijken in het vmbo? Welke aanvullingen heeft de gangbare kunstvakpedagogie voor het voortgezet onderwijs nodig om geschikt te zijn voor het vmbo? Kunstpedagogie van empowerment met deze drie grondvragen hebben we een praktijkonderzoek opgezet. met drie vmbo’s en drie teams van vaste en workshopdocenten hebben we twee keer een praktijkexperiment gedaan waarin de vmbo-jongere als maker van kunst werd aangesproken. Dat hele proces is continu gevolgd en becommentarieerd door drie onderzoekers en besproken in een bredere groep van experts. Dit proces leidde tot een explicitering van de werkwijze die wij kunstpedagogie van empowerment zijn gaan noemen. Zie voor deze werkwijze www.vmbokunstenaars.nl. uitgangspunt was dat de leerlingen zich mede-eigenaar zouden voelen van het eindproduct dat ze maken door ze te benaderen als potentiële kunstenaars. We weten dat leerlingen van de leeftijd en achtergrond van de scholen die meededen met dit project, zich vaak niet ‘in control’ voelen van hun eigen leven. Het leven overkomt hen als het ware. Dit geldt
nog sterker voor hun verhouding tot kunst. De teams uit de praktijkexperimenten zijn op zoek gegaan naar een manier om de consumerende houding om te zetten naar een meer actieve houding en hen uit te dagen zelf kunst te maken. maar om niet alleen voor de leerlingen te werken, maar ook met de leerlingen te werken, streefden we er tevens naar om de professionals in de klas (de vaste docent en de workshopdocenten) ook grensverleggend met hun artistieke inspiratie te laten werken. Teamwork in alle fasen van het proces (creatief partnerschap) was daar onontbeerlijk voor. Projecten op de scholen Samen met Yo!opera zijn op het voormalig Delta College, nu onderdeel van Globe College, de soundscape Mijn toekomst en het CD-project Zo klink ik uitgevoerd. Mijn toekomst is een videoperformance met soundscape. Daarin vertellen vierdejaars leerlingen in een videoportret openhartig over hun toekomstbeeld en geven zij eerstejaars tips hoe zij met school en thuis kunnen omgaan. De tips en citaten uit de interviews van de vierdejaars zijn het basismateriaal geweest voor zes muzieklessen in één van de brugklassen. onder leiding van Kees van der meer, kunstenaar in de klas, hebben de eerstejaars het geluidsmateriaal voor de soundscape geleverd. De uiteindelijke compositie en de montage van de interviews zijn door de kunstenaars van Yo! Opera gedaan. De videoperformance met soundscape is de eerste keer op school tentoongesteld, later nog twee keer op het Stadhuis van utrecht. met name de opening in het Stadhuis, waar de leerlingen ook bij waren, heeft hen heel trots op hun werk gemaakt. In het CD-project Zo klink ik hebben vijftien leerlingen onder leiding van Yo! opera een eigen lied geschreven en ingezongen op CD. Het was de eerste keer dat Yo! opera met de vmbo-leerlingen ging zingen. De leerlingen zijn begeleid door een nieuw Yo! opera-team: een componist/muziekdocent (artistiek leider van het project), een operazangeres en een gitarist. De twee laatste hebben een half Surinaamse en een Iranese achtergrond. Het CD-project is een keuzevak voor de leerlingen uit leerjaar 1 en 2 geweest. Het CD-project is de opmaat geweest voor een doorlopend traject waarin Yo! opera met leerlingen van het globe College een voorstelling voor het Yo! opera-festival (najaar 2009) maakte.
op het Liefland College zijn met kunstenaars van het uCK en de CKv-docenten de Cultuurdag en de voorstelling One Two Tree uitgevoerd. voor de Cultuurdag werd in 12 weken werd toegewerkt naar een voorstelling op een door de leerlingen te organiseren cultuurdag. Het was een naschoolse activiteit waarin leerlingen konden deelnemen aan workshops dans, rap of muziek op de computer. Streven was vanuit de drie workshops te werken aan gezamenlijk presentaties waarin de resultaten van de afzonderlijke workshops werden samengevoegd: dansen op de rap waar de resultaten van de muziek op de computer voor werden gebruikt. De Cultuurdag is uiteindelijk niet van de grond gekomen, maar heeft wel geleid tot een nieuw project: One Two Tree. bij One Two Tree is ervoor gekozen een onderdeel van de voorstelling te maken en het met een klas uit te voeren en een leerlingenteam mee te laten denken en ontwerpen. De activiteiten bestonden uit een decor-, een dans- en een videoworkshop. In alle workshops hebben de leerlingen associaties rond de vier seizoenen uitgebeeld. In zes weken is toegewerkt naar een voorstelling. Het decor bestond uit een boom waarvan elk van de vier zijden staat voor één van de vier seizoenen. elke zijde is gevuld met door de leerlingen meegenomen en gemaakte voorwerpen die slaan op het seizoen van dat compartiment. In twee door de leerlingen gemaakte struiken stonden videoschermen waarop video-animaties met de vier seizoenen van de leerlingen te zien zijn. na elke animatie kwam een dans met de leerlingen over een van de seizoenen. De dansmuziek en choreografie zijn tot stand gekomen vanuit associaties van de leerlingen met de vier seizoenen. op het Centraal College is steeds rond het thema Interculturele dodenplaatsen gewerkt. Dat onderwerp is toegespitst voor de kunstklas naar het ontwerp van toegangspoorten voor een interculturele dodenplaats en voor Zorg en Welzijn naar twee cross-disciplinaire projecten met nederlands en Zorg en Welzijn. bij Zorg en Welzijn was Herinneren en herinnerd worden het thema. Zo kregen de leerlingen het motto: In 2108 kom jij je kleinkind tegen dit is dan wat jij zou willen dat het zegt over jouw leven.
7
november 2009-11
november 2009-11
naar aanleiding van dit motto hebben de leerlingen teksten geschreven en later op de letterwerkplaats van de HKu met nevel Karaali, een grafisch vormgeefster, de tekst op papier vormgegeven. De projecten in de klas zijn uitgevoerd door de CKv-docenten en een aantal kunstenaars op gebied van rap/tekst, grafische vormgeving en design. vast onderdeel van deze projecten was ook museumbezoek. Het Catharijne Convent en het Aboriginal Art Museum zijn bezocht. met behulp van opdrachten is in kleine groepjes gekeken naar twee kunstwerken in het Catharijne Convent. een werk, een hedendaagse Piëta, was geselecteerd vanwege de inhoud en de relatie met verdriet en afscheid. een ander werk, Walters huisje, vanwege de taal die op een ruimtelijke wijze verwerkt was in een koepelvormig houten huisje. In het aboriginal art museum heeft een gids van het museum aandacht besteed aan de manier waarop aboriginals hun relatie met hun voorouders verbeelden en levend houden. effecten en resultaten Los van deze zeer inspirerende projecten op drie vmboscholen in de stad utrecht en de start van een aantal creatieve partnerschappen hebben we in maart een conferentie georganiseerd over onze bevindingen. op deze dag is bovendien de site gelanceerd. op de site staan heel veel tips over hoe je met vmbo-leerlingen kunstonderwijs kunt maken. om dat te kunnen doen hebben we vier belangrijke bouwstenen geformuleerd. bouwstenen zijn de essentiële elementen die nodig zijn voor verdiepende kunsteducatie met vmbo-leerlingen. De verschillende bouwstenen zijn: 1. Eigenaarschap. jezelf benoemen als iemand die actief heeft bijgedragen aan het artistieke proces en het artistieke product dat daaruit voortgekomen is. uit deze benoeming spreekt emotionele verbondenheid met het proces en het product en degenen waarmee samengewerkt is. Co-eigenaarschap wordt in de wandelgang van het vmbo voor leerlingen vaak samengevat als ‘trots zijn op’ hoe
iets tot stand gekomen is en wat er staat. 2. Dynamiek in klas/team. jezelf benoemen als iemand die actief heeft bijgedragen aan het artistieke proces en het artistieke product dat daaruit voortgekomen is. uit deze benoeming spreekt emotionele verbondenheid met het proces en het product en degenen waarmee samengewerkt is. 3. Werkvormen. Werkvormen die de wisselwerking tussen leerlingen en docenten/kunstenaars stimuleren. Deze werkvormen dienen op maat te zijn voor vmbo-leerlingen, maar hoeven niet gesloten te zijn. Ze moeten een kader bieden waarbinnen leerlingen hun eigen inbreng kunnen hebben. 4. Creatief partnerschap. Het uitbouwen van incidentele samenwerking naar een duurzame samenwerking tussen vmbo-scholen en kunstenaars in de klas of kunstinstellingen. aandachtspunten zijn: 1. oriëntatie op vraaggerichte, aanbodgerichte of co-operatieve samenwerking; 2. groeiaspecten in ontwikkeling van incidentele samenwerking naar langer lopende samenwerking; 3. Wederzijdse beïnvloeding van elkaars organisaties; 4. Wederzijdse (artistieke) inspiratie; 5. rol van de leerlingen in de samenwerking. Daarnaast hebben we deze bouwstenen verder uitgewerkt in praktische tips voor docenten, kunstenaars en kunstinstellingen die kunst willen gaan maken met vmbo-leerlingen. In maart 2010 hoopt de HKu opnieuw een congres te organiseren over en voor het vmbo. Deze unieke plek binnen ons reguliere onderwijs biedt inspiratie, uitdaging en veel mogelijkheden voor kunstvakdocenten in den lande. meer informatie over dit project of het congres in 2010 vind u te zijner tijd op de site www.vmbokunstenaars.nl. u kunt ook mailen met Suzan Lutke op
[email protected] of nelly van der geest op
[email protected].
Waar moet het heen met het vmbo en kunst? De projecten hebben mooie resultaten opgeleverd: een videoperformance met soundscape, twee tentoonstellingen, een CD, een dansvoorstelling rond seizoenen. en ze zijn trots op hun werk, omdat zoals Fatiha - die het lied ‘Leuke Zomer’ heeft geschreven - het uitdrukt ‘omdat ik het zelf verzonnen heb en omdat iedereen meezong bij het refrein. als de meesters en juffen tegen mij iets zeggen, krijg ik meteen een ideetje. Het gaat niet alleen om durf, mijn creativiteit zit gewoon in ideeën. aanwijzingen die ze aan ons gaven, had ik nog nooit bedacht, en nu kan ik het uitbuiten.’ In de projecten is hun horizon verbreed. veel leerlingen in de stads-vmbo’s hebben een heel beperkte directe omgeving. We hebben ze meegenomen de werkplaatsen van beeldende kunstopleiding in. Ze zijn bij de opening van hun tentoon-
8
stelling op het stadhuis geweest, ze hebben de operazangeres kunnen vragen of ze ook ‘gewoon’ kan zingen. Hier ligt een kans voor profilering. niet alleen voor de oude vertrouwde beroepen zoals elektricien of bouwvakker, maar ook voor ondersteunende functies in de creatieve industrie. Laten we niet alleen vakscholen oprichten die voorbereiden op beroepen van het verleden, maar ook op beroepen van de toekomst. een vakgebied als creatief vermogen hoort tot de kern van het leerplan van die vakschool. Laat het beleid de durf hebben om daar in te investeren en er goede bevlogen docenten op te zetten. aan ons de taak als hoger kunstonderwijs de kunstenaars en docenten op te leiden die echt samen met deze leerlingen kunst kunnen.
In de beeldende traditie van de school uitwisselingsbijeenkomst vmbo-CPe beeldendn vo
Trudy verkerk als av-docent voelde ik me toch wel een vreemde eend in de bijt op de bijeenkomst die de vakverenigingen vLbv, NvTo en vKav op 29 september jongstleden in utrecht
organiseerden. De lange traditie die de andere beeldende vakken met het examen hebben is voor av-docenten nog iets om van te dromen.
Toch is er nu een klein begin. Drie leerlingen hebben een vmbo-examen av gedaan. De enkele av-collega’s die aanwezig waren op de vergadering, maakten een strijdvaardige indruk. In de toekomst kunnen we meer eindexamens av op het vmbo verwachten. In de volle zaal lag het echte zwaartepunt natuurlijk bij de examens van de traditionele beeldende vakken. Presentaties door docenten verschillende docenten gaven een presentatie van hun manier van werken en lieten werk van leerlingen zien. Iedere presentatie was opgebouwd rond de volgende delen: het beeldende vak waarin examen wordt gedaan de beeldende traditie van de school de beeldende mogelijkheden op school traditioneel ten opzichte van digitaal inroostering examenzittingen gebruik van het opgavenboekje de authenticiteit van het beeldende werk waarborgen wat versta je onder ‘presenteren’? de tweede corrector. alle presentaties van de verschillende docenten waren 2D-presentaties, hoewel een enkeling liet zien dat er ook in het tekenvak ruimtelijke uitstapjes mogelijk zijn. anneke Westra Winselaar van het Dockinga College in Dokkum liet werk zien van een leerling die een mini-theater had gemaakt. In dit theater presenteerde hij zijn tekeningen. een ander mooi voorbeeld was een verzameling gepresenteerd op een voetbal. Ilse Pot van het Jeroen Bosch College in Den bosch en Fransje Stevens van het Christelijk College De Noordgouw in Heerde toonden werk van hun examenleerlingen: inspirerende presentaties! De meeste presentaties lieten getekende en geschilderde voorbeelden zien van het thema van 2009 Proeven van kunst. moeder bleek favoriet als persoon om een traktatie voor te maken. Het eten keerde in talloze vormen terug: prachtige afbeeldingen van gestapelde roomijsjes en fantastisch gedekte tafels. een pin-up dame of vakantie is natuurlijk voor jezelf een traktatie. Hanny van den brand, zomer 2009 afgestudeerd, toonde werk van haar stageschool het Koningin Wilhelmina College in Culemborg, waarbij zij zich de vraag stelde: ‘Hoe kijkt een leerling zelf aan tegen de
kunst in bijvoorbeeld het magazine en hoe laat ik als docent de leerling ernaar kijken?’ beeldende traditie van de school Tijdens de presentaties was er voor mij als buitenstaander geen groot verschil te ontdekken in de beeldende traditie van de school. Het niveau van het getoonde werk verschilde wel tussen de scholen onderling. er ontstond een zeer interessante discussie over wat wel en niet is toegestaan als eindwerk voor het examenvak tekenen. valt een foto nog onder het vak tekenen? Het is natuurlijk een beeld op plat vlak met alle beeldende elementen die een tekening of schilderij ook kan hebben. een andere vraag die speelde bij de aanwezigen, luidde: Kan je een werk beoordelen als je zelf de techniek niet beheerst? uiteindelijk gaf marjanne Knüppe-Hüsken van het Cito een duidelijk en voor mij verrassend antwoord. een foto kan een eindwerkstuk zijn, mits het in de beeldende traditie van de school past. een ander belangrijke opmerking was dat de docent natuurlijk altijd zelf een eigen verantwoordelijkheid heeft. De grenzen van wat als examenwerkstuk mogelijk is, liggen dus zowel bij de beeldende traditie van de school als bij de ruimte die de docent (en de tweede corrector) geeft. magazine en opgavenboekje om het gebruik van het magazine goed te introduceren gebruikte martine Horstman van het Stedelijk Lyceum uit enschede een PowerPoint-presentatie. Daarmee presenteerde ze het magazine aan de leerlingen. Ze liet de leerlingen discussiëren over de verschillende opvallende zaken in het magazine. voordeel van deze werkwijze is dat de leerlingen het magazine ook daadwerkelijk te zien en te lezen krijgen en dat het klassikaal tot leven komt. Ze liet de leerlingen ook voorbeelden van www.proevenvankunst.blogspot.com en van Teleblik zien en besprak deze ook in de klas. voor het echte examen begon, in de twee weken ervoor, liet ze de leerlingen kennis maken met zoveel mogelijk inspiratiebronnen rondom het thema. op Digischool (zie kader op pagina 11) is al vroeg werk rondom het thema te zien. veel docenten hadden beelden van het werkproces van leerlingen op foto vastgelegd, veel knippende en plakkende
9
november 2009-11
november 2009-11
Van links naar rechts: Martine Horstman Stedelijk Lyceum te Enschede Ilse Pot Jeroen Bosch College te ‘s-Hertogenbosch Fransje Stevens Christelijk College De Noordgouw te Heerde
Van links naar rechts: Anneke Westra Winselaar Dockinga College te Dokkum Janneke van den Brand stagiaire Koningin Wilhelmina College te Culemborg Marjanne Knüppe-Hüsken Cito te Arnhem
Foto’s: Marian Hinderink
Informatie CSe en CPe vmbo beeldende vakken leerlingen. Tijdens de discussie bleek dat er bij de docenten duidelijk een voorkeur leefde om de leerlingen al in het derde jaar te laten oefenen met een opgavenboekje. ook bij de schoolexamens worden regelmatig oude magazines en opgavenboekjes gebruikt. op deze manier wennen de leerlingen aan wat hen tijdens het examen te wachten staat. Het opgavenboekje werd door de meeste docenten als positief ervaren en bood een houvast voor de leerling. alleen bij leerlingen die direct al een vastomlijnd idee van hun eindwerkstuk hadden, werkte het opgavenboekje als hinderlijk. voor het komende examen wordt het opgavenboekje aangepast. De taal wordt bij bepaalde opdrachten wat directer en eenvoudiger. Het is dus raadzaam om als docent van te voren het boekje ook goed door te nemen. Zo is het moodboard veranderd in een mindmap, omdat bleek dat leerlingen vaak teveel tijd besteedden aan het moodboard, terwijl dit eigenlijk bedoeld was als tussenfase. Traditioneel versus digitaal Langzaam komen de digitale gereedschappen zoals computers en grafische computerprogramma’s het vak beeldend op de scholen verbreden. Tijdens de presentaties werd de computer eigenlijk alleen aangehaald als middel om PowerPointpresentaties te tonen. een enkele school gaf aan al veel meer
10
te doen met computers. met de nieuwe lichtingen beeldende docenten zal dit echter vanzelf gaan veranderen. authenticiteit waarborgen voor de meeste docenten was dit thema nauwelijks onderwerp van discussie. Zolang de docent de leerlingen kent, weet hij/zij of iets wel of niet bij de leerling past.
beest–achtig aan het einde van de zitting was er nog tijd om het nieuwe thema Beest-achtig te introduceren. bij het nieuwe thema staat de relatie tussen mens en dier centraal. Wat is een dier? Wat is een mens? De aanwezigen werden meteen getest op hun affiniteit met het thema. Tijdens een rondje onder de vijftig aanwezigen wist bijna iedereen andere kunstenaars of kunststromingen te noemen die passen bij dit thema, teveel om hier op te noemen. een enkel afwijkend voorbeeld is het gebruik van beest– achtige materialen zoals wol en reuzel. enkele musea zoals het Coda in apeldoorn en het Haagse Gemeentemuseum hebben met hun tentoonstellingen of educatieve diensten al ingespeeld op het thema Beest-achtig.
De presentatie De vorm van de presentatie bleek erg af te hangen van de schoolsituatie. In een kleine groep is een mondelinge presentatie mogelijk. In een grote groep is een schriftelijke presentatie bijna wel noodzaak. een manier om het toch persoonlijk te houden is om de presentatie van de leerling op film vast te leggen. De leerling kan dan toch mondeling zijn werk toelichten. er worden ook feestelijke presentaties gehouden waarbij het werk twee avonden in de school wordt tentoongesteld en ouders en vrienden kunnen komen kijken.
als av docent denk ik nu ook al: Hoe zou ik het aanpakken, welke inspiratiebronnen zou ik gebruiken?
Inroostering examenzittingen De inroostering van de examenzittingen had vele varianten. De meeste scholen komen toch tot een soort van clustering met examenochtenden of zelfs een hele examendag. natuurlijk wel met veel thee en snoep.
Trudy Verkerk is bestuurslid van de VKAV en AV-docent aan het Cals College en aan het Utrechts Centrum voor de Kunsten.
[email protected]
officieuze bekendmaking van het thema van het komende schooljaar vindt telkens plaats tijdens de examenevaluatie elk jaar eind mei of begin juni en snel daarna op Digischool: http://digischool.kennisnet.nl/community_bo officiële bekendmaking vindt telkens plaats in de Septembermededeling van de Cevo op www.examenblad.nl. op de weblog van het Cito worden met ingang van het thema Beest-achtig ook de Teleblikbeelden opgenomen. De blog van beest-achtig is beschikbaar vanaf het verschijningsmoment van het Magazine in maart 2010. allerlei aanvullende informatie die gebruikt kan worden, is te vinden in het septembernummer van de nieuwsbrief Beeldonderwijs dat ongeveer half september verschijnt en natuurlijk ook op http://digischool.kennisnet.nl/community_bo. Let op: op Digischool is het aanmaken van een account noodzakelijk om over alle informatie te kunnen beschikken.
11
november 2009-11
november 2009-11
bekijk ‘t vo
astrid van der v elde Bekijk ’t is er om jongeren te enthousiasmeren voor kunst en
cultuur. om de vonk te doen overspringen, juist bij diegenen bij wie dat van huis uit niet gebeurt. Bekijk ‘t spreekt jongeren aan op hun eigen creativiteit, op een heel directe manier. Bekijk ’t stelt jaarlijks een aansprekend, toegankelijk en multidisciplinair programma samen, met een her-
Workshop Foto: Wim Wentzel
kenbare thematiek en een actieve rol voor scholieren.
Homepage van de website van Bekijk ‘t
Dat programma wordt ondergebracht in de jaarlijkse tournee van Bekijk ’t en daarmee worden duizenden scholieren in het voortgezet onderwijs bereikt. voor het grootste deel uit het vmbo, daarnaast ook uit praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en jeugdzorg. jongeren van twaalf tot zestien jaar waarvoor het niet vanzelfsprekend is om met kunst en cultuur in aanraking komen.
educators, workshopdocenten met wie de leerlingen zich kunnen identificeren.
enthousiasme wekken In eerste instantie wil Bekijk ‘t een attitudeverandering bereiken - van een bij voorbaat afwijzende naar een meer positieve houding - door scholieren kunst en cultuur te laten proeven, ervaren en beleven. uit praktijkervaring blijkt dat het essentieel is om eerst enthousiasme te wekken en vervolgens expressiemogelijkheden te creëren. Daarom is het belangrijk dat jongeren ervaren dat begrippen als kunst en cultuur ook dicht bij hun eigen wereld kunnen liggen, sterker: daar deel van uitmaken. Nieuwe vormen leren kennen jongeren laten zich niet vertellen wat ze goed, mooi of interessant moeten vinden. Dat maken ze zelf wel uit. Daarom is het belangrijk met herkenbaar en toegankelijk aanbod te komen. een positieve ervaring vormt een basis waarop je verder kunt werken, en creëert de broodnodige ontvankelijkheid om scholieren te laten kennismaken wat nieuw en onbekend is. Zo integreert Bekijk ‘t bekende en minder bekende kunstuitingen. In Strada (Bekijk ’t-tournee 2007-2008) werden populaire vormen van street art gemixt met theater, fotografie en film, gebaseerd op de film La Strada van Fellini uit 1954. en… actie! De volgende stap is de verwerkingsmethodiek, aan de hand waarvan scholieren reflecteren op de ervaringen en vooral ook zelf iets creëren. Het liefst onder begeleiding van peer-
12
Samenwerkingsprojecten om kunst en cultuur bij jongeren op een positieve manier in beeld brengen verbinden we ons per project aan partners waarmee we onze expertise delen. met uitgeverijen, steunfunctie-instellingen en natuurlijk scholen; met theaters, festivals, kunstenaars en gezelschappen en producenten. Zo werkt Bekijk ’t in 2009 en 2010 samen met dansgezelschap Aya in het educatietraject van de productie IDeals, over idealen. ook in deze voorstelling wordt een belangrijke rol vervuld door scholieren. In elk van de dertig steden waar IDeals wordt gespeeld zullen lokale jongeren een inhoudelijke bijdrage leveren aan de voorstelling. als dansers, na selectie via workshops en audities en een dagenlange training, maar ook als talenten met specifieke skills. bovendien heeft Bekijk ’t een methodiek ontwikkeld waarmee scholieren teksten maken over idealen. De beste teksten worden door Bekijk ’t met de scholieren verfilmd en vertoond in de voorstelling. bekijk ‘t tournee De Bekijk ‘t-tournee begon in 2001 met twee laagdrempelige Parade-voorstellingen in een tent en in de open lucht, voor toen nog 2500 scholieren in twee steden. In de loop der jaren heeft de tournee zich ontwikkeld tot een veel breder en ambitieuzer programma met een groter bereik. In 2007 en 2008 werd de door Bekijk ’t in samenwerking met ISH geproduceerde voorstelling Strada tachtig keer gespeeld voor scholieren in heel nederland. Daarvan nam een aanzienlijk aantal ook deel aan de Strada-workshops die door de acteurs en dansers uit de voorstelling werden gegeven. een videoteam legde de verrichtingen van de scholieren vast, zodat ze hun eigen resultaten in een clip konden terugzien. In 2011 keert Strada terug op de nederlandse podia als grote zaalvoorstelling.
Workshop Foto: Wim Wentzel
Strada 2008 Foto: Wim Wentzel
Roos-09 De Bekijk ‘t-tournee 2009 en 2010 brengt de multimediale voorstelling Roos-09, een project met een ongekend hoge participatiegraad. In roos-09 wordt namelijk een belangrijk deel van de inhoud gemaakt door scholieren zelf in theateren videoworkshops. roos is nog geen twintig en dat gaat ze niet worden ook. Ze is ziek, kan niet meer naar buiten en zit altijd alleen thuis. De enige die ze thuis ziet is de zwerfjongere Cents. maar haar communicatie met de buitenwereld, haar vrienden, blijft beperkt tot de webcam.
Roos-09 educatie Die vrienden van roos worden gespeeld door de scholieren waarmee Bekijk ‘t in het voortraject workshops doet. voor roos-09 kunnen de leerlingen kiezen uit twee workshops. Deze zijn zeer verschillend in opzet en inhoud. bij beide workshops worden films gemaakt: - De Bekijk ‘t-theaterworkshop, waarbij de leerlingen op hun eigen school een klassikale ‘les’ krijgen met de acteurs en regisseur van roos-09. Zij gaan de dialoog met roos aan, doen speloefeningen en leren over kijken naar theater. met de leerlingen worden opnames gemaakt op basis van scènes uit het script.
13
uitwisselingsbijeenkomst CSe-havo beeldend
november 2009-11
november 2009-11
Collega’s die het beeldend examen havo afnemen opgelet! We willen jullie in de gelegenheid stellen ervaringen met het CSe-Havo beeldend en het lesprogramma in 5-Havo met elkaar uit te wisselen. Daarom organiseren NVTO, VKAV en VLBV op
maandag 9 november 2009 van 15 tot 20 uur in Utrecht een bijeenkomst waarin dat kan plaatsvinden. Deelnemende docenten worden uitgenodigd om door middel van presentaties ‘good practices’ te laten zien van met name theorielessen rond het examenthema. Wie ontwikkelt ook praktijklessen rond het thema en heeft daar voorbeelden van? er zal ook ruimte zijn voor een gesprek hierover. Cito en Cevo verlenen hun medewerking en zullen toelichten hoe een examen tot stand komt. We nodigen je bij deze graag uit om als presentator een bijdrage te leveren.
De kosten bedragen: € 25,-- voor leden € 40,-- voor niet-leden. er is plaats voor maximaal 45 deelnemers, dus meld je - als deelnemer en/of als ‘presentator’ snel aan, want vol=vol. Stuur een mailtje naar
[email protected] en je krijgt per mail een aanmeldingsformulier toegezonden. We zien je graag maandag 9 november 2009 in de dependance van Hogeschool Domstad, lokatie Weg der verenigde naties 1, 3527 KT utrecht, telefoon (030) 2927777.
uitwisselingsbijeenkomst CPe-vWo beeldend -
Daarnaast organiseert bekijk ‘t met Digital Playground videoworkshops op locatie. Daarin gaan scholieren onder professionele begeleiding zelf een kort filmpje voor roos maken. De beste filmpjes uit deze beide workshops krijgen een plek in de voorstelling. Zo zien de scholieren hun eigen bijdrage op film terug als onderdeel van de voorstelling, in een professionele setting op het podium.
uitnodiging Roos-09 roos-09 is te zien van 1 t/m 4 december 2009 in het Rozentheater in amsterdam en gaat in najaar 2010 op landelijke tournee. Docenten zijn van harte uitgenodigd om de voorstelling te komen zien. Bekijk ’t wil ook graag met docenten in gesprek en ervaringen uitwisselen. geïnteresseerd? neem contact op met astrid van der velde door te mailen naar
[email protected] of te bellen naar (020) 5818150.
bekijk ’t-visie: betrekken en creëren Bekijk ’t wil scholieren laten ervaren dat kunst en cultuur geen abstracte begrippen zijn waar ze geen enkele affiniteit mee hebben. Bekijk ‘t doet dat door betrokkenheid te creëren. Bekijk ‘t: - biedt programma’s aan met een thematiek waarin de scholieren zich herkennen. - brengt de scholieren in contact met uitvoerend kunstenaars die hun vakmanschap met enthousiasme kunnen overdragen. - geeft scholieren een actieve rol in het randprogramma rondom voorstellingen, en indien mogelijk in de voorstelling zelf.
14
-
-
-
laat scholieren iets creëren rondom de thematiek en leren ze dat ook te presenteren, voor publiek of voor de camera. geeft jongeren aanleiding tot verdere verdieping en discussie door de thematiek op kunstzinnige wijze te benaderen. leert jongeren zich te uiten, hun mening te verwoorden of op andere wijze vorm te geven. en vooral: leert ze bij zichzelf te ontdekken dat ze tot meer in staat zijn dan ze zelf (en vaak ook hun omgeving) voor mogelijk houden.
Collega’s die het examen beeldend vWo afnemen opgelet! We willen jullie in de gelegenheid stellen ervaringen met het CPe-vWo beeldend en het lesprogramma in 6-vWo met elkaar uit te wisselen. Daarom organiseren NVTO, VKAV en VLBV op
donderdag 7 januari 2010 van 14.30 tot 20 uur in Utrecht een bijeenkomst waarin dat kan plaatsvinden. De uitwisseling wordt onder andere ingeleid door presentaties van ‘good practices’ door deelnemers. We nodigen je bij deze graag uit om als presentator van leerlingenwerk een bijdrage te leveren aan deze bijeenkomst. er zal ruimte zijn voor gesprek hierover. verdere aandachtspunten zijn: - het procesmatig werken - adequaat gebruik van materialen en technieken waarbij specifieke aandacht voor ‘traditioneel en/of digitaal’. Cito en Cevo verlenen hun medewerking.
De kosten bedragen:
€ 25,-- voor leden € 40,-- voor niet-leden.
er is plaats voor maximaal 45 deelnemers, dus meld je - als deelnemer en/of als ‘presentator’ snel aan, want vol=vol. Stuur een mailtje naar
[email protected] en je krijgt een aanmeldingsformulier per mail toegezonden. We zien je graag donderdag 7 januari 2010 in de dependance van Hogeschool Domstad, lokatie Weg der verenigde naties 1, 3527 KT utrecht, telefoon (030) 2927777.
ga voor meer informatie over bekijk ‘t naar www.bekijkt.nl.
15
november 2009-11
november 2009-11
Leren denken… Kunst(je) of nieuwe cultuur? vo
Peter van Kessel ‘Leerlingen leren denken is misschien wel het belangrijkste wat je kunt doen voor de leerling.’ edward de bono, 1997
In een voortdurend en vooral snel veranderende wereld neemt CKv als vak een wel heel bijzondere plaats in. Is het immers niet zo dat in tijden van voor- en tegenspoed alle kunstvormen het meer dan goed doen? Is leren denken niet ook een kunst? of moeten de leerlingen meer competent worden in denken? Is leren eigenlijk wel aan te leren? mogelijk kan men binnen het huidige onderwijsaanbod met de antwoorden op deze vragen zijn voordeel doen. Demonstratieles CoRT in een speciale leergroep
om ze te beantwoorden en daarmee het onderwijs een kwaliteitsimpuls te geven en bovendien recht te doen aan wettelijke verplichtingen zoals die vastliggen in de pre-ambule van het vmbo heeft Peter van Kessel - werkzaam als docent vmbo - binnen het vmbo onderzoek gedaan naar een methode die het kritisch denken en het creatieve en oplossende vermogen van de leerling mogelijk zou ondersteunen. Daarmee zijn de leerlingen vervolgens beter in staat om met de complexiteit van het helaas archaïsch onderwijsmodel in nederland om te gaan. een onderwijsmodel dat door zijn ‘westerse denkcultuur’ het denken regelmatig in de weg staat. Dat betekent dat om out-of-the-box thinking te leren, zoals de amerikanen zeggen, je zo nu en dan aangeleerde kennis moet ‘vergeten’. edward de bono introduceerde hiervoor het woord lateraal denken. ‘Logica brengt je van a naar b, fantasie brengt je overal,’ zegt einstein. en dat is wat CoRT, de denkmethode van de bono nu precies doet: vergroten van perceptie en prikkelen van de fantasie om zo te komen tot realistische en creatieve oplossingen. bij creatief denken gaat het om doorbreken van bestaande denkpatronen teneinde betere oplossingen te vinden, iets nieuws vinden, iets nieuws maken of doen. In de eerder genoemde pre-ambule worden een aantal vakoverstijgende te behalen doelstellingen genoemd waarvan leren communiceren, leren reflecteren op de toekomst, leren reflecteren op leer- en werkprocessen en leren uitvoeren een aantal belangrijke onderdelen zijn. Dus naast vakinhoudelijke doelstellingen dienen de leerlingen ook vaardigheden aangereikt te krijgen. maar hoe reflecteer je op je gedrag, hoe kijk je op een goede manier naar je toekomst? uit onderzoek blijkt dat 90% van de fouten die gemaakt worden, te maken hebben met een verkeerde perceptie. (Perkins, 1997) Het gebrekkig waarnemen als bron van vele fouten en verkeerde beslissingen deden mij op zoek gaan naar een methode die gebruikt wordt om dat aan te pakken. In mijn zoektocht stuitte ik op een overzicht van de meest gebruikte denkmethodieken. (moseley, 2005) Het gedachtegoed van edward de bono sprak mij al eerder erg aan. via het Koning Willem
16
I College in Den bosch maakte ik in 2003 al kennis met de bono zelf en deed samen met hem een masterclass. Zijn Six Hats Thinking dat wereldwijd wordt gebruikt, maar ook het programma CoRT dat speciaal is geschreven voor het onderwijs, gaven mij een hoop inspiratie om denkvaardigheden aan te pakken. (bono,1986) In 2003 haalde ik mijn advanced Practical Trainer licentie in Dublin. Zo kon ik compleet met licentie deze methodieken uitproberen. engeland, amerika, maar vooral nederland werd het werkterrein waarbinnen op scholen deze denkvaardigheden met veel succes werden geïntroduceerd. De eenvoud, maar tegelijkertijd de kracht van de tien pictogrammen die leerlingen krijgen aangeleerd, maken deze methodiek gemakkelijk inzetbaar in alle vakken en vormen van onderwijs. vol overgave en plezier werken de leerlingen met het CorT programma dat - zoals gezegd - uit een tiental pictogrammen bestaat. met behulp van deze pictogrammen worden aanvankelijk onrealistische situaties bekeken, waarna wordt overgeschakeld naar realistische vraagstukken. Zo vraagt PMI, wat staat voor Plus, Minus en Intrest de leerling om gedurende drie keer drie minuten, in groepen van drie of vier leerlingen de voordelen (Plus), de nadelen (minus) en de dingen die men zich afvraagt (Intrest) te inventariseren. met feedback en coöperatieve werkvormen voorzien de leerlingen elkaar van feedback. Zo werd onlangs een les gestart met de vraag wat het zou betekenen als honden zouden kunnen praten en eindigde met de vraag of het beter was om de sector Techniek te verkiezen boven de sector Zorg en Welzijn. met deze vraagstukken worstelen leerlingen bijvoorbeeld aan het einde van het tweede leerjaar van het vmbo, wanneer ze hun sector moeten kiezen. In welhaast alle vakken kun je deze methode goed toepassen. Het hele programma behelst 64 lessen, In 2006 besloot ik om een studie aan Roehampton University te Londen te starten om CorT aan een wetenschappelijk onderzoek te onderwerpen (zie www.rthulp.nl > nieuws). na drie jaar verzamelen van anecdotal bewijs wilde ik valide en betrouwbaar onderzoek doen naar CorT. Dit alles in relatie tot het convenant Leerkracht waarin de docent uitgedaagd wordt een meer onderzoekende houding aan te
nemen. De centrale onderzoeksvraag in het onderzoek is de transfer: wordt CorT nadat het is aangeleerd, daadwerkelijk toegepast? Is het aanleren van deze vaardigheid zinvol leren? een significante subvraag is of CorT het gedrag van de leerling beïnvloed. De uitkomsten en conclusies na analyse van de verzamelde data waren duidelijk. Leerlingen gebruiken de aangeleerde denkvaardigheden niet alleen tijdens de les waarin ermee gewerkt wordt, maar ook in andere situaties. verschillende momenten zoals in pauzes, na school en in de thuissituatie werden tijdens de interviews met docenten, ouders en leerlingen genoemd als gebruiksmomenten. Dat betekent dat het aangeleerde niet blijft op het niveau van een kunstje, maar daadwerkelijk een competentie wordt. Het aangeleerde wordt getransfereerd naar daadwerkelijk zinvol gebruik. Daarnaast heeft de denkmethode een positief effect op het gedrag van de leerling. De methodiek van CorT is zoals gezegd vakoverstijgend. makkelijk toe te passen binnen de vakken, maar zeker ook daarbuiten. Dat was voor de jury van de Johan van der Sanden Stichting niet ontgaan en daarom aanleiding om dit onderzoek te waarderen met de prestigieuze johan van der Sanden Prijs. Zij meende dat dit onderzoek wat betreft uitgevoerde onderzoeken in 2008-2009 de meest waardevolle bijdrage voor het beroepsonderwijs was voor 2009. als je leerlingen, studenten sterker wil maken, ze beter wil toerusten op de dagelijkse praktijk, leer ze dan denken. Is denken immers niet het gereedschap dat we de hele dag door gebruiken om lastige situaties op te lossen? Dat vraagt wat mij betreft een grote dosis creativiteit, die niet exclusief is voor een vak als CKv. nee, juist omdat je de leerling een groter oplossend vermogen aanleert, zal ook creativiteit toenemen. Creativiteit op een breder terrein dan alleen maar CKv. De essentie van creativiteit is het nieuwe ervan en daar ligt met CorT ook wel een uitdaging. Het oplossen van vraagstukken, dilemma’s zal ze beter afgaan. Het impulsieve waarde-oordeel zal plaatsmaken voor verfijnde, weldoordachte
Graduation (bul) - Rechts: Peter van Kessel
en gedragen beslissingen, zo leert het onderzoek. een groter zelfvertrouwen zal de prestaties doen toenemen. verder staan op www.leraar24.nl twee filmpjes. een daarvan gaat over het doen van mijn onderzoek, de ander over het CorT programma. Leerlingen in het algemeen en kunstenaars in het bijzonder zoeken naar en werken vanuit inspiratie. De filmpjes en dit artikel zijn slechts een bron van inspiratie en een mogelijke aanzet voor u als lezer om eens proefondervindelijk aan de slag te gaan met leren denken. op de website waar het onderzoek te vinden is, staat ook voldoende informatie om eens aan de slag te gaan. De woorden van de griekse wijsgeer aristoteles spreken immers voor zich: Wat men moet leren doen, leert men door het te doen. Peter van Kessel is inmiddels afgestudeerd (MA in Special & Inclusive Education) en momenteel parttime werkzaam binnen Masteropleidingen Fontys/OSO.
bronnen -
moseley et al (2005) Frameworks for Thinking, Cambridge, Cambridge university Press Perkins (1997) Teaching intelligence, american Psychologist bono, De e. (1997) Six Hats Thinking, amsterdam, Contact bono, De e. (1986) CorT Thinking Program, London, mICa management resources
17
november 2009-11
november 2009-11
BDD
BEROEPSVERENIGING voor docenten theater en drama
Internationale Theaterdag
25 jarig bestaan BDD &
Drama in het vmbo een eigen plek in het onderwijs
BEROEPSVERENIGING DOCENTEN THEATER EN DRAMA
Blik op de Toekomst
vo
het vak drama heeft in het vmbo vastere grond onder de voeten. De examens, de
PROGRAMMA VRIJDAG 27 NOVEMBER 14.30 – 20.30 uur
LEZING Barend van Heusden
LEERHOTEL HET KLOOSTER Daam Fockemalaan 10 3800 AM Amersfoort
Alexandra van der Hilst Gudrun Beckmann, Kit Wachelder en Bas Jacobs
INTERACTS DOOR
U kunt zich vanaf vandaag opgeven en tot één week voor
Studenten van Koning Willem I College onder regie van vierde jaars student ArtEZ Zwolle
27 november 2009 afmelden via Email
[email protected]. Hierna worden annuleringskosten in rekening gebracht.
DINER EN EERBETOON
Rechtsbijstand voor vakbondsleden De vLbv-helpdesk en de vLS-helpdesk zijn iedere week twee avonden telefonisch bereikbaar. voor algemene vragen kunt u op genoemde tijden bij beide helpdesks terecht: hoe zit het met mijn fpu?, Is mijn taakinvulling wel juist? Ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? enzovoorts. voor specifieke vragen die u als leraar beeldende vakken of als leraar muziek aangaan, kunt u het beste contact zoeken op de tijden dat de vLbvrespectievelijk de vLS-helpdesk bereikbaar is. handiger is om een e-mail te sturen. zo kunt u uw probleem helder uitleggen en kan de helpdesk een duidelijk antwoord formuleren dat u naar wens telefonisch of via e-mail terugontvangt.
18
verbinding van kunst en sociale vaardigheden, de plaats binnen onderwijsvernieuwingen geven het vak een eigen smoel. Dramadocenten bas Jacobs en Jules Noyons vertellen over de plaats die drama inneemt op hun school. ervaringen met een relatief nieuw vak in veranderend onderwijs.
INTERACTIEVE LEZING FORUMDISCUSSIE MET
Deelname aan deze bijeenkomst is gratis, maar niet vrijblijvend.
Jan van Gemert
vLbv-rechtspositie arnold mullink De beuk 9 6941 Za DIDam
De vLbv-helpdesk is op maandag- en dinsdagavond van 19.30 tot 20.30 uur bereikbaar.
t (0316) 294346
De vLS-helpdesk is op woensdag- en donderdagavond van 19.30 tot 20.30 uur bereikbaar.
e
[email protected] vLS-rechtspositie amir Pool Kluppelshuizenweg 32 7608 rL aLmeLo t (023) 5478832 e
[email protected]
als de helpdesk onbemand is, kunt u het antwoordapparaat inspreken. Dan wordt u zo spoedig mogelijk teruggebeld.
eigen plek binnen school bas jacobs is dramadocent op Het Baken in almere. Leerlingen van de basis beroepsgerichte leerweg (bbL) en kader beroepsgerichte leerweg (KbL) kunnen drama als vak kiezen. en in de gemengde leerweg (gL) en de theoretische leerweg (TL) is drama een examenvak. jules noyons werkt op de Schoter Scholengemeenschap in Haarlem en geeft drama in de theoretische leerweg, ondermeer aan de examenklas. Waarom kreeg drama een eigen plek binnen de school? jacobs: ‘Het vak sluit aan op de onderwijsvernieuwingen. Het klassieke lesgeven werkte slecht. Zoals bekend onthouden mensen 10% van wat uitgelegd wordt, terwijl je 90% onthoudt van wat je zelf zegt. vraag is dus hoe je ervoor zorgt dat de leerling het zelf zegt. bij ons op school gaat dat door vier competenties aan bod te laten komen: onderzoek doen, lezen, samenwerken en presenteren. Drama doet het hierin erg goed. onze leerlingen gaan bijvoorbeeld een voorstelling maken voor kinderen van basisscholen. Hiervoor interviewen onze leerlingen eerst die kinderen over wat ze goed aan tv en film vinden. Het opvallende voor sommige collega’s was dat de leerlingen zich buiten school goed gedragen, zij werken gemotiveerd en nemen verantwoordelijkheid. Ik geloof in deze maatschappijgerichte opdrachten, waarin je naar buiten gaat. Dit werd onderstreept door de positieve reacties van de basisschoolkinderen na afloop. naast de kunstkant van het vak is ook het leren van sociale vaardigheden heel belangrijk. Hoe ga je kritisch om met bepaalde situaties? Dat is de link met verkooptechnieken. bij economie vroegen collega’s om oefeningen in het omgaan met lastige klanten. Hoe zorg je ervoor dat je het gesprek kunt bijsturen? of bij de kappersopleiding gaat het om een klant die begint over discriminatie. Hoe ga je er als kapster mee om? met name in de bbL en KbL kun je deze vaardigheden oefenen in de dramalessen. Hierbij leren leerlingen ook personages spelen. Ik vraag bijvoorbeeld om te spelen zoals je moeder doet bij de kapper. Dan lukt het ook om aan status in spel te werken.’ noyons: ‘voor de vmbo-er is het een voordeel dat er bij drama op andere vormen van intelligentie een beroep wordt gedaan, zoals fantaseren, ontwerpen en met emoties omgaan. ook samenwerken is een belangrijke vaardigheid binnen drama. een andere reden voor de betere positie van drama is dat het vak zich erg goed leent voor vak-
overstijgende projecten. Zo speelden vmbo-leerlingen monologen uit het wereldrepertoire en teksten van becket, Ionesco en Pinter. Collega’s waren verbaasd toen ze zagen hoe goed de leerlingen kunnen presenteren.’ Centraal examen op de computer Het centrale examen drama geeft het vak drama een meerwaarde. Het is een beeldschermexamen met vragen en bronnen op het beeldscherm en met een papieren uitwerkbijlage voor de antwoorden. Het is een primeur in europa volgens jacobs die zelf ook meewerkt aan de ontwikkeling van deze examens. ‘Door de theorie krijgt de praktijk diepgang en omgekeerd. Zo worden er theaterbegrippen geleerd uit een speciale lijst die voor de examens landelijk gebruikt wordt. bijvoorbeeld het begrip ‘subtekst’. Dat wil zeggen dat je jezelf bijvoorbeeld afvraagt hoe je iets zegt, terwijl je anders doet, het is eigenlijk liegen. je zegt ‘o, wat een mooie baby!’, terwijl je die eigenlijk niet mooi vindt. Dat laatste is de subtekst en die speel je. Hiervoor heb je spelinzicht nodig, maar ook spelervaring. Dus de theorie gaat beter door deze praktisch te maken. mijn ervaring is daarbij dat het wel vooral praktisch moet blijven. In plaats van te zeggen: ‘Dit is een analyseschema’, kun je ook vragen ‘Wat kun je zeggen over de vormgeving?’, of ‘Waar gaat het over?’. Ik stuur het naar de begrippen toe. als ik denk dat mise-en-scène aan de orde is, dan noem ik het woord enkele keren tijdens de les.’ Tijdens het centrale examen moeten leerlingen deze geleerde begrippen ook toepassen. Leerlingen zien bijvoorbeeld op een filmpje monniken die achter elkaar aanlopen. vraag is waaraan je het verschil in status ziet. Het is voor leerlingen niet moeilijk om enkele voorbeelden te noemen zoals al dan niet gebogen lopen of de kin omhoog of omlaag houden. maar om vijf verschillende voorbeelden te noemen - zoals in de examenvraag - is een stuk moeilijker. ook is het nodig om te leren benoemen in objectieve taal. bijvoorbeeld het antwoord geven op de vraag: Waaraan je kunt zien dat de acteur een vrouw speelt? als leerlingen zeggen: ‘Zoals die zit,’ dan is dat niet goed. Het gaat er juist om concreet te zijn: met de benen over elkaar zitten, of de jurk, enzovoorts. Ze moeten dan het rijtje vormgevingsmiddelen afgaan. Hierdoor leren zij precies kijken, luisteren. ook het geluidsdecor moeten zij
19
november 2009-11
november 2009-11
het echte werk! vo
arjaan verheule op een ochtend eind april is de aula van de Daltonschool in voorburg het toneel van drukte, zenuwen en gezonde spanning. voor leerlingen van onder andere 2- en
3-vmbo zal een concert worden opgevoerd. als losgeslagen honden rennen kinderen door elkaar heen. zenuwen gieren door de aula. een enkeling kan het niet meer inhouden en springt op een vriend of vriendin. Dan rollen die grote gasten over de grond alsof ze in groep acht zitten. het is de ochtend van het grote 3-vmbo-concert!
dan onder hoge tijddruk eindeloos achter niet ingeleverde verslagen aan. Tegelijkertijd is reflecteren op de eigen ontwikkeling en samenwerking een uiterst moeilijk aan te leren vaardigheid, zeker bij vmbo-leerlingen. Ik heb het alleen zien werken op een montessorischool. maar daar ging het om leerlingen van bovenbouw vWo.’
erbij betrekken. Zo draagt het examen ertoe bij dat leerlingen bewuster waarnemen en vormgevingsmiddelen gebruiken. De examens en de examensyllabus van drama geven het vak daardoor ook een fundament. Schoolexamen Het schoolexamen krijgt een schooleigen invulling. noyons: ‘Het schoolexamen heb ik zelf ontwikkeld. bij de praktijktoetsen hanteer ik een aantal vast terugkomende criteria. Zo zit er altijd spel en transformatie in. verder toets ik in hoeverre ze het genre begrepen hebben. Leerlingen moeten bij het blok commedia dell’arte bijvoorbeeld een type kunnen spelen, maskers in het spel integreren en kenmerken kunnen aanwijzen zoals het met maskers spelen of het doorbreken van de vierde wand door het publiek rechtstreeks aan te spreken. Daarnaast zijn er nog theorietoetsen in de examenklas. Ik heb de verslagen afgeschaft. na de praktijktoetsen moet je
20
meerwaarde beide docenten zien ook dat het vak erkenning heeft gekregen. op beide scholen heeft drama een belangrijke plaats ingenomen binnen het onderwijs. Het is er ook examenvak in Havo en vWo. Dat uit zich ook in de faciliteiten. op de Schoter Scholengemeenschap zijn er drie lokalen met lichttechniek en camera’s. een professionele lichtinstallatie staat nog op de wensenlijst. noyons benadrukt nog de waarde van culturele vorming: ‘Het dreigt onder te sneeuwen. Drama is een manier om cultuuronderwijs meer gezicht te geven in de school. er wordt geleerd te presenteren en ook sociale vaardigheden krijgen aandacht, het zelfvertrouwen bij de leerlingen groeit. ook is het nu belangrijk dat kinderen kunnen doorstromen in de culturele richting, bijvoorbeeld naar het mbo en daarna naar het Hbo.’ Zie ook www.docentendrama.nl.
al jaren heeft het vmbo een speciaal plekje in mijn hart. Ik ben mentor van 2-vmbo-TL, de enige vmbo-afdeling op het Dalton in voorburg en het blokuur muziek van 3-vmbo ligt ook al geruime tijd in mijn handen. Dit blokuur wordt gegeven in de derde vleugel van onze school, in het muzieklokaal dat in een eerdere uitgave van Kunstzone door Frits evelein als bijna ideaal werd bestempeld: de plattegrond die erbij afgebeeld werd, was die van mijn lokaal. In deze vleugel zijn ook de teken- en handvaardigheidlessen ondergebracht. reden genoeg om eens de koppen bij elkaar te steken om te praten over samenwerking tussen de vakken. Samen met collega’s Harry van noord (handvaardigheid) en Simon Konings (tekenen) bedachten we een concept waarin de vrije keuze een grote rol speelt. Halverwege het jaar resulteert dit in een project waarin de disciplines allemaal volledig tot hun recht komen. alleen de groep tekenaars is rustig. Hun werk is klaar. De posters hangen in de zaal, de foto’s zijn afgedrukt en ze zijn klaar met de logo’s. en hoewel de volledige groep samen verantwoordelijk is voor het eindproduct, zit de stress toch voornamelijk bij de muzikanten en decorbouwers. als alle voorbereidingen getroffen zijn, roepen de drie docenten de groep bij elkaar om ze tot kalmte te manen. Ze drukken de leerlingen vooral op het hart dat de opdracht pas voldoende kan worden afgesloten als iedereen niet alleen meewerkt aan de opvoering, maar ook zijn steentje bijdraagt in het opruimen van de puinhoop die dit met zich mee brengt. Dan gaat de bel. De kinderen vullen in 2-vmbo hun vakkenkeuzeformulier in en kiezen hierbij hun kunstvak. Ze mogen kiezen uit muziek, handvaardigheid en tekenen en zullen dit vak afsluiten in de derde, omdat het geen examenvakken zijn. Het vak van hun eerste keuze zullen ze gedurende de eerste periode van 3-vmbo volgen. na deze periode geeft iedere docent een uitleg over wat hij de volgende periode wil gaan doen en vervolgens kunnen de kinderen weer een keuze maken welk vak ze die periode gaan volgen. Tot zover blijven de vakken ver van elkaar. echter, de derde periode is er een van totale samenwerking. De 3 groepen 3-vmbo behelzen ongeveer 66 leerlingen die in 6 á 7 groepen worden verdeeld. Deze groe-
pen gaan elk één optreden binnen het grote 3-vmbo-concert verzorgen. Muzikanten spelen zenuwachtig op een gitaar of trommelen op een stoel. Uit het muzieklokaal worden gitaren, versterkers, drumonderdelen, djembé’s en keyboards gesleept en op het podium worden microfoons geplaatst en getest. Uit het handvaardigheidlokaal lopen leerlingen af en aan met decorstukken en plaatsen die in de coulissen. Nog even en de zaal loopt vol en zal het resultaat van acht weken werk voor het voetlicht worden gebracht. In de eerste periode leren de muziekleerlingen hoe op de piano een akkoord is opgebouwd. bij een majeur akkoord ga je van de grondtoon eerst vier en dan drie toetsen omhoog, bij mineur is dat precies andersom. makkelijk, hè? en als je dan binnen een octaaf de diverse toetsen moet zoeken waaruit alle akkoorden bestaan, speel je bijna vanzelf omkeringen. In de eerste twee schooljaren hebben ze al een beetje leren drummen en akkoorden spelen op een gitaar. ook de basgitaar is al aan bod gekomen. Dus als je een akkoordenschema met songtekst geeft met voorgaande uitleg, kunnen ze snel zichzelf of iemand anders begeleiden. binnen deze module is het logisch dat een couplet en een refreintje van een liedje in bandvorm wordt gespeeld om het geheel af te ronden. In de tweede periode wordt het accent meer gelegd op wat de leerlingen zelf willen. Ze weten immers hoe ze akkoorden moeten uitzoeken, hoe ze een liedje met een bandje moeten spelen. nu nog uitleggen waar je op internet de tekst met ‘chords’ kunt vinden en het bandje kan autonoom opereren. De bandjes kunnen elk in een eigen ruimte - uitgerust met keyboard, djembé’s, cajons, drumstellen, basinstallaties en gitaren - oefenen. Het gaat echter om meer dan een popsong instuderen, er een behoorlijk intro en eind aan te breien en een leuk vormschema te maken. min of meer verwacht ik ook dat het geheel een eigen muzikale stijl krijgt. Ik neem meer een rol aan van bandcoach dan die van leraar, al moet er nog wel regelmatig docent-achtig worden opgetreden. ‘ga eens wat doen, ga naar je plek, hang niet zo rond!’ Toch is er progressie en is iedereen op zijn of haar eigen wijze bezig een goed eindproduct te maken. Deze periode wordt afgesloten
21
november 2009-11
november 2009-11 Fabiënne en Julia praten alles aan elkaar Foto: Simon Konings (video-still)
De schaapjes spelen Bubly Foto: Simon Konings (video-still)
Poster van reggaeband The Stonies Foto: Simon Konings (video-still)
Eigenwijze versie van Rhianna’s Shut up and drive Foto: Simon Konings (video-still)
Timothy: Can you handle the key? Foto: Simon Konings (video-still)
The Stonies doen hun naam eer aan! Foto: Simon Konings (video-still)
met een presentatie voor de muziekgroep. een betrekkelijk kleine groep die in de grootste ruimte van het muzieklokaal het drumstel en andere instrumenten neerzetten en een eerste mini-optreden geven. Dit om alvast te wennen aan het spelen voor publiek. De zaal stroomt vol. Medeleerlingen, onder andere van 2-VMBO die kritisch gaan bekijken hoe het dit jaar gaat, zodat ze het volgend jaar beter kunnen doen, nemen plaats. De sfeer is gezellig. Achter het toneeldoek is het een drukte van belang. Kinderen gillen, gitaren worden gestemd, een keiharde knal op het drumstel. Boze leraren en leerlingen: Sssst! De zaal loopt vol! gedurende de derde periode wordt er door de hele 3-vmbogroep gewerkt aan een eindconcert. De bedoeling is dat er groepen van ongeveer tien leerlingen worden samengesteld waarin alle disciplines vertegenwoordigd zijn. binnen deze groep bevinden zich natuurlijk muzikanten die een nummer ofwel popsong zullen spelen. Ze hebben de opdracht zelf een liedje uit te zoeken, zelf te arrangeren en in te studeren. De samenstelling van de bandjes gebeurt zonder al te veel tussenkomst van docenten. Daarnaast is er een groep die zich bij handvaardigheid bezig gaat houden met het decor. Ze moeten daarvoor eerst de song die ‘hun’ bandje gaat spelen
22
analyseren op het gebied van tekst en muziekstijl. een nauwe samenwerking is dus gewenst. Ze moeten overleggen hoe de band zich zal presenteren. niet alleen eventuele decorstukken moeten worden gemaakt, ze moeten ook denken aan licht, eventueel kostuums en in een enkel geval een presentatie op de beamer. De leerlingen binnen de groep die zich met tekenen bezig gaan houden buigen zich over een logo, bandfoto’s, posters en misschien een CD-hoesje. Twee leerlingen nemen de presentatie voor hun rekening. Naarmate het concert vordert wordt het applaus voor de bands enthousiaster en er komt een goede sfeer in de zaal. Een leerling die in de eerste klas nog geen instrument aangeraakt had, kruipt achter het drumstel, een andere met ongeveer dezelfde achtergrond pakt een gitaar. Een enkeling is al langer enthousiast muzikant en is dus wat zekerder, maar de meeste kinderen doen iets waar ze tot voor kort nog niet van droomden, tenzij het een nachtmerrie betrof. Nu zijn ze vrolijk nerveus en vinden het eigenlijk geweldig. De zangeres die net nog met lange uithalen stond te huilen dat ze niet durfde, staat nu schuchter het eerste couplet te zingen en komt steeds meer in haar rol. De decorstukken staan op hun plek en completeren het geheel en de decorbouwers van de volgende groep staan te popelen om hun werk op te stellen als deze groep klaar is.
als er gedurende de derde periode wordt voorbereid, zien we veel leerlingen hard aan het werk in de lokalen, maar we zien ze ook schijnbaar doelloos door de derde vleugel dwalen. Soms is dit ook doelloos, maar de drie docenten hebben de verantwoordelijkheid voor een groot deel bij de leerlingen gelegd. Daarom wordt er ook niet onmiddellijk op barse toon gevraagd wat of ze nu eigenlijk aan het doen zijn. bands worden regelmatig tijdens de les opgezocht om een foto te maken, in het lokaal of in de oldtimer van Simon, bij de vijver of in een boom. af en toe hebben medeleerlingen bizarre plannen en komt er protest in de groep. als docent moeten we nauwlettend het proces in de gaten houden en met grote regelmaat wordt de hele groep bij elkaar gebracht om met een van de leraren de progressie door te nemen. op dit soort momenten worden vaak brandjes geblust en worden de neuzen weer dezelfde kant op gezet. Alles bij elkaar zullen vijf á zes acts het podium betreden. Er is natuurlijk veel verschil in kwaliteit, maar de acts zijn stuk voor stuk vol overgave ingestudeerd en uitgevoerd. Driekwart van het concert is bij vlagen geweldig, een kwart is net aan of vlak onder de maat. Echter, naarmate het concert vordert, wordt het applaus en gefluit luider. Het past precies in een lesuur. Dus als de bel gaat, stapt het publiek zonder ovationeel applaus de tassen en verdwijnt naar de volgende
les. Toch vallen de kinderen zich huilend, juichend en mopperend in de armen. Huilend omdat de spanning er van af is. Juichend omdat het goed is afgerond en mopperend omdat ze zo kritisch zijn op zichzelf. binnen de totale groep moeten goede afspraken worden gemaakt. We moeten er voor zorgen dat na het concert de aula netjes wordt achtergelaten, de instrumenten weer terug komen in het muzieklokaal en de decorstukken worden opgeborgen of gesloopt. Pas als alles in orde is, kunnen de leerlingen gaan. De week na het concert zal de video-opname worden bekeken en krijgen de leerlingen hun beoordeling te horen. Harrie, Simon en ik kunnen op deze manier nog alles goed doornemen en een wel overwogen beoordeling maken. Zo wordt ook de les na het concert een gezamenlijk feest. Het wordt lachen om rare uitdossingen, bewonderend fluiten als iemand heel goed zingt of speelt, boe roepen om impopulaire beslissingen als het gaat om de cijfers, en arm in arm zullen de kinderen weer het lokaal verlaten. Wij docenten zijn weer tien jaar ouder, maar elke keer weer slaan wij elkaar trots op de schouders. Dit waren weer wat krenten in de vmbo-pap!
Arjaan Verheule is muziekdocent aan het Dalton Voorburg.
23
november 2009-11
november 2009-11
bandcoaching in de klas Niet zo moeilijk als men denkt!
po/vo
Rick Jillissen het omgaan met leerlingen in het vmbo is uitdagend, muziek biedt uiteenlopende mogelijkheden om met leerlingen te werken. Bandcoaching is daar één van. Door een
geleidelijke opzet kunnen de vmbo-leerlingen zich al snel competent voelen in het instuderen, spelen en zelf ontwerpen van eenvoudige popstukken en songs. Niveaudifferentiatie is daarbij één van de essenties om hun motivatie te behouden. uit de praktijk blijkt dat veel vmbo-muziekdocenten moeten werken met een instrumentarium dat niet toereikend is. een oplossing zou kunnen zijn om de directie een goed doordacht en dichtgetimmerd plan met een begroting en een duidelijke visie te overhandigen. Zo kom je over het algemeen een heel eind. Toch hoeft het allemaal niet zoveel te kosten als je in eerste instantie zou verwachten. Door goede afspraken met muziekhandels en/of sponsoren zijn heel goede deals te sluiten! Het is een investering waarvan jarenlang met plezier gebruik gemaakt kan worden, mits er goed mee wordt omgegaan. Het bespelen van popinstrumenten is voor leerlingen superuitdagend. Het sluit aan bij hun muzikale belevingswereld. bandcoaching in de klas vraagt van een muziekdocent een goede aanpak, begeleiding en organisatie.
-
voorwaarden op zich is het bandcoaching geven in de klas niet zo moeilijk als het lijkt. er zijn wel aantal specifieke voorwaarden die van essentieel belang zijn om de les te laten slagen.
eiland Zorg ervoor dat er bij het elektronische drumstel een klein mengpaneel staat dat gekoppeld is aan een 19 inchkoptelefooningang met acht koptelefooningangen. een 19 inch-gitaarvoorversterker kan ook aangesloten zijn op het mengpaneel, dat maakt een gitaarversterker overbodig. De basgitaar, het keyboard en de zangmicrofoons worden rechtstreeks op het mengpaneel aangesloten. als de spelers een koptelefoon op hebben, kunnen ze elkaar horen, terwijl de rest van de klas niets hoort. Zo creëert men een soort eiland (hoek). je kunt een lijntje vanaf het mengpaneel bij het drumstel naar de zanginstallatie doortrekken om te zorgen dat de leerlingen binnen de toegestane geluidsgrenzen spelen. je hebt dus zelf de controle over het volume. De andere leerlingen kunnen de keyboard-, gitaar- en baspartij inoefenen om vervolgens met het eindresultaat mee te spelen. Zo kun je dus vier eilanden (hoeken) maken: - hoek 1: bandje - hoek 2: basgitaar en gitaren - hoek 3: keyboards - hoek 4: drums Door te rouleren kan iedereen regelmatig op een ander instrument spelen.
Lokaal Het lokaal hoeft niet heel groot te zijn. Het lastigste is om te zorgen dat de leerlingen qua volume elkaar niet in de weg zitten. Daarom is het verstandig om te werken met zogenaamde eilanden. maak een hoek (eiland) in het lokaal vrij, waar een bandje kan staan. een elektronisch drumstel is perfect, omdat er met een koptelefoon op kan worden gedrumd zonder dat er iemand last van heeft. Het voordeel van een elektronisch drumstel is dat het licht is, gemakkelijk opgevouwen en opgeborgen kan worden en het de sound van een akoestisch drumstel redelijk tot goed benadert. verder heb je een basgitaar, twee elektrische gitaren, een keyboard en een zanginstallatie nodig. om ruimte te besparen kunnen de gitaren eventueel aan de muur gehangen worden. Instrumentarium - elektronisch drumstel - elektrische basgitaar - twee elektrische gitaren - keyboard - twee of drie zangmicrofoons met statieven - kleine zanginstallatie - mengpaneel in de buurt van het drumstel
24
koptelefoons microfoonkabels (XLr) gitaarkabels
Organisatie Het is belangrijk om voldoende keyboards te hebben zodat er minimaal twee leerlingen per keyboard aan het werk kunnen. De partij kan dan eventueel worden verdeeld. mochten er nog extra gitaren over zijn, dan kunnen die ook in de strijd gegooid worden om iedereen bezig te houden. akoestische gitaren welteverstaan, want die maken het minste geluid. basgitaarspelen kunnen de leerlingen op de eerste vier snaren van de gitaar oefenen en het drummen kan gerepeteerd worden op de knieën.
Nummerkeuze Het is belangrijk dat het gekozen nummer aansluit bij de muzikale belevingswereld van de betreffende leerlingen. Dit vergroot de motivatie. De meeste wereldhits bestaan uit niet meer dan vier akkoorden. nummers met meer dan vier
Foto’s: Rick Jillissen
akkoorden gaan problemen opleveren. Werken met tabs vergroot de snelheid van instuderen waardoor de leerlingen zich dan snel competent voelen en dat werkt weer motiverend. Tips naast het goed leren musiceren leren de leerlingen zich ook goed te presenteren. een oede presentatie is heel belangrijk voor toekomstige spreekbeurten en latere sollicitatiegesprekken. vaak is dit een discussiepunt, omdat de leerlingen het moeilijk vinden om zichzelf kwetsbaar op te stellen. Het filmen van het optreden en vervolgens terugkijken kan
heel goed helpen. Film niet alleen de zang, maar ook de instrumentalisten. Door elkaar van opbouwende (niet kwetsende) kritiek te voorzien werkt iedereen uiteindelijk aan een veilig klimaat waarin het zelfvertrouwen kan groeien en zo ook de prestaties. Rick Jillissen werkt op het Maris College (VMBO) te Den Haag en het Albeda College (MBO) te Rhoon. Zijn bandcoachingbedrijf ready to Play geeft lessen bandcoaching aan twintig schoolbands (van basisschool tot voortgezet onderwijs). Zie voor meer informatie www.readytoplay.nl.
25
november 2009-11
november 2009-11
muziek als onderdeel van K&C
muziekles is verder wel oké Improvisatie in onderbouw van vmbo-bb en -LWoo vo
mariska van der v aart In de eerste les van dit schooljaar vroeg ik mijn leerlingen: ‘Wat heb je met muziek?’ De algemene reactie was: ik luister er graag naar, maar heb er verder niets mee. De
leerlingen vinden de muziekles verder wel oké, maar het hoeft van hen nou ook weer niet zo nodig. Ik ben er van overtuigd dat het juist voor deze groep erg belangrijk is dat zij zich kunnen uiten in muziek, door te zingen, te musiceren èn te improviseren.
vo
Guido bonke MBC Frater van Gemert in Tilburg heeft gekozen voor het aanbieden van het vak muziek binnen het leergebied kunst en cultuur. De school wil hiermee de motivatie
en interesse te vergroten en daarmee inspelen op de behoeftes van de leerlingen. mbC Frater van gemert is een school die is voortgekomen uit het vroegere vSo-Lom. Tegenwoordig is het een vmbo-LWoo school met circa 350 leerlingen. naast zijn ‘eigen’ scholieren (maximaal vijftien leerlingen per klas) biedt deze school sinds vier jaar ook onderwijs aan leerlingen met aSS op Havo- en vWo-niveau. Deze aSS-groepen bestaan uit maximaal negen leerlingen. belangrijkste doelstelling van de school is het werken aan verschillende hulpvragen van leerlingen op zowel sociaal-emotioneel als op didactisch gebied. met als doel een overstap naar passend onderwijs. eén leergebied Het vak Kunst en Cultuur leent zich daar bij uitstek voor. Dit leergebied bestaat uit de volgende disciplines: tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, drama en muziek. Deze vakken zijn vijf jaar geleden samengevoegd tot één leergebied. met als gevolg dat er een andere manier van werken noodzakelijk werd. binnen het leergebied wordt gewerkt aan competenties van leerlingen. Ze mogen zelf keuzes maken in hun opdrachten welke rond een project zijn gemaakt. Daar zitten basisvaardigheden in van elke discipline, maar ook verdiepingsopdrachten naar keuze. op deze manier kunnen leerlingen hun kwaliteiten uitbreiden. De keuzemogelijkheid zorgt voor een grotere betrokkenheid en motivatie. De projecten worden afgesloten met een presentatie. Dit gebeurt meestal in de vorm van een presentatie aan de groep. eenmaal per jaar wordt er groots uitgepakt. Dan is er het Frater-festival. een hele week worden het gebouw en de lessen doordrenkt met culturele festiviteiten, waarin de leerlingen de hoofdrol spelen. er wordt samengewerkt met onder andere rockacademie, Fontys Conservatorium, Podium 013 in Tilburg
26
en andere culturele instellingen en organisaties uit de omgeving van Tilburg. Supermoderne lesruimte mede dankzij het winnen van de Durven Delen Doen-prijs van de onderwijsraad is de lesruimte uitermate professioneel uitgerust. De leerlingen hebben tot hun beschikking een theater (podium met complete backline, licht en Pa, zie afbeelding), studio’s met multimedia pc’s en het atelier voor de beeldende onderdelen. er wordt constant gekeken wat de laatste ontwikkelingen zijn op het gebied van cultuur en media. Hierdoor wordt geprobeerd om een actueel en uitdagend onderwijsaanbod te bieden. blokfluiten zijn er niet te vinden, wel keyboards, gitaren, drums en pc’s die bestemd zijn voor beeld- en geluidbewerking. In de verschillende projecten (zoals bijvoorbeeld het animatie-project) komen deze onderdelen aan bod. er is namelijk de mogelijkheid om wat de leerlingen hebben leren spelen, op te nemen en te bewerken. begeleidingsmodel Leerlingen bepalen zelf hun eigen werktempo. aan de hand van een zelf ontwikkeld begeleidingsmodel wordt de voortgang van de leerlingen in de gaten gehouden. elke leerling werkt dus in eigen tempo en naar zijn of haar mogelijkheden. gecoached door de docent wel te verstaan. Door deze aanpak is het mogelijk om op zowel het vmbo-basis als op vWoniveau te werken. Guido Bonke werkt als docent muziek op MBC Frater van Gemert te Tilburg. Hij is voorzitter van het leergebied Kunst en Cultuur.
Werken aan improviseren Improviseren is een spel. een creatief spel met klanken en tonen, waarbij de leerling zich muzikaal kan uiten. Hij maakt zijn eigen muziek en raakt intrinsiek gemotiveerd voor het vak muziek. bij een improvisatie-opdracht is het niet de bedoeling dat de leerling eenmalig de opdracht speelt, zonder te oefenen. Hij moet werken aan de improvisatie, waardoor er uiteindelijk niet alleen maar ‘onvoorzien’ geïmproviseerd wordt. Hierdoor raakt de leerling betrokken bij zijn product. Intrinsiek gemotiveerd raken voor het vak muziek klinkt heel mooi, maar hoe dan? Hoe kunnen deze leerlingen hun eigen muziek maken? bij vmbo-ers zijn de voorwaarden en condities van improviseren heel belangrijk. uitdagend, maar geen te grote uitdaging De opdrachten moeten helder, kort en bondig zijn. een korte, duidelijke opdracht met criteria is voldoende. Ik ga er altijd van uit dat de leerling met de opdracht aan de slag moet kunnen gaan, ook als ik er niet ben. De opdracht moet uitdagend zijn, maar de uitdaging moet niet te groot zijn. als dit precies uitgebalanceerd is, kunnen de leerlingen in een flow raken en heerlijk werken. Het is belangrijk dat de improvisatieopdrachten gestructureerd en structureel aangeboden worden. gestructureerd betekent dat de werkwijze voor de leerlingen duidelijk is: de opdracht krijgen, indien nodig instrumenten zoeken, oefenen en reflecteren, presenteren en eventueel opnieuw reflecteren. Structureel betekent dat ik de opdrachten regelmatig geef, bijvoorbeeld om de week. De opdrachten die ik geef, zijn meestal opdrachten voor groepjes van vier of vijf leerlingen. Soms geef ik een opdracht aan tweetallen of een individuele opdracht. De spanningsboog van de leerlingen is kort. Daarom is structuur zo belangrijk. Doordat de inhoud van de opdracht verandert, maar de structuur niet, kunnen de leerlingen langer geconcentreerd werken. Toch geven sommige opdrachten problemen. opdrachten met veel stilte of zachte, langzame muziek kunnen soms echt teveel gevraagd zijn. Het is goed om dan een vervangende opdracht te geven, maar de andere opdracht zo nu en dan weer uit te proberen. De leerlingen leren door improviseren niet alleen om zich te uiten in muziek, maar ook om naar zichzelf te luisteren. Te spelen wat ze innerlijk horen. Ik vind het daarom belangrijk om regelmatig improvisatie-opdrachten aan te bieden, zodat de leerlingen vaardigheden kunnen opbouwen. Soms missen zij de technieken, waardoor zij niet kunnen
spelen wat ze horen, en op zo’n moment kan de docent helpen. op andere momenten zal de leerling zelf een oplossing voor dit probleem bedenken door een andere speelwijze of toch een andere muzikale invulling te kiezen. Deze vorm van creatief, probleemoplossend denken is een vaardigheid die de leerling zijn hele leven kan gebruiken. Reflectie reflecteren is van groot belang tijdens de improvisatieopdrachten. reflecteren en oefenen gaan hand in hand en het gebeurt bijna automatisch. na de presentatie is reflecteren en hierover in gesprek gaan minder vanzelfsprekend. Doordat de leerlingen ingespannen aan de opdracht en presentatie gewerkt hebben, is de ontlading groot. Soms lukt het de leerlingen dan niet meer om te reflecteren. als ik dan toch wil reflecteren op de presentatie, doe ik dat meestal voorafgaand aan een volgende opdracht. altijd positief De docent heeft een coachende rol tijdens de improvisatieopdrachten. Het belangrijkste is dat de improvisaties echt uit de leerlingen zelf komen. als het niet lukt, dan probeer ik door het stellen van vragen de leerlingen oplossingen te laten bedenken, waardoor zij weer verder kunnen. als docent heb je de uitdrukkelijke taak je altijd positief uit te laten over improvisaties van de leerlingen. De verbeterpunten worden juist door die positieve punten te noemen, uiteindelijk verbeterd. Dit is niet gemakkelijk. als docent ben ik geneigd om te zeggen wat er beter moet! Toch werkt het goed om juist alleen het meest positieve punt te noemen, want dat nemen de leerlingen mee. De verbeterpunten worden hierdoor als vanzelf steeds beter. Door verdiende complimenten groeien de leerlingen! Het mooiste van improvisatie-opdrachten is dat de hele wereld je inspiratiebron kan zijn. Spelen op afvalmateriaal, improviseren naar aanleiding van een beeld, schilderij of film, een vraag-antwoordspel, de fietstocht naar school vertalen in muziek, een ritmische begeleiding bij een lied bedenken, en ga zo maar door. als ik naar school fiets, zie ik onderweg veel verschillende improvisatie-opdrachten voorbij komen. Ik hoop dat mijn leerlingen de wereld om zich heen ook zo gaan beschouwen: als een grote inspiratiebron voor hun eigen muziek. Mariska van der Vaart is muziekdocent RSG Noord Oost Veluwe en verbonden aan ArtEZ opleiding docent muziek.
27
november 2009-11
november 2009-11
belevingswereld
muziekles
In hitlers armen Job ter Steege Ik heb een collega die op exact dezelfde dag geboren is als michael Jackson, op 29 augustus 1958. Wanneer hij wat meer aandacht van z’n leerlingen wil, maakt hij deze wonderlijke coïncidentie soms aan een klas bekend. Kinderen vinden het práchtig. ook na de dood van de King of Pop! ze staren hun docent aan als is hij Jezus Christus op Paaszondag. Ik ben zelf van 27 februari 1948 en heb natuurlijk al eens gekeken of er op mijn geboortedatum een celebrity werd geboren. maar nee hoor, ik moet het met mezelf doen.
muziekles betekent zeker ook lesgeven met emotie. Dat is de kracht van het vak. een muziekdocent moet in z’n handen wrijven als een leerling bij een liedje in tranen is, omdat opa of oma ermee is begraven. Dat hoort bij het vak. Zo’n les waarbij een huilende leerling is afgevoerd, kan niet meer stuk. alleen een economiedocent zal bij de instortende aandelen hetzelfde mee kunnen maken. Ik zou zeggen, collega’s economie, geniet ervan als bij de uitleg van de beursberichten leerlingen huilend melden dat de woning van hun ouders dwangmatig in de verkoop staat. je moet je als docent emotioneel op de kaart zetten. Dat kan ook in het kleine zitten. Ik herinner me mijn leraar grieks die zeer slecht zag en zijn bril afgaf om in de klas door te geven. Dan kon iedereen er even doorheen kijken om te zien waardoor hun docent wèl wat kon zien. niemand betreurde het dat er geen grieks gegeven werd zolang de bril de klas rondging. Tenslotte hadden we toen op het gymnasium tien uur grieks in de week. Tijd genoeg. Dat was allemaal vóór de mammoetwet van 1963. maar ook daarna was het anders dan nu. Toen ik begin jaren zeventig blokuren van 100 minuten muziekles gaf aan de bovenbouwklassen, gelastte ik halverwege de les een rookpauze waardoor het muzieklokaal staalblauw van de nicotine kwam te staan. er was niemand die daartegen protesteerde, integendeel, de sfeer was buitengewoon relaxed. ach, dat waren de tijden dat niemand last had van rook, faalangst, aDHD, dyslexie of andere beperkingen. Iedereen deed gewoon lekker Havo met vWo als dessert. Toch is het zinnig om als het even niet meezit uw persoonlijke omstandigheden tot inzet van de les te maken. Zie bijvoorbeeld de boeken over adrian mole van Sue Townsend. men leest daar bijvoorbeeld over een docent die de klas betrekt bij zijn overweging om een nieuwe auto te kopen. De sfeer in de
klas fleurt direct op. De klas heeft dan ‘iets’ met de docent en is bereid voor hem in de benen te gaan. betrek uw leerlingen bij uw leven. Ik geloof in een persoonlijke verhouding met een klas. De risico’s neem ik. Leerlingen moeten het in de muziekles een beetje spannend vinden en eventuele taboes dienen om doorbroken te worden. Het is de taak van de muziekdocent om dat proces professioneel uit te voeren. muziek voert je tot het einde der dingen. Tot extase en dood. Zo kan ik in de les vertellen dat mijn moeder ooit in de armen van adolf Hitler lag. een klas waaraan ik dit vertel, reageert altijd geschokt. er zijn namelijk altijd sukkels die meteen denken dat ik een bastaard van de Führer ben. onzin natuurlijk. Het zat namelijk zo. begin jaren dertig zat mijn moeder op kostschool in Duitsland. op zekere dag moest zij zich met een aantal andere klasgenootjes haasten om op tijd te komen voor een toneelvoorstelling. Hollend naar het theater botste mijn moeder (meisje van 15 jaar) op een groep mannen die ook grote haast had. mijn moeder viel in de consternatie in één hunner armen. Ze maakte zich ervan los en rende door. ‘Das war der Hitler!’ zeiden haar vriendinnen opgewonden. mijn moeder was de Führer in de armen gevlogen!
masterclasses voor muziekdocenten vo
Frits evelein De vLS start binnenkort in samenwerking met diverse opleidingen Docent muziek een proef met
Masterclasses muziekonderwijs. een masterclass muziekonderwijs omvat een workshop van een hele dag, een periode daartussenin van ongeveer twee maanden verwerkingstijd en een terugkommiddag. Dus in totaal anderhalve dag contacttijd.
op 26 mei 1965 zag ik Louis armstrong live optreden in een veilinghal in blokker. Hij liep vlak langs me op weg naar het podium. Pas de laatste jaren weten we dat hij de allerbelangrijkste musicus uit de eerste helft van de vorige eeuw was. Hij was toen ongeveer net zo oud als ik nu ben. Ik was een fan van hem, maar wist toen niet dat ik een genie hoorde spelen. Het was toen ook mijn enige kans. bach en mozart waren allang dood, elvis kwam nooit naar europa om op te treden. In mijn leven was armstrong de enige mogelijkheid. Helaas heb ik The beatles gemist. een mens kan niet alles hebben.
een masterclass wordt verzorgd door een ervaren musicus die het muzikaal praktische gedeelte voor zijn of haar rekening neemt. Daarnaast is er een opleider/vakdidacticus die de vertaalslag naar de eigen lespraktijk ondersteunt. natuurlijk is het samenwerken met collega muziekdocenten een belangrijk onderdeel van de masterclass. Zo wissel je ervaring, concrete ideeën en materiaal uit en vergroot je je professionele netwerk. met de deelnemers wordt ook gekeken naar de concepttekst van het register (zie de pagina’s 30 en 31) en naar de vraag wat dit soort masterclasses biedt aan meerwaarde voor het beroep. De ervaringen en adviezen worden verzameld en verwerkt. De masterclasses worden in eerste instantie een aanbod voor muziekdocenten die werkzaam zijn in het voortgezet onderwijs. er wordt nu gewerkt aan een mooi programma voor de masterclasses. Hierbij wordt gestreefd om dit op twee verschillende locaties aan te bieden, in het westen en in het oosten van het land.
Het komt verder neer op goede timing in de les. of het nu bruggers zijn of bovenbouwleerlingen, het gaat om de juiste DvD, het juiste project, het juiste speelstuk, hoe je aanwezig bent in je lokaal. Het zijn de theatervaardigheden die je je al die jaren hebt eigen gemaakt. De leerlingen moeten in jouw les voelen dat ze hiérvoor hun bed zijn uitgestapt. Het gaat om het theater in je muzieklokaal. al vertel je alleen maar over je konijntje dat ’s nachts is overleden. breng dit goed voor het voetlicht en je danst door je lessen. Toch is dit maar een beginnetje. Het wordt in de muziekles pas een groot wonder als een kind iets speelt of al luisterend iets opmerkt waarvan hij of zij zegt: ‘Ik wist niet dat ik dat kon.’ Want daar gaat het om, dat leerlingen zich verbazen over en geïnspireeerd worden door hun eigen talenten. Het is daarbij natuurlijk wel vet cool te weten dat de moeder van je muziekleraar ooit in de armen van één der grootste moordenaars aller tijden lag.
Inhoud masterclass op de eerste dag van een masterclass wordt veel gemusiceerd onder leiding van een musicus. Het musiceren wordt afgewisseld met vakdidactische vertalingen en toepassingen. De eerste dag wordt afgesloten met een aantal concrete werkvormen die in de loop van de periode na deze eerste dag in de praktijk toegepast kunnen worden. Zo is het mogelijk om de geleerde vaardigheden en inzichten te toetsen aan de praktijk, deze je verder eigen te maken en hiermee de eigen lespraktijk een impuls te geven. ook vindt er gedurende deze periode intervisie plaats tussen de deelnemers in groepjes van drie muziekdocenten. Zo help je elkaar om de vertaalslag optimaal te
anderhalve maand voordat The beatles naar nederland kwamen, was martin Luther King in amsterdam. In de raI hield een wereldconferentie van de baptisten een kerkdienst. Ik was er toevallig bij en zag King op het podium. Tijdens een receptie na de kerkdienst schuifelde ik in de rij mee en gaf hem een hand. Pas toen hij vier jaar later werd vermoord, werd ik me ervan bewust wie ik op die zomerse zondag eind april 1964 eigenlijk de hand had geschud.
maken. ook blijkt intervisie voor ervaren docenten een heel goede en leuke manier te zijn van samen leren. op de tweede dag - dat is alleen een middag van 13 tot 17 uur - worden ervaringen uit de praktijk uitgewisseld, voorbeelden getoond, waar mogelijk verdiept en wordt verder gewerkt aan een duurzame transfer van het geleerde. Wat levert een masterclass op? een masterclass levert je in de eerste plaats veel muzikale voldoening, vaardigheden en inspiratie op. Dat is de motor achter het muziekdocentschap. je leert veel nieuwe veelal praktische muzikale en didactische vaardigheden. je krijgt een schat aan praktische muziekdidactische ideeën die vaak direct toe te passen zijn in je eigen lespraktijk. We hechten grote waarde aan het werken vanuit en het opzetten van een collegiale netwerken van muziekdocenten. met de andere cursisten bouw je zo een netwerk, waarbij je door middel van intervisie zoekt naar een optimale toepassing van het geleerde. Centraal in de masterclass staat natuurlijk plezier, flow en diepgang. musiceren en muziekonderwijs zijn grensoverschrijdend en geven energie. Zoals gezegd, wordt in de eerste serie masterclasses ook wat tijd ingeruimd om met de deelnemers te kijken naar het conceptregister en de mogelijk praktische betekenis daarvan. De feedback van de deelnemers wordt door het vLS-bestuur gebruikt om uiteindelijk een voorstel te maken voor de leden waarover in een algemene ledenvergadering gestemd wordt. binnenkort wordt het programma samengesteld en gaat een mailing over de masterclasses naar alle vLS-leden.
altijd drummen! altijd drummen! ubel Zuiderveld 136 pagina’s ISbn/ean 978-90-75979-152 Kunstmag Zutphen 2009 Prijs € 12,50 ‘Drummen is een serieuze zaak’, stelt journalist ubel Zuiderveld meteen aan het begin van zijn boek vast. gelukkig weerhoudt het hem er niet van om over deze serieuze aangelegenheid bevlogen en enthousiast te schrijven. gewapend met zowel kennis van zaken als gevoel voor humor vertelt hij de geschiedenis van één van de oudste muziekinstrumenten ter wereld, de trommel. In elf hoofdstukken maken de lezers kennis met alle belangrijkste uitvindingen en vernieuwingen in de drumwereld, en leggen ze met gemak de weg af van de militaire slagwerkgroepen tot de twintigste-eeuwse superbands. Diverse muziekstijlen, legendarische ‘drumgoeroes’ en ‘roergangers’, opkomst en ondergang van drumfabrikanten en drummerken en zelfs ‘drumlijstjes’ met de beste drumsongs, drummers top 10 en de ‘beste drummer ooit’ - alles passeert de revue in dit compacte en rijk geïllustreerde mini-naslagwerk. met als resultaat een inspirerend en informatief boek voor iedereen, ongeacht of je een volkomen drumleek, een door het ‘slagervirus’ aangestoken drummer in de dop of een ervaren ‘stoktovenaar’ bent. geschikt om zowel kennis op te doen of als kennis op te frissen. en de wachtlijsten voor de drumles nog langer te maken. Want met een boek als Altijd drummen! ‘blijven mensen gek op trommels’! Olga de Kort-Koulikova
28
29
november 2009-11
november 2009-11
Docent muziek vakmanschap en passie in een beroepsregister? vo
Frits evelein muziekdocenten passen een breed didactisch repertoire en veel creativiteit toe in hun lessen. ze zijn rolmodellen, leven letterlijk voor het vak in het belichamen van
muziek. ze moeten wel, want lesgeven in muziek vraagt heel veel van je. Je kunt er maar beperkt over praten, muziek doe je en ben je. Ik noem muziekdocenten dan ook vaak ‘managers van emoties’. een vraag die velen bezig houdt, is: Wat kunnen we als collega’s, beroepsgroep, vakverenigingen, opleidingen en overheden doen om muziekdocenten te ondersteunen in hun vakmanschap? Zou er bijvoorbeeld een beroepsregister moeten komen? een gerichte verplichte professionalisering? of expertisenetwerken in verschillende regio’s? Kortom, wat willen we doen om muziekdocenten te ondersteunen muziek die plek te geven die het in het leven, de ontwikkeling en het leren van jongeren verdient? er wordt al enige jaren flink gediscussieerd in allerlei netwerken over de vraag hoe de kwaliteit van docenten vergroot kan worden. Zo is de SBL (Stichting Beroepskwaliteit Leraren) bezig in samenspraak met de vakverenigingen een beroepsregister op te zetten (www.lerarenweb.nl). Het achterliggende idee van zo’n register is om de kwaliteit van het beroep docent te vergroten. verschillende beroepsgroepen hebben al zo’n register waar je als beroepsbeoefenaar in komt na toetsing van je kwaliteit. Dit is bijvoorbeeld het geval bij orthopedagogen en gezondheidszorgpsychologen. De vraag is of zo’n register voor (alle) docenten zin heeft en of het werkelijk bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van het beroep. bij sommige leden van vakverenigingen bestaat het idee dat een dergelijk register een vorm van controle is en slechts alleen papierwerk en taakverzwaring inhoudt. Papier is geduldig en de schoolleiding bepaalt uiteindelijk toch wel welke taken je krijgt, wat je positie is en wat ze je betalen. anderen zijn weer van mening dat het een prima kans is om het vak meer status te geven. ook kan volgens weer anderen via een register de professionalisering van leraren en de bekostiging daarvan meer vorm en status krijgen. Die (soms heftige) discussies waarmee dit alles besproken wordt, zal ik u hier besparen. Register: ja of nee? De vLS is gevraagd om deel te nemen aan het opzetten van een register voor leraren muziek in het voortgezet onderwijs. In de werkgroep die dit tot taak had zaten jos Herfs, David mulder, Ilona de bruijne, marco van ’t Hoff, Hans belderbos en Frits evelein. Zij hebben hun voorwerk afgerond en een concept samengesteld. of en hoe dit register er, wat de vLS betreft, gaat komen, is nog niet duidelijk. In deze bijdrage schets ik op persoonlijke titel kort de stand van zaken. Ik geef ook wat ideeën die
30
besproken worden om samen met muziekdocenten te zoeken naar een vorm die dienstbaar is aan wat muziekdocenten volgens mij willen en nodig hebben voor hun vakmanschap, passie en positie in het muziekonderwijs. Kwaliteit en kwaliteit bevorderen elke kunstenaar en kunstwetenschapper weet dat artistieke kwaliteit lastig te definiëren is. Het laat zich moeilijk vangen in woorden en toch is het heel tastbaar en duidelijk. je weet gewoon dat het er is, omdat het je pakt, het neemt je mee. Kortom, er gebeurt iets met je als die kwaliteit er is. een kern in artistieke kwaliteit is de visie en het ambacht van de kunstenaar. Dat geldt volgens mij ook voor docenten. goede docenten hebben volgens mij iets wat goede performing artists ook hebben. Ze weten een sfeer van betrokkenheid te creëren en artistiek contact te maken. De kwaliteit zit niet alleen in wat we weten, zeggen, doen, maar ook waar we ons bewust op richten. een groot deel van de kwaliteit van goede docenten zit in wie je bent en hoe je contact maakt als mens en als kunstenaar. voor alle docenten geldt dat en voor muziekdocenten in bijzondere mate. muziek is immers onlosmakelijk verweven met ervarende dimensies en belichaamde kennis. Is het dus mogelijk door het beschrijven van een hele set competenties, vaardigheden van een muziekdocent om de kwaliteit die je wilt hebben te definiëren? Dit is misschien wel te vergelijken met de Franse componist rameau. Die schreef ooit dat iedereen prachtige en perfecte muziek kan componeren. je hoeft volgens hem alleen maar een set regels en principes (die hij beschreef) te volgen. De tijd heeft uitgewezen dat het niet zo simpel ligt. Zo simpel blijkt componeren niet te zijn. overigens vielen ook al veel van rameaus tijdgenoten over hem heen, maar dit ter zijde. niet dat ik beweer dat rameau een slechte componist is. regels zijn volgens mij nooit een absolute garantie voor kwaliteit, laat staan artisticiteit. Ik zie al dat soort regels meer als een manier om het lastig grijpbare bevattelijk te maken. Dit in een poging tot beheersing en controle en als een denk- en handelingskader dat zo mogelijkerwijs overdraagbaar wordt. Zo is het volgens velen ook met een beroepsregister bestaande uit een set competenties. nuttig als referentiekader, maar
absoluut geen garantie voor kwaliteit. Wat kwaliteit is en hoe je dat in kaart brengt, zal gelukkig nog lang onderwerp van discussie blijven. boeiend, want het zoeken levert volgens mij veel meer op dan het vasthouden van vastomlijnde antwoorden. De essentie van kunst is volgens mij ook een voortdurende zoektocht naar het onbekende. Zo moet volgens mij het onderwijs ook zijn. De kern van wetenschap, kunst en onderwijs is volgens mij juist op zoek gaan naar wat je niet weet. Ik noem dat wel ‘de kunst van het niet weten’. Zo ontwikkelen we een samenleving voor de toekomst. Dit gezegd hebbende blijft het wel belangrijk om als vakvereniging op de hoogte te zijn van de stand van zaken tot nu toe. nog belangrijker is dat er een door de vakbeweging zelf gedragen vorm ontwikkeld wordt waarmee de beroepsgroep het beste gediend is. De vLS heeft de bestaande kaders van de SbL voor een register aangepast voor muziekleraren. Dit geheel is op dit moment uitgewerkt in een concept dat de komende tijd ter discussie zal staan in bestuur en in groepen muziekdocenten. Stand van zaken De gedachte is het register voor de docent muziek te laten bestaan uit een initieel register en een beroepsregister. Het initieel register is een soort instapregister dat open staat voor iedereen met een lesbevoegdheid in muziekonderwijs. ook is dit voor docenten om te kunnen aantonen dat ze een professioneel niveau te bezitten dat vergelijkbaar is met dat van de lesbevoegdheid. Daarnaast kent het register een beroepsregister dat de professionele kwaliteit van die docenten administreert die voldoen aan de eisen gesteld aan de professionele ontwikkeling op basis van door de vLS erkende professionaliseringsactiviteiten. Deze activiteiten dienen aantoonbaar aan te sluiten bij de vastgelegde vakspecifieke beroepsstandaarden. Dit kan bijvoorbeeld door een commissie Beroepsregister muziekdocent die beoordeelt: - welk professionaliseringsaanbod als relevant aangemerkt kan worden; - of het (eventueel bij te houden) portfolio de vereiste bewijsstukken en reflecties bevat; - of de kandidaat kan worden ingeschreven in het beroepsregister docent muziek; - of een kandidaat na vier jaar een verlengde inschrijving ontvangt. Het concept van het register is op dit moment opgebouwd uit vier domeinen: vakkennis, leerprocessen, toetsen en feedback geven, en contexten.
Professionalisering een belangrijk idee bij het register is ook het aanbieden van professionalisering. Wij denken dat dit de kern is voor het op peil houden en vergroten van vakmanschap. ook zal professionalisering kunnen bijdragen aan het laten ontstaan van netwerken van muziekleraren die samenwerken. Zo kan het werkveld versterkt worden en veel kostbare praktijkkennis en ervaring gedeeld worden. De vLS denkt hierbij aan een nascholingsaanbod in samenwerking met opleidingen Docent muziek in de vorm van masterclasses en regionale netwerken van leraren muziek (zie pagina 29). Wat gaat er gebeuren? Zoals gezegd is het bovenstaande idee nog in conceptfase. Het conceptregister zal eerst worden besproken in het vLSbestuur en vervolgens worden voorgelegd aan groepen muziekdocenten die hieraan willen meewerken. Heeft u hiervoor belangstelling, dan kunt u zich via de website van de VLS www.vls-cmhf.nl aanmelden voor deelname aan een panel van muziekdocenten die samen het conceptregister bespreken en advies gaan uitbrengen aan de VLS. In de terugkoppeling van de reacties van deze muziekdocenten naar het vLS-bestuur wordt gekeken en (in een algemene ledenvergadering) besloten of en zo ja hoe dit beroepsregister in werking wordt gesteld. over het experiment met de masterclasses en de veldraadpleging met betrekking tot de discussie over een beroepsregister hoort u binnenkort meer. De centrale vraag bij dit alles blijft: Wat is nou een vakbekwame docent muziek, wat kan die, wat doet die en wat is die? Is het nodig, mogelijk en wenselijk om een register te hebben voor leraren muziek? In alle discussies blijft voor de vLS een ding centraal staan: muziek laat zich per definitie moeilijk vangen in woorden en regels. muziekdocenten hoogst waarschijnlijk ook niet. Het wordt een boeiende discussie. Het mooie hiervan is dat het nu al bijdraagt aan de opstart van een serie masterclasses waar al jaren vraag naar is. masterclasses vol vakmanschap, muzikaliteit, praktische creativiteit en collegiaal contact. vakmanschap in muziek gedijt het beste als ze in vrijheid en vanuit passie gevoed worden. als dat de grondhouding wordt, is een register niet een middel om leraren te stimuleren in vakmanschap, maar een bevestiging dat ze het gewoon al (uit zichzef) doen. Daar willen we voor gaan!
Programma en inschrijfformulier zijn verzonden naar alle vo-locaties t.a.v. Cultuurcoördinator. Gemist? mail dan voor toezending naar
[email protected].
31
november 2009-11
november 2009-11
In gesprek met het beeld en met elkaar Deel 2: ervaringen in eindhoven po
marian bakens onderstaand artikel is het vervolg van de ervaringen in de praktijk, ditmaal in eindhoven. marian bakens toetste het in de praktijk: op Jenaplan Basisschool De Vierring en in het Van Abbemuseum, beide in eindhoven.
Van sommige kleuren word je blij, van andere somber Carel Willink - Stadgezicht (1934) Collectie Van Abbemuseum. Foto: Peter Cox
Kun je aan de voorstelling zien wat zich hier heeft afgespeeld? Anselm Kiefer - Varus (1976) Collectie Van Abbemuseum. Foto: Peter Cox
Thema Landschap en omgeving Jenaplan Basisschool De Vierring in eindhoven werkt met projecten aan de hand van wisselende thema’s die 6 tot 8 weken in beslag nemen. Deze keer wilden ze het thema Landschap en omgeving ook beeldend gaan onderzoeken. groep 6 en 8 hebben jaarlijks een rondleiding met verwerking in het Van Abbemuseum in eindhoven. Het leek de school een goed idee om deze keer met alle groepen het van abbemuseum te bezoeken om daarna, in twee lesuren, de indrukken beeldend te verwerken. als vakdocent werd ik gevraagd dat proces te begeleiden. om zoveel mogelijk betrokkenheid te genereren, zowel bij de leerkrachten als bij de leerlingen, had ik het voorstel om voorafgaand aan het museumbezoek, de leerkrachten een kunstbeschouwinggesprek te laten houden met de leerlingen. Daarvoor zou ik het materiaal aanleveren. De leerkrachten vonden dat een goed idee. vooraf op school Per bouw was de beeldende verwerking anders. ook de kunstwerken die als inspiratiebron dienden, verschilden. gelukkig hadden alle groepen een digibord in de klas, zodat de werken goed geprojecteerd konden worden. De kijkvragen uit het boekje dienden als uitgangspunt om de kunstwerken
32
Hoe zou je je voelen in dit landschap? Michael Raedecker - Kismet (1999) Collectie Van Abbemuseum. Foto: Peter Cox
met elkaar te vergelijken en te bevragen. De vijf vragen had ik aangepast aan de kunstwerken met de schilderopdracht in het achterhoofd. ook had ik verdiepingsmateriaal meegestuurd waarmee de leerkracht, indien gewenst, het gesprek kon voeden. De leerkrachten waren erg blij met het materiaal. Het hielp ze over de drempel om het open gesprek over kunst aan te gaan. veel leerkrachten voelen zich onzeker om over kunst te praten, omdat ze denken dat ze er zelf te weinig over weten. maar door de kunstwerken aan de hand van de vragen te bespreken wordt het al snel duidelijk dat je samen achter heel veel dingen komt en dat het kunstwerk zijn geheimen beetje bij beetje prijs geeft. In het museum In het museum waren de leerlingen blij verrast om een aantal werken te herkennen. ook waren ze verbaasd om te zien hoe groot sommige werken waren of hoe dik en wild de verf was aangebracht. Doordat ze er op school al over gesproken hadden, was het opvallend te bemerken dat bijna alle kinderen aan het gesprek deelnamen, niet alleen diegenen die altijd het hoogste woord hebben. je kon ook merken dat ze er al een keer over gepraat en nagedacht hadden waardoor de gesprekken meer diepgang kregen.
In welk landschap zou je het liefst willen zijn? Leerlingwerk Jenaplanschool De Vierruit
In welk landschap zou je het liefst willen zijn? Leerlingwerk Jenaplanschool De Vierruit
Terug op school na een korte nabespreking op school gingen de leerlingen aan de slag met hun verwerking. voordat ze begonnen, hadden we aan de hand van een kleine PowerPoint-presentatie nog een korte beeldbeschouwing waarbij de aspecten die voor de opdracht belangrijk waren, werden besproken.
meerwaarde De meerwaarde van de voorbereidende kunstbeschouwingslessen is overduidelijk. museumdocenten zouden wát blij zijn wanneer een gedegen voorbereiding standaard zou zijn! aan de hand van de lesvoorbeelden uit In gesprek met het beeld en met elkaar kunnen studenten en leerkrachten zich oefenen in het gebruik van de kijkvragen tijdens beschouwingsgesprekken. Zeker weten dat ze er na een tijdje plezier aan gaan beleven. Dus: Pabo-studenten en docententeams, ga aan de slag met het boekje en dompel je onder in gesprekken met het beeld en met elkaar!
onderbouw De leerlingen uit de onderbouw kozen eerst een dier door wiens ogen ze naar een landschap keken. Tijdens de beeldbeschouwing werd bij elk schilderij of foto gevraagd door de ogen van welk dier je zo naar een landschap kon kijken. Daarna maakte elke leerling een landschap met waterverf, waarin geen zon, mensen of dieren zichtbaar mochten zijn. In de tweede les mochten er met wasco details worden aangebracht en werd er een evaluatiegesprek gehouden: - Door de ogen van welk dier zou je dit landschap kunnen zien? - Waaraan kun je dat zien? - Zou je graag op bezoek willen gaan in dit landschap? - Hoe zou je je dan voelen? - Kun je uitleggen waarom? Tijdens het proces en bij de evaluatie werden deze vragen van de kijkwijzer ook weer gebruikt. bovenbouw De leerlingen van de bovenbouw kregen de opdracht een landschap te schetsen, dat ze met waterverf in twee uitvoeringen gingen uitwerken waarbij deze verschilden in - het moment van de dag, - óf het jaargetijde, - óf de weersgesteldheid. ook hier was de opdracht geen zon, mensen en dieren af te beelden. bij de beeldbeschouwing bekeken we schilderijen en foto’s waarbij bovenstaande punten werden besproken. Tijdens het proces en bij de evaluatie werden weer de kijkvragen gebruikt.
vraagteken De vraag die je zou kunnen stellen, is of de leerkrachten de vertaalslag van de algemene kijkvragen naar de kijkvragen aangepast aan de kunstwerken zelf kunnen of willen maken. Ik heb de vragen aangeleverd om een barrière weg te nemen, ook in tijdsinvestering. Wanneer leerkrachten geoefend zouden zijn, zouden ze het wellicht eerder zelf doen. misschien is het een idee om als aanvullend product op In gesprek met het beeld en met elkaar de SLo te vragen een ‘oefencursus’ voor docententeams te ontwikkelen? De SLo-publicatie van Inge roozen In gesprek met het beeld en met elkaar is te downloaden van www.slo.nl > Po > Publicaties > omlaag scrollen naar het blok Kunstzinnige orientatie > In gesprek met het beeld en met elkaar.
De vijf kernvragen -
Wat Wat Wat Hoe Wat
is je eerste indruk? zie je? betekent het? weet je dat? vind je ervan?
33
november 2009-11
@Web
november 2009-11
P (arasitair) C (omputeren) Thea v uik het lijkt er op dat hoe kleiner de computer is des te hipper de persoon erachter. een paar jaar terug zat eenieder met
een paar honderd mb’s te passen. maar ook een cursus in Moodle die je nu op je thuiscomputer maakt of al gemaakt hebt, kan je via je stickje makkelijk exporteren en later, wanneer je school Moodle ergens gehost heeft, weer importeren. Handig om eens rustig én veilig uit te proberen of het iets is voor jouw school. en makkelijk om snel even een demonstratie te kunnen geven. Ik noem verder nog: GIMP portable (beeldbewerking), Sudoku Portable en Audacity Portable (muziekbewerking). en er is nog veel en veel meer. een interessante site die vrijwel alle portable applicaties verenigt, is http://portableapps.com.
Goed gevormd
een dik bakbeest van een scherm met dito computer opgescheept. Nu is er slechts een kleine groep die een laptop met groot scherm wil, want de trend gaat helemaal de richting in van een netbook. een computer die zo’n beetje in je handtas past. of zelfs de vorm
ARCAM en Scheepvaartmuseum Foto: Richard Boel
heeft van een handtas. Het kan nóg goedkoper. Ik ben in het bezit van een flink aantal van die minicomputertjes: uSb=sticks. Ze slingeren her en der en ik ben ze ook wel eens kwijt. niet getreurd over het verlies aan kapitaal, eerder over het gemis aan gegevens. je hebt er wel een andere computer bij nodig: daar haal je de stroom uit en daar gebruik je het scherm plus toetsenbord van. maar waar staat zoiets niet tegenwoordig? vooraleerst werden deze uSb-sticks gebruikt als een goede vervanger van floppydisks of zelfs CD’s en DvD’s. nu kun je er - naast de datagegevens - hele softwarepakketten op installeren. Dat maakt het pas tot je eigen persoonlijke computer. Het is heel simpel: je plugt je stick in een willekeurige pc met internetverbinding en je kunt je mail lezen, je favoriete websites snel opzoeken en terloops nog even een rekening betalen (internetbankieren is zelfs veiliger vanaf een uSbstick dan vanaf een PC in een internetcafé). en je kunt even een notitie maken van het een of ander. Speciaal voor de uSb-sticks zijn er namelijk de portable versies van allerlei bestaande (gratis) software gemaakt. Zo bestaan van browser Firefox, mailprogramma Thunderbird en het kantoorpakket OpenOffice draagbare versies die klein genoeg zijn om op een uSb-stick van enkele tientallen tot
Portables downloaden Firefox Thunderbird openoffice moodle gImP Sudoku audacity
34
http://firefox-portable.nl.malavida.com/d2626-gratis-downloaden-windows http://thunderbird-portable.nl.malavida.com/d1322-gratis-downloaden-windows http://portableapps.com/apps/office/openoffice_portable/localization http://gonnissen.com/moodle19server.zip http://gimp-portable.nl.malavida.com/d1321-gratis-downloaden-windows http://sudoku-portable.nl.malavida.com/d1320-gratis-downloaden-windows http://audacity-portable.nl.malavida.com/d2407-gratis-downloaden-windows
vo
anneloes vermeulen-Teebaal In 2005 ontwikkelde stichting Vizier het project Goed gevormd, Vormen aan het Oosterdok. Dit gebeurde in opdracht van ARCAM, het architectuurcentrum in
amsterdam en het Stedelijk Museum CS. Sinds het schooljaar 2008-2009 is het Stedelijk museum geen partner meer: het museum zat tijdelijk gevestigd in een gebouw in het oosterdoksgebied en is daar inmiddels vertrokken. Nu is de Openbare Bibliotheek de nieuwe partner in dit project. vizier was een educatieve organisatie, die een brug probeerde te slaan tussen cultuur en jongeren.
De stichting richtte zich vooral op het voortgezet onderwijs en ontwikkelde daarvoor projecten over de visuele kunsten in de ruimste zin van het woord. vanwege het stopzetten van de basissubsidie heeft vizier haar activiteiten per januari 2008 moeten beëindigen. eén van de oprichters, Irma enklaar, heeft het project Goed Gevormd echter een vervolg gegeven vanuit arCam. In dit project komen architectuur en vormgeving samen. aanleiding voor het project was het CKv-project Spacesoup, een digitaal lesprogramma over architectuur en vormgeving. Goed Gevormd kan in combinatie met dit lesprogramma plaatsvinden, maar kan ook op zichzelf staan. Deze beschrijving is gebaseerd op een interview met Irma enklaar en met marijke Kraft, lerares beeldende vorming, handvaardigheid en CKv van het Comenius Lyceum te amsterdam en op een aantal verslagen van leerlingen van deze school waar het project al meermalen met succes is uitgevoerd. het project voordat de leerlingen een rondleiding krijgen in het oosterdoksgebied, krijgen ze eerst bij arCam een korte introductie over het kijken naar architectuur en vormgeving in
het algemeen. vervolgens maken zij een wandeling door het oosterdoksgebied. In deze vlak bij het Centraal Station gelegen buurt zijn de laatste jaren diverse interessante nieuwe gebouwen verrezen. maar ook het 350 jaar oude gebouw waarin het Scheepvaartmuseum is gehuisvest, is hier te vinden. De leerlingen krijgen tekenopdrachten en uitleg over het gebied. Daarbij richten de begeleiders zich de ene keer meer op de vorm van de gebouwen en de andere keer meer op de historie ervan. een reactie van een leerling: ‘We moesten eerst het gebouw waar alles over architectuur te vinden is (arCam), goed bekijken van buitenaf. Het gebouw had eigenlijk wel een mooie vorm, maar de kleur was echt lelijk. Die paste er gewoon niet bij.’ Lopend komen de leerlingen langs Nemo, het museum voor wetenschap en techniek. onderweg krijgen zij uitleg over het ontwerp van het gebouw, dat aan een schip doet denken, maar ontworpen is als spiegeling van de Ijtunnel. ‘Het verhaal dat de architect van het gebouw er van baalt dat het als een schip wordt gezien, heeft grote indruk gemaakt’, vertelt marijke Kraft. een leerling: ‘Sommigen zeggen dat dit gebouw op een ei lijkt, maar ik vind het meer op een schip lijken. Ik dacht bij mezelf dat ze beter dit gebouw in plaats van dat
35
november 2009-11
november 2009-11
Brug naar Nemo Foto: Richard Boel
oude pakhuis tot scheepvaartmuseum konden maken’. vanaf nemo is er een prachtig uitzicht over de skyline van het oosterdok. De leerlingen krijgen opdracht dit na te tekenen in één lijn. vervolgens moeten ze de tekening omdraaien en vertellen wat ze er in zien. De gedachte hierachter is dat de leerlingen ervaren hoe je tot nieuwe vormen kan komen. Dit is een manier waarop ontwerpers ook kunnen werken. Door vrij te associëren, stimuleer je fantasie en creativiteit. ‘Dit is een opdracht waarbij vanuit architectuur (de gebouwen aan de skyline) naar vormgeving wordt gekeken.’ belangrijk is dat de leerlingen leren kijken naar vormen en gaan nadenken hoe vormgevers tot een dergelijk resultaat zijn gekomen. De wandeling eindigt in de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA), sinds 2007 gevestigd op het oosterdokseiland. Dit gebouw is door jo Coenen ontworpen. ook de vormgeving binnen gebeurde onder zijn verantwoordelijkheid: de tafels, de stoelen, de verlichting en het trappenhuis. Daar krijgen de leerlingen een eindopdracht met als doel vrijheid van denken te stimuleren. bij deze opdracht is het belangrijk om nu eens niet uit te gaan van het bekende, maar ongeremd iets van papier te maken waar pas achteraf betekenis aan wordt gegeven. vervolgens moeten zij hun medeleerlingen overtuigen van de betekenis van het vormgegeven werkstuk. een leerling over deze opdracht: ’Ik vond het echt leuk. Ik voelde me opeens een architect. Wel een amateur natuurlijk.’ bij dit project wordt een docentenhandleiding geleverd. Deze is opgebouwd uit drie delen: suggesties voor voorbereidende lessen, uitleg over de wandeling en mogelijke verwerkingslessen op school na afloop van het project. Waarom? ‘Doel van dit project is,’ zegt Irma enklaar, ’de leerlingen bewust te maken dat alles om hen heen is vormgegeven. ook een lantaarnpaal.’ Daarbij maken de leerlingen in het kort het proces door dat nodig is om tot nieuwe vormen te komen, zoals veel vormgevers doen. ‘Het feit dat alles om je heen vormgegeven is, is vaak een eye-opener voor de leerlingen,’ aldus Kraft. eén van haar leerlingen verwoordt dit als volgt: ‘Ik heb uit deze kleine reis geleerd dat architectuur iets heel
36
Skyline Oosterdoksgebied Foto: Richard Boel
belangrijks is en overal, in elk deel van ons leven, voorkomt met allerlei functionerende gebouwen en kunstwerken.’ Irma enklaar: ‘We willen leerlingen enthousiast maken voor architectuur. Zij reageren vaak heel enthousiast naar de rondleiders toe en zeggen soms zelfs terug te willen komen met hun ouders.’ Wat iedere rondleiding weer uniek maakt is, dat de rondleiders bewust inspelen op vragen van de leerlingen. De leerlingen denken actief mee en dit levert vaak interessante gesprekken op. voor wie? Het project is gericht op leerlingen van het voortgezet onderwijs, van vmbo tot en met gymnasium, aanvankelijk vooral op klas 3 van vmbo en klas 4/5 van Havo/vWo. ‘Inmiddels komen er ook tweede en soms zelfs eerste klassers: dit kan omdat je de vraagstelling en informatie steeds aanpast aan het niveau van de leerlingen. van te voren is bij ons bekend wat voor klas het is: het niveau van de groep, wat er aan voorbereiding is gedaan, of het project in het kader van een themaweek plaatsvindt of dat de school graag wil dat er op een bepaald aspect nadruk wordt gelegd,’ vertelt Irma enklaar. Het Comenius Lyceum heeft al een aantal keren met leerlingen van 4-Havo/vWo (soms 5-Havo/vWo) het project Goed Gevormd gedaan, maar nog in de tijd dat het Stedelijk museum partner was en de leerlingen daar naar een tentoonstelling van designobjecten kwamen kijken als onderdeel van de rondwandeling. Dit jaar zullen zij voor het eerst het bezoek aan de oba meemaken. Het Comenius Lyceum is een school waar veel aan architectuur wordt gedaan. Goed Gevormd past wat dat betreft goed in het schoolprogramma. De vierdejaars leerlingen maken in het begin van het schooljaar een studiereis naar barcelona die onder andere in het teken staat van architectuur. Later in het jaar volgt de groep dan het project Goed Gevormd. Het project staat dus niet helemaal op zichzelf, er wordt gebruik gemaakt van het lesmateriaal en soms van de mogelijkheid het project te combineren met Spacesoup. De leerlingen maken na afloop een verslag, waarvoor de ‘Kijkwijzer architectuur’ voor CKv als
Tekenopdracht skyline Oosterdoksgebied Foto: Richard Boel
leidraad dient. een belangrijk onderdeel van het verslag is zelfreflectie. De organisatie vanuit de oba is josé remijn aanspreekpunt voor dit project. Zij regelt daar de logistieke zaken. De inleiding en rondwandeling worden door arCam verzorgd die daarvoor vakkundige freelance architectuurdocenten traint om met groepen middelbare scholieren te werken. Tijdens de rondleiding wordt een klas gesplitst in groepjes van zo’n 10 leerlingen. vanuit school moeten er twee begeleiders meegaan. ‘Het is voor ons prettig,’ zegt marijke Kraft, ‘dat de docenten van arCam de rondleiding geheel verzorgen en ons daarmee alles uit handen nemen.’ Het project vindt grotendeels buiten plaats. Dit betekent dat de leerlingen daarop gekleed moeten zijn. bij slecht weer overlegt arCam met de school. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een aantal opdrachten vanuit arCam te doen, de wandeling in te korten en iets langer in de bibliotheek te blijven. gemiddeld neemt de excursie een kleine twee uur in beslag. Toekomst marijke Kraft hoopt in de toekomst binnen haar school meer uitwisseling en samenwerking met de andere vakgebieden te creëren. Zij zorgt er daarom voor dat in de nieuwsbrief voor het personeel regelmatig verslagen worden opgenomen van leerlingen die het project gevolgd hebben. Hierdoor zijn andere docenten op de hoogte van wat er speelt. ook ouders worden over de resultaten van het project geïnformeerd via verslagen van de leerlingen in een op hen gerichte nieuwsbrief.
Het project wordt steeds weer aangepast, omdat het oosterdoksgebied een gebied in ontwikkeling is. Het Stedelijk museum CS is nu weg. Het gebouw waarin het museum tijdelijk was gehuisvest, is inmiddels geheel gestript. een dergelijk proces wordt met interesse gevolgd door arCam en zo mogelijk opgenomen in de rondleiding van Goed Gevormd. enklaar: ’De afwisseling van het gebied waar nieuw naast oud staat, de samenhang tussen architectuur en vormgeving en het feit dat we inspelen op de interesses van leerlingen, zonder concessies te doen aan de inhoud, maken Goed Gevormd, Vormen aan het Oosterdok tot een uniek project.’ Anneloes Vermeulen-Teebaal is projectmedewerker bij Cultuurnetwerk Nederland.
Informatie www.arcam.nl e-mail:
[email protected] www.comeniuslyceum.nl www.spacesoup.nl www.oba.nl
Cultuurnetwerk Nederland selecteert jaarlijks een aantal projecten die extra aandacht verdienen. Het zijn goede voorbeelden van projecten die culturele instellingen hebben ontwikkeld voor het onderwijs. voor meer informatie, zie www.projectloketcultuur.nl > onderwijs + bijzondere projecten.
37
november 2009-11
november 2009-11
met liefde gemaakt vo
marie-Thérèse van de Kamp In Kunstzone 10-2009 heb ik tien criteria beschreven waaraan een goede productieve opdracht zou moeten voldoen. Dat was de theoretische beschrijving, maar nu een
concreet voorbeeld van een productieve opdracht waarbij ik gewerkt heb met deze criteria als uitgangspunt. De opdracht ontstond uit een succesvol project Dichter bij de Dichter dat al jaren op het werd uitgevoerd. De gedichtenposters van Plint, vormden daarvoor een inspiratiebron. Leerlingen maakten bij het vak Nederlands gedichten over het thema Liefde en bij de kunstvakken maakten zij vanuit deze gedichten een compositie (muziek) of een poster (beeldend). Toch leek het mogelijk om aan deze opdracht nog weer een nieuwe wending te geven, en daarbij vormden onderstaande tien criteria dus het uitgangspunt, evenals het designboek Forms with a Smile en de Hema-reclame van afgelopen jaar: Met Liefde gemaakt. maar ook de uitkomsten van een uitgebreide leerlingenenquête maakten deel uit van de nieuwe aanpak, waarbij de opdracht voor het maken van een poster uitgebreid werd naar het maken van een designobject, over het thema Liefde. ook werd dit keer gestart vanuit het beeldende proces, en daarna werd het gedicht bij nederlands gemaakt en dit gedicht werd vervolgens weer in het beeldende ontwerp verwerkt. Tien criteria voor een goede productieve opdracht: 1. Heeft duidelijk omschreven doelstellingen. 2. Hanteert voor kunstvakken relevante uitgangspunten. 3. Hanteert betekenisvolle, relevante opdrachten voor leerlingen. 4. brengt leerlingen zowel kennis als inzicht over kunst bij. 5. Sluit aan bij de actuele ontwikkelingen in de kunst. 6. neemt als referentiekader de professionele kunst (uit heden en verleden). 7. Doet recht aan de complexiteit van kunst/geeft geen aanleiding tot het laten ontstaan van misconcepties bij leerlingen. 8. reikt de leerling concrete evaluatiecriteria voor product en proces aan. 9. biedt leerlingen de mogelijkheid zelf te kunnen constateren dat/wat zij geleerd hebben. 10. Leidt tot werk en een werkproces dat ook volgens de leerling zelf gepresenteerd kan worden aan anderen. Hierbij de beschrijving van hoe deze opdracht uitgewerkt is in schooljaar 2008-2009. allereerst hebben leerlingen uit klas 3 een uitgebreide enquête ingevuld, waarin zij aangaven wat zij in klas 1 en 2 volgens hen geleerd hadden en wat zij daarin nog niet geleerd hadden, maar wel graag wilden leren. Daarbij kregen zij allerlei voorbeelden van wat je bij/over kunst zou kunnen leren. opvallend was hoe aandachtig en serieus zij deze vragenlijsten invulden, en hoe goed zij kon-
38
den aangeven wat ze graag wilden leren. uit de uitkomsten van deze enquête bleek onder meer dat zij heel graag grotere opdrachten wilden maken (langere tijd aan één opdracht werken met een thema, met veel ruimte voor een eigen inbreng), met meer keuzemogelijkheden om bijvoorbeeld ook met fotografie, film, de computer of mode te mogen werken, en met meer informatie over hoe je over kunst kunt leren en wat je aan een kunstvak hebt. Het voorstellingsvermogen ontwikkelen, creatief leren denken, waren eveneens aandachtspunten volgens de leerlingen. Ik had hen aangegeven dat het thema van de opdracht Liefde zou zijn, maar dat de uitkomsten van de enquête de leidraad zouden gaan vormen voor de nieuwe opdrachtomschrijving. (Criterium 3: Hanteert betekenisvolle, relevante opdrachten voor leerlingen) De eerste les na de enquête ben ik begonnen met een PowerPoint-presentatie, waarin ik heb uitgelegd hoe een creatief proces in fasen is opgebouwd. Ik heb hen uitgelegd dat er verschillende manieren van denken zijn: convergent denken en divergent denken. en dat er binnen creatieve processen ook twee verschillende manieren van denken zijn: problem finding (waarin je heel goed divergent moet kunnen denken) en problem solving (waarbij je vanuit het divergente denken naar het convergente denken over moet kunnen schakelen en je heel goed moet begrijpen waarop je moet selecteren en evalueren). (Criterium 2: Hanteert voor kunstvakken relevante uitgangspunten) We hebben meteen een aantal oefeningen gedaan in divergent denken. De spaghettitest (bedenk in vijf minuten zoveel mogelijk originele mogelijkheden wat je met spaghetti kunt doen, gekookt en ongekookt) viel erg in de smaak: het was ongelofelijk hoeveel verschillende en originele toepassingen leerlingen konden bedenken. Daarna wisselden zij in duo’s uit aan elkaar (daarbij zag je een hele klas vol met glimlachende gezichten) en werden de meest originele toepassingen klassikaal nog eens genoemd. Daarmee werd officieel vastgesteld dat leerlingen goed divergent konden denken! Ze verbaasden zich er zelf over. en dus kwam opdracht twee: noem zoveel mogelijk originele mogelijkheden met betrekking tot het thema Liefde. Dat leidde tot veel gelach, maar tot ook veel
Dancing shoes for Father and Daughter Omslag boek Forms with a smile
Leerlingenwerk klas 3 expositie Met Liefde gemaakt Foto: Marie-Thérèse van de Kamp
gezichten met vraagtekens, want liefde was volgens hen toch iets heel anders dan spaghetti. uiteindelijk durfden leerlingen toch te gaan associëren, en daarbij kwamen al heel originele voorbeelden. vervolgens heb ik een PowerPoint-presentatie laten zien, waarin ik veel voorbeelden gebruikt heb uit hedendaagse vormgeving. Het fantastische boek Forms with a Smile met daarin Dancing Shoes for Father and Daughter1 en de Plaid buddy2 (beiden vielen erg in de smaak bij leerlingen), maar ook heb ik beelden uit de kunstgeschiedenis getoond, waarin het thema liefde verbeeld is, zoals van rodin en brancusi. (Criterium 4: Brengt leerlingen zowel kennis als inzicht over kunst bij) In deze PowerPoint kwam ook tot uitdrukking dat het thema Liefde heel ruim geïnterpreteerd kan worden, en dat ook de liefde voor een huisdier een inspiratiebron zou kunnen vormen. Daarna hebben we gekeken naar hedendaagse vormgeving. van de bourroulecs tot Philippe Starck; van ross Lovegrove tot Ingo maurer; van marcel Wanders tot Karim rashid; van jonathan Ive tot Droog Design; van videoclips van mark romanek tot fotografie van erwin olaf. (Criterium 5: Sluit aan bij de actuele ontwikkelingen in de kunst (in dit geval design) en Criterium 6: Neemt als referentiekader de professionele kunst (uit heden en verleden)) voor leerlingen heb ik een opdrachtomschrijving op papier uitgewerkt, waarbij ik de doelstellingen van de opdracht heb uitgelegd en de evaluatiecriteria zo duidelijk mogelijk omschreven heb.3 De doelstellingen waren eveneens gerelateerd aan de eindtermen/kerndoelen. (Criterium 1: Heeft duidelijk omschreven doelstellingen en 8: Reikt de leerling concrete evaluatiecriteria voor product en proces aan)
1
www.com-pa-ny.com/shop/salakauppa/tanssipage.html.
2
www.lateteaucube,com/tachome/objets?Id=5&size=&color=
3
Op www.kunstcontext.com zijn de opdrachtomschrijving en beoordelingscriteria te vinden.
Leerlingen konden in deze opdracht kiezen voor een eigen medium, hetgeen betekende dat leerlingen beelden hebben gemaakt met de computer, in klei, met gips, in kleding, met hout, met fotografie, in animatiefilm, enzovoorts. Het was heel duidelijk te merken dat leerlingen hierdoor enorm gemotiveerd raakten: zij konden nu echt iets kiezen waarin zij zich zelf graag verder wilden bekwamen. als een van de doelstellingen gaf ik aan dat het goed was als leerlingen trots zouden zijn op hun eindwerk. (Criterium 3: Hanteert betekenisvolle, relevante opdrachten voor leerlingen) nadat zij zelf eerst geassocieerd hadden, we daarna gezamenlijk gekeken hadden naar voorbeelden uit de kunst/ design, kregen leerlingen de opdracht om maar liefst tien verschillende ontwerpplannen te maken. Zij kregen daarbij uitleg hoe je tot goede ontwerpen kunt komen, zoals hoe je goed en op een efficiënte manier ontwerpschetsen kunt maken; op welke manieren je vanuit een idee in je hoofd tot een visualisatie op papier kunt komen; hoe het inzicht in problemfinding (waarom associëren en experimenteren belangrijk is in een creatief proces) kan helpen om verder te blijven zoeken na idee nummer 1; hoe je uit twee ontwerpen een derde (vaak origineler) ontwerp kunt samenstellen; enzovoorts. nadat leerlingen de tien ontwerpschetsen gemaakt hadden, werden zij in groepjes verdeeld en gaven zij aan de hand van een protocol feedback op elkaars ontwerpen en ontwerpproces. Het doel van deze uitwisseling was tweeledig: zo leerden zij evalueren wat belangrijk was aan een ontwerp en ontwerpproces, en dat gaf inzicht in het eigen ontwerp en ontwerpproces. (Criterium 9: Biedt leerlingen de mogelijkheid zelf te kunnen constateren dat/wat zij geleerd hebben) We zijn in deze periode ook met leerlingen van klas 3 naar het Textielmuseum geweest, waar een tentoonstelling was
39
november 2009-11
november 2009-11
In samenwerking met docente Nederlands Mieke Raeijmaekers en leerlingen uit klas 3C en 3D van het Theresialyceum te Tilburg en oud-leerling/stagiaire Charlotte Vromans van Fontys ABV.
Literatuur
Leerlingenwerk klas 3: Ignaz Kevenaar Afbeelding door Ignaz Kevenaar gemaakt met Adobe Photoshop
over ontwerpers. Daarbij waren de eindproducten te zien, maar was ook het hele ontwerpproces geëxposeerd. In de ontwerpprocessen kon je verschillende strategieën zien: ontwerpers die meer gericht waren op problemsolving (doelgericht en efficiënt ontwerpen, gericht op de vraag van de opdrachtgever) en ontwerpers die meer gericht waren op problemfinding (via een experimentele benadering komen tot reeksen van oplossingen)4. Leerlingen kregen de opdracht om in duo’s te analyseren welke kunstenaars op welke manier werkten, en dat toe te lichten. Zij kregen eveneens de opdracht om te kijken wat zij van deze ontwerpers voor hun eigen ontwerpproces konden leren. Deze opdrachten waren bijzonder complex, maar werden door de leerlingen verbazingwekkend goed uitgevoerd. In een tussentijdse beoordeling kregen leerlingen de opdracht om het eigen werk volgens de beoordelingscriteria voor proces en product zelf te beoordelen. als docent heb ik op deze beoordeling mijn visie gegeven en deze in het logboek van elke leerling geschreven. In de periode daarna zijn leerlingen het werk verder gaan uitvoeren.
Leerlingenwerk klas 3: Sharitha van der Gouw Foto: Marie-Thérèse van de Kamp
opvallend was hoe gemotiveerd en consciëntieus zij aan het werk gingen en hoe zelfstandig zij werkten. Ik gaf als docent
uitleg aan de leerling die als eerste een nieuwe techniek ging uitvoeren, deze leerling legde de techniek dan weer aan andere leerlingen uit.5 In deze periode kwam een oudleerling Charlotte vromans, inmiddels tweedejaars studente aan de academie voor beeldende vorming van Fontys, voor een stage. Dat was heel erg leuk, want zo konden leerlingen die interesse hadden voor een vervolgopleiding in de kunsten veel te weten komen over de abv van Fontys. Charlotte hielp leerlingen met specifieke technieken, zoals het maken van gipsmodellen. nadat de ontwerpen uitgewerkt waren, werden bij nederlands de gedichten gemaakt en ontstond het volgende probleem: hoe verwerk je je eigen ontwerp in een gedicht? en hoe verwerk je vervolgens die tekst van het gedicht weer in je eindontwerp. Dit complexe probleem leidde tot verrassende oplossingen: leerlingen die met plakletters op gips werkten; leerlingen die met een combinatie van fotografie (van het eigen eindwerk) en de computer (vormgeving) werkten; leerlingen die met slagletters in blik gingen werken; leerlingen die de tekst op hun kleding maakten door transfersheets, enzovoorts. er werd zichtbaar met liefde gewerkt aan deze opdracht. (Criterium 7: Doet recht aan de complexiteit van kunst/geeft geen aanleiding tot het laten ontstaan van misconcepties bij leerlingen)
4
5
40
Sawyer, R.K. (2006). Explaining Creativity.
Addison, N., Burgess, L. (2007). Learning to Teach Art and Design in Secondary School. Table 3.1.1 The didactic/heuristic continuum. p. 23,24.
Leerlingenwerk klas 3: Rens de Grauw Foto: Marie-Thérèse van de Kamp
Toen de ontwerpen helemaal af waren kon de expositie Met Liefde gemaakt in de hal van de school ingericht worden. een leerling vertelde: ‘Mijn moeder gelooft nooit dat ik dit echt zelf gemaakt heb!’ Leerlingen waren erg trots op hun ontwerpen en lieten deze graag aan andere leerlingen zien. In de school had iedereen een mening over wat het mooiste werk was: van leerlingen van klas 1 tot en met klas 6, van de schoolleiding tot collega’s en interieurverzorgers. Tijdens de projectdag kwamen dichters naar de school, en werden gedichten voorgedragen door zowel de dichters als de leerlingen, en werden uit de posters (van andere collega’s uit de derde klas) en uit de ruimtelijke ontwerpen (van mijn klas) de beste werken geselecteerd door een jury. mijn collega nederlands, mieke raeijmaekers, is de drijvende kracht achter deze elk jaar weer zo succesvolle projectdag Dichter bij de Dichter. (Criterium 10: Leidt tot werk en een werkproces dat ook volgens de leerling zelf gepresenteerd kan worden aan anderen) In dit schooljaar gaan ook de andere collega’s in klas 3 werken met deze lessenreeks Met Liefde gemaakt. Marie-Thérèse van de Kamp is docent kunstvakken op het Theresialyceum te Tilburg, vakdidacticus ILO op Universiteit van Amsterdam, docent multidisciplinaire kunsttheorie op Codarts/Willem de Kooning Academie te Rotterdam en educatief medewerker bij Fundament Foundation te Tilburg. www.kunstcontext.com
- addison, n; burgess, L. (2007). Learning to Teach Art and Design in Secondary School. Table 3.1.1 The didactic/heuristic continuum. p. 23,24. - bucquoye, m; van den Storm, D. (2008) Forms with a Smile. Stichting Kunstboek. - ebbens, S., & ettekoven, S. (2005) Actief Leren. Tweede druk. - efland, a.D. (2002) Art and Cognition. Integrating the Visual Arts in The Curriculum. - Freedman, K. (2003) Teaching Visual Culture. - gardner, H. (2006) Five Minds for the Future. boston. - Haanstra, F. (2001) De Hollandse Schoolkunst. Mogelijkheden en beperkingen van authentieke kunsteducatie. - Hargreaves, D. (1995). Kunstzinnig onderwijs. Een vak op zich. Naar een andere visie op kunsteducatie. In: Haanstra, F (red.) Determinanten van leren over kunst. Katernen kunsteducatie. - Hetland, L, Winner, e. (2007). Studio Thinking. The real benefits of visual arts education. - Lindström. L. (1998) Criteria for assessing student performances in the Visual Arts. - runco, mark. a. Creativity. (2007) Theories and Themes: research, development and practice. elsevier academic Press. burlington ma. - Sawyer, r.K. (2006). Explaining Creativity. The Science of Human Innovation. oxford university Press, new York. - vermunt, j.D, verloop, n. (1999) Congruence and friction between learning and teaching.
bronnen - Syllabus kunstvakken, te vinden via www.examenblad.nl. Handreiking kunstvakken door SLo, te vinden via www.slo.nl. - Dancing shoes for Father and Daughter, te vinden via www.com-pa-ny.com/shop/salakauppa/tanssipage.html. - Plaid buddy, te vinden via www.lateteaucube.com > tac Home (linksboven) > objets à vivre > plaid buddy.
41
november 2009-11
november 2009-11
als ik later groot ben uniek dansproject op Scholengemeenschap helinium vo
Paul Rooyackers bij een interview met docente dans en dansmaker marjolijn breuring valt direct haar gedrevenheid op. In 2008 stond zij met een lesgroep dans van 6-vWo een week lang
in theater De Twee Hondjes te hellevoetsluis met een eigen dansproductie van die lesgroep, met als doelgroep basisschoolkinderen, in ochtend- en middagvoorstellingen in een heus theater. Genoeg redenen om deze enthousiaste dansdocente eens nader te spreken.
Wie is marjolijn breuring? ‘Docente dans aan Scholengemeenschap Helinium te Hellevoetsluis, al 16 jaar. Ik geef per week 20 uur les. Ik heb de rotterdamse Dansacademie als opleiding gedaan, heb meegewerkt aan diverse SLo-uitgaven, onder andere een dansmethode en het samen met anderen ontwerpen van een leerlijn voor CKv3 en een leerlijn voor Dans-2 in het vmbo. Ik ben sinds kort voorzitter van het Netwerk dans van de nbDK.’ (nederlandse bond voor Danskunstenaars, red.) marjolijn doet nog een heleboel andere dingen op het gebied van dans en creativiteit. Ze is momenteel onder andere druk het opzetten van een nieuw dansevenement samen met het Thorbecke Lyceum te rotterdam: ‘Het organiseren van een dansinterscolaire tussen meerdere scholen is een nieuwe uitdaging.’
42
Scholengemeenschap helinium Scholengemeenschap Helinium staat bekend om zijn creatieve schoolprogramma, schoolbreed. De creatieve sectie bestaat uit twee docenten dans, twee docenten drama en collega’s tekenen, av en muziek. alle creatieve vakken zijn examenvak en dat is uitzonderlijk! er is sprake van een brede oriëntatie op het gebied van de kunstvakken: in het eerste jaar volgen leerlingen bij ieder kunstvak 10 lessen van 100 minuten. In het daarop volgende jaar kunnen leerlingen uit het creatieve pakket bijvoorbeeld twee uur dans kiezen. optreedgroep De optreedgroep bestond, toen ze naar de vierde gingen, uit 18 leerlingen. In het vierde jaar maken ze onder andere een duet. Dit als voorbereiding, zodat in de volgende jaren een
groter optreden kan worden gerealiseerd. In het vijfde jaar volgt een solo en een groepsstuk. In het zesde jaar (‘toen de 5-Havo-groep weg was’) waren er zeven dansers in 6-vWo. marjolijn besloot deze groep een vrije opdracht te geven, maar dan eentje met de beperking dat de doelgroep buiten hun eigen belevingswereld moest vallen. Ieder jaar formuleert marjolijn een andere opdracht. Het werd een basisschool-doelgroep en wel de basisscholen in Hellevoetsluis. ‘De respons met basisschoolkinderen was super. je zou er een serie van kunnen maken,’ aldus marjolijn. ‘Duizend kinderen zijn komen kijken. er waren de hele week optredens, vijf ochtenden en middagen hebben ze daar gestaan. In het vierde jaar had deze groep al gekeken naar de examenleerlingen van toen. Ze waren dus al gewend aan het idee van optredens buiten school.’ Concept en uitwerking De groep dans bestond uit zeven leerlingen, een jongen en zes meiden. De groep heeft zelf de marketing gedaan bij basisscholen en ook de account op de scholen. er is een inleidende brief voor scholen geschreven. Kortom, het hele traject van idee tot uitvoering was in handen van de leerlingen zelf. marjolijn: ‘Het past ook goed binnen het stagegebeuren, een maatschappijstage.’ De school geeft € 500,-- budget voor kostuums en rekwisieten. De groep heeft zelf overal spullen vandaan gehaald, van internet, via kennissen, via sponsoring, enzovoorts. In juni 2008 werd het concept bedacht. ‘Het werd zoiets als: toen ik klein was, keek ik op tegen de grote
jongens en meisjes van groep 8.’ er werden beroepen gekozen, beroepen voor jongens en meisjes werden besproken en bedacht. ‘In de zomervakantie moesten ze zelf opzoeken wat voor beroep en wat voor dansconcept het moest worden. In drie lessen moest ieder een eigen dans instuderen met de anderen. Zo kwamen er dus zeven verschillende dansen. Drie maanden tot december is geen tijd voor een procesmatige aanpak. Deze groep kon zelfstandig aan een dansstuk werken. Dat hadden ze immers al meer gedaan. er werden dansen gemaakt waarin structuren zoals canon, opeenvolging, allerlei danswetten en regels moesten zitten. er werd gewerkt met gevoel voor dramatiek. Zo kwam er bijvoorbeeld een dans in over voetbal met de bekende bewegingen zoals je T-shirt over je hoofd trekken. echt typische zaken die bij het beroep horen, werden erin verwerkt. Dat gold voor alle beroepen.’ Coaching en competenties ‘Ik functioneerde als coach, verder was er geen input nodig. In het stuk dat ik met anderen heb geschreven voor het SLo, zijn allerlei gegevens te vinden over competenties die leerlingen ontwikkelen om tot zelfstandig gedrag te komen en een eigen manier van werken op basis van afspraken.’ als je naar de website van het SLo gaat, kom je via deze links alle gegevens tegen over het werken met competenties: - www.slo.nl/downloads > archief > vmbo dansexamen. een leerlijn (omlaag scrollen)
43
november 2009-11
november 2009-11
waardoor samenhang tussen vakken ontstaat. Leerlingen kunnen verschillende kwaliteiten tegelijk presenteren. Leerlingen die een dansstuk maken voor kleuters in een basisschool, zullen naast hun creatieve kant ook een beroep moeten doen op hun kennis van nederlands (als ze het moeten promoten door middel van een poster), hun organisatievermogen en hun presentatievermogen.
BE
L
EN
-
www.slo.nl/downloads > uitwerking leerlijn CKv3 Dans (omlaag scrollen).
Werken met competenties op de SLo-site staat het volgende over het werken met competenties. binnen competentiegericht onderwijs spelen drie factoren een rol: a. Situatie: waar gaat het gebeuren? b. Activiteit: wat ga je doen? C. Kennis, houding en vaardigheden: wat heb je daarbij nodig? A. Situatie: betekenisvol en contextrijk bij een dans gerelateerde situatie gaat het om contextrijke en betekenisvolle situaties. Situaties binnen het gebied van kunst en cultuur gerelateerd aan dans die leerlingen uitnodigen en motiveren om activiteiten uit te voeren. je kunt denken aan situaties die dicht bij de belevingswereld van de leerlingen liggen zoals school, baantjes, vrije tijd en beroep. belangrijk is dat de taak leerlingen raakt, dat het voor hen zinvol is, maar vooral dat het hen uitdaagt om te leren. De opdrachten dienen daarbij te worden afgestemd op het niveau van de leerling. een situatie is dus betekenisvol als het aansluit bij het niveau en interesse van de leerling.
Wanneer is een leerling dans-competent? een leerling is competent op het gebied van dans (danscompetent) als blijkt dat hij in steeds wisselende dansgerelateerde situaties in staat is zijn repertoire aan kennis en handelingen op de juiste manier in te zetten en binnen de gegeven situatie adequaat weet te functioneren. De filosofie van marjolijn marjolijn werkt al vele jaren met leerlingen. Helaas moet ze constateren dat leerlingen niet zo snel doorstromen naar vervolgopleidingen in dans. Dat komt doordat er naast de school maar één dansschool is in Hellevoetsluis en de reis naar rotterdam is voor de meesten toch een brug te ver wanneer je het hebt over het volgen van een extra cursus. een enkeling lukt het.
VO
O
C. Kennis, houding en vaardigheden De combinatie van kennis en vaardigheden in relatie tot houding leidt tot passend gedrag in een gegeven situatie. Deze drie elementen heb je nodig om de taak te volbrengen. Kennis en vaardigheden kunnen, vaak afgeleid van de eindtermen en kerndoelen, voor de leerling op passend niveau worden verwerkt in de opdracht. eisen ten aanzien van houding dienen hier aan gekoppeld te worden. juist binnen het uitvoeren van een activiteit, waarbinnen theorie en praktijk geïntegreerd zijn, komen kenmerken van de (leer) houding naar voren. Hoe wordt samengewerkt? Is een leerling flexibel? Kan hij tegen stress-situaties? en is hij sociaal en communicatief? aspecten die vooral belangrijk zijn binnen realistische situaties als school, opleiding, werk, maatschappij en privéleven. Situaties waar het competentiegerichte onderwijs zich op richt.
EV
R
O
NZ
E
RE
IS
t aa
r m n aa j de 40 stu n n e da ler oo h me sc or vo
G
ID
S!
rk en we ep ro g ten
vanaf
PARIJS 3-daagse touringcarreis, heen en terug dagrit, hotel*/** 3-persoonskamers, douche/toilet, L+O BERLIJN 4-daagse touringcarreis, heen dag- en terug nachtrit, Jugendhotel, meerpersoonskamers, L+O MADRID 4-daagse vliegreis, Eindhoven - Madrid vv (incl. verplichte taxen), hostel meerpersoonskamers, L+O LONDEN 3-daagse touringcarreis, heen dag- en terug nachtrit, youth hostel, meerpersoonskamers, L+O
q 189,00 p.p.
vanaf
q 189,95 p.p.
vanaf
q 211,00 p.p.
vanaf
q
76,00 p.p.
BARCELONA 4-daagse vliegreis, Weeze of Charleroi - Girona vv (incl. verplichte taxen!),
vanaf
ROME 4-daagse vliegreis, Weeze of Charleroi - Rome vv (incl. verplichte taxen!),
vanaf
hotel** 4-6 p.kamers, douche/toilet, L+O
q 209,00 p.p.
FLORENCE 5-daagse touringcarreis, heen en terug nachtrit, hotel*** Montecatini,
vanaf
hostel, meerpersoonskamers, L+O
meerpersoonskamers, halfpension
q 219,00 p.p.
q 169,95 p.p.
vanaf
marjolijn vindt de persoonlijkheidsvorming, waaraan het dansvak inherent is, wel meevallen. Ze laat leerlingen grenzen opzoeken van hun eigen belevingswereld richting kunst. ‘Ik laat leerlingen kunst beleven, zodat er een upgrade komt naar een hoger abstractieniveau zodat ze de kunsttaal gaan snappen. Ik ontwikkel mede hun creativiteit: Hoe denkt een choreograaf? en: Kun je jouw beeld over-brengen?’
PRAAG 4-daagse touringcarreis, heen dag- en terug nachtrit, hotel*/**, 2-3 p.kamers douche/toilet, L+O SICILIË 4-daagse vliegreis, Weeze - Trapani vv (incl. verplichte taxen!), hotel**, 3-4 persoonskamers, halfpension
q 105,00 p.p.
vanaf
q 299,00 p.p.
Genoemde tarieven bij 46-60 deelnemers bij touringcarreizen en vanaf 10 deelnemers bij vliegreis Madrid, Barcelona en Rome, 36 deelnemers bij vliegreis Sicilië. Periode november-februari (Sicilië april-oktober). Bij touringcarreizen: elke 16e deelnemer gratis en reisverzekering inbegrepen! U kiest uw eigen vertrekdatum! Service waar u recht op heeft!
B. Activiteit adequaat uitvoeren bij het adequaat uitvoeren van een activiteit zijn elementen van belang zoals het gedrag van de leerling, zijn persoonlijke eigenschappen en de inzet van handelingen tijdens de uitvoering van de activiteit. Het gaat hier om de mate van persoonlijke flexibiliteit om in een bepaalde situatie verschillend te kunnen handelen. vooral binnen activiteiten in betekenisvolle opdrachten komen kennis, houding en vaardigheden samen
44
Daarin schuilt de kracht van dansdocente marjolijn breuring. Ze begeleidt leerlingen menselijkerwijs en qua belevingsgroei en dat door middel van dans. ‘In theater De Twee Hondjes repeteren bijvoorbeeld choreografen, zij komen werken in dat theater. Dan is dat voor mij een kans om de leerlingen aan te bieden met deze choreografen te werken. er was een groep oude dansers, zij vonden dat ze veel gevoel en openheid erin legden, deze leerlingen.’
Meer of minder deelnemers? Meer reisdagen? Andere periode? Of een ander reisdoel in Europa? BEL ONS VOOR EEN VRIJBLIJVENDE OFFERTE OP MAAT !
EUROPA SPECIAAL REIZEN - HET WARGAREN 5 - 5397 GN LITH - TEL. 0412-481000
[email protected] www.europaspeciaalreizen.nl U REIST PER KEURMERK TOURINGCAR: VEILIGHEID EN COMFORT !
45
agenda Docentendagen Gemeentemuseum Den haag worden georganiseerd op 10 november van 15 tot 17 uur bij de expositie Cézanne - Picasso- Mondriaan (17 oktober t/m 24 januari 2010), op 5 maart 2010 van 15 tot 17 uur bij de expositie Der Blaue Reiter und Kandinsky (20 februari 2010 t/m 6 juni 2010) en op 18 maart 2010 van 15 tot 17 uur bij de expositie Haute couture: Voici Paris! (20 februari 2010 t/m 6 juni 2010). Tevens zijn er bij deze exposities Kijkwijzers te verkrijgen die uitstekend aansluiten bij het examenonderwerp. ook kunt u een rondleiding boeken waarbij de museumdocenten bijzondere aandacht besteden aan de zwaartepunten van het examen. Contact via marjan Pols: (070) 3381120. www.gemeentemuseum.nl > jeugD > jeugd 12-18 > Programma educatie 2009 - 2010 > Programma educatie, gemeentemuseum Den Haag Presentatiedag Frontaal wordt gehouden op 5 januari 2010. alle theatergezelschappen waarmee Frontaal werkt, hebben een educatief pakket of houden een workshop. De presentaties vinden plaats in De Krakeling, Rozentheater en Melkweg te amsterdam. mail voor meer info naar
[email protected]. www.frontaal.com
onder redactie van Wil en Hans Weikamp
educatie CKv-project helden kent een uitvoering die zal plaats vinden op vrijdag 11 december 2009 om 13 en om 15 uur in Het Concertgebouw te amsterdam. In deze boeiende voorstelling met symfonie-orkest wordt het thema Helden verkend aan de hand van muziek: Mazeppa, uit het gelijknamige symfonische gedicht van Liszt, is een historische held en Prins Igor, uit de bekende opera van borodin, is te beschouwen als een sprookjesheld. ook de antiheld, in de vorm van Shakespeare’s personage Hamlet, komt aan bod in de muziek die Sjostakovitsj schreef voor de gelijknamige film. Drie pakkende muziekstukken vertellen van grote daden, bombastische gevechten, maar ook van twijfel en eenzaamheid. In deze multidisciplinaire voorstelling wordt de muziek aangevuld en versterkt met moderne dans, beeld én live geschilderd werk van beeldend kunstenaar norman Perryman. Perryman schildert als een danser: hij vertaalt de sfeer
46
Tuin van Holland Foto: Aus Greidanus Zie: Tuin van Holland
van de muziek direct in een kleur of een beweging van de kwast. een schitterende, speciaal voor het CKv ontwikkelde voorstelling is het resultaat! voor aanmelden en/of meer informatie kunt u terecht bij de afdeling educatie van het Concertgebouw. bel daarvoor naar (020) 5730533 of mail naar het email-adres
[email protected]. www.orkest.nl/contentpage.php?id=143, Het Concertgebouw amsterdam Tuin van holland wordt door toneelgroep De appel van 10 maart 2010 t/m 1 mei 2010 op de planken gebracht. vanaf nu kunt u zich inschrijven voor dit marathonproject van ruim 5 uur. Hiermee duikt De appel de vaderlandse geschiedenis in. een unieke voorstelling, niet alleen qua inhoud maar ook qua vorm. Het publiek stelt zelf haar eigen geschiedenis samen uit een groot aantal vaderlandse gebeurtenissen die in de verschillende ruimtes (zalen en foyers) van het appeltheater gespeeld worden. De bezoeker kiest dus zelf wat hij van de vaderlandse geschiedenis wil zien en wat niet. De ontwikkeling van deze barre zoektocht door de nederlandse geschiedenis is te volgen op de webpagina www.toneelgroepdeappel.nl/page/2791. extra: scholen krijgen één scène uit Tuin van Holland om daar op school mee aan de slag te gaan. maandagmiddag 12 april 2010 vinden in het appeltheater de masterclasses plaats onder leiding van regisseur en appelacteurs. ’s avonds worden alle ingestudeerde scènes achter elkaar gespeeld. Door te mailen naar
[email protected] ontvangt u info of doet u een reservering. www.toneelgroepdeappel.nl, Toneelgroep De appel Den Haag Theater a la Carte speelt de voorstellingen Hoezo?Loverboys, ;-)Cybrrr!!! en Bezopen. via theater in korte scènes gaan de spelers in discussie met de zaal. er worden geen oplossingen gegeven, maar vragen gesteld. De oplossingen moeten uit de zaal komen. Duur 90 minuten. groepen tot maximaal 150 leerlingen. Het project voor leerlingen vanaf 12 jaar wordt op locatie, dus op de scholen, uitgevoerd. Theater a la Carte beschikt zelf over een (bescheiden) licht- en geluidsinstallatie, waarvoor geen krachtstroom nodig is. De kosten bedragen € 900,-- voor één keer spelen, € 1.350,-- voor twee keer spelen op één dag en één locatie. www.theateralacarte.nl/loverboys.html
Hussein Chalayan - Final foam dresses Zie: Modeontwerpwedstrijd
examentour Dier is een schitterende examentour/kijkwijzer naar aanleiding van het vmbo-examenthema 2010 Beest-achtig. Deze kijkwijzer kunt u op eigen gelegenheid gebruiken of als inleiding met een museumdocent boeken. echter, een deel van de kunstwerken bevindt zich in Wonderkamers, waar ook andere scholen aanwezig kunnen zijn. neem daarom, om alles goed te laten verlopen, minimaal drie weken van te voren contact op met de afdeling educatie door te bellen naar marjan Pols op (070) 3381120. www.gemeentemuseum.nl > jeugD > jeugd 12-18 > Programma educatie 2009 - 2010 > Programma educatie, gemeentemuseum Den Haag modeontwerpwedstrijd wordt t/m 23 november georganiseerd door Museum Boymans van Beuningen tegelijkertijd met de expositie The Art of Fashion waarin kleding wordt geëxposeerd van ontwerpers die zich op het snijvlak van mode en kunst begeven met materialen die normaal gesproken niet voor kleding worden gebruikt. ook is een opstelling van het jongerenmerk Paul West te zien. Deze exposities lopen t/m 10 januari 2010. Deze speciale ontwerpwedstrijd is voor jongeren tussen de 15 en 25 jaar. Laat je inspireren door de tentoonstelling! Lever uiterlijk 23 november je ontwerp (tekening, schets, foto of kledingstuk) in. De winnaars mogen hun ontwerp in 3D realiseren. De genomineerde ontwerpen worden op 10 januari 2010 in het museum getoond. Het winnende ontwerp zal een aantal maanden in het museum te zien zijn. voor meer inspiratie kun je deelnemen aan één van de workshops die dit jaar in het museum worden georganiseerd. meer informatie over de wedstrijd, de inzendingseisen, de workshops en de expositie op de site. www.boymans.nl > activiteiten, museum boijmans van beuningen rotterdam Internationale fotowedstrijd voor kinderen tussen 10 en 14 jaar wordt georganiseerd door Cordaid Kinderstem en ASN Bank. Ze nodigen kinderen in nederland én in ontwikkelingslanden uit spelende kinderen te fotograferen. op deze manier vragen ze aandacht voor de 100 miljoen kinderen die wereldwijd op straat leven. T/m 22 november 2009 kunnen foto’s ingezonden worden. Zie de site voor de spelregels van de wedstrijd. www.voordewereldvanmorgen.nl > Stem op de foto’s of doe mee!
Workshop What’s Your Story? Basisschool De Nieuwe School (2009) Zie: Foam
Foam verwelkomt graag groepen voor workshops en rondleidingen. u kunt kiezen uit groepskortingen, (actieve) rondleidingen, workshops, persoonlijke rondleidingen en arrangementen op maat. Wilt u zich aanmelden voor workshops of rondleidingen? bel in dat geval met de planner educatie Katerien ter meulen op (020) 5516500 of mail naar
[email protected]. www.foam.nl > foam_for you > groepen en rondleidingen, Foam amsterdam
exposities Dick Ket - tekeningen en grafiek is t/m 29 november te zien in Museum voor Moderne Kunst te arnhem. Dick Ket (1902-1940) was graficus, tekenaar en schilder met een geheel eigen stijl. ook nieuwe aanwinsten van het museum worden tentoongesteld. www.mmkarnhem.nl > nederlands > tentoonstellingen edgar Fernhout modernist is van 14 november t/m 14 februari 2010 te zien in Museum voor Moderne Kunst te arnhem. Deze overzichtstentoonstelling met de subtitel De sprong is nu gemaakt brengt aan de hand van een honderdtal werken Fernhouts sprong van realisme naar abstractie in beeld. als zoon van Charley Toorop en kleinzoon van jan Toorop werd de jonge edgar Fernhout (1912-1974) al vroeg gestimuleerd om te gaan schilderen. www.mmkarnhem.nl > nederlands > tentoonstellingen, museum voor moderne Kunst arnhem herman Gordijn binnenstebuiten laat t/m 3 januari 2010 in Museum De Fundatie gordijns nieuwste schilderijen en een serie van tien nieuwe etsen centraal staan. Daarbij schreef gerrit Komrij tien gedichten. Herman gordijn (Den Haag, 1932) is bij het grote publiek bekend vanwege zijn schilderijen van vrouwen, waarbij hij een voorkeur aan de dag legt voor markante modellen, die meestal niet beantwoorden aan het gangbare schoonheidsideaal. De collectie van het museum is zeer divers: van schilderijen en tekeningen tot beeldhouwwerken en kunstnijverheid. De collectie biedt dus vele mogelijkheden om aan te sluiten op het kunstonderwijs in het primair en voortgezet onderwijs. In overleg met de educatief medewerker kan een museumbezoek zodanig vorm-
Anton Mauve Rit langs het Scheveningse strand (1876) Zie: Anton Mauve
Hermitage Amsterdam in de schemering
gegeven worden dat het een goede aanvulling is op de lessen op school. naast de museumlessen die het museum kan bieden, is het ook mogelijk beeldmateriaal of inhoudelijke informatie aan te vragen om een eigen museumles samen te stellen. er is veel mogelijk! voor vragen of het boeken van een museumles kunt u contact opnemen met de educatief medewerker via
[email protected] of via (0572) 388188. www.museumdefundatie.nl, museum de Fundatie Zwolle
leerlingen van de basisschool verzorgt het museum bij iedere tentoonstelling een speciaal educatief programma. Schoolklassen zijn van harte welkom tijdens schooltijden. reserveren is gewenst. www.museumdebuitenplaats.nl, museum De buitenplaats eelde
anton mauve is een unieke duo-presentatie van Teylers Museum en Singer Laren met de grootste overzichtstentoonstelling ooit rond de schilder anton mauve (1838-1888) met een bomvol programma van lezingen, workshops, rondleidingen, wandelingen, speurtochten en educatieve pakketten. De meester van het zilveren licht, zo staat de neef en leermeester van vincent van gogh bekend. Hij is ook de man die Het gooi tot het Land van Mauve maakte. eén tentoonstelling op twee locaties. In Haarlem waar anton mauve opgroeide en zich ontwikkelde tot een vooraanstaand kunstenaar, bevindt zich het eerste deel van de expositie. In Laren waar mauve uitgroeide tot een schilder met internationale faam, is het tweede deel van de tentoonstelling te bezoeken. Tijdens de tentoonstelling die t/m 17 januari 2010 loopt, zijn tal van activiteiten georganiseerd. bijvoorbeeld de wandeling door Laren In de voetsporen van Anton Mauve. Deze is gratis te downloaden en te beluisteren als geluidsbestand (mp3). www.anton-mauve.nl, Teylers museum Haarlem, Singer Laren harmen abma is tot 13 december het onderwerp van een overzichtstentoonstelling in Museum Belvédère. Deze expositie van de in 2007 overleden Friese kunstenaar concentreert zich op de werken die hij in de periode 19952007 maakte. In die periode experimenteerde abma met het beschilderen van op betongaas gespannen linnen. www.museumbelvedere.nl > eXPoSITIeS > Harmen abma, museum belvédère Heerenveen matthijs Röling, Schilderijen in klein formaat illustreren t/m 6 december in Museum De Buitenplaats met de bij deze expositie gekozen kleinoden de grootsheid van zijn kleine formaten. voor de
Zie: Pioniers van de Moderne Kunst
actief met CKv
actief met CKv
Paul Cézannne - Harlekijn (1888) Zie: Docentendagen Gemeentenuseum Den Haag
Pioniers van de moderne Kunst wordt van 6 maart 2010 t/m 17 september 2010 de tweede tentoonstelling in de Hermitage Amsterdam en toont een van de beste collecties Franse schilderkunst ter wereld uit het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw. Deze deelcollectie uit de Hermitage van St.-Petersburg omvat de mooiste schilderijen van onder andere Picasso, matisse, van Dongen, De vlaminck en Derain. Zij worden als de pioniers van het modernisme beschouwd. www.hermitage.nl, Hermitage amsterdam een stoet van beelden - tien Nederlandse beeldhouwers is t/m 14 maart 2010 in het Kröller-Müller Museum een keuze van gastconservatoren rudi Fuchs en maarten bertheux uit werk van tien nederlandse (of in nederland werkende) beeldhouwers van de generatie die in en rondom de Tweede Wereldoorlog is geboren. Het gaat om figuratieve, abstracte en vooral recente werken van adam Colton, jeroen Henneman, michael jacklin, jos Kruit, jan maaskant, avery Preesman, Shinkichi Tajiri, Piet Tuytel, Peer veneman en Leo vroegindeweij. De zaaltekst die door Fuchs en bertheux is geschreven, en die dieper ingaat op het individuele werk van de tien kunstenaars, kan gedownload worden van de website van het museum. www.kmm.nl, Kröller-müller museum otterlo
www.CKplus.nl: overzicht van bijna 400 lopende exposities, informatie op trefwoord over 1200 musea www.CKplus.nl/extra7.html: overzicht van culturele manifestaties en exposities www.CKplus.nl/extra12.html: 190 stadswandelingen en kunstroutes
[email protected]: voor reacties en opgave gratis CKplus.nl-nieuwsbrief
47
De nieuwe Intro - muziek voor de onderbouw BE
L
EV
EN
VO Intro staat al jaren garant voor een aansprekende muzikale inhoud, heldere O R O structuur en sterke vormgeving. De derde druk van Intro biedt u wederom NZ E RE IS actueel muziekmateriaal en volop inspiratie voor uw vak! G
ID
t aa
r m n aa j de 40 stu n en da oler e o m sch or o v
handzaam: ÉÉN LEERWERKBOEK
rk n pe w e1 vmbo oe r g ten
vanaf
UITSTEKENDE EN GOED GEÏNTEGREERDE ICT PARIJS 3-daagse touringcarreis, heen en terug dagrit, hotel*/** 3-persoonskamers, douche/toilet, L+O
q 189,00 p.p.
vanaf
BERLIJN 4-daagse touringcarreis, heen dag- en terug nachtrit, Jugendhotel, meerpersoonskamers, L+O UITSTEKENDE DOCENTENONDERSTEUNING
q 189,95 p.p.
1 thv
vanaf
MADRID 4-daagse vliegreis, Eindhoven - Madrid vv (incl. verplichte taxen), hostel meerpersoonskamers, L+O t een
rachten me t bij de opd
DOORLOPENDE LEERLIJNheen dag- en terug nachtrit, youth hostel, meerpersoonskamers, L+O LONDEN 3-daagse touringcarreis, re die je
-rom staat
Op deze dvd
eersoftwa de compon
nodig heb
AANTREKKELIJK GEPRIJSD! Muziek
onderb voor de
ouw
ROME 4-daagse vliegreis, Weeze of Charleroi - Rome vv (incl. verplichte taxen!),
q 219,00 p.p. vanaf
q 209,00 p.p.
1 thv
hotel** 4-6 p.kamers, douche/toilet, L+O
76,00 p.p.
vanaf
kboek
ermars Joost Ov de Putte Ruth van aar Tempel Wouter Timmer Mirjam Vriend de ub Hu Zweers Michiel
q 211,00 p.p.
vanaf
q VA N:
leerwer
hostel,en meerpersoonskamers, L+O bovenal zeer
DIT BO EK IS
Intro
BARCELONA 4-daagse vliegreis, Weeze of Charleroi - Girona vv (incl. verplichte taxen!),
S!
FLORENCE 5-daagse touringcarreis, heen en terug nachtrit, hotel*** Montecatini,
vanaf
q 169,95 p.p.
meerpersoonskamers, halfpension
vanaf
PRAAG 4-daagse touringcarreis, heen dag- en terug nachtrit, hotel*/**, 2-3 p.kamers douche/toilet, L+O Informatie
IS VA DIT BO EK
q 105,00 p.p.
N:
SICILIË 4-daagse vliegreis, Weeze - Trapani vv (incl. verplichte taxen!), hotel**, 3-4 persoonskamers, halfpension
Wilt u meer weten over de nieuwe Intro onderbouw? Bestel een Genoemde tarieven bij 46-60 deelnemers bij touringcarreizen en vanaf 10 deelnemers bij vliegreis Madrid, Barcelona en beoordelingsexemplaar
[email protected] of bekijk Rome, 36 deelnemers bijvia vliegreis Sicilië. Periode november-februari (Sicilië april-oktober). IntroBijonderbouw op www.intro-online.nl. touringcarreizen: elke 16e deelnemer gratis en reisverzekering inbegrepen! U kiest uw eigen vertrekdatum! Service waar u recht op heeft! Meer of minder deelnemers? Meer reisdagen? Andere periode? Of een ander reisdoel in Europa? BEL ONS VOOR EEN VRIJBLIJVENDE OFFERTE OP MAAT !
EUROPA SPECIAAL REIZEN - HET WARGAREN 5 - 5397 GN LITH - TEL. 0412-481000
[email protected] www.europaspeciaalreizen.nl U REIST PER KEURMERK TOURINGCAR: VEILIGHEID EN COMFORT !
48
vanaf
q 299,00 p.p.