S sa am m en en h w an er g ki e n n g
a: em h T
7/8
juli / augustus 2011
T i j d s ch ri ft vo o r k u n s t e n c u l t u u r i n h e t o n d e r w i j s
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 1
16-06-11 11:39
juli / augustus 2011
Aan deze Kunstzone werkten de volgende vakvereinigingen mee
BDD Beroepsvereniging Docenten Theater en Drama Secretariaat & Administratie, Postbus 178, 8260 AD Kampen
[email protected], www.docentendrama.nl
NBDK Nederlandse Beroepsvereniging van Danskunstenaars Bureau NBDK:
Het jaar loopt op zijn eind en dan wil ik alvast gaan weggooien. Daar ben ik een echte sukkel in. Weggooien is beslist niet mijn sterkste kant. Trek ik een la open, dan kijk ik naar dingen die ik daar met een reden in stopte. Niet met de bedoeling herinneringen op te halen, maar omdat ik dacht er nog iets aan te hebben. Hoe naïef. Ik kom er steeds meer achter dat ik dingen wegstop,
Postbus 1225, 1500 AE Zaandam
omdat ik er nog geen afstand van kan doen. Vaak niet omdat
Tel. (06) 39452989/(06) 39452988
het enig nut heeft. Wanneer ik alles uitstal op mijn bureau, is
[email protected] www.nbdk.nl
VKAV
veel per ongeluk daar terecht gekomen. Het meeste is achterhaald door de tijd of doordat ik tot een ander inzicht ben geko-
Vereniging Audiovisuele Educatie
men. Zo verzamel ik krantenartikelen voor KUA, die ik eigenlijk
Zwanenkamp 275, 3607 SE Maarssen
nooit gebruik, omdat Digischool, YouTube en Artchive er zijn.
[email protected], www.vkav.nl
VLLT Sectie Nederlands Vereniging Leraren Levende talen
En mijn boeken, dozen vol! Iedere keer wanneer ik bij de Slegte kwam, nam ik minstens een armvol mee. Mooie afbeeldingen die me jeuk bezorgden. Energie absorberend bladerde ik ze
Binnenhof 62, 1412 LC Bussum
door en zette ze daarna in de kast, om daarna slechts spora-
Tel. (035) 6783254
disch er nog uitgehaald te worden. Tijd voor verandering,
[email protected] www.levendetalen.nl -> Talensecties -> Nederlands
bevrijding! Een nieuwe regel waart door ons huis. Alles wat het
VLS
afgelopen jaar niet in handen is geweest, is vogelvrij. Rede
Vereniging Leraren Schoolmuziek
versus emotie, maar het ruimt wel op. De gemeentelijke stort
Vereniging Onderwijs Kunst & Cultuur
doet door mij sinds kort goede zaken. Niet alles gaat weg.
Secretariaat: Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo
Ik heb mijn planken leeggehaald en alle boeken die mooi zijn
Tel. (0546) 491745
naar de schoolmediatheek gebracht, tot het daar geslachtofferd
[email protected] www.vls-cmhf.nl Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 oktober
VONKC
wordt door dezelfde regel. Alleen het meest dierbare houd ik. Ik ben niet van staal.
Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur
Laatst liep ik na de lessen door mijn lokaal. Even wat rommel
Secretariaat:
opruimen. Achterin staat een rij van die grijze kasten, beplakt
Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo. Tel. (0546) 491745
met linoleum waarop we leerlingenwerk prikken. Ik realiseerde
[email protected],
me dat een kast eigenlijk nooit meer open gaat. De kast met
www.vonkc.nl
Weggooien is zonde?
2
Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
Colofon
Abonnementen: binnenland € 49,75 buitenland € 72,50 Het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november.
KUNSTZONE
REDACTIE
VERKOOP ADVERTENTIES
Tijdschrift voor kunst en
Jan van Gemert
Jan Verschaeren
cultuur in het onderwijs
Olga de Kort-Koulikova
Kluppelshuizenweg 32
NUMMER 7/8,
Saskia van der Linden
7608 RL Almelo
juli / augustus 2011
Twan Robben
tel. (0546) 491745
Kunstzone wordt uitgegeven
Paul Rooyackers
[email protected]
door Stichting Kunstzone.
Thea Vuik
HOOFD- EN EINDREDACTIE
Wil & Hans Weikamp
VORMGEVING EN DRUK
Janneke van Wijk
Drukkerij Libertas
Ruud van der Meer
Bunnik
[email protected]
www.libertas.nl
Jan Verschaeren
[email protected]
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 2
16-06-11 11:39
3
Inhoud onze zeer uitgebreide diacollectie. Jarenlang liefdevol onderhouden. Alles keurig op periode en naam en met een prachtige
Thema: Samenhang en samenwerking Samenhang... hoe gaat dat?
beeldkwaliteit. Ik zal u zeggen, ik heb niet eens meer een projec-
Alle ins en outs over samenhang en samenwerking
tor hangen. De laatste Leitz is jaren geleden vervangen door
So you think you’ re an architect?
een beamer. Ik kan de dia’s niet eens meer bekijken, behalve
Leids architectuurproject met kenmerken van samenhang
dan op de sorteerbak die ik nog ergens achterin onder het stof
Terra Art Projects
in het magazijn aantrof. Ik liep er naartoe en realiseerde me dat
Omgang met en creatie van kunst als wisselwerking tussen inwoners
ik ook al jaren over een ding heen stap, een epidiascoop. Geen bekende term? Voor de junioren onder ons: daarmee kon je
12
Spellen ontwikkeld door Kunstbalie
14
Vroegbloeiers Eindpresentatie dans samen met andere disciplines
stikdonker lokaal. De lichtopbrengst was vreselijk, maar het was
Educatief muziekfeest
tenminste iets. Je klemde met een door een hendel bestuurd
Muziek- en dansfestijn ter promotie van muziekverenigingen
platform een boek tegen een glasplaat. Boek uit zijn fatsoen,
EAS Student Forum 2011 Gdansk
Wie het wil, mag alles hebben. Weggooien is zonde?
8
De hokjesgeest voorbij
afbeeldingen uit een boek op een scherm projecteren, in een
maar je had wel die ene afbeelding die je precies nodig had.
4
16 18
Studentenforum als voorbereiding van presentatie op EAS Conferentie 20
EAS Conferentie 2011 Gdansk Verslag van de jaarlijkse EAS Conferentie
21
Musiceren en componeren in een muziekproject Aan Amir Pool is niets oud of stoffig. Een man die vele petten
Zingen, spelen en componeren in een allround-muziekproject
22
droeg, waaronder die van waarnemend voorzitter van de VLS, penningmeester en vakbondsman. Vele jaren lang werd de VLS gesterkt door zijn tomeloze energie en passie voor de vereniging, het onderwijs en zijn grote liefde de muziek. Amir heeft nu weer tijd om te musiceren, samen met familieleden. Geniet ervan Amir! Goed dat mijn één jaar regel, niet bij iedereen in gebruik is en zeker niet slaat op muziekinstrumenten en - voor mij - op mijn verfkwasten. Ruud van der Meer
STICHTING KUNSTZONE
© STICHTING
Omslag:
Jan Verschaeren
KUNSTZONE
Wastafelwand
Kluppelshuizenweg 32
Niets uit deze uitgave mag
Foto: Theo Janssen
7608 RL Almelo
worden verveelvuldigd
[email protected]
en/of overgenomen zonder
Zie:
www.kunstzone.nl
schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN: 1570-7989
En verder @Web Digizone Nieuw online Kenniscentrum Muziekdidactiek Klopt dat wel? Klanksporen Belevingswereld: Gewoon werk Recensies muziekboeken Watch That Sound Boeksignalementen Oproep nieuw lid vaksectie Kunst bij CvE Kunst als instinct en menselijke noodzaak Vijf denkwijzen over moderne kunst Rechtsbijstand voor VLS- en VONKC-leden Kick-off thema’s examens beeldend 2012 Museum ontvangt wijkbewoners Ieder kind heeft recht op cultuuronderwijs Wereldtalenten uit Charlois Achief met CKV
11 17 25 26 27 28 29 30 31 32 32 35 36 37 38 40 41 42
‘Terra Art Projects’ Nogmaals Sax voor dove oren In het artikel Sax voor dove oren op de pagina’s 36 en 37 van Kunstzone 5-2011 staat helemaal op het einde van het artikel een telefoonnummer vermeld waarvan het laatste cijfer is weggevallen. De correcte vermelding van het telefoonnummer van Maurice Schmitz is: (024) 3782462.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 3
16-06-11 11:39
4
juli / augustus 2011
Thema: Samenhang en samenwerking Het is een trend! Niet alleen is er al twee keer eerder in Kunstzone over gepubliceerd, je ziet het ook bij de invulling van de onderbouw, in allerlei onderzoeksrapporten en bij projecten van pedagogische centra. De Vereniging voor CultuurProfielScholen gebruikt het als een evaluatiecriterium. Maar wat als je geen Cultuurprofielschool bent en niet mee doet aan projecten als Doendurvendelen? Wat als je docent bent op een gewone school? Hoe kun je in je programma meer samenhang aan de leerlingen aanbieden? In dit artikel verkennen we het landschap. Voor- en tegenstanders komen aan het woord. Zij betreden soms nog duistere gebieden, maar treffen ook heldere uitzichten.
Samenhang… hoe gaat dat? Het landschap tussen voor en tegen Jan van Gemert en Saskia van der Linden
Samenhang is een begrip dat op verschillende manieren opgevat kan worden en daarom veel verwarring schept. Samenhang waarmee en met wie? Maar vooral waarom ‘samenhang’ en voor wie? Is er al sprake van samenhang als je samen met drie docenten vanuit verschillende vakken aan de eindejaarsmusical werkt? Geeft een jaarlijks multidisciplinair project al meer samenhang aan je onderwijs? Of spreek je pas van samenhangend leren als de vakken echt geïntegreerd aangeboden worden? En dan is er nog de vraag waarom je samenhang in je programma wilt nastreven. Tegenargumenten Er zijn veel tegenargumenten. Zo is er de angst dat de ‘kunst’ verloren gaat door de samenhang. De kunstvakken worden enkel ingezet om activiteiten en andere vakken te verlevendigen met bijvoorbeeld een leuke poster of een rollenspel. Ook een tegenargument is dat er een verborgen agenda meespeelt om uren voor een groep vakken te verminderen om daarmee een poging tot bezuinigen te realiseren. Door vakken samen te voegen kan het totale aantal lesuren worden verminderd voor het totaal van de samengevoegde vakken. Ook zijn er praktische bezwaren. Het vraagt een extra tijdsinvestering en er ontstaan problemen als roos-
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 4
ters die niet op elkaar afgestemd raken, bijvoorbeeld door de werkdagen van docenten. Maar er zijn ook inhoudelijke tegenargumenten. Er is weinig overeenkomst tussen de verschillende kunstdisciplines als je kijkt naar de vakspecifieke eigenschappen. Kunstvakken zijn niet als een eenheid aan te bieden, omdat dan de eigenheid van het vak in het gedrang komt. Compositie IV van de schilder Wassilyi Kandinsky en Compositie IV van componist Morgan Guberman, of de structuur van een sonate en de structuur van een sonnet, of de
choreografie binnen dans en de choreografie van de cameravoering, of tenslotte de uitvoering en interpretatie van een dansstuk van Martha Graham en de uitvoering van een eigen ontwerp bij beeldende vormgeving hebben weinig met elkaar te maken. Het is wel mogelijk verbanden tot stand te brengen, maar ze zijn niet intrinsiek aanwezig. Juist om de eigenheid van het eigen vak zijn er bij een grote groep docenten twijfels over de zin van doelbewust samenhang creëren in het programma. Argumenten voor Daar tegenover staan argumenten die pleiten voor samenhang in het programma. Er komt voor de leerling meer samenhang in het leren. Er worden verbindingen gelegd tussen de kunstvakken, wat leerlingen meemaken en maatschappelijke onderwerpen. Het leren krijgt daardoor meer betekenis voor leerlingen.
Argumenten die pleiten voor samenhang Vanuit het leren
Vanuit de vakinhoud
Bransford, Brown en Cocking (2000):
Parsons (2004): Ontwikkelingen in de kunsten
Leerlingen leren pas echt als er sprake is
zelf: veel actuele kunst bestaat uit verschil-
van inzichtelijk en betekenisvol leren. Het is
lende kunstdisciplines.
essentieel dat leerlingen het curriculum als
Bamford (2009): Men ziet elkaar binnen de
samenhangend en niet-gefragmenteerd
kunst- en cultuurwereld, maar ook in het
ervaren. Bamford (2009): Samenhang in het
onderwijs, teveel als concurrenten en leert
aanbod brengt meer leereffecten teweeg
daardoor niet van elkaar.
dan losse, onsamenhangende activiteiten.
16-06-11 11:39
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng Docenten van het Da Vinci College te Leiden zoeken naar verbanden en overlap in hun lesprogramma’s Foto: Saskia van der Linden
Hierbij betrek je veelal de actuele kunst die niet los is te zien is van de maatschappelijke context. Denk aan politieke verhoudingen, westerse versus niet-westerse culturen en milieuproblematiek. Degenen die de actuele kunst als uitgangspunt nemen, wijzen er op dat deze zich met andere vakgebieden bezighoudt en verschillende kunstdisciplines omvat door gebruik van nieuwe media en door het vervagen van grenzen tussen bijvoorbeeld beeldende kunst en theater in performances. Maar ook komen er veel argumenten die pleiten voor samenhang van onderzoekers, onderwijskundigen en schooldirecties. Binnen het project Cultuur in de Spiegel presenteert Barend van Heusden een theorie die samenhangend leren ondersteunt. De diverse argumenten kun je onderverdelen in argumenten vanuit het leren, de vakinhoud en tenslotte vanuit een mensbeeld. In het kader hieronder staan een aantal argumenten genoemd.
g Vanuit een mensbeeld Van Heusden (2010): Kunst is de verbeelding. Cultuur omvat het waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren, waarbij mensen gebruik maken van verschillende media, die weer met elkaar in verband staan. Parsons (2004): De bindende factor voor de kunsten richt zich voornamelijk op manieren van betekenisverlening (levensecht, maat-
Welke tegenstelling? Grofweg zou je kunnen stellen dat de tegenstanders bang zijn de eigenheid van het vak te verliezen in samenhangend leren, terwijl de voorstanders het vooral zoeken in betekenisvol leren vanuit een context. Kennelijk is dit laatste meer waardevol als je afgaat op de theoretische opvattingen zoals vermeld in het kader. Door samenhangend leren krijg je meer leereffecten, meer toepasbare kennis en vaardigheden. Bovendien kunnen de vakken van elkaar leren. Toch concludeert Folkert Haanstra in een literatuuroverzicht1 over integratie van kunstvakken dat de argumenten pro en contra nog weinig onderbouwd zijn door empirisch onderzoek: ‘Er zijn tal van redenen om de doelen, vormen en effecten van vakkenintegratie in de kunsten serieus te onderzoeken. Parsons wijst daarbij terecht op maatschappelijke ontwikkelingen, op onderwijskundige en psychologische ontwikkelingen en op ontwikkelingen in de kunsten zelf. Maar ook degenen die vrezen dat integratie kan leiden tot verlies van vakinhoudelijke kwaliteit, moeten serieus genomen worden. De praktijk laat zien dat de verleiding bestaat om kunstzinnige activiteiten alleen als middel in te zetten.’ Door onderzoek zal duidelijker worden om welke tegenstelling het gaat. Mogelijk is die tegenstelling kleiner dan we soms denken. Er zal in de eerste plaats een duidelijke definiëring van samenhangend leren nodig zijn. Afhankelijk van de bovengenoemde motivaties vat eenieder het namelijk al gauw anders op. Samenwerking Samenwerking is een voorwaarde voor samenhang, zo wordt vaak gesteld. Het gaat hierbij
5
echter ook om de wijze van samenwerken. Want als je goed naar de argumenten vóór samenhangend leren kijkt, is de consequentie dat een enthousiaste samenwerking om tot een leuke eindmusical te komen in veel gevallen niet aan de doelstelling van deze wijze van leren zal beantwoorden. In dit geval is er sprake van een samenvoegend project. Bij dit soort projecten worden de producten van ieder van de vakken aan het eind samengevoegd en zijn de vakken niet echt van elkaar afhankelijk. In veel gevallen zijn de vaardigheden leidend en is de samenhang vooral procedureel van aard. Het hangt af van de mate van initiatief dat een docent naar zich toe trekt. Of van de mate waarmee een docent contacten legt, of juist niet. En samenwerking leidt ook om die redenen regelmatig tot frustraties. Denk aan de docent beeldend die het op een goed moment echt zat is om altijd de folder of het decor te maken of de leden van de kunstvaksectie die er van balen dat zij altijd weer de kar moeten trekken. Bij samenwerking gaat het erom dat eerst stil gestaan wordt bij de betekenis ervan. Wat is het gemeenschappelijke idee en het doel bij waar we aan willen werken? Dan kan vervolgens bepaald worden welke soort samenwerking voorop dient te staan: - Samenwerking waarbij je als vak (of een groepje vakken) leidend bent en andere vakken uitnodigt te participeren; - Samenwerking waarbij de deelnemende vakken een gelijkwaardige inbreng hebben; - Samenwerking waarbij je als vak (of een groepje vakken) volgend of dienend in een activiteit van andere vakken deelneemt. De schoolleiding dient beleidsmatig sturing te geven, opdat docenten ruimte krijgen en nemen om alle vormen van samenwerking aan te gaan. Dit stimuleert een evenwicht binnen de school en waarschijnlijk niet alleen in belasting van docenten, maar ook inhoudelijk. Definitie van samenhang Samenwerking is een voorwaarde, maar is - zoals we zagen - niet het kenmerk dat de samenhang definieert. In de onderbouw komt samenhang terug in de algemene karakteristieken: ‘Leren in samenhang betekent onder andere dat leerkrachten de relaties tussen inhoud uit de verschillende vakken en leergebieden aanbrengen en dat zij leerlingen laten werken vanuit het geheel naar het deel.’ Wellicht dat het perspectief van de leerling nog het meeste duidelijkheid verschaft. Want samenhang tussen de kunstvakken onderling, maar ook tussen kunstvakken en niet-kunstvakken, zorgt ervoor dat een leerling meer
schappelijk relevante en persoonlijke ervaringen).
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 5
16-06-11 11:39
6
juli / augustus 2011
Interview over samenhang Astrid Rass is leerplanontwikkelaar en werkzaam
‘Dat is een beetje afhankelijk van wat docenten
bij SLO, het nationaal expertise centrum leerpla-
willen bereiken en wat je verstaat onder samen-
nontwikkeling. Ze is vanuit SLO projectleider
hang. Een uiterste invulling is onderwijs waarbij
voor het project Cultuur in de Spiegel (Barend
een team van docenten gezamenlijk de hele dag
van Heusden is projectleider vanuit de
een groep leerlingen begeleidt. Samenhang kan
Rijksuniversiteit Groningen) en ze vormt samen
dan ontstaan in de gezamenlijke keuzes voor de
met Antoine Gerrits het Steunpunt voor de
lesinhoud en het samen uitvoeren van de les.
CultuurProfielscholen. Zij publiceerde eerder in
Een andere uiterste is onderwijs waarin docen-
Kunstzone2 over samenhang.
ten afzonderlijk binnen hun vak de leerlingen vakkennis en vaardigheden aanleren, maar dit
Je hebt meerdere keren over samenhang
wel op docentniveau met elkaar afstemmen. Hoe
gepubliceerd en je komt dit thema zowel bij je
je samenhang in het onderwijs vorm geeft, is op
werk op SLO als bij de CultuurProfielscholen en
verschillende manieren mogelijk. Zaak blijft wel
Cultuur in de Spiegel tegen. Wat is buiten alle
om in alle gevallen een duidelijke visie en plan te
argumenten je eigen drijfveer?
hebben en te kijken of dit past bij de leerlingen,
‘Ik heb een beeld van de leerling voor ogen en
de docenten en de school.
vraag me af waar de leerling het beste mee is
Docenten ervaren samenhang soms als iets dat
lingen van cultuur een nieuw kunstwerk ontwer-
gediend. Een leerling doet vooral buiten school
er ook nog bij moet, en zijn bang voor nog meer
pen en uitvoeren. Ze ontwerpen een ‘technisch’
van alles in samenhang en dat is zijn natuurlijke
vakoverstijgende projecten. Maar samenhang
kunstwerk waarin letterlijke of elektronische
manier van leven en leren. Als je met leerlingen
die aansluit bij leerlingen en is gestoeld op een
bewegingen moeten zitten. Ze doen onderzoek
praat, dan hebben zij brede of smalle interesses
gezamenlijke visie en een gezamenlijk aanvaarde
naar technische oplossingen en de betekenis
en talenten waarin ze iets willen leren.
theorie, kan volgens mij juist voor verlichting
ervan en kijken naar werken van Panamarenko,
Ik zie samenhang veel meer als het linken van
zorgen. Je weet beter wat je wel en niet wilt
Daan Rosegaarde, Theo Janssens en Jean
leerinhouden met de cultuur van de leerling zelf.
doen en kunt dus prioriteiten stellen.
Tinguely.
Wat kan een leerling, wat weet hij, wie is hij, hoe
Het theoretisch kader van Cultuur in de Spiegel
De samenhang zit in de keuze voor verbeelding.
gaat hij met zijn leven om? Dat betekent dat je
biedt mij bijvoorbeeld als leerplankundige de
Een vaardigheid die elk mens bezit en die bij
vanuit je visie van de school keuzes moet maken
mogelijkheid om beter keuzes te overzien en
kunst en techniek in elkaar overlopen. Het mooie
voor een curriculum dat aansluit bij de leerling
deze te beargumenteren.’
bij deze opdracht was dan ook dat de leerlingen
of de groep leerlingen. De afzonderlijke vakken
Foto: Antoine Gerrits
van cultuur en de leerlingen van techniek elkaar
of projecten bieden dan de inhouden die de leer-
Onlangs heb je een aantal studiemiddagen met
goed aanvulden. Waar de ene groep zich hele-
ling verder vormt en verrijkt.’
CultuurProfielscholen rondom samenhang uitge-
maal kon verliezen in de betekenisgeving en het
voerd. Heb je op je vele bezoeken een pareltje
‘verhalende’ van het kunstwerk, was de ander
Mijn ervaring is dat juist het creëren van samen-
aan samenhang gevonden?
groep veel meer gespitst op het bedenken van
hang in het lesprogramma moeilijk te realiseren
‘Op het Jacob Roelandslyceum in Boxtel hebben
technische oplossingen voor het kunstwerk.
is. Ben je het daarmee eens en wat denk je dat
ze het project Uniekfabriek. In dit project gaan
Twee niveaus van verbeelden die complementair
daarvan de oorzaak is?
leerlingen van het Technasium samen met leer-
aan elkaar bleken.’
Verschillen tussen multidisciplinair en interdisciplinair (Uit Grenzen aan samenhang1)
Multidiciplinair
Interdisciplinair
Er wordt over vakken en/of disciplines gesproken.
Er wordt over disciplines en vakgebieden gesproken.
Er worden geen verbanden gelegd tussen de vakken en disciplines.
Er worden verbanden gelegd tussen de disciplines en vakgebieden.
Er wordt geen poging tot integreren gedaan.
Er worden pogingen gedaan tot het integreren van disciplines.
Er ontstaan geen nieuwe discipline- en/of vakoverstijgende inzichten.
Er kunnen nieuwe disciplines en/of vak-overstijgende inzichten ontstaan.
Dit is ook niet het doel.
Dit kan het doel zijn.
De vakken en disciplines leveren elk hun bijdrage in een groter project.
De disciplines hebben elkaar nodig om een probleem op te lossen of een
Ze hebben elkaar niet nodig om een probleem op te lossen of tot inzichten
onderwerp te behandelen. Wanneer een van de gekozen disciplines
en activiteiten te komen en kunnen misbaar zijn in een project.
wegvalt, heeft dit consequenties voor de inzichten die men verwerft.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 6
16-06-11 11:39
7
ruimte krijgt voor inzichtelijk en betekenisvol leren. Wanneer de docent de verbanden tussen onderwijs en de maatschappij aanbiedt, krijgt de leerling een minder gefragmenteerd beeld en dit laatste is weer bevorderlijk voor het vasthouden van de opgedane kennis en vaardigheden. Samenhang is tenslotte van groot belang in de zin van doorlopende leerlijnen, waarbij een leerling bij het opnemen van nieuwe kennis of vaardigheden voortbouwt op eerder opgedane ervaringen, maar ook zicht krijgt op hoe dit in de toekomst uitgebouwd kan worden. Hoe krijg je samenhangend leren? Dat kan bijvoorbeeld wanneer de overeenkomsten en overlap tussen de vakken - maar ook de eigenheid van de vakken - in één verhaal gepresenteerd, besproken, bestudeerd of onderzocht worden. Meestal verbindt een thema de vakken en is zo’n thema relevant voor de leerling, de maatschappij en de kunsten. Bij constructivistisch leren ligt het accent meer probleem- en oplossingsgericht. Centraal staat dan een probleemstelling (een opdracht), leerlingen onderzoeken deze en komen vanuit diverse invalshoeken (disciplines) tot een ‘oplossing’ (een product). In beide gevallen geldt dat: - leerlingen van meet af aan werken aan één (geïntegreerd) product. - vakken van begin tot eind van elkaar afhankelijk zijn. - feiten met elkaar worden verbonden. Fianne Konings1 heeft vakliteratuur vergeleken over hoe je samenhang kunt creëren en signaleert dat er vele uitwisselbare termen worden gehanteerd zoals vakkenintegratie, interdisciplinair, multidisciplinair, maar ook andere woorden als thematisch werken. Konings probeert voorbij het idee van ‘clusteren’ van opdrachten te komen en stelt de ‘interdisciplinaire aanpak’ centraal. Multidisciplinair heeft betrekking op een aantal vakken zoals bijvoorbeeld in een samenvoegend project dat we eerder al noemden. Interdisciplinair wordt verklaard als ‘verschillende takken van wetenschap onderling betreffend of daaruit gevormd’. Het eerste verschil is dat multidisciplinair over vakken blijft spreken, terwijl dit bij interdisciplinair gaat over disciplines en vakgebieden. Zie het schema op de pagina hiernaast. In 2009 zijn een aantal scholen in het kader van het onderzoek van Konings bezocht vanuit vragen over interdisciplinair werken. Er zijn interessante antwoorden uit gekomen: - Er is een onderscheid te maken tussen praktisch interdisciplinair werken en inhoudelijk interdisciplinair werken. Bij praktisch inter-
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 7
disciplinair werken worden de praktische vaardigheden wel ingezet, maar er is weinig tot geen raakvlak met maatschappelijke of persoonlijke onderwerpen. Bij inhoudelijk interdisciplinair werken betreft het thema’s en onderwerpen die professionele disciplines zoals kunst, techniek en natuurwetenschappen met elkaar verbinden, maar ook een maatschappelijk onderwerp aanstippen dat leerlingen bezighoudt. Het werk van een hedendaagse kunstenaar met het onderwerp communicatie via media staat bijvoorbeeld centraal. De praktijk in het onderwijs neigt volgens Konings meer naar praktisch interdisciplinair. - Sommige thema’s lijken gemakkelijker als zinvol voor meerdere disciplines te benoemen. Bijvoorbeeld omdat het eenvoudiger is om op het thema essentiële vragen te formuleren. Te denken valt aan thema’s als Wie ben ik? en Energie of Voedsel. - Projecten waarin de drie werelden van leerlingen, de maatschappij en de kunsten samenkomen zijn zeldzaam. Opvallend is wel dat themakeuze en opdrachten voor VMBOleerlingen meer gericht zijn op het functioneren van deze leerling in de maatschappij. Zo moeten VMBO-leerlingen bijvoorbeeld in opdrachten vaker een kamer of kastdeur schilderen. Bij HAVO/VWO-leerlingen wordt eerder een link naar henzelf gelegd. - Disciplinevaardigheden zijn bij het integreren van vakken wel degelijk van belang voor het welslagen hiervan. Dus in plaats van de poster bij een geïntegreerd project kan ook iets anders gekozen worden. In ieder geval gaat het om een zinvol thema en zinvolle disciplinevaardigheden.
De bestaande projecten en activiteiten moeten verankerd en eventueel uitgebouwd worden, maar vooral gekoesterd. En als er vervolgens een nieuw project aan de horizon gloort, is het van belang dit van meet af aan doelgericht op te zetten. Begin niet met de praktische uitvoering en organisatie, maar met een paar inhoudelijke vragen. Grenzen aan samenhang1 formuleert het zo: 1. Is het gezamenlijk gekozen onderwerp/thema belangrijk en zinvol voor de afzonderlijke (aan het integreren deelnemende) disciplines? 2. Welke essentiële vragen vloeien voort uit het centraal gekozen thema en willen de verschillende disciplines gezamenlijk en afzonderlijk beantwoord krijgen? Als je meer lesstofgericht werkt vraag je je zelf af: Welke nieuwe inzichten worden verworven als je met meer dan een discipline een onderwerp onderzoek/bestudeert? Op deze manier kun je een gezamenlijke activiteit zo ontwerpen dat leerlingen inderdaad samenhangend zullen leren.
Noten 1 Het Lectoraat Kunst- en cultuureducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten heeft in 2009 Grenzen aan Samenhang uitgegeven. Hierin staan een aantal artikelen over samenhang binnen de
Waar te beginnen? Als je alleen staat, moet je klein beginnen. Begin pas met vakoverstijgende initiatieven als je weet wat er op school al gebeurt. Zoek daarom eerst binnen het bestaande programma naar wat de diverse vakken binnen een sectie of leergebied al doen. Mogelijk kom je met schaamte tot de ontdekking dat je collega op diverse momenten hetzelfde doet als jij, zonder dat jullie de leerlingen wijzen op de verbanden. Maar tegelijk vind je binnen het programma een rijkdom aan mogelijkheden tot samenhang die met weinig moeite gerealiseerd kunnen worden. Het gaat dan alleen om een aanpassing in moment, formulering of afstemming. Je kunt verbinding zoeken: - via inhoudelijke thema’s; - gezamenlijke producties; - de vakinhoud: begrippen, perioden, stijlen; - de algemene vaardigheden: reflectie, presentatie; - didactiek: opdrachten aanbieden & beoordelen.
kunstvakken in de vernieuwde onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het heeft bijdragen van Timon Hagen, Fianne Konings en Folkert Haanstra en is te downloaden via www.ahk.nl/fileadmin/download/ahk/Lectoraten/Kunst-_en_cultuureducatie/grenzen-aan-samenhang. pdf. 2 Artikelen in Kunstzone: December 2008, Astrid Rass, Samenhang, Kunst en Cultuureducatie, April 2010, Samenhang en Cultuurprofielscholen, Antoine Gerrits, Astrid Rass en Jan van Gemert.
Link http://durftecombineren.slo.nl: website over samenhang binnen kunst en cultuur, (2009, Astrid Rass en Stéfanie van Tuinen).
16-06-11 11:39
8
juli / augustus 2011
VO
So you think you’re an architect? Samenwerking op alle niveau’s
De makers van het winnende ontwerp volgen een aanvullende workshop bij het Rijnlands Architectuur Platform.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 8
16-06-11 11:39
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng
Yvonne Gallagher en Werner Hendriks Foto’s: Werner Hendriks
Onder het uitdagende motto So you think you’re an architect? wordt november 2010 het eerste deel van het architectuurproject met een prijsvraag afgesloten. In de voorafgaande maanden hebben de leerlingen van 5-VWO zich tijdens de CKV-lessen ingespannen voor een aantrekkelijke inrichting van een deel van het Leidse Biosciencepark gelegen tussen de Hogeschool Leiden, de gebouwen van de voormalige universitaire laboratoria voor anatomie en pathologie, het Bos van Bosman en het museum Naturalis. Inzet vormt het realiseren van een verblijfsvriendelijk studentenpark. De aspirant-architecten worden daarbij terzijde gestaan door een medewerker van het Rijnlands Architectuur Platform en een praktijkarchitect. Een groep van acht leerlingen, waartoe uiteraard de winnende groep behoort, gaat daarna aan de slag met het vervolgtraject in de vorm van een deskundigenforum. Deelname Da Vinci College Dat het Da Vinci College in het architectuurproject kiest voor het braakliggende gebied in het Biosciencepark is geen toeval. Een herinrichting die het gebied een verblijfsvriendelijk karakter moet verschaffen, vormt één van projecten van Stadslab Leiden dat zichzelf neerzet als ‘een broedplaats voor vernieuwing, die Leiden innovatiever, cultureler, spannender
en bruisender wil maken’. Met het project wil het Da Vinci College daadwerkelijk betrokken zijn bij deze ontwikkeling. Zie www.stadslableiden.nl. Voorbereidende lessen Als inleiding op de eigenlijke ontwerpopdracht krijgen de leerlingen les over de inrichting van de openbare ruimte en architectuur. Zij worden aan het denken gezet door Michel de Bakker van het Rijnlands Architectuur Platform en Patrick Colly van Architektenburo Flinterdiep. Behalve dat er in het studentenpark onder andere een openluchttheater/openluchtcollegezaal is gepland, moeten de ontwerpers aanhaken bij de begrenzende inrichting en rekening houden met een flink aantal wensen. Het gebied moet voor een breed publiek veel elementen herbergen voor een aangenaam verblijf. Terreinverkenning Gewapend met al deze wetenschap verkennen de leerlingen in september 2010 het projectge-
9
bied onder leiding van Patrick en Michel. Wat opvalt: - Aan de ene kant bos, aan de andere kant stad. - Saai, somber, verwaarloosd. - Niet levendig. - Ruimte kan veel efficiënter gebruikt worden. Onze toekomstplannen: - Mooi! Fun! Gezellig! Actief! - Een plek voor elk seizoen. - Multifunctioneel. - Toegankelijk voor iedereen. - Goed bereikbaar. Tijdens de CKV-lessen doen de leerlingen hun best om alle wensen die in de ontwerpopdracht zijn opgenomen, in hun plannen een plaats te geven. Uitwerkingen worden duidelijk gemaakt in maquettes, schetsen en collages. Met ondersteuning van oudere leerlingen wordt ook veel gewerkt met het designprogramma Google SketchUp. Dit ontwerpprogramma wordt in de onderbouw op het
Het winnende ontwerp Parc vue d’ensemble
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 9
16-06-11 11:39
10
juli / augustus 2011
Een leerling van het winnende ontwerp Parc vue d’ensemble presenteert het ontwerp van zijn groep.
Het uiteindelijke ontwerp wordt gepresenteerd aan de Leidse wethouder van ruimtelijke ordening in het stadhuis te Leiden.
De leerlingen in gesprek met deskundigen in het projectgebied.
De leerlingen in gesprek met economen, bouwkundigen, wetgevingsdeskundigen en ecologen.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 10
Da Vinci College ook met name in de scienceklassen uitvoerig behandeld. Vervolgens presenteren de projectgroepen hun resultaten aan de klasgenoten en aan een kleine, maar kritische jury. Zowel de goed getroffen onderdelen als de verbeterpunten van de ontwerpen worden door de aanwezige professionals onder woorden gebracht. De deelnemende groepen zijn fanatiek en competitief.
bestemmingsplannen en welke andere juridisch-bestuurlijke belemmeringen kunnen zich voordoen? Komt het plan tegemoet aan levende behoeften? En wie gaat dit alles betalen? In zijn blog schrijft de wethouder achteraf enthousiast over het bezoek van de leerlingen: ‘Goed project, Ik snap ook dat de leerlingen hiermee wonnen! Leuk, professioneel en doordacht.’
Keuze winnend ontwerp Zowel de jury als de klasgenoten spelen een actieve rol in het uitbrengen van nominaties voor de openbare finale op 24 november. In een goed gevuld Kunstblik - een minitheater van het Da Vinci College dat ook voor presentaties word gebruikt - maken de finalisten hun opwachting om in ongeveer tien minuten de uitgebreide jury te overtuigen van de kwaliteit van hun werkstuk. Uit de gepresenteerde plannen wordt na rijp beraad Parc vue d’ensemble uitgeroepen tot het meest belovende. Het winnende ontwerp wordt door juryvoorzitter Michel de Bakker van het Rijnlands Architectuur Platform omschreven als creatief, veelzijdig en met oog voor detail en voor de bestaande omgeving. ‘Lineair, centraal, overzichtelijk’, de ondertitel van het ontwerp, verraadt de doelgerichte aanpak van Pepijn, Nicolas, Thijs, Luuk en Idse van het winnende groepje.
Contextueel leren? Elke activiteit (beroepsmatig of anderszins) speelt zich af in een omgeving. De architect moet zich - om succesvol te zijn - realiseren dat er allerlei zaken zijn waarmee rekening moet worden gehouden. Om aan deze verdieping een bijdrage te leveren worden de ontwerpers van Parc vue d’ensemble in contact gebracht met een groep mensen die werkzaam zijn in ‘ondersteunende deskundigheden’. Gekozen wordt voor vier disciplines: - ecologie en biodiversiteit; - bouwkunde en techniek; - wetgeving, bestuur en ruimtelijke ordening; - economische zaken. De deskundigen worden geworven onder ouders van Da Vinci en deelnemers van Stadslab Leiden. Er word druk handen geschud als de deskundigen en de aspirant-architecten elkaar ontmoeten in het projectgebied. Drie kwartier lang laten de leerlingen het gebied zien aan de forumleden en vertellen zij over het verloop van het architectuur project. Na enige aarzeling komen boeiende en verhelderende gesprekken van de grond. Zo maken de economen duidelijk dat een gebied zijn waarde mede ontleent aan de waarde van de omgeving. En geeft de specialist biodiversiteit aan hoe de beoogde overgang vanuit het Bos van Bosman richting Naturalis vorm zou kunnen worden gegeven.
Het vervolg Het is niet voor het eerst dat leerlingen van Da Vinci College bij CKV bezig zijn met architectuur. Anders dan voorgaande jaren krijgt het project nu een vervolg, want de makers van Parc vue d’ensemble aangevuld met een aantal opvallende talenten uit de andere architectuur groepjes zijn een ochtend te gast bij het Rijnlands Architectuur Platform. In de geplande workshop wordt het ontwerp nogmaals kritisch tegen het licht gehouden. Nieuwe keuzes worden gemaakt en uit het grote aantal schetsen worden keuzes gemaakt voor nieuwe verfijningen. Vooral op de centrale thema’s van het ontwerp - een openluchttheater en een of meer landmarks - worden talloze varianten bedacht en uitgewerkt. Veel aandacht wordt besteed aan een evenwichtige afstemming tussen het ontwerp en de bestaande omgeving. Vervolgens worden de talenten uitgenodigd om hun architectuurontwerp te presenteren op het Leidse stadhuis aan wethouder Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken Pieter van Woensel. In zijn commentaar merkt de wethouder op dat ontwerpen het beginpunt is van de (her)inrichting van een gebied. In het traject tussen ontwerp en realisatie moeten nog talloze hordes worden genomen: Is hetgeen op de tekentafel is bedacht technisch uitvoerbaar? Is het betaalbaar? Hoe zit het met
In gesprek met de deskundigen De leerlingen hebben in de voorbereiding op deze dag duo’s gevormd. Elk tweetal zal zich in een van de deskundigheden verdiepen. Als intermezzo geeft Michel de Bakker van Rijnlands Architectuur Platform zijn visie op het project waarin hij een forse bijdrage heeft geleverd. Bij het laatste onderdeel van de bijeenkomst doen de duo’s verslag van het besprokene. Op de vraag in hoeverre een en ander voor hen aanleiding is voor aanpassingen, moeten ze in de meeste gevallen het antwoord schuldig blijven. En dat is misschien aanleiding voor een verdere verdieping van het project bij de volgende editie! Yvonne Gallagher en Werner Hendriks zijn beiden docent op het Da Vinci College te Leiden.
16-06-11 11:39
11
@web Helemaal niet op tijd Thea Vuik
Toen ik laatst in het NRC las over de techniek van de GigaPan Time Machine - geboren uit een opmerkelijk samenwerkingsverband van NASA, Carnegie Mellon University en Google - moest ik onwillekeurig denken aan Suske en Wiske die ooit in de persoon van professor Barabas een geweldige compagnon vonden. Vandaar dat ik begin met een kort stukje kunstgeschiedenis van de koude grond. In het eerste Suske en Wiske album Het eiland Amoras komt uitvinder Barabas op de proppen, terwijl hij al slaapwandelend een vaas steelt van tante Sidonia. Hij wordt op heterdaad betrapt door tante en Wiske en legt uit dat deze vaas heel oud is en zegt daarbij: ‘Ik zou haar willen gebruiken voor een proefneming met mijn teletijdmachine.’ Ze zien dankzij de tijdmachine dat er een document in de vaas zit van kapitein Sus Antigoon die eeuwen terug naar de Stille Zuidzee op ontdekkingsreis ging en daar met zijn bemanning op een verlaten eiland strandde. De schipbreukelingen stichtten daar een staat ‘waar wij de tradities en de geest van de Nederlanden in ere zullen houden’. Sidonia, Wiske en Barabas vliegen naar het eiland en maken daar kennis met Suske die als enige afstammeling van de kapitein nog over is gebleven. Suske die uiteindelijk niet meer van Wiske wil scheiden, besluit mee terug te reizen naar de ‘beschaving’. Het grappige is dat deze tijdmachine niet veel meer deed dan een soort van videobeelden vertonen. Pas later lukte het Barabas de teletijdmachine in te zetten om personen te transporteren naar een ander tijdstip. Daardoor kon Jerome zijn intrede doen in de avonturen van Suske en Wiske: hij reist aan het eind van het verhaal in De dolle musketiers met zijn nieuwe vrienden - die door de tijdmachine een stapje in de tijd waren teruggezet - mee naar de toekomst. Terugspoelen kunnen wij onze video’s, vooruitspoelen ook. Voorspellende filmpjes kunnen we niet laten zien. We kunnen de tijd wel versnellen of ‘overslaan’ door de zogeheten timelapse-techniek. Je neemt een foto, wacht een tijdje en je neemt weer een foto…..als je al die foto’s achter elkaar plakt en afspeelt als film, zie je een bijvoorbeeld in een paar seconden een knop veranderen in een uitgebloeide bloem. Ooit Koyaanisqatsie gezien? Deze film heeft aan de muziek van Philip Glass én deze techniek zijn bestaansrecht ontleend. Wat is dan het vernieuwende van deze GigaPan Time Machine? Terwijl de video afspeelt, kun je gewoon inzoomen en het beeld verplaatsen (pan en tilt). Zo kun je tijdens het kijken je aandacht meer en meer focussen op details. Het beeld wordt toch niet onscherp, omdat er met hoge resoluties gewerkt wordt. Op http://timemachine.gigapan.org/wiki, de demonstratiesite van Gigapan, vind je als start een vijftal timelapse-video’s nieuwe stijl van een paar minuten. Ook vind je er uitleg hoe en waar je deze techniek kunt inzetten, hoe je op deze site timelapse-video’s kunt aanpassen (time warps) en hoe je zelf timelapse-video’s kunt aanleveren.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 11
16-06-11 11:39
12
juli / augustus 2011
Terra Art Projects Janneke van Wijk
Van culturele instellingen wordt door de overheid de komende jaren verwacht dat zij sterker aansluiting zullen zoeken bij hun publiek. Door cultureel ondernemerschap kunnen zij het financiële en maatschappelijke draagvlak van hun activiteiten vergroten. Een van de doelen van Terra is om een gunstig nietmuseaal kunst en cultuurklimaat en -beleid te bevorderen. Terra ziet de omgang met en de creatie van kunst als een wisselwerking tussen alle inwoners, of dit nou de kunstenaar, de politiek, het bedrijfsleven of de kunstliefhebber betreft. Door ondernemerschap en verdere professionalisering beoogt Stichting Terra Art Projects het draagvlak voor kunst en cultuur in de derde stad van Zuid-Holland Zoetermeer en de regio te vergroten. Natalie Vinke en Ed Boutkan van het projectbureau lichten hun visie toe. Samenwerking maakt lokale samenleving sterker Elke maand organiseert Terra een ontmoetingsavond voor kunstenaars en kunstliefhebbers. Op deze avonden kun je binnenlopen met ideeën, voorstellen en vragen over alles op het gebied van kunst. Je kunt er van gedachten wisselen met mensen met dezelfde interesses. Ook het concept community art waarbij kunstenaars en burgers samenwerken bij een project of kunstwerk komt regelmatig terug. Ed Boutkan: ‘Samenwerking met andere cultuuraanbieders is belangrijk voor Stichting Terra Art Projects. Deze samenwerking kan een gezamenlijk thema betreffen. Er wordt samengewerkt met kunstenaars uit Zoetermeer, maar
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 12
ook uit de rest van het land of uit andere landen zoals de zusterstad Xiamen in China. Verbindingen aangaan tussen verschillende kunstvormen, het verkrijgen van informatie en het stimuleren van kunstprojecten en activiteiten, elkaar activeren. Dit gebeurt door kleinschalige presentaties, optredens, lezingen, exposities, thema’s en het uitwisselen van ervaringen of ideeën. Kennismaking met andere kunstvormen kan tot verrassingen en inspiratie leiden.’ Moderne media, muziek en poëzie TIME is een project waarbij moderne media, muziek en poëzie worden samengevoegd. De deelnemende kunstenaars bundelen hun disciplines. De expositie bestaat uit video, beeldprojecties, fotografie en (live) muziek. Tijdens de openstelling zijn er in de weekenden live performances van de band Glimlicht. De expositieruimte Het TERRATORIUM wordt in duisternis gehuld. Het publiek gaat de ‘tijd’ beleven door het tonen van de videofilm Juan (Ien Dobbelaar), overgaand in experimentele muziek (Glimlicht), afgewisseld met lichtelementen en projecties (Ton van Zeijl). Na verloop van tijd onthult het gehele project zich en kan men alle tijd nemen de kunstwerken te bekijken. Na chaos, muziek, stilte, licht en donker is er tijd verstreken. Natalie Vinke: ‘Glimlicht bestaat uit een groep jonge muzikanten die experimentele muziek en poëzie boeiend weet te verweven. De teksten komen van Mike Molenbroek. In 2007 won hij Kunstbende Taal met zijn combinatie van poëzie en muziek. De band Glimlicht laat zich moeilijk omschrijven, maar leunt het meest tegen psychedelische post-rock met invloeden van Godspeed You Black Emperor. Ook zijn er
raakvlakken met Mothers of Invention en Pink Floyd.’ Zie www.glimlicht.nl. Ien Dobbelaar werkt naast het schilderen veel met video, fotografie en installaties. Voor dit project zal zij zich voor nieuw werk laten inspireren door het repertoire van Glimlicht. Zie www.iendobbelaar.nl. Jaarringen Bij de groei van cellen in de stam van een boom ontstaat elk voorjaar en zomer een zichtbare ring. Elke ring vertegenwoordigt een jaar uit het leven van de boom en de breedte van de ring geeft aan hoe snel de boom is gegroeid. Dit symbool, de jaarring, heeft Stichting Terra Art Projects gekozen voor een periodiek te organiseren kunstmanifestatie. (Inter)nationale kunstenaars worden genodigd om vanaf 2011 specifiek werk te realiseren. In 2009 startte Terra Art Projects de ontwikkeling van het kunstproject Jaarringen, waarbij een oude slogan Zoetermeer, stad tussen de parken als uitgangspunt werd gekozen. De parken van Zoetermeer vormen een onderscheidend gegeven ten opzichte van andere steden in de regio en andere new towns door de manier waarop deze natuur ‘ontworpen’ is. Door te kiezen voor bekende (inter)nationale kunstenaars beoogt de Stichting Zoetermeer landelijk te profileren als serieus domein voor professionele kunst. Natuur is actueel voor de bewoners die er wandelen, hun hond uitlaten,
16-06-11 11:39
Foto’s: Dirk Jan Hoogerdijk
Kunstenaar en architect Daan Roosegaarde maakt interactieve landschappen, die intuïtief reageren op geluid en beweging. Interactive Landscapes is zijn eerste boek en biedt een futuristische kijk op de alledaagse werkelijkheid.
sport beoefenen, rondhangen, doorheen fietsen, en genieten van de natuur. Natuur is actueel in het behoud ervan. Natalie Vinke: ‘Dat de natuur de kunst kan voeden, weten we, maar de vraag is: kan kunst op haar beurt de natuur voeden? Kan kunst bijdragen aan welzijn, leefbaarheid, natuurbehoud in Zoetermeer?’ Het uit jaarringen opgebouwde beeldmerk van het project vormt letterlijk verbindingen op de plattegrond van Zoetermeer. Daarnaast zullen de tweejaarlijkse projecten steeds specifiek voor de geldende jaarring worden ontwikkeld, waardoor de identiteit van deze ring benadrukt wordt. Hierdoor worden de verschillende profielen van Zoetermeer met elkaar in verband gebracht, en wordt er door middel van kunsttoepassingen samenhang gecreëerd voor bewoners en bezoekers. Interactieve landschappen Voor de vormgeving van de eerste fysieke jaarring rondom de Dobbeplas heeft Terra Art Projects Daan Roosegaarde benaderd. Op deze locatie, waar oud en nieuw elkaar ontmoeten op de meest gebruikte verbindingsroute en waar plannen liggen om de verbinding in de toekomst te versterken en een cultureel karakter te geven, heeft Daan Roosegaarde een interactief landschap ontworpen, dat reageert op geluid en beweging.
Roosegaarde speelt een toonaangevende rol in de innovatieve kunststroming New Dutch Digital Design, kunstenaars die de grens tussen mens en computer onderzoeken. Zoals Dune, een interactief duinlandschap bestaand uit honderden LED-lampjes. Onlangs presenteerde hij in Parijs Lotus 7.0, een ‘levende’ muur. Als mensen de installatie benaderen, openen door de lichaamswarmte honderden bloemen van folie. ’We staan aan de dageraad van een nieuwe natuur,’ aldus Roosegaarde. In 2009 won Roosegaarde de Dutch Design Award voor beste autonoom ruimtelijk ontwerp met zijn werk Flow 5.0. Zijn werk is onder meer te zien geweest in de Tate Modern, het Nationaal Museum in Tokio, het Victoria and Albert Museum in Londen en op diverse openbare plekken. Natalie Vinke: ‘De vernieuwende kunstwerken van Daan Roosegaarde zijn een dynamische fusie van architectuur, mensen en e-cultuur. Zijn sculpturen zoals Dune, Liquid Space, Flow en Intimacy vormen een omgeving van ‘tactiele hightech’ waarin de toeschouwer en de ruimte één worden. Deze verbinding tussen design en inhoud, tussen ideologie en technologie, noemt Roosegaarde techno-poëzie.’ Ed Boutkan: ‘Het voor de locatie in Zoetermeer ontwikkelde kunstwerk bestaat uit objecten gevuld met interactief licht. Elk object heeft een eigen gedrag in lichtpatronen. Tegelijkertijd kunnen bezoekers een extra gedrag uitlokken door het aan te raken, als een fysieke tamagotchi. Het kunstwerk is hierdoor nooit ‘af’ en ontwikkelt zich door zijn software in gedrag en uiterlijk. Hierdoor is de bezoeker een direct onderdeel van het kunstwerk, een
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng
Time (3x)
13
participant. Er ontstaat een directe, visuele relatie tussen de fysieke omgeving en het gedrag van mensen, in een sensuele versmelting tussen mens, techniek en landschap.’ Door het kunstwerk op het wandelpad te plaatsen wordt het kunstwerk onderdeel van het publieke domein, een connector met de wijk, waarin het menselijk lichaam onderdeel wordt van het kunstwerk (en zelfs de aansturing vormt) en mensen met elkaar in verbinding brengt. Verbinden en participeren Ed Boutkan: ‘Doel is om mensen direct te betrekken bij het project, hen de mogelijkheid en de verleiding te bieden om zich ermee te verhouden en te verbinden. In de totstandkoming zullen we dan ook de direct omwonenden erbij betrekken, waarvoor we inmiddels enkele ambassadeurs benaderd hebben. De eerste jaarring telt 308 huishoudens, twee scholen voor primair onderwijs, het gemeentehuis, de openbare bibliotheek, het stadsmuseum en diverse horecabedrijven.’ Tijdens de openstelling van het project zal een nevenprogramma mogelijkheden bieden om het kunstwerk, en daarmee de eerste jaarring, te ervaren: - Er wordt een informatiecentrum ingericht op de eerste jaarring. - Gedurende twee weken worden er wandelroutes onder begeleiding van de curator georganiseerd waarvoor ook uitdrukkelijk scholen voor primair en voortgezet onderwijs worden uitgenodigd. - Er wordt een begeleidende publicatie gemaakt en er zal een applicatie worden ontwikkeld waardoor het project landelijk virtueel ‘bezocht’ kan worden.
Wastafelwand De Wastafelwand van Marina Venendaal (zie omslag) is ontstaan naar aanleiding van de renovaties en veranderingen in de Zoetermeerse wijk Palenstein. Het is gebaseerd op het hergebruik van materialen die vrijkomen bij sloop en renovaties. Het idee zelf is geïnspireerd op een klimwand waarop men bergsport oefent.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 13
16-06-11 11:40
14
juli / augustus 2011
De hokjesgeest voorbij
PO VO Thea Vuik
Een onderzoek naar de behoefte van docenten heeft uitgewezen dat ze graag aan deskundigheidsbevordering willen doen, maar ook praktisch materiaal willen dat ze direct in de klas kunnen gebruiken. Om die twee aspecten samen te voegen werd door BISK alweer zo’n 3 jaar geleden - het spel Kunst op de Kaart ontwikkeld en op de markt gebracht voor de bovenbouw van het basisonderwijs. Inmiddels zie je dat BISK als Brabantse provinciale culturele educatieve instelling verhuisd is van Helmond naar Tilburg en dat de naam BISK is veranderd in Kunstbalie. Meer onzichtbaar is dat sinds schooljaar 2010-2011 het werkterrein van alleen primair onderwijs uitgebreid is met het voortgezet onderwijs. Dat heeft natuurlijk de nodige reflectie en bezinning gekost. Al gauw werd echter duidelijk dat Kunst op de Kaart uitermate geschikt zou kunnen zijn voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, in het bijzonder zelfs voor de introductie van CKV. Een goed spel verzinnen is geen makkelijke opgave, zeker niet als je als doelstelling hebt dat het qua didactiek moet aansluiten bij de leerstijlen van Kolb en de opvattingen van Gardner. Er moet dus een variatie aan opgaven in het spel aanwezig zijn, zoals denk-, doe- en zoekopdrachten. Om eens uit te vinden hoe BISK dat destijds klaargespeeld heeft, laat ik me graag uitgebreid informeren door Monique Koolen die als senior consulent scholing bij Kunstbalie werkzaam is. Vooraleerst legt Koolen me de primaire gedachte achter Kunst op de Kaart uit: ‘Vanuit de kracht van de eigen discipline zoeken we de samenwerking op. Een soort van fusion in de kunst: we zijn op zoek gegaan naar begrippen die gebruikt worden in alle disciplines. Weliswaar soms met een iets andere betekenis, maar toch ook een beetje hetzelfde. Neem bijvoorbeeld een begrip als compositie: binnen muziek heeft dat een net andere betekenis dan in een fotografische context. Toch geeft het woord ordening juist ook goed de samenhang in beide disciplines weer. Leerlingen gaan zo beseffen dat er samenhang in de kunsten is en dat bijvoorbeeld CKV niet een losstaand vak binnen het curriculum is.’ Het spel ziet er gelikt uit: mooie afbeeldingen, fraai vormgegeven. Het pakket kaarten wordt verdeeld en we gaan als een soort van ‘sextetten’. Maar dat uitdelen van de kaarten gaat op een creatieve manier. Koolen legt de kaarten door elkaar heen met de achterkant naar boven op tafel. ‘De leerlingen gaan hier puzzelen. Op
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 14
Afbeelding uit Kunst op de kaart: RHYTHMMM Foto: Laurens Schalekamp
de achterkant van de spelkaarten staan de puzzelstukjes en die zes puzzels vertellen het verhaal over de zes disciplines. Ze laten zien wat dans is, wat muziek is. Hebben ze de puzzelstukjes eenmaal bij elkaar verzameld, dan kun je ze vragen wat voor klik ze met die discipline hebben. ‘Heb je wel eens een dansvoorstelling gezien?’ Vervolgens draaien ze de kaarten om en dát is dan tevens het ‘uitdelen’ van de kaarten. Dan gaan we - net als bij kwartetten - de zes begrippen die gebruikt worden in het spel proberen te verzamelen door ze te vragen aan de medespelers. Je hebt daarbij de beschikking over een hulpkaart die informatie geeft over de beschikbare disciplines. Het is wel grappig dat leerlingen dan door het spel te spelen die begrippen in de mond nemen, maar soms nog niet zo goed weten wat ze precies betekenen.’ Als de sextetten gevormd zijn, gaan we klassikaal naar de DVD kijken die bij het spel wordt geleverd. Op die DVD leggen kunstenaars op
een heldere manier uit wat de begrippen oftewel thema’s in de kunsten voor hen betekenen. Koolen: ‘Als we het spel gespeeld hebben en de sextetten gemaakt zijn, geeft de winnaar aan het groepje een opdracht van de kaart met de rode stip (redactie: opdrachten met een rode stip zijn redelijk eenvoudige opdrachten). Kinderen vinden het vaak heel erg leuk. Het zijn heel activerende opdrachten. Bijvoorbeeld: ‘Zet een klasgenoot in twee verschillende danshoudingen neer, die óók zo contrastrijk zijn.’ Of ‘Stel je voor dat je zout nodig hebt dat aan de andere kant van de tafel staat. Vraag dan om de beurt aan iemand of hij/zij het zout wil geven maar telkens in een andere stijl.’ Het zijn simpele opdrachten die niet bedreigend zijn, zodat leerlingen zich niet voor schut voelen staan. We hebben geprobeerd intrigerende afbeeldingen te vinden waarbij kinderen voelen dat er iets van hen gevraagd wordt, iets dat niet flauw is.’
16-06-11 11:40
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng
15
PATS doorbreekt het ritme. Alle kunstenaars die aan dit spel hebben meegewerkt, hebben wij gevraagd om iets te vertellen over het thema dat wij bij hen bedacht hebben, maar ook over het thema zoals zij dat zien binnen een andere discipline. Leuk is om te kijken hoe zij dat dan benaderen. Die thema’s kun je gebruiken om kunstwerken te onderzoeken. Daarmee kun je de rijkdom van de kunsten ontdekken.’ Uiteindelijk krijgen de leerlingen een opdracht van de kunstenaar. Leerlingen moeten actief iets doen en dat is verbonden met wat ze eerder door in het spel gezien en geleerd hebben. Als de leerling klaar is met deze wat ‘verdiepende’ opdracht, wordt het resultaat aan de rest van de klas gepresenteerd. Ook zijn er andere verdiepingsopdrachten en extraatjes op de site te vinden.
Afbeelding uit Kunst op de kaart: Frans van Veen - La Pinede de Joucas (1991)
Als ik zo her en der de kaarten bekijk, zijn ze in dat laatste zeker geslaagd. Maar is het spel nu al gespeeld? Koolen: ‘Nee, zeker niet. Je kunt het spel een vervolg geven. Of in een volgende les, of op een ander tijdstip. De leerlingen kun je op thema in groepjes gaan verdelen. Op internet staan filmpjes waarop de kunstenaars vertellen hoe
ze met een bepaald thema aan de slag zijn gegaan. Op de kaart staan opdrachten die het thema op een verdiepende manier uitwerken. Weer ga je de DVD bekijken, want die vertelt iets over de thema’s. Wat betekent ritme binnen de kunst? Herhaal een klank, een vorm, een woord of een beweging en er ontstaat ritme. Tjak boem, tjak boem, tjak boem, PATS.
Vandaan Kunstbalie heeft voor kinderen tussen de 8 en 10 jaar het nieuwe spel Vandaan ontwikkeld.
Dit spel is ontwikkeld als scholingsproduct. De consulenten van Kunstbalie zetten dit uit in het veld en geven daar altijd instructie bij. Bij zo’n instructie gaat het er dan ook over dat je de hele klas dezelfde opdracht zou kunnen geven of dat je voor de mengelmoes kan gaan. Waarom doen ze dat? Koolen: ‘We hebben het spel ontwikkeld met de gedachte dat het een soort dubbele didactiek in zich heeft. Dat we leraren ook iets willen vertellen over de achtergronden van kunsteducatie. Op het moment dat we hiermee aan de slag gaan, is dit eigenlijk een uitwerking daarvan. We geven ze sowieso de ervaring van het spelen mee en we vertellen ze onder andere iets over de esthetische ontwikkeling en de verschillende leerstijlen. En dat er verschillende manieren zijn om met het spel aan de slag te gaan. Je kunt zelfs alleen de opdrachten geven: de ene week doe je iets met dans en de andere week iets met muziek. Dat is natuurlijk allemaal mogelijk. In het primair onderwijs duurt zo’n instructie een dag. Het spel is (nog) niet actief uitgezet in het VO waar je te maken hebt met kunstvakdocenten. Daar willen we het spel bij bijvoorbeeld een sectie-overleg komen brengen. We geven daar een korte instructie van ongeveer 2 uur: dat zou voldoende moeten zijn. Maar wel heel noodzakelijk: een goede instructie is echt van meerwaarde op het spelen van het spel. Meer weten? Kunstbalie / Monique Koolen. Zie www.kunstbalie.nl.
Aan de hand van een imaginair figuurtje worden er filosofische, vakoverstijgende vragen gesteld zoals ‘Is dat wat ik zie echt? en ‘Hoe is het dan gemaakt?’ Het lijkt moeilijker en abstracter dan Kunst op de kaart, maar deze vraagstelling past heel goed bij deze leeftijdscategorie: volgens de ontwikkelaars is het aardige dat als kinderen eenmaal hiermee bezig zijn ze het allemaal volstrekt logische vragen vinden.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 15
16-06-11 11:40
juli / augustus 2011
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng
16
Foto‘s: Marjolein Breuring-Michelle Kurzenacker
Vroegbloeiers Eindpresentatie dans samen met beeldend en een maatschappelijk thema Paul Rooyackers
Elke school kan een willekeurige jaarlijkse avond vastleggen om een eindpresentatie theater of dans voor het voetlicht te brengen. Veel scholen hebben een dergelijke avond op het jaarprogramma staan waarbij vaak een enkele docent het voortouw neemt zonder daarbij de link te leggen met andere vakken en hun mogelijke uitwerkingen. SG Helinium en Thorbecke VO uit Hellevoetsluis en Rotterdam doen het al drie jaar geheel anders op basis van een te ontwikkelen visie om het eindexamen dans samenhang te geven met beeldende vakken en een maatschappeljk thema. Een interview met een van de makers: Michelle Kurzenacker. Waarvan ga jij flippen, transpireren of huilen? Onder het motto Vroegbloeiers presenteren talentvolle middelbare scholieren van SG Helinium te Hellevoetsluis en cultuurprofielschool Thorbecke VO te Rotterdam hun eindexamenwerk voor het vak dans. Het thema van deze derde editie van Vroegbloeiers is Angst. Je niet op je gemak voelen, onrust en bezorgdheid
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 16
zijn tekenen van angst. Het wordt beschreven als een toestand die gekenmerkt is door fysiologische, lichamelijke en emotionele uitingen via het lichaam. De scholieren gaan in op de vraag wat angst precies betekent voor jongeren in deze tijd. Het Thorbecke laat zich hierbij inspireren door de tentoonstelling ANGRY in het Nederlands Fotomuseum en de tentoonstelling Edvard Munch in Kunsthal. Centraal in de schoolprogramma’s van de HAVO/VWO-leerlingen van beide scholen staat het verkrijgen van inzicht in dans als kunstuiting. Door middel van improvisatie en compositie ontwikkelen de leerlingen hun creativiteit, hetgeen resulteert in het maken van eigen choreografieën. Michelle Kurzenacker, docente dans en cultuur aan het Thorbecke: ‘Ik heb eerst een groepschoreografie gemaakt waarin door de leerlingen als het ware inserts konden worden geschoven: wat voor angsten kende men, herkende men, en hoe kon dat in een duo of trio fysiek vormgegeven worden? Door welke uitingen ga je flippen, waardoor ben je bang, wat doe je ertegen? De
tentoonstelling ANGRY in het Nederlands Fotomuseum heeft enorm geholpen en heeft naast het werken met professionele kunstenaars (Eva Wijers, videobeelden) en (Ivo Bol, componist) de inspiratie geleverd.’ Festival Michelle benadrukt dat het de bedoeling is dat de samenwerking met Marjolijn nog maar de opmaat is voor een groter festival waarbij scholen uit heel Nederland zich kunnen aansluiten en jaarlijks op een gekozen thema een eindexamendansstuk voor elkaar opvoeren, in Rotterdam. Michelle: ‘Het moet landelijk worden en gaan groeien! Een volgende keer moet er dus meer uitwisseling komen, en wij als dansdocenten doen het ook om onszelf scherp te houden met het zicht op de eindexameneisen van het vak dans. Ook de jongeren houden op deze manier elkaar scherp en gaan in uitwisseling met hun creatieve idee.’ Samenhang Het eindexamendansstuk is niet zomaar een samenstelling van een idee met als uitvoering
16-06-11 11:40
17
Docent VO en de BAPO Bij het gratis lidmaatschap van een community bij Digischool wordt men na aanmelding automatisch lid van de community Docent VO: http://wp.digischool.nl/docentvo. Deze site bevat lezenswaardige bijdragen voor jong en oud. Ter illustratie de onderstaande bijdrage.
Samenwerking met SG Helinium De samenwerking met Marjolijn Breuring, docente dans aan het Helinium, heeft Michelle al drie jaar als inspirerend ervaren. Daarnaast heeft ze over haar thema op school een vooroverleg - met name met de beeldende sectie - voordat er door beide scholen een half jaar aan het eindstuk gewerkt wordt. ‘De bedoeling is om dicht bij de leerling te beginnen en in een universeel thema te eindigen, wat ook voor een publiek in de Schouwburg interessant mag zijn.’ Door het convenant met de Schouwburg in Rotterdam dat het Thorbecke daarmee heeft ontwikkeld, kan hierdoor ieder jaar een manifestatie opgezet worden die speciaal bedoeld is voor HAVO/VWO-scholieren. Het dansproject is bedoeld voor deze afdelingen, omdat op dit schoolniveau ook sprake is van danstheaterstukken, naast de ervaring die men in het theater opdoet door reflectie. Met VMBO-afdelingen is meer sprake van invloeden van urban dance. Daarnaast ligt er het feit dat de HAVO/VWO-leerling zich meer als kunstmaker en kunstcriticus kan ontwikkelen dan een VMBO-er die op examenniveau meer als uitvoerend danser en ‘mainstream kenner’ afstudeert.
Deze bijdrage kan schadelijk zijn voor uw gezondheid, maar reageren is toegestaan. Op 28 april 2011 is in de Kamer onderstaande motie van Ton Elias (VVD) aangenomen. Enige tijd eerder was commotie ontstaan over de toegenomen kosten voor de BAPO. Elias stelde hierover Kamervragen. De kosten zijn gestegen van 100 miljoen in 2000 tot 220 miljoen in 2010. Dit bleek uit verslagen van de VO-raad. De staatssecretaris antwoordt dat dit onder andere komt door het afschaffen van de VUT-regelingen en door de vergrijzing. Een redelijk normale ontwikkeling van de BAPO die ervoor zorgt dat meer oudere docenten blijven lesgeven. Lees verder en reageer: http://wp.digischool.
een dans. Michelle: ‘Er moet een universele samenhang ontwikkeld worden vanuit bijvoorbeeld een tentoonstelling bij het Nederlands Fotomuseum. Dat geldt ook voor volgend jaar waar weer overleg over welke tentoonstelling of toonaangevende thema’s in de kunstwereld en de maatschappij een uitgangsthema zal kunnen opleveren, wat dan intern wordt uitgewerkt. De beeldende invloeden moeten een doorvertaling krijgen naar uiteindelijk een universeel thema dat dans als uiting heeft.’
hogeschool Codarts in Rotterdam en Michelle Kurzenacker studeerde in Keulen af als docente Elementarer Tanz, waarna ze via een beurs van het Theaterinstituut NL professioneel als choreografe werkte en de master in performance Art aan DASARTS in Amsterdam afrondde.
nl/docentvo/2011/05/08/bapo-geschrapt.
Michelle Kurzenacker zal contactpersoon zijn bij aanmelding voor het project van volgend schooljaar. Haar emailadres:
[email protected].
Choreografen/docenten Marjolijn Breuring studeerde dans aan de
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 17
16-06-11 11:40
18
juli / augustus 2011
Educatief muziekfeest Hoe breng je middelbare scholieren in aanraking met de cultuur van een blaasorkest of die van een koor en hoe kunnen tegelijkertijd muziekverenigingen zich beter promoten onder jongeren? Daar hebben de docenten van drie middelbare scholen en twee plaatselijke muziekverenigingen in Alphen aan den Rijn een praktijkgericht antwoord op gevonden: het Alphen Music & Dance Event. Het eindresultaat 16 april, 16.30 uur: Op het podium van de VSB-zaal van het theater Castellum zitten ze allemaal klaar, de 184 deelnemers van het Alphen Music & Dance Event. Over enkele ogenblikken begint de voorstelling en de zaal zit vol met ouders, vrienden, vriendinnen, medeleerlingen en opa’s en oma’s. Het theaterlicht gaat aan en de muziek wordt gestart, terwijl de 32 jongeren van de dansgroep het spits afbijten met een energieke dans op eigentijdse muziek. Daarna worden achtereenvolgens door het 86 koppige blaasorkest en het 66 man grote koor stukken ten gehore gebracht die allen passen binnen het thema Muziek is van alle Werelden. De apotheose van de voorstelling is een gezamenlijk optreden van de dansgroep, het koor en het orkest in het wervelende Music van John Miles. Het publiek staat op voor een ovatie: de professioneel vormgegeven voorstelling is ten einde. In de artiestenfoyer en de kleedkamers onder
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 18
het podium wordt nog enthousiast nagepraat over wat er allemaal goed ging en welke nootjes of stapjes er gemist zijn. Niemand heeft dat eigenlijk echt gemerkt, want daar draaide het vandaag niet om. Het ging om de ervaring en het plezier, en die waren er beide! De start ’s Morgens om 10 uur komen de eerste deelnemers bedremmeld binnen door de artiesteningang, want ja, vandaag zijn zij de artiesten. Waar moet ik zijn en wat moet ik doen? Heb ik mij voldoende voorbereid? Ik heb nog nooit in een orkest gespeeld, dus hoe gaat dat? Welke stemmen zitten er eigenlijk in een koor? Maar er zijn ook ervaren oudere deelnemers die geruststellend reageren. Laat je spullen maar hier in de kleedkamer en neem alleen je bladmuziek en instrument mee, dan wijs ik je je plekje wel. Ja, maar ik zit in het koor en heb geen muziek gehad. Dat klopt, die krijg je straks. Dat gaat altijd zo. Als iedereen binnen is, wordt uitgelegd hoe de dag in elkaar zit. Eerst zijn er per discipline de eigen repetities. Na de lunch zijn er groepsrepetities om in kleinere samenstelling wat dieper op de muziek, dans en het samenspelen in te gaan en daarna is er nog een korte orkest-, koor- of dansrepetitie. Tot slot is er de doorloop op het grote podium en worden alle programma-onderdelen achter elkaar gezet en wordt de techniek toegevoegd. En dan is er al de uitvoering.
VO
Hen van Dijk
Na de uitleg volgen de deelnemers de professionele dirigenten naar hun repetitieruimte in een van de zalen of foyers van het theater en gaan aan het werk. Tussendoor zal men elkaar steeds tijdens korte pauzes of locatiewisselingen in het gebouw tegenkomen en even snel ervaringen uitwisselen. Doelstellingen Drie muziekdocenten en twee vertegenwoordigers van muziekverenigingen zitten rond de tafel. Al drie jaar lang wordt er in Alphen aan den Rijn in een van de middelbare scholen een play-in en sing-in georganiseerd, maar het lukt niet goed om daar veel jongeren voor te interesseren, terwijl dat wel de bedoeling is. Het is een schitterend middel waarmee jongeren een keer meegenomen kunnen worden in de wereld van het koor en het blaasorkest. Voor de scholen gaat het om het educatieve aspect, want in één dag wordt een hele voorstelling gerepeteerd, gelast en uitgevoerd en en passant leert iedereen onder andere hoe een blaasorkest is samengesteld, hoeveel stemmig een koor is, wat een dirigent doet en hoe je de beat van de muziek vindt. Voor de muziekverengingen gaat het erom zich te presenteren aan mogelijk nieuwe jonge leden. De synergie is er. Een groot koor en een groot blaasorkest zijn omstandigheden die de drie scholen afzonderlijk niet kunnen realiseren, maar in gezamenlijkheid wel. Deze unieke samenwerking is drie jaar geleden al opgezet en heeft zijn waarde reeds bewezen.
16-06-11 11:40
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng Dit jaar wordt het onderdeel dans aan het evenement toegevoegd, want een van de scholen heeft een dance crew voor wie het bijzonder zou zijn op te treden voor een groot publiek. Omdat het plaatselijke theater Castellum dit jaar vijf jaar bestaat, heeft de directie besloten de zaal eenmalig gratis ter beschikking te stellen en dit geeft de mogelijkheid om het evenement op een andere schaal door te ontwikkelen en er een grootser en professioneler vormgegeven evenement van te maken. De doelstellingen worden naast de educatieve waarde aangescherpt. Dit jaar moet minimaal de helft van de deelnemers een scholier van een van de onderwijsinstellingen zijn, er moeten zich minimaal 140 deelnemers aanmelden en in de zaal moeten 350 bezoekers de voorstelling bijwonen. Om het evenement een professionelere uitstraling te geven en opnieuw te positioneren wordt besloten de naam te verjongen en verder te gaan als Alphen Music & Dance Event. Organisatie Leerlingen worden via interne communicatiemiddelen en door de muziekdocenten gestimuleerd om deel te nemen aan het evenement. Voor de instrumentalisten wordt de drempel ingebouwd dat men minimaal twee jaar les moet hebben gevolgd. De nieuwe ervaring in
een groot ensemble te zingen, dansen of musiceren en het optreden in een groot theater worden als wervende aspecten ingezet. Alle deelnemers van de vorige edities krijgen een e-mail met de uitnodiging weer mee te doen en daarnaast wordt er in de lokale media aandacht gevraagd voor het evenement. Met flyers voor de leerlingen wordt directe promotie bedreven. Alle communicatie verwijst naar de website waar deelnemers meer informatie kunnen vinden en zich kunnen aanmelden. Heb je dit eenmaal gedaan dan krijg je met regelmaat een nieuwsbrief die je op de hoogte houdt van de laatste ontwikkelingen. Voor de discipline dans wordt een andere werkwijze gevolgd. Om het niveau enigszins in de hand te houden kunnen leerlingen zich hiervoor op hun eigen school inschrijven en wordt er daar een auditieronde gehouden. Elke school mag twintig leerlingen afvaardigen naar een gezamenlijke auditie in het theater waarbij er uiteindelijk dertig deelnemers overblijven: tien van elke deelnemende school. In de laatste weken voor het Alphen Music & Dance Event wordt er een Twitter-account geopend en worden de deelnemers er nog verder bij betrokken.
19
Door de inzet van vrijwilligers van onder andere de muziekverenigingen en door extra tijdsinvestering door de muziekdocenten kan de organisatie en ondersteuning op de dag verder vorm gegeven worden. Om de gewenste professionaliseringsslag te kunnen maken wordt de organisatiecommissie opgedeeld in een artistiek en een organisatie deel. Voor de financiering van het Alphen Music & Dance Event wordt van de scholen een bijdrage gevraagd, betalen de deelnemers een bijdrage en wordt van bezoekers een kleine toegangsprijs voor de uitvoering gevraagd. De begroting laat zien dat dit voldoende middelen zijn om zo’n groot evenement te kunnen bekostigen. Hierbij speelt wel een rol dat de zaal gratis beschikbaar werd gesteld en er gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers. Uit de evaluatie blijkt dat veel deelnemers de dag als leuk en leerzaam hebben ervaren en graag een volgende keer weer meedoen. Ga voor meer info over het Alphen Music & Dance Event of de organisatie daarvan naar www.amd-event.nl of mail naar
[email protected].
Foto’s: Stijn van Wijk
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 19
16-06-11 11:40
20
juli / augustus 2011
hbo
EAS Student Forum 2011 Gdansk Imre Ploeg
Voorafgaand aan de EAS conferentie vond voor de negende keer een studentenforum plaats, waaraan ik als een van de twee Nederlandse afgevaardigden mocht deelnemen. Met 27 studenten uit 13 Europese landen werkten we toe naar een op de conferentie te houden presentatie. Aan de hand van het thema Teacher responsibility for children music activity - teaching styles - roles and responsibilities deelden we onze ervaringen en ideeën over het muziekonderwijs en de rol die wij daar innemen als toekomstige docenten.
Foto’s: Imre Ploeg
Behalve veel discussies en werk als voorbereiding op de presentatie, wisselden we ook muzikale activiteiten uit en kregen we een workshop over eurhythmics met oefeningen van Dalcroze. Gedurende de week merkte ik dat ik door het forum vooral leerde reflecteren op de muziekeducatie in eigen land. Het was voor mij een ontdekking dat de grote rol die populaire muziek in het Nederlandse secundaire onderwijs speelt, vrij uniek is in Europa. Maar ook leerde ik hoe dans en beweging een belangrijke en zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de muziekles. De culturele verschillen werden niet alleen vakinhoudelijk zichtbaar, maar ook in de manier waarop er door studenten geprobeerd werd een consensus te vinden of juist de verschillen op te zoeken in de discussies. De verschillende stijlen van lesgeven die ik in mijn subgroep besprak, werden prachtig geïllustreerd door de wijze waarop we als groep een gezamenlijk standpunt probeerden te vinden. Terug in Nederland realiseer ik mij dat overal in Europa ‘collega studenten’ worstelen met soortgelijke vraagstukken, een geruststellende gedachte. Zo bediscussieerden we de noodzaak (of overbodigheid) van het leren noteren van muziek en spraken we over het vinden van de balans tussen directief en participatief lesgeven. Het lijkt mij zinvol om meer studenten in Europa de kans te geven met anderen informatie en ervaringen uit te wisselen. Ik hoop dan ook dat het lukt om een platform op te zetten dat in deze behoefte kan voorzien. Imre Ploeg is student Docent Muziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 20
16-06-11 11:40
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng
hbo
21
EAS Conferentie 2011 Gdansk Aad de Been
Jaarlijks organiseert een van de landen die deelnemen in EAS (European Association for Music in Schools) een toonaangevende conferentie over muziekonderwijs in Europa. Gastheer dit jaar was Gdansk in Polen. Het thema van de conferentie was Music in Schools: teaching and learning processes. Drie dagen lezingen, discussies en workshops over onderwerpen als de interactie tussen docent en leerling of het gebruik van multimedia in het muziekonderwijs. Als altijd inspirerend en naar huis terug met gedachten over verdere ontwikkeling, aanpassing en verbetering van de eigen programma’s. In het midden van de jaren negentig werd een
met het Koninklijk Conservatorium als gastheer.
belangrijk thema geïntroduceerd. Onder de titel
Het thema van deze conferentie: Betekenis van
From teaching to learning verlegde muziek-
artisticiteit en muzikaal vakmanschap in het
onderwijskundig Europa het accent voorzichtig
onderwijs. Zet het alvast in de agenda’s:
van de suprematie van de onderwijzende leraar
EAS Conferentie 2012 Den Haag, van 19 tot en
naar de lerende leerling.
met 22 april 2012.
Er zijn grote verschillen waar te nemen, vaak in hoge mate door lokale context en cultuur
Aad de Been is coördinator onderwijsopleidin-
bepaald. Nog helder sturende docenten en
gen aan het Koninklijk Conservatorium te
volgzame leerlingen in sommige Oost Europese
Den Haag.
landen. Elders wordt nog gewerkt vanuit een stilistisch heel klassieke achtergrond. Of de Scandinaviërs met een grote mate van vrijheid waar het creatieve, het componeren of improviseren van de leerling een grote rol speelt. Veel van het gehoorde was al bekend, ooit eerder gelezen of besproken. Maar zo’n onderdompeling in ideeën, meningen, onderzoek en discussie over muziekonderwijs op school is als een warm bad. Een warm bad voor docenten, opleiders en wetenschappers. Maar ook een uitgesproken kans voor studenten om kennis te maken met toekomstige collega’s uit landen met een andere benadering van muziekonderwijs. Voor het negende jaar alweer koppelde EAS een studentenforum aan de conferentie. 2011 was ook om andere reden een bijzondere conferentie. Al enige jaren heeft de Nederlandse muziekpedagoog Adri de Vugt (werkzaam aan het Koninklijk Conservatorium) zitting in de Board, het bestuur van EAS. Tijdens een bijzondere zitting werd hij tot voorzitter gekozen. En ze mogen in Den Haag meteen aan de slag. De EAS conferentie 2012 zal in Nederland plaats vinden
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 21
16-06-11 11:40
22
juli / augustus 2011
VO
Foto’s: Esther de Bruijn
Musiceren & componeren in muziekproject Iris Oltheten
In het Utrechtse Vredenburg Leidsche Rijn vond op 1 april van dit jaar de presentatie plaats van een uitzonderlijk educatief muziekproject. Zesendertig vierdeklassers VMBO-TL/HAVO/VWO met het examenvak muziek van het Amadeus Lyceum uit Vleuten presenteerden de resultaten van twee weken compositieworkshops in de pauze van de Vrijdag van Vredenburg. Ook traden de leerlingen op tijdens de inleiding van het concert dat daar gegeven werd door het Radio Filharmonisch Orkest. Ze presenteerden ruim 15 minuten muziek, door henzelf gecomponeerd en gearrangeerd. Uitgangspunt van de workshops en composities was de muziek van de Schotse componist en vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie, James MacMillan. Deze presentatie is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK), het Muziekcentrum van de Omroep (MCO), Vredenburg Utrecht en het Amadeus Lyceum uit Vleuten. In 2010 is de samenwerking tussen deze culturele partners gestart met het project Gadget. Gadget, een compositie van componist Fraser Trainer, bestaat uit vijf delen. Toenmalige leerlingen van het Amadeus Lyceum hebben er onder leiding van de componist en zijn collectief Between the Notes twee delen bij gecomponeerd. Op vrijdag 23 april 2010 werd Gadget uitgevoerd door de Radio Kamer Filharmonie, het collectief Between the Notes en de leerlingen op het grote podium van concertzaal Vredenburg Leidsche Rijn. Een en ander was live te beluisteren op Radio 4. Het project was een groot succes en aanleiding om in 2011 het cultureel partnerschap voort te zetten met een nieuw project onder de naam MacMillan Project. 2011: MacMillan Project Een aantal van de leerlingen uit 5-VWO die aan Gadget deelnamen, waren nu betrokken als peergroup voor de nieuwe leerlingen. Deze peergroup nam deel aan de eerste workshopweek in januari en coachte hun jongere schoolgenoten in workshops op school. Het doel van het project was om een groep leerlingen intensief samen te laten musiceren en te laten
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 22
kennismaken met orkest- en koormuziek, waarbij ze zelf creatief input moesten leveren. De nieuwe vierde klassers en de peergroup volgden in januari drie dagen zangworkshops onder leiding van de Engelse zangpedagoge Suzi Zumpe. In deze drie dagen focuste Zumpe op de muziek van James MacMillan en de leerlingen zongen het vierstemmige lied Think of how God loves you van MacMillan samen met het Groot Omroepkoor. Voor de leerlingen was dit een heel bijzondere kippenvel-ervaring die ze niet snel meer zullen vergeten. Ook werd er veel aandacht besteed aan stemgebruik en werden er eigen liederen en teksten gemaakt. Op de laatste dag verzorgden de leerlingen een concert van 15 minuten waarin ze werk van MacMillan en hun eigen composities ten gehore brachten. Na het januariproject werd er op school nog twee dagen gewerkt (met workshopleiders en de peergroup) aan de skills die de leerlingen van Suzi Zumpe hadden geleerd en werden elementen uit het stuk Tryst van James MacMillan geïntroduceerd. Eind maart kwam de hele groep weer bij elkaar in het Muziekcentrum van de Omroep in Hilversum. De leiding van de week was in handen van Fraser Trainer en Suzi Zumpe, daarbij ondersteund door twee docenten van UCK en twee workshopleiders van het MCO. Trainer en Zumpe zijn afkomstig van de Londense Guildhall School of Music, waar zij zijn opgeleid om met kinderen te werken volgens de methode van het collaborate music making. Dit is een methode waarbij iedereen in de groep, muzikaal geschoold of niet, bijdraagt aan het musiceer- en componeerproces. In een muzikale warming-up worden de leerlingen spelenderwijs in aanraking gebracht met ritmische bouwstenen en zangtechniek. De workshopleiders geven muzikale bouwstenen, waarmee de leerlingen zelf creatief aan de slag gaan. Of de leerlingen maken een volledig vrije compositie of lied, gebaseerd op een thema of sfeer. Uitgangspunt is altijd dat de leerlingen zelf creatieve keuzes maken. De inzet en betrokkenheid bij het project is hierdoor groot. De methode van de Guildhall School werd ook al toegepast bij Gadget en is in Nederland
16-06-11 11:40
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng 004656-KunstZone 7-8 2011.indd 23
23
16-06-11 11:40
24
juli / augustus 2011
Reacties
inmiddels ook bekender aan het worden: bijna alle Nederlandse orkesten, ensembles en conservatoria leiden musici op die op deze wijze met leerlingen kunnen componeren. In het MacMillan Project werkten de leerlingen in de tweede projectweek in maart vijf dagen aan uiteindelijk drie composities. Hiervoor werd bijvoorbeeld in deelgroepen gewerkt, bijvoorbeeld zangers los van de percussionisten. De workshopleiders hielpen om de verschillende partijen bij elkaar te krijgen en brachten structuur aan, hierbij altijd ruimte latend voor de ideeën van de leerlingen. Op woensdagmiddag kwam James MacMillan naar de workshop waar hij vragen beantwoordde en luisterde naar de repetitie van de leerlingen. Hij was erg enthousiast over de composities van de leerlingen en vertelde over zijn eigen stuk Tryst waarnaar de leerlingen de volgende ochtend zouden gaan luisteren. Elementen uit dit stuk waren in de workshops gebruikt en de leerlingen waren nieuwsgierig naar zijn werk. MacMillan dirigeerde die week de Radio Kamer Filharmonie (RKF) en de leerlingen bezochten donderdagochtend de repetitie van dit orkest. De RKF repeteerde onder leiding van MacMillan voor een concert in de ZaterdagMatinee op zaterdag 2 april. De vierdeklassers, van VMBOTL tot VWO, luisterden opvallend geconcentreerd naar MacMillans compositie en de herkenden elementen waarmee ze zelf hadden gewerkt. Na het repetitiebezoek werd er verder gewerkt in de workshops en werd er een korte try-out in het MCO gepresenteerd. Het uiteindelijke concert op 1 april werd zeer druk bezocht door het Utrechtse concertpubliek en enthousiast ontvangen. James MacMillan sprak het publiek toe en vertelde dat hij zeer onder de indruk was van de prestaties van de leerlingen. Fraser Trainer lichtte het concert kort toe en de leerlingen musiceerden geconcentreerd en vol overgave. De leerlingen waren trots op hun prestaties. Velen hadden niet verwacht dat ze in staat waren om op zo’n hoog niveau te musiceren en op te treden. Een korte documentaire over het project werd de zaterdag erna vertoond aan het Amsterdamse concertpubliek van de ZaterdagMatinee, waar MacMillans Tryst werd uitgevoerd. Natuurlijk is er binnen de samenwerking na het Gadget-project geëvalueerd, ook met de leerlingen. Conclusies: Eén of twee weken intensief muziek maken met professionals levert heel veel op. Veel leerlingen hebben er door het intensieve compositieproces een taal
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 24
James MacMillan: ‘De hoop is dat, nu ze de muziek van binnen hebben gezien als componisten, deze jongeren meer grote componisten uit het verleden èn het bijgeleerd: de taal van de hedendaagse klassieke muziek. Daarnaast was het intensieve contact met componisten, workshopleiders en musici uit de MCO-ensembles voor de leerlingen bijzonder. Maar ook de hele week Engelse spreekvaardigheid en de ritmische (wiskundige) structuren en vormen waren leerzaam en nuttig. En tenslotte gaven de leerlingen aan in het samen-
heden zullen ontdekken.’ Een leerling: ‘Ik denk wel dat ik door dit project anders naar klassieke muziek ben gaan kijken dan ik normaal zou doen, en dat ik ook voor andere dingen meer open sta. Niet gelijk te zeggen: saai voordat je het eerst geprobeerd hebt.’ Nog een leerling: ‘Ik kan door dit project klassieke muziek wel beter waarderen dan eerst. Het verbreedt je beeld op klassieke muziek, het zou zonde zijn als jongeren in de toekomst hier geen kennis mee maken.’
werken, concentreren en naar elkaar luisteren stappen te hebben gemaakt. Er ontstond een hechte groep. Veel leerlingen zijn enorm gegroeid in hun zelfvertrouwen, eigenwaarde en focus. In de toekomst willen de samenwerkingspartners binnen de school onder andere de onderbouw bij het proces gaan betrekken. In ieder geval gaan we op zoek naar scholen die interesse hebben in deze manier van werken, onder andere binnen de landelijke vereniging van CultuurProfielScholen. Mocht u interesse hebben in deze manier van werken neemt u dan gerust contact op met Michael Klier van MCO Educatie:
[email protected] of (035) 671414.
Informatie Websites www.mco.nl/educatie www.cultuurprofielscholen.nl www.vredenburg.nl www.uck.nl www.amadeuslyceum.nl Weblog http://educatie.mco.nl/page/nieuwsdetail/21419/Blog+MacMillan YouTube www.youtube.com/user/mcoeducatie
16-06-11 11:40
25 Nieuw online Kenniscentrum Muziekdidactiek Iris van de Kamp
Een plek op internet waar voor muziekdocenten alle relevante en praktische bronnen te zien zijn op het gebied van muziekdidactiek. Dat is de ambitie van het nieuwe online Kenniscentrum Muziekdidactiek. De site is een startpunt voor docenten muziek en voor studenten in dit vakgebied bij hun zoektocht naar praktijkgerichte boeken over muziekdidactiek, naar onderzoeksverslagen en experts. Het Kenniscentrum bevat op dit moment ondermeer verwijzingen naar een groot aantal boeken, artikelen en scripties en naar organisaties en verenigingen die actief zijn binnen de muziekeducatie. Verder bevat de site een overzicht van lesmethoden en online lesmateriaal en zijn er aankondigingen opgenomen van symposia.
- Engelse beroepsvereniging voor muziekdocenten NAME: www.name.org.uk. - Duitse sites voor muziekdocenten, bijvoorbeeld www.schulmusiker.info. - Boeken zoals How popular musicians learn, Didactiek van het dirigeren, Exploring the musical mind, Handbook of Music and emotion, The inner game of music, Iedereen is muzikaal, Coöperatief leren in muziek. - Onderzoeksrapporten zoals Wat doet muziek met de hersenen van kinderen?, Alle registers open, nieuwe ontwikkelingen in onderzoek naar muziekeducatie, rapporten van Estelle Jorgensen (professor of Music, Jacobs school of Music, Indiana University Bloomington), rapporten van Lucy Green (professor Institute of Education, University of London), rapporten van lector Lifelong Learning in Music, Rineke Smilde (Hanzehogeschool Groningen).
Enkele voorbeelden van interessante bronnen: - International Society for Music Education met ondermeer de integrale verslagen van de jaarlijkse World Conference: www.isme.org. - Amerikaanse site voor muzikanten die hun weg willen vinden in de beroepspraktijk, ondermeer in de educatie: www.artistshousemusic.org.
Initiatiefnemers Arjen van El en Iris van de Kamp hebben de site in een jaar opgebouwd, vanuit hun eigen passie voor muziekeducatie en hun constatering dat het erg lastig was om snel zicht te krijgen op relevante literatuur over muziekdidactiek. Van El is saxofoondocent, leider van een bigband en een eigen saxofoonorkest en een van de oprichters van
www.muzieklesdeventer.nl. Van de Kamp is als onderwijskundige werkzaam in het kunstvakonderwijs. De basis staat na dit eerste jaar, maar er is meer ambitie. Ten eerste is het de bedoeling de site verder aan te vullen met bronnen die nog ontbreken. Tips daarvoor zijn van harte welkom. Maar belangrijker nog is de wens om het Kenniscentrum uit te breiden met een menselijk gezicht. Wie zijn binnen Nederland de experts, de mensen met ideeën, recent afgestudeerden met mooie visies en de oude rotten in het vak die door de jaren heen haarfijn weten waar het om gaat in de muziekdidactiek? Wie zijn de rolmodellen? Het gaat dan (ook) om mensen uit de praktijk die niet per se een achtergrond hebben als onderzoeker. Het Kenniscentrum wil graag de regie nemen om de krachten van deze mensen te bundelen en hun visie en ervaring zichtbaar te maken, en in te kunnen zetten bij ingewikkelde praktijkvraagstukken of voor het organiseren van themadagen voor muziekdocenten.
Internet http://muziekdidactiek.wordpress.com
E-mail
[email protected]
$WHOLHU.XQVW0DDWNXQVWFRDFKLQJ EHJHOHLGLQJ 6SHFLDDOYRRUMRQJHUHQPHWDXWLVPHELQQHQKHWNXQVWYDNRQGHUZLMV 18DDQPHOGHQYRRUMHNXQVWFRDFKLQKHWQLHXZHVWXGLHMDDU 'HNXQVWFRDFKHVYDQ$.0]LMQJHVHOHFWHHUGRSSURIHVVLRQDOLWHLWNHQQLVYDQHQHUYDULQJ PHWDXWLVPHHQEHHOGHQGHNXQVW'HNXQVWFRDFKHVYDQ$.0]LMQDIJHVWXGHHUGEHHOGHQG NXQVWHQDDUGRFHQW%.9HJUDDGEHYRHJG HQDXWLVPHVSHFLDOLVW)RQW\V0$6(1
ZZZDWHOLHUNXQVWPDDWQOLQIR#DWHOLHUNXQVWPDDWQO
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 25
NXQVWFRDFK $.0
16-06-11 11:40
26
juli / augustus 2011
Klopt dat wel? De kans om de schrijvers van de verplichte boeken uit het literatuurlijstje in levende lijve te ontmoeten krijgen studenten niet vaak. Deze kans hadden de Codarts-studenten in november 2010 wel, toen Lieven Strobbe en Hans Van Regenmortel op uitnodiging van Frits Evelein naar Rotterdam kwamen om over hun onderzoek en over het boek Klanksporen. Breinvriendelijk musiceren te vertellen. De twee Belgische musici en muziekdocenten werden verwelkomd door een actieve, kritische en betrokken groep studenten van de derde- en vierdejaars opleiding Docent muziek en de ervaren eerste- en tweedejaars zij-instromers. Het werd een openhartig gesprek - over de betekenis en de persoonlijke belevenis van de muziek, over podiumangst, en over de vooroordelen en veronderstellingen. Want vooral deze laatste blijken zo diep geworteld te zijn, dat juist zij vaak bepalend worden voor de manier hoe men met de muziek in het onderwijs omgaat. En dat terwijl de zo vanzelfsprekend lijkende veronderstellingen vaak niet eens kloppen. Het was niet toevallig dat de vragen die Strobbe en Van Regenmortel tijdens de presentatie stelden, steeds met ‘Klopt dat wel?’ eindigden.
Olga de Kort-Koulikova
Deze vraag vormt ook de basis van het boek Klanksporen. Breinvriendelijk musiceren. Het is geen methode vol richtlijnen die klakkeloos aangenomen moeten worden. In het gesprek na de presentatie beschreef Hans Van Regenmortel het als ‘een boek dat een denkkader geeft en tot nadenken stemt over muziek en muziekonderwijs. En niet louter op basis van een mening hier en een mening daar. Als muziekdocent moet je weten waarop deze meningen gebaseerd zijn, in hoeverre ze tegenstrijdig zijn en waarom de ene mening definitief van tafel moet en de andere slechts aangepast moet worden’. Lieven Strobbe benadrukte op zijn beurt dat hun boek ‘niet op de meningen maar op onderzoeken’ gebaseerd werd. De schrijvers hebben zichzelf ‘niet toegestaan om een bewering te doen die niet breed wetenschappelijk gedragen werd en waarover geen consensus bestond’.
sen’) werden ook na de lezing voortgezet. Een goed teken volgens Van Regenmortel: ‘In de jaren tachtig was de taal het kijkvenster op ons brein. Bestuderen van taal en zijn ontwikkelingen werd beschouwd als een manier om inzicht te krijgen hoe wij leren en functioneren. In de jaren negentig ontstond er belangstelling voor de muziek. En nu kunnen we zeggen dat muziek een panorama is op ons brein. Wij beginnen ons bewust te worden dat alles wat wij muziek noemen een heel belangrijke rol speelt in alles wat ons uiteindelijk tot mensen maakt.’
Aan de levendige discussie en veel reacties te zien, werd het boek door vele studenten al van te voren goed bestudeerd. De uitnodiging om met elkaar in debat te gaan werd niet afgeslagen. De gesprekken over de relatie van muziek met de omgeving en haar betekenis voor de mensen (‘wat muziek teweeg brengt bij men-
Foto’s: Olga de Kort-Koulikova
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 26
16-06-11 11:40
27
Klanksporen Op het eerste gezicht kan de titel van het boek van Lieven Strobbe en Hans Van Regenmortel voor enige verwarring zorgen: hoe verhouden de klanksporen, die vooral associaties met de elektronische klanksporen oproepen, zich tot breinvriendelijk musiceren? Bij nader inzien blijkt deze combinatie de inhoud van het boek het meest treffend te verwoorden. Het is een zoektocht van de schrijvers naar de ‘klanksporen uit het verleden’ om een manier te vinden om de ‘authentieke muzikale uitingen en instrumentale techniek op een natuurlijke (lees: breinvriendelijke) manier in het muziekonderwijs te kunnen integreren’. Tegelijkertijd hopen de schrijvers met hun werk nieuwe klanksporen te creëren, die hun collega-musici en docenten (Strobbe is leraar orgel en creatief klavier in Leuven en Ekeren, Van Regenmortel doceert viool en ensemblespel in Turnhout) in de pedagogische en artistieke praktijk kunnen helpen. Dergelijke klanksporen voegen inderdaad niets toe aan onze kennis van de elektronische muziek; het woord breinvriendelijk leidt evenmin tot de uiteenzetting over de neurale netwerken en neurotransmitters. De auteurs ‘beperken’ zich tot de muziekcognitie, waarbij zij de overzichtelijk gepresenteerde onderzoeksresultaten analyseren en toelichten. De omvang van de informatie is indrukwekkend: het belang van vroege muzikale ontwikkeling, ‘de talige kenmerken van muziek en de muzikale kenmerken van taal’, absoluut gehoor, aangeboren muzikaliteit en talent. Het boek wordt ingeleid met een gestructureerd diagram van het gezang van de bultrugwalvis, staat stil bij de vroege vormen van geluidsperceptie van baby’s en eindigt met het bespreken van geheugenproblemen bij score performance en de aard van het leerproces. De Belgische schrijvers gaan de principes van muziekonderwijs na, en proberen er achter te komen hoe het kon gebeuren dat het muzikale leerproces in de loop der eeuwen steeds meer op het ‘reproduceren van de muzikale oppervlaktecontouren van muziek’ begon te lijken. Het zegevieren van het behavioristische onderwijs blijkt mede mogelijk gemaakt door ‘de teloorgang van generatieve processen’. De uitvinding van de partituur, het gebrek aan direct contact van uitvoerders en luisteraars door de scheiding in concertzalen, het ontstaan van een specialistische closed loop van muzikale expertise en de in onbruik geraakte improvisatie, al deze ontwikkelingen hebben bijgedragen bij het plaatsen van de creativiteit en natuurlijke muzikale groei in marginale positie.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 27
Olga de Kort-Koulikova
Terwijl de creativiteit juist ‘de hoeksteen van de muziekpedagogie’ is. Strobbe en Van Regenmortel achtten de tijd rijp voor een ‘paradigmaverschuiving’. De laatste jaren krijgen docenten en musici steeds meer inzicht in de manier waarop ons brein met muziek omgaat. Op basis van recente onderzoekresultaten en eigen ervaring in het instrumentale muziekonderwijs pleiten de schrijvers voor meer ‘breinvriendelijke muziekpedagogie’. Ze stellen vast dat leren geen synoniem is van ‘dupliceren’, het is een biologisch groeiproces. In een apart hoofdstuk wordt aandacht besteedt aan hoe ons brein muziek verwerkt, hoe ons (muzikaal) geheugen werkt, hoe podiumangst en angst om ‘van buiten spelen’ de kans krijgen te ontstaan, en hoe een goede balans tussen klank-, beeld- en voelgreep gevonden kan worden. De vraag die de schrijvers zich steeds stellen is: hoe creëer je de optimale voorwaarden om kinderen te leren musiceren? Strobbe en Van Regenmortel geven voorbeelden hoe kinderen met muziek vanuit hun klankvoorstellingsvermogen omgaan. Hun ervaring leert ze dat kinderen zelfs subdominant-, dominant- en tonicakarakter van muziek voelen. Ze kunnen ‘via improviseren noten aan tonen koppelen, auditief-inzichtelijk transponeren en opschrijven’. Het auditief-inzichtelijk musiceren wordt spelenderwijs geleerd, door actief en het liefst dagelijks met muziek bezig te zijn. In het laatste hoofdstuk beschrijven Strobbe en
Van Regenmortel de kenmerken van het ‘natuurlijke’ leren, de kerntaken van het leerproces, en geven ze een analyse van zowel agogische (hoe wij leren musiceren) als artistieke (de betekenis van muziek vandaag) paradigma’s. Het hedendaagse (muziek)onderwijs, daarentegen, is vooral ervaringsgericht, gestructureerd en meetbaar. Dit systeem, concluderen de auteurs, ‘houdt geen rekening met de manier waarop ons brein functioneert. Het veroorzaakt onjuiste opvattingen over talent, imitatie, methode, leren, studeren, evalueren en creativiteit.’ Met het boek Klanksporen. Breinvriendelijk musiceren willen de auteurs de nieuwsgierigheid en professionaliteit van musici-docenten aanspreken om de aandacht op creatieve werkvormen te vestigen. ‘Initiatief nemen is het minste wat je van een kunstenaar mag verwachten.’ (met toestemming overgenomen uit Piano Bulletin, nr. 1, april 2011)
Klanksporen. Breinvriendelijk musiceren Lieven Strobbe en Hans Van Regenmortel Garant, 2010 269 pagina’s, inclusief CD ISBN 978 90 441 2403 3 Prijs: € 31,--
16-06-11 11:40
28
Gewoon werk
be le vi ng sw er el d
juli / augustus 2011
Job ter Steege
De meeste schooldirecties weten niet dat een muziekleraar iets heel bijzonders is. Het is namelijk het enige slag docenten dat werkelijk stressbestendig is. Van alle andere docenten wordt slechts verwacht dat ze in de beslotenheid van het lokaal en meestal ver onder hun niveau iets moeten voordoen dat leerlingen dienen te imiteren. En meestal is het nog simpeler en wordt van een leerkracht niet meer verwacht dan dat hij uitlegt wat het kind zich eigen moet maken. Natuurlijk kan het wat stress opleveren als leerlingen als antwoord op de verrichtingen van de docent de hakken in het grind zetten of de kont tegen de krib gooien. Zo leed mijn docent Engels in 1960 onder een zeer gestresste nervatuur toen wij op een gegeven moment al het meubilair naar voren schoven respectievelijk gooiden, zodat hij geheel klem tegen het schoolbord kwam te staan. Ik was toen nog maar een twaalfjarige brugger die zich gek lachte om een leraar die zich duidelijk in een wat minder moment van zijn carrière bevond. Maar dit bedoel ik natuurlijk niet met de stressbestendigheid van de muziekleraar. En dan bedoel ik ook niet dat een muziekdocent de rug recht moet houden als leerlingen de snaren van de gitaren rossen, gaten in de vellen slaan, deuken in de bekkens, triangels om een weddenschap krom buigen, pluggen in verkeerde ingangen wrikken, sportdrankjes in de piano kieperen, door de muziek heen oceaangelijk ouwehoeren en al die andere dingen doen welke de muziekles niet ècht vooruit helpen. Nee, de muziekdocent is de enige op school van wie op gezette tijden wordt verwacht dat hij en plein public z’n kunsten vertoont. Zowel in het muzieklokaal als voor breder publiek. Een muziekdocent moet voortdurend bewijzen dat hij ook muzikant is. Komt er een brugklas het lokaal binnen, je kan als muziekleraar je biezen pakken als je niet even de Vlooienmars of Für Elise kunt wegpingelen. Sinds een paar jaar begin ik in een nieuwe klas altijd met Tutti Frutti. Ruige rock van Little Richard. Daarmee speel ik zo’n brugklas helemaal plat. Ik zeg dan tegen die verschrikte bruggers dat ik mijn eerste pianoles kreeg toen ik dertien was en dat ze er dus nog een jaar over kunnen nadenken of ze dit ook willen leren. Zoiets lijkt mij een goed begin van de muzieklessen. Verder is het bij het begin van de muzieklessen altijd goed uitkijken. Ik sta, als ze het lokaal naderen, meestal bij de deur om ze op te vangen. Zolang de les niet echt is begonnen, denken leerlingen dat alles nog mogelijk is. De docent aan de deur moet op alles voorbereid zijn. Zeker op ontboezemingen. De muziek bij opa’s begrafenis (vind ik ook een zielig liedje), mijn vader houdt ook van Tutti Frutti
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 28
(je hebt een leuke vader), houdt u ook van… volgt een onverstaanbaar en onbekend Engels woord (ja, geweldige muziek) en zo. En dan alle smoezen over vergeten boeken, liedjes, werkstukken en zo. Volgen de doktersbriefjes en beugelbriefjes dat een kind onder de muziekles om medische redenen weg moet. En dan altijd het gezeik van vooral meisjes dat ze deze les juist niet of juist wel naast een bepaald ander meisje willen zitten: Kim vraagt: ‘Viola is ziek, mag ik naast Britt zitten?’ En dan: ‘Gaan we zingen?’ ‘Gaan we met instrumenten?’ ‘Gaan we met keyboards?’ ‘Gaan we de film afkijken?’ en zo. En de uitslovers: ‘Krijgen we voor het proefwerk ook de zestiende noten?’ En de leerlingen die bij het muzieklokaal aankomen en direct weer weg willen. Fietssleuteltje of gymspullen zijn zoek, het muziekboek Jukebox ligt nog in de kluis of ze moeten hoognodig. Alles mag als ze er maar voor zorgen dat ze bij terugkomst werkelijk buiten adem zijn, als bewijs dat bijvoorbeeld de blaas met kracht is geledigd. En dan kan de muziekles aanvangen. Ja, dat dacht u. Eerst krijgen we nog de telaatkomers. Waren ook hun fietssleuteltje en gymspullen kwijt, moesten ook Jukebox nog uit de kluis halen. Of hadden onaantastbare gesprekken met collega’s. Nooit begrepen dat leerlingen die smoes niet wat vaker gebruiken. Kinderen hebben niet in de gaten dat als ze bijvoorbeeld zeggen: ‘Meneer Vergoor van wiskunde hield me aan de praat, dat moest ik aan u zeggen’, dit voor alle situaties de ultieme vrijbrief is voor te laat komen. Leerlingen zijn doorgaans slecht in het bedenken van goede smoezen. Maar soms word je verrast. Een jochie vertelde me ooit met droge ogen dat hij z’n huiswerk niet had kunnen maken, omdat ‘gisteravond onze werkster uit Amerika is teruggekomen’. De muziekdocent is stressbestendig. Ik zet zonder schroom in de les een keel op met awobaloomopawobbamboom of woorden van gelijke strekking. Bij het sinterklaasfeest begeleid ik zonder tremor Zie ginds komt de stoomboot in alle twaalf toonsoorten. Voor minder courante liedjes graag even van te voren bellen. In de les kan ik de liedjes gelukkig blind spelen en zingen. Mijn favoriete liedje is Op een mooie pinksterdag. Als ik m’n ogen even open doe, zie ik Kim en Britt in druk gesprek. Ik brul ze toe: ‘Niet lullen, maar zingen!!!’ Hoe leuk muziekles geven ook is, het blijft natuurlijk gewoon werk.
16-06-11 11:40
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng
Macbeth heeft echt geleefd
Serie Klassieke muziek voor kinderen
Olga de Kort-Koulikova
Olga de Kort-Koulikova
Het boek van Pieter Steinz heeft niet één personage maar zestien, en zelfs 319 als je alle metgezellen meetelt. Alle 319 zijn ze beroemd, berucht, legendarisch en vaak spreekwoordelijk. Leonidas en de 300 Spartanen, Koning Arthur, Siegfried en Kriemhild, Sint-Brandaan, Roeland, Pausin Johanna, Macbeth en zijn vrouw, Robin Hood, Wilhelm Tell, Don Juan, Dracula, Tijl Uilenspiegel, Rabbi Löw en de Golem, Faust, Cyrano de Bergerac, Baron von Münchhausen.
Sinds mensenheugenis behoren deze personages tot het collectieve artistieke geheugen van de Europeanen, en maken ze deel uit van de tijd- en grensoverstijgende cultuurgeschiedenis. Op zoek naar de echte verhalen achter de fabelachtige en fantasierijke legenden reisde Steinz door heel Europa in de voetsporen van de literaire personages. De cv’s van deze zestien boden genoeg aanknopingspunten, want deze helden hebben echt geleefd. De faits et gestes van hun echte levens spraken tot de verbeelding van hun tijdgenoten en bezorgden ze het eeuwige leven in toneelstukken, volksverhalen
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 29
Macbeth heeft echt geleefd Een reis door Europa in de voetsporen van 16 literaire helden Pieter Steinz Nieuw Amsterdam, 2011 240 pagina’s ISBN 978 90 468 0996 9 Prijs: € 24,95
en films, beeldend kunst en muziek. De reisverslagen van Steinz zijn zo aanstekelijk dat ze bij menig lezer tot een wijziging van vakantieplannen kunnen leiden. Stelt u zich voor dat u slechts één afslag verwijdert bent van de Pas de Roland, de Vlaamse Uilenspiegelroute of de heuvel bij Thermopylai…
Er was eens… een kleine jongen die meesterlijk piano kon spelen maar verder helemaal ‘geen saaie jongen was die alleen maar met zijn neus in de boeken en in de muziek zat’. Deze jongen, later beroemde componist Wolfgang Mozart, leefde in de tijd dat componisten geen royalties kregen, in onverwarmde koetsen reisden en voor onversterkte instrumenten schreven. Net als Antonio Vivaldi, Johann Sebastian Bach en Ludwig van Beethoven, de andere jongens die ook tot beroemde componisten uitgroeiden. Allemaal de grote namen, betekenisvol voor volwassenen, maar weinig tot niets zeggend voor kinderen. De elektriciteitsloze wereld en de muziek van klassieke componisten lijken talloze lichtjaren verwijderd te zijn van de beleveniswereld van de nieuwe generatie lezers en luisteraars. Hoe introduceer je een wereld vol hofintriges, opera’s, cantates en eigenzinnige muzikanten aan lezers van zes tot twaalf jaar? Winnie Sorgdrager vertelt een levensverhaal van de componist zoals je het ook over een familielid of een vriend zou vertellen, met aandacht voor zijn
29
Serie Klassieke muziek voor kinderen Een leven vol muziek Winnie Sorgdrager Uitgeverij Ziederis 2006-2007-2008-2010 - Mozart (met CD) ISBN 978 90 70042 14 2 - Beethoven (met CD) ISBN 978 90 70042 15 8 - Bach (met CD) ISBN 978 90 70042 18 9 - Vivaldi (met CD) ISBN 978 90 70042 21 9 Prijs: € 19,95
karakter, eigenaardigheden, gelden gezondheidszorgen en problemen op het werk. Geen droog verhaal, maar een kennismaking met de componist als een mens van vlees en bloed. De muzikale fragmenten, of zoals Sorgdrager ze treffend noemt ‘kleine delen uit grotere muziekstukken’, zijn als het ware vervlochten in de tekst en nodigen de jonge lezers uit om de componist ook via zijn muziekwerken verder te leren kennen.
16-06-11 11:40
juli / augustus 2011
PO
S s a am m en e n ha w ng er k i en ng
30
Watch That Sound Jacques van de Veerdonk
Watch That Sound bestaat uit een groep enthousiaste en ondernemende muzikanten, filmers en programmeurs, deels werkzaam in diverse vormen van onderwijs. Samen ontwikkelen ze creatief lesmateriaal voor media op school. Deze maand zullen hun eerste uitwerkingen - geluidsontwerpsoftware en bijbehorend filmmateriaal - beschikbaar worden gesteld aan collega’s. Watch That Sound is sinds een aantal jaren bezig met innovatie vanuit de praktijk van het muziek- en kunstonderwijs door workshops te organiseren waar jeugdigen geluidsontwerpen maken bij films. In 2008 werd de eerste aanzet gegeven tot professionalisering met het plan om een softwaretool en filmmateriaal te ontwikkelen. De opgave was een laagdrempelige hedendaagse manier te realiseren voor het maken van composities en sounddesign bij film en media. Door samenwerking te zoeken met een groot aantal partners in kunst, cultuur, media en onderwijs en met de ondersteuning van fondsen, heeft dit geleid tot software en workshopfilms waarvan iedereen kan profiteren. Ontwikkelingsproces Afgelopen oktober is de eerste testversie gebruikt tijdens het Cinekid Kinderfilmfestival te Amsterdam en het Sound Track Festival in Rotterdam. In totaal hebben meer dan 1500 workshoppers (primair en voortgezet onderwijs) kortere of langere tijd met de software gewerkt. Een volgende versie is uitgetest door een groep collega’s die na een oproep via de nieuwsgroep muziek enthousiast reageerde. Tijdens een docentendag in februari jongstleden is de tool uitgeprobeerd en van kritisch commentaar voorzien. Deze kritiek is ondertussen verwerkt en nu is het zo ver om de tool voor collega’s (gratis) beschikbaar te stellen, zodat ieder de mogelijkheden zelf kan ervaren. Vanaf 1 juli is de Mac OS X-versie klaar. De Windows-versie volgt een paar weken later. U kunt dan de tool en overige informatie vinden www.watchthatsound.nl/software. Sounddesign Zelf geluiden verzinnen en opnemen is een intrigerende gebeurtenis voor iedereen. Je kunt door het geluid de focus, sfeer, zelfs de gehele context van een filmfragment beïnvloeden. Audio (geluid en muziek) is bij media veelal een onderschat medium. Voor onderwijssitua-
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 30
Bij het Cinekid Kinderfestival
ties is het een boeiend onderwerp, maar vaak te complex in uitvoering. Dit was voor de ontwerpers de uitdaging een manier te vinden waarbij een leerervaring gekoppeld zou worden met aansprekend materiaal. Ook moest er tijdens het ontwikkelproces terugkoppeling zijn met de werkvloer. Basisidee was de complexiteit van sounddesign en compositie op te knippen in een stap-voor-stap plan en zodoende er een logische gebeurtenis van te maken: een duidelijk probleem (geen geluid bij een film) moet leiden tot het resultaat dat zichtbaar en hoorbaar gemaakt is op YouTube. Hierbij in het kort de belangrijkste kenmerken van de softwaretool.
Tijdens een workshop
Softwaretool De softwaretool van Watch That Sound is ontworpen om gebruikers van verschillende leeftijd al doende inzicht te geven in de relatie tussen beeld en geluid bij film. Zelf doen staat hierbij voorop. Het ontwerp volgt didactische principes met als basiseis dat het creatieve proces centraal staat. Het programma is daarom opgesplitst in een aantal schermen (pagina’s). Elke pagina hoort bij een bepaalde activiteit in het proces. De docent kan zelf bepalen welk deel van de software hij of zij wil gebruiken.
- Pagina 1: De gebruikers bekijken en analyseren een filmfragment zonder geluid, - Pagina 2: De gebruikers bepalen de vorm en structuur door het maken van een eigen storyboard. Wat is het verhaal dat de maker lijkt te willen vertellen of dat je er zelf mee zou willen vertellen? - Pagina 3: Spanningsindicator. Tekenen van een spanningscurve waarbij je zelf bepaalt waar de verschillende hoogtepunten zich bevinden. - Pagina 4: Visueel vastleggen van geluidsideeën of muziekfragmenten. Teken een grafische partituur. - Pagina 5: Het opnemen van de geluidsfragmenten, deze invoeren, synchroniseren met de beelden. - De grafische partituur kan met de tijdlijn, spanningslijn en storyboard geprint worden en vervolgens dienst doen bij een eventueel klankonderzoek. De deelnemers kunnen dit doen met en zonder begeleiding, individueel, in groepjes of per klas. De software kan na enige oefeningen door docenten uit diverse disciplines gebruikt worden. Binnenkort worden een aantal trainingsdata en -locaties bekend gemaakt. Naaste toekomst Voor de periode tot 2012 stelt Watch that Sound zich ten doel om de reeds ingezette weg naar een innovatieve vorm van muziek- en kunsteducatie met collega’s verder uit te bouwen. De komende maanden zal de softwaretool verder ontwikkeld worden. Dit willen wij doen met uw hulp, uw opmerkingen, uw ervaringen.
16-06-11 11:40
31 Boeksignalementen Uitgelicht Cultuurkaart in het voortgezet onderwijs De Algemene Rekenkamer deed onlangs onderzoek naar de Cultuurkaart in het voortgezet onderwijs, en bood het rapport hiervan aan de Tweede Kamer aan. Het rapport beschrijft doelen en procedures van de Cultuurkaart, en verder de kosten, het misbruik en oneigenlijk gebruik ervan. In het bijgaande achtergronddocument staat hoe scholen en culturele instellingen ervoor kunnen zorgen dat zoveel mogelijk van het tegoed op de Cultuurkaart wordt gebruikt. Conclusie van de Rekenkamer is dat de regeling Cultuurkaart te ingewikkeld is, doordat OCW met de Cultuurkaart meer doelstellingen tegelijk nastreeft. Als het enige doel was om leerlingen in aanraking te laten komen met kunst en cultuur, zou het systeem niet zo ingewikkeld van opzet hoeven zijn, aldus de Rekenkamer. Staatssecretaris Zijlstra bekijkt momenteel of de Cultuurkaart een doorstart kan
Lessenreeks Annie M.G. Schmidt Lesboek met vier theater-
maken zonder rijksgeld. Hij wil hiervoor in gesprek gaan met Stichting CJP, gemeenten en het onderwijsveld.
lessen, voor elke bouw van het basisonderwijs één. Elke les heeft bekende
Cultuurkaart in het voortgezet onderwijs / S.J. Stuiveling en E.M.A Schoten. – Den
personages van Annie M.G. Schmidt tot
Haag: Algemene Rekenkamer, 2011. – 29 p. (Tweede Kamer der Staten-Generaal
onderwerp en biedt suggesties voor een
2010/2011; 32703 nrs. 1-2)
presentatie. Deze lessenreeks is gemaakt
Cultuurkaart in het voortgezet onderwijs: achtergronddocument over scholen en
ter ere van de 100ste geboortedag van
Cultuurkaartacceptanten. - Den Haag: Algemene Rekenkamer, 2011. – 36 p.
Annie M.G. Schmidt. Annies verjaardag: lessenreeks voor de hele school ter ere van de 100ste
leerlijn sluit aan op het reguliere curricu-
ken die door Anne Bamford (WOW-
Rijksuniversiteit Groningen, Opleiding
geboortedag van Annie M.G. Schmidt /
lum van het basisonderwijs voor de
factor, 2006) worden beschreven als
Kunsten, Cultuur en Media, Master
M. Bogaards (redacteur), A. van Heijnin-
kerndoelen kunst en cultuur.
goede kunsteducatie.
Kunsteducatie.
Kunst en Cultuur Zuid-Holland. - Rijswijk:
Doorlopende leerlijn in de kunstvakken
Kwaliteit kunsteducatie op Hollandse
Kunstgebouw, 2011.
voor leerkansenprofielscholen / G.
basisscholen: brede oriëntatie op kunst
Lezen en schrijven in de Middeleeuwen Wie schrijft, die
gen, C. Brocken; Kunstgebouw, Stichting
Junte ... [et al.], I. Bakker (redacteur), M.
en cultuur, maar geen gesprek over de
blijft! is een educatief project over lezen
Leerlijn kunstvakken leerkansenprofielscholen Het Koorenhuis
de Moor (redacteur), S. Dekker (auteur
inhoud van kunsteducatie / D.
en schrijven in de Middeleeuwen voor
van voorwoord); Koorenhuis, Centrum
Monsma. - Rotterdam, 2010.
de bovenbouw van het primair onder-
heeft een doorgaande leerlijn kunst en
voor kunst en cultuur. - Den Haag:
cultuur ontwikkeld voor brede scholen
Koorenhuis, 2010.
Kunsteducatie voor kinderen met autisme Masterscriptie met als
onderwijs. Het toont het belang van het
centrale vraag: wat is een goede vorm
halen en laat leerlingen kennismaken
met zes uur per week is verlengd.
Basisscholen met kunsteducatie Wat zijn de kenmerken van
van kunsteducatie voor kinderen met
met middeleeuwse oorkonden en
Vakdocenten krijgen handvatten voor de
basisscholen met kunsteducatie in het
autisme? Daarbij komt aan de orde wat
manuscripten. Wie schrijft, die blijft!
vormgeving en invulling van de lessen
curriculum? Om hier achter te komen
autisme is en wat de verhouding tussen
sluit aan bij de kerndoelen van het pri-
met speciale aandacht voor het verster-
heeft auteur Dirk Monsma 20 directeu-
autisme en kunst. Wat is de theoretische
mair en voortgezet onderwijs en bij een
ken van de taalvaardigheid en sociale
ren en/of cultuurcoördinatoren geïnter-
en praktijkkennis van experts en docen-
aantal Canonvensters.
vaardigheden. De leerlijn is ingedeeld in
viewd van scholen met kunsteducatie in
ten in het basisonderwijs over kunstedu-
Docentenhandleiding en archievenhand-
drie leeftijdscategorieën: 6 tot 8 jarigen,
het curriculum gegeven door een kunst-
catie voor autisten?
leiding beschikbaar.
8 tot 10 jarigen en 10 tot 12 jarigen en
docent. Op basis van de analyse van de
bevat als bijlage 6 portfolio’s: logboeken
interviews geeft Monsma een schets
‘Bijzonder’ kan niet zonder: een onder-
Wie schrijft, die blijft! / I. Lipsch, J. Peij-
voor de leerjaren drie tot en met acht
van de kenmerken van het kunstonder-
zoek naar een goede vorm van kunst-
nen, G.J.M. Sonnemans ; Regionaal His-
waarin leerlingen en docenten activitei-
wijs op deze basisscholen. Deze schets
educatie voor kinderen met autisme / R.
torisch Centrum Eindhoven ; Cubiss. -
ten en vorderingen bijhouden. De kunst-
wordt vervolgens gelegd naast kenmer-
Strubbe. - 2011. Masterscriptie
Stichting Brabantse Bronnen, 2010.
met een leerkansenprofiel, een breed schoolconcept waarbij de onderwijstijd
wijs en brugklassen van het voortgezet op schrift stellen van afspraken en ver-
Alle vermelde publicaties zijn uitleenbaar en te vinden in de bibliotheek van Cultuurnetwerk Nederland, expertisecentrum cultuureducatie. Deze bibliotheek met complete collectie kunst- en cultuureducatie is op werkdagen openbaar toegankelijk. Meer informatie en online catalogus: www.cultuurnetwerk.nl/bibliotheek, e-mail:
[email protected], (030) 2361200.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 31
16-06-11 11:40
32
juli / augustus 2011
Oproep nieuw lid vaksectie Kunst bij CvE Hebben toetsing, kwaliteitsborging en het niveau in uw vakgebied uw interesse? Bekijk dan de volgende vacature! Per 1 augustus 2011 is er bij het CvE (College voor Examens) in vaksectie Kunst (beeldende vormgeving, dans, drama, muziek, algemeen) HAVO/VWO een vacature die op voordracht van VONKC vervuld kan worden. Taak - meewerken aan de constructieopdracht aan het Cito voor de examens kunst (beeldende vormgeving, dans, drama, muziek, algemeen) HAVO/VWO; - vaststellen van deze examens; - adviseren over de normering van deze examens; - beoordeling van concept-syllabi. Functie-eisen - heeft ervaring met en geeft les aan eindexamenkandidaten beeldende vormgeving HAVO en VWO; - deskundigheid op het gebied van examens en toetsing strekt tot aanbeveling; - heeft speciale theoretische belangstelling en bovengemiddelde kunsthistorische kennis. Honorering - Voor het schooljaar 2011/2012 is de omvang van deze taak circa 212 uren op jaarbasis. Gebruikelijk is dan dat u voor dit aantal uren door uw school wordt gedetacheerd bij het CvE. Het College voor Examens (CvE) regisseert van de werkzaamheden rondom de centrale examens. Meer weten over het CvE? Kijk op www.cve.nl. U kunt uw sollicitatie richten aan Jan Verschaeren, secretaris VONKC. Mailadres:
[email protected]. Uw sollicitatie dient uiterlijk 23 juli 2011 in ons bezit te zijn.
Kunst als instinct en menselijke n Denis Dutton - The Art Instinct Diederik Schönau
Kunst en instinct? Een kunstinstinct? Is kunst niet zo ongeveer de laatste menselijke uitingsvorm die je zou willen begrijpen vanuit instinctief gedrag? Zijn de meesterwerken in de kunst niet even zovele bewijzen, dat de mens zich in en door de kunst juist heeft ontworsteld aan zijn instincten? Wie het boek van Dutton leest zal, aangekomen bij de laatste bladzijden, moeten erkennen dat het maken van kunst diep in onze genen zit. Hoeveel filosofisch en kunsttheoretisch vernis er ook over ons kunstbegrip ligt, in de kern is het maken van kunst geworteld in de biologische en psychologische verworvenheden in de evolutie van de homo sapiens. Het boek van Dutton is daarmee ook een overtuigend pleidooi voor het belang van kunst voor de menselijke soort. Dutton begint zijn verhaal met een intrigerend onderzoek naar het ‘ideale schilderij’. Vitaly Komar en Alexander Melamid onderzochten de artistieke voorkeur voor schilderijen van mensen in tien verschillende landen. Die voorkeur richtte zich op de vraag hoe hun favoriete schilderij er uit zou zien: welk genre, welke voorstelling, welke kleuren, enzovoort? Vanuit de vele voorkeuren werd per land een grootste gemene deler gedestilleerd die door de onderzoekers (tevens kunstenaars) in een schilderij (‘America’s most wanted’) werd omgezet. Het ‘ideale’ schilderij blijkt een bergachtig landschap te zijn, met veel blauw, met water, lichte bebossing, mensen en dieren. En niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Kenia (‘Kenya’s most wanted’). De stelling van Komar en Melamid - en ook van Dutton - is dat deze opvallende overeenkomsten in zulke uiteenlopende culturen genetisch bepaald zijn. In zijn kritiek op dit onderzoek betoogt de filosoof Arthur Danto dat hier echter sprake is van culturele conditionering. Mensen vinden dit soort schilderijen het mooist, omdat ze deze smaak hebben ontwikkeld door blootstelling aan scheurkalenders met dergelijke landschappen. Dutton repliceert: die scheurkalenders met die landschappen vinden wereldwijd aftrek - ook in IJsland - juist omdat mensen vinden dat die landschappen beantwoorden aan oermenselijke voorkeuren. Deze manier van redeneren past Dutton regelmatig toe (en meer dan eens ten koste van eigentijdse kunstfilosofen). In zijn ogen is een belangrijk bezwaar van de (post)moderne
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 32
kunsttheorie dat zij zich te lang heeft blindgestaard op de grenzen van de (westerse) kunst en te weinig gekeken heeft naar wat (beeldende) kunstenaars in alle tijden en in alle culturen met elkaar bindt. Het urinoir van Duchamp mag dan in de westerse kunstgeschiedenis het meest invloedrijke kunstwerk van de twintigste eeuw zijn geweest, het geeft een verkeerd beeld van waar het in de kunst werkelijk om gaat. Het urinoir werd niet beroemd vanwege zijn artistieke kwaliteit, maar omdat het de aanleiding werd voor een nog steeds doorgaand debat over het filosofisch karakter van het westers kunstbegrip. Wat door Duchamp bedoeld was als een ironisch commentaar op het kunstfetisjisme van zijn tijd, is volgens Dutton verworden tot een uiterst serieus filosofisch probleem. Iets vergelijkbaars heeft zich voorgedaan met de merda d’artista (een intiem product van de kunstenaar) die Piero Manzoni in 1961 inblikte. Wat ook in dat geval bedoeld was als ironie, werd een uiterst serieus collector’s item. Met een nauwelijks ingehouden glimlach meldt Dutton dat sinds 1961 meer dan de helft van de duurbetaalde blikjes in de diverse collecties is geëxplodeerd. Om de lezer tot het inzicht te brengen dat het werkelijke inzicht in het kunstbegrip niet is gelegen in een filosofische analyse, neemt Dutton de lezer mee op zijn zoektocht naar de evolutionaire wortels van de kunst. Hij laat zich hierbij leiden door de inzichten van de Darwiniaanse evolutieleer. De baanbrekende inzichten van Darwin gebaseerd op zijn onderzoek naar biologische diversiteit, zijn in de laatste anderhalve eeuw steeds meer uitgebreid naar andere kennisgebieden. Maar pas in de jaren tachtig van de twintigste eeuw is de evolutieleer ook doorgedrongen in de psychologie. Dit heeft geleid tot nieuwe inzichten over de werking van de menselijke geest. Hoe jammer wij dat misschien ook mogen vinden, maar veel menselijk gedrag blijkt te zijn aangeboren en begrepen te kunnen worden als het resultaat van evolutionaire aanpassingen van de mens aan de wereld om hem heen. Sinds het ontstaan van de homo sapiens, rond 1,6 miljoen jaar geleden, zijn er zo’n 80.000 generaties geweest, waarvan alleen de laatste 500 generaties in steden hebben gewoond - en dan nog maar een klein deel. Kortom, er zit veel meer ‘heuvellandschap’ in de moderne mens dan ‘stad’. Op zijn minst opvallend is, dat de eerste sporen van menselijk kunst (beeldjes, muziekinstrumenten, decoratieve versiering) zo’n 4000 generaties terug al aanwijsbaar zijn,
16-06-11 11:40
33
e noodzaak
terwijl het schrift ongeveer met de eerste stedelijke nederzettingen ontstond. Volgens Dutton moeten we het verschijnsel ‘kunst’ dus in een veel bredere context analyseren. De vraag ‘Wat is kunst’ moet wat hem betreft niet worden overgelaten aan experts die voor ons bepalen wat kunst is. Het antwoord ligt namelijk niet in de filosofie, maar in de menselijk evolutie en daarmee in wat ons, alle mensen, aanspreekt. Wat verstaat Dutton onder ‘kunst’? Zijn benadering is even simpel als bevrijdend. In plaats van te redeneren vanuit de eigen cultuur en het eigen kunstbegrip, gaat hij op zoek naar objecten en processen waaraan in alle culturen op grond van hun vormgeving een bijzondere betekenis wordt toegekend. Wat zijn de kenmerken van die objecten en processen? Dutton komt tot een lijst van twaalf ‘pre-theoretische’ criteria. De aanwezigheid van de meeste van deze criteria in een product of proces rechtvaardigt de uitspraak dat er sprake is van ‘kunst’. Het kunstbegrip wordt daarmee heel breed, maar ook losgekoppeld van allerlei filosofische beperkingen. Het zijn, kort samengevat, de volgende kenmerken. Er is sprake van een vorm van plezier en virtuositeit, de vormgeving onderscheidt door een bepaalde vorm van stijl, getuigt van creativiteit en verdraagt kritiek. Kunst kent een vorm van representatie en kunstwerken krijgen speciale aandacht. Kunst geeft uitdrukking aan de individualiteit van de maker, kent emotionele diepgang en is tegelijk een intellectuele uitdaging en maakt deel uit van tradities en culturen. Ten slotte, waarschijnlijk het belangrijkste criterium: kunst geeft uitdrukking aan verbeelding, zowel bij de maker als bij de beschouwer. Dutton gaat ook in op kenmerken die hij bewust buiten het lijstje houdt, zoals (te) kunsttheoretische concepten als ‘vorm’ en ‘inhoud’. De vraag is of hij hiermee niet het kind met het badwater weggooit, want gaat kunst nu juist niet over het vormgeven aan inhoud? Ook zaken als de prijs van een kunstwerk, de persoonlijkheid van de kunstenaar of de aanwezigheid van een publiek zijn geen doorslaggevende kenmerken, omdat ze niet onderscheidend genoeg zijn voor kunst. Dutton constateert ook, dat vrijwel alle criteria ook van toepassing zijn op geheel ander zaken, zoals religie of sport. De lijst is dus geen formule, maar helpt om serieus en onbevooroordeeld te kijken naar die uitingen van menselijk gedrag die wij in alle culturen en tijden tegen-
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 33
komen en die gemeenlijk als ‘kunst’ worden gezien of ervaren. Dutton neemt dus afstand van het westerse kunstbegrip, dat volgens hem gebaseerd is op het (onbewust) verabsoluteren van indelingscategorieën die wellicht wel geldig zijn voor de westerse kunsttheorie, maar te vaak voorbijgaan aan de bedoeling van de kunstenaars of de culturele context waarin het kunstwerk functioneert. Het aspect ‘bedoeling’ van de kunstenaar raakt een fundamentele kern van de boodschap die in The Art Instinct zit besloten. Duttons kritiek is dat veel kunstcritici in zijn ogen meer schade aanrichten dan goed doen, omdat ze de bedoeling van de maker buiten haakjes zetten als irrelevant of onkenbaar en hun eigen interpretatie daarvoor in de plaats stellen. Kunstwerken ontstaan volgens hem juist, omdat mensen de bedoeling hebben met elkaar te communiceren. De artistieke daad moet door de ander direct worden begrepen, wil hij succesvol zijn. Er is sprake van een directe uitwisseling zowel van inzicht als van de gevoelens die met dat inzicht verbonden zijn. Deze uitwisseling leidt tot werkelijke authenticiteit, waarbij mensen elkaar in hun wezen ontmoeten. Aansluitend bij Darwin stelt Dutton dat de intense belangstelling voor kunst als uiting van gevoelens aansluit bij de behoefte van de mens om door die kunst de ander te leren kennen. De culturele context is zeker van belang, maar blijkt vaak, vanuit westers perspectief, slecht begrepen. Zo kritiseert Dutton een voorbeeld van Danto waarin deze in een filosofisch betoog twee fictieve primitieve stammen tegenover elkaar zet die vanuit geheel verschillende (kunst)opvattingen exact hetzelfde voorwerp voortbrengen. Het ene voorwerp heeft voor de ene stam een kunststatus, terwijl ‘hetzelfde’ voorwerp in de andere stam alleen maar een gewoon gebruiksvoorwerp is. Als het verschil visueel niet zichtbaar is, wat blijft er dan, aldus Danto, over van de
artistieke status van het ene voorwerp? Dutton constateert dat Danto in zijn gedachte-experiment één fout maakt: hij gaat (in gedachte) niet te rade bij de makers van beide voorwerpen. Zouden die ook niet in staat zijn het verschil tussen beide voorwerpen waar te nemen? De westerse kunstkritiek is volgens hem te filosofisch geworden en heeft met zijn dwingende logica en terminologie de blik op de ervaring van kunst ontnomen. De twaalf kenmerken die Dutton in kunst onderscheidt, doen recht aan het maakproces en aan de directe ervaring van kunst. Kunst is niet iets voor specialisten, maar is deel van de aangeboren opmaak van ieder mens: mensen begrijpen wat andere mensen in hun kunst verbeelden. Anders is er geen communicatie mogelijk. Dat begrip gaat ook dieper dan culturele tradities. Het einde van zijn boek wijdt Dutton aan wat hij topkunst noemt. Dat zijn de kunstwerken die opvallen door hun complexiteit en diepgang en de gerichtheid op existentiële vragen. Er is ook sprake van een overstijgen van de eigen culturele beperking naar transcendente waarden. Hiermee komt Dutton op meer speculatief en normatief terrein. Er komt hier toch een ander soort kunstbegrip aan de orde: topkunst. De kenmerken die Dutton noemt zijn dan ook niet uniek voor kunst. En een kunstwerk dat aan deze kenmerken voldoet, hoeft desondanks toch geen grote kunst te zijn. Er wordt heel wat diepgravends nagestreefd in de hedendaagse kunst, maar dat garandeert nog niet dat er dan van topkunst sprake is. Er gaat toch iets aan vooraf. Dutton vraagt zich terecht af waarom ‘grote‘ kunstwerken blijven fascineren, ook al is de oorspronkelijke culturele context verloren gegaan. Hij komt hiermee op begrippen als goedheid, schoonheid en waarheid. Begrippen die raken aan gevoelens en inzichten die alle mensen in essentie zo ervaren. Maar de vraag hoe deze gevoelens en inzichten dan door de kunstwerken worden overgedragen blijft onbeantwoord. Het zoeken naar de evolutionaire wortels van het kunstbegrip leidt onvermijdelijk tot het benoemen van wat alle mensen als evolutionaire wezens geestelijk met elkaar verbindt. Het ontstaan van het verschijnsel kunst - of juister: kunstgedrag - is volgens Dutton dus een essentieel en onderscheidend onderdeel van de menselijke evolutie. Maar welk evolutionair voordeel heeft kunstgedrag voor de mens? Zoals voor al het leven wordt ook de menselijke evolutie gedreven door twee krachten: natuurlijke selectie (het individu dat toevallig het beste is aangepast aan de omstandigheden,
16-06-11 11:40
34
juli / augustus 2011
heeft de grootste overlevingskans) en de sexuele selectie. In dit laatste geval bepaalt het vertoon van de eigen kracht van het individu of dit er in slaagt zijn eigenschappen over te dragen op een volgende generatie. Het is dit mechanisme dat ertoe heeft geleid dat er in de natuur soms grote verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Het zijn de mannen die alles in het werk stellen om indruk te maken op de vrouwen, van pauwenveren tot stierenhorens. Dit evolutionair gevormde onderscheid bestaat ook in het menselijke ras. Niet voor niets hebben, statistische gesproken, vrouwen nog steeds een voorkeur voor lange mannen, zoals mannen weer een voorkeur hebben voor jongere vrouwen. Daar ligt een evolutionair voordeel aan ten grondslag. Zo spelen ook de diepgewortelde mechanismen van aandacht vragen en verleiden een centrale rol in de menselijke evolutie. In de loop van de evolutie heeft de mens een aantal middelen ontwikkeld om, beter dan de andere primaten, aandacht te vragen en te verleiden. Het ontstaan van de menselijke spraak heeft een fundamenteel evolutionair voordeel en is volgens Dutton dan ook geen bijproduct van de evolutie, zoals Stephen Gould beweerde, maar min of meer de belangrijkste stap die de mens heeft gezet. Wij weten niet wanneer mensen verhalen zijn gaan vertellen, maar die vaardigheid is ongetwijfeld veel ouder dan de vaardigheid deze verhalen op te schrijven. In zijn boek wijdt Dutton een apart hoofdstuk aan fictie. Fictie komt voort uit het kunnen manipuleren van ervaringen en dat vermogen heeft een groot evolutionair voordeel. Je kunt tegen lage kosten en zonder risico alternatieve scenario’s bedenken met een hoog informatief gehalte. Wat gebeurt als ik dat doe en niet dit? Het verwoorden van gedachten en ervaringen in verhalen vervult hierin een belangrijke rol. Verhalen geven niet alleen encyclopedische kennis door, maar bieden vooral de mogelijkheid zich andere situaties voor te stellen. Empathie, het zich kunnen verplaatsen in de ander, speelt daarin een grote rol. Het vermogen tot empathie is aangeboren, want het ontbreken ervan - autisme - is te herleiden tot een genetisch defect. Kunstwerken zijn - net als verhalen, niet meer maar ook niet minder - middelen om bepaalde ervaringen en kennis te delen. Kunst los van ervaring is geen kunst. En dat kunstwerken ook lang na het overlijden van de maker anderen kunnen raken, bewijst dat kunstwerken door hun karakter in staat zijn emoties en gedachten bij anderen op te roepen, los van de cultuur waarin ze zijn ontstaan. Hoe dat dan precies werkt, laat hij in het midden. Dat bepaalde zaken in de evolutie zo zijn gegaan is één. Maar welke aspecten nu precies verantwoordelijk zijn voor de ‘artistieke overdracht’ tussen de ene mens en de andere en hoe dat
mechanisme nu precies werkt, is een andere zaak. Dutton gaat in zijn analyse ook in op verschijnselen als kunstvervalsingen, dada en kitsch. Hij maakt aannemelijk hoe deze verschijnselen zich verhouden tot kunst. Juist omdat hij zich niet alleen richt op kunst, maar ook op alle rafelranden van de kunstwereld, wint zijn betoog aan kracht. Het werd mij, als lezer, gaandeweg eens te meer duidelijk dat kunst geen luxe is, geen linkse hobby, maar een al te menselijke noodzakelijkheid. Het ontwikkelen van kunstzinnige vaardigheden en daarmee het scherpen van de zintuigen en de mogelijkheden gedachten en gevoelens vorm te geven en te communiceren, heeft de mensheid geholpen in zijn evolutie van homo erectus tot homo sapiens. Rekenen en schrijven zijn zeer recente verworvenheden in de menselijke evolutie, wellicht pas mogelijk geworden door de evolutie van artistieke vaardigheden die daaraan vooraf is
gegaan. Wie zich werkelijk zorgen maakt over de toekomst van de mens, zal zich dan ook meer moeten richten op de vaardigheden en kwaliteiten die ons als soort al die millennia hebben geholpen te overleven. Vertaald naar het onderwijs kan kunsteducatie daarom geen sluitpost zijn, maar moet het vertrekpunt zijn voor elk onderwijs dat zichzelf en de mens serieus neemt. Denis Dutton: The Art Instinct, Beauty, Pleasure and Human Evolution. New York: Bloomsbury Press, 2009. Wie geïnteresseerd is in de evolutionaire benadering van de kunst zal ook plezier beleven aan Frans Ellenbroek, De biologische evolutie van de kunsten, uitgave van het Natuurmuseum Brabant in Tilburg, 2006, en aan het werk van Ellen Dissanayke, die als een van de eerste zich heeft verdiept in de evolutionaire basis van kunst, bijvoorbeeld Homo Aestheticus. Where Art Comes From and Why. Seattle: University of Washington Press, 1992. BEELDENDE KUNST & VORMGEVING
www.academieminerva.nl EINDEXAMEN TENTOONSTELLING 9 — 14 JULI 2011 BEWEGING
EINDEXAMEN TENTOONSTELLING
G
9 — 14 JULI 2011 BEWEGING
ACADEMIE MINERVA BEELDENDE KUNST & VORMGEVING ACADEMIE MINERVA BEELDENDE KUNST & VORMGEVING
EINDEXAMEN TENTOONSTELLING 9 — 14 JULI 2011 BEWEGING
EINDEXAMEN
G
TENTOONSTELLING 9 — 14 JULI 2011 BEWEGING
Hanzehogeschool Groningen ACADEMIE MINERVA University of Applied Sciences
BEELDENDE KUNST Academie Minerva Beeldende Kunst en Vormgeving
& VORMGEVINGFMI Masters
Popcultuur
Autonome Beeldende Kunst Vormgeving Communicatie Vormgeving Ruimtelijk Ontwerp Docent Beeldende Kunst en Vormgeving
ACADEMIE MINERVA BEELDENDE KUNST
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 34
16-06-11 11:40
35
Vijf denkwijzen over moderne kunst Interview met Michael Parsons Folkert Haanstra
In 1987 verscheen het boek How We Understand Art van Michael Parsons. De ondertitel ervan luidde: A cognitive developmental account of aesthetic experience. Op basis van gesprekken met kinderen en volwassenen onderscheidde Parsons vijf stadia in de ontwikkeling van esthetische oordelen en interpretaties. In Nederland hebben zijn vijf stadia invloed gehad op het denken over kunstbeschouwing en zijn ze toegepast in lesmethodes en dienden ze als leidraad bij de keuze van ‘passende’ kunstwerken in educatieve projecten. Ook zijn er vragenlijsten ontwikkeld waarmee kon worden gemeten in welk stadium van kunstbeoordeling men zich bevindt. Maar het boek kreeg ook kritiek en later kwam de relativering van de resultaten ook van Parsons zelf. Hij kreeg steeds meer moeite met het begrip stadia en ook met enkele vooronderstellingen die hij bij het onderzoek hanteerde. Hij richtte zijn aandacht op andere dingen zoals de integratie van kunstvakken in het curriculum (Parsons, 2004), het gebruik van beeldende metaforen en creativiteit. How We Understand Art wordt nog steeds gelezen en gebruikt. Parsons heeft zijn eigen bedenkingen nooit op schrift gesteld en ook geen nieuw onderzoek op het gebied van de ontwikkeling van esthetische oordelen gedaan. Hoe kijkt hij op zijn boek terug, ‘met de wetenschap van nu’? Met deze vraag in mijn achterhoofd bezocht ik hem in Champaign Illinois, waar hij als emeritus hoogleraar is verbonden aan Illinois State University.
Psychologen lieten kinderen wel voorkeuren voor bepaalde kunstwerken of afbeeldingen uitspreken, maar dat zegt nog niet veel over het begrip dat kinderen van kunst hebben. Parsons verklaart dat hij in zijn onderzoek sterk is beïnvloed door Kohlberg, die de ontwikkeling van morele oordelen onderzocht. ‘Ik deed wat ik dacht dat Kohlberg zou hebben gedaan als hij kunst tot onderwerp had genomen.’ Bij Kohlberg gaat het vooral om enculturalisatie: dat wil zeggen het je eigen maken van de opvattingen en discussies die er om je heen zijn in gezin, school en maatschappij. Bij Kohlberg vormt het kunnen denken, praten en handelen binnen de bestaande maatschappelijke opvattingen over rechtvaardigheid de con-
ventionele stadia. Daaraan vooraf gaan de preconventionele stadia, waarin vooral het vermijden van straf en subjectieve beloning centraal staan. Na de conventionele stadia zijn er vervolgens de postconventionele stadia waarin je afstand kunt nemen van de maatschappelijk geaccepteerde normen, omdat die ook onethisch kunnen zijn. Die indeling in preconventioneel, conventioneel en postconventioneel komt in de stadia van esthetische oordelen van Parsons terug. Het eerste (preconventionele) stadium is dat van de associatieve oordeelsstructuur. Bijvoorbeeld: ‘Dat schilderij met die hond vind ik mooi, want wij hebben ook zo’n hond.’ Het tweede stadium is die van het realisme: ‘Mooi is net echt.’ Parsons spreekt hier van de
Mijn eerste vraag is naar het ontstaan van How We Understand Art. Parsons vertelt dat hij literatuur en ‘philosophy of education’ doceerde, maar steeds meer geïnteresseerd raakte in beeldende kunst en het denken over kunst. Vanaf het midden van de jaren zeventig voerde hij gesprekken met kinderen, jongeren en volwassenen over kunst, aan de hand van afbeeldingen van schilderijen en grafiek. Hij was vooral geïnteresseerd in hoe kinderen en jongeren kunst interpreteren en welke betekenis het voor hen heeft. Destijds ging veel onderzoek in de kunsteducatie over het maken van kunst, en dan vooral over de ontwikkeling van het tekenen. Onderzoek naar hoe kinderen over kunst denken was nog schaars.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 35
16-06-11 11:40
36
juli / augustus 2011
neringen over kunst op het spoor komen en zo kon ik, op basis van mijn interviews, vijf soorten duidelijk onderscheiden. In vervolgonderzoek zou je die kwantitatief kunnen toetsen en bijvoorbeeld onderzoeken welk percentage leerlingen aan het eind van het primair onderwijs redeneringen hebben in stadium twee en drie. Maar dat heb ik niet gedaan en dat is eigenlijk ook nooit systematisch gedaan’. Wel zijn de ideeën van Parsons later verder uitgewerkt door Erickson en Villeneuve. Zij spreken echter niet van vijf stadia, maar van vijf viewpoints. Ook hebben ze de beschrijving ervan geactualiseerd: het vierde standpunt dat formele aspecten benadrukt, heet bij hen ‘the modern artworld’ en het vijfde ‘plural art worlds’ of ‘communities of visual understanding’. Voorts hebben ze de vijf standpunten ook toegepast op het maken van beeldend werk, dus niet alleen het kijken naar (zie www.azviewpoints.com/about_us). Buiten de Verenigde Staten heeft How We Understand Art wel veel erkenning gekregen. Het boek is in vele talen vertaald en is op verschillende manieren toegepast. Dat gebeurde en gebeurt overigens niet altijd op een manier waar Parsons achter staat en dat heeft alles te maken met het begrip ‘ontwikkelingstadia’. Niet alleen is zijn opvatting daarover veranderd, ook zijn toenmalige opvatting is vaak verkeerd begrepen. In zijn introductie schrijft Parsons: ‘Stages are clusters of ideas, and not properties of persons’ en later ‘To describe a
stage is not to describe a person but a set of ideas’. Wat hij (in navolging van Kohlberg) indeelde in stadia waren niet personen, maar stukken tekst uit interviews, die bepaalde redeneringen weergaven. Weinig mensen zijn volledig consistent in het gebruik van een bepaald soort redenering en kunnen daarom ook nauwelijks in één bepaald stadium worden ingedeeld. En hoewel Parsons dit in de introductie benadrukt, is het toch anders opgevat. ‘De verleiding is groot om mensen in stadia in te delen en dat is ook op basis van mijn boek gebeurd. Ik had daar veel explicieter over moeten zijn.’ Het begrip ontwikkelingstadium is ook om andere redenen problematisch. Parsons: ‘Terugblikkend zie ik hoe bepaalde schilderijen bepaalde redeneringen uitlokken. Neem van Ivan Albright het schilderij Into the World there came a soul called Ida (zie pagina 35) over een oudere vrouw in verval. Dat kunstwerk is zo emotioneel geladen dat het snel medelijden oproept of zelfs afkeer. Veel uitspraken komen op grond daarvan in het stadium drie, de expressie van emoties. Het blijkt moeilijk om over dit werk afstandelijk, in termen van stijl (dus van stadium vier) te redeneren. Bij een schilderij van Paul Klee is dat makkelijker. De afhankelijkheid van de reactie van het soort kunstwerk relativeert ook het algemene begrip van stadium.’ Een andere beperking van zijn onderzoek, zegt hij, is dat hij vooral afbeeldingen heeft gebruikt van modernistische kunst, zoals van Klee,
Rechtsbijstand voor VLS- en VONKC-leden
In
fo
rm
at
ie
mimetische oordeelsstructuur. In het derde stadium, dat van de expressieve oordeelsstructuur, gaat het vooral om de gevoelswaarde van een kunstwerk. In het stadium van de formele oordeelsstructuur staan stijl en vorm van het kunstwerk voorop. Het tweede tot en met vierde stadium zijn de conventionele stadia. Het vijfde stadium van een open en autonome oordeelsstructuur is de postconventionele fase. Volgens Parsons vond How We Understand Art in het onderwijs in de Verenigde Staten zelf niet veel weerklank. Wel was er door de zogeheten Discipline Based Art Education (DBAE) vanaf het midden van de jaren tachtig meer belangstelling gekomen voor kunstbeschouwing. DBAE wilde de eenzijdige aandacht in beeldende lessen voor het zelf maken vervangen door een benadering waarin er een evenwicht bestaat tussen het praktische en het meer theoretische in de vorm van kunstgeschiedenis, kunstbeschouwing en kunstfilosofie. Maar bij DBAE ging het er niet zozeer om te weten te komen hoe kinderen over kunst denken. De aanhangers wilden vooral dat kinderen bepaalde kennis en vaardigheden op het gebied van kunstbeschouwing en kunsttheorie werden bijgebracht. En er was kritiek van vooral psychologen, die moeite hadden met de kwalitatieve aanpak van How We Understand Art. Ze vonden de steekproef van de geïnterviewden te selectief om algemene conclusies te trekken. Parsons: ‘Ik deed dat onderzoek als filosoof en niet als psycholoog. Het ging mij, net zo min als Kohlberg, om aantallen. Ik wilde soorten rede-
De VONKC-helpdesk en de VLS-helpdesk worden
Rechtspositie VLS/VONKC
bemand door Remko Littooij. De spreekuren zijn
t.a.v. Remko Littooij
geconcentreerd op een ochtend en een avond. Voor
Kluppelshuizenweg 32
algemene en specifieke vragen kunt u op genoemde
7608 RL ALMELO
tijden bij de helpdesk terecht: Hoe zit het met mijn fpu?,
(06) 16500695
Is mijn taakinvulling wel juist? Ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? Enzovoort.
E-mail VONKC:
[email protected]
Handiger is om een e-mail te sturen met de uitleg van
E-mail VLS:
[email protected]
uw probleem. Zo kan de helpdesk een duidelijk antwoord formuleren dat u naar wens telefonisch of
Telefonische bereikbaarheid helpdesk:
via e-mail terugontvangt.
- maandagochtend van 9 tot 10 uur - woensdagavond van 17 tot 19 uur
Het ABP organiseert op 14 september 2011 van 18 tot 20 uur in Hogeschool Domstad, locatie Koningsbergerstraat 9 te Utrecht voor de Onderwijsbonden CMHF (onder andere VLS en
Als de helpdesk onbemand is of in gesprek, kunt u een
VONKC) een informatie-avond over het pensioen. De toegang is gratis voor leden.
bericht achterlaten. Dan wordt u zo spoedig mogelijk
Aanmelden:
[email protected].
teruggebeld.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 36
16-06-11 11:40
37
Picasso en Chagall en van Amerikaanse realisten zoals Albright. Een dergelijke keuze bepaalt mede de uitkomsten. ‘Maar het is toen niet bij me opgekomen om actuele kunst te gebruiken; destijds popart en ook al wel conceptuele kunst. Laat staan dat ik er aan heb gedacht om populaire beeldcultuur te gebruiken.’ Dat in het boek geen aandacht is besteed aan culturele verschillen, vindt hij een andere beperking. Want die spelen uiteraard ook een rol bij kunstbeschouwing. ‘Ik ben later regelmatig in Taiwan en China geweest en heb daar ook met kinderen gepraat over het schilderij van Ivan Albright. Kinderen leven daar vaak samen met hun grootouders en de jonge kinderen met wie ik sprak zeiden dan ook dikwijls dat het schilderij hen deed denken aan hun grootmoeder. Ze hadden daar overigens meestal positieve associaties bij. In de Verenigde Staten zeiden de kinderen vaak: ‘Ze is lelijk en dik.’ Of: ‘Die moet minder eten en gaan sporten.’ Dat is dus een duidelijk cultureel bepaald verschil. Desondanks praten de meeste jonge kinderen, ongeacht hun culturele achtergrond, wel over Ida als een echte persoon, niet als een schilderij dat door een kunstenaar is gemaakt met een bepaalde intentie. Na het verschijnen van zijn boek publiceerden Wolf en Perry (1988) en later Kindler en Darras (1997) hun studies over de ontwikkeling van het tekenen. Daarin werd geconcludeerd dat er geen sprake is van één algemene ontwikkeling met opeenvolgende stadia, maar dat kinderen meervoudige ontwikkelingsmogelijkheden bezitten op beeldend gebied. In relatie met hun sociale omgeving kunnen ze zich ontwikkelen in verschillende genres en tekensystemen. De studies spreken in dat verband over ‘multiple pathways and multiple endpoints’. Parsons: ‘Ik vind die studies overtuigend en hun redenering geldt denk ik ook voor het kijken naar en interpreteren van kunst.’
Tot slot vraag ik hem of zijn huidige standpunt betekent dat hij het hele begrip ontwikkeling relativeert. Dat blijkt maar ten dele het geval. ‘Er is meer variatie in ontwikkeling en die is specifieker en meer contextgebonden dan ik in mijn boek heb beschreven. Maar ik blijf er bij dat er ontwikkelingstadia zijn in het begrip van bepaalde concepten of in het kunnen deelnemen aan een bepaald discours. Voor onderwijs is het belangrijk om te onderkennen wat meer eenvoudige manieren en wat meer complexe manieren van denken zijn over iets. Dat is trouwens niet zozeer een logische, maar een psychologische zaak. Het lijkt logisch om te beginnen met eenvoudige eenheden (basics), om het dan vervolgens steeds complexer te maken. Bijvoorbeeld dus eerst woorden spellen en dan pas hele zinnen of eerst de afzonderlijke beeldelementen en dan pas een schilderij. Dat was ook de redenering van Broudy (1972) en Feldman (1981) bij het onderwijzen van kunstbeschouwing. Eerst een afzonderlijke formele analyse waarbij kleur, licht, ruimte, vorm en compositie worden beschreven. En dan pas de inhoud met tot slot een interpretatie en evaluatie. Volgens Parsons is die aanpak didactisch onjuist. Het opdelen in zogeheten basics is voor kinderen vaak niet betekenisvol en daarom ook niet zonder meer eenvoudiger. Het is makkelijker een hele zin uit te spreken dan om grammaticale onderdelen te leren. Hij concludeert: ’Ik had met mijn boek geen ongelijk. Uit mijn interviews kwamen vijf manieren van het begrijpen van kunst naar voren die op die manier nog niet eerder waren geïdentificeerd. Maar mijn resultaat betrof maar een klein deel van hoe we kunst kunnen beschouwen. In plaats van How We Understand Art had de titel beter kunnen luiden: Vijf denkwijzen over westerse moderne kunst.’
Literatuur Broudy, H. S. (1972). Enlightened cherishing: An essay on aesthetic education. Urbana: University of Illinois Press. Feldman, E. (1981). Varieties of visual experience. Englewood Cliffs: Harry Abrams. Kindler, A.M. & Darras, B.( 1997). Map of artistic development. Studies in Art Education, 39 (2) 147- 167. Wolf, D. & Perry, M. (1988). From endpoints to repertoires: new conclusions about drawing development. Journal of Aesthetic Education, 22 (1), 17-35. Parsons, M. (1987). How we understand art. A cognitive developmental account of aesthetic experience. Cambridge. Cambridge University Press. Parsons, M. (2004). Arts and Integrated Curriculum. In E.W. Eisner & M.D. Days (Eds.), Handbook of research in policy and Art Education. (pp. 775-794). New Jersey, London: Lawrence Erlbaum Publishers.
ie
Kick-off thema’s examens beeldend 2012 at
In september aanstaande organiseert VONKC twee informatiemiddagen over de thema’s van de examens
Koningsbergerstraat 9 te Utrecht
fo In
- 20 september 2011 van 15.30 tot 20.00 uur: HAVO en VWO (oude stijl) in Hogeschool Domstad, locatie
rm
beeldend 2012. Noteert u alvast in uw agenda:
- 27 september 2011 van 15.30 tot 20.00 uur: VMBO in Amadeus Lyceum te Vleuten Medio augustus staat er meer informatie op www.vonkc.nl. Aanmelden kan nu al door te mailen naar
[email protected].
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 37
16-06-11 11:40
38
VO
juli / augustus 2011
Melissa de Vreede
Foto’s: Najib Nafid
Museum ontvangt wijkbewoners Voor het Haags Gemeentemuseum staat een indrukwekkende reeks autobussen geparkeerd, waarin honderden bewoners van de wijk Escamp gratis naar het museum zijn vervoerd. Het is al weer de vierde avond dat het museum zijn deuren opent speciaal voor inwoners van deze Haagse na-oorlogse wijk aan de zuidkant van de stad. Nog één avond en dan is de volgende wijk aan de beurt om door het museum in de watten te worden gelegd. Inmiddels hebben zo’n 22.000 Hagenezen meegedaan aan het wijkproject van het Gemeentemuseum. Klantcontact Tot 1 juni hadden alle inwoners van Escamp, hun familie en vrienden gratis toegang tot het Haags Gemeentemuseum op vertoon van een speciale sleutelhanger. Het is de derde Haagse wijk die gedurende een half jaar met open armen wordt ontvangen. Als eerste wijk die deze speciale behandeling te beurt viel, werd twee jaar geleden voor Segbroek gekozen. Al gauw blijkt waarom: Barbara Berger die verantwoordelijk is voor de wijkactiviteiten kent Segbroek het allerbeste, al beschikt ze als bewoonster van Den Haag en als ex-journalist en stadsredacteur sowieso over een grote kennis van de residentiestad én over een netwerk. En dat netwerk heeft zich de afgelopen paar jaar enorm uitgebreid, want Berger is de hele dag bezig contacten te leggen en te onderhouden. ‘In het Google-tijdperk weten we dat relatie-opbouw vaak effectiever en goedkoper is dan een dure voorlichtingscampagne. Kernwoorden van nu zijn: connecties, openheid, luisteren, vertrouwen, wijsheid, niches, netwerken. In een goede relatie telt luisteren, gastvrijheid en vrijgevigheid: dus goede service en contact met de ‘klant’ is je beste marketingstrategie’, citeert Barbara Berger internetgoeroe Jeff Jarvis in het verslag waarin ze de ervaringen beschrijft na vijf maanden pogingen om van de ruim 30.000 huishoudens van Segbroek zoveel mogelijk vertegenwoordigers het museum in te loodsen. Op dat moment, nu anderhalf jaar geleden, hebben al circa 6.000 bezoekers gebruik gemaakt van hun Segbroekpasje dat gratis toegang verschaft. Informeel netwerk ‘Eigenlijk kreeg ik carte blanche van het museum. Zij zeiden: hoe je het doet, doe je het, maar breng ons mensen die nooit komen! En dat is een opdracht die goed bij mijn bedrijfje past. Want, eerlijk gezegd, van kunst weet ik bijna niks. Ik ben gespecialiseerd in het in beweging brengen van mensen.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 38
Het is geweldig dat het museum niet heeft besloten dit project weg te bezuinigen, want de huidige politieke ontwikkelingen zitten natuurlijk niet mee. Daar ben ik trots op en ook op het vertrouwen dat ik krijg. Het geheim van mijn aanpak is misschien wel dat ik niet email, maar overal langsga en me altijd aan mijn afspraken houd. Ik heb een budget en ik zorg ervoor dat ik daarbinnen blijf. Maar niet alleen tegenover het museum houd ik me aan mijn woord. Als ik tegen buurtbewoners zeg: er staat een bus voor jullie klaar om tien over half twee, dan stáát hij er ook.’ Betrouwbaarheid is een belangrijke eigenschap, maar het kan niet de enige sleutel tot het succes van de Haagse wijkaanpak zijn. Hoe zorgt Barbara Berger ervoor dat er op iedere avondopenstelling tussen de 400 en 600 wijkbewoners komen, van wie een flink percentage
voor het eerst? ‘Door veel in die wijken te zijn,’ aldus Berger, ‘ik ga naar wijkvergaderingen, naar winkeliersverenigingen, naar sportclubs en naar bibliotheken. En ik doe mijn eigen boodschappen in de wijk, nu dus in Escamp. Elke ‘formele’ wijkorganisatie kent een paar ‘informele’ denkers en doeners, die altijd in zijn voor iets nieuws. Door hen word ik vaak na afloop van zo’n vergadering aangesproken. Elke buurt of straat heeft een eigen ‘moeder of vader overste’. Dat kan een actieve winkelier zijn of een flatcoördinator, een vrijwilliger van de kerk of een jongerenwerker. En verder leg ik altijd contact via de scholen. Dat werkt beter dan een ingang proberen te krijgen in bijvoorbeeld een moskeebestuur. Op schoolpleinen, in winkels en via het welzijnswerk bereik je de meeste mensen.’ Op de scholen wordt een project gedaan. De kindertekeningen die daarvan het resultaat
zijn, worden opgehangen in het museum. Ouders willen dat zien en kunnen op die manier over de museumdrempel worden geholpen. Hoogtepunten De avondopenstellingen voor buurtbewoners verlopen inmiddels volgens een vast stramien. De gratis bussen pikken de belangstellenden op een aantal opstapplaatsen op, waarna een hartelijke ontvangst in het museum volgt. Een bandje spreekt vrolijke muziek en er is voor iedereen koffie, thee, frisdrank en zoete hapjes, die meestal worden verzorgd door een Turkse bakker uit de buurt. Na het welkomstwoord van de adjunct-directeur worden alle aanwezigen uitgenodigd het museum in te gaan. Een klein legioen rondleiders staat klaar om de hoogtepunten van het museum te laten zien, maar natuurlijk is het ook toegestaan om op eigen gelegenheid door het museum te dwalen. De kinderen worden opgewacht in het atelier, waar zij onder begeleiding aan de slag kunnen. En in het restaurant kunnen de consumptiepenningen worden ingewisseld. Aan de meeste wijkbewoners is te zien dat zij niet gewend zijn een museum te betreden. Zij lopen wat aarzelend rond en kijken hun ogen uit. Aan de geel-groene ADO-dassen te zien, is het voetbalstadion bekender terrein. Maar de nieuwsgierigheid heeft het gewonnen van de onbekendheid en naar de verhalen van de rondleider wordt welwillend geluisterd. ‘Zo’n rondleiding moet niet langer dan 15 tot 20 minuten duren, hebben we gemerkt’, zegt Barbara Berger. ‘Ik heb mezelf als maatstaf genomen en ik houd het ook niet zo lang vol. We laten de hoogtepunten zien, en vermijden de ‘moeilijke kunst’. Mensen kunnen daar dan nog altijd zelf naartoe gaan’. Speciale behandeling De ‘open avond’ is niet het enige dat de wijkbewoners wordt geboden. Gedurende een half jaar liggen op centrale plaatsen sleutelhangers klaar die gratis toegang geven. Niet alleen voor de sleuteldrager, maar ook voor zijn familie en/ of vrienden. Berger zegt daarover: ‘We doen daarover niet moeilijk. Niemand hoeft een paspoort te laten zien. Ieder groepje dat zo’n sleutelhanger bij zich heeft, is welkom. Het was voor de suppoosten allemaal even wennen, maar nu vinden ze het geweldig. Ze zijn zo gastvrij! Mensen uit hun eigen wijk komen in het museum! Youssef, die bij de ingang staat, woont in Escamp en heeft bij hem in de straat overal die sleutelhangers door de brievenbus gegooid. Dat had niemand hem gevraagd. Maar dat Youssef hier werkt, is voor zijn buurtgeno-
16-06-11 11:40
39
ten een extra argument hier eens te komen kijken. En zo komt alles aan het rollen. En gaan er steeds meer dingen vanzelf, omdat het project inmiddels grote bekendheid heeft gekregen. Voor deze avond vroeg de directeur van het zwembad om grote banieren en om flyers. Hij wilde graag reclame maken. Dus zijn er nu 80 mensen via het zwembad in huis. De tam-tam gaat door Den Haag. Iedereen heeft ervan gehoord en wil nu wel eens zien wat het voorstelt’. Ook van het aanbod een gratis rondleiding te krijgen, wanneer je als wijkbewoner met een groep van 10 of meer komt, wordt steeds vaker gebruik gemaakt. Weet je een groep van 30 of meer te interesseren, dan zorgt het museum zelfs voor gratis busvervoer. Er kan ook voor een van de workshops worden gekozen, zoals portrettekenen, landschap schilderen of kleding pimpen. Daarnaast valt er te praten over een ‘aanbod op maat’. Een groep kan een idee hebben, maar het kan ook dat het museum iets bedenkt. Voor een wijk waar veel alleenstaanden wonen, werd bij de tentoonstelling ‘Liefde! Kunst! Passie!’ een datingavond georganiseerd, waarop door 120 inwoners (vooral vrouwen) werd ingetekend. Bij de ‘Tupperware’-tentoonstelling werden speciale activiteiten voor Hindoestaanse vrouwen georganiseerd, toen Barbara Berger erachter was gekomen dat juist deze vrouwen fervente Tupperware-gebruikers zijn. En zo wordt iedere keer gekeken wat een bezoek aan het Haags Gemeentemuseum extra interessant kan maken voor diegenen die er niet eerder kwamen. Of de kennismaking leidt tot herhaalbezoek is nog niet echt te zeggen. Wel groeit het aantal ambassadeurs in de wijken die hebben ondervonden dat het museum een betrouwbare partner is: ‘Ze bellen bijvoorbeeld steeds weer of we op hun braderie of in hun krantjes willen staan.’ Publiek voor het eerst onderzocht Het Haags Gemeentemuseum kan al bogen op een lange traditie, wanneer het erom gaat Hagenezen uit alle uithoeken van de stad te
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 39
verleiden tot een bezoek. Dit blijkt uit de publicatie Over passie en professie; Een eeuw publieksbegeleiding in de Nederlandse musea die op 1 november 2010 feestelijk werd gepresenteerd. Gratis toegang was daartoe een middel dat herhaaldelijk werd ingezet. Zo ook in het begin van de jaren vijftig, toen Gerard van der Hoek als student pedagogiek het museum herhaaldelijk bezocht. De eerste zaterdag van de maand was gratis. Van der Hoek observeerde de bezoekers op die dagen en had het sterke vermoeden dat zij armlastig noch laagopgeleid waren. Hij zag zijn vooronderstelling bevestigd in het onderzoek dat hij verrichtte in het kader van zijn studie. Als eerste in Nederland bevroeg hij het publiek naar hun herkomst, achtergrond en bevindingen. Een belangrijke uitkomst was dat, ook al was het museumpubliek overwegend hoog opgeleid en geïnteresseerd, er voor de pedagogische afdeling nog flink wat werk aan de winkel was, want ‘zij staan lang niet voor alles open. Het museum schiet op het gebied van voorlichting ernstig tekort. Eigenlijk dient hiertoe de catalogus, maar aanschaf hiervan vinden velen te duur’. En wat het binnenhalen van mensen uit de lagere inkomensgroepen betreft, hield Van der Hoek een pleidooi voor het organiseren van wijktentoonstellingen. In 1954 werd de eerste wijktentoonstelling geopend in Scheveningen met de titel Oranjetentoonstelling. De Schevening se bevolking was van oudsher oranjegezind, dus leek het een goed idee aan dit thema aandacht te besteden rond de viering van Koninginnedag en Bevrijdingsdag. En… het werkte. Een toegangskaartje voor de Oranjetentoonstelling gaf gratis toegang aan het Gemeentemuseum. Daar maakte 11% van de Scheveningse bezoekers gebruik van, zo stelde Van der Hoek tevreden vast.
Piet Hagenaars, directeur van Cultuurnetwerk Nederland, overhandigt het eerste exemplaar van de publicatie Passie en professie; Een eeuw publieksbegeleiding in de Nederlandse musea aan Els Swaab, voorzitter van de Raad voor Cultuur. Foto: Marie-José Kommers.
Informatie Haags Gemeentemuseum: www.gemeentemuseum.nl. De publicatie Over passie en professie; Een eeuw publieksbegeleiding in de Nederlandse musea (461 pagina’s) is voor € 35,-- te bestellen via www.cultuurnetwerk.nl > Producten & Diensten > Publicaties.
In het volgende nummer van Kunstzone komt een aantal andere voorbeelden ter sprake van musea die zich in stadswijken manifesteren. Melissa de Vreede is senior projectleider bij Cultuurnetwerk Nederland.
16-06-11 11:40
40
juli / augustus 2011
Ieder kind heeft recht op cultuuronderwijs! School kan ongelijke kunst- en cultuurtoegang rechttrekken Dirk Monsma, Hans Muiderman en Ruud Hisgen
‘Het is belangrijk om alle kinderen actief in aanraking te brengen met cultuur,’ zo schreef staatssecretaris Zijlstra van Cultuur in december vorig jaar aan de Tweede Kamer. ‘Ik wil mij daarom vooral richten op de culturele ontwikkeling van leerlingen in primair en voortgezet onderwijs en hun leraren. Binnen de basisinfrastructuur zal ik toegankelijkheid voor kinderen en jongeren borgen.’ Mooie woorden, maar dit belang blijkt momenteel niet uit de beleidsvoornemens. En zeker niet uit de programma’s van de scholen.
Literatuur - Valentijnschool Rotterdam
Het Nederlandse cultuuronderwijs - behalve de zuivere kunstdisciplines ook lessen in helder leren denken, filosofie, maatschappijleer, architectuur, erfgoed, literaire vorming en media - is zeer divers, vaak vrijblijvend, inhoudelijk zonder samenhang en van een wisselend niveau. Als het de staatssecretaris werkelijk ernst is, dan moet de aandacht voor de inhoud en de kwaliteit omhoog door cultuurdocenten een vaste plek te geven in het reguliere onderwijs binnen de formatie van de school. De overheid kan cultuuronderwijs alleen nieuw leven inblazen als de staatssecretaris ervoor zorgt dat de bestaande culturele instellingen duurzame verbindingen met scholen aangaan.
Tegenwind Hoezo cultuuronderwijs nieuw leven inblazen? Het is in Nederland toch geïntegreerd in het onderwijssysteem? Er zijn toch kerndoelen waaraan elke school zich te houden heeft? Was het maar waar! De lokale verschillen zijn in ons land enorm. Er is gebrek aan competenties bij de leerkrachten, omdat het cultuuronderwijs op de PABO’s een marginaal verschijnsel is geworden. Razendsnel verdwijnen de kunstvakdocenten uit de basisschool. In ruim tachtig procent [!] van de scholen voor primair onderwijs ontbreken professionals zoals kunstdocenten. De afgelopen tien jaar is het accent gaan liggen op planning, coördinatie en het invullen van randvoorwaarden voor cultuuronderwijs. De inhoud van cultuuronderwijs is verwaarloosd. In het schoolprogramma van nu heeft cultuuronderwijs het karakter van een vluchtige kennismaking met prachtige projecten, boeiende excursies en kleurrijke activiteiten die van buiten de school worden aangeboden. Zonder samenhang. Juist in deze tijd van tegenwind is een nieuwe impuls voor cultuuronderwijs op scholen noodzakelijk. Natuurlijk zijn er kinderen die buiten school met kunst en cultuur in aanraking komen via het gezin, via vrienden of op straat, via de media, maar dat is slechts in beperkte mate. Ongelijke toegang tot kunst en cultuur kan alleen binnen het onderwijs worden rechtgetrokken. De school is immers de enige plek waar alle kinderen bereikt worden. Culturele loopbaan Door een culturele loopbaan in het leven te roepen kan het cultuuronderwijs weer zijn plek krijgen in het hart van het onderwijs. Dat wil zeggen binnen een cultureel programma dat loopt van vier jaar tot veertien jaar. Daarna volgt het vak CKV in het voortgezet onderwijs. Elk kind heeft tien jaar lang recht op minimaal drie uur cultuuronderwijs per week. Deze loopbaan wordt begeleid door een cultuurdocent die werkt voor een school én een culturele instelling. Hij leert leerlingen minimaal drie uur per week vaardigheden en technieken aan, heeft oog voor hun creatieve processen en weet hen zo te inspireren dat ze zich kunnen uiten in de verschillende kunstdisciplines. Kunst leer je van kunstenaars. Nieuwe kansen voor instellingen Dankzij de intensieve samenwerking tussen school en culturele instelling kan de school zijn programma verdiepen, terwijl de culturele
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 40
16-06-11 11:40
41
Wereldtalenten uit Charlois Gudrun Feldkamp
Audio-visueel - Stephanusschool Rotterdam
instelling de mogelijkheid krijgt om zich te vernieuwen. Bibliotheken, podia, centra voor de kunsten, gezelschappen, kunstenaars en andere culturele instellingen kijken door de ogen van de kinderen, de jongeren en mogelijk hun ouders. Zij herdefiniëren daarmee hun functie. Op die manier leren culturele instellingen beter in te spelen op vragen uit de samenleving. Het geven van cultuuronderwijs heeft ingrijpende consequenties voor iedere culturele instelling als het een kerntaak is geworden. Hoe vroeger hoe beter We moeten snel handelen. Cultuur en kunst roepen steeds vaker gevoelens van achterdocht op, terwijl - ook de staatssecretaris signaleert dit slecht bekende feit in zijn brief - bijna acht miljoen Nederlanders zich actieve kunstbeoefenaar noemt. Bijna iedere Nederlander heeft wel waardering voor iemand die creatief actief is. Als kinderen op jonge leeftijd leren over en met kunst en cultuur, dan is de kans groot dat zij op latere leeftijd deelnemen aan deze creatieve wereld. En… zo leert ons het onderzoek Betekenis van kunst en cultuur in het dagelijkse leven van Motivaction: kunstliefhebbers scoren hoog op tolerantie, verdraagzaamheid, empathie en respect voor andere leefgewoonten. Educatie zonder cultuuronderwijs, dat kunnen we onze kinderen niet aandoen. Dat is geen bezuiniging, maar een gigantische kapitaalvernietiging en uiteindelijk enorm schadelijk voor de samenleving. Dirk Monsma is onderzoeker kunsteducatie en voorzitter van de Commissie Amateurkunst en Cultuureducatie bij de Raad voor Cultuur. Hans Muiderman is onafhankelijk adviseur op het gebied van kunst, cultuur en onderwijs. Ruud Hisgen is publicist en initiator van Haagse cultuureducatieve projecten.
Theater - OBS Bloemhof Rotterdam
Wereldtalent van OBS Bloemhof
‘Ik wist niet dat hij het in zich had!’ Celina bekijkt nieuwsgierig de presentatie van haar klasgenoot Abdul. Abdul houdt van toveren. Hij wil er alles van weten, leest er veel over en oefent op nieuwe goocheltrucs. Abdul is een stille jongen die zich niet snel laat kennen. Dat hij kon goochelen, daar wisten zijn klasgenoten van groep 7 niets van. Nu glundert hij naast zijn presentatie van foto’s en tekeningen waar alles op staat wat voor hem belangrijk is. Wereldtalenten uit Charlois is meer dan de tentoonstelling die al 10.000 mensen bezochten in Villa Zebra, op scholen en tijdens de Zuider parkspelen. Drie scholen uit de Rotterdamse wijken Zuidwijk, Carnisse en Pendrecht deden onlangs nog met 177 kinderen en 10 leerkrachten intensief mee aan dit kunstproject. Bij de eerste les trokken de kinderen hun schouders op toen de mensen van Villa Zebra vroegen wat ze goed konden: ‘Dat weet ik niet,’ zeiden veel kinderen. Maar dan bleek dat iedereen wel ergens een passie voor heeft: Mounia doet niets liever dan elastieken, Hakan heeft een passie voor sneakers en Lucrecia zingt al gospels bij het opstaan. Wat maakt Wereldtalenten zo bijzonder? Fred Wartna, directeur van Villa Zebra, vertelt: ‘Wereldtalenten gaat over de hele persoon en niet alleen over het toerusten met nieuwe vaardigheden. Ook de leerkrachten ontdekken wat kinderen al meebrengen en waar hun passie ligt. Voor de leerkrachten is Wereldtalenten vaak een eye-opener. Hun ervaring is dat ze kinderen beter kunnen begeleiden nu ze weten waar hun passie ligt. Zo is er het jongetje met de F-factor: hij wil niets liever dan fietsenmaker worden en verzamelt folders van fietsmerken die hij van voor tot achter leest. Zo’n jongen kun je beter laten rekenen door fietsen als voorbeeld te gebruiken.’ Wereldtalenten heeft onmiskenbaar bijgedragen aan het zelfvertrouwen van kinderen en aan een groter positief zelfbeeld. Duidelijk werd ook dat zonder oefening en inspanning je talent niet groter wordt. De artistieke kwaliteit is een belangrijke factor bij Wereldtalenten. Aan de hand van portretten van Erno Wientjes, Margit
Zuiderparkspelen
Lammers en John Vane bespraken de kinderen hoe mensen zich op de foto laten zetten en hoe je daaraan kunt zien wat ze goed kunnen. De kinderen werden uitgedaagd hun talenten op een bijzondere manier te verbeelden. Dus niet door je spierballen te laten zien als je sterk bent, maar door te laten zien dat je wel een hele berg stenen zou kunnen sjouwen. Vervolgens hielpen ze elkaar met fotograferen om tot de presentatie van zichzelf met hun talent te komen. In elke groep kozen kinderen en leerkrachten drie of vier kinderen met de meest opvallende verbeelding van zijn talent. Deze kinderen mochten naar de studio in Villa Zebra en kregen een fotoshoot met de vormgevers Wim Schermer en Maaike Hegger en fotografe Margit Lammers. 32 grote puzzelblokken zijn gemaakt van de indrukwekkende portretten van kinderen met hun talent. De fotokubussen meten elk 40 x 40 x 40 cm en vormen samen een blokpuzzel die gestapeld een wand vormt van 240 cm breed en 160 cm hoog.
Villa Zebra stelt het project Wereldtalenten graag ter beschikking aan scholen en culturele instellingen. Voor aanvragen en aanvullende informatie kan men terecht bij Villa Zebra: (010) 2411717.
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 41
16-06-11 11:40
juli / augustus 2011 A m ct et ie f C K V
42
Actief met CKV Vakantie
kunnen met deze fietsroute via hun
en kunst. De bus rijdt bijvoorbeeld ook
afstand heeft genomen van de reguliere
mp3-speler, mobiele telefoon of een
langs het beroemde Wallhouse van
fotografie. Wat Fuss maakt, is feitelijk
andere geluidsdrager op ontdekking-
J. Hedjuk, over het Europapark en de
nog steeds een foto, maar hij heeft zich
In juli en augustus worden mooie
tocht door het Park. De route is onge-
Zernikecampus, het gebied van de
daarvoor ontdaan van alle luxe veren die
activiteiten ontwikkeld. Met de school
veer 18 kilometer lang en geschikt voor
Rijksuniversiteit. Data: 20 en 27 juli, 3, 10
het medium zijn gebruikers anno nu te
kun je er dus niet heen. Het lijkt wel of
jong en oud. De fietsroute start bij het
en 17 augustus. Start 14 uur. De rit duurt
bieden heeft. Als een hedendaags alche-
ze voor u georganiseerd worden. Dus de
Bezoekerscentrum.
zo’n 2 uur. Vertrekpunt: centraal station.
mist heeft Fuss zich de meest elemen-
musea in, de grachten... De url’s kunt u
De audiofragmenten zijn te downloaden
Aanmelden is gewenst.
taire en primitieve vormen van het
ook vinden op www.CKplus.nl/kunst-
van www.hogeveluwe.nl/nl/zien-doen/
www.stadsrondrit.nl, Groningen
medium eigen gemaakt. Hij beschouwt
zone.html.
fietsen/fietsroutes/363. Tevens zijn er in
Actief
de technische wetenschap evenzeer
het bezoekerscentrum mp3-spelers met
Grachtenfestival 2011 biedt dans
creatief als de verbeelding of visionaire
de audiofietsroute te huur.
in de breedste zin van het woord. De
kracht van de fotograaf. Ook zijn onder-
www.hogeveluwe.nl, Nationaal Park De
veertiende editie vindt dit jaar plaats
werpen (silhouetten, gazen doopjurkjes,
Hoge Veluwe Hoenderloo
van vrijdag 12 t/m zondag 21 augustus.
konijnen, vlinders, slangen, kant, rook,
Tijdens het festival wordt een breed
waterdruppels) zijn uit hun natuurlijke
North Sea Jazz Festival in Ahoy Rotterdam is er dit jaar op 8, 9 en 10 juli.
Delftse Grachtenconcerten zijn
scala aan dansmuziek gepresenteerd:
habitat gehaald. Deze tentoonstelling
Het festival staat wereldwijd bekend om
er op de vrijdagavonden 8 juli, 22 juli, 5
van oude barokdansen, via Beethovens
bevat zo’n vijftig werken die tussen 1986
haar vele muzikale genres, variërend
augustus en 19 augustus. Als het mooi
danssymfonie (no.7) tot aan de door
en 2010 gemaakt zijn.
van traditionele New Orleans jazz,
weer is, zijn de concerten op de dek-
Sergej Diaghilev geïnspireerde ballet-
www.huismarseille.nl,
swing, bop, free jazz, fusion, avant-
schuit in het Vrouw Juttenland. Bij
muziek die Parijs 100 jaar geleden op
Huis Marseille Amsterdam
garde jazz en electronic jazz. Maar ook
slecht weer worden ze gehouden in de
zijn kop zette. Natuurlijk staat ook weer
blues, gospel, funk, soul, r&b, hiphop,
Maria van Jessekerk aan de Burgwal.
de succesvolle Huis-, Tuin- en Dakterras-
Brabant Nu 2011 met als subtitel
world beat en latin komen in het tweede
Alle concerten zijn gratis toegankelijk en
concertserie in grachtenwoningen op
Het Wild Gillende Schildersgilde and
weekend van juli aan bod.
beginnen om 19.30 uur en duren tot
het programma en kent het Junior
friends toont t/m 18 september elf
www.northseajazz.com, Rotterdam
21.00 uur).
Grachtenfestival weer een gevarieerd
merendeels jonge kunstenaars die door
www.evenementenbureaudelft.nl >
programma voor kinderen vanaf 0 jaar.
geboorte, opleiding of woonplaats een
agenda, Delft
Met meer dan 150 concerten op 40 loca-
band hebben met Noord-Brabant. Ze
ties in 10 dagen is het Grachtenfestival
krijgen in deze driejaarlijkse expositie
Lindegrachtconcerten worden gehouden op de dinsdagavonden 12 en 26 juli en 9 augustus en beginnen om
Orlando Festival is van 24 juli t/m
wederom hét festival met veel klassieke
ieder een eigen ‘wolhok’ om hun werk te
20.30 uur. Jong muzikaal talent speelt
7 augustus toe aan haar dertigste editie.
muziek op boeiende en bijzondere loca-
presenteren. In 2008 maakte Alex de
op een ponton in de pittoreske
Het concertprogramma zorgt weer voor
ties op en aan het water en op het podi-
Vries, voormalig directeur van de kunst-
Lindegracht. Alle concerten zijn vrij
veel moois in de theaters van Kerkrade
um voor jong muzikaal talent. Het hart
academie in Den Bosch, de keuze. Dit
toegankelijk. Bij zeer slecht weer wordt
en Heerlen, op verschillende podia in
van het Grachtenfestival was en blijft de
jaar heeft De Pont Het Wild Gillende
uitgeweken naar theater De Vest.
Zuid-Limburg en op Rolduc. Elke dag
binnenstad van Amsterdam, met uitlo-
Schildersgilde, bestaande uit Aaron van
www.lindegrachtconcert.nl, Alkmaar
kan er van vroeg tot laat genoten
pers naar Noord en de IJ-oevers.
Erp, Wycher Noord en Frank Peeters, als
worden van kamermuziek. Daarnaast
www.grachtenfestival.nl, Amsterdam
gastconservator uitgenodigd. Deze drie
Nationaal Park De Hoge Veluwe
zijn er optredens van jeugdensembles,
kan worden verkend met een nieuwe
lezingen en workshops.
audio-fietsroute. Het park is bij uitstek
www.orlandofestival.nl, Zuid-Limburg
de plek om een fietstocht te maken.
schilders zijn niet alleen verantwoorde-
Vakantietentoonstellingen
lijk voor de selectie van de kunstenaars, maar hebben de expositie ook een thema meegegeven. Alle deelnemende
Sinds kort kan het park op een hele
Rondje Stad Groningen gaat deze
nieuwe manier per fiets ontdekt worden!
zomer vooral door de nieuwe en buiten-
Adam Fuss is t/m 4 september te zien
favoriete popsong als vertrekpunt.
Via internet kan namelijk de audio-fiets-
ste wijken van de stad, een zogenaamd
in Huis Marseille, museum voor fotogra-
Deelnemers zijn de gastconservatoren
route Het bewaarde landschap worden
Rondje Stad Groningen en door het
fie. Wat onmiddellijk opvalt aan het werk
Aaron van Erp, Wycher Noord en Frank
gedownload. Geïnteresseerden moeten
stadscentrum. Onderweg vertelt stads-
van Adam Fuss, is dat hij zowel in zijn
Peeters, Ibo Pompe en Stijn Peeters.
in het bezoekerscentrum nog wel een
gids Henk Bakker over de geschiedenis
onderwerpkeuze als in de manier waar-
Verder is er een muurschildering van
routefolder kopen à € 1,-. Bezoekers
van de stad, architectuur, stedenbouw
op hij de fototechniek gebruikt, zeer veel
George Korsmit, een grote sculptuur van
kunstenaars maken nieuw werk met hun
Zie: Lindegrachtconcerten
Frank Peeters - Detail Born to Run (2011) Zie: Brabant Nu 2011 Zie: Rondje Stad Goningen
Medusa uit de serie Home and the World (2010) Zie: Adam Fuss
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 42
16-06-11 11:40
A m ct et ie f C K V
43
Maartje Korstanje en een installatie van
de vorige eeuw zijn van nationale
spiegelt de tentoonstelling alle collec-
realiseerden nieuw werk voor deze ten-
Peggy Franck en Lobke Burgers. Erik
betekenis, juist vanwege het Duitse
ties die het duo Spijkers en Spijkers de
toonstelling: schilderijen, tekeningen,
Sep verbeeldt een parallelle wereld in
Expressionisme. Ook na de Tweede
afgelopen tien jaar heeft ontworpen,
video, fotografie en installaties.
architectonische sculpturen, vervaar-
Wereldoorlog blijkt Groningen de baker-
maar het toont ook wat je als fashionista
www.sm-s.nl,
digd van onder andere gevonden mate-
mat voor oorspronkelijk talent.
normaal niet te zien krijgt: een kijkje
Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch
rialen, en Stan Wannet maakt gebruik
Plattegrond van de kunst en omstreken
achter de schermen, een blik ín de hoof-
van geavanceerde technologie om een,
brengt de voortgaande verbijzondering
den van de ontwerpers, een rondgang
in een kamersetting geplaatste, mense-
rondom de Ploeg-collectie visueel in
langs hun ideeën, gedachten, grote
lijke figuur in beweging te brengen.
kaart. Daarbij wordt de doorgaande lijn
voorbeelden en inspiratiebronnen. De
www.depont.nl, De Pont Tilburg
duidelijk: Ploegkunstenaars van het
spotlights staan op de vele gezichten
eerste uur spelen opnieuw een rol,
van dit internationale modeduo, en de
Utrechters dromen van Rome is
Marius van Dokkum is t/m 25 sep-
zowel door een stimulerende invloed op
facetten die bij het proces van inspiratie,
een nieuwe opstelling in het Centraal
tember te zien in CODA Museum. Een
de jongere garde als met vernieuwingen
creatie en presentatie komen kijken.
Museum waarbij een kijkwijzer beschik-
ouder echtpaar dat de werking van een
in hun eigen werk.
www.mmkarnhem.nl > agenda,
baar is. Op de downloadpagina kun je
computer probeert te doorgronden of
www.groningermuseum.nl,
Museum voor Moderne Kunst Arnhem
die kijkwijzer downloaden die gebruikt
gezamenlijk geniet van een avond voor
Groninger Museum Groningen
de televisie; hij met de afstandsbedie-
Toch een beetje educatie
kan worden bij de nieuwe opstelling
De Zee Roept is t/m 4 september in
oude kunst van het Centraal Museum:
ning stevig in de hand, zij met de brei-
Shanghai Gesture is van 7 juli t/m
het Fries Museum de titel van een ten-
Utrechters dromen van Rome. De kijk-
naalden onder de arm. En wat te denken
7 december een modetentoonstelling in
toonstelling van beeldend kunstenaar en
wijzer is als boekje ook te verkrijgen bij
van de grijze dame die de avances van
Museum Willet-Holthuysen door gast-
fotografe Tryntsje Nauta met een aantal
de kassa. Wel graag van te voren bestel-
een oudere heer met haar wandelstok
curator en ontwerper Alexander van
intieme portretten van de studenten van
len. Wat kun je in het Centraal Museum
letterlijk van zich af probeert te slaan?
Slobbe. Daarin toont hij de resultaten uit
het Terschellinger Maritiem Instituut
doen voor CKV? Je kunt naar het infor-
De schilderijen van kunstschilder Marius
zijn workshops die hij in het kader van
Willem Barentz in hun leefomgeving.
matiecentrum op de vijfde verdieping.
van Dokkum tonen humoristische en
de WorldExpo in Shanghai organiseerde
Ze raakte geïnspireerd door het leven
Hier zitten altijd mensen die je kunnen
herkenbare taferelen uit het dagelijks
voor ontwerpers afkomstig uit
van deze jongeren, want midden in een
helpen aan kijkwijzers, informatie en
leven die een glimlach op je gezicht
Nederland en China. Vervolgens liet
overgangsfase naar volwassenheid
recensies. Ook kun je gevonden materi-
toveren. Maar Van Dokkum heeft meer
hij textielstudenten van de Amsterdam-
kiezen ze ervoor om zich vier jaar in een
aal kopiëren en zijn er video’s te bekij-
in huis. Zijn oeuvre omvat schetsen,
se Rietveld Academie reageren op de
geïsoleerde omgeving voor te bereiden
ken. Bij grote tentoonstellingen worden
portretten, gedetailleerde stillevens en
resultaten. Zij ontwierpen stoffen waar-
op een baan in de zeevaartwereld.
kijk/wegwijzers of CKV-
weelderige landschappen.
mee vier ontwerpers vervolgens aan de
www.friesmuseum.nl,
informatiemappen gemaakt.
www.coda-apeldoorn.nl,
slag zijn gegaan. De ontstane collecties
Fries Museum Leeuwarden
www.centraalmuseum.nl > downloadpa-
CODA Museum Apeldoorn
van de ontwerpers en de studenten
gina, Centraal Museum Utrecht
worden gepresenteerd in de stijlkamers
VoTH is de titel van een reizende
De Ploeg en het naoorlogse modernisme is t/m 6 november in
van het museum. Naast de collecties
tentoonstelling waarin acht Russische
www.CKplus.nl:
van kleding, stoffen en jassen, bestaat
en acht Nederlandse kunstenaars t/m 4
overzicht van bijna 400 lopende exposi-
het Groninger Museum het onderwerp
de tentoonstelling uit foto’s en tekenin-
september kunstwerken laten zien die
ties, informatie op trefwoord over 1200
van een tentoonstelling, want de collec-
gen gemaakt in Shanghai en
ieder op zich iets vertellen over de
musea
tie De Ploeg vormt een van de hoogte-
Amsterdam.
Russische samenleving, cultuur en
www.CKplus.nl/kunstzone.html:
punten uit het bezit van dit museum.
www.willetholthuysen.nl,
geschiedenis. Alle deelnemende kunste-
links uit deze Actief met CKV
Een aantal Groninger kunstenaars waar-
Museum Willet-Holthuysen Amsterdam
naars zijn gefascineerd door dit land, de
www.CKplus.nl/extra7.html:
natuur, zijn religie en inwoners. Een aan-
overzicht van culturele manifestaties en
onder Jan Wiegers, Johan Dijkstra en Jan Altink nam in 1918 het initiatief tot
The Mirror has Two Faces is t/m
tal Russische kunstenaars woont al jaren
exposities
de oprichting van deze kunstenaars-
21 augustus een Alice-in-Wonderland-
in Nederland, een aantal Nederlandse
www.CKplus.nl/extra12.html:
kring. Er ontstond een schilderkunst die
achtige tentoonstelling over de mode-
kunstenaars heeft Rusland regelmatig
190 stadswandelingen en kunstroutes
in hoge mate schatplichtig was aan het
ontwerpers Truus en Riet Spijkers met
bezocht. De één neemt de positie van
[email protected]:
Duitse Expressionisme. Vooral de
als subtitel Reflections of 10 years
buitenstaander in, de ander die van
voor reacties en opgave gratis Ckplus.
werken uit de jaren twintig en dertig van
Spijkers en Spijkers. Niet alleen weer-
kenner en ingewijde. Alle kunstenaars
nl-nieuwsbrief
< H.N. Werkman Plattegrond van de kunst en omgeving (1924) Zie: De Ploeg en het naoorlogse modernisme
Marius van Dokkum - Meegaan met je tijd (2006) Credits: Marius van Dokkum / Art Revisited
>
Zie: Marius van Dokkum
Zie: Shanghai Gesture
004656-KunstZone 7-8 2011.indd 43
16-06-11 11:40
44
Wie is Eefje? Eefje is veertien jaar. Zij volgde de onderbouw van het voortgezet onderwijs, het laatste deel van het onderwijs waarin Beeldende kunst en vormgeving tot het verplichte curriculum hoort. Eefje heeft het onderwijsprogramma met het leerplan voor Beeldende kunst en vormgeving met succes doorlopen. In het leerplan staat beschreven wat Eefje dan kent en kan.
Leerplan beeldende kunst en vormgeving Het onderwijsprogramma Beeldende kunst en vormgeving omvat een gestructureerde opbouw van de leerstof, met in ieder geval doorlopende leerlijnen voor: Visualiseren beeldende basisvaardigheden; Creatief denken over het proces van beeldend vormgeven; Beschouwen beeldbeschouwing, kunstgeschiedenis en cultuurgeschiedenis. De organisatie van het onderwijsprogramma Beeldende kunst en vormgeving biedt alle leerlingen de gelegenheid om hun talenten maximaal te ontwikkelen.
Het nieuwe leerplan voor het vakgebied Beeldende kunst en vormgeving, voor 4- tot 14-jarigen is een belangrijk document voor de Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur, omdat onderwijs in Beeldende kunst en vormgeving een sine qua non is voor leerlingen die opgevoed worden tot beeldbekwame mensen, die in onze gemedialiseerde maatschappij een plek moeten verwerven. Omdat inzichten en accenten zich in de loop van de tijd altijd verder ontwikkelen, blijven we dit leerplan voortdurend kritisch tegen het licht houden en waar nodig aanpassen. Uw inbreng is daarbij van wezenlijk belang. Wij zijn benieuwd naar uw reacties.
kijk op www.vonkc.nl voor de beknopte versie en meer informatie 004656-KunstZone 7-8 2011.indd 44
16-06-11 11:40