8 e jaargang juni 2009 - nr 6
Thema: bijzondere mensen
Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs
juni 2009-6
juni 2009-6
aan deze kunstzone werken de volgende vakverenigingen mee bdd beroepsvereniging docenten Theater en drama Secretariaat & administratie, Postbus 178, 8260 aD Kampen
[email protected], www.docentendrama.nl
nbdK nederlandse beroepsvereniging van danskunstenaars Bureau nBDK: Zwanenveld 16-19, 6538 LP nijmegen. Tel. (024) 3430774, fax 024-3430773
[email protected], www.nbdk.nl
nVTo nederlandse Vereniging voor beeldend onderwijs Secretariaat: nachtegaallaan 3, 4105 WX Culemborg. Tel. (0345) 530524
[email protected], www.nvto.nl Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
VKaV Vereniging audiovisuele educatie Zwanenkamp 275, 3607 SE Maarssen
[email protected], www.vkav.nl
VLbV Vereniging Leraren beeldende Vakken Secretariaat: Kluppelshuizenweg 32, 7608 rL almelo. Tel. (0546) 491745
[email protected], www.vlbv.nl Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
VLLT Sectie nederlands Vereniging Leraren Levende talen Binnenhof 62, 1412 LC Bussum Tel. 035-6783254
[email protected] www.levendetalen.nl -> Talensecties -> nederlands
VLs Vereniging Leraren schoolmuziek Bureau VLS: Kluppelshuizenweg 32, 7608 rL almelo. Tel. (0546) 491745
[email protected], www.vls-cmhf.nl Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 oktober
abonnementen: binnenland buitenland
€ 49,75 € 72,50
Het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
2
bijzonder
u bent bijzonder. u leest dit stukje van Kunstzone. Dat is niet zo vanzelfsprekend. Sterker nog, ik ben bang dat de overgrote meerderheid van de lezers dit stukje overslaat. ik laat in het midden of dat wel of niet terecht is. Dat is hun pijn in het hoofd. Het gaat per slot van rekening om de inhoud van dit nog steeds groeiende blad. Die is bijzonder. Bijzonder goed, bijzonder op de hoogte, bijzonder breed door de kunstvakken heen en in ieder geval, gemaakt door bijzondere mensen. Een groepje mensen dat grotendeels gewoon werkzaam is in het veld. naast hun baan vragen zij zich iedere maand weer af welke informatie voor u interessant kan zijn. Dat is bijzonder. Maar hierover gaat dit nummer van Kunstzone niet. De redactie heeft voor dit werk gekozen. De groep mensen die wij met dit nummer in het zonnetje willen zetten, hebben niet gekozen. Zij Zijn bijzonder. Wij, de doorsnee mensen, nemen onszelf als norm. alles dat er buiten valt, is vreemd, afwijkend. We weten niet zo goed wat we ermee aan moeten. Daarom stoppen we bijzondere mensen soms weg of proberen hen door dezelfde doorsnee hoepel te laten springen. Vanwege de dingen die ze, vergeleken met de doorsnee, niet zo goed kunnen, zijn ze bijzonder. Zeker niet beperkt. Beperkt zijn is ook alleen maar vergeleken met de doorsnee. Een vos is zeker een slechte hond. Hij heeft andere kwaliteiten en wordt daarom gewaardeerd. Misschien niet door de honden, maar dat is hun probleem. Een enkele keer zet een vos de hondjes op hun plek. Zoals bij Britain’s got talent. Een vrouw van zevenenveertig met een kleine hersenbeschadiging, zong zich het wereldnieuws in. De hondjes hadden haar al beoordeeld voordat ze een noot gezongen had. niemand wist van haar hersenbeschadiging. Ze is bijzonder door haar leeftijd, uiterlijk, accent en onbevangen hartenwens: ze wilde zingen en beroemd worden. Een directer bewijs is er niet. in de hondenwereld zijn er zaken waarvoor de speciale kwaliteiten van een vos zeer gewaardeerd worden. Deze vrouw veroverde haar plekje, puur op kwaliteit. Ze zong dwars door haar hersenbeschadiging en onze vooroordelen heen. Het bijzondere in die mens erkennen en zoeken naar de speciale plekjes is de tendens die op dit moment gaande is. nederland kent een netwerk van specialisten die hiermee bezig zijn. Het zoeken naar de vorm van het bijzondere in mensen, het omgaan hiermee en het zoeken naar en voorbereiden op een plekje waar bijzondere mensen gewaardeerd worden. Dat is het werk van deze specialisten. Zonder iemand of een instantie te kort te willen doen wil ik voor hun medewerking aan deze Kunstzone Sensis, Papageno, Theater Totaal, MCO en Smiles bedanken. Zij staan voor dat netwerk van stichtingen, scholen, zorginstellingen die deze bijzondere mensen helpen hun weg in de doorsnee wereld te vinden. Wij, in die wereld, worden in toenemende mate geconfronteerd met hun zoektocht. Steeds meer bijzondere mensen vinden hier hun weg. Leraren zijn in de regel geen specialisten op dat gebied. Dat erkennen en proberen om samen met de specialisten te zoeken naar een weg en een plekje is een mooi streven. Deze Kunstzone probeert daar een steentje aan bij te dragen. En dat is ook bijzonder.
in deze Kunstzone Thema: bijzondere mensen ■ iedere blinde zijn eigen kleur blauw
Uitdagingen bij het onderwijs voor blinden ..................................................44
■ Waar ben ik?
Visio Comeniusschool in project TA-junior ................................................... 7
■ het VaVo-dilemma
Onvoorziene problemen bij examen beeldend 2008 op VAVO-VMBO .............10 10
■ Ontmoeten
Muziektheater voor jongeren met en zonder autisme .................................. 13
KUnsTzone TijDSCHrifT VOOr KunST En CuLTuur in HET OnDErWijS
■ no Landscapes
nuMMEr 6, juni 2009
■ Classic express doet meer!
KUnsTzone wordt uitgegeven door Stichting Kunstzone.
■ bijzonder muzikaal
hooFd- en eindredaCTie ruud van der Meer
[email protected] jan Verschaeren
[email protected]
Beschouwen en interpreteren van kunst .................................................... 16 Klassieke muziek in een rijdend concertzaaltje........................................... 18
Gebruik van kleuren bij het leren spelen van muziek .................................. 20
■ Theater Totaal
Muziek en theater voor mensen met een verstandelijke beperking ............... 22
■ zaanse jongeren in Parijs
Zaanse ZMLK-jongeren treden op in La Bastille.......................................... 23
■ speciaal examen
Examen beeldend 2008 van leerlingen Amman College (VMBO) .................... 25
■ Wesley, een bijzondere leerling
Een blinde HAVO-leerling ........................................................................ 27 27
■ Unit academie
Ongesubsidieerde beeldende MBO-opleiding .............................................. 29
■ Quality of Life
John Breed zamelt in voor kankerbestrijding ............................................. 31
■ Cultuureducatie op school Cultuureducatie bij VSO en Praktijkonderwijs ............................................. 33
■ drama in het speciaal onderwijs
Dramaproject op vier Leidse scholen ........................................................ 36
■ Glimlachen met smiles
Stichting Smiles actief voor zieken en gehandicapten ................................. 39
■ KUbes
KUBES in de weer voor blinden en slechtzienden ....................................... 40
■ sculptuur op de tast
Blinden betasten beelden in Museum Beelden aan Zee ................................ 41
■ sTUdiedaG nVTo-VLbV ................................................................ 43 ■ Belevingswereld .................................................................................. 44 ■ arrangeren doe je zo! ..................................................................... 45 ■ Workshop studiedag nVTo-VLbV .................................................. 47 ■ Tweede tussentijds verslag denktank ......................................... 47
redaCTie jan van gemert Olga de Kort-Koulikova Saskia van der Linden Twan robben Paul rooyackers Thea Vuik Wil & Hans Weikamp janneke van Wijk VerKooP adVerTenTies jan Verschaeren Kluppelshuizenweg 32 7608 rL almelo tel. (0546) 491745
[email protected] VormGeVinG en drUK jaroff Drukwerkmakers & reproservice Heerenveen sTiChTinG KUnsTzone Maria Langemeijer Lisztstraat 2 2651 VL Berkel en rodenrijs tel. (010) 5114397
[email protected] www.kunstzone.nl
■ @Web ................................................................................................. 49 ■ Actief met CKV ................................................................................... 50 Rechtsbijstand: pagina 12
Ruud van der Meer Naschrift: Mochten bijzondere mensen voor de leesbaarheid een artikel in Word-formaat willen hebben, dan is een mailtje naar de redactie (zie colofon) voldoende.
Colofon
© sTiChTinG KUnsTzone niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
issn: 1570-7989
4
10
27
omslag: repetitie Project Bartók Boost. Zie ‘Ontmoeten’
41 3
juni 2009-6
juni 2009-6
Foto: Ans Vos
de leraren een enorme uitdaging. Want hoe krijgt een blinde leerling een goed beeld van alles wat er in de les wordt aangeboden? Een beeld dat nodig is om aan de normen van onze ziende wereld te voldoen. Foto: Ans Vos
iedere blinde zijn eigen kleur blauw Kunstbeleving bij blinde leerlingen vo
marcel janssen ieder mens probeert zich wel eens voor te stellen hoe het is om blind te zijn. hoe is het om de wereld op de tast te beleven? hoe ziet een blinde de wereld? met het
opzetten van een blinddoek ben je er niet. Wij, zienden, hebben een visueel geheugen, hebben visuele herinneringen aan objecten en overzichten. maar hoe ziet de wereld van een blind persoon en in het bijzonder die van het blinde kind eruit? Welke gevolgen heeft het voor je onderwijs en welke rol speelt kunst in de wereld van blinde kinderen?
Bij Sensis, de organisatie voor zorg, onderwijs en diensten aan slechtziende en blinde mensen, proberen we daar binnen het onderwijs een antwoord op te geven. Daarbij ontstaat regelmatig een spagaat: enerzijds heeft de blinde leerling er enorm belang bij om de ziende wereld zo goed mogelijk te ontdekken. anderzijds moeten we ons continu realiseren dat we ze een voor hen niet realistische ziende wereld opleggen. Een wereld die voor leerlingen met een visuele beperking eigenlijk niet toegankelijk is. in die wereld speelt kunst echter wel een heel belangrijke rol. Eindelijk een plek waar de blinde
4
leerling zijn eigen invulling mag geven aan een wereld zonder zicht! een goed beeld krijgen Het onderwijs aan slechtziende en blinde kinderen is iedere dag weer ontzettend uitdagend. De didactiek en methodiek zijn de laatste jaren flink veranderd. De saaie boeken met rijtjessommen hebben plaatsgemaakt voor visueel aantrekkelijk materiaal. Tijdens lessen wordt gebruik gemaakt van middelen als internet, YouTube en de digitale wereld. Dit is voor
Tastbaar maken Om aan het eind van het voortgezet onderwijs in aanmerking te komen voor een diploma is het een vereiste dat vrijwel alle lesstof wordt beheerst. En dus ligt er een flinke taak om zaken als een dijkverzwaring, het organenstelsel en een natuurkundeproef tastbaar te maken voor blinde leerlingen. in een aantal gevallen zijn er handige hulpmiddelen, reliëfboeken, en modellen. Op deze wijze probeert de blinde leerling zich een voorstelling te maken van zaken die wij, zienden, dagelijks aanschouwen. De vraag is echter of die opgezette merel op een boomstronk ook in de beleving van de blinde leerling een merel is. natuurlijk, wij herkennen de vogel meteen. We zien hem immers bijna dagelijks in de tuin! De blinde leerling tast de vogel echter eerst nauwkeurig af, verbaast zich over de zachte veren, de scherpe snavel en de vraag hoe een merel kan vliegen, terwijl de vleugels zo vast aan het lichaam zitten. Het is immers een opgezet exemplaar! Een klein voorbeeld uit de dagelijkse praktijk van het onderwijs aan blinde kinderen en jongeren. We proberen onze belevingswereld zo goed mogelijk over te brengen. Tegelijkertijd is het voor blinde leerlingen onmogelijk een echt beeld te krijgen van die ziende wereld. En vragen wij ons wel voldoende af hoe die wereld in het donker (dat vermoeden we tenminste) is? Kunst en kunstonderwijs Een blinde collega van me kon zich in het verleden erg druk maken als het ging om de kleurkeuze van rapporten. Zij had een sterke voorkeur voor blauw, ondanks het gegeven dat ze nooit blauw gezien had. Verder had ze een hekel aan rood.
Foto: Ans Vos
Het werd voor haar zelfs een principekwestie en toen ik haar vroeg naar de reden van haar voorkeur voor blauw, gaf ze aan dat mensen haar altijd hadden verteld dat ze zulke mooie blauwe ogen had. Daardoor associeerde ze blauw met mooi en fijn. De hekel aan rood kwam door haar grote angst voor vuur, waarvan ze had gehoord dat het rood was. Het voorbeeld houdt me al jaren bezig. Hoe krijg je een goede balans tussen de ‘verplicht opgelegde’ ziende wereld, die van groot belang is voor het kunnen functioneren in de maatschappij, en de ruimte voor de eigen blinde belevingswereld? Het antwoord ligt bij de kunst. Binnen de kunst - en het kunstonderwijs - is er de ruimte voor zelfontwikkeling en eigen beeldvorming. Vandaar dat de beeldende vakken een belangrijke plek hebben binnen het onderwijs van Sensis. in de verantwoording naar ouders vertellen we altijd dat handvaardigheid, techniek en textiele werkvormen heel belangrijk zijn voor de hand-/oogcoördinatie van slechtziende leerlingen en voor de tastontwikkeling van blinde leerlingen. Vandaar dat we in eerste instantie ook volop inzetten op het leren van technieken. De eigen beleving en invulling zijn pas op een later tijdstip van belang. Voorop staat trouwens ook het plezier en de betrokkenheid bij het vak. Dat is immers de grootste voorwaarde om door te gaan met kunst. Projecten jaarlijks staan er bij Sensis Onderwijs grave enkele kunstprojecten op het programma. in een samenwerkingsverband met reguliere basisscholen in grave wordt er aan de hand van een thema invulling gegeven aan kunstprojecten. De medewerkers van Sensis zorgen ervoor dat er voor de blinde leerlingen voldoende uitdaging is en dat de opdrachten uitvoerbaar zijn. Het samenwerken met de reguliere scholen is een bewuste keuze. Binnen het (voortgezet) speciaal onderwijs grijpen we iedere kans aan om met ‘ziende’ kinderen projecten uit te voeren. Samen waar het samen kan!
5
juni 2009-6
juni 2009-6
Waar ben ik? Theater door slechtziende en blinde jongeren vo
margot z wiers En route is een voorstelling, die begin maart in de adm-loods gespeeld werd door slechtziende en blinde leerlingen van de Visio Comeniusschool in amsterdam. en in
mei nog één keer tijdens het Tamtam festival van Toneelgroep amsterdam.
Foto: Ans Vos
Lessen beeldende vorming De kwaliteit van de lessen beeldende vorming, die worden verzorgd door een leerkracht met veel bezieling en aandacht voor kunst op school, heeft ertoe geleid dat de leerlingen van Sensis onderwijs grave zich regelmatig ontpoppen tot echte kunstenaars. Ze beleven heel veel plezier aan het bezig zijn met kunst, maken kennis met alle vormen van beeldende kunst en kunnen zo echt een eigen beeld maken van hun blinde werkelijkheid. De kinderen raken zo spelenderwijs vertrouwd met allerlei vaardigheden en technieken. Ze leren meerdere zintuigen te gebruiken, vooral de tast: ‘kijken’ met je handen, oren en neus. na het spelen met vormen en indrukken leren ze vaardigheden ontwikkelen en oefenen ze. Daarbij is verbale ondersteuning heel belangrijk, maar ook een veilige en overzichtelijke werkomgeving. De basisvaardigheden worden in opbouwende volgorde aangeboden, zodat leerlingen zelf verschillende mogelijkheden ontwikkelen, waarmee ze kunnen vormgeven. Kunst uit zich ook in hoe en wat de leerlingen voelen en hoe ze dit dan tot uitdrukking brengen. De leerlingen van Sensis Onderwijs grave hebben de afgelopen jaren diverse kunstprojecten uitgevoerd. Daarbij wordt altijd wel een combinatie gezocht waarbij alle andere zintuigen geprikkeld worden. Zo is er samen met drama en muziek gewerkt aan eigen muziekinstrumenten. Verder is er ook gewerkt aan een groot bamboeproject. Daarbij werden eerst in miniatuur met bamboe modellen gemaakt van levensechte kunstwerken. Hierna maakten de leerlingen hun eigen kunstwerken van bamboe op grote schaal. Ook een zandsculpturenproject gaf de leerlingen de mogelijkheid hun eigen creaties in zandfiguren vast te leggen. recentelijk hebben de leerlingen een echte troon gemaakt. in een zogeheten ‘tronenwedstrijd’ voor leerlingen van diverse scholen maakten de leerlingen het winnende ontwerp, wat is uitgevoerd en inmiddels als pronkstuk te bewonderen is. Verschillend ‘zien’ in dit artikel ligt de nadruk op de belevingswereld van blinde kinderen en de plek die kunst heeft in hun dagelijks leven. Eigenlijk geldt voor de slechtziende leerlingen hetzelfde.
6
Foto: Ans Vos
Sterker nog, juist het werken met deze doelgroep is vaak nog verwarrender dan het werken met een groep blinde kinderen. als de leerkracht aan het begin van de dag aan zijn groep vraagt of ze X-factor hebben gezien, roept de hele groep volmondig: ‘jaaaah!!’. Vraag is echter wat ze gezien hebben? De blinde leerling heeft genoten van het geluid, de leerling met kokervisus heeft strak voor de tv gezeten en delen van gezichten gezien. Weer een ander zag alles wazig en een laatste leerling zag zijn favoriete zanger als duo! Het ‘zien’ van kinderen met een visuele beperking is per kind verschillend. alle kinderen kregen dezelfde visuele informatie voorgeschoteld en ieder had daarna toch zijn eigen beeld van de wereld… en van X-factor! Die eigen wereld, die eigen creaties moeten ze koesteren: vasthouden en vormgeven. En dat is een kunst op zich, want die andere ‘opgelegde’ visuele wereld is al complex genoeg. Verwarrend niet alleen de wereld van zienden is complex voor kinderen die blind zijn; ook (beeld)taal levert veel verwarring op. Een voorbeeld: in mijn beginperiode als leraar bij jonge blinde kinderen haalde ik al snel de tastbare wereld de school in. Een moedereend met jonge eendjes binnen het thema lente was natuurlijk een buitenkansje! Om te laten zien dat jonge eendjes vanaf het begin af aan al kunnen zwemmen, plaatste ik een teiltje op de groepstafel en liet ik de eendjes zwemmen. Eén van mijn leerlingen probeerde vervolgens ‘zijn’ eendje onder te dompelen en vertelde daarbij: ‘Die van mij wil niet in het water!’ Wat bleek nu? Thuis had de jongen een goudvis, die in, maar eigenlijk onder water zwom en hij dacht dus dat ook zijn eendje onder water moest. ik had immers gezegd: ‘alle eendjes zwemmen in het water…’ informatie Wilt u meer informatie over het onderwijs aan slechtziende of blinde leerlingen? neem dan via www.sensis.nl contact op met Sensis of bel (088) 5858585. Marcel Janssen is adjunct-directeur bij Sensis Onderwijs Grave.
Foto: Vivian Keulards
Dit artikel gaat over de thema’s van deze voorstelling: op weg zijn en ontheemding en over de link met de spelers die zich vaak ontheemd voelen in een wereld van goed zienden. Over zelf je weg vinden, over het vergroten van je wereld en moeilijkheden die je daarbij als slechtziende of blinde soms ondervindt. stel je voor Stel je voor: het is zondag 25 januari 2009. De eerste repetitie op de locatie. in een enorme loods sjouwen jongeren met strobalen. Het ruikt naar houtvuur. De jongeren bouwen een kleine tribune midden tussen oude auto’s, bussen, trailers, werkbanken en wat dies meer zij. je kunt je adem zien. Op de strotribune mag een meisje gaan zitten, Vanissa, ze is blind. Ze rilt van de kou. Bewegen, dat is de enige manier om niet helemaal te verstijven. Maar Vanissa krijgt hoofdpijn als
ze gaat sjouwen. Dus ze zit en wacht. als de tribune klaar is, krijgen de aanwezige jongens van Tijs, de regisseur, de opdracht om van de resterende strobalen een stoel te maken voor Vanissa. als de stoel klaar is, mag Vanissa gaan zitten. De jongens gaan om de stoel heen staan, nu zijn ze haar broers. Het repeteren voor de voorstelling begint. Toneelgroep amsterdam en de Comeniusschool De jongeren, twaalf in totaal, repeteren voor de voorstelling En route. Ze zitten op de Visio Comenisschool in amsterdam nieuw-West. Dit is een school voor voortgezet speciaal onderwijs aan slechtziende en blinde leerlingen. Op zeventien maart zal de voorstelling in première gaan, op de aDM-loods aan het noordzeekanaal in amsterdam. De voorstelling is gemaakt door regisseur Tijs Huys.
7
juni 2009-6
juni 2009-6
Foto: Vivian Keulards
En route is één van de vijf voorstellingen, die onderdeel zijn van een educatief project van TA (Toneelgroep Amsterdam): TA-junior. Elk jaar worden door theaterdocenten van Toneelgroep amsterdam in samenwerking met zes scholen uit verschillende wijken in amsterdam vijf voorstellingen gemaakt. De voorstellingen zijn allemaal gebaseerd op hetzelfde stuk dat Toneelgroep amsterdam speelt tijdens het Tamtam festival. Dit jaar is dat Rocco en zijn broers, een regie van ivo van Hove naar een script van Visconti. Het is voor de derde achtereenvolgende keer dat de Visio Comeniusschool meedoet aan het Ta-junior project. ontheemding Het centrale thema, dat door de dramaturgen en regisseur uit het verhaal van rocco is gehaald, heeft betrekking op de verhuizing van een familie van het platteland naar de stad en het daarmee samenhangende gevoel van ontheemding en het op weg zijn. in En route heeft dit thema onder andere vorm gekregen door op locatie te gaan spelen. Een plaats die moeilijk bereikbaar, maar erg spannend is: de aDM-loods in het westelijk havengebied van amsterdam. in de loods staan allerhande voertuigen, bussen, campers, auto’s, enzovoorts. Op het terrein wonen mensen die allemaal op weg zijn. Velen wonen in een caravan. anderen wonen in bussen of vrachtwagens of op schepen en zijn een deel van het jaar op reis. Om in de loods te kunnen spelen, werd er nogal wat gevraagd van de bewoners van de aDM en de werkers in de loods. Er waren tijden dat er ineens geen lawaai gemaakt mocht worden en dat is lastig als je net iets moet doorzagen. Veel voertuigen moesten verplaatst worden om ruimte te maken en een speelvlak te construeren. Twee voertuigen, een oude bus en een Cadillac, werden gebruikt tijdens de voorstelling. Bovendien betekende het dat er gedurende drie dagen busladingen mensen naar het terrein gebracht werden
8
om de voorstelling te kunnen zien. Voor de leerlingen was het ook spannend. Vincent, een speler vertelt: ‘ik heb allerlei dingen geleerd; vooral ook over de andere levenswijze van de mensen die op dat terrein leven. ik vond dat erg bijzonder om mee te maken. ik wist voorheen niet van het bestaan van zo’n bijzondere locatie als de aDM.’ onderweg Om het gevoel van onderweg zijn en ontheemding te versterken kon het publiek op station Sloterdijk een kaartje kopen voor de voorstellingen en werd men vandaar met een oude bus (de Theaterstraat, de artibus of een oude camper) naar het aDM-terrein vervoerd. Op station Sloterdijk waren leerlingen aanwezig om kaarten te verkopen, te controleren en om het publiek naar de bussen te begeleiden. Daar waren ook de stadse dames, speelsters, die met het publiek meereisden naar de loods om daar hun Cadillac te gaan poetsen en al doende het hoofd op hol te brengen van de in de loods wonende jongens, de broers. Zij hebben ook nog een zus en slapen in een verroeste bus. Zij waren onderweg en zijn onlangs aangekomen. De reis liep dus over in de voorstelling. Simone, een toeschouwer, vertelt: ‘Het publiek voelt zich ook ontheemd. Wanneer je in de bus stapt, weet je niet waar je heen gaat. als je dan uitstapt, ben je in een totaal andere wereld beland. alles is donker, het is steenkoud en je ziet alleen een paar lichtjes en het is stil. Dan word je, als publiek, door leerlingen meegevoerd over een weg, die met kleine lampjes verlicht is. je ziet nauwelijks iets en het is niet echt duidelijk waar je heengaat.’ oriëntatie Omdat de repetities eind januari begonnen en de voorstelling op 17 maart in première zou gaan, moest er veel gerepeteerd worden: elke donderdag en één dag in het weekend. Voor
sommige spelers werd het daardoor ineens heel belangrijk om zelf te kunnen reizen (de oudere leerlingen konden het vaak al wel). En dat is erg eng als je niks of heel weinig ziet. Leerlingen die op de Comeniusschool zitten, vinden het heel gewoon om met de taxi te reizen. ’s Ochtends worden ze gebracht en ’s middags worden ze weer opgehaald. noortje, een speelster, zegt hierover: ‘ik dacht eerst dat ik niet mee kon doen, want ik had nog geen vervoer. ik heb het mijn ouders gevraagd. Ze vonden het wel goed. Het was in het begin wel lastig om met het vervoer naar de repetities te komen. ik heb geleerd, dat je tijdens het spelen gewoon alles opzij moet zetten en er gewoon voor moet gaan.’ als leerlingen een jaar of vijftien zijn, krijgen ze op de Visio Comeniusschool les in zelfstandig reizen. Eén van de docenten ‘oriëntatie en mobiliteit’ is Henriette Meijer: ‘Wat ‘normaal’ gebeurt met jonge kinderen is, dat ze eerst met vader of moeder ergens heengaan. je wordt naar school gebracht, je wordt van school gehaald. je fietst naast vader of moeder. Op het moment dat kinderen naar de middelbare school gaan, gaan ze zelf, samen met leeftijdsgenoten. je wereld wordt op deze manier steeds groter.’ Bij blinde en slechtziende jongeren gaat dit niet vanzelf en moeten ze er dus les in krijgen. Het theaterproject doet een beroep op de zelfstandigheid, omdat ze buiten schooltijd moeten repeteren. Omdat we voor de derde keer aan Ta-junior meededen, wisten heel veel leerlingen hoe leuk het kon zijn om mee te doen. als leerlingen ervoor durfden te kiezen, was de intrinsieke motivatie om zelf te leren reizen ineens enorm groot. jongeren vergroten hun wereld. Ze gaan een enorm spannende stap zetten door zelfstandig de weg, de route te willen leren vinden en zich zo af en toe ontheemd te voelen. Ook ouders zijn hierbij betrokken. Ouders zijn logischerwijs vaak heel bezorgd om hun kinderen en durven ze niet zomaar zelf te laten reizen. Stel je voor: je sluit je ogen en gaat met het openbaar vervoer reizen. Controle Bij het zelfstandig reizen is het heel belangrijk om het gevoel te hebben dat je grip op de situatie hebt, dat je begrijpt wat er om je heen gebeurt. Dat is voor blinde en slechtziende jongeren vaak heel lastig. als je in de tram staat en er stapt een groep jongeren in die vervolgens op een afstand gaan staan giechelen. giechelen ze nou om jou? Kijken ze naar je? Er zijn grofweg twee uitersten te onderscheiden in de verschillende manieren, waarop je je in een nieuwe situatie kunt opstellen. De eerste is de willoze houding, waarbij je je overlevert aan de begeleiding. Het andere uiterste is alle controle houden. Daarbij kun je jezelf heel erg tegenhouden, want als je blind bent en je gaat bijvoorbeeld met de tram reizen, dan heb je niet alles onder controle. Dus dan blijf je maar thuis. Het is, zoals altijd, de kunst om hier een midden in te vinden en te kijken tot hoever de controle, de grip gaat en op het moment dat je weet dat je hem niet meer hebt, hulp te vragen. Kinderen met een beperking spiegelen zich vaak niet aan kinderen zonder beperking. Dat vinden we meestal niet nodig, ze zijn een uitzondering. We vinden het ‘heel knap’
als een slechtziende of blinde leerling zelf met de trein reist. Het thema ontheemding is een thema dat voor veel slechtzienden aan de orde van de dag is. in de voorstelling kregen de jongens van het platteland een stapel papier. Ze wisten niet wat ze ermee moesten. Dat is wat blinde mensen vaak overkomt. Een blinde ziet de non-verbale communicatie en de handelingen niet. Daardoor kan een blinde wat hij hoort, niet goed interpreteren (gegiechel in de tram). Blinden praten daarom ook erg veel. effect Het effect van de projecten waar we nu al een paar jaar aan mee doen, op de leerlingen is groot. Het vak drama heeft een enorme vlucht genomen. Leerlingen kunnen hun talenten en creativiteit ontwikkelen. Ze groeien, als mens. Vincent: ‘Het spelen heeft me meer zelfvertrouwen gegeven en me ook meer doen ontwikkelen in mijn spel. ik ging soms te veel op in mijn rol, het is beter om daar meer afstand in te houden. je moet open blijven spelen, zodat je het publiek meeneemt.’ De leerlingen vergroten letterlijk en figuurlijk hun wereld, treden naar buiten toe, durven zich te presenteren, worden gezien door allerlei mensen, ook door leeftijdgenoten uit het regulier onderwijs, onder andere de spelers uit de andere voorstellingen, jongeren zonder beperking. Omdat het voor alle docenten die op de Comeniusschool werken, zichtbaar is wat het effect van de projecten is op de leerlingen, is er op school een erg grote betrokkenheid van de docenten. Er is dit jaar door verschillende docenten voor de leerlingen gekookt als zij voorstellingen hadden. Er werden programmaboekjes gemaakt. Er werden decors gemaakt en er werd met busjes heen en weer gereden. Vervolgtraject Voor volgend jaar zou het prachtig zijn om in samenwerking met Toneelgroep amsterdam een project te realiseren, waarin leerlingen van de Visio Comeniusschool samen met leerlingen van een school uit het regulier onderwijs kunnen spelen in een voorstelling. Dan krijgen de leerlingen van de Visio Comeniusschool de mogelijkheid zich te spiegelen aan jongeren zonder beperking en worden ze nog meer aangesproken op dat wat ze kunnen en niet zozeer op dat wat ze niet kunnen. En voor jongeren uit het regulier onderwijs is het een verrijking om om te gaan met jongeren met een beperking. Hoe in vredesnaam beleven zij het leven?
informatie - www.visio.org - www.toneelgroepamsterdam.nl/roccojunior - www.admleeft.nl
9
juni 2009-6
juni 2009-6
Examenmakers hebben altijd de beste bedoelingen. Examens zijn bedoeld om te testen, het beste uit je naar voren te halen. Dat streven kan soms misschien te diep gaan. Bijzondere mensen met een bijzondere, persoonlijke en gevoelige geschiedenis. Moeten zij ook aan zo’n officieel CEVO-thema meedoen dat toch zo zorgvuldig en integer opgesteld is? Of moeten er uitzonderingen zijn? We hebben het over het thema voor het CPE VMBO beeldend 2008: ‘Kandidaten maken aan de hand van dierbare voorwerpen en of foto’s een collage of ander tweedimensionaal werkstuk waarin zij belangrijke gebeurtenissen en of ervaringen uit hun leven verbeelden.’ Toen de redactie van Kunstzone aan het veld vroeg te reageren op dit CSE/CPE 2008 examen, kregen we van Marianne Stam, een collega die werkzaam is op het VaVO, een wel heel indringende reactie. Marianne zelf ziet deze emotionele reactie van toen, nu als een ‘heet-van-de-naald reactie’, maar het probleem blijft emotioneel en actueel. Haar reactie overviel ons op dat moment zo dat we eigenlijk niet goed wisten wat te doen. Het alleen maar plaatsen in het themanummer examenevaluaties zou geen recht doen aan de bijzondere inhoud. Vandaar deze speciale plaats. Haar reactie, slechts minimaal geredigeerd, staat hieronder. Hoewel haar leerlingen trots zijn op hun werk en er geen bezwaar tegen hebben met naam genoemd te worden, vond de redactie, uit privacy overwegingen, het toch beter de namen te veranderen.
het VaVo-dilemma vo
marianne stam het thema van het Vmbo-tl was heel persoonlijk dit jaar. ik vond dat emotioneel heel zwaar, omdat wij op het VaVo - traditiegetrouw - leerlingen ‘met een rugzakje’ heb-
ben, kinderen met een min of meer ernstige stoornis, trauma of andere aandoening waardoor ze in
Werkstuk van Mirella Foto: Marianne Stam
Werkstuk van Eric Foto: Marianne Stam
het normaal onderwijs niet sporen. een VaVo is een eenjarige opleiding met alleen examenklassen (Vmbo-tl, haVo en VWo) en dus geen jarenlange opbouw. Wel bijna alle vakken.
Op de VWO-afdeling valt dat wel mee, bij de HaVO begint het te komen, maar op het VaVO-VMBO is er bijna geen ‘onbeschadigd’ kind meer te zien. anders zitten ze wel op een reguliere VMBO. We voorzien duidelijk in een behoefte. Die kinderen willen ook een diploma. ik heb het als emotioneel heel zwaar ervaren, omdat de leerlingen zo geconfronteerd werden met hun aandoening of met de reden waarom ze op het VaVO terecht zijn gekomen. ik ben docent (en kunstenaar), geen therapeut. als docent word je niet voorbereid op deze werkelijkheid. Daarom was ik een aantal keren - onder andere na de presentaties van het CPE - behoorlijk van mijn stuk. Het was af en toe hartverscheurend. Een collega van een VSO-school aan wie ik het verhaal ook vertelde, formuleerde het prachtig: ‘als de beeldende vakken (hoewel onbedoeld) een therapeutisch bijeffect hebben, is dat oké, maar het moet geen therapie worden.’ Situatie: Een kleine VaVO binnen een groot rOC. We hebben een bescheiden vaklokaal en moeten rondkomen met minimale middelen op echt alle gebied (€ 200,-- materiaal per jaar voor circa 50 cursisten). Computers zijn er in het open leercentrum en soms in het nT2-lokaal ‘naast mij’. Wij examineren het traditionele tekenen (van het oude Tehatex), dus geen filmpjes en 3D en zo. Voor deze kinderen is het anders dan voor mij; zij leven elke dag met de aandoening, medicijnen of het verdriet. ik vond het echt heel moeilijk om zo met hun ‘lijden’ geconfronteerd
10
te worden. ik vind het juist als kunstvakdocent zo leuk om ze de kick van iets leuks of moois maken te kunnen geven, en dat zat er niet in. Er is veel gedubd en getobd en veel dingen die ze wilden, konden niet door de omstandigheden. Of dat ze geen zin hadden om hun hele doopceel te lichten in een werkstuk en dus een manier zochten om een geloofwaardig werkstuk te maken. Daar is veel tijd mee verloren gegaan, waardoor het uiteindelijke werk er soms lullig uitzag. Hun belangrijke moment was te groot om in 12 uur (een) vorm te geven. in mijn groep gold het voor bijna alle leerlingen dat ze geconfronteerd werden met hun aandoening of verdriet, vaak waardoor ze bij ons terecht waren gekomen. ik kan me voorstellen dat er meer groepen waren waar een leerling onlangs iets ergs had meegemaakt waardoor dit onderwerp maar moeilijk te verhapstukken was. Welke oplossingen hebben collega’s daarvoor bedacht, en hoe is dat opgepakt? is er een collega die heeft gedacht: examen of niet, maar dit doe ik haar/hem niet aan? ik heb het overwogen, en durfde het niet aan. ik vertrouwde op de inventiviteit van de leerlingen en drukte hen ook op het hart dat zíj mochten beslissen hoe persoonlijk het werd. (ik zag daarbij mezelf over het hoofd.) ik weet van de meeste leerlingen niet precies wat ze mankeren, alleen als ik er in de klas echt iets mee moet (rolstoel, epilepsie, enzovoorts). De mentor van de leerlingen informeert mij in grote lijnen, daar vertrouw ik op.
het werk Ayce (18) maakte kopieën van kinderfoto’s en beschilderde die om haar fysieke groei te benadrukken. Ze is geslaagd voor VMBO-tl met een hele trits zessen. niks aan de hand, gewoon lief, maar beperkt. Milena (21, sinds haar 13de niet meer thuis wonend, rijdt tijdens de examenperiode heen en weer tussen werk, school en haar ernstig zieke vader) maakte een keus uit allerlei persoonlijke verzamelingen; fietsen (nog maar 4 van de 35), concertkaarten en nog veel meer. Ze koos huisnummers, en schiftte ook daarin: alleen die waar ze langer dan een jaar gewoond had; 8 van de 17. 8 foto’s van de huisnummers op een rij in een houten lijstje beplakt met schelpen verzameld tijdens lange wandelingen. Eric (21) had zijn spullen bij zijn ouders in Drenthe, en woont met zijn tweelingbroer in een kraakpand in de stad in het westen waar hij opgegroeid is. raakte in paniek door de opdracht, omdat hij nergens bij kon. geen geld voor de trein, en zou thuis ook niet toegelaten worden… maakte uiteindelijk een werkstuk op een stuk triplex (kraakpandbetimmering) met allemaal beelden van plattegronden en beelden uit de trein. altijd onderweg, geen echt thuis. Marc (22) maakte een soort collage van stills uit filmpjes die hij zelf samenstelde uit gedownload beeld en geluid. Hij is autistisch en vond de opdracht moeilijk, maar wilde zijn grote passie (en zijn houvast) door de jaren heen laten zien. Mirella (19) wilde eerst een fotocollage laten zien van allerlei momenten dat ze mooie jurkjes droeg, want ze was toch d’r
ouders’ prinsesje. Bij gebrek aan foto’s greep ze terug op wat ze vroeger deed om de tijd te doden en niet te gaan piekeren: in Paint gezichtjes maken. Daar maakte ze een collage van, die je nadrukkelijk aankijkt. Ze is depressief, en blijft veiligheidshalve inhoudelijk op de vlakte. Joyce maakt van een doosje een tv. Ze heeft het over de lunch (die vroeger zo gezellig was) als haar moment. ‘Dan keken we tussen de middag met de boterhammetjes naar tekenfilmpjes.’ De babytijd (linkerflap) is roze met Barbapappa-typetjes en babyfoto’s, de basisschooltijd (midden) is behoorlijk groen met heel veel tekenfilmfiguurtjes (met dank aan juf Els voor de kniples) en kinderfoto’s en de middelbareschooltijd (rechterflap) is helemaal zwart met in een hoekje een Ketnet-figuurtje - ze keek immers nog wel eens stiekem. in de zomer tussen de basisschool en de middelbare school komt haar broertje om het leven, de helft van een tweeling. joyce heeft een hele ochtend getobd hoe ze om moest gaan met de foto’s van haar broertje en zusje en haarzelf. Ergens verdwijnt immers het broertje. De les is bijna om. De andere cursisten ruimen op en gaan naar buiten. ‘Moet ik hem er nu hier (wijst) ook afknippen, mevrouw? Hij is dáár immers weg.’ Dan spreekt ze de zin uit die de hele ochtend al in de lucht hangt: ‘En hij komt nóóit meer terug.’ nu komt het verdriet eruit dat weken opgespaard is. Huilen, huilen, huilen. Eric - helft van een tweeling - wordt wit. En ik? De tranen rollen over de wangen. Tegen zoveel verdriet ben ik niet opgewassen. Later bij de presentatie van het CPE kan ze weer niet om die ene zin heen.
11
juni 2009-6
juni 2009-6
Ontmoeten muziektheater voor jongeren zonder en met autisme vo
aaltje van z weden-van buuren mensen met een beperking integreren meer en meer in de maatschappij. deze ontwikkeling vraagt om vernieuwende projecten op het gebied van onderwijs, kunst,
cultuur en vrije tijdsbesteding. Uit recent onderzoek (anne bamford) blijkt echter dat onderwijscentra voor leerlingen met een beperking consequent rapporteren dat het moeilijk is om geschikt cultureel aanbod te vinden, terwijl tegelijkertijd wordt aangegeven dat de invloed van kunsteducatie
Werkstuk van Milena Foto: Marianne Stam
voor deze groep groter is dan voor leerlingen in het reguliere onderwijs. Culturele instellingen willen
Bij de presentaties van het CPE golfden de al dan niet ingehouden emoties door het lokaal, grote ogen, strakke gezichtjes. Ook mijn nietsvermoedende collega (van het MBO) die ik als tweede corrector had gevraagd, werd steeds stiller. gelukkig
had ik ook de mentor van de kinderen gevraagd. Voor de kinderen een vertrouwd persoon en voor mij een steun. Toen de leerlingen naar buiten waren was er plaats voor onze emoties.
De CEVO gaf de volgende reactie: Beeldende vakken gaan over jezelf, dat hoort erbij. De vraag of je daarbij ook zo diep moet gaan, is actueel en herkenbaar. CEVO wil deze probleemstelling daarom graag gebruiken als casus voor een studiedag met collega’s. Toen de redactie Marianne Stam dit artikel ter goedkeuring voorlegde, vond ze het achteraf wel erg somber klinken. Ze merkte op dat ze gedurende het jaar ook erg veel plezier heeft gehad met deze groep. Een lach en een traan, menselijk delen. geen wonder dus dat deze leerlingen bereid waren zich zo bloot te geven. Complimenten voor hen en hun fantastische docente.
bereikbaarheid helpdesk rechtsbijstand voor vakbondsleden van VLbV en VLs Vier middagen en twee avonden zijn de VLbV-helpdesk en VLshelpdesk telefonisch bereikbaar. Voor algemene vragen kunt u op genoemde tijden bij beide helpdesks terecht: hoe zit het met mijn fpu?, is mijn taakinvulling wel juist? ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? enzovoorts. Voor specifieke vragen die u als leraar beeldende vakken of als leraar muziek aangaan, kunt u het beste contact zoeken op een tijd dat de VLbV- respectievelijk de VLs-helpdesk bereikbaar is.
12
VLBV-rechtspositie arnold Mullink De Beuk 9 6941 Za DiDaM
VLS-rechtspositie amir Pool Kluppelshuizenweg 32 7608 rL aLMELO
t (0316) 294346 f (0316) 294347 e
[email protected]
t (023) 5478832 f (0546) 492836 e
[email protected]
Telefonisch spreekuur bij zowel VLBV als VLS op maandag- t/m donderdagmiddag van 14.00 tot 16.30 uur
Het VLS-nummer is op woensdagen donderdagavond van 19.30 tot 20.30 bereikbaar.
Het VLBV-nummer is op maandag- en dinsdagavond van 19.30 tot 20.30 uur bereikbaar.
Bij afwezigheid het antwoordapparaat inspreken en u wordt zo spoedig mogelijk teruggebeld.
wel, maar hebben vaak geen ervaring en expertise in het werken met en voor speciale doelgroepen. Ontmoeten zet een belangrijke stap.
Leerlingen met een beperking, zoals een autisme spectrum stoornis, komen tijdens hun scholing niet of nauwelijks intensief in contact met verschillende kunstdisciplines, laat staan dat zij actief deelnemen aan culturele activiteiten. Kunstvakken zijn belangrijk voor de brede vorming van leerlingen en bij uitstek denk- en doevakken die ook een beroep doen op andere competenties dan de louter cognitieve. Kunst creëert een leeromgeving die voor leerlingen betekenisvolle leerprocessen uitlokt. De Taakgroep Cultuureducatie beschrijft in het eindrapport Hart(d) voor Cultuur! (2003): ‘Door cultuureducatie worden leerlingen in staat gesteld om met verschijnselen om te gaan die ingewikkeld, meerduidig, metaforisch en emotioneel zijn.’ juist voor kinderen met een autisme spectrum stoornis is dit moeilijk. Door middel van kunsteducatie worden kinderen uitgedaagd om op een veilige manier hun wereld te vergroten en gestimuleerd hun (onvermoede) mogelijkheden te ontdekken. Daarom is het van vitaal belang dat juist kinderen met autisme in de gelegenheid gesteld worden om door middel van creativiteit en verbeelding uiting kunnen geven aan hun gevoelens en betekenis te verlenen aan ‘hun’ ervaringen. Wat doet Ontmoeten? Een van de initiatieven die Stichting Papageno hiervoor onderneemt, is Ontmoeten, een samenwerkingsverband tussen het MCO (Muziek Centrum van de Omroep) in Hilversum, scholen voor speciaal onderwijs (in het bijzonder voor leerlingen met een autisme spectrum stoornis) en regulier onderwijs. Tijdens de projecten leren de leerlingen in gezamenlijke workshops hun eigen ideeën te ontwikkelen en vorm te geven: musiceren, beeldend vormgeven, filmen, dansen, schrijven en kostuums maken. in een levensechte context zijn zij een week lang ervaringsgericht bezig met actieve kunstbeoefening en leren in een kort tijdsbestek veel over de discipline, over zichzelf, over samenwerking met anderen en over deel zijn van een groter geheel. Tijdens de samenwerking met kunstenaars krijgen de leerlingen volop de ruimte te experimenteren binnen de gekozen kunstdiscipline. iedereen werkt op zijn eigen niveau. De kunstenaar is de coach die de leerling begeleidt, stimuleert,
ondersteunt en materiaal aandraagt op grond van hun (vak) ervaring. De leerlingen kunnen geen fouten maken, zij ervaren waar hun talenten liggen en leren deze te gebruiken en verder te ontwikkelen. Bovendien maakt de leerling deel uit van een artistiek groepsproces en ervaart hoe het is om onder druk van een deadline, naar een eindproduct toe te werken en dit te presenteren. De resultaten die uit de verschillende workshops komen, worden door een regisseur samengevoegd tot een multimediaal muziektheaterstuk dat door de leerlingen wordt gepresteerd als afsluiting van het project. artistiek uitgangspunt voor de projecten zijn composities die op het programma van één van de orkesten van het MCO staan. alle leerlingen bezoeken altijd een repetitie of een uitvoering van het betreffende stuk. Het hele project speelt zich af in een levensechte omgeving. Een week lang werken de leerlingen in het muziekcentrum. Zij verkeren in het gebouw waar orkesten repeteren, instrumenten vervoerd worden over de gang waar je stil moet zijn. Kortom, waar andere regels gelden dan op school. Het deel zijn van een artistiek groepsproces met alle spanningen, meningsverschillen, onzekerheden en onvoorspelbaarheid die daarbij komen kijken, maar ook de euforie en voldoening als alles op zijn plaats blijkt te vallen, horen bij deze verrijkende ervaring. de kracht van Ontmoeten Ontmoeten is gebaseerd op de creatieve kracht van de kinderen en jongeren en gaat uit van de overtuiging dat heel goed mogelijk is een kwalitatief hoogstaand kunstproject gericht op participatie te realiseren voor bijzonder doelgroepen vanuit een culturele instelling. Op welke pijlers berust het succes van dergelijke multidisciplinaire projecten: Attitude: Het project vraagt van de begeleiders openheid en bereikbaarheid naar alle partijen. Communicatie, feedback en evaluatie zijn belangrijke componenten. flexibiliteit en voorbereid zijn op onverwachte positieve ontwikkelingen, maar ook op weerstand of angst, is eveneens onontbeerlijk.
13
Ontmoeten
juni 2009-6
juni 2009-6
Op 14 februari 2008 vond in het MCO (Muziekcentrum van de Omroep) te Hilversum de eerste prestigieuze multidisciplinaire voorstelling Ontmoeten plaats. Op initiatief van Stichting Papageno vond er een ontmoeting plaats tussen leerlingen van de Berg en Bosschool en de Oranje Nassau School uit Bilthoven, een ontmoeting tussen kinderen met autisme en kinderen uit het VMBO. Twee weken lang werkten zij gezamenlijk met kunstenaars aan een multidisciplinaire theatervoorstelling. Twee weken lang bezig zijn in een levensechte omgeving met iets waar je op school niet snel mee in aanraking komt en je talenten ontdekken op een heel ander vlak: het creatieve vlak, het vak als maker. En dat is zwoegen, maar tegelijkertijd ook heel veel plezier beleven! En wat als je medespeler ‘anders’ is dan dat jij bent? Het maakte weinig verschil. Vol overgave en met veel enthousiasme zetten de leerlingen zich in en het was duidelijk: kunst verbroedert, grenzen vervagen en samen muziek maken, dansen, beeldend ontwerpen of dichten, maken dat de verschillen tussen jongeren of de zogenaamde ‘hokjesgeest’ opzij gezet kunnen worden. Deze pilot, een noviteit op dit gebied, was ook voor de stichting spannend. Maar de vele positieve reacties hebben doen beseffen dat er gekozen is voor een goede richting, dat er verder ontwikkeld moet worden, dat er meer scholen (en leerlingen) bereikt moeten worden en dat het een succesvol project was waarbij autistische leerlingen even niet ‘anders’ zijn. Op 3 april 2009 heeft er, met hetzelfde succes, de voorstelling Ontmoeten: Bartók Boost plaatsgevonden. De leerlingen hebben samen met diverse musici, kunstenaars en muziektherapeuten een multimediale voorstelling gemaakt op muziek van Bela Bartók. ‘Daan heeft geleerd dat hij veel meer kan dan dat hij denkt te kunnen. Nu is Daan een enorme doorzetter, maar ook zeer rigide. Als hij denkt iets niet te kunnen, doet hij het ook niet. En jullie hebben hem geleerd dat kunst misschien ook wel een talent is en dat camera’s helemaal niet eng zijn. Na de voorstelling zei Daan ook tegen ons: ‘Je kan het niet aan me zien, maar ik vond het heel erg leuk.’ Typisch Daan.’ (uitspraak van een ouder)
Satie-project Foto: Allard Willemse
Project Bartók Boost Foto: Allard Willemse
-
Kwaliteit: De workshopleiders zijn alle kunstenaars met ruime educatieve ervaring. Zij zijn gewend te werken in een multidisciplinaire setting en hebben ervaring in het werken met bijzondere groepen. Essentieel is de deelname van creatief therapeuten in het project. Zij beschik-
‘Het is goed gelukt laten zien dat autisten niet gek zijn.’ (uitspraak van een leerling)
ken over weer een andere expertise en werken intensief samen met de workshopleiders. Samenwerking: Door het samenwerken van amateurs en professionals, mensen zonder en met een beperking ontstaat er een inspirerende kruisbestuiving, grenzen vervagen en verbindingen ontstaan. Voorbereiding en evaluatie: Kunsteducatie in het speciaal onderwijs vraagt meer voorbereiding dan in het regulier onderwijs. juist voor deze specifieke doelgroepen is het van belang dat de hele ‘leer’omgeving zich bij het project betrokken voelt en goed is voorgelicht. alle projecten worden aangepast aan de behoefte van
Met de ontwikkeling van en onderzoek naar kunsteducatieve activiteiten voor leerlingen met autisme is er een taak weggelegd voor Stichting Papageno. Maar de ambitie, om in de toekomst nog meer kinderen te kunnen bedienen en kennis te kunnen laten maken met kunst, gaat zonder twijfel waargemaakt worden.
stichting Papageno aaltje van Zweden-van Buuren is oprichter van Stichting Papageno. Deze stichting ontwikkelt onder meer multidisciplinaire projecten kunsteducatie gericht op het speciaal onderwijs. Doel van de projecten is het stimuleren van ontwikkelingskansen door leerlingen met een autisme spectrum stoornis actief in aanraking te brengen met een kunstdiscipline door middel van een kwalitatief hoogwaardig kunstaanbod. Concreet betekent dit dat de stichting expertise en kennisontwikkeling op het gebied van kunsteducatie stimuleert door het ondersteunen, adviseren en ondernemen van initiatieven op dit terrein. Voor succesvolle projecten streeft de stichting naar langdurige samenwerkingsverbanden met scholen, culturele instellingen, kunstenaars en kunstvakdocenten. Meer informatie is te vinden op www.stichtingpapageno.nl.
mCo in het MCO (Muziekcentrum van de Omroep) zijn de ensembles van de publieke omroep ondergebracht: het rfO (radio filharmonisch Orkest), de rKf (radio Kamer filharmonie), het groot Omroepkoor en het Metropole Orkest. Voorts maken de Muziekbibliotheek en de afdeling Educatie onderdeel uit van het MCO. Hoofddoel van de afdeling Educatie is het ontwikkelen en uitvoeren van educatieve activiteiten voor een brede doelgroep teneinde zoveel mogelijk mensen in contact te brengen met levende klassieke muziek, wereldmuziek en jazz, en daarbij in het bijzonder aandacht te besteden aan mensen die van huis uit onvoldoende met muziek in aanraking komen. ga voor meer informatie naar www.mco.nl.
14
-
de doelgroep en in samenspraak met de scholen ontwikkeld. Op basis daarvan wordt een projectplan geschreven waarin vorm, inhoud, planning en uitvoering worden beschreven als ook het verloop van de verschillende fasen van het project. Om de leerlingen goed voor te bereiden op het project wordt kunsteducatief lesmateriaal gemaakt. Er worden informatiebijeenkomsten voor docenten, ouders en begeleiders aangeboden. De voorbereidende fase met de workshopleiders betreft het concept en de kaders waarbinnen het project uitgevoerd gaat worden met als doel begrip en inzicht te kweken voor de ‘autistische denkwijze’ en het ontwikkelen van het artistieke uitgangspunt van het project. Verder is de voorbereidende fase hard nodig om enthousiaste mensen, ‘ambassadeurs’, te werven, die zowel binnen de culturele instelling als binnen de scholen, het project helpen te dragen. Evenwichtige verhouding tussen de actieve, receptieve en reflectieve component: De leerlingen maken hun eigen materiaal voor de voorstelling, componeren hun eigen muziek, ontwikkelen zelf hun dans, schrijven eigen teksten, creëren eigen beelden en films, maken zelf kostuums en beslissen samen welk materiaal deel uit gaat maken van de voorstelling. Leerlingen hebben een grote inbreng en er is een hoge mate van interactie tussen alle betrokkenen. De inhoud van de workshops kan zo
-
geadapteerd worden aan de vermogens van de leerlingen en er kan rekening gehouden worden met verschillende leerstijlen. Veiligheid en vertrouwen: Bij elk project wordt er veel aandacht besteed aan het scheppen van veiligheid. De veilige ruimte wordt bewerkstelligd door een goede voorbereiding, veel begeleiding vanuit school en organisatie. Een concreet voorbeeld hiervan is de time-outruimte, een rustige plek waar leerlingen zich even kunnen terugtrekken. Door intensief samen te werken en contact te maken, leren de leerlingen vertrouwen op de workshopleiders en op elkaar. Daardoor ontstaat er een ontspannen sfeer waarin plezier het allerbelangrijkste ingrediënt is!
informatie Stichting Papageno Postbus 279 1400 ag Bussum (035) 5388091 www.stichtingpapageno.nl
15
juni 2009-6
juni 2009-6
no Landscapes
vo
Luna Maurer Skycatcher (27-07-2008)
melvin Crone No Landscapes is een kunsteducatief project om studenten van de academie voor beeldende Vorming te amsterdam en docenten vanaf het primair onderwijs tot en
met het hoger beroepsonderwijs te helpen bij de beschouwing van hedendaagse kunst en de overdracht ervan. dit artikel doet verslag van het doel, opzet en ervaringen tot nu toe. er zal in het bijzonder worden ingegaan op de gebeurtenissen tijdens een les kunstbeschouwing aan leerlingen 4-haVo met een met een autisme spectrum stoornis.
Het bespreken van hedendaagse kunst is geen eenvoudige opgave. Wat moet je overdragen als er weinig bekend is? En hoe moet je het aanpakken? De veelvormigheid van hedendaagse kunst is enorm, de achtergronden zeer divers. Bovendien zijn de leermiddelen lang niet altijd een adequate hulp. Deze problematiek is de reden geweest om in het kader van een artist in residence-programma (air) van het lectoraat Kunstpraktijk en artistieke Ontwikkeling van de amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten het project No Landscapes te initiëren. Het doel is tweeledig. Ten eerste om de studenten van de academie voor Beeldende Vorming te amsterdam te leren hedendaagse kunst op een activerende en toegankelijke wijze te bespreken. Ten tweede zal er een boek worden gepubliceerd dat ondersteuning biedt in het beschouwen van kunst voor studenten en docenten van zowel hoger kunstonderwijs als basis- en middelbaar onderwijs.
16
Project Terry Barrett, professor Art Education aan de Ohio State University, is ook kunstenaar en recensent en heeft vele publicaties op zijn naam staan. Hij is gevraagd als Artist Art Critic in Residence om het project inhoudelijk vorm te geven. Hij heeft dat gedaan door hedendaags werk van jeroen Kooijmans, Luna Maurer en robert Wevers - elk met een heel verschillende thematiek, werkproces en media - onder leiding van BVO-studenten te laten interpreteren door heel verschillende groepen. Diversiteit van de verschillende groepen en kunstwerken was belangrijk om de kans op uiteenlopende interpretaties zo groot mogelijk te maken. Leerlingen van basisscholen, van onder- en bovenbouw van HaVO en VWO, leerlingen met een autisme spectrum stoornis in het voorgezet speciaal onderwijs en bewoners van verschillende geriatrische zorgcentra zoals Korsakov-patiënten hebben geparticipeerd.
interpretatie Barrett heeft studenten van de academie voor Beeldende Vorming gecoacht om deze lessen te kunnen geven. Tijdens de gesprekken met de uiteenlopende groepen worden telkens dezelfde vragen gesteld: Wat zie je? Wat betekent het? En hoe weet je dat? Barrett stelt deze vragen om het persoonlijk referentiekader als interpretatiekader van het werk optimaal te benutten. De interpretatie door de beschouwer van het werk staat centraal. Het interpretatieproces geeft aan welke betekenis de beschouwer het werk geeft en op welke manier hij het werk begrijpt. De interpretatie maakt het werk dus betekenisvoller en de begripsvorming van de beschouwer transparant. Door de werken in groepjes te bespreken wisselen de participanten interpretaties uit. De interpretaties worden aan elkaar getoetst en gedifferentieerd. Het is de bedoeling dat de groep een kleine gemeenschap vormt, een netwerk waarbinnen de leden elkaar stimuleren betekenissen te construeren op basis van elkaars inzichten in relatie tot het kunstwerk. Waarheid van de interpretatie Maar wat als de interpretaties helemaal niet waar zijn? als de kunstenaar noch gezaghebbende professionals hele andere betekenissen aan dezelfde werken hechten? Barrett is in eerste instantie geïnteresseerd in wat waardevol is in de ogen de beschouwer. De waarheid kan er deel van uitmaken, maar dat hoeft niet. Bovendien moet de waarheid over hedendaagse kunst, tot zover zij bestaat, in het discours nog vastgesteld worden. Het discours bestaat immers bij de gratie van het ontbreken van een breed gedragen eensluidendheid. De interpretaties van gezaghebbende recensenten, kunstenaars, museumdirecteuren zijn binnen dit project interessant als voedingsbodem om tot nieuwe interpretaties te komen of de oude bij te stellen. Zij vormen één van de contexten waarmee het te bespreken werk in verband kan worden gebracht. juist door het interpretatieproces van de leerlingen centraal te stellen, de persoonlijke referentiekaders als belangrijk interpretatiekader oprecht serieus te nemen, kan er door de groep een waarheid worden geconstrueerd. Deze methode vertoont veel grotere overeenkomst met het discours over hedendaagse kunst. Het is bovendien stimulerend voor zowel de leerling als de docent. Voor de leerling omdat hij als een belangrijke bron serieus genomen wordt, voor de docent omdat hij op voorhand niet weet hoe verschillende groepen hetzelfde werk interpreteren. Weerkaarten Een school voor leerlingen met een autisme spectrum stoornis participeert met hun 4-HaVO-groep binnen het project. Het is geen gemakkelijke groep. Enkele leerlingen hebben naast de autisme spectrum stoornis ook nog aDHD. Bovendien hebben sommige leerlingen problemen in de thuissituatie. De leerlingen worden op school niet alleen geholpen met de leerstof, maar ook in het leren omgaan met hun gedragsproblemen en met elkaar. Barrett heeft deze 4-HaVO-groep les gegeven. Ondanks het feit dat Barrett voor hen een vreemde en tamelijk onverwachte verschijning voor de klas was, verliep de les heel soepel. Tijdens de bespreking van het werk Skycatcher van Luna Maurer kwam de fascinatie van een leerling voor weerkaarten boven het centrum van amsterdam aan de oppervlakte. De leerling bleek ze van de laatste jaren allemaal te hebben
Terry Barrett Foto: Thomas Lenden
bestudeerd! in plaats van een boel nutteloze kennis bleek het nu juist zeer waardevol te zijn. Hij wist precies wanneer er een hogedrukgebied boven het centrum van amsterdam had gelegen. Hij zag dat bevestigd in de gedateerde foto’s van Skycatcher. Het bleek een ingang te zijn voor de jongen om het werk betekenis te geven. Het stimuleerde de anderen na te denken over belangrijke dagen uit hun leven en of ze zich herinnerden wat voor weer het op dat moment was. Goede les aan het einde van zijn les vroeg hij ze of ze de afgelopen 30 minuten hadden ervaren als een les. ‘nee,’ was het verrassende antwoord. Barrett vroeg ze het te onderbouwen. De leerlingen zeiden zelf veel langer aan het woord te zijn geweest dan de docent. in een echte les is dat juist andersom. Maar hadden de leerlingen wat geleerd? Zeker wel, maar dan van elkaar. Wat hadden de leerlingen dan van elkaar geleerd? Ze hadden geleerd dat er zoveel te zien was. Het half uur was omgevlogen, en dat met slechts één kunstwerk. Ze hadden zichzelf verrast door er veel over te kunnen vertellen zonder dat ze het ooit eerder hadden gezien. Ze gaven zelf aan dat iedereen verschillend naar het kunstwerk keek. Barrett vroeg of de genoemde punten een belangrijke les kon zijn. De leerlingen bevestigden dat. Bij nader inzien was het wel een les geweest, maar dan een heel andere dan ze gewend waren. Vervolgens vroeg hij ze welke rol hij volgens hen had gehad bij de beschouwing van het werk. Ze zeiden dat hij ze de juiste vragen had gesteld om goed te kijken en erover na te denken. boek Van alle lessen die tijdens het project werden gegeven zijn de uitspraken van de participanten genotuleerd. Barrett zal ze redigeren voor het boek dat als leermiddel moet dienen voor docenten bij de beschouwing van hedendaagse kunst. in het boek zullen ook recensies van professionele recensenten worden opgenomen, interviews met de kunstenaars en de reflecties van de begeleiders van het project. in het voorjaar 2010 zal het boek uitkomen. Mocht u geïnteresseerd zijn, dan kunt u mailen naar
[email protected]. u wordt dan via de mail op de hoogte gehouden waar u het tegen welke prijs kunt bestellen.
17
mei 2009-5
juni 2009-6
Classic express doet meer! po
aleid van b euningen het Prinses Christina Concours organiseert en verzorgt sinds 2007 concerten voor basisschoolleerlingen van 6 t/m 11 jaar. deze concerten (320 per jaar) vinden plaats
in de Classic Express, de eerste rijdende concertzaal ter wereld. met de concerten in de Classic express weet het Prinses Christina Concours kinderen enthousiast te maken voor klassieke muziek. het ‘geheime wapen’: prijswinnaars van het concours, jonge helden waarmee elk kind zich wil identificeren. Het is een doordeweekse dag en de locatie is een tussen snelwegen en spoorlijn ingeklemd parkeerterrein van een sportcomplex in Barendrecht. niet bepaald een romantische setting voor een concert, maar de realiteit blijkt anders. De Classic Express, de eerste rijdende concertzaal ter wereld, maakt zich klaar voor het concert dat zal worden gegeven voor groep 7 en 8 van de plaatselijke openbare basisschool. De musici van vanmiddag zijn allemaal jonge getalenteerde prijswinnaars van het Prinses Christina Concours, de jonge helden! in de bus, waar de akoestiek en de sfeer van een grote concertzaal worden nagebootst, is de aandacht van de oudste basisschoolkinderen groot. Vragen als ‘Waarom beweegt u zo met uw hoofd en heeft u uw ogen dicht als u speelt?’, zijn heel gewoon. Waar ouderen zich zouden generen voor zulke vragen, hebben kinderen hier geen problemen mee. En ook de musici antwoorden onbevangen.
18
De kinderconcerten worden gepresenteerd door jonge, speciaal hiervoor opgeleide presentatoren. ieder concert wordt er muziek gemaakt door een drietal laureaten, die met korte muziekstukken de fantasie van de kinderen proberen te prikkelen. Er wordt afwisselend gemusiceerd en gepraat over muziek en de bedoeling is vooral dat er een interactie ontstaat tussen publiek en musici. Tot slot van het drie kwartier durende concert is er daarom ook een gezamenlijke uitvoering van een speciaal voor dit doel geschreven compositie. Leerkrachten hebben deze presentatie met de kinderen op school kunnen voorbereiden aan de hand van speciaal hiervoor samengesteld lesmateriaal. stichting Papageno en Classic express Classic Express heeft inmiddels ook andere projecten op stapel staan. Vanaf juni zullen er in de bus ook concerten worden gegeven voor leerlingen van mytylscholen en voor autistische kinderen. De concerten voor deze laatste groep zullen in
samenwerking met Stichting Papageno worden georganiseerd. Stichting Papageno wil ouders en begeleiders van kinderen met autisme steunen bij het vinden van een passende therapeutische aanpak voor hun kind. De stichting is genoemd naar de vogelvanger uit de opera Die Zauberflöte van Wolfgang amadeus Mozart, die met zijn klokkenspel het gemoed van mensen en dieren op wonderbaarlijke wijze kon veranderen. De boodschap is helder, want de helende werking van muziek is een eeuwenoud gegeven. Vanuit het contact met muziek kan immers een brug worden geslagen naar andere vormen van contact, zoals contact met de natuur, met planten en dieren en… met andere mensen. gerda Brummelkamp, projectleider van Classic Express is heel enthousiast over het gezamenlijke project met Stichting Papageno: ‘Het is ongelofelijk om te zien wat muziek doet met autistische kinderen. De vragen die gesteld worden, zijn van een totaal andere orde dan bij onze reguliere concerten. Het komt voor dat de musici in hun verhaal over de muziek die ze gaan spelen, gecorrigeerd worden door deze kinderen. Maar ook is het opvallend dat de stemming die opgeroepen wordt door de muziek, soms op een poëtische manier wordt verwoord. Muziek roept dus blijkbaar wel communicatie op. En dat is heel bijzonder om te zien.’ data De concerten in samenwerking met Stichting Papageno worden gegeven, vinden plaats op 21 en 22 juli in De Baak in noordwijk. De concerten voor de mytylscholen zijn op 4 juni (Heliomare, Beverwijk), 8 en 9 juni (De Piramide, Den Haag), 15 en 16 juni (Bio Kinderrevalidatie, arnhem), 22 en 23 juni (Lyndenstein, Beetsterzwaag).
Aleid van Beuningen is muziekwetenschapper, journalist en pianodocent.
Kies je instrument Half mei rolde het nieuwste initiatief van het Prinses Christina Concours van de drukpers, een uitgave onder de naam Kies je instrument. Zie voor meer informatie de rubriek Actief met CKV op pagina 50.
informatie -
www.christinaconcours.nl www.classicexpress.nl www.stichtingpapageno.nl
19
juni 2009-6
juni 2009-6
bijzonder muzikaal
po
mee uit te voeren. Om de tweezijdige ontwikkeling te stimuleren wordt alles rechts- en linkshandig aangeboden. De bewegingen kunnen ook op papier gemaakt worden door het tekenen van lange of korte strepen dan wel puntjes. Verder kunnen er vlugge en langzame ritmes voor- en nageklapt worden of op Orff-instrumenten gespeeld worden. Voorop staat echter het plezier beleven in muziek.
marie-Cécile Kocken-Felix doordat kinderen met een verstandelijke handicap steeds meer integreren in het ‘gewone’ basisonderwijs, in plaatselijke sportverenigingen komen ouders van deze
kinderen ook naar de muziekschool met de vraag of het voor hun kind mogelijk is om een muziekinstrument te leren bespelen. sinds enkele jaren geef ik aan de muziekschool Leusden en bilhoven piano/keyboardles aan mensen met een verstandelijke handicap.
muziek en beweging als voorbereiding op een individuele instrumentale les is het heel goed om eerst een of twee jaar muziek- en bewegingles te volgen, zodat de luisterhouding en de ritmische en melodische vaardigheid gestimuleerd worden. De kennis die tijdens deze lessen verworven wordt, is impliciet. Dat wil zeggen dat de leerling zich niet bewust is van die kennis. Bij veel kinderen met een verstandelijke beperking verloopt de informatieverwerking trager in vergelijking met normaal begaafde leeftijdgenootjes. je zou kunnen zeggen dat de wereld voor hen te snel gaat. Ze zijn sneller afgeleid en kunnen gemiddeld minder lang de aandacht vasthouden. Ook hebben zij problemen met het waarnemen van vorm in zowel spraak als muziek. Ze herkennen vormen minder goed als die kort of gedeeltelijk worden aangeboden. De prestaties verbeteren aanzienlijk als de kenmerken goed waarneembaar zijn en als bijvoorbeeld de liedjes in langzamer tempo aangeboden worden. Onderzoek toont aan dat mensen met een verstandelijke beperking twee keer zoveel oefening (herhaling) nodig hebben om te komen tot automatisering van handelingen en tot opname van kennis in het lange termijn geheugen. Zij zijn gemiddeld genomen passiever in de communicatie met hun omgeving. Om bovenstaande stagnaties weg te nemen is juist muziek en beweging zeer bevorderlijk. in deze lessen wordt spelenderwijs gewerkt aan de muzikale ontwikkeling zoals melodie, gehoor, maat en ritme, klankkleur, vorm. Ook dragen deze lessen bij aan de totale ontwikkeling. De belangrijkste facet-
20
ten hiervan zijn: Motorische ontwikkeling: zowel grove als fijne motoriek; Emotionele ontwikkeling: het uiten van gevoelens, stimuleren van de fantasie; Sociale ontwikkeling: contact met anderen; Spraak- en taalontwikkeling: het zingen van liedjes; Verstandelijke ontwikkeling: door middel van het spel komt er begripsvorming en de toepassing hiervan. begin- en eindlied De lessen hebben altijd een leerdoel en een thema dat aansluit bij de belevingswereld van kinderen. Elke les heeft een vast begin- en eindlied om zo herhaling, herkenbaarheid en structuur aan te bieden, iets wat voor deze leerlingen erg belangrijk is. Een voorbeeld van een leerdoel kan zijn: ervaren van snel en langzaam in de muziek. Een dankbaar thema dat hierbij aansluit en tevens bij de belevingswereld past, is het thema Dieren. Een gekozen lied hierbij kan zijn De slak en het haasje uit de liedbundel EigenWijs. als luistermuziek en tevens muziek om bij te bewegen kunnen enkele delen uit het Carnaval des Animaux van Camille Saint-Säens gekozen worden. Bij voorkeur worden de delen gespeeld die een duidelijke snelle en/of langzame beweging hebben zoals De schildpad en Muilezels. Bij de bewegingen kan gekozen worden voor stampen, snelle korte pasjes of langzaam lopen. De bewegingen kunnen ook met de armen gemaakt worden door de leerling hiervoor een lint te geven en daarmee snelle en langzame bewegingen
muziek maken met kleur Voor mensen met een verstandelijke handicap levert het leren lezen van het traditionele notenschrift vaak problemen op. Om toch piano of keyboard te leren spelen is de methode Muziek maken met kleur van Peter Mak en Paul van geert een goede uitkomst. De liedjes zijn in kleuren opgeschreven en de kleuren kun je op het toetsenbord terugvinden door middel van kleurenleggers. Elke noot heeft een eigen kleur en zwarte toetsen worden aangeduid door de combinatie van kleuren van de twee aangrenzende witte toetsen. Leerlingen die een school bezoeken voor zeer moeilijk lerende kinderen en bezoekers van dagverblijfcentra voor verstandelijk gehandicapten komen in aanmerking voor een les. Enige vereiste is dat de leerling kleuren kan onderscheiden. De lessen worden wekelijks individueel gegeven gedurende 30 minuten, omdat op die manier optimaal tegemoet kan worden gekomen aan de intensieve hulp die verstandelijk gehandicapten bij het leren nodig hebben. De lessen hebben tot doel het plezier beleven aan muziek. Het kan bijdragen tot een zinvolle vrijetijdsbesteding die zelfstandig kan worden beoefend. Vaak vormt het muziek maken voor deze mensen een belangrijke emotionele uitlaatklep. Daarnaast wordt door muziek maken tevens algemene ontwikkeling, waarneming, motoriek, denken, concentratie en taalvaardigheid gestimuleerd. De vormgeving van het kleurenmuziekschrift is zoveel mogelijk gelijk gehouden aan het traditionele notenschrift, zodat nadat alle traditionele leerstappen (duur van de noten, spelen met vingerzetting en samenklanken) doorlopen zijn, er een eventuele overstap gemaakt kan worden. iedere leerstap gaat uit van één of meer onderwijsleerdoelen: muzikale leesvaardigheid, luistervaardigheid en speelvaardigheid.
docenten met deze methode werken, organiseer ik sinds maart 2004 een speciale docentenbijeenkomst om zoveel mogelijk ervaringen uit te wisselen. Vier jaar geleden werd er een werkgroep gevormd voor de oprichting van een stichting en het opzetten van een website voor muzieklessen aan mensen met een verstandelijke beperking. We hebben alle muziekscholen en creativiteitscentra aangeschreven om te onderzoeken in welke plaatsen muziekonderwijs aan mensen met een verstandelijke beperking gegeven wordt. naar aanleiding van dit onderzoek vond er op 24 juni 2006 een informatiedag plaats op de Biltse Muziekschool. Tijdens deze dag heeft de stichting in wording zich gepresenteerd: hoe en waarom deze muzieklessen, doelstelling, organisatie, financiering, werving, marketing, een praktijksituatie en uiteraard een website die al in de lucht is: www.bijzondermuzikaal.nl. Met al deze bovengenoemde plannen hoopt de werkgroep een deur open te gooien voor muziekonderwijs op muziekscholen aan mensen met een verstandelijke beperking, want ook zij behoren tot onze samenleving! Marie-Cécile Kocken-Felix studeerde schoolmuziek aan het Brabants Conservatorium te Tilburg. Ze is momenteel vakleerkracht muziek aan basisscholen in Leusden en Nijkerk. Ze geeft lessen muziek op schoot, muziek en beweging aan kleuters en lessen AMV aan de muziekschool in Leusden en Bilthoven. Zij heeft zich gespecialiseerd in het geven van muzieklessen aan mensen met een verstandelijke beperking. en geeft deze lessen aan de muziekschool in Leusden en Bilthoven.
ervaring en samenspelen Voor het verantwoord geven van deze lessen heb ik vier jaar geleden een applicatiecursus van Peter Mak gevolgd aan het conservatorium van Zwolle. Mijn ervaringen zijn tot nu toe erg positief. Het is zeer dankbaar werk gezien het resultaat en het plezier dat de leerling eraan beleeft. Bovendien stimuleert het mijn creativiteit, omdat zeker voor deze leerlingen vaker gezocht moet worden naar alternatieve manieren om de stof aan te bieden. Sinds een half jaar ben ik ook begonnen met een samenspelgroep. Er wordt tweewekelijks samen gemusiceerd, soms eenstemmig, meestal liederen in canon of in meerstemmige muziek. ik geef deze lessen met behulp van een aantal vrijwilligers. bijzonder muzikaal als een leerling nog niet toe is aan een volgende stap, dient materiaal door de docent aangevuld te worden. Dit laatste vergt erg veel tijd. Omdat er in nederland niet zo heel veel
21
juni 2009-6
juni 2009-6
Theater Totaal muziek en theater voor mensen met een verstandelijke beperking mathijs van der heide Theater Totaal uit nieuwegein is een muziek- en theaterwerkplaats voor mensen met een verstandelijke beperking. er wordt drie dagen per week met een vaste groep acteurs en muzikanten gewerkt. een deel van hen is ook op een vierde dag aanwezig. op deze dag worden door gastdocenten ook workshops in andere disciplines aangeboden.
muzikanten Hoewel het uitgangspunt dus het maken van goed klinkende muziek is, moet daarbij natuurlijk rekening worden gehouden met de verschillende beperkingen van de muzikanten. Het dagelijkse leven levert voor deze artiesten (van wie een groot deel begeleid zelfstandig woont) vaak al heel veel stress op. Een boodschappenlijstje maken, het huishouden doen, sociale contacten onderhouden; gewone dingen die al voor veel valide mensen een opgave zijn, maar voor veel van deze artiesten echt ingewikkeld. Theater Totaal streeft ernaar de muzikanten vooral te laten ervaren dat ze iets kunnen doen waar ze echt goed in zijn, waarin ze uitblinken en waardoor ze zich gewaardeerd voelen. niet alleen bij het instuderen van materiaal wordt hiermee rekening gehouden, maar vooral ook bij het schrijven en arrangeren van de nummers. iedere partij wordt op maat gemaakt: niet te moeilijk, maar zeker ook niet te makkelijk. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke muzikale talenten van iedere muzikant. Dan gaat het niet alleen om wat er mogelijk is op het instrument dat hij bespeelt, maar vooral ook over zaken als: kan de muzikant wel of geen voorgetrokken ritmes spelen, kent de muzikant voornamelijk basisakkoorden of ook akkoorden met toevoegingen, heeft de muzikant het vermogen een snel gearticuleerde tekst te zingen of is hij juist beter in lange, melodische lijnen, enzovoorts. Dit vraagt uiteraard veel creativiteit van de docenten, immers al deze diverse ingrediënten moeten tot een samenhangend
uitgangspunt van het werk is het bieden van professionele scholing en coaching aan mensen die naast hun beperking ook over een bovengemiddeld muzikaal of theatraal talent beschikken. artiesten kunnen na een auditie en stageperiode in aanmerking komen voor een plaats op de werkplaats. Theater maken en musiceren zijn voor Theater Totaal echt het doel, en niet een middel. De muziekafdeling van Theater Totaal biedt nu plaats aan 14 muzikanten die zijn verdeeld over twee bandjes: Buiten Westen en Knock-Out. Het muzikale, cognitieve, sociale en gedragsmatige niveau van de muzikanten is zeer divers. Bij het formeren van de twee bandjes is daar rekening mee gehouden. Knock-Out is een dynamische pop/rockband met muzikanten die snel leren, een hoge energie hebben en dat ook muzikaal kunnen vertalen. Buiten Westen heeft juist veel baat bij een rustige werkomgeving en een rustig studietempo. De kwaliteiten van de muzikanten in deze band komen beter tot hun recht in nederlandstalige luisterliedjes. docenten Er werken drie muziekdocenten bij Theater Totaal die allemaal een conservatoriumstudie hebben afgerond. Er is bewust gekozen om met docenten met een muziekvakoplei-
22
ding te werken, omdat daarmee de nadruk ook echt op het vak muziek ligt en niet op het bieden van zorg of therapie. De docenten schrijven en arrangeren zelf de nummers die gespeeld worden, soms gebruik makend van materiaal dat de muzikanten aanleveren. De meeste muzikanten hebben voor ze bij Theater Totaal kwamen al les gehad op een instrument. Er wordt getracht datgene wat de muzikanten goed kunnen, zo goed mogelijk in te zetten in het componeren van een gezamenlijk muzikaal resultaat. Een deel van de muzikanten kan noten lezen, een deel van de muzikanten kan akkoordsymbolen lezen, een deel van de muzikanten kan helemaal niet lezen. Er is daarom ook geen vast omschreven methode bij het instuderen van de nummers. Steeds weer opnieuw wordt bekeken hoe een partij op een voor de muzikant zo passend mogelijke manier aangeleverd en aangeleerd kan worden. Het aanleren op het gehoor werkt dikwijls nog het beste. De muzikanten lijken daarna het meest flexibel met de muziek om te kunnen gaan. Dit vraagt van de docenten en de medemuzikanten natuurlijk wel heel veel geduld. geduld hebben als de ander iets aan het leren is en respect hebben voor het studietempo van de ander zijn belangrijke pijlers van het pedagogische klimaat. Ook hierin worden de artiesten zorgvuldig begeleid.
nummer worden gecomponeerd. Maar zo lukt het wel om echt muziek te maken rekening houdend met de beperking van de artiesten en gebruik makend van hun talent. Meestal wordt er naar een product toegewerkt, bijvoorbeeld een concert of een CD-opname. Het instuderen van materiaal is dan natuurlijk een belangrijk onderdeel van de lesdagen. Maar daarnaast worden er ook veel oefeningen gedaan om het samenspel van de muzikanten te verbeteren, om de verschillende lagen in de muziek te leren herkennen en te benoemen en er wordt ook aandacht besteed aan muziekgeschiedenis en de culturele context ervan. eigen Cd’s Tot nu toe heeft Theater Totaal in eigen beheer vijf CD’s uitgebracht. Op dit moment werkt Knock-Out aan een soul- en r&B-project. De roots van deze muziek worden onderzocht en in nieuwe, groovy nummers tot klinken gebracht. Buiten Westen is bezig repertoire te ontwikkelen om een CD met nieuwe kinderliedjes op te kunnen nemen en hoopt deze CD in het najaar van 2009 te kunnen presenteren. Op www.theatertotaal.org is meer informatie te vinden over Theater Totaal. Of maak anders een afspraak en kom een keer langs!
Mathijs van der Heide is docent muziek bij Theater Totaal.
zaanse jongeren in Parijs vo
maartje van houtert Vijftien zaanse jongeren van ’t Anker, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen, kregen de kans om in Parijs de opera De Vérone ou d’ailleurs… uit te voeren. een
jaar lang repeteerden zij om vervolgens twee weken naar Parijs te gaan en samen met kinderen uit hongarije, italië en Frankrijk op te treden in La Bastille. een bijzonder project dat laat zien dat kunst kansen biedt aan kansarme jongeren. dix mois d’école et d’opéra ruim een jaar geleden werd het MuZtheater benadert door de Parijse Opéra om mee te werken aan het project Dix mois d’école et d’opéra. al vijftien jaar werkt de Parijse Opéra voor dit project samen met jongeren uit achterstandswijken van Parijs. Elke twee jaar worden dertig klassen geselecteerd die samen twee jaar lang werken aan een opera, maar ook aan allerlei randactiviteiten daaromheen, zoals het ontwerpen van affiches en het maken van een tijdschrift. Omdat 2008 was uitgeroepen tot Europees Jaar van de Interculturele Dialoog en omdat frankrijk het tweede half jaar Eu-voorzitter was, besloot de Parijse Opéra dit jaar ook klassen uit verschillende
Europese landen uit te nodigen. in nederland werd contact gezocht met het MuZtheater in Zaandam. Die benaderden vervolgens ’t anker. De Parijse Opéra wil middels het project kansarme jongeren in contact laten komen met opera. Hen laten merken dat cultuur niet alleen voor de rijken en de elite is, maar dat iedereen daarmee moet kunnen kennismaken. Volgens Danièle fouache, die namens de Opéra national de Paris verantwoordelijk is voor het project, denken de jongeren na afloop van het project heel anders over opera, en ook over zichzelf. al gaan de jongeren vervolgens nooit meer naar een opera-
23
juni 2009-6
juni 2009-6
voorstelling, ze weten wel wat het is en dat het ook voor hen bedoeld is (De jong, 2008). zonder schroom Op 2 december werden delen van de opera De Vérone ou d’ailleurs… uitgevoerd door de Zaanse jongeren in het Zaantheater. Tijdens de voorstelling werd de kracht van muziek en dans duidelijk. Het was indrukwekkend om de zeventienjarige pubers vol overgave te zien dansen, zingen en bewegen. ZMLK-jongeren, waarvan toch vaak wordt gezegd dat ze niets kunnen, waren in staat mensen te ontroeren. Wat opviel tijdens de voorstelling, was de vrijheid waarmee de jongeren zich over het toneel bewogen. Het werken met ZMLK-jongeren werd bij dit project als een voordeel ervaren omdat de jongeren minder schroom hebben en minder lacherig over bepaalde dingen doen. Simone de jong, lerares van ’t anker zegt over de jongeren: ‘Ze doen gewoon wat ze moeten doen met zang en dans, zonder bang te zijn. Dat haalt ontzettend veel creativiteit naar boven. Sommige zijn extreem gegroeid. gesloten kinderen zijn heel open geworden. Kinderen die zich verscholen achter hun lange haar staan nu rechtop met de schouders naar achteren: Hier ben ik! Dat is geweldig om te zien’ (renout, 2008). Hieruit blijkt dat een collectieve muzikale presentatie waarbij het
individu zich inzet voor een gezamenlijk resultaat kan leiden tot een positiever zelfbeeld (gulikers, 2007). Muziek maken is een sociaal gebeuren en creëert daardoor een groepsgevoel, maakt jongeren zelfbewust en tolerant ten opzichte van elkaar (Ockelford, 2008). Door het project kwamen de talenten van de jongeren naar boven en nam hun zelfvertrouwen toe. juist in het speciaal onderwijs kan muziek veel betekenen. naast de intrinsieke waarde van muziek, kan muziek namelijk worden ingezet als middel om te leren en te ontwikkelen op verschillende terreinen. Het maken van muziek verbetert bijvoorbeeld de fijne motoriek en coördinatie, terwijl het luisteren naar muziek focust op cognitieve vaardigheden zoals concentratie en geheugen (Ockelford, 2008). Dat zingen kan helpen bij taalverwerving blijkt uit het feit dat de Zaanse jongeren door te zingen in het frans de franse taal leerden spreken. Kansen De vijftien Zaanse jongeren zijn blij dat ze aan het project hebben deelgenomen. Een van de jongeren neemt na afloop van de voorstelling het woord om de organisatie van het project te bedanken en hij benadrukt daarbij dat hij dit project nooit van z’n leven zal vergeten. Want wie krijgt er nu de kans om een jaar lang met professionals te werken aan een opera en vervolgens op te treden in La Bastille in Parijs? Kunsteducatie is belangrijk en uit dit project blijkt weer eens dat kunst zoveel meer voor jongeren kan betekenen. ga voor meer informatie, foto’s en filmpjes over het project naar: - www.muz.nu/operadeparis - www.ankerzmlk.nl -> foto’s -> VSO Muz Theater - http://4europe.over-blog.com - www.operadeparis.fr Maartje van Houtert studeerde muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht.
Literatuur -
Wil Wiljejenanade dehavo havorichting richtingtheater? theater? Wil jedan navoor de havo richting theater? Kies Kiesdan voor de detweejarige tweejarige opleiding opleiding Kies dan voor de tweejarige opleiding
THEATEROPLEIDING THEATEROPLEIDING ARTIEST THEATEROPLEIDINGARTIEST ARTIEST Middelbaar MiddelbaarHoger HogerBeroeps BeroepsOnderwijs Onderwijs(MHBO) (MHBO) Middelbaar Hoger Beroeps Onderwijs (MHBO)
• •Meer Meerkans kansop opdoorstroom doorstroomnaar naarHBO HBOtheateropleidingen theateropleidingen Meer op doorstroom naar HBO theateropleidingen • ••Stages Stageskans ininde de beroepspraktijk beroepspraktijk in de een beroepspraktijk • ••JeStages Jeontwikkelt ontwikkelt eenportfolio portfolio • Je ontwikkelt een portfolio • •Mét Métmbo mbostudiefinanciering studiefinanciering Mét mbo studiefinanciering • ••Vooropleiding Vooropleiding havo, havo,vwo, vwo,mbo mbo • Vooropleiding havo, vwo, mbo Meer Meerinformatie informatieen enaanmelden: aanmelden: 24 Meer informatie en aanmelden: www.kw1c.nl www.kw1c.nl ofof073-6249600 073-6249600 www.kw1c.nl of 073-6249600
-
-
-
gulikers, Lydia (2007). Muziek kan zo veel meer zijn! De Pyramide, jrg 61, nr. 1, 26-28. jong, Sonja de (2008, 24 november). Zaanse leerlingen zmlk-school ’t anker spelen opera in Parijs ‘Enthousiasme spat er af’. noordhollands Dagblad. Ockelford, adam (2008). Music for children and young people with complex needs. Oxford/new York: Oxford university Press. renout, frank (2008, 15 december). Scholieren uit Zaandam spelen in Opéra van Parijs. Wereldomroep.
speciaal examen CPe en Cse Kunstvakken beeldend 2008 vo
ineke schipper ook in 2008 hebben onze leerlingen vanuit het cluster-2 onderwijs aan het amman College te rotterdam weer deelgenomen aan het Centrale eindexamen Vmbo. Wij zijn
een school van de aurisgroep met circa 235 leerlingen en leiden leerlingen met taal-, spraak- en/of communicatieproblemen op: van Praktijkonderwijs inclusief het aKa-diploma tot het Vmbo inclusief TL-niveau. en al zolang het mogelijk is, staan de beeldende vakken op de examenlijst. Voor doven en slechthorenden en leerlingen voor wie taal de nodige problemen met zich meebrengt, kan een beeldend vak een uitkomst zijn op de lijst. natuurlijk hanteert het vak beeldende vormgeving ook de taal met zijn eigen vocabulaire, maar de beelden ondersteunen in zo’n belangrijke mate de zeggingskracht van het werk, dat leerlingen zich al doende en vormgevend de begrippen eigen maken. Taal vormt daardoor geen onoverkomelijke barrière, maar vraagt soms wel om aanpassingen. Zo hebben onze leerlingen een extra brugjaar en daarmee de beschikking over vijf leerjaren voor hun lesstof, waardoor de (beeld)taal extra aandacht kan krijgen.
dingen passend bij het thema, foto’s van eigen werk en van andere kunstenaars komen in dit portfolio.
manier van werken De leerlingen zijn gewend om in ons vak thematisch te werken volgens een ontwerpstappenplan, zoals dat van hen ook verwacht wordt bij het eindexamen. al in de brugperiode raken zij vertrouwd met deze manier van werken, met als leidraad de methode arTi-kort. De praktische opdrachten passen wij zelf aan aan eventuele actualiteit, tentoonstelling, samenwerking met andere vakken op school, of andere inspiratiebronnen die passeren, en natuurlijk hun eigen belevingswereld. De leerlingen houden een werkmap bij over het proces van hun werk: hun onderzoeken, schetsen en afbeel-
het CPe En zo waren er ook dit jaar weer leerlingen die in het vijfde leerjaar begonnen aan het CPE beeldende vakken. na met oude thema’s voor de schoolonderzoeken geoefend te hebben, werd in maart het magazine met het thema Verzameld geopend: Hoe herinneringen verzamelingen worden en verzamelingen herinneringen. naast het magazine hadden de leerlingen ook de beschikking over inspiratiebronnen op de sites www.teleblik.nl en www.blogspot.com. Dat heb ik ervaren als een geweldige service, al kwam deze mogelijkheid voor de voorbereidingen van het CSE aan de late kant. geplande
Door de aandacht die er altijd in onze school naar beeldende vormgeving is gegaan en het belang dat daar aan gehecht wordt, volgen alle leerlingen schoolbreed de kunstvakken beeldend gedurende alle leerjaren. Dit geeft een brede basis en een hoop zelfvertrouwen aan de leerlingen. als je dan ook nog na een project je werk buiten het lokaal of buiten school geëxposeerd ziet, voel je je steeds zelfverzekerder en meer kunstenaar. Dat is wat wij de leerlingen graag meegeven.
25
juni 2009-6
juni 2009-6
toetsweken en de gebruikelijke feest- en vakantiedagen lieten nog maar weinig gelegenheid om de leerlingen hierin te begeleiden. Dat er plotseling herinneringen van belangrijke gebeurtenissen en/of ervaringen uit eigen leven in de verzameling van het CPE verbeeld moesten worden, bracht het thema voor mijn leerlingen veel dichter bij henzelf. Een goede zet! Zij werden daarmee als het ware door het thema gegrepen. De kandidaten vlogen met veel enthousiasme en ideeën door hun beschikbare minuten heen. Dit jaar heeft iedereen tekenen gekozen, maar doordat de opdracht in een collagetechniek uitgevoerd diende te worden zijn de werkstukken van de leerlingen hier en daar halfruimtelijk geworden. De herinneringen/ervaringen varieerden van heel recent - zoals de voorbereidingen naar de toelating op een vervolgopleiding - tot herinneringen van langer geleden in de bergen met gevoelens van angst en overwinning en herinneringen uit vakanties. De leerlingen konden in deze opdracht veel van hun gevoel kwijt. Het opgavenboekje hielp in het proces van werken, zowel met het structureren van de opdracht als met de tijdbewaking. Onze leerlingen hebben hier over het algemeen moeite mee. De uitvoering van B, C en D (van het beeldend onderzoek t/m het voltooien van het werkstuk) hebben we verdeeld over twee dagen. Dat zorgt voor een intensieve betrokkenheid.De pauzemomenten tussendoor zorgen voor het nodige ‘afstand nemen’ van het werk. Zoals eerder gezegd vragen de auditieve of communicatieve beperkingen van onze leerlingen extra aandacht, zo ook met het verwerken van de examenopdracht. Soms zal er ook bij het CPE voorgelezen moeten worden of is er extra tijd aangevraagd voor de verwerking van de opgaven. iedere leerling krijgt individuele aandacht en begeleiding. Onze groepen bestaan daarvoor uit maximaal negen leerlingen.
26
Verwerking Dit jaar waren de kandidaten dus in staat om vlot door te werken en hun werk binnen de tijd af te ronden. Eén van de leerlingen, reinier, verwoordde zijn verwerking van het thema als zijnde confronterend. ‘Door de emotie te willen vasthouden moest hij ‘m loslaten in zijn werk.’ Hij kon het een plek geven. Hij was met passie, vanuit zijn hart bezig. ‘Op deze manier kon hij de herinnering een plaats geven en zo zichzelf verder ontplooien.’ ‘Kunst is het hebben van een vrije geest,’ aldus reinier. Hier levert een examenwerkstuk een mooi filosofisch gesprek op.
Wesley, een bijzondere leerling
beoordelingen en Cse De beoordelingen vielen bij allen gunstig uit. De leerlingen hebben hoge scores gehaald op het beoordelingsformulier. Dit in samenspraak met twee van mijn vakcollega’s. Het CSE beeldende vakken viel de leerlingen ook niet tegen, al kwam het mij toch vrij talig over. De vaktermen die we daarentegen in de vragen verwachtten, bleven uit. geen ‘aspecten van de vormgeving’ of ‘aspecten van de voorstelling’. is dit een nieuwe opzet? Mijn leerlingen hadden er geen problemen mee, maar het viel hen wel op. Ze haaden ook geen problemen met het feit dat er relatief weinig modern werk is gebruikt in de examenvragen en in de bijlage. Ook dit zien mijn leerlingen niet als een probleem. Mijn ervaring gedurende de afgelopen vijf leerjaren is dat moderne kunst maar moeilijk een plaatsje verovert in hun belevingswereld. Voor mij blijft het een uitdaging om dit te doorbreken. Daarbij oefenen wij, ter voorbereiding op het schriftelijke werk en ter reflectie van eigen werk en dat van anderen, met de beeldanalyses en de beeldende begrippen. Maar natuurlijk is het ’t beste om het vak aan den lijve te ondervinden en daartoe zelf kunst te maken en elders te beschouwen. Opmerkelijk is wel dat het eigen beeldend werk van de kandidaten er vrij modern uitziet!
lingen op school. zijn aanwezigheid in de deze klas maakte de groep zachter. hij riep een soort zorg-
examenevaluatie En dan was er op 26 mei 2008 de evaluatie in utrecht van het eindexamen beeldend voor VMBO, kunstvakken 2. ik heb dit voor het eerst bezocht en vond het zeker de moeite waard. Het uitwisselen van werk van leerlingen en van ervaringen over correctie van schriftelijk werk levert een bredere kijk op het hanteren van het examen. De kritieken en suggesties van aanwezigen dragen op deze manier elk jaar weer bij aan mogelijke veranderingen in de gehele examenopzet. Dat zal naar mijn idee niet veel verbetering behoeven. in de bijeenkomst is de wens naar voren gebracht dat het gebruik van www.teleblik.nl en www.blogspot.nl via internet het liefst in een vroeger stadium van het jaar mogelijk gemaakt zou mogen zijn. intussen verheugen wij ons nu al op het volgende thema en de (smakelijke) voorbereidingen.
Ineke Schipper is docent kunstvakken beeldend aan het Amman College te Rotterdam.
vo
ruud van der meer hij heet Wesley en hij is blind. hij zit bij ons op een reguliere scholengemeenschap en volgt succesvol een haVo-programma. slechts een mild aangepast programma,
meestal gewoon de volle mep. Wesley moet zich aanpassen aan de school en aan de ‘normale’ leerzaamheid bij zijn klasgenoten op.
Tot en met het derde jaar liep er, eigenlijk zonder morren, altijd iemand met hem mee om hem door het spitsuur van een klassenwisseling heen te loodsen. nu, in het vierde jaar, doet hij dat allemaal zelf. ik weet dat hij dit stuk gaat lezen, dus ik zal niets vertellen over zijn bijzondere gevoel voor humor en het venijn waarmee hij met zijn stok een lastige medeleerling voor de schenen kan meppen. Way to go, Wes! Klas 2 Collega’s en ik maakten het normale curriculum beeldende vormgeving, weliswaar aangepast, voor Wesley bereikbaar. Hij heeft geen visueel geheugen. ik sprak met hem wel eens over kleur, maar dat heeft voor hem geen betekenis. Texturen, geur, vorm en geluid des te meer. in klas 2 heeft hij zich dapper door een perspectief-opdracht heen geworsteld. ik gaf hem een blok met verschillende texturen op de zijden en vroeg hem om die vorm zodanig weer te geven dat wat hij voelde ook zichtbaar in 2D zou zijn. Het ene vlak dat volgens zijn tastzin, aan het andere vlak grenst, zou op papier ook aan elkaar moeten zitten. natuurlijk gaat dat niet, maar voor dat probleem zou hij een passende oplossing moeten bedenken. als tekenbord kreeg hij van mij een hardboard tekenplank, met een gladde voorkant en een achterkant met de bekende putjes. Leg daarop een overtrekpapier en gebruik dan een scherp gepunt potlood en je kunt het spoor volgen dat je in het papier getrokken hebt. Een liniaal was niet handig, omdat hij dan het spoor van het potlood niet met zijn vingers kon volgen. Een mooie worsteling met blok en probleem was het gevolg. Klas 3 Toen ik hem in derde klas kreeg, voelde ik me gehandicapt, beperkt. ik kan niet waarnemen wat hij waarneemt en omgekeerd. ik moet leren hem niet als een bijzondere te behandelen, maar zie tegelijkertijd dat hij dat wel is. Hij grinnikt om grappen die aan anderen voorbijgaan en zijn culturele wereld heeft meer diepgang dat die van zijn leeftijdgenoten. in zijn wereld treden is iets wat ik eigenlijk niet kan, maar met mijn lessen beeldende vormgeving wel wil doen. Hij is net als ieder ander, een leerling die ik moet uitdagen om zijn gewone manier van waarnemen en te verwerken, uit te breiden. Hij kan tegen een stootje. Dat moet ook wel met mij als leraar. net als mijn andere leerlingen plaagde ik hem wel eens. ‘Hé,
daar zit Wes… eens kijken wat we met hem kunnen uitvreten…’ ik vroeg hem tussendoor wel of hij vond dat ik met dat soort opmerkingen over de schreef ging. grijnzend zei hij me dan dat dit echt niet het geval was. opdrachten klas 3 Hier volgen een aantal opdrachten die Wesley bij mij in klas 3 doorwerkte. Opdracht: Vorm en verhouding. Om zijn nauwkeurigheid van waarnemen met zijn handen aan te scherpen heb ik hem gevraagd om van een aantal gereedschappen in een kneedbaar materiaal, een verkleinde versie te maken op schaal 1:2. De verhoudingen moesten intact blijven. Meethulpmiddelen waren niet toegestaan. alles moest met de hand of de spatel gemeten worden. De relatie waarneming en beeldgeheugen werd hierdoor op scherp gezet, maar hij wist er een keurig resultaat uit te persen (zie afbeelding). Thematische opdracht: Angst voor het onbekende. geef vorm aan datgene waarvan je hoopt dat je dat niet tegenkomt (in het donker). Een normaal beeldend proces bestaat uit een aantal fasen: WaT wil ik gaan doen? HOE ga ik dat doen? Het DOEn zelf met daarna een presentatie en een evaluatie. Bij het WaT genereren leerlingen met een mindmap of snelle krabbels een scala van ideeën. Beeldmateriaal verzamelen hoort hier ook bij. Bij het HOE wordt procesmatig onderzocht hoe aan het WaT vorm wordt gegeven. Leerlingen moeten kijken naar ordening, materiaal en techniek. Zij maken schetsen en experimenteren met materiaal om hieruit een optimale keuze te maken voor hun eindwerkstuk. Tijdens het DOEn worden de keuzes die bij WaT en HOE gemaakt zijn, uitgevoerd. Daarna wordt de presentatie onderzocht en een evaluatie gemaakt. Wesley heeft dit ook allemaal moeten doen. Hij begon met het zoeken naar wat hij wilde gaan maken. na wat heen en weer gepraat zou het een visachtig beest moeten worden, want als je in diep water zwemt, weet je nooit wat onder je zit. Eerst maar eens onderzoeken hoe een vis er uitziet voor iemand zonder visueel geheugen. Dat bleek een mooie dolfijnachtige vorm te zijn. Verbaasd vroeg ik hem waar hij die vorm vandaan had. Wesley bleek zich (zoals het hoorde) gedocumenteerd te hebben door een beeldje van een dolfijn te ‘bekijken’. Daarna volgde de HOE-fase met de pogingen door te dringen in wat de essentie was van het onbekende, angstaanjagende dat die onbekende diepte met
27
juni 2009-6
juni 2009-6
Unit academie nijmeegse academie voor bijzonder beeldend talent mbo
henk Langenhuijsen Talenten een kans geven. het klinkt vanzelfsprekend voor opvoeders en leraren, maar de praktijk is soms weerbarstig. Paul Kroon en Gemma van Grinsven, beiden
actief in de kunstwereld en het kunstvakonderwijs, hebben ervaren dat jongeren met kunstzinnige talenten in het reguliere onderwijs niet altijd die kans krijgen, omdat ze niet passen op de school van alledag en beperkt worden door hun onvermogen én ons onderwijssysteem.
Dat vormde de aanzet voor de Unit Academie in het centrum van nijmegen: een tweejarige dagopleiding voor beeldende kunst en vormgeving met aandacht voor het zelfstandig werken in de wereld van kunst, ontwerp en vormgeving. Een opleiding voor jongeren van 16 tot 28 jaar met een autisme spectrum stoornis, of een andere ‘ontwikkelingsstoornis’, beeldende talenten en belangstelling voor een beroep in de beeldende kunstwereld.
Vorm en verhouding Foto: Appie Bonis
Dat de unit academie dit schooljaar met zestien studenten van start is gegaan - en tot nu toe nog geen uitvallers - is een klein wonder. De opleiding valt niet binnen de wettelijke onderwijskaders en kan dus niet rekenen op onderwijssubsidie. Ook de gemeente nijmegen zag, ondanks enig enthousiasme, geen mogelijkheid om financieel bij te springen. aansluiting bij het rOC bleek niet mogelijk, omdat het gewenste profiel niet bestaat. Dankzij subsidies van onder meer het VSB-fonds en de Stichting Doen en een particuliere bijdrage van ouders kon er toch gestart worden. Angst voor het onbekende Foto: Appie Bonis
zich meebrengt. Dat bleken tanden, schubben en vinnen te zijn. Wesley koos voor een kneedbaar materiaal om daar die vormaspecten te onderzoeken. Hij gebruikte allerlei gereedschappen om het de juiste huid en vorm te geven. Daarna volgde in de DOEn-fase de synthese van zijn arbeid. Het werd een vorm waarin die essentie tot uitdrukking kwam (zie afbeelding). in de laatste opdracht daagde ik hem uit om zijn wereld naar ons toe te brengen. ik vroeg hem een soort kaart te maken over de weg die hij aflegde van het tekenlokaal naar een ander lokaal. Hij moest door middel van beeldende middelen op die kaart de route aangeven met daarin geluiden, geuren, trappen, ramen, afstapjes en alle andere dingen die hem vertelden waar hij zich bevond. Het werd een groot vel
28
papier met daarop met rietjes, saté-stokjes en symbooltjes, netjes in volgorde en richting geplakt. Hij besteedde veel tijd aan hoe je trappen moet maken. Met angst in mijn hart vroeg ik hem of hij de rietjes, kartonstroken en stokjes liever knipte of sneed. Hij wilde wel een Stanleymes… niet een keer schoot hij uit. gelukkig. ik stelde hem voor om geblinddoekt, met die kaart in de hand en hem als mijn gids de route te lopen. Dat hebben we samen gedaan, geobserveerd door een aantal bezorgde klasgenoten. Hoewel hij me aan de arm meenam, knotste ik natuurlijk overal tegenaan. Dat leverde behalve een hilarisch gelach van de overige leerlingen, ook een wraakzuchtig gegnuif van mijn gids op. Eindstand op dat moment mijn ontvelde hand en een tevreden Wesley. Zijn wereld was weer wat duidelijker voor zo’n ziende stakker.
Paul Kroon: ‘Docenten weten vaak niet hoe ze met jongeren met een specifieke stoornis moeten omgaan. jongeren zijn soms ongelukkig, omdat ze niet gehoord worden en hun talenten onvoldoende kunnen aanspreken. Daarnaast speelt een rol dat ik op het Koning Willem I College in Den Bosch aan een eenjarige kunstopleiding werkte die recht deed aan de behoefte van veel studenten, als vooropleiding voor diverse kunstopleidingen, maar die niet langer voldeed aan de richtlijnen van het ministerie van OCW. De opleiding is nu omgebouwd tot een reguliere opleiding SCW (Sociaal Cultureel Werk), maar dat betekent ook dat bepaalde studenten daar niet meer op hun plaats zijn.’ juul Willen, bestuurslid, benadrukt dat het VSB-fonds de uitbouw van de vakdidactische kant en een onderzoek naar de resultaten over een periode van enkele jaren als voorwaarde stelt. ‘Het LNA (Landelijk Netwerk voor Autisme) en de Fontys Hogeschool in Tilburg zijn daarbij betrokken. Deze opleiding kent een masteropleiding tot autisme-specialist en ontwikkelt een competentieprofiel dat gebruikt kan worden als meetinstrument om ontwikkelingen te volgen. We willen er een volwaardige opleiding van maken, eventueel aangevuld met een derde jaar.’
De nieuwe opleiding biedt ruimte aan persoonlijk leren en succeservaringen. ‘individuele begeleiding is voor ons belangrijk,’ stelt Willen. ‘De ene autist is de andere niet.’ Kroon: ‘We willen de jongeren aanspreken op hun kwaliteiten en niet op wat ze niet kunnen. Sommigen zijn zeer bekwaam op het gebied van iCT, anderen hebben bijzondere beeldende of muzikale gaven. Onze academie is voor jongeren met bijzondere beeldende talenten. Tijdens de opleiding kunnen ze hun creativiteit ontwikkelen en werken ze aan hun denkvaardigheden en communicatieve mogelijkheden. Daarnaast krijgen ze ondernemersvaardigheden aangereikt, zodat ze worden voorbereid op de beroepspraktijk. na twee jaar krijgen ze een certificaat van de uniT academie.’ Volgens Willen is dit geen automatische garantie voor toelating aan een HBO-opleiding, maar geeft het wel de mogelijkheid om naar vervolgmogelijkheden te zoeken. jos van Ham, een van de studenten van de unit academie: ‘ik teken heel veel en heel graag. Voornamelijk ‘comicachtige’ figuren. ik vind het geweldig om superhelden te ontwerpen. Van die figuren met opgevoerde spierbundels, dat vind ik stoer. Dit is ontstaan doordat ik videogames na ging tekenen. Meestal teken ik met potlood, maar de laatste paar weken ben ik ‘aan de inkt geslagen’. Prachtig materiaal om mee te werken, vind ik, had ik veel eerder moeten weten. ik heb in de afgelopen maanden hier op de academie al ontzettend veel geleerd over verschillende technieken. Meer dan de afgelopen jaren bij elkaar.’ Ook roger van der Weide die al zo’n vijf jaar animatiefilmpjes maakt, bevalt het goed op de academie: ‘ik zit op de unit academie om me te focussen op nieuwe dingen, zoals het nemen van initiatieven en het testen van sociale vaardigheden. ik ben hier een schoolkrant begonnen. ik houd van schrijven en de schoolkrant is een mooi middel om sociaal actief te zijn in de klas. ik kan mijn klasgenoten persoonlijke vragen stellen om in een stukje te verwerken, iets wat ik anders niet zo gauw zou doen.’ ‘We richten ons op leerlingen met een ontwikkelingsproblematiek,’ vertelt Paul Kroon. ‘in die zin zijn we een vangnet, maar we selecteren studenten ook op basis van hun beeldende talenten. We zijn geen opvanghuis of vormingscen-
29
juni 2009-6
juni 2009-6
Quality of Life Thea Vuik de wereld van john breed in een notendop. althans, een doos in zijn atelier in egmond roept een dergelijk gevoel bij me op. ik ben te gast in zijn domein niet ver van de noord-hollandse kust vandaan. de duinen kun je vanuit zijn atelier zien liggen. breed is gastvrij en vertelt honderduit. ik ben getroffen door de liefde voor het materiaal dat uit al zijn werk naar voren springt. oude technieken gemixt met hedendaagse materialen. zo is het craquelé van een schoonheid die essentieel is in
Studenten aan tafel Foto: Paul Kroon
zijn werk en het veelvuldige gebruik van goud en zilver, platina en stras is bedoeld om de eerbied voor het ambacht naar voren te halen.
trum. Er zijn toelatingsgesprekken en studenten laten hun portfolio zien. Soms krijgen ze een speciale opdracht om hun vaardigheid te tonen. Een specifieke vooropleiding is niet nodig. Leerlingen moeten wel gemotiveerd zijn, moeten interesse hebben voor het beroep van kunstenaar of vormgever. Hiermee wil de academie ook haar kwaliteit waarborgen.’ Het eerste jaar is een breed jaar, waarin studenten ontdekken waar hun specifiek beeldende kwaliteiten liggen. naast tekenen, schilderen, ruimtelijk werken, multimedia en ideeontwikkeling is er aandacht voor fotografie, animatie, grafiek, illustratie, kunstbeschouwing en kunstgeschiedenis. Textiele vormgeving is een optie. in het tweede jaar specialiseren ze zich. Kroon: ‘uit ervaring weet ik dat jongeren soms denken dat hun talenten op één gebied liggen, maar als ze kennis maken met een andere discipline gaat er een nieuwe wereld open. Het is belangrijk dat jongeren hun eigen mogelijkheden en interesses ontdekken. Belangrijk is de meester-gezel relatie: studenten leren van de vakman of -vrouw. Museum- en
galeriebezoek en het bezoeken van werkplaatsen van professionals in de kunstwereld vormen een vast onderdeel van het onderwijsprogramma. Onze aanpak is ook gericht op duidelijke communicatie en een voorspelbare leeromgeving. Elke student krijgt een persoonlijke coach.’ De unit academie heeft een vierdaagse lesweek. De lessen vinden plaats van 10 tot 16 uur.
Die sterke gelaagdheid is zelfs letterlijk te zien in het schilderij waar hij momenteel druk mee bezig is. Over drie weken moet dit werk met als titel De Hemelbewakers toch wel een definitieve vorm hebben gekregen. Hoe dik het uit laagjes papier opgebouwde werk gaat worden, zullen we pas weten als het schilderij af is, want Breed is niet iemand die zijn idee al kant en klaar heeft liggen. Hoe iets uiteindelijk gaat worden, ligt nog open. De leidraad is het idee. En de rest is het proces.
‘gelukkig wisten wij niet wat er allemaal op ons pad zou komen toen wij aan dit plan begonnen,’ zegt Paul Kroon. ‘Dat we erin geslaagd zijn, vind ik geweldig. ik werk zelf drie dagen per week voor de unit academie. naast idee-ontwikkeling en denkvaardigheden heb ik een coördinerende taak. Door ons enthousiasme hebben we dit van de grond gekregen. Hopelijk kunnen we dit vasthouden en delen met nog heel veel studenten de komende jaren.’
Breed gaat De Hemelbewakers inzetten om de gala-avond, waar ook een veiling gehouden wordt, van de Stichting Quality of Life mede een groot (financieel) succes te laten zijn. Deze stichting - die gedragen wordt door een aantal bekende nederlanders - heeft het verwerven van fondsen ten behoeve van het verrichten van onderzoek naar kanker bij kinderen ten doel. Hun netwerk is dermate groot dat er weinig bewuste publiciteit aan deze gala-avond gegeven wordt.
ga voor meer informatie over de unit academie naar www.unitacademie.nl of mail naar
[email protected].
De belangrijkste reden om zuinig om te springen met publiciteit is de privacy van de patiëntjes die ook werk gemaakt hebben voor dit evenement. Quality of life heeft Breed namelijk ingezet om een middag te schilderen met kinderen die midden in een chemokuur zitten, of die in een steriele omgeving moeten leven vanwege een beenmergtransplantatie. Kinderen met kanker die niet naar school kunnen, omdat ze ziek zijn. Die eigenlijk niet veel bezoek van vriendjes of vriendinnetjes krijgen, omdat het toch wel moeilijk wordt om op bezoek te gaan bij kinderen die zo ernstig ziek zijn. Kinderen die een flinke tijd lang verstoken zijn van de dagelijkse ruzietjes of knuffels: kinderen die in ieder geval al lang
Foto: Paul Kroon
30
Foto: Thea Vuik
niet meer op school gezeten hebben… Tijdens het schilderen kunnen de kinderen even met iets anders bezig zijn, lekker ontspannen schilderen, even wegdromen en genieten. Ook al zijn het geen professionele kunstenaars, ze hebben prachtige kunstwerken gemaakt (met als thema Paultje en de draak) die straks ook op de gala avond geveild gaan worden, en ze hebben een heerlijke middag gehad. ‘Zo vertelde een meisje me dat het nog leuker was dan haar verjaardag in het ziekenhuis,’ vertelt een nog zichtbaar geëmotioneerde Breed over een stoer pubermeisje die eigenlijk in eerste instantie geen zin in dat geschilder had, in ieder geval niet wilde toegeven aan haar interesse. Hij heeft dit inmiddels voor de tweede keer gedaan: eerst in het ziekenhuis van Leiden en in 2008 in het uMC radboud nijmegen. De opbrengst van al het geschilderde werk wordt aan het betreffende ziekenhuis geschonken met de bedoeling om onderzoek te kunnen doen naar de gevolgen van de behandelingen. Een week geleden heeft Breed met zijn dochters en die van enkele bestuursleden van Quality of Life de schilderijtjes opgepimpt in zijn atelier, waar de dozen Swarovski-kristallen weer eens even tevoorschijn werden gehaald.
31
juni 2009-6
juni 2009-6
Cultuureducatie op school routes voor Vso en Praktijkonderwijs vo
jan van Gemert Vele wegen leiden naar rome. dat geldt ook voor het ontwikkelen van cultuureducatie in Vso en Praktijkonderwijs. afgelopen jaar zijn door KPC Groep een viertal
scholen gevolgd bij het opzetten van cultuureducatie. de cultuurcoördinatoren van deze pilotscholen keken bij elkaar in de keuken. er bleken drie geheel verschillende invalshoeken om cultuureducatie op school een impuls te geven. dit leidde tot de volgende manieren van aanpak van cultuureducatie: als plan, vanuit passie en vanuit gewoon doen.
Paultje en de draak
De Hemelbewaker Foto: Thea Vuik
Paultje en de draak is een animatiefilm voor kinderen van 5 tot 13 jaar die aan kanker lijden. De film laat zien dat het zieke kind, net als Paultje, een bijzondere held is die dapper vecht tegen een gemene draak. Deze film steekt ze een hart onder de riem en helpt hen hun angst te overwinnen en beter te praten over de kanker in hun lijf. Het is bedoeld om kinderen en hun ouders te steunen in het gevecht tegen de ziekte en het doel is dat de film op school in de klas van een zieke leerling wordt getoond om een beeld te scheppen van wat een klasgenootje moet doorstaan. uit het werk van Breed kun je echter ook de Oosterse visie destilleren. in het Oosten wordt namelijk heel anders over draken gedacht. in China worden draken gezien als vrolijk, wijs en brengen geluk. je hebt veel kracht en doorzettingsvermogen nodig om een ziekte zoals kanker te kunnen overwinnen.
Maar wat zit er eigenlijk in die ‘notendop’-doos ?? Een icoon van eigen makelij. Ooit heeft Breed in rusland de technieken en de inspiratie van het icoonschilderen opgedaan. Daarnaast veel restjes bladgoud (imitatie) op de vloer om de doos heen. Een schets van Kate Moss, de vrouw die model heeft gestaan voor een schilderij dat elders in het atelier aan de wand hangt. Een paar spalters. Een typisch wittig weefsel wat een inheemse papiersoort uit azië blijkt te zijn en dat Breed wil gaan gebruiken als een soort lijst om zijn schilderij De Hemelbewaker heen. Eerst was ik geraakt door zijn werk. Toen ik met een appeltje (Breed: ‘Voor onderweg’) naar huis reed, was ik nog meer onder de indruk van Breeds respect voor de basis. Zijn liefdevol ingerichte huis, zijn werk, zijn gezin en alles wat hem daar op die prachtige plek achter de duinen bezighoudt. Een solide basis die hem de vrijheid geeft te genieten van avontuurlijke reizen over de gehele wereld.
opbrengst
John Breed Foto: Thea Vuik
32
uiteindelijk heeft het doek van Breed De Hemelbewaker (300 x 150 cm; 2 cm dik!) € 44.000,-- opgebracht en de schilderijtjes van de kinderen € 180.000,--. De totale opbrengst van het Quality of Life-gala is 2,1 miljoen euro en komt helemaal ten goede aan het onderzoek naar de gevolgen van kinderkanker.
Kenmerken Cultuureducatie biedt leerlingen de mogelijkheid om te laten zien wat zij in hun mars hebben. Het spreekt hen aan op dingen die hen boeien en op wat zij kunnen. Leerlingen gaan leren als zij ontdekken dat het zinvol is wat zij doen. Kortom, als zij talenten ontdekken. als zij met plezier expressief bezig zijn, vinden leerlingen makkelijker een hobby naast de school. Dat kan sport zijn, tuinieren, muziek, dans, drama of beeldende vorming. Maar ook kunnen zij in de arbeidstoeleiding hun kunstzinnige talenten ontwikkelen en benutten. Cultuureducatie in VSO en Praktijkonderwijs heeft een aantal specifieke kenmerken. Kunst en cultuur in eigen omgeving Denk aan culturele instellingen, brede scholen, stagebedrijven, het culturele erfgoed en de natuur. Er valt in de omgeving meer te ontdekken dan op het eerste gezicht wordt gedacht. Saltho in Boxtel organiseerde een project rondom het historische dorpscentrum. eigen talenten ontwikkelen Sluit aan bij de persoonlijke belangstelling van de leerlingen. Dit kan in lessen en workshops binnen een van de kunstdisciplines. in de arbeidslijn is doorstroom mogelijk naar bijvoorbeeld een beeldend atelier of een theater- en muziekwerkplaats voor getalenteerde leerlingen zoals Theater Totaal in nieuwegein. Belangrijk is de aandacht voor de reflectie op wat de leerling goed kan en prettig vindt om te doen. Leren door doen Leerlingen willen uitgedaagd worden en vooral actief bezig zijn. Prikkel de nieuwsgierigheid en bied ook hier ruimte voor persoonlijke belangstelling. Zo werd op Praktijkschool Pouwer door leerlingen een compleet toiletblok ‘gepimpt’ op basis van eigen ontwerpen. Cultuureducatie als verrijking De persoonlijke ontwikkeling wordt verrijkt door te werken aan een positief zelfbeeld. Dit kan doordat leerlingen zichzelf leren te uiten op een andere wijze dan bijvoorbeeld de verbale en door te genieten van kunst en cultuur. Het leren reflecteren hoort hierbij. De sociale ontwikkeling wordt sterker door een actieve oriëntatie op vrijetijdsmogelijkheden. Ook kan er
een therapeutische waarde zijn. Denk aan het leren samen spelen en de ontwikkeling van de cognitieve vaardigheden. drie routes Hieronder staan een drietal routes met adviezen van de scholen om cultuureducatie vorm te geven in VSO en Praktijkonderwijs. Ze kunnen ook naast elkaar worden gezien, afhankelijk van de stijl en voorkeur van de initiatiefnemers en betrokkenen. 1 - Cultuureducatie vanuit een plan je kunt eerst alle stappen doorlopen om te komen tot een goed beleidsplan voor cultuureducatie. ga hierbij uit van de volgende stappen: - Beschrijf het algemene schoolbeleid ten aanzien van cultuureducatie. - Beschrijf het huidig cultuurprofiel cultuureducatie. - Beschrijf de sterke punten ten aanzien van cultuureducatie. - Beschrijf wat de school mist op het gebied van cultuureducatie. - Beschrijf het gewenst profiel van de school ten aanzien van cultuureducatie. - Schrijf nu het cultuurbeleidsplan. Houd het doel voor ogen! Werk het cultuurbeleidsplan uit in SMART-termen door het Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Resultaatgericht en Tijdgebonden te maken. Hierdoor worden de resultaten doelgerichter. Vertaal het cultuurbeleid naar wat je als team allemaal doet. Cultuureducatie komt er niet bij, maar hoort erbij. Maak een eigen leerlijn voor cultuur. Leer van je fouten! - Houd een evaluatie als je een activiteit organiseert en betrek er daarom ook leerlingen bij. - Zorg voor een breed draagvlak anders drijft cultuureducatie alleen op het enthousiasme van een paar docenten. - De groepsgrootte moet realistisch en passend zijn. - Overleg met de gastdocenten over de doelgroep als zij deze niet kennen. - Zorg voor een goede accommodatie.
33
juni 2009-6
juni 2009-6
Voortgezet speciaal
Foto’s: Adam Saint
onderwijs (Vso) 2 - Cultuureducatie vanuit passie als docent heb je ook eigen passies voor de kunsten. Doe er wat mee! ga aan de slag met leerlingen vanuit wat je aanspreekt, wat je inspireert. je zult zien dat je dan makkelijker de leerlingen meeneemt in het creatieve avontuur. Inspireer je collega’s! - Het enthousiasme van collega’s komt vooral voort uit het enthousiasme van de leerlingen. ga met je collega’s teambreed nadenken hoe je vanuit het eigen vakgebied een bijdrage kunt leveren aan cultuureducatie. - Maak niveaus in de kunst- en cultuuractiviteiten en zet deze op papier. je bent een professional als je trots bent op wat je laat zien, als je eigen creatieve ideeën hebt, als je met respect naar andere presentaties kunt kijken. - Zie kunst en cultuur als een eigen leerlijn die door de vakken, prestaties en workshops heenloopt. als je dit met alle collega’s bespreekt, dan zal het belang van cultuureducatie meer bewust worden. - Zet de visie op kunst en cultuur op een affiche.
-
groepsgesprek in de volgende bijeenkomst; foto’s maken van de activiteit en presenteren; tekening, PowerPoint-presentatie, collage, eventueel met een speciale vraag; korte video vertonen en bespreken; presentatie tijdens weekopening of weekafsluiting.
Artiesten in de klas Kunstenaars en artiesten kunnen erg inspirerend zijn voor leerlingen. Laat een trommelaar met de leerlingen afrikaanse ritmes oefenen, maak raps met de leerlingen of oefen de nieuwste hiphop-varianten. Er zijn vaak mensen in de buurt te vinden die dat kunnen. Zo ontdekken leerlingen wat zij leuk vinden. Steunfunctie-instellingen kunnen daarbij uitstekend helpen. Er zijn er ruim vijftig in nederland.
3 - Cultuureducatie gewoon dóen Het is niet nodig om te wachten tot er een kant en klaar plan ligt voor expressie of kunst en cultuur. je kunt ook gewoon beginnen! Zorg dat je het doel voor ogen houdt en iedereen informeert. Vraag niet of het kan, maar hoe het moet! Er zijn vele mogelijkheden om met kunst en cultuur aan de slag te gaan. Doe een appel op ideeën van collega’s, instellingen, leerlingen, ouders, vrienden, kennissen. je zult verstelt staan van de suggesties die je krijgt. Zorg ervoor dat kunst en cultuur zichtbaar wordt op allerlei plaatsen: - Hang door de hele school heen kunstwerken van leerlingen aan de muur, variërend van schilderingen en kunstobjecten tot gedichten. - Exposeer werk van leerlingen in winkels, musea en andere instellingen. - Breng een bezoek aan een museum, boerderij, beautysalon. - Zet een kringloopwinkel op waarin opgeknapte meubelen worden verkocht. - in alle vakken zitten cultuurelementen. inventariseer deze en geef ze een plaats in een leerlijn.
Verwerken van beleving Het reflecteren op de ervaringen is belangrijk om vast te stellen wat er geleerd is, ook om betere vervolgkeuzes te maken. Dit met het oog op de persoonlijke culturele leerlingloopbaan:
Informeer de ouders! Toon cultuureducatie met beelden in de schoolgids, op de website. Omschrijf in de schoolgids het belang van cultuureducatie en
34
de cultuurkaart. Vraag ouders van leerlingen om mee te helpen in je lessen. Leer van je fouten! Houd een evaluatie als je een activiteit organiseert en betrek er ook leerlingen bij. ‘We moeten een betere planning maken.’ ‘Het draagvlak moet breder, want cultuureducatie drijft nu op enthousiasme en gedrevenheid van een paar docenten.’ ‘Overleg met de gastdocenten over de doelgroep is noodzakelijk.’ Handreikingen bij de drie routes zijn te vinden op www.kpcgroep.nl/cultuurvouchers. De pilotscholen in dit project waren: - Pouwer, praktijkschool in utrecht - fioretticollege, praktijkschool in Veghel - VSO Mytylschool in Eindhoven - VSO Beukenrode Onderwijs in Doorn
Praktijkonderwijs Het Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen in het voortgezet onderwijs die gezien hun capaciteiten, aansluitend aan de basisschool een opleiding krijgen die rechtstreeks toeleidt naar een plaats op de arbeidsmarkt. Momenteel volgen ongeveer 25.000 leerlingen op 170 verschillende vestigingen Praktijkonderwijs. De belangrijkste taak van het Praktijkonderwijs is de leerlingen een onderwijsprogramma te bieden dat hen in staat stelt zo zelfstandig mogelijk te functioneren op de gebieden van wonen, werken, vrije tijd en burgerschap.
Het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) is bestemd voor leerlingen voor wie vaststaat dat zij overwegend op een orthopedagogische en orthodidactische benadering aangewezen zijn. Het heeft een steeds belangrijker wordende kerntaak op zich genomen, namelijk jongeren voorbereiden op een volwaardige positie op de arbeidsmarkt. in tegenstelling tot het Praktijkonderwijs is deze taak voor het VSO niet wettelijk vastgelegd. Het gaat hierbij vaak om moeilijk plaatsbare leerlingen. Op de 240 scholen met VSO-leerlingen zijn eerder diverse trajecten ontwikkeld om een goede overgang naar de arbeidsmarkt te bevorderen en de mogelijkheden van de leerlingen op de arbeidsmarkt te vergroten. Het VSO is formeel geregeld in de Wet op de Expertisecentra (WEC) die op 1 augustus 2003 in werking trad. Onder de WEC vallen de zogenaamde speciale scholen, scholen die onderwijs verzorgen voor lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte leerlingen en leerlingen met gedragsstoornissen. De scholen voor deze groep kinderen zijn in vier clusters onderverdeeld. Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte kinderen, of meervoudig gehandicapte kinderen met deze handicap; Cluster 2: scholen voor dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden, of meervoudig gehandicapte kinderen met één van deze handicaps; Cluster 3: scholen voor lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of meervoudig gehandicapte kinderen met één van deze handicaps; Cluster 4: scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap en onderwijs aan kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten.
35
juni 2009-6
juni 2009-6
drama in het speciaal onderwijs po
Karin Laarakker in 2004 vroeg de dienst Cultuur en educatie van de gemeente Leiden aan Liesbeth huiberts, medeoprichter van Jeugdtheaterschool Leiden, of zij dramalessen wilde
ontwikkelen voor de middenbouw van het speciaal onderwijs. de gemeente stelde hiervoor een speciale subsidie beschikbaar. het resultaat was het project Drama in het speciaal onderwijs dat sindsdien jaarlijks wordt uitgevoerd op scholen in Leiden.
jeugdtheaterschool Leiden is voortgekomen uit een langdurige samenwerking tussen Liesbeth en haar collega Kees van Leeuwen. Samen traden ze met hun eigen jeugdtheatergroep jarenlang op in buurthuizen, scholen en theaters. Op een gegeven moment werd Liesbeth gevraagd om ook toneellessen te gaan verzorgen. Die werden binnen korte tijd populair. Om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen, startten Liesbeth en Kees in 1993 met de jeugdtheaterschool. naast dramalessen kunnen kinderen en jongeren hier lessen in zang en dans volgen. in de regio Leiden werden vier scholen voor speciaal onderwijs geselecteerd: Mytylschool De Thermiek (voor kinderen met een motorische of meervoudige beperking), AZC-school ’t Meer (voor kinderen van asielzoekers), SBO De Wissel (voor kinderen met leer- en opvoedingsproblemen) en De Weerklank (voor kinderen met taal- en spraakstoornissen). Voor deze beschrijving werd gesproken met Liesbeth Huiberts en met anja roodenburg, docent in een van de twee groepen 5 van De Weerklank. Sinds de start van het project heeft de school ieder jaar meegedaan. het project Drama in het speciaal onderwijs bestaat uit een serie van vijf lessen van een uur, die door Liesbeth worden verzorgd. in iedere les staat een thema centraal, zoals De dokter en Dieren. Liesbeth koos bewust voor onderwerpen die dicht bij de kinderen staan. ‘Hun referentiekader is vaak beperkt. Daarom moet ik met aansprekende, concrete dingen komen om te zorgen dat ze betrokken raken bij de les.’ Ze neemt veel attributen mee. ‘Bijvoorbeeld een dokterskoffer, met daarin verpleegstersuniforms en een stethoscoop. Dat is heel spannend voor de kinderen.’ Voorafgaand aan het project testte Liesbeth de startvaardigheden van de leerlingen door dezelfde dramales op de vier scholen te geven. Ze concludeerde dat de leerinhouden op de vier scholen hetzelfde kunnen zijn, maar dat de didactiek steeds anders is. Zo bleken veel kinderen op de aZC-school niet goed in staat om hun fantasie en verbeelding te gebruiken, en hadden de kinderen op De Weerklank behoefte aan extra instructies, met hulp van de eigen docent.
36
Vervolgens stelde Liesbeth een leerplan op, met daarin vijf uitgewerkte lessen die in alle vormen van speciaal onderwijs uit te voeren zijn. De precieze invulling verschilt per les, afhankelijk van de capaciteiten en reacties van de leerlingen. Door haar jarenlange ervaring met kinderen van allerlei achtergronden weet Liesbeth heel goed hoe ze met hen om moet gaan: ‘ik weet precies wat ik wil, maar ook waar ik op moet letten. Zo ben ik altijd extra alert op autistische kinderen. Die blijven vaak in hun spel steken. Ook bouw ik mijn lessen bewust heel rustig op.’ Ze past de lessen niet alleen aan het gedrag van de kinderen in een groep aan, maar ook aan de groepsdynamiek. Een van de groepen vijf op De Weerklank is bijvoorbeeld veel drukker dan de andere. ‘Daar heb ik bepaalde onderdelen en attributen weggelaten.’ anja roodenburg van De Weerklank is zeer te spreken over Liesbeths methodiek. ‘Ze heeft er enorm veel gevoel voor. ik vind het heel knap hoe ze de kinderen weet te pakken. Ze speelt echt met ze, gaat samen met ze op ontdekkingstocht. Ook benadert ze ieder kind individueel en laat ze merken dat iedere inbreng waardevol is. Dat geeft de kinderen een heel positief gevoel.’ Bijkomend voordeel van het feit dat Liesbeth de lessen zelf geeft, is dat het leerkrachten de gelegenheid geeft om het gedrag van hun leerlingen in zo’n bijzondere situatie te observeren. Daar hebben ze anders vaak geen tijd en gelegenheid voor. anja: ‘Het is vaak heel verrassend wat je van de kinderen ziet tijdens zo’n dramales. Dat brengt mij tot nieuwe ingangen en ideeën, die ik ook weer meeneem in mijn eigen lessen.’ Waarom? Doelen van drama in het speciaal onderwijs zijn onder andere het leren gebruiken van de expressieve mogelijkheden van taal en gebaren, het stimuleren van de fantasie, het bewust worden van de theatrale mogelijkheden van de ruimte, en bovenal het vergroten van de woordenschat en de taalvaardigheid. ‘Wat kinderen op school doen, is vaak een geïsoleerde bezigheid voor ze. Ze nemen het niet mee naar hun leven buiten school. En ze groeien op in een wereld die ontzettend cognitief en verbaal ingesteld is. Terwijl ze zelf op een andere manier leren. Daarom is het belangrijk om zo veel mogelijk
visuele middelen in te zetten, en om vakken te integreren. Zoals taal, sociale vaardigheden en wereldoriëntatie. De taal blijft ook beter hangen als ze ermee spelen,’ vertelt Liesbeth. anja beaamt dit: ‘Het grootste probleem is dat onze leerlingen de nederlandse taal moeten leren, terwijl ze daar niet automatisch mee in aanraking komen, zoals andere kinderen. Daarom moet je alle mogelijke manieren gebruiken om taal aan te bieden en te zorgen dat de kennis beklijft. Het leren uit boeken is voor deze kinderen extra moeilijk. Ze moeten dingen zelf kunnen doen en ervaren.’ Toneel is dus een goed middel. Zeker omdat veel kinderen op De Weerklank naast hun spraak- en taalstoornis ook gedragsproblemen hebben. aandoeningen als aDHD en autisme komen relatief vaak voor. Liesbeth: ‘juist daarom is het ook zo leuk voor ze dat ze iets mogen gaan dóen, lekker bewegen, een ander aspect van zichzelf gebruiken. Op deze manier worden ze eens een keer positief bevestigd.’ Verder is de ontwikkeling van sociale vaardigheden een doel van het project. ‘Het is voor de kinderen van onze school heel belangrijk dat ze leren zich in de gewone wereld te bewegen. Dat stimuleren we op deze manier,’ aldus anja, ‘want via drama kunnen ze oefenen met sociale situaties en de gedragsregels die daar gelden.’ Meer in het algemeen passen culturele activiteiten en creatief bezig zijn heel goed in de pedagogische visie van De Weerklank. naast intellectuele vaardigheden wil de school de kinderen ook creatieve vaardigheden meegeven. Ze zijn niet goed in taal, dus is het belangrijk dat ze uitvinden waar ze wél goed in zijn. Wellicht is dat dans of tekenen. Daarom start de school iedere dag met een bijeenkomst in de aula, met optredens en liedjes van de leerlingen. anja: ‘Ze komen vaak uit gezinnen waar er geen tijd en geld is om zich met cultuur bezig te houden. We willen ze er op deze manier toch mee in aanraking te brengen. Ook leren ze zo om voor groepen iets te doen.’
Tot slot is een voordeel van toneel in het bijzonder dat het een ingang biedt voor andere lessen, bijvoorbeeld verkeerslessen. ‘Doordat kinderen al hebben kennisgemaakt met drama, kan ik als docent gemakkelijker verkeerssituaties en gebaren met hen uitbeelden. Er is minder schaamte,’ vertelt anja. Voor wie? Drama is het speciaal onderwijs is in principe bedoeld voor de groepen 3, 4 en 5 van het speciaal onderwijs. Maar omdat deze kinderen vaak ook op cognitief gebied achterlopen, kunnen de lessen ook geschikt zijn voor de groepen 6 en 7. organisatie Liesbeth vindt het belangrijk dat de kinderen goed voorbereid zijn. Daarom bevat het leerplan voor Drama in het speciaal onderwijs richtlijnen voor de groepsleerkracht, waarin wordt uitgelegd wat er in de les gaat gebeuren en welke woorden ze alvast kunnen oefenen. iedere les is opgebouwd uit vaste onderdelen: inleiding, warming-up, oefeningen, spelopdrachten en nagesprek. ‘Voor kinderen met cognitieve of sociale beperkingen is de wereld enorm vol met prikkels. Hierdoor zijn ze kwetsbaarder dan andere kinderen. Daarom is structuur heel belangrijk, dat geeft hen veiligheid,’ vertelt Liesbeth. anja bereidde de lessen vrij uitgebreid voor. Zo maakte ze per les een woordweb rondom het thema dat centraal zou staan. Ook besprak ze de lessen steeds na met de kinderen. De lessen worden in vijf weken achter elkaar gegeven. de kosten De subsidie van gemeente Leiden voor Drama in het speciaal onderwijs was in eerste instantie eenmalig. Vanwege het succes is de regeling verlengd, en kunnen de vier Leidse scholen voor speciaal onderwijs jaarlijks kosteloos meedoen. Het project kan echter ook buiten Leiden worden uitgevoerd. De kosten bedragen dan € 50,-- per les, plus de reiskosten. Zie daarvoor www.projectloketcultuur.nl/onderwijs+.asp.
37
juni 2009-6
juni 2009-6
Glimlachen met smiles Lisa schultz zieke en gehandicapte kinderen kunnen vaak wel een extra glimlach gebruiken, omdat zij regelmatig te maken hebben met onder andere ziekenhuizen, onderzoeken en lichamelijke en verstandelijke beperkingen. daardoor worden ze belet om de leuke dingen te doen die voor andere kinderen zo vanzelfsprekend zijn.
Stichting Smiles wil deze kinderen de kans geven deel te nemen aan onder andere sport, muziek, dans, museumbezoek, theater en film en ze de mogelijkheid geven hun talenten te ontdekken en hun creativiteit te ontplooien.
Liesbeth was in totaal ongeveer 40 uur kwijt aan het schrijven, het testen en het herschrijven van het leerplan. Hiervoor was een aparte subsidie van de gemeente Leiden beschikbaar. De attributen werden, zoals Liesbeth het verwoordt, ‘bij elkaar gescharreld’. Hier waren dus geen kosten aan verbonden. opmerkingen Het is moeilijk vast te stellen wat het effect is van de lessen bij de leerlingen. Er kan een scène zijn die indruk heeft gemaakt, waardoor ze het woord dat daarbij hoort, gaan gebruiken. ‘Eigenlijk zou je een half jaar later weer dezelfde lessen moeten geven om te testen wat er is blijven hangen. Maar dan nog is het moeilijk te bepalen dat het ook echt door het project komt dat ze dat woord hebben geleerd,’ aldus anja. Helaas hoort ze weinig terug van de ouders. Dat geldt niet alleen voor dit project, maar in het algemeen. Dat heeft vooral praktische redenen. ‘We zien de ouders van onze leerlingen doorgaans maar drie keer per jaar. Dat komt doordat ze meestal ver weg wonen, en niet zelden zelf ook niet zo talig zijn. Om dezelfde praktische redenen is het ook niet mogelijk om na afloop van het dramaproject een voorstelling te geven voor de ouders. Hoewel we dat graag zouden willen.’ Liesbeth en anja zijn eensgezind wat betreft hun wensen
voor de toekomst: allebei willen ze méér van het goede. anja zou graag zien dat de huidige lessenserie wordt uitgebreid: ‘Het project telt nu vijf lessen. ik zou willen dat het er zeven waren, waardoor het tempo naar beneden kan. De eerste twee keren moeten de leerlingen namelijk nog erg aan de ‘nieuwe juf’ en aan de situatie wennen. En net als het begint te renderen, is het alweer voorbij. Dat is jammer. Maar toch: alles wat de kinderen ervan leren is meegenomen!’ Liesbeth wil veel meer van dit soort lessen geven, en ook nieuwe programma’s ontwikkelen in samenwerking met het onderwijs: ‘ik wil graag veel meer met taal doen. Omdat ik denk dat je door de combinatie van bijvoorbeeld taal en wereldoriëntatie taalachterstanden kunt verkleinen én het zelfvertrouwen van kinderen enorm kunt vergroten. Het schijnt zelfs zo te zijn dat dramalessen beter werken dan lessen sociale vaardigheden.’ Veel schooldirecteuren zijn echter nog niet doordrongen van de meerwaarde van drama. Liesbeth: ‘Het wordt erg onderschat. Scholen weten vaak niet wat drama inhoudt, en wat de positieve effecten ervan zijn. Managers hebben er vaak ook weinig affiniteit mee.’ Karin Laarakker is medewerker projecten bij Cultuurnetwerk Nederland.
Cultuurnetwerk Nederland, Stichting Lezen en Erfgoed Nederland selecteren jaarlijks een aantal projecten die naar hun idee extra aandacht verdienen. Het zijn goede voorbeelden van projecten die culturele instellingen hebben ontwikkeld voor het onderwijs. ga voor meer informatie naar www.projectloketcultuur.nl/onderwijs+.asp.
38
Workshops Visuele muziek Zo organiseert Smiles dit voorjaar workshops Visuele muziek in samenwerking met 1.2.Communicate. Muziek is een belangrijk element in ieders leven. Het geeft energie, leeft met je mee of steunt je in moeilijke tijden. Maar hoe is dat als je niet kunt horen? Kan muziek dan ook iets voor je betekenen? natuurlijk!! Met de workshop Visuele muziek laat Smiles zien dat muziek ook vertaald kan worden in nederlandse gebarentaal, zodat iedereen ervan kan genieten! Ook doven en slechthorenden kan muziek dus raken, steunen en verblijden. in deze workshops maakt Smiles muziek begrijpelijk in nederlandse gebarentaal en laat het zien waarom (visuele) muziek zo belangrijk is voor doven, slechthorenden en horenden. inmiddels zijn tien lessen visuele muziek gepland op acht scholen door heel nederland. Daarmee zit de eerste ronde introductielessen van Smiles vol! Wellicht dat er later dit jaar of in 2010 opnieuw gratis introductielessen aangeboden worden aan scholen voor doven, slechthorenden en horenden, want het enthousiasme van de deelnemers is enorm! Maar dat is afhankelijk van de vraag of Stichting Smiles de financiering hiervoor rond kan krijgen. Dit is erg lastig gebleken. andere activiteiten naast workshops Visuele Muziek heeft Stichting Smiles natuurlijk nog veel meer activiteiten in de planning staan. in deze maand mei organiseerde Smiles een Beroepen Inspiratie Dag, waarbij volwassenen met een beperking op speciale scholen komen vertellen over hun beroep. Er werd een groot Survival Evenement georganiseerd bij S.E.C. Survivals in almere. Daarbij konden honderd kinderen met en zonder beperking komen survivallen onder begeleiding van bekende nederlanders.
Later dit jaar gaat Smiles paardrijden met kinderen met een beperking bij een manege in nederhorst den Berg. Er zijn Samen Smiles Integratie Projecten gepland in onder andere almere en bij een voetbalvereniging in amsterdam. Een groep kinderen gaat naar De Efteling. Op een speciale school in Hilversum wordt een talentenshow georganiseerd. Er wordt op de amstel geroeid met blinde en slechtziende kinderen. En kinderen met het Down-syndroom gaan gymnastieken in abcoude. De plannen zijn dus groots voor dit jaar, want doel van de Stichting Smiles is om altijd zoveel mogelijk kinderen een glimlach geven! informatie Op www.stichtingsmiles.nl valt erg veel te lezen over de stichting, de plannen en de activiteiten tot nu toe. Verder staan er publicaties die er over Smiles zijn verschenen, enzovoorts. Mensen kunnen hun kinderen via deze site ook opgeven voor diverse activiteiten. Die zitten vaak snel vol! De komende jaren hoopt Smiles weer net zo druk en succesvol te blijven als tot nu toe, hoewel er altijd gezocht wordt naar mogelijkheden om te groeien. Want kinderen kun je nooit té blij maken! Lisa Schulz is oprichter en event organizer van Stichting Smiles.
39
juni 2009-6
juni 2009-6
KUbes
bezoek koningin Een kroon op het werk van KUBES was het bezoek van de koningin op 21 maart. in het kader van Make A Difference Day (MADD), de dag van de vrijwilligers, bracht zij een bezoek aan KuBES. Het bezoek was informeel en de koningin was voor ons zeer toegankelijk. Zij bezocht de expositie en sprak met de kunstenaars. Bij het beeldhouwen ontstonden ongedwongen gesprekken over haar eigen ervaringen met de kunst. Zo vertelde de vorstin dat zij ieder jaar met een vriendin de beelden in de tuin zelf onder handen neemt om ze te ontdoen van onder andere vogelpoep. Een hele klus, maar dan voel je de beelden weer onder je handen, aldus de koningin. De ontmoetingen waren opvallend gewoon, alsof je moeder op bezoek was. Voor KuBES was deze dag zeker a difference day.
Kunst en cultuur voor blinden en slechtzienden marianne Poppenk-Copper KUBES is een stichting die kunst en cultuur voor blinden en slechtzienden op allerlei manieren toegankelijk wil maken. de stichting bestaat reeds twintig jaar. in 2008 is het jubileum gevierd met een symposium en een expositie van blinde en slechtziende kunstenaars in Slot Zeist.
excursies KUBES heeft veel te bieden aan de doelgroep. iedere maand organiseert zij een excursie in het land. Dit kan zijn een bezoek aan een museum, een tentoonstelling, een beeldentuin of een stadswandeling. De excursies worden zorgvuldig voorbereid. Vaak gaat er een werkbezoek aan vooraf. De toegankelijkheid wordt getoetst op het aanraken van kunst en voorwerpen. Zijn geleidehonden welkom? Zijn er goede gidsen die veel kunnen vertellen? Enzovoorts. Bovendien zijn er voor de begeleiding van de deelnemers veel vrijwilligers nodig. De excursies gaan ook over de landsgrenzen. Zo zijn onder andere Berlijn, antwerpen, Brussel en Münster al met een bezoek vereerd. Tweemaal per jaar komt er een nieuwsbrief uit waarin alle excursies in vermeld staan. Helaas - of is het een goed teken? - moet er vaak met wachtlijsten gewerkt worden. Ook de ziende begeleiders moeten soms teleurgesteld worden, omdat zij wel eens een keer niet aan bod komen. exposities KUBES organiseert exposities in het land met werken van blinde en slechtziende kunstenaars. Er waren bijvoorbeeld exposities in Slot Zeist en in Galerie Pulchri in Den Haag. Om de doelgroep kennis te laten maken met het beeldhouwen wordt er ieder jaar een weekend georganiseerd en kunnen de blinde en slechtziende deelnemers zich uitleven op harde en zachte stenen onder begeleiding van een beeldend kunstenaar. advies en voorlichting Een ander onderdeel waar KUBES zich mee bezig houdt, is advisering en voorlichting aan musea en organisaties. Zo heeft KuBES een bijdrage geleverd aan de toegankelijkheid van de Hofvijver-musea in Den haag. Met medewerking van de stichting is er een audiotoer tot stand gekomen die te beluisteren is met een cd-speler. in Museum Beelden aan Zee wordt KuBES uitgenodigd de
40
Werk van Marianne Poppenk-Copper Foto: Marjo Goossens
nieuwe tentoonstellingen toegankelijk te maken voor mensen met een visuele beperking. De excursies worden door het museum zelf georganiseerd. Dit initiatief wordt door de stichting zeer gewaardeerd. Een aantal keren is er advies uitgebracht aan Museum voor Schone Kunsten te Brussel, want KuBES is niet alleen in nederland actief. andere landen zijn geïnteresseerd in deze manier van werken. Er komen aanvragen voor advies uit Tsjechië, Equador, Duitsland en Spanje.
Koningin bij KUBES op Dag van de vrijwilligers Foto: Peter Hiep
KUbes-expositie Op 4 april jongstleden was de opening van de KuBESexpositie in Wijk bij Duurstede in Museum Dorestad. Op www.kubes.nl of op www.museumdorestad.nl is hierover informatie te vinden.
sculptuur op de tast anneke Kuilman Museum Beelden aan Zee, gevestigd in scheveningen, organiseert sinds enkele jaren samen met KUBES (Stichting Kunst en Cultuur voor Blinden en Slechtzienden) spe-
Werken met een visusbeperking net als ziende kunstenaars zal iedere blinde of slechtziende op zijn of haar manier te werk gaan. Maar - om het dicht bij huis te houden - kan ik uit eigen ervaring iets vertellen: ik ben plotseling heel slechtziend geworden en zal op den duur helemaal blind zijn. in mijn revalidatietijd op het Loo Erf heb ik, behalve braille, ook het hakken in steen geleerd. Tot mijn verbazing en opluchting lukte dit mij aardig. in mijn opleiding tot heilpedagoge heb ik kennis gemaakt met het boetseren en schilderen. Daarnaast heb ik diverse cursussen op dit gebied gevolgd. Voor mijn gevoel werk ik nu niet veel anders. Het verschil is dat mijn vingers mijn ogen geworden zijn. Mijn resultaten laat ik wel controleren en ook zijn er vaak gesprekken over kleurgebruik zoals bij het werken met glazuren. na de revalidatie heb ik les gehad bij verschillende beeldende kunstenaars. ik werk gewoon met zienden in een groep. Het maakt niet uit of je daar nu wel zicht hebt of niet. Het gaat om het inzicht en dat is niet anders. ik werk met klei, in steen, giet in brons of granito. De beelden zijn abstract of figuratief. net als iedere kunstenaar heb ik mijn thema’s. Op het moment zijn dit maskers en gezichten. andere onderwerpen zijn boten, figuratieve beelden van mensen en abstracte vormen.
ciale rondleidingen voor blinden en slechtzienden. als een van de betrokken rondleiders zal ik in dit artikel, na een korte introductie van museum beelden aan zee, aandacht schenken aan een aantal aspecten van het fenomeen blindenrondleidingen. het museum in september van dit jaar is het 15 jaar geleden dat Museum Beelden aan Zee zijn deuren voor het publiek opende. Het door architect Wim Quist ontworpen museum ligt op een unieke locatie: aan de Boulevard van Scheveningen, deels onder het 19e eeuwse Paviljoen Von Wied, deels verscholen in het duin, met terrassen die uitzicht geven op de zee. Museum Beelden aan Zee ontstond op initiatief van het echtpaar Theo en Lida Scholten en herbergt de gevarieerde collectie mensbeelden van internationaal bekende beeldhouwers, die zij in ruim 30 jaar verzamelden. naast een deel van de vaste collectie zijn er in de diverse ruimtes van Museum Beelden aan Zee wisselende tentoonstellingen te bezichtigen, zoals onlangs het Rijksmuseum aan Zee met hoogtepunten uit de aziatische collectie van het rijksmuseum en solotentoonstellingen van nederlandse en buitenlandse beeldhouwers. in 2004 werd als zichtbaar element aan de Boulevard een beeldentuin met grote bronzen sprookjesbeelden ingericht.
Museum Beelden aan Zee wordt niet gesubsidieerd, maar gesteund door sponsoren, fondsen, de vrienden van Beelden aan Zee èn 150 enthousiaste vrijwilligers die tezamen met een kleine betaalde staf het museum runnen. jaarlijks worden ongeveer 50.000 bezoekers ontvangen. Sinds enkele jaren bevindt zich hieronder een vaste kern van KuBES-leden en andere blinden en slechtzienden. samenwerking met KUbes Paradijs voor blinden en slechtzienden in Scheveningen was de wervende titel van een bericht dat KuBES in de zomer van 2006 boven zijn bericht aan de donateurs van KuBES zette. gedoeld werd op een tentoonstelling in Museum Beelden aan Zee van circa 100 bronzen beelden van Cornelis Zitman, waarvan de kunstenaar zelf had gezegd dat ze door blinden en slechtzienden mochten worden aangeraakt. Op verzoek van het museum gaven enkele leden van KuBES een voorlichtingsbijeenkomst voor de rondleiders met als kernvraag: hoe leid je blinden en slechtzienden rond?
41
juni 2009-6
juni 2009-6
sTUdiedaG nVTo-VLbV Foto’s: Bas van Nieuwburg
Waarneming van een blinde Zelf had ik al eens een blinde bezoeker rondgeleid en daarvan was mij altijd bijgebleven dat hij met zijn handen meer details van de beelden waarnam dan ik met mijn ogen. Tijdens de training die KuBES de rondleiders vervolgens gaf, werd dit bevestigd. Waar een ziende snel met zijn ogen een beeld scant, vergt het voor iemand met een visuele beperking veel aandacht en geduld om een beeld al tastend innerlijk voor ogen te krijgen. uit een veelheid aan details wordt het beeld als geheel opgebouwd en gevisualiseerd. rondleid(st)ers kunnen daarbij helpen door het beeld te beschrijven en het betasten, waar nodig, te sturen. De naturalistische, bronzen mensbeelden van Cornelis Zitman bleken bij uitstek geschikt om aan te raken. Het was zo’n succes voor alle betrokkenen dat Museum Beelden aan Zee sindsdien bij elke tentoonstelling zo mogelijk blindenrondleidingen houdt. betasten toegestaan? Eerst moet worden nagegaan of de beelden mogen worden aangeraakt. Bij de eigen collectie van Beelden aan Zee is dat doorgaans geen enkel probleem. Slechts enkele beelden zijn vanwege het gekozen materiaal niet geschikt om betast te worden. De tentoonstellingen bevatten echter ook vaak bruiklenen van derden en in dat geval kunnen de kwetsbaarheid van het materiaal en strikte verzekeringstechnische bepalingen beperkingen opleveren. Soms kan een oplossing worden gevonden in het dragen van speciale handschoenen bij het betasten. Het museum heeft deze inmiddels aangeschaft. als het mag… als de beelden zich voor aanraken lenen, maken we door-
42
donderdag 11 juni 2009 gaans een afspraak met de tentoonstellingscommissie van KuBES om samen met de betrokken rondleid(st)ers uit te testen welke beelden het beste in een rondleiding kunnen worden opgenomen. Zo blijken hele grote of sterk geabstraheerde werken vanwege het gebrek aan tastbaar houvast wat minder geschikt te zijn. Ook brengt de intensiteit van het anderszien met zich mee dat het aantal te betasten beelden niet te groot moet zijn. Daarna stellen we een aantal data vast waarop de rondleidingen worden gegeven en maken we een persbericht dat KuBES rondstuurt aan zijn donateurs. Museum Beelden aan Zee zorgt voor bekendmaking via de communicatiekanalen van het museum (onder andere www.beeldenaanzee.nl) en bij de plaatselijke vestiging van Visio, een organisatie die praktische ondersteuning biedt aan blinden en slechtzienden. organisatie rondleidingen De groepjes waarin wordt rondgelopen, zijn klein: zo’n vijf personen per rondleider. Zo is er voor iedereen volop gelegenheid om de beelden te betasten en ervaringen uit te wisselen. gemiddeld trekken de rondleidingen ongeveer vijftien personen per keer, waaronder een vaste kern van terugkerende bezoekers aangevuld met nieuwelingen, voornamelijk uit Zuid-Holland, maar ook uit omringende provincies. De rondleidingen zijn gratis. Blinden en slechtzienden betalen de gewone toegangsprijs. Voor eventuele begeleiders geldt er een reductie. Blindegeleidehonden mogen natuurlijk gewoon mee naar binnen. Waar sculptuur een van de meest tastbare kunstuitingen vormt, is Museum Beelden aan Zee blij de passie voor de beeldhouwkunst met blinden en slechtzienden te kunnen delen!
het zijn roerige tijden. ook op ons vakgebied. blijven wij vasthouden aan de oude bekende waarden of zijn we gevoelig voor de mogelijkheden die de moderne tijd ons biedt? Wat is de moeite waard om te bewaren en waarin kunnen wij ons vakgebied vernieuwen? staan we op een omslagpunt in de tijd en in het beeldend onderwijs? de nVTo en de VLbV vinden gezamenlijk dat we de handen ineen moeten slaan om met elkaar voor de komende tijd een goede richting aan te geven. daarom organiseren wij een studiedag met twee onderdelen.
1. denktank beeldend onderwijs De nVTO-VLBV heeft een denktank ingesteld om de uitgangspunten van het Beeldend onderwijs te actualiseren. De denktank heeft drie hoofdfuncties van het Beeldend onderwijs geformuleerd op weg naar een leerplan voor 4tot 14-jarigen: 1. Beeldend onderwijs leert je visualiseren. 2. Beeldend onderwijs leert je te zoeken naar meerdere oplossingen. 3. Beeldend onderwijs leert je welke rol beelden spelen in de samenleving. Zie voor de volledige tekst Kunstzone 1-2009 en/of ga naar www.nvto.nl/discussiebeeldendonderwijs.html. Zijn dit de uitgangspunten waarin je je als docent in kunt vinden? in het eerste deel van de studiedag presenteert de denktank de voortgang van zijn werkzaamheden en vraagt het werkveld (in dit geval de studiedagdeelnemers) om commentaar. Een belangrijke consultronde waarmee de dentank weer verder hoopt te kunnen. in het ochtendprogramma krijg je dus de gelegenheid om te reageren en te participeren. Deelnemers ontvangen de relevante stukken tijdig tevoren per e-mail. 2. Workshops voor nieuwe dimensies Visies zijn belangrijk. Dat begrijpt iedere vakdocent. Visies moeten wel vertaald worden naar de praktijk. En: hoe kun je als docent inspirerend (blijven) werken? Daarom zijn er ’s middags workshops die draaien om de volgende onderwerpen:
-
Beeldend werken met de computer. Hoe doe je dat? Hoe hanteer en beoordeel je digitaal leerlingenwerk? Cultureel Erfgoed: wat kun ermee? Een leerlijn beeldend voor basis en kader. Studentenpresentaties: wat vindt de nieuwe generatie?
Met elkaar denken we ook nog na over het beeldend professionaliseren via een lerarenregister. nieuwsgierig en/of behoefte aan bijscholing? Kom! donderdag 11 juni 2009 naar utrecht, in Pabo Domstad. Overtuig je directie van het belang van deze studiedag. Kom! Kosten Docenten: € € Studenten: € €
80,-- voor leden, 120,-- voor niet-leden. 25,-- voor aspirant-leden, 50,-- voor niet-leden.
Programma 9.30 uur: inloop 10.15 uur: start 16.15 uur: afsluitende borrel aanmelden aanmelden graag onder vermelding van naam, email-adres en postadres via
[email protected]. We zien je aanmelding graag tegemoet!
43
juni 2009-6
belevingswereld
juni 2009-6
aftrekken j ob ter s teege er komen soms woorden in de mode waar ik van gruw. zo begonnen ooit lui te praten over implementeren. dat waren managers, onderwijskundigen of anderen die zelf niet voor de klas stonden. ze dachten zo docenten zand in de ogen te kunnen strooien. Implementeren betekent namelijk gewoon invoeren. maar implementeren klinkt als iets hogers waartegen het voor docenten zinloos is zich te verzetten. Een goede raad aan alle collega’s: wees met dat implementeren extra op je hoede. Bijvoorbeeld als ze in je lessen een interdisciplinaire leerlijn willen gaan implementeren. Zoiets betekent namelijk in gewoon nederlands dat je minder echte muzieklessen moet gaan geven.
Een ander woord waar ik erg onrustig van word, is competentie of meestal competenties in het meervoud om het nóg interessanter te maken. Op het gevaar af dat u zo dadelijk uit woede uw huisraad kort en klein slaat, geef ik weer wat een competentie is. in de Carrière-tijger, een site voor HBO-studenten, valt te lezen: Als je aan een HBO-opleiding gaat studeren, kun je niet om het begrip competentie heen. Vrijwel elke hbo-opleiding heeft zijn opleiding ingedeeld op basis van die competenties. Het lijkt een vaag begrip en het heeft inderdaad wat uitleg nodig. Met een definitie kom je nog niet zo ver: Een competentie is een vermogen dat kennis, inzicht, attitude en vaardigheidsaspecten omvat om in concrete taaksituaties doelen te bereiken. Het gaat in elk geval om dat wat je moet kunnen als je straks een beroep gaat uitoefenen. Je wordt geacht beroepsproblemen adequaat te kunnen oplossen en daarvoor heb je gereedschap nodig. Dit is werkelijk zakkenvullerij van onderwijskundigen en managers! Wat daar staat, weet toch een kind. je moet een student schoolmuziek of zoals het nu heet student Opleiding Docent Muziek zo opleiden dat hij of zij een behoorlijk muzieklesje kan geven. Dat deed ik als methodiekleraar en stagebegeleider al in 1976. Maar onderwijskundigen zijn daar kennelijk pas onlangs achter gekomen. rot toch op met je competenties! En tegen de echte studenten en docenten zeg ik: ‘Laat je niet naaien!’ Want als je alle competenties van de wereld hebt, kan een klas je tóch uitkotsen en dan roepen ze weer dat er geen flow in je les zat. Doe alsjeblieft normaal en zorg ervoor dat studenten muzikaal handig zijn en voor de klas een goed verhaal hebben. Dan komt het allemaal goed.
44
nog een woord dat ik niet meer kan horen, is passie. Dat schijnt tegenwoordig iedereen te moeten hebben: passie. Zonder passie ben je een docent van niks. geen idee wat passie precies is. En nog minder wat er aan de hand is als je geen passie hebt voor je vak. Dan schijn je een soort oplichter te zijn die voor geld bereid is voor de klas te staan. Of iemand die zich vaak ziek meldt. Of iemand die niet elk jaar een schoolmusical uit de grond weet te stampen. Wat is dat een waardeloos woord: passie. En wat doet het vreselijk tekort aan al die collega’s die kennelijk geen passie hebben en elk ochtend gewoon naar hun werk gaan. De ene dag lukt het wat beter dan de andere, maar het werk wordt wèl verzet. net als met de competenties, rot op met je passie! Passie betekent gewoon dat je zin in je werk hebt en dat je niet te beroerd bent je er af en toe eens extra voor in te spannen. Competenties betekenen gewoon de vaardigheden waarvan we al tientallen jaren weten dat je die moet bezitten om een beetje muziekles te kunnen geven. Het is mij werkelijk een raadsel waarom onderwijskundigen en managers daar nu mee komen aandragen alsof het hun ooilam is. De enige verklaring die ik heb, is nogmaals dat ze zelf nooit voor de klas stonden. ja, dan is het natuurlijk een verbijsterende ontdekking dat je om les te geven iets moet kunnen. Dat je daarvoor competent moet zijn of zelfs competenties moet hebben. En liefst ook passie. En flow. ik word er allemaal een beetje náár van. al die malle woorden hebben toch niets met de werkelijkheid te maken? Dan denk ik terug aan de studente die ooit voor haar eerste stage arriveerde in de peperdure terreinwagen van haar bemiddelde vriendje. Het was een warme voorjaarsdag en de leerlingen keken hun ogen uit hoe de zowel aantrekkelijk als schaars geklede stagiaire eruit sprong en naar het muzieklokaal beende. niks competenties of passie. De leerlingen zaten weken lang in een flow en smeekten mij de stage van deze prikkelende studente zoláng mogelijk te rekken. Of een andere stagiaire die voor het schoolgebouw werd aangesproken door enkele derdeklassers. Voor een knaak zouden ze zorgen voor een ‘rustig kweeklessie’. nooit zag ik bij de competenties dat muziekdocenten zich sterk moesten kunnen maken tegen chantage. Of de stagiaire die er flink aan moest trekken. Hij was het daarbij beu dat leerlingen onder de les zo vaak naar de wc wilden en dan wel èrg lang wegbleven. Toen op een keer één van de lastige gangmakers pas na ruim een kwartier terugkwam, schoot het hem fout. Hij zei bars, zodat iedereen het horen kon: ‘Waar was je zolang? in die tijd kan je je wel twéé keer aftrekken!’ Deze student behoefde zich daarna niet meer te bekommeren over implementeren, competenties, passie of flow. De klas was getemd.
arrangeren doe je zo! po
esther de Graaf Arrangeren doe je zo! is een samenwerkingsproject van het Conservatorium Amsterdam (Opleiding Docent Muziek) en het MCO (Muziekcentrum van de Omroep),
waarvan het Metropole Orkest en de afdeling Educatie deel uitmaken. het pilot-project vond plaats op 27 maart jongstleden en werd bedacht door hans van de Veerdonk en esther de Graaf.
arrangeren Wat is arrangeren? Kijk de van Dale er op na en je vindt: ‘1. in orde brengen, rangschikken; 2. bewerken van een compositie voor andere instrumenten.’ Het mooie van dit begrip is dat het ook op meerdere kunstdisciplines toepasbaar is. juist in de kunst zijn de mogelijkheden om bestaande inhoud opnieuw samen te stellen eindeloos. Een mooi voorbeeld hiervan is het Metropole Orkest. De bezetting van dit orkest (repertoire: jazz, pop, wereldmuziek en kleinkunst) is zodanig dat er geen bestaande muziek voor is en voor bijna elk stuk een nieuw orkestarrangement gemaakt moet worden. in maart jongstleden heeft
het orkest een speciale Arrangeurs Workshop georganiseerd voor talentvolle (volwassen) arrangeurs. Hierin konden de kandidaten hun arrangement uitproberen met het orkest. Om ook jongere mensen te laten ervaren wat arrangeren eigenlijk is, is er een parallelprogramma ontwikkeld voor kinderen. uniek is het om kinderen zich ervan bewust te maken dat je met een muziekstuk kunt spelen en het in alle mogelijke instrumentencombinaties kunt uitvoeren. direct arrangeren! Het project bestond uit vier voorbereidende lessen op school en een repetitie plus concert samen met het Metropole Orkest
45
juni 2009-6
juni 2009-6
Workshop studiedag nVTo-VLbV ontwikkeling leerlijn beeldende vorming Vmbo-basis/kader vo
stefanie van Tuinen hoe kunnen docenten een leerlijn beeldende vorming basis/kader opstellen? met deze vraag gaan we concreet aan de slag in deze workshop. met de invoering van de
nieuwe onderbouw is er in het Vmbo een leemte ontstaan.
in het Conservatorium Amsterdam. Doel van dit project was dat de deelnemende kinderen: 1. leren wat arrangeren is; 2. kennis maken met het Metropole Orkest en direct contact hebben met de musici; 3. actief meedoen aan een repetitie en concert met orkest. De voorbereidende lessen werden afwisselend door een muziekvakdocent, muzikanten in de klas en de eigen leerkracht gegeven. repetitie plus concert waren samen met het Metropole Orkest onder leiding van de dirigent arjan Tien. alle deelnemende klassen kregen van tevoren lesmateriaal met een CD. iedereen wilde natuurlijk zo snel mogelijk leren arrangeren! Voor dit doel was in een bestaand stuk een extra arrangeergedeelte ingebouwd dat steeds herhaald werd. Per orkestmusicus kwam er één kind mee het podium op om de musicus ‘aan/uit te zetten’ of hem harder of zachter te laten spelen. alle kinderen (niet alleen de kinderen die het podium op gingen) hadden hiervoor speciale handbewegingen geleerd. Door goed te luisteren konden de jonge ‘arrangeurs’ direct horen wat het effect was van hun handelen en beslissingen nemen die van invloed konden zijn op het arrangement. Voorbereiding, repetitie en concert De voorbereidende lessen bestonden uit het aanleren van een lied en passende bodysounds en het verzinnen van een yell. Daarnaast moesten de leerlingen met behulp van het lesmateriaal en internet informatie inwinnen over het Metropole Orkest. in de les door de musicus uit het Metropole Orkest lag het accent op het arrangeren. Tijdens het spelen van een partij uit het stuk door de musicus leerden de kinderen de instrumenten kennen en mochten ze beurtelings de handbewegingen oefenen. Dit om de betrokkenheid later in de concertzaal te vergroten. Om de deelname van de kinderen zo groot mogelijk te maken besloeg het repetitieproces het grootste deel van het project. Het concert duurde uiteindelijk maar 10 minuten. Een grote rol was weggelegd voor dirigent arjan Tien die behalve het orkest ook de kinderen moest leiden bij het oefenen van hun lied. Het was een grote overgang voor de kinderen om dit
46
met live begeleiding van het orkest te zingen en de bodysounds in te passen. alle deelnemers werden ter plekke begeleid en ondersteund door studenten van de Opleiding Docent Muziek. Er werd geëxperimenteerd met de vorm: kinderen zongen a capella, met strijkers- of bigband-begeleiding, enzovoorts. Hieruit ontstond de definitieve vorm die door tekens werd aangegeven. nu kwam het belangrijkste gedeelte van het project: het arrangeren. Het orkest liet het stuk eerst een keer horen. Vervolgens vertelde iedere musicus aan zijn ‘eigen’ groepje in de zaal over het arrangeren. ieder kind had dus persoonlijk contact met een musicus. Bij terugkeer naar het podium kon iedereen ‘direct arrangeren’. Het te arrangeren stuk werd steeds een aantal keren herhaald en afgewisseld met een rust-gedeelte. iedere musicus werd apart aangestuurd door een kind. Toekomstplannen afgezien van het feit dat 240 kinderen het bijzondere nieuwe gebouw van het Conservatorium amsterdam hebben mogen betreden en er met veel plezier deelgenomen hebben aan een concert, zijn er toch enkele punten die de aandacht verdienen. al tijdens de voorbereidende lessen bleek dat er te weinig aandacht was voor instrumenten en hun specifieke timbre. Daar had een hele les aan besteed kunnen worden. Daarbij kwam dat tijdens de repetitie en het concert ieder instrument en niet een instrumentengroep apart werd aangestuurd. als de kinderen het orkest al eens eerder hadden gehoord, dan hadden ze beter geweten wat het effect van hun handelen zou zijn. Een extra voorbereidend repetitiebezoek was geen overbodige luxe geweest. in principe is dit een uitstekende formule om te weten te komen wat arrangeren is. Het project is op het lijf geschreven voor het Metropole Orkest, maar er zijn in nederland ook genoeg kleinere ensembles waarvoor gearrangeerd wordt en waar je deze formule ook zou kunnen toepassen. ik zou zeggen: ‘Dames en heren musici, aan de slag!’ Esther de Graaf studeerde fluit en deed de opleiding Docent muziek aan de HKU. Zij was werkzaam als freelance fluitiste in verschillende orkesten en is sinds november 2008 werkzaam als educatief medewerker in het MCO (Muziek Centrum van de Omroep) te Hilversum.
Voor het leergebied Kunst en cultuur, met name de vakgebieden muziek en beeldende vorming, zijn er geen methodes voorhanden die speciaal voor het VMBO zijn ontworpen. uitgeverijen geven aan hier geen markt in te zien. Ook pas afgestudeerden van lerarenopleidingen blijken weinig voorbereid te worden op het lesgeven aan leerlingen op dit niveau. reden genoeg om als vakvereniging, in samenwerking met SLO, deze leemte te vullen.
Deze workshop wordt verzorgd door Thea Vuik, docent Sg de Overlaat, en Stéfanie van Tuinen, SLO.
in deze actieve workshop bieden we een handreiking voor het opstellen van richtlijnen voor een leerlijn beeldende vorming basis/kader. Deze handreiking zal met behulp van lesvoorbeelden en didactische tips geïllustreerd worden. Deze lesvoorbeelden zijn ontworpen aan de hand van de Kunst- en cultuurschijf. De workshop biedt daarbij een mooie kans om, eenmaal terug op uw eigen school, verder te werken aan de leerlijn beeldende vorming basis/kader.
Kunst- en cultuurschijf
Tweede tussentijds verslag denktank po/vo
denktank nVTo-VLbV in het januarinummer 2009 van Kunstzone heeft u ons eerste tussentijds verslag kunnen lezen. daarin heeft de denktank zich gepresenteerd en zijn ambities neerge-
legd: het maken van een ponerend en taakstellend document (leerplan) dat zich richt op de leeftijdscategorie van 4 tot 14 jaar (de periode waarin álle leerlingen verplicht beeldend onderwijs volgen) en waarin de minimale ‘leerbaarheden’ van het beeldend onderwijs zijn geformuleerd.
discussie beeldend onderwijs Op www.nvto.nl/discussiebeeldend onderwijs.htm is op ons verzoek aan het werkveld om in deze discussie te participeren inmiddels door diverse collega’s gereageerd. Onze poging om ons taakgebied te kadreren resulteerde in een basisdocument ‘de functie van beeldend onderwijs’ en een visualisering daarvan in de vorm van een mindmap (het ‘boom-schema’). Zijlijnstukken werden toegevoegd als bron om inzichten te toetsen en de discussies te voeden. Deze en andere reacties hebben tot voortschrijdend inzicht geleid. Het boom-model is verlaten en vervangen door een
minder hiërarchisch cirkel-model: een concentrisch ordening, waarin de samenhang van diverse domeinen van onze discipline zichtbaar wordt. het cirkelmodel in het hart staat het Onderwijs in Beeldende Kunst en Vormgeving (BK&V), ons primaire werkgebied. Dit is het terrein waar de domeincirkels van Visualiseren, Creatief denken en Beschouwen elkaar overlappen: het exclusieve terrein van de docent beeldende kunst en vormgeving. De omliggende cirkels worden gevormd door het Onderwijs
47
harry baggen Thea Vuik po/vo
het werken met computers is voor een (flink) aantal docenten een noodzakelijk kwaad. ik ken
collega’s die uiteindelijk bij zichzelf de knop hebben omgezet en zich er wel in gaan verdiepen. Tot het pensioen zonder computer zal niet gaan lukken is de overweging en het inmiddels verplichte cijfers invoeren kan je ook niet altijd aan een bereidwillige collega blijven vragen.
en Beeldcultuur, een koepelfenomeen waar wij onze (binnenschoolse) expertise voor inzetten om leerlingen tot ‘beeldwijsheid’ te brengen. Er zijn raakvlakken (ook buiten de onderwijscirkel), met andere vakgebieden. Zo kan bijvoorbeeld het beschouwen van affiches een rol spelen bij maatschappijleer en kan een docent klassieke talen bij een les over amforen die vazen ook werkelijk keramisch willen laten maken. activiteiten in het gebied waarin de drie cirkels elkaar overlappen, beschouwen we exclusief als het actiegebied van beeldend onderwijs. Het cirkelmodel kan helpen de eigenheid en daarmee de exclusiviteit én verantwoordelijkheid van beeldend onderwijs op school (zowel het primair als het voortgezet onderwijs) te positioneren en bespreekbaar te maken. eefje De Denktank introduceert Eefje. Eefje staat voor een modale leerling die dingen moet kunnen/begrijpen na de diverse stadia van onderwijs in beeldende kunst en vormgeving te hebben doorlopen; een concretisering op het micro-niveau van het beoogde leerplan. De Denktank koos voor drie leeftijdscategorieën: 4-8, 8-12 en 12-14 jaar. Voor elke categorie wordt een deel-leerplan ontworpen, uiteraard als doorlopende leerlijn. Op de studiedag, of zoveel eerder als mogelijk is via de website, zal een matrix worden aangeboden waarin voorbeelden van goede praktijk kunnen worden geplaatst, Het werkveld zal worden uitgenodigd deze voorbeelden te leveren. De leeftijdscategorieën worden als volgt gekarakteriseerd: 1. De eerste fase wordt ingevuld als een speelse kennis-
48
making met beelden en beelden maken. Het begin van de leerroute is meer op ervaren dan op leren gericht. Er wordt voortgebouwd op de ervaringen uit de voorschoolse periode. 2. De tweede fase is gericht op het ontwikkelen van basisvaardigheden en basiskennis en bestaat uit een mengeling van doelgerichte instructie en ervaringsleren. 3. De derde fase is bedoeld om te ‘leren leren’ en om het repertoire aan vaardigheden te vergroten.
niet dat je door deze digibeten overspoeld wordt met mails die als bijlage schijnbaar diepzinnige PowerPoint-presentaties bevatten, maar ik betrap ze steeds vaker achter het - eerder zo verguisde - scherm. We kunnen echt niet meer zonder, maar het zou fijn zijn het als middel te gebruiken en niet als doel op zich. Zeker in de kunstvakken is het nog wel eens moeilijk te verkopen om het apparaat als medium te zien en te gebruiken. Want uiteindelijk is de geur van terpentine veel meer waard dan het kreunen van een pruttelende computer. als je je echter niet meer achter deze valse romantiek wilt verschuilen, gaat er een nieuwe wereld voor je open die je allerlei geheimen laat ontfutselen. En is er een persoon op de achtergrond die ons daarmee helpt; al heel wat jaren aan een stuk. Veel wat met de kunstvakken in dit digitale tijdperk te maken heeft, brengt hij onder de aandacht. ik had al vaak over hem gehoord: vooral over de community die hij opgericht heeft. En toch weinig in de schijnwerpers: harde werkers zijn niet zo met uiterlijk vertoon bezig, lijkt wel. Daarom was ik heel benieuwd naar de persoon Harry Baggen
- want daar heb ik het nu over - en schreef hem direct een mail toen ik las over de cursus Moodle die hij in utrecht ging geven. als fan van Moodle en nieuwsgierig naar Baggen leek me dit een uitgelezen moment om hem eens te kunnen ontmoeten. in feite is Baggen hoofd kunstvakken van Digischool (zie www.digischool.nl) en uit hoofde van die functie heeft hij deze cursus samen met iemand van Stoas (de ondersteunde organisatie in nederland voor Moodlegebruikers in het onderwijs) geïnitieerd. Met de bedoeling vooral een raamwerk te bieden voor bijvoorbeeld het overzichtelijk bundelen van examenvragen en opdrachten. Baggen biedt naast de cursus ook een soort van jaarcontract aan: cursisten krijgen een jaar lang voeding op het gebied van lessen, opdrachten, bestaande examens, enzovoorts. Hij heeft dat zo ‘geprepareerd’ dat het in een Moodle-omgeving past en binnen dat jaar na de cursus mag je onbeperkt, gratis van alles gebruik maken. Dat abonnement zit bij de cursusprijs inbegrepen. je hoeft niet bang te zijn dat je zult omkomen van de digihonger; er wordt heel veel aangeboden. Op mijn vraag waarom Baggen voor Moodle gekozen heeft, weet hij een kort maar krachtig antwoord te geven: ‘Omdat het een geweldig goed programma is.’ ‘Het heeft alles in zich wat een uitgebreide electronische leeromgeving moet hebben,’ vervolgt hij, ‘én het is open source.’ Dat laatste is - gezien de enorme bedragen die scholen kwijt zijn aan contracten met elo-aanbieders - niet onbelangrijk. Baggen betreurt het dat er zoveel geld gaat naar commerciële leeromgevingen zoals bijvoorbeeld N@tschool, Teletop en It’s Learning: ‘Het is bijna een soort merkenstatus wat er aan die elo’s vastgekleefd zit. En ik vind het bijzonder jammer dat scholen zich daarnaar richten.’ als inmiddels ervaren en bovendien zeer tevreden Moodlegebruiker kan ik hem alleen maar gelijk geven. En wat Baggen betreft? Die is nu vast wat minder geheimzinnig met zoveel actiefoto’s als cursusdocent. Dus voor vragen:
[email protected].
@Web
juni 2009-6
juni 2009-6
studiedag 11 juni Op de studiedag van 11 juni zal de Denktank het cirkelmodel presenteren en toelichten. Deelnemers krijgen de onderbouwende teksten van tevoren digitaal toegezonden. De discussie zal een consulterend karakter hebben. De Denktank-leden willen graag de meningen horen van collega’s/werkvelddeskundigen. Diegenen die verhinderd zijn, worden van harte uitgenodigd hun mening via de website kenbaar te maken. De Denktank wil tevens goede voorbeelden uit de dagelijkse onderwijspraktijk verzamelen, zodat er een databank kan ontstaan van gewenste (en haalbare) leerbaarheden voor Eefje. Het is zeer wel mogelijk dat de volgende bijeenkomst van de Denktank (begin mei) nog aanvullend of geamendeerd materiaal oplevert. Wie ècht up-to-date wil blijven, wordt geadviseerd medio mei de website nog eens te bezoeken. De Denktank NVTO-VLBV bestaat uit de leden Emiel Heijnen, Peter Hermans, Els Otten-Oomen, Ronald von Piekartz en Maarten Tamsma.
49
Javier Marin - Chalchihuitl
Pablo Picasso - Gitaar (1924)
Zie: Aan het Russische Hof, paleis en protocol in de 19e eeuw
Zie: Den Haag Sculptuur 2009
Zie: Artists’ Books Zie: Exile on Main St.
educatie
Tips
aan het russische hof, paleis en protocol in de 19e eeuw is van 20 juni t/m 31 januari 2010 de openingstentoonstelling in de gerestaureerde Hermitage te amsterdam. Met ruim 1800 objecten uit het moedermuseum te St.-Petersburg laat deze tentoonstelling het leven zien van zes tsaren in de 19e eeuw. Met name voor de basisschoolleerlingen uit amsterdam is een bijzonder ambitieus educatief programma ontwikkeld: Hermitage voor Kinderen. Daarnaast is er het Studiecentrum waar leerlingen uit het voortgezet onderwijs uit heel nederland worden ontvangen, voorgelicht en van waaruit ze aan het werk gaan. Voor de verschillende niveaus van het VO wil de Hermitage verschillende lesmodules ontwikkelen die zowel over algemene onderwerpen gaan als over specifieke tentoonstellingen. Die zullen zowel individueel als klassikaal te volgen zijn. Er zullen door museumdocenten korte (45 minuten) en lange (2 uur) klassikale programma’s gegeven en verzorgd worden. CKV’ers kunnen ook individueel het Studiecentrum bezoeken om opdrachten te maken of onderzoek te doen. Op dagen dat het museum open is, kunnen ze vanaf 13 uur hulpmiddelen aangereikt krijgen door medewerkers. Tot slot: bij de vaste presentatie en bij iedere tentoonstelling komt een audiotour. www.hermitage.nl, Hermitage amsterdam
www.danstijd.slo.nl is door SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) in opdracht van en in samenwerking met de NBDK (Nederlandse Bond voor Danskunstenaars) ontwikkeld. Leerlingen en docenten uit het VO kunnen hier terecht voor informatie die te gebruiken is voor de vakken dans (vmbo), CKV, kunst (algemeen) en kunst (dans). De site kent de onderdelen Dansgeschiedenis met informatie per tijdvak, Dansapedia als dansencyclopedie, Tijdsgeest, Opdrachten met kennisvragen en doe-opdrachten en Fragmenten van Dansgroep Krisztina de Châtel, Het nationale Ballet en Het nederlands Danstheater. in de teksten zijn bepaalde woorden gearceerd. Deze woorden linken direct door naar Dansapedia voor meer uitleg. www.danstijd.slo.nl
Kies je instrument is een nieuw jaarlijks magazine - gekoppeld aan een website met dezelfde naam - dat in mei voor het eerst verscheen. Onderwerpen in dat eerste nummer: Welk instrument past bij jou?, interviews met jonge musici, Hoe maak ik zelf een instrument?, Een dag uit het leven van een muzikant, Samenwerking met het jeugd Cultuurfonds, Classic Express, Zomerkampen, De koorschool. Het Prinses Christina Concours wil namelijk jonge kinderen van groep 4 en 5 stimuleren te kiezen voor een muziekinstrument. Het tijdschrift kan door scholen gratis aangevraagd worden. aan het opvragen en ontvangen van deze magazines zijn geen kosten verbonden. www.kiesjeinstrument.nl
50
William Copley Variation on someone else’s theme
den haag sculptuur 2009 stelt van 9 juni t/m 9 september aan de Lange Voorhout in grote getale aansprekende hedendaagse kunst ten toon onder de naam Chalchihuitl (kleur van steenrood jade, maar het betekent ook het hart van de aarde) van de Mexicaanse beeldhouwer javier Marín. nog niet eerder waren zijn wonderbaarlijke sculpturen in het noorden van Europa te zien. Zijn omvangrijke beelden vertonen een unieke combinatie van associaties met de wereld van de Spaanse en italiaanse barok, en met de verloren cultuur van de Maya’s en de azteken. naast deze beelden voor de bezoekers, biedt Den Haag Sculptuur dit jaar ook een interessant programma op het gebied van educatie en maatschappelijke betrokkenheid. Werk in kleiner formaat van javier Marín is te zien in de expositieruimten van Pulchri Studio, de dynamische kunstenaarsvereniging aan het Lange Voorhout. Daar vindt de bezoeker ook een informatiebalie en daar zijn publicaties en beeldmateriaal van de kunstwerken te koop. www.denhaagsculptuur.nl, Den Haag Sculptuur zomerseizoen op het muiderslot biedt iedere bezoeker een totaalproduct aan: een rondleiding door de gouden Eeuw, twee middeleeuwse routes door een groot deel van het kasteel, de valkenier, de vesting en de historische tuinen. je kunt naar eigen inzicht je
bezoek indelen. Daarnaast is er een audiotour die een toelichting geeft op de rijke bouw- en restauratiegeschiedenis van het kasteel en een interactieve speurtocht voor kinderen die eindigt met een echte Ridderslag. Daarnaast is er Theaterfestival Hooft op hol waarbij tussen mei en november meerdere theaterstukken worden opgevoerd van de hand van misschien wel de beroemdste bewoner van het Muiderslot: P.C. Hooft. www.muiderslot.nl, www.hooftophol.nl, Muiderslot Muiden
exposities artists’ books is t/m 30 augustus in Museum De Fundatie een presentatie waarbij voor het eerst voor een breed publiek de Caldic Collectie met de verzameling kunstenaarsboeken van joop van Caldenborgh is te zien. Op de tentoonstelling zal werk worden getoond van ondermeer jean arp, Louise Bourgeois, Sonia Delaunay, Wassily Kandinsky, Ellsworth Kelly, joan Miró, fernand Leger, Sol LeWitt, Henry Matisse, a.r. Penck, Pablo Picasso en andy Warhol. www.museumdefundatie.nl -> Tentoonstelllingen -> (afbeelding) Paleis aan de Blijmarkt -> Verwacht, Museum De fundatie Zwolle avant-gardes ‘20 | ‘60 biedt het Stedelijk Museum Amsterdam van 26 juni t/m 23 augustus de kans om in de aanloop naar de heropening eind 2009 in de tentoonstellingsvleugel van het Van Gogh Museum hoogtepunten uit de rijke collectie van het Stedelijk Museum amsterdam te tonen. Deze tentoonstelling vertelt het verhaal over de kunst van de roerigste decennia uit de vorige eeuw - de jaren twintig en de jaren zestig - en van een verschuiving in de culturele machtsverhoudingen in de wereld. in de jaren twintig speelde de avant-garde zich nog vrijwel exclusief in Europa af. Veertig jaar later vonden belangrijke ontwikkelingen binnen de avant-garde ook in amerika plaats, met name in new York en Los angeles. in het land van de onbegrensde mogelijkheden ontstonden stromingen als pop art, minimal art en conceptual art, met kunstenaars als Warhol, andre en nauman. in West-Europa bleef Parijs belangrijk met vertegenwoordigers van het nouveau réalisme, en kwa-
men steden als Düsseldorf, Keulen en amsterdam naar voren. Het Stedelijk Museum amsterdam vervulde na de Tweede Wereldoorlog een brugfunctie: veel amerikaanse kunstenaars realiseerden hier hun eerste museale presentaties en wisten zo voet aan de grond te krijgen in West-Europa. Het Stedelijk Museum amsterdam speelde daarbij veelal een verbindende rol en slaagde erin een toonaangevende collectie op te bouwen. www.vangoghmuseum.nl -> actueel -> Tentoonstellingen -> Verwachte tentoonstellingen, Van gogh Museum amsterdam exile on main st. in het Bonnefanten Museum gaat t/m 16 augustus over humor, overdrijving & dwarsigheid in de amerikaanse kunst. De kunstenaars in de tentoonstelling zijn: richard artschwager, William Copley, Steve gianakos, alfred jensen, Peter Saul, john Tweddle, john Wesley, HC Westermann en joe Zucker. De betreffende kunstenaars hebben lak aan iedere academische positionering. Deze schilders, samen met een aantal beeldhouwers, zien weinig in het kunstenaarschap vol van geniale gebaren en gedachten. Ze gaan door voor artists artist, outsider, underground of zijn behept met Bad Painting, comic strip, cartoon, enzovoorts. in termen van de hedendaagse classificatie in de populaire muziek zouden ze ook voor americana door kunnen gaan. Echter, classificeren van deze kunstenaars is onbegonnen werk. Ze hebben weinig gemeen en zijn extreem individualistisch in hun opvattingen en werk. Zoveel anarchie valt onder geen enkele term te vangen. Zoveel humor evenmin. De tentoonstelling bestaat dan ook vooral uit zes solo’s van uiterst diverse posities en drie signalementen. iedere zaterdag en zondag zijn er gratis rondleidingen om 11.30 uur. T/m half juli is het museum ook op donderdagavond open en zijn er rondleidingen. Tijdens de zomervakantie zijn er workshops voor kinderen van 7 t/m 12 jaar. Deze beginnen om 14 uur. www.bonnefanten.nl, Bonnefanten Museum Maastricht KrisKras Cobra, de Cobra Family is een heel bijzondere familietentoonstelling die van 27 juni t/m 11 oktober in het CoBrA Museum laat zien en beleven
Ernst Ludwig Kirchner - Na het bad (1919)
Brecht - De roddel (2007)
Zie: Van Dürer tot Kiefer, vijf eeuwen kunst op papier
Zie: bergen geestgrond
hoe de jonge CoBra-kunstenaars elkaar in een onderling samenspel inspireerden tot het maken van hun experimentele kunst: schilderijen, tekeningen, grafiek, beelden, keramiek, geschriften. Zij werkten niet alleen in de beslotenheid van hun ateliers, maar regelden ook familiesessies om zo het maken van kunst te beleven met hun kinderen en gezinsleden. in de expositie Cobra Family kunnen de jongste bezoekers en hun families zich vrolijk en kunstzinnig vermaken. Er is een boeiend en vol creatief programma voor de spontane bezoekers en er zijn workshops op afspraak. En tijdens de zomervakantie zijn er extra veel activiteiten. www.krskrscobra.nl, CoBra Museum amstelveen Van dürer tot Kiefer, vijf eeuwen kunst op papier vormt van 13 juni t/m 13 september in de Kunsthal de presentatie van een groots overzicht van vijf eeuwen kunst op papier uit vijfentwintig musea uit nordrhein-Westfalen. Er is werk van onder andere albrecht Dürer, Hans Holbein, rembrandt, ToulouseLautrec, Edward Munch, Käthe Kollwitz, Pablo Picasso, Max Ernst en El Lizzitsky. Maar ook werk van hedendaagse kunstenaars als anselm Kiefer, gerhard richter en Erik van Lieshout is vertegenwoordigd. www.kunsthal.nl, Kunsthal rotterdam old masters of amsterdam vertelt t/m 9 augustus in het Amsterdams Historisch Museum het fascinerende verhaal van de totstandkoming en groei van de rijke collectie van ruim 1000 schilderijen van vóór 1800, waarmee de stad amsterdam beschikt over één van de rijkste verzamelingen Oude Meesters ter wereld. in de eerste zalen proeft de bezoeker de sfeer van de grote zaal in de schuttersdoelen en van de regentenkamer van het Leprozenhuis. Hier hingen oorspronkelijk de imposante groepsportretten die bedoeld waren om indruk te maken op de bezoekers. in de laatste zaal toont de tentoonstelling een keuze uit de vele aanwinsten van het museum sinds 1926: portretten van welgestelde burgers, schilderijen van belangrijke historische gebeurtenissen en topografische werken die de groei en de verandering van amsterdam laten zien. Tot de hoogtepunten in de tentoonstelling behoren schilderijen
actief met CKV
actief met CKV Onder redactie van Wil en Hans Weikamp
Hermitage ingang Ossenpoort
van bekende - en zeker ook minder bekende - namen als rembrandt, jacob van ruysdael, jan van der Heyden en Willem van de Velde. www.ahm.nl, amsterdams Historisch Museum
meer dan kleur is de titel van de zevende gezamenlijke presentatie van topstukken uit de collecties van de Triton Foundation en het Gemeentemuseum Den Haag. Daarbij draait alles om kleur, emotie en expressie. Deze presentatie van fauvisme en expressionisme is te zien t/m 6 september. aan het einde van de negentiende eeuw barstte het los: een ongekende explosie van nieuw kleurgebruik in de kunst. De kunstenaars werden in frankrijk smalend fauves, wilde beesten, genoemd. Onder hen Henri Matisse en Kees van Dongen. in Duitsland werden Ernst Ludwig Kirchner, Wassily Kandinsky en hun medestanders bekend als de expressionisten, de aanhangers bij uitstek van de gedachte dat kleur de drager van emotie is. www.gemeentemuseum.nl, gemeentemuseum Den Haag bergen geestgrond gaat in Museum Kranenburgh t/m 12 juli over de Bergense School, want wie aan Bergen én kunst denkt komt uit bij de Bergense School. Kunstenaars uit het begin van de 20e eeuw: Leo gestel, Matthieu Wiegman, Dirk filarski en Charley Toorop. Maar ook in de tweede helft van de twintigste eeuw bleef Bergen een broeinest voor kunstenaars: Van adriaan van Dis tot joost Zwagerman, van guus janssen tot Thé Lau, van Emo Verkerk tot rob Scholte. naast de expositie geven schrijvers en dichters lezingen en klinkt er muziek van de componisten en musici. Ook maakt een educatief programma onderdeel uit van het project. www.bergenalsgeestgrond.nl, Museum Kranenburgh Bergen nH
www.CKplus.nl: overzicht van bijna 400 lopende exposities, informatie op trefwoord over 1200 musea www.CKplus.nl/extra7.html: overzicht van culturele manifestaties en exposities www.CKplus.nl/extra12.html: 190 stadswandelingen en kunstroutes
[email protected]: voor reacties en opgave gratis CKplus.nl-nieuwsbrief
51
examenevaluaties
Kunstvakken voor Vmbo
Kunstvakken voor havo en vwo
dans voor Vmbo, kunstvakken 2
beeldend voor VWo (oude stijl)
De nBDK organiseert de bespreking van het Centrale Examen
De VLBV en nVTO organiseren samen de besprekingen van de
dans. Contactpersoon nBDK: Erna Slagtand, (0162) 439369,
Centrale Examens beeldende vakken.
[email protected]
Contactpersoon VLBV: Wim Majoor, (035) 5257408,
[email protected]
plaats
school/gebouw/adres
datum en tijd
utrecht
De Kargadoor
di 2 juni
Oudegracht 36
15.00-18.00 u
3511 aP utrecht
Om 18.30 uur zullen broodjes worden geserveerd. plaats
school/gebouw/adres
datum en tijd
utrecht
Dependance Hogeschool Domstad
di 9 juni
Weg der Verenigde naties 1
17.30-20.00 u
(030) 2310377
3527 KT utrecht
drama voor Vmbo, kunstvakken 2
(030) 2927777
De BDD organiseert de bespreking van het Centrale Examen
routebeschrijving: www.domstad.nl
drama. Contactpersoon BDD: Bas jacobs, (030) 2760099,
muziek voor haVo en VWo (oude stijl)
[email protected]
De VLS organiseert de besprekingen van de Centrale Examens Plaats
school/gebouw/adres
datum en tijd
muziek. Contactpersoon VLS: nicky Selen, (075) 6158637,
utrecht
faculteit Theater
wo 3 juni
[email protected]
janskerkhof 18
18.00 u
3512 BM utrecht
(met broodjes)
(030) 2312690
plaats
school/gebouw/adres
datum en tijd
utrecht
Dependance Hogeschool Domstad
di 2 juni
Weg der Verenigde naties 1
13.00-15.00 u
muziek voor Vmbo, kunstvakken 2
3527 KT utrecht
HAVO
De VLS organiseert de besprekingen van de Centrale Examens
(030) 2927777
di 2 juni
muziek. Contactpersoon VLS: nicky Selen, (075) 6158637,
routebeschrijving: www.domstad.nl
15.00-17.00 u VWO
[email protected] plaats
school/gebouw/adres
datum en tijd
utrecht
Dependance Hogeschool Domstad
di 2 juni
Weg der Verenigde naties 1
17.00-19.00 u
3527 KT utrecht (030) 2927777 routebeschrijving: www.domstad.nl
dag van de Cultuureducatie De Dag van de Cultuureducatie is dit jaar gewijd aan het speciaal onderwijs. Samen met de Vlaamse organisatie CANON Cultuurcel organiseert Cultuurnetwerk Nederland de jaarlijkse Dag van de Cultuureducatie die op maandag 15 juni aanstaande plaatsvindt in Musis Sacrum in arnhem. Lezingen, debatten, voorstellingen en praktijkvoorbeelden onderstrepen het belang van culturele activiteiten juist voor deze leerlingen. De Dag van de Cultuureducatie richt zich op educatiemedewerkers van culturele instellingen, op leerkrachten, docenten en beleidsmakers in de culturele sector. aanmelden kan op www.dagvandecultuureducatie.nl.
52