n K di uns gi to ta n le de m r ed wij ia s e
6 T i j d s ch ri ft vo o r k u n s t e n c u l t u u r i n h e t o n d e r w i j s
juni 2012
2
juni 2012
BDD Beroepsvereniging Docenten Theater en Drama Secretariaat & Administratie, Postbus 178, 8260 AD Kampen
[email protected], www.docentendrama.nl
NBDK Nederlandse Beroepsvereniging van Danskunstenaars Bureau NBDK: Postbus 222, 2290 AE Wateringen Tel. (06) 39452989/(06) 39452988
[email protected] www.nbdk.nl
VLLT Sectie Nederlands Vereniging Leraren Levende talen Binnenhof 62, 1412 LC Bussum Tel. (035) 6783254
[email protected] www.levendetalen.nl -> Talensecties -> Nederlands
VLS Vereniging Leraren Schoolmuziek
Op de IPON-beurs in maart sluit ik aan bij luisteraars in de centrale hal. Trendwachter Vincent Evers loopt, volgens de jongste etiquette, dynamisch heen en weer en spreekt het publiek op directe toon aan. Met veel bravoure en vooral uitdagend klinken zijn woorden: ‘Wie doet er al aan social media? Wie weet er wat Ning of Yammer is? Wie doet er aan Yubby of Yurls? De voorbeelden flitsen over het metershoge scherm voorbij. Als al niet door de vragen, dan wel door dit tempo voel je je 0.0. ‘En… weet u hoeveel docenten hun onderwijs digitaal ondersteunen?’ Ik bespaar u de percentages, of het geknetter in januari op Onderwijs & ICT. Zijn verhaal lijkt hout te snijden, maar een goede docent is hij niet. De ogen van de toehoorders verraden onbegrip en onzekerheid, moedeloosheid en wanhoop. Zijn verhaal dendert over de hoofden heen, sluit nauwelijks aan, vindt geen bedding. En van duurzaam effect is geen sprake. ‘Waarom zou je van de nieuwe ontwikkelingen op de hoogte moeten zijn om goed les te geven?’ vraagt iemand. Het gaat toch om de inhoud van de lessen, niet om de middelen. Ja, waarom eigenlijk?
Slaan we niet op hol?
Aan deze Kunstzone werkten de volgende vakverenigingen mee:
Secretariaat: Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo Tel. (0546) 491745
[email protected] www.vls-cmhf.nl Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
VONKC Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur Secretariaat: Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo. Tel. (0546) 491745
U had weinig van uw docent begrepen als hij in Middelnederlands het woord tot u had gericht. Dat is één: het lijkt een redelijk voordeel te hebben om de taal van je publiek te verstaan en er, daar waar zinvol, op aan te sluiten. Maar er is meer. Onderwijs is bedoeld om de jongeren voor te bereiden op het leven. Eerst met basisvaardigheden en -kennis die zich vervolgens uitbreiden in meer algemene vorming en tenslotte doorlopen in beroepseducatie. U staat niet zomaar ‘door te geven’ dat Stravinsky, Picasso,
[email protected] www.vonkc.nl Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
Colofon KUNSTZONE
REDACTIE
VERKOOP ADVERTENTIES
Tijdschrift voor kunst en
Jan van Gemert
Jan Verschaeren
cultuur in het onderwijs
Nikki de Jong
Kluppelshuizenweg 32
NUMMER 6, juni 2012
Olga de Kort-Koulikova
7608 RL Almelo
Kunstzone wordt uitgegeven
Henk Langenhuijsen
tel. (0546) 491745
door Stichting Kunstzone.
Saskia van der Linden
[email protected]
Paul Rooyackers
Abonnementen: binnenland € 49,75 buitenland € 72,50 Het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november.
HOOFD- EN EINDREDACTIE
Thea Vuik
DTP EN DRUK
Ruud van der Meer
Wil & Hans Weikamp
Drukkerij Libertas
[email protected]
Janneke van Wijk
Bunnik
Jan Verschaeren
[email protected]
www.libertas.nl
3
Inhoud Gerswin, Chaplin, Rothko en Polanski de grote kunstenaars van de 20e eeuw zijn. Dat heeft een doel. Vandaar ook het belang om het werk van 21e eeuwse mediakunstenaars te kennen. Vandaar dat het leuk en zinnig is om leerlingen te laten werken met de middelen van deze kunstenaars. Daarnaast speelt er iets anders. Onze vakken bieden een vorm van wereldoriëntatie. Op de wereld oriënteren we ons via het wereld wijde web. Wie anders dan wij leren de jeugd zich op een kritische manier te oriënteren? Maar hoe moeten wij dat doen als we ons als beroepsgroep onvoldoende vertrouwd voelen met dat medium?
Kunstonderwijs en digitale media Jongeren en social media Onzekerheid over digitale media in het onderwijs
’Kleien’ met digitale media Easyware: eenvoudige, goedkope soft- en hardware
Voor u ligt een keur aan verschillende geluiden. Laat u het hoofd niet op hol brengen, maar… via Twitter maakt een nieuwe abonnee wel kans op het boek van Nicholas Carr! Saskia van der Linden (vervangend hoofdredacteur)
STICHTING KUNSTZONE
© STICHTING
Jan Verschaeren
KUNSTZONE
Omslag:
Kluppelshuizenweg 32
Niets uit deze uitgave mag
Zie: ‘Jongeren en
7608 RL Almelo
worden verveelvuldigd
[email protected]
en/of overgenomen zonder
social media’
www.kunstzone.nl
schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN: 1570-7989
Foto: Ed Polderman
8
Mediawijsheid meten in de bibliotheek? Ontwikkeling van een raamwerk voor het meten van mediawijsheid
10
Digitale media in het kunstonderwijs Verkenning mogelijkheden van digitale media binnen kunsteducatie
12
Het nieuwe denken: Korte losse explosies De langetermijn effecten van internet voor onszelf
Tenslotte, wie - als wij het niet doen - laat kritische geluiden horen op IPON en Onderwijs & ICT, in bladen en bij andere voorlichting? Wie, als alle flitsende gebruikers vrijwel onmiddellijk verslavingsgedrag vertonen en alleen maar kritiekloos enthousiast kunnen zijn? Die kritische geluiden zijn er en zijn soms zorgwekkend. Franck Frommer schetst PowerPoint als ‘niet zo onschuldig als het lijkt’: de manier van denken verandert van meanderend, associatief en creatief naar lineair. Nicholas Carr waarschuwt dat dat prachtige internet de mensheid structurele nadelen in denken, handelen en zelfs hersenontwikkeling brengt. Tegen Frommer en Carr worden weer de voordelen van internet opgevoerd. Helaas, voordelen zijn geen argumenten die nadelen ontkrachten.
6
14
BoekTweePuntNul 125 onderwerpen met of over internet
15
Videoperformer Charles Atlas Expositie van dansvideo’s van Charles Atlas in De Hallen te Haarlem
16
Derde beatsNbits Academy Verslag van een informatiedag over een digitale muziekmethode
18
Hoobble Huiswerk raadplegen met een app
20
En verder Helpdesk arbeidsvoorwaarden voor VLS- en VONKC-leden Uitnodiging voor Algemene ledenvergadering van de VLS Gratis boek voor snelle nieuwe abonnees Hessel De starter: Annabelle Morvan Krassen Digizone Theatraal doodvriezen op de Winterparade VKAV samen met VONKC: blik terug en vooruit Over kruisbestuiving en kennisverrijking Recensies Chanson, Onder stroom en Tipboek Drums Llibertat en de beleving van vrijheid Kwaliteitsborging schoolexamens kunst beeldend Hoe mobiel zijn we? ... terugkijkend Cross-over dansgezelschap ISH Is de natuur ook deel van jou? Boeksignalementen @Web: Gelukzoekers Actief met CKV
4 4 4 4 5 9 15 21 22 24 26 28 29 30 32 34 36 38 39 42
4
juni 2012
Helpdesk arbeidsvoorwaarden voor VLS- en VONKC-leden
Uitnodiging voor de Algemene ledenvergadering van de VLS
De VONKC- en VLS-helpdesks voor belangenbehartiging en arbeidsvoorwaarden worden bemand door Remko Littooij. De spreekuren zijn geconcentreerd op een
Datum:
Maandag 18 juni 2012
Bijlagen
Tijd:
18 – 20 uur
Vanaf 8 juni kunt u via www.vls-cmhf.nl het
Plaats:
Faculteit Muziek van de
jaarverslag 2011 en de notulen van de ALV
Hogeschool voor de kunsten
18-06-2011 downloaden. Wie ook de jaarreke-
Mariaplaats 28, 3511 LL Utrecht
ning van 2011 en de begroting van 2013 wenst te
ochtend en een avond. Voor algemene en specifieke vragen kunt u op genoemde tijden bij de helpdesk terecht: Hoe zit het met mijn FPU?, Is mijn taakinvulling wel juist? Ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? Enzovoort. Handiger is om een e-mail te sturen met de uitleg van uw probleem. Zo kan de helpdesk een duidelijk antwoord formuleren dat u naar wens telefonisch of via e-mail terugontvangt.
ontvangen, kan dit kenbaar maken via Bureau Agenda
VLS, Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo of
- Opening
via
[email protected].
- Vaststellen agenda en mededelingen - Vaststellen notulen ALV 18 juni 2011
Aanmelding
- Toelichting jaarverslag 2011
Voor de aanwezigen zal er een broodmaaltijd
- Vaststellen jaarrekening 2011
zijn. Vanwege de catering en de te reserveren
- Presentatie begroting 2013
ruimte verzoeken we u ons uiterlijk 8 juni te laten
- Vaststellen lidcategorieën VLS
weten of u deze ledenvergadering wenst bij te
Het bestuur legt een vereenvoudiging voor. Arbeidsvoorwaarden VLS/VONKC
- Rondvraag en sluiting.
t.a.v. Remko Littooij
wonen. Gaarne ontvangen we uw bericht via Bureau VLS, Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo of via
[email protected].
Kluppelshuizenweg 32 7608 RL ALMELO
Leden van de VLS ontvangen geen aparte
(06) 16500695
uitnodiging voor de ledenvergadering per post.
VONKC:
[email protected] VLS:
[email protected]
Telefonische bereikbaarheid helpdesk: - maandagochtend van 9 tot 10 uur
NICHOLAS CARR
Gratis boek voor snelle nieuwe abonnees
- woensdagavond van 17 tot 19 uur De eerste vijf nieuwe abonnees die zich aanmelden via www.kunstzone.nl/lid-worden/abonneAls de helpdesk onbemand is of in gesprek,
ment-aanvragen en vervolgens een mail sturen naar
[email protected] met daarin vermeld hun
kunt u een bericht achterlaten. Dan wordt u
naam en de actiecode coF02-HE ontvangen gratis het boek Het ondiepe, Hoe onze hersenen
zo spoedig mogelijk teruggebeld.
omgaan met het internet. Zie voor meer informatie over het boek de pagina’s 6 en 7 (Jongeren en social media) en pagina 16 (Het nieuwe denken: Korte losse explosies) in deze Kunstzone.
VO 5 ‘In mijn lessen vraag ik van ze om zich heel kwetsbaar op te stellen. Ze moeten zichzelf blootgeven, zodat ik met ze kan werken.’
De Starter: Annabelle Morvan Voor het eerst voor de klas, voor het eerst in de docentenkamer, die eerste indrukken: iedereen heeft het ooit ervaren, maar weet u nog hoe het was? Redactie en samenstelling: Janneke van Wijk
Ik ben ontzettend blij dat ik een vaste baan heb bij een centrum voor de kunsten. Daar heb ik een ontzettend leuk team met nog vier andere theater- en musicaldocenten. Heel fijn, want verder werk je als freelancer heel erg alleen. Eigenlijk ben je als theaterdocent heel solistisch aan het werken. Soms is dat een beetje eenzaam. Gelukkig heb ik dan vrienden en vriendinnen van de academie die je nu ook als collega’s kunt zien en waarmee ik even kan bellen of afspreken om te spuien en te sparren. Dat is wel nodig, anders zou het wel heel alleen zijn.
Als klein meisje woonde ik samen met mijn ouders en broertje in ontwikkelingslanden. Mijn ouders werkten daar en werden om de paar jaar naar een ander land uitgezonden. Rond mijn zesde jaar woonden we op de Filippijnen, in de hoofdstad Manilla. Daar gingen we voor het eerst in mijn leven naar een voorstelling in de stadsschouwburg. Het Zwanenmeer door een of ander Russisch gezelschap. Ik geef veel les als freelancer. Dus ik zie heel veel verschillende kinderen en jongeren. Het contact met je spelers en met je leerlingen is voor mij waardevol. In mijn lessen vraag ik van ze om zich heel kwetsbaar op te stellen. Ze moeten zichzelf blootgeven, zodat ik met ze kan werken. Dat is vaak heel moeilijk voor ze, maar als het dan lukt, ben ik zo trots op ze. Echt waar, dan voelt het even alsof het je eigen kinderen zijn. Je bouwt als docent een heel intieme band op met je leerlingen. Maakt niet uit welke leeftijd. Van kleuters tot pubers tot bijna volwassenen. Een moment dat me dit jaar echt raakte, was dat ik met zelfgeschreven teksten bij mijn theaterproductiegroep aankwam. Deze spelers zijn gevorderde spelers die ik al zo’n vier jaar lesgeef en regisseer. Ik gaf ze de teksten en ze lazen het nagenoeg precies zo voor als ik het in mijn hoofd had, terwijl ik het aan het schrijven was. Waanzinnig! Ze zijn zo op elkaar en op mij ingespeeld dat ze precies konden spreken en spelen zoals ik het voor ogen had. Dat is het magisch mooie aan een groep die je al langere tijd lesgeeft. Een wat minder positief punt aan het werkende leven in dit vak, is dat het zo moeilijk is om
Daarnaast is het heel frustrerend als mensen denken dat je van alles wel gratis of voor een
CV Annabelle Geboortedatum:
22 juli 1989
Woonplaats:
Veghel en Nijmegen
Opleiding:
Academie voor Theater Tilburg
Beroep:
Docent theater, regisseur en trainingsactrice
Werkplek:
Pieter Brueghel, kunst & cultuur, Gymnasium Beekvliet, freelance werkzaamheden
Favoriete tv/film:
Wie is de mol?, Mon Fils à Moi, A Separation
Favoriete muziek:
Ludovico Einaudi
Favoriet boek:
Joe Speedboot van Tommy Wieringa
Favoriet gerecht:
Indiaas eten
Passies/hobbies:
theater, vrienden, familie, kroeg, dansen, lezen, koken, lekker eten
Onmisbaar ding:
mobiele telefoon
veel uren te kunnen maken. Zeker als freelancer. Ik doe veel verschillende opdrachten, maar die zijn allemaal twee, hooguit drie uurtjes. Als je dan een salaris wil verdienen waar je van rond kunt komen, moet je heel hard werken en er heel hard aan trekken om te zorgen dat je genoeg opdrachten hebt.
vriendenprijsje kunt doen onder het mom van ‘Ach, het is toch je hobby…’ Dat betekent natuurlijk niet dat ik mijn huur en boodschappen niet hoef te betalen. Het was ooit mijn hobby, nu is het mijn baan. Wel een hele leuke baan, maar het blijft een baan.
6
juni 2012
VO
Jongeren en social media ‘Ben ik heel erg suf als ik tegen mijn leerlingen zeg dat zij in de klas de mobiele telefoon uit moeten zetten?’ Geeske Steeneken
Volgens Trendonderzoekers zou 2011 het jaar worden van de infobatical. Jongeren zouden in 2011 wat vaker bewust offline gaan, door bijvoorbeeld wifi uit te zetten. Ook zouden ze minder gebruik gaan maken van digitale toepassingen. Nu, een jaar later, zeggen de trendonderzoekers dat 2012 het jaar wordt waarin de smartphone meer dan ooit een verlengstuk wordt van de jongeren. Internet, maar meer nog alle digitale toepassingen, geven ons in de klas ongekende mogelijkheden. Ondertussen waarschuwt Nicholas Carr in Het ondiepe, Hoe onze hersenen omgaan met internet dat het gebruik van al die digitale toepassingen ons niet slimmer maakt. Ook de Amerikaanse Sherry Turkle geeft aan dat wij door de komst van al die digitale middelen minder in staat zijn om bijvoorbeeld nieuwe contacten te leggen, zie Alone Together, Why we expect more from technology and less from each other (2011). Volgens anderen leidt de alomtegenwoordige aanwezigheid van (nieuwe) media ertoe dat we steeds minder onthouden, Maar het laatste jaar worden er ook steeds meer oproepen gedaan om Twitter te gebruiken in je les. Er is discussie over wat je nu werkelijk leert van het spelen van online games. En de vraag wordt steeds luider welke invloed social media zouden kunnen (en moeten) spelen in je onderwijs. Als je alle artikelen die verschenen zijn rondom het thema social media - jongeren - onderwijs bekijkt, dan valt op dat we het met elkaar eigenlijk niet weten. Opvallend in deze discussies is dat het vooral gaat over de middelen, de vorm (Twitter, blog, smartphone) en niet over de inhoud: Wat willen we onze kinderen wanneer en op welke manier leren? Docenten worden door veel verschillende partijen benaderd om te leren omgaan met de middelen, de tools. Het aanbod van masterclasses, studiedagen en andere meetings is enorm. Allemaal onder de noemer social media, mediawijs of een cursus ‘Hoe leer ik twitteren?’. In dit aanbod zie je weinig discussie en ondersteuning bij het daadwerkelijk gebruiken van deze tools om inhoud op een alternatieve, aansprekende manier het onderwijsproces in te krijgen: Hoe kunnen deze digitale tools mij als docent helpen de inhoud van mijn vak beter over te brengen?
In het veld van de educatieve uitgevers zien we deze worsteling ook. Educatieve uitgevers worden door scholen terecht uitgedaagd meer en meer producten digitaal aan te leveren. Het uitleveren van deze digitale leermiddelen vraagt echter van educatieve uitgevers dat ze ook een educatieve dienstverlener worden die scholen ondersteunt met goed lesmateriaal én bij het gebruik van digitale toepassingen. Bij Codename Future worden wij steeds vaker gevraagd om inzicht te geven in de wereld van jongeren en social media. Bij de laatste bijeenkomst waar ik zelf aanwezig mocht zijn, stelde een docent de volgende vraag: ‘Ben ik heel erg suf als ik tegen mijn leerlingen zeg dat zij in de klas de mobiele telefoon uit moeten zetten?’ Mijn antwoord op die vraag is: ‘Nee, niet als die telefoon geen enkele toegevoegde waarde heeft in het onderwijsproces.’ Maar als ik de vraag wat breder opvat, dan ligt dat anders. Ik zie namelijk veel mogelijkheden voor deze digitale toepassingen, juist om de inhoud beter te kunnen overdragen. Daarvoor moet de docent wel in staat worden gesteld om te kunnen variëren in zijn onderwijsproces. Een adequaat gebruik van de techniek kan hem daarbij helpen. De discussie over mediagebruik in het onderwijs zorgt voor onduidelijkheid en onrust. Zitten onze jongeren te veel achter de smartphone en de computer? Is het misschien daarom juist wel goed dat ze er in schooltijd even niets mee doen? Of loopt de school honderd jaar achter en leiden we onze jongeren onvoldoende op door ze de mogelijkheden te onthouden van de nieuwste technologieën? De waarheid ligt ergens in het midden. Volgens mij moeten we het onderwijs steeds meer gaan zien als een plek waar we leerlingen voorbereiden op hun actieve rol in de samenleving. En als we dat willen, dan moeten we natuurlijk digitale toepassingen en het gebruik van social media daarin meenemen. Het zijn vaardigheden die onmisbaar zijn voor een volwaardig functioneren in deze maatschappij. In die maatschappij maken we namelijk voortdurend gebruik van alle mogelijke toepassingen om goed te kunnen werken. Maar uiteindelijk gaat het niet om de vorm, maar gaat het om de inhoud. Uiteindelijk hebben we het over middelen, die ons kunnen helpen bij goed onderwijs, bij een goed functioneren in de maatschappij én bij het onderhouden van de sociale
contacten. Kortom, de vraag moet zijn: Hoe helpt het mij? Volgens Vier in balans van Kennisnet hebben steeds meer scholen digiborden, waardoor de eerste stap is gezet naar het gebruik van digitale middelen in de klas. Langzaam zie je ook dat er steeds meer draagvlak is voor het idee van één device (lees: apparatuur zoals laptop, iPad, smartphone) per leerling. Ook educatieve uitgevers leveren steeds meer toepassingen voor de verschillende apparaten. Toch schuilt daarin ook het gevaar van de nieuwe saaiheid. Voor een leerling is het beginnen van de les met een YouTube-filmpje leuk. Maar is het ook leuk als het elke dag in elke les terugkomt? Geeft juist de huidige technologie ons niet de mogelijkheid te variëren en materialen op maat klaar te zetten. Biedt de huidige technologie niet juist de mogelijkheid een vertaling te maken naar ‘Wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik, wat moet ik?’ En zou het onderwijs juist daar niet meer aandacht aan moeten besteden? Het gaat niet om meer sociale media in de klas, het gaat om variëren in de klas. Digitale toepassingen zoals sociale media zijn daar een onderdeel van, zoals alle toekomstige digitale mogelijkheden. Maar dat geldt nu en later ook voor een mooie klassikale les en een proefje doen in het veld.
- Sherry Turkle, Alone Together, Why we expect more from technology and less from each other (2011). - Nicholas Carr, Het ondiepe, Hoe onze hersenen omgaan met internet (2011). - Codename Future, Jongeren voorbereiden op hun actieve rol in de samenleving: www.codenamefuture.nl en twitter. com/codenamefuture.
en
Ku ns d i t on gi d e ta le r w m ij s ed ia
7
8
juni 2012
Portretten van eerstejaars studenten van Academie voor Beeldende Vorming, gemaakt door medestudenten door portretten door foto-effect-sites te halen.
‘Kleien’ met digitale media Easyware-benadering in kunst- en media-educatie Michiel Koelink
Als kunstenaar en docent houd ik me bezig met fotografie, video-installaties, interactieve software en mediacultuur in brede zin. In mijn praktijk heb ik veel ervaring opgedaan met het gebruik van eenvoudige, goedkope soft- en hardware. Ik noem deze audiovisuele middelen easyware. Ik heb gemerkt dat professionele soft- en hardware het creatieve proces soms frustreren, omdat die veel specifieke kennis en vaardigheden vereisen. Dit artikel gaat in op de voordelen van het gebruik van easyware voor kunsteducatie. In 2000 werkte ik aan de AKI in Enschede aan een afstudeerproject rond virtuele landschappen. Ik experimenteerde met de professionele software 3D Studio Max, maar vond dit vreselijk frustrerend. Ik wilde beeldend onderzoek doen en bleek in de praktijk vooral bezig een duur
en moeilijk programma te leren. Halverwege het jaar vond ik bij Praxis voor 10 gulden 3D Tuindesign Deluxe, software ontwikkeld voor leken om hun tuin te ontwerpen. Dit was ruim voldoende voor wat ik wilde. Door heel simpele software te gebruiken kon ik beeldend en inhoudelijk veel meer mijn ei kwijt. Het werken met nieuwe media is allang niet meer voorbehouden aan professionals alleen. Ook leerlingen blijken in de kunstlessen naast de traditionele media als verf en klei - te willen werken met fotografie, video, en andere digitale media (Heijnen, 2007). Volgens de meest recente Cultuurmonitor (Hoogeveen & Oomen, 2009) besteedt 63% van de scholen in het primair onderwijs en 82% van de scholen in het voortgezet onderwijs aandacht aan media-educatie. Het leeuwendeel daarvan wordt uitgevoerd binnen de kunstlessen. Helaas wordt er slechts beperkt gespecificeerd
waaruit deze media-educatie bestaat. Ensink en van den Hoek (2010) delen media-educatie in in vier aanpakken: - media als techniek (een electronisch whiteboard); - media als leermiddel (educatieve spelletjes); - media als communicatiemiddel (ELO); - media als expressiemiddel (beeldend werk). Het is onduidelijk in welke verhouding deze vier aanpakken op scholen worden aangetroffen, maar dit artikel gaat vooral over het belang van media als expressiemiddel. Media in de samenleving Media spelen een grote rol voor samenleving, individu, industrie en kunst. De samenleving organiseert zich via media en de consument wordt steeds vaker producent van media. Ons idee over onszelf, wie we zijn als individu of samenleving wordt vormgegeven via en door media. Bedrijven maken gebruik van media
Ku ns d i t on gi d e ta le r w m ij s ed ia en
9
AKI-eindexamenwerk van Michiel Koelink, in 2002 gemaakt met 3D Tuindesign Deluxe.
voor interne en externe communicatie, waardoor medewerkers steeds vaker mediaproducten moeten kunnen produceren. Kunstenaars reflecteren op maatschappelijke ontwikkelingen en gebruiken media in hun werk, als onderwerp of creatief gereedschap. Als de kunstvakken in contact willen staan met het huidige kunstklimaat moeten ze gebruik maken van digitale media als expressiemiddel. Misverstanden Uit mijn contacten met scholen maak ik op dat veel kunstdocenten het moeilijk vinden om audiovisuele media als beeldend instrument te integreren in hun lespraktijk. Ik merk dat er nog steeds allerlei misverstanden en vooroordelen zijn rond het gebruik van nieuwe media die de integratie in de kunstles belemmeren: Misverstand 1: Digitale media in de klas zijn moeilijk. Veel kunstdocenten denken dat ze ‘nerds’ moeten worden, voor ze aan de slag kunnen met nieuwe media. Vroeger was het inzetten van digitale media inderdaad moeilijk, maar dat is achterhaald. De techniek ontwikkelt zich razendsnel en wordt gebruikersvriendelijker. Het digitaal bewerken van video was 10 jaar geleden nog een ingewikkeld proces wat veel tijd vergde. Inmiddels is alles eenvoudiger en is de prijs van hard- en software enorm gedaald. Iedere computer komt met eenvoudige videobewerkingsprogramma’s die voor vrijwel alle montages afdoende zijn. Uiteraard zijn er professionele softwarepakketten die absoluut relevant zijn voor de opleidingen die opleiden voor de industrie. Maar die zijn prijzig en hebben een steile leercurve, zodat je als docent vooral als techniek-instructeur aan het werk bent.
Misverstand 2: Leerlingen weten meer over media dan ik. Ik zie de kunstdocent als een expert in beeldende processen en betekenisgeving, niet zozeer als iemand die alle technieken moet beheersen. De belangrijkste uitdaging is of leerlingen die handig zijn met nieuwe media deze ook creatief en inhoudelijk kunnen toepassen. Daarnaast zijn de niveauverschillen binnen een klas verbazend groot. Misverstand 3: Ik gebruik geen computers in mijn tekenles, want de school kan geen Apples betalen. Dit klinkt alsof het van hard- en software afhankelijk is of je beeldend interessant werk kunt maken. Producenten van professionele hard- en software investeren veel geld om ons te overtuigen dat je alleen iets moois kan maken met behulp van hun dure (en moeilijke) producten. Duizenden amateurs en kunstenaars tonen ons dagelijks dat je met relatief eenvoudige middelen spannende audiovisuele werken kunt maken. Easyware Mijn pleidooi is om nieuwe media in de kunstles op dezelfde manier te benaderen als klei en verf. Geef leerlingen ruimte om direct en expressief te werken met toegankelijke soft- en hardware. Laat ze kleien met media. Zo creëren leerlingen mediaproducten op een productieve en inhoudsvolle manier, en doen ze spelenderwijze steeds meer technische vaardigheden op. De easyware-benadering betekent dat je altijd begint met makkelijke en zo goedkoop mogelijke hard- en software. Zo kun je met je vak bezig zijn in plaats van met technische instructies en ontstaat er meer tijd om leerlingen inhoudelijk te begeleiden. Op dit moment groeit er een generatie op die permanent met
video-, foto- en audio-apparatuur op zak loopt en thuis foto’s, video en geluid kan bewerken. Willen wij deze jongeren vertellen dat ze pas relevant werk kunnen maken als ze andere, duurdere, moeilijker media bezitten en leren gebruiken? Mijn antwoord hierop is een volmondig NEE. Michiel Koelink is senior docent nieuwe media aan de Academie voor Beeldende Vorming Amsterdam, mediakunstenaar, geeft lezingen en workshops over mediakunst in het onderwijs en bedrijfsleven en is initiatiefnemer van easyware. Eind 2011 ontwikkelde hij met Karlijn Muller de site www.easyware.nu aangevuld met een Facebook-pagina en een Twitteraccount. Op de website staan korte recensies van easy software op het vlak van fotografie, video, animatie, grafisch ontwerpen, geluid en 3D en conceptontwikkeling. Naast het gereedschap zijn er verwijzingen naar lessen van MediaCultuur.net waarin digitale media ingezet worden als expressiemiddel.
- Heijnen, E. (2007). Media Connection. Lessen van kunstvakdocent en mediakunstenaars. Amsterdam: Lectoraat kunst- en cultuureducatie/ Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. - Hoogeveen, & Oomen, C. (2009). Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs: Monitor 2008-2009. Utrecht: Sardes/ Oberon. - Ensink, J. & Hoek, S. Van den (2010). Advies provinciaal stimuleringsbeleid media-educatie: Noord-Holland, deel I. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
10
juni 2012
Mediawijsheid meten in de bibliotheek? Meten is weten. En willen samenwerken kost geen geld! Janneke van Wijk
Een raamwerk opstellen voor het meten van mediawijsheid blijkt niet eenvoudig. Zeker niet omdat nu blijkt dat er nog steeds spraakverwarring bestaat over mediawijsheid. Wat is eigenlijk mediawijs en wanneer ben je het? Meten is weten, blijkt maar weer. Het wordt tijd voor echte samenwerking. Waar kan dat beter dan in de bibliotheek? Het aantal organisaties dat zich met mediawijsheid bezighoudt, is groot. Er zijn talrijke projecten ontwikkeld met als doel om de mediawijsheid van burgers te vergroten. Met betrekking tot mediawijsheid kan gesteld worden dat er op dit moment binnen het basis- en voortgezet onderwijs in Nederland geen sprake
is van wettelijk vastgelegde doelen. Wel heeft de overheid in verschillende publicaties gewezen op het belang van mediawijsheid in het onderwijs. De onderwijsinstellingen bepalen zelf of ze aspecten van mediawijsheid in concrete onderwijsprogramma’s vertalen en hoe ze dat doen. Omdat de invulling van de kerndoelen aan de scholen zelf is, heeft bijvoorbeeld Thorbecke Scholengemeenschap ervoor gekozen om van mediawijsheid een apart vak te maken. In opdracht van mediawijzer.net stelde een onderzoeksgroep een raamwerk op om mediawijsheid te meten. Het uitgebreide rapport is te lezen op mediawijzer.net. De onderzoeksgroep wil haar kennis toegankelijk maken voor anderen. Dit hebben ze onder andere gedaan door
inzichtelijk te maken wat de zwakke en sterke punten van het onderzoeksproces zijn geweest. Uit de resultaten blijkt hoe complex mediawijsheid is en dat het ontwikkelen van één meet-instrument voor alle doelgroepen en alle deelgebieden praktisch niet mogelijk is. De onderzoeksgroep heeft mediawijsheid opgevat als een verzameling van competenties die een persoon moet bezitten om mediawijs te zijn. De volgende vier competentiegroepen worden gebruikt: - Gebruik: technisch gebruik en het bedienen van media(apparatuur). - Kritisch begrip: het kritisch analyseren en evalueren van media-inhoud en het eigen mediagedrag (inclusief het zelf maken van media-inhoud en inzicht in de consequenties hiervan) en het begrijpen van de rol van
Ku ns d i t on gi d e ta le r w m ij s ed ia en media als instituut in de samenleving en het eigen leven. - Communicatie: actief, creatief en sociaal mediagebruik. - Strategie: keuzes op hoofdlijnen in het mediagebruik, begrijpen welk medium voor welke functie het meest geschikt is, zelfkennis. Een competentie wordt gedefinieerd als een combinatie van kennis, vaardigheden en mentaliteit die een individu nodig heeft voor het uitvoeren van een taak. Raamwerk voor meten van mediawijsheid De onderzoeksgroep ziet het raamwerk als ontwikkelstuk en nodigt partijen uit om het meten verder te ontwikkelen. Hiervoor geeft ze ook een aantal aanbevelingen: Bij de ontwikkeling van een gevalideerde en betrouwbare testset voor het meten van een deelaspect van mediawijsheid onder een specifieke doelgroep zijn de volgende punten van cruciaal belang: - Kennis van de doelgroep ten opzichte van hun mediagedrag en -gebruik. - Heldere definiëring van het deelaspect van mediawijsheid dat centraal staat in de testset (niet alleen met betrekking tot de functie en inhoud van de gekozen media, maar ook met betrekking tot de benodigde kennis, vaardigheden en attitude). - Diversiteit in meetmethodes om zowel kennis en vaardigheden als mentaliteit te meten. - Realistische hypothese gekoppeld aan doelgroep, deelaspect van mediawijsheid en meetmethode. - Het raamwerk gebruiken als hulpmiddel om te kunnen structuren. welke aspecten van mediawijsheid worden gemeten. (Bron: Meten van mediawijsheid) In opdracht van mediawijzer.net verscheen de notitie Helderheid over mediawijsheid. Hierin staat: ‘De ontwikkelingen in de mediasamenleving gaan zo snel, dat het model allicht niet ‘tijdloos’ zal blijken te zijn, ondanks de claim van die strekking door de projectgroep. Dat is het bijzondere van werken in de mediawijsheidsector. We hebben er geen idee van hoe de mediasamenleving er over dertig jaar uitziet. Zelfs over vijf jaar kan die al sterk veranderd zijn. Mediawijsheid ziet er dan misschien ook anders uit. En de noodzakelijke mediawijsheidcompetenties in dat geval ook.’ De projectgroep heeft volgens mij niet geclaimd dat het model tijdloos is. Maar de noodzaak wordt juist onderstreept om het complexe mediawijsheidveld in kaart te brengen en nader te onderzoeken. De hoop wordt uitgesproken dat het raamwerk gebruikt zal worden
om in vervolgonderzoeken deelaspecten af te bakenen waardoor onderzoeken naar aspecten van mediawijsheid ook beter met elkaar vergeleken kunnen worden. Bibliotheek als huis voor mediawijsheid? Nadeel van alles in delen opknippen is dat er geen integratie plaats vindt. Daardoor is het moeilijk om een helicopterview over mediawijsheid te creëren. De een is bezig met cursussen en de ander met vragenlijstjes. Belangrijk is dus dat er verschillende meetinstrumenten moeten worden ontwikkeld en op een hoger niveau bij elkaar gebracht worden. Je kunt vragenlijsten combineren met harde cijfers waardoor je kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksgegevens kunt combineren. Je kunt competenties meten voor en na een mediawijsheidscursus. Door alle belanghebbenden te laten samenwerken ben je in staat om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen op mediawijsheidgebied en kun je ervaringen uit de praktijk gebruiken ter ondersteuning van beleidsbepalende studies. Op deze manier kun je praktijk en beleid bij elkaar brengen. De bibliotheken zijn geoutilleerd om dit soort initiatieven te combineren, zodat er een levend platform komt waar we inzicht krijgen in de voortgang van de groei van mediawijsheid. SIOB (Sector Instituut Openbare Bibliotheken) biedt met het project De Bibliotheek op School een centraal georganiseerd, een educatief, samenhangend aanbod voor scholen. Zij zouden een instrument kunnen ontwikkelen om scholen te ondersteunen bij het meten van mediawijsheid bij hun leerlingen. De relatie tussen genoemde competentieclusters kan zo ook verder onderzocht worden. Dit sluit ook aan bij de trend van Learning Analytics. De bibliotheek is bezig met een meetinstrument om verrichtingen en prestaties van leerlingen op het gebied van lees- en informatievaardigheid door de jaren heen te kunnen volgen. Ook de Cito-scores worden in het systeem opgeslagen. Als je dit combineert met ervaringen van docenten en leerlingen wordt het een kwaliteitsinstrument. Volgens Unesco zijn regeringen verplicht om alle burgers vrije toegang te geven tot informatie en cultuur. Juist omdat er zoveel belanghebbenden zijn, is de bibliotheek de aangewezen plek.
Krassen
11
“To be a teacher is my greatest work of art.” (naar citaat van Yoseph Beuys)
Googlemaps of TomTom kent overal de weg, waardoor ik altijd met een zekere tred op mijn doel kan aflopen. In de auto raak ik licht in paniek als de batterij van mijn smartphone op is, totdat mijn partner me erop wijst dat het ook ‘old school’ kan met een kaart. Bewust verdwalen doe ik zelden meer. Toch blijft een opmerking van Clementine Deliss (initiator Future Academy in onder ander London, Dakar, Delhi, Tokio, 2002-2008) me steeds als een stemmetje waarschuwen: ‘Probeer kunststudenten te laten nadenken over iets waarop jij het antwoord niet weet, alsof je samen in een bos bent en naar de uitweg zoekt.’ In deze korte opmerking combineert ze de gedachtegang van twee hedendaagse filosofen. Jacques Rancière (De onwetende meester, 1991) beschrijft de vernieuwende ideeën van een negentiende eeuwse docent Franse literatuur. Deze docent kon twee Vlaamse studenten geen klassieke les geven, ze spraken helemaal geen Frans. Door hen te begeleiden met een Vlaams-Franstalig boek leerden ze zelf de taal. Rancière omschrijft een meester die zelf onwetend is, ondersteunt en het denken verruimt. Het verdwalen is een volgens Rebecca Solnit (A Field Guide to Getting Lost, 2006) een metafoor voor deze didactische methodiek. De ‘gids’ is een ode aan het verdwalen, zowel jezelf verliezen als ultiem aanwezig zijn. De aanleiding was een vraag van een student: ‘Hoe ga je op zoek naar iets waarvan de natuur ervan jou totaal onbekend is?’ De opmerking van Clementine Deliss geeft letterlijk antwoord op deze vraag. Dat pleit voor het ontwikkelen van een app voor verdwalen in een artistiek onderzoek. Of beter nog voor het ontbreken van een TomTom voor procesmatig werken. Bij de volgende lesbrief kan verdwalen als activerende didactische werkvorm worden genoteerd. Met dank aan deze gidsen.
Mirjam van Tilburg is onderwijsmanager opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving bij Willem de Kooning Academie Rotterdam.
12
juni 2012
hbo
Digitale media Meer dan gadgets Levien Nordeman
Er zijn veel nieuwe mogelijkheden om het kunstonderwijs te verrijken met digitale media. Maar soms is het moeilijk door al Kunstlab
het aanbod van websites, apps, tools en gadgets te zien wat echt waardevol is. Een manier, of de beste oplossing, bestaat niet. Naast het experimenteren met digitale media in de klas is vorming van visie noodzakelijk.
ArtScan - Vragen en opdrachten
Proefkunst Onderbouw VMBO
Strategieën Vaak hebben we - bewust of onbewust - een aantal strategieën ontwikkeld om ons te verhouden tot digitale media. Strategie 1 is de gadget-afvink-strategie. Digitale media worden geïsoleerd, teruggebracht tot een applicatie als Twitter of YouTube of een veelvoorkomende interactie, bijvoorbeeld informatie zoeken op Google of een plaatje maken in een beeldbewerkingsprogramma als Photoshop. Het probleem van deze benadering wordt al snel zichtbaar als een nieuwe gadget zich aandient. De formulering wordt dan: ‘Wat doen we met Facebook?’ of: ‘Moet ik iets met Twitter?’. Echter, een simpel ja of nee blijkt vaak niet voldoende, omdat context en samenhang ontbreken. Strategie 2 is de abstracte-uitzoom-strategie. Hierbij worden media vaak voorgesteld als groot en onsamenhangend. Een dergelijke definiëring maakt implementatie in het onderwijs lastig: te abstract om in te zetten, maar vaak wel breed genoeg gedefinieerd om allerlei bezwaren tegen te uiten. Het netto resultaat: media blijven abstract en onhandelbaar. Beide strategieën zijn niet goed of fout: het belangrijkste is dat ze op lange termijn niet werken. Op de Willem de Kooning Academie kiezen we in onze benadering van digitale media voor een derde strategie waarbij we steeds kijken naar de wisselwerking tussen het grote plaatje (wat zijn de eigenschappen van (digitale) media?
Ku ns d i t on gi d e ta le r w m ij s ed ia en
in het kunstonderwijs
13
afvinken
Hoe hebben media zich ontwikkeld in de geschiedenis?) en op zoek gaan naar concrete toepassingen in de praktijk van binnen- en buitenschoolse kunsteducatie (bijvoorbeeld: een lessenserie over identiteit en Facebook, Augmented Reality en architectuur). Media als omgeving, leermiddel en expressiemedium Juist bij het gebruik van digitale media in het kunstonderwijs komen veel aspecten samen. Dit kan soms verwarrend zijn. Voor het ontwikkelen van onderwijs hanteren wij daarom drie ‘lenzen’ om naar zowel oude als nieuwe digitale media te kijken. Allereerst zien we digitale media als omgeving of cultuur. De opkomst van media-technologie is in de eerste plaats een culturele omwenteling. In de afgelopen vijftien jaar hebben met name digitale media een ingrijpende invloed gehad op de manier waarop we communiceren, cultuur maken, ideeën ontwikkelen en samenwerken. Dat is mooi zichtbaar op websites als The New Aesthetic (www.new-aesthetic.tumblr.com) of TED (www.ted.com). Kunst en cultuur veranderen, nieuwe begrippen als gamification en storytelling worden geïntroduceerd, net als nieuwe verwachtingen over onze vaardigheden en kennis om met digitale media om te gaan, samengevat in een begrip als mediawijsheid (Raad voor Cultuur, 2005). Daarnaast is ook de lens van media als leermiddel belangrijk: Hoe kun je digitale media concreet inzetten ter ondersteuning en verrijking van je educatiepraktijk? Denk hierbij aan wiki’s, weblogs, ELO’s, smartboard, YouTube, Google Images of Pinterest. Bij elke tool is de vraag: Welke didactische aanpak ondersteunt de inzet van digitale media als leermiddel? Hoe verrijkt en ondersteunt het mijn aanpak als docent? Maar media kunnen niet alleen ingezet worden als instrument ter ondersteuning van de onderwijspraktijk, maar ook als zelfstandig expressiemiddel. Denk hierbij aan digitale fotografie, video, beeldbewerking, muziek en websites. Hier komen vragen over auteursrecht aan de orde, concept, en het zoeken, creëren en publiceren van beelden. Digitaal Educatief Product Digitale media bieden zowel als omgeving, leermiddel en expressiemedium inspirerende uitdagingen. Op de docentenopleiding Beeldende Kunst en Vormgeving aan de Willem
de Kooning Academie wordt daarom ook specifiek aandacht aan digitale media gegeven. Gedurende het eerste deel van de opleiding verdiepen studenten zich in onder andere beeld- en videobewerking en het ontwikkelen van een webplatform. In het afstudeerjaar staat naast een stage en een beeldproject het Digitaal Educatief Project (DEP) centraal. Het product - heel breed: een website, lessenserie, smartphone app - kan een aanvulling, verdieping of juist een verwerping van het bestaande onderwijsprogramma zijn. Steeds staat daarbij centraal: Wat wordt er geleerd? Hoe vertaal je de inhoud naar de doelgroep? En is het product gebruiksvriendelijk en inzetbaar voor de doelgroep? In het DEP komen didactiek, techniek, vormgeving en creativiteit samen. Digitale media in de master kunsteducatie In de master kunsteducatie, onderdeel van het Piet Zwart Instituut, spelen digitale media ook een grote rol. Als masterstudent ontwikkel je een eigen visie op digitale media in de praktijk van de kunsteducatie. Gedurende een semester verdiepen de studenten zich in actuele vragen rondom digitale media in het kunstonderwijs. Gastdocenten uit het veld van onderwijs, kunst, cultuur en media geven inzicht in thema’s uit de praktijk. De studenten starten met mediatheorie: wat zijn verschillen tussen oude en nieuwe media? Welke kerneigenschappen hebben digitale media (analoog, digitaal, virtueel, reëel). Daarnaast bespreken studenten ook bredere, techniekfilosofische vragen als: Bepaalt technologie ons, of bepalen wij hoe technologie zich ontwikkelt? Wat is de verhouding eigenlijk tussen mens en technologie? Wie mag zich de baas noemen? Welke verlangens en angsten van een betere (of slechtere) wereld projecteerden we op ooit nieuwe media als film, radio en televisie? Bij onderwerpen als media-educatie en mediawijsheid kijken we ook naar onze vaak impliciete vooronderstellingen over generaties (Generatie Einstein, WiFi-generatie) en hun vaardigheden en kennis om met digitale media om te gaan. Daarnaast besteden we aandacht aan de rol van didactiek in het verbeteren van onderwijs, mobile learning en sociale netwerken. Voorbeelden zijn: Hoe kan ik beleid ontwikkelen over de inzet van sociale netwerken op mijn school? Hoe kan makkelijk toegankelijke technologie (broekzaktechnologie) worden ingezet?
Zelf beginnen Er zijn volop mogelijkheden voor digitale media binnen de kunsteducatie. Belangrijker dan kennis van de technologie is een open houding. Het belangrijkste is een open houding naar nieuwe mogelijkheden. Een paar tips: 1. Experimenteer. Digitale media - zowel als leermiddel en als expressiemiddel - kennen vele manieren om ingezet te worden. Wat voor jou het beste werkt, hangt af van het doel en de omgeving waarin je zit. Er is geen uitgeschreven recept, je zult dus moeten experimenteren. 2. #Fail. Falen mag. Verwacht het niet in een keer goed te doen. Dat verwachten de leerlingen ook niet van je. Probeer uit, test en evalueer. 3. Neem de tijd. Google heeft als regel dat werknemers twintig procent van hun werktijd kunnen gebruiken om aan de slag te gaan met een project dat ze zelf interessant vinden. Juist deze vrijheid biedt ruimte voor innovatie. 4. Ontwikkel een visie. Digitale media zijn een onderdeel van onze cultuur. Welke waarden vind je belangrijk? Ontwikkeling, expressie, creativiteit? Hoe kunnen digitale media hieraan bijdragen? Door een visie te ontwikkelen voorkom je de gadget-afvink-strategie. Bespreek deze ideeën met collega’s en zet ze op papier. Een heldere visie geeft rust en overzicht. Een voorbeeld: Binnen de docentenopleiding nemen we de in dit artikel beschreven lenzen als uitgangspunt voor de ontwikkeling van het nieuwe curriculum. Tegelijk zorgen wij ervoor dat deze visie een concrete vertaling krijgt in de opdrachten die studenten aan de hand van digitale media doen. Deze opdrachten moeten concreet, toepasbaar en uitvoerbaar zijn. Digitale media: visie-vormen en experimenteren. Levien Nordeman is docent/onderzoeker mediatheorie aan de Willem de Kooning Academie. Hij is betrokken bij de curriculumontwikkeling van de docentenopleiding Beeldende Kunst & Vormgeving en geeft digitale didactiek aan de Master Kunsteducatie.
14
juni 2012
recensies Het nieuwe denken: Korte losse explosies NICHOLAS CARR
Hoe onze hersenen omgaan met internet Janneke van Wijk
Het ondiepe. Hoe onze hersenen omgaan
‘De kalme, doelgerichte niet afgeleide lineaire geest maakt plaats voor een nieuw soort denken dat informatie tot zich neemt en distribueert in korte, losse explosies die elkaar vaak overlappen - hoe sneller hoe beter.’ (Nicholas Carr) Voor mij ligt een stapeltje recensie-exemplaren. Bovenop het boek van Nicolas Carr met voorin de opdracht van de schrijver: ‘Voor mijn moeder en ter nagedachtenis aan mijn vader.’ Jeugd en familie, het blijft toch iets dat ons bindt. Ik ga door met het afronden van een artikel en lees daarvoor een onderzoeksverslag en een aanvullende notitie. Tegelijk werk ik aan een ander document waarin…, piep, oh een berichtje. Wacht, even reageren op een whatsapp-bericht van m’n collega over een driecamera-registratie die we morgenavond op een bluesfestival gaan maken. Ik wou dus zeggen: Tegelijkertijd werk ik aan een artikel op basis van vijf interviews die zich afwisselend via de mail en de telefoon hebben voltrokken. Piep, o nu sms’t mijn dochter vanaf school: ‘Wil je m’n schoolverslag even naar mijn gmailaccount sturen?’ Even later: ‘Je hebt er geen doc van gemaakt, maar in pages laten staan. Nu kan ik ‘m op school niet openen.’ Even later krijg ik een sms van m’n andere dochter dat haar kinderrechtenfilmpje op school niet geopend kan worden. Even snel op mijn YouTube-kanaal zetten dan maar. Via Twitter krijg ik een dm van een uitgeverij dat een recensie-exemplaar onderweg is. Een mail tussendoor van een medebandlid of ik wel al kaartjes voor Tom Petty and the
Heartbreakers heb besteld. Ja leuk, ik ga naar ticketmaster.nl om de kaartjes te bestellen en luister via Spotify naar oude en nieuwe nummers van Tom Petty. Waar was ik nou mee bezig? En ondertussen bedenk ik me dat ik nog een bespreking moet schrijven over bovenstaand boek. Het boek lees ik uiteindelijk in de trein en ik bedenk me hoe ik dit slim kan aanpakken, even diagonaal op hoofdlijnen doorlezen, zodat het niet opvalt dat ik het boek niet netjes van voor naar achteren, lineair dus, heb gelezen. De computer: onze knecht en onze meester En dan lees ik het volgende: ‘Ook ik voel het. De laatste paar jaren heb ik het onprettige gevoel dat iemand, of iets, aan mijn hersenen zit te prutsen, bezig is met het opnieuw inrichten van mijn zenuwstelsel en het herprogrammeren van mijn geheugen. Voor zover ik weet, verlaat mijn verstand me niet, maar het verandert wel. Ik denk niet meer op de manier waarop ik vroeger dacht.’ Vanaf dat moment word ik in het verhaal van Nicolas Carr gezogen. Hij beschrijft herinneringen uit zijn jeugd, bespreekt recente bevindingen over ons neurologische systeem, beschrijft het proces van intellectuele volwassenwording, de geschiedenis van het boek en Google als moederkerk van het internet. Hij citeert een journalist die het online lezen van korte, aan elkaar gerelateerde fragmenten een efficiëntere manier noemt om zijn kennis te vergroten dan via een boek. Niet iedereen vindt zich in de superioriteit van dit netwerkdenken, omdat ze het afmeten aan ons oude lineair denkproces. Een docent: ‘Het lukt me niet om mijn studenten nog hele boeken te
met internet (The shallows. What the internet is doing to our brains) Nicolas Carr Maven Publishing, Amsterdam 2011 327 pagina’s ISBN 978 94 9057 413 0 Prijs: € 20,--
laten lezen.’ Hoe heeft Carr dit boek kunnen schrijven? Behalve dat hij zijn social media aan banden legde, schroefde hij het gebruik van e-mail drastisch terug. Hij veranderde de instellingen, zodat er om het uur werd gecheckt of er nieuwe berichten waren in plaats van om de minuut. Toen dat nog teveel afleidde, schakelde hij het e-mailprogramma voor het grootste gedeelte uit. Carr eindigt met: ‘Naarmate we vertrouwen op computers als middel om de wereld te begrijpen, vervlakt onze eigen intelligentie tot een kunstmatige.’ Stof tot nadenken dus, al was het maar in een korte losse explosie.
Ku ns d i t on gi d e ta le r w m ij s ed ia en
15
BoekTwee PuntNul Janneke van Wijk
Boektweepuntnul. Over Web 2.0, Social
BoekTweePuntNul is een cross-mediale publicatie op basis van co-creatie onder Creative Commons. Het boek bevat 125 onderwerpen waarbij internet gebruikt wordt of de bron is. De tools wijzen voor zich, maar het is mogelijk om via de website nascholing te vragen. De tip die wordt meegegeven is: Leer van je leerlingen! Bij het boek hoort de site www.boektweepuntnul.nl. Onder de tab Onderwerpen verschijnen op alfabetische volgorde de onderwerpen uit het boek aangevuld met nieuwe onderwerpen die binnenkomen. Ik klik op Flixlab, een tool om samen films te maken. Helaas gaat de tool er op 6 april uit. En inderdaad als ik dit na 6 april check, blijkt de website niet te bestaan. Het heet niet voor niks WebTweePuntNul. Dus heb dit even gemeld via het reageerformulier op de website. Als deze recensie verschijnt, is de link wellicht verwijderd. De onderwijseditie van BoekTweePuntNul onderscheidt zich door de aanvullende tips voor het onderwijs. Naast de bespreking van de tools zijn er in de onderwijseditie een aantal extra hoofdstukken van onder andere Erno Mijland over nieuwe denkvaardigheden en van Wilfried Rubens over de didactiek van social media in de lespraktijk. Als je niks van mediatools weet, is het handig eerst deze visies te lezen. Erno Mijland benadrukt het belang van het aanleren van een onderzoekende houding en kritisch en creatief kunnen denken. Wilfried Rubens pleit voor er voor te focussen op een aantal toepassingen.
De webtools worden voornamelijk beschreven en er is geen reflectie over wat nou echt de toegevoegde waarde is. Die zul je zelf in de praktijk moeten ervaren, net zoals de overlappingen in de tools. Veel van de beschreven tools zijn namelijk veel van hetzelfde, bijvoorbeeld bookmarktools. Als je voor je lunch een hamkaas croissantje hebt gekozen, hoef je meestal niet ook nog een ham-kaas vlinder of een bladerdeegfantasie met kaas en ham te nemen. Als je niet echt bekend bent met mediatools, is deze overlap misschien niet altijd makkelijk te zien. In het boek zit geen inhoudsopgave, maar die is via de website te downloaden. Tools en social media hoeven niet gebruikt te worden alleen om de reden dat ze er zijn en ‘niet te weg te denken zijn’. Het boek is bedoeld als inspiratiebron voor de onderwijspraktijk. Ideaal is dat alles op een rijtje is gezet. Wel zelf blijven nadenken waarom en hoe je het wilt inzetten. En vertrouw daarbij vooral op je eigen expertise en vul dit aan met de expertise van anderen.
Media en Webtools Louis Hilgers en Tessa van Zadelhoff + 123 co-auteurs Educos i.s.m. Van Buurt Boek, Leiden 2011 240 pagina’s ISBN 978 90 5906 284 9 (reguliere editie) ISBN 978 90 5906 285 6 (onderwijseditie) Prijs: € 24,95
16
juni 2012
Videoperformer Charles Atlas Verrassende dansexpositie in De Hallen te Haarlem Paul Rooyackers
De fotograaf/filmer Charles Atlas begon zijn filmwerk begin jaren zeventig met het verfilmen van een fladderende duif. Beweging vastleggen is film, en een duif filmen lijkt me niet zo’n moeilijke klus. Maar dans vastleggen is misschien wel het moeilijkste voor een filmer, want dan moet je ook nog verstand hebben van dans.
Foto’s: Charles Atlas
Vele filmers hebben geprobeerd dans vast te leggen, bijvoorbeeld voor televisie. Meestal valt het dan enorm tegen waar je naar zit te kijken. Dans moet je eigenlijk live zien, vinden dansers. Videoperformer Atlas krijgt het echter in deze tentoonstelling voor elkaar om dans aantrekkelijk te maken voor een groot publiek. Via een aantal installaties lijkt de teller steeds te verspringen en start er weer een filmpje, achter je, naast je, voor je. De Hallen, een mooi oud gebouw, tegenwoordig een museum voor moderne kunst midden op de Grote Markt in
Haarlem, heeft al eerder werk aangekocht van deze videoperformer en ook deze keuze verrast volledig. Atlas ging vele jaren om met een van de grondleggers van de moderne dans: Merce Cunningham. Atlas is zelf geen danser, geen
en
Ku ns d i t on gi d e ta le r w m ij s ed ia
17
Concept syllabi 2013 De conceptsyllabus beeldende vakken VWO 2013 met als onderwerp Engagement is te downloaden via www.cve.nl/item/conceptsyllabi_2013_nader. Via bovenstaande link zijn ook de conceptsyllabus Kunst Algemeen VWO 2013 en de conceptsyllabus Kunst Algemeen HAVO 2013 te downloaden. choreograaf, maar zijn werk geeft de toeschouwer het gevoel dat hij mede deel uitmaakt van een grote estafette-choreografie. Atlas bedacht de term media dance toen hij werkte met Cunningham: choreografieën, specifiek gemaakt voor video. De camera is een deel van de dans, van de choreografie, en vertelt de dans die niet te zien is in het theater. Met de camera kun je meer zien dan wanneer je frontaal in het theater naar dans zit te kijken. Er zijn talloze gezichtspunten, en je waant je als rondlopende bezoeker langs de video’s in een dansend landschap, terwijl je dezelfde dans steeds anders beleeft. Cunningham kun je zo opnieuw beleven. Kortom, zien deze dans-tentoonstelling! Het kan nog een paar dagen: t/m 3 juni a.s. Zie www.dehallen.nl.
Beschouwingsmodel De bijlage bij de conceptsyllabus Kunst Algemeen bevat een nadere toelichting op eindterm 1 uit het domein A van Kunst (algemeen): De kandidaat kan de belangrijkste termen en begrippen hanteren uit de kunstdisciplines beeldende vormgeving, dans, drama en muziek die voorwaardelijk zijn voor een adequate receptie en reflectie, en noodzakelijk voor begrip van verbanden tussen kunst en cultuur. In het werkveld blijkt behoefte te zijn aan een nadere explicitering van termen en begrippen uit het beschouwingsapparaat van de verschillende kunstdisciplines. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling een volledig uitgewerkt beschouwingsmodel voor de verschillende kunsten te presenteren. Het College voor Examens stelt zich met deze bijlage ten doel een aanzet te bieden tot verheldering van begrippen uit de verschillende disciplines. Het beschouwingsniveau dat hierbij gehanteerd wordt, gaat niet verder dan voor Kunst (algemeen) nodig is. Verdergaande disciplinebeschouwing komt in de schoolexamens van de verschillende disciplines aan de orde. De tekst van deze bijlage kan in de toekomst aangevuld en verbeterd worden. Het betreft niet een uitbreiding van lesstof, noch een nieuw examenprogramma. Het is een handreiking voor leraren van de vier disciplines van het vak Kunst (algemeen) om de begrippen die in het centraal examen gehanteerd zouden kunnen worden op dezelfde wijze te interpreteren en te hanteren bij de correctie. Een ELO gebaseerd op de conceptsyllabus Engagement is als gast te bekijken op http://moodle.digischool.nl/course/view.php?id=57. Na het volgen van een workshop op 6 oktober 2012 is men als docent in staat om een eigen ELO te beheren en aan te bieden aan leerlingen.
18
juni 2012
VO
Derde beatsNbits Academy
Ellen Verhagen
Foto’s: Merei Sandbrink
Klaas de Leeuw geeft uitleg over de beatsNbits-methode.
BeatsNbits (bNb) is een interactieve onderwijsmethode voor het muziekonderwijs in het voortgezet onderwijs waarin nieuwe kennis en internettechnologie (e-Learning) wordt toegepast. Kunstzone volgt de ontwikkelingen binnen deze methode en bezocht de derde beatsNbits Academy dag op 21 januari jongstleden om nieuws te verzamelen over deze muzieklesmethode. Docenten vanuit heel Nederland troffen elkaar in ArtEZ Conservatorium te Arnhem. Na een korte introductie over de beatsNbits Academy dag door Ab Sandbrink geeft hij het woord aan Ella Hueting, locatiedirecteur van ArtEZ Conservatorium - Arnhem. Zij vertelt in haar inleiding onder andere over de rol van het muziekonderwijs voor de maatschappij en over de resultaten van neurologische onderzoeken waaruit blijkt dat muziek belangrijk is voor sociaal-emotionele, en daarmee ook de intellectuele, ontwikkeling van kinderen. De bNbmethode kan nieuwe mogelijkheden bieden aan het muziekonderwijs van deze tijd. Verwachtingen van aanwezigen Docenten die nog niet met bNb werken zijn nieuwsgierig naar de presentaties en de ervaringen van docenten die al wel met bNb werken. Zich oriënterende docenten vragen zich af of bNb wel financieel haalbaar is en of je iets met ICT moet hebben om het toe te passen in het onderwijs. Ze willen meer weten over de praktische toepassing van bNb: Hoe ziet de achterkant van het programma eruit? Waar gaat de
Muzikaal intermezzo van studenten van ArtEZ Conservatorium.
leerling mee aan de slag? Hoe houdt de leraar zicht op en registreert hij/zij de resultaten? Interviews met muziekdocenten De docent van het Stedelijk Gymnasium te Leiden gebruikt nog geen bNb. ‘Ik hanteer in mijn lessen het methodische denken waar ik in mijn opleiding ook mee werkte. Bij een boek heb je materiaal en daarmee kun je doen wat je wilt. Je bepaalt zelf hoe je de methode toepast in het onderwijs. In feite maakt het volgens mij niet uit welke methode je kiest, maar wel hoe je het gebruikt in de klas in de interactie met je leerlingen.’ Zijn verwachting van de dag: ‘Vooral inspiratie. Nog weer een andere manier ontdekken om muziekonderwijs te geven. Om je beter te kunnen inleven in wat er nog meer mogelijk is aan muziekonderwijs en om te kijken wat ik er op de lange termijn van kan gebruiken en kan integreren in mijn muzieklessen ten gunste van de leerling.’ De docent van het Mendelcollege te Haarlem heeft geen ervaring met bNb en komt zich oriënteren. Hij heeft wel het idee dat je niet meer om e-Learning heen kunt, maar vraagt zich wel af of het financieel haalbaar is. ‘En wat als je niet goed met computers bent?’ Het LVO Weert heeft een half jaar ervaring met bNb. Zij ervaren dat de bNb-methode de zelfstandigheid van de leerlingen in de les stimuleert, maar ook thuis en dat het lesmateriaal op het niveau van de leerling afgestemd kan worden. CSG Het Noordik te Almelo gebruikt de bNblesmethode al een aantal jaren. ‘Met de bNbmethode geef je klassikaal les, maar kun je toch het niveau individueel afstemmen.
Voordeel is dat ook auditief ingestelde leerlingen met de methode kunnen werken: de voorbeelden kunnen ze beluisteren, zien en horen.’ Verwachting van de dag: ‘Vooral netwerken. Bijpraten met collega’s en met de initiatiefnemers van de bNb-methode.’ Nieuwtjes van het bNb-team Ab Sandbrink: ‘De methode wordt uitgebreid met materiaal voor de bovenbouw van het VO. In 2012 zijn er pilots op een aantal scholen en in 2013 is het volledige lesmateriaal beschikbaar. Aan de achterkant van het programma krijgt de leraar meer zicht op het studieverloop van de leerling. Uiteindelijk zijn de resultaten eenvoudig te genereren en te combineren.’ Leon Vliegen: ‘Je ziet een duidelijke ontwikkeling van de houding van de docenten ten opzichte van bNb. Het nieuwe is dat de eerste drempel nu is genomen door de muziekdocenten die nog niet werken met bNb, omdat de methode meer bekendheid krijgt. De scholen die bNb gebruiken merken dat het onderwijs erdoor versterkt wordt. e-Learning is in het muziekonderwijs niet meer weg te denken en kan gebruikt worden om het vak muziek nog beter uit te oefenen. bNb biedt de mogelijkheid het muziekonderwijs in het middelbaar onderwijs op een nog hoger niveau te brengen.’ Lezing In zijn lezing Hoe beleeft de mens het luisteren naar muziek? reflecteert keynote speaker Evert Bisschop Boele van het Prins Claus Conservatorium te Groningen over de vragen: Is muziek kunst? Wat betekent muziek voor de mensen? Hoe praten mensen over muziekonderwijs?
Ku ns d i t on gi d e ta le r w m ij s ed ia en Didactische routing Op een interactieve wijze bespreekt Leon Vliegen met de docenten die bNb al gebruiken een aantal stellingen en worden de ervaringen met bNb gedeeld. Aansluitend gaat Leon in op de vernieuwingen in de methode voor de bovenbouw, waarin het ook mogelijk is persoonlijke feedback te geven. Een praktijkportfolio, een kennisbank (waar allerlei informatie op het gebied van muziek is te downloaden), examenvoorbereiding, communiceren (onderling en met de leerkracht) en een zoekfunctie vullen deze methode aan. De luisteraars reageren positief: ‘Het biedt de leerlingen de structuur die ze nodig hebben.’
Percussionist Ponda O’Brien tijdens de djembé- workshop.
Welke muzikale ervaringen hebben mensen? Volgens zijn promotie-onderzoek Muzikale functies in het leven van alledag aan de Georg August Universität te Göttingen is muziek niet per definitie kunst. De opvatting Muziek is kunst kan zelfs beperkend werken in het onderwijs. In de praktijk blijkt dat mensen namelijk onbewust meer met muziek hebben dan ze denken. Introductie beatsNbits Het is interessant te horen hoe de leerlingen zowel auditief, visueel als fysiek in de methode aan het werk kunnen door de toepassing van e-Learning. Klaas de Leeuw demonstreert hoe de leerling bijvoorbeeld een drieklank of ritme hoort, zelf kan spelen aan de hand van een partituur en in een filmpje kan zien hoe het gespeeld wordt. Er wordt ook rekening gehouden met de ethische kant in het onderwijs: de docent kan uiteindelijk zelf bepalen welke liedjes wel of niet voor de leerlingen zichtbaar zijn. Zowel in de onderbouw als de bovenbouw komt ook klassieke muziek aan bod. Veel docenten vragen zich vooral af of het wel te financieren is en niet teveel tijd kost. De praktijk wijst uit dat de methode na een aantal weken investeren in het eigen maken van de methode, uiteindelijk tijd oplevert. De methode is meer dan andere lesmethodes gericht op het ontwikkelen van het luisteren. Door gebruik te maken van e-Learning zijn de leerlingen ook thuis in staat meer te luisteren en de stof wordt ook op de individuele leerling afgestemd.
Wat leverde BeatsNbits Academy op? Het Stedelijk Gymnasium te Leiden: ‘Ik geloof wel dat de bNb-methode goed kan werken en voor docenten veel tijd uit handen kan nemen. Ik verwacht niet dat leerlingen er thuis mee aan de slag gaan vanwege de methode, maar meer vanuit de kracht van het enthousiasme van de leraar. Ik denk dat als je investeert in de manier waarop bNb werkt, het tijdwinst kan opleveren die je kunt besteden aan leukere dingen voor de leerlingen dan aan nakijkwerk.’ Het CSG Het Noordik te Almelo is blij met de uitbreiding naar de bovenbouw. De componeerlijn vanaf klas 1 is een mooie aanvulling. ‘De uitgever van bNb stelt zich kwetsbaar op en neemt feedback van leraar meteen mee in de ontwikkeling van de methode. De technische ondersteuning is subliem.’ Het Mendelcollege te Haarlem: ‘Ik ben er toch achtergekomen dat het financieel wel meevalt. Of je nu elke vijf jaar een nieuw boek moet aanschaffen dat tussentijds veroudert, of dat je één keer de investering doet in e-Learning dat ook nog up-to-date blijft.’ Aan de slag Als afsluiting van de dag laat docent West Afrikaanse en Afro-Surinaamse percussie Ponda O’Bryan de deelnemers van de beatsNbits Academy een ervaring opdoen met een djembé workshop. Na de djembé workshop ontvangen alle deelnemers een beatsNbits Academy-certificaat en is er gelegenheid om met collega’s en bNb-teamleden te spreken.
19 bNb-methode met de docent als regisseur Frits Mennen - een van de eerste gebruikers van beatsNbits - schrijft de toetsen en het signalement van de stukken die gebruikt worden in de methode. ‘Voor mij is de meerwaarde van bNb dat je als je op een plaatje klikt van het instrument of het voorbeeld (bijvoorbeeld syncopen) je meteen hoort hoe het klinkt.’ Bij probleemmeldingen krijg je heel snel een antwoord en past het bNb-team het meteen aan in de methode. Zo’n snelle reactie op probleemmeldingen wordt door de leraren die de methode nog niet gebruiken als heel positief ervaren. ‘bNb is een methode met de docent als regisseur: de inhoud blijft hetzelfde maar het onderwerp steeds anders, zeg maar op maat ‘gecomponeerd’ voor leerling en leraar.’ De feedback van de scholen wordt meegenomen in de doorontwikkeling. ‘Zo hoef je niet vijf jaar te wachten op nieuwe boeken, de problemen worden meteen opgelost en toegepast. De methode kan ook snel inspelen op actuele liedjes. Zo zijn er onlangs weer een aantal nieuwe nummers van zangeres Adele toegevoegd. Dat spreekt de leerling van dit moment aan.’ Frits merkt wel bij het promoten van beatsNbits dat de methode door collega’s als ongrijpbaar wordt ervaren, ongeacht de leeftijd van de docenten. ‘Een boek kun je doorbladeren, maar bij bNb zit er zoveel meer achter dat de docenten denken dat ze er teveel voor moeten doen om eraan te beginnen. De website biedt zoveel mogelijkheden - dat vind ik ook zijn kracht - dat je er als docent zoveel uit kunt halen waardoor je je persoonlijke visie van lesgeven kwijt kunt in deze methodiek, omdat je niet alles hoéft te gebruiken, maar wel kúnt gebruiken. In het begin ben ik er dagelijks mee bezig geweest om de structuur te leren kennen en na een paar weken kon ik er goed mee werken. De
- www.beatsnbits.nl.
leerlingen vinden wel dat ze in deze methode
- Jos Herfs. beatsNbits, Kunstzone
meer moeten doen. Ze krijgen bij bNb meer
12-2007, p.19-21. - Frits Mennen. BeatsNbits. Kunstzone 5-2009, p.34-35. - Peter den Ouden. e-Learning en muziekonderwijs. Kunstzone 4-2010, p.35-36. - Olga de Kort-Koulikova. Wij gaan digitaal! En u? Kunstzone 5-2011, p.30-31.
zelfstandigheid en kunnen ook thuis opdrachten maken. Ondanks dat zien leerlingen wel de meerwaarde van de methode waarbij ze met de computer kunnen werken.’
juni 2012
Ku ns d i t on gi d e ta le r w m ij s ed ia
20
en
Hoobble Huiswerk raadplegen met een app Caroline Grasmeijer
De mobiele telefoon is niet meer weg te denken bij leerlingen. Dus waarom zou je de eindeloze mogelijkheden van een smartphone niet benutten? De ontwikkelaars van Hoobble hebben hier handig op ingespeeld: een huiswerkapplicatie die gratis te downloaden is. Het idee is in de zomer van 2011 ontwikkeld door Erik Harinck en Quintijn Schenkel. Beiden hebben op privéschool LUZAC gewerkt. Daar realiseerden ze zich hoe belangrijk huiswerk is. Marktkennis is opgedaan bij het opzetten van het Harinck & Schenkel College, een particuliere middelbare school. Erik brengt kennis van huiswerk en huiswerkattitudes van leerlingen en docenten in vanuit het reguliere onderwijs, de GS Randstad. Quintijn brengt zijn kennis in vanuit zijn huiswerkinstituut, Instituut Schenkel. Om te starten met Hoobble heb je een account nodig. Daarvoor kun je je registreren via pc, tablet of via de app op je smartphone, een fluitje van een cent. Nadat je een account hebt aangemaakt kun je als docent je huiswerk invoeren. Als leerling kun je een docent gaan volgen en als ouder kun je ook docenten volgen. Ouders kunnen via één app kinderen op meerdere scholen tegelijk volgen. In elk leerproces (zeker ook in de kunstvakken) is na de motivatie- en introductiefase behoefte aan het oefenen van de opgedane vaardigheden en/of kennis. Dat kan in een klaslokaal, maar dat kan ook heel goed daarbuiten. Leerlingen die thuis hun lessen voorbereiden en thuis leerstof verwerken met oefeningen, scoren beduidend hoger. Voordelen Docenten Nooit meer gesteggel over huiswerk. Jij voert het huiswerk of de planning in en leerlingen en ouders kunnen dit direct lezen. Je kunt van de huiswerkplanning een pdf-bestand maken om via ELO of hardcopy te delen. Leerlingen Je hoeft geen huiswerk meer op te schrijven. De docent voert het in en jij kunt het altijd en overal bekijken. Je kunt ook eigen afspraken invoeren. Ouders Correcte informatie over het huiswerk van uw kind zorgt voor een prettige sfeer in huis. Heeft uw zoon of dochter huiswerk? Check de app op uw smartphone of op www.hoobble.com.
Huiswerkweergave op de pc Dagroosters op de smartphone
Hoobble Hoobble richt zich op docenten, ouders en leerlingen. Hoobble is duidelijk over huiswerk. Docenten voeren het huiswerk en hun planning in, Hoobble doet de rest. Leerlingen en ouders lezen het huiswerk op hun smartphone of computer. Nooit meer onduidelijkheid over huiswerk. Voor de kunstvakken kan Hoobble een aanwinst zijn op het gebied van planning. Veel schoolvakken werken met korte tijd tussen het opgeven van huiswerk en overhoren, toetsen. Een kenmerk van kunstvakken is dat de opdrachten meerdere lessen bestrijken over een langere tijd. Een leesdossier, schilderwerk, beeldhouwwerk, compositie of kunstdossier wordt bij het begin van een periode opgegeven. Wanneer moet welk onderdeel klaar zijn en wanneer wordt je geacht op de helft of op driekwart te zijn. Dit kunnen vragen zijn waar leerlingen thuis aan denken. Met de plan-optie in Hoobble selecteer je data en voer je vervolgens onder elkaar de stappen in die moeten worden afgelegd. Elke leerling of ouder ziet nu geregeld een herinnering aan het plan. ‘I can see huge potential if a school were willing to go full-throttle into such a program. Parents could see all of their kids’ homework from every teacher with the click of a couple buttons on their phone. Students would whip their phone out at the end of the day, double check what they need to pack, and not have to run down to the teacher’s room to ask (if they’re even still in the building at the end of the day, or at bus duty or coaching a sport).’ (recensie Mandy Bellm, USA) Onrust over gebruik smartphones Er is veel onrust over het gebruik van smartphones op scholen, maar de telefoons bieden
zoveel toegevoegde waarde aan het onderwijsproces, dat het weren ervan ten koste gaat van goed onderwijs. Ook onderwijsmethodes springen in op de mogelijkheden. Muziek Op Maat heeft een applicatie ontwikkeld waarin leerlingen hun vaardigheden op drums, gitaar en piano kunnen ontwikkelen. Het is een minicursus geworden. De methode beatsNbits is een internetmethode. Leren op school wordt verbonden met leren thuis of elders. Inherent aan smartphones is de mogelijkheid om social media te gebruiken. Hierover zal de school concrete regels moeten vaststellen. Een smartphone is (nog) niet gewenst bij ieder vak. Filmen en fotograferen is op veel scholen al verboden, tenzij de docent dit gebruikt in de les, wat natuurlijk bij kunstvakken vaak aan de orde is door het opnemen van een song of het fotograferen van eigen werk. Media als Twitter of Facebook kunnen ook nuttig ingezet worden, bijvoorbeeld een Twitter-spreekuur zoals, al eerder genoemd in Kunstzone, op het account @vaklokaalmuziek. Hoobble is net op de markt en is nu al wereldwijd naam aan het maken. Erik Harinck zegt hierover: ‘Het product is nu beschikbaar op internet (www.hoobble.com) en via de Android Market en de App Store. Het is beschikbaar in het Nederlands, Chinees, Engels, Frans, Italiaans, Russisch en Spaans. De eerste reacties zijn lovend. Hoobble zit nu op honderden gebruikers. De mobiele telefoon krijgt er met de app van Hoobble een functie bij die het gebruik van smartphones in het onderwijs kan ondersteunen.’
21 Theatraal doodvriezen op de Winterparade Rommelige voorstelling in een koude ambiance Paul Rooyackers
De Winterparade is een pendant van de Zomerparade, welbekend van zijn zomerfestival in de maanden juli en augustus in diverse steden, waarbij in grote en middelgrote tenten interessante theateroptredens zichtbaar zijn. Dit jaar reist de Winterparade van stad naar stad met een min of meer vast theatraal en culinair programma. De Winterparade kondigt haar eigen programma als volgt aan: Theater, dans, diner en muziek aan tafel. Is het theater? Is het lekker eten? Is het de kunst van het samenzijn? Op de Winterparade beleeft u het allemaal. Verwacht korte acts van nationaal en lokaal bekende kunstenaars. Verschillende, genoemde theatrale onderdelen blijken op de avond zelf, in de grote St. Bavokerk in Haarlem op de Grote Markt, te kloppen. Echter, verschillende onderdelen zijn ook niet te traceren in de zeer koude kerk, die je al binnen enkele minuten het gevoel geeft dat je weldra zult bevriezen, terwijl het buiten niet eens echt koud is, zo’n 7 graden Celsius. De adem die iedereen uitstoot, zorgt voor een subtiel onbedoeld koudijs-effect dat de sfeer echter niet verhoogt. Over het eten dat bij het theaterdiner hoort, kan ik kort zijn: het eten is lekker, los van het feit dat je je soep niet graag wilt ontvangen in een gammel plastic bakje dat daardoor niet vast te houden is als je naar je tafel wordt gedirigeerd. Iedereen schuift aan een van de (als een groot kruis) opgestelde serie tafels aan. De grote Sint Bavokerk is majestueus als decor en de enorme aldaar hangende kroonluchters maken het sfeerplaatje helemaal af. Grote borrelende pannen op de achtergrond en iedereen is inmiddels aan een kant aangeschoven, zodat er genoeg te kijken valt. Er worden koptelefoons uitgedeeld die werken als een groep artiesten of een solist aan en vooral boven op jouw tafel een act verzorgt. Afwisselend komen een paar goed zingende zangers, gevolgd door enkele verdienstelijk spelende instrumentalisten over de tafel aanlopen, met daarna een chaotische danser/acteur en tot slot een revue-achtige act, gespeeld door een jonge actrice die ons wil doen geloven dat ze nog maar net van een feest afkomstig is en zich daarom niet geheel lekker voelt en wel-
Danser uit het artikel. Foto: Paul Rooyackers
licht moet overgeven… Het publiek wordt ingeschat als links en daarom wel in voor een lesje in nederigheid; erg dogmatisch wordt me voorgeschoteld dat ik toch zeker de aarde ook wil redden en dat we daarom op deze avond ons moeten verbroederen en onze krachten moeten bundelen en dat we zullen weten: ‘Alles is liefde…’ Het publiek hoort met de jassen hoog gesloten alles aan, terwijl de ene gang na de andere zich aandient en ik gelukkig daarvan tijdelijk iets warmer wordt. Op het toilet in de kerk blijkt inmiddels dat het daar zelfs warmer is dan in de rest van de kerk. Iedereen zit aan een deel van de grote tafel die absoluut stevig is verankerd, zodat de artiesten zich daar bovenop kunnen presenteren. Een vondst, zodat je de artiesten echt voor je ziet optreden en daarmee dus het gevoel krijgt dat je op de eerste rij zit in een schouwburg, waarbij je omhoog moet kijken naar de spelers op dat speelvlak. Aan het einde van de avond doet verteller Willem de Ridder, bekend van
zijn hippie-achtige stem en dito verhalen, ons geloven dat we verbroederd allemaal door de kerk kunnen lopen, terwijl we elkaar kunnen masseren onder het lopen (in een ganzenpas) achter de verteller aan, als in een carnavalsoptocht de ander vasthoudend. ‘Ja, in polonaise…’ Het programma van de Zomerparade is vaak van een hoog niveau. Dat kan helaas niet van deze Winterparade-avond gezegd worden. Het is een rommeltje, los van de aangename boerenmaaltijd, die je analoog aan de kerstvakantiefilosofie met elkaar moet delen. Maar, vooral de ‘danser’ die al declamerend een dogmatische tekst te melden heeft en daarbij wat verloren volstrekt zinloze bewegingen maakt, is een regelrechte aanfluiting. Dansbewegingen die hij ter plekke staat te verzinnen, en die bovendien niet de inhoud illustreren of beklemtonen. Het is te hopen dat er niemand van de Raad van de Kunst dit programma ‘Aan Tafel’ heeft gezien, in een misschien nog veel koudere ambiance.
22
juni 2012
VKAV samen met VONKC: blik terug en vooruit Kunst en Cultuur en Audiovisuele Vorming verenigd Janneke van Wijk
‘Het nieuwe leren omarmt de media. Vanuit diverse invalshoeken: kunstzinnigheid, zelfontplooiing, burgerschap, kritisch bewustzijn, mediawijsheid. Het is dus meer dan ooit zaak een vinger aan de pols te houden om de kwaliteit te kunnen waarborgen.’ Ontstaan De VKAV (Vereniging Kontaktgroep Audiovisuele Vorming) is opgericht in 1976. 1 januari 2012 fuseerde de VKAV met VONKC. Jan Ketzer (VKAV-erelid) over het ontstaan: ‘In den beginne was er in Amsterdam het Instituut Film & Jeugd onder leiding van Gerard Kruger. Dit instituut was al in 1947 opgericht en gevestigd in de oude filmacademie aan de Overtoom. Het organiseerde eind zestiger jaren een Filmpedagogische Leergang. Als hoofd van de jeugdafdeling van Stichting Opbouw Drente, belast met de ontwikkeling van creatieve vakken, besloot ik samen met zusterinstituten in Groningen en Friesland een Filmpedagogische Leergang te organiseren. Er was een afsluitende werkweek in Volkshogeschool Havelte en zo kregen we in 1971 ons getuigschrift. Onder leiding van Gerard Kruger kwamen we met filmpedagogen bij elkaar om vorm te geven aan een vereniging. Uit een aantal voorstellen is tenslotte de naam Vereniging Kontaktgroep Audiovisuele Vorming te voorschijn gekomen.’ Bestuur Het bestuur bestond uit mensen afkomstig van culturele instellingen en van de universiteiten. Hans van Driel was en is nog steeds verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Hij volgde Gerard Kruger op als voorzitter. Hans van Driel: ‘We waren onze tijd ver vooruit. De vereniging omvatte het hele vakgebied. Het woord vorming van audiovisuele vorming werd geassocieerd met de sociale academies, die in die tijd juist ter discussie stonden. Er bestonden verschillende ideeën over de receptieve en productieve component van het vak.’ De discussie over audiovisuele vorming of audiovisuele vormgeving werd regelmatig gevoerd. Peter van Stapele, verbonden aan de faculteit Theaterwetenschappen te Leiden, volgde Hans van Driel op, maar werd al gauw daarna hoofdredacteur van Post AV, het blad voor de
VKAV-leden. In Post AV stonden artikelen van wetenschappers zoals William Ulricchio, Peter van Stapele en artikelen afkomstig van culturele instellingen, de omroep en de overheid. Peter van Stapele: ‘Post AV is oorspronkelijk opgezet door Frank Roumen (werkzaam bij Filmmuseum, nu Eye Instituut, red.). Voor mij was Post AV de kern van de VKAV. Als je de artikelen leest, kom je veel te weten over de VKAV. Getuigschrift van Jan Ketzer uit 1971
Verder had ik veel respect voor het werk van Hans Schaap. Hans benadrukte de kracht van de verbinding tussen taal, teken, beeld en handeling.’ Hans Schaap, overleden in 2010, is jarenlang VKAV-voorzitter geweest. Peter van Stapele schreef een mooi artikel over hem en zijn werk in Kunstzone (zie Kunstzone 7/8-2010, pagina 50-51, red.
23
Erkenning Jan Ketzer: ‘Pogingen om de Filmpedagogische Leergang erkend te krijgen voor het onderwijs zijn niet gelukt, ondanks medewerking en toezeggingen van Ad Duermeijer, inspecteur van O&W, audiovisuele zaken in het voortgezet onderwijs. Pogingen vanuit het SLO om het vak binnen het basisonderwijs een plaats te geven, zijn niet gelukt, omdat de SLO en het ministerie het resultaat van acht jaar ontwikkelen in het basisondewijs door Harrie Peters van de LOKV en mij niet onderbrachten bij de eindtermen voor het basisonderwijs. Ook het geschreven Leerplan AVV voor de pedagogische academie ging daardoor teloor. We organiseerden studiedagen waarin projecten werden uitgewisseld en combineerden dit met de jaarvergadering voor de leden. Verder hebben we allerlei losse projecten in onderwijs en buitenschoolse
samenwerking gestimuleerd binnen het tijdschrift Kunstzone en zijn altijd voorstander geweest van gezamenlijke studiedagen en uiteindelijk gegroeid naar één vakvereniging. We werkten met dia’s, fotorolletjes, een overheadprojector, zwart-wit foto’s, cassetterecorders en filmstroken. Hiermee is menig onderwijsproject ontwikkeld en langzaam maar zeker slopen oude media de klaslokalen binnen in het kader van kunstzinnige of audiovisuele vorming. Media worden in alle vakken ingezet. Kunstvakken overlappen elkaar, beïnvloeden en inspireren elkaar.’ Elvira Stein (VKAV-bestuurslid van het laatste uur): ‘De VKAV heeft zich meerdere jaren ingezet voor het belang van audiovisuele vorming als aparte discipline. Er werden studiedagen georganiseerd waarin we kennis maakten met elkaars projecten en expertise. We hebben nieuwe projecten media-educatie ondersteund, zoals het project Mediacultuur.’
uit de VKAV: ‘Belangrijk is dat wij als bestuur op de hoogte zijn van jullie wensen en belangen. Een van de belangrijke zaken, naast het opkomen voor het vak, is altijd het netwerken geweest. Tussen de VONKC-leden zitten al veel docenten die ook met de media bezig zijn. Voor de VKAV-leden was het pionieren een noodzaak. Veel docenten hebben zelf het wiel moeten uitvinden en zelf talloze projecten en leerlijnen bedacht. Bij dat pionieren was het fijn om met andere pioniers te netwerken, je projecten te kunnen toetsen en te delen. Geïnspireerd raken door elkaar. Studiedagen waarop we elkaar kunnen ontmoeten en onze praktijkervaringen kunnen uitwisselen zijn belangrijk. Voor de beeldende docenten wordt het gebruik van video en fotografie ook steeds normaler. Veel beeldende docenten hebben foto- en animatieprojecten opgenomen in hun
Jan Ketzer: ‘De taal van beeld en geluid is ook voor de huidige generatie in het computertijdperk belangrijk om daarmee inzicht te krijgen om de uitingen van beeld en geluid te kunnen begrijpen en te leren waarderen. Een instrument bespelen doe je door veel te oefenen en dat is volgens mij ook met de taal van beeld en geluid het geval.’
Omslag Post AV 13e jaargang nr. 1 (juni 1997)
activiteiten ondersteund en uitgevoerd, soms in samenwerking met andere creatieve vakgebieden. Deze activiteiten zijn beschreven, maar lang niet altijd geïntegreerd en beklijfd voor de toekomst.’ Inspanningen Ad van Dam was de laatste VKAV-voorzitter. Hij schreef in 1996 samen met Harrie Swinkels en in opdracht van de SLO een raamwerk voor een toekomstig leerplan audiovisuele vormgeving in het voortgezet onderwijs. Ad van Dam: ‘De VKAV heeft deelgenomen aan allerlei landelijke overleggen, we hebben AV verankerd binnen CKV en de beeldende vakken en ontwikkelingen rondom media-educatie en mediawijsheid ondersteund. We hebben
Toekomst Elvira Stein: ‘Media worden gebruikt in alle andere kunstdisciplines, maar ook in de andere vakken binnen het curriculum. Het nieuwe leren omarmt de media. Vanuit diverse invalshoeken: kunstzinnigheid, zelfontplooiing, burgerschap, kritisch bewustzijn, mediawijsheid. Het is dus meer dan ooit zaak een vinger aan de pols te houden om de kwaliteit te kunnen waarborgen. Jongeren leren anders dan vroeger. Hoe dat over twintig jaar zal zijn? Geen idee. Daar kun je over fantaseren. Het is goed om dat te blijven doen. Dat bevordert de creativiteit.’ Ad van Dam: ‘Hoe zal het media- en onderwijslandschap er in 2050 uitzien? Welke rol hebben docenten? Hoe leren en studeren leerlingen? Hoe ziet Kunstzone eruit en welke rol speelt VONKC? Gaan we nog naar schoolgebouwen? Spreken we nog Nederlands en bestaan er nog grenzen? Of zijn we zelf een computer geworden en hebben we gewoon een chip in ons hoofd of onze hand? Scannen we data in plaats van te lezen? Kunnen we echt iets via een scherm beleven en voelen? Is tijd en plaats nog belangrijk? Kortom, wanneer is het zover dat we ook VONKC kunnen opheffen?’ Trudy Verkerk, VONKC-bestuurslid afkomstig
Foto uit PO-project van Marije van der Hoeven gebruikt als omslag van Kunstzone 4-2009 behorend bij artikel Hoed op voor Rembrandt in Kunstzone 4-2009, pagina’s 4 t/m 6.
lespakket. Er zijn ook steeds vaker leerlingen die het vak beeldend afsluiten met een video of fotoproject. De jonge docenten die van de academie komen weten al niet beter dan dat AV/media een onderdeel van beeldend is. Natuurlijk kijken wij als AV/media-docenten kritisch naar hoe fotografie en video toegepast worden. Het blijft een discipline waarin wij opgeleid en gespecialiseerd zijn. Ik hoop dat we als beeldende docenten en AV-docenten elkaar kunnen inspireren tot mooie en nieuwe initiatieven en projecten.’
24
juni 2012
Over kruisbestuiving en kennisverrijking Melissa de Vreede
Dit is Dit ishet hettweede eerste artikel artikel in in de de serie serie
De Impuls brede scholen, sport en cultuur is een landelijke regeling die het mogelijk maakt dat via cultuurcoaches een langlopende samenwerking tot stand komt tussen een culturele instelling en een De Impuls brede scholen, sport en cultuur is een landelijke regeling die het mogelijk maakt dat via cultuurcoaches een langlopende samenwerking tot stand komt tussen een culturele instelling en een school. En die school moet bij voorkeur breed zijn en zich in een krachtwijk bevinden. Keuze voor het VO In Kunstzone 5-2012 werd aandacht besteed aan de manier van werken van de drie cultuurcoaches die in dienst zijn van het Ro Theater. Dit theatergezelschap is een van de weinige culturele organisaties die zich op het voortgezet onderwijs richt. De meeste andere cultuurcoaches werken met brede basisscholen1. Op zichzelf is de keuze van het Ro Theater minder verrassend wanneer je bedenkt dat het merendeel van hun voorstellingen - een enkele familievoorstelling uitgezonderd - zich richt op een volwassen publiek. Het Maritiem Museum Rotterdam daarentegen heeft al jaren een aparte afdeling voor kinderen van vier tot tien jaar met professor Plons als opgewekte voorganger. Dit jaar opent de vierde variant van professor Plons in een geheel vernieuwde opstelling. Toch koos ook het Maritiem Museum Rotterdam ervoor samenwerking te zoeken met het voortgezet onderwijs, al was deze keuze aanvankelijk een noodsprong. Het museum toonde direct bij de introductie van de regeling interesse om een cultuurcoach aan zich te binden. Onder het deskundige regiment mensen die het museum kan inzetten voor lessen en rondleidingen, bevond zich echter niemand met een lesbevoegdheid. Ook in breder verband kon niemand worden gevonden die geschikt zou zijn om op beide plekken (op school en in het museum) te worden ingezet. Olga Smit, projectleider combinatiefuncties van de dienst Kunst en Cultuur van de gemeente Rotterdam, raadde het museum aan om het op een andere manier aan te pakken: ‘Wij zeiden: draai het nou eens om. Kijk op een school, waarmee je graag samenwerkt of daar een docent is die het leuk zou vinden om voor jullie te werken. Geef hem de kans om in het museum rond te kijken. Dan kan hij bepalen of hij projecten wil ontwikkelen die geschikt zijn om met de leerlingen te doen. Zo is het uiteindelijk gebeurd en dat is een doorslaand succes geworden.’ Er kwam een samenwerkingsver-
band tot stand met het Scheepvaart- en Transport College (STC), een toegespitste vakopleiding van VMBO- tot universitair niveau. Een voor de hand liggende partner, zou je als buitenstaander denken, maar toch was er tot vorig jaar maar mondjesmaat contact tussen deze school en het museum. Dat is sinds de komst van de twee deeltijd-cultuurcoaches ingrijpend veranderd. Leren over VMBO Inmiddels zijn Hans Muilwijk en Leen den Hartog, twee docenten van het Scheepvaarten Transport College al weer voor het tweede jaar bezig met het ontwikkelen van een schoolcurriculum voor alle jaren van het VMBO, waarin de verhalen die het Maritiem Museum zichtbaar kan maken, een plek hebben. Robert van Herk, medewerker educatie van het museum, geeft een voorbeeld: ‘In ons museum vind je altijd informatie over de moderne main port die Rotterdam is. Daarmee kunnen leerlingen aan de slag, zowel op school als in het museum. De cultuurcoaches kijken daarnaast hoe ze onze tijdelijke tentoonstellingen een plek kunnen geven binnen de leerlijn.’ Voor het museum heeft de samenwerking het voordeel dat meer inzicht is verkregen in de VMBOleerlingen. Robert van Herk: ‘We waren, bij wijze van spreken, een beetje ‘bang’ voor de VMBO-doelgroep. HAVO en VWO bedienen we met gemak. Natuurlijk, vaak zijn ook die leerlingen moeilijker te enthousiasmeren voor een museumbezoek dan voor de Efteling, om maar iets te noemen, maar als ze eenmaal hier zijn, weten we ze te verrassen. Een museum blijkt dan helemaal niet saai te zijn. VMBO-leerlingen vonden we echter moeilijker te bedienen, al hadden we ook voor hen wel programma’s. De cultuurcoach bleek een perfecte mediator tussen ons en de VMBO-leerling. Ik heb al zoveel geleerd! We krijgen uit het veld altijd van die signalen dat je voor het VMBO alles
moet voorkauwen, goed doseren, niet te veel vrijheid en duidelijkheid bieden, maar onze cultuurcoaches zeggen juist dat de meeste mensen de grote fout maken dat ze VMBOleerlingen altijd onderschatten. Ik denk inderdaad regelmatig als ik het werk van Hans en Leen zie: Hoe kán dat? Dat is toch allemaal nieuw voor ze? Dan reageren zij weer: Culturele instellingen denken altijd dat die VMBO-ers niks weten of kunnen. Dat valt ontzettend mee. Zij kennen die jongens zó goed. Voor mij, als medewerker educatie, is dat heel leerzaam.’ Kruisbestuiving Ook op andere vlakken levert de samenwerking over en weer vruchten af. Van Herk: ‘Onlangs hebben we Havenhelden afgebroken, een tentoonstelling over havenberoepen. Bijna alle spullen die niet uit onze collectie kwamen, zoals mooie fotoreproducties, props, tekstborden, enzovoort, gaan richting STC. Normaal zou dat in de container verdwijnen. De school krijgt ook objecten van ons in bruikleen. Anderzijds maken we gebruik van kennis die zij in huis hebben. Zo organiseerden we een tentoonstelling over navigeren op zee. Bij het STC werken mensen die daar heel veel vanaf weten. Een docent gaf daarom zelfs navigatieles tijdens de opening van onze Mercator-tentoonstelling. Zo ontstaat een netwerk, waardoor ik niet eens meer altijd via de cultuurcoaches contact hoef te zoeken. Ik ken de docenten nu zelf. Echt een mooie kruisbestuiving!’ De Gemeente Rotterdam zou het zich niet beter kunnen wensen en is dan ook trots op de resultaten tot nu toe, vertelt Olga Smit: ‘Het idee was dat Rotterdam zou toegroeien naar 88 formatieplaatsen, waarvan 22 voor de culturele sector en 66 voor de sport. Volgens mij begonnen wij in het eerste jaar met 10 FTE voor de
PO VO 25
Rol van de cultuurcoach Functie en takenpakket van de cultuurcoach school. En die school moet bij voorkeur breed zijn en zich in een krachtwijk bevinden. Bij de foto’s: Maritiem Museum Rotterdam - Foto’s: Fred Ernst
cultuurcoaches en zitten we inmiddels op 15. Het percentage voor cultuur ligt bij ons aanmerkelijk hoger dan het landelijk gemiddelde, dat volgens mij op ongeveer 6% zit 2. Het gaat wat ons betreft om een langdurige samenwerking tussen school en culturele instelling, dus niet om incidentele projecten. Er moet echt een aantal maanden of misschien wel een jaar worden samengewerkt met één of meer scholen. Op die manier komen kinderen diepgaand in contact met de discipline die de culturele organisatie aanbiedt. Het kan zijn dat een cultuurcoach een aantal uren per week aanwezig is op zo’n school en elke groep één uur per week lesgeeft. Het kan ook zijn dat er met één of twee groepen intensief wordt gewerkt. Deze werkwijze leidt tot een enorme kennisverrijking over en weer. Culturele organisaties merken hoe het op scholen toegaat en op scholen ontstaat bijna een ander klimaat, omdat er een ongebruikelijk type mensen rondloopt. Er ontstaat begrip voor elkaar, cultuur krijgt een vanzelfsprekender plaats in het onderwijs.’
en willen graag dat cultuurcoaches juist daar aan het werk gaan. Tegelijkertijd willen we zwakkere scholen (en die staan zeker niet per definitie in een sociaal zwakke wijk!) niet belasten met allerlei extra dingen. Tenzij we zeggen: die school maakt duidelijk dat het juist zinvol is om een dergelijke impuls te krijgen. Dat weten de mensen die bij de dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving werken precies. En wij van Kunst en Cultuur kennen de culturele instellingen, hun zwakke en sterke punten. Zo komen we samen tot een oordeel welke aanvragen gehonoreerd worden. Wij zijn vast van plan dit beleid voort te zetten. In ieder geval zolang het landelijk wordt gecontinueerd. Natuurlijk ligt, net als landelijk, ook in het Rotterdamse onderwijsbeleid een sterk accent op rekenen en taal, maar kunst en cultuur blijven een plaats behouden. Wij hebben nog geen signalen dat scholen minder culturele activiteiten inkopen. Dat laat ik nu uitzoeken. Hoe dan ook vinden we als gemeente dat culturele organisaties de komende jaren duidelijker moeten laten zien wat ze bijdragen aan leerprestaties. Ik ken heel wat schooldirecteuren die ervan overtuigd zijn dat het leven over veel meer gaat dan over rekenen en taal, dat een kind op
heel veel manieren kan leren, dus ook door middel van kunst en cultuur. Maar dat ontslaat de culturele sector niet van de verplichting concreter dan nu te tonen wat die bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen dan is.’ Melissa de Vreede is senior projectleider bij Cultuurnetwerk Nederland. Dit is het tweede artikel van een serie van vier waarin zij aandacht besteedt aan de functie en het takenpakket van de cultuurcoach.
Noten 1 Uit onderzoek van bureau Oberon blijkt dat circa 75% van de cultuurcoaches voor het basisonderwijs werkt en circa 25% voor het voortgezet onderwijs. Cultuurcoaches die zich op het VO richten, houden zich meestal bezig met het samenstellen van cultureel aanbod voor een groot aantal scholen. Zij werken zelden direct met leerlingen, zoals de voorbeelden van het Ro Theater en van het Maritiem Museum Rotterdam in dit artikel. 2 Bij aanvang van de regeling Impuls brede scholen, sport en cultuur is de intentie dat
Websites
in 2012 150 FTE combinatiefunctionarissen
- www.cultuurcoach.org
bij een culturele instelling in dienst zullen
- www.combinatiefuncties.nl
komen en 1125 FTE bij een sportinstelling. Daarnaast zijn er middelen gereserveerd
Leerprestaties De invoering van de combinatiefuncties startte in 2008 in 30 gemeenten. In de jaren daarna konden steeds meer gemeenten aanspraak maken op de regeling. De opzet is dat de kosten in het eerste jaar voor 100% door de rijksoverheid worden gedragen. Daarna neemt het rijk circa 40% en de gemeente 60% voor zijn rekening. De gemeenten hebben een belangrijke stem in de wijze waarop de regeling wordt uitgevoerd. In Rotterdam kunnen culturele instellingen jaarlijks een aanvraag doen. Zij moeten een plan inleveren dat zij samen met de deelnemende school of scholen hebben ontwikkeld. Die school moet bij voorkeur in een achterstandswijk liggen, maar niet bij de afdeling onderwijs te boek staan als ‘zwakke school’. Olga Smit: ‘We hebben in Rotterdam veel wijken met een zwakke sociale structuur
Boeken
voor 765 FTE die bij een basisschool wor-
- Dirk Monsma en Hans Muiderman,
den ondergebracht en 225 FTE bij een
Cultuurcoach, Schakel tussen school en
school voor voortgezet onderwijs. Het aan-
culturele instelling, Uitgave de
tal FTE cultuurcoaches dat in 2012 voor
Cultuurformatie, Amsterdam 2010
culturele instellingen beschikbaar zal
- Oberon (Claudy Oomen, Peter
komen, wordt later teruggebracht tot 135.
Gramberg en Michiel van der Grinten),
Omdat bijna altijd sprake is van deeltijd-
Beter minder, maar beter. Een onder-
functies, is het moeilijk te precies te bepa-
zoek naar de meerwaarde van cultuur-
len hoeveel cultuurcoaches op dit moment
coaches op brede scholen, Utrecht 2011
in Nederland werkzaam zijn. In verschillen-
- Sanne Ahlers, Bridging the Gap, Een
de recente onderzoeken wordt uitgegaan
onderzoek naar de verbindende invloed
van circa 130 cultuurcoaches. Vermoedelijk
van de Rotterdamse cultuurcoach op de
zijn het er echter veel meer. Alleen al in de
brede school en in de culturele instel-
gemeente Rotterdam wordt de functie
ling, scriptie t.b.v. Master Kunst- en
door tientallen personen bekleed. Zo heeft
Cultuurwetenschappen Erasmus
de SKVR op 6 formatieplaatsen 30 cultuur-
Universiteit Rotterdam, 2011
coaches in dienst in kleine deeltijdfuncties.
26
juni 2012
Chanson
Onder stroom
Olga de Kort-Koulikova
Olga de Kort-Koulikova
‘Longtemps, longtemps, longtemps / après que les poètes ont disparu / leurs chansons courent encore dans les rues.’ Met deze woorden van Charles Trenet over de liederen die lang na de dood van hun dichters nog op straten te horen zijn, nodigt Bart Van Loo zijn lezers uit voor een reis door de ‘gezongen geschiedenis van Frankrijk’. Zelf raakte Van Loo al op zijn zestiende met een chanson-virus besmet. Als docent Frans probeerde hij jarenlang de leerlingen de liefde voor de Franse taal via romantische, grappige, filosofische en politiek getinte Franse chansons bij te brengen. Het Franse chanson als ‘gids bij onze zoektocht naar schoonheid en waarheid’ klinkt als een gewaagde opgave die slechts doorgewinterde Francofonen zou aanspreken. Maar met het Franse chanson als gids door de geschiedenis van dit land slaagt Van Loo erin om zijn fascinatie in een encyclopedisch omvangrijk boek te vertalen. In tien hoofdstukken laat Van Loo zien hoe de liederen geworteld zijn in de geschiedenis en in de literatuur, en hoe alles in Frankrijk begint en ‘eindigt met een lied’. Met dit vrije citaat uit Beaumarchais in gedachten wandelt de schrijver door de geschiedenis van Frankrijk van Clovis tot anno 2009. Een verhaal van vele eeuwen wordt geïllustreerd door ontelbare gebeurtenissen, namen en liedteksten. Tot mijn plezier kon ik bijna alle geciteerde liedteksten neuriën en hoorde ik bij vele titels de bijbehorende stem van een zanger. Een erfenis van mijn Russische kinderjaren, uit de tijd dat de Sovjet-luisteraars er een muzikaal dieet
Chanson, Een gezongen geschiedenis van Frankrijk Bart van Loo De Bezige Bij, Antwerpen 2011 368 pagina’s ISBN 978 90 854 2301 0 Prijs: € 19,95
van klassieke muziek, Franse chansons en liederen van het Italiaanse San-Remo-festival op nahielden. Franse liederen klonken op de radio en tijdens de belangrijkste zondagse muzikale tv-show ‘Ochtendpost’ die 30 minuten lang buitenlandse muziek uitzond. Iedere zondag om 11 uur, dat kon je niet missen, dat was je muzikale menu voor de komende week. Ik leerde de beginselen van het Frans via liederen, en kon me tijdens mijn studiejaren in Frankrijk muzikaal gezien goed redden. De Fransen vonden het trouwens vanzelfsprekend dat een buitenlander hun muziekcultuur waardeerde. Het boek van de Vlaamse schrijver zal alle muziekliefhebbers aanspreken die net zo trouw gebleven zijn aan hun muzikale jeugdervaringen als Van Loo. Het hoge informatieve gehalte is tevens aantrekkelijk voor de nieuwe ‘bekeerlingen’ en de nieuwe generatie luisteraars die een vermoeden hebben dat er ook nog een wereld buiten de Anglo-Amerikaanse hitmuziek bestaat. In dit opzicht kan Chanson een muzikale kloof helpen dichten. Jammer dat er geen CD bijgesloten is. Een CD met luistervoorbeelden zou de waarde van dit boek nog meer hebben verhoogd.
De tijd gaat snel, ook in de muziekgeschiedenis. De pioniers van gisteren worden gerespecteerde grondleggers. Hun vaak intuïtieve zoektocht naar de nieuwe klankmiddelen wordt voorzien van een rode draad en krijgt theoretische onderbouwing van musicologen. Hun experimenten van weleer worden door de nieuwe generatie hemelbestormers als ABC bestudeerd. In de jaren vijftig van de vorige eeuw was de Nederlandse elektronische muziek nog een randverschijnsel, slechts weggelegd voor enkele ingewijden die onder sceptische belangstelling van de buitenwereld aan klankonderzoek deden in technische laboratoria en studio’s. De tijd van de eerste studio’s in Eindhoven en Delft, maar ook van het Instituut voor sonologie (1964-1986) en de STEIM (1969-2000) is voorbij. Het opnemen en manipuleren van concrete geluiden gaat door, onder al lang ingeburgerde termen zoals sampling, recycling en remixing. Wij leven in het tijdperk van live sampling, laptopmuzikanten, homestudio’s en klankinstallaties. Het boek van Jacqueline Oskamp vertelt over de eerste dertig jaar van de elektronische muziek in Nederland. In deze drie beslissende decennia maakte het ingewikkelde productieproces en het ambachtelijke karakter van het elektronische componeren plaats voor tapemuziek, digitale opera’s en huiscomputers. De introductie van MIDI aan het begin van de jaren tachtig werd gevolgd door de ontwikkeling van steeds nieuwere software, totdat de elektronica ‘een vanzelfsprekend onderdeel
27
recensies
Tipboek Drums Olga de Kort-Koulikova
Onder stroom. Geschiedenis van de elektronische muziek in Nederland Jacqueline Oskamp Ambo, Amsterdam 2011 251 pagina’s ISBN 978 90 263 2324 9 Prijs: € 22,50
van het instrumentarium’ in composities van Jacob ter Veldhuis, Jan-Bas Bollen, Michel van der Aa of Yannis Kyriakides werd. In slechts drie decennia werden de grenzen van het onmogelijke steeds verder verlegd, en zagen de pioniers hun dromen uitkomen. Als geschiedschrijver beperkt Oskamp zich niet alleen tot de gebeurtenissen, maar beschrijft ook met veel respect de denk- en werkwijze van de zes hoofdpersonages die de loop van deze recente geschiedenis mede bepaalden. Creatief, eigenwijs, hun tijd vooruit, vernieuwend en invloedrijk - met hun dromen, ideeën, experimenten en composities schreven Ton Bruynèl, Jan Boerman, Dick Raaijmakers, Michel Waisvisz, Edwin van der Heide en Anne La Berge de klinkende geschiedenis van de elektronische muziek in Nederland. Nu droomt de nieuwe generatie musici over steeds nieuwe en ‘ongekende mogelijkheden’ van elektronica en zet de experimenten voort met klankcombinaties, intonaties en eigenschappen van klanken. De elektronische muziek in Nederland is volop in ontwikkeling en is toe aan deel twee van zijn geschiedenis.
De vijfde druk van Tipboek Drums is een bijzondere mijlpaal voor Hugo Pinksterboer en Tipbook Company. Vijf jaar geleden presenteerde Pinksterboer met Tipboek Drums de allereerste uitgave van zijn inmiddels door twaalf boeken vertegenwoordigde Tipboekserie in paperbackformaat. De nieuwe, herziene Tipboek Drums-editie is een geactualiseerde gids met aanvullende informatie over literatuur en nuttige adressen die bijgewerkt zijn tot en met 2011. De actualiteit van de gegevens in combinatie met de traditioneel uitgebreide basis- en achtergrondinformatie maken het nieuwste Tipboek tot een complete vraagbaak voor beginnende drummers. De overzichtelijke en heldere beschrijvingen van trommels, bekkens, standaards en pedalen worden afgewisseld met technische en praktische tips over alle onderdelen van een drumstel. De lezers van dit boek maken kennis met de eigenaardigheden van stokken en brushes, leren de verschillen in vellen kennen en worden ingewijd in de geheimen van stemmen en dempen. Een nieuw hoofdstuk over elektronische drums beantwoordt de vragen over verschillen tussen elektronische en akoestische set en beschrijft de functies en mogelijkheden van pads en modules. Naast antwoorden over het hoe en waarom biedt deze vijfde uitgave van Tipboek Drums basisoefeningen (rudiments en ritmes) voor drummers en talloze ‘tips, trucs en techniekjes’. Een waar handboek voor beginners, gevordenen en… muziekdocenten die op zoek zijn naar een geschikte uitrusting van hun
Tipboek Drums, De complete gids Hugo Pinksterboer The Tipbook Company, 2012 168 pagina’s ISBN 978 90 76192 04 8 Prijs: € 12,90
leskamer en weinig tot niets weten over het materiaal en invloed van diameter of diepte van een ketel op de klank. Met dit boek in hun handen krijgen ze de kans om achter het bos weer de bomen te kunnen zien.
28
juni 2012
VO
Llibertat en de beleving van vrijheid Nieuwe CKV-projecten van Het Concertgebouw Martine Mussies
‘Elke seconde dat we leven is een nieuw en uniek moment in het universum, een moment dat voorbij gaat en nooit meer terugkomt. Maar wat leren we onze kinderen? We leren hen dat twee plus twee vier is en dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is. Wanneer gaan we ze ook leren wie ze zijn? We zouden tegen elk van hen moeten zeggen: Weet je wat je bent? Je bent een wonder. Je bent uniek. Er is nog nooit een kind geweest dat gelijk is aan jou. Jouw benen, jouw armen, jouw slimme vingers, de manier waarop je beweegt. Misschien word je wel een Shakespeare, een Michelangelo, een Beethoven. Jij kunt alles. Ja, jij bent een wonder. En als je volwassen bent, zou je dan iemand pijn kunnen doen die net als jij zo’n wonder is? Jij moet blijven werken, wij moeten allen blijven werken, aan een wereld die het waard is voor haar kinderen.’ Was getekend: Pablo Casals, de Catalaanse cellist en dirigent, die wordt beschouwd als de beste cellist van zijn tijd. Casals kwam zelf al zeer jong met muziek in contact. Zijn vader Workshop in Het Concertgebouw. Foto: Ronald Knapp
Carles Casals i Ribes was ook musicus. Zijn moeder was Pilar Desfilló i Amiguet de Casals uit het Amerikaanse Puerto Rico die haar twaalf kinderen in alles aanmoedigde. Toen Pablo vijf jaar was begon hij met piano, viool en fluit spelen en trad hij voor het eerst in het openbaar op. Op zesjarige leeftijd componeerde hij ter gelegenheid van de feestdag van zijn vader zijn eerste muziekstuk. Toen hij negen was, koos hij voor de cello. Strijken heeft hij overigens geleerd op een omgebouwde kalebas die nu bewaard wordt in zijn geboortehuis, het huidige Pau Casals Museu Casa Nadiua. Wanneer ben ik vrij? Deze vraag stelde Pablo Casals zichzelf. Toen in de jaren dertig van de vorige eeuw in zijn geliefde Spanje de Burgeroorlog uitbrak, vluchtte hij naar Frankrijk en later naar Amerika. In een zelfgekozen ballingschap weigerde hij naar Spanje terug te keren zolang Franco aan de macht was en de democratie niet was hersteld. Hij zocht in zijn muziek naar een manier om zijn beleving van vrijheid te vertolken, een ervaring die onlosmakelijk verbonden is met het gevoel van vrij zijn. En over dat speciale, niet in woorden te vangen gevoel ging de CKV-voorstelling Llibertat van Het Concertgebouw en het Nederlands
Standbeeld van Pablo Casals op de berg Montserrat.
Philharmonisch Orkest. Cellist/componist Pablo Casals (1876-1973) stond binnen dit project centraal. In die tijd van wereldoorlogen en de Burgeroorlog in Spanje maakte Pablo Casals immers de keuze om middels zijn muziek te strijden voor vrijheid. Het Concertgebouw vindt het beluisteren en het maken van muziek onmisbare elementen in de culturele ontwikkeling van jongeren. Het stimuleren van muzikale creativiteit op school zorgt voor muzikale kennis, verdieping en luisterplezier. Daarnaast hebben verschillende aspecten van muziekbeoefening een positieve uitwerking op de concentratie van leerlingen in
29
de klas. Maar natuurlijk is muziek vooral iets waar je veel plezier aan kunt beleven, of je er nu naar luistert of het zelf maakt. Het Concertgebouw werkt hier overtuigd en enthousiast aan mee. Meer dan 30.000 leerlingen ontdekken ieder jaar via hun educatieprojecten de indrukwekkende wereld van klassieke muziek, wereldmuziek en jazz. Voor scholieren in het voortgezet onderwijs maakte Het Concertgebouw Llibertat en andere programma’s. Deze projecten worden zo samengesteld dat de leerlingen door middel van workshops worden voorbereid op het bijwonen van een concert door bijvoorbeeld het Koninklijk Concertgebouworkest. En zijn projecten voor zowel de onderbouw als de bovenbouw. Voor deze projecten organiseert Het Concertgebouw vaak samenwerkingen met andere orkesten en ensembles. Samen met onder andere het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Koninklijk Concertgebouworkest, diverse ensembles, musici en onderwijskundigen worden projecten ontwikkeld die leerlingen prikkelen. Op deze manier laten zij hen genieten in misschien wel de mooiste muzieklokalen ter wereld: de Grote Zaal en de Kleine Zaal van Het Concertgebouw. Leerlingen leren luisteren doordat ze actief betrokken worden bij het concert. Het Concertgebouw daagt hen uit zelf te spelen, muziek te bedenken en die uit te voeren. Daardoor gaan ze muziek beter begrijpen en krijgen ze er meer plezier in. Een geslaagd voorbeeld van deze aanpak was het project Llibertat. Het Concertgebouw en het Nederlands Philharmonisch Orkest brachten woensdag 15 februari 2012 om 13 en 15 uur deze multidisciplinaire voorstelling. Een speciaal concert, in de Grote Zaal, voor de bovenbouw van HAVO en VWO. Een project voor jongeren, waarin de kracht en de noodzaak van het ervaren van muziek centraal stond. In deze voorstelling speelde het Nederlands Philharmonisch Orkest een afwisselend programma waaraan verrassende elementen werden toegevoegd. Het resultaat was een schitterend concert dat nét even anders was. In aanloop naar het concert werden de leerlingen uitgedaagd na te denken over de vraag wat vrijheid voor henzelf betekent. Operamaker en zanger Anthony Heidweiller ging hierover in gesprek met de leerlingen, de docenten en de musici van het orkest. ‘Dat was heel bijzonder,’ aldus Anthony zelf, ‘het meest mis ik het bezoek aan de scholen. Was echt zo bijzonder allemaal...’ . De behandeling van het voorbereidend lesmateriaal in de klas kostte ongeveer twee uur. Daarnaast was er een aantal facultatieve verdiepingslessen van twee uur. Het concert duurde een uur. De scholen ontvingen les-
materiaal waarmee de leerlingen, na een introductie door hun docent, zelfstandig aan de slag konden. De kosten waren slechts € 5,per leerling en docent. De reacties waren lovend. Zo schreef Lonneke onder haar pseudoniem ‘Curlymonster’ op de speciale Llibertat Facebook-pagina: ‘Ik vond het echt héél gaaf vandaag! Super bedankt!’ Damon Jongeleen noemde het ‘echt SUPERgaaf’ en had van het begin tot het eind genoten: ‘Hoe mooi het orkest speelde, hoe verschrikkelijk goed Anthony kan zingen en uiteraard de leuke show van Brainpower. Echt geweldig!’ Ook Anne ten Kley vond het leuk: ‘vooral de muziek uit Schindler’s List’. Noa Wijnen noemt het ‘supermooi’ en ook Jan Anne Amelink vond het ‘geweldig’. Maar de leerlingen waren niet de enigen. ‘Indrukwekkend,’ schreef Lex Lemmers van het Trimbos, ‘de muziek en de mooie teksten hebben me diep geraakt. Iedereen bedankt voor de fantastische middag.’ Geraakt worden door mooie muziek en prachtige klanken? Llibertat wordt helaas dit jaar niet meer herhaald. Maar Het Concertgebouw organiseert meer van dit soort bijzondere projecten. Zo kunt u bijvoorbeeld met de klas meedoen aan het CKV-project in de Grote Zaal. Of ga met uw klas zelf aan de slag met een compositie. In samenwerking met het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Muziekcentrum van de Omroep, de NTR ZaterdagMatinee en de eigen programmering van Het Concertgebouw is een serie workshops met bezoek aan een repetitie of concert samengesteld. De leerlingen gaan tijdens de workshop in Het Concertgebouw experimenteren met de bouwstenen van de compositie die ze tijdens een repetitie of concert te horen zullen krijgen. Door deze methode, waarbij het ‘leren door zelf doen’ centraal staat, krijgen de leerlingen inzicht in de betreffende compositie en ontwikkelen ze een positieve luisterhouding. Als resultaat van de workshop wordt een groepscompositie gemaakt die wordt opgenomen op een CD. Deze wordt na afloop van de workshop naar de school gestuurd. Het Concertgebouw beschikt over een uitgebreid instrumentarium bestaande uit gitaren, keyboards en slagwerk waarvan de leerlingen tijdens de workshop gebruik kunnen maken. Leerlingen die zelf een instrument bespelen, wordt verzocht hun instrument mee te nemen, zodat ze tijdens de workshop hierop kunnen spelen. De workshops worden geleid door Jurgen van Harskamp. U kunt kiezen uit verschillende orkesten, ensembles, solisten en muzikale programma´s. Voor aanmelden en/of meer informatie kunt u terecht bij de afdeling educatie van het Concertgebouw: (020) 5730533 of
[email protected].
Kwaliteitsborging schoolexamens kunst beeldend HAVO en VWO In 2012 start SLO een project om de inhoudelijke kwaliteit van het schoolexamen van de vakken biologie, NLT, kunst (beeldende vormgeving) en klassieke talen te borgen en waar mogelijk te verbeteren. SLO wil samen met docenten van deze vakken instrumenten ontwikkelen die helpen bij het evalueren van het schoolexamenprogramma en het verantwoorden van de keuzes die daarbij aan de orde komen. Daarnaast zullen in het project instrumenten ontwikkeld worden die helpen de kwaliteit van toetsing en de normering van toetsen te verbeteren. Ook wordt in dit project samen met docenten gewerkt aan voorbeeldtoetsen per vak. De resultaten van het project zullen, zoals eerder het geval was voor veel andere vakken, gepubliceerd worden op www.schoolexamensvo.nl.
SLO zoekt docenten kunst beeldend SLO zoekt voor 2012 docenten beeldende vormgeving om aan dit project deel te nemen. Het project eindigt aan het einde van het schooljaar 2012-2013. Neemt u schoolexamens af in de bovenbouw van HAVO en/of VWO, bent u bereid kritisch te kijken naar uw eigen toetsprogramma en toetsen en bent u nieuwsgierig of uw toetsen voldoende niveau hebben, dan nodigen SLO u graag uit om mee te doen aan dit project. Ga voor meer informatie naar www.slo.nl/kwaliteitsborging. Als u wilt meedoen, kunt u dat laten weten aan
[email protected].
30
juni 2012
VO
Hoe mobiel zijn we? Een mens in balans is een mens in beweging Maria Speth
In een tijd waarin de kunsten onder vuur liggen, is een zekere flexibiliteit voor kunstliefhebbers en kunstenaars hard nodig. We leven meer en meer in ons hoofd en ons lichaam wordt daarbij eigenlijk voornamelijk gebruikt om ons hoofd te vervoeren.1 Met onze mond komen we weliswaar een heel eind, maar over de rest van het lijf struikelen we nogal eens. Een evenwichtige ontwikkeling brengt een mens in balans. Dans, in de meest brede zin van het woord, kan een actieve bijdrage leveren aan de integratie van fysieke, cognitieve, creatieve en emotionele invalshoeken. Dans is een uitstekend middel om de verbindingen tussen opvoeding, cultuur en kunst levendig en dynamisch te houden. Dus laten we jonge mensen vooral de mogelijkheid bieden om ook van ‘dans’ te leren. Integratie van dans met andere kunstvormen, maar ook met de alledaagse gang van zaken, kan een prachtig en creatief leerproces bieden. Het gaat dus niet om de dans zelf, maar om het totale leerproces. In samenwerking met andere kunstdisciplines zijn verbinding en communicatie essentiële handvatten die de groei van kennis en vaardigheden kunnen bevorderen. Dit kan leiden tot: - verduidelijking van thema’s en accentueren van beelden; - uitdrukken van eigen ervaringen; - begrip voor items vanuit verschillende invalshoeken; - ervaren en beleven van verschillende kunstvormen; - hernieuwde beleving van kunst als middel om zich te uiten. Nieuwe inzichten Een creatief proces start meestal vanuit een cognitief gegeven. Doordat we onderzoek doen komen we tot nieuwe inzichten. Het leggen van verbanden en relaties geeft ruimte en kan tot meerdere, andere oplossingen leiden. Inventariseren, exploreren, observeren en analyseren kunnen tot heel andere inspirerende invalshoeken leiden die aanvankelijk niet meteen zichtbaar waren.
Vanuit die gedachte geef ik workshops. Onderstaand een exclusieve beschrijving (sneak peak) uit Dansspetters III 2 dat eind dit jaar haar wereldpremière gaat beleven. Een van de onderdelen daarvan is het Mengpaneel, een dansspel dat geschikt is voor leerlingen tussen 13 en 18 jaar. Afhankelijk van de onderwijsdoelgroep (VMBO of HAVO/VWO) dienen kleinere stappen genomen te worden in het aanreiken van het materiaal. Door het ordenen van een bewegingsreeks, gebaseerd op het beeld van het mengpaneel ‘verpakken’ we alledaagse zaken in een ander jasje. Spelenderwijs leren dus. Beschrijving mengpaneel - Soms staan de schuiven van het mengpaneel op één rij, maar wanneer iemand gaat zingen, wordt de schuif waardoor de zang klinkt misschien wat verder verschoven dan de schuif waardoor de basgitaar klinkt. En wanneer de saxofoon zijn solo inzet, wordt ook die schuif verschoven, zodat je dat instrument beter kunt horen. Zo zie je op een gegeven moment alle schuiven op een verschillende plek op het mengpaneel staan, waardoor de muziek optimaal klinkt. In dans kun je datzelfde resultaat bereiken, maar dan zichtbaar in plaats van hoorbaar. - Vanuit een gezamenlijk kader komen tot eigen ideeën is de rode draad in dit dansspel. Het bewust zijn van de aanwezigheid van anderen, de wetenschap dat je samen één front vormt, staat tegenover het zelf kunnen en mogen bepalen van je eigen ‘track’. - Het kader van dit dansspel bestaat uit een voorwaartse wandelbeweging van drie keer twee maten die door alle participanten tegelijk wordt uitgevoerd. Op de zevende en achtste maat verschuift iedereen weer naar achter. Belangrijk is het gegeven dat de deelnemers steeds één lijn blijven, zonder dat men voortdurend links en rechts kijkt. - Binnen dit kader zijn er vervolgens verschillende mogelijkheden: meegaan met de groep, een stop maken, eerder teruggaan naar het startpunt, enzovoort. Alles mag, zolang het maar binnen het kader van twee maten blijft. Doordat elke deelnemer zijn eigen keus maakt en tegelijk deel uitmaakt van het geheel, zie je als vanzelf patronen ontstaan. Het lijkt soms op een goed inge-
studeerde choreografie, maar de patronen ontstaan toch elke keer min of meer toevallig. - Variaties ontstaan door toevoeging van poses die centraal afgesproken worden. Door het invoeren van deze ‘code’-bewegingen wordt het choreografisch beeld nog versterkt en krijgt de improvisatie een dynamische kleur. Deze codes duren ook steeds twee maten. - Een andere variatie is het toevoegen van ritmes, hetzij in beweging of in bodypercussie, uiteraard ook weer binnen twee maten. Elke deelnemer is vrij om zijn eigen ritme te creëren, zichtbaar en hoorbaar. Wanneer de leerlingen begrijpen dat kennis, vaardigheden en waarden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zal ook het totale plaatje gezien worden. De leerlingen zullen gemakkelijker in staat zijn om nieuwe connecties te maken en hun kennis toe te passen. Als we de grammatica van verschillende ‘talen’ gebruiken, kunnen we creëren, communiceren én dansen. Door zijn unieke non-verbale taal levert dans een essentiële bijdrage aan het op deze wijze benaderen van jonge mensen. Hierin ligt nu net de kracht van dans en elke leerling zou van deze ervaring moeten kunnen profiteren. Niet alleen omdat dans belangrijk is, maar tevens om te laten ontdekken dat je vanuit andere invalshoeken een bredere kijk op ‘leren’ krijgt. Maria Speth is docent dans aan Fontys Dansacademie te Tilburg en het Conservatorium te Maastricht.
Noten 1 Ken Robinson - The Element, 2009. 2 Dansspetters I en II geven een methodiek en didactiek weer waarmee dans op een geheel eigen en natuurlijke wijze onderdeel kan uitmaken van het onderwijs.
hbo 31
Dansspetters Het dansmateriaal dat aangeboden wordt, varieert van 4 tot 18 jaar en is niet specifiek voor het onderwijs alleen bedoeld. Ook in de amateur muziek- en danswereld wordt er graag gebruik van gemaakt. Muziek en dans zijn nauw met elkaar verbonden in de filosofie van Dansspetters. Ze beïnvloeden elkaar, ze vullen elkaar aan of ze vormen een contrast. Er is altijd sprake van een wisselwerking, van de invloed die muziek kan hebben op de dans en omgekeerd. De muziek van Dansspetters is gecomponeerd met de bedoeling om dans te ontlokken, maar dat hoeft niet perse de beweegreden te zijn die reeds in de dansbeschrijving staat. De keuze van muziek kan tevens leiden tot nieuwe impulsen en andere inzichten. Niet alleen zingen, maar ook actief luisteren, analyseren en noteren zijn interessante invalshoeken om te combineren met dans. De vraag wordt wel gesteld of deze dansmomenten alleen door bevoegde dansdocenten gegeven moeten worden. Natuurlijk verdient het de voorkeur om een kunstvak door een vakman/vrouw te laten geven, maar dit is niet altijd per se noodzakelijk. Voornaamste voorwaarde blijft de betrokkenheid en uiteraard kennis van het onderwerp. Er worden regelmatig dansdagen gegeven. Zo’n bijscholing kan heel prettig zijn, want wat men aan den lijve ondervindt, beklijft het beste. Zie ook www.dansspetters.nl.
32
juni 2012
... terugkijkend Het is the day after. Gisteravond was de laatste avond van het jaar waarop het muzikaal talent zich kon presenteren. Het Populair Open Podium op Dalton Voorburg dankt zijn naam aan de twee aspecten van populair. Naast het Unplugged- en Klassiek- Open podium, waarop respectievelijk rustige niet versterkte, en klassieke muziek, jazz en musicalliedjes te horen zijn, is het laatste open podium voor het populaire genre (zo sprak de oude man). Populair is ook dit open podium, want nog meer nog dan bij de andere twee is een groot aantal leerlingen maanden tevoren al bezig met deze avond. Wekelijks komen er leerlingen binnen die vragen of ze al mogen inschrijven. Ik zeg dan altijd dat ze de schoolsite goed in de gaten moeten houden, want daarop wordt een week van tevoren al aangekondigd wanneer de inschrijving start. In de nacht van zondag op maandag, om middernacht, zo heeft collega Ron Bolling bepaald, kan men zich digitaal inschrijven.
Om half één komt het eerste teleurgestelde mailtje: ‘Beste Arjaan, Ron en Tessa (Kraus). Ik zit nu al een half uur te wachten, maar ik kan me nog steeds niet inschrijven.’ Om kwart over één de tweede van een meer hardnekkig persoon die schrijft dat ze nu toch maar gaat slapen, maar de wekker op zeven uur heeft gezet. Des computers wegen zijn ondoorgrondelijk. Het blijkt een digitaal probleem te zijn en Ron verhelpt het om vijf voor zeven. Onderzoeken waarom het niet goed werkte... terugkijkend. Om half tien sluit de eerste inschrijving en om half elf de reserve-inschrijving. We hebben in drie uur tijd vijfendertig aanmeldingen gekregen. Er zijn drie bandjes waarin meerdere bandleden fanatiek waren en zich dus dubbel hebben ingeschreven, maar na aftrek van voorarrest en bijtelling van de examengroepen en koren blijven er nog steeds drieëndertig acts over. Als ik die maandag door de school loop, komen er nog eens vijf kinderen met smeekbedes en huiloogjes over het reeds gesloten zijn van de inschrijvingen, maar of ze toch alsjeblieieiefttt - want dan ben ik de liefste leraar van de
VO Arjaan Verheule
heeeeeeele wereld - mee mogen doen, want ze hadden zich eerder moeten inschrijven… terugkijkend. Het echte werk Ik moet, bijgestaan door Ron, de meer unplugged acts een beetje schiften van het steviger werk. We willen beide avonden echt een verschillend karakter geven, dus dit mag echt wel wat steviger. Adèle, Birdy, en Jason Mraz drukken echter meer hun stempel op de hedendaagse popmuziek, dus de singersongwriter nummers zijn talrijk. Dames op alleen een gitaartje, of piano met tweestemmige zang. We voelen ons net Dr P die in de trojka aan het onderhandelen is wie er voor de wolven gaat. Moet Igor het maar wezen? Nee, want Igor speelt viool. Wat dacht je van Natasha? Maar die leert zo goed op school… Hij zit in 6-VWO, dus dit is zijn laatste Open Podium op Dalton Voorburg. Dat bandje moet nog even schaven aan de act. Die dame is te veel Unplugged. Dat is leuk, want een brugger. Dat is een bandje helemaal uit het VMBO. Hij heeft zich bij zes acts ingeschreven, dus dat kan wel wat minder. Leerlingen teleurstellen of
33
Het presentatieduo Josefien en Fabian.
The Supremes herleven in deze act, maar dan wel dubbel
juist blij maken. Het bleek dat we de inschrijving aan een aantal strengere criteria moesten laten voldoen… terugkijkend.
moet wat van je. Waar is dit, waar is dat, pompom van iedereen wat. Van kwart over acht, want het podium moet leeg, het drumstel opgesteld... tot vijf uur, want de programma’s moeten worden afgedrukt, de kaarten moeten worden aangenomen bij de entree, dus een tafel en leerlingen regelen. De kantine moet vlak voor de pauze niet te vroeg, maar zeker ook niet te laat de koffie uitschenken. Dus ook overleggen.
Ik moet bandjes laten auditeren, geluid en licht regelen, een programma maken voor de soundcheck, een programma voor de avond. En dan valt de avond aan het eind van een week vol rapportvergaderingen. Als één-uurs-vak heb je er dus een heleboel. Als het D-day is, of eigenlijk P-day, heb ik er al een flink aantal uren op zitten. In het jaarrooster voor volgend jaar goed kijken naar de data van de eindexamenconcerten, musical en podiumavonden dus... terugkijkend. Op vrijdag de dertiende, de dag des oordeel is Arjaan de meest populaire naam. Iedereen
Dan even een happie eten en om zeven uur druppelen de eerste deelnemers binnen. We oefenen nog even met de aanwezige deelnemers de ‘storm’ - een stukje waarbij we met wrijven, knipsen met de vingers en trommelen op de benen een regenbui nabootsen en in groepjes omhoog springend en hard neerko-
mend de donder - oefenen. ‘s Avonds zal dit een grootse opening blijken te zijn. Dan ook nog even iedereen instructies geven dat men na afloop wel helpt opruimen. Dan is het zo ver De zaal is vol. Geroezemoes. Iedereen zegt tegen de veel te drukke Arjaan dat alles nu in orde is en dat alles geregeld wordt. Fabian (5-HAVO) dirigeert de storm, samen met Josefien (4-HAVO) presenteert hij de avond. Daaf Audio Rental verzorgt als altijd op fabuleuze wijze het geluid; David in de zaal, Arjan op het podium. Jeremy (4-HAVO) doet het licht. Ron Bolling met de congierges bij de deur. Precies om half 8 gaat het zaallicht uit. Alles loopt op rolletjes... terugkijkend. De avond is geweldig! De storm gaat onwaarschijnlijk goed! De leerlingen zijn top, wat een talent! Ik ben aan het genieten. Ik mag met een bandje met Tessa en de leraressen Duits en wiskunde een liedje doen. Trots nemen wij het donderend gejuich in ontvangst. Ik zie leerlingen die twee, drie of vier jaar geleden nog geen gitaar van een triangel konden onderscheiden nu op het podium geweldig dansen, plezier maken, muziek maken, de zaal bespelen. Mijn eigen 4-HAVO-eindexamengroep knalt van het podium! Fabian en Josefien zijn onwaarschijnlijk grappig. Het geluid is fantastisch! Het ziet er waanzinnig uit! De koffie is precies op tijd ingeschonken. Als de laatste klanken van het laatste bandje, dat onder leiding van de biolerares de volledige versie van Paradise By The Dashboardlight inclusief het baseball-commentaar heeft ingestudeerd, zijn overgegaan in een ovationeel applaus, waarbij het publiek zelfs gaat staan, is het half elf. Om elf uur zijn alle stoelen opgeruimd, is de installatie in de vrachtauto en staan we met de jongens van het geluid, de muziekdocenten, de congierges en de laatste leerlingen nog een drankje te drinken… terugkijkend. Onderweg naar huis heb ik knallende koppijn en olifantenpoten, kan ik mijn ogen nauwelijks open houden, voelen mijn armen als van lood. Maar wát een mooie avond! Dalton Voorburg’s got talent... terugkijkend.
Wouter, Anne, Doris, Abe en Thijs vormen een topbandje!
Foto’s: Joost van der Meer
34
juni 2012
Cross-over dansgezelschap ISH Paul Rooyackers
Dit is Dit ishet hettweede eerste artikel in de serie
ISH is een cross-over gezelschap dat een aantal jaren geleden stormachtig is begonnen onder leiding van Marco Gerris, bij de meeste mensen wel bekend als het jurylid in het tv-programma So You Think
reld vrij sceptisch naar ons, maar na jarenlange ontwikkeling en strijd is ISH in Nederland en in de rest van de wereld een begrip geworden. En street culture heeft een plaats gevonden op de podia en een plek verworven binnen andere disciplines in de theaterwereld. In de toekomst blijft ISH op zoek naar nieuwe disciplines zoals parcour en freerunnen om bruggen te bouwen naar bestaande, ‘oudere’ kunstvormen. ISH zal zich altijd blijven ontwikkelen en de conversatie met andere disciplines blijven aangaan.’
Rond 2000 zag je wel meer dansgroepen skaters en breakdancers binnenhalen, maar Gerris was de eerste in Nederland die met dergelijke outdoor-activiteiten een eigen theatergroep begon. Na acht jaar ging de groep failliet na onder meer samengewerkt te hebben met ROC Amsterdam om dansers te trainen voor hun programma’s. Momenteel tourt de groep ISH met het programma HYPERISH door Nederland, een krachtige dansvoorstelling met uitersten in tekst, sensitiviteit en acrobatiek. Fame-ISH was de eerste uiting van een groep in opleiding, maar dit initiatief stopte doordat er ineens teveel zaken werden ontwikkeld met het gevolg dat de authentieke lijn niet scherp gevolgd werd en het artistieke proces eronder leed. Nadat ook de samenwerking met ROC Amsterdam niet het gewenste effect had (ROC Amsterdam heeft een dansopleiding op MBOniveau), besloot Marco in de nieuw opgerichte Stichting Balls het ISH Lab te ontwikkelen. Marco Gerris: ‘Een opleiding in de vorm van workshops voor professionele en niet professionele dansers. Deze opleiding is kleinschaliger dan destijds Fame-ISH, maar heeft wel dezelfde functie. Het aantrekken van nieuw talent staat daarbij voorop. Als dansers te jong zijn om mee te doen aan een voorstelling, kunnen ze hun gezicht laten zien in onze lessen en trainingen. In projecten kunnen ze dan wel meedoen, zichzelf ontwikkelen en voor een voorstelling kunnen ze auditie doen.’
ISH in 2000 ‘Voor mijn eerste voorstelling ISH (2000) ben ik overal gaan scouten. Zowel in de theaterwereld als daarbuiten. Uiteindelijk heb ik zeven ISHers gevonden met verschillende disciplines: skaters ( freestyle en agressive), een beatboxer, een moderne danseres en een dj/scratcher. Deze voorstelling werd erg goed en enthousiast ontvangen bij een totaal nieuwe doelgroep, jongeren, omdat deze disciplines herkenbaar waren in hun eigen belevingswereld. ISH heeft zich in de jaren daarop snel ontwikkeld en er zijn vrij snel andere disciplines bijgekomen zoals breakdance, hiphop, BMX, basketballfreestyle en video. De meeste skills waren vrij ‘underground’. In het begin keek de theaterwe-
Kunstdisciplines ‘Alle disciplines van ISH hebben allemaal één ding gemeen. Ze hebben allemaal een eigen lifestyle. Vechten voor (h)erkenning en vrijheid, grenzen opzoeken, je op creatieve manier uiten en respect voor je kunnen. Het gaat erom dat je goed om je heen moet blijven kijken. Ik vind dat inspiratie overal ligt en dat je dingen mee moet nemen die voor jou belangrijk zijn. Het is een way of life.’ ISH als opleiding? ISH is niet een officieel erkende opleiding. Er zijn ‘incompany lessen’ aan de performers die in de voorstellingen spelen. Maar ook performers die in eerdere voorstellingen hebben gezeten en die in de toekomst in voorstellingen van ISH te zien zijn, mogen komen. Ook de performers die in demo’s en residencies meedoen, nemen deel aan de companylessen. ‘Daarnaast houden wij eens in het jaar openbare audities voor voorstellingen, demo’s en
mbo
35
Performance-opleiding onder de loep Performance-opleidingen onder de loep You Can Dance. Marco Gerris begon met een groep skaters, dansers en acrobaten die eigenlijk in geen enkel gezelschap pasten.
gemiddeld ongeveer 10 tot 20 mensen per workshop mee. Aantal performers in de producties? Dit ligt uiteraard aan de voorstelling. Voor THIS is ISH zetten we 13 performers en een DJ in (hij volgt trouwens geen companylessen!); voor HYPERISH zijn er 7 performers. Vakken? Aantal uren? Hoeveel mensen? Er worden geen vakken gedoceerd en er is geen lesprogramma. De companylessen zijn over het algemeen om de week op maandagavond. Er zijn workshops acrobatiek, hiphop, skate, breakdance, modern, free running/parcour, house, enzovoort.
educatieprojecten, waarbij sommige dansers nog net niet de kwaliteit bezitten die we nodig hebben voor de voorstellingen, maar als we potentie in ze zien, dan nodigen we ze ook uit om deel te nemen aan de companylessen.’ De audities zijn openbaar, maar het mogen deelnemen aan de companylessen is op uitnodiging. De companylessen (dus geen officiële opleidingstak) zijn sinds 2011 in deze vorm naar aanleiding van het ISH Lab-project in 2010. De opleiding is niet voortgekomen uit een gebrek aan skills die dansers hebben, en ook niet omdat reguliere opleidingen de trucs die in ISH worden gebruikt, niet trainen. De scholing houdt niet na een jaar op, de companylessen blijven doorlopen. Het is dus een permanente scholing. ‘We willen dat onze performers (we noemen ze namelijk ook geen dansers) multidisciplinair geschoold zijn; dat ze alles kunnen van acrobatiek tot hiphop, breakdance, parcour & free running (gaan we gebruiken in onze nieuwe voorstelling THIS is ISH), modern en pop ‘n lockin’. Dit zijn disciplines die niet op dansscholen worden aangeboden en waarin dansers zich dus verder kunnen ontwikkelen. Dit zie je dus ook terug in onze voorstelling: een balletdanser die ook hiphop danst, een acrobate die ook danst of onze beatboxer die in de touwen hangt en acrobatische stunts uithaalt.’
in Nederland (Roermond) als in het buitenland (laatst nog in Suriname en Zuid-Afrika) worden residencies, educatieprojecten, gegeven. Hier geven ISH-performers workshops (vaak aan probleemjongeren) in de skills die ze bezitten en werkt men toe naar het maken van een eindpresentatie. Aantal toelatingen? Verloop? De ISH-performers bestaan uit een vaste groep van ongeveer 20 personen. De groep wordt per jaar uitgebreid tot ongeveer 30 personen, afhankelijk van het aantal activiteiten dat ISH doet. De companylessen worden aangeboden aan de ISH-performers en zijn vrijwillig. Afhankelijk van beschikbaarheid doen er
Docentennamen en achtergrond? De workshops worden gegeven door gerenommeerde internationale performers, bekend en geprezen in een bepaalde stijl: - Steven Nestar - house - Isabelle Bernaert - modern - Ish – house/hip hop fast - Vincent Watson – freerunning - Nikolay Pyaste – acrobatiek. Contact met de opleiding Je kunt je niet aanmelden, maar check de site van ISH en hou de social media goed in de gaten wanneer de open audities zijn of wanneer men stagiaires zoekt. Dan kun je je aanmelden. En als je dan wordt uitgenodigd voor de audities, dan kijkt men direct of je ook uitgenodigd wordt voor companylessen. Kijk op www.balls.nl.
Scholing extra? De performers krijgen ook de mogelijkheid zich te scholen in het geven van workshops. Zowel HyperISH Foto’s: Ben van Duin
36
juni 2012
VO
Leerlingen bij Wooden Circle van Richard Long. Foto: Pascalle Kusters
Is de natuur ook deel van jou? Excursie naar het Van Abbemuseum Pascalle Kusters
Is Land Art kunst of levenservaring? Wat is de relatie tussen Land Art en natuur? Geeft Land Art commentaar op de natuur of op ons, de mens? Wijst Land Art ons op de natuur, de natuur die in ons zit? Is die veel geroemde natuur ook deel van ons? En tot slot, hoe zou dat zijn wanneer je zelf onderweg bent, dagen lang? Alleen? Wat doet dat met jou? Met twee groepen (4-VMBO en 4-VWO) bezocht BC Broekhin in september 2011 het Van Abbemuseum. Een korte impressie. 4-VMBO heeft in 2012 het eindexamenthema Groen, groen in de zin van natuur. Uitgaande van de collectie van het Van Abbemuseum bleek de Wood Circle van Richard Long daar op aan te sluiten en een goed uitgangspunt om de leerlingen tot kijken en denken aan te zetten. Het museum had een rondleiding en een workshop op het programma staan. Eerst moesten
de leerlingen, gewapend met een dummieboek, het beeld van Long op zich laten inwerken. Kijkend, associërend, schrijvend, tekenend kwamen de vragen naar boven. Deze manier van werken is een persoonlijk reflecteren op kunst. Daarna ging de groep naar buiten. Kijken naar wat er aan natuur is in onze dagelijkse habitat. Leerlingen zochten een plekje langs het water en schreven, noteerden weer van alles in hun dummie. Sommigen verwoordden na afloop hun natuurbeleving: één zijn met de natuur, eenzaamheid, koude en donker voelen, angst of blijdschap ervaren of het ontdekken van sporen van dieren om je heen, een blik over het water, de tak die in het water ligt. Is dat kunst? Wat is kunst? En wat is toeval? Wat is ontstaan en vergankelijkheid? Wat is de relatie met natuur en wat met kunst? Heerlijk om leerlingen zo spontaan te zien reageren op alles om hen heen. Tot slot streken
we neer op het grasveldje naast het museum. De leerlingen kregen een opdracht: Bedenk met een groepje een patroon, een looppatroon over het grasveld. En leg het vast met je camera, filmend of fotograferend. Gebruik daarbij verschillende standpunten. Denk aan een begin, een eind en probeer ook een variant uit. De effecten waren prachtig. Het grasveldje vertoonde opeens sporen van gebruik! Tenslotte maakten de leerlingen als vervolg op het museumbezoek eigen Land Art, dat natuurlijk ook vastgelegd werd. De leer of onderzoeksvraag was: Wat voor effect heeft het werk, jouw werk, op de beschouwer, de natuur, op jezelf? Al met al tonen bijgaande foto’s voorbeelden van een verrassend geheel!
37
Voorbeeld van leerlingenwerk over Landart
Leerlingen in de tuin bij het Van Abbemuseum. Foto: Pascalle Kusters
Voorbeeld van leerlingenwerk over Landart
38
juni 2012
PO
Boeksignalementen deelaspecten van mediawijsheid. Het raamwerk biedt handvatten om een eigen meetinstrument te ontwikkelen dat is afgestemd op een gekozen medium en gewenste doelgroep. Meten van mediawijsheid: een studie
Uitgelicht Digibordboek zorgt voor samenhang tussen vakken
naar een raamwerk, meetmiddelen en toepassing hiervan / F. Wiebenga
Werken aan samenhang tussen vak-
(projectleider), 2011. - 180 pag.
gebieden vanuit cultuureducatie, hoe
www.mediawijzer.net/helderheid
doe je dat? Voor schoolteams in het primair onderwijs die - met name in de midden- en bovenbouw - voor de vakgebieden kunstzinnige oriëntatie, taal en wereldoriëntatie gebruik willen maken van de mogelijkheden van
Digitaal leermateriaal
een digi(bord)boek, heeft de SLO een
In het project LES 2.0 werkten 30
handleiding geschreven die antwoord
VO-scholen samen met 6 grote musea
geeft op deze vraag. Basisschool De
en archieven een jaar lang aan het
Marnewier in het Friese Kimswerd
arrangeren van digitaal leermateriaal.
experimenteerde ermee. In een pro-
Het biedt toepasbare inzichten en instru-
ject rond een cultureel thema werden
menten voor leraren, scholen, erf-
kunstzinnige oriëntatie, taal en
goedinstellingen en andere partijen die
wereldoriëntatie in samenhang aan-
zich begeven op het pad van arrangeren
geboden. Het thema waaraan het
leren. Bij het project was het digitaal
en leermaterialen. Arrangeren wordt
onderwijsaanbod werd opgehangen,
schoolbord een belangrijk hulpmiddel
hier gezien als het zelf ontwerpen en
was Harlings blauw. In het project is
om de samenhang tussen vakken te
samenstellen van combinaties van bron-
de culturele omgeving betrokken
bevorderen en de methodes wat
nen en instructies die een plaats vinden
door uitstapjes naar een tegelfabriek,
meer los te laten. Het werd ingezet
binnen grotere leereenheden zoals pro-
een keramiekmuseum en door een
om de wereld buiten de school naar
gastspreker in de school. De kinderen
binnen te halen én als onderwijsleer-
handboek worden de ervaringen van het
Stand van zaken tools mediawijsheid
gingen aan de gang met allerlei tali-
materiaal bij activiteiten en taken.
project LES 2.0 in beeld gebracht.
Sinds de Raad voor Cultuur in 2005 het
ge, kunstzinnige en wereldoriënte-
Vakken in samenhang: een digi(bord)
Arrangeren doe je zo!: praktijkhandboek
begrip mediawijsheid introduceerde,
rende activiteiten die in samenhang
boek voor samenhang tussen kunst-
voor samenstellers van leermaterialen /
zijn er vooral in het onderwijs veel tools
werden aangeboden. Voor de school
zinnige oriëntatie, taal en wereld-
T. Brink, P. Vermeulen, A-J. Vonk. -
verschenen die beschikbaar zijn voor
lag het accent op horizontale samen-
oriëntatie / I. Roozen, A. Oosterloo, M.
Hilversum : Nederlands Instituut voor
jongeren om zichzelf te ontplooien in de
hang (samenhang tussen vakken), de
Klein Tank. - Enschede : SLO, 2011. -
Beeld en Geluid, 2010. - 111 pag. - ISBN
gemedialiseerde samenleving. Hoe staat
relatie met de kerndoelen en de rela-
117 pag. www.slo.nl/downloads/2011/
978-90-778060-4-3
het nu met die tools en wie gebruiken
tie tussen binnen- en buitenschools
vakken-in-samenhang.pdf/download
www.arrangerendoejezo.nl
ze? Hebben kinderen ze nog wel nodig,
gramma’s en leerlijnen. In dit praktische
nu ze opgroeien in een netgeneratie? Is
Meetinstrument mediawijsheid
er nog een specifieke rol weggelegd
kunnen worden. Wat moeten kinderen
‘Wat is mediawijsheid en op welke wijze
voor culturele instellingen?
leren om veilig en efficiënt met nieuwe
kan gemeten worden hoe mediawijs
Wijs met media: de tools zijn er! Waar is
media om te gaan? Welke vaardigheden
iemand is?’ Bij de beantwoording van de
de mediawijsheid? / H. van Vliet... [et al.],
zijn er nodig om mediawijze burgers van
vraag is een vertaalslag gemaakt van de
D. Schönau (medewerker); HU,
hen te maken? En wat zijn hierbij taken
theoretische definitie van mediawijsheid
Hogeschool Utrecht. Lectoraat
van opvoeders? Over het gebruik van
naar een raamwerk waarin uiteenlopen-
Crossmedia Content. - Utrecht:
nieuwe media - internet, games en
de competenties van mediawijsheid zijn
Hogeschool Utrecht, 2009. - 124 pag. -
mobiele telefonie - bij kinderen in de
omgeschreven. De bruikbaarheid van
ISBN 978-90-8928-028-2
basisschoolleeftijd is een boek versche-
het raamwerk werd getoetst in twee
nen bestemd voor ouders, onderwijzers
pilots. In deze pilots zijn aan de hand
Kinderen en nieuwe media
en hulpverleners.
van het raamwerk meetinstrumenten
Op steeds jongere leeftijd zijn kinderen
Contact!: kinderen en nieuwe media /
ontwikkeld voor specifieke doelgroepen
actief met nieuwe media. Ouders en
H. Boeke (eindredacteur), J. de Haan
(jongeren in de onderbouw van het
leerkrachten vragen zich af hoe de nieu-
(redacteur), R. Pijpers (redacteur). -
voortgezet onderwijs en jongeren met
we mogelijkheden het best benut kun-
Houten : Bohn Stafleu Van Loghem,
een licht verstandelijke beperking) en
nen worden en hoe gevaren vermeden
2010. - 243 pag. - ISBN 978-90-313-78371
Alle vermelde publicaties zijn opgenomen in de catalogus van de cultuureducatieve bibliotheek (met ingang van 1 juli 2012: online bibliografie) van Cultuurnetwerk Nederland, expertisecentrum cultuureducatie. Deze bibliografie biedt vanaf die datum een compleet en actueel overzicht van alle relevante literatuur over cultuureducatie. Meer informatie: www.cultuurnetwerk.nl/bibliotheek, e-mail:
[email protected], (030) 2361200.
39
@web Gelukzoekers Thea Vuik
Stel je voor: we krijgen pen en papier mee en de fietsen staan buiten al te glimmen, want we gaan met z’n allen op stap. Het personeelsuitje! We moeten vragen beantwoorden, bij posten opdrachten uitvoeren en ondertussen kunnen we genieten van het fraaie landschap. Soms slaan we de verkeerde weg in, maar dan hebben we iets niet gezien en missen we net die belangrijke post. Aan het eind van de dag krijgen de winnaars een klein prijsje. Hoera! Het lijkt niet zo lang geleden, maar eigenlijk is zo’n puzzelrit een beetje uit de tijd geraakt sinds de komst van het zogenaamde geocaching. In ons digitale tijdperk puzzelen we namelijk onze rit op een andere manier uit. Iemand verstopt op een bijzondere plaats, meestal in de natuur, een waterdicht doosje - dat kunnen ook andere vreemde ‘behuizingen’ zijn met daarin een logboek, eventueel een aantal leuke voorwerpen om te ruilen en soms zelfs ook een wegwerpcamera. Naar dat doosje annex ‘schat’ gaan we op zoek. Met een toestel om satellietsignalen op te vangen (hand-GPS) bepaalt de routemaker de precieze coördinaten van de plaats van zo’n doosje. Deze publiceert hij vervolgens op dé geocaching-site www.geocaching.com. Speurzoekers lezen daar die coördinaten en kunnen zo dus op zoek gaan naar de cache (=schat). Heb je die uiteindelijk gevonden, dan leg je die weer op dezelfde plek terug: voor de volgende geocacher. Voor de echte avonturiers onder ons is er allerhande software op de markt, maar gelukkig is er ook een simpele app voor je iPhone of iPad (nog niet voor Android) ontwikkeld die zo’n route kan uitstippelen. Zie in de iTunes Store Geotrio Tours (waarin de diverse routes zijn terug te vinden) en TourRecorder (waarmee je zelf routes kunt maken). Wij gaan liever zelf zo’n (audio)route maken, maar hoe doe je dat? Je zet je i-apparaat aan en begint te lopen. Je staat stil waar je vindt dat iemand anders ook moet blijven stilstaan en je drukt op de opnameknop. Heb je je tekst ingesproken, dan loop of fiets je weer verder. Ben je klaar met je tocht, dan kun je de device met internet verbinden, zodat je tocht geupload kan worden naar de servers van Geotrio. Op je computer kun je nog een aantal veranderingen aanbrengen: een plaatje toevoegen dat je bij de start ziet, een afbeelding bij een halteplaats (standaard krijg je bij een halteplaats een foto van die plek uit Google Maps), je geluidsopname vervangen door een andere opname of je route verleggen. Dan kun je je tour ter goedkeuring aanbieden. Pas nadat dit is gebeurd, wordt deze voor andere gebruikers zichtbaar. Als je een route gaat lopen, kun je alles van te voren zien en beluisteren. Niet zo spannend natuurlijk, maar je kunt het zo maken dat je - pas als je op de plek zelf bent - nog iets moet doen, zodat de tocht in het echt toch nog leuk blijft. Bedenk dus goed wat je wilt laten zien en stippel daarna pas de route uit. Dan bedenk je de vragen en schrijf je de teksten even uit op papier. Zoek ook passende afbeeldingen bij je rit. Mogelijkheden te over: kunstroutes ontwikkelen in jouw dorp of stad of open dag-routes door je school. Vervolgens kun je iedereen die je kent, uitnodigen ook jouw route te gaan lopen. Vorige week bezocht ik met een groep derdejaars leerlingen een museum. Die hadden na een uurtje nauwelijks nog aandacht voor de gids die de rondleiding verzorgde. Maar stel je nu eens voor dat je groepjes leerlingen hun eigen route laat maken door te lopen naar een minimaal aantal kunstwerken (kun je van te voren al uitzoeken) - met of zonder museumcache - en laat die verder uitwerken op de computer nadat ze het museum bezocht hebben. Is dat geen gelukkiger manier van rondleiden en verslagleggen tegelijkertijd?!
T i j d s ch ri ft vo o r k u n s t e n c u l t u u r i n h e t o n d e r w i j s
rgrondn: Achtetv akke ns ku de n ie va De fysiolog Pr Bli eadvies Ve rkenn jft ingscDoiscussie de mmiss : cu ie ltu urk aa rt Po be lit s t ie aa k: n?
Voor de klas? Werkzaam in de kunstsector?
l: aa en ionn he t na e er enz Inte gr d er : ov fisch n ilosdoucatie e F r e f le ltuur tie ke cu Acuthentie A Betro n: Er De varingsgericht VMBOondekke rwijs mo bie le te lef oo To n i eko nd m e k st las :
Altijd aangenaam op de hoogte met Kunstzone! www.kunstzone.nl
s: eel rt Spltaa e or t nw ee azi pin ktijk es De pra woord oen Gr centen aan het Do Een s Innova troba tief: len hu is MAAK ONZE MASTER! DOOR JOUW VISIE OP KUNST ÉN EDUCATIE
MASTER KUNSTEDUCATIE CONTACT: 010 794 4652 WWW.PZWART.WDKA.NL
DA ER TT RO
RO
TT
ER
M,
DA
NE
M,
TH
NE
ER
DE
LA
RL
ND S
AN
D
MAKE YOUR MASTER! WITH YOUR VISION ON ART AND EDUCATION
MASTER OF EDUCATION IN ARTS LET ME KNOW: +3110-794 4652 WWW.PZWART.WDKA.NL
(advertorial)
‘Where did the future go?’ DAILYFUTURE Alicia Framis in de Rabo Kunstzone 5 maart - 31 augustus
Alicia Framis raakte vorig jaar precies op het juiste moment in gesprek met de Rabobank. Zij vertelde over haar wens om haar project Moon Life door te ontwikkelen, en de Rabo Kunstzone maakte zich klaar voor de eerste solotentoonstelling. Alicia: ‘Rabobank is voor mij heel vertrouwd. De bank volgt me al sinds de Rijksacademie en kijkt verder dan één werk. Dat is prettig. Het is fijn om te weten dat er iemand is die je werk waardeert. Het is namelijk eenzaam om als kunstenaar te werken. Je hebt de taak voorop te lopen, maar neemt de beslissingen alleen en draagt de fouten alleen. Door de Rabobank voel ik me niet alleen. We doen het samen. Wat me bovendien opvalt is dat Rabobank erg goed is in het kopen van het eerste werk in een serie, zoals bij Secret Strike. Dat stimuleert me om te blijven vernieuwen.’
Boven: Lunar Art Exploration Alicia Framis, 2012 Rechts: Space Suit, Atelier van Lieshout, te zien in Moon Life Concept Store
Ella van Zanten, Hoofd Kunstzaken Rabobank Nederland: ‘Van de Kunstcommissie kregen we veel support om de samenwerking met Alicia aan te gaan. Onze bancaire collega’s benadrukten zelfs dat deze investering niet anders is dan onze dagelijkse business. Rabobank gaat weloverwogen een relatie aan en durft te investeren in groeikansen.’
Boven: Op bezoek bij Alicia Rechts: Helmet House Alicia Framis en Uriel Fogué, 2009
Rabo Kunstzone Croeselaan 18 3521 CB Utrecht
Open op alle werkdagen van 8.30 – 18.00 uur www.rabobank.nl/kunst
42
juni 2012
Actief met CKV Agenda
nu veel mensen behoefte aan houvast
via het online platform van de publieke
jaren zestig en zeventig waarin verschil-
en zekerheid in een steeds veranderen-
omroep: www.zappechtgebeurd.nl.
lende subculturen en generaties een
de wereld. We ontdekken opnieuw de
Onder het motto Echte kinderen, Echte
plek hadden.
Bosch Parade vaart op 20, 23 en
regio, het lokale, onze eigen omgeving.
verhalen worden hier onder andere
www.limburgsmuseum.nl,
24 juni over de rivier de Aa in Den Bosch
www.liteside.nl, Cultuurpark Westergas-
honderd jeugddocumentaires gebun-
Limburgs Museum Venlo
met een kunstzinnige vloot van twintig
fabriek Amsterdam
deld in negen thema’s: vriendschap, lief-
leven en werk van de schilder
Oerol Festival, het tiendaags locatie-
gezondheid, vrije tijd en geschiedenis.
Knus - IDFA Schoolvoorstellingen in de klas
Jheronimus Bosch. De objecten worden
theater- en landschapskunstenfestival
Het bevat een schat aan lesmateriaal dat
biedt voor de knus ingestelde leerling
voortbewogen zonder gebruik te maken
op het eiland Terschelling, vindt plaats
uit te breiden is met de mogelijkheid zelf
- en leraar - de mogelijkheid IDFA op een
van stroom of brandstof. Bosch Parade
van 15 t/m 24 juni 2012. Deze 31e editie
korte documentaires te maken. Boven-
nog intiemere manier te beleven, name-
wordt voor de eerste keer vooraf gegaan
van het festival staat in het teken van
dien is hier ook de IDFA’s Scholieren-
lijk binnen de eigen klas. Sluit hiertoe de
door de Jeroen Parade, een kleine vloot
het thema De wind voert het woord.
programma voor het PO van de afgelo-
gordijnen, zet het digibord aan en kijk op
van bijzondere vaartuigen gemaakt door
De veertig theatervoorstellingen, twintig
pen jaren terug te vinden. Met het
www.idfa.nl > Educatie. Hier vindt u
kinderen van enkele basisscholen in Den
paspoortprojecten, talloze muziek- en
lesmateriaal dat speciaal voor deze films
onder IDFA in de Klas een overzicht van
Bosch onder begeleiding van kunste-
straattheateroptredens worden gevoed
is gemaakt, hebt u een mooie documen-
mooie documentaires gesorteerd op
naars en performers.
door de wind die uit alle windstreken de
taireles binnen handbereik.
thema. Neem bij interesse in een van de
www.bosch500.nl, Den Bosch
poëzie over de zee aanvoert.
Op www.docschool.nl is het lesmateri-
films uit de schoolvoorstellingen via
www.oerol.nl, Terschelling
aal te vinden.
[email protected] contact op met Marije
www.zappechtgebeurd.nl
Veenstra.
kunstobjecten, geïnspireerd door het
de, sport, school, familie, geloof, lijf &
Julidans vindt van 3 t/m 14 juli 2012 plaats op meerdere locaties te Amsterdam. Deze 21e editie van het
Educatie
www.idfa.nl > Educatie
Flower Power herleeft t/m 6 januari 2013 in het Limburgs Museum! Het
Merkwaardig is een digitaal CKV-
se dans presenteert onder andere
Bruce Cerew is een voormalig oor-
leven uit de jaren zestig en zeventig: je
lespakket over logo’s. Leerlingen kijken
wereldpremières van Dave St. Pierre,
logskind, asielzoeker en schrijver. Hij zet
loopt door een straat, over het protest-
met hun CKV-docent naar zichzelf en
Dansgroep Amsterdam en WArd/waRD,
zich al enkele jaren in om de betrokken-
plein, langs de soos met de bekende
hun school als een merk of beroemd-
maar ook de Nederlandse première van
heid onder jongeren bij deze maat-
Puch van de plaatselijke nozem, bezoekt
heid. Ze bekijken en analyseren bekende
Sidi Larbi Cherkaoui.
schappelijke thema’s te vergroten en ze
de kledingboetiek voor een minirok of
en minder bekende voorbeelden van
www.julidans.nl, Amsterdam
meer kennis bij te brengen van de oorza-
leren jasje en de muziekwinkel voor een
merken en logo’s en verdiepen zich in de
ken en mechanismen van internationale
plaat van een nieuwe groep The Beatles.
grafische, historische en marketingas-
LiteSide Festival is een zomers,
migratie. Ternauwernood ontsnapte hij
Je eindigt op de bank bij je hippievriend
pecten ervan. Ze denken na over wat de
vernieuwend en gastvrij interdisciplinair
aan het bizarre oorlogsgeweld in Sierra
met zijn traditionele ouders en ziet daar
logo’s communiceren en ‘verkopen’: een
festival. Drie dagen lang - van 29 juni
Leone en Liberia. Hij ziet het als een
op tv de eerste landing op de maan. Bij
idee, belofte, herkenning of product.
t/m 1 juli - biedt het festival een breed
belangrijke taak om de boodschap door
de museumles voor klas 2 en 3 van
De leerlingen ontwerpen een logo voor
aanbod van internationale en multidisci-
middel van een workshop over te
VMBO, HAVO en VWO kruipen leerlingen
zichzelf en ze ‘pimpen’ het logo van hun
plinaire oriëntaalse en westerse kunst-
brengen op de Nederlandse jongeren.
in de huid van een van de personages
school. De ontwerpen worden op de site
vormen, waaronder theater, dans,
Jongeren tussen de 12 en 23 jaar krijgen
die in de tentoonstelling ‘woont’. Ben je
geplaatst.
muziek, beeldende kunst, film, literatuur,
een workshop aangeboden waarin zijn
een hippie, nozem, een groene weduwe
www.merkwaardig.nu
debat en clubbing met populaire dj’s.
persoonlijk levensverhaal leidraad is. Zo
of een Dolle Mina? Hoe ziet jouw leven
Deze zevende editie van het LiteSide
krijgen ze kennis over de redenen voor
er uit? Na een inleidende film gaan de
Theater De Steeg maakt met een
Festival staat in het teken van Think
migratie, de achtergrond en voordelen
leerlingen in groepjes aan de slag om
team van ervaren en talentvolle theater-
Global, Act Local. De komst van immi-
hiervan.
hun personage door middel van vragen
makers jongerentheater met diverse
gratie, mobiele telefonie, internet en
www.therayoflightfoundation.org
en opdrachten vorm te geven. Aan het
voorstellingen voor jongeren vanaf 12
einde stelt elk groepje het personage
jaar. Ze spelen de voorstellingen op en
internationale festival voor hedendaag-
goedkoop reizen hebben de wereld tot een ‘global village’ gemaakt en de kruis-
Echt gebeurd biedt gratis toegang
voor aan de rest van de klas en vertelt
voor scholen voor voortgezet onderwijs
bestuivingen van culturen zijn vanzelf-
tot honderd mooie, ontroerende, grap-
over zijn of haar achtergrond. Zo ont-
en middelbaar beroepsonderwijs in heel
sprekend geworden. Toch hebben juist
pige of spannende jeugddocumentaires
staat er een compleet tijdsbeeld van de
Nederland. Ze komen dus ‘bij ons
Vereniging Natuurmonumenten -
Bruce Cerew tijdens een workshop
Schaalmodel Flower Power-busje
Waterlanders
Zie: Bruce Cerew
Foto: Richard Fieten
Jeroen Spitzenberger en Anniek Pheifer
Zie: Flower Power
in Midzomernachtdroom
Foto: Diederik de Kerk Zie: Oerol Festival
Foto: Carli Hermès Zie: Midzomernachtdroom
43
publiek thuis’. Dat maakt de drempel
maken met Kalk & Oen, een uniek duo.
geen overzicht van internetkunst, maar
Terracotta strijders uit China
voor de voorstellingen laag en de
Fysiek theater met slapstick-elementen.
is bedoeld als een bijzondere introductie
laat t/m 10 maart 2013 in Museum
impact groot. Gekozen wordt voor actu-
De voorstelling Kalk & Oen en de dikke
op het onderwerp Internet en kunst. Het
Volkenkunde te Leiden archeologische
ele onderwerpen die er echt toe doen.
prop is geschikt voor kinderen vanaf
zeer toegankelijk voor het onderwijs
vondsten zien uit het grafcomplex van
Zo zijn er voorstellingen die prikkelen en
3 jaar. De voorstelling is ideaal als
door de variatie van beeld, tekst en
China’s eerste keizer, Qin Shihuang.
aan het denken zetten, voorstellingen
kapstok bij een project over milieu en/of
praktische zoek-doe-en teken-opdrach-
Absolute topstukken zijn de drie mans-
die discussie oproepen en een verande-
natuur (zwerfafval). Het is niet alleen
ten. De boekjes zijn via
[email protected]
hoge strijders van het wereldberoemde
ring in gang zetten. Theater is daarvoor
een geestige en leerzame voorstelling
te bestellen bij Anouk Laverge.
Chinese Terracottaleger. Dankzij de fas-
een prachtig medium, omdat het zo
voor jonge kinderen. Ook oudere kinde-
www.atisd.at, Nederlands Instituut voor
cinerende voorwerpen en het verhaal
direct is, zo dicht-op-de-huid. Theater
ren en volwassenen kunnen onbedaar-
Mediakunst Amsterdam
dat ze vertellen, komen bezoekers van
spiegelt, prikkelt de fantasie en daagt uit
lijk lachen om de simpele zielen Kalk en
verder te kijken dan je neus lang is. Bij
Oen. Voor scholen hebben zij een les-
de voorstellingen is educatief materiaal
senserie met docentenhandleiding klaar
beschikbaar om de theaterervaring te
liggen die aansluit op het thema van de
verdiepen en de voorstelling in te bed-
voorstelling: natuur & milieu.
den in het onderwijsprogramma van de
www.wijland.nu
alles te weten over de Chinese cultuur
Exposities
en samenleving ten tijde van de Qindynastie. Aan de hand van de voorwerpen in de tentoonstelling in de Chinazaal
Impressionisme: sensatie & inspiratie toont van 16 juni tot en met
komen verschillende thema’s aan bod.
13 januari 2013 in de Hermitage te
periode van keizer Qin Shihuang, de
Beeldenbende is een beeldblog voor
Amsterdam de wereldberoemde impres-
Qin-dynastie (221 tot 206 vóór Christus).
kinderen, ouders, opvoeders en leer-
sionisten uit de omvangrijke collectie
Hij was de eerste keizer van China en
Midzomernachtdroom van
krachten. Het wil kinderen verrassen en
van het Staatsmuseum de Hermitage
tijdens zijn heerschappij werd China
William Shakespeare kan nog tot 21
enthousiasmeren met foto’s en video’s
St.-Petersburg in hun context.
aaneengesmeed tot één rijk. Ontelbare
oktober bezocht worden. Deze voorstel-
afkomstig uit de wereld van de weten-
Topstukken van baanbrekers als Claude
veldtochten waren daarvoor nodig en in
ling trok tot nu toe in het hele land uit-
schap, kunst, cultuur en natuur. Het
Monet, Camille Pissarro, Pierre-Auguste
de tentoonstelling zijn als stille getuigen
verkochte zalen. Ook bijna 2000 leerlin-
beeldmateriaal is niet speciaal voor
Renoir en Alfred Sisley zijn te zien
daarvan wapens te zien. Hij had zijn
gen, studenten en docenten bezochten
kinderen gemaakt, maar het is wel
samen met werk van andere invloedrijke
macht voor een belangrijk deel te danken
deze theatervoorstelling en een groot
uiterst geschikt voor gebruik in de klas.
Franse schilders uit de tweede helft van
aan de standaardisatie van het produc-
aantal van hen werd voorbereid door
www.beeldenbende.nl
de negentiende eeuw zoals Eugène
tieproces. Op die manier zou - bijna als
Delacroix en Jean-Léon Gérôme. Het
lopendebandwerk - het Terracottaleger
school. www.desteeg.info
theaterlesprojecten en inleidingen van
Zo wordt ingezoomd op de regeer-
NT Educatie.
wwwatisdat is een boekje en een
contrast tussen de verschillende kunst-
gemaakt zijn. De sterke sociale organisa-
www.nationaletoneel.nl > EDUCATIE
website - www.atisd.at - over kunst en
stromingen is een belangrijk aspect van
tie is een andere verdienste die hij op
internet. Het boekje staat vol kunstwer-
de tentoonstelling. Zo wordt de ‘sensa-
zijn conto kan schrijven en die ook heeft
Drie Zusters van Anton Tsjechov
ken en verhalen en uitleg erover. Ook
tie’ van het impressionisme zichtbaar en
bijgedragen aan zijn sterke positie ten
toont een wereld op drift, waarin men-
kun je zelf allerlei dingen uitproberen.
concreet; de stroming die een nieuw
tijde van de Qin-dynastie.
sen niet kunnen omgaan met verande-
Ooit wel eens een digitaal paasei gevon-
tijdperk zou inluiden. Een dergelijk veel-
www.volkenkunde.nl,
ringen. Ze verlangen naar grootse
den? Of het toetsenbord van je compu-
zijdig overzicht uit deze periode is zel-
Museum Volkenkunde Leiden
daden, passionele liefde, volmaakt geluk
ter uit je hoofd nagetekend, zoals kun-
den in Nederland te zien. Naast een
en spreken honderduit over hoe ze hun
stenaar Guthrie Lonergan heeft gedaan?
audiotour en rondleidingen is er voor
www.CKplus.nl: overzicht van bijna 400
leven in eigen hand willen nemen. Ze
Op de website maak je kennis met bij-
het voortgezet onderwijs een educatief
lopende exposities, informatie op tref-
ondernemen echter geen enkele stap in
zondere kunstwerken op het internet
programma voor verschillende niveaus
woord over 1200 musea
die richting om dat voor elkaar te krij-
zoals een bewegende versie van Electric
samengesteld. Het programma start met
www.CKplus.nl/kunstzone.html: links uit
gen. Landelijke tournee van 1 december
Boogie Woogie van Piet Mondriaan en
een introductie en vervolgens gaan de
deze Actief met CKV
t/m 2 februari 2013.
lees je onder andere wat een easter egg,
leerlingen met themakaarten de ten-
www.CKplus.nl/extra7.html: overzicht
www.nationaletoneel.nl > EDUCATIE
een meme en een konamicode is. Ook
toonstelling bekijken. Voor het
culturele manifestaties en exposities
maak je, via een interview, kennis met
Amsterdamse basisonderwijs is er een
www.CKplus.nl/extra12.html: 190 stads-
Theatergroep Wijland maakt edu-
de uitvinder van het world wide web.
speciaal lespakket.
wandelingen en kunstroutes
catief theater voor jong en oud. Op dit
Kosten € 7,50 per boekje (of voor de hele
www.hermitage.nl,
[email protected]: voor reacties en
moment laat Wijland je graag kennis-
klas: € 125,-- voor 25 boekjes). Het biedt
Hermitage Amsterdam
opgave gratis Ckplus.nl-nieuwsbrief
Mathilde MuPe The stone age terminal (1993) Kalk en Oen
Foto: Diana Ozon
Zie: Theatergroep Wijland
Zie: wwwatisdat Pierre-Auguste Renoir -
Zie: Terracottastrijders uit
Bron: www.potz.blitz.szpilman.de
Meisje met een waaier (1880)
China
Zie: Beeldenbende
Zie: Impressionisme: sensatie & inspiratie
INTERNET-MUZIEK-METHODE VOOR HET VOORTGEZET ONDERWIJS
MATERIAAL VOOR VMBO, HAVO & VWO Nu volledig gebruiksklaar voor schooljaar 2012-2013
BDU
JF"
Stap over op BeatsNbits en ontvang deze Roland BK-5. Informeer naar de actievoorwaarden.
www.beatsnbits.nl