4
april 2012
D
id
ac ku tie ns k v tv an ak d ke e n
T i j d s ch ri ft vo o r k u n s t e n c u l t u u r i n h e t o n d e r w i j s
2
3
april 2012
Aan deze Kunstzone werkten de volgende vakverenigingen mee:
Beroepsvereniging Docenten Theater en Drama Secretariaat & Administratie, Postbus 178, 8260 AD Kampen
[email protected], www.docentendrama.nl
NBDK
Nederlandse Beroepsvereniging van Danskunstenaars Bureau NBDK: Postbus 222, 2290 AE Wateringen Tel. (06) 39452989/(06) 39452988
[email protected] www.nbdk.nl
VLLT
Sectie Nederlands Vereniging Leraren Levende talen Binnenhof 62, 1412 LC Bussum Tel. (035) 6783254
[email protected] www.levendetalen.nl -> Talensecties -> Nederlands
VLS
Vereniging Leraren Schoolmuziek Secretariaat: Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo Tel. (0546) 491745
[email protected] www.vls-cmhf.nl Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
VONKC
Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur Secretariaat: Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo. Tel. (0546) 491745
[email protected]
Het is altijd weer een feest om te lezen met hoeveel moed, doorzettingsvermogen, creativiteit en enthousiasme docenten hun werk doen. En voor u ligt een heel nummer vol met verhalen over het hoe van het lesgeven! Didactiek, de discipline die gaat over de overdracht van kennis en vaardigheden, gaat eigenlijk over leren. Hoe leer je het best tussen je 4e en je 25e levensjaar en welke methoden en voorwaarden lenen zich daar goed voor? Daarom deze keer ook ruim aandacht voor het opleiden van docenten zelf. Het creëren van goede leervoorwaarden en het toepassen van methodes om te leren benadert iedereen vanuit een andere invalshoek. Dat is te zien aan de keur van artikelen die dit nummer van Kunstzone kleuren. Sommigen beschrijven de methode die zij ontwikkelen of toepassen om vaardigheden aan te leren, anderen het onderwijsmodel dat ruimte creëert voor samenhang tussen onderwijs en samenleving, opdat het lesgeven zich niet geïsoleerd afspeelt op het onderwijsinstituut. In verschillende artikelen zie je terug dat in de opvatting over leren het creëren van de leeromgeving centraal staat: de fysieke omgeving door het binnenhalen van bijzonder materiaal of de mentale omgeving door een team plangenoten samen te stellen die gezamenlijk sociale en maatschappelijke zaken benaderen. Veertig ‘deskundigen’ bogen zich over de bagage die elke startbekwame docent kunstvakken nodig heeft en in een volgend artikel wordt nagedacht over ons verstand en de denkstructuren die we kunnen inzetten in ons menselijk functioneren. Terwijl een ervaren docent bekijkt uit welke componenten een les opgebouwd moet zijn, bedenkt een student dat kunst intrinsieke waardes heeft die voor kunsteducatie van belang zijn en stelt dat kunst zelf onderwijs ís. Als je helemaal
Het gaat eigenlijk over leren
BDD
Inhoud enthousiast geworden bent, lees je in een volgend verhaal over het effect van samenspel, om maar niet te spreken van de kracht van het leren van gelijken in Peer-Education. Tot slot: in onze nieuwe rubriek Starter verhaalt een eerste docent over haar eerste ervaringen. Alle bovenstaande ideeën zijn uitgewerkt in de diverse disciplines die dit blad vertegenwoordigt en gaan meestal uit van principes die eenvoudig en goed over te dragen zijn naar een ander vak gebied. Laat dit een aansporing zijn om niet alleen de artikelen uit je eigen vakgebied te lezen!
© STICHTING
Omslag:
Jan Verschaeren
KUNSTZONE
Detail Rafael -
cultuur in het onderwijs
Jan van Gemert
Kluppelshuizenweg 32
Kluppelshuizenweg 32
Niets uit deze uitgave mag
De School van
NUMMER 4, april 2012
Olga de Kort-Koulikova
7608 RL Almelo
7608 RL Almelo
worden verveelvuldigd
Kunstzone wordt uitgegeven
Saskia van der Linden
tel. (0546) 491745
[email protected]
en/of overgenomen zonder
Athene (1509)
door Stichting Kunstzone.
Paul Rooyackers
[email protected]
www.kunstzone.nl
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Bunnik
[email protected]
www.libertas.nl
Het Rotterdamse Onderwijs Model (ROM) in het HBO
15
Kinderen in Eerbeek maken Muziek 16 18 19 20 22
En verder
STICHTING KUNSTZONE
Drukkerij Libertas
14
Zoveelste didactische model of bruikbare ruimte?
Een VMBO-CultuurProfielSchool
Jan Verschaeren
Jan Verschaeren
Wat moet de bagage van een startbekwame docent zijn?
Trots op het VMBO
VERKOOP ADVERTENTIES
[email protected]
10
Nieuwe kennisbasis docentenopleidingen
Hoe kun je vaktheorielessen drama aanpakken?
Toine van Gaal
VORMGEVING EN DRUK
Het toekomstige leren met de Five Minds van Gardner
KOMPAS voor lessen vaktheorie
REDACTIE
Janneke van Wijk
8
Five Minds for the Future
Introductie van een populair systeem voor stemgebruik
Tijdschrift voor kunst en
Wil & Hans Weikamp
Wat is peer education en wat kunnen we ermee?
EVT - E(still) V(oice) T(raining)
Kunstzone
Ruud van der Meer
6
Peer education 2.0
Manieren om de gitaar in de klas te gebruiken
Colofon
HOOFD- EN EINDREDACTIE
Waarde van kunst en cultuur voor de kunstvakken
Gevoelige snaar zien te vinden
Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november
Abonnementen: binnenland € 49,75 buitenland € 72,50 Het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november.
Toekomst van de kunstvakken
Muziekproject te Eerbeek met leerlingen van groep 6
Saskia van der Linden
www.vonkc.nl
Thea Vuik
Thema: Didactiek van de kunstvakken
ISSN: 1570-7989
Zie: ‘Thema: Didactiek van de kunstvakken’
Helpdesk arbeidsvoorwaarden voor VLS- en VONKC-leden 4 Themanummer Cultuurkaart 4 Studiemiddag voor VO-docenten onderbouw 4 Starter: Marleen Brugman 5 Digizone 13 Bespiegelingen over Brahms 24 Reis door de tijd met Zing! 25 Musical Tournament De nacht van het licht 26 Klassenconcert 28 Werken vanuit je kern 29 Man from the Stan 30 MaXmedia van Groundbreakers 33 Jeugdvoorstelling GEKKEBEKKEN 34 @Web: Exposerend onderzoeken 36 Boeksignalementen 37 Besprekingen CSE’s Kunstvakken 2012 38 Actief met CKV 42
4
5
april 2012
Helpdesk arbeidsvoorwaarden voor VLS- en VONKC-leden
Themanummer Cultuurkaart
De VONKC- en VLS-helpdesks voor belangenbehartiging en arbeidsvoorwaarden worden bemand door Remko Littooij. De spreekuren zijn geconcentreerd op een ochtend en een avond. Voor alge-
De rijksbijdrage voor de Cultuurkaart ver-
mene en specifieke vragen kunt u op genoemde tijden bij de helpdesk terecht: Hoe zit het met mijn
dwijnt. Achter de schermen is hard gewerkt
FPU?, Is mijn taakinvulling wel juist? Ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? Enzovoort.
aan een alternatief en inmiddels is bekend
Handiger is om een e-mail te sturen met de uitleg van uw probleem. Zo kan de helpdesk een duide-
dat de Cultuurkaart toch kan blijven
lijk antwoord formuleren dat u naar wens telefonisch of via e-mail terugontvangt.
bestaan. Een beetje anders wordt het wel. Wat verandert en wat blijft hetzelfde? Wat
Arbeidsvoorwaarden VLS/VONKC
E-mail VONKC:
[email protected]
vinden de diverse spelers van het alterna-
t.a.v. Remko Littooij
E-mail VLS:
tieve plan, hoe reageert de politiek en wat
[email protected]
Kluppelshuizenweg 32
wordt er van de scholen verwacht? Hoe is
7608 RL ALMELO
Telefonische bereikbaarheid helpdesk:
het nieuwe plan ontstaan en wat doen we
(06) 16500695
maandagochtend van 9 tot 10 uur
om het bezuinigingsleed te verzachten en
woensdagavond van 17 tot 19 uur
op te vangen? Eind april valt Kunstzone 5-2012 over de Cultuurkaart in de bus. Wilt
Als de helpdesk onbemand is of in gesprek, kunt u een bericht a chterlaten. Dan wordt u zo spoedig
u extra exemplaren bestellen, meld dit dan
mogelijk teruggebeld.
tijdig bij
[email protected].
Studiemiddag voor VO-docenten onderbouw Op dinsdag 17 april organiseert VONKC samen met FOAM Fotografiemuseum Amsterdam een studiemiddag over hedendaagse kunst en nieuwe media. Doe inspiratie op voor je lessen tijdens de actieve rondleiding en ga zelf aan de slag tijdens het workshopgedeelte. Dinsdag 17 april 2012
Programma
13.30 - 17.30 uur
vanaf 13.30 uur
Ontvangst in het café van Foam
14.00-14.15 uur
Welkom door VONKC
Foam Fotografiemuseum Amsterdam
14.15-15.00 uur
Rondleiding door het museum
Keizersgracht 609
15.00-16.30 uur
Groep A: Workshop Kijken naar fotografie met nieuwe media
1017 DS Amsterdam
Groep B: Workshop Portretfotografie
16.30-17.00 uur
Presentatie door een educatiemedewerker van Foam
vanaf 17.00 uur
Borrel en napraten.
Let op: vol=vol. Er kunnen maximaal 60 docenten deelnemen aan de studiedag. Er worden namelijk vier groepen met 15 docenten samengesteld, zodat er veel ruimte is voor interactie en het uitwisselen van ideeën.
Kosten: leden van VONKC nemen gratis deel, niet-leden betalen € 60.--. Nu lid worden en gratis deelnemen is mogelijk. Inclusief consumpties en broodjes/hapjes. Aanmelden: voor 1 april door te mailen naar
[email protected] met opgave van naam, adres, postcode woonplaats, naam school, plaats school. Graag tot ziens op 17 april!
‘Laat ze eerst maar eens een museum binnenstappen en plezier hebben.’
De starter: Marleen Brugman
Voor het eerst voor de klas, voor het eerst in de docentenkamer, die eerste indrukken: iedereen heeft het ooit ervaren, maar weet u nog hoe het was? Redactie en samenstelling: Janneke van Wijk
Geboren als dochter van een strip tekenaar en kleindochter van een tekenleraar, is het misschien niet heel verwonderlijk dat ook ik in de kunstsector terecht ben gekomen. Na de HAVO besloot ik de lerarenopleiding aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam te volgen. Gedurende deze opleiding werd het mij steeds meer duidelijk dat mijn hart bij kunst en leerlingen ligt. Misschien wel nog wat meer bij de leerlingen dan bij kunst. Met name met de MAVO-leerlingen had ik het erg naar mijn zin. Zij zijn over het algemeen lekker open en spontaan. En dat is precies de manier waarop ik het liefst met kunst omga. Waar ik niet zo goed tegen kan, zijn de mensen die kunst bewonderen omdat het hen een soort van status ontleent. Tijdens het laatste jaar van de lerarenopleiding heb ik drie weken de avondopleiding tot eerstegraads docent gevolgd. De reden dat ik hiermee gestopt ben, is dat ik vond dat er iets teveel ‘kunstige’ mensen in de klas zaten. Ook het feit dat ik les kon gaan geven als docent handvaardigheid, zorgde ervoor dat ik toen niet verder ben gegaan. Een eerste jaar lesgeven is al best pittig. Toen ik het idee had dat ik het lesgeven enigszins onder de knie had, heb ik de kans gegrepen om cultuurcoördinator te worden. Samen met mijn collega hebben wij kunst en cultuur een belangrijke plaats gegeven bij ons op school. Wij zijn in het ontwikkelnetwerk voor CultuurProfielSchool gestapt. Met succes: twee jaar geleden mochten wij ons officieel CultuurProfielSchool noemen. Nu zijn dit titels, maar waar het echt om gaat, is dat je enthousiasme voor kunst over kan brengen op collega’s en leerlingen.
is: ‘Mevrouw, ik ben geen homo hoor!’ Wanneer we dan een week later door het museum lopen om de p iemels te zoeken die Walter van Beirendonck in zijn werk heeft verstopt, hebben we de grootste lol! Van mij hoeven de leerlingen niet zo zeer die diepere laag in de kunst te vinden. Laat ze eerst maar eens een museum binnenstappen en er plezier hebben. De diepere laag komt later, of niet, en dat is ook goed. Ik vind het belangrijk dat je de leerling iedere keer een klein beetje uitdaagt en dan kijkt of ze het zelf oppakken en ermee doorgaan. Bij mijzelf werkt dat ook zo. Op school kon ik mijn ei zeker kwijt, maar ik wilde wat
CV Marleen Geboortedatum:
15 maart 1981
Woonplaats: Dordrecht Opleiding:
Lerarenopleiding Beeldende Vorming (1998-2002)
Master of Education in Arts (2009-2011)
Beroep:
Docent kunstvakken en cultuurcoordinator
Werkplek:
Insula College, Dordrecht
Favoriete tv/film:
Tokyo Sonata
Favoriete muziek:
The Pierces, The Like, Belle and Sebastian
Favoriet boek:
China Onward
Favoriet gerecht:
boerenkool
Passies/hobbies:
reizen, sporten, schilderen
Onmisbaar ding:
paspoort
Wat ik ontzettend leuk vind aan de MAVOleerlingen, is dat zij vrijwel nooit zin hebben om naar bijvoorbeeld een museum te gaan. Die houding zorgt er bij mij voor dat ik nog harder wil laten zien dat kunst echt leuk is! Opmer kingen die je te horen krijgt wanneer je vertelt dat je naar de tentoonstelling over mode gaat,
meer. Daarom ben ik twee jaar geleden begonnen met de opleiding Master of Education in Arts. In juni 2011 heb ik mijn diploma gehaald. Deze opleiding heeft mij een enorme boost gegeven. Niemand heeft het mij opgelegd, ik heb er zelf voor gekozen, omdat ik geprikkeld werd. Zo wil ik mijn leerlingen ook prikkelen.
april 2012
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
6
Toekomst van de kunstvakken
omgeving waarin de leerlingen zich bevinden, het hier en nu. Waar kunnen leerlingen in hun eigen buurt kenmerken terugvinden van de klassieke oudheid of haar wedergeboorte? Een kitscherige putto in een vensterbank? Met de terugkerende vraag ‘Waar kijk ik naar en wat zegt het mij?’ Laat kunsteducatie voortkomen uit het idee dat kunst ons iets laat zien, inzicht biedt, ons iets wil leren over onszelf. Door alle tijden heen is kunst het krachtigste middel geweest voor een cultuur om uitdrukking te geven aan haar waarden en opvattingen.
Parallel tussen kunst en kunsteducatie Johan Gielen
Kunst en cultuur staan door neo-liberalistische opvattingen onder druk. Kunst en cultuur moeten plotseling economisch rendabel zijn. Aan het rendement van kunst zou de waarde te zien zijn. In het regeerakkoord van Rutte I staat onder andere dat kunsteducatie een belangrijke rol blijft spelen, voornamelijk vanwege economische belangen en de link naar amateurkunst. Maar wat levert het de kunsteducatie op, die benadering vanuit een economisch standpunt? En is er ook nog een mogelijkheid om te kijken naar wat de intrinsieke en minder aantoonbare waardes van kunst en cultuur betekenen voor de kunsteducatie?
Leerlingen stimuleren en kennis laten maken met contemporaine én klassieke kunstwerken. Daarbij echter tegelijkertijd de spontane relatie van de leerling tot hun eigen omgeving handhaven en ze tools geven om te kunnen reflecteren op die directe omgeving. Zo wordt kunsteducatie een proces wat analogie vertoont met dat van een professionele ontwerper of kunstenaar.
zetten ze hun publiek aan het denken en construeren ze denkbeelden bij het publiek over de omgeving en tijd waarin we leven. Kunst? Ja!
Methodiek en inhoud Het idee dat kunst gelijk staat aan onderwijs, sluit deels aan bij Authentieke Kunsteducatie (Haanstra 2001). Deze methode is gebaseerd op een combinatie van een cognitief perspectief op leren van Vygotsky met een gesitueerd perspectief, in de jaren negentig omschreven door Lave & Wenger, Engeström en anderen. Het heeft overeenkomsten met de constructivistische leerstijl en gaat ervan uit een rijke en levensechte leeromgeving te creëren. In die leeromgeving worden de opdrachten op een complexe en complete manier aangeboden en worden relevante kunstwerken bekeken of gemaakt vanuit een intellectuele motivatie. Anders dan de ‘schoolkunst’ (het vak dat vaak enkel als afwisseling wordt gezien tussen de vakken waar het zogenaamd echt om gaat) is Authentieke Kunsteducatie vooral op zoek naar de waarde voor de leerlingen zelf. Het verwerven van betekenisvolle inzichten, beginnen vanuit intrinsieke motivatie. Leren in een levensechte context, relevant en praktijkgericht, waarin de leerling een actieve constructieve en reflectieve rol inneemt.
Volgens Malevich, een van de grondleggers van de geometrische abstracte kunst, bestaat kunst autonoom. Kunst onderwerpen aan de heilige marktprincipes (die zelf op instorten staan) ontkent de waardes die de kunst (en daarmee ook de kunsteducatie) herbergt. Kunst is geen economisch product. Kunst is een poging om via interactie met het publiek een denkbeeld te construeren over dat wat ons omringt. Dit kan esthetisch, geëngageerd of anders gemotiveerd zijn en doorbreekt niet zelden onze denk-automatismen. Kunst is reactief en reflectief. En wat is er voor de toekomst meer waardevol dan leerlingen af te leveren die reflectief sterk zijn en actief kunnen reageren op hun omgeving? Kunst = onderwijs Als illustratie van deze reflectie en actie gebruik ik in mijn lessen onder andere het werk van het kunstenaarscollectief F.A.T. Lab, een internationaal opererende groep jonge kunstenaars en hackers. Zij creëren toegankelijke kunst die een nieuwe conventie stelt voor internetkunst en activisme, losstaand van het discours en in directe verbinding met de omgeving. Simpele ideeën, direct op straat of op je scherm uitgevoerd. De Free Ai Weiwei glasses (2011) van Aram Bartholl laat zien dat het niet moeilijk hoeft te zijn. Een simpel te printen vel papier om een bril uit te knippen gebaseerd op Ai Weiwei’s Study in Perspective (1995). Dit als kritiek op de vervolging van de kunstenaar door het Chinese regime en een duidelijk fuck you-statement naar de wereld om ons heen, waarin deze censuur mogelijk is en wordt getolereerd. F.A.T. Lab laat zien hoe je een statement kan maken door iets toe te voegen, te veranderen, te creëren en te communiceren. Begrijpelijk voor iedereen. Een groot gedeelte van de kunst die uit het F.A.T. Lab voortkomt kunnen we geen high-art noemen. Toch exposeert F.A.T. Lab ook in een museale context. Door te hacken en dit publiekelijk te maken
Nadat we in de klas de printbare-bril van Bartholl hebben bekeken en besproken laat ik het Black Square van Malevich zien. Het kijken naar Malevich verloopt verrassend genoeg via dezelfde denkpatronen. ‘Wat zie ik, wat zegt het mij?’ Die vraag stelt de leerling zich opnieuw. Inzicht krijgen dat het hier ook een reactie betreft op de dan heersende conventie. Het idee van Malevich dat kunst autonoom
Kazimir Malevich - Black square (1913)
moet zijn en derhalve juist geen enkele boodschap zou moeten bevatten, is direct duidelijk uit zijn Black Square. Kunst als communicatie. Hoe paradoxaal ook soms. De parallel tussen hoe kunst mij iets onderwijst en de manier waarop ik kunstvakken onderwijs, is mijn Leitmotiv. ‘Kunstenaars zetten hun publiek aan het denken en construeren zo denkbeelden bij dit publiek over de omgeving en tijd waarin we leven.’ Vervang in die zin publiek door leerlingen en je ziet wat kunsteducatie zou kunnen zijn.
Kunsteducatie moet verder gaan dan enkel kennis opdoen over bijvoorbeeld kleur- en vormaspecten, materiaalkennis of andere sterk afgebakende competenties. Kunst zelf gaat in eerste instantie immers ook niet over vorm- en kleuraspecten of materiaalbeheersing. Kunst is gerelateerd aan haar sociologische context. Waar kijk ik naar en wat zegt het over mij en mijn omgeving? Kleur en vorm afgeleid uit technische deductie van het werk maken deel uit van de communicatievorm, niet hetgeen wat er gecommuniceerd wordt en zijn daarom van een andere importantie. Leerlingen een proces laten ingaan zoals een kunstenaar of ontwerper dat doet, levert andere resultaten op dan ‘procesmatig werken’.
7
Geen simulatie meer Om de cirkel te sluiten en kunsteducatie daadwerkelijk relevant te maken zouden de resultaten van het leerproces buiten de schoolmuren gebracht moeten worden. Wanneer de leerling aan het denken is gezet door kunst en naar aanleiding hiervan een reactie maakt (in de vorm van een werkstuk bijvoorbeeld), is het motiverend om die reactie buiten de school te laten zien, zodat het bekeken wordt, er discussie over kan plaats vinden en het waarde krijgt. Hiervoor zou de docent samenwerking kunnen zoeken met lokale culturele instanties, co-creatie met een lokale kunstenaar of interventies op straat organiseren. De lessen zijn geen simulatie meer en krijgen waarde. Begrippen als DIY (do it yourself), lokaal a ctivisme en empowerment spelen een rol. Het gaat om een professionalisering, waarbij knutselwerkjes geen kunsteducatie vertegenwoordigen, maar de kunsteducatie meer relevantie krijgt. Relevantie voor zowel de leerling als de school en de lokale omgeving van de school.
Aram Bartholl - Free Ai Weiwei glasses (2011)
Ai Weiwei - Study of perspective (1995-200)
Dit laatste is vaak een reeks opdrachten en een reeks opdrachten is geen proces. Een reeks opdrachten is een structuur waarin leerlingen (ongeacht hun individuele behoeften of voorkeuren) werken binnen de grenzen van kennis die de docent heeft en waarop hij zijn ‘stappen’ baseert, beperkend dus. Wanneer een docent meer als ‘facilitator’ optreedt en medeleerlingen ook bijdragen, ontstaat er een zoveel mogelijk intrinsiek gemotiveerd proces waarin
de leerling het pad volgt dat op dat moment, in die omgeving, het meest plausibel is en leidt naar het globaal gestelde einddoel. Ook de kunst waarop inhoudelijk wordt ingegaan, is boeiender om in zijn sociale context te behandelen en deze ook continu te verbinden met de omgeving van de leerlingen. Let wel: ik pleit hier niet voor het ‘aansluiten op de belevingswereld van jongeren’, maar op de lokale
Uiteindelijk kan kunsteducatie een rol vervullen in het onderwijs waarin ruimte komt voor ontwikkeling van het reflectieve, reactieve en communicatieve vermogen van leerlingen. Een eigenschap die in de samenleving van de 21e eeuw van grote waarde is. Deze vorm van onderwijs levert mensen op die het zwarte vierkant van Malevich op waarde kunnen schatten voor wat het is, de autonomie ervan begrijpen en tevens in staat zijn om voorbij het zwarte vierkant te denken en te kijken om met nieuwe, creatieve oplossingen te komen die de toekomst vorm en inhoud geven. Daarin worden dan en passant de economische belangen ook nog behartigd.
april 2012
9
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
8
Peer education 2.0 Methode maakt moeilijke onderwerpen bespreekbaar Kai Pattipilohy en Heleen Snijders
Of het nou om Marokkaanse studenten gaat die in een klas met veel islamitische leerlingen vertellen over de Tweede Wereldoorlog en het conflict in het Midden-Oosten of om creatieve scholieren die tieners warm krijgen voor moderne kunst, zolang de voorlichting van leden uit de eigen groep komt, is de kans aanzienlijk dat de informatie aankomt. Groter in elk geval dan wanneer een docent of museumgids in grote mensentaal uitlegt hoe het zit. Peer education betekent leren van gelijken. In de praktijk komt het erop neer dat mensen uit een specifieke doelgroep (peer educators) informatie en vaardigheden overdragen of gedrag overbrengen op andere leden uit die doelgroep (peers). Het inzetten van ervaringsdeskundigen uit de peer group om kennis of vaardigheden over te brengen is niet nieuw. Al aan het begin van de negentiende eeuw werd gebruik gemaakt van peer education om met beperkte middelen toch zoveel mogelijk leerlingen in staat te stellen onderwijs te genieten. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is peer education veelvuldig ingezet in de drugs-, alcohol- en aidspreventie. Jongeren lichtten elkaar in discotheken en tijdens dance-evenementen voor over de gevolgen van drank en drugs. Deze methodiek bleek zeer efficiënt. De voorwaarde voor het succes van peer education is dat de peer educator (de brenger van de informatie) en de peer (de ontvanger) elkaar als gelijke beschouwen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de peer educator en de peer tot dezelfde leeftijdsgroep behoren. Maar het kan ook zijn dat ze dezelfde (culturele) afkomst, interesses of levenservaringen hebben. Kortom, peer en peer educator hebben hetzelfde referentiekader: ze zijn volgens vergelijkbare normen en waarden opgevoed, delen een bepaald geloof of kampen met vergelijkbare maatschappelijke problemen. Het verschijnsel dat peers informatie die zij van bekenden krijgen, eerder voor waar aannemen dan informatie uit boeken of onderbouwde verhalen van
deskundigen, wordt het peer effect genoemd. Voor jongeren is de invloed van dat peer effect misschien nog wel groter dan voor andere groepen. Tijdens de adolescentie vormen jongeren hun identiteit. Ze gaan op zoek naar wie ze zijn. De invloed van ouders en docenten neemt af, ten gunste van die van de peer group. Het gegeven dat jongeren zich bij voorkeur spiegelen aan mensen met een vergelijkbare ervaringswereld (Lingren, 1995) is een van de redenen dat peer educators er soms beter in slagen een boodschap over te brengen aan jongeren dan professionals. De overlap in referentiekader zorgt ervoor dat peer educators meer dingen bespreekbaar kunnen maken en soms ook grenzen kunnen opzoeken die voor volwassenen onbereikbaar zijn. Peer education 2.0 Peer education is een interessante methodiek voor wie met jongeren in gesprek wil gaan over onderwerpen waar zij normaliter niet graag over praten, of voor wie jongeren activiteiten wil laten ondernemen die zij uit zichzelf eerder links zouden laten liggen. De afgelopen jaren heeft Diversion, samen met overheden, scholen, maatschappelijke organisaties en culturele instellingen, peer education ingezet om leerlingen in gemengde klassen met zeer uiteenlopende culturele achtergronden over seksualiteit en relaties te laten praten en zo het ijs te breken voor de algemene seksuele voorlichting, om onderwerpen als schulden of pesten bespreekbaar te maken, maar ook om jongeren kennis te laten maken met moderne kunst of verkiezingen. Diversion ziet peer education dan ook als een methodiek die niet beperkt is tot de preventiesfeer, maar die kan worden ingezet door elke organisatie die een doelgroep wil bereiken of de band met een doelgroep wil intensiveren. Ook hoeven peer educators voor ons niet per se ervaringsdeskundigen te zijn. Wij zien de peer educators als rolmodellen voor andere jongeren, de grote broer of zus waar ze een beetje tegenop kijken en die toch dichtbij staat. Door zich kwetsbaar op te stellen en persoonlijke verhalen te delen, kunnen peer educators vaak
Peer educator kookt met leerlingen een gezonde maaltijd - Foto: Tomek Whitfield
het ijs breken en een onderwerp dat om de een of andere reden moeilijk ligt, bespreekbaar maken. Johnny Bus, peer educator: ‘Ik ben peer educator geworden om jongeren te vertellen dat homo zijn geen keuze is.’ Peer education leent zich in onze ogen dan ook met name voor onderwerpen die politiek gevoelig zijn (bijvoorbeeld de Tweede Wereld oorlog en het Midden-Oosten conflict), in de taboesfeer liggen (bijvoorbeeld (homo)seksualiteit) of die door jongeren als saai beschouwd worden (moderne kunst of verkiezingen). Waar de sfeer in de groep explosief of juist ijzig is, slagen peer educators er soms beter dan docenten in dat te doorbreken. Een schijnbaar saaie activiteit als een museumbezoek wordt een stuk interessanter als je wordt rondgeleid door een jongere, die zijn eigen meningen en belevingen beschrijft en de kunstwerken kan vertalen naar jouw leefwereld.
Peer education in de culturele sector Docenten geven aan peer education interessant te vinden, omdat het een ijsbreker kan zijn voor lastige thema’s, die zonder machtsverhouding tussen docent en leerling gemakkelijker besproken kunnen worden. Bovendien vinden docenten (zeker op scholen in achterstands wijken) het goed om hun leerlingen in aanraking te brengen met jonge rolmodellen. Gideon Simon, docent Haarlem College: ‘Leerlingen durven veel vrijer te discussiëren met peer educators dan met mij.’ Maar wat heeft peer education de culturele sector te bieden? De organisaties met wie wij werken, noemen onder meer het intensiveren van contact met de doelgroep jongeren of het in contact komen met nieuwe doelgroepen, het aanboren van nieuwe kennis en netwerken en het bieden van een platform voor betrokken jongeren. Hieronder twee voorbeelden.
Twee soorten peer education In het project Heilig?! gaven Joodse, islamitische en christelijke jongeren les aan VMBOklassen over de drie monotheïstische godsdiensten. Daarna bezochten zij met de leerlingen het Bijbels Museum. Voor het Bijbels Museum diende het project er in de eerste plaats toe om kennis te maken met deze doelgroep, die tot nog toe weinig over de vloer kwam. Door een insteek te kiezen die aansloot bij de leefwereld van jongeren (godsdienst is, mits op de juiste manier besproken, een zeer relevant onderwerp voor veel jongeren) en peer educators in te zetten om dat onderwerp te vertalen naar de leefwereld van de leerlingen, bewezen zij deze doelgroep wel degelijk iets te bieden te hebben. Mirjam Sneeuwloper, hoofd educatie Bijbels Museum: ‘Het project heeft ons imago op het gebied van educatie behoorlijk versterkt. De aanvraag voor onderwijs programma’s is toegenomen en we trekken
meer klassen. Dankzij het project is bovendien het besef ontstaan dat we ook interessant zijn voor jongvolwassenen, zelfs als we even geen specifieke tentoonstellingen voor jongeren organiseren.’ Het Stedelijk Museum besloot in 2008 zelf jongeren te gaan inzetten en opleiden als intermediair om andere jongeren te enthousiasmeren voor kunst. Een groep van 15 Amsterdamse jongeren tussen 15 en 19, met uiteenlopende opleidingsniveaus, achtergronden en interesses, kreeg een jaar lang een bijbaan in het museum. De Blikopeners verzorgen rondleidingen en zetten evenementen op voor leeftijd genoten, met hun eigen ervaringen en kennis van jongeren als uitgangspunt. Sinds de Blikopeners er rondlopen, trekt het museum meer jonge bezoekers. Maar, er is ook een f risse wind door het museum gaan waaien. De jongeren stellen scherpe vragen, zijn creatief,
april 2012
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
10
Peer educator in debat bij project Gelijk=Gelijk van Battle Oost - Foto: Tomek Whitfield
11
Howard Gardner - Foto: Jan van Gemert
The Synthesizing Mind - Foto: Jan van Gemert
onbevangen en hebben leuke ideeën, het hele museum profiteert daarvan. Marlous van Gastel, educatiemedewerker van het Stedelijk Museum: ‘De Blikopeners hebben het imago van jongeren binnen de kunstwereld behoorlijk bijgesteld.’ Inmiddels zijn de Blikopeners uitgegroeid tot een vast onderdeel van het Stedelijk Museum, elk jaar gaat een nieuwe groep aan de slag. De twee projecten staan model voor de twee belangrijkste hoofdstromen die wij onderscheiden in peer education-projecten: educatie projecten en participatieprojecten. Educatie projecten zijn projecten waarin, zoals bij het Bijbels Museum gebeurde, samengewerkt wordt met het onderwijs. Leerlingen krijgen in schoolverband les over een onderwerp en ondernemen vervolgens samen een activiteit. De inhoud van het project is voor een groot deel al vormgegeven, maar wordt door de peer educators vertaald naar de leefwereld van de jongeren. Dit soort projecten zijn in de regel eenmalig, ze zijn bedoeld als een eerste kennismaking. Binnen een vrij korte termijn wordt een grote groep jongeren bereikt, met de kans op meer structurele banden met de bezoekende scholen, die na een positieve ervaring eerder geneigd zullen zijn het museum in de toekomst vaker te bezoeken. Participatieprojecten, zoals de Blikopeners, hebben een andere opzet. Hier wordt een lange termijn relatie met de peer educators aangegaan, met het doel hun ideeën en kennis in te
kunnen zetten om andere jongeren te bereiken. De inhoud van het project is open en wordt gevormd door de ideeën van de peer educators. Van het museum wordt, wat begeleiding van de peer educators betreft, een flinke investering verwacht en de resultaten van het project worden pas op langere termijn zichtbaar. Een participatieproject is interessant voor wie de relatie met jongeren wil intensiveren en een structurele band met jongeren wil aangaan, voor wie bijvoorbeeld wil weten hoe jongeren tegen het aanbod aankijken en welke informatie of boodschappen zij zouden willen toevoegen. De rol van de peer educators is binnen participatieprojecten eerder die van adviseur en ideeënleverancier, terwijl de peer educators in educatieprojecten vooral overbrengers van informatie zijn. Heleen Snijders en Kai Pattipilohy zijn werkzaam bij Diversion, bureau voor maatschappelijke innovatie en auteurs van het boek Peer Education 2.0, Voor de klas op sneakers. Citaten uit dit artikel zijn afkomstig uit dit boek en de website www.peerprojecten.nl.
Five Minds for the Future
Met kunstvakken inspelen op de toekomst Jan van Gemert
Wisten we maar welke vaardigheden en capaciteiten er in de toekomst gevraagd worden van onze huidige generatie leerlingen. We zouden hen door cultuureducatie en met name de kunstvakken beter kunnen voorbereiden. Een aantal ontwikkelingen zijn te duiden en richtinggevend. Denk aan globalisering, het overaanbod van informatie, de grotere rol van wetenschap en techniek en niet te vergeten de kloof tussen culturen. Howard Gardner (bekend vanwege zijn theorie over meervoudige intelligenties) beschrijft in Five Minds for the Future welke vermogens belangrijk zijn om hierop te kunnen inspelen.
Afgelopen zomer was ik in de gelukkige omstandigheid deel te kunnen nemen aan het programma Learning for the Future aan de Harvard Graduate School of Education. Rode draad vormden de sessies waarin met name Howard Gardner en David Perkins reflecteerden op de inleidingen en workshops. Uitgangspunt bij alle discussies was het idee dat de maatschappij voortdurend zal blijven veranderen door de verworvenheden van de digitale revolutie, de groeiende kennis over het brein en de effecten van de globalisering. Op de vraag wat we vanwege deze ontwikkelingen anders of beter kunnen doen, kwamen veel antwoorden. Bijvoorbeeld zorgen voor krachtige leeromgevingen, waarin voor de leerling allerlei mogelijkheden zijn om te produceren en reflecteren. Het werken met zinvolle opdrachten, die dus ook betekenis hebben voor de leerlingen. Denk hierbij aan verschillende mogelijkheden voor samenwerking waarbij empathie een belangrijke rol speelt. Belangrijk ook is het streven naar wat genoemd wordt ‘complex thinking’, waarbij leerlingen problemen en situaties van verschillende kanten leren zien. Bij de daarvoor benodigde denkvaardigheden neemt het
visualiseren een belangrijke plaats in. En… creativiteit zal nog belangrijker zijn in de toekomstige maatschappij. Zeker ook om als individu een eigen rol te kunnen spelen. Professor Howard Gardner heeft in zijn boek Five Minds for the Future enkele grote lijnen geschetst. Het is interessant om daarvan kennis te nemen. Dit niet alleen vanwege zijn jarenlange ervaring en de talloze onderzoeken en publicaties, maar ook doordat er voor de kunstvakken heel wat aanknopingspunten zijn voor de didactiek. The Disciplined Mind Gardner werd eens gevraagd wat de grootste uitvinding was van de afgelopen tweeduizend jaar. Zijn antwoord was klassieke muziek. Hij gaf bewust dat antwoord, in plaats van de uitvinding van het wiel of kernenergie te noemen. Dit om het belang van de wetenschappelijke disciplines zoals klassieke muziek, geschiedenis of economie te tonen. We nemen deze disciplines als zo vanzelfsprekend, dat we vergeten zijn dat het allemaal menselijke uitvindingen zijn. Het duurde echter honderden jaren om te komen tot het lineair perspectief, klassieke muziek en rekenen. De term discipli-
ne duidt in de eerste plaats op wat onze grootouders wisten en op het feit dat je beter zult worden door gestaag te werken. In de tweede plaats gaat het bij een discipline om het beheersen van de belangrijkste manieren van denken binnen die discipline. Voordat leerlingen gaan doorstuderen zijn dat wetenschap, geschiedenis, wiskunde en een of meer kunstvormen. Ten derde gaat het er om dat je expert zult moeten zijn in minstens een gebied. We leven in een kenniseconomie en expertise heeft daarin waarde. Gardner benadrukt dat het bij disciplinair denken niet zozeer om de feitenkennis gaat, zoals bij de vraag wanneer Vincent van Gogh leefde. Disciplinair denken zie je terug in de wezenlijke verschillende manieren waarop wetenschappers, historici of kunstenaars hun werk benaderen. Historici proberen er bijvoorbeeld achter te komen wat er is gebeurd in het verleden en willen daarmee het menselijk handelen begrijpen. Ik denk dat kunstenaars voortdurend reflecteren op hun omgeving. Dit doen zij dankzij hun artistieke producten die tot stand zijn gekomen door een proces van onderzoeken en experimenteren. Gardner ziet het als taak van het onderwijs om de kern van de belangrijkste disciplines tot leven te laten komen. Anders zullen we niet in verbinding staan met wat er gebeurt in de wereld, met actuele gebeurtenissen en ontdekkingen. En dan zullen we niet in staat zijn de juiste beslissingen te nemen over bijvoorbeeld gezondheid of beleid maken.
12
13
april 2012
The Synthesizing Mind Een goed voorbeeld van een synthesizer is Charles Darwin. Hij reisde zo’n vijf jaar aan boord van de Beagle en verzamelde een enorme hoeveelheid informatie over de flora en fauna van de wereld. Hij deed zijn eigen experimenten en waarnemingen tijdens de reis, correspondeerde met andere naturalisten en kwam twintig jaar later tot zijn synthese, het boek over het ontstaan van soorten. The Synthesizing Mind helpt om uit alle informatie die je krijgt, via bijvoorbeeld Google, snel te beslissen wat relevant is. Vervolgens moet je als leraar, maar ook als leerling, over deze synthese kunnen communiceren met anderen. Als je begint met het maken van een synthese is het belangrijk om te bepalen wat je ermee wilt bereiken, je een beeld te vormen van hoe die synthese eruit zou moeten zien. Dan krijg je wellicht een goed startpunt dat bijvoorbeeld bestaat uit voorstudies of een beschrijving van specifieke ervaringen. Vervolgens kies je een methode, waarbij het gaat om zaken als: Waarop gaan we letten en waarom? Wat ontkennen we en waarom? Hoe gaan we de informatie registreren? Gardner noemt als methode hiervoor onder meer het gebruik van verhalen (zowel fictie als non-fictie), formules, opsommingen, concepten, krachtige metaforen, beelden en thema’s. Er ligt een gevaar in het feit dat we te snel denken een synthese te hebben gemaakt. Dit zie je ook bij interdisciplinair werken. Als een leerling een historische tekst leest over de Spaanse burgeroorlog en het schilderij Guernica bestudeert, wil dit nog niet zeggen dat er door hem moeite wordt gedaan om echte relaties te leggen. Daarbij komt ook dat bepaalde kennis noodzakelijk is, want als Picasso hier als s urrealistische schilder wordt neergezet dan zal de synthese niet optimaal zijn.
The Creating Mind Creativiteit staat in de geglobaliseerde samenleving hoog aangeschreven. Innovaties zijn in dit tijdperk nodig om te overleven. Sommige innovaties hebben een relatief lang leven. Denk aan de personal computer, internet, iPod of zelfs Brad. Mensen die echt creatief zijn, komen met nieuwe dingen die uiteindelijk breed geaccepteerd worden. Grote voorbeelden zijn Einstein in de wetenschappen en Picasso in de kunsten. Gardner denkt dat je creatief kunt zijn als je tenminste één discipline, kunst of ambacht beheerst. Het duurt overigens ongeveer tien jaar om een discipline goed onder de knie te krijgen. Mozart schreef geweldige muziek toen hij vijftien was, maar hij begon dan ook toen hij vier of vijf was. Gardner heeft niet voor niets deze volgorde in zijn Five Minds: ‘Je kunt niet out of the box denken, als je niet eerst een box hebt.’
Informatie Five Minds for the Future Howard Gardner Harvard Business School Press, Boston 2007 ISBN 978 1 59139 912 4
Onlangs verschenen Truth, Beauty and Goodness Educating for the virtues in the Twenty-First Centry Howard Gardner Basic Books, New York 2011 E-book ISBN 978 0 465 02337
Nederlandstalig Soorten Intelligentie
Kinderen maken makkelijk allerlei soorten verbindingen. Denk aan de strepen op de weg die samen het zebrapad vormen. Tegelijkertijd maken zij ook veel niet kloppende verbindingen. Leerlingen maken bijvoorbeeld taalfouten, omdat zij taalregels - en vooral ook afwijkingen daarbinnen - niet kennen. Dit pleit dan ook voor tijdige ontwikkeling van The Disciplined Mind. Andersom blijkt uit onderzoek dat kinderen op de middelbare school al minder makkelijk zijn in het samen bedenken van metaforen. Op latere leeftijd wordt het nog moeilijker frisse vergelijkingen te maken, alleen dichters schijnen er minder last van te hebben. In ons huidige kunstonderwijs is The Synthesizing Mind ook aan de orde in allerlei vormen van samenhang tussen kunstvakken, zoals bij interdisciplinair werken, de relatie theorie en praktijk en bij het opzetten van leerlijnen.
Meervoudige intelligenties voor de 21e eeuw Howard Gardner Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam 20022010 ISBN 978 90 5712 1333 De kneedbare geest Over het veranderen van eigen en andermans gedachten Howard Gardner Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam 2005 ISBN 90 5712 2146
Gardner ontdekte door eigen onderzoek en onderzoek van anderen dat persoonlijkheid, houding en temperament voor creativiteit minstens zo belangrijk zijn als de cognitieve vermogens. Mensen die creatief handelen, nemen kansen, risico’s en zijn niet bang om te mislukken. Zij pakken zichzelf snel weer op en stellen zichzelf de vraag wat zij ervan hebben geleerd en gaan verder. Creatieve leerlingen herken je aan plezier in (of in ieder geval het accepteren van) het anders zijn dan de anderen. Als er vreemde dingen gebeuren, bijvoorbeeld telkens een bepaald woord verkeerd zeggen van een toneeldialoog, dan zal hij juist op zoek gaan naar de oorzaak. Ligt het aan de soort tekst, een opvatting van de gespeelde rol of scène, of wellicht de vertaling? Hij zal ook geneigd zijn het anders te gaan doen. Het is niet voor niets dat juist creatieve leerlingen daardoor buiten de boot vallen en soms zelfs naar een andere school vertrekken. Een ander punt is dat mensen denken dat creativiteit een eigenschap van het individu is. Daarom zeggen ze dat ze creatief zijn. Echter, de enige manier waarop creativiteit kan worden beoordeeld, is of het op de lange termijn effect heeft. Dus als mensen door het product of idee blijvend anders denken en zich anders gedragen. Dat kan soms lang op zich laten wachten, zoals we weten van bijvoorbeeld Vincent van Gogh. The Respectful Mind The Respectful Mind is het besef dat de wereld bestaat uit mensen die er anders uitzien, anders denken en verschillende geloven en waardesystemen hebben. Het gaat om het proberen de ander beter te begrijpen, het voordeel van de twijfel te geven. Ook cultuureducatie draagt daaraan bij. Denk aan de waarde die
kunst heeft voor het zelfrespect, maar ook het waarderen van kunstzinnige uitingen van anderen, al dan niet met een verschillende culturele achtergrond. The Ethical Mind Het gaat hier om de verantwoordelijkheden die je hebt als burger, leerling of docent, als lid van een scholengemeenschap. Ook om ernaar te handelen op basis van de verantwoordelijkheden die passen bij de rol of functie. The Ethical Mind reflecteert op al die verschillende rollen en bedenkt wat de goede manier is om die rollen te vervullen. Toepassen van de Five Minds De laatste twee Minds zijn anders dan de eerste drie. Gardner heeft gedurende de laatste jaren in zijn werk meer nadruk gelegd op relaties van mensen, onder meer in groepen. Vandaar dat hij de The Respectful Mind en The Ethical Mind heeft toegevoegd. De ontwikkeling van de The Disciplined Mind kan beginnen op de middelbare school door aandacht voor de belangrijke disciplines. Zorg ook voor praktijkervaring en vat grenzen van de discipline niet al te rigide op. The Synthesizing Mind is al volop in werking vanaf de kindertijd en zal later in het onderwijs verder worden ontwikkeld. Organiseer het lesmateriaal hiervoor juist en goed en werk ook aan een organiserende houding. The Creating Mind ontwikkelt zich bij de echte creatieveling al vroeg, maar over het algemeen pas als er al enige beheersing is van een discipline en van The Synthesizing Mind. Het kan goed zijn om op de proppen te komen met onverwachte, maar geschikte projecten en een leerproces waarin creatief denken wordt geleerd. The Respectful Mind kan van kleins af aan worden gestimuleerd. Rolmodellen zijn belangrijk en streef naar het leren begrijpen van elkaar, ongeacht iemands achtergrond of visie. The Ethical Mind wordt pas ontwikkeld wanneer er conceptueel en abstract gedacht kan worden over de rol die iemand inneemt.
Nogmaals LMDB De actie van Digischool en Kennisnet om het
Dans
delen van leermateriaal in de LMDB (leerlmid-
Powerpoint diavoorstelling naar aanleiding van
delendatabase) te belonen met een waarde-
PaletMono Dans.
bon van € 10,- van bol.com werd in februari
http://leermiddel.digischool.nl/vo/leermiddel/6bf
verlengd! Hieronder enkele voorbeelden.
60fda7361b706a0c4060e0c543201
Project Mijn Stad
Beeldende kunst: materialen en technieken
In dit project bekijken de leerlingen de stad,
PowerPoint met informatie over de verschillende
hun stad, met een bepaalde invalshoek of bril
disciplines (materialen en technieken) binnen de
op. Leerlingen worden zich bewust van het
beeldende kunst. De volgende disciplines komen
begrip erfgoed, en leren dat ook de geschie-
aan bod: schilder- en tekenkunst, grafiek, beeld-
denis van het nu belangrijk is om te bewaren
houwkunst, fotografie en nieuwe media. Elke
voor later. Dit project onderzoekt de stad
techniek wordt voor de leerlingen zichtbaar
vanuit verschillende hoeken. Van iedere les
gemaakt door middel van een filmpje.
staat in deze handleiding duidelijk beschreven
http://leermiddel.digischool.nl/vo/leermiddel/42a
wat de leerlingen doen, en wat je zelf doet aan
b96bdffa2979b395dc972a3586ecd
introductie. Bovendien worden de leerlingen, hoewel het een vrij project is, redelijk strak
Neplog Alice in Wonderland
gestuurd door hun leerlingenboekje. In de
Voor deze opdracht kruipt de leerling in de huid
eerste les kiezen de leerlingen een bepaalde
van een niet bestaand persoon, dat hij of zij gaat
bril om naar de stad te kijken. Het project-
baseren op een personage uit de film/het boek
boekje helpt hen een stukje op weg door aller-
Alice in Wonderland. Voor dit nieuwe, heden-
lei voorbeelden van invalshoeken op te som-
daagse, personage maakt de leerling een Hyves-
men. Met docentenhandleiding.
profiel dat er voor buitenstaanders uitziet alsof
http://leermiddel.digischool.nl/vo/leermiddel/8
het van een wél bestaande persoon is, waarbij
122900472e47a845643c204caa347bd
de leerling leert het verhaal van Alice te vertalen naar het nu. Tegelijkertijd leert de leerling een
Een kijkje in de geschiedenis van de film
karakter te vormen: hoe is dat personage, wat
Van Thomas Edison, Eadweard Muybridge,
zijn zijn motieven, enzovoort. Het eindproduct is
Niepce en de gebroeders Lumière krijgen we
een Hyves-pagina met een weblog dat een fictief
een kijkje in de ontwikkeling van de film. De
personage vorm geeft: een neplog. Door groep-
eerste Technicolor films tot hedendaagde
jes te vormen met andere leerlingen die een
video en kunstinstallaties passeren de revue.
ander personage uit het verhaal uitbeelden, kan
http://leermiddel.digischool.nl/vo/leermiddel/8
deze opdracht ook interactief worden, maar dat
6435c2c75f140bb6bf0b05cdb1104ed
hoeft niet. http://leermiddel.digischool.nl/vo/leermiddel/190
Denken over de toekomst van de kunstvakken betekent de juiste vragen stellen. Denk onder meer aan de relatie theorie en praktijk, de samenhang tussen de vakken, interdisciplinair of multidisciplinair, leerlijnen, curriculum, doelstellingen. De beschrijving door Howard Gardner van de Five Minds biedt visie voor de didactiek vanuit een breed perspectief, waaruit een beeld van de toekomst volgt. Hierdoor kunnen we onszelf goede vragen stellen en krijgen daarmee een goed beginpunt.
Tot sier van de staat en voor het algemene nut
d168137ac979b4f4924044642af25
Het ontstaan van het museum, functies,
De smaak
verdere ontwikkeling. Aan bod komen
Een PowerPoint over smaak in de kunsten:
Wunderkammer, privécollecties, Centre
beeldend, theater, muziek en dans.
Pompidou, Guggenheim Bilbao, Groninger
Leidraad is de smaak, maar in het tweede deel
Museum, Museum Fridericianum te Kassel,
ook het verhaal van Pygmalion.
Altes Museum in Berlijn. Bewaren en restau-
http://leermiddel.digischool.nl/vo/leermiddel/421
reren, klimaatbeheersing, enzovoort. Naast
475fc5dbe3a1d6c18b3a1782b4ab5
tekst en afbeeldingen bevat het een zestal Teleblik-fragmenten. Voor de leerling: 24 vra-
Uploaden kan iedereen:
gen/opdrachten.
http://leermiddel.digischool.nl.
http://leermiddel.digischool.nl/vo/leermiddel/ a21f86c7aed679faf0c27825b1037b19
hbo
Raoul op ’t Hoog aan het werk als stagiaire
hbo 15
Zoveelste didactische model of bruikbare ruimte? Rotterdams Onderwijs Model binnen de opleiding DBKV Mirjam van Tilburg
van Fontys Academie
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
april 2012
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
14
voor Theater. Foto: Jan van Gemert
Nieuwe kennisbasis docentenopleidingen
Kunstvakken moeten aansluiten bij brede ontwikkeling Jan van Gemert
Op 12 januari werd in Utrecht de kennisbasis ‘gevalideerd’ voor de docentenopleidingen in de kunstvakken. Zo’n veertig deskundigen uit de verschillende vakgebieden gaven na discussies hun goedkeuring aan de bagage die elke startbekwame docent nodig heeft. De organisatie was in handen van het Landelijk Overleg Kunstvakdocentenopleidingen (KVDO) in samenwerking met sectorinstituut Kunstfactor. De bijdragen van de vier werkgroepen zien er ambitieus en indrukwekkend uit. De vakdocenten muziek, theater, beeldende kunst & vormgeving en dans worden immers niet alleen opgeleid voor het vak van de eigen kunstdiscipline, maar tegelijk ook voor het schoolvak CKV en Kunst algemeen in de bovenbouw van HAVO en VWO. Dat vraagt van de docent naast kennis van zijn vakdiscipline ook een brede multidisciplinaire kennis van kunst en cultuur. Duidelijk is dat er is uitgegaan van een herkenbare grondstructuur voor alle opleidingen. Dit vanuit een gezamenlijke set competenties die eerder door het KVDO is vastgesteld. Met deze kennisbases leveren de vier redactieteams een goed stuk werk af, waarmee de opleidingen nu verder kunnen om hun opleidingscurricula vorm te geven. Met deze kennisbases sluiten de kunstvakken aan bij de maatschappelijke ontwikkeling in het onderwijs om te werken vanuit een gemeenschappelijke kennisbasis. Het KVDO vindt deze aansluiting belangrijk, omdat het onderwijs bloot staat aan veel veranderingen
en ook aan kritiek. Tegelijk leeft - volgens het KVDO - nog steeds de vraag naar inhoudelijke legitimering. Deze legitimering benadrukt de unieke rol van het kunstonderwijs voor de ontwikkeling in de vakdiscipline en ernaast van creativiteit, flexibiliteit en uiteenlopende vormen van samenwerking. Bij de kunstvakken gaat het om de volgende domeinen in de kennisbasis: - Vakinhoud: kennis van kunst en cultuur; - Vakinhoud: kennis van de kunstdiscipline en creatief proces; - Vakdidactiek en schoolvak: kennis van vakdidactiek en schoolvak; - Onderwijskunde: kennis van leren en van ontwikkeling; - Onderwijskunde: kennis van de leerling. Didactiek en leerproces Bij de didactiek staat (volgens de beschrijving in het generieke deel) de vraag centraal hoe er een optimale leeromgeving voor leerlingen kan worden gecreëerd. Het gaat om (1) het voorbereiden en plannen van het leren, (2) uitvoeren van instructie en begeleiden van leerprocessen en (3) evalueren van leerresultaten en aspecten van het leerproces. Kader hiervoor bieden de landelijk vastgestelde eindtermen van de kunstvakken. In de Kennisbasis Beeldende Kunst & Vormgeving wordt gesteld dat een effectieve vakdidactiek een methodisch k arakter moet hebben. Er is sprake van een opbouw van eenvoudig te beheersen naar meer complex. Zo’n programma biedt ruimte aan oefening, opbouw en onderhoud van vaardigheden, maar ook aan experiment, onderzoek en ontdekking. Bij een
methodische benadering behoren standaarden, voorbeelden die duidelijk maken welke prestaties en niveaus in een bepaalde fase van het beeldende onderwijs worden verwacht. In de Kennisbasis Beeldende Kunst & Vormgeving neemt het creatief proces een belangrijke plaats in. Het gaat niet alleen om kennis van het creatieve proces, maar ook om de vakinhoudelijke en didactische vaardigheden om een beeldend proces te realiseren. Ook bij de beschrijvingen van de andere kunstvakken komt het leerproces aan de orde. Bij de kennisbasis Muziek wordt het belang van u itwerken van nieuwe bekwaamheidseisen onderstreept. Dit omdat een docent met een bevoegdheid van een ‘ongegradeerde status’ verschillende bekwaamheden inhoudt. De uitwerking zorgt binnen het werkveld voor meer duidelijkheid over de algemene pedagogisch-didactische kant van het leraarschap. De kennisbasis Theater alsmede die van Dans verwijzen naar het feit dat theater en dans niet alleen binnen het onderwijs plaatsvindt, maar ook in amateurgroepen en in centra voor de kunsten. Dit heeft een positieve invloed op de groei en belangstelling voor het binnenschoolse gebied. Vaststelling De kennisbasis zal vastgesteld worden door de HBO-raad na advisering door het Sectoraal Adviescollege Kunstonderwijs. Vervolgens worden de documenten op de speciale website van de HBO-raad geplaatst (www.kennisbasis.nl). Dit gaat naar verwachting eind maart gebeuren.
Als je op Rotterdam Centraal uit de trein komt, beland je in een bouwput. Verschillende disciplines in een dynamische omgeving die samenwerken om te innoveren en bouwen met lef en ambitie. Het is Rotterdam in een notendop, inclusief wind en nuchtere no-nonsense houding. Het Rotterdams Onderwijs Model (ROM) sluit aan op deze mentaliteit. Door de beroepspraktijk continu te laten terugkeren in de opleidingen waait er altijd een wind van actualiteit en toekomst. Mooi bedacht, maar hoe ziet dit Outside-In, Inside-Out (OIIO) er in de dagelijkse praktijk uit? Het team van de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (DBKV) van de Willem de Kooning Academie werkt regelmatig samen met de beroepspraktijk. In elk leerjaar zit een stage en daar bovenop zijn er elk leerjaar 2 of 3 projecten waarbij een klas of groep uitwisselt met de beroepspraktijk. In deze catalogus van projecten zit veel variatie in vorm en aansluiting. Buiten binnen Op de Willem de Kooning Academie loopt elke donderdagmiddag een groep HAVO/VWObrugklassers van magneetschool Thorbecke Voortgezet Onderwijs rond. Aanvankelijk een beetje bedeesd en onder de indruk lopen ze rond in deze voor hen vreemde omgeving vol hippe, jonge volwassenen. Deze leerlingen krijgen les van de tweedejaars studenten van de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. De beroepspraktijk komt zo letterlijk binnen in de academie. De lessen kunnen in een lokaal zijn, maar ook in een van de werkplaatsen, van fotografie tot en met metaal. Twee of drie studenten ontwikkelen en organiseren steeds een workshop. De studenten nemen hun verantwoordelijkheid serieus en kunnen vaak meer organiseren dan op hun snuffelstage, omdat de les plaatsvindt op voor hen bekend terrein. Op een blog worden foto’s en ervaringen gedeeld, door zowel studenten als leerlingen. Zo blijven alle betrokkenen op de hoogte van de verschillende lessen op de Willem de Kooning Academie. Uitwisseling Studenten, docenten voortgezet onderwijs, docenten basisonderwijs en externe deskundigen ontmoeten elkaar in het project Verbinden in de Ruimte. In werksessies richten ze zich op het brandpunt tussen het moment dat het basisonderwijs haar leerling loslaat en het voortgezet onderwijs deze leerling begroet. Tweedejaars studenten werken aan voorbeel-
den van overdrachtsdossiers voor dit schakelmoment. Een master student reflecteert op het geheel en zij-instroom studenten richten hun afstudeerwerk op dit project. Het is een broedplaats voor samenwerking, verankering en vooral uitwisseling. In opdracht Het Museum Boijmans van Beuningen heeft studenten van de minor Art & Mediating gevraagd een concept voor de Boijmans Club te ontwikkelen. Intussen zijn zo’n 2500 à 3000 kinderen tot 14 jaar lid van deze club. Tijdens de opdracht wordt vooral de inhoudelijke invulling van de Boijmans Club tegen het licht gehouden. Zo is er gewerkt aan een publieksonderzoek hoe kunst aantrekkelijk gemaakt kan worden voor kinderen, het uitwerken van het masterplan in een beleidsplan, het opzetten van een evenement voor de Boijmans Club en is er een speciale tentoonstelling in concept uitgewerkt. De eerste fase bestond uit het ontwikkelen van een masterconcept. Tijdens de tweede fase werkten de studenten hun eigen passie of fascinatie uit in een onderdeel. Het museum is een duidelijke opdrachtgever met de taak om materiaal aan te leveren, het proces te volgen en resultaten te beoordelen. Die rol vervullen ze juist zo goed, omdat ze de studenten ruimte geven voor hun eigen passies en leervragen.
complexe en uitdagende leerervaring. Het f undament van deze leerervaring zijn de studenten, de docenten en externe partners: de studenten met de kwaliteit aan kennis, inzicht en vaardigheden die ze in huis hebben, de docenten met hun netwerk en de stimulans om samen te werken over de grenzen van hun vak heen. En vooral in de informele momenten t ussen beiden, onder het genot van een kop thee en hangend op een werktafel, zorgen de studenten en docenten samen voor een vloeiende communicatie met externe partners. Deze externe partners dienen zich verbonden te voelen met en inzicht te hebben in de opleiding, zodat alle pijlers elkaars perspectief kunnen begrijpen. Is het Rotterdams Onderwijs Model (ROM), met het daarbij horende Outside-In-Inside-Out (OIIO), drastisch anders dan andere modellen? Nee, wel geeft het ROM de ruimte voor constructieve samenwerking en draagt het bij aan de ontwikkeling van de starters van de toekomst: toekomstgerichte, kritische denkers en initiatiefrijke, sociale bouwers met een duidelijk uitgesproken standpunt. Mirjam van Tilburg is Head of School of Education in Arts aan de Willem de Kooning Academy, Hogeschool Rotterdam.
Balanceren Dit balanceren tussen opdrachtgever en leervraag is het uitgangspunt voor de samenwerking bij de eindexamenprojecten. De studenten ontwikkelen, vaak in groepjes, een digitaal educatief product. Dit proces starten ze met een eigen leervraag en visie. Persoonlijke contacten en intensieve samenwerkingspartners worden eveneens benaderd om een vraag te formuleren. Tweederde van de vragen van de externe partners kon naar leervragen van studenten toegroeien. Partners van examenstudenten zijn onder andere het Rijksmuseum, Villa Zebra en Showroom Mama. Vanaf dat moment ontstaat er een spel van balanceren voor student, externe partner en exameneisen van het digitaal educatief product. Voor ons is dit het ultieme OIIO-effect: het leerproces groeit, de uitkomst staat vooraf niet volledig vast, de resultaten worden getest in de praktijk en de student wordt gestimuleerd om een onder nemende houding aan te meten.
Het Rotterdams Onderwijs Model (ROM)
De verankering van de maatschappelijke taak in de regio en de relatie met de toekomstige beroepspraktijk wordt door OIIO vormgegeven. Het geeft ruimte voor het belangrijkste: een
alle studenten in de praktijk actief. Veelal
Alle opleidingen van de Hogeschool Rotterdam (HR) zijn conform het Rotterdams Onderwijs Model (ROM) vormgegeven. Dit bestaat uit drie elementen: kennis-, praktijken studentgestuurd onderwijs. Kennisgestuurd: De HR vindt belangrijk dat studenten een stevige basis aan theorie en vaardigheden meekrijgen in het curriculum. Praktijkgestuurd: Alle studenten krijgen een coach die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt. Verder vindt het HR het zeer belangrijk dat een student ook zelf programma-onderdelen kan kiezen. Studentgestuurd: Vanaf het eerste jaar zijn gebeurt dat door te werken aan praktijkopdrachten van opdrachtgevers. Dit heet OIIO (Outside-In Inside-Out).
april 2012
PO
Kinderen In Eerbeek maken Muziek Over de kick van het samenspel Suzan Lutke
Het zal de lezers van dit blad niet ontgaan zijn dat het zwaar weer is in de kunst- en cultuursector. Veel prachtige muzikale instellingen vallen om of dreigen om te vallen. Echter, in de luwte van het gebulder in het publieke debat lijken voorzichtig de sneeuwklokjes van een muzikaal educatieve lente zich aan te dienen. Radio 4 werpt zich op als beschermheilige van de vergeten muziekinstrumenten. De 900 ingeleverde instrumenten, met elk hun persoonlijk levensverhaal, zijn uitgedeeld aan verschillende muziekeducatieve initiatieven in het land. Prinses Máxima besluit dat elk kind in Nederland in zijn jonge leven een muziekinstrument moet leren bespelen. De nadruk legt zij op het leren samen spelen. In haar naam startte het Oranjefonds daarom het initiatief Kinderen Maken Muziek: www.kinderenmakenmuziek.nl. Eenendertig initiatieven in het land zijn gehonoreerd met een startsubsidie omdat, zoals Prinses Máxima het zelf verwoordt: ‘Muziek gaat verder dan alleen lol en plezier. Uit onderzoek blijkt dat muziek maken kinderen ook heel veel andere dingen leert. Het stimuleert de verbeeldingskracht en het vermogen zich in anderen te verplaatsen. Het leert kinderen te denken in symbolen en het leert hen heel goed te luisteren. Samen met anderen spelen leert hen om rekening te houden met anderen en te weten wanneer je een ander de ruimte moet geven. Samen muziek maken heeft een waarde voor de ontwikkeling van creativiteit en emotionele intelligentie van kinderen, die we niet snel kunnen overschatten.’ (speech Prinses Máxima, 17 mei 2011) Terwijl ik dit opschrijf, hoor ik de stemmen van mijn collega’s in het land ietwat zurig in mijn achterhoofd: ‘Lekker dan, eerst de muziekscholen om zeep helpen en dan lekker incidentele projectjes subsidiëren.’ ‘Een zoethoudertje, weer geen structurele fondsen voor muziekeducatie.’ ‘Weer dat oude paard van stal over de verbindende kracht van muziek en hoe het de leerlingen zo sociaal en emotioneel stabiel maakt … duh’. Eerlijkheid gebiedt mij, deze muziek docent huist ook in mij. Tegelijkertijd ben ik geprikkeld.
Samenspel Al sinds mijn afstudeeronderzoek, voor wat toen nog heette schoolmuziek, aan het conservatorium van Utrecht, ben ik gefascineerd door muziekeducatie die start vanuit samenspel. Ik heb in 1994-1995 een lange periode doorgebracht in Canada, waar ik muziekonderwijs op scholen heb bestudeerd. Elke muziekpedagoog kent dat waarschijnlijk wel. Zoek op YouTube maar eens op ‘schoolband’ of ‘schoolchoir’. De meest onwaarschijnlijke uitvoeringen van orkesten en koren waarin schoolkinderen samen muziek maken, vliegen je dan om de oren. Het grappige is dat ik in mijn scriptie destijds helemaal niet enthousiast was. De Europese purist in mij twijfelde aan de individuele kwaliteit van deze jonge musici. Kregen zij wel voldoende aandacht om echt goed te leren spelen? Dat kon toch niet? Dat een trompettist ook saxofoonles gaf? Maar de fascinatie bleef. Kon het ook anders? Zone van de naaste ontwikkeling Natuurlijk kan het anders. Vygotsky leerde ons al dat we leren door interactie met de ander. Onze leeftijdsgenoten en de ons omringende volwassenen zorgen ervoor dat we ons ontwikkelen in de ‘zone van de naaste ontwikkeling’. Daar waar de uitdaging precies grenst aan wat we al kunnen. Bizar eigenlijk dat we nooit hebben gezien dat dat helemaal voor muziekeducatie geldt, dat we daar hebben gedacht: ‘Doe mij maar na, ik ben de master en jij mijn gezel,’ al lang na de eeuw waarin dat gebruikelijk was. Weten wij muzikanten niet allemaal dat de kern van ons geluk zit in de communicatie? Daar waar je je gelijkgestemde vindt, daar leer je? Niet lineair, Tune a Day deel 1 t/m 4, maar in een immer cyclische beweging? Toen ik klassiek saxofoon studeerde, had ik een leuke docent. Wat ik echter geleerd heb, leerde ik in het saxofoonorkest en in mijn kwartet. Daar waar mijn vaardigheden de vaardigheden van mijn medestudenten ont-
moetten en we gezamenlijk tot grote hoogten probeerden te komen. De terechte opmerking die nu in uw hoofd rondspeelt, gaat juist over deze vaardigheden. Ik hoor u zeggen: ‘Ja, maar jij had al vaardigheden waardoor je met anderen het muzikale gesprek kon aangaan. Als kinderen beginnen met het bespelen van een instrument, moet je ze die eerst leren.’ Lijkt ook mij handig. De vraag is echter hoe. Start je bij vaardigheden en hoop je dat de motivatie komt? Of start je bij motivatie en samenspel waardoor een leerbehoefte ontstaat, een drang naar ‘meer kunnen’? Ervaring en motivatie Uit onderzoek blijkt dat veel kinderen denken dat je voor muziek maken een specifiek talent bezit dat je hebt of niet. Naarmate kinderen meer ervaring hebben met muziek maken, komen zij tot het inzicht dat het veel meer een vaardigheid is die je kunt leren. Met andere woorden, het is heel belangrijk dat je op jonge leeftijd in aanraking komt met zelf actief muziek maken. Die ervaring met muziek kan de leerling motiveren om in zijn latere leven actief muziek te blijven maken. Motivatie kan gezien worden als een dynamisch proces t ussen het kind zelf (zijn overtuigingen, gedachten, emoties), zijn sociale omgeving (docenten, ouders, klasgenoten, vrienden), de acties die hij onderneemt (bewust gedrag, inzet, regulatie) en de resultaten van zijn acties (prestaties, het geleerde). Voor een inspirerend artikel hierover verwijs ik graag naar Developing Motivation van Austin, Renwick en McPherson uit de prachtige bundel The child as Musician. Motivatie is dus iets dat ontwikkeld wordt. Iets wat onder invloed is van de gehele omgeving. Hoe positiever die gehele omgeving is, hoe meer een kind gemotiveerd zal zijn om muziek te gaan maken. Ik denk daarom dat het van groot belang is dat de eerste muzikale ervaringen die het kind opdoet, gebeuren in samenhang met die omgeving. Liefst op school of in het buurthuis met betrokkenheid van ouders, docenten, muzikanten of muziekverenigingen in de buurt en klasgenoten. Met concerten in de speeltuin en op het dorpsplein, met presentaties op school. En, misschien wel het aller belangrijkste, vanuit samenspel. Alleen zo kunnen we muziek en muziekeducatie uit het isolement krijgen waarin het dreigt te geraken.
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
16
Wij als muziekdocenten zien dagelijks de shining eyes van onze leerlingen wanneer ze gezamenlijk een stuk spelen. Waarin ze voelen dat ze dezelfde muzikale hartslag hebben. Waarin de klik wordt gevoeld. De rest van Nederland (en die is zwaar in de meerderheid) ziet dat niet. Let’s get out there! Kinderen In Eerbeek Maken Muziek Ik woon in Eerbeek. Daar hebben we vijf basisscholen en een bloeiende fanfare waar de kiem van mijn muzikale carrière ligt. In januari zijn wij gestart met Kinderen In Eerbeek Maken Muziek (KIEMM). Alle vijf basisscholen doen mee en we geven lessen in alle groepen zes van de scholen. Een totaal van 110 leerlingen. Volgend jaar doen we dat weer. En hopelijk het jaar daarna weer. We zijn er druk mee. Twee koperdocenten worden opgeleid tot groepsleerkracht muziek nieuwe stijl. Hoe geef je aan 25 leerlingen tegelijkertijd les op bugels, trompetten, hoorns, baritons en trombones? De individuele instructie is een aandachtspunt. Dus we kijken naar mogelijkheden om met software leerlingen thuis te ondersteunen in het oefenen. We zijn bezig met het schrijven van arrangementen voor ‘jouw eerste 5 noten’ en een fanfareorkest. We hebben met de docenten van de basisscholen een middag samen muziek gemaakt op de instrumenten. Er is een KIEMMlied geschreven. De site is online. Op een dag
Muziekles in Eerbeek - Foto: Cees Baars
zal ik door mijn dorp fietsen en dan zal ik overal het geluid van deze instrumenten horen klinken uit de huizen. Overal in het land zijn initiatieven als deze. Eenendertig in ieder geval, van Twente (Triple B: Borne Blaast Basic) tot Utrecht (Muziek in de Wijk) en van Purmerend (Kompoelan gaat Crescendo) tot Bolsward (Blazing!). Veel initiatieven worden gedragen door vrijwilligers. Ik heb besloten dat ik deze initiatieven wil zien als een nieuwe lente in muziekeducatieland en niet als een ‘verarming van het landschap’. In Eerbeek voelden we in eerste instantie de angst voor concurrentie van al bestaande muziekeducatieve instellingen. Wij zijn het gesprek aangegaan. Als we met zijn allen zorgen dat veel kinderen op inspirerende wijze samen muziek gaan maken, dan zal iedere instelling daar wel bij varen. In Eerbeek organiseren we met dit in het achterhoofd aan het einde van het schooljaar een muziekonderwijsmarkt waar iedereen die daarmee bezig is zichzelf kan presenteren aan de kinderen die samen hebben leren muziek maken in groep 6, zodat zij alle mogelijkheden voor verdere muzikale ontwikkeling in de regio zien. De insteek vanuit samenspel zal kinderen een ervaring geven die ze niet snel zullen vergeten. Samenspel zorgt voor de kick als katalysator
17
voor de motivatie om muziek een onderdeel te laten zijn van je leven. Daartoe moeten muziekdocenten in het land nieuwe vaardig heden ontwikkelen. Dat vind ik als docentenopleider nou weer een leuke uitdaging. Ik voel beweging, een paradigma dat verschuift: een nieuwe lente, een nieuw geluid! Suzan Lutke is hoofdvakdocent methodiek en didactiek bij de opleiding docent muziek van het conservatorium van Utrecht. Ook verzorgt zij de lessen arrangeren en ensembleleiding. Naast haar werk op de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht is zij actief als dirigent, saxofonist en heeft zij een eigen adviesbureau voor de kunst- en cultuursector. In dit kader geeft zij trainingen aan teams in deze sector en verzorgt ze teambuildingssessies met muziek als bindende kracht. Daarnaast doet zij onderzoek naar de ontwikkeling van creativiteit in relatie tot de groeiende behoefte aan innovatieve kracht. www.suzanlutke.nl
Websites www.kinderenmakenmuziek.nl www.orkestindeklas.nl www.leerorkest.nl www.kiemm-eerbeek.nl
VO
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
april 2012
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
18
Gevoelige snaar zien te vinden
EVT - E(still) V(oice) T(raining)
Collin Hoeve-van den IJssel
Marja Reinders
Workshop introduceert gitaar in de klas
Stel, je bent muziekdocent op een middelbare school en je hebt je lokaal al aardig voor elkaar. Er staan een aantal keyboards, een drumstel, een piano, percussie-instrumenten, alles om lekker aan de slag te gaan met de hele klas. Alle keyboards zijn voorzien van notennamen, je hoeft dus alleen maar je methode open te slaan, af te tellen en de klas gaat spelen. Maar als sommige leerlingen nou eens gitaar willen spelen? Zo hangen er aan de muur ook nog een paar instrumenten, met een dun laagje stof bedekt. Je voorganger kocht ooit een setje gitaren en scheen daar ook hele leuke dingen mee te doen in de klas. Jijzelf laat ze liever hangen. Alleen leerlingen die op de muziekschool gitaarles hebben, mogen een gitaar van de muur pakken en meedoen met het speelstuk. ‘Hoe moet ik dit dan spelen, meneer?’ is een vraag die je afwimpelt met: ‘Er staan akkoorden boven het stuk’ of ‘Dat weet je gitaardocent vast wel’. Daarnaast zijn er steeds meer leerlingen die vragen of ze gewoon even mogen proberen gitaar te spelen. Wat moet je daar nou weer mee? Als je jezelf in dit bovenstaande verhaal herkent, dan was het heel handig geweest om op de studiedag van VLS en Gehrels Muziek educatie de workshop Gitaar in het klaslokaal te volgen. In deze korte workshop werden de gitaarvaardigheden van muziekdocenten Afbeelding 2
Afbeelding 1
ijgespijkerd en leerde je ook hoe je makkelijk b zelf een gitaarspeelstuk kunt arrangeren voor in de klas. Basisakkoorden Het begin van de eigen vaardigheden is het leren spelen van de basisakkoorden. Dit zijn alle akkoorden die je kunt pakken zonder dat je een barré hoeft te maken van je wijsvinger. Een handig overzicht van deze akkoorden is te vinden op www.gitaarles.org/gitaar-spelen/ gitaar-akkoorden. De volgende stap is het wisselen van akkoorden. Dus het overpakken van bijvoorbeeld het A-akkoord naar het E-akkoord. Isoleer dit eerst en probeer het daarna in een lied toe te passen. Kinderliedjes lenen zich erg goed om de eerste stappen van het gitaar spelen te leren. Dus mocht je nog een Eigen-wijs in de kast hebben liggen, dan kun je die nu uit het stof gaan halen.
Arrangeren Een ander deel van de workshop ging over het arrangeren voor de klas. Hierbij werd de nadruk gelegd op het aanvullen van materiaal dat al beschikbaar is in de klas. Veel methodes kiezen ervoor om de gitaar als akkoordenlaag in een speelstuk in te zetten. Dit zorgt er alleen wel voor dat de drempel om een gitaar op te pakken voor de gemiddelde leerling erg hoog is, want iedere halve maat een akkoord wisselen, terwijl je nog nooit een gitaar beet hebt gehad, is eigenlijk onmogelijk. Vreemd is ook dat deze aanpak haaks staat op de methodes van de meeste muziekscholen, waarbij de eerste stukken die kinderen spelen vooral melodietjes zijn om de noten te leren vinden op de gitaarhals. Tabulatuur ‘Moet ik dan mijn leerlingen eerst alle noten op de gitaarhals gaan leren?’ vraag je je nu misschien wanhopig af. Gitaristen hebben een eigen systeem bedacht, tabulatuur. Dat is een zeslijns notatiesysteem dat aangeeft welke snaar je moet aanslaan en welke fret je daarbij moet indrukken (afbeelding 1). Het is met de meeste gangbare muzieknotatieprogramma’s niet ingewikkeld om een melodiepartij om te zetten van noten naar tabulatuur. Zo kun je voor de beginnende g itarist dus de makkelijkste melodiepartij van het speelstuk en de baspartij gemakkelijk omzetten en kan er meteen meegespeeld worden in de klas. Een andere manier om leerlingen snel mee te laten spelen is het versimpelen van akkoorden. Dit wordt in de meeste methodes al wel gedaan voor keyboardpartijen, maar nog veel te weinig voor gitaristen. Een voorbeeld hiervan zie je in afbeelding 2. Hopelijk heb je nu weer een paar aanknopingspunten om met de gitaar in de klas aan de slag te gaan. Mochten er nog meer vragen in je opkomen, dan kun je altijd een extra workshop Gitaar in het klaslokaal aanvragen op www.mixnmatch.nl. Collin Hoeve-van den IJssel is docent gitaarpracticum op Codarts te Rotterdam en muziekdocent op NSG Groenewoud te Nijmegen.
19
Introductie van een systeem voor stemgebruik
Jo Estill, Amerikaanse klassiek geschoolde (opera)zangeres en zangpedagoge, ontwikkelde in de jaren tachtig van de vorige eeuw een nieuwe visie op stemgebruik en de mogelijkheden daarvan. Ze onderzocht wat schadelijk zou kunnen zijn en wat niet. Jo ging ervan uit dat een ‘ mooie’ en een ‘lelijke’ stem niet bestaan en dat dit een kwestie van smaak is. EVT is momenteel populair is in diverse muziekkringen. Zelf werk ik vanaf 1999 met EVT. Ik heb dit systeem in mijn vak als zangpedagoge ingebouwd en gebruik het naast andere benaderingen en ideeën over stemscholing. EVT is een zeer praktische training van de stem die leidt tot een goede bewustwording. Zelf heb ik zowel tijdens de schoolmuziek studie als tijdens de klassieke zangopleiding leren zingen van voordoen, nadoen en vanuit fantasievolle metaforen: ‘Zing over de vallei,’ als het geluid luider en groter moest zijn; ‘Laat je hele lichaam resoneren,’ wanneer de versterking niet optimaal was. Of ‘Stel je voor een orgelpijp te zijn,’ wat ik overigens nooit helemaal heb begrepen. Achteraf denk ik dat het vooral een kwestie was van een goed stel, analytisch ingestelde oren en een heldere innerlijke klankvoorstelling. De betreffende klassieke klankidealen werden ‘ingeslepen’ door veel te studeren en te luisteren naar voorbeelden. Het spiergeheugen was hierbij een belangrijke factor. Ik gaf zanglessen aan de Opleiding Docent Muziek en muziektherapie, waar ook veel lichte muziek werd gezongen. De beperking van de klassieke klank, hoe prachtig deze ook kan zijn, maakte dat ik de noodzaak zag om op zoek te gaan naar andere technieken. In november 1999 schreef ik me in voor de cursus EVTS aan het Conservatorium in Rotterdam, waar Estill zelf aanwezig was en ontdekte in die vijf dagen een nieuwe wereld. Een manier van stemgebruik, waarmee je in diverse stijlen op een gezonde en adequate manier je stem kon inzetten om naast klassiek ook pop, jazz en musical te zingen zonder deze stijlen klassiek te laten klinken. Na deze week heb ik veel met EVT gewerkt met studenten, zodat ze op een helder uitgelegde manier hun stem veelzijdig kunnen leren gebruiken. Natuurlijk moet er voldoende worden getraind!
EVT in het kort Het uitgangspunt van EVT is het ‘power, source, filter’-model. Niets nieuws overigens: de aansturing van de stem door de ademstroom, de bron van het geluid, zijn de stemplooien en het filter is de stemweg, het geluidversterkende deel. Uit dit model zijn 13 onderdelen gehaald die van invloed zijn op stemgeving. Je kunt deze apart leren controleren. Ik noem er een aantal. De aanzet van de toon: Hoe begin ik de klinker: glottaal (met een glottisslag), geaspireerd (met lucht) of simultaan, de zogenoemde klassieke aanzet waar lucht en klank precies gelijk komen. Je leert controle te krijgen over je valse stemplooien. Je oefent hoe je abrupt van dikke stemplooien (een luide toon) naar dunne stemplooien (een zachte toon) kunt gaan. Ook het toevoegen van Twang is interessant: een doordringend geluid waarmee je boventonen aanspreekt die maken dat de stem ver draagt: veel of weinig scherpte, al naar gelang je smaak, of wat een bepaalde muziekstijl van je eist. Je leert de larynx (strottenhoofd) in verschillende posities te plaatsen zodat je geluid donkerder of helderder wordt: denk aan de Kerstman ‘Ho, ho, hoo’ (laag geplaatste larynx) en aan Calimero, het eendje met het ei op zijn kop ‘Zij zijn groot en ik is klein…’ (hoog geplaatste larynx). De typische klank die bij ‘tilt’ ontstaat: het kantelen van het schildkraakbeen (dat gedeelte van de larynx waar de stemplooien zitten en waardoor deze verlengd worden). Dit geeft de herkenbare klank aan een klassieke zanger(es) en als spreekvoorbeeld noem ik Mrs. Hyacinth Bucket uit Keaping up appearances. Daar tegenover is de kenmerkende klank van popmuziek dat er gezongen wordt zonder dat het schildkraakbeen kantelt: dit geluid zit dicht bij het spreken. EVT gaat uit van een aantal kwaliteiten die je krijgt door de verschillende ingrediënten (de eerder genoemde 13 mogelijkheden) apart te trainen en daarna te mixen tot de kwaliteit die de zanger nodig heeft voor zijn muziek, acteurs voor hun rol, docenten om helder en luid te spreken en koordirigenten om de juiste stijl te kunnen laten klinken. Er zijn recepten ontwikkeld voor Opera, voor Belt (zeer luide klanken gebruikt in onder andere etnische muziekstijlen, gospel, musical en pop muziek), voor Sobbing (donkere zachte intense klank, dit komt vooral voor in klassiek), Cry (lichtere klank dan sob, ook veel gebruikt in
klassiek en musical), Speach (sprekend zingen, onder andere pop en cabaret liederen), Falsetto (zacht geluid met veel wilde lucht, zoals Mariah Carey) en tot slot Twang (scherpe vocalen veel gebruikt in de Amerikaanse musical, denk hierbij aan Annie). Door de ingrediënten te trainen kan men ook iets toevoegen aan de normale manier van zingen of spreken. Niet alle onderdelen hoeven beheerst te worden om de stem bijvoorbeeld helderder te krijgen of te leren minder klassiek te klinken. Er wordt gewerkt met een quick fix om snel een gewenste aanpassing te doen. Wat het voorgaande goed illustreert, is een filmpje op YouTube waarin Kristin Chenoweth alle bovengenoemde kwaliteiten laat horen in Apartment 14G Tesori/Scanlon: www.youtube. com/watch?v=jBJn4BHtqqY. Tot slot wil ik EVT van harte aanbevelen aan (muziek)docenten. Begrip van en controle over de zang- en spreekstem is van belang voor het eigen functioneren én voor het begeleiden van leerlingen. Marja Reinders is zangpedagoge, docent educatie methodiek zang, Certified Master Teacher Estill Voice Training en coördinator Opleiding docent muziek op ArtEZ Conservatorium Enschede.
Marja Reinders
april 2012
KOMPAS voor lessen vaktheorie
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
20
VO 21
Aanpak ondersteunt drama/theaterdocenten in VO Gudrun Beckmann
De praktische kant van theater is voor veel drama/theaterdocenten het hart van hun vak. Terecht, maar binnen het VO moet een theaterdocent ook vak theorie geven. Bij de opleiding Docent Theater van de NHL in Leeuwarden is door Gudrun Beckmann een specifieke aanpak ontwikkeld waarbij de verbeelding en het inlevingsvermogen van de theaterdocent de motor voor het geven van theorielessen zijn. Vaktheorie is een belangrijk onderdeel in het examenprogramma van Kunst drama. De leerlingen moeten bekend zijn met relevante k ennis binnen drie, respectievelijk vier, subdomeinen. Hierbij dient de theorie niet los te staan van de praktijk. Juist het kunnen koppelen van vaktheorie aan het werken op de vloer (en andersom) kenmerkt een goede theaterdocent.
Bosch Marieke in 2011 in bewerking opgevoerd in een regie van Natasja d’Armagnac docent Koning Willem I College Den Bosch - Foto: Evita Copier
Bij het geven van theorielessen is het mobiliseren van de verbeelding van de leerling van groot belang. Door verbeelding en inleving leggen leerlingen verbindingen tussen hun eigen ervaringen en de nieuwe kennis. Kennis wordt zintuiglijk en concreet door het appel aan het voorstellingsvermogen: ‘Stel je voor, het is heet en je zit al uren op de stenen banken van het theater met blik op de zee...’ Voorwaarde voor het geven van spannende en opwindende theorielessen is het stimuleren van de verbeelding. Voorwaarde voor verbeelding is zintuiglijkheid, concreetheid en tegenwoordigheid. Dit zijn belangrijke kwaliteiten van een theaterdocent. De zes letters van het KOMPAS Naast de kennis die de inhoud van de te geven les vormt, zijn vooral persoonlijke betrokkenheid, actualiteit, opwinding en een goede samenhang tussen theorie en praktijk van belang voor een goede les. Deze aandachts punten vormen, samen met het benodigde materiaal, de letters van het woord KOMPAS (Kennis, Opwinding, Materiaal, Persoonlijke betrokkenheid, Actualiteit, Samenhang). Wie in de lesvoorbereiding bewust op deze zes ingrediënten/letters let, ontwikkelt actieve lessen vaktheorie vanuit kennis, betrokkenheid en voorstellingsvermogen. Kennis Zolang de theaterdocent zelf niet over de relevante kennis van de te behandelen vaktheorie beschikt, kan hij/zij geen les hierover geven. Personage op basis van schilderij van Jheronimus Bosch
De belangrijkste vraag aan jezelf is: Over welke kennis ga ik het hebben? Wat weet ik erover? Hoe zorg ik ervoor dat ik er voldoende over weet? Hoe beperk en verdiep ik tegelijkertijd de kennis? Kennis is meer dan theorie. Het gaat ook om de kennis van opvattingen, ervaringen en ambities. Opwinding Het in contact komen met nieuwe kennis heeft een opwindend aspect. De opwinding van het nieuwe, onbekende en bijzondere. Opwinding genereert energie. Voorwaarden voor de ervaring van opwinding zijn: zintuiglijkheid van de kennis, het anekdotische en bijzondere, de directe relatie met het hier en nu, het extreme en ook het concrete. Enkele voorbeelden en tips: - Zorg ervoor dat de eerste vijf minuten van je les opwindend zijn. Verras je leerling. Dat kan met een uitdagend citaat op het bord over zinloosheid, je eigen opkomst uit een vuilnisbak, een stelling of een voorwerp dat je voor de klas poneert. - Zorg voor zintuiglijkheid van de kennis, bijvoorbeeld als je het over de opkomst van modern theater hebt en het schandaal dat rond Ubu Roi van Alfred Jarry losbarstte: ‘Stel je een zaal vol keurig geklede burgers aan het begin van de 20e eeuw voor. Keurige kostuums, net kapsel, deftige en moreel zeer correcte omgang met elkaar, enzovoort. En dan begint de acteur te spelen en roept ‘Stronts’, ofwel ‘Merdre’, zoals het daadwer-
kelijk in Parijs gebeurde.’ - Gebruik het anekdotische en verhalende. Veel levenslopen kun je vertellen als een ‘rise and fall story’, dus de opkomst en ondergang van…. Hou je dramatische voelsprieten open. Waar zit een sterk verhaal? Waar zit een anekdote als een juweeltje? Hoe kun je met de verwachtingen van je luisteraars spelen? Biografische gegevens van t heaterpersoonlijkheden bevatten veel anekdotes, zoals bijvoorbeeld Horvath (belangrijke toneelschrijver uit het begin van de 20e eeuw) die in Amsterdam naar een waarzegster gaat. Ze vertelt hem dat hij niet naar Parijs moet gaan. Hij gaat toch. Daar valt op de Champs Elysee een tak op zijn hoofd en Horvath is op slag dood, nog maar 37 jaar oud. Anders was hij de Shakespeare van de 20e eeuw geworden. - Zoek het extreme op en licht het bijzondere eruit. Rob Schouten, beeldend kunstenaar, zei ooit dat elke tentoonstelling een vrouw met vier borsten moet hebben. Ga bij elke toneelschrijver die je behandelt op zoek naar de vrouw met vier borsten, zoals Shakespeare die zijn één na beste bed aan zijn vrouw achterliet, of Molière die volgens een gerucht met zijn dochter trouwde. Materiaal Met materiaal worden de materiële en audio visuele informatiedragers bij het geven van vaktheorielessen bedoeld, zoals foto’s, films, tekst, spelkaarten, kostuums en voorwerpen.
april 2012
Trots op het VMBO
X11 sinds 2011 ook CultuurProfielSchool Het materiaal kan een belangrijk appel op de verbeelding en een actieve leerhouding doen. Naast bestaand (digitaal) beeld- en tekstmateriaal kun je als docent het lesmateriaal ook zelf creëren, zoals het Aristotelische model als spelplattegrond, een stijlenbak met fragmenten uit scenografie en tekst, een verzameling theateraffiches of een bak met eerste zinnen uit toneelteksten. Enkele tips: - Denk bij de materiaalkeuze ook aan kleur en typografie. Verbijzonder het materiaal. Een mooi uitgeschreven opdracht op een gekleurde kaart, al dan niet in een envelop, doet een ander beroep op de leerling dan een snel gekriebelde opdracht op een vel papier. - Exploreer de multimediale mogelijkheden. Stel eigen DVD’s met film- en theaterfragmenten samen. Met Prezi kun je beeldende presentaties met zoom-effecten maken. Maak zelf foto’s of opnames van presentaties en observaties. - Af en toe een YouTube-filmpje is prima, maar als het materiaal bij vaktheorie steeds uit filmpjes bestaat, wordt het saai. Persoonlijke betrokkenheid De kunst van goed lesgeven is een reis in het spanningsveld tussen het onbekende ofwel (nog) niet-bekende en reeds aanwezige kennis en ervaring. De taak van de docent is om ankers van herkenning en persoonlijke betrokkenheid te kunnen plaatsen binnen het gebied van de nieuwe en meestal in eerste instantie abstracte kennis. Deze ankers kunnen kleine anekdotes zijn uit de theatergeschiedenis of uit het leven van theaterpersoonlijkheden, eigen ervaringen en verhalen. Door het stellen van vragen als ‘In welke tijd wil je leven als je zou kunnen kiezen?’ of ‘Als je een week bij een toneelpersoonlijkheid (deze mag reeds dood zijn) mocht wonen, wie kies je dan en waarom?’ kan de persoonlijke betrokkenheid van de leerlingen worden geactiveerd en kunnen leerlingen uitgedaagd worden om de abstracte kennis in herkenbare voorbeelden te vertalen. Enkele voorbeelden en tips: - Nadat je een periode in de theatergeschiedenis hebt afgerond, vraag je de leerling om een top 3 van de persoonlijk meest boeiende aspecten uit die periode te maken. - Stel je zou een film (fictie) over die periode in de theatergeschiedenis maken, wie zou je dan als hoofdpersonage kiezen en wat was de plot in grote lijnen? - Vraag de leerlingen om vanuit een theoretische of historische tekst een aantal vraagstellingen op grote vellen te schrijven. Vervolgens krijgt iedereen gele Post It papiertjes en probeert persoonlijke oplossingen op de papiertjes te schrijven en deze bij de desbetreffende vraag te plakken.
Actualiteit Theorie heeft over het algemeen het imago van iets dat weinig met de dagelijkse realiteit te maken heeft. Dat geldt zeker voor (theater) geschiedenis. Door de actualiteit (bijvoorbeeld een krantenbericht of tweet) aan het lesonderwerp te verbinden, biedt de theaterdocent een herkenbaar venster. Zo kan er bijvoorbeeld vanuit een krantartikel over kindermoord een lijn getrokken worden naar een schrijver van 500 voor Christus. Binnen theorielessen is het van belang om steeds aan te geven wat de relatie tot de actualiteit van het hier en nu met het lesonderwerp is. Enkele voorbeelden en tips: - Zoek een hedendaags artikel waarmee je een link kunt leggen met de essentie van het historische onderwerp dat je met de leerlingen behandelt. - Alles komt ergens vandaan en alles dat nu gebeurt, krijgt een vervolg in de toekomst. Wat kun je in het theater van nu als erfgoed uit oude tijden aanwijzen en wat zal zijn sporen in de toekomst achterlaten? - Stel er zou een nieuwsprogramma over een bepaalde tijd/gebeurtenis/schrijver gemaakt moeten worden. Wat heeft nieuwswaarde? Welk nieuwsitem uit de tijd van de Grieken selecteer je dat tegelijkertijd actueel en hedendaags is? - Wie zijn de helden van vandaag? Wie waren dat vroeger?
D d e id a c k u t ie ns k v t v an ak ke n
22
Inge Tanis
VO 23
X11-leerlingen in het Centraal Museum Foto: Paul Hageman
voelt waardering, je bent trots! Voor de verschillende disciplines en leerjaren hebben we creatieve partners gezocht. Hieronder een aantal voorbeelden van projecten zoals we die samen met de partners hebben ontwikkeld.
Tijdens de vijfde conferentie Cultuur leert anders in De Reehorst in Ede was te
Samenhang Naast de noodzakelijke samenhang tussen t heorie en praktijk valt hier ook te denken aan de samenhang tussen nieuwe kennis en andere vakken. Leg je in je les voldoende verbindingen? Benoem je de samenhang met andere vakken, maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en andere? Je kunt jezelf t rainen om interessante verbindingen tussen je lesonderwerp en andere vakken en ontwikkelingen te leggen. Het leggen van samen hangen is vooral zinvol als het doelbewust gebeurt, bijvoorbeeld om het referentiekader van je leerling te activeren of om je leerling uit te dagen nieuwe verbindingen te maken.
zien dat een VMBO-school
Aankomende theaterdocenten worden op alle zes aandachtspunten getraind en andersom kan elke theaterdocent deze aandachtspunten gebruiken om bij de voorbereiding zijn lessen vaktheorie op kwaliteit te checken.
sprekend, met groot gemak,
Gudrun Beckmann was tot zomer 2011 docent theatertheorie bij de opleiding Docent Theater van de NHL. Sindsdien is zij hoofd van de masteropleiding Kunsteducatie van NHL en Hanzehogeschool.
van de school uit. Alsof ze dit
uitstekend een CultuurProfiel school kan zijn. Het thema voor ons die dag was Trots op het VMBO. De leerlingen presenteerden voorbeelden van projecten en eigen werk uit hun portfolio. Als vanzelf-
als een PR-medewerker droegen de leerlingen de visie
uren hadden geoefend. Nou, niet dus!
X11 is een school voor grafimedia. Tijdens de praktijklessen is er aandacht voor kunst en cultuur, drama, techniek, printmedia, web design en audiovisuele vormgeving. Onze taak als school is, onder andere, leerlingen voor te bereiden op beroepen in de creatieve sector. Daarnaast zijn, met het oog op de vervolg opleidingen in het MBO, samenwerken, je goed kunnen presenteren en reflecteren op eigen werk en dat van anderen essentiële leerdoelen voor onze opleiding. Alle vakken besteden aandacht aan deze specifieke competenties. X11 is sinds juni 2011 ook CultuurProfielSchool. Cultuureducatie is een aanvulling en verdieping voor ons onderwijs waarbij de leerlingen leren over, door en met cultuur waarvan zijzelf producent en consument zijn, nu en later. Daarnaast is cultuureducatie een kennis making en verdieping in kunst, cultureel erfgoed en Media/Kunst 2.0. Vanuit die visie hebben we deze verdieping naast de bestaande lessen vooral gezocht in creatieve partnerschappen buiten school, want waar vind je meer expertise en hebben leer lingen zo intens de mogelijkheid om extra te leren? Je kunt prima presenteren aan je klas, maar ook aan de directeur van het museum, onder toeziend oog van ouders en genodigden. Je kunt een eigen site maken op school, maar ook samen met een expert de jongerensite van een museum ontwerpen. Of je mag de vorm geving van het materiaal voor een nieuwe workshop bedenken. Het maakt een verschil, je
Vreedzaam samenleven In 2013 viert Utrecht met allerlei festiviteiten de Vrede van Utrecht. In dit kader gaat de De Utrechtse Spelen een nieuwe voorstelling maken voor jongeren met als titel Vreedzaam samen leven. Samen met de leerlingen van X11 gaan ze deze voorstelling vormgeven. Door het bezoeken van een aantal voorstellingen en het volgen van een workshop krijgen de leerlingen een beeld van De Utrechtse Spelen en hun werkwijze. Na deze input gaan ze aan de slag als peergroup voor de voorstelling Vreedzaam samenleven, grafisch en inhoudelijk. Een team van De Utrechtse Spelen komt eens per twee weken op school. Op actieve wijze, tijdens de dramalessen, snijden ze de thema’s van het stuk aan en kunnen de leerlingen hun mening geven over hun persoonlijke ervaringen. Dit vormt de inspiratie voor de schrijvers. Samen spelen, kritisch kijken tot het eindresultaat waar de leerlingen allen naar gaan kijken. Leerlingen denken mee over het vormgeven van promotiemateriaal en gaan daar zelf mee aan de slag. Hun reclame-affiches worden uiteindelijk geëxposeerd in het pand van De Utrechtse Spelen. De lijn Naar aanleiding van de tentoonstelling over het werk van Robbie Cornelissen werd X11 door het Centraal Museum benaderd voor een opdracht. Tijdens de tentoonstelling konden bezoekers zelf aan de slag met animatie techniek. Om ze een indruk te geven van wat er allemaal mogelijk is op dit gebied, werd aan leerlingen van X11 de opdracht verstrekt om voor het museum voorbeeldanimaties te maken. Inspiratie voor de opdracht haalden de leerlingen uit de animaties en het andere werk van de kunstenaar. De opdracht voor de leerlingen luidde: Maak een animatie met als titel De Lijn. In het museum presenteerden de leerlingen hun filmpjes. ‘Meet me in dreamtime’ Na een kennismaking met het Aboriginal Museum Utrecht en een inleidende les over Aboriginal kunst, bezochten de leerlingen het museum voor een interactieve rondleiding. De symbolentaal van de Aboriginals diende als uitgangspunt voor het maken van een stopmotion animatie waarbij de door de leerlingen ontwikkelde symbolische figuurtjes als
oorbeeld gingen dienen voor een nieuwe v workshop in het museum. De filmpjes die door de leerlingen op school gemaakt werden, kregen een plaats op de nieuwe jongerensite van het museum. De ontwerpen voor deze site werden weer gemaakt door een groep leer lingen uit het derde jaar. Kunst 2.0 Dit schooljaar kreeg X11 een bijzondere opdracht van de gemeente Utrecht: het aanstellen van een combinatiefunctionaris Kunst 2.0. Het doel van de combinatiefunctionaris is om hetgeen er op school gebeurt in verbinding te brengen met wat er in het werkveld/verenigingsleven speelt, om zodoende leerlingen te stimuleren buiten school vaker gebruik te maken van sport- of kunstfaciliteiten. Wij zien binnen ons onderwijs aanknopingspunten om Kunst 2.0 te introduceren. Leerlingen zijn met regelmaat zelf producent van kunstzinnige uitingen op het web door middel van nieuwe tools. Het systeem, waarbij iedereen zowel consument als producent is, dringt bij iedere tweet het klaslokaal binnen. De basis van ons onderwijs is om creatieve ontwikkeling te bewerkstelligen bij jongeren en om ze voor te bereiden op hun rol in de maatschappij. Dan zullen we ons ook moeten richten op een maatschappij waarin het systeem van de v irtuele wereld zich zal doen gelden. Kunstenaars, -collectieven en bedrijven uit de creatieve industrie kunnen hierin een partner zijn. Zij zijn het die vanuit onconventioneel denken en handelen, zoeken naar een antwoord op vragen van de toekomst. Wij zullen niet alleen iets over Kunst 2.0 moeten leren, maar ook van Kunst 2.0. We zien het als een uitdaging dit onderdeel te maken van cultuureducatie. Voor onze leerlingen is het samenwerken met partners buiten school een verrijking. Het geeft een gevoel van zelfvertrouwen en eigenwaarde. Je mening telt, je wordt serieus genomen als toekomstig vormgever. Daarnaast leer je werken met een doelgroep, je ervaart tijdsdruk, je ontdekt de voorwaarden waaraan een product moet voldoen. Een unieke ervaring voor leerlingen en wij zijn best een beetje trots dat we dit de leerling mee kunnen geven. Ook voor ons is de samenwerking inspirerend. Wij zullen cultuureducatie blijven inzetten als middel om creativiteit, originaliteit en eigenheid bij leerlingen te ontwikkelen en te stimuleren. Inge Tanis is teamleider en cultuurcoördinator op X11, school voor grafimedia.
24
april 2012
VO
PO
25
Olga de Kort-Koulikova
Aan de hand van dit thema zijn de leerlingen teksten gaan schrijven en heeft de groep koorzangers een repertoire ingestudeerd. Fragmenten uit diverse requiems van onder andere Mozart, Fauré en Brahms werden voor de leerlingen gezongen en ter inspiratie gebruikt. Mozart en Brahms veroverden zelfs een plekje in de uitvoering van het project.
Optreden leerlingen en Groot Omroepkoor in de Spiegelzaal o.l.v. MaNOj Kamps - Foto: Iris Oltheten
Bespiegelingen over Brahms Iris Oltheten
Het jaar 2012 begon muzikaal voor een groep van ruim 30 leerlingen van het Montessori Lyceum Amsterdam. Ze besteedden zes dagen aan een creatief muziekproject, gebaseerd op de muziek van Johannes Brahms, georganiseeerd door het Muziekcentrum van de Omroep en het Goethe-Institut. Samen met 22 leden van het Groot Omroepkoor maakten de leerlingen een voorstelling van ruim 15 minuten met bestaande en nieuw gezongen muziek. Op 14 januari traden ze op in de Spiegelzaal van Het Concertgebouw in Amsterdam, in de pauze van de Zaterdag Matinee, waarin de Vier Ernste Gesänge van Brahms werden uitgevoerd. Dit stuk vormde dan ook de inspiratie voor het gehele project. Doel van het project was om de leerlingen op een actieve manier in contact te brengen met vocale (klassieke) muziek. Voor de kerstvakantie vertaalden en bespraken de leerlingen op school in de lessen Duits de teksten van deze gezangen die uit het bijbelboek Prediker komen. Ook kwam een alt uit het koor, Anne-Marieke Evers, op school de Vier Ernste Gesänge voor de leerlingen zingen. In november zijn de leerlingen naar een repetitie van het Groot Omroepkoor geweest en hebben ze enkele koorleden ontmoet in Het Concertgebouw. De basis om samen een zangproject te gaan doen was met dit voortraject gelegd.
In de gezangen van Brahms is een sterk thema aanwezig: Brahms voelt de dood naderbij komen doordat zijn eigen leven ten einde loopt.
Ervaringen Muziekdocent Thijs Janssen van het Montessori Lyceum Amsterdam: ‘Dit project is onderwijs op zijn best. Leerlingen komen op een heel directe manier in aanraking met de beste muzikanten die er zijn. Verschillen tussen professionele zangers en middelbare scholieren vervagen als ze elkaar vinden in de kunst.’ Leerlinge Isa Beima: ‘Het was super tof! Ik mis alle leuke mensen wel. Heel veel ervaring opgedaan. Ik had dit echt voor geen goud willen missen!’
muzikanten te werken, en ik vond het heel leuk om op te treden in Het Concertgebouw!’ Leerlinge Rosa-Lia Jonkman: ‘Ik vond het leuk om met mensen te zijn die ook zo van muziek houden als ik! Suzi was erg aardig.’
Nationaal Onderwijsmuseum geeft inzicht in belang van muziek
Naast deze bestaande muziek werd door de leerlingen ook nieuwe muziek gecomponeerd, soms samen met de koorleden. Hiervoor waren workshopleiders Suzi Zumpe (zangeres/workshopleider) en Dominic Harlan (componist/ pianist/workshopleider) uitgenodigd. Zij begeleidden het compositieproces en werkten met de groep in creative writing-sessies aan nieuwe liederen. De leerlingen hebben zo zelf teksten en melodieën geschreven, maar ook bedacht welke begeleiding erbij hoorde. Dominic Harlan schreef het gecomponeerde in de avonduren uit, zodat de zangers van het koor de volgende dag konden meezingen. Ook maakte hij voor sommige stukken vierstemmige koorpartijen. Drie stukken gezongen Op vrijdagmiddag 13 januari werd de presentatie die de groep had voorbereid op school twee keer voor enthousiaste medeleerlingen uitgevoerd. De daaropvolgende dag volgde het sluitstuk: optreden in Het Concertgebouw. Na een warm-zing-repetitie in de Kleine Zaal, waarin nog de laatste puntjes op de i werden gezet, was het tijd om te gaan opstellen in de Spiegelzaal. Even wachten nog en het applaus voor het Radio Filharmonisch Orkest, dat onder leiding van Jaap van Zweden met solist Robert Holl zojuist de Vier Ernste Gesänge had uitgevoerd, klonk ten teken dat de pauze was aangebroken. Eerder in de week hadden de leerlingen al een repetitie van dit stuk bezocht. Dus ze wisten wat het publiek zojuist had gehoord. Het publiek stroomde binnen en de leerlingen en koorleden zongen hun stukken Foggy Shadows, Purple Perfume en Winter Begins met overgave. Dirigent MaNOj Kamps had de hele week met de koorleden gewerkt en leidde ook deze uitvoering. Voor zowel leerlingen als koorzangers was het een mooie ervaring om in deze prachtige zaal te mogen zingen. En wat waren ze trots op hun eigen, nieuwe muziek!
Leerlinge Imme Kievit: ‘Het was heel leerzaam om met allemaal professionele
Reis door de tijd met Zing!
Websites Op www.montessorilyceumamsterdam.nl, de website van Montessori Lyceum Amsterdam, vindt u een filmpje over het project. Meer informatie ook op de site van MCO Educatie: www.mco.nl/educatie.
Muziekles in de jaren vijftig
‘Zoals het is, zoals het was’. Het heden van het muziek- en zangonderwijs in Nederland wordt vaak bekritiseerd, het verleden wordt juist geïdealiseerd. De tentoonstelling Zing! geeft geen antwoord op de vraag of het vroeger beter was gesteld met het schoolmuziekonderwijs. Zing! nodigt de bezoeker uit om via archiefmateriaal in de vitrinekasten en open presentaties in de zaal een reis door de tijd te maken en zelf een idee over vroeger en nu te vormen. Door zelf te kijken, lezen, luisteren, zingen en vergelijken. Het idee van deze tentoonstelling ontstond twee jaar geleden. Naast ‘inzicht geven in het belang van muziek en zang voor de ontwikkeling van de basisschoolleerling’ wilden de samenstellers de hedendaagse muziekdocenten gedocumenteerde informatie en wellicht ook de nodige aanknopingspunten voor nieuwe inspirerende ideeën aanbieden. Met Zing! zag het Nationaal Onderwijsmuseum ook kans om een database van oude schoolliedjes aan te leggen. Muzikale vorming op de lagere school Ed van Berkel, een van de samenstellers, was zich vanaf het begin bewust dat ‘een volledig beeld van het muziekonderwijs niet te geven
valt’. Als samensteller moet je een keuze maken en de keuze viel op muzikale vorming op de lagere school. Van Berkel: ‘Naar verluid zijn er op de PABO te weinig uren voor een gedegen opleiding en in het verleden werd er geklaagd over het ‘muziekniveau’ van de studenten. Veel docenten basisonderwijs vinden muziek een moeilijk vak en stellen andere prioriteiten. Daarentegen hebben veel (oud-)leerlingen er goede herinneringen aan en kunnen veel senioren de liedjes die ze destijds leerden, nog feilloos (mee)zingen. Ook zijn er veel positieve ontwikkelingen om het vak weer op de kaart te zetten. De acties bijvoorbeeld om kinderen op school aan de slag te laten gaan met instrumenten.’ Met de keuze voor het basisschoolonderwijs wilde het museum, volgens Van Berkel, duidelijk maken dat: - het muziekonderwijs een ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat deze voor een deel afhankelijk is van de beschikbare media; - dat ook de gezongen liedjes inhoudelijk veranderd zijn met een aansluiting bij de tijdgeest; - dat het muziekonderwijs zich voor een deel afspeelt buiten schooltijd; - dat er met betrekkelijk weinig middelen waardevol muziekonderwijs te geven is (zie bijvoorbeeld een initiatief als Benny Briljant).
Interactieve tentoonstelling Zelf dacht ik bij mijn bezoek aan de tentoonstelling aan één uur genoeg te hebben, maar drie uur later was ik nog steeds in het Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam te vinden. Eerst liep ik nog op gepaste afstand van de tentoongestelde objecten de begeleidende teksten te lezen. De 18e-eeuwse stichtelijke en moraliserende liedjes, de 19e-eeuwse vaderlandslievende en maatschappelijk geëngageerde liedjes, de 20e-eeuwse ‘kindgerichte’ liedjes, de methodes van Ward, Gehrels, Ad Herkens en Orff, de foto’s met de naschoolse muziekactiviteiten van vroeger. In het ‘vakoverstijgende’ onderdeel van de expositie begon ik (na enige aarzeling en voortdurend over de schouder kijkend) zachtjes met de gehoorkokers te schudden. Na een goed geslaagde xylofoon-uitvoering van Vader Jacob stapte ik vol (over)moed de opnamecabine binnen om mijn eigen versie van deze wereldhit in te zingen. (Helaas is de opname, naar mijn mening, volledig mislukt!). Voor het verlaten van de zaal stond ik nog een paar minuten met veel enthousiasme met een stokje tegen de boomwhacker-buizen te slaan. Gezien de xylofoongeluiden om me heen en de harde lachsalvo’s die voortdurend uit de opnamecabine naar buiten kwamen, leek ik niet de enige die besloot de ontwikkelingen in het Nederlandse zang- en muziekonderwijs met behulp van de vele aanwezige interactieve middelen te bestuderen. Ik ben er van overtuigd dat de bezoekers van Zing! net als ik graag terug zouden komen voor de vervolg tentoonstelling over zang en muziek op het voortgezet onderwijs.
26
april 2012
27
VO
Musical op het Berlage Lyceum te Amsterdam Foto’s: dhr. Boeke
Musical Tournament De nacht van het licht Sociaal maatschappelijk project voor scholen Ellen Verhagen
‘Een innovatief project dat tot doel heeft een actieve bijdrage te leveren aan het maatschappelijk leefklimaat door onderwijs- en maatschappelijke thema’s te combineren in een musical. Via het musicalproject worden op middelbare scholen en in groep 8 van de basisschool diverse maatschappelijke issues zichtbaar, voelbaar en hoorbaar gemaakt.’ (www.denachtvanhetlicht.nl) Initiatiefnemer Ronny Gorre heeft een geweldige drive om les te geven, om mensen te verbinden en kennis en ervaring te delen én hij is een gepassioneerd zanger. Als docent op het Berlage Lyceum werd hij gevraagd ook muziek/ zangles te geven. De latere coördinator van de musical, Daphne Ollivieira, vroeg hem een musical te schrijven. Dit zou een project worden waarbinnen de jaarlijks terugkerende kleine initiatieven samengebracht worden: geen losse kleine voorstellingen over het jaar verdeeld, maar een groot project waar de hele school bij betrokken wordt. Vanaf het begin werd het musicalproject met groot enthousiasme door de leerlingen ontvangen: het werd een project ‘van en voor hun school’. Sociaal maatschappelijke boodschap Ronny Gorre is betrokken bij Stichting Dorretak. Stichting Dorretak wil landelijk een boodschap uitdragen. In Nederland wordt door velen steeds meer ervaren dat met name alle verschillen benoemd worden in deze maatschappij: gastarbeiders, nieuwkomers, Marokkanen, Turken, gekleurde mensen, enzovoort. Dit terwijl we uiteindelijk samen de maatschappij vorm moeten geven. Om in deze discussie houvast te bieden heeft Stichting Dorretak een woord bedacht: plangenoten. Binnen het raamwerk van het musicalproject, een plan, gaan de deelnemers en betrokkenen samen aan de slag
om de musical tot een succes te maken. Op deze manier zijn ze plangenoten. Dit idee kan ook worden toegepast op het breder ‘maatschappelijk plan’, de maatschappij waar ieder verantwoordelijk is voor zijn of haar bijdrage. Door niet naar verschillen te kijken, maar naar de overeenkomsten creëer je een fundament waar vanuit de maatschappij op een positieve wijze kan worden vormgegeven en gedragen wordt door velen. Deze visie is verwerkt in de musical. Maatschappelijke en sociale cohesie Door een unieke formule is de musical geen doel op zich, maar een middel om de maatschappelijke en sociale cohesie in scholen, wijken en buurten te versterken door de onderlinge betrokkenheid bij het realiseren van de musical. Er is een gemeenschappelijk doel waarvoor iedereen zich wil inzetten. Ongeacht welke achtergrond, talenten en/of karakter een leerling ook heeft of welke er wordt gevolgd, de musical is een ontmoetingsplek voor iedereen en een uitbreiding op het cultuuraanbod. ‘De klas is de wieg van de liedjes’ Ronny Gorre, schrijver van de musical voor de middelbare school, is een zanger en een bevoegd leerkracht (leraar Nederlands). Hij heeft lesgegeven aan alle leeftijdsgroepen in het onderwijs. Les krijgen van hem is door zijn passie voor zijn vak dan ook een feest. Tijdens zijn lessen had hij de gewoonte om iets te zingen als het even stil viel in de klas. Leerlingen keken altijd uit naar zijn lessen Nederlands en zijn liedjes. ‘Veel liedjes van de musical zijn ontstaan in de klas. De klas is de wieg van de liedjes,’ vertelt Ronny Gorre die de liedjes schreef, ‘doordat ze in de klas zijn ontstaan, weerspiegelen ze ook wat er leeft in de leerlingen. Gepest worden, culturele en maatschappelijke verschillen, respect voor elkaar hebben,
gezinssituaties, sporten, muziek, vriendschap, dansen, om zo maar wat te noemen.’ Het vreemdelingenbeleid kwam ook ter sprake in zijn lessen, zodat er liedjes zijn die situaties beschrijven, zoals die van waarin Mauro in 2012 verkeert. ‘Dat raakt kinderen, niet alleen autochtone, maar ook allochtone kinderen. De onderlinge betrokkenheid komt hierbij naar voren en het leren respect te hebben voor elkaar en elkaars achtergrond: je bent niet wat je doet.’ Er zijn lyrische liedjes, up tempo, rap, walsjes, romantische en zielige liedjes. Door de sociaal maatschappelijke inhoud van de liedjes streeft Ronny ernaar mensen met elkaar te verbinden, naar de overeenkomsten te kijken en niet naar de verschillen. Muziek en dans zijn hierbij de bindende factoren. ‘Voor kinderen die nog moeite hebben met de Nederlandse taal, is het een laagdrempelige manier de taal op een leuke wijze eigen te maken. ‘Kun je het niet zeggen, zing het dan maar,’ is wat dat betreft een toepasselijke uitdrukking.’ Vak- en schooloverstijgend Allerlei disciplines binnen en buiten de school worden aangesproken. Vakken als Nederlands, muziek, handvaardigheid, drama, techniek, ICT komen aan bod, maar ook leerlingen, ouders, buurtgenoten en leraren spelen een rol bij bijvoorbeeld het maken van kleding, decor en werven van sponsors. Leerlingen worden aangesproken op hun talenten, creativiteit en flexibiliteit, het respect en begrip hebben voor elkaar en het biedt elke leerling de ruimte zijn of haar talent in te zetten. In het musicalproject komen aspecten als presentatietechniek, planning, techniek en ontwerp aan de orde en de leerling wordt uitgedaagd om uit de ‘comfortzone’ te treden. Deze aspecten komen ook voor in bijvoorbeeld de taalvakken (spreekbeurten), ICT, agendabeheer.
Doordat de leerlingen zelf gekozen hebben voor de musical en het als hun eigen project zien, is de motivatie dusdanig dat ze zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor het eindproduct en dat laat hen daardoor soms meer presteren dan ze zelf verwachten. Hierdoor groeit het zelfvertrouwen van de leerlingen, wat leidt tot meer balans, meer cohesie binnen de klassen en dat heeft weer effect op de sfeer in de klas en de school. De deelnemers komen uit alle schoolniveaus, waardoor het contact tussen de niveaus een nieuwe dimensie krijgt en tot meer wederzijds begrip leidt: ze hebben namelijk een gemeenschappelijk doel. Een direct resultaat van de musical is dat het de werksfeer voor de leerlingen en leraren verbetert: het is niet meer alleen het overdragen van kennis binnen school, maar ook het aanspreken van de creativiteit van de leerlingen. Het is niet alleen IQ (kennis), maar ook EQ ontwikkelen. (‘Leerlingen zijn geen vat dat je moet vullen, je moet een vuur in ze ontsteken.’ Bron: Cultuurplein Magazine, oktober 2011). De hersenen prikkelen om vanuit een ander perspectief sociale en maatschappelijke zaken te benaderen door een beroep te doen op de creativiteit en flexibiliteit van de leerling (Mark Mieras, wetenschapsjournalist, in Kunsteducatie: broodnodig voor het kinderbrein. Bron: www.kunstgebouw.nl en Niet voor de winst, door Martha Nussbaum). Dit levert een wezenlijke bijdrage aan het plezier om naar school te gaan. De musical in de praktijk De toenmalige coördinatrice van de musical op het Berlage Lyceum, Daphne Ollivieira, spreekt enthousiast over de musical die in 2007 werd
uitgevoerd op het lyceum: ‘De leerlingen hadden grote verwachtingen van de musical en zagen de musical als iets van hun school. Leerkrachten waren in eerste instantie sceptisch ten aanzien van het musicalproject en maakten zich zorgen over de gevolgen voor het schoolrooster en het wettelijke aantal lesuren dat per jaar gehaald moet worden. In de praktijk werd het musicalproject grotendeels binnen de school voorbereid met repetities buiten schooltijd. In drie dagen werden zes uitvoeringen gerealiseerd binnen de schooltijd.’ Ze ziet de musical als een meerwaarde voor de leerlingen om zichzelf beter te leren kennen. ‘Leerlingen die voorheen timide waren of onhandelbaar, lieten andere kwaliteiten van zich zien doordat ze zich medeverantwoordelijk voelden voor het gezamenlijke project van de school. De musical is als een goudspray die over de school wordt gespoten en glans geeft aan de school.’ Het is een project van de school, van en voor de leerlingen. Een PR-machine voor de school die gedragen wordt door de leerlingen zelf; PR voor hun eigen school. Innovatief Het innovatieve van het musicalproject ligt in de groeiformule binnen de podiumkunst: het start op de individuele scholen, komt samen in een finale. Ook vernieuwend is het vooruitzicht voor de meest getalenteerde leerlingen om voor een groter publiek (DeLaMar Theater) en in het vervolg hiervan op tournee te gaan binnen Nederland en zelfs op TV te komen. Het overstijgt dus de binnenschoolse activiteit. Tevens biedt het getalenteerde jongeren de mogelijkheid om via zanglessen, danslessen of
Algemene ledenvergadering VLS 2012 Noteert u alvast in uw agenda! De Algemene Ledenvergadering VLS 2012 wordt gehouden op maandag 18 juni 2012 van 18 tot 20 uur te Utrecht. Exacte locatie en verdere informatie worden binnenkort bekend gemaakt.
theaterlessen van gerenommeerde docenten een stuk professionaliteit aan te leren wat een stimulans kan zijn. Door het competitie-element draagt iedereen graag bij aan de musical, zodat hun school goed presteert. De school en daarmee de leerlingen, verwerven hiermee een gezamenlijk plekje in de maatschappij; de mogelijkheid om ‘plangenoten’ te worden in een groter ‘maatschappelijk plan’. Tijd en geld; laagdrempelig Doordat het musicalproject al is uitgetest en compleet wordt aangeboden, wordt er zo min mogelijk een beroep gedaan op de tijd van leerkrachten. Via internet zijn de ingrediënten voor de musical kant en klaar te vinden, van de songteksten tot aan de muziek, van projectplan tot uitvoering, nieuwsbrieven en zelfs een forum. Door de sociaal maatschappelijke relevantie van het project zijn er diverse mogelijkheden om dit weinig kostende project te financieren. Informeer naar de mogelijkheden.
Informatie De Musical Tournement van de musical De Nacht van het licht is na uitgebreid onderzoek en diverse try-outs ontstaan uit een samenwerking tussen E-mouse Productions B.V. en Stichting Dorretak. In de tournamentfase maakt de winnaar van de musicalcompetitie een tournee langs theaters door het land en komt op TV. Meer informatie: www.denachtvanhetlicht.nl.
28
april 2012
VO
29
PO
Klassenconcert Praktische afsluiting van muzieklessen Jeroen Katier
Werken vanuit je kern Olga de Kort-Koulikova
Al jaren wordt binnen De Waerdenborch, een school voor voortgezet onderwijs te Holten en Goor, het zogenaamde Klassenconcert ingezet ter afsluiting van een jaar muziek in de onderbouw (klassen 1 t/m 3 van VMBO, HAVO en VWO). Een praktische afsluiting, waarbij veel van wat geleerd is tijdens de wekelijkse muzieklessen door groepen leerlingen kan worden gepresenteerd voor publiek (de eigen klas) aan de hand van een musiceerstuk (instrumentaal en/of vocaal) dat voldoet aan vooraf gestelde voorwaarden. Er zijn bij dit project drie stappen te onderscheiden: - Voorbereiding (omschrijving van opdracht en beoordeling); - Proces (de weg er naartoe); - Product (de generale repetitie, het klassenconcert en de beoordeling). Gedurende het hele project blijkt de veranderende rol van leraar naar begeleider/coach belangrijk en in grote mate bepalend voor het slagen van het klassenconcert. Tijdens de workshop op de gezamenlijke studiedag van VLS en Gehrels muziekeducatie op zaterdag 24 maart jongstleden werd door de deelnemers kennis gemaakt met het project Klassenconcert als product, maar het proces (de weg er naartoe) kreeg minstens zoveel aandacht. De termen proces en product werden in eerste instantie bewust gescheiden, om samen met de deelnemers helder te krijgen wat deze termen voor hen betekenen binnen hun eigen muziekles. Aansluitend werd de samenhang tussen proces en product besproken, omdat er bij het klassenconcert vanuit wordt gegaan dat het product pas minimaal voldoende beoordeeld kan worden wanneer het proces ook minimaal met een voldoende is beoordeeld. Tijdens de workshop werd een uitleg over het 2-4-6-8 principe gegeven. In het kort komt het erop neer dat het cijfer 2 betekent dat er geen mogelijkheid meer is om een voldoende te halen. Het cijfer 4 betekent dat er met enige aanpassingen uiteindelijk met een voldoende (cijfer 6) beoordeeld kan gaan worden. Het cijfer 6 betekent dat er is voldaan aan de minimumeisen van de opdracht en het cijfer 8 (of hoger) laat zien dat de leerling extra zaken heeft ontwikkeld/gedaan bovenop de basis opdracht.
Boeken zijn als mensen, je moet ze op het juiste moment tegenkomen. En net zoals een onverwachte ontmoeting het leven kan veranderen, kunnen boeken je de impuls geven die je nodig had om de oplossing van een levenslang probleem te vinden of net die ene, lang uitgestelde stap te zetten.
Foto’s: Jeroen Vos
Voorbereiding Per leerjaar en niveau kan de opdrachtomschrijving van het Klassenconcert verschillen. Gedacht kan worden aan een groepje leerlingen in de eerste klas dat een (meerstemmig) zangstuk uitvoert met begeleiding van een orkestband tot het laten zingen en spelen van een (eigen) compositie aan het eind van het derde leerjaar. Zaken die onder andere voorkomen in de opdrachtomschrijving voor klassen van De Waerdenborch: - Je werkt in groepen van minimaal twee en maximaal zes leerlingen; - Alle groepsleden leveren een gelijkwaardige prestatie; - Je werkt met je groep in (en indien nodig buiten) de muziekles aan de uitvoering; - Het gekozen muziekstuk past bij het niveau van de groep en dient te worden goedgekeurd door de leraar; - Tijdens de een-na-laatste les van het schooljaar vindt de generale repetitie plaats (inclusief voorlopige beoordeling); - Tijdens de laatste les vindt de einduitvoering plaats en ontvangt de groep een definitieve beoordeling; - Proces en product worden beide beoordeeld (cijfers gelijk in gewicht) en de criteria zijn bekend bij de leerlingen. Proces Om te beginnen dienen de leerlingen, na de
opdracht begrepen te hebben, op een verantwoorde manier en onder leiding van de leraar, groepen te formeren. Na het formeren van groepen maken de leerlingen van een bepaalde groep een keuze voor een musiceerstuk (in overleg met de docent) en een planning voor de komende periode tot en met de generale repetitie en het uiteindelijke klassenconcert met bijbehorende presentatie. De rol van ieder groepslid wordt vastgelegd, taken worden verdeeld en aan de hand hiervan wordt de gelijkwaardige prestatie van ieder groepslid inzichtelijk gemaakt. De rol van de leraar als coach is belangrijk. Tijdens het werken in groepen ontstaan er veel vragen/problemen welke worden voorgelegd aan de leraar. Deze laat zich vaak verleiden tot het geven van antwoorden en oplossingen en dat zorgt er dikwijls voor dat de leerlingen niet in ‘de actieve rol blijven’. Tijdens dit project is de leraar observant. Hij kan de leerling stimuleren tot diepgang en creativiteit, signaleert onjuistheden en misverstanden, is in staat om de leerlingen in een actieve rol te houden (leren leren) en bewaakt mede het proces. Product In de voorlaatste les zal de generale repetitie plaatsvinden. Bij wijze van proef voert iedere groep haar stuk uit zoals deze uitgevoerd zal gaan worden tijdens het uiteindelijke klassen-
concert. Iedere groep krijgt van de leraar (lees: coach) na afloop nog enkele tips en een voorlopig cijfer voor de uitvoering. Met deze tips kunnen de leerlingen aan het werk om tot een zo hoog mogelijk resultaat te komen voor de uitvoering van het Klassenconcert. Aangezien leerlingen binnen een groep medeverantwoordelijk zijn voor het resultaat wordt de voorkeur gegeven aan een groepscijfer.
De schrijvers van Werken vanuit je kern zijn overtuigd dat het mogelijk is om persoonlijk en professioneel te groeien met behulp van een boek. Mits dit boek de theorie en ‘mooie ideeën’ met veel praktische oefeningen en reflectie combineert. En dat doet dit boek van Frits Evelein en Fred Korthagen wel. Werken vanuit je kern is een uitdagend werkboek dat via praktische oefeningen en wetenschappelijke theoretische verdieping het inzicht in de relatie ‘denken, voelen en willen’ vergroot. De thematisch verdeelde werkactiviteiten zijn breed toepasbaar bij opleidingen en trainingen en variëren van het ‘herkennen van je behoeften’ en het ‘bewust worden van je gedachten in een lastige situatie’ tot het nagaan ‘op minder goed ontwikkelde vaardigheden’ en het ‘richting geven aan je werk’. De oefeningen vragen om veel zelfreflectie en zijn vaak confronterend (‘Waarvoor leef of werk je?’, ‘Wat maakt je leven de moeite waard?’), maar ze stimuleren wel om bewuster met de kwaliteiten en verschillende aspecten van je persoonlijkheid om te gaan. Het inzetten van kern kwaliteiten bevordert op zijn beurt het ontstaan van flow-ervaringen, waarbij alles vanzelf lijkt te gaan. De schrijvers, die zelf als docenten en coaches werkzaam zijn, vergelijken flow met ‘een krachtige expressie waarin je kwaliteiten goed tot uitdrukking komen’. Flow-mensen kennen hun eigen persoonlijke kwaliteiten en talenten goed en dat geeft ze de kans om ‘te mogen zijn wie ze zijn’. En wie wil dat niet? Het boek Werken vanuit je kern is een aanrader voor iedereen ‘die in zijn werk zo goed mogelijk uit de verf wil komen en van zijn werk wil genieten’.
Werken vanuit je kern Tijdens de workshop op 24 maart werd met de deelnemers voorgaande tekst niet alleen besproken ,maar aansluitend ook ‘in de ervaring gezet’. Zij vormden groepen van maximaal zes personen, waarbij een van hen fungeerde als coach en opdrachtgever/beoordelaar. Per groep liepen zij (in zeer korte tijd) het traject van het Klassenconcert door en voerden hun stuk uit voor de andere aanwezigen. Na afloop ontvingen zij van de aangewezen coach een beoordeling voor proces en product. Het resultaat werd door de hele groep geëvalueerd. Jeroen Katier is werkzaam als muziekdocent binnen het voortgezet onderwijs. Daarnaast is hij als hoofdvakdocent VO verbonden aan de Opleiding Docent Muziek aan het ArtEZ Conservatorium in Enschede en schrijver/trainer van The Inner Game, een cursus presentatievaardigheden voor individuele musici en koren/orkesten.
Professionele ontwikkeling vanuit kwaliteiten, flow en inspiratie Frits Evelein en Fred Korthagen Uitgeverij Nelissen, Amsterdam 2011 214 pagina’s + CD-ROM ISBN 978 90 244 1868 8 Prijs: € 27,50
30
april 2012
Jeugdvoorstelling GEKKEBEKKEN 40 jaar Introdans Paul Rooyackers
Het dansgezelschap Introdans bestaat 40 jaar en dat wordt groots gevierd in Nederland. In een tijd waar dansgezelschappen het moeilijk hebben en zelfs totaal verdwijnen, gaat het met Introdans erg goed. Niet alleen in Nederland, maar ook ver daarbuiten staat de groep bekend als energiek en toont het al jaren een gedurfd programma. De groep kent naast een gezelschap voor volwassen publiek ook een jeugdgezelschap. GEKKEBEKKEN is hun nieuwste voorstelling en is dit jaar in première gegaan.
PO VO
31
De titel dekt de lading zeer zeker, want te pas en
Wat ook vreemd aan het totale programma is, is
Verder is de voorstelling onderhoudend en voor
te onpas worden gekke bekken getrokken. Net
dat er bij sommige dansen typisch volwassen
wie de genoemde ‘inspiratiebronnen’ niet kent,
als in de voorstelling GEKKEBEKKEN gebeurt het
situaties zichtbaar zijn, zoals erotische toenade-
is het een fraai en rijk programma. De vraag is
vaker dat men bij het ontstaan van een jeugd-
ringen. Dat soort bewegingen zijn in een volwas- wel wie de uiteindelijke keuzes gemaakt heeft:
voorstelling, die ook nog eens educatief wordt
sen setting natuurlijk heel gewoon te aanschou-
bij het stuk Sad Case (premièrestuk van Paul
geboekt, de plank misslaat als het gaat om het
wen, maar voor kinderen zijn dergelijke
Lightfoot en Sol Leon) is de kostumering
inschatten wat voor jeugd geschikt is. Dat geldt
bewegingen, naast het feit dat ze niet begrepen
dermate onsmakelijk, dat de associatie aan
ook voor hoe men de jeugd het beste bij dans
kunnen worden, ook niet functioneel en niet
danspakjes in de jaren zeventig gemakkelijk op
kan betrekken, of nog beter: dans bij kinderen
gewenst. Het stuk Patch of Grass, gemaakt door
komt zetten, de tijd dat je in een dansmaillot nog
moet introduceren. Er zijn in GEKKEBEKKEN
choreografe Marguerite Donlon, laat zien dat de
alle onderdelen van de menselijke genitaliën kon
diverse onderdelen die blijkbaar al eerder op het
videoclip They dance alone van Sting uit 1984
ontdekken. Dit balletstuk wordt ook wel het
programma stonden en nu in dit première
meer dan een inspiratiebron kan zijn geweest:
kauwgumballet genoemd, vanwege de vele
programma meegenomen worden. Van de zeven
dezelfde manier van voortbewegen in verzwaar-
elastische bewegingssequensen. Met andere
choreografieën zijn er maar liefst drie die
de laarzen op een bodem vastgemaakt, zijn hier
kostuums en een minder keihard witte belichting
gebruikt worden ter opvulling van de avond. Dat
exact zo te zien. Ook het stuk M/C laat zien dat
zou die associatie misschien wel bij me
is raar, want met name jonge kinderen hoeven
de choreografe Cayetano Soto het werk van
opgekomen zijn.
niet per se anderhalf uur lang geboeid te blijven,
Kylian ook heeft gezien: Kaguyahime komt hier
een uur is voor hen al lang genoeg.
erg dichtbij door het gebruik van de lange lappen, waarin de danseres exact zo gewikkeld wordt.
32
april 2012
VO
Man from the Stan VMBO Media & Theater
vakoverstijgend naar Zweden Fabrizio Zagni De beelden van Fabrizio Zagni vormden een uitgangspunt om in beeld en geluid na te denken over de plaats die Afghanistan inneemt in onze huidige wereld. Fabrizio had mij al diverse beelden gegeven die Afghanistan, de mensen, door zijn ogen laten zien en, als het ware, denkbeelden hieromtrent niet stigmatiseert. Fabrizio als mens, als Benito Benigni, regisseur, tussen de mensen, Afghanen met baarden, grapjes makend zoals dat wij doen. Een videoband dat de aanleiding is voor alles is geweeest, is Fabrizio die zichzelf in een kale kamer filmt, met een ‘Afghaanse’ baard, ronddraaiend als in een draaimolen van gek leven en omstandigheden, gekke bekken trekkend om het gezond verstand te bewaren. Een humanitair medewerker in een net ontploft land.
Derde versregel
5 juni 2011, 19 uur, Haarlem. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar daar staan we dan, een groep jongeren en docenten van het Haarlem College, wachtend op de bus die hen van Haarlem naar Klintehamn (Gotland, Zweden) gaat brengen. Een reis van ongeveer 25 uur.
CANTO 1 (The Island by Lord Byron) White as a white sail on a dusky sea, When half the horizon‘s clouded and half free, Fluttering between the dun wave and the sky, Is Hope’s last gleam in Man’s extremity. Her anchor parts; but still her snowy sail Attracts our eye amidst the rudest gale: Though every wave she climbs divides us more, The heart still follows from the loneliest shore.
Het werk van Lord Byron belichaamt voor mij het evenbeeld van de vrije creatieve ziel, de wisselstroom tussen goed en slecht en de creatie van de antiheld. Dit werk van Lord Byron refereert naar de reis die wij maakten naar het eiland Gotland in Zweden, evenals de wijze waarop Byron in het leven stond, deels voortkomend uit de traditie van de Grand Tour, deels uit persoonlijke omstandigheden: De wereld is mijn leergebied.
ken over de rol van Afghanistan in de wereld van nu. Nadenken met beeldende middelen als maatschappelijk bewust vormgeven. Het vakoverstijgende aspect is van groot belang. niet binnen de muren van de school. Het project creëert een samengaan van beeldende vakken (media, theater, kunstvakken) met taalverwerving (Engels, een nieuwe taal: Zweeds), aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer, verzorging en economie.
Vooraf aan de reis Het idee ontstond een jaar geleden in een net nieuwe school. Binnen de nieuwe richting Media & Theater paste dit project goed in het curriculum. Man from the Stan is een interdisciplinair, vakoverstijgend internationaliseringsproject, waarin, met steun van het Europees Platform, leerlingen Media & Theater samenwerken met leerlingen van het Zweedse Donnergymnasiet op Gotland. Doel van de reis is het in beeld en geluid brengen van, cq. naden-
Samenwerking met Zweden Gedurende de afgelopen maanden is het project, op diverse manieren, op de juiste momenten, in gang gezet. Voordat ik met de reis aan de slag ging, heb ik eerst contact gezocht met Zweden om te polsen of zij enthousiast waren over een samenwerking. Vervolgens heb ik de eerste lijnen uitgezet met een groepje leerlingen, waarvan Thor en Iwan de spil vormden. Getalenteerde jongeren met een eigen visie op muziek, de wereld, de kunsten.
Verwerking door leerlingen Twee zaken gaan nu gelijk op. Thor en Iwan stuurden mij een Vietnam gerelateerd stuk muziek, waarin zij geïnspireerd waren door het werk van Stanley Kubrick. Ik stelde voor om van ‘nam’ ‘stan’ te maken in hun denken, het Vietnam van nu, als het ware. In een montage van ongeveer een minuut heb ik hen het beeld van Fabrizio opgestuurd en zij reageerden hierop met een compositie, getiteld The Man from the Stan. Dat was de geboorte van het project. Deze werkwijze groeide uit tot een samenwerking waarbij de composities van de leerlingen mij aanzetten tot beeldende reacties en vice versa. Ik had intussen hun muziek naar Zweden gestuurd om daar reacties los te maken. Daar kwamen wat eerste reacties op. Dat leidde overigens nog niet leidde tot een artistieke samenwerking. Uiteindelijk, tijdens het schrijven van mijn eerste artikel, werd het nummer van Les Poppys, Non, non, rien n’a changé het klankbord van waaruit een groep leerlingen/studenten in Zweden muzikaal aan de slag ging. Les Poppys was een Franse jongensgroep uit de zeventiger jaren. De naam Les Poppys is afgeleid van het genre dat ze zongen (pop muziek). De chansons gingen vaak over de liefde, het onbegrip tegenover de oorlog, en het geweld van volwassenen, de broederschap en vrede. De populairste chanson was Non, non, rien n’a changé. Dit resulteerde in een nieuwe instrumentale versie van het nummer, zonder zang. Hier g ingen de zangers van de Media & Theater-klas mee aan de slag. In eerste instantie wilden ze het Franstalige handhaven, maar dat bleek erg moeilijk te zijn. Ook ontstonden er hieromtrent twee denklijnen. Iwan en Thor hadden wat moeite met het nummer en wilden er een eigen ‘swing’ aan geven, een eigen tekst:
Choppers are coming in, coming in for you, as the red sky that awaits, why don’t you take a bow, its all like a freak show, they are all looking at you, only looking for you, like some talent scouts you wanna be found, wanna be found, clap your hands and make a sound. Chorus: Standing up, to this stupid war, how did this come this far, such a crazy war, standing up with a crowd, politicians make a frown, soldiers unload your guns, stop acting like war is fun, soldiers unload your guns, stop acting like war is fun. Ingmar Bergman In de voorbereidende fase is Ingmar Bergman geïntroduceerd. Zijn film Persona, gefilmd op Gotland, is intens bekeken en besproken. De groep was diep onder de indruk. Deze wijze van denken, van beeld is besproken en omgezet naar een beeldhantering met betrekking tot het project. De groep heeft zich, via internet en gesprekken, georiënteerd op Afghanistan, Gotland, Zweden en Bergman. Er werd gekeken en geluisterd naar muziek van Iwan en Thor en de aanverwante beelden. Er werden werkstukken gemaakt en verdieping gezocht. Intussen zitten we in de bus, zijn we op weg. Het moraal hoog, de leerlingen opgewonden van enthousiasme en hunkering naar nieuwe indrukken. Naar verwachtingspatronen, kennismakingen, prestaties, uitwisseling, enzovoort. Na negen uur rijden, waarbij een enkeling de rust verkiest en er bescheiden aan toekomt, arriveert de bus bij de eerste Ferry in Puttgarten, Duitsland. Kort voordat ze naar Zweden gaan, wordt een van mijn collega’s, Wiel, ernstig ziek. Hij houdt het relaas van dat wat hem overkomt in een digitaal dagboek bij. In een van zijn gevoeljournaals staat een prachtig gedicht. Een gedicht dat veel te maken heeft met hetgeen de groep in Zweden gaat doen. Daarom benader ik Wiel met de vraag of ik zijn emoties, zijn woorden beeldend mag vertalen binnen de context van het ‘STAN’ project: ‘Onbewust, niet wetend, verdwaald in het doolhof van het denken. Geleid door angst en controle worden leven en ziel afgesneden. De zachte levensstroom die het leven is, wordt vervangen door bevriezing, kou, afstand en eenzaamheid. Eilanden drijven doelloos rond als afgewezen kleine kinderen. In stilte lijdend, bang wachtend op een uitgestoken hand, op verbinding.’ Camilla, een van de collega’s die meegaat en van Zweedse origine is, vertaalt de tekst in het Zweeds, in de Bergman-lijn, maar pedagogisch ook in het gebruiken van een nieuwe, andere taal:
33
Frank Stassar Medveten, ovetandes, vilse i tänkandets labyrint. Ledd av rädsla och kontroll blir livet och själen avskurna. Det mjuka flöde som är liv, ersätts av frusenhet, kyla, avstånd och ensamhet. Öar driver omkring utan mål som frånvarande små barn. Lidande i tystnad, ängsligt väntande på en hjälpande hand, på en förbindning. Maandagavond rond 9 uur komt de groep, na zo’n 25 uur reizen, aan in Klintehamn. Iedereen is moe. Er staan een zevental houten huisjes ter beschikking. Moe maar opgewonden storten de leerlingen zich in hun territorium voor de komende vijf dagen. Eten wordt klaar gemaakt, de omgeving verkend. Stan loopt na vijf minuten al in zijn zwembroek naar de zee. Onze eerste ervaring met Zweden: Aankomst in de haven van Visby, de contouren van een kleine stad tekenen zich af, een molen, een kerk met houten zwart geteerde torens, badend in goudgeel schijnsel van een ondergaande zon, ruim 20 graden nog. Uitzicht op, naar we vernemen, een hele week dergelijk weer. We are truly blessed. Kennismaking Direct na aankomst bel ik Jimmy op en maak met hem de afspraak dat hij me de volgende ochtend komt halen. Als ik de volgende ochtend om acht uur wordt opgehaald, wordt ik voorgesteld en gevraagd om mijn komst te verduidelijken: What are my plans… Als docent Media & Theater, met een licht theatrale invloed, zie ik mijn kans schoon om in de diffuse staat van mijn aanwezigheid, de rol van mijn leven te spelen. Intussen sijpelen de Zweedse jongeren binnen. Het geeft een goede en ongedwongen sfeer, een goed begin van een dag. Ik kom erachter dat Jimmy minder heeft voorbereid dan ik had gehoopt. Maar goed, in dergelijke avonturen is flexibiliteit een groot goed. We zetten een strategie uit, Jimmy leidt mij langs verschillende collega’s en ik houd wederom een praatje. Ik leg contacten met een paar jonge muzikanten - makers van de Poppysversie - en ontmoet een vierdejaars student, Kim die een eigen gitaar heeft ontwikkeld. Dag 1 - Aan het werk De volgende dag arriveert de wat meer uitgeslapen groep en ook zij maken kennis met de Zweedse school, leraren, studenten. Ze lopen een geluidsstudio binnen waar op dat moment een aantal Zweedse jongeren bezig is met het spelen van een nummer van Blue Oyster Cult. Het klinkt goed. Het stimuleert Stan, de gitarist van de groep, de muzikale zwaarden worden gekruist en ze bevinden zich in een jamsessie.
34
april 2012
PO VO
35
MaXmedia van Groundbreakers Fragment Wilde orchidee
Dag 2 De volgende dag verdelen we de groep in tweeën, een muziek- en een filmploeg. Het is de bedoeling dat beide groepen gaan samenwerken met Zweedse jongeren. De muziekgroep blijft op het schoolterrein en duikt de studio’s in om te werken aan de Poppys-song, editie 2011. De avond ervoor hebben Vincent, Camilla en ik verder gewerkt aan een werkbare Engelse vertaling. De meiden binnen deze groep gaan met deze tekst aan de gang, Iwan en Thor met hun eigen tekst. Inzet is twee recordings aan het einde van de dag. Dag 3 De filmploeg gaat in alle vroegte met Camilla en mij mee naar een rendez vous-punt met de Zweedse afdeling, en rijden naar de kop van Gotland, waar zich het kleine eiland Fårö bevindt, het werkgebied van Bergman. Ze bezoeken het Bermancenter, waar ze een korte introductie krijgen. Er wordt ook een bezoek gebracht aan het graf van Ingmar Bergman. De opzet is om die dag twee locaties te filmen, plaatsen die Bergman zelf ook heeft gebruikt, waarvan een vlak bij zijn huis. De jongeren worden verdeeld in drie groepen, Zweden en Nederlanders gemixt. Op deze manier worden er op beide locaties van het eiland filmopnames gemaakt. Het valt op dat de Zweedse jongeren wat moeilijk zijn in het participeren en het maken van contact. Toch zijn er een aantal mooie dingen opgenomen, waarbij vooral de Nederlandse leerlingen het initiatief namen en tot uitdrukking brachten dat zij hier gekomen waren om zaken te maken. Aan het einde van de dag, weer terug in het kampement, worden ervaringen uitgewisseld. De muzikanten waren al wat eerder klaar en daardoor in staat om wat voorbereidend werk voor het avondeten te doen. De muziekgroep heeft succesvol twee recordings gemaakt. Deze opnames moeten nog afgewerkt worden. Voor beide groepen was het een vruchtbare dag. Wel blijkt, voornamelijk bij de filmploeg, dat de omgang met Zweedse jongeren wat stroever verloopt dat was gehoopt. Dag 4 De volgende dag begint voor mij wederom met de Hill Street Blues-bijeenkomst waar ik mijn neergezette rol van de eerste dag verder kan uitbouwen. Er is een Zweedse sportdag, waaraan de Nederlandse leerlingen gaan deelnemen. De muziekploeg zal ook optreden. Op het schoolterrein is een parcours uitgezet, evenals een stage waar life zal worden opgetreden. Ondertussen vermengen de jongeren zich meer en meer met elkaar. Er wordt gepraat en gelachen, er wordt meegedaan. Tijdens sportevenementen, zoals zeepvoetbal en rotte vis werpen, wordt er gespeeld. Jimmy
laat zien dat hij een muzikant in hart en nieren is. Zweedse jongeren treden op, Kim speelt Spain van Chick Corea op zijn basgitaar, De Pippys gaan live, Laura en Lisanne hebben een solo-optreden. De Pippys gebruiken we als een toepasselijk woordspeling met verschillende betekenissen: Ten eerste is het een verbastering van de naam Les Poppys, ten tweede verwijst The Pippys naar Pippi Langkous, de Zweedse connectie duidelijk makend. Alles wordt vastgelegd en dient als mogelijk materiaal binnen het project. Als klap op de vuurpijl van deze ochtend gaan Stan en Iwan met Kim en een Zweedse gitariste naar een geluidsstudio voor ‘the absolute jamsession’, ook weer als materiaal voor het gehele project. Het dak gaat eraf. Gaaf om te zien dat muziek verder gaat waar woorden het soms niet redden. In de middag is er een filmshoot op een andere locatie gepland. Veel wilden we situeren bij Raukars, typerend voor het Gotland-landschap. Met de bus rijden we naar een speciale plek helemaal aan de onderkant van het eiland. Op locatie verdeelt de groep zich in verschillende subgroepen en gaan aan de slag met opnames. De fragmenten zijn te zien op YouTube: www. youtube.com/user/LobeStassar?feature=mhee.
Dansvoorstelling laat chaos in het hoofd van jeugd zien Paul Rooyackers
Op vrijdag 18 maart 2011 vond in het Muiderpoorttheater in Amsterdam de première plaats van Groundbreakers, een jdansvoorstelling voor jongeren van MaXmedia. Film, webcams en het internet leven hun eigen leven in deze dansvoorstelling. Bepaalt MaX wat jij gaat doen? Of bepaal jij het zelf? De première laat een verhaal zien waarin drie jongeren zich in een mysterieuze digitale wereld van MaX bevinden. Centraal staat daarbij hoe we omgaan met de razendsnelle media-ontwikkeling van het internet. Cunsong Xu, artistiek leider van Ground breakers en choreograaf van MaXmedia laat jongeren kennismaken met een mix van moderne dans, (Chinese) acrobatiek en populaire urban dance-stijlen. Xu studeerde af aan de Rotterdamse dansacademie Codarts. In 2008 richtte hij zijn eigen jongeren dans gezelschap Groundbreakers op. De dansvoorstelling is bedoeld voor scholen en is voor k inderen vanaf 12 jaar te volgen.
De drie dansers bevinden zich tijdens de voorstelling in een mentale chaos die internet met hen heeft bewerkstelligd. Die chaos is soms fraai uitgewerkt en gestileerd. Op andere momenten is het echt chaotisch en vormen tableaux vivants een scène over een stuk gelopen liefde het beeld, uitgewerkt in een gechoreografeerd Frans hiphop liedje. Vanuit zijn Chinese achtergrond is Xu beeldend bezig met de voorstelling. Hij denkt in plaatjes waarbij elke scène een betekenis heeft, een fantasie in het hoofd. Er staan twee enorme containers op het podium die tijdens de voorstelling worden rondgereden en uiteindelijk worden gesloopt. Het zijn huizen, schuilplekken waar je je gedachten in kwijt kunt. Een lange bundel snoeren staat symbool voor het internet en de gevaren die daarin schuilen. De containers zorgen voor een divers toneelbeeld en dramatische hoogteverschillen.
totaal beheerst. Dat is natuurlijk voor veel jongeren ook zo. Xu heeft waarschijnlijk vanuit zijn eigen dans- en theaterachtergrond in China gedacht dat Nederlandse dansers verbaal eveneens goed ontwikkeld zijn en dus ook als acteur kunnen worden ingezet. In veel dansvoorstellingen kun je iedere keer weer zien dat dansers daar niet voor zijn opgeleid. Er wordt verdienstelijk gedanst, veelal met break-werk en acrobatische dansante passen. In het kleine Muiderpoorttheater kunnen de dansers op zo’n 55 vierkante meter elkaar maar net passeren zonder elkaar te raken. De filmfragmenten die de belevenissen in de hoofden laten zien, zijn fraai gemonteerd en voegen veel toe aan de waanzin in het hoofd van menig puber. Wellicht dat de uitgesproken teksten ook beter tot hun recht zouden kunnen komen via de film.
De dansers spreken teksten uit. Deze zijn behoorlijk moralistisch en geven eigenlijk aan dat de choreograaf vindt dat het internet je Foto: Patricia de Ruijter
Dag 5 En dan alweer de laatste dag. Het blijkt dat veel Zweedse leerlingen al vakantie hebben en dat deze vrijdag in het teken van de eindexamenstudenten staat. In grote aanhangwagens, versierd, voorzien van keiharde muziek en drank, voortgetrokken door tractors, rijden ze deze dag door de straten van de stad. De groep wil daar natuurlijk ook nog wat van meepikken, maar er is nog wat werk aan de winkel. Deze keer ga ik met Vincent naar de laatste Roundcall en vervolmaak daar mijn rol met verve. Samen met Jimmy, een paar leerlingen en een van de Zweedse muzikanten gaan we de laatste hand leggen aan de twee ruwe opnames van woensdag, de Pippys-files. Op datzelfde moment houdt Camilla een werksessie met de groep op het terrein, waarbij individueel of in kleine groepen gewerkt wordt naar een presentatie, waarin de kleur en emotie van dit project, van deze week, verwerkt werd. Toen Vincent en ik terugkwamen met de twee bewerkte nummers, trots als we waren, werd alles in het werk gesteld om een presentatie te houden, waarbij we eerst luisterden naar de Pippys-resultaten en daarna keken en luisterden naar de verschillende presentaties. De foto’s van Quionne, een emotioneel verhaal van Celine, een zelfgeschreven song van Laura en Jet, een compositie van Iwan en Thor, een gitaarstuk van Stan, een dans van Zorah, Nick en draperieën. Een goede intense verwerking.
Maar het is nog niet klaar. Door Rosalie, Laura, Jet, Madelief en Hanna is gewerkt aan het gedicht van Wiel, zoals eerder omschreven. In de directe omgeving van de huisjes vinden ze een prachtige locatie om dit uit te voeren. Samen met de vijf dames, Desley en Stefan als cameramannen en Camilla en ik binnen de regie, wordt met een enorme concentratie en intensiteit het gedicht van Wiel, in het Zweeds, opgenomen. Dat was van een grote schoonheid en op dergelijke momenten besef je eigenlijk zeer goed dat indelingen binnen schoolsystemen geen enkele waarde hebben, wanneer je in staat bent jezelf te overstijgen. HAVO, VWO of VMBO, het doet er dan niets meer toe.’ En toen zat het erop. Opruimen en de bus in, naar Visby om het eindexamenritueel van dichtbij mee te maken, wat inkopen te doen voor het avondeten en de reis, nog even beseffend dat we hier waren en een hele goede tijd daar hebben meegemaakt. The story of this travell is quicker then the blink of an eye, the story of the project is hello, goodbye. Met een knipoog naar Wiel Willems.
36
april 2012
PO
@web
37
Boeksignalementen Uitgelicht De kunst van het spelen
Exposerend onderzoeken Thea Vuik
Mijn jongste zoon was een jaar of drie toen hij op grote vellen papier allerlei soorten letters ging tekenen. Liever gezegd: hoe hij dacht dat letters eruit zouden zien. Het leek op een hoekig abracadabra, maar eigenlijk was dat niet zo van belang. Hij oefende het schrijven op zich en deed dit vol overgave en met zijn hele lijfje. Als ware het in een bepaalde choreografie gegoten.
Deze publicatie biedt concrete mogelijkheden om spelen en fantaseren te combineren in spel, toneel en theater. Bedoeld voor zowel PABO-studenten als voor leerkrachten basisonderwijs, die zich willen verdiepen in de kunst van het spelen en het laten spelen vanuit verbeelding. Bij deze publicatie hoort de website www.spelenvanuitverbeelding.nl met daarop begeleidend materiaal en extra informatie waaronder voorbeeldlessen en instructieve films.
Henk Pijnenburg, kunstverzamelaar en voormalig onderwijzer vindt het belangrijk dat je bij het tekenen en schilderen de schouders en de hele arm leertgebruiken. Daardoor krijg je meer gevoel voor ruimte en de totale ruimte van het papier. De oog-hand coördinatie verloopt dan beter. Werk van zijn lagere school leerlingen gedurende de periode 1964-1970 hangt momenteel in het Cobra-museum als onderdeel van de tentoonstelling ‘Klee + Cobra’ (tot 22 april aanstaande). Naast deze bewuste koppeling van exposities is er tevens een link met de wetenschap gelegd. Het Cobra-museum heeft contact gezocht met de afdeling o ntwikkelingspsychologie van de Universiteit van Amsterdam (UvA), omdat zowel musea als p sychologen mensen iets laten ervaren en zich dan vervolgens gaan afvragen wat deze ervaring met ze doet. Thomas Pronk is als experimenteel psycholoog werkzaam op de UvA en vindt het interessant om modellen voor waarneming en evaluatie op moderne kunst te toetsen. Hij doet dit in het Cobra-museum door te onderzoeken of de beleving bij ‘kinderlijke’ schilderijen van Klee verschilt van schilderijen van kinderen. Pronk gaat in zijn online onderzoek uit van het model van Hagtvedt, Hagtvedt en Patrick. Pronk: ‘Ik vind dit model erg mooi, omdat het ‘data driven’ is: het model is niet zozeer gebaseerd op een specifieke theorie, als wel op de resultaten van een statistische techniek. Hagtvedt et al. liet proef personen kunstwerken beoordelen op termen, zoals fijn, opwindend, bijzonder. Daarna werden deze termen geanalyseerd. Deze zogenaamde factoranalyse van Hagtvedt et al. suggereert een aantal emotionele en cognitieve factoren. Vijf van deze factoren neem ik mee in mijn experiment: twee emotionele (aangenaamheid en opwinding); twee cognitieve (originaliteit en vaardigheid); en een factor voor schoonheid.’ Hij verwacht dat de scores op de emotionele factoren (aangenaamheid en opwindendheid) vergelijkbaar zullen zijn tussen het werk van Klee en dat van kinderen, maar dat de scores op de cognitieve factoren (originaliteit en vaardigheid) zullen verschillen. Mijn zoon is inmiddels qua leeftijd bijna volwassen en nog steeds valt zijn schrift met moeite te ontcijferen. Waarschijnlijk heeft hij toch heel weinig aangenaamheid en opwindendheid aan zijn vroege kunstervaring beleefd. Tijdens het schrijven van deze @Web zijn resultaten van het onderzoek (een paar weken na de start) niet zo sterk gebleken als Pronk voorspelde. ‘Maar wel in de lijn der verwachting. Kleinere verschillen op affectieve factoren dan op cognitieve.’ Veel aandacht gaat momenteel uit naar het verfijnen van zijn steekproef: Wat voor mensen doen er mee? Worden de verschillen in beleving op de cognitieve f actoren bijvoorbeeld groter bij mensen met meer kunstervaring? Pronk heeft tot slot een directe vraag aan de lezer: ‘Zouden jullie het leuk vinden om mijn onderzoek te integreren in je lessen, bijvoorbeeld door de klas mee te laten doen aan het taakje? En later, als m’n verslag af is, de resultaten met jullie te bespreken in een les over kunst? Voor een grafiekje met de resultaten van de klas kan zelfs gezorgd worden.’ Interesse? Ga naar www.test.uva.nl/stest/tst_project.php?prj_id=3045&f=k voor individuele deelname aan het onderzoek. Ga naar www.cobra-museum.nl/nl/psychologie.html voor informatie over de samenwerking van het Cobramuseum met UvA. Direct reageren op vraag van Pronk? Mail dan naar
[email protected].
Spelen vanuit verbeelding: handboek voor dramaonderwijs op de basisschool / Lidwine Janssens - Amersfoort: Thieme Meulenhoff, 2011 - 228 pag. ISBN 978-90-06955194
Leesbevordering in het basisonderwijs In dit handboek wordt de visie op leesbevordering in het basisonderwijs
projecten voor cultuuronderwijs te
schrijven door het inzetten van de
uiteengezet. De leescoördinator is de
ontwerpen, de culturele omgeving van
ontwikkelingsgerichte didactiek en de
spin in het web, de schoolbibliotheek de
de school te gebruiken en kinderen
‘verdiepingsaanpak’ daarbij?
motor en de boekenkring zorgt voor een
bewust te maken van hun talenten.
Kansen voor risicolezers: bij een andere
verbinding van de verschillende lees
Basisboek cultuuronderwijs / L. Gootjes-
aanpak van het leesonderwijs / L. Aarts,
bevorderingswerkvormen.
Klamer en M.R. van Nieuwenhuizen -
M. van den Engel (begeleider), 2010. -
Open boek: Handboek leesbevordering /
Groningen: Noordhoff, 2011 - 150 pag. -
88 pag. - Masterscriptie Fontys
J. Walta - Eindhoven: Kinderboekwinkel
ISBN 978-90-01-79565-8
Hogescholen. http://hbo-kennisbank.uvt.
de Boekenberg, 2011 - 192 pag. - ISBN 978-90-817363-0-5
nl/cgi/fontys/show.cgi?fid=6179
Bijdrage culturele instellingen aan doorlopende leerlijn
Erfgoed virtueel in de klas
Culturele instellingen bieden cultuur-
De virtuele erfgoedexpert in de klas is
educatief aanbod en scholen nemen dit
een innovatieve, educatieve ICT-
- zo nu en dan - af. Maar welke bijdrage
toepassing die breedbandtechnologie
levert dit aanbod aan het onderwijs en
implementeert in het onderwijs en de
daarmee aan de ontwikkeling van kinde-
erfgoedsector. Met de virtuele erfgoed-
ren? Deze publicatie introduceert een
expert is het mogelijk: 1. Interactieve
instrument waarmee in kaart kan wor-
Onderzoek risicolezers
lessen voor het internet te ontwikkelen
den gebracht wat het educatieve aanbod
Centrale vraag in deze scriptie luidt: Hoe
in samenwerking met een erfgoedorga-
van een culturele instelling bijdraagt aan
kan je als leerkracht het lees- en schrijf-
nisatie en onderwijsorganisaties;
een doorlopende leerlijn cultuuronder-
onderwijs voor risicolezers in groep 4
2. Leerlingen in contact te brengen met
wijs en hoe hierover wordt afgestemd
aanbieden volgens de ontwikkelingsge-
mensen en plaatsen die anders fysiek
met het onderwijs. Hiervoor wordt
richte didactiek, zodat de betrokkenheid
niet bereikbaar zijn; 3. Leerlingen te
onder meer gebruik gemaakt van het
en de motivatie worden versterkt? De
leren communiceren met elkaar en met
theoretisch kader voor een doorlopende
volgenden deelvragen zijn behandeld:
een expert via een webconferentie;
leerlijn cultuuronderwijs dat is ontwik-
Wat hebben risicolezers nodig om tot
4. Leerkrachten (in opleiding) te trainen
keld binnen het onderzoeksproject
beter lezen te komen?; Hoe ziet het lees-
in het begeleiden en ontwikkelen van
Basisboek cultuuronderwijs
Cultuur in de Spiegel (CiS) van de
onderwijs eruit volgens de ontwikke-
een interactieve les via een webconfe-
Dit basisboek geeft PABO-studenten
Rijksuniversiteit Groningen (RuG).
lingsgerichte didactiek?; Hoe kan de
rentie; 5. Erfgoedexperts van buiten het
handreikingen om cultuur te leren
Uitgevoerd in opdracht van het Fonds
leerkracht/onderzoeker aan ontwikke-
onderwijs didactisch en praktisch te
waarnemen, verbeelden, begrijpen en
voor Cultuurparticipatie (FCP).
lingsgericht leren lezen en schrijven, en
ondersteunen om hun verhaal te vertel-
analyseren. Het leert hen een cultureel
Culturele instellingen en een doorlopen-
de ‘verdiepingsaanpak’, vorm geven in
len aan een bepaalde doelgroep binnen
zelfbewustzijn te ontwikkelen door te
de leerlijn cultuuronderwijs: een analyse-
de praktijk?; Wordt de motivatie en
het onderwijs via een webconferentieles.
reflecteren op eigen ervaringen in cul-
instrument / F.E.M. Konings - Rotterdam,
betrokkenheid voor lezen verbeterd door
De virtuele erfgoedexpert in de klas /
tuur, zowel in het meemaken van cultuur
2011 - 67 pag.
het inzetten van de ontwikkelingsgerich-
S. De Martelaere, B. Wiercx en B. De Nil
als in het zelf maken van werkstukken.
www.cultuurparticipatie.nl/reports/cis_
te didactiek en de ‘verdiepingsaanpak’?
(coördinator) - Brussel: FARO, 2010 -
Het boek leert studenten lessen en
fianne_def.pdf
en Leren zwakke lezers beter lezen/
20 pag.
Alle vermelde publicaties zijn uitleenbaar en te vinden in de bibliotheek van Cultuurnetwerk Nederland, expertisecentrum cultuureducatie. Deze bibliotheek met complete collectie kunst- en cultuureducatie is op werkdagen openbaar toegankelijk. Meer informatie en online catalogus: www.cultuurnetwerk.nl/bibliotheek, e-mail:
[email protected], (030) 2361200.
38
39
april 2012 HAVO en VWO - Kunst algemeen
Besprekingen CSE’s Kunstvakken 2012 Ook dit jaar worden er weer bijeenkomsten georganiseerd om de examens te bespreken: - In Utrecht door VONKC en door de gezamenlijke kunstvakverenigingen in het SBKV (Samenwerkingsberaad Kunstvakken); - In Amersfoort door de VLS - In Groningen door Academie Minerva. Let op: Een en ander verloopt anders dan in voorgaande jaren: Voor deelname verzoeken wij u zich aan te melden onder vermelding van naam, adres, postcode/woonplaats, wel/niet lid via het betreffende email-adres of de betreffende website. Van niet-leden - dus ook van Kunstzone-abonnees - vragen de organisatoren € 25,- voor een bijdrage in de onkosten. Deelname is gratis bij VMBO Dans en VMBO Drama en bij de besprekingen in Groningen. Bij alle overige examenbesprekingen is deelname gratis voor leden van BDD, NBDK, VLS en VONKC.
HAVO Kunst algemeen Datum: dinsdag 22 mei 2012 Tijd: 15 uur (tot 17.30 uur) - met broodjes VWO Kunst algemeen Datum: dinsdag 22 mei 2012 Tijd: 18 uur (tot 20.30 uur) - met broodjes Locatie: Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) Domplein 4 3512 JC Utrecht (030) 2339933 Aanmelden: www.kunstzone.nl/examenbesprekingen N.B. Wilt u beide besprekingen van Kunst algemeen bijwonen? Dan ook twee keer aanmelden!
VMBO-GL en VMBO-TL - Kunstvakken 2 VMBO Beeldend Datum: woensdag 23 mei 2012 Tijd: 17.30 uur (tot 20 uur) - met broodjes Locatie: Hogeschool Domstad Koningsbergerstraat 9 3531 AJ Utrecht (030) 2927700 Aanmelden: www.kunstzone.nl/examenbesprekingen VMBO Dans Datum: maandag 4 juni 2012 Tijd: 15 uur (tot 18 uur) Locatie: Kunstfactor, Harry Bannink zaal Kromme Nieuwegracht 66 (ingang via Jeruzalemstraat) 3512 HL Utrecht (030) 7115100 Aanmelden: Marjolijn Breuring - (06) 21255808
[email protected]
VMBO Drama Datum: donderdag 31 mei 2012 Tijd: 18 uur - met broodjes Locatie: Faculteit Theater Janskerkhof 18 3512 BM Utrecht (030) 2312690 Aanmelden: Jan van Gemert - (06) 53772167
[email protected] VMBO Muziek Datum: donderdag 31 mei 2012 Tijd: 12 uur (tot 14 uur) Locatie: Vathorst College Lovink 6 3825 MP Amersfoort (033) 4968240 Aanmelden: www.vls-cmhf.nl
Karakter van alle b ijeenkomsten Deze besprekingen zijn bedoeld als service aan de leden van de kunstvakverenigingen. Ook niet-leden zijn hierbij van harte welkom tegen betaling van € 25,- per bijeenkomst. De bijeenkomsten hebben de status van het delen van en het luisteren naar elkaars ervaringen met de v oorbereidingen, de afname en de correctie van zowel het centraal schriftelijk examen (CSE) als het centraal praktisch examen (CPE) en de voorbereidingen (CPE) hierop. Deze opzet blijkt erg motiverend voor docenten, vooral voor de jongere generatie. De aanwezigen gebruiken de bijeenkomst als toetsmoment voor zichzelf: Hoe heb ik deze vraag gewaardeerd? Hoe hebben collega’s dat gedaan? Hoe moeten we de Cito-norm interpreteren? Gezien het uitwisselingskarakter verschijnt er geen verslag van deze bijeenkomst. Dit om te voorkomen dat degenen die niet aanwezig zijn waren, onjuiste conclusies trekken. De aantekeningen die we maken zijn ten behoeve van het Cito. Het College voor
Examens (CvE, voorheen CEVO) bepaalt achteraf of er voor de toekomst eventuele bijstellingen noodzakelijk zijn. Ook is het mogelijk dat tijdens een examenbespreking fouten in een opgave of correctievoorschrift geconstateerd worden. Dit zal dan gemeld worden aan de examenlijn van het College voor Examens en kan in sommige gevallen leiden tot een aanvulling op het correctievoorschrift. Meestal wordt de vergadering bijgewoond door een vertegenwoordiger van het College voor examens en/of Cito. Hun rol beperkt zich echter tot toehoorder of het beantwoorden van vragen die er leven. Tijdens de examenbesprekingen worden geen beslissingen genomen over aanpassingen van een correctievoorschrift. In Kunstzone 9-2012 publiceert het Cito evaluatieverslagen van de eindexamens kunstvakken.
Kunstvakken HAVO en VWO (oude stijl) HAVO Beeldend - Tehatex (oude stijl) Datum: woensdag 30 mei 2012 Tijd: 17.30 uur (tot 20 uur) - met broodjes Locatie: Hogeschool Domstad Koningsbergerstraat 9 3531 AJ Utrecht (030) 2927700 Aanmelden: www.kunstzone.nl/examenbesprekingen VWO Beeldend - Tehatex (oude stijl) Datum: woensdag 23 mei 2012 Tijd: 17.30 uur (tot 20 uur) - met broodjes Locatie: Hogeschool Domstad Koningsbergerstraat 9 3531 AJ Utrecht (030) 2927700 Aanmelden: www.kunstzone.nl/examenbesprekingen HAVO Muziek (oude stijl) Datum: donderdag 31 mei 2012 Tijd: 14 uur (tot 16 uur) Locatie: Vathorst College Lovink 6 3825 MP Amersfoort (033) 4968240 Aanmelden: www.vls-cmhf.nl VWO Muziek (oude stijl) Datum: dinsdag 31 mei 2012 Tijd: 16 uur (tot 18 uur) Locatie: Vathorst College Lovink 6 3825 MP Amersfoort (033) 4968240 Aanmelden: www.vls-cmhf.nl
Explicitering termen Er blijkt behoefte aan een nadere explicitering van termen en begrippen uit het beschouwingsapparaat van de verschillende kunstdisciplines die samenkomen in het centraal examen Kunst. Het CvE biedt daarom bij de Maatmededeling een document dat hierop ingaat. Het is een nadere toelichting op de syllabi 2012 bij eindterm 1, domein A van het examenprogramma Kunst algemeen HAVO en VWO: De kandidaat kan de belangrijkste termen en begrippen hanteren uit de kunstdisciplines beeldende vormgeving, dans, drama en muziek die voorwaardelijk zijn voor een adequate receptie en refectie, en noodzakelijk voor begrip van verbanden tussen kunst en cultuur. Het is geen volledig uitegwerkt beschouwingsmodel voor de verschillende kunsten. Het is een handreiking om de begrippen op de juiste wijze te interpreteren binnen de contect van het centraal examen kunst Zie www.examenblad.nl > Maartmededeling 2012.
Besprekingen CSE’s Kunstvakken 2012 Groningen Academie Minerva organiseert besprekingen van een aantal examens in de kunstvakken om in de drukke examentijd de docenten uit Groningen (en omgeving) een lange reis naar Utrecht te besparen. Mail voor informatie naar Marieke van Stempvoort:
[email protected]. Voor alle Groningse besprekingen geldt: Locatie: Academie Minerva (gebouw van Piet Blom) Gedempte Zuiderdiep 158 9711 HN Groningen (050) 5951221 Aanmelden: Ineke van der Leij
[email protected] VMBO Beeldend Datum: maandag 21 mei 2012 Tijd: 18 uur (tot 20 uur) HAVO Beeldend - Tehatex (oude stijl) Datum: dinsdag 29 mei 2012 Tijd: 18 uur (tot 20 uur) VWO Beeldend - Tehatex (oude stijl) Datum: maandag 21 mei 2012 Tijd: 18 uur (tot 20 uur) HAVO Kunst algemeen Datum: maandag 21 mei 2012 Tijd: 18 uur (tot 20 uur) VWO Kunst algemeen Datum: maandag 21 mei 2012 Tijd: 18 uur (tot 20 uur)
(advertorial)
Kijken in de toekomst
NFFS-workshopdag films maken met leerlingen Maak je films met de leerlingen? Maken je leerlingen films en wil je die beter kunnen begeleiden? Ben je geïnteresseerd in filmmakers? Het NFFS biedt 14 april een workshopdag voor docenten in Open Studio Amsterdam. We zijn nog druk bezig met het uitnodigen van bekende en onbekende workshopgevers. Er komen regisseurs en er komen workshops over scenario, productie, documentaire, camerawerk, regie, acteren en montage. Workshops die al zijn toegezegd: de regisseurs Eddy Terstall (Simon, Vox Populi; over regie) en Erik de Bruyn (Wilde mossels, Nadine, De President; over decoupage en krachtige scènes). Zij zullen uitgaan van hun eigen werk en werkwijze en daarbij een bepaald facet van het filmmaken benadrukken. Andere workshops zijn van docenten en filmeducatieve deskundigen: - Co Vleeshouwer (camerawerk); - Rudi de Boer (filmanalyse); - Franka Stas (camera-oefeningen voor beginnende leerlingen); - Franka Stas (filmlessen in de praktijk);
tion Lunar Art Explora 12 20 s, mi Alicia Fra
- Remon Klik (green screen); - Dylan Tonk (scenario-ontwikkeling); - Lazlo Tonk (productie als lesstof); - Hidde Simons (acteren voor de camera); - Hans Lips (cameravoering en beeldtaal). De workshopdag biedt enthousiasme, inspiratie en een groter vakmanschap. Meld je aan door een mailtje te sturen naar
[email protected]. Je krijgt dan het definitieve aanbod en wat vragen voor de indeling toegestuurd.
Tom Prosman (Locatiemanag er Campus Croeselaan, Ra bobank Nede rland) schreeuwt de longen uit zijn lijf in de Screaming Ro om, Alicia Fram is, 2011
Moon Compass Paula Ampuero, Maria Serret and Alicia Framis, 2010
Stuur een boodsch ap de ruimte in Cartas al Cielo, Ali cia Framis, 2011
Het NFFS wil meer films maken op meer scholen. Zie www.nffs.nl.
NIEUW
Deel 3 verschijnt juli 2012
DAILYFUTURE Alicia Framis in de Rabo Kunstzone 5 maart - 31 augustus
De eerste solotentoonstelling in de Rabo Kunstzone is een feit. Daarmee is een droom uitgekomen. En misschien wel meer dan dat. Met de solotentoonstelling een kernkunstenaar uit onze Rabo Kunstcollectie een stap verder helpen in zijn of haar oeuvre. Alicia Framis is de uitdaging aangegaan en heeft ons meegenomen op een ontdekkingsreis van dromen, vertrouwen en vooral ook: het beste uit jezelf halen. Elke dag weer.
gesimuleerde ruimtemissie van zes astronauten in de woestijn, een bericht versturen naar het universum of uw schreeuw laten omzetten in een totaal nieuw object. Alicia Framis wil met haar kunst mensen raken, ervaringen laten delen en tot nieuwe ideeën aanzetten. Met DAILY FUTURE wakkert ze het gesprek aan over nieuwe mogelijkheden in de toekomst. Welke inspiratie neemt u mee voor de toekomst?
Nu is het aan u: ga op avontuur in uw DAILY FUTURE! De Rabo Kunstzone is getransformeerd in een ruimte waar u op reis kunt door ruimte en tijd. U kunt innovatieve producten voor een leven in de ruimte bekijken en uitproberen, wegdromen bij een
Rabo Kunstzone Croeselaan 18 3521 CB Utrecht
Open op alle werkdagen van 8.30 – 18.00 uur www.rabobank.nl/kunst
VAKCONFERENTIE
artek
educatieve uitgeverij
kUNST leer- en werkboek neemt de docenten van een
kunstvak veel werk uit handen maar biedt ook voldoende ruimte voor eigen initiatief. De onderwerpen worden breed thematisch aangeboden.De inhoudelijke informatie met voorstellen voor alternatieve onderwerpen dient als basis voor eigen invulling en variatie. De drie delen van deze methode voorzien in de eindtermen voor de kunstvakken. De leerling bezit een uitstekende basis voor een eindexamen in een kunstvak, CKV of KUA. Voor meer informatie:
[email protected]
THEATER DOCENTste IN DE 21 EEUW
4 april van 10.00-16.00 uur
Een bijscholing met workshops en presentaties over de praktijk. Met een interactieve inleiding door Mark Mieras over hersenen en theater. School voor de Toekomst ’s-Hertogenbosch Beroepsvereniging Docenten Theater en Drama Opgave, programma en meer informatie op www.docentendrama.n l
42
43
april 2012
Actief met CKV Docentenagenda
veel te beleven. De tentoonstelling sluit
dans. Scapino Ballet Rotterdam organi-
Fashion Ontwerpwedstrijd is een
handleiding en de antwoorden zijn te
gaan we dieper het verhaal in en aan het
interviews en registraties binnen hand-
dat Jan van Heek, textielfabrikant uit
uitstekend aan bij één van de vensters
seert deze dag op 21 april. De opgedane
wedstrijd voor alle leeftijden. Wil je
downloaden. Ook zijn er lessuggesties,
eind van de dag ben je in staat je eigen
bereik van theaterliefhebbers. De gehele
Enschede, honderd jaar geleden Huis
Workshopdag NFFS voor docenten
van de Canon van Nederland: De Stijl.
ervaringen kan men toepassen in een
graag een plek in het Groninger
kerndoelen en praktische informatie te
verhaal te vertellen. Hierbij wordt ook
eerste onemanshow van Toon Hermans
Bergh en het omliggende land kocht.
in Open Studio Amsterdam biedt
Docenten kunnen zich laten inspireren
lessituatie met leerlingen in het VO.
Museum? Doe dan mee aan de Fashion
vinden.
gebruik gemaakt van tekeningen en der-
is er te beluisteren, maar ook liedjes van
Al sinds de 15e eeuw zijn kasteel en land
enthousiasme, inspiratie en een groter
op de tentoonstelling en maken kennis
Voor docenten CKV en kunst algemeen
ontwerpwedstrijd en ontwerp een jurk
www.bataviawerf.nl > Tentoonstelling
gelijke om je verhaal te ondersteunen. In
Jean-Louis Pisuisse, Willem Nijholt en
nauw met elkaar verbonden. De
vakmanschap. Maak je films met de
met het educatieve aanbod voor de ver-
in het VMBO, HAVO en VWO. Dans-
voor Barbie. Wie weet kiezen mode
Schipbreuk, Bataviawerf Lelystad
ieder mens schuilt een verhalenvertel-
Liesbeth List. Er staan meer dan 5700
opbrengsten van het land maakten voor
leerlingen? Maken je leerlingen films en
schillende doelgroepen. De docenten-
ervaring is niet nodig. De docent krijgt
ontwerper Iris van Herpen en ELLE-
ler! Kees van Wanrooij geeft ook vertel-
gedigitaliseerde opnamen in de jukebox
een groot deel het onderhoud en de ver-
wil je die beter kunnen begeleiden? Ben
middag is geschikt voor docenten van
zowel het theorie- als praktijklesmate-
hoofdredacteur Cécile Narinx jouw
De Donkere Kamer is een tentoon-
voorstellingen met verhalen van Grimm
die het TIN/Theatermuseum op deze
bouwingen van het kasteel mogelijk. De
je geïnteresseerd in filmmakers? Het
het basis- en voortgezet onderwijs en
riaal mee naar huis.
ontwerp uit als winnaar. Er zijn drie cate-
stelling in het Nederlands Fotomuseum.
en Roald Dahl of op verzoek worden
wijze voor een groot publiek toeganke-
tentoonstelling leert kijken en vestigt de
NFFS organiseert deze workshopdag op
sluit aan bij de vakken geschiedenis,
www.scapinoballet.nl > Educatie >
gorieën: kinderen, jongeren en volwas-
Het is de eerste permanente presentatie
verhalen gezocht om een bepaald thema
lijk maakt.
blik op de langdurige samenhang tussen
14 april. De kosten bedragen € 50,- per
maatschappijleer, beeldende vorming,
Docentendagen, Scapino Ballet
senen. Je kunt meedoen tot 6 mei 2012.
in Nederland over de Nederlandse
uit te werken.
www.theaterencyclopedie.nl > DE
bewoners, gebouw en omgeving. Door
persoon. Meld je aan door een mailtje te
kunst (algemeen) en CKV. (Gratis)
Rotterdam
De winnaars krijgen niet alleen mooie
fotografiegeschiedenis. Aan de hand
www.rojewolf.nl
THEATER JUKEBOX, TIN Theater
gebruik van QR-codes en een app wordt
sturen naar
[email protected]. Je
Aanmelden verplicht door te mailen
prijzen zoals een Fashion-cheque, maar
van de rijke collectie van het museum
Instituut Nederland Amsterdam
op de route van de fiets- en wandeltocht
krijgt dan het definitieve aanbod en wat
naar
[email protected] of
Bolshoi Ballet is met topproducties
hun ontwerpen worden ook nog eens
wordt ruim 185 jaar fotografie tot leven
Scapino Academy voor VO, de
vragen voor de indeling toegestuurd.
te bellen naar (070) 3381120.
in HD te zien op 29 april en 24 juni.
tentoongesteld in het museum en
gewekt. Naar een concept van de gere-
nieuwe educatieve afdeling van Scapino
Zuidas Symphony is een workshop
Bergh. Voor kinderen zijn er bij de ten-
www.nffs.nl, Open Studio Amsterdam
www.gemeentemuseum.nl > JEUGD >
De producties van het Bolshoi Ballet
gepubliceerd in het Groninger Museum
nommeerde tentoonstellingsarchitecten
Ballet Rotterdam, biedt een aantal work-
voor HAVO/VWO-leerlingen om de stad
toonstelling speciale activiteiten. Voor
Jeugd 5-12 > Docentenmiddag
worden vertoond in zestien Pathé-
Magazine. Deelname is gratis.
Kossmann is 250 m2 van het museum
shops: 1) Scapino Backstage: bezoek de
te verkennen door middel van geluiden.
groepen vanaf 20 personen zijn er arran-
Telefilms wordt vanaf 16 april elke
Mondriaan en De Stijl,
bioscopen: Amsterdam, Rotterdam, Den
www.groningermuseum.nl > Leren >
omgebouwd tot donkere kamer. Door
studio’s van Scapino tijdens class en
Uitgangspunt is de geluidswandeling
gementen met kasteelbezoek, lunch en
maandag om 20.30 uur op Nederland 3
Gemeentemuseum Den Haag
Haag, Arnhem, Breda, Ede, Eindhoven,
Fashion Ontwerpwedstrijd, Groninger
een papier in een ontwikkelbak te
repetitie (voor (school-)groepen.
Zuidas Symphony van geluidskunste-
een fiets- of wandeltocht. Bel daarvoor
Groningen, Haarlem, Maastricht,
Museum
leggen, net als vroeger in de donkere
2) Kathleen Academy: Eerst dansen, dan
naar Justin Bennett. Hij nodigt je uit met
naar (0314) 661281 of mail naar info@
kamer, activeert de bezoeker verhalen.
kijken (VMBO, HAVO/VWO en dansscho-
hem mee te wandelen en te ‘luisteren
huisbergh.nl.
uitgezonden. Het thema is misdaad.
informatie verstrekt over het land van
Telefilms zijn speelfilms voor televisie
Digital Playground biedt van 17 tot
Roermond, Sittard/Geleen, Terneuzen,
die inspelen op maatschappelijke
en met 20 mei workshops, festival- en
Tilburg, Vlissingen en Zwolle. Kaarten
Schipbreuk is een tentoonstelling
Ontdek hoe de eerste foto’s gemaakt
len). De workshops zijn op locatie of in
naar de stad’. Opgenomen geluid en
www.huisbergh.nl > Tenstoonstellingen
thema’s. De co-producties van onafhan-
expositiebezoek aan. In mei worden
zijn te koop via de site en aan de kassa
van Bataviawerf die te zien is t/m 28
werden, volg het liefdesverhaal van
de Scapino Studio. Daarna naar de voor-
omgevingsgeluid vermengen zich met
> Thematentoonstelling 2012, Kasteel
kelijke producenten en de publieke
exclusieve workshops gecombineerd
van de bioscopen. Het Bolshoi Theater,
oktober. Er is een educatieprogramma
Ed van der Elsken in Parijs en ga mee op
stelling. 3) Danslezing: voorzien van een
elkaar. Waar luister je nu naar? De
Huis Bergh ’s-Heerenberg
omroep krijgen financiële steun van het
met een bezoek aan DEAF: Dutch
opgericht in 1776, staat symbool voor
voor PO en VO. Voor de beroemdste
jacht met de camera. Er is een Doe-
uitgebreide DVD-presentatie een lezing
omgeving of de opname? Vast staat dat
ministerie van OCW en het CoBO, de
Electronic Art Festival. Het thema is The
de Russische cultuur en tradities. Het
scheepsramp uit de Nederlandse
boekje voor kinderen. Op de site, de
over het hoe en waarom van het feno-
je na de wandeling anders naar de stad
Keunstmarkt Drachten is op
uitvoerder van het project. Te zien op:
Power of Things. Het draait allemaal om
Bolshoi Theater is wereldberoemd door
geschiedenis komen we uit op de onder-
gratis digitale leeromgeving over foto-
meen dans door danscriticus Martin
zult kijken. Opbouw: 1) Inleidende theo-
25 april van 13 tot 16.30 uur in Adverium
16 april: Cop vs. Killer; 23 april: Laptop;
actie en reactie. Voorafgaand aan de
zijn producties van het hoogste niveau.
gang van de Batavia in 1629. Ook in de
grafie, zijn weblessen over De Donkere
Bijkerk. Zowel op locatie als in de
rieles op school; 2) Geluidswandeling
te Drachten een cultuureducatiemarkt
30 april: De Overloper; 7 mei: Oom
workshop bezoeken de leerlingen de
Met een repertoire dat uiteenloopt van
17e eeuw gingen schepen ten onder
Kamer te vinden.
Scapino Studio. Daarnaast is er het
die start bij Informatiecentrum Zuidas
waar meer dan 50 noordelijke culturele
Henk, een misdaadkomedie; 14 mei:
tentoonstelling van DEAF in het prach-
nationale klassiekers en internationale
door navigatiefouten. In die tijd werd dit
www.fotoleren.nl/start/doka,
Scapino DANS-lespakket: maak zelf een
Amsterdam. Leerlingen lopen de wande-
instellingen hun aanbod presenteren
Doodslag; 21 mei: Black Out.
tige oude Rotterdamse postkantoor.
meesterwerken tot nieuwe producties
vaak veroorzaakt doordat men nog geen
Nederlands Fotomuseum Rotterdam
voorstelling. Met dit pakket kan de
ling onder begeleiding van Soundtrack
voor leerkrachten van basisscholen met
www.telefilm.nl
Geïnspireerd door de tentoonstelling
neemt het ook in de moderne Russische
lengtegraad kon bepalen. Daardoor leed
docent zelfstandig aan de slag met de
city en voeren korte opdrachten uit; 3)
korte acts, filmpjes, presentaties en vele
maken zij vervolgens zelf een korte
samenleving een belangrijke plaats in.
in 1629 ook het gloednieuwe VOC-schip
Kees van Wanrooij is een verhalen-
klas. Lesmateriaal voor in de klas is te
Mogelijke uitbreiding: brainstormles op
stands met cultuuraanbod.
Docentenmiddag Mondriaan en De Stijl wordt georganiseerd door het
speelfilm. De hoofdrollen zijn al bekend:
De balletten worden speciaal voor de
Batavia schipbreuk. De stranding vond
verteller voor PO en VO. Al 25 jaar lang
bestellen. Ook is er de Nieuwsbrief
school waarbij onder begeleiding van
www.keunstwurk.nl,
één persoon en één voorwerp die inter-
bioscoopschermen met tien camera’s
plaats tijdens noodweer en kostte aan
vertelt hij spannende en ontroerende
Educatie waarmee CKV-docenten, kunst-
Soundtrackcity leerlingen in groepjes
Keunstmarkt Drachten
Gemeentemuseum Den Haag. Het is een
actie met elkaar hebben. Wanneer het
gefilmd in topkwaliteit: HD en 5.1
velen het leven. Deze schipbreuk leidde
verhalen uit vele culturen. Van Indiaanse
coördinatoren, educatiemedewerkers en
een concept voor een geluidsingreep op
uitgebreide docentenmiddag rondom de
thema aanspreekt en men meer infor-
Surround Sound. Met geavanceerde
tot een reeks ongelooflijke gebeurtenis-
verhalen tot verhalen uit 1001 nacht of
andere geïnteresseerden op de hoogte
de Zuidas omtwikkelen. Aanmelden kan
www.CKplus.nl: overzicht van bijna
tentoonstelling Mondriaan en De Stijl
matie wil, kan contact worden opgeno-
transmissietechnieken worden de voor-
sen waardoor uiteindelijk slechts 122
Griekse mythologieën (Daedalus en
worden gehouden van educatienieuws
via
[email protected].
400 lopende exposities, informatie op
die loopt tot 1 januari 2014. De mede-
men met Sophia Alspeer door te bellen
stellingen per satelliet live de wereld
van de 341 opvarenden de reis overleef-
Icarus vliegen zo de klas binnen!) en
en -activiteiten.
www.soundtrackcity.nl > Educatie >
trefwoord over 1200 musea
werkers van De Stijl waren op bijna alle
naar (010) 4126031 of te mailen naar
over gestraald. Zondag 29 april 2012 om
de. De ramp van Batavia komt tot leven
Keltische grappige verhalen. Humor
www.scapinoballet.nl > EDUCATIE,
Voortgezet onderwijs
www.CKplus.nl/kunstzone.html: links uit
vlakken van kunst en cultuur actief
[email protected].
17 uur is te zien: The Bright Stream
in de tentoonstelling Schipbreuk. Bij
staat voorop. Daarnaast geeft hij work-
Scapino Ballet Rotterdam
(literatuur, muziek, beeldende en toege-
www.digitalplayground.nl/highlights/
(Dmitry Shostakovich/Alexei
scheepsrampen wordt in eerste instan-
shops en cursussen verhalen vertellen.
paste kunst, architectuur en mode) en
bekijk/95, Digital Playground Rotterdam
Ratmansky) en op zondag 24 juni om 17
tie gezocht naar schuld bij de kapitein
Er wordt aandacht besteed aan hoe je
Theaterjukebox is een schatkamer
uur: Raymonda (Alexander Glazunov/
van het schip. Overmoedig, zelfs slordig
een goed verhaal vertelt en daarbij is
de toepassing van hun ideeën is te zien
deze Actief met CKV www.CKplus.nl/extra7.html: overzicht
aan geluidsfragmenten. Met de ver-
Een kasteelheer en zijn land, Jan van Heek, bosbouwer en natuurbeschermer is van 13 april
culturele manifestaties en exposities www.CKplus.nl/extra12.html: 190 stads-
aan de hand van maquettes, meubels,
Ervaren in theorie en praktijk is
Yuri Grigorovich).
navigeren wordt vaak als oorzaak
luisteren een belangrijk onderdeel. Hoe
nieuwde jukebox op www.theaterency-
tot 1 maart 2013 te zien in Kasteel Huis
wandelingen en kunstroutes
schilderijen, films en kleding. Voor alle
een docentendag om basiskennis en
www.pathe.nl > Specials & Events >
genoemd. Met vreselijke gevolgen voor
sta je, hoe kijk je en wat wil je vertellen?
clopedie.nl komt een schat aan histori-
Bergh. Deze tentoonstelling wordt
[email protected]: voor reacties en
doelgroepen en op alle niveaus valt hier
vaardigheden op te doen in de discipline
Ballet, Bolshoi Ballet
bemanning en passagiers. De docenten-
Waarom wil je dat vertellen? Ongemerkt
sche theaterliedjes, monologen,
gehouden ter gelegenheid van het feit
opgave gratis Ckplus.nl-nieuwsbrief
Sottendag Festivaldag NFFS 2011 Zie: Workshopdag NFFS
Startpagina van www.fotoleren.nl
Foto: Scapino Ballet
The Bright Stream
Foto: Anna Boukema
Zie: Ervaren in theorie en
Foto: Damir Yusupov
Entree Schipbreuk
Zie: Digital Playground
praktijk
Zie: Bolshoi Ballet
Zie: Schipbreuk
Zie: Zuidas Symphony
Zie: Kees van Wanrooij
Zie: De Donkere Kamer
Flyer Zie: Fashion
Foto: Scapino Ballet
Ontwerpwedstrijd
Zie: Scapino Academy voor VO