De resultatenrekening ☛ format resultatenrekening ☛ kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten ☛ afschrijvingen ☛ rente ☛ eindbalans
Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email:
[email protected] www.JoopLengkeek.nl
1 donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
De resultatenrekening Een exploitatiebegroting is een systematisch overzicht van opbrengsten en kosten van het bedrijf ( naar de toekomst) De resultatenrekening of exploitatierekening of winst/verliesrekening is achteraf (over het verleden)
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
De resultatenrekening (winst & verlies rekening)(exploitatierekening) een overzicht van de opbrengsten en kosten in een bepaalde periode Twee belangrijke eigenschappen van een resultatenrekening: Het gaat om opbrengsten en kosten en niet om ontvangsten en uitgaven. Kosten zijn niet altijd ook uitgaven! Een resultatenrekening gaat over een bepaalde periode. Een vergelijking van verschillende perioden geeft dus inzicht in de ontwikkeling van een bedrijf in financieel opzicht.
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Exploitatiebegroting: toekomst (voorafgaand) Resultatenrekening: verleden (na afloop) Begrotingen en resultatenrekeningen gaan over een periode, bijvoorbeeld een jaar. Ondernemingen moeten het matchingsprincipe toepassen. Dit houdt in dat de kosten worden toegerekend aan de periode waarvoor ze zijn gemaakt. Dit staat los van het feit wanneer de rekening betaald wordt!
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Resultatenrekening Omzet -
Inkoopkosten van de omzet Brutowinst/brutomarge -
Loonkosten -
Overige exploitatiekosten Exploitatiesaldo -
Afschrijvingen Bedrijfsresultaat -
Rentekosten Winst voor belasting -
Vennootschapsbelasting Winst na belasting
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Resultatenrekening van de Efteling ( * €1.000.000 )
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Resultatenrekening van Disney Resort Paris ( * €1.000.000)
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Verschil tussen opbrengsten en ontvangsten Opbrengsten : geld dat de onderneming verdiend heeft
Ontvangsten : geld dat de onderneming ontvangen heeft Voorbeelden: een klant die later gaat betalen (omzet, geen ontvangst) btw ontvangst van klanten (ontvangst, geen omzet) vooruitbetaling van klant (ontvangst, geen omzet)
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Verschil tussen kosten en uitgaven Meestal zijn kosten ook uitgaven en andersom Maar niet altijd! Kosten : er is sprake van waardeverlies (je bent armer geworden) Uitgaven : geld wat je daadwerkelijk betaalt (uit je portemonnee of van je rekening) Voorbeelden: iemand geld lenen (wel uitgave, geen kosten) een lening aflossen (wel uitgave, geen kosten) een leverancier later betalen (wel kosten, nog geen uitgave) de verzekering vooruit betalen (wel uitgave, geen kosten) afschrijvingen (wel kosten, geen uitgave) je koopt een broodje (wel kosten, ook uitgaven) donderdag 24 september 2015
We kopen een auto €10.000 Hoe gaan we die betalen?
Hoe is de situatie een jaar later? donderdag 24 september 2015
Hoeveel is de auto waard? de waarde een jaar later
€10.000 €8.000 Hebben we geld uitgegeven? Is de auto minder waard geworden? We hebben geen geld uitgegeven, de uitgaven zijn nul, maar onze auto is minder waard geworden, de waardevermindering is €2000, dit zijn kosten en noemen we afschrijving. Afschrijvingen zijn geen uitgaven, maar wel kosten
donderdag 24 september 2015
Hr. Heijblom, verkoopleider Citroën
We betalen €1000 aan de bank lening
€6.000 €5.000 Hebben we geld uitgegeven? Is de auto op dat moment minder waard geworden? We hebben € 1000 uitgegeven, de uitgaven zijn € 1000, dit noemen we aflossing maar onze auto is niet minder waard geworden, de waardevermindering is € 0, de kosten (afschrijvingen) zijn nul. Aflossingen zijn wel uitgaven, maar geen kosten
donderdag 24 september 2015
Hr. Pieters, accountmanager Rabobank
De resultatenrekening
Een voorbeeld van afschrijvingen Een touroperator koopt een computer voor €1500 De computer wordt in 3 jaar afgeschreven. Hoeveel bedraagt de afschrijving per jaar? De afschrijving per jaar is €1500 / 3 = €500 per jaar. Neemt de kas af bij afschrijvingen? (waardevermindering van bezit) Nee, het bezit wordt minder waard, deze kosten gaan af van de winst, en dus het eigen vermogen.
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Een voorbeeld van afschrijvingen Een auto wordt gekocht voor €25.000 Na 10 jaar heeft de auto geen waarde meer. Wat is de afschrijving per jaar? €25.000 / 10 = €2.500 Na 4 jaar wordt de auto verkocht voor €9.000 (restwaarde) Wat is de afschrijving per jaar? De waardevermindering is: €25.000 - €9.000 = €16.000 €16.000 / 4 jaar = €4.000 Dit noemen we ook wel een vast bedrag per jaar of een vast percentage van de aanschafprijs. Is dit reëel? De waarde vermindering is in de eerste jaren groter dan in de laatste jaren.
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Voorbeeld
methode "sum of the year digits” De waarde vermindering is groter in de eerste jaren. Een auto wordt gekocht voor €25.000. Na 4 jaar wordt de auto verkocht voor €9.000 (restwaarde) Wat is de afschrijving per jaar? Waardevermindering: €25.000 - €9.000 = €16.000 Elk jaar heeft een rangnummer. Het eerste jaar heeft een rangnummer gelijk aan de levensduur. Het laatste jaar heeft rangnummer 1 Bij 4 jaar zijn de rangnummers dus 1e jaar 4 ; 2e jaar 3 ; 3e jaar 2 ; 4e jaar 1 De som hiervan is 4+3+2+1=10 ; De afschrijving wordt dan: 1e jaar 4/10 * €16.000 = €6.400 2e jaar 3/10 * €16.000 = €4.800 3e jaar 2/10 * €16.000 = €3.200 4e jaar 1/10 * €16.000 = €1.600
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Een voorbeeld van rente Om een auto te betalen wordt €10.000 geleend. De rente die moet worden is 8% per jaar Na 1 jaar wordt €4.000 terugbetaald aan de bank. Dit noemen we aflossing. Hoeveel is de te betalen rente in het 1e en het 2e jaar? Het 1e jaar 8% van €10.000 is €800 De lening is het 2e jaar nog €6.000 (€10.000 - €4.000) De rente die in het 2e jaar betaald moet worden is: 8% van €6.000 is €480
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Kosten en uitgaven
Aankoop van een computer (investering)
wel uitgave , geen kosten
Afschrijving van de computer
geen uitgave , wel kosten
Aflossing van een lening
wel uitgave , geen kosten
Rente over een lening
wel uitgave , ook kosten
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Liquiditeits- en resultatenrekening Liquiditeitsbegroting ==================== Ontvangsten en uitgaven (incl. BTW)
Resultatenrekening ====================== Opbrengsten en kosten (excl. BTW)
Doel:
liquiditeitsproblemen tijdig signaleren
Doel: haalbaarheid/winstgevendheid
Wel:
aflossingen
investeringen
Wel
afschrijvingen
Geen
afschrijvingen
Geen:
aflossingen
investeringen
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
BTW De consument betaalt BTW aan de onderneming De onderneming draagt de BTW af aan de belastingdienst De onderneming betaalt BTW over de goederen die ingekocht worden van andere ondernemingen maar krijgt deze BTW weer van de belastingdienst terug. BTW op de investeringsbegroting? Ja, de BTW moet immers gelijk betaald worden. BTW in de resultatenrekening? Nee, voor de onderneming zijn het geen kosten. BTW in de liquiditeitsbegroting? Ja, voor de onderneming zijn het wel ontvangsten en uitgaven. Deze worden afgedragen aan de belasting of terug ontvangen
donderdag 24 september 2015
De resultatenrekening
Vragen 1. Zijn aflossingen kosten?
nee, wel uitgaven 2. Zijn afschrijvingen kosten? ja, maar geen uitgaven 3. Zijn rentekosten ook uitgaven?
ja, als ze in de zelfde periode betaald worden 4. Zijn vooruitbetaalde energiekosten uitgaven?
ja, ze worden vooruitbetaald dus in de betreffende periode 5. Zijn vooruitbetaalde energiekosten op het betalingsmoment ook kosten? nee, pas de volgende periode
donderdag 24 september 2015
De balans
Het verschil tussen het banksaldo en eigen vermogen
Bezit €800
Vermogen €800
liquide middelen: kas en banksaldo
Eigen vermogen: bezit - schulden
banksaldo €800 donderdag 24 september 2015
geen schulden dan eigen vermogen €800
De balans
Het verschil tussen het banksaldo en eigen vermogen
Bezit €800 je koopt een laptop voor €600
banksaldo €800 €200 donderdag 24 september 2015
Vermogen €800 Eigen vermogen: bezit - schulden
het eigen vermogen verandert niet: €800
De balans
Het verschil tussen het banksaldo en eigen vermogen
Bezit €1.000
Vermogen €1.000
je koopt een laptop voor €1.000
Eigen vermogen: bezit - schulden
banksaldo €800 €0 donderdag 24 september 2015
lening: €200 het eigen vermogen verandert niet: €800
De balans
Het verschil tussen het banksaldo en eigen vermogen
Bezit €1.000 €500 na 1 jaar is de laptop nog €500 waard
banksaldo €0 donderdag 24 september 2015
Vermogen €1.000 €500 Eigen vermogen: bezit - schulden
lening: €200 het eigen vermogen €800 €300
Balans
opgave 1 Balans per 31 december 2012 Gebouw en terreinen Voorraden
Liquide middelen Inventaris Overige vaste activa Debiteuren
250.000 60.000 4.000 25.000 40.000 30.000
Totaal
409.000
Vaste activa Vlottende activa
€ 315.000 € 94.000
Bankkrediet Aandelenkapitaal Voorzieningen Leningen Reserves Crediteuren Totaal
Eigen vermogen Vreemd vermogen
130.000 20.000 20.000 69.000 120.000 50.000 € 409.000
€ 140.000 € 269.000 25
donderdag 24 september 2015
Balans
opgave 1 Balans per 31 december 2012 Vaste Activa Gebouw en terreinen 250.000 Overige vaste activa 40.000 Inventaris 25.000 Vlottende activa Voorraden Debiteuren Liquide middelen
€ 315.000 60.000 30.000 4.000
Eigen vermogen Aandelenkapitaal Reserves
€ 140.000 Vreemd vermogen Voorzieningen Leningen Bankkrediet Crediteuren
€ 409.000
20.000 69.000 130.000 50.000 € 269.000
€ 94.000 Totaal
20.000 120.000
Totaal
€ 409.000 26
donderdag 24 september 2015
Balans
opgave 2 Hoeveel is de hypotheek aan het eind van de periode? €150.000 - €10.000 = €140.000 Hoeveel zijn de liquide middelen aan het eind van de periode? €150.000 – €100.000 – €10.000 + beginsaldo €5.000 = €45.000 Hoeveel is de waarde van de auto’s aan het eind van de periode? €50.000 + €15.000 – €5.000 = €60.000 Hoeveel is het eigen vermogen aan het eind van de periode? €150.000 + (€150.000 – €100.000 - €5.000 - €10.000 - €5.000) = €180.000 (hoe de aflossing van de hypotheek wordt gedaan is niet bekend) donderdag 24 september 2015
27
Balans
opgave 3
extra opgaven, niet in les
Een negatief eigen vermogen is mogelijk. De schulden (vreemd vermogen) zijn groter dan het bezit. Zolang de bank een lening wil geven is er geen liquiditeitsprobleem. Als de bank geen lening meer wil geven ben je failliet.
28
donderdag 24 september 2015
Balans
opgave 3
extra opgaven, niet in les
Afschrijving inventaris:
Inventaris 31/12/2011
Investering
Inventaris 31/12/2012
Afschrijving 2012
(Des)investering computers:
Computer apparatuur op 31/12/2011
Afschrijving 2012
Computer apparatuur per 31/12/2012
Investering 2012
10.000 2.000 + 12.000 9.000 3.000
3.000 1.000 2.000 2.000 0 29
donderdag 24 september 2015
Balans
opgave 3
extra opgaven, niet in les
Nettowinst:
Eigen vermogen 1 januari
Privé-opnamen
Eigen vermogen 31 december
Nettowinst 2012
-15.000 50.000 – -65.000 -20.000 45.000
Aflossingen:
Lening 1 januari
Lening juli 2012
Lening 31 december
Aflossing 2e helft 2012
40.000 5.000 + 45.000 35.000 10.000
30
donderdag 24 september 2015
Balans
opgave 4
extra opgaven, niet in les
Winst voor belasting
Vennootschapsbelasting (25%) Winst na belasting
Aandeelhouders (5% van 4.000.000)
Reservering
Bezit
Vaste activa
5.000.000
Vlottende activa 100.000 Liquide middelen 250.000
Totaal
5.350.000
500.000 125.000 375.000 200.000 175.000
Vermogen Aandelen 4.000.000 Reserves 675.000 Crediteuren 350.000 Te bet. belasting 125.000 Te bet. dividend 200.000 Totaal
5.350.000 31
donderdag 24 september 2015
Balans
opgave 4
extra opgaven, niet in les
Bezit
Vaste activa
5.000.000
Vlottende activa 100.000
Totaal
5.100.000
Vermogen Aandelen Reserve Crediteuren Rek. C. krediet
4.000.000
675.000
350.000 75.000
Totaal
5.100.000
32
donderdag 24 september 2015
Balans
opgave 5
extra opgaven, niet in les
Van een bedrijf is het volgende gegeven: De inkopen gaan voor 80% op rekening en deze 80% wordt in de volgende maand betaald. De rest wordt contant afgerekend. Alle verkopen geschieden op rekening. De helft wordt nog dezelfde maand betaald en de andere helft in de volgende maand. De BTWverrekening met de belastingdienst is na elk kwartaal.
Maand
inkopen
verkopen
Oktober November December
€60.500 €72.600 €84.700
€78.650 €90.750 €101.640
totaal
€ 217.800
€ 271.040
Het saldo debiteuren bedraagt de helft van de verkopen van december dus €50.820 Saldo crediteuren bedraagt 80% van de inkopen in december (€84.700) dus €67.760 donderdag 24 september 2015
33
Resultatenrekening
opgave 1
Afschrijvingskosten: zeilboten • Aanschafwaarde boten 2 * €7.000 = €14.000 • Restwaarde €2.000 • Af te schrijven in 15 jaar €12.000 • Per jaar €12.000 / 15 = €800 2012 is maar een half jaar Afschrijving in 2012: 6/12 * €800 = €400 Afschrijving in 2013: €800
34
donderdag 24 september 2015
Resultatenrekening
opgave 2
Afschrijvingskosten a) Per jaar op receptiegebouw €90.000 / 20 = €4.500 b) Per jaar 12,5% * €6.000 = €750 c) Aanschafwaarde begin jaar 1 = €5.000 » afschrijving jaar 1: 40% * €5.000 = €2.000 » boekwaarde begin jaar 2 = €3.000 » afschrijving jaar 2: 40% * €3.000 = €1.200 » boekwaarde begin jaar 3 = €1.800 » afschrijving jaar 3: 40% * €1.800 = €720 » boekwaarde begin jaar 4 = €1.080 » afschrijving jaar 4: 40% * €1.080 = €432 » boekwaarde begin jaar 5 = €648 » afschrijving jaar 5: 40% * €648 = €259 » restwaarde einde jaar 5 = €389
35
donderdag 24 september 2015
Resultatenrekening
opgave 3 Ten aanzien van een investering van €18.000 gelden de volgende kenmerken: - technische levensduur
8 jaar - economische levensduur
4 jaar - restwaarde
€2.000
Gevraagd: Wat is de boekwaarde aan eind van jaar twee volgens de methode van afschrijving met een vast % van de aanschafwaarde? a) Met een vast % van de aanschafwaarde, dus een vast bedrag per jaar. Totaal af te schrijven €18.000 - €2000 = €16.000 per jaar €16.000 / 4 = €4000 Boekwaarde aan het eind van 2 jaar : €18.000 - €8.000 = €10.000
36
donderdag 24 september 2015
Resultatenrekening
opgave 3 Ten aanzien van een investering van €18.000 gelden de volgende kenmerken volgens de kenners in de branche: - technische levensduur
8 jaar - economische levensduur
4 jaar - restwaarde
€2.000
Gevraagd: Bepaal de jaarlijkse afschrijvingen indien men afgeschreven zou hebben volgens de methode "sum of the years digits". Jaar 1 -------> 4 punten Jaar 2 -------> 3 punten Jaar 3 -------> 2 punt Jaar 4--------> 1 punt 10 punten totaal af te schrijven €16.000 jaar 1 --------> 4/10 * €16.000 = €6.400 jaar 2 --------> 3/10 * €16.000 = €4.800 jaar 3 --------> 2/10 * €16.000 = €3.200 Jaar 4---------> 1/10 * €16.000 = €1.600 Totaal €16.000 donderdag 24 september 2015
37
Resultatenrekening
opgave 4 Opgave a Aantal medewerkers: 2 * 1,0 + 3 * 0,5 + 4 * 0,35 + 2 * 0,2 = 5,3 FTE Opgave b Aantal productieve uren: 52 * 38 = 1.976 uur ziekte 5% = 98,8 uur Over: 1.877,2 niet productieve dagen 40 (26+2+6+6) 40 * 7,6 (38/5) = 304 uur Over: 1.573,2 uur productiviteit 70% Dus productieve uren 70% * 1.573,2 = 1.101 uur
38
donderdag 24 september 2015
Resultatenrekening
opgave 5 Gegeven Het brutosalaris is €2.500 per maand Een werkweek heeft 36 uur; Er zijn 25 vakantiedagen per jaar; Het vakantiegeld is 8% van het jaarsalaris; De sociale premies van de werkgever zijn 30% van de salariskosten; De opleiding is in het komende jaar 180 uur; De kosten van de opleiding zijn €1.000; De vergoeding voor de reiskosten is gemiddeld €100 per week (niet in de vakantie); Overige personeelskosten €500 per jaar. Personeelskosten per jaar: 12 * €2.500 = €30.000 Vakantiegeld: 8% * €30.000 = €2.400 Sociale premies: 30% * €32.400 = €9.720 Kosten opleiding: €1.000 Reiskosten: 47 * €100 = €4.700 Overige personeelskosten: €500 Totaal: €48.320 per jaar. 39
donderdag 24 september 2015
Resultatenrekening
opgave 5 De omzet die nodig is om de eigen kosten terug te verdienen Kalenderweken:
52 Effectieve werkweken: 42 (52 weken per jaar - 5 weken vakantie - 5 weken opleiding) Personeelskosten per jaar: €48.320 Verkoop * 20% = commissie De brutomarge moet gelijk zijn aan de salariskosten en die zijn €48.320 per jaar. Dus Verkoop * 20% = €48.320 Dan is de verkoop €48.320 / 20 * 100 = €241.600 per jaar. Dit is €241.600 / 42 = €5.750 per werkweek. (afgerond) Of anders: €48.320 moet gelijk zijn aan de commissie van 20% De omzet die gehaald moet worden is 100% De omzet is dus €48.320 * 100/20 = €241.600 per jaar (€5.750 per week) (eerst de kosten per werkweek uitrekenen en daarna de omzet geeft hetzelfde antwoord)
40
donderdag 24 september 2015
Resultatenrekening
opgave 6 Resultatenrekening 2012 Opbrengsten Contributie Sponsoring Inleggeld schaakclinics Verkoop schaakboeken Rente 2012 Totaal
€8.200 €1.000 €1.300 €500 €200 €11.200
Kosten Zaalhuur Afdracht schaakbond Prijzen toernooien Kosten schaakclinics Clubblad Inkoop schaakboeken Afschrijving klokken Afschrijving borden/stukken Voorziening 125 jarig bestaan Totaal
€2.700 €3.000 €900 €2.000 €1.200 €600 €200 €300 €250 €11.150
Resultaat donderdag 24 september 2015
+€50
41