HERWERKING VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING Doel: De jaarrekening bevat een grote hoeveelheid aan informatie, maar is minder bruikbaar voor financiele analyse. Daarom worden balans, resultatenrekening en resultaatverwerking herwerkt tot basisschema's die een financiele analyse mogelijk maken.
1. HERWERKTE BALANS Doel: In de balans worden verschillende rubrieken opnieuw samengevoegd om de liquiditeitsen solvabiliteitsstructuur van het actief en passief van de onderneming beter tot uitdrukking te brengen. De balans is gebaseerd op de Vierde EEG Richtlijn: (voor herwerking) → De vaste activa omvatten die actief-elementen die duurzaam dienen voor de bedrijfsactiviteit. → Vorderingen > 1 jaar worden bij de vlottende activa gevoegd. → De balans houdt geen rekening met de structuur van het vreemd vermogen. Ze is volledig gebaseerd op de eigendomsstructuur (eigen vermogen, voorzieningen en uitgestelde belastingen en schulden). De herwerkte balans voor financiële analyse: → Langs de actiefzijde van de balans, wordt deze herwerkt vanuit liquiditeitsstandpunt (tegoeden of vorderingen opeisbaar binnen het jaar) , met name het onderscheid tussen wat realiseerbaar is binnen het jaar of niet. → Langs de passiefzijde van de balans, wordt deze herwerkt volgens de opeisbaarheid van de schulden, wat is eisbaar binnen bet jaar of niet. 1.1. Herwerking actief Er wordt een opsplitsing gemaakt tussen: • uitgebreide vaste activa • beperkte vlottende activa 1.1.1. Uitgebreide vaste activa (20/28 + 29) Uitgebreide vaste activa = Vaste Activa = I. Oprichtingskosten (20) II. IMVA (21) III. MVA (22/27) IV. FVA (28) + V. Vorderingen > 1 jaar (29)
1.1.2. Beperkte vlottende activa (30-58) De beperkte vlottende activa worden ingedeeld in realiseerbare en liquide middelen: Beperkte vlotende activa
1
= Realiseerbare activa
1.2. Herwerking van het passief Het passief wordt ingedeeld in: • • •
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering (3) VII. Vorderingen < I jaar (40/41) VIII. Geldbeleggingen (50/53) X. Overlopende rekeningen van het actief (490) + IX. liquide middelen (54/58)
Eigen Vermogen Vreemd Vermogen Lange Termijn Vreemd Vermogen Korte Temiijn
1.2.1 Eigen Vermogen (10/15) Eigen vermogen is identiek als in niet-herwerkte jaarrekening 1.2.2 Vreemd Vermogen Lange Termijn (16+17) Vreemd Vermogen Lange Termijn = VII. Voorzieningen voor risico's en kosten & uitgestelde belastingen (16) + VIII. Schulden op meer dan I jaar (17) Permanent Vermogen = EV + VVLT = 10/15 + 16+ 17 1.2.3. Vreemd Vermogen Korte Termijn (42/48 + 492/3) Vreemd Vermogen Korte Termijn = IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar (42/48) + X. Overlopende rekeningen (492/3) EV + VVLT + VVKT = Totaal Passief
2
De herwerkte balans heeft een eerste impressie van het belang van de verschillende rubrieken. In de herwerkte balans kunnen evoluties vastgesteld worden over de verschillende jaren. De eerste indrukken verkregen door het bestuderen van de herwerkte balans worden best aangevuld met de verticale en horizontale analyse van de balans (cfr. Infra). Om de opstelling en de bespreking van de actiefzijde van de balans in te oefenen, wordt nu een eenvoudige toepassing geillustreerd. VOORBEELD : BESPREKING HERWERKTE BALANS De onderneming, in dit voorbeeld, is een transport-onderneming. Hoe merk je dit in het actief van de balans en de herwerkte balans ? Welke structuur van het passief verwacht je, gegeven de structuur van het actief ? De belangrijkste posten van het Actief van de balans zijn het MVA, en de Vorderingen < dan 1 jaar. De betrokken onderneming heeft geen voorraden. Dit kan overeen komen met de karakteristieken van een transportonderneming. Deze ondernemingen hebben namelijk als voornaamste vaste activa, hun kantoorgebouwen en hun vrachtwagens. Gegeven deze structuur van het actief, verwachten we langs de passiefzijde dat het permanent vermogen het belangrijkste is. Lange termijn vastleggingen moeten gefinancieerd worden met lange termijn middelen.Ondanks het feit dat het permanent vermogen groter is dan de uitgebreide vaste activa, is dit geen garantie voor financiele gezondheid. Het valt op dat het VVLT heel hoog is in verhouding tot het eigen vermogen (zullen er geen terugbetalingsproblemen met betrekking tot de schulden zijn in de toekomst?).
3
Balans na herwerking
2. HERWERKTE RESULTATENREKENING Doel: Het herwerken van de resultaat rekening van een onderneming heeft als doel aan te duiden welke opbrengsten kasbewegingen met zich meebrengen en welke opbrengsten dit niet doen. Hiertoe wordt in de herwerkte resultatenrekening een onderscheid
4
gemaakt tussen bruto (alleen kaskosten en kasopbrengsten) en netto (alle opbrengsten en kosten).Op deze manier beantwoordt de herwerkte resultatenrekening zowel aan de wensen van de aandeelhouders als van de kredietverstrekkers. Daarnaast heeft het herwerken van de resultatenrekening tot doel het weergeven van de vier belangrijke categorieen van winst. • Bedrijfsresultaat : het resultaat dat dit boekjaar gerealiseerd werd met de bedrij fsactiva • Financieel resultaat: het resultaat dat dit boekjaar gerealiseerd werd met de financiele activa • Uitzonderlijk resultaat (geen normale bedrijfsactiviteit ofwel betrekking hebbende op vorige boekjaren) • Resultaatverwerking De opsplitsing is belangrijk om het terugkerend karakter van de resultaten te bepalen. Indien u twee ondernemingen beschouwt met dezelfde totale winst maar verschillende samenstelling (1 onderneming alleen bedrijfswinst en 1 onderneming alleen uitzonderlijk resultaat), dan ziet de toekomst er voor beide bedrijven totaal verschillend uit. Indien we aan de eerste doelstelling willen voldoen: de opsplitsing tussen geldstromen en winstbegrippen, is het noodzakelijk de opsplitsing tussen kasen accrualbegrippen te maken voor elk van deze deelcomponenten. Een laatste doel van de herwerkte resultatenrekening is de vergelijking tussen ondernemingen mogelijk maken, zonder rekening te moeten houden met de financiele structuur. Daartoe wordt het resultaat voor financiele kosten ook weergegeven. De herwerking van de resultatenrekening zal eerst gebeuren voor alle deelcomponenten. De eerste deelcomponent, die aan bod komt, is het bedrijfsresultaat. 2.1. Herwerking van het bedrijfsresultaat Welke zijn de noodzakelijke herwerkingen van het bedrijfsresultaat ? Wanneer er vertrokken wordt van het bedrijfsresultaat uit de jaarrekening, die dient voor neerlegging (70/64), dient eerst de uitsplitsing gemaakt te worden tussen het bruto - en nettobedrijfsresultaat. Het brutobedrijfsresultaat geeft de geldstromen weer terwijl de het nettobedrijfsresultaat de winst uit de gewone bedrijfsactiviteit aanduidt. Er wordt een uitsplitsing gemaakt door middel van de niet-kaskosten tussen het brutoen netto bedrijfsresultaat. Wanneer een onderscheid gemaakt wordt, tussen bruto en netto bedrijfsresultaat, is het nodig om aan to duiden welke opbrengsten en kosten binnen een redelijke termijn een kasbeweging meebrengen. Het is onmiddellijk duidelijk dat II D (afschrijvingen, waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriele vaste activa en materiele vaste activa) en II E ( waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen) en II F (voorzieningen voor risico's en kosten) geen kasbewegingen met zich mee brengen. Bovendien zijn kapitaalsubsidies een vermindering van de investeringslasten en worden ze bijgevolg als een vermindering van de niet-kaskost gezien. Deze niet-kaskost wordt toegerekend aan het resultaat via de rekening 9125 in resultaat genomen kapitaalsubsidies, die behoort tot de rubriek IVC: "Andere financiele opbrengsten".
5
Eenmaal het brutobedrijfsresultaat bepaald is, is het binnen het brutobedrijfsresultaat belangrijk om de toegevoegde waarde tot uiting te brengen, immers waardecreatie is een absolute noodzaak voor het overleven van de onderneming. De bruto toegevoegde waarde geeft het inkomen weer dat onder de verschillende belangenpartijen kan verdeeld worden: het personeel, de aandeelhouders, de schuldeisers, de overheid. De toegevoegde waarde is de waarde, die toegevoegd wordt aan de aangekochte goederen en diensten.
6
2.2. Herwerking van het financieel resultaat Welke zijn de noodzakelijke herwerkingen van het financieel resultaat? Het is bij de herwerking van het financieel resultaat belangrijk te weten dat het financieel resultaat alle opbrengsten en kosten ten gevolge van fnanciele transacties moet bevatten, dus ook deze met betrekking tot de financiele vaste activa. Anderzijds, moeten de fnanciele kosten (650+653-9126) geelimineerd worden aangezien een van de hoofddoelstellingen van de herwerkte resultatenrekening is het vergelijken van de resultaten van ondernemingen met verschillende fnanciele structuur. Tenslotte, worden de in resultaat genomen kapitaalsubsidies (9125) geelimineerd als financiele opbrengst aangezien ze als een vermindering van kosten (afschrijvingen ) worden gezien en al in beschouwing zijn genomen bij de herwerking van het bedrijfsresultaat.
Net zoals bij het bedrijfsresultaat moet bij het financieel resultaat een onderscheid gemaakt worden tussen het bruto financieel en netto financieel resultaat op basis van de niet-kaskosten en neiet-kasopbrengsten. De niet-kaskosten en opbrengsten zijn :de voorzieningen met financieel karakter (IVC andere financiele opbrengsten, de
7
waardeverminderingen op FVA (VIIIB) en de terugnemingen van waardeverminderingen op FVA (VIIB) en waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder IIE (VB). 2.3. Herwerking van het uitzonderlijk resultaat De laatste component van het totaal resultaat is het uitzonderlijk resultaat. Dit is een rest categorie en geeft de resultaten weer , die noch aan het bedrijfs- noch aan het fmancieel resultaat kunnen toegewezen.
Welke herwerkingen van het uitzonderlijk resultaat zijn noodzakelijk? Bij de herwerking van het uitzondelijk resultaat, moet voor oog gehouden worden dat naast opbrengsten en kosten met uitzonderlijk karakter, de kosten en opbrengsten uit de vorige boekjaren moeten opgenomen worden, zoals additionele belastingssupplementen en winsten toegerekend aan het boekjaar in het kader van de uitgestelde belastingen. Dit leidt ertoe dat de de regulariseringen van belastingen en terugnemingen van voorzieningen voor belastingen (rekening 77) en de onttrekkingen en overboekingen (rekeningen 680 en 780) moeten in overweging genomen worden bij de berekening van het uitzonderlijk resultaat. Net zoals bij het bedrijfs- en financieel resultaat, gebeurt de opsplitsing tussen bruto en netto uitzonderlijk resultaat. Let hier bij op dat de een minderwaarde op der realisatie van vaste activa (VIIIC) een niet-kaskost is en een meerwaarde op de realisatie van vaste activa (VIID) een kasinkomst is. Verdere nietkaskosten en niet-kasopbrengsten zijn: de uitzonderlijke afschrijvingen(VIIIA), Voorzieningen met uitzonderlijk karakter (VIIIC), Terugnemingen van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten (VIIC), de overboekingen naar uitgestelde belastingen (IXBis) en de onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen ( IXBis).
8
2.4. Herwerking totaal resultaat Na de herwerking van de drie deelresultaten kan het totaal resultaat zowel op bruto als op nettobasis bepaald worden. Het bruto totaal resultaat geeft de totale nettokasstroom weer gerealiseerd door het totaal van de activiteiten. Dit is in feite de totale geldstroom, die kan gebruikt worden voor de investeringen, betaling interesten en aflossing van schulden. Het is duidelijk dat bij een gezonde onderneming het bruto totaal resultaat altijd groter moet zijn dan nul. Het netto totaal resultaat is een accrual begrip en is vooral belangrijk wanneer men op winstbasis ondernemingen met een verschillende financiele structuur wil vergelijken. Wanneer de financiele kosten worden afgetrokken wordt de winst van het boekjaar voor belastingen bekomen. Tenslotte, leidt het in overweging nemen van de belastingen tot de winst van boekjaar na belastingen (70/67).
9
2.5. Herwerking resultaatverwerking Doel: Het herwerken van de resultaatverwerking heeft tot doel vast te stellen wat we ter beschikking hebben om te verdelen. Dit is duidelijk het te bestemmen resultaat. We zullen een onderscheid maken tussen het te verwerken totaal enerzijds en de uiteindelijke besteding anderzijds: • reservering • over te dragen resultaat • tussenkomst van de vennoten in het verlies • winstuitkering
10
2.6. Voorbeeld: een bespreking van de herwerkte resultatenrekening tussen 2 ondernemingen Wanneer de resultaten van de onderneming 1 en onderneming 2 vergeleken worden, zouden we kunnen stellen dat beide ondernemingen even goed presteren. Immers, de winst van het boekjaar na belastingen bedraagt 100.000. Echter dit is een slechte vergelijkingsbasis voor ondernemingen met verschillende financiele structuur. Wanneer de winst van het boekjaar bekeken wordt voor financiele kosten, stellen we vast dat onderneming 2 het al duidelijk slechter doet dan onderneming 2. Zoals blijkt uit de resultaten is het nettoresultaat 172000 frank voor onderneming 2 en 185750 voor onderneming 1. De reden voor het minder resultant van onderneming 2 is het bedrag van de afschrijvingen, immers het brutoresultaat is voor beide ondernemingen 250.000 frank. Hier ophouden met de analyse zou verkeerd zijn. Dit zou tot de foute veronderstelling kunnen leiden dat omdat het saldo van de van de kasinkomsten hetzelfde is voor beiden. Het is ook belangrijk om te kijken naar de samenstelling van het bruto totaal resultaat en dan is het onmiddelijk duidelijk dat onderneming 2 het resultaat hoofdzakelijk heeft behaald door de uitzonderlijke activiteiten terwijl onderneming 1 de grootste opbrengsten realiseert door middel van de bedrijfsopbrengsten. Het terugkerend karakter van de winst van onderneming 2 is dus zeker niet gegarandeerd! Deze beperkte oefening leert dat er zeer voorzichtig moet omgesprongen worden met zich te fixeren op winst.
11
12
2.7. Besluit Tot slot nog een korte samenvatting met betrekking tot het doorvoeren van de correcties aan de balans en resultatenrekening om deze bruikbaar te maken voor financiele analyse. HERWERKTE BALANS: • actiefzijde: realiseerbaar birmen het jaar • passiefzijde: eisbaarheid van de bronnen van vermogen (eigen vermogen, vreemd vermogen korte termijn, vreemd vermogen lange termijn) HERWERKTE RESULTATENREKENING: • Winst (aandeelhouders) • Geldstromen (schuldeisers) • Abstractie maken van de financiele structuur
1) Herwerking van bedrijfsresultaat = alle kosten en opbrengsten verbonden aan de bedrijfsactiviteit • Toegevoegde waarde berekenen • Bedrijfssubsidies in mindering van de kosten • In resultaat genomen kapitaalsubsidies in mindering van de afschrijvingslasten 2) Herwerking van financieel resultaat = alle kosten en opbrengsten gerelateerd tot de financiele beleggingen • alle financiele opbrengsten exclusief 9125 in resultaat genomen kapitaalsubsidies (bedrijfsopbrengst) 9126 interestsubsidies (vermindering van financiele kosten) • financiele kosten eliminatie van 650, 653 (financiele kosten) toevoegen van 661 en 761 Waardeverminderingen (terugnemingen) op FVA (uitz. kost => fin. kost) 3) Herwerking van uitzonderlijk resultaat • Invoering van belastingen die betrekking hebben op de vorige boekjaren 77 Regulariseringen van belastingen 680 Overboekingen naar uitgestelde belastingen 780 Onttrekkingen aan uitgestelde belastingen • eliminatie van de rekeningen met betrekking tot de financiële vaste activa
13