DE KOSTERSTEEI{
DE KOSTERSTEEN Nummer 88
April 2004
De Prins Alexander-Stichting Een blindeninrichting voor zeer jonge kinderen
Bert Lever
In het huis Midden-Eng, dat van 1855 tot 1945 aan de Heelsumseweg stond, was van 1880 tot 1911 een blindeninstituut voor kinderen gevestigd (over het huis zelf wordt elders in deze Kostersteen bericht door Piet Smit). Over de geschiedenis van dit instituut verscheen precies honderd jaar geleden een uitvoerig artikel in het boek Het blindenwezen in en buiten Nederland1. Het werd geschreven door de heer H.J. Lenderink2 die destijds directeur van het Instituut tot Onderwijs van Blinden te Amsterdam was. Het artikel beschrijft de (voor)geschiedenis van het Instituut vanzelfsprekend niet verder dan tot 1904. Nadien zou het nog zeven jaar in Bennekom gehuisvest blijven. In 1911 verhuisde het naar een grotere behuizing in Huis ter Heide bij Zeist.3 De tekst van het artikel is zo leuk, dat die hieronder integraal volgt, met enkele van de bijbehorende afbeeldingen.4 Interessant is ook de toevoeging aan het artikel van een 'handleiding' voor wat je moet doen om een kind op het Instituut geplaatst te krijgen. Waar nodig is de tekst van noten voorzien. Hieronder dan de tekst van H.J. Lenderink. De Prins Alexander-Stichting te Bennekom dankt, evenals het Instituut tot Onderwijs van Blinden te Amsterdam, haar ontstaan aan de Broederschap der Vrijmetselaren; maar evenals de stichters van laatstgenoemde inrichting hare ontwikkeling en volmaking aan den weldadigheidszin van het publiek hebben overge-
laten, zonder nochtans de zorg voor haar welzijn te verwaarloozen, zoo hebben ook de vaders-stichters haar lot in de handen van alle weldenkenden gelegd, bij ervaring wetende, hoe wèl het daar bewaard is en hoe gelukkig en degelijk hunne scheppende gedachte door de particuliere weldadigheid ontwikkeld en tot
Drukkerij Modern te Bennekom
1
volle rijpheid gebracht wordt. Hare geschiedenis is kortelijk deze. In den nazomer van 1878 vierde de Amsterdamsche loge 'La Bien Aimée'5 een huiselijk feest dat door de tegenwoordigheid van vele dames van leden werd opgeluisterd. Bij die gelegenheid werd de wensch geuit om eens weder een teeken van krachtige werkzaamheid te geven en op overtuigende wijze te toonen, hoe de broederschap niets anders dan waarachtige humaniteit en de bevordering van het welzijn harer natuurgenooten en vooral van de hulpbehoevenden onder dezen beoogt. Onder allerlei plannen, welke besproken en overwogen werden, maar waarvan de meeste voor uitvoering minder geschikt werden geacht vond dat van den voorzittenden Meester Mr. S.J. COHEN6 grooten bijval, n.l. om gevolg te geven aan enkele bepaald uitgedrukten wensch van het Internationale Congres tot verbetering van het lot der blinden, in dat jaar te Parijs gehouden en aan de bestaande inrichtingen tot opleiding en onderwijs van blinden voorscholen (écoles préparatoires, Verschuilen) toe te voegen, waar jeugdige blinden van iedere geloofsbelijdenis, bij het genot van ene gezonde en versterkende lucht en drogen grond, onder vrouwelijke leiding voorbereid worden voor het eigenaardige onderwijs, dat hun toestand verdicht. Dat aan eene dergelijke inrichting ook in Nederland behoefte bestond, zal door niemand ontkend worden, die eenigszins met den toestand van jeugdige blinden vertrouwd is en over hunne eigenaardige behoeften, over de bijzondere zorg, welke zij vereischen, heeft nagedacht. Niet
2
vóór het zesde jaar kan het kind geplaatst worden op het Instituut te Amsterdam. Algemeen vond dan ook het denkbeeld van Mr. S.J. COHEN onverdeelde sympathie en er werd eene commissie benoemd, om tot verwezenlijking daarvan bepaalde, voorstellen te doen. Deze commissie bracht een uitvoerig rapport uit; zij bleef een jaar werkzaam, doch door verschil van opvatting in haar midden, meende zij haar mandaat te moeten nederleggen en de verwezenlijking zou hoogstwaarschijnlijk tot de vrome wenschen zijn blijven behooren, wanneer niet eenige leden van de reeds genoemde Loge toevalligerwijze van den aangekondigden verkoop hoorende van de villa "Midden-Eng" onder Bennekom, gemeend hadden de uitvoering in de hand te werken, door deze voor eigen rekening aan te koopen, nadat zij zich overtuigd hadden, dat de woning met bijbehoorenden tuin en daaraan onmiddellijk grenzende wandelwegen voor het doel alleszins geschikt konden worden geacht. Dit geschiedde en den wakkeren mannen, die dezen doortastende maatregel namen komt daarvoor den dank van allen toe, die in deze nuttige inrichting belang stellen. Hunne namen worden daarom dan ook met erkentenis vermeld. Het zijn de heeren: A. BANTING, S.J. COHEN, L.D. DRIBBELAAR, J.G. HART, J.H. RIEDE, L.P. VAN SON7 en J.A. ZAAL.8 Hunne werkzaamheden waren daarmede evenwel niet afgelopen; integendeel, het was slechts het begin van een veelomvattenden arbeid, waaraan de heer J.A. ZAAL, als secretaris, een zeer gewichtig aandeel
Afb. 1 De Prins Alexanderstichting vóór de verbouwing
nam, totdat eene ernstige ongesteldheid hem het verder voortzetten daarvan belette, waarna de heer L.P. VAN SON, voorzitter der Commissie van Oprichting, de eigenlijke ziel van het gezelschap werd, waarin ieder zijn goeden wil en kostbaren tijd ten beste gaf voor de voorbereidende werkzaamheden. De koopsom van fl 6500,- met inbegrip van verbouwing en doelmatige inrichting van het geheel, besloot de commissie door rentelooze aandeelen van fl 100.ieder, te vinden, en zij begon al dadelijk met zelf voor een aanzienlijk bedrag daarin deel te nemen, waarna het geheel weldra met behulp van eenige weldenkende menschenvrienden was bijeengebracht, terwijl door middel van circulai-
res de algemeene belangstelling werd ingeroepen. Deze liet zich niet onbetuigd en spoedig was een niet onbelangrijke som aan jaarlijksche bijdragen bijeengebracht, waardoor de geheele zaak haar volkomen beslag verkreeg. Statuten werden ontworpen, goedgekeurd en Koninklijk bekrachtigd, nadat men van Z.K.H. PRINS ALEXANDER, Kroonprins der Nederlanden,9 de vergunning bekomen had aan de nieuwe stichting Hoogstdeszelfs naam te verbinden en haar "Prins Alexander-Stichting" te mogen noemen, welke vorstelijke naam weldra den gevel van het vriendelijke gebouw versierde De aanvankelijke eigenaren gaven nu het eigendomsrecht tegen den oorspronkelij-
3
ken zeer billijken koopprijs aan de nieuwe vereeniging over en deze vond zooveel medewerking op haar streven bij alle godsdienstige gezindheden en onder allerlei standen, dat zij gerust de zorg voor tien kinderen op zich zouden durven nemen, wanneer er zooveel waren voor wie men hulp mocht inroepen. Uit de verschillende groote en kleinere steden in ons land sloten zich invloedrijke mannen volijverig bij hen aan, om als correspondenten optredende, leden te werven en jaarlijksche bijdragen van weldenkenden te verzamelen en zij slaagden naar wensch, vooral in de residentie, waar de ijverige pogingen van den heer G.D. BIRNIE10 met een zeer gunstigen uitslag bekroond werden en de vereeniging bovendien een krachtigen steun vond in het "Groot-Oosten",11 welker leden haar een flinke som als jaarlijksche bijdrage toezegden, zodat zij de toekomst rustig tegemoet kon gaan en de veronderstelling niet gewaagd scheen, dat de "Prins Alexander-Stichting" door financieele ongelegenheden in hare ontwikkeling niet zou belemmerd worden. Het bestuur van het Instituut tot onderwijs van Blinden te Amsterdam toonde zich volgaarne bereid de zaak door een gewenschte medewerking zijnerzijds krachtig te steunen, ofschoon het zich niet verbinden kon onvoorwaardelijk alle kweekelingen van Bennekom op te nemen die daarvoor geschikt geacht werden, daar het aantal open plaatsen altijd zeer beperkt is. Voorts was de commissie zoo gelukkig in mejuffrouw M.C. VERNY12 een directrice te vinden, die voor deze betrekking alle
4
vereischte, hoedanigheden bezat. Zij werd in haar moeielijke en veel omvattende taak met veel toewijding ter zijde gestaan door de assistente, mejuffrouw C. HARTMAN. Toen zij aldus genoegzaam voorbereid, het gebouw en den inventaris daarvan in behoorlijke orde gebracht en alles voor de ingebruikstelling gereed gemaakt had, meende de commissie haar taak volbracht te hebben en achtte zij het in het belang der nieuwe inrichting, dat het bestuur daarover in handen mocht overgaan van degenen, die door aandeelhouders en leden op een algemeene vergadering daartoe zouden verkozen worden. Bedoelde vergadering had plaats in het "Odéon" te Amsterdam op Maandag 20 Mei 1880, en daarin werden voor de eerste maal tot bestuurderen benoemd de heeren: Prof. W.M. GUNNING,13 F.J.W.H. SCHMITZ,14 Jhr. A.W. VAN BORSSELE15, A.C. WERTHEIM16 en VAN SON, die zich deze benoeming lieten welgevallen en de werkzaamheden onderling regelden en
Afb. 2. In de tuin.
Afb. 3 De Prins Alexander-Stichting na de verbouwing.
wel zoodanig, dat de heer Prof. W.M. GUNNING tot Voorzitter, de heer F.J.W.H. SCHMITZ tot Penningmeester en de heer L.P. VAN SON tot Secretaris werden aangewezen, terwijl aan laatstgenoemde, Jhr. A.W. VAN BORSSELE, den Burgemeester van Ede c. a., waartoe ook Bennekom behoort, het dagelijksch toezicht over de Inrichting werd opgedragen en het bestuur, van zijn recht tot assumptie gebruik makende, den heer J.H. MEIJ17 ER, directeur van het Blinden-Instituut, uitnoodigde zich bij hen aan te sluiten, die gaarne daartoe bereid werd gevonden, doch alleen als adviseerend lid. Zoo kon dan tot opening der Inrichting worden overgegaan, hetwelk den 30sten November 1880 geschiedde in tegenwoordigheid van de autoriteiten en aan-
zienlijke ingezetenen van Bennekom en van vele belangstellenden uit den omtrek en uit verschillende plaatsen des vaderlands, die in het sierlijk getooide dorp waren bijeengekomen, om van hunne ingenomenheid met den aanvankelijk zoo hoogst gelukkigen uitslag van de vele zorgen en bemoeiïngen te doen blijken. Het getal verpleegden nam intusschen weldra toe. Een paar kweekelingen, reeds op het Instituut te Amsterdam geplaatst, maar voor wie een tijdelijk verblijf in de gezonde en versterkende buitenlucht hoogst wenschelijk werd geacht, kwamen weldra het getal vermeerderen en van elders deed men voor anderen aanzoek om plaatsing, zoodat het getal spoedig zoo groot beloofde te worden, dat de beschikbare ruimte te klein zou blijken te
5
zijn, en het personeel, zoowel als de localiteit dringend behoefte aan uitbreiding kreeg. Dit was wel een verblijdend teeken, maar tevens een onderwerp van ernstig nadenken en gedurige bespreking voor het bestuur. Het gebouw bleek namelijk voor uitbouwing zeer geschikt en vatbaar te zijn. Een welwillend eigenaar aan de Inrichting belendende, had reeds een stuk aangrenzend terrein in bruikleen afgestaan, waardoor de tuin en de oprit vóór het gebouw aanmerkelijk konden vergroot en verfraaid worden. De beide zijvleugels werden opgetrokken en allerlei zeer gewenschte veranderingen en noodzakelijke inwendige verbeteringen aangebracht De eigenaar van het belendende terrein, de heer Mr. F.C.W. KO18 te Wageningen, bood later den KER grond, die aanvankelijk was afgestaan, aan de Inrichting ten geschenke aan, en gaf daardoor een alleraangenaamst bewijs van belangstelling en tevens van belangeloosheid, daar het bestuur hoogen prijs stelde op dit bezit en begreep dat het in het belang der Alexander-Stichting was, vooral dit stuk grond in eigendom te bezitten. Zij is thans ingericht om 25 blinde kinderen te huisvesten, te voeden, te leiden, te ontwikkelen en voorbereidend onderwijs te doen genieten. Naar rang, stand, naar geloofsbelijdenis of godsdienstige gezindheid wordt niet gevraagd, iedere nieuwe verpleegde is welkom als er plaats is. Den 30sten November 1903 heeft de Prins Alexander-Stichting onafgebroken 23 jaar lang haar zegen aan een groot
6
aantal blinde kinderen deelachtig doen worden. Menigmaal beleefde zij moeilijke tijden, o.a. toen in 1901 het aantal kleinen tot op een 4-tal was teruggebracht. Het bestuur evenwel wanhoopte niet en zag de moeite, die het zich gegeven had, door HH. doctoren in Nederland bij circulaire te verzoeken blinde kinderen, die voor opname in de Inrichting in de termen vielen, op te sporen, beloond; thans worden er een twaalftal kinderen gehuisvest. Mejuffrouw M.C. VERNY, die van de oprichting af hare beste krachten wijdde aan den bloei der Instelling, werd op 1 October 1903 vervangen door de verdienstelijke eerste onderwijzeres van het Blinden-Instituut te Amsterdam, mejuffrouw G.H. VAN DORSTEN19, die op de beide volgende afbeeldingen zich bezighoudt met het spelen der kinderen en met het onderwijs geven in lezen, Fröbeln, enz. Als mijn persoonlijke overtuiging ten opzichte van het recht van bestaan dier heilrijke Instelling, vat ik deze te zamen in de volgende bewoordingen: "Bestond zij niet, zoo behoorde ze ten spoedigste opgericht te worden." Het tegenwoordige bestuur bestaat uit de volgende heeren: TH. ROMSWINCKEL20, Eerelid, Prof. Dr. W.M. GUNNING, Voorzitter, A.W. BECKERINGH,21 Secretaris, JOAN H. SCHMITZ22, Penningmeester, J.A. VAN KETEL, JOH.G. WERTHEIM,23 Mr. A.C. VAN DAALEN24 en C.A. LAGAAY. _______________
Afb. 4. Onderwijsprogramma van de Prins Alexander Stichting (uit het Jaarverslag 1898).
Wat men in acht moet nemen voor de plaatsing van een kind op de Prins Alexander-Stichting te Bennekom. Wie een kind op de Prins AlexanderStichting wil geplaatst zien, doe daarvan mededeeling aan den bestuurder-secretaris, den heer A.W. BECKERINGH, Weteringschans 132 Amsterdam, met duidelijke opgave, van: a) den naam van het kind; b) den juisten leeftijd; e) den gezondheidstoestand. De jaarlijksche bijdrage, welke voor de plaatsing geëischt wordt is gemiddeld fl 300,- terwijl natuurlijk voor het kleeren-uitzet moet gezorgd worden, waarvan de kosten op fl 60 worden geraamd, doch welke men ook te Bennekom zeer goed en degelijk kan doen vervaardigen onder toezicht van de directrice, die de kwitanties daarvan overlegt. Voor armbesturen en in bijzondere gevallen kan de jaarlijk-
sche bijdrage tot fl 100 verminderd worden. Op elke aanvraag volgt de toezending van een gedrukt formulier bevattende: a) Geneeskundige vragen, door een bevoegd geneesheer te beantwoorden. b) Eene lijst van de benoodigde kleedingstukken. c) Eene verbintenis, door ouders of belanghebbenden in te vullen. Na het terugontvangen dezer stukken kan over de opneming onderhandeld worden, welke te allen tijde kan plaats hebben. Bij de plaatsing wordt voor ieder kind vereischt: a) een extract uit het geboorte-register, b) een verhuisbiljet, c) een vaccinatie-bewijs, d) eene verklaring dat in het gezin, waarvan de blinde in den laatsten tijd deel uitmaakte, of in den omtrek daarvan geene besmettelijke ziekten heerschten. Deze verklaring moet door een bevoegd ge-
7
neeskundige, afgegeven en onderteekend worden. Jaarlijks, gedurende de maand Augustus, krijgen alle kweekelingen vacantie. Zij kunnen de vacantie niet in de inrichting doorbrengen en moeten die bij hunne ouders of betrekkingen slijten, die hen daartoe van de "Prins Alexander-Stichting" afhalen en hen, op den daarvoor bepaalden dag, aldáár terug moeten laten geleiden of zelf brengen. Zooveel mogelijk tracht het bestuur den behoeftigen onder hen, bij gelegenheid der vacantie, vrije reiskosten te bezorgen, zoomede hun geleiders. Geleiders, alleen
reizende, kunnen echter nimmer vrijkaarten bekomen. In de vacantie moet tevens gezorgd worden voor de herstelling en de aanvulling der kleedingstukken. Voor verdere inlichtingen wordt men verzocht zich te wenden tot den bestuurder-secretaris voornoemd of tot de directrice, mejuffrouw G.H. VAN DORSTEN te Bennekom. Wanneer alle mogelijke gelegenheid voor financiële hulp mocht ontbreken, wende men zich tot het bestuur der Vereeniging tot verbetering van het lot der blinden, algemeen secretaris, de heer H.J. LENDERINK, directeur van het Instituut tot Onderwijs van Blinden Amsterdam.
Afb. 5 Leerlingen in het schoollokaal
Noten 1. H.J. Lenderink, 1904. Het blindenwezen in en buiten Nederland. W. Gosler & Co., Amsterdam. 2. Hendrik Jacob Lenderink (1846-1922) was aanvankelijk leraar aan een gymna-
8
sium te Winschoten en later te Delft. Vanaf 1892 was hij directeur van het Instituut tot Onderwijs van Blinden aan de Vossiusstraat in Amsterdam. (fotocoll. CBG en Wie is dat 1902).
3. De verhuizing stond onder leiding van de arts F.L. Arentz. Thans maakt de Prins Alexander Stichting deel uit van Visio, dat zelf weer deel uitmaakt van Visio Het Loo Erf, Landelijke Stichting Blinden en Slechtzienden. 4. In de Mededelingen 'Oud-Bennekom' 33 (1978): 5-8, werd eerder over de Prins Alexander-Stichting bericht door mevrouw M. Post-Bakker. 5. 'La Bien Aimée' is de oudste Amsterdamse vrijmetselaarsloge. De geschiedenis van deze loge gaat terug tot 1735. 6. Mr. S.J. Cohen (ca. 1823-1892) was advocaat en procureur te Amsterdam (coll. fam.adv. en coll. fam. drukw. CBG). 7. Levinus Pieter van Son (1815-1896) was apotheker en drogist, aanvankelijk woonde hij in Den Haag, later in Amsterdam (H.J.A. van Son, z.j. Geschiedenis en genealogie van het geslacht Van Son, deel III). 8. Johan Adriaan Zaal (1838-1913) was kapitein der mariniers en o.m. raadslid in Nieuweramstel en Wageningen. Later woonde hij in Amsterdam. (Nederland's Patriciaat 2). 9. Prins Willem Alexander Karel Hendrik Frederik (1851-1884) was de derde zoon van Koning Willem III. Aangezien zijn oudere broers op het moment van de stichting van het blindeninstituut al overleden waren, was hij op dat moment kroonprins. Omdat hij eerder overleed dan zijn vader († 1990), is hij nooit koning geworden. 10. Het gaat hierbij naar alle waarschijnlijkheid om Gerhard David Birnie (18731916) die mede-eigenaar was van de Landbouw Maatschappij 'Oud-Djember'
(tabak) en directeur van diverse cultuurmaatschappijen in Nederlandsch-Indië. 11. De 'Orde van vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden' is het landelijke samenwerkingsverband van vrijmetselaarsloges in Nederland. 12. Maria Catharina Verny werd op 8 februari 1845 in Amsterdam geboren, zij overleed op 73-jarige leeftijd op 13 mei 1918 te Schagen (coll. fam. adv. CBG/Bev. Schagen). Zij was in 1910 vanuit Amsterdam naar Schagen verhuisd, waar zij aanvankelijk bij twee van haar (oudere) zusters woonde. Naar haar is de Vernylaan genoemd. 13. Prof. dr. Willem Marius Gunning (1834-1912) was hoogleraar oogheelkunde aan de Gemeenteuniversiteit van Amsterdam en directeur van de Inrichting voor Ooglijders aldaar. Zie NP 50. 14. Ferdinandus Josephus Wilhelmus Hermanus Schmitz († 1893) was o.m. lid der Provinciale Staten van NoordHolland (coll. fam. adv. CBG). 15. Jhr. Antoon Willem van Borssele (1857-1903), was behalve burgemeester van Ede (1860-1896) ook lid van de Provinciale Staten van Gelderland (1864-†) en lid van de Tweede Kamer der StatenGeneraal (1894-1897). 16. Abraham Carel Wertheim (18321897) was lid van de firma Wertheim & Gomperts, commisionairs in effecten te Amsterdam. Daarnaast bekleedde hij tientallen nevenfuncties, waaronder ook binnen het blindenwezen. Van 1867-1887 was hij lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland en van 1886 tot zijn dood lid van Eerste Kamer. Zie NP 72. 17. Johan Hendrik Meijer (1831-1892). Meijer was aanvankelijk docent moderne talen aan diverse scholen, waaronder het
9
Koninklijk Atheneum te Maastricht en het Gymnasium en de Hogere Burgerschool te Deventer. Vanaf 1875 was hij directeur van het Blindeninstituut te Amsterdam. (fotocoll. CBG). 18. Mr Francois Constantinus Willem Koker (1833-1895) was in die tijd kantonrechter te Wageningen. 19. G.H. (Bertha) van Dorsten verhuisde in 1911 met de Prins Alexander-stichting mee naar Huis ter Heide. Zij overleed op 11 februari 1936 te Bilthoven. 20. Het gaat naar alle waarschijnlijkheid om Thomas Romswinckel (1833-1916). Deze diende in het Nederlandsch-Indisch leger (was daarbij o.m. artilleriecommandant in Atjeh) en was directeur van de Telogo-Redjo Cultuurmaatschappij. Hij woonde in Den Haag. (Wie is dat 1902 en fotocoll. CBG). 21. A.W. Beckeringh ( 1901). Philantroop en humanist (fotocoll. CBG). 22. Joan H. Schmitz (ca. 1853-1918) was firmant van de firma Wijnand Fockink en kolonel bij de Amsterdamse dienstdoen-
de schutterij. Daarnaast bekleedde hij tal van nevenfuncties (fotocoll. CBG). Joan trad als penningmeester in de voetsporen van zijn vader, F.J.W.H. Schmitz. 23. Johannes Gustaaf Wertheim (18601939) was een zoon van Abraham Carel. Ook hij was lid van de firma Wertheim & Gomperts, bankiers te Amsterdam. Hij bekleedde een aantal nevenfuncties waaronder die van lid van de raad van beheer van de Stadsschouwburg te Amsterdam. Zie NP 72. 24. Mr. dr. Albertus Christiaan van Daalen (1853-1939) bewoonde 'Huize Dorpzicht' aan het einde van de Dorpsstraat, daar waar zich nu het Bart van Elstplantsoen bevindt. Aanvankelijk woonde en werkte hij in Arnhem. In 1890 verhuisde hij naar Bennekom. Hij was heemraad, later dijkgraaf van het polderdistrict Wageningen-Bennekom en voorzitter van de 'collegiën der Exonereerende landen'. In 1899 richtte hij de VVV te Bennekom op; in 1912 met anderen de Openbare Leeszaal.
Het huis “Midden-Eng” te Bennekom Piet Smit De geschiedenis van een huis dat niet meer bestaat laat zich slechts bij benadering beschrijven, enerzijds met behulp van gegevens van het kadaster, en anderzijds uit mondelinge en schriftelijke overlevering betreffende de activiteiten rond zo’n huis. Gegevens over het pand genaamd “Midden-Eng” zijn te vinden in het gemeentearchief van Ede.
10
Afb.1 De positie van ‘Middeneng’. Detail van minuutplan Bennekon ca 1930 Links-boven het voormalige hotel Groenewoud
Aangezien in de oorlogswinter 1944-’45 het huis door oorlogshandelingen is verwoest en na de oorlog gesloopt, zijn er thans nog maar weinigen die van het bestaan uit eigen waarneming kunnen getuigen. Voor de wetenswaardigheden van dit huis moeten wij gebruik maken van voornamelijk schriftelijke bronnen, zoals bijvoorbeeld artikelen over het blindeninstituut te Bennekom1. Hierna volgt een poging tot beschrijving van het gebouw en de functies die het heeft gehad. Zoals gezegd, het huis is niet meer aanwezig, maar waar is dan het terrein waarop het gelegen was? Op kaarten van vóór de tweede wereldoorlog vinden we de ligging: juist op de grens van Bennekom en Wageningen, langs de Heelsumseweg
op de hoek van de Hullenbergweg en schuin tegenover het huis “Zuider-Eng (zie afb. 1). Thans staan daar enkele bungalows. Op de kadastrale kaart van 1832 wordt dit terrein teruggevonden in een groter geheel, gelegen aan beide zijden van de Heelsumseweg, groot ca. 83.000m² en beplant met dennen. Het geheel behoort dan toe aan W. baron van Lynden van Hemmen, woonachtig te Hemmen. Van een bouwsel is dan nog geen sprake. Rond 1855 wordt voor het eerst melding gemaakt van een huis dat door de gepensioneerde officier van gezondheid W. Nieuwenhuizen wordt geëxploiteerd als badinrichting, waar onder anderen reumapatiënten dennennaaldenbaden kun-
11
Afb. 2 Vacantie-kolonie Middeneng
nen nemen ter verlichting van hun kwalen. Het geneeskrachtige extract uit dennennaalden wordt geleverd door de in die tijd bestaande boswolfabriek gelegen aan de Grindweg naar Wageningen (de huidige Bovenweg)2 Deze fabriek heeft slechts enkele jaren gewerkt en het kuuroord heeft wellicht daardoor maar gedurende enkele jaren kunnen functioneren. In 1858 gaat het geheel over in handen van de overbuurman Cornelis Dros, een fabrikant uit Leiden en de vader van de in Bennekom meer bekende Hendrik Willem Dros, bouwer en bewoner van de buitenplaatsen “Erica” en “Calluna”3
12
Vader Dros bezat een vakantiehuis op het terrein van het huidige “Zuider-Eng”. Het huis “Midden-Eng “ zal toen van een bescheiden omvang zijn geweest gezien de belastingaanslag uit de periode 18601870. Daarna wordt een aanzienlijke uitbreiding aan het geheel gegeven en in die grotere staat wordt het einde jaren zeventig van de 19de eeuw aangekocht door de apotheker A.P. van Son te Amsterdam in consortium met de heren J.G. Hart en A. Banting, beiden kooplieden te Amsterdam. Kort daarna vond de overdracht plaats aan de Prins Alexander Stichting en kan het Blindeninstituut gebruik ma-
ken van de verbouwde behuizing. Het terrein strekt zich dan uit tot over de grens met Wageningen zoals op het kaartje is aangegeven. Het totale oppervlak bedraagt ruim 3000 m². In 1911 verlaat het blindeninstituut Bennekom en wordt het huis allereerst overgenomen door een organisatie genaamd de N.V. Maatschappij tot inrichting en exploitatie van buitenverblijven ten behoeve van leden van de vereniging “Eigen Hulp” te Amsterdam. Op bijgaande afbeelding staat het huis als vakantiekolonie vermeld. Daarna komt het in handen van particulieren en wordt het verhuurd. Dan blijkt pas dat de verbouwingen in de loop der jaren hebben geleid tot een grote behuizing, want de belastingaanslag ligt op een aanzienlijke hoogte. Ten tijde van de functie als blindeninstituut was het geheel onbelast! Gedurende de mobilisatietijd van 19141918 waren er militairen in “MiddenEng” ingekwartierd . In de periode tussen
de twee wereldoorlogen (1920-1940) hebben er verschillende families gewoond zoals een familie Meyer en een familie Haak. Verscheidene generaties van de familie Haak hebben er kortere of langere tijd vertoefd. Een in de omgeving van Wageningen en Bennekom bekend lid van de familie was Johannes Joseph Haak (1890-1977), die onder de naam Johan Haak als kunstschilder, tekenaar en houtsnijder algemene bekendheid genoot. Veel van zijn kunstwerken zijn bij particulieren terecht gekomen. In de laatste oorlogswinter 1944-’45 is het huis door oorlogshandelingen verwoest. Een luchtfoto daterend van september 1944 toont de bebouwing nog intact4 . Kort daarna zal het huis tenonder zijn gegaan, zoals ook andere gebouwen langs de Heelsumseweg in december 1944 zijn verbrand, waaronder het hotel “Groenewoud” gelegen op de hoek van de Selterskampweg.
Noten 1
M. Post-Bakker, Een tehuis voor jeugdige blinde kinderen in Bennekom, Mededelingen Vereniging “Oud Bennekom” 33 (1978) p. 5-8 B. Lever, De Prins Alexander Stiching, De Kostersteen 88 (2004) p. 1-10
2
H Gijsbertsen, “een fabriek van dennenwol of boswol in Bennekom”, De Kostersteen 29 (1989) p. 6-11 G. Breman, “Nogmaals de boswolfabriek”, De Kostersteen 34 (1990). p. 3-7.
3
M. van Rooijen en P. Smit, Hendrik Willem Dros in Bennekom De Kostersteen 71 (2000), p. 5-6
4
“Speciale collecties” Bibliotheek Wageningen UR
13
Lezing ‘Bio-winkel van de Dinkel’ op Dinsdag 27 April Als introductie op de voorjaarsexcursie zal de heer E. Mulder van natuurhistorisch museum Natura Docet een dialezing geven over de rijkdom natuur in het stroomgebied van het riviertje de Dinkel. De flora en fauna is zeer gevarieerd, terwijl de Dinkel slechts 60 kilometer lang is. De heer Mulder zal op boeiende wijze vertellen over de achtergronden. Hij gaat tevens in op de vraag hoe
het komt dat de natuur in het stroomgebied zo afwisselend is. De lezing belooft interessant te worden voor deelnemers aan de excursie, maar ook voor mensen die niet mee gaan. De avond begint om 20.00 uur in het Zalencentrum de Brink, Brinkstraat 39, en duurt tot ongeveer 21.45 uur. De toegang is gratis. Ook niet-leden zijn welkom.
Voorjaarsexcursie naar Twente op Woensdag 12 Mei Woensdag 12 mei 2004 zal de jaarlijkse excursie plaats vinden. Om 8 uur ’s morgens zal de bus richting Twente vertrekken. Vanaf het Kijk- en Luistermuseum rijdt de bus in oostelijke richting en wij verwachten rond de klok van tien in Overdinkel te arriveren. Na de koffie, met Twentse lekkernij, wordt een rondrit gemaakt door het Twentse landschap. Een gids zal wat over de smokkelroute vertellen en de bus doorkruist de omgeving van de Dinkel en rijdt door de grensstreek o.a. naar Bad Bentheim. Deze Duitse plaats ligt net over de grens en is bekend om de kuuroorden en het prachtige slot. De lunch wordt gebruikt bij Saksenstal Gerrit. Na de lunch is er gelegenheid een kijkje te nemen in het grenshistorisch Smokkel & textielmuseum. ’s Middags wordt er tevens een bezoek gebracht aan museum Natura Docet in Denekamp. Dit museum is het oudste natuurhistorische museum van Nederland en heeft een collectie die zeer de moeite
14
waard is. Wij zullen ogen te kort komen om alles te bekijken. De prachtige vitrinekasten tonen vondsten uit de oertijd, gesteenten, vlinders, schelpen, kortom te veel om op te noemen. Personen met een museumjaarkaart ontvangen een korting. Tot slot zullen wij, voor eigen rekening, wat drinken in restaurant Watermolen De Singraven om daarna weer richting Bennekom te vertrekken. Om 18 uur verwachten wij terug te zijn bij het Kijk- en Luistermuseum. De excursiekosten bedragen € 32, te voldoen in de bus. Aanmelding gaarne via het formulier dat in deze Kostersteen is opgenomen..Als u mee wilt met deze excursie, wordt u vriendelijk verzocht het formulier zo spoedig mogelijk – in ieder geval uiterlijk 27 april - in te leveren bij mevrouw M.S. de Vos, Dikkenbergweg 8, 6721 AC Bennekom. Bij overtekening wordt een reservelijst gemaakt. Mocht u zich hebben opgegeven en u kunt desondanks niet mee, verzoeken wij u dit tijdig aan mevrouw de Vos te melden. Bij an-
nulering na 27 april wordt € 12,50 (de buskosten) in rekening gebracht., tenzij er een vervanger mee gaat. De excursie is in de eerste plaats bedoeld voor leden van de Hist. Ver. Oud Benne-
kom\. Als er plaatsen over zijn, kunnen er introducés mee. Wij hopen op een leuke dag, woensdag 12 mei aanstaande.
De excursiecommissie: P.H. van Amerongen, H. Gijsbertsen, M.S. de Vos
Excursie naar het gemeentearchief op Donderdag 3 juni Op donderdag 3 juni a.s. wordt een excursie gehouden naar het gemeentearchief in Ede. Om 19.30 uur zal de heer Peter van Beek ons welkom heten en één en ander vertellen over het gemeentearchief. Het gemeentearchief bestaat uit zes strekkende kilometer archiefmateriaal en bevat bijzondere landkaarten, kranten, oude foto’s en archieven, maar ook geboorte- huwelijks-, overlijdensakten en bouwvergunningen. De geschiedenis van het Edese archief gaat zeker terug tot eind 17e eeuw. De oudste ambstjonker was destijds verantwoordelijk voor het bewaren van de papieren. Daarna stonden de archiefstukken een paar jaar bij de burgemeesters van Ede, Bennekom, Lunteren en Otterlo in huis. In 1899 werd in Ede een nieuw gemeentehuis gebouwd, waarin ook het archief werd ondergebracht. Een gedeelte ging verloren bij een brand in 1942. In de jaren vijftig en zeventig werd naar nieuwe mogelijkheden voor opslag gezocht. In 1999 werd de laatste nieuwbouw officieel
geopend en op de parterre van het gemeentehuis is nu een studiezaal met aangrenzend vijf archiefdepots. De heer van Beek en zijn collega’s zullen ons informeren over de taken van het gemeentearchief en wij zullen een beeld krijgen over de collectie en de toegankelijkheid daar van. In kleine groepen zal een rondleiding gehouden worden. De kosten bedragen € 2,50 per persoon. Deelnemers worden om 19.30 uur verwacht bij het Gemeentearchief Ede, Bergstraat 4 in Ede. De avond duurt tot ongeveer 21.30 uur. Vervoer geschiedt op eigen gelegenheid. Als u niet over vervoer beschikt, kunt u dit aangeven op het opgaveformulier en wordt er gekeken of u met iemand mee kunt rijden. Als u wilt deelnemen aan de excursie naar het Gemeentearchief op donderdag 3 juni, dan wordt u verzocht het opgaveformulier uiterlijk 27 april in te leveren bij mevrouw M.S. de Vos, Dikkenbergweg 8, 6721 AC te Bennekom. Gaarne betalen bij opgave.
De excursiecommissie: P.H. van Amerongen, H. Gijsbertsen, M.S. de Vos
15
Villa Beukenhof, een aanvulling In de Kostersteen 87 beschreef Piet Smit de geschiedenis van Villa Beukenhof. Hij vermeldt dat in 1874 het terrein in handen is van ene Tromp, een gepensioneerd marine-officier. Voordien was het eigendom van de familie Prins. De appel viel echter niet ver van de boom; Cornelis Tromp was namelijk een zwager van Theodoor Prins. De volgende gegevens over de burgemeestersfamilie Prins zijn ontleend aan: J.J. Dijkveld Stol, De duizendjarige geschiedenis van het landgoed “De Nergena” temidden van de polders van Wageningen en Bennekom, Wageningen 1967.
Theodorus Prins (1750 – 1829), enige tijd burgemeester van Bennekom, had twee zonen: - Henricus Prins (1779 – 1848), ontvanger en lid van het gemeentebestuur van Ede, en - Hermanus Theodorus Prins (1787 – 1852), burgemeester van Ede. Hermanus Prins had vier kinderen. Een van zijn zoons was Theodoor Prins (1821 – 1860), burgemeester van Ede. Een dochter, Simonetta Arnolda Johanna (1827 – 1903), was gehuwd met Frederik Cornelis Tromp (1827 – 1900). Hij was minister van Marine.
Mededelingen van het bestuur Nieuwe leden Het bestuur heet van harte welkom als nieuwe leden van de Historische Vereniging Oud-Bennekom: De heer en mevrouw G.H. Gommers Mutaties verzoeken wij u schriftelijk door te geven aan de ledenadministratie, mevr. G. M. Hoogkamer – Weijman, Emmalaan 33, 6721 ET Bennekom.
Agenda van de Historische Vereniging Oud-Bennekom •
• •
16
Dinsdag 27 April in het Zalencentrum de Brink, Brinkstraat 39, lezing door de heer E. Mulder met als onderwerp ‘Bio-winkel van de Ginkel’ De avond begint om 20.00 uur en duurt tot ongeveer 21.45 uur. De toegang is gratis; ook belangstellende nietleden zijn van harte welkom. Zie elders in deze Kostersteen. Voorjaarsexcursie naar Twente op Woensdag 12 Mei. Zie elders in deze Kostersteen. Excursie naar het gemeentearchief op Donderdag 3 juni. Zie elders in deze Kostersteen.
AANMELDINGSFORMULIER Naam
Aantal personen:
Adres
Tel.
geeft zich hierbij op voor de excursie naar Twente op woensdag 12 mei 2004 en heeft kennis genomen van de annuleringsregeling zoals vermeld in deze Kostersteen Datum (museumjaarkaart
Handtekening ja/nee)
Kosten van deelname zijn € 32 te voldoen in de bus. Dit formulier uiterlijk 27 april 2004 inleveren bij mw. M.S. de Vos, Dikkenbergweg 8, 6721 AC Bennekom
AANMELDINGSFORMULIER Naam
Aantal personen
Adres
Tel.
geeft zich hierbij op voor de excursie naar het Gemeentearchief op donderdag 3 juni 2004 (wil graag meerijden
ja/nee)
Datum
Handtekening
Kosten van deelname zijn € 2,50 te voldoen bij inlevering van dit formulier
Dit formulier uiterlijk 27 april 2004 inleveren bij mw. M.S. de Vos, Dikkenbergweg 8, 6721 AC Bennekom
17
18
Bestuur van de Historische Vereniging Oud-Bennekom A.J. Lever, voorzitter T.J. Hoekstra, vice voorzitter W.Hol secretaris (tel.: 0318-416171) W.C.L.van Kalleveen, penningm. A. Dirksen, Mevr. G.M. Hoogkamer-Weijman, A.T.J. Nooij Mevr. M.S. de Vos,
Prinsenlaan 2, 6721 EC Bennekom Van Hoffenlaan 44, 6721 XE Bennekom Pr.Bernardlaan 19, 6721 DN Bennekom Dikkenbergweg 72, 6721 MB Bennekom Commandeursweg 136, 6721 ZP Bennekom Emmalaan 33, 6721 ET Bennekom Hullenberglaan 4 6721 AM Bennekom Dikkenbergweg 8, 6721 AC Bennekom
Ledenadministratie Mevr. G.M. Hoogkamer-Weijman,
Emmalaan 33,
6721 ET Bennekom
Conservator Collectie Oud-Bennekom A. Dirksen,
Commandeursweg 136, 6721 ZP Bennekom
Beheer foto- en diacollectie H. Gijsbertsen,
Gasthuisbouwing 9A,
6721 XH Bennekom
Hullenberglaan 4, Brinkerpad 29, Edeseweg 117, Heelsumseweg 32,
6721 AM Bennekom 6721 WJ Bennekom 6721 JT Bennekom 6721 GT Bennekom
Redactie Kostersteen A.T.J. Nooij, eindredacteur; C.A. Heitink, H.J. van den Oever, P. Smit, acquisitie;
19