DE KOSTERSTEEN Nummer
April
ll2
2010
DE KOSTERSTEEN Nummer 112 April 2010
De cultus van Alexander, martelaar te Rome, en de stichting van de kerk te Bennekom – ongeveer in het jaar 1015 J. Christopher Rigg Tijdens de restauratie van de Oude of St Alexanderkerk te Bennekom heeft H. Hundertmark een fundering geïdentificeerd die veel ouder is dan vroeger werd gedacht. Hij schat dat de tufsteen en de soort specie dateren uit ongeveer 1100, en deze datum wordt ook genoemd op het recent aangebrachte bord naast de ingang van de kerk. Jan Heine heeft in zijn beschrijving van de geschiedenis van de kerk voorzichtig een verband gelegd met Meinwerk, Bisschop van Paderborn (1009–1036). Ook heeft hij de identiteit van ‘onze’ Alexander vastgesteld 1 , verbonden aan een cultus die kort na de kerstening van noordDuitsland daar tot bloei is gekomen. Daarnaast heeft Ad Nooij 2 de oorsprong van het landgoed Nergena beschreven, als eigendom van de graven van Hamaland en Renkum. De twee informaties samen geven ons een redelijk bewijs van de stichtingsdatum van onze kerk. De graven van Hamaland en Renkum Wichman, Graaf van Hamaland (gestorven 980) is de eerste bekende eigenaar van Nergena. Omdat hij geen zoon had, heeft hij zijn erfenis door schenkingen veilig gesteld. Een deel van zijn grondbezit in de Veluwe is eigendom geworden van het vrouwenklooster te Elten, waarvan zijn oudste dochter Luitgarda de eerste abdis was. Een ander deel werd door zijn tweede dochter, Adela, geërfd. Omstreeks het jaar 975 kregen Adela en haar man Immed, Graaf van Renkum, een zoon Meinwerk. Deze kreeg op latere
Meinwerk, bisschop van Paderborn
De Kostersteen 112, april 2010
1
Vroegere Romaanse kerk in Bennekom, getekend op plattegrond van huidige kerk leeftijd een opleiding in Halberstad en Hildesheim. Daar waren twee van zijn medeleerlingen de toekomstige Keizer Hendrik II en St Bernward. Hij werd kanunnik van Halberstad en later kapelaan bij het hof van Keizer Otto III. Hendrik II heeft hem als Bisschop van Paderborn genoemd; daar werd hij op 13 maart 1009 gewijd. Hij is op 5 juni 1036 gestorven. Cultus van St Alexander Een Bennekomse akte van 1510 spreekt over “Alexander martyr et fratres”, de martelaar Alexander en (zijn zeven) broers. Er zijn tientallen gelijknamige heiligen, maar volgens het verhaal is onze St Alexander rond het jaar 165 ter dood gebracht en te Rome begraven. In de jaren 850–851 heeft een Saksische prins, Waltbert of Waltbraht, een relikwie van Alexander naar Wildeshausen bij Oldenburg gebracht. Onderweg van Ro-
2
me naar Wildeshausen is de processie langs verschillende steden en dorpen in Duitsland gegaan, waar volgens legendes wonderlijke genezingen zijn gebeurd. De meeste kerken die aan hem gewijd zijn, liggen langs de route van deze processie: Ottobeuren, Nürnberg, Fulda, Paderborn, het gehucht Holtrup bij Porta Westphalica, Daseberg, Osnabrück, het dorp Wallenhorst, het gehucht Bokern bij Damme, en uiteindelijk Wildeshausen. De relatie van Alexander met Paderborn is dus duidelijk. Maar een kerk aldaar gewijd aan ‘St Alexius’ is pas in de tijd van Bisschop Meinwerk gesticht. Hoe kwam de cultus naar Bennekom? Graaf Wichman van Hamaland was een achterkleinkind van Waltbert, die de relikwie van Alexander naar Wildeshausen had gebracht. Wichman en zijn twee dochters, alsmede zijn kleinzoon Meinwerk zouden het verhaal van St Alexander goed kennen. Vermoedelijk hebben zij ook de Translatio sancti Alexandri gelezen, zoals door een monnik van Fulda opgeschreven. Na zijn wijding als bisschop is Meinwerk, besmet met de pest, ernstig ziek geworden. Hij herstelde echter, en dat kwam in zijn visie door bemiddeling van St Alexander. Als dankoffer heeft hij enkele overblijfselen van St Alexander in zijn nieuwe St Alexiuskerk te Abinghof bij Paderborn geplaatst. Het is een sterke aanname dat hij tegelijkertijd een kerk in zijn geboortestreek te Bennekom heeft laten bouwen. Het kan zelfs zijn dat Meinwerk naar zijn geboortestreek is gekomen om van de pest te herstellen. Met deze aannames kunnen we veronderstellen dat de eerste kerk van Bennekom
De Kostersteen 112, april 2010
enkele jaren na de wijding van Bisschop Meinwerk is gesticht, dus tussen 1011 en 1020. Een datum van 1015 past redelijk bij de interpretatie dat de oudste funderingen van de kerk stammen uit ongeveer 1100. Zelfs zonder deze aanname over de rol van Bisschop Meinwerk kunnen wij een datum tussen 851 en 1036 vaststellen voor de stichting van onze dorpskerk. Het lijkt mij dat Bennekom alle reden heeft om in 2015 het duizendjarig bestaan van de kerk te vieren.
Alexanderkirche in Wildeshausen
Noten 1. Jan Heine, Een baken in de tijd p.13–15 2. Ad Nooij, Kostersteen nr 109, p.6 Literatuur en verwijzingen Attwater, Donald, 1965. The Penguin dictionary of saints. Penguin Books, Calendarium Catholic Encyclopedia; 1913. St. Felicitas; St Martialis. De Rossi, Roma sotterranea, I, 176–177 Heine, Jan, 2007. Een baken in de tijd: een verhaal rondom de dorpskerk van Bennekom door de eeuwen heen. Gemeente Ede. Historische Cahiers Ede. Hoever, Hugo, S.O.Cist; 1955. Lives of the Saints, For Every Day of the Year. Catholic Book Publishing Co., New York. p. 261, 262. Hundertmark. H., Een nieuwe geschiedenis; bouwhistorisch verslag 2006 Gianni Materazzo, The Procession of San Marziale. Nooij, Ad, 2009. Het landgoed Nergena. De Kostersteen 109: 4–14 Romanum (Libreria Editrice Vaticana, 1969), p. 129, 146 www.abtei-ottobeuren.de/kloster/kloster1.html www.epv.de/node/2229 (Evangelische Presseverein) kirchensite.de/?myELEMENT=96224 (Bistum Münster) www.saarbrueckerzeitung2.de/geonews/show.phtml?nID=GD41V38ES.1
De Kostersteen 112, april 2010
3
Bennekom in de meidagen van 1940 Dagboeknotities van Jonkheer Storm van 's Gravesande Kees Heitink Er zijn door de jaren heen verschillende oorlogsdagboeken beschikbaar gekomen die ons een beeld geven van Bennekom gedurende de Tweede Wereldoorlog. De meeste van deze dagboeken beginnen op 17 september 1944, bij aanvang van de luchtlandingen op de Ginkelse Heide. Slechts sommige beslaan een andere periode. In april 2009 verscheen in De Kostersteen een gedeelte van de oorlogsdagboeken van Drikus van Eck: “Voorjaar 1940, mobilisatie en evacuatie”. Drikus van Eck, Dijkgraaf 35, schreef vanuit het perspectief van De Kraats en het Binnenveld. Hij schreef gedurende de gehele oorlog. Jonkheer Edward (Ewoud) Henri Julius Storm van ’s Gravesande (1861-1960), in 1919 gepensioneerd als kolonel-commandant van het 4e regiment veld-artillerie te Ede, woonde op het huidige adres Edeseweg 72. Zijn dagboek start op 9 mei 1940 en eindigt twaalf dagen later op 21 mei 1940. Hij beschrijft de eerste oorlogsdagen in Bennekom en constateert op 10 mei in de middag dat Bennekom bezet is: er wordt een Duitse veldtelefoon voor zijn huis aangelegd. ’s Ochtends had hij zich al naar Ede gespoed; mede onder zijn verantwoordelijkheid als penningmeester van het Nederlands Rode Kruis afdeling Ede vertrokken om half tien in de ochtend negen Rode Kruishelpsters met een AKU-bus naar West-Nederland om te helpen bij de gewondenverzorging. Een dag later worden door aanhoudend kanonvuuur van het eigen leger drie dorpsgenoten onmiddellijk gedood en tenminste één zwaargewond. De verslagenheid is groot. Tassen voor een eventuele vlucht worden klaar gezet en de kelder wordt gereed gemaakt om te schuilen. Het dagboek is, behoudens enkele kleine niet van belang zijnde weglatingen, volledig afgedrukt. De achtergronden zijn verwerkt in 22 eindnoten. Felicitaties van een delegatie van het garnizoen Ede aan Jonkheer Storm van 's Gravesande t.g.v. zijn 99e verjaardag 13 februari 1960. Met hoed Storm, rechts Lt.Kolonel J.D. Stolp, garnizoenscommandant van Ede. De foto is gemaakt vóór Bethanië, waarvan hij de laatste bewoner was. Later werd hier de SNS-bank gebouwd.
4
De Kostersteen 112, april 2010
Het dagboek van Jonkheer Edward (Ewoud) Henri Julius Storm van ’s Gravesande 9 Mei Donderdag. De dag gaat rustig voorbij. 's Middags nog naar de Sociëteit Welgelegen1 gegaan. Er was niets bijzonders gaande. Niemand vermoedde toen wat ons al binnen enkele uren zoude overkomen. 10 Mei Vrijdag. Des nachts om ± half 3 wakker geworden door zwaar vliegtuiggeronk, gevolgd door hevig kanonvuur. Hoewel 't ergste vreezende probeerden we ons gerust te stellen met te denken dat het eene oefening was in de Linie 2 . Om ± 6 uur gaat de telefoon, doch, daar we te bed waren gebleven en de bel eerst laat hoorden, was, toen ik beneden kwam, de verbinding alweer verbroken. We zijn opgestaan en om half 7 ging weer de telefoon. Het was van den Voorzitter van het Nederlandse Roode Kruis, die ook om 6 uur had opgebeld. Roode Kruis gemobiliseerd; ik zorgde voor de helpsters uit Bennekom. Toen vernamen we ook van de inval waarbij gebruik was gemaakt van Nederlandse uniformen. Er gingen allerlei geruchten over aanvallen op de Linie met parachut-springers3. Uit verschillende berichten, hier en daar opgevangen, bleek, dat deze overvalling als mislukt kon worden beschouwd. Om 8 uur Johan4 opgebeld, die me vertelde, dat om ruim half 5 de brug bij Westervoort was opgeblazen en kort daarna die te Arnhem. Meer kon hij ook niet vertellen. Kort daarna werd alle telefoonverkeer stopgezet. Vrijdag den dag doorgebracht met eenige voorbereidingen, ook een paar valiezen gepakt enz.
In Ede gelukte 't me nog van de Bank f 500 te ontvangen ten behoeve van het Nederl. Roode Kruis, daarna werden de betalingen stopgezet 5. Er kwam geen post en geen courant. 's Middags gingen er al verhalen dat Duitsche troepen in aantocht waren en zelfs in Bennekom waren gezien en jawel, 't zal ongeveer 4 uur zijn geweest werd een militaire telefoon door Duitschers langs den weg aangelegd, en Bennekom was bezet. Ik ben nog even naar de garage van Holland 6 geweest, doch ging niet het dorp in omdat me werd gezegd dat hotel Neder Veluwe door D. troepen, vermoedelijk officieren was bezet. De dag ging verder voorbij in feitelijk angstig afwachten; 't maakt je ongedurig en te meer omdat je alleen maar leeft op verhalen en gesprekken van en met de buren, die “ 't ook maar hadden van hooren zeggen”. 's Avonds wat bijtijds naar bed. 11 Mei Zaterdag. Des 's nachts (van vrijdag op zaterdag), om ± 2 uur wakker geworden door hevig artillerie vuur en we wisten niet wat er gaande was. Overal om ons heen zagen we de projectielen (GKT) 7 in de lucht springen & was 't zelfs alsof we de scherven door de lucht en over ons heen hoorden suizen. 't Bleek den volgenden morgen dat Bennekom onder vuur was genomen door de eigen troepen uit de Linie op een valsch gerucht, dat Bennekom zou zijn ontruimd & door de D's bezet, vooral 't Postkantoor. Het was van ons uit duidelijk te zien, dat de schoten om en nabij het Postkantoor zijn geval-
De Kostersteen 112, april 2010
5
len. Helaas zijn er enige dooden & zwaar gewonden te betreuren 8. Het vuren heeft ruim 1 uur geduurd en toen 't gekalmeerd was zijn we weer naar bed gegaan. We hadden met Marie, met den jassen aan in mijn kamertje gezeten. De verslagenheid in 't dorp groot. Dien dag allerlei berichten over vliegtuigen over ons land, van af de Zuiderzee tot de Zuid Holl. Eilanden. Overal parachut.springers die echter bijna overal óf zijn neergeschoten óf krijgsgevangen gemaakt. Uit verschillenden berichten zowel uit Rotterdam als Amsterdam & den Haag blijkt dat Duitsers die bij ons gastvrijheid hadden genoten als burgers tegen Politie & onzen troepen gewapend waren opgetreden. In den Haag is daarom een huis, waarin D's zich hadden verzameld & van daaruit een inval in de binnenstad hadden gedaan, door een pantser auto in puin geschoten (op de Suezkade), vele dooden. Nu wordt in Den Haag & elders tegen dergelijke elementen het standrecht toegepast. Ook in Rotterdam soortgelijke gevallen en ook werd gewaarschuwd dat daar een auto reed met bezetting en gemerkt Politie. Dit was misleidend. Waarom niet aangehouden vraag ik mij af 9 12 mei Zondag. Steeds geen post en geen couranten. In het dorp is alles verlaten. Ieder vlucht naar Wageningen-Hoog, Panoramahoeve en omgeving, in de bosschen achter den Selterskamp. Maar: is daar ruimte? en is men daar veiliger? Wij met buren en overburen besluiten om te blijven; maken alles gereed voor een vlucht of schuilen in den kelder. De onze is wel niet bomvrij, doch ik reken er op,
6
dat nu er een ht(?)vloer in de keuken op ligt, deze 't wel een oogenblik zal tegenhouden. Twee spijlen uitgezaagd & 't keldergat vergroot, en in den kelder een en ander klaar gemaakt. 's Avonds komt bericht, dat dokter Ferguson naar den Bevelh. der Duitse troepen is geweest om te vragen wat er waar was van een bombardement door Duitse artillerie die de hoogten bij de Panoramahoeve (Dikkenberg) zouden hebben bezet. Volgens deze autoriteit wist hij van niets, alleen zou wellicht den Nederl. Art. kunnen gaan vuren. We zijn maar weer vroeg naar bed gegaan, & werden om ruim 2 uur wakker door overvliegende vliegtuigen en hun beschieting. Toen om ± 5 uur het vuur heviger werd zijn we opgestaan. Nog hoorden we dat 4 ingezetenen, die voor zaken naar Wageningen waren gegaan, daar blijkbaar zijn vastgehouden. Niettegenstaande verschillende navragen zijn ze niet te vinden. En nu is het Maandag morgen. 13 Mei Maandag. Er schijnt door de Duitse Commandant te zijn aangeplakt: vuurwapenen inleveren. Op straffe, zeer strenge, verboden naar holl.-radio te luisteren!!! (zeker om niet te hooren, dat er al zoovele, meer dan 100 D'-vliegtuigen door ons zijn neergehaald en de parachutisten dadelijk onschadelijk worden gemaakt, of om te hooren dat zoowel Nederl. militairen als burgers voor hun troep uit worden gedreven bij vooruitgaan of aanval. Wat een middeleeuwsche strijdvoering. (…) De D's schijnen overal te vragen waar onze Prinses, Prins en de Prinsesjes zijn. Niemand weet het waarop ze zeggen: den
De Kostersteen 112, april 2010
Hollanders praten veel maar ze weten van niets. – Goed zoo. Wageningen ligt voor een groot deel in puin. bij Wekerom, ten noorden van Ede is gister hevig gevochten. Van de eigen krijgsverrichtingen in ons land hooren we niets, behalve dan, dat én Koningin, én Opperbevelhebber zeer tevreden zijn over de houding van onze troepen. Zelfs gaan ze tot aanval over. Vernielen van een pantsertrein bij Mill en heroveren van dat dorp. In dien pantsertrein vonden ze pamfletten in het Nederl. (allemaal misleidend) en Hol. uniformen. Te voren waren nl. 4 pantsertreinen vernield waarvan een op de brug bij Venlo juist toen die in de lucht vloog. Van hieruit gezien, zouden gister vóór de Grebbe nog ± 10 vliegtuigen zijn gevallen. In Den Haag is het onveilig in de binnenstad, vermoedelijk mil. patrouilles die op verdachte personen schieten. Zoo-even is de telefoon voor het huis weer opgenomen 10. Zoo te zien gaf een burger op een fiets inlichtingen. Wat zou dat zijn. Een landverrader of een D. in burger want 't blijkt dat de D's komen als burger in Nederl uniformen of als boer gekleed ter misleiding. Vroeg gegeten in mijn kamertje. Marie weer boodschappen gedaan want niets wordt bezorgd. Kwam ontdaan thuis, want had een deel van een luchtbombardement van onze vliegtuigen op den toren der Herv. Kerk meêgemaakt 11. Weer een slachtoffer. Jan de Nooij door een granaatscherf gedood 12. Even daarna werden we gewaarschuwd voor een luchtbomb. van eigen vliegtuigen op het dorp. Kort na 't eten toen we wat waren gaan rusten, eensklaps zomaar
gedreun en de zware slagen, en gingen onmiddellijk in onzen kelder met jas en mantel aan. Na ± 3/4 uur toen alles rustiger werd naar boven om in mijn kamertje, waar we de kachel hadden aan gelegd, wat te bekomen. Dit heeft zich liefst 3 keer herhaald. 't Schijnt dat schuin langs en over ons is gevuurd vanaf de Laar & die (Duitse) batterij is blijkbaar bestookt door de luchtbommen van ons. 't Gedreun in de lucht en het schieten gaat maar onafgebroken voort. 't Is om zenuwachtig van te worden. We hebben in de achterkamer aan de buitenzijde gebarricadeerd & gaan daar vannacht slapen. Constantia in haar gemakkelijke stoel; ik & Marie op een matras op de grond. Gekleed slapen en klaar om onmiddellijk in den kelder te gaan. Even in den tuin geweest om de bakken te sluiten. Juist ging een zwaar schot en meen ik te kunnen opmaken dat dit afkomstig moet zijn van een batterij op de Hoekelumsche Brink. 't Is nu bijna 8 uur en nog steeds is het geschiet zowel van den begane grond als in de lucht, niet van de lucht. En nog steeds geen berichten, of couranten of post. Ik probeerde vanmorgen een briefk naar Arnhem te zenden doch de Postdirecteur gaf het terug met de mededeling dat er niets wegging of binnenkwam. 't Is vandaag wel een echte onrustige dag geweest, een die ons lang in het geheugen zal blijven. 14 mei Dinsdag. De nacht vrij rustig verloopen; gekleed geslapen. Vrij goed doch veel wakker door het vuren op grooten afstand, en in langzaam tempo. Vroeg op. Het vuren
De Kostersteen 112, april 2010
7
van af de Grebbe en uit de linie wordt minder; uit de voorbij trekkende gemotoriseerde colonnes krijgen den indruk dat men over Woudenberg wil forceeren. Tegen 12 uur zweeg het artillerievuur nagenoeg overal. Slechts enkele mitrailleursalvo's werden gehoord. Ongeveer 1 uur hoorde ik van “Hein” die met de van Holland’s naar Wekerom was gevlucht en nu eten kwam halen, want daar was niets, dat er bij Wekerom niet was gevochten maar wel in en om Ede waar ook huizen zijn stuk geschoten. Van af Frouws noordwaarts. (…) Tegen 2 uur hebben we een ontzettende trein (opm.: bedoeld wordt: een lange colonne, kh.) “gemotoriseerd” gezien met zware mortieren en (…) kanonnen van 30 cm. alles op zware wagens met wel 10 wielen en meer. 't Was angstwekkend, hoelang 't geduurd heeft weet ik niet, maar vermoedelijk wel 1 uur. Er werd gezegd dat men ging naar de Hessenweg om van daar Amersfr. onder vuur te nemen. 'S middags allerlei gerij van aangespannen en gemotoriseerde colonnes zowel van noord naar zuid als omgekeerd. We zijn besloten vannacht boven te slapen; voorloopig is het gevaar hier geweken. Zooeven, 't is 8 uur komt de overbuur zeggen dat een clandestien opgevangen radiobericht heeft gezegd, des omroepers stem was duidelijk herkend, dat Rotterdam was platgeschoten & dat de D's hebben voorgesteld: overgave met als voorwaarde een Koninkrijk Holland (Nederland) onder Duitsch regiem of anders zouden andere grote steden worden platgeschoten, te beginnen met Utrecht. Zoo juist half 9 komt een lange gemotoriseerde art.ie colonne voorbij komende uit
8
richting Ede. Zouden die al teruggaan naar het Westfront. Als een bijzonderheid heeft Hein nog verteld, dat een vriend van hem, timmerman uit Ede aanzegging had van de Duitsers om 19 withouten doodskisten te maken want dat bij de Klomp-Renswoude vele hooge offn waren gevallen die dadelijk naar Duitschl. moesten worden gebracht 13. Een andere buurman wist te vertellen dat het aantal gesneuvelden bij de Klomp– Rensw. zoo groot was dat ze in hooge stapels langs den weg lagen. De D's hadden verteld dat 't vóór onze Linie een hel was 1e van het vuur en ten 2e omdat de aanvallers door de inundatie verdronken als katten. Ook zouden ± 5000 D's zijn gevallen doordat wij een geheel mijnenveld hadden laten springen. Is het geen 5000 maar b.v. 2000, dan is het toch wel vreeselijk. In ieder geval blijkt wel, dat de D's zeer groote personeele en materieele verliezen hier hebben geleden. Maar nu de onze? Wanneer zullen we dat hooren. 15 mei Woensdag. De dag gaat stil voorbij, eigenlijk beangstigend stil. Af en toe in de verte een schot. Wat is dat? De een zegt: een kanon dat geladen was en niet meer ontladen kon worden? De ander: men vernietigt onze eigen kanonnen om ze niet in handen van den vijand te geven. Andere: dat zijn mijnen. We weten van niets, noch van ons zelf, noch van het Buitenland. 's Middags een post, heeft zoowat niets. Onze briefkaart naar Johan 14 verzonden. Volgens berichten van menschen die in Arnhem zijn geweest of van daar kwamen om hier naar familieleden te zoeken
De Kostersteen 112, april 2010
zou in A. het gerucht zijn gegaan dat Bennekom was plat geschoten. 's Middags per radio (door een radio auto) omgeroepen dat morgen, donderdag 16 mei, broodkaarten moeten worden ontvangen & dat dit is gedistribueerd. Alle winkels gesloten voor voorraad opneming. Niets mag meer bezorgd worden; alles gehaald. Haalde zelf nog gauw een pakje boter en wat rijst en havermout. Er ging 's avonds, dus heden woensdag avond nog een Post weg, en zoo zal er morgen Donderdag om 10 uur ook een post weggaan. 's Avonds alles duister en niemand op den weg; na 8 uur (Duitsche tijd) om zoo te zeggen een sper-verbod. Marie die even naar de brievenbus was gegaan, werd gewaarschuwd. Ook steeds verduisteren. We houden geregeld burenpraatjes maar fluisterend. Men moet o! zoo voorzichtig zijn. De Nederl. Radio's zwijgen. Van Till 15 kwam 's morgens ons bezoeken om eens te zien of we er nog waren en een en ander van het Roode Kruis te vertellen en ook over hen, ze hadden een Duitsche waarnemingspost op het dak gehad. Batterij vuurleiding. Hadden hem o.a. ook gevraagd om aanwijzing te doen van torens enz, doch dit had hij geweigerd. Later hebben de Duitsers een burger op het dak gehad. Vermoedelijk een N.S.B.-er. 's Middags inkwartiering van D' troepen. In de kom van het dorp. Zuider Eng o.a. bezet. Wat zal daarvan overblijven. Ook N. Eng(men. Insinger) is bezet geweest16. Moet er vreeselijk uitzien. Men. Insinger naar Heelsum op een bovenkamertje in een burgermansgezin.
Uit verhalen van D's zou blijken dat er bevelhebbers en officieren zijn en ook meer anderen die in geen 2 jr thuis zijn geweest en van hun gezin niets weten. Ze worden van rechts naar links gezonden zonder zelf eigenlijk van iets te weten. De Gr. linie noemden ze hun Duivelsberg. Ze waren er bang voor. De Koningin zou met een Eng oorlogssch. naar Engeland zijn. De D. vertellen dat wij door onze eigen Nederl. offn zouden zijn verraden. Prachtig hoor! Toch verschrikkelijk om zoo iets te hooren. Maar .... we zijn tegen dat soort veel te lankmoedig geweest. 16 mei Donderdag De melkboer eieren gebracht; vertelt dat hij heeft gehoord dat “Amerika er al is”. Vannacht nog heel in de verte hooren schieten? Van waar? uit N.Brabant waar men veronderstelt dat Fr. troepen zijn? Marie naar het dorp voor broodkaarten en boodschappen. Jan is jarig 17. Waar zit die jongen. Vannacht en vanmorgen vroeg vele zware vliegtuigen overgekomen. Waarheen? Men zegt dat de Veluwe tot nu toe gespaard is gebleven (…). Lunteren schijnt erg te lijden hebben gehad van bommen en granaten. Vele dooden onder de burgerbevolking. Vreeselijk toch. De kabel voor ons huis weer opgenomen. Met welk doel? Wat zal Marie meêbrengen voor verhalen. Rhenen heeft erg te lijden gehad van het vuur der D's op de stelling. 17 Mei Vrijdag. 's Morgens geen bijzonders. Allerlei verwarde verhalen. Weer nieuwe distributie bonnen; we kunnen nu vrij veel krijgen,
De Kostersteen 112, april 2010
9
ook brood. 's Middags Johan met een auto en een burgerwachter uit Arnhem. Beide hadden burgerwachtbanden om den arm. Moeten wij-water naar de Grebbe brengen. Aldaar stapels lijken van D's waartusschen gewonden. Ons R. Kruis er ook naar toe. Later op den middag kwam Johan wederom per motorfiets van Arnh. Vertelde van het in massagraf begraven der D's op den Grebbeberg. Ook van executie's van N.S.B. aldaar. Overal toch verraad. Men zegt zelfs dat op vele plaatsen in de Linie werd gevochten zonder offn die achterwaarts zich veilig stelden. Johan bleef eten; vroeg weg. Vóór 10 uur avond alles binnen; steeds verduisteren. Nacht gaat vrij rustig voorbij. Steeds vliegtuigen tusschen 2 en 3 uur 's nachts. Waarheen. Alles naar de kust? 18 mei Zaterdag. Stille dag. Alles zoo onzeker. Een ieder gevoelt zich beklemd. Uit een verhaal van een chauffeur uit Tiel zou daar in de Betuwe eigenlijk niet gevochten zijn. De 3 regt inf. waaronder 32 R.I. terug in de richting Vianen zonder verliezen dus Ewoud II 18 vermoedelijk veilig. Maar ook alweer verhalen van verraad door ....offn. 19 mei Zondag. Stille dag. Veel vliegtuigen over ook overdag. Allerlei berichten maar van D'zijde alles verward. België schijnt veel te lijden te hebben. De zware bombardements-vliegtuigen hebben op dit oogenblik de overhand. Zelfs de zware pantserwagens en gevechtswagens van de
10
Franschen leggen 't af tegen dezen vliegtuigen. De D's zijn goed geoefend in het schieten met die luchtbommen. Of hebben ze een betere methode. De WeBo 19 bussen gaan om het uur. Maar rijden er al treinen? Ewoud III jarig 20. Zitten die nog in Gr.? En wat is er in Indië gaande. Geen vliegtuigen geen schepen. Waar zit Pauline want Joop zal wel gemobiliseerd zijn als kapitein 21. 20 mei Maandag. Van nacht weer veel en zware vliegtuigen. Overigens niets bijzonders. Briefk v/d jongens. 21 mei Dinsdag. Niets bijzonders. De couranten en de radioberichten zeggen ons dat de D's aan het Kanaal zijn. 22 mei Woensdag Couranten & Radio zeggen: de D. a/h Kanaal. Amerik. beurs sterk gedaald. Wat zal van Europa worden. en wij. Onze Roode Kr. helpsters uit Den Haag terug. Zeer teleurgesteld, zelfs verontwaardigd over organisatie en behandeling. vooral in Amsterdam 22. Onderzoek zeer gewenscht en mededeeling aan H.B. Zooeven 2 zware ontploffingen in N.W. richting gehoord. Mijnen? of niet gesprongen granaten. De GKT (Opm.: onontplofte granaat, kh) aan onze overzijde ligt er nog altijd. Maar door mannen die zich voor de Luchtbescherming hadden opgegeven, bewaakt.
De Kostersteen 112, april 2010
Noten 1. ‘Welgelegen’ was een hotel gelegen aan de Stationsweg (noordzijde van het spoor), bijna naast het spoor op enkele meters van de spoorovergang aan de kop van station Ede-Wageningen. Het lag schuin tegenover de Mauritskazerne. De Jonkheer ging hier gewoonlijk op donderdag naar de sociëteit. De oudst bekende naam van het etablissement (in 1898 vergroot, daarvoor al als ontmoetingsplaats bekend) is Hotel Van Laar. Niet lang na de eeuwwisseling werd het, na verandering van eigenaar, ‘Hotel Welgelegen’. In 1965 volgde een tweede naamwijziging: ‘De Witte Hinde’. Hotel de Witte Hinde is in 1975 afgebroken. Zie voor foto’s: www.ede.nl/cultuur/cultuur-en-kunst/gemeentearchief/fotocollectie. Zoekwoord: Welgelegen Ede. 2. Bedoeld wordt: de Grebbelinie. Terwijl Jonkheer Storm van ’s Gravesande rond half drie in de ochtend het ‘zware vliegtuig geronk en hevig kanonvuur’ wellicht tegen beter weten in nog als oefening bestempelt, rustig verder slaapt totdat om zes uur de telefoon gaat, is Drikus van Eck (Dijkgraaf 35) even na vier uur al aangekleed en vol in touw: “We snelden naar buiten en zagen een schouwspel dat we nooit zullen vergeten. Honderden vliegtuigen vlogen voorbij en de lucht was vervuld met het aanhoudend geronk der motoren.(…) Ze werden hevig beschoten door het afweergeschut van de Grebbelinie (…)”. (Zie: Drikus van Eck: Voorjaar 1940, mobilisatie en evacuatie. De Kostersteen, april 2009 (108), p.2. De oorlog bleek echt begonnen! 3. Bevestigd door Van Eck, p2. 4. Zoon Johan Willem Storm van ’s Gravesande (1887-1981), getrouwd met Anna Jacoba Hartman (1890-1970) en wonende Ruysdaelstraat 80 te Arnhem. 5. Net uit zijn bed, gaat de Jonkheer meteen op pad. Om half zeven in de ochtend brengt hij met zijn auto de Bennekomse helpsters, de dames Achterstraat en Weernekers, naar het Rode Kruisgebouw aan de Stationsweg in Ede. Zij vertrekken de ochtend van 10 mei, uitgezwaaid door de jonkheer en anderen, samen met zeven andere helpsters, in een AKU-bus naar Den Haag om te gaan assisteren bij de gewondenverzorging. 6. Garage van Holland was gevestigd op Edeseweg 15-17 (tegenwoordig: chinees restaurant). 7. Zware granaten die vanuit (Nederlandse) kanonnen bij de Grebbeberg afgevuurd werden 8. Nederlandse granaten, afgevuurd om ongeveer 02.00 uur vanaf de Grebbeberg. P. van Heusden (groentehal, schuin tegenover het toenmalige Postkantoor), H. van Ewijk , Y Kloosterman kwamen bij deze beschieting om . Mevr. E. van Heusden- Neuhold overleed op 4 augustus alsnog aan haar verwondingen. 9. Het is niet duidelijk waar/ hoe de Jonkheer Storm van ’s Gravesande deze berichten gehoord heeft. Zijn contacten bij het Rode Kruis zijn een mogelijkheid. Er was ook nieuwsvoorziening via de radio. 10. De op 10 mei aangelegde Duitse veldtelefoon 11. Het schijnt dat de toren van de Oude Kerk geraakt is bij deze beschieting. Nadere informatie ontbreekt.
De Kostersteen 112, april 2010
11
12. Bedoeld wordt Jan de Nooij. De Nooij werd getroffen door een (Nederlandse) granaatscherf. Opnieuw eigen vuur dus. In totaal kwamen als gevolg van de meidagen van 1940 negen inwoners van Bennekom om. Behalve de vijf genoemde personen waren dit E.J.Westerik en G.E. Joosten (v): beiden liepen op 10 mei in een weiland in het Binnenveld op een Nederlandse landmijn. De Bennekommers J.Riggeling (10 mei) en J.H. van Dijk (13 mei) verloren het leven als militair op de Grebbeberg. 13. Deze berichten zijn gebaseerd op ”van horen zeggen”. In “Ede 1940-1945” (V.Lagerwij en G.Plekkringa, Barneveld 1990), p. 15, wordt melding gemaakt van (elders) gesneuvelde Duitse officieren die vanuit Kernhem naar Duitsland werden teruggebracht. Drie Duitse soldaten werden tijdelijk in Ede begraven. In totaal stierven in de meidagen van 1940 in de gehele gemeente Ede 21 burgers en (in ieder geval) drie Nederlandse militairen. 14. Zoon Johan Willem, wonende in Arnhem (zie: noot 4 hierboven). 15. G.F. Baron van Till, voorzitter van het dagelijks bestuur van het Nederlandse Rode Kruis afdeling Ede 1929-1940. 16. Vermoedelijk wordt met “N.Eng” het landhuis Oostereng bedoeld, woonplaats van W.A. Insinger. 17. Kleinzoon. 18. Kleinzoon. 19. Wageningen-Ede-Bus-Onderneming. De WEBO was de busonderneming van Rijk van de Weerd, oprichter van het huidige Auto Van de Weerd te Bennekom. 20. Kleinzoon. 21. Dochter Paulina Henriette (1889-1982). “Joop” is schoonzoon Joannes Sibinga Mulder (1890-1978). 22. De Rode Kruishelpsters keren na een avontuurlijke tocht vol gevaren en onduidelijke opdrachten van het hoofdkantoor in Den Haag op 21 mei weer terug in Ede. Twee dagen later, op donderdag 23 mei, bezoeken Jonkheer Storm van ’s Gravesande en twee andere Edese afgevaardigden het Hoofdbestuur in Den Haag. Uiteindelijk worden de bevoegdheden van de afdelingsbesturen uitgebreid en kan de afdeling Ede gedurende de oorlogsjaren op vele plaatsen in de gemeente en de directe omgeving hulp bieden. Niet meer met Jonkheer Storm van ’s Gravesande als penningmeester. Hij treedt in 1940 af. Misschien vanwege zijn status als oud-militair?
Het oorlogsdagboek stopt op 21 mei. Wellicht niet geheel toevallig. Alle aandacht van de Jonkheer gaat die dagen naar zijn werk voor het Rode Kruis. Bovendien zijn de directe gevechtshandelingen gestopt.
12
De Kostersteen 112, april 2010
Een ondergedoken Jodin verdwijnt spoorloos in Bennekom Ad Nooij In Bennekom hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog veel Joodse onderduikers met angst en hoop het einde van de Duitse bezetting afgewacht. Reeds spoedig na de Duitse inval werden maatregelen uitgevaardigd tegen Joodse inwoners van Nederland, waardoor hun deelname aan het gewone maatschappelijke leven steeds verder werd beperkt. Van openbare zwembaden mochten zij geen gebruik maken, de toegang tot parken, hotels, restaurants, concertzalen en bibliotheken werd hen ontzegd. Uiteindelijk mochten zij niet meer fietsen, telefoneren, bij niet-Joden op bezoek gaan en alleen boodschappen doen binnen enkele uren per dag. Zo werd de Joodse bevolking geleidelijk geïsoleerd van de overige bevolking, hetgeen hun definitieve verwijdering eenvoudiger maakte. Duitse Joden in Bennekom Reeds in de jaren vóór de oorlog, toen in Duitsland de vervolging steeds grimmiger werd, vertrokken veel Duitse Joden naar Nederland. Zij hoopten in Nederland veilig te zijn, omdat de Nederlandse regering een neutraliteitsbeleid voerde. Ook in de Eerste Wereldoorlog was Nederland immers neutraal gebleven en niet door Duitsland bezet. Deze hoop bleek echter ijdel toen in de meidagen van 1940 het Duitse leger ons land binnenviel. Daardoor zaten de uit Duitsland gevluchte Joden ook hier in de val. Sommigen slaagden erin naar Engeland te ontkomen, maar de meesten konden slechts afwachten welke maatregelen de Duitse bezetter tegen hen zou nemen. Al spoedig werd het hen verboden in het westen van Nederland te verblijven. Mede hierdoor kozen sommigen voor Bennekom als woonplaats. Zij woonden hier legaal, zij stonden ingeschreven bij de gemeente. Hun namen komen voor op de lijst van geregistreerde Joden die de gemeente op
last van de bezetter aanlegde. Maar toen Joden overal in het land een oproep kregen zich te melden voor ‘werkkampen’, zochten velen een onderduikadres. In Bennekom zaten niet alleen Joden ondergedoken die voordien hier legaal hadden gewoond, maar ook Joden die van elders kwamen en hier via relaties een onderduikadres hadden gevonden. Ook zij leefden afgesloten van de buitenwereld, in het besef dat hun het simpele recht om te leven was ontzegd, en voortdurend op hoede voor verraad. Veel Joodse onderduikers in Bennekom hebben de oorlog niet overleefd. Eén van hen was Anni Flatow. Flatow Gustav Felix Flatow, de vader van Anni, was in Duitsland een bekende atleet, evenals zijn neef Alfred. Beiden namen in 1896 deel aan de eerste moderne Olympische Spelen in Athene. Na de machtsovername door de Nazi’s in 1933
De Kostersteen 112, april 2010
13
In 1997 werd de Reichssportfeldstraße nabij het Olympisch Stadion van Berlijn omgedoopt in Flatowallee. Op de Flatow-Sporthalle in de Berlijnse wijk Kreuzberg is een plaquette aangebracht met de namen van Gustav en Alfred Flatow. In 1996 gaf de Deutsche Post ter ere van het 100-jarig bestaan van de moderne Olympische Spelen een serie postzegels uit. Op één van de vier zegels staan Gustav Flatow en zijn neef Alfred. Beiden zijn omgekomen in het kamp Theresienstadt.
vluchtte Gustav Flatow met zijn gezin naar Nederland. Hij vestigde zich in Rotterdam, op de Statensingel. In de oorlog dook het gezin onder in een hotel in Driebergen, maar op 30 december 1943 werd hun zoon gearresteerd, en enige dagen later het echtpaar Flatow. Alleen de dochter wist te ontkomen. Gustav Flatow heeft de oorlog niet overleefd, hij is op 29 januari 1945 overleden in Theresienstadt. Na de oorlog begint mevr. Flatow een lange speurtocht naar haar ver-
14
miste dochter, Anni Amalie Beatrice Flatow. Politie Bennekom Op 11 juli 1946 schreef Mevr. Flatow een zeer uitvoerige brief naar de politie te Bennekom. “De ondergetekende Mevr. M. FlatowLamm, geb. 19.3.1885, te Berlijn, verzoekt hiermede beleefd om op- en nasporingen inzake haar dochter, Anni-AmalieBeatrice Flatow, geb. 3.12.1908, te Berlijn. Mijn dochter was ongehuwd en vanaf 1933 woonachtig in Rotterdam en aldaar geregistreerd bij den Vreemdelingendienst.” Zij schrijft verder dat de familie sinds oktober 1943 in Driebergen was ondergedoken om te ontsnappen aan het gevaar van deportatie, maar dat zij werden gearresteerd. Alleen haar dochter Anni ontsprong de dans. “Mijn eenige dochter … vluchtte in Driebergen van het eene adres naar het andere …. O.m. was zij bij de dames v. Hijzeldoorn op de Arnh.Bovenweg 73 (?) aldaar … Mijn dochter nam aldaar een ondergedoken zwarte jas met een zwarten bontkraag mede, in welke schouders van deze jas, een aantal “juweelen” verstopt waren (wat zij wist) en welke een buitengewoon hooge waarde vertegenwoordigd. Zij was nog in Driebergen op verscheidene adressen, (en) verkeerde … in een toestand zoo als de menschen haar beschreven van “wanhoop”. De illegaliteit in Driebergen, … hielp mijn dochter met raad en daad van het eene adres naar het andere, … “ Zij geeft verder aan dat er door allerlei instanties, zoals het Roode Kruis en het ‘Bureau vermissingen Joodsche mensen’
De Kostersteen 112, april 2010
te Amsterdam, nasporingen zijn verricht waaruit Mevr. Flatow de conclusie heeft getrokken dat haar dochter niet meer in leven is. Maar wat is er gebeurd? “Er is n.l. nu gebleken, dat mijn dochter in Januari 44, door hulp van een melkboer op een fiets … in Driebergen op de trein gestapt is, en alleen naar Mevr. de Wed. Meibergen geb. Beekman, voorheen woonachtig te Rotterdam, nu Panoramaweg te Bennekom, een kennis van haar uit Rotterdam, gereisd is!! Deze mevrouw schreef mij …. op 10.8.1945, dat zij bij haar in huis was, en daar tweemaal weggelopen is, de eerste maal is zij door een heer “die haar toevallig kende” weder teruggebracht, omdat hij zag, dat mijn dochter een Jodin was, en het in de buurt niet veilig geweest zou zijn. Mevr. bericht verder in deze brief dat zij ongeveer een maand erna wederom weggelopen is, en dat zij nadien nooit meer iets van haar gehoord of gezien heeft! … Ik zou U Ed. daarom beleefd verzoek, in deze volgens mij “uiterst mysterieuze” zaak eens een scherp onderzoek te willen doen instellen, opdat er eens aan het licht komt wat er eigenlijk met haar gebeurd is, en waar eventueel de jas (zwarte stof met zwarte bontkraag) met al dien waardevollen inhoud gebleven zou kunnen zijn. Hierop volgde op 28 september 1946 een antwoord van de agent van politie 1e kl. M.R. Klein waarin hij aangeeft dat in samenwerking met de politieke opsporingsdienst te Leusden een onderzoek is ingesteld naar aanleiding van de vermissing.
Eerdere pogingen De zoektocht van mevr. Flatow was reeds een jaar eerder begonnen, enkele maanden na de bevrijding. Zij had achterhaald dat haar dochter ondergedoken had gezeten in Bennekom aan de Panoramaweg. Zij schrijft op 4 augustus 1945 een brief aan Mevr. Meibergen, die op dit adres woont, en ontving kort daarop het volgende antwoord: “In antwoord op uw schrijven dd 4.8.1945. deel ik U mede, dat Anny hier in Januari 1944 aan de deur kwam, waarop ik haar heb opgenomen. Zij was echter zeer zenuwachtig en vreemd, zoodat de dokter haar kalmerende middelen moest verstrekken. Zij is tweemaal hier weggelopen. De eerste keer is zij teruggebracht door iemand, die ons toevallig kende. Aan deze heeft ze verteld, waar ze vandaan kwam, toen hij haar aansprak, omdat hij zag dat het een jodin was en het toen hier in de buurt zeer gevaarlijk voor haar was door de patrouilleerende Duitsers. Hij heeft haar toen natuurlijk weer bij ons teruggebracht. Ongeveer een maand later is ze weer weggelopen en heb ik nooit meer iets van haar gehoord of gezien. Het goed, dat ze me een paar jaar geleden hier in bewaring heeft gebracht, is helaas gedurende mijn evacuatie (pl.m.8 mnd) evenals mijn eigen goed door de duitschers gestolen. Het spijt mij, dat ik niet in staat ben U nadere inlichtingen te verschaffen. Tevens neem ik de gelegenheid te baat, U geluk te wensen met Uw behouden terugkeer en die van Uw zoon, en U mijn deelneming te betuigen met het overlijden van Uw man.”
De Kostersteen 112, april 2010
15
Rode Kruis Ook het Rode Kruis was ingeschakeld in de zoektocht naar de verdwenen dochter van mevr. Flatow. Op 13 Februari 1946 schreef de chef der Afdeeling Opsporing Joodsche Personen een brief aan de gemeentepolitie te Ede: “Ten behoeve van de nagelaten betrekkingen van ANNIE AMALIE BEATRICE FLATOW, geb. 3-12-’08 te Berlijn, doe ik reeds geruime tijd nasporingen naar haar eventuele verblijfplaats. Via het Ministerie van Justitie wendde ik mij tot de politie te Driebergen. Ik ontving antwoord van de Koninklijke Marechaussee aldaar, van welk antwoord ik U als bijlage afschrift zend. Als gevolg van dit antwoord heb ik de eer U beleefd te verzoeken, een onderzoek bij U ter plaatse te willen doen instellen en mij het resultaat Uwer bevindingen mede te delen” In de brief van de Koninklijke Marechaussee te Driebergen wordt gesteld dat men aldaar een diepgaand onderzoek heeft ingesteld met als conclusie dat Anni Flatow op 17 januari 1944 om 18.15 door een lid van de ondergrondse op de trein is gezet richting Ede. Verspreiding van foto’s In december 1946 richt mevr. Flatow zich opnieuw met een uitvoerig schrijven tot de politie in Bennekom, nu adjudant Bosma. In deze brief suggereert zij vele mogelijke aanknopingspunten voor verder onderzoek. Ook voegt zij bij de brief enkele foto’s van haar dochter, met het verzoek deze te plaatsen in lokale bladen of te plakken op publieke plaatsen, bijvoorbeeld het station Ede-Wageningen. In deze brief laat zij ook duidelijk merken dat zij een groeiende argwaan koes-
16
Anni Flatow tert jegens mevr. Meibergen die haar dochter onderdak heeft geboden. De commissaris van politie te Ede reageert onmiddellijk, maar ook zeer formeel op het verzoek van mevr. Flatow: “Naar aanleiding van uw bovengenoemd schrijven, gericht aan den Adjudant Bosma, heb ik de eer u te berichten, dat dezerzijds het plan bestaat om een oproep met foto betreffende uw dochter op te laten nemen in enkele plaatselijke bladen. De kosten hiervan zullen ongeveer f. 10,bedragen. Indien u met een en ander accoord kunt gaan, verzoek ik U mij dit bedrag per postwissel over te maken.” Deze bureaucratische onzin kan er nog wel bij. Mevr. Flatow zegt het bedrag over te maken.
De Kostersteen 112, april 2010
Een misdrijf? De argwaan van mevr. Flatow is niet verminderd nadat haar zoon persoonlijk een bezoek heeft gebracht aan mevr. Meibergen. Mevr. Flatow houdt rekening met een mogelijk misdrijf. Ook tussen mevr. Meibergen en de zoon van mevr. Flatow ontstaat in de zomer van 1946 een briefwisseling. In een van deze brieven schrijft mevr. Meibergen: “Toen ik gisteren na eenige dagen afwezigheid thuis kwam, vond ik Uw brief dd.17.6. In antwoord hierop deel ik u mede dat Anni in de eerste helft van januari 44 (de juiste datum weet ik niet precies meer) bij mij aan de deur kwam, ik heb haar uit medelijden opgenomen. Zij had een tasch bij zich en verschillende kleedingstukken over elkaar aan. Ze vertelde dat ze door de SD gezocht en geen raad meer wist en of ik haar wilde helpen. Ze had in Driebergen steeds de Duitschers moeten omkomen1 om niet te worden opgepakt. Echter werden de Duitschers steeds veeleischender, en kon zij niet meer aan hun verlangens voldoen, waarop zij ten einde raad bij mij kwam. …. Van geld of kostbaarheden heb ik nooit iets gezien of gehoord, dus kan ik U daarom niets mededeelen. Ik begrijp dat het vooral voor Uw moeder heel erg is, niet te weten wat er met haar dochter is gebeurd, maar tast al evenzeer in het duister als u zelf. Met de beste wenschgen voor Uw moeders herstel, Hoogachtend…”
Reacties De plaatsing van een foto van Anni Flatow in enkele bladen leidt tot reacties. Een wel zeer late reactie is afkomstig van
de officier van justitie te Utrecht. Op 20 augustus 1948 verzoekt hij aan de heer Commissaris van Politie te Ede, indien mogelijk, hem een exemplaar te sturen van het dagblad de Edesche Courant dd. 4 Januari 1947 Nr 57, waarin een verzoek tot opsporing met foto van vermiste, voorkomt. Een inwoner van Bennekom reageerde eerder, op 9 januari 1947, op de berichtgeving in het Edesche Nieuwsblad. Hij schrijft dat hij zich schriftelijk heeft gewend tot een Joodse kennis te Rotterdam, die in de oorlogstijd in deze omtrek veel illegaal werk verrichtte en in verband daarmede nogal eens bij hem kwam praten. Van deze kennis ontving hij de volgende brief: “Mej. Anni Amalie Beatrix Flatow is mij goed bekend. Na de bevrijding heb ik haar niet meer ontmoet, doch haar familie woont aan de Stadhoudersweg 16 of 18. Haar broer, die naar ik meen, nog wel in leven is, is een figuur, die in Joodsche kringen tijdens de bezetting zeer gewantrouwd werd … Inlichtingen te geven over de bewuste Anni Flatow is moeilijk. Zij was klein, had rossig haar, was vrij gezet en sommigen beweren, dat zij niet beter was dan haar broer. Ik raad U aan, U met haar familie aan de Stadhoudersweg in verbinding te stellen.”
Nagekomen bericht Daarna wordt het langdurig stil rond deze zaak. Totdat in oktober 1949 de Bennekomse agent van politie Bosma een anoniem telefoonbericht krijgt, waarvan hij het volgende proces-verbaal heeft opgemaakt:
De Kostersteen 112, april 2010
17
“In de voormiddag van Donderdag 13 October 1949, te omstreeks 8 uur, werd mij GAUKE BOSMA, adjudant van politie te Ede, ter standplaats Bennekom, telefonisch mededeling gedaan van het volgende. In de bezettingstijd is op de heide (Ik verbalisant vermoed, dat hier bedoeld wordt de Renkumse heide, gelegen te Bennekom, gemeente Ede) een ondergedoken jodin verdwenen. Deze jodin is aldaar vermoord en is daar begraven. Juffrouw Blom en de zoon van Meibergen zijn daarbij geweest. Op mijn vraag met wie ik sprak, antwoordde die persoon, “Dat doet er niet toe”. Op mijn vraag hoe dat meisje dan was vermoord, antwoordde die persoon “Zij hebben haar eerst dronken gevoerd, toen hebben zij haar een gifpil gegegeven en daarna verdronken.” Ik vroeg vervolgens wie dat gedaan had, waarop hij antwoordde, “Vraag dat maar aan juffrouw Blom en Meibergen.” Ik vroeg waar dat meisje was begraven, waarop hij antwoordde, “Bij Blom”, dicht bij de brand.” Ik relatant vermoed, dat met deze jodin wordt bedoeld de jodin genaamd FLATOW. Deze is in de bezettingstijd ondergedoken geweest bij de weduwe Meibergen, wonende te Bennekom Panoramaweg 1 en verdwenen. Een onderzoek is na de bevrijding ingesteld door de P.R.A. te Leusden. … Bedoeld telefoongesprek, was automatisch en volgens mijn mening niet uit Bennekom of omgeving afkomstig en afkomstig van een mannelijk persoon. Waarvan door mij op afgelegden ambtseed is opgemaakt, getekend en gesloten, dit proces-verbaal te Bennekom op 13 October 1949. De verbalisant, G. Bosma”
18
Conclusies en vraagtekens Hoe betrouwbaar is een anoniem bericht? De omschrijving van de wijze waarop Anni Flatow om het leven zou zijn gebracht, geeft aanleiding tot gerede twijfel. Misschien heeft de anonieme beller ergens iets vernomen dat hem in vertrouwen in meegedeeld, maar ook dan is het de vraag hoe betrouwbaar zijn bron is. De brief van 9 januari 1947 van de Bennekommer wekt daarentegen meer vertrouwen. Het is daarom niet onwaarschijnlijk dat Anni Flatow door het verzet is geliquideerd. Wat te denken van de beschuldigingen richting mej. van der Blom en Meibergen? Niet ver van het huis van mevrouw Meibergen, genaamd Zonnedal, stonden de huizen Wolkenland en Heidehut. Mej. van der Blom was eigenaresse van Wolkenland, in 1948 omgedoopt tot Rollecate. Op het terrein van Wolkenland stond ook het zomerhuis De Leeuwerik. Hier zaten onderduikers, waaronder Joden. Ook in de Heidehut van mevrouw Wulf zaten veel onderduikers. Al deze mensen moesten worden voorzien van voedsel. Dat moest worden ingekocht; bovendien waren daarvoor distributiebonnen nodig, die alleen illegaal verkregen konden worden. Daarom zat er achter de onderduikers en hun helpers een organisatie van het verzet. Men moest zeer goed weten wie wel en wie niet te vertrouwen was. Maar infiltratie en verraad zijn soms niet duidelijk te onderscheiden van vertrouwen. Het is aannemelijk dat het gedrag van Anni Flatow wantrouwen opriep. Op eigen gelegenheid is zij begin januari 1944 laat in de middag, het moet al donker zijn geweest, van het station Ede-Wageningen naar de Panoramaweg
De Kostersteen 112, april 2010
gefietst. Kennelijk wist zij de weg. In Driebergen, waar zij eerder ondergedoken zat, heeft zij mogelijk contact gehad met haar achtervolgers. In de brief die mevr. Flatow op 11 juli 1946 schreef aan de politie te Bennekom komt namelijk ook de volgende passage voor: “In een tweede brief, die ik op speciaal speuren van ons, dus op mijn verzoek op 21.6.1946 ontving, schrijft Mevr. M. dat zij bij haar aan de deur kwam, en dat zij haar “uit medelijden” had opgenomen, en dat zij verteld, dat zij in Driebergen vreeslijk door de SD. achterna gezeten werd, en dat zij aan het “onderhandelen” aldaar over “losgeld” bezig geweest moet zijn, wat ik nogal “eigenaardig” vind.” De waarheid is niet meer te achterhalen, maar kennelijk was er wel achterdocht. Deze achterdocht zal nog gevoed zijn door haar eerste vertrek uit het Bennekomse onderduikadres. Zij werd toen bij het station opgevangen door een man, die haar waarschuwde voor dreigend gevaar, en haar terugbracht naar de Panoramaweg. Onwaarschijnlijk dat deze man een toevallige voorbijganger was. Anni Flatow kende immers de weg naar haar onderduikadres. Voor de betrokkenheid van mej. Willy van der Blom en de zoon van Meibergen bij de dood van Anni Flatow ontbreekt elk bewijs. Wel is duidelijk dat zij als beschermers van ondergedoken Joden een groot belang hadden bij een veilige omgeving. In oktober 1944 vond een Duitse inval plaats in het huis van Willy van der Blom. Zij was al enige tijd verdacht van
1. Zonnedal; 2. De Leeuwerik 3. Wolkenland 4. Heidehut
het verbergen van Joden en van studenten die geweigerd hadden de loyaliteitsverklaring te ondertekenen. De onderduikers wisten tijdig te ontkomen; zij vluchtten naar een andere schuilplaats op het landgoed die voor noodgevallen was ingericht. Willy van der Blom werd gearresteerd en aan een verhoor onderworpen. Zij heeft echter niet de namen van haar onderduikers prijsgegeven.2 Verraad lag altijd op de loer. Zelfs is het voorgekomen dat Joden, om zeer verschillende beweegredenen, zich actief hebben ingezet bij de jacht op Joodse onderduikers. Een berucht voorbeeld is Betje Wery, die een groot aantal Joden heeft verraden. Het verzet heeft haar vogelvrij verklaard, maar zij genoot in Amsterdam speciale bescherming van Lages (later één van de drie van Breda). Na de oorlog is zij aanvankelijk tot levenslang veroordeeld, maar krijgt evenals vele andere medeplichtigen gratie, en komt in 1954 vrij. In 1968 begint zij een
De Kostersteen 112, april 2010
19
huwelijksbemiddelingsbureau in Ede, waar zij in 2006 is overleden.3 Anders dan Betje Wery wekt Anni Flatow allerminst de indruk een gewiekste manipulator te zijn. Eerder lijkt zij een opgejaagd slachtoffer, met onvoldoende oog voor de risico’s die zij zelf liep en die zij anderen bezorgde. In de winter van 1944 heeft zij een brief geschreven naar een familielid in Hillegersberg (niet gepost in Bennekom!), met het verzoek dekens te sturen naar haar ouders in kamp Westerbork. Was Anni Flatow niettemin door haar gedrag een risico voor andere Joodse onderduikers in haar omgeving? Als Anni Flatow inderdaad door het verzet is geliquideerd, dan ligt
over haar graf een zware steen van stilzwijgen. Van een nabestaande van een voormalig verzetsman vernamen wij onlangs, dat deze verzetsman eens een opmerking maakte over een Joods persoon die een gevaar vormde voor andere onderduikers op de heide, en in 1944 voorgoed het zwijgen is opgelegd. In het ‘Digitale Monument Joodse gemeenschap in Nederland’, waarin alle namen zijn opgenomen van in de oorlog omgekomen Joden uit Nederland, wordt vermeld dat de sterfplaats van Anni Amalia Beatrice Flatow onbekend is.
Noten 1. In de brief staat ‘omkomen’. Onduidelijk is of de schrijfster bedoelt: ‘ontkomen’ of ‘omkopen’ 2. Gutman, blz. 138; Willy van der Blom (1881), werd op 22 juli 1973 door Yad Vashem erkend als Rechtvaardige onder de Volkeren. 3. Van der Zee, blz. 316
Bronnen Gemeentearchief Ede, Documentatie 40-45 Gutman, Israel (red.), Rechtvaardigen onder de Volkeren. Nederlanders met een YadVashem onderscheiding voor hulp aan joden. Amsterdam / Antwerpen 2005 Janse, Cor, Onderduikers op Wolkenland. De Edese Post, 1 maart 2002 Janse, Cor, De Heidehut van mevrouw Wulff. De Edese Post, 5 april 2002 Lagerwey, V. en G. Plekkringa, Ede 1940 – 1945. Barneveld 1990 www.jewishsports.net www.joodsmonument.nl Zee, Sytse van der, Vogelvrij, de jacht op de Joodse onderduiker. Amsterdam 2010
20
De Kostersteen 112, april 2010
Het lakzegel van Johannes van Gorkom, predikant van Bennekom Anton C. Zeven Recentelijk stond in de krant ‘de Gelderlander’ een artikel over het opknappen van de begraafplaats te Bennekom Daarin werd ook melding gemaakt van een rest van de grafzerk van de 19de eeuwse predikant van Gorkom. Zijn naam kende ik omdat ik een afdruk van zijn zegel in het Gemeentearchief van Wageningen gevonden heb. Enkele genealogische gegevens Wie was dominee Johannes van Gorkom? Ik ben van hem niet veel te weten gekomen. Hij is in ca 1769 geboren. Na een predikantenopleiding en standplaatsen elders in het land werd hij predikant te Bennekom. Dit was zijn laatste standplaats, want op 29 juni 1843 stierf hij in deze plaats 74 jaar oud. Als zoon van Gerrit van Gorkom en Cornelia van der
Afdruk van het zegel van dominee Johannes van Gorkom, Bennekom, 4 februari 1806. GA Wageningen, Oud-archief inv. nr. 116.
Pol was hij getrouwd met Adriaantje de Ruiter. Hun dochter Cornelia Maria Elisabeth van Gorkum, geboren in Bennekom ca 1800/1801 en overleden te Bennekom op 19 september 1842 oud 41 jaar, trouwde te Ede op 5 september 1835 met de landbouwer Peter van Grootheest, geboren ca 1798,. Zij waren op hun huwelijksdag 35 resp. 37 jaar oud. Na het overlijden van Cornelia hertrouwt Peter op 5 mei 1849 in Ede 51 jaar oud met de 27-jarige in Bennekom geboren Gijsbertje Kroesbergen, dochter van de landbouwer Hendrik Hermsen Kroesbergen 1 en Cornelia Geurtsen. Peter overlijdt in Bennekom op 11 september 1861, 63 jaar oud, en wordt, zoals gezegd, aldaar begraven. Lakzegel Het lakzegel toont ons een wapenschild, dat (horizontaal) doorsneden is en vergezeld wordt door drie (Franse) lelies, twee boven de snijlijn en één eronder. Het veld van het schild is schuin gearceerd, hetgeen in de heraldiek betekent dat het groen gekleurd is. Boven het schild vinden we een helm en op de helm het helmteken: twee geharnaste armen met de ellebogen naar buiten gebogen en in de
De Kostersteen 112,april 2010
21
handen een lelie van het schild houdend. Dit schild wordt door twee leeuwen, die omkijken vastgehouden. Op het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) in Den Haag heb ik gekeken of iets meer over dit wapen te vinden is, maar de naam van Gorkom komt niet in de Heraldische Databank aldaar voor. Brief Het zegel werd gebruikt om een envelop te verzegelen. Deze brief was gericht aan de heer B. de Vries, schout des Ampts Ede te Ede en betrof een ‘Acte van indemniteijt van Wouter van Gulik, geboren in de Buurtschaap Lakemond, en zijn vrouw Geertruij Veenbrink’. Een acte van indemniteit houdt in dat de plaats van herkomst (geboorte) financieel verantwoordelijk blijft voor het zich in de gemeente Ede gevestigde echtpaar. Daar Lakemond toen onder Wageningen ressorteerde is deze brief met het zegel van de Bennekomse predikant in het Gemeentearchief van Wageningen terecht gekomen. In dit archief trof ik zijn zegel aan. Misschien is het wel de enige bewaard gebleven lakafdruk.
Enkele aanvullende opmerkingen 1. De heraldisch beschrijving van het wapen luidt: schuingearceerd (groen) doorsneden, boven de deellijn twee lelies en beneden één.. Helmteken: twee geharnaste armen met de ellebogen naar buiten, houdend een lelie van het schild. Schildhouders: twee omziende leeuwen. Omdat het veld groen is kan de kleur (metaal) van de lelies alleen goud of zilver zijn. 2. In het CBG wordt een grote collectie heraldische gegevens in de Heraldische Databank bewaard. Helaas kan niet tegelijkertijd op twee woorden gezocht worden. Dit houdt in dat als men zoekt op lelies men 1042 wapenbeschrijvingen moet bekijken. Zoekt men op doorsneden, dan krijgt men 2663 wapens te bekijken. Onbegonnen werk. Het aantal mogelijkheden zal aanzienlijk verkleind worden als men zou kunnen zoeken op `lelies + doorsneden`. 3. Wijlen R.T. Muschart heeft ca 100 000 zegels in voornamelijk archieven in Nederland beschreven. Hierin komt geen beschrijving van het lakzegel van Johannes van Gorkom voor.
Bronnen o genlias.nl, waardoor toegang tot gegevens opgeslagen in het Gemeentearchief van Ede, en andere internet-bronnen. o A.C. Zeven. 2006. Persoonlijke was- en lakzegels in het Gemeentearchief van Wageningen. Wageningen. 374p. Noot 1. Hendrik Hermsen Kroesbergen was de zoon van de weduwe Hendriksen die in 1815 Klein Nergena in pacht had. Klein Nergena maakte toen nog deel uit van het landgoed Nergena. Toen in 1815 het landgoed werd geveild, kocht Hendrik Hermsen Kroesbergen het westelijke deel, genaamd Klein Nergena. (Zie Ad Nooij: Het landgoed Nergena. De Kostersteen 110.)
22
De Kostersteen 112,april 2010
Aanvulling op “Straatnamen in Bennekom” Herkomst en betekenis van Straatnamen. Henk Gijsbertsen. Na het verschijnen van bovengenoemd boekje in 2004 zijn er in Bennekom een aantal nieuwe straten aangelegd en zijn de al bestaande parkeerterreinen van een naam voorzien. Op verzoek van de hulpdiensten (o.a. ambulance en brandweer) hebben alle pleinen in de gemeente Ede nu een officiële naam gekregen. Om na een ongeval tijdig op de juiste plaats te arriveren, was het nodig deze pleinen en parkeerterreinen een naam te geven. Ook de politie moet voor het uitschrijven van een procesverbaal een precieze plaatsbepaling hebben. Juist op een parkeerterrein is de kans op een beschadiging aan een auto, bij het inof uitdraaien van een parkeerplaats, groot. In Bennekom kwamen hier drie parkeerterreinen voor in aanmerking. Parkeerterreinen
Het boek “Straatnamen in Bennekom”, geschreven door Henk Gijsbertsen, is nog steeds te koop bij de Bennekomse boekhandel. Wie het boek heeft aangeschaft, zou een kopie kunnen maken van deze pagina’s van de Kostersteen om het boek weer up-to-date te maken.
MARKTPLEIN. (BW 21-06-2005) Het parkeerterrein aan de noordkant van de Oude Kerk. Dit plein is al jaren in gebruik als weekmarkt op vrijdagochtend en wordt sindsdien in de volksmond ook meestal al het Marktplein genoemd. Dit is nu dus officieel met een straatnaambordje bekrachtigd. OUDE KERKPLEIN. (BW 21-06-2005) Het parkeerterrein aan de zuidkant van de Oude Kerk. Dit plein doet voornamelijk dienst als parkeerterrein voor de supermarkt C-1000 van de familie Snetselaar en voor bezoekers aan de Apotheek of de Rabobank aan de Dorpsstraat. BROEKAKKERPLEIN. (BW 21-06-2005) Dit parkeerterrein wordt omsloten door de Dorpsstraat, Kerkstraat, Hogeweg en Lindelaan. Het plein is gelegen op de voormalige broekakkers. Tot 1939 heette de Lindelaan de Broekakkerweg. Op verzoek van de gemeenteraad werd deze naam in 1939 gewijzigd in Lindelaan, “omdat de raad bezwaar maakte tegen de door kinderen wel eens opzettelijk verkeerd uitgesproken benaming”. De kinderen werden op school namelijk dikwijls uitgescholden voor “Broek-kakkers”.Met de naam Broekakkerplein komt deze historische veldnaam nu dus weer terug.
De Kostersteen 112, april 2010
23
Nieuwe wegen Op het terrein van het voormalige Protestants Christelijk Streekziekenhuis zijn vijf nieuwe wegen aangelegd. De Oostbreukelderweg wordt weer verlengd. Het was de bedoeling om deze straten te vernoemen naar Nederlandse geneeskundigen, als aansluiting op de reeds bestaande wegen met een geneeskundige achtergrond. In 2007 kreeg dit terrein echter al de naam Baron van Wassenaerpark. Omdat er in Ede-Zuid al een Baron van Wassenaerlaan is, is voor Bennekom nu gekozen voor de Freule van Wassenaerlaan. De andere namen hebben allemaal betrekking op het landgoed Hoekelum. De op 15-09-2009 abusievelijk vastgestelde namen van Rutger van Welylaan en Jacob van Lawicklaan zijn op 01-12-2009 op mijn verzoek gewijzigd in Olifier van Welylaan en Hessel van Lawicklaan. (Zie hieronder). FREULE VAN WASSENAERLAAN. (BW 15-09-2009) Jacoba Cornelia baronesse van Wassenaer. (09-10-1918/29-01-2004). Als ongehuwde dochter van Baron van Wassenaer was zij in Bennekom alleen maar bekend als “Freule van Wassenaer”. Na haar huwelijk met de Edese schoolmeubelfabrikant Joh.Iddink wilde zij geen Freule meer genoemd worden en werd daarna Mevrouw Iddink genoemd. Zij overleed op 29-01-2004. Van 1946 tot 1988 was zij eigenares van het landgoed Hoekelum. Zij heeft na WO-II het kasteel niet meer zelf bewoond, maar betrok een bungalow in de bossen achter het kasteel. Op 23 juni 1946 sloot baron van Wassenaer een overeenkomst met de Stichting Luthers Buitencentrum. De familie van Wassenaer bleef eigenaar van het kasteel Hoekelum en de Stichting Luthers Buitencentrum werd huurder. Op 6 juli 1946 overleed de baron. Op 22 augustus 1946 is het huis als Luthers Buitencentrum in gebruik genomen. In 1988 ging het landgoed over in handen van de Stichting het Geldersch Landschap. BARONES VAN LYNDENLAAN. (BW 15-09-2009) Machtella baronesse van Lynden (1880-1943) huwde in 1909 met Karel Gerrit Willem baron van Wassenaer. Zij zijn de laatste bewoners van het kasteel Hoekelum geweest. Zij kregen drie kinderen, een zoon en twee dochters. De zoon, Francis Marius, verongelukte in 1930 op 17-jarige leeftijd bij een ski-ongeval in Zwitserland. Ook de beide dochters, Carolina Adriana (geboren in 1911) en Freule Jacoba Cornelia (geboren 1918) zijn intussen overleden. Hiermee is het geslacht van Wassenaer in Bennekom uitgestorven. Van barones van Lynden hangt in het kasteel Hoekelum een mooi, door Piet van der Hem, geschilderd portret HENDRIK VAN POELWIJCKLAAN. (BW 15-09-2009) Hendrik van Poelwijck was van 1542 tot 1574 heer van Hoekelum. Hij was getrouwd met Elisabeth van Schevick. Na zijn overlijden in 1574 hertrouwde Elisabeth met Rutger van Wely. In 1542 kocht Hendrik het goed van Joost van Tiel en zijn vrouw Margareth van Hoekelum. Hendrik was burgemeester van Arnhem. Toen hij in 1574 overleed was niet zijn vrouw, maar zijn zoon erfgenaam en zo kwam het landgoed in handen van zijn zoon
24
De Kostersteen 112, april 2010
Willem. Deze stierf echter al in 1576 en zijn erfgename was zijn oudste zuster Eva van Poelwijck, gehuwd met Olifier van Wely. OLIFIER VAN WELYLAAN. (BW 01-12-2009) Na het overlijden van Willem van Poelwijck in 1576 was zijn oudste zuster Eva van Poelwijck erfgename. Zij was (waarschijnlijk in gemeenschap van goederen) gehuwd met Olifier van Wely. Zij houden Hoekelum tot 1597 in hun bezit en verkopen dan samen Hoekelum aan Assuerus die Jeger. Door een naamsverwisseling werd deze laan op 15-092009 vastgesteld als Rutger van Welylaan. (Zie bij Hendrik van Poelwijck). Bij besluit van B en W van 01-12-2009 is dit veranderd in Olifier van Welylaan. HESSEL VAN LAWICKLAAN. (BW 01-12-2009) Op 5 januari 1695 kocht Paul Frideborn het goed Hoekelum en verkocht het nog diezelfde dag door aan Hessel van Lawick. Daarna is Hoekelum nooit meer verkocht, maar is steeds door vererving overgegaan naar nieuwe eigenaren. Hessel van Lawick was burgemeester van Wageningen en ambtsjonker van Ede. Hij werd in 1647 geboren en overleed ongehuwd in 1723. Hij is dus 28 jaar eigenaar van Hoekelum geweest. Volgens zijn testament was zijn nicht Sibilla Elisabeth van Balveren zijn erfgename. Zij was de dochter van zijn zuster Maria van Lawick en Jan van Balveren. Sibilla Elisabeth was gehuwd met haar volle neef Jacob van Lawick. Ook hier is de op 15-09-2009 vastgestelde naam van Jacob van Lawicklaan op 01-12-2009 veranderd in Hessel van Lawicklaan. OOSTBREUKELDERWEG. (RB 01-05-1940 en BW 15-09-2009) Oorspronkelijk liep de Oostbreukelderweg vanaf de Edeseweg tot aan de Mosweg. Na de bouw van het Protestants Christelijk Streekziekenhuis (1957) werd het eerste gedeelte tot aan de Fred Bantinglaan alleen nog gebruikt als een ruiterpad. Nu wordt de oude situatie weer hersteld en begint de Oostbreukelderweg weer bij de Edeseweg en loopt evenwijdig aan de A-12 tot aan Blokpost 20.
Mededelingen van het bestuur HenkGijsbertsen 60 jaar lid van Oud Bennekom. Het komt niet vaak voor dat iemand 60 jaar lid is van een historische vereniging. Voor de meeste mensen geldt dat zij pas op oudere leeftijd belangstelling krijgen voor de geschiedenis van hun woonplaats, omdat zij dan zelf veranderingen hebben meegemaakt. Henk Gijsbertsen werd reeds op jonge leeftijd lid van het toen ook nog zeer jonge OudBennekom. Hij werd bovendien een zeer actief lid en mede daardoor – op oudere leeftijd – erelid. Het bestuur feliciteert Henk Gijsbertsen van harte met dit jubileum. De Kostersteen 112, april 2010
25
Voorjaarslezing “Bennekom in het laatste oorlogsjaar” Dinsdag 20 april. Plaats: 't Kerkheem te Bennekom; Aanvang: 20.00 uur Op 17 april 2010 is het 65 jaar geleden dat Bennekom bevrijd werd door de 49th British Infantry Division ('Polar Bear Division'). De HVOB laat dit historische moment niet zo maar passeren. Het bestuur heeft daarom de historicus drs. Frank W. van Lunteren gevraagd om een avond te verzorgen waarin het laatste oorlogsjaar in Bennekom en omgeving centraal staat. Van Lunteren heeft zich gespecialiseerd in onderzoek naar de Engelse en Amerikaanse eenheden die betrokken waren bij de bevrijding van Gelderland. Hij werkt aan een boek over het Amerikaanse 504e Parachute Infantry Regiment in de periode 1942-1945. Tijdens de lezing met kaarten, foto’s en filmbeelden komt o.a. aan de orde: de luchtlandingen in relatie tot Bennekom, de ‘Westgruppe von Tettau’’, de evacuatie en evacuatieperiode, Operaties Pegasus I en II en ‘Windmill’ en de uiteindelijke bevrijding. Frank van Lunteren studeerde geschiedenis in Nijmegen en is nu werkzaam als docent geschiedenis in het voortgezet onderwijs.
Excursie naar Diepenheim en Glane Woensdag 12 mei vindt de jaarlijkse dagexcursie plaats. De bus vertrekt om 8 uur bij het Kijk- en Luistermuseum. De reis gaat naar Diepenheim, waar we het Oranjemuseum Nieuwe Haghuis bezoeken. In dit museum krijgt u een rondleiding langs de grote collectie Oranjecuriosa en het twents boerenantiek. Vervolgens rijden we naar ’t Holt eveneens in Diepenheim voor de lunch. ’s Middags brengen we een bezoek aan het Syrisch-Orthodoxe klooster St. Ephrem te Glane. Dit klooster is een van de drie Syrisch-Orthodoxe kloosters in Europa. De aartsbisschop zetelt hier en er wonen enkele monniken en nonnen. We krijgen een rondleiding door het klooster en zullen tevens de bijbehorende kathedraal, kapel en begraafplaats bezoeken. Op de terugweg drinken we nog iets in Hotel Erve Bruggert in Haaksbergen. Om 18.00 uur verwachten we weer terug te zijn in Bennekom. De excursiekosten bedragen € 35,- te voldoen in de bus. Aanmelding gaarne via het formulier dat in de Kostersteen is opgenomen. Als u mee wilt met deze excusie, wordt u vriendelijk verzocht het formulier zo spoedig mogelijk - in ieder geval uiterlijk woensdag 28 april – in te leveren bij mevrouw C.J. Knoppers, Prinsenlaan 15, 6721 EB Bennekom. Bij overtekening wordt een reservelijst gemaakt. Mocht u zich hebben opgegeven en u kunt desondanks niet mee, dan verzoeken wij u dit tijdig aan mevrouw Knoppers te melden. Bij annulering na 28 april wordt €15,- (de buskosten) in rekening gebracht, tenzij er een vervanger mee gaat. De excursie is in de eerste plaats bedoeld voor leden van de Historische Vereniging OudBennekom. Als er plaatsen over zijn, kunnen er introducé’s mee. Wij hopen dat het woensdag 12 mei een leuke dag wordt!
26
De Kostersteen 112, april 2010
Nieuwe leden Het bestuur heet de volgende personen van harte welkom als nieuwe leden van de Historische Vereniging Oud-Bennekom: Dhr. en mevr. M.W. Steenbergen Fam. G.J. Adams Dhr. J. Vonk Dhr. en mevr. L.C. Blanken Dhr en mevr. F.J. van Zwaal-Fluit Mevr. C.T.W. v.d.Brink-van Kampen Dhr. D. Rintjema
Agenda Van de Historische Vereniging Oud-Bennekom -
Dinsdag 20 april: voorjaarslezing door de heer Frank van Lunteren over de bevrijding van Bennekom in 1945. Plaats: ‘t Kerkheem, Kerkhoflaan 34. Zie blz. 26 Woensdag 12 mei: voorjaarsexcursie naar Diepenheim en Glane; zie blz 26.
Documentatiecentrum Bennekom Het documentatiecentrum van de historische vereniging Oud-Bennekom is gevestigd op de bovenverdieping van het Kijk en Luister museum, en is elke dinsdag voor bezoekers geopend van 09.00 – 12.00 uur en 14.00 – 16.00 uur. Geïnteresseerden in de historie van Bennekom zijn welkom na een afspraak via onderstaande personen: Henk Gijsbertsen, telefoon (0318) 415275; email:
[email protected] Riet Hoogkamer, telefoon (0318) 416180; email:
[email protected]
Bestuur A. van Kampen, voorzitter W.Hol, secretaris W.C.L. van Kalleveen, penningm G.J. Adams Mevr. C.J. Knoppers A.T.J. Nooij Mevr. G.J.M. van Raan-Onderwater
Website: www.oudbennekom.nl Ledenadminsitratie Mevr. G.J.M. van Raan-Onderwater Grietjeshof 18, 6721 VJ Bennekom
Beheer foto- en diacollectie H. Gijsbertsen Bibliotheek Mevr. G.M. Hoogkamer-Weijman Conservator Historische Collectie C.C. Meulenkamp Redactie Kostersteen A.T.J.Nooij, eindredacteur H. Van Amerongen C.A. Heitink J.A. van der Valk Email:
[email protected]
De Kostersteen 112, april 2010
27