DE KOSTERSTEEN
DE KOSTERSTEEN Nummer 89 Augustus 2004
OPEN MONUMENTENDAG: ZIE PAG. 14 e.v.
Herinneringen aan De Born Verteld door Gaatske Feenstra-Wouda, opgetekend door Riet Hoogkamer-Weijman Hoe komt het dat Gaatske Feenstra-Wouda, geboren in Surhuisterveen in 1920, zoveel verhalen kan vertellen over De Born? Thee drinkend uit een Petrus Regout-kopje, dat in de jaren dertig van de vorige eeuw al gebruikt werd op De Born, vertelt zij haar verhaal. De Doopsgezinde ouders van Gaats lieten hun kinderen zoveel mogelijk doorleren en Gaats ging naar de ULO. Vervolgens werkte zij een aantal jaren in het gezin van de vrijzinnig predikant Ruitenberg in Beers. De ULO en het gezin Ruitenberg beschouwt zij als twee van de drie peilers in haar leven. De derde peiler is De Born. krant lezen, er over te discussiëren, met geld omgaan, en nog veel meer. De kampen bleken een groot succes te zijn, en men besloot ook kampen voor de kinderen van de werklozen te organiseren. Voor de jongens wel te verstaan. De meisjes hielpen thuis in het gezin en breiden met uitgedeelde (nassaublauwe) wol truien, sokken, dassen en wat dies meer zij. Door de opvallende blauwe kleur wist iedereen wel gelijk dat je werkloos was.
Afb.1 Gaatske Feenstra - Wouda Gaats groeide op in de crisisjaren met zijn vele werklozen. Voor de werkloze mannen werden in die tijd zogenaamde kampen gehouden. Men leerde er de
Mevrouw Liesbeth Ribbius Peletier, die begin jaren dertig van de vorige eeuw De Born in Bennekom had laten bouwen en actief lid was van de SDAP, vond dat ook de werkloze meisjes recht hadden op deze kampen. Zij deed een oproep aan werkloze meisjes zich op te geven voor
Drukkerij Modern te Bennekom 1
Afb.2 De huiskamer van de Born de kampen op De Born, die drie maanden zouden duren. Helaas, de werkloze meisjes hadden vaak de belangstelling niet meer zich op te geven. En dus kreeg mevrouw Ribbius Peletier naast de werkloze meisjes ook meisjes die zichzelf voor een poosje werkloos maakten. Deze laatsten hadden veelal een baan, maar ze maakten een afspraak met hun werkgever zodat ze na de drie maanden op De Born weer naar hun oude baan terug konden. De kampen werden betaald door Sociale Zaken, inclusief reis- en zakgeld, en gingen in 1936 van start. De meeste meisjes waren nooit zo ver en zo lang van huis geweest en sommigen kregen dan ook heimwee. Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan mochten ze halverwege de cursus een weekeind naar huis. Toen de oorlog uitbrak, sloot mevrouw Ribbius Peletier De Born, omdat, zoals ze zei, ze geen cent van de Duitsers wilde
2
aannemen. Natuurlijk was het jammer dat het huis leeg stond en daarom opende ze in de herfst van 1941 weer een gedeelte van De Born. De grootte van de groepen werd teruggebracht tot 14 à 15 meisjes en 3 leidsters: Tine Dommisse, Wil Bosch en Jo van den Bogert. Mevrouw Ribbius Peletier betaalde vanaf dat moment alles uit eigen zak, maar de meisjes kregen geen reis- en zakgeld meer. Wel werden er excursies gehouden, bijvoorbeeld naar Het Openlucht Museum, en werden er bezoekdagen voor familieleden ingesteld. Ook de Mem van Gaats kwam op bezoek en mocht er zelfs logeren. De lessen gegeven door de dames Dommisse en Bosch omvatten o.a. opvoedkunde, kennis van eigen land, geschiedenis, plantkunde, het bezig houden van kinderen, knutselen, de natuur. Maar ook werden er boeken gelezen bijvoorbeeld van Henriëtte Roland Holst, en moest men helpen met de afwas en werken in
de (kruiden)tuin. Naast het volgen van lessen moesten de meisjes ook zelf lessen geven. Men trok daartoe briefjes waarop een onderwerp stond, werkte het onderwerp uit en verzorgde een les. Zo'n les kon bijvoorbeeld gaan over een van de Nederlandse provincies, maar ook over de fruitteelt in een bepaald gebied van Nederland. Gaats Wouda was een van de cursisten in 1941. Dominee Ruitenberg uit Beers moedigde haar aan naar De Born te gaan. Omdat er geen reisgeld meer werd gegeven meldde Gaats dat ze vanuit Friesland op de fiets naar De Born zou komen en vroeg of er meer meisjes uit haar omgeving de cursus zouden volgen. Dat was het geval en zo fietste ze in 2 dagen van Surhuisterveen via Drenthe, waar nog twee meisjes zich bij haar aansloten, naar De Born in Bennekom. Ergens op de Veluwe kreeg een van meisjes een lekke band. Nergens konden ze een fietsenmaker ontdekken. Uit arremoede hebben ze toen het laatste stuk gelopen. Doodmoe kwamen ze aan. Ieder jaar werd er uit de groep meisjes één gekozen die de volgende cursus als stagiaire terug mocht komen. In 1941 viel deze eer Gaats te beurt en zo kwam ze in 1942 weer naar De Born. Stagiaire zijn betekende dat je meehielp in de huishouding en daarnaast de lessen mocht volgen. Helaas werd eind 1942 De Born door de Duitsers gevorderd en was het voorlopig gedaan met de meisjeskampen. Mevrouw Ribbius Peletier nam een Bennekomse boswachter aan: de heer Van de
Brink († 1985). Hij woonde in 'Wouddroom' aan de Selterskampweg. In de oorlog werd de heer Van de Brink, samen met meerdere dorpsgenoten, gevangen gezet door de Duitsers op eigen werkterrein: De Born. Ontsnappen was onmogelijk door de hoge omheining met prikkeldraad. Na de bevrijding bleek er veel kapot en verloren gegaan op De Born. Er was bijvoorbeeld geen deken meer in huis. Van de Brink wist ze echter te voorschijn te halen. Hij had ze namelijk verstopt. In de grote zaal boven de vleugel was het plafond iets lager. Van buitenaf was de ontstane ruimte bereikbaar en daar had hij de dekens verborgen. Na de oorlog, in 1946, Gaats was inmiddels getrouwd, kwam ze weer als cursiste naar De Born. Dat was voorlopig de laatste keer. In de jaren daarna kreeg zij haar beide kinderen, scheidde, volgde een opleiding aan de kweekschool voor vroedvrouwen in Rotterdam en had twintig jaar lang een vroedvrouwenpraktijk in Het Bildt in het noordwesten van Friesland, waar ze hertrouwde en weduwe werd. Begin jaren zeventig had de VARA een radioprogramma waarin mensen werden geïnterviewd die goed bekend waren met de geschiedenis van de betreffende plaats. Het Bildt werd ook bezocht en Gaats, die als vroedvrouw veel mensen kende, werd geïnterviewd. Daarin vertelde ze onder andere dat ze stopte met werken en naar Afrika ging om te assisteren bij de geboorte van haar eerste kleinkind. Een vriendin uit de opleiding aan de kweekschool voor vroedvrouwen hoorde het programma, belde haar op en
3
Afb.5. Aantekening op achterzijde van de foto op Afb. 4
Afb.4 Mevr. Ribbius Peletier; een foto van een tekening door Paul Citroen zei: "Gaats, op De Born organiseren ze tegenwoordig voor alleenstaande (werkende) vrouwen een Pinksterweekend, is dat niks voor jou". En zo werd Gaats een Pinksterblom, zoals deze vrouwen werden genoemd. Het onderwerp van haar eerste Pinksterbijeenkomst weet ze nog: "Arbeidsethos vroeger en nu". Een moeilijk onderwerp, zoals ze nu zegt Toen deed Gaats iets wat haar weer voor jaren aan De Born zou binden. Ze benaderde een van de leidsters en vroeg of ze vakantiehulp kon worden. Ze stelde zich er niets van voor maar nog datzelfde jaar had men hulp nodig en werd ze opgebeld. Dat ging zo enkele jaren door totdat ze in 1976 de avonddiensten overnam van mevrouw Deborah
4
Ebbinge Wubben en intern kwam wonen op De Born. Ze zorgde er voor de avondbroodtafel. Later kwam daar de verzorging van planten bij en leidde ze de volksdansavonden. In de zomer van 1977 kocht ze een huisje in het Ericapark, waar ze tot maart 2004 heeft gewoond. In haar huiskamer hing nog een zogenaamde "Drees-lamp" en in haar slaapkamer hingen gordijnen en lagen kussens die gemaakt waren van de gordijnen uit de kamer van mevrouw Ribbius Peletier En er stond een echte Bauhaus-stoel, gered uit de inventaris van De Born. Op de gordijnen na is dit allemaal meegegaan naar haar kamer in Beringhem, waar ze nu woont. De cursussen en cursisten veranderden in de loop der tijd. Er kwamen onder andere alleenstaande moeders, lesbiennes en Leidse volksvrouwen. Anja Meulenbelt gaf lezingen over feminisme en socialisme. Er werden assertiviteitstrainingen
gehouden. Wat niet veranderde was de sfeer, de onderlinge verstandhouding, het lachen en huilen met elkaar, kortom het "Born"-gevoel. Het vormingscentrum voor vrouwen.
Het werkzame leven van mevrouw Feenstra eindigde in februari 1985. Na al die jaren op De Born heeft ze een schat aan plakboeken, foto's en krantenartikelen, waarvan slechts een heel klein gedeelte in dit artikel staat.
Afb. 6 Op weg naar de tuin; een opname uit 1941
Zingen Als er een nieuwe groep cursisten werd verwacht, luidde men op De Born de bel. De meisjes volgden het geluid om op De Born te komen. Ook werden de cursisten aan het eind uitgeluid. De bel werd niet geluid in de oorlog. Later raakte dit gebruik uit de tijd, omdat veel cursisten niet meer met openbaar vervoer, maar met eigen vervoer naar De Born kwamen. De bel van de Born wordt in het volgende lied bezongen: Hoor je de bel van "De Born" wel luiden? Zie je die laantjes, die tuin met de kruiden? Zie je de poort van "De Born" daar staan? Zullen we samen naar binnen toe gaan?
5
Vriendelijk huis met je lichte sfeer. Warm, ontvang je ons telkens weer. Vriendschap schenk je ons, kracht voor ons werk. De wereld vraagt mensen, vertrouwend en sterk. Hier liepen we samen door dennegeuren. En juichten om paddestoelen, sprookjes en kleuren. Speelden ons spel in de groene wei. Besloten de dag met liederen, zo blij. Hoor je de bel van "De Born" wel luiden? Zie je de laantjes, de tuin met de kruiden? Zie je de poort van "De Born" daar staan? We hopen hier heel vaak nog binnen te gaan. Afb. 6. Het luiden van de bel
Toen de Born gesloten zou worden, werd tijdens de laatste bijeenkomst van ‘de Pinksterblommen’het volgende weemoedige lied gezongen:(Wijs: Op de grote stille heide). Op de Born in Bennekom Komen wij elk jaar bijeen. En wij dachten dat het altijd Zo zou gaan tot in eeuwigheid
Maar helaas van hogere hand Werd beslist 't moet maar aan de kant Voor d'oudere vrouwen De ouhoude getrouwe Is het over en uit!
En een gesproken getuigenis tot slot: Wat wilde Liesbeth Ribbius Peletier voor ons allemaal?: "Een rechtvaardige samenleving, zonder bedreiging". Is die wens in vervulling gegaan, Of moeten we daar nog steeds naar streven? Ja, daar zullen wij zonder ophouden voor blijven vechten, Vrouwen kent Uw kracht, de strijd gaat voort!
6
De Born Het gebouw is in 1932 ontworpen door de architect P. Vorkink (1878 – 1960) in opdracht van mevr. A.E. Ribbius Pelletier. De Born werd geopend in 1933.. De architect kreeg van mevr. Ribbius Pelletier de opdracht een gebouw te ontwerpen dat aan twee belangrijke voorwaarden zou voldoen. Arbeidersvrouwen zouden zich er thuis moeten voelen, maar ook moest er van de esthetische vormgeving van het huis een vormende werking uitgaan. Het huis werd gebouwd in een zakelijkexpressionistische stijl. De binnenhuisarchitect F. Spanjaard kreeg de opdracht het interieur te ontwerpen. Hij werkte in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid. De tuin is ontworpen door mevr. J. Bouwens. Motieven voor plaatsing op de rijksmonumentenlijst in 2001 waren o.m.: - De architectuurhistorische waarde, - De cultuurhistorische waarde; het is een zeldzaam karakteristiek voorbeeld van een vakantiehuis op de Veluwe uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Het huis fungeerde als vormingscentrum voor arbeidersvrouwen en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de emancipatie van de vrouw in Nederland. Het vormingscentrum werd in 1992 gesloten.
Ribbius Peletier, Anna Elisabeth Ribbius Peletier (roepnaam: Liesbeth) is geboren te Utrecht op 29 juli 1891 in een liberaal, welvarend gezin. Zij bezocht in Utrecht de Hoogere Burger School voor meisjes. In 1910 ging zij in Utrecht Rechten studeren, en promoveerde in 1920 cum laude op het proefschrift Leden-contracten. In 1922 werd Ribbius adjunct-directrice van de eerste School voor Maatschappelijk Werk, die uitsluitend door meisjes werd bezocht. Spoedig daarna werd zij lid van de SDAP. Vanaf 1926 organiseerde zij met veel succes zomercursussen, ondanks de tegenstand van het partijbestuur ('Een goede huisvrouw laat haar gezin niet in de steek').Het succes van de zomercursussen werd in het voorjaar van 1932 voortgezet met de aankoop (dankzij een gift van Ribbius) van een terrein op de Veluwe, waar een studie- en vakantieoord voor vrouwen werd gebouwd, De Bom, dat vanaf 1933 kon worden geëxploiteerd. In 1928 werd Ribbius voor haar partij gekozen als lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, daarnaast was zij van 1937 tot 1947 lid van de Eerste Kamer. Zij werd voor de PvdA ook lid (tot 1958) van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, In 1958 volgde haar installatie als lid van de Raad van State. Zij overleed op 30 september 1989
7
Kleinrensink, timmer- en aannemersbedrijf Wout Hol en Ad Nooij Op de Edeseweg 29 in Bennekom is in 1919 Bart Kleinrensink geboren. Daar woont hij nog. Naast het huis staat de werkplaats met de tot stilstand gekomen machines. Het bedrijf is in 1903 gestart door Kleinrensink senior. Deze werkte voordien bij Bussink waar hij f 0.07 per uur verdiende. Toen zijn oudste zoon (Janus) werd geboren in 1903 ging het uurloon omhoog naar f 0.10. Vader Kleinrensink woonde destijds aan de Edeseweg, naast het huis waar nu van Etten en Grolle hun huisartsenpraktijk hebben. Toen hij op een keer thuis kwam, zei hij tegen zijn vrouw dat hij het huis waar zij toen woonden, had verkocht. Dat gaf groot verdriet. Hij heeft toen beloofd het nieuwe huis, dat dichter bij het dorp gebouwd zou worden, zodanig te ontwerpen dat vloerbedekking en gordijnen nog zouden passen. Dat is het huis geworden op Edeseweg 29.
Afb.2 De werkplaats aan de Edeseweg
8
Afb1. A. Kleinrensink
Tot 1920 werden alle houtbewerkingen met de hand uitgevoerd. In die tijd bestonden wel zgn. gasmotoren. Een centrale gasmotor bracht een drijfstang in beweging; op deze drijfstang waren via aandrijfriemen een aantal houtbewerkingmachines aangesloten. Bij Kleinrensink was echter geen gasmotor geïnstalleerd. In 1920 werd Bennekom aangesloten op het electriciteitsnet. Kleinrensink had in afwachting van de electrificering zijn electrisch aangedreven machines reeds gekocht. De verschillende houtbewerkingmachines hadden elk een motor, zodat met korte afgeschermde drijfriemen kon worden volstaan. Ook werd in 1920 een nieuwe werkplaats gebouwd. Hierbij is materiaal gebruikt dat afkomstig was van militaire barakken die na het einde van de eerste wereldoorlog overbodig waren geworden. Deze barakken
Afb.3 De werkplaats in 1925 V.l.n.r.: Aard Kleinrensink,Cornelis Kleinrensink (eigenaar, overleden in 1947) met zoon Bart (6 jaar), Janus Kleinrensik Azn, Brink (uit Wolfheze), op de trap: Herman Ansink, Gert de Leeuw (uit Wageningen), Janus Kleinrensink (zoon van Cornelis), Reinder van de Berg, Henk Tollenaar.
werden per schip in de haven van Wageningen afgeleverd. In 1959 is deze werkplaats afgebrand; en is de huidige werkplaats gebouwd. De Hervormde Kerk In 1930 kreeg Janus Kleinrensink – de in 1903 geboren oudere broer van Bart - van de kerkvoogdij de opdracht om het interieur van de Hervormde Kerk geheel te vernieuwen. Dit betrof niet alleen de kerkbanken, maar ook de kansel en de lambrisering. Het ontwerp voor de plaatsing van de kerkbanken gaf aanleiding tot heftige discussies binnen de hervormde
gemeente, omdat het totale aantal zitplaatsen geringer zou worden dan in de oude situatie. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid, dat de banken dichter op elkaar zijn geschoven en dat de gangpaden smaller werden. Op deze wijze werd het oorspronkelijke aantal zitplaatsen benaderd. De wens van de opdrachtgever om de zittingen van de banken uit één stuk te maken, kon echter niet worden vervuld; in die breedte waren de planken niet leverbaar. Voor de kerkbanken is Japans eikenhout aangekocht, dit kwam per schip in
9
Afb. 4 Verschillende houtbewerkingmachines. Links boven een schaafmachine; rechts boven: een frees; links onder: langgatboor; rechts onder. een slijpsteen
Wageningen aan. De financiering gaf nog enige problemen, omdat Kleinrensink niet over voldoende liquide middelen beschikte om deze kostbare lading hout te kunnen betalen voordat de Kerk had afgerekend. In de werkplaats aan de Edeseweg werden de verschillende onderdelen van de kerkbanken vervaardigd en naar de toen leegstaande pastorie ge-
10
bracht. Daar vond het zgn. ‘roken’ plaats. Door schoteltjes met ammonia tussen de houten onderdelen te plaatsen, kleurt de eek in het hout bruin. Deze bruining dringt diep door in het hout, veel verder dan met beitsen het geval zou zijn. Vervolgens werden de onderdelen in de kerk in elkaar gezet.
Afb.6 Patroon met gezin en werklieden in 1915. V.l.n.r.: Cornelis Kleinrensink (18771947), Peet van Harsselaar, Marinus van Harsselaar, onbekend ( zittend met zaag) onbekend, Harsselaar sr., Janus Kleinrensink Azn, onbekend, Janus Kleinrensink Czn met fiets (1904-1935), dienstbode (onbekend). ,
In 1942 zijn de buitendeuren van de Hervormde Kerk vernieuwd. Deze deuren, in zgn. Tudorstijl, zijn ontworpen en gemaakt door Bart Kleinrensink. Ook hier is Japans eikenhout gebruikt. De Tweede Wereldoorlog bracht niet alleen veel persoonlijk leed, maar ook veel schade aan huizen en gebouwen. Dat begon al in 1940. Tijdens de Duitse invasie bood het Nederlandse leger weerstand op de Utrechtse heuvelrug. Het mortiervuur veroorzaakte veel verwoestingen in Wageningen, waar de gehele bevolking
geëvacueerd was. De Bennekomse bevolking was niet geëvacueerd, met uitzondering van inwoners van de Kraats waar inundatie dreigde. In Bennekom zijn toen veel slachtoffers gevallen. Om voldoende lijkkisten te kunnen maken, moest Kleinrensink op zondag doorwerken. Maar er was, verspreid over de oorlogsperiode, ook veel materiële schade. Zo zijn o.m. hotel Groenewoud en huize Middeneng afgebrand. Ook het naast Kleinrensink gelegen pand, waar nu bakkerij Bak huist, is door brand verloren gegaan. Ook zijn door de Duitse bezetter
11
huizen afgebroken om ‘schootsveld’ te maken. Dit gebeurde o.m. aan de westzijde van de Edeseweg tussen de huidige Gasthuisbouwing en de van Balverenweg. Ook tijdens de evacuatie van de Bennekomse bevolking van oktober 1944 tot medio mei 1945 zijn er veel vernielingen aangebracht. Hoe cynisch dit ook moge klinken, in het verlengde van schade ligt Herstelwerk. Van gemeentewege werden lijsten opgesteld van uit te voeren herstelwerkzaamheden, inclusief begroting. Degenen die in de vermogensbelasting vielen, kregen 70% subsidie op de uitgevoerde herstelwerkzaamheden; de minder vermogenden kregen 100% subsidie. Het is aannemelijk dat hier en daar is geprobeerd om een gewenste verbouwing of uitbreiding van een woning gefinancierd te krijgen via de oorlogsschaderegeling
In de naoorlogse periode heeft Kleinrensink een aantal vrijstaande huizen gebouwd. Hierbij heeft hij o.m. samengewerkt de in Ede woonachtige architect Dekker. Opvallend zijn de door deze architect ontworpen huizen met een lessenaarsdak die o.m. te vinden zijn aan de Heelsumseweg, de Groenestraat en de Selterskampweg. Het bedrijf ligt nu stil. De machines draaien niet meer. Hun uiterlijk laat zien dat rust inderdaad roest. Dat geldt ook voor de uitgebreide collectie beitels met een keur aan profielen. Maar in vergelijking met vele andere beroepen heeft de timmerman-aannemer het belangrijke voordeel dat de resultaten van zijn werk langdurig weerstand bieden aan de tand des tijds.
Delen van de Delftse Poort uit Rotterdam als fundering onder ruilverkavelingswegen in Bennekom. Frans van Oort Nog niet zo lang geleden werd ik attent gemaakt op een bericht in het blad “Stichting Ons Rotterdam” nr. 2-2003, een zusterblad van onze Kostersteen. In de rubriek “Rotterdam reageert” vertelt M. van der Ham dat hij in 1942 tijdens een vakantie in Bennekom brokstukken van het gebouw “De Delftse Poort” op een grote puinhoop heeft zien liggen. Adres en telefoonnummer van 12
Afb. 1 De Delftse Poort in Rotterdam
Afb. 2 De Werftweg na de ruilverkaveling
de heer van der Ham waren snel gevonden, maar hij wist niet veel extra´s te vertellen. Hij logeerde in die tijd bij particulieren in Bennekom en wist nog wel dat een grote berg puin aan de noordzijde van het dorp was gedeponeerd. Hierin zaten veel brokstukken van de Delftse Poort uit Rotterdam hetgeen hem wel verbaasde. Ten tijde van het Duitse bombardement op Rotterdam (mei 1940) was de Delftse Poort reeds ontmanteld, maar de onderdelen zijn toch onherstelbaar verwoest en later als puin verkocht en afgevoerd. Hoe kwam nu Rotterdams puin hier in Bennekom? Bekend was dat in 1942 de Plaatselijke Commissie (PC) van de ruilverkaveling Ede-Veenendaal, waaronder ook een groot deel van de kadastrale gemeente Bennekom, groen licht kreeg om een aantal geplande nieuwe wegen in dit gebied te realiseren. Voor nieuwe wegen
was puin en grind nodig. Uit de nog aanwezige administratie lazen we dat juist in die periode veel puin voor dit doel uit Rotterdam werd aangevoerd, verwerkt en voor een deel opgeslagen. De prijs was in aanvang f 8,79 per kubieke meter franco werk. Toen de gemeente Rotterdam tien cent per m3 extra heffing wilde doorvoeren, hield de PC het been stijf en wenste dit niet te betalen. In 1943 was de puinprijs al opgelopen tot f 11,-- per m3. Op dat moment werden de aankopen gestaakt en werd verder gewerkt met de aangelegde voorraad. Het puin werd waarschijnlijk gebruikt voor de aanleg van de Werftweg, de Dragonderweg of de Eemweg. De Veensteeg en de Slagsteeg, ook tijdens de ruilverkavelingsperiode verbeterd, waren van latere datum
.
13
Open
Monumentendag
Oorlogshandelingen in Bennekom Ad Nooij Inleiding Als thema voor Open Monumentendag is dit jaar gekozen voor militaire verdedigingswerken. Daar komen we in Bennekom niet ver mee. We kennen eigenlijk maar twee nog bestaande militaire bouwwerken. Aan de Harsloweg staat een bunker uit de Tweede Wereldoorlog; dit is een gemeentelijk monument. En op korte afstand van deze bunker, eveneens aan de Harsloweg, staat het poortgebouw Harsselo dat eertijds onderdeel was van het aanzienlijk grotere kasteel Harsselo. Dit poortgebouw is een rijksmonument. Deze twee monumenten lenen zich zeker voor een bezichtiging tijdens de Open Monumendag op zaterdag 11 september. Maar voordat we daarover meer vertellen, geven we eerst in vogelvlucht aandacht aan oorlogshandelingen in Bennekom. Wie denkt aan oorlog in Nederland, komt bijna automatisch terecht bij de Tweede Wereldoorlog. Er zijn nog talrijke Bennekommers die uit eigen ervaring kunnen vertellen over deze periode. Toch zijn er voordien ook oorlogen geweest die hun uitwerking hadden op Bennekom. Er zijn documenten die het een en ander kunnen vertellen over vroegere oorlogshandelingen in Bennekom. Maar het komt ook voor, dat we alleen meldingen vinden over oorlogsgeweld in deze contreien, zonder dat Bennekom speciaal wordt genoemd. Dan kunnen we alleen maar vermoeden dat de oorlogshandelingen ook
14
de Bennekomse bevolking hebben geraakt. Gelders-Utrechtse oorlogen. In de 11e eeuw was de bisschop van Utrecht niet alleen in kerkelijke zin maar ook in politiek opzicht een belangrijke persoon. De bisschop had toen veel conflicten met de graven van Holland. Gelre speelde daarbij nog geen rol van betekenis. Pas in de loop van de 12e eeuw steeg de invloed van Gelre. In die periode had de Gelderse graaf reeds enige bezittingen op de Veluwe, o.m. bij Wageningen. In 1196 besliste de Duitse koning Hendrik IV dat de Veluwe onder het gezag kwam van Gelre, en wel als leen van Utrecht en achterleen van Brabant. Bijzonder stabiel was een dergelijke constructie niet, temeer omdat de feitelijke macht van de Duitse koning niet groot was. Vooral de relatie tussen Utrecht en Gelre bleef gespannen. Aan de Gelderse kant van de Vallei werden versterkingen gebouwd. Harsselo is daarvan een voorbeeld. Het oorlogsgeweld uit die dagen deed zich veelal voor in de vorm van plundertochten. Voor de lokale bevolking waren deze rampzalig. Het hertogdom Gelre en de Spaanse overheersing In de eerste helft van de 16e eeuw bood de hertog van Gelre verwoede tegenstand tegen de pogingen van de Habsburgse keizer Karel V om de Nederlandse ge-
Open
Monumentendag
westen niet alleen nominaal, maar ook feitelijk in zijn macht te krijgen. In 1543 werd het hertogdom Gelre echter overwonnen. Maar niet lang daarna begon in de westelijke provincies het gewapende verzet tegen de Habsburgers. Dit was het begin van de 80-jarige oorlog. Omdat de Habsburgse dynastie na het overlijden van Karel V haar machtsbasis in Spanje had en zich bovendien opwierp als verdediger van de Katholieke Kerk tegen de Reformatie, kreeg de opstand ook het karakter van religieus verzet tegen de Spaanse tegenstander. Aan het eind van de 16e eeuw waren de Spaanse troepen van de Veluwe verdreven en teruggedrongen tot achter de IJssel. Maar soms waren er nog wel invallen, bijvoorbeeld in 1624 toen door de strenge vorst de IJssel was dicht gevroren. Ede werd toen geplunderd. Het is zeer waarschijnlijk dat ook Bennekom onder dit oorlogsgeweld heeft geleden. Het rampjaar 1672 Het jaar 1672 staat in de vaderlandse geschiedenis bekend als het ‘rampjaar’. De Republiek der Vereenigde Nederlanden, die inmiddels op het wereldtoneel een belangrijke rol speelde, werd aangevallen door Engeland vanuit het Westen, door Frankrijk vanuit het Zuiden, en door de bisschoppen van Keulen en Münster vanuit het Oosten. Onder deze rampzalige omstandigheden werd Willem III tot stadhouder uitgeroepen. Diplomatie, waterlinie en krijgsgeweld keerden het gevaar. In de vaderlandse geschiedenisboekjes wordt echter veelal niet vermeld, dat de Franse troepen pas in 1674 uit Ede en omgeving vertrokken. Voor invallen vanuit het Oosten ligt de Veluwe ligt aan
de verkeerde kant van de Hollandse waterlinie. De tweejarige inkwartiering van vijandelijke troepen was geen aangename ervaring voor de plaatselijke bevolking. Het ambt Ede, waartoe ook Bennekom behoorde, moest een aanzienlijk bedrag betalen aan de vertrekkende Franse troepen. De Franse tijd In 1795 werd de oude Republiek vervangen door de Bataafse Republiek. Deze ‘fluwelen revolutie’ kwam tot stand met hulp van het Franse leger onder leiding van Pichegru. Vanwege de strenge vorst hadden de Fransen geen moeite gehad met de Hollandse waterlinie. De afhankelijkheid van Frankrijk werd nog groter in 1806 toen de Bataafse Republiek werd opgevolgd door het Koninkrijk Holland, met een broer van keizer Napoleon als zetbaas. In 1810 volgde de volledige inlijving bij Frankrijk. De grenzen van de provincies werden veranderd en de nieuwe gewesten werden omgedoopt tot Departementen; de Veluwe behoorde tot het “Departement de L’Issel Supérieur”. Het Ambt Ede werd opgesplitst in een aantal gemeenten, waaronder Bennekom. Gedurende enkele jaren was Bennekom een zelfstandige gemeente. Een van de gevolgen van de Franse overheersing was de invoering van de dienstplicht, ook voor Bennekomse jongens. De macht van Napoleon zou echter niet van lange duur zijn. In 1813 verloor hij de slag bij Leipzig. Russische en Pruisische troepen trokken nu Nederland binnen. Ook Bennekom kreeg daar mee te maken. Op 7 januari kreeg de Burgemeester van Bennekom de volgende missive:
15
Open
Monumentendag
“Teneinde te voorzien in de levensmiddelen voor deze troepen, moeten wij U inviteeren dadelijk, ten dienste van de veldbakkerijen, van Uwe onderhoorigen te requireeren 2000 takkebossen en heide, met uitdrukkelijke last, dat U zorge, dat deze tegen Zondagmorgen den 9den dezer, ‘morgens te 9 uur, afgeleverd zijn. Wij kunnen niet anders dan bij U ten sterkste aandringen op een prompte voldoening van deze requisitie. De minste vertraging hierin zou, zoo voor U in persoon, als voor Uwe onderhoorigen de nadeeligste gevolgen na zich slepen”. Burgemeester Prins antwoordde:: ‘Ik moet U H.W. Geb. bij dezen informeeren, dat het gevraagde niet meer te vinden is in deze gemeente en verzoek diensvolgens bij verdere benoodigdheden van brand van dergelijke requisitiën verschoond te blijven’ Na deze Franse episode is Nederland lange tijd bespaard gebleven van oorlogsgeweld. Wel zijn er soms kleine schermutselingen geweest. Zo bijvoorbeeld in 1842 tijdens de aanleg van de Rhijnspoorweg. Baron van Wassenaer van kasteel Hoekelum heeft toen militaire assistentie gevraagd i.v.m. houtdiefstal door ‘poldergasten’. In 1889 zijn soldaten ingezet om Hervormden en ‘dolerenden’ van elkaar te scheiden. De Tweede Wereldoorlog Het is niet de bedoeling hier de geschiedenis van Bennekom in de Tweede Wereldoorlog te beschrijven. We volstaan met een beknopt overzicht van belangrijke gebeurtenissen. Voor veel oudere Bennekommers zijn de oorlogshandelingen in de periode 1940 – 1945 nog een
16
levende herinnering, doorgaans een bittere herinnering. In totaal lieten 54 Bennekommers het leven De inval van de Duitsers op 10 mei 1940 ging niet ongemerkt aan Bennekom voorbij. Een aantal huizen is verwoest door beschietingen vanaf de Grebbeberg in Rhenen. Door oorlogshandelingen zijn in die dagen acht inwoners van Bennekom om het leven gekomen De Bennekomse bevolking werd niet geëvacueerd. Wel was er echter de dreigende inundatie van de Gelderse vallei, als onderdeel van de Grebbelinie. Daarom moesten de inwoners van de Kraats vertrekken; velen vonden onderdak bij familie in Bennekom. Het vee werd naar Wageningen gedreven en daar op boten westwaarts gevoerd. Naarmate de oorlog langer duurde, waren de gevolgen voor het dagelijkse leven steeds ingrijpender. We noemen hier slechts de arbeidsdienst voor mannen, distributie van levensmiddelen, inleveren van radiotoestellen. Tegen het eind van de oorlog was een centrale keuken gevestigd in de slagerij van Hartman aan de Kerkhoflaan Voor één bevolkingsgroep werden echter de omstandigheden al spoedig desastreus, namelijk de joden. De jodenvervolging ging ook aan Bennekom niet voorbij. Elf joodse inwoners, waaronder twee gezinnen, kwamen om in de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor. In 1942 werden overal in Nederland de kerkklokken geroofd, ook in Bennekom. Een van de klokken van de Oude Kerk is na de oorlog teruggevonden. Op zondag 17 september 1944 startte de operatie Market Garden. Engelse para-
Open
Monumentendag
chutisten landden op de Ginkel. Door bombardementen en door beschietingen vanuit de Betuwe verloren in september en oktober 1944 zeven Bennekommers het leven. In oorlogsdagboeken uit die periode wordt verhaald dat menig Bennekommmer naar de Ginkel trok om een parachute te bemachtigen. Na de gedeeltelijk mislukte operatie Market Garden vormde de Rijn de grens tussen het bevrijde Zuiden en het bezette Noorden. De Zuidelijke Veluwe werd frontgebied; de bevolking moest op last van de Duitse bezetter tussen 25 september en 3 oktober vertrekken. Bennekom viel daar in eerste instantie buiten, reden waarom talrijke Wageningers een onderkomen in Bennekom zochten. Maar reeds op vrijdag 20 oktober kwam het bevel dat ook het Bennekomse gebied ten Zuiden van de Zandlaan vóór zondagavond acht uur ontruimd moest worden. Opvallend is dat van de massale uittocht van Bennekommers met volbeladen fietsen, kinderwagens en handkarren geen enkele foto bestaat. Van de grote verwarring op de Edese en Bennekomse wegen maakte het verzet gebruik om een groot aantal Engelse parachutisten die op de Ginkelse hei waren achtergebleven, naar bevrijd gebied te brengen (operatie Pegasus-1). Bennekom was nu spergebied. Alleen mensen met een speciale vergunning mochten het gebied in. Wie het zonder vergunning toch waagde even naar huis te gaan, liep het risico van executie. Twee Bennekommers trof dit lot. Op 15 mei 1945 mocht de Bennekomse bevolking terug naar huis. Dat gebeurde in vier fasen. De terugtocht vond plaats
over de Bovenbuurtweg; de Edeseweg moest vrij blijven voor militair verkeer. Tijdens de periode van evacuatie is er veel materiële schade in Bennekom aangericht. Een belangrijk aandeel daarin had de explosie van de molen ‘Onze Rika’ aan de Molenstraat op 23 november 1944. De molen werd gebruikt als opslagplaats voor munitie en landmijnen. Er vielen ca. 100 slachtoffers, allen Duitsers, omdat de Bennekomse bevolking enkele weken tevoren was geëvacueerd. Er was wel veel materiële schade in de omgeving. Ook de inslag van een V-1 aan de Veenderweg veroorzaakte veel schade. Hierbij ging het gebouw verloren waar de Gereformeerden kerkten voordat de huidige kerk aan de Brinkstraat in gebruik werd genomen. Twee gebouwen die voor Bennekom gezichtsbepalend waren, zijn in deze periode verwoest, namelijk het aan de Edeseweg gelegen huis Delborgo waar de huisarts Dr. Ferguson woonde, en Hotel Groenewoud dat op de hoek van de Heelsumseweg en de Selterskampweg stond. Delborgo is eind 1944 of begin 1945 door de Engelsen gebombardeerd omdat in de kelder een Duitse radiozender aanwezig zou zijn. De granaatscherven van dit bombardement zijn teruggevonden in de muren van Oud Vossenhol dat in die tijd nog ziekenhuis was. Hotel Groenewoud was met strobalen beschermd tegen granaatinslagen. Maar brandveilig was deze bescherming allerminst. Het toenmalige ziekenhuis Oud Vossenhol is vrijwel onbeschadigd gebleven; in de tuin aan de zuidkant van het huis was een ondergrondse schuilkelder gebouwd. In deze periode is ook een aantal huizen door de Duitsers opgeblazen. Deze hui-
17
Open
Monumentendag
zen stonden ter weerszijde van de Edeseweg tussen de van Balverenweg en de Gasthuisbouwing, maar ook aan de Elterse Hof, die toen nog Halderbrinkweg heette. Op deze wijze creëerden de Duitsers schootsveld vanuit de zgn. Bennekomse linie. Hierbij moet men bedenken dat dit gedeelte van de Edeseweg in die tijd door het open veld liep; de huidige woonwijken oostelijk en westelijk van de Edeseweg waren nog niet gebouwd. Ten Zuiden van de Gasthuisbouwing bleven de huizen aan de Edeseweg gespaard. Daarom heet het huis op Edeseweg nr 91 nog steeds ‘Behouden Huys’. De bewoner van Elterse Hof nr. 18 die zijn buurhuizen zag verdwijnen maar zelf gespaard werd, heeft zijn huis ‘Op ’t kantje af’ genoemd. Deze naam is echter niet bewaard gebleven. Ook in het westelijke buitengebied van Bennekom werd door de Duitsers ge-
sloopt ten behoeve van schootsveld. Dit lot trof de boerderij Steenbergen, bij Bennekommers bekend als ‘De dikke boom’ aan de Driestweg. Deze boerderij is na de oorlog weer opgebouwd. Veel andere huizen liepen averij op door beschieting vanuit de Betuwe. Bovendien haalden de Duitsers tijdens de evacuatieperiode alles uit de huizen wat zij konden gebruiken. Reeds vroeg in de oorlog maakte de Bennekommer Paul de Nooy deel uit van het verzet. Met hem vele anderen. Zij waren betrokken bij het onderbrengen van onderduikers, het verrichten van sabotagedaden, het organiseren van wapendroppings, en het in veiligheid brengen van achtergebleven geallieerde militairen op de Ginkel. Paul de Nooy was ook degene die de naam ‘Bart van Elstplantsoen’ heeft voorgesteld, als herinnering aan een geëxecuteerde collega in het verzet.
Bronnen Geschiedenis van Ede. Deel II, Het ambt en de gemeente Ede Heitink, K., De Doleantie in Bennekom. Amsterdam 1883 Jappe Alberts, W., Geschiedenis van Gelderland van de vroegste tijden tot de Middeleeuwen. ’sGravenhage 1966. Lagerwey, Vincent en Gert Plekkringa, Ede 1940 – 1945. Ede 1990 Oosten Slingeland, J. F. van, De Sijsselt. Een bijdrage tot de kennis van de Veluwse bosgeschiedenis. Wageningen 1958 Weerd, Evert van, en Gerjan Bolder, Ede in Wapenrok. Twee eeuwen militaire geschiedenis in de gemeente Ede. Schaffelaarreeks no. 33. 2004
Inslag V-1 18
Open
Monumentendag
Programma Open Monumentendag 2004 - Bennekom Werkgroep Monumenten van de Historische Vereniging Oud- Bennekom Thema. Het thema voor de Open Monumentendag 2004 is: Verdediging, en in het bijzonder. Militaire verdedigingswerken. Bennekom heeft weinig nog bestaande verdedigingswerken die dateren uit de Tweede Wereldoorlog. De bunker aan de Harsloweg is waarschijnlijk het enige resterende bouwwerk uit die periode. Daar staat tegenover dat tijdens de Tweede Wereldoorlog wel veel panden verloren zijn gegaan. Soms als direct gevolg van oorlogshandelingen, soms door een ongelukkig toeval, maar ook bijvoorbeeld voor het creëren van schootsveld. Verder zijn er panden die niet verdwenen zijn, maar die tijdens de oorlog een thans nog zichtbare schade hebben opgelopen. Bovendien zijn er in Bennekom enkele gedenkplaatsen die de herinnering aan de oorlog levend houden. In het Overleg Comité OMD - Ede vindt met personele en financiële ondersteuning door de gemeente afstemming plaats van de activiteiten die de historische verenigingen in Ede, Lunteren en Bennekom organiseren in het kader van Open Monumentendag. De Historische Vereniging Oud-Bennekom heeft een fietstocht uitgezet die voert langs verdwenen bouwwerken maar ook langs nog zichtbare oorlogsherinneringen, vooral uit de Tweede Wereldoorlog. De meeste verwoestingen hebben in Bennekom plaats gevonden in het najaar van 1944 en het voorjaar van 1945 toen de Bennekomse bevolking geëvacueerd was. Tijdens de fietstocht zal echter ook worden gewezen op de Grebbelinie ter verdediging van westelijk Nederland, en op Harsselo dat gedurende de late Middeleeuwen een rol speelde in de Gelders-Utrechtse oorlogen, en later ook in de Tachtigjarige oorlog. Van de verdwenen gebouwen staat ter plekke een grote foto.
Fietsroute De start van de fietsroute is bij het Kijk- en Luistermuseum in de Kerkstraat. Steek vervolgens de Dorpsstraat over naar de Oude Kerk [1]. In de muur aan de oostzijde zitten - inmiddels dichtgemetselde - gaten van kogels. Deze inslagen moeten hebben plaats gevonden ergens tussen oktober 1944 en mei 1945. Omdat in die periode de Bennekomse bevolking geëvacueerd was, is onbekend hoe de inslagen tot stand zijn gekomen. Ook de consistoriekamer is in deze periode verwoest, waarbij een deel van het archief verloren is gegaan. De consistoriekamer op de plaats van het huidige Kerkheem. In de kerk bevindt zich een plaquette met de namen van oorlogsslachtoffers.
19
Open
Monumentendag
Fietsroute Open Monumentendag 2004 Bennekom
Wandelroute naar monument gebr.v. Steenbergen [6]
20
Open
Monumentendag
Ga vervolgens naar het Bart van Elstplantsoen [2] en het verzetsmonument aldaar Dit plein is genoemd naar de verzetsstrijder Bart van Elst, in 1917 te Bennekom geboren. Hij was betrokken bij de organisatie, onder leiding van Paul de Nooy, die zorgde voor onderdak voor onderduikers. In het voorjaar van 1944 werd hij opgepakt, maar wist te ontsnappen. In september 1944 speelde hij een rol bij de opvang van Engelse parachutisten op de Ginkel. In de nacht van 8 maart vond tussen Ede en Lunteren een dropping plaats van wapens. De verzetsmensen wisten niet dat inmiddels het terrein door Duitsers was omsingeld. Ook Bart van Elst werd gevangen genomen en overgebracht naar het concentratiekamp Amersfoort. Op 20 maart 1945 werd hij met negen andere gevangen in het openbaar in de Appelstraat te Amersfoort geëxecuteerd als vergelding voor het liquideren van een Duitse politie-agent in Amsterdam. Op het huidige Bart van Elstplantsoen stond de villa ‘Dorpzicht’ van de in 1939 overleden mr. A. C. van Daalen. Deze villa is door de gemeente Ede aangekocht en in de zomer van 1945 gesloopt. Het rooien van de bomen ging met een voor Bennekom ongekend tempo De Canadese bezettingstroepen waren bereid hun bulldozers in te zetten voor de aanleg van een ‘memorial park’. Ga via de rotonde naar de Heelsumseweg. U passeert Heelsumseweg 32 [3]. Op de plaats van deze statige woning stond een huis dat in het laatste oorlogsjaar is verwoest. Na de oorlog was op basis van de oorlogsschaderegeling wederopbouw in principe mogelijk. Maar vanwege schaarste aan bouwmaterialen was de gesubsidieerde wederopbouw gebonden aan strenge regels. Te streng naar het oordeel van de toenmalige eigenaar. Hij kwam namelijk tot de naargeestige ontdekking dat als hij zich aan de regels zou houden, zijn oosterse tapijt niet meer zou passen in de woonkamer. Dat ging hem te ver. Daarom bouwde hij dit ruime huis, voldoende groot voor zijn tapijt, maar zonder subsidie. Het huis heeft inmiddels andere bewoners.
Even verder op de Heelsumseweg, op de hoek met de Selterskampweg, stond Hotel Groenewoud [4] Dit gebouw is verwoest in het laatste oorlogsjaar. Ter bescherming tegen granaatinslagen waren rond het hotel strobalen opgestapeld. Niet ondenkbaar is dat deze bescherming averechts heeft gewerkt. We weten het niet; de totale evacuatie van de Bennekomse bevolking heeft geleid tot een groot gat in het collectieve geheugen. Hotel Groenewoud, dat stond op de hoek van de Heelsumseweg en de Selterskampweg, was een van
21
Open
Monumentendag
de belangrijke hotels van Bennekom. Over hotel Groenewoud merkt Heinrich Witte in zijn wandelgidsje uit 1902 op: “tot voor enkele jaren slechts een aanleg voor voerlieden, en als zodanig van ouds bekend.” Op het terrein van hotel Groenewoud zijn na de oorlog enkele woningen gebouwd en, wat verder op de Selterskampweg, een nieuw hotel met de naam Groenewoud. Dit werd later omgebouwd tot restaurant de Wiltgraef, dat in 2003 is afgebroken. Vervolg de Heelsumseweg tot de hoek met de Hullenbergweg. Op deze hoek stond Huize Middeneng [5] Ook dit huis, gelegen op de hoek van de Heelsumseweg en de Hullenbergweg, is in de oorlogswinter van 1944-45 door oorlogshandelingen verwoest, en na de oorlog definitief gesloopt. Nu staan daar enkele bungalows. In het midden van de 19e eeuw was hier een soort kuuroord gevestigd waar o.a. reumapatiënten geneeskrachtige baden konden nemen. Tussen 1880 en 1911 was het gebouw eigendom van de Prins Alexander Stichting, die zorgde voor huisvesting en onderwijs aan blinde kinderen. Vanaf 1911 heeft het huis enkele jaren gefungeerd als vakantiekolonie. Tijdens de eerste wereldoorlog waren Nederlandse militairen in het huis ingekwartierd. Steek de Heelsumseweg over en ga de Hullenbergweg in. Tegenover nr. 16 leidt een bospad naar het monument voor de gebr. v. Steenbergen; zie bijgevoegde kaart op blz.20. [6] Op 13 april 1945 (vier dagen voor de bevrijding van Ede) werden in het bos op de hoek van de Hullenbergweg en de Keijenbergseweg de broers Elbertus en Martijn van Steenbergen uit Ede doodgeschoten. Elbertus was 25 jaar oud, en Martijn 21. Beiden waren actief in het verzet. Op 8 april waren zij gevangen genomen. Zij wisten echter te ontsnappen waarbij zij hun bewakers doodden. Na een klopjacht werden zij opnieuw gevangen genomen. Op de plaats van de executie liggen nu veldkeien met een plaatje met inscriptie. Er zijn concrete plannen om dit monument op te waarderen. Ga via de Hullenbergweg, Hullenberglaan, de Selterskampweg en Vossenweg naar de rotonde Vossenweg – Edeseweg. De huizen aan de Edeseweg die op de routekaart zijn aangegeven met [7] zijn alle na de oorlog gebouwd op de plaats van huizen die door de Duitsers zijn opgeblazen om schootsveld te creëren.
22
Open
Monumentendag
Ga rechtsaf de Edeseweg op. Op de plaats waar nu de flatgebouwen staan, stond vroeger het huis Delborgo.[8] Dit monumentale pand is tegen het eind van de 19e eeuw gebouwd. De laatste bewoner was dokter Ferguson, die een huisartsenpraktijk had in Bennekom. Het gebouw is door de Engelsen gebombardeerd omdat er in de kelder een Duitse zender verborgen zat.
Vervolg de Edeseweg onder het viaduct van de A-12 tot aan de weide voor kasteel Hoekelum [9] (Wie de fietstocht wil inkorten, kan linksaf naar de Elterse Hof gaan; zie [10]) In 1325 wordt Hoekelum vermeld als leen van de graaf van Gelre. Het kasteel lag dicht bij de grens met het bisdom Utrecht en zal met zijn dikke muren een verdedigingsfunctie gehad hebben. Maar heel belangrijk was ook de jacht. Voor de adel waren de Veluwse bossen een zeer aantrekkelijk jachtterrein. Het kasteel heeft in de loop der eeuwen een aantal verbouwingen ondergaan. De meest ingrijpende verbouwing vond plaats in 1917. Het oude kasteel werd vrijwel geheel gesloopt om plaats te maken voor het huidige Hoekelum, dat een rijksmonument is. (Op de foto: Hoekelum ca 1900). Steek op een veilige plaats de weg over en ga terug richting Bennekom. Ga vóór de rotonde rechtsaf de Elterse Hof in. [10] De huizen vanaf nr. 20 zijn na de oorlog gebouwd op de plaats van huizen die door de Duitsers zijn opgeblazen om schootsveld te creëren. Het huis op nr. 18 is blijven staan; lange tijd heeft het de naam gedragen ‘Op ‘t kantje af’. Rijdt door naar de van Balverenweg en ga vervolgens rechtsaf naar de Bovenbuurtweg [11] Via de Bovenbuurtweg zijn de naar Ede geëvacueerde Bennekommers in de zomer van 1945 teruggekeerd naar huis. De Edeseweg moest vrij blijven voor militair verkeer. Ga linksaf naar de Langschoterweg en via de fietstunnel naar de Krommesteeg. Aan de Krommesteeg vindt u een plaquette [12] ter herinnering aan de 28-jarige Engelse piloot Dolor A. Martin die hier op 11 november 1943 door een formatie Messerschmitts uit de lucht is geschoten. De gedenkplaat is in 2003 onthuld in aanwezigheid van de zoon van de omgekomen piloot, Steward D. Martin. Vervolg de Krommesteeg en ga bij de T-kruising rechtsaf. Volg de Veendersteeg.
23
Open
Monumentendag
Ter hoogte van het Kraatsgebouw vindt u een verwijzing naar een demonstratie graandorsen. Het pad erheen is met de fiets begaanbaar. Vervolg de Veendersteeg en ga linksaf de Kraatsweg in. Volg de Kraatsweg tot de Harsloweg en ga hier linksaf. Aan de linkerzijde staat het Poortgebouw Harselo [13] Het huidige poortgebouw is een restant van het middeleeuwse kasteel Harsselo dat een rol speelde in de oorlogen tussen het bisdom en het hertogdom gedurende de late Middeleeuwen. Harsselo wordt voor het eerst genoemd in 1388. Het kasteel is in 1814 afgebroken. Het poortgebouw is een rijksmonument. Onlangs heeft archeologisch onderzoek plaats gevonden dat heeft geleid tot een nauwkeurige plaatsbepaling van het voormalige kasteel. (op de foto een tekening van Pronck uit 1731) Even verder op de Harsloweg heeft u in de winter, wanneer de bomen hun blad hebben verloren, een fraai uitzicht op het laag gelegen deel van het Binnenveld tegen de Utrechtse Heuvelrug. Dit drassige gebied was een natuurlijke verdedigingslinie tussen Utrecht en Gelderland, die later is uitgebouwd als Grebbelinie [14] Vervolg de Harsloweg. In de kromming van de weg staat ter rechterzijde een Duitse bunker [15] uit de Tweede Wereldoorlog. Het schietgat bevindt zich aan de westkant. Deze bunker maakte deel uit van de Pantherstellung. Dit was een verdedigingslinie die liep van de Wageningse haven door de Gelderse Vallei naar Nijkerk. De aanleg vond plaats na de luchtlandingen van de geallieerden op de Veluwe in 1944. Bij de aanleg waren Russische krijgsgevangenen en Nederlandse dwangarbeiders betrokken. De Historische vereniging Oud-Bennekom, door Frans van Oort geattendeerd op de betekenis van deze bunker, heeft een verzoek ingediend tot plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst. Dit verzoek is ingewilligd. Ga linksaf de Dickenesweg is sla bij de Zwartesteeg rechtsaf. Ga aan het eind van de Zwarte Steeg linksaf naar de Dijkgraaf, en in het verlengde naar de Lange Steeg. Volg de Lange Steeg tot aan de stoplichten bij de Dreeslaan en steek daar over. Volg de Van Balverenweg en ga bij de Molenstraat rechtsaf. Vervolg de Molenstraat tot de Driestweg en sla hier rechtsaf Aan de zuidelijke kant van de Driestweg staat de boerderij Steenbergen, die na de oorlog herbouwd is. Deze boerderij, reeds vermeld op de kadastrale kaart van 1832, is tegen het eind van de oorlog door de Duitsers opgeblazen ten behoeve van schootsveld. Bij de Bennekomse bevolking stond deze boerderij bekend als De
24
Open
Monumentendag
Dikke Boom, vanwege de zeer omvangrijke boom op het veld vóór de boerderij. Deze boom heeft de oorlog overleefd, maar is later door de bliksem getroffen. Ga terug naar de Molenstraat en vervolg deze in oostelijke richting tot aan de Commandeursweg. Iets ten Noorden van de kruising van de Molenstraat met de Commandeursweg stond de molen ‘Onze Rika’.[17] Deze molen werd in de oorlog gebruikt als opslagplaats voor munitie. Op 23 november 1944 is hij ontploft. Er waren veel slachtoffers, de schattingen lopen uiteen van 80 – 100. Alle doden vielen aan de Duitse zijde, omdat de Bennekomse bevolking sedert oktober geëvacueerd was. Op de hoek van de Molenstraat en de Commandeursweg staat de Commanderij [18]. Voorheen was dit de gereformeerde ‘School met de Bijbel’, de latere Julianaschool. Tijdens de oorlog is dit schoolgebouw gebruikt als ziekenhuis waar de slachtoffers van de molen-explosie werden verpleegd. Op elke gevel was een groot rood kruis op een witte achtergrond geschilderd. Met name aan de achterzijde van het gebouw is dit teken nog goed zichtbaar Volg de Commandeursweg in zuidelijke richting en sla linksaf naar de Veenderweg. Rij door tot de toonzaal van de meubelfabriek de Weijer. Op de plaats waar nu de meubeltoonzaal van de Weijer [19] staat, is in de oorlog een V-1 ingeslagen die grote schade heeft aangericht. Ook de eerste gereformeerde kerk die in Bennekom na de Afscheiding werd gebouwd, is toen verwoest. De brandstoftank van de V-1 is later teruggevonden en wordt bewaard in het bedrijf van de Nooy. Vervolg de Veenderweg en ga bij de Brinkstraat rechtsaf naar de Dorpsstraat. Op de plaats van de textielwinkel Ter Stal stond vroeger De Prinsenhof, de woning van de burgemeestersfamilie Prins [20]. Dit huis is in 1921 afgebroken om plaats te maken voor garage Van de Weerd. In de nacht van 28 op 29 oktober 1944 is dit pand verwoest. Na de oorlog is de garage herbouwd. Het bedrijf is inmiddels verhuisd naar de Kierkamperweg. (Op de foto garage v.d. Weerd vóór de verwoesting)
25
Mededelingen van het bestuur. Najaarsexcursie. Op donderdag 23 september zal de najaarsexcursie plaats vinden. Er zal een bezoek gebracht worden aan drukkerij Modern te Bennekom (Dorpsstraat 66). De avond begint om 19.30 uur; de afsluiting is omstreeks 21.00 uur. Eerst is er een korte inleiding, daarna volgt een rondleiding door het bedrijf. De kosten zijn € 2.50. Opgave geschiedt door middel van een opgaveformulier, los bijgevoegd in deze Kostersteen; dit formulier kan tot uiterlijk woensdag 15 september worden ingeleverd bij mw. M.S. de Vos, Dikkenbergweg 8, 6721 AC te Bennekom. Er kan een beperkt aantal mensen deelnemen. Plaatsing geschiedt in volgorde van aanmelding. Als u (na opgave) verhinderd zou zijn, dient u dit zo spoedig mogelijk door te geven aan mw Vos (tel. 413314). Noteer de excursie in uw agenda!
Nieuwe leden. Het bestuur heet van harte welkom, als nieuwe leden van de Historische Vereniging OudBennekom: De heer H.C. van Duuren De heer en mevr. C. Jongerius Mevrouw D.J. Ploeg De heer en mevr. M.L. Schoonderbeek De heer P. Vreugdenhil
De heer en mevr. A. Kroes Mutaties verzoeken wij u schriftelijk door te geven aan de ledenadministratie, mvr. G.M. Hoogkamer – Weijman, Emmalaan 33, 6721 ET Bennekom.
Agenda van de Historische Vereniging Oud-Bennekom •
• •
•
26
Woensdag 25 augustus: Vlegeldag. Evenals voorgaande jaren zal de Historische Vereniging Oud-Bennekom vertegenwoordigd zijn met een standplaats in de nabijheid van het Kijk- en Luistermuseum. Zaterdag 11 september: Open Monumentendag. Zie elders in deze Kostersteen. Donderdag 23 september: Najaarsexcursie. Zie elders in deze Kostersteen. Dinsdag 2 november 20.00 Zalencentrum de Brink, Brinkstraat 39: Najaarsbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst wordt vanwege het Nederlandsch Genootschap der Vergeten Groenten een inleiding verzorgd over het thema ‘Vergeten groenten’. Nadere informatie in de volgende Kostersteen
Nieuwe publicaties Omstreeks de verschijningsdatum van deze Kostersteen zal als uitgave van de Historische Vereniging Oud-Bennekom verschijnen ‘Straatnamen in Bennekom, herkomst en betekenis van straatnamen’ door H.J. Gijsbertsen. Het boek, met veel historische foto’s van straten in Bennekom is verkrijgbaar bij Novita-Boekelier; de prijs is € 7,50 Tegen het einde van dit jaar zal eveneens als uitgave van de Historische Vereniging OudBennekom verschijnen Bennekom, Oud en Nieuw door A. Dirksen. De auteur plaatst paarsgewijs historische foto’s van Bennekom naast actuele foto’s van dezelfde locatie. Ook dit boek zal verkrijgbaar zijn bij de Novita-Boekelier.
Bestuur van de Historische Vereniging Oud-Bennekom A.J. Lever, voorzitter T.J. Hoekstra, vice voorzitter W.Hol secretaris (tel.: 0318-416171) W.C.L.van Kalleveen, penningm. A. Dirksen, Mevr. G.M. Hoogkamer-Weijman, A.T.J. Nooij Mevr. M.S. de Vos,
Prinsenlaan 2, 6721 EC Bennekom Van Hoffenlaan 44, 6721 XE Bennekom Pr.Bernhardlaan 19, 6721 DN Bennekom Dikkenbergweg 72, 6721 MB Bennekom Commandeursweg 136, 6721 ZP Bennekom Emmalaan 33, 6721 ET Bennekom Hullenberglaan 4 6721 AM Bennekom Dikkenbergweg 8, 6721 AC Bennekom
Ledenadministratie Mevr. G.M. Hoogkamer-Weijman,
Emmalaan 33,
6721 ET Bennekom
Beheer foto- en diacollectie H. Gijsbertsen,
Gasthuisbouwing 9A,
6721 XH Bennekom
Redactie Kostersteen A.T.J. Nooij, eindredacteur; C.A. Heitink, H.J. van den Oever, P. Smit, acquisitie;
Hullenberglaan 4, Brinkerpad 29, Edeseweg 117, Heelsumseweg 32,
6721 AM Bennekom 6721 WJ Bennekom 6721 JT Bennekom 6721 GT Bennekom
27