DE KOSTERSTEEN Nummer 124, april 2013
Het Behouden Huijs Henk Gijsbertsen
In 1944 stond in het weekblad van de Nederlandse SS een advertentie waarin Ir. Willem F. van Heemskerck en zijn echtgenote de geboorte aankondigen van hun zoon. Als adres was vermeld: In het Behouden Huys, Bennekom. Op de Edeseweg in Bennekom staat een huis met de naam ‘Behouden Huys’, maar die naam is pas na de oorlog aangebracht. Was er dus nog een tweede ‘Behouden Huys’, en waar stond dat? Het Behouden Huys aan de Edeseweg Sinds 1945 staat op de Edeseweg 91, een woning met de naam “Behouden Huys”. De toenmalige bewoner, de heer H. Pen, onderwijzer aan de Gereformeerde (Lagere) School, (nu de Commanderij) gaf zijn huis deze naam. In de winter van 1944/1945 werden door de Duitsers alle woningen aan de westkant van de Edeseweg, tussen de Gasthuisbouwing en de Halderbrinkweg (nu Eltersehof), opgeblazen. Ook aan de oostkant werd een aantal verwoest. Een paar huizen ten noorden van de Heide-laan bleven gespaard. Als reden hiervoor werd door de Duitsers later opgegeven, dat zij ‘schootsveld’ wilden hebben. Het huis van meester Pen bleef staan en was dus aan de westkant van de Edeseweg het laatste ‘behouden’ huis.
Het Behouden Huys aan de Edeseweg
De Kostersteen 124, april 2013
1
Schoolplaat van Isings. Overwintering van Willem Barentsz en Jacob van Heemskerck op Nova -Zembla
Op de lagere school (de Ned. Herv. school in de Schoolstraat, later de Oranjeschool) hing in een van de klassen een plaat van J.H. Isings, de “Overwintering op Nova Zembla”. Als hierover verteld werd in de klas, was het muisstil. Tenslotte behoort de overwintering van Barentsz en van Heemskerck op Nova Zembla tot een van de beroemdste verhalen uit onze vaderlandse geschiedenis. In 1596 vertrok Willem Barentsz met twee schepen uit Amsterdam, om (voor de derde keer) een vaarweg te zoeken om via de Noordkaap naar China, Japan en Indië te kunnen varen. Het is heel merkwaardig, dat nergens de namen van deze schepen genoemd worden. Na een onderlinge ruzie haakte Jan Cornelisz de Rijp al snel af en ging met zijn schip terug. Willem Barentsz en zijn schipper Jacob van Heemskerck voeren echter verder. Totdat zij bij Nova Zembla vast kwamen te zitten in het pakijs. Om hier te kunnen overwinteren, bouwden zij van drijfhout en met planken uit hun schip een blokhut die zij “Het behouden huys” noemden. Hier verbleven zij 10 maanden. In de lente van 1597 probeerden zij met een zelf gebouwde sloep de bewoonde wereld weer te bereiken. Tijdens deze tocht stierf Willem Barentsz. Jacob van Heemskerck overleefde de reis. Een van de bemanningsleden, Gerrit de Veer, heeft over de hele tocht een dagboek bijgehouden. Door dit dagboek werd Willem Barentsz een nationale held en haalde hij onze geschiedenis boeken. Als onderwijzer op de Gereformeerde school zal Pen ook vast wel zijn leerlingen het verhaal verteld hebben over deze reis en de overwintering van Willem Barentsz en Jacob van Heemskerck. Zo is hij waarschijnlijk ook op het idee gekomnen om na terugkeer van de evacuatie zijn huis het ‘Behouden Huys’ te noemen.
2
De Kostersteen 124, april 2013
Nog een ‘Behouden Huys’ in Bennekom? Een paar jaar geleden kreeg ik van mijn toenmalige buurman W. Prinsze, een briefje waarin hij wees op onderstaande advertentie die was verschenen in het weekblad van de Nederlandse SS, genaamd Storm SS, Nr. 17 dd. 28-7-1944.
Prinsze vroeg mij: Er was nog een Behouden Huys in Bennekom, reeds vóór September 1944.Waar stond dat?? Helaas kon ik hem daar toen geen antwoord op geven. Ik wist het niet en had er ook nog nooit over gehoord. Ik heb echter wel altijd zijn briefje bewaard, voor het geval ik hier iets over zou vinden. De naam van Heemskerck Düker kende ik wel, maar alleen in Wageningen, niet in Bennekom. In juli vorig jaar kreeg ik zowaar het antwoord op zijn vraag. Van een lid van de Heemkundekring “De Vierschaer” uit Wouw (N.Br.) kreeg Oud-Bennekom de volgende e-mail: “Ik ben bezig uit te zoeken wie uit/in de gemeente Wouw tijdens de Tweede Wereldoorlog slachtoffer is geworden van het oorlogsgeweld. Wij komen op een totaal van 214 personen (burgers en
militairen), waaronder 83 Duitse militairen. Eén van deze Duitse militairen heet Karl Hafen, 18 jaar oud, uit Altenbeuren. Via via ben ik achter het adres gekomen van een neef van deze militair. Deze neef, Thomas Hafen, kwam gisteren 9 juli bij mij op bezoek om alle gegevens die wij hebben over te nemen. Hij had ook foto’s en brieven voor ons van zijn oom. Eén van deze brieven, de laatste die hij heeft geschreven voordat hij de volgende dag sneuvelde heeft aan de achterzijde het adres: “In ’t Behouden Huys”, Heelsumseweg 17 te Bennekom. Nu is mijn nieuwsgierigheid gewekt om te weten te komen hoe een militair in West Brabant aan dit postpapier komt en daar zijn laatste brief op schrijft voor hij sneuvelt. Wat is er bij uw vereniging bekend over “In ’t Behouden Huys” aan de Heelsumseweg in de oorlogsjaren? Op wat voor wijze zou deze militair aan dit postpapier zijn gekomen?” Bij deze e-mail was ook een foto gevoegd van de envelop waarmee Karl Hafen zijn laatste brief heeft gestuurd. Toen mijn collega H. van Amerongen met deze mail bij mij kwam met de vraag of ik hier misschien meer van wist, dacht
Achterzijde van envelop waarin Karl Hafen zijn laatste brief verstuurde.
De Kostersteen 124, april 2013
3
weest? In augustus 1944 was hij gelegerd in Noord-Holland bij Uitgeest.
‘In ’t Behouden Huijs’ Heelsumseweg 17; thans nr. 33 ik meteen aan het briefje van Prinsze. Hier had ik het antwoord op zijn vraag: waar stond dat huis? Want behalve de naam ‘In ’t Behouden huys’ staat op deze envelop ook het adres; Heelsumscheweg 17. Karl Hafen schreef zijn laatste brief aan zijn familie op 23 oktober 1944 en sneuvelde een dag later in Wouw, bij de gevechten om de bevrijding van zuid Nederland. Hoe hij aan het briefpapier en de envelop is gekomen zal wel altijd een raadsel blijven. Misschien is hij na 5 september 1944 op doortocht naar België in Bennekom ge-
Stempel van de Volksche Werkgemeenschap. 4
Wie was van Heemskerck Düker? Maar nu was ik toch ook nieuwsgierig. Wat voor man was die van Heemskerck Düker geweest?? In ons fotoarchief bevindt zich namelijk sinds omstreeks 1985 een aantal foto’s van de Volksche Werkgemeenschap, Rijksstraatweg 1, Wageningen. Het betreft foto’s van de Achterstraat en van de wildwal op het Harnse Dijkje, met op de achterkant van elke foto het stempel van deze werkgemeenschap (zie bijgaande afbeelding). Bovendien staat hierbij, dat het opnames zijn gemaakt door Ir.W.F. van Heemskerck Düker. In 1985 had ik nog geen computer en dus ook geen internet of Google. Als ik nu op Google ‘Volksche Werkgemeenschap’ zoek, krijg ik 39 pagina’s met gegevens over deze organisatie en het antwoord op bijna al mijn vragen. De Volksche Werkgemeenschap was de Culturele afdeling van de SS. Door verwijzing naar andere sites kwam ik terecht bij het Nederlands Fotomuseum. Hier vond ik een biografie van Willem F. van Heemskerck Düker. De belangrijkste gegevens hieruit neem ik hierbij over. Op 25 november 1910 werd Willem F. van Heemskerck Düker in Hilversum geboren als zoon van een apotheker. Willem zette deze apotheek van zijn vader voort, maar omdat hij hiervoor niet de juiste papieren had, moest hij de zaak verkopen. In 1931 (dus 21 jaar oud) begon hij daarna aan een studie Houtvesterij en Veeteelt aan de Landbouwhoge-
De Kostersteen 124, april 2013
school in Wageningen. In die tijd woonde hij o.a. aan de Stationsstraat en de Eekmolenweg in Wageningen. Hij werd daar toen ook lid van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB). Van 1932-1934 was hij lid van de W.A. (Weer Afdeling) in Wageningen. Bij de oprichting in 1934 werd hij lid van de Nationale Jeugdstorm, de jeugdorganisatie van de NSB. In het Gemeentearchief van Ede vond ik gegevens over zijn regelmatige verhuizingen. 31-10-1931 Stationsstraat 11a, Wageningen. 12-02-1932 Edeseweg 59, Bennekom 06-05-1935 Wageningen 01-04-1938 Hullenbergpark 13, Bennekom (thans Hullenbergweg 2) Op 25 september 1937 trouwde hij met Ina Schönfeld, een zuster van de bekende schrijver Belcampo, pseudoniem voor Herman Pieter Schönfeld Wichers. Op 29 april 1939 studeerde hij af in Wageningen en verhuisde naar Leiden, waar hij taal en letterkunde ging studeren. Van 1936 tot 1944 was hij fotograaf voor het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem; vanaf 1941 werd dit het Rijksmuseum voor Volkskunde genoemd. Intussen fotografeerde hij ook voor de Stichting “Der Vaderen Erfdeel”. Deze stichting ging in september 1940 op last van de Duitse SS over in de Volksche Werkgemeenschap. Door deze overname werd van Heemskerck Düker automatisch lid van de Nederlandse SS en werd daarna vrijwel direct benoemd tot hoofd van de Foto-en Filmdienst van de SS. In 1941 verhuisde hij naar Wassenaar en woonde een korte tijd ‘In ’t Behouden Huys’ aan de Schouwweg 47. (Op de
envelop is dit adres doorgestreept). In 1942 werd hij ter gelegenheid van de eedsaflegging van de Nederlandse SS aan Hitler bevorderd tot SS-Untersturmführer, een rang die voor zover ik kan nagaan gelijk is aan 2e Luitenant. Op verzoek van de Rijkscommissaris Seyss-Inquart werd in november 1941 gestart met de oprichting van de Nederlandsche Kultuurraad. Deze raad kreeg tot taak het Nederlandse culturele leven gade te slaan en dit met adviezen te ondersteunen. Dit moest gebeuren op o.a. de volgende gebieden; beeldende kunst, bouwkunst, muziek, foto en film, dans, natuurbescherming, museumwezen en monumentenzorg, wetenschappelijk onderzoek en heemkunde. De verordening die deze Kultuurraad in het leven riep, schreef voor dat hij minstens twintig leden zou moeten tellen. Het werden er bij de officiële installatie op 11 februari 1942 drie en twintig. Wie schetst mijn verbazing toen ik las, dat er maar liefst drie Bennekommers in waren benoemd, en wel Ir. W.F. van Heemskerck Düker (voor foto en film), Prof. Dr. J. Jeswiet (voor wetenschappelijk onderzoek), en J.C. Nachenius (kunstschilder en nationaal socialistisch theoreticus) Een beroemde naamgenoot In 1943 verhuisde van Heemskerck naar de Heelsumseweg 17 in Bennekom. Dit huis staat er nu nog, maar is omgenummerd en heeft nu nummer 33 en heeft als naam ‘De Rank’. Maar in 1943 noemde van Heemskerk ook hier zijn huis ‘In ’t Behouden Huys’ (zie envelop). In de advertentie t.g.v. de geboorte van zijn zoon staat echter ‘In Het Behouden Huys’. In 1932 en 1938 had hij ook al in
De Kostersteen 124, april 2013
5
Bennekom gewoond. Of deze huizen ook ‘In het behouden huys’ genoemd zijn, weten we niet. Omdat ‘Der Vaderen Erfdeel’ een grote belangstelling had voor het ‘volkseigene karakter’ van de Nederlanders stelde de stichting zich ten doel het ‘volksvreemde’ (Romaanse en Joodse invloeden) van het ‘volkseigene’ te scheiden. Deze opvattingen leidden tot een verhevigde belangstelling voor de oude Germaanse geschiedenis en tradities, legenden, sprookjes, folklore, volkskunst, namen, runentekens, grafheuvels en meer van dergelijke oerbronnen (zie ook het runenteken boven de geboorteadvertentie, de ELHAZ, symbool voor bescherming). Ik ga er van uit, dat hij vanwege deze belangstelling voor geschiedenis, namen en folklore, zijn huizen, in navolging van zijn beroemde naamgenoot uit de 16e eeuw, Jacob van Heemskerck, ‘In Het Behouden Huys’ genoemd heeft. Bevrijding Door een foutief bericht van Radio Oranje van 4 september 1944, dat de bevrijding van Nederland op komst was, brak er paniek uit bij de N.S.B.ers en velen van hen (er is sprake van ongeveer 60.000 van de 100.000 ) sloegen op de vlucht. Op 5 september 1944 (beter bekend als Dolle Dinsdag) werden zij met ongeveer 40 evacuatietreinen richting Duitsland afgevoerd. De SS-leden werden opgeroepen om in de Landstorm dienst te gaan doen aan het Oostfront. Op straffe van de kogel deserteerde Van Heemskerck Düker en dook onder in Friesland. Na 5 september 1944 heeft hij niet meer in Bennekom gewoond. In Friesland werd hij toch door 6
de Duitsers gevangen genomen, maar waarschijnlijk vanwege zijn goede connecties in de top van de SS, kwam hij weer vrij en wist zijn straf te ontlopen. Op 16 april 1945, na de bevrijding van Friesland, meldde hij zich vrijwillig bij de politie in Marssum en werd op 19 april overgebracht naar de Bijzondere Strafgevangenis in Leeuwarden. Op 29 augustus 1945 werd hij hier voor het eerst verhoord door de Politieke Opsporings Dienst vanwege zijn lidmaatschap van de SS, zijn activiteiten in de Nederlandsche Kultuurraad en de Volksche Werkgemeenschap. Waarschijnlijk is hij na dit verhoor weer vrijgelaten, want op 5 april 1946 werd hij opnieuw gearresteerd en toen overgebracht naar het interneringskamp Crailo bij Laren (N.H.). Vervolgens werd hij overgebracht en geïnterneerd in een kamp bij Wezep. Begin 1947 werd hij uitgebreid verhoord en werd daarna veroordeeld tot drie jaar en drie maanden onvoorwaardelijke internering, maar kwam op 17 juli 1947 vervroegd vrij. Op 1 januari 1948 schreef hij zich in als fotograaf bij de Kamer van Koophandel in Den Haag. Daarna fotografeerde hij onder meer voor de tijdschriften De Boerderij, Boer en Tuinder en Ons Platteland. Op 10 januari 1988 is hij in Zeist overleden. (bron: www.nederlandsfotomuseum.nl)
Zo is de achterkant van een eenvoudige envelop de reden geworden voor het schrijven van dit artikel. Blijft nu dus nog steeds de vraag: Hoe kwam deze envelop in het bezit van Karl Hafen, de Duitse militair die achttien jaar oud op 24 oktober 1944 in Wouw sneuvelde?
De Kostersteen 124, april 2013
Geschiedenis van de Bennekomse Harmonie OBK Hans Wildekamp De Bennekomse Harmonie ‘Oefening Baart Kunst’ loopt als een rode draad door mijn leven. In 1951 mocht ik eindelijk bij de muziek en dus begon toen mijn (muzikale) loopbaan. Allereerst op de deel in het oude huisje van de familie Vermeer aan de Laarweg waar ik trommelles kreeg van G. J. (Jan) van Silfhout, concerttamboer bij OBK en schilderspatroon in het dagelijkse leven. Ik begon eerst nog illegaal want dan hoefde je geen contributie te betalen en vanaf 1952 ben ik formeel ingeschreven als lid. Het eerste OBK Het is jammer dat de oprichters van het huidige ‘Oefening Baart Kunst’, Henk Pol en Teus de Jager, in december 1929 er waarschijnlijk niet bij stil gestaan hebben dat er al een OBK heeft bestaan van 1897 tot februari 1929. Anders hadden ze OBK 1897 waarschijnlijk gewoon nieuw leven in kunnen blazen en hadden we nu in Bennekom anno 2013 een 116 jaar oude muziekvereniging gehad. Van het eerste OBK is niet veel meer bekend dan dat het hoofdzakelijk bestond uit middenstanders aangevuld met enkele burgers uit ons dorp. De meeste informatie over dit oude OBK is verloren gegaan in de oorlogsjaren 1914-1918, maar uit de notulen van de VVV is terug te vinden dat OBK in 1904 een subsidie kreeg van 30 gulden. Als dank hiervoor moest men een drietal concerten geven om de vele pensiongasten in Bennekom te vermaken: bij Neder-Veluwe , bij Oud Vossenhol en bij Hotel Groenewoud aan de Selterskampweg. Er kwamen plannen om een muziektent te gaan bouwen maar het initiatief was onvoldoende onderbouwd volgens de VVV en men neemt een afwachtende houding aan. In de jaren twintig onder-
Voor het inhalen van Sinterklaas in 1952 werd ik uitgedost met een gigantisch grote pet, uniformen waren er nog niet. Aan de binnenzijde was de ring opgevuld met het dagblad ‘Het Vrije Volk’ en verder werd ik voorzien van een trommel, riem en stokken om samen met 16 muzikanten de Sint in te halen. Maar wat een martelgang was dat. Marcheren en ook nog trommelen valt niet mee. Het hele, toen nog veel kleinere, dorp werd aangedaan, er kwam voor mijn gevoel geen eind aan. Die avond op bed moest ik het bezuren, blaren op de vingers waar bloed uit kwam en in mijn lies het gevoel of ik 100 spagaatjes achter elkaar had gemaakt. Die grote kerels namen stappen die voor mij, een klein manneke, veel te groot waren. Maar toch wist ik toen al zeker dat ik nooit meer bij OBK weg zou gaan. nam men nogmaals een poging maar ook deze was zonder succes. In 1922 bestonden OBK en de bevriende VVV 25 jaar en op het terrein aan de Hullenberg werd een groot muziekconcours georganiseerd.
De Kostersteen 124, april 2013
7
OBK omstreeks 1913 In februari 1929 is de opheffing van het eerste OBK een feit. Bij de liquidatie vroeg de opheffingscommissie aan de VVV om de instrumenten en bladmuziek in bewaring te nemen, voor een periode van drie jaar om dan eventueel tot verkoop over te kunnen gaan. Alles werd in kisten verpakt en opgeslagen (vermoedelijk bij kruidenier Grootheest). Enkele leden zoals Bernard Welgraven (‘Bernard de Bloas’) mochten het instrument tegen een getekend bewijs behouden vanwege het feit dat zij regelmatig solistenconcoursen bezochten en 1e prijzen behaalden. De rest van alle spullen werd opgeslagen in het gymnastieklokaal van de Openbare school (voormalige Berchymschool aan de Schoolstraat). Per advertentie werd aan de dorpsgemeenschap kenbaar gemaakt dat OBK was opgeheven. 8
Maar waarom? Er waren geen financiële problemen want er was een batig saldo van 122,30 gulden overgedragen. Nee, het was meer de onderlinge sfeer en gebrek aan medewerking die wrijvingen met zich mee brachten. Uiteindelijk kwam het tot een uitbarsting. Problemen tussen de plaatselijke aannemers die elkaar in het dagelijks leven probeerden af te troeven en dit in hun naijver bij de OBK probeerden voort te zetten. Een nieuw begin H. Pol en T. de Jager zetten in december 1929 de eerste stappen naar een nieuw OBK. Aan het einde van de maand vond de plechtige overdracht plaats van de instrumenten en andere oude bezittingen en als nieuwe oprichtingsdatum kiezen de heren voor 5 januari 1930.
De Kostersteen 124, april 2013
wens, een muziektent in Bennekom. OBK organiseerde een verloting en men spaarde dat het een lieve lust was. In 1932 was het dan eindelijk zover, men kon voor 350 gulden een muziektent uit Barneveld overnemen en gelukkig mochten de vervoerskosten (76,33 gulden) in 1933 worden betaald. De eerste muziektent is een feit en staat in Bennekom op het puntje Strooiweg- Schoolstraat. Op 18 februari 1930 had OBK al 40 leden. Er werd tweemaal per week onder leiding van dirigent Fransen uit Arnhem gerepeteerd in het zaaltje bij familie de Nooy. Op Koninginnedag (toen nog op 31 augustus) konden de muzikanten laten horen waartoe men is staat was. Marcherend muziek maken zit er nog niet in maar stilstaand op de hoek van de straat speelden de muzikanten vol overgave de ‘Recrutenmars’. De eerste muziektent Vol goede moed ging men de jaren dertig in en weer kwam de lang gekoesterde
De eerste muziektent
Crisis Dan breken er moeilijke tijden aan voor OBK. De penningmeester gaf aan dat er nog maar 1,49 gulden in de kas zit en dat er niets meer op de bank staat. Het was crisis. De mensen hadden geen geld om de contributie te betalen en er kwam steeds meer werkeloosheid. De dirigent kon ook niet meer betaald worden en vertrok. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Men vond de heer Jan Beek, dirigent bij het Infanteriecorps uit Ede, bereid om OBK te helpen. Hij bracht ook nog nieuwe leden mee die hij kende van het infanterie korps. Onder leiding van Jan Beek startte OBK bij de Koninklijke Nederlandse Federatie (KNF) in de 3e afdeling concert en 2e afdeling mars, en behaalde in 1936 zelfs een eerste prijs met promotie. In 1938 werd OBK Marskampioen van Nederland door 38 punten bij elkaar te spelen tijdens het KNF concours te Nijmegen. De tijden werden steeds
De Kostersteen 124, april 2013
9
slechter en het valt dan ook op dat de heer Koopman in die laatste jaren voor de tweede wereldoorlog buitengewone hoge giften schonk aan OBK. De heer Koopman is de eerste (stille) ere-voorzitter bij OBK geweest, hij gaf in 1954 aan wegens gezondheidsredenen na bijna 25 jaar zijn functie neer te leggen. Oorlog Toen in 1940 de tweede wereldoorlog uitbrak bleef men, om de moed er nog wat in te houden, gewoon repeteren. Men gaf nog een uitvoering en ging zelfs in 1942 op concours in Woerden. Een risicovolle onderneming aangezien er in die tijd al razzia’s plaatsvonden. Men ging in kleine groepjes met de trein om te voorkomen dat de bezetter alle mensen tegelijk zou kunnen oppakken. De bezetter werd steeds vervelender, ook leden van OBK werden opgepakt. Het 12½ jarig jubileum liet men stil voorbij gaan. En toen de Duitsers in 1943 de ‘Kultuurkamer’ instelde was het voor OBK genoeg. Dit betekende dat er geen muziek van Joodse, Russische, Engelse of Amerikaanse componisten meer ten gehore gebracht mochten worden. Het verhaal gaat dat Cor van Schaik, een jonge muzikant van OBK, in het open raam van het ouderlijk huis aan de Algemeer het Engelse volkslied speelde. Prompt werd het instrument in beslag genomen. Voorzitter Rien Zilstra ging samen met hoofdmeester Smit van de openbare school (die sprak namelijk Duits) naar de Duitsers om het instrument terug te krijgen. Na de luchtlanding op 17 september 1944 kwam OBK geheel stil te liggen. Sommige leden namen het instrument mee naar 10
huis, anderen verstopten het op diverse plaatsen om het uit handen van de Duitsers te houden. Dit gebeurde onder meer in de molen ‘Onze Rika’ aan de Molenstraat en in de gracht bij Kasteel Hoekelum. Op 8 juni 1945 vond de eerste ledenvergadering na de oorlog plaats. Geconstateerd werd dat 13 instrumenten de oorlog hadden overleefd. De rest was gestolen of door de explosie van de munitie in de molen verloren gegaan. Er werd een advertentie geplaatst met de oproep om de instrumenten die men had meegenomen weer terug te geven aan OBK. Dit had effect want er kwamen nog verschillende instrumenten terug. De contributie werd vastgesteld op 0,40 gulden per week en de contributieschuld van de oorlogsjaren kon een ieder afkopen voor 2 gulden. Wederopbouw Men ging op zoek naar een dirigent. Dirigent Van Son uit Wageningen was zo vriendelijk om OBK in de tussentijd tijd te helpen en zodoende kon men eind juli weer met de repetities starten. De muziektent werd wat opgelapt maar was eigenlijk alleen nog goed voor de sloop, wat ook niet lang daarna gebeurde. Een collecte bracht 1381 gulden op en diverse giften nog eens 800 gulden. In augustus maakte OBK voor het eerst sinds vijf jaar weer marsmuziek. Het viel niet mee maar het lukte. OBK-lid G. Rijksen keerde gezond weer terug uit Duitsland. De wederopbouw begon en iedereen probeerde de draad van het normale bestaan weer op te pakken. Wat wel bleek, zo net na die oorlog, was dat de eensgezindheid bij de mensen veel groter was geworden. Men ging er samen voor om het dorp
De Kostersteen 124, april 2013
weer leefbaar te maken. In november kwam de heer Zwart uit Apeldoorn een proefdirectie doen als dirigent en hij werd na afloop met algemene stemmen aangenomen. Met St. Nicolaas was er met muziek van OBK feest in het dorp. We draaien weer en de toekomst ziet er na vijf donkere jaren zonnig uit. Een nieuwe muziektent Men vroeg een vergunning aan om een nieuwe muziektent te mogen bouwen op de zelfde plek als waar de oude stond. Dat bouwen zou niet zo’n probleem zijn aangezien OBK in die periode meer bouwvakkers telde dan middenstanders en als het zover mocht komen was er hulp genoeg van andere collega’s. Op 28 augustus 1948 opende de burgemeester van Ede, samen met OBK voorzitter A de Jager de fraaie muziektent, opgetrokken uit schoonmetselwerk en voorzien van een mooi puntdak met een fraaie harp. OBK gaf er concerten en met Koninginnedag kwamen daar de scholen samen om liederen te zingen op muziek van OBK. Maar ook deze muziektent had niet het eeuwige leven. De onderhoudskosten liepen danig uit de hand en de tent verloederde. In 1977 viel het doek voor de muziektent, na 30 jaar was weer een stukje oud Bennekom verdwenen met dank aan de (vernielzuchtige) jeugd en de gemeente die er jarenlang een opslag van kabels enz. toeliet maar niet financieel wilde helpen om dit stukje Bennekom in stand te houden.
De muziektent van 1948 tot 1977
Moeilijke jaren Met 38 leden ging OBK de jaren vijftig in. Men repeteerde inmiddels in het Verenigingsgebouw (nu het Kijk en Luistermuseum) aan de Kerkstraat en overal luisterde OBK festiviteiten op, zoals de Ouden van Dagen trip, en Tip reisjes voor de jeugd (hiervoor spaarde men zegeltjes bij de winkeliers), een jaarlijks busreisje. De belangrijkste bron van inkomsten van OBK waren de donateurs en hierdoor groeide OBK uit tot gemeenschappelijk bezit. Overal en altijd was de muziek erbij: sinterklaas, koninginnedag, Rode Kruis, ziekenhuis, VVV feesten, enz.. Maar ondanks dat alles zo z’n gan-
De Kostersteen 124, april 2013
11
getje ging, waren er onderlinge spanningen en onenigheid over wie welke partij mocht spelen. Ook het vertrouwen tussen bestuur en leden was niet optimaal te noemen. In 1952 barste de bom, diverse leden liepen weg met het gevolg dat OBK nog maar 20 leden had. Toen er dan ook nog bij kwam dat ze het Verenigingsgebouw moesten verlaten als repetitieruimte, was de chaos compleet. De redder in de nood was Bertus Bothof van café Dorpzicht (nu de restaurant China Garden). OBK mocht gaan repeteren in het feestzaaltje, wat nu café de Dorpsherberg is. Maar ook dit zou in de loop der jaren weer problemen met zich mee brengen. Repeteren vlak bij het café was niet de meest voor de hand liggende keus en het gebeurde met de regelmaat van de klok dat na de pauze er nog minder muzikanten op hun stoel zaten dan voor de pauze. Nee, het toenmalige bestuur was er niet erg content mee en zocht naar een betere oplossing.
Maar er waren ook positieve ontwikkelingen. Op 28 april 1954 werd OBK voor het eerst voorzien van prachtige donkerblauwe uniformen en kwam op koninginnedag keurig voor de dag. In 1955 werd de heer Rijk van de Weerd (eigenaar van garage van de Weerd) bereid gevonden de functie van erevoorzitter te aanvaarden. Samen met onze beschermvrouw Mevr. J.C. Iddinkgeb. Baronesse van Wassenaer zouden zij nog veel voor OBK gaan betekenen. Jeugdorkest Voorzitter Henk de Vries en muzikant Jan van de Veen (later dirigent van het jeugdorkest) zorgden ervoor dat in oktober 1956 het eerste jeugdorkest werd opgericht. Dit om OBK weer aan voldoende muzikanten te gaan helpen. Dit jeugdorkest ging prima maar de veronderstelde aanvulling van nieuwe jeugd kwam niet op gang. Het bestuur gaf de schuld aan het repeteren bij het café; dit hield ouders tegen om hun kinderen naar OBK te laten gaan was de conclusie. Daar was maar één oplossing voor, namelijk zelf een accommodatie bouwen. En hiermede was een grote uitdaging geboren voor de muziekvereniging en z’n leden.
Het jeugdorkest van OBK
12
De Kostersteen 124, april 2013
Een eigen accomodatie De relatie met het bestuur van het Verenigingsgebouw was onherstelbaar beschadigd met als gevolg dat OBK ook geen gebruik meer wenste te maken van het Verenigingsgebouw voor uitvoeringen en concerten. Men week uit naar gebouw ‘t Kerkheem. In 1960 liet voorzitter Theo Heinsbergen in zijn toespraak tijdens de jubileumuitvoering iets van de plannen doorschemeren en riep de aanwezige gemeentebestuurders en Bennekommers op OBK met de plannen financieel te steunen. Veel Bennekommers waren het er over eens dat OBK moest blijven bestaan, want een dorp zonder muziek is geen dorp. Het bestuur liet er geen gras over groeien en op de jaarvergadering van 11 januari 1960 zei voorzitter de Vries dat de grond er wel komt en dat het benodigde materiaal 15.000 gulden kost. Voor de arbeid zouden de leden zelf zorgen. In 1961 nam OBK de grote stap en kocht van Nico Willemsen, loodgieter, en J.C.
Wichman, brandstofhandelaar, een stuk grond van 3,40 are aan de Bakkerstraat (nu Schapenoordseweg). Het benodigde geld kwam bijeen door giften. Enkele OBK-leden verzilverden een deel van hun vakantiebonnen. Ook kwam er een commissie van aanbeveling, gesteund door enkele notabelen uit ons dorp, voor het uitgeven van obligaties. Het bedrag van 15.000 gulden is vrij snel beschikbaar. De bouw kon van start gaan. Op 11 juni 1961 werd de eerste steen gelegd door beschermvrouw Mevr. J.C. Iddinkgeb. Baronesse van Wassenaer. De bouwvakkers werden aangetrokken en geheel belangenloos werkten al deze mensen en bedrijven aan de realisatie van de accommodatie van OBK. Als jong OBK-lid heb ik hieraan veel plezier beleefd, de saamhorigheid, het harde werken door een keur van verschillende mensen, rangen en standen. Avond aan avond en zaterdag na zaterdag was men druk in de weer.
Het eerste OBK gebouw aan de Schapenoordseweg
De Kostersteen 124, april 2013
Muzikale uitdaging Nu de uitdaging van een eigen accommodatie was geslaagd, moest er muzikaal ook maar weer eens wat gebeuren. Van het eerste jeugdorkest waren aardig wat jongens doorgestroomd naar het grote orkest van OBK. Dit orkest bestond nu weer uit zo’n 40 man waarvan ongeveer 90% een Adiploma had behaald. De volgende uitdaging stond al weer voor de 13 3
deur. Wilde men verder dan moest het instrumentarium worden vervangen van hoge naar lage stemming en dit was een grote kostenpost. Ook had men de afgelopen jaren de nodige dirigenten en voorzitters versleten. Men wilde naar de afdeling uitmuntendheid voor zowel mars- als concertconcours. Maar net als bij voetbal, als het niet lukt ligt het nooit aan de spelers maar aan de dirigent. Er kwam een nieuwe dirigent en men ging naar het concertconcours in Valkenswaard. Daar bleek dat het niet aan de dirigent lag maar ook aan de muzikanten zelf. Met een 2e prijs en geen promotie kreeg men de kous op de kop. In het jeugdorkest kwamen de eerste meisjes bij OBK. Een leuk detail is dat een van deze dames (Frida van den Brink) op dit moment (2012) nog steeds lid is en meespeelt. Op 3 augustus 1968 deden de majorettes hun intrede bij OBK, mede mogelijk gemaakt door de inzet van erevoorzitter de heer Rijk van de Weerd. De majorettes kwamen tijdens het 70- jarig bestaan van de VVV voor het eerst op straat onder leiding van Willy Janssen ter gelegenheid van de laatste rit door Bennekom van treintje ‘Bello’. Succes en onenigheid De dirigent nam op eigen verzoek ontslag. Onder leiding van de nieuwe en jonge dirigent Alco Flink wist OBK in 1969 in Zaltbommel een 1e prijs te behalen en promoveerde hierdoor naar de ereafdeling mars. Het tamboerkorps promoveerde die dag ook en wel naar de 2e afdeling. 14
De eerste stappen waren gezet nog net voor het 40 jarig jubileum. Door de actie ‘U koopt en zij spelen’ zorgden de burgers van Bennekom, de partners van muzikanten, de gemeente Ede, de beschermvrouwe, de Amro bank en de winkeliersvereniging ervoor dat OBK geheel in nieuwe uniformen werd gestoken. In 1971 behaalde het orkest een 1e prijs in de afdeling uitmuntendheid. En op 26 mei tijdens het Hoogovens muziekconcours ‘Klaroen 73’ promoveerde men naar de ereafdeling concert. Even teerde men op dit succes maar na enige tijd waren er weer ongenoegens tussen jong en oud, dirigent en muzikanten, bestuur en leden. Op een ingelaste leden vergadering in mei 1976 gaf het bestuur te kennen dat de voorzitter en nog een bestuurder de pijp aan Maarten gaven, en als klap op de vuurpijl pakte ook dirigent Arnold Hesseling zijn biezen. Maar zonder het op dat moment te kunnen vermoeden nam men ook twee zeer goede beslissingen die later ‘de gouden grepen’ zouden zijn voor OBK. Een nieuw elan De eerste was dat Cor Kok werd gekozen als voorzitter en de tweede was de aanstelling van de jonge dirigent Rinus Oude Kempers uit Nijmegen. Laatstgenoemde was bijna afgestudeerd orkestdirigent en speelde hobo bij de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht. Hij had geen ervaring als dirigent maar had ambitie, hield van orkest- en koormuziek, en kende het verenigingsleven van haver tot gort. Er kwam een andere muziekkeuze, de jeugd kreeg een professionele opleiding door beroepsdocenten met toetreding in het grote orkest als doel. De onderlinge ver-
De Kostersteen 124, april 2013
houdingen werden steeds beter, en de vereniging groeide weer naar een OBKfamilie. Cor Kok werd het gezicht van OBK en hij vertegenwoordigde de vereniging op uitstekende wijze. Er kwam een groei in de vereniging met als gevolg een tekort aan instrumenten en uniformen en de noodzaak om de bestaande accommodatie uit te breiden. Om dit te realiseren werd een uniformen instrumentencommissie opgericht bestaande uit de heren Piet van Dijk, Teus Heij, Henk van Grootheest en Gert van Butselaar. Onder het motto ‘Ons Bennekoms Korps, zorg dat het blijft’ brengt deze commissie een bedrag van
70.000 gulden bij elkaar. En, zo betoogde jubileumvoorzitter Hans Wildekamp, als het gemeentebestuur zich zou houden aan de afspraak dit bedrag te verdubbelen, kan OBK de benodigde nieuwe instrumenten en uniformen aanschaffen. Enige maanden later beschikte het college van B&W ten gunste van OBK en kon de aankoop in werking worden gezet. Op 10 oktober 1980 toont OBK in de vernieuwde Dorpstraat de totale nieuwe outfit aan de Bennekommers. In dit jubileumjaar worden ook de vijf oudste ereleden en nog eens extra in het zonnetje gezet en bedankt voor hun inzet in de afgelopen 50 jaar.
Majorettes, tamboers, orkest in 1981
De Kostersteen 124, april 2013
15
Uitbreiding accomodatie OBK groeide door naar een groot orkest met een stijgend muzikaal peil. Het grootste probleem was de te kleine zaal van onze accommodatie. Voor dirigent en muzikanten waren de decibels niet meer te verwerken in de kleine zaal. Ook het dak van het bestaande gebouw was aan vernieuwing toe. De kosten voor het benodigde materiaal werden geschat op 40.000 gulden. De arbeid zal wederom geschieden door de inzet van eigen leden. Met medewerking van en sponsoring door Van Grootheest (bouwbedrijf) en Brandsma Glas (glasgroothandel) en leden kwam de renovatie en nieuwbouw tot stand en in stilte werd de grote nieuwe zaal in gebruik genomen. Geen grootse opening want hier is geen geld meer voor. Wel wil men nog een geheel nieuwe entree en toiletgroep realiseren en deze tijdens het 55 jarig jubileum jaar in 1985 officieel te openen en door de Bennekommers te laten bewonderen. Prijzen Op het KNF marsconcours in Beneden Leeuwen behaalde het orkest een 1e prijs met lof en hierdoor mag men deelnemen aan het KNF Topconcours in Barneveld om een gooi doen naar het landskampioenschap. Op 1 juni 1985 won OBK voor het eerst in de geschiedenis de fel begeerde Edese Federatie vlag op het gemeentelijke marsconcours in ‘Allemanskamp’. Deze vlag werd vol trots uitgereikt door de 16
OBK wint de Edese Federatie vlag Bennekomse wethouder Peter Aalbers aan dirigent Rinus Oude Kempers en voorzitter Cor Kok. Op 12 oktober ging OBK naar het Top Marsconcours van de KNF in Barneveld om te strijden voor het landskampioenschap. Met de nodige gezonde spanning behaalt men een mooie 1e prijs en eindigt als derde in het eindklassement. Een fraai succes. Op 2 november 1985 won OBK in ‘de Reehorst’ in Ede ook nog de ‘Klomp cup’ tijdens de concertwedstrijd van de Edese Federatie met het concertstuk ‘De Rivieren Cyclus’ van Kees Vlak. Nu nog de laatste twee wensen realiseren namelijk promoveren naar de Vaandelafdeling concert van de KNF, en marskampioen van Nederland worden. Zou dat lukken? Daarover meer in een volgend artikel.
De Kostersteen 124, april 2013
Mijn herinneringen aan de oorlog 1940-1945 Wim van Steenbergen Hzn Hoe beleef je als kind de oorlog? Mijn eerst herinnering is dat ik op 10 mei 1940 bij onze boerderij - Dijkgraaf 1 in Bennekom - voor het huis stond en dat ik mijn vader en onze buren tegen elkaar hoorden zeggen: het is oorlog. Ik was toen 5 jaar. Verder dat we moesten evacueren en dat de koeien weg moesten, onze knecht moest met de koeien mee, naar Wageningen om op een boot naar het westen te varen. Waarom dat was weet ik niet. Wel dat mijn vader een kist met kippenvoer had staan voor de kippen en dat hij daar met een bijl een gat in hakte zodat als hij er niet was de kippen toch konden eten. Evacuatie Wij zelf moesten ook weg en wel naar Bennekom-dorp, waar we in huis kwamen bij de familie Heitink aan de Heidelaan, ik weet nog we daar ergens in een
klein kamertje sliepen. Wat ik me nog heel goed herinner is dat we op weg daar heen er een brugje over de dijkgraafsloot door de soldaten was opgeblazen om de Duitsers tegen te houden. Maar 20 meter verder lag er een oprit naar een huis dat daar stond en daar zijn we toen over gegaan, door een fruitbongerd heen. Voor ons reed een luxeauto die, op het dak, vol geladen was met spullen en deze reed zich vast tegen een boomtak en deze werd er toen zomaar afgebroken. Dat maakte veel indruk op mij. We hebben ongeveer een week bij de familie Heitink gezeten. Mijn vader ging wel eens naar de boerderij om te kijken hoe het ging. Mijn vader is wel een keer naar huis geweest. Hij vertelde dat de kalveren hees waren van het ‘loeien’ om drinken, ze hadden wel water maar geen melk. Van dat we weer thuis kwamen kan ik me niets herinneren. Mijn vader en moeder met mijn zuster tussen hen in, ervoor ikzelf en de jongen uit Den Haag, met de hand aan de mond
De Kostersteen 124, april 2013
17
Terug naar de boerderij In april 1941 ben ik voor het eerst naar school gegaan. De winter daarop heb in difterie gekregen en ben toen heel lang thuis geweest om besmetting naar andere kinderen te voorkomen. Ik weet nog heel goed dat er politie kwam om op het raam van de keuken een brief te hangen met daarop: Besmettelijke ziekte. En op de achterdeur een plankje in het Duits: Ansteckende Krankheit. Dit was een waarschuwing voor de Duitsers voor een besmettelijke ziekte. Het werkte wel, want op en keer kwamen er een aantal Duitsers op motoren het erf oprijden, ze zagen toen dit bordje en maakten meteen rechtsomkeert en waren snel weg. Het bordje heeft heel lang op de achterdeur gezeten. Van de daarop volgende jaren kan ik mee niet veel meer herinneren. Wel dat we een onderduiker hadden die ergens in een schuurtje sliep. Maar ook dat we in de jaren 1942-1943 elektriciteit kregen. Dat was een wonder voor mij, je draaide aan een knop en er was licht. Daarvoor was de verlichting met butagas waar ook op gekookt werd. Ook weet ik nog heel goed dat we in de zomervakantie een jongen uit Den Haag in huis hadden. Dit was om deze jongen(s) en meisjes, er waren er meer in de buurt, een goede vakantie te bezorgen en dat ze ook goed te eten kregen. Het werden meen ik bleekneusjes genoemd. Er zaten ook een paar broertjes en zussen in Bennekom, maar bij wie en hoeveel weet ik niet meer. Na de oorlog ben ik met mijn ouders een keer met de trein - dit was de eerste keer dat ik in een trein zat, een hele belevenis - naar deze familie in Den Haag geweest en hebben daar toen 18
een paar dagen gelogeerd. Ze hebben ons toen de stad laten zien. De jongen die bij ons was heette Wil Schouten en was ongeveer even oud als ik. Luchtlanding Wat ik mij heel goed herinner is de luchtlanding op 17 september 1944 bij Arnhem. Het was op een heel mooie zondag, en we zagen heel veel vliegtuigen overkomen en daar viel wat uit. Onze buurman die jachtopziener was had een verrekijker en vertelde dat het parachutisten waren. Market Garden was een feit! Eerder die dag was er al gebombardeerd op de kazernes in Ede waar de Duitsers in zaten. We hoorden later dat er helaas ook bommen op verkeerde plaatsen waren gevallen. ’s Avonds hoorden we al het gebulder van de kanonnen en zagen we ook vuur in de richting van Arnhem. Ik weet wel dat ik toen bang was en dat mijn 9 jaar oudere zus me troostte. Wij kregen in de week na die zondag evacués (vluchtelingen zouden ze vandaag zeggen) uit Ede van vlakbij het station. Het was de familie Van de Berg, waar we nog vele jaren, ook na de oorlog, contact mee hebben gehouden. Deze sliepen in de koeienstal op de deel van het achterhuis. Ook in die week kwamen er een moeder met twee zoons uit Wolfheze bij ons als evacués. De vader was omgekomen bij een bombardement op het psychiatrische ziekenhuis aldaar. De geallieerden dachten dat er Duitsers in zaten. Na een paar weken is de familie Van de Berg weer naar huis gegaan. Het elektrisch was weer afgesloten en we moesten weer bij andere lichtbronnen huizen. Ook butagas was er niet meer. Ik
De Kostersteen 124, april 2013
weet nog dat er in de keuken een carbidlamp op de schoorsteen stond. Doordat die luchtlanding had plaats gevonden moest iedereen die langs de Rijn woonde evacueren. Alle steden en dorpen liepen leeg. Ook wij kregen de evacués uit Wageningen. Bij veel mensen in buurt zaten de evacués uit de dorpen langs Rijn. In de school aan de Rijnsteeg werd er op zondag kerk gehouden. Ik zie nog voor me de lange rijen mensen die over de Dijkgraaf kwamen op weg naar onderdak ergens buiten het spergebied dat tot de Maanderdijk liep. Wat me ook is bijgebleven is het gebrom ‘s nachts van de geallieerde bommenwerpers die naar Duitsland vlogen om daar de fabrieken en steden te bombarderen. Het was een angstaanjagend geluid. Later hoorde ik dat ze om zich beter te kunnen oriënteren boven de grote rivieren vlogen. Er kwam ook en keer een NSB-er in een zwart uniform samen met een Duitse soldaat. Hij bood Perzische tapijten en andere waren aan die waarschijnlijk gestolen waren uit de lege huizen in Arnhem en andere plaatsen. Maar mijn vader wilde niets hebben. Wel zei hij tegen de NSB-er, die een revolver in een holster droeg: „Kun jij voor mij niet zo’n ding regelen” „Wat wil je daar mee”? was de vraag van de man. „O een beetje mee schieten“ zei mijn vader. Daarop pakte de man zijn revolver en wilde hem aan mijn vader geven „hier schiet er maar mee”, zei hij. Maar dat wilde mijn vader niet. Wat mij opviel was dat op dat moment ook de Duitser zijn veel grotere revolver trok. Hij was denk ik bang dat vader hen wilde dood-
schieten. De Duitser schoot wel een keer op een ijzeren plaat om te laten zien dat hij schieten kon. Ik kreeg van hem toen een patroon uit de revolver van hem als aandenken. Ik heb deze nog. Inkwartiering Op een nacht werd er op de deur gebonsd en stonden er twee Duitse soldaten op de stoep. Ze zochten een slaapplaats, moesten alles zien, maar er was geen bed over dus ze gingen onverrichter zaken weer weg. Het was wel even schrikken. Nog weer later kregen wij inkwartiering van Duitse soldaten die een gedeelte van het huis vorderden om in te leven en slapen. Ik sliep bij mijn zus op de kelderzolder; mijn ouders sliepen op matrassen op de keukenvloer. Het waren wel heel aardige mannen, beslist geen nazi’s, ze wilden liever vandaag naar huis dan morgen, zeiden ze. Een keer hebben we heel erg moeten lachen om de wachtmeester die er bij was. Deze wilde namelijk altijd maar op wild jagen en als wij als jongens wat zagen moesten we hem roepen. Op een keer zat er een fazant in het weiland, wij hem roepen. Hij er op af, vier keer schieten maar de fazant vloog niet weg en viel ook niet om. Een korporaal die bij de buurman in huis zat kwam op het schieten af en gooide nog een grote steen naar de fazant, miste, maar nog gebeurde er niets. Het was een opgezette! Een van de soldaten had deze meegebracht bij een strooptocht in een dorp en in het weiland gezet, hij lag achter een schuur op de knieën van het lachen en de wachtmeester lachte maar mee. Er was een jonge soldaat bij van 18/19 jaar die erg ontheemd was begreep ik van
De Kostersteen 124, april 2013
19
Boerderij op Dijkgraaf 1.
mijn ouders. Mijn moeder zag hem eens zijn sokken wassen met een stukje scheerzeep. Ze kon dat niet aanzien en heeft toen zijn sokken gewassen en gestopt en ze toen aan hem teruggeven. Ze vertelde later dat hij erg had moeten huilen en gezegd: “Net als bij moeder”. Weer later moesten ook alle bewoners uit Bennekom en de Kraats evacueren. Wij mochten toen niet weg omdat we Duitse soldaten ingekwartierd hadden en wij zogenaamd voor de Weermacht moesten werken. Al was dat niet zo zwaar voor mijn vader, hij kreeg wel eens ‘schnaps’ van soldaten. Maar ook was er het voordeel dat er niks werd gestolen. Op andere boerderijen waar ook Duitsers zaten en de mensen weg waren bleef niet veel eetbaars over. Maar bij ons wilden ze eens kippen stelen maar ze kregen het bevel van de wachtmeester, dat ze niet aan de kippen mochten komen. Opnieuw evacueren Eind januari 1944 gingen de Duitsers weg en toen moesten ook de evacués uit Wolfheze vertrekken en deze reden toen 20
mee met de Duitsers op hun paardenwagens. Wij moesten toen ook evacueren. We zijn toen naar een oom gegaan in Ederveen. Het was een strenge en koude winter. Maar later werd het een mooi voorjaar; met buurtjongens speelde ik buiten. Later werd het daar ook gevaarlijk. We zaten daar toen in niemandsland, aan de ene kant de Duitsers en aan de andere kant de Engelsen. Er is een paar keer dwars door het huis geschoten, alle dameskleding was door een kogel kapot geschoten. Wat toen natuurlijk een ramp was, want er was niets meer te krijgen. Toen kwamen de Duitse soldaten wel kippen uit het hok halen en was er geen wachtmeester om hen tegen te houden. Ook vielen de granaten rond de boerderij en een buurman werd gedood door een granaatscherf terwijl een andere boerderij in brand werd geschoten, gelukkig stond deze al leeg. Als mijn vader of oom voer voor de koeien moesten halen, dan was er altijd iemand bij met een witte vlag, anders werden ze beschoten door de Duitsers. Zelf heb ik een keer met een buurjongen in het weiland gelegen omdat we ook werden beschoten, heel angstig. Nog weer later moesten we ook daar weg omdat de aanval op De Klomp zou beginnen door de Engelsen. We zijn toen
De Kostersteen 124, april 2013
via allerlei binnenwegen naar de Woutersweg gegaan, een zijweg van de Lunterseweg, daar woonde familie van mijn oom en tante. We trokken bevrijd gebied binnen. Maar de rit daar naartoe vergeet ik nooit meer. De mannen met de koeien aan touw en mijn moeder en tante, mijn zuster en nichten met de paarden en wagens, ik met de hond aan de riem. Tijdens die tocht vlogen er steeds granaten over ons heen, soms kropen we in een sloot als ze kortbij vielen. Daar ontmoetten we voor het eerst Engelse soldaten. Ik kreeg een chocolade reep en later een sigaret, maar dat vond ik vies!
Bevrijding Op 5 mei hoorden we dat de Duitsers hadden gecapituleerd en werd er met lichtkogels in de lucht geschoten. Na enige tijd, hoe lang weet ik niet meer, mochten we naar huis aan de Dijkraaf. Wat ik me daarvan herinner is dat ik vond dat het gras in de wegbermen heel hoog stond, maar meer kan ik me daar niet van herinneren. Ook niet wanneer ik weer naar school kon. Wel dat wel later naar de kerk gingen en dat de ramen dicht geplakt zaten en daar zaten kleine ronde glaasjes in voor wat licht.
Op bezoek bij: Henk Kelderman, mede-oprichter Bennekomse schaakvereniging Marijke de Vos Hendrikus Gijsbertus Kelderman werd op 2 november 1916 in Bennekom geboren, als zoon van Casper Kelderman en Gijsbartha Boshuis. De boerderij waar Henk ter wereld kwam heette De Koekoek. De boerderij stond op de hoek van de Wildekamp en de Groenestraat. Het is niet bekend waar de naam De Koekoek vandaan kwam. De naam werd op een gegeven moment op het dak zichtbaar. Bart, de broer van Henk, gaf opdracht aan rietdekker Tonen om de naam in het riet te zetten. De boerderij werd in 1896 verbouwd door Gijs van Silfhout (eerste kamenier van koningin Emma), maar was al van eerder datum. Een klein boerenbedrijf De vader van Henk overleed heel jong, op 3 april 1916. Henk groeide op op een klein boerenbedrijf. Er waren een paar koeien, varkens, kippen en een paard. Het land liep tot de boerderij van Van Amersfoort aan de Wildekamp. Aan de oost-
kant, tegen Van Amersfoort aan, was een roggeveld, dat iets hoger lag dan de rest van het land. Vóór het huis was de moestuin en schuin achter het huis was een bongerd.
De Kostersteen 124, april 2013
21
boven. Henk sliep jaren in de bedstee, aan de straatkant, en moeder sliep in de bedstee in de woonkamer. Later ging Henk ook boven slapen. Het kwam voor dat het ijs op de dekens zat.
21
Henk Kelderman Omdat de vader van Henk jong overleed, werd het gezin met behulp van de kinderen draaiende gehouden. De melk van de koeien ging naar melkzaak Teunissen. Het gezin had in ieder geval geld genoeg om een paard te onderhouden: “Het paard was de tractor van tegenwoordig”. Toen Henk bijna twee jaar oud was, kreeg hij een klap van het paard. Zus Evertje deed Henk in de schoot van haar schort en nam hem mee langs de Groenesteeg (nu Groenestraat) over het grindpad naar dokter Jacobse Boudewijnse. Deze stuurde Evertje met Henk met de schort onder het bloed door naar ziekenhuis Bethanië in de Dorpsstraat. ”Dat staat er nu niet meer”, het stond naast het huidige pand van Novita. Evertje heeft hierdoor Henk’s leven gered. Op de zolder van de boerderij was één slaapkamer. De grote jongens sliepen 22
Crisisjaren en school Het gezin Kelderman had het vroeger, vooral in de crisisjaren, echt niet breed. De kleren gingen van de één naar de ander. De zus van Henk was erg handig, zij maakte overhemden en verstelde veel. Zij had een naaimachine. Toen Henk 6 jaar oud was ging hij naar school, het schooljaar liep van 1 april tot 31 maart. Hij zat tot 1929 op de lagere school aan de Veenderweg. Henk was te jong om de koeien te melken, maar deed wel klusjes op het land: aardappelen rapen, knollen oogsten en harken. „Wat je kon doen, dat moest gebeuren, dat hoorde erbij.” De crisistijd uitte zich bij het gezin Kelderman niet in het eten, men at van het land. Alles was duur, er was bijna geen inkomen: slechts één van de vijf kinderen had werk. De jaren 1932/1933 waren het slechtst. Als je in die tijd tekort had, ging je naar de diaconie of het burgerlijk armenbestuur. Er werd een landelijk crisiscomité opgericht door jonkheer Citters, een landelijke stichting die in de ergste nood voorzag. Het gezin Kelderman hoefde hier geen gebruik van te maken. Henk hoorde dat er gezinnen waren waar de diaconie wel kwam. Als deze mensen op bezoek kwamen keken zij wel in de pan wat er in zat: „Een stukje spek was heel wat voor die mensen.” Na zes jaar lagere school ging Henk naar het middelbaar onderwijs. Hij volgde vier
De Kostersteen 124, april 2013
Boerderij De Koekoek op de hoek van de Wildekamp en de Groenestraat
jaar Handelsdagschool in Wageningen. De school leidde op tot middenstand. Henk kreeg les in Nederlands, Duits, Engels en Frans, wiskunde, boekhouden en algemene ontwikkeling. Bij het vak algemene ontwikkeling leerden ze hoe Nederland in elkaar zat. „Het was een straffe school”. Na de Handelsdagschool ging Henk werken. Er was veel werkloosheid, maar Henk kon aan de slag bij de Coöp. eierveiling in Ede. Deze was gevestigd aan de Grotestraat, naast het Fischerhuis, aan het eind van het plein. De eierveiling bestond uit een schuur met kantoor. Henk werkte op kantoor als jongste bediende. In 1937 ging Henk uit Bennekom weg om te gaan werken in Utrecht, waar hij zich aanmerkelijk kon verbeteren op een administratief kantoor. Tot 1940 kwam hij wel in de weekenden naar Bennekom. Op de zaterdagen werkte hij tot half één of één uur en kwam dan de middag naar
huis, tot de maandagochtend. Hij stapte dan om zes uur ‘s morgens op de fiets naar Utrecht om daar om half negen aan het werk te gaan. Omgeving Naast boerderij De Koekoek stond boerderij Hofrust. De naam Hofrust heeft te maken met de banden van de bewoner met het koningshuis. Achter Hofrust stond nog een boerderij: Het Busje. Op de kadastrale atlas van 1832 is het gebied waar de boerderij stond aangeduid als Het Bosje, wat later waarschijnlijk verbasterd is naar Het Busje. Het was een oud huis, een dubbel woonhuis. Familie Meurs woonde aan de dorpskant en de familie Ooijhuizen woonde aan de andere kant. Achter Het Busje stonden twee rijen bomen met struikgewas en dat was de afscheiding met de boerderij Boekelo van Van de Broek.
De Kostersteen 124, april 2013
23
Er liep een paadje langs de boerderij naar de Broekakker, naar de hoek van Hogeweg en Kerkstraat. Als Henk laat was om naar school aan de Veenderweg te gaan, kon hij via dit paadje lopen. Naast Hofrust woonde vrouw Van Wijk. Henk heeft haar man nooit gekend. Vrouw van Wijk had twee zoons: Jan en Job. Jan is in het huis blijven wonen. Job werkte in Renkum bij Van Gelder Papier. Nog een huis verder woonde Weernekers. Hij werkte op het postkantoor. Weernekers had een zoon en een dochter. Zijn zoon werd later dominee. Aan de Wildekamp, vlak naast het huis van Van Amersfoort, stond de boerderij van Weijman en daar woonde tante Geertruida. Henk herinnert zich dat het er altijd gezellig en knus was. In mei/juni 1933, toen Henk Kelderman zat te leren voor zijn examen, zijn de twee huizen afgebrand. De huizen hadden een gemeenschappelijk erf. De brand begon in de boerderij van Van Amersfoort en sloeg over naar de boerderij van Weijman. Tante Geertruida was meteen dakloos, want het huis brandde in een uur af. Veldwachter Kelderman De grootvader van Henk, Jan Kelderman, was veldwachter. Dit was nog in de periode voordat Wien, die aan de Edeseweg woonde, veldwachter werd. Jan Kelderman was ook nachtwacht. Henk Kelderman herinnert zich een verhaal over zijn grootvader, het speelde zich zo’n 130 jaar geleden rond 1883 af. Koning Willem III kwam langs in Bennekom om daarna door te gaan naar Oranje Nassauoord in Renkum. Hij ging met de trein naar Ede-Wageningen en 24
vervolgens per rijtuig door Bennekom. Bennekom was in rep en roer, want de koning zou langskomen. Otten, de bakker die naast de kerk woonde, had een geweer en schoot een losse flodder af toen de koning eraan kwam. De bewaking van de koning schoot in de stress en dacht dat er een aanslag op de koning werd gepleegd. Otten, de vermoedelijke dader, werd opgepakt. Jan Kelderman, de gewapende macht, liep in vol ornaat naar het rijtuig van de koning en zei: „Majesteit, ik kom u verklaren hoe dit schot gelost is, het was een welkomstschot”. Vervolgens liet de koning Hampie Otten vrij. Het was wel bijzonder dat de dorpsveldwachter een redevoering voor het rijtuig van de koning hield. Henk : „Jan Kelderman was een straffe heer, ook al was hij niet groot”. Kerkelijk leven De familie Kelderman ging twee keer per zondag naar de Gereformeerde Kerk, om 9.30 en 14.30 uur. De kerk stond aan de Veenderweg op de plek waar Jan de Nooij zat. Later kwam hier het meubelbedrijf van de Weijer. Het was de kerk van 1887, de doleantie. Moeder was niet erg streng, want de kinderen mochten zich wel vermaken op zondag. Er waren veel mensen die het wel nauw namen met de zondagsrust. Zo gaf boer Koekoek zijn paarden geen eten op de zondag. Henk volgde catechisatie bij dominee Ozinga, een bijzondere man. Dominee Ozinga kon prachtig vertellen, hij kende iedereen en groette alle kinderen bij de voornaam. Henk : „De man had een dramatisch leven. Hij kwam in 1920 naar Bennekom als opvolger van dominee de Gooijer. Zijn vrouw overleed
De Kostersteen 124, april 2013
in 1924. Hij had een jong gezin, dus dat was een hele gebeurtenis”. In 1928, toen Henk in de hoogste klas bij meester Douwes zat, verongelukte een zoon van dominee Ozinga onder de tram. Henk: „De tram reed door, men was een paard gewend, die hield in, de tram overrompelde de mensen”. Henk had een geweldige eerbied voor dominee Ozinga. Hij vond het een persoonlijkheid. Henk: „Die dominee was een herder en leraar, met aandacht voor mensen. Hij ging overal naar toe. In een jaar was hij bij iedereen op huisbezoek geweest.”. Het huisbezoek was een diepgaand bezoek over het geloof en met aandacht voor de mensen, hoe het werkelijk met hen ging. Zij werden er door bemoedigd, al kregen zij soms wel een vermaning. Vaak bleef de dominee bij de mensen eten. De ouderling ging altijd mee op huisbezoek. Van tevoren werd vanaf de kansel aangekondigd waar de dominee op huisbezoek zou gaan. Vanaf de kansel werd van alles meegedeeld: naast huisbezoek ook de trouwerijen en alle kerkelijke aangelegenheden. Doleantie Dominee Eisma was de eerste predikant van de Gereformeerde Kerk en werd in 1887 uit de Hervormde Kerk gezet, maar bleef tot 1893 in Bennekom. Henk kan zich de verhalen over dominee Eisma ook herinneren : „ Eisma was een stijle”. Juist in Bennekom werden de tegenstellingen opgevoerd. Dominee Eisma hield in 1887 buiten een hagenpreek. De uit Arnhem afkomstige dominee Creutzberg zou naar Bennekom komen voor een preek. Hij kreeg de Gele Rijders mee om de gereformeerden uit de kerk te houden.
Henk Kelderman weet psalm 68 nog uit het hoofd. Deze psalm werd ingezet door de kerkgangers die de dienst van dominee Creutzberg wilden verstoren Dominee Creutzberg werd onder militaire begeleiding naar het station gebracht. Hij had niets in de gaten maar men wachtte hem op en gooide met stenen. Veldwachter Kelderman was in geen velden of wegen te bekennen, hij wilde er niet bij betrokken raken. Er was altijd strijd tussen de hervormden en de gereformeerden. Er werd in Bennekom zelfs gereformeerd en hervormd brood gebakken. Henk Kelderman merkt wel op dat tijdens de Tweede Wereldoorlog, door de geringe brandstofvoorziening, de gereformeerden en hervormden wel bij elkaar in de kerk kwamen. Mekking, die op de hoek van de Veenderweg woonde, kreeg je met geen honderd paarden de Gereformeerde kerk in. De Bennekomse schaakvereniging In 1946 trouwde Henk Kelderman met Bartha van Holland. Haar roepnaam was Bep. Zo kwam Henk weer tijdelijk in Bennekom te wonen. Door de grote woningnood woonde hij met zijn vrouw in bij Dirk Teunissen op het Algemeer. Teunissen was postbode. Kelderman schaakte met een groep jongens. Zij werden geïnspireerd door het wereldkampioenschap van Max Euwe in 1935. In Nederland had dit een geweldige impact, men ging schaken, „de mensen vonden het prachtig”. De club leerde zichzelf schaken. Aris van Dusschoten, zoon van bakker Maas van Dusschoten, had schaakstukken en een theorieboek. Zo schaakten Henk, Aris, Co Haze en Jan Kroon met elkaar. Zij
De Kostersteen 124, april 2013
25
zetten een advertentie in de krant met een oproep voor mensen die interesse in schaken hadden om naar café Centraal van Van Hattem te komen. Er kwamen ruim twintig mensen. De zwager van Henk, Jan van Holland, was er ook bij. Er werd vergaderd en men besloot een schaakclub op te richten. De beheerder van het Verenigingsgebouw, de heer Van de Peppel, bood ruimte aan zodat men in de bibliotheek kon zitten. Hekelaar, die geen Bennekommer van oorsprong was, was er ook en hij zei:
„Jullie zijn initiatiefnemers dus jullie vormen het bestuur”. Zo werd Jan van Holland voorzitter, Haze (aannemer Prinsenlaan) penningmeester en Henk werd secretaris. Henk stopte echter al in 1947 omdat hij toen naar Arnhem verhuisde. Hij werkte bij de AKU. Toen Henk Kelderman met zijn neef Ben in begin van de jaren 2000 op de vlegeldag in Bennekom liep, werd hij herkend als oprichter van de schaakvereniging. De vereniging stond in een kraam bij „Bothof bij de boom”.
Bestuursmededelingen Nieuwsbrief De Historische Vereniging Oud-Bennekom is gestart met een digitale nieuwsbrief. Leden kunnen op deze manier op de hoogte blijven van de laatste nieuwtjes van de vereniging en zij kunnen interessant nieuws over de historie van Bennekom via hun mailbox ontvangen. Aanmelden voor de nieuwsbrief kan door uw mailadres te sturen naar
[email protected]. Vermeld daarbij even uw lidnummer of huisadres. Ook nietleden kunnen zich opgeven voor deze service. Kent u mensen die ook in de historie van Bennekom geïnteresseerd zijn? Tip ze dan over onze nieuwsbrief! Aanmelden kan ook via onze website www.oudbennekom.nl
Nieuwe leden. Het bestuur heet de volgende personen van harte welkom als nieuwe leden van de Historische Vereniging Oud-Bennekom: Dhr. J.H. Adams Dhr. O. Joosten
26
De Kostersteen 124, april 2013
Agenda -
Woensdag 10 april 20.00 uur voorjaarsbijeenkomst in De Brink, Brinkstraat 39. Dhr. Ruud Schaafsma zal een lezing verzorgen over de Renkumse en Heelsumse beken. Dinsdag 23 april wandeling door het Renkumse beekdal o.l.v. dhr Ruud Schaafsma. Start van de wandeling: parkeerterrein Oranje Nassau’s Oord; via de Hartenseweg en de Kortenburg komt u op het parkeerterrein aan de linkerkant bij de achteringang van het gebouw. De wandeling duurt van 19.00 tot 21.00 uur en wordt afgesloten met een drankje in het grand café van Oranje Nassau’s Oord. Voor deze wandeling kan men zich aanmelden tijdens de pauze van de bijeenkomst van woensdag 10 april. Het maximum aantal deelnemers is twintig. Mocht er meer belangstelling zijn, dan wordt er een reservelijst aangemaakt en kunt u op een later te bepalen tijdstip alsnog een keer meelopen.
Documentatiecentrum Bennekom Het documentatiecentrum van de historische vereniging Oud-Bennekom is gevestigd op de bovenverdieping van het Kijk en Luister museum, en is elke dinsdag voor bezoekers geopend van 09.00 – 12.00 uur en 14.00 – 16.00 uur. Geïnteresseerden in de historie van Bennekom zijn welkom na een afspraak via onderstaande personen: Henk Gijsbertsen, telefoon (0318) 415275; email:
[email protected] Riet Hoogkamer, telefoon (0318) 416180; email:
[email protected]
Bestuur A. van Kampen, voorzitter R. Hartman, secretaris Kerkhoflaan 36 6721 EZ Bennekom 0318 419043 M. van den Brink, penningm G.J. Adams Mevr. C.J. Knoppers Mevr. G.J.M. van Raan-Onderwater Mevr. L. Ruzius e-mail:
[email protected] Ledenadministratie Mevr. G.J.M. van Raan-Onderwater Grietjeshof 18, 6721 VJ Bennekom 0318 413593
Beheer foto- en diacollectie H. Gijsbertsen H.van Amerongen C. Vos Bibliotheek Mevr. G.M. Hoogkamer
Redactie Kostersteen A.T.J.Nooij, hoofdredacteur e-mail:
[email protected] H. Van Amerongen C.A. Heitink Mevr. L. Ruzius J.A. van der Valk
Website: www.oudbennekom.nl De Kostersteen 124, april 2013
27
De Kostersteen 124 April 2013
Henk Gijsbertsen
Het Behouden Huis
1
Hans Wildekamp
OBK; de geschiedenis van de Bennekomse Harmonie (1)
7
Wim van Steenbergen Hzn
Mijn herinneringen aan de oorlog 1940-‘45
17
Marijke de Vos
Op bezoek bij Henk Kelderman
21
Bestuursmededelingen
26
De KOSTERSTEEN is het orgaan van de Historische Vereniging Oud-Bennekom. De Kostersteen verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis toegezonden aan de leden van de vereniging. De minimum contributie in 2013 bedraagt € 15,40 per jaar voor een individueel lidmaatschap en € 16,40 voor een gecombineerd lidmaatschap (bijv. echtpaar). Aanmelding bij de ledenadministratie. Betalingen op rekening 908980 ten name van Vereniging Oud-Bennekom. Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit de Kostersteen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie of het bestuur. ISSN 13830465
28
De Kostersteen 124, april 2013