ZANDLOPER Koninklijke Landmacht
Informatiebulletin van en voor de LO/Sportorganisatie Nummer 3, april 2004
Fit for Action
LO/Sportorganisatie
Inhoudsopgave Jaargang 11, nummer 3, april 2004
6. Friendship Through Sports
10. Baikalmeer fietsexpeditie in Siberië
14. Sportles in Abu Dhabi
Coverfoto: Sgt1 Paul Verkleij, tijdens WKcross in Libanon.
Van de commandant
3
Van uw Medezeggenschapscommissie
5
Kennis- en Opleidingscentrum geeft antwoord
8
Nieuw redactielid bij de Zandloper
9
Van uw Personeelsdienst
9
LO/Sport kort
12
Blessureleed
16
Coaches aan het woord
18
Een flink pak slaag
21
Baikalmeer fietsexpeditie in Siberië (vervolg)
22
Uitgezonden personeel
24
Van de Commandant De Koninklijke Landmacht is op weg naar een expeditionaire macht, die kan optreden in het hoogste niveau van het geweldsspectrum. Dit is een citaat uit de regeringsverklaring over de toekomst van onze krijgsmacht. En dat het niet zo maar loze woorden zijn, is nu al duidelijk aan het worden. Je ziet een geleidelijke beweging van Peace Keeping naar ook Peace Enforcing (PE). Zo heeft de politiek vorig jaar reeds ingestemd met optreden in een bestaand oorlogsgebied (Irak) en voor volgend voorjaar staat 43 Mechbrig op de rol om paraat te staan als Reaction Force in het kader van NAVO taken (NRF-4). Misschien is de link naar de LO/Sportorganisatie hiermee nog niet duidelijk gemaakt, maar dat dit niet zonder gevolgen zal blijven voor onze organisatie zal ik hieronder verder uitwerken. Inmiddels is ook de nieuwe Beleidsvisie Opleiding en Training (O&T) goedgekeurd door de Legerraad. Deze is in te zien op intranet en wordt van harte in de belangstelling aanbevolen. De Beleidsvisie richt zich op de ultieme inzet, zoals aangegeven in mijn inleiding. Voor het eerst is ook in een door de Landmachtstaf uitgegeven document (behoudens ons eigen Raamwerkbeleid Fysieke O&T en Sport) nadrukkelijk aandacht besteed aan het belang van fysieke en mentale hardheid. Dat is vervolgens verder uitgewerkt in een aantal principes voor het O&T-traject. Ik ga hierna wat dieper in op het in de Beleidsvisie genoemde principe van “harde en realistische training”. Harde en realistische training Als je de ambitie hebt om eenheden in voorkomend geval ook in te zetten voor PE-taken, dan moet je ze daar ook goed op voorbereiden door middel van harde en realistische training. Ons vak leent zich bij uitstek om hier invulling aan te geven, zowel vanuit een fysieke als een mentale invalshoek. Door goed te spelen met vooral de dominanties Trainen en Vormen, kan in nagenoeg iedere les een situatie worden gecreëerd waarbij onze leerlingen “tot het gaatje gaan”, waardoor die fysieke en mentale hardheid op de proef wordt gesteld. De vormingsmatrix kan daarbij een goed hulpmiddel zijn. Ik hou hier geen pleidooi voor ongenuanceerd afknijpen, in tegendeel, maar wel voor “gedoseerd tot de grens gaan”. Daarbij dient de veiligheid zoveel als mogelijk te worden gewaarborgd en dient vooral aandacht te worden besteed aan een goede informatie en evaluatie (achteraf!?) van het waarom van deze les. Kijk zelf maar eens naar de lessen en de leergangen op jouw LO/Sportgroep en geef maar eens antwoord op de vraag of ze inderdaad voldoende bijdragen aan deze filosofie van “harde en realistische training”. MZV: van deëscalerend naar gecontroleerde agressie Het is in lijn met dit algemene principe van O&T, dat we in de oefengebieden die zich daar voor lenen, ook meer de stap (durven te) maken naar “agressievere” lessen. Een goede ontwikkeling zien we in het MZV. De militair die
uitgezonden wordt voor een vredesoperatie zal in eerste instantie het meeste baat hebben bij deëscalerend optreden, zoals dat in onze MZV-modules is verwerkt. De militair echter, waarvan wordt verwacht dat hij wordt ingezet in het hoogste niveau van het geweldsspectrum, zal ook in situaties terecht komen waarin gecontroleerde agressie het beste antwoord is. Bij luchtmobiel hebben ze deze boodschap goed begrepen, gezien hun indrukwekkende MZV-straat. Ook bij de commando’s zien we dit terug in de training van de CT-Teams (Counter Terrorism). Ook het initiatief om eens van een andere kant tegen MZV aan te kijken door de introductiedag van CRAFT MAGA, juich ik van harte toe. Beide invalshoeken, zowel harde en realistische training als gecontroleerde agressie bij onder andere MZV, zijn in beginsel van belang voor iedere militair, maar vooral voor de infanterie-eenheden. De stap van “gewone lessen” naar deze situatie kun je in het algemeen niet zo maar maken. Deze vorm van lesgeven doet een groot beroep op het vakmanschap van de LO/Sportinstructeur en zijn inschattingsvermogen hoe ver hij kan gaan. Om zo ver te komen is goede begeleiding door ervaren instructeurs gewenst, maar ook de steun vanuit het Kennis- & Opleidingscentrum, dat hiervoor nadere richtlijnen zal moeten formuleren. Nog een keertje integratie… In de vorige Zandloper heb ik reeds een plaatje geschetst hoe we zo goed mogelijk kunnen komen tot het beste fysieke en Mentale O&T plan. Daarbij heb ik de rollen van alle spelers nog eens aangegeven door de zaak te belichten vanuit vier dimensies : • De instructeur, die zorgt voor een optimaal afgestemde les, met gedoseerde aandacht voor Leren, Trainen en Vormen. • De instructeur en de hoofdinstructeur, die zorgt voor goede afstemming tussen LO en FT, waardoor een bijna perfecte les ontstaat. • De hoofdinstructeur en de planner, die zorgen voor een goede opbouw zodat de optimale leergang ontstaat. • De Regio’s en het K&OC, die zorgen dat daar waar mogelijk de verschillende leergangen van de diverse LO/Sportgroepen zo goed mogelijk op elkaar aansluiten. Daardoor ontstaat een integraal fysiek en mentaal O&T plan met als doel het zo goed mogelijk voorbereiden van de spijkerbroek op zijn “operationele inzet”. Daarmee sluiten we naadloos aan bij de toekomstvisie van onze organisatie. “Fit for Action” is onze hoofddoelstelling en een optimaal integraal O&T plan is het middel waarmee we dat voor elkaar gaan krijgen. Ik heb bovenstaande bespiegelingen doen vergezellen van een modelletje, waarin ik de vier dimensies (zie pag. 4) ook een naampje heb gegeven. Ik heb verschillende reacties op dit modelletje gehad, waarvoor mijn hartelijke dank. Sommigen geven daarbij aan dat het model in strijd zou kunnen zijn met het begrip Integrale Samenwerking, zoals dat behandeld is en wordt tijdens de bijscholingen. Ik begrijp
ZANDLOPER 03
de onrust die door mijn, laat maar zeggen “provocerende manier van coachen” is ontstaan. Het is altijd lastig als een onderwerp vanuit verschillende invalshoeken wordt belicht, zeker als er dan ook nog eens nieuwe kreten aan gehangen worden. Ik hoop echt dat daardoor de discussie over de inhoud van mijn boodschap niet ondersneeuwt. Ik bestrijd namelijk dat dit model in strijd zou zijn met hetgeen in de bijscholingen is behandeld. Integendeel, dit model kijkt alleen met een andere bril naar het product van integrale samenwerking, namelijk naar het totale fysieke en mentale O&T plan. Integrale samenwerking levert binnen dat traject een heel belangrijke bijdrage. Integrale samenwerking richt zich namelijk op het tot stand brengen van een optimale interactie tussen eenheid en LO/Sport en zorgt dus voor de noodzakelijke basis, waarop goede programma’s kunnen worden gebouwd. Het vormt daarmee de kurk waarop de totstandkoming van dat integrale O&T plan drijft. Inzetgereedheid van de KL en de gevolgen voor de LO/Sportorganisatie Hierboven is duidelijk geworden dat de KL een andere taakstelling wacht en dat dit mogelijk zal gaan leiden tot een aangepast fysieke profiel van de eenheid (NRF!) of in ieder geval tot een andere context waarin de eenheden hun taak moeten uitvoeren. Het is evident dat daar ook een aangepast fysiek en mentaal O&T programma bij hoort. De geschetste scenario’s van optreden in een hoog geweldsspectrum en NRF-taken heeft de beleidsmakers niet alleen aan het denken gezet over wat nu de goede voorbereiding door middel van O&T is, maar heeft ook geleid tot het opstellen van zogenaamde “What if… scenario’s”. Daarbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat bij een dergelijk optreden ook slachtoffers kunnen vallen. Voor Nederland tot nu een redelijk ‘ver van mijn bed’ scenario, maar een reële optie als je kijkt naar wat de eerste weken en maanden in Irak hebben betekend voor verliezen aan de zijde van de Amerikanen en Engelsen.
kundige eenheden niet meer te behappen is. Voor dat scenario is een zogenaamde “Gravendienst” in het leven geroepen. De Gravendienst zorgt onder andere voor het bergen, afvoeren, registeren, identificeren en overdragen van slachtoffers. De Gravendienst is een eenheid naast de reguliere geneeskundige eenheden, en wordt slechts operationeel in crisissituaties waarin de verwachting is dat er op grotere schaal gewonden en doden kunnen vallen. Het is niet uitgesloten dat dit reeds bij de inzet van 43 Mechbrig (NRF-4) het geval zal zijn. Bij de oprichting van de Gravendienst is goed gekeken naar de samenstelling, zowel voor wat betreft de taken als de eisen die aan het personeel gesteld moeten worden. Enige medische voorkennis wordt noodzakelijk geacht, terwijl met name de mentale zwaarte van de taken noodzaakt tot functionarissen op minimaal onderofficiersniveau. Aldus is een verzoek gericht aan de LO/Sportorganisatie of die in voorkomend geval het personeel kan leveren voor de samenstelling van een Gravendienstpeloton. C-LO/Sportorganisatie heeft na uitgebreide studie en stafbehandeling besloten positief op dit verzoek in te gaan. Daarmee levert de LO/Sportorganisatie een belangrijke bijdrage aan het functioneren van de KL, ook in crisissituaties. Personele gevolgen Het Gravendienstpeloton bestaat uit 38 man waarvan er naast een drietal specialisten (C, arts en tandarts), 35 geleverd worden door de LO/Sportorganisatie. Daarvan zit één officier in de Staf van het peloton en worden de overige 34 (16 x sm en 18 x sgt(1)) ingedeeld bij de respectievelijke groepen. Uiteraard wordt het personeel nog aanvullend opgeleid. Afgesproken is dat alleen tot opleiden besloten wordt als inderdaad ook sprake zal zijn van daadwerkelijk inzet. Voor het personeel van de LO/Sportorganisatie betekent deze situatie een behoorlijke aanvullende taakverzwaring en wellicht zelfs ook een toekomstige inzet, waar velen geen rekening mee hebben gehouden. Ik besef terdege dat dit een behoorlijke impact kan hebben, zowel op het werk als in de privé-sfeer. Ik reken er echter ook op dat in voorkomend geval onze professionaliteit ons ook bij deze klus niet in de steek zal laten. Momenteel wordt nog een plan uitgewerkt hoe we tot de samenstelling van het Gravendienstpeloton gaan komen. Ons uitzendbeleid is daarbij leading, zodat vooral vrijwilligheid en anciënniteit en/of leeftijd een belangrijke rol zullen spelen. Daarmee wordt een situatie bereikt, dat iedereen in onze organisatie, ongeacht de locatie waar hij werkt ingezet kan gaan worden voor taken in het uitzendgebied. Op die manier wordt de uitzendlast zo evenredig mogelijk verdeeld. Waarschijnlijk zal, als jullie dit lezen, de aanwijssystematiek al zijn gecommuniceerd. Door kol Rob Zimmermann
De Gravendienst en de rol van de LO/Sport Gewonden en eventueel doden worden in eerste instantie geholpen en afgevoerd door de organieke geneeskundige eenheden. Echter bij een zogenaamde “first entry” kunnen de verliezen zo groot zijn dat dit door de reguliere genees-
ZANDLOPER 04
Op 9 maart is de MC van onze LO/Sportorganisatie weer bijeengeweest voor het maandelijks overleg. Tijdens dit overleg is ook weer met de Commandant van gedachten gewisseld over diverse onderwerpen. Zoals u inmiddels gewend bent, volgt hieronder weer een overzicht van de onderwerpen en standpunten die de MC, namens de achterban, in heeft genomen. Uit de LO/Sportvergadering krijgt de MC de volgende informatie: • Op 8 april 2004 zal wederom een management dag worden gehouden, de MC is uitgenodigd mee te denken over te behandelen onderwerpen. Wij denken dat verdere uitleg van onder andere VROB-regelgeving en de Wet Poortwachter goede onderwerpen kunnen zijn om met de lijnmanagers te behandelen. Dit adviseren we de Commandant dan ook. • De MC is verheugd over de geboorte van ons dienstvak. Op 9 september zal dit plaats gaan vinden. Iedereen zal dan getooid worden met de LO/Sportemblemen op de baret en DT. • De functionele kleding zal door een andere leverancier worden geleverd. Vanaf eind april zal de uitlevering moeten gaan lukken. De MC blijft op dit punt op het vinkentouw zitten. • De Nationale Federatie van Werkers in de Sport (NFWS) gaat ‘on tour’ met diverse workshops. Wellicht dat er workshops bij zijn die interessant zijn voor LO/Sportpersoneel. • De FIT-test mag dit jaar decentraal worden afgelegd. Eenieder weet aan welke eisen hij/zij moet voldoen. De MC hoopt dat met deze manier van afleggen het aflegpercentage verder zal stijgen. • De oude oorlogsfunctie van LO/Sportpersoneel bij de Gravendienst komt weer bovendrijven. Hoe dit zal worden ingevuld is nog niet geheel duidelijk. We blijven dit volgen. • De afgelopen periode is er een gesprek geweest tussen S1 en een groep verontruste sergeant-majoors. Dit
•
•
•
•
•
•
gesprek ging over de toekomstverwachtingen. De MC heeft hier als toehoorder bijgezeten. Door een heldere uiteenzetting van de S1 is de onrust binnen die groep weggenomen. Dit verheugt de MC. De hele doorstroomronde van 2003/2004 is zonder al te grote problemen afgerond. Ondanks dat het geschetste tijdplaatje niet geheel is gehaald, kunnen we stellen dat de meeste collega’s tevreden zijn met de gang van zaken. Althans, de MC heeft weinig opmerkingen van de achterban ontvangen. Compliment dus aan de S1 en de personeelsconsulent. Om nog beter de werkzaamheden van de MC te kunnen uitvoeren, zijn we ons aan het oriënteren over te volgen cursussen met betrekking tot het functioneren van de MC. In de MC is gesproken over de VROB-regeling en de meetperiode. De MC is van mening dat de uitvoering van de VROB regeling niet in de lengte van de meetperiode ligt maar in de kwaliteit van de uitvoering ervan, met andere woorden hoe Cdt’n LO/Sportgroep de regeling toepassen. Het advies van de MC aan de Commandant luidde dan ook dat de MC niets tegen een vier maandelijkse meetperiode heeft maar wel voor een juiste uitvoering van de VROB-regeling pleit. Met de Commandant wordt van gedachten gewisseld over het monitoren van langdurig zieken/geblesseerden. De Wet Poortwachter dwingt de werkgever dit goed te regelen. De definitieve versie (met aanbevelingen) van het MTO (Medewerker Tevredenheids Onderzoek) laat nog even op zich wachten. De MC bezoekt in de komende periode alle LO/Sportgroepen voor een hernieuwde kennismaking. Een poster met daarop de leden van de MC en de manier waarop u in contact kunt komen met “uw” MC is voor al het LO/Sportpersoneel beschikbaar. Want u weet het: de MC zit er voor ons allemaal maar kan alleen maar functioneren als zij wordt gevoed door de achterban!
Smi Jan Welling, secretaris MC
ZANDLOPER 05
Friendship Through Sports Dit is de tekst die symbool staat voor de Conseil International Sport Militaire (CISM). Ook bij het 53e Militaire WK-cross te Beirut, Libanon zou deze ’leus’ hoog in het vaandel gestaan moeten hebben…’Ik wil hiermee overigens niet de indruk wekken dat de Nederlandse delegatie lopers (na verdere toelichting hierover in het verslag) kansen zouden hebben gehad op eremetaal! De Nederlandse delegatie atleten en begeleiders bestond uit de volgende personen: Chef de Mission was maj Hans Goedings (plv. C-BIMS), Chef d’equipe elnt Anton Koteris, trainer-coach aooi Jack Wouters en fysiotherapeut/verzorger Edward Nuijten. De atleten waren de sgt Grada Boschker, fuselier Anoeska Lievaart, sgt1 Ronald Bassa, cs Jaco Booij, ltz Richard Kruijskamp, sgt1 Paul Verkleij (allen startend op de korte cross) en kpl1 Kees van Helmond en elnt Gijs Tuinman (beiden startend op de lange cross). Landenklassement Het evenement heeft plaatsgevonden van 1 maart tot en met donderdag 4 maart jl. De hierboven genoemde Nederlandse atleten hadden zich geselecteerd via een civiele cross in Soest (Sylvestercross) en het NMK-cross te Oldebroek. Als mannenploeg werd voor het Landenklassement meegedaan op de korte cross, van de vier te starten atleten telden de beste drie voor het landenklassement. De andere Nederlandse deelnemers (dames cross en lange cross heren) gingen voor een zo’n goed mogelijk individueel resultaat. Goede kwaliteit Aan het Militair Wereldkampioenschap cross werd door 29 landen deelgenomen met circa 280 deelnemers op de verschillende onderdelen. De cross mag zich hierbij in de breedte een van de sterkst en drukst bezette CISMkampioenschap genoemd worden. De organisatie lag in handen van de Libanese Krijgsmacht, (mogelijk) een van de beter georganiseerde instellingen in Libanon. De legering voor de mannelijke atleten voldeed maar stond in een wat schril contrast met het 4-sterren hotel onderkomen voor de vrouwelijke atleten. Overigens prima opgelost door de organisatie: heb je de randvoorwaarden zelf niet in huis, probeer dan een goed en veilig onderkomen te zoeken voor je gasten. Financieel was dit waarschijnlijk ook de beste oplossing. Er startten ongeveer vijftig vrouwelijke atleten ten opzichte van 230 mannelijke atleten! Voor de dagelijkse maaltijden werd gebruik gemaakt van de zogenaamde
officiersclub, een groot gebouw waarvan een van de zalen omgebouwd was tot eetzaal. Het eten was overigens van goede kwaliteit en hoeveelheid; de vele meegenomen energy-bars, noodle’s en soepjes, konden hierdoor voor een groot deel weer mee terug worden genomen naar Nederland! Openingsceremonie Na van zondagnacht op maandagmorgen gereisd te hebben hadden we maandag overdag tijd om te acclimatiseren, de slaapzaal in te richten, te wennen aan de situatie ter plekke, los te lopen en het ontmoeten van atleten uit de andere 28 landen. Wat opviel was dat er veel atleten uit het Midden-Oosten deelnamen en ook het Afrikaanse continent sterk vertegenwoordigd was. Het blijft altijd intrigerend om te zien hoe al deze verschillende equipes zich voorbereiden en omgaan met elkaar en atleten van andere landen. De dinsdagmorgen bestond uit het verkennen van het parcours (na een hectische rit door het centrum van Beirut), gevolgd door de openingsceremonie in de middag en, voor de begeleiding, de technische vergadering waar wetensvaardigheden over de wedstrijd werden vermeld.
Keniaanse atleten werden ingehuurd, tegen een ruime vergoeding! Het parcours was uitgezet op een golfbaan aan de rand van het centrum. Het was met recht een WK-waardig crossparcours met lichte glooiingen, goede ondergrond/paden, een ruime start/finish plek en goed afgezet door de organisatie. Iedere deelnemer was op dinsdag rond het parcours zijn wedstrijdvoorbereiding aan het uitvoeren. De ene atleet meer op het gras liggend in de zon, de andere atleet nog druk doende met versnellingen en allerlei oefenvormen. Belangrijk is om op deze momenten te weten dat de wedstrijd de andere dag gestreden wordt en het belangrijk is vast te blijven houden aan je eigen manier van voorbereiden…! Belangrijk aandachtspunt was het blijven drinken voor, tijdens en na de training. De overgang van temperatuur rondom het vriespunt naar 26 à 28 graden zijn niet het meest makkelijk voor het lichaam. Een streng drinkpatroon kan je hierbij helpen. Overigens zorgde de organisatie voor voldoende aanvoer van water en kon je dit op ieder moment van de dag verkrijgen. Professioneel “Wedstrijddag = Feestdag” dit zei een ex-trainer van mij,
ZANDLOPER 06
om je er zo van te doordringen dat je het hiervoor allemaal doet! Ik weet dat dit gevoel niet voor alle atleten geldt, al zou dit natuurlijk wel zo moeten zijn als je pretendeert op niveau (wedstrijd – topsportniveau) bezig te zijn. Wanneer presteer je als Nederlandse atleet nu naar behoren op een militair WK-(cross)? Natuurlijk door je als atleet helemaal leeg te lopen en uitgewoond over de finish te komen… Maar ook door je zo professioneel mogelijk voor te bereiden op de wedstrijd die komen gaat en je er goed van doordrongen te zijn, dat je je ‘’eigen’’ land vertegenwoordigt! Doelstelling Hoe is dit WK-cross verlopen voor de Nederlanders? Het beste resultaat werd neergezet door Ronald Bassa hij werd 38e in een veld van 90 lopers, zijn beste WK resultaat tot nu toe. Hij liep de 5 km korte cross in 14.41 min. Zelf werd ik tweede Nederlander in 15.11 min. Kon goed meekomen, maar moest de laatste 500 meter teveel terrein prijs geven om een plek bij de eerste vijftig te bereiken. Richard Kruijskamp liep in dit loopgeweld naar een 69e plek in 16.15 en Jaco Booij had het moeilijk in zijn ‘’debuut WK’’ en eindigde als 73e in 16.45. De Nederlandse ploeg werd met deze resultaten 15e in het landenklassement van de 23 landen die meededen in dit klassement. De doelstelling was om bij de eerste 2/3 van het aantal landen te komen, deze doelstelling werd dan ook nipt bereikt door de Nederlandse equipe!
Keniaanse atleten voor hun land lopen, waarschijnlijk tegen een zeer ruime vergoeding! Dit vind ik als sporter persoonlijk veel te ver gaan en de bovenstaande ‘’leus’’ van het CISM veel onrecht aan doen. Deze trend moet mijn inziens ook zeker geboycot worden of in ieder geval niet meer mogelijk kunnen zijn… Inspireren Als Nederlandse equipe hebben we ons hier verder niets van aangetrokken en zullen de Keniaanse atleten niet bij ‘‘hun’’ ambassade zijn geweest. Om hier ontvangen te worden door de ambassadeur en zijn vrouw en deze mooie ervaring op een waardige manier af te sluiten met de plichtplegingen die een bezoek als deze bijzonder maken. Ik spreek dan ook niet alleen voor mezelf om met recht te zeggen dat dit de ’krenten in de pap zijn’ en te mogen werken voor de Nederlandse Krijgsmacht. Iedereen bedankt voor de goede ‘’teamspirit’’ en op naar de volgende “piek” in ons sportleven. Mogelijk mag dit velen inspireren om zich in hun tak van sport verder te bekwamen en ook de Nederlandse Krijgsmacht te kunnen vertegenwoordigen in binnen- en buitenland. Sgt1 Paul Verkleij, Medewerker Sportcommissie KL Vertegenwoordiger Militair Triatlon en Cross Country team
Een ‘’ware bakoven” De twee Nederlandse dames Grada Boschker en Anouska Lievaart kwamen op de 5 km respectievelijk als 32e in 18.45 en 35e in 19.05 over de finish. Voor hun is deze WK-cross met name een goede prikkel geweest om zich verder te ontwikkelen in de loopsport. Tegen de Marokaanse winnares Zhor el Kamch bestond ook voor de andere deelneemsters geen maat. Zij won in 14.58 met ruim een halve minuut voorsprong op de rest van het veld! Ook had Nederland nog twee atleten die startten op de lange cross, in een ‘’ware bakoven (28 graden)’’. De starttijd voor de lange cross was om 12.10 uur, dit wat het meest ongunstig is te noemen! In deze temperaturen is een wedstrijd als deze een gevecht met jezelf en belangrijk is het dan om je ‘’eigen’’ wedstrijd te blijven lopen! Cees van Helmond lukte dit het beste door als 141e te finishen in een veld van ruim 150 lopers; hij liep de 11,6 km lange cross in 42.22 min. Voor debutant Gijs Tuinman bracht deze wedstrijd niet wat hij ervan verwacht had; hij moest in deze hitte opgeven wegens verschijnselen van oververhitting; verder lopen zou dan ook zeker te gevaarlijk zijn geweest! Boycotten De kop van het verhaal behoeft zeker nog enige uitleg. De beter geïnformeerde lezers weten dat andere landen (top)sporters als militairen in zetten om een zo’n goed mogelijk resultaat neer te zetten voor hun land. Hier kan ik me als sporter nog wat bij voor stellen, als de gouden medaille het enige is wat telt voor het desbetreffende land! Qatar (oliestaatje in het Midden-Oosten) laat daarentegen
ZANDLOPER 07
Zo zit dat…
Door lkol Nico Spreij
Kennis- en Opleidingscentrum geeft antwoord Het K&OC is onder andere verantwoordelijk voor het verwerven van informatie, het verwerken van informatie tot kennis en het ter beschikking stellen van kennis. Het beschikbaar stellen gebeurt onder andere door het maken en verstrekken van kennisdocumenten (documentatiemappen en beleidsconcepten/richtlijnen via IM’s en/of nota’s enzovoort. Hiervan is veel terug te vinden als naslagwerk op de Q-schijf van de LO/Sportorganisatie. Ondanks het streven om met het verstrekken van de kennisdocumenten u zoveel als mogelijk te ondersteunen bij het primair proces, blijven er altijd vragen ter verduidelijking. In overleg met de redactie van de zandloper is besloten om van binnenkomende vragen er steeds een aantal onder de rubriek: Zo zit dat…te plaatsen. Voor de rest verwijs ik naar de Q-schijf, waar we onder de kop KOC/Q&A (Questions and Answers) regelmatig vragen zullen plaatsen. Uiteraard zullen we na een aantal Zandlopers terugkoppelen naar het nut en belang van deze rubriek. Vraag: Ik werk als LO/Sportinstructeur voor een internationale militaire eenheid. Daaronder vallen een aantal NLmilitairen. Is het afleggen van de CP en FIT verplicht en moeten de rode baretten binnen die eenheid voldoen aan functiecluster 4 om hem te blijven dragen of… Antwoord: Deze vraag valt uiteen in twee subvragen. Moeten KL-militairen, dienend in een internationale eenheid voldoen aan de CP en FIT. Het antwoord hierop is: “neen”. CP en FIT zijn KL-regelingen en derhalve behoeven de Nederlandse militairen op internationale staven formeel niet aan deze eisen te voldoen, gedurende deze plaatsing. Het is natuurlijk wel raadzaam deze mensen te adviseren om de fitheid op peil te houden en zomogelijk de proeven af te laten leggen. Militairen in het buitenland, administratief vallend onder, onder andere, NASAG dienen natuurlijk wel aan de gestelde eisen te voldoen. C-11 LMB heeft bepaald dat elke rode baretdragende militair, waar dan ook werkzaam (ook in internationaal verband) jaarlijks dient te voldoen aan de eisen van functiecluster 4 om de baret te kunnen blijven dragen. Het mogen dragen van de rode baret buiten de 11 LMB wordt overigens maar zeer sporadisch toegestaan. Vraag: Waar kan ik terugvinden in welke functieclusters mijn personeel is ingedeeld? Antwoord: Activeer het intranet en ga vervolgens naar: Koninklijke landmacht; Personeel; WIKL; Hier vindt u de indelingseisen. Vraag: In het blad de Landmacht werd een vraag gesteld over de uitvoeringsbepalingen van de sit-ups. Als antwoord hierop werd door Jos van Dijk, TGTF, een heel goed en duidelijk verhaal verteld, over het hoe en waarom van deze
uitvoeringswijze. Echter aan het einde van zijn verhaal vertelt hij dat er intussen wel een aanpassing is gemaakt om nekklachten te voorkomen. Men hoeft de handen niet meer gevouwen achter het hoofd te houden, maar mag ze er ook naast houden. Waar staat dat en als het (nog) nergens staat, hoe gaan wij er nu mee om.
Antwoord: Jos v. Dijk heeft voor z'n beurt gesproken. Er is door C-LO/Sportorganisatie een voorstel naar de DB&P verstuurd over de positionering van de CP anno 2004. Daarin wordt onder andere het voorstel gedaan om de uitvoeringswijze van de sit-up aan te passen. Gezien de publicatie is in de LO/Sportvergadering besloten dat de aanpassing op verzoek van de deelnemer al gebruikt mag worden. Dat wil zeggen: Handen over/tegen het oor (en niet ernaast houden, anders gaan ze mogelijk met de armen zwaaien). Een sit-up waarbij de handen bij het omhoog komen van het oor gaan telt niet. Vraag: In het FIT-reglement staat alle militairen. Geldt dat ook voor 55 jr en ouder (e.o.)? Antwoord: op verzoek van DP&O is, na vragen van onze kant, verzocht voorlopig tot het gereed zijn van het nieuw te ontwikkelen ouderenbeleid (personeel van 56 e.o.) de FIT alleen te verplichten als betrokkene op uitzending gaat. Datzelfde geldt voor de CP. Voor 56 jaar e.o. is het niet meer verplicht doch gewenst en vereist wanneer betrokkene alsnog op uitzending gaat. Vraag: Is beschermingsmateriaal voor het skaten tijdens LO en/of bij vrijwillige sportbeoefening verplicht? Antwoord: ja en dat geldt ook voor de helm (Zie documentatiemap Skaten en het onlangs verschenen IM HK&OC. Naleving van het gestelde is ook in uw persoonlijk belang (ARBO-wetgeving). In de civiele sector is onlangs een instructeur aansprakelijk gesteld voor een dodelijk ongeval vanwege het slechts adviseren om een helm te dragen in plaats van het verplichten. Met andere woorden wanneer het om veiligheid gaat, kan er geen sprake zijn van vrijblijvendheid en is het naleven van bestaande regelgeving/ richtlijnen een must. Dit geldt uiteraard ook voor andere lessen, waar veiligheid een rol speelt. Zijn er geen concrete richtlijnen dan dient u er alles aan gedaan te hebben wat noodzakelijk is om de veiligheid zoveel als mogelijk te garanderen (dit geldt dus ook voor bijvoorbeeld het aanharken van de springbak van de hindernisbaan voor aanvang les).
ZANDLOPER 08
Van uw Personeelsdienst door dhr Kees Garos, Hfd P&O LO/Sportorganisatie
Nieuw Redactielid bij de Zandloper
Functioneel Leeftijd Ontslag (FLO) Maj H.J. Pasman per 01-06-2004 Elnt J.C. van der Burg per 01-06-2004 VAKOL van 24-05 t/m 09-07-2004 Elnt H. van der Made Elnt A. Kreeft Sgt J.C. Groen Sgt F.J.C. Vermulst Sgt A.P. Floor
Mijn naam is Taco Visser en ik werk inmiddels al weer twaalf jaar bij de afdeling Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie (TGTF). Als enige redactielid, dat niet werkzaam is voor de LO/Sportorganisatie, geeft mij dat toch niet het gevoel van een vreemde eend binnen de redactieraad. Daar is een aantal redenen voor: Het Werk De werkzaamheden van TGTF hebben een groot verwantschap met de werkzaamheden van de LO/Sportorganisatie. Uitgangspunt is de militair die inzetbaar moet zijn voor het werk dat hij of zij te doen heeft. Van keuring en selectie, via de opleiding tot de parate periode en de uitzendingen die daar momenteel bijhoren. Het draait om inzetbaarheid, waarbij fitheid en gezondheid centraal staan. Als afdeling zoekt TGTF naar effectiviteit, efficiency, verbetering en vernieuwing. Dat is ons bestaansrecht, daar moeten wij goed in zijn. Jullie zijn daarvoor een van onze belangrijkste partners. Wij proberen relevante wetenschappelijke ontwikkelingen en ideeën te vertalen naar de praktijk. Deze ideeën en nieuwe ontwikkelingen moeten wel jullie toets der kritiek kunnen doorstaan om een goede kans van slagen te hebben. Want wij blijven wetenschappers, bureaumensen, die soms mijlenver van de praktijk afstaan, al zeggen wij natuurlijk dat dit niet zo is.
Bronzen medaille Smi A. Scheepers
per 06-05-2004
Zilveren medaille Aooi H.W. Bosboom Aooi A.C.H.M. Berkers Smi F.W. Jansen
per 06-05-2004 per 06-05-2004 per 06-05-2004
Maj Jan Pasman, onze Personeelsconsulent, gaat met Functioneel Leeftijd Ontslag.
het blad. Dit moest niet een blaadje worden dat over één of twee jaar weer verdwenen zou zijn. Het is de verdienste van velen geweest dat de Zandloper er nog steeds is en dat het zich sterk in kwaliteit heeft verbeterd.
De Zandloper Al eerder ben ik redactielid van de Zandloper geweest. Bij de start van de Zandloper in 1994 als nieuwsbulletin met informatie van en voor de LO/Sportorganisatie heb ik zitting gehad in de redactieraad. Ruud Makarawung heeft een belangrijke rol gespeeld in het oprichten van het blad. Ik bevond mij toen als groentje binnen de LO/Sport in het goede gezelschap van redactieleden als: Peter Rommelse (vz), Ron Gits (hoofdredacteur), Jacco van der Burg, Hans van der Kaaden, Ruben Driever, Wim Hoogendoorn, Rob Jansen, Peer van der Ven, Anton Koteris en Ronald Tielemans.
De sport Een derde reden waarom ik mij geen vreemde binnen de LO/Sportorganisatie voel, is meer een gevoelskwestie. Sporters of ex-sporters, trainers of ex-trainers op professioneel of op amateurniveau, hebben iets gemeenschappelijks. De hobby is uitgegroeid tot werk en daar praat je makkelijk met elkaar over. Zelf heb ik altijd gevoetbald en ben nu een aantal jaren actief als trainer. Eerst een tweetal jaren als assistent bij een zondag hoofdklasser, nu zelfstandig bij een tweedeklasser. De wil om te presteren, om te verbeteren en om uit te blinken is sportmensen aangeboren. Deze eigenschap, die misschien sterk uit gaat van de eigen persoon, geeft echter ook binding tussen mensen, is sterk herkenbaar en bevordert professionaliteit.
Een van de onderwerpen die bij het opstarten van de Zandloper vaak weer terug kwam, was de continuïteit van
Taco Visser, Werkveld Opleiding en Training Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie
ZANDLOPER 09
Door de redactie wordt uitgekeken naar informatie en verhalen die betrekking of raakvlakken hebben met ons werk en mogelijk interessant zijn. Dit keer werd er een verhaal ingeleverd van een fietsexpeditie in Siberië over het Baikalmeer. Grensverleggende activiteiten zijn ons niet vreemd, sterker nog het is onze core-business. In onderstaand verhaal wordt een uitdaging aangegaan om per fiets, maar ook lopend een tocht van zeshonderd kilometer af te leggen over een bevroren meer en de daarbij komende problemen. Voor sommige collega’s herkenbaar, voor velen een eyecatcher. Wij wensen u veel leesplezier.
Baikalmeer fietsexpeditie in Siberië
Een vlakte van ijs en sneeuw tot waar het oog reikt. Ruim zes maanden per jaar is het Baikalmeer, het diepste meer ter wereld (1637 meter), totaal dichtgevroren. Voor de avontuurlijke fietser biedt dit een uitdaging om niet te laten liggen. Het decor van ruimte en stilte vraagt om vergelijkingen met de poolgebieden. Maar ondanks dat Siberië 's winters gebukt gaat onder extreme kou, vind je rond het Baikalmeer een enigszins gematigd microklimaat. De temperaturen variëren van rond het vriespunt overdag tot min dertig 's nachts. Ralph Tuijn, bijna bekende Nederlander vanwege zijn extreme fietsexpedities uit voorgaande jaren en zijn expeditie begin dit jaar over de Lena-rivier, organiseerde deze expeditie in februari 2003 samen met Herbert-Jan Anholts, want de 600 kilometerlange tocht werd deze keer niet alleen te fiets uitgevoerd. Ralph en Herbert namen een half jaar daarvoor de organisatie op zich en kregen een groep van zeventien personen bij elkaar die de grootste bevroren ijsplaat ter wereld zouden gaan oversteken. Herbert leidde de fietsgroep van dertien personen en Ralph zou de vierpersoons loopgroep leiden. Wanneer deze expeditie succesvol eindigde, zou het een paar interessante nieuwe Baikalfeiten opleveren: - grootste groep die het meer oversteekt - eerste vrouwen die het meer oversteken - eerste lopers die het meer oversteken - oudste persoon die het meer oversteekt (62 jaar) - eerste personen die het meer een tweede maal oversteken De eerste dag Na in Irkutsk uitgebreid inkopen te hebben gedaan en de sleeën van de wandelaars en de fietsen te hebben geprepareerd, ging de groep rond 13.00 uur plaatselijke tijd bij Slyudyanka het ijs op.
Omdat het de eerste dag was en er nog even afgetast moest worden hoe het allemaal ging, was gekozen voor een afstand van slechts 25 kilometer. De temperatuur was 's morgens min achttien graden en steeg gedurende de dag naar min 6 à 7. Om vijf uur plaatselijke tijd waren de fietsers aangekomen, de loopgroep sloot zich later bij hen aan. "De eerste vijf kilometer waren erg zwaar", vertelt een deelnemer. "Er was namelijk erg veel kruiend ijs, waardoor we het eerste stuk niet konden fietsen. Daarna kwamen we een vrachtwagenspoor langs de kant tegen, dus de volgende twintig kilometer gingen een stuk makkelijker. Vooral de dames hadden het dat eerste stuk zwaar, maar later op beter ijs ging het picobello." Hij doet zijn verslag terwijl hij op het ijs staat te genieten van de ondergaande zon. "Het is hier schitterend'', zegt hij enthousiast. Op de achtergrond klinkt een vervaarlijk gekraak. "Dat is kruiend ijs, maar er gebeurt niets hoor, het ijs is hier zo'n anderhalve meter dik.'' Er wordt vanavond overigens niet op het ijs gekampeerd, de tenten worden in het bos opgezet. Voor het vertrek vanmorgen was nog snel op de markt in Slyudyanka rauwe vis ingeslagen en zojuist hebben ze in het bos een oude grill gevonden. ''We hebben het vuur dus maar aangestoken en eten straks heerlijk gegrilde vis''. De eerste nacht in de kou in de tent is de minder ervaren trekkers flink tegengevallen. "Maar ik verwacht dat het de komende nachten wel beter gaat, het went vanzelf'', zegt Herbert Anholts, die al eens eerder een expeditie heeft gemaakt met Ralph Tuijn. De tweede dag is een afstand van een kleine dertig kilometer afgelegd en ook nu zat het ijs een beetje tegen. ”De meeste stukken was het goed, maar we kwamen op een gegeven moment een enorme scheur over de lengte tegen'', vertelt hij. “We moesten toen een flink stuk terug, maar daarna verliep het gelukkig goed.'' De meereizende Telegraaf-journalist haakte vrijdag, geheel volgens planning, af. Om ervoor te zorgen dat hij op tijd op het punt zou staan waar hij zou worden opgepikt, moest er even in de groepen worden geschoven. Mike Tuijn, de broer van Ralph, heeft daarom een gedeelte met de loopgroep meegelopen en heeft de extra fiets onderweg opgepikt. Herbert is tevreden over de tweede etappe. “We hebben geen materiaalpech gehad.'' Wel vormden enkele fietsen die niet voldeden zoals verwacht een vervelende tegenslag. "Dat zijn geen mountainbikes, maar fietsen met een grotere wielnaaf en smallere spikebanden'', legt Herbert uit. "We hadden ze in Nederland op de ijsbaan getest en dat ging goed, maar hier viel het flink tegen. Op glad ijs kun je absoluut geen snelheid maken, dan ga je steeds onderuit. Dus het is steeds zoeken naar besneeuwde plekken.'' Oude liedjes bij het kampvuur Min 25 graden; de tweede nacht in de tenten langs het meer was zo mogelijk nog kouder dan de eerste. Toch viel
ZANDLOPER 10
het de meesten mee. "Het went en er waren er een stel die gewoon trucs toepasten. Het vuur een beetje opstoken en je schoenen ernaast zetten zodat je die lekker aan kan trekken voor je gaat slapen. Ik heb er ook een paar zien hardlopen voor ze de tent in doken. Dat helpt wel." De loopgroep met Ralph loopt inmiddels zo'n tien kilometer achter de grote groep en slaat, in tegenstelling tot de anderen de tenten wel op het ijs op. De groep is nog steeds compleet en de tocht verliep voorspoedig. Het was overdag min vijf graden en de lucht was stralend blauw. Het ijs was wel wat zwaarder te befietsen, er lag zo'n twee centimeter sneeuw op. Voor de drie fietsen die vrijdag nog voor problemen zorgden, fietste dat echter een stuk beter. Zodra er aan het eind van de dag wordt gestopt, is het volgens een deelnemer echt 'back to basics'. "Water verkrijgen we door sneeuw te smelten en iedere avond gaan we eerst hout sprokkelen om te kunnen koken. Het is 's avonds heel gezellig rond het kampvuur. Ja, we hebben alle oude liedjes weer uit de kast getrokken", besluit hij lachend. Topdag Een van de volgende dagen wordt verslag vanaf het Baikalmeer gedaan door een vrouwelijke deelneemster, zij is een van degenen die voor het eerst aan een dergelijke onderneming meedoet. Ze begint haar relaas maar meteen met de mededeling dat de kans groot is dat de komende vijf dagen niets van de groep vernomen zal worden. Het is namelijk niet gelukt om de batterij van de satelliettelefoon op te laden en het gesprek wordt uiteindelijk ook abrupt afgebroken, waarschijnlijk door dezelfde oorzaak. "Het is helemaal te gek hier, alleen 's nachts hebben we wat last van de kou, maar we hebben vuur, dat scheelt. En tijdens het fietsen hebben we het absoluut niet koud!'', lacht ze. "Met de groep hebben we het in ieder geval heel gezellig.'' De fietsgroep heeft vandaag een afstand afgelegd van 42 kilometer. "Een topdag', het ging heel goed en snel.'' Ondanks de sneeuw die het fietsen vrij zwaar maakte. "Het is net of je door zand fietst, het gaat heel traag. Maar in een lichte versnelling is het wel te doen. En we hebben een groot
deel bandensporen kunnen volgen, dat fietst een stuk makkelijker. Soms kom je wel brokken ijs tegen, maar daar stuiteren we gewoon overheen.'' Het valt haar allemaal 'heel erg mee'. "Alleen de kou is soms vervelend, vooral als je naar het toilet moet. Dat moet ook buiten in de bosjes, dus dat is best bibberen!'' Halverwege De satelliettelefoon is weer in de lucht, maar het bereik is niet geweldig. Een deelnemer die deze dag verslag uitbrengt moet drie keer terugbellen om met veel wegvallen en gekraak zijn verhaal te doen. De temperatuur is flink gedaald. In de nacht van zondag op maandag was het 32 graden onder nul en dat viel de meesten flink tegen in hun slaapzakje in de tent. Ook overdag viel het de fietsers zwaarder dan de dagen ervoor. "Het was denk ik tussen de min tien en vijftien graden en we hadden ook nog eens een behoorlijke noordenwind tegen. Desondanks heeft de groep maandag een afstand van zo'n dertig kilometer afgelegd. Door de kou dienden de eerste fysieke problemen zich aan. Twee vrouwelijke deelneemsters kregen allebei last van hun knie". Opnieuw was de nacht ijzig koud met zo’n min dertig graden. "We hebben wel wat hout gekregen van een paar Mongolen die langs het meer wonen.'' Na dus opnieuw een barre nacht was de tocht dinsdag loodzwaar, vervolgt hij. "We hebben 48 kilometer afgelegd met windkracht vijf tegen. We wilden liever niet nog een nacht buiten kamperen in die kou, maar pas om zeven uur 's avonds kwamen we eindelijk een dorp tegen. We hebben daar eerst twee uur in een winkel gezeten om een beetje op temperatuur te komen en we hebben er heerlijk gegeten en gedronken. Daarna hebben we in hutten overnacht, dat was wel lekker warm.'' De twee vrouwen konden na dinsdag door problemen met hun knieën niet meer verder. Woensdag zijn zij door iemand uit het dorp naar het eiland Olgon gebracht". De rest van de groep is per fiets naar het eiland gereden en daar wordt een rustdag gehouden. Het wachten is ook op de lopers onder leiding van Ralph. Het eiland Olgon ligt precies op de helft van het Baikalmeer, van de zeshonderd kilometer hebben ze er nu dus driehonderd opzitten. (Lees verder op pag. 22).
ZANDLOPER 11
LO/SPORT kort KL heerst bij NMK zaalvoetbal
Op de foto ziet u onze succesvolle zaalvoetballers en zaalvoetbalsters. Beide ploegen behaalden tijdens het NMK zaalvoetbal, op 17 maart in Den Helder, de titel Nederlands Militair Kampioen zaalvoetbal. De heren deden dit met overtuiging door alle wedstrijden tegen de andere krijgsmachtsdelen winnend af te sluiten. De dames hadden wat opstartproblemen en verloren de eerste wedstrijd tegen de Luchtmacht. Ze wisten alles toch nog recht te treken door te winnen van de KMar en de Marine met grote cijfers naar huis te sturen. Het herenteam stond onder leiding van smi Anthonie de Miranda terwijl smi Jan Stijger de honneurs bij de dames waar nam. Ze hadden beiden een ploeg staan waarin de sfeer erg goed was. Dit was natuurlijk mede te danken aan de “heerlijke Griek” die we de avond van tevoren met z’n allen, zowel dames als heren, genuttigd hadden in Den Helder.
Topprestatie Informatie Voorziening (IV) gaat een topprestatie leveren. Het is nog onbekend of er een relatie bestaat met de nadering van de Olympische Spelen, maar de komende periode zal IV defensiebreed de uitdaging aangaan een topprestatie neer te zetten. Zevenduizend computers (voorzien van DVD/CD-RW), evenzoveel flat-screen monitoren en 4200 laptops moeten de huidige configuraties gaan vervangen. Slechts de PIII-800 Mhz kan gehandhaafd blijven. Elke RVE krijgt vanaf het moment van levering drie maanden de tijd om de omruil te bewerkstelligen. Daarnaast, eveneens vanwege de komst van MULAN (opvolger van LAN2000), dient de huidige voorraad van drieduizend applicaties te worden teruggebracht naar zeshonderd. De LO/Sportorganisatie zal hier geen hinder van ondervinden, want onze applicaties GOAL en BLOSM maken gebruik van Access, die onderdeel uitmaakt van de Basisbundel.
Begrensd Hinder gaan sommigen wel ondervinden van de datacapaciteit, die begrensd gaat worden. In de U:\ schijf mag maximaal 100 Mb aan data worden opgeslagen. De ruimte op de N:\ schijf wordt 150 Mb maal het aantal medewerkers. Mocht bovenstaande niet toereikend zijn dan kan worden uitgeweken naar de Q:\ schijf, maar daar dient de LO/Sportorganisatie voor te gaan betalen (113,= euro voor één Gb). Op 1 mei a.s. dient de geschetste situatie bereikt te zijn. Nieuwbouw Mocht de lezer nog niet onder de indruk zijn, er gaat ook een poging ondernomen worden om GOAL op het Intranet te plaatsen (vakjargon: webbased). Hiervoor is nieuwbouw noodzakelijk en GOAL wordt dan gelijktijdig voorzien van een centrale database (alle bestanden van alle LO/Sport groepen in een en hetzelfde programma). Streefdatum: 1 januari 2005.
Tweedaagse Militaire Prestatie tocht Door de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve Officieren (KVNRO) zal de 56e Tweedaagse Militaire Prestatie Tocht (TMPT) worden georganiseerd. Aan deze prestatietocht, die op 18 en 19 mei 2004 met als centrum de Legerplaats Harskamp zal worden gehouden, kan worden deelgenomen door beroeps- en reservemilitairen van alle krijgsmachtdelen. De LO/sportorganisatie van de Koninklijke Landmacht ondersteunt de voorbereiding en uitvoering van de TMPT. Het behalen van deze prestatie geeft recht op het Kruis van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve-Officieren, het zogenaamde TMPTkruis. Deze onderscheiding mag op het militaire uniform worden gedragen. Vanaf 1 maart tot 20 april kan men inschrijven. Op Intranet (kl / evenementen / kl sportkalender) is het inschrijfformulier en noodzakelijke informatie te vinden.
ZANDLOPER 12
Lauwersmeer Hierbij het persbericht over de Lauwersmeermars die dit jaar plaatsvindt op 3 juni, met als startplaats de Willem Lodewijk van Nassaukazerne te Zoutkamp. Militairen en medewerkers van het Minister van Defensie krijgen korting bij inschrijving voor deze mars. Meer informatie op www.sporttotaal.nl
Evert verlaat de LO/Sportorganisatie
Een extra afstand voor de ´Dagblad van het Noorden Lauwersmeermars´ ‘De Dagblad van het Noorden Lauwersmeermars 2004’ is net als andere jaren een geheel verzorgde wandelmars langs de mooiste natuur en dorpen van Groningen en Friesland, met de mogelijkheid tot overnachten en de aanschaf van een speciaal voor deze mars ontworpen t-shirt. In tegenstelling tot voorgaande jaren zal de ‘Dagblad van het Noorden Lauwersmeermars’ er in 2004 echter anders uit gaan zien. Organisatiebureau Sport Totaal en het Ministerie van Defensie hebben namelijk een kwaliteitspartner gevonden in het Dagblad van het Noorden, welke tevens haar naam aan de mars verbindt. Daarnaast zal er dit jaar voor het eerst een afstand worden toegevoegd, namelijk een tocht van 40 kilometer naast de reeds bestaande tocht van 65 kilometer. Hierdoor kunnen meer liefhebbers van het natuurschoon genieten, zonder direct een – te – grote afstand te hoeven lopen. Op deze manier wordt de Lauwersmeermars nóg toegankelijker voor iedereen en is het een perfecte voorbereiding op de 4-daagse van Nijmegen. De routes van beide afstanden lopen door een afwisselend landschap van de twee provincies in het noorden van het land en doen enige rustieke dorpjes aan. Rust, het buitenzijn, de complete verzorging en nieuwe vriendschappen zorgen voor perfecte dagen uit bij de ‘Dagblad van het Noorden Lauwersmeermars 2004’! Inschrijven voor de mars kan via www.sporttotaal.nl of u kunt contact opnemen om een inschrijfformulier toegezonden te krijgen (via
[email protected] of 0318-51 06 17).
Evert Hoegen heeft op 12 maart afscheid genomen van de LO/Sportorganisatie. Vier jaar lang was hij werkzaam op de postkamer van ons Stafgebouw. Een plek waar hij volgens eigen zeggen zijn “ei” niet kwijt kon. Bijna negentien jaar geleden kwam Evert, als monteur, bij 150 Parkcie te Stroe bij defensie binnen. “De grootste fout van mijn leven”, aldus Evert. Na bijna vijftien jaar als monteur op diverse plaatsen te hebben rondgelopen werd hij in 1999 afgekeurd voor zijn knie als monteur en herplaatst bij de LO/Sportorganisatie. Een functie die hij zeker niet ambieerde. Geheel op eigen verzoek, via externe herplaatsing, gaat hij defensie verlaten en wordt hierbij geholpen met het vinden van een baan buiten defensie. Evert redt het wel Evert heeft niets specifieks op het oog en realiseert zich dat hij een sprong in het diepe maakt. “Ik moet nog tot mijn 65ste werken en dan wil ik werk doen wat ik leuk vind en mij voldoening geeft”. Eén ding is zeker, Evert redt het wel. Wij wensen hem veel succes en gezondheid toe in de toekomst.
ZANDLOPER 13
Eind 2003 ben ik benaderd door CISM-Brussel met de vraag of ik interesse had om aan het leger van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) les te geven in de disciplines van de Militaire Vijfkamp. Dit verzoek heb ik toen bij onze C-LO/Sportorganisatie neergelegd, die positief adviseerde. Nadat ik contact had gelegd met de ‘C-LO/Sportorganisatie’ van het leger in de VAE bleek het een serieus verzoek, wat concreet inhield: • Zorg er voor dat men bekend wordt met de militaire vijfkamp; • Behandel alle vijf disciplines zowel theoretisch als praktisch; • Vertel iets over trainingsleer en periodisering; • Hoe bouw je een team op; • Help ons een meerjarenplan op te stellen. Voorbereidingen Nadat ik had toegezegd te komen, heb ik regelmatig contact gehad met de aangewezen contactpersoon. Uiteraard moest er het nodige geregeld worden voordat er daadwerkelijk kon worden afgereisd. Zo moest er over de periode gesproken worden, het exacte programma, de doelgroep enzovoort. Nadat bleek dat zij een periode van twee weken in gedachten hadden, vroeg ik of het mogelijk was om met twee personen af te reizen. Dit leverde geen problemen op en zo kon ik Eric Hoek, trainer van de herenploeg militaire vijfkamp, vragen om mee te gaan. Hij bleek geen onoverkomelijke bezwaren te hebben dus zijn we snel begonnen met de voorbereidingen. We waren er klaar voor Zo spraken we een ochtend af in Amersfoort waar we met de leiding van het vijfkampteam zijn gaan brainstormen hoe we het zouden aanpakken. Met ondersteuning van Jeroen Kuiper, trainer van de damesploeg, waren we er al snel uit
en kwamen we tot een taakverdeling wie wat zou voor bereiden. Alles uiteraard in het Engels. PowerPoint presentaties, slides voor de overheadprojector, video-opnamen en praktijklessen moesten worden voorbereid. Nadat we alledrie hard aan het werk waren geweest spraken we weer op een ochtend in Amersfoort af om het een en ander nog eens kritisch door te nemen en alles op CD-rom te zetten. We waren er klaar voor. Training course Onze doelgroep bestond uit 23 deelnemers uit de VAE en twee deelnemers uit Qatar. Het waren trainers van diverse takken van sport. Atletiektrainers, voetbaltrainers, basketbaltrainers, kortom een doelgroep van diverse komaf. Na onze eerste dag lesgeven en gesprekken met de legerleiding aldaar bleek al snel dat we ons opgestuurde schema snel moesten wijzigingen in verband met onder andere: • Beschikbaarheid accommodaties; • Niveau deelnemers; • Onderlinge afstand locaties; • Cultuurverschillen; • Niet aanwezige materialen. • De accommodaties waren niet altijd ter beschikking wanneer dat benodigd was. Als voorbeeld wil ik aanhalen dat het zwembad ook dames uren had en dat betekent geen heren in het bad. • Het niveau was ondanks het enthousiasme lager dan verwacht. • De onderlinge afstanden waren groter dan oorspronkelijk aangegeven. Zo was het naar de hindernisbaan 150 kilometer rijden en de schietbaan 160 kilometer. Dit betekende dus veel tijdverlies bij de wisseling van disciplines. • Vanwege het gebed moest er soms ook later begonnen worden dan gepland. Tevens begint men daar om ongeveer tien uur aan het ontbijt wat betekende dat alles 45 minuten stil lag
Sportles in Abu Dhabi
Zo is het goed mogelijk dat je aan het strand in je zwembroek ligt met op vijf meter afstand een Arabische familie die in vol ornaat aan het picknicken is. Behalve de wijze van kleden gaan ze met hun tijd mee. Zeer comfortabele (dure) auto’s en de modernste mobieltjes zijn ruim voor handen. Ook de huizen mogen er zijn. De criminaliteit is te verwaarlozen en je kunt ’s nachts als vrouw veilig over straat gaan. Eén misstap en je wordt het land uitgezet om nooit meer terug te mogen keren. Zo laat je het wel uit je hoofd om naast de wet te leven. Daarnaast heeft iedereen het goed dus een beroving ligt niet voor de hand. Het leven is voorts heel relaxed wat onze planning en dergelijke regelmatig in de war stuurde.
• De zwemhindernissen waren niet aanwezig wat de nodige improvisatie betekende. Ook het aantal werpgewichten was niet toereikend, om maar niet te spreken over de nodige modificaties aan de hindernisbaan. Ons verblijf telde veertien dagen waarin er twee keer vijf dagen les is gegeven in de ochtend. De rest van de middag werd besteed aan evaluatie en voorbereiding van de volgende dag. Daarnaast hebben we ook een paar keer ‘s middags een officiersklas lesgegeven in theorie trainingsleer en circuittraining. Het weekend (donderdag en vrijdag) waren we vrij. De lessen werden gegeven in het Engels, met een tolk erbij aangezien bijna niemand van de deelnemers de Engelse taal machtig was. Dit is uiteraard omslachtig maar het voordeel is dat je steeds na kunt denken over de volgende zin(nen). Onze tolk, een Egyptenaar, was tevens onze contactpersoon en sprak uitstekend Engels. Een zeer intelligente man waar we veel aan te danken hebben.
Krijgsmacht Ook zij hebben een landmacht, luchtmacht en marine. De structuur is me niet helemaal duidelijk geworden maar dat het in de samenleving belangrijk is moge duidelijk zijn. De landmacht heeft meerdere grote kazernes met twee academies. Er is geen dienstplicht. Veel Arabieren gaan het leger in en hebben zo een ‘makkelijke’ baan. Men krijgt een huis, betaalt geen huur of rente, geen elektriciteit of belasting. De benzine is ongeveer twintig eurocent de liter, het eten goedkoper dan hier dus waar moet je dan je geld aan uit geven. Juist ja, auto’s en mobieltjes. De sportaccommodaties op de kazernes zijn uitstekend. Op de kazerne waar wij lesgaven was aanwezig: • Atletiekaccommodatie met stadion; • Sporthal met alle mogelijkheden; • Fitnesscentrum van 20 – 20 meter; • Vier buitentennisbanen; • Voetbalveld; • Drie kleinterrein voetbalvelden; • Volleybalvelden; • Twee squashbanen.
Land De VAE is een zeer rijk land waar niemand het slecht heeft. Ze zijn trots op hun land en de machthebber, sjeik Zayed, wordt aanbeden. Het land bestaat uit zeven Emiraten en is iets kleiner dan Nederland. De autochtone Arabische bevolking maakt slechts 15 procent deel uit van alle inwoners. De overige inwoners komen uit Pakistan, India, Ethiopië, de Filippijnen en nog een aantal landen. Ze werken allemaal op contractbasis. De Arabische bevolking loopt nog in traditionele kleding. Dat wil zeggen de mannen in hun witte gewaad en de vrouwen compleet in het zwart waarbij je zelfs de ogen niet kunt zien. De allochtone bevolking heeft zijn eigen kledingwijze behouden net als de westerlingen. Niemand stoort zich aan een ander.
Tot slot Eric en ik hebben een geweldige tijd gehad waarin we veel ervaringen hebben opgedaan. Het lesgeven in een andere taal, een andere levensstijl en het nodige improviseren zijn zaken waar we veel van hebben geleerd. Naast het lesgeven hebben we ook het nodige meegemaakt zoals een woestijnsafari en op een kameel gereden. We kunnen wel een boek schrijven over onze belevenissen. De mensen waren voorts zeer behulpzaam en aardig. De temperatuur was heerlijk tussen de 26 en 31 graden. Het was dan ook een hele overgang toen we op Schiphol de sneeuw zagen liggen. Nu nog hopen dat ze iets met het geleerde doen en dat we in de toekomst ploegen uit de VAE op internationale ontmoetingen zien. In dat laatste geval hebben we ons doel zeker bereikt. Kap Rob Jansen, KOC LO/Sportorganisatie te Amersfoort
5
Blessureleed en de Wet Verbetering Poortwachter LO/Sportinstructeurs behoren tot die selecte groep mensen die van hun hobby, sporten, hun beroep hebben kunnen maken. Van de meesten van onze LO/Sportinstructeurs hoor je dan ook altijd dat ze het mooiste beroep van de wereld hebben. Toch heeft dat prachtige beroep ook een schaduwzijde: blessureleed. Het overgrote deel van het langdurig ziekteverzuim binnen de LO/Sportorganisatie wordt veroorzaakt door sportblessures. Door de specifieke aard van sportblessures ( je bent niet ziek, maar ook niet in staat om ‘volledig’ te werken) ontstaan er misverstanden over de te volgen handelswijze. Aan de hand van een aantal fictieve voorbeelden zal ik proberen daar meer duidelijkheid in te scheppen. Voorbeeld 1 LO/Sportinstructeur A. heeft op zondag gevoetbald en een flinke schop gehad. Op maandag komt hij strompelend op zijn werk. Na overleg met zijn C-LO/Sportgroep wisselt hij een paar lessen met zijn collega’s, zodat hij zijn been niet hoeft te belasten. Dinsdag gaat het al een stuk beter en neemt hij een avonddienst over. Woensdag kan hij weer volledig mee. Conclusie: de bedrijfsvoering van de betreffende LO/Sportgroep is niet in het gedrang gekomen, LO/Sportinstructeur A. heeft zich niet ziek hoeven melden, het probleem is intern opgelost. Voorbeeld 2 LO/Sportinstructeur B. is tijdens het hardlopen door zijn enkel gegaan. De volgende dag kan hij nauwelijks lopen en hij meldt zich ziek bij zijn commandant. Hij spreekt de verwachting uit dat hij binnen een paar dagen weer op het werk kan zijn. Zijn commandant meldt hem ziek bij Sectie 1. Na twee dagen verschijnt LO/Sportinstructeur B. strompelend op zijn werk. Na overleg wordt hij ingezet voor werkzaamheden waarbij hij zijn enkel niet hoeft te belasten. Zijn commandant meldt hem bij Sectie 1: 100% aanwezig en voor 50% inzetbaar. Vijf dagen na de eerste ziekmelding is LO/Sportinstructeur B. weer volledig inzetbaar. Zijn commandant meldt hem bij Sectie 1 hersteld voor 100%. Conclusie: hoewel de situatie van LO/Sportinstructeur B. bij terugkeer op het werk identiek is aan die van LO/Sportinstructeur A., moet er door de oorspronkelijke ziekmelding een aantal administratieve handelingen worden verricht: ziek- en hersteldmeldingen, HRS-mutaties.
Voorbeeld 3 LO/Sportinstructeur C. heeft zich in het weekend ernstig aan zijn knie geblesseerd. Op maandag meldt hij zich ziek. Woensdag komt hij op zijn werk, maar is alleen inzetbaar voor administratieve werkzaamheden. Zijn commandant meldt hem bij Sectie 1: 100% aanwezig, maar voor 50% inzetbaar. Echter, zijn situatie verbetert niet. Zijn behandelend arts verwijst hem naar het hospitaal voor nadere diagnose. De arts verwacht dat de blessure sowieso enige weken zal duren. In overleg met zijn commandant besluit LO/Sportinstructeur C. voor 50% te blijven werken. Zijn commandant meldt LO/Sportinstructeur C. aan bij de Arbo-arts door Sociaal Medische Begeleiding (SMB) aan te vragen middels het SMB-formulier. Hij stuurt tevens een kopie van het SMBformulier naar Sectie 1 en naar de Regio-adjudant (in zijn rol van case-manager). LO/Sportinstructeur C. wordt uitgenodigd op het spreekuur van de Arbo-arts. Intussen is uit het onderzoek in het hospitaal gebleken dat de blessure meevalt, maar dat er zich wel veel vocht heeft opgehoopt in de knie. De Arbo-arts besluit daarop om LO/Sportinstructeur C. twee weken volledige rust voor te schrijven. Er wordt een nieuwe afspraak gemaakt voor twee weken later. Zijn commandant meldt LO/Sportinstructeur C. voor 100% ziek bij Sectie 1. Hij stelt tevens de Regio-adjudant op de hoogte. In de twee weken rust verloopt het herstel van LO/Sportinstructeur C. voorspoedig. Na twee weken verklaart de Arbo-arts LO/Sportinstructeur C. volledig inzetbaar. Zijn commandant meldt LO/Sportinstructeur C. bij Sectie 1 voor 100% hersteld en meldt dit tevens bij de Regio-adjudant. Conclusie: in eerste instantie lijkt de situatie van LO/Sportinstructeur C. op die van LO/Sportinstructeur B. Echter, het herstel verloopt minder vlot, waardoor er meer spelers betrokken raken. Goede communicatie en het op het juiste moment insturen van de juiste ziek- en hersteldmelding wordt derhalve zeer belangrijk. Doordat het herstel binnen enkele weken plaatsvindt, worden er geen reïntegratieformulieren opgemaakt. Voorbeeld 4 LO/Sportinstructeur D. scheurt tijdens een basketbalwedstrijd zijn enkelbanden. Hij wordt naar het ziekenhuis
ZANDLOPER 16
gebracht, maar kan niet direct geopereerd worden. Er wordt een steunverband aangelegd en hij krijgt het advies mee om voorlopig thuis met zijn been omhoog te gaan zitten. De volgende dag meldt hij zich ziek bij zijn commandant. Hij legt zijn situatie uit en spreekt af met zijn commandant dat hij op het werk verschijnt als het weer een beetje beter gaat. Zijn commandant meldt LO/Sportinstructeur D. ziek bij Sectie 1, hij informeert de Regio-adjudant en vraagt SMB aan bij de Arbo-dienst, aangezien hij zeker weet dat het herstel langer dan twee weken gaat duren. Na tien dagen wordt LO/Sportinstructeur D. uitgenodigd voor het spreekuur van de Arbo-arts. Hij is alweer redelijk mobiel en in samenspraak met de Arbo-arts wordt besloten dat hij zittend werk kan doen in afwachting van de operatie. De volgende dag verschijnt hij met krukken op zijn LO/Sportgroep en spreekt met zijn commandant af dat hij zolang administratieve klussen gaat doen. Zijn commandant meldt LO/Sportinstructeur D. bij Sectie 1 aan: 100% aanwezig, voor 50% inzetbaar en stelt ook de Regio-adjudant op de hoogte. Na vier weken wordt LO/Sportinstructeur D. geopereerd. Zijn commandant meldt hem (voor 100%) ziek bij Sectie 1 en de Regio-adjudant. Na de operatie moet LO/Sportinstructeur D. revalideren. Twee weken na de operatie, dus zes weken na de eerste ziekmelding, stelt de Arbo-arts een Probleemanalyse op. Daarin geeft hij aan dat LO/Sportinstructeur D. voor halve dagen administratief werk kan doen; de werkbelasting kan in de komende vier weken geleidelijk worden opgevoerd. De Arbo-arts verwacht volledig herstel na acht weken na de operatie. De Probleemanalyse wordt verzonden naar de C-LO/Sportgroep. Deze bezorgt een kopie daarvan bij Sectie 1 en de Regiocommandant. Tevens maakt hij een afspraak met LO/Sportinstructeur D. en de Regio-adjudant om een Plan van Aanpak te bespreken. Op basis van de Probleemanalyse stellen zij een Plan van Aanpak op. Daarin worden concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop de geleidelijke opbouw van werkbelasting zal plaatsvinden. Door zorg van de Regio-adjudant ontvangt Sectie 1 een kopie van het Plan van Aanpak. Daarmee is het reïntegratieproces formeel vastgelegd. De vervolgstappen zijn afhankelijk van de voortgang in het revalidatieproces. Verloopt dat proces voorspoedig, dan volgen daar bijvoorbeeld de volgende hersteldmeldingen aan Sectie 1 uit voort:
na twee weken: 100% aanwezig, voor 50% inzetbaar, na vier weken: 100% aanwezig 75% inzetbaar, om vervolgens het dossier af te ronden na acht weken: hersteld, voor 100% inzetbaar. Verloopt een en ander minder voorspoedig, dan dient tijdens het revalidatieproces het Plan van Aanpak te worden bijgesteld in samenspraak met betrokkene, zijn commandant, de case-manager (de Regio-aooi) en de Arbo-arts. Een kopie van het bijgestelde Plan van Aanpak wordt door zorg van de case-manager aan Sectie 1 toegezonden. Na 13 weken stuurt Sectie 1 de kopieën van de Probleemanalyse en het Plan van Aanpak naar DP&O, afdeling Individuele Personeelszorg (IPZ). Deze afdeling wordt vanaf dat moment door Sectie 1 geïnformeerd over de voortgang van de reïntegratie. Het revalidatieproces loopt dan overigens gewoon door. Na 26 weken neemt IPZ de monitoring van het proces over. Dat kan uiteindelijk leiden tot een indeling bij IBDKL en een Individueel Geneeskundig Onderzoek, indien blijvende dienstongeschiktheid wordt vermoed. In dit stadium blijkt een goede registratie van ziek- en hersteldmeldingen van essentieel belang. Via het HRS is het verloop van het ziekteverzuim goed te traceren, naast uiteraard de Probleemanalyse en het Plan van Aanpak. De beslissende instanties zullen een reïntegratieproces dat duidelijk is geregistreerd langdurig ondersteunen. De ervaring leert dat verreweg de meeste sportblessures binnen een paar weken genezen zijn. Daardoor ontstaat de neiging om niet altijd even consequent te zijn in de registratie ervan middels ziek- en hersteldmeldingen. Bovendien is het verwarrend om iemand die niet ziek is en gewoon op zijn werk zit toch als “ziek” te melden. Ik hoop dat de nuances die daar in aangebracht kunnen worden wat duidelijker zijn geworden. Bij vragen over dit onderwerp kunt u de Sectie 1 natuurlijk altijd benaderen. Daarnaast wil ik u verwijzen naar het protocol ziekteverzuimbegeleiding LO/Sportorganisatie, dd 20 februari 2003. Dhr Kees Garos, Hfd P&O LO/Sportorganisatie
ZANDLOPER 17
Coaches aan het woord De redactieraad wil ons blad de Zandloper, vakinhoudelijk een extra impuls geven. Een impuls die er voor moet zorgen dat er een dialoog kan ontstaan. We zoeken inhoudelijke diepgang. In eerste instantie niet bij “militaire” sportkennis en ervaringen, maar we gaan kijken hoe collega`s binnen onze maatschappij als trainer/coach werken of gewerkt hebben. Deze coaches vragen wij hun kennis en ervaringen met ons te delen.
heb een goed gevoel vanaf de periode die zo’n twaalf jaar geleden startte, omdat ik vanaf een bepaald moment besloot: ”nu ga je een ‘echte’ coach worden!”. Ik kom hier dadelijk op terug. Ook wil ik kwijt dat het zijn van LO/Sportinstructeur en trainer/coach van het nationale militaire team mij enorm veel gebracht heeft. Zonder de daardoor meegekregen kennis en ervaring had mijn loopbaan er zeker anders uitgezien. (Sporters, collega’s, Koninklijke Landmacht enzovoort: bedankt).
“De toekomstige coach noem ik de ‘facilitaire’ coach” Mijn kennis die ik bij de NOC*NSF Master Coachopleiding heb opgedaan, ga ik aan jullie presenteren. Als bondscoach mocht ik deze geweldige opleiding volgen. De opleiding duurde twee jaar en is in de nieuwe kwalificatiestructuur sport (KSS) de hoogste trainer/coachopleiding in ons land. Delen uit deze opleiding zal ik als onderwerpen gebruiken voor de Zandloper. Dus kan ik, wanneer jullie het op prijs stellen, meerdere keren schrijven. Of de redactie het plaatst weet ik natuurlijk niet, want het doel van de Zandloper is om naast de dialoog, collega’s te prikkelen hun ervaringen te delen. De redactieraad dacht, laten we het maar dichtbij zoeken. Zij hadden in mij, als voorzitter van de redactie, snel een schrijver gevonden. Bedankt collega’s, ik, Sjors Röttger, ga mijn best doen en de spits afbijten. Loopbaan Binnen onze LO/Sportorganisatie werk ik als stafofficier Marketing en Externe Betrekkingen op onze Staf in Amersfoort. In mijn vrije tijd ben ik erg veel met mijn ‘spelletje’ handbal bezig. Mijn trainersloopbaan ziet er als volgt uit: tijdens mijn opleiding op het OCLO, in 1979, heb ik mijn eerste trainersdiploma gehaald. Vanaf dat moment ben ik 22 jaar aaneengesloten trainer-coach geweest. Mijn loopbaan heb ik tot op heden als geweldig ervaren. Op vele niveaus heb ik mogen trainen. Met als slagroom op de taart het, samen met mijn team, winnen van het landskampioenschap, de nationale beker en het bereiken van de play-off met het Nederlands team (mannen). Als trainer/coach van het nationale militaire team ben ik trots op onze prestatie in Nigeria (4e). Op dit moment ben ik assistent-bondscoach van ons Nederlandse damesteam en actief in het handbalopleidingsland. Een ‘echte’ coach Aansluitend wil ik direct een paar belangrijke opmerkingen over mijn loopbaan maken. Ik zeg altijd: “trainer/coach worden is niet moeilijk, coach zijn, dat is andere koek”. Ik
Communicatie De volgende hoofdonderwerpen kwamen in de opleiding aan de orde: een assessment, het stellen van doelen, groepsdynamica, teambuilding, conflictbeheersing, verschillende aspecten van leiderschap, coachen, mentale training, communicatie, team behind the team, action-type. Dit zijn de onderwerpen van het horizontale opleidingsplan, daarnaast had iedere coach nog een verticaal opleidingsplan. Bij mij bestond dat uit: mentale training in de sport, innovatie en communicatie. Analyseren Mij realiserend dat ik al een A-4tje vol geschreven heb, start ik met het eerste onderwerp in de opleiding; een korte informatie over het assessment en een model dat mij nog steeds helpt om naar mijzelf te kijken en te analyseren hoe anderen mij zien. Ik steek nog niet hoog in, maar misschien gaan jullie vragen stellen over het volgende (korte) stukje. Zo ja, dan wil ik er later wel wat dieper op in gaan. Het assessment Een bekend fenomeen, bij velen bekend als een deel van solliciteren voor banen waar men veel over je wil weten. In ons geval was de uitvoerder een psycholoog. Onderwerpen waren: hoe zie je jezelf, hoe zien anderen je en hoe ziet de psycholoog je. Dus aan het schrijven, veel antwoorden
ZANDLOPER 18
geven op vele vragen. “En hoe anderen je zien?” Ja, een leidinggevende, een collega-coach en spelers. In mijn geval mijn cheffin bij de bond (ik werkte parttime bij het NHV en de Koninklijke Landmacht), de assistent-bondscoach en twee spelers. De spelers in overleg met de collega-coach. Naast karakterologische onderwerpen was het assessment op noodzakelijke trainer/coachkwaliteiten gericht. Voorbeelden hiervan zijn: • • • • •
Kom je wel zo over als je denkt over te komen? Hoe zien anderen je als trainer/coach? Welke kwaliteiten vinden de anderen van belang? Hoe zien anderen jouw niveau op vele gebieden? Op welk niveau zet je jezelf?
Dus naar jezelf kijken en anderen naar je laten kijken, ik kan jullie garanderen dat dit boeiend en leerzaam was. Inmiddels heb ik de overtuiging dat we het in de toekomst niet meer hebben over coachstijlen zoals: democratisch, autoritair, autocratisch, laissez faire enzovoort. Ik noem de toekomstige coach de ‘facilitaire’ coach. Mijn ervaringen met de start van de MasterCoachopleiding bevestigen wat al mijn mening was. Heel lang was mijn training en coaching meer gebaseerd op houding en persoonseigenschappen, dan op dat wat goed was voor resultaat en het team. Arrogant Dit moet ik natuurlijk uitleggen: “Vaardigheden en kennis zijn te leren, coachkwaliteiten moeten zich ontwikkelen”. Wanneer ik naar mijzelf kijk -ik richt me even op het coachen- constateer ik dat ik vanaf het begin kennis en vaardigheden had. Dit vanuit mijn Nederlandse Handbal Vereniging-, onderofficiers- en natuurlijk mijn OCLOopleiding en ervaring. Allemaal prima, maar mijn presentatie en omgang met teams waren gebaseerd op mijn persoonseigenschappen en houding. Hier is in beginsel niets mis mee.
“Door mijn gedrevenheid kreeg ik macht” In de 23 jaar dat ik nu trainer ben, ben ik nooit ontslagen, maar heb ik (gelukkig) wel degradaties meegemaakt. Sterker nog sporters waardeerden mijn omgaan met het team en zichzelf. Toch is er in mijn coaching enorm veel veranderd. Misschien arrogant, maar ik ben gegroeid. Ik doe het totaal anders dan in het begin en ik heb het dan niet alleen over het gebruiken van opgedane kennis (opleidingen) en ervaring (tijd), neen, ik werk niet meer alleen vanuit mijn karaktereigenschappen. Uiteindelijk bleek dat die vaak wel prettig gevonden werden, maar de teamprestaties op lange termijn niet verbeterden. Persoonseigenschappen Nu triggeren: ik beweer dat veel werkers in de sport, trainers/coaches/leraren, sportinstructeurs, enzovoort, soms hun hele carrière vanuit hun persoonseigenschappen blijven werken/coachen. Sporters hebben maar te doen wat de coach aangeeft, omdat de coach vanuit zijn karakter zichzelf
centraler stelt dan het team. Jullie begrijpen het al, ik was er één van. Waar zeur je dan over denken jullie misschien: nooit ontslagen, tevreden sporters, resultaat, misschien komt dat wel door je geschikte persoonseigenschappen. Gedrevenheid Ja, in het begin werkte het ook prima. Laat ik maar een voorbeeld geven. Volgens vele sporters en bestuurders is gedrevenheid één van mijn kwaliteiten. Mede door die gedrevenheid wilde men mij als trainer hebben, maar, ik was en soms zelfs ook nu nog te gedreven. Dan functioneer ik niet meer als coach, leider enzovoort. Vooral in de sport komt dit vaak naar voren, in sport zit veel gevoel en emotie. Kracht Door mijn gedrevenheid kreeg ik macht. Ik heb helaas moeten meemaken dat een speelster tijdens een shuttleruntest zich van de ‘wereld’ liep. Dit omdat ik aangaf door te zetten. Zo kan ik meerdere voorbeelden geven waar mijn gedrevenheid tegen mij/ons werkte. Toch is het een kracht, maar een kracht die doorslaat is geen kracht meer. Daarbij komt: hoe zien anderen de doorgeslagen kracht. Model Ik ben op een bepaald moment naar het gevolg van mijn gedrag gaan kijken. Nou hiervan werd ik niet vrolijk. Sporters waren volgzaam, namen te weinig verantwoordelijkheden en speelden niet altijd verrassend maar volgens afspraken en opdrachten. Scheidsrechters vonden me vaak erg lastig, enzovoort. Als ik toen onderstaand model had gekend, had het mij kunnen helpen. Want, de coach moet naar zichzelf kijken! Kernkwadrant van Thung (1952) Dit model kun je gebruiken om vanuit je kwaliteiten te spiegelen / reflecteren. 1. Benoem je coachkwaliteiten. 2. Onderzoek hoe anderen deze kwaliteiten zien wanneer je teveel vanuit je kwaliteit werkt. 3. Bedenk middelen en gedrag dat je steunt anderen een ander beeld van je te geven. 4. Benoem dat je mogelijk minder hebt met personen die tegenovergestelde kwaliteiten hebben. Zo`n kwadrant ziet er als volgt uit: Kernkwaliteit
Valkuil
Gedreven; Goed communicator; Prater;
Drammerig, Dominant; Arrogant; Ouwehoer;
Allergie
Uitdaging
Onbewogen; Stiller individu; Luisteraar;
Ruimte geven, Minder sturen; Vragen stellen; Luisteren;
ZANDLOPER 19
In het kwadrant schrijf je links je kwaliteit, bijvoorbeeld: gedreven. Rechts schrijf je wat er kan gebeuren wanneer je doorslaat in je kwaliteit en dan met name hoe anderen je mogelijk zien (arrogant / dominant / tiranniek). Om anderen een ander beeld te geven moet je iets bedenken waardoor het doorslaan weer naar normale proporties wordt teruggebracht (ruimte geven, meer vragen, minder aangeven). Links onder schrijf je je eigenschap die het tegenovergestelde van jouw kwaliteit is (uiterlijk onbewogen / stil). Een andere mogelijke indeling: Kernkwaliteit Sociaal Daadkracht Zelfbewust Ingetogen Nu jij…
Valkuil Betuttelend Drammerig Arrogant Passief
Uitdaging Afstand Geduld Dienstbaar Initiatief
Allergie Ind. instelling Passief Onderdanig Opdringerig
Geëmotioneerd Je kracht is je zwakte zeggen we vaak. Maar dit kwadrant geeft je toch wel wat meer informatie. Ik ben begonnen met mijn karakter / persoonseigenschappen; dit omdat die moeilijk te veranderen zijn, sommige misschien zelfs niet. Bij mij bijvoorbeeld mijn gedrevenheid; ik blijf gedreven, maar ik kan het gedrag wat ik daar bij vertoonde veel beter dan vroeger beteugelen. Belangrijk voor wat ik met anderen wil, maar ook belangrijk voor mij als mens. Bij mijn gedrevenheid zat ook een behoorlijk portie impulsiviteit (wat vaker het geval is) en impulsieve mensen zijn vaak redelijk snel geëmotioneerd. Triggeren Ik ben ingegaan op kernkwadranten, deels vanuit mijzelf, beseffend dat hier veel meer over te schrijven is. Toch hoop ik uit mijn MasterCoachopleiding een item te hebben genomen dat mensen interessant vindt en/of zal triggeren. Mochten er vragen zijn dan hoor ik het graag. Ook commentaar stel ik op prijs. Kap Sjors Röttger, Stoff Marketing en Externe Betrekkingen
ZANDLOPER 20
Uitwisselingseizoen geopend
Een flink pak slaag In het voorjaar vinden er op de KMA altijd veel uitwisselingen plaats met allerlei (voornamelijk buitenlandse) officiersopleidingen. Zo vindt er ook een aantal sportuitwisselingen plaats. Op 16 tot en met 18 april staan de C(adetten) & A(delborsten) wedstrijden in Den Helder op het programma en op 23 tot en met 25 april gaat een aantal sportploegen naar het Royal Air Force College in Cranwell (GB). Traditioneel wordt het uitwisselingseizoen voor wat betreft de sport echter geopend met de ontvangst in Breda van de Royal Military Academy uit Sandhurst (GB). Dit jaar vonden deze wedstrijden plaats op 12, 13 en 14 maart. Cultuur De uitwisselingen vinden altijd in een zeer sportieve en ontspannen sfeer plaats. Doelstellingen van de uitwisselingen zijn, naast het winnen, het leren kennen van buitenlandse collega’s, het kennismaken met de cultuur, overeenkomsten en verschillen in opleiding en optreden en het leren voorbereiden en uitvoeren van dergelijke uitwisselingen. Roeiploeg De ploeg van Sandhurst was deze keer zeer gebrand op een overwinning nadat we ze vorig jaar november in eigen huis een flink pak voor de broek hadden gegeven. Helaas moet ik bekennen dat ze uitstekend zijn geslaagd in hun opzet. Alle wedstrijden vinden plaats op de KMA, behalve het roeien. Dit jaar nam de roeiploeg, evenals vorig jaar, samen met de twee boten uit Sandhurst deel aan de Heineken-regatta in Amsterdam. Vrij onverwacht wist de roeiploeg hier een gelijkspel te behalen.
Laat Dick Advocaat maar langskomen Als laatste, op zaterdag, kwamen de heren voetballers op het veld. Hierbij wisten we van een 2-0 achterstand terug te komen tot 2-2. Vervolgens werd de overwinning naar Breda gehaald middels een zinderende strafschoppenserie die we met 7-6 wisten te winnen. Laat Dick Advocaat maar langskomen. De dag werd ‘s avonds afgesloten met een rondleiding door het centrum van Breda. Op zondagmorgen stond een voorlichting over de opleiding op de KMA op het programma om daarna de uitwisseling af te sluiten met het damesrugby. Deze confrontatie staat garant voor een hele leuke wedstrijd die altijd tot het einde toe spannend is. Zo ook deze keer, de wedstrijd eindigde in 14-12 voor Sandhurst. Aan het einde kon tijdens de prijsuitreiking geconstateerd worden dat we ons goede gastheren hadden getoond door de gasten met de meeste prijzen naar huis te sturen. We hopen dat we ze in november weer terug kunnen halen bij de volgende confrontatie. Uitwisseling Tijdens de uitwisseling is er tevens een afspraak gemaakt over de uitwisseling van LO/Sportinstructeurs. Rond juli zullen één of twee LO/Sportinstructeurs een aantal weken naar Sandhurst gaan om daar de opleiding te bekijken. We zullen jullie daar uiteraard van op de hoogte houden middels een verslag in de Zandloper. Maj Jan van den Dool, C-LO/Sportgroep KMA
Traditie Op de KMA werd de strijd geopend met het damesvoetbal. Na een zeer dikke 6-0 overwinning in Sandhurst waren de verwachtingen hoog gespannen. De Sandhurst dames waren echter goed voorbereid en na een spannende wedstrijd bleef de score op 6-6 steken. Geheel in traditie verloren onze dames vervolgens de strafschoppenserie. Ook het hockey werd een spannende strijd die we helaas met 2-0 verloren. ervolgens was het de beurt aan de rugbyheren. Aangezien het niveau in Engeland beduidend hoger ligt, ze zijn tenslotte wereldkampioen, had Sandhurst zijn derde team afgevaardigd. Aangezien de KMA slechts over één team beschikt hebben wij ons eerste team ingezet. Niet geheel onverwacht verloren we nipt met 43-0. Desondanks waren we niet ontevreden, de ploeg had veel geleerd en de uitslag was wat geflatteerd.
ZANDLOPER 21
(Vervolg van pag. 11)
De kou begon ook deze inmiddels doorgewinterde fietsers met de eindstreep in zicht op te breken. Na drie dagen met topafstanden waren ze op een van de voorlaatste dagen na 35 kilometer blij dat ze een eiland tegenkwamen waar ze in een hut konden overnachten. "De kachel ging op de saunastand, want we waren helemaal verkleumd', we hebben die avond pasta met gerookte kip gegeten, dat was echt genieten.''
“We hebben ze omgekocht, ze zijn daar hartstikke corrupt.” Groep gesplitst Het is nog steeds erg koud. "Zo koud dat we echt niet op het ijs kunnen slapen, we overnachten in auto's. Overdag is het goed te doen met min vijf tot plus drie graden.'' Tijdens de rust is besloten de groep in twee ploegen op te splitsen. De eerste groep van acht man gaat door, de tweede groep met afvallers is per busje naar de eindbestemming, Severo-Baikal, gebracht. Tijdens de rit is het busje over de kop geslagen. Gelukkig is iedereen ongedeerd gebleven, wel zijn ze behoorlijk geschrokken. Een ander busje heeft ze vervolgens naar de plaats van bestemming gereden. Die avond staat er vis op het menu. Ze kwamen namelijk enkele Russen tegen die op het ijs zaten te vissen en hen uitnodigden mee te eten. ,,Erg gezellig'', aldus een van de overgeblevenen. Hij verwacht dat ze nog vijf dagen te gaan hebben. De eindbestemming is nog zo'n 250 kilometer fietsen. Eerste contact met de loopgroep Al eerder hadden de fietsers gemeld dat ze geen contact meer konden krijgen met de loopgroep. Deze dag belde Ralph zelf om daar verandering in te brengen, maar helaas bleef dit bij een ingesproken voicemail die ook nog eens niet volledig is doorgekomen. Hij vertelde wel dat het allemaal heel voorspoedig gaat, ze hebben nog zo'n 160 kilometer te gaan, ongeveer het dubbele van wat de fietsers op dat moment nog moeten rijden. "We hebben het grootste deel prachtig zwart ijs gehad en volgen momenteel de reguliere autoroute over het midden van het Baikalmeer. Wel is er deze week een flinke laag sneeuw gevallen, zo'n twintig centimeter'', aldus Ralph. ,”Maar het gaat allemaal goed.''
Gisterochtend zijn ze om tien uur plaatselijke tijd vertrokken om de laatste dertig kilometer af te leggen. Om twee uur 's middags kwamen ze aan in Severo-Baikal, wat een flinke stad bleek te zijn. Opnieuw trokken ze veel bekijks, de plaatselijke bevolking liep massaal uit om de fietsers bepakt en bezakt aan te zien komen. "Die Russen vinden dat echt fantastisch.'' De vijf afvallers hebben er al zes dagen in Severo-Baikal opzitten en wachtten de acht fietsers op. Het wachten is nu op de loopgroep. Tot de terugkeer naar Nederland vullen ze vervolgens hun dagen dan nog met allerlei dagtrips, waaronder skiën, een bezoek aan warmwaterbaden en een tocht met de Trans Siberië Express. Lopen door een halve meter sneeuw Het is kwart over acht 's avonds op het Baikalmeer, zo`n twintig graden onder nul en de drie lopers zijn nog onderweg. Ze bevinden zich op ongeveer 95 kilometer van Severo-Baikal. "We proberen de 35 kilometer per dag te halen. Het is al donker, maar we lopen nog even door'', vertelt Ralph. Hij is blij te horen dat de fietsers inmiddels goed zijn gearriveerd. Contact tussen de twee groepen is er al niet meer sinds de tussenstop op het eiland Olgon acht dagen geleden. De eerste zes dagen na Olgon hadden de lopers zwart glad ijs, maar inmiddels is het lopen een stuk zwaarder geworden. Er was al sneeuw gevallen en tijdens de tocht vandaag hebben ze nog twee sneeuwbuien gehad. "Er ligt nu een halve meter sneeuw'', aldus Ralph. "Dat is
Fietsers bereiken eindbestemming Herbert belt in een uitgelaten stemming rond half elf 's avonds in Severo-Baikal vanuit een 'discotheekachtige eettent' vanachter een stoofpotje de laatste berichten door. Ze voelen zich hier meteen thuis, er schalt namelijk de Engelstalige versie van 'Suzanne' van VOF De Kunst door de luidsprekers. Wel voelen ze goed dat ze de afgelopen weken in voor Nederlanders extreme kou zeshonderd kilometer hebben gefietst. "Ik ben tot op mijn botten en gewrichten verkleumd.''
ZANDLOPER 22
wel zwaar.'' De sleeën voldoen prima, alleen in de vrachtwagensporen gaat het wat lastig, dan hebben ze de neiging hun eigen weg te gaan. Onderweg wordt grotendeels op het ijs overnacht bij minimaal tot onder de min dertig graden. Tweemaal hebben omwonenden hen onderdak geboden in hutten. Het eten bestaat vooral uit vis dat ze aangeboden krijgen van vissers op het ijs. "En we eten ons helemaal te barsten aan energyfood'', lacht Ralph. "We verbruiken hier heel veel.'' Een van de lopers heeft het de afgelopen dagen erg moeilijk gehad. De zolen van zijn schoenen zijn kapot en hij heeft dikke opgezette voeten. "Hij heeft veel pijn, de vellen van zijn voetzolen hangen erbij'', vertelt Ralph. "Een Rus die we zijn tegengekomen heeft geprobeerd zijn zolen te vernieuwen en het gaat nu beter.'' De lopers hebben enkele dagen geleden nog gezelschap gehad van een viervoeter. "Gedurende dertig kilometer heeft een hond met ons meegelopen. Tot het eind van de dag toen zijn eigenaar in een jeep langskwam. Die had de hele tijd naar hem gezocht. Het was een leuk beest, eigenlijk hadden we gehoopt dat hij de hele verdere tocht mee zou lopen.'' Bijna had de loopgroep hun tocht moeten afbreken. Russische politieagenten wilden hen van het ijs halen. "Ze zeiden dat we hier zonder vergunning niet mogen komen'', vertelt Ralph. "Dat soort dingen proberen ze wel vaker met buitenlanders. We hebben ze uiteindelijk omgekocht, ze zijn daar hartstikke corrupt.'' Morgenavond hopen de lopers Kotelnikovski te bereiken. "Daar zijn warme thermaalbaden en daar gaan we eens lekker met een biertje erbij van genieten'', zegt Ralph. Zodra ze daar zijn aangekomen is het nog zeventig kilometer over glad ijs naar de eindbestemming.
een sauna, we hebben goed gegeten en wodka gedronken. Het zijn echt hele leuke mensen.'' Voor wat naar alle waarschijnlijkheid de laatste dag wordt voor de lopers, pakken ze dan ook extra lekkere dingen in. "We nemen ingevroren Peleneni mee, dat is een heerlijk Siberisch gerecht'', vertelt Ralph. "Het extra gewicht maakt ons op de laatste dag niet meer uit.'' De lopers zijn nu nog 33 kilometer verwijderd van SeveroBaikal. Een van de vrouwen brengt onderweg naar haar werk de sledes naar de haven. "Het gaat allemaal volgens schema'', zegt Ralph. ,,Met de pijnlijke voetzolen gaat het een stuk beter dankzij de nieuwe schoenzolen van die Rus. En de spirit in de groep is echt top. We gaan echt genieten van die laatste dag, vinden het bijna jammer dat we er dan zijn.'' Ook loopgroep aangekomen De afgelopen dagen is de fietsgroep lekker bijgekomen. Ze zijn met de BAM, een treinlijn, naar warmwaterbaden geweest. Sommigen werden echter rusteloos, een groepje van acht is begonnen aan een tweedaagse looptocht naar een hut op een eiland. Dertig kilometer heen en dertig kilometer terug. Waar ze al op hoopten, gebeurde ook: ze zijn onderweg de loopgroep van Ralph tegengekomen. Gezamenlijk hebben ze de tocht verder uitgelopen. Na een aantal dagen dat voor hen vooral bestaat uit veel bijkomen, vertrekt de hele groep met de Trans Siberië Express voor een reis van 32 uur naar Irkutsk. Hierna reizen ze bepakt en bezakt met het vliegtuig naar Nederland terug. Over de belevenissen van Ralph Tuijn kun je op de internetsite www.ralphtuijn.nl terecht
Sauna en Peleneni De loopgroep heeft een goede dag achter de rug. Dankzij de warmwaterbaden in Kotelnikovski was het drietal goed opgewarmd voor ze aan de tocht begonnen. "We zijn om 10.00 uur vertrokken en we hadden goed glad ijs'', vertelt Ralph. "Onderweg kwamen we nog wat dronken Russen tegen die ons een biertje aanboden, daar waren we erg blij mee.'' Dhr Paul Lindeboom, redactielid De Zandloper
"We nemen ingevroren Peleneni mee, dat is een heerlijk Siberisch gerecht'' Inmiddels zijn ze aangekomen in het eerste dorp sinds tien dagen. "Zo'n tien kilometer tevoren kwamen we vier vrouwen in een Lada jeep tegen. Ze vroegen of we misschien bij hen wilden overnachten'', vertelt Ralph. "Heel gastvrij, ze hebben onze sledes bij het haventje in de jeep gegooid. Het is heerlijk warm bij hun in huis. Er was zelfs
ZANDLOPER 23
Colofon Redactie(raad) Voorzitter kap Sjors Röttger (MDTN *06-500-61484)
Tel: PTT 033-4661213 MDTN *06-500-61213 Mobiel 06-22412928 Mail defensienetwerk Wichhart, REM LOSPORT BDFPL E-mail internet (werk)
[email protected] E-mail internet (prive)
[email protected]
Hoofd-/eindredacteur aooi Richard Wichhart (MDTN *06-500-61213)
Kopij/brieven volgende uitgave dienen uiterlijk 19 april 2004 op het kopijadres te zijn.
Redacteur smi Mike Becker (MDTN *06-578-62833) smi Richard Hesterman (MDTN *06-566-5303) smi Jan Welling (MDTN *06-532-48163) smi André Wijnberger (MDTN *06-536-58089) sgt Sibyl Gassner (MDTN *06-549-64630) dhr Taco Visser-TGTF (MDTN *06-557-66418) dhr Paul Lindeboom (MDTN *06-500-61013)
Vormgeving & lay-out Sectie Grafische Vormgeving, Frederikkazerne Den Haag
De Zandloper is een uitgave van en voor de LO/Sportorganisatie KL.
Redactie-Kopijadres LO/Sportorganisatie KL Redactie Zandloper Bernhardkazerne MPC 53 B Postbus 3003 3800 DA Amersfoort
Druk Plantijn Casparie Zwolle
De inhoud van dit blad weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van de C-LO/Sportorganisatie. De redactie behoudt zich het recht voor ingediende kopij niet of gedeeltelijk te plaatsen. De inhoud van ingezonden brieven en artikelen blijft voor rekening van de schrijver. Artikelen uit dit blad mogen overgenomen worden mits de bron wordt vermeld.
Uitgezonden personeel Aooi Humphrey Broos (buddy smi Rik van Trigt, Amersfoort) Rnr 59.10.08.660 1 (NL) NSE SFOR 15 LO/SPORT BASE BUGOJNO NAPO 83, 3509VP UTRECHT E-mail:
[email protected] Terug: 3 mei 2004, Eindhoven
Sgt Michel des Bouvrie (buddy sgt Patrick Sutin, Seedorf) Rnr 74.01.06.068 1 (NL) NSE SFOR 15 LO/SPORT BASE NOVI TRAVNIK NAPO 83, 3509VP Utrecht E-mail:
[email protected] Terug: 20 april, Eindhoven
Sgt Wim Brugge (buddy sgt Gerjan Westerhof, ‘t Harde) Rnr 74.11.13.021 1 (NL) NSE SFOR 15 LO/SPORT BASE BUGOJNO NAPO 83, 3509VP UTRECHT E-mail:
[email protected] Terug: 3 mei 2004, Eindhoven
Sgt Richard Anker (buddy sgt Olaf Petersen, Amersfoort) Rnr 78.04.01.651 1 (NL) BLMF SPTSQNDET SFOR 15 LO/SPORT BANJA LUKA NAPO 85, 3509VP Utrecht E-mail:
[email protected] Terug: 23 april 2004, Eindhoven
Sgt1 Maikel Vergunst (buddy sgt Adam Mahulette, Schaarsbergen) Rnr 73.08.01.158 1 (NL) INFBAT C-TEAM SFIR 3 NAPO 180, 3509VZ UTRECHT E-mail:
[email protected] Terug: juni/juli 2004, Eindhoven
Smi Wiljan van Vijfeiken (buddy aooi Timmermans, Weert) Rnr 59.09.15.651 1 (NL) NSE SFOR 16 LO/SPORT BASE BUGOJNO NAPO 85, 3509 VP Utrecht E-mail:
[email protected] Vertrek: 25 mei 2004
Sgt Chantal de Cock (buddy Richard Balk, Hilversum) Rnr 77.07.20.756 1 (NL) NSE SFOR 16 LO/SPORT BASE BUGOJNO NAPO 83, 3509 VP Utrecht E-mail:
[email protected] Vertrek: 27 april 2004
Laat eens iets van je horen!
Sgt Hans Feenstra (buddy sgt Kwast, Wezep) Rnr 79.08.20.129 1 (NL) BLMF SPTSQNDET SFOR 16 LO/SPORT BANJA LUKA NAPO 85, 3509 VP Utrecht E-mail:
[email protected] Vertrek: 16 april 2004