COMMISSIE BESTUUR, ORGANISATIE EN BEDRIJFSVOERING Delft, 12 juni 2012 AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND Advies van de commissie Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering, tevens conceptverslag van de vergadering op 12 juni 2012 over de aan haar voorgelegde voorstellen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, ter behandeling in de Verenigde Vergadering van 28 juni 2012. Aanwezig: dhr. mr. M.A.P. van Haersma Buma dhr. A.G. Wiegman dhr. H.M.J. Hoogweg dhr. drs. M. Smits dhr. mr. P. van den Berg dhr. drs. A.P. Ranner dhr. ir. J.A.A.M. van Rossum dhr. J. van Dam dhr. B.E. van der Velde mevr. drs. A.C.J. Jans mevr. dr.ir. M.P.M. Ruijgh-van der Ploeg mevr. M.D.M. Ammerlaan-Romeyn dhr. drs. B. Canton
dijkgraaf, voorzitter hoogheemraad, plv. voorzitter plaatsvervangend secretaris CDA Bedrijfsgebouwd PvdA VVD AWP Delfland Water Natuurlijk AWP Delfland Natuurterreinen Ongebouwd PvdD
Afwezig: dhr. J. de Hoog dhr. drs. P.J.R. Baeten dhr. dr.ir. G.P.J. Dijkema
CDA secretaris PvdA
Voorts is dhr. drs. dhr. drs. mevr. R.
Hoofd EFZ Concerncontroller secretaris bezwarencommissie
1.
aanwezig: M.H.J. Brandt ing. T.R.J. Janssen van Dijke
Opening, vaststellen agenda
De voorzitter opent de vergadering om 9.00 uur en heet de aanwezigen welkom. Ten aanzien van de agenda verzoekt de heer Van Dam om agendapunten 4.04 en 4.15 in plaats van als hamerstukken als bespreekstukken te behandelen. Daarmee wordt akkoord gegaan. Op verzoek van de heer Ranner wordt ook agendapunt 05.01 als bespreekstuk behandeld. 2.
Vaststelling notulen van de vergadering van 15 mei 2012, inclusief actielijst
De notulen De notulen worden zonder wijzigingen vastgesteld.
2
De lijst van toezeggingen De heer Van Dam wenst op korte termijn geïnformeerd te worden over de ontwikkelingen rond de huisvesting van Delfland. De voorzitter zegt toe dat informatie volgt zodra er meer bekend is. 3.
Mededelingen a. Terugkoppeling gemeenschappelijke regelingen
De voorzitter vertelt dat de discussie over de gemeenschappelijke regelingen wordt voortgezet, net als de discussie over Tax-I. b. Terugkoppeling uit Unie commissies De voorzitter laat weten dat er geen verschuivingen in de verdeelsleutel ontstaan, omdat slechts een enkel waterschap niet meegaat. Eind deze maand zal er meer bekend zijn. 4.
Bespreekstukken 01.
1e Bestuursrapportage 2012
De heer Canton is tevreden over de beperkt gebleven mutaties en over het feit dat de lasten omlaag zijn gegaan en de baten zijn gestegen. Hij wenst desondanks toelichting op de ontwikkeling van de lasten en baten en ook op het exploitatiesaldo in tabel 5. Verder vindt hij de frase op pagina 8, over nog in te plannen projecten 2012 die zijn ingepland en daarom vervallen, raadselachtig. De heer Van Rossum ziet dat de opgaande lijn van de afgelopen tijd zich continueert in deze bestuursrapportage. Er is een kwaliteitsverbetering te zien en er is verder geconcretiseerd, resulterend in een smallere bestuursrapportage. Hij waardeert deze ontwikkelingen. Hij is echter verrast door het geschrevene op pagina 13, waar wordt gemeld dat er voor waterkeringen een nieuwe financiële aanpak komt, met een verschuiving van budget naar een verzamelbudget. Hij meent dat op die wijze de zichtbaarheid van individuele elementen verdwijnt. Mevrouw Ammerlaan-Romeyn is er blij mee dat de investeringen op peil blijven. Ze maakt zich alleen zorgen over het tarief ongebouwd. In de Kadernota staat dat de stijging van de tarieven eerder omlaag gaat dan gepland en ze vraagt zich af hoe deze beslissing zich verhoudt tot het standpunt van het college met betrekking tot de reserves. Verder wijst ze op het potentiële nut van een rapportage bij het geven van sturing. Gezien het late moment van bespreken kan van dit sturingspotentieel echter geen gebruik gemaakt worden. Spreekster zou daarom wensen dat de periode tussen het einde van een periode en de bespreking van een rapportage over die periode verkort wordt. Mevrouw Jans is verheugd over het lage aantal wijzigingen dat deze rapportage te zien geeft. Ook geeft ze haar complimenten voor de opzet, die strak en logisch is. Ze heeft wel enkele opmerkingen. Op pagina 21 staat dat er externe inhuur nodig is om de rechtmatigheid te borgen. Spreekster vraagt zich af welke verdere maatregelen D&H neemt, naast inhuur, om de rechtmatigheid te borgen. Op pagina 26, in de tabel renteresultaat, worden de rentekosten van het financieringstekort neerwaarts bijgesteld en daarvan zou ze graag de oorzaak leren. Tot slot is de inzichtverschaffing in stuurinformatie aan de magere kant en zou iets meer informatie welkom zijn over de realisatieprognose voor 2012. De heer Van der Velde verklaart blij te worden van deze bestuursrapportage, of althans niet chagrijnig. Er is goed begroot. Zijn eerste inhoudelijke opmerking betreft pagina 21. Waar het gaat om de huisvesting staat geschreven dat er een externe adviseur wordt ingehuurd voor 100.000 euro voor het eerste half jaar. Is dit zo’n dure adviseur of valt er nog meer onder dit bedrag? Verder staat er voor het beroemde torentje in deze bestuursrapportage 100.000 euro gereserveerd voor onderzoek, maar in de Kadernota staat het torentje voor 200.000 euro.
3
Dat is nogal een verschil. Tot slot is 31 maart de ijkdatum voor deze bestuursrapportage en zijn prompt op 1 april de ABP-tarieven verhoogd. De heer Van den Berg sluit zich bij eerdere complimenten aan over het realistische gehalte van de begroting. Ook de vormgeving is goed, veel overbodige ballast is eruit gehaald en het heeft de juiste diepgang. Spijtig vindt hij alleen dat enkele heldere tabellen die in vorige bestuursrapportage stonden, bij programma Schoon water, dit keer zijn weggelaten. Hij is benieuwd naar de overweging achter deze beslissing. Op pagina 5 in tabel 4 is de post actualisering kapitaallasten opgenomen. Spreker verzoekt om toelichting op de 2,1 miljoen euro die daarin staat, als ook op tabel 5. Tot slot wenst hij een toelichting op de inhoud van de op pagina 19 genoemde administratieve overboekingen. De heer Smits is ook behoorlijk tevreden en sluit zich daarin aan bij voorgaande sprekers. In paragraaf 2.5 staat heel stellig geschreven dat de verwachting is dat het geraamde investeringsvolume gerealiseerd zal worden, dus hij wacht de realisatie belangstellend af. De verrekening op pagina 18 vindt plaats op basis van een inschatting en daarvan zou spreker graag een verduidelijking zien. Verder zou hij graag weten hoe het komt dat de aansluiting van de riolering, waarvan sprake is op pagina 19 bovenaan, niet binnen de gestelde termijn is gerealiseerd. In tabel 5 op pagina 5 is te zien dat er aanvankelijk 11,8 miljoen euro was geprognosticeerd, maar men komt aanzienlijk lager uit. Graag verneemt de heer Smits waar dit verschil in zit. Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg is blij dat de bestuursrapportage zich beperkt tot de hoofdlijn. Onder programma Schoon Water op pagina 19 bovenaan staat dat er ‘juist nu’ aangesloten moet worden op de riolering. Daar is echter veel meer capaciteit voor nodig dan in de begroting staat. In het programma Instrumenten wordt verwezen naar een tekst die niet is opgenomen, maar die consequenties heeft voor Bestuursrapportage 2. Hierover wenst ze meer informatie. Verder is de relatie tussen tabel 7 en 8 onduidelijk: de investeringen voor Schoon water zijn met 1 miljoen euro opgehoogd, maar in tabel 8 lijkt deze verhoging niet terug te zien. De heer Ranner maakt zijn complimenten voor de vormgeving en budgettaire beheersing. Hij is er niet zeker van of er ook beter sturing wordt gegeven. Er is sprake van herdefiniëring en van projecten die op een ander moment worden gerealiseerd en om in beeld te krijgen in hoeverre de verschillende projecten sporen met de begroting, hadden ze beter uitgesplitst gepresenteerd kunnen worden. Verder is er een tabel over de ontwikkeling van de investeringen, maar wordt de relatie tussen de instrumenten en investeringen niet uitgewerkt. Hoogheemraad Wiegman gaat eerst in op de budgettaire sturing waarop de heer Ranner meer zicht wenst. Er zal een overzicht van gemaakt worden dat zo snel mogelijk beschikbaar wordt gesteld. Het is onzeker of dit nog zal lukken voor de volgende VV. De ‘0’ bij Schoon water heeft ermee te maken dat er nog concrete voorstellen moeten worden gedaan. In de sectorcommissie kan over dit onderwerp meer specifieke informatie worden verkregen. Op interventie van mevrouw Ruijgh wordt verder toegelicht dat de geraamde investering 3,8 miljoen euro is, maar dat deze nog niet is vastgesteld in de besluitvorming. Er wordt dus vooruitgelopen op Bestuursrapportage 2. Ter verduidelijking van dit feit zal een extra regel in de tekst worden opgenomen. In antwoord op de heer Smits vervolgt de heer Wiegman dat de verlaging van het exploitatiesaldo te maken heeft met de neerwaartse tariefontwikkeling. De aanvankelijke raming heeft plaatsgevonden op basis van een hogere tariefopbouw, maar nu wordt er alvast voorgesorteerd op een verlaging. Door de dalende tariefverhoging loopt het tekort in 2013 op. Over deze tariefaanpassing naar beneden moet overigens nog besluitvorming plaatsvinden en er zal nog meer zicht verkregen worden op het meerjarenperspectief. De heer Van den Berg vraagt per interruptie waarom er al in Bestuursrapportage 1 op deze verlaging wordt voorgesorteerd. De heer Wiegman verklaart dat de intentie hierachter is om de effecten van de Kadernota al voor een deel inzichtelijk te maken. Overigens betekent het feit dat het hier nu in staat niet dat de commissie er stilzwijgend mee instemt. Het gaat puur om inzichtverschaffing in de ontwikkelingen. De heer Van den Berg ziet de meerwaarde hier wel van in, maar constateert dat het tegelijkertijd het zicht op andere effecten wegneemt. Men
4
kan bijvoorbeeld niet zien wat er gebeurd zou zijn als men de tarieven niet had aangepast. Hij pleit daarom voor twee verschillende tabellen, één met de oude tarifering en één met de nieuwe. De heer Wiegman verwacht dat het verschil marginaal zal zijn en verklaart nogmaals dat de vermelding van deze ontwikkeling geen voorschot is op een besluit tot tariefverlaging. Van de administratieve overboeking op pagina 19 komt zoals eerder toegezegd nog een lijstje. Het verschil van 2,1 miljoen euro in het actualiseren heeft te maken met het verlaagde investeringsniveau. Als gevolg daarvan schuiven een aantal projecten op en gaan de kapitaallasten omlaag. De vraag over de tabellen onder Schoon water vindt men eerder iets voor de commissie Schoon water. De heer Van den Berg verduidelijkt per interruptie dat het hem gaat om wat er in de bestuursrapportage wordt gepresenteerd. Hij vond de tabellen van vorig jaar heel inzichtelijk en betreurt het dat ze eruit zijn gehaald. Volgens de heer Wiegman heeft het weglaten hiervan alles te maken met de keuze voor beknoptheid. Als dergelijke tabellen slechts onder één programma worden weergegeven, ontlokt dit al gauw de vraag waarom ze niet ook bij de andere programma’s staan. De heer Van den Berg vindt dat het ook de ambitie zou moeten zijn om deze informatie bij alle programma’s te leveren. De heer Wiegman zegt toe dat deze informatie wel in de begroting van 2013 zal staan. De rentekosten over het financieringstekort worden naar beneden bijgesteld omdat men gekozen heeft voor kort financieren en daarmee voor het aantrekken van kort geld. Zelf is de heer Wiegman heel blij met deze keuze. De mogelijkheid om de bestuursrapportage eerder in de bestuurlijke cyclus te bespreken is serieus onderzocht. Het blijkt helaas onmogelijk. Wel zouden eventueel enkele ontwikkelingen op hoofdlijnen in maandelijkse rapportages kunnen worden weergegeven. De voorzitter vult aan dat ook niet verondersteld kan worden dat datgene wat aan het begin van het jaar nog niet is opgestart, in de loop van het jaar nog gerealiseerd kan worden. Echt grote afwijkingen zullen hoe dan ook in de VV worden gemeld. De heer Brandt geeft antwoord op de vraag van de heer Van Rossum over de verschuiving van het budget voor waterkeringen. Dit budget gaat in zijn geheel naar buitengewoon onderhoud. Hier is sprake van een technische correctie. Het ‘vervallen, in te plannen project’ waar de heer Canton naar vroeg, verwijst naar een raming die is geactualiseerd. De voorzitter geeft antwoord op de vraag over het tarief ongebouwd. Hij verklaart dat er nog steeds alles aan gedaan wordt om de wet zo gewijzigd te krijgen dat het tarief binnen de bandbreedte voor agrariërs kan blijven en niet verder gaat stijgen. Er wordt op kousenvoeten geopereerd om er nog geen publiciteit aan te geven, maar men heeft vooralsnog goede hoop dat het gaat lukken. Tegen de zomer wordt bekend wat de Tweede Kamer gaat doen. Ook als het niet lukt, zal daarover zo snel mogelijk informatie volgen, zodat men zich kan beraden op de gevolgen. Over de externe inhuur van personeel: veel externe inhuurcontracten zijn inmiddels beëindigd, maar in sommige gevallen, als men voor een acuut noodzakelijke deskundigheid geen eigen personeel heeft, is inhuur onontkoombaar. De 100.000 euro voor een adviseur inzake de huisvesting gaat ook zitten in andere voorbereidingskosten dan alleen de adviseur zelf. Het krediet wordt afgeraamd en er wordt 100.000 euro uit de frictiekosten gehaald. Dit is een exploitatieaangelegenheid. De huisvesting wordt vanuit de bezuinigingsdoelstelling opgestart, maar om deze bezuiniging te realiseren is ook een bezuinigingsplan nodig. Men bereidt nu een voorstel over de huisvesting voor en te zijner tijd zal nader inzicht in de voortgang gegeven worden. Men kan er overigens op rekenen dat de kosten verder zullen oplopen. De reparatie van het torentje vraagt alleen al in de voorbereiding een raming van 100.000 euro. De verwachting in de Kadernota is dat de uitvoering nog eens 200.000 euro gaat kosten. Het torentje is overigens goud waard, want het uitzicht is er fantastisch. Inzake het IODS is bekeken hoeveel werk erin zit, daarvan is een berekening gemaakt die aan de commissie toegestuurd zal worden. Tweede termijn Mevrouw Jans heeft nog geen antwoord gekregen op haar vraag over de realisatie en de prognose en verwacht daar later nog een antwoord op. De heer Van der Velde vindt het voorbarig om 150.000 euro voor de verkiezingen te reserveren als nog niet eens vaststaat wie er voor de eventuele indirecte verkiezingen gaat betalen. De heer Wiegman wijst op een toelichting in de tabel die loopt van pagina 22 tot 23.
5
De heer Van den Berg vraagt zich af of de effecten van de voorgestelde tariefverandering in de tabel op pagina 5 werkelijk marginaal zouden zijn. Het positieve effect in 2012 ten opzichte van de oorspronkelijke jaarraming zit deels in structurele effecten zoals belastingopbrengsten. Deze beïnvloeden de meerjarenraming substantieel en dan werkt deze tabel toch verwarrend. Het is waarschijnlijk dat de tariefaanpassing een effect van 7 miljoen euro heeft. Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg kreeg nog geen antwoord op haar vraag over Instrumenten in samenhang met de onduidelijke tekst over wat dit voor Bestuursrapportage 2 betekent. De heer Ranner vraagt zich ten aanzien van de activering of juist niet-activering van de kapitaallasten af of het nu gaat om een beleidskwestie of slechts om een definiëringskwestie. Hoogheemraad Wiegman zegt een aanvullende tabel toe die het door de heer Van den Berg verzochte inzicht in de effecten moet verschaffen. Het antwoord op de vraag van mevrouw Ruijgh zal worden uitgezocht. In antwoord op de heer Ranner meent de heer Wiegman dat de activeringskwestie aan de definitiekant zit en niet aan de beleidskant. De voorzitter verklaart dat de reservering voor de verkiezingen verstandig is om indien nodig tijdig voorbereidingen te kunnen treffen als de wet over indirecte verkiezingen werkelijkheid wordt. Materieel gezien gebeurt er nog niets, de dagkoers wordt bijgehouden. Inmiddels wordt het wetstraject in de Kamer weer voortgezet. Men stelt daarom voor er momenteel geen geld aan uit te geven en te wachten tot bekend is wat de Kamer gaat doen. Men zou het theoretisch ook kunnen schrappen, want alles hangt af van de Kamer. In Bestuursrapportage 2 meldt men opnieuw de stand van zaken. De bestuursrapportage gaat als bespreekstuk naar de VV. 02.
Kadernota 2013 - 2017
De heer Ranner noemt deze kadernota een breuk met het verleden, omdat de jaarschijven heel veel inzicht geven. Hij vraagt zich alleen af of de intensivering van investeringsuitgaven in 2013, die later weer afzwakt, wijst op een tijdelijke intensivering van beleid of dat er sprake is van een toevallige intensivering. Ook vraagt hij wat men doet om een herhaling van de oude situatie te voorkomen: hoe gaat men deze uitgavenontwikkeling beheersen binnen de strakkere budgettaire discipline? Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg maakt haar complimenten voor het stuk, dat ze met veel plezier heeft gelezen. Er staat weinig nieuws in en dat is goed, omdat het ervan getuigt dat de VV voortdurend goed op de hoogte is gehouden. Wat wel tegenstrijdig lijkt, is dat er in de derde alinea van de inleiding staat dat de doelen voor schoon water worden gehaald, terwijl op pagina 9 en 10 op dit punt nog wat slagen om de arm worden gehouden. De betreffende zin uit de inleiding mag daarom wel iets bijgesteld worden. Op pagina 7 geeft men aan dat er ontwikkelopgaven zijn bij polders en keringen, maar wordt afvalwater buiten beschouwing gelaten, terwijl juist op dat terrein nogal iets ligt aan ontwikkelopgaven. Ze hoopt dat ook dit meegenomen wordt. Verder wenst ze meer informatie over wat er gaat gebeuren met het nieuwe innovatiefonds waarover nog een voorstel komt. Met 2% van het investeringsbudget, waaruit ook de opleiding van de organisatie wordt bekostigd, is het een groot en heel breed fonds. Spreekster zou graag zien dat dit iets minder groots werd aangepakt. Tot slot is ze benieuwd hoeveel mensen via payrolling in dienst zijn. De heer Smits is tevreden over de manier waarop de VV betrokken is gehouden bij de ontwikkelingen ten aanzien van de Kadernota. Hij heeft een vraag over de tarieven in de nota. In de regel waarin het gaat over de bezuiniging van 18 miljoen, wordt gelijktijdig aangekondigd dat het personeelsbestand wordt uitgebreid. Dit lijkt een bijzondere combinatie waarop toelichting nodig is. Ook op pagina 19 wordt nog bevestigd dat het college na een daling van het personeelsbestand weer voorsorteert op een aanvulling van het personeelsbestand. De vraag is of het gaat om het aanwinnen van vast of tijdelijk personeel. Waar het gaat om de hoogte van de tarieven wil men de beslissingen graag in verband
6
gebracht zien met de lagere kosten die in de afgelopen jaren gemaakt zijn en het lagere bedrag aan belastingen dat werd geïnd. Nu ontbreekt een analyse en men zou deze analyse graag krijgen voordat de Kadernota in de VV wordt behandeld. De heer Van den Berg laat zich positief uit over de inhoud en vormgeving van de Kadernota. De nota bevat inderdaad geen verassingen en dat is een goed teken. Men zet in op realisatie en om te kunnen realiseren, wil men extra personeel en middelen inzetten. Verkleinen van het personeelsbestand moet weliswaar geen doel op zich zijn, maar toch is de vraag hoe dit onderwerp de bezuinigingsdoelstelling raakt en hoe de bezuinigingsdoelstelling precies wordt berekend. Spreker verwacht als antwoord geen rekenkundige exercitie, maar wel een uitleg die, graag voor de volgende VV, een globaal inzicht geeft in de denkwijze erachter. Ook de heer Van den Berg zit met de verlaagde tarievenverhoging in zijn maag: er wordt voorgesteld ze minder te verhogen dan voorheen gedacht was. Dit voorstel wordt erg in de marge van de kadernota gepresenteerd en de afweging die ten grondslag ligt aan deze keuze ontbreekt. Men had er ook voor kunnen kiezen de tariefverhoging voorlopig zoals gepland door te laten lopen en pas in de loop van de jaren te laten afvlakken. Op deze afweging wenst spreker een toelichting. De heer Van der Velde sluit zich zowel aan bij de eerder gemaakte complimenten als bij de vragen die zijn gesteld over de personele uitbreiding en de tariefaanpassing. Voorts zou hij willen weten hoe het met de op pagina 8 genoemde bedragen voor digitale ontwikkelingen staat. Mevrouw Jans vindt het motto ‘uitvoering’ zeer van toepassing op deze Kadernota, maar vindt dat een stukje toekomstperspectief ontbreekt. Op pagina 19 bij het onderdeel Instrumenten wordt enkel ICT genoemd en ontbreken instrumenten als sturing en beheersing van de organisatie. Bij de bespreking van de eerste bestuursrapportage werd een vraag gesteld over de investeringen. Nu staat hier op pagina 28 dat de afschrijving gestart wordt in het tweede jaar na de start van de investering. Is dit conform de nota Activabeleid? Ook mevrouw Jans vraagt aandacht voor de externe inhuur. Ze pleit er voor dit te beperken. Hetzelfde geldt voor overhead, waarvan de rekenkamer heeft geconstateerd dat Delfland vrij veel overhead heeft. Verdere vragen zijn of de realisering in 2013 wel gaat lukken en of de gevolgen van een 100%-kwijtscheldingsbeleid zijn verwerkt in de tarieven. Mevrouw Ammerlaan-Romeyn stelt vast dat er tekort is aan bezetting, maar vraagt zich af of dit probleem niet afdoende - of voor een groot deel - zou kunnen worden opgelost met de juiste mensen op de juiste plaats en een grotere efficiëntie. Ten aanzien van de tarieven had men in haar optiek ook voor het opbouwen van een buffer kunnen kiezen. De heer Van Rossum uit zijn lof voor het stuk. Hij vraagt zich af hoe het genoemde terugverdienmodel van het innovatiefonds eruit ziet. Met betrekking tot ICT gaat spreker ervan uit dat Delfland de contracten met de nodige precisie formuleert en bewaakt. Hij plaatst tevens uitroeptekens achter het speerpunt ‘vermindering bureaucratische processen’. De heer Canton meent ten aanzien van de tarieven dat er altijd een afweging te maken is tussen belastingen, kerndoelen en financiële gezondheid. Hij vraagt zich af waarom er niet voor wordt gekozen om de financiële gezondheid iets te versterken. Er zijn ook een aantal Schoon Water-doelen vertraagd. Bij pagina 27 vraagt spreker zich af in hoeverre de doelstelling voor het investeringsniveau haalbaar is en hoe onmisbaar de beoogde personele uitbreiding daarbij is. De voorzitter verklaart in antwoord op de heer Ranner dat het deels waar is dat de intensivering van de uitvoering na een tijdje weer wegvalt. De Kaderrichtlijn Schoon Water heeft een perspectief tot 2015. Verder resultaat moet nog worden geformuleerd en vastgesteld, maar dat betekent niet dat het daarna weer inzakt. Men wil in een meerjarenraming kijken naar realistische mogelijkheden, naar wat men echt kan waarmaken. Per programma is gekeken of de doelen waar te maken zijn en zo ja in welk jaar. Inderdaad wordt bij Schoon Water weer doorgeschoven. Het gaat daarbij om een realiseringsprobleem: met de plannen die er lagen blijkt uitvoering onmogelijk, anders zou men onverantwoord veel mensen moeten binnenslepen en vergunningen moeten regelen. Deze kadernota is vooral op
7
uitvoerbaarheid getoetst. Er ontstaat dan een totaal kader met een doorrekening. Het gaat dus niet zozeer om intensivering op zich, maar de gestelde doelen leiden tot deze jaarraming. Als men helemaal geen extra uren inzet, is het niet haalbaar om zelfs de meest noodzakelijke doelen te bereiken. Nadat twee jaar geleden zo hard op de rem is getrapt, is namelijk veel stil komen te liggen. Momenteel wordt bekeken of deze noodzakelijke doelen na deze investeringen wel voldoende worden gerealiseerd. Ook qua ICT is er een aantal basisvoorzieningen nodig. De bezuinigingen waren berekend op 18 miljoen euro en de sturing op deze bezuinigingen richt zich meer op geld dan op formatie. Het gaat om de benodigde inzet van uren om deze kadernota uit te voeren. Dat betekent dat er zowel vaste als tijdelijke mensen bijkomen en daar zorgt men voor binnen het totale kader van de motie Dijkema. Het opschonen van het huis heeft geholpen. In de ontwikkelopgave zal een regel worden toegevoegd over de waterketen. Het is juist met het oog op de beheersing van de ontwikkelingen dat men bezig is met stroomlijning en sturing. De breedte van het innovatiefonds heeft te maken met erkenning van het feit dat innovatie niet altijd gepland gebeurt. Delfland heeft de afgelopen jaren heel wat aan innovatie gedaan en daar is van onderzocht in hoeverre het hierbij om bedachte of simpelweg ontstane innovaties ging. Met deze financiële voorziening wil men ervoor zorgen dat er gericht accenten gelegd kunnen worden. Technische innovatie is bij een waterschap het meest voor de hand liggende terrein van innovatie, maar er zijn ook andere terreinen van innovatie mogelijk en het zou lucratief kunnen zijn om politiek gevoelige accenten te leggen. Het gaat hier overigens om een voorschot op een discussie die in de toekomst uitvoeriger gevoerd zal worden. Payrolling is een manier van mensen aanstellen die de personele lasten moet drukken en er valt welgeteld één medewerker onder dit systeem. De CAO van het waterschap is behoorlijk duur en men grijpt alle mogelijkheden aan om de personele kant zo flexibel mogelijk te houden. Er bestaan verschillende varianten externe medewerkers: soms worden mensen tijdelijk aangesteld, maar er zijn ook terreinen waarvoor geen mensen te werven zijn. In die laatste gevallen moet de expertise worden ingehuurd. Wat men in ieder geval wil beperken, is dat vaste formatieplekken te lang met externen bezet worden, want dat is relatief kostbaar. De belastingtarieven hoeven niet omlaag, maar de Kamer kijkt in de huidige economische situatie wel met een vergrootglas naar de tarieven. Om die reden kan het handig zijn om nu, binnen het kader van de motie Dijkema, een gematigde lijn te volgen. Leningen kunnen momenteel toch niet worden afgelost daar de eerste langlopende leningen pas in 2023 vrijvallen en de eerste kortlopende pas in 2017. Het gaat om de verhouding en niets is een doel op zich. Gegevensbeheer voorkomt onnodige uitgaven en heeft daarom belang. Natuurlijk trekt men lessen uit Tax-I en er wordt kritisch gekeken naar manieren om alles waar men in heeft geïnvesteerd beter te benutten. Momenteel staan geen grote investeringen op stapel. Hoogheemraad Wiegman vult aan dat het aantal kwijtscheldingen enerzijds een toename laat zien, maar dat dankzij de gegevens van het inlichtingenbureau aan de andere kant ook een daling te zien is. Welke tendens het sterkst is, moet nog blijken. De balans van de ontwikkeling van de tarieven houdt er rekening mee dat langlopende leningen worden afgelost of geherfinancierd. Die balans, in combinatie met de signalen van buitenaf, heeft ertoe geleid dat het college heeft besloten om een doorlopend model van 4% te nemen. Als het lukt om de tariefstijging nog verder naar beneden te brengen, is hij daar voorstander van. Tweede termijn De heer Ranner vermoedt dat er nog wel investeringsvragen zullen komen, omdat het financiële plaatje op termijn minder gunstig wordt. In het kader van de 3%-discussie zal ook de hoogte van de schuld van lagere overheden een rol gaan spelen. Men wenst zo laag mogelijke tariefverhogingen, maar er zit hoe dan ook een spanningsveld in het verhaal. De heer Smits heeft genoteerd dat bezuinigen op personeel geen doel op zich vormt. Kijkend naar tabel 3 op pagina 27 lijkt sprake te zijn van een structurele uitbreiding van het personeelsbestand en hij wil graag weten of dat klopt. Ten tweede betuigt hij zich persoonlijk
8
voorstander van een nog lichtere stijging van de tarieven. Niettemin wil hij meer weten van de gegevens waarop het college haar berekeningen baseert. Spreker zal zelf met een eigen berekening komen. De heer Van der Berg vraagt en krijgt bevestiging van het feit dat de VV nog een overzicht zal ontvangen van de opbouw van de 18 miljoen euro bezuinigingsdoelstelling. Verder is ook hij nog benieuwd naar de berekening van de tariefstijging. Mevrouw Jans mist nog een toelichting op de manier waarop de start van de afschrijving plaatsvindt en op het punt van hoge aandeel overhead bij Delfland en de maatregelen die het college hiertegen neemt. Mevrouw Ammerlaan-Romeyn is blij dat de tarieven minder sterk stijgen dan verwacht, maar weet nog niet goed hoe dit geplaatst moet worden ten opzichte van de negatieve reserve. Verder bestaat een gat tussen de structurele belastingopbrengst van 3 miljoen euro en het getal van 6 miljoen euro en ze vraagt zich af of dat wel kan. Deze vraag zal de heer Jansen na afloop van de vergadering met haar bespreken. De heer Canton kreeg nog geen antwoord op de vraag hoe haalbaar het investeringsniveau van de komende jaren is. De voorzitter begint bij het laatste en herhaalt dat hij met de kadernota heeft willen laten zien dat alles op uitvoerbaarheid is getoetst. Er is veel over gediscussieerd en ook in de periode die tussen het uitkomen van de Kadernota en de begroting ligt, zal hard aan de organisatie worden geschud om zo goed mogelijk te weten te komen wat haalbaar is. Overigens gaat de formatie in 2013 wel met 21 plaatsen vooruit, maar dat is geen lijn die zich continu voortzet in de daaropvolgende jaren. In 2015 zullen er al minder extra plaatsen nodig zijn. Hoogheemraad Wiegman herinnert zich dat hij tijdens de informatieve VV een presentatie heeft gegeven waar hij heel waarderende reacties op kreeg. Deze waardering was er aanleiding toe dat het college in dezelfde lijn is doorgegaan. Daarnaast heeft men geprobeerd tot een tariefstijging te komen die zowel het investeringsniveau op peil kan houden als ook past bij de huidige externe ontwikkelingen. Men zal de gepresenteerde modellen nog eens aan de VV toesturen. Verder zal er voor worden gezorgd dat al wat voor ligt ook goed naar buiten gecommuniceerd wordt, met uitzondering van de discussie over de tarieven ongebouwd. Spreker houdt zijn hart vast voor de consequenties als het tarief ongebouwd verder stijgt. In antwoord op de vraag van mevrouw Jans vertelt de heer Wiegman dat verder gemaakte kosten ten laste van de exploitatie komen als een project is afgerond. De zin op pagina 28, waar staat ‘de start van de investeringen…’ lijkt inderdaad niet te kloppen en zal worden herschreven. De schuldenpositie is al sinds jaar en dag stabiel 170 miljoen euro. Men hoeft geen langlopend geld meer te lenen en de schuldpositie neemt niet toe. Vanaf 2023 kan men gaan aflossen op de langlopende leningen en vanaf 2017 op de kortlopende. De Kadernota 2013 gaat als bespreekstuk naar de VV. 14.
Kwijtscheldingsbeleid
Hoogheemraad Wiegman licht toe dat het hier alleen gaat om een technische reparatie voor AOW’ers. Over de huishoudtoets vindt nog besluitvorming plaats in de Kamer en met betrekking tot het vermogensvolume van zzp’ers volgt een nadere discussie in het najaar. De heer Van Rossum ziet in de tekst van artikel 3 geen enkel verschil ten opzichte van de voorganger en vraagt zich af wat de status is van goedkeuring van een tekstwijziging die in wezen geen wijziging is. De heer Wiegman antwoordt dat het artikel zelf hetzelfde blijft en dat de wijziging puur zit in de toevoeging. Het kwijtscheldingsbeleid kan met deze aanpassing met terugwerkende kracht worden gerealiseerd. De heer Van Rossum vindt dit vaag en komt er op terug. Mevrouw Ammerlaan-Romeyn vraagt zich af of de kwijtschelding van sommigen is doorberekend in het tarief voor anderen. De heer Wiegman antwoordt hier bevestigend op.
9
Mevrouw Ammerlaan vervolgt dat kleine ondernemers formeel al in aanmerking kwamen, maar dat de kwijtschelding nu pas voor hen is opengesteld. Ze vraagt of het klopt dat Delfland toch nog geen gebruik maakt van deze mogelijkheid. De heer Wiegman bevestigt dat de mogelijkheid nog slechts incidenteel werd toegepast. Er wordt in Unieverband nog aan de vrijstelling voor zzp’ers gewerkt en aan het eind van het jaar zal daar meer duidelijkheid over zijn. De heer Van Dam vindt dat er inderdaad over dit beleid moet worden gediscussieerd. Hij sluit zich aan bij het standpunt van de heer Van Rossum dat er duidelijker had moeten worden aangegeven dat het enkel om een toevoeging ging en dat men de oude tekst niet had hoeven te bestuderen. De heer Van den Berg is het eens met het voorstel. Hij vraagt nadrukkelijk aandacht voor de zzp’ers omdat zij niet anders behandeld zouden moeten worden dan mensen in loondienst met hetzelfde inkomen. Als de vermogenstoets nog hoofdbrekens vraagt, zou men op zijn minst kunnen beginnen het hele vermogen als persoonlijk vermogen te beschouwen. Dan hebben zzp’ers ten minste een kans op vrijstelling, al komen ze minder snel in aanmerking dan wanneer een deel van hun vermogen aan het bedrijf wordt toegerekend. Met het oog op gelijke behandeling zou spreker er zeer voor pleiten dit punt vast te behandelen bij de begroting van 2013, zodat het niet nog langer vooruit geschoven wordt. De heer Wiegman is het met hem eens. Toch wil hij de VV aan het einde van het jaar de keuze laten maken. Hij belooft dat de besluitvorming niet nog een jaar vooruit zal worden geschoven. Er is nog geen zicht op het financiële effect van kwijtschelding aan zzp’ers. De heer Smits is blij met het voorstel en ook de heer Ranner ondersteunt zowel het voorstel als degenen die positie hebben ingenomen in het belang van de zzp’ers. Dit stuk kan als hamerstuk naar de VV. 5.
Hamerstukken 04.
Wijziging gemeenschappelijke regeling en toetreding gemeente Delft tot de Regionale Belasting Groep
Hoogheemraad Wiegman wijst er op dat in de bijlage, die de meesten niet hebben ontvangen, essentiële zaken staan voor de bespreking. Hij stelt daarom voor het pas te bespreken zodra een ieder van de inhoud kennis heeft kunnen nemen. De heer Van Dam wenst dat het dan tot bespreekstuk voor de VV wordt gemaakt en dat alle informatie voor die tijd beschikbaar is. De heer Wiegman zegt toe de stukken dezelfde dag nog te versturen en verzoekt de commissieleden de stukken te bestuderen en te laten weten of bespreking nog wenselijk wordt geacht. Gerichte vragen vanuit de VV kunnen voorafgaand aan de VV kenbaar gemaakt worden. De heer Ranner merkt op dat de brief die hij wel heeft ontvangen, daterend van 28 juni 2012, al is ondertekend. Dit is zeer merkwaardig en zou anders moeten. De voorzitter erkent dat dit een fout is. De heer Canton heeft twee keer precies hetzelfde stuk ontvangen. 15.
Zienswijze op ontwerp Programmabegroting 2013 Het Waterschapshuis
De heer Van Dam blijft het met betrekking tot de verdeling van de kosten voor het Waterschapshuis vreemd vinden dat wordt gerekend op basis van de bruto belastingopbrengsten. Het zou veel rechtvaardiger zijn om te rekenen met de netto belastingopbrengsten na kwijtschelding. De heer Van den Berg constateert dat deze zienswijze nu formeel al te laat is voor indiening. Hij vraagt zich af of er al een structurele oplossing is voor dit knelpunt en wat het voor consequenties krijgt voor Delfland als het niet met deze programmabegroting instemt. Van de
10
eerlijkere doorbelastingssystematiek waarvoor gepleit wordt op pagina 5, vraagt hij zich af of het de 45-55-verdeling raakt. De heer Smits was vorige week bij Pro Demos, Huis voor de Democratie, en ontdekte dat het waterschap helemaal niet aan de orde wordt gesteld te midden van alle bestuurlijke organen die hier aan bezoekers, waaronder vele scholieren, worden geïntroduceerd. Hij acht het raadzaam hierover contact op te nemen met Pro Demos en ook een plek te verwerven. Mevrouw Ammerlaan-Romeyn heeft juist tussen haar stukken een kopie van het jaarverslag zitten dat eigenlijk niet tussen de officiële stukken thuishoort. Ze vraagt het college of men een idee heeft voor een eerlijke verdeelsleutel. Verder vraagt ze zich af wat het scepticisme van Delfland over het project het waterschap kan opleveren. De voorzitter bevestigt dat het voorstel om te werken met de netto belastingopbrengst wat Delfland betreft tot de concrete mogelijkheden behoort. De ledenvergadering beslist pas op een later moment. Deze zienswijze bevat vooralsnog elementen die men in het Waterschapshuis al kent en het college acht het momenteel niet wijs om op ramkoers te gaan liggen. Dit neemt niet weg dat men wil onderhandelen over een lagere bijdrage. Zodra er een reactie komt zal deze in de VV aan de orde komen. Men is het zat dat men geen inzicht heeft in de verdeling van de kosten. De heer Van Dam zegt per interruptie dat andere waterschappen toch ook problemen moeten hebben met de goedkeuring van de VV en de termijnen. De voorzitter vertelt dat hij momenteel kiest voor een redelijk milde opstelling tegenover het volledig nieuwe bestuur van het Waterschapshuis, dat aan het worstelen is om alles onder controle te krijgen. Delfland zal zich niettemin terugtrekken op moment dat het huidige voorstel toch wordt doorgezet. Dit wordt nog niet met zoveel woorden gecommuniceerd omdat het mogelijk is dat het bedrag ten goede verandert. Dit stuk kan als hamerstuk naar de VV. 6.
Informatie 01.
Omgevingswet
Dit agendapunt wordt voor kennisgeving aangenomen. 03.
Rekeningcommissie Jaarverslag 2011
03a.
Notities van de Rekeningcommissie
De heer Ranner licht toe dat de Rekeningcommissie jaarlijks middels het jaarverslag verantwoording aflegt aan de leden van de VV. Dit jaarverslag is gericht aan de leden van de VV en hij bepleit dat stukken van de Rekeningcommissie die bestemd zijn voor de VV, ook bij de VV terechtkomen. Op die manier kan kennis genomen worden van wat de Rekeningcommissie doet en kan een gefundeerd standpunt bepaald worden. De voorzitter zegt toe dat het jaarverslag zal worden geagendeerd op de lijst met ingekomen stukken van de VV. 03b.
Participatie Delfland in de ONW
De heer Ranner vertelt dat de rekeningcommissie een advies heeft uitgebracht over de IOPW/ONW en over de watersysteemheffing voor de glastuinbouw. De rekeningcommissie had ook hier graag verslag van willen doen aan de VV. Verder noemt hij de constructie waarin men in IOPW/ONW zit bijzonder risicovol. De voorzitter meldt dat de VV hier nog een brief over krijgt. De heer Van Dam reageert op de heer Ranner en stelt dat de gemaakte kosten minimaal zijn. In de brief staat verder dat een beoogd partner afhaakt en hij zou graag willen weten om welke partner het gaat. Het project Duingeest is verkocht en daar is voordeel op behaald. Ten tweede zou hij graag weten of kans bestaat dat het Nieuwe Water voorlopig niet gebouwd
11
gaat worden. Verder wenst spreker een toelichting op het feit dat geen bouwrente is verrekend over de grondexploitatie. De heer Van Rossum vraagt of de analyse meegaat naar de VV. De heer Ranner antwoordt dat hij meegaat met de jaaranalyse. De voorzitter maakt bekend dat Vestia de bedoelde partner is. Vestia is overal uit dit soort grote projecten vertrokken. Het gesprek over het project loopt nog, in juni vindt weer een gesprek plaats. Dat geen bouwrente is gerekend, heeft ermee te maken dat de rente in de boeken van de gemeente Westland staat, maar niet in die van ONW. Uit die situatie is het probleem ontstaan. De heer Van Dam vraagt of het dan klopt dat de grondpositie nog eigendom is van Westland. Dit blijkt het geval. 04.
Jaarverslag 2011 Bezwaarschriftencommissie AwB Delfland
De heer Ranner wijst op het eind van het rapport, op pagina 11, waar iets wordt voorgesteld over het publiceren van het besluit. Hier is voetnoot 4 weggevallen. Mevrouw Van Dijke, secretaris van de bezwarencommissie, vertelt dat inmiddels wel weer wordt gepubliceerd. De meldingen worden niet gepubliceerd omdat het er te veel zijn, maar de vergunningen gaan naar digitale publicatie. Het advies van de bezwarencommissie is daarmee gedeeltelijk overgenomen. Wat hier staat, wordt volgehouden. 05.
Voorstel afronding Tax-I project (oorspronkelijk agendapunt 2.03 van de vertrouwelijke agenda)
De voorzitter deelt mede dat de stukken aangaande het Tax-I-project inmiddels openbaar zijn geworden en daarom naar het openbare deel van de vergadering worden verplaatst. Aangezien dit het enige agendapunt was van de vertrouwelijke agenda, vervalt hiermee de vertrouwelijke vergadering. De heer Van Dam wenst dat de borgstelling, die momenteel op 1,25 miljoen euro is gesteld, zo laag mogelijk wordt gehouden en niet zomaar wordt verlengd. De heer Van den Berg is het inhoudelijk met het voorstel eens, maar informeert naar de verdere procedure als andere waterschappen het er niet mee eens zijn. De heren Smits en Ranner zijn het ook eens met het voorstel. De heer Janssen antwoordt dat de borgstelling niet alleen voor het project Tax-I is bedoeld en dat de risico’s niet groter zijn dan normaal. De heer Van Dam begrijpt dit, maar vindt toch dat de borgstelling zou moeten worden afgebouwd. De heer Janssen legt uit dat dit alleen kan als het dossier op orde is. Het blijft een aandachtspunt. De voorzitter licht toe dat de ledenvergadering een advies aan het Waterschapshuis vaststelt. In het Waterschapshuis wordt het een definitief besluit. In het uiterste geval dat één of twee waterschappen niet meedoen, moet men naar de rechter. Dan volgt een gerechtelijke procedure over dat deel waar zij het niet over eens zijn. Als het Waterschapshuis in het ongelijk gesteld wordt, wordt door alle andere waterschappen samen afbetaald. De First Movers krijgen betaald door de andere waterschappen. Als er één weigert, krijgen de First Movers minder uitbetaald. De heer Van Dam uit zijn dank voor de uitleg, maar heeft nog een vraag over de gevolgen van het overgaan naar een stichting. De voorzitter legt uit dat zolang de aangegeven lijn wordt gevolgd, er geen probleem is, omdat het geschil dan overgaat naar de volgende rechtspersoon. Het moet dan wel netjes worden geregeld. 7.
Rondvraag en sluiting
Er zijn geen onderwerpen voor de rondvraag. De voorzitter sluit de vergadering om 12.00 uur.
12
Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering d.d. 11 september 2012. De voorzitter,
De secretaris,
mr. M.A.P. van Haersma Buma
drs. P.J.R. Baeten