COMMISSIE BESTUUR EN ORGANISATIE Delft, 24 april 2007 AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND Advies van de commissie Bestuur en Organisatie, tevens verslag van de vergadering op 24 april 2007 aangaande haar voorgelegde voorstellen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, ter behandeling in de Verenigde Vergadering op 10 mei 2007. Aanwezig: ir. Th.A. Fransen, hoogheemraad mevrouw J.A. Borsboom mevrouw G. Döll dr.ing. P.J. van Eijk A.L.A. van Ispelen mevrouw W.P.M, van Kester-Zwinkels ir. T.C.T. van der Laan Bouma mevrouw A.J.M, van Luijk-Bouwmeester F.P. Spaak H.M.J. Hoogweg
vice-voorzitter lid ingezetenen lid gebouwd lid ingezetenen lid bedrijfsgebouwd lid ingezetenen lid ingezetenen lid gebouwd secretaris-directeur plaatsvervangend secretaris
Voorts aanwezig: A.G. Wiegman
hoogheemraad
Afwezig: mr. M.A.P. van Haersma Buma K. de Boer C. Doelman P.C.J. Schepman
voorzitter lid Ingezetenen lid ongebouwd lid bedrijfsgebouwd
1.
Opening, vaststellen agenda
De heer Fransen opent om 14.00 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Er is bericht van verhindering van de voorzitter en de heren Doelman en Schepman. Op verzoek van de heer Van Eijk wordt de voortgangsrapportage Waterbeheersplan 2006 aan de agenda toegevoegd. Voor het overige wordt de agenda ongewijzigd vastgesteld. 2.
Notulen v e r g a d e r i n g commissie v a n 16 j a n u a r i 2 0 0 7 , inclusief a c t i e l i j s t
Notulen en actielijst worden ongewijzigd vastgesteld. De antwoorden op de nog openstaande vragen (bladzijde 1 onderaan) zijn Inmiddels rondgedeeld. Naar aanleiding van de discussie over de excursie naar de EU te Brussel (bladzijde 4 onderaan en bladzijde 5) vraagt mevrouw Döll of er concreet iets wordt gedaan om de Europarlementariërs beter te informeren over de zaken die in onder andere Delfland spelen. De heer Hooqweq antwoordt dat hier nu een plan voor wordt opgesteld. De eerste stap daarbij is, aldus zegt de heer Fransen, dat een aantal Nederlandse Europarlementariërs en de Unie-lobbyïst worden
uitgenodigd voor een bezoek aan Delfland. De dijkgraaf zal zijn contacten gebruiken om te bereiken dat zoveel mogelijk Europarlementariërs op die uitnodiging ingaan. Ook binnen de Unie-commissie Internationale zaken, groeit het besef dat het accent vooral op Europa moet liggen en dat het goed is om de relaties met de EU te versterken. 3.
Mededelingen: Voortgang behandeling n i e u w e W a t e r s c h a p s w e t
De heer Hooqweq herinnert aan de mededeling In de VV van 15 maart 2007, dat op 6 maart 2007 de behandeling van het wetsontwerp in de Eerste Kamer is geschorst in verband met principiële vragen van een aantal fracties over de afzonderlijke zetels voor specifieke belangencategorieën, de democratische legitimatie van het waterschapsbestuur en de vraag of de partijen of groepen die lijsten willen Indienen, een volledige rechtsbevoegdheid moeten hebben. Gisteren is het antwoord van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat op deze vragen verschenen, waarin zij uitleg geeft en de Eerste Kamer vraagt om de behandeling nu voort te zetten. Volgens de Unie zal die voortgezette behandeling in mei 2007 plaatsvinden, dus nog in de Eerste Kamer in de huidige samenstelling. In haar brief wijst de staatssecretaris erop dat artikel 4 van de Grondwet zelf al de mogelijkheid openlaat om voor bepaalde vertegenwoordigende organen een uitzondering te maken. Omdat het bij een waterschap om een functionele democratie gaat, is het volgens de staatssecretaris gerechtvaardigd om zo'n uitzondering te maken. Over de geborgde zetels voor specifieke belangencategorieën zegt zij dat de organen die de leden op deze zetels benoemen, daarmee de verantwoordelijkheid op zich nemen om te zorgen voor een adequate vertegenwoordiging. Het gaat hierbij om het Bosschap, de Kamers van Koophandel en LTO. De staatssecretaris heeft overleg gevoerd met deze drie organen, waarbij duidelijk is geworden dat zij zich er terdege van bewust zijn dat het moet gaan om een vertegenwoordiging op niveau. Bij het punt van de volledige rechtsbevoegdheid geeft de bewindsvrouwe aan dat in de algemene maatregel van bestuur blj de nieuwe wet zal worden opgenomen dat alle partijen of groepen die kieslijsten willen indienen, volledig rechtsbevoegd dienen te zijn. Daarmee wordt een gelijke behandeling bereikt ten opzichte van politieke partijen, voor wie de eis van volledige rechtsbevoegdheid al geldt. De Kiesraad heeft al eerder In deze zin geadviseerd. Hij zal ervoor zorgen dat de brief aan de Eerste Kamer met de antwoorden van de staatssecretaris meegaat met de nazending voor de komende VV-bijeenkomst. De heer Fransen voegt eraan toe dat de staatssecretaris met de drie benoemende organen ook heeft afgesproken dat er een transparante procedure zal worden gevolgd en de benoemingen dus niet in binnenkamertjes worden geregeld. Mevrouw Van Kester vindt wel dat het allemaal erg lang duurt. Langzamerhand moeten partijen en andere groeperingen gaan nadenken over kieslijsten, maar zekerheid dat het doorgaat, is er nog steeds niet. De heer Van Eiik gaat ervan uit dat er in mei 2007 wel duidelijkheid zal komen over de Inhoud van de nieuwe wet. Het lijkt hem nodig dat Delfland direct daarop Informatie gaat geven aan betrokken partijen over onder andere het punt van de volledige rechtsbevoegdheid en over de manier waarop lijsten samengesteld kunnen worden. De heer Hooqweq wijst erop dat het volgend jaar om landelijke verkiezingen voor alle waterschappen gaat, in de organisatie ervan speelt het Waterschapshuis een vooraanstaande rol. Een groot deel van de voorbereiding wordt dus al verzorgd door het Waterschapshuis, waaronder het opstellen van draaiboeken en communicatie op hoofdlijnen. De communicatie over detailaspecten die samenhangen met het specifieke gebied, is een zaak voor elk waterschap afzonderlijk. Verder Is Inmiddels duidelijk dat de kandidaatstelling in september 2008 zal plaatsvinden. 4.
Ter b e s l u i t v o r m i n g
II.3.
Jaarrekening 2006
De heer Van Eijk maakt namens zijn categorie een compliment voor de heldere jaarrekening, die sterk verbeterd is ten opzichte van de vorige. Ook is zijn categorie zeer tevreden met het overnemen door het college van de adviezen van de Rekeningcommissie. Bij hem leeft nog wel de vraag welke maatschappelijke baten worden gegenereerd met de activiteiten van Delfland, maar hij zal daar graag nader op Ingaan in aanwezigheid van de nieuwe dijkgraaf.
Mevrouw Van Luiik merkt op dat enerzijds de overschotten nog steeds hoog zijn, waardoor het erop lijkt dat de heffingen hoger zijn dan nodig is. Anderzijds neemt wel het totaal van de vaste schulden steeds verder toe. Waarom wordt er niet afgelost op die schulden? De heer Van der Laan Bouma had eerder begrepen dat met de PPS-constructle voor het AHRproject de geraamde besparing van 17% (ten opzichte van de kosten als Delfland alles zelf zou hebben gedaan) wel ongeveer is gehaald. Uit de tabel op bladzijde 31 blijkt dat er ten opzichte van de begroting van bijna € 500 miljoen een besparing van € 143 miljoen is bereikt, dus ongeveer 30%. Het zou niet misstaan als dit punt in de communicatie benadrukt zou worden, want dit is een buitengewoon goed resultaat. Blj bladzijde 42 onderaan vraagt hij, wat de totale kosten vanaf de oprichting tot en met de opheffing van de Stichting Delfwater zijn geweest en welke besparing Delfland misloopt door het opheffen van deze stichting. In de jaarrekening wordt alleen vermeld dat de financiële afwikkeling "is verwerkt in deze jaarrekening". Dat vindt hij wel erg mager. Op bladzijde 115 (staat van personeelskosten) is hem opgevallen dat de kosten van de directie in 2006 een stuk hoger zijn uitgevallen dan de raming in de begroting 2006, terwijl de werkelijke bezetting ongewijzigd Is gebleven (2,9 fte). Wat is de oorzaak van deze stijging? Diezelfde vraag heeft hij bij het Project- en Ingenieursbureau: ook daar is de uitkomst over 2006 een stuk hoger dan de begrotingsraming en bovendien is hier het aantal fte's Iets gedaald. Als dit te maken heeft met inhuur van externe krachten, die In het algemeen duurder zijn dan vast personeel, hoort hij graag wat wordt gedaan om deze externe krachten te vervangen door vaste krachten. Ook de heer Van Ispelen had deze twee vragen over de staat van personeelskosten willen stellen. Hij herinnert daarbij aan de discussie die vorig jaar is gevoerd over het inhuren van externe krachten, waarbij als uitgangspunt naar voren is gekomen: zoveel mogelijk vast personeel. Mevrouw Van Kester vraagt hoe het gaat met het overhevelen van personeel van een afdeling waar projecten zijn afgerond of om andere redenen minder personele capaciteit nodig ls, naar een nieuwe afdeling die juist meer personeel kan gebruiken. Worden de mogelijkheden op dit punt steeds nauwkeurig bekeken? Voorkomen moet worden dat er in zulke gevallen weer externe krachten worden ingehuurd. Mevrouw Döll vindt het bedrag voor "personeel van derden" erg hoog. Het geeft ook het risico dat er, als dit personeel weer vertrekt, kennis uit de organisatie verdwijnt. De heer Wieqman licht op de vraag over de opbrengsten en de schuldpositie toe, dat jaarlijks in de begroting en de rekening de kapitaallasten (rente en afschrijving) van de gerealiseerde projecten verwerkt worden. Verder zijn er nog incidentele opbrengsten, zoals onlangs de verkoop van een stuk grond aan de gemeente Maassluis en na-ljleffecten die bijvoorbeeld zijn opgetreden door de opheffing van de Stichting Delfwater. Bovendien staat er een hogere waarde van bezittingen tegenover de hogere schuldpositie. Daarnaast herinnert hij eraan dat voor het gelijkblijven of slechts gering verhogen van de tarieven 2007 al een groot deel van het overschot is aangewend dat nu in de rekening 2006 is geboekt. Dat kon eind 2006 al worden ingezet, omdat toen in de najaarsnota een groot overschot naar voren kwam. Daarover is toen uitvoerig gecommuniceerd en dat is herhaald in de bijsluiter bij de tarieven. Alle kosten die in de loop der jaren zijn gemaakt voor de oprichting en de opheffing van de Stichting Delfwater, inclusief de kosten van adviseurs, zijn geboekt op de balans van deze stichting. Al met al moet Delfland nu een bedrag van € 1,2 miljoen voor zijn rekening nemen. Dit bedrag is verwerkt in de jaarrekening 2006. Het was de bedoeling om uiteindelijk voor circa € 90 miljoen aan projecten in de stichting onder te brengen. Daar zou dan de belasting toegevoegde waarde (19%) op bespaard zijn, maar daartegenover had Delfland wel weer huur moeten betalen aan de stichting. In antwoord op de vraag over het AHR-project wijst de heer Fransen erop dat het in feite gaat om twee projecten: enerzijds de bouw dan wel de renovatie van de AWZI's Harnaschpolder en Houtrust in het kader van de PPS-constructie, anderzijds de aanleg van leidingen in de Haagse regio. Bij het eerste project is de verwachte besparing van 17% gehaald. Het tweede project Is volledig door Delfland zelf uitgevoerd en daarbij zijn omvangrijke aanbestedingsvoordelen behaald, omdat juist op de momenten van aanbesteding de markt voor aannemers zeer flauw was. Tot nu toe ls daar eigenlijk weinig publiciteit aan gegeven, terwijl Delfland daar zeker trots op mag zijn. De heer Van der Laan Bouma onderschrijft dat laatste. Het geeft voor hem ook aan dat PPS niet altijd zaligmakend is.
De heer Spaak deelt mee dat de vragen naar aanleiding van de cijfers op bladzijde 115 schriftelijk zullen worden toegelicht. Hij merkt op dat de stijging van de werkelijke bezetting in 2006 mede te maken heeft met het omzetten van externe contracten in een ambtelijke aanstelling. Lukt dat niet, dan wordt er soms voor gekozen om de externe kracht nog enige maanden in te blijven huren, teneinde diens kennis over te brengen aan medewerkers van Delfland. De gewenste uitbreiding met vast ambtelijk personeel (en daartegenover het afbouwen van externe inhuur) loopt overigens moeizaam, omdat het door de huidige situatie op de arbeidsmarkt niet gemakkelijk Is om geschikte krachten aan te trekken. Verder is het vrijwel onmogelijk geworden om medewerkers aan te trekken op een tijdelijk contract van twee jaar. Er wordt uiteraard scherp gelet op mogelijkheden om medewerkers op andere afdelingen in te zetten, als dat mogelijk en nodig Is. Van de mogelijkheid om een medewerker met een vaste aanstelling in te zetten voor een project waar maar tijdelijk geld voor beschikbaar is, In de verwachting dat er na afloop van dat project binnen Delfland wel weer een andere plek voor deze medewerker zal zijn, wordt nog te weinig gebruik gemaakt. Deze mogelijkheid wordt nu wel bewust gebruikt bij het Project- en Ingenieursbureau, maar bij andere afdelingen gaat dat nog moeizaam. Mevrouw Van Luiik herinnert aan de afspraak in een eerdere VV-bijeenkomst, dat de samenvatting van de managementletter van de accountant aan de VV-leden wordt toegezonden. De heer Fransen merkt op dat de managementletter een zaak tussen accountant en management is. Dit stuk wordt wel aan een commissie als de Rekeningcommissie verstrekt, maar hij zou er op het eerste gezicht weinig voor voelen om dit stuk ook aan alle VV-leden toe te zenden. De heer Wieqman zal laten nazoeken of de genoemde afspraak indertijd Is gemaakt. Als dat het geval Is, zal hij die afspraak nakomen. De commissie adviseert overeenkomstig het voorstel te besluiten. II.2.
V o o r t g a n g s r a p p o r t a g e Waterbeheersplan 2006
De heer Van Eiik stelt eerst met instemming vast dat 87% volgens plan verloopt. Vervolgens pielt hij ervoor om voortaan In voortgangsrapportages de planning niet te beperken tot het slotjaar van het Waterbeheersplan, maar de tijdshorizon naar later te verschuiven als blijkt dat de planning voor bepaalde projecten of activiteiten tot na 2009 gaat reiken. Verder vraagt hij om na te gaan of in 2008 alvast kan worden begonnen met het proces tot opstelling van het nieuwe Waterbeheersplan. Ook bij dit plan ligt het voor de hand om niet te snel te kiezen voor aantrekken van nieuw personeel, maar eerst goed na te gaan of er van een andere afdeling geschikte medewerkers kunnen worden overgenomen. In de voortgangsrapportage wordt op een aantal punten aangegeven dat het ontbreken van beleidsregels een knelpunt vormt, of dat de pilot niet de gewenste duidelijkheid heeft opgeleverd, waardoor de uitvoering wordt gehinderd. Hij vraagt daar aandacht voor. Ten slotte vraagt hij of er ook in het burgerjaarverslag wordt Ingegaan op de voortgang van het Waterbeheérsplan.^ De heer Fransen zegt dat vanmorgen In de commissie Waterbeheer al is gediscussieerd over een meer dynamische planning en het naar later verschuiven van de tijdshorizon. Het lijkt hem het beste om te verwijzen naar het verslag van die vergadering, om niet de kans te lopen dat hij gaat afwijken van hetgeen vanmorgen is gezegd. Verder is het de bedoeling om In 2008 een start te maken met het opstellen van het nieuwe Waterbeheersplan. De heer Spaak moet over de vraag over het burgerjaarverslag eerst contact opnemen met Communicatie. Hij zal schriftelijk antwoord geven. Hierna merkt hij op dat in het algemeen met een pilot wordt beoogd om na te gaan of gewenst nieuw beleid mogelijk Is. Met het uitvoeren van een pilot worden ook risico's gelopen. Als bijvoorbeeld een pilot wordt gestart over het slaan van damwanden als versterking van een waterkering, kan een projectontwikkelaar vragen om datzelfde te doen blj een project dat hij onderhanden heeft, omdat hij dan dichter blj de kade kan bouwen. Anderzijds blijft het
' In het jaarverslag wordt aandacht besteed aan (de uitvoering) van het Waterbeheersplan.
oude beleid gewoon gelden gedurende de looptijd van de pilot, want er is dan nog geen bestuurlijk besluit over nieuw beleid genomen. Zo'n vraag van een projectontwikkelaar zal dan op grond van het vigerende beleid moeten worden afgewezen, vervolgens zal hij zich beroepen op gelijke behandeling. Er moet in zulke gevallen dus voorzichtig en zorgvuldig worden gehandeld. Eigenlijk zou het beleid tijdens de pilot bijgesteld moeten worden, om te voorkomen dat Delfland in zijn eigen staart bijt, maar dat kost wel veel meer tijd. De commissie adviseert overeenkomstig het voorstel te besluiten. 5.
A g e n d a p u n t e n t e r kennisname
IV.4.
Benoeming plaatsvervangend secretaris commissies
De commissie adviseert dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. 6.
Rondvraag en s l u i t i n g
• Mevrouw Döll Is onlangs lid van de Haagse gemeenteraad geworden en kreeg blj die gelegenheid een uitvoerige brief van Delfland over de Kaderrichtlijn Water. Zij vindt dit een uitstekend initiatief, dat alleen maar de besluitvorming in de gemeenteraad ten goede kan komen. De heer Fransen zegt dat dit een initiatief van mevrouw Ruijgh is. • Mevrouw Van Kester heeft gezien dat op de recente kaart van kanoroutes in het Westland, gemaakt door Delfland en de gemeente, alleen maar lijntjes zijn ingetekend en geen namen van sloten of dorpen zijn vermeld. De kaart is daardoor niet zo bruikbaar voor mensen die niet goed thuis zijn in het Westland. De heer Fransen zal er aandacht aan geven.^ • Mevrouw Van Kester meldt verder dat blj baggerwerkzaamheden In de Zeven Gaten bij De Lier alle waterlelies kapot zijn getrokken en de bagger op de kanten is gegooid. De stronken van de waterlelies drijven inmiddels door het hele gebied heen.^ • Mevrouw Van Kester vraagt ten slotte hoe het staat met de stank vanuit de AWZI Harnaschpolder. Daar wordt nog steeds flink over geklaagd. De heer Fransen antwoordt dat de hoeveelheid stank die uit de installaties komt, tweemaal groter blijkt te zijn dan bij het ontwerp was voorzien. Daardoor kan het biologische lava-elndfllter maar 85% van alle stank afvangen en gaat de overige 15% naar buiten toe. Er wordt nu geëxperimenteerd met het inzetten van actief koolfilters die geur bij de stankbronnen afvangen, om het aanbod van stank voor het Iavafilter weer op het indertijd berekende niveau te brengen. Ook wordt nagegaan of het Iavafilter uit te breiden of aan te passen is. Daarnaast is er bij de AWZI nog een probleem, dat overigens niet tot klachten heeft geleid: in het contract van indertijd Is per ongeluk een verkeerde decibel-waarde opgenomen, namelijk een die nog lager ligt dan het normale omgevingsgeluid. Daardoor voldoet de AWZI formeel niet aan de geluidseisen in de vergunning, want volgens die eisen zou de installatie de omgeving zelfs stiller moeten gaan maken dan vroeger het geval was. Volgens de provincie kan dit probleem alleen worden weggenomen door een herziening van de vergunning aan te vragen, maar dat betekent een lange procedure. Er wordt daarom samen met de provincie naar een andere oplossing gezocht. Op de nadere vraag van mevrouw Van Kester of dit alles ook wordt uitgelegd aan de omwonenden, antwoordt de heer Fransen dat het contact met omwonenden niet door Delfland, maar door Delfluent wordt onderhouden. Tot nu toe zijn de omwonenden daar in het algemeen tevreden over, zo heeft hij begrepen.
^ De kaart met de kanoroutes is niet in of na overleg met Delfland tot stand gekomen. De kaarten worden overigens uit de roulatie genomen. Er zal een kaart met meer informatie worden vervaardigd. •* De Zeven Gaten maken onderdeel uit van het boezemsysteem. De onderhoudsplicht rust bij Delfland, derhalve heeft het hoogheemraadschap opdracht gegeven tot het baggeren van de Zeven Gaten. In het hele Westland is gebaggerd, het is dus niet gezegd dat de wortelstronken van de lelies uit de Zeven Gaten afkomstig zijn. In de overeenkomsten met de aannemers is opgenomen dat opdrijvend materiaal zoveel mogelijk verwijderd moet worden. Overigens komt het regelmatig voor dat wortelstronken pas enige dagen na het baggeren opdrijven. De leliepopulatie herstelt zich binnen een jaar. Het op de kant zetten van de baggerspecie Is in nauw overleg gebeurd met de eigenaren.
Hierna sluit hij om 15.15 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld In de vergadering van de commissie Bestuur en Organisatie van 26 juni 2007. De voorzitter,
De plaatsver
oogweg
cretaris.