CASUSBESCHRIJVING
2013 Museumkompas Lectoraat Crossmedia Business www.museumkompas.nl Hogeschool Utrecht BMC Adviesmanagement
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
Inhoudsopgave
Pagina 1.Beschrijving museum Speelklok
3
1.1 Locatie
3
1.2 Wie is het museum Speelklok?
3
1.3 Wat wil het museum Speelklok?
4
1.4 Doelgroepen
5
1.5 Collectie
6
1.6 Publieksactiviteiten
6
1.7 Communicatie en marketing
7
1.8 Inkomsten
8
1.9 Samenwerkingsverbanden
8
1.10 Archetype
8
2. De opdracht
11
2.1 Opdrachtomschrijving
11
2.2 Uitvoering van de opdracht
12
2.2.1 Museum Battle
12
2.2.2 Veldtest
15
3. Impact
16
3.1 Service domein
16
3.2 Technische domein
18
3.3 Organisatie domein
19
3.4 Financiële domein
19
3.5 Conclusie
20
4. Reflectie best practices
21
Referenties, 24
[2]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
1. Beschrijving Museum Speelklok Het Museum Speelklok presenteert een collectie muziekinstrumenten vanaf de 15 de eeuw, waaronder speeldozen, straat, kermis- en dansorgels,. 1.1
Locatie
Het Museum Speelklok is gevestigd in Utrecht en heeft vanaf 1956 meerdere locaties bewoond. Vanaf 1984 zijn ze gehuisvest in de gerestaureerde middeleeuwse Buurkerk, waarbij middels een restauratie in 2005 de ruimtelijke kwaliteiten en gotische bouwtraditie van de kerk zo veel mogelijk zijn benut. Er is veel ruimte en zicht op de collectie zodat het museum zo goed mogelijk tot zijn recht komt. De jaarlijks 6 miljoen passanten van de Steenweg worden, door de verplaatste hoofdingang, beter verleid tot een bezoek aan het Museum. Adresgegevens Steenweg 6 3511 JP Utrecht 030 231 2789 www.museumspeelklok.nl Contactpersoon Ebelin Boswinkel, Hoofd Publiek en Communicatie
[email protected] 1.2
Wie is het museum Speelklok?
Naar aanleiding van een tentoonstelling ‘Van Speeldoos tot Pierement’ in 1956 is het museum ‘het Nationaal Museum van Speeldoos tot Pierement’ opgericht met initiatiefnemers Stichting Stadsontspanning Utrecht en Kring van Draaiorgelvrienden. In 1958 gingen de deuren voor het publiek open. Het Museum Speelklok presenteert een collectie muziekinstrumenten vanaf de 15de eeuw, waaronder speeldozen, straat, kermis- en dansorgels, heeft een toegankelijk restauratieatelier en organiseert regelmatig publieksevenementen. Totdat in 1970 de eerste medewerkers werden aangenomen werd het museum vrijwel alleen door vrijwilligers gerund in een vleugel van het Catherijneconvent. Het Museum is in de zomer van 2010 begonnen met het doorvoeren van een naamswijziging ‘Museum Speelklok’. Daarnaast is er tegelijkertijd een nieuwe huisstijl ontwikkeld die gefaseerd in alle uitingen van het museum is doorgevoerd. Er is hierbij tevens aan de slag gegaan met de indeling en aankleding van het museum. In oktober 2010 is de tentoonstelling ‘SingSong Schatten uit de Verboden Stad’ door Prinses Maxima geopend. Ze zijn momenteel bezig met een grote herinrichting die gefaseerd wordt uitgevoerd. Het eerste deel is in december 2012 geopend. Het tweede deel wordt in de zomer van 2013 geopend. Het laatste deel staat voor 2014 gepland. [3]
Casusbeschrijving Museum Speelklok 1.3
Museumkompas
Wat wil het museum Speelklok?
De doelstelling van het museum is het wekken van belangstelling voor automatisch spelende muziekinstrumenten. Volgens het museum is deze doelstelling vanaf het begin met succes in de praktijk gebracht. Dit baseren zij op de hoge bezoekersaantallen die het museum vanaf het begin trekt. Daarnaast is de museumcollectie aanzienlijk gegroeid waardoor ze tot twee keer toe genoodzaakt zijn om te verhuizen naar een grotere locatie. De missie van museum de Speelklok luidt: Museum Speelklok vertelt klinkende verhalen over
het eeuwenoude verlangen muziek te kunnen weergeven, door de zelfspelende instrumenten in hun context op onvergetelijke wijze tot leven te laten komen Daarnaast streeft Museum Speelklok ernaar om uitgebreide collectie-informatie toegankelijk, vindbaar en bruikbaar te maken voor eigen medewerkers, andere kennisinstellingen en het brede publiek. Met het oog op de toekomst wil het museum tenslotte meer experimenteren met, en leren over het gebruik van nieuwe presentatievormen, die aansluiten bij de behoeften van de bezoeker. Daar komt bij dat bezoekers komen met verwachtingen die wellicht gebaseerd zijn op een eerder bezoek aan dit of een ander museum. Begin 2010 is de strategie voor de periode 2010 - 2015 bepaald. De kernpunten van de strategie zijn: Het behouden en uitbreiden van een brede, spelende collectie en de kennis hiervan Het presenteren van de collectie in context om deze op verschillende manieren voor verschillende doelgroepen toegankelijk(er) te maken Het organiseren van wisselende activiteiten om het museum aantrekkelijk(er) te houden, ook voor herhaal- en nieuwe bezoekers Het creëren van een gezonde(re) financiële basis Het verder professionaliseren van de organisatie In het jaarverslag van 2011 zijn er nog specifiekere strategische kernpunten bepaald, namelijk voor de collectie, educatie en projecten. Collectie & kennis -
Een spelende, brede collectie
-
Kennis en ervaring op het gebied van restauratie en de collectie
-
Een netwerk van verzamelaars/ collecties, restauratoren en experts
-
Het vastleggen van kennis voor de toekomst
Presentatie & educatie -
Live spelende instrumenten
-
De collectie in context geplaatst, toegankelijk op verschillende manieren, voor verschillende doelgroepen, d.m.v. een gelaagde kennisoverdracht
-
Aansluitend op kerndoelen primair onderwijs
-
Herkenbare, consistente uitstraling [4]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
Projecten (evenementen, tentoonstellingen, voorstellingen, speciale partijen etc.):
1.4
-
Het trekken van nieuwe bezoekers
-
Het stimuleren van herhaalbezoek
-
Bij voorkeur met een duidelijke link met de collectie
-
Terugkerende programma structuur met 8-jaren beleidsplan Bezoekers
Het museum richt zich op een brede doelgroep: van kinderen tot senioren, van muziekliefhebbers tot techneuten, van ingetogen luisteraars tot uitbundige meezingers. Kortom iedereen die een plezierige middag met muziek wil beleven is van harte welkom. Het museum leent zich daarom ook goed voor een bedrijfsuitje, familiedag, kinderfeestje en schoolreisje en is geschikt voor het hele gezin, kinderen, volwassenen en ouderen. Voor zowel individuele bezoekers als bezoekers in groepsverband uit basisonderwijs, middelbaar onderwijs, volwasseneneducatie en hoger onderwijs zijn er ook veel mogelijkheden voor leren en spelen. Ook samenwerkingsverbanden en marketingacties worden met diverse organisaties en partijen aangegaan en opgezet. Het museum ontvangt jaarlijks duizenden nationale en internationale bezoekers. In 2011 trok het Museum ongeveer 110.000 bezoekers. In onderstaande tabel is te zien hoeveel bezoekersaantallen er in 2009 en 2010 waren en waaruit deze bezoekersaantallen bestonden.
Tabel: Bezoekersaantallen 2009 en 2010 (bron: jaarverslag 2010)
Tabel: Bezoekersaantallen 2010 en 2011 (bron: jaarverslag 2011) Ook heeft museum Speelklok veel ervaring opgebouwd met het op maat presenteren van de collectie en muziek die uit heel de wereld afkomstig is. Deze ervaring heeft het museum [5]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
uitgebreid met rondleidingen met speciale verhalen en muziek voor allochtonen. Bijzondere museumstukken uit herkomstlanden van de deelnemers worden gedemonstreerd en spelen muziekstukken die speciaal voor deze doelgroep aantrekkelijk zijn. Naar aanleiding van de naturalisatieceremonies voor de Gemeente Utrecht waarmee het museum in 2007 ongeveer 2500 allochtone bezoekers ontving hebben zij dit verder uitgebouwd. Het museum richt zich daarom ook op de ouders, grootouders en kinderen van 4 – 12 jaar uit de vier grootste groepen allochtonen in Nederland: Turken, Marokkanen, Surinamers en Antilianen. Met behulp van publieksactiviteiten probeert het museum specifiekere doelgroepen te bereiken. Educatieve projecten met bijvoorbeeld Lot Lohr uit Sesamstraat voor de kleine kinderen en optredens van bekende muzikanten voor de jongeren. Het museumpodium dat in 2010 is opgericht is speciaal bedoeld om de jongere generatie aan te trekken. Daarnaast verwacht Museum Speelklok met het museumpodium een aantrekkelijke partner te worden voor de vele regionale en nationale festivals en evenementen. Met deze samenwerking verwacht het museum een jongere en nieuwe publieksgroep te trekken in de leeftijd van 18 tot 40 jaar. Ook organisaties waarmee het museum reeds jaren samenwerkt hebben baat bij het museumpodium in Utrecht met de juiste faciliteiten, zoals het Festival Oude Muziek, Culturele Zondagen, het Gothic Festival Summer Darkness en het Nederlands Film Festival. 1.5
Collectie
In de collectie bevinden zich speeldozen, klokken met speelwerken, pianola's, automatisch spelende piano's, draaiorgels (pierementen), dansorgels, en een torenuurwerk met carillon. De collectie en haar context wordt toegankelijk door middel van een rondleiding, waarbij de instrumenten live spelend worden gedemonstreerd. Het repertoire varieert van Weense wals en tango tot smartlap en top40. Naast rondleidingen kan er vrij worden rondgelopen in de museumzalen. In de MuziekFabriek kunnen kinderen met behulp van verschillende media zelf muziek componeren en programmeren. In Café Decap kunnen verschillende zelfspelende muziekinstrumenten beluisterd en bediend worden. Het museum beschikt over een repertoire van meer dan 10.000 muziekstukken op rol, orgelboek of speelplaat. Daarnaast kunnen bezoekers ook nog een kijkje nemen in het Restauratieatelier. In het atelier zijn de restauraties van vele instrumenten zichtbaar. Tot op de dag van vandaag wordt daar gewerkt aan projecten die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het museum als kenniscentrum. De collectie wordt met zorg en professionele kunde onderhouden, gerestaureerd en uitgebreid. Daarnaast wordt de vakkennis behouden voor de toekomst door het opleiden van restauratoren. De collectie is inmiddels de grootste ter wereld die de volledige periode dekt van de eerste zelfspelende muziekinstrumenten uit de late Middeleeuwen tot aan het heden. 1.6
Publieksactiviteiten
Een manier om het museum en de collectie toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor een breed publiek is door verscheidene evenementen, activiteiten en bijzondere voorstellingen te [6]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
organiseren, dit in combinatie met elementen uit het museum: muziek en techniek. Het museum organiseert projecten met bekende artiesten onder de naam “Museumpodium Speelklok”. Onder het motto Daring Crossovers gaan de zelfspelende instrumenten van Museum Speelklok verrassende onverwachte muzikale confrontaties aan met artiesten. Zo hebben er al vele artiesten samen met de instrumenten uit het museum opgetreden op Museum Podium Speelklok. Onder andere Wouter Hamel met een voor hem geprogrammeerd speeldoosje, Ellen ten Damme met vioolspelend konijn, Lucky Fonz III met een kermisorgel en Spinvis met de Photoplayer. De combinaties tussen het repertoire van artiesten en museuminstrumenten wil het museum voor een breed en groot publiek toegankelijk maken. Ook wordt er jaarlijks deelgenomen aan de Utrechtse museumnacht, met name met het Museum Podium Speelklok. Er wordt dan op een leuke manier ingespeeld op een jongere generatie door het gebruik van nieuwe media en het organiseren van wedstrijden (Stichting Nederland Kennisland, 2011). De musea trekken samen op tot het bereiken van een nieuwe doelgroep die anders misschien niet bereikt zou worden. Verhuur van verschillende ruimten zoals het middenschip, of van muziekinstrumenten zoals draaiorgels is mogelijk tijdens en na openingstijden. Dit is verder uitgewerkt met: presentaties, congressen, huwelijken, huwelijksfeesten, themarondleidingen en particuliere feesten en partijen. Deze commerciële activiteiten geven het museum een betere financiële basis om op andere vlakken nog meer kwaliteit te kunnen bieden. 1.7
Communicatie en marketing
Het museum heeft een aantal eigen middelen ontwikkeld zoals het Museum Magazine, een digitale nieuwsbrief, activiteitenagenda en een website met onder andere een restauratieblog. De website werd in 2010 door 125.614 bezoekers bezocht. Met een piek van oktober tot en met december, de maanden waarin de tentoonstelling SingSong, Schatten uit de Verboden Stad net geopend was en veel media-aandacht kreeg. Voor de promotie van het museum wordt veel free publicity gebruikt. Door de beperkte budgetten voor marketing is dit van vitaal belang. Over het museum werd in 2010 veelvuldig gesproken en geschreven in verschillende media, waaronder nationale en regionale radio en televisie, landelijke en regionale dagbladen, weekbladen, (vak)tijdschriften en maandbladen. De totale waarde van alleen al de geschreven free publicity is in 2010 uitgekomen op €1.376.019. Daarbij zijn alle televisie en radio uitzendingen (oa. NOS Journaal, RTL Boulevard, Uur van de Wolf, Blauw Bloed, BZT show) buiten beschouwing gelaten. In het verleden heeft het museum ook prcampagnes uitgevoerd om allochtone doelgroepen te trekken door muziekstukken uit hun cultuur in het museum te implementeren. Hierbij werden speciale rondleidingen, lezersacties en kortingsbronnen gebruikt om de bekendheid van het museum onder deze specifieke doelgroep te vergroten.
[7]
Casusbeschrijving Museum Speelklok 1.8
Museumkompas
Inkomsten
Het museum genereert voor een groot aandeel zelf de inkomsten. De entreegelden, de inkomsten uit de museumwinkel, het museumcafé en de zaalverhuur vormen een belangrijke financiële basis. De Gemeente Utrecht biedt daarnaast een structurele exploitatiesubsidie die noodzakelijk is voor het museum. Ook is het museum zeer actief in het werven van fondsen voor verschillende projecten. De BankGiro Loterij is daarbij de belangrijkste begunstiger, met een structurele bijdrage ten behoeve van de collectie en presentatie van € 200.000 per jaar. 1.9
Samenwerkingsverbanden
Musea Utrecht is een initiatief van de Stichting Utrechts Museumkwartier. Dit is een samenwerkingsverband van elf Utrechtse musea: AAMU, museum voor hedendaagse Aboriginal kunst, Centraal Museum, dick bruna huis, Domtoren, Geldmuseum, Het Spoorwegmuseum, Het Utrechts Archief, Museum Catharijneconvent, Museum Speelklok, Sonnenborgh – museum & sterrenwacht en het Universiteitsmuseum. De Utrechtse Musea hebben in 2010 de samenhang en samenwerking versterkt. De stichting heeft tot doel de gezamenlijke marketing van de Utrechtse musea vorm te geven en de samenwerking tussen de musea te bevorderen. Om dit samenwerkingsverband duidelijk neer te zetten en de stad Utrecht herkenbaarder te maken als museale trekpleister is er een gezamenlijk logo ontwikkeld. Op zaterdag 12 februari 2011 is als resultaat van de gezamenlijke marketingstrategie een nieuw logo gelanceerd. 1.10
Archetype
De museumwijzer is gebruikt om te bekijken welke archetypen voor museum Speelklok van toepassing zijn, en om te bekijken welke ontwikkeling het museum de komende jaren wil maken. Aangezien Museum Speelklok in een overgangsfase zit naar een nieuwe inrichting is de museumwijzer concreet ingevuld vanuit de huidige en nieuwe situatie. In de huidige situatie is gekeken naar de manier hoe het museum op dit moment is ingericht en hoe ze zich naar het publiek presenteren. Voor de gewenste situatie is gekeken naar de manier hoe en waarom het museum zich met de herinrichting naar het publiek wil presenteren. Op dit moment speelt de collectie van Museum Speelklok in de tentoonstelling een belangrijke rol. Het museum is namelijk geordend op het soort instrument en techniek. Dit betekent dat het museum zich tijdens het museumbezoek met name met haar collectie naar het publiek wil profileren. Dit is een kenmerk van een heiligdom waarbij de collectie als belangrijkste waarde van het museum wordt beschouwd. Het heiligdom streeft naar het verzamelen en presenteren van de topcollectie van authentieke en unieke objecten. De bezoeker kan deze collectie bezichtigen en krijgt daarbij alle informatie over de authenticiteit en uniciteit van de objecten. De museummedewerkers handhaven daarbij het respect voor en veiligheid van de collectie en de museumdirectie stuurt op de kwaliteit, compleetheid en uiteraard op het behoud en beheer van de collectie. De collectiewaarde van een heiligdom komt dus redelijk overeen met hoe museum Speelklok op dit moment is ingericht en [8]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
georganiseerd. Echter, Museum Speelklok is een verandering aan het ondergaan. Uit de vragen over de gewenste situatie bleek dat museum Speelklok zich meer wil positioneren als een
kennishuis. Met de nieuwe inrichting willen ze namelijk, meer dan het museum op dit moment beoogt, verhalen over de bijzondere objecten vertellen met een educatieve basis, zodat het publiek meer kan leren van de collectie. In een kennishuis staat de leerervaring centraal. Het kennishuis streeft naar het overdragen van een educatief verhaal over de thema’s uit het museum. De bezoeker neemt kennis van het verhaal en leert daarmee over de werking van de muziekinstrumenten uit de tentoonstelling. De museummedewerkers geven de bezoekers uitleg over de werking van de getoonde objecten en taferelen. De museumdirectie stuurt op de begrijpelijkheid van de tentoonstellingen en de uitleg daarbij. Museum Speelklok wil zich dus meer op hun educatieve waarde focussen, door klinkende (educatieve) verhalen over de collectie te vertellen. Ze zijn op het moment van deelname aan de Museum Battle op zoek naar de manier hoe ze de inrichting thematisch (en educatief verantwoord) kunnen inbedden. Museum Speelklok heeft daarnaast een aparte doelstelling opgesteld over de manier hoe ze zich naar het publiek willen richten om mensen naar het museum te trekken. Deze doelstelling is: op een toegankelijke en aantrekkelijke manier met uitgebreide collecties verschillende (nieuwe) doelgroepen aantrekken en binden. Het publiek wordt hierbij aangesproken vanuit de waarden ‘muzikaal, vrolijk, kleurrijk en vermakelijk’ om voor een aangenaam museumbezoek te zorgen. Deze doelstelling en waarden zijn kenmerken van een experience centre. Het experience centre streeft namelijk naar het samenstellen en presenteren van aantrekkelijke tentoonstellingen als een avontuurlijke en meeslepende ervaring voor een breed publiek. De bezoeker wordt actief betrokken als figurant bij het verhaal van de tentoonstelling. De museummedewerkers betrekken de bezoekers actief bij de tentoonstelling zodat zij de thema’s van het museum aan den lijve ondervinden. De museumdirectie stuurt op de aantrekkingskracht van de tentoonstellingen en op het behalen van voldoende bezoekers en inkomsten. Dus naast de educatieve waarde (kennishuis) wil museum Speelklok zich met hun belevingswaarde (experience centre) bij het publiek positioneren. Samenvattend, Museum Speelklok presenteert zich bij het publiek als een toegankelijk en aantrekkelijk museum (experience centre). Tegelijkertijd willen ze hun collectie en tentoonstellingen meer inbedden in een educatief verhaal (kennishuis) om de waarde van de collectie voor de bezoekers te vergroten. Dit betekent dat ze zich van een interne naar een externe gerichtheid zullen verplaatsen. Zie figuur hieronder.
[9]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Figuur 1: Archetypen model
[10]
Museumkompas
Casusbeschrijving Museum Speelklok 2.
Museumkompas
De opdracht
In dit hoofdstuk zal de opdracht die het museum Speelklok heeft gegeven aan de studenten van de Hogeschool Utrecht beschreven worden. De studenten hebben deze opdracht tijdens de Museum Battle uitgewerkt. Een aantal van de concepten worden in de tweede paragraaf van dit hoofdstuk beschreven. 2.1
Opdrachtbeschrijving
De collectie van museum Speelklok is op dit moment alleen te horen tijdens de rondleidingen. Hierin wil Museum Speelklok verandering brengen. Het museum ziet dat ze - op het gebied van presentatie - niet goed genoeg aansluiten bij de veranderde informatiebehoefte en er valt momenteel tussen de rondleidingen door niet veel te beleven in de museumzalen. Maar wellicht nog belangrijker, er blijven nu te veel verhalen over de bijzondere objecten verborgen. Het museum wil de bezoeker ook buiten de rondleiding de mogelijkheid bieden om speelwerken te laten horen. In plaats van een ordening op soort instrument en techniek zal de nieuwe presentatie thematisch worden ingericht. Aan de hand van verrassende en onverwachte thema’s – zoals ‘Kermis’, ‘Money, money, money’, ‘Kunst en Kitsch’, ‘Zoals het klokje thuis tikt’ en ‘Dierenmanieren’ – worden klinkende verhalen verteld. Om deze verhalen te vertellen geeft de nieuwe presentatie antwoord op een aantal vragen rondom de inhoudelijke gebieden:
cultuurhistorie, muziek, techniek en kunsthistorie. Het authentieke en vrolijke karakter van het museum wordt hierbij zeker in stand gehouden. Verder heeft het museum een mascotte laten ontwerpen. De mascotte heet Toon en is een orgelaapje dat met een speeldoos speelt. Het is de bedoeling dat Toon een drieledige rol gaat vervullen: -
Als rode draad door het museum voor kinderen van 8 t/m 12 jaar: Toon neemt ze bij wijze van spreke aan de hand en wijst ze op de voor deze doelgroep interessante zaken’
-
Als marketingtool voor het in de markt zetten van de herinrichting: Toon wordt daarmee de mascotte – het smoel – van Museum Speelklok
-
Als leidend voorwerp van merchandising: Toon is zelf –als collectoritem– te koop in de museumwinkel. Met de afbeelding van Toon kan ook een hele lijn producten voor in de winkel worden ontwikkeld
Dit heeft geleidt tot de volgende vraagstelling: Op welke manieren kan Museum Speelklok
mascotte Toon in en buiten het museum inzetten met betrekking tot de bovengenoemde rollen?
[11]
Casusbeschrijving Museum Speelklok 2.2
Museumkompas
Uitvoering van de opdracht
De concepten van de studenten zijn tijdens de MuseumBattle in presentaties vertoond. Hieronder bevinden zich de presentaties die aan Museum Speelklok zijn laten zien.
2.1.1 Museumbattle DC1 “Toon en Noot” Toon en Noot nemen kinderen mee door het museum. Waarbij de kinderen zelf een muziekfilmpje op kunnen nemen voor de camera en tekeningen kunnen maken van draaiorgels.
DC 2 “Kids school battle” Deze groep heeft een marketingcampagne bedacht met Toon als hoofdrolspeler waarbij kinderen kunnen deelnemen aan een (school)battle. Daarbij is het de bedoeling om tijdens het museumbezoek vragen te beantwoorden. De antwoorden kunnen ze in een muziekkaart knippen. Bij de juiste antwoorden wordt het goede muziekje afgespeeld. Zie afbeeldingen voor een sfeerimpressie:
[12]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
[13]
Museumkompas
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
Groep 3: Gilles Grijpgraag In dit concept neemt Toon je mee door de tentoonstelling. Daarbij is als uitgangspunt storytelling genomen. In het verhaal zijn muziekinstrumenten gestolen door Gilles Grijpgraag. Door middel van opdrachten kunnen kinderen de instrumenten terug winnen.
Groep 4: Activiteiten In dit concept zijn er verschillende activiteiten bedacht die binnen en buiten het museum gedaan kunnen worden. Daarbij is bijvoorbeeld een bakfiets bedacht met attributen van het museum en worden ouderwetse draaiorgels op een nieuwe manier gepresenteerd met behulp van een flatscreen, fietscontest en geluidsinstallaties.
[14]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
2.1.2 Veldtest Als museum Speelklok wel verder zou zijn gegaan met een veldtest hadden ze de nieuwe inrichting van het museum willen onderzoeken. Deze vraag - die van operationele aard is - volgt vanuit de behoefte om beter aan te sluiten op de verwachtingen en wensen van het publiek. Ze willen het publiek meer kunnen vermaken en op andere manieren het verhaal met een educatieve ondergrond overbrengen. In plaats van de collectiewaarde, die middels het centraal stellen van techniek en instrumenten werd benadrukt, willen ze een educatieve tentoonstelling ontwikkelen waarbij het publiek wordt meegenomen in het verhaal achter de collectie en ze een compleet beeld kunnen vormen van de tentoonstelling. Door meer verhalen te vertellen -waar de collectie van het museum uiteraard van belang is- zal de belevingswaarde een grotere rol gaan spelen. De wijze waarop ze het museum willen inrichten moet daarom zorgen voor het verrassen en enthousiasmeren van het publiek, waarbij ze tegelijkertijd een educatieve boodschap van de collectie willen overbrengen. Echter, hoe ze dat precies willen doen hebben ze nog niet duidelijk. Er is daarom behoefte aan meer kennis en inzicht in de manier waarop ze een dergelijke tentoonstelling, waarbij het publiek ook buiten het spel van de instrumenten kan genieten van de klanken en verhalen van de instrumenten, educatief kunnen verantwoorden. Deze vraag zou op twee niveaus onderzocht kunnen worden. Allereerst kan dat op een strategisch niveau. Vanuit dit perspectief zou onderzocht kunnen worden waarom een educatieve inrichting van het museum meerwaarde zou geven voor het museum en voor het publiek. Een dergelijke onderzoeksvraag zou onderzocht kunnen worden met een kwalitatieve studie naar de beweegredenen en motivaties waarom het museum zich op deze manier wil presenteren naar het publiek en anderzijds of dit overeenkomt met de motivaties en behoeften van het publiek. Dit zou dan een vraag zijn die op de wezensvraag van het museum reflecteert en zal kijken naar de archetypen die zijn geformuleerd vanuit de museumwijzer en in hoeverre dit aansluit op de motivaties en behoeften van het publiek. Wanneer de vraag op operationeel niveau onderzocht zou worden, zou er gekeken kunnen worden op welke manier de educatieve aspecten in de inrichting geïmplementeerd kunnen worden en welk effect dit heeft voor de waardering daarvan bij het publiek. Er zou dan een voormeting uitgevoerd kunnen worden om te onderzoeken in hoeverre de huidige inrichting van het museum ontvangen en gewaardeerd wordt door het publiek, met de specifieke vraag op welke manier het publiek het museum leerzaam vindt en waar ze behoefte aan hebben. Met de input daarvan kan een concept worden bedacht voor de nieuwe inrichting. Vervolgens zou het museum kunnen afwegen welke aspecten als leerzaam worden gevonden, in hoeverre er meer of minder behoefte is aan educatie en op welke manier het museum de tentoonstelling educatief wil verantwoorden. Dit zou kunnen worden uitgewerkt in een concrete herinrichting die getest kan worden met een nameting in hoeverre het publiek de herinrichting leerzaam, vermakelijk en verrassend vindt. Zodoende kan het museum uit de resultaten evalueren of het publiek de herinrichting waardeert en of ze tevreden zijn met de mate waarin het educatieve aspect naar voren komt.
[15]
Casusbeschrijving Museum Speelklok 3
Museumkompas
Impact
In dit hoofdstuk zal in worden gegaan op de impact die de herinrichting van het museum kan gaan hebben in de toekomst. Aangezien er alleen concepten zijn opgeleverd en geen concrete producten of diensten is hiervoor gekozen. De impact zal geanalyseerd worden middels het uitvoeren van een Quick Scan van het Business Model van STOF. Dit business model gaat in op vier domeinen: service, technisch, organisatorisch en financieel. Vaak wordt de term business model verward met de term verdienmodel. Een verdienmodel gaat in op de vraag hoe een organisatie meerwaarde creëert. Een businessmodel beschrijft alle facetten die invloed hebben op het creëren van deze meerwaarde. De term business model heeft dus een veel ruimere betekenis. Een business model is een blauwdruk voor hoe een netwerk van organisaties wil samenwerken om waardecreatie en –behoud van de nieuwe innovatieve dienst (of product) te realiseren. Het heeft uiteindelijk als doel om de levensvatbaarheid van de dienst te analyseren. Bij museum Speelklok is de belangrijkste vraag in hoeverre het concept van de herinrichting past binnen de gehele strategie van het museum. 3.1 Service domein Klant en eindgebruikers:
Wie is de eindgebruiker? Bezoekers van museum Speelkok gaan de dienst gebruiken, namelijk in de vorm van het afleggen van een bezoek aan het (heringerichte) museum. Doelgroep:
Wat is de grootte van de doelgroep? Museum Speelklok is voor een breed publiek interessant en aantrekkelijk door de gevarieerde collectie, de vrolijke rondleidingen met live presentaties, de grote verscheidenheid aan activiteiten en het in 2011 geopende Museum Podium Speelklok. In 2011 ontving het museum 110.000 bezoekers. De grootte van de doelgroep is echter nog omvangrijker. Het betreffen toeristen, schoolgaande kinderen, muziekliefhebbers, families, etc.
Hoe groot is de potentiële markt? De potentiële markt zullen voornamelijk educatieve instellingen, cultuurliefhebbers en toeristen zijn. Dit zijn dus al bestaande doelgroepen van het museum. Echter, omdat ze zich meer willen profileren met een educatieve basis zullen de educatieve instellingen en mensen die naar het museum komen met een insteek om er iets van op te steken de grootste potentiële groep zijn voor deze dienst. Waarde propositie:
Wat gaat de service doen voor de klant of de eindgebruiker? De tentoonstelling zal een culturele ervaring bieden met interactiviteit waarbij bezoekers actief aan het museum kunnen deelnemen.
Waarom zouden mensen de dienst willen gebruiken? Bezoekers kunnen op een leuke en ontspannende manier bezig zijn met kunst en cultuur door actief met de speurtocht mee te doen om oplossingen te zoeken en instrumenten uit te proberen. [16]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
Wat zijn de unieke en onderscheidende voordelen van de dienst? Het museum zal een speurtocht in de tentoonstelling uitzetten waarbij bezoekers zelf actief bezig gaan met materialen en vraagstukken die in de speurtocht naar voren komen. De speurtocht zal daarbij van educatieve waarde zijn. Uniek en onderscheidend is dat de instrumenten uit het museum niet alleen (passief) te beluisteren zijn, maar ook actief worden meegenomen in de speurtocht door bijvoorbeeld materialen van de instrumenten te zoeken en antwoorden te geven op vragen over de instrumenten.
Wat is de essentie van de dienst? De tentoonstelling zal heringericht worden waarbij de belangrijkste verandering is dat bezoekers actief met de collectie te werk kunnen gaan middels een speurtocht door de tentoonstelling. De speurtocht zal daarbij een educatieve basis krijgen. Dienstverlening:
Wat wordt er daadwerkelijk aan de gebruiker aangeboden? De bezoekers krijgen een tentoonstelling aangeboden waarbij ze zelf met het materiaal bezig gaan op een leuke manier.
Wat zijn de onderscheidende elementen van de dienst? Onderscheidende waarden van de tentoonstelling zijn: leerzaam, vermakelijk, levendig Gebruikerscontext:
In welke specifieke situaties zullen mensen de dienst willen gebruiken? Mensen zullen deze dienst willen gaan gebruiken om een leuke en gezellige middag te beleven. Hierbij wordt de dienst dus gebruikt als vrijetijdsactiviteit bijvoorbeeld in vakanties of weekenden door families. Daarnaast zal het ook specifiek gebruikt kunnen worden in educatieve programma’s voor jonge kinderen, dus in schoolverband.
Hoe past de dienst in het dagelijkse of professionele leven van de gebruikers? De dienst zal voornamelijk passen in de vrijetijdsbesteding van de bezoekers en middels schooluitjes.
In welke sociale context (cultureel of politiek) past de dienst? De dienst past goed in de sociale context van het maatschappelijke belang van cultuur in de samenleving. Specifieker past het goed in het culturele beleidsplan van het Ministerie van OCW. Daarin is vast gesteld dat musea een belangrijke educatieve functie vervullen. Dat doen ze vooral voor kinderen en jongeren, die door een museumbezoek hun kennis van de Nederlandse cultuur en geschiedenis vergroten. De rijksgesubsidieerde musea ontvangen per jaar ca. 5,5 miljoen bezoeken, waaronder 420.000 kinderen in schoolverband. Inspanningen voor de klant/gebruiker:
Welke inspanningen moeten de klanten leveren om gebruik te maken van de dienst ? Het museum moet investeren in de nieuwe herinrichting, hierbij moeten ze ten eerste financiële middelen hebben om dit te kunnen veroorloven. Daarnaast moeten ze met creatieve ideeën komen voor de inhoud van de speurtocht. Tenslotte moeten de daadwerkelijke (technische) materialen gemaakt worden.
[17]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
Welke inspanningen moeten de eindgebruikers leveren om gebruik te maken van de dienst? De eindgebruikers moeten een bezoek aan het museum afleggen om van de dienst gebruik te kunnen maken. In het museum moeten ze een actieve houding hebben om met de speurtocht bezig gaan.
Hoe is de gewenste inspanning vergeleken met mogelijke alternatieven? Alternatieven zijn bijvoorbeeld dat de speurtocht digitaal wordt gemaakt. Hierdoor hoeven eindgebruikers niet naar het museum te komen. Daarnaast kan ervoor gekozen worden om de speurtocht niet door het museum te laten maken, maar een applicatie te ontwikkelen waarbij bezoekers kunnen kiezen om deze te downloaden en in het museum te gebruiken.
3.2 Technologische domein Technische functionaliteit:
Welke (business) functies vereist de dienst? De dienst vereist interactieve middelen. Allereerst zal dit gebeuren via een knipkaart waarop de antwoorden die tijdens de speurtocht worden gegeven op een muziekbalk gegeven moeten worden. Na de speurtocht dient deze kaart afgespeeld te worden op een (mini) hand draai orgel. Bij de juiste antwoorden klinkt de correcte melodie van een bekend nummer dat van toepassing is op de tentoonstelling. Daarnaast moet er gezorgd worden voor schermen (wellicht computer touch screens) waarbij de vraagstukken uit de speurtocht vertoond worden. Kanalen:
Door welke kanalen willen de klantsegmenten bereikt worden ? Om de speurtocht levendig te maken voor de bezoekers worden wellicht tastbare kanalen verwacht waarmee ze geïnformeerd worden en anderzijds waar ze zelf ook mee bezig kunnen gaan (wellicht touch screens) om informatie op te vragen. Ook zijn er sensoren nodig om de instrumenten automatisch te laten afspelen wanneer bezoekers de betreffende zaal. Applicaties:
Wat zijn de belangrijke karakteristieken van de applicaties? Het belangrijkste is dat er continuïteit in de tentoonstelling is. Op dit moment is de tentoonstelling niet interessant wanneer de muziekinstrumenten stoppen met spelen. Om de tentoonstelling aantrekkelijk te maken en bezoekers uit te dagen om met de speurtocht bezig te gaan moeten de instrumenten en andere materialen ieder moment gebruikt kunnen worden of afgespeeld worden. Daarnaast kan de speurtocht inhoudelijk regelmatig aangepast worden aan de actualiteit om het interessanter te maken voor de gebruikers.
[18]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
3.3 Organisatie domein Actoren:
Welke business rollen zijn nodig voor het waardenetwerk ? Er is ICT ondersteuning nodig voor de interactieve middelen in de tentoonstelling. Er zijn financiële middelen nodig om de nieuwe tentoonstelling in te richten.
Welke actoren zouden bereid willen zijn om betrokken te worden in het waardenetwerk? Muziekverenigingen, straat artiesten (orgel draaiers), educatieve instellingen, onderzoekers, werkgevers. Resources en mogelijkheden van actoren:
Wat zijn de mogelijkheden en resources die de actoren kunnen bieden? Knelpunten, actuele vraagstukken, creatieve ideeën, nieuwe doelgroepen.
Welke resources en mogelijkheden zijn noodzakelijk ? Draagvlak creëren middels het bereiken van meerdere doelgroepen. Strategische interesses van actoren:
Welke doelen streven actoren na met betrekking tot de samenwerking? Wellicht dat ze nastreven om een relatie met het museum op te bouwen, ideeën in de tentoonstelling worden verwerkt of muziekinstrumenten worden uitgeleend. 3.4 Financiële domein Investeringen:
Wie zal betalen voor de dienst? Museum Speelklok zal investeren in een herinrichting van het museum. Zij gaan voor deze dienst betalen. Indirect betalen de subsidiënten en begunstigers van het museum hieraan mee. Subsidiënten zijn de BankGiro Loterij, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van Europese Commissie, de Gemeente Utrecht, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Begunstigers zijn Van Baaren Stichting, Hiscox, kfHein Fonds, Van Luin assurantie groep, Stichting Vrienden van Museum Speelklok, het VSBFonds en de Winter Heijnsius Stichting.
Welke investeringen zijn nodig? Er zijn tijdsinvesteringen nodig om de speurtocht uit te werken, echter dit kan door het museum zelf worden gedaan en middels de input uit de Museum Battle. Vervolgens moeten (ict) middelen worden aangeschaft of producten worden ontwikkeld om de tentoonstelling daadwerkelijk tot stand te brengen.
Welke bronnen van kapitaal zijn beschikbaar om de investeringen te dekken? De kapitaal bronnen komen voornamelijk uit de subsidiënten en begunstigers. Echter voor deze dienst kan er ook gedacht worden aan het werven van nieuwe bronnen bijvoorbeeld bij basisschool of educatieve en culturele instellingen (muziekscholen) en gemeenten in ruil voor het aanbieden van (gratis) educatieve pakketten/activiteiten. [19]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
Opbrengsten:
Wat zijn de opbrengstbronnen van de dienst? Bezoekersaantallen en de daarbij horende toegangsprijzen. Daarnaast kunnen er wellicht via educatieve pakketten subsidies of fondsen geworven worden of kunnen er investeringen worden gedaan vanuit educatieve instellingen. Risico’s:
Wat zijn de belangrijkste (financiële) risico’s die de levensvatbaarheid van het business model bedreigen (investeringen, kosten, competitie, netwerkcoöperatie en regelingen)? ICT middelen (zoals touch screens) zijn grote financiële investeringen, zonder goed na te denken ofwel te testen in hoeverre de bezoekers daadwerkelijk behoefte hebben aan een en op welke manier ze een interactieve educatieve speurtocht bij het museum Speelklok vinden passen kunnen de opbrengsten wellicht tegenvallen bij de hoge investeringskosten. Daarnaast draait het bij museum Speelklok vooral om de authenticiteit van de muziekinstrumenten, als daar veel technische toevoegingen aan worden gedaan kan dit ten koste gaan van de focus op de authenticiteit van de muziekinstrumenten. 3.5 Conclusie Museum Speelklok wil het museum gaan herinrichten aan de hand van (educatieve) thema’s om het museum aantrekkelijker en levendiger te maken voor de bezoekers. Daarbinnen wordt het idee van de (muziek)knipkaart als speurtocht element in meegenomen. Hoewel het museum een breed publiek, van jong tot oud, aanspreekt zal de knipkaart voornamelijk bedoeld zijn voor kinderen. Deze dienst vergt dat er per bezoeker een kaart plus bijbehorend antwoordmechaniek ofwel gaatjesmaker (wellicht per bezoeker of bij de plek in het museum waar de vraag gesteld wordt) voldoende beschikbaar moet zijn. Om inhoud aan de dienst toe te voegen moet vervolgens een verhaal aan de speurtocht toegevoegd worden en bijbehorende vragen geformuleerd worden. Daar is inzicht in de belevingswereld en het leervermogen van de doelgroep voor nodig om de (muziek)thema’s daar in te verwerken. Een gevaar kan bijvoorbeeld zijn dat de vragen te simpel zijn waardoor kinderen niet voldoende uitgedaagd worden, of dat de vragen juist te moeilijk zijn waardoor ze snel afgeleid raken. Hier kunnen bij uitstek basisschooldocenten en pedagogisch medewerkers een adviserende rol in spelen. Een usability test met een prototype van de speurtocht bij de doelgroep zal daarnaast helpen om dergelijke issues in kaart te brengen. Het voordeel is dat wanneer de inhoud, het thema van de speurtocht en de vragen grotendeels aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen en de speurtocht is ontwikkeld, er vervolgens weinig middelen nodig zijn vanuit het museum. De vragen zullen hoogstens om de zo veel tijd geupdate moeten worden om herhaalbezoekers de kans te geven een andere speurtocht uit te voeren. Aangezien de dienst een klein onderdeel zal zijn van de herinrichting is bestaat er een gevaar dat het wegvalt in het grotere geheel. Om daadwerkelijk waarde met de dienst toe te voegen is het verstandig de dienst duidelijk te positioneren en implementeren in het grotere geheel van de herinrichting. Anderzijds zal het succes van de dienst dan ook (deels) afhangen van de herinrichting. Dit is een kans, maar tegelijkertijd ook een risico. [20]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
4. Reflectie best practices De best practices zijn verzameld naar aanleiding van een gesprek met Ebelin Boswinkel, hoofd publiek en Communicatie, op 17 april 2012 in Museum Speelklok. MuseumBattle Museum Speelklok heeft deelgenomen aan de MuseumBattle met een opdracht van operationele aard, namelijk het bedenken van een (marketing)campagne voor de herinrichting van het museum. In plaats van een ordening op het soort instrument en techniek zal de nieuwe presentatie thematisch worden ingericht. Hierbij is een mascotte ontworpen, Toon, die als marketing en merchandising materiaal gebruikt zal gaan worden in het museum en in de communicatie naar het publiek. De vraag aan de studenten tijdens de Museumbattle was om hier een (campagne en tentoonstelling) concept voor te bedenken waarbij Toon binnen en buiten het museum een belangrijke rol krijgt. Het is een vraag op operationeel niveau, omdat de probleemstelling gericht is op crossmediale uitingen die als doel hebben om bij te dragen aan de verbetering van het museum en de waardering daarvan bij het publiek. Museum Speelklok heeft positieve ervaringen met de Museumbattle. Met name de samenwerking met studenten wordt als verfrissend en waardevol beschouwd. Het is volgens hen belangrijk om als museum tijd te investeren in dergelijke projecten, dat zij tevens in de vorm van stages en opdrachten doen, zodat studenten de praktijk kunnen proeven en enthousiast zijn om terug te komen, en het museum anderzijds nieuwe ideeën en inzichten kan verkrijgen. Dergelijke projecten worden wel beschouwd als een grote tijdsinvestering. Dus hun houding is dat ze ondanks de investeringen in tijd en moeite het van belang achten om aan dergelijke projecten deel te nemen. Het hen is opgevallen is dat de studenten niet gretig waren om met de opdracht bezig te gaan. Wellicht moeten studenten de opdracht niet toebedeeld krijgen, maar winnen of pitchen, zodat ze een proactieve en gemotiveerde houding aannemen om voor de opdrachtgever bezig te gaan en zo veel mogelijk informatie van het museum willen ontvangen. De rol van de studenten was dus minder professioneel dan ze hadden verwacht. Het museum werd beschouwd als de opdrachtgever en had hierbij een leidende rol. Als tip werd daarom meegegeven dat het wellicht verstandig is om bij de studenten aandacht te besteden aan het feit hoe je voor een opdrachtgever werkt. Als er al een groep voor het museum als opdrachtgever in het voortraject uitspringt scheelt dat al veel bijvoorbeeld in de pitch, omdat je dan sympathie met hen hebt. Verder viel het museum op dat er veel verschil zat in de houding van de studenten. Er waren een aantal gemotiveerde studenten, maar er waren ook een aantal passieve en minder gemotiveerde studenten. Deze studenten maken de groepspresentatie minder aantrekkelijk. Dit was op een negatieve manier opgevallen. Inhoudelijk zaten er in alle concepten van de studenten een aantal aantrekkelijke en leuke aspecten, maar ze waren niet weggeblazen door een verrassend (totaal)concept. Ze hadden van tevoren verwacht dat de concepten meer ‘out of the box’ zouden zijn. De winnende groep had [21]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
een speurtocht bedacht met een muziekkaart waar je in de tentoonstelling vragen moet beantwoorden op een muziekkaart door muzieknoten te knippen. Als je de vragen goed hebt kan je na de speurtocht het liedje op de juiste manier afspelen. Een tegenvaller was dat de groep vertelde dat dit idee door hun docent was ingebracht. Echter, dit idee wordt zo leuk gevonden dat ze het meenemen in de herinrichting van het museum. De werkvorm waarbij de studenten in een grote hal in groepjes in de tussendagen aan de opdrachten werken wordt als een innovatieve en creatieve manier beschouwd, maar doordat er in de uitwerking van de opdrachten tussen de groepjes veel overlap was te zien, twijfelen ze of dit de meest optimale werkvorm is. Achteraf lijkt het alsof de studenten elkaars ideeën tijdens de werkdagen in de hal beïnvloedt hebben, omdat de concepten niet ver uit elkaar lagen. Dit was het museum tegengevallen. Dus ze stelden voor dat studenten wellicht iets onafhankelijker moeten werken. Op de organisatie van de Museumbattle was niets aan te merken. Ze waren goed voorbereid en wisten wat ze tijdens de week konden verwachten. De briefing over het Museumkompas vanuit het lectoraat was goed verzorgd, evenals het gezamenlijk werken aan de opdrachtbeschrijving voor de studenten. Wel hadden ze aangegeven dat ze het onderzoeksdoel waar het project Museumkompas mee bezig is, namelijk het zoeken naar de vraag hoe je vanuit je belangrijkste waarden het publiek aanspreekt en de vraag in hoeverre je hierbij aan digitale dienstverlening doet, interessant vinden, maar nog weinig concreet mee bezig zijn. De reden hiervoor ligt puur verscholen in het feit dat dergelijke processen veel tijd kosten en zij dat op dit moment niet hebben. Als groot pluspunt werd genoemd dat er verschillende musea met diverse opdrachten aan de MuseumBattle deelnamen en dat de opening- en finaledag in twee musea zijn georganiseerd. Dit geeft een extra dimensie aan het evenement en het belang van het project. Interne bekendheid en implementatie MuseumBattle in het museum De deelname van museum Speelklok aan de MuseumBattle was aan het gehele team bekend gemaakt met een bericht hierover in het interne personeelsblad. Vanwege de platte en hechte organisatiestructuur met korte lijnen was iedereen al snel op de hoogte van hun deelname. Iedere ochtend komen dit soort dingen tijdens de koffiepauze op tafel. Na de MuseumBattle zijn de presentaties van de studenten die op de finaledag zijn gegeven aan de marketingafdeling laten zien. Vervolgens hebben ze bekeken welke aspecten ze mee wouden nemen in de herinrichting van het museum, waarbij de hebben besloten om de speurtocht mee te nemen in de herinrichting. Dus ze hebben de aansprekende aspecten uit de concepten verzameld. Samenwerking Museumkompas Waarom ze alleen aan de MuseumBattle hebben deelgenomen, niet in het onderwijs verder zijn gegaan en geen veldtest hebben uitgevoerd, is vanwege praktische redenen. Er was geen geschikte onderwijsgroep beschikbaar die aan de vraag van het museum kon voldoen. Het [22]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
museum Speelklok had namelijk wel behoefte om de speurtocht verder uit te werken, met de vraag hoe je een dergelijke speurtocht educatief verantwoord krijgt. Marketingstudenten vonden zij daarom minder interessant, omdat ze de educatieve kant zouden willen onderzoeken. Daarnaast zijn ze zelf erg druk met het voorbereiden van de herinrichting van het museum waardoor ze niet voldoende tijd hebben om naar andere mogelijkheden te zoeken en tijd te investeren. Dus tenzij er een geschikte onderwijsgroep beschikbaar was die de educatieve kant van het project zou onderzoeken, wat het lastig maakt omdat dergelijke onderwijsgroepen niet aan de Museum Battle hebben deelgenomen, en er vanuit het lectoraat een breed draagvlak aanwezig was waarbij een totaal pakket kon worden aangeleverd had het museum verdere intensieve deelname overwogen. Aangezien ze druk zijn met operationele voorbereidingen voor de herinrichting van het museum hebben ze onvoldoende tijd om hier veel in te investeren. Tips en tricks Als tip werd meegegeven dat het volgens museum Speelklok verstandig zou zijn om bij de studenten aandacht te besteden aan het feit hoe je voor een opdrachtgever werkt. Dit volgt uit de ietwat negatieve ervaring die ze hebben ervaren vanwege hogere verwachtingen van de houding en motivatie van de studenten. Vanwege de overlap van de inhoud van de concepten tussen de groepen werd als tip gegeven om de studenten onafhankelijker te laten werken gedurende de week. Ze begrijpen de keuze om de studenten in één ruimte te laten werken zodat ze elkaar motiveren en creatief stimuleren. Echter, doordat er zo veel overlap tussen de groepen zat werd aangegeven dat ze wellicht beter wat meer gescheiden te werk gaan zodat ze elkaars ideeën niet beïnvloeden. Tenslotte werd er een tip gegeven, wederom met betrekking tot het verhogen van de motivatie van de studenten, om een opdracht te pitchen in plaats van toebedeeld te krijgen. Op die manier zullen ze actiever te werk gaan. Betekenis andere musea Museum Speelklok heeft vernieuwende ideeën verzameld met behulp van de Museum Battle. Een van de elementen die ze aanspreken zullen ze implementeren in de reeds gaande ontwikkelingen van de herinrichting. Het vergt echter wel meer ontwikkeling en onderzoek om een klein element in een groter geheel te positioneren zodat het daadwerkelijk van waarde zal zijn voor de doelgroep. Het deelnemen aan een evenement zoals de Museum Battle als creativiteitstechniek levert nieuwe inzichten op, met name vanwege het plaatsen van de probleemstelling in een context buiten de museummuren. Dat kan altijd van meerwaarde zijn bij het ontwikkelen van nieuwe ideeën. De daadwerkelijke implementatie ervan vergt meer tijd en organisatie door het museum.
[23]
Casusbeschrijving Museum Speelklok
Museumkompas
Referenties Jaarverslag Museum Speelklok (2010) Jaarverslag Museum Speelklok (2011) Museumwijzer. 2012. Museumwijzer, Vier museumarchetypen opgehaald via www.museumkompas.nl/museumwijzer Nota: Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid. Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Stichting Nederland Kennisland (2011). E-brief: Businessmodel innovatie in de culturele sector van Lier, M. (2012). Rapportage Museumwijzer Archetypen. ErfgoedWerf. Verkregen via www.museumkompas.nl/museumwijzer
[24]