CASUSBESCHRIJVING
2013 Museumkompas Lectoraat Crossmedia Business www.museumkompas.nl Hogeschool Utrecht BMC Adviesmanagement
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Inhoudsopgave
Pagina 1. Beschrijving Centraal Museum Utrecht
3
1.1 Locatie
3
1.2 Wie is het museum Centraal Museum?
3
1.3 Wat wil het Centraal Museum?
5
1.4 Doelgroepen
6
1.5 Collectie
9
1.6 Publieksactiviteiten
10
1.7 Communicatie en marketing
11
1.8 Inkomsten
14
1.9 Samenwerkingsverbanden
14
1.10 Archetype
14
2. De opdracht
17
2.1 Opdrachtomschrijving
17
2.2 Uitvoering van de opdracht
17
2.2.1 MuseumBattle
17
2.2.2 Prototype
18
3. Impact
25
3.1 Service domein
25
3.2 Technische domein
26
3.3 Organisatie domein
27
3.4 Financiële domein
28
4. Reflectie best practices
31
Referenties, 34
[2]
1. Beschrijving Centraal Museum Utrecht In de eerste paragraaf wordt Centraal Museum Utrecht inhoudelijk beschreven. Hierbij worden de locatie, doelstellingen, missie, collectie, bezoekers, activiteiten, inkomsten, communicatie en de archetypen besproken om een compleet beeld te vormen van het museum. 1.1 Locatie Vanaf 1921 is het Centraal Museum gevestigd in het Agnietenklooster op het Nicolaaskerkhof. Daarvoor was het vanaf 1891 gevestigd in buitenplaats het Hoogeland aan de Biltstraat, na de oprichting van het museum in 1830. Adresgegevens: Nicolaaskerkhof 10 3512 XC Utrecht +31 (0)30 2362362 www.centraalmuseum.nl Facebook.com/Centraalmuseum Twitter.com/Centraalmuseum Contactpersoon: Bonny van Sighem, hoofd internet en nieuwe media
[email protected] 1.2 Wie is het Centraal Museum? Het Centraal Museum is het oudste stedelijke museum van Nederland en beheert uiteenlopende collecties. Het museum is in 1830 van start gegaan op de bovenste verdieping van het Utrechtse stadhuis. De verzameling bestond in eerste instantie vooral uit oudheidkundige voorwerpen waarvan de stadsarchivaris de beheerder was. Acht jaar later werd het museum officieel geopend voor publiek. Jarenlang was het museum eigenlijk niet meer dan een oudheidkamer. Daar kwam verandering in met de komst van stadsarchivaris Samuel Muller in 1874. Hij maakte werk van het uitbreiden van de collectie, liet de locatie opknappen en herinrichten en bracht systematiek aan. Onder zijn leiding verhuisde het museum richting de Biltstraat. Hier werden de collecties van de stad samengevoegd met verschillende particuliere collecties in dit ‘centraal’ museum. Daarmee ontstond ook de naam van het museum. In de loop van de twintigste eeuw is het accent van het museum steeds meer verschoven naar hedendaagse kunst, mode en vormgeving. Het museum heeft de grootste collectie Rietveldobjecten ter wereld. Ook biedt het museum sinds 2006 onderdak aan de Dick Bruna collectie in het Dick Bruna huis recht tegenover het museum. Door de jaren heen is het gebouw diverse keren gerenoveerd, uitgebreid en heringericht.
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Het voltallige personeelsbestand van het Centraal Museum bestond op 31 december 2011 uit 83 mensen. De vrouwen waren iets in de meerderheid: 43 vrouwen (51,8%) tegenover 40 mannen (48,1%). De gemiddelde leeftijd was 47,9 jaar. De grootste groep (38,5%) was 55 jaar of ouder, de op een na grootste groep (28,9%) bevond zich in de leeftijdscategorie 35-44 jaar.
Afbeelding: Organogram Centraal museum De werkwijze van het Centraal Museum is projectmatig. Dat houdt in dat bij het nadenken over en het samenstellen van nieuwe tentoonstellingen en activiteiten de verschillende teams van meet af aan zijn betrokken. Zie hieronder een visualisatie van het proces van projectmatig werken.
Afbeelding: Projectmatig werken
[4]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Het Centraal Museum streeft naar een mobielere en flexibelere organisatie. Ze besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van hun medewerkers waarbij de publieksgerichte benadering centraal staat: het museum als nieuw sociaal netwerk. Ze leggen voornamelijk nadruk op het houden van aansluiting bij online ontwikkelingen. Voor de conservatoren betekent dit dat de nadruk binnen hun functie meer komt te liggen op de presentatiefunctie. Het wetenschappelijk werk wordt duidelijker en in een vroeg stadium ingebed in de programmering. Voor de vervulling van wetenschappelijke taken gaan de conservatoren meer samenwerken met universiteiten en andere onderzoeksinstellingen. 1.3 Wat wil het Centraal Museum? Voor de jaren 2012 tot 2015 is een beleidsplan opgesteld. Hierin wordt aangegeven welke koers het Centraal museum zal inzetten. Dit stuk is aangevuld met een interpretatiebeleidsplan en een collectiebeleidsplan. De missie van het Centraal Museum is als volgt verwoord: Het Centraal Museum is een voor
iedereen aansprekend podium voor kunst en vormgeving, verleden, actualiteit en toekomst, praktijk en reflectie. De visie van het Centraal Museum is: -
Een aantrekkelijk podium voor een breed publiek zijn, waar bezoekers zich welkom en uitgedaagd voelen, zodat ze graag terugkomen;
-
Een verrassende plek zijn, waar de bezoeker kennismaakt met vernieuwingen in de kunst en nieuwe mogelijkheden om die kunst te presenteren ervaren;
-
Een leerrijke werkplaats zijn, waar de bezoeker op verschillende manieren kennis en inzicht kan verwerven;
-
Een bezinningsplek zijn, waar de bezoeker ontsnapt aan de waan van de dag;
-
Het stedelijke museum van Utrecht zijn, dat dienst doet als aanjager van de culturele dynamiek in de stad en de provincie;
-
De organisator van een internationaal aantrekkelijk programma zijn;
-
Een zakelijke onderneming zijn met culturele én commerciële activiteiten (winkel, horeca, zaalverhuur);
-
Een moderne instelling zijn die maatschappelijk verantwoord ondernemerschap nastreeft en duurzaamheid op ecologisch, sociaal en economisch vlak;
-
Een aantrekkelijke werkgever zijn, die zijn werknemers aanmoedigt om talenten te ontplooien.
Het Centraal Museum stelt het publiek centraal. Ze willen meer publiek naar het Centraal Museum trekken en mensen intensiever betrekken bij de activiteiten om ze blijvend aan het [5]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
museum te binden. Het museum streeft naar een structurele stijging van het bezoek met ruim 10% naar 150.000 bezoekers per jaar. Het Centraal Museum heeft de volgende doelstellingen geformuleerd: -
Meer bezoekers uit de stad en provincie Utrecht verbinden aan het museum;
-
Bezoekers intensiever betrekken en hen iets wezenlijks meegeven;
-
Potentiële nieuwe doelgroepen binnenhalen waaronder de doelgroep ‘experimentele alleseters’;
-
Als cultuurpromotor en provinciale merklocatie nationaal en internationaal publiek naar Utrecht trekken.
Om deze ambities te realiseren heeft het Centraal Museum de volgende prioriteiten geformuleerd: 1. Het positioneren van het profiel van het Centraal Museum als ‘5 collecties, 1 museum’ 2. Het experimenteren met het museum als Werkplaats; 3. Het vergroten van de toegankelijkheid door open, bruisend en leerrijk te zijn; 4. Het aangaan van duurzame relaties vanuit een maatschappelijk bewustzijn. Het interpretatiebeleidsplan richt zich specifiek op het uitwerken van de gestelde doelen richting het publiek. Het Centraal Museum wil niet alleen meer bezoek genereren, maar dit publiek moet ook intensiever betrokken worden en daardoor blijvend verbinden aan het museum. In het interpretatiebeleidsplan is uitgewerkt hoe het Centraal Museum de verschillende soorten bezoekers wil gaan bereiken. Daarin komt aan de orde: op welke doelgroep(en) moet de focus liggen en hoe bedien je die optimaal? Welke soorten van presentaties (‘esthetisch’, ‘educatief’, etc.) zijn er? De komende jaren zal het museum vanuit het motto ‘het Centraal Museum treedt naar buiten’, de bezoeker directer benaderen en naar binnen verleiden. Door het aanbieden van een aantrekkelijk programma, actief in te zetten op participatie en steeds te zoeken naar experiment in het programma wordt geprobeerd deze ambities te verwezenlijken. 1.4 Doelgroepen Het Centraal Museum trekt een breed en afwisselend publiek. Ze willen zoveel mogelijk mensen bij een gevarieerd programma over kunst en vormgeving van vroeger en nu betrekken. Het bezoekersaantal groeit van 135.000 naar 150.000 per jaar. In onderstaande staafdiagram zijn de bezoekerscijfers van 2002 t/m 2011 weergegeven. In de tabel daaronder zijn specificaties te zien van de bezoekersgroepen in 2011.
[6]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
De meeste museumbezoeken worden in het weekend, op zaterdag of zondag, afgelegd, respectievelijk 20% en 22%. De doordeweekse dagen –dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag- worden in vergelijkbare mate bezocht. Op maandag is het Centraal Museum gesloten, maar een enkele keer zijn er speciale openingen of bijeenkomsten .
[7]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Het Centraal Museum heeft op basis van diverse publieksonderzoeken- waaronder de mentality milieus van Motivaction- zes publieksdoelgroepen beschreven. Deze indeling gaat in op de culturele interesse, neiging tot museumbezoek en de motivatie voor deelname aan cultuur van de doelgroep. 1. Breed cultuur geïnteresseerden: Deze groep omvat (groot)ouders met kinderen (zowel kleine kinderen als tieners en volwassenen), maar ook cursus- of vriendinnengroepen en toeristen met algemene kunst- en cultuurinteresse. Cultuur is vanzelfsprekend en museumbezoek is daar een onderdeel van. Deze groep weet de weg in het culturele leven goed te vinden, maar tegelijkertijd is de concurrentie om hun tijdsbesteding hoog en zijn de keuzemogelijkheden in culturele activiteiten groot. Naamsbekendheid, imago en onderscheidend vermogen van het Centraal Museum zijn cruciaal om op te vallen tussen het ruime aanbod aan cultuuropties. Voor deze groep is het bezoek aan het museum een (familie)dagje uit en dus maken horeca en bijzondere (gezins)activiteiten er een belangrijk deel van uit. Deze groep is veruit het grootste in de regio Utrecht en landelijk en heeft daarmee een enorm potentieel voor het Centraal Museum. Het binnenhalen en stimuleren van herhaalbezoek van deze groep heeft de komende beleidsperiode prioriteit. 2. De specialistische museumbezoekers bestaan uit regelmatige museumbezoekers, kunst- en cultuurprofessionals en kunst- en cultuurstudenten. Musea zijn vanzelfsprekend en deze groep vindt zijn weg in het culturele leven zeer goed. Deze doelgroep is veelal in het bezit van een museumkaart en gaat regelmatig naar musea of werkt als kunst- of cultuurprofessional. Zij zijn kritisch en verwachten nieuwe inzichten te verkrijgen via een tentoonstelling, een lezing of door middel van een workshop of andere activiteiten. Ook een vernieuwende vormgeving speelt een grote [8]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
rol. Online interactie wordt van steeds groter belang. Het Centraal Museum vindt dit een belangrijke publieksgroep. In de communicatieaandacht krijgt deze echter niet de hoogste prioriteit gezien de geringe omvang en omdat deze groep minder stimulans nodig heeft om het museum te vinden. 3. De experimentele alleseters bestaan uit jongere bezoekers of ze zijn jong van geest en gericht op experiment, vernieuwing en beleving. Cultuur is vanzelfsprekend, maar het museum is een optie en moet met de andere opties concurreren. Deze groep weet de weg in het culturele leven zeer goed te vinden, maar een museum is niet de eerste keus. Ze staan open voor alles wat nieuw is. Binnen Utrecht is deze groep oververtegenwoordigd en het is een kansrijke groep die met gerichte activiteiten en vooral door samenwerking met andere culturele instellingen, festivals en cross-selling te bereiken is. Het Centraal Museum vindt dit een uitdagende doelgroep met hoge prioriteit vanwege potentie en lage concurrentie van andere musea in Utrecht. 4. De incidentele bezoekers bestaan uit onder andere provinciale dagjesmensen en lichte cultuurliefhebbers. Deze groep heeft niet veel belangstelling voor cultuur maar is potentieel geïnteresseerd in toegankelijke genres en grote namen. Sfeer in het museum is heel belangrijk en kortingsregelingen zijn aantrekkelijk, maar grote investeringen in doelgroepcommunicatie hebben weinig tot geen effect. Deze doelgroep is van harte welkom maar heeft niet directe prioriteit bij onze interpretatieen communicatie-inspanningen. 5. De laatste twee publieksgroepen komen naar het museum in groepsverband: het onderwijs (primair en voortgezet onderwijs, MBO/HBO/WO) en 6. De zakelijke bezoekers. Vaak is de basis van het bezoek een georganiseerde activiteit in combinatie met een onderwijsprogramma of evenement. Onderwijsdeelnemers vormen het publiek van de toekomst en via deze groep kunnen ook ouders, aanverwante groepen en verenigingen benaderd worden. De uitdaging voor het Centraal Museum is om meer te doen met voortgezet en hoger onderwijs. Door de acquisitie in de zakelijke markt te intensiveren en de faciliteiten op dit terrein de komende jaren te verbeteren, wil het Centraal Museum het aantal zakelijke bezoekers de komende jaren verdubbelen. Door een aantrekkelijk nationaal en internationaal georiënteerd programma te presenteren wil het Centraal Museum voornamelijk meer mensen uit de doelgroep ‘breed geïnteresseerde cultuurliefhebbers’ trekken.
1.5 Collectie en presentaties De vijf collecties van het Centraal museum zijn: stadsgeschiedenis, oude kunst, moderne- en hedendaagse kunst, toegepaste kunst en mode en kostuums. In het Centraal Museum worden per jaar circa 15 tentoonstellingen georganiseerd. De 1920-vleugel wordt steeds vaker ingezet voor wisselende presentaties rond de museumcollectie. Naast de objecten, [9]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
worden ook de activiteiten en rondleidingen hier regelmatig op aangepast. Ze tonen de collecties zoveel mogelijk in samenhang met elkaar door betekenisvolle kunstwerken en objecten beter zichtbaar te maken en meer bekendheid te geven. De verschillende collectieonderdelen gaan een relatie met elkaar aan zodat de bezoeker in staat is om zelf relaties te leggen tussen verleden, heden en toekomst. Hun rol als actief en levendig museum, zoals het Centraal Museum wil zijn, vervullen ze door onder andere bruikleen. Ze zijn van mening dat uitwisseling tussen musea de toegankelijkheid en zichtbaarheid van de Collectie Nederland bevordert. Daarnaast wil het Centraal Museum zich ook meer buiten de muren van het museum presenteren door in de stad en in de provincie en in het buitenland haar collecties te tonen. De verzamelingen van het Centraal Museum reizen daarom de hele wereld over. Het Centraal Museum is vooruitstrevend in het toepassen van diverse prestatievormen van hun collectie. Daarom houden ze zich ook veel bezig met de elementen die invloed hebben op een museumervaring. De materiële inrichting (o.a. objecten) stuurt de bezoeker in zijn bewegingen en waarnemingen, maar de selectie van objecten en de inrichting worden volgens het Centraal Museum bepaald door het verhaal of het concept dat de makers van de presentatie voor ogen hebben. Het Centraal Museum is zich ervan bewust dat bezoekers tegenwoordig via diverse media informatie opnemen en daarmee een betekenis aan objecten toekennen die niet direct uit de materie is af te leiden. Bij het maken van presentaties kiest het Centraal Museum voor een bepaald type inrichting. De ene keer is deze keuze expliciet gemaakt, maar meestal niet. Het belangrijkste voor het Centraal Museum is dat de interpretatiemiddelen aansluiten bij de ontwerpkeuze van de betreffende tentoonstelling en bij de behoeften van het publiek. Een expliciete keuze waarborgt dat de juiste combinatie van presentatie met interpretatiemedia gekozen wordt. Het Centraal Museum is van mening dat het tentoonstellen van objecten niet de enige vorm van communicatie met bezoekers is. Een presentatie is een onderdeel geworden van een groter geheel aan evenementen, workshops, kunstenaarsgesprekken, werkplaatsen, debatten, voorstellingen en allerlei samenwerkingsverbanden met andere organisaties. Hiermee wordt ruimte gemaakt voor verschillende perspectieven op de collectie en de verschillende betekenissen die aan een voorwerp kunnen worden gegeven. 1.6 Publieksactiviteiten De afdeling Marketing en afdeling Educatie werken intensief samen in de organisatie van activiteiten. Afhankelijk van het type activiteit of project vervult het team marketing of het team educatie de trekkersrol. Activiteiten georganiseerd bij een tentoonstelling worden meegenomen in de promotionele activiteiten van de tentoonstelling. Er worden niet voor elke activiteit apart marketing & communicatieactiviteiten ingezet. Op zichzelf staande activiteiten, zoals de Museumnacht, kunstenaarsgesprekken, Zomer van Dick Bruna of vakantieactiviteiten worden wel apart gecommuniceerd. Hieronder een aantal voorbeelden: [10]
Casusbeschrijving Centraal Museum
-
Museumkompas
Voorbeelden van grote projecten: Museumnacht, Kindermuseumnacht, Culturele Zondag (dans, Uitfeest en Nieuwjaarsduik)
-
Voorbeelden van middelgrote projecten: Kunstenaarsgesprekken, schoolvakantieprogramma’s, zomer van Dick Bruna, HKU-samenwerking Inspired by CM-Clubactiviteit
-
Voorbeelden van kleine projecten: Samenwerking met Festival Oude Muziek, Museumweekend, Open Monumentendag
In 2010 heeft het Centraal Museum het fenomeen Werkplaats geïntroduceerd waarbij de bezoeker zelf kunst en vormgeving beoefent. Ter gelegenheid van de tentoonstelling Stof tot
nadenken. Alexander van Slobbe, een onafhankelijke vormgever in de mode was een (naai)atelier ingericht op zaal waar bezoekers zelf aan de slag konden. Een andere invulling kreeg de Werkplaats vervolgens bij de tentoonstelling Rietvelds Universum in het kader van het Rietveldjaar. Het experiment was bedoeld om uit te groeien tot een vast programmaonderdeel. De gedachte is dat zelf tekenen of ontwerpen tot een ervaring leidt die het tentoongestelde werk in een nieuw perspectief plaatst. Door in de voetsporen van de kunstenaar te treden, krijgt de bezoeker meer oog voor de ontstaansgeschiedenis van het werk en meer grip op de ambachtelijkheid ervan. 1.7 Communicatie en marketing Met een goed communicatie- en marketingbeleid en door de (online) bezoeker beter te bedienen wil het Centraal Museum de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de veelzijdige collecties vergroten. De rol van Marketing en Communicatie zal opschuiven van ondersteunend naar meedenkend en meebepalend. Het Centraal Museum is bezig een sterk corporate identity te ontwikkelen. Er is daarom gekozen voor een nieuwe huisstijl, visuele identiteit, als eerste stap naar een professionele, bedrijfsmatige organisatie. Bij alle contactmomenten met het publiek wil het Centraal Museum herkenbaar zijn middels de nieuwe huisstijl, maar ook in de kwaliteit en de stijl van de informatie streeft het museum een eigen identiteit na. Om deze herkenbare identiteit te waarborgen heeft de interpretatieprojectgroep een aantal uitgangspunten geformuleerd die bij alle interacties met het publiek voorop moeten staan: - Verras, inspireer en verbaas de bezoeker - Breng het onderwerp tot leven - Stimuleer actieve participatie, ‘doen’ is van cruciaal belang - Gebruik altijd originele objecten van zo hoog mogelijke kwaliteit
[11]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Afbeelding: Interactie en communicatie met het publiek Tentoonstellingen worden vaak door een nieuwsbericht op de website toegelicht en in het museum door zaalteksten en bijschriften verder uitgediept. Incidenteel wordt een audiotour of film aangeboden. Bij conservatoren, educatoren, collectiemedewerkers en rondleiders is veel kennis aanwezig maar wordt volgens het Centraal Museum nog minimaal gedeeld met het publiek. In een tentoonstellingszaal is niet altijd voldoende ruimte om alle context aan te bieden en bezoekers willen steeds vaker voor of na het museumbezoek meer weten of delen. Centraal Museum ziet hierbij kansen voor de ontwikkelingen in nieuwe media.
Internet en Nieuwe Media Het Centraal Museum beschouwt het als een mooie uitdaging om de komende jaren aan te sluiten bij digitale ontwikkelingen zoals augmented reality, social media en andere mobiele toepassingen. Het Centraal Museum heeft daarom een beleid ontwikkeld waarbij het internet een belangrijke plaats inneemt. Een eerste stap is gezet met de realisering van een nieuwe website met interactieve toepassingen en waarbij de online bezoeker gekoppeld kan worden aan sociale media. Om de online activiteiten te redigeren is er een ‘online & new media coördinator’ aangesteld. Bij de website wordt volop ingezet op overdracht en participatie. Centraal Museum beschouwt de website daarmee een volwaardig verlengstuk van het museumbezoek. Vooraf, tijdens en achteraf probeert het museum de bezoeker te inspireren en uit te dagen om dingen te leren en te ervaren. De website is zo ingericht dat iedere presentatie, iedere activiteit en ieder collectiestuk verrijkt kan worden met informatie van het museum (via het CMS en social media) of van het publiek (door een reactie te geven op de website, door te participeren op de website, door informatie te delen en te reageren via online platforms). Op een speelse manier wordt aan bezoekers van de website bijvoorbeeld gevraagd objecten uit de collectie te voorzien van nieuwe trefwoorden (‘tags’). Het Centraal Museum wil prominent aanwezig zijn op platforms als Twitter en Facebook vanuit het oogmerk van meer transparantie, zichtbaarheid en uitwisseling en wil graag een podium bieden dat uitnodigt tot dialoog. Op dit moment is het vertalen van kennis, informatie en activiteiten naar een online aanbod nog niet vanzelfsprekend en verankerd in de organisatie. Het vergt, zoals ze het zelf [12]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
beschrijven, een behoorlijke investering van tijd, energie en aandacht om de hele organisatie “online minded” te maken en alle nieuwe toepassingen te implementeren. Het Centraal museum interpreteert de online toepassingen zowel als een educatie instrument als een marketing instrument, afhankelijk van de inhoud die conservatoren, collectiemedewerkers en educatieve medewerkers aanleveren. Op Facebook wordt veel gepost over evenementen en activiteiten. Ook wordt er veel gepost over blogs en interessante artikelen. Op Twitter laat het Centraal Museum specifiek weten wie in het Centraal Museum verantwoordelijk is voor welke tweet.
Het Centraal Museum deelt veel informatie via Twitter. Niet alleen over hun evenementen, maar ook bijvoorbeeld over het feit dat het bij de Singelloop niet slim is om met de auto naar het Centraal Museum is gaan. Ook reageren ze op andere twitteraars. Hier is een recent voorbeeld:
[13]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
1.8 Inkomsten De ambities van Centraal Museum worden begrensd doordat ze moeten bezuinigen. Het Centraal Museum bezuinigt niet op communicatie en marketing en educatie. Educatie krijgt voorrang binnen alle activiteiten. Ze bezuinigen ook zeer beperkt op de programmering. Het Centraal Museum financiert momenteel vrijwel alle tentoonstellingen voor minimaal 50% met externe bijdragen. Om het restant van de taakstelling te realiseren snijdt het Centraal Museum de komende jaren fors in de uitgaven. Het bezuinigen op de vaste formatie en de beperking van externe inhuur heeft tot gevolg dat onder andere de wetenschappelijke taak van het museum anders moet worden ingevuld om kunsthistorisch onderzoek uit te kunnen blijven voeren, het huidige programma in stand te kunnen houden en de concurrentie met andere musea in Nederland aan te blijven gaan. Het Centraal Museum acht het daarom noodzakelijk om meer en intensiever met universiteiten samen te werken om de wetenschappelijke taak van het museum op niveau te houden. Het Centraal Museum heeft de afgelopen jaren bijdragen ontvangen van: de Mondriaan Stichting, de BankGiro Loterij, Fonds voor Cultuurparticipatie, K.F. Hein Fonds, SNS REAAL Fonds, VSBfonds, Fentener van Vlissingen Fonds SHV, Prins Bernhard Cultuurfonds landelijk, Prins Bernhard Cultuurfonds Utrecht, Provincie Utrecht, Mercis bv, Gemeente Utrecht (Culturele Zaken), Ridderlijke Duitsche Orde, Stichting Vrede van Utrecht, Stichting Van Baaren Museum, Stichting dr Hendrik Muller’s, Vaderlandsch Fonds, M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, Stichting Elise Mathilde Fonds en Stichting Victor. 1.9 Samenwerkingsverbanden Sinds 2011 doet het Centraal Museum, als een van de locaties die door de provincie Utrecht is uitgeroepen tot merklocatie, mee aan een publieksonderzoek dat wordt uitgevoerd door Beerda Brand Consultancy. In april 2011 is daar een servicedesignprogramma van het bureau 31 Volts aan toegevoegd, voor de musea die deel uitmaken van de Stichting Utrechts Museumkwartier. In 2010 heeft het museum ook deelgenomen aan de landelijke MuseumMonitor, die wordt uitgevoerd door TNS NIPO in samenwerking met de Nederlandse Museumvereniging. Met scholen is het Centraal Museum een vast samenwerkingsverband aangegaan: X11 (vmbo voor Grafimedia), de dansopleiding van ROC ASA en Faculteit Kunst, Media & Technologie van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). 1.10 Archetype De museumwijzer is door de coördinator Online en Nieuwe Media ingevuld om te bekijken welke archetypen voor het Centraal Museum van toepassing zijn, en te bekijken welke ontwikkeling het museum wat betreft hun positionering de komende jaren wil maken. Het Centraal Museum is op de eerste plaats een educatieve instelling. Het verzamelen, ordenen en toegankelijk maken van kennis en informatie over het museum, zijn collectie en
[14]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
de tentoonstellingen is een inspanning die nooit ‘af’ is. Fundamentele peilers voor het museum zijn de (beeld)-archieven, de bibliotheek en het informatiecentrum, waar bezoekers en onderzoekers terecht kunnen. Deze positionering blijft voor het Centraal Museum voor de komende jaren gelijk. Dit betekent dat het archetype kennishuis, waar de educatieve waarde centraal staat, altijd een essentiële rol speelt voor Centraal Museum. Er wordt echter in de gewenste situatie een grotere rol toegekend aan de verbindende waarde van het museum (archetype broedplaats). Voor het Centraal Museum betekent dit dat moet worden nagedacht over de manier en toon van de interpretatie en de inzet van interpretatiemiddelen. Het Centraal Museum wil bezoekers intensiever betrekken en verbinden aan het museum, en daarvoor is een tweerichtingsverkeer nodig. Dit kan volgens het museum door de bezoeker letterlijk naar zijn of haar mening te vragen en ideeën met het museum te delen. Het uitgangspunt hiervan voor het museum is dat er een diversiteit aan narratieve identiteiten en stemmen bestaat, zowel in de eigen collectie van het museum als onder de bezoekers. Ideeën om een dergelijke transitie te kunnen maken staan beschreven in het beleidsplan: “Kennis is tijdsgebonden, contextafhankelijk, niet gesitueerd in de objectieve werkelijkheid, maar in de subjectiviteit van de kenner. De deskundige is niet langer almachtig; er is ook ruimte voor de alledaagse ervaringen van het publiek. Het ideaal is dat iedere bezoeker alle informatie kan vinden die hij/zij zoekt, op het niveau waar hij/zij behoefte aan heeft, zonder verplicht te zijn ook maar enige informatie tot zich te nemen. In het museum is altijd wat te doen, met een inhoudelijke link naar een actuele presentatie. Hiermee beleeft de bezoeker kunst met verschillende zintuigen”. In voorgaande tekst is ook af te leiden dat het museum hun objecten minder als feitelijke ‘waarheid’ willen beschouwen maar dat objecten een minder statische functie krijgen en aanzetten tot discussie, verbeelding en betekenisgeving bij de museumbezoeker. Dit betekent dat het museum zich minder als heiligdom (waar collectie centraal staat) wil positioneren. Zo is de vraag “de ruimten van onze vaste tentoonstellingen zijn voornamelijk” ingevuld met “objectgericht (heiligdom)” in de huidige situatie en in de gewenste situatie met “interacties (broedplaats)”. De vraag “als wij bezig gaan met het verbeteren van het museum, dan zouden we meer in moeten zetten op” is ingevuld met het antwoord “het verbinden van mensen en meningen (broedplaats)”, dat illustreert dat het museum meer wil aanzetten tot het delen van kennis en ideeën. Het experience center -waar de belevingswaarde centraal staat- ontvangt in mindere mate een iets grotere rol in de gewenste situatie (15% in de huidige situatie en 25% in de gewenste situatie). Dit is door het Centraal Museum in het beleidsplan kort toegelicht met de argumentatie dat ze de bezoeker op een actieve wijze willen benaderen en alle zintuigen willen prikkelen.
[15]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Afbeeldingen: Cirkeldiagram en spinnenweb huidige en gewenste situatie ‘positionering’
[16]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
2. De opdracht In dit hoofdstuk zal de opdracht die het Centraal Museum heeft gegeven aan de studenten van de Hogeschool Utrecht beschreven worden. De casus is door studenten van de minor Virtual and Social Networks uitgewerkt tot een prototype. 2.1 Opdrachtomschrijving
Inleiding Het Centraal Museum Utrecht ontwikkelt in het kader van deze grootse viering van de Vrede van Utrecht een historische tentoonstelling. Onderdeel van deze tentoonstelling is de ‘werkplaats’, een aanvulling die het Centraal Museum de afgelopen jaren is gaan toepassen om de ervaring van wat er in de tentoonstellingen getoond wordt te vergroten. Waar de hoofdtentoonstelling zich vooral richt op de meer ‘traditionele’ bezoeker die vooral geïnteresseerd is in historie, richt de werkplaats zich meer op de zogenaamde ‘experimentele alleseters’. De experimentele alleseters zijn jongere bezoekers of zijn jong van geest en gericht op experiment, vernieuwing en beleving. De bezoekers moeten worden uitgedaagd actief de betekenis en de rol van de Vrede van Utrecht te koppelen aan het leven van vandaag de dag. Wat zien we tegenwoordig nog van het verdrag? Wat voor invloed heeft het nu nog op het leven van de bezoeker? De werkplaats moet bijdragen aan het historisch besef van de bezoeker door interactie te stimuleren. Interactie kan op verschillende niveaus zijn: met de opstelling, virtueel, tussen bezoekers, met de verhalen of met de andere instellingen die betrokken zijn bij de vieringen in 2013. Het concept is daarbij niet per se verbonden aan de fysieke locatie van het museum. De openbare ruimte en virtueel zijn ook mogelijkheden.
Vraagstelling Het Centraal Museum Utrecht maakt in 2013 een tentoonstelling over de Vrede van Utrecht. Onderdeel van de tentoonstelling is de ‘werkplaats’. Jullie worden uitgedaagd om te komen met een concept voor de werkplaats. Op welke manier kunnen bezoekers worden verleid en geprikkeld om actief de historie van de Vrede van Utrecht te verbinden met de tegenwoordige tijd? Activeer de bezoeker om te investeren in een groeiend historisch besef over de Vrede van Utrecht. Keywords: Beleving, experiment, vernieuwing, historisch besef, en interactie. 2.2 Uitvoering van de opdracht
2.2.1 Museum Battle Er hebben vier groepen tijdens de MuseumBattle aan de casus van het Centraal Museum gewerkt. Het Centraal Museum herinnerde zich vooral twee groepen. Het team die het concept met de schermen had bedacht was de winnaar. [17]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Het winnende concept was een interactieve ‘kinect-achtige’ toepassing waar het sluiten van vrede centraal stond. In dit concept werden interactieve schermen in verschillende musea -in de landen van de Vrede van Utrecht- geplaatst die met elkaar in contact staan en waar bezoekers voor konden gaan staan. Door de hand tegen het scherm te houden kon ‘vrede’ worden gesloten met de bezoeker die voor het andere scherm stond waar het mee in contact stond (bijvoorbeeld in het Louvre in Frankrijk). Door in te loggen met facebook kon het vredesverdrag digitaal opgestuurd worden. Het Centraal Museum had dit concept als winnaar uitgekozen vanwege zijn originaliteit. Echter, dit concept was praktisch niet haalbaar. Het was het Centraal Museum opgevallen dat de studenten weinig hadden nagedacht over de communicatie en marketing van het concept. 2.2.2 Prototype ‘De Vrede van Utrecht App’ In de minor Virtual and Social Networks is een prototype ontwikkeld voor de tentoonstelling Vrede van Utrecht van het Centraal Museum. De studenten hebben De Vrede van Utrecht applicatie als prototype ontworpen. De Vrede van Utrecht app is een prototype voor een android smartphone die bezoekers op een interactieve manier met de tentoonstelling Vrede van Utrecht van Centraal Museum in aanraking brengt. Onderstaande uitwerkingen komen uit de eindrapportage van de studenten uit de minor. De Vrede van Utrecht app neemt de bezoeker mee op een speurtocht door de tentoonstelling. Deze speurtocht bestaat uit zoekopdrachten en vragen over de thema’s en onderwerpen uit de tentoonstelling. Door middel van zoekopdrachten worden bezoekers langs objecten in de tentoonstelling geleid. Wanneer de bezoeker bij een object is aangekomen wordt een vraag gesteld die gerelateerd is aan het object. Het antwoord van de vraag is dan te vinden door het object te bestuderen en/of de bijbehorende tekst te lezen. De keuze om bezoekers eerst naar een object te sturen en daarna een vraag te stellen over dit object is bewust gemaakt. Op die manier staat niet de smartphone, maar de inhoud van de tentoonstelling centraal staan. Door bezoekers naar objecten te laten zoeken en de vragen over de objecten te stellen, komen de bezoekers uitgebreid op verschillende manieren in aanraking met de Vrede van Utrecht. Een virtuele persoonlijke assistent in de vorm van de leider/leidster van het land waar je als bezoeker ambassadeur voor bent zal centraal staan in de app. Deze assistent geeft tips en hints bij de vragen. Daarnaast geeft hij/zij updates over de voortgang van de tour. Dit kan een plaatje van de persoon in kwestie zijn met een tekstballon erboven, maar ook een interactieve avatar die daadwerkelijk met tegen de bezoeker praat en beweegt. De assistent moet bijdragen aan de betrokkenheid bij de tentoonstelling middels de app en de bezoeker daadwerkelijk het idee geven dat hij/zij als ambassadeur van het land een onmisbare schakel is in de tour naar de vrede.
[18]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Wanneer een vraag goed is beantwoord wordt de bezoeker beloond met punten. Een verkeerd beantwoorde vraag wordt niet beloond, maar ook niet bestraft zodat bezoekers niet afgeschrikt worden. Het doel is het verzamelen van zoveel mogelijk punten. Deze punten kunnen worden geregistreerd wanneer de speurtocht ten einde is. Deze punten dragen bij aan de gezamenlijke Vrede van Utrecht puzzel. Voor registratie zijn drie opties: via Facebook, e-mail of anoniem. Het registreren via Facebook en e-mail zorgt ervoor dat de punten die de bezoeker heeft gescoord ook daadwerkelijk opgeslagen worden. Er is gekozen voor Facebook omdat dit een snel groeiend platform is dat een groot bereik heeft. Wanneer een bezoeker kiest voor het registreren met Facebook wordt er automatisch gedeeld dat hij of zij de tentoonstelling heeft afgerond. Dit zorgt ervoor dat het online netwerk van deze bezoeker ziet dat de tentoonstelling er is en interactief is gemaakt. Bij registratie via e-mail moet de bezoeker alleen naam en e-mailadres opgeven. Deze informatie wordt in een database opgeslagen en kan later worden gebruikt om nieuwsbrieven te versturen en contact te houden met de bezoeker. Wanneer een bezoeker anoniem wilt blijven kunnen de punten niet opgeslagen worden. Door het niet opslaan van punten worden bezoekers aangemoedigd om zich toch te registreren, maar ze worden niet gedwongen om gegeven achter te laten. Na de registratie worden de punten opgeslagen. Deze punten worden gebruikt in de Vrede van Utrecht puzzel. De puzzel staat symbool voor het uiteindelijke doel waaraan iedere bezoeker aan werkt. Wanneer de bezoeker ervoor kiest om de punten te registreren en deze zijn opgeslagen worden puzzelstukjes gelegd. Het doel is om met alle bezoekers die de Vrede van Utrecht app hebben gebruikt de puzzel vol te leggen. Dit is een gezamenlijk eindproduct waar alle bezoeker aan meewerken. Dit gezamenlijke doel bevordert de samenwerking en zorgt voor contact tussen bezoekers. Het doel is immers dat iedereen zoveel mogelijk punten moet behalen. Bij de puzzel is ook te zien welke bezoeker heeft meegewerkt om de puzzel compleet te maken. Deze informatie is te delen via social media als Facebook en Twitter om een buzz te genereren rond de puzzel. Het delen via deze kanalen laat zien dat bezoekers die al zijn geweest het leuk vinden, hiermee wordt aandacht gecreëerd rond de tentoonstelling. Een voorbeeld hiervan kan een oproep zijn om mee te komen helpen om de puzzel af te maken.
[19]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
De vrede van Utrecht draait om de vredesonderhandelingen die in begin 1700 in Utrecht plaatsvonden. Dit samenwerkingselement willen de studenten terug laten komen in de app. Wanneer een bezoeker het antwoord op een vraag niet weet, zou hij hulp moeten kunnen zoeken bij andere mensen die op dat moment een tour doorlopen. Zowel de vrager als de hulpbiedende bezoeker krijgen extra punten toegekend voor de samenwerking. Er moet wel een mogelijkheid zijn om ervoor te kiezen niet te verschijnen in de lijst van hulpbiedende bezoekers. Voor sommige mensen kan het opgeven van de anonimiteit namelijk een te hoge drempel zijn voor het gebruik van de app. Daarom hoef je je ook pas te registreren aan het einde. Opbouw van de app: -
Zodra bij de introductie het doel van het spel is uitgelegd en duidelijk is welk land de bezoeker vertegenwoordigt start het spel. Voor iedere vraag die gesteld wordt aan de bezoeker gaat een zoekopdracht vooraf. De zoekopdracht geeft de bezoeker de opdracht om een locatie binnen de tentoonstelling te zoeken. Deze locatie is belangrijk voor de vraag die gesteld wordt aan de bezoeker.
-
Op het moment dat de bezoeker de locatie van de zoekopdracht heeft gevonden drukt de bezoeker op “Ga naar de vraag”. Bij elke vraag is er de mogelijkheid om een afbeelding te tonen, dit moet worden ingesteld in de CMS. Bij elke vraag staat een minimum van twee en een maximum van vier antwoorden. Wanneer de bezoeker een antwoord heeft gekozen gaat de app naar het feedback scherm.
-
Na het geven van het antwoord krijgt de bezoeker feedback. Deze feedback is afhankelijk van het gegeven antwoord. Wanneer het antwoord fout is krijgt de bezoeker te zien waarom het antwoord fout is. Wanneer het antwoord goed is krijgt de bezoeker feedback waarom het antwoord goed is en worden punten toegekend door het systeem. In beide gevallen kan een afbeelding staan, maar dit is afhankelijk of de beheerder van de vragen dit heeft ingesteld.
Op de volgende pagina’s zijn schermen van deze opbouw weergegeven.
[20]
Casusbeschrijving Centraal Museum
[21]
Museumkompas
Casusbeschrijving Centraal Museum
[22]
Museumkompas
Casusbeschrijving Centraal Museum
[23]
Museumkompas
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Proces prototype De studenten zijn begonnen aan het opstellen van een interne en externe analyse om de huidige positie van het Centraal Museum ten opzichte van andere musea in de wereld in kaart te brengen. Deze analyse is tot stand gekomen door grondig deskresearch van de studenten. De verschillende inzichten en informatie die ze hebben opgedaan aan de hand van dit onderzoek gaf hen een goed vertrekpunt om te beginnen aan de brainstormsessies. Om alle informatie in context te kunnen plaatsen zijn ze naar het museum gegaan om te kijken in welke omgeving hun project tot leven zal komen. Daarna hebben ze het concept verder uitgewerkt. Om het concept te beoordelen op kwaliteit hebben ze het concept voorgelegd aan het crossmedialab. Met behulp van de feedback van de kenniskringleden uit het crossmedialab hebben ze het concept verder vorm kunnen geven, waarna zij het verbeterde concept ook aan het museum hebben gepresenteerd. Het museum leverde de nodige kritiek vanuit het oogpunt van de gebruiker en het museum zelf. Op basis van deze kritiek hebben zij een aantal wijzigingen doorgevoerd in de ontwerpkeuzes en zo vormde zich het definitieve ontwerp. Op basis van dit goedgekeurde concept is er een functioneel ontwerp opgesteld. Tijdens dit hele proces hadden ze wekelijks een meeting met Henk Plessius, coördinator van de minor Virtual and Social Networks, om de voortgang van het project te bewaken en eventuele problemen op te lossen.
[24]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
3. Impact In dit hoofdstuk zal in worden gegaan op de impact die de Vrede van Utrecht app kan hebben in de toekomst. De impact zal geanalyseerd worden middels het Business Model van STOF. Dit business model gaat in op vier domeinen: service, technisch, organisatorisch en financieel. Vaak wordt de term business model verward met de term verdienmodel. Een verdienmodel gaat in op de vraag hoe een organisatie meerwaarde creëert. Een businessmodel beschrijft alle facetten die invloed hebben op het creëren van deze meerwaarde. De term business model heeft dus een veel ruimere betekenis. Een business model is een blauwdruk voor hoe een netwerk van organisaties wil samenwerken om waardecreatie en –behoud van de nieuwe innovatieve dienst (of product) te realiseren. Het heeft uiteindelijk als doel om de levensvatbaarheid van de dienst te analyseren. Bij museum Speelklok is de belangrijkste vraag in hoeverre het concept van de herinrichting past binnen de gehele strategie van het museum. 3.1 Service domein
Wat is het? De Vrede van Utrecht app is een prototype voor een android smartphone die bezoekers op een interactieve manier met de tentoonstelling Vrede van Utrecht van Centraal Museum in aanraking brengt. In 2013 realiseert het Centraal Museum de tentoonstelling de Vrede van Utrecht. Het ontwikkelen van een Vrede van Utrecht app zal bijdragen aan de beleving van ‘300 jaar Vrede van Utrecht’. De Vrede van Utrecht app is een speurtocht door de tentoonstelling in het museum. Na een kort welkomst verhaal, die uitlegt wat de Vrede van Utrecht inhoud en wat het doel is van de app, zal een vraag worden gesteld. Aan de hand van deze vraag zal de deelnemer worden ingedeeld bij één van de vier landen uit het akkoord. Bij de Vrede van Utrecht waren vier landen betrokken. Bezoekers zullen tijdens de speurtocht een land uit de Vrede van Utrecht vertegenwoordigen. De speurtocht bestaat uit korte zoekopdrachten waar vragen worden gesteld. Elk goed beantwoorde vraag zal punten opleveren. Belangrijk is dat de app ervoor zorgt dat het publiek goed kan rondkijken en stil staan bij alle objecten. De antwoorden zullen namelijk te vinden zijn in het bijschrift van het object of in het object zelf. Het doel van de Vrede van Utrecht app sluit aan bij de interpretatieprincipes van het Centraal Museum. De belangrijkste doelen zijn: -
Connectie tussen mensen creëren
-
Stimuleren van actieve participatie door interactie
-
Tentoonstelling/onderwerp tot leven brengen
-
Leerzaam
-
Verrassen, inspireren en verbazen van de bezoeker
[25]
Casusbeschrijving Centraal Museum
-
Museumkompas
Een samenwerking tussen bezoekers creëren
De kern van de dienst is de tentoonstelling over de Vrede van Utrecht die vanuit een persoonlijk perspectief ontdekt wordt. Het Centraal Museum biedt de bezoekers de kans om meer te leren over de Vrede van Utrecht. De daadwerkelijke producten die in de app behandeld worden zijn de objecten en kunstweken die deel uit maken van deze tentoonstelling. De Vrede van Utrecht app is vanuit dit perspectief ook een product die deel uit maakt van de tentoonstelling. De app zal de tentoonstelling op een verrassende en luchtige manier brengen, waar bezoeker kennismaken met de Vrede van Utrecht door middel van de nieuwe (digitale) mogelijkheden om de kunst te presenteren en ervaren. Ook de werkplaats van het Centraal Museum zal hier een bijdrage aan leveren.
Voor wie is het? De dienst is bedoeld voor alle mensen geïnteresseerd in de Vrede van Utrecht die een bezoek afleggen aan het Centraal Museum. De app is dus bedoeld voor de (potentiële) bezoekers van Centraal Museum. De app zelf zal waarschijnlijk vooral inwoners uit de stad en provincie Utrecht, en mensen die een culturele interesse hebben, aantrekken. Met deze innovatieve dienst wordt vooral een jonger publiek aangesproken. Dat is ook wat het Centraal Museum ten doel heeft gesteld. Dus het zullen voornamelijk jonge, uit Utrecht afkomstige, inwoners zijn die het product zullen gebruiken. In termen van de beschreven doelgroepen van het Centraal Museum zullen dit vooral de breed cultuur geïnteresseerden die een algemene kunst- en cultuurinteresse hebben, en de experimentele alleseters, de jongere bezoekers die gericht zijn op vernieuwing en beleving. De cultuur geinteresseerden zullen grotendeels afkomen vanuit interesse voor de Vrede van Utrecht, de experimentele alleseters zullen eerder afkomen op de innovatieve dienst (de app) om cultuur te beleven. Echter, het is ook afhankelijk van waar er gecommuniceerd wordt over het product en welke doelgroepen daar worden bediend wie er op de Vrede van Utrecht app afkomen. Aangezien de studenten zich voornamelijk richten op de huidige bezoekers van Centraal Museum, social media en enkele traditionele media is te verwachten dat een jonge doelgroep met interesse in cultuur en afkomstig uit de omgeving Utrecht de dienst voornamelijk zal gebruiken. 3.2 Technische domein Er is gekozen voor het Android platform vanuit praktische redenen. De ontwikkelaars hadden al kennis van deze programmeertaal, het systeem is gratis te gebruiken en het team was in bezit van verschillende android telefoons om het prototype mee te testen. Er is gekozen voor een native android app in plaats van mobile web app omdat de native Android app functionaliteiten biedt die nodig zijn en deze functionaliteiten niet mogelijk zijn via mobile web apps. Om de app ook te kunnen laten draaien op het iOS systeem (voor Iphone en Ipad) is een andere programmeertaal nodig. Die zal nieuw moeten worden ontwikkelt.
[26]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
De app werkt met internet daarom is het voor een optimaal gebruik nodig om WIFI beschikbaar te stellen aan de gebruikers. Bij de kassa en in de tentoonstellingzaal zelf zal dan WIFI aanwezig moeten zijn. Dit geeft bezoekers de kans om bij de kassa de app te downloaden en te gebruiken in de zaal. Echter, het is de vraag of dit door het Centraal Museum gerealiseerd kan worden en of er –bij gelijktijdig gebruik door meerdere bezoekersaltijd even goede verbinding is. Ook is het een mogelijkheid om de app onder de aandacht te brengen voordat mensen naar het museum gaan. Dit kan op Facebook gedaan worden, op Twitter en op de website. Hoe meer mensen het gaan delen met hun vrienden, hoe meer mensen in aanraking komen met de app en geprikkeld worden om ook naar het Centraal Museum te komen. Met het content management systeem is het mogelijk om vrijwel alle informatie aan te passen. Het Centraal Museum kon namelijk nog niet alle informatie aanleveren over de tentoonstelling. Daarom is besloten om een systeem op te leveren die het mogelijk maakt om de zoekopdrachten, vragen en bijbehorende informatie en media toe te voegen, aan te passen en te verwijderen. Door deze functionaliteit is het mogelijk om de inhoud en volgorde van de speurtocht aan te passen. Het museum kan zelf een (nieuwe) speurtocht ontwerpen over de Vrede van Utrecht. Het systeem is echter flexibel genoeg om zonder al te veel aanpassingen in het systeem een speurtocht voor een hele andere tentoonstelling te maken. Vanuit deze basis kunnen dus elementen toegevoegd worden of kan de inhoud aangepast worden. Een leuke afwisseling tussen de vragen door zijn bijvoorbeeld verschillende minigames. Kleine korte spelletjes die aansluiten op de tour die de gebruiker loopt. Deze spelletjes zullen over het algemeen snelle spelletjes zijn waarbij niet heel diep nagedacht hoeft te worden. 3.3 Organisatie domein Er zijn drie plaatsen die een rol spelen: on-site, off-site en virtueel. De daadwerkelijke tentoonstelling zal plaats vinden in het Centraal Museum (on-site). Er zullen 3 zalen gebruikt worden voor de tentoonstelling. Het is verstandig om bij de entree (kassa) de tentoonstelling onder de aandacht te brengen. Daarnaast is het goed om een route in het museum aan te brengen naar de Vrede van Utrecht tentoonstelling. Dit zou door middel van een digitale plattegrond op de telefoon of een folder die verstrekt wordt bij de ingang. Voor de promotie van de tentoonstelling bieden de off-site en virtuele plekken veel mogelijkheden. Er staan in Utrecht nog vele gebouwen die uit de tijd van de Vrede van Utrecht stammen, bijvoorbeeld de Winkel van Sinkel en restaurant Oudaen. Op hun websites is informatie te lezen over de geschiedenis van het gebouw en de Vrede van Utrecht. Hier zou een koppeling gemaakt kunnen worden naar de tentoonstelling van de Vrede van Utrecht van het Centraal Museum. Ook zijn daar aanknopingspunten voor samenwerkingsverbanden. Gedacht kan worden aan location-based marketing, zodat mensen bij het inchecken op
[27]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
locaties zoals de Winkel van Sinkel (via Facebook of Foursquare) automatisch een bericht ontvangen over de Vrede van Utrecht tentoonstelling en app van het Centraal Museum. Daarnaast zijn sommige gebouwen uit de tijd van de Vrede van Utrecht nog in tact. Daar kan de applicatie ook gebruik van maken, door de tour uit te breiden buiten de museummuren. Ook zijn er mogelijkheden voor samenwerking met andere Utrechtse instellingen zoals de Stichting Vrede van Utrecht, die veel activiteiten organiseert voor de Vrede van Utrecht, of Utrechts Archief, die oude documenten uit de tijd van de Vrede van Utrecht bezitten. Met deze instellingen is –via de inhoud- een directe link. Ze kunnen elkaar wederzijds helpen bijvoorbeeld door het publiek te attenderen op de activiteiten die in het kader van de Vrede van Utrecht georganiseerd worden door deze instellingen. Andersom zouden deze instellingen het publiek kunnen doorverwijzen naar het Centraal Museum. Er kan zelfs gedacht worden aan een combinatieticket (bijvoorbeeld met korting) bij een bezoek aan de diverse activiteiten rondom de Vrede van Utrecht. Het is in de app mogelijk om de scores die je wint te delen met vrienden. De status van deze mensen verwijst dan naar de tentoonstelling van de Vrede van Utrecht en het Centraal Museum. Het is belangrijk om de app op meerdere locaties beschikbaar te stellen, zodat de dienst toegankelijk is en gemakkelijk te bereiken is voor het publiek. De app zou op Facebook en de website van Centraal Museum te downloaden zijn. Via qr-codes op posters in de stad en op de toegangskaartjes van het museum worden mensen doorverwezen naar de plek waar ze de applicatie kunnen downloaden. De Vrede van Utrecht tentoonstelling in het Centraal Museum duurt drie maanden. Een speurtocht door middel van een app heeft echter de potentie om langer mee te gaan. Dan zou de app gebruikt kunnen worden voor een andere tentoonstelling. Dit vergt wel de nodige functionele aanpassingen van de applicatie. Hier zal het museum zelf in moeten investeren. Het is daarnaast belangrijk dat er iemand in het museum aangesteld wordt die specifieke kennis over de app heeft in het geval er iets mis gaat. 3.4 Financiële domein De prijs van de dienst hangt af van de tarieven van de ontwikkelaar en de eisen die eraan gesteld worden door het museum. Het prototype kan als basis dienen om verder uit te werken door een professionele ontwikkelaar van mobiele diensten. Het zou ook door een student (programmeur) ontwikkelt kunnen worden, dit zal veel geld schelen, maar het is dan niet gegarandeerd dat het een professionele en goedwerkende app wordt. De app is beschikbaar voor Android telefoons. Er zal extra geld beschikbaar gesteld moeten worden om de app ook op iOS (voor Iphones) te laten draaien. Het werk van de prototype kan niet gemakkelijk gekopieerd worden naar Iphones. Iphone en Ipad apps vergen een andere manier van programmeren.
[28]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Het prijsschema is gebaseerd op de bevindingen van de externe analyse (zie eindrapport studenten). Freelance programmeurs verdienen gemiddeld 49 euro per uur. De weken zijn gebaseerd op 40-urige werkweken. Het aantal weken die nodig zijn om de app te ontwikkelen zal afhangen van de eisen die aan de app gesteld worden. De studenten hebben de volgende prijsindicatie ontwikkelt:
Voor het maken en beheren van de app is mankracht nodig. Het maken van de app kan gedaan worden door een programmeur of (programmeur)student. Het beheren van de app zal de taak worden het personeel van het Centraal Museum. Afdeling educatie zou regelmatig vragen kunnen updaten. Verder zullen het vooral de uren die de medewerkers van het Centraal Museum besteden aan het onderhouden en communiceren over het product geld kosten. Er moet niet onderschat worden hoeveel er over de app moet worden gecommuniceerd. Zonder dat mensen van de applicatie af weten zal de app ook niet gebruikt worden. Dit is dus even belangrijk. De communicatiemiddelen die ingezet worden, zoals posters, folders en nieuwsbrieven, om de tentoonstelling en de Vrede van Utrecht app onder de aandacht te brengen bij het publiek, zal het museum geld kosten. Via social media en de website kan de tentoonstelling onder de aandacht gebracht worden, en kan een dialoog gestart worden over de tentoonstelling (bijvoorbeeld via Facebook en Twitter). Echter deze kosten zullen hoogstwaarschijnlijk op de uren van de tentoonstelling geplaatst worden, niet alleen op de Vrede van Utrecht applicatie. Maar zonder deze publiciteit zal de dienst weinig bekend zijn en dus een lage afname kennen.
Conclusie De kracht van de app is dat het gericht is op de tentoonstelling Vrede van Utrecht, waar veel andere regionale en culturele instellingen uit Utrecht bij betrokken zijn. Daar zijn aanknopingspunten voor mogelijke samenwerkingsverbanden. Er kan ook gebruik gemaakt worden van de gebouwen die in de tijd van de Vrede van Utrecht een rol speelden. Op die manier biedt de applicatie ook mogelijkheden buiten de museummuren, bijvoorbeeld door de [29]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
route uit te breiden naar de stad en er specifieke buitenlocaties bij te betrekken. Het persoonlijke perspectief dat in de app centraal staat (figuren uit de Vrede van Utrecht en door de bezoeker een persoonlijke vertegenwoordiger van een land te maken) is een krachtig concept dat een invulling geeft aan de vraagstelling van het Centraal Museum: verbindt het verleden met het heden. De technische vereisten van de dienst –zoals het gebruik van WIFI- moeten wel goed getest worden, bijvoorbeeld door meerdere personen tegelijkertijd, zodat er geen belemmeringen bij het gebruik van de app ontstaan. Zonder aandacht voor een goed communicatiebeleid zal er hoogstwaarschijnlijk een lage afname zijn van de applicatie. De studenten hebben een aanzet gedaan voor mogelijk in te zetten communicatiemiddelen. Maar dit vergt nog de nodige nuancering en uitwerking waar het centraal museum dan zelf geld en tijd in zal moeten investeren. Op dit moment is bijna de hele inhoud van de app aan te passen met behulp van een CMS zoals informatieschermen, vragen, antwoorden, feedback en de gebruikte media. Toch kan de app met name door de gebruikte stijl en vormgeving op dit moment alleen gebruikt worden voor de Vrede van Utrecht tentoonstelling. Er zal een manier gevonden moeten worden om minigames te kunnen koppelen aan de app zonder dat er aan de achterliggende code gewerkt hoeft te worden. Wanneer dit bereikt is, is er een volledig aanpasbare app die gebruikt kan worden voor andere tentoonstellingen in de toekomst. Het gevaar wat hier kan ontstaan is dat de app te generiek wordt en niet als vernieuwend gezien wordt. Het is daarom belangrijk dat de app in zoverre aan te passen is dat het een unieke look en feel heeft voor elke tentoonstelling. Het prototype vergt dus nog de nodige technische uitwerkingen om het als een volwaardige dienst in te zetten.
[30]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
4. Reflectie best practices De best practices zijn verzameld door middel van een reflectiegesprek met de coördinator van de minor Virtual and Social Networks, Henk Plessius en met de coördinator Internet en Nieuw Media, Bonny van Sighem, van het Centraal Museum. Terugblik van het onderwijs Het onderwijs kan niet garanderen dat de studenten exact opleveren wat er door de opdrachtgever gevraagd wordt. Het onderwijs moet in principe kunnen mislukken. Dit kan soms botsen met de doelen van het project. Daarbij is goed verwachtingsmanagement naar het museum belangrijk. Het hoogst haalbare vanuit het onderwijs is daarom een goed prototype. Het Centraal Museum wou bijvoorbeeld graag met een concept uit de MuseumBattle verder, maar in de minor is de casus weer opnieuw onder handen genomen, en is een nieuw concept ontwikkeld. Vanuit de MuseumBattle is wel inspiratie geput, maar vanuit de onderwijsdoelen –waar het leerproces van de student centraal staat- was het interessanter om een andere groep met input vanuit de MuseumBattle te laten werken zodat zij opnieuw kritisch naar de casus gingen kijken. Vanuit het oogpunt van het museum is dit soms niet het meest ideale proces. De studenten die in de minor aan de casus van het Centraal Museum hebben gewerkt hadden wat opstart problemen. Ze hebben dit opgelost door een bezoek aan het museum af te leggen. Ze hebben daarna een applicatie ontwikkeld waarmee je door de tentoonstelling loopt, vragen over de objecten krijgt en puzzelstukjes kunt verzamelen, eventueel kan een bezoeker zich op de vragen voorbereiden via de Facebook pagina van het museum. Gedurende hun ontwikkelproces zijn ze meerdere keren bij het museum geweest. Het lastige voor de studenten was dat het museum de tentoonstelling nog niet helemaal had ingevuld. Het voordeel van de opdracht die in het onderwijs is ontwikkelt is dat het museum een applicatie heeft ontvangen die ze in de praktijk kunnen zetten. Het prototype van de applicatie kan als basis dienen voor een professionele applicatie. Het museum moet dan nog wel zelf tijd investeren in de content en professionalisering van de applicatie. De vraag is wel wat de het prototype daadwerkelijk oplevert, omdat er geen meting is gedaan. Een idee is dat het Centraal Museum een test van de applicatie onder haar bezoekers gaat uitvoeren, door ze bij de entree te vragen de applicatie te gebruiken en dan naderhand te vragen welke elementen van toegevoegde waarde zijn en welke beleving het tot stand brengt. Al met al is het voor de studenten een heel leerzaam proces geweest om met een realistisch vraagstuk uit de praktijk aan de slag te gaan. Het inzetten van onderwijs voor dergelijke thematieken uit de praktijk biedt veel mogelijkheden. Echter, het is belangrijk voor beide partijen (onderwijs en museum/project) om te beseffen dat ze vanuit een ander uitgangspunt het proces in gaan; het onderwijs vanuit onderwijsdoelen (waaronder opdoen van vaardigheden) en het museum/project vanuit projectdoelen (ontwerpen van een
[31]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
geschikte en toepasbare dienst). Terugblik Museumkompas Centraal Museum Het Centraal Museum is erg enthousiast over het project Museumkompas. Als kritische noot gaven ze mee dat ze gedurende het project wel meer behoefte hadden aan tussenrapportages, zodat ze eerder al uitkomsten konden inzien en er eventueel mee aan de slag gaan. De samenwerking met het onderwijs was goed. Het Centraal Museum acht het van groot belang om betrokken te zijn bij opleidingen en educatieve instellingen. Dat werd dan ook als een de toegevoegde waarde beschouwd. De studenten zijn meerdere malen bij het museum langs geweest en ze hadden goed geluisterd naar de feedback ze hen meegaven. Het onderwijs heeft wel een andere planning; studenten werken in een korte tijd intensief aan een project en ronden dat vervolgens af. Het museum heeft een lange termijn blik. Dit verschil zorgt voor andere verwachtingen en kan het proces soms bemoeilijken. Bij de eindpresentaties van het prototype was het Centraal Museum positief verrast door het enthousiasme van de studenten. Het prototype werd live gedemonstreerd. Naderhand hebben ze alle rapporten en materialen meegenomen. Met deze input is er intern een discussie geweest over wat ze met het prototype gingen doen. Er is toen besloten om een route te ontwerpen waarbij er vanuit een persoonlijk perspectief informatie over de objecten wordt gegeven. Het persoonlijke perspectief –dat in het prototype van de studenten centraal staat- vonden ze erg sterk en is meegenomen. Verder vonden ze het ‘op een lichte manier brengen van de informatie’ en de interactiviteit van het prototype die de studenten hebben opgeleverd aantrekkelijk. Er is besloten om met een professionele aanbieder van audiotours te praten over deze ideeën. De opgeleverde producten van de studenten sloten goed aan op de benodigde materialen voor het ontwikkelen van een product. Het prototype van de studenten had wat technische beperkingen. WIFI kan het product namelijk niet dragen wanneer veel mensen de dienst tegelijkertijd gebruiken, dus het moet beschikbaar kunnen zijn op een onafhankelijk apparaat. De aanbieder had daar speciale apparaten voor. Hierdoor is de dienst echter geen mobiele applicatie meer. Dit bracht ook extra kosten met zich mee voor het ontwerpen van het product. Het wedstrijdelement is eruit gehaald en er was geen koppeling naar Facebook mogelijk. Wel was er persoonlijke begeleiding en een mogelijkheid tot respons (vragen beantwoorden). Het storytelling element uit het prototype dat de studenten hebben opgeleverd viel bij het Centraal Museum erg in de spraak. Ze werden geprikkeld om zich op het persoonlijke verhaal van personen uit de vrede van Utrecht te focussen. Dat idee komt uit de koker van de studenten. Maar al met al had het prototype wel wat haken en ogen. Voornamelijk omdat het een vrij eenvoudig prototype was met een aantal technische moeilijkheden. Hierdoor zou het Centraal Museum nog veel tijd en geld in het prototype moeten besteden om er een goed
[32]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
werkbaar product van te maken. De studenten hadden een prototype ontwikkeld waarvan het moeilijk te realiseren was in de praktijk. Studenten werken toch meer vanuit een credo “the sky is the limit” en dat kan nog wel botsen met de realiteit. Wellicht dat de opleidingen meer kaders zouden moeten geven aan de studenten. Het Centraal Museum beschouwt hun deelname aan het project Museumkompas als waardevol. Zowel in de MuseumBattle als vanuit het onderwijs (de minor) zijn ideeën verzameld voor digitale toepassingen die het museum graag wilt ontwikkelen. De opgeleverde producten bieden nog de nodige investeringen (geld en tijd) om een volwaardig product te ontwikkelen. Het museum kan daarentegen ook niet van de studenten verwachten dat het ze een kant-en-klaar product opleveren, omdat ze de ruimte nodig hebben om te experimenteren met het vraagstuk. Dus al met al heeft hun deelname aan Museumkompas voornamelijk bijgedragen aan inspiratie, kennis en uitgewerkte voorbeelden en ideeën die het Centraal Museum mogelijk zou kunnen ontwikkelen.
[33]
Casusbeschrijving Centraal Museum
Museumkompas
Referenties de Vos, H., & Haaker, T. (z.d.) Novay. Businses modellen ontwerpen met de STOF-methode. Hunebed & Breakfast. Verkregen via www.novay.nl Eindrapport: De Vrede van Utrecht App. Susanne v/d Harten, Guido Terlouw, Niels Vonk, Benno van Dijk, Dion Borsboom en Tim Beks Interpretatiebeleidsplan 2012-2015. Centraal Museum. Meerjaren beleidsplan 2012-2015. Centraal Museum: Vijf collecties, één museum. Museumwijzer. 2012. Museumwijzer. Vier museumarchetypen opgehaald via www.museumkompas.nl/museumwijzer van Lier, M. (2012). Rapportage Museumwijzer Archetypen. ErfgoedWerf. Verkregen via www.museumkompas.nl/museumwijzer
[34]