Beoordelingsrapport van lectoraat International Business and Communication Zuyd Hogeschool Visitatiedatum 22 oktober 2012
Visitatiepanel Dhr. mr. G.J.H.M. Wagemans (voorzitter) Mw. prof. dr. H. van Herk Mw. dr. E. M. C. van der Pool
Drs. B. L. van Eyndhoven (panelsecretaris)
december 2012
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
Inhoudsopgave
1.
SAMENVATTING EN AANBEVELINGEN
3
2.
PROCESINFORMATIE
7
3.
KENNISDOMEIN
9
4.
BIJDRAGEN AAN DE KWALITEITSVERHOGING VAN HET ONDERWIJS
11
5.
ONDERZOEK
13
6.
PROFESSIONALISERING
15
7.
DIENSTVERLENING AAN DE MAATSCHAPPELIJKE OMGEVING
16
8.
EXTERNE ORIËNTATIE EN NETWERKEN
17
9.
STRATEGIE EN BELEID
18
10.
PERSONEEL, ORGANISATIE EN COMMUNICATIE
19
11.
ORGANISATIEONDERSTEUNING
20
12.
KWALITEITSZORG
21
13.
BIJLAGEN
22
Datum en locatie visitatie: Maandag 22 oktober 2012 Zuyd Hogeschool Maastricht Nieuw Eyckholt te Heerlen
20 DECEMBER 2012
2
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
1. Samenvatting en aanbevelingen 1.1.
Inleiding Voor u ligt het beoordelingsrapport van het visitatiepanel van het lectoraat International Business and Communication (IBC) van Zuyd Hogeschool. Het proces van visitatie bestaat uit vier fasen: een interne positiebepaling van het lectoraat, het bestuderen van documentatie door een panel van drie onafhankelijke externe deskundigen, de visitatie zelf en een bestuurlijk besluit van het College van Bestuur ten aanzien van voortzetting van het lectoraat naar 1 aanleiding van de visitatie . Het visitatiepanel bestond uit dhr. mr. G. (Ger) Wagemans (voorzitter), mw. prof. dr. H. (Hester) van Herk en dr. E. (Els) van der Pool. De visitatie omvatte kennisneming van uitvoerige documentatie, een voorbereidingsmiddag van het panel en een bezoek van het visitatiepanel. Tijdens de visitatie is gesproken met de lector, leden van het lectoraat, faculteitsdirecteuren van het platform Economie, Talen en Recht, een lid van het College van Bestuur en interne en externe stakeholders. Dit alles heeft geresulteerd in het voorliggende beoordelingsrapport.
1.2.
Samenvatting Het panel is onder de indruk van de kwaliteit van het werk van het lectoraat International Business and Communication (IBC) in de afgelopen vier jaar. Het onderzoek van het lectoraat is excellent voor wat van een HBO verwacht wordt. Dit onderzoekswerk is het meest concrete en prijzenswaardige voorbeeld van de kracht van dit lectoraat. De thematiek die door het lectoraat onder de loep wordt genomen is van belang voor het aandachtsgebied International Business and Communication en speelt in op een behoefte vanuit de beroepspraktijk uit de regio en daarbuiten. De lector heeft op bescheiden maar eenduidige wijze de lectoraatsleden en andere betrokken met succes geënthousiasmeerd tot het uitvoeren van onderzoeksprojecten op een kwalitatief hoog niveau. De lector en lectoraatsleden voegen met hun inzet op het gebied van onderzoek een belangrijke waarde toe aan Zuyd Hogeschool. Het panel ontdekte een drietal punten van zorg in de inhoudelijke en organisatorische invulling van het lectoraat. Hieronder wordt in steekwoorden beschreven welke deze punten zijn. Verdere toelichting volgt in de hierop volgende hoofdstukken.
1
1.
De bestaande vraag om kennis op het gebied van IBC vanuit de praktijk wordt nog niet goed door het lectoraat opgepikt of proactief opgevraagd. De prioriteit van het lectoraat ligt bij het uitvoeren van het onderzoek met een grotendeels academische invulling. De energie gemoeid met deze research gaat ten koste van het werken aan de uitbreiding van de portfolio aan praktijkgericht onderzoek of andere activiteiten. Het lectoraat neemt op het gebied van vraagarticulatie m.b.t. bestaande behoeften vanuit het beroepsveld een tamelijk bescheiden, passieve rol aan die in de nieuwe onderwijsopstelling niet meer past.
2.
Het lectoraat heeft in de afgelopen periode een stevige inhoudelijke focus met drie onderzoekslijnen uitgezet (internationaal zakendoen, interculturele communicatie, internationaal relatiemanagement). Deze thema’s komen zeker terug in de publicaties van het lectoraat maar het panel bemerkte ook opmerkelijke accentverschuivingen betreffende de interpretatie en het gebruik van deze onderzoekslijnen in de onderwijs- en beroepspraktijk. Zo blijkt de gekozen hoofdonderzoekslijn internationaal relatiemanagement in de onderwijspraktijk van minder belang
Hogeschool Zuyd, Positiebepaling en Visitatie Lectoraten, d.d. 3 oktober 2008.
20 DECEMBER 2012
3
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
dan de theoretische inzet van het lectoraat doet vermoeden. Tijdens de visitatie kwamen bij verschillende gesprekspartners voornamelijk het thema en de behoefte aan interculturele communicatie ter tafel, gevolgd door internationaal relatiemanagement en internationaal zakendoen. 3.
1.3.
De nieuwe onderwijssetting biedt kansen, maar de organisatie is zeer complex. Er is zorg van de commissie dat op alle niveaus sprake is van een turbulente dynamiek. In de herinrichting van de organisatie zijn allerlei veranderingen in beweging gezet die hoogstwaarschijnlijk niet zonder slag of stoot tot de gewenste, nieuwe opstellingen leiden waarbij het onderwijs beter bediend zal moeten worden door het lectoraat. De lector en de lectoraatsleden staan op het punt om deze omslag te maken, maar hebben nog zichtbaar moeite om zich een houding te vinden in deze nieuwe positionering. Het panel wil in het kader van deze transitie ten bate van het lectoraat IBC graag de volgende suggesties geven op de onderstaande punten.
Aanbevelingen Hieronder volgen in een aantal punten de aanbevelingen van het panel. Verdere toelichting wordt gegeven in de bijbehorende hoofdstukken.
Kies een heldere focus in onderzoekslijn, in direct verband met de behoeften vanuit het onderwijs en de beroepspraktijk. In deze setting dienen alle betrokkenen voortdurend het gesprek met elkaar aan te gaan. Het lectoraat zal in deze context heldere keuzen op alle fronten expliciet naar voren moeten brengen. Het panel merkt daarbij op dat het thema interculturele communicatie in de onderwijs- en beroepspraktijk van groot belang wordt geacht, met daaraan gekoppeld de component internationaal relatiemanagement. Een verheldering van de focus is ook gewenst in de context van een binnenkort te vormen lectoraat op een aanverwant gebied (zie verder hoofdstuk 3 en 4). Zet een stevige discussie op over de rol van praktijkgericht onderzoek door het lectoraat. Het panel suggereert dat het lectoraat het onderzoek in de nieuwe setting langs twee lijnen kan uitdragen: a. professionalisering van betrokkenen door middel van onderzoeksvaardigheden voor docenten, en promovendi; b. inhoudelijke aansluiting bij praktijkvragen uit het bedrijfsleven. Uitgangspunt is dat praktijkgericht onderzoek mogelijk is zonder dat dit aan kwaliteit verliest (zie verder hoofdstuk 5). Besteed veel aandacht aan de organisatie van de kennisoverdracht in het onderwijs. Het lectoraat dient haar onderzoekswerk zo om te ploegen dat het goed geïmplementeerd kan worden in het onderwijsproces van de faculteiten. Borg de relatie tussen onderwijs en onderzoek door deze verwevenheid planmatig en systematisch in te richten. In de nieuwe onderwijsstructuur waar momenteel aan gewerkt wordt, moet een sleutelrol worden weggelegd voor de teamleiders. Zij moeten de vertaalslag maken van de visie, inhoud en methodologie van het onderzoek naar concrete onderwijsthema’s richting de docenten van de diverse eenheden binnen Zuyd (zie verder hoofdstuk 4). Haal een nadrukkelijke vraag uit de markt naar boven. Schroom niet om met een proactieve houding de markt in te stappen om op het punt van de dienstverlening naar de maatschappij een aantal vooraf gestelde doelen te bereiken. Zet deze stap met in het achterhoofd een glasheldere focus met betrekking tot de implementatie van de onderzoeksthema’s in het beroepsveld (zie verder hoofdstuk 7). Zorg voor het toepassingsgericht maken van het onderzoek, intern en extern. Een dergelijke valorisatie van kennis zal tegelijkertijd het genereren van andere kennisproducten bevorderen. Versterk de praktijkgerichtheid door een focus op vraagarticulatie uit de markt. Draag bestaand onderzoek uit in relevante gremia (onderwijs en beroepspraktijk). Het panel ziet ook een
20 DECEMBER 2012
4
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
uitgelezen kans voor het lectoraat om de vrije ruimte te gebruiken die het College van Bestuur aanbiedt, namelijk het ontbreken van een publicatiebeleid of eisen op het gebied van de gekozen thematiek. Het lectoraat kan deze speelruimte gebruiken door bijvoorbeeld te publiceren in vakbladen. Schroom niet om met terechte trots het werk naar buiten toe te laten schitteren, ook door de inzet van verschillende communicatiemiddelen (zie verder hoofdstuk 5 en 10). Versterk de banden met externe relaties. Het panel bemerkte dat het lectoraat bepaalde netwerken heeft maar er (te) weinig gebruik van maakt. Hier ligt een brug naar de praktijk die op meerdere manieren bewandeld kan worden. Door de verbanden met externen aan te gaan zal ook de focus van het lectoraat verhelderen (actie=reactie). Dit houdt in dat het lectoraat de focus die nu nog ligt op de relatie met de universiteiten verplaatst naar het bedrijfsleven (zie verder hoofdstuk 8). De komende periode dient het lectoraat compromisloos haar strategie en beleid op het gebied van vorm en inhoud op te zetten, in nauwe samenwerking met de faculteitsdirecteuren en andere lectoren. Hierbij is ook het in gesprek blijven met het College van Bestuur van groot belang; het lectoraat dient met de juiste inzet nadrukkelijk support van het CvB te vragen en krijgen. Dat kan het lectoraat bewerkstelligen door een heldere missie/visie neer te zetten, beschreven met een concreet plan van aanpak – uiteraard geaccordeerd door het CvB (zie verder hoofdstuk 9).
20 DECEMBER 2012
5
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
Oordelen per onderwerp en aspect Onderwerpen / aspecten 1. Het kennisdomein van het lectoraat: Is duidelijk en herkenbaar Is relevant voor de maatschappelijke omgeving Sluit aan bij de kennisvragen van een of meer faculteiten. 2. Bijdragen aan de kwaliteitsverhoging van het onderwijs. Werkt het onderzoek voldoende door in (verbetering en vernieuwing) van: Curricula werkvormen en onderwijsmateriaal niveau van afstuderen 3. Onderzoek
Oordeel V V V
G G n.v.t.
Is het onderzoek voldoende methodologisch verantwoord? Levert het onderzoek voldoende en traceerbare bijdragen aan kennisontwikkeling, -circulatie en/of de wetenschap? Vindt publicatie van onderzoek voldoende plaats en via uiteenlopende kanalen en aan diverse doelgroepen? 4. Professionalisering
E G
Werkt het onderzoek voldoende door in (verbetering en vernieuwing) van professionalisering van docenten? 5. Dienstverlening aan de maatschappelijke omgeving Draagt het onderzoek voldoende bij aan ontwikkeling en toepassing in de beroepspraktijk en het oplossen van problemen? Is het onderzoek voldoende maatschappelijk relevant en robuust? 6. Externe oriëntatie en netwerken.
G
V
V V
Bestaan er ten behoeve van het onderzoek intensieve en doeltreffende relaties met:
andere instellingen voor onderwijs en onderzoek de regionale en landelijke beroepspraktijk
G V
de internationale omgeving? 7. Strategie en beleid Heeft het lectoraat voldoende visie op ontwikkelingen in het kennisdomein en vertaalt het lectoraat deze in doelen en communiceren de leden van het lectoraat onderling over deze visie en doelen? Is er sprake van effectieve inbedding binnen de hogeschool van het onderzoek en de onderzoekseenheid (mede in relatie tot het onderwijs), voor wat betreft: missie/strategie;
V
organisatie; (personeels)beleid 8. Personeel, organisatie en communicatie
G V
Is het personeelsbeleid van het lectoraat gericht op de doelstellingen van het lectoraat: door onderzoek en kennisontwikkeling bijdragen aan onderwijs, professionalisering en maatschappelijke dienstverlening? 9. Organisatieondersteuning Beschikt het lectoraat over adequate ondersteuning t.a.v.:
G
Secretariaat administratieve ondersteuning
informatiebronnen ICT-tools Werkruimten 10. Kwaliteitszorg Besteedt het lectoraat voldoende aandacht aan kwaliteitszorg:
Zijn er voldoende evaluaties?
Worden interne en externe betrokkenen geraadpleegd? Leiden de evaluaties tot verbeteracties? Is er sprake van een verantwoorde besteding van overheidsgelden?
20 DECEMBER 2012
V
V
G G V V G
G G G G
6
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
2.
Procesinformatie
2.1.
Aanleiding Tot einde 2008 speelde de Stichting Kennisontwikkeling (SKO) een belangrijke rol bij het toezicht op de kwaliteit van lectoraten. Vanaf 2009 dragen de hogescholen zelf verantwoordelijkheid voor zowel de interne als de externe kwaliteitszorg. Dit betekent niet dat er binnen Zuyd Hogeschool een volledig nieuw kwaliteitssysteem voor lectoraten werd opgebouwd. Een belangrijk onderdeel van dit kwaliteitsysteem is de aansturing van de lectoraten binnen de Planning & Control-cyclus (P&C-cyclus) van de hogeschool. Waren de cycli voor onderwijs en onderzoek aanvankelijk gescheiden en werden beide functies direct en afzonderlijk aangestuurd door het CvB, uiteindelijk zullen de lectoraten gaan vallen onder de faculteit waarbij zij organisatorisch en inhoudelijk zijn ondergebracht. De P&C-cyclus bestaat uit het jaarplan, inclusief meerjarenbegroting, het jaarverslag en het jaarlijks bilateraal overleg met het CvB. Daarnaast formuleren de lectoren eens per vier jaar een Strategisch Plan. De hogeschool beschikte tot 2008 echter nog niet over een vorm van evaluatie waarin het lectoraat terugblikt op de processen en resultaten in de voorafgaande periode van vier jaar die aan het nieuwe Strategisch Plan en aan de besluitvorming over eventuele continuering voorafgaat. Het nieuwe systeem van interne positiebepaling en visitatie door externe deskundigen completeert nu de kwaliteitscyclus voor onderzoek binnen de hogeschool. Het beoordelingsrapport van de visitatiecommissie en het nog op te stellen Strategisch Plan van het lectoraat bieden het college een hechte basis voor besluitvorming over continuering voor de komende periode van vier jaar. De externe kwaliteitszorg van onderzoek binnen hogescholen wordt landelijk gecoördineerd door de Hbo-Raad en niet door de NVAO. De uitgangspunten van deze externe kwaliteitszorg zijn vastgelegd in het ‘Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek’ (Hbo-Raad, 2007). De externe kwaliteitszorg voor onderzoek binnen de hogeschool is gericht op ontwikkeling en niet op accreditatie. De hogescholen organiseren zelf de kwaliteitszorg van hun eigen lectoraten. Daarnaast heeft de Hbo-raad een ‘Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek’ in het leven geroepen. De taak daarvan is het valideren van het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool. Dit gebeurt tenminste éénmaal in de zes jaar. In januari 2009 is Zuyd positief gevalideerd. De validatiecommissie beoordeelt niet de kwaliteit van de lectoraten – dat doen de visitatiecommissies - maar de mate waarin de hogeschool haar onderzoekskwaliteit, onder meer door middel van de externe visitaties van lectoraten, bewaakt en verbetert. Het landelijke systeem is verder uitgewerkt in de notitie ‘Kwaliteitszorgstelsel ten aanzien van het onderzoek aan Hogescholen 2009 – 2015’ en in de ‘Validatieprocedure VKO’ (Hbo-Raad, juni 2009).
2.2.
Doel Het eerste doel van dit beoordelingsrapport is dat het visitatiepanel een oordeel geeft over de kwaliteit van de activiteiten van het lectoraat in de afgelopen vier jaren, in de verwachting dat de lectoren en het lectoraat de adviezen betrekken bij het formuleren van verbetervoornemens in het Strategisch Plan en in het jaarplan. Daartoe heeft het visitatiepanel de beschikking gekregen over de resultaten van een interne positiebepaling door de lector en de leden van het lectoraat en over bestaande documentatie zoals: jaarplannen en jaarverslagen, onderzoeksrapporten, projectverslagen en documentatie over onderwijs dat door het lectoraat is ontwikkeld en de jaarplannen van het lectoraat2. Het tweede doel van het beoordelingsrapport is het CvB een basis te bieden voor besluitvorming over het continueren van het lectoraat.
2
Het volledig overzicht is te vinden in Leeswijzer Visitatiedocumenten, oktober 2012
20 DECEMBER 2012
7
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
2.3.
Werkwijze
2.3.1.
Voorbereiding De notitie ‘Werkwijze Positiebepaling en visitatie Lectoraten Hogeschool Zuyd’ (februari 2009) beschrijft de gehanteerde werkwijze. De samenstelling van het visitatiepanel vindt u in bijlage 2. Bijlage 3 geeft weer met welke personen binnen en buiten het lectoraat het visitatiepanel heeft gesproken. Bijlage 4 vermeldt de documenten waarop het panel zijn oordelen mede heeft gebaseerd. De visitatie is zowel door het lectoraat als door de beleidsadviseur onderzoek van de hogeschool goed voorbereid. De documentatie was voldoende voor het verkrijgen van een algemeen beeld van het lectoraat en was voorzien van een duidelijke leeswijzer. Vervolgens heeft het visitatiepanel voor aanvang van de visitatiedag nog aanvullende informatie opgevraagd ter voorbereiding van specifieke onderwerpen en aspecten.
2.3.2.
Beoordelingskader en opbouw rapportage Het visitatiepanel heeft zijn beoordelingskader ontleend aan de conceptnotitie ‘Kwaliteitszorg van 3 onderzoek, handreiking voor Hogescholen’, (Hbo-Raad, 30 mei 2008 ). Daarnaast zijn aan dit kader enkele elementen uit de vragenlijst ten behoeve van de positiebepaling toegevoegd. Het beoordelingskader bestaat uit de tien onderwerpen die in de werkwijze en het beoordelingsprotocol van de hogeschool worden beschreven. Elk hoofdstuk is gericht op één onderwerp en besteedt aandacht aan de criteria in het beoordelingsprotocol en aan het oordeel, de bevindingen en de overwegingen van het visitatiepanel. De onderwerpen zijn: 1. Kennisdomein 2. Bijdragen aan de kwaliteitsverhoging van het onderwijs 3. Onderzoek 4. Professionalisering 5. Dienstverlening aan de maatschappelijke omgeving 6. Externe oriëntatie en netwerken (maatschappelijke en wetenschappelijke instellingen) 7. Strategie en beleid 8. Personeel, organisatie en communicatie 9. Organisatieondersteuning 10. Kwaliteitszorg De onderwerpen 2 (bijdragen aan onderwijs), 4 (professionalisering), 5 (dienstverlening aan de maatschappelijke omgeving) en 6 (externe oriëntatie en netwerken) vormen de kerndoelstellingen van het lectoraat. Onderzoek binnen het kennisdomein is het belangrijkste middel om deze doelen te realiseren. De overige onderwerpen hebben een randvoorwaardelijk karakter.
2.3.3.
Normering De beoordeling vindt plaats in de termen: excellent, goed, voldoende en onvoldoende: Excellent: Het lectoraat voldoet volledig aan de criteria (aspecten) bij dit onderwerp of aspect en is een voorbeeld voor andere lectoraten. Het aspect heeft tevens aantoonbare positieve invloed op de kwaliteit van andere onderwerpen of aspecten. Goed: Het lectoraat voldoet volledig aan de criteria (aspecten) bij dit onderwerp of aspect. Dit neemt niet weg dat het lectoraat ook hier wenselijke (niet noodzakelijke) verbeteringen in de kwaliteit kan formuleren. Voldoende: Het lectoraat voldoet aan nagenoeg alle criteria (aspecten) die bij dit onderwerp of aspect worden genoemd maar er zijn enkele verbeteringen nodig. Het lectoraat heeft zich deze verbeteringen voorgenomen en deze zijn op korte termijn realiseerbaar. Onvoldoende: Het lectoraat voldoet niet aan de criteria (aspecten) die bij dit onderwerp of aspect worden genoemd. Noodzakelijke verbeteringen zijn niet op korte termijn te realiseren.
3
Deze Handreiking is per december 2008 bijgesteld. De handreiking heeft geen prescriptief karakter.
20 DECEMBER 2012
8
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
3.
3.1.
Kennisdomein Onderwerpen en aspecten
Oordeel
Het kennisdomein van het lectoraat: Is duidelijk en herkenbaar Is relevant voor de maatschappelijke omgeving Sluit aan bij de kennisvragen van een of meer faculteiten
Voldoende Voldoende Voldoende
Bevindingen
Het kennisdomein van het lectoraat IBC is voldoende duidelijk en herkenbaar. Binnen dit domein legt het lectoraat de focus op drie programmalijnen: internationaal zakendoen, interculturele communicatie en internationaal relatiemanagement. Deze lijnen zijn voldoende gevuld met diverse relevante projecten. Het panel kreeg helaas geen helder beeld van de prioritering en onderlinge samenhang van deze drie thema’s. Dat is zorgelijk omdat de toepassing van de programmalijnen in de komende periode een belangrijke rol gaat spelen, zeker in het licht van de positionering van het lectoraat in de nieuwe onderwijssituatie. De beschreven onderzoekslijnen sluiten voldoende aan op de basisvragen uit het bedrijfsleven. Het panel herkende diverse punten uit het programma van het lectoraat in de gesprekken met de externe stakeholders over wat de regio Limburg en daarbuiten, voornamelijk België en Duitsland, behoeft. Daarbij viel op dat er vooral een aansluiting plaatsvindt met het aspect interculturele communicatie. Het panel beoordeelt de relevantie van het lectoraat voor de maatschappelijke omgeving daarom als voldoende, ondanks het relatief mager aantal kennisproducten voor de beroepspraktijk. Alle faculteitsdirecteuren van het platform Economie, Talen en Recht zijn overtuigd van het nut van de input van het lectoraat. Het kennisdomein sluit prima aan op de kennisvragen van de faculteiten, en in goede mate bij de hotelschool. De projecten die het lectoraat met de hotelschool heeft opgezet worden met enthousiasme uitgevoerd en verder uitgebreid. De meeste faculteitsdirecteuren spreken hun waardering uit voor het verzette werk uit de programmalijn interculturele communicatie. Volgens hen zijn de kennisproducten uit deze lijn het meest geschikt voor integratie in hun onderwijsprogramma’s. De directeuren geven aan dat dit niet betekent dat de andere twee onderzoekslijnen niet van belang zijn, integendeel: zij zijn blij om te kunnen ‘grasduinen’ uit de drie onderzoekslijnen. Het panel heeft kennis genomen van de nieuwe onderwijsorganisatie waarbij de lectoraten niet meer onder het CvB vallen maar geparachuteerd zijn onder de faculteiten. De faculteit IBC representeert het kennisdomein IBC, uitgevoerd door het lectoraat IBC. De panelleden vroegen naar de verwachtingen van het CvB en hoorde dat het lectoraat IBC wordt geacht: 1. Om vanaf nu meer en intensievere samenwerking te creëren met andere opleidingen, ook buiten de ‘eigen‘ faculteit. 2. De breedte van het kennisdomein te beperken omdat het niet genoeg gespitst is op de relatie met het onderwijs. Het CvB wenst het onderzoek sterk te verbinden met het onderwijs waarbij onderzoek vooral ten dienste staat van het onderwijs: actuele kennis dient via de opleiders vervolgens naar de studenten te worden overgebracht. De drie huidige onderzoeksleerlijnen zijn volgens het CvB niet duidelijk op dat doel gericht. 3. Een bijdrage te leveren aan het economische zwaartepunt binnen het platform ETR ‘acting fairly, trading fairly’ in samenwerking met de andere lectoraten.
20 DECEMBER 2012
9
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
3.2.
Deze randvoorwaarden van het CvB moeten nog door het lectoraat vertaald worden in een missie voor de toekomst. Men wordt uitgedaagd op terreinen die in de afgelopen periode nog niet uitvoerig zijn betreden: op de werkvloer van de faculteit, op het gebied van praktijkgericht onderzoek en het prioriteren daarvan, op het veld van projectenverwerving met de buitenwereld en op het keuzedomein van inhoudelijke thema’s, afgewogen vanuit eigen optiek en vanuit de wens van de afnemer. Deze herpositionering vergt aanpassing van de rol van de lector en lectoraatsleden binnen de faculteit en vraagt om een gezamenlijk zoeken naar een goede invulling hiervan. Het panel is blij te vernemen dat de lector een flexibele houding aanneemt in deze hectische omgeving. Daarnaast signaleren de lector, lectoraatsleden en faculteitsdirecteuren een verhoging van de werkdruk. De lector ziet in dat ze op meerdere plekken, binnen en buiten de faculteit, anders moet gaan opereren en verwacht dat het lectoraat tenminste een jaar nodig heeft om de omslag op alle terreinen te kunnen realiseren. De lector geeft aan niet van het domein IBC af te wijken. Zij verwacht dat ze met het lectoraat meer moet inzetten op het maken van businessmodellen in internationale context. Het panel beluisterde vier punten van aanpak voor de volgende periode: 1. vasthouden aan het uitvoeren van zeer gedegen onderzoek; 2.opleiden van docenten door middel van cursussen; 3. stimuleren van kennisontwikkeling (op dit moment twee promovendi); 4. overleg voeren met faculteitsdirecteuren en zorgen dat er meer mensen van binnen de verschillende opleiding in het lectoraat worden geplaatst. Het panel werd geïnformeerd dat Zuyd Hogeschool het voornemen heeft om een nieuw lectoraat op te starten met een aan het lectoraat IBC verwant onderwerp. Hier loopt de hogeschool en ook het lectoraat het risico dat de buitenwereld niet goed meer weet waar het nu precies over gaat in het lectoraat. Een eenduidige positionering van het lectoraat wordt door de komst van dit tweede lectoraat nog belangrijker.
Overwegingen en aanbevelingen Het lectoraat moet een heldere keuze maken in de inhoudelijke invulling van het kennisdomein en in lijn met deze focus het opgebouwde fundament aan academisch onderzoek vertalen naar de praktijk. Het panel vraagt nadrukkelijk om nadere aandacht voor de visie en missie van het lectoraat in de komende periode. In de storm aan veranderingen die door de herinrichting van de organisatie teweeg zijn gebracht moet ook het lectoraat haar kennisdomein helder blijven neerzetten ten overstaan van de buitenwereld en andere (mogelijk aanverwante) lectoraten. Essentieel daarbij is het in gesprek gaan van lector en faculteitsdirecteuren en na te gaan wat wenselijk en haalbaar is. De programmalijnen en onderliggende thema’s zijn daarbij nog niet duidelijk en herkenbaar genoeg beschreven. Het panel beveelt een prioritering en aanscherping van deze onderwerpen. Vanuit het perspectief van de gekozen thematiek was het panel blij verrast te vernemen dat de faculteiten en het bedrijfsleven vooral veel baat hebben aan het kennisthema interculturele communicatie, met inbegrip van interculturele competenties. Het panel vraagt zich af of het lectoraat het hoofdthema internationaal relatiemanagement wil aanhouden als speerpunt of de inhoudelijke focus en onderzoekslijnen nog eens wil wegen in het licht van de bestaande en nieuw opgeworpen kennisvragen. Het panel wil daarin geen keuze aandragen maar wel onderstrepen dat een verscherping van de keuze in de komende periode zeker van belang zal zijn in het overleg met faculteiten en de buitenwereld. De belangrijkste slag die het lectoraat moet maken is om een groot deel van het onderzoek rijp te maken voor een praktijkgerichte onderzoeksoutput. Het panel twijfelt er niet aan dat het kennisdomein en het daaraan gelieerde onderzoek past bij de hogeschool; wel adviseert zij om tegemoet te komen aan de eisen en behoeften van de hogeschool en externen om, zonder de kwaliteit geweld aan te doen, te zoeken naar nog meer praktijkgerichte varianten van de onderzoeksproducten.
20 DECEMBER 2012
10
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
4.
In de context van een in de nabije toekomst op te richten tweede lectoraat op het gebied van IBC dienen de domeinen van de lectoraten helder van elkaar onderscheiden te worden in de faculteiten. Het panel roept het CvB op om hier een duidelijk beeld te creëren naar buiten toe en vanuit haar positie een zekere rol als account manager op zich te nemen.
Bijdragen aan de kwaliteitsverhoging van het onderwijs Onderwerpen en aspecten Bijdragen aan de kwaliteitsverhoging van het onderwijs. Werkt het onderzoek voldoende door in (verbetering en vernieuwing) van: Curricula Werkvormen en onderwijsmateriaal Niveau van afstuderen
4.1.
Oordeel
Goed Goed Niet genoeg gegevens voor beoordeling
Bevindingen
Het lectoraat scoort goed op de kwaliteitsverhoging van het onderwijs dankzij doorwerking van de onderzoeksmethodologie. Het panel trof een groot aantal onderwijsproducten aan bij de verschillende opleidingen waarbij de kennis van het lectoraat door docenten en studenten in gebruik wordt genomen (o.a. onderzoeksvaardigheden voor docenten en studenten, audit door studenten in de automotive industrie, input voor een vernieuwd concept van gastvrijheidinstelling, opzet van een ‘Intercultural Readiness Check’ en de ontwikkeling van een Culturele Toolbox). Inhoudelijk is er vooral aantoonbaar succes gerealiseerd bij de hotelschool. Het panel was verheugd van veel betrokkenen te horen dat het lectoraat in belangrijke mate heeft bijgedragen aan het vierdiepen van de leerlijn Cultural Awareness en dat de door het lectoraat ontwikkelde minor International Relationship Management uitermate geapprecieerd wordt door de hotelschool. Men sprak bovendien waardering uit voor de kennis op het gebied van interculturele communicatie. Met groot genoegen vernamen de panelleden dat alle faculteitsdirecteuren de input van het lectoraat en de communicatie over en weer met lector en lectoraatsleden in hoge mate op prijs stellen. Er wordt waardering uitgesproken over de verbinding van het onderzoek met het onderwijs en de wijze waarop deze kwaliteitsverbetering wordt aangepakt: niet bedreigend maar met fluwelen handschoenen. Men is ook tevreden over de grote saamhorigheid van het lectoraat en de kwaliteitsboost door de inbreng van actuele kennis door de promovendi, o.a. op het gebied van social media. Het succes van de integratie van het onderzoek in het onderwijs hangt sterk af van de persoonlijke gedrevenheid en contacten van bepaalde lectoraatsleden. Ook de geboekte resultaten bij de hotelscholen zijn te danken aan de goede verstandhouding tussen de lector, een kennniskringlid en de directeur en coördinator van de hotelschool. Het contact van de lector met de andere faculteitsdirecteuren blijkt ook prima: zij is een gewaardeerd collega, inspireert tijdens het lectorenberaad. Op basis van de gesprekken tijdens de visitatie heeft het panel gehoord over verschillende werkvormen en onderwijsmateriaal, variërend van bezoeken aan bedrijven, workshops, seminars, conferenties, gebruik van online media. Deze aanpak is goed op orde en het panel heeft er vertrouwen in dat dit een goede indicatie is van de wens tot uitdragen en verder verspreiden van de kennisproducten.
20 DECEMBER 2012
11
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
4.2.
Tijdens de eerste weken van de herinrichting van de organisatie is een goede aanvang gemaakt van het overleg met het onderwijs over de integratie van de onderzoekskennis. Het panel ziet bij zowel de lector als de faculteitsdirecteuren een grote welwillendheid in voortzetting van dit overleg. De lector en de lectoraatsleden zijn ervan overtuigd dat het lectoraat ook in de komende periode met goede ideeën kan komen voor het onderwijs in de faculteiten. Het onderzoek kan volgens hen prima worden afgestemd op punten in de opleiding. In dit kader geeft de lector aan dat zij meer capaciteit behoeft om de transitie naar het nieuwe onderwijssysteem met succes verder uit te bouwen. Op dit moment zijn er twee lectoraatsleden die functioneren als vertalers van het onderzoek naar het onderwijs. De lector is op zoek naar meer geschikte mensen, in het bijzonder vanuit de opleidingen, die ook een taak als teamleider/curriculumontwikkelaar op zich kunnen nemen. De lector neemt ook deel aan het ETR-overleg van directeuren en lectoren over de invulling van de zwaartepunten van Zuyd Hogeschool. Dat gaat goed, men staat eensgezind en welwillend tegenover alle te nemen uitdagingen. De lector geeft aan dat de verschuiving naar een rol als onderwijsmanager soms nog gewenning behoeft. Er zijn taken die volgens de lector niet direct ten goede komen aan het lectoraat, zoals het bijdragen aan een opleidingsaccreditatie. De panelleden zien juist een uitgelezen kans voor het lectoraat om binnen de taak van de lector als onderwijsorganisator de kans te grijpen om het onderzoek wortel te laten schieten in de opleidingen en daarmee een steviger voet aan de grond te krijgen. Door omstandigheden heeft het panel, ondanks haar vraag hiernaar, geen werk van studenten onder ogen gekregen. Helaas kon zij dan ook geen beargumenteerd oordeel geven over de verbetering van het niveau van afstuderen. Toch gaven de onderliggende verhalen een positief beeld van de wisselwerking met de studenten. Het panel maakte dit op uit de voorbeelden van een goede communicatie over en weer tussen de docenten en voorbeelden van workshops en medewerking van studenten aan bepaalde projecten. Jammer genoeg had het panel geen aantoonbare producten om dit beeld te verifiëren.
Overwegingen en aanbevelingen Het lectoraat moet de samenhang tussen het onderwijs (de opleidingen) en het onderzoek nog versterken. Het panel adviseert de lectoraatsleden om op meerdere fronten en met frisse moed in de nieuwe setting serieus werk te maken van de integratie van haar onderzoekswerk in de opleidingen. Het onderzoekswerk en de communicatie zoals het lectoraat dat met de hotelschool uitvoert kan als best practice/ voorbeeldfunctie dienen ten aanzien van andere, volgende projecten. Het panel kan niet genoeg benadrukken dat zij deze samenwerking als voornaamste illustratie ziet van een geslaagde vertaalslag van het onderzoek naar het onderwijs. Men hoopt dat het lectoraat dit type samenwerking kan vasthouden, voortzetten en uitbreiden binnen de eigen faculteit en naar andere faculteiten. De panelleden suggereren om de kennis van het lectoraat strategisch onder te brengen in het onderwijs. Creëer bijvoorbeeld een plek en periode in het curriculum waarbij studenten op structurele basis een bepaald thema behandelen of onderzoeksproject uitvoeren. Daarnaast zijn er ook andere situaties waarin de lector het onderzoekswerk in de opleidingen vorm kan geven, bijvoorbeeld tijdens accreditaties, bij de indeling van het curriculum en/of niet vrijblijvende samenwerkingsverbanden. Het is aan de lectoraatsleden om het werk van het lectoraat nog krachtiger uit te dragen en erop toe te zien dat de belangrijkste onderwijsresultaten bekend worden, intern en extern. Het lectoraat mag de soms introverte, bescheiden houding best verruilen voor een naar buiten gerichte, trotse houding en inzetten op een krachtige communicatie over de projecten, input en mogelijkheden van het lectoraat.
20 DECEMBER 2012
12
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
5.
Onderzoek Onderwerpen en aspecten Onderzoek Is het onderzoek voldoende methodologisch verantwoord? Levert het onderzoek voldoende en traceerbare bijdragen aan kennisontwikkeling, -circulatie en/of de wetenschap? Vindt publicatie van onderzoek voldoende plaats en via uiteenlopende kanalen en aan diverse doelgroepen?
5.1.
Oordeel
Excellent Goed Voldoende
Bevindingen
Het panel spreekt positieve waardering uit voor: de hoge kwaliteit van het onderzoek; het hoge ambitieniveau; de lector als inspirator en bewaker van dit onderzoek op academisch niveau; de gecreëerde eensgezindheid en saamhorigheid tussen de lectoraatsleden; de samenwerkingsverbanden met de verschillende faculteiten, opleidingen en externen. Het onderzoek levert in goede mate traceerbare bijdragen aan kennisontwikkeling, -circulatie en de wetenschap en kan zich meten met het onderzoek zoals wordt uitgevoerd op de universiteiten. Er vindt ruim voldoende publicatie van onderzoek plaats, vooral in academische omgeving. Deze output versterkt het vertrouwen in het academisch niveau en de status van het lectoraat. Alle kracht en energie van het lectoraat werden ingezet op het opzetten en uitvoeren van gedegen onderzoek ter inspiratie in het verbeterproces rondom onderzoeksuitvoering in de hogeschool. De lector geeft aan dat zij bij aanvang van het lectoraat bewust koos voor de concentratie op het academisch onderzoek, ondersteund door het toenmalig College van Bestuur. Deze tactiek was het impliciet speerpunt voor de eerste drie jaar in het bestaan van het lectoraat. Het panel heeft tijdens de visitatie beluisterd dat deze inzet in de huidige setting een flink aantal uitdagingen teweeg brengt, voornamelijk in de vorm van een nog te versterken integratie van de thematiek in de opleiding en een gebrek aan het uitdragen en aanwijzen van kennisproducten voor het beroepsveld. Het panel vindt op basis van de beperkte, op de praktijk gerichte kennisproducten dat het lectoraat de beroepspraktijk te weinig met praktijkgericht onderzoek heeft bediend en in de afgelopen vier jaar een aantal kansen heeft laten liggen Deze constatering werd gevormd na het lezen van de documenten en werd bevestigd in de gesprekken met externe partijen, de lectoraatsleden en met het College van Bestuur. Ondanks een sterke wetenschappelijke focus bij de helft van de lectoraatsleden ziet iedereen in dat in de nieuwe onderwijscontext de vertaling van het onderzoek naar de doelgroep duidelijker moet worden gemaakt en de publicaties beter in relatie moeten worden gebracht met de praktijk. Het panel was blij verrast enkele kennisproducten bij de hotelschool aan te treffen die voldoen aan de praktijkgerichte standaard van het hogeschoolonderzoek, inclusief een geschikte doelgroep (op dit moment o.a. Koninklijke Horeca Bond). Het CvB benadrukt dat het lectoraat in de toekomst nog meer aandacht zal moeten besteden aan dit praktijkgericht onderzoek en andere kennisproducten. Zij mist op dit moment studies over specifieke onderzoeksmethoden o.a. op het gebied van economie, en hoopt dat het lectoraat praktijkgerichte onderzoeksmethoden zal gaan presenteren die docenten, studenten en de professionele wereld aanspreken. Academisch onderzoek wordt door het CvB verder niet uitgesloten maar vooral geschikt geacht voor de lectoraatsleden die bezig zijn met hun promotie. Op dit laatste punt onderstreept de lector dat de promovendi met hun onderzoeksonderwerpen een brug kunnen slaan naar de
20 DECEMBER 2012
13
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
5.2.
beroepspraktijk. Het panel vindt dit een goede zaak maar heeft zorgen dat dit buiten de focus internationaal management kan gaan vallen. Dat zou slecht zijn voor de positionering van het lectoraat. De lector en lectoraatsleden hebben aangegeven te reflecteren over deze veranderingen en voorwaarden en ook op het gebied van onderzoek aan de slag te gaan met de aan de transitie gepaard gaande dynamiek. Het panel is blij te vernemen dat het lectoraat haar pijlen nu meer op het praktijkgerichte onderzoek zal richten. In de nieuwe inrichting van de organisatie kiest Zuyd Hogeschool ervoor de lectoraten geen dwingend publicatiebeleid op te leggen. Dit betekent dat het lectoraat vrij wordt gelaten in de keuze van het aantal, vorm en kanalen van publicaties. Het panel acht de publicatie van onderzoek via uiteenlopende kanalen en aan diverse doelgroepen voldoende. Zoals hierboven kan worden afgeleid, staat de kwaliteit van het onderzoek niet ter discussie maar zijn er wel zorgen bij het panel over de praktijkgerichtheid, de diversiteit van de publicatiekanalen en de doelgroepen. Deze zaken en personen bevonden zich in de afgelopen periode grotendeels op het voor de beroepspraktijk tamelijk afgebakende academisch terrein.
Overwegingen en aanbevelingen Praktijkgericht onderzoek moet de spil worden in het onderzoekspalet van het lectoraat. Het verdient aanbeveling om een steviger discussie te gaan voeren over praktijkgericht onderzoek, zeker gezien de opdracht vanuit het CvB. Deze discussie zou moeten leiden tot een verrijking van de onderzoeksoutput van het lectoraat. Dat betekent vasthouden aan de methodieken, maar wel vraaggestuurder. Hierbij dient men ook aan te sluiten op landelijke discussies ten aanzien van praktijkgericht onderzoek. Het panel wil in dit proces wijzen op een belangrijk onderscheid: kennis toepassen in de praktijk is een mooie slag maar is tegelijkertijd een andere beweging dan het aanpakken van praktijkgerichte vraagstellingen. De bijdragen aan kennisontwikkeling, -circulatie en de wetenschap kunnen breder en systematischer worden uitgezet. Breder, want nu nog erg gericht op een academisch werkveld terwijl er zoveel behoefte bestaat ook in de praktijk, en systematischer, omdat er nog ongerepte publicatie- en andere uitdraagmogelijkheden bestaan. Het panel beveelt aan om enkele onderzoeksprojecten, naast publicatie in een academische omgeving, te publiceren in vakbladen. Het panel adviseert het lectoraat te kiezen voor een specifieke focus van haar onderzoekswerk, gekoppeld aan de onderzoeksleerlijnen van de verschillende opleidingen. Bij een dergelijke opzet moet men in goed overleg nagaan in welke omvang en op welke wijze deze thema’s in worden geïntegreerd meten/of afgezonderd van elkaar en rekening worden gehouden met de positionering van het lectoraat (bijvoorbeeld ten opzichte van het nieuwe lectoraat binnen de faculteit).
20 DECEMBER 2012
14
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
6.
6.1.
Professionalisering Oordeel
Professionalisering Werkt het onderzoek voldoende door in (verbetering en vernieuwing) van professionalisering van docenten?
Goed
Bevindingen
6.2.
Onderwerpen en aspecten
De (verbetering en vernieuwingen van de) professionalisering van docenten door het onderzoek van het lectoraat IBC functioneert goed. Het panel trof een saamhorig, enthousiast en ambitieus team aan dat de nadruk op onderzoekskwaliteit op diverse wijzen weet over te brengen naar docenten, opleidingsontwikkelaars, coördinatoren en andere betrokkenen. De daaraan gepaard gaande krachtige en energieke uitstraling genereert vooral een goede professionalisering, in de eerste plaats binnen de eigen gelederen. De lectoraatsleden en interne stakeholders gaven aan dat zij dankzij de input van de lector en het lectoraat een geheel andere kijk op onderzoek hebben gekregen en zelf aan het werk zijn gegaan om een verbeterslag te maken bij het denken over en maken van onderzoeksprojecten. Faculteitsdirecteuren en externe stakeholders onderstrepen hun genoegen over het aantrekken van gekwalificeerde lectoraatsleden. Het lectoraat heeft door hun inzet, kracht en energie een grote kwaliteitsboost meegekregen in het uitdragen van kennis. Zoals in de vorige hoofdstukken duidelijk is geworden ligt de kracht van de professionalisering ook hier op het gebied van de academisch ingestelde onderzoeksmethodiek. Het lectoraat heeft zich met succes ingezet om de onderzoeksvaardigheden van docenten opnieuw onder de loep te nemen en te verbeteren. Doordat de aandacht voor de professionalisering vooral plaatshad op het gebied van de methodiek en onderzoeksvaardigheden heeft het lectoraat minder tijd gestoken in een focus op de inhoud. Dit punt werd al eerder opgemerkt in de reflecties in de hoofdstukken over het kennisdomein, onderwijs en onderzoek en werkt logischerwijs ook door in de informatiestroom en onderwerpkeuzen over de professionalisering door het lectoraat.
Overwegingen en aanbevelingen Zet een systematisch professionaliseringskader op en koers op een krachtiger inhoudelijke focus. Het panel ziet zeker een goede professionaliseringsslag maar mist nog duidelijke kaders of eikpunten in deze dynamiek. Het lectoraat zal een sterkere verankering van haar invloed op de professionalisering moeten opstellen. Dit zou er ook toe moeten leiden dat er geen gemiste kansen blijven liggen, in het bijzonder in de opleidingen, ook buiten het lectoraat. Na de herinrichting van de organisatie dient men op verschillende fronten een toetsingskader te vormen. Op het gebied van professionalisering is dat cruciaal, zeker in de toekomst. De aan te stellen teamleiders moeten met inhoudelijke bagage en sterke communicatiekwaliteiten hun rol als bruggenbouwer tussen onderwijs en onderzoek invullen. Het is aan de hogeschool en de lector om deze mensen te outilleren met de juiste kennis, afgeleid van helder omschreven criteria noodzakelijk voor hun werk.
20 DECEMBER 2012
15
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
7.
Dienstverlening aan de maatschappelijke omgeving Onderwerpen en aspecten Dienstverlening aan de maatschappelijke omgeving Draagt het onderzoek voldoende bij aan ontwikkeling en toepassing in de beroepspraktijk en het oplossen van problemen? Is het onderzoek voldoende maatschappelijk relevant en robuust?
7.1.
Oordeel
Voldoende Voldoende
Bevindingen
De externe stakeholders beschouwen het werk van dit lectoraat als een positieve en belangrijke bijdrage aan hun professionele organisatie. Zij vinden dat het lectoraat met dit onderzoek voor voldoende meerwaarde zorgt in de regio. De dienstverlening aan de maatschappelijke omgeving wordt door het panel dan ook beoordeeld als voldoende. Het panel noteerde uit de gesprekken met deze externe stakeholders lovende beschrijvingen over de lector. Zij heeft een goede voeling met het bedrijfsleven en men kan prettig met haar samenwerken. De studenten die bij bedrijven aan de slag gaan zijn volgens de externe stakeholders dankzij het lectoraat beter onderlegd in het opzetten en uitvoeren van hun onderzoeksopdracht. De aandacht voor de doelgroep Midden en Klein Bedrijf (MKB) is voor hen een pré. Het panel heeft aandachtig geluisterd naar het vertrouwen en de reflecties van de professionele experts over het lectoraat en de meest recente ontwikkelingen. Zo is de aanstelling van een promovendus op het gebied van online media voor hen van grote waarde. Men is in het algemeen zeer tevreden met het lectoraat en ziet veel kansen voor de onderzoeksgroep extern: in de regio en ook op internationaal gebied. In het relaas van de professionele experts over het lectoraat werden ook minpunten genoemd: de prioriteit voor het academisch onderzoek ging in de afgelopen periode helaas ten koste van praktijkgerichter projecten. De focus van het lectoraat was daarbij niet geheel toegepast op de behoeften uit de praktijk. Ook de lectoraatsleden zien in dat het onderzoekswerk en de focus van de afgelopen periode nu in duidelijk verband met de beroepspraktijk moet worden gebracht. Het panel constateerde in deze context dat er tussen het lectoraat en het CvB een levendige discussie bestaat over de primaire opdracht van het lectoraat. Daarnaast heeft het CvB enige twijfels over de focus op het MKB. Zij wijst in dit verband op het bestaan van een ander lectoraat gewijd aan het MKB. Het CvB ziet liever dat het lectoraat IBC haar pijlen gaat richten op de grotere bedrijven. Zoals eerder genoteerd zijn sommige externe stakeholders in tegenstelling tot het CvB juist zeer tevreden over de intensieve aandacht voor het MKB. Een volgend aspect is de reikwijdte van het lectoraat: het CvB heeft geen duidelijk beeld kunnen krijgen van het afzetgebied van het lectoraat en vraagt zich af of het lectoraat vooral in Limburg of juist in de Euregio wil opereren. De externe stakeholders zien een belangrijke rol van het lectoraat in het thema “internationalisering” in de professionele wereld. Deze observatie wordt ook gesteund door de organisch gegroeide uitbreiding van onderzoeksproducten handelend over internationale communicatie en competenties. Het panel heeft genoeg aanwijzingen om de bijdrage van het lectoraat op dit onderwerp als voldoende te beoordelen maar plaatst hier wel een kanttekening bij: de wijze waarop deze bijdrage werd georganiseerd lijkt soms ad hoc en spontaan, eerder gebaseerd op toevallige contacten of ontmoetingen dan op het gericht operationaliseren van de programmalijnen in de maatschappelijke omgeving.
20 DECEMBER 2012
16
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
7.2.
Overwegingen en aanbevelingen Het panel spoort het lectoraat aan meer aandacht te besteden aan bestaande goede samenwerkingsverbanden en deze verder uit te breiden op basis van een praktijkgericht en inhoudelijk vraaggestuurd onderzoeksaanbod. De lector kan de goodwill van de externe stakeholders en adviesraadleden goed gebruiken in de komende periode. De spanning tussen de academische ambitie van het lectoraat en de praktijk zorgt ook voor energie en betrokkenen voelen zich positief uitgedaagd. Professionals respecteren het gedane onderzoekswerk en willen de lector graag ondersteunen in een gestage groei aan bijdragen in de maatschappelijke omgeving. Het panel suggereert om met een gestructureerde aanpak het bedrijfsleven dichterbij het lectoraat en de hogeschool te brengen. Het is van belang dat teamleiders en/of lectoraatsleden een taak krijgen bij het slaan van deze brug. Geïntegreerd in dit proces dient men te denken aan het aanscherpen en prioriteren van de drie programmalijnen. De aandacht voor onderzoek over sociale media kan daarbij helpen.
8.
8.1.
Externe oriëntatie en netwerken Onderwerpen en aspecten
Oordeel
Externe oriëntatie en netwerken. Bestaan er ten behoeve van het onderzoek intensieve en doeltreffende relaties met: Andere instellingen voor onderwijs en onderzoek De regionale en landelijke beroepspraktijk De internationale omgeving
Goed Voldoende Voldoende
Bevindingen
De panelleden vonden in de documenten en gesprekken genoeg concrete aanwijzingen betreffende de goede samenwerkingsverbanden van het lectoraat met kennisinstellingen op het gebied van onderwijs en onderzoek (o.a. Radboud Universiteit, Universiteit Maastricht). Daarnaast lijkt de regionale beroepspraktijk ook voldoende bekend bij het lectoraat. De adviesraadleden overtuigden het panel daarbij van het belang van de zittende leden van deze raad. Ook werd duidelijk dat de lector op de juiste plekken verschijnt (bedrijfscongressen, netwerkmeetings) waarmee zij de bestaande contacten in het beroepsveld goed onderhoudt. In de internationale omgeving heeft de lector ook lijnen uitgezet, o.a. richting Hasselt, een niet gedocumenteerde link in het netwerk en dus een verrassing voor het panel. Deze relaties worden door het panel als voldoende beoordeeld. De lectoraatsleden, lector en externe partijen zijn verenigd in de wens om de netwerkontwikkeling voor de komende periode nog eens onder de loep te nemen, zoals ook vermeld in de zelfevaluatie van het lectoraat.
20 DECEMBER 2012
17
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
8.2.
Overwegingen en aanbevelingen Het panel adviseert het lectoraat haar prima externe netwerk uit te breiden met key-players op het gebied van IBC.
9.
9.1.
Het lectoraat dient zelf deze belangrijke spelers in het werkveld aan te wijzen door eerst aandacht te besteden aan de vraag waar er nog hiaten in het netwerk zitten. Men spoort het lectoraat aan om na te gaan op welke gebieden een samenwerkingsverband wenselijk zou zijn, en welke relatievorming deze lacunes zouden kunnen vullen. Het verdient aanbeveling om in de komende maanden de (keuze van) externe partijen nauw te verbinden aan (de keuze van) de focus op het kennisdomein IBC met de daarbij behorende onderliggende thema’s. Gezien de mogelijkheden die er liggen in de regio en de goede aansluiting met het kennisdomein van het lectoraat mogen de lectoraatsleden hun relaties vlak over de grens sterker benadrukken en benutten.
Strategie en beleid Onderwerpen en aspecten
Oordeel
Heeft het lectoraat voldoende visie op ontwikkelingen in het kennisdomein en vertaalt het lectoraat deze in doelen en communiceren de leden van het lectoraat onderling over deze visie en doelen? Is er sprake van effectieve inbedding binnen de hogeschool van het onderzoek en de onderzoekseenheid (mede in relatie tot het onderwijs), voor wat betreft: Missie/strategie Organisatie (Personeels)beleid
Voldoende
Voldoende Goed Voldoende
Bevindingen
Zuyd Hogeschool heeft op het moment van de visitatie (per 1 september 2012) de organisatie heringericht. Het panel heeft gedurende de visitatiedag met alle relevante gesprekspartners stilgestaan bij de uitwerking en de consequenties voor het niveau van onderzoek en de koppeling met onderwijs. De verwevenheid tussen onderwijs en onderzoek heeft de hoogste prioriteit en behoeft bruggenbouwers tussen visie en onderwijspraktijk. Het lectoraat IBC bestaat op dit moment uit een aantal zeer competente mensen die het voor elkaar krijgt om deze vertaalslag van de visie van het lectoraat naar het onderwijs te maken. Dit lijkt vooral een zaak van spontane ontwikkeling en persoonlijke inzet. Dat is in principe prima, maar er ontbreekt een koppeling met een duidelijke focus, sterker gerelateerd aan de behoeften van de onderwijspraktijk en beroepspraktijk. De onderwijstransitie wordt door de lector en de lectoraatsleden als een fikse koerswijziging beschouwd. Het lectoraat staat nog aan het begin van een proces tot herpositionering in deze nieuwe situatie. Op het moment van de visitatie, 1,5 maand na implementatie van de besturingsfilosofie, heeft het lectoraat een voorzichtige eerste pas gezet in dit proces.
20 DECEMBER 2012
18
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
9.2.
De commissie is blij te vernemen dat in deze complexe ontwikkeling de relatie tussen faculteitsdirecteuren en het lectoraat goed is. Alle betrokkenen nemen een welwillende houding aan in hun overleg. Toch zet de lector vraagtekens bij bepaalde delen uit het takenpakket waarmee zij zich geconfronteerd ziet (bijdrage aan accreditaties, vergaderingen, planning) en twijfelt of deze wel ten goede komen aan het lectoraat.
Overwegingen en aanbevelingen Het panel ziet in de herinrichting van de organisatie een kans voor het lectoraat en de hogeschool om het (praktijk)onderzoek en de inhoudelijke thema’s sterker en voor meerdere betrokkenen op de kaart te zetten. Het lectoraat krijgt door de grote waardering voor het gedane werk in de afgelopen periode genoeg tijd en ruimte van alle betrokkenen om de visie opnieuw aan te scherpen. Het panel adviseert de lector om goed af te wegen welke suggesties, o.a. uit dit rapport, zij kan gebruiken om vervolgens een stevig en concreet plan van aanpak op te zetten. Uiteraard zal dit proces mede tot stand komen door een constructieve voortzetting van de levendige discussie met het CvB (zie ook hoofdstuk 7), dat op zijn beurt het plan vervolgens dient te accorderen. De panelleden willen benadrukken dat dit proces nauwkeurig geleid moet worden en veel aandacht nodig heeft. Veel zal vervolgens afhangen van de teamleiders. Zij moeten de gewenste, grote vertaalslag maken van de bijgestelde visie naar het onderwijs. De lector en faculteitsdirecteuren dienen de mensen die deze rol al op zich hebben genomen te koesteren en volgende teamleiders met zorg uit te kiezen en te begeleiden. Bij alle punten benadrukt het panel het belang van het samen aangaan van het gesprek; directeuren en lectoren dragen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verbinding van het onderzoek en het onderwijs.
10.
Personeel, organisatie en communicatie Onderwerpen en aspecten Personeel, organisatie en communicatie Is het personeelsbeleid van het lectoraat gericht op de doelstellingen van het lectoraat: door onderzoek en kennisontwikkeling bijdragen aan onderwijs, professionalisering en maatschappelijke dienstverlening?
10.1.
Oordeel
Goed
Bevindingen
Het panel beschouwt de lectoraatsleden als professionele, onderzoeksgerichte medewerkers. Het personeelsbeleid van het lectoraat sluit goed aan op de doelstellingen van het lectoraat. De visitatiecommissie trof een groep van believers aan, trots op hun geleverde resultaat na vier jaar focus op voornamelijk academisch onderzoek. De bezetting van het lectoraat is goed gekozen en het panel bemerkt een goede samenwerking tussen de medewerkers en haar ambitieuze, ingetogen aanvoerder. Binnen het team hebben de lectoraatsleden ieder een verschillende rol en voorkeur op het gebied van onderzoek, uiteenlopend van praktijkgericht onderzoek tot fundamenteel en experimenteel onderzoek. Het panel merkt op dat dit gemengde onderzoekspalet prikkelend werkt tussen de teamleden. Zij dagen elkaar uit en vullen elkaar goed aan.
20 DECEMBER 2012
19
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
10.2.
Deze in de afgelopen jaren opgebouwde interne dynamiek functioneert helaas minder goed richting de buitenwereld. Het duurde ook een tijd voordat het panel helder kreeg wie welke rollen in het team vervullen. Zoals al eerder is opgemerkt heeft dit wellicht te maken met de bescheiden houding van de lectoraatsleden. Het panel werd ook opvallend vaak verrast met informatie over kennisproducten of externe relaties die onvermeld waren in de documenten over het lectoraat. Dat is jammer omdat hiermee het beeld van het lectoraat naar buiten net iets minder kleurrijk is dan de werkelijkheid laat zien. Dit bevestigt het panel in de overtuiging dat het lectoraat op het terrein van de communicatie nog het een en ander te winnen heeft.
Overwegingen en aanbevelingen Het panel suggereert het lectoraat om nog effectiever werk te maken van de communicatie over de focus van het lectoraat en onderzoeksresultaten. Daar waar interne gesprekken over het onderzoek blijven steken op een constatering van de verschillen in rollen of persoonlijke voorkeuren, zou men nog door kunnen denken en zorgen voor een sterkere bundeling van deze inzichten in een heldere keuze over de visie en het onderzoekstype van het lectoraat. Het lectoraat mag veel meer communiceren over het werk en de resultaten. Het siert de leden dat zij bescheiden zijn over de resultaten maar dat is niet handig in het tumult van de onderwijsvernieuwing. De lectoraatsleden en de lector zullen hun rol moeten opeisen, en dat begint met een goede communicatie over en weer met het College van Bestuur, de diverse opleidingen binnen Zuyd en het bedrijfsleven. De panelleden bevelen aan om deze groep te behouden maar ook met andere betrokkenen of potentiële leden in gesprek te gaan en vooral contacten te leggen via de faculteiten. Het lectoraat zou nog meer middelen mogen inzetten om kunde te doen van haar lovenswaardige werk. Hierbij hoort ook een verbreding in de communicatie: demonstreer het werk niet alleen in jaarverslagen maar communiceer het ook op andere wijzen.
11.
11.1.
Organisatieondersteuning Onderwerpen en aspecten
Oordeel
Organisatieondersteuning. Beschikt het lectoraat over adequate ondersteuning t.a.v.: Secretariaat Administratieve ondersteuning Informatiebronnen ICT-tools Werkruimten
Goed Goed Voldoende Voldoende Goed
Bevindingen
In de positiebepaling van het lectoraat kwam al naar voren dat men over het algemeen tevreden is over de organisatieondersteuning.
20 DECEMBER 2012
20
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
11.2.
Het panel bemerkte tijdens de visitatie geen opvallende punten op het gebied van organisatieondersteuning, maar wil wel de opmerking van de lectoraatsleden herhalen dat zij behoefte hebben aan ICT-faciliteiten en bijbehorende dienstverlening die aansluiten bij het onderzoek van het lectoraat.
Overwegingen en aanbevelingen Het panel beveelt aan om in het toekomstige plan van aanpak van het lectoraat ruimte te maken voor een concrete opsomming aan wensen op het gebied van organisatieondersteuning. Op dit punt raadt het panel aan om het verwachtingenmanagement op het gebied van ICT onder de loep te nemen: wat wenst men te bereiken met de inzet van ICT en wat is de actuele, feitelijke situatie? Stel dit op elkaar af, niet per lectoraat, maar op hoger niveau.
12.
Kwaliteitszorg Onderwerpen en aspecten
12.1.
Goed Goed Goed Goed
Bevindingen
12.2.
Besteedt het lectoraat voldoende aandacht kwaliteitszorg: Zijn er voldoende evaluaties? Worden interne en externe betrokkenen geraadpleegd Leiden de evaluaties tot verbeteracties? Is er sprake van een verantwoorde besteding van overheidsgelden?
Oordeel
Op basis van de eerste reeks documenten kon het panel niet nagaan hoe de kwaliteitszorg werd gewaarborgd. Op verzoek stuurde de lector een toelichting op de kwaliteitszorg. Uit die informatie heeft het panel kunnen opmaken dat er intern gedegen systematische evaluaties worden uitgevoerd. Het lectoraat evalueert projecten met de beroepspraktijk ook op basis van de ervaringen van betrokken bedrijven. Lectoraatsleden geven aan dat dit op dit moment alleen per e-mail en ad hoc wordt uitgevoerd. Al het voorgaande in overweging nemende is het panel van mening dat er bij dit lectoraat sprake is van een verantwoorde besteding van overheidsgelden.
Overwegingen en aanbevelingen De panelleden vinden de systematische evaluaties van het lectoraat in het algemeen goed geregeld en beveelt aan om deze systematiek door te zetten, vooral richting beroepspraktijk. De kwaliteitszorg zal ook in de komende periode cruciaal blijken in de borging en herijking van de gekozen en eventueel bij te stellen strategie.
20 DECEMBER 2012
21
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
13.
Bijlagen
13.1.
Lijst van afkortingen CvB NVAO P&C-cyclus SKO VKO
13.2.
College van Bestuur Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Planning en control cyclus Stichting Kennisontwikkeling HBO (tot 1997) Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek
Samenstelling visitatiepanel
Dhr. mr. G.J.H.M. (Ger) Wagemans, kwartiermaker Consortium Chemelot Campus, commissaris en toezichthouder diverse bedrijven (voorzitter) Mw. prof. dr. H. (Hester) van Herk, hoogleraar Cross Cultural Marketing Research (Vrije Universiteit Amsterdam) Mw. dr. E.M.C. (Els) van der Pool, lector Human Communication Development (Hogeschool Arnhem Nijmegen)
Secretaris van het visitatiepanel: Drs. B. L. van Eyndhoven – extern auditor, Mediamente
13.3.
Gespreksdeelnemers tijdens de visitatie (22 oktober 2012) Gesprek met lector en medewerkers lectoraatsleden José Bloemer, lector International Business and Communication Ankie Hoefnagels, senior docent communicatie management, Faculteit Hotel Management Geer Hoppenbrouwers, docent statistiek doorstromminor UM, Faculteit Commercieel Management Armand Odekerken, senior docent, Faculteit Hotel Management Mark Pluymaekers, senior docent communicatie en taalbeheersing, European Studies en Oriëntaalse Talen en Communicatie, Faculteit International Business and Communication Marcel Thelen, senior docent vertalen en terminologie, vertaalacademie, Faculteit International Business and Communication Victor Verboeket, docent logistics en supply chain management, International Business, Faculteit International Business and Communication Svenja Widdershoven, docent marketing en communicatie, European Studies en Oriëntaalse Talen en Communicatie, Faculteit International Business and Communication Gesprek met interne stakeholders Jeanette Oostijen, directeur Faculteit International Business and Communication José Mastenbroek, directeur Faculteit Commercieel / Financieel Management Ad Smits, directeur Faculteit Hotel Management en Faculteit Facility Management Jimme Keizer, lector Innovatief Ondernemen Rita Kusters, coördinator Minoren Hotelschool Lies de Regt, teamleider European Studies
20 DECEMBER 2012
22
BEOORDELINGSRAPPORT VAN HET LECTORAAT IN T ER N AT I ON AL BU SI N ES S AN D C O M MU N I C AT I ON
Gesprek met lid van College van Bestuur Kitty Kwakman, College van Bestuur Gesprek met externe stakeholders Victor Guyt, Kamer van Koophandel Ed Rohof, Bovil DDB Harpert van Seggelen, manager Teaching hotel John Paes, Technomed
13.4.
Geraadpleegde documenten De volgende documenten zijn geraadpleegd: Procesdocumenten Beleidsdocumenten Inhoudelijke documenten Zie voor concrete verwijzing naar de documenten: Leeswijzer Visitatiedocumenten lectoraat International Business and Communication, Het panel heeft verder nog desgevraagd de volgende aanvullende documentatie ontvangen: Aanvullende informatie m.b.t. het organisatie en onderzoeksbeleid, 3 oktober 2012 Besturingsopgave Hogeschool Zuyd, 12 oktober 2010 Concept voorstel besteding onderzoeksgelden Zuyd (versie 3), CvB, juni 2012 Duurzaam van betekenis voor een professie, 3 mei 2012, incl. aanvulling 21 juni 2012 Format monitoring onderzoeksomvang (mensen en middelen) peildatum 31 december 2011 Zelfevaluatie Kwaliteitszorg Onderzoek Hogeschool Zuyd, oktober 2009 Benchmark onderzoek (bijlage 6), 6 september 2012 Verdeling lectoraten over faculteiten (bijlage 8), 16 april 2012 Organogram Zuyd (bijlage 2), Stand van zaken per 1 september 2012 / vastgesteld door CvB op 21 augustus 2012 Visie op de toekomst, kwaliteitszorg, minor Relationship Management, 5 oktober 2012
20 DECEMBER 2012
23