Portefeuillehoudersoverleg Verkeer & Vervoer Vergadering 1 juni 2011
Agenda portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer Datum Plaats Aanvang
: : :
1 juni 2011 Kamer 7 van het stadhuis van Rotterdam 15.00 uur
1. Opening/mededelingen • Themaochtend RPV op 9 juni (uitnodiging bijgevoegd) • Vergaderschema portefeuillehoudersoverleggen 2e helft 2011 2. Ingekomen stukken Geen 3. Actielijst van de openbare vergadering van 21 april 2011 Bijgevoegd: • Actielijst van 21 april Gevraagde beslissing: • De actielijst van 21 april vast te stellen 4.
Acualisatie uitvoeringsagenda Verkeer en Vervoer Ter meningsvorming: • Presentatie door Mieke van Leeuwen en Roel Bouman Gevraagde beslissing: • Ter bespreking
5.
Stand van zaken Kadernota OV Ter meningsvorming: Bijgevoegd: • Agendapost Gevraagde beslissing aan het DB: • Kennis nemen van stand van zaken kadernota OV • Instemmen met de belangrijkste vier uitwerkingsvragen van de kadernota OV
6.
3-maands bestuursrapportage 2011 Ter advisering: Bijgevoegd: • Agendapost en bijlage Gevraagde beslissing: • Het algemeen bestuur te adviseren kennis te nemen van de 3-maands bestuursrapportage; • Het algemeen bestuur te adviseren de in de 3-maands bestuursrapportage opgenomen 2e begrotingswijziging 2011 vast te stellen.
7.
Pilot onderzoek Rekenkamers 2011 Ter advisering: Bijgevoegd: • Agendapost en bijlage Gevraagde beslissing: • Het algemeen bestuur te adviseren in 2011 een pilot onderzoek uit te laten voeren door de Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland; • Het algemeen bestuur te adviseren in 2011 de Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland conform bijgevoegde brief te verzoeken onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de inzet van middelen voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer.
8.
9.
Concept Duurzame ontwikkeling Ter advisering: Bijgevoegd: • Agendapost en bijlagen Gevraagde beslissing: • Het AB van 22 juni te adviseren de visie en aanpak Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam vast te stellen. Proces vervoerplannen 2012 Mondeling
10. Stand van zaken Metropoolregio / Vervoersautoriteit Rotterdam - Haaglanden Mondeling 11. Rondvraag en sluiting
Portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer 1 juni 2011 Agendapunt 3 _________________________________________________________________ Concept-actielijst van het portefeuillehoudersoverleg d.d. 21 april 2011 Aanwezig zijn: mevrouw Mourik (VZ, Spijkenisse), mevrouw Vissers (Schiedam), de heer Prins (Krimpen aan den IJssel), de heer De Paepe (Lansingerland), de heer Schipper (Brielle), de heer Eerdmans (Capelle aan den IJssel), de heer Den Ouden (Ridderkerk), de heer Keijzer (Maassluis), de heer Gebben (Barendrecht), de heer Hofman (Hellevoetsluis), de heer Van Lith (Westvoorne) en de heer Riet (Bernisse). Ambtelijke ondersteuning vanuit stadsregio: de heer Immerzeel, de heer Bavelaar en de heer Maessen. Niet aanwezig zijn: mevrouw Baljeu (VZ), de heer Van Nieuwenhuijzen (Waterschap Hollandse Delta), mevrouw Van Ginkel (Albrandswaard), de heer Oosterom (Vlaardingen),
Actielijst nr
Onderwerp
1
Opening / mededelingen: Mw. Mourik zit de vergadering voor i.v.m. het uitlopen van de raadsvergadering van de gemeente Rotterdam van mw. Baljeu. Mevrouw Roza zal wegens privé-omstandigheden voor langere tijd niet deelnemen aan het portefeuillehoudersoverleg. Dhr. Hofman zal daar waar mogelijk als vervanger aanschuiven.
2
Ingekomen stukken: Er zijn geen ingekomen stukken.
3
Actielijst van het portefeuillehoudersoverleg van 9 maart: Er zijn geen opmerkingen op de actielijst. De actielijst wordt vastgesteld.
4
Duurzame Mobiliteit: Gezien het feit dat een groot deel van de aanwezigen de presentatie over het voorliggende stuk reeds heeft bijgewoond tijdens het portefeuillehoudersoverleg GROM wordt besloten geen presentatie te houden tijdens het portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer.
Datu m PoHo
S.v.z./ datum
Beslispunten: 1. het Beleidskader Duurzame Mobiliteit vast te stellen conform het bijgevoegde ontwerp; 2. het Maatregelenpakket Duurzame Mobiliteit vast te stellen conform het bijgevoegde ontwerp; 3. het dagelijks bestuur op te dragen de organisatorische, financiële en communicatieve aspecten in een implementatieplan uit te werken en dit voor 2012 aan het algemeen bestuur voor te leggen. Verslag portefeuillehoudersoverleg V&V 21 april 2011
1
Het portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer heeft op 21 april 2011 het algemeen bestuur geadviseerd conform de gevraagde beslissingen te besluiten. Daarbij is vastgesteld dat de bezuinigingen van het openbaar vervoer invloed kunnen hebben op openbaar vervoer maatregelen in het maatregelenpakket en dat hierdoor zorgvuldige communicatie over deze relatie gewenst is. Voorts heeft het portefeuillehoudersoverleg er kennis van genomen dat het algemeen bestuur weliswaar een totaalpakket aan mogelijke maatregelen vaststelt, maar dat in een implementatieplan daaruit keuzes voor de komende jaren worden gemaakt. Daarnaast is desgevraagd toegezegd dat duidelijker tot uitdrukking zal worden gebracht dat: a. het beleidskader de eerder opgestelde Beleidsvisie duurzame mobiliteit vervangt; b. de stadsregionale CO2 ambitie onveranderd blijft en dat vanuit verkeer en vervoer daaraan een maximale bijdrage wordt geleverd door middel van het voorliggende maatregelenpakket. 5
Intentieverklaring Duurzame Stedelijke Distributie stadsregio Rotterdam: Gevraagde beslissing: 1. Het dagelijks bestuur te adviseren in te stemmen met de intentieverklaring Duurzame Stedelijke Distributie stadsregio Rotterdam Alle portefeuillehouders gaan akkoord uitgezonderd de heren Eerdmans (Capelle aan den IJssel) en de Paepe (Lansingerland). De gemeente Capelle heeft aangegeven dat zij verheugd waren dat de stadsregio Rotterdam het initiatief heeft genomen om zowel een regionaal als, voor o.a. de gemeente Capelle, een lokaal bevoorradingsprofiel op te doen stellen. Verder ondersteunt de gemeente het proces, maar heeft ze aangegeven niet mee te zullen tekenen aan de regionale intentieverklaring. De gemeente constateert uit het bevoorradingsprofiel dat er nauwelijks sterke knelpunten zijn binnen de gemeenten voor wat betreft de bevoorrading. De voor hun genoemde kansrijke maatregelen (handhaving van laad- en losplaatsen en bereikbaarheid marktdagen) zijn van beperkte omvang en worden reeds lokaal opgepakt. Zodoende heeft de gemeente aangegeven dat het voor hun beperkte meerwaarde heeft om mee te tekenen. Gemeente Lansingerland is het inhoudelijk wel eens met de maatregel, maar kan zich niet geheel vinden in de rolverdeling voor wat betreft de maatregel ‘afstemmen venstertijden’. De gemeenten staat nu als ‘trekker’ aangewezen, omdat zij de daadwerkelijke bevoegdheid hebben om venstertijden aan te passen. De stadsregio draagt zorg voor de regionale coördinatie tussen de gemeente met venstertijden om te voorkomen dat er alleen vanuit eigen belang naar wordt gekeken en is zodoende aangewezen als ‘coördinator’ van de maatregel. Afgesproken is dat er bilateraal contact wordt gelegd tussen Lansingerland en de stadsregio met de intentie om uiterlijk 18 mei te komen tot overeenstemming over de tekst van de intentieverklaring. Er wordt gezocht naar een geschikt moment om de
Verslag portefeuillehoudersoverleg V&V 21 april 2011
2
intentieverklaring gezamenlijk te ondertekenen. Vooralsnog wordt gedacht aan een half uur voor het AB van 22 juni. 6
Actualisatie Uitvoeringsagenda V&V:
1 juni
Geen opmerkingen over het stuk dat ter kennisgeving voorligt. De heer Gebben (Barendrecht) vraagt in welke mate de nieuwe rijksstructuurvisie meegenomen wordt in de actualisatie van de uitvoeringsagenda. De heer Immmerzeel (stadsregio) geeft aan dat dit zoveel als mogelijk gebeurd. Afgesproken wordt dat tijdens het portefeuillehoudersoverleg van juni uitgebreid bij dit onderwerp wordt stilgestaan. (Actie SR) 7
Andere aanpak over water: Mw. Mourik koppelt terug over de goed, druk bezochte workshop met gemeenteambtenaren. De gemeente Capelle, Maassluis, Schiedam, Ridderkerk en Krimpen betreuren het feit dat de stadsferry als niet doorgaat conform de huidige businesscase. Voorts zijn de volgende opmerkingen/suggesties gemaakt: • Wordt er nagedacht over particuliere initiatieven (Maassluis): ja • Kunnen bestaande concepten worden uitgebreid zoals bijvoorbeeld de waterbus (Ridderkerk) • Is de stadsregio bereid om het driehoeksveer tussen Ridderkerk, Nederlek en Kinderdijk te adopteren? Bovenstaande opmerkingen worden meegenomen in de verdere uitwerking.
8
Stand van zaken Metropoolregio / Vervoersautoriteit Rotterdam - Haaglanden: Geen opmerkingen
9
Rondvraag en sluiting Dhr. de Paepe (Lansingerland): wenst een terugkoppeling te krijgen op de stand van zaken A13/A16 (Actie SR). Dhr. Gebben (Barendrecht): 9 juni a.s. is er om 09:30 een themaochtend van de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid inzake 30 km/uur gebieden en handhaving. Dhr. Spee is als spreker uitgenodigd. De uitnodiging zal worden rondgestuurd (Actie: SR)
Het volgende portefeuillehoudersoverleg is op 1 juni 2011 van 15.00 tot 17.00 uur. Verslag portefeuillehoudersoverleg V&V 21 april 2011
3
Verslag portefeuillehoudersoverleg V&V 21 april 2011
4
portefeuillehoudersoverleg vergadering 1 juni 2011 agendapunt 5 maart 2010 Onderwerp: Stand van zaken herziening Kadernota OV Gevraagde beslissing:
1. kennis nemen van stand van zaken kadernota OV 2. Instemmen met de belangrijkste vier uitwerkingsvragen van de kadernota OV Portefeuillehouder: Baljeu Samenvatting:
De Kadernota Openbaar Vervoer vertaalt de algemene beleidsdoelen uit het regionaal verkeer en vervoersplan (RVVP), in normen en richtlijnen, waarmee het openbaar vervoer kan worden aanbesteed in diverse exploitatieconcessies. De huidige Kadernota OV stamt uit 2005 en is deels achterhaald door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld reizigersinformatie, duurzaamheid en toegankelijkheid. Bovendien kan met de huidige beschikbare middelen, het huidige OV-systeem niet duurzaam in stand gehouden worden. Herziening van de Kadernota is dus nodig. De huidige situatie vergt een omslag in het denken over het regionaal openbaar vervoer, die grofweg luidt: niet meer denken in groei van het netwerk, maar inzetten op kwaliteit voor de reiziger. De belangrijkste vier uitwerkingsvragen daarbij die de kadernota OV vertaalt in beleid zijn: 1. Hoe richten wij het netwerk in zodat het aantrekkelijker wordt voor de grootste groepen gebruikers (m.n. woon-werk verkeer), terwijl het netwerk ook aantrekkelijk blijft voor andere doelgroepen? 2. Hoe kunnen duurzame, efficiënte maatwerk-oplossingen (bijv. buurtbus) in de plaats komen van dure OV lijnen die nu een (te) lage bezettingsgraad kennen? 3. Hoe kan in het OV meer aandacht worden gegeven aan kwaliteitsaspecten (bijvoorbeeld fietsvoorzieningen haltes, stiptheid dienstregeling, snelheid van het OV, reisinformatie) op een eigentijdse manier? 4. Welke normen en richtlijnen (bijv. halteafstanden, gemiddelde snelheid) passen bij een dergelijke systeemwijziging en in welke mate van detail worden deze voorgeschreven? NB: normen zijn o.a. nodig voor het afgeven van toekomstige concessies aan vervoerders. Financiële consequenties: Niet van toepassing Verdere procedure:
De hoofdlijnen van het proces zijn : • Diverse workshops met regiogemeenten en stakeholders tot medio juni. • Hoofdlijnen kadernota: eind juni portefeuillehoudersoverleg (eventueel schriftelijk) • Voorlopige vaststelling dagelijks bestuur: 31 augustus (gelijktijdig met RUVV) • Inspraak/ consultatieronde: 1 september- 23 november • Definitieve vaststelling: 23 november 2011 • Algemeen Bestuur: 14 december 2011 Bijlage(n): geen Omschrijving voettekst /89933 / SR / 210176 / datum
Pagina 1
Toelichting:
Oude kaders voldoen niet meer aan huidige (financiële) situatie De hoogte van de rijksbezuinigingen op de Brede Doeluitkering (BDU) verkeer en vervoer van de stadsregio zijn van dien aard, dat deze met alleen efficiencykortingen, aanpassingen van oude normen en uitgangspunten, niet opgevangen kunnen worden. We zullen dus moeten afstappen van het enkel herijken van de oude kaders in nieuwe, gewijzigde kaders. Er zal een kentering noodzakelijk zijn in visie op een duurzaam te exploiteren openbaar vervoer, ook financieel. De kwaliteit van het openbaar vervoer in de stadsregio is de afgelopen vijf jaar gestegen. Dat uit zich in hogere waarderingscijfers en een positief oordeel van de reizigers over comfort, informatie en sociale veiligheid. Meer kritisch zijn reizigers over prijs en reistijd, vooral de punctualiteit, reissnelheid en frequentie. Ook de informatie bij vertragingen, het gebrek aan toezicht en de drukte in de bus, tram of metro zijn punten van kritiek. Ook uit de actuele bezuinigingsvoorstellen voor 2012 (vervoerplannen) blijkt dat bij gemeenteraden en gemeentebesturen de wens leeft om meer in te zetten op snelheid, punctualiteit en kwaliteit van het openbaar vervoer, en is men ervan doordrongen dat de sociale mobiliteitsfunctie moet worden herzien en (deels) op een andere manier kan worden ingevuld met alternatieven als WMO vervoer en buurtbus. Omslag in denken op 4 hoofdpunten in het regionale OV De huidige situatie vergt al met al een omslag in het denken over het regionaal openbaar vervoer, die grofweg luidt: niet meer denken in groei van het netwerk, maar inzetten op kwaliteit voor de reiziger. De belangrijkste vier uitwerkingsvragen daarbij die de kadernota OV vertaalt in beleid zijn: 1. Hoe richten wij het netwerk in zodat het aantrekkelijker wordt voor de grootste groepen gebruikers (m.n. woon-werk verkeer), terwijl het netwerk ook aantrekkelijk blijft voor andere doelgroepen? 2. Hoe kunnen duurzame, efficiënte maatwerk-oplossingen (bijv. buurtbus) in de plaats komen van dure OV lijnen die nu een (te) lage bezettingsgraad kennen? 3. Hoe kan in het OV meer aandacht worden gegeven aan kwaliteitsaspecten (bijvoorbeeld fietsvoorzieningen haltes, stiptheid dienstregeling, snelheid van het OV, reisinformatie) op een eigentijdse manier? 4. Welke normen en richtlijnen (bijv. halteafstanden, gemiddelde snelheid) passen bij een dergelijke systeemwijzigingen in welke mate van detaillering worden deze voorgeschreven? Kortom, hoe kan het proces van totstandkoming van de Kadernota worden aangegrepen om de reiziger weer centraal te stellen? Hoer verder met de kadernota Het beoogde doel van de Kadernota is om, in lijn met de omslag in denken, nieuwe kaders te formuleren voor een goed functionerend OV-systeem in de regio. Dat gebeurt op de bovengenoemde vier onderwerpen. Overigens zullen niet alle vier de onderwerpen volledig uitgewerkt zijn aan het einde van dit jaar. Er wordt met de kadernota een start gemaakt, verdere verdieping (bijvoorbeeld het gezamenlijk onderzoeken en uitwerken van een alternatief voor de sociale functie zoals de buurtbus) zal grotendeels plaatsvinden na 2011. Daarnaast heeft een herziene kadernota tot gevolg dat: • de minimumeisen aan de kwaliteit van het OV-systeem worden geborgd in de op te stellen concessies met vervoerders, en dat • de toekomstig af te geven exploitatieconcessies aan vervoerders eisen bevatten, die de stadsregio financieel kan waarmaken. Omschrijving voettekst /89933 / SR / 210176 / datum
Pagina 2
Portefeuillehoudersoverleg V&V vergadering 1 juni 2011 agendapunt 6 maart 2010 Onderwerp: 3-maands bestuursrapportage 2011 inclusief 2e begrotingswijziging 2011 Gevraagde beslissing: 1. het algemeen bestuur te adviseren kennis te nemen van de 3-maands bestuursrapportage; 2. het algemeen bestuur te adviseren de in de 3-maands bestuursrapportage opgenomen 2e begrotingswijziging 2011 vast te stellen. Portefeuillehouder: Van Vliet Samenvatting: In de 3-maands bestuursrapportage 2011 wordt op basis van de realisatie tot en met maart vooruit gekeken naar ultimo dit jaar en aangegeven waar we af (gaan) wijken van de begroting. De afwijkingen in de 3-maands bestuursrapportage kunnen beleidsmatig en/of financieel van aard zijn. De beleidsmatige afwijkingenrapportage is gebaseerd op de bestuurlijke producten zoals opgenomen in het Jaarwerkplan 2011.
Financiële consequenties: Het resultaat voor 2011 stijgt van +/+ € 148.609 naar +/+ € 1,02 miljoen. Dit wordt gedoteerd aan de reserve weerstandsvermogen. Deze is nodig om de in de begroting 2012 geraamde risico’s financieel af te dekken.
Verdere procedure: 1. AWB-publicatie. Bijlage(n): 1. 3-maands bestuursrapportage.
Toelichting: Begrotingsresultaat De in deze rapportage voorgestelde mutaties leiden tot een begrotingsresultaat voor 2011 dat stijgt van +/+ € 148.609 naar +/+ € 1.021.609. Er zal hierdoor een hogere dotatie aan de reserve weerstandsvermogen worden geraamd. Aan de stijging van het positieve resultaat met € 873.000 liggen de volgende mutaties ten grondslag: Ten laste van het resultaat: Extra budget Milieustrategie – Milieusignaalkaarten € 15.000 Extra budget Milieustrategie – training duurzame stedenbouw € 20.000 Ten gunste van het resultaat: Bijstelling vrij aanwendbare rente € 908.000 Programmatotaal 3-maands bestuursrapportage 2011 /89990 / SR / EF / 1 juni 2011
Pagina 1
Het programmatotaal stijgt met € 355 miljoen. Dit wordt op hoofdlijnen veroorzaakt door: 1. Een stijging van zowel de baten als de lasten op het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit met € 379 miljoen. Deze mutatie heeft een tweetal technische oorzaken. Ten eerste worden de middelen die in 2010 wel in de begroting waren opgenomen maar uiteindelijk niet in 2010 zijn beschikt, doorgeschoven naar 2011 en latere jaren. De middelen die naar 2011 zijn doorgeschoven voegen we middels deze begrotingswijziging toe aan de begroting 2011. Het gaat hierbij om een bedrag van totaal € 175 mln. Daarnaast wordt een wijziging in de begrotingssystematiek doorgevoerd waardoor het mogelijk wordt de BDU-uitgaven uit de begroting te vergelijken met de BDU-uitgaven uit de jaarrekening. Zoals ook de accountant al enkele jaren terecht signaleert, is dat tot op heden niet mogelijk omdat de begroting alleen de nieuw aan te gaan verplichtingen laat zien terwijl in de jaarrekening alleen de werkelijke uitgaven zijn opgenomen. In deze begrotingswijziging worden daarom ook de verwachte uitgaven op zowel restantverplichtingen uit voorgaande jaren als nieuw aangegane verplichtingen als budget in de begroting zichtbaar gemaakt. Het gaat hierbij om een bedrag van totaal € 207 mln. Daarmee wordt naast de taakstelling voor de omvang van de nieuw aan te gaan verplichtingen ook de omvang van de feitelijke uitvoering een concrete begrotingsnorm. 2. Daling programma Duurzame regio met € 18 miljoen: Saldering mutaties fonds Groene Verbinding € 8 miljoen Saldering mutaties fonds Luchtkwaliteit € 1,2 miljoen Omzetting voorziening Groen in langlopende schuld € 3,5 miljoen - Investeringsreserve regionaal Groen: € 4 miljoen schuift door naar de periode 2012-2014 - Bijstelling baten Luchtkwaliteit. In 2010 is € 1,2 miljoen meer ontvangen dan begroot. Dit bedrag wordt in 2011 minder ontvangen. 3. Daling programma Wonen met € 5 miljoen: Investeringsreserve Revitalisering stedelijk gebied: € 1,8 miljoen schuift door naar de periode 2012-2014. Ook de hieraan gekoppelde ISV3 bijdrage wordt voor € 3,6 miljoen doorgeschoven.
3-maands bestuursrapportage 2011 /89990 / SR / EF / 1 juni 2011
Pagina 2
3-maands bestuursrapportage 2011
1. INLEIDING ......................................................................................................... 3 2. SAMENVATTING.................................................................................................. 4 2.1
RESERVE DOORLOPENDE ACTIVITEITEN ...................................................... 6
3. PROGRAMMA’S ................................................................................................... 9 3.1
STUREN OP RUIMTELIJKE SAMENHANG .................................................................... 9
3.1.1
Bovenregionale samenwerking ............................................................... 9
3.1.2
gebiedsgerichte opgaven ....................................................................... 9
3.2
ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING............................................................... 11
3.3
BEREIKBAARHEID EN MOBILITEIT........................................................................ 12
3.3.1
Verkeer............................................................................................. 13
3.3.2
Openbaar vervoer............................................................................... 14
3.4
WONEN: DUURZAAM EN MARKTGERICHT AANBOD ..................................................... 16
3.5
DUURZAME REGIO ......................................................................................... 18
3.5.1
Groen ............................................................................................... 18
3.5.2
Milieu ............................................................................................... 20
3.6
JEUGDZORG ................................................................................................ 22
4. PARAGRAFEN.................................................................................................... 24 4.1
BEDRIJFSVOERING ........................................................................................ 24
5. BESLUIT ........................................................................................................... 26
2
1. Inleiding Hierbij ontvangt u de 3-maandsrapportage van de stadsregio Rotterdam. Hierin wordt op basis van de realisatie tot en met maart vooruit gekeken naar ultimo dit jaar en aangegeven waar we af (gaan) wijken van de begroting. De afwijkingen in de 3-maandsrapportage kunnen beleidsmatig en/of financieel van aard zijn. De keuze voor een afwijkingenrapportage hebben we gemaakt om te voorkomen dat in de veelheid van tekst de (politiek) meest relevante ontwikkelingen ondergesneeuwd raken. De beleidsmatige afwijkingenrapportage is gebaseerd op de bestuurlijke producten zoals opgenomen in het Jaarwerkplan 2011. Per activiteit wordt aangegeven welke producten wijzigen ten opzichte van het Jaarwerkplan 2011. Er worden vier soorten afwijkingen onderscheiden; een verandering in het kwartaal waarin het product wordt opgeleverd, een verandering in de omschrijving van een bestaand bestuurlijk product, de toevoeging van een nieuw bestuurlijk product en als laatste het vervallen van een bestuurlijk product. Producten die niet staan opgenomen lopen nog steeds zoals vermeld in het Jaarwerkplan 2011. Daarnaast worden per activiteit ook die financiële afwijkingen opgenomen waarvan we verwachten dat de afwijking ten opzichte van het in de begroting opgenomen budget (op activiteitniveau) meer dan 4% zal bedragen.
Leeswijzer In hoofdstuk 2 treft u de samenvatting aan. In hoofdstuk 3 worden op activiteitniveau de financiële en beleidsmatige afwijkingen gepresenteerd. In hoofdstuk 4 zien we de afwijkingen op het gebied van de bedrijfsvoering. Als bijlagen treft u aan een overzicht van de organisatiekosten in een gecomprimeerde vorm en de staat van reserves, voorzieningen en fondsen.
3
2. Samenvatting Samenvatting 3 maands bestuursrapportage Begroting 2011 Lasten Sturen op ruimtelijke samenhang Economische structuurversterking Bereikbaarheid en mobiliteit Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod Duurzame regio Jeugdzorg Algemene lasten Dotaties aan Investeringsreserve Dotaties aan reserve weerstandsvermogen Totaal lasten Baten Rijksbijdragen Bijdragen provincie Zuid-Holland Bijdragen regiogemeenten (inclusief omslagbijdragen) Bijdrage gemeente Rotterdam apparaatskosten Onttrekkingen aan reserves, voorzieningen en fondsen Rente Totaal baten
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
2.314.483 4.916.294 371.166.186 6.636.957 33.838.496 119.080.867 36.000 4.000.000 148.609
2.284.483 2.724.794 750.197.939 1.379.468 16.011.381 120.309.606 36.000 4.000.000 1.021.609
542.137.892
897.965.280
456.963.030 2.071.327 10.861.953 425.000 68.337.705 3.478.877
449.815.215 2.121.327 10.861.953 425.000 430.213.577 4.528.207
542.137.892
897.965.279
355.827.387
0
0
0
Saldo
30.0002.191.500379.031.753 5.257.48917.827.1151.228.739 873.000 355.827.388
7.147.81550.000 361.875.872 1.049.330
Begrotingsresultaat De in deze rapportage voorgestelde mutaties leiden tot een begrotingsresultaat voor 2011 dat stijgt van +/+ € 148.609 naar +/+ € 1.021.609. Er zal hierdoor een hogere dotatie aan de reserve weerstandsvermogen worden geraamd. Aan de stijging van het positieve resultaat met € 873.000 liggen de volgende mutaties ten grondslag:
Ten laste van het resultaat: Extra budget Milieustrategie – Milieusignaalkaarten € 15.000 -
Extra budget Milieustrategie – training duurzame stedenbouw € 20.000
Ten gunste van het resultaat: Bijstelling vrij aanwendbare rente € 908.000 -
Programmatotaal Het programmatotaal stijgt met € 355 miljoen. Dit wordt op hoofdlijnen veroorzaakt door: 1.
Een stijging van zowel de baten als de lasten op het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit met € 379 miljoen. Deze mutatie heeft een tweetal technische oorzaken. Ten eerste worden de middelen die in 2010 wel in de begroting waren opgenomen maar uiteindelijk niet in 2010 zijn beschikt, doorgeschoven naar 2011 en latere jaren. De middelen die naar 2011 zijn doorgeschoven voegen we middels deze begrotingswijziging toe aan de begroting 2011. Het gaat hierbij om een bedrag van totaal € 175 mln. Daarnaast wordt een wijziging in de begrotingssystematiek doorgevoerd waardoor het mogelijk wordt de BDU-uitgaven uit de begroting te vergelijken met de BDU-uitgaven uit de 4
jaarrekening. Zoals ook de accountant al enkele jaren terecht signaleert, is dat tot op heden niet mogelijk omdat de begroting alleen de nieuw aan te gaan verplichtingen laat zien terwijl in de jaarrekening alleen de werkelijke uitgaven zijn opgenomen. In deze begrotingswijziging worden daarom ook de verwachte uitgaven op zowel restantverplichtingen uit voorgaande jaren als nieuw aangegane verplichtingen als budget in de begroting zichtbaar gemaakt. Het gaat hierbij om een bedrag van totaal € 207 mln. Daarmee wordt naast de taakstelling voor de omvang van de nieuw aan te gaan verplichtingen ook de omvang van de feitelijke uitvoering een concrete begrotingsnorm.
Voorbeeld van de nieuwe systematiek: In jaar 2010 is het projectenbudget 100. Dit budget wordt volledig verplicht middels subsidietoezeggingen. De feitelijke uitgaven in het jaar lopen achter en bedragen slechts 35. De resterende 65 (100 minus 35) die reeds is toegezegd wordt eind van het jaar 2010 gereserveerd in ons fonds verplicht. In jaar 2011 bedraagt het projectenbudget weer 100. Ook dit bedrag wordt verplicht en slechts voor 40 uitgegeven. Daarnaast wordt van de resterende subsidietoezegging uit 2010 ad 65, in 2011 55 uitgegeven. E.e.a ziet er in 2011 als volgt uit:
V ó ó r s te ls e lw ijzig in g n ie u w e p la n n e n 2 0 1 1 re s ta n t ve rp lic h te o u d e p la n n e n T o ta a l b e g ro tin g
B u d g e t 2 0 1 1 R e a lis a tie 2 0 1 1 100 40 55 100 95
N á s te ls e lw ijzig in g n ie u w e p la n n e n 2 0 1 1 re s ta n t ve rp lic h te o u d e p la n n e n T o ta a l b e g ro tin g
B u d g e t 2 0 1 1 R e a lis a tie 2 0 1 1 100 40 65 55 165 95
In de systematiek voor de wijziging ontstaat het beeld dat we in 2011 bijna alle plannen uit 2011 hebben uitgevoerd omdat immers nagenoeg het volledige budget in de begroting is uitgegeven (95 van 100). Na doorvoering van de nieuwe systematiek ontstaat er een financieel veel genuanceerder beeld dat aansluit bij de werkelijke voortgang. De nieuwe systematiek leidt tot meer transparantie maar heeft géén financiële consequenties. De middelen zijn immers in voorgaande jaren reeds gereserveerd in ons fonds verplicht. De gewijzigde begrotingsystematiek heeft geen consequenties voor de omvang van de beschikbare BDU-middelen, maar brengt alleen de uitputting van de BDU beter in beeld. Naar verwachting zal bij de 9-maandsrapportage nog een verdere verfijning in de BDU worden doorgevoerd. Deze behelst dat ook meerjarig het daadwerkelijke uitgavenpatroon zal worden begroot. Deze informatie is momenteel onvoldoende voorhanden. 2.
Daling programma Duurzame regio met € 18 miljoen: -
Saldering mutaties fonds Groene Verbinding € 8 miljoen
-
Saldering mutaties fonds Luchtkwaliteit € 1,2 miljoen
-
Omzetting voorziening Groen in langlopende schuld € 3,5 miljoen
-
Investeringsreserve regionaal Groen: € 4 miljoen schuift door naar de periode 20122014
5
-
Bijstelling baten Luchtkwaliteit. In 2010 is € 1,2 miljoen meer ontvangen dan begroot. Dit bedrag wordt in 2011 minder ontvangen.
3.
Daling programma Wonen met € 5 miljoen: -
Investeringsreserve Revitalisering stedelijk gebied: € 1,8 miljoen schuift door naar de periode 2012-2014. Ook de hieraan gekoppelde ISV3 bijdrage wordt voor € 3,6 miljoen doorgeschoven.
2.1 Reserve doorlopende activiteiten In de jaarrekening 2010 is de reserve doorlopende activiteiten gevormd. Aan deze reserve zijn budgetten toegevoegd van prestaties die in 2010 niet meer (geheel) konden worden uitgevoerd en doorschuiven naar 2011 en latere jaren. In deze begrotingswijziging worden de voor 2011 benodigde budgetten ter dekking van deze prestaties weer ter begroting gebracht. Het lastenbudget wordt verhoogd en dekking vindt plaats door middel van een onttrekking aan de reserve doorlopende activiteiten. In onderstaande tabel worden de prestaties die in 2011 zullen plaatsvinden met de bijbehorende budgetten opgesomd. Binnen de activiteiten waar de doorgeschoven prestaties worden uitgevoerd zal met een korte verwijzing naar deze tabel worden volstaan om zo dubbeling van gelijksoortige toelichtingen tot een minimum te beperken.
Onderwerp
Activiteit
Omschrijving
Dynamische aanpak
Economische
Het traject is in 2010 gestart en de
bedrijventerreinen
structuurversterking
resterende werkzaamheden vinden in
Bedrag € 23.500
2011 plaats.
Procesbegeleiding
Economische
Voor de realisatie van het
Bernisse-Spijkenisse
structuurversterking
bedrijventerrein Bernisse/Spijkenisse
€ 40.000
wordt een ruimtelijke onderbouwing uitgevoerd voor het te maken bestemmingsplan. De werkzaamheden zullen in 2011 plaatsvinden. Kansen voor passend
Wonen: duurzaam en
Het onderzoek naar instrumenten om de
wonen
marktgericht aanbod
doorstroming in de woningmarkt te
€ 12.880
verbeteren wordt afgerond in 2011.
Huisvestingswet
Wonen: duurzaam en
Bij 9 maands rapportage 2010 is besloten
marktgericht aanbod
€ 12.000 ten behoeve van de
€ 12.000
huisvestingswet door te schuiven naar 2011. Dit bedrag is bij de jaarrekening 2010 toegevoegd aan de reserve doorlopende activiteiten en wordt nu ter begroting gebracht voor uitvoering in 2011. Sociaal beleid
Wonen: duurzaam en
Twee subsidies Sociaal beleid waarvoor uitstel is verleend zullen worden afgerond
6
€ 50.000
marktgericht aanbod
in 2011. Hierna is de subsidieregeling Sociaal beleid geheel afgerond.
Zuidelijk randpark
Groen
De werkzaamheden voor het Zuidelijk
€ 37.400
Randpark stonden in 2010 op een laag pitje. De activiteiten zullen in 2011 plaats vinden. Vervolg ecologische
Groen
verbindingszones
Herijking RGSP2 proces is door
€ 30.100
rijksbezuinigingen vertraagd. De werkzaamheden zullen in 2011 plaatsvinden.
Waterbeleid
Groen
In 2011 wordt een begrotingssubsidie
€ 50.000
verstrekt aan het programmabureau Duurzaamheid van de gemeente Rotterdam. Het betreft een subsidie voor een onderzoek naar adaptatiestrategieën voor het buitendijkse gebied in het kader van RCA (Rotterdam Climate Adaptation). Het programmabureau ontvangt tevens een subsidie van de stichting Kennis voor Klimaat en de subsidie van de stadsregio betreft cofinanciering. Milieustrategie
Milieu
Het plan van aanpak voor een community
€ 17.000
of practice duurzame gebiedsontwikkeling en het onderzoek naar het actueel houden van milieusignaleringskaarten worden uitgevoerd in 2011. Opschoning archief
Bedrijfsvoering/
Het archief wordt door een externe partij
stadsregio
kostenverdeelstaat
geschoond en deze activiteit wordt
€ 50.000
afgerond in 2011. RegioGIS –
Bedrijfsvoering/
Ten behoeve van de implementatie van
opleidingskosten
kostenverdeelstaat
GIS zijn opleidingen noodzakelijk en deze
€ 15.000
worden in 2011 afgerond. Verbetering
Bedrijfsvoering/
Bij jaarrekening 2010 is een bedrag van
informatievoorziening
kostenverdeelstaat
€ 250.000 toegevoegd aan de reserve
€ 56.199
doorlopende activiteiten ter dekking van voornamelijk kapitaalslasten. Voor 2011 bedragen de afschrijvingskosten € 48.450 en de incidentele kosten € 7.749. Totaal ten laste van de reserve doorlopende activiteiten begrotingswijziging 3-maands rapportage 2011:
7
€ 394.079
Beschikbaar in de reserve doorlopende activiteiten na deze begrotingswijziging (Dit restantbedrag wordt in de jaren 2012 t/m 2015 ter begroting gebracht ter dekking van kapitaalslasten van het project Verbetering informatievoorziening):
8
€ 193.801
3. Programma’s 3.1 Sturen op ruimtelijke samenhang 3.1.1
Bovenregionale samenwerking
Activiteit: Bovenregionale samenwerking Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten Baten Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
275.000 237.992
275.000 237.992
512.992
512.992
0
512.992
512.992
-
512.992
512.992
0
0
0
0
Saldo
-
Financiële afwijkingen: Geen
Beleidsmatige afwijkingen: Geen
3.1.2
gebiedsgerichte opgaven
Activiteit: Gebiedsgerichte opgaven Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten Baten Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten Saldo
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
1.030.000 771.491
940.104 831.387
-89.896 59.896
1.801.491
1.771.491
-30.000
1.801.491
1.771.491
-30.000
1.801.491
1.771.491
-30.000
0
0
0
Financiële afwijkingen: -
Westflank
Onder de beleidsmatige afwijkingen staat vermeld dat het programma Westflank ‘on hold’ is gezet. Het budget voor Westflank zal daarom voor een groot deel niet worden besteed in 2011. Binnen het
9
programma Duurzame regio is voor de activiteit Milieu sprake van capaciteitsgebrek. Voor tijdelijke capaciteitsuitbreiding binnen de activiteit Milieu wordt daarom € 30.000 vanuit het budget voor Westflank ingezet. De directe lasten worden met € 30.000 verlaagd en de bijdrage regiogemeenten wordt met € 30.000 verlaagd.
Beleidsmatige afwijkingen: -
Voorleggen uiteindelijke A13/16 variant
Voortgang is gestokt wegens inpassingsdiscussie en zoektocht naar eigen bijdrage regionale partijen. Hierdoor was standpuntbepaling door Minister niet mogelijk. Planning richt zich op een standpuntbepaling van de Minister in het vierde kwartaal.
-
Gebiedsvisie voor de deelgebieden in de Westflank
Besluitvorming met betrekking tot de Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) moet in het najaar van 2011 plaatsvinden. Tot die tijd is het programma Westflank ‘on hold’ gezet. De gebiedsvisie is dus niet 3e kwartaal gereed. Na de voorkeursbeslissing NWO zal worden bezien of dan in voldoende mate aan de uitgangspunten voor een programmatische aanpak kan worden voldaan.
10
3.2 Economische structuurversterking Activiteit: Economische structuurversterking Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten Baten Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage provincie Zuid-Holland Ontrekking aan de reserve doorlopende activiteiten Onttrekking investeringsreserve Totaal baten
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
3.945.065 971.229
1.750.380 974.414
-2.194.685 3.185
4.916.294
2.724.794
2.191.500-
1.402.294 14.000 3.500.000
1.402.294 14.000 63.500 1.245.000
63.500 -2.255.000
4.916.294
2.724.794
2.191.500-
Saldo
0
0
0
Financiële afwijkingen: -
Investeringsreserve
Conform het verdeelvoorstel investeringsreserve 2011 zoals vastgesteld in het DB van 9 maart 2011 wordt voor economische herstructurering in 2011 voor € 1.245.000 aan subsidies verleend. Momenteel staat in de begroting 2011 nog een bedrag van € 3.500.000 opgenomen voor projecten (lastenkant) en bijdrage uit de investeringsreserve (batenkant). De directe lasten en de onttrekking aan de investeringsreserve worden nu neerwaarts bijgesteld met € 2.255.000 en dit bedrag blijft beschikbaar voor de periode 2012-2014 van de investeringsreserve.
-
Reserve doorlopende activiteiten (zie hiervoor de toelichting bij hoofdstuk 2.1): * Dynamische aanpak bedrijventerreinen € 23.500 * Procesbegeleiding Bernisse-Spijkenisse € 40.000
De directe lasten worden verhoogd met € 63.500 en de onttrekking aan de reserve doorlopende activiteiten wordt verhoogd met € 63.500.
Beleidsmatige afwijkingen: Convenantsafspraken Planning verschuift van kwartaal 2/3 naar 4e kwartaal. De behoefteraming wordt verder uitgebreid met de gevolgen van de Havenvisie voor de droge bedrijventerreinen in regio en er wordt ook gekeken naar de behoefteraming in het gebied dat loopt van de Tweede Maasvlakte tot de Drechtsteden en Moerdijk (DelTri). Dit omdat misschien niet alle ruimtebehoefte binnen de stadsregio kan worden opgevangen. Omdat de ramingen van het Havenbedrijf Rotterdam voor de droge terreinen en die van DelTri pas na de zomer bekend zijn kan deze fase niet voor de zomer worden afgerond, zoals aanvankelijk was gepland.
11
3.3 Bereikbaarheid en Mobiliteit
Programma: Bereikbaarheid en Mobiliteit Begroting 2011 Baten Rijksbijdrage BDU Rijksbijdrage BDU Infra Rente BDU Rente BOR Fonds BOR nog te verplichten Onttrekking fonds BDU nog te verplichten Onttrekking fonds BDU verplicht Onttrekking fonds BOR verplicht baten Totaal baten
Prognose 2011
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
266.966.521 59.325.167 1.314.833 562.235 32.618.896 10.378.535
322.908.582 2.047.652 206.853 33.223.324 184.950.240 152.962.028 53.899.260
55.942.061 59.325.167732.819 355.382604.428 174.571.705 152.962.028 53.899.260
371.166.187
750.197.939
379.031.752
371.166.187
750.197.939
379.031.752
De BDU en BOR middelen van het programma Mobiliteit & Bereikbaarheid worden tegenwoordig niet meer separaat toegerekend aan de betreffende activiteiten maar op programma niveau gepresenteerd. Dit komt omdat wij één BDU uitkering van het Rijk ontvangen die niet verdeeld is tussen OV en Verkeer. De besteding van die uitkering komt tot uitdrukking in de lasten van de twee activiteiten. Met deze presentatie van mutaties op programma niveau sluiten we aan op feitelijke gang van zaken. Specificatie begrotingswijziging baten OV + Verkeer Begroting 2011: besluitvorming najaar 2010 1. Defintieve Rijksbeschikking BDU 2. Onttrekkingen fondsen nog te verplichten 3. Onttrekkingen fondsen verplicht Nieuwe begroting baten OV + Verkeer
-
Budget 371 mln. -3 mln. 175 mln. 207 mln. 750 mln.
Definitieve Rijksbeschikking BDU
De definitieve Rijksbeschikking voor de BDU is € 3 mln lager dan vooraf begroot. Dit is reeds meegenomen in het meerjarenbeeld.
-
Onttrekkingen fondsen nog te verplichten
De restant budgetten uit voorgaande jaren die niet zijn besteed en niet zijn verplicht, worden eind van elk jaar teruggestort in de fondsen nog te verplichten (BOR en BDU). De begrotingsaanpassingen voor de risicopot OV, het vervangingingsonderhoud en het RIVV 2011 worden onttrokken aan deze fondsen nog te verplichten (€ 175 mln).
-
Onttrekkingen fondsen verplicht
De restant budgetten uit voorgaande jaren die niet zijn besteed maar wél middels subsidietoezeggingen zijn verplicht worden eind van elk jaar teruggestort in de fondsen verplicht (BOR en BDU). Deze openstaande verplichtingen worden in 2011 betaald middels een onttrekking aan de fondsen verplicht (€ 207 mln).
12
3.3.1
Verkeer
Activiteit: Verkeer Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten Baten baten Totaal baten
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
101.225.889 1.503.776
307.804.113 1.503.776
206.578.224 -
102.729.665
309.307.889
206.578.224
102.729.665
309.307.889
206.578.224
102.729.665
309.307.889
206.578.224
0
0
0
Saldo
Financiële afwijkingen: Specificatie begrotingswijziging lasten Verkeer Begroting 2011: besluitvorming najaar 2010 Doorgeschoven middelen: 1. Doorschuif RIVV projecten naar 2011. Restant verplichte oude plannen: 2. Openstaande verplichtingen uit voorgaande jaren Nieuwe begroting Verkeer 2011
-
Budget 103 mln. 60 mln. 146 mln. 309 mln.
Doorschuif RIVV projecten naar 2011
Het laatste RIVV is geactualiseerd. Projecten niet uitgevoerd in 2010 en eerdere jaren schuiven nu door naar 2011. Het onderliggende projectplan leidt tot een wijziging van de begroting 2011 van € 60 mln.
-
Restant verplichte oude plannen (nieuwe systematiek)
De restant budgetten uit voorgaande jaren die niet zijn besteed maar wel middels subsidietoezeggingen zijn verplicht, worden vanaf dit jaar zichtbaar in de begroting gepresenteerd. Het gaat hier om de restant verplichtingen van verkeer projecten uit het RIVV van 2010 en eerder, waarvan de feitelijke uitgaven naar verwachtingen in 2011 zullen plaatsvinden (€ 146 mln).
Beleidsmatige afwijkingen: -
Voortgangsnotitie DVM Zuidvleugel
Gezien de ontwikkelingen in DVM Zuidvleugel wordt periodiek de voortgang ter kennisname aangeboden aan het DB. Vereist geen bestuurlijk besluit, verloopt via het bestuurlijk kwartet DVm Zuidvleugel. -
Besluit over deelname in Regioregie
De landelijke ontwikkelingen gaan langzamer dan verwacht. Inzet is om aan te haken maar voorwaarden zijn nog onbekend.
-
Besluit over integratie meldpunt in Regioregie
Hangt samen met bovenstaande, besluit over deelname Regioregie.
13
-
Besluit over voortzetting website (www.bereikbareregiorotterdam.nl)
Website wordt mogelijk stopgezet. -
Overdracht opdrachtgeverschap project Spitsscoren naar Verkeersonderneming
Nieuw product / ambitie. -
Overdracht opdrachtgeverschap uitvoeringsorganisatie Slim Bereikbaar
Nieuw product / ambitie.
3.3.2
Openbaar vervoer
Activiteit: Openbaar Vervoer Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten
266.889.891 1.546.630
439.343.420 1.546.630
172.453.529 -
268.436.521
440.890.050
172.453.529
268.436.521
440.890.050
172.453.529
268.436.521
440.890.050
172.453.529
0
0
0
Baten baten Totaal baten
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
Saldo
Financiële afwijkingen: Specificatie begrotingswijziging lasten OV Begroting 2011: besluitvorming najaar 2010 Doorgeschoven middelen: 1. Restant risicopot OV in 2011 2. Doorschuif RIVV projecten naar 2011. 3. Herziening van het vervangingsonderhoud Restant verplichte oude plannen: 4. Openstaande verplichtingen uit voorgaande jaren Nieuwe begroting OV 2011
-
Budget 268 mln. 100 mln.
60 mln. 328 mln.
Restant risicopot OV in 2011
In september 2010 heeft het AB besloten tot het instellen van zogenaamde een risicopot in de begroting 2010. De risico’s zijn ondertussen deels afgewaardeerd en deels afgewikkeld. Het restant van de risicopot wordt in deze bestuursrapportage weer ter begroting 2011 gebracht.
-
Doorschuif RIVV projecten naar 2011
Het laatste RIVV is geactualiseerd. Projecten niet uitgevoerd in 2010 en eerdere jaren schuiven nu door naar 2011. -
Herziening van het vervangingsonderhoud
Bij de recente herziening van het groot onderhoud zijn de laatste inzichten in het meerjarenbeeld verwerkt. Het gaat om noodzakelijke aanpassingen op het gebied van spoor- en tunnelveiligheid.
14
-
Restant verplichte oude plannen (nieuwe systematiek)
De restant budgetten uit voorgaande jaren die niet zijn besteed maar wel middels subsidietoezeggingen zijn verplicht, worden vanaf dit jaar zichtbaar in de begroting gepresenteerd. Het gaat hier om de restant verplichtingen van OV projecten uit het RIVV van 2010 en eerder, waarvan de feitelijke uitgaven naar verwachtingen in 2011 zullen plaatsvinden (€ 60 mln).
Beleidsmatige afwijkingen: -
Besluitvorming over ombouw en financiering
Besluitvorming verloopt zeer traag. Er wordt gezocht naar wegen om de besluitvorming te versnellen en ten gunste te beïnvloeden. Indien besluit dan pas in kwartaal 4. -
besluitvorming OV over water
De business case vervalt. Vervoer over water wordt op alternatieve wijze ingevuld. -
Voortgangsrapportage Zuidvleugelnet/Steden-baan
Wordt uitgevoerd onder de noemer Randstadnet.
15
3.4 Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten Baten Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage provincie Zuid-Holland Rente FVSV Rijksbijdrage ISV-3 Ontrekking aan de reserve doorlopende activiteiten Ontrekking Investeringsreserve Totaal baten Saldo
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
6.047.808 589.149
790.319 589.149
5.257.489 -
6.636.957
1.379.468
5.257.489
1.273.279 23.559 7.750 3.582.369 1.750.000
1.273.279 23.559 7.750 74.880 -
6.636.957
1.379.468
0
3.582.369 74.880 1.750.0005.257.489
0
0
Financiële afwijkingen: -
Investeringsreserve/ ISV3
Het verdeelvoorstel investeringsreserve 2011 zoals vastgesteld in het DB van 9 maart 2011 bevat geen subsidievoorstellen voor het beleidsterrein “revitalisering stedelijk gebied”. Dit in verband met de gewijzigde subsidiesystematiek (van woningen naar openbare ruimte) en de daarmee gepaard gaande nadere invulling van de subsidievoorwaarden uit de verordening. Daarom wordt het subsidiebedrag vanuit de investeringsreserve voor 2011 op € 0 gesteld. De directe lasten en de onttrekking uit de investeringsreserve worden verlaagd met € 1,75 miljoen. Dit bedrag blijft beschikbaar voor de periode 2012-2014 van de investeringsreserve. De ISV3 bijdrage van het Rijk die de stadsregio via de provincie Zuid-Holland ontvangt wordt volgens dezelfde systematiek als de investeringsreserve toegekend aan projecten. Er zullen daarom ook geen ISV3 uitgaven zijn in 2011. De directe lasten en de Rijksbijdrage ISV3 worden verlaagd met € 3.582.369. De werkelijke ontvangst van de provincie in 2011 zal bij jaarrekening worden toegevoegd aan het dan in te stellen fonds ISV3 en blijft beschikbaar voor de resterende periode ISV3.
-
Reserve doorlopende activiteiten (zie hiervoor de toelichting in de samenvatting): * Kansen voor passend Wonen € 12.880 * Huisvestingswet € 12.000 * Subsidies Sociaal beleid € 50.000
De directe lasten worden verhoogd met € 74.880 en de onttrekking aan de reserve doorlopende activiteiten wordt verhoogd met € 74.880.
16
Beleidsmatige afwijkingen: Woningmarktafspraken vaststellen De planning verschuift als gevolg van ontwikkelingen van kwartaal 4 naar kwartaal 2. -
Revolving fund grondexploitatie nieuwe strategieontwikkeling grondexploitatie
Aanpassing bestuurlijk product. Revolving fund is geen haalbare strategie gebleken, wel nieuwe strategieontwikkeling grondexploitatie. -
Subsidietoekenningen RAS uren 2011
Nieuw product. Voormalige product subsidietoekeningen is nader gespecificeerd. -
Subsidietoekeningen RAS uren 2012
Nieuw product. Voormalige product subsidietoekeningen is nader gespecificeerd.
-
Subsidietoekenningen investeringsreserve 2012
Nieuw product. Voormalige product subsidietoekeningen is nader gespecificeerd.
-
Visie en uitgangspunten woonruimtebemiddeling
Nieuw product. Wordt in kwartaal 4 door DB en AB behandeld. Betreft een noodzakelijk geachte tussenstap.
Nieuwe huisvestingsverordening (behandeling is afhankelijk van voortgang besluitvorming invoering nieuwe huisvestingswet)
-
Planning wijzigt van kwartaal 4 naar 2012, kwartaal 2. Zoals in de omschrijving van het bestuurlijk product staat aangegeven is de behandeling afhankelijk van voortgang besluitvorming invoering nieuwe huisvestingswet) -
Gemeenschappelijke regeling geschilbehandeling (vanaf juli)
Werk aan Gemeenschappelijke Regeling is al begonnen, maar in 2e kwartaal nog niet af vanwege overleg met gemeenten. Verschuift dit mogelijk naar het 3e kwartaal. De stadsregio is overigens geen partner maar faciliteert het proces. -
Tijdelijke dienstverleningsovereenkomst Maaskoepel (januari-juni)
Planning verschuift door vertragingen bij de contractpartners van kwartaal 1 naar kwartaal 2. Tijdelijke dvo is bijna af.
17
3.5 Duurzame regio 3.5.1
Groen
Activiteit: Groen Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten Baten Algemene dekkingsmiddelen Rijksbijdrage via provincie Zuid-Holland Bijdrage provincie Zuid-Holland Onttrekking aan fonds Groene verbinding Onttrekking aan voorziening groen Onttrekking aan investeringsreserve Ontrekking aan reserve doorlopende activiteiten Rente fonds Groene verbinding Rente voorziening groen Totaal baten Saldo
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
27.780.778 518.821
11.948.085 569.964
28.299.599
12.518.049
1.319.386 8.066.875 10.261.163 3.419.111 4.750.000 246.957 236.107
1.319.386 8.066.875 50.000 1.947.331 770.000 117.500 246.957 -
28.299.599
12.518.049
0
0
15.832.693 51.14315.781.550
50.000 8.313.832 3.419.1113.980.000117.500 236.107 15.781.550 0
Financiële afwijkingen: -
Voorziening Groen
Bij de jaarrekening 2010 is de voorziening Groen vanwege BBV voorschriften omgezet in een langlopende schuld. Dit houdt voor de begroting 2011 en verder in dat de uitgaven niet meer via de programmarekening worden verantwoord. Momenteel zijn in de begroting 2011 deze uitgaven nog wel geraamd met als dekking een onttrekking aan de voorziening Groen. Dit bedrag wordt nu van de begroting gehaald, dat betekent dat de directe lasten worden verlaagd met € 3.419.111 en de onttrekking aan de voorziening Groen wordt met hetzelfde bedrag verlaagd. Daarnaast wordt er volgens BBV voorschriften geen rente toegevoegd aan langlopende schulden. Bij de jaarrekening wordt de schuld gewaardeerd tegen nominale waarde. Op dat moment vindt een eventueel noodzakelijke correctie plaats. De directe lasten worden verlaagd met € 236.107 en de baten (rente voorziening Groen) worden ook verlaagd met € 236.107. Omdat de bijdragen aan de diverse groenprojecten begrotingssubsidies betreffen die de goedkeuring van het algemeen bestuur behoeven worden de te verstrekken subsidies voor 2011 wel opgenomen in deze rapportage: Project
PMR Schieveen Kreken Voorne Putten Brielsezoom Noord Beheerkn. groenakk. Oranjebuitenpolder Totaal
-
Begroting 2011 Begrotingssubsidie 2011 Verklaring afwijkingen ten laste van ten laste van langvoorziening was: lopende schuld wordt: € 1.434.111 € 1.434.111 € 1.660.000 € - Subsidie verschuift naar 2012 € 325.000 € 650.000 Betreft een verschuiving van € 325.000 uit 2010 € - € 586.640 Betreft een verschuiving vanuit 2010 € - € 404.352 Betreft een verschuiving vanuit 2010 € 3.419.111 € 3.075.103
Groene Verbinding
In de huidige begroting worden de stortingen en onttrekkingen aan het fonds Groene Verbinding afzonderlijk opgenomen in de programmarekening. Naar aanleiding van BBV voorschriften wordt dit aangepast naar een gesaldeerde opname, dit betreft een saldoneutrale wijziging. De directe lasten
18
(dotatie een fonds Groene Verbinding) worden verlaagd met € 8.066.875 en de onttrekking aan het fonds Groene verbinding wordt met eenzelfde bedrag verlaagd.
-
Investeringsreserve
Conform het Verdeelvoorstel investeringsreserve 2011 zoals vastgesteld in het DB van 9 maart 2011 wordt voor regionaal groen in 2011 voor € 770.000 aan subsidies verleend. Momenteel staat in de begroting 2011 nog een bedrag van € 4.750.000 opgenomen voor projecten (lastenkant) en bijdrage uit de investeringsreserve (batenkant). De directe lasten en de onttrekking uit de investeringsreserve worden verlaagd met € 3.980.000. Dit bedrag blijft beschikbaar voor de periode 2012-2014 van de investeringsreserve.
-
Bijdrage provincie Zuid-Holland herijking RGSP2
De herijking van het RGSP2 wordt samen met de provincie Zuid-Holland uitgevoerd. In dit kader ontvangt de stadsregio een bijdrage van de provincie ter dekking van de proceskosten die samenhangen met de herijking. Het betreft een bedrag van € 50.000. De directe lasten en de baten worden daarom verhoogd met € 50.000.
-
Reserve doorlopende activiteiten (zie hiervoor de toelichting in de samenvatting): * Waterbeleid – begrotingssubsidie gemeente Rotterdam € 50.000 * Zuidelijk randpark € 37.400 * Vervolg ecologische verbindingszones € 30.100
De directe lasten worden verhoogd met € 117.500 en de onttrekking aan de reserve doorlopende activiteiten wordt verhoogd met € 117.500.
Beleidsmatige afwijkingen: -
Vaststellen RGSP 3
Product was nog niet opgenomen in jaarwerkplan 2011. In dat kader betreft het een nieuw product. De rijksbezuinigingen op het groen hebben de vaststelling van het herijkte RGSP met bijbehorende uitvoeringsprogramma vertraagd. De discussie over de invulling van de rijksbezuinigingen loopt nog. In het 4e kwartaal wordt RGSP3 vastgesteld in DB/AB. -
Uitvoeringsafspraken RGSP
Planning wijzigt. Zie toelichting voorgaande afwijking. Uitvoeringsafspraken met o.a. gemeenten volgen in 2012. -
Uitvoeringsovereenkomst RGSP
Planning wijzigt. Zie toelichting voorgaande afwijking. Een eventuele uitvoeringsovereenkomst met de provincie volgt in 2012.
19
3.5.2
Milieu
Activiteit: Milieu Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten Baten Algemene dekkingsmiddelen Rijksbijdrage via provincie Zuid-Holland Onttrekking aan fonds luchtkwaliteit Onttrekking aan bestemmingsreserve klimaat Onttrekking aan fonds SLOK Onttrekking aan reserve doorlopende activiteiten Rente fonds luchtkwaliteit Totaal baten
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
4.781.089 757.808
2.688.404 804.928
2.092.68547.120
5.538.897
3.493.332
2.045.565-
1.436.902 2.400.000 1.400.000 260.000 41.995
1.501.902 1.158.921 199.084 260.000 314.430 17.000 41.995
65.000 1.241.0791.200.916314.430 17.000 -
5.538.897
3.493.332
2.045.565-
0
0
0
Saldo
Financiële afwijkingen: -
Milieustrategie – training duurzame stedenbouw
In een recente inventarisatie van het duurzaamheidsbeleid van gemeenten door de stadsregio hebben diverse gemeenten aangegeven behoefte te hebben aan de Training duurzame stedenbouw en regio’s. De training is in 2009 gegeven in de regio. Om aan de wens van gemeenten tegemoet te komen wordt voor 2011 incidenteel een extra budget van € 20.000 gevraagd voor het opnieuw aanbieden van deze training voor gemeenteambtenaren. Ook stadsregionale ambtenaren kunnen deelnemen aan deze training, dat draagt bij aan de integratie van duurzaamheid in de RSA. Dekking van deze nieuwe beleidswens vindt plaats ten laste van de reserve weerstandsvermogen. De directe lasten worden met € 20.000 verhoogd en de dotatie aan de reserve weerstandsvermogen wordt met € 20.000 verlaagd.
-
Milieustrategie – Milieusignaalkaarten
Voor de actualisatie van de Milieusignaalkaarten wordt voorgesteld aanvullend voor 2011 incidenteel € 15.000 beschikbaar stellen. Dit budget is nodig voor een goede afronding van het Actualisatie en beheerplan en voor het uitvoeren van de actualisatie en het onder beheer brengen van de Milieusignaalkaarten bij DCMR plus bijbehorende communicatie richting de gemeenten. Het doel van de Milieusignaalkaarten is om gemeenten te faciliteren om milieuaspecten te integreren in hun ruimtelijke processen. Kostenefficiëntie is een belangrijk aspect van het Actualisatie en beheerplan Milieusignaalkaarten. Kansen voor samenwerking met andere lopende initiatieven om milieuaspecten in kaart te brengen, zoals MSR, RegioGIS en de gemeentelijke EU geluidkaarten 2012 worden verkend. Dekking van deze aanvullende beleidswens vindt plaats ten laste van de reserve weerstandsvermogen. De directe lasten worden met € 15.000 verhoogd en de dotatie aan de reserve weerstandsvermogen wordt met € 15.000 verlaagd.
-
Reserve doorlopende activiteiten (zie hiervoor de toelichting in de samenvatting): * Milieustrategie – duurzame gebiedsontwikkeling en Milieusignaalkaarten € 17.000
De directe lasten worden verhoogd met € 17.000 en de onttrekking aan de reserve doorlopende activiteiten wordt verhoogd met € 17.000.
20
-
SLOK – stimulering van lokale Klimaatinitiatieven
Bij jaarrekening 2010 zijn de nog niet bestede SLOK-middelen toegevoegd aan het fonds SLOK. Het doorsluizen van de middelen richting de gemeenten geschiedt op basis van facturering door gemeenten van de uren van de projecttrekkers. Voor 2011 wordt hiervoor een bedrag van € 314.430 geraamd en hiervoor wordt een onttrekking aan het fonds gedaan. De directe lasten en de onttrekking aan het fonds SLOK worden met dit bedrag verhoogd.
-
Luchtkwaliteit
De voor 2011 geraamde rijksbijdrage Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit van € 2,4 miljoen die via de provincie wordt ontvangen betreft de laatste jaarschijven van de 3e tranche. In 2010 is hiervan al een deel ontvangen. De baten worden daarom neerwaarts bijgesteld met € 1.241.079 en de dotatie aan het fonds Luchtkwaliteit (directe lasten) wordt met eenzelfde bedrag verlaagd. In de huidige begroting worden de stortingen en onttrekkingen aan het fonds Luchtkwaliteit afzonderlijk opgenomen in de programmarekening. Naar aanleiding van BBV voorschriften wordt dit aangepast naar een gesaldeerde opname, dit betreft een saldoneutrale wijziging. De directe lasten (dotatie een fonds Luchtkwaliteit) worden verlaagd met € 1.200.916 en de onttrekking aan het fonds Luchtkwaliteit wordt met eenzelfde bedrag verlaagd.
-
Tijdelijke capaciteitsuitbreiding
Binnen de activiteit Milieu is tijdelijk sprake van capaciteitsgebrek. Voor tijdelijke capaciteitsuitbreiding binnen de activiteit Milieu wordt daarom € 30.000 vanuit het programma Ruimtelijke samenhang, activiteit Gebiedsgerichte opgaven, overgeheveld. De directe lasten worden met € 30.000 verhoogd en de bijdrage regiogemeenten wordt met € 30.000 verhoogd.
Beleidsmatige afwijkingen: -
Vaststellen vervolg project schoon op weg
Schuift vanwege tijdelijk verminderde capaciteit door naar kwartaal 2. -
Vaststellen subsidieplafond 2012 op grond van de Subsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit
Huidige product vaststellen Subsidieplafond 2012 zal conform planning in 4e kwartaal worden vastgesteld. Momenteel wordt een gewijzigde subsidieverordening voorbereid, die tot gevolg kan hebben dat ook het subsidieplafond voor 2011 nog in 2011 kan worden verhoogd.
21
3.6 Jeugdzorg Activiteit: Jeugdzorg Begroting 2011 Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal lasten Baten Rijksbijdrage V&J Rijksbijdrage VWS Rijksbijdrage apparaatskosten Bijdrage provincie Zuid-Holland Bijdrage gemeente Rotterdam apparaatskosten Onttrekking fonds Jeugdzorg Onttrekking reserve IKW Totaal baten Saldo
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
118.555.867 525.000
119.784.606 525.000
1.228.739 -
119.080.867
120.309.606
1.228.739
25.078.497 91.443.602 100.000 2.033.768 425.000 -
24.396.126 93.184.712 100.000 2.033.768 425.000 170.000
119.080.867
120.309.606
1.228.739
0
0
0
682.3711.741.110 170.000
Financiële afwijkingen: Bij de subsidieverlening Jeugdzorg 2011, zoals vastgesteld in het DB van 12 januari 2011, is rekening gehouden met de verwerking van de loonbijstelling (naar prijspeil 2011 voor OVA 2011). Thans wordt de begroting hierop bijgesteld. Daarnaast wordt op basis van het nog door het rijk vast te stellen Uitvoeringsprogramma 2011 (gebaseerd op de aantallen van 2010) voor buitenregionale plaatsingen, onderzoek, onvoorzien en projectkosten Ieder Kind Wint € 1.341.954 extra geraamd. Het betreft een saldoneutrale wijziging waarbij de rijksbijdrage van het ministerie van Veiligheid en Justitie wordt verlaagd met € 682.371 en de rijksbijdrage van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt verhoogd met € 1.741.110. Daarnaast wordt de onttrekking aan de reserve Ieder Kind Wint verhoogd met € 170.000. De directe lasten worden verhoogd met € 1.228.739.
Beleidsmatige afwijkingen: Onderzoeksrapport ter kennisname Planning gewijzigd van PM naar kwartaal 4. Tussenrapportage. Onderzoek zal doorlopen in 2012. Voortgang RAS ter kennisname Planning gewijzigd van PM naar kwartaal 3. Terugblik op 2010 en tussenstand 2011 ter kennisname.
-
Transitieplan
Planning nader te bepalen door portefeuillehouder en per 1 april gestarte programmamanager decentralisatie jeugdzorg.
-
Beschikken subsidies 2011 > 2012:
In het vierde kwartaal zullen de subsidies 2012 beschikt worden en niet die van 2011, zoals in het Jaarwerkplan stond opgenomen. -
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011
Planning wijzigt van kwartaal 1 naar kwartaal 2. Vanwege samenhang met ontwikkeling Regionaal Beleidskader is uitstel gevraagd en gekregen voor indienen concept. Dit werkt door in vervolg proces. 22
Wijziging subsidieverordening Jeugdzorg Planning gewijzigd van PM naar kwartaal 2/3.
23
4. Paragrafen 4.1
Bedrijfsvoering
Dekking activiteiten Begroting 2011 Lasten Bovenregionale samenwerking Gebiedsgerichte opgaven Economische structuurversterking Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod Groen Milieu Algemene baten en lasten Dotatie aan reserve weerstandsvermogen Totaal lasten Baten Gemeentelijke bijdragen Aanvullende bijdrage gemeente Rotterdam Vrij aanwendbare rente Totaal baten Saldo
in euro's begrotingswijziging 3 maandsrapp.
Prognose 2011
512.992 1.801.491 1.402.294 1.273.279 1.319.386 1.436.902 36.000 148.609
512.992 1.771.491 1.402.294 1.273.279 1.319.386 1.501.902 36.000 1.021.609
7.930.953
8.838.953
908.000
5.664.456 1.197.497 1.069.000
5.664.456 1.197.497 1.977.000
908.000
7.930.953
8.838.953
908.000
0
30.00065.000 873.000
0
0
Financiële afwijkingen: -
Vrij aanwendbare rente
De vrij aanwendbare rente stijgt van € 1.069.000 naar € 1.977.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de wettelijk verplichte rentetoevoeging aan de BDU fondsen dient te worden berekend over de beginstanden van de fondsen volgens Sisa. In de begroting 2011 was dit berekend over de verwachte jaarrekeningstand. Deze standen wijken van elkaar af. Dit levert een begroot rentevoordeel op van ongeveer € 900.000
-
Beleidsonderzoek Rekenkamer
Gemeenten zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om periodiek onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. Daarnaast dienen de gemeenten een rekenkamer dan wel rekenkamer functie in te stellen. De stadsregio heeft deze verplichtingen niet maar wil daar waar nodig haar uitgevoerde beleid langs de meetlat leggen. Hiervoor wil de stadsregio gebruik maken van de expertise van de door de gemeenten Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland ingestelde Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland. Dit betreft één organisatie die zetelt in Rotterdam. In een separaat voorstel zal het algemeen bestuur om een besluit worden gevraagd over het door de Rekenkamers uit te voeren onderzoek. De kosten van zo’n onderzoek worden geschat op € 50.000. Er zal binnen de budgetten voor bedrijfsvoering naar dekking worden gezocht voor dit onderzoek.
24
-
Reserve doorlopende activiteiten (zie hiervoor de toelichting in de samenvatting): * Opschoning archief stadsregio € 50.000 * RegioGIS – opleidingskosten € 15.000 * Verbetering informatievoorziening € 56.199
De bedrijfsvoeringslasten worden verhoogd met € 121.199 en de onttrekking aan de reserve doorlopende activiteiten wordt verhoogd met € 121.199.
Beleidsmatige afwijkingen: -
Eerste wijziging begroting 2012
Toegevoegd product. Op het moment van het opstellen van de begroting 2012 zijn een aantal zaken nog niet voldoende uitgekristalliseerd. Hier zal in de loop van het jaar meer duidelijkheid over komen. In de begroting 2012 is daarom al een eerste wijziging begroting 2012 aangekondigd die in het 4e kwartaal in het DB en AB zal worden behandeld. In deze begrotingswijziging zullen naast de invulling van de taakstelling op de BDU-uitgaven in ieder geval ook het verdeelvoorstel 2012 van de investeringsreserve zijn verwerkt, alsmede de financiële consequenties van de jaarrekening 2010.
-
8-maandsbestuursrapportage 2011 > 9-maandsbestuursrapportage 2011
8-maands is veranderd in een 9-maands. Behandeling in het DB en het AB blijft 4e kwartaal.
25
5. Besluit
Het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam,
gelet op artikel 48 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam;
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 18 mei 2011;
besluit:
1. kennis te nemen van de 3-maands bestuursrapportage; 2. de in de 3-maands bestuursrapportage opgenomen 2e begrotingswijziging 2011 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 22 juni 2011 van het algemeen bestuur.
de secretaris,
de voorzitter,
mr. M.C. Jansen
ing. A. Aboutaleb
26
Portefeuillehoudersoverleg V&V vergadering 1 juni 2011 agendapunt 7 maart 2010 Onderwerp: Pilot onderzoek Rekenkamers 2011 Gevraagde beslissing: 1. het algemeen bestuur te adviseren in 2011 een pilot onderzoek uit te laten voeren door de Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland; 2. het algemeen bestuur te adviseren in 2011 de Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland conform bijgevoegde brief te verzoeken onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de inzet van middelen voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer.
Portefeuillehouder: Van Vliet Samenvatting: De stadsregio heeft niet de wettelijke verplichting zoals gemeenten die kennen om periodiek onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beleid. Desondanks wil de stadsregio Rotterdam als professionele organisatie periodiek het uitgevoerde beleid laten toetsen. Hiervoor wil de stadsregio gebruik maken van de expertise van de door de gemeenten Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland ingestelde Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland. Dit betreft één organisatie die zetelt in Rotterdam. Voorgesteld wordt om met een pilot onderzoek in 2011 ervaring op te doen met een rekenkameronderzoek bij de stadsregio en aan de hand van deze pilot ultimo 2011 te besluiten of het jaarlijks laten uitvoeren van één rekenkameronderzoek structureel moet worden ingevoerd. Op dat moment worden ook afspraken gemaakt over rol en verantwoordelijkheid van AB, DB en Rekenkamer in deze. Ten aanzien van de pilot geldt (in navolging van de huidige werkwijze van de Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland) dat de onderzoeksvoorstellen worden aangedragen door het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur kan schriftelijk reageren op de voorlopige onderzoeksresultaten waarna de definitieve onderzoeksresultaten door de Rekenkamer aan het algemeen bestuur worden aangeboden. Voorgesteld wordt om in 2011 de Rekenkamer een onderzoek te laten uitvoeren naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de inzet van de middelen voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer.
Financiële consequenties: De kosten van een onderzoek worden geschat op € 50.000. Dekking vindt plaats binnen de budgetten voor bedrijfsvoering.
Verdere procedure: • 22 juni 2011 besluitvorming AB uitvoeren pilot-onderzoek; • 12 oktober 2011 bespreken onderzoeksresultaten in DB inclusief vaststelling concept reactie op onderzoeksresultaten; • 1 november 2011 uiterlijke datum aanleveren definitieve onderzoeksrapport door Rekenkamers; • 14 december 2011 bespreken rapportage in het algemeen bestuur inclusief besluitvorming over structurele inzet Rekenkamers en definitieve procedure uitvoering Pilot onderzoek Rekenkamers 2011 /89965 / SR / EF / 1 juni 2011
Pagina 1
• •
onderzoeken Rekenkamers. Het algemeen bestuur geeft daarnaast opdracht aan het DB om de aanbevelingen uit te werken; Januari 2012 besluitvorming DB uitwerking aanbevelingen; Februari 2012 besluitvorming algemeen bestuur uitwerking aanbevelingen.
Bijlage(n): 1. Conceptbrief verzoek aan Rekenkamers om in 2011 pilot onderzoek uit te voeren. Toelichting: Aanleiding Jaarlijks verantwoordt de stadsregio zich middels de jaarrekening over de uitvoering van het beleid en de daarbij behorende financiën. Volgens de wet dient de accountant hierbij een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatige totstandkoming van de lasten en de baten af te geven. De accountant geeft geen oordeel over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het uitgevoerde beleid. Onderzoek naar de doelmatigheid stelt de vraag of we de dingen goed doen, onderzoek naar de doeltreffendheid stelt de vraag of we de goede dingen doen. Het belang van dit soort onderzoeken kan minstens zo groot worden geacht als de bij wet voorgeschreven accountantscontrole. Gemeenten zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om periodiek onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. Daarnaast dienen de gemeenten een rekenkamer dan wel rekenkamerfunctie in te stellen. De stadsregio heeft deze verplichtingen niet maar wil, waar nodig, het uitgevoerde beleid periodiek langs de meetlat leggen. Hiervoor wil de stadsregio gebruik maken van de expertise van de door de gemeenten Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland ingestelde Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland. Dit betreft één organisatie die zetelt in Rotterdam. In het licht van de voorgenomen beëindiging van de WGR+ is de vraag opportuun waarom en op welke terreinen we op dit moment inzet willen plegen op rekenkameronderzoek naar uitgevoerd beleidsuitvoering. Het hoort bij een professionele organisatie om onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het uitgevoerde beleid. De wettelijke taken van de stadsregio zullen ook na beëindiging van de WGR+ uitgevoerd worden, zij het in een andere organisatievorm. Zolang de stadsregio de verantwoordelijkheid heeft over de uitvoering van de wettelijke taken blijft het gewenst om haar uitgevoerde beleid langs de meetlat te leggen. Voor de nieuwe organisatie kan dit tevens waardevolle informatie opleveren. Werkwijze onderzoeken Hoewel deze voor de stadsregio niet van toepassing is, kan volgens de Verordening Rekenkamer Rotterdam zowel de raad als het college van B&W onderwerpen aandragen voor onderzoek. Voorgesteld wordt dat ten aanzien van het pilot onderzoek binnen de stadregio het onderzoeksonderwerp wordt aangedragen door het algemeen bestuur. De Rekenkamer voert het onderzoek uit en stelt het DB in de gelegenheid schriftelijk te reageren op de voorlopige onderzoeksresultaten en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen. Het DB deelt ten minste mee: • Welke aanbevelingen worden overgenomen; of • Indien aanbevelingen niet worden overgenomen, de motivering waarom van de aanbevelingen wordt afgeweken Voor deze schriftelijke reactie geldt een termijn van 4 weken. Na ontvangst van de reactie sluit de Rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de resultaten van haar onderzoek en, indien van toepassing, de aanbevelingen, alsmede de reactie hierop zijn opgenomen. Het definitieve rapport wordt aangeboden aan het algemeen bestuur. Het rapport wordt binnen 6 weken na ontvangst door het algemeen bestuur behandeld in zijn vergadering. Bij het structureel invoeren van rekenkameronderzoeken zal het uitgangspunt 1 onderzoek per jaar zijn. Meer onderzoeken zullen een te grote belasting op het bestaande apparaat met zich meebrengen. Daarnaast is het takenpakket van de stadsregio beperkter dan dat van een gemeente, die vaak wel meerdere onderzoeken per jaar uit laat voeren. Het eerste onderzoek, dat in 2011 zal worden uitgevoerd, zal fungeren als een pilot. Het algemeen bestuur zal bij de Rekenkamers het verzoek indienen onderzoek te doen en de Pilot onderzoek Rekenkamers 2011 /89965 / SR / EF / 1 juni 2011
Pagina 2
Rekenkamers maken het onderzoeksplan en voeren dit uit. Bij de behandeling van de onderzoeksresultaten in het algemeen bestuur van 14 december zal het algemeen bestuur besluiten over een eventuele structurele opzet en de definitieve procedure hierbij. Besluitvorming over een structurele opzet zal natuurlijk afhankelijk zijn van de ultimo 2011 bekende ontwikkelingen rondom de opheffing van de WGR+. Het tijdspad voor de pilot in 2011 ziet er dan als volgt uit: • 22 juni 2011 besluitvorming AB uitvoeren pilot-onderzoek; • Juli-augustus-september 2011 uitvoeren onderzoek door Rekenkamers; • 15 september 2011 ontvangst onderzoeksresultaten van Rekenkamers; • 12 oktober 2011 bespreken onderzoeksresultaten in DB inclusief vaststelling concept reactie op onderzoeksresultaten; • 1 november 2011 uiterlijke datum aanleveren definitieve onderzoeksrapport door Rekenkamers; • 14 december 2011 bespreken rapportage in het algemeen bestuur inclusief besluitvorming over structurele inzet Rekenkamers en definitieve procedure uitvoering onderzoeken Rekenkamers. Het algemeen bestuur geeft daarnaast opdracht aan het DB om de aanbevelingen uit te werken; • Januari 2012 besluitvorming DB uitwerking aanbevelingen; • Februari 2012 besluitvorming algemeen bestuur uitwerking aanbevelingen. Mocht in de praktijk blijken dat de doorlooptijd te krap gepland is, mede vanwege de hierin opgenomen vakantieperiode, dan kan dit tot gevolg hebben dat de AB bespreking van de rapportage zal verschuiven naar de eerste AB vergadering van 2012. Voorbeelden onderzoeken Voorbeelden van onderzoeken die in 2010 zijn uitgevoerd ten behoeve van de gemeenten Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland: • Balans in de formatie: onderzoek naar evenwichtigheid verhouding formatie en inhuur (Barendrecht) • Resultaten geteld: onderzoek naar realisatie ambities collegeprogramma 2006-2010 (Rotterdam) • Handhaven van stadsmariniers: onderzoek naar resultaten en effecten van acties stadsmariniers (Rotterdam) • Sturen op afstand: onderzoek naar beleid rond verbonden partijen (Lansingerland) Voorstel onderzoek stadsregio 1. Binnen het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit, activiteit Openbaar Vervoer, wordt een aanzienlijk deel van het budget besteed aan sociale veiligheid (begroting 2011 € 36.000.000). Sociale veiligheid is deels een subjectief gebied aangezien naast de feitelijke incidenten die plaatsvinden ook de veiligheidsbeleving bijdraagt aan de totale sociale veiligheid. Voorgesteld wordt om in 2011 de Rekenkamers een onderzoek te laten uitvoeren naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de inzet van middelen voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer. 2.
Regionale Klimaatagenda. Binnen het programma duurzame regio wordt de regionale Klimaatagenda 2008-2012 uitgevoerd. Dit programma loopt eind 2012 af. Middels een onderzoek door de Rekenkamers naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de inzet van middelen aan de regionale Klimaatagenda 2008-2012 kan een gefundeerde keuze worden gemaakt over het wel of niet vervolgen van het programma na 2012. De kosten die met het lopende programma zijn gemoeid hebben betrekking op de periode 2009 t/m 2012 en bedragen in totaal € 1,5 miljoen euro.
Voorgesteld wordt om te kiezen voor het eerste voorstel. Ten eerste omdat hiermee de meeste middelen zijn gemoeid en ten tweede omdat deze post in het licht van de bezuinigingen op het openbaar vervoer interessant is.
Pilot onderzoek Rekenkamers 2011 /89965 / SR / EF / 1 juni 2011
Pagina 3
Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland
22 juni 2011
T.a.v. dhr. drs. P. Hofstra RO CIA Meent 94, Minervahuis II – 2e verdieping
drs. E.M. Fokkema
3011 JP Rotterdam
(010) 2671658 Pilot onderzoek Rekenkamers 2011
89969 Geachte heer Hofstra,
De stadsregio Rotterdam wil het uitgevoerde beleid laten toetsen aan de hand van een pilot onderzoek. Hiervoor wil de stadsregio in 2011 gebruik maken van uw Rekenkamers Rotterdam, Barendrecht en Lansingerland. Wij verzoeken uw Rekenkamers om in 2011 voor de stadsregio een onderzoek uit te voeren naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de inzet van middelen voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer voor een maximaal bedrag van € 50.000. De planning zal op ambtelijk niveau nader met u worden besproken waarbij wij ernaar streven op 14 december 2011 de onderzoeksresultaten te kunnen agenderen in het algemeen bestuur. Voor vragen en opmerkingen kunt u contact opnemen met mevrouw E.M. Fokkema, telefonisch bereikbaar op nummer 010-2671658, e-mailadres
[email protected]. Dit onderzoek zal fungeren als een pilot om ervaring op te doen met een rekenkameronderzoek bij de stadsregio. Aan de hand van deze pilot zullen wij besluiten of het jaarlijks laten uitvoeren van één rekenkameronderzoek structureel zal worden ingevoerd. Wij zien uw onderzoeksresultaten en eventuele aanbevelingen graag schriftelijk tegemoet.
Hoogachtend, het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam,
mr M.C. Jansen,
ing. A. Aboutaleb,
secretaris.
voorzitter.
Portefeuillehoudersoverleg Verkeer en vervoer vergadering 1 juni 2011 agendapunt 8 maart 2010 Onderwerp: Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam - visie en aanpak Gevraagde beslissing: 1. het AB van 22 juni te adviseren de visie en aanpak Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam vast te stellen. Portefeuillehouder: Van Belzen. Samenvatting: De visie en aanpak beschrijft hoe de stadsregio Rotterdam de duurzame ontwikkeling van de regio concreet vorm geeft in deze bestuursperiode, als uitwerking van de Regionaal Strategische Agenda 2010 – 2014 (RSA). Duurzame ontwikkeling is een proces waarbij sprake is van een evenwichtige groei van de 3 pijlers: People (sociale kwaliteit), Prosperity (economische kwaliteit) en Planet (milieukwaliteit) en een verbeterde ruimtelijke kwaliteit. De stadsregio kiest voor de 3 Pbenadering in plaats van de eenzijdige benadering van duurzaamheid vanuit de milieuthema’s. De stadsregio draagt op tal van terreinen bij aan de duurzame ontwikkeling van de regio, maar tot nu toe gebeurt dat vooral impliciet. Deze visie maakt de bijdrage expliciet waardoor de zichtbaarheid en de afstemming tussen de activiteiten en programma’s van de stadsregio wordt bevorderd. De concrete doelstellingen uit de RSA zijn in de notitie ingedeeld naar de 3 P’s. Deze doelstellingen zijn vervolgens gekoppeld aan de activiteiten en gebiedsgerichte opgaven van de stadsregio waardoor de dwarsverbanden zichtbaar worden. Het dagelijks bestuur van de stadsregio is als geheel verantwoordelijk voor duurzame ontwikkeling. Daarbinnen neemt de portefeuillehouder Groen, Water en Milieu vooralsnog de rol op zich om de synergie tussen de beleidsterreinen en programma’s op het gebied van duurzame ontwikkeling te verkennen en stimuleren. Dat gebeurt door met elk van de andere portefeuillehouders op ad hoc-basis binnen bestuurlijke duo’s te overleggen èn te handelen op het moment dat zich kansen voordoen. Voor de praktische uitwerking gelden 3 sporen die in de notitie nader worden beschreven: 1. de eigen activiteiten 2. de ondersteuning van de regiogemeenten 3. de bovenregionale samenwerking Financiële consequenties: De financiering van duurzame ontwikkeling kent in principe geen eigen begroting. Deze wordt gerealiseerd binnen de lopende programma’s en activiteiten. Het werkprogramma Duurzame Ontwikkeling is bedoeld om het werken aan duurzame ontwikkeling een goede start te geven. Voor deze bestuursperiode wordt het reeds toegekende budget van de voormalige Pro-actieve Milieuaanpak (€ 120.000,-) omgezet naar duurzame ontwikkeling. Voor een aanvulling op dit budget ter grootte van € 52.000 wordt een begrotingswijziging bij de driemaandsrapportage voorgesteld; € 17.000 betreft doorloop uit 2010 en € 35.000 betreft aanvullende beleidswensen waarvan € 20.000 voor het verzorgen van een training Duurzame Stedenbouw en Regio’s en € 15.000 voor de Milieusignaalkaarten.
Omschrijving voettekst /89793 / SR / JH / datum
Pagina 1
Verdere procedure: Ter vaststelling in het Algemeen Bestuur van 22 juni. Bijlage(n): 1. agendapost voor het AB van 22 juni 2011; 2. duurzame Ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam: visie en aanpak. Toelichting: Zie agendapost AB 22 juni.
Omschrijving voettekst /89793 / SR / JH / datum
Pagina 2
algemeen bestuur vergadering 22 juni 2011 agendapunt 00 3 mei 2011 Bijlage 1 bij agendapunt 08 Onderwerp: Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam: visie en aanpak Gevraagde beslissing: 1. vast te stellen van de visie en aanpak Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam. Portefeuillehouder: Van Belzen. Samenvatting: De visie en aanpak beschrijft hoe de stadsregio Rotterdam de duurzame ontwikkeling van de regio concreet vorm geeft in deze bestuursperiode, als uitwerking van de Regionaal Strategische Agenda 2010 – 2014 (RSA). Duurzame ontwikkeling is een proces waarbij sprake is van een evenwichtige groei van de 3 pijlers: People (sociale kwaliteit), Prosperity (economische kwaliteit) en Planet (milieukwaliteit) en een verbeterde ruimtelijke kwaliteit. De stadsregio kiest voor de 3 P-benadering in plaats van de eenzijdige benadering van duurzaamheid vanuit de milieuthema’s. De stadsregio draagt op tal van terreinen bij aan de duurzame ontwikkeling van de regio, maar tot nu toe gebeurt dat vooral impliciet. Deze visie maakt de bijdrage expliciet waardoor de zichtbaarheid en de afstemming tussen de activiteiten en programma’s van de stadsregio wordt bevorderd. De concrete doelstellingen uit de RSA zijn in de notitie ingedeeld naar de 3 P’s. Deze doelstellingen zijn vervolgens gekoppeld aan de activiteiten en gebiedsgerichte opgaven van de stadsregio waardoor de dwarsverbanden zichtbaar worden. Het dagelijks bestuur van de stadsregio is als geheel verantwoordelijk voor duurzame ontwikkeling. Daarbinnen neemt de portefeuillehouder Groen, Water en Milieu vooralsnog de rol op zich om de synergie tussen de beleidsterreinen en programma’s op het gebied van duurzame ontwikkeling te verkennen en stimuleren. Dat gebeurt door met elk van de andere portefeuillehouders op ad hoc-basis binnen bestuurlijke duo’s te overleggen èn te handelen op het moment dat zich kansen voordoen. Voor de praktische uitwerking gelden 3 sporen die in de notitie nader worden beschreven: 1. de eigen activiteiten 2. de ondersteuning van de regiogemeenten 3. de bovenregionale samenwerking Financiële consequenties: De financiering van duurzame ontwikkeling kent in principe geen eigen begroting. Deze wordt gerealiseerd binnen de lopende programma’s en activiteiten. Het werkprogramma Duurzame Ontwikkeling is bedoeld om het werken aan duurzame ontwikkeling een goede start te geven. Voor deze bestuursperiode wordt het reeds toegekende budget van de voormalige Pro-actieve Milieuaanpak (€ 120.000,-) omgezet naar duurzame ontwikkeling. Voor een aanvulling op dit budget ter grootte van € 52.000 wordt een begrotingswijziging bij de driemaandsrapportage voorgesteld. Daarvan komt € 17.000 komt ten laste van de reserve doorlopende activiteiten en € 35.000 ten laste van het resultaat 2011. Van de € 52.000 wordt € 22.000 ingezet voor het verzorgen van de training Duurzame Regio en Stad. De overige € 30.000 gaat naar de milieusignaalkaarten. Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam: visie en aanpak / 89138 / RM / RB / 22 juni 2011
Pagina 1
Verdere procedure: n.v.t. Adviezen: 1. adviezen portefeuillehoudersoverleggen: Bijlage(n): 1. Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam: visie en aanpak. Toelichting: Duurzame ontwikkeling is het uitgangspunt van de stadsregio. Deze notitie beschrijft hoe de stadsregio Rotterdam de duurzame ontwikkeling van de regio concreet vorm geeft in deze bestuursperiode, als uitwerking van de Regionaal Strategische Agenda 2010 – 2014 (RSA). Dat gebeurt op basis van een duidelijke definitie, op basis van de mogelijkheden van de stadsregio binnen de eigen programma’s en de meerwaarde van de stadsregio voor de regiogemeenten. De gekozen lijn houdt nadrukkelijk rekening met de lessen, wensen en aanbevelingen uit de evaluatie van de Proactieve milieuaanpak, met wat in de andere WGR+-gebieden gebeurt (Haaglanden in het bijzonder) en met het duurzaamheidsbeleid van de regiogemeenten, Rotterdam in het bijzonder. Zo hebben de regiogemeenten geen behoefte aan nieuw beleid maar wel aan praktische ondersteuning bij duurzame ontwikkeling in de gemeenten. Duurzame ontwikkeling is een proces waarbij sprake is van een evenwichtige groei van de 3 pijlers: People (sociale kwaliteit), Prosperity (economische kwaliteit) en Planet (milieukwaliteit) en een verbeterde ruimtelijke kwaliteit. De stadsregio kiest voor de 3 Pbenadering in plaats van de eenzijdige benadering van duurzaamheid vanuit de milieuthema’s. De stadsregio draagt op tal van terreinen bij aan de duurzame ontwikkeling van de regio, maar tot nu toe gebeurt dat vooral impliciet. Deze visie maakt de bijdrage expliciet waardoor de zichtbaarheid en de afstemming tussen de activiteiten en programma’s van de stadsregio wordt bevorderd. De concrete doelstellingen uit de RSA zijn in de notitie ingedeeld naar de 3 P’s (zie blz. 3). Deze doelstellingen zijn vervolgens gekoppeld aan de activiteiten en gebiedsgerichte opgaven van de stadsregio waardoor de dwarsverbanden zichtbaar worden (zie blz. 6). De 3P matrix is dynamisch. Deze bestuursperiode kunnen nieuwe thema’s en nieuwe activiteiten op de agenda komen, die vervolgens een plek krijgen in de matrix. Mogelijke nieuwkomers zijn waterveiligheid, klimaatbestendigheid en materiaalgebruik. De matrix zorgt ervoor dat de dwarsverbanden in beeld komen en blijven. Het dagelijks bestuur van de stadsregio is als geheel verantwoordelijk voor duurzame ontwikkeling. Daarbinnen neemt de portefeuillehouder Groen, Water en Milieu vooralsnog de rol op zich om de synergie tussen de beleidsterreinen en programma’s op het gebied van duurzame ontwikkeling te verkennen en stimuleren. Dat gebeurt door met elk van de andere portefeuillehouders op ad hoc-basis binnen bestuurlijke duo’s te overleggen èn te handelen op het moment dat zich kansen voordoen. Praktische uitwerking Duurzame ontwikkeling heeft betrekking op àlle activiteiten die in de RSA beschreven zijn. De stadsregio kiest voor de 3P benadering in plaats van de eenzijdige benadering van duurzaamheid vanuit de milieuthema’s. Vanzelfsprekend blijven thema’s als lucht en geluid belangrijk. Ze zijn geborgd in de werkwijze van duurzame ontwikkeling onder de noemer Planet, milieukwaliteit. Voor de dagelijkse praktijk in deze bestuursperiode hanteert de stadsregio de volgende 3 uitvoeringsporen: Spoor 1: eigen activiteiten 1. Inhoudelijk invulling 3P’s: geen checklist maar inspiratiebron Ter ondersteuning van duurzame ontwikkeling zijn in Nederland vele methodieken en instrumenten ontwikkeld. Daarom zoekt de stadsregio naar een grootste gemene deler om Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam: visie en aanpak / 89138 / RM / RB / 22 juni 2011
Pagina 2
binnen de regio zo veel mogelijk dezelfde werkwijze, definities en invulling van de 3P’s te gebruiken. Deze activiteit resulteert in een regionaal 3P atelier, kernwoord daarin is inspiratie. 2. Expliciet projecteren van Duurzame Ontwikkeling op lopende programma’s De stadsregio werkt aan duurzame ontwikkeling, maar hanteert de uitgangspunten daarvoor nog niet expliciet in de opzet en uitwerking van projecten en programma’s. Daarom zal de stadsregio een aantal te selecteren programma’s en activiteiten achteraf alsnog ‘ bekijken door de 3P-bril’. Als inspiratiebronnen gelden de 3P-matrix en de geselecteerde inspiratiebronnen uit activiteit 1. De leerpunten uit deze exercitie worden toegepast op nieuwe projecten en programma’s. Verbeterpunten worden waar mogelijk direct toegepast. 3. Opzetten en uitvoeren van monitoring en rapportage Het monitoren van duurzame ontwikkeling komt in essentie neer op het koppelen en integraal bekijken van alle monitors binnen de stadsregio. Immers, de stadsregio volgt het realiseren van alle doelen uit de 3P-pijlers van de RSA. Duurzame ontwikkeling impliceert dat die doelen in onderlinge balans gerealiseerd worden. Voor de opbouw van een monitor voor duurzame ontwikkeling sluit de stadsregio bij voorkeur aan bij de Duurzaamheidsbalans van het stadsgewest Haaglanden; zij hebben een systematiek ontwikkeld die de indicatoren onder alle regionale doelen met elkaar verbindt. Het resultaat is één gebundelde monitor en rapportage voor de gehele RSA. Spoor 2: de regiogemeenten 4. Ondersteuning vastleggen en uitwisselen van kennis en ervaring Geen nieuw beleid, maar uitvoeren en optimaal gebruik maken van elkaars kennis en ervaring. Dat is wat de regiogemeenten desgevraagd wensen op het gebied van duurzame ontwikkeling. Daarin wil de stadsregio graag voorzien. De stadsregio zet daar een mix aan middelen voor in: Structureel inzetten van de succesvolle training Duurzame Steden en Regio, waarbij het doel is deze twee keer per jaar te organiseren voor een wisselende en gemixte groep uit de regio. Beoogde deelnemers zijn beleidsmedewerkers en projectleiders van de regiogemeenten, de stadsregio en de uitvoeringspartners (DCMR, GGD, RET, corporaties, Kamer van Koophandel, etc). Kiezen van een gezamenlijk digitaal platform voor het vastleggen en ontsluiten van kennis en ervaring, bij voorkeur een succesvol bestaand platform (eigen website, RegioGis) wat daarvoor uitgebreid wordt. Opzetten van een zogenaamde Community of Practice (CoP), waarbinnen actief kennis en ervaring wordt uitgewisseld gebaseerd op concrete projecten. Gemeenten vinden de aanpak van de regionale Klimaatagenda goed werken. Die wordt dus als uitgangspunt genomen. Onderdeel daarvan is het regelmatig organiseren van bijeenkomsten en ateliers in de regio. Spoor 3: bovenregionaal 5. Samenwerking Metropoolregio Het stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam zijn beide bezig met duurzame ontwikkeling. Het koppelen van de ervaringen zal voor beide regio’s een versnelling betekenen en de uitvoering efficiënter en effectiever maken. Drie concrete voorbeelden voor samenwerking zijn de Duurzaamheidsbalans en een beoogde 3P-training van het stadsgewest Haaglanden en de training Duurzame Steden en Regio van de stadsregio Rotterdam. 6. Belangenbehartiging Dit betreft een algemene activiteit van de stadsregio gericht op het naar de regio toetrekken van kansen van buitenaf en het aankaarten en oplossen van knelpunten op provinciaal, nationaal of zelfs Europees niveau.
Duurzame ontwikkeling door de stadsregio Rotterdam: visie en aanpak / 89138 / RM / RB / 22 juni 2011
Pagina 3
!
!" "# !" $ %
&
'
(
)* +,
. / / / 0
/
" / 1 2
% 3
4/
(
5('
6
4 .7 .7 4. 7
&
0
.
'/ '/ ' 8 4/
9,
:
%!""!&
( ('
/ .
! 5
6 -
/ ;
/
<
(' ,
& 1
'
%
( )
,
"
2
@A" 6
1 3
2 .
9 < <
=
, -
#
$% > 5( '
'
? ( 5
. . , / 5(' / 0 !
5
.
. -
2
!
/
'
"
-
%$)
-
!" !
3
C
6 3
3 K
*
L
$
+,
# '
6 '
0 5('
4 1
'
. /
5(' % . '/
0-
)
B
1
( 8 0 '/
$
!" $
" -
3
C8!,
$"D !"!A , 3=,
, * G * ?
!" " 5!
F9
! 5"" !" $ 5"D I"D
EE"
!"D !"D
!"!" !"!A
!""H
!" " .
1'/ !
$ $
-
< J / @A"" J 4
4
!" $
7
' 7 4'
9
J 8
C *
1 %
' ** &
5
7
'
+ " 6 !" 5 -
'$
"
)
. . G
6
O
!""@,!"
2 5(' 0
+$% -
'+$% . ,
C
!"
!""H
!""A !" I .
1
(
-
6 9
2
/ 7
+.
' 6
$ .
= *
)
2
4
' , '
M .
F2 C N
8
. 5(' / %
#
/ 4
,
5(' / 4 3 <
'
%
$ $4 ,- 4 3 =
$
&/
6
2
+.
J 6 '
2 # +. -
# ) 8 -
P !"
5(
' <
2
?
'
,-
0 ,
A
8
#
5 , ,
3
R 9
2
$ C J
1
,
3 2 2 8 J
2
(+ 6 J ) 7 3& J
J
2
7 ) 9
%$.
) 8
5(
0
4
' 2 0
H
)
9
J
<
?
G
*
*
3
Q
8 6
.
-
8
+.
'
!"
# !" $
$
1
9 5(' 5( !
" # 0
' ' 5(,
7
5(,
'
0
0
'
" 6 5(,
-
+. $" *
/
4 -
;;
' #
0
. ' 0
< % C2
**
31
J
J
& J % 8
C
4
(
* &
%C (& *
J 8 +. %& -
#') #
' -
' S 5(,
-
'
@
()
3 $ # +. ' 6 ! 30 5 8 +. ' $ 8 +. #') A H < G
*
$ 5(' . 8
'
2
T T
!
%$0)
+. ' 6 ! 30 5 8 +. ' $ 8 +. #') A H < ,
#
*
$" "" ""
$"
$"
$"
$"
""
$"
$"
$"
2
!"
!"
!"
!"
9 )
I" 5!" !"
I" $I" !"
H" $"" !"
H" $"" !"
$ 5(' . 8
:
;
$
C N
8
.. C N
8
I" $"
'
?
<
-
%
,
&
8
6 2
! -
C2
,
-
2 5(
+ $ * ! 5)
&
$
G !8 53
!J 5 $3 A<
I
%$R
= %
< =
&
$> '
-
8 !
(
,
2
+. ' 6 ! 30 5 8 +. ' $ 8 +. #') A H <
#
*
$ 5(' . 8
A """ , ,
, !""""
, A """
, A """
@! """
@""""
IA """
IA """
"""" ,
"""" ,
"""" ,
"""" """"
"""" """"
"""" """"
'
2
, ,
.
%$4 $
&
.
2
$"""" """" $A """ ;
* 8
7
' (
3
%
& 5(,
2
0
1
!
UA! """ / U @ """
!" "
U!"""" A """
U5A """ '
2
E
U
"
:0 +. !%
'$ '
$
$
?
$ 0 5('
*
# - ' ( (
$% $ (
.
)
4 8 ,
6 9
% &
6
3
, , +
5('
,
,
C2 %
, ,
**
&
. 5(, 5(
,
!
, , , *
,
!" !" !" !
: C N 8 ,
8
!" I" $"
)
!" 5 $" 5(,
. UA """T ,
!" ! $"
!"
.
* ' %
A&
1 )
!" $ $" @A
*
5. $ *
. 0$ 6
.
.
.
6
,
' 0 '
5(,
/ 3 5('
;;
, 5(' , ' +
,
'
' 0
,
"
. V V 8,
V 5
8V V V V V 4
, 0 , < , , , ,
0
4 4
.
.
!" R
!" !" ! %
5(,
& , , , *
,
: C N 8 ,
!" ! !" ! !" !
8
!" $" $"
!" ! "" $"
!
!" 5
!" $
9
# *
.
.. 3 5( . 3 3 S
, 8 , = < +
, 8 , 6 ) , , , , ,
* ,
= 9 6 )
, 3 : C N , 0 ,
-
%
&
0
!" ! !" ! !" 5 "" $" . !""""T 0
!" 8
5
!" $ $" !" ! A """T
+. * *
'
6
!" "
C2
C2
<
,
J
0
2 !
C2
S C %C (&
8
3 5
( 9 ,
C ( 4
8
4
<
(
C ( ' ' %
&
('
'
<
'
, J ,
2
, < , % , < %
*
%2* &
& S &
.
+ , 8
C2 ) %
%
.
& C2
& %
&
)
% ' R
)
G3 ,
&
S
C ( % 9 ,
&
6
% 8 8
38
& C ( )
% &
9 ,
)
C2 J
2
N
8
$
,
* ' . ,
4
%
8 & ,
9
1
'
. J %
& $
* 8
,
!"
N
1 ,
8
9
. J
,
!" !" !
C , , , 1 , , , , *
,
( 8 8 =
C2 !"
. . .
3
: C N 8 : 1 C (
8
!"
!" !" !"
!" "" $" !" !"""" A! """
!" ! $" $" !" ! 5"""" A""""
A
!" 5 $" $" !" 5 5"""" HA """
!" $ $" $" !" $ 5"""" HA """
+.
#')
2 + *
&
. -
2
-
!""I
, +
3 !" ( , ,
.
0
5('
, , , 8
.
4 , , ,
.
!" !"
.
*
, !"
,
,
8 : *
#
N
8
)% AR H
$,?
7 9
)
8
9G 8 , G
+ ?
* ,
, , ,
H
'
:0
'
.
!
" % & & ! & % &' ! + " ,*!+& % 0 #1
#$
#
!
) /
' *
"
( (
%& .
! ""#$ 2 . & 3 4 4 5 4 6( ( 78+4 * " " " 9" *% #: ( ; + . ) % %% / 8 " ( (< % ,8!<" "( % = * ! (< % ,*!<" > %& ' ( ) *'( (+ 3 4 ! 5 -% . / * '+ 01#$ 4 & ! ,47 ?!5 ' .. % % ,'* ; % ,( # " ( $ ) (( ( 4 / @ !@ ' A % " <2 $0 ' /( ) *$ 0'(+ ;;
@
(
9 %
(
5
,
-
(