WVV.00.032. COMMISSIE WEGEN, VERKEER EN VERVOER Verslag van de vergadering van 10 februari 2000 Aanwezig: leden van de commissie: H.B. Bruijn, voorzitter (PvdA), H.S. de Boer, gedeputeerde (VVD), J.N.J.J. Beemsterboer (CDA), mw. M. Beens-Jansen (Groen Links), G.J.M.A. Le Belle (D66), K.W.C. Breunissen (Groen Links), P.J. Bruystens (AOV/OU55), mw. A.C.J. Humalda-Blok (VVD), M.A. de Jong (PvdA), mw. R. Kruisinga (CDA), L.J.P. Mesman (Groen Links), Tj.P.J. Talsma (PvdA) ambtenaren: T. Boot, M. Geurtse, S. Poel, mw. L. Steenvoorden, C. de Vries Afwezig: mw. J.E.M. Berman (D66), mw. C. Boelhouwer (SP), J. Bron (Nederland Mobiel), mw. A.M. Dekker (VVD), R.H.G. van Duijn (Noord-Holland Anders/De Groenen), D. Graatsma (SP), C. Kruijmer (RPF, GPV), J.J. Schipper (CDA) en R.E. Vis (VVD) Agenda: 1. Opening en mededelingen 2. PMI 3. Gebundelde DoelUitkering 2000 4. Vaststellen verslagen 14 en 20 januari 2000 5. Ingekomen stukken 6. Collectief Vraagafhankelijk Vervoer 7. Rondvraag en sluiting 1. Opening en mededelingen Er is bericht van verhindering ontvangen van de heren Vis, Graatsma en Kruijmer en Schipper en de dames Berman en Dekker. Uitgedeeld is een extra ingekomen stuk “Verklaring haalbaarheidsstudie PPS/N201”. In de vorige vergadering is afgesproken dat u aandachtspunten voor de GOVERA notitie kunt inleveren, dit kan nog tot het eind van volgende week bij het secretariaat. 2. PMI De heer BEEMSTERBOER geeft aan dat het plan in hoofdzaak instemming van de fractie heeft. Wel maakt hij een paar kanttekeningen. Het fietspad Dammerweg in Weesp schijnt de laatste weg met klinkers. Bewoners vragen zich af of en wanneer er asfalt komt. Voor een aantal onveilige kruispunten is het plan deze van verkeersregelinstallaties te voorzien bijvoorbeeld op de weg Alkmaar-Schagen, de N245. Hij geeft aan dat tussen Alkmaar en Schagen dan 13 verkeersregelinstallaties staan die onafhankelijk van elkaar zijn geschakeld. Spreker geeft aan dat we moeten overwegen om dat traject te voorzien van een of meer groene golven om de doorstroming te bevorderen. Ook omdat twee kruisingen op die weg opstoppingen geven. Hij wenst ook een verkeersregelinstallatie op een kruispunt in Dirkshorn waar ongelukken gebeuren. Bij het kruispunt bij de Zijdewind, de Hartweg wil de bevolking een rotonde. Spreker vindt het een belangrijk punt om wat aan het kruispunt te doen. Hij vraagt hoe het kan dat er op de ene pagina gesproken wordt over de aanleg van een rotonde in een stroomweg en op de volgende pagina kan de aanleg van een rotonde niet, omdat dat in strijd is met het gegeven dat de weg een stroomweg is. Mevrouw HUMALDA-BLOK heeft begrepen dat het PMI een nieuwe opzet is sinds 1998 wat geleid heeft tot een planmatige aanpak, efficiënte inzet van middelen, aanpassingen in de ambtenaren organisatie en inzichtelijk maken van de besluitvorming. Als statenlid die op afstand wil sturen is ze van mening dat het belangrijk is dat het PMI gekoppeld wordt aan de begroting, dat er een relatie is met het MIT en de moties. Bijvoorbeeld de moties ‘vervoer over water’ en ‘infrastructuur moet er liggen voordat de grote aantallen inwoners zich vestigen in een nieuwbouwwijk of bedrijventerrein’. Het is belangrijk om te kijken welke criteria in de toekomst gehanteerd worden voor de selectie van
projecten, omdat nu ieder project dat aangedragen wordt ook onderzocht wordt. Als we dat handhaven dan komen we in de toekomst in de knoop met de financiën. Het PIF is een egalisatiefonds en het college stelt voor om een bredere bestedingsmogelijkheid te creëeren, een soort mobiliteitsfonds van de provincie. Hopelijk wel anders dan waar we het de laatste tijd over hebben. Bredere bestedingsmogelijkheid, en het college stelt voor om het voor de aanloopfase voor het openbaar vervoer te gebruiken, is een goede zaak. Maar dan moeten we wel zicht hebben aan hoeveel geld u denkt en of het structureel of incidenteel is. Ze geeft aan dat het rapport vermeld dat een groene golf ook niet altijd veilig is, doordat automobilisten harder rijden om de groene golf te halen en dan het rode licht niet zien. Dit kan toch ook aangepast worden door de groene golf op 68 km af te stellen? De heer TALSMA vraagt zich af of de tijd op de agenda voor de behandeling van het PMI en de GDU voldoende is. Het PMI ziet hij als praktische uitvoering van het PVVP. Het gaat om drie delen; 1) de visie; 2) voorstel overgang naar mobiliteitsfonds; 3) concrete projecten. Hij is van mening dat een mobiliteitsfonds een goede zaak is. De mobiliteit moet over grenzen heen aangepakt worden. Op dit moment heeft het PMI het karakter van achteraf handelen. Er wordt teveel gereageerd op dingen die uit de provincie komen. Hij zou graag zien dat er meer vanuit een bepaalde visie gewerkt wordt. Spreker vraagt waarop de gedeputeerde baseert dat er een financiële knelpunt in komende jaren gaat ontstaan. Hij vraagt welk mechanisme vooraf gaat aan het bereiken van de studiefase. Komt dit vanuit de provincie of gemeente. Het zicht hierop ontbreekt. Hij weet dat het gebeurd dat juist minder belangrijke projecten voor gemeenten op de lijst komen. Hij betreurt het dat fietspaden niet allemaal uitgevoerd kunnen worden door onvoldoende ambtelijke inzet. Staten hebben zich unaniem uitgesproken voor de fiets, dus dan zal er geschoven moeten worden met capaciteit. Het is jammer dat er een technische proef voor light rail komt. Hij zou graag willen zien dat gebruikers ook concreet gebruik kunnen maken, het alternatief kunnen proeven. Het bedrag wat u aan LED verlichting wil besteden mag meer zijn. Spreker vraagt hoe gedacht wordt de incidentele middelen voor openbaar vervoer in te zetten. Een onderzoek naar beweegredenen voor mobiliteit lijkt hem nuttig, maar hij vraagt zich af wat er precies mee bedoeld wordt. Spreker mist de mogelijkheid om ook iets te doen aan de HAL-OV corridor. Hij geeft aan dat scholierenlijnen een belangrijke rol spelen. Hij wil graag geld beschikbaar stellen voor campagnes om de nieuwe generatie te laten wennen aan openbaar vervoer. Hij meent dat we wat betreft de mobiliteit de volgende vier jaar in een cruciale fase te zitten. Nu moet de basis gelegd worden en dit stuk is niet voldoende basis om de koe bij de horens te vatten. De heer LE BELLE kan zich bij het laatste aansluiten, maar hij kent ook de beperkingen van het PMI, het is een voortschrijdend meerjarenprogramma. Hij had verwacht dat de gedeputeerde bij de mededelingen informatie zou hebben over de autotunnel A6-A9, dat Derde eeuw spoor door de kamer van tafel geveegd is en over rekeningrijden dat de minister vier steden schijnt mee te hebben. Hij geeft aan dat er drie Topprioriteiten voor hem en voor de hele staten zijn, maar dat hij er bestuurlijk zo weinig van terug ziet. 1) Vervoer over water; 2) Netwerk van fietsverbindingen; 3) ondergronds logistiek transport. Toch is het een gedegen stuk, maar het heeft te weinig visie. Het heeft zijn instemming om de gelden voor bredere doelen in te zetten. Het is een goede zaak dat externe worden ingehuurd voor de aanbesteding van het CVV in Noord-Holland-Noord. Hij overweegt om met moties te komen in de Staten, omdat hij te weinig terug ziet van de topprioriteiten. Spreker merkt op dat er vorig jaar niets van fietspaden en vaarwegen terecht is gekomen. Wel wordt er melding gemaakt dat er twee projecten aankomen, maar die staan niet in het PMI. De heer BREUNISSEN geeft prioriteit aan openbaar vervoer, fiets en verkeersveiligheid. Er zouden geen wegen aangelegd moeten worden. Hij is van mening dat er onvoldoende visie achter zit. De heer DE JONG geeft aan dat in het collegeprogramma van GroenLinks aangegeven is dat er wel wegen aangelegd mogen worden voor grote nieuwbouwlocaties zoals de ring om Alkmaar De heer BREUNISSEN is van mening dat het financiële probleem opgelost moet worden door beter te prioriteren. Dus fiets, openbaar vervoer en verkeersveiligheid hoge prioriteit. Het budget uitbreiden is wat hem betreft niet nodig. Er staan veel goede projecten in het PMI, maar ook minder goede zoals de Westfrisiaweg in de studiefase. De heer DE BOER geeft aan dat dit het gevolg is van een door de staten aanvaarde motie.
2
De heer BREUNISSEN geeft aan dat de rotonde bij de N242, de Zeddeweg geen blackspot uit inventarisaties is en aanleg van de rotonde is ook niet nodig voor mensen die in de file staan. Het landschap wordt aangetast om de rotonde aan te leggen en als dat niet echt nodig is moet dat niet gebeuren. Hij heeft begrepen dat er zelfs ook nog grond verworven moet worden. Hij is verbaast over de rotonde in Castricum, Zeeweg/Herenweg. Gemeente wil voorrang voor fietsers, maar dit kan niet omdat de rotonde buiten de bebouwde kom ligt. Waarom wordt niet de bebouwde kom uitgebreid? Spreker vraagt of de zijtak van de zuidtangent naar Nieuw-Vennep niet opgenomen kan worden in de studiefase. Hij vraagt of er projecten vanwege geldgebrek niet gepromoveerd zijn naar de realisatiefase. De heer BRUYSTENS is het niet duidelijk hoeveel aanvragen er per jaar zijn. Hij maakt zich zorgen om het Noord-Hollandskanaal. De beschoeiing is erg slecht en er moet wat aan gebeuren. Het is hem niet duidelijk wat het criterium is om op de lijst te komen. Het is onduidelijk of het voorzieningenniveau van het openbaar vervoer nu op peil moet blijven tot 2001 of tot 2003. Hij vraagt wat het gevolg is wanneer alle fietspaden uitgevoerd worden, en wat precies de moeilijkheid is van het verwerven van gronden. De heer DE BOER geeft aan dat het asfalteren van de Dammerweg samenhangt met het tijdstip waarop de weg toe is aan groot onderhoud. Gekeken zal worden of een groene golf mogelijk is op de weg Schagen - Alkmaar. In een stroomweg kan officieel geen rotonde, die discussie zullen we vaker krijgen. Er is een classificatie gemaakt voor wegen waarop de wegen aangepast moeten worden. We zijn samen met de gemeenten bezig om de classificatie van alle wegen op elkaar te laten aansluiten. De visie staat in de bestaande plannen zoals SVV II, INVERNO en de RVVP’s. Daaruit komen de concrete plannen die nu in het PMI staan. Op tijd infrastructuur en openbaar vervoer bij grote bouwlocaties is terecht genoemd. Daarop spelen de voorstellen ook in om van het PIF een fonds te maken. Dan kan openbaar vervoer voor gefinancierd worden en kunnen de eerste aanloopkosten daaruit betaald worden. Iedereen kan een probleem aangeven waar wij dan naar kijken, de staten tijdens commissie vergaderingen, gemeenten doen er een beroep op, moties uit de staten etc. Wanneer u dat anders wilt, zullen er criteria vast gesteld moeten worden. Wanneer we in dit tempo doorgaan en de geschatte realisatie halen dan zal het PIF leeg raken. Maar dan worden ook alle projecten die nu in studie staan gerealiseerd in het aangegeven tempo. Mevrouw HUMALDA-BLOK stelt dat het PIF sneller op is wanneer het verbreed wordt. De heer DE BOER geeft aan dat dat klopt. De openbaar vervoerbijdrage is incidenteel, het gaat om de aanloopkosten en de invoering van CVV in Noord-Holland-Noord. De keuze zal aan u worden voorgelegd of u structureel geld wil stoppen in exploitatie van het openbaar vervoer. De heer LE BELLE vraagt wat bedoeld wordt met openbaar vervoer op pag. 6. De heer DE BOER geeft aan dat dit de infrastructuur is dus bijvoorbeeld busbanen, sterhaltes. Het probleem met groene golven speelt, een oplossing is er nog niet. De nieuwe visie is het PVVP en daar hangt weer een aanvalsplan aan: het PMI. Wanneer je het meerjarenprogramma bekijkt , blijkt daaruit dat er over een aantal jaren geld tekort is voor de uitvoering van het PMI. Juist door onderbesteding en klachten hebben we gezegd alles inzichtelijk te maken en daarmee hebben we ons ook verplicht aan dingen die erin staan en het tempo. We moeten ook studeren op projecten, want anders zijn er over een paar jaar weer geen projecten meer om uit te voeren. De heer BREUNISSEN vraagt of er ook een financieel knelpunt zou zijn wanneer bijvoorbeeld het masterplan N201 niet opgenomen zou zijn. De heer DE BOER geeft aan dat het financiële knelpunt dan later zou ontstaan. Maar er ontstaat ook later pas een knelpunt wanneer dat project uit de UNA gelden wordt betaald. De heer TALSMA vraagt of de onderbesteding niet ontstaat door te trage uitvoering van projecten. Moet er niet meer stuwing achter gezet worden.
3
De heer DE BOER geeft aan dat daarom juist het PMI gemaakt is, om er druk achter te zetten. Dat gemeente twee projecten indienen en wij de verkeerde kiezen kan alleen GDU zijn. Daar horen afwegingen van de GDU bij zoals uitvoeringsgereed zijn, overleg in de regio etc. Alleen fietspaden langs de provinciewegen komen in het PMI. Er zijn niet veel provinciale fietspaden meer te realiseren, we hebben soms ook moeite met grondverwerving. Meer fietspaden worden er gerealiseerd door gemeenten in het kader van de GDU. U heeft ook bij de evaluatie van het fietspadenplan gezien dat er wel fietspaden gerealiseerd worden. Wij werken ook aan een nieuw fietspadenplan. Voor light rail willen we een echte proef. De heer DE VRIES geeft aan dat er in Nederland geen ervaring is met het laten rijden van light rail op zware rail. RIB wil testen wat er dan moet gebeuren aan signalering en veiligheid etc. Dus eerst testen wat we moeten doen en wat het kost en daar is geld beschikbaar voor gesteld. De heer DE JONG juicht toe dat de proef gedaan wordt. Maar het zou ook goed zijn vanuit PR oogpunt wanneer er mensen mee kunnen. De heer DE BOER is het daarmee eens, maar eerst zal de techniek bekeken worden, anders ontstaan juridische problemen. Hij zal alles op alles zetten om ook mensen te vervoeren. Het onderzoek beweegredenen, gaat over wat mensen beweegt om in de auto of het openbaar vervoer te stappen etc. en is een onderdeel van het PVVP. Aan de HAL-OV corridor Alkmaar wordt hard gewerkt. Spreker weet niet hoe scholieren verder gestimuleerd moeten worden, er is al een studentenkaart. De filosofie klopt. Rekeningrijden is nog lang niet rond in alle regio’s. De komende tijd zal de nodige aandacht aan vervoer over water besteedt worden, maar we hebben nog niet een echt provinciale taak, daarom staat het niet in het PMI. Het zijn voorlopig experimenten van het rijk. Aan het fietsnetwerk wordt gewerkt. Bij het OLS zijn we bij betrokken, maar we willen eerst zien hoe dat gaat voordat we zelf plannen bedenken. Voor de doortrekking A6-A9 hebben we de opdracht uitgevoerd die de staten opgegeven hebben, het onderzoek is uitgevoerd. Dit is voor de lange termijn en staat dus nog niet in het PMI. De heer LE BELLE mist de drie topprioriteiten in het PMI. De heer DE BOER geeft aan dat er geen algemene dingen in het PMI staan. Wel is Vaart in de Zaan opgenomen. Personenvervoer over water zit nog in SWAB en is rijksgeld. De verbinding Hoorn Amsterdam is nog geen provincie taak. Het fietsnetwerk wordt gemaakt. Aan het OLS werken we. Maar er is nog niet gezegd dat we mee betalen, dus staat het ook niet in het PMI. De twee projecten die de heer Le Belle noemde zijn het Pontplein in IJmuiden en de HOV in Hilversum. Ringweg Alkmaar is openbaar vervoer en weg. Er moet ook iets aan weg gebeuren al is het alleen maar om het openbaar vervoer probleem op te lossen. Voor wat betreft de Westfrisiaweg zullen we halverwege 2000 besluiten of we wel of niet ermee doorgaan. Voor de rotonde Zeddeweg is er inderdaad grond nodig, maar we denken dat we de termijn wel halen. Rotonde Castricum staat nog in het PMI, maar de Raad staat lijnrecht tegenover de provincie en dan gebeurt er niets. Wanneer je er rijdt is je beleving dat het buiten de bebouwde kom is en daarom wordt niet de komgrens gewijzigd. De heer MESMAN geeft aan dat het antwoord van de provincie op die brief in de commissie behandeld zou worden. De VOORZITTER geeft aan dat het antwoord er pas sinds kort is en dat het in de commissie komt. De heer DE BOER geeft aan dat we naar de zijtak van de zuidtangent naar Nieuw-Vennep zullen kijken. Hij geeft aan dat er geen projecten niet naar realisatiefase zijn gegaan, omdat er geen geld is. Wanneer dat zo is dan krijgt u dat voorgelegd. Het Noord-Hollandskanaal moet gebeuren. We studeren er nog op, maar komen bij u terug. Het openbaar vervoer zal in Noord-Holland-Noord tot 2001 gelijk blijven en in Gooi&Vecht tot 2003. We proberen meer ambtelijke bijstand te krijgen voor het fietspaden verhaal. De heer KILIAN voegt toe dat in de ene stroomweg wel een rotonde kan, omdat het verkeer daar een haakse bocht om moet en dan toch al vaart geminderd heeft. In de andere stroomweg is geen haakse bocht.
4
Mevrouw HUMALDA-BLOK vraagt of de gedeputeerde van plan is om dit jaar te komen met een voorstel voor criteria of dat hij wacht op de staten. Zij zou graag willen dat voor de duidelijkheid in het PMI opgenomen wordt dat een motie wel is aangenomen maar dat er nog geen concrete projecten zijn om uit te werken. Spreekster vraagt of het college komt met een voorstel voor structureel geld te stoppen in openbaar vervoer of dat dat aan de staten wordt overgelaten. De heer TALSMA begrijpt dat er meer inzet voor fietspaden komt en dat is een goede zaak. Hij wil graag snel op de hoogte gebracht worden van het onderzoek naar beweegredenen van mensen. Hij vraagt wat de HAL-OV corridor precies inhoudt. We moeten veiligheid garanderen in scholierenlijnen en daar ook in investeren. De promotiecampagne moet beginnen wanneer de regen periode komt. Lijnen moeten aangepast worden aan schooltijden etc. De provincie moet geen radar zijn, maar zelf knelpunten signaleren. Spreker wil ook de regio in om met bestuurders te praten. Hij is van mening dat er bij het PMI verwezen wordt naar het PVVP en andersom. Hij mist een totaal concept. De heer LE BELLE wil een visie achter het plan. Hij mist de uitwerking van de moties en de studie naar het opknappen van het Noord-Hollandskanaal en het fietspadennetwerk. De heer DE BOER geeft aan dat er misschien volgende jaar gediscussieerd zal worden over criteria. Aan moties moeten we misschien meer aandacht schenken in PMI verband. Als openbaar vervoer financiering aan orde is komen wij bij u. Voor het rapport over beweegredenen worden statenleden ook uitgenodigd om mee te doen. De opmerkingen over scholierenlijnen nemen we mee bij het opstellen van de dienstregeling. We doen niet hap-snap, we doen alles wat een goed project is en geven zelf ook projecten aan. Op locatie praten met bestuurders kan. We verwijzen telkens naar het PMI en PVVP . De Staten hebben een visie en de uitvoering ligt in PMI. Als u andere visie wil dan kan dat in het PVVP opgenomen worden. Onderzoeken naar vaarwegen zijn er wel, maar er worden nog geen kredieten aangevraagd en dus wordt het niet in het PMI opgenomen. Naar het fietsnetwerk kijken we en ook naar de 2 miljoen motie, maar niet in PMI, want er staat geen geld uit het infrastructuurfonds achter. 3. Gebundelde Doeluitkering De heer MESMAN heeft een brief gehad dat de regio Haarlem/IJmond teleurgesteld is. Hij vraagt of hij het goed begrijpt dat ze voor 1 oktober 1999 projecten aangemeld hebben, maar dat het te weinig projecten zijn en dat ze daarom terug gaan van 13 naar 10 miljoen. De vrijval van Motie 55.18a mag alleen ingezet worden voor fietspaden en onveilige kruispunten. De heer DE BOER geeft aan dat voor de vrijval van de motie GS anders besloten heeft. Het geld is bestemd voor een bepaald doel en wanneer er geld overblijft moet het terug naar de algemene middelen, of het moet besteedt worden aan projecten die afgevallen zijn. We zoeken nu dus verder op de lijst van de motie, maar een deel van die projecten is nu al opgenomen in de GDU lijsten. De voordracht moet dus nog gewijzigd worden. De regio Haarlem/IJmond kon de afgelopen jaren het toegekende subsidiebedrag niet besteden. De daardoor ontstane vrijval ging telkens aan het eind van het jaar naar de andere regio’s. De andere regio’s moesten dus heel snel nog een aantal projecten aan besteden. Daarom is er nu een andere verdeelsleutel. Wel houden we bij of ze dit jaar wel het geld hadden kunnen besteden. En zo ja dan volgt volgend jaar weer een andere verdeling. Dit weten alle drie de regio’s. Mevrouw HUMALDA-BLOK vraagt of de staten geen geld beschikbaar moeten stellen. De heer DE BOER geeft aan dat we dat inderdaad moeten doen. De heer TALSMA geeft aan dat het een goede zaak lijkt voor een jaar de verdeling te veranderen. Hij vraagt waarom er geen openbaar vervoer projecten in de lijsten staan. En waarom de kruising Noordzijderweg/Molenweg niet is opgenomen. De heer LE BELLE gaat akkoord en spreekt zijn waardering uit. Hij vraagt hoeveel vrijval er nu beschikbaar is van de motie en hoeveel projecten wel zijn uitgevoerd.
5
Mevrouw KRUISINGA merkt op dat het wat betreft de uitvoering nog wel eens stagneert. Er moet daarbij betrokken worden dat het in deze hoogconjunctuur niet altijd makkelijk is een project aan te besteden. De heer BRUYSTENS is van mening dat het goed beleid is. Ook het vangnet is goed. De Noordzijderweg/Molenvaart rotonde onderschrijft hij. De heer DE BOER geeft aan dat openbaar vervoer projecten er niet in voor komen, omdat gemeenten daar geen GDU voor vragen. Voor die projecten wordt de De Boer subsidie gebruikt. Dat de rotonde in Anna Paulowna niet op de lijst staat kan met van alles te maken hebben. Of de gemeente heeft hem niet aangemeld, of ze redden het niet voor 1 november. De heer TALSMA geeft aan dat een gemeente vijf projecten heeft ingediend en dat juist projecten met een lagere prioriteit voor de gemeenten op de lijst komen. De heer DE BOER geeft aan dat gemeenten onderling uit maken welke projecten op de lijst komen. Hij geeft aan dat hij niet precies kan aangeven hoeveel geld er overblijft na uitvoering van de motie, omdat deze tot 1 maart loopt. Hij is geneigd om de gemeenten enige speling te geven in de tijd. Als het niet lukt, komen we bij u terug. 4. Vaststellen van de verslagen van 14 en 20 januari 2000 Verslag van 14 januari De heer LE BELLE vraagt waarom de fietsenstalling bij het provinciehuis bij een andere commissie hoort. De heer DE BOER geeft aan dat het bij de portefeuille facilitair hoort, het bedrijfsvervoerplan en dat dit ambtelijk wordt doorgegeven. De heer MESMAN geeft aan dat hij graag wil dat het terug gekoppeld wordt naar hem. Hij geeft aan dat hij op pagina 9 in het rijtje hoort v.w.b. de heroverweging. Verslag van 20 januari De heer BREUNISSEN wil op pagina 5, de 10e alinea gewijzigd hebben in : Milieudoelstellingen en natuurdoelstellingen zullen vertaald moeten worden naar verkeersdoelstellingen in het PVVP. Beide verslagen worden goedgekeurd en vastgesteld. 5. Ingekomen stukken b. Visie op de Schipholregio. De heer BREUNISSEN wil dit agenderen d. communicatieplan Mevrouw KRUISINGA vraagt of er niet meer offertes aangevraagd kunnen worden. De heer DE BOER geeft aan dat dit gebeurd is. De heer LE BELLE wil dit plan agenderen 6. Collectief vraagafhankelijk vervoer Mevrouw REIJS geeft een toelichting op CVV. De sheets zijn bij het verslag gevoegd. De heer DE JONG vraagt of het rijk geen bemoeienis met het tarieven systeem heeft, zoals bij de strippenkaart. Hij geeft aan dat het een progressief tarief is om te voorkomen dat reizigers het niet gebruiken als taxi. Maar wanneer lijnen verdwijnen dan moet het systeem toch wel dienst doen als taxi. De heer DE VRIES geeft aan dat we in alle gevallen er voor zorgen dat je in twee zones op lijngebonden vervoer bent.
6
De heer DE JONG vraagt of dat lukt met al die verdwijnende lijnen. De heer DE VRIES geeft aan dat het zo opgezet zal worden dat je altijd binnen twee zones bij lijngebonden openbaar vervoer bent. Mevrouw REIJS geeft aan dat in het besluit personen vervoer staat dat GS de tarieven vast stellen. De heer BRUYSTENS vraagt of hij het goed begrijpt dat het CVV gebruikt wordt als aanvulling en niet als vervanging van het lijngebonden openbaar vervoer. De heer DE BOER geeft aan dat het beiden is. Het is een aanvulling, het biedt meer faciliteiten, maar het is ook een vervanging op tijden dat er geen lijngebonden openbaar vervoer is. Er wordt altijd gepraat over lijnen opheffen. Maar we gaan geen bussen waar voldoende mensen in zitten van de weg halen. Maar later op de dag is die bus vaak leeg en die ritten zullen vervangen worden door CVV. De heer BRUYSTENS geeft aan dat scholierenvervoer moet blijven. Buiten de spits kan CVV ingezet worden. In het weekeinde is openbaar vervoer in sommige delen onmisbaar. De heer DE BOER geeft aan dat er geen ritten geschrapt zullen worden wanneer er voldoende gebruik van gemaakt zal worden De heer BREUNISSEN vraagt of dat progressief oplopende tarief ook voor Wvg-ers geld. Mevrouw REIJS geeft aan dat het voor die groep niet geld. Voor Wvg vervoer mag niet meer gerekend worden dan het nationale tarief. De heer BEEMSTERBOER geeft aan dat zeker de jongeren het zullen gaan gebruiken voor naar en uit de kroeg. Dan zal er op een bepaald tijdstip een grote vraag naar het CVV zijn. Mevrouw REIJS geeft aan dat dat klopt. De heer MESMAN vraagt of het een nadeel is wanneer je net op een grens van het gebied woont. Mevrouw REIJS geeft aan dat je voor gebruik van het CVV herkomst of bestemming in gebied moet hebben, dus dat je geen nadeel hebt wanneer je net op de grens woont. 7. Rondvraag en Sluiting De heer BREUNISSEN stelt het op prijs wanneer de studie A6-A9 in de commissie komt voordat het in april aan de minister wordt aangeboden. De heer DE BOER zegt toe dat het in de commissie komt. Het zijn een aantal rapporten, die behoorlijk technisch zijn. Mevrouw BEENS-JANSEN geeft aan dat ze veel krijgt toegestuurd, maar toch de brochures van het regionaal overleg verkeersveiligheid Noord-Holland mist. Bijvoorbeeld prikkels, jaarlijks overzicht ongelukken en studiedagen De heer DE BOER geeft aan dat we dat zullen regelen.
Titel:Verslag PS-cie. WVV d.d. 10-02-2000 Datum:10-02-2000
7