Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2016 Uitvoeringsprogramma van het Regionaal Verkeer en Vervoer Plan Vastgesteld door de Regioraad op 15 december 2015. Niet opgemaakte versie.
Stadsregio Amsterdam
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Inhoudsopgave 1.
Inleiding .................................................................................................................................................................................... 3 1.1 Een geactualiseerd Uitvoeringsprogramma ........................................................................................................................ 3 1.2 Samenhang met andere beleidskaders en –processen ...................................................................................................... 3 1.3 Uitvoering van het UVP V&V .............................................................................................................................................. 6 1.4 Doorontwikkeling regionale samenwerking ......................................................................................................................... 6
2.
Generieke opgaven, doelen en acties voor de hele Stadsregio ........................................................................................... 7 2.1 Inleiding .............................................................................................................................................................................. 7 2.2 Opgaven, doelen en acties per RVVP-speerpunt ............................................................................................................... 8
3
Gebiedsspecifieke opgaven, doelen en acties per deelgebied en gemeente .................................................................... 22 3.1 Inleiding ............................................................................................................................................................................ 22 3.2 Amstelland-Meerlanden.................................................................................................................................................... 22 3.3 Amsterdam ....................................................................................................................................................................... 30 3.4 Waterland ......................................................................................................................................................................... 40 3.5 Zaanstreek ....................................................................................................................................................................... 45 3.5 Vervoerregio: Flevoland, Almere en Lelystad ................................................................................................................... 50
4.
Financiën ................................................................................................................................................................................ 51 4.1 Inleiding ............................................................................................................................................................................ 51 4.2 Brede Doel Uitkering Verkeer & Vervoer .......................................................................................................................... 51 4.3 Financiële besteding per RVVP-speerpunt ....................................................................................................................... 52 4.4 Financiële besteding per begrotingsprogramma ............................................................................................................... 54 4.5 Conclusie ......................................................................................................................................................................... 57
Bijlagen ............................................................................................................................................................................................. 59
2
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
1. Inleiding 1.1 Een geactualiseerd Uitvoeringsprogramma Met het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (UVP V&V) geeft de Stadsregio Amsterdam jaarlijks inzicht in de acties die worden uitgevoerd om de in het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP) geformuleerde beleidsopgaven en -doelstellingen te behalen. Het RVVP is in 2004 vastgesteld en in de loop der tijd zijn diverse speerpunten nader uitgewerkt en actueel gehouden, en ook het UVP V&V verandert mee. Naar verwachting zal de Stadsregio in 2016 samen met haar partners in de toekomstige Vervoerregio een nieuw regionaal beleidskader voor verkeer en vervoer vaststellen. Het RVVP, de uitwerkingen daarvan en het UVP V&V van de Stadsregio Amsterdam kennen samen een aantal functies: Financieel: het UVP is een uitwerking van de begroting en dient als kader voor de verdeling van financiële middelen voor investeringen in regionale infrastructuur, de exploitatie van het regionaal openbaar vervoer en overig regionaal verkeer- en vervoersbeleid. De gelden die hiervoor worden ingezet komen uit de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (IenM); Organisatorisch: vormen een handvat voor het stellen van prioriteiten voor activiteiten van de Stadsregio en een optimale aansluiting op de programma’s van de diverse wegbeheerders in de regio. Het biedt een concrete programmering van activiteiten met een nadruk op uitvoering: welke acties en inzet wordt in 2016 gevraagd vanuit de Stadsregio, de gemeenten en andere partijen binnen de regio en het Rijk?; Wettelijk: fungeren in het kader van de Planwet Verkeer en Vervoer als wettelijk kader voor verkeer- en vervoerbeleid van de vijftien gemeenten die deelnemen in de Stadsregio Amsterdam. Eventuele lokale verkeer-en vervoerplannen van deze gemeenten vormen een nadere uitwerking van het RVVP.
1.2 Samenhang met andere beleidskaders en -processen Deze paragraaf beschrijft de samenhang van het RVVP met andere beleidskaders (zie figuur 1). Deze kaders ook de bouwstenen voor de samenwerking en het nieuwe regionale beleidskader (‘Strategisch Kader’) voor verkeer en vervoer dat de Stadsregio samen met haar (convenant)partners in de toekomstige Vervoerregio in 2016 verwacht vast te stellen. Begroting De Regioraad heeft op 16 juni 2015 de Begroting 2016 voor de Stadsregio vastgesteld. Dit is een kaderbegroting waarin de plannen van de Stadsregio in 2016 op hoofdlijnen zijn aangegeven. Met behulp van twee uitvoeringsprogramma’s is deze begroting nu
3
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
financieel en beleidsmatig nader uitgewerkt. Voorliggend uitvoeringsprogramma geeft een uitwerking van de begrotingsprogramma’s die met BDU-middelen gefinancierd worden (01 Openbaar Vervoer, 02 Infrastructuur en 03 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid). Het uitvoeringsprogramma voor Economie en Regionale Woningmarkt geeft een uitwerking van de begrotingsprogramma’s die met algemene middelen gefinancierd worden (04 Economie en 05 Regionale Woningmarkt). Regionale Agenda Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio en de portefeuillehouders van de stadsregiogemeenten hebben de kaders, accenten en prioriteiten voor de bestuursperiode 2014-2018 geformuleerd in de Regionale Agenda. De Regionale Agenda is een programma van ambities en doelen waarvan de gemeenten vinden dat ze het meeste effect hebben als ze in regionaal verband worden georganiseerd en welke aansluiten op de wettelijke en financiële mogelijkheden van de Stadsregio. De accenten die in de Regionale Agenda zijn aangebracht sluiten goed aan op de ambities van de Metropoolregio Amsterdam, het verkeer- en vervoerbeleid zoals in het RVVP verwoord en in het UVP V&V is doorvertaald. Een inhoudelijke toelichting op de Regionale Agenda is te vinden in §2.1. Investeringsagenda’s Weg, OV, Fiets en Verkeersveiligheid De Investeringsagenda’s Weg, Openbaar Vervoer (OV) en Fiets vormen een belangrijke uitwerking van respectievelijk de RVVPspeerpunten ‘Regionaal Netwerk Weg’, ‘Regionaal Netwerk Openbaar Vervoer’ en ‘Regionaal Netwerk Fiets’, met name voor de periode tot 2025. Na de vaststelling van de agenda’s door de Regioraad zijn de agenda’s vertaald naar uitvoeringsprogramma’s met maatregelen en projecten. Tijdens de Regioraad van 15 december 2015 zijn, parallel aan de vaststelling van dit UVP V&V 2016, ook het uitvoeringsprogramma van de Investeringsagenda Fiets en de actualisatie van het uitvoeringsprogramma van de Investeringsagenda Weg vastgesteld. De drie uitvoeringsprogramma’s van de Investeringsagenda’s zijn (op hoofdlijnen) verwerkt in dit UVP V&V 2016. In 2016 wordt de Investeringsagenda Verkeersveiligheid ter vaststelling aan de Regioraad voorgelegd, welke het RVVP-speerpunt Verkeersveiligheid nader uitwerkt. Het uitvoeringsprogramma van de Investeringsagenda Verkeersveiligheid wordt verwerkt in het UVP V&V 2017. Een inhoudelijke toelichting op deze uitwerkingen is te vinden in hoofdstuk 2. Metropoolregio Amsterdam: Ontwikkelbeeld en MRA-agenda De Stadsregio Amsterdam maakt onderdeel uit van het grotere gebied van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en werkt hierin samen met de provincies Noord-Holland en Flevoland en o.a. de gemeenten Almere en Amsterdam. De MRA-partners hebben in 2008 een Ontwikkelbeeld 2040 vastgesteld. In 2016 wordt gewerkt aan de MRA-agenda, die een focus heeft op de acties voor de komende 4 jaar. MRA en Utrecht: Gebiedsagenda De MRA-partijen hebben samen met de Utrechtse regio en met het Rijk hun gezamenlijke ruimtelijk-economische opgaven en doelstellingen geformuleerd in de Gebiedsagenda Noord-Holland, Utrecht, Flevoland. De acties uit dit UVP V&V dragen in belangrijke mate bij aan de bredere regionale opgaven en doelstellingen van de Gebiedsagenda. In de Monitor Gebiedsagenda geven de MRA, de Utrechtse regio en het Rijk jaarlijks een beeld van de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en trends die we signaleren in verhouding tot eerder gemaakte afspraken (o.a. in MIRT-verband).
4
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Rijkskaders: SVIR, NOVI, MIRT en Meer Bereiken In 2012 heeft het Ministerie van IenM haar opgaven, ambities en doelstellingen voor ruimte en mobiliteit benoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). IenM werkt in 2016 samen met de regio’s aan de opvolger van onder meer de SVIR, de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). In het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) bespreken rijk en regio gezamenlijk doorlopend hoe de geformuleerde opgaven, ambities en doelstellingen op verkeer en vervoer, economie en verstedelijking behaald kunnen worden. De budgetten zijn beperkter en de ruimtelijke ontwikkelingen vragen om een meer adaptieve manier van ontwikkelen en een adequate monitoring. Volgens de nieuwe MIRT-aanpak (‘Meer Bereiken’) worden bereikbaarheidsopgaven, waar relevant, opgepakt in samenhang met andere (ruimtelijke) opgaven in het gebied, wordt breed gekeken naar mogelijke oplossingen, en trekken rijk, regio en bedrijfsleven gezamenlijk op. Als uitwerking van de SVIR en de Gebiedsagenda werken het rijk en MRA momenteel samen aan vier (gebiedsgeoriënteerde) rijksstructuurvisies en vier (corridorgeoriënteerde) MIRT-onderzoeken en -verkenningen, waarvan het Rijk trekker is. De MRA is trekker van een vijfde MIRTonderzoek ‘Stedelijke Bereikbaarheid’ naar verbetering van de bereikbaarheid in stedelijke gebieden in de MRA, die onder druk staat als gevolg van de toenemende verstedelijking.
Figuur 1: Beleidskaders van het RVVP, uitwerkingen daarvan en het UVP V&V
Verkeer- en vervoerplannen van provincies en waterschappen Het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan van de provincies en het Wegenbeleidsplan van de waterschappen zijn beleidskaders die nevengeschikt zijn aan het RVVP. Provincies, waterschappen en de Stadsregio werken voor de afstemming van deze plannen, maar bijvoorbeeld ook in MRA- en Rijksverband, intensief met elkaar samen. Daarbij draagt de Stadsregio ook financieel bij aan projecten en maatregelen van provincies en waterschappen. Naar verwachting zal convenantpartner Provincie Flevoland begin 2016 haar nieuwe Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan (Mobiliteitsvisie) vaststellen.
5
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
1.3 Uitvoering van het UVP V&V Het UVP V&V geeft op hoofdlijnen een beeld van de gezamenlijke regionale maatregelen en doelstellingen. Voor de uitvoering van deze acties worden op projectniveau afspraken gemaakt over scope, organisatie en planning. De Stadsregio heeft de afgelopen jaren samen met de gemeenten gewerkt aan verschillende verbeteringen in de gezamenlijke werkwijze. Deze zijn onder meer gericht op het vroegtijdig verduidelijken van de betrokkenheid en samenwerking in opgaven, meer focus op de inhoud en meer ruimte voor maatwerk. Hierdoor kunnen sneller stappen naar de uitvoering worden gezet en verbetert de kwaliteit (o.a. zorgvuldigheid, kosteneffectiviteit) van gezamenlijke projecten. Ook in 2016 werkt de Stadsregio samen met de gemeenten aan verschillende acties om het programmamanagement en –coördinatie waar mogelijk verder te versterken. Ook werkt de Stadsregio intensiever samen met de partners bij nieuwe initiatieven, in de prioritering van projecten en in de uitvoeringsgerichtheid. Desgewenst neemt de Stadsregio Amsterdam hier ook meer dan in het verleden het initiatief.
1.4 Doorontwikkeling regionale samenwerking De Eerste Kamer besloot eind december 2014 dat de 16 gemeenten van de Stadsregio Amsterdam verkeer en vervoer samenwerking kunnen continueren. Ook biedt het wetsvoorstel de mogelijkheid om de verkeer- en vervoersamenwerking met de twee provincies en de omliggende gemeenten te intensiveren. De provincies Noord-Holland en Flevoland, de gemeenten Almere en Lelystad en de Stadsregio zijn vanaf 1 januari 2015 op basis van een convenant gaan samenwerken. De partijen werken aan gezamenlijke beleidsdocumenten, waaronder een nieuw regionaal beleidskader voor verkeer en vervoer. Daarnaast hebben de convenantpartners afgesproken om elkaars concessies, aanbestedingen, werkwijzen en besluitvormingstrajecten te verkennen en waar mogelijk naar elkaar toe te laten groeien. Dit proces loopt in 2016 door. Na een evaluatie vindt in 2016 besluitvorming plaats over een gemeenschappelijke regeling om de samenwerking per 1 januari 2017 steviger te organiseren. Dit kan in de toekomst invloed hebben op het Uitvoeringsprogramma. Daarop vooruitlopend bevat het uitvoeringsprogramma ter informatie reeds een doorkijk naar belangrijke programma’s en projecten van de convenantspartijen. Voor de andere beleidsterreinen (Ruimte, Wonen en Economie) hebben de Stadsregio-gemeenten de intentie uitgesproken om de samenwerking na de intrekking van de plusstatus vooralsnog op basis van de huidige gemeenschappelijke regeling te continueren. De uiteindelijke vorm waarin de regionale samenwerking zich verder zal ontwikkelen, is in deze bestuursperiode nog onderwerp van gesprek met alle betrokken partijen.
6
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
2. Generieke opgaven, doelen en acties voor de hele Stadsregio 2.1 Inleiding De acties uit het UVP V&V geven uitvoering aan de door de gezamenlijke Stadsregio-gemeenten vastgestelde speerpunten uit het Regionaal Verkeer en Vervoer Plan. In de loop van de tijd zijn diverse speerpunten uit het RVVP beleidsmatig verder uitgewerkt samen met de gemeenten en ook met betrokkenheid van andere partners. Zo hebben het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio en de portefeuillehouders van de stadsregiogemeenten accenten en prioriteiten aangebracht voor de bestuursperiode 2014-2018. Binnen de Regionale Agenda staan bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid centraal (zie kader 1). De ambitie van het RVVP is om vanuit verkeer- en vervoersperspectief bij te dragen aan een gezonde en gedifferentieerde economie met internationale concurrentiekracht, het bieden van een goed sociaal klimaat voor inwoners en te zorgen voor een duurzame leefomgeving. Om deze ambitie uit te voeren worden de sterke kanten van de auto, de fiets en het openbaar vervoer in samenhang benut. Reizigers en vervoerders bepalen zelf hoe zij haar verplaatsingen maken. Wel probeert de Stadsregio deze keuze te beïnvloeden als dit leidt tot een efficiënter gebruik van het totale netwerk of tot verbetering van de duurzaamheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Ook is een goed samenspel nodig tussen de afzonderlijke verkeersnetwerken en het verkeerssysteem en ruimtelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld rond belangrijke knooppunten. Deze ambities zijn vertaald in negen speerpunten (zie figuur 2). Figuur 2: Ambitie en speerpunten uit het RVVP
Kader 1: Ambities en doelen uit de Regionale Agenda 2014-2018 (op hoofdlijnen) Verbeteren van de netwerken auto, openbaar vervoer en fiets; Vergroten van het marktaandeel OV en fiets ten opzichte van de auto; Goede afstemming tussen ruimtelijke ontwikkeling en verkeer- en vervoermaatregelen; Evenwichtige regionale woningmarkt met voldoende omvang en diversiteit van het woningaanbod naar prijs, type en kwaliteit; Versterken van de vernieuwingskracht van het regionaal bedrijfsleven met focus op een innovatief MKB, de aanleg en herstructurering van bedrijventerreinen en het versterken van Schiphol, Haven en Greenport; Stimuleren van de creatieve kenniseconomie, verbeteren van de regionale arbeidsmarkt en onderwijs- en kennisinfrastructuur en het verbeteren van het regionaal toeristisch product; Binnen de thema's Verkeer en Vervoer, Wonen en Economie worden de ambities op duurzaamheid uitgewerkt.
7
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Strategisch Kader Vervoerregio: een nieuw beleidskader voor verkeer en vervoer in 2016 Mede vanwege de doorontwikkeling van de Stadsregio naar Vervoerregio en het verstrijken van de looptijd van het vigerende RVVP, zijn in 2015 de eerste stappen gezet tot een nieuw beleidskader voor verkeer en vervoer voor het grondgebied van de partners in de Vervoerregio: het Strategisch Kader. Dit Strategisch Kader wordt opgesteld samen met de Stadsregiogemeenten en de convenantpartners Noord-Holland, Flevoland, Almere en Lelystad. Naar verwachting wordt het nieuwe beleidskader vastgesteld in de eerste helft van 2016.
2.2 Opgaven, doelen en acties per RVVP-speerpunt Deze paragraaf geeft een beschrijving van de speerpunten, prestatie-indicatoren en beleidsuitwerkingen. Bij elk speerpunt worden op hoofdlijnen enkele acties en accenten voor 2016 beschreven. Samen met de convenantpartners Almere, Flevoland en Lelystad wordt verkend hoe de acties, waar relevant, ook kunnen worden verbreed naar het grondgebied van de gemeenten Almere en Lelystad. 2.2.1 Regionaal Netwerk Weg Binnen het RVVP-speerpunt Regionaal Netwerk Weg staat het verbeteren van het functioneren van het regionale wegennetwerk (zie figuur 3) voorop. Binnen dit speerpunt zijn opgaven en acties geïdentificeerd en geprioriteerd op basis van: De streefbeelden uit het RVVP (voor reistijden, robuustheid van het netwerk en goede overstapmogelijkheden); De afspraken uit de Gebiedsagenda (over de prioritaire gebieden voor ruimtelijk-economische ontwikkeling); De mogelijkheid om win-winkansen te realiseren met andere modaliteiten. De opgaven en acties zijn beschreven in de Investeringsagenda Weg, als uitwerking van het speerpunt ‘Regionaal Netwerk Weg’. Tot 2020 is zowel sprake van een verslechtering van de regionale bereikbaarheid (door groei van het autoverkeer) als verbetering (door ingebruikname van een aantal grote maatregelen zoals weguitbreiding A1/A6/A9). Voor de periode na 2020 bestaat er meer onzekerheid over de regionale bereikbaarheid, onder meer vanwege onzekerheid over de ontwikkeling van de verkeerstechnologie, economie en woning- en vastgoedmarkt. Zodoende heeft de Investeringsagenda Weg een adaptief karakter, waarin de betrokken partijen de ontwikkelingen in de regio adequaat kunnen monitoren en bijsturen. Zo wordt in 2016 een Barometer opgesteld met daarin een monitor van de regionale autobereikbaarheid.
8
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 3: Regionaal Netwerk Weg
9
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Naast investeringen in uitbreiding van de bestaande capaciteit (o.a. nieuwe verbindingen) betreft de Investeringsagenda Weg ook investeringen in het beter benutten van de bestaande systemen zonder omvangrijke fysieke investeringen. Voorbeelden hiervan zijn het opwaarderen van de kwaliteit van de verkeerregelinstallaties (VRI’s) op het regionaal wegennet en de Praktijk Proef Amsterdam (grootschalig proefproject met nieuwe geïntegreerde verkeersmanagementtechnieken langs de weg en in voertuigen). Stadsregio Amsterdam werkt samen met de gemeente Amsterdam, Provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat aan verschillende verkeersmanagementthema’s waaronder de landelijke database-organisatie voor reisinformatie voor hoofdwegen (NDW - Nationale Databank Wegverkeersgegevens). Vanuit het verkeersmanagement wordt inbreng geleverd voor omleidingsinformatie bij wegwerkzaamheden en voor grote projecten zoals Bereikbaarheid Amsterdam Zuid. De MRA is tot slot trekker van het landelijke Beter Benutten project Intelligente Kruispunten waarbij wordt gewerkt aan kruispunten die rechtstreeks kunnen communiceren met voertuigen. De Investeringsagenda Weg is vertaald in een uitvoeringsprogramma (Programma Weg) met maatregelen en projecten die gezamenlijk met de wegbeheerders verder worden uitgewerkt en uitgevoerd. Deze acties zijn ook verwerkt in voorliggend UVP V&V 2016. 2.2.2 Regionaal Netwerk Openbaar Vervoer Een hoogwaardig openbaar vervoer (HOV)-systeem is onontbeerlijk voor een goed bereikbare regio. Daarbij kijkt de Stadsregio niet alleen naar de ‘harde kant’ van het openbaar vervoer zoals het netwerk, de frequentie en de punctualiteit. Ook wordt aandacht besteed aan de ‘zachte kant’, zoals imago, tarieven en reisinformatie op haltes. Enerzijds is de Stadsregio opdrachtgever en concessieverlener van het openbaar vervoer in vier OV-concessies. Tevens beoogt de Stadsregio verbetering van het functioneren van het regionale wegnetwerk via betere (benutting van) infrastructuur. Bij beide onderwerpen wordt de samenwerking gezocht met de beoogde partners van de Vervoerregio Almere, Lelystad en Flevoland. Voor het speerpunt ‘Regionaal Openbaar Vervoer’ heeft de Stadsregio in het RVVP de volgende streefbeelden gedefinieerd: Maximaal acceptabele reistijden, met reistijdnormen per afstandsklasse en per type verplaatsing; Betrouwbaarheid: 95% van de verplaatsingen met het openbaar vervoer in de spits is op tijd;. Basisniveau: alle woon- en werkgebieden in de regio met enige omvang dienen van 7.00 tot 23.00 uur te beschikken over een OV-verbinding met knooppunt; Verhoging van de toegankelijkheid van het OV; Sociale veiligheid in het OV is op een vergelijkbaar niveau als dat in de openbare ruimte; Gecombineerde marktaandeel van fiets en OV in de spits laten groeien 70% in hoogstedelijke gebieden (nu 63%), 50% in grote kernen (nu 40%) en 40% in kleine kernen (nu 35%); Klanttevredenheid in het OV neemt jaarlijks toe in iedere concessie, gemeten in de jaarlijkse barometer.
10
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 4: Regionaal Netwerk Openbaar Vervoer
11
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
In het regionale openbaar vervoer wordt het komende decennium een reizigersgroei verwacht, vooral in het stedelijke gebied. Tegelijkertijd zijn er beperkter wordende financiële middelen en worden verschillende nieuwe of verbeterde OV-lijnen en OVknooppunten in gebruik genomen (waaronder de Noord-Zuidlijn, de omgebouwde Amstelveenlijn, Programma Hoogfrequent Spoor en de Zuidas). Binnen deze ontwikkelingen heeft de Stadsregio Amsterdam samen met wegbeheerders de Investeringsagenda OV opgesteld. Hiermee is voor de komende jaren helder welke trajecten gezamenlijk opgepakt worden. De twee uitvoeringsprogramma’s zijn verwerkt in voorliggend UVP V&V 2016. In 2016 zal verder ingezet worden op versterking van het programmamanagement en – coördinatie, om daarmee een bijdrage te leveren aan de meer uitvoeringsgerichte manier van werken. Zie figuur 4 voor het regionale OV-netwerk. Andere (Stadsregiobrede) acties binnen het speerpunt Regionaal Openbaar Vervoer zijn: Concessiebeheer Als opdrachtgever en concessieverlener van het OV zet de Stadsregio in op het concessiebeheer en op regelmatig subregionaal overleg met de gemeenten en de vervoerbedrijven. Dit biedt ruimte om de uitvoering van de concessie te monitoren, in te spelen op eventuele discussie of knelpunten en blijvend aandacht te hebben voor verdere verbeteringen. In 2016 loopt het proces ter voorbereiding van de nieuwe aanbesteding van de concessie Amstelland-Meerlanden voor de periode vanaf december 2017. Lijnennetvisie 2018 Een belangrijke ontwikkeling de komende jaren voor het openbaar vervoer in de stadsregio is de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn. In 2015 heeft de Stadsregio een Lijnennetvisie 2018 opgesteld als kader waarbinnen vervoerders hun lijnennet kunnen aanpassen aan de veranderende vervoerbehoeften na de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn. De visie is gericht op het beter en efficiënter benutten van het OV systeem door het vermijden van parallelliteit en een optimale integratie van OV-lijnen. De visie wordt vertaald in de vervoerplannen die de verschillende vervoerders vanaf 2016 voor de concessiegebieden opstellen. In deze fase zal duidelijk worden welke bus- en tramlijnen op de Noord/Zuidlijn gaan aansluiten en in welke frequenties. Landelijk spoorsysteem Blijvende aandacht heeft de koppeling van het stads- en streekvervoer met het landelijke spoor. De Stadsregio levert (samen met o.a. Provincie Noord-Holland) bijdragen richting spoorsector en rijk (opdrachtgever van ProRail en concessieverlener van NS) via de MRA-kerngroep Spoor en de OV- en Spoortafels. Wet Lokaal Spoor De Wet Lokaal Spoor is per 1 december 2015 in werking getreden. Vanaf dat moment is het Dagelijks Bestuur van Stadsregio Amsterdam eindverantwoordelijk voor de veiligheid op het metro- en (snel)tramspoor in het gebied van de stadsregio. De wet heeft gevolgen voor aanleg, beheer, gebruik en onderhoud van de lokale spoorwegen en -voertuigen. Stadsregio Amsterdam heeft daarbij enkele bevoegdheden overgedragen aan de gemeente Amsterdam (Rve Metro & Tram) waaronder het opdrachtgeverschap van het
12
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
beheer van het metro- en (snel)tramspoor en het verlenen van vergunningen voor nieuw aan te leggen spoor, nieuwe spoorvoertuigen en werken aan het spoor. Convenant Meerjaren Vervangingsonderhoud Programma Metro 2015-2031 Stadsregio en gemeente Amsterdam hebben in 2015 de afspraken uit het ‘Convenant vervangingsonderhoud metroinfrastructuur 2005’ geactualiseerd in een nieuwe convenant voor de periode tot en met 2031. Aanleiding hiervoor vormen enkele uitbreidingen in het metronetwerk en diverse ontwikkelingen in de afgelopen jaren, waaronder een lagere Rijksbijdrage. Met het vaststellen van het convenant zijn de financiële kaders vastgelegd voor het vervangingsonderhoud aan de bestaande metroinfrastructuur. R-net De Stadsregio werkt samen met de wegbeheerders, vervoerders en andere concessieverlenende overheden aan de uitwerking van een samenhangend netwerk van (Hoogwaardig) Openbaar Vervoer voor spoor-, metro-, (snel)tram- en buslijnen in de Randstad. Samenhang wordt daarbij onder meer geborgd met een herkenbaar netwerk onder een R-net productformule en door afstemming tussen exploitatie en ruimtelijke ordening rond knooppunten. In 2016 werken de wegbeheerders in de Stadsregio aan de afronding van de implementatie van R-net. Wegbeheerders geven daarbij uitvoering aan onder meer het aanleggen van vrije busbanen, abri’s, displays voor reisinformatie en fietsenstallingen. OV-marketingbureau Binnen het OV-marketingbureau werken de drie vervoerders in de Stadsregio (Connexxion, GVB en EBS) en drie concessieverlenende overheden in de MRA (Stadsregio Amsterdam, Provincie Flevoland en Gemeente Almere) samen aan de versterking van het imago, de herkenbaarheid en het gebruiksgemak van het OV via marketingacties en –proposities. Acties in 2016 zijn onder meer de herkenbaarheid van R-net, marketing rondom het nieuwe OV-knooppunt Schiphol-Noord (in het kader van Beter Benutten), verbetering van de informatievoorziening in het kader van de Noord/Zuidlijn (‘Wayfinding 2.0’), OV-servicebalies op Schiphol en Amsterdam Centraal Station, en de doorontwikkeling van de Amsterdam & Region Day Ticket tot een meerdaagse variant. Afsprakenkader bus- en tramhaltes De Stadsregio bereidt eind 2015 een afsprakenkader voor dat een handvat biedt voor vraagstukken op het gebied van wijzigingen van bus- en tramhaltes. Het speelt in op de veranderde praktijk dat een halte meer is geworden dan een haltepaal, maar waar eisen worden gesteld aan toegankelijkheid en actuele reisinformatie. Reisinformatie: GOVI, DRIS en NDOV De Stadsregio neemt deel aan een aantal landelijke database-organisaties voor (openbaar toegankelijke) reisinformatie. Binnen Grenzeloze Openbaar Vervoer Informatie (GOVI) wordt actuele reisinformatie van vervoerbedrijven verzameld om deze informatie te kunnen tonen op DRIS (Dynamisch Reis Informatie Systeem) panelen op straat. De Nationale Data voor het Openbaar Vervoer
13
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
(NDOV) organiseert dat gegevens via loketten uit de markt beschikbaar worden gesteld voor app-bouwers. Vanaf 2016 worden de organisaties van GOVI en de overheidstaken van NDOV geïntegreerd. Veiligheid in het OV Veiligheid in het openbaar vervoer is uitgesplitst in fysieke veiligheid (van materieel en infrastructuur) en sociale veiligheid (van reizigers en personeel en organisatie). De Stadsregio zet zich voor fysieke veiligheid in o.a. door veiligheidsstudies. Op 1 december 2015 is de Wet Lokaal Spoor in werking getreden, waarmee Stadsregio Amsterdam de eindverantwoordelijkheid draagt voor de veiligheid van tram en metro (zie hierboven). In het kader van strengere regelgeving omtrent tunnelveiligheid worden aanpassingen gedaan aan verschillende weg-, tram- en metrotunnels in de regio. Voor sociale veiligheid is specifieke aandacht in concessiebeheer en in samenwerkingsprojecten met de veiligheidspartners, waaronder Politie en OM. Duurzaamheid in het OV Stadsregio Amsterdam werkt aan een concrete uitwerking van de ambitie om het openbaar vervoer in de vier OV-concessies in de komende jaren verder te verduurzamen. Zo werkt Stadsregio Amsterdam in 2016 samen met de gemeenten en vervoerders aan een uitwerking van de verkennende studie naar meer duurzaam aangedreven bussen (mede ten behoeve van de nieuwe aanbesteding van de OV-concessie Amstelland-Meerlanden). Ook werkt de Stadsregio samen met GVB en gemeente Amsterdam (Rve Metro & Tram) de verduurzaming van metrostations en (rail)infra (o.a. via zonnepanelen op stationsdaken en energiezuinige LED-verlichting op OV-trajecten). 2.2.3 Regionaal Netwerk Fiets Omdat het aandeel fietsers de laatste jaren sterk toeneemt (mede dankzij opkomst e-bike), en daarmee ook de opgave om die groei in goede banen te leiden, heeft de Stadsregio Amsterdam in 2015 een Investeringsagenda Fiets opgesteld. De Investeringsagenda Fiets beschrijft de ambities op het gebied van fietsbeleid en -infrastructuur voor de periode tot 2025. Daarmee geeft de Stadsregio een extra impuls aan het behalen van het RVVP-streefbeeld om het gecombineerde marktaandeel van fiets en OV in de spits te laten groeien naar 70% in hoogstedelijke gebieden (nu 63%), 50% in grote kernen (nu 40%) en 40% in kleine kernen (nu 35%). Een tweede hoofddoel van de Investeringsagenda Fiets is om de verkeersveiligheid van fietsers in het verkeer te verbeteren. Behalve forse ambities op het gebied van het verbeteren van fietsinfrastructuur (netwerk en stallingen) kent de Investeringsagenda ook extra aandacht voor onderzoek en kennisontwikkeling. De Investeringsagenda Fiets kent een uitvoeringsparagraaf die ieder jaar in december wordt geactualiseerd parallel aan het uitvoeringsplan van het RVVP.
14
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 5: Regionaal Netwerk Fiets
15
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Belangrijke activiteiten in 2016 zijn: Het verder versterken van het regionale fietsnetwerk (zie figuur 5), met bijzondere aandacht voor hoogwaardige langeafstandsroutes en de aanpak van zwakke schakels en kruispunten in hoogstedelijk gebied; Fietspromotie en –stimulering en slimme koppeling aan doelstellingen van toerisme en recreatie, met aandacht voor dubbelgebruik van hoogwaardige fietsroutes tussen kernen en naar groengebieden; Monitoring en kennisontwikkeling, onder meer via samenwerking met kennisinstellingen, inventarisatie verkeersstromen via nieuwe applicaties en diverse onderzoeken naar voor- en natransport, verkeersveiligheid en de haalbaarheid van hoogwaardige snelfietsroutes; Pilots met innovatieve oplossingen op het gebied van verkeersmanagement voor de fiets en fietsparkeervoorzieningen. Met de Provincie Flevoland en de gemeenten Almere en Lelystad werkt de Stadsregio samen bij het opstellen van de Investeringsagenda Fiets en de routenetwerken. Ook wordt er kennis uitgewisseld rond de aanpak van fietsenstallingen bij stations en bij de Nationale Fietstelweek wordt ook data ingewonnen die voor de fietsmonitoring in Almere zal worden gebruikt. Een deel van de fietsopgave (met name voor fietsparkeren) is onderdeel van speerpunt ‘Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie’.
2.2.4 Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Naast de samenhang binnen de netwerken van weg, openbaar vervoer en fiets wordt een sterke samenhang tussen deze deelnetwerken steeds belangrijker. Daarbij streeft de Stadsregio vanuit het RVVP-speerpunt ‘Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie’ vooral naar een betere afstemming tussen de ketens auto-OV en fiets-OV en naar een verbetering van de overstap op OVknooppunten. Belangrijke acties binnen dit speerpunt zijn knooppuntmanagement, Wayfinding en de realisatie van fietsparkeer- en P+R-plaatsen. Met knooppuntmanagement werkt de Stadsregio aan het integraal en blijvend verbeteren van een soepele overstap en een prettig en sociaal veilig verblijf binnen en rondom belangrijke knooppunten en haltes in de MRA. Hieronder valt het stimuleren en faciliteren van de samenwerking en afstemming tussen de verschillende beheerders op een OV-knooppunt en het vastleggen van afspraken rondom het beheer en onderhoud. Wayfinding is gericht op het realiseren van heldere bewegwijzering, routeinformatie en looproutes. In 2016 wordt de eerste fase van het door Stadsregio Amsterdam en Provincie Noord-Holland opgestelde programma beëindigd en is op tientallen knooppunten in de regio de wayfinding verbeterd.
16
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Mede vanuit de Investeringsagenda Fiets is er in 2016 speciale aandacht voor de realisatie van (voldoende goede) fietsparkeerplaatsen bij NS-stations en HOV-haltes (waaronder verschillende stations aan het Amsterdamse metronetwerk evenals verscheidende HOV-bushaltes in de Stadsregio). Specifiek voor stallingen bij NS-stations is de Stadsregio een intensieve samenwerking met ProRail aangegaan om toekomstvaste fietsparkeervoorzieningen te realiseren (o.a. Nieuw-Vennep, Amsterdam Holendrecht en RAI, Diemen Zuid en Koog-Bloemwijk) en nader uit te werken (o.a. Amsterdam CS, Amsterdam Amstel en Zaandam). Ook worden fietsenstalling in stedelijke centra uitgebreid, waaronder op het Beursplein, het Leidseplein en het tweede fietspakhuis in Zaandam. Verder werkt de Stadsregio samen met gemeenten aan het beter benutten van fietsenstallingen met aandacht voor beheer, exploitatie, handhaving en onderhoud. 2.2.5 Bewustwording & Gedragsbeïnvloeding Binnen dit speerpunt staat het zo efficiënt mogelijk benutten van de bestaande infrastructuur en het totale verkeersnetwerk centraal. Hierin past het programma Beter Benutten, dat op MRA-schaal in samenwerking tussen Rijk, regio en bedrijfsleven is ontwikkeld. De maatregelen uit het eerste programma (2012-2014) zijn inmiddels vrijwel afgerond. Het vervolgprogramma (2015-2017) is gericht op het stimuleren van automobilisten om tijdens de spits te kiezen voor een ander vervoermiddel, of om eerder of later te vertrekken. Voorbeelden van maatregelen uit Beter Benutten Vervolg zijn het vergroten van de bekendheid en aantrekkelijkheid van nieuwe OVlijnen en -knooppunten, het verbeteren van de doorstroming en veiligheid voor fietsers en het vergroten van de mobiliteitskennis bij bedrijven. De maatregelen worden steeds gebiedsgericht uitgevoerd, in 2016 onder meer op de Zuidas, Schiphol-Noord, het AMC, de binnenring van Amsterdam, de Amsterdam Arena, Amstel Business Park, Rieker Business Park en Westpoort/Teleport.
2.2.6 Duurzame mobiliteit & Leefomgeving Duurzaamheid raakt steeds steviger ingebed in het werkterrein verkeer en vervoer van de Stadsregio. De Stadsregio werkt langs twee hoofdlijnen aan duurzame mobiliteit. De ene lijn heeft betrekking op de gemaakte keuzes in beleid en investeringen die gericht zijn op het stimuleren van inwoners en bezoekers om slimme afwegingen te maken over het gebruik van de auto, fiets en OV in de regio. De andere lijn is door binnen het beleid en de investeringen extra accent te leggen op duurzaamheid. Voorbeelden hiervan zijn de reducties van CO2- en NOx-uitstoot die de Stadsregio met de vervoerders in de aanbesteding van OV-concessies heeft bereikt en de bijdrage aan MRA-Elektrisch (regionale stimulering van elektrisch rijden en realisatie van laadpunten). Bij de aanleg van infrastructuur investeert de Stadsregio in duurzame toepassingen (o.a. via materiaalgebruik en energiegebruik en -opwekking). Als onderdeel van het Strategisch Kader, het nieuwe regionale beleidskader voor verkeer en vervoer dat de Stadsregio naar verwachting in 2016 zal vaststellen, wordt het onderwerp verduurzaming verder uitgewerkt. Hierbij gaat de Stadsregio uit van de ‘Trias Mobilica’, een variatie op de bekende Trias Energetica voor beperking van (fossiel) energiegebruik. De Trias Mobilica gaat uit van de volgende driedeling:
17
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
1. Verminderen van mobiliteit: o.a. door slimme ruimtelijke ordening, Het Nieuwe Werken 2. Veranderen van mobiliteit: o.a. door fietsen, lopen, OV en deelauto’s te stimuleren 3. Verduurzamen van mobiliteit: o.a. door stimuleren van aandrijftechnieken die minder of geen fossiele energie vergen zoals groen gas en elektrisch, en door duurzaam (her)gebruik van grondstoffen in de infrastructuur. Parallel hieraan zet de Stadsregio samen met de regionale partners verdere stappen om meer kennis over duurzaamheidseffecten te ontwikkelen en daarmee betere investeringsafwegingen te kunnen maken. Leefbaarheid is gericht op het bereiken van een goede balans tussen de bereikbaarheid van gebieden en de leefkwaliteit rondom de maatregelen die daarvoor nodig is. Daarbij horen het beperken van geluidshinder, luchtverontreiniging en risico’s in externe veiligheid, maar ook het zorgen voor (en behouden van) veilige en directe verbindingen tussen verblijfsgebieden die met infrastructuur worden doorsneden. Het accent ligt daarbij op dichtbevolkte gebieden en op maatregelen die een hoge kosteneffectiviteit hebben.
2.2.7 Verkeersveiligheid Om een reductie van het aantal verkeersslachtoffers te bereiken, met als uitgangspunt het landelijke streefbeeld voor het aantal verkeersdoden en ernstige gewonden, wordt in 2016 uitvoering gegeven aan een integraal verkeersveiligheidsbeleid met drie pijlers: Infrastructuur: het verkeersveilig inrichten van wegen in de regio door het wegnemen van knelpunten, het ‘Duurzaam Veilig’ inrichten van wegen en het aanleggen van schoolzones; Educatie voor verkeersdeelnemers op beïnvloedbare risicovolle momenten in hun ‘verkeersloopbaan’, vooral op kinderdagverblijven, voorscholen, peuterspeelzalen, basisscholen en in het voorgezet onderwijs; Campagnes en handhaving: gewenst verkeersgedrag bevorderen en behouden en ongewenst gedrag bestraffen. Begin 2016 wordt de nieuwe Investeringsagenda Verkeersveiligheid ter vaststelling voorgelegd aan de Regioraad. In dit geactualiseerde verkeersveiligheidsbeleid komt extra focus te liggen op de kwetsbare doelgroepen ouderen en fietsers. Voor fiets ligt er een nadrukkelijke koppeling met de in 2015 vastgestelde Investeringsagenda Fiets. Bestaande acties zijn al opgenomen in dit uitvoeringsprogramma, nieuwe acties komen terecht in het UVP V&V 2017 en verder. Nieuwe activiteiten en accenten in 2016 zijn onder meer: Nadere uitwerking van de Investeringsagenda Verkeersveiligheid in een uitvoeringsprogramma met maatregelen en acties; Opleveren van een quick scan naar de verkeersveiligheid van het openbaar vervoer; Betere toepassing van data over ongevallen en risico’s door monitoring en analyses.
18
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
2.2.8 Goederenvervoer Vanuit het RVVP-speerpunt ‘Goederenvervoer’ werkt de Stadsregio Amsterdam samen met de gemeenten, het regionale bedrijfsleven en andere partners aan verschillende goederenvervoerprojecten. Deze projecten dragen bij aan een betere bereikbaarheid, leefomgeving en verkeersveiligheid in het toenemende goederenvervoer in de regio. Zo zet Stadsregio Amsterdam in op het optimaliseren en handhaven van kwalitatief goede routes voor het afwikkelen van het goederenvervoer over de weg in de MRA op het gedefinieerde voorkeursnetwerk (zie figuur 6). Samen met wegbeheerders worden doorlopend knelpunten in dit netwerk aangepakt. Ook zet de Stadsregio in op het beter benutten van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer door lokaal beleid af te stemmen, efficiëntie in het goederenvervoer (minder vrachtritten en voertuigkilometers) te bevorderen, het gebruik van alternatieve vervoerswijzen te stimuleren en kennis over innovaties te delen. In 2016 werkt de Stadsregio samen met de Provincie Noord-Holland, gemeenten en andere weg- en bedrijvenparkbeheerders een strategie uit rondom de problemen met truck- en trailerparkeren op verschillende bedrijventerreinen. Ook wordt in de Zaanstreek, Waterland en Amsterdam een proef opgestart voor de harmonisatie en professionalisering van de gemeentelijke ontheffingverlening voor vrachtverkeer. Aanvullend op deze acties verkent de Stadsregio in 2016 samen met haar partners in de MRA de kansen om intensiever regionaal samen te werken op goederenvervoer. Mogelijk leidt dit tot een gezamenlijke meerjarenagenda. 2.2.9 Gebiedsgericht Samenwerken Voor een goede bereikbaarheid en leefbaarheid is een goed samenspel tussen ruimtelijke ontwikkelingen en verkeer- en vervoermaatregelen noodzakelijk. Het RVVP gaat daarbij uit van een gebiedsgerichte aanpak waarbij beleid moet aansluiten bij de ruimtelijke en sociaal-economische eigenschappen van een gebied. Hiervoor zijn in het RVVP richtsnoeren per gebiedstype gedefinieerd. Voor een effectieve uitvoering van het beleid is van belang dat lokale, regionale en rijksprogramma’s optimaal op elkaar worden afgestemd en thema-overschrijdend worden bekeken. Acties binnen dit speerpunt in 2016 zijn onder meer: Samenwerking met andere overheden in de ontwikkeling en uitwerking van structuurvisies en verkeer- en vervoerplannen, onder meer via advies en begeleiding. Zo zal de Stadsregio in 2016 met andere overheden samenwerken aan verschillende rijksstructuurvisies en MIRT-onderzoeken en-verkenningen, de MRA Agenda en ondersteuning bieden aan de gemeenten Edam-Volendam/Zeevang en Landsmeer bij (het uitvoeringsprogramma van) de actualisatie van hun lokale verkeer- en vervoerplannen. Financiering en stimulering: de Stadsregio heeft de afgelopen jaren samen met de gemeenten gewerkt aan verschillende verbeteringen in de gezamenlijke werkwijze in financiële bijdragen aan projecten. Daarbij probeert de Stadsregio wegbeheerders en opdrachtgevers ook te prikkelen om opgaven integraler en gebiedsgerichter op te pakken.
19
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 6: Kwaliteitsnet Goederenvervoer MRA
20
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Verkeersmodel Metropoolregio Amsterdam (VENOM): het verkeersmodel VENOM wordt gebruikt voor regionale strategische studies voor weg en openbaar vervoer in de Metropoolregio Amsterdam. Ook voor 2016 zijn diverse studies gepland. Daarnaast wordt binnen het Gebruikersplatform VENOM gewerkt aan verdere actualisering en versterking van het model; Samenwerking met de MRA-partners, de NS en ProRail om kansrijke ontwikkelingen rond OV-knooppunten te stimuleren. Om de werkzaamheden van gemeenten en de Stadsregio optimaal op elkaar te laten aansluiten, vinden er twee maal per jaar gesprekken met gemeenten plaats over ontwikkelingen in elkaars samenwerking, beleid, programma’s en projecten.
21
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
3 Gebiedsspecifieke opgaven, doelen en acties per deelgebied en gemeente 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt per RVVP-speerpunt op hoofdlijnen een beeld geschetst van de belangrijkste opgaven, doelstellingen, maatregelen en projecten waarvoor actie wordt ondernomen in 2016, met een doorkijk naar latere jaren. Het gaat niet alleen om activiteiten van de Stadsregio, maar ook om activiteiten die vallen onder de verantwoordelijkheid van partners en van belang zijn voor het regionale beleid. Voor nadere toelichting op de opgaven, doelstellingen en acties wordt verwezen naar de documentatie van de individuele programma’s. De acties worden in dit hoofdstuk op hoofdlijnen toegelicht per deelgebied: Amstelland-Meerlanden (de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn) Amsterdam Waterland (de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland en Zeevang) Zaanstreek (de gemeenten Oostzaan, Wormerland en Zaanstad) De laatste paragraaf van dit hoofdstuk geeft tot slot op hoofdlijnen inzicht in de belangrijkste beleidskaders, investeringsprogramma’s en voorbeeldprojecten voor verkeer en vervoer bij Vervoerregiopartners provincie Flevoland en gemeenten Almere en Lelystad. Deze kaders, programma’s en projecten worden getoond ter illustratie van de Vervoerregio-samenwerking, maar zijn geen onderdeel van het Uitvoeringsprogramma van de Stadsregio.
3.2 Amstelland-Meerlanden Amstelland-Meerlanden, bestaande uit de gemeenten Haarlemmermeer, Amstelveen, Aalsmeer, Uithoorn, Ouder-Amstel en Diemen, is voor de regio en voor Nederland van groot ruimtelijk en economisch belang. Het gebied kent een uitdaging om onder meer de grootschalige woningbouwopgave, de ontwikkeling van de Mainport Schiphol en Greenport Aalsmeer goed met elkaar ruimtelijk te combineren. Zodoende werken het Rijk, de Stadsregio Amsterdam, de provincie Noord-Holland, Schiphol en de gemeente Haarlemmermeer samen aan de (Rijks)Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH). Voor een groot deel van de totale woningbouwopgave van de Stadsregio Amsterdam is ruimte gereserveerd in de gemeente Haarlemmermeer. Vanwege de veranderende bouwmarkt vindt deze ontwikkeling gefaseerd plaats. Grote bouwontwikkelingen op de meer korte termijn vinden naast Haarlemmermeer ook plaats in Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. De komende jaren realiseren Stadsregio en de gemeenten in Amstelland-Meerlanden verschillende grote infrastructurele werken en doen beide forse nieuwe investeringen om daarmee in te spelen op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.
22
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Het openbaar vervoer in de regio Amstelland-Meerlanden valt grotendeels binnen de gelijknamige OV-concessie en wordt tenminste tot en met december 2017 verzorgd door Connexxion. De gemeente Diemen en delen van de gemeenten Amstelveen en OuderAmstel liggen in het concessiegebied Amsterdam, waar het GVB het openbaar vervoer verzorgt. Ten behoeve van de nieuwe aanbesteding van de OV-concessie Amstelland-Meerlanden voor de periode vanaf december 2017 wordt begin 2016 het Programma van Eisen vastgesteld. Hierin worden bepalingen opgenomen over de inrichting van het lijnennet en op de aanpassingen die voortvloeien uit de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn. Op basis van het bestek kunnen geïnteresseerde vervoerders een offerte indienen. Hierbij is duurzaamheid een van de belangrijkste speerpunten. Na beoordeling van de offertes wordt de concessie aan de indiener met de beste offerte gegund. Naar verwachting blijft het huidige lijnennet tot de ingangsdatum van de nieuwe concessie in takt. Schiphol en Haarlemmermeer Stadsregio werkt in 2016 samen met NS, ProRail, Schiphol en het Ministerie van IenM aan het oplossen van de capaciteits- en veiligheidsknelpunten op het trein- en busstation Schiphol Plaza. In 2015 is een voorkeursoplossing op hoofdlijnen afgerond, waarbij het treinstation de ruimte krijgt om uit te breiden door het busstation te verhogen. Eind 2015 vindt bestuurlijke overleg plaats over de vervolgstappen. Rondom Schiphol wordt in 2016 verder uitvoering gegeven aan het opwaarderen van diverse busverbindingen naar R-net/HOV kwaliteit met bijbehorende infrastructuur en knooppunten. Voorbeelden hiervan zijn HOV A9 (voor de busverbindingen tussen Haarlem en Amsterdam-Zuid en Amstelveen via Schiphol), de HOV-busbaan Schiphol-Oost en de Westtangent (busverbinding Sloterdijk-Schiphol). Vanuit HOV A9 worden bij Badhoevedorp-Oost in 2016 een nieuwe afrit, onderdoorgang en haltes aangelegd, gecombineerd met een hoogwaardige fietsverbinding ter hoogte van het voormalige knooppunt ‘Badhoevedorp’ (A4-A9). In 2015 is vanuit HOV A9 al het nieuwe OV-knooppunt Schiphol-Noord opgeleverd. Om de bekendheid en aantrekkelijkheid van dit nieuwe knooppunt en de nieuwe R-net lijn 356 te vergroten wordt (in het kader van Beter Benutten) in 2016 een marketingcampagne gehouden. Ook worden bij het knooppunt in 2016 extra fietsparkeerplaatsen geplaatst, worden comfortmaatregelen doorgevoerd en vindt er een proefproject met deelauto’s plaats. HOV A9 wordt uitgevoerd in samenhang met de weguitbreiding A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) en de omlegging en capaciteitsvergroting van de A9 om Badhoevedorp, welke in 2016 in uitvoering zijn. Een andere investering in R-net/HOV rondom Schiphol in 2016 is de realisatie van het noordelijk deel van de HOV-busbaan Schiphol-Oost (verwachte ingebruikname december 2017). Voorsorterend op de realisatie van ook de zuidzijde van de HOVbusbaan wordt ter hoogte van de N196 een nieuw HOV-knooppunt Schiphol-Zuid gevormd. Daarbij worden ook de wegen, busbanen en fietspaden rondom het knooppunt heringericht. Dit nieuwe knooppunt ontsluit Schiphol-Rijk en het nieuwe bedrijventerrein Schiphol Logistics Park. Verder wordt in de Haarlemmermeer in 2016 gewerkt aan de planuitwerking van de Duinpolderweg, de nieuwe verbinding tussen de A4 en N206, in een samenwerking van Stadsregio, de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland en diverse gemeenten. In het kader van grootschalig onderhoud aan de N201 tussen Hoofddorp-Oost en Haarlem vinden tevens aanpassingen plaats aan de Ringvaartbrug ter hoogte van Cruquius, realisatie van twee fietstunnels en optimalisatie van bestaande fiets- en OV-infrastructuur.
23
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Ook vindt in 2016 realisatie plaats van de HOV-halte Geniedijk in Hoofddorp en het fietspad tussen de N207 en Lisserweg. In 2016 maken Stadsregio en Haarlemmermeer nadere afspraken over de fietsverbindingen in het Park 21. Amstelveen, Aalsmeer en Uithoorn De gemeenten Amstelveen, Aalsmeer en Uithoorn kennen belangrijke bereikbaarheidsopgaven rondom de OV-verbindingen NoordZuid, het centrumgebied van Amstelveen en het wegennet rondom de onlangs omgelegde N201. Voor de OV-verbindingen Noord-Zuid is een belangrijk project de planuitwerking en voorbereiding realisatie van de op te waarderen Amstelveenlijn. Dit om het toekomstige reizigersgroei te kunnen verwerken en de veiligheid te verbeteren. Tussen de Zuidas en Amstelveen-Zuid wordt de bestaande Amstelveenlijn omgebouwd tot een hoogwaardige tramverbinding die bij de Zuidas optimaal aansluit op het bestaande tram- en metronet van Amsterdam, de nieuwe Noord/Zuidlijn en op het spoorwegnet. Naast de ombouw van de Amstelveenlijn wordt in 2016 een planstudie uitgevoerd naar het optimaliseren van de HOV-corridor tussen Amsterdam en Uithoorn. Mogelijkheden hierbij zijn een eventuele doortrekking van de Amstelveenlijn naar Uithoorn of het realiseren van HOVbusinfrastructuur. In het centrumgebied van Amstelveen worden, in samenhang met de op te waarderen Amstelveenlijn, de voorbereidingen getroffen voor de ombouw van de A9 tot een deels verdiepte snelweg, als onderdeel van de Weguitbreiding A1/A6/A9 Schiphol-AmsterdamAlmere (SAA). Hier ontstaat ruimte voor bouwontwikkelingen en het verbeteren van verkeersverbindingen in Amstelveen. Zodoende vindt in 2016 onderzoek plaats naar een betere aansluiting van HOV A9 op het busstation en de op te waarderen Amstelveenlijn, in combinatie met verbetering van fietsroutes in het gebied. In navolging van de omlegging van de N201 tussen Hoofddorp en Uithoorn werken Stadsregio en de gemeenten Aalsmeer en Uithoorn in 2016 de plannen uit om de vrijgekomen ruimte van het tracé van de voormalige N201 (nu N196) te benutten voor HOV en fiets. Ook wordt in 2016 gewerkt aan maatregelen om de veranderde verkeerscirculatie op het onderliggende wegennet door de omgelegde N201 op te vangen. Hierbij gaat het onder meer om het opwaarderen van de N231 (Legmeerdijk) en de aanleg van een vrije vrachtautobaan van en naar de veiling. Ook voert Amstelveen, in samenwerking met de Provincie Noord-Holland en Stadsregio, een verkennende studie uit naar het verbeteren van de verkeersdoorstroming tussen de N201 (Uithoorn) en A9, onder meer via de N251 (Zijdelweg en Bovenkerkerweg). Tot slot wordt in Amstelveen, Aalsmeer en Uithoorn ingezet op het realiseren van diverse kleine kosteneffectieve maatregelen voor fiets en verkeersveiligheid. Zo waarderen Amstelveen en Aalsmeer in 2016 diverse kruispunten en fietsroutes op, waaronder fietspad Noordvork en asfalteren fietspad Japanlaan in Aalsmeer. Ook maken Amstelveen en Stadsregio in 2016 afspraken over de ‘Sportas’ fietscorridor, mede als invulling van de ambitie van Amstelveen/Aalsmeer om een spil te vormen in het toekomstig regionale snelfietsroutenetwerk. In Uithoorn worden in 2016 twee verkeersveilige schoolzones gerealiseerd en worden diverse zwakke schakels in het regionale netwerk fiets op orde gebracht, waaronder fietsstraten de Vuurlinie en Boterdijk bij de Kwakel.
24
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Diemen en Ouder-Amstel In de gemeenten Diemen en Ouder-Amstel vinden grote woningbouwontwikkelingen plaats nabij de trein- en metrostations Duivendrecht (De Nieuwe Kern) en Diemen-Zuid (Bergwijkpark) en nabij de eindhalte van tramlijn 9 (Plantage De Sniep). Ter verbetering van de snelheid en betrouwbaarheid van tramlijn 9 wordt in 2016 een definitieve keuze gemaakt voor de inpassing van de trambaan in de herinrichting van de Hartveldseweg en de Muiderstraatweg. Bij station Diemen-Zuid wordt de fietsenstalling uitgebreid. Ook start bij Bergwijkpark in de eerste helft van 2016 de uitvoering van de busbaan Daalwijkdreef. Voor de ontsluiting van De Nieuwe Kern studeren Stadsregio, Rijkswaterstaat en gemeenten Amsterdam en Ouder-Amstel op diverse maatregelen, waaronder reconstructie van de Nieuwe Utrechtseweg/S110 en een nieuwe wegverbinding over de Duivendrechtsevaart (Amstelstroomlaan). In 2016 worden in dit gebied ook de metrostations van de Oostlijn gerenoveerd en worden bij verschillende stations de fietsparkeervoorzieningen uitgebreid. De fietsroutes noord-zuid in dit gebied worden de komende jaren schakel voor schakel aangepakt, waaronder op de Spaklerweg en Weesperzijde. Twee grote projecten in Ouder-Amstel en Diemen waarvoor in 2016 voorbereidingen worden getroffen, zijn respectievelijk de vervanging van de Amstelbrug van de N522 (inclusief een ongelijkvloerse kruising voor fietsers), en de aanleg van een ongelijkvloerse spoorpassage op de Ouddiemerlaan. Kleine kosteneffectieve maatregelen voor fiets en verkeersveiligheid in OuderAmstel zijn onder meer de fietsverbinding langs de Jan Benninghweg en de verkeersveiligheid op het kruispunt De Flinesstraat – Spaklerweg. In Diemen wordt de verkeersveiligheid verbeterd als onderdeel van de herinrichting van de openbare ruimte in diverse woonbuurten. De gemeenten in Amstelland-Meerlanden werken tot slot in 2016 onder andere samen met de Stadsregio, Provincie Noord-Holland en verschillende andere MRA-gemeenten een strategie uit rondom de problemen met truck- en trailerparkeren op verschillende bedrijventerreinen. In Amstelland-Meerlanden lijkt deze problematiek vooral te spelen rondom Schiphol en in mindere mate rondom de Greenport Aalsmeer en het gebied rondom Van Der Madeweg en Amstel III. Figuur 7 geeft een overzicht van de regionale verkeersnetwerken in Amstelland-Meerlanden. Figuur 8 en tabel 1 geven per RVVPspeerpunt op hoofdlijnen een weergave van de maatregelen en projecten in 2016 in Amstelland-Meerlanden.
25
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 7: Regionale netwerken in Amstelland-Meerlanden
26
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 8: Maatregelen en projecten in 2016 in Amstelland-Meerlanden op hoofdlijnen
27
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Groot onderhoud N201 West tussen Ringvaart en Van Heuven Goedhartlaan en start uitvoering opwaardering Legmeerdijk/N231. Verkennende studie naar verbinding Uithoorn (N201) – Amstelveen (A9), planstudie naar opwaarderen kruispunt Bosrandweg/Nieuwe Meerlaan en uitwerking voorkeursvariant planstudie Duinpolderweg (N206 – A4). Monitoring van de kwaliteit van de uitvoering van de lopende concessie en voorbereiding aanbesteding volgende concessieperiode. Vervolgstappen zetten op voorkeursoplossing voor capaciteits- en veiligheidsknelpunten op het trein- en busstation. Planuitwerking en voorbereiding realisatie Ombouw Amstelveenlijn. Afronden planstudie HOV-corridor Amsterdam-Uithoorn (mogelijkheden hierbij zijn doortrekking van Amstelveenlijn naar Uithoorn of realisatie van HOV-businfrastructuur). Realisatie busafrit en –onderdoorgang, planuitwerking overige deelprojecten in samenhang met uitvoering van de omlegging A9 Badhoevedorp. Afronden planstudie naar diverse deelprojecten, een passage over of onder de Ringdijk voor bus en langzaamverkeer. Planuitwerking van R-net verbinding Sloterdijk-Schiphol (Westtangent) in relatie met HOV-knoop Schiphol Noord en verknoping van de verbinding HOV-A9, waarbij afronding studie optimalisatie passage/busviaduct over A9 Realisatie HOV Schiphol-Oost noordelijk deel, gericht op realisatie vrijliggende busbanen. Start verkenning HOV Schiphol-Oost zuidelijk deel. Afronden planstudie Rnet Busbaan Aalsmeer op vrijkomende tracé oude N201 en planstudie overstappunt Zwarteweg. Verkenning OV-knooppunt Schiphol Zuid. Planstudie opwaarderen tramlijn 9 en afronding uitvoering busbaan Daalwijkdreef.
Programma Weg: verkenningen en planstudies B: Regionaal Netwerk OV
OV Concessie Amstelland-Meerlanden Schiphol Plaza Programma OV: Ombouw Amstelveenlijn, HOV Amstelveen – Uithoorn Programma OV: HOV A9 Haarlem – A'dam-Zuid/A'veen Programma OV: HOV Schiphol – Noordwijk Programma OV: HOV Schiphol – Sloterdijk (Westtangent) Programma OV: HOV Schiphol-Oost, Busbaan Aalsmeer, knooppunt Schiphol-Zuid
C: Regionaal Netwerk Fiets
Programma OV (overige tram- en busverbindingen) Landelijk Verbeterprogramma Overwegen Programma Fiets
Verder uitwerken ontwerp spoorpassage Ouddiemerlaan t.h.v. spoorlijn Muiderpoort Diemen – Weesp. Onder meer planuitwerking hoofdfietsroute Hoofddorp – Schiphol – Aalsmeer en verkenning fietscorridor Amsterdam – Amstelveen – Aalsmeer (Sportas route). Verder fietspaden Groen van Prinstererlaan – Rembrandtweg, asfalt en betonfietspaden Westwijk (Amstelveen), verkenning aanpak zwakke schakel Waterhoenpad/Zwanenpad, aanleg 3e fase fietsverbinding IJburg-Diemerbos, aanleg fietsverbinding over Gaasp langs A9 (Diemen), realisatie eerste fase fietsverbinding knoop A4-A9, fietstunnels N201, planuitwerking vervanging fietsdeel Sloterbrug, fietsverbindingen Venneperweg, Perenlaantje, Geniepark, Park 21 en N207 – Lisserweg (Haarlemmermeer), verkenning verbeteren fietsroutes Amsterdam centrum – Amsterdam Zuidoost, aanpak fietsverbinding Amstelbrug in Ouderkerk, fietsverbinding langs de Jan Benninghweg (Ouder-Amstel), fietspad Noordvork en asfalteren fietspad Japanlaan (Aalsmeer), fietsstraten de Vuurlinie en Boterdijk bij de Kwakel (Uithoorn).
Uithoorn
Programma Weg
Ouder-Amstel
A: Regionaal Netwerk Weg
Haarlemmermeer
Toelichting
Diemen
Programma/project
Amstelveen
RVVP-speerpunt
Aalsmeer
Tabel 1: Maatregelen en projecten in 2016 in Amstelland-Meerlanden op hoofdlijnen
✓ ✓
✓
✓
✓
✓
✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓
✓
✓ ✓ ✓
✓
✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
28
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
D: Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie
Programma Fiets: Fietsparkeren bij OV-knooppunten en R-net haltes Knooppuntmanagement en Wayfinding
E: Bewustwording en gedragsbeïnvloeding F: Duurzame mobiliteit & Leefomgeving G: Verkeersveiligheid
Beter Benutten Vervolg Duurzaamheid in het OV Kleine infrastructuur verkeersveiligheid Verkeerseducatie, -campagnes en handhaving
H: Goederenvervoer
Greenport OLV Truckparkeren MRA
Onder meer opwaarderen fietsparkeren R-net lijn 300 door middel van fietskluizen, fietsparkeren (metro)stations Hoofddorp, Nieuw-Vennep (Haarlemmermeer), Van der Madeweg (Ouder-Amstel) en Diemen-Zuid. Uitvoering voor NS/metrostations o.a. Van Der Madeweg en Diemen-Zuid. Diverse voorzieningen en kleine ingrepen bij halte Spaarneziekenhuis en R-net haltes. Onder meer marketingcampagne rondom bekendheid en aantrekkelijkheid SchipholNoord en R-net lijn 356. Uitwerking van studie naar meer duurzaam aangedreven bussen ten behoeve van de nieuwe aanbesteding van de OV-concessie Amstelland-Meerlanden. Kruispunt De Flinesstraat – Spaklerweg (Ouder-Amstel), herinrichting openbare ruimte diverse woonbuurten (Diemen), diverse schoolzones (Uithoorn). Uitvoering van verkeerseducatie 0-18 jaar door OnderwijsAdvies en VVN en van drie verkeersveiligheidscampagnes in subregionaal verband conform de landelijke campagnekalander verkeersveiligheid. Realisatie extra uitgang Greenport Aalsmeer naar nieuwe N201+, in combinatie met verbeteringen aan de Middenweg. Samen met o.a. de Stadsregio, Provincie Noord-Holland en andere MRA-gemeenten regionale strategie uitzetten rondom de problemen met truck- en trailerparkeren op verschillende bedrijventerreinen.
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓
29
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
3.3 Amsterdam Amsterdam groeit sterk, zowel qua inwoners als economie. De komende jaren vinden bouwontwikkelingen plaats, onder meer op Zeeburgereiland, IJburg, Over-Amstel, de Houthavens, de Zuidas en de noordelijke IJ-oever. Het verkeer- en vervoerbeleid van Amsterdam is verwoord in de Mobiliteitsaanpak Amsterdam en uitwerkingen daarvan. In 2015 heeft Amsterdam een Uitvoeringsagenda Mobiliteit opgesteld, met een pakket aan maatregelen om te zorgen voor meer ruimte op de meest drukke plekken in de stad en een betere doorstroming van het verkeer. De komende jaren realiseren Stadsregio en gemeente Amsterdam verschillende grote infrastructurele werken en doen beide forse nieuwe investeringen om de bereikbaarheid, ook van de nieuw te ontwikkelen gebieden, te garanderen. Het openbaar vervoer in de OV-concessie Amsterdam (waaronder ook de gemeente Diemen en delen van de gemeenten Amstelveen en Ouder-Amstel vallen) wordt uitgevoerd door het GVB. Een belangrijke ontwikkeling in deze OV-concessie (net als voor de andere concessies in de stadsregio) is de verwachte ingebruikname van de Noord/Zuidlijn eind 2017. Met de nieuwe metrolijn wordt een cruciale schakel toegevoegd aan het (boven)regionale OV-netwerk. In 2015 heeft de Stadsregio een Lijnennetvisie 2018 opgesteld als kader waarbinnen vervoerders hun lijnennet mogen aanpassen aan de veranderende vervoerbehoeften na de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn. De visie is gericht op het vermijden van parallelliteit van OV-lijnen en optimale integratie van OV-lijnen. Voor Amsterdam betekent de visie dat streekbussen deels aansluiten op de nieuwe metrostations Noord en Zuid, terwijl het stedelijk OV meer gericht wordt op de relatie oost-west, wederom met een goede integratie op de nieuwe metrostations. De daadwerkelijke uitwerking van de Lijnennetvisie 2018 wordt verder duidelijk via de vervoerplannen die de vervoerders in 2016 en later presenteren. Stadsregio, gemeente Amsterdam en GVB werken in 2016 aan veel projecten uit het uitvoeringsprogramma van de Investeringsagenda OV ter verbetering van het stedelijke OV. Investeringen richten zich daarbij op snellere, betrouwbaardere en aantrekkelijkere bus- en tramverbindingen binnen de stad met een optimale verknoping met de regionale (spoor)knooppunten en metrostations van de toekomstige Noord/Zuidlijn. Voorbeelden van nieuwe projecten die met voorrang worden uitgevoerd zijn de herinrichting van de Rozengracht – Raadhuisstraat en de planstudie voor een nieuwe tramverbinding op de Haarlemmer Houttuinen. Voorbeelden van al eerder gestarte projecten zijn verbeteringen aan de Westelijke Tramlijnen (de tramlijnen 1, 2 en 13) en tramlijn 9 (Amsterdam – Diemen) en de realisatie van de busverbinding Sloterdijk-Schiphol (Westtangent) en de busbaan Daalwijkdreef (Amsterdam Zuidoost). Ook wordt geïnvesteerd in de (spoor)knooppunten in Amsterdam, gericht op een betere overstap tussen het regionale en het stedelijke netwerk. Voorbeelden hiervan zijn Centraal Station (Stationseiland), station Zuid (ZuidasDok) en kleinere investeringen rondom de stations Sloterdijk en Lelylaan. In Amsterdam vinden in 2016 ook omvangrijke investeringen in fietsinfrastructuur plaats. Zo worden plannen voor (de voorbereiding van) extra fietsparkeerplaatsen uitgevoerd op verschillende NS-stations (waaronder CS, Zuid, RAI en Holendrecht), verschillende (nieuwe) metrostations (waaronder Ceintuurbaan en Vijzelgracht) en op stedelijke centra (waaronder Beursplein en Leidseplein).
30
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Daarnaast worden er verschillende maatregelen genomen om de fietsparkeervoorzieningen beter te benutten, onder meer door middel van een aantal proefprojecten rondom fietsdetectie, verwijssystemen, wayfinding en exploitatiemodellen. Ook wordt gewerkt aan nieuwe en verbeterde intergemeentelijke fietsverbindingen tussen Amsterdam en omliggende gemeenten. Zo worden in 2016 de uitvalswegen voor fietsers tussen Amsterdam-Noord en Zaandam en Purmerend afgerond. Amsterdam actualiseert in 2016 haar fietsbeleid, waarbij bovendien een overzicht van mogelijke maatregelen zal worden vastgesteld die de komende jaren uitgewerkt en uitgevoerd zullen worden. Dat komt bovenop de projecten die nu al lopen. Zo vindt plantuitwerking plaats voor fietsverbindingen tussen Amsterdam-Zuid en Amstelveen en tussen Amsterdam centrum en Amsterdam Zuidoost. Ook op fietsroutes binnen Amsterdam worden in 2016 diverse belangrijke fietsbarrières geslecht en zwakke schakels in het (regionale) fietsnetwerk aangepakt. Naast OV en fiets is ook verkeersveiligheid een belangrijk thema in Amsterdam. Net als de Stadsregio actualiseert ook de gemeente Amsterdam in 2016 haar verkeersveiligheidsbeleid, waarin de pijlers infrastructuur, verkeereducatie, campagnes en veilige vervoersmiddelen worden uitgewerkt in concrete acties en maatregelen voor de komende jaren. Ook verbeteren Stadsregio en gemeente Amsterdam de autoroutes in en uit de stad, onder meer door het aanpassen van verkeerslichten en betere actuele routeverwijzingen. In het kader van Beter Benutten wordt samen met coalities van bedrijven op verschillende Amsterdamse bedrijven- en kantorenlocaties automobilisten gestimuleerd om tijdens de spits te kiezen voor een ander vervoermiddel, of om eerder of later te vertrekken.
Centrum en Zuid(as) Het centrum van Amsterdam kent als belangrijke ruimtelijke opgave het combineren van de functie als populair verblijfsgebied met het behoud en eventuele versterking van de bereikbaarheid. Boven de Noord/Zuidlijn wordt in 2016 het verblijfsgebied verbeterd in de verdere uitrol van de Rode Loper (CS tot Ceintuurbaan). Onderdeel daarvan is het fietsparkeren langs het gehele tracé van de Noord/Zuidlijn een goede plek te geven, waaronder op de Ceintuurbaan, het Beursplein en de Vijzelstraat. Bij alle metrostations worden op basis van prognoses fietsenstallingen en voorzieningen op het maaiveld aangelegd, onder andere de inpandige stalling bij de Ceintuurbaan. Langs het Centraal Station wordt in 2016 de passage voor voetgangers en fietsers tussen De Ruyterkade en het Stationsplein in gebruik genomen en aangesloten op de fietsroutes richting Spuistraat en Nieuwezijds Voorburgwal. Verder wordt rondom het Centraal Station gestart met de realisatie van in totaal 22.000 fietsparkeerplaatsen per 2030. Op het Leidseplein worden voorbereidingen getroffen voor de versterking van de knooppuntfunctie die het plein krijgt na de opening van de Noord/Zuidlijn. Hierbij worden de OV-haltes verbeterd en wordt een grote ondergrondse fietsenstalling aangelegd, met een goede aansluiting op de tevens op te waarderen fiets- en OV-corridor ‘Binnenring’ (Sarphatistraat, Weteringcircuit, Marnixstraat).
31
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Aan de zuidzijde van Amsterdam wordt gewerkt aan het verder laten uitgroeien van de Zuidas als internationaal concurrerend en aantrekkelijk woon-, werk-, onderwijs- en verblijfcentrum. Door de ruimtelijke ontwikkelingen op de corridor Haarlemmermeer-Almere en door de opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en OV-SAAL (spoorverdubbeling Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad) neemt het aantal reizigers op station Amsterdam Zuid en de A10-Zuid toe. Als drager van de verdere stedelijke en economische ontwikkelingen in het gebied staat het ZuidasDok waarin de A10-Zuid tussen de snelwegknooppunten ‘De Nieuwe Meer’ (A4-A10) en ‘Amstel’ (A2-A10) wordt verbreed (met ontvlechting van doorgaand en bestemmingsverkeer) en deels ondergronds gebracht en waarin een nieuwe OV-terminal wordt aangelegd met een optimale integratie van alle verkeer- en vervoermodaliteiten. De uitvoering van het ZuidasDok staat gepland tot 2025. In 2016 zijn de voorbereidende werkzaamheden in volle gang, zodat onder meer de Noord/Zuidlijn en de te vernieuwen Amstelveenlijn hier op termijn goed kunnen halteren en het station de groeiende reizigersaantallen goed kan verwerken. In 2016 wordt ook, in het kader van de opgave om rondom station Zuid 15.000 fietsparkeerplaatsen te realiseren, een nieuwe fietsenstalling onder het Mahlerplein geopend en een ondergrondse fietsenstalling ‘Vijfhoek’ uitgewerkt. Ook bij station RAI worden in 2016 diverse maatregelen uitgevoerd. Zo wordt in het kader van OV-SAAL (spoorverdubbeling Schiphol-Amsterdam-AlmereLelystad) een tweede perron en tweede toegang gerealiseerd aan de oostzijde van het station. Ook zal de metrohal worden uitgebreid en wordt gewerkt aan een nieuwe fietsenstalling. Op de stedelijke invalswegen rondom de Zuidas en RAI (Amstelveenseweg/S108 en Europaboulevard/S109) en bijbehorende aansluitingen op de A10 wordt in 2016 via verkeersmanagement de verkeersdoorstroming verbeterd. Voor de langere termijn wordt in 2016 samen met het projectbureau ZuidasDok een studie ‘Bereikbaarheid Amsterdam Zuid’ afgerond naar een robuuste verkeersoplossing voor zowel weg, OV als fiets in het gebied. Verder wordt in 2016 een besluit genomen over het al dan niet uitvoeren van een planstudie naar een HOV busbaan en fietspassage over de Schinkel. Tot slot wordt samen met het bedrijfsleven het maatregelenpakket ‘Beter Benutten vervolg Zuidas Amsterdam’ uitgevoerd, gericht op vergroting van de bekendheid en aantrekkelijkheid van deelautosystemen, vergroting van de mobiliteitskennis bij bedrijven en verbetering van de fietsveiligheid. Oost en Zuidoost Het (zuid)oostelijke deel van Amsterdam kent een aantal grote ruimtelijke (her)ontwikkelingen waaronder IJburg, Zeeburgereiland en het Cruqiuisgebied. Concrete ontwikkelingen vinden met name ook plaats in het gebied tussen het Amstelstation en BijlmerArena (waaronder Over-Amstel, Weespertrekvaart en De Nieuwe Kern). Voor de ontsluiting van dit gebied studeren Stadsregio, Rijkswaterstaat en gemeenten Amsterdam en Ouder-Amstel op diverse maatregelen, waaronder reconstructie van de Nieuwe Utrechtseweg/S110 en een nieuwe wegverbinding over de Duivendrechtsevaart (‘Amstelstroombaan’). Aan de oostzijde van het Amstelstation wordt in 2016 het nieuwe bus- en tramstation heringericht en onderzocht of de doorstroming van zowel autoverkeer als OV bij het Bernhardplein kan worden verbeterd. Ook wordt rondom het Amstelstation een plan voorbereid om de capaciteit aan fietsparkeerplaatsen te verhogen tot minimaal 8.000. De fietsroutes tussen het centrum van Amsterdam en Amsterdam-Zuidoost worden schakel voor schakel aangepakt, waaronder op de Spaklerweg en Weesperzijde.
32
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Een ingrijpend OV-project in 2016 in Amsterdam-Oost en Zuidoost is de renovatie van de metrostations van de 38 jaar oude Oostlijn. Vanaf begin 2016 wordt gewerkt aan vijf ondergrondse stations en elf bovengrondse stations. Nabij de metrostations wordt ook gekeken naar verdere uitbreiding van de fietsparkeervoorzieningen. Bij Holendrecht wordt na de renovatie van het metrostation gestart met de herinrichting van het stationsgebied inclusief de aanleg van gerichtere loop- en fietsroutes van en naar het AMC. Rondom het AMC, de Amsterdam Arena en Amstel Business Park vinden in 2016 (in het kader van Beter Benutten) mobiliteitsmanagementactiviteiten plaats gericht op het stimuleren van automobilisten om tijdens de spits te kiezen voor een ander vervoermiddel, of om eerder of later te vertrekken. In het kader van de Praktijk Proef Amsterdam wordt in Amsterdam Zuidoost een grootschalig proefproject uitgevoerd met verkeersmanagement rondom evenementen. Ook wordt in 2016 onderzocht of nabij metrostation Holendracht plaats gemaakt kan worden voor een touringcarterminal, ten behoeve van ontlasting van het centrum van Amsterdam. Eén belangrijke ontsluitingsroute van Amsterdam-Oost, naast de Oostlijn, is de tramverbinding Amsterdam CS – Diemen (tramlijn 9). In 2016 vinden de laatste aanpassingen plaats aan het Amsterdamse tracédeel, gericht op verbetering van de doorstroming bij verkeerslichten, aanpassing van de tramhalte Artis en onderzoek naar verbetering van de Hortusbrug. In Amsterdam-Zuidoost is de verbouwing van de Gaasperdammerweg (A9), als onderdeel van de Weguitbreiding A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA), in volle gang. De weg wordt verbreed en komt in een tunnel te liggen tussen het spoor Amsterdam – Utrecht en het riviertje de Gaasp. Met deze tunnel ontstaat ruimte voor (aanvullende) woningbouw en het verbeteren van verkeersverbindingen in Amsterdam Zuidoost. Tevens wordt in 2016 de fietsbrug over de Gaasp langs de Gaasperdammerweg gerealiseerd en de 3e fase van de fietsverbinding tussen IJburg en het Diemerbos. Daarmee is de fietsroute tussen IJburg en Amsterdam-Zuidoost voltooid. Daarnaast wordt in 2016 de busbaan op de Daalwijkdreef gerealiseerd en daarmee de HOV-verbinding tussen station Bijlmer naar IJburg voltooid. Op Zeeburgereiland wordt, in samenhang met de omvangrijke woningbouwontwikkelingen, de realisatie voorbereid van een definitieve P+R-voorziening met 1.000 parkeerplekken aan de A10, ter vervanging van de kleinere tijdelijke voorziening aan de Zuiderzeeweg.
West en Nieuw West In het westen van Amsterdam wordt hard gewerkt aan stedelijke verdichting en transformatie, waaronder in de Houthavens, op het Allebéplein en in de Delflandpleinbuurt. Om de bereikbaarheid te garanderen wordt in 2016 gestart met een onderzoek naar het verbeteren van de doorstroming van het autoverkeer op de stedelijke invalswegen in West, waaronder op de Overtoom en de
33
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Stadhouderskade. In het kader van de Praktijk Proef Amsterdam wordt een grootschalige proefproject uitgevoerd waarbij informatie uit voertuigen verkeerslichten voedt, die op een slimme manier verkeer regelen. Ten behoeve van de Houthavens en naastgelegen Spaarndammerbuurt vindt in 2016 de uitvoering plaats van de tunnel onder de Spaarndammerdijk en Tasmanstraat. De Spaarndammerdijk wordt heringericht met vrijliggende fietspaden en goede busvoorzieningen. Deze maatregelen zijn gericht op het verminderen van de overlast door doorgaand verkeer en verbetering van de doorstroming, verkeersveiligheid en fietsverkeer. In Nieuw-West bevinden zich ook de belangrijke OV-knooppunten Lelylaan en Sloterdijk. Voor station Lelylaan is in 2015, vooruitlopend op de vernieuwing van het station(sgebouw), een plan opgeleverd voor verbetering van de fietsparkeervoorzieningen, de loopstromen en overstaprelaties en de komst van een keerlus voor de tram. Ook is een knooppuntoriëntatiekaart en een geactualiseerd beheerconvenant voor station Lelylaan ontwikkeld. Het gebied rondom station Sloterdijk maakt een transformatie door naar een meer multifunctioneel en stedelijk gebied met woon-, onderwijs-, hotel-, en horecafuncties. Voor een betere aansluiting van de stationsomgeving van Sloterdijk op de rest van NieuwWest wordt in 2016 overwogen om de tussengelegen Haarlemmerweg (N200) te herinrichten. In het kader van Beter Benutten wordt samen met bedrijven(coalities) op onder meer Westpoort/Teleport automobilisten gestimuleerd om tijdens de spits te kiezen voor een ander vervoermiddel, of om eerder of later te vertrekken. Ook wordt naar verwachting in 2016 een definitief plan voor de fietsparkeeropgave rondom Sloterdijk uitgewerkt, en de fietscorridor richting Schiphol gerealiseerd. Met de R-net busverbinding tussen Sloterdijk en Schiphol (Westtangent) en de versnelling van de Westelijke Tramlijnen 1, 2 en 13 wordt het OV naar en door Nieuw-West betrouwbaarder, sneller en aantrekkelijker. Maatregelen hierbij omvatten onder meer vrije busbanen en optimalisaties aan verkeersregelinstallaties. Ook wordt in het westen van Amsterdam gewerkt aan een grootschalige aanpak van verkeersveilige schoolzones. Noord In Amsterdam-Noord vinden de komende jaren omvangrijke ruimtelijke ontwikkelingen plaats aan de oevers van het IJ en rondom het Buikslotermeerplein. De bereikbaarheid van deze gebieden wordt met de realisatie van de Noord/Zuidlijn sterk verbeterd. Aan de eindhalte van de toekomstige Noord-Zuidlijn, wordt in 2016 bij het Buikslotermeerplein gewerkt aan het vervoersknooppunt Noord die een belangrijke rol gaat spelen voor de noordkant van de regio. Het stationsgebied verandert de komende jaren tot een gemengd gebied met kantoren, bedrijfsruimten, woningen, hotels, detailhandel en maatschappelijke en culturele voorzieningen. Op het station komen straks bussen vanuit Waterland, de Zaanstreek, Amsterdam en de Noord-Zuidlijn samen. Reizigers maken hier hun overstap. Stadsregio en gemeente werken in 2016 aan het nieuwe busstation, 1.300 inpandige fietsparkeerplekken en een P+R voorziening met 400 plekken. Verder wordt de snelheid en betrouwbaarheid van de busverbinding tussen de nieuwe metrostations en de Zaanstreek verbeterd met de realisatie van de Zaan/IJ-tangent (voormalige HOV Zaancorridor). In 2016 wordt aan diverse deelprojecten van de Zaan/IJtangent
34
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
gewerkt waaronder de realisatie van de busbaan op de Klaprozenweg. Ook wordt in 2016 de snelfietsroute Zaandam – Amsterdam voltooid met de verdere (voorbereiding van de) realisatie van fietsinfrastructuur langs de Cornelis Douwesweg en de Noorder IJplas. Samen met de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat voert de Stadsregio in 2016 een verkenning uit naar verhoging van de verkeerscapaciteit van het knooppunt A10/S116/N247. Om de toenemende vervoersstromen over en rond het IJ verder te kunnen verwerken voeren Stadsregio en gemeente Amsterdam in 2016 samen een onderzoek uit. Alternatieven vormen onder meer verbetering van de pontverbindingen, de bouw van een vaste oeververbinding voor voetgangers en fietsers en de mogelijkheid voor een extra metrostation van de Noord-Zuidlijn nabij de Sixhaven. Figuur 9 geeft een overzicht van de regionale verkeersnetwerken in Amsterdam. Figuur 10 en tabel 2 geven per RVVP-speerpunt op hoofdlijnen een weergave van de maatregelen en projecten in 2016 in Amsterdam. Voor deze projecten zijn reeds afspraken gemaakt over de wijze van uitvoering en de financiering vanuit de Stadsregio.
35
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 9: Regionale netwerken in Amsterdam
36
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 10: Maatregelen en projecten in 2016 in Amsterdam op hoofdlijnen
37
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Tabel 2: Maatregelen en projecten in 2016 in Amsterdam op hoofdlijnen RVVP-speerpunt A: Regionaal Netwerk Weg
Programma/project Programma Weg Programma Weg: verkenningen en planstudies
B: Regionaal Netwerk OV
Programma OV
Programma OV: ZuidasDok Programma metro Amsterdam: Noord/Zuidlijn en AMSYS Programma metro Amsterdam: Stationsrenovatie Metro Oostlijn Programma OV: Ombouw Amstelveenlijn Programma OV: HOV A9 Haarlem – A'dam-Zuid/A'veen Programma OV: HOV Schiphol – Sloterdijk (Westtangent) Programma OV: HOV Zaan/IJ-tangent Programma OV: overige OVknooppunten en overstappunten Kleine infrastructuur OV
C: Regionaal Netwerk Fiets
Programma Fiets
D: Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie
Programma Fiets: Fietsparkeren bij OV-knooppunten en R-net haltes
Kleine infrastructuur Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Knooppuntmanagement en Wayfinding
E: Bewustwording en gedragsbeïnvloeding F: Duurzame mobiliteit & Leefomgeving
Beter Benutten Vervolg Duurzaamheid in het OV
Toelichting Uitvoering Spaarndammertunnel. Definitieve afspraken met het Ministerie van IenM over uitvoering fase 3 van de Oostelijke Ontsluiting IJburg (de verknoping met het rijkswegennet en weguitbreiding A1/A6/A9 SAA). Studie naar een betere doorstroming op het onderliggend wegennet rondom ZuidasDok, ten eerste de aansluiting s108 (Amstelveenseweg). Verder start verkenning Amstelstroomlaan en aansluiting s110 op knooppunt Amstel, knooppunt A10/S116/N247 en betere doorstroming op de invalswegen in Amsterdam-West. Uitvoering top tien maatregelen uit Investeringsagenda OV. Verder Westelijke Tramlijnen, busbaan Daalwijkdreef, herinrichting Leidseplein, diverse maatregelen om knelpunten in reistijden en betrouwbaarheid op te lossen op traject Diemen Sniep – Alexanderplein (lijn 9), en realisatie nieuwe halte Molenwerf. Gefaseerde uitvoering verbetering OV-voorzieningen Zuidas (o.a. OV-terminal, busstation), inclusief een uitbreiding van de fietsparkeercapaciteit. Voorbereiding exploitatie Noord-Zuidlijn en uitvoering diverse AMSYS-projecten: uitbreiding opstelcapaciteit Isolatorweg, Amstel en Gein, afronden uitbreiding Werkplaats Diemen, uitwerking verbetering Signal & Control systemen en aanleg verbeteringen ICT-systemen en chipkaartpoortjes. Start voorbereiding aanbesteding, inclusief eventuele scope-uitbreidingen. Planuitwerking en voorbereiding realisatie ombouw. Diverse maatregelen tussen busafrit Amstelveenseweg en station Amsterdam-Zuid. Onder meer bochtstraal afrit A10, nieuwe belijning, verplaatsing VRI. Daarnaast verkenning naar infrastructurele maatregelen i.v.m. mogelijke veranderen route lijn 176 via Buitenveldertselaan - Parnassusweg - Strawinskylaan. Realisatie van hoogwaardige busverbinding, met verknoping van de HOV A9 op knooppunt Schiphol-Noord Realisatie van de busbaan op de Klaprozenweg. Afronding realisatie kap metrostation Amsterdam Noord en start aanbesteding HOV-knooppunt Noord, realisatie busstation Noorderpark, uitvoeren optimalisaties HOV-knooppunt Sloterdijk, start verplaatsen tramlus en busstation Amstelstation. Aanbesteding door GVB van opdracht tot aanleg van ruim 600 informatiepanelen bij de belangrijkste haltes in Amsterdam, inclusief alle R-net haltes (Westtangent en Zaan/IJ-tangent) en in busstation IJ-zijde Amsterdam CS. Aanleg snelfietsroute Amsterdam-Noord – Zaanstad en Purmerend, nadere uitwerking Sportas, Amsterdam centrum, Amsterdam Zuidoost en verbetering doorstroming op de Groene Lopers Binnenring en Kostverlorenkaderoute. Verder realisatie/herinrichting fietspaden Welness Amsterdam Noord en fietspad Basisweg, Ring Oud-Zuid, Van Woustraat, 2e Oosterparkstraat en herinrichting diverse kruispunten. Realisatie fietsenstallingen bij NS-stations Holendrecht, RAI en Lelylaan, Mahlerplein Zuidas, Beursplein, Eerste Jan van der Heijdenstraat, Ceintuurbaan, Vijzelgracht, planuitwerking fietsenstallingen onder Leidseplein. Nadere uitwerking en aanbesteding stallingslocaties Amsterdam CS zoals Open Havenfront en Postzakkengebouw. Pilotprojecten rondom fietsdetectie en verwijssystemen bij fietsenstallingen. P+R als onderdeel van project HOV-knooppunt Noord Kleine ingrepen en aanleg DRIS-panelen op OV-knooppunten om reisinformatie te ontsluiten voor reizigers, o.a. alle (toekomstige) trein- en metrostations. In 2016 worden ruim 30 metrostations opgewaardeerd in het kader het programma Wayfinding. Uitvoering pakket Beter Benutten (vervolg) met bedrijfsleven op onder meer Zuidas, AMC, Amsterdam Arena, Amstel Business Park, Rieker Business Park en Westpoort/Teleport. Samen met GVB en gemeente toepassingen verduurzaming metrostations en (rail)infra, o.a. mogelijkheden voor zonnepanelen op stationsdaken en vervanging conventionele verlichting door LED-verlichting op OV-trajecten.
38
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
G: Verkeersveiligheid
H: Goederenvervoer
Kleine infrastructuur verkeersveiligheid Verkeerseducatie, -campagnes en handhaving Agenda stedelijke logistiek Truckparkeren MRA
Amsterdam actualiseert in 2016 haar verkeersveiligheidsbeleid, waarin de pijlers infrastructuur, verkeereducatie, campagnes en veilige vervoersmiddelen worden uitgewerkt in concrete acties en maatregelen voor de komende jaren. Advies en begeleiding bij de agenda die de gemeente in 2016 gaat opstellen en uitwerken. Samen met o.a. de Stadsregio, Provincie Noord-Holland en andere MRA-gemeenten regionale strategie uitzetten rondom de problemen met truck- en trailerparkeren op verschillende bedrijventerreinen (o.a. havengebied, Amstel Business Park) in afstemming met bufferparkeren RAI.
39
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
3.4 Waterland Tot 2019 worden in de regio Waterland ongeveer 3.700 woningen gebouwd op zowel uitbreiding-, inbreiding- als herstructureringslocaties. De helft van deze ontwikkelopgave bevindt zich in de gemeente Purmerend (o.a. Kop van West en Wheermolen-West). Andere grote uitbreidingslocaties bevinden zich in Beemster en Edam-Volendam. Samen met de gemeenten borgt de Stadsregio een goede ontsluiting van deze ontwikkelingen. In 2016 actualiseren verschillende Waterlandse gemeenten, waaronder de per 1 januari 2016 fuserende gemeenten Edam-Volendam en Zeevang, hun gemeentelijke verkeer en -vervoerplan (GVVP) om in te spelen op toekomstige ruimtelijke en mobiliteitsontwikkelingen. Veel inwoners van de regio Waterland studeren, werken en recreëren in de regio Amsterdam en Zaanstreek. Op de belangrijkste routes van en naar Waterland –de A7, A8, N235, N244 en N247– bevinden zich knelpunten in bereikbaarheid, doorstroming en verkeersveiligheid. De Stadsregio investeert samen met de gemeenten en andere partners in de aanpak van deze knelpunten. Voor duurzame oplossingen voor de knelpunten op de A7 en A8 voert het Rijk samen met de Stadsregio en de betreffende gemeenten in 2016 een MIRT-verkenning ‘Corridorstudie Amsterdam – Hoorn’ uit als onderdeel MIRT-verkenning Noordkant Amsterdam. Hierbij wordt op een brede, vernieuwende manier naar de bereikbaarheidsopgaven gekeken en wordt ook de relatie gelegd met het onderliggend wegennet. In 2016 moet duidelijk worden welke maatregelen verder uitgewerkt worden. In de wegverdubbeling van de N244 tussen A7 en N247 werken Stadsregio Amsterdam en Provincie Noord-Holland onder meer samen aan de herinrichting van de kruispunten, een nieuwe fietsroute, een nieuwe aansluiting op de Purmerenderweg en een P+R terrein met R-net halte ter hoogte van de A7. Realisatie van deze maatregelen wordt in 2016 verwacht. Ook wordt gestart met de realisatie van voorbereidende (fiets)maatregelen voor het doortrekken van de N244 naar de Dijkgraaf Poschlaan in Edam (de zogenoemde derde ontsluitingsweg). Voor de N235 en N247 werken Stadsregio Amsterdam en Provincie Noord-Holland, met intensieve participatie en inbreng van de inwoners uit de regio, in het programma ‘Bereikbaarheid Waterland’ aan de realisatie van versnellingsmaatregelen voor auto en OV. In 2016 wordt gewerkt aan de uitvoering van diverse korte termijnmaatregelen voor de bus en aan de uitwerking van (middel)langetermijn maatregelen voor bus, auto en fiets. Voorbeelden hiervan zijn een verkenning naar de verkeersdoorstroming op het knooppunt A10/S116/N247, vervanging en verbetering van de Oosthuizerbrug, en een trajectstudie voor de N518 (Monnickendam – Marken). Enkele maatregelen zijn onderdeel van het programma Beter Benutten Vervolg, waaronder het verlengen van de Tidal Flow busbaan langs de N235, het verbeteren van de overstapvoorziening N235/N247 en de uitrol van een uitgebreide communicatiecampagne om het OV-gebruik tussen Purmerend/Volendam en Amsterdam te stimuleren samen met het bedrijfsleven. Naast dergelijke grote investeringen werken Stadsregio en EBS ook aan kleinere maatregelen, waaronder het verkorten van de route van buslijn 103 door polderwegen toegankelijker te maken.
40
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Het openbaar vervoer in de regio Waterland (waaronder ook de gemeente Wormerland) valt binnen de gelijknamige concessie en wordt tenminste tot 2019 verzorgd door EBS. Stadsregio Amsterdam is voornemens om het contract met EBS te verlengen tot 2021. EBS biedt relatief veel openbaar vervoer tegen lage kosten en een hoge kwaliteit. De concessie behoort qua reizigerswaardering tot de beste concessies van Nederland. In 2016 en later presenteert EBS een vervoerplan dat voorsorteert op de veranderende vervoerbehoeften na de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn (verwachte ingebruikname eind 2017). Met het vervoerplan wordt duidelijk welke streekbussen op de Noord/Zuidlijn gaan aansluiten en in welke frequenties. Belangrijke thema’s in de regio Waterland zijn fiets en verkeersveiligheid. In 2016 voeren Stadsregio en gemeenten een verkenning uit hoe de fietsroutes tussen Amsterdam, Purmerend en Volendam sneller en aangenamer kunnen worden gemaakt voor zowel forensen, scholieren als recreanten. In Purmerend worden in 2016 diverse fietsroutes verbeterd, onder meer de Purmerweg en de Hoornselaan. Ook stelt de gemeente Purmerend stelt zich kandidaat voor de verkiezing ‘Fietsstad 2016’ van de Fietsersbond. In de gemeente Waterland worden fietsvoorzieningen aangelegd op de Bernardbrug in Monnickendam, de fietsinfrastructuur tussen Broek in Waterland en Monnickendam heringericht, een nieuw vrijliggende fietspad gerealiseerd tussen Monnickendam en Volendam. In het kader van de dijkversterking Markermeerdijken wordt een goede fietsroute op de dijk aangelegd. In Beemster worden diverse verkeersveiligheidsmaatregelen getroffen afkomstig uit het nieuwe GVVP, waaronder het verplaatsen van de komgrenzen en het aanbrengen van wegversmallingen. Aan verkeersveiligheid wordt in Waterland naast fysieke maatregelen ook gewerkt via verkeerseducatie, -campagnes en -handhaving. In de gemeente Waterland is duurzaamheid een belangrijk thema. In 2016 adviseert en ondersteunt Stadsregio de gemeente bij de uitwerking van diverse mobiliteitsprojecten uit de in 2015 door de gemeenteraad vastgestelde duurzaamheidsagenda. Verder wordt in 2016 door de Waterlandse gemeenten een proefproject uitgewerkt voor de harmonisatie en professionalisering van de gemeentelijke ontheffingverlening voor vrachtverkeer, met ondersteuning van de Stadsregio en de gemeenten Zaanstad en Amsterdam. Figuur 11 geeft een overzicht van de regionale verkeersnetwerken in Waterland. Figuur 12 en tabel 3 geven per RVVP-speerpunt op hoofdlijnen een weergave van de maatregelen en projecten in 2016 in de regio Waterland. Voor deze projecten zijn reeds afspraken gemaakt over de wijze van uitvoering en de financiering vanuit de Stadsregio.
41
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 11: Regionale netwerken in Waterland
42
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 12: Maatregelen en projecten in 2016 in Waterland op hoofdlijnen
43
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
B: Regionaal Netwerk OV
Programma Weg: verkenningen en planstudies OV Concessie Waterland Programma OV: Bereikbaarheid Waterland Kleine infrastructuur OV
C: Regionaal Netwerk Fiets
Programma Fiets
D: Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie
Kleine infrastructuur Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie
E: Bewustwording en gedragsbeïnvloeding
Beter Benutten Vervolg
F: Duurzame mobiliteit & Leefomgeving G: Verkeersveiligheid
Duurzaamheidsagenda Kleine infrastructuur verkeersveiligheid
Verkeerseducatie, -campagnes en handhaving H: Goederenvervoer
I: Gebiedsgericht Samenwerken
Harmonisatie ontheffingverlening vrachtverkeer Logistiek Centrum Purmerend Ontwikkeling en uitwerking (structuur)visies en verkeer- en vervoerplannen
Vervanging van de tijdelijke eindhaltevoorziening op de Neckerstraat/Wolgalaan door een definitief chauffeursverblijf (Purmerend) en optimalisatie halteplaats Middenbeemster. Onder meer aanbesteden en realiseren fietsroute Markermeerdijk (gemeenten Waterland en Edam-Volendam), realisatie fietspad langs derde ontsluitingsweg (Edam-Volendam), realisatie fietspad N244 en kwaliteitsslag fietsroutes Hoornselaan, Neckerstraat, Purmerweg, Weteringstraat – Beatrixplein (Purmerend), planuitwerking fietspad oostzijde N247 Monnickendam, herinrichting fietsinfrastructuur Broek in Waterland-Monnickendam, voorbereiding planuitwerking fietsinfrastructuur Bernhardbrug (gem. Waterland). Realisatie gebruiksvriendelijke fietsparkeerplaatsen bij alle R-net bushaltes in de gemeente Waterland. Realisatie van P+R en halte voor R-net bussen van en naar Amsterdam nabij kruising A7/N244 (Purmerend). Stimuleren van het busgebruik op de corridor Purmerend/Volendam – Amsterdam: verlengen van de Tidal Flow busbaan langs de N235, verbeteren van de overstap N235/N247 en uitrol van communicatiecampagne samen met het bedrijfsleven. Advies en begeleiding bij de uitwerking van diverse mobiliteitsprojecten uit de in 2015 door de gemeenteraad vastgestelde duurzaamheidsagenda. Onder meer realisatie verbetermaatregelen Scheepsbouwerslaan en Scholeksterstraat (Landsmeer), Cornelis Dirkszlaan Monnickendam (gem. Waterland), herinrichting Seevancksweg (Edam-Volendam/Zeevang), diverse verkeersremmende maatregelen in Purmerend. Uitvoering van verkeerseducatie 0-18 jaar door Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland en VVN en van drie verkeersveiligheidscampagnes in subregionaal verband conform de landelijke campagnekalender verkeersveiligheid. Uitwerking proefproject voor harmonisatie en professionalisering van de gemeentelijke ontheffingverlening voor vrachtverkeer door de Waterlandse gemeenten. Afronding haalbaarheidsonderzoek naar regionale goederenbundeling ten behoeve van ondernemers in het centrumgebied van Purmerend. Advies en begeleiding van ontwikkeling (uitvoeringsprogramma’s van) lokale verkeer en – vervoerplannen. GVVP’s Landsmeer en Edam-Volendam/Zeevang, Fietstad Purmerend.
✓ ✓
Waterland
Purmerend
Toelichting Uitvoering verbreding N244 (A7 – N247), realisatie voorbereidende (fiets)maatregelen Derde ontsluitingsweg Edam-Volendam/N244, vervanging Oosthuizerbrug. MIRT-verkenning A7-A8 (Corridorstudie Amsterdam – Hoorn), start verkenning doorstroming knooppunt A10/S116/N247. Monitoring van de kwaliteit van de uitvoering van de lopende concessie. Mogelijk verlengen van het contract met EBS tot 2021. Planstudie naar (nadere) versnellingsmaatregelen voor auto, bus en fiets op N247 en N235.
Landsmeer
Programma/project Programma Weg
Edam-V./Zeevang
RVVP-speerpunt A: Regionaal Netwerk Weg
Beemster
Tabel 3: Maatregelen en projecten in 2016 in Waterland op hoofdlijnen
✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
44
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
3.5 Zaanstreek In de Zaanstreek bevinden zich de gemeenten Zaanstad, Wormerland en Oostzaan. In de rijksstructuurvisie Noordzeekanaalgebied werken het Rijk en de MRA-partijen aan versterking van de internationale concurrentiepositie van dit gebied en van Nederland. In het gebied trekken de havengebonden activiteiten steeds verder westwaarts en ontstaat er ruimte voor (creatieve) bedrijvigheid en woningbouw. Voor het werkgebied van de Stadsregio Amsterdam is met name (de bereikbaarheid en ontsluiting van) de woningbouwopgave van belang, onder meer langs de oevers van ‘t IJ en de Zaan. In de periode tot 2019 worden ruim 4.300 woningen gerealiseerd in dit gebied. In de gemeente Zaanstad is daarvan het merendeel gepland, onder meer in Inverdan in Zaandam (waar ook grootschalige voorzieningen en winkels worden gerealiseerd) en de nieuwbouwwijk Saendelft bij Assendelft. In de gemeenten Oostzaan en Wormerland zijn nieuwe woningen gepland in onder meer Poort van Wormer en Zaandriehoek en de Molenbuurt. De belangrijkste verkeersassen in de Zaanstreek zijn de A7 en A8. Een planstudie naar het doortrekken van de A8 naar de A9 wordt uitgevoerd door de Provincie Noord-Holland, te samen met de Stadsregio Amsterdam. Deze corridor versterkt de robuustheid van het hoofdwegennetwerk en ontlast de N203 die door de kernen van Zaandijk, Wormerveer, Krommenie en Assendelft voert en daar voor leefbaarheidsproblemen zorgt. Voor een duurzame (langetermijn) oplossing van de bereikbaarheidsknelpunten op de A7 en A8 voert het Rijk samen met de Stadsregio en de betreffende gemeenten in 2016 een MIRT-verkenning ‘Corridorstudie Amsterdam – Hoorn’ uit. Daarbij worden (naar analogie van de Vernieuwing MIRT/Meer Bereiken aanpak) bereikbaarheidsopgaven waar relevant ook opgepakt in samenhang met aanpalende (ruimtelijke) opgaven in het gebied en wordt breed gekeken naar mogelijke oplossingen, waaronder naar combinaties tussen verkeersoplossingen met ruimtelijke ontwikkelingen rondom stations. Onder de vlag van de MIRT-verkenning heeft Stadsregio Amsterdam het initiatief genomen om samen met de gemeente Zaanstad een deelverkenning te starten naar een betere aansluiting van de twee Zaanse invalwegen op het hoofdwegennet. In 2016 moet duidelijk worden welke maatregelen uit de verkenning verder uitgewerkt worden. Voor de korte en middellange termijn ondersteunt de Stadsregio Amsterdam de gemeente Zaanstad bij het verbeteren van de verkeersdoorstroming op de Van Goghweg en de Thorbeckeweg/Den Uylweg, via verkeersmanagement en/of kleinere capaciteitsuitbreidingen. In het kader van de Praktijk Proef Amsterdam wordt een proef met slimme verkeerslichten uitgevoerd. Het openbaar vervoer in Zaanstad, Oostzaan en Wormerland valt binnen de OV-concessie Zaanstreek en wordt tenminste tot en met 2018 verzorgd door Connexxion. In 2016 en later presenteert de concessiehouder vervoerplannen die voorsorteren op de veranderende vervoerbehoeften na de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn (verwachte ingebruikname eind 2017). Met de vervoerplannen wordt duidelijk welke streekbussen op de Noord/Zuidlijn gaan aansluiten en in welke frequenties. Eén van de grote regionale OV-projecten in het gebied is de Zaan/IJ-tangent (voormalig HOV Zaancorridor): een snelle, betrouwbare en hoogfrequente R-net busverbinding tussen de stations Amsterdam Centraal en Zaandam en tussen het nieuwe bus- en metrostation Noord en de Zaanse Schans. In 2016 wordt aan diverse deelprojecten van de Zaan/IJ-tangent gewerkt waaronder
45
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
onderzoek naar de oplossingen voor een betere doorstroming op het kruispunt Westzijde – Vinkenstraat, De Vijfhoek (Thorbeckeweg-Wibautstraat) en het Prins Bernhardplein in Zaanstad. De Zaanstreek kent ook enkele grotere fietsprojecten. Zo wordt op een vergelijkbaar tracé als de Zaan/IJ-tangent in 2016 gestart met de aanleg de resterende schakel uit het snelfietspad Zaandam – Amsterdam. Eveneens wordt een nieuwe hoogwaardige recreatieve route langs de Zaan- en IJoevers gerealiseerd, te beginnen met de fietsbrug over Zijkanaal H. Daarnaast gaat de fietsverbinding de Buiging bij Station Zaandam in aanleg, samen met twee hoogwaardige fietsparkeervoorzieningen. Verder treffen de drie gemeenten diverse kleinere maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid en fiets. Zo werkt Zaanstad aan de fietsverbindingen langs de Troelstralaan en Haansloot. Daarnaast worden diverse schoolomgevingen en wijken verkeersveiliger ingericht. Ook Wormerland werkt in 2016 aan diverse verkeersplateaus en andersoortige snelheidsremmers en aan een vrijliggend tweerichtingenfietspad in de Bartelsluisbuurt (Wormer) als veilig alternatief voor huidige fietsstroken op de weg. In Oostzaan worden voorbereidingen getroffen op de herinrichting van het Kerkstraat/Zuideinde tot 50-kilometerweg met waar mogelijk volwaardige fietsstroken. Op het gebied van verkeersveiligheid doen de gemeenten in de Zaanstreek mee aan de landelijke verkeersveiligheidscampagnes waaronder die voor snelheid, “De Scholen Zijn Weer Begonnen” en BOB. Binnen het thema verkeersveiligheid neemt de gemeente Oostzaan actief deel aan de campagnes van de Jaarkalender Verkeersveiligheid. In Wormerland organiseren de scholen samen met gemeente, Schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek Waterland en VVN de verkeerseducatie- en veiligheidscampagnes. Bij Koog Bloemwijk en Koog Zaandijk (in 2016 hernoemd tot respectievelijk Koog aan de Zaan en Zaandijk - Zaanse Schans) worden extra fietsparkeerplaatsen gerealiseerd. De gemeenten in de Zaanstreek werken in 2016 samen met de Stadsregio en Provincie Noord-Holland en verschillende andere MRA-gemeenten een strategie uit rondom de problemen met truck- en trailerparkeren op verschillende bedrijventerreinen. Ook ondersteunt de gemeente Zaanstad samen met Amsterdam en de Stadsregio de Waterlandse gemeenten bij een proefproject voor de harmonisatie en professionalisering van de ontheffingverlening voor vrachtverkeer. Figuur 13 geeft een overzicht van de regionale verkeersnetwerken in de Zaanstreek. Figuur 14 en tabel 4 geven per RVVPspeerpunt op hoofdlijnen een weergave van de maatregelen en projecten in 2016 in de Zaanstreek. Voor deze projecten zijn reeds afspraken gemaakt over de wijze van uitvoering en de financiering vanuit de Stadsregio.
46
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 13: Regionale netwerken in de Zaanstreek
47
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Figuur 14: Maatregelen en projecten in 2016 in de Zaanstreek op hoofdlijnen
48
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
B: Regionaal Netwerk OV
Toelichting Planstudie naar nieuwe regionale wegverbinding tussen A8 en A9.
Programma Weg: verkenningen en planstudies OV Concessie Zaanstreek
MIRT-verkenning A7-A8 (Corridorstudie Amsterdam – Hoorn), deelverkenning aansluitingen Zaanstad. Verkenning middellange termijn maatregelen invalswegen Zaandam. Monitoring van de kwaliteit van de uitvoering van de lopende concessie.
Programma OV: Zaan/IJ-tangent
Onderzoeken betere doorstroming kruispunt Westzijde – Vinkenstraat, De Vijfhoek (ThorbeckewegWibautstraat) en het Prins Bernhardplein Afronding van de snelfietsroute tussen Zaandam en Amsterdam via Amsterdam Noord, realisatie fietsverbindingen De Buiging, Fietspad Haansloot, Van Goghweg en Overtuinen (Zaanstad). Realisatie fietspad Bartelsluisbuurt Wormer (Wormerland). Aanleg fietsstroken en – sluizen Noordeinde (Oostzaan). Planuitwerking fietsparkeren stations Zaandam oostzijde. Realisatie fietsparkeren stations Zaandam westzijde, Koog Zaandijk en Koog Bloemwijk. Fietscoalitie Smart City: samen met coalities van bedrijven automobilisten stimuleren om tijdens de spits te kiezen voor een ander vervoermiddel, of om eerder of later te vertrekken. Diverse herinrichtingsprojecten waarbij snelheidsremmende maatregelen worden gerealiseerd in schoolzones en wijken (Zaanstad). Herinrichting schoolzones en Noordeinde/Zuideinde (Oostzaan). Diverse verkeersplateaus en andersoortige snelheidsremmers (Wormerland). Uitvoering van verkeerseducatie 0-18 jaar door Schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek Waterland en VVN en van drie verkeersveiligheidscampagnes in subregionaal verband conform de landelijke campagnekalander verkeersveiligheid. Samen met o.a. de Stadsregio, Provincie Noord-Holland en andere MRA-gemeenten regionale strategie uitzetten rondom de problemen met truck- en trailerparkeren op verschillende bedrijventerreinen. Ondersteuning bij proefproject van de Waterlandse gemeenten voor de harmonisatie en professionalisering van de ontheffingverlening voor vrachtverkeer.
C: Regionaal Netwerk Fiets
Programma Fiets
D: Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie E: Bewustwording en gedragsbeïnvloeding G: Verkeersveiligheid
Programma Fiets: Fietsparkeren bij OV-knooppunten en R-net haltes Beter Benutten Vervolg Kleine infrastructuur verkeersveiligheid
Verkeerseducatie, -campagnes en handhaving H: Goederenvervoer
Truckparkeren MRA
Harmonisatie ontheffingverlening vrachtverkeer
Zaanstad
Programma/project Programma Weg: A8-A9
Wormerland
RVVP-speerpunt A: Regionaal Netwerk Weg
Oostzaan
Tabel 4: Maatregelen en projecten in 2016 in de Zaanstreek op hoofdlijnen
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
49
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
3.6 Vervoerregio: Flevoland, Almere en Lelystad Deze paragraaf geeft op hoofdlijnen inzicht in de belangrijkste beleidskaders, investeringsprogramma’s en voorbeeldprojecten voor verkeer en vervoer bij Vervoerregiopartners provincie Flevoland en gemeenten Almere en Lelystad. Deze kaders, programma’s en projecten worden in dit Uitvoeringsprogramma getoond ter illustratie van de Vervoerregio-samenwerking, maar zijn geen onderdeel van het Uitvoeringsprogramma van de Stadsregio. In 2016 inventariseren de Vervoerregiopartners de mogelijkheden voor nadere integratie van de programma’s (bijv. reikwijdte en detailniveau) in samenhang met de ontwikkeling van het nieuwe beleidskader Strategisch Kader Vervoerregio. De provincie Flevoland zal in 2016 haar nieuwe Mobiliteitsvisie (Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan) vaststellen, als beleidskader voor het tevens in 2016 te actualiseren investeringsprogramma Programma Ruimte en Mobiliteit (opvolger van het p-MIRT). Een belangrijk project uit dit programma is de uitbreiding van Lelystad Airport. Onder regie van de provincie Flevoland wordt binnen dit project in 2016 gewerkt aan het verbeteren van de landzijdige bereikbaarheid van de luchthaven. Dit omvat onder meer een nieuwe wegverbinding met de A6 en een verbetering van de busverbinding met NS-station Lelystad door de aanleg van een busbaan en bushaltes. Onder regie van het Rijk wordt in 2016 gestart met een MIRT-verkenning naar de verbreding van de A6 tussen Almere Buiten-Oost en Lelystad Centrum. Een andere belangrijk project rondom Lelystad is de komst van de multimodale overslagterminal Flevokust. De ontsluiting van deze overslaghaven en bijbehorend bedrijventerrein zal na 2016 verder worden ontwikkeld. De gemeente Almere kent als beleidskader het in 2012 vastgestelde Mobiliteitsplan Almere, en als investeringsprogramma tot 2020 het Meerjaren Infrastructuur Programma van Almere (MIPA). Veel inwoners van Lelystad en Almere studeren, werken en recreëren in of rondom Amsterdam. Tegelijk zijn voor de MRA in Almere omvangrijke ruimtelijke ontwikkelingen (woningen en bedrijvigheid) gepland. Om deze vervoersgroei de komende jaren te accommoderen hebben gemeente, provincie en Rijk afspraken vastgelegd in het convenant Stedelijke Bereikbaarheid Almere (SBA) fase 1. In respectievelijk 2016 en 2017 zal de provincie Flevoland starten met de verbreding van twee belangrijke verbindingswegen; de Waterlandseweg en de Hogering-West. Tot 2020 loopt de uitvoering van het Rijksproject weguitbreidingen A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA), waarbij gelijktijdig vrijliggende businfrastructuur wordt gerealiseerd ten behoeve van snellere streeklijnverbindingen met Amsterdam-Amstel en Amsterdam-Zuidoost. Binnen Almere start de gemeente (met cofinanciering van de provincie en het Rijk) in 2016 met de laatste schakel van deze businfrastructuur; de busbaan van NS-station Almere Poort tot aan de Hollandsebrug. Voor de spoorverdubbeling Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (OV-SAAL) worden in 2016 de kortetermijn maatregelen opgeleverd en zijn de lange termijn maatregelen opgenomen in de planuitwerking.
50
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
4. Financiën 4.1 Inleiding De vorige hoofdstukken schetsen op hoofdlijnen een beeld van de belangrijkste inhoudelijke opgaven, doelstellingen, maatregelen en projecten waarvoor actie wordt ondernomen. Dit hoofdstuk geeft een inzage in de beschikbare financiële middelen van de Stadsregio Amsterdam voor, en de verwachte besteding aan deze activiteiten. Dit hoofdstuk vormt een bijstelling van de begroting 2016 waarin voor het laatst een integraal financieel meerjarenbeeld is gegeven. Het accent ligt bij het jaar 2016, met een doorkijk naar de latere jaren. De bijstelling van de verwachte bestedingen zijn grotendeels gebaseerd op de voortgangsrapportages van wegbeheerders en de kwartaalrapportages van vervoerders. De beschikbare financiële middelen betreffen voornamelijk de Brede Doel Uitkering Verkeer & Vervoer (BDU) van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (paragraaf 4.2) plus de inzet van gespaarde financiële middelen van voorafgaande jaren. De bestedingen worden vanuit twee invalshoeken gepresenteerd: de RVVP-speerpunten en de begrotingsprogramma’s. Paragraaf 4.3 geeft een weergave naar RVVP-speerpunt en in paragraaf 4.4 worden de bestedingen naar begrotingsprogramma (paragraaf 4.4) ingedeeld.
4.2 Brede Doel Uitkering Verkeer & Vervoer De BDU bestaat uit een relatief deel en een absoluut deel. Het relatieve deel van de BDU is het deel dat de stadsregio ontvangt uit de verdeling van het landelijk beschikbaar budget op basis van diverse verdeelsleutels. Het absolute deel zijn specifieke impulsbudgetten voor de uitvoering van specifieke taken per regio of provincie. In tabel 5 is de verwachte hoogte van de BDU is voor de periode 2016 tot en met 2022 aangegeven. Voor de periode 2016-2019 is dit gebaseerd op het meerjarenperspectief die in de Begroting 2016 van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu is opgenomen. De bedragen hiervan kunnen nog (beperkt) wijzigen naar aanleiding van de ontvangt van de formele beschikking 2016. De jaarschijven 2020-2022 komen voort uit het doortrekken van de bedragen uit jaarschijf 2019 en zijn daarmee dus gelijk. Onder de tabel wordt per regel een toelichting gegeven.
51
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Tabel 5: Verwachte BDU voor de periode 2016 t/m 2022 (bedragen x € 1 miljoen) 2016 1. Relatief deel
2017
2018
2019
2020
2021
2022
417,1
418,9
420,3
419,1
419,1
419,1
419,1
-46,0
-46,0
-46,0
-46,0
-46,0
-46,0
-46,0
2b. AROV
8,4
8,4
8,4
8,4
8,4
8,4
8,4
2c.Beter Benutten Vervolg
8,7
5,6
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Subtotaal absoluut deel:
-28,8
-32,0
-37,5
-37,5
-37,5
-37,5
-37,5
3. Totale geraamde BDU
388,3
386,9
382,8
381,6
381,6
381,6
381,6
2. Absoluut deel, bestaande uit: 2a. G3-korting (incl. tegemoetkoming)
Toelichting bij tabel 5: Ad 1. Het relatieve deel van de landelijke BDU-gelden wordt op basis van verdeelsleutels verdeeld over de stadsregio’s en provincies. Ad 2a. In het kader van bezuinigingen op de BDU is een generieke korting opgelegd aan de drie grote steden. Deze korting is met € 8 miljoen verminderd als tegemoetkoming specifiek voor Amsterdam. Ad 2b. AROV (Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer) betreft een impulsbudget van het Rijk voor investeringen in regionaal (hoogwaardig) openbaar vervoer. Voor de Stadsregio gaat het om vijf projecten: HOV Zaan/IJ-tangent, HOV Schiphol Oost, HOV A9, HOV Westtangent en HOV Westelijke Tramlijnen. Ad 2c. Beter Benutten Vervolg betreft een impulsbudget van het Rijk voor het efficiënter benutten van bestaande infrastructuur. Het pakket aan maatregelen moet eind 2017 zijn gerealiseerd. Ad 2. Optelling van alle bijdragen (en kortingen) voor het absolute deel van de BDU (Ad. 2a tot en met 2c). Ad 3. Optelling van het relatieve en absolute deel van de BDU. Dit bedrag ontvangt de Stadsregio jaarlijks aan BDU.
4.3 Financiële besteding per RVVP-speerpunt Tabel 6 geeft per RVVP-speerpunt inzage in de besteding van financiële middelen aan de activiteiten en projecten die in de voorafgaande hoofdstukken zijn beschreven. De RVVP-speerpunten zijn nader toegelicht in paragraaf 2.2. Onder tabel 6 wordt iedere regel van de tabel toegelicht.
52
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Tabel 6: Verwachte financiële besteding per RVVP-speerpunt voor de periode 2016 t/m 2022 (bedragen x € 1 miljoen) 2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
1.
Beschikbare financiële middelen, bestaande uit:
1a.
Gespaarde BDU-middelen aan begin jaar
302,1
50,1
-88,1
-180,9
-352,6
-445,7
-529,9
1b.
Bij: Verwachte BDU-uitkering
388,3
386,9
382,8
381,6
381,6
381,6
381,6
1c.
Bij: Overige inkomsten
0,6
0,5
0,5
0,4
0,4
0,4
0,4
1.
Totaal beschikbare financiële middelen
691,0
437,5
295,2
201,1
29,4
-63,7
-148,0
2.
Benodigde financiële middelen, bestaande uit:
2a.
Speerpunt A: Regionaal Netwerk Weg
2b.
Speerpunt B: Regionaal Netwerk Openbaar Vervoer
2c.
Speerpunt C: Regionaal Netwerk Fiets
2d.
49,5
67,6
110,6
101,6
57,2
55,7
39,6
607,6
472,3
418,5
533,2
450,4
424,5
373,8
44,0
46,1
37,7
22,4
10,1
26,6
21,5
Speerpunt D: Ketenmobiliteit
0,8
0,5
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2e.
Speerpunt E: Mobiliteitsmanagement & Prijsbeleid
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2f.
Speerpunt F: Leefbaarheid & Duurzaamheid
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2g.
Speerpunt G: Verkeersveiligheid
3,2
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
2h.
Speerpunt H: Goederenvervoer
0,2
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2i.
Speerpunt I: Gebiedsgericht Samenwerken
2j.
Overige uitgaven: personeel en doorbelasting
2k.
1,1
1,9
1,9
1,9
1,9
1,9
1,9
11,1
10,8
10,8
10,8
10,8
10,8
10,8
Rente OV-fonds
1,4
2,7
2,8
2,3
2,5
2,8
3,4
2l.
Stelpost hogere prijsontwikkeling OV dan indexering BDU
2,6
5,4
8,1
10,9
10,9
10,9
10,9
2m.
Correctie overplanning Infrastructuurprojecten
-80,6
-84,7
-117,4
-132,5
-71,7
-70,0
-42,4
2.
Totaal benodigde financiële middelen
640,9
525,6
476,1
553,7
475,0
466,3
422,5
3.
Gespaarde BDU-middelen aan einde jaar (1-2)
50,1
-88,1
-180,9
-352,6
-445,7
-529,9
-570,5
53
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Toelichting bij tabel 6 Ad 1a.
Ad 1b. Ad 1c: Ad 2:
Ad 2j. Ad 2k.
Ad 3.
Dit is de optelling van de gespaarde BDU-middelen van de drie begrotingsprogramma’s aan het begin van het betreffende jaar. In de beginstand van 2016 van programma Infrastructuur is de, op basis van voortgangrapportages Wegbeheerders geconstateerde, onderuitputting 2015 (bijstelling van € 88 mln) verwerkt. Zie ook Ad 3. De Stadsregio Amsterdam ontvangt jaarlijks de Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer (BDU) van het Rijk. De opbouw van dit bedrag is vermeld in paragraaf 4.2. Dit zijn de bijdragen van derden aan VENOM, rente-inkomsten en inkomsten uit werken voor derden. Bij de besteding van financiële middelen per RVVP-speerpunt moet orden aangegeven dat de speerpunten C t/m I minder geraamde bestedingen weergeven dan in werkelijkheid aan deze speerpunten wordt besteed, terwijl de speerpunten A en B een hogere bestedingspatroon laten zien. Dit komt door twee oorzaken: Ten eerste worden sommige projecten die vallen onder de speerpunten C t/m I uitgevoerd in combinatie met Speerpunt A of B. Zo worden veel fietsprojecten aangepakt in combinatie met een (groter) weg- of OV-project. Doordat de fietsinvestering slechts klein is in de totale investering van een project, zijn de fietsbudgetten geïntegreerd in het Speerpunt A of B. Ten tweede worden veel projecten die vallen onder de Speerpunten C t/m I bekostigd uit de middelen voor onderzoek en studie (Zie ook tabel 9, 11 en 13) Dit zijn de uitgaven voor personeel en doorbelaste kosten voor bedrijfsvoering, bestuur en communicatie. Bij infrastructuurprojecten houden we rekening met een overplanning. Voor projecten in de planstudiefase of verkenningfase hanteren we een percentage van 50% van de geplande uitgaven als correctie. Voor de overige projecten (bijvoorbeeld in de realisatie of planuitwerkingsfase) hanteren we een percentage van 25% Dit bedrag is het restant aan BDU-middelen aan het einde van het betreffende jaar. Dit wordt als volgt berekend: het totaal benodigde middelen per jaar (Ad 2) wordt in mindering gebracht op de totaal beschikbare middelen per jaar (Ad 1). Dit is tevens het beginbedrag aan gespaarde BDU-middelen aan begin van het volgende jaar (Ad 1a).
4.4 Financiële besteding per begrotingsprogramma Stadsregio Amsterdam kent drie programma’s die betrekking hebben op het beleidsthema Verkeer en Vervoer en worden bekostigd met BDU-middelen: 1. Openbaar Vervoer, 2. Infrastructuur en 3. Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid. In onderstaand overzicht worden de activiteiten en projecten uit vorige hoofdstukken financieel meerjarig vertaald naar deze drie begrotingsprogramma’s. Onder tabel 7 wordt per regel een toelichting gegeven. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen toelichting per cijfer en per letter. Toelichting op letters betreffen algemene toelichtingen die voor alle begrotingsprogramma’s hetzelfde zijn. Toelichting op cijfers lichten de regels toe die specifiek voor dat programma zijn.
54
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Tabel 7: Financiële besteding per begrotingsprogramma voor de periode 2016 t/m 2022 (bedragen x € 1 miljoen) 2016 2017 2018 2019 2020
2021
2022
Programma 01: Openbaar Vervoer 1.
Beschikbare financiële middelen, bestaande uit:
1a.
Gespaarde BDU-middelen aan begin jaar
-91,4
-175,0
-183,3
-151,6
-162,0
-188,2
-230,0
1b.
Verwachte BDU
289,7
291,0
292,1
291,2
291,2
291,2
291,2
1c.
Overige inkomsten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
198,3
116,1
108,9
139,6
129,2
103,0
61,2
Totaal beschikbare financiële middelen 2.
Benodigde financiële middelen, bestaande uit:
2a.
Concessies
363,8
285,8
244,1
283,0
298,6
313,8
313,3
2b.
Stelpost voor hogere prijsontwikkeling dan indexering BDU
2,6
5,4
8,1
10,9
10,9
10,9
10,9
2c.
Onderzoek en studie
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2d.
Personeel en overhead
3,4
3,4
3,4
3,4
3,4
3,4
3,4
2e.
Rente OV fonds
1,4
2,7
2,8
2,3
2,5
2,8
3,4
373,3
299,3
260,5
301,6
317,4
333,0
333,1
-175,0
-183,3
-151,6
-162,0
-188,2
-230,0
-271,9
384,5
217,2
88,4
-35,6
-196,4
-262,8
-304,8
92,6
89,8
84,6
84,3
84,3
84,3
84,3
0,4
0,3
0,3
0,2
0,2
0,2
0,2
477,4
307,3
173,2
48,9
-111,9
-178,3
-220,3
Totaal benodigde financiële middelen 3.
Gespaarde BDU-middelen OV aan einde jaar
Programma 02: Infrastructuur 1.
Beschikbare financiële middelen, bestaande uit:
1a.
Gespaarde BDU-middelen aan begin jaar
1b.
Verwachte BDU
1c.
Overige inkomsten Totaal beschikbare financiële middelen
2.
Benodigde financiële middelen, bestaande uit:
2a.
Investeringsagenda's (incl. kleine projecten)
334,2
297,2
319,8
371,2
216,1
190,0
118,6
2b.
Correctie voor overplanning infrastructuurprojecten
-80,6
-84,7
-117,4
-132,5
-71,7
-70,0
-42,4
2c.
Onderzoek en studie
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
55
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
2016 2d.
3.
Personeel en overhead
2017
2018
2019
2020
2021
2022
5,7
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
Totaal benodigde financiële middelen
260,2
219,0
208,8
245,3
150,9
126,5
82,6
Gespaarde BDU-middelen Infra aan einde jaar
217,2
88,4
-35,6
-196,4
-262,8
-304,8
-302,9
Programma 03: Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid (RP&M) 1.
Beschikbare financiële middelen, bestaande uit:
1a.
Gespaarde BDU-middelen aan begin jaar
9,0
7,9
6,8
6,4
5,9
5,4
4,9
1b.
Verwachte BDU
6,0
6,1
6,1
6,1
6,1
6,1
6,1
1c.
Overige inkomsten
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
15,2
14,1
13,1
12,6
12,1
11,6
11,1
Totaal beschikbare financiële middelen 2.
Benodigde financiële middelen, bestaande uit:
2a.
Subsidies uitvoering
3,9
3,9
3,4
3,4
3,4
3,4
3,4
2b.
Onderzoek en studie
1,6
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
2c.
Personeel en overhead
1,9
1,9
1,9
1,9
1,9
1,9
1,9
Totaal benodigde financiële middelen
7,4
7,3
6,8
6,8
6,8
6,8
6,8
3.
Gespaarde BDU-middelen RPM aan einde jaar
7,9
6,8
6,4
5,9
5,4
4,9
4,4
4.
Totaal gespaarde BDU-middelen einde jaar
50,1
-88,1
-180,9
-352,6
-445,7
-530,0
-570,5
56
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Toelichting op tabel 7 Ad 1a. De standen van de gespaarde BDU-middelen aan het begin van het betreffende jaar per begrotingsprogramma. In de beginstand van 2016 zijn de effecten uit de halfjaarrapportage 2015 en de op basis van voortgangrapportages Wegbeheerders geconstateerde onderuitputting 2015 voor Infrastructuur (bijstelling van € 88 mln) verwerkt. Zie ook Ad 3. Ad 1b. De Stadsregio Amsterdam ontvangt jaarlijks de Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer (BDU) van het Ministerie van IenM. In paragraaf 4.2 is aangegeven hoe dit bedrag is opgebouwd. De Stadsregio verdeelt het budget als volgt over de begrotingsprogramma’s: 76% voor Openbaar Vervoer, 22% voor Infrastructuur en 2% voor Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid. Ad 1c. Voor begrotingsprogramma Infrastructuur zijn dit rente-inkomsten en bijdragen voor werken voor derden. Voor begrotingsprogramma RP&M betreffen dit bijdragen van derden aan VENOM. Ad 2. Benodigde financiële middelen voor de uitvoering van de activiteiten en projecten die in vorige hoofdstukken zijn beschreven. Deze bestaan uit: a) Concessies (voor begrotingsprogramma OV) en subsidies uitvoering (voor de begrotingsprogramma’s Infrastructuur en RP&M). In de bijlage wordt een nadere specificatie gegeven van de projecten waaraan de financiële middelen in 2016 worden besteed. b) Onderzoek en studie: voor elk begrotingsprogramma is jaarlijks een onderzoeksbudget beschikbaar voor algemene onderwerpen (die nog niet aan projecten of werkprogramma’s kunnen worden toegewezen). In de tabellen 9, 11 en 13 is per programma een overzicht opgenomen van de projecten waaraan dit onderzoek en studiebudget in 2016 wordt besteed. c) Personeel en overhead: uitgaven voor personeel en voor doorbelasting van bedrijfsvoering, bestuur en communicatie per begrotingsprogramma.. d) Bij infrastructuurprojecten houden we rekening met een overplanning. Voor projecten in de planstudiefase of verkenningsfase hanteren we een percentage van 50% van de geplande uitgaven als correctie. Voor de overige projecten (bijvoorbeeld in de realisatie of planuitwerkingsfase) hanteren we een percentage van 25%. Ad 3. Dit bedrag is over aan BDU-middelen aan het einde van het betreffende jaar per begrotingsprogramma en wordt als volgt berekend: de totaal beschikbare middelen per jaar (Ad1) minus de totaal benodigde middelen per jaar (Ad 2). De gespaarde BDU-middelen aan het einde van het jaar zijn tevens de beginbedragen van de gespaarde BDU-middelen voor het volgende jaar (A1a). Ad 4. Dit bedrag is over aan BDU-middelen aan het einde van het betreffende jaar voor de 3 begrotingsprogramma’s samen. Dit bedrag wordt berekend door de bedragen van de individuele begrotingsprogramma’s (Ad 3) bij elkaar op te tellen.
57
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
4.5 Conclusie De tabellen 6 en 7 laten zien dat vanaf 2017 de beschikbare middelen (= gespaarde BDU gelden uit het verleden en de jaarlijkse BDU-uitkering) lager zijn de geplande uitgaven. Dit vraagt om een toelichting en kanttekening. Het ‘vermeend’ tekort bij programma OV is het gevolg van de gekozen strategie om voor het rollend materieel OV investeringsbijdragen te verstrekken in plaats van structurele subsidiering van de kapitaallasten. Dit laatste zorgt namelijk per saldo en op lange termijn voor lagere uitgaven. Met het structureel wegvallen van de te subsidiëren kapitaallasten voor rollend materieel ontstaat er namelijk ruimte om de tekorten uit eerdere jaren te vereffenen. Door de beperkte planningshorizon tot aan jaar 2022 is deze vereffening niet zichtbaar in de tabel. In de begroting 2016 is in paragraaf 1.5 vanaf pagina 11 een meerjarenraming opgenomen met een langere periode die de mogelijkheid tot aflossen wel zichtbaar maakt. Het meerjarenoverzicht van het Programma Infrastructuur (met een vermeend tekort van € 302,9 miljoen in 2022) gaat ervan uit dat de ingediende subsidieclaims voor infrastructuurprojecten één op één worden gehonoreerd en conform planning worden uitgevoerd. Dit is echter niet het geval. De ervaring leert dat niet alle aanvragen tot ontwikkeling komen of worden toegekend. Ook komen projecten later tot uitvoering (hier is enigszins op ingespeeld met een correctie voor overplanning). In die zin is het in deze tabellen opgenomen meerjarenprogramma, niet zo zeer te beschouwen als een meerjarenbegroting, maar als een meerjarenprojectenaanvraag. Voor wat betreft de budgetautorisatie en navenante besteding van middelen wordt elk jaar in het kader van het dan voorliggende Uitvoeringsprogramma, een afweging voor het betreffende begrotingsjaar gemaakt. In principe is voor infrastructuurprojecten het beschikbare jaarbudget leidend. Indien het beschikbaar jaarbudget desondanks teveel knelt, leggen we de Regioraad een expliciet voorstel voor hoe hier mee om te gaan: verdere prioritering, herschikking tussen programma’s, accepteren van een tijdelijk tekort, etc. Het voorliggend Uitvoeringsprogramma 2016 beperkt zich dan ook tot het vastleggen van jaarschijf 2016. De inzet voor infrastructuur hierin past ruimschoots binnen de beschikbare ruimte.
58
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Bijlage: specificatie benodigde financiële middelen per begrotingsprogramma Begrotingsprogramma 1: Openbaar Vervoer Tabel 8: Specificatie benodigde financiële middelen begrotingsprogramma 1: Openbaar Vervoer (bedragen x € 1 miljoen) Naam OV Concessie Amsterdam: exploitatie
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
99,8
96,7
91,0
82,3
79,2
72,0
66,8
1,4
0,0
0,0
50,2
30,0
50,0
75,0
12,8
10,7
1,7
0,0
3,0
24,4
13,2
160,3
118,8
96,5
93,8
93,3
105,3
97,2
OV Concessie Amstelland-Meerlanden
38,1
38,1
37,5
37,5
37,5
37,5
37,5
OV Concessie Zaanstreek
12,0
12,0
12,0
12,0
12,0
12,0
12,0
OV Concessie Waterland
16,5
16,5
16,5
16,5
16,5
16,5
16,5
Bussenfonds
21,1
-9,2
-13,2
-11,5
25,0
-6,0
-6,0
Compensatie SOV streek
0,0
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
R-net uitstraling
1,1
1,1
1,1
1,1
1,1
1,1
0,0
DRIS – GOVI
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
363,8
285,8
244,1
283,0
298,6
313,8
313,3
Stelpost voor hogere prijsontwikkeling dan indexering BDU
2,6
5,4
8,1
10,9
10,9
10,9
10,9
Onderzoek en studie
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
Personeel en overhead
3,4
3,4
3,4
3,4
3,4
3,4
3,4
Rente OV fonds
1,4
2,7
2,8
2,3
2,5
2,8
3,4
373,3
299,3
260,5
301,6
317,4
333,0
333,1
OV Concessie Amsterdam: aanschaf rollende activa OV Concessie Amsterdam: overige investeringen, effecten grote infraprojecten OV Concessie Amsterdam: beheer en onderhoud (IVV)
Totaal concessies
Totaal benodigde financiële middelen
59
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Toelichting: OV Concessie Amsterdam: exploitatie De exploitatiekosten van de concessie Amsterdam dalen de komende jaren. Doordat de Stadsregio aan het GVB in 2012, 2014 en 2015 investeringssubsidies (= subsidiering van het gehele investeringsbedrag) voor investeringen in rollende materieel heeft beschikt, hoeft de Stadsregio jaarlijks hiervoor in de exploitatie geen kapitaallasten meer te subsidiëren. Verder is het relevant aan te geven dat de Stadsregio momenteel samen met GVB en de gemeente Amsterdam onderzoekt of herfinanciering van de bestaande lening tussen GVB en de gemeente Amsterdam voor strategische activa zinvol is (orde grootte € 180 mln). Herfinanciering zal plaatsvinden in de vorm van een directe investeringssubsidie en is daarmee wat betreft systematiek vergelijkbaar met de eerder verstrekte investeringssubsidies voor de M5 en M6 metro’s. De Stadsregio kan hiermee profiteren van de gunstige rentestanden op de kapitaalmarkt. De besprekingen met de gemeente Amsterdam en het GVB zullen naar verwachting leiden tot het besluit om een investeringssubsidie te verstrekken. De financiële gevolgen van het besluit voor het verlenen van een directe investeringssubsidie zullen in 2016 aan de regioraad worden voorgelegd met een begrotingswijziging. Deze begrotingswijziging heeft geen negatieve gevolgen voor de financiële verplichtingen die de Stadsregio op zich neemt. Immers, met het goedkeuren van de investeringen heeft de Stadsregio zich al heeft verplicht de kapitaallasten van deze investeringen te financieren. Per saldo levert het toekennen van een directe investeringssubsidie een voordeel op omdat de rentelasten voor de stadsregio lager zijn dan de rentelasten die de Stadsregio nu moet vergoeden over de af te lossen leningen. OV Concessie Amsterdam: aanschaf rollende activa: In verband met de benodigde vervangingen van rollend materieel dat aan het einde van de levensduur zit, nemen de incidentele uitgaven toe. De besluiten hiervoor zijn al eerder door DB en Regioraad genomen (o.a. M5 en M6 metromaterieel). OV Concessie Amsterdam: beheer en onderhoud De uitgaven voor beheer en onderhoud laten in 2016 en 2017 een piek zien. Dit betreft de dan geplande oplevering van de renovatieprojecten voor de Oostlijnstations (conform de aanbestedingen en geplande opleveringen van projecten uit het Meerjaren Vervangingsonderhoud Programma Metro) OV Concessie Amstelland-Meerlanden Het begrote bedrag voor de concessie Amstelland-Meerlanden voor de vervoerder fluctueert gedurende de jaren niet, andere componenten binnen het gebied Amstelland-Meerlanden kunnen dat wel (o.a. collectief vraagafhankelijk Vervoer en monitoringskosten). Het bedrag daalt vanaf 2018 met € 0,6 mln als gevolg van afspraken tussen Stadsregio Amsterdam en de Provincie Noord-Holland over beheer en onderhoud van de Zuidtangent.
60
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Tabel 9: Specificatie onderzoek en studie begrotingsprogramma 1: Openbaar Vervoer Naam
Budget 2016
Onderzoek- en studie streekconcessies
550.000
Onderzoek- en studie concessie Amsterdam
950.000
Onderzoek- en studie OV algemeen
500.000
Totaal Onderzoek en studie
2.000.000
Begrotingsprogramma 2: Infrastructuur Tabel 10: Specificatie benodigde financiële middelen begrotingsprogramma 2: Infrastructuur (bedragen x € 1 miljoen) Naam
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Investeringsagenda Weg Programma Weg (overig)
29,9
42,1
75,1
60,6
16,7
15,2
15,6
Programma Weg: A8-A9
-0,1
-1,0
6,5
10,0
10,0
10,0
5,0
Programma Weg: Duinpolderweg (N206 – A4) Totaal Investeringsagenda Weg
1,3
7,5
10,0
12,0
11,5
11,5
31,1
48,6
91,6
82,6
38,2
36,7
20,6
48,8
50,7
51,4
57,7
38,9
63,7
41,1
0,8
0,8
0,8
0,8 16,6
Investeringsagenda OV Programma OV Amsterdam (Plusnet) Programma OV Amsterdam (Comfortnet) Programma OV Streek (R-net) Programma OV: Ombouw Amstelveenlijn, doortrekking Uithoorn
1,0 43,2
70,7
40,5
52,0
20,7
24,1
107,6
70,6
4,3
18,7
15,7
149,8
108,6
6,8
23,1
49,4
Programma metro Amsterdam (Opstellen, ICT, Renovatie Oostlijn)
81,1
7,3
7,7
ZuidasDok
17,3
14,0
13,8
22,7
OV-knooppunten en overstappunten
43,4
18,8
9,6
7,5
241,6
184,5
172,4
248,2
Totaal Investeringsagenda OV
58,5
Investeringsagenda Fiets
61
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Naam
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Fietsnetwerk
29,9
22,5
17,1
10,5
7,9
7,7
7,4
Fietsstallingen
13,6
23,7
20,6
11,9
2,2
18,9
14,1
43,5
46,1
37,7
22,4
10,1
26,6
21,5
15,5
15,5
15,5
15,5
15,5
15,5
15,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
18,0
18,0
18,0
18,0
18,0
18,0
18,0
-80,6
-84,7
-117,4
-132,5
-71,7
-70,0
-42,4
253,5
212,5
202,3
238,8
144,4
120,0
76,1
Onderzoek en studie
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
Personeel en overhead
5,7
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
260,2
219,0
208,8
245,3
150,9
126,5
82,6
Totaal Investeringsagenda Fiets Kleine projecten Kleine maatregelingen voor investeringsagenda OV Kleine maatregelingen voor investeringsagenda Weg Totaal kleine projecten
Correctie voor overplanning Totaal investeringsagenda's (incl correctie overplanning)
Totaal benodigde financiële middelen
Toelichting: De investeringsagenda’s zijn in 2015 vertaald in uitvoeringsprogramma’s met acties, maatregelen en (plan)studies. De geformuleerde (plan)studies betreffen op hoofdlijnen de belangrijkste maatregelen uit deze uitvoeringsprogramma’s of structurele terugkerende regiekosten. De post “onderzoek en studie” betreffen incidentele studiekosten voor algemene onderwerpen. Een overzicht hiervan is hieronder opgenomen. Mocht op basis van de resultaten van een onderzoek of studie gedurende 2016 de noodzaak ontstaan om een (plan)studie voor een bepaalde maatregel te starten, dan zal het benodigde budget begrotingstechnisch overgeheveld worden van de post “onderzoek en studie” naar de desbetreffende Investeringsagenda.
62
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Tabel 11: Specificatie onderzoek en studie begrotingsprogramma 2: Infrastructuur Naam
2016
Spoordossier MRA-coördinatie
€ 35.000
Spoordossier coördinatie
€ 25.000
Wayfinding vervolg
€ 30.000
Vervolg Metronetstudies
€ 50.000
(Dynamisch) Verkeersmanagement
€ 40.000
Update Netwerkvisie
€ 20.000
GGB A8/A10 Coenplein
€ 60.000
Bereikbaarheid A4 Zuidas-Schiphol
€ 80.000
Amsterdam: Ruimte voor de Stad
€ 100.000
Sneller naar een beter resultaat: van subsidiëren naar financieren
€ 100.000
Kennis en expertise: o.a. MKBA, Moderne Marktbenadering, Verkeerskunde, Eigendom en beheer
€ 250.000
Algemene onderzoek- en studiekosten
€ 210.000
Totaal
€ 1.000.000
63
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Begrotingsprogramma 3: Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid Tabel 12: Specificatie benodigde financiële middelen begrotingsprogramma 3: Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid (bedragen x € 1 miljoen) Naam
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Nationale Databank Wegverkeergegevens
0,26
0,26
0,26
0,26
0,26
0,26
0,26
VENOM (verkeersmodel MRA)
0,13
0,13
0,13
0,13
0,13
0,13
0,13
Beter Benutten Vervolg
0,50
0,50
Verkeerseducatie, -campagnes en -handhaving
2,96
2,96
2,96
2,96
2,96
2,96
2,96
Onderzoek en studie
1,58
1,53
1,55
1,55
1,55
1,55
1,55
Personeel en overhead
1,95
1,90
1,88
1,88
1,88
1,88
1,88
Totaal benodigde financiële middelen
7,38
7,27
6,78
6,77
6,77
6,77
6,77
* Looptijd samenwerkingsovereenkomst t/m 2017. O.b.v. evaluatie besluit over voortzetting. ** Looptijd samenwerkingsovereenkomst t/m 2016. O.b.v. evaluatie besluit over voortzetting.
Toelichting: Nationale Databank Wegverkeergegevens De samenwerkingsovereenkomst heeft een looptijd t/m 2017. Op basis van evaluatie vindt er besluitvorming plaats over voortzetting. VENOM De samenwerkingsovereenkomst heeft een looptijd t/m 2017. Op basis van evaluatie vindt er besluitvorming plaats over voortzetting. Beter Benutten Vervolg Dit betreft de stadsregionale bijdrage aan de projecten ‘Innovatieve gedragsmaatregelen’, ‘Spitsmijden’, Koepel Logistiek’ en ‘Incidentmanagement’. Onderzoek en studie Voor 2016 is de raming met 0,1 mln verhoogd in verband met het uitvoeringsprogramma Fiets.
64
Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer 2016 Stadsregio Amsterdam
Tabel 13: Specificatie onderzoek en studie begrotingsprogramma 3: Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid Naam Regionaal Netwerk Fiets en investeringsagenda Fiets Bewustwording & Gedragsbeïnvloeding
Budget 2016 € 550.000 € 50.000
Duurzame Mobiliteit & Leefomgeving
€ 100.000
Verkeersveiligheid
€ 270.000
Goederenvervoer
€ 150.000
Gebiedsgericht samenwerken (incl. generieke beleidsontwikkeling)
€ 340.000
Strategisch kader, algemene beleidsontwikkeling
€ 120.000
Totaal Onderzoek en studie
€ 1.580.000
65