Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2015 Uitvoeringsprogramma van het Regionaal Verkeer en Vervoer Plan
Versie ten behoeve van de behandeling in de Regioraad van 9 december 2014 Na besluitvorming in de Regioraad vindt er nog een redactionele bewerking plaats van dit document.
Stadsregio Amsterdam 20 november 2014
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Inhoudsopgave 1.
Inleiding .................................................................................................................................................................................... 3 1.1 Een geactualiseerd Uitvoeringsprogramma ........................................................................................................................ 3 1.2 Samenhang met andere beleidskaders en –processen ...................................................................................................... 3 1.3 Uitvoering van het UVP V&V .............................................................................................................................................. 6 1.4 Doorontwikkeling regionale samenwerking ......................................................................................................................... 7
2.
Regionaal Verkeer en Vervoer Plan ........................................................................................................................................ 8 2.1 Inleiding .............................................................................................................................................................................. 8 2.2 Speerpunten....................................................................................................................................................................... 9
3
Opgaven, doelstellingen en acties voor 2015 per deelgebied en gemeente ...................................................................... 22 3.1 Inleiding ............................................................................................................................................................................ 22 3.2 Amstelland-Meerlanden.................................................................................................................................................... 22 3.3 Amsterdam ....................................................................................................................................................................... 29 3.4 Waterland ......................................................................................................................................................................... 39 3.5 Zaanstreek ....................................................................................................................................................................... 44
4.
Financiën ................................................................................................................................................................................ 49 4.1 Inleiding ............................................................................................................................................................................ 49 4.2 Brede Doel Uitkering Verkeer & Vervoer .......................................................................................................................... 49 4.3 Financiële besteding per RVVP-speerpunt ....................................................................................................................... 51 4.4 Financiële besteding per begrotingsprogramma ............................................................................................................... 52 4.5 Conclusie ......................................................................................................................................................................... 55
Bijlage ............................................................................................................................................................................................... 56
2
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
1. Inleiding 1.1 Een geactualiseerd Uitvoeringsprogramma Met het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (UVP V&V) geeft de Stadsregio Amsterdam jaarlijks inzicht in de acties die worden uitgevoerd om de in het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP) geformuleerde beleidsopgaven en -doelstellingen te behalen. Het RVVP is in 2004 vastgesteld en in de loop der tijd zijn diverse speerpunten nader uitgewerkt. Acties die hieruit voortvloeiden worden op hoofdlijnen gepresenteerd in het UVP V&V. In 2015 gaat de Stadsregio samen met haar partners in de toekomstige Vervoerregio een nieuw regionaal beleidskader voor verkeer en vervoer opstellen. Het RVVP, de uitwerkingen daarvan en het UVP V&V van de Stadsregio Amsterdam kennen samen een aantal functies: Financieel: het UVP is een uitwerking van de begroting en dient als kader voor de verdeling van financiële middelen voor investeringen in regionale infrastructuur, de exploitatie van het regionaal openbaar vervoer en overig regionaal verkeer- en vervoersbeleid, in het bijzonder voor de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (IenM); Organisatorisch: vormen een handvat voor het stellen van prioriteiten voor activiteiten van de Stadsregio en een optimale aansluiting op de programma’s van de diverse wegbeheerders in de regio. Het biedt een concrete programmering van activiteiten met een nadruk op uitvoering: welke acties en inzet wordt in 2015 gevraagd vanuit de Stadsregio, de gemeenten en andere partijen binnen de regio en het Rijk?; Wettelijk: fungeren in het kader van de Planwet Verkeer en Vervoer als wettelijk kader voor verkeer- en vervoerbeleid van de zestien gemeenten die deelnemen in de Stadsregio Amsterdam. Eventuele lokale verkeer-en vervoerplannen van deze gemeenten vormen een nadere uitwerking van het RVVP.
1.2 Samenhang met andere beleidskaders en -processen De in deze paragraaf genoemde beleidskaders vormen belangrijke bouwstenen voor de samenwerking en het nieuwe regionale beleidskader voor verkeer en vervoer dat de Stadsregio samen met haar (convenant)partners in de toekomstige Vervoerregio in 2015 gaat opstellen. Een inhoudelijke toelichting op deze bouwstenen is te vinden in hoofdstuk 2.
3
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Begroting 2015 De Regioraad heeft op 24 juni j.l. de Begroting 2015 voor de Stadsregio vastgesteld. Dit is een kaderbegroting waarin de plannen van de Stadsregio in 2015 op hoofdlijnen zijn aangegeven. De begroting is financieel en beleidsmatig nader uitgewerkt in twee uitvoeringsprogramma’s. Voorliggend uitvoeringsprogramma geeft een uitwerking van de begrotingsprogramma’s die met BDUmiddelen gefinancierd worden (01 Openbaar Vervoer, 02 Infrastructuur en 03 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid). Het uitvoeringsprogramma voor Economie en Regionale Woningmarkt geeft een uitwerking van de overige begrotingsprogramma’s (04 Economie en 05 Regionale Woningmarkt). Regionale Agenda Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio en de portefeuillehouders van de stadsregiogemeenten hebben de kaders, accenten en prioriteiten voor deze bestuursperiode geformuleerd in de Regionale Agenda 2014-2018. De Regionale Agenda is een programma dat bestaat uit de ambities en doelen, waarvan de gemeenten vinden dat ze het meeste effect hebben als ze gezamenlijk, in regionaal verband worden georganiseerd en het aansluit op de (wettelijke en financiële) mogelijkheden die de Stadsregio heeft om dit te bereiken. Het gaat om de thema’s Verkeer & Vervoer (Openbaar vervoer, Infrastructuur en Mobiliteitsbeleid), Ruimte & Wonen en Economie. De Regionale Agenda is, samen met de UVP’s 2015, ter vaststelling geagendeerd in de Regioraad van 9 december 2014. Acties die voortkomen uit ambities en doelen uit de Regionale Agenda zijn zoveel mogelijk al meegenomen in de UVP’s 2015. De overige acties worden verwerkt in de UVP’s voor de jaren 2016-2018, waarbij wordt verwezen naar de Regionale Agenda. Investeringsagenda’s Weg, OV en Fiets De Investeringsagenda’s Weg en Openbaar Vervoer (OV) vormen een belangrijke uitwerking van de RVVP-speerpunten ‘Regionaal Netwerk Weg’ en ‘Regionaal Netwerk Openbaar Vervoer’ voor de periode tot 2025 en verder. Na de vaststelling van de agenda’s door de Regioraad eind 2013 zijn de agenda’s in 2014 vertaald naar een uitvoeringsprogramma met maatregelen en projecten. Deze zijn verwerkt in voorliggend UVP V&V 2015. Naar verwachting wordt in 2015 ter uitwerking van het RVVP-speerpunten ‘Regionaal Netwerk Fiets’ ook de ‘Investeringsagenda Fiets’ vastgesteld door de Regioraad, vertaald in een uitvoeringsprogramma en verwerkt in het UVP V&V 2016. Hetzelfde geldt voor verschillende andere uitwerkingen die de Stadsregio in 2015 zal ontwikkelen, waaronder de beleidskaders over de regionale verdeling van taken en verantwoordelijkheden rondom de Wet Lokaal Spoor en van de aanleg en beheer van bus- en tramhaltes. Gebiedsagenda Noord-Holland, Utrecht, Flevoland De Stadsregio Amsterdam maakt onderdeel uit van het grotere gebied van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en werkt hierin samen met de provincies Noord-Holland en Flevoland en de gemeenten Almere en Amsterdam. De MRA-partijen hebben samen met de partijen uit de Utrechtse regio in 2013 de gezamenlijke opgaven, ambities en doelstellingen geformuleerd in de Gebiedsagenda Noord-Holland, Utrecht, Flevoland. Deze Gebiedsagenda vormt het bredere perspectief van (en sluit zeer goed aan op) de opgaven, ambities en doelstellingen van de Stadsregio, waaronder die uit het RVVP. De acties uit dit UVP V&V dragen in belangrijke mate bij aan de bovenregionale ambities en doelstellingen.
4
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Rijkskaders: SVIR, MIRT, Meer Bereiken en Agenda Stad In 2012 heeft het Ministerie van IenM haar opgaven, ambities en doelstellingen voor ruimte en mobiliteit benoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). In het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport; het periodieke overleg tussen rijk en regio over budget, programma's en beleid in verkeer en vervoer, economie en verstedelijking) en het programma Meer Bereiken onderzoeken rijk en regio gezamenlijk hoe de geformuleerde opgaven, ambities en doelstellingen de komende jaren behaald kunnen worden. De budgetten zijn beperkter en de ruimtelijke ontwikkelingen vragen om een meer adaptieve manier van ontwikkelen en een adequate monitoring. Als uitwerking van de SVIR en de Gebiedsagenda werken het rijk en de MRA-partijen momenteel samen aan vier (gebiedsgeoriënteerde) rijksstructuurvisies en vier (corridorgeoriënteerde) ‘Brede’ MIRT-onderzoeken. Onderstaand kader biedt de hoofdlijnen uit de rijksstructuurvisies. Kader x: Vier rijksstructuurvisies in de Metropoolregio Amsterdam
Rijksstructuurvisies in de MRA De SVIR wijst de regio Amsterdam aan als prioritair gebied ter versterking van de concurrentiepositie van Nederland. Rijk en de MRA-partijen werken momenteel aan vier rijksstructuurvisies. RRAAM (Rijk- en Regioprogramma Amsterdam Almere Markermeer) Hierin werken rijk en regio hun ambities uit voor natuur, bereikbaarheid en verstedelijking voor het gebied tussen Amsterdam en Almere. De tadsregio Amsterdam is met name betrokken vanuit de bereikbaarheid en ontsluiting van (nieuwe woonwijken bij) Almere. ZuidasDok Ontwikkelen van een hoogwaardig knooppunt op de Zuidas waarin alle verkeer- en vervoermodaliteiten optimaal samenkomen als drager van verdere stedelijke en economische ontwikkelingen in het gebied. De uitvoering van de maatregelen staat gepland tot 2025. SMASH (Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer) Stimuleren van de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de Schipholregio. Belangrijke opgaven zijn de bereikbaarheid van de Schipholregio, de economische ontwikkeling op de corridor Schiphol-Zuidas en beleidskeuzes op het spanningsveld tussen woningbouw nabij Schiphol en de groei van het aantal vluchten. NZKG (Noordzeekanaalgebied) Versterken van de internationale concurrentiepositie van dit gebied en daarmee die van de regio Amsterdam en van Nederland. Voor het werkgebied van de Stadsregio Amsterdam is met name (de bereikbaarheid en ontsluiting van) de woningbouwopgave van belang, onder meer langs de oevers van IJ en Zaan.
5
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
De ‘Brede’ MIRT-onderzoeken komen voort uit Meer Bereiken en zijn: Noordwestkant Amsterdam; Verkenning Noordkant Amsterdam; Verkenning Bereikbaarheid Lelystad Airport; Oostkant Amsterdam. Een ander relevant traject in 2015 is de ´Agenda Stad´ die het Rijk gaat starten. Deze agenda biedt kansen voor rijk en regio om gezamenlijk te werken aan de urgente opgaven in de stedelijke regio’s. Verkeer- en vervoerplannen van provincies en waterschappen Het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan van de provincies en het Wegenbeleidsplan van de waterschappen zijn beleidskaders die nevengeschikt zijn aan het RVVP. Provincies, waterschappen en de Stadsregio werken voor de afstemming van deze plannen, maar bijvoorbeeld ook in MRA- en MIRT-verband, intensief met elkaar samen. Daarbij draagt de Stadsregio ook financieel bij aan projecten en maatregelen van provincies en waterschappen.
1.3 Uitvoering van het UVP V&V Het UVP V&V geeft op hoofdlijnen een beeld van de geplande maatregelen en projecten. Voor de uitvoering van deze acties worden op projectniveau afspraken gemaakt over scope, organisatie en planning. De ervaring leert dat de uitvoering van maatregelen soms lastig te organiseren is, met als consequentie dat de uitvoering soms niet de gewenste snelheid heeft. De Stadsregio ziet dit als zorgpunt en probeert samen met haar partners verbeteringen aan te brengen in deze praktijk. Het gaat hierbij om het versnellen van de realisatie van gezamenlijke regionale maatregelen en doelstellingen en het efficiënter laten verlopen van de gezamenlijke organisatie en planning. In 2014 heeft de Stadsregio in het kader van de Investeringsagenda’s OV en Weg samen met gemeenten gewerkt aan twee ‘afsprakenkaders’. Dit betreffen afspraken om de betrokkenheid van de Stadsregio (ook financieel) in opgaven vroegtijdig te verduidelijken en om gezamenlijk met wegbeheerders projecten nog zorgvuldiger, kosteneffectiever én sneller uit te werken en uit te voeren. Ook versterkt de Stadsregio in 2015 haar programmamanagement en -coördinatie. Binnen de (uitvoerings)programma’s van de Investeringsagenda’s Weg, OV en Fiets zal nog intensiever met de partners worden samengewerkt bij nieuwe initiatieven, in de prioritering van projecten en in de uitvoeringsgerichtheid.
6
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
1.4 Doorontwikkeling regionale samenwerking Het wetsvoorstel afschaffing WGR+ status (inclusief de vorming van een vervoerregio) was aanleiding om te bezien hoe we de regionale samenwerking in de Amsterdamse regio in de toekomst vorm gaan geven. Op basis van de opgaven en de ervaringen met samenwerken in de Stadsregio hebben de Stadsregio-gemeenten in 2013 de ambitie onderschreven om te gaan voor één samenhangend samenwerkingsverband voor het metropoolregiogebied met onder meer een stevige en formele samenwerking voor verkeer en vervoer (vervoerregio). Het wetsvoorstel belegt de huidige regionale verkeer- en vervoertaken (plustaken) opnieuw bij de Stadsregio, conform de wens van de 16 Stadsregio-gemeenten. Ook biedt het wetsvoorstel de mogelijkheid om de verkeer- en vervoersamenwerking met de twee provincies en de omliggende gemeenten te intensiveren. In ieder geval Flevoland, Almere en Lelystad en de Stadsregio gaan vanaf 1 januari 2015 op basis van een convenant samenwerken. Hierbij gaan de partijen aan gezamenlijke beleidsdocumenten werken (waaronder een nieuw beleidskader voor verkeer en vervoer) en voorstellen ontwikkelen die beter aansluiten op de aard en schaal van de regionale bereikbaarheidsopgaven. Daarnaast hebben de convenantpartners afgesproken om elkaars concessies, aanbestedingen, werkwijzen en besluitvormingstrajecten te verkennen en waar mogelijk naar elkaar toe te laten groeien. Dit proces loopt in 2015 en 2016 door. Na een evaluatie vindt in 2016 besluitvorming plaats over een gemeenschappelijke regeling om de samenwerking per 1 januari 2017 steviger te organiseren. Voor de andere beleidsterreinen (Ruimte, Wonen en Economie) hebben de Stadsregio-gemeenten de intentie uitgesproken om de samenwerking na de intrekking van de plusstatus op basis van de huidige gemeenschappelijke regeling te continueren en verder te ontwikkelen naar het niveau van de Metropoolregio Amsterdam. De uiteindelijke vorm waarin de samenwerking zich zal ontwikkelen is in deze bestuursperiode nog onderwerp van gesprek met alle betrokken partijen en kan invloed hebben op het UVP als de aard van de samenwerking of de daarin betrokken partijen veranderen.
7
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
2. Regionaal Verkeer en Vervoer Plan 2.1 Inleiding De acties uit het UVP V&V geven uitvoering aan de door de gezamenlijke Stadsregio-gemeenten vastgestelde speerpunten uit het Regionaal Verkeer en Vervoer Plan. In de loop van de tijd zijn diverse speerpunten uit het RVVP beleidsmatig verder uitgewerkt samen met de gemeenten en ook met betrokkenheid van andere partners. De ambitie van het RVVP is om vanuit verkeer- en vervoersperspectief bij te dragen aan een gezonde en gedifferentieerde economie met internationale concurrentiekracht, het bieden van een goed sociaal klimaat voor inwoners en te zorgen voor een duurzame leefomgeving. Om deze ambitie uit te voeren worden de sterke kanten van de auto, de fiets en het openbaar vervoer in samenhang benut. Reiziger en goederenvervoerders bepalen zelf hoe zij haar verplaatsingen maken. Wel probeert de Stadsregio deze keuze te beïnvloeden als dit leidt tot een efficiënter gebruik van het totale netwerk of tot verbetering van de duurzaamheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Ook is een goed samenspel nodig tussen de afzonderlijke verkeersnetwerken en het verkeerssyeteem en ruimtelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld rond belangrijke knooppunten. Deze ambities zijn vertaald in negen speerpunten (zie figuur 1). Figuur 1: Ambitie en speerpunten uit het RVVP
8
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Ontwikkeling nieuw beleidskader voor verkeer en vervoer in 2015 Mede vanwege de doorontwikkeling van de Vervoerregio, de ontwikkeling van een nieuwe Regionale Agenda en het verstrijken van de looptijd van het vigerende RVVP, zijn in 2014 de eerste stappen gezet tot een nieuw beleidskader voor verkeer en vervoer voor het grondgebied van de partners in de Vervoerregio. Het nieuwe RVVP wordt in 2015 opgesteld samen met de huidige gemeenten in de Stadsregio en de convenantpartners Almere, Flevoland en Lelystad en wordt ook afgestemd met de andere partners in de MRA. Het vervolg van deze paragraaf geeft een beschrijving van de speerpunten, prestatie-indicatoren en beleidsuitwerkingen. Bij elk speerpunt worden enkele accenten voor 2015 beschreven.
2.2 Speerpunten 2.2.1 Regionaal Netwerk Weg Binnen het RVVP-speerpunt Regionaal Netwerk Weg staat het verbeteren van het functioneren van het regionale wegennetwerk (zie figuur 2) voorop. Op basis van de streefbeelden uit het RVVP (voor reistijden, concentratie van verkeersstromen en goede overstapmogelijkheden), de afspraken over de prioiritaire gebieden voor ruimtelijk-economische ontwikkeling in de Gebiedsagenda en de mogelijkheid om win-winkansen te realiseren met andere modaliteiten, zijn opgaven en acties geïdentificeerd en geprioriteerd. Tot 2020 is zowel sprake van een verslechtering van de regionale bereikbaarheid (door groei van het autoverkeer) als verbetering (door ingebruikname van een aantal grote maatregelen waaronder weguitbreiding A1/A6/A9 en de Tweede Coentunnel). In de verdere toekomst bestaat veel onzekerheid over de ontwikkeling van de bereikbaarheid vanwege onzekerheid over het herstel van de economie in het algemeen en meer specifiek die van de woning- en vastgoedmarkt. Om meer richting te geven aan deze onzekerheid is de Investeringsagenda Weg opgesteld, als uitwerking van het speerpunt ‘Regionaal Netwerk Weg’. De Investeringsagenda Weg heeft een adaptief karakter, waarin de betrokken partijen de ontwikkelingen in de regio adequaat monitoren en kunnen bijsturen. Ook kent de agenda afspraken over versnelde realisatie van maatregelen en efficiëntere samenwerking tussen de betrokken partijen. Naast investeringen in uitbreiding van de bestaande capaciteit (o.a. nieuwe verbindingen) gaat de Investeringsagenda Weg ook om betere benutting van de bestaande systemen zonder omvangrijke fysieke investeringen. Voorbeelden hiervan zijn RegioRegie (regionale samenwerking tussen wegbeheerders voor de afstemming van hinder door werkzaamheden aan de wegen in Noord-Holland), de Praktijk Proef Amsterdam (proef met verkeersmanagement op (enkele op- en afritten op) de Ring A10) en optimalisaties in afstelling van verkeerregelinstallaties (VRI’s). De Investeringsagenda is in 2014 vertaald in een uitvoeringsprogramma (Programma Weg) met maatregelen en projecten die ook in 2015 gezamenlijk met de wegbeheerders verder worden uitgewerkt en uitgevoerd. Deze acties zijn ook op hoofdlijnen verwerkt in voorliggend UVP V&V 2015.
9
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 2: Regionaal Netwerk Weg
10
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
2.2.2 Regionaal Netwerk Openbaar Vervoer Een hoogwaardig openbaar vervoer (HOV)-systeem is onontbeerlijk voor een goed bereikbare regio. Daarbij kijkt de Stadsregio niet alleen naar de ‘harde kant’ van het openbaar vervoer zoals het netwerk, de frequentie en de punctualiteit. Ook wordt aandacht besteed aan de ‘zachte kant’, zoals imago, tarieven en reisinformatie op haltes. Enerzijds is de Stadsregio opdrachtgever en concessieverlener van het openbaar vervoer in vier OV-concessies. Tevens beoogt de Stadsregio verbetering van het functioneren van het regionale wegnetwerk via betere (benutting van) infrastructuur. Voor het speerpunt ‘Regionaal Openbaar Vervoer’ heeft de Stadsregio in het RVVP de volgende streefbeelden gedefinieerd: Maximaal acceptabele reistijden, met reistijdnormen per afstandsklasse en per type verplaatsing; Betrouwbaarheid: 95% van de verplaatsingen met het openbaar vervoer in de spits is op tijd;. Basisniveau: alle woon- en werkgebieden in de regio met enige omvang dienen van 7.00 tot 23.00 uur te beschikken over een OV-verbinding met knooppunt; Verhoging van de toegankelijkheid van het OV; Sociale veiligheid in het OV is op een vergelijkbaar niveau als dat in de openbare ruimte; Gecombineerde marktaandeel van fiets en OV in de spits laten groeien naar 70% in hoogstedelijke gebieden, 50% in grote kernen en 30% in kleine kernen; Klanttevredenheid in het OV neemt jaarlijks toe in iedere concessie, gemeten in de jaarlijkse barometer. In het regionale openbaar vervoer wordt het komende decennium een reizigersgroei verwacht, vooral in het stedelijke gebied. Tegelijkertijd zijn er beperkter wordende financiële middelen en worden verschillende nieuwe of verbeterde OV-lijnen en knooppunten in gebruik genomen (waaronder de Noord-Zuidlijn, de omgebouwde Amstelveenlijn, Programma Hoogfrequent Spoor en de Zuidas). Binnen deze ontwikkelingen heeft de Stadsregio Amsterdam samen met wegbeheerders de Investeringsagenda OV opgesteld. In 2014 is de Investeringsagenda OV vertaald in twee uitvoeringsprogramma’s ‘OV Amsterdam’ en ‘R-net streekconcessies’. Hiermee is voor de komende jaren helder welke trajecten gezamenlijk opgepakt worden. In 2015 zal worden ingezet op een versterking van het programmamanagement en –coördinatie, om daarmee een bijdrage te leveren aan de meer uitvoeringsgerichte manier van werken. De twee uitvoeringsprogramma’s zijn verwerkt in voorliggend UVP V&V 2015. Zie figuur 3 voor het regionale OV-netwerk.
11
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 3: Regionaal Netwerk Openbaar Vervoer
12
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Andere (Stadsregiobrede) acties binnen het speerpunt Regionaal Openbaar Vervoer zijn: Concessiebeheer Als opdrachtgever en concessieverlener van het OV zet de Stadsregio in op het concessiebeheer en op regelmatig subregionaal overleg met de gemeenten en de vervoerbedrijven. Dit biedt ruimte om de uitvoering van de concessie te monitoren, in te spelen op eventuele discussie of knelpunten en blijvend aandacht te hebben voor verdere verbeteringen. Eind 2015 gaat het proces ter voorbereiding van de nieuwe aanbesteding van de concessie Amstelland-Meerlanden van start. Landelijk spoorsysteem Blijvende aandacht heeft de koppeling van het stads- en streekvervoer met het landelijke spoor. De Stadsregio voert samen met de provincie Noord-Holland vanuit de MRA de coördinatie richting het rijk (opdrachtgever van ProRail en concessieverlener van NS) en de spoorsector. In 2015 wordt een herijking van het spoorprogramma van het rijk afgerond. Wet Lokaal Spoor Met de Wet Lokaal Spoor, die in oktober 2015 van kracht wordt, krijgt de Stadsregio Amsterdam de zorgplicht voor de aanleg en het beheer van lokale spoorwegen en -materieel. Stadsregio Amsterdam en Dienst Metro (namens gemeente Amsterdam) werken begin 2015 aan een beleidsvisie waarin de verdeling van taken- en verantwoordelijkheden wordt vastgelegd en aan een draaiboek voor de komende (overgangs)periode. Extra aandacht vraagt onder meer de (toetsing van) voorwaarden voor financiering van nieuwe infrastructuur. OV-marketingbureau Het OV-marketingbureau werkt aan versterking van het imago, de herkenbaarheid en het gebruiksgemak van het OV via marketingacties en –proposities, onafhankelijk van concessiegrenzen en vervoersmodaliteiten. Op MRA-schaal werken hiervoor de drie stads- en streekvervoerders, NS en de concessieverlenende overheden samen. Een belangrijk project is de verdere uitrol van R-net, als ook de doorontwikkeling van het Amsterdam & Region Day Ticket dat in 2014 geïntroduceerd is. R-net De Stadsregio werkt samen met de wegbeheerders, vervoerders en andere concessieverlenende overheden aan de samenhang van het (Hoogwaardig) Openbaar Vervoer-netwerk van spoor-, metro-, (snel)tram- en buslijnen in de Randstad. Samenhang wordt daarbij onder meer geborgen door een herkenbaar R-net netwerk en productformule en door afstemming tussen exploitatie en ruimtelijke ordening rond knooppunten. In 2015 werken de wegbeheerders in de Stadsregio aan de afronding van de implementatie van R-net. Wegbeheerders geven daarbij uitvoering aan de geïnventariseerde “Quick Win” optimalisaties ter bevordering van de doorstroming en aan integratie van de productformule op haltes.
13
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Toegankelijkheid OV-haltes In 2014 is het programma ´Toegankelijkheid Bushaltes´ in de streekgemeenten vrijwel afgerond. Begin 2015 komen de Stadsregio en de gemeente Amsterdam tot afspraken over de randvoorwaarden en de uitvoering van toegankelijkheid bij tramhaltes en gecombineerde bus-tramhaltes. Ook ontwikkelt de Stadsregio in 2015 samen met de wegbeheerders een beleidslijn over de verdeling van taken- en verantwoordelijkheden bij de toekomstige aanpassing en aanleg van (toegankelijke) haltes. Reisinformatie: NDW, GOVI en DRIS De Stadsregio neemt deel aan twee landelijke database-organisaties voor reisinformatie: Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW) en Grenzeloze Openbaar Vervoer Informatie (GOVI). NDW verzamelt informatie over het gebruik van hoofdwegen. GOVI verzamelt actuele reisinformatie van vervoerbedrijven om deze informatie te kunnen tonen op panelen op straat. Het systeem voor deze reisinformatie (Dynamisch Reis Informatie Systeem, DRIS) inclusief de plaatsing van panelen wordt momenteel geïmplementeerd. Zowel GOVI als NDW stellen de verzamelde gegevens openbaar beschikbaar. Veiligheid in het OV Veiligheid in het openbaar vervoer is uitgesplitst in fysieke veiligheid (van materieel en infrastructuur) en sociale veiligheid (van reizigers en personeel en organisatie). De Stadsregio zet zich voor fysieke veiligheid in o.a. door veiligheidsstudies. In het kader van strengere regelgeving omtrent tunnelveiligheid worden aanpassingen gedaan aan o.a. de Abdijtunnel (Haarlemmermeer), de tunnel en metrostations van de Oostlijn, de IJtunnel, de Coentunnel en Piet Heintunnel. Voor sociale veiligheid is specifieke aandacht in concessiebeheer en in samenwerkingsprojecten met de veiligheidspartners.
14
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
2.2.3 Regionaal Netwerk Fiets Omdat het aandeel fietsers de laatste jaren sterk toeneemt presenteert de Stadsregio Amsterdam in 2015 een Investeringsagenda Fiets. Dit geeft een extra impuls aan het behalen van het RVVP-streefbeeld om het gecombineerde marktaandeel van fiets en OV in de spits te laten groeien naar 70% in hoogstedelijke gebieden (nu 61%), 50% in grote kernen (nu 36%) en 30% in kleine kernen. Een tweede aanleiding voor de Investeringsagenda Fiets is de wens om de verkeersveiligheid van fietsers in het verkeer te verbeteren. Bij de investeringen ligt de nadruk op regionale bereikbaarheidsopgaven, op helder en doordacht beleid, investeringen én keuzes en op een duurzame en kosteneffectieve aanpak. Bestaande acties zijn al opgenomen in dit uitvoeringsprogramma, nieuwe acties die zullen voortkomen uit de Investeringsagenda Fiets zullen terechtkomen in het UVP V&V 2016. De belangrijkste activiteiten in 2015 zijn: Het verder versterken van het regionale fietsnetwerk (zie figuur 4), met bijzondere aandacht voor hoogwaardige langeafstandsroutes en de aanpak van zwakke schakels en kruispunten in hoogstedelijk gebied; Realiseren van voldoende goede fietsparkeerplaatsen bij NS-stations, R-net haltes en regionale bestemmingen. Specifiek voor stallingen bij NS-stations is de Stadsregio een intensieve samenwerking met ProRail aangegaan om voor een groot aantal NS-stations zoals Nieuw-Vennep, Amsterdam Holendrecht, Amsterdam Rai en Diemen Zuid toekomstvaste fietsparkeervoorzieningen uit te werken; Passende maatregelen rond de positie van de snorscooters op het fietspad; Het beter benutten van fietsenstallingen met aandacht voor beheer, exploitatie, handhaving en onderhoud. In 2015 wordt een exploitatietool (businesscases) voor stallingen opgeleverd; Fietspromotie en –stimulering en slimme koppeling aan doelstellingen van toerisme en recreatie, onder meer via een recreatieve fietskaart, het knooppuntennetwerk; Monitoring en kennisontwikkeling, onder meer via samenwerking met kennisinstellingen, inventarisatie verkeersstromen en diverse onderzoeken naar voor- en natransport, verkeersveiligheid en de haalbaarheid van hoogwaardige snelfietsroutes; Ondersteunen regionale fietsersbond. Een deel van de fietsopgave (met name voor fietsparkeren) is onderdeel van speerpunt ‘Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie’.
15
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 4: Regionaal Netwerk Fiets
16
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
2.2.4 Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Naast de samenhang binnen de netwerken van weg, openbaar vervoer en fiets wordt een sterke samenhang tussen deze deelnetwerken steeds belangrijker. Daarbij streeft de Stadsregio vanuit het RVVP-speerpunt ‘Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie’ vooral naar een betere afstemming tussen de ketens auto-OV en fiets-OV en naar een verbetering van de overstap op OVknooppunten. Belangrijke projecten binnen dit speerpunt zijn knooppuntmanagement en Wayfinding. Met knooppuntmanagement werkt de Stadsregio aan het integraal en blijvend verbeteren van een soepele overstap en een prettig en sociaal veilig verblijf binnen en rondom belangrijke knooppunten en haltes in de MRA. Daarbij wordt enerzijds ingezet op het stimuleren en faciliteren van samenwerking en afstemming tussen de verschillende beheerders op een OV-knooppunt en het vastleggen van afspraken rondom het beheer en onderhoud. Anderzijds op maatregelen zoals fietsparkeerplaatsen, P+R, statische en dynamische reisinformatie en afstemming met omliggende ruimtelijke ontwikkelingen. Een belangrijk aspect van knooppuntmanagement vormt Wayfinding, gericht op het realiseren van heldere bewegwijzering, route-informatie en looproutes. 2.2.5 Bewustwording & Gedragsbeïnvloeding Binnen dit speerpunt staat het zo efficiënt mogelijk benutten van de bestaande infrastructuur en het totale verkeersnetwerk centraal. Hierin past het maatregelpakket Beter Benutten, dat op MRA-schaal in samenwerking tussen rijk, regio en bedrijfsleven is ontwikkeld en momenteel wordt uitgevoerd. Hierbij is de Stadsregio soms rechtstreeks verantwoordelijk en soms betrokken partner. En er zijn maatregelen waarbij het bedrijfsleven trekker is, onder andere bij maatregelen voor mobiliteitsmanagement. Het jaar 2015 vormt het overgangsjaar tussen de afronding van de resterende maatregelen uit het eerste programma Beter Benutten (die zijn opgenomen in dit UVP) en de start van de eerste maatregelen uit het vervolgprogramma (die worden opgenomen in het UVP V&V 2016). 2.2.6 Duurzame mobiliteit & Leefomgeving Duurzaamheid raakt steeds steviger ingebed in het werkterrein verkeer en vervoer van de Stadsregio. De Stadsregio werkt langs twee hoofdlijnen aan duurzame mobiliteit. De ene lijn heeft betrekking op de gemaakte keuzes in beleid en investeringen die gericht zijn op het stimuleren van inwoners en bezoekers om slimme afwegingen te maken over het gebruik van de auto, fiets en OV in de regio. De andere lijn is door binnen het beleid en de investeringen extra accent te leggen op duurzaamheid. Voorbeelden hiervan zijn de reducties van CO2- en NOx-uitstoot die de Stadsregio met de vervoerders in de aanbesteding van OV-concessies heeft bereikt en de bijdrage aan MRA-Elektrisch, de regionale stimulering van elektrisch rijden en realisatie van laadpunten. Bij de aanleg van infrastructuur investeert de Stadsregio in duurzame toepassingen (o.a. via materiaalgebruik en energiegebruik en -opwekking).
17
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Als onderdeel van het nieuwe regionale beleidskader voor verkeer en vervoer wordt in 2015 de koers uitgezet voor verdere verduurzaming. Hierbij zet de Stadsregio samen met de regionale partners verdere stappen om meer kennis over duurzaamheidseffecten te ontwikkelen en daarmee betere investeringsafwegingen te kunnen maken. Leefbaarheid is gericht op het bereiken van een goede balans tussen de bereikbaarheid van gebieden en de leefkwaliteit rondom de maatregelen die daarvoor nodig is. Daarbij horen het beperken van geluidshinder, luchtverontreiniging en risico’s in externe veiligheid, maar ook het zorgen voor (en behouden van) veilige en directe verbindingen tussen verblijfsgebieden die met infrastructuur worden doorsneden. Het accent ligt daarbij op dichtbevolkte gebieden en op maatregelen die een hoge kosteneffectiviteit hebben. 2.2.7 Verkeersveiligheid Om een reductie van het aantal verkeersslachtoffers te bereiken met als uitgangspunt het nationale streefbeeld voor het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden wordt in 2015 uitvoering gegeven aan een integraal verkeersveiligheidsbeleid met drie pijlers: Infrastructuur: het verkeersveilig inrichten van wegen in de regio door het wegnemen van knelpunten (regionale top 100), het ‘Duurzaam Veilig’ (30- en 60 km/u) inrichten van wegen en het aanleggen van schoolzones; Educatie voor verkeersdeelnemers op beïnvloedbare risicovolle momenten in hun ‘verkeersloopbaan’ op kinderdagverblijven, voorscholen, peuterspeelzalen, basisscholen en in het voorgezet onderwijs; Campagnes en handhaving: gewenst verkeersgedrag bevorderen en behouden en ongewenst gedrag bestraffen. De Stadsregio coördineert en ondersteunt landelijke verkeerscampagnes, met als doelstelling dat alle gemeenten aan minimaal drie campagnes meedoen. Begin 2015 zal de Stadsregio Amsterdam haar verkeersveiligheidsbeleid actualiseren in een nieuwe Meerjarenambitie Verkeersveiligheid. Daarbij richt de analyse zich op de MRA-schaal, om goed te kunnen anticiperen op de totstandkoming van de Vervoerregio. Er zal extra focus komen te liggen op de kwetsbare doelgroepen ouderen en fietsers. Voor fiets ligt er een nadrukkelijke koppeling met de Investeringsagenda Fiets. Bestaande acties zijn al opgenomen in dit uitvoeringsprogramma, nieuwe acties zullen terechtkomen in het UVP V&V 2016. De belangrijkste activiteiten in 2015 zijn: Verbeteren van de verkeersveiligheid van ouderen door gevolgen voor inrichting infrastructuur in kaart te brengen en interventies op korte termijn te ontwikkelen zodat senioren training/informatie krijgen om langer veilig mobiel te blijven in het verkeer; Terugdringen van spaakongevallen onder kinderen op de fiets door betere voorlichting aan ouders;
18
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Analyse naar verbeteringen verkeersveiligheid in het openbaar vervoer, te beginnen met het concessiegebied Amsterdam; Analyse naar optimale combinatiemogelijkheden van snelheidsremmende maatregelen (zoals verkeersdrempels en rotondes) met doorstroming van het openbaar vervoer; Optimalisatie van de organisatie van educatie en campagnes; Betere toepassing van data over ongevallen en risico’s door monitoring en analyses.
2.2.8 Goederenvervoer Vanuit het RVVP-speerpunt ‘Goederenvervoer’ werkt de Stadsregio Amsterdam samen met de gemeenten, het bedrijfsleven en andere regionale partners aan een betere bereikbaarheid, een toename van de verkeersveiligheid, een verbetering van de leefomgeving en duurzaamheid en een hogere efficiëntie in het toenemende goederenvervoer in de regio. De Stadsregio Amsterdam zet in op het optimaliseren en handhaven van kwalitatief goede routes voor het afwikkelen van het goederenvervoer over de weg in de Metropoolregio Amsterdam op het gedefinieerde Kwaliteitsnet (zie figuur 5). Samen met wegbeheerders worden doorlopend knelpunten in dit netwerk aangepakt. Verder zet de Stadsregio in op het beter benutten van het regionale goederenvervoernetwerk door lokaal beleid af te stemmen, efficiëntie in het goederenvervoer (minder vrachtritten en voertuigkilometers) te bevorderen, het gebruik van alternatieve vervoerswijzen te stimuleren en kennis over goede initiatieven te delen. In 2015 wordt ingezet op het verder stimuleren van goederenbundeling en op regionale afstemming van ontheffingverlening. Andere projecten zijn de categorisering van de toekomstige A10-tunnel van de Zuidas voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en de betrokkenheid bij diverse grote infrastructuurprojecten (weg, spoor en water) voor goederenvervoer in de MRA.
19
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 5: Kwaliteitsnet Goederenvervoer MRA
20
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
2.2.9 Gebiedsgericht Samenwerken Voor een goede bereikbaarheid en leefbaarheid is een goed samenspel tussen ruimtelijke ontwikkelingen en verkeer- en vervoermaatregelen noodzakelijk. Het RVVP gaat daarbij uit van een gebiedsgerichte aanpak waarbij beleid moet aansluiten bij de ruimtelijke en sociaal-economische eigenschappen van een gebied. Hiervoor zijn in het RVVP richtsnoeren per gebiedstype gedefinieerd. Voor een effectieve uitvoering van het beleid is van belang dat lokale, regionale en rijksprogramma’s optimaal op elkaar worden afgestemd en thema-overschrijdend worden bekeken. Acties binnen dit speerpunt in 2015 zijn onder meer: Samenwerking met andere overheden in de ontwikkeling en uitwerking van structuurvisies en verkeer- en vervoerplannen, onder meer via advies en begeleiding; Verkeersmodel Metropoolregio Amsterdam (VENOM): het verkeersmodel VENOM wordt gebruikt voor regionale strategische studies voor weg en openbaar vervoer in de Metropoolregio Amsterdam. Ook voor 2015 zijn diverse studies gepland. Daarnaast wordt binnen het Gebruikersplatform VENOM gewerkt aan verdere actualisering en versterking van het model; Financiering en stimulering: mede in het kader van de Investeringsagenda´s zet de Stadsregio in 2015 in op een verbeterde werkwijze in financiële bijdragen aan projecten. Enerzijds treedt de Stadsregio steeds vaker op als opdrachtgever en risicodrager in plaats van subsidieverlenend. Tegelijk probeert de Stadsregio wegbeheerders en opdrachtgevers te prikkelen om opgaven integraler en gebiedsgerichter op te pakken. Hiervoor wil de Stadsregio graag de samenwerking en overleg met wegbeheerders en andere partijen intensiveren. Samen met de MRA-partijen werkt de Stadsregio Amsterdam aan het MIRT-onderzoek Stedelijke Bereikbaarheid, dat focust op de problematiek binnen de stedelijke gebieden en de oplossingen hiervan. De uitkomsten en vervolgstappen van dit onderzoek worden meegenomen in de beleidsontwikkeling van de Stadsregio. Samenwerking met de MRA-partners, de NS en ProRail om kansrijke ontwikkelingen rond OV-knooppunten te stimuleren.
21
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
3 Opgaven, doelstellingen en acties 2015 per deelgebied en gemeente 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt per RVVP-speerpunt op hoofdlijnen een beeld geschetst van de belangrijkste opgaven, doelstellingen, maatregelen en projecten waarvoor in 2015 actie wordt ondernomen met een doorkijk naar latere jaren. Het gaat niet alleen om activiteiten van de Stadsregio, maar ook om activiteiten die vallen onder de verantwoordelijkheid van partners en van belang zijn voor het regionale beleid. Voor nadere toelichting op de opgaven, doelstellingen en acties wordt verwezen naar de documentatie van de individuele programma’s (onder meer de Investeringsagenda’s Weg, OV en Fiets). De acties worden in dit hoofdstuk op hoofdlijnen toegelicht per deelgebied: Amstelland-Meerlanden (de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn) Amsterdam Waterland (de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland en Zeevang) Zaanstreek (de gemeenten Oostzaan, Wormerland en Zaanstad)
3.1 Amstelland-Meerlanden Amstelland-Meerlanden is voor de regio Amsterdam zowel ruimtelijk als economisch van groot belang. Het gebied kent een uitdaging om onder meer de grootschalige woningbouwopgave, waterberging en de ontwikkeling van de Mainport Schiphol en Greenport Aalsmeer goed met elkaar ruimtelijk te combineren. Zodoende werken het Rijk, de Stadsregio Amsterdam, de provincie NoordHolland, Schiphol en de gemeente Haarlemmermeer samen aan de Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (zie ook § 2.2). Voor een groot deel van de totale woningbouwopgave van de Stadsregio Amsterdam is ruimte gereserveerd in de gemeente Haarlemmermeer. Vanwege de economische crisis en de veranderende bouwmarkt zal de ontwikkeling minder snel en gefaseerd plaatsvinden. Andere woningbouwontwikkelingen staan gepland in en nabij Amstelveen, Aalsmeer, Uithoorn, Duivendrecht en Diemen. In 2015 stellen de gemeenten Amstelveen, Aalsmeer, Haarlemmermeer en Uithoorn (uitvoeringsprogramma’s van) lokale verkeer en –vervoerplannen- of visies op, om daarmee in te spelen op toekomstige ruimtelijke en mobiliteitsontwikkelingen. In 2014 is de omgelegde N201 tussen Hoofddorp en Uithoorn ingebruik genomen. Om bijbehorende veranderingen in verkeerscirculatie in de regio zo goed mogelijk op te vangen wordt de komende jaren onder de noemer ‘N201+(+)’ gewerkt aan aanvullende maatregelen op een aantal omliggende wegen en aan het vrijkomende tracé van de voormalige N201 (nu N196) in Aalsmeer en Uithoorn. Bij omliggende wegen gaat het om onder meer maatregelen op de N231 (Legmeerdijk) en om een vrije baan voor vrachtauto’s van en naar de veiling bij de Middenweg. Tevens zijn in Uithoorn diverse maatregelen genomen voor borging van
22
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
de verkeersveiligheid. Bij de herinrichting van de N196 gaat het om een vrije busbaan tussen Hoofddorp en Uithoorn (inclusief het nieuw te vormen knooppunt Schiphol-Zuid) en om een vrijliggend snelfietspad parallel aan de N196. Daarnaast wordt een verkenning uitgevoerd naar het verbeteren van de doorstroming van het verkeer tussen Uithoorn (N201) en Amstelveen (A9), onder meer via de N251 (Zijdelweg en Bovenkerkerweg). Buiten N201+ worden in het kader van grootschalig beheer en onderhoud aan de N201 tussen Hoofddorp-Oost en Haarlem verbeteringen meegenomen voor auto, OV, fiets en verkeersveiligheid, met name bij de brug over de Ringvaart aan de westzijde van Hoofddorp. Een andere belangrijke infrastructurele as in het gebied vormt de A9. De omlegging van A9 om Badhoevedorp is momenteel in uitvoering in samenhang met HOV A9, het pakket aan infrastructurele verbeteringen voor de hoogwaardige openbaar vervoer (HOV) verbinding Haarlem – Schiphol – Amsterdam-Zuid/BijlmerArena. In deze werkzaamheden worden onder meer een nieuwe busafrit en -onderdoorgang meegenomen. Aanvullende maatregelen rondom HOV A9 zijn de opwaardering van het knooppunt Schiphol-Noord (welke eerste helft van 2015 gereed zal zijn) en een nieuwe R-net halte Badhoevedorp Oost. Daarnaast zijn diverse maatregelen aan het onderliggende wegennet in Badhoevedorp in voorbereiding en wordt ook gekeken naar de mogelijkheid voor het realiseren van een fietsverbinding Badhoevedorp-Amsterdam door de ‘oude’ knoop A4-A9. Rond de A9 spelen ook zaken binnen Amstelveen. Vooruitlopend op de weguitbreiding A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (SAA) wordt onder meer gekeken naar een betere aansluiting van de (HOV) A9 met het busstation en de op te waarderen Amstelveenlijn. Andere grote wegprojecten in de regio bevinden zich op de relatie A4 – Lisse-Hillegom (Bollenstreek). In 2015 wordt de verdubbeling van de N207 opgeleverd. Verder geeft de Stadsregio samen met de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland en diverse gemeenten verdere invulling aan de planuitwerking van de Duinpolderweg, de nieuwe verbinding tussen de A4 en N206. Een ander project is de vervanging van de brug van de N522 over de Amstel bij Ouderkerk aan de Amstel waarbij tegelijk enkele verbeteringen worden gerealiseerd voor zowel bus als langzaam (kruisend) verkeer. Het openbaar vervoer in de regio Amstelland-Meerlanden valt grotendeels onder de gelijknamige OV-concessie. De bestaande concessie is in 2014 verlengd en tenminste tot en met medio december 2017 zal Connexxion het openbaar vervoer uitvoeren. Eind 2015 zal het proces ter voorbereiding van de nieuwe aanbesteding van de concessie starten. Het oostelijk deel (Duivendecht, Diemen en gedeeltelijk ook Amstelveen) van het gebied valt binnen de concessie Amsterdam. Een belangrijk OV-project is de planuitwerking van de ombouw van de Amstelveenlijn. Deze OV-verbinding wordt opgewaardeerd met een optimale aansluiting op de ontwikkeling van de Zuidas en de Noord/Zuidlijn. Eveneens wordt in 2015 een planstudie uitgevoerd naar een eventuele doortrekking van de Amstelveenlijn naar Uithoorn. Verder wordt in de regio de komende jaren een groot aantal busverbindingen opgewaardeerd naar R-net/HOV kwaliteit (of worden studies gedaan naar opwaardering), met bijbehorende infrastructuur en knooppuntenen worden op verschillende OV-knooppunten in de regio kleinere maatregelen uitgevoerd in het kader van ´Knooppuntmanagement´ en ´Wayfinding´ (voor meer informatie zie paragraaf 2.3.4).
23
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
De spoorverbindingen Amsterdam Zuid – Weesp en Amsterdam CS – Utrecht hebben een belangrijke waarde in het verkeersnetwerk van Amstelland-Meerlanden. In het kader van het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen wordt in 2015 gekeken naar de mogelijkheden om tot een ongelijkvloerse overgang te komen op de Ouddiemerlaan in Diemen. De gemeente Diemen kent enkele mobiliteitsmaatregelen rond Plantage de Sniep en Bergwijkpark. In 2015 wordt een definitieve keuze gemaakt voor de herprofilering van de op te waarderen tramverbinding Diemen – Amsterdam (tramlijn 9), in afstemming met de woningbouw op Plantage de Sniep als onderdeel van het project Oost-West As (de herinrichting van de Hartveldseweg en de Muiderstraatweg). In het project wordt rekening gehouden met de wens tot een intensiever gebruik van het werkspoor en het mogelijk maken om op termijn de tram door te trekken naar de Provincialeweg en verder. Voor de ontsluiting van het transformatiegebied Bergwijkpark (van kantoren naar wonen) wordt vooral ingezet op OV en fiets. Voor het NS/metrostation Diemen-Zuid wordt een pakket met verbetermaatregelen uitgevoerd voor Knooppuntmanagement en Wayfinding. In 2015 start de gemeente Amsterdam de voorbereiding voor de aanbesteding van de busbaan Daalwijkdreef, aansluitend op de busbaan die in Diemen in 2014 is aangelegd langs de Provincialeweg en Muiderstraatweg. Verder wordt in Amstelland-Meerlanden in 2015 ingezet op het realiseren van diverse kleine kosteneffectieve maatregelen. In Haarlemmermeer wordt een plan van aanpak voor vrachtroutering opgesteld en wordt het fietspad tussen de N207 en Lisserweg gerealiseerd. Een fietsverbinding waar in 2015 afspraken over gemaakt gaan worden, betreft de schakels in het kader van Park 21, bijvoorbeeld de passage N205-Park 21. Verder werken de gemeente en de Stadsregio in 2015 actief samen aan het verkeersveilig inrichten van zeven schoolomgevingen. In 2015 wordt in Aalsmeer de resterende opgave voor het toegankelijk maken van bushaltes afgerond. In de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer worden in 2015 diverse fietsroutes opgewaardeerd en diverse kruispunten aangepakt. In Uithoorn worden in 2015 twee verkeersveilige schoolzones gerealiseerd en worden diverse zwakke schakels in het regionale netwerk fiets op orde gebracht. De gemeente Ouder-Amstel werkt in 2015 aan extra fietsparkeerplaatsen bij het winkelcentrum Duivendrecht, een verbetering van de fietsroutes Joan Muyskensweg en Telstarweg – Van der Madeweg en samen met Amsterdam aan de verkeersveiligheid op het kruispunt De Flinesstraat – Spaklerweg. In Diemen wordt de verkeersveiligheid verbeterd op de regionale fietsroute tussen Plantage de Sniep en het Diemerbos en wordt invulling gegeven aan de fietsverbinding Weesperstraat, het asfalteren van het fietspad Zwanenpad en de kwaliteitsslag op de route Muiderstraatweg. Ook wordt een aantal bushaltes beter toegankelijk gemaakt. Figuur 6 geeft een overzicht van de regionale verkeersnetwerken in Amstelland-Meerlanden. Figuur 7 en tabel 1 geven per RVVPspeerpunt op hoofdlijnen een weergave van de maatregelen en projecten in 2015 in Amstelland-Meerlanden.
24
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 6: Regionale netwerken in Amstelland-Meerlanden
25
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 7: Maatregelen en projecten in 2015 in Amstelland-Meerlanden
26
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tabel 1: Maatregelen en projecten in 2015 in Amstelland-Meerlanden A: Regionaal Netwerk Weg Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn Haarlemmermeer B: Regionaal Netwerk OV Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn
Amstelveen, Uithoorn Amstelveen, Haarlemmermeer Haarlemmermeer Haarlemmermeer Aalsmeer, Haarlemmermeer
Aalsmeer, Haarlemmermeer
Diemen Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn C: Regionaal Netwerk Fiets Aalsmaar, Amstelveen, Haarlemmermeer
Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn
D: Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn
Investeringsagenda Weg
Investeringsagenda Weg: Duinpolderweg (N206 – A4) OV Concessie Amstelland-Meerlanden Investeringsagenda Plusnet/R-net OV
Ombouw Amstelveenlijn en doortrekking Uithoorn Investeringsagenda Plusnet/R-net OV: HOV A9 Haarlem – A'dam-Zuid/A'veen Investeringsagenda Plusnet/R-net OV: HOV Schiphol – Noordwijk Investeringsagenda Plusnet/R-net OV: HOV Schiphol – Sloterdijk (Westtangent) Investeringsagenda Plusnet/R-net OV: HOV Schiphol-Oost en Busbaan Aalsmeer Busstations en OV-knooppunten
Ongelijkvloerse kruising Ouddiemerlaan t.h.v. spoorlijn Diemen – Weesp Kleine infrastructuur OV
Grote fietspaden en -verbindingen
Kleine infrastructuur Fiets
Fietsparkeren bij OV-knooppunten en Rnet haltes
Onder meer uitvoering omlegging A9 Badhoevedorp, verkennende studie naar verbinding Uithoorn (N201) – Amstelveen (A9), planstudie naar opwaarderen kruispunt Bosrandweg, start uitvoering opwaardering Legmeerdijk/N231 Verdere uitwerking en bepalen voorkeursvariant
Monitoring van de kwaliteit van de uitvoering van de lopende concessie en in 2015 start proces om te komen tot voorbereiding van aanbesteding volgende concessieperiode. Planuitwerking van R-net verbinding Sloterdijk-Schiphol (Westtangent), afronding studie optimalisatie passage/busviaduct over A9, planstudie opwaarderen traject Diemen Plantage De Sniep – Alexanderplein (lijn 9) in afstemming met project Oost-Westas Diemen en afronding uitvoering R-net busdoorstroming Diemen Planuitwerking en voorbereiding realisatie ombouw. Start planstudie doortrekking Amstelveenlijn naar Uithoorn. In gebruik nemen R-net halte Badhoevedorp Oost, realisatie busafrit en –onderdoorgang, oplevering knooppunt Schiphol Noord, planuitwerking overige deelprojecten. Afronden planstudie naar diverse deelprojecten, een passage over of onder de Ringdijk voor bus en langzaamverkeer. Realisatie in relatie met HOV-knoop Schiphol Noord en verknoping van de verbinding HOV-A9. Afronden planuitwerking HOV Schiphol-Oost noordelijk deel, gericht op realisatie vrijliggende busbanen. Start verkenning HOV Schiphol-Oost zuidelijk deel. Afronden planstudie R-net Busbaan Aalsmeer op vrijkomende tracé oude N201. Verkenning OV-knooppunt Schiphol Zuid, met optimale verknoping tussen (H)OV-lijnen oost-west en OV-ringlijn Schiphol. Afronden planstudie overstappunt Zwarteweg, in kader project R-net Busbaan Aalsmeer. Opstellen ontwerp in het kader van het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen Onder meer realisatie busstrookverlenging Oranjebaan (Amstelveen), de aanleg van schakels in het kader van Park 21 en het afronden realisatie van de resterende opgave voor het toegankelijk maken van bushaltes. Onder meer planuitwerking hoofdfietsroute Hoofddorp – Schiphol – Aalsmeer, verkenning snelfietsroutes Amsterdam-Amstelveen-Aalsmeer/Westwijk/Uithoorn en Bijlmer-Ouderkerk-Amstelveen-Badhoevedorp/Schiphol, realisatie fietspassage over N205 Park 21, planuitwerking fietsverbinding knoop A4-A9, planuitwerking vervanging (fiets)brug Sloterbrug. Onder meer saneren fietspaaltjes Aalsmeer en Amstelveen, herinrichting Groen van Prinstererlaan – Rembrandtweg (Amstelveen), fietspad Weesperstraat en fietsverbinding Muiderstraatweg (Diemen), fietsverbindingen Venneperweg, Boseilanden en Geniepark en realisatie fietspad N207 – Lisserweg (Haarlemmermeer). Onder meer opwaarderen fietsparkeren R-net lijn 300 (o.a. Van Stamplein Hoofddorp) en planuitwerking fietsparkeren stations Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Van Der Madeweg (gemeente Ouder-Amstel), Diemen en Diemen-Zuid. OOk fietsenstalling R-nethalte Boersweg Amstelveen.
27
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn
Knooppuntmanagement en Wayfinding
Uitvoering knooppuntmanagement en Wayfinding voor NS/metrostations o.a. Hoofddorp, Van Der Madeweg en Diemen-Zuid. Diverse voorzieningen, kleine ingrepen en DRISpanelen op OV-knooppunten, onder meer bij halte Spaarneziekenhuis en R-net haltes.
G: Verkeersveiligheid Amstelveen, Haarlemmermeer
Kleine infrastructuur verkeersveiligheid
Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn
Verkeerseducatie, -campagnes en handhaving
Afronden resterende maatregelen schoolzones en uitwerken nieuw maatregelenpakket. Herinrichting Groenelaan - Laan van de Helende Meesters – Langs de Akker. Uitvoering van verkeerseducatie 0-18 jaar door OnderwijsAdvies en VVN (excl. Diemen) en van drie verkeersveiligheidscampagnes in subregionaal verband conform de landelijke campagnekalander verkeersveiligheid.
H: Goederenvervoer Aalsmeer
Greenport OLV
Ouder-Amstel I: Gebiedsgericht Samenwerken Amstelveen, Aalsmeer, Haarlemmermeer, Uithoorn
Logistiek Ontkoppelpunt Duivendrecht Ontwikkeling en uitwerking (structuur)visies en verkeer- en vervoerplannen
Realisatie extra uitgang Greenport Aalsmeer naar nieuwe N201+, in combinatie met verbeteringen aan de Middenweg.. Afronding project en evaluatie effecten van dit bundeling/overslagcentrum Stadsregio adviseert en begeleidt ontwikkeling en uitwerking van (uitvoeringsprogramma’s van) lokale verkeer en –vervoerplannen- of (structuur)visies
28
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
3.2 Amsterdam Binnen Amsterdam zijn tot en met 2019 ruim 30.000 nieuwe woningen gepland. Een groot deel van deze bouwopgave vindt plaats in Nieuw-West, de Zuidas, het gebied rond het Food Centre en de Houthavens. Het verkeer- en vervoerbeleid van Amsterdam is verwoord in het Mobiliteitsaanpak Amsterdam en uitwerkingen daarvan. Hierin zijn plusnetwerken uitgewerkt voor voetgangers, fiets, auto en OV. Deze hebben belangrijke input gevormd voor de Investeringsagenda’s van de Stadsregio en voor het verder brengen van een aantal urgente tramplustrajecten in 2015. Tevens zijn recentelijk het Meerjarenplan Fiets en het Meerjarenplan Verkeersveiligheid vastgesteld. In en rond Amsterdam wordt ook in 2015 gewerkt aan de realisatie van een aantal (boven)regionale infrastructurele projecten waaronder het stationseiland CS, de Noord/Zuidlijn, het Zuidasdok, de ombouw van de Amstelveenlijn, de capaciteitsuitbreiding van de A10-zuid, de Weguitbreiding A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere en OV-SAAL (spoor Schiphol – Amsterdam – Almere – Lelystad). Er spelen diverse maatregelen voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV). Zo wordt in 2015 onder andere gewerkt aan het versnellen van de Westelijke Tramlijnen (de lijnen 1, 2, 13), tramlijn 9 naar Diemen, de R-net (Plusnet) bus tussen Station Sloterdijk en Schiphol (Westtangent) en de R-netbus Haarlem – Amsterdam-Zuid/Amstelveen en diverse andere trajecten uit de Investeringsagenda OV. Een ander ingrijpend OV-project is de renovatie van de Oostlijn waarbij de metrotunnel en de -stations bij en tussen Centraal Station en Wibautstraat zijn vernieuwd. In 2015 gaat de aanbesteding voor een grotere capaciteit van het aantal trappen in metrostation Weesperplein en een aantal voorzieningen op andere stations van start. Het openbaar vervoer in de gemeente Amsterdam valt onder de gelijknamige OV-concessie en wordt uitgevoerd door het GVB. Naar verwachting wordt eind 2017 de Noord-Zuidlijn in gebruik genomen, waarmee een cruciale schakel wordt toegevoegd aan het regionale OV-netwerk. In 2015 zal gekeken worden naar de consequenties voor de bestaande OV-lijnen in de regio en naar een optimale integratie van deze lijnen. Fiets en verkeersveiligheid zijn erg belangrijke thema’s in Amsterdam. Er worden diverse zwakke schakels in het fietsnetwerk aangepakt en er gaat veel aandacht uit naar fietsenstallingen bij grote regionale bestemmingen zoals winkelgebieden en stations. Naast fysieke maatregelen gaat het ook om educatie en gedragbeïnvloeding.
29
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Centrum Het centrum van Amsterdam kent als belangrijke ruimtelijke opgave het combineren van de functie als populair verblijfsgebied met het behoud en eventuele versterking van de bereikbaarheid. De ingebruikname van de Noord/Zuidlijn vormt hierin de komende jaren de belangrijkste ontwikkeling. Aan de verbetering van het verblijfsgebied boven de Noord/Zuidlijn wordt in het kader van de Rode Loper gewerkt. Daarbij worden ook afspraken gemaakt over de uitbreiding van fietsenstallingen nabij de metrohaltes, zoals op de Ceintuurbaan en het Beursplein. In het kader van de Westelijke Tramlijnen worden de werkzaamheden rondom de Willemsparkweg afgerond en wordt gestart met de voorbereiding van de uitvoering van de herinrichting van de Rozengracht – Raadhuisstraat. Ook komt er in 2015 een planstudie voor een nieuwe tramverbinding ter hoogte van de Haarlemmer Houttuinen. Ook wordt in 2015 de herinrichting van het Leidseplein verder voorbereid. Naast verbetering van het openbaar vervoer wordt hier ook een grote ondergrondse fietsenstalling aangelegd. Op en rond het stationseiland van Amsterdam CS wordt aan vele projecten gewerkt. Na de realisatie van het busstation aan de IJzijde in 2014 kan de langzaamverkeerpassage tussen De Ruyterkade en het Stationsplein worden afgebouwd en in gebruik genomen. Verder wordt gestart met de realisatie van totaal 21.500 fietsparkeerplaatsen rondom het Centraal Station per 2030, onder meer onder het Prins Henrikplantsoen. Ook wordt in 2015 begonnen met de realisatie van een doorgang tussen de metroverdeelhal en de centrale stationshal. In 2015 gaat de aanbesteding voor de herinrichting van het gehele gebied aan de voorzijde van het CS van start. Zuid en de Zuidas Aan de zuidzijde van Amsterdam verrijst een nieuw hoogstedelijk centrum: de Zuidas. Dit gebied moet zich ontwikkelen tot een aantrekkelijk woon-, werk-, onderwijs- en verblijfgebied. Tot 2019 worden in totaal nog 1.200 woningen in dit gebied gerealiseerd. Een belangrijk onderdeel van het plan is het verbreden en ondergronds brengen van de A10 tussen Amstelveenseweg en RAI, de aanpak van de knooppunten Nieuwe Meer en Amstel en de aanleg van een nieuwe OV-terminal waarin trein, metro, tram, bus en fiets beter verknoopt worden. De voorbereidende werkzaamheden hiervoor zijn momenteel in volle gang, onder meer zodat de Noord-Zuidlijn hier vanaf begin 2018 goed kan halteren en het station de groeiende reizigersaantallen goed kan verwerken. Ook zal gewerkt worden aan de realisatie van minimaal 3.000 ondergrondse fietsparkeerplaatsen in de Mahlerpleinstalling en extra (eventueel ondergrondse) fietsparkeerplaatsen bij zowel het huidige bus-, tram als treinstation.
30
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
De ZuidasDok heeft een belangrijke relatie met de te vernieuwen Amstelveenlijn. Er zijn ook afspraken gemaakt over de komst van een keerlus in de nabijheid van de knoop Zuidas, onder meer noodzakelijk voor de nieuwe tramverbinding via de Parnassusweg. De doorstroming op de stedelijke invalswegen (Europaboulevard en Amstelveenseweg) en bijbehorende aansluitingen op de A10 staat onder druk. Er zijn kansen om bestaande infrastructuur beter te benutten door nieuwe verkeersmanagementtechnieken in te zetten. Daarnaast zal worden bekeken hoe het verkeersnetwerk zich op de (middel)lange termijn kan doorontwikkelen. Evenals bij station Zuid spelen er ook bij station RAI diverse maatregelen. In het kader van OV-SAAL wordt gewerkt aan een tweede toegang aan de oostzijde van het station. Ook wordt gewerkt aan het verbeteren van de capaciteit van de fietsparkeervoorzieningen zoals de verbouwing van de huidige bewaakte stalling. In 2015 worden de stappen gezet richting de uitvoering. Verkeersveiligheid staat in het gebied hoog op de agenda. Ook in 2015 wordt intensief gewerkt aan het verkeersveiliger inrichten van diverse schoolomgevingen. Ook worden diverse campagnes gehouden en een aantal gevaarlijke kruispunten verkeersveiliger ingericht. Oost Het oostelijke deel van Amsterdam kent een aantal grote ruimtelijke (her)ontwikkelingen waaronder IJburg, Oostpoort, Zeeburgereiland, Wibaut aan de Amstel en het Cruquiusgebied. De eerste fase van IJburg wordt met de realisatie van de Oostelijke Ontsluiting IJburg en de resterende 2.400 woningen afgerond. Om de inwonerstoename op IJburg en Zeeburgereiland op te vangen wordt in 2015 voor de IJtram een extra halte in gebruik genomen op Zeeburgereiland en wordt de frequentie van de lijn verder opgevoerd. Ook worden enkele knelpunten in de doorstroming opgepakt en de uitbreiding van de stallingscapaciteit van de tramremise op het Zeeburgereiland onderzocht. Om ruimtelijke ontwikkelingen te stimuleren wordt gedacht aan de realisatie van een nieuwe wegverbinding tussen de Nieuwe Utrechtseweg/S110/A2 over de Duivendrechtsevaart naar Overamstel/Amstelkwartier. In Amsterdam Oost liggen drie NS-stations gelegen en allen kennen een opgave om hun knooppuntfunctie te versterken. Bij station Science Park wordt de realisatie van de (definitieve) fietsenstalling gestart. Voor het Amstelstation is een uitgebreid ruimtelijk plan ontwikkeld met een nieuw bus- en tramstation, diverse woon- en kantoorgebouwen en investeringen in fietsparkeervoorzieningen. Met de opening van Fietspunt Amsterdam Amstel zijn 1.300 gratis bewaakte fietsparkeerplaatsen aan het station toegevoegd. In 2015 wordt een plan voorbereid om tot minimaal 8.000 plaatsen te komen. Ook bij station Amsterdam Muiderpoort vinden diverse bouwontwikkelingen plaats en zijn extra stallingsplaatsen op maaiveld gerealiseerd. In 2015 wordt gewerkt naar een toekomstvaste oplossing.
31
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Eén van de ontsluitingsroutes van Amsterdam Oost is de tramverbinding Amsterdam CS – Diemen (tramlijn 9). In 2015 wordt een eerste pakket maatregelen gerealiseerd dat gericht is op verbetering van de doorstroming bij verkeerslichten. Er zijn afspraken gemaakt over een volgend pakket maatregelen in de periode tot en met 2018. Zuidoost De komende jaren wordt het verbouwen van de Gaasperdammerweg (A9) als onderdeel van de Weguitbreiding A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere gecontinueerd. De weg wordt verbreed en komt tussen het spoor Amsterdam – Utrecht en de Gaasp in een tunnel te liggen. Door deze tunnel ontstaat hier ruimte voor (aanvullende) woningbouw en ontstaan ook mogelijkheden om verkeersverbindingen binnen Amsterdam Zuidoost te verbeteren. Met de ontwikkeling van IJburg is het doortrekken van de Zuidtangent vanaf station Bijlmer naar IJburg in beeld. In 2014 zijn de tweede fase van de Oostelijke Ontsluiting IJburg en verbeteringen op de Provincialeweg in Diemen in gebruik genomen, wat een aanzienlijke rijtijdwinst heeft opgeleverd voor de bestaande buslijnen. In het verlengde worden in 2015 de maatregelen verder uitgewerkt voor de busroute via de Daalwijkdreef. Amsterdam Zuidoost heeft met de Oostlijn een directe verbinding met het centrum van Amsterdam. Het spoor en enkele metrostations in Amsterdam Zuidoost van deze 35 jaar oude metrolijn worden gerenoveerd. In 2015 vindt de aanbesteding plaats waarbij wordt gekeken naar verdere uitbreiding van de fietsparkeervoorzieningen nabij de metrohaltes. Dit geldt ook voor NS-station BijlmerArena, de haltes van R-netlijnen en busstation Holendrecht. De omgeving van Holendrecht wordt in 2015 aangepakt: , de kwaliteit van de omgeving wordt beter en sociaal veiliger, de loop- en fietsroutes gerichter en er worden meer fietsparkeerplaatsen bij dit knoopunt gerealiseerd. Daarnaast worden verdere stappen gezet rondom het ’10-puntenplan’ Bijlmer Arena, in combinatie met knooppuntmanagement. Het gaat dan om korte termijn maatregelen om de knoop Bijlmer beter te laten functioneren, onder meer in het geval van (grootschalige) evenementen.. West In Amsterdam West ondergaan enkele oude bedrijventerreinen een transformatie tot woongebied. Zo worden tot 2019 in totaal 2.100 woningen gerealiseerd op en rond het Food Centre-terrein. In 2014 zijn belangrijke stappen gezet om tot herontwikkeling te komen van de oude tramremise De Hallen. In 2015 gaat de bouw van de Spaarndammertunnel onder de Spaarndammerdijk en Tasmanstraat in het kader van de Houthaven ontwikkeling van start. De tunnel heeft als doel overlast te verminderen van doorgaand verkeer tussen de A10 en het centrum van Amsterdam, maar heeft ook een positief effect op de doorstroming, verkeersveiligheid en het fietsverkeer. De Spaarndammerdijk en
32
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tasmanstraat worden heringericht met vrijliggende fietspaden en goede busvoorzieningen en gaan de Houthavens en naastgelegen Spaarndammerbuurt ontsluiten én verbinden. Tot 2016 wordt gewerkt aan de ´Ring Oud Zuid´. Binnen dit project zijn diverse straten, waaronder de Van Baerlestraat en de Bilderdijkstraat, (verkeersveilig) heringericht met onder andere vrijliggende fietspaden en een verhoogde trambaan. In 2015 wordt de ´brug 116´ opgeleverd, wat tot verbeteringen leidt voor zowel de fiets als het OV. Het stadsdeel participeert tot slot in in een grootschalige aanpak van schoolzones.
Nieuw West In Nieuw West wordt uitvoering gegeven aan een ontwikkelingsplan om het woningaanbod en de openbare ruimte in het stadsdeel te vernieuwen en te differentiëren. In totaal worden tot 2019 nog ruim 4.000 woningen gerealiseerd waarin een grote vervangingsopgave is meegenomen. Een belangrijk vervoersknooppunt in Nieuw-West is station Lelylaan. Vooruitlopend op een vernieuwing van het station(sgebouw) is in 2014 het nieuwe busstation gerealiseerd. Begin 2015 worden definitieve afspraken gemaakt over de uitbreiding van de capaciteit voor de fietsen. Er wordt rekening gehouden met de komst van een keerlus voor de tram. Nabij knooppunt Lelylaan wordt gekeken naar verschuiven van de tramhalte, zodat de overstap beter wordt. Rondom de knoop Sloterdijk worden in 2015 en 2016 enkele kleinere projecten uitgevoerd, zoals uitbreiding van de fietsenstallingen, verbeteren en uitbreiden van de stationshal en toevoegen van enkele extra trappen van en naar de treinperrons. Ruimtelijk maakt de omgeving van het station een ontwikkeling door naar een meer multifunctionele inrichting van wonen, hotels, horeca en onderwijs. Door aanpassing van geluidscontouren kan vooral het gebied ten oosten en zuiden van de knoop getransformeerd worden tot stedelijk gebied. Met de R-net busverbinding tussen Sloterdijk en Schiphol via de Westelijke Tuinsteden en de versnelling van de Westelijke Tramlijnen 1, 13 en 17 wordt het OV naar en door Nieuw-West hoogwaardiger. Met een pakket van kleine maatregelen waaronder busbanen en een betere afstemming van verkeersregelinstallaties worden de lijnen sneller en betrouwbaarder. Aan de westkant van het stadsdeel liggen de Tuinen van West, een groot landschapspark en recreatiegebied. In 2015 wordt de toeleidende route naar de fietsbrug over de ringvaart vanaf de Sloterweg heringericht. Een andere grote fietsmaatregel is de realisatie van de snelfietsroute Haarlem – Amsterdam West langs de N200. In 2015 zal er ook duidelijkheid komen over het groot onderhoud van de N200 en de mogelijkheid om voor de bus knelpunten op te lossen en de route voor de fiets verder te verbeteren.
33
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Noord De oevers van het IJ in Amsterdam Noord hebben zich de laatste jaren ontwikkeld van industrieel gebied naar creatief bedrijventerrein en woongebied. Ook de komende jaren wordt nog doorgewerkt aan de ontwikkeling van de NDSM-werf (350 woningen), De Bongerd (1.000 woningen), Buiksloterham (1.200 woningen), Overhoeks (550 woningen) en Centrumgebied Amsterdam Noord/Elzenhagen (1.650 woningen). Er spelen nu verschillende projecten, zowel op het gebied van cultuur, congres, hotelvoorzieningen en woningen. De bereikbaarheid wordt met de realisatie van de Noord/Zuidlijn en de Zaancorridor nog beter. Met de realisatie van fietsinfrastructuur langs de Noorder IJplas en het Coentunnelcircuit is de snelfietsroute Zaandam – Amsterdam voltooid. Daarnaast wordt in 2015 gekeken naar een vaste voet- en fietsverbinding over het IJ. Het Buikslotermeerplein en omgeving vormen het centrum van Amsterdam Noord. Hier wordt gewerkt aan de eindhalte van de toekomstige Noord-Zuidlijn en ook het nieuwe busstation Noord. De aanbesteding gaat in 2015 van start. Onderdeel van de scope is ook het realiseren van 1.900 inpandige fietsparkeerplekken en een P+R. De Stadsregio heeft het initiatief genomen om samen met de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat een verkenning op te starten naar de capaciteitsuitbreiding van het knooppunt A10 / S116 / N247 in Amsterdam Noord. De capaciteit van de betreffende kruispunten kan het verkeersaanbod niet verwerken en er lijken geen eenvoudige maatregelen mogelijk om de capaciteit op te rekken. Het garanderen van een goede doorstroming op deze aansluiting is van groot belang voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Amsterdam Noord. Figuur 8 geeft een overzicht van de regionale verkeersnetwerken in Amstelland-Meerlanden. Figuur 9 en tabel 2 geven per RVVPspeerpunt op hoofdlijnen een weergave van de maatregelen en projecten in 2015 in Amsterdam. Voor deze projecten zijn reeds afspraken gemaakt over de wijze van uitvoering en de financiering vanuit de Stadsregio.
34
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 8: Regionale netwerken in Amsterdam
35
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 9: Maatregelen en projecten in 2015 in Amsterdam
36
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tabel 2: Maatregelen en projecten in 2015 in Amsterdam A: Regionaal Netwerk Weg Investeringsagenda Weg Verkenningen en planstudies B: Regionaal Netwerk OV OV Concessie Amsterdam Investeringsagenda Plusnet OV
ZuidasDok Programma Noord Zuidlijn en AMSYS
Stationsrenovatie Metro Oostlijn Ombouw Amstelveenlijn Investeringsagenda Plusnet/R-net OV: HOV A9 Haarlem – A'dam-Zuid/A'veen Investeringsagenda Plusnet/R-net OV: HOV Schiphol – Sloterdijk (Westtangent) Busstations en OV-knooppunten
Dynamische reisinformatie Toegankelijke OV-haltes Overige kleine OV-infrastructuur C: Regionaal Netwerk Fiets Grote fietspaden en -verbindingen Kleine infrastructuur Fiets D: Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Fietsparkeren bij R-net haltes en OVknooppunten Kleine infrastructuur Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Knooppuntmanagement en Wayfinding
Onder meer start uitvoering Spaarndammertunnel. Oostelijke Ontsluiting: afronden uitvoering fase 2, definitieve afspraken met IenM over uitvoering fase 3 (de verknoping met het rijkswegennet en weguitbreiding A1/A6/A9 SAA). Start verkenning Amstelstroom, nieuwe wegverbinding in Amsterdam Oost/Spaklerweg, start verkenning Knoop A10/S116/N247. Monitoring van de kwaliteit van de uitvoering van de concessie. Onder meer Westelijke Tramlijnen (opwaarderen van tramlijnen van en naar Amsterdam West), optimalisaties Marnixstraat-Rozengracht, herinrichting Leidseplein, nieuwe tramverbinding Parnassusweg, diverse maatregelen om knelpunten in rijtijden en betrouwbaarheid op te lossen op traject Diemen Sniep – Alexanderplein (lijn 9) en diverse maatregelen rondom Zaancorridor. Gefaseerde uitvoering verbetering OV-voorzieningen Zuidas (o.a. OV-terminal, busstation), inclusief een uitbreiding van de fietsenstallingscapaciteit. Voorbereiding exploitatie Noord-Zuidlijn en uitvoering diverse AMSYS projecten: uitbreiding opstelcapaciteit Isolatorweg, Amstel en Gein, afronden uitbreiding Werkplaats Diemen, uitwerking verbetering Signal & Control systemen en aanleg verbeteringen ICT systemen en chipkaartpoortjes. Start voorbereiding aanbesteding, inclusief eventuele scope-uitbreidingen. Planuitwerking en voorbereiding realisatie ombouw. Start planstudie doortrekking Amstelveenlijn naar Uithoorn. Diverse maatregelen tussen busafrit Amstelveenseweg en station Amsterdam-Zuid. Onder meer bochtstraal afrit A10, nieuwe belijning, verplaatsing VRI. Daarnaast verkenning naar infrastructurele maatregelen i.v.m. mogelijke veranderen route lijn 176 via Buitenveldertselaan - Parnassusweg - Strawinskylaan. Realisatie van hoogwaardige busverbinding, met verknoping van de HOV A9 op knooppunt Schiphol-Noord Afronding realisatie kap metrostation Amsterdam Noord en start aanbesteding HOV-knooppunt Noord, realisatie busstation Noorderpark, uitvoeren optimalisaties HOV-knooppunt Sloterdijk, oplevering busstation IJ-zijde Amsterdam CS, start verplaatsen tramlus en busstation Amstelstation. Diverse kleinere kosteneffectieve kortetermijn maatregelen voor Plusnet tram. Het gaat onder meer om VRI-afteller, slimme en duurzame wissels, kaartautomaten op haltes en opheffen van barierres in looproutes. Aanbesteding door GVB van opdracht tot aanleg van ruim 600 informatiepanelen bij de belangrijkste haltes in Amsterdam, inclusief alle R-net haltes (Westtangent en Zaancorridor) en in busstation IJ-zijde Amsterdam CS. Onder meer tramhaltes Frederiksplein. Aanleg snelfietspad Amsterdam-Noord – Zaanstad en start voorbereiding aanleg tweede fase Mosplein. Onder meer realisatie/herinrichting fietspaden Westerdoksdijk, Rijnstraat-Zuid en Welness Amsterdam Noord. Realisatie fietsenstallingen Beursplein en Ceintuurbaan, planuitwerking fietsenstallingen onder Leidseplein en bij acht NS-stations. Onder meer P +R als onderdeel van project HOV-knooppunt Noord Kleine ingrepen en aanleg DRIS-panelen op OV-knooppunten om reisinformatie te ontsluiten voor reizigers, o.a. alle (toekomstige) treinen metrostations.
E: Bewustwording en gedragsbeïnvloeding Diverse Beter Benutten-projecten Afronding diverse projecten, waaronder realisatie van tweede halte van IJtram op Zeeburgereiland (inclusief calamiteitenhalte voor bus), moderniseren communicatieverbindingen verkeersmanagementcentrales, vergroting betrouwbaarheid gekoppelde dynamisch verkeersmanagement (DVM-)systemen. G: Verkeersveiligheid Kleine infrastructuur verkeersveiligheid Verkeersveiligheidsmaatregelen Sloterweg – Ditlaar. Verkeerseducatie, -campagnes en Uitvoering van drie verkeersveiligheidscampagnes conform de landelijke campagnekalander verkeersveiligheid.
37
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
handhaving I: Gebiedsgericht Samenwerken Diverse maatregelen
Onder meer uitvoering pakket Beter Benutten Zuidas en herinrichting Rode Loper en Molenwerf
38
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
3.3 Waterland Tot 2020 worden in de regio Waterland ongeveer 5.000 woningen gebouwd op zowel uitbreiding-, inbreiding- als herstructureringslocaties. Met name de gemeente Purmerend kent een grote ontwikkelopgave, niet alleen voor woningbouw (o.a. Kop van West en Wheermolen), maar ook voor nieuwe kantoren- en bedrijventerreinen (o.a. Baanstee-Noord). Andere grote uitbreidingslocaties bevinden zich in Zuidoost-Beemster en in de Zuidpolder van Edam-Volendam. De overige gemeenten in de regio Waterland kennen elk ontwikkelprogramma’s van 200 tot 800 woningen. Samen met de gemeenten borgt de Stadsregio een goede ontsluiting van deze locaties. In 2015 actualiseren verschillende Waterlandse gemeenten (het uitvoeringsprogramma van) het lokale verkeer en -vervoerplan om in te spelen op toekomstige ruimtelijke en mobiliteitsontwikkelingen. Zo zal de gemeente EdamVolendam in 2015 het GVVP actualiseren, mede in het licht van de op handen zijnde fusie met de gemeente Zeevang op 1 januari 2016. De Stadsregio wordt bij de uitwerking van de lokale verkeer en -vervoerplannen betrokken. Veel inwoners van de regio Waterland studeren, werken en recreëren in de regio Amsterdam en Zaanstreek. Op de belangrijkste routes van en naar Waterland –de A7, A8, N235, N244 en N247– bevinden zich knelpunten in bereikbaarheid, doorstroming en verkeersveiligheid. Daarom investeert de Stadsregio samen met de gemeenten en andere partners aan de aanpak van deze knelpunten. Voor de A7-A8 voert het rijk, met begeleiding van de Stadsregio, in 2015 een MIRT-verkenning uit naar duurzame oplossingen voor de verkeersproblematiek op deze verbinding. Voor de N244 tussen A7 en N247 werken de Stadsregio en de provincie Noord-Holland in 2015 samen aan de uitvoering van de wegverdubbeling, inclusief een nieuwe fietsroute, een nieuwe aansluiting op de Purmerenderweg en een P+R terrein met R-net halte ter hoogte van de A7. Realisatie van deze maatregelen wordt in 2016 verwacht. In 2015 wordt onderzocht of vanwege veranderende verkeerscirculatie aanvullende maatregelen op omliggende wegen nodig zijn. Ook wordt in 2015 gestart met de realisatie van voorbereidende maatregelen voor het doortrekken van de N244 naar de Dijkgraaf Poschlaan in Edam (de zogenoemde derde ontsluitingsweg). Voor de N235 en N247 werken de Stadsregio en de provincie Noord-Holland via het programma ‘Bereikbaarheid Waterland’ aan de realisatie van versnellingsmaatregelen voor auto en OV, met intensieve participatie en inbreng van de inwoners uit de regio. In 2015 wordt gewerkt aan de uitvoering van diverse Quick Win R-net infrastructuurmaatregelen en aan de (nadere) uitwerking van andere versnellingsmaatregelen voor auto, bus en fiets op N247 en N235 voor de middellange en lange termijn. Hieronder vallen onder meer een verkenning naar de doorstroming op het knooppunt A10/S116/N247, fietsvoorzieningen op de Bernardbrug in Monnickendam, herinrichting van de parallelweg van de N247 bij Edam met vrijliggend fietspad, een doorsteek tussen de N247 en de parallelweg voor een betere inpassing van doorgaand agrarisch verkeer binnen de bebouwde kom van Oosthuizen en vervanging
39
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
en verbetering van de Oosthuizerbrug. Verder werken de Stadsregio en de Provincie aan een trajectstudie voor de N518 (Monnickendam – Marken). Het openbaar vervoer in de regio Waterland valt binnen de gelijknamige concessie en wordt tenminste tot 2019 verzorgd door EBS. In 2015 wordt het nieuwe busstation in Purmerend in gebruik genomen, inclusief extra fietsparkeerplaatsen, toegankelijke haltes en panelen met dynamische reisinformatie. Belangrijke thema’s in de regio Waterland zijn fiets en verkeersveiligheid. In het kader van de dijkversterking Markermeerdijken wordt een goede fietsroute op de dijk aangelegd, zowel voor woon-werk en woon-schoolverkeer als voor recreatie en toerisme. In Purmerend worden in 2015 diverse vrijliggende fietsstraten en veilige schoolzones gerealiseerd, onder meer in de wijk Overwhere en op de Weteringstraat. In Edam-Volendam wordt uitwerking gegeven aan het fietspad langs de Oosthuizerweg en worden verkeersveiligheidsmaatregelen op school/thuisroutes gerealiseerd. In Beemster worden diverse verkeersveiligheidsmaatregelen getroffen afkomstig uit het onlangs vastgestelde GVVP, waaronder het verplaatsen van de komgrenzen en het aanbrengen van wegversmallingen. Aan verkeersveiligheid wordt in Waterland naast fysieke maatregelen ook gewerkt via verkeerseducatie, campagnes en -handhaving. Andere (kleine) maatregelen in 2015 in de regio Waterland zijn Wayfinding op het OV-knooppunt Purmerend Overwhere en realisatie van de resterende opgave voor toegankelijke haltes in de gemeenten Beemster en Landsmeer. Figuur 10 geeft een overzicht van de regionale verkeersnetwerken in Waterland. Figuur 11 en tabel 3 geven per RVVP-speerpunt op hoofdlijnen een weergave van de maatregelen en projecten in 2015 in de regio Waterland. Voor deze projecten zijn reeds afspraken gemaakt over de wijze van uitvoering en de financiering vanuit de Stadsregio.
40
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 10: Regionale netwerken in Waterland
41
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 11: Maatregelen en projecten in 2015 in Waterland
42
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tabel 3: Maatregelen en projecten in 2015 in Waterland A: Regionaal Netwerk Weg Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Zeevang Beemster, Edam/Volendam, Landsmeer , Purmerend, Waterland B: Regionaal Netwerk OV Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Zeevang Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Zeevang Purmerend, Edam-Volendam Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Zeevang Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer C: Regionaal Netwerk Fiets Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Zeevang
D: Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Waterland Purmerend Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Zeevang G: Verkeersveiligheid Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Zeevang
Investeringsagenda Weg Verkenningen en planstudies
OV Concessie Waterland
Onder meer uitvoering verbreding N244 (A7 – N247), realisatie voorbereidende (fiets)maatregelen Derde ontsluitingsweg Edam-Volendam/N244 en spitsstrook A7. MIRT-verkenning A7-A8 Coentunnel – Purmerend, start verkenning doorstroming knooppunt A10/S116/N247.
Kleine infrastructuur OV
Monitoring van de kwaliteit van de uitvoering van de lopende concessie. Verder o.a. studie naar een buurtbussysteem in de gemeente Waterland. Planstudie naar (nadere) versnellingsmaatregelen voor auto, bus en fiets op N247 en N235. Ingebruikname vernieuwde busstations Tramplein Purmerend en Edam. Optimalisaties haltes OV Purmerend Weidevenne. Onder meer optimalisatie halteplaats Middenbeemster.
Toegankelijke OV-haltes
Afronding realisatie resterende opgave
Kleine infrastructuur Fiets
Onder meer uitwerken fietsroute Markermeerdijk (gemeenten Waterland en EdamVolendam), realisatie fietspad Oosthuizerweg (Edam-Volendam), realisatie fietspad N244 en kwaliteitsslag fietsroutes Neckerstraat, Hoornselaan, Purmerweg en Weteringstraat – Beatrixplein (Purmerend), planuitwerking fietspad oostzijde N247 Monnickendam en voorbereiding planuitwerking fietsinfrastructuur Bernhardbrug (gemeente Waterland).
Fietsparkeren R-net haltes
Realisatie gebruiksvriendelijke fietsparkeerplaatsen bij alle R-net bushaltes in de gemeente Waterland. Realisatie van P+R en halte voor R-net bussen van en naar Amsterdam nabij kruising A7/N244. Planuitwerking knooppuntmanagement voor busstation Edam en Wayfinding treinstation Purmerend Overwhere. Aanleg DRIS-panelen voor reisinformatie op OV-knooppunten.
Investeringsagenda Plusnet/R-net OV: Bereikbaarheid Waterland Busstations en OV-knooppunten
Kleine infrastructuur Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Knooppuntmanagement en Wayfinding
Kleine infrastructuur verkeersveiligheid
Onder meer realisatie verkeersveilige schoolzones Edam-Volendam, verbetermaatregelen op Black Spots in Landsmeer, kleine Duurzaam Veilig-maatregelen in Waterland, diverse verkeersremmende maatregelen in Purmerend en aanschaf digitale snelheidsborden en realisatie snelheidsremmerde maatregelen in Beemster. Uitvoering van verkeerseducatie 0-18 jaar door Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland en VVN en van drie verkeersveiligheidscampagnes in subregionaal verband conform de landelijke campagnekalander verkeersveiligheid.
Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Zeevang
Verkeerseducatie, -campagnes en handhaving
H: Goederenvervoer Purmerend
Logistiek Centrum Purmerend
Haalbaarheidsonderzoek naar regionale goederenbundeling ten behoeve van ondernemers in het centrumgebied van Purmerend.
Ontwikkeling en uitwerking (structuur)visies en verkeer- en vervoerplannen
Advies en begeleiding van ontwikkeling (uitvoeringsprogramma’s van) lokale verkeer en –vervoerplannen. Onder meer bij visie op ontwikkeling en benodigde infrastructuur gemeentelijk wegennet Purmerend.
I: Gebiedsgericht Samenwerken Beemster, Edam-Volendam, Zeevang, Landsmeer, Purmerend
43
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
3.4 Zaanstreek In de Zaanstreek bevinden zich de gemeenten Zaanstad, Wormerland en Oostzaan. In het gebied wordt via het MIRT-onderzoek Zaan/IJ-oevers gewerkt aan een integrale (binnen)stedelijke gebiedsontwikkeling. Daarbij trekken de havengebonden activiteiten steeds verder westwaarts en ontstaat er ruimte voor (creatieve) bedrijvigheid en woningbouw. In de periode tot 2019 worden op incrementele wijze ruim 9.000 woningen gerealiseerd in het gebied. In de gemeente Zaanstad zijn ruim 4.000 nieuwe woningen gepland, onder meer in het centrumgebied Inverdan (waar ook grootschalige voorzieningen en winkels worden gerealiseerd), de nieuwbouwwijk Saendelft bij Assendelft en de herstructurering van de Kleurenbuurt in Zaandam. In de gemeente Wormerland zijn ruim 700 nieuwe woningen gepland in de nieuwbouwijken Poort van Wormer en Zaandriehoek en de herstructurering van de Molenbuurt. Aan de zuidkant van Oostzaan worden de nieuwe bedrijventerreinen Skoon en Bombraak doorontwikkeld, terwijl het voormalige bedrijventerrein Noordeinde wordt herontwikkeld tot een woonwijk met 120 woningen. De belangrijke verkeersassen in de Zaanstreek zijn de A7, A8 en A9. De Stadsregio werkt daarbij aan een planstudie naar het doortrekken van de A8 naar de A9, voor de robuustheid van het verkeersnetwerk en ter ontlasting van de N203 die door de kernen van Zaandijk, Wormerveer en Assendelft voert. Verder voert het rijk, met begeleiding van de Stadsregio, in 2015 ook een MIRTverkenning uit naar duurzame oplossingen voor de verkeersproblematiek op de A7-A8.. De Stadsregio Amsterdam heeft het initiatief genomen om onder de vlag van de MIRT-verkenning een regionale verkenning te starten naar een betere aansluiting van Zaanstad op de A7 en de A8. Deze studie wordt in samenwerking met de gemeente Zaanstad en het Rijk uitgevoerd. De scope van de (deel)verkenning aansluitingen Zaanstad betreft de vier aansluitingen en invalswegen in de gemeente, inclusief de A8 ten westen van het knooppunt Zaandam. Daarnaast ondersteunt de Stadsregio Amsterdam de gemeente Zaanstad vanuit de Investeringsagenda Weg bij het verbeteren van de doorstroming op de twee belangrijkste invalswegen van de gemeente: de A7/Van Goghweg en de Thorbeckeweg/Den Uylweg. Op beide routes staat de verkeersafwikkeling onder druk. Het gaat om een breed scala aan projecten van korte termijn optmalisaties tot eventuele capaciteitsuitbreidingen op de midellange termijn. Eén van de grote regionale OV-projecten in het gebied is de Zaancorridor: een snelle en hoogfrequente busverbinding tussen de stations Amsterdam Centraal en Zaandam en tussen het nieuwe busstation Buikslotermeerplein (met een goede overstap op de toekomstige Noord/Zuidlijn), station Zaandam Kogerveld en de Zaanse Schans. In 2015 worden diverse deelprojecten in de Zaancorridor aangelegd. Met de Zaancoridor verbetert ook voor Oostzaan de bereikbaarheid per OV met het busstation De Vlinder, welke voor inwoners van Oostzaan goed te bereiken is met het onderliggend OV en per fiets. Voor fietsers wordt op een vergelijkbaar tracé als de Zaancorridor in 2015 gestart met de aanleg de resterende schakel uit het snelfietspad Zaandam – Amsterdam.
44
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Ook werkt de Stadsregio in 2015 samen met Zaanstad aan het verbeteren van fietsverbindingen die de spoorlijn Sloterdijk – Uitgeest kruisen, waaronder de realisatie van De Buiging (centrum), de planuitwerking van de Guisweg (Koog-Zaandijk) en de planuitwerking van de noordelijke oprit van de Westerwateringtunnel. Verder treffen de gemeenten diverse andere (kleinere) maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid en ter stimulering van het fietsgebruik. Zo werkt Zaanstad aan aanleg twee snelfietsroutes naar Amsterdam via het Westelijk Havengebied en via Amsterdam Noord en aan de fietsroutes Overtuinen, Van Goghweg en Troelstralaan in Zaandam en De Haansloot in Krommenie. Daarnaast worden diverse schoolomgevingen verkeersveiliger ingericht en wijken heringericht met volwaardige 30-kilometerzones. Ook Wormerland werkt in 2015 aan diverse verkeersplateaus en andersoortige snelheidsremmers en aan een vrijliggend tweerichtingenfietspad in de Bartelsluisbuurt (Wormer) als veilig alternatief voor huidige fietsstroken op de weg. In Oostzaan worden voorbereidingen getroffen op de herinrichting van het Zuideinde, welke heringericht zal worden tot 30-kilometerweg met volwaardige fietsstroken. Oostzaan, Wormerland en Zaanstad ronden verder in 2015 hun opgave voor toegankelijkheid van bushaltes af en werken verder aan een goede beschikbaarheid van reisinformatie op OV-haltes via het project Haltedatabeheer. Op het gebied van verkeersveiligheid doen de gemeenten in de Zaanstreek mee aan de landelijke verkeersveiligheidscampagnes waaronder die voor snelheid, “De Scholen Zijn Weer Begonnen” en BOB. Binnen het thema verkeersveiligheid neemt de gemeente Oostzaan actief deel aan de campagnes van de Jaarkalender Verkeersveiligheid. Op de stations Krommenie-Assendelft, Koog Zaandijk en Kogerveld lopen projecten in het kader van knooppuntmanagement en wayfinding. Bij Koog Zaandijk worden eveneens fietsparkeerplaatsen gerealiseerd. Het openbaar vervoer in Zaanstad, Oostzaan en Wormerland valt binnen de OV-concessie Zaanstreek en wordt verzorgd door Connexxion. Tenminste tot en met 2018 zal Connexxion het openbaar vervoer uitvoeren. Wormerland ligt ook in concessiegebied Waterland welke tenminste tot 2019 wordt verzorgd door EBS. Figuur 12 geeft een overzicht van de regionale verkeersnetwerken in Amstelland-Meerlanden. Figuur 13 en tabel 4 geven per RVVPspeerpunt op hoofdlijnen een weergave van de maatregelen en projecten in 2015 in de Zaanstreek. Voor deze projecten zijn reeds afspraken gemaakt over de wijze van uitvoering en de financiering vanuit de Stadsregio.
45
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 12: Regionale netwerken in de Zaanstreek
46
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Figuur 13: Maatregelen en projecten in 2015 in de Zaanstreek
47
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tabel 4: Maatregelen en projecten in 2015 in de Zaanstreek A: Regionaal Netwerk Weg Zaanstad Oostzaan, Wormerland, Zaanstad Oostzaan, Zaanstad B: Regionaal Netwerk OV Oostzaan, Wormerland, Zaanstad Zaanstad C: Regionaal Netwerk Fiets Wormerland, Zaanstad
Oostzaan D: Ketenmobiliteit & Netwerkintegratie Zaanstad Zaanstad E: Bewustwording en gedragsbeïnvloeding Zaanstad G: Verkeersveiligheid Oostzaan, Wormerland, Zaanstad
Oostzaan, Wormerland, Zaanstad
H: Goederenvervoer Oostzaan
Investeringsagenda Weg: A8-A9 Investeringsagenda Weg (overig) Verkenningen en planstudies
Planstudie naar nieuwe regionale wegverbinding tussen A8 en A9. Gebiedsgericht benutten Zaanse Ruit: realisatie van diverse korte termijn maatregelen invalswegen Zaandam Noord en Zuid MIRT-verkenning A7-A8 Coentunnel – Purmerend, verkenning aansluitingen Zaanstad
OV Concessie Zaanstreek Investeringsagenda Plusnet/R-net OV: Zaancorridor
Monitoring van de kwaliteit van de uitvoering van de lopende concessie. Realiseren van deelprojecten Gedempte Gracht/Westzijde
Grote fietspaden en -verbindingen
Kleine infrastructuur Fiets
Onder meer aanleg twee snelfietsroutes tussen Zaandam en Amsterdam via het Westelijk Havengebied en via Amsterdam Noord, realisatie fietsverbindingen De Buiging, Guisweg, Van Goghweg en Overtuinen (Zaanstad) en realisatie fietspad Bartelsluisbuurt Wormer (Wormerland). Aanleg fietsstroken en – sluizen Noordeinde - Oostzaan
Fietsparkeren bij R-net haltes en OVknooppunten Knooppuntmanagement en Wayfinding
Fietsparkeren bij R-net haltes in Zaanstad, planuitwerking fietsparkeren Zaandam NS en Krommenie-Assendelft, realisatie fietsparkeren Koog Zaandijk. Stations Krommenie-Assendelft, Koog Zaandijk en Kogerveld
Knooppunt Wormerveer
Afronding realisatie van dit Beter Benutten-project ter optimalisatie van functioneren van OV-knooppunt.
Kleine infrastructuur verkeersveiligheid
Onder meer realisatie van diverse herinrichtingsprojecten in Zaanstad waarbij snelheidsremmende maatregelen worden gerealiseerd, onder andere Hoornseveld, Peldersveld, Volwerf en Dorpstraat Assendelft. Verder afronding realisatie diverse uiteenlopende verkeersveiligheidsmaatregelen bij 18 basisscholen in Zaanstad. Markering van schoolzones in Oostzaan. Uitvoering van verkeerseducatie 0-18 jaar door Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland en VVN en van drie verkeersveiligheidscampagnes in subregionaal verband conform de landelijke campagnekalander verkeersveiligheid.
Verkeerseducatie, -campagnes en handhaving
Logistiek Ontkoppelpunt Bombraak
Haalbaarheidsonderzoek naar regionale locatie voor goederenbundeling op bedrijventerrein Bombraak.
48
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
4. Financiën 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft inzage in de beschikbare financiële middelen van de Stadsregio Amsterdam voor het beleidsthema verkeer en vervoer en de besteding hiervan aan de acties die in de voorafgaande hoofdstukken zijn beschreven. De inzage wordt gegeven voor het jaar 2015, met een doorkijk naar de latere jaren. De beschikbare financiële middelen betreffen voornamelijk de Brede Doel Uitkering Verkeer & Vervoer (BDU) van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (paragraaf 4.2) plus de gespaarde financiële middelen van voorafgaande jaren. De bestedingen in dit hoofdstuk worden gepresenteerd per RVVP-speerpunt (paragraaf 4.3) en per begrotingsprogramma uit de Begroting 2015 (paragraaf 4.4). Specifieke ontwikkeling: Hulpimpuls De Regioraad is in 2013 akkoord gegaan met de oprichting van een specifiek impulsbudget: de Hulpimpuls. Dit budget is beschikbaar voor de zestien Stadsregio-gemeenten om de voortgang van projecten te bespoedigen. Gemeenten kunnen met dit budget de eigen bijdrage van projecten afdekken. De uitvoering van alle projecten moet in 2014 of 2015 van start gaan. Het betreft een impulsbudget van € 10 miljoen.
4.2 Brede Doel Uitkering Verkeer & Vervoer Voor het uitvoeren van het regionale mobiliteitsbeleid heeft de Stadsregio Amsterdam voornamelijk één financieringsinstrument ter beschikking: de Brede Doel Uitkering Verkeer & Vervoer (BDU) van het Ministerie van IenM. Deze uitkering bestaat uit een relatief deel en een absoluut deel. Het relatieve deel van de BDU wordt op basis van verdeelsleutels over de stadsregio’s en de provincies verdeeld. Het absolute deel is bedoeld als impuls voor specifieke taken per regio of provincie. In tabel 5 is aangegeven wat de verwachte hoogte van de BDU is voor de periode 2015 tot en met 2021. De geraamde BDU voor de periode 2015-2018 is gebaseerd op het meerjarenperspectief die in de Begroting 2015 van het Ministerie van IenM is opgenomen, voor de periode 2019-2021 is deze gebaseerd op 2018. Omdat de formele beschikkingen op het moment van schrijven van dit UVP nog niet ontvangen zijn, kunnen deze bedragen nog (beperkt) wijzigen. Onder tabel 5 wordt per regel een toelichting gegeven.
49
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tabel 5: Verwachte BDU voor de periode 2015 t/m 2021 (bedragen x € 1 miljoen) 2015 2016 415,8 419,1 1. Totaal relatief deel BDU 2. Absoluut deel BDU, bestaande uit: -45,8 -45,8 2a. Af: G3 korting minus tegemoetkoming 2b. Af: Chipkaart inhouding -5,2 0 2c. Bij: AROV 8,4 8,4 n.n.b. n.n.b. 2d. Bij: Beter Benutten Vervolg -42,6 -37,4 Totaal absoluut deel BDU 373,3 381,7 3. Totaal geraamde BDU
2017 420,8
2018 422,3
2019 422,3
2020 422,3
2021 422,3
-45,8 0 8,4 n.n.b. -37,4 383,5
-45,8 0 8,4 0 -37,4 385,0
-45,8 0 8,4 0 -37,4 384,9
-45,8 0 8,4 0 -37,4 384,9
-45,8 0 8,4 0 -37,4 384,9
Toelichting bij tabel 5: Ad 1. Het relatieve deel van de BDU wordt op basis van verdeelsleutels verdeeld over de stadsregio’s en provincies. Ad 2a. In het kader van bezuinigingen op de BDU is een generieke korting opgelegd aan de drie grote steden. Op deze korting is een bedrag van € 8 miljoen in mindering gebracht als tegemoetkoming specifiek voor Amsterdam. Ad 2b. Chipkaart inhouding betreft de terugbetaling van een voorschot door de Stadsregio aan het Rijk, behorende bij kosten voor de invoering van de OV-chipkaart. In 2015 vindt het laatste deel van de terugbetaling van dit voorschot plaats. Ad 2c. AROV (Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer) betreft een impulsbudget van het Rijk voor investeringen in regionaal (hoogwaardig) openbaar vervoer. Voor de Stadsregio gaat het om vijf projecten: HOV Zaancorridor, HOV Schiphol Oost, HOV A9, HOV Westtangent en HOV Westelijke Tramlijnen. Ad 2d. Beter Benutten Vervolg (2015-2017) betreft een impulsbudget van het Rijk voor het efficiënter benutten van bestaande infrastructuur. Voor het programma is door het Ministerie van IenM € 50 mln in het vooruitzicht gesteld voor de MRA. Vanwege het uitgangspunt van een 50/50 financiering van Beter Benutten projecten door Rijk en regio, wordt van de regionale partijen wel verwacht dat zij een gelijk bedrag daar tegenover zetten. Ad 2. Optelling van alle bijdragen (en kortingen) voor het absolute deel van de BDU (nummers 2a tot en met 2d). Ad 3. Optelling van het relatieve deel van de BDU (nummer 1) en het absoluut deel van de BDU (nummer 2). Dit is het bedrag dat de Stadsregio jaarlijks ontvangt aan BDU.
50
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
4.3 Financiële besteding per RVVP-speerpunt Tabel 6 geeft per RVVP-speerpunt inzage in de besteding van financiële middelen aan de acties die in de voorafgaande hoofdstukken zijn beschreven voor de periode 2015 tot en met 2021. De RVVP-speerpunten zijn nader toegelicht in paragraaf 2.3. Onder tabel 6 wordt per regel een toelichting gegeven. Tabel 6: Verwachte financiële besteding per RVVP-speerpunt voor de periode 2015 t/m 2021 (bedragen x € 1 miljoen) 2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
1.
Beschikbare financiële middelen, bestaande uit:
1a.
Gespaarde BDU-middelen aan begin jaar
291,0
155,6
99,3
59,4
9,5
-158,3
-223,3
1b.
Bij: Verwachte BDU-uitkering
373,3
381,8
383,5
384,9
384,9
384,9
384,9
1c.
Bij: Overige inkomsten
4,8
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
669,1
537,6
483,0
444,5
394,6
226,8
161,8
Totaal beschikbare financiële middelen 2.
Benodigde financiële middelen, bestaande uit:
2a.
Af: Speerpunt A: Regionaal Netwerk Weg
46,3
46,3
48,5
90,7
101,6
77,2
39,8
2b.
Af: Speerpunt B: Regionaal Netwerk Openbaar Vervoer
500,7
449,2
433,6
426,3
551,3
437,0
400,3
2c.
Af: Speerpunt C: Regionaal Netwerk Fiets
3,6
5,0
2,3
2,0
0,0
0,0
0,0
2d.
Af: Speerpunt D: Ketenmobiliteit
0,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2e.
Af: Speerpunt E: Mobiliteitsmanagement & Prijsbeleid
0,2
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2f.
Af: Speerpunt F: Leefbaarheid & Duurzaamheid
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2g.
Af: Speerpunt G: Verkeersveiligheid
3,4
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
2h.
Af: Speerpunt H: Goederenvervoer
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2i.
Af: Speerpunt I: Gebiedsgericht Samenwerken
1,5
2,1
2,1
2,1
2,1
2,1
2,1
2j.
Af: Overige uitgaven: personeel en overhead
9,8
9,8
9,8
9,8
9,8
9,8
9,8
2k.
Af: Overplanning Infrastructuurprojecten
-52,3
-77,0
-75,6
-98,9
-114,8
-79,0
-56,3
Totaal benodigde financiële middelen
513,5
438,3
423,6
435,0
552,9
450,2
398,7
Gespaarde BDU-middelen aan einde jaar
155,6
99,3
59,4
9,5
-158,3
-223,3
-236,9
3.
51
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Toelichting op tabel 6 Ad 1a. Ad 1b. Ad 1c. Ad 2.
Ad 2j.
Ad 2k.
Ad 3.
De standen van de gespaarde BDU-middelen aan het begin van het betreffende jaar (voor de 3 begrotingsprogramma’s samen). Zie ook Ad 3. De Stadsregio Amsterdam ontvangt jaarlijks de Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer (BDU) van het Ministerie van IenM. In paragraaf 4.2 is aangegeven hoe dit bedrag is opgebouwd. Dit betreffen opbrengsten voor Schiphol Sternet voor het jaar 2015 (latere jaren zijn afhankelijk van de nieuwe afspraken voor de Concessie Amstelland-Meerlanden) en bijdragen van derden aan VENOM. Bij de besteding van financiële middelen per RVVP-speerpunt dient te worden aangegeven dat de speerpunten C t/m I minder budget aangeven dan in werkelijkheid aan deze speerpunten wordt besteed, terwijl de speerpunten A en B meer budget aangeven, om twee redenen. Ten eerste worden sommige projecten die vallen onder de Speerpunten C t/m I uitgevoerd in combinatie met Speerpunt A of B. Zo worden veel fietsprojecten worden aangepakt in combinatie met een (groter) weg- of OV-project. Doordat de fietsinvestering slechts klein is in de totale investering van een project, zijn de fietsbudgetten geïntegreerd in het Speerpunt A of B. Ten tweede worden veel projecten die vallen onder de Speerpunten C t/m I bekostigd uit het budget voor onderzoek en studie (zie ook Ad 2b uit tabel 7 en zie tabel 9, 11 en 13). Uitgaven voor personeel en voor doorbelasting van bedrijfsvoering, bestuur en communicatie. Omdat voor deze uitgaven geen meerjarenraming beschikbaar is, zijn voor de jaren 2016 t/m 2021 dezelfde bedragen opgenomen als in (de begroting van) 2015. Bij infrastructuurprojecten wordt rekening gehouden met een overplanning. Voor (middel)grote projecten in de realisatiefase of planuitwerkingsfase en voor kleine projecten en studies wordt een percentage van 25% gehanteerd. Voor (middel)grote projecten in de planstudiefase of verkenningfase wordt een percentage van 50% gehanteerd. Dit bedrag is over aan BDU-middelen aan het einde van het betreffende jaar per begrotingsprogramma en wordt als volgt berekend: de totaal beschikbare middelen per jaar (Ad 1) minus de totaal benodigde middelen per jaar (Ad 2). De gespaarde BDU-middelen aan het einde van het jaar zijn tevens het beginbedragen van de gespaarde BDU-middelen voor het volgende jaar (Ad 1a).
4.4 Financiële besteding per begrotingsprogramma Stadsregio Amsterdam kent drie programma’s uit de Begroting 2015 die betrekking hebben op het beleidsthema Verkeer en Vervoer en worden bekostigd met BDU-middelen: 01 Openbaar Vervoer, 02 Infrastructuur en 03 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid. In onderstaand overzicht worden de acties uit de hoofdstukken 1 t/m 3 financieel doorvertaald naar deze drie begrotingsprogramma’s voor de periode 2015 tot en met 2021. Onder tabel 7 is per regel een toelichting opgenomen.
52
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tabel 7: Financiële besteding per begrotingsprogramma voor de periode 2015 t/m 2021 (bedragen x € 1 miljoen) 2015 2016 2017 2018 2019
2020
2021
Programma 01: Openbaar Vervoer 1. 1a. 1b. 1c. 2. 2a. 2b. 2c. 3.
Beschikbare financiële middelen, bestaande uit: Gespaarde BDU-middelen aan begin jaar Verwachte BDU Overige inkomsten Totaal beschikbare financiële middelen Benodigde financiële middelen, bestaande uit: Concessies Onderzoek en studie Personeel en overhead Totaal benodigde financiële middelen Gespaarde BDU-middelen aan einde jaar
-49,9 283,7 4,6 238,4
-129,5 291,4 0,0 161,9
-105,6 292,7 0,0 187,1
-93,1 293,8 0,0 200,7
-64,0 293,8 0,0 229,8
-127,2 293,8 0,0 166,6
-137,8 293,8 0,0 156,0
362,4 2,8 2,7 367,9 -129,5
262,0 2,8 2,7 267,5 -105,6
274,7 2,8 2,7 280,2 -93,1
259,2 2,8 2,7 264,7 -64,0
351,5 2,8 2,7 357,0 -127,2
298,9 2,8 2,7 304,4 -137,8
304,4 2,8 2,7 309,9 -153,9
333,4 83,6 417,0
278,0 84,3 362,3
198,1 84,7 282,8
146,0 85,0 231,0
67,3 85,0 152,3
-37,0 85,0 48,0
-91,1 85,0 -6,1
184,8 1,0 5,5 191,3 52,3 278,0
234,7 1,0 5,5 241,2 77,0 198,1
205,9 1,0 5,5 212,4 75,6 146,0
256,1 1,0 5,5 262,6 98,9 67,3
297,5 1,0 5,5 304,0 114,8 -37,0
211,6 1,0 5,5 218,1 79,0 -91,1
131,9 1,0 5,5 138,4 56,3 -88,3
7,5 6,0 0,2 13,7
7,1 6,1 0,2 13,4
6,8 6,1 0,2 13,1
6,5 6,1 0,2 12,8
6,2 6,1 0,2 12,5
5,9 6,1 0,2 12,2
5,6 6,1 0,2 11,9
3,3 1,7 1,6 6,6 7,1 155,6
3,3 1,7 1,6 6,6 6,8 99,3
3,3 1,7 1,6 6,6 6,5 59,4
3,3 1,7 1,6 6,6 6,2 9,5
3,3 1,7 1,6 6,6 5,9 -158,3
3,3 1,7 1,6 6,6 5,6 -223,3
3,3 1,7 1,6 6,6 5,3 -236,9
Programma 02: Infrastructuur 1. 1a. 1b. 2. 2a. 2b. 2c. 2d. 3.
Beschikbare financiële middelen, bestaande uit: Gespaarde BDU-middelen aan begin jaar Verwachte BDU Totaal beschikbare financiële middelen Benodigde financiële middelen, bestaande uit: Subsidies uitvoering Onderzoek en studie Personeel en overhead Totaal benodigde financiële middelen Overplanning infrastructuurprojecten Gespaarde BDU-middelen aan einde jaar
Programma 03: Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid (RP&M) 1. 1a. 1b. 1c. 2. 2a. 2b. 2c. 3. 4.
Beschikbare financiële middelen, bestaande uit: Gespaarde BDU-middelen aan begin jaar Verwachte BDU Overige inkomsten Totaal beschikbare financiële middelen Benodigde financiële middelen, bestaande uit: Subsidies uitvoering Onderzoek en studie Personeel en overhead Totaal benodigde financiële middelen Gespaarde BDU-middelen aan einde jaar Totaal gespaarde BDU-middelen einde jaar
53
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Toelichting op tabel 7 Ad 1a. Ad 1b.
Ad 1c.
Ad 2.
Ad 3.
Ad 4.
De standen van de gespaarde BDU-middelen aan het begin van het betreffende jaar per begrotingsprogramma. Zie ook Ad 3. De Stadsregio Amsterdam ontvangt jaarlijks de Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer (BDU) van het Ministerie van IenM. In paragraaf 4.2 is aangegeven hoe dit bedrag is opgebouwd. De Stadsregio verdeelt het budget als volgt over de begrotings-programma’s: 76% voor Openbaar Vervoer, 22% voor Infrastructuur en 2% voor Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid. Voor begrotingsprogramma OV betreffen dit opbrengsten voor Schiphol Sternet voor het jaar 2015 (latere jaren zijn afhankelijk van de nieuwe afspraken voor de Concessie Amstelland-Meerlanden). Voor begrotingsprogramma RP&M betreffen dit bijdragen van derden aan VENOM. Benodigde financiële middelen voor de uitvoering van de acties uit de hoofdstukken 1 t/m 3 per begrotingsprogramma. bestaande uit: a) Concessies (voor begrotingsprogramma OV) en subsidies uitvoering (voor begrotingsprogramma’s Infrastructuur en RP&M) b) Onderzoek en studie: incidentele studiekosten voor algemene onderwerpen (die nog niet aan projecten of werkprogramma’s kunnen worden toegewezen). Zie ook tabel 9, 11 en 13. c) Personeel en overhead: uitgaven voor personeel en voor doorbelasting van bedrijfsvoering, bestuur en communicatie per begrotingsprogramma. Omdat voor deze uitgaven geen meerjarenraming beschikbaar is, zijn voor de jaren 2016 t/m 2021 dezelfde bedragen opgenomen als in (de begroting van) 2015. In de bijlage wordt een nadere specificatie gegeven van de projecten waaraan de financiële middelen in 2015 worden besteed. d) Bij infrastructuurprojecten wordt rekening gehouden met een overplanning. Voor (middel)grote projecten in de realisatiefase of planuitwerkingsfase en voor kleine projecten en studies wordt een percentage van 25% gehanteerd. Voor (middel)grote projecten in de planstudiefase of verkenningfase wordt een percentage van 50% gehanteerd. Dit bedrag is over aan BDU-middelen aan het einde van het betreffende jaar per begrotingsprogramma en wordt als volgt berekend: de totaal beschikbare middelen per jaar (Ad 1) minus de totaal benodigde middelen per jaar (Ad 2). Voor begrotingsprogramma Infra wordt hier nog de overplanning (Ad 2d) bij opgeteld. De gespaarde BDU-middelen aan het einde van het jaar zijn tevens het beginbedragen van de gespaarde BDU-middelen voor het volgende jaar (Ad 1a). Dit bedrag is over aan BDU-middelen aan het einde van het betreffende jaar voor de 3 begrotingsprogramma’s samen. Dit bedrag wordt berekend door de bedragen de individuele begrotingsprogramma’s (Ad 3) bij elkaar op te tellen.
54
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
4.5 Conclusie Uit de tabellen 6 en 7 blijkt dat er vanaf 2015 jaarlijks naar verwachting meer wordt uitgegeven dan wordt ontvangen aan BDUmiddelen. Een gevolg hiervan is dat het bedrag aan gespaarde BDU steeds lager wordt en uiteindelijk resulteert in een tekort. De ambitie van de Stadsregio, die deels al is vastgelegd, is groter dan het beschikbare budget. Hiervoor zijn er op dat moment verschillende oplossingsrichtingen. Allereerst kan er dan voor worden gekozen om nader te gaan programmeren, waarbij de bijdrage voor een aantal projecten op een later moment beschikbaar komt, acties nog zorgvuldiger opgepakt worden en ook op projectniveau wordt nagegaan of er mogelijkheden zijn tot nadere optimalisering of fasering. Ook kan er aanvullende financiering gevonden worden, door nader in gesprek te gaan met het Rijk over de financiële ruimte zoals de BDU en impulsbudgetten, en door nadere afspraken te maken over de samenwerking met, en financiële inbreng vanuit het bedrijfsleven. De Stadsregio werkt samen met haar partners aan de uitvoeringsgerichtheid en het meer volgens planning laten verlopen van de uitvoering van de acties uit dit UVP. Zo heeft de Stadsregio met gemeenten in het kader van de Investeringsagenda’s OV en Weg afspraken gemaakt over diverse verbeteringen in de samenwerking, de betrokkenheid van de Stadsregio en een maximale inspanning van de Stadsregio in het onderzoeken van de financieringsmogelijkheden. Dit alles om de kwaliteit van de projecten te verbeteren, maar vooral ook om te zorgen dat er snelle stappen gezet worden richting de uitvoering. In het verlengde van de beide Investeringsagenda’s wordt in 2015 het programmamanagement en –coördinatie verder verbeterd, waarbij de voortgang van de projecten en opgaven meer in samenhang worden bekeken en partijen elkaar snel kunnen vinden bij de start van nieuwe initiatieven. Daarbij zijn ook nadere afspraken gemaakt over het gezamenlijk monitoren van gemaakte afspraken en het tijdig signaleren en bijsturen van op te pakken projecten, passend bij de knelpunten die naar voren zijn gekomen.
55
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Bijlage: specificatie benodigde financiële middelen per begrotingsprogramma Begrotingsprogramma 1: Openbaar Vervoer Tabel 8: Specificatie benodigde financiele middelen begrotingsprogramma 1: Openbaar Vervoer (bedragen x € 1 miljoen) Naam OV Concessie Amsterdam *: exploitatie
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
103,5
99,4
100,4
94,8
86,0
83,0
75,8
OV Concessie Amsterdam *: aanschaf rollende activa
31,7
2,5
2,5
0,0
88,5
12,9
12,9
OV Concessie Amsterdam *: overige investeringen, effecten grote infraprojecten
10,6
5,1
13,0
7,2
19,8
40,8
55,6
OV Concessie Amsterdam *: beheer en onderhoud (IVV)
90,0
93,0
95,0
94,0
94,0
99,0
96,9
OV Concessie Amstelland-Meerlanden **
36,5
37,9
37,9
37,3
37,3
37,3
37,3
OV Concessie Zaanstreek
11,9
11,9
11,9
11,9
11,9
11,9
11,9
OV Concessie Waterland
16,4
16,4
16,4
16,4
16,4
16,4
16,4
Bussenfonds
60,0
- 6,0
- 6,0
- 6,0
- 6,0
- 6,0
- 6,0
Compensatie SOV streek
0,0
0,0
1,8
1,8
1,8
1,8
1,8
R-net uitstraling
1,1
1,1
1,1
1,1
1,1
1,1
1,1
DRIS – GOVI
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
Onderzoek en studie (voor specificatie 2015 zie tabel 9 hieronder)
2,8
2,8
2,8
2,8
2,8
2,8
2,8
Personeel en overhead
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
2,7
Totaal benodigde financiële middelen 367,9 267,5 280,2 264,7 357,0 304,4 309,9 * Verwacht wordt dat de exploitatiekosten van de concessie Amsterdam de komende jaren zullen dalen. Doordat de Stadsregio in 2012 een investeringssubsidie aan het GVB heeft gegeven voor de investeringen in rollende materieel, hoeft de Stadsregio jaarlijks hiervoor geen kapitaallasten meer te subsidiëren. Wel laten de uitgaven voor de concessie in 2019 een duidelijke stijging zien. Dit wordt veroorzaakt door een investering van €80 miljoen voor materieel voor de Amstelveenlijn. ** Het begrote bedrag voor de concessie Amstelland-Meerlanden voor de vervoerder fluctueert gedurende de jaren niet, andere componenten binnen de concessie kunnen dat wel (o.a. collectief vraagafhankelijk vervoer en monitoringskosten). Het bedrag daalt vanaf 2018 met € 0,6 miljoen vanwege afspraken tussen Stadsregio Amsterdam en de Provincie Noord-Holland over beheer en onderhoud van de Zuidtangent.
56
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tabel 9: Specificatie onderzoek en studie begrotingsprogramma 1: Openbaar Vervoer Naam Onderzoek- en studie streekconcessies Onderzoek- en studie concessie Amsterdam Onderzoek- en studie OV algemeen Totaal Onderzoek en studie
Budget 2015 € 800.000 € 2.000.000 € 770.000 € 2.770.000
57
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Begrotingsprogramma 2: Infrastructuur Tabel 10: Specificatie benodigde financiele middelen begrotingsprogramma 2: Infrastructuur (bedragen x € 1 miljoen) Naam Subsidies uitvoering Investeringsagenda Weg Programma Weg (overig) Programma Weg: A8-A9 Programma Weg: Duinpolderweg (N206 – A4) Totaal Investeringsagenda Weg Investeringsagenda OV Programma OV Amsterdam (Plusnet) Programma OV Amsterdam (Comfortnet) Programma OV Streek (R-net) Programma OV: Ombouw Amstelveenlijn, doortrekking Uithoorn Programma metro Amsterdam (Opstellen, ICT, ROL) ZuidasDok OV-knooppunten en overstappunten Totaal Investeringsagenda OV Investeringsagenda Fiets en kleine projecten Programma Fiets Kleine infrastructuur Totaal Investeringsagenda Fiets en kleine projecten Verkenningen en planstudies infrastructuurprojecten * Totaal subsidies uitvoering Onderzoek en studie (voor specificatie 2015 zie tabel 11 hieronder) ** Personeel en overhead (excl. uitbreiding 2015, 6,65 FTE) Totaal benodigde financiële middelen
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
25,9 1,1 1,3 28,2
25,4 0,7 1,3 27,3
16,0 1,0 7,5 24,5
48,4 8,4 10,0 66,7
55,6 10,0 12,0 77,6
31,5 10,0 11,7 53,2
5,8 10,0
22,0 2,0 30,5 4,0 31,2 22,1 23,4 135,3
54,9 0,0 29,1 5,0 61,7 16,3 17,7 184,5
60,5 0,0 39,3 18,0 7,4 14,0 17,0 156,1
49,1 0,0 25,7 55,0 12,5 13,8 8,3 164,4
40,6 0,8 33,7 96,3 0,0 18,0 7,5 197,0
26,8 0,8 24,3 67,0 0,0 16,5 0,0 135,4
49,0 0,8 27,6 0,0 0,0 15,7 0,0 93,1
3,3 15,0 18,3 3,0 184,8 1,0 5,5 191,3
5,0 15,0 20,0 3,0 234,7 1,0 5,5 241,2
2,3 20,0 22,3 3,0 205,9 1,0 5,5 212,4
2,0 20,0 22,0 3,0 256,1 1,0 5,5 262,6
0,0 20,0 20,0 3,0 297,5 1,0 5,5 304,0
0,0 20,0 20,0 3,0 211,6 1,0 5,5 218,1
0,0 20,0 20,0 3,0 131,9 1,0 5,5 138,4
15,8
* (plan)studies van (middel)grote projecten worden vanaf 2015 begroot onder het betreffende project (en programma). ** Indien vanuit dit budget een (plan)studie voor een bepaalde maatregel wordt gestart, wordt het benodigde budget overgeheveld naar het desbetreffende programma.
58
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Tabel 11: Specificatie onderzoek en studie begrotingsprogramma 2: Infrastructuur Naam Spoordossier MRA-coördinatie Spoordossier coördinatie (Dynamisch) Verkeersmanagement Netwerkvisie Vervoerregio Kennis en expertise: o.a. MKBA, Moderne Marktbenadering, Duurzaamheid Algemene onderzoek- en studiekosten Totaal
Budget 2015 € 175.000 € 25.000 € 40.000 € 100.000 € 200.000 € 460.000 € 1.000.000
59
Uitvoeringsprogramma V&V 2015 Stadsregio Amsterdam, versie t.b.v. behandeling in vergadering Regioraad 9 december 2014
Begrotingsprogramma 3: Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid Tabel 12: Specificatie benodigde financiele middelen begrotingsprogramma 3: Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid (bedragen x € 1 miljoen) Naam Nationale Databank Wegverkeergegevens *
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
0,264
0,264
0,264
0,264
0,264
0,264
0,264
0,09
0,09
0,09
0,09
0,09
0,09
0,09
Verkeerseducatie, -campagnes en -handhaving
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
Onderzoek en studie (voor specificatie 2015 zie tabel 13 hieronder)
1,7
1,7
1,7
1,7
1,7
1,7
1,7
Personeel en overhead
1,6
1,6
1,6
1,6
1,6
1,6
1,6
Totaal benodigde financiële middelen
6,6
6,6
6,6
6,6
6,6
6,6
6,6
VENOM (verkeersmodel MRA) **
* Looptijd samenwerkingsovereenkomst t/m 2017. O.b.v. evaluatie besluit over voortzetting. ** Looptijd samenwerkingsovereenkomst t/m 2016. O.b.v. evaluatie besluit over voortzetting.
Tabel 13: Specificatie onderzoek en studie begrotingsprogramma 3: Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid Naam
Budget 2015
Regionaal Netwerk Fiets en investeringsagenda Fiets
€ 287.500
Bewustwording & Gedragsbeïnvloeding
€ 150.000
Duurzame Mobiliteit & Leefomgeving
€ 100.000
Verkeersveiligheid
€ 440.000
Goederenvervoer
€ 80.000
Gebiedsgericht samenwerken (incl. generieke beleidsontwikkeling) Totaal Onderzoek en studie
€ 667.500 € 1.725.000
60