Vergadering: Concept
Datum:
Locatie: Agendapunt:
portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer Vrijdag 7 februari 2014 10.30 – 12.45 uur (Let op gewijzigd tijdstip en plaats!) Gemeentehuis Oegstgeest 1
Onderwerp: Agenda
10.30 uur 01
Opening en vaststelling agenda
02
Besluitenlijst van het portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer van 8 november en 9 januari jl. Voorstel: de besluitenlijsten van de portefeuillehoudersoverleggen van 8 november 2013 en 9 januari 2014 vast te stellen.
03
Mededelingen, ingekomen stukken en uitgegane brieven Afhankelijk van de bespreking van de Regionale Verkeer en Milieukaart in het extra portefeuillehoudersoverleg van 9 januari zal indien gewenst in dit pho nog tijd ingeruimd worden voor bespreking van dit onderwerp. Ter informatie is het overzicht van de inventarisatie van wensen voor de dienstregeling 2015 concessie Zuid-Holland Noord (ingaande december 2014) van de gemeenten bijgevoegd. Dhr. Marcel Vissers geeft een toelichting op de verdere planning van het proces. Op 12 februari vindt een stuurgroepvergadering concessie Zuid-Holland-Noord plaats waar de ingediende wensen voor de dienstregeling 2015 met een eerste reactie van Arriva daarop worden besproken. Indien hiervoor tijdig openbare stukken beschikbaar komen worden deze voor het portefeuillehoudersoverleg nagezonden.
10.45 uur 04
Verkeersveiligheid De Verkeersveiligheidatlas geeft de stand van zaken van de verkeersonveiligheid in de gemeenten in de regio weer en maakt de aanpak ervan (zowel infrastructureel als gedragsgericht) middels kaartbeelden inzichtelijk. De atlas is recent geactualiseerd. Dhr. Edwin van Staveren zal tijdens dit agendapunt een presentatie geven van de Verkeersveiligheidatlas. Ter informatie is tevens het verslag van de themabijeenkomst portefeuillehoudersoverleg Verkeersveiligheid van 1 november bijgevoegd.
11.10 uur 05
Monitoring OV-Visie In het PHO Verkeer en Vervoer op 15 februari 2013 is het verzoek gedaan om de OVvisie te evalueren. Daarbij worden de vragen gesteld in hoeverre de doelstellingen uit de OV-visie zijn gerealiseerd; wat er voor nodig is om deze in de komende jaren te realiseren; welke effecten de investeringen hebben in het OV? Dit heeft geleid tot het opstellen van een plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland. Het Dagelijks Bestuur heeft het plan van aanpak op 12 december 2013 vastgesteld. Nadien is een drietal bureaus benaderd met het verzoek offerte voor het opzetten van de monitor uit te brengen. U krijgt een verdere uitleg over de aanpak
1
van de monitor en zo mogelijk kan het bureau dat er ondersteuning ingehuurd wordt bekend worden gemaakt. Voorstel: kennis te nemen van het plan van aanpak en van gedachten te wisselen over de verdere aanpak van de monitor. 11.25 uur 06
Concept Provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit
De regio heeft een regionale zienswijze opgesteld op de nieuwe provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit, die momenteel voor inspraak ter inzage ligt. Zienswijzen kunnen nog tot uiterlijk 19 februari ingediend worden. Besluitvorming in het DB staat gepland op 13 februari. De concepttekst van de zienswijze van Holland Rijnland wordt momenteel geschreven en wordt zo spoedig mogelijk nagezonden. Op verzoek van de stuurgroep Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek is een aparte brief geschreven over de Noordelijke Randweg Rijnsburg. Voorstel: Bespreken van de concept zienswijze van Holland Rijnland op de provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit en 1. het DB adviseren over de definitieve zienswijze. 2. het DB te adviseren over bijgevoegde brief over de Noordelijke Randweg Rijnsburg 11.45 uur 07
Subsidieaanvraag Brede Doeluitkering 2015 Medio november is de regio door de provincie in de gelegenheid gesteld subsidieaanvragen in te dienen voor projecten in het kader van de regionale BDU en projecten Duurzaam Veilig (zie brief PZH bijlage 1). Op basis van aanmeldingen van de gemeenten zijn bijgaande groslijsten t.b.v. de aanvraag bij de provincie opgesteld.
-
Het Dagelijks Bestuur positief te adviseren over: bijgaande subsidievoorstellen in het kader van de Brede Doel Uitkering, regionale projecten en projecten Duurzaam Veilig beide voor het jaar 2015, vast te stellen. Het betreft de subsidievoorstellen: Duurzaam Veilig 2015 (bijlage 2) Brede Doeluitkering regionale infra projecten 2015 (bijlage 3)
11.55 uur 08
Actualisatie Uitvoeringsprogramma’s - Regionaal Verkeer en VervoerPlan - Openbaar Vervoer Visie - Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek Bij de vaststelling van bovengenoemde uitvoeringsprogramma’s is besloten de projectenbladen waar een toelichting op de projecten inclusief de actuele stand van zaken wordt vermeld jaarlijks te actualiseren. Aangezien de OV-visie en het Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek onderdeel van het UP RVVP vormen vindt gelijktijdige actualisatie en vaststelling van de projectbladen plaats. Voorstel: Het Dagelijks Bestuur positief te adviseren over de vaststelling van bijgaande geactualiseerde projectenbladen behorende bij het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoer Plan 2011-2015, het Uitvoeringsprogramma OV-visie evenals de actualisatie van het Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek (POG). Aan de hand van de uitvoeringsprogramma’s en de geactualiseerde projectbladen zal dieper ingegaan worden op enkele projecten waarover voortgang te melden valt.
2
Hierbij valt te denken aan de OV corridors Leiden - Leiderdorp en Leiden Katwijk/Noordwijk. De notitie met de voortgang van de projecten zal deze keer niet geagendeerd worden i.v.m. de bespreking van de projectbladen.
12.30 uur 09
Rondvraag en sluiting De volgende reguliere vergadering van het portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer vindt plaats op 16 mei 2014 om 10.00 uur in het Stadhuis van Leiden.
3
CONCEPT-BESLUITENLIJST
Portefeuillehoudersoverleg Verkeer & Vervoer d.d. 8 november 2013 Aanwezig:
Nr.
Gemeente
Naam
Gemeente
Naam
Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk
Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr.
Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Holland Rijnland Holland Rijnland Prov. Zuid-Holland
Dhr. M. Vissers, voorzitter Mw. W.E. Tonjann- Levert (later) Dhr. F. Ketel Dhr. J.H. Stuurman Dhr. F.F. Blommers Dhr. C. Den Ouden Mw. I.I. de Bruyne- Schild Dhr. E. Kiers Mw. I. Pronk
Agendapunt 01
02 03 M.1
M.2
C.J. van Velzen I.A.M. ten Hagen (later) A.J.M. van Velzen M.W.C. Udo R. Strijk C. Wassenaar A.A.M. Van Zelst P. Melzer M. Vroom
Advies
Besluit
Opening en vaststelling agenda
Dhr. Van Zelst meldt dat mw. Tonjann later bij de vergadering aan zal sluiten. Dhr. Vissers deelt mee dat dhr. Van Dam bij agendapunt 6 HOV-corridor Noordwijk-Schiphol zal inspreken. Agendapunt 4 staat onder voorbehoud op de agenda vermeld. In deze vergadering zal alleen een stand van zaken worden vermeld en niet op de inhoud worden ingegaan. Beide besluitenlijsten worden zonder verder Voorstel: de besluitenlijsten van de Besluitenlijst van de portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer van portefeuillehoudersoverleggen van 4 en 20 commentaar vastgesteld. september 2013 vast te stellen. 4 en 20 september 2013 Mededelingen, ingekomen stukken en uitgegane brieven Hiervan is kennis genomen. NB de volgende Vergaderschema 2014 Holland Rijnland Ter informatie vergadering is 7 februari 2014 en niet 14 februari zoals op de agenda vermeld staat! Provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit
Op vrijdag 8 november wordt de Bestuurlijke Tafel gehouden waarin wordt gesproken over de nieuwe provinciale visie Ruimte en Mobiliteit, de integrale herziening van de bestaande Structuurvisie. Aanwezig daarbij zijn zowel de gedeputeerden De Bondt en Veldhuijzen, als alle wethouders Ruimtelijke Ordening en
1
Het bijgestelde position paper dat dient als input voor de bespreking van hedenmiddag en als basis voor de reactie op de documenten in het kader van de provinciale VRM is kort voor deze vergadering toegezonden. De aanpassing is gedaan naar aanleiding van de bespreking van dit onderwerp in de pho’s Ruimte en Economische Zaken eerder deze week.
Verkeer en Vervoer. De wethouders EZ zijn hierbij in principe niet aanwezig, maar er speelt wel veel op het gebied van Economische Zaken. Ambtelijk wordt momenteel een regionale reactie voorbereid, in de vorm van een gezamenlijke, geactualiseerde Position Paper. Deze dient als basis voor de bestuurlijke reacties tijdens de Bestuurlijke Tafel.
2
Aangezien de bespreking deze ochtend nog in dit overleg plaats zou vinden is bij de toezending aan de provincie een voorbehoud gemaakt. Dhr. Udo vraagt aandacht voor de Noordelijke Randweg. Ook die zal deel uitmaken van de PSV. Recent heeft Katwijk overleg over dit onderwerp gevoerd met Teylingen en Noordwijk over de voornemens t.a.v. deze Randweg. Dhr. Vroom bevestigt dit en meldt dat Noordwijk hier niet negatief tegenover staat. Dhr. Stuurman zegt dat Teylingen rekening zal houden met planologische ruimte voor de Randweg maar vindt het wel van belang dat de aanleg hiervan geen nadelige gevolgen heeft voor Teylingen. Dhr. Blommers merkt op dat hij als punt van zorg het OV in minder stedelijk gebied in wil brengen evenals de verbinding tussen kernen door het OV. Wat hem betreft hoeft de bijeenkomst niet gesplitst te worden in een ruimtelijk en mobiliteitsdeel mits er voldoende aandacht wordt besteed aan mobiliteit. Dhr. Wassenaar wil weten hoe de behandeling van de stukken op 12 november in GS zich verhoudt tot het tot nu toe nog ontbreken van het programma Mobiliteit. Dhr. Vissers deelt nog mee dat de behandeling in GS evenals de besluitvorming in PS enkele weken is uitgesteld. De verwachting wordt door aanwezigen uitgesproken dat zij nog wel in de gelegenheid worden gesteld om op het programma mobiliteit te reageren. Dhr. Den Ouden verwacht dat er veel onderwerpen op het gebied van de Ruimtelijke Ordening te bespreken zijn. Als het daardoor lastig wordt om voldoende aandacht te kunnen besteden aan mobiliteit zou hij er voor pleiten om het tweede deel van de bijeenkomst wel te splitsen. Dhr. Melzer is voorstander van een
gezamenlijke bijeenkomst. Dhr. Ketel mist de N11 nog als schakel in het regionale netwerk. Verder moet in de reactie de Haagsche Schouw worden gewijzigd in de Goudse Schouw. Dhr. Ketel wil verder de noodzaak van de versterking van de integrale verbinding Leiden-Utrecht onderstrepen. Dit zou er steviger in mogen. Dhr. Kiers deelt naar aanleiding daarvan mee dat deze spoorverbinding volgende week ook op de agenda van de MIRT onderhandelingen met de minister staat. Het gaat dan om de lange termijn na 2028, de periode na het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Dhr. Van Velzen (A) vindt dat er ook een oplossing moet komen voor de korte termijn. Dhr. Vissers zegt toe dat de aanvullingen en de correctie zullen worden verwerkt en concludeert dat de voorkeur wordt gegeven aan een plenaire bijeenkomst mits er voldoende ruimte wordt gegeven de onderwerpen over mobiliteit in te brengen. Naar aanleiding van de vraag van dhr. Udo of er vanmiddag nog nieuwe informatie wordt uitgereikt antwoordt mw. Pronk dat dit niet het geval is. Er komt pas een ambtelijke versie van het programma mobiliteit als de stukken aan GS worden aangeboden. M.3
Monitoring UP OV-visie
Mede naar aanleiding van eerdere verzoeken uit het portefeuillehoudersoverleg zijn voorbereidingen getroffen voor de monitoring van het UP OV-visie. Het concept plan van aanpak is nagenoeg gereed. U wordt in het portefeuillehoudersoverleg van februari geïnformeerd over de voortgang tot dan toe.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
M.4
Nieuwsbrief 3e kwartaal 2013 Regiotaxi Holland Rijnland
Ter informatie
Van de nieuwsbrief is kennisgenomen. Hierover zijn verder geen vragen of opmerkingen. 3
LAB 071 (aanvullende mededeling)
04
Regionale Verkeer en Milieukaart (onder voorbehoud)
Tijdens dit agendapunt wordt de volledige Regionale Verkeer en Milieukaart aan u gepresenteerd. Dit geldt voor zowel het basisjaar als het prognosemodel 2020 – 2030, wat aan de hand van het basisjaar is opgesteld. Een voorstel voor vaststelling hiervan treft u hierbij aan. Voorstel: het Dagelijks Bestuur positief te adviseren over de vaststelling van het toekomstmodel 2020-2030 RVMK
05
UP Fiets
Op basis van aanmeldingen van gemeenten is het zgn. Uitvoeringsprogramma Fiets opgesteld. Het UP Fiets kent onder andere een prioritering van fietsprojecten mede voor BDU-financiering. Op basis van de door de gemeenten ingediende projecten in een bij het UP behorende projectenlijst samengesteld. Deze lijst wordt indien wenselijke jaarlijks herzien. Dit zal geen automatisme zijn. Voorstel: Het Dagelijks Bestuur te adviseren het Uitvoeringsprogramma Fiets vast te stellen 4
Dhr. Strijk deelt mee dat de Raden van Leiden en Leiderdorp het ambitiedocument voor LAB071 hebben vastgesteld. In de maanden december en januari zullen de eerste beelden uit LAB071 kunnen worden doorgerekend. Er wordt dan ook met smart op de RVMK gewacht. Dhr. Kiers geeft een korte toelichting. Dit punt is onder voorbehoud geagendeerd. In het vorige pho was al aangegeven dat bespreking hiervan in deze vergadering nog niet kon worden gegarandeerd. Heel recent heeft hij bericht gekregen dat ook de prognose-jaren in concept zijn afgerond. Deze worden eind november aan de kleine begeleidingsgroep voorgelegd. Naar verwachting kan dan begin december een gezamenlijk ambtelijk- en portefeuillehoudersoverleg worden georganiseerd. Daarvoor wordt binnenkort een datum gepland. Verwacht wordt dat de RVMK voor het einde van het jaar door het DB kan worden vastgesteld. Bij de oplevering van het model zal tevens een laag scenario worden doorberekend. Wanneer het concept het besluitvormingsproces ingaat wordt het ook ter beschikking gesteld aan LAB071. Dhr. Fekken is voor dit onderwerp aangesloten. De opmerkingen die tijdens de vorige vergadering zijn gemaakt zijn verwerkt. Tevens is het UP aangevuld met de verbinding Roelofarendsveen-Leiderdorp. Die route is gesitueerd parallel aan de A4 en afgestemd met Leiderdorp. Dhr. Van Zelst vraagt of de kwaliteit van de fietspaden langs doorgaande wegen ook meegenomen wordt in het UP. Dit laat vaak te wensen over. Dhr. Fekken antwoordt de paden waarvan de kwaliteit te wensen overlaat onder de noemer zwakke schakel worden vermeld. Dhr. Melzer vraagt naar de relatie van dit UP met de provinciaal fietsplan. Dhr. Fekken deelt
06
HOV-corridor Noordwijk-Schiphol
mee dat de voorwaarden voor het provinciaal plan enigszins afwijken van die voor het regionaal UP. De provincie richt zich met name op de intensiteiten van de paden. De regio kijkt vooral naar het verbinden van de kernen. Overigens vindt afstemming over beide plannen plaats en wordt in het UP verwezen naar het provinciaal plan. Dhr. Wassenaar merkt hierbij op dat dus mogelijk sprake kan zijn van twee verschillende netwerken die met elkaar in tegenspraak kunnen zijn. Dhr. Kiers vult aan dat de regionale netwerk verder gaat bijvoorbeeld t.a.v. de fietsbereikbaarheid van de treinstations. De regio is van mening dat deze verbindingen juist van belang zijn voor het woon-werkverkeer. Dhr. Melzer vraagt of een pad dat deel uitmaakt van het provinciaal plan ook opgenomen moet worden in regionaal plan. Dhr. Vissers is van mening dat dit voor het totaalbeeld aan te bevelen is. Wanneer een project echter al volledig gefinancierd is, kan het niet meer aangemeld worden voor BDU subsidie. Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen adviseert het pho vervolgens positief over dit voorstel aan het DB. Het Breed Bestuurlijk Overleg heeft op 12 Dhr. Van Dam van Rover krijgt allereerst het woord om in te spreken. Zijn reactie is juli 2012 een advies voor een integraal bij de besluitenlijst gevoegd. voorkeursvariant voor de HOV-corridor Dhr. Vroom deelt mee akkoord te kunnen gaan Noordwijk – Schiphol vastgesteld. De met het voorstel. De Raad van Noordwijk heeft streefdatum voor de start van de exploitatie (op Zuid-Hollands grondgebied) bij motie aandacht gevraagd voor én de snelle verbinding Noordwijk-Schiphol én voor een is december 2016. fijnmazig OV net. Dhr. Van Zelst meldt dat Holland Rijnland wordt gevraagd de Lisse heeft ingestemd met het voorstel. Dhr. Bestuursovereenkomst mede te ondertekenen en kennis te nemen van de Stuurman deelt mee dat Teylingen al ver is met de voorbereiding van de aanleg van de Uitvoeringsovereenkomst. noordelijke randweg. Hij vindt het van belang Voorstel: dat de HOV corridor deze route volgt omdat Het DB te adviseren om het Algemeen het ten koste gaat van de snelheid wanneer Bestuur het volgende voorstel voor te wordt gekozen voor een route door de kern. leggen: 5
1. Te besluiten tot het aangaan van de Bestuursovereenkomst HOV-corridor Noordwijk – Schiphol; 2. De Bestuursovereenkomst te beschouwen als projectovereenkomst conform artikel 9 in de Beheersverordening Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland; 3. Kennis te nemen van de Uitvoeringsovereenkomst HOV-corridor Noordwijk – Schiphol.
07
Terugkoppeling uit de stuurgroep concessie Zuid-Holland Noord
Op 10 oktober 2013 heeft Arriva in de stuurgroep concessie Zuid-Holland Noord de wijzigingen voor dienstregeling 2014 gepresenteerd. Bij dit agendapunt koppelt dhr. Marcel Vissers de afspraken zoals gemaakt in de stuurgroep terug. Voorstel: Kennis van de toelichting nemen.
6
Vooral de spoorwegovergang levert oponthoud op. Wanneer deze HOV verbinding wordt gerealiseerd wordt kan dit alleen via de randweg. Dhr. Udo wil graag weten op welke wijze de HOV verbinding Katwijk-Noordwijk aan zal sluiten op deze HOV corridor. Dhr. Kiers antwoordt dat deze laatste opmerking bij het onderdeel corridor Leiden-KatwijkNoordwijk wordt ingebracht in de stuurgroep. Dhr. Vissers merkt op dat de OV-visie als basis heeft gediend voor de huidige concessie. Deze HOV corridors worden gerealiseerd in plaats van de RGL. De DRU’s die hier voor nodig zijn kunnen niet ten laste komen van de DRU’s die voor de reguliere concessie beschikbaar zijn. Dhr. Den Ouden merkt hierbij op dat Arriva ook extra inkomsten genereert uit de hogere tarieven van de Q-liners. Dhr. Vroom verzoekt bij de verdere uitwerking van deze corridor de door hem genoemde motie van zijn Raad te betrekken. Dit kan ook voor andere gemeenten als basis dienen voor een nadere discussie over het onderliggend OV-net. Dhr. Vissers merkt op dat de aandacht voor het onderliggend OVnet ook betrokken zal worden bij de monitoring OV-visie. Het voorstel wordt met een positief advies van dit pho voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Dhr. Van Zelst merkt op het vreemd te vinden dat Arriva in het ambtelijk overleg heeft aangegeven dat de eerder voor de dienstregeling 2014 ingediende en niet gehonoreerde wensen niet meer voor 2015 ingediend hoeven te worden want dat deze toch niet gehonoreerd zullen worden. Mw. De Bruyne antwoordt dat Arriva heeft aangegeven dat bekende wensen niet opnieuw hoeven worden ingediend omdat de groslijst bekend is en wordt betrokken bij volgende dienstregelingen. Dhr. Vissers doet vervolgens verslag van de
stuurgroep. Arriva heeft de dienstregeling (incl. wijzigingen) samengesteld binnen de voor het contract beschikbaar gestelde dienstregelinguren (dru’s). De stuurgroep heeft verder een gewijzigde planning voor de volgende dienstregelingjaren vastgesteld. Volgend jaar zullen de aanpassingen voor de dienstregeling 2015 voor de zomer zijn afgerond. Ook dan zal rekening moeten worden gehouden met de beschikbare middelen c.q. dru’s. Wanneer er wensen zijn voor extra bediening (ritten of lijnen) kan het helpen als tevens voorstellen worden gedaan voor het schrappen of stroomlijnen van lijnen/ ritten. In de stuurgroep is teruggekeken hoe de dienstverlening is verlopen. Voor het te vroeg vertrekken voldoet Arriva nog niet aan de eisen. Mede in relatie hiermee is aandacht besteed aan de vertrekken bij Leiden Centraal en de toedeling van de perrons aan de lijnen. Dat lijnen geen vast vertrekperron hebben is zeker voor mensen die slecht ter been zijn heel vervelend. Dhr. Strijk merkt hierbij op dat aan de halte aanduiding wordt gewerkt. Dit zou aan het einde van het jaar op orde moeten zijn. Het zal dan echter nog niet zo zijn dat iedere lijn van een vast perron vertrekt. Daarvoor is onvoldoende ruimte. Dhr. Blommers merkt op dat door het te vroeg vertrekken bus en trein bij station Voorschoten lang niet altijd op elkaar aansluiten. Dhr. Udo merkt op dat de gemeenteraad in Katwijk heeft gevraagd om een betere informatievoorziening aan reizigers bij wegwerkzaamheden. Dhr. Vissers merkt op dat ook Arriva tijdig geïnformeerd moet worden over dergelijke activiteiten. Dit is dus wederzijds. Dhr. Wassenaar wil nogmaals het signaal afgeven dat de frequentieverlaging van lijn 365 geen goed signaal is geweest in relatie tot de 7
08
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
opwaardering van deze lijn naar R-net. Dhr. Vissers deelt mee dat hij dit signaal heeft overgebracht aan de stuurgroep. Dhr. Kiers deelt mee dat de realisatie van deze corridor als R-net verbinding mogelijk naar voren wordt gehaald. NB: uit ambtelijke verkenning blijkt de corridor interessant te zijn. De regio gaat dit op korte termijn bestuurlijk agenderen bij PZH om te bekijken onder welke voorwaarden deze corridor in de fasering naar voren kan worden gehaald. Overigens merkt hij hierbij op dat vooral sprake is van een hoge bezetting tussen Leiden en Zoetermeer hoog is. Dhr. Van Zelst is er voorstander van als regiobreed gekeken wordt naar de wensen die alle gemeenten hebben. Ook die nu nog niet gehonoreerd zijn. Verder zou hij hierbij onderzocht willen hebben welke mogelijkheden gemeenten zelf hebben om deze wensen te realiseren. Een sterke onderbouwing is hierbij van belang. Dhr. Vissers zegt toe dat dit regionaal wordt opgepakt allereerst op ambtelijk niveau. Dhr. Melzer vraagt nog aandacht voor het deurhaltevervoer Nieuwkoop/Noorden-Woerden. Dhr. Vissers antwoordt dat Arriva dit gaat oppakken vanaf de nieuwe dienstregeling. Aangedrongen wordt op een tijdige en goede communicatie hierover. Dhr. Vissers deelt mee dat dit onderwerp ook In een eerder portefeuillehoudersoverleg besproken is in het pho Sociale Agenda van V&V is op basis van een notitie van gedachten te wisselen over de combinatie afgelopen woensdag. Daar is ingestemd met het voorstel hier in februari op terug te komen. van doelgroepenvervoer en openbaar Dhr. Melzer wil nog een kanttekening maken vervoer. Naast deze discussie spelen meerdere onderwerpen op dit gebied zoals bij de zinsnede dat bij het onderzoek de dunne OV lijnen betrokken worden. Hij vraagt tevens de 3 decentralisaties en de brief van de aandacht voor het landelijk gebied. Dhr. ISD waarin de handhaving van het Stuurman merkt namens de Bollen5 op dat de contract met de vervoerder van de brief van de ISD is ingegeven door grote Regiotaxi in verband met de kosten ter 8
kostenstijgingen en de volgens deze gemeenten te beperkte stijging van de eigen bijdrage. Dhr. Vissers wijst erop dat voor een verhoging van de eigen bijdrage het contract niet opengebroken of opgezegd hoeft. Wel zullen alle betrokken gemeenten hiervan overtuigd moeten worden. Dhr. Ketel is van mening dat de bijdrage die met ingang van 2014 gevraagd wordt van de Wmo reizigers al heel erg fors stijgt t.o.v. voorgaande jaren. Tot slot van dit punt wordt geconcludeerd dat ook het pho VV instemt met een verdere discussie in februari 2014. Evenals voorgaande jaren is er voor 2014 Allereerst deelt dhr. Vissers mee dat de NEA indexatie inmiddels ook bekend is. Voor 2014 weer sprake van een verhoging van de is dat 2,8% geworden. Mw. De Bruyne deelt kostprijs per zone die aan de mee dat de Wmo-ambtenaren sinds opdrachtnemer De Vier Gewesten wordt betaald en de bijdrage van de reiziger. Het gistermiddag beschikken over een overzicht met de consequenties hiervan voor de percentage voor verhoging van de gemeenten. Dit overzicht zal ook aan de kostprijs per zone, de NEA indexatie, is portefeuillehouders worden gezonden. nog niet bekend maar dient conform het contract berekend te worden. De bijdrage Dhr. Udo vraagt of er een oplossing is om te van de klant is in het verlengde van de voorkomen dat klanten in de taxi contant eerder dit jaar gemaakte regionale moeten betalen. Mw. De Bruyne antwoordt dat afspraken berekend. Dit houdt in dat op de sterk verhoogde bedragen (circa 30%) klanten een verzoek om een automatische incasso kunnen indienen bij de klantenservice die in 2013 als basis voor 2014 zijn vastgesteld de OV-indexatie is toegepast. van de Regiotaxi. Via een formulier wordt dit dan geregeld. Het voorstel van het Dagelijks Bestuur om Het besluit van het DB wordt vervolgens voor 2014 de volgende tarieven voor de overgenomen. Regiotaxi Holland Rijnland vast te stellen over te nemen. Deze tarieven gelden voor de gehele regio. Met ingang van 1 juli 2014 ook voor Boskoop/gemeente Alphen aan den Rijn. 1. Kostprijs per (opstap)zone te verhogen met de NEA indexatie conform het bestek en het contract met de vervoerder; 2. Tarieven 2014 voor Wmo geïndiceerden
discussie wordt gesteld. Voorstel: kennis te nemen van bijgaande gespreksnotitie en in het portefeuillehoudersoverleg van februari verder van gedachten te wisselen over de toekomst van de Regiotaxi / Wmo vervoer Holland Rijnland
09
Tarieven Regiotaxi Holland Rijnland
9
10
Verkeersveiligheid
onder de 65 jaar € 0,71 per zone en voor 65+ Wmo geïndiceerden € 0,46 (dit is een stijging van circa 30% t.o.v. in 2013. In 2013 gaat het om de bedragen € 0,55 en € 0,35); 3. OV-Klanttarief 2014 per zone € 2,60 inclusief BTW (afgerond van 2,614; exclusief BTW bedraagt het klanttarief € 2,467) 4. Voor alle ritten gereserveerd tussen 00.00 en 06.00 uur geldt een toeslag van € 1,- per (opstap)zone. Op 1 november heeft een thema portefeuillehoudersoverleg verkeersveiligheid plaatsgevonden. Er vindt een korte terugblik plaats op dit overleg.
10
Dhr. Van Velzen(A) doet verslag van de bijeenkomst van 1 november. Hieraan voorafgaand spreekt dhr. Vissers zijn teleurstelling over de beperkte bestuurlijke opkomst. Dhr. Van Velzen vult aan dat wel veel ambtenaren aanwezig waren. Hij bedankt dhr. Van Velzen (K&B) voor de uitstekende locatie waar deze ochtend plaats kon vinden. Vervolgens loopt hij de workshops door. Vooral het meldpunt Veilig Verkeer was een eye opener. VVN blijkt over veel informatie te beschikken waar gemeenten wat aan hebben als het gaat om klachten van bewoners over verkeersveiligheid. In de workshop handhaving heeft dhr. Fluit een aanvullende toelichting gegeven op de vorige keer gesuggereerde controle mogelijkheden op 30 km wegen. Hij geeft voorbeelden op welke wijzen de politie de handhaving van de snelheid door weggebruikers kan stimuleren. Daar zijn nadere afspraken over te maken. Voor de volgende vergadering zal een samenvatting van de bijeenkomst met afspraken worden geagendeerd. Op de vraag of weer een vervolg komt op dit thema pho wordt gereageerd dat deze bijeenkomsten als zeer nuttig worden ervaren. Het pho zal in de nieuwe samenstelling beslissen of een dergelijke bijeenkomst weer wordt georganiseerd. Dhr.
Den Ouden vult nog aan dat bij de workshop handhaving ook aan de orde is geweest wat burgers zelf aan de veiligheid kunnen doen. Dhr. Wassenaar betreurt het dat VVN niet alle ingediende opmerkingen terugkoppelt aan de gemeenten. Dhr. Vissers is van mening dat ambtelijk moet worden bezien wat hier aan gedaan kan worden. Gekeken moet worden hoe gemeenten inzicht kunnen krijgen in de data van VVN. Tot slot van dit onderwerp dankt dhr. Vissers dhr. Van Velzen voor zijn grote inzet en gedrevenheid als ambassadeur Verkeersveiligheid tot op heden. Dhr. Vissers deelt mee dat de projectbladen 11 Stand van zaken projecten Bijgaand treft u het geactualiseerde met de meer uitgebreide projectbeschrijving de overzicht met lopende projecten aan. Bij de bespreking van het overzicht wordt komende periode worden geactualiseerd. In het pho van februari worden deze ter desgewenst ingegaan op de stand van advisering voorgelegd. zaken van enkele projecten. N.a.v. het projectenoverzicht worden de volgende opmerkingen gemaakt. Voorstel: Kennis te nemen van het Dhr. Ketel deelt mee dat bij AU13 sprake is van overzicht met de stand van zaken van 1300 hectare bos en natuurgebied maar dat dit de lopende projecten. inmiddels is teruggebracht tot 800 hectare. Dhr. Ketel is verder verheugd dat de N207 is toegevoegd aan het overzicht. Hij merkt hierbij wel op dat de stuurgroep eind 2013 geen definitieve keuzes zal maken maar dat een beslissing wordt genomen over welke varianten bij de planstudie worden betrokken. De daadwerkelijke keuze wordt in 2015 gemaakt. 12 Rondvraag en sluiting Dhr. Ketel kondigt aan dat dit zijn laatste pho Verkeer zal zijn. Na de verkiezingen komt hij in ieder geval niet meer terug. Hij dankt zijn collega’s in het overleg voor de prettige samenwerking en wenst Holland Rijnland veel succes voor de toekomst. De dank voor de samenwerking is wederzijds. Vastgesteld in de vergadering van het portefeuillehoudersoverleg Verkeer & Vervoer van Holland Rijnland van 7 februari 2013 in Alphen aan den Rijn. de secretaris, de voorzitter, 11
CONCEPT-BESLUITENLIJST
Portefeuillehoudersoverleg Verkeer & Vervoer d.d. 9 januari 2014 Aanwezig:
Nr.
Gemeente
Naam
Gemeente
Naam
Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk
Dhr. C.J. van Velzen Dhr. I.A.M. ten Hagen Dhr. A.J.M. van Velzen Dhr. M.W.C. Udo Dhr. R. Strijk Dhr. C. Wassenaar Dhr. A.A.M. Van Zelst Dhr. P. Melzer Afwezig
Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Holland Rijnland Holland Rijnland
Dhr. M. Vissers, voorzitter Afwezig Dhr. F. Ketel Dhr. J.H. Stuurman Dhr. B. de Beer Afwezig Mw. I.I. de Bruyne- Schild Dhr. E. Kiers Mw. M. Hovestad
Agendapunt 01
Opening en vaststelling agenda
02
Regionale Verkeers- en MilieuKaart 3.0
Advies
Besluit
Voorstel: 1. In te stemmen met de procedure dat het Dagelijks Bestuur instemt met het verkeersmodel van het RVMK 3.0, onder voorbehoud van: a. het beschikbaar hebben van zowel een Global Economy-scenario (GE) en een Regional Communities-scenario (RC) voor de planjaren 2020 en 2030; b. positief advies van het ambtelijk overleg Verkeer en Vervoer aan de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer ten aanzien van de definitieve vaststelling van het RVMK 3.0; 2. Kennis te nemen van de positieve beoordeling van het RVMK 3.0 en het
Bericht van verhindering is ontvangen van mw. Tonjann en de heren Den Ouden en Vroom. Dhr. Van Velzen (A) deelt mee dat ondanks dat hij verkeer niet meer in portefeuille heeft hij toch aanwezig is aangezien dhr. Hoekstra deze vergadering verhinderd is. Dhr. Vissers spreekt een speciaal welkom uit aan dhr. De Beer, de nieuwe vertegenwoordiger van Voorschoten in dit gezelschap. Dhr. Kiers deelt allereerst mee dat het woord concept is vervallen op de ‘audit verkeersmodel RVMK Holland Rijnland’, uitgebracht door Movares. In dit concept wordt een aantal aanbevelingen gedaan die de komende weken verder uitgewerkt worden. Er volgt uiteindelijk nog een definitieve rapportage. Vervolgens geeft hij een toelichting op het doorlopen proces. Het is een intensief proces geweest waarbij de regio extra expertise in de persoon van mw. Marlous Hovestad heeft ingehuurd, voor de begeleiding van de laatste fase van dit project. Voor alle gemeenten is dit proces van belang en al die gemeenten moeten zich kunnen vinden in het eindresultaat. Voorheen was sprake van één economisch scenario (het
1
proces om tot dit model te komen, zoals gegeven in de tussentijdse second opinion door Movares; 3. Te adviseren om vooruitlopend op de vaststelling van het verkeersmodel het reeds beschikbare GE-scenario en (niet vastgestelde) verkeersmodel beschikbaar te stellen aan de gemeenten die daar behoefte aan hebben, bijvoorbeeld Leiden en Leiderdorp ten behoeve van het LAB071; 4. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om het volledig RVMK 3.0 vast te stellen na actualisatie van het milieumodel op basis van het vastgestelde verkeersmodel. 5. Het DB te verzoeken het vastgestelde RVMK 3.0 ter kennisgeving te brengen aan het portefeuillehoudersoverleg.
2
CE scenario). Voor de RVMK 3.0 zal sprake zijn van een zgn. worst case scenario met hoge economische groei en een Regional Communities-scenario waarbij voor de groei aangesloten is bij de ontwikkelingen die zijn opgenomen in het Nederlands Regionaal Model en de bekende vastgestelde ontwikkelingen in de regio. Ten aanzien van het vastgestelde beleid is het van belang dat de gemeenten het eens zijn over de input bijvoorbeeld een minimale variant voor bouwprogramma’s. Dhr. Van Zelst vraagt of ook met variabelen gewerkt kan worden. Geantwoord wordt dat er eerst een basismodel moet zijn voordat met variabelen verder gerekend kan worden. Over de input moet overeenstemming bestaan mede gezien evt. beroepsprocedures. Daar moet verklaard kunnen worden hoe en waarom het model zoals nu het geval is, is opgebouwd. Dhr. Kiers deelt mee dat voor die standaard ambtelijk voorstellen worden gedaan die volgende week besproken worden. De komende weken wordt doorgegaan met de bouw van het verkeersmodel. Dat is naar verwachting eind februari/begin maart af waarna de gegevens ingelezen kunnen worden in het milieumodel. Voor het milieumodel zullen nog verschillende items zoals wegverharding, groenvoorziening etc. moeten worden gecheckt. Wanneer ook deze geactualiseerd zijn kan vaststelling van het gehele model plaatsvinden. Dhr. Van Velzen (K&B) merkt op dat de input wel goed moet zijn. Alphen aan den Rijn zit bijvoorbeeld nog niet compleet in het model, Boskoop ontbreekt nog. Dhr. Kiers antwoordt dat in het vast te stellen model de volledige gemeente Alphen aan den Rijn is opgenomen. Mede hiervoor zijn de model specialisten uit de gemeenten Alphen aan den Rijn, Leiden, Katwijk en Hillegom bij de laatste
fase van dit proces betrokken. In dit begeleidingsgroepje is ook discussie gevoerd over de vraag wanneer het model voldoende kwaliteit heeft om vast te stellen. Dhr. Wassenaar merkt op dat het volgens hem vandaag alleen om een procesvoorstel gaat. Dhr. Kiers beaamt dit. Het pho wordt gevraagd de adviesrol te mandateren aan de portefeuillehouder. Dhr. Ten Hagen merkt op dat zijn ambtenaar aangeeft dat er nog sprake is van veel fouten in het model. Dit is voor hem reden niet in te kunnen stemmen met het voorstel. Hij vindt dit een stap te ver. Een van de opmerkingen betreft het niet nog geijkt zijn met het model 2010. Dhr. Kiers wijst erop dat in het ambtelijk overleg het voorstel besproken is en dat dit overleg unaniem met de beslispunten zoals die nu voorliggen in kon stemmen. De kanttekeningen die in dat overleg zijn geplaatst komen overeen met het advies van Movares. Aan de bijstelling hiervan wordt de komende weken gewerkt. Het gaat hier onder meer over de toedeling van het vrachtverkeer. Verschillen met het model 2010 zijn ook te wijten aan de opbouw van het model. Het nieuwe model heeft als basis het NRM en is daarvandaan regionaal opgebouwd. Het model zal pas ter vaststelling aan het DB worden voorgelegd wanneer aan alle voorbehouden van Movares is voldaan en wanneer het ambtelijk overleg akkoord is met het model. Wanneer die overeenstemming niet wordt bereikt komt dit onderwerpt terug in het pho. Op de vraag van dhr. Van Velzen (K&B) wie verantwoordelijk is voor de invoer van de gegevens antwoordt dhr. Kiers dat de gemeenten de juiste gegevens aan moeten leveren en dat het bureau deze goed moet verwerken. Dhr. Van Velzen geeft aan akkoord te gaan met het voorstel. Dhr. Stuurman is van 3
mening dat het op te leveren model uiteindelijk geen fouten meer mag bevatten. Dhr. Ten Hagen merkt hierbij op dat wanneer 2010 er niet goed in zit, het model niet goed genoeg is. Dhr. Strijk wijst erop dat aangegeven wordt dat nog aan het model gewerkt wordt. Hij kan zijn akkoord aan het voorstel geven indien, zoals is toegezegd, bij twijfel een voorstel terug komt in het pho. Dhr. Vissers wijst er hierbij op dat Movares al wel aangegeven heeft dat het model zoals dat nu is opgesteld beter is dan het huidige 2.2 model. De aanbevelingen van Movares zullen verder zorgvuldig uitgewerkt worden. Dit voorbehoud wordt ook bij beslispunt 3 gemaakt. Dhr. Strijk merkt hierbij op dat voor de eerste gemaakte doorrekeningen van LAB71 een andere oplossing is gezocht. De verdere uitwerking vindt na de verkiezingen plaats. Zowel Leiden als Leiderdorp geven aan nu niet vooruitlopend op de vaststelling van het hele model te hoeven beschikken over de scenario’s zoals in beslispunt 3 is aangegeven. Afgesproken wordt dan ook beslispunt 3 te schrappen. Hiermee wordt voorkomen dat een gedeelte van het model wordt vrijgegeven voordat aan de aanbevelingen uit de audit en de instemming van het ambtelijk overleg is voldaan. Aan dhr. Ten Hagen wordt de vraag gesteld of hij problemen heeft met de gebruikte data of met de wijze waarop het model gebouwd is. Dhr. Ten Hagen antwoordt van mening te zijn dat met name de match met model 2010 niet goed is. Het gaat dan onder meer om het vrachtverkeer dat nog niet goed in het model zit. Pas wanneer deze manco’s zijn aangepakt kan sprake zijn van een goed model. Hij is niet van mening dat het principe van het model verkeerd is. Dhr. Kiers stelt voor deze punten dan eerst aan te passen voordat het model 4
wordt vrijgegeven voor gebruik. Het portefeuillehoudersoverleg heeft kennis genomen van de bezwaren van de gemeente Hillegom. Dhr. Melzer zet nog enkele kanttekeningen bij de invoer van de basisgegevens. Hij verzoekt de actuele inwoneraantallen in relatie tot het bouwprogramma nog een keer te checken. Voor Nieuwkoop is sprake van conservatieve inschattingen. Het inwoneraantal wat voor 2030 geschat staat is nu reeds bereikt. Op de vraag van dhr. Strijk of los van de twee scenario’s ook de trends t.a.v. autogebruik etc. zijn verwerkt antwoordt mw. Hovestad dat analyses uit de rapportage van het KIM (kennisinstituut voor mobiliteitsbeleid) en het mobiliteitsonderzoek Nederland uit het recente verleden zijn gehanteerd waarbij op zeer lokaal niveau is gekeken naar de ontwikkelingen op het gebied van verplaatsingen. Dhr. Strijk verzoek dit ook te vermelden in een toelichting bij de oplevering van het model. Bijvoorbeeld een publieksversie van de technische rapportage. Aangegeven kan dan worden welke gegevens gebruikt zijn, met welke ontwikkelingen rekening is gehouden etc.. Ook is rekening gehouden met verschillen in ontwikkelingen op het platteland en het stedelijk gebied. Tot slot van dit punt concludeert dhr. Vissers dat het portefeuillehoudersoverleg positief adviseert over dit voorstel onder twee voorwaarden. Ten eerste dient voldaan te worden aan de kanttekening van dhr. Ten Hagen, het bijstellen van het model cf. de aanbevelingen in de audit en een akkoordverklaring van het ambtelijk overleg en ten tweede het schrappen van beslispunt 3. Bij twijfel komt dit punt terug in een volgend portefeuillehoudersoverleg. Dhr. Wassenaar verzoekt bij het punt financiële 5
03
consequenties aan te geven dat het voorstel past binnen de reguliere begroting van Holland Rijnland. Dhr. Kiers zegt dit toe en merkt hierbij op dat alle extra werkzaamheden die veroorzaakt zijn door de vertraging voor rekening van de ontwikkelende partij komen. Het opstellen van het RC-scenario komt voor rekening van de regio. Dhr. Van Velzen (A) merkt op dat hij zoals gezegd Verkeer niet meer in portefeuille heeft. Hij dankt de aanwezigen voor de prettige samenwerking. Hij bedankt Edwin van Staveren voor zijn ondersteuning op het gebied van verkeersveiligheid. Dhr. Vissers heeft tijdens de vorige vergadering al stilgestaan bij het mogelijke vertrek van dhr. Van Velzen en hem met name bedankt voor zijn inzet op het gebied van verkeersveiligheid. Met zijn vertrek is de regio een gedreven ambassadeur voor verkeersveiligheid armer. Dhr. Vissers verzoekt dhr. Van Zelst deze taak voorlopig alleen voort te zetten. Dhr. Van Zelst zegt dit toe en dhr. Ten Hagen geeft aan hierbij eventueel behulpzaam te willen zijn.
Rondvraag en sluiting
Vastgesteld in de vergadering van het portefeuillehoudersoverleg Verkeer & Vervoer van Holland Rijnland van 7 februari 2014 in Alphen aan den Rijn. de secretaris, de voorzitter,
6
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
MEMO
Aan: Arriva , t.a.v. dhr. W. Terra, per mail Van: Iris de Bruyne- Schild
Datum: 19 december 2013
Onderwerp: overzicht wensen en suggesties uit gemeenten in Holland Rijnland voor dienstregeling 2015 concessie Zuid-Holland Noord Holland Rijnland Alphen aan den Rijn
Vraagt aandacht voor de reeds bestaande groslijst met wensen die nog niet gehonoreerd zijn. Een groot deel hiervan is nog steeds actueel. Fusie gemeenten Alphen a/d Rijn, Boskoop en Rijnwoude De gemeente Alphen a/d Rijn wil de mogelijkheid hebben om in januari 2014 wensen en suggesties aan te dragen voor de dienstregeling vanaf december 2014. De gemeente Alphen a/d Rijn, Boskoop en Rijnwoude fuseren per 1 januari 2014. Uit het nieuwe collegeprogramma en de nieuwe gemeenteraad kunnen nu nog onbekende wensen en suggesties volgen. Als de gemeente deze mogelijkheid niet krijgt is er een kwart van de collegeperiode voorbij voordat eventuele nieuwe wensen en suggesties kunnen worden meegenomen. Voorbeelden van wensen en suggesties zijn het afstemmen van de dienstregeling op ruimtelijke ontwikkelingen door de fusie of een onderzoek naar een nachtbus in Rijnwoude en Boskoop die aansluit op de nachtdienst van de Qliner 370 tussen Alphen a/d Rijn en Schiphol. Rijnwoude ondersteunt deze oproep. Openbaar vervoer in de wijk Kerk en Zanen in Alphen a/d Rijn De bediening per openbaar vervoer van het gebied ten zuiden van de spoorlijn Leiden-Utrecht en dan met name de woonwijk Kerk en Zanen is slecht tot zeer slecht. Kerk en Zanen is, met meer dan 15.000 inwoners ofwel meer dan 20% van alle inwoners, de woonwijk met het grootste aantal inwoners in Alphen a/d Rijn. In het westelijk deel van de wijk rijdt in de ochtend- en avondspits in totaal 5 keer per dag de Qliner 380. Hierbij wordt onder andere de halte Amerikalaan (ter hoogte van de Evenaar) aangedaan. De reistijd vanaf hier naar het station is 10 minuten. Hiernaast rijdt in het westelijk deel een groot deel van de dag 2 keer per uur een stadsbus. De reistijd vanaf de halte Amerikalaan naar het station is in de ochtend 8 minuten en in de middag met 20 a 23 minuten bijna 2,5 tot 3 keer zo lang.
Hillegom
In het oostelijk deel van de wijk rijdt helemaal geen openbaar vervoer. 1. Aansluiten van bus 90 op de trein naar Schiphol. De bus komt nu aan als de trein vertrekt. Dit is niet handig voor ouderen of mensen
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
Kaag en Braassem Katwijk
Leiden
met een beperking bij het lopen. 2. Beter aansluitend vervoer naar het Spaarneziekenhuis. 3. Bushaltes dichtbij verzorgingshuizen en bejaardenhuizen. Dit is nu goed geregeld, zolang daar geen verandering in komt. 4. De halteplaats voor het station: geen tijdhalte! Het dient geen enkel doel (omwonenden ondervinden hier enorme hinder van) en bovendien is de volgende halte in het centrum al een tijdhalte. Geen reactie ontvangen Wens van Katwijk om ‘lijndiensten in de kern Valkenburg te verbeteren’. Het gaat dan voornamelijk om het verhogen van de frequentie. Wij willen ook nog aandacht vragen voor ons voorstel van vorig jaar waarin een aantal alternatieven werden voorgesteld. Vorig jaar heeft Katwijk Arriva gevraagd naar het gebruik van de verschillende haltes en lijnen en interne reizen. Deze informatie is vooralsnog niet beschikbaar gesteld. Deze informatie willen wij gaan ontvangen, zodat ook wij meer inzicht krijgen over het openbaar vervoer gebruik. Katwijk waardeert het zeer dat Arriva voor het aanpassen van de dienstregeling bij onder andere gemeenten inventariseert welke wensen en suggesties er zijn. Daarnaast wil Katwijk Arriva bedanken voor het aanpassen van de lijndiensten in Rijnsburg voor de dienstregeling 2014. Omleiden bussen Breestraat Leiden wil in de dienstregeling 2015 de eerste reductie van het aantal bussen over de Breestraat ter grootte van 35% - 40% verwerkt zien. In 2014 zal er een variant hiervoor moeten worden vastgelegd. Op termijn, wanneer op het tracé Hooigracht - Langegracht doorstroming bevorderende maatregelen zijn genomen, zal het aantal bussen over de Breestraat verder worden teruggebracht tot 50%. Ten behoeve van de reductie van het aantal bussen op de Breestraat zal in de dienstregeling het aantal bussen over de Witte Singel kunnen toenemen. Deze toename moet worden beperkt tot het maximum van 130 zoals dat uit onderzoek is gebleken Kennislijn Leiden wil een hoogfrequente Kennislijn opgenomen hebben in de dienstregeling 2015. De Kennislijn heeft tot doel zonder overstap het Bio Science Park, Leiden CS, de universiteitslocaties in de binnenstad en station Lammenschans met elkaar te verbinden. De eindpunten van de route zijn Corpus en station Lammenschans. De hoogfrequente Kennislijn maakt gebruik van de Niels Bohrtunnel. Uitgangspunten voor de hoogfrequente Kennislijn zijn dat deze niet mag leiden tot meer bussen in de binnenstad en binnen het Biosciencepark een volwaardig alternatief moet bieden voor het huidige shuttle bus systeem. Daarnaast roept Leiden Arriva en de provincie op om een ontwikkelmodel voor de Kennislijn voor de periode 2015 – 2018 op te stellen, waarbij invulling gegeven wordt aan het strategisch beleid van Arriva en provincie in het kader van energietransitie en vraagafhankelijk vervoer. Niels Bohr tunnel In het kader van een optimale ontsluiting voor het openbaar vervoer van het Biosciencepark, wil Leiden dat de Niels Bohrtunnel wordt 2
Leiderdorp Lisse Nieuwkoop
opgenomen in de dienstregeling 2015. 365 Zoetermeer De aanpassing van lijn 365 Zoetermeer naar R-Net mag niet leiden tot meer bussen in de Breestraat. Informatievoorziening Goede informatie met betrekking tot de dienstregeling aan de reiziger is van groot belang voor het openbaar vervoer product. Wij vragen aandacht voor twee zaken specifieke zaken: 1 – de informatievoorziening aan expats, oftewel meertalige informatie in en bij de bus en; 2 – de informatievoorziening bij Leiden Centraal, deze laat op dit moment te wensen over. Doorontwikkeling stedelijk netwerk Om invulling te geven aan de ontwikkelfunctie van de vervoerder, wil Leiden in de aanloop naar de dienstregeling 2015 de vervoerder uitdagen te komen met plannen voor de doorontwikkeling van het stedelijk netwerk. Hierbij moet er aandacht zijn voor de optimalisatie van de stadslijnen en de bushaltes binnen de gemeente. Ook betere benutting van infrastructuur zoals de Willen de Zwijgerlaan moet onderwerp zijn van deze studie. HOV Leiden Leiderdorp Leiden hecht belang aan goed openbaar vervoer richting Leiderdorp. In goed overleg met provincie, gemeenten en vervoerder kunnen er stappen richting R-net worden gezet. Realisatie Parkeergarage Lammermarkt Voor de bouw van de parkeergarage Lammermarkt wordt de bouwer de mogelijkheid geboden om de buslijnen 5, 6 en 56 vanuit de Langegracht richting station om te leiden via de Molenwerf/ Schuttersveld/ Bargelaan (de tegenrichting blijft ongewijzigd). Deze omleiding geldt voor de dienstregeling 2015. Mogelijk dienen de genoemde lijnen al vanaf november 2014 te worden omgeleid. Als gevolg van de aanbesteding van de parkeergarage kan het zo zijn dat de aannemer hier geen gebruik van zal maken, dit wordt in het eerste kwartaal van 2014 bekend. Leiderdorp meldt dat geen nieuwe punten aangedragen worden voor de dienstregeling van 2015. De al bestaande punten blijven staan. Geen reactie ontvangen. 1. Bus 184; ook in de avonduren laten rijden (nu alleen overdag van ma t/m vrijdag). 2. Bus 184: halte bij Zwembad Aarweide van mei t/m begin september. Er komen jaarlijks 50.000 bezoekers in dit zwembad. Het is niet voor niets verkozen tot het beste openluchtzwembad van ZuidHolland. Het zwembad wordt bezocht uit de gehele omgeving, waaronder Alphen aan den Rijn. Met lijn 184 kunnen zij gemakkelijk het zwembad bereiken. Graag op meerdere plaatsen volwaardige bushaltes. 3. Betere OV-bereikbaarheid tussen kern Nieuwkoop, Ter Aar en Leiden. Inwoners van kern Nieuwkoop kunnen niet rechtstreeks reizen naar Ter Aar en naar Leiden. Ze reizen via Alphen en zijn heel lang onderweg om bijv. in Ter Aar te zijn. 4. Ook een halte bij het industrieterrein (Bovenland) is gewenst zodat het mogelijk wordt dat mensen die daar werken met ov hun werk kunnen bereiken. Gaat om bus 184. 3
Noordwijk
Noordwijkerhout
Oegstgeest Rijnwoude
Teylingen
Noordwijk geeft aan eerst de consequenties van de dienstregeling 2014 te willen weten voordat zij wensen voor 2015 kunnen formuleren. De enige reactie die is ingediend uit deze gemeente: Bus 361 tussen Noordwijk en Sassenheim sluit bij station Sassenheim niet aan op de NS treinen van en naar Schiphol. Dit punt is al een aantal keer genoemd, maar tot op heden is hier door Arriva geen gevolg aan gegeven. Vandaar nogmaals de opmerking. Arriva heeft in een van de reacties op deze wens aangegeven dat reizigers vanuit Noordwijk richting Schiphol gewoon in bus 361 kunnen blijven zitten, of via Leiden kunnen reizen. Beiden suggesties in de reactie van Arriva zijn (een stuk) minder aantrekkelijk dan de mogelijkheid om gunstig over te kunnen stappen bij station Sassenheim. Reizigers vanuit Noordwijk (en v.v.) die naar het noordelijke deel van de randstad gaan zouden een substantieel kortere reistijd (korter dan via (Leiden centraal station) kunnen hebben als de overstap van bus 361 op de trein in Sassenheim niet zo lang is als nu het geval. De bus sluit nu in het gunstigste geval aan bij de treinen van station Voorhout. Deze overstap wordt echter door reizigers uit Noordwijk niet groots gebruikt. Lijn 90: Lijn 90 wordt bij station Hillegom geknipt. Tussen station Hillegom en Nieuw-Vennep rijdt de bus twee keer per uur en tussen Hillegom en Den Haag 1 x per uur. Wij verzoeken Arriva om de bussen tussen Hillegom en Noordwijk ook twee x per uur te laten rijden. Dit om het gebruik van het OV in deze regio te stimuleren. Als alternatief kunnen wij ook instemmen met een frequentieverhoging van de (verlengde) spitstijden Lijn 57: Al eerder is het verzoek van de gemeente Noordwijkerhout geweest om de bussen van lijn 57 in Voorhout dichter bij het station te laten halteren. Hiervoor wil de gemeente Teylingen een tijdelijke halte maken bij de rotonde Schoutenlaan/Jacoba van Beierenweg. Met ingang van medio december 2014 zijn de werkzaamheden bij het postviaduct N444/A44 afgerond. De doorstroming van dit knooppunt zal aanzienlijk verbeteren. Wij verzoeken Arriva haar eerste voorstellen weer op te pakken om lijn 57 over de Herenweg in Voorhout te laten rijden. Hierdoor kan er een goede overstap plaatsvinden tussen bus en treinverkeer. Tot slot willen wij Arriva verzoeken de vervoersbehoefte tussen de gemeente Noordwijkerhout en (station) Sassenheim te onderzoeken. Een directe verbinding tussen de kern Noordwijkerhout en (station) Sassenheim is vanuit de gemeente Noordwijkerhout gewenst. Geen reactie ontvangen. Ten eerste ondersteunt Rijnwoude het verzoek van Alphen aan den Rijn om een onderzoek te houden naar een nachtbus in Rijnwoude en Boskoop die aansluit op de nachtdienst van de Qliner 370 tussen Alphen a/d Rijn en Schiphol. Verder zou Rijnwoude graag zien dat het KAR-systeem in buslijn 169 wordt aangepast op de VRI-kast bij de Koudekerksebrug in Koudekerk aan den Rijn. Hiermee kan de betrouwbaarheid van de dienstregeling en de doorstroming van buslijn 169 worden verbeterd. In aanvulling op de al bekende punten (67 t/m 70 op de inventarisatielijst): 4
Voorschoten
Zoeterwoude
- Naast bereikbaarheid van Sassembourg is de route over de Westerstraat ook noodzakelijk voor de bereikbaarheid van het Gemeentekantoor (aanvulling op punt 67). - Graag willen we ook aandacht vragen voor de hoge snelheid van bussen over de Wasbeekerlaan waar een 30 km/uur-regime geldt (nieuw punt). In de bestaande groslijst is onder andere het dringende verzoek van Voorschoten richting Arriva opgenomen om buslijn 45 per direct terug te laten keren in de Vlietwijk. Deze wens wordt door Arriva niet gehonoreerd met als argument dat het strekken van lijn 45 een direct gevolg is van de OV-visie Holland Rijnland. Wij vinden het onbegrijpelijk en onacceptabel dat ondanks de petitie die door ruim 200 inwoners van de Vlietwijk is ondertekend deze kleine wijziging, waar veel reizigers bij gebaat zijn, niet wordt teruggedraaid. Aangezien is verzocht om met nieuwe wensen te komen en Voorschoten het afgelopen jaar al vele malen heeft aangegeven waarom buslijn 45 in de Vlietwijk dient terug te keren zullen wij hier niet verder op ingaan. Wij willen echter wel benadrukken dat deze bestaande wens zeer nadrukkelijk overeind blijft. Wethouder De Beer zal dan ook op korte termijn contact opnemen om deze kwestie te bespreken. Daarnaast willen wij het volgende onder de aandacht brengen. Tijdens een overleg in februari 2013 tussen Arriva en de gemeente Voorschoten is afgesproken dat Arriva het huidige gebruik van buslijn 45 en de omliggende lijnen zou analyseren en vergelijken met het gebruik van lijn 45 toen de bus nog wel door de Vlietwijk reed. Deze analyse zou vervolgens worden betrokken bij de afweging om buslijn 45 wel of niet terug te laten keren in de Vlietwijk. Tot op heden is deze analyse niet uitgevoerd. In het Vervoerplan 2014 van Arriva is hierover opgenomen dat een analyse op basis van reizigersaantallen na een dergelijk korte introductie nog niet zinvol is. Inmiddels rijdt buslijn 45 al een jaar niet meer door de Vlietwijk en is het mogelijk om een adequate analyse uit te voeren en die te betrekken bij de afweging om buslijn 45 wel of niet terug te laten keren in de Vlietwijk. Voorschoten ontvangt deze analyse graag op korte termijn. Voorschoten wil Arriva wijzen op het feit dat in de OV-visie van Holland Rijnland is opgenomen dat lijn 45 een HR-lijn is. Dit houdt volgens de OV-visie van Holland Rijnland in dat de frequentie van de lijn in de spits tenminste 6 keer per uur moet zijn. Voorschoten gaat er dan ook vanuit dat conform de OV-visie van Holland Rijnland deze frequentieverhoging van lijn 45 wordt ingevoerd. Zoeterwoude wil dat er iets NIET gaat veranderen! Op dit moment rijdt bus 365 meestentijds buitenom Zoeterwoude Dorp, maar eens in het uur (buiten de spits) binnendoor via Dorp. Wij vinden dat een redelijke, goede situatie, maar Arriva gaat er vanuit dat t.z.t. alles buitenom zal rijden, wanneer R-net er is en er een tweede halte zal zijn gerealiseerd aan de N 206 nabij de carpoolplaats. De bestuurlijke uitspraak of het nu wel of niet gaat gebeuren, is nog nooit gedaan. Daarbij lijkt behandeling van de vraag ook wat heen en weer te schuiven tussen dit dienstregelingsoverleg en het R-net overleg. De gremia wijzen naar elkaar en er wordt geen beslissing genomen.
5
Wij blijven de hoogfrequente R-net verbinding van harte ondersteunen maar menen ook dat bij de huidige dienstregeling een kleine afbuiging eens in het uur en buiten de spits alleszins verdedigbaar is, juist ook voor belangrijke doelgroepen in het OV, zoals ouderen en gehandicapten (dat laatste vanwege de instelling Swetterhage met hun bewoners, medewerkers en bezoekers). Overzicht werkzaamheden voor zover door gemeenten aangegeven Katwijk: In uw memo heeft u ook gevraagd om een overzicht van grootschalige infrastructurele projecten die het openbaar vervoer raken en die gaan spelen in het jaar 2015. Het gaat bij ons om de volgende wegen : Hoorneslaan-west, tussen Piersonsstraat en Binnensluis Ambachtsweg, tussen Hoorneslaan en Lageweg Katwijkerweg in Valkenburg Industrieweg, tussen de Rijnmond en de Karel doormanlaan Rijnsburgerweg herinrichten van de Floralaan tot de Oegstgeesterweg (incl. beide rotondes Rijnwoude (bekende aanpassingen) Ter kennisname nog enkele wijzigingen zijn onze gemeente als gevolg van provinciale projecten: In 2014 wordt op de N209 ten zuiden van Hazerswoude-Dorp een rotonde aangelegd met bushaltes voor bus 165/186/187. Dit is bekend bij Arriva. Ook bekend bij hen is dat in 2014/2015 een rotonde wordt aangelegd bij de Omleidingsweg te Benthuizen met haltes voor de Qliner 380/381. Daarnaast zal in 2014 nog een enkele halte op het traject N209 worden verplaatst. Van de gemeente Leiden is een aparte lijst ontvangen welke bijgevoegd is.
6
THEMA-BIJEENKOMST VERKEERSVEILIGHEID 1 NOVEMBER 2013 Aanwezig: Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Zoeterwoude Nationale Politie Hollands-Midden Regionaal Ondersteuningsburo Verkeersveiligheid Veilig Verkeer Nederland Holland Rijnland
De heer K. van Velzen (B), de heer M. Hagoort (A) De heer I. ten Hagen (B) De heer T. van Velzen (B), de heer R. de Wagenaar (A) Mevrouw H. Quispel (A) De heer C. Wassenaar (B) De heer A. van Zelst (B) De heer P. Melzer (B) De heer M. Vissers (B), de heer J. Spaas (A) Mevrouw A. de Jong (A) De heer F. Ketel (B), de heer R. Heijne (A) Mevrouw G. Preenen (A), de heer A. Vissers (A) De heer K. den Ouden (B) De heer R. Fluit, de heer B. Tamerus De heer R. Visser De heer J. Groen in ’t Wout, de heer J. Kootstra Mevrouw A. Quist, mevrouw I. de Bruyne, de heer J. de Groot, de heer M. Luijk, de heer E. van Staveren
Workshop Meldpunt Veilig Verkeer De workshop start met een sheetpresentatie over het Meldpunt. Naar aanleiding van de sheetpresentatie is het volgende opgemerkt: - Het succes van het Meldpunt valt of staat met de betrokkenheid van burgers. Burgers verschillen echter van mening als het gaat om verkeersveiligheid. - Verkeersongevallen die via het Meldpunt naar voren komen, zouden gedocumenteerd moeten worden. Dit geschiedt via het buro Via. - Voor de gemeenten is het een verrassing dat uit het Meldpunt blijkt dat er meerdere meldingen over verkeersonveiligheid zijn. - Van belang is de lijn tussen het Meldpunt en de gemeenten. Als er een melding uit het Meldpunt verdwijnt, dan zou dat aan de gemeenten gemeld moeten worden (huidige situatie is dat het Meldpunt geen contact opneemt met de gemeente. Wel is het zo dat de plaatselijke VVN-afdeling ‘er tussen zit’). Sommige meldingen zijn de wethouders niet bekend. Hier zou een taak moeten liggen voor de plaatselijke VVN-afdeling. - Een gemeente van Holland Rijnland heeft geprobeerd om knelpunten bij burgers ‘op te halen’ in het kader van het GVVP. Dit is niet gelukt. Het Meldpunt kan daar dus bij helpen. - De landelijke afdeling van VVN kan bij de gemeente langskomen om problemen aan te pakken, bijvoorbeeld door middel van de inzet van een radargunteam, of remwegoefeningen te doen met een rijschoolhouder. - Er wordt nader stil gestaan bij de sheet rond de verhouding tussen meldingen en problemen: 1 melder kan meerdere problemen melden, het hoeft niet gelijk te lopen.
1
-
-
Van groot belang is de sheet rond de netwerkanalyse: meldingen zouden doorgestuurd moeten worden naar een ieder die bij kan dragen aan de oplossing. - Meldingen zijn anoniem Verkeersouders kunnen helpen met het doen van meldingen, bijv. rond schoolomgevingen
Er is vervolgens gediscussiëerd over de volgende stellingen. Stelling 1: Een melding wordt een klacht als de melder niet serieus genomen wordt Deze stelling wordt door een ieder onderschreven. Het volgende is opgemerkt: - de essentie van deze stelling is dat het serieus nemen van burgers belangrijk is - een melding betekent niet dat het verkeersveiligheidsprobleem is opgelost. Dit is pas als er een drempel o.i.d. is aangelegd - een discussie over verkeersveiligheidsprobleem en oorzaak is strikt nodig voordat er een oplossing wordt gegeven - het Meldpunt probeert de burger over te halen eerst het verkeersveiligheidsprobleem te bespreken, voordat hij naar de wegbeheerder stapt - er moet bij de melders onderscheid gemaakt worden tussen “notoire zeiksnorren” en serieuze melders. Dit is echter niet eenvoudig. Het beste is te vragen naar de onderbouwing van de klacht. Dan kom je de notoire klager tegen. - het moeten ook echt meldingen zijn, geen onheuse bejegeningen - begrip werkt beter dan negeren, hierin ligt de kracht van het Meldpunt - Twitteren biedt een alternatief voor het Meldpunt Stelling 2: Nederland is ‘Meldpuntmoe’ Deze stelling wordt door een ieder tegengeworpen. Het volgende is opgemerkt: - het is goed om als gemeente burgers aan te moedigen verkeersveiligheidsproblemen te melden bij het Meldpunt, dan wek je als gemeente ook de verwachting wat aan het probleem te willen doen - meldingen over verkeersveiligheid moeten ook doorgelicht worden. Paaltjes op het fietspad kunnen een melding zijn, maar deze zijn juist bedoeld om auto’s van het fietspad te weren - het Meldpunt wordt door een ieder ondersteund. Wel ziet men het als concurrentie voor de gemeentelijke meldingspunten. - het melden moet ‘buiten de politiek om’. Jenno Koostra beëindigt de workshop met een sheet, waarin hij de hoop uitspreekt dat in 2014 in elke gemeente van Holland Rijnland een bewonersgroep beloond wordt d.m.v. het Buurtlabel Verkeer. Vanuit Kaag en Braassem wordt opgemerkt dat “Woubrugge” een heel goed voorbeeld is voor het succes van het Meldpunt Verkeer. Bewoners van de Boddens Hosangweg zijn nu meer betrokken bij verkeersveiligheid.
2
Workshop Politie en Handhaving In het kort is even stil gestaan bij de uitkomsten van de bijeenkomst van januari. Daarin stonden twee stellingen centraal: 1. Uit de inrichting van wegen moet het van bestuurders gewenste gedrag blijken. Terecht dat de politie in 30 km-zones niet handhaaft. 2. Handhaven op snelheid moet mogelijk zijn zonder toepassing van de door de politie gestelde gehanteerde criteria en uitgangspunten. (Zoals: >6 letselaanrijdingen, klachten, structureel excessief snelheidsgedrag) Vervolgens is gediscussieerd over 2 nieuwe stellingen. Stelling 1: Ook wijkbeheer en –bewoners mogen op hun wegen het gedrag van het verkeer beïnvloeden Bij deze stelling was het advies van de politie om leiding/coördinatie te houden bij het fenomeen dat wijkbeheer en/of wijkbewoners zelf het gedrag van het verkeer willen beïnvloeden. Bij de eerste stelling speelt dat gemeenten eenduidige informatie aan weggebruikers dienen te geven en verrommeling van de buitenruimte dienen te voorkomen. Tijdens de bijeenkomst door de aanwezigen aangedragen voorbeelden waarbij wijkbewoners actief zijn geweest: schilderen van 30 en 50km aanduidingen op de weg, gooien met natte sponzen naar automobilisten die in de beleving van de buurtbewoners te hard reden, plakken van 30km stickers op lantaarnpalen en afvalcontainers, het plaatsen van gele poppetjes op of langs de openbare weg, het ophangen van eigen gemaakte foto’s, paaltjes plaatsen, bewoners regelen het verkeer al doordat zij aanwezig zijn op straat, bewoners spreken elkaar aan op hun rijgedrag e.d. De algemene opvatting van de aanwezige wethouders en gemeentelijke vertegenwoordigers is dat bewoners en wijkbeheer het gedrag mogen beïnvloeden maar dat deze activiteiten wel verantwoord moeten zijn. Vooraf overleg en afstemming met de gemeente (verkeerskundigen) is hierbij nodig. De verkeersveiligheid dient door deze activiteiten natuurlijk te worden verbeterd. Rien heeft in zijn inleiding nog gewezen op de mogelijkheid om de materialen uit toolbox 30km gebieden hiervoor te gebruiken Deze materialen zijn bij uitstek geschikt voor toepassing en stralen een eenduidigheid naar de weggebruiker uit, hetgeen de verkeersveiligheid ten goede kan komen. De materialen zijn bij ROV verkrijgbaar. Stelling 2: Verkeersregelaars weten waar en hoe ze verkeer moeten regelen. De wegbeheerder is daarvoor niet nodig De tweede stelling betrof het punt dat leiding/coördinatie gehouden dient te worden bij het regelen van verkeer door verkeersregelaars. In de loop der tijd is er een verschuiving ontstaan van het regelen van verkeer door de politie naar de verkeersregelaars. Er kan onderscheid worden gemaakt in verkeersregelaars bij evenementen en beroepsverkeersregelaars. In de BABW en de regeling verkeersregelaars is geregeld dat verkeersregelaars alleen staande verkeer mogen regelen. Hierop vormt de groep “voertuigbegeleiding” een uitzondering. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor de veiligheid en doorstroming op zijn wegen. Dus de wegbeheerder wil natuurlijk op de hoogte blijven waar en wanneer verkeer wordt geregeld door verkeersregelaars. Zowel bij werk in uitvoering (beroepsverkeersregelaars) als bij evenementen (evenementenregelaars) is dit aan de orde. Bij werk in uitvoering kan de wegbeheerder in de vergunning regelen waar en wanneer met inzet van verkeersregelaars het verkeer geregeld dient te worden. Bij evenementen kan de wegbeheerder bij de vergunningaanvraag van het evenement dit aangeven. Hierbij kan worden aangetekend dat tegenwoordig de verantwoordelijkheid veel meer bij de organisatie van een evenement wordt neergelegd. Daarom is het raadzaam om een goed verkeersplan te eisen voordat de vergunning voor het evenement wordt verleend. Het verkeersplan dient door de organisatie van het evenement te worden opgesteld. De gemeente blijft leidend als verantwoordelijk wegbeheerder. VNG en ministerie zijn nieuwe wetgeving aan het opstellen voor verkeersregelaars. Ook het digitale opleidingstraject van de verkeersregelaars wordt aangescherpt. Landelijk is 50% van de situaties waarin met inzet van verkeersregelaars verkeer wordt geregeld niet bij gemeenten bekend.
3
Rien Fluit beëindigt de workshop met een sheet met de belangrijkste criteria van de Politie om handhaving af te wijzen of toe te zeggen. Deze zijn: - alleen handhaving bij voldoende capaciteit en prioriteit - geen handhaving in gebieden die niet volgens de richtlijnen zijn ingericht - het van de weggebruiker gewenste gedrag moet uit de weg voortvloeien - inrichting en ligging van de weg moeten geschikt zijn om snelheids-meetapparatuur op te stellen - op het wegvak dienen in de voorafgaande drie jaar meerdere letselongevallen te zijn geregistreerd - klachten moeten herleidbaar zijn tot natuurlijke personen, en moeten inhoud hebben en duidelijk zijn De procedure hiervoor is: Wegbeheerder brengt locatie in bij lokaal verkeersoverleg Politievertegenwoordiger neemt dat mee en laat dit veredelen met bestaande informatie Intern advies aan teamchef politie, taakverantwoordelijke voor verkeer in zijn gebied Teamchef neemt besluit op basis van capaciteit, prioriteiten, beleid, mogelijkheden en overige lokale informatie Politievertegenwoordiger meldt besluit terug in lokaal verkeersoverleg Workshop Effecten van Duurzaam Veilige inrichtingen Rien Visser geeft een presentatie over de effecten, problemen, oplossingen en gevolgen van Duurzaam Veilige inrichtingen. Positieve effecten zijn een daling van het aantal letselongevallen, minder uitlaatgassen en geluidhinder en een betere leefbaarheid. Problemen zijn dat er te weinig geld is, dat de inrichtingseisen niet voldoen aan de handhavingseisen van de politie en dat er geen draagvlak is onder de bewoners. Oplossingen zijn bijvoorbeeld dat op een inloopavond aan bewoners en belanghebbenden uitgelegd wordt waarom voor een bepaalde oplossing gekozen is. Of dat je bewoners oplossingen laat bedenken waardoor het draagvlak vergroot wordt. Gevolgen van een betere inrichting zijn een betere verkeersveiligheid, leefbaarheid, oversteekbaarheid en door meer draagvlak ook tevreden bewoners. Er is in de wokshops vervolgens uitvoeriger stilgestaan bij het begrip draagvlak. Voor het verkrijgen van draagvlak is uitleggen van maatregelen belangrijk. Dat lukt nog niet altijd goed. Mensen willen bijvoorbeeld wel veiligheid, maar ergeren zich aan drempels in de woonwijken (niet alleen voor de eigen deur). Belang wordt altijd sterker ingezien als er daadwerkelijk sprake is van onveiligheid(of als dit zo wordt ervaren). Het verwijzen naar de landelijke richtlijnen is niet voldoende om draagvlak te krijgen voor maatregelen. Het betrekken van de wijk is van belang voor draagvlak. Maar dit kan ook resulteren in het niet uitvoeren van verkeersveiligheidsmaatregelen omdat de wijkbewoners deze niet willen en omdat geen onveiligheidsprobleem wordt ervaren. Het toch uitvoeren van (dure) maatregelen is dan moeilijk te verdedigen. Naast de inwoners is ook draagvlak bij de gemeenteraad van belang. Bij overleg met hulpdiensten komt soms naar voren dat gekozen moet worden tussen snelle aanrijroutes (brandveiligheid) en lage snelheden (verkeersveiligheid). Voor het draagvlak is het ook niet goed om schijnveiligheid te creëren door 30 aan te houden in een wijk waar 30 niet goed is te handhaven. Een principiele vraag is of je altijd draagvlak moet willen, ook als dit tot gevolg heeft dat de situatie minder verkeersveilig wordt. Soms is een maatregel veilig maar wordt deze als onveilig beleefd. Een voorbeeld hiervan is ook de toepassing van Shared Space. Toch zijn er ook ervaringen dat bijvoorbeeld het verwijderen van een fietspad door de bewoners werd geaccepteerd doordat dit goed werd uitgelegd. Bij schoolomgevingen is vaak een chaotische situatie. Daardoor wordt geroepen om meer veiligheid. Niet altijd gebeuren er ook daadwerkelijk ongevallen. Je zou dan kunnen pleiten om de situatie juist zo te laten omdat een onveilig gevoel juist veilig gedrag tot gevolg heeft. Toch ligt dit
4
in schoolomgevingen vaak iets anders. Een algemene doelstelling is dat kinderen juist in een veilige omgeving moeten kunnen leren om zelfstandige verkeersdeelnemers te worden. De schoolomgeving is a.h.w. een oefenruimte. Verder werd geconstateerd dat een algemene ervaring is dat ook als je bewoners mee laat praten er toch achteraf klachten kunnen komen. Lang niet iedereen is aanwezig op bewonersavonden en veel mensen reageren pas als de maatregelen concreet worden. De ervaring is dat bewoners ook met hele goede ideeën kunnen komen tijdens bewonersavonden. Belangrijk hierbij is dat maatregelen gezamenlijk worden bedacht. Hierdoor kan ook direct worden aangegeven in welke mate de ideeën realistisch zijn. Bewoners zijn vaak realistisch en bereid om de problemen van verschillende kanten te bekijken. Zo’n bewonersavond kan ook begrip opleveren voor de keuzes die een gemeente moet maken (verschillende belangen). Algemene reacties - de punten uit de workshops zullen meegenomen worden, en in de organisatie uiteengezet worden. - algemene reactie is dat men het Meldpunt Veilig Verkeer voorheen niet kende, en er nu wat mee te willen doen. Er wordt vervolgens nog gediscussieerd over het overzicht meldingen-problemen uit de presentatie over het Meldpunt. Er zijn actieve melders die meerdere problemen zullen melden. Aan de andere kant kan je ook veel meldingen over 1 probleem hebben. Verder wordt stelling 1 nog een keer benadrukt: als de melding niet serieus genomen wordt, creëer je een probleem.
5
plan vanPl aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland
Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland Projectnaam/ onderwerp: Monitoring OV-visie Holland Rijnland Status: vastgesteld, DB 12 december 2013 Naam auteur(s): Claudia de Kort en Iris de Bruyne
1. Inleiding/ aanleiding Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft op 24 juni 2009 de OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet vastgesteld. Op 28 maart 2012 is de eerste partiële herziening van de OV-visie vastgesteld, met daarin de gebiedsuitbreiding van de regio met de gemeenten Kaag en Braassem (gedeeltelijk), Rijnwoude, Alphen aan den Rijn en Nieuwkoop. De scope van de OV-visie is 2020. Het achterliggende doel is de bereikbaarheid van de regio te verbeteren en ruimtelijke en economische ontwikkelingen te stimuleren. In de OV-visie wordt het netwerk van de toekomst geschetst. Dit OV-netwerk bestaat uit een aantal hoogwaardige en herkenbare verbindingen en heeft daardoor een overzichtelijke structuur. Door middel van duidelijke lijnvoering, snelle verbindingen en hoge frequenties wordt het voor de reiziger veel eenvoudiger om zich in de regio te verplaatsen. Het OV-netwerk wordt aangevuld met een transparant net van ontsluitende busdiensten en aanvullend vervoer. Om te komen tot de verbetering van het OV en een forse stap te zetten naar de realisatie van het toekomstige OV-netwerk conform de OV-visie, zijn in 2012 afspraken gemaakt over maatregelen en projecten tot 2020 in het Uitvoeringsprogramma OV (UP OV). Deze afspraken hebben betrekking op onder ander de inzet van middelen, planning, fasering en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering. Provincie, gemeenten en vervoerder Arriva werken hard aan het verbeteren van het OV-netwerk conform de projecten in het UP OV. Arriva heeft in december 2012 de nieuwe dienstregeling mede gebaseerd op de OV-visie Holland Rijnland. 2013 is daarmee het eerste kalenderjaar waarin de OV-visie, voor zover op dat moment mogelijk, ‘op straat’ vertaald is. Arriva wil de komende jaren het OV-netwerk blijven verbeteren. Dit wordt mogelijk gemaakt door de geplande investeringen in diverse OVcorridors. De concessie is tot en met 2020 met een mogelijke verlenging tot 2022 aan Arriva gegund. De provincie, Holland Rijnland en een aantal gemeenten hebben afspraken gemaakt over de realisatie van het HOV-net Zuid-Holland Noord in een bestuursovereenkomst (april 2013). Het HOV-net Zuid-Holland Noord komt bijna geheel overeen met het HOV-netwerk in de OV-visie Holland Rijnland. De scope van het HOV-net Zuid-Holland Noord is 2020. De verbeteringen aan het OV-netwerk staan anno 2013 nog aan het begin van een meerjarig investeringsprogramma. Holland Rijnland heeft voor het OV-netwerk geld gereserveerd in het RIF: € 37,5 miljoen voor het HOV-net Zuid-Holland Noord en € 5 miljoen specifiek voor de corridor Noordwijk – Schiphol. Daarnaast zijn ook middelen beschikbaar bij individuele gemeenten, provincie Zuid-Holland en het Rijk (Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer, AROV). In het PHO Verkeer en Vervoer op 15 februari 2013 is het verzoek gedaan om de OV-visie te evalueren. In hoeverre zijn de doelstellingen uit de OV-visie gerealiseerd? En wat is er voor nodig om deze in de komende jaren te realiseren? Welke effecten hebben de investeringen in
Pagina 1 van 6
plan vanPl aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland
het OV? Dit heeft geleid tot het opstellen van dit plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland. De OV-visie is opgenomen in de gemeenschappelijke regeling van Holland Rijnland. Het monitoren van de realisatie van de OV-visie is een richtinggevende taak van de regio (categorie 1). 2. Doelstelling Het doel van de monitoring OV-visie Holland Rijnland is: De effecten van investeringen in (H)OV-corridors te meten op basis van actuele gegevens van onder meer reizigersaantallen, frequenties en rijtijden op bepaalde corridors voor de periode 2013-2022. De monitoring OV-visie Holland Rijnland is de basis voor: prioriteitstellingen diverse (H)OV-projecten in het UP OV en het Uitvoeringspgrogramma regionaal Verkeer en Vervoerplan en vertaald zich wat personele inzet betreft door naar werkplannen van Holland Rijnland en betrokken gemeenten.
3. Opdracht Fase 1: plan van aanpak Opstellen plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland; met daarin procesvoorstel, planning en besluitvorming op hoofdlijnen. Het plan van aanpak wordt afgestemd met Arriva. Het plan van aanpak wordt ter vaststelling voorgelegd aan het DB. Fase 2: vormgeven afspraken en nulmeting - vormgeven afspraken met Arriva over het aanleveren en gebruik van gegevens; - uitvoeren nulmeting op basis van cijfers dienstregeling 2013. Fase 3: besluitvorming Procesbegeleiding om te komen tot het vaststellen van de nulmeting 2013 door het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. 4. Resultaat Eindproducten: - Plan van aanpak Monitoring OV-visie; - Afspraken met betrekking tot monitoring (H)OV-corridors, tussen Holland Rijnland en Arriva; - De nulmeting 2013. Deze bestaat uit: o reizigersaantallen per (H)OV-corridor op basis van OV-chipkaart gegevens; o frequenties buslijnen op de (H)OV-corridors op basis van de dienstregeling 2013; o rijtijden per (H)OV-corridor op basis van jaarlijkse analyse Arriva; o analyse van de (H)OV-corridors ten opzichte van het ontsluitend net.
Pagina 2 van 6
plan vanPl aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland
5. Plangrenzen OV-visie Holland Rijnland (2012) Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft op 24 juni 2009 de OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet vastgesteld. Op 1 april 2010 hebben de gemeenten uit het voormalig Rijnstreekberaad zich aangesloten bij Holland Rijnland. Het plangebied van de OV-visie is door middel van een eerste partiële herziening aangepast. Het Algemeen Bestuur heeft de eerste partiële herziening vastgesteld op 28 maart 2012. Grondgebied Holland Rijnland Monitoring OV-visie Holland Rijnland heeft betrekking op het grondgebied van Holland Rijnland, maar uiteraard zonder de relatie met de omliggende regio’s uit het oog te verliezen. R-net is uitgangspunt voor HOV In de Randstad wordt de komende jaren het R-net verder vorm gegeven. Bij de monitoring van de OV-visie zal het R-net uitgangspunt zijn voor HOV in de regio. De kwaliteitsvoorwaarden van R-net komen niet geheel overeen met de definitie van HOV zoals gebruikt in de OV-visie (2012). Bus-corridors In de monitor worden de bus-corridors uit het uitvoeringsprogramma OV in beschouwing genomen. De treincorridors worden niet in de monitor opgenomen. De volgende corridors worden in de monitor opgenomen: - Noordwijk – Schiphol - Leiden – Katwijk – Noordwijk - Alphen aan den Rijn – Schiphol - Leiden CS – Leiden Lammenschans – Zoetermeer - Leiden – Leiderdorp - Leiden – Haarlem - Hillegom – Nieuw-Vennep – Schiphol Bij elke HOV-corridor wordt ook de relatie met (veranderingen in) het ontsluitende net bekeken.
6. Projectplanning en fasering Fase 1: plan van aanpak In het plan van aanpak wordt beschreven: - vorm en inhoud op hoofdlijnen - projectorganisatie - besluitvormingsproces - planning Fase 2: vormgeven afspraken en nulmeting a. vormgeven afspraken tussen Holland Rijnland en Arriva: Holland Rijnland en Arriva maken afspraken over het beschikbaar stellen en gebruiken van gegevens over onder meer reizigersaantallen, frequenties en rijtijden. b. nulmeting 2013: Arriva heeft in december 2012 de nieuwe dienstregeling mede gebaseerd op de OV-visie Holland Rijnland. 2013 is daarmee het eerste kalenderjaar waarin de OV-visie, voor zover op dat moment mogelijk, ‘op straat’ vertaald is. Reizigersaantallen, frequenties en rijtijden geven een goede, meetbare indicatie van de kwaliteit van het OV in de regio.
Pagina 3 van 6
plan vanPl aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland
In 2014 worden de eerste werkzaamheden verricht om het (H)OV-netwerk in de regio te verbeteren en op R-net niveau te brengen. De werkzaamheden omvatten niet alleen aanpassingen aan de infra-strucutuur, maar ook aan busmaterieel, haltes, voorzieningen, etc. Arriva zal de dienstregeling aanpassen op basis van de gerealiseerde maatregelen. Deze maatregelen hebben naar verwachting effect op het aantal reizigers, frequentie van buslijnen en rijtijden in de betreffende (H)OV-corridor. Naast de monitoring van specifieke (H)OV-corridors, wordt een analyse gemaakt van de invloed op het ontsluitende OV-netwerk. Fase 3: besluitvorming Het vaststellen van de nulmeting 2013 door het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. Planning Wanneer
Wat
Wie
Fase 1
Oktober 2013 December 2013
Plan van aanpak Plan van aanpak vaststellen
Holland Rijnland, i.o.m. Arriva DB
Fase 2a Fase 2b
Januari 2014 Januari – april 2014
Vormgeven afspraken Uitvoeren nulmeting: analyse gegevens en opstellen rapportage
Holland Rijnland en Arriva Holland Rijnland
Fase 3a Fase 3b
Januari 2014 Mei 2014
Vastleggen van afspraken Vaststellen nulmeting
Holland Rijnland en Arriva DB Holland Rijnland
7. Projectorganisatie Bestuurlijk opdrachtgever: regionaal portefeuillehouder Verkeer en Vervoer Ambtelijke opdrachtgever: programmamanager Verkeer en Vervoer Holland Rijnland Ambtelijk opdrachtnemer / Projectleider Taken: - voorstellen DB, PHO V&V, AO V&V - overleg met regionaal portefeuillehouder Verkeer en Vervoer - contacten met Arriva en provincie Zuid-Holland - contacten met externe bureau(s)
8. Omgevings- en krachtenveldanalyse AO Verkeer en vervoer kennis nemen van concept plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland; advies geven over nulmeting 2013 aan PHO Verkeer en Vervoer. PHO V&V
Pagina 4 van 6
plan vanPl aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland
-
kennis nemen van concept plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland; advies geven over nulmeting 2013 aan DB.
-
vaststellen plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland; vaststellen nulmeting 2013.
DB
Provincie Zuid Holland concessiebeheerder Zuid-Holland Noord Arriva vervoerder, aanleveren gegevens (reizigersaantallen, rijtijden, etc.)
9. Communicatieplan De resultaten van de monitor worden via de reguliere communicatiemedia, zoals de website van Holland Rijnland en de nieuwsbrief Holland Rijnland Berichten, gecommuniceerd. De monitor wordt ter vaststelling voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur en ter kennis name aan het Algemeen Bestuur.
10. Risico’s / aandachtspunten
Netwerk in ontwikkeling Het OV-net werk is continu in ontwikkeling. De effecten van maatregelen zullen pas na enige tijd zichtbaar worden. In de OV-praktijk is een termijn van twee jaar gebruikelijk. Daarnaast is het vaak een combinatie van maatregelen die een effect teweeg brengen. Het is niet mogelijk om de effecten van één specifieke maatregel te meten. Mogelijke consequenties voor lopende projecten De resultaten van de monitor kan tot gevolg hebben dat besloten wordt om maatregelen in corridors tussentijds bij te stellen (vorm of planning). De resultaten van de monitor en eventuele wijzigingen in de uitvoering van maatregelen op corridors, worden verwerkt in de jaarlijkse actualisatie van het UP OV. OV-lijnen die doorlopen buiten Holland Rijnland Reizigers zijn niet gebonden aan bestuurlijke grenzen. Het OV-netwerk heeft uitlopers in de OV-netwerken in de regio Den Haag, Haarlemmermeer en Stadsregio Amsterdam. In de monitor worden alleen de lijnen in beschouwing genomen die binnen de OV-concessie ZuidHolland Noord vallen.
Holland Rijnland is geen OV-autoriteit en geen wegbeheerder De provincie Zuid-Holland is vervoersautoriteit voor het grondgebied van de regio Holland Rijnland. Voor de realisatie van het netwerk zoals vastgesteld in de OV-visie, en het UP OV, is de regio grotendeels aangewezen op provinciaal beleid en provinciale middelen. Immers, de provincie is als eerste verantwoordelijk voor de aanleg van nieuwe infra voor de diverse HOV-lijnen, voor de aanbesteding en het beheer van de openbaar vervoerconcessie(s) in het concessiegebied Zuid-Holland Noord en voor de aanleg van infrastructuurprojecten die worden gefinancierd uit de brede doeluitkering (BDU). De gemeenten zijn verantwoordelijk voor aanpassingen in de infrastructuur waar zij wegbeheerder zijn en voor voorzieningen bij de haltes, zoals fietsenrekken.
Pagina 5 van 6
plan vanPl aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland
HOV-kenmerken OV-visie en R-net niet gelijk De kwaliteitskenmerken van R-net komen niet geheel overeen met de definitie van HOV zoals gebruikt in de regionale OV-visie (2012). Bij de monitoring en in het UP OV wordt aangesloten bij de kenmerken van R-net. Spanningsveld HOV-corridors en ontsluitend net Arriva heeft de dienstregeling gebaseerd op de OV-visie Holland Rijnland. Er zijn echter beperkte middelen voor de gehele concessie. Bij gemeenten en ROVER bestaat de vrees dat verbeteringen in de HOV-corridors ten koste gaan van het ontsluitende net. In het programma van eisen voor de concessie is opgenomen dat bepaalde locaties (bijvoorbeeld zorginstellingen en bedrijventerreinen) altijd bediend moeten worden door het openbaar vervoer. Daarnaast heeft de provincie Zuid-Holland toegezegd dat extra dienstregelinguren (dru’s) die nodig zijn voor een hogere frequentie van R-net lijnen, niet worden gekort op het onderliggende net. Indien extra dru’s nodig zijn voor R-net lijnen, zal de provincie extra exploitatiemiddelen vrij maken om dit mogelijk te maken. Bij monitoring van de HOV-corridors wordt ook de relatie met (veranderingen in) het ontsluitende net bekeken. 11. Randvoorwaarden
Basisdocumenten OV-visie Holland Rijnland (2012), HOV-net Zuid-Holland Noord (provincie Zuid-Holland) en Rnet (Randstad 2028, belofte aan de Reiziger). Arriva levert benodigde gegevens Arriva heeft als vervoerder de beschikking over gegevens als reizigersaantallen en rijtijden. Arriva stelt jaarlijks in overleg met gemeenten en de provincie, de dienstregeling vast. De monitor is afhankelijk van de gegevens die Arriva kan leveren. 12. Afsluiting en evaluatie Na vaststelling door het Dagelijks Bestuur, wordt de rapportage ter kennis name verzonden naar de gemeenten in Holland Rijnland, het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland, provincie Zuid-Holland en andere betrokken organisaties. Het document wordt op de website van Holland Rijnland geplaatst. De monitor wordt jaarlijks uitgevoerd. De effecten van maatregelen in (H)OV-corridors worden gespiegeld aan de nulmeting 2013. De resultaten van de monitor kunnen mede aanleiding zijn om het UP OV bij te stellen.
Pagina 6 van 6
Onderwerp: Terinzagelegging Visie Ruimte en Mobiliteit
Den Haag, 6 januari 2014 Betreft: -
Vrijgeven van Visie Ruimte en Mobiliteit voor terinzagelegging Mogelijkheid voor indienen zienswijzen Inloop-informatiebijeenkomsten over de Visie Ruimte en Mobiliteit
Geachte relatie, Graag vestigen wij uw aandacht op drie belangrijke ontwikkelingen rondom de Visie Ruimte en Mobiliteit van de provincie Zuid‐Holland: -
-
-
Terinzagelegging: Het college van Gedeputeerde Staten (GS) heeft de Ontwerpvisie Ruimte en Mobiliteit vastgesteld en het bijbehorende pakket ontwerpdocumenten vrijgegeven voor terinzagelegging. De documenten zijn in te zien en te downloaden. Zienswijzen: Gedurende de periode van terinzagelegging - van 8 januari 2014 tot en met 18 februari 2014 – kan een ieder desgewenst met een zienswijze reageren op het door GS voorgestelde beleid; Inloopbijeenkomsten: In de periode van terinzagelegging houdt de provincie Zuid-Holland drie inloopbijeenkomsten, waar geïnteresseerden antwoord kunnen krijgen op vragen naar aanleiding van de ontwerpdocumenten van de Visie Ruimte en Mobiliteit.
Hieronder vindt u nadere informatie over de terinzagelegging, over het indienen van zienswijzen en over de inloopbijeenkomsten. Terinzagelegging en zienswijzen Gedeputeerde Staten van Zuid‐Holland hebben de Ontwerpvisie Ruimte en Mobiliteit (VRM) vrijgegeven voor terinzagelegging in de periode van 8 januari 2014 tot en met 18 februari 2014. In de ontwerpvisie en bijbehorende documenten beschrijft het college van Gedeputeerde Staten het provinciale beleid, de regels en de wijze van uitvoering voor de ruimtelijke ontwikkeling en het mobiliteitsbeleid in de provincie Zuid‐Holland. Het pakket conceptdocumenten omvat de Ontwerpvisie Ruimte en Mobiliteit, Ontwerpverordening Ruimte, Ontwerpprogramma Ruimte en Ontwerpprogramma Mobiliteit. Ook de PlanMER Visie Ruimte en Mobiliteit en de PlanMER Windenergie Goeree‐ Overflakkee worden ter inzage gelegd. U kunt de documenten inzien en downloaden: -
via de website van de provincie Zuid-Holland www.zuid-holland.nl/VRM, via de discussie-site over de Visie Ruimte en Mobiliteit (https://structuurvisiezh.pleio.nl/) en via de website voor ruimtelijke plannen: www.ruimtelijkeplannen.nl
De documenten liggen tijdens kantooruren ook ter inzage bij “Het Loket” in het Provinciehuis, Zuid‐Hollandplein 1, in Den Haag.
Zienswijzen Wij verzoeken u uw zienswijze(n) op de ontwerpdocumenten van de Visie Ruimte en Mobiliteit per e‐mail in te dienen, op het e‐mailadres:
[email protected]. Voor het indienen van uw zienswijze(n) hebben wij een digitaal formulier beschikbaar op de website van de provincie www.zuid‐holland.nl/VRM. U kunt uw zienswijze(n) eventueel ook per gewone post opsturen, naar: Gedeputeerde Staten van Zuid‐Holland t.a.v. mw. H. Maagdenberg afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Postbus 90602 2509 LP Den Haag Tips voor zienswijze Maak uw zienswijze zo concreet mogelijk. Geef daarbij aan op welk onderdeel van de ontwerpstukken uw zienswijze betrekking heeft en wat uw motivering is. Vermeld bij uw zienswijze s.v.p. uw naam, e‐mail en postadres. Wat gebeurt met uw zienswijze Ieder die een zienswijze heeft ingediend, krijgt de Nota van Beantwoording waarin alle zienswijzen zijn samengevat en voorzien van een reactie. De provincie publiceert de Nota van Beantwoording ook op de site. De zienswijzen kunnen leiden tot aanpassing van het ontwerp op onderdelen. Daarna zullen Provinciale Staten uiteindelijk de Visie Ruimte en Mobiliteit en de bijbehorende beleidsdocumenten vaststellen. Inloop‐informatiebijeenkomsten De provincie houdt in de periode van terinzagelegging drie inloopbijeenkomsten over het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid. Tijdens deze bijeenkomsten zullen bij het beleid betrokken ambtenaren uw vragen naar aanleiding van de ontwerpdocumenten van de Visie Ruimte en Mobiliteit beantwoorden. De bijeenkomsten worden gehouden: -
-
-
Gouda: maandag 20 januari 2014 (16.30 – 19.30 uur) in het Huis van de Stad, Burgemeester Jamesplein 1, Gouda (voor routebeschrijving: http://www.gouda.nl/gemeente/Bezoeken/Adressen_en_Openingstijden/Route_Huis_van_de_ Stad). Dordrecht: dinsdag 21 januari 2014 (16.30 – 19.30 uur) De Raedtskelder, Stadhuisplein 1, 3311 CR Dordrecht (voor routebeschrijving: http://www.deraedtskelder.nl/athena/site/php/page_show_312.html). Delft: donderdag 23 januari 2014 (16.30 – 19.30 uur) in Sociëteit het Meisjeshuis, Oude Delft 112, 2611 CG Delft (voor routebeschrijving: http://www.hetmeisjeshuis.nl/pages/4/route/).
Meepraten en meedenken Wij hopen dat u kennis wilt nemen van de voor u relevante beleidsdocumenten en wij bieden u graag de gelegenheid om de in 2013 ingezette dialoog hierover met ons voort te zetten. Met vriendelijke groet, Namens gedeputeerden Govert Veldhuijzen en Ingrid de Bondt, Projectteam Visie Ruimte en Mobiliteit
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
MEMO
Aan: AAG Ruimte Van: Jeroen Ververs
Datum: 9 januari 2014 Pagina’s: 2
Onderwerp: proces zienswijze Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) Op 8 januari zijn de stukken van de VRM vrijgekomen en ter inzage gelegd (de stukken zijn hier te vinden: www.zuid-holland.nl/VRM). Uiterlijk 18 februari kan er een zienswijze op ingediend worden. Vanuit Holland Rijnland wordt een zienswijze voorbereid, in nauw overleg tussen de gemeenten. Afstemming vindt plaats in het AO RO (RO, algemene thema’s en regie op het geheel), het AO EZ (economische taken) en het AO V&V (mobiliteit). Daarnaast zullen er waarschijnlijk ook separate zienswijzen in worden gediend door individuele gemeenten of clusters van gemeenten. Het proces rondom de zienswijze ziet er als volgt uit: -
16 januari: afstemming met de provincie naar aanleiding van bestuurlijke afspraken en toetsing van onderdelen van de zienswijze 20-31 januari: schrijven van de zienswijze (op basis van inbreng vanuit ruimtelijke ordening, economie en verkeer en vervoer) 27-31 januari: afstemming met gemeenten over zienswijze in AO RO 27-31 januari: afstemming concept zienswijze met andere regio’s in de Zuid-Holland 31 januari: (concept) zienswijze gereed voor versturen naar DB en PHO’s 5 februari: bespreken conceptversie in PHO’s Ruimte, Economie en Verkeer en Vervoer 18 februari: uiterlijke datum voor indienen zienswijze
Op 8 november 2013 heeft er een bestuurlijk gesprek plaats gevonden met de provincie. Toen zijn er een aantal toezeggingen gedaan, waarbij nu gekeken wordt in hoeverre ze zijn geland in de voorliggende conceptteksten. Inhoudelijk zal er in de zienswijze waarschijnlijk in ieder geval ingegaan worden op de volgende thema’s (de definitieve selectie van deze onderwerpen vindt komende weken nog plaats):
Doel van een compact, hoogwaardig bebouwd gebied wordt gedeeld, maar middel roept fors vragen op Uitzonderingen in bouwen buiten BSD expliciteren Aandacht voor rechtszekerheid derden en planschade Overgangsregeling instellen Gezonde kantorenvoorraad Ruimte voor bedrijven Detailhandel: helderheid in proces en uitwerking Aparte status voor science parken/campussen rond kenniscentra
[email protected] Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
www.hollandrijnland.net IBAN nr. NL87BNGH0285113992 KvK nr. 27365539 BTW nr. NL813768068B01
N11 als belangrijke schakel in het regionale netwerk Zorgen om OV in landelijk gebied Ontwikkelingen in stationsomgeving stimuleren Traject Leiden-Utrecht duidelijker neerzetten Strikte beperking door hanteren van drie buitencategorieën Onduidelijkheid bij het instrument maatschappelijke tegenprestatie Ontwikkelingen mogelijk maken in het Groene Hart
2
Ambtelijk concept CONCEPT VERSLAG
Bestuurlijke Overleg in teken van concept Visie Ruimte en Verkeer en Vervoer Wethouders Ruimte en Verkeer en Vervoer Holland Rijnland d.d. 8 november 2013 Aanwezig:
Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Zoeterwoude Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Holland Rijnland Holland Rijnland
Dhr. T. Hoekstra Dhr. I. Ten Hagen Dhr. J. Uit den Boogaard Dhr. D. Binnendijk Dhr. T. Udo Dhr. R. Strijk Dhr. C. Wassenaar Dhr. C. Kroon Mw. T. Veninga Dhr. P. Melzer Dhr. M. Vroom Dhr. J. Knapp Mw. W. Tönjann Dhr. H. Haarman Dhr. J. Stuurman Dhr. F. Blommers Mw. M. Ateş-Snijdewind Dhr. Den Ouden Dhr. G. Veldhuijzen Mw. I. de Bondt Dhr. J. Wienen (vz) Dhr. M. Vissers
1. Opening en mededelingen Dhr. Wienen heet iedereen welkom. Voorgesteld wordt de agenda te wijzigen en de groep niet te splitsen na het algemene deel in een groep die over Ruimte spreekt en een die over Verkeer en Vervoer spreekt. 2. Reactie regio op ambtelijk concept Visie Ruimte en Mobiliteit
Toelichting van de provincie op het voorliggende concept Er wordt geen presentatie gehouden. Dhr. Veldhuijzen geeft op hoofdlijnen het proces weer: - er ligt nu een 90% ambtelijke versie ter bespreking voor - de bespreking in GS was gepland op 12 november in GS en wordt nu 2 of 3 weken naar achteren geschoven. Ook de bespreking in PS wordt later, namelijk 18 december - de periode voorafgaand aan de zienswijze kan worden gebruikt om met elkaar bestuurlijk in overleg te gaan Van 8 januari t/m 19 februari ligt het document ter inzage en kunnen zienswijzen worden ingediend - bespreking van de reacties daarop vindt daarna plaats in PS - er is helaas weinig ruimte in het proces. Alles moet nu redelijk snel. Mw. De Bondt geeft aan dat er momenteel nog geen programma Mobiliteit ligt. Het programma zal redelijk beleidsneutraal worden aangezien het deels gaat om enkele meer abstracte noties over de huidige ontwikkelingen en deels om uitvoering. Alle afspraken in het MPI blijven van kracht Dhr. Wienen geeft aan dat de provincie – zoals afgesproken in het PHO Ruimte – de reactie van de regio (in de vorm van een annotatie) reeds heeft ontvangen. De hoofdlijnen daarvan zijn: - de regio maakt zich zorgen om de ontwikkeling van een regime van contouren naar BSD, met toetsing van de provincie aan het einde van het proces - hoe wordt daarin omgegaan met de huidige bestemmingsplannen? - wat zijn de financiële consequenties van wijzigingen van de bestemmingsplannen? - wat zijn de consequenties van nieuwe visie voor bepaalde gebieden zoals de Duin- en Bollenstreek?
1
- Aantal specifieke mobiliteitspunten, mede aangezien er nog geen programma ligt, zijn daar vragen over.
-
-
-
-
Reactie dhr. Veldhuijzen, ook op basis van de toegestuurde annotatie: we gaan sturing op contouren vervangen door sturing op programma’s. Huidig beleid is gericht op ruime contouren, maar we moeten toe naar realistische programma's . Is huidige beleid niet te veel van het goede? Rode contouren ademen het beeld van het eindbeelddenken. Verliezen daarom ook hun functie Heeft BSD het karakter van de rode contour karakter? Dat is niet de bedoeling, BSD is objectief en geen politiek besluit. BSD verandert in loop van de tijd en zal daarom regelmatig moeten worden vernieuwd. Status van bestemmingsplannen verandert niet, ook niet de rechten daarop. Onderbouwing met Ladder voor Duurzame Verstedelijking is niet nieuw. Locatie Valkenburg blijft gewoon overeind. Geldt ook voor de Duin- en Bollenstreek, Noordse Buurt en Oude Rijnzone. Provinciale inzichten over deze gebieden verandert niet, wel de manier hoe die te bereiken. Als afspraken strijdig zijn met huidig beleid zoals bv. in Oude Rijnzone betekent dat niet dat je geen ontheffing hoeft aan te vragen. Wat betreft de programmeringskant van de discussie: we staan ergens anders dan 4/5 jaar geleden. ‘Wonen’ is in deze regio geen kwantitatief maar kwalitatief vraagstuk, binnenkort volgen de nieuwe prognoses. Wijken niet zo veel af van huidige prognoses. Kwalitatieve ontwikkeling: meer huur, minder koop, meer ouderen etc. Je zou tot conclusie kunnen komen dat je een aantal geplande woningbouwlocaties niet moet ontwikkelen. Daarna moeten de bestemmingsplannen aangepast worden, op basis van de cijfers. Dat kan financiële consequenties hebben voor sommige gemeenten geen sturing meer op aantallen bij kantoren? Is politiek gezien ondenkbaar. Minder ruimte per werknemer, dus minder kantoren nodig. Bij leegstand geen nieuwbouw meer ontwikkelen is onzinnig, want er is wel enige vervangingsnieuwbouw nodig voor vervanging oude voorraad. Wel kijken hoeveel en wat voor nieuwbouw en ontwikkelen op een beperkt aantal locaties Opmerkingen over ontwikkeling van Bio Science Park en Spacepark die niet past in het beeld van kantoren- en bedrijventerreinen: daar wordt ambtelijk nog goed naar gekeken met nieuwe prognoses voor kantoren goed kijken hoe Kantorenstrategie er uit ziet en eventueel wijzigen, dan gesprek tussen regio en provincie bedrijventerreinen: daar verwacht de gedeputeerde een niet al te ingewikkelde discussie bij detailhandel structureel iets aan de hand, o.a. door internetverkoop. Dus niet te veel meters toevoegen en dat vooral doen in bestaande steden en kernen. Onderverdeling in categorieën en mogelijkheden. Provincie staat open voor discussie over waar wat moet komen en ook voor ideeën van bijvoorbeeld gemeente Katwijk over een saldobenadering.
Gedeputeerde De Bondt licht de ontwikkelingen toe bij verkeer en vervoer: - MPI blijft wat het is - Leiden-Utrecht staat in MPI en blijft daar ook gewoon staan - Netwerk afmaken Duinpolderweg en RijnlandRoute: flinke infrastructurele investeringen in de regio - ontwikkelingen ICT leiden ook tot aanzienlijke veranderingen in mobiliteit - verwachting is dat er niet al te veel nieuwe projecten (doorsnijdingen) zullen komen. Bij rijksbesluiten nemen we de ruimtelijke reserveringen op - ten aanzien van de N11: provincie ontwikkelt geen visie op een rijksweg, worden wel afspraken gemaakt over ongelijkvloerse kruisingen. Voor zover er al afspraken over zijn staan die in MPI. - OV: meer integratie tussen huidige systemen. Geldstromen worden aan elkaar gekoppeld. Provincie weet nog niet hoe dit vorm krijgt, hangt ook van afspraken met een regio af. Gaat in ieder geval om: - relatie met WMO: wat sluit het beste aan bij wensen van klanten? Er is betere service mogelijk, een beter product. Misschien komt er minder geld van het rijk. Nu focus op nieuwe concessie HWGO, daar gaan nieuwe afsopraken komen. Gedeputeerde de Bondt sluit kleine stapjes in andere concessiegebieden niet uit.
2
- naar welke regio gaat hoeveel geld heen binnen de provincie? Dat is geen goede discussie en de gedeputeerde wil daar dan ook van af. Gaat erom waar de grootste knelpunten liggen. -
fiets: van focus op knelpunten en opwaarderen van wat je hebt. Zou hierdoor meer aandacht voor bv. fietsstallingen kunnen komen, als daar behoefte/knelpunt ligt.
Eerste ronde reacties (Alphen aan den Rijn, Katwijk, Teylingen, Voorschoten, Leiderdorp, Nieuwkoop) Dhr. Wienen stelt voor een rondje te maken langs de bestuurders van de verschillende gemeenten en vervolgens na enkele reactie de provincie te laten reageren. Dhr. Hoekstra opent de volgende opmerkingen: - er bestaat zorg over samenwerking gemeenten en provincie - hij signaleert dat periode tussen 8 en 12 november kort is/was en heeft daar geen goed gevoel bij - er bestaat een groot verschil tussen wat we ervaren in gesprek met gedeputeerden en met ambtenaren, waarbij de laatsten geneigd zijn om alles aan da achterkant dicht te reguleren - Lijkt een grote onvoorspelbaarheid in te zitten over wat wel en niet kan aan ontwikkelingen buiten BSD. Het kan niet zo zijn dat er straks een wachtlijst ontstaat bij de provincie om over alle uitzonderingen te praten - hoe om te gaan met bestaande bestemmingsplannen: blijven die bestaan? Als ze over 3 jaar niet zijn gerealiseerd, moeten ze dan verplicht aangepast worden? - vroeger was er het denken in contingenten, nu sprake van programmering, is niet hetzelfde? Bedenkingen bij woningbouw: cijferdenken gaat voorbij aan de markt en de vraag. Ga dus niet op meerdere plaatsen hetzelfde programmeren. Daarnaast komt er ook grote druk op bestaande plannen, inclusief verantwoordelijkheden en financiële consequenties - in regio zijn afspraken gemaakt over kantoren: metrages en locaties. Kom ik nu in concepten niet tegen; er bestaat een fors verschil en door de regio aangewezen locaties ontbreken in provinciale visie - Groene Hart: zorgen om economische onderbouwing over openheid landschap en kansen benutten die er zijn (zoals biobased economy) Dhr. Udo pleit voor meer aandacht voor de Randweg Rijnsburg. Mw. de Bondt geeft aan dat de prioriteit ligt bij de RijnlandRoute en Duinpolderweg. De Randweg Rijnsburg wordt nog verkeerskundig beschouwd wordt bij de planstudie Duinpolderweg.
Dhr. Stuurman kan zich goed vinden in de reactie van dhr. Hoekstra. Hij vraagt specifiek hoe er straks wordt omgegaan met grondbeleid als rode contour verdwijnt Dhr. Blommers vraagt hoe om wordt gegaan met de zogenaamde groene contouren? Gelijk mee omgaan als binnen rode contouren? Wat worden consequenties voor landelijk gebied? Hoe omgaan met Landschapsontwikkelingsplan met nieuwe gebiedsindeling buitengebied? Dhr. Wassenaar vraagt hoe het zit met specifieke locaties als W4: daar zijn afspraken over gemaakt en er bestaan weinig andere ontwikkelmogelijkheden voor dat gebied. Ten aanzien van het winkelcentrum Winkelhof merkt hij op dat de grond voor 5 miljoen is verkocht. Voor de precisering van de plannen heeft de private partij waarschijnlijk meer tijd nodig dan de genoemde 3 jaar. Kan er opeens een termijn worden gesteld aan verantwoordelijkheid van overheden? Grote vraagtekens worden er gezet bij de actualiseringplicht van 3 jaar. Enerzijds lijkt dat in goed overleg te kunnen en gekoppeld te zijn aan de tienjaarstermijn voor bestemmingsplannen, anderzijds wordt het ingezet als dwangmiddel. Deze onduidelijkheid is voor gemeenten ongewenst. De toepassing hiervan moet in de visie en programma verhelderd worden. Waar zijn webwinkels wel toegestaan en waar niet?
3
Dhr. Melzer merkt op dat het goed is als de provincie leert van de concessie van het OV in Goeree-Overflakkee en Hoekse Waard. De provincie geeft aan daar ook zeker lering van te trekken. Dhr. Veldhuijzen gaat in op de gemaakte opmerkingen: -
-
-
-
-
-
-
We moeten af van alle regels en meer richting doelbepalingen en maatwerk. Met het stellen van doelen kan er echter ook discussie ontstaan. De manier waarop ambtelijk wordt geopereerd zal dus anders moeten worden. Dat vergt nieuwe werkwijzen. Uiteindelijk beslist natuurlijk het bestuur en niet de ambtenaren voorstel is om met VZHG te praten over de nieuwe vorm van omgangsregels zoals geformuleerd in het procesconvenant programmeringsdenken en contingenten: het huidige tijdsgewricht is er op gericht om de markt te volgen. We gaan als provincie niet te star om met programma's en kijken vanzelfsprekend wat de inschatting is van marktpartijen in bepaalde gebieden (zoals bij detailhandel) stem de ontwikkelingen regionaal met elkaar af en als dat klopt op hoofdlijnen (hoeft niet op vierkante meter) dan valt er over te praten. Op verschillende beleidsterreinen zullen we elkaar dan vinden. Daarmee neemt hij ook afstand van het denken in contingenten we stimuleren het proces om regionaal tot overeenstemming te komen. In teksten zullen we explicieter maken dat regionale visies de basis zijn voor beoordeling van bestemmingsplannen. Indien er geen regionale afspraken zijn doen we doen we de beoordeling wel op bestemmingsplanniveau. bestemmingsplannen worden om de 10 jaar herijkt. De driejaarsregel is opgesteld om plannen in gelid te laten lopen met ontwikkelingen zoals geconstateerd in de visie De provincie gaat niet betalen voor doorwerking regels Verordening in bestemmingsplannen. Planschade is echter niet groot als er geen vraag is. ten aanzien van planschade is in een advies van professor Bregman aangegeven dat voorzienbaarheid is gesteld op 9 maanden. Dhr. Hoekstra merkt daarbij op dat het gevaarlijk is voor gemeenten om dit zomaar te accepteren. Wie neemt de risico’s? Hier is momenteel nog geen jurisprudentie over. Gedeputeerde Veldhuijzen antwoordt dat als er planschade is, er kennelijk vraag is en dus geen probleem om behoefte aan te tonen. er wordt (ambtelijk) gekeken naar de afspraken rondom de W4 en wat er in visie en programma nog aangepast zou moeten worden om de eerder gemaakte afspraken goed te borgen. Gedeputeerde geeft ten aanzien van de casus Winkelhof aan dat als een ontwikkelaar hier na drie jaar nog steeds brood in ziet, hier natuurlijk geen streep door kan gaan. Tevens merkt hij daarbij op dat dat dan ook onderwerp van gesprek moet zijn in de regionale visie detailhandel
we verruimen de functionele mogelijkheden van het Groene Hart o.a. door meer mogelijkheden te bieden in voormalige bebouwing. werden de rode contouren gebruikt voor het laag houden van de grondprijs buiten de contour? De verwachting is niet dat er allerlei speculanten nu grond gaan kopen buiten de rode contour. We kijken daar nog serieus naar. Gemeenten moeten er straks een functie aan geven, dan krijgt een locatie pas waarde Beschermingsregimes buitengebied worden niet strenger Straks mag je juist meer, zoals bij EHS en Kroonjuwelen kleinschalige bebouwing passend bij de functie (inpassen). En in de 2e categorie gebieden bv het bouwen van een woning (aanpassen). Het regime is juist vereenvoudigd en verruimd als reguliere detailhandel dient te overleven, dan is het juist via webwinkels. Afhaalplekken buiten detailhandelstructuur worden niet meer toegestaan. Dat is een beleidswijziging; het toestaan van webwinkels op bedrijventerreinen wordt daarmee terug gedraaid.
Tweede ronde reacties (Oegstgeest, Nieuwkoop, Zoeterwoude, Rijnwoude, Noordwijkerhout, Lisse en Hillegom) Mw. Tönjann vraagt of het nieuwe Life Science and Health park straks nu valt onder voorraad bedrijventerreinen. Een andere vraag betreft de locaties Nieuw Rijngeest en MEOB waarvan een update van het bestemmingsplan in 2015 is gepland. Volgens de nieuwe regels komt de gemeente vervolgens in de problemen als daar in de praktijk niets wordt gerealiseerd. Klopt dat?
4
Mw. Veninga signaleert dat er binnen de regio brede consensus bestaat over de door de regio aangedragen opmerkingen en bedenkingen, zoals geformuleerd in de annotatie. Ze deelt de zorgen zoals geuit door dhr. Hoekstra. Bij de provinciale ambtenaren ziet ze een groot enthousiasme om te komen tot een geweldig nieuw instrumentarium om te voldoen aan de provinciale visie. Het zou echter beter zijn om die energie in te zetten om te praten met gemeenten over wat er daar voor plannen leven. En hoe er gezamenlijk opgetrokken kan worden. Een soepel overgangsregime is belangrijk. Er is druk om alles regionaal afstemmen. We hebben regionaal afgestemde visies, maar de vraag is dus of die passen binnen provinciale lijn. Bij regionale woonvisie kan wel eens iets anders uitkomen dan aanvankelijk gesteld in programmatische cijfers van gemeenten. Wat gebeurt er dan? Mw. Ates vraagt zich af of de provincie niet veel te gedetailleerd bezig is. Welke zekerheden krijgen gemeenten straks dat gemaakte afspraken ook nagekomen worden? Eerst zijn er grootse plannen, waarin we meer moeten bouwen en ontwikkelen, zoals een W4. En nu bouwen we straks te veel. Dhr. Haarman steunt de opmerkingen met Hoekstra wijst de provincie ook op eerder gemaakte afspraken, en in het bijzonder op die in de Oude Rijnzone. Dhr. Knapp geeft aan onder de indruk over wat er is gepresenteerd in de Duin- en Bollenstreek met het herstructureringsproces, gestuurd door ISG en GOM. Met de door de provincie voorgestelde nieuwe visie wordt de juridische zekerheid onder ons systeem uitgehaald. De bezwaren daartegen staan in het manifest van de Bollen6 dat reeds is overhandigd aan de provincie. De provincie benoemt het instrument maatschappelijk tegenprestatie. We gaan toe naar een overgangssituatie met het ISG als overgangsinstrument. Mw. Kroon ondersteunt dhr. Knapp in zijn opmerkingen. Daarnaast vraagt ze aandacht voor het voorstel om de PDV Noordelijke Bollenstreek in Lisse te schrappen. Gegeven de ontwikkelingen in dit gebied is het juist goed om deze locatie in de lucht te houden. Dhr. Ten Hagen zet vraagtekens bij de gehanteerde sturingsfilosofie: waarom zou de provincie het beter weten dan gemeenten? Dhr. Veldhuijzen gaat in op de gemaakte opmerkingen en gestelde vragen: -
dat de provincie anders handelt is een gevolg van andere tijden, andere ontwikkelingen en marktveranderingen
wat is de sturende werking van de provincie? Wij roepen niet harder dat iets terug moet naar regio of gemeenten. We staan samen voor een probleem. De sfeer alsof wij de boosdoeners zijn is een vertekening van de werkelijkheid. We begeleiden dat als overheden vervolgens elk op onze eigen manier in planologisch beleid. Desgevraagd geeft hij aan dat provincie niet alleen op provinciaal niveau stuurt maar met regionale afstemming en regionale visies ook inspeelt op regionale schaal In de daaropvolgende discussie over plancapaciteit merkt dhr. Hoekstra op dat plancapaciteit irrelevant is: het gaat er om waar er vraag is en wat markt wil. In de regio Holland Rijnland is niet zo veel uitwisseling tussen bijvoorbeeld de Rijnstreek en de Duin- en Bollenstreek. Naar aanleiding van een opmerking van dhr. Veldhuijzen over woningbouwcijfers in Noord-Holland vraagt dhr. Vissers of er inderdaad uit nieuwe cijfers blijkt dat er niet zo veel overloop is vanuit Noord-Holland. Als dat zo is kan dat effect hebben voor de woningbouw in de gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek en ook met de relatie met de Duinpolderweg. Een gezamenlijk overleg hierover is dan wenselijk. Dhr. Uit den Boogaard geeft aan als portefeuillehouder economische zaken teleurgesteld te zijn over het feit dat de provincie de bedrijventerrenen- en kantorenstrategie niet heeft overgenomen in haar visie. Hij mist aandacht voor de recreatieve ontwikkelingen in het Plassengebied. Is er nog een provinciale visie op recreatie? Er is veel aandacht voor Groenblauwe Diensten en te weinig voor de agrariër.
5
Dhr. Vroom heeft als wethouder Verkeer en Vervoer de ruimtelijke discussie aangehoord; er is vanuit de gehele regio kritiek op de gehanteerde principes, waarbij elke gemeenten haar eigen lokale voorbeelden aandraagt. Het is goed dat zowel Ruime als Mobiliteit straks in een document worden opgenomen. Dhr. Strijk kan zich goed vinden inde analyse en de grote lijnen van het voorliggend concept. Hij is blij met een provincie die ruimte wil bieden en wil samenwerken. De gehanteerde vier rode draden worden ondersteund. Zorg over de vraag of de concentratie in stedelijk gebied niet leidt tot een gebrek aan vitaliteit in de landelijke kernen. Dhr. Den Ouden vraagt aandacht voor de oost-west verbinding waarin met name de relatie tussen weg en OV nog nadere uitwerking behoeft. Mw. De Bondt geeft aan niet opeens veel meer toe te gaan staan. Het MPI is net bekrachtigd en in de nieuwe werkwijze vindt er eens per jaar (in april) discussie plaats over de projecten. De relatie tussen ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteit zal in de toekomst steeds meer plaats gaan vinden in de keuze en onderlinge relatie tussen locaties, infra, OV, pendel etc. Dhr. Veldhuijzen geeft in zijn reactie aan: - er wordt nog gekeken naar specifieke bedrijfslocaties voor kennisclusters als Space en Life, Science and Health en de consequenties daarvan - in deze regio voldoet extra realisatie van bedrijventerreinen in de meeste gevallen aan een behoefte - een overgangsregime voor het afschaffen van de rode contour? Vraag daarbij is wat de effecten zijn van deze afschaffing die eerder een verruiming betekent van de mogelijkheden, ook in het buitengebied. Er is dus geen noodzaak voor een overgangsregime - ISG blijft gewoon bestaan - woningen in het buitengebied (600 Greenportwoningen): bestemmingsplan voor maken en Ladder voor duurzame verstedelijking toepassen. Ambtelijk advies is om deze uitzondering op te nemen in de verordening. Is dat nodig? Ze komen in ieder geval in het Programma Ruimte te staan. - Provincie Noord-Holland weet nog niet wat de nieuwe behoeftencijers zijn en wat de relatie is tussen de woningen in de Westflank en de gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek. Er wordt van uitgegaan dat die behoefte nog bestaat. Vraag is ook hoe de woningen voor de Noordvleugel zich verhouden tot de noodzaak voor de Duinpolderweg - uit onderzoek blijkt dat er geen duidelijke behoefte is voor een PDV-locatie Noordelijke Bollenstreek - er is niet één woningmarkt voor Holland Rijnland, maar er is wel één bestuurlijke regio. In de woonvisie kan de regio opgesplitst worden in subregio's - het laatste wat we als provincie willen is een stringente juridische/planologische benadering van de gewenste ontwikkelingen - de gebiedsprofielen zijn een handreiking met beschrijvingen, bruikbaar voor provincie en gemeenten. Dat is wat anders dan de gebiedscategorieën, die een beperkingsregime weergeven. - Over de relatie tussen het Plassengebied en recreatie wil de provincie graag (ambtelijk) over doorpraten (ambtelijk). Andere, aanvullende visies blijven gewoon van kracht, alleen de ruimtelijke consequenties daarvan zijn opgenomen in de nieuwe VRM - Er bestaat een sterke relatie tussen ruimte en economie, ook in de provinciale visie, de gedeputeerde zegt toe na te gaan of de economische functie van de agrariërs goed in de stukken staat. - De bevolkingsgroei in Zuid-Holland speelt zich af in stedelijk gebied. Gebrek aan vitaliteit is in eerst instantie een taak van gemeenten. De provincie heeft daar wel mee te maken, bijvoorbeeld met op het gebied van OV en ruimtelijke keuzen Dhr. Wienen geeft aan dat het een nuttige gedachtenwisseling is geweest die een duidelijk beeld geeft hoe de provincie een aantal ontwikkelingen voor zich ziet en hoe de regio en gemeenten daar tegen aan kijken. Ook zijn er afspraken gemaakt om (ambtelijke) enkele zaken door te spreken.
6
3. Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad 2040 Voor dit agendapunt is nauwelijks meer tijd. Er blijken ook geen opmerkingen of vragen te zijn. De voorzitter sluit de vergadering.
7
Toezeggingen Provincie Bestuurlijk Overleg VRM Holland Rijnland Bestuurlijk overleg op 8 november 2013 Bestuurlijke toezeggingen vanuit de provincie: Algemeen en Ruimtelijke Ordening: De wijze waarop de bestaande afspraken zijn geland in de visie/programma nagaan De vorm van omgangsregels tussen provincie - gemeenten (convenant VZHG) zal met deze sturingsfilosofie veranderen. Provincie zal met VZHG hierover in gesprek gaan Expliciet in visie opnemen dat provincie toetst aan de marktontwikkeling. Provincie verwacht dat de regionale visies dat ook doen. Scherper opnemen hoe provincie bestemmingsplannen toetst; regionale visies zijn hiervoor de basis. Indien er geen regionale visies zijn valt provincie terug op toetsing op bestemmingsplanniveau. De bestaande (bestemmings-) plannen blijven gewaarborgd, wel dient de gemeente zelf goed te kijken of er nog wel een behoefte aan ten grondslag ligt Eerder is toegezegd (werkbezoek Bollenstreek) om voor de Bollenstreek onderzoek te doen naar het warm worden van grond door afschaffing van contouren. Het door de Bollenstreek opgestelde manifest zal daarbij uitgangspunt zijn Plassengebied en recreatie: ambtelijk doorpraten of dit nu goed in de VRM zit Toets of economische component van de agrarische sector voldoende in de VRM zit. Gemeenten krijgen nadrukkelijk meer ruimte om zaken te realiseren op plaatsen waar dit nu niet kan (bv. educatiecentra in natuurgebieden, of kleine horeca bij recreatiegebieden Economie In ramingen thematische parken (Bioscience , Esa/Estec) meenemen. Nagaan of thematische kantoren nu goed in programma zitten Zijn de typeringen van detailhandel op deze wijze juist gecategoriseerd? Bij opruimen detailhandellocaties en nieuwe ontwikkeling is saldobenadering mogelijk Daarbij wel 'gelijk oversteken' Verkeer en Vervoer Gedeputeerde de Bondt gaat jaarlijks in gesprek over het MPI zij heeft de bereidheid getoond om ook over haar programma met de streek in gesprek te gaan overgaan naar knelpuntdenken waardoor ook geld gestoken kan worden vanuit verkeer in aanvullende maatregelen die een oplossing bieden zoals bijvoorbeeld fietsparkeren etc. Randweg Rijnsburg wordt opgenomen als reservering. Staat niet heel hoog op de prioriteitenlijst van de provincie. Bij de trace keuze Duinpolderweg wordt deze meegenomen Openstaande discussiepunten waarover geen bestuurlijke toezeggingen zijn gedaan en waarover nog geen overeenstemming is bereikt tussen regio en provincie:
Doel van een compact, hoogwaardig bebouwd gebied wordt gedeeld, maar middel roept fors vragen op Aandacht voor rechtszekerheid derden en planschade Overgangsregeling instellen Gezonde kantorenvoorraad Ruimte voor bedrijven Detailhandel: helderheid in proces en uitwerking Strikte beperking door hanteren van drie buitencategorieën Onduidelijkheid bij het instrument maatschappelijke tegenprestatie N11 als belangrijke schakel in het regionale netwerk Zorgen om OV in landelijk gebied Ontwikkelingen in stationsomgeving stimuleren Traject Leiden-Utrecht duidelijker neerzetten
Zowel over de bestuurlijke toezeggingen als over de openstaande discussiepunten wil de regio graag op korte termijn ambtelijk overleg met de provincie.
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
Aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag
Leiden: PM Kenmerk: PM
Contact: J.M. Ververs Telefoon: (071) 523 90 78 E-mail:
[email protected] Bijlage: 1 Onderwerp: concept zienswijze Visie Ruimte en Mobiliteit CONCEPT d.d. 29 januari (versie voor bespreking in PHO’s) Geacht college,
Met veel interesse hebben wij kennis genomen van de ontwerp Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) die ter inzage ligt voor de inspraak. Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid om te reageren door middel van deze zienswijze. In onze zienswijze zult u de kern terugvinden van onze Position Paper, zoals wij die eerder opgesteld hebben voor de Bestuurlijke Tafel van 10 juni 2013. Ook zult u veel onderdelen herkennen van het overleg dat gedeputeerden Veldhuijzen en De Bondt hadden met onze portefeuillehouders op 8 november 2013. Wij hadden na deze bestuurlijke overleggen graag gezien dat een zienswijze niet nodig was geweest en dat veel van onze opmerkingen waren geland in de VRM. Helaas is dat niet het geval en zijn we genoodzaakt om terug te grijpen op dit reactieve middel. Als regio Holland Rijnland sturen we namens de 14 deelnemende gemeenten één zienswijze. Naast deze zienswijze zullen ook de Duin- en Bollenstreek (Bollen 6) en de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiderdorp, Nieuwkoop, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude, een eigen, lokale zienswijze indienen. Deze zienswijzen zijn te beschouwen als aanvullend op onze regionale zienswijze en gaan meer in detail in op de consequenties voor het specifieke gebied of gemeente. We gaan allereerst in op de sturingsfilosofie en het proces van de VRM, vervolgens op de kracht van onze regio en haar inliggende clusters. We sluiten af met zienswijzen per thema. In bijlage 1 geven we een grote hoeveelheid detailopmerkingen weer ten aanzien van de tekst en het gehanteerde kaartmateriaal. Kernpunten zienswijze 1. Sturingsfilosofie uit Koersnotitie komt onvoldoende terug in VRM De ontwerpvisie die nu voorligt is een uitwerking van de eerder door u vastgesteld Koersnotitie. In deze Koersnotitie wordt in hoofdstuk 3 (p. 6) de sturingsfilosofie van de provincie geschetst: In de visie Ruimte en Mobiliteit schept de provincie ruimte voor maatschappelijk initiatief en ondernemerschap, die een bijdrage leveren aan de koers die de provincie wil varen op het gebied van ruimte en mobiliteit. Een provincie die meer gesprekspartner is, die meedenkt en meedoet, ruimte biedt aan initiatieven vanuit onderop en actief de samenwerking aangaat met verschillende partijen. Deze opstelling sprak ons – en zoals wij merken ook andere gemeenten en regio’s - aan en was veelbelovend als opmaat naar de nieuwe visie. Dit kwam ook tot uiting in het interactieve proces tot aan de zomer van 2013.
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
Wij moeten helaas constateren dat in uw visie deze nieuwe sturingsfilosofie een te bescheiden plek krijgt. De visie ademt dit nog enigszins uit, de programma’s Ruimte en Mobiliteit al minder en de Verordening is op veel onderdelen restrictief. Er wordt op veel thema's stringent gestuurd op aantallen en cijfers (vergelijkbaar met de contingenten uit het verleden), zonder differentiatie naar gebieden. Dat is in tegenspraak met uw eigen sturingsfilosofie en verleidt (markt)partijen niet om te gaan investeren. Hieruit spreekt niet het vertrouwen dat gemeentelijke overheden een verantwoorde afweging maken en dit doet dan ook geen recht aan de autonomie en verantwoordelijkheid van de gemeenten. Wij hebben begrip voor de rol van de provincie en het behartigen van haar provinciale belangen. De vorm en het instrumentarium waarvoor nu is gekozen is echter verouderd en past niet bij de nieuwe, beleden sturingsfilosofie. Wij verwachten van de provincie dat zij de regio en de gemeenten serieus neemt en met haar in gesprek gaat. Wij pakken de opgaven die er liggen graag gezamenlijk op. 2. Proces rondom VRM stokte na de zomer Van begin 2013 tot aan de Koersnotitie was het proces rondom de VRM interactief. Na het verschijnen van de Koersnotitie werd het interactieve karakter een stuk minder. Zo werd bijvoorbeeld het Programma Mobiliteit pas na besluitvorming door Gedeputeerde Staten vrijgegeven, zodat alleen een reactie via een zienswijze restte. Het proces had ons inziens aan kracht en kwaliteit gewonnen als ik bij de totstandkoming van de conceptteksten gemeenten en regio’s intensiever waren betrokken. . Dit vinden wij een gemiste kans en niet in lijn met uw nieuwe sturingsfilosofie. Wij verzoeken daarom om na de zienswijzeperiode goed de tijd te nemen om met de belanghebbenden in de gesprek te gaan. 3. Aanpassingstermijn regionale visies kort U geeft in het programma Ruimte (p. 3 en p. 5) aan van de regio te verwachten op 1 juli 2015 de aangepaste regionale visies voor wonen, kantoren, bedrijventerreinen en detailhandel te hebben aanvaard. Als regio oriënteren wij ons momenteel nog op de vorm die onze regionale visies de komende periode zullen krijgen. Inhoudelijk liggen de grote lijnen van onze regionale visies al redelijk vast. Wij verzoeken u om hier de komende periode rekening mee te houden en de mogelijkheid voor overleg en afstemming tussen gemeenten, regio en de provincie open te houden. Daarnaast gaan wij er van uit dat in het jaarlijkse proces van herziening van de provinciale structuurvisie wij als regio onze inbreng in kunnen inbrengen op de VRM. 4. Consequenties van VRM voor Holland Rijnland en haar inliggende clusters In onze position paper van juni 2013 hebben wij de kracht van onze regio geschetst. Holland Rijnland is een strategisch gelegen en krachtige regio met actieve ondernemers, overheden en instellingen. Deze kracht willen we behouden en verder ontwikkelen. De ontwerp VRM versterkt slechts ten dele deze kracht maar perkt de potenties op andere delen weer in. Per cluster belichten we hieronder de consequenties van de door u voorgestelde keuzen (die in het volgende deel van de zienswijze meer thematisch uitgewerkt worden): Voor de Duin- en Bollenstreek heeft de nieuwe VRM grote negatieve consequenties. De voorgestelde regeling over het verdwijnen van de rode bebouwingscontouren pakt op twee wijzen verkeerd uit: voor de vitalisering van het bollencomplex en het landschap en voor het adequaat accommoderen van de subregionale en bovenregionale woningbehoefte. Immers, door de VRM kunnen in principe allerlei locaties buiten de BSD weer voor verstedelijking in discussie komen. Alleen al het feit dat de mogelijkheid gaat ontstaan voor discussie over andere verstedelijkingsopties, is funest voor de noodzakelijke voortgang van de herstructurering van de Greenport. Het wakkert grondspeculaties aan met prijsopdrijvende effecten, waardoor kavelruil moeilijker uitvoerbaar wordt. De investeringsbereidheid bij bollenondernemers zal afnemen, doordat andere functies in beeld komen. Hierdoor dreigt het werk van de GOM, dat juist gebaat is bij planologische rust en lage grondprijzen, te stagneren. De gewenste woningbouw zal mogelijk stilvallen of onnodig vertragen. En met het voorgestelde korte termijnbeleid wordt geen rekening gehouden met al bestaande lange termijnafspraken met marktpartijen. Kortom, de VRM raakt de Duin- en Bollenstreek in het 2
hart. Het is goed dat uw gedeputeerde met steun van de Statencommissies heeft besloten om samen met de Duin- en Bollenstreek te komen tot gebiedsgericht maatwerk; De consequenties voor de Rijn- en Veenstreek zijn ook groot. Dat heeft te maken met het loslaten van de rode contouren en het sturen op Bestaand Stads- en Dorpsgebied (BSD). Voor de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem heeft dit consequenties voor hun ontwikkelingscapaciteit, met name voor de woningbouwlocaties, die binnen de rode contour lagen, maar nu buiten BSD. Hoe reageert de markt hier op? Daarnaast nodigt de provinciale visie weinig uit om van dit gebied een interessant ondernemingsklimaat te maken, dat uitnodigt tot investeren: economische ontwikkeling in het Groene Hart wordt enkel toegestaan als dit past bij het veenweidelandschap, waarbij de inzet het open houden van het landschap is. Alleen voor nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven zijn de mogelijkheden toegenomen. Er wordt geen rekening gehouden met de maatschappelijke en economische dynamiek in het gebied, de effecten van natuurlijke processen in het landschap zoals veenoxidatie, bodemverzakking en verzilting of de gevolgen van het nieuwe Europese landbouwbeleid voor agrarische ondernemers: allemaal zeer (beeld-)bepalende factoren die niet stroken met het conserverende beleid in de VRM; Voor de Leidse regio is de impact minder groot. De versterking van de knooppunten in de hoogstedelijke zone langs het logistieke as Leiden en Dordrecht wordt door deze stedelijke gemeenten over het algemeen als een logische gezien. Het is van regionaal belang dat bij een concentratiebeleid van voorzieningen, woningen en bedrijvigheid Holland Rijnland een krachtige en aantrekkelijk regio blijft. Dat raakt direct aan de belangen van Leiden. Maar ook aan de grotere agglomeratie Katwijk, Oegstgeest, Teylingen, Leiderdorp, Zoeterwoude en Voorschoten. Het functioneren van Leiden als aantrekkelijke stad is direct verbonden met de vitaliteit van omliggende gemeenten.
Daarnaast vragen wij aandacht voor het feit dat de provincie Zuid-Holland deel uitmaakt van een groter gebied, waarbij gedacht dient te worden aan de relatie met Noord-Holland en Utrecht (de Randstad), maar ook met Brabant en Zeeland. Wij zijn als regio vooral gericht op de Amsterdamse regio, Haarlemmermeer (met Schiphol) en Utrecht gezien de functionele relaties die er bestaan. Zienswijze per thema Achtereenvolgens worden hier enkele algemene opmerkingen geplaatst en wordt ingegaan op thema’s in de volgorde zoals deze worden behandeld in de VRM: Mobiliteit en bebouwde ruimte, Kwaliteit van landschap, groen en erfgoed en Water, bodem en energie. 1. Algemeen Omgangsregels provincie en gemeenten actualiseren en aanscherpen Doordat in de VRM bepaalde ontwikkelingen pas gerealiseerd kunnen worden na ontheffing door GS, is het aangaan van het gesprek tussen gemeenten, regio en provincie van groot belang. Momenteel zijn er omgangsregels geformuleerd in het convenant tussen provincie, regio en de VZHG. Dit convenant is met deze nieuwe VRM achterhaald. Een belangrijk punt voor de gemeenten in Holland Rijnland zijn de termijnen waar gemeenten en provincie zich aan moeten houden. Ons verzoek is daarom om op korte termijn een nieuw convenant op te stellen tussen provincies en gemeenten en hier de beleidswijzigingen en procedures vanuit de VRM goed in mee te nemen. Onze gemeenten willen graag actief bij de ontwikkeling van dit convenant worden betrokken. Instellen van een overgangsregeling In de verordening staat dat gemeenten binnen 3 jaar de bestemmingsplannen aangepast dienen te hebben (artikel 3.3, p. 20). De overgang van het huidige regime met rode contouren naar het nieuwe systeem met BSD is erg ingrijpend voor het ruimtelijk beleid. Ook worden bestaande plannen doorkruist en wordt de beleidsruimte van gemeenten ingeperkt. Het kan niet zo zijn dat 3
als gemeenten nu niet snel anticiperen op het nieuwe regime de provincie na drie jaar ingrijpt. Op basis van het bestemmingsplan hebben gemeenten kosten gemaakt om de grond bouwrijp te maken of contracten gesloten met derden. Door het eenzijdig schrappen van deze locaties toont de provincie zich een onbetrouwbaar partner. Als deze benadering toch wordt doorgezet is tenminste een overgangsregeling wenselijk. Mogelijkheid planschade De provincie wil bij het stringent toepassen van BSD ook over gaan tot het laten schrappen van bestemmingsplannen, wanneer deze niet binnen drie jaar zijn aangepast. De regio vindt dat geen verstandig en haalbaar beleid. Wanneer dat beleid wel door wordt gezet zullen belanghebbenden van zich doen spreken. Wie draait hierbij dan op voor de planschade? Is dat de provincie? Hier wordt niet over gesproken in de VRM. Waar mogelijk zullen gemeenten zich beraden om schade door dit beleid op de provincie te verhalen. Wij verzoeken de provincie om goed de consequenties te onderzoeken van het stringent toepassen van BSD voordat tot implementatie over wordt gegaan. Niet voorbarig schrappen in de plancapaciteit De regio Holland Rijnland is een aantrekkelijk woonregio. Dat willen we graag zo houden. De meest recente woningbehoeftecijfers geven aan dat er tot 2019 en ook daarna nog een behoorlijke vraag bestaat aan wonen, dus aan woningbouw. De provincie lijkt nu vooral in te zetten op het schrappen van overbodige plannen, vooral buiten BSD. Wij pleiten hier nadrukkelijk voor om hier niet te voorbarig te schrappen in de plancapaciteit. Zonder uitputtend te zijn willen we hier pleiten voor het behoud van plancapaciteit voor grote woningbouwplannen die (deels) buiten BSD zijn gesitueerd: Valkenburg, Bronsgeest, Offem-Zuid, Nieuw Rhijngeest, Braassemerland en woningen in Nieuwkoop ten behoeve van de Noordse Buurt. Afspraak over ‘warm worden grond’ in de Duin- en Bollenstreek In het bestuurlijk overleg van 8 november is door de provincie toegezegd dat er een onderzoek plaats zal vinden naar het mogelijk ‘warm worden’ van de grond in de Duin- en Bollenstreek bij het loslaten van de rode contouren. Gemeenten noch de regio zijn tot nu toe betrokken geweest bij dit onderzoek. Wij wachten met belangstelling de resultaten van dit onderzoek af. 2. Mobiliteit en bebouwde ruimte Vitale Greenport Duin- en Bollenstreek Tussen provincie en gemeenten in de Duin- en Bollenstreek is afgesproken om de komende maanden samen tot een voor beide partijen werkbaar maatwerk te komen binnen de VRM. Op die manier worden alle knelpunten in dit gebied integraal opgelost en wordt een effectief instrument geboden voor de realisering van de belangrijke opgaven. Centrale opgaven in dit gebied zijn: Verbetering van de kwaliteit van het landschap (open maken, opschonen verrommeling, aanbrengen landschapselementen). Herstructurering en vernieuwing van het bollen- en bloemencluster. Accommoderen van de eigen behoefte aan wonen, werken en voorzieningen. Accommoderen van enkele gespecifieerde bovenregionale behoeftes, waarvoor bestuurlijke afspraken bestaan in het kader van de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek en Valkenburg. Voor de eerste twee aspecten is de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) opgericht, waarbij opbrengst van de bouw van Greenportwoningen een middel is om dit proces op gang te brengen en te financieren. De huidige regeling in de provinciale structuurvisie, met bebouwingscontouren en de bijbehorende Verordening Ruimte, is daarbij als relevant ervaren. De bebouwingcontouren zorgen voor duidelijkheid voor zowel de gewenste stedelijke ontwikkelingen als die in het 4
buitengebied. Belangrijk is dat door de ‘planologische rust’ de bereidheid te investeren in het bollencomplex en het landelijk gebied duidelijk toeneemt. Tevens ontstaat hieruit een dempende werking op de grondprijzen in het buitengebied. Dit bevordert het herstructureringsproces. Daarnaast bevatten de bebouwingscontouren de ontwikkelruimte die nodig is om de eigen stedelijke behoefte en de afgesproken bovenregionale behoefte te accommoderen tot 2030. Daarbij zal er op de korte termijn eerder sprake zijn van temporisering van ontwikkelingslocaties dan van het schrappen van overcapaciteit. Wij verzoeken u om in een open proces samen met de betrokken gemeenten doelgericht tot voor beide partijen werkbare resultaten te komen, met bovenstaande als uitgangspunt. Goed kijken naar de markt in plaats van stringent toetsen In uw sturingsfilosofie geeft u aan dat er ruimte geboden moet worden aan ontwikkelingen van onderop, vanuit de maatschappij en markt. Vanuit de vraagkant dus. Vervolgens worden er allerlei instrumenten ingezet waarbij achteraf wordt getoetst of deze ontwikkelingen in het buitengebied wel kunnen: de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’, maatschappelijke tegenprestaties, gebiedsprofielen en een kwaliteitskaart. Al de initiatieven moeten ook nog eens naadloos passen in sectorale regionale plannen voor wonen, kantoren, woningbouw etc. die door de provincie moeten worden goedgekeurd. Op deze wijze ontstaat er een ingewikkeld toetsingsproces waarbij het voor een initiatiefnemer uiterst moeilijk is om van tevoren in te schatten wat de kans van slagen is. Overheden dienen partijen juist uit te nodigen om initiatieven te nemen en niet van tevoren te ontmoedigen door ingewikkelde procedures. Wij verzoeken de provincie dit instrumentarium nog eens goed op haar merites te bezien en samen met de regio’s vooral te letten op de samenhang van het instrumentarium en toepasbaarheid in de praktijk. Ruimte voor regionaal maatwerk Holland Rijnland ondersteunt de aanpak in de VRM om regionale visies een centrale rol te geven in het beleid. Helaas moet er ook geconstateerd worden dat de regionale strategieën die onlangs zijn opgesteld zoals kantorenstrategie Holland Rijnland niet hebben geleid tot enige aanpassing in het provinciaal beleid. Holland Rijnland verzoekt de provincie een uitnodigend perspectief te bieden om gezamenlijk regionale visies op te stellen. Maatwerk bij het aanwijzen van locaties, hoeveelheid nieuwbouw en afwijkend beleid in verschillende regio’s is hierbij een basisvoorwaarde. Bij dit maatwerk moet ook beter gekeken worden naar de samenhang tussen beleidsvelden. Inzet op transformatie van kantoren of detailhandel is enkel mogelijk als er alternatieven worden geboden die wel mogelijk zijn, zoals wonen of groen. Sturen op kantorenvoorraad Uit het ontwerp VRM kan geconstateerd worden dat de regionale kantorenstrategie van Holland Rijnland niet overgenomen c.q. geaccepteerd is door de provincie. We pleiten er voor om te kijken hoe we werkbare afspraken kunnen maken over punten waar we verschillend tegen aan kijken. In de VRM staat het reduceren van nieuwbouw van kantoren centraal. Holland Rijnland pleit voor een benadering waarbij de totale kantorenvoorraad centraal staat. Om bedrijven te binden aan de regio moeten representatieve kantoorlocaties geboden worden op goede plekken. Mogelijkheden voor nieuwbouw zijn belangrijk om deze locaties te creëren. Holland Rijnland ziet daarom niets in een kantorenquotum waarmee de nieuwbouw van kantoren ook op goede locaties wordt beperkt. Wanneer toch voor een kantorenquotum wordt gekozen bepleit Holland Rijnland tenminste een vorm van kantoren- voor kantorenregeling op te nemen. Holland Rijnland deelt de visie in de VRM om kenniscentra de ruimte te geven zich verder te ontwikkelen. Holland Rijnland pleit ervoor de totale ruimte voor nieuwbouw van kantoren te verhogen wanneer kenniscentra (zoals het Bio Science Park) zich sneller ontwikkelen dan geraamd. Het kan immers niet zo zijn dat een succesvolle ontwikkeling van de kantoren rond 5
kenniscentra tot gevolg heeft dat in de rest van de regio geen kantoren meer gebouwd kunnen worden. Holland Rijnland roept op om W4 Leiderdorp en het Stationsgebied Alphen aan den Rijn op te nemen als kantoorlocaties in de VRM. Met betrekking tot de W4 Leiderdorp liggen er contractuele verplichtingen, ook met de provincie Zuid-Holland. In de kantorenstrategie van Holland Rijnland is stationsgebied Alphen aangeven als regionale kantoorlocatie. De gemeenten Alphen aan den Rijn heeft met 106.000 inwoners een centrumfunctie in het Groene Hart. Hierbij past een kantoorlocatie waarbij regionale kantoren zich op beperkte schaal kunnen vestigen. Het schrappen van stationsgebied Alphen aan den Rijn strookt ook niet met de gezamenlijke inzet van het Rijk, de provincie als de gemeente om de automobiliteit te verminderen door werklocaties zoveel mogelijk te situeren op OV-knooppunten. Ruimte voor bedrijven De regio ziet het vrijgeven aan gemeenten om functiemenging toe te staan op bedrijventerreinen in categorie 1, 2 en categorie 3a als een goede ontwikkeling. Wel maakt de regio zich zorgen over de eventuele verdringing van bedrijven zonder dat er ruimte voor alternatieve locaties geboden wordt. Het beschikbaar houden van voldoende ruimte voor bedrijven blijft belangrijk. In de VRM wordt gesproken over monitoring. Wij pleiten voor een nadere uitwerking van deze monitoring, in samenwerking met de regio’s. En inclusief mogelijk te nemen acties wanneer er sprake is van verdrijving van bedrijven. Detailhandel Holland Rijnland sluit aan bij de visie in de VRM dat verspreide winkels geconcentreerd moeten worden in de bestaande centra. Wat ons betreft horen de PDV-locaties ook bij de bestaande centra. Ook in de VRM maken deze locaties onderdeel uit van de detailhandelshoofdstructuur (pagina 28). De VRM biedt in de huidige tekst echter geen enkel perspectief aan deze locaties en lijkt aan te sturen op een koude sanering, wetende dat de meeste PDV-locaties momenteel moeizaam functioneren. Het nu geheel vrijgeven van de vestiging van grote (>1000 m²) bouwmarkten en tuincentra draagt ook niet bij aan een mogelijke versterking van deze locaties. Binnen de regio Holland Rijnland worden op dit moment afspraken gemaakt die enige ondersteuning bieden aan de positie van de PDV-locaties in de regio. Met deze afspraken wordt het mogelijk ook enkele, andere expliciet benoemde winkels op deze locaties toe te laten. Holland Rijnland vraagt de provincie deze afspraken te respecteren. De VRM streeft per saldo een afname van winkelaanbod m² in centra buiten de hoofdstructuur na. Kwantitatieve toename is mogelijk op voorwaarde van sanering van aanbod elders. Als intentie kan Holland Rijnland dit steunen. De regio wil inzetten om ook de dorpscentra buiten de hoofdwinkelstructuur in de VRM levendig te houden. Beperkte toevoeging van m² aan winkels kan hierbij soms nodig zijn om de winkelstructuur in dorpscentra te verbeteren. Daarnaast stelt Holland Rijnland voor de saldobenadering bij toevoeging van m² detailhandel buiten de hoofdwinkelstructuur niet te dogmatisch op te vatten. Een principe van gelijk oversteken zorgt voor forse extra kosten bij nieuwe ontwikkelingen omdat actief verspreide detailhandelslocaties moeten worden aangekocht. Vice versa is deze regeling een rem op de natuurlijke transformatie van verspreide detailhandelslocaties omdat het aantal m² aan detailhandel volgens het gelijk oversteken principe een ‘verzilverbare’ status krijgen. Holland Rijnland ziet bij nieuwe ontwikkelingen meer in een winkelconcentratieplan waarin met meerdere type maatregelen gestimuleerd wordt dat verspreide winkels zich concentreren en de oude locatie van bestemming wijzigt. Maatregelen hierin kunnen zijn een ‘uitsterfregeling ‘ opnemen in het bestemmingsplan, verruimen van de transformatiemogelijkheden, een eerste optie tot huur voor bestaande winkeliers en eventueel een verhuispremie.
6
In de VRM worden afhaalpunten alleen toegestaan op detailhandelslocaties. Daaronder verstaat de regio ook PDV-locaties. Doel van dit beleid is de bestaande detailhandelslocaties te beschermen. Wij vinden de bescherming van de huidige detailhandelslocaties ook belangrijk, maar willen niet voorbijgaan aan de behoefte van zowel consumenten als ondernemers om op goed bereikbare plekken afhaalpunten in te richten. Naar onze mening wordt een beter evenwicht gevonden door de mogelijkheden voor afhaalpunten te verruimen op de volgende wijze: Ondergeschikt afhaalpunt bij bedrijven dat gekoppeld is aan de werkzaamheden van het bedrijf. Er worden beperkende eisen voor het afhaalpunt opgenomen met maximale m². Afhaalpunten langs high traffic locaties zoals N- of Rijkswegen. PDV-locatie Noordelijke Bollenstreek In het ontwerp VRM is de PDV-locatie Noordelijke Bollenstreek als zoeklocatie geschrapt. De provincie geeft aan dat er in de Noordelijke Bollenstreek ruimte is voor perifere detailhandel, zonder daar de status van PDV-locatie (met wooninrichting) aan te verbinden. Daarover gaan de betrokken gemeenten graag met u in gesprek. Ondanks de economische recessie heeft het DPO (distributie planologisch onderzoek) aangegeven dat clustering van perifere detailhandel voordelen biedt ten opzichte van individuele vestiging. De locatie Meer en Duin/Hillegom Zuid biedt ruimtelijk goede mogelijkheden, goede bereikbaarheid en een centrale ligging in de Noordelijke Bollenstreek. De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek zetten actief in op innovatie d.m.v. realisatie Flower Science Center en economische agenda Greenport. Dit zal potentieel kunnen leiden tot meer kennisintensieve bedrijvigheid en behoefte tot vestiging in de streek. De locatie nu schrappen zou de situatie frustreren. Wij stellen voor de locatie op zijn minst te benoemen als locatie om verspreide detailhandel te concentreren zodat de noordelijke Bollenstreek in ieder geval uitwijkmogelijkheden behoudt. Aparte status Scienceparken Scienceparken in de regio Holland Rijnland (Bio Sience Park en Space Business Park) kennen een eigen specifieke ruimtelijke dynamiek die niet goed tot z’n recht komt in de VRM. De scienceparken moeten eenzelfde aparte status krijgen als de Greenports en Mainport in de VRM. In de VRM vallen ze afwisselend onder de thema’s Centra, Kantoren en Bedrijventerreinen. De scienceparken opereren en concurreren op een internationaal speelveld en niet op een regionaal speelveld. Het toepassen van het beleid dat gericht is op het kwantitatief beperken van planvoorraad op het gebied van kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en wonen is tegenstrijdig aan het creëren van het gewenste internationale topmilieu in deze gebieden. Op bestemmingsplanniveau zijn er onlangs nieuwe afspraken gemaakt voor het Bio Science Park die meer recht doen aan de aparte status van Scienceparken. Een volgend stap is om Kenniscentra en Science Parken ook in de VRM een aparte positie te geven zodat ze internationaal goed kunnen concurreren. Toevoeging van criterium leefbaarheid bij afweging (boven)regionale wegen In het Programma Mobiliteit worden voor (boven)regionale wegen drie punten genoemd om de urgentie te bepalen: congestiegevoeligheid, bijdrage aan de Zuid-Hollandse topsectoren en verkeersveiligheid (p. 7). In dit afwegingskader ontbreekt het criterium leefbaarheid, terwijl het tweede strategische doel als volgt luidt (p.3):“het verbeteren van de balans tussen mobiliteit en de kwaliteit van de omgeving, zodat mobiliteit veilig is, de omgeving leefbaar is en wordt bijgedragen aan energietransitie en ruimtelijke kwaliteit.” Het zou daarom logisch zijn om ook de term leefbaarheid toe te voegen als criterium bij het bepalen van de urgentie. N11 en A44 als belangrijke schakels in het regionale netwerk In de VRM gaat u uit van het beter benutten van het bestaande infrastructurele netwerk, waarbij het dan ook gaat om de wisselwerking tussen nationale, regionale en (boven)lokale infra. We missen in de VRM aandacht voor zowel de N11 als de A44 als belangrijke schakels in het regionale netwerk. Wij zijn ons er van bewust dat dit Rijksinfrastructuur is, maar gezien de 7
positie in het totale netwerk en de diverse (provinciale) opgaven in de N11-corridor en gekoppeld aan de A44 lijkt ons een visie op de toekomst van deze corridors van belang. Er lopen momenteel diverse projecten in de omgeving van de N11 (zoals de RijnlandRoute, ongelijkvloerse kruising burg. Smeetsweg, ongelijkvloerse kruising Leidse Schouw), die in nauwe samenhang met elkaar uitgevoerd dienen te worden. Ten aanzien van de Leidse Schouw zijn op dit punt ook bestuurlijke toezeggingen gedaan aan de gemeente Alphen aan den Rijn in het kader van besluitvorming rond het HOV-net Zuid–Holland–Noord. Ook in relatie tot de A44 spelen een aantal grote projecten zoals de RijnlandRoute, de ontwikkeling van de knoop Leiden-West, de ontsluiting van Flora Holland en de verdere ontwikkeling van het Bioscience Park. Daarnaast bestaat er regionaal al langer de wens om het snelheidsregime op de A44 te verlagen. Onduidelijk is nu echter wat de visie van het Rijk en provincie op deze corridors is en welke ruimtereserveringen in de toekomst nodig zijn om eventuele doorontwikkeling van deze corridors niet onmogelijk te maken. Graag gaan wij hierover in de komende jaren met u en het Rijk in overleg. Traject Leiden-Utrecht De voorziene werkzaamheden in het kader van het HOV-net Zuid–Holland Noord zijn in de visie opgenomen. Dit conform de afspraken met de regio en de gemeenten. Wij financieren hier als regio zelf ook aan mee gezien het regionaal belang van deze OV-corridor. Wij missen in de VRM een lange termijnvisie op de spoorverbinding Leiden – Utrecht. In het kader van Stedenbaan vindt de doorontwikkeling van de Lange Termijnspooragenda plaats. Hierin zien wij ook graag voor de periode na 2028 (na de realisatie van het Programma Hoogfrequentspoor) de volledige verdubbeling van het spoor op deze corridor opgenomen. Dit om uiteindelijk een volwaardig intercityproduct (kwalitatief en kwantitatief) met ondersteunende sprinters mogelijk te maken. Wij begrijpen dat het hier in eerste instantie een Rijksverantwoordelijkheid betreft, maar wij verkennen graag met u op welke wijze deze kwalitatieve impuls aan het OV kunnen agenderen. Zorgen om OV in landelijk gebied Wij maken ons zorgen om het openbaar vervoer in het landelijk gebied. Hoe wordt hiermee omgegaan, gegeven de huidige concessie in onze regio en in de toekomst? Wij begrijpen de behoefte aan het creëren van dikkere OV-lijnen. Dit past ook in onze eigen OV-visie. Wat ons betreft is er echter een maatschappelijk minimumniveau qua OV-ontsluiting voor de inwoners van onze regio. Daarmee samenhangend is in de provincie een discussie gaande over de relatie doelgroepenvervoer en OV. Een relevante ontwikkeling waar wij ons als regio ook op richten in het kader van de decentralisatie van de WMO. Onze regio wil bij de uitwerking hiervan nauw betrokken worden. Zeker waar deze discussie ook raakt aan het collectief vraagafhankelijk vervoer, waarvan de regio zelf concessiehouder is. Stationsomgeving Bij de ontwikkeling van stations zou de provincie niet vanuit een restrictieve rol moeten acteren, maar vanuit een aanjaagfunctie de ontwikkelingen rondom stationslocaties moeten stimuleren. Dit passend binnen het gezamenlijk beleid van de Stedenbaanpartners in de Zuidvleugel. Daarbij dient de provincie goed te kijken naar haar eigen instrumentarium en financiële mogelijkheden. Dan gaat het bijvoorbeeld om de OV-ontsluiting, maar ook om voorzieningen in ketenmobiliteit (bv. fietsenstallingen). Koppeling fiets en OV-netwerk In de VRM wordt verwezen naar een regionaal hoofdfietsnetwerk. Helaas zijn er momenteel treinstations die niet zijn aangesloten op dit netwerk. Gezien de (Stedenbaan-)ambitie om ketenmobiliteit te optimaliseren, zouden alle treinstations per definitie in het regionaal hoofdfietsnetwerk moeten zitten. De trein, als hoofdas van het OV, maakt dat reizigers geneigd zijn grotere afstanden per fiets af te leggen. En juist op de kleinere stations is het lagere OV vaak niet toereikend als voortransport. 8
Ontbreken fietssnelwegen In het programma Mobiliteit ontbreken bij de paragraaf Hoofdroutes fiets (paragraaf 2.1.4) de fietssnelwegen. Het upgraden van bestaande routes naar fietssnelwegen is van belang om de concurrentiepositie van de fiets te vergroten. Op gebied van reistijd en comfort wordt hiermee een alternatief voor de auto geboden op knelpunten in autoverkeer. Het upgraden van snelfietsroutes (waaronder de snelfietsroute Katwijk-Leiden) zou specifiek genoemd moeten worden in de VRM. Nieuwe oeververbindingen Gouwe In de visie wordt gerept over een project dat opgestart wordt ten aanzien van de nieuwe oeververbindingen Gouwe. In dit kader wijzen wij graag op het project Corridor N207 – Zuid dat een sterke (verkeerskundige) relatie heeft met deze oeververbindingen. Wij gaan er dan ook vanuit dat u deze twee projecten bij elkaar betrekt. Reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg Wij missen in de VRM een juiste reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg. Met de ruimtelijke reservering in de VRM willen we dat de Noordelijke Randweg Rijnsburg in de toekomst niet onmogelijk gemaakt wordt. De Noordelijke Randweg Rijnsburg is onderdeel van het regionale Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek. De Noordelijke Randweg Rijnsburg is een mogelijke maatregel op langere termijn (na 2020). Wij verzoeken u om de ruimtelijke reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg in de Visie Ruimte en Mobiliteit te wijzigen in het zoekgebied conform alternatief 3 in de Verkenning Graaf Floris V Route / Noordelijke Randweg Rijnsburg. Voor meer details hierover verwijzen wij naar een separate brief hierover die naar u wordt verstuurd. 3. Kwaliteit van landschap, groen en erfgoed Strikte beperking door hanteren drie gebiedscategorieën Er worden drie gebiedscategorieën genoemd. Hoe moeten wij deze plaatsen in relatie tot de gebiedsprofielen? Is het niet dubbelop en tegenstrijdig: aan de ene kant meer ruimte willen geven in het buitengebied wanneer dit iets toevoegt aan de ruimtelijke kwaliteit, aan de andere kant dit weer op slot zetten met de gebiedscategorieën? Bij de categorie ‘gebieden met topkwaliteit’ staat zelfs ‘een deel daarvan is zo kwetsbaar dat de meeste ruimtelijke ontwikkelingen zijn uitgesloten’. Is het niet juist hier relevant om op basis van het gebiedsprofiel tot maatwerk te komen? Het Hollands Plassengebied, de Nieuwkoopse plassen en de Haeck en Duin, Horst en Weide zijn gebieden met topkwaliteit, maar ook gebieden die zich toeristisch verder moeten ontwikkelen. Ook is het van belang agrariërs en landgoedeigenaren de ruimte te geven voor ontwikkeling. Zij dragen zorg voor het beheer van landschap, groen en erfgoed binnen alle gebiedscategorieën, maar moeten economisch rendabel kunnen werken om dit te blijven doen. Daarvoor zijn ook ruimtelijke ingrepen nodig. Onduidelijkheid bij het instrument maatschappelijke tegenprestatie Het instrument van maatschappelijke tegenprestatie is nog onvoldoende uitgewerkt. Er leven veel vragen bij gemeenten en ook vanuit Provinciale Staten is er in december veel kritiek over geuit. Zonder nu in detail op allerlei vragen in te gaan over dit thema, is ons voorstel om dit instrument te schrappen uit de VRM en eerst goed de tijd te nemen om dit instrument verder uit te werken en daarbij diverse aspecten in ogenschouw te nemen. Hierbij is het van belang om de diverse regelingen, die nu van kracht zijn op een goede manier in één regeling te laten landen: Ruimte voor Ruimte, Glas voor Glas, Rood voor Groen, fonds Ruimtelijke Kwaliteit. Ook vindt Holland Rijnland het van belang dat bij ontwikkelingen, die reeds lopen, niet een compensatieverplichting ontstaat, die er eerder niet was. Vanzelfsprekend zal een dergelijke uitwerking in nauwe samenspraak met de gemeenten plaats dienen te vinden. 9
Molenbiotoop Artikel 2.2.6 van de ontwerpverordening Ruimte stelt ten doel “te garanderen de vrije windvang en het zicht op de molen”. Wij zijn blij met de versoepeling van de bebouwingsregels binnen bestaand stads- en dorpsgebied. Deze gaat ons nog niet ver genoeg. Wij bepleiten bij molens binnen stadsgebied de molenbiotoopregels helemaal af te schaffen. Gemeenten maken dan bij stadsontwikkeling zelf een integrale belangenafweging, in overleg met belanghebbenden en de provincie. Zij krijgen de bevoegdheid voor besluitvorming. De gemeente is daartoe zelf goed in staat. 4. Water, bodem en energie Ontwikkelingen mogelijk maken in het Groene Hart De VRM zet vooral in op economische ontwikkeling in de stedelijke agglomeratie. Om de Randstad als geheel een internationaal sterke concurrentiepositie te geven, is het noodzakelijk dat ook in het Groene Hart ruimte is om in te spelen op sociaal-culturele en economische ontwikkelingen. Het Groene Hart heeft de potentie om – naast de rol als voedselproducent – een sterke positie in te nemen in de nieuwe duurzame economie, zoals nieuwe vormen van grondstoffenproductie en biobased economy. Het beschouwen van het Groene Hart als productielandschap vereist een proactieve houding van de provincie en een actieve samenwerking tussen de provincie en de Groene Hartgemeenten. De voorliggende provinciale visie is nog te beperkt en teveel gestoeld op de bestaande situatie. De transitie naar een productielandschap en de bijbehorende circulaire economie is een onmisbare stap op weg naar een concurrerende Randstadregio. Ook in de nieuwe visie worden agrariërs verantwoordelijk gemaakt voor het landelijk gebied. Om hun voortbestaan te garanderen, is ruimte voor innovatie noodzakelijk. De Groene Hartgemeenten hebben al jaren laten zien dat zij zorgvuldig omgaan met het Groene Hart. De provinciale visie nodigt echter weinig uit om van dit gebied een interessant ondernemingsklimaat te maken, dat uitnodigt tot investeren: economische ontwikkeling in het Groene Hart wordt enkel toegestaan als dit past bij het veenweidelandschap, waarbij de inzet het open houden van het landschap is. De leefbaarheid en vitaliteit van de dorpen is gebaat bij een sterke Groene Hart economie. Daarbij horen voorzieningen en aantrekkelijke woonmilieus om te voorzien in de eigen behoefte. In dat kader willen we opmerken dat de betrokken gemeente graag met de provincie in gesprek gaan over het aanwijzen van de Rijnstreek als ‘anticipeergebied bevolkingsdaling’. 5. Afsluiting en voorstel voor het vervolgproces Als afsluiting willen we aan u meegeven dat wij zien dat er veel werk is verzet bij deze ontwerp VRM. Ons valt echter tegelijkertijd op dat in de voorliggende conceptteksten een groot aantal fouten en inconsequenties is geslopen in zowel de tekst als de kaartbeelden. Het gaat hier om inconsequenties tussen de vigerende Provinciale Structuurvisie en de VRM waarvan onduidelijk is of het hier nu gaat om gewijzigd beleid. Maar ook om verschillen tussen teksten en kaarten in visie, programma en verordening. In bijlage 1 treft u daarom een bijlage met een grote hoeveelheid aan detailopmerkingen van zaken die onze regio raken. Tevens gaan wij er van uit dat in het vervolgproces punten die verkeerd op de kaart of tekst opgenomen zijn maar niet in zienswijzen opgenomen zijn, ambtelijk gewijzigd en afgedaan kunnen worden.
10
Wij zijn benieuwd naar uw reactie op onze zienswijze. Uit de omvang en aard van onze zienswijze kunt u opmaken dat het ontwerp van de Visie Ruimte en Mobiliteit grote consequenties heeft voor onze regio en dat dit ook een onderwerp is dat speelt in onze gemeenten. Wij gaan dan ook graag met u in gesprek over bovenstaande thema’s. Hoogachtend, het Dagelijks Bestuur Holland Rijnland, de secretaris,
de voorzitter,
R. van Netten
H.J.J. Lenferink
Bijlage 1: Opmerkingen Verordening Ruimte/Programma Ruimte en kaarten (separaat bijgevoegd)
11
Bijlage Opmerkingen Verordening Ruimte/Programma Ruimte en kaarten Concept 29 januari 2014 Kaarten Visie Ruimte en Mobiliteit In het rapport zijn kaarten opgenomen bij verschillende paragrafen. Deze kaarten hebben een andere legenda en vaak een andere geografische afbakening dan de kaarten bij de VRM in de planviewer. Dit werkt onduidelijkheid in de hand. Wij verzoeken de kaarten in de VRM te vervangen door de kaarten in de planviewer, of helemaal weg te laten uit het rapport. Op kaart 5 bij de VRM zijn de Greenports globaal weergegeven. Dit wijkt echter soms wel erg veel af van de realiteit. Wij verzoeken u de hele gemeente Katwijk op te nemen binnen het gebied van de Greenport Duin- en Bollenstreek. Wij verzoeken u de zuidelijke grens van de Greenport Aalsmeer buiten de EHS en de gemeente Alphen aan den Rijn te situeren en de grens op de provinciegrens met Noord-Holland weg te halen daar de Greenport Aalsmeer hier doorloopt. In de legenda en op de kaart van de Ruimtelijke Hoofdstructuur ontbreekt de Greenport Aalsmeer. De grotere glastuinbouwgebieden in deze Greenport vallen op deze kaart onder ‘overige glas’. Dit doet afbreuk aan het belang van Greenport Aalsmeer voor de regio. Wij verzoeken u de Greenport Aalsmeer, net als de andere Greenports in Zuid-Holland op te nemen in de legenda en de kaart van de Ruimtelijke Hoofdstructuur. Recreatiegebieden en kroonjuwelen kloppen op de kaart van de Ruimtelijke Hoofdstructuur niet met de begrenzing van deze gebieden op de kaarten van de VRM en/of met de Kwaliteitskaart. Tevens zijn alle gebieden met verblijfsrecreatie vervallen op de kaarten van de VRM. Wij verzoeken u de openlucht recreatiegebieden, de verblijfsrecreatiegebieden en de kroonjuwelen beleidsarm over te nemen uit de PSV en correct op alle kaarten aan te geven. Op de Kwaliteitskaart – laag stedelijke occupatie zijn de groene buffers deels weggevallen (Land van Wijk en Wouden en Hollands Plassengebied). Deze staan wel op de kaarten Ruimtelijke Hoofdstructuur en kaart 11. Stad en Land verbonden. Wij verzoeken u de Kwaliteitskaart hierop aan te passen. Op kaart 11 Stad en Land verbonden ontbreekt de arcering voor recreatiegebied rond de steden in de Oosteinderpolder (Hillegom), de Oostvlietpolder (Leiden) en de Boterhuispolder (Leiderdorp/Teylingen). Op deze kaart heeft het Natura 2000 gebied De Koepelduinen de status van stedelijk groengebied gekregen. Tevens lijkt de EHS niet overeen te komen met de onlangs herbegrensde EHS. De ecologische verbinding ten noorden van BSD van Noordwijk staat weer ingetekend dwars door het bollenteeltgebied. In 2010 heeft de provincie al toegezegd dit te veranderen bij een volgende herziening van de PSV naar een (smalle) ecologische verbinding langs de weg van Leeuwenhorst naar de duinen. Wij verzoeken u de hierboven genoemde correcties op de kaart door te voeren. Programma Ruimte Het is onduidelijk wat de status is van de kaart met woningbouwlocaties buiten BSD in het Programma Ruimte, omdat deze kaart niet is opgenomen in de plannenviewer van de provincie. Wij verzoeken u de kaart met woningbouwlocaties buiten BSD op te nemen in de planviewer. 1 Behoefteramingen. (paragraaf 2.2.2) De provincie vraagt om de regionale woonvisie iedere drie jaar te herzien. Dit vinden wij vrij ambitieus en is misschien ook niet nodig. Het is wellicht beter het woningbouwprogramma jaarlijks te monitoren op tempo, fasering, locaties, type woningen en eventueel soorten woonmilieus dan iedere 3 jaar opnieuw een complete visie te maken. Wanneer u toetst op de behoefteramingen, verzoeken wij u voorgaande nog eens te heroverwegen.
1
2 Terugvalopties. (paragraaf 2.2.2) Als de provincie bij het ontbreken van een regionale woonvisie per bestemmingsplan gaat beoordelen op basis van WBR en BP zijn er dan aantallen voor elke gemeente bepaald? Wij verzoeken u deze getallen in het programma Ruimte aan te geven. Voor plannen die structureel niet meer nodig zijn in de ogen van de provincie resteert planreductie. Wij vragen ons af wie bepaalt welke plannen niet meer nodig zijn en vervolgens dan ook eventuele planschade betaalt. 3 Bestuurlijke afspraken. (paragraaf 2.2.2) Realisering Greenportwoningen. Hier staat dat de opbrengst wordt afgedragen aan de GOM. Echter de GOM heeft het alleenrecht om de bouwtitels voor de 600 Greenportwoningen te verkopen. Dat is wat anders en belangrijk om goed te verwoorden nu het Programma Ruimte een hogere status heeft. Wij verzoeken u de tekst te corrigeren. 2.3 Vergroten agglomeratiekracht Nieuwe infrastructuur (2.3.1) In het lijstje te reserveren staan zowel de Rijnlandroute, waarvoor het tracé vastligt, als de Duinpolderweg, waarvoor het tracé nog bepaald moet worden. Op de kaart staan beide met dezelfde streep aangegeven. Dit doet geen recht aan het verschil in status. Op deze kaart en het lijstje ontbreekt de reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg. Wij verzoeken u op de kaart verschil aan te brengen in de legenda voor een reservering voor een weg waarvoor het tracé al vastligt en voor een weg die nog aan het begin van het tracékeuze proces staat. Sterke centra met passende voorzieningen (2.3.1) De provincie noemt negen concentratielocaties en 1 uitwijklocatie. Wij verzoeken u Station Alphen aan den Rijn aan dit lijstje en op de kaart toe te voegen. Te ontwikkelen centra (2.3.4) De PDV locatie Noordelijke Duin- en Bollenstreek ontbreekt hier, ook in de tabel (p. 13-14) en in de verordening. Wij verzoeken u deze PDV locatie te handhaven en op te nemen. 2.4 Agrologistieke en haven-industriële netwerk De Greenports. (2.4.2) Greenport Duin- en Bollenstreek (2.4.2) Als operationeel doel voor de Greenport Duin- en Bollenstreek staat genoemd “Herinrichting opstarten voor greenport Duin- en Bollstreek”. Zoals bekend zijn wij hiermee al een kleine 20 jaar bezig en is de GOM in 2010 opgericht om de gerichte uitvoering te hand te nemen. Wij verzoeken u het operationeel doel en de beleidsomschrijving beter in overeenstemming te brengen met de realiteit en ambities, als verwoord in bijlage 2. Wij geven u in overweging bij de realisatiemix ook te noemen (zie ook Bijlage 2): ‐ Economische Agenda Greenport Duin- en Bollenstreek: afspraken daarin om modernisering en intensivering te bevorderen. ‐ Financiering en subsidieverlening (bijv planvorming subsidie voor herstructurering deelgebieden). ‐ Kennisontwikkeling: gebruikmaken van gereedschapskist instrumentarium modernisering teeltareaal (Tool van Greenport Holland) ‐ Uitvoeringsstrategie regionale economie Zuidvleugel. Deelname aan het achterbanoverleg. handhaven teeltareaal (2.4.2) De provincie noemt een oppervlakte van 1.265 ha eerste klas bollengrond. Wij hopen oprecht dat dit een typefout is.
2
Dit moet 2.625 ha zijn. Wij verzoeken dit te corrigeren. In de PSV waren de graslanden die in beginsel omgezet mogen worden naar bollengrond apart genoemd. Wij verzoeken u om dit in de VRM en de Verordeningen te corrigeren, conform de huidige PSV en het in onze ISG gestelde. Programma Mobiliteit Algemeen. Wij maken u er op attent dat de Noordelijke Ontsluiting Greenport meer behelst dan de Duinpolderweg. Wij verzoeken dat adequaat in de VRM en alle bijbehorende stukken te verwerken. In het programma Mobiliteit ontbreekt het maatregelpakket Middengebied: doorstroming N443 en N444. Wij verzoeken u dit maartegelenpakket alsnog in het programma Mobiliteit op te nemen. Verordening Ruimte Art 1.1 Definities. Wij missen hierin definities voor bollenteelt (dus niet alleen de echte bollen zoals in art 2.1.7.), gemengde teeltbedrijven, stekbedrijven en boomensierteeltbedrijven. Wij stellen daarbij de volgende tekst voor: Bollenteelt: de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen; de teelt van snijbloemen en van vergelijkbare laag blijvende eenjarige en
vastbloeiende tuinplanten; de teelt van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt; niet zijnde sierteelt, boomkwekerij/-teelt, fruitteelt en bosbouw; broeierijen als onderdeel van een grondgebonden bollenteeltbedrijf. Gemengd bollenteeltbedrijf: een bedrijf dat in gelijke mate zowel gericht is op het duurzaam en intensief telen van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten in zowel de volle grond als onder glas, alsmede van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt en dat ten minste 3.000 m2 glas duurzaam in gebruik heeft. Stekbedrijf: bedrijf dat nagenoeg geheel gericht is op het vermeerderen van vaste planten tot het stadium van uitgangsmateriaal en dat ten minste 3.000 m2 glas duurzaam in gebruik heeft. Boom- en sierteeltbedrijf: bedrijf dat is gericht op de teelt van bomen, vaste planten, heesters in de volle grond en in pot en containerteelt. Art 1.1. k en l Gebiedseigen en gebiedsvreemde ontwikkeling. Het onderscheid is te vaag en gebaseerd op teveel indicatoren. Voorbeeld: stel een ontwikkeling sluit aan op bestaande kenmerken en waarden van een gebied, maar beïnvloedt wel de kenmerken van de omgeving. Is deze ontwikkeling dan toch gebiedsvreemd? Welke criteria worden gehanteerd voor het bepalen van deze beïnvloeding? Wij verzoeken om een duidelijker definitie te formuleren of anders dit onderscheid te schrappen. Art 1.1. ae Regionale visie. Niet duidelijk of hieronder ook integrale ruimtelijke visies worden verstaan, waarin genoemde aspecten adequaat en in goede samenhang aan de orde komen. Wij verzoeken de definitie hier in ieder geval mee aan te vullen. Art 1.1 aj. stedelijke ontwikkeling: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Toepassing van de definitie leidt bij verschillende artikelen tot verwarring. Niet duidelijk is of hier ook één Greenportwoning of één Ruimte-voor-Ruimtewoning onder valt. Wij verzoeken hier in de definitie ‘stedelijke ontwikkeling’ helderheid over te geven. Wij stellen voor als ‘nieuwe stedelijke ontwikkelingen’ te definiëren die locaties die nog niet eerder in de vigerende provinciale structuurvisie zijn opgenomen. Reeds bekende uitleglocaties vallen dan dus niet onder de definitie ‘nieuw’. Art 1.1. aq zichtlijn. Als onderdeel van de omschrijving van landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten komt vaak het begrip ‘zichtlijn’ in een andere betekenis voor dan hier in de verordening omschreven. Vooral voor de GpDB is dit een belangrijk onderdeel
3
van het ruimtelijk beleid voor landschapsverbetering. Ons verzoek is om dit in de definitie mee te nemen, c.q. voor het vrije zicht van twee elkaar tegemoet komende schepen een ander begrip te hanteren. Art 2.1.7 lid 1 Bollenteeltgebied. De begrippen Bollenteelt gebied, bollenteelt areaal en bollenteeltbedrijf zijn onjuist door elkaar gebruikt. Deze verwarring geldt voor hele Art 2.1.7. en voor de titel. Wij verzoeken dit te corrigeren, zie onze opmerking over Art 1.1 en de Kadernota Buitengebied Duin- en Bollenstreek. Wat op kaartbijlage 4 is verbeeld is het bollenteeltareaal van 2625 ha. De bedoeling is dat de exclusief aangeduide gronden voor bollenteelt, ter grootte van 2625 ha, beschikbaar blijven als teeltareaal (akker). Toepassing van dit Artikel zoals het nu is beschreven, betekent een afname van het bollenareaal, omdat het bij de bijbehorende voorzieningen van bollenteeltbedrijven om bedrijfsgebouwen en kassen gaat. Voor deze bebouwing moet ook de bollengrondcompensatie gelden. In PSV verordening Ruimte was dit wel goed beschreven. Wij verzoeken u dit artikel te vervangen door het betreffende artikel in de verordening Ruimte van de PSV 2013. Art 2.1.7 lid 2 Kassen bij volwaardige bollenteeltbedrijven b. Bedrijven met kassen van meer dan 3000 m2 moeten niet ten koste gaan van bollenteeltareaal, maar zich vestigen in de daarvoor bedoelde kassenconcentratie gebieden: Kloosterschuur-Trappenberg en Rooversbroekpolder. Naast glassanering, is het echter ook van belang voldoende compensatiemogelijkheden te bieden op geschikte (verdichtings-)locaties bij volwaardige bollenbedrijven met voldoende teeltareaal in de volle grond. Om dat te bevorderen, vinden wij dat gerichte en selectieve toevoeging van glas boven de 3.000m2 mogelijk moet zijn bij sanering van glas elders. Wij verzoeken hiervoor een aanvulling op te nemen in lijn met het gestelde in uw Verordening Ruimte Art. 2.2.2.lid 2 en onze Kadernota voor bestemmingsplannen Buitengebied in par. 4.3.11. (met uiteraard compensatie van bollengrond indien van toepassing). Art 2.1.7 lid 4 Bestaande handels- en exportbedrijven in het bollenteeltgebied. Gevolg van dit Artikel is dat iedereen kan uitbreiden in het buitengebied, terwijl wij agrarisch bedrijventerrein Delfweg willen ontwikkelen als concentratielocatie; bovendien wordt hier geen bollencompensatie genoemd. Zie PSV VR art 3, lid 3 onderdeel g, waarin dat beter is verwoord. Art 2.1.7 lid 5 Afwijkingsbevoegdheid voor zwaarwegend algemeen belang. Hier ontbreekt de voorwaarde van bollengrondcompensatie. Liefst ook toevoegen: ‘geen landschappelijk aantasting’ , zie PSV VR, Art 3 lid 3). Wij verzoeken u dit artikel te vervangen door het vigerende uit de PSV. Art 2.1.7. lid 6 Compensatie bollengrond. Naar onze mening is dit onjuist geformuleerd en moet het zijn: Een bestemmingsplan dat nieuwe bebouwing of functies toestaat die ten koste gaan van het areaal bollengrond, voorziet erin dat bollengrond wordt gecompenseerd. Er moet bovendien staan “compensatie van bollengrond OF ipv EN financiële afdracht” . Wij verwijzen naar bijlage 6.3 PSV en verzoeken dit aan te passen. Art 2.2.2.lid 2 Glas voor Glas Wij verzoeken u bollenteeltbedrijven toe te voegen naast glastuinbouwbedrijven en boom- en sierteeltbedrijven. Art 2.2.3 Hergebruik bestaande bebouwing buiten BSD onder 3 en 5. Wij verzoeken u hierbij toe te voegen dat in deze gevallen van hergebruik van een bedrijfsgebouw buiten BSD cf 2.2.1 lid 1 het niet verplicht is een Beeldkwaliteitsparagraaf opnemen in een bestemmingsplan. Het gaat immers slechts om functieverandering. Artikel 2.2.3 Hergebruik bestaande bebouwing buiten BSD onder 4. Gezien onze elders verwoorde kritiek verzoeken wij de passage “ waarbij een maatschappelijke tegenprestatie is vereist”, te schrappen. Art 2.2.4 Bestaande niet-agrarische bedrijven en bebouwing buiten BSD. Wij verzoeken u in dit artikel toe te voegen: uitbreiding met ten hoogste 30% van het bruto vloeroppervlak van agrarisch aanverwante bedrijven indien geen mogelijkheid bestaat tot hervestiging op agrarisch bedrijventerrein. Art. 2.3.4 lid 3 en 4 Archeologie en Romeinse Limes. Zoals het nu is geformuleerd geldt het gestelde onder lid 3 niet voor lid 4 terwijl dat naar onze mening wel de bedoeling is. Wij verzoeken u dit aan te passen.
4
Art. 2.12, eerste lid, onderdeel a Kruimelgevallen In de Ontwerp Provinciale Verordening is opgenomen dat de vereiste ten aanzien regionale afstemming van programma's en locaties niet alleen van toepassing is op zogenaamde 'projectafwijkingsbesluiten' van de Wabo (artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3), maar ook op zogenaamde 'kruimelgevallen' (artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 2). Het is begrijpelijk, nu gebruiksverandering tot 1500 m2 mogelijk is gemaakt via de kruimelprocedure, dat u hier invloed op wil uitoefenen, maar u bent als provincie niet bevoegd om ten aanzien van dit type omgevingsvergunning regels op te nemen in de verordening (Wro). De vraag is of dat wat in de Verordening Ruimte is geregeld ten aanzien van regionale afstemming, moet worden meegewogen bij de beslissing op een aanvraag omgevingsvergunning afwijkend gebruik met toepassing van de kruimelgevallenregeling. Ondanks dat de eis van een goede ruimtelijke onderbouwing in de kruimellijst niet wordt gesteld, moet bij de beslissing om af te wijken van een bestemmingsplan zijn gemotiveerd waarom de ontwikkeling in planologisch opzicht aanvaardbaar is. Dat moet blijken uit een afweging van de met die ontwikkeling gemoeide belangen. Deze rechtspraak geldt (ook) voor de bevoegdheid van artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 (Kruimelgevallenregeling) van de Wabo (LJN: BU1640, ABRS 26 oktober 2011). Het beleid van de provincie maakt onderdeel uit van deze belangenafweging (LJN: BV0167, rechtbank Dordrecht, 11/1569). Wij verzoeken u deze eis uit de verordening te halen omdat dit wettelijk niet is toegestaan. Het risico van misbruik van de kruimelprocedure is ongegrond omdat via de gebruikelijke belangenafweging ook provinciale belangen moeten worden meegewogen. In dat geval worden ook ontwikkelingen regionaal afgestemd, en evt. aan het REO voorgelegd, voorzover deze een omvang hebben die hierom vraagt. Art 3.1 lid 4 Afwijkingsbevoegdheid voor bestaande bouw en gebruiksrechten in een geldend bestemmingsplan. Wij vragen ons af wie verantwoordelijk is voor eventuele planschade. Art 3.3. Aanpassingstermijn. Deze aanpassingstermijn heeft alleen betrekking op geldende bestemmingsplannen, die niet meer in overstemming raken met het provinciaal beleid door de vaststelling van de Verordening Ruimte. Naar onze mening kan er daarom sprake zijn van planschade waarvoor de provincie verantwoordelijk is. Wij verzoeken u in de Verordening rekening te houden met mogelijke planschade voor de provincie. Daarnaast kunnen wij ons voorstellen dat hiervoor een grens wordt gehanteerd, waaronder dit niet van toepassing is om hoge kosten voor kleine plannen te voorkomen. Kaarten Verordening Ruimte Kaart Kantoren. Wij verzoeken om een differentiatie aan te brengen tussen kantoren en de Scienceparken, zoals het Space Business Park in Noordwijk. Deze hebben een volstrekt ander karakter en dynamiek. Daarom is het noodzakelijk deze in het beleid (tekst en kaart) een aparte positie te geven met bijbehorend kansrijk toekomstperspectief. Kaart Bedrijventerreinen. Hierop is abusievelijk het nieuwe regionale agrarisch bedrijventerrein Delfweg niet opgenomen, terwijl het bestemmingsplan onherroepelijk is. Alleen het bestaande bedrijventerrein is weergegeven. Overigens wordt dit terrein in het Programma Ruimte wel op een kaartje weergegeven, maar dan als ruimtelijke reservering. Wij verzoeken u om de kaart aan te vullen met het nieuwe gedeelte van bedrijventerrein Delfweg. Kaart Detailhandel. Op deze kaart missen wij een aanduiding voor een PDV-studielocatie in de Noordelijke Bollenstreek. Wij verzoeken u deze alsnog aan te brengen. Kaart Teeltgebieden Greenports. Op deze kaart is de gehele Rooversbroekpolder aangegeven als glastuinbouwgebied. In de ISG staat aangegeven dat het zuidelijk deel worden aangeduid als ontwikkellocatie. Wij verzoeken u dat op deze kaart als zodanig aan te geven. De 6 gemeenten in de Duin- en Bollenstreek zullen bij de actualisering van de ISG opnieuw een behoefteraming laten maken. Dit kan betekenen dat wij u in de toekomst zullen verzoeken deze locatie te schrappen. Op deze kaart ontbreekt het glastuinbouw gebied De Woerd in de gemeente Katwijk. Dit gebied zou conform de brief van Katwijk dd 3 juli 2012 aangemerkt worden als
5
transformatiegebied dorps- en stadsgezicht. Wij verzoeken u De Woerd aan te duiden als transformatiegebied. Kaart Ruimtelijke kwaliteit. Het gebied Oosteinderpolder ten noorden van Hillegom is weggevallen als openluchtrecreatiebied en lijkt te zijn ingetekend als categorie 3 grasland. Wij verzoeken u dit gebied wederom in te tekenen als “recreatiegebied onder de steden”. Kaart 9 Cultureel erfgoed. De landgoederenzone lijkt in de provincie Zuid-Holland op te houden, terwijl deze nog doorloopt tot boven IJmuiden. In de gemeente Hillegom bevinden zich nog de resten van een tweetal landgoederen (Hoftuin en Niespenpark). Wij willen u verzoeken de landgoederenzone door te trekken tot in Hillegom.
Deze gebieden liggen nu binnen de contouren. Voor het gebied Molenweg (zuidelijk gebied) zijn op dit moment onderhandelingen gaande. Het gebied ten noorden (Mossenest) is op dit moment al in plannen opgenomen als zijnde woningbouw (onherroepelijk bestemmingplan en woningen zijn in de verkoop).
6
Locatie Hoekgat II. Dit gebied is binnen de contour gebracht tbv woningbouw. Er ligt een onherroepelijk bestemmingsplan en de woningen worden op dit moment gebouwd (nagenoeg gereed). Kaart Verstedelijkingsstrategie voor wonen. Op deze kaart is een aanduiding opgenomen voor vliegveld Valkenburg als bovenregionale opgave wonen. Maar wij hebben ook vanuit Gebiedsuitwerking H’meer/Bollenstreek de bovenregionale opgave voor 4900 woningen. Wij verzoeken deze vergelijkbare strategische bovenregionale opgave op deze kaart aan te duiden. Kaart Strategie voor bedrijventerreinen. Wij verzoeken u bedrijventerrein Delfweg op deze kaart weer te geven, dit plan is onherroepelijk. Kaart Greenports Wij verzoeken het areaal Beschermd grasland Bollenstreek af te stemmen met de locaties op onze ISG kaart. Kaarten VRM Kaart Landschappen en gebieden pag 24. De arceringen voor Greenport Boskoop en Bollenstreek zijn met elkaar verwisseld, graag een correctie.
7
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG
Leiden: [datum voluit] Kenmerk: [kenmerk]
Contact: C. de Kort Telefoon: (071) 523 90 70 E-mail:
[email protected] Bijlage: 1
Onderwerp: Ruimtelijke reservering Noordelijke Randweg Rijnsburg Geacht college, In de zienswijze op de Visie Ruimte en Mobiliteit pleiten wij er voor om de ruimtelijke reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg te wijzigen conform alternatief 3 in de Verkenning Graaf Floris V Route / Noordelijke Randweg Rijnsburg. In deze brief willen we hierop een nadere toelichting geven. Verkenning De provincie Zuid-Holland heeft in 2012 de verkenning Graaf Floris V Route / Noordelijke Randweg Rijnsburg afgerond. Samengevat heeft de verkenning de volgende inzichten opgeleverd: - Lokale maatregelen op de brug in de Noordwijkerweg (alternatief 1) is relatief goedkoop, maar heeft onvoldoende probleemoplossend vermogen en is daarom niet verder onderzocht. - Een randweg gedeeltelijk via bestaande infrastructuur (alternatief 2) is relatief duur door de noodzakelijke aanpassingen aan de N449, heeft positieve gevolgen voor de lokale en regionale bereikbaarheid en leefbaarheid en een aantal negatieve effecten voor natuur en milieu (doorsnijding). De huidige ruimtelijke reservering in de concept Visie Ruimte en Mobiliteit komt overeen met dit alternatief. - Een randweg via geheel nieuw tracé door het gebied Trappenberg-Kloosterschuur (alternatief 3) is duurder dan alternatief 1 maar minder duur dan alternatief 2. Deze variant heeft de grootste positieve verkeerseffecten en een hoger probleemoplossend vermogen dan de andere alternatieven. Alternatief 3 is van de onderzochte alternatieven het meest robuust en toekomstvast, maar kent negatievere effecten voor natuur en milieu dan alternatief 2. Verzoek ruimtelijke reservering in VRM De resultaten van de verkenning zijn op 4 juli 2012 besproken in een bestuurlijk overleg tussen de gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, de betrokken gemeenten en Holland Rijnland. De bestuurders hebben in dit overleg nog geen voorkeur uitgesproken voor één van de alternatieven. In een gesprek tussen de gedeputeerde en het college van B&W van de gemeenten Katwijk in het najaar van 2012 is afgesproken dat de gemeente Katwijk gesprekken met de betrokken gemeenten (Noordwijk, Teylingen, Oegstgeest) en Holland Rijnland voert hierover. Deze gesprekken hebben in 2013 plaatsgevonden.
[email protected] Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
www.hollandrijnland.net IBAN nr. NL87BNGH0285113992 KvK nr. 27365539 BTW nr. NL813768068B01
De betrokken partijen zijn het er over eens dat de alternatieven 1 en 2 geen goede opties zijn voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg in de toekomst. Een ruimtelijke reservering voor alternatief 3 maakt het mogelijk om in de toekomst nader onderzoek te doen naar dit alternatief en binnen de gereserveerde ruimte een optimale oplossing te zoeken, waarbij de nadelen voor natuur en milieu zoveel mogelijk voorkomen dan wel gecompenseerd worden. Het is wenselijk om deze oplossingsrichting zoveel als mogelijk te beschermen tegen ontwikkelingen die een eventuele toekomstige realisatie onmogelijk maken. Wij verzoeken u daarom om de ruimtelijke reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg in de Visie Ruimte en Mobiliteit te wijzigen in een reservering conform alternatief 3 in de Verkenning Graaf Floris V Route / Noordelijke Randweg Rijnsburg (zie bijlage). Voorwaarden nader onderzoek In onderzoeken voor verdere planvorming van de Noordelijke Randweg Rijnsburg moet het effect van de Noordelijke Randweg Rijnsburg op het bestaande wegennet steeds nauwkeurig in beeld worden gebracht. Het gaat dan onder meer om de effecten op de N206 door de
nieuwe aansluiting van Noordelijke Randweg Rijnsburg - N206.
Wij vragen u tevens in vervolgonderzoeken aandacht te hebben voor de Elsgeesterpolder. Bij een eventuele inpassing verzoeken we u uitermate zorgvuldig om te gaan met de Elsgeesterpolder en de natuurwaarden zoveel als mogelijk te handhaven. Bij de besluitvorming en vaststelling van het bestemmingsplan Dorpsstraat en Elsgeesterpolder is door de gemeenteraad van Oegstgeest aangegeven dat de Elsgeesterpolder waardevol is en het karakter niet verloren mag gaan. Het is het enige gebied van (enige omvang) binnen de gemeente, met een nog overwegend agrarisch gebruik. Het sluit aan op het grotere agrarische gebied van de gemeente Katwijk en Teylingen. In het natuurbeheerplan ZuidHolland, heeft u voor de Elsgeesterpolder zelf ook een natuurbeheerprincipe vastgelegd. Tot slot De Noordelijke Randweg Rijnsburg is onderdeel van het regionale Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek. De Noordelijke Randweg Rijnsburg is een mogelijke maatregel op langere termijn (na 2020). De komende jaren ligt de prioriteit bij de RijnlandRoute en de Duinpolderweg. Met de ruimtelijke reservering in de Visie Ruimte en Mobiliteit willen we dat de Noordelijke Randweg Rijnsburg in de toekomst niet onmogelijk gemaakt wordt. Hoogachtend, het Dagelijks Bestuur Holland Rijnland, de secretaris,
de voorzitter,
R. van Netten
H.J.J. Lenferink
Bijlage: kaart gewenste ruimtelijke reservering Noordelijke Randweg Rijnsburg C.c.: een afschrift van deze brief is verzonden naar de gemeenten Katwijk, Noordwijk, Teylingen en Oegstgeest
2
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude,Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
2. 3.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal belang
4.
Behandelschema:
Subsidieaanvragen in het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) 2015 en Duurzaam Veilig 2015 Platformfunctie op verzoek van derden Het tijdig gebruik maken van de subsidiemogelijkheden die de provincie biedt voor diverse infrastructurele voorzieningen in de regiogemeenten. Een van de uitgangspunten hierbij is het creëren van verkeersveiliger situaties en uitvoeren van projecten in het kader van het Uitvoeringsprogramma RVVP. Datum: Informerend
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad
Datum: Adviserend
Datum: Besluitvormend
9 januari 2014 7 februari 2014
27 februari 2014
5.
Advies PHO
Portefeuillehoudersoverleg 7 februari 2014 Het Dagelijks Bestuur positief te adviseren over: 1. de vaststelling van bijgaande subsidievoorstellen in het kader van de Brede Doel Uitkering, regionale projecten en projecten Duurzaam Veilig beide voor het jaar 2015. N.V.T.
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
8.
Inspraak
De provincie heeft de regio in de gelegenheid gesteld om in het kader van de subsidieregeling BDU subsidieaanvragen in te dienen voor grote regionale infraprojecten en voor projecten die in het kader van Duurzaam Veilig uitgevoerd worden. Ter voorbereiding van bijgaand voorstel heeft een inventarisatie onder alle gemeenten plaatsgevonden. Nee
9.
Financiële gevolgen
N.v.t.
1
10.
Bestaand Kader
Relevante regelgeving: n.v.t. Eerdere besluitvorming: n.v.t.
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Discussienota PHO (concept) Vergadering:
PHO V&V
Datum: Locatie:
7 februari 2014 10.00 – 12.15 uur Stadhuis Alphen aan den Rijn
Agendapunt:
07
Portefeuillehouder: M. Vissers
Auteur: Iris de Bruyne- Schild Afdeling: Ruimtelijke Agenda Bijlage:
Portefeuillehouder Financiën Paraaf secretaris
Ja
Akkoord d.d. d.d.
Onderwerp: Subsidieaanvragen in het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) 2015
Beslispunten: Het Dagelijks Bestuur positief te adviseren over: 1. bijgaande subsidievoorstellen in het kader van de Brede Doel Uitkering, regionale projecten en projecten Duurzaam Veilig beide voor het jaar 2015, vast te stellen. Het betreft de subsidievoorstellen: - Duurzaam Veilig 2015 (bijlage 2) - Brede Doeluitkering regionale infra projecten 2015 (bijlage 3) Inleiding: De provincie Zuid-Holland heeft de regio bij brief van 27 november 2013 (bijlage 1) in de gelegenheid gesteld projecten in te dienen in het kader van de subsidieregeling Brede Doel Uitkering. De uitvraag heeft betrekking op het subsidiejaar 2015 en houdt een bedrag van € 2.850.055 totaal in. In het verlengde van eerder genomen besluiten door uw bestuur wordt een gedeelte van dit bedrag voor projecten Duurzaam Veilig gereserveerd. Conform de wens van het portefeuillehoudersoverleg wordt dit een bedrag van € 641.035 volgens een vastgestelde procentuele verdeling ter beschikking gesteld aan de gemeenten. Voor grote infrastructurele projecten resteert een totaal subsidiebedrag van € 2.209.020. De provincie stelt als voorwaarde dat de subsidieaanvragen vóór 1 maart 2014 bij de provincie worden ingediend. Besluitvorming in het Dagelijks Bestuur dient derhalve ruim voor die datum plaats te vinden. De basis voor de regionale toetsing van de BDU subsidieaanvragen vormt het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (inclusief bijlagen) De rol van Holland Rijnland wordt in dit kader ingevuld als platformfunctie op verzoek van derden. Beoogd effect: Het tijdig gebruik maken van de subsidiemogelijkheden die de provincie biedt voor diverse infrastructurele voorzieningen in de regiogemeenten. Een van de uitgangspunten hierbij is het creëren van verkeersveiliger situaties en uitvoeren van projecten in het kader van het Uitvoeringsprogramma RVVP.
3
Argumenten: 1.1 De projecten voldoen aan de subsidievoorwaarden De belangrijkste voorwaarde voor de regionale BDU projecten is dat het projecten betreffen die deel uit maken van het uitvoeringsprogramma RVVP met bijlagen en kaarten. Verder dient de projectondergrens tenminste € 200.000 te bedragen. Het voor 2015 beschikbare gestelde subsidiebedrag voor Holland Rijnland bedraagt totaal € 2.850.055. Volgens de afspraken in de regio wordt een gedeelte van een bedrag ad € 641.035 benut voor projecten die uitgevoerd worden in het kader van Duurzaam Veilig. Voor de regionale BDU projecten is een bedrag van € 2.209.020 beschikbaar. 1.2
De projecten zijn onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoerplan In februari 2011 heeft het portefeuillehoudersoverleg besloten de beschikbare BDU middelen te besteden aan projecten die voortvloeien uit de onderdelen spaarprojecten, verkeersongevallenconcentraties, regionaal wegennetwerk, completeren van het regionaal fietspadennetwerk en Openbaar Vervoervoorzieningen. De projecten die voor subsidie in aanmerking komen dienen volgens de provinciale voorwaarden deel uit te maken van het (Uitvoeringsprogramma) Regionaal Verkeer en VervoerPlan met bijlagen zoals de uitvoeringsprogramma’s OV en Fiets. De verdeling onder de verschillende categorieën luidt als volgt: spaarprojecten 25% verkeersongevallenconcentraties 15% fietspadennetwerk 15% OV voorzieningen 15% regionaal wegennet 30% Wanneer voor een bepaalde categorie geen of minder projecten worden ingediend wordt het beschikbare budget onder de overige categorieën verdeeld. Bij deze verdeling wordt tevens rekening gehouden met de aard van de spaarprojecten. De verdeling van de beschikbare middelen in het kader van Duurzaam Veilig, vindt plaats op basis van de op 4 juli 2013 door uw bestuur vastgestelde verdeelsleutel. Het subsidiepercentage dat voor deze regeling gehanteerd wordt is (maximaal) 50%. 1.3 De projecten zijn conform de voorwaarden getoetst Een van de voorwaarden die de provincie stelt aan de subsidiering van BDU projecten is dat deze deel uitmaken van het (Uitvoeringsprogramma) Regionaal Verkeer en Vervoer Plan. De regio is verantwoordelijk voor deze toetsing. Deze toetsing vindt plaats voorafgaand aan het opstellen van de subsidieaanvragen. De projecten die op de overzichten voor de subsidieaanvraag BDU staan vermeld voldoen aan de voorwaarden. 1.4 Projecten van de gemeente Boskoop maken deel uit van de aanvraag In verband met de fusie van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude heeft de provincie besloten vanaf 2014 subsidieaanvragen van de gemeente Boskoop via de regio Holland Rijnland te laten lopen. De regio heeft de gemeente Boskoop in de gelegenheid gesteld projecten aan te melden die bij de aanvragen uit deze regio betrokken worden. Kanttekeningen/risico’s: 1.1 Voorbehoud door provincie i.v.m. mogelijk kabinetsbeleid Het kabinet Rutte heeft het voornemen om de Wet BDU per 1 januari 2015 te laten vervallen en de gelden die in het kader van de Wet BDU beschikbaar worden gesteld via het Provinciefonds uit te keren. Om die reden maakt de provincie in haar brief een voorbehoud met betrekking tot de beschikbaarheid en de toedeling van deze gelden in het geval de Wet BDU vervalt per 1 januari 2015. Financiën: Voor de projecten in het kader van de Brede Doeluitkering kan een gedeeltelijke subsidie aangevraagd (max. 50%) worden. De resterende deel dient door de wegbeheerder zelf betaald te worden. Voor de begroting van Holland Rijnland heeft dit voorstel geen financiële gevolgen. 4
Communicatie: Niet van toepassing Evaluatie: Niet van toepassing Bijlagen: Bijlage 1 brief provincie Zuid-Holland Uitvraag regionale infraprojecten BDU 2015 Bijlage 2 DVII Groslijst en reservelijst 2015 Bijlage 3 BDU-projectenlijst 2015
5
Gedeputeerde Staten Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Mobiliteit en Milieu Contact
E.C.J. Kathmann T 070 - 441 82 40
provincie
ZUID
[email protected]
HOLLAND
Postadres Provinciehuis
Postbus 90602 2509 LP Den Haag
T 070 - 441 66 11 www .zuid-holland. nl
Geadresseerde
Datum
2 7 NOV. 2013 Ons kenmerk
PZH-2013-445468566
Uw kenmerk Bijlagen
div. Onderwerp
Uitvraag regionale intraprojecten BDU 2015.
Geachte regiosecretaris,
Door middel van dit schrijven vragen wij uw aandacht voor de uitvraag regionale intra projecten BDU 2015 ten behoeve van het opstellen van het Bestedingplan BDU 2015. Dit Bestedingsplan moet op basis van de Wet BDU uiterlijk 15 september 2014 zijn vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.
Met ingang van het Bestedingsplan BDU 2012 is er, conform de wens van het PWB, gekozen voor het samenvoegen van de deelbudgetten regionale intra en duurzaam veilig tot één budget voor regionale infraprojecten. Het is aan de regio vrij om te bepalen aan welke projecten, regionale intra danwel duurzaam veilig, zij deze beschikbare middelen willen toedelen.
In het bestuurlijk PWB van 30 maart 2012 is de afspraak bevestigd om met ingang van het budget voor 2014 de verdeelsleutel toe te passen die is gebaseerd op een verdeling waarbij de Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596
AW
Den Haag
Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen
dichtbij hel
indicatoren omgeving adressendichtheid OAD en weglengte worden gehanteerd. Daarnaast is rekening gehouden met het overgaan van de gemeente Boskoop van de regio Midden-Holland naar de regio Holland Rijnland.
Met ingang van het bestedingsjaar 2015 is het budget regionale intraprojecten verhoogd met een loon- en prijsindexatie van 1 ,2375% (2013).
provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS Is het tien minuten lopen.
Regionale infra en duurzaam veilig 2015
De parkeerruimte voor
Ondanks het feit dat de budgetten voor zowel regionale intra als duurzaam veilig zijn
auto's is beperkt.
samengevoegd, blijven de voorwaarden voor het aanmelden van dit soort projecten van toepassing. De voorwaarden voor regionale intra- als duurzaam veiligprojecten zijn opgenomen in paragraaf 2 van de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering verkeer en vervoer Zuid-Holland 2013
�� -
en de bijlage behorende bij deze regeling (zie bijlage 1).
PZH-2013-445468566 dd. 26-11-2013
Ons kenmerk
PZH-2013-445468566 provincie
ZUID
HOLLAND
Projectaanmelding In voorgaande jaren was er soms sprake van onduidelijkheid over het onderscheid in projectaanmelding door de regio's en de subsidieaanvragen door de gemeenten. Daarom bestaat er de mogelijkheid om bij de projectaanmelding door de regio direct de aanvraag van de gemeente mee te sturen. Hierbij dient dan elke regio gelijktijdig met het totaaloverzicht van projectaanmeldingen de aanvraagformulieren ingevuld door de gemeenten/waterschappen in te dienen. Het aanvraagformulier is te downloaden via de website van de provincie www.zuid holland.nl, loket, producten en diensten, subsidies, verkeer- en vervoerbeleid, aanvraagformulier Projectsubsidies Infrastructurele projecten BDU. U kunt het aanvraagformulier ook opvragen bij bureau Subsidies via telefoonnummer 070 - 441 75 75 of via de mail:
[email protected]. Het aanvraagformulier zal pas in behandeling worden genomen nadat de Gedeputeerde Staten het Bestedingplan BDU 2015 hebben vastgesteld. Indien het aanvraagformulier onvolledig is ingevuld, dan zullen wij het in behandeling nemen hiervan uitstellen totdat de aanvrager het formulier heeft aangevuld met de door ons gevraagde gegevens.
Vervolg Wij gaan ervan uit dat u de gemeenten en wegbeherende waterschappen binnen uw regio informeert over deze brief. Zij ontvangen van deze informatieve brief geen afschrift.
Op basis van bijlage 2 vragen wij u om projecten vóór
1 maart 2014 bij ons aan te melden.
Indien een regio geen of onvoldoende projecten aanmeldt, waardoor het betreffende regionale budget niet volledig besteed kan worden, kunnen wij overgaan tot een nadere verdeling van het resterende bedrag over de andere regio's.
Uw aanmeldingen ten behoeve van het bestedingsjaar 2015 kunt u richten aan: Provincie Zuid-Holland Bureau Subsidies Postbus 90602
2509 LP DEN HAAG
Voorbehoud Het kabinet Rutte heeft het voornemen om de Wet BDU per 1 januari 2015 te laten vervallen en de gelden die op grond van de Wet BDU beschikbaar worden gesteld via het Provinciefonds uit te keren. Daarom maken wij ook een voorbehoud met betrekking tot de beschikbaarheid en de toedeling van deze gelden in het geval de Wet BDU vervalt per 1 januari 2015.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen,
mr. J.J.F Weekers hoofd bureau Regio's, Subsidie en Vervoer
Deze brief is digitaal vastgesteld, hierdoor staat er geen fysieke handtekening in de brief.
Bijlagen:
- Uitvoeringsregeling brede doeluitkering verkeer en vervoer Zuid-Holland 2013 212
- Overzicht verdeling regionale BDU middelen 2015 PZH-?013-445.:168566 dd. ?6-11-?013
BIJLAGE 2: UITVRAAG REGIONALE INFRA 2015
ns .t:: c: CU (U c: •
'i ::3
.!! c: 0 CU "bb +-' CU ::3 a: CU .q:§ ..... 0 CU CU N "'C +" '-
� !
I::J
"'C ::J a:l
ns .t:: c: CU (U c:
)(
CU "'C c:
·-
+"
CU E �
0 ::3 "bb .!! CU c: a: an CU +" ... 0 ::3 N CU +-' CU :§ CU bD CU "'C ::3 "E al CU ..2:-
l, [ -
� Ul
,..... C"'"'
'""!. ...
( r
Holland Rijnland
€ 2.815.217,00
€ 2.850.055,00
Midden-Holland
€ 1.192.278,00
€ 1.207.032,00
€ 368.935,00
€ 373.501 ,00
Goeree-Overflakkee
€ 776.981,00
€ 786.596,00
€ 1.360.389,00
€ 1.377.224,00
€ 516.287,00
€ 522.676,00
7.030.087,00
€.7:1i7.084,00
ZHZ: Alblasserwaard-Vijfheerenlanden ZHZ: Drachtsteden ZHZ: Hoeksche Waard
! TOTAAL
€
Bijlage bij DB voorstel Projectenlijst BDU 2015 Holland Rijnland d.d. 12 december 2013 concept
Relatie UP RVVP
Spaarprojecten
Fietspadennetwer k
Regionaal Wegennet
Verkeersongevall en-concentraties
OV voorzieningen
Project
Indiener
Projectkosten
Spoorwegviaduct Leidse Schouw (spaarproject) Knooppunt Voorschoten div. aanpassingen op en rond N447 (spaarproject) Herinrichting (H)OV corridors binnenstad Leiden in fasen w.o. Breestraat Hooigracht-Langegracht Lammermarkt Princessekade (spaarproject) Inrichten stationsomgeving aan te leggen HOV station Hazerswoude-Koudekerk (spaarproject) Fietsbrug Aarkanaal (spaarproject) Fietspad Bentwoud (spaarproject) U21 Zoeterwoude/Leiden ontbrekende schakels Transvaal en Haagwegkwartier Aanpassing Schuttersveld Dellaertweg Aansluiten PCT terrein op N455 middels rotonde Herinrichting kruispunten Herenstraat ZoeterwoudsewegKoninginnelaan-Jan van Houtkade Aansluiting busbaan Schipholweg (corridor Leiden-Leiderdorp)
Alphen aan den Rijn
€ 27.000.000
Ten laste BDU € 600.000
€ 2.200.000
€ 154.020
Leiden
€ 19.000.000
€ 550.000
Alphen aan den Rijn/ Rijnwoude
€ 1.090.000
€ 180.000
Alphen aan den Rijn Alphen a.d. Rijn-Boskoop Leiden
€ 4.000.000
€ 200.000
€ 425.000
€
60.000
€ 300.000
€
55.000
Leiden
€ 500.000
€ 100.000
Rijnwoude
€ 700.000
€
Leiden
€ 800.000
€ 225.000
Leiden
€ 200.000
€ 85.000
Voorschoten
Totaal voorstel: € 2.209.020 Principeverdeling; aan te passen op basis van soort aanvragen: Spaarprojecten Verkeersongevallenconcentraties Fietspadennetwerk
€ 552.255 331.353 331.353
90.000
OV voorzieningen 331.353 Regionaal wegennetwerk 662.706 De verdeling onder de verschillende categorieën luidt als volgt: spaarprojecten 25% verkeersongevallenconcentraties 15% fietspadennetwerk 15% OV voorzieningen 15% regionaal wegennet 30% Wanneer voor een bepaalde categorie geen of minder projecten worden ingediend wordt het beschikbare budget onder de overige categorieën verdeeld.
Pagina 1
Gemeenten
Percentage per gemeente (cf besluit)
Alphen aan den Rijn Boskoop Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude
Beschikbaar bedrag 2015 641.035
14,9% 1,8% 3,9% 4,5% 11,6% 22,6% 3,7% 3,4% 5,4% 5,2% 4,1% 3,7% 3,5% 6,4% 3,8% 1,7%
beschikbare subsidie 2015 per gemeente 95.197 11.334 25.297 29.117 74.281 144.676 23.762 21.529 34.328 33.023 26.317 23.803 22.216 40.859 24.641 10.655
100,00%
641.035
Percentuele verdeling gelden 2015 DV
verdeling BDU/DV gelden 2015 concept 8 december 2013
per gemeente (cf besluit) Alphen aan den Rijn* (* totaal is Alphen, Boskoop en Rijnwoude gez. )
beschikbaar 2015 per gemeente
14,9% €
95.197
Boskoop
1,8% €
11.334
Hillegom
3,9% €
25.297
Kaag en Braassem Katwijk
4,5% € 11,6% €
29.117 74.281
Leiden
22,6% €
144.676
Leiderdorp
3,7% €
23.762
Lisse
3,4% €
21.529
Nieuwkoop
5,4% €
34.328
Noordwijk
5,2% €
33.023
Noordwijkerhout
4,1% €
26.317
Oegstgeest Rijnwoude
3,7% € 3,5% €
23.803 22.216
Teylingen
6,4% €
40.859
Voorschoten
3,8% €
24.641
Zoeterwoude
1,7% €
10.655
100,00% €
641.035
voor Alphen totaal
€
128.747
aangemeld project aanpassen rotondes Raoul Wallenbergplein en Europaplein
projectkosten subsidiabel
161.000,00 Inrichten 30 en 60 km/h 46.000,00 gebieden 193.507,00 Herinrichting Mendelweg Via Alphen aan den Rijn Duurzaam Veilig herinrichting 269.140,00 Molenstraat Duurzaam Veilig inrichtingenBoddens raming volgt Hosangweg Woubrugge Reconstructie Industrieweg 212.000,00 Herinrichting Noordeinde/Kort 500.000,00 Rapenburg Herinrichting Muzenlaan 2e 260.000,00 deel Duurzaam Veilig inrichten aansluiting van de Nassaustraat (50 km/uur) en 85.000,00 het Blokhuis (30 km/uur) Duurzaam Veilig inrichten aansluiting Oranjelaan (50 km/uur) en de De Ruijterstraat (30 km/uur) dmv aanleggen 30.000,00 inritconstructie Duurzaam Veilig inrichten Simon van Capelweg en de 40.000,00 Voorweg Duurzaam Veilig inrichten 1.200.000,00 Parallel Boulevard Duurzaam Veilig inrichten wijk 500.000,00 de Boekhorst riolering en herinrichting 30 km/u Prinsessenbuurt en 178.046,00 Oranjebuurt Via Alphen aan den Rijn Duurzaamveilige inrichting cf 125.000,00 GVVP Fietsvriendelijke inrichten anth. V. Leeuwenhoekkade en 137.307,00 Nic. Maeskade Herinrichting Zuidbuurtseweg ter hoogte van de kadeverbetering, versmallingen 125.000,00 drempels en fietsstroken
voorgesteld subsidiebedrag
opmerkingen
80.000,00 23.000,00 26.000,00
26.000,00
30.000,00 75.000,00 150.035,00 24.000,00
17.000,00
5.000,00 € 14.328 verdeeld onder enkele 20.000,00 gemeenten 35.000,00 27.000,00
25.000,00
42.000,00
25.000,00
11.000,00 641.035,00
Beschikbaar bedrag 2015 project Duurzaam Veilig € 641.035,00
verdeling BDU/DV gelden 2015 concept 8 december 2013
Reservelijst projecten Duurzaam Veilig concept 18 december 2013 projectkosten voorgesteld aangemeld subsidiabel subsidiebedrag project Alphen aan den Rijn* Aanpassing (* totaal is Alphen, Spoorhaven/Paddegat Boskoop en 25.000,00 Rijnwoude gez. ) Herinrichting Linnaeusweg 461.852,00 Katwijk Reconstructie Sluisweg 100.000,00 Reconstructie Heerenweg 1.097.250,00 aanleg noordwestelijke parallelrijbaan/fietsstraat Oegstgeest 187.500,00 Rijnzichtweg herinrichting kruispunt 250.000,00 Rijnzichtweg-Floresstraat Duurzaam veilige herinrichting 5 Meilaan in Rijndijk Zoeterwoude 95.000,00 Duurzaam veilige herinrichting Burgemeester Doyerstraat 150.000,00
prioriteit / naar reservelijst
reservelijst reservelijst reservelijst 1 reservelijst 2
reservelijst 1 reservelijst 2
reservelijst
reservelijst
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude,Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
Projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP)
2.
Regionaal richtinggevend
3.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal belang
4.
Behandelschema:
Datum: Informerend
Het Uitvoeringprogramma is de uitwerking van het beleid uit het Regionaal Verkeers- en Vervoerplan Holland Rijnland en beleidsnota’s uit de Rijnstreek.
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad
Datum: Adviserend
Datum: Besluitvormend
9 januari 2014 7 februari 2014
27 februari 2014
5.
Advies PHO
Voorstel: het Dagelijks Bestuur positief te adviseren over 1. bijgaande geactualiseerde projectenbladen behorende bij het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoer Plan 2011-2015 vast te stellen;
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
N.V.T.
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
Behoudens advies van het portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer (7 februari 2014) te besluiten bijgaande geactualiseerde projectenbladen behorende bij het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoer Plan 2011-2015, het Uitvoeringsprogramma OV-visie evenals de actualisatie van het Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek (POG) vast te stellen.
8.
Inspraak
Nee
9.
Financiële gevolgen
N.v.t.
1
10.
Bestaand Kader
Relevante regelgeving: n.v.t. Eerdere besluitvorming: n.v.t.
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Discussienota PHO (concept) Vergadering:
PHO V&V
Datum: Locatie:
7 februari 2014 10.00 – 12.15 uur Stadhuis Alphen aan den Rijn
Agendapunt:
08
Portefeuillehouder: M. Vissers Onderwerp: Geactualiseerde projectbladen behorende bij het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoer Plan en de uitvoeringsprogramma’s OV-visie en Programma Ontsluiting Greenport
Beslispunten: Behoudens advies van het portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer (7 februari 2014) te besluiten bijgaande geactualiseerde projectenbladen behorende bij het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoer Plan 2011-2015, het Uitvoeringsprogramma OV-visie evenals de actualisatie van het Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek (POG) vast te stellen; Inleiding: In 2003 is het Regionaal Verkeer en Vervoer Plan ‘De regio’s Verbonden’, vastgesteld. Bij de vaststelling is afgesproken dat elke 4 jaar een nieuw Uitvoeringprogramma wordt opgesteld. Onderdeel van het Uitvoeringsprogramma RVVP vormen de projectbladen waar een uitgebreide toelichting gegeven wordt op de projecten zoals die opgenomen zijn in het uitvoeringsprogramma. Afgesproken is deze projectbladen jaarlijks te actualiseren. Als bijlagen bij het UP RVVP (2013) zijn het UP OV-visie (2013), het UP Fiets (2013) en Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek (2011) gevoegd. De uitvoeringprogramma’s zijn een uitwerking van het beleid uit het Regionaal Verkeer en VervoerPlan Holland Rijnland en beleidsnota’s uit de Rijnstreek. De rol van Holland Rijnland bij het opstellen van het UP RVVP is regionaal richtinggevend. Beoogd effect: In het Uitvoeringsprogramma RVVP met bijlagen is de basis vastgelegd voor het verkeersbeleid van de regio in brede zin. De projectbladen maken onderdeel uit van het UP RVVP, UP OV-visie, UP Fiets en het POG. Hier wordt een uitgebreide beschrijving per project gegeven op de prioritaire projecten voor de komende 3 a 4 jaar. Argumenten: 1.1 Stand van zaken projecten De projectleiders van de projecten hebben in de bijgevoegde concept projectbladen een zoveel mogelijk actuele schets gegeven van de huidige situatie van het project. Hierbij is ook aangegeven of het project volgens planning verloopt of om welke reden eventueel achterstand in de voortgang is opgelopen. Geconstateerd mag worden dat een groot aantal projecten op schema loopt. Zeker t.a.v. de grote projecten, het regionaal wegennet en de OV projecten is de afgelopen periode een forse voortgang geboekt. 1.2 Bijlagen bij het UP RVVP Voor enkele grote projecten waarbij sprake is van een (groot) aantal deelprojecten is sprake van een apart uitvoeringsprogramma waarin eveneens de actuele stand van zaken van de (deel)projecten wordt bijgehouden. Het gaat hier om het Uitvoeringsprogramma OV-visie, het Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek en het Uitvoeringsprogramma Fiets. Om te voorkomen dat er voor dezelfde projecten in verschillende documenten jaarlijks nagenoeg gelijkluidende informatie wordt verwerkt, is er voor gekozen om die drie documenten als bijlage bij het UP RVVP te voegen. Het uitvoeringsprogramma fiets is recent 3
door uw bestuur vastgesteld. Om die reden is hier op dit moment geen sprake van actualisering van de voortgang van de projecten. In het projectenoverzicht (voorheen stoplichtennotitie) zullen de deelprojecten uit de programma’s OV-visie, fiets en POG wel worden vermeld om in één oogopslag een totaalbeeld van de verkeersprojecten in de regio te behouden. Voor ieder portefeuillehoudersoverleg wordt het overzicht met de voortgang van de projecten geactualiseerd Kanttekeningen/risico’s: Niet van toepassing Financiën: Niet van toepassing Communicatie: Niet van toepassing Na vaststelling van de actualisatie wordt het ter kennisneming aan het Algemeen Bestuur aangeboden. Evaluatie: De projectbladen in het UP RVVP, inclusief bijlagen UP OV, UP Fiets en POG worden jaarlijks geactualiseerd.
4
Uitvoeringsprogramma RVVP
Bijlage 2 Projectbladen (projecten eerste prioriteit) In deze bijlage staan voor alle projecten die als eerste prioriteit in het Uitvoeringsprogramma zijn opgenomen afzonderlijke projectbladen. De nummering van de projecten verwijst naar de tekst en bijlage 2 (Projectoverzicht met ureninzet). De volgende projecten hebben eerste prioriteit:
Thema
NR
Fiets
Openbaar vervoer
FI1
Regionaal fietsnetwerk (onderdeel FI5)
FI2
Gemeentelijk fietsnetwerk (onderdeel FI5)
FI3
Fietsbereikbaarheidsplan OV met regionale afstemming (onderdeel FI5)
FI4
Fietssnelweg Leiden – Den Haag (onderdeel FI5)
FI5
Regionale fietsvisie samenvoeging van FI1-FI4
OV1
Station Sassenheim vervallen; afgerond
OV2
StedenbaanPlus
OV3
Uitvoering Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV)
OV4
Regionale openbaar vervoer visie samenvoeging OV5-OV9
OV5
RijnGouwelijn West
OV6
RijnGouwelijn Oost
OV7
Verhoging frequentie spoor Leiden - Utrecht
OV8
Hoogwaardig openbaar vervoer Duin- en Bollenstreek
OV9
HOV N207-Noord
OV10 Flankerend beleid
Auto
Project
Ongelijkvloerse spoorwegkruising Leidsche Schouw
FB1
Benuttingsmaatregelen DVM en CAR
AU1
Rijnlandroute A4 - A44 - N206
AU2
Ongelijkvloerse kruising N11 Goudse Schouw
AU3
Knooppunt Leiden-West
AU4
Ontsluiting Bio Science Park
AU5
Duurzaam veilig inrichten N209
AU6
Rotonde N209 Weidelanden
AU7
Projecten A4
AU8
Rotonde N455 PCT terrein
AU9
Aansluiting A44 - Flora Holland
AU10
Infrastructuur ten behoeve van Braassemerland
AU11
Ringweg Oost Leiden
AU12
Ongelijkvloerse kruising N11 Leidse Schouw
AU13
Ontsluitingsweg Bentwoud
AU14
Maximabrug
AU15
Bodegravenboog
AU16
N207 Noord
AU17
Noordelijke randweg Voorhout opgenomen in POG
AU18
Route Zuidkennemerland (N205-N206) idem
AU19
Aanpassing aansluiting Postviaduct, afrit 6 A44 idem
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 1 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Goederenvervoer
Verkeersveiligheid Milieu
AU20
Noordelijke randweg Katwijk en Rijnsburg in relatie tot oplossing afritten A44 opgenomen in POG
AU21
Knooppunt Nagelbrug idem
AU22
Knooppunt Piet Gijzenbrug idem
AU23
Verbeteren doorstroming N207 en kruispunt N207/N208 idem
AU24
Herinrichting N208 idem
AU25
Verkeersafwikkeling rotondes Sassenheim/ N443 idem
AU26
Verkeersafwikkeling rotondes Noordwijk en Noordwijkerhout en aansluiting Beeklaan op N206 idem
GV1
Stedelijke distributie
GV2
Agrologistiek
GV3
Kwaliteitsnet goederenvervoer
VV1
Aanpak ongevallen concentraties
VV2
Maatregelpakket verkeersveiligheid
MI1
Regionale Verkeer en Milieukaart
MI2
Maatregelprogramma milieu
* toelichting op de cursief geschreven toevoegingen komen terug in het bijbehorende DB en PHO voorstel Toelichting verkeerslichten bij “voortgang van het project” Planning en financiën op orde
Planning loopt achter dan wel financiën vergen aandacht. Eindresultaat niet in gevaar.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Planning wordt niet gehaald of kosten te hoog. Eindresultaat in gevaar.
Project is nog niet van start gegaan
Pagina 2 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Fiets
Uitvoeringsprogramma Fiets
A:
Nummer projectenlijst
FI5 FI1-FI5
Naam van het project
Uitvoeringsprogramma Fiets B:
Omschrijving van het project / context
Voorgaande projecten F1 – F5 zijn overgegaan in het UPF, het Uitvoeringsprogramma Fiets. Het UP Fiets heeft een relatie met het Provinciaal Fietsplan en met subsidieaanvragen voor de BDU gelden. De regio en de provincie hechten aan een toename van het gebruik van de fiets voor woon-werk verkeer. Beiden maken nu slagen om ook de uitvoering hiervan beter te faciliteren. Er blijft een regionale projectenlijst bestaan, waar alle fietsprojecten een plaats krijgen, met het oog op BDU gelden voor fietsprojecten. Deze projectenlijst dient als onderlegger voor subsidieaanvragen zoals door de provincie is vereist. Projecten waarvoor subsidie wordt aangevraagd dienen onderdeel te vormen van een regionaal verkeersplan. Er is een regionaal fietsnetwerk, in plaats van FI2, dat mede dient om te prioriteren in BDUaanvragen. Tevens is het een start voor een breder afwegingskader. Hiermee kan potentieel effect van ingrepen in het fietsnetwerk beter worden geduid. Voor haar Uitvoeringsprogramma Fiets verwacht de provincie een dergelijk kader van alle regio’s eind 2014. In het uitvoeringsprogramma krijgt het OV een prominente plaats. Ook worden StedenbaanPlus gegevens van fietsvoorzieningen uitgebreid en geïntegreerd. (was FI3) Fietssnelwegen krijgen meer aandacht van het Rijk. Dezelfde instrumenten voor het afwegingskader zullen versneld worden toegepast op potentiële fietssnelwegen in de regio. (FI4) Daarbij is dit Uitvoeringsprogramma een vernieuwde focus, gebaseerd op bestaand beleid, geformuleerd in het RVVP. Het Uitvoeringsprogramma Fiets zal als bijlage 2 bij dit UP RVVP worden gevoegd. C:
Wat is taak/rol van Holland Rijnland
Holland Rijnland biedt een platform voor afstemming voor gemeenten en provincie en heeft in haar uitvoeringsprogramma fiets afwegingskader opgesteld. Holland Rijnland coördineert aanvragen voor BDU en toetst deze aan het afwegingskader. D:
Doelstelling (maatschappelijke)
De fiets heeft een belangrijke functie in het verkeers- en vervoerbeleid. Met name op de korte afstanden speelt de fiets een belangrijke rol in de vervoerskeuze. Inzetten op een goed fietsnetwerk is van belang om een goed alternatief voor de auto te bieden. Ook levert de fiets een bijdrage in de ketenmobiliteit bij voor- en natransport. Het optimaliseren en verkeersveilig maken van het fietsnetwerk stimuleert de toename van het fietsgebruik. Ook ontwikkelingen zoals de OV-fiets en de E-bike kunnen leiden tot meer fietsgebruik. In het RVVP zijn geen concrete doelstellingen in toename van aantallen fietsers op het regionaal fietsnetwerk opgenomen.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 3 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
E:
Product
Het realiseren van een aantrekkelijk fietsnetwerk voor woon-werkverkeer, waar ook met minder geld, gemeenten en provincie gerichter kunnen investeren in een regionaal fietsnetwerk. F: Afbakening van het eindresultaat Het eindresultaat is een compleet, optimaal en verkeersveilig fietsnetwerk in de regio dat forensen stimuleert de fiets te nemen naar het werk. G: Aanpak Jaarlijks worden meerdere fietspaden of ontbrekende schakels in bestaande verbindingen aangelegd. In het Uitvoeringsprogramma Fiets is een regionaal overzicht opgenomen van aan te leggen paden en ontbrekende schakels. Deze projecten krijgen voorrang in aanvragen voor de BDU. Ook zijn richtlijnen voor veiligheid opgenomen en zijn potentiele snelfietsroutes aangewezen. De haalbaarheid van deze routes wordt verder uitgewerkt. H:
Personele inzet en kosten
Holland Rijnland:
2014: 120 uur
Afhankelijk van welke wegbeheerder(s) besluit(en) tot uitvoering van een fietsproject is inzet van uren van die betreffende gemeente noodzakelijk. Voor het actualiseren van de fietsprojectenlijst door gemeenten is slechts beperkte ureninzet (circa 3 uur per jaar afhankelijk van het aantal projecten op de lijst) noodzakelijk. Voor het inschatten van haalbaarheid van snelfietsroutes zijn vooral de betreffende gemeenten deskundig. Holland Rijnland kan een aanjagende en faciliterende rol spelen. I: Planning en fasering vervolgfasen Met de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma is een kader neergezet. De opwaardering van het regionaal fietsnetwerk is een permanent proces. De eerste inzet van Holland Rijnland na de vaststelling is gericht op potentie voor fietssnelwegen. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Veel projecten worden momenteel opgepakt door de provincie. Een aandachtspunt is dat middelen bij gemeenten overal af nemen, waardoor de bereidheid tot cofinanciering bij gemeenten onzeker is. Juist door teruglopende financiering is een scherpere afweging in investering / effect noodzakelijk. Dit Uitvoeringsprogramma Fiets voorziet daarin.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 4 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Openbaar Vervoer
Stedenbaan
A:
Nummer projectenlijst
OV2
Naam van het project
Stedenbaan B:
Omschrijving van het project / context
Verbeteren van het regionaal treinvervoer (hogere frequentie van treinen die zijn uitgevoerd als sprinterformule) en het zo optimaal mogelijk benutten van stationslocaties langs het Stedenbaantracé, hetgeen ten goede komt aan ruimtelijke ontwikkelingen zoals woningbouw, bedrijven en voorzieningen. Dit project heeft een relatie met OV4, de Regionale OV-visie, met project OV1, en met de Regionale fietsvisie FI1-5. C:
Wat is taak/rol van Holland Rijnland
Holland Rijnland vervult hier de platformfunctie. D: Doelstelling (maatschappelijke) Stedenbaan beziet de samenhang van mobiliteit met de verstedelijkingsopgave. Het streven is: de bereikbaarheid en mobiliteit in de (netwerkstad) Zuidvleugel beter en evenwichtiger te verdelen over weg en rail; de bereikbaarheid van belangrijke economische activiteiten te verbeteren; de variatie in woonmilieus te vergroten en de aantasting van het landelijk gebied en de milieubelasting te beperken. E: Product Stedenbaan beoogt een integrale benadering waarbij er meer treinen vaker en sneller gaan rijden over bestaand spoor, het streven uiteindelijk is naar een vorm van spoorboekloos rijden; dat de stations beter bereikbaar zijn met openbaar vervoer, fiets en auto; dat de stations en hun omgeving veilig en uitnodigend zijn; dat er meer aantrekkelijke kantoren, woningen en voorzieningen komen in de directe omgeving van stations. Het is een integraal programma voor ruimtelijke ontwikkeling (RO) en hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) in Zuid-Holland. Voor het HOV ontwikkelt en stimuleert Stedenbaan een samenhangend en herkenbaar hoogwaardig netwerk van NS-Sprinters, bussen, trams, lightrail en metro's. Opwaarderen van Leiden-Utrecht is hier onderdeel van. F: Afbakening van het eindresultaat Een samenhangend en herkenbaar hoogwaardig netwerk van NS-Sprinters, bussen, trams, lightrail en metro's. De NS-Sprinters – die in de toekomst 6x per uur gaan rijden – dienen als ruggengraat voor de overige HOV-lijnen. Dit net voedt op haar beurt weer de Intercity's. G: Aanpak De Zuidvleugelpartijen, in samenwerking met NS en Prorail, realiseren een hoogfrequent railproduct op het hoofdrailnet tussen Sassenheim/Hillegom en Dordrecht, Rotterdam-Gouda en Den Haag-Gouda. Het Stedenbaannet omvat diverse soorten OV-stations; in onze regio treinen en bussen. Daarnaast heeft Stedenbaan een ruimtelijke ambitie om woningen en kantoren rond OV te situeren. Verder spannen de Zuidvleugel-partners zich in voor de vestiging van voorzieningen (detailhandel, onderwijs, zorg en vermaak) in de directe nabijheid van de stations, net als voor de publieke ruimte rond de stations. Wegens de neergaande kantoren- en huizenmarkt is de manier om effect te sorteren meer gericht op ‘daar waar energie zit’ Stedenbaan houdt eind 2013 op als programmabureau. Partners geven meer zelf invulling aan de doelstellingen en vanuit het Zuidvleugelbureau wordt aanjagen doorgezet met één specifieke programmacoördinator Stedenbaan. Op de diverse bestuurlijke tafels – kantoren, wonen, verkeer en vervoer – wordt de Stedenbaangedachte meer toegepast meegegeven, en de lobby hopelijk sterker ingezet. Via alliantiegesprekken wordt ook op casusniveau de stationsomgeving verbeterd. Hierdoor krijgt Stedenbaan ook een sterker best-practices invulling.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 5 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
H:
Personele inzet en kosten
Holland Rijnland:
2014: 230 uur
Gemeenten kunnen leren van deze best-practices en wordt meer dan voorheen gevraagd deze zelf te delen en op te halen bij andere gemeenten. Wegens het expertiseniveau is dit ook efficiënter. Holland Rijnland blijft deelnemen aan Stedenbaanbijeenkomsten, die meer door de partners zelf georganiseerd worden. Inzet blijft ongeveer gelijk, de aanpak wordt iets anders. I: Planning en fasering vervolgfasen De nieuwe werkwijze van Stedenbaan zal haar effect moeten sorteren. Een doel voor 2014 is om verschillende visies op OV in de Zuidvleugel samen te smelten tot een gedragen ontwikkelagenda voor het BO-MIRT. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) In 2007 heeft de regio ingestemd met het ambitiedocument Ruimte. De afspraken die hierin staan verwoord, zijn vastgelegd in een bestuursovereenkomst tussen alle Zuidvleugelpartijen, de NS en Prorail. Dit geldt ook voor het ambitiedocument Ketenmobiliteit. In 2008 zijn als uitvloeisel van de bestuursovereenkomst nadere overeenkomsten getekend. Bij de uitvoering hiervan spelen de gemeenten als verantwoordelijke voor de sociale veiligheid en als wegbeheerder een belangrijke rol. Met de koerswijziging in 2013 blijven de ambities overeind en de werkgroepen bestaan in iets aangepaste vorm.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 6 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Openbaar Vervoer
Uitvoering CVV
A:
Nummer projectenlijst
OV3
Naam van het project
Uitvoering Collectief Vraagafhankelijk Vervoer B:
Omschrijving van het project / context
Met ingang van 1 januari 2013 is het streven naar één systeem voor Collectief Vraagafhankelijk Vervoer in de gehele regio gerealiseerd. Voor 15 gemeenten binnen Holland Rijnland geldt sinds die datum één CVV systeem, de Regiotaxi Holland Rijnland. Dit is een deeltaxisysteem waarvan iedereen gebruik kan maken. Als laatste gemeenten zijn 1 januari 2013 de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude eveneens aangesloten bij de Regiotaxi Holland Rijnland. Op die datum houdt het contract met de eerdere vervoerder voor het CVV systeem, de Rijnstreekhopper, in die gemeenten op. Aansluiting van de drie genoemde gemeenten bij de Regiotaxi Holland Rijnland is hiermee een feit. Alle communicatiemiddelen zijn op deze uitbreiding aan gepast. De gemeente Boskoop heeft inmiddels besloten om na de fusie met Alphen aan den Rijn en Rijnwoude eveneens gebruik te gaan maken van de Regiotaxi Holland Rijnland. Dit zal medio 2014 zal gaan gebeuren. Dit project heeft een relatie met OV4 de Openbaar Vervoervisie. In de Openbaar Vervoervisie speelt CVV een rol in het zogenaamde OV-niveau 4. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland is de trekker van het project. Dit in het kader van efficiency. D: Doelstelling (maatschappelijke) Het bieden van (sociale) mobiliteit voor mensen met een beperking die in het kader van de Wmo een vervoersvergoeding ontvangen. Voor het OV geldt het in stand houden van de openbare mobiliteit ondanks verschraling van het dienstgeregeld openbaar vervoer in de regio evenals de realisatie van een eenduidig CVV systeem voor de gehele regio Holland Rijnland. Daarnaast streeft de regio ernaar om het openbaar vervoer beter toegankelijk te maken voor mensen met een mobiliteitsbeperking. E: Product Een eenduidig en goed toegankelijk CVV-systeem voor de hele regio met een efficiënte beheersorganisatie. Holland Rijnland verzorgt het beheer van de Regiotaxi Holland Rijnland voor alle 15 aangesloten gemeenten. F: Afbakening van het eindresultaat Het voeren van een eenduidige beheersorganisatie voor alle 15 gemeenten binnen Holland Rijnland. Het eindresultaat – na aansluiting van Boskoop - is een eenduidig regiodekkend aanvullend, niet dienstgeregeld openbaar vervoersysteem voor alle inwoners binnen Holland Rijnland. G: Aanpak Het voeren van het beheer van de Regiotaxi Holland Rijnland is een continue proces. Trekker voor het project is Holland Rijnland. H:
Personele inzet en kosten
Holland Rijnland:
2014: 1000 uur (beleid en administratie)
Bij bespreking van (deel)onderwerpen die betrekking hebben op het CVV zoals de discussie rond de eigen bijdrage van Wmo geindiceerde reizigers of de toegankelijkheid van het OV in relatie tot deze doelgroep zal inzet worden gevraagd vanuit de gemeenten. Dit geldt met name voor het
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 7 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
vakgebied Welzijn (Wmo) en in beperktere mate voor Verkeer en Vervoer (OV). Op instignatie van de provincie is een onderzoek gestart naar mogelijke overstap van het CVV-vervoer naar het steeds toegankelijker wordende OV. Ook dit vraagt inzet van alle gemeenten op beide vakgebieden. Per gemeente is de jaarlijkse inzet op 20 uur geraamd. Dit is exclusief de uren voor de voorbereiding van de interne besluitvorming door colleges en Raden in de gemeenten. I: Planning en fasering vervolgfasen In de loop van 2014 zal de implementatie van de gemeente Boskoop extra aandacht en inzet vragen. Verder zal het project van de provincie ook in 2014 aandacht van de regio en gemeenten vragen. Dit geldt tevens voor het traject in het kader van de drie decentralisaties waarbij onderzoek wordt gedaan naar mogelijke efficiency winst op het gebied van doelgroepenvervoer in brede zin. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Beheer loopt. Continue aandacht wordt besteed aan het kwaliteitspercentage van het systeem. Tot op heden is dat hoog in de regio. Van belang is dat dit ook in de toekomst zo blijft.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 8 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema Openbaar vervoer A:
Project
Nummer projectenlijst
Uitvoering Regionale OV-visie
OV4
Naam van het project
Uitvoering Regionale Openbaar Vervoervisie B:
Omschrijving van het project / context
Om te concurreren met (de reistijden en het comfort van) de auto, moet het openbaar vervoer een kwaliteitsslag maken. De huidige openbaar vervoervoorzieningen (trein en bus) worden op (middellange) termijn uitgebreid met projecten als het HOV-net Zuid-Holland Noord, capaciteitsvergroting op het spoor in het kader van StedenbaanPlus en een regionaal dekkend CVV-systeem. De relatie tussen deze ontwikkelingen, het bestaande busnet en de openbaar vervoervoorzieningen in de omliggende regio’s (onder andere R-net, en Randstadrail) is onderwerp van de OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet (2012). De regio is weliswaar geen OV-autoriteit maar bestuurlijk bestond de behoefte om een visie te ontwikkelen voor de versterking van het openbaar vervoer tot 2020, waarmee de gemeenten hun standpunt bepalen, ook richting Provincie Zuid-Holland en Rijk. De regionale openbaar vervoervisie dient als onderlegger voor de Regionale Structuurvisie Holland Rijnland (2012). De OV-visie Holland Rijnland is een belangrijke onderlegger geweest voor de dienstregeling in 2012 van de nieuwe vervoerder in de regio, Arriva. De OV-visie Holland Rijnland is uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma openbaar vervoer Holland Rijnland, R-net komt eraan! (2012). Dit project heeft een relatie met alle openbaar vervoerprojecten uit het Regionaal Verkeer en Vervoer Plan. Tevens is er een belangrijke relatie met het aanbestedingstraject voor het openbaar vervoer dat de Provincie Zuid-Holland hanteert. De concrete deelprojecten van de OVvisie zijn apart in het Uitvoeringsprogramma opgenomen als aspirant projecten. In de projectenlijst hebben ze de nummers OVV1 tot en met OVV12. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft in dit project een richtinggevende rol. D: Doelstelling (maatschappelijke) De doelstellingen voor het openbaar vervoer zijn in de OV-visie als volgt geformuleerd: De bereikbaarheid van de regio verbeteren door een samenhangend OV-netwerk; Automobilisten verleiden tot gebruik van OV (bevorderen substitutie) en hiermee wegen ontlasten; Ruimtelijke en economische ontwikkelingen faciliteren en structureren met HOV; Holland Rijnland positioneren als onderdeel van Randstad Netwerkstad; Gedurende de planperiode een reizigersgroei realiseren van 70%. De 70% reizigersgroei (aandeel OV van 10% naar 15%) is als volgt opgebouwd: 20% autonome groei voor zowel auto als openbaar vervoer; 50% groei door verbetering OV-netwerk (45% reizigersgroei op busverbindingen en 75% voor de zes StedenbaanPlus stations). E:
Product
De regionale openbaar vervoervisie voorziet in: Een gemeenschappelijk gedragen visie van Holland Rijnland; Voorstellen voor OV-projecten, mede in relatie tot ons omliggende regio’s. Wat betreft dit laatste: in de projectenlijst van dit uitvoeringsprogramma zijn de deelprojecten opgenomen als OVV1 tot en met OVV12.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 9 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
F: Afbakening van het eindresultaat De OV-visie is een heldere regionale visie op het openbaar vervoer netwerk, de samenhang daarvan en de concurrentiekracht ten opzichte van de auto. Op basis van de visie is een uitvoeringsprogramma opgesteld, dat jaarlijks geactualiseerd wordt. G: Aanpak De OV-visie voorziet in een visie op het openbaar vervoer in 2020 in de regio Holland Rijnland. In het partieel herziene deel wordt deze visie geografisch verbreed naar alle huidige Holland Rijnland-gemeenten. De OV-visie is de basis voor de inbreng van Holland Rijnland bij de concessie-eisen en –wensen van de provincie Zuid-Holland die concessiehouder is voor het openbaar vervoer in Holland Rijnland. In 2014 wordt een OV-monitor opgezet. Hierin wil de regio de effecten van de investeringen in (H)OV-corridors meten op basis van actuele gegevens van onder meer reizigersaantallen, frequenties en rijtijden. In de OV-visie staat welke verbeteringen in het regionale openbaar vervoer nodig en gewenst zijn. Daarbij zijn twaalf deelprojecten geformuleerd.: NR
Naam
Omschrijving
Eerstvolgende stap
OVV1
Uitvoeringsprogramma OV-visie
De OV-visie is in 2012 uitgewerkt in een concreet uitvoeringsprogramma.
Het uitvoeringsprogramma is eind 2012 vastgesteld. Het programma wordt jaarlijks geactualiseerd. Het programma leidt tot diverse vervolgstappen in de verschillende OV-corridors
OVV2
HOV Leiderdorp-Leiden
R-net verbinding Leiderdorp A4 Leiden Centraal
’ OV-verkenning Leiden CS – Leiderdorp in 2012. Haalbaarheid invoering R-net in deze corridor staat centraal in de verkenning.
OVV3
HOV Leiden - Zoetermeer
R-net verbinding Leiden Centraal - Zoeterwoude - Zoetermeer
Extra haltes Zoeterwoude Carpoolplaats en Stompwijk voor lijn 206 zijn in 2012 gerealiseerd, aanpassen VRI's. Invoering R-net.
OVV4
HR45 Merenwijk - Leiden CS - Voorschoten - Den Haag
HR verbinding op het traject Leiden - Voorschoten Leidschendam - Den Haag CS
Geen acties op korte termijn.
OVV5
HR50 Leiden CS Sassenheim - Haarlem
HR verbinding op het traject Leiden - Oegstgeest Sassenheim - Lisse - Hillegom Heemstede - Haarlem
Geen acties op korte termijn.
OVV6
HR56 Leiderdorp Roelofarendsveen Schiphol
HR verbinding op het traject Leiderdorp - Roelofarendsveen Hoofddorp - Schiphol
Doorkoppelen R-net Leiden – Leiderdorp naar Schiphol.
OVV7
HR59 Noordwijk Voorhout – Sassenheim – Schiphol
R-net verbinding op het traject Noordwijk - Voorhout Sassenheim Station – Lisse – Schiphol
Planstudie is afgerond en voorkeurstracé bepaald. Start uitvoering!
OVV8
HR60 Hillegom Hoofddorp - Schiphol
HR verbinding op het traject Hillegom - Nieuw Vennep Hoofddorp - Schiphol
Lijnen bundelen, rijtijden, aansluiting op trein van/naar Haarlem verbeteren, diversen. Uitvoeren verkenning om OVcorridor tussen stations Hillegom en Nieuw Vennep beter te laten functioneren.
OVV9
HR70 Alphen ad Rijn Leimuiden - Schiphol
R-net verbinding op het traject Alphen ad Rijn - - Leimuiden Schiphol
Aanpassingen lijn 370, kwartiersdienst, vluchtstrookgebruik A4. Invoeren R-net
OVV10
UVP Projectbladen 13 december 2013
Vervalt ivm alternatief RGL: HOV-net Zuid-Holland Noord
Pagina 10 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
OVV11
Inrichting trein / Hazerswoude Rijndijk – Koudekerk
Bij aanleg woonwijk (?) en halte ( Planuitwerking halte, trein) inrichten halteomgeving haltevoorzieningen en (inclusief fiets en knooppunt bus) overwegveiligheid.
OVV12
Haltes en knooppunten
Realisatie van hoogwaardige haltes en knooppunten
Vervangen bestaande haltes door hoogwaardige exemplaren volgens een modulair standaardconcept: invoeren R-net
H: Personele inzet en kosten Voor Holland Rijnland is de ureninzet voor het proces rond de OV-visie incl. monitor in 2014 150 uur. I: Planning en fasering vervolgfasen Afhankelijk van het oppakken van de deelprojecten OVV1 tot en met OVV12. Nu hebben deze projecten nog de status aspirant project. J:
Voortgang van het project (inclusief lopende fase)
De partiële herziening OV-Visie bevindt zich in de besluitvormingsfase. Begin 2012 wordt gestart met het opstellen van een uitvoeringsprogramma. De deelprojecten moeten nog worden opgestart.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 11 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Openbaar vervoer
Uitvoeringprogramma Openbaar Vervoer
A:
Nummer projectenlijst
OV5-OV9
Naam van het project
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer B:
Omschrijving van het project / context
Holland Rijnland wil met het openbaar vervoer (de groei van) het autoverkeer terugdringen en de bereikbaarheid continueren en waar mogelijk verbeteren. Daarnaast heeft het OV een belangrijke functie voor de mobiliteit van personen die om welke reden dan ook geen beschikking hebben over vervoer per auto. De visie op het openbaar vervoer zoals verwoord in de OV-visie (OV4), is concreet uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland. Het UP OV bevat projecten in het kader van de netwerkverbetering zoals voorgesteld in de OV-visie, inclusief voortschrijdend inzicht zoals het alternatief voor de RijnGouwelijn, dat nu verder gaat onder de naam HOV-Net Zuid-Holland Noord. Er is een relatie met de OV-visie (OV4). De projectbladen OV5-OV9 zijn samengevoegd in dit projectblad. Uitgebreidere informatie over de afzonderlijke projecten is te vinden in het UP OV, actualisatie januari 2014. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland is overlegpartner en heeft daarbij een richtinggevende rol. Holland Rijnland bewaakt de uitgangspunten van de OV-visie en draagt zorg voor een goede besteding van de bijdrage die de gemeenten via de RIF (Regionaal Investerings Fonds) voor het HOV-net ZuidHolland Noord hebben gereserveerd (€ 37,5 mln.). Partners zijn provincie Zuid-Holland en de gemeenten. D: Doelstelling (maatschappelijke) Het gehele openbaar vervoer-netwerk in Holland Rijnland te verbeteren door de kwaliteit van het openbaar vervoer op een hoogwaardig niveau te brengen. E:
Product
De OV-visie Holland Rijnland is vertaald naar een concreet uitvoeringsprogramma, het UP OV. Per corridor wordt een overzicht gegeven van de opgave, knelpunten, (indicatieve) maatregelen, stand van zaken, relaties met andere projecten, acties en mijlpalen. De regiogemeenten laten hiermee zien dat ze ook de volgende stap willen zetten voor beter OV in de regio en dat integrale sturing van de verschillende OV-dossiers belangrijk is. Het UP OV is een instrument om voortdurend met de provincie in gesprek te blijven en druk uit te oefenen om tot realisatie te komen. F: Afbakening van het eindresultaat Het UP OV is een momentopname en zal daarom jaarlijks worden geactualiseerd. Projecten boeken elk in hun eigen tempo voortgang. Periodieke actualisatie van het UP OV is daarom noodzakelijk. Zowel vanwege de bewaking van de voortgang van projecten als vanwege voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen. G: Aanpak De jaarlijkse actualisatie van het UP OV gebeurt in nauw overleg met provincie Zuid-Holland en de gemeenten. In 2013 zijn de corridors in het HOV-net Zuid-Holland Noord onder leiding van de provincie Zuid-Holland nader uitgewerkt. Afspraken over het HOV-net Zuid-Holland Noord worden vastgelegd in bestuursovereenkomsten tussen provincie Zuid-Holland en de betrokken gemeenten. Eind 2013 is de eerste corridor-specifieke bestuursovereenkomst, Noordwijk – Schiphol, vastgesteld door alle betrokken partijen, waaronder Holland Rijnland.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 12 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Holland Rijnland heeft het initiatief genomen om in de eerste helft van 2013 twee OVverkenningen uit te voeren: Leiden – Leiderdorp en Hillegom – Nieuw Vennep. Beide verkenningen zijn in de zomer van 2013 afgerond. De corridor Hillegom – Nieuw Vennep wordt door de betrokken gemeenten verder uitgevoerd. Voor de corridor Leiden – Leidendorp is een verdiepingsslag gemaakt door provinice, regio en gemeenten. Deze zal eind 2013 worden afgerond. Op basis van de onderzoeken zal begin 2014 door de provincie besloten worden of deze corridor versneld op R-net niveau gebracht kan worden. H: Personele inzet en kosten Holland Rijnland besteedt in 2014 in totaal circa 350 uur, verdeeld over de verschillende projecten in het UP OV. I: Planning en fasering vervolgfasen Het UP OV wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van voortgang van projecten. In 2013 zijn onder meer de afspraken zoals vastgelegd worden in de bestuursovereenkomsten HOV-net ZuidHolland Noord en HOV-corridor Noordwijk – Schiphol, in het UP OV verwerkt. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Het UP OV is op 22 november 2012 vastgesteld door het DB en vervolgens ter kennis name aangeboden aan het AB en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. De afzonderlijke projecten hebben hun eigen dynamiek en boeken ieder in een eigen tempo voortgang. Eind 2013 vindt de eerste actualisatie van het UP OV plaats.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 13 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Project Openbaar vervoer
A:
Nummer projectenlijst
Verhoging frequentie spoor Leiden Utrecht
OV7
Naam van het project / van de activiteit
Verhoging frequentie spoor Leiden - Utrecht B:
Omschrijving van het project Context
Betere benutting van bestaande railverbinding. Met het plan Hoogwaardig Openbaar Vervoer Zuid Holland Noord (HOV ZHN) worden delen van het spoor verdubbeld, ook komen er twee stations bij. Doel is het kunnen rijden met twee intercity’s en twee sprinters per uur per richting. NS en Provincie werken dit uit. Wanneer dit gereed is in 2014 wordt meer duidelijk over dienstregeling en exacte plaatsen voor dubbel spoor. Hieruit vloeit dan ook voort de inzet op volledig dubbelspoor en verdere frequentieverhoging tussen Leiden en Utrecht. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland is trekker van de lobby voor verdere spoorverdubbeling en frequentieverhoging op Leiden-Utrecht. Eerst wachten op HOV-ZHN. Lobby wel door blijven zetten in gepaste vorm. D: Doelstelling (maatschappelijke) Betere bereikbaarheid voor regio door frequenter bediening op het spoortraject Leiden – Utrecht en minder storingen. E:
Product
Hoogwaardig Openbaar Vervoer tussen Leiden en Utrecht. F: Afbakening van het eindresultaat Hogere frequentie en betere kwaliteit op traject Leiden-Utrecht. G: Aanpak De inzet van Holland Rijnland is mede afhankelijk de exactie invulling van HOV ZHN en de lobby via Stedenbaan. H: Personele inzet en kosten In 2014 wordt voor de inzet van Holland Rijnland 100 uur geraamd. I: Planning en fasering vervolgfasen Overleg voeren met provincie, betrokken gemeenten, NS en Prorail J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Mede afhankelijk van ontwikkelingen HOV ZHN
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 14 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Openbaar vervoer
Ongelijkvloerse spoorwegkruising Leidse Schouw
A:
Nummer projectenlijst
OV10
Naam van het project / van de activiteit
Ongelijkvloerse spoorwegkruising Leidse Schouw B:
Omschrijving van het project Context
Door de toename van zowel het spoor- als wegverkeer is een ongelijkvloerse spoorwegkruising met de Leidse Schouw gewenst. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland volgt de voortgang. D: Doelstelling (maatschappelijke) Betere doorstroming op het spoor en op de Leidse Schouw en het bevorderen van de verkeersveiligheid. E:
Product
Ongelijkvloerse spoorwegkruising F: Afbakening van het eindresultaat Een ongelijkvloerse spoorwegkruising tussen de kruisingen Leidse Schouw-Eikenlaan en Leidse Schouw-Antonie van Leeuwenhoekweg. G: Aanpak De gemeente moet het bestemmingsplan aanpassen en er zullen werkzaamheden op het grondgebied van de gemeente en aan de gemeentelijke bovengrondse en ondergrondse infrastructuur moeten worden uitgevoerd. De provincie neemt in het kader van het HOV-net de realisatie van de ongelijkvloerse spoorwegkruising op zich. H: Personele inzet en kosten In 2014 wordt door Alphen aan de Rijn 80 uur geraamd. Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. Ureninzet in de jaren daarna afhankelijk van ontwikkelingen. I: Planning en fasering vervolgfasen De planning van de werkzaamheden zijn afhankelijk van de ontwikkelingen rond het HOV-net. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Een technische verkenningsstudie naar een ongelijkvloerse spoorwegkruising is afgerond.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 15 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Flankerend beleid
Benuttingsmaatregelen DVM en CAR
A:
Nummer projectenlijst
FB1
Naam van het project
Benuttingsmaatregelen DVM en CAR B:
Omschrijving van het project / context
Het doel van Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) is het informeren, geleiden en sturen van verkeersstromen. Op basis van actuele en plaatsspecifieke verkeers- en omgevingsomstandigheden kan de verkeersafwikkeling met slimme techniek op de weg en in een verkeerscentrale worden bevorderd. DVM is dan ook een middel om de bestaande capaciteit van het wegennet beter te gebruiken. Dat is aanmerkelijk kosteneffectiever dan uitbreiding van wegcapaciteit. DVM kan een bijdrage leveren aan de beleidsdoelen van het RVVP voor zowel bereikbaarheid als milieu. Coördinatie Alternatieve Routes (CAR) biedt oplossingen voor momenten dat zich calamiteiten op het hoofdwegennet voordoen die voor een stremming van tenminste één uur op een gedeelte van dat wegennet zorgen. Voor Holland Rijnland gaat het om diverse korte termijn maatregelen. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland is vertegenwoordigd in BEREIK! Dat is een platform waarin ook RWS ZH, provincie ZH, stadsgewest Haaglanden, stadregio Rotterdam, Den Haag en Rotterdam, VNONCW West, ANWB en Fietsersbond zijn vertegenwoordigd. Het doel van BEREIK! is een betere bereikbaarheid in de Zuidvleugel door samenwerking tussen verschillende wegbeheerders en belanghebbenden. D: Doelstelling (maatschappelijke) De mogelijke voordelen van DVM voor de bereikbaarheid zijn: Betere benutting van bestaande infrastructuur; Betere doorstroming van het verkeer; Reistijdwinst en betrouwbaardere deur-tot-deur reistijden; Spreiding van verkeer over de beschikbare wegen en over de dag; Kunnen inspelen op bijvoorbeeld evenementen, calamiteiten en wegwerkzaamheden. Daarnaast biedt DVM kansen voor de leefbaarheid en het milieu: Verbetering van de luchtkwaliteit; Beperken geluidsoverlast; Het ontlasten van kwetsbare routes en leefgebieden; Bijdragen aan de verkeersveiligheid. E:
Product
Diverse korte termijn maatregelen. Uitvoering van de regelscenario’s die inmiddels voor alle 15 gemeenten binnen Holland Rijnland zijn vastgesteld. Harmonisatie beleidskader en aanvulling van de regelscenario’s met het gebied van de gemeenten Alphen a/d Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude heeft in 2012 plaatsgevonden. F: Afbakening van het eindresultaat Op Zuidvleugelniveau wordt een start gemaakt met de vastgestelde maatregelen waarbij voorrang wordt gegeven aan de maatregelen voortvloeiende uit de eerste studies voor 12 van de 15 gemeenten van de regio Holland Rijnland. Overigens wordt hierbij niet de uitbreiding van het gebied en het project uit 2012 uit het oog verloren. Waar financieel mogelijk zullen ook de later vastgestelde maatregelen tegelijkertijd met de overige ter hand worden genomen. G: Aanpak Uitvoering programma’s in regionale samenwerking via DVM-Zuidvleugel en BEREIK! H:
Personele inzet en kosten
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 16 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Holland Rijnland is vertegenwoordigd in BEREIK!. De ureninzet van Holland Rijnland bedraagt in 2014 50 uur per jaar. Gemeenten waar maatregelen in uitvoering worden genomen moeten rekening houden met inzet van uren. Vanuit de landelijke mobiliteitsaanpak is er een subsidieregeling voor regionale Uitvoerings Units (UU) voor verkeersregelscenario’s en regiodesks (RD). I: Planning en fasering vervolgfasen Doel van het DVM-programma Zuidvleugel is dat in 2014 door wordt gegaan met het realiseren van een optimale benutting van het gehele Zuidvleugel-netwerk, onder de dan geldende omstandigheden (systeem optimum). J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Het beleidskader voor DVM van Holland Rijnland is gereed. Het scenario A4 / A44 is in uitvoering. Afzonderlijke maatregelen staan op de rol en zullen de komende jaren worden uitgevoerd.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 17 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Rijnlandroute A4 – A44 en verbinding A44 – N206
A:
Nummer projectenlijst
AU1
Naam van het project
Rijnlandroute A4 – A44 – N206 B:
Omschrijving van het project / context
De Rijnlandroute verbindt de A4 en de A44, en de A44 met Katwijk. Op deze manier wordt de oost-west verbinding sterk verbeterd. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Categorie I: Holland Rijnland heeft hier een richtinggevende taak/rol. Holland Rijnland is medefinancier van de RijnlandRoute (vanuit het RIF) en zorgt onder meer voor afstemming tussen verschillende partijen. D: Doelstelling (maatschappelijke) Verbeteren van de oost-westverbinding. Deze weg is van essentieel belang voor het mogelijk maken van de ontwikkeling van de bouwlocatie Valkenburg, het ontsluiten van Bio Science Park in Leiden en de ontwikkelingen ten aanzien van de Knoop Leiden West. Ook wordt met de RijnlandRoute de Greenport Duin- en Bollenstreek beter ontsloten. Om de RijnlandRoute gerealiseerd te krijgen, zet de regio in op: Het realiseren van een bijdrage (2 keer 37,5 mln.) uit het Regionale Investeringsfonds (RIF); Het (mede) realiseren van de nodige provinciale en rijksbijdragen; De gemeenten op één lijn krijgen over tracékeuze en inpassing; Het streven naar een verantwoorde inpassing van een nieuwe wegverbinding. E:
Product
Aanleg van de Rijnlandroute ter versterking van de oost-westverbindingen in de regio. F: Afbakening van het eindresultaat De doelstellingen van dit project worden bereikt door het bijwonen van de projectgroepen RijnlandRoute, het voorbereiden van de Stuurgroep, het informeren van de portefeuillehouder, DB en PHO over de ontwikkelingen. Verder vindt overleg plaats met gemeenten over een regionaal standpunt inzake RijnlandRoute. De regio zal een unaniem standpunt van het Algemeen Bestuur over tracékeuze voorbereiden. Tot slot is voor de regio een rol weggelegd bij de lobby naar Provincie en Rijk voor een financiële bijdrage. In het Regionale Investeringsfonds (RIF) is een substantiële bijdrage vanuit Holland Rijnland voor de RijnlandRoute vastgelegd. G: Aanpak Medio juni 2012 heeft de definitieve tracékeuze plaats gevonden. In de periode daarna heeft er nog een verdere uitwerking op de inpassing plaats gevonden. Dit heeft geleid tot een door Provinciale Staten vastgestelde scope medio 2013. Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft in september vastgesteld dat hiermee voldaan wordt aan alle gestelde kaders en daarmee €75 miljoen aan regionale financiering kan worden vrijgegeven voor dit project. Hiertoe is een bestuurlijke overeenkomst tussen de regio en de provincie Zuid – Holland vastgesteld.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 18 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
De rol van de regio in het vervolgproces wordt hiermee een stuk beperkter. Waar het de lokale inpassing betreft zijn de gemeenten aan bod. De regio zal zich richten op het monitoren van de afspraken uit de bestuurlijke overeenkomst, het besluitvormingsproces en de kwaliteit van de geleverde producten. H:
Personele inzet en kosten
Holland Rijnland:
2014: 290 uur
De betrokken gemeenten (projectgemeenten) besteden in 2014 (en mogelijk ook in 2014) nog veel capaciteit aan dit project. Met name voor de inpassingsstudies en het traject van het Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Het exacte aantal uren is momenteel nog niet bekend. I: Planning en fasering vervolgfasen De nagestreefde planning van de provincie ziet er als volgt uit:
Januari 2014 Stuurgroep RijnlandRoute over tussenproducten van OPIP en OTB’s Januari 2014 (eventueel) B&W-besluiten over tussenproducten van OPIP en OTB’s Februari 2014 Bilaterale bestuurlijke overleggen voor Leiden en Katwijk over tussenproducten van OPIP en OTB’s Eind februari 2014 Stuurgroep RijnlandRoute m.b.t. OPIP en concept-OTB’s Maart 2014 OPIP door GS vastgesteld en ter visie gedurende 6 weken April 2014 Voorlopig Ontwerp gereed Juni 2014 Stuurgroep RijnlandRoute m.b.t. Provinciaal Inpassingsplan (PIP) Medio 2014 OTB’s door Minister van I&M vastgesteld en ter visie gedurende 6 weken Oktober 2014 PIP door Provinciale Staten vastgesteld November 2014 PIP ter inzage voor beroep 4de kwartaal 2014 Start aanbestedingsprocedure Eind 2014/begin 2015 Stuurgroep RijnlandRoute m.b.t. de Tracébesluiten (TB’s) Begin 2015 TB’s door Minister van I&M vastgesteld Begin 2015 TB’s ter inzage voor beroep 3de kwartaal 2015 Gunning verleend en start aannemer* 2020 Openstelling van de eerste delen van de RijnlandRoute
J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Momenteel worden de inpassingsstudies afgerond. Vervolgens worden de resultaten ter besluitvorming aangeboden aan staten en raden. In 2013 heeft de besluitvorming over de 1ste en 2de fase van het RIF plaatsgevonden binnen het AB van Holland Rijnland.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 19 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Ongelijkvloerse kruising N11 Goudse Schouw
A:
Nummer projectenlijst
AU2
Naam van het project
Ongelijkvloerse kruising N11 Goudse Schouw B:
Omschrijving van het project / context
De gemeente Alphen a/d Rijn en Rijkswaterstaat hebben een overeenkomst getekend waarin zij afspreken samen te werken aan de aanleg van een ongelijkvloerse kruising op de kruising Goudse Schouw/N11. De aanleg van de ongelijkvloerse kruising bevordert de verkeersveiligheid en de doorstroming op de N11. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Ureninzet Holland Rijnland nihil. Rijkswaterstaat is trekker, Alphen ad Rijn participeert. D: Doelstelling (maatschappelijke) Betere doorstroming op de N11 en bevorderen van de verkeersveiligheid. E:
Product
Ongelijkvloerse kruising. F:
Afbakening van het eindresultaat In het bestemmingsplan “N11 - Goudse Schouw” wordt het mogelijk gemaakt om een nieuwe aansluiting van de Goudse Schouw met de N11 en een nieuwe rotonde ter plaatse van de bestaande kruising Goudse Schouw - Archeonlaan - Tankval aan te leggen. G: Aanpak De gemeente heeft het bestemmingsplan aangepast. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de realisatie van de ongelijkvloerse kruising. Het project is aanbesteed. H: Personele inzet en kosten Personele inzet en kosten worden gedragen door het Rijk. Alphen a/d Rijn levert capaciteit voor de afstemming. I: Planning en fasering vervolgfasen De werkzaamheden starten eind 2012 en zijn als alles volgens planning verloopt eind 2014 afgerond. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Ontwerp bestemmingsplan is vastgesteld
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 20 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Knooppunt Leiden-West
A:
Nummer projectenlijst
AU3
Naam van het project
Knooppunt Leiden-West B:
Omschrijving van het project / context
Realisatie van een goed functionerende knoop. Het tracé van de Rijnlandroute (zoeken naar Balans) loopt langs het knooppunt Leiden-West. Er is een relatie met AU1, de Rijnlandroute, met AU4, Bio Science Park en met het HOV-netwerk Zuid-Holland Noord. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland is overlegpartner (samenhang met Rijnlandroute). D: Doelstelling (maatschappelijke) Realisatie van een goed functionerende knoop. Faciliteren van verkeersaanbod door nieuwe ontwikkelingen. In de omgeving van het knooppunt Leiden-West (Transferium/afslag 9 op de A44) vinden namelijk meerdere ontwikkelingen plaats: Woningbouw op het voormalig vliegkamp Valkenburg en woningbouw in het plan Rhijngeest, Oegstgeest, tussen de A44 en de Oude Rijn; Inrichting bedrijventerrein Rijnfront, Oegstgeest, tussen A44 en de Oude Rijn; Uitbreiding van het Bio Science Park ten noorden van de Plesmanlaan en verbetering toegang van het Bio Science Park Aanleg van de HOV-corridor Leiden-Katwijk; Mogelijke kantorenbouw. Snelfietsroute Katwijk-Leiden E:
Product
Een knooppunt met voldoende ruimtelijke kwaliteit dat de ontsluiting van aanliggende gebieden mogelijk maakt en de doorstroming bevordert. F: Afbakening van het eindresultaat Ontsluiting van aangrenzende gebieden en stimulering van de doorstroming van de Rijnlandroute en de A44. Tegelijkertijd wordt aandacht besteed aan de inpassing van het HOV en de kennislijn en de snelfietsroute Katwijk-Leiden. Er is nog geen definitief uitsluitsel of het HOV en de fiets door de knoop gaat of uit de knoop gehaald wordt. G: Aanpak Ontwikkelen van alternatieven voor de ontsluiting van aangrenzende gebieden en voor de doorstroming van de Rijnlandroute en de A44. Rekening houdend met extra verkeersaanbod door onder meer woningbouw. Provincie ZH is trekker. H: Personele inzet en kosten Provincie Zuid-Holland is trekker. Ureninzet Holland Rijnland is 50 uur per jaar in 2013, daarna pm afhankelijk van de ontwikkelingen. Inzet Leiden en Oegstgeest samen 130 uur per jaar. I: Planning en fasering vervolgfasen Tracékeuze is afgerond, nu opstellen van ontwerp als onderlegger voor het PIP (Provinciaal InpassingsPlan) J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Voorbereiden van ontwerp PIP voor de Rijnlandroute Thema
Project
Auto
Ontsluiting Bio Science Park
UVP Projectbladen 13 december 2013
Nummer projectenlijst
AU4
Pagina 21 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
A:
Naam van het project
Ontsluiting Bio Science Park B:
Omschrijving van het project / context
Het verkeer rondom het Bio Science Park en de Plesmanlaan stroomt niet goed door. Leiden gaat daarom de doorstroming van het verkeer op de Plesmanlaan en de bereikbaarheid van het Bio Science Park verbeteren. Op het kruispunt Plesmanlaan – Haagse Schouwweg komt een ongelijkvloerse kruising. Hierdoor kan de Plesmanlaan meer verkeer verwerken waardoor de doorstroming verbeterd. Daarnaast komt er een extra ontsluitingsweg naar het Bio Science Park. Er is een relatie met project AU3 Knooppunt Leiden-West. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft geen rol. Leiden is trekker van het project. D: Doelstelling (maatschappelijke) Betere doorstroming Plesmanlaan en betere ontsluiting Bio Science Park. E:
Product
Ongelijkvloerse kruising en ontsluitingsweg. F: Afbakening van het eindresultaat Op het kruispunt Plesmanlaan – Haagse Schouwweg komt een ongelijkvloerse kruising. Daarnaast komt er een extra ontsluitingsweg naar het Bio Science Park. Plus herinrichting. G: Aanpak Europese aanbesteding uitvoeren. H: Personele inzet en kosten Personele inzet Leiden bedraagt 100 uur per jaar (2012 t/m 2013) De inzet van Holland Rijnland is nihil. I: Planning en fasering vervolgfasen In 2010 is het projectplan voor het Project Ontsluiting Bio Science Park - aanleg ongelijkvloerse kruising opgesteld. In het kaderbesluit (december 2010) zijn de verkeerkundige, stedenbouwkundige, financiële en planologische uitgangspunten en randvoorwaarden vastgelegd waaraan het project moet voldoen. In 2011 is aanbesteding voor het ontwerp en de uitvoering van de ongelijkvloerse kruising in gang gezet. In 2013 wordt de aanbestedingsprocedure afgerond. (EMVI-criterium). Tweede helft 2014 wordt een begin gemaakt met de bouwwerkzaamheden. Oplevering en ingebruikname van de ongelijkvloerse kruising wordt vóór eind 2015 verwacht. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Eerstvolgende stap is de start van de aanbestedingsprocedure
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 22 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Duurzaam veilig inrichten N209
A:
Nummer projectenlijst
AU5
Naam van het project
Duurzaam veilig inrichten N209 B:
Omschrijving van het project / context
Herinrichting van de N209. Gedeelte HazerswoudeRijndijk - Zoetermeer. In het kader van groot onderhoud en tegelijkertijd het verbeteren van de verkeersveiligheid en de toekomstige bereikbaarheid, verbetert de provincie Zuid Holland de N209. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Provincie Zuid Holland is trekker. Holland Rijnland heeft geen rol. Rijnwoude participeert. D: Doelstelling (maatschappelijke) Noodzakelijk onderhoud uitvoeren, verbeteren verkeersveiligheid en bereikbaarheid. E:
Product
Heringerichte N209. F: Afbakening van het eindresultaat N209 tussen Zoetermeer en Hazerswoude-Rijndijk. G: Aanpak Uitvoering door Provincie Zuid-Holland. H: Personele inzet en kosten Inzet Holland Rijnland nihil. Capaciteit Rijnwoude 30 uur per jaar. I: Planning en fasering vervolgfasen Besteksfase bijna gereed. Uitvoering in 2014 J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Besteksfase/aanbestedingsfase. Uitvoering begin 2014.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 23 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Rotonde N209 Weidelanden
A:
Nummer projectenlijst
AU6
Naam van het project
Rotonde N209 Weidelanden B:
Omschrijving van het project / context
Ontsluiting voor nieuw te bouwen woonwijk Weidelanden. Er is een relatie met UVP project AU5 Duurzaam herinrichten N209. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Gemeente Rijnwoude is trekker van het project. Holland Rijnland heeft geen rol. De gemeente Rijnwoude (Alphen aan den Rijn) zal het werk uitvoeren. D: Doelstelling (maatschappelijke) Verkeersveilige ontsluiting nieuw te bouwen woonwijk Weidelanden. E:
Product
Rotonde en bushaltes. F: Afbakening van het eindresultaat Aansluiting woonwijk Weidelanden op de N209 en uitbreiden bebouwde kom. G: Aanpak Voorbereiding Rijnwoude, uitvoering door Provincie Zuid-Holland. H: Personele inzet en kosten Rijnwoude doet voorbereiding. Inzet Holland Rijnland nihil. Capaciteit Rijnwoude ca. 40 uur per jaar. I: 2011 2012 2013 2014
Planning en fasering vervolgfasen Ontwerpfase Definitief ontwerp Bestek, afspraken PZH en onteigening Aanbesteding en uitvoering.
J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Eerstvolgende stap is het afwachten van het RvS-besluit over de onteigening (verwachting is begin 2014 besluit).
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 24 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Projecten A4
A:
Nummer projectenlijst
AU7
Naam van het project
Projecten A4 B:
Omschrijving van het project / context
Voor de A4 lopen er meerdere deelprojecten: Routeontwerp A4 A4 Burgerveen – Leiden Verkenning Prins Clausplein Routeontwerp A4 Project vindt plaats in het kader van de Architectuurnota. In deze verkenning wordt de weg bekeken in relatie tot zijn omgeving. Het gaat om het gedeelte van de A4 door Wijk en Wouden, ofwel het open landelijk gebied in de driehoek Leiden, Zoetermeer en Leidschendam. Verschillende overheden hebben de wens uitgesproken om het open karakter te behouden. Het is een vervolg op het Routeontwerp A12. Het behelst onder meer het behoud van waardevolle landschappen, de ontwikkeling van snelwegparken, het accentueren van waterstelsels en cultuurhistorische linies (landschappelijk). A4 Burgerveen – Leiden Verbreding van de A4 tot 2x3 stroken over een lengte van 20 km en verbeteren ruimtelijke inpassing. Voor een deel (Dwarswater - aansluiting N11/A4) van het zuidelijke traject is een samenwerkingsovereenkomst “W4” gesloten waarin de verlengde verdiepte aanleg is geregeld. De noemer W4 staat voor: wonen, water, wegen en werken. Ter hoogte van Leiderdorp, Leiden en Zoeterwoude-Rijndijk wordt de A4 verdiept aangelegd. (Over een lengte van 1.400 meter). De gemeenten Leiderdorp, Leiden en Zoeterwoude gaan enkele gebieden pal langs de A4 een andere invulling geven. Dat kan omdat de verdiepte ligging van de A4 en het gebruik van geluidsschermen mogelijkheden biedt voor verbetering van de woon- en leefbaarheid. De verdiepte ligging vermindert de bestaande visuele barrière - de A4 ligt immers op een hoge dijk - van de rijksweg. Dat geldt heel duidelijk voor de kruising van de A4 met de Oude Rijn en wegen zoals de Hoge Rijndijk op de grens Leiden/Zoeterwoude en Hoofdstraat te Leiderdorp. Door de bouw van een aquaduct, met geluidsschermen, worden de nu doorbroken zichtlijnen in Leiderdorp en het gebied Hoge Rijndijk te Leiden en Zoeterwoude-Rijndijk hersteld. Verkenning Prins Clausplein Het maken van aanpassingen in de afwikkeling van het verkeer op de A4 rond het Prins Clausplein door herziening van de weefvakken en de op- en afritten. Het Prins Clausplein is één van de belangrijkste schakels in het regionale wegennetwerk in Zuid-Holland met uitlopers in alle richtingen. Het is noodzakelijk gebleken de problematiek van de afwikkeling A4 en aansluitende wegen op het traject vanaf de Harnaschknoop (Schipluiden) tot de N11/Leiden in samenhang te bezien ook in relatie met andere studies. Voor Holland Rijnland is de verkenning Prins Clausplein vooral relevant voor wat betreft de samenhang met de Rijnlandroute. De studie richt zich op de verkeersproblematiek van het gehele Prins Clausplein met alle aansluitingen en werkt door tot aan Leiden.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 25 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Rijkswaterstaat is trekker voor de A4 projecten. Holland Rijnland is overlegpartner. Participanten zijn verder Zoeterwoude, Leiden, Leiderdorp, Provincie Zuid-Holland, Ministerie VROM, Ministerie van LNV. D:
Doelstelling (maatschappelijke)
Routeontwerp A4 Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de A4 en aansluiting bij de omgeving. Het creëren van samenhang en continuïteit in wegarchitectuur in combinatie met het karakter van de omgeving. Het behouden, versterken en ontwikkelen van identiteit en afwisseling van landschappen in de omgeving van de weg. A4 Burgerveen – Leiden Betere doorstroming en betere inpassing van de A4. Verkenning Prins Clausplein Het project beoogt een betere doorstroming van het verkeer en heeft ook een veiligheidsdoelstelling door minder terugslag van files op hoofdrijbanen. E:
Product
Deelprojecten voor aanpak gehele A4. F: Afbakening van het eindresultaat Verbreding A4 tot 2x3 stroken inclusief verdiepte aanleg en betere ruimtelijke inpassing. G: Aanpak De uitvoering is in handen van Rijkswaterstaat. De A4 wordt verbreed tot 2x3 rijstroken tussen Burgerveen en Leiden. Er wordt ruimte gecreëerd om de A4 in de toekomst op een eenvoudige manier te kunnen verbreden naar 2x4 rijstroken. Rijkswaterstaat houdt ook bij de bouw van viaducten, op- en afritten, het aquaduct bij de Ringvaart en het aquaduct bij de Oude Rijn rekening met verbreding naar 2x4 rijstroken. H: Personele inzet en kosten Personele inzet en kosten worden gedragen door het Rijk. Met name voor de verdiepte ligging hebben de gemeenten Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude een substantiële bijdrage geleverd. De geraamde inzet van betrokken gemeenten bedraagt in totaal 660 uur voor de jaren 2013 en 2014. Holland Rijnland zet geen uren in voor dit project. I: Planning en fasering vervolgfasen De uitvoering heeft vertraging opgelopen door uitspraken van de Raad van State. Dat betreft vooral het gedeelte nabij Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude. J:
Voortgang van het project (inclusief lopende fase)
Uitvoering deelprojecten.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 26 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Rotonde N455 PCT terrein
A:
Nummer projectenlijst
AU8
Naam van het project
Rotonde N455 PCT terrein B:
Omschrijving van het project / context
Realisatie van de aansluiting PCT terrein – N455. Het PCT terrein is 170 Ha sierteeltgebied. Het zijn vooral grote bedrijven die vanwege massaproductie kiezen voor de niet-grondgebonden teelt. Zij vinden op het Pot- en Containerteelt- terrein (PCT-terrein) in de gemeente Rijnwoude de ideale (klei)ondergrond. Fase 2, 3 en 4 van het PCT- terrein biedt ruimte voor grootschalige bedrijven, in eenheden van minimaal 10 hectare. De aansluiting van het PCT terrein op de N455 vindt plaats door middel van een rotonde. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft geen rol. Trekker is de gemeente Rijnwoude. D: Doelstelling (maatschappelijke) Verbeteren bereikbaarheid PCT terrein. E:
Product
Rotonde aansluiting N455 / PCT terrein. F: Afbakening van het eindresultaat Rotonde aansluiting N455 / PCT terrein. G: Aanpak Opstellen voorontwerp, definitief ontwerp, aanbesteding. H: Personele inzet en kosten Het project wordt uitgevoerd door de projectontwikkelaar van het PCT terrein. De gemeente Rijnwoude faciliteert met inzet van 20 uur in 2013 en 20 uur in 2014. I: Planning en fasering vervolgfasen De planning is afhankelijk van de voortgang van de te ontwikkelen terreinen. Door de slechte conjunctuur heeft de ontwikkeling vertraging. De ontwikkelaar geeft aan eind 2014 met de rotonde te kunnen starten. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Eerstvolgende stap is het opstellen van een definitief ontwerp.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 27 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Aansluiting A44 Flora Holland
A:
Nummer projectenlijst
AU9
Naam van het project
Aansluiting A44 Flora Holland B:
Omschrijving van het project / context
Realisatie van een rechtstreekse afrit naar het terrein van Flora Holland aan de westzijde van de A44 (dus voor verkeer dat uit het noorden aangereden komt). Tevens wordt een indirecte aansluiting gemaakt voor verkeer dat het Flora Holland terrein verlaat. De beoogde aansluiting moet passen in een toekomstige Noordelijke randweg Rijnsburg. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft in dit project geen functie. De provincie trekt het project. Gemeenten Katwijk, Oegstgeest, Teylingen en Flora Holland en Rijkswaterstaat nemen deel aan het project. D: Doelstelling (maatschappelijke) Verbeteren van de doorstroming van de wegen rond Flora Holland. Met name de Rijnzichtweg in Rijnsburg en Oegstgeest worden ontlast van een grote hoeveelheid vrachtverkeer. Hierdoor verbetert de doorstroming, de verkeersveiligheid en het is gunstig voor het milieu. E:
Product
De huidige afrit vanuit het noorden naar de Rijnzichtweg wordt aangepast: - de afrit zal noordelijker beginnen - halverwege de afrit komt een afslag naar het Flora Holland terrein en een oprit voor het verkeer vanaf het Flora Holland terrein - zowel het verkeer van de verlengde afrit als het verkeer dat gebruik maakt van de Flora Holland oprit, komt tezamen bij de verkeerslichten Rijnzichtweg alwaar zij hun weg kunnen vervolgen in alle richtingen. F: Afbakening van het eindresultaat Betere doorstroming op de Rijnzichtweg. Vanwege minder vrachtverkeer een veiligere situatie op de Rijnzichtweg en minder milieuoverlast. G: Aanpak Uitwerken voorkeursvariant. Er zijn reeds afspraken over financiering tussen Rijk, Provincie, Katwijk, Oegstgeest en Flora Holland. H: Personele inzet en kosten De Provincie Zuid-Holland is trekker van het project. Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. I:
Planning en fasering vervolgfasen
Inhoudelijk Na de procedure voor de omgevingsvergunning en de financieringsovereenkomsten start de aanbestedingsprocedure. Uitvoering van 4e kwartaal 2014 tot 4e kwartaal 2015. Bestuurlijk Er komen aparte financieringsovereenkomsten tussen RWS en de afzonderlijke partijen.
J:
Voortgang van het project (inclusief lopende fase)
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 28 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Inhoudelijk Studie gereed: rechtstreekse ontsluiting Flora Holland / oprit met fysieke scheiding is mogelijk en uitvoerbaar. De voorkeursvariant is uitgewerkt tot een definitief ontwerp. Oegstgeest heeft de procedure voor de omgevingsvergunning gestart. Bestuurlijk Bestuurlijk is er overeenstemming. Afspraken maken over de financiering tussen Rijk, Provincie, Katwijk, Oegstgeest en Flora Holland. De uitvoeringsovereenkomst is in week 49 in 2013 getekend.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 29 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Infrastructuur ten behoeve van Braassemerland
A:
Nummer projectenlijst
AU10
Naam van het project
Infrastructuur ten behoeve van Braassemerland B:
Omschrijving van het project / context
Braassemerland is een transformatiegebied in Roelofarendsveen. Het huidige tuinbouwgebied wordt omgezet in een woningbouwlocatie van circa 1800 woningen. Realisatie in de periode tot 2029. Wat betreft de benodigde infrastructuur zal in fase 1 worden gestart met de aanleg van een deel van de nieuwe hoofdontsluitingsweg. De weg zal een aansluiting krijgen op de Alkemadelaan in de vorm van een turborotonde en zal parallel aan het Westeinde en de Alkemadelaan gaan lopen en aansluiten op het Noordeinde. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft in dit project geen functie. De gemeente Kaag en Braassem is trekker van het project. D: Doelstelling (maatschappelijke) Ontsluiting van een nieuwe grootschalige woninglocatie. De huidige infrastructuur is niet toereikend om de groei van het verkeer af te wikkelen. Middels een nieuwe gebiedsontsluitingsweg (oost-west) moet de groei van het verkeer worden opgevangen. E:
Product
Infrastructuur voor alle vervoerstypen. F: Afbakening van het eindresultaat Verbetering van bestaande en aanleg van nieuwe infrastructuur plus inrichting van de woonwerklocatie Braassemerland. G: Aanpak Ontwerp turborotonde Alkemadelaan, nieuwe oost-west verbinding, aansluiting op Noordeinde. H: Personele inzet en kosten Gemeente Kaag en Braassem is trekker van het project. Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. I: Planning en fasering vervolgfasen Vanwege de slechte economische situatie en het daardoor vervallen van de geplande gebiedsontsluitingsweg (noord-zuid, parallel aan Nooreinde en Zuideinde) zijn grootschalige ontwikkelingen in het zuidelijk deel niet meer mogelijk. Voor het zuidelijke gedeelte wordt dan ook een nieuwe gebiedsvisie gemaakt dat wordt vertaald in een nieuw bestemmingsplan. Verschillende deelgebieden in het noordelijk deel vinden wel gefaseerd doorgang. Te beginnen met een nieuwe centrumlocatie en woningbouw ten zuiden van het huidige centrum aan het Noordeinde.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 30 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Inmiddels is de turborotonde gerealiseerd op de Alkemadelaan en is er een deel van de nieuwe Braassemdreef al opengesteld voor het verkeer. Naar verwachting zal de nieuwe infrastructuur halverwege 2014 volledig gerealiseerd zijn.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 31 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Ringweg Oost Leiden
A:
Nummer projectenlijst
AU11
Naam van het project
Verkenning bereikbaarheid Leidse agglomeratie (vervangt Ringweg Oost Leiden) B:
Omschrijving van het project / context
De oorspronkelijke projectomschrijving luidde: “Verbinding tussen de N206 en N445 inclusief ringweg Oost. Leiden wil een goede ringstructuur rond de stad om Leiden en de regio in de toekomst bereikbaar te maken en houden.” Leiderdorp wil echter geen rondweg over eigen grondgebied. Een ondertunnelde Sumatrastraat bleek maatschappelijk en politiek eveneens geen draagvlak te ondervinden. Dit is voor de gemeenten Leiden en Leiderdorp de aanleiding geweest om het initiatief te nemen om de ruimtelijkeconomische ambities en de bereikbaarheidsproblematiek van de Leidse agglomeratie opnieuw te beschouwen en de verkeerskundige mogelijkheden te gaan verkennen om deze ambities te realiseren. In samenspraak met de randgemeenten wordt nu gewerkt aan een verkenning van de Bereikbaarheid van de Leidse agglomeratie. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft in dit project geen functie. D: Doelstelling (maatschappelijke) Vanuit ruimtelijke economische ambities van de Leidse agglomeratie komen tot breed gedragen inzicht in infrastructurele oplossingen. E:
Product
Infrastructuur. F: Afbakening van het eindresultaat Streven naar een breed gedragen voorkeursalternatief van een pakket van infrastructurele maatregelen. G: Aanpak Verkenningsproces van Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest. H: Personele inzet en kosten De gemeente Leiden is trekker van het project. Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. I: Planning en fasering vervolgfasen De gezamenlijke Bestuursopdracht is geformuleerd. Het plan van aanpak wordt in januari in besluitvorming gebracht. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Planning is dat in januari 2014 door de Stuurgroep een advies zal worden voor een voorkeursalternatief voor een pakket van infrastructurele maatregelen.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 32 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Ongelijkvloerse kruising N11 Leidse Schouw
A:
Nummer projectenlijst
AU12
Naam van het project
Ongelijkvloerse kruising N11 Leidse Schouw B:
Omschrijving van het project / context
Realisatie ongelijkvloerse kruising bij de aansluiting N11Leidse Schouw aan de westzijde van Alphen a/d Rijn. De kruising ligt in de gemeente Rijnwoude. Dit project is onderdeel van de Oude Rijnzone. Capaciteitsvergroting van de kruising door een ongelijkvloerse kruising is nodig. Als de Maximabrug gereed is zal het knelpunt groter worden. Daarnaast zal bij de spoorverdubbeling een ongelijkvloerse kruising worden gerealiseerd. Er is dan ook een relatie met OV10 ongelijkvloerse spoorwegkruising Leidse Schouw. Tevens is er een relatie met AU2 ongelijkvloerse kruising Goudse Schouw. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft in dit project geen functie. Alphen a/d Rijn en Rijnwoude trekken dit project. D:
Doelstelling (maatschappelijke) Door de verkeersgroei op de N11 van en naar Alphen a/d Rijn en Rijnwoude neemt de druk op de bestaande aansluitingen van de N11 toe. De ongelijkvloerse kruising biedt een oplossing voor de doorstroming en verkeersveiligheid. E:
Product
Infrastructuur. F: Afbakening van het eindresultaat Ongelijkvloerse kruising bij de aansluiting N11-Leidse Schouw aan de westzijde van Alphen a/d Rijn. De kruising ligt in de gemeente Rijnwoude. G: Aanpak Opstarten organisatie voor de ontwikkeling van het project. H: Personele inzet en kosten Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. Alphen a/d Rijn en Rijnwoude besteden in 2013 samen 100 uur aan het project. I: Planning en fasering vervolgfasen Verkenningsstudie heeft plaatsgevonden. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Organisatie voor de ontwikkeling van het project wordt opgestart in 2013. De provincie zal zich inspannen om financiering door het Rijk van een ongelijkvloerse aansluiting van de N11 op de Leidse Schouw op de agenda te krijgen van overleg met het Rijk.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 33 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Ontsluitingsweg Bentwoud
A:
Nummer projectenlijst
AU13
Naam van het project
Onsluitingsweg Bentwoud B:
Omschrijving van het project / context
Hoofdontsluiting Bentwoud. Inclusief een halte voor de Qliner. Het Bentwoud is een achthonderd hectare groot natuurgebied in ontwikkeling. Gelegen tussen Zoetermeer, Moerkapelle, Waddinxveen, Boskoop, Hazerswoude en Benthuizen. Het wordt een gevarieerd gebied met bos, waterpartijen, moeras en weiden, doorsneden door fiets en wandelpaden. Er komt een golfbaan en er is ruimte voor allerlei recreatieve initiatieven. C:
Wat is taak/rol van Holland Rijnland
Holland Rijnland heeft in dit project geen functie. Trekker is de provincie Zuid Holland. Partners zijn de Dienst Landelijk Gebied DLG, Staatsbosbeheer, de gemeenten Waddinxveen, Rijnwoude, Zoetermeer en Boskoop en het Hoogheemraadschap van Rijnland. D: Doelstelling (maatschappelijke) Tussen Zoetermeer/Rijnwoude en Waddinxveen/Boskoop komt het Bentwoud, een bos- en natuurgebied van 800 hectare. Het Bentwoud wordt grootschalig, aaneengesloten en met een natuurlijk karakter. Dit project betreft de hoofdontsluitingsweg. E:
Product
Infrastructuur. F: Afbakening van het eindresultaat Ontsluiting Bentwoud. Inclusief rotonde, fietstunnel, voetgangersviaduct en halte voor de Qliner. G: Aanpak Uitvoering door Provincie Zuid-Holland. H: Personele inzet en kosten Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. Inzet Rijnwoude 80 uur in 2012 en 2013, 40 uur in 2014. I: Planning en fasering vervolgfasen Het project heeft vertraging opgelopen in verband met rijksbezuinigingen. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de uitvoering weer hervat en is de besteksfase bijna afgerond. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Nu: opstellen bestek. De werkzaamheden zullen naar verwachting vanaf 2e kwartaal 2014 gaan plaatsvinden. Een risico kan zijn dat er geen of te weinig weekendafsluitingen gepland kunnen worden. In dat geval schuift de uitvoering van deze werkzaamheden door naar 2015.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 34 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Maximabrug
A:
Nummer projectenlijst
AU14
Naam van het project
Maximabrug B:
Omschrijving van het project / context
De nieuwe brug moet de bereikbaarheid van het bedrijventerrein Hoogewaard in Koudekerk a/d Rijn verbeteren en de verkeersoverlast in Koudekerk a/d Rijn en Alphen a/d Rijn verminderen. Bij de keuze voor de locatie van de brug is ook rekening gehouden met het mogelijk maken van een kleine rondweg rond Alphen a/d Rijn. De brug zal een belangrijke schakel worden in de toekomstige westelijke ontsluiting van gemeente Alphen a/d Rijn en de leefkwaliteit en bereikbaarheid van beide gemeenten. De doorvaarthoogte van de brug wordt minimaal 5,5 meter. De brug heeft vier rijstroken met voorzieningen voor fietsers en voetgangers. Relatie met de Oude Rijnzone. Ook relatie met project AU12 ongelijkvloerse kruising N11 Leidse Schouw. C:
Wat is taak/rol van Holland Rijnland
Ureninzet Holland Rijnland is nihil. Maar Alphen a/d Rijn en Rijnwoude besteden in 2013, 2014 en 2015 bijna 5000 uur per jaar aan dit project. D: Doelstelling (maatschappelijke) Verbeteren bereikbaarheid van het bedrijventerrein Hoogewaard in Koudekerk a/d Rijn en oplossen verkeersoverlast in Koudekerk a/d Rijn en Alphen a/d Rijn. Bij de keuze voor de locatie van de brug is ook rekening gehouden met het mogelijk maken van een rondweg rond Alphen a/d Rijn. E:
Product
Oeververbinding over de Oude Rijn ter hoogte van de Leidse Schouw Alphen-West en RijnwoudeOost. F: Afbakening van het eindresultaat Brug met vier rijstroken en voorzieningen voor fietsers en voetgangers. G: Aanpak De realisatie van deze brug over de Oude Rijn maakt onderdeel uit van de afspraken die rijk, provincie en gemeenten hebben gemaakt over de Oude Rijnzone. Dit is het gebied op en langs de rivier de Oude Rijn, tussen Leiden en Bodegraven waar de huidige knelpunten worden aangepakt en verbeterd zodat het gebied wordt klaargestoomd voor de toekomst waarin ruimte is voor wonen, werk, infrastructuur, recreatie, natuur en water. H:
Personele inzet en kosten
Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. gemeenten Alphen a/d Rijn en Rijnwoude besteden samen in 2013, 2014 en 2015 bijna 5000 uur per jaar aan dit grote project. De provincie draagt 25 procent van de kosten van de Maximabrug, tot een maximum van 10 miljoen euro. Tevens draagt het bedrijfsleven op de Hoogewaard bij.
I:
Planning en fasering vervolgfasen
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 35 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Begin 2014 wordt het contract gegund. De bouw start uiterlijk eind 2014 en is midden 2016 is gereed. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Eind 2013/begin 2014 doet de Raad van State uitspraak in het kader van het bestemmingsplan.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 36 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
Bodegravenboog
A:
Nummer projectenlijst
AU15
Naam van het project
Bodegravenboog B:
Omschrijving van het project / context
Een rechtstreekse weg die verkeer vanaf de N11 bij Bodegraven naar de A12 richting Gouda voert. De boog moet gaan lopen over het gebied waar nu het parkeerterrein van het AC-restaurant is gevestigd. C:
Wat is taak/rol van Holland Rijnland
Holland Rijnland heeft platformfunctie. D: Doelstelling (maatschappelijke) Met de Bodegravenboog kan het doorgaande verkeer voor een groot deel van de N207 afgeleid worden. Met de Bodegravenboog wordt de verbinding A12-N11 aantrekkelijker voor verkeer tussen Alphen a/d Rijn en Gouda. Hierdoor neemt de verkeersdruk op de N207 af. De functie van de N207 kan met een veel lager aandeel doorgaand verkeer sterker worden afgestemd op de ontsluiting van het gebied. E:
Product
Infrastructuur. F: Afbakening van het eindresultaat Volledige Bodegravenboog. G: Aanpak Lobby van Holland Rijnland en Provincie Zuid-Holland richting Rijk. Het Rijk heeft de boog niet hoog op de prioriteitenlijst staan. H: Personele inzet en kosten Voor Holland Rijnland is de ureninzet 10 uur per jaar. Voor de aanleg van de gehele Bodegravenboog is circa tweehonderd miljoen euro nodig. Geld moet voor groot deel van het Rijk komen. De kosten van de Bodegravenboog zijn aanzienlijk, voornamelijk doordat de ‘buitenboog’ (A12 – N11) over grote afstand op hoogte over de A12 en de N11 heen moet. De kosten voor de ‘binnenboog’ (N11 – A12) zijn veel lager, terwijl deze toch de helft van de functionaliteit voor zijn rekening neemt. De provincie neemt het voortouw. I: Planning en fasering vervolgfasen Korte termijnmaatregelen N459 Bodegraven-Reeuwijk: bypass bij de afrit van de N11 en aanpassing van de Fortuijnrotonde. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) De planstudie is afgerond en de uitvoering is in voorbereiding. Eind 2015 moeten de korte termijnmaatregelen om de doorstroming van de N11 naar de A12 te verbeteren gereed zijn.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 37 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Auto
N207 Noord
A:
Nummer projectenlijst
AU16
Naam van het project
N207 Noord B:
Omschrijving van het project / context
Capaciteitsvergroting van de N207 Noord naar 2x2 rijstroken. De verkeersvraag in de huidige situatie ten noorden van Alphen aan den Rijn is groot. De capaciteit van de N207-noord is ontoereikend. Dit bevestigt het dagelijkse verkeersbeeld op deze relatie: veel congestie en een brede spits. ’s Ochtends is er vooral congestie in noordelijke richting en ’s middags in zuidelijke richting. De provincie Zuid Holland heeft dit project verdeeld in meerdere ‘knelpunten’ die opgelost moeten worden zodat de congestie verminderd. Daarnaast is de N207 noord opgedeeld in trajectdelen: T2: corridor Eisenhowerlaan – Kruisweg T3: Buscorridor Kruisweg – Leidsche Vaart T4: Buscorridor Leidsche Vaart – Drechtbrug T5: Passage Leimuiden C:
Wat is taak/rol van Holland Rijnland
Provincie Zuid Holland is trekker, Kaag en Braassem en Alphen a/d Rijn participeren. Regio Holland Rijnland is vorig jaar een lobby gestart bij de provincie Zuid-Holland om deze ‘greenport’ corridor, inclusief het deel ten zuiden van Alphen a/d Rijn, hoger op de agenda te krijgen. Doel is om de corridor in één keer goed te realiseren. D:
Doelstelling (maatschappelijke)
Zeker met de verwachte groei van het verkeer zijn maatregelen op de N207-noord noodzakelijk zijn om het verkeer op goede wijze te kunnen afwikkelen. Door de verdubbeling van de N207noord naar 2x2 neemt de capaciteit aanzienlijk toe en daarmee de bereikbaarheid van Alphen aan den Rijn vanuit het noorden. E:
Product
Infrastructuur N207 Noord verdubbelen naar 2x2 rijstroken. F: Afbakening van het eindresultaat Capaciteitsuitbreiding N207. Tussen de Eisenhowerlaan en de Kruisweg verbreden met twee rijstroken en aanliggende busstroken. Inclusief aandacht voor toevoerwegen. Tussen de Kruisweg en de brug over de Drecht bij Leimuiden verbreden met een aanliggende busstroken, die in de toekomst mogelijk kunnen dienen als extra rijstrook voor al het verkeer. Bij het kruispunt Leimuiden moet er een oplossing komen waardoor het verkeer op de N207 beter doorstroomt. G:
Aanpak
Langs het weggedeelte tussen de Kruisweg en de brug over de Drecht worden busstroken aangelegd. Tussen de Eisenhowerlaan bij Alphen aan den Rijn en de Kruisweg komen twee extra rijstroken voor het verkeer. Tijdens de aanleg van de verbreding zal ook grootonderhoud aan de weg plaatsvinden.
H:
Personele inzet en kosten
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 38 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. Alphen a/d Rijn en Kaag en Braassem besteden in totaal 120 uur per jaar aan het project. I: Planning en fasering vervolgfasen In 2015 moet de N207 tussen de Eisenhowerlaan en de Drechtbrug verbreed zijn. De busstroken krijgen bij aanleg al het profiel van doelgroepstroken en naar verwachting worden de busstroken na aanleg snel omgebouwd tot doelgroepstroken. Een eventuele planning voor het ombouwen naar 2x2 is op dit moment niet aan de orde. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Besluiten voor T2, T3 en T4 zijn inmiddels genomen door Provinciale Staten en het project bevindt zich inmiddels in een Definitief Ontwerp Fase. Daarnaast loopt er een MER en lopen de bestemmingsplanprocedures. Voor passage Leimuiden, trajectdeel 5, is inmiddels een VO vastgesteld en ligt het voorontwerp bestemmingsplan ter inzage.
Thema
Project
UVP Projectbladen 13 december 2013
Nummer projectenlijst
Pagina 39 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Auto
A:
Programma ontsluiting Greenport Duinen Bollenstreek
AU17-AU26
Naam van het project
Programma ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek (POG) B:
Omschrijving van het project / context
Eind 2007 is Holland Rijnland gestart met onderzoek naar een noordelijke verbinding tussen de N206 en de A4 om de bereikbaarheid van de Duin- en Bollenstreek te verbeteren. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een pakket aan maatregelen. Begin 2008 is mede op initiatief van de regio Holland Rijnland, door de provincies Noord- en Zuid-Holland, de Stadsregio Amsterdam en Holland Rijnland een start gemaakt met de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek. Holland Rijnland heeft hierin altijd gepleit voor een verbetering van de bereikbaarheid van de Greenport Duin- en Bollenstreek. In december 2008 heeft dit geleid tot de Samenwerkingsagenda Bereikbaarheidsstudie Grensstreek. Deelnemende partijen hebben hierin afgesproken de volgende maatregelen nader uit te werken: o Diverse maatregelen om de bereikbaarheid en de leefbaarheid in het middengebied van de Duin- en Bollenstreek te verbeteren. o Duinpolderweg: verbinding tussen de N206-N205-A4 ten noorden van Hillegom. o De OV-corridor tussen de Duin- en Bollenstreek en Schiphol. o Studie naar de aansluitingen op de A44, incl. een verbinding tussen de N206 en de A44 (noordelijke randweg Rijnsburg). In het Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland (RIF) is voor het programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek € 37,5 mln. gereserveerd. Het Algemeen Bestuur heeft op 29 juni 2011 de verdeling van de gelden uit het Regionaal Investeringsfonds ten behoeve van het pakket aan maatregelen voor de ontsluiting van de Greenport Duin- en Bollenstreek vastgesteld: a) Maatregelen middengebied Duin- en Bollenstreek: € 20 mln. b) N205-N206 (-A4) / Duinpolderweg: € 12,5 mln. c) OV-maatregelen ten behoeve van de corridor Noordwijk - Schiphol: € 5 mln. Het pakket aan maatregelen en de afspraken met betrekking tot de besteding van de gereserveerde RIF-middelen zijn samengebracht in het Programma Ontsluiting Greenport Duinen Bollenstreek (POG). Het POG is in juni 2011 vastgesteld door het Algemeen Bestuur. In de bijlagen van dit programma worden beschrijvingen per project gegeven, als ware het een beknopt uitvoeringsprogramma. Projecten hebben elk hun eigen dynamiek. Het programma wordt daarom periodiek geactualiseerd. Projectbladen AU9 en AU17 t/m AU26 zijn in dit projectblad samengevoegd. Uitgebreidere informatie over de afzonderlijke projecten is te vinden in het (concept) Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014 (bijlage 3). C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland is overlegpartner en heeft daarbij een richtinggevende rol. Holland Rijnland draagt zorg voor een goede besteding van de bijdrage die de gemeenten via de RIF (Regionaal Investerings Fonds) voor de ontsluiting van de Greenport Duin- en Bollenstreek hebben gereserveerd (€ 37,5 mln.). Partners zijn provincies Zuid-Holland en Noord-Holland, Stadsregio Amsterdam, gemeenten Haarlemmermeer, Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Teylingen, Katwijk en Oegstgeest.
D: Doelstelling (maatschappelijke) De doelstellingen van verkeersmaatregelen in de Greenport Duin- en Bollenstreek zijn:
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 40 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
E:
structureel verbeteren bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in de Duin- en Bollenstreek; verbeteren economische positie van de Greenport Duin- en Bollenstreek; kernen in de Duin- en Bollenstreek aan te sluiten op het provinciale en landelijke hoofdwegennet. Product
In het POG worden beschrijvingen per project gegeven. Per project worden onder meer het doel, beschrijving maatregelen, betrokken partijen, planning en financiën benoemd. F: Afbakening van het eindresultaat De beschrijvingen van de projecten die opgenomen zijn in het POG zijn een momentopname. Het POG zal daarom periodiek worden geactualiseerd. Projecten boeken elk in hun eigen tempo voortgang. Periodieke actualisatie van het POG is daarom noodzakelijk. Zowel vanwege de bewaking van de voortgang van projecten als vanwege voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen. G: Aanpak De jaarlijkse actualisatie van het POG gebeurt in nauw overleg met de betrokken gemeenten en de provincies Zuid- en Noord-Holland. H: Personele inzet en kosten Holland Rijnland besteed in 2014 in totaal circa 300 uur, verdeeld over de verschillende projecten in het POG. I: Planning en fasering vervolgfasen Het POG wordt periodiek geactualiseerd op basis van voortgang van projecten. In 2014 zullen onder meer de voortgang van de planstudie Duinpolderweg en de vervolgacties ten behoeve van realisatie Randweg Voorhout worden verwerkt. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Het Programmaplan Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek is vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 29 juni 2011. Eind 2013 vindt de tweede actualisatie plaats. Naar verwachting wordt deze actualisatie begin 2014 vastgesteld door het Dagelijks Bestuur.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 41 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Goederenvervoer
Stedelijke distributie
A:
Nummer projectenlijst
GV1
Naam van het project
Stedelijke distributie B:
Omschrijving van het project / context
Afstemmen van maatregelen ter regulering goederenvervoer: bijvoorbeeld het maken van afspraken tussen partijen over venstertijden voor bevoorrading, de soort voertuigen en de te hanteren ontheffingen (bijvoorbeeld voor geldtransport, 7-tons maatregel). Dit project vloeit voort uit de Nota Mobiliteit en aanbevelingen van de Commissie Lemstra (“Stedelijke distributie. Samen gaan voor resultaat!”). Uit inventarisatie is gebleken is dat de venstertijden in gemeenten die dergelijke tijden hanteren regionaal nauwelijks afwijken. Verder stellen gemeenten eisen aan de omvang of het gewicht van de vrachtwagens. Niet alle gemeenten laten grote vrachtwagens tot hun binnensteden toe wat het lastig maakt om de routes optimaal te plannen. Overigens heeft de verladersorganisatie nooit aangegeven dat dit het geval is. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft geen taak. Trekker van het project is de gemeente Leiden. D: Doelstelling (maatschappelijke) Goederenvervoer krijgt te maken met een voor de hele regio geldend, herkenbaar systeem van regulering. E: Product Afspraken over venstertijden, voertuigen, ontheffingen voor stedelijke distributie. F: Afbakening van het eindresultaat Het eindresultaat bestaat uit eenduidige afspraken ten behoeve van de afhandeling van de stedelijke distributie in de regio. Dat betreft afspraken over venstertijden voor bevoorrading, soort voertuigen en de te hanteren ontheffingen. Een tweede door de regio toegevoegde doel is het eenduidig toepassen van beweegbare afsluitingen door de verschillende gemeenten. G: Aanpak De gemeente Leiden heeft een inventarisatie gemaakt van venstertijden en aanvullende problematiek ten aanzien van het goederenvervoer bij alle gemeenten. Op basis daarvan is geconstateerd dat van eenduidigheid sprake is. Tijdens dit onderzoek is een tweede item naar voren gekomen. Het hanteren van verschillende beweegbare afsluitingen (uitneembare palen, verzinkbare palen et cetera). Afgesproken is om op het moment dat het alarmverkeer hier om vraagt dit item regionaal aan te pakken. H: Personele inzet en kosten Op het moment dat zich weer actuele onderwerpen op dit punt aandienen zetten Leiden en Alphen a/d Rijn beiden 10 uur in per jaar. I: Planning en fasering vervolgfasen Gereed: Inventarisatie venstertijden bij alle regiogemeenten Gereed: Vastleggen eenduidige venstertijden J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Inventarisatie beweegbare afsluitingen volgt op het moment dat signalen opgevangen worden dat de diversiteit er aanleiding toe geeft.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 42 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Goederenvervoer
Agrologistiek
A:
Nummer projectenlijst
GV2
Naam van het project
Agrologistiek B:
Omschrijving van het project / context
Agrologistiek is het ontwikkelen en realiseren van meer efficiënte logistieke concepten voor de keten van land tot winkelschap, waardoor de transportbehoefte vermindert en de kwaliteit van het product en van de omgeving verbetert. Kortom het inzetten van slimme oplossingen voor distributie. Het bundelen van transport naar, van en tussen de clusters zorgt ervoor dat het aantal kilometers afneemt. Dikkere transportstromen maken het bovendien mogelijk om andere modaliteiten (schepen, treinen, lange zware vrachtauto’s) in te zetten zodat milieu en omgeving minder belast worden. Informatie- en communicatietechnologie maakt het mogelijk om goederenstromen beter te sturen en beheersen. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland heeft geen actieve rol. Samenwerkingsverband tussen Alphen a/d Rijn, Rijnwoude, Boskoop en kwekers in de regio. D: Doelstelling (maatschappelijke) Minder belasting van milieu en leefomgeving door slimmere distributie en efficiënter vervoer van goederen. E: Product Inventarisatie van knelpunten en aanknopingspunten voor verbetering. F: Afbakening van het eindresultaat Nieuwe oplossingen voor distributie en goederenvervoer. G: Aanpak Opstellen en uitvoeren Programma Duurzame agrologistiek (juli 2012-medio 2014) H: Personele inzet en kosten Voor Holland Rijnland is de ureninzet nihil. De gemeenten Alphen a/d Rijn, Boskoop en Rijnwoude besteden ieder ca. 40 uur per jaar aan het project (2012, 2013 en 2014). I: Planning en fasering vervolgfasen Eerste stap was het opstellen van een kwantitatieve analyse van de vervoersstromen. In de tweede fase wordt toegewerkt naar het formeren en realiseren van oplossingen. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) De 2e fase is nog bezig. Werkgroepen van de buigen zich over de oplossingsrichtingen.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 43 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Goederenvervoer
Kwaliteitsnet goederenvervoer
A:
Nummer projectenlijst
GV3
Naam van het project
Kwaliteitsnet goederenvervoer B:
Omschrijving van het project / context
De provincie Zuid-Holland verbetert in samenwerking met Holland Rijnland met kleine aanpassingen op meerdere plaatsen in de regio de doorstroming van het vrachtvervoer: het ‘Programma Kwaliteitsnet goederenvervoer’. Transport is in de regio met Greenports en veel bedrijvigheid een belangrijke spil van de economie. Een goede bereikbaarheid is noodzakelijk voor de economie. Voor Holland Rijnland zijn er maatregelen voor de goederenstromen rond Greenport Bollenstreek en Flora Rijnsburg. Deelprojecten zie onder E: Product. Onderdeel van het project is ook de proef met vrachtwagens op busbaan Herenweg bij Alphen a/d Rijn. Vanaf eind 2011 mogen vrachtwagens op de Herenweg/N207 tussen de Eisenhouwerlaan en de Kruisweg gebruikmaken van de busbaan. Door gebruik te maken van de busbaan kunnen vrachtwagens beter doorrijden. Hierdoor stroomt ook het overige verkeer beter door. Nu ligt er met een busbaan een stuk onderbenutte weg. Met dit soort maatregelen zorgt de provincie Zuid-Holland ervoor dat alle transportmogelijkheden optimaal gebruikt worden. Eenzelfde proef vindt plaats op de N206. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland De taak van Holland Rijnland is overlegpartner in het kader van de platformfunctie. D: Doelstelling (maatschappelijke) Goede doorstroming van het goederenvervoer in de regio. E: Product Korte termijn maatregelenpakket goederenvervoer Ontsluiting Greenport Bollenstreek: N443a Linksafstrook verlengen voor betere doorstroming vrachtverkeer N443a Rammelstroken op rotondes voor verbetering doorstroming en verkeersveiligheid en vermindering schade van lading N206c Doorstroming goederenvervoer door groene golven voor goederenvervoer via Tovergroen / Odysa N208 Rammelstroken en invoegen na rotonde of VRI aanpassen waardoor doorstroming vrachtverkeer wordt vergroot N208 Aansluiting A44 en verruiming bochtstralen N208 Doorstroming verbeteren door realisatie van VRI bij de Keukenhof N444a Doorrijhoogte viaduct A44 op kwaliteitsnet niveau brengen en aanleggen rotonde Ontsluiting Capaciteit kruispunten van en naar Flora Holland Flora Rijnsb. F: Afbakening van het eindresultaat Het eindresultaat bestaat uit de realisatie van de projecten van het Uitvoeringsplan Kwaliteitsnet Goederenvervoer. G: Aanpak De provincie Zuid-Holland voert de projecten uit.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 44 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
H: Personele inzet en kosten Provincie is trekker. Inzet van Holland Rijnland: 2012 20 uur 2013 10 uur 2014 10 uur I: Planning en fasering vervolgfasen 2012-2014 Uitvoering deelprojecten J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Korte termijn maatregelenpakket goederenvervoer Ontsluiting Greenport Bollenstreek: N443a Linksafstrook verlengen voor betere doorstroming vrachtverkeer Maatregel is vervallen N443a Rammelstroken op rotondes voor verbetering doorstroming en verkeersveiligheid en vermindering schade van lading Uitvoering 2012/2013, afgerond op 3 rotondes N206c Doorstroming goederenvervoer door groene golven voor goederenvervoer via Tovergroen / Odysa Maatregel is vervallen a.g.v. herinrichtingsplannen N206 N208 Rammelstroken en invoegen na rotonde of VRI aanpassen waardoor doorstroming vrachtverkeer wordt vergroot Uitvoering 2014 Q3 N208 Aansluiting A44 en verruiming bochtstralen Maatregel is vervallen N208 Doorstroming verbeteren door realisatie van VRI bij de Keukenhof Maatregel is vervallen n.a.v. resultaat trajectstudie N444a Doorrijhoogte viaduct A44 op kwaliteitsnet niveau brengen en aanleggen Rotonde Maatregel kan niet uitgevoerd worden , technisch niet uitvoerbaar Ontsluiting Capaciteit kruispunten van en naar Flora Holland Flora Rijnsb. Project zit nog in de uitwerkingsfase. IN kader van Beter Benutten wordt de aansluiting Flora Holand op de A44 aangelegd, uitvoering 20142015
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 45 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Verkeersveiligheid
Aanpak ongevallenconcentraties
A:
Nummer projectenlijst
VV1
Naam van het project
Aanpak ongevallenconcentraties B:
Omschrijving van het project / context
Aanpak van verkeersongevallenconcentraties in de regio, zowel door gemeentelijke wegbeheerders als op provinciale wegen. Dit project heeft een relatie met project VV2, maatregelenprogramma verkeersveiligheid. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland vervult hier een platformfunctie. En coördineert de subsidieaanvragen in het kader van de BDU. D: Doelstelling (maatschappelijke) Verlagen van het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden door middel van het opheffen van verkeersonveilige situaties in de regio op zowel lokale als provinciale wegen. De jaarlijkse voortgang is afhankelijk van de begrotingen van afzonderlijke gemeenten die naast de BDU-bijdrage circa 60% van de kosten zelf moeten betalen. Bij de aanpak van verkeersongevallenconcentraties gaat het niet alleen om fysieke herinrichting van infrastructuur, ook educatie en voorlichting zijn van belang. E:
Product
Jaarlijks wordt er een beperkt aantal black spots in de regio aangepakt. Door d ejaren heen is het aantal black spots in de regio ook substantieel tegelopen. F: Afbakening van het eindresultaat De realisatie van een verkeersveilig wegennet door het aanpakken van verkeersongevallenconcentraties in de regio. G: Aanpak Jaarlijks wordt een beperkt aantal black spots aangepakt. De laatste jaren is het voorheen jaarlijks geactualiseerde overzicht met black spots in de regio ter discussie komen te staan. De ongevallen worden niet zorgvuldig genoeg geregistreerd om een betrouwbaar beeld te geven. Voor de verdeling van de subsidiegelden BDU/Duurzaam Veilig is om die reden al een andere methodiek afgesproken. H: Personele inzet en kosten Holland Rijnland: 20 uur per jaar. Inzet van gemeentelijke personele capaciteit is afhankelijk welke gemeente(n) in het betreffende jaar een verkeersgevaarlijk punt aanpakt. I: Planning en fasering vervolgfasen Jaarlijkse aanpak van verkeersongevallenconcentraties in de regio door middel van herinrichting van wegen: doorlopend proces.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 46 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) In het kader van de subsidieaanvragen Brede Doel Uitkering worden subsidieaanvragen ingediend voor de aanpak van verkeersongevallenconcentraties. Uit de inventarisatie bij gemeenten blijkt dat het lastig is om het streven van de aanpak van twee tot drie verkeersongevallenconcentraties niet jaarlijks wordt gehaald. Voor deelname aan projecten in het kader van educatie en voorlichting wordt verwezen naar het projectblad VV2.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 47 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Verkeersveiligheid
Maatregelpakket Verkeersveiligheid
A:
Nummer projectenlijst
VV2
Naam van het project
Maatregelpakket Verkeersveiligheid B:
Omschrijving van het project / context
Het Maatregelpakket Verkeersveiligheid betreft een integrale aanpak, waarbij telkens wordt gezocht naar een optimale mix van maatregelen op het gebied van gedragsbeïnvloeding en infrastructuur. Het Maatregelpakket vindt zijn uitwerking in een zogenaamd Actieprogramma. Recent is vastgesteld het Actieprogramma 2014-2016. Dit Actieprogramma geeft de activiteiten op het gebied van gedragsbeïnvloeding (voorlichting, educatie en handhaving) weer voor de jaren 2014-2016, inclusief de financiële consequenties middels een meerjarenbegroting. In het plan is in lichte mate ook aandacht voor infrastructuur, zoals bijvoorbeeld bij de aanpak van veilige schoolomgevingen. De context van het Verkeersveiligheidsproject van Holland Rijnland wordt met name gevoed door het landelijk beleid ten aanzien van verkeersveiligheid. Een permanente verbetering van de verkeersveiligheid blijft in dat beleid centraal staan. Dit ondanks dat het aantal verkeersdoden in Holland Rijnland per jaar lijkt geleidelijk te dalen. Een integrale en gedragsbeïnvloedende aanpak (mens, voertuig en weg) volgens de principes van Duurzaam Veilig dient uitgangspunt te blijven: mensen zijn feilbaar en kwetsbaar. Circa 98% van de ongevallen gebeurt nog steeds door menselijk falen. Gedragsbeïnvloedende maatregelen zullen de beoogde verkeersveiligheidswinst voor hun rekening moeten nemen. Deze maatregelen dienen door de regio's te worden uitgewerkt. Gedragsbeïnvloeding op regionale schaal is namelijk effectiever dan op lokale schaal. Dit project heeft een relatie met project VV1: aanpak ongevallen concentraties C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Categorie II a (uitgeklede platformfunctie) en op onderdelen categorie III (efficiency). D: Doelstelling (maatschappelijke) Een permanente verbetering van de verkeersveiligheid, via een regionale gedragsbeïnvloeding van verkeersdeelnemers in alle leeftijdsgroepen, en via een regionale afstemming van infrastructuur. E:
Product Actieprogramma Verkeersveiligheid 2014-2016 Holland Rijnland Uitvoering van alle projecten uit het Actieprogramma Inventarisatie en analyse van de verkeersongevallen in de regio; Jaarlijkse verkeersveiligheidsatlas welke de stand van zaken van de verkeersonveiligheid en de aanpak ervan (zowel infrastructureel als gedragsgericht) middels kaartbeelden inzichtelijk maakt; Afstemming van de voortgang van de activiteiten met verschillende partijen in de regio die zich bezig houden met verkeersveiligheid. Regionale afstemming van infrastructuur Ook coördinatie van lokale projecten, namelijk aanvraag en afhandeling van de BDUsubsidiëring
F: Afbakening van het eindresultaat Het project betreft in principe voornamelijk regionale gedragsbeïnvloeding van verkeersdeelnemers. Echter, Holland Rijnland tracht ook te komen tot een regionale afstemming van infrastructuur, door regionale afstemming tussen de gemeenten onderling na te streven ten aanzien van bijvoorbeeld uitvoering wegcategorisering en veilige inrichting schoolomgeving.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 48 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
G: Aanpak De activiteiten staan op detailniveau in het Actieprogramma beschreven. Voor wat betreft de gedragsbeïnvloeding wordt aangesloten bij de uitgangspunten van permanente verkeerseducatie. Aan de onderwijsbegeleidingsdienst is opdracht verleend om scholen voor het basis- en het voortgezet onderwijs te werven voor een structurele aanpak van verkeerseducatie. Voor de basisscholen wordt een verkeersleerkracht aangeboden welke in opdracht van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland praktische lessen geeft in alle leerjaren van de scholen. De inzet is er op gericht om de scholen zich te laten certificeren voor het verkeersveiligheidslabel (School op Seef). De projectaanpak kenmerkt zich verder door de inzet van twee zogenaamde projectleiders gedragsbeïnvloeding. Deze projectleiders nemen de uitvoering van het grootste deel van de projecten voor hun rekening, en helpen de gemeenten bij de uitvoering van hun lokale projecten. Projecten op het gebied van verkeerseducatie ondernemen zij veelal in samenwerking met educatie-adviseurs van onderwijsbegeleidingsdiensten. Sommige projecten worden ook getrokken door de gemeenten. Verder worden gemeentes geadviseerd en wordt de subsidiering verzorgd voor lokale verkeersveiligheidsprojecten van regiogemeenten. Een verkeerskundig adviesbureau verzorgt jaarlijks de actualisatie van de Verkeersveiligheidsatlas. H:
Personele inzet en kosten
Katwijk Lisse Voorschoten Leiden Kaag en Braassem Hillegom Teylingen Leiderdorp Noordwijkerhout Oegstgeest Zoeterwoude Noordwijk Alphen Nieuwkoop Rijnwoude Holland Rijnland
2014 100 75 20 100 95 40 60 40 20 20 20 40 100 20 20 500
2015 100 75 20 100 95 40 60 40 20 20 20 40 100 20 20 500
2016 100 75 20 100 95 40 60 40 20 20 20 40 100 20 20 500
Kosten Voor de projecten gedragsbeïnvloeding en de verkeersveiligheidsatlas komen de jaarlijkse kosten op €524.280. Elk jaar wordt €354.085 terugontvangen als subsidie uit de BDU. Daardoor komt feitelijk €170.195 per jaar ten laste van Holland Rijnland. Verder verstrekt de provincie 100% subsidie voor de kosten van de regionaal projectleiders (€ 88.500). I: Planning (en fasering vervolgfasen) Het Actieprogramma wordt in de jaren 2014-2016 in zijn geheel uitgevoerd. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) Het Actieprogramma 2014-2016 is voor 100% in uitvoering
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 49 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Milieu
Regionale Verkeer en MilieuKaart
A:
Nummer projectenlijst
MI1
Naam van het project
Regionale Verkeer en Milieukaart B:
Omschrijving van het project / context
De RVMK is een beleidsondersteunend instrument, waarmee verkeers- en milieuberekeningen kunnen worden uitgevoerd. De RVMK bestaat uit een verkeersmodel en een milieumodel. Met de verkeerskaart kan inzicht worden verkregen in de effecten van varianten (bv. het instellen van eenrichtingsverkeer of het realiseren van 30 km/uur-gebieden) voor de hoofdwegenstructuur en in consequenties van de verkeersafwikkeling bij woningbouw- en bedrijvenlocaties. Met het milieumodel kunnen voor elke verkeersvariant de milieu-effecten (luchtverontreiniging en geluidsbelasting) worden berekend. Zodoende kunnen voor de gehele regio de locaties in beeld worden gebracht, waar zich knelpunten op het gebied van milieu voordoen als gevolg van het (weg)verkeer. Effecten van mogelijke oplossingen kunnen in beeld worden gebracht. Gemeenten gebruiken de RVMK bij het opstellen of herzien van bestemmingsplannen. De RVMK komt tot stand voor en door de gemeenten. In 2008 is gestart met een eerste actualisatie van de RVMK. Deze is in het voorjaar van 2011 afgerond. Eind 2011 is gestart met een uitbreiding van de RVMK met de Rijnstreek en een volgende actualisatie. Oplevering van het verkeersdeel van deze uitgebreide en geactualiseerde RVMK heeft pas eind 2013 plaatsgevonden. Bestuurlijke vaststelling van het verkeersdeel is in januari 2014. Het milieudeel zal begin 2014 geharmoniseerd en geactualiseerd zijn. Dit project heeft een relatie met project 41, maatregelprogramma Milieu. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Holland Rijnland is in het kader van efficiency de trekker van het project. D: Doelstelling (maatschappelijke) Tweeledig. Enerzijds als instrument om nut en noodzaak van verkeersprojecten inzichtelijk te maken, anderzijds om de milieueffecten van (bouw)opgaven te toetsen in het kader van het bestemmingsplan. E: Product Een actuele RVMK, die de gehele regio beslaat. Dit product is onder toezicht van Holland Rijnland gerealiseerd door 4 Cast. F: Afbakening van het eindresultaat De taak van Holland Rijnland ten aanzien van de RVMK betreft uitsluitend procesbewaking. Het beheer en onderhoud van de RVMK en het doen van verkeers- en milieuberekeningen behoort niet tot haar takenpakket. Het gehele beheer en onderhoud is in 2013 nog uitbesteed aan Goudappel, maar 4Cast zal deze taak overnemen, als de geharmoniseerde en geactualiseerde RVMK is vastgesteld. G: Aanpak 4Cast voert met de RVMK verkeers- en milieuberekeningen uit voor de gemeenten. De Omgevingsdienst voert met de RVMK kleinschalige milieuberekeningen uit. 4Cast voert jaarlijkse updates van de RVMK uit, zowel van het verkeerdeel als van het milieudeel. Daarnaast zal er ook sprake zijn van grotere, zogenaamde periodieke actualisaties, die eens per drie of vier jaar plaatsvinden. H: Personele inzet en kosten Na de vaststelling van de geharmoniseerde en geactualiseerde RVMK vindt jaarlijks een beperkte bijstelling van de RVMK op de dan actuele situatie plaats. Het gaat hierbij niet om een complete actualisering. Bij de jaarlijkse bijstelling wordt gemeenten gevraagd aanvullende informatie te
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 50 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
leveren. Per gemeente zal dit jaarlijks minimaal 10 uur inzet vragen. Zoals gezegd, zal er naast jaarlijkse updates, ook sprake zijn van grotere, zogenaamde periodieke actualisaties, die eens per drie of vier jaar plaatsvinden. Indien gemeenten berekeningen met de RVMK uit willen laten voeren zullen ten behoeve van de formulering van de opdracht en de beoordeling daarvan uren vrijgemaakt moeten worden. Urenbesteding Holland Rijnland: 2014: 140 uur 2015: 140 uur 2016: 140 uur De Omgevingsdienst West-Holland heeft jaarlijks 150 uur gereserveerd voor de RVMK. I: Planning en fasering vervolgfasen Oplevering geharmoniseerde en geactualiseerde RVMK: verkeersdeel eind 2013, milieudeel begin 2014. Om de RVMK up-to-date te houden zal er sprake zijn van jaarlijkse updates en grotere, zogenaamde periodieke actualisaties, die eens per drie of vier jaar plaatsvinden. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) De harmonisatie en actualisatie van het verkeersdeel van de RVMK lijken voltooid. Bestuurlijke vaststelling zal plaatsvinden in januari 2014. Er is reeds gestart met de harmonisatie en actualisatie van het milieudeel van de RVMK. Het milieumodel van de voormalige Rijnstreek en het bestaande milieumodel van de regio Holland Rijnland worden aan elkaar gekoppeld. Vervolgens moet de koppeling tussen verkeer- en milieumodel worden hersteld,afhankelijk van de mate waarin het netwerk door 4Cast in het verkeersmodel is gemuteerd. Verkeersintensiteiten uit het verkeersmodel worden ingelezen. Gemeenten controleren de maximum snelheden en wegdekverhardingen omdat op nieuw geïntroduceerde of gebroken wegvakken geen omgevingskenmerken meer aanwezig zijn. De oplevering van het mileumodel is voorzien begin 2014.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 51 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
Thema
Project
Milieu
Maatregelprogramma Milieu
A:
Nummer projectenlijst
MI2
Naam van het project
Maatregelprogramma milieu B:
Omschrijving van het project / context
Medio 2005 werd door het Ministerie van VROM naar aanleiding van de fijnstofproblematiek in Nederland het onderwerp “Luchtkwaliteit” op de politieke agenda gezet. 28 februari 2008 heeft het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland het Actieprogramma Luchtkwaliteit Holland Rijnland vastgesteld. Door VROM is voor het uitvoeren van een actieprogramma luchtkwaliteit een financiële bijdrage vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (de zogenaamde FES-gelden) beschikbaar gesteld. - Voor de eerste tranche is eind 2006 € 565.627 toegekend aan Holland Rijnland. - Voor de tweede tranche is een bedrag van € 682.483,- toegekend aan Holland Rijnland. - De derde tranche FES-gelden moet nog over de verschillende regio’s worden verdeeld. Uitvoering vind plaats door de Milieudienst West-Holland in overleg met de gemeenten conform het Actieprogramma Luchtkwaliteit. Er is een relatie met UVP-project MI1 Regionale Verkeer en Milieukaart. C: Wat is taak/rol van Holland Rijnland Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft op 28 oktober 2009 ingestemd met de derde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling. Dit besluit is vervolgens ter bekrachtiging aangeboden aan alle gemeenteraden binnen Holland Rijnland en is op 1 april 2010 in werking getreden. Met deze wijziging is de bestaande praktijk geformaliseerd, dat Holland Rijnland formeel geen taken en bevoegdheden (meer) heeft op het gebied van milieubeleid en – uitvoering. Dit besluit houdt voor dit onderwerp in dat de bevoegdheid voor het uitvoeren van het Actieprogramma Luchtkwaliteit nu volledig bij de Milieudienst ligt. Ook het aanvragen en afhandelen van de provinciale subsidieregeling voor Luchtkwaliteit valt nu volledig onder de verantwoordelijkheid van de Milieudienst. Om die reden zou dit project kunnen vervallen. Afstemming over dit onderwerp tussen Holland Rijnland en de omgevingsdienst vindt nog wel
plaats. Daardoor is Holland Rijnland nog wel bij dergelijke projecten betrokken. D: Doelstelling (maatschappelijke) Verbeteren van de luchtkwaliteit en dus de volksgezondheid. Daardoor als neveneffect dat ruimtelijke plannen niet meer worden afgekeurd (ervoor zorgen dat gemeenten geen bouwbeperkingen krijgen als gevolg van luchtkwaliteit annex fijnstof). Deze doelstellingen zijn samen te vatten in de onderdelen: opstellen van een regionaal plan van aanpak Luchtkwaliteit; opstellen van een voorstel voor de besteding van de subsidie van de provincie; zorgen dat gemeenten binnen Holland Rijnland geen bouwbeperkingen kennen als gevolg van luchtkwaliteit annex fijnstof. E:
Product
Het product is een actieprogramma dat is toegesneden op de knelpunten ten behoeve van de aanpak van de problematiek rond de luchtkwaliteit in de regio (in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, NSL). F:
Afbakening van het eindresultaat
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 52 van 53
Uitvoeringsprogramma RVVP
De aanpak van de gesignaleerde knelpunten is in prioriteit afhankelijk van de ernst ervan op het gebied van luchtkwaliteit. G: Aanpak In de afgelopen jaren is gewerkt aan een gezamenlijke aanpak. De eerstvolgende stap is realiseren van het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheidsagenda 2011-2014. H: Personele inzet en kosten Voor Holland Rijnland is er geen ureninzet. De Milieudienst West-Holland houdt zich bezig met de uitvoering en ondersteuning van de gemeenten. Van de gemeenten wordt een gezamenlijke inzet van 200 uur op jaarbasis gevraagd. I: Planning en fasering vervolgfasen Uitvoering vind plaats door de Milieudienst West-Holland in overleg met de gemeenten conform het Actieprogramma Luchtkwaliteit. J: Voortgang van het project (inclusief lopende fase) 28 februari 2008 heeft het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland het Actieprogramma Luchtkwaliteit Holland Rijnland vastgesteld. Toekenning FES-gelden: - Voor de eerste tranche is eind 2006 € 565.627 toegekend aan Holland Rijnland. - Voor de tweede tranche is een bedrag van € 682.483,- toegekend aan Holland Rijnland. - De derde tranche FES-gelden moet nog over de verschillende regio’s worden verdeeld. Uitvoering overgedragen aan de Milieudienst West-Holland in samenwerking met de gemeenten.
UVP Projectbladen 13 december 2013
Pagina 53 van 53
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer Holland Rijnland, Actualisatie januari 2014 Concept, versie 10 januari 2014
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................................................... 3 Deel A: Uitgangspunten ............................................................................................................................................... 4 Deel B: Projectbladen .................................................................................................................................................. 7 A. Leiden CS – Alphen aan den Rijn – Utrecht CS ....................................................................................................... 9 B. Alphen aan den Rijn - Gouda ............................................................................................................................. 12 C. Noordwijk – Schiphol........................................................................................................................................ 15 D. Leiden CS – Katwijk – Noordwijk ........................................................................................................................ 18 E. Alphen aan den Rijn – Schiphol .......................................................................................................................... 22 F. Leiden CS – Leiden Lammenschans .................................................................................................................... 25 G. Leiden Lammenschans - Zoetermeer .................................................................................................................. 27 H. Leiden– Leiderdorp – Schiphol ........................................................................................................................... 29 I. Leiden – Haarlem ............................................................................................................................................ 32 J. Hillegom – Nieuw-Vennep – Schiphol .................................................................................................................. 35 Overzicht .............................................................................................................................................................. 38
10 januari 2014
Pagina 2 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Inleiding Aanleiding: Het Dagelijks Bestuur heeft op 22 november 2012 het Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland vastgesteld. Het UP OV is ter kennis name aangeboden aan het Algemeen Bestuur op 19 december 2012. Het UP OV vormt onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (UP RVVP). Het UP OV bestaat uit drie delen. In deel A staan de uitgangspunten van het programma, zoals de OV-visie Holland Rijnland en het HOV-net Zuid-Holland Noord. Deel B van het UP OV bevat de projectbladen. Daarin is per project een overzicht gegeven van de opgave, knelpunten, (indicatieve) maatregelen, stand van zaken, relaties met andere projecten en de planning en aandachtspunten. In deel C staan de afspraken op programmaniveau, waaronder sturing, evaluatie en communicatie. In Deel C is onder meer afgesproken om het UP OV jaarlijks te actualiseren, op basis van voortgang die projecten het afgelopen jaar geboekt hebben. Doel: Het doel van de actualisatie is een actueel beeld te krijgen van de OV-projecten in Holland Rijnland. Indien nodig, kan op basis van de actualisatie een (her)prioritering van acties worden gemaakt.
10 januari 2014
Pagina 3 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Deel A: Uitgangspunten OV-visie Holland Rijnland Het uitgangspunt van het UP OV is de OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet (2012). Daarin presenteert Holland Rijnland een duidelijk beeld van de gewenste ontwikkeling van het OV in de regio. Het OV-netwerk in de OV-visie bestaat uit een aantal hoogwaardige en herkenbare verbindingen en heeft daardoor een overzichtelijke metroachtige structuur. Door middel van duidelijke lijnvoering, snelle verbindingen en hoge frequenties wordt het voor de reiziger veel eenvoudiger om zich in de regio te verplaatsen. Het OV-netwerk wordt aangevuld met een transparant net van ontsluitende busdiensten en aanvullend vervoer (zie afbeelding 1).
Afbeelding 1: schematische weergave van het netwerk in de vorm van een “metrokaartje” Bron: OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet (2012).
10 januari 2014
Pagina 4 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Van OV-visie naar UP OV De basis voor het UP OV is de OV-visie. Maar nieuwe ontwikkelingen sinds het verschijnen van de OV-visie zijn in het UP OV verwerkt, zoals ontwikkeling en uitrol R-Net, busconcessie 2012-2022 en het alternatief voor de RijnGouwelijn (Hoogwaardig Openbaar Vervoer netwerk Zuid-Holland Noord).
Indeling in projecten Na analyse van de OV-visie en verwerking van de recente ontwikkelingen zijn er tien projecten opgenomen in het UP OV, in tabel 1 is een overzicht opgenomen. Per project is een projectblad opgesteld in Deel B van het UP OV.
Zodoende is het UP OV geen één op één vertaling van de OV-visie, maar een verwerking van de visie naar een realistisch en uitvoerbaar programma (tot 2020) dat de basis biedt voor investeringen in en het werken aan verbeteringen van het openbaar vervoer in Holland Rijnland.
A. B. C. D. E. F. G. H. I. J.
Op basis van wijzigingen van inzichten is een nieuwe schematisch weergave van het netwerk opgesteld (in navolging van het ‘metrokaartje’ uit de OV-visie, zie afbeelding 1, pag. 4). Deze nieuwe schematische weergave vindt u op de volgende pagina.
10 januari 2014
Overzicht Projectbladen Leiden CS – Alphen aan den Rijn - Utrecht CS Alphen aan den Rijn – Gouda Duin– en Bollenstreek – Schiphol Leiden CS – Katwijk – Noordwijk Alphen aan den Rijn – Schiphol Leiden CS – Leiden Lammenschans Leiden Lammenschans – Zoetermeer Leiden – Leiderdorp – Schiphol Leiden – Haarlem Hillegom – Nieuw Vennep – Schiphol Tabel 1: Overzicht projectbladen
Pagina 5 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 6 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Deel B: Projectbladen De projectbladen kennen een vaste indeling, die in deze paragraaf wordt uitgelegd. Fase De projectbladen zijn verdeeld in 4 fasen: initiatief, verkenning, planvorming en realisatie. In de initiatieffase is er nog geen duidelijk beeld van het probleem en de mogelijke oplossingen, er moet nog explorerend onderzoek verricht worden. In de verkenningsfase is er duidelijk zicht op het probleem en is de ambitie helder. In de verkenningsfase worden verschillende oplossingen tegen elkaar afgewogen en worden de eerste schetsontwerpen gemaakt en wordt het budget gereserveerd. In de planvormingsfase wordt de voorkeursoplossing gekozen en wordt deze meer in detail uitgewerkt. Er worden concrete ontwerpen gemaakt en geoptimaliseerd, de planologische procedures worden doorlopen en de aanbesteding wordt voorbereid. In de realisatiefase wordt aanbesteed, gerealiseerd en opgeleverd. Opgave Beschrijving van de opgave; dit kan zowel een knelpunt/probleem als een kans/ambitie zijn. Binnen één projectblad kunnen er meerdere opgaven zijn. Relaties met andere projecten Andere projecten binnen het UP OV die raakvlakken hebben met het betreffende project, of projecten die buiten het UP OV vallen, maar daar wel invloed op hebben. Knelpunten
10 januari 2014
Een toelichting van de huidige situatie zowel qua infrastructuur als qua lijnvoering / dienstregeling. Met daarbij een beschouwing van de knelpunten/problemen/discussiepunten die optreden en die overwonnen moeten worden om de ambities te verwezenlijken. (Indicatieve) Maatregelen: De maatregelen die nodig zijn om de knelpunten weg te nemen en het beoogde ambitieniveau te bereiken. Des te korter het planproces is gevorderd, des te minder concreet de genoemde maatregelen zijn. Stand van zaken De stand van zaken is gebaseerd op de aspecten ontwerp, budget en commitment. Elke criterium kent vier scores; de scores bepalen in welke fase het betreffende project zich bevindt. Hiermee wordt duidelijk wat er bij een project nog ontbreekt om over te gaan naar de volgende fase. Initiatief Niet beschikbaar
Verkenning Schetsontwerp beschikbaar
Budget
Niet beschikbaar
Zicht op budget
Commitment
Geen commitment
Commitment problemen & ambities
Ontwerp
Planvorming Voorlopig ontwerp beschikbaar Concreet budget
Realisatie Definitief ontwerp beschikbaar Dekkend budget
Commitment oplossing
Commitment taken + rollen
Tabel 2: Toelichting op de stand van zaken
Mijlpalen en aandachtspunten Een overzicht van de afgesproken of gewenste/benodigde acties en activiteiten. Naar welke mijlpalen wordt toegewerkt en wie heeft daarvoor de verantwoordelijkheid? De aard van de acties en mijlpalen verschilt erg per fase. Waar het in de initiatieffase meer gaat om het uitvoeren van explorerend onderzoek, gaat het bij planvorming bijvoorbeeld meer om
Pagina 7 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
het doorlopen van procedures en het voorbereiden van de aanbesteding. Projecthistorie Bij actualisatie van het programma wordt per projectblad een overzicht met de projecthistorie toegevoegd. Daarin wordt expliciet gemaakt wat de voortgang is, en welke wijzigingen zich hebben voorgedaan (zowel voor wat betreft de inhoud als wat betreft de afspraken). Kaartbeeld Naast de tekstuele besc hrijving bevat elk projectblad ook een kaartbeeld. Op het kaartbeeld is de betreffende trein- of busverbinding ingetekend inclusief het ontsluitend busnet en de relevante knooppunten. Op de kaart zijn in het geval van initiatief- of verkenningsprojecten de knelpunten inzichtelijk gemaakt. In het geval van planvormings- of realisatieprojecten zijn de maatregelen inzichtelijk gemaakt. Daarbij zijn de maatregelen in de tijd uitgezet op de een tijdbalk. Hiermee betreft het kaartbeeld een grafische samenvatting van het betreffende projectblad.
10 januari 2014
Pagina 8 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
A. Leiden CS – Alphen aan den Rijn – Utrecht CS Fase Opgave Relaties met andere projecten Knelpunten
Verkenning De frequentie, in samenhang met de kwaliteit, te verbeteren van de spoorverbinding Leiden CS – Alphen aan den Rijn – Utrecht CS.
-
B. Alphen aan den Rijn – Gouda HOV-net ZHN Momenteel rijdt er tussen Leiden Centraal en Utrecht Centraal tweemaal per uur een Intercity die tussentijds stopt op de stations Leiden Lammenschans, Alphen a/d Rijn, Bodegraven en Woerden. Leiden CS is met circa 60.000 in- en uitstappers per etmaal het vijfde station van Nederland en Utrecht Centraal is met ruim 150.000 in- en uitstappers het tweede station van Nederland. Op de Intercity Leiden – Utrecht na, rijden alle overige Intercityverbindingen vanaf Leiden CS op dit moment viermaal per uur. Ditzelfde geldt ook voor vrijwel alle Intercityverbindingen vanaf Utrecht CS. In de nabije toekomst wordt in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) een groot aantal verbindingen in frequentie verhoogd tot zes treinen per uur. Een volwaardige verbinding met Leiden zou de robuustheid van het spoorwegnet in west Nederland vergroten (vooral op de routes richting Schiphol).
(Indicatieve) Maatregelen
Er liggen delen enkel spoor tussen de haltes op het traject Leiden - Woerden. Hierdoor is frequentieverhoging tussen Leiden en Utrecht niet zonder meer mogelijk. NS heeft aangegeven dat deze wel direct rendabel zou zijn. Naast de frequentie is ook de kwaliteit een probleem (comfort en reistijd). De fysieke maatregelen maken onderdeel uit van het (vervolg)onderzoek. Het gaat in elk geval om: De aanleg van de stations Hazerswoude-Koudekerk en Zoeterwoude-Meerburg inclusief de benodigde aanpassingen aan het spoor hiervoor; De aanleg van passeersporen tussen Leiden en Alphen aan den Rijn, en tussen Alphen aan den Rijn en Woerden; kwaliteitsverbetering van OV-knooppunten en versterken kwaliteit haltes door de P&R- en fietsvoorzieningen te verbeteren; Optimaliseren van perrons voor treinexploitatie Maatregelen voor het verbeteren van overwegveiligheid In het MIRT-project Vleugel Randstadspoor is reeds de frequentieverhoging tussen Utrecht CS en de keervoorziening Woerden Molenvliet voorzien. Daarnaast wordt in het kader van Programma Hoogfrequent Spoor de perroncapaciteit op Utrecht CS geschikt gemaakt voor hoogfrequent vervoer richting Woerden / Leiden.
10 januari 2014
Pagina 9 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Stand van zaken
De corridor Leiden – Utrecht is onderdeel van het HOV-net Zuid-Holland Noord en opgenomen in het programma Stedenbaan. In 2014 wordt naar verwachting een overeenkomst gesloten tussen de provincie Zuid – Holland en de Nederlandse Spoorwegen ten aanzien van de bediening van de twee nieuw te realiseren stations.
Initiatief Ontwerp Budget Commitment Mijlpalen en aandachtspunten
Projecthistorie
10 januari 2014
Verkenning X X X
Planvorming
Realisatie
Mijlpalen - 2015 – 2017 planvorming deelprojecten - 2018 – 2020 realisatie deelprojecten - Uiterlijk 2020: oplevering en start nieuwe dienstregeling Aandachtspunten - Aandacht voor de relatie met het ontsluitend busnet op deze corridor: o Lijn 165 Zoetermeer – Hazerswoude-Dorp – Hazerswoude-Rijndijk – Alphen aan den Rijn o Lijn 169 Alphen aan den Rijn – Koudekerk –Leiden o Lijn 182/183 Leiden – Leiderdorp – Alphen aan den Rijn o Lijn 186/187 Gouda - Boskoop - Hazerswoude-Dorp - Hazerswoude-Rijndijk - Leiden - 17 mei 2013: Bestuursovereenkomst HOV-net Zuid-Holland Noord -
Pagina 10 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 11 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
B. Alphen aan den Rijn - Gouda Fase Opgave Relaties met andere projecten Knelpunten
(Indicatieve) Maatregelen
Planvorming De frequentie, in samenhang met de kwaliteit, te verbeteren van de spoorverbinding Alphen aan den Rijn – Gouda. - A. Leiden CS – Utrecht CS - HOV-net ZHN Momenteel rijdt er tussen Gouda en Alphen aan den Rijn tweemaal per uur een sprinter die tussentijds stopt op de stations Waddinxveen, Waddinxveen Noord en Boskoop. In de spits rijdt de sprinter door naar Leiden CS. Er liggen delen enkel spoor tussen de haltes op het traject Alphen aan den Rijn - Gouda. Hierdoor is frequentieverhoging niet zonder meer mogelijk. Naast de frequentie is ook de kwaliteit een probleem (comfort en reistijd). Op het traject van Gouda tot aan Alphen aan den Rijn gaat op bestaand spoor een regionale light train rijden. De frequentie wordt in de brede spits (ca. 6.00 – 10.00 uur en ca. 15.00 – 19.00 uur) vier keer per uur en buiten de brede spits twee keer per uur. Benodigde maatregelen: De aanleg van de stations Waddinxveen Zuid en Boskoop Snijdelwijk inclusief de benodigde aanpassingen aan het spoor hiervoor; Kwaliteitsverbetering van OV-knooppunten en versterken kwaliteit haltes door de P&R- en fietsvoorzieningen te verbeteren (R-net niveau); Optimaliseren van perrons voor treinexploitatie; Maatregelen voor het verbeteren van overwegveiligheid.
Stand van zaken
De corridor Alphen aan den Rijn – Gouda is onderdeel van het HOV-net Zuid-Holland Noord en wordt op termijn onderdeel van R-net. Eind 2013 is de aanbesteding voor de concessie gestart. De provincie onderzoekt waar en hoe er capaciteit moet worden toegevoegd om de lijn en dienstregeling goed in te kunnen passen in het nationale spoornet. Initiatief Ontwerp Budget Commitment
10 januari 2014
Verkenning
Planvorming X X X
Realisatie
Pagina 12 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Mijlpalen en aandachtspunten
Projecthistorie
10 januari 2014
Mijlpalen - 2013 – 2014: planvorming deelprojecten, aanbesteding concessie - 2014 – 2015: realisatie deelprojecten, concessieverlening - Uiterlijk 2016: oplevering en start nieuwe dienstregeling R-net Aandachtspunten - Aandacht voor de overstap op Alphen aan den Rijn richting Leiden of Utrecht. - Aandacht voor de relatie met het ontsluitend busnet op deze corridor: o Lijn 186/187 Gouda - Boskoop - Hazerswoude-Dorp - Hazerswoude-Rijndijk - Leiden - november 2012: implementatieplan R-net (provincie Zuid-Holland) - 17 mei 2013: Bestuursovereenkomst HOV-net Zuid-Holland Noord - 2014: aanbesteding Alphen aan den Rijn – Gouda
Pagina 13 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 14 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
C. Noordwijk – Schiphol Fase Opgave Relaties met andere projecten
Knelpunten (Indicatieve) Maatregelen
10 januari 2014
Realisatie Snelle, frequente en betrouwbare verbinding (R-net) van Noordwijk naar Voorhout en Sassenheim en uitbouw van sneldienst van Sassenheim naar Schiphol. - D. Leiden CS – Katwijk - Noordwijk - I. Leiden – Haarlem - J. Hillegom – Nieuw Vennep – Schiphol - HOV-net ZHN - Randweg Voorhout - Snelfietsroute tussen Zuid- en Noord-Holland Snelheid, frequentie en kwaliteit op het gehele traject. Noordwijk – Voorhout station - Belangrijkste maatregelen zijn een dynamische sturing van het autoverkeer in Noordwijk met behulp van Dynamische Route Informatie Panelen (DRIPS), de aanleg van de Randweg Voorhout en een tunnel. Voorhout station – Sassenheim station - Geïnvesteerd wordt vooral in kleinere maatregelen die de doorstroming van het OV verbeteren, die daarmee de kans op het halen van een treinaansluiting vergroten. Een voorbeeld is het verbeteren van de doorstroming op de rotondes op de Oosthoutlaan. Sassenheim station – Lisse centrum - De Van Pallandtlaan is een flessenhals voor het autoverkeer naar de A44, wat voor de bus veel hinder oplevert. Aanpassing van de rotondes Parklaan en Hoofdstraat kan de meeste hinder voorkomen. Lisse - Verruiming van bochten in en tussen de Rooversbroekdijk en de Ruishornlaan en de verruiming van de opstelcapaciteit in het busstation aan de Hyacinthenstraat. Lisse Centrum – Venneperhoeve - Doorstromingsmaatregelen op de Oranjelaan en inpassing in het Sportlaangebied. Hier wordt de Ringvaart gekruist met een nieuwe brug die behalve voor het OV ook voor langzaam verkeer gebruikt kan worden; via eigen busbanen door de nieuwbouwlocatie Lisserbroek noord wordt bij de Driemerenweg (N205) in Nieuw Vennep aangesloten op R-net lijn 310. Implementatie R-net - Upgraden van bestaande en nieuwe bushaltes naar R-netkwaliteit.
Pagina 15 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Stand van zaken
De corridor Noordwijk – Schiphol is onderdeel van het HOV-net Zuid-Holland Noord en wordt op termijn onderdeel van R-net. Begin 2014 worden de Bestuursovereenkomst en Uitvoeringsovereenkomst HOV-corridor Noordwijk – Schiphol ondertekend. Hierin leggen betrokken partijen afspraken vast om de voorkeursvariant tot uitvoering te kunnen brengen. Er is een groeimodel voor de realisatie uitgewerkt. De middelen zijn beschikbaar. Initiatief Ontwerp Budget Commitment
Mijlpalen en aandachtspunten
Projecthistorie
10 januari 2014
Verkenning
Planvorming X X X
Realisatie
Mijlpalen - 2013: bestuursovereenkomst en uitvoeringsovereenkomst HOV-corridor Noordwijk – Schiphol; - 2013 – 2015: realisatie deelprojecten op de trajecten Noordwijk – Sassenheim en Sassenheim – Lisse Centrum/Sportlaan; - Uiterlijk 2016: oplevering en start nieuwe dienstregeling op Zuid-Hollands grondgebied; - 2016 – 2020 realisatie deelprojecten op de trajecten Lisse Sportlaan – R-net lijn 310, waaronder brug over de Ringvaart en HOV-maatregelen op Noord-Hollands grondgebied; - Uiterlijk 2020: oplevering en start nieuwe dienstregeling gehele corridor. Aandachtspunten - Aandacht voor de relatie met het ontsluitend busnet op deze corridor en aansluiting op dienstregeling treinen bij de stations Voorhout en Sassenheim. - HOV-maatregelen op grondgebied Noord-Holland zijn afhankelijk van de toekomstige woningbouw aan de westkant van de gemeente Haarlemmermeer. Het tijdspad hiervoor is nog niet vastgesteld. - 2012: planstudie - juli 2012: advies voorkeurstracé Breed Bestuurlijk Overleg Grensstreek - november 2012: implementatieplan R-net (provincie Zuid-Holland) - 17 mei 2013: Bestuursovereenkomst HOV-net Zuid-Holland Noord - begin 2014: Bestuursovereenkomst HOV-corridor Noordwijk – Schiphol tussen alle betrokken partijen - begin 2014: Uitvoeringsovereenkomst HOV-corridor Noordwijk – Schiphol tussen provincie Zuid-Holland en grondgebiedgemeenten in Zuid-Holland
Pagina 16 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 17 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
D. Leiden CS – Katwijk – Noordwijk Fase Opgave Relaties met andere projecten
Knelpunten
(Indicatieve) Maatregelen
10 januari 2014
Planvorming Snelle, frequente en betrouwbare verbinding (R-net) van Leiden CS naar Katwijk/Noordwijk en ontsluiting van de nieuwbouwlocatie Valkenburg. - F. Leiden CS – Leiden Lammenschans - HOV-net ZHN - RijnlandRoute - Ontwikkeling nieuwbouwlocatie Valkenburg Knelpunten waardoor beoogde kwaliteitsniveau nog niet gehaald wordt: - Leiden / Oegstgeest: Ontsluiting via Bio Science Park - Eventuele verplaatsing van het transferium (onderdeel van het project Rijnlandroute) - Ontsluiting Valkenburg - Snelheid en doorstroming op de N206 - Route over Boulevard naar eindpunt Vuurbaakplein (Katwijk) - Overstap HOV Noordwijk – Leiden en Noordwijk - Sassenheim - Snelheid Leiden - Noordwijk Leiden – Leiden Bio Science Park – Transferium A44 Afhankelijk van de tracékeuze voor het HOV door het Bio Science Park tot en met het Transferium A44: het treffen van doorstroming bevorderende maatregelen Transferium – Katwijk (Zeeweg) - Op het gedeelte tussen het Transferium A44 en de aansluiting N206 naar Nieuw Valkenburg zullen de R-net buslijnen gebruik maken van de geplande verbeterde infrastructuur van de RijnlandRoute. - Aanleg busbaan vanaf de aansluiting N206 naar Nieuw Valkenburg langs de nieuwbouwlocatie Duinvallei tot de Zeeweg. - Fietstunneltje t.b.v. doorstroming op de Zeeweg Katwijk - Doorstroombevorderende maatregelen op traject naar ESA/Estec en rond het Vuurbaakplein (Katwijk) - Reconstructie eindpunt Vuurbaakplein in Katwijk Noordwijk - Doorstroombevorderende maatregelen op traject Herenweg – Gooweg - Creëren overstap/knooppunt op de verbinding Noordwijk - Schiphol Implementatie R-net - Upgraden van bestaande en nieuwe bushaltes naar R-net kwaliteit
Pagina 18 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Stand van zaken
De corridor Leiden – Katwijk/Noordwijk is onderdeel van het HOV-net Zuid-Holland Noord en wordt op termijn onderdeel van R-net. In 2013 is gestart met het maken van schetsontwerpen voor de infrastructurele maatregelen. Deze worden in 2014 uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp. In de schetsontwerpfase worden verschillende varianten onderzocht. Tevens is de mogelijkheid om de HOV-corridor te splitsen in Leiden – Katwijk en Leiden – Noordwijk (via Rijnsburg) in onderzoek. Begin 2014 wordt de voorkeursvariant bepaald. Initiatief Ontwerp Budget Commitment
Mijlpalen en aandachtspunten
Verkenning
Planvorming X X X
Realisatie
Mijlpalen - 2014: vaststellen schetsontwerp - 2014: voorkeursvariant bepalen - 2014: voorlopig ontwerp gereed - 2014: bestuursovereenkomst betrokken partijen m.b.t. realisatie R-net corridor Leiden – Katwijk – Noordwijk - 2015 – 2018: uitwerking en realisatie deelprojecten - Uiterlijk 2018: oplevering en start nieuwe dienstregeling Aandachtspunten - Mogelijk splitsen van de corridor in twee delen: Leiden – Katwijk en Leiden – Noordwijk (via Rijnsburg); - Voor het traject Leiden – Bio Science Park – Transferium A44 zijn meerdere varianten mogelijk. Het voorkeurstracé wordt in overleg met stakeholders (LUMC, Universiteit Leiden) bepaald. - Het traject Transferium A44 – Katwijk Zeeweg heeft een sterke afhankelijkheid van het project Rijnlandroute en is randvoorwaarde voor het uitvoeren van de maatregelen in Katwijk en Noordwijk. - In de huidige dienstregeling rijdt Qliner 365 van Zoetermeer, via Leiden CS naar Leiderdorp (e.v.). Bij realisatie van de R-net verbindingen is het mogelijk een optie om de verbinding van Zoetermeer via Leiden naar Katwijk / Noordwijk door te trekken. - Aandacht voor de relatie met het ontsluitend busnet op deze corridor. o Lijn 385: Rijnsburgerweg / Posthofrotonde en tracé in Noordwijk o Lijn 37: Splitsingsrotonde o Lijn 385/386: Relatie met mogelijke wijzigingen Transferium A44. o Knooppunten Katwijk (Vuurbaakplein) en Noordwijk (Picképlein). o Frequentie ontsluitend net Rijnsburg en Noordwijk.
10 januari 2014
Pagina 19 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Kennislijn (verbinding tussen Bio Science Park, stattion leiden CS, de universiteitslocaties in de binnenstad en station Lammenschans). - november 2012: implementatieplan R-net (provincie Zuid-Holland) - 17 mei 2013: Bestuursovereenkomst HOV-net Zuid-Holland Noord o
Projecthistorie
10 januari 2014
Pagina 20 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 21 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
E. Alphen aan den Rijn – Schiphol Fase Opgave Relaties met andere projecten Knelpunten
(Indicatieve) Maatregelen
Stand van zaken
Realisatie Snelle, frequente en betrouwbare verbinding (R-net) tussen Alphen aan den Rijn en Schiphol (huidige lijn 370). - HOV-net ZHN In het algemeen is het knelpunt de snelheid en doorstroming ten opzichte van het ambitieniveau. Specifiek: doorstroming tussen station Alphen aan den Rijn en de Herenhof door hoeveelheid verkeerslichten en de doorstroming op de N207; Implementatie R-net (busmaterieel, haltes). Snelheid en doorstroming Om de snelheid op de N207 te verhogen, worden busbanen tussen Alphen aan den Rijn en Leimuiden aangelegd. Daarnaast wordt de verkeersregeling (VRI’s) in Alphen aan den Rijn op een aantal punten geoptimaliseerd. Overigens zet Alphen aan den Rijn in op de aanleg van een Rondweg (West). Hierdoor ontstaat er ruimte op de hoofdverkeersassen door Alphen aan den Rijn om het OV meer ruimte te geven en te versnellen. Dit moet op langere termijn tot verdere versnelling leiden. Bij Leimuiden worden de VRI’s verwijderd en wordt er een ongelijkvloerse kruising gerealiseerd. Dit heeft ook positieve consequenties voor de doorstroming van de bus. Door deze aanpassing komen de haltes van de lijnen 370 en 56 dichter bij elkaar te liggen en ontstaat er een beter knooppunt. Bovendien wordt de Drechtbrug verbreed. Vanaf Leimuiden kan gebruik worden gemaakt van de bestaande infrastructuur voor lijn 370. -
Implementatie R-net Upgraden van bestaande en nieuwe bushaltes naar R-netkwaliteit. De snelheid- en doorstromingsmaatregelen worden momenteel gerealiseerd. De middelen voor de maatregelen die reeds in de uitvoering zitten zijn beschikbaar. In 2014 wordt onderzocht of er nog meer verbeteringen in Alphen aan den Rijn mogelijk zijn. Initiatief Ontwerp Budget Commitment
10 januari 2014
Verkenning
Planvorming
Realisatie X X X
Pagina 22 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Mijlpalen en aandachtspunten
Mijlpalen 2012: Aanpassing VRI’s (Alphen aan den Rijn), grotendeels uitgevoerd. 2012-2015 Realisatie busbanen (Provincie Zuid-Holland), doorstromingsmaatregelen in Alphen aan den Rijn en maatregelen bij Leimuiden, oplevering 2015. Uiterlijk 2015: Invoer R-net en nieuwe dienstregeling.
Projecthistorie
10 januari 2014
Pagina 23 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 24 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
F. Leiden CS – Leiden Lammenschans Fase Opgave Relaties met andere projecten
Knelpunten
(Indicatieve) Maatregelen
Verkenning Verbeteren OV routes Leiden: Ontsluiting gericht op Leiden CS als OV-knoop. Problemen bij passage centrum (Hooigracht – Lange Gracht) door drukte autoverkeer en aantal bussen, dat zijn beslag heeft op de snelheid. Daarbij gaat het om het realiseren van een route voor de R-net bussen en een route voor de overige lijnen. - D. Leiden CS – Katwijk – Noordwijk - G. Leiden Lammenschans - Zoetermeer - H. Leiden - Leiderdorp – Schiphol - HOV-net ZHN - Ontwikkeling busstation Leiden CS1 - LAB71 - RijnlandRoute - Passage Leiden centrum: Er rijdt een groot aantal bussen door het centrum van Leiden. Dit wordt als een probleem ervaren, zowel voor de snelheid en de betrouwbaarheid van het OV, als voor de verkeersveiligheid en de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling. - Daarnaast zijn de haltes niet geschikt voor HOV. - Bij deze buscorridor spelen bovendien andere belangen zoals leefbaarheid, economische vitaliteit en parkeermogelijkheden een belangrijke rol. - In de bestuursovereenkomst HOV-net ZHN tussen PZH en gemeente Leiden is opgenomen dat HOV door de binnenstad van Leiden via het tracé Hooigracht – Langegracht rijdt. In de bestuursovereenkomst HOV-net ZHN tussen PZH en gemeente Leiden is opgenomen dat het tracé Hooigracht – Langegracht pas bruikbaar is voor HOV na het nemen van maatregelen om het autoverkeer op de Hooigracht te beperken tot bestemmingsverkeer door middel van de Ringweg Oost of een gelijkwaardig alternatief. Daarnaast is uit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de gemeente Leiden, gebleken dat op het tracé Hooigracht – Langegracht een fors pakket aan doorstroming bevorderende maatregelen gerealiseerd moet worden om tot aanvaardbare en betrouwbare rijtijden voor bussen te komen. Het maatregelenpakket betreft o.a.: - Bus prioriteit geven bij verkeerslichten - Reconstructie kruisingen met extra opstelvakken voor bussen op Hooigracht en Geregracht. - Bustroken op kruispunt Levendaal – St Jorissteeg. - Wijzigen verkeerscirculatie Levendaal – Oranjeboomstraat – Korevaarstraat
Leiden heeft een besluit over de omklapping van het busstation (verplaatsing naar zeezijde) genomen, de consequenties hiervan dienen bij de eerste actualisatie van UP OV te worden meegenomen. 1
10 januari 2014
Pagina 25 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Stand van zaken
- Extra fietsbrug naast Jan van Houtbrug - Reconstructie kruising Lammermarkt - Aanpassing Turfmarkt en Tweede Binnenvestgracht Deze corridor valt niet in de eerste fase van het HOV-net ZHN. Met de Provincie Zuid-Holland en Holland Rijnland heeft Leiden afgesproken de verbinding Leiden CS – Leiden Lammenschans te verkennen in 2013. In de bestuursovereenkomst HOV-net tussen PZH en gemeente Leiden is opgenomen dat PZH een budget van € 5 miljoen heeft gereserveerd voor het treffen van no regret maatregelen op het tracé Hooigracht Langegracht. Leiden neemt een besluit over de maatregelen en wordt verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen. Randvoorwaarde voor de Provincie is dat geen kwaliteitsverlies optreedt. Initiatief
Verkenning
Ontwerp Budget Commitment Mijlpalen en aandachtspunten
Planvorming X X X
Realisatie
Mijlpalen - 2012: Afronding verkenning en kiezen voorkeursvariant. - 2013 – 2014: Uitwerking en realisatie faseringsvariant - 2018 – 2020: Uitwerking en realisatie eindbeeld. - Uiterlijk 2020: Oplevering en start nieuwe dienstregeling. Aandachtspunten - In het kielzog dient ook gekeken te worden naar de routes en bediening van het stadsnet en de ontsluiting van de omliggende kernen. - In de huidige dienstregeling rijdt Qliner 365 van Zoetermeer, via Leiden CS naar Leiderdorp (e.v.). Bij realisatie van de R-net verbindingen is het mogelijk een optie om de verbinding van Zoetermeer via Leiden naar Katwijk / Noordwijk door te trekken.
Projecthistorie Het kaartbeeld van deze corridor is te vinden bij projectblad G.
10 januari 2014
Pagina 26 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
G. Leiden Lammenschans - Zoetermeer Fase Opgave Relaties met andere projecten
Knelpunten
(Indicatieve) Maatregelen
Stand van zaken
Planvorming Opwaardering hoogfrequente busverbinding tussen Leiden en Zoetermeer (huidige lijn 365) naar R-net. - D. Leiden CS – Katwijk – Noordwijk - F. Leiden CS – Leiden Lammenschans - H. Leiden – Leiderdorp – Schiphol - HOV-net ZHN - RijnlandRoute - Kwaliteit overstap bus-trein en informatievoorziening bij station Lammenschans; - Knelpunt doorstroming Lammenschansplein in combinatie met de Lammebrug; - Snelheid en route bij Zoeterwoude en Stompwijk. - Implementatie R-net (busmaterieel, haltes). - Aanleg 2 nieuwe haltes: Zoeterwoude Recreatief Transferium en Stompwijk - Verbeteren doorstroming traject Europaweg (Leiden) - Upgraden van bestaande bushaltes naar R-netkwaliteit - In het kader van de RijnlandRoute wordt er een nieuwe oeververbinding aangelegd bij de Lammebrug, waardoor het Lammeschansplein wordt ontlast. In het kader van de heroverweging van de RijnGouwelijn is een globale verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden. Er is een inschatting gemaakt van de maatregelen inclusief de kosten. Initiatief Ontwerp Budget Commitment
Mijlpalen en aandachtspunten
Verkenning
Planvorming X X X
Realisatie
Mijlpalen - Q4 2012: nader zicht op de maatregelen en verwerking in bestuursovereenkomsten - 2013 – 2015: uitwerking en realisatie maatregelen Zoetermeer – Leiden Lammenschans - Uiterlijk 2016: invoer R-net en oplevering en start nieuwe dienstregeling Aandachtpunten - In de huidige dienstregeling rijdt Qliner 365 van Zoetermeer, via Leiden CS naar Leiderdorp (e.v.). Bij realisatie van de R-net verbindingen is het mogelijk een optie om de verbinding van Zoetermeer via Leiden naar Katwijk / Noordwijk door te trekken.
Projecthistorie
10 januari 2014
Pagina 27 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 28 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
H. Leiden– Leiderdorp – Schiphol Fase Opgave
Relaties met andere projecten
Knelpunten
(Indicatieve) Maatregelen
Stand van zaken
Verkenning Het gaat om twee afzonderlijke opgaven, waarvoor de oplossingen met elkaar samenhangen: 1. Snelle, betrouwbare en frequente verbinding tussen Leiderdorp en Leiden CS op R-net niveau. 2. Snelle betrouwbare verbinding tussen Leiderdorp en Schiphol. Vooralsnog geen ambitie R-net, mogelijk op termijn (na 2020) doorontwikkeling naar dit niveau (de R-net bus kan wel periodiek doorrijden tot Leimuiden alwaar overgestapt kan worden op R-net naar Schiphol). - F. Leiden CS – Leiden Lammenschans - G. Leiden Lammenschans - Zoetermeer - HOV-net ZHN - LAB71 - RijnlandRoute - Doorstroomsnelheid Leiden-Leiderdorp bij: o Kruising IJsselmeerlaan/Sumatrastraat; o Zijlbrug; o Engelendaal (Leiderdorp werkt hier reeds zelf aan); o Rotonde Persant Snoepweg. - Op termijn kan de capaciteit van het busplatform Rijnlandziekenhuis een probleem worden. - Verbeteren doorstroming traject kruising Willem de Zijgerlaan/IJsselmeerlaan -Zijlbrug-Engelendaalkruising Engelendaal/Rietschans door aanleg busba(a)n(en). - Verbeteren doorstroming traject Engelendaal door aanpak kruispunten: het creëren van linksafstroken, het aanleggen van nieuwe VRI’s, om doorstroming voor het verkeer (incl. OV) te bevorderen. - Verbeteren doorstroming Persant Snoepweg. - Upgraden van bestaande bushaltes naar R-netkwaliteit. - Op het traject Leiderdorp – Leimuiden de R-net bus periodiek laten door rijden, echter met minder hoge frequentie en zonder aanpassingen haltes op dit deeltraject Per december 2012 rijdt Q-liner 365 op deze corridor. Hiermee wordt reeds voorzien in het beoogde kwaliteitsniveau op het traject Leiderdorp – Leimuiden. Deze corridor zit niet in de eerste fase van HOV-net ZHN. Er is wel een duidelijke wens om de kwaliteit van het OV op dit traject te verbeteren en gezien de reeds geplande infra maatregelen op het Engelendaal is er een mogelijkheid om werk met werk te maken. Daarom is in 2013 een regionale verkenning uitgevoerd door Holland Rijnland, samen met de gemeenten Leiden en Leiderdorp en de provincie Zuid-Holland. Conclusie uit deze verkenning is dat deze corridor kansrijk is om met beperkte middelen op korte termijn op R-net niveau
10 januari 2014
Pagina 29 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
te brengen. De verkenning is nader uitgewerkt op schetsontwerp (SO) niveau met een bijbehorende SSKraming. Begin 2014 wordt een model analyse gemaakt, waarin de rijtijdwinst per voorgestelde maatregel bekeken wordt. Daarnaast wordt in opdracht van de provincie Zuid-Holland een exploitatie-studie uitgevoerd. Leiderdorp treft reeds voorbereidingen voor maatregelen op de Engelendaal; deze worden in 2014 uitgevoerd. Op basis van de uitgevoerde studies stellen Holland Rijnland en betrokken gemeenten in de eerste helft van 2014 een voorstel op voor verbetering van deze corridor, met daarin de voorgestelde maatregelen, kostendekking en planning. Dit voorstel biedt de basis voor het (bestuurlijk) gesprek met de provincie over het mogelijk versneld invoeren van R-net op deze corridor. Initiatief Ontwerp Budget Commitment Mijlpalen en aandachtspunten
Projecthistorie
10 januari 2014
Verkenning X
Planvorming
Realisatie X (Engelendaal)
X X
Mijlpalen: - 2013: Verkenning HOV-corridor Leiden – Leiderdorp - 2014: voorstel regio en gemeenten aan provincie Zuid-Holland om deze corridor versneld op R-net niveau te brengen. Aandachtspunten: - In de huidige dienstregeling rijdt Qliner 365 van Zoetermeer, via Leiden CS naar Leiderdorp (e.v.). Bij realisatie van de R-net verbindingen is het mogelijk een optie om de verbinding van Zoetermeer via Leiden naar Katwijk / Noordwijk door te trekken. - In de verkenning ook de kansen/gevolgen voor het ontsluitend busnet meenemen: o Ontsluiting Leiderdorp o Lijn 182/183 Leiden – Leiderdorp – Alphen aan den Rijn o Omleiden bussen uit de binnenstad van Leiden - november 2012: implementatieplan R-net (provincie Zuid-Holland) - 17 mei 2013: Bestuursovereenkomst HOV-net Zuid-Holland Noord - 2013: verkenning R-net corridor Leiden – Leiderdorp
Pagina 30 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 31 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
I. Leiden – Haarlem Fase Opgave
Relaties met andere projecten Knelpunten
(Indicatieve) Maatregelen
Initiatief Station Voorhout ligt nu decentraal ten opzichte van het busstation, station Hillegom ligt nu decentraal ten opzichte van de kern. Daarom is op de as Leiden – Haarlem is, naast de spoorverbinding, een tweede zware verbinding (via Oegstgeest, Sassenheim, Lisse en centrum Hillegom) gewenst. Vooralsnog geen R-net, mogelijk op termijn (na 2020) doorontwikkeling naar dit niveau. - C. Duin– en Bollenstreek – Schiphol - J. Hillegom – Nieuw Vennep – Haarlem - Treinverbinding Leiden - Haarlem In het algemeen is het probleem de snelheid van de bus in relatie tot het ambitieniveau. Concreet zijn de volgende knelpunten aan te wijzen: - Leiden: Rotonde Rijnsburgerweg, route naar het station; - Oegstgeest: Knelpunten op Rijnzichtweg en de Willibrordrotonde en op- en afrit A44 (Voor aanpassingen afrit Flora-A44 is budget geregeld); Beperkte breedte Warmonderweg; - Teylingen: Lage snelheid in de bebouwde kom van Warmond, Kruising N443/N208 (onderdeel van project C. Duin- en Bollenstreek - Schiphol), aansluiting op station Sassenheim; Lisse: veiligheid op het traject Poelpolder, snelheid bebouwde kom (Oranjelaan), capaciteit bushalte Hyacinthenstraat; - Hillegom: snelheid N208 bebouwde kom tot Wilhelminalaan, routering (door centrum of langs het station); - Traject Hillegom - Haarlem: ontsluiting Bennebroek en bestemmingen in Haarlem. Idee is om de huidige buslijn 50 op termijn aan te passen en te verbeteren. Daarnaast is aandacht voor het ontsluitend net nodig. Opwaarderen huidige lijn (50): - Snelheid en betrouwbaarheid route Leiden/Oegstgeest, mogelijk route via Rijnsburgerweg – Rijnzichtweg – A44 (omdat vrijliggende businfrastructuur in Leiden nauwelijks inpasbaar is zal de oplossing gevonden moeten worden in ontlasting van de weg van het autoverkeer in combinatie met kleinere ingrepen om de bus te faciliteren). Overigens liggen er in Oegstgeest op dit traject al deels busbanen. - Maatregelen op dit traject in Sassenheim en Lisse komen overeen met de maatregelen op C. Duinen Bollenstreek – Schiphol. - Route door Lisse in samenhang bekijken met route bij C. Duin- en Bollenstreek - Schiphol (er zijn twee routes mogelijk door Lisse, het belang is dat beide routes gebruikt worden) - Hillegom: Vergroting capaciteit N208 begin bebouwde kom (zuidkant) tot Wilhelminalaan. Routering
10 januari 2014
Pagina 32 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
vanaf Wilhelminalaan: 2 opties. I. langs station en gebruikmakend van nieuwe busbaan, met knelpunten de beide spoorkruisingen. II. een route door het centrum met snelheid verhogende maatregelen.
Stand van zaken
Ontsluitend net: - Optimaliseren vervoerswaarde Warmond - Versnelling in bebouwde kom Lisse - Aansluiten station Hillegom via N208 (eindpunt ontsluitend net) Met de dienstregeling die per december 2012 ingegaan is, wordt al winst geboekt, door naast lijn 50, in de spits lijn 250 te laten rijden tussen Leiden en Lisse. Deze bus rijdt niet via Warmond, maar via het transferium aan de A44. In het kader van het project C. Noordwijk – Schiphol wordt reeds voorzien in maatregelen op het traject Sassenheim – Lisse. Door bovenstaande ontwikkelingen is er nog geen goed zicht op de benodigde maatregelen en het benodigde budget. Een verkenning moet daarover uitsluitsel geven. Er zijn nog geen afspraken over kosten/budget. Ontwerp Budget Commitment
Mijlpalen en aandachtspunten
Projecthistorie
10 januari 2014
Initiatief x x x
Verkenning
Planvorming
Realisatie
Mijlpalen - PM: plannen verkenning - PM: Verkenning onder regie van de Regio Holland Rijnland af te ronden met besluit over voorkeursrichting en vervolgstappen. Aandachtspunten In de verkenning ook de kansen/gevolgen voor het ontsluitend busnet meenemen. --
Pagina 33 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 34 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
J.
Hillegom – Nieuw-Vennep – Schiphol
Fase Opgave Relaties met andere projecten Knelpunten
(Indicatieve) Maatregelen
Stand van zaken
Verkenning Verbetering snelheid, frequentie en kwaliteit busverbinding Hillegom – Nieuw-Vennep - Schiphol. - C. Noordwijk – Schiphol - I. Leiden – Haarlem - Ontwikkeling stationsgebied Hillegom - Doorstromingssnelheid Hillegom – Nieuw-Vennep en aansluiting op stations Hillegom en NieuwVennep. - Aansluiting op as Bollenstreek – Schiphol en / of R-net lijn 310 te Nieuw-Vennep. - Mogelijke oplossingen zijn ongelijkvloerse kruisigen t.h.v. de Pastoorslaan en de Wilhelminalaan. Bij N208/Wilhelminalaan en N208/Pastoorslaan kunnen dan nieuwe haltes gemaakt. - Voorrangsregeling voor de bus op de kruising Leidsestraat / N208 en Leimuiderweg / N207. - Creëren van overstap bij Nieuw-Vennep op de as Bollenstreek – Schiphol en / of de R-net lijn 310. Deze as is wel meegenomen in de OV-verkenning Duin- en Bollenstreek - Schiphol, maar niet in de uitgevoerde planstudie. Met de dienstregeling van de december 2012 gaat lijn 90 rijden tussen Hillegom en Nieuw-Vennep (deze bus komt uit Den Haag en gaat via Katwijk, Noordwijk en Noordwijkerhout naar Hillegom). Hiermee worden twee kernen en hun stations, die elk op een andere spoorlijn liggen, verbonden. In Hillegom wordt verkend om deze verbinding te verbeteren door aanleg van busbanen. In de eerste helft van 2013 is op initiatief van Holland Rijnland samen met de gemeenten Hillegom en Haarlemmermeer een verkenning uitgevoerd met als doel inzicht te krijgen in de vervoerpotentie van de betreffende verbinding en de mogelijkheden (en kosten) om de ov-verbinding te verbeteren. De verkenning geeft aan dat, uitgaande van de huidige woonbebouwing, de OV-verbinding Hillegom – NieuwVennep te weinig potentie heeft om uit te kunnen groeien tot een R-net-verbinding. De verbinding heeft vooral een regionaal karakter. De maximale vervoerpotentie op de OV-as Hillegom – Nieuw-Vennep is circa 1200 reizigers per dag. Om dit te bereiken zou op de huidige route een beperkt aantal verbeteringen gerealiseerd moeten worden. Het initiatief hiervoor ligt bij de gemeenten Hillegom en Haarlemmermeer. Initiatief Ontwerp Budget Commitment
10 januari 2014
Verkenning X X X
Planvorming
Realisatie
Pagina 35 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Mijlpalen en aandachtspunten
Mijlpalen - 2014 e.v.: realisatie verbeteringen op huidige route, zoals benoemd in de Verkenning OV-as Hillegom – Nieuw-Vennep Aandachtspunten Ontwikkeling stationsgebied Hillegom: De verkenning OV-as Hillegom – Nieuw-Vennep heeft de noodzaak van een busbaan ten westen van het station in twijfel getrokken. Met de provincie Zuid-Holland zijn afspraken gemaakt voor een mogelijke wijziging van de inzet van de subsidie: van busbaan naar keerlus station Hillegom en doorstromingsmaatregelen voor de bus op het traject Hillegom – Nieuw-Vennep. De mogelijkheden om een keerlus op het station te realiseren zijn door Goudappel Coffeng onderzocht. Goudappel Coffeng heeft een ontwerp gemaakt waar alle bussen in alle richtingen kunnen halteren en keren. Arriva heeft een nieuwe route voorgesteld voor lijn 92 (korte slagen lijn 90) in Hillegom om te voorkomen dat (lege) bussen moeten keren op de Wilhelminalaan/ 2de Loosterweg. De bewoners van de 2de Loosterweg ervaren enorme overlast van bussen door de straat. De route wordt per 14 december 2013 aangepast waardoor er in plaats van 4 nog maar 3 bussen door de 2de Loosterweg zullen rijden. Het doel van een compact busstation is het creëren van een mogelijkheid voor de bus om op het stationsplein te keren in plaats van op de rotonde op de Wilhelminalaan. Het ontwerp is afgestemd met Arriva en Connexxion. Beide zijn positief over het ontwerp. Dit geldt ook voor NS Stations Exploitatiebedrijf (de eigenaar van een gedeelte van de grond voor het station, de 1e en 2de Loosterweg). Daarnaast zouden doorstromingsmaatregelen (met name de instellingen van de VRI’s) ertoe kunnen bijdragen dat er een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding ontstaat op het traject Hillegom- Nieuw-Vennep. Een deel van de maatregelen ligt op Hillegoms grondgebied en een deel op het gebied van gemeente Haarlemmermeer. Er dient een verzoek in te worden gediend via provincie ZuidHolland aan Stadsregio Amsterdam voor een nadere uitwerking van de doorstromingsmaatregelen.
Projecthistorie
10 januari 2014
- 2010: OV-Verkenning Duin- en Bollenstreek – Schiphol - 2013: Verkenning OV-as Hillegom – Nieuw-Vennep
Pagina 36 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
10 januari 2014
Pagina 37 van 38
Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer (UP OV) Holland Rijnland; actualisatie januari 2014
Overzicht Samengevat, leidt het beeld geschetst in de projectbladen tot het volgende overzicht: Overzicht Projectbladen
Fase
Trekker
Ambitie tot 2020
Verkenning
Provincie Zuid-Holland (HOV-net)
B.
Leiden CS – Alphen aan den Rijn Utrecht CS Alphen aan den Rijn – Gouda
Planuitwerking
Provincie Zuid-Holland (HOV-net)
C.
Noordwijk – Schiphol
Realisatie
Provincie Zuid-Holland (HOV-net)
Frequentieverhoging Spoor Frequentieverhoging Spoor R-net
D. E. F. G. H.
Leiden CS – Katwijk – Noordwijk Alphen aan den Rijn – Schiphol Leiden CS – Leiden Lammenschans Leiden Lammenschans – Zoetermeer Leiden – Leiderdorp (- Schiphol)
Planuitwerking Realisatie Verkenning Planuitwerking Verkenning
Provincie Zuid-Holland (HOV-net) Provincie Zuid-Holland (HOV-net) Gemeente Leiden Provincie Zuid-Holland (HOV-net) Holland Rijnland
I. J.
Leiden – Haarlem Hillegom – Nieuw Vennep – Schiphol
Initiatief Verkenning
Holland Rijnland Gemeenten Hillegom en Haarlemmermeer
A.
R-net R-net R-net R-net R-net (1ste deel) HR-net (2de deel) Opwaarderen (HR-net) Opwaarderen (HR-net)
Ambitie bereikt (uiterlijk) 2020 2016 2016 (1ste deel) 2020 (2de deel) 2018 2015 2020 2016 2016 2020 2016
Tabel 3: overzichtstabel UP OV
10 januari 2014
Pagina 38 van 38
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Versie: concept Datum: 10 januari 2014 1. Inleiding Aanleiding: Het Algemeen Bestuur heeft op 29 juni 2011 het Programmaplan Ontsluiting Greenport Duinen Bollenstreek vastgesteld. In de bijlagen 2 tot met 5 worden beschrijvingen per project gegeven, als ware het een beknopt uitvoeringsprogramma. In januari 2013 is een actualisatie gemaakt van de projectbeschrijvingen. Deze is op 28 februari vastgesteld door het Dagelijks Bestuur en daarna ter kennis name aangeboden aan het Algemeen Besuur. Projecten hebben het afgelopen jaar voortgang geboekt. Het is daarom nodig wederom een actualisatie te maken van de projectbeschrijvingen. Deze actualisatie maakt integraal onderdeel uit van de actualisatie van het Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP). Doel: Het doel van de actualisatie is een actueel beeld te krijgen van de bereikbaarheidsprojecten in de Duin- en Bollenstreek. Indien nodig, kan op basis van de actualisatie een (her)prioritering van acties worden gemaakt. Leeswijzer: In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op de gereserveerde middelen in het Regionaal Investeringsfonds (RIF) Holland Rijnland. In het programmaplan Ontsluiting Greenport Duinen Bollenstreek wordt naast de RIF-projecten ook andere bereikbaarheidsprojecten weergegeven. Deze bredere context is te vinden in hoofdstuk 3. Bijlagen: In de bijlagen is een actuele beschrijving van de projecten opgenomen. De bijlagen hebben dezelfde nummering gekregen als in het vastgestelde programmaplan van 2011. Bijlage 1 (artikelen 8 en 9 van de beheersverording RIF) is in deze actualisatie niet opgenomen. 2. Regionaal Investeringsfonds (RIF) In het Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland (RIF) is voor het project Noordelijke Ontsluiting Greenport € 37,5 miljoen gereserveerd. In totaal wordt in het Investeringsfonds door de twaalf deelnemende gemeenten over een periode van vijftien jaar € 142,5 miljoen bijeengebracht voor vijf projecten. De storting vindt jaarlijks plaats en is gestart in 2008 en loopt door tot 2022. De jaarlijkse storting voor het Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek bedraagt circa € 2,5 miljoen. Het Algemeen Bestuur heeft op 29 juni 2011 de verdeling van de gelden uit het Regionaal Investeringsfonds ten behoeve van het pakket aan maatregelen voor het “Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek” van in totaal € 37,5 mln. vastgesteld: a) Maatregelen middengebied Duin- en Bollenstreek: € 20 mln. b) N205-N206 (-A4) / Duinpolderweg: € 12,5 mln. c) OV-maatregelen ten behoeve van de corridor Noordwijk-Schiphol: € 5 mln. Met betrekking tot de Maatregelen middengebied Duin- en Bollenstreek is het Dagelijks Bestuur gemandateerd voor het aangaan van projectovereenkomsten per maatregel. Het Dagelijks Bestuur heeft daarbij een volmacht gekregen om de projectovereenkomsten uit te
10-1-2014
Pagina 1 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
voeren en de bijdragen per project met een maximum van in totaal € 20 mln., op basis van het programmaplan Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, definitief vast te stellen. In onderstaande tabel staat een beknopt financieel overzicht van de projecten waarvoor een bijdrage uit het RIF is gereserveerd voor de ontsluiting van de Greenport Duin- en Bollenstreek. De projecten bevinden zich in verschillende fasen; genoemde bedragen hebben mede daardoor een verschillende status. Alleen van het project ‘Noordelijke Randweg Voorhout’ is het financiële plaatje volledig. Sommige bedragen zijn indicatief. In de projectbeschrijvingen in de bijlagen, wordt nader ingegaan op de financiën per project voor zover op dit moment mogelijk. Aan onderstaande tabel kunnen geen rechten worden ontleend. Project
Geschatte investering
Gereserveerde bijdrage RIF
Bijdrage betrokken gemeente(n)
N205-N206 (-A4) / Duinpolderweg
€ 124 mln. voor het gedeelte N205-N206 en € 75 mln. voor het gedeelte N205-A4
€ 12,5 mln.
--
Knoopunt N443; Piet Gijzenbrug
€ 31-67 mln. (voorkeursvariant: € 62-67 mln.) € 2,5 – 5 mln.
€ 4 mln.
Ntb
De financiering van de N206N205-A4 wordt verdeeld naar grondgebied per provincie. Prorail: ntb
€ 4 mln.
€ 0,9 mln. (MPI) + ntb. (DBI)
Rijk (AROV ikv HOV-corridor): € 0,67 mln.
€ 6,6 mln. (+ € 5,5 mln. tbv doorstroming N444) Varianten alzijdig maken aansluiting Beeklaan: € 9 - 14 mln. € 23 mln.
€ 2 mln.
Ntb (MPI + DBI)
€ 4 mln.
Ntb.
€ 53,8 mln.
€ 5 mln.
Rotonde N443/N208 en rotonde Parklaan/N443 (Sassenheim) Knooppunt Nagelbrug Verkeersafwikkeling rotondes Noordwijk en Noordwijkerhout Noordelijke Randweg Voorhout, incl. aansluitingen N443, N444 en HOV-verbinding HOV-corridor Noordwijk - Schiphol
€ 6 mln.
€ 5 mln.
Bijdrage provincie Zuid Holland Ntb
Bijdrage overige partijen
BDU: € 4,35 HOVcorridor: € 3 mln. Overig: € 3,8 mln.
--
€ 33 mln. (waarvan € 16 AROV / Rijk)
Provincie Noord-Holland en Stadsregio Amsterdam: € 15,8 mln.
MPI = Meerjarenprogramma Provinciale Infrastructuur 2011-2025, provincie Zuid Holland; DBI = Dienst Beheer en onderhoud Infrastructuur, provincie Zuid Holland Rijnland 3. Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek in bredere context In het programmaplan is een groot aantal projecten opgenomen om de bereikbaarheid van de Greenport Duin- en Bollenstreek te verbeteren. Hoewel het afzonderlijke projecten zijn, is de
10-1-2014
Pagina 2 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
onderlinge verwevenheid groot. De plannen moeten op elkaar afgestemd worden en er kan ook gezocht worden naar mogelijkheden om de projecten elkaar te laten versterken. Maar de lijst van projecten in dit programmaplan geeft geen volledig overzicht van wat er allemaal speelt op het gebied van verkeer en vervoer in en rond de Greenport Duin- en Bollenstreek. Afstemming met een groot aantal andere projecten is noodzakelijk. Ook hier geldt dat gezocht moet worden naar manieren waarop projecten elkaar kunnen versterken. Hieronder volgt een totaal overzicht van alle verkeersprojecten die een bijdrage leveren aan de ontsluiting van de Greenport Duin- en Bollenstreek. Van de vetgedrukte projecten is uitgebreidere informatie te vinden in de bijlagen. Gebied Gehele Bollenstreek
Project HOV-corridor Noordwijk – Schiphol
Planning 2014 e.v.
Ten zuiden van de N444
Rijnlandroute
2015-2020
HOV-net Zuid-Holland Noord Noordelijke Randweg Rijnsburg
2014-2020
Aanpassing aansluiting Postviaduct
2013
HOV corridor Noordwijk – Sassenheim (korte termijn) Trajectstudie N444
2016
Nagelbrug
2014/2015
Aanleg Noordelijke Randweg Voorhout incl. aansluitingen
2016 e.v.
Gebied N444-N443
10-1-2014
Na 2020
Afgerond
Relatie met HOV-net Zuid-Holland Noord; Aanleg Noordelijke Randweg Voorhout; Rotondes Sassenheim; Trajectstudie N208; Verdubbelling N205; woningbouwontwikkeling westkant Haarlemmermeer. Noordelijke Randweg Rijnsburg HOV-corridor Noordwijk – Schiphol Groot onderhoud N444; Aanpassing aansluiting postviaduct; Trajectstudie N444; Lange termijn N206; Alzijdig maken aansluiting Beeklaan-N206. Noordelijke Randweg Rijnsburg; Trajectstudie N444; Groot onderhoud N443. HOV-corridor Noordwijk – Schiphol; HOV-net Zuid-Holland Noord Postviaduct; Nagelbrug; Aanleg Noordelijke Randweg Voorhout incl. aansluitingen; HOV-corridor Noordwijk – Schiphol; Noordelijke Randweg Rijnsburg; Fietspad F285 Trajectstudie N444; HOV-corridor Noordwijk – Schiphol Trajectstudie N444; HOV-corridor Noordwijk – Schiphol;
Pagina 3 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Alzijdig maken aansluiting Beeklaan N206 + rotondes Noordwijk Fietspad F285 Noordwijk – Voorhout
2015-2020
Fietspad F446 Voorhout – Sassenheim Fietspad F281 Voorhout – Noordwijkerhout Knooppunt Piet Gijsbrug
2013/2014
Rotondes Sassenheim
Gebied ten noorden van de N443
10-1-2014
Nader te bepalen
Nader te bepalen Nader te bepalen, na 2025 2015/2016
Haalbaarheidstudie Piet Gijzenbrug. Noordelijke Randweg Rijnsburg; Lange termijn N206 Fietspad F446; Fietspad F281; Trajectstudie N444; Nagelburg Fietspad F285 Fietspad F285; Knooppunt Piet Gijzenbrug Groot onderhoud N443; Fietspad F281
Groot onderhoud N443
Afgerond
Trajectstudie N208
Afgerond
Reconstructie Delfweg Duinpolderweg (N205-N206-A4)
Afgerond 2015-2020
Lange termijn N206
2015-2020
Verdubbeling N205 Autoluw maken oeververbinding Hillegom – Haarlemmermeer Autoluw maken oeververbinding Lisse Haarlemmermeer
2015-2020 2015-2020
Trajectstudie N208, HOV-corridor Noordwijk – Schiphol Reconstructie Delfweg; Knooppunt Piet Gijzenbrug; Rotondes Sassenheim; Aanpassing aansluiting Postviaduct Groot onderhoud N443; Haalbaarheidsstudie Piet Gijzenbrug; HOV-corridor Noordwijk – Schiphol Groot onderhoud N443 Autoluw maken oeververbinding Hillegom – Haarlemmermeer; Autoluw maken oeververbinding Lisse – Haarlemmermeer; Lange termijn N206; Verdubbeling N205 Alzijdig maken aansluiting Beeklaan; Duinpolderweg; Noordelijke Randweg Rijnsburg Duinpolderweg Duinpolderweg
2015-2020
Duinpolderweg
Pagina 4 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Bijlage 2 Verbinding N205 – N206 – A4/ Duinpolderweg Aanleiding De grensstreek van Noord- en Zuid-Holland is nu al een dynamisch gebied en de verwachting is dat de ruimtelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren zich verder zullen doorzetten. Dit heeft gevolgen voor de verkeersafwikkeling, de bereikbaarheid en de leefbaarheid in het gebied. De wegenstructuur in de grensstreek was van oudsher noord - zuid georiënteerd. In de loop der jaren echter hebben ruimtelijke en economische relaties, en daarmee ook de verkeersrelaties, meer en meer een oost-westoriëntatie gekregen. Als gevolg hiervan past het verkeer niet meer bij het wegennet en treden er problemen op. Zo moet het autoverkeer in het noordelijke deel van de grensstreek zich door de woonkernen heen „persen‟ van de gemeenten Hillegom (Hillegom), Bloemendaal (Vogelenzang, Bennebroek), Heemstede en Haarlemmermeer (Zwaanshoek, Beinsdorp). Met alle negatieve gevolgen van dien voor bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. In de grensstreek van Noord- en Zuid-Holland (Duin- en Bollenstreek, Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer) is uitbreiding van woningen voorzien. Daarnaast is er behoefte aan ruimte voor groen, natuur, recreatie, water en bedrijventerreinen (bijvoorbeeld ACT-logistiek knooppunt A4). In de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek zijn deze ambities uitgewerkt. Ook zijn hierin de ontwikkelingsmogelijkheden voor Schiphol en het behoud en versterking van de Greenports Duin- en Bollenstreek en Aalsmeer meegenomen. Dit leidt tot een stevige mobiliteitsopgave en tot problemen met de verkeersafwikkeling in het gebied. Om de vereiste bereikbaarheid van de voorziene ruimtelijk-economische ontwikkelingen te kunnen faciliteren en de huidige en toekomstige verkeersproblematiek in en naar de kernen op te lossen, moet een betere verbinding tussen de N206 en de A4 tot stand komen; de Duinpolderweg. Het voornemen is om deze verbinding te realiseren door een combinatie van verbetering van bestaande weginfrastructuur en aanleg van nieuwe weginfrastructuur. De Duinpolderweg is opgenomen in de (concept) uitvoeringsagenda van SMASH (Structuurvisie Mainport Amsterdam – Schiphol – Haarlemmermeer) van het ministerie van IenM. Het Rijk wil in SMASH onderzoeken welke ruimtelijke en infrastructurele randvoorwaarden geborgd moeten worden om versterking van de Schipholregio te realiseren. Doel Verbeteren van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid in de Bollenstreek, ZuidKennemerland en Haarlemmermeer door ontlasting van het omliggende wegennet en een extra passage over de Ringvaart. Korte beschrijving maatregelen Nieuwe wegverbinding N205-N206, ten noorden van de kern Hillegom, inclusief een verbinding met en aansluiting op de A4. Zoekgebied De beoogde verbetering van de verbinding tussen de N206 en de A4 bestaat uit drie onderdelen: 1. De verbinding tussen de N205 en N206, tussen de bebouwde gebieden van Vogelenzang, Bennebroek, Zwaanshoek en Hillegom; 2. De Nieuwe Bennebroekerweg tussen de Spoorlaan en de N205; 3. De verbinding Spoorlaan-A4.
10-1-2014
Pagina 5 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
In de MER worden voor het eerste onderdeel, de volgende alternatieven onderzocht (zie ook figuur 1): a. Noordelijk alternatief, met aansluiting op de N208 (zwart) b. Midden alternatief, met aansluiting op de N208 en Zilkerduinweg (blauw/paars) c. Zuidelijk alternatief, met aansluiting op de Pastoorslaan (geel) d. NOG Beter alternatief (paars) e. Combinatiealternatief (blauw) In de MER zullen voor deze alternatieven varianten worden uitgewerkt, voor zover ze onderscheidende effecten hebben. Hierbij kan gedacht worden aan gelijkvloerse of ongelijkvloerse aansluitingen of kruisingen, of een wegvak met 2x1 of met 2x2 rijstroken. In het uiteindelijke voorkeursalternatief zullen gedetailleerde afwegingen worden gemaakt over verschillende varianten. Figuur 1: vijf mogelijke alternatieven voor een verbinding tussen de N205-N206; de ingetekende tracés zijn indicatief
Eén van de belangrijke aanbevelingen van de Commissie voor de m.e.r. is om de bouwstenen van de Bereikbaarheidstudie Grensstreek opnieuw, met geactualiseerde gegevens verkeerskundig door te rekenen. Het NOG Beter alternatief wordt meegenomen in deze doorrekening. Daarmee wordt het pakket integraal bekeken en vergelijkbaar gemaakt met de bouwstenen uit de Bereikbaarheidstudie Grensstreek en loopt het mee in de actualisatie. Hiermee wordt verkeerskundig getoetst in hoeverre dit pakket bijdraagt aan de doelstellingen die gesteld zijn in de Nota Reikwijdte en Detailniveau voor de MER. Ook volgt voor deze bouwstenen en het NOG Beter pakket een kwalitatieve beoordeling van de milieu- en natuureffecten, conform het advies van de commissie m.e.r..
10-1-2014
Pagina 6 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Betrokken partijen Provincie Noord Holland (trekker), provincie Zuid Holland, gemeenten Hillegom en Noordwijkerhout, Holland Rijnland, gemeente Haarlemmermeer, gemeenten regio ZuidKennemerland, Stadsregio Amsterdam en ministerie van IenM/ RWS. Planning / mijlpalen - 2008 – 2011 Verkenning “Van Greenport tot Mainport” - Regionale verkenning conform MIRT N205-N206”; 2012-2014: Planfase 2013: advies commissie MER over Reikwijdte en Detailniveau van de MER Duinpolderweg; 2013: Notitie Reikwijdte en Detailniveau (formele start m.e.r.-procedure) vastgesteld; 2013-2014: uitvoeren planstudie, inclusief MER en MKBA; 2014: gesprek gedeputeerden Noord- en Zuid-Holland met minister IenM over bijdrage Rijk aan Duinpolderweg; 2014: besluit voorkeurstracé; 2014-2015: planuitwerking (uitwerken van gekozen oplossingsrichting op detailniveau). Realisatie wordt voorzien in de periode 2015-2025. Financiën Geschatte investering: € 124 miljoen voor het stuk N205-N206 en € 75 miljoen voor het stuk tussen de N205 – A4. Kostendekking: In de Stuurgroep Duinpolderweg van september 2012 is afgesproken om de financiering van de verbinding N206-N205-A4 te verdelen naar grondgebied per provincie. De gemeenten in Zuid-Kennemerland hebben in 2013 het mobiliteitsfonds opgericht. Hierin is € 4,5 miljoen gereserveerd voor de Duinpolderweg. Holland Rijnland heeft in het RIF € 12,5 miljoen gereserveerd. Besluitvormingsproces Het project heeft in 2012 een eigen stuurgroep gekregen, bestaande uit de gedeputeerden van de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland, en bestuurders van de Stadsregio Amsterdam, Holland Rijnland, Zuid-Kennemerland, gemeenten Hillegom, Noordwijkerhout, Haarlemmermeer en Bloemendaal en een vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat. De stuurgroep adviseert de betrokken partijen over te nemen besluiten. In december 2013 hebben PS van Noord- en Zuid-Holland ingestemd met de Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD) MER Duinpolderweg. De MER-procedure kan daarmee officieel van start. Het advies van de commissie MER is overgenomen in de NRD. Gestreefd wordt om in het najaar van 2014 een besluit te nemen over het voorkeurstracé voor de Duinpolderweg. Samenhang andere projecten: ontwikkeling woningbouw westkant Haarlemmermeer; MIRT-verkenning Haarlemmermeer (MIRT-onderzoek MRA Zuidwest), Verkeersonderzoek wegennet Haarlemmermeer’ (Goudappel Coffeng, augustus 2010), Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH).
10-1-2014
Pagina 7 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Bijlage 3 Maatregelen middengebied Duin- en Bollenstreek 3.1 Knooppunt N443: Piet Gijzenbrug Aanleiding De N443 is een provinciale weg tussen de A44 en N206. De N443 vervult een belangrijke gebiedsontsluitende functie in het hart van de Bollenstreek. Ten zuiden van Noordwijkerhout kruist de N443 de spoorlijn Leiden-Haarlem en de Leidsevaart met de Piet Gijzenbrug. De spoorwegovergang met de N443 (Piet Gijzenbrug) vormt met name in de spits een knelpunt. De drukte zorgt ervoor dat de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in het geding zijn. Zo is het voor fietsers en voetgangers moeilijk om veilig over te steken. De overgang is minimaal acht keer per uur gesloten in verband met treinverkeer tussen Leiden – Haarlem – Amsterdam. Frequentieverhoging ivm Stedenbaan zal dit knelpunt versterken. In de toekomst neemt de congestie op dit punt toe door uitbreiding van het bedrijventerrein Gravendam tussen de Leidsevaart en de Maandagse wetering. De brug is in 2012 van een nieuwe deklaag voorzien. De landhoofden en fundering zijn nog verouderd en tussen 10 en 20 jaar aan vervanging toe. Doel Verbeteren doorstroming N443; verbeteren veiligheid (m.n. langzaam verkeer) ter hoogte van Piet Gijzenbrug. Korte beschrijving maatregelen Korte termijn maatregelen: Om de verkeersveiligheid te vergroten is in 2012 de N443 tussen de rotonde bij de N208 en de N206 volledig gereconstrueerd. De Piet Gijzenbrug wordt verbreed om een vluchtheuvel te maken zodat fietsers in twee stappen te kunnen oversteken. Ook is een vluchtheuvel gemaakt bij de Oude Herenweg/Frank van Borselenlaan om de oversteek van langzaam verkeer te verbeteren. Deze maatregelen worden uitgevoerd in het kader van groot onderhoud dat de provincie aan de provinciale wegen uitvoert. Lange termijn maatregelen: In de Haalbaarheidstudie Piet Gijzenbrug / N443 worden op hoofdlijnen een aantal varianten geschetst voor de N443 en de Piet Gijzenbrug. Deze varianten variëren van een zo klein mogelijke aanpassing van de N443 tot het grootschalig aanpakken van de wegenstructuur in het gebied N443/ N444. Teneinde te komen tot een heldere verkeersstructuur en oplossing voor de huidige N443/Piet Gijzenbrug, worden in de haalbaarheidstudie een aantal oplossingen verkend: 1. De huidige situatie blijft gehandhaafd en wordt in functie afgewaardeerd. De Piet Gijzenbrug wordt vernieuwd. Dit is vergelijkbaar met de referentiesituatie. 2. Behoud van gebruik van de N443 als afgewaardeerde weg, met aanvullend het realiseren van een onderdoorgang van het spoor en de vaart. 3. Een volledige verlegging van de N443 (en mogelijk de N450) naar een nieuw tracé, inclusief een nieuwe onderdoorgang van spoor en vaart. 4. Een structuurwijziging, waarbij de verkeersfunctie van de N443, de Noordelijke Randweg Voorhout, de N206 en de N444 anders worden gebruikt en vormgegeven op netwerkniveau. Achtergrond hierbij is dat op een groter schaalniveau minder aanlegkosten voor fysieke infrastructuur mogelijk is. Bij de verschillende varianten kan ervoor gekozen worden de N443 wel of juist niet te knippen voor het autoverkeer ter hoogte van de Piet Gijzenbrug.
10-1-2014
Pagina 8 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Zoekgebied Korte termijn maatregelen: Onderhoud N443 tussen N206 en N208. Lange termijn: Het plangebied bestaat uit het gebied globaal rondom de N206, N443, N450, nieuwe Noordelijke Randweg Voorhout en de N444. Het plangebied is het zoekgebied voor oplossingen. De effecten van de maatregelen kunnen in een groter gebied merkbaar zijn. Betrokken partijen Provincie Zuid Holland (trekker), in samenwerking met gemeenten Teylingen, Noordwijkerhout, Noordwijk, regio Holland Rijnland en Prorail. Planning Korte termijn maatregelen: In 2012 start, naar aanleiding van de trajectstudie groot onderhoud, realisatie van onderhouds- en verkeersveiligheidsmaatregelen N443 en Piet Gijzenbrug. De haalbaarheidsstudie lange termijn maatregelen is in 2012 afgerond. Er heeft nog geen formele besluitvorming plaatsgevonden naar aanleiding van de uitkomsten van de studie. Verwacht wordt dat de provincie Zuid-Holland eind 2013 aan de gemeenten kenbaar maakt of, en zo ja welke, lange termijn maatregelen getroffen zullen worden. Financiën Korte termijn maatregelen: Provincie Zuid Holland uit middelen Beheer en Onderhoud. Lange termijn maatregelen: De geschatte investeringskosten (SSK-berekeningen) variëren, afhankelijk van de verschillende oplossingen die in de Haalbaarheidsstudie Piet Gijzenbrug / N443 verkend zijn, tussen € 31 mln. en € 67 mln. De kosten van de voorkeursvariant zijn geraamd op € 62-67 mln. Kostendekking: Holland Rijnland: RIF: € 4 mln. Provincie Zuid Holland (DBI): nader te bepalen Prorail: geen bijdrage Besluitvormingsproces De provincie heeft in februari 2011 ambtelijk de voorkeur uitgesproken om de volledige verlegging van de N443 (en mogelijk de N450) naar een nieuw tracé, inclusief een nieuwe onderdoorgang van spoor en vaart verder te onderzoeken. De haalbaarheidstudie is bestuurlijk (nog) niet vastgesteld. Naar verwachting zal de provincie eind 2013 aan de betrokken gemeenten kenbaar maken wat de vervolgacties naar aanleiding van de resultaten van de haalbaarheidstudie zullen zijn. Samenhang andere projecten: Rotonde N443/N208 en rotonde Parklaan/N443 (zie bijlage 3.2) Noordelijke Randweg Voorhout, incl. aansluitingen op de N443, N444 en HOVverbinding (zie bijlage 3.6).
10-1-2014
Pagina 9 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
3.2
Rotonde N443/N208 en rotonde Parklaan/N443 (Sassenheim)
Aanleiding Op de N443 bevinden zich twee knelpunten aan de noordzijde van Sassenheim, namelijk de aansluiting met de N208 en de Parklaan. De congestie wordt veroorzaakt door verkeer uit de richting Lisse (via de N208) en verkeer uit de richting Noordwijkerhout (via de N443). Hier worden wachttijden tussen 15 en 30 minuten gemeten. Doel Het verbeteren van de doorstroming op de rotondes N443/N208 en Parklaan/N443 en daarmee het verbeteren van de doorstroming op de N443 en N208 als geheel. Korte beschrijving maatregelen De provincie Zuid-Holland heeft in 2012 een traject onderzoek uitgevoerd voor de N208. In dit kader is onder andere gekeken naar de doorstroming van de rotondes in Sassenheim. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat een dubbelstrooksrotonde bij de kruising N208-N443 de beste optie is. Deze is echter niet eenvoudig in te passen. Vanwege de gecompliceerdheid van dit project is besloten de verdere uitwerking van deze aanpassingen niet mee te nemen in het groot onderhoud van 2013. In het kader van realisatie van de HOV-corridor NoordwijkSchiphol zijn op deze kruising capaciteitsverruimende maatregelen noodzakelijk. Hiervoor is budget gerealiseerd in het kader van het HOV-project. Realisatie uiterlijk 2016. Zoekgebied N443 tussen de aansluitingen Parklaan en N208. Betrokken partijen Provincie Zuid Holland (trekker) in samenwerking met gemeente Teylingen, gemeente Lisse en Holland Rijnland. Planning Trajectstudie N208 is in 2012 uitgevoerd. Nader onderzoek noodzakelijk. Realisatietermijn uiterlijk 2016. Financiën Geschatte kosten: De provincie Zuid Holland zal in de trajectstudie N208, waar deze twee rotondes onderdeel van uitmaken, een kostenraming maken. De kosten voor de uitvoering zijn vooralsnog geschat op €2,5 – 5 mln. Kostendekking: Holland Rijnland, RIF: € 4 miljoen; Provincie Zuid Holland: € 0,9 mln. (uit HOV-corridor Bollenstreek – Schiphol) Provincie Zuid Holland: nader te bepalen vanuit onderhoudsmiddelen DBI n.a.v. de trajectstudie. Rijk (AROV-gelden): HOV, bijdrage Van Pallandtlaan: € 670.000,--; Besluitvormingsproces Er is nog geen duidelijkheid over het besluitvormingsproces. Samenhang andere projecten: - Knooppunt N443: Piet Gijzenbrug (bijlage 3.1); - Rotonde N443 / N450 (Jacoba van Beierenweg) = aansluiting N443 op Noordelijke Randweg Voorhout (bijlage 3.6);
10-1-2014
Pagina 10 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
3.3
OV-corridor Bollenstreek – Schiphol (bijlage 5); Trajectstudie N208. Verbeteren doorstroming N207 en kruispunt N207/N208
Aanleiding Er zijn congestieproblemen op de N207 en het kruispunt N207-N208. Momenteel vormen zich vooral in de ochtendspits wachtrijen op de N207 en de N208 vanuit Hillegom. Onduidelijk is of het knelpunt ontstaat door een geringe doorstroming op het kruispunt of dat capaciteitsgebrek van de aanvoerende wegen het probleem is. Doel Verbeteren van de doorstroming op de N207 en N208. Korte beschrijving maatregelen - Optimaliseren VRI op het kruispunt N207/N208 in het kader van onderhoud N208. - Extra rijstrook tussen de brug over de Ringvaart en het kruispunt N207-N208 voor verkeer dat linksaf gaat richting Lisse (met de daarbij behorende samenvoeger op de N208). - Mogelijke verdubbeling wegcapaciteit van de brug; in overleg met de provincie NoordHolland. Zoekgebied N207 van de Ringvaart tot aan de aansluiting op de N208. Betrokken partijen Provincie Zuid Holland (trekker) in samenwerking met de provincie Noord-Holland en de gemeenten Hillegom en Lisse. Planning In 2010 is de VRI door de provincie geoptimaliseerd. Begin 2011 start de provincie met een trajectstudie voor de N207; hierin wordt onder andere de doorstroming op het kruispunt meegenomen. 2012: Voorlopig ontwerp van de kruising N207-N208 en het wegvak tussen de brug over de Ringvaart en de kruising is gereed. Onderhoud van de N207 en uitvoering van de maatregelen op het kruispunt staan gepland in 2014. Financiën Geschatte kosten: nader te bepalen. Kostendekking: De provincie Zuid Holland heeft middelen in trajectaanpak gereserveerd (DBI). Besluitvormingsproces Nader te bepalen. De gemeenten Lisse en Hillegom blijven zich inzetten voor het verbreden van het ZuidHollandse deel van de N207. Samenhang andere projecten: - trajectstudie N207 (door provincies Zuid- en Noord Holland); - brug over de Ringvaart in overleg met de provincie Noord-Holland.
10-1-2014
Pagina 11 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
3.4
Knooppunt Nagelbrug
Aanleiding Het kruispunt op de N444 ter hoogte van de Nagelbrug is een knelpunt dat voor veel congestie zorgt met ‘terugslag’ tot aan afrit 6 op de A44. Het kruispunt wordt geregeld door middel van een VRI. De congestie wordt veroorzaakt door verkeer van en naar Noordwijk en het verkeer uit Voorhout. Doel Verbeteren van de doorstroming op het kruispunt ter plaatse van de Nagelbrug en daarmee op de gehele N444. Korte beschrijving maatregelen Vervanging Nagelbrug; rotonde over het water incl. fietstunnel. Zoekgebied N444 ter hoogte van de Nagelbrug. Betrokken partijen Provincie Zuid Holland (trekker) in samenwerking met de gemeenten Teylingen en Noordwijk. Planning Trajectstudie N444 is in 2010 afgerond; begin 2011 is deze vastgesteld door de provincie. Eind 2013 wordt het definitief ontwerp afgerond. Bestemmingsplanprocedure: 2014. Uitvoering trajectonderhoud: 2014/2015. Financiën Geschatte investering: € 6,6 miljoen (plus € 5,5 miljoen ten behoeve van de doorstroming op de N444). Kostendekking: Holland Rijnland, RIF: € 2 miljoen. Provincie Zuid Holland: Dekking deels uit het MPI en deels uit DBI komen. Besluitvormingsproces Bestemmingsplanprocedure in de gemeente Teylingen: 2014. Samenhang andere projecten: - Onderdeel van trajectstudie N444. 3.5
Verkeersafwikkeling rotondes Herenweg/Beeklaan, Offemweg/Schiestraat, Gooweg/Van Berckelweg (Noordwijk) en Gooweg/N443 (Noordwijkerhout)
Aanleiding Door woningbouwontwikkelingen in Noordwijk zal in toenemende mate congestie ontstaan op de rotondes Beeklaan/Herenweg, Nieuwe Offemweg/Schieweg en kruising Gooweg/van Berckelweg in Noordwijk en de rotonde Gooweg/N443 in Noordwijkerhout. Het traject Herenweg/Nieuwe Offemweg/Gooweg is belangrijk voor de afwikkeling van verkeer richting N206, N444 en N443.
10-1-2014
Pagina 12 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Doel Het verbeteren van de doorstroming binnen de bebouwde kom van Noordwijk en Noordwijkerhout. Korte beschrijving maatregelen Om op termijn te voorkomen dat de rotondes overbelast raken, lijkt spreiding van verkeer de oplossing. Noordwijk opteert voor het alzijdig maken van de aansluiting Beeklaan op de N206. De gedachte hierachter is dat het verkeer met bestemming Noordwijk beter gespreid kan worden wanneer aan deze aansluiting ook een op-/afrit in noordelijke richting word toegevoegd. De provincie is hiervan nog niet overtuigd. Andere mogelijke oplossingsrichtingen zijn vergroten van de capaciteit van één of meer rotondes/kruisingen en/of DVM. Plangebied Herenweg – Nieuwe Offemweg – Gooweg met aansluitingen op respectievelijk de Beeklaan, Schiestraat, Van Berckelweg en Northgodreef. Betrokken partijen Noordwijk (trekker), in samenwerking met de gemeente Noordwijkerhout en provincie ZuidHolland. Planning In 2011 is een studie gestart naar de mogelijkheden om de verkeersdoorstroming in de toekomst te verbeteren. De studie heeft als onderwerp de verkeersafwikkeling op de rotondes /kruisingen en de spreiding van het verkeer over de Beeklaan, de Gooweg/Nieuwe Offemweg/Herenweg, de Van Berckelweg en de Northgodreef. Hierbij is onder andere onderzocht in hoeverre DVM een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van congestie. Als eerste aanzet voor dit onderzoek is in het eerste kwartaal van 2011 een afstudeerproject uitgevoerd over de alzijdige aansluiting van de Beeklaan op de N206. In 2012 is een verkenning naar mogelijke oplossingen uitgevoerd. Twee ontwerpen voor een alzijdige ontsluiting zijn daarbij gemaakt. In het eerste halfjaar van 2014 is besluitvorming voorzien voor een verkeersstructuurplan (VSP) in Noordwijk. In het verkeersstructuurplan worden onder andere de gevolgen van een eventuele alzijdige ontsluiting van de Beeklaan op de N206 in beeld gebracht. Op basis van het VSP (en de ontwerpstudie uit 2012) kan een besluit worden genomen over de vorm en de realisatietermijn van een alzijdige ontsluiting.
Realisatie wordt voorzien in 2015-2020. Financiën Geschatte investering:
De kosten van de varianten die in de verkenning zijn onderzocht voor het alzijdig maken van de aansluiting Beeklaan – N206 variëren tussen ca. € 9 miljoen en € 14 miljoen. Kostendekking: Voor de aanleg van de alzijdige aansluiting Beeklaan – N206 is in het RIF € 4 miljoen gereserveerd. Besluitvormingsproces Gemeenten Noordwijk, Noordwijkerhout en provincie Zuid Holland zijn besluitnemer.
10-1-2014
Pagina 13 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Samenhang andere projecten: capaciteitsverruiming rotonde ’s-Gravendamseweg (N443/ Gooweg; gemeente Noordwijkerhout) is een onderdeel van de trajectstudie N443. DVM: door middel van DVM kunnen Noordwijk en Noordwijkerhout het verkeer vanaf de bron redigeren richting N206, N443 of N444. Afstemming met het DVM onderzoek naar sturing op het bovenlokale wegennet is nodig. 3.6
Noordelijke Randweg Voorhout, incl. aansluitingen op de N443, N444 en HOVverbinding
Aanleiding Doortrekking van de Randweg Voorhout tussen de wijkontsluitingsweg Hooghkamer en de N444 dient om de woningbouwlocaties Hooghkamer en Nieuw Boekhorst te ontsluiten. Daarnaast heeft de randweg een regionale functie omdat hij een verbinding mogelijk maakt tussen twee provinciale wegen, de N443 en N444. Realisatie van de randweg is bovendien van belang in verband met het mogelijk maken van een HOV-verbinding tussen Noordwijk en Schiphol. Doel(en) - Afwikkelen van verkeer uit nieuwbouwwijken Hoogkamer en Boekhorst; - Verbeteren doorstroming N443 en N444; - Verbeteren OV-verbinding Noordwijk – Voorhout/Sassenheim. Korte beschrijving maatregelen Aanleg van de randweg ten noorden van Voorhout, incl. aansluiting op de N444 en N443. De randweg wordt tevens gebruikt voor de HOV-verbinding tussen de Bollenstreek en Schiphol. Zoekgebied N444, N450, N443, tussen de Leidse Vaart en de geplande woningbouw Hooghkamer en Nieuw Boekhorst. Betrokken partijen Gemeente Teylingen (trekker woningbouwontwikkeling en randweg Voorhout), in samenwerking met de provincie Zuid Holland (trekker HOV-studie en DBI), Holland Rijnland, Noordwijk en Noordwijkerhout. Planning DBI heeft de trajectstudie N443 in 2009 afgerond. In de studie is implementatie van maatregelen gerelateerd aan woningbouwontwikkeling voorzien vanaf 2016. Doorstroming ter plaatste van de kruising N443 / Jacoba van Beierenweg (N450) wordt in de volgende trajectstudie (2014-2015) meegenomen. De trajectstudie N444 is in 2010 afgerond. Het project is gekoppeld aan de HOV-studie Noordwijk – Schiphol. Realisatie Randweg Voorhout wordt voorzien in de periode 2016 e.v. Financiën Geraamde kosten: € 23 mln. Kostendekking: - BDU 2007, 2008, 2009: - BDU 2012, 2013: - HOV-corridor:
10-1-2014
€ 3,1 mln; € 1,25 mln; € 3 mln;
Pagina 14 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
- Provincie overig - Teylingen (diversen): - Holland Rijnland, RIF:
€ 3,8 mln; € 5 mln; € 6 mln.
Voor de N443 en de aansluiting op de N450 zijn onderhoudsmiddelen gereserveerd naar aanleiding van de trajectstudie N443. Besluitvormingsproces In de raadsvergadering van december 2012 in Teylingen is het projectplan Noordelijke Randweg Voorhout vastgesteld. Samenhang andere projecten: - Trajectstudie N443; - Trajectstudie N444; - HOV-corridor Bollenstreek – Schiphol (bijlage 5); - Nieuw aan te leggen fietspad F285. 3.7
Aanpassen Afrit 6 A44 (Postviaduct)
Aanleiding Bij afrit 6 van de A44 bestaat een verkeersonveilige situatie door terugslag op de snelweg. Dit wordt veroorzaakt door een te geringe capaciteit op de afrit. In overleg met Rijkswaterstaat, Akzo Nobel en de gemeenten Teylingen en Oegstgeest heeft de provincie Zuid-Holland inmiddels een definitief ontwerp gemaakt. Doel(en) - Verbeteren van de doorstroming op de kruising N444/A44; - Vergroten verkeersveiligheid afrit 6. Korte beschrijving maatregelen De aanleg van een turborotonde aan de kant van Oegstgeest en een aanpassing van de afrit met een bypass naar de Rijksstraatweg in Sassenheim met aansluiting middels een rotonde op de N444 aan de kant van Akzo Nobel. Zoekgebied Afrit 6 van de A44, N444 tussen de voetbalvelden bij Akzo Nobel en de aansluiting Oegstgeesterweg. Betrokken partijen Provincie Zuid-Holland (trekker), in samenwerking met Rijkswaterstaat, Akzo Nobel en de gemeenten Oegstgeest en Teylingen. Planning - Definitief ontwerp gereed voorjaar 2011; - Uitvoering: Kabels en Leidingen tot voorjaar 2013, wegwerkzaamheden tot zomer 2014. Financiën Geraamde kosten: € 4,9 miljoen. Kostendekking: De financiering van de geraamde kosten is rond met bijdragen van de Provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat, Akzo Nobel en gemeente Teylingen.
10-1-2014
Pagina 15 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Besluitvormingsproces Het definitief ontwerp is vastgesteld door de provincie Zuid-Holland. Samenhang andere projecten: - trajectstudie N444; - Noordelijke Randweg Rijnsburg en aansluitingen A44. 3.8
Autoluw maken oeververbinding Hillegom – Haarlemmermeer
Aanleiding Gelet op de toekomstige ontwikkelingen aan de westkant van de Haarlemmermeer zal de oeververbinding Hillegom – Haarlemmermeer intensiever gebruikt gaan worden. De mate van toename van verkeer is mede afhankelijk van de mate waarin bewoners uit de Haarlemmermeer qua voorzieningenniveau afhankelijk zijn van Hillegom. De leefbaarheid rondom deze oeververbinding kan onder druk komen te staan. Doel Verbeteren van de leefbaarheid rond de oeververbinding Hillegom - Haarlemmermeer en betere spreiding van het verkeer. Korte beschrijving maatregelen De nadruk komt te liggen op het afwaarderen van de oeververbinding ten behoeve van lokaal en langzaam verkeer. Dit betekent een andere inrichtingen vormgeving van de wegen en het herinrichten van de openbare ruimte om daarmee ook de leefbaarheid te vergroten. Door middel van DVM kan doorgaand verkeer via een andere route worden geleid. Zoekgebied Brug over de Ringvaart en toevoerende wegen. Betrokken partijen Gemeente Hillegom (trekker), in samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer en provincie Noord-Holland. De provincie Noord Holland is beheerder van de Ringvaart en de brug. Planning De planning is mede afhankelijk van de realisatietermijnen van andere infrastructurele maatregelen in de Bollenstreek (o.a. Duinpolderweg). Tevens is er een sterke relatie met de planning en vaststelling locaties voor woningbouw in de westkant van de Haarlemmermeer. De gemeente Haarlemmermeer is in 2011 wel al gestart met voorbereidingen voor de reconstructie van de brug. Financiën Geschatte kosten: nader te bepalen. Kostendekking: Er zijn nog geen concrete middelen gereserveerd. Besluitvormingsproces Het project is in belangrijke mate afhankelijk van de invulling van woningbouw aan de westkant van de gemeente Haarlemmermeer. Besluitvorming over de oeververbinding kan
10-1-2014
Pagina 16 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
pas vormgegeven worden nadat de invulling (aantallen en locaties) van deze woningbouw bekend is. Daarnaast zal de realisatie van de Duinpolderweg invloed hebben op de bestaande oeververbinding. De mate van invloed kan pas bepaald worden als onder meer het definitieve tracé van de Duinpolderweg bepaald is. Samenhang andere projecten: - ontwikkeling woningbouw westkant Haarlemmermeer; - Duinpolderweg / verbinding N205 - N206 – A4 (bijlage 2). 3.9
Autoluw maken oeververbinding Lisse – Haarlemmermeer
Aanleiding Gelet op de toekomstige (woningbouw)ontwikkelingen in de Haarlemmermeer zal de oeververbinding Lisse – Haarlemmermeer intensiever gebruikt gaan worden. De mate van toename van verkeer is mede afhankelijk van de mate waarin bewoners uit de Haarlemmermeer qua voorzieningenniveau afhankelijk zijn van Lisse. De leefbaarheid rondom deze oeververbinding kan onder druk komen te staan. Momenteel is er ook al sprake van een knelpunt. Doel Verbeteren van de leefbaarheid rond de oeververbinding Lisse - Haarlemmermeer en betere spreiding van het verkeer. Korte beschrijving maatregelen De nadruk komt te liggen op het afwaarderen van de oeververbinding ten behoeve van lokaal en langzaam verkeer. Dit betekent een andere inrichtingen vormgeving van de wegen en het herinrichten van de openbare ruimte om daarmee ook de leefbaarheid te vergroten. Afwaarderen van de huidige verbinding dient bezien te worden in relatie tot een mogelijk nieuwe verbinding tussen de 2e Poellaan en Meer & Duin. Door middel van DVM kan doorgaand verkeer via een andere route (N207/N208) worden geleid. Zoekgebied Brug over de Ringvaart en toevoerende wegen; van de 2e Poellaan in het zuiden tot en met het bedrijventerrein Meer & Duin in het noorden. Betrokken partijen Gemeente Lisse in samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer, Holland Rijnland en de provincies Zuid- en Noord-Holland. De provincie Noord Holland is beheerder van de Ringvaart en de brug. Planning De planning is mede afhankelijk van de realisatietermijnen van andere infrastructurele maatregelen in de Bollenstreek (o.a. doorstroming N207 en HOV-corridor Duin- en Bollenstreek - Schiphol). Tevens is er een sterke relatie met de planning en vaststelling locaties voor woningbouw in de westkant van de Haarlemmermeer. De verbinding naar de Haarlemmermeer is een onderdeel van het coalitieprogramma van de gemeente Lisse. Daarin staat de verbetering van de regionale verbindingen (voor alle soorten verkeer) op het programma. Financiën Geschatte kosten: nader te bepalen.
10-1-2014
Pagina 17 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Kostendekking: Betrokken partijen hebben nog geen concrete middelen gereserveerd. Besluitvormingsproces Infrastructurele maatregelen aan noord en zuid kant van de Bollenstreek hebben effect op de verkeersafwikkeling in Lisse, evenals de opwaardering van de N207 (bijlage 3.3), en de maatregelen die genomen worden ten behoeve van het HOV in combinatie met langzaam verkeer (bijlage 5). Na uitvoering van deze maatregelen, is afwaardering van de Lisserbrug naar lokaal verkeer wellicht mogelijk. Aanvullende maatregelen om de lokale verkeerstroom te faciliteren vragen echter nog nader onderzoek. Als er woningbouw ontwikkeld wordt aan de westkant van de Haarlemmermeer zullen investeringen in de oeververbinding onderdeel uit moeten maken van dat project en vooruit moeten lopen op de woningbouw. Samenhang andere projecten: - ontwikkeling woningbouw westkant Haarlemmermeer; - Verbeteren doorstroming N207 en kruispunt N207/N208 (bijlage 3.3); - HOV corridor Duin- en Bollenstreek – Schiphol (bijlage 5); - Planontwikkeling Sportlaan, gemeente Lisse. 3.10
Herinrichting N208
Aanleiding
Er zijn verschillende redenen om de N208 te reconstrueren. De eerste reden is dat zowel de weg als het eronder liggende riool dringend onderhoud nodig hebben. Daarvoor moet de weg volledig opengebroken worden. De tweede reden is dat de inrichting van de weg niet meer doelmatig is. Door de onduidelijke inrichting is de weg onveilig met name voor kwetsbare verkeersdeelnemers. Door de autonome toename van het verkeer zal de onveiligheid toenemen. Ten derde zijn maatregelen aan de N208 noodzakelijk in het pakket aan maatregelen voor optimalisering van de bereikbaarheid middengebied van de Greenport Duin- en Bollenstreek. Doel Verbeteren van de doorstroming, leefbaarheid en veiligheid op en rond de N208. Korte beschrijving maatregelen Onderhoud en herinrichting worden in één keer opgepakt. Daarbij is het dorpse karakter van de weg en van Hillegom uitgangspunt. Zoekgebied N208 binnen de gemeentegrenzen van Hillegom; de Leidsestraat, de Van den Endelaan, de Weeresteinstraat en de Haarlemmerstraat vormen samen de N208 in Hillegom. Betrokken partijen Gemeente Hillegom (trekker); provincie Zuid Holland is (financieel) betrokken. Planning Het werk is opgedeeld in 3 fasen: 1. Weersteinstraat en Van de Endelaan tussen Maerten Trompstraat en Hilllegomsebeek 2. Van den Endelaan en Leidsestraat tussen Hillegomse beek en zuidelijke komgrens. 3. Weeresteinstraat ten noorden van de Maerten Trompstraat en Haarlemmerstraat tot noordelijke komgrens
10-1-2014
Pagina 18 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Fase 1 is grotendeels klaar. Een klein aantal zaken moet nog aangepast of opgelost worden en het groen moet nog worden aangeplant. Eind 2013 is fase 1 helemaal afgerond. Fase 2 is in uitvoering en is naar verwachting medio 2014 afgerond. Het traject van fase 2 is lang en wordt in vijf delen vernieuwd: wegvak B t/m F. De planning voor zover die nu bekend is, is: Wegvak E, 5 augustus tot en met half november; Wegvak F, half november tot en met begin maart. De wegvakken B, C en D worden in 2014 vernieuwd. De planning voor deze werkzaamheden is nog in de maak en is onder voorbehoud en kan tussentijds gewijzigd worden. Bijvoorbeeld door weersomstandigheden of omdat de omstandigheden vragen om een andere volgorde. Fase 3 zal starten nadat fase 2 is afgerond. Naar verwachting zal dit in 2014 zijn. De uitvoering zal aansluiten bij fase 1 en 2. Financiën Geschatte kosten: € 18 miljoen Kostendekking: Gemeente Hillegom: Provincie Zuid Holland:
€ 16 miljoen € 2 miljoen
Besluitvormingsproces: De gemeenteraad moet nog beslissen over fase 3. Fase 3 is het stuk van de Marten Trompstraat tot aan de bebouwde komgrens bij Bennebroek. De gemeenteraad moet hiervoor nog geld beschikbaar stellen. Wanneer, en of zij dat doet is nog niet bekend. Samenhang andere projecten: Niet van toepassing
10-1-2014
Pagina 19 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Bijlage 4 Noordelijke Randweg Rijnsburg Aanleiding Het wegennetwerk rondom Rijnsburg kent enkele knelpunten, waaronder de N444, N206, N449 (Noordwijkerweg) en aansluitingen op de A44. De inrichting van de (lokale) wegen is niet optimaal voor het verkeersaanbod, wat een negatief effect op de leefbaarheid in de kern Rijnsburg heeft. Daarnaast wil de gemeente Katwijk diverse bedrijventerreinen herstructureren en ongeveer 3000 extra woningen in Rijnsburg bouwen. Dit leidt tot verkeerstoename, met name op de wegen richting de A44 en de N206. Tevens gaat veel vrachtverkeer van en naar de veiling Flora Holland door de kern van Rijnsburg richting de N206 en A44. De Noordelijke Randweg Rijnsburg (NRR) is de ontbrekende schakel in de verkeerstructuur van de gemeente Katwijk, waar het (regionale) verkeer nu nog via de Noordwijkerweg (N449) door de kern van Rijnsburg richting de A44 voert. De NRR is op grond daarvan opgenomen op de Samenwerkingsagenda Bereikbaarheidsstudie Grensstreek van 22 december 2008. Essentie is dat het verkeer dat via de Noordwijkerweg door de kern van Rijnsburg naar de A44 rijdt en vice versa, via de NRR om Rijnsburg heen geleid wordt. Dat verbetert verkeerskundig en qua leefbaarheid de wegen in Rijnsburg en levert een betere doorstroming op voor het regionale verkeer. Door groei maar ook als gevolg van de aanleg van grootschalige regionale infrastructuur en hoogwaardig openbaar vervoer wijzigt de verkeerscirculatie in en rond Katwijk. Ook de autonome ontwikkeling van het regionale verkeer en door de ontwikkeling in woningbouw en bedrijvigheid in de Greenport is er een groeiend belang van deze verbinding. Daarom is op termijn een route noodzakelijk die via de noordrand van Rijnsburg een rechtstreeks aansluiting heeft op de A44. Tussen provincie en gemeente Katwijk is overeenkomen dat de provincie Zuid-Holland de inspanningsverplichting op zich neemt om de ruimtelijke reservering voor de NRR op te nemen in de Provinciale Structuurvisie. De provincie heeft hierbij de bereidheid uitgesproken om naar vermogen mee te werken aan de realisatie van de NRR. Naast de bestaande bestuurlijke afspraken over de NRR tussen de provincie en de gemeente in het kader van het HOV-net Zuid-Holland Noord, is er de Samenwerkingsovereenkomst Knoop Leiden-West waarin onder meer afspraken zijn gemaakt over de financiering van de te verplaatsen glastuinbouw Rijnsburg als gevolg van de uitbreiding van het bedrijventerrein voor het vervallen van het aanvankelijk geprojecteerde bedrijventerrein op grondgebied van Oegstgeest. De effecten van de samenwerkingsovereenkomst hebben direct invloed op een noordelijke ontsluiting bij Rijnsburg. Doel Verbeteren van - Economische ontwikkeling Greenport: optimaliseren transportbewegingen in, door, naar en uit de Bollenstreek en een betere ontsluiting van veiling FloraHolland. - Robuustheid van het wegennet. - Leefbaarheid en bereikbaarheid van Rijnsburg, Katwijk en het zuidelijke en midden gebied van de Bollenstreek. Korte beschrijving maatregelen De nieuwe verbinding biedt verbetering van de bereikbaarheid van de Bollenstreek met een directe ontsluiting voor de veiling Flora Holland. Doorgaand (vracht)verkeer kan worden geweerd van de lokale wegen (Noordwijkerweg / Brouwerstraat, N443, N444). In een verkenning zijn verschillende varianten onderzocht, uiteenlopend van een uitbreiding van het wegennet op lokaal niveau (onderdeel lokale wegennet) tot een nieuwe regionale wegverbinding tussen de N206 en de A44. De nieuwe verbinding maakt integraal onderdeel uit van een gehele herstructurering van de aansluiting van het onderliggende wegennet op de A44. Uitgangspunt is dat het aantal aansluitingen op de N206 en op de A44 gelijk blijft.
10-1-2014
Pagina 20 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Zoekgebied Het plangebied ligt tussen de N444 in het noorden, de N206 in het westen en ten zuiden van Rijnsburg en de A44 tussen afritten 5 en 7 in het oosten. Het studiegebied is groter. Daarin wordt ook gekeken naar de verkeerskundige effecten van de NRR op het regionale wegennet inclusief de RijnlandRoute, het onderliggende (lokale) wegenstelsel en de aansluitingen 3 t/m 8 op de A44. Onder leiding van de provincie Zuid-Holland en in samenwerking met de gemeenten Katwijk, Noordwijk, Teylingen en Oegstgeest, de Regio Holland Rijnland en het Rijk heeft een eerste verkenning naar de NRR plaatsgevonden (2012). Samengevat in drie punten heeft de verkenning de volgende inzichten opgeleverd: Lokale maatregelen op de brug in de Noordwijkerweg (alternatief 1) is relatief goedkoop, heeft onvoldoende probleemoplossend vermogen en is daarom niet verder onderzocht. Een randweg gedeeltelijk via bestaande infrastructuur (alternatie 2) is relatief duur door de noodzakelijke aanpassingen aan de N449, heeft positieve gevolgen voor de lokale en regionale bereikbaarheid en leefbaarheid en een aantal negatieve effecten voor natuur en milieu (doorsnijding). Een randweg via geheel nieuw tracé (alternatief 3) is duurder dan alternatief 1 maar minder duur dan alternatief 2, heeft positievere gevolgen voor de lokale en regionale bereikbaarheid en leefbaarheid dan alternatief 2 en negatievere effecten voor natuur en milieu dan alternatief 2. Betrokken partijen Gemeente Katwijk (trekker), in samenwerking met de provincie Zuid Holland, Holland Rijnland, gemeenten Oegstgeest, Teylingen en Noordwijk. Planning Juli 2012: 2014:
Eindrapport verkenning. Ruimtelijke reservering voor de NRR in de Visie Ruimte en Mobiliteit opnemen,
conform alternatief 3 in de Verkenning Graaf Floris V Route / Noordelijke Randweg Rijnsburg. Realisatie wordt voorzien na 2020. Financiën Partijen hebben voor dit project nog geen middelen gereserveerd. Besluitvormingsproces Juli 2012: Bestuurlijk overleg eindrapport verkenning: geen voorkeursvariant vastgesteld. Najaar 2012: Bestuurlijk overleg college van B&W Katwijk en gedeputeerde Zuid-Holland. 2013: Bestuurlijke gesprekken met betrokken partijen over vervolgproces. 2014: Verzoek aan provincie Zuid-Holland om variant 3 uit de verkenning als ruimtelijke reservering op te nemen in de Visie Ruimte en Mobiliteit. Samenhang andere projecten: RijnlandRoute Verbetering Postviaduct (kruising A44 met N444, Afrit 6) (bijlage 3.7) Verkeersafwikkeling rotondes Herenweg/Beeklaan, Offemweg/Schiestraat, Gooweg/Van Berckelweg (Noordwijk) (bijlage 3.5) Herstructurering en vergroting kassengebied Kloosterschuur-Trappenberg Onderhoud en eventuele overdracht N449 aan de gemeente Katwijk door de provincie Zuid Holland HOV-net Zuid-Holland Noord De knoop Leiden West
10-1-2014
Pagina 21 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Bijlage 5 (H)OV-corridor Noordwijk – Sassenheim (station) – Schiphol Aanleiding Uit de Bereikbaarheidstudie Grensstreek is gebleken dat het openbaar vervoer in de corridor Duin- en Bollenstreek - Schiphol achterblijft bij de ontwikkeling van het autoverkeer. Tevens worden in de OV-visie Holland Rijnland diverse maatregelen voorgesteld om het openbaar vervoer in deze corridor te verbeteren. De verbinding heeft de potentie om een behoorlijk aantal nieuwe reizigers te trekken en is belangrijke een belangrijke peiler onder het totale OV-netwerk. Dit wordt door provincie Zuid-Holland onderschreven; de verbinding is als essentiële schakel in het Zuidvleugelnet opgenomen en onderdeel van het HOV-net ZuidHolland Noord. Met het verbeteren van deze corridor, wordt de positie van station Sassenheim versterkt. Doel Doelstelling is om de openbaar vervoer relatie tussen de Duin- en Bollenstreek en Schiphol structureel te verbeteren. Enerzijds door het beter aansluiten van het busnet op het spoor en anderzijds door het busnetwerk met HOV (hoogwaardig openbaar vervoer) -kwaliteit in te vullen. Het wegennet in de Duin- en Bollenstreek zal hiermee worden ontlast. Korte beschrijving maatregelen De (H)OV-route zal deels over bestaande wegen en deels over nieuw aan te leggen vrije busbanen lopen. Maatregelen zijn onder meer aanpassingen van rotondes, aanpassingen VRI’s, aanleg van busstroken en aanpassen haltes. Zoekgebied Het studiegebied van de OV-corridor Duin- en Bollenstreek – Schiphol betreft concreet de kernen Noordwijk, Voorhout, Sassenheim, Lisse, Hillegom, Nieuw Vennep, Hoofddorp en Schiphol. Effecten op aangrenzende OV-routes zoals de HOV-corridor Katwijk/Noordwijk – Leiden CS, busverbindingen naar Haarlem en het onderliggende OV-net worden continu in ogenschouw genomen. Betrokken partijen Provincie Zuid Holland (trekker) in samenwerking met provincie Noord Holland, Holland Rijnland, Stadsregio Amsterdam, gemeenten Noordwijk, Teylingen, Lisse en Haarlemmermeer. Planning Verkenning: vastgesteld door het Breed Bestuurlijk Overleg op 15 oktober 2010. Planstudie: vastgesteld door het Breed Bestuurlijk Overleg op 12 juli 2012. Bestuursovereenkomst en uitvoeringsovereenkomst: eind 2013. Ontwerp en realisatie gedeelte Noordwijk - Lisse: 2013-2016; Ontwerp en realisatie brug over de Ringvaart: 2013-2020; Ontwerp en realisatie van de HOV-maatregelen op grondgebied van de provincie NoordHolland worden afhankelijk van de toekomstige woningbouw aan de Westkant van de gemeente Haarlemmermeer gerealiseerd. Het tijdspad wordt in een nader op te stellen voorgelegd aan de Stuurgroep HOV-corridor Noordwijk – Schiphol. Financiën Op basis van de afgeronde planstudie is de benodigde investering voor realisatie van de voorkeursvariant voor deze HOV-corridor € 53,8 miljoen. In onderstaande twee tabellen staat een overzicht van respectievelijk de projectkosten en de dekking.
10-1-2014
Pagina 22 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Tabel: overzicht projectkosten voorkeursvariant Deeltraject Noordwijk – Sassenheim Sassenheim – Lisse (komgrens) Lisse – Nieuw Vennep / Schiphol Haltes Onvoorzien (10%) Evt. aanpassingen infra kerntraject Zuidtangent Totaal
Tabel: overzicht dekking Reserveringen budget HOV-corridor Bollenstreek – Schiphol Provincie Zuid-Holland (incl. AROV)
Holland Rijnland Provincie Noord-Holland en Stadsregio Amsterdam Totaal
Kosten € 11.330.000 € 6.489.000 € 23.612.000 € 7.500.000 € 4.893.100 PM € 53.824.100
€ 33 mln. (waarvan € 17 mln. provincie Zuid-Holland en € 16 mln. Rijk (AROV)) € 5 mln. (RIF) € 15,8 mln. € 53,8 mln.
Toelichting: Provincie Zuid-Holland en Holland Rijnland investeren gezamenlijk € 38 mln. in de HOVcorridor, te weten: - € 27,7 mln. in het maatregelpakket op het traject Noordwijk-Voorhout-SassenheimLisse (incl. 10% onvoorzien) - € 6 mln. aan haltevoorzieningen HOV op Zuid-Hollands grondgebied - € 3 mln. bijdrage aan randweg Voorhout - € 1,3 mln. inpassing en nadeelcompensatie Sportlaanontwikkeling. Provincie Noord-Holland en Stadsregio Amsterdam zijn samen bereid om op basis van de nu beschikbare informatie een indicatieve bijdrage te reserveren van circa € 15,8 mln. voor investeringen in de volgende HOV-maatregelen: - € 14,3 mln. in het maatregelpakket van de Ringvaart – Lisserhaven – Nieuw Vennep incl. HOV brug Ringvaart en inpassing omgeving - € 1,5 mln. aan haltevoorzieningen HOV op Noord-Hollands grondgebied - PM: mogelijke aanpassingen infrastructuur kerntraject R-net Nieuw Vennep – Schiphol. Besluitvormingsproces De planstudie en de voorkeursvariant zijn vastgesteld in het Breed Bestuurlijk Overleg op 12 juli 2012. In 2013 is een bestuursovereenkomsten gesloten tussen betrokken partijen waarin de afspraken (met betrekking tot o.a. realisatie, planning en financiën) zijn vastgelegd. Provincie Zuid-Holland en gemeenten Noordwijk, Teylingen en Lisse hebben teven een Uitvoeringsovereenkomst gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over realisatie en subsidiering van maatregelen. Onderdeel van deze overeenkomst is een specifiek Programma van Eisen voor deze corridor. Samenhang andere projecten: - planontwikkeling Lisse bij Sportlaan: In bestemmingsplan is de mogelijkheid open gehouden om een HOV-verbinding in het Sportlaan-gebied te kunnen realiseren; - Woningbouw Haarlemmermeer; - Randweg Voorhout (bijlage 3.7).
10-1-2014
Pagina 23 van 24
Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, actualisatie januari 2014
Bijlage 6 Afkortingenlijst AROV BO (MIRT) (H)OV IenM MIRT MRA NOG PHO V&V PNH PZH RIF RVVP RWS SRA UP RVVP VRI
10-1-2014
Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer Bestuurlijk Overleg (MIRT) (Hoogwaardig) Openbaar Vervoer Infrastructuur en Milieu (ministerie) Meerjaren Investeringsprogramma Ruimte en Transport Metropool Regio Amsterdam Noordelijke Ontsluiting Greenport Portefeuillehoudersoverleg Verkeer & Vervoer Provincie Noord-Holland Provincie Zuid-Holland Regionaal Investeringsfonds Regionaal Verkeer- en Vervoersplan Rijkswaterstaat Stadsregio Amsterdam Uitvoeringsprogramma RVVP Verkeersregelinstallatie
Pagina 24 van 24