Raad
vanState 200808349/1. Datum uitspraak: 4 december 2008
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Zutphen, van 1 2 november 2008 in zaak nr. 08/37989 in het geding tussen:
en de staatssecretaris van Justitie.
200808349/1
1.
2
4 december 2008
Procesverloop
Bij bestuit van 22 oktober 2008 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 12 november 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Zutphen, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 18 november 2008, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2.
Overwegingen
2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 9 1 , tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan. 2.2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
200808349/1
3.
3
4 december 2008
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.L.N. Bakker, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Bakker ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 december 2008
395. Verzonden: 4 december 2008 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze,
mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak
,30. Okt. 2008. 9:21 £{, VKl.
IVVQ
pv den bosch
|Nr.4j5;
M'.ll
|P, 6/18
DOO
POLITIE prwttdre* PosttwUSO W04GB TEsKg
Mlddsrv en West-Srabant
Stogto MWden-enWesWribant KbrpsOiKürtfMl 20DrvfeteOp»rttJonefeOndofïtemlng R.Jättb* T*Mwm 078-6437525 075-5437519
Vfluimtior'ZnK PvtUTtt
ONTVANGEN;
2
/zaiik-oe/io/20oa
2 OKF. 2008
anoftow
OiKtonMrp MiioAMMtageivBn Bwwlw
Maatregel van Bewaring % ondergetekende Ronald Jacob«, brigadier van hot regionaal politiekorps Midden, en West-Brabant, balast met hat toezicht op vreemdelingen, tevens hulpofficier van Justitie, leg met het oog op de uitzetting aan
da vreemdeling, zich noemende: Achternaam Vooma(a)m(en) Geboortedatum Geboorteplaats
Geboorteland NationaKelt(en) Gestacht
: Guinee : Onbekend, Gufnese : mannelijk
de maatregel van bewaring op, zoals bedoeld in artikel 99, eerste en tweede lid, van da Vreemdelingenwet 2000, omdat de voor terugkeer noodzakelijke bescheiden voorhanden zijn, dan wel binnen korte termijn voorhanden zullen zijn.
De maatregel Is opgelegd: Plaats Datum Tijd
: Tilburg : 22/1072008 : 11:00 uur.
De Staatssecretaris van Justitie, namens de Staatssecretaris, de hulpofficier van Justitie, de brigadier, R.Jacobs
V.nn; O- *
I
l ! ! J 1 1 At. I
ftgtna 1 van 2
i.
30. Okt.
2008 9 ; 2 i
2j.UM. 'im
run
pv d e n b o s c
,Nr.485?
,P. 7 / 1 8 ,
In • vu i i
I ,.
DOO
Een äfscfm t van deze maatregel is onmiddelijk aan de vreemdeling uitgereikt.
Beroep tljjtofr deze maatregel kan eohH$9Uk worden Ingesteld bfl de rechtbank to ' e ^ r ä v e r ^ g e , CeniraaLto^ te Haarlem, faxnummer 023 512 6738l
V.nr:
Pagina 2 van 2
wir \ f
lov. 2008 17:07
Nr. 0534
De Haai & De Jong Advocaten
=
•
de Rechtspraak Rechtbank Zutphen
AANTEKENEN
Sector Bestuursrecht
De Haas en de Jong lav mevrouw mr. A.WM van de Wouw Postbus 3219 5003 DE Tilburg
bezoekadres Martlnatslrtgel 2 7201DTZulprten CorreopondenUaadreB
LET OPI Nieuw postbus en datum onderdeel •ontactpersoon orkiesnummer ons kenmerk
12 november 2008 SBR, afd. Vreemdelingenrecht/ Bewaring dhr K. Sondcrlo 0575 599 103 procedurenummer AWB 08/37989 JB
uw Kenmerk bljlasafn) mmer afdeling onderwerp
31180.4/jw 0575 5 9 9 1 7 6 de procedure van
fax Postbus 205, 7200 AE
Zutphen 10575 583 500 f 0576 M 33 03 www.rechlspraaK.nl
Qjj beantwoording ds datum en one kenmerk varmeiden. Wlit u slechts aan zaak in uw brief behandelen.
Geachte mevrouw, Hierbij zend ik u een afschrift van de uitspraak in bovenvermelde procedure. Voor het instellen van een rechtsmiddel verwijs ik u naar de uitspraak.
Hoogachtend,
JI049
Uw persooRSBBosvuti «n - mfien »ai» ttupsirtij) - UU vj/i uw cfiBnl warton voor w « nodlfl, ton Dthoovo vm Mn ffoaa* p/oc«vo«rtng vwwèrtü m »ui fBQliimlKystown van tal getectt.
13. Nov. 2008 17:07
De Haas & De Jong Advocaten
Nr. 0534
P. 4 / 5
uitspraak RECHTBANK 's-GRAVENHAGE Neven zittingsp laats Zutphen Sector Bestuursrecht Enkelvoudige kamer Reg.nr.: AWB 08/37989 VRONTN
Uitspraak in het geding tussen de vreemdeling genaamd althans 2ich noemende:
geboren op van Guinese nationaliteit, verblijvende in Uitzetcentrum Zestienhoven te Rotterdam, V-nummer: eiser, gemachtigde: mr. A.W.M, van der Wouw, advocaat te Tilburg, en de Staatssecretaris van Justitie verweerder, gemachtigde: D.A. Riezebos, werkzaam bij de IND.
1. Procesverloop Bij besluit van 22 oktober 2008 is eiser in vreemdelingenbewaring gesteld. Eiser heeft daartegen bij brief van 23 oktober 2008 beroep ingesteld. Het beroep strekt tevens tot toekenning van schadevergoeding. Het beroep is behandeld ter zitting van 5 november 2008. Eiser is daarbij in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft 2ich doen vertegenwoordigen. Ter zitting was geen tolk aanwezig omdat eiser Nederlands spreekt.
2. Overwegingen 2.1 Ingevolge artikel 94, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 dient de rechtbank te beoordelen of de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met deze wet, dan wel bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is.
itf
2008 17:07
De Haas & De Jong Advocaten
Nr
-
Reg.m\: AWB 08/37989 VRONTN
2.2 Naar het oordeel van de rechtbank kan het besluit tot oplegging van de maatregel van vreemdelingenbewaring wegens het vermoeden van onttrekking aan uitzetting toetsing in rechte doorstaan. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terugkeertescheiden voor eiser • zoals ook in het besluit is aangegeven - voorhanden zijn en dat voor Dublin* claimanten ingevolge paragraaf A6/5.3.3.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000 het onttrekkingsgevaar in beginsel gegeven is. 2.3 De procedure leidend tot de inbewaringstelling en de wijze van tenuitvoerlegging van de bewaring zijn in overeenstemming met de wettelijke vereisten. 2.4 In hetgeen overigens is aangevoerd, vindt de rechtbank geen grond voor het oordeel dat de bewaring in redelijkheid niet (langer) gerechtvaardigd is. Daargelaten of de voorgenomen uitzetting van eiser op 7 november 2008 binnen de termijn valt die artikel 20 van Verordening 343/2004/EG stelt, overweegt de rechtbank dat dit voornemen, gezien de datum waarop het onderzoek gesloten is, niet ter toetsing voorligt 2.5 Het beroep dient derhalve ongegrond verklaard te worden en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. 2.6
De rechtbank acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
3. Beslissing
De rechtbank: •
verklaart het beroep ongegrond; wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus gegeven door mr. R.P. van Baaren en in het openbaar uitgesproken op 12 november 2008 in tegenwoordigheid van mr. C.T.C. Wijsman als griffier.
Rechtsmiddel Tegen de2e uitspraak kunnen partijen binnen één week na de verzending van een afschrift van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder vermelding van "Hoger beroep vreemdelingenzaken", postbus 16113,2500 BC Den Haag. Afschrift verzonden op-
1 2 NOV. 2008 Vonr forocopie conform het oorspronkelijke De Onrftcr van de ArroocUssements - kechtbiuik teZUTPHENfly
18. Nov. 2008 17:07
Nr. 0534
De Haas & De Jong Advocaten
EN
1/5
• Wilhelminapark 122
DE H A A S ^ D E JONG A D V O C A T E N
P.
Postbus 3219
M E D I A T O R S
5003 DE Tilburg tel 013-536 20 88 fix 013-536 12 45 www.dehaas-dejong.nl
HOGER BEROEP VREEMDELINGENZAKEN
Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Hoger beroep Vreemdelingen zaken Postbus 16113 2500 BC 's-Gravenhage
RAAD VAN STATE INGEKOMEN
1 8 NOV 2003
TEVENS PER TELEFAX: 070-365 13 80 Onzeref.:31180.4/jw E-mail:
[email protected] Inzake
//Staat
V-nummer: GEEFT EERBIEDIG TE KENNEN: De heer vreemdeling van üuinese nationaliteit, geboren op -. , (hierna te noemen appellant) voor wie mevr. mr. A.W.M, van de Wouw, Wilhelminapark 122 te Tilburg, als daartoe bepaaldelijk gevolmachtigde optreedt met het recht van vervanging. tekent hierbij beroep aan tegen de uitspraak van de rechtbank VGravenhage, nevenzittingsplaats Zutphen, AWB 08/37989 d.d. 12 november 2008, waarvan bijgaand een kopie wordt overgelegd (productie 1). Grief 1 Ten onrechte heeft de rechtbank de zaak niet aangehouden, zoals door appellant verzocht teneinde te kunnen beoordelen o/de overdracht van appellant naar Frankrijk binnen de daartoe gestelde periode is geschied. Appellant is in vreemdelingenbewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste en tweede lid, vreemdelingenwet 2000, nu de benodigde bescheiden voor de overdracht voorhanden waren. Op 28 april 2008 is aan Frankrijk het verzoek gedaan tot overname van appellant op grond Verordening 343/2004/EG, de zogenaamde Dublin verordening.
mw. mr J. Cox mw. mr M. Drenth mr L de Haas mdr
Op 7 mei 2008 heeft Frankrijk zich akkoord verklaard met de overname.
mr M. de Jong mr C. Ketelaars mr M. Kleijngeld mw. mr E. Kokken mr H. van Winkel mw. mr A. van de Wouw
lov. 2008 17:07
De Haas & De Jong Advocaten
Nr. 0534
Op grond van artikel 20 van de Verordening gebeurt de overdracht uiterlijk binnen een termijn van 6 maanden na aanvaarding van het verzoek tot overname. Dit houdt in casu in dat de overdracht van appellant vóór 7 november had dienen plaats te vinden. Nu appellant eerst op 1 november aan Frankrijk is overgedragen, is dit niet gebeurt binnen de termijn van artikel 20, tweede lid van de Dublin verordening. De consequentie daarvan is dat Nederland (weer) verantwoordelijk is geworden voor het asielverzoek. Ter 2itting is de rechtbank verzocht de zaak aan te houden, dan wel uitspraak te doen over de termijn. Door dit verzoek niette honoreren heeft de rechtbank de goede procesorde geschonden. Grief 2 Ten onrechte heefi de rechtbank de bewaring niet opgeheven. Met het herleven van de verantwoordelijkheid voor de asielaanvraag is ook de reden voor de inbewaringstelling voor appellant komen te vervallen en had de bewaring opgeheven dienen te worden. De aanvraag was immers afgewezen, omdat er een ander land verantwoordelijk zou zijn voor de asielaanvraag. Hierdoor is appellant geschaad in zijn belangen, nu hij steeds heeft volgehouden dat hij in Nederland zijn asielverzoek afgehandeld wilde zien en niet in Frankrijk. Appellant verzoekt u op grond van het bovenstaande dan ook het hoger beroep gegrond te verklaren, de aangevallen uitspraak te vernietigen, alsmede de kosten voor dit geding te vergoeden. Daarna dient hem de gelegenheid te worden geboden terug te keren naar Nederland en dient zijn asielverzoek opnieuw te worden behandeld. Hoogachtind,
.M. van de Wouw gevolmachtigde
P. 2/5