Raad
vanState 200705795/1. Datum uitspraak: 3 september 2 0 0 7
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8 : 5 4 , eerste lid, van de Algemene w e t bestuursrecht op het hoger beroep van:
appellant, tegen de uitspraak in zaak no. AWB 0 7 / 3 0 7 0 1 van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, van 13 augustus 2 0 0 7 in het geding t u s s e n : appellant en de Staatssecretaris van Justitie.
1
200705795/1
1.
2
3 september 2 0 0 7
Procesverloop
Bij besluit van 1 mei 2 0 0 7 is appellant in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 13 augustus 2 0 0 7 , verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Assen (hierna: de rechtbank), het door appellant tegen het voortduren van de bewaring ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 14 augustus 2 0 0 7 , hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Deze brief is aangehecht. Bij brief van 21 augustus 2 0 0 7 heeft de Staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een reactie ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2.
Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8 4 , aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2 0 0 0 (hierna: de V w 2 0 0 0 ) , voor zover thans van belang, staat, in afwijking van artikel 3 7 , eerste lid, van de Wet op de Raad van State (hierna: de Wet RvS), geen hoger beroep open tegen een uitspraak van de rechtbank over een besluit op grond van hoofdstuk 5 van de V w 2 0 0 0 . 2.2. Het door appellant ingestelde beroep is een beroep in de zin van artikel 9 6 , eerste lid, van de V w 2 0 0 0 , gericht tegen het voortduren van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in het in hoofdstuk 5 van de V w 2 0 0 0 opgenomen artikel 5 9 . De uitspraak van de rechtbank van 1 3 augustus 2 0 0 7 is gedaan op dit beroep en is derhalve een uitspraak als bedoeld in artikel 9 6 , tweede lid, van de V w 2 0 0 0 . Hiertegen staat, anders dan bij een uitspraak als bedoeld in artikel 9 5 , eerste lid, van de V w 2 0 0 0 , geen hoger beroep open op de Afdeling. 2.3. Appellant betoogt dat de Afdeling niettemin van het hoger beroep kennis kan nemen. Nu de staatsecretaris de voortgangsrapportage uitsluitend twee maal naar de rechtbank heeft gezonden en niet naar zijn gemachtigde, heeft hij deze rapportage niet ontvangen en dientengevolge daarop niet kunnen reageren, hetgeen in strijd is met de beginselen van een goede procesorde, in het bijzonder het beginsel van hoor en wederhoor, aldus appellant. 2.3.1. Voor kennisneming van een hoger beroep in weerwil van artikel 8 4 , aanhef en onder a, van de V w 2 0 0 0 kan grond bestaan, indien sprake is van zodanige schending van eisen van goede procesorde dan wel fundamentele rechtsbeginselen, dat van een eerlijk proces geen sprake is.
t
200705795/1
3
3 september 2 0 0 7
2.3.2. Niet in geschil is dat de staatssecretaris de voortgangsgegevens omtrent de uitzetting van appellant uitsluitend naar de rechtbank heeft gezonden. Voorts is niet gebleken dat de gemachtigde van appellant, h o e w e l de rechtbank ermee bekend was dat appellant zich door deze liet vertegenwoordigen, door toezending door de rechtbank de beschikking over die voortgangsrapportage heeft gekregen en door de rechtbank in de gelegenheid is gesteld daarop te reageren. 2.3.3. Daarom moet worden geoordeeld dat de uitspraak is gedaan met schending van het beginsel van hoor en wederhoor, zodanig, dat geen sprake is geweest van een eerlijk proces en de Afdeling van het hoger beroep kennis neemt, hoewel de V w 2 0 0 0 daartoe geen specifieke grondslag biedt. 2.4. Uit het vorenoverwogene vloeit tevens voort dat het hoger beroep kennelijk gegrond is. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. De Afdeling zal de zaak met toepassing van artikel 4 4 , eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet RvS naar de rechtbank terugwijzen om te worden behandeld en beslist met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen. 2.5. De Afdeling zal de proceskosten in hoger beroep vaststellen. De rechtbank dient omtrent de vergoeding van deze kosten te beslissen.
200705795/1
3.
3 september 2 0 0 7
4
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. II.
III. IV.
verklaart het hoger beroep gegrond; vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, van 13 augustus 2 0 0 7 in zaak no. A W B 0 7 / 3 0 7 0 1 ; wijst de zaak naar de rechtbank terug; stelt de door appellant in verband met de behandeling van het hoger beroep gemaakte kosten vast op een bedrag van € 3 2 2 , 0 0 (zegge: driehonderdtweeëntwintig euro), en bepaalt dat de rechtbank beslist omtrent de vergoeding van deze kosten.
Aldus vastgesteld door mr. T.M.A. Claessens, Voorzitter, en mr. A . W . M . Bijloos en mr. C.H.M, van Altena, Leden, in tegenwoordigheid van mr. W . M . P . van Gemert, ambtenaar van Staat.
w . g . Claessens Voorzitter
w . g . Van Gemert ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 september 2 0 0 7 243-549. Verzonden: 3 september 2 0 0 7 Voor eensluidend afschrift, de Secretaris van de Raad van State, voor deze,
mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak
••*
r*x
0532.-335388 RECHTBANK-ASSEN
J-tfsi 2007? 16:33)
(£1 0 0 3 / 0 ^ 4
GCPV HC-IFAM ZWOLLE " VP APELDOORN NOG
''•1583
p. i / ^
PlëfLITIE *
Po3t3dfWS PottbüO 2006S
•
Noord-en Oost-Gelderland
7302HBAFEIÜOORN Noonl
Iteflüi Kofpfontfenlael Behandeld door T*Woon Fax V-mimmtr / Zatfc Datum Ondarwnp
Maatregel van Bewaring Ik, ondergetekende, Bemardus Jahannes Hermanus Hoekman, brigadier van het regionaal politiekorps Noord-en Oost-Geldenand, befast met het toezicht op vreemdelingen, tevens hulpofficier van Justitie, leg met het oog op de uitzetting aan |" _.^ | jfogT^/' *?""• s _•':' i J k a * 1
de vreemdeling, zich noemende:
\ '
A.-:3±U •?:» .ticmia] fNU
\i 't MEI ZQ07
Achternaam Vooma(a)m(en) Geboortedatum Geboorteplaats Geboorteland Nartonaritert(en) Geslacht
wJOJD__. ^r^.,_..w_
Algen> Algerijnse mannelijk
de maatregel van bewaring op, zoals bedoeld In artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a. van de Vröemdetingetrwet 2000 {geen rechtmatig verbluf). Deze maatregel wordt gevorderd door het belang van de openbare orde omdat er aanwijzingen zyn om te vermoeden dat betrokkene zich aan de ufeetting zal onttrekken, hetgeen blijkt uit het feit dot betrokkene - Niet beschikt overeen identiteitspapier als bedoeld In artikel 4.21 van het vreemdelingenbesluft 2000 Ongewenst verklaard ie • Geen vaste woon- /verblijfplaats heeft » Veroordeeld te terzake een misdnjf • onvoldoende middelen van bestaan
De maatregel is opgelegd: Plaats Datum
: Apeldoorn : 01/05/2007
V.nn
20-Q8-2QB?
Pagina 1 van 2
14:2Q Q5S223S288
95*
2 0 / 0 6
2008 14 24 FAX
05923.33388
34ei 2007*16:33""
RECHTBANK-ASSEN
(£004/004
GCPV HC-TEAM ZWOLLE
r-1588'
VK APtLUUUrtN NU(j'
Tijd
P. 5A7
: 15:30 uur.
De MtnUta tfuoi VieennJcJingeiiutoi an liitayifflle, namens do-Mmfeter, /CV* «_L+*WA*Jasu-* de hulpofficier wan justitie, -^ de brigadier, B.J.H, Heekman
^a^^^i^Ut-ü^ (y
Handteken
Een afschrift van deze maatregel te onmiddellijk een de vreemdeling uitgereikt.
Beroep tegen deze maatregel kan schriftelijk worden ingesteld bij de rechtbank te 's-Gravenhage, Centraal Intakebureau Vreemdelingenzaken te Haarlem, faxnummer 023 S12 6736. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van het model beroepschrift, zie Ww.recnt9praaJuir.
v.nr
20-08-2007
Pagina 2 van 2
14:20 0592329388
91>.
m/uo
nvvi
I'J.JO
l^OOd/OOi
rriA
AFSCHRIFT
uitspraak RECHTBANK 's-GRAVENHAGÊ ïlaats Assen
07/30701 VRONTN S4 augustus 2007 op het beroep tegen de maatregel van bewaring op grond delingenwet 2000 (Vw 2000), toegepast ten aanzien van de genaamd althans zich noemende: geboren van Algerijnse nationaliteit, IND-dossiernummer: 0112.10.2023, V-nummer: , alias. thans verblijvende in het detentiecentrum Zeist te Soesterberg, eiser, gemachtigde: mr. L.M. Weber, advocaat te Amsterdam, tegen de Staatssecretaris van Justitie. te 's-Gravenhage, verweerder. Procesverloop Bij besluit van 2 mei 2007 is eiser op de voet van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, Vw 2000 in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 4 juli 2007 heeft derechtbanklaatstelijk geoordeeld dat de voortduring en de tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig zijn. Eiser heeft op 1 augustus 2007 beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring en daarbij verzocht om toekenning van schadevergoeding. Verweerder heeft de op ds zaak betrekking hebbende stukken aan eiser en aan de rechtbank toegezonden. Eiser is in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Eiser heeft binnen de daartoe gestelde termijn van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt De rechtbank heeft op grond van artikel 96, eerste lid, Vw 2000 bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten op 10 augustus 2007.
14-08-2007
16:04
95*
P.004
m/uo
ivvi
IgJOOa/OOa
i o . O Ö r ftA
Zaaknummer. AWB 07/30701 VRONTN S4
Motivering Aan de orde is de vraag of zich sedert de .sluiting van het onderzoek ter zake van het eerdere beroep feiten en omstandigheden hebben voorgedaan die (het voortduren van) de bewaring onrechtmatig maken. Nu eiser geen, althans geen op zijn zaak toegespitste, beroepsgronden naar voren heeft gebracht tegen de voortzetting van de maatregel, noch is gebleken dat de maatregel onrechtmatig is geworden op grond van strijd met bepalingen van openbare orde, dient het beroep naar het oordeel van de rechtbank ongegrond te worden verklaard. Beslissing
De rechtbank; verklaart het beroep ongegrond; wijst het verzoek om schadevergoeding af. Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.P. Claus, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2007 in tegenwoordigheid van A.P. Kuiters, griffier.
, rechter.
Afwhrift verzonden QP: 1 3 AUG 2007
/ ^ ^ B A * TE 's-GRAVENHAGÊ
14-09-2007
1G:05
94X
P.005
10/UÖ
iUU /
ID:D (
1$ 001/005
MIX
Seth Paul Advocaten mr. R.M Seth Paul mr. L.M Weber AAM:
advocaten en procureurs
\/J
Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak Hoger beroep vreemdelingenzaken
tn samenwerking mei
mr. L.MA. Schwartz mr. K. Schater
d1 h'\H:
advocaten en procureurs
Per Fax: 070 - 365 13 80 (aantal pagina's; 5) Deze brief wordt u slechts per fax gezonden.
Amsterdam, 14 augustus 2007 inzake: hoger beroepschrift Edelgrootachtbare heer / vrouwe, Hierbij doe ik u een hoger beroepschrift toekomen met het verzoek dit in behandeling te nemen. In het vertrouwen op
edewerking te mogen rekenen teken ik,
hoogachtend,
L.M. Weber
Prinsengracht 668 - 1017 KW Amsterdam
- Tel. 020-520 77 05 -
Fax 020-528 77 06 - E-mail:
[email protected]
Iedere aamprakelgkheld is beperkt utt het bedrag d» in het desbetreffende goval onder onze beroeosaon»pnikeJ(|lcheJdivonoicürine wordi ultgekoord-
14-06-2007
16:04
3BZ
P.001
14/Üö
ÏOQI
!*»::> f
@| 002/005
MX
Seth Paul Advocaten Beroepschrift ingevolge artikel 95 Vw
RAAD VAN STATE INGEKOMEN
Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak Hoger beroep vreemdelingenzaken Amsterdam, 14 augustus 2007
•ps
1 4 AÜ6 2007 B^-'-" 1 BEHANDELD: PD;
PA|
Geeft eerbiedig te kennen: , mans verblijvende op de Detentiecentrum Zeist te Soesterberg, hierna te noemen appellant, ten deze zake woonplaats kiezende te (1017 KW) Amsterdam, aan de Prinsengracht 668 ten kantore van de advocaat en procureur mr. L.M. Weber, die door appellant tot gemachtigde wordt gesteld en als zijn raadsvrouwe optreedt en bepaaldelijk door hem wordt gevolmachtigd dit hoger beroep in te stellen, het volgende, a. Appellant is op en heeft de Algerijnse nationaliteit b. Bij uitspraak van 13 augustus 2007 (Awb 07/30701) is het beroep van appellant tegen de hem krachtens artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000 opgelegde vrijheidsonmemende maatregel van 2 mei 2007 door de rechtbank van 's-Gravenhage, zittinghoudende te Assen ongegrond verklaard. Kopie van voornoemde uitspraak wordt door appellant overgelegd als productie 1. Appellant kan zich met de uitspraak van 13 augustus 2007 niet verenigen op de volgende gronden: Tegen de op grond van artikel 96, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) gewezen uitspraak van 20 maart 2007 staat ingevolge artikel 84, aanhef en onder a, van deze wet geen hoger beroep open op de Afdeling. Appellant meent dat de Afdeling niettemin van het door hem ingestelde hoger beroep kennis kan nemen, omdat voor kennisneming van een appel in weerwil van artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw 2000 grond kan bestaan, indien sprake is van schending van eisen van goede procesorde dan wel fundamentele rechtsbeginselen, zodanig dat van een eerlijk proces geen sprake is. Appellant meent dat de eisen van goede procesorde dan wel fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden omdat zowel verweerder als de rechtbank onzorgvuldig heeft gehandeld en omdat sprake is van schending van de beginselen van een goede procesorde, met name het beginsel van hoor en wederhoor. In de litigieuze uitspraak stelt de rechtbank dat appellant geen reactie heeft gezonden op de voortgangsgegevens en heeft de rechtbank buiten zitting uitspraak gedaan. Grief 1: De gemachtigde van eiser heeft nimmer de voortgangsgegevens ontvangen. Telefonisch onderhoud nadien met verweerder leerde de gemachtigde van eiser dat verweerder twee keer de voortgangsrapportage naar de rechtbank van Assen heeft gezonden in plaats van een
14-09-2007
16:04
96%
P.002
I£U
Seth Paul Advocaten exemplaar naar de rechtbank en een exemplaar naar de gemachtigde van eiser. Zulks bleek uit de faxverzendrapporten. De rechtbank van Assen bevestigde de gemachtigde van eiser dat door verweerder twee keer achter elkaar een voortgangsrapportage is gezonden. De gemachtigde van appellant is dus nimmer in staat geweest om te kunnen reageren op de voortgangsgegevens van verweerder. Zulks levert strijd op met de beginselen van zorgvuldigheid, een goede procesorde en hoor en wederhoor. Grief 2: Verweerder heeft de rechtbank onjuist voorgelicht door in de begeleidende brief bij de voortgangsgegevens ten onrechte te vermelden dat de voortgangsgegevens ook naar de gemachtigde van appellant zijn gezonden. De rechtbank is ten onrechte uitgegaan van de juistheid van de door verweerder verstrekte gegevens» dan wel heeft de rechtbank ten onrechte niet geverifieerd of de voortgangsgegevens ook naar de gemachtigde van appellant zijn gezonden. Naar het oordeel van appellant had de rechtbank verweerder de opdracht dienen te geven om tezamen met het exemplaar van de voortgangsgegevens bestemd voor de rechtbank een kopie van het faxverzendrapport van de voortgangsgegevens bestemd voor de gemachtigde van eiser te zenden. Of had de rechtbank zelf kopie van de voortgangsgegevens aan de gemachtigde van eiser dienen te zenden, een werkwijze die door de rechtbank van Amsterdam gehanteerd wordt Slechts indien de gemachtigde van appellant na één van de hierboven genoemde werkwijzen geen reactie gezonden zou hebben, zou de rechtbank tot de overweging hebben kunnen komen dat eiser niet binnen de daartoe gestelde termijn zou hebben gereageerd. De rechtbank heeft hiermede gehandeld in strijd met de beginselen van zorgvuldigheid. REDENEN WAAROM appellant u verzoekt zijn hoger beroep gegrond te verklaren, de uitspraak van de rechtbank van 's-Gravenhage, zittinghoudende te Assen, van 13 augustus 2007 te vernietigen, te bepalen dat de aan appellant krachtens artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000 opgelegde vrijheidsontnemende maatregel onmiddellijk wordt opgeheven, te bepalen dat aan appellant een schadevergoeding wordt toegekend door u in goede justitie te bepalen, dan wel dat u het verzoek om schadevergoeding terugwijst naar de rechtbank en verweerder te veroordelen in de proceskosten in beroep en hoger beroep.
gemachtigde
U-09-2007
1B:04
3£>y
'