Raad
vanState 200808800/1. Datum uitspraak: 19 december 2008
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 5 december 2008 in zaak nr. 08/40654 in het geding tussen:
en
de staatssecretaris van Justitie.
200808800/1
1.
2
19 december 2 0 0 8
Procesverloop
Bij besluit van 16 november 2008 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 5 december 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 6 december 2008, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2.
Overwegingen
2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 9 1 , tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan. 2.2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
200808800/1
3.
3
19 december 2008
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. A . W . M . Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.J.R. Hazen, ambtenaar van Staat.
w.g. Bijloos lid van de enkelvoudige kamer
w . g . Hazen ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 december 2008 452. Verzonden: 19 december 2 0 0 8 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze.
directeur Bestuursrechtspraak
9. Nov. 2006'13:19
"Nr. 6325
CASE SCREENIMS
•
'P. 6/19
POLITIE Postadres Postbte 2257 1W0CQ AMSTERDAM Regio Korp«ondcrtft6| Behandeld door Telefoon Fax V-nummer/Zsak Datum Onderwerp
Amststó^feDStelIanil 'U££1&LZ?-\
AmaterdamAmstefland 13 VreemdeflngeflpoWe P-P- Hej/ne 090MBA4 ' 020-55&S270 /Zaak- 06/11/2008 16fl1/2Q0B M110-A Maotr«flt) van Bewaring
-c-c;
A :;
2028
• r e •- • .'JT.IL
Maatregel van Bewaring
Ik, ondergetekende,
uteetfing aan
^ m d e i m g e n . tevens hulpofficier van justitie, leg met net oog op de
de vreemdeling, zich noemende: Achternaam Vooma(a)m(en) Geboortedatum Geboorteplaats Geboorteland NatIonaIltert(en) Geslacht
Ethiopia Onbekend, Etiopische mannelijk
de maatregel van bewaring op, zoals bedoeld in artikel 59, eerste lid, aanhef en' onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (geen rechtmatig verblijf). ")
Deze maatregel wordt gevorderd door het belang van de openbare orde omdat èr aanwijzingen zijn om te vermoeden dat betrokkene zich aan de uitzetting zal onttrekken, hetgeen blijkt uit het feit dat betrokkene •
• •
Niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het vreerndelingenbeslult 2000 Geen vaste woon- /verblijfplaats heeft Veroordeeld is teizake een misdrijf Eerder niet rechtmatig in Nederland verbleven heeft
De maatregel is opgelegd: Plaats Datum Tijd
Amsterdam 16/11/20OS 1325 uur.
V.nr; Pagina 1 van 2
nWTVAMGCT T I m' u m
imw
n
*<
unJL
9. Nov. 2008 13:19
J ö r n Lii i n u
'Mr. 6325
'P. 7/19
AS: SCREENING •
De Staatssecretaris van Justitie, namens de Staatssecretaris, de hulpofficier vanjt de Inspeotei F.P:
••
dtekening
Een afschrift van daze maatregel is onmiddeBijk aan de vreemdeling uitgereikt
O
Beroep tegen deze maatregel kan schriftelijk worden ingesteld bij de rechtbank ta 's-Gravenhage, Centraal Intakebureau Vreemdelingenzaken te Haarfern, faxnummer 023 512 6736. Hlerby dient gebruik te worden gemaakt van het model beroepschrift, zie 'www.rechtspraak.nr.
)
Pagina 2 van 2
V.nn
r\*t nu
,f
f: icf n «-»
i^fl
6. Dec. 2008 12:24
E A A CHARRY 020-6655811
Nr. 9378
IP.
SBR VREEMDELINGEN
Rechtbank 's-Gravenhage zittinghoudende te Amsterdam enkelvoudige kamer vreemdelingenzaken
Uitspraak op grond van artikel 8;70 van de Algemene wee bestuursrecht (Awb) j° artikel 94 en artikel 106 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)
reg. nr.:
AWB 08/40654
V.nr^ inzake:
geboren op van (gestelde) Ethiopische nationaliteit, verblijvende in het Detentiecentrum Noord-Holland, locatie Zaandam, eiser, gemachtigde: mr.drs. E.A.A. Charry, advocaat te Amsterdam Zuidoost,
tegen:
de Staatssecretaris van Justitie, verweerder, gemachtigde: mr. E. Groenendijk, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie.
L ONTSTAAN ENXOOP VAN HET GEDING
-
Op 16* november 2008 is eiser op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a. van de Vw 2000 in bewaring gesteld. Bij beroepschrift van 17 november 2008 heeft eiser beroep Ingesteld tegen het besluit van verweer&x tot oplegging van de vrijheidsontne mende maatregel. Ingevolge, artikel 94, eerste lid, van de Vw 2000 houdt het beroep tevens in een verzoek om toekenning van schadevergoeding. Het beroep ïs behandeld ter openbare zitting van 25 november 2008. Eiser is niet ter zitting verschenen. Hij is daar vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zyn voornoemde gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten. Bij beslissing van 26 november 2008 is het onderzoek heropend, om verweerder in de gelegenheid te stellen nadere inlichtingen te verstrekken. Bij fax van 28 november 2008 heeft verweerder aanvullende informatie verstrekt. De gemachtigde van etser heeft hierop niet gereageerd. Belde partijen hebben toestemming verleend de zaak zonder nadere zitting af te doen. De rechtbank heeft het onderzoek op 4 deuembei 2008 gesloten.
II. OVERWEGINGEN
.-;Ï
Namens eiser is het volgende - zakelijk weergegeven - aangevoerd. Eiser doet geen afstand van het recht om gehoord te worden, maar is onmachtig gehoord te worden. Waarschijnlijk zal eiser alleen onder dwang ter 2itting verschijnen. Eisers gemachtigde heeft eiser ontmoet bij de inbewaringstelling.
06-12-2006
12:41
+31206655911
<wv.
D
6. Dec. 2008 12:24
E A A CHARRY 020-6655811
Nr. 9378
'P.
A W B 08/40654 inzake Eiser was toen agressief en niet aanspreekbaar. Gemachtigde is van mening daj eiser geestelijk niet in orde Is. Er valt mei eiser geen normaal gesprek te voeren, Eisers gemachtigde heeft verzocht een psychiater in te schakelen. Eisers geestelijke toestand blijkt tevens uit de in het dossier aanwezige uitspraak van 24 september 2008 in een vorige bewaringszaak, alsmede uit het uittreksel uit de justitiële documentatie. Hieruit blijkt dat eiser meerdere malen is aangehouden In verband met ordeverstoring. Verweerder dient zijn verantwoordelijkheid te nemen en een psychiatrisch onderzoek te laten uitvoeren. Namens eiser wordt niet gesteld dat de bewaring onrechtmatig is opgelegd, maar eiser dient wel onderzocht te worden in verband met zijn detentiegeschiktheid. Verweerder heeft het volgende - zakelijk weergegeven • aangevoerd. De rechtmatigheid van de bewaring is door eiser niet bestreden. Eisers geestelijke en lichamelijke toestand valt onder de zorg van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Er is een gesprek met de regievoerder gepland op 26 november 2008. Zij heeft eiser nog niet gezien maar kent wel het dossier en weet dat eiser alles weigert. Het is de gemachtigde van verweerder niet bekend of eiser onder behandeling is van de Medische Dienst, maar het is moeilijk voor te stellen dat dit niet zo zou zijn, zeker gezien eisers weigering van vandaag om ter zitting te verschijnen. De rechtbank heeft op 26 november 2008 het onderzoek heropend en verweerder de volgende vragen gesteld: - Is er een schriftelijke verklaring van eiser waarin hij verklaart dat hij omtrent de aan hem opgelegde vreemdelingenbewaring niet door de rechtbank wenst te worden gehoord? - Is er sprake van omstandigheden waardoor in dit geval van het overleggen van een dergelijke verklaring kan worden afgezien? Zo ja, kunt u dit onderbouwen? - Kunt u met stukken onderbouwen dat eiser niet detentie ongeschikt is? Bij faxbericht van 28 november 2008 heeft verweerder een verklaring overgelegd van mw. hoofd BVA van het Detentiecentrum Noord-Holland mee als bijlage een afstandsverklaring. Hij heeft voor de beantwoording van de eerste twee vragen naar deze verklaring verwezen. Uit deze verklaring blijkt het volgende. Eiser weigerde op transpon te gaan om door de rechtbank te worden gehoord. Eiser heeft vervolgens geweigerd de afstandsverklaring te tekenen. De afstandsverklaring is om deze reden getekend door een wachtcommandant van het Detentiecentrum Noord Holland en een medewerker van de Dienst Vervoer & Ondersteuning. Een kopie hiervan is bijgevoegd. Indien een bewoner weigert op transport te gaan en niet in staat is zelf te tekenen, omdat hij dit weigert of in verband met zijn geestestoestand, wordt de afstandsverklaring getekend door twee medewerkers van justitie welke getuige zijn van de weigering transport, In antwoord op de derde vraag heeft verweerder verklaard dat hy het verzoek om nadere informatie omtrent de detentiegeschiktheid van eiser op 28 november 2008 heeft gefaxt aan de directeur van de DJI te Zaandam. Aan dit verzoek kan echter pas worden voldaan als eiser toestemming heeft gegeven zijn medische stukken aan derden te verstrekken. Verweerder verzoekt dan ook de gemachtigde van eiser een dergelijke toestemming*verklaring, eventueel door tussenkomst van verweerder aan de directeur van de DJI te Zaandam te doen toekomen. Een onderzoek met betrekking tot de detentiegeschiktheid kan redelijkerwijs binnen vijf werkdagen na ontvangst van de toesiemmingsverklaring, gereed zijn. De rechtbank overweegt het volgende. Ingevolge artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 kan, indien het belang van de , • openbare orde of nationale veiligheid dat vordert, met het oog op de uitzetting, in bewaring worden gesteld de vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft. Ingevolge artikel 94, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000), voorzover thans van belang, vindt de zitting bij de rechtbank uiterlijk op de veertiende dag na ontvangst van het beroepschrift plaats. De rechtbank roept de vreemdeling ingevolge die bepaling op om in persoon, dan wel in persoon bij raadsman en de minister om bij gemachtigde te verschijnen, teneinde te worden gehoord.
12-2008
12:41
+.^»C.nfiCRROi 1
Q7v
6. Dec. _2ÖÖ8|12:24
E A A CHARRY 0 2 0 - 6 6 5 5 8 1 1
NNr. 9378
P.P. 65 3
AWB 08/40654 inzake Ingevolge artikel 8:27, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), voorzover thans van belang, zijn panden die door de rechtbank zijn opgeroepen om in persoon, dan wel in persoon of bij gemachtigde, te verschijnen, verplicht te verschijnen.
Uit de stukken en hei verhandelde ter zitting is gebleken dat eiser heeft geweigerd om naar de rechtbank vervoerd te worden. Uit ds uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State van 31 maan 2003 (UN: AH9706) en van 17 juni 2004 (UN: AP4732) blijkt dat de rechtbank er zich in een dergelijk geval van dient te vergewissen dat eiser aan zijn verplichting om te verschijnen niet wenst te voldoen. Dit ken biykens de eerstgenoemde uitspraak blijken uit een door eiser zelf ondertekend stuk, waarin hij verklaart dat hij omtrent de aan hem opgelegde maatregel van vreemdelingenbewaring niet door de rechtbank wenst te worden gehoord, dan wel uit een door het bevoegd gezag van de penitentiaire inrichting ondertekend verslag, waarin het bevoegd gezag op basis van eigen waarneming verklaart dat eiser weigert zodanige verklaring te ondertekenen. Naar aanleiding van het heropenen van het onderzoek door de rechtbank heeft verweerder een kopie van een af stands verklaring aan derechtbankgefaxt. Uit deze afsta nds verklaring blijkt dat eiser heeft geweigerd deze te ondertekenen. Uit de bijgevoegde verklaring van het hoofd BVA van het Detentiecentrum Noord-Holland, locatie Zaandam, waar eiser verblijft, blijkt dat de afstandsverklaring is ondertekend door de wachtcommandant van dat detentiecenmim en door de medewerker van de Dienst Vervoer en Ondersteuning die beide getuigen waren van de weigering van eiser om vervoerd te worden naar de zitting en van diens weigering de afstandsverklaring te ondertekenen. Eiser heeft hierop, hoewel hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd. De rechtbank concludeert hieruit dat eiser niet wenste te voldoen aan zijn verplichting om te verschijnen ter zitting. Voor zover de gemachtigde van eiser zich op het standpunt heeft gesteld dat eiser niet in staat is zijn wil te bepalen, heeft hij dat niet onderbouwd. Gelet daarop is niet gehandeld in strijd met de bepaling in artikel 94, tweede lid, van de Vw 2000 door eiser niet te horen. Eiser heeft zich daarnaast op het standpunt gesteld dat hij detenrieongeschikt is, maar dat hij niet in staat is dit aan te tonen. Verweerder heeft dit ter zitting niet betwist. De rechtbank heeft daarom aan verweerder gevraagd om te onderbouwen dat eiser niet detemieongeschikt is. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder geantwoord dat hij aan dat verzoek van de rechtbank pas kan voldoen als eiser toestemming heeft gegeven zijn medische stukken aan derden te verstrekken. Verweerder verzoekt de gemachtigde van eiser een dergelijke toestemmingsverklaring eventueel door tussenkomst van verweerder aan de directeur van DJI Zaandam te doen toekomen. Eiser heeft hierop, hoewel hij daartoe fn de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd. Gelet daarop gaat de rechtbank er van uit dat een dergelijke toestemmmgsverklaring nodig is om de detentieongeschiktheid van eiser te kunnen vaststellen. Nu deze op dit moment niet voorhanden is, het aan eiser is om deze te verstrekken en niet met stukken is onderbouwd dat eiser detemieongeschikt, kan hetgeen etser op dit punt heeft aangevoerd niet leiden tot het oordeel dat de voortduring van de bewaringsmaacregel niet gerechtvaardigd is. De rechtbank verzoekt partijen wel ervoor zorg te dragen dat de benodigde toeGtemmingsverklaring zo spoedig mogelijk in het bezit komt van de directeur van DJr Zaandam. Na beoordeling van de door of namens eiser naar voren gebrachte beroepsgronden, concludeert da rechtbank dat de toepassing noch de tenuitvoerlegging van de vrijheidsontnemende maatregel in strijd is met de wet en dat deze bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid gerechtvaardigd is te achten. Derhalve wordt het beroep ongegrond verklaard. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank geen gronden aanwezig om toepassing te geven aan artikel 106 van de Vw 2000 of artikel 8:75 van de Awb.
OS-12-200B
12:41
+31206655611
3TA
P.nnfi
6. Dec. 2008 1 2 : 2 4
E A A CHARKY t)2(H6bbö coo uoccimci lAipcu
4
AWB 08/40654 inrake III. BESLISSING De rechtbank verklaart het beroep ongegrond; wijsi het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak ia gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, voorzitter, in tegenwoordigheid van M.M.J. Mooijer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2008.
Afschrift verzonden op:
*
t
nrts
A A A A'
r o ubt. zoos
Conc.: MM Coli: D:C
vobÄKctote conform, d&SrlJMrvan de Axrondissementereemfléftk Sector Bestuursrecht te Amsterdam
Tegen de2c uitspraak staat hoger beroep open op de Afdeling besiuursrechupruk von de Raad van State ladres: Raad van State, Afdeling beffuumechispraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken. Postbus 16113, 2500 BC 'a-Gravcnhage). De [«mijn vitui lm iiislelltn van hoger beroep bedraagt Mn v«lc Noot»rt»vereinen waaraan hei beroepschrift moet voldoen op grond van artikel 6:5 van de Awb (zoals h« overleggen van een afschrift vim deze uitspraak) dient het beroepschrift ingevolge artikel 85, eerste lid. van de Vw 2000 eert of meer grieven te bevatten. Artikel 6:6 van de Awb (herstel verzuim) is niet van toepassing.
12-2009
12:41
+31206655911
37%
P.007
6. Dec. 2008 12:24
E A A CHARRY 020-6655811
Advocatenkantoor
Nr. 9378
P. 2
Charry
Mr. drs. E.A.A. Charry advocaat & procureur
RAAD VAN STATE INGEKOMEN ZAAKNR.
- 6 DEC 2008
AAN:
Hoger beroepschrift
•BEHANDELD: PD:
PAR-
Aan de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, Vreemdelingenkamer.
Intake; geboren
en van Ethiopische nationaliteit, appellant
mr. E.A.A- Charry, bepaaldelijk gemachtigdeContra: De Staatssecretaris van Justitie te 's-Gravenhage, nader te noemen verweerder. Geeft eerbiedig te kennen: , geboren , V-nummer ( te dezer zake woonplaats kiezende te Amsterdam (1098 TW) aan de Bijlmeidieef 182A, op het kantoor van advocaat mr. E.A.A. Charry, die door appellante bepaaldelijk tot haar gemachtigde wordt gesteld en in verband daarmee dit hoger beroepschrift ondertekent en indient. t
Achtergronden
1.1
Appellant komt hierbij in hoger beroep van de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, zittinghoudende te Amsterdam, van 20 oktober 2008 welke uitspraak op 11 oktober is ontvangen is verzonden (AWB 08/40654), produktie 1 Een kopie van de bestreden uitspraak is aan het hoger beroepschrift gehecht.
1.2
In deze uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant ongegrond verklaard.
1.3
In het navolgende zullen eerst de procedurele achtergronden worden geschetst. Daarna zullen de grieven van appellante worden geformuleerd en toegelicht.
2.
De procedure
2.1
Op 25 november 2008 is de rechtbank 's-Gravenhagc, zittinghoudende te Amsterdam, door middelvan een namens appellante ingediend beroepschrift ervan in kennis gesteld dat verweerder appellante op 16-11-2008 in bewaring heeft gesteld. De aanleiding hiertoe is onduidelijk gebleven. Bijlmerdreef 182A
1102 AB Amsterdam
Tel.: 020 - 6633724
Fax.: 020 - 6655S11
6. Dec. 2008 12:24
E A A CHARRY 0 2 0 - 6 6 5 5 8 1 1
Nr. 9378
Advocatenkantoor
Charry
P. 3
•
Mr. drs. E.A.A. Charry advocaat & procureur
2.2
Op 05-12- 2008 heeft de rechtbank voornoemd het beroep van appellant ongegrond verklaard overwegende dat appellant geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland.
3.
De Grieven
Grief'l
De bewaring van eiser is onrechtmatig
3.1
De rechtbank heeft in zijn overwegingen die tot haar uitspraak leidden is de rechtbank voorbij gegaan aan het feit dat appellant detentieongeschikt is hetgeen verweerder niet heeft weersproken.
3.2
Appellant heeft in het verleden langdurig in vreemdelingenbewaring vastgebeten. Gezien het feit dat appellant nimmer is behandeld is te voorspellen dat hij ook nu niet instaat zal zijn adequaat te reageren.
3.3
Appellant zal niet in staat zijn mee te werken aan zijn uitzetting, gezien zijn medische situatie het niet toelaat. De vreemdelingenbewaring is slechts bedoeld ter uitzetting. Nu appellant niet uitzetbaar is moet de bewaring worden opgeheven.
3.4
OM WELKE REDENEN: Appellante zich wendt tot Uw Edelachtbaar College met het eerbiedig verzoek om de uitspraak van de rechtbank 's-Grsvenhage, zittinghoudende te Amsterdam van 25 november 2008 te vernietigen, en een zodanige beslissing te nemen als Uw CoDege in goede justitie zal vermenen te behoren. Amsterdam, 6-12-2008 Namens appellante,
t
E A.A. Charry, B epaaldeliils'gernach tigde
Bijlmerdreef 182A
12-2009
12:41
1102 AB Amsterdam
+3120GG55H11
Tel.: 020 - 6633724
Fax.: 020 - 6655811
97*
p nn*)