Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 15 december 2009 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens. Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis mevrouw E.P. van den Broek de heer H.W. van Gelder de heer H. Gesink de heer M.H.J. Halsema de heer H. van der Heide de heer W.G.J. Limberger de heer J. Roffel de heer J.B. Schouten van Schagen de heer L. Smook mevrouw J.H. Vogel de heer T.M. de Vries de heer B.S.H. Wiertsema de heer F.P. van der Zee Afwezig raadslid: de heer J.P. van der Vis Voorzitter:
Griffier:
de heer M.H.J. Halsema
mevrouw M. Hegeman-van Eisden
Aanwezige leden burgemeester en wethouders: de heer N. Bakker
- tevens raadslid
de heer M. van Dijk de heer J.L. Hiemstra mevrouw L.H. Veldhuis 1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering, heet de aanwezigen welkom en constateert dat de agenda wordt vastgesteld.
2. Spreekrecht voor het publiek. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
3. Aanwijzen primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot aanwijzing van de primus. Daartoe wordt getrokken nummer 8, de heer Van der Heide. 4. Vaststelling notulen van de raadsvergadering van 3 november 2009 alsmede de lijst van toezeggingen. 3 november 2009 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. lijst van toezeggingen Analyse van de stijging van de brandweerkosten De heer Berghuis stelt voor dat, na een gesprek met de brandweercommandant, dit punt van de lijst af te voeren omdat de vraagpunten zijn opgelost. Punt 5
Dekking tekort door wijziging tarieven toeristenbelasting
De heer Berghuis merkt op dat blijkens de zojuist vastgestelde notulen dekking zou worden gezocht voor een financieel gat van € 180.000,-- en hij is er benieuwd naar hoe het daarmee staat. De heer Van Dijk antwoordt dat het niet veel zin heeft dit te doen omdat blijkens een persbericht De Marne onder preventief toezicht is geplaatst. Naast het zojuist genoemde tekort moet gezocht worden naar een veel groter tekort in 2010 en de jaren erna. Aan dit laatste wordt gewerkt en dit aspect wordt daarbij betrokken. De heer Van Gelder wijst er op dat toeristische ondernemers een aantal suggesties hebben gedaan. Met hen is ook overleg gevoerd en hij is er benieuwd naar hoe dat is verlopen.
De heer Van Dijk antwoordt dat een afspraak is gemaakt voor een vervolggesprek in januari. Hiervoor wordt een discussiestuk opgesteld over hoe om te gaan met toerisme en recreatie. Punt 6 Informatie voortgang zaak Lollinga De heer Roffel vindt dat dit punt kan worden afgevoerd omdat een en ander naar tevredenheid is opgelost. De heer Hiemstra bevestigt dat de gemaakte afspraken in praktijk zijn gebracht en zijn opgelost. Punt 14
Zaak kerkepad Houwerzijl
De heer Roffel informeert of het college hierover nadere mededelingen kan doen. De heer Hiemstra antwoordt dat vandaag hierover een eerste rechtszitting is geweest. Er moet opnieuw een besluit over worden genomen. Dat zal vermoedelijk lijden tot een nieuwe zitting. De heer Roffel zal hierover geen nadere vragen stellen zolang deze zaak onder de rechter blijkt te zijn.
5. Ingekomen stukken. opiniërende bespreking: Punt A3 Brief LTO Vastgoed inzake grondaankoop voor sportveld. De heer De Vries stelt voor om dit stuk te betrekken bij agendapunt 6. De voorzitter constateert dat de raad het daarmee eens is. Punt B1
Jaarverslag klachtenfunctionaris.
De heer Van der Zee wil graag dat de gedane aanbevelingen worden overgenomen. Bij het college wordt er op aangedrongen om de betrokken functionaris te vragen zijn jaarverslag eerder te presenteren. De heer Roffel vindt dat het college in dezen wat achter de broek moet worden gezeten omdat het verslag al geruime tijd binnen was. Spreker stelt voor om het stuk te agenderen voor de volgende vergadering want de raad moet een uitspraak doen over de aanbevelingen. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten met inachtneming van het gestelde onder punt B1.
6. Locatiewijziging MFA. opiniërende bespreking: De heer De Vries stemt in met het collegevoorstel. ChristenUnie is steeds voorstander geweest van bouw van de MFA aan de noordzijde. Hij is er mee ingenomen dat de LEO achter dit besluit staat ondanks dat dit tijd en geld heeft gekost. Op de
gekozen locatie staat de openbare basisschool Lydinge en hij vraagt of zij bij de procedure wordt betrokken. Het is zaak dat daarmee goede afspraken worden gemaakt want bij de bouw van de MFA heeft dat voor deze school consequenties. Over wat er staat te gebeuren moet ook goed gecommuniceerd worden met de omwonenden. Gelet op de brief van LTO Vastgoed inzake een vermeende grondaankoop is hij er benieuwd naar of die zaak nog financiële risico’s heeft. De heer Van der Zee is er tevreden over dat het college eruit is gekomen met de scholen en LEO. De voorgestelde locatie had steeds zijn voorkeur. De kosten vallen tegen en hij vraagt of de berekening klopt. Er hoeven immers geen grond te worden gekocht en sportvelden te worden aangelegd. Vanwege de brief van LTO Vastgoed vraagt hij of er al of niet is besloten om grond aan te kopen. Hoe zit dit want de gemeente beweert dat er geen overeenkomst is gesloten en Zomerman stelt dat er een akkoord is. De heer Berghuis verklaart dat het CDA over het collegevoorstel de vorige keer blanco heeft gestemd. Ze vond dat deze zaak weer op de agenda zou komen en dat komt nu uit. Hij stemt in met dit voorstel maar is er ook van overtuigd dat deze kwestie nogmaals terugkomt in de raad. Het is de vraag hoe realistisch dit voorstel is op het punt van de planning en er zijn grote twijfels over de financiële haalbaarheid van dit project. Op korte termijn zal aan de betrokken partijen duidelijk gemaakt moeten worden of een en ander doorgaat of niet. Ook hij vraagt zich af of de gepresenteerde kostenberekening klopt. Omwonenden hebben gisteravond de raad en ook het college benaderd met een brief waarin opheldering wordt gevraagd over de ontstane situatie. Het college wordt gevraagd hierover op korte termijn opheldering te geven en de reactie ter kennis te brengen van de raad. Over het feit dat met LEO een overeenkomst is gesloten is hij tevreden. De heer Roffel vraagt of het CDA in haar standpuntbepaling rekening heeft gehouden met de positie van de kleine scholen. De heer Berghuis legt uit hier rekening mee te hebben gehouden. Vanwege een jaarlast van € 700.000,-- / € 800.000,-- vraagt hij zich de realiteitswaarde af van dit voorstel mede gelet op de bezuinigingen die nog op stapel staan. De heer Roffel merkt op dat op een bijeenkomst van provinciale schoolbesturen werd gesteld dat het aantal basisscholen in dit gebied veel te groot is en de kleine scholen te klein zijn. Met dat aspect moet beslist rekening worden gehouden. De heer Berghuis merkt op dat hier geen fusie plaatsvindt maar er komen drie scholen onder één dak. Volgens hem moeten hierbij geen zaken worden gehaald die nu niet aan de orde zijn. De heer Roffel vindt dat omgevingsfactoren inzake het onderwijs zeker bij de overwegingen moeten worden betrokken. De heer Van der Heide feliciteert het CDA er mee dat zij achteraf gezien gelijk heeft gekregen. Of dit voorstel gezien kan worden als eindstation is nog niet te overzien. Hij is benieuwd naar het antwoord op een aantal van de gestelde vragen waaronder de brief van LTO Vastgoed. Hij is er mee ingenomen dat met LEO tot overeen-stemming is gekomen over een locatie waarmee alle partijen tevreden zijn. Van omwonenden is intussen een brief ontvangen met daarin de nodige vragen. Hij vraagt het college toe te zeggen dat met hen goed
gecommuniceerd gaat worden. Het gestelde in het voorstel inzake een bezuiniging komt vreemd bij hem over. Is het verstrekken van een onderhoudsvergoeding aan LEO een normale gang van zaken. De heer Van Gelder sluit zich aan bij hetgeen de heer Roffel zojuist aanstipte. Er zijn een aantal scholen tot elkaar veroordeeld en LEO zit daar nu bij. Als dit project vanwege de financiële situatie niet doorgaat dan is dat erg vervelend met het oog op de kwaliteitsverbetering van de scholen die hiermee kan worden bereikt. Het is hem beslist wat waard als in de gesprekken met LEO zij zich niet alleen richten op de voetbalsport maar ook op sport in bredere zin. Het aanbod aan sport in deze gemeente is erg eenzijdig en het zou mooi zijn om dat hierbij te betrekken. De heer Van Dijk is er mee ingenomen dat alle fracties tevredenheid zijn inzake de overeenkomst met LEO. Het standpunt van het CDA verbaast hem want zij stemt wel in met het voorstel maar strooit tegelijkertijd twijfel over de realiteitswaarde en de haalbaarheid. Als het CDA vindt dat dit financieel niet verantwoord is dan moet zij dat zeggen. De heer Berghuis stelt dat het college heel goed weet dat er moet worden bezuinigd. In de Kadernota is deze kwestie naar achteren geschoven op voorstel van het college en met instemming van de raad. Er moet minimaal € 1.000.000,-- worden bezuinigd. Is er financieel ruimte dat dit project in 2013 kan worden gerealiseerd. Als dat zo is dan moet het college dat aangeven. De heer Van Dijk constateert dat het CDA die mogelijkheid niet ziet. Evenals het CDA vindt hij dat een aantal financiële problemen moet worden opgelost. Het is de vraag of dat leidt tot dezelfde conclusie want hij zit op de lijn van de heer Roffel en GroenLinks dat met dit project tot een kwaliteitsverbetering van het onderwijs kan worden gekomen. Het zal veel moeite kosten om het financieel rond te krijgen maar juist dit project vertegenwoordigt een enorme waarde op het punt van de voorzieningen voor de jeugd in dit gebied. De heer Berghuis ontkent dit laatste niet maar hij vraagt om een realistisch verhaal. Er wordt domweg gesteld dat het in 2013 wordt uitgevoerd zonder dat wordt ingegaan op de financiële aspecten. In de Kadernota wordt kortweg gerept over uitstel en verder niets. De heer Van Dijk kijkt daar wat anders tegenaan. Enerzijds is er het financiële verhaal maar anderzijds is er de visie inzake de omgang met het onderwijs en de jeugd, zoals aangestipt door de heer Roffel en GroenLinks. Het is een goede zaak dat de raad instemt met de voorgestelde locatie en dat LEO dit ook steunt. Dat heeft wel tijd en geld gekost maar er komt een voorziening die meerwaarde heeft. Er moet nog inzet worden geleverd dat het in 2014 gerealiseerd is. Er zitten vertegenwoordigers van LEO op de tribune en zij hebben zeker de opmerkingen van de heer Van Gelder gehoord en zullen daarmee wat gaan doen. De MFA zal zeker een positieve rol gaan spelen in de omgeving. Alle scholen (ook Lydinge) zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep en volledig betrokken bij de procedure. Er wordt gebouwd op de plek waar nu de Lydinge staat. Vanwege de kosten wordt nagegaan of gebouwd kan worden in fases danwel dat gezocht gaat worden naar een tijdelijk onderkomen. Onderhands heeft hij vanmiddag de brief ontvangen van omwonenden. Bij het verdere communicatietraject en de uitwerking van dit plan zullen de omwonenden zeker worden betrokken. De heer Van der Heide lijkt het verstandig om een afvaardiging van de omwonenden in de
planprocedure op te nemen. De heer Van Dijk vindt dat een goede suggestie. In de stuurgroep zitten alle partners en nu ook LEO. Er zal in deze accommodatie veel activiteit zijn en daarom is het belangrijk dat er goed wordt gecommuniceerd met de omgeving. De kostenberekening, die is gemaakt, klopt. Er hoeft geen grond te worden gekocht en sportvelden te worden aangelegd maar er komt wel een nieuw kantinegebouw voor LEO. Het geld dat wordt bespaard wordt weer ingezet voor de accommodatie zodat de zaak budgettair neutraal verloopt. De heer Bakker antwoordt dat bij de eventuele grondaankoop nog een derde partij betrokken is geweest. Het college heeft inzake deze aankoop geen besluiten genomen. De correspondentie die is gevoerd, wordt aan een nader onderzoek onderworpen. De heer De Vries vindt het belangrijk dat met de openbare basisschool Lydinge en de omwonenden goed wordt overlegd. Het onderzoek inzake de brief van LTO Vastgoed ziet hij met belangstelling tegemoet. De heer Van der Heide heeft geen antwoord gehad op zijn vraag inzake de onderhoudsbijdrage. Het alternatief dat het CDA aandraagt biedt nog meer onzekerheid als het collegevoorstel. We moeten ons niet door de financiële perikelen laten afleiden en hij denkt dat in dezen de visie van het college juist is. De heer Van Gelder vindt dat het aspect van de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in het voorstel ontbreekt. Het college moet zich daarvoor beter gaan inzetten omdat dit al een langlopend proces is. De heer Berghuis blijft vinden dat je realistisch moet zijn. We moeten ons afvragen op zeker moment of dit plan al of niet haalbaar is. Het college wil zich er voor inzetten maar tegelijkertijd constateert spreker dat hiervoor in 2013 geen geld staat gereserveerd. De heer Van Dijk vraagt of het CDA de totstandkoming van de MFA beschouwt als eerste bezuinigingsoptie. De heer Berghuis stelt dat er op een gegeven moment keuzes gemaakt moeten worden. Hij zegt niet dat de MFA bovenaan op dat lijstje staat maar zij is er wel onderdeel van. Het kan en mag niet zo worden dat er in Leens een keurig gebouw staat en in de andere dorpen niet. We hebben te maken met alle dorpen en niet alleen met Leens. Dit proces loopt vanaf 1999 en hij is er vanaf het begin in een of andere hoedanigheid bij betrokken geweest. Als schoolbestuur moest in 1999 binnen drie maand een besluit worden genomen en nu zijn we tien jaar verder. In juni 2009 waren er financiële redenen om de zaak vooruit te schuiven en nu lijkt het er op dat dit argument ineens van tafel is. De heer Van Dijk leidt uit deze discussie af dat er verkiezingen voor de deur staan zodat iedereen te vriend gehouden moet worden. Hierdoor zijn groeperingen kennelijk niet meer in staat om keuzes te maken. De heer Berghuis merkt op dat dit ook geldt voor het college want er wordt iets uitgesteld zonder er een financiële dekking bij te doen.
De heer Van Dijk constateert dat het CDA geen antwoord geeft op zijn vraag. LEO krijgt een onderhoudsvergoeding krijgen voor de kleedkamers en wordt eigenaar van een gedeelte van het gebouw terwijl de gemeente eigenaar blijft van de ondergrond. Over aspecten als schilderen enzovoorts worden nadere afspraken gemaakt. Vanwege de investering die de gemeente doet wordt een jaarlijks bedrag gevraagd van € 5.000,-- excl. BTW. Als er behoefte is aan meer informatie dan is hij bereid dit op een ander moment en plaats te geven. Het gestelde dat de MFA meerwaarde moet krijgen wordt in de stuurgroep telkens benadrukt door het college. Er moet aandacht voor zijn dat de drie scholen moeten toegroeien naar een nieuwe situatie en het gevoel bestaat dat er bereidheid is om daar waar mogelijk dingen gezamenlijk te gaan doen. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
7. Beleidsplan De Marne Duurzaam Verplicht, openbare verlichting 2010-2019. opiniërende bespreking: De heer Wiertsema pleit er voor om met de uitvoering te beginnen in het buiten-gebied omdat daar de gevolgen van het uitvallen van verlichting het grootst zijn en als standaard te nemen de zaak goed en goedkoop te realiseren. Bij het vervangen van TLverlichting moet volgens hem ook rekening worden gehouden met de levensduur van de masten. Het plaatsen van oriëntatieverlichting en accentuerings-signalen moet in redelijke verhouding staan tot de kosten. Het is moeilijk om alles uit te voeren voor het beschikbare budget. Ook dit plan moet financieel nader tegen het licht te worden gehouden. Hij vraagt opheldering over het feit dat in het voorstel wordt uitgegaan van een investering van € 600.000,-- terwijl het in het eigenlijke plan gaat om € 750.000,--. Het is belangrijk om zaken met de bewoners af te stemmen maar blijkens een brief uit Eenrum is dat daar niet goed verlopen. Het op elkaar afstemmen met andere overheden is volgens hem alleen van toepassing op doorgaande wegen. De heer Van der Zee vindt dat in dit plan de nadruk sterk is komen te liggen op het milieu. Wat hem betreft wordt inzake de uitvoering alleen overlegd met dorpsbelangen en bewoners en niet met allerlei andere clubs want dan kom je er nooit uit. De geplande investering voor 2010 moet worden uitgesmeerd over meerdere jaren omdat het eenvoudigweg onmogelijk is om dat op te brengen. Hij vindt dat het college met een voorstel moet komen waarin wordt aangegeven wat in 2010 daadwerkelijk moet worden vervangen. In Eenrum is direct overgegaan tot vervanging en dat wijkt af van het gestelde in het beleidsplan. De geplaatste masten hebben niet de instemming van dorpsbelangen. Dat is jammer want ze blijven wel 40 jaar staan. De heer Gesink constateert dat in deze gemeente er op iedere vier inwoners één lichtmast is en daar zijn de masten langs de N 361 niet eens bij. Dat meer verlichting de veiligheid vergroot is relatief want dit gebied erg dun bevolkt is en het is daarom de vraag of hiermee goed wordt omgegaan. Op zichzelf is de gepresenteerde nota goed. De hinder die wordt ondervonden van straatverlichtings van de gemeente is gelukkig minder dan van die van de provincie. Hij is het er mee eens dat de verlichting functioneel en effectief moet zijn. Hij is ervan geschrokken dat 33 % van de masten ouder is dan 40 jaar. Evenals de heer Wiertsema wil hij graag opheldering over de financiële consequenties. Het college stelt dat bij aanleg en grootschalige reconstructies de bevolking wordt geïnformeerd. Gelet op de ingekomen brief uit Eenrum is dat kennelijk niet gebeurd. Hij dringt er op aan om eenvoudigweg die bewoners bij het plaatsen van verlichting te betrekken die deze voor hun woning krijgen en er verder
niet allerlei instanties bij te halen. De heer Van Gelder is tevreden met dit beleidsstuk en het daarin gestelde dat duisternis een kwaliteit van dit gebied is. Ook heeft hij waardering voor de inbreng van de heer Gesink op dat punt. De heer Van der Zee vindt dat er in de dorpen voldoende verlichting moet zijn zodat de mensen zich daar veilig voelen. De heer Van Gelder is er tevreden mee dat de gemeente zich voor dit plan gaat inzetten maar hij ziet bij de uitvoering ervan niets terug van de kosten- en energiebesparingen die kunnen worden bereikt. Het lijkt er op dat in het plan keurig staat hoe de communicatie hoort te zijn maar in de praktijk pakt dat heel anders uit. Het doorvoeren van het beleid van de dorpsspiegels moet vooral intern ter hand worden genomen. De heer Van der Heide is het eens met de heer Van Gelder. Er is sprake van een onderhoudsachterstand en er moeten extra kosten worden gemaakt omdat veel palen niet gerepareerd kunnen worden omdat ze niet meer in de handel zijn. De toekomst moet uitwijzen of dit plan volledig kan worden uitgevoerd. De raad zegt steeds dat goed gecommuniceerd moet worden en het is jammer dat uit de brief uit Eenrum ook nu weer blijkt dat het daaraan mankeert. Daarom hoopt hij dat over het voorliggende plan goed wordt gecommuniceerd met de bewoners. Om met derden te praten is op voorhand niets mis als dat voordelen met zich meebrengt. De heer Bakker antwoordt dat er nog geen plan van aanpak is. Volgens hem zal worden begonnen met de uitvoering daar waar dat het hardste nodig is. Af en toe moet van de standaardprocedure kunnen worden afgeweken. Het is de bedoeling enkele proeven te doen met LED-verlichting en daarvan de effecten te bekijken. Volgend jaar is € 100.000,-beschikbaar om met de uitvoering van dit plan te beginnen. Voor 2011 moet worden bekeken of geld kan worden bijgeplust als gevolg van het gunstiger energieverbruik. Als energie niet behoeft te betrokken van ESSENT maar op de vrije markt dan levert dat aanzienlijke besparingen op. De kosten voor die bij provinciale wegen worden gemaakt komen straks gedeeltelijk voor rekening van de provincie. Als de besparingen niet kunnen worden gehaald, die ons met dit plan voor ogen staan, dan moeten we de gestelde eisen heroverwegen. Dit plan geldt als standaard en de financiering voor volgend jaar is rond en voor de jaren erna moet dit worden bekeken. De communicatie met Eenrum is niet goed gegaan. Het ging in Eenrum niet om een reconstructie zoals bij de Singel in Ulrum maar hier ging het om in slechte staat verkerende lantaarnpalen die zijn vervangen. Als je andere en lagere palen neemt dan kan dat ook negatieve effecten met zich meebrengen. Bij de verdere uitvoering van dit plan zal op een andere wijze gecommuniceerd worden als in Eenrum. Als je verlichting plaatst zoals op het kampement en haventerrein van Lauwersoog dan heb je te maken met Defensie, de Waddenzee en ook met derden. In dergelijke gevallen moet bij de besluit-vorming rekening houden met de visie van derden en dit niet beperken tot uitsluitend de eigen inwoners. Instanties als Milieudefensie kunnen in die gevallen een nuttige inbreng hebben. De heer Van Gelder wil graag antwoord op het aspect van de besparingen. De heer Gesink vindt het erg knap om het verschil tussen de € 760.000,-- in het plan en de € 600.000,-- in het voorstel te financieren met het door de wethouder genoemde bedrag van €
100.000,--. Ook heeft hij twijfels over de omvang van het bedrag dat kan worden verkregen uit het gebruik van energiezuinige lampen. Als 10 % van de lampen wordt vervangen en er kan 25 % energie worden bespaard dan krijg je 5 % besparing op de energierekening van € 230.000,-- en dat schiet niet erg op. Er zal eerst heel veel geïnvesteerd moeten worden voordat dit zoden aan de dijk zet. De heer Bakker merkt op dat dit over een periode van 40 jaar leidt tot een totaalbedrag van € 400.000,--. De heer Wiertsema begrijpt dat in de begroting 2010 hiervoor € 100.000,-- is opgenomen. Voor het achterstallig onderhoud is volgens het voorstel € 600.000,-- nodig en volgens het uitvoeringsplan € 760.000,--. Er kunnen volgens hem volgend jaar hooguit 100 palen worden vervangen zodat geconcludeerd moet worden dat volgend jaar erg weinig kan worden gedaan. Voor na 2010 is geen geld gereserveerd zodat je moet afwachten hoe de rest van het plan wordt uitgevoerd. Het is vreemd dat op het punt van de verkeersveiligheid de ANWB en ouderenorganisaties niet wordt gevraagd hoe zij tegen bepaalde zaken aankijken. De heer Van der Zee denkt ook dat het financiële gat niet kan worden terugverdiend door de energiebesparing. Hij is er benieuwd naar hoe het college dit de komende jaren wil aanpakken want de financiering is onduide-lijk. Dat iedereen een mening mag geven is prima maar vanwege de voortgang hoef je niet met iedereen op één lijn te komen want dan gebeurt er niets. Het is vreemd dat de wethouder nu nog niet weet waar hij wil gaan beginnen met een klus van € 150.000,-- terwijl 2010 voor de deur staat. De heer Bakker zegt dat het gaat om een investering van enkele tonnen waarvan ongeveer € `150.000,-- is gedekt. Op een aantal eisen van een aantal investeringen kan zo’n € 100.000,-worden bezuinigd en er kan worden bespaard op energiekosten. Als de energielevering wordt aanbesteed dan is daar over 20 jaar zo’n twee ton op te verdienen. Dit plan is over de volle periode financieel niet rond. Met deze aanpak kan het college haar ambities zo veel mogelijk realiseren. Voor de invloed van maatschappelijke organisaties op de te volgen koers zijn de hoofdlijnen duidelijk maar uiteindelijk vallen op het gemeentehuis de besluiten. Van Hornhuizen is geleerd van de fout dat men zelf de straatverlichting mocht kiezen en dat is geheel fout gegaan. De heer Limberger vraagt of het klopt dat de situatie zo is dat lantaarnpalen plotseling kunnen omvallen. De heer Bakker merkt op dat in Hornhuizen spontaan een lantaarnpaal is omgevallen. Op korte termijn wordt gecontroleerd of het risico bestaat dat contact gemaakt kan worden met de elektriciteitsleiding in de masten. De heer Van Gelder vindt dat de wethouder wat heenpraat rond het punt van de financiering. In 2010 moet € 150.000,-- worden geïnvesteerd terwijl er maar € 100.000,-- is opgenomen in de begroting. De heer Van der Zee is het met de heer Van Gelder eens. De hele financiële onderbouwing berust op aannames. Het lijkt er op dat het er in 2019 op uitdraait dat alles uit de algemene middelen moet worden financier omdat hiervoor tussentijds geen dekking is vrijgemaakt. De heer Berghuis zegt daarop zonder succes te hebben gewezen bij het vorige agendapunt.
De heer Bakker vindt dat je zo reëel moet zijn dat er wat aan de verlichting moet gebeuren en dat de middelen beperkt zijn. Het college heeft haar ambitie op papier gezet en onderweg moet het punt van de financiën nog goed worden bekeken. De heer Van der Zee is het er mee eens dat lantaarnpalen moeten worden vervangen maar daarvoor moet wel een goede financiële dekking aanwezig zijn. De heer Gesink merkt op dat met het beleidsplan niets mis is. Dit kan voor kennisgeving worden aangenomen. De vraag is in hoeverre we gebonden zijn aan het daarin gestelde. De heer Wiertsema stemt wel in met het plan maar maakt een voorbehoud ten aanzien van de financiering. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
8. Urenuitbreiding griffie. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. De voorzitter schorst de vergadering. Na heropening wordt aan de orde gesteld:
9. Nota reserves en voorzieningen. opiniërende bespreking: De heer Smook vindt de nota duidelijk maar had graag gehad dat een aantal zaken uitvoeriger waren toegelicht. Uit het bijliggende overzicht wordt niet duidelijk waarvoor bepaalde reserves zijn bedoeld. Een aantal reserves vallen vrij en worden toegevoegd aan de algemene reserve wat niet nader wordt toegelicht zodat hiernaar moet wordt gegist. Waarom wordt geen klein bedrag gereserveerd voor Bedrijventerrein Kruisweg en het project wonen Philadelphia. Zijn fractie is geneigd in te stemmen met de nota. Gezien de financiële situatie is het goed om te bekijken wat kan worden toegevoegd aan de algemene reserve en wat gereserveerd moet blijven. Het college had ook na kunnen gaan wat we nog graag willen en waar we van af willen zien. Voor hen die het ESSENT-geld gevormd hebben hadden we iets kunnen doen. Dat is wel eens gedaan voor de minima (kerstbonus) en had nu ook overwogen kunnen worden. De bijlage inzake de ESSENT-gelden gaat ervan uit dat de komende jaren de opbrengst volledig wordt ingezet mede doordat gemeente financieel onder toezicht wordt gesteld. Dat doet de vraag rijzen of nu al met die visie moet worden ingestemd. Het lijkt er op dat deze bijlage niet meer actueel is als in januari/februari een nieuwe bezuiniging wordt vastgesteld. De bijlage is wel uitvoerig maar anderzijds ontbreekt informatie over de reden waarom een aantal boekwaardes worden afgeboekt. Een ander probleem met de bijlage heeft te maken met het feit dat in de Kadernota over de inzet van de ESSENT-gelden is vastgesteld dat daarvan de komende jaren een renteopbrengst verwacht mocht worden uit de algemene reserve. Als de ESSENT-gelden worden ingezet dan heeft dat gevolgen voor de begroting. Dat aspect moet nog eens goed worden onderzocht alvorens daarover direct een besluit te nemen.
De heer Gesink vindt het goed dat niet gebruikte reserves terugvloeien naar de algemene reserve. Inzake de reserve Beeldentuin Verhildersum zou eind dit jaar een besluit worden genomen en het ziet er naar uit dat dit niet lukt. Van het stuk krijgt hij de indruk dat het zo is geschreven dat de ESSENT-gelden bijna op zijn en er dus weinig meer te bepraten valt. Met de heer Smook is hij het eens dat de rentetoevoeging in de begroting nadere uitleg behoeft. Het is triest dat er weinig meer te bepraten valt over de besteding van het geld. De heer Wiertsema is het met de afwaardering van de gronden in Ulrum en Zoutkamp eens. Afgesproken moet worden dat deze gronden middels het systeem van stijgende boekwaarden niet weer stijgen in prijs want dan ontstaat hetzelfde probleem weer. Er wordt voorgesteld om de post planmatig onderhoud huisvesting primair bijzonder onderwijs vrij te laten vallen. Is dat in het OOG-overleg besproken en waar wordt het geld weggehaald voor noodzakelijk onderhoud van scholen in verband met het uitstel van de MFA in Leens. De gemeente komt onder preventief toezicht zodat in de begroting bezuinigingen moet worden doorgevoerd zodat het gestelde inzake een aantal verliezen (op blz. 18) intussen achterhaald is. Kosten vanwege het klimaatbeleid mogen van hem worden geschrapt omdat de besteding niet nader is aangegeven. Dit bedrag kan worden toegevoegd aan het verlichtingsplan omdat daarmee klimaatdoelstellingen worden gediend. Geconstateerd kan worden dat de ESSENT-gelden in vier jaar worden opgesoupeerd. Hij stemt er mee in dat dit geld wordt ingezet om leningen te voorkomen want betaalde rente kost meer dan ontvangen rente. Met het plan Zoutkamp-buitendijks moet snel worden gekapt tenzij dit wordt overgelaten aan marktpartijen. Nieuw beleid moet door de raad worden vastgesteld en niet ergens verscholen in de begroting worden meegenomen. Waarop is gebaseerd dat de kerncentrale in Borssele verkocht gaat worden. De heer Van der Zee vindt dat bij vaststelling van de rekening 2008 al een voorschot is genomen op deze nota want toe zijn tal van reserves naar de algemene reserve zijn gegaan. Dat doet de vraag rijzen of deze nota nu zomaar kan worden vastgesteld. Eind dit jaar zou een besluit worden genomen inzake de reserve Beeldentuin Verhildersum. Dat lukt niet zodat dit bedrag kan worden geschrapt zodat er een volledig opgeschoonde nota is. De financiële positie van de gemeente maakt het onmogelijk om nog lang te praten over de besteding van de ESSENT-gelden en hij is het eens met hetgeen daarover staat vermeld. Begrotingstekorten worden met dit geld gedekt en het is jammer dat er in 2014 maar zo’n € 23.000,-- van over is. Waarde van gronden in Ulrum en Zoutkamp wordt afgeboekt zodat deze in de buurt komt van de marktwaarde. De begrotingen voor de jaren 2010-2013 moeten tegen het licht worden houden zodat deze in 2014 weer sluitend is. De doorgevoerde bezuinigingen kunnen dan in 2014 worden ingezet voor dan gewenste investeringen en nieuw beleid. De heer Van Gelder leidt uit de inbreng van de heer Van der Zee af dat de gemeente helemaal niet onder preventief toezicht behoeft te worden gesteld. De heer Van der Zee heeft niet de indruk dat de provincie zich laat afschepen met een eenvoudig briefje. Er is immers geen sluitende begroting en er moet dus worden bezuinigd om nieuw beleid weer mogelijk te maken. De heer Van Gelder constateert dat de heer Van der Zee praat over een sluitende begroting. Die is er niet en daarom is hij er benieuwd naar wat hij eigenlijk bedoelt. De heer Van der Zee legt uit dat er door de ESSENT-gelden middelen voorhanden zijn voor
de aanwezige tekorten. Tegelijkertijd moet worden nagegaan hoe we een sluitende begroting kunnen krijgen zodat er dan weer geld over is voor nieuw beleid. Bij het vaststellen van de rekening 2010 in 2011 kan zodoende geld worden overgehouden wat weer kan worden ingezet voor nieuw beleid. De heer Van Gelder begrijpt hieruit dat de heer Van der Zee niet moet instemmen met het collegevoorstel. De heer Van der Zee concludeert dat de heer Van Gelder hem kennelijk niet heeft begrepen. De heer Van Gelder vindt de bijlage inzake de bestemmingsreserves beneden de maat is en is er erg ontevreden mee. Jarenlang zijn er al tekorten en het blijkt nu dat het ESSENT-geld hiervoor wordt ingezet en daarna zijn we nog niets opgeschoten. Dit geld moet zodanig worden ingezet dat je daardoor opbrengsten krijgt en dat wordt eenvoudigweg niet gedaan. In die zin moet over de bestemming worden gesproken en de kerngroep visie en ambitie moet daar ook in die zin over spreken. Het lijkt er nu op dat deze twee dingen los van elkaar worden geplaatst. De heer Van Dijk vindt dat het gestelde door de heer Van Gelder duidelijk maakt hoe ingewikkeld een en ander is. Er is een voorzichtig stuk gepresenteerd. De ESSENT-gelden maken het gemakkelijker om een aantal problemen op te lossen. Daarom denkt hij dat GroenLinks ernaast zit. Er hadden andere keuzes gemaakt kunnen worden maar het college heeft hiervoor gekozen. Het afwaarderen van de gronden in Ulrum en Zoutkamp zal de komende jaren structureel doorwerken zodat ze weer een reële waarde krijgen. We moeten voorkomen dat door waardetoevoegingen deze situatie zich herhaalt. We moeten niet gaan potverteren maar proberen een gunstiger financiële positie te krijgen. Dat kan eenvoudigweg niet met het sturen van een briefje naar de provincie met de mededeling dat tot 2013 is voorzien in de financiële tekorten. We moeten een minimumreserve in stand houden van € 2.800.000,--. Het inzetten van ESSENT-geld is een aflopende zaak. We moeten dus zorgen dat er in 2014 weer geld is voor het doen van investeringen. Er zal geregeld een nota reserves en voorzieningen terugkomen waarin wordt bekeken of reserveringen al of niet moeten worden afgeboekt of aangepast. De heer Van der Zee merkt op dat het nu december 2009 terwijl bekeken had kunnen worden hoe de reserve Beeldentuin Verhildersum ingezet moet worden. Deze nota is over enkele weken al niet actueel meer. De heer Van Dijk vindt die redenatie niet praktisch. Periodiek wordt deze nota opnieuw vastgesteld. Een aantal posten zijn niet nader genoemd omdat het college deze wil handhaven en dat moet in de volgende nota worden verbeterd. Er zijn een aantal uitgangspunten gegeven waaraan moet worden voldaan voor het laten vrijvallen van budgetten naar de algemene reserve. Het omgekeerde gebeurt ook regelmatig. Langs deze weg wil het college onnodige reserves weer benutten. Alle gebruik van reserves en voorzieningen loopt via de raad. Inzake de Beeldentuin hoeft geen voorstel te worden verwacht maar het gaat hier om een klein bedrag en het is bewust blijven staan. In de bijlage over de ESSENT-gelden wordt een duidelijk beeld geschetst van de financiële positie van de gemeente. Hij is er blij mee dat dit geld is vrijgekomen want daardoor kan de gemeente haar positie verbeteren. Anders was er volgend jaar een tekort geweest van € 1.000.000,-- en bij ongewijzigd beleid
koersen we daar de komende jaren op af. Hij denkt dat het tekort op de begroting de komende jaren een gunstiger beeld gaat vertonen en een aantal zaken die de begroting ernstig belasten worden gunstiger. De omvang van de reserve is vastgesteld en er loopt nog een lening aan Enexis van € 1.700.000,--. Hij weet niet of de kerncentrale van Borssele snel wordt verkocht maar als dat niet gebeurt dan wordt er rente ontvangen. De heer Gesink merkt op dat volgens hem in dezen geen beleid vastgesteld behoeft te worden want volgens hem heeft dit stuk een informatief karakter. De heer Wiertsema denkt daar anders over. In 2006 had de gemeente € 28.000.000,-- aan leningen uitstaan en eind vorig jaar was dat met € 7.000.000,-- opgelopen. In het stuk staat dat de ESSENT-gelden worden aangewend om nieuwe leningen te voorkomen wat financieel een gunstig effect heeft en hij stemt daarmee in. De heer Van Dijk merkt op dat dit in een bijlage staat die deel uitmaakt van de nota reserves en voorzieningen en die nota wordt vastgesteld door de raad. Het is het goed recht van de raad als ze een andere keuze wil maken. Deze nota kan niet los worden gezien van de ontvangst van ESSENT-gelden en in die zin moet de raad daar wel een besluit over nemen. De heer Van Gelder merkt op dat tegen die achtergrond GroenLinks dit voorstel niet steunt. De PvdA stemt in met de nota maar heeft moeite met het ESSENT-verhaal. Het CDA vindt dat het ESSENT-verhaal is opgesteld om zo te voorkomen dat de raad er een greep uit doet. ChristenUnie stelt dat het niet de bedoeling is dat het geld over vier jaar op is. Alleen de VVD is enthousiast over de omgang met de ESSENT-gelden in relatie tot het afwaarderen van de grond in Ulrum en Zoutkamp. Dat laatste is handig want de prijsstelling lijkt hem een slag in de lucht. In de kerngroep visie en ambitie wordt er over gesproken dat een enorme omslag gemaakt moet worden om de zaak financieel op orde te krijgen. Behoudens het afwaarderen van de grondprijs ziet hij dat laatste in het geheel niet terug in deze nota. De heer Van Dijk antwoordt dat de ESSENT-gelden onderdeel zijn van de nota reserves en voorzieningen en in die zin wordt er wel een besluit over genomen. Het college heeft met dit stuk de bedoeling de financiële positie van de gemeente te verbeteren. De heer Wiertsema merkt op dat het tekort in de begroting op blz. 18 wordt gedekt door ESSENT-gelden. De € 1.800.000,-- worden niet meer door ESSENT-gelden gedekt. Op aandrang van de provincie moeten we een stuk hebben hoe het tekort substantieel terug te dringen. De kerngroep is er mee bezig om het tekort dat nu wordt gedekt door ESSENTgelden vrij te spelen. Hij heeft er geen moeite mee om de ESSENT-gelden eerst aan te wenden voor het aflossen van dure geldleningen. Eventueel kan later worden besloten het vreemd vermogen te verhogen. De heer Gesink vindt het te ver gaan dat ervan wordt uitgegaan om in 2010, 2011 en 2012 het tekort hieruit te dekken. De heer Van Dijk is ingenomen met die stellingname want bij de vaststelling van de begroting had hij niet die indruk niet omdat toen werd ingestemd om een tekort van € 1.000.000,-- te dekken uit de reserves.
De heer Wiertsema merkt op dat die omslag komt onder druk van de provincie. De heer Van Dijk wijst er op dat toen al is gewaarschuwd voor preventief toezicht. De provincie gaat niet akkoord dat het tekort uit de reserves wordt gehaald. De gemeente moet komen met een sluitende begroting. Alleen incidentele zaken mogen uit de reserves worden gehaald. De heer Smook is benieuwd naar het oordeel van de gedeputeerde over deze bijlage. Hij kan hieruit de verkeerde conclusie trekken als zou er vier jaar niet bezuinigd hoeven worden. Het college moet worden opgedragen een bezuinigingstaakstelling op te stellen zodat deze bijlage niet behoeft te worden vastgesteld. De heer Van Dijk concludeert dat de raad opdraagt om niet vier jaar de tekorten uit de reserves te halen. Dat impliceert dat hetgeen in de bijlage staat volledig anders moet. Het college is al bezig met het zoeken naar bezuinigingen. Deze bijlage is een onderdeel van de nota. Het voorstel is zoals het is en daarover moet nu een besluit worden genomen. De heer Wiertsema merkt op dat het kan zijn dat € 1.800.000,-- wordt bezuinigd zonder de ESSENT-gelden aan te spreken. De heer Smook blijft van mening dat een raar beeld wordt geschetst door iets vast te stellen wat je helemaal niet wil gaan doen. In de Kadernota staat dat een groot deel van de ESSENTgelden in reserve moet worden gehouden om een structurele renteopbrengst te realiseren. Als deze bijlage wordt vastgesteld dan klopt dat ook niet met de begroting en ook dat moet je niet willen. De heer Van Dijk is het met dit laatste oneens. Er is besproken dat de betreffende aandelen zijn verwerkt in de begroting en ook in deze bijlage. De heer Smook wijst er op dat als hiertoe wordt besloten dat dan ook de structurele renteinkomst moet worden afgedekt omdat deze wegvalt. De heer Van Dijk denkt dat hierdoor de zaak gunstiger uitpakt. Als op de tekorten, die uit de reserves worden gehaald, wordt bezuinigd dan krijgen we meer rente-inkomsten omdat er meer geld overblijft. De heer Berghuis stelt voor om alleen de momentopname op 1 november 2009 vast te stellen en verder niets. Ditzelfde gebeurt ook met de vaststelling van de jaarrekening. De heer Van Dijk is het met dit laatste eens want in principe kun je een dergelijke handelwijze periodiek herhalen. Tegelijk is de afspraak ingelost dat inzicht zou worden gegeven hoe met de ESSENT-gelden moet worden omgegaan. De heer Van Gelder heeft probleem met de wijze waarop gepraat wordt van onvoldoende niveau. Er is € 675.000,-- voor verliezen maar nergens staat dat het college bezig is pro-actief zaken om te vormen en hij mist hierbij een toekomstvisie. Als dit het stuk is hoe om te gaan met de ESSENT-gelden dan is dat kwalitatief onvoldoende om er mee in te stemmen. De heer Van Dijk vindt dat dit stuk niet verder dan vier jaar vooruit grijpt (dus tot en met 2013). Er wordt rekening gehouden met kortingen in 2012/2013.
Er is gereserveerd om die overgang te vergemakkelijken. De vermogenspositie wordt sterker als het bedrag van € 675.000,-- meevalt. De financiële problemen worden veroorzaakt door de verhouding tussen structurele inkomsten en uitgaven. Als daar niets aan wordt gedaan dan moet geld geput worden uit de reserves. Het is duidelijk dat provincie en ook het college dat niet accepteren. De heer Van Gelder vraagt wat ons te wachten staat als we zonder visie en ambitie op de oude voet doorgaan. De heer Van Dijk antwoordt dat de heer Van Gelder zelf zitting heeft in de kerngroep zodat hij invloed kan uitoefenen op het vervolg. De heer Van Gelder constateert dat de heer Van Dijk het met hem eens is dat dit stuk niet getuigt van visie. De heer Gesink vraagt waarom de wethouder niet zegt dat dit stuk alleen geldt voor 2009 en dat het voor de rest fungeert als een soort inkijk naar de toekomende periode. De heer Van Dijk merkt op dat de nota reserves en voorzieningen fungeert als een momentopname. Inzake de ESSENT-gelden wordt aangegeven wat daarmee gebeurt voor de jaren 2009, 2010 en volgende jaren. Meerdere keren is gesteld dat we de problemen anders moeten oplossen zodat het zeker is dat hierop wordt teruggekomen. Dit is een momentopname en de zaken kunnen alleen maar gunstiger worden. De heer Smook vindt 2009 in het hele verhaal de belangrijkste kolom. Het is duidelijk dat de ESSENT-gelden niet worden ingezet voor iets anders. Voor de jaren 2010 tot en met 2013 wordt verschillend gedacht over de invulling. De heer Van Dijk antwoordt dat de nota reserves en voorzieningen een momentopname per 1 november 2009 is en de bijlage geeft een inkijk hoe met de ESSENT-gelden kan worden omgegaan. Spreker constateert dat voor 2009 hiermee wordt ingestemd en de rest moet nog worden bekeken. Het stuk geeft echter de consequenties aan voor het geval er niets wordt gedaan maar dat blijkt de raad niet te willen. De heer Wiertsema vindt dat het geld dat nu op de bank staat eerst benut kan worden om betaalde rente uit te sparen. De heer Smook vindt het nog te vroeg om het geld te benutten als financieringsmiddel. Er is ook voorgesteld dat het ingezet zou kunnen worden op een wijze dat de burger dat merkt. De heer Van Dijk is dagelijks bezig met de financiële situatie en hij is over het perspectief erg somber. Dat is voor hem reden om erg voorzichtig te opereren zodat er voor de burgers nog wat kan worden gedaan (positie minima, armoedebeleid enzovoorts). Zolang de financiële huishouding niet op orde is kan dat niet. De heer Smook is evenals de heer Van Dijk pessimistisch. Met het inzetten van de ESSENTgelden kan verschillend worden omgegaan. Binnenkort wordt gesproken over bezuinigingen op de voorzieningen en allerlei posten in de begroting. Van die effecten moet de burger zo weinig mogelijk merken.
De heer Van Dijk verzekert de raad dat de burger door te nemen maatregelen wordt getroffen. Het is de bedoeling dat eventuele plannen voor Zoutkamp-Buitendijks opgepakt gaan worden door marktpartijen behalve voor dat gedeelte waarvan de gemeente eigenaar is. Dat is gemakkelijker te doen als de waarde van deze gronden lager ligt. De heer Van Gelder vindt dat je een dergelijke kwestie niet op deze wijze aan moet kaarten in de raad. Op zichzelf genomen is het prima dat het aanwezige geld wordt toegedeeld. Ten aanzien van de achterliggende nota inzake de ESSENT-gelden ontbreekt het aan visie en hij neemt daarvan kennis. De heer Bakker antwoordt dat vanwege het uitstel van de totstandkoming van het MFA een bedrag wordt opgevoerd onder de post frictiekosten MFA. Deze post voorziet er in dat onderhoud gepleegd kan worden aan de oude bijzondere scholen. De voorzitter schorst op verzoek van de heer Smook de vergadering. Na heropening zegt de heer Smook dat het hem opvalt dat een aantal fracties in de eerste termijn geringschattende toespelingen heeft gemaakt op milieu, energiebesparing en klimaatbeleid. De PvdA-fractie stelt, in overleg met andere fracties, voor over te gaan tot vaststelling van de kolom 2009 van de nota reserves en voorzieningen. Hij steunt het voorstel tot afwaarderen van gronden omdat het belangrijk is dat de boekwaarde overeenkomt met de economische waardes maar het is gewenst om de stand van zaken die hierdoor ontstaat nog eens te bespreken in de raad. Van de kolommen 2010 tot en met 2013 wordt kennisgenomen waarbij geëist wordt dat over de inzet van de ESSENT-gelden besproken wordt op een nader te bepalen tijdstip. De heer Van Gelder vindt dat het beeld dat de heer Smook schetst overeenkomt met zijn visie. Het afwaarderen van de gronden is een slag in de lucht maar hij gaat er desondanks mee akkoord. Van de bijlage inzake de ESSENT-gelden neemt GroenLinks kennis. Over de inzet van dat geld moet een voorstel komen met daarin een scenario dat er geen financiële tekorten gaan ontstaan. De heer Berghuis stemt namens het CDA in met stand per 1 november 2009 inclusief de afwaardering van de gronden. De heer Wiertsema gaat namens ChristenUnie akkoord met de stand in 2009. Inzake de tekorten in de begrotingen moet in opdracht van de provincie gekomen worden met een plan van aanpak. Het GRP en de tarieven staan niet ter discussie maar het is nog de vraag hoe hiermee om te gaan. De kolommen 2010 tot en met 2013 moeten op korte termijn aan de orde komen. De heer Van der Zee stemt in met de stand van 2009. Het lijkt hem in ieder geval goed om het geld in de algemene reserve te houden en dit niet uit te geven. De heer Van Dijk kan er mee leven dat de jaren 2010 tot en met 2013 voorshands buiten beschouwing worden gelaten. Spreker vraagt of de fracties instemmen met de verliezen op de exploitatieopzetten inzake Bedrijven-terrein en Brugweg Ulrum vanwege investeringen die daar moeten worden gedaan. Op het afwaarderen van de gronden zal zeker teruggekomen worden bij de vaststelling van de gemeenterekening.
De voorzitter constateert dat de raad instemt met de vaststelling van de stand op 1 november 2009, er wordt ingestemd met de afwaardering van de gronden inclusief het Bedrijventerrein en Brugweg in Ulrum. Voor het overige wordt kennisgenomen van de stukken. De heer Van Gelder vraagt een toezegging van het college dat zij een stuk presenteert met daarbij een eerste opzet van de kerngroep visie en ambitie zodat op gefundeerde wijze door de raad gesproken kan worden over al hetgeen er staat te gebeuren. De heer Roffel wil daaraan toegevoegd zien de bestemming van € 5.600.000,-- van de ESSENT-gelden. De heer Berghuis merkt op dat na vanavond de terminologie ESSENT-gelden niet meer bestaat omdat dit geldt wordt toegevoegd aan de algemene reserve. De heer Smook legt uit dat van de 8 miljoen aan ESSENT-gelden € 2.200.000,-- wordt aangewend voor de afwaardering en € 100.000,-- voor exploitatieverliezen zodat over de rest nog gesproken moet worden. De heer Van Dijk merkt op dat er vanwege het preventief toezicht een toekomstvisie moet komen met daarbij een financiële onderbouwing waarin ook wordt ingegaan op de reservepositie. Spreker wil een en ander koppelen en komen met één verhaal waarover op 16 februari de raad al een besluit moet nemen. De heer Van Gelder blijft erbij dat het nu aan de orde zijnde voorstel onder de maat is. De heer Van Dijk antwoordt dat die kwalificatie geen recht doet aan de inspanning die hiervoor is gepleegd. besluitvorming: De heer Roffel verklaart na alle beraadslagingen rond de Kadernota, de begroting en nu hem niet hebben overtuigd dat dit de juiste weg is. Alle inbreng van zijn fractie wordt afgedaan met termen als verjubelen en potverteren en financiële gaten worden daarbij gevuld met pensioengelden. Tegen die achtergrond verklaart hij zich tegen dit voorstel. Met inachtneming van het vorenstaande wordt zonder hoofdelijk stemming overeenkomstig het voorstel besloten. Tevens wordt hierbij geacht dat de fractie van GroenLinks (heren Van Gelder en Schouten van Schagen) hebben tegengestemd.
10. Verordening onroerend-zaakbelastingen 2010. opiniërende bespreking: De heer Smook constateert dat als gevolg van hogere taxatiewaarden het stijgings-percentage verlaagd kan worden van 9 ¾ naar 3 ½ %. Op zichzelf genomen is dat een gunstige ontwikkeling voor de huishoudens. Er moeten nog ingrepen plaatsvinden en deze handelwijze doet de vraag rijzen of het niet verstandig is om dit voorstel te betrekken bij de op stapel staande bezuinigingen. Als we het oorspronkelijke stijgingspercentage van 9 ¾ % handhaven hoeft er minder te worden bezuinigd.
De heer Van Dijk antwoordt dat de gemiddelde stijging op 3 ½ % per huishouden komt. De meeropbrengst van de OZB is bijna 10 %. De heer Wiertsema, Gesink en Van der Zee steunen het voorstel van de heer Smook niet omdat het college-voorstel direct voortvloeit uit de al vastgestelde begroting. De heer Smook vindt dat de raad zichzelf de mogelijkheid ontneemt om enige manoeuvreerruimte te hebben bij de keuzes die gemaakt moeten worden. De heer Van der Zee vindt dat de vastgestelde begroting 2010 nu niet zomaar overboord gezet kan worden. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
11. Langetermijn agenda 2010. opiniërende bespreking: Mevrouw Vogel wijst er op dat voor januari 2010 het rapport inzake de 0-aanbieders ontbreekt. Ze is er benieuwd naar wat daarmee staat te gebeuren. De heer Bakker antwoordt dat er rekening mee gehouden moet worden dat dit in de maand maart kan. De voorzitter antwoordt dat dit te laat is omdat hij vindt dat de oude raad daarover moet spreken.. De heer Bakker staat bij dat hem is meegedeeld dat dit rapport in januari klaar zou zijn. Voorwaarde is wel dat er een kwalitatief goed en behandelbaar rapport moet zijn. De heer Wiertsema stelt dat duidelijk is toegezegd dat dit in januari 2010 zou zijn. Het bureau dat dit onderzoekt moet dan maar achter de broek worden gezeten. De heer Bakker kan het als een opdracht beschouwen dat hij er voor moet zorgen dat de oude raadt dit behandelt. De heer Bakker zegt toe dat dit rapport in februari 2010 zal worden behandeld. Mevrouw Vogel wenst de heer Bakker te houden aan zijn zojuist gedane toezegging. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
12. Begrotingswijzigingen. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
13. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen van gemeenschappelijke regelingen, enz.
Geen van de leden doet verslag van een bijgewoonde vergadering.
14. Rondvraag. (Opmerking notulist: Eerst wordt de schriftelijk gestelde vraag aangehaald en vervolgens wordt de beantwoording weergegeven). Vraag van de fractie van ChristenUnie Zoals bekend is het openbaar vervoer overgegaan van vervoersonderneming Arriva naar Qbuzz. Tussen Arriva en Qbuzz is (nog) geen overeenstemming bereikt m.b.t. stalling van de bussen in Zoutkamp. Qbuzz heeft haar bussen nu bij loonbedrijf Geertsema te Niekerk gestald. Bij de inwoners van Zoutkamp is hierover onrust ontstaan, nu de bussen bij loonbedrijf Geertsema wegrijden naar Zoutkamp over de Churchillweg. Vlak aan deze weg ligt een basisschool. Antwoord: De heer Bakker antwoordt dat overlegd is en als definitieve oplossing heeft Qbuzz gekozen voor de locatie van het voormalige schotelterrein aan de Panserweg in Zoutkamp. Er is meegedeeld dat een tijdelijke stalling bij het loonbedrijf Geertsema in Niekerk beslist niet de voorkeur had van het college. Dat is niet alleen om planologische redenen maar ook omdat dan busverkeer door het dorp Zoutkamp moet wat niet bevorderlijk is voor de verkeersveiligheid. Het college is verbaasd en vindt het ongewenst dat de bussen (tijdelijk) in Niekerk zijn geplaatst. Zij gaat hierover in overleg. Het gaat om een tijdelijke periode want de bouwaanvraag voor stalling op het schotelterrein kan omstreeks maart 2010 zijn afgewikkeld. Bij het OV-bureau zal er op worden aangedrongen dat de stalling van bussen voortaan onderdeel moet gaan uitmaken van de aanbesteding want anders is het mogelijk dat over vijf jaar ditzelfde probleem weer speelt. Vraag van de fractie van de VVD In het Dagblad van het Noorden hebben wij kunnen lezen dat de provincie in 2011 voornemens is de subsidie voor het "Huis van de Sport" stop te zetten. De VVD fractie heeft de volgende vragen hierover: Is het college op de hoogte van het stopzetten van deze subsidie? Welke gevolgen heeft dit voor de ontwikkeling van de sportdorpen Eenrum en Wehe-den Hoorn? Welke gevolgen heeft dit voor het "BOS" project? Welke actie gaat het college ondernemen om de provincie op andere gedachten te brengen? De heer Limberger merkt op dat in overleg met de gedeputeerde een fonds wordt gevormd inzake de leefbaarheid in krimpgemeenten waardoor de gestelde bezuiniging wat draaglijker wordt. Antwoord: De heer Bakker antwoordt dat de provincie een concept kader heeft gegeven voor
zaken waarop kan worden bezuinigd waaronder sport. Een en ander heeft geen gevolgen voor de BOS-activiteiten en Sportdorp Eenrum-Wehe-den Hoorn. De reguliere ondersteuning vanuit het Huis voor de Sport gaat deels met een provinciale subsidie. De VGG heeft bij de provincie onder de aandacht gebracht dat bij bezuinigingen zaken op elkaar worden afgestemd en in januari 2010 wordt hiermee verder gegaan. Vragen van de fractie van de PvdA. Vorige week dinsdag is in het college besloten de formatieplaats Toerisme en Recreatie van 24 uur terug te brengen naar O. Dit verbaast ons zeer, temeer daar Toerisme en Recreatie het speerpunt van beleid is om de lokale economie van onze gemeente te ontwikkelen. Zo ja, kan het college deze keuze motiveren? Hoe verhoudt dit zich met de door de raad vastgestelde begroting voor 2010? Welke consequenties heeft het wegvallen van de formatieplaats Toerisme en Recreatie voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie in ons gebied, zowel op de korte als op de wat langere termijn? Is het college van mening dat de raad dit moet bespreken? Betekent het wegvallen van de formatieplaats Toerisme en Recreatie dat de hierbij behorende werkzaamheden stilgelegd zijn? Hoe kan het college de continuïteit garanderen van de voortgang ontwikkeling toerisme en recreatie als er geen formatieplaats Toerisme en Recreatie (meer) is? Antwoord: De heer Hiemstra antwoordt dat er een taakstelling is ten aanzien van het personeel zodat bij alle afdelingen bekeken wordt of die kan worden gehaald. Als eerste heeft de afdeling VROM hiertoe een overzicht gepresenteerd. De zorg van de PvdA-fractie worden door hem onderkend en gedeeld. De planning die het college heeft inzake toerisme en recreatie is opgenomen in de begroting. Het college heeft bekeken of deze planning met inzet van het zittende personeel deze planning kan worden gehaald en zij heeft geconcludeerd dat dit met de helft van het aantal uren kan worden bereikt. Het pakket economische zaken, recreatie en toerisme is teruggebracht van 48 naar 24 uur en niet tot nul uur. Er wordt niet verwacht dat het gestelde in de programmabegroting niet kan worden gehaald zodat deze zaak niet aan de raad behoeft te worden voorgelegd. Wanneer zaken de vorm aannemen van een bijzonder project dan is inhuur mogelijk De ontwikkelingen rand Asingahof in Ulrum staan inmiddels wel in schril contrast met de grootschalige plannen rond de verbouw van het zorgcentrum. Vorig jaar nog positief nieuws toen de bewoners van Asingahof en omwonenden ingelicht werden over de plannen. De nu voor handen zijnde informatie gaat vooral over de krimp. Verpleeg- en zorgplaatsen naar Leens en personeel ontslagen. Niet alleen de oorspronkelijke plannen zijn van tafel maar de ontwikkelingen staan ook
in schril contrast met waarvoor de gemeente zich zei in te zetten zoals: het winkelcentrum, dienstverlening naar Leens en in Ulrum de zorgvoorzieningen. Hoewel de gemeente geen directe invloed heeft op de ontwikkelingen binnen het zorgcentrum is ze toch betrakken bij de onderhandelingen die regelmatig plaatsvinden. • wat is tot op heden de inzet geweest van het college in dat overleg om de zorg- en verpleegplaatsen voor Ulrum te behouden om daarmee haar toegezegde inzet vorm te geven? • vindt het college niet dat over haar ral naar buiten toe duidelijker gecommuniceerd had moeten worden? • is het college met ons van mening dat ook vanuit Asingahof (Zonnehuisgroep) een duidelijker communicatie nodig is? het college vindt een heldere communicatie met de burgers ook belangrijk. • is ze met ons van mening dat dat hier onvoldoende aan de orde is? • en dat ze andere partijen (Asingahof) hierop ook moet wijzen? Antwoord: De heer Van Dijk antwoordt dat de gemeente geen directe greep heeft op de ontwikkelingen. Het college zet zich in voor behoud van verzorging en verpleging en over de ontwikkelingen is de raad geregeld geïnformeerd. De eindverantwoordelijkheid in dezen ligt bij de betreffende organisatie en de gemeente is niet bevoegd daarin te treden en dat geldt ook voor de communicatie met het dorp en het personeel. De gevolgen voor Asingahof en ’t Olde Heem zijn nog onduidelijk. De heer Van der Heide wijst er op dat voor Leens een rol is weggelegd op het vlak van de dienstverlening en winkelcentrum en Ulrum op het vlak van de zorgverlening. De heer Van Dijk stelt nu dat de gemeente daarop geen directe invloed heeft en dat roept de vraag op welke betekenis dit dan nog heeft. Bij hem bestaat nu de indruk dat de invloed van he gemeente geen enkele waarde heeft. De heer Van Dijk vindt dat een en ander enigszins uit zijn verband wordt getrokken. Er is in het verleden gesproken over centralisatie en concentratie op Leens maar op het vlak van de zorgverlening gaat het om autonome instellingen die hun eigen afwegingen maken. Zojuist heeft hij gesteld dat het college zich inzet voor behoud van de zorg in dit gebied op de plaatsen waar nu vestigingen zijn (Ulrum en Kloosterburen) en op uitbreiding van de verpleging in dit gebied. De instellingen zelf nemen in dezen besluiten en de gemeente kan dat niet overnemen. De heer Van der Heide is de rol van de gemeente en de instellingen voldoende duidelijk. Het gaat hem er om dat de gemeente haar rol duidelijk maakt. Als wordt gesteld dat behoud van de zorg in Ulrum wordt nagestreefd dan moeten we weten wat dit betekent. Als de gemeente laat weten aan de bevolking dat haar invloed minimaal is dan is er ook duidelijkheid. De heer Van Dijk herhaalt dat wordt ingezet op behoud van zorg en uitbreiding van verpleging en ook op behoud van voorzieningen en werkgelegenheid.
15. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 23.10 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 januari 2010.
