Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 27 januari 2009 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens.
Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis mevrouw E.P. van den Broek de heer H.W. van Gelder de heer M.H.J. Halsema de heer H. van der Heide de heer W.G.J. Limberger de heer J. Roffel de heer J.P. van der Vis mevrouw J.H. Vogel de heer T.M. de Vries de heer B.S.H. Wiertsema de heer F.P. van der Zee
Afwezige raadsleden: de heer H. Gesink de heer J.B. Schouten van Schagen de heer L. Smook
Voorzitter:
de heer M.H.J. Halsema
- tevens raadslid
Wnd.griffier: mevrouw M. Hegeman-van Eisden
Aanwezige overige leden burgemeester en wethouders:
de heer N. Bakker
- wethouder
de heer M. van Dijk
- wethouder
de heer J.L. Hiemstra
- wethouder
mevrouw A. Imminga
- wnd. gemeentesecretaris
1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Spreker deelt mee dat de voorzitter, mevrouw Stam deze vergadering niet kan voorzitten. Hij constateert dat de agenda wordt vastgesteld met dien verstande dat wegens het ontbreken van stukken, punt 10 (Begrotingswijzigingen) wordt afgevoerd.
2. Spreekrecht voor het publiek. Geen van de aanwezigen maakt gebruik van het spreekrecht.
3. Aanwijzen primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot aanwijzing van de primus. Daartoe wordt getrokken nummer 8 de heer Roffel.
4. Vaststelling notulen alsmede de lijst van toezeggingen. notulen 25 november 2008 Mevrouw Van den Broek stelt voor om onder punt 7 op blz. 8, de 3e regel van boven als volgt te wijzigen: · Momenteel zijn er 17 gebruikers van de Voedselbank in deze gemeente en het ziet er naar uit dat dit aantal toeneemt. De notulen worden met inachtneming van de voorgestelde wijziging vastgesteld. notulen 16 december 2008 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. lijst van toezeggingen: De heer Roffel lijkt het gewenst dat bij de toezeggingen data worden toegevoegd want op de eerste pagina is dat alleen bij de eerste gebeurd. In het geval dit gewijzigd moet worden dan
kan dat door de raad worden gedaan. De nummers 24, 25 en 26 zijn inmiddels afgewikkeld. Toezeggingen waaraan binnen een erg beperkte tijd gereageerd kan worden hoeven wat hem betreft niet op deze lijst te komen De heer Wiertsema is het ten aanzien van het laatste niet eens met de heer Roffel. Toezeggingen waaraan nog niet is voldaan moeten volgens hem gehandhaafd blijven op de lijst. De heer Roffel meent dat de raad in voorkomende gevallen altijd in staat is om zaken weer op te voeren. De heer Wiertsema wijst er op dat van de nummers 25 en 26 nog bepaalde onderdelen moeten worden gepresenteerd aan de raad waardoor ze niet afgevoerd moeten worden. De heer Berghuis is het met de heer Roffel eens want deze lijst beschouwt hij niet als serieus. Er horen data bij te worden gezet. Het is ook gewenst om kritisch te bekijken wat al dan niet op de lijst moet komen. De voorzitter constateert dat het presidium de lijst nog aan een kritische beschouwing moet onderwerpen. Punt 23
V.V. Eenrum
De heer Limberger constateert dat volgens de memo het contact met deze vereniging positief is verlopen. Het is een positieve ontwikkeling als met problemen van burgers serieus wordt omgegaan. Dit laatste geldt ook bij de bewoners van de Hoofdstraat in Pieterburen. De voorzitter neemt hiervan kennis.
5. Ingekomen stukken.
opiniërende bespreking: Punt A6 Lauwersoog.
Jaarrekening en begroting Exploitatiemaatschappij Havencomplex
De heer Wiertsema vindt dat de presentatie van de jaarrekening 2007 te laat is en dat dit eerder moet. De voorzitter zegt toe dat dit voortaan gaat gebeuren.
Punt A7
Schrijven J. van der Laan en A. Klont te Pieterburen
De heer Van der Vis constateert dat na de realisatie van het Masterplan Pieterburen het een en ander is misgegaan en zou graag zien dat dit nog eens serieus worden bekeken.
De heer Roffel heeft al kennisgenomen van de principe-uitspraak van het college terwijl nu wordt voorgesteld om deze zaak in handen te stellen van haar en dat is erg vlug. Het lijkt hem wenselijk om de hele problematiek rond de parkeerplaats met daarbij de handhaving van de verleende vergunningen nog eens aan de orde komt. De heer Berghuis vraagt aan het college om op erg korte termijn (vóór de aanvang van het seizoen) de verzoeken van briefschrijvers te bekijken en dan met name de doorgang naar het parkeerterrein. De heer Van Gelder constateert dat de raad het Masterplan heeft vastgesteld en vindt dat niet te nadrukkelijk op individuele verlangens van burgers moet worden ingegaan. Met het voorstel om dit schrijven in handen te stellen van het college is hij het eens. De heer Roffel merkt op dat de vorige keer de voorzitter een aantal keren heeft gezegd dat de raad op de stoel van het college ging zitten want daar verzet hij zich tegen. Het is bezwaarlijk dat het advies van het college al in de krant stond nog voordat de raad daarover was geïnformeerd. Het gaat hem om de wijze waarop het college omgaat met de raad. De heer Van Gelder vindt dat het college deze zaak in een breed perspectief tegen het licht moet houden en in die zin moet nadenken over dit verzoek. Doordat er in de krant commotie is ontstaan omdat dit wordt voorgelegd aan de raad en de wethouder wordt gevraagd daarop te reageren; gaat zich buiten de raad om een heel spel afspelen. De raad bepaalt welke kant het opgaat met Pieterburen en het college bekijkt hoe dat wordt ingevuld en informeert de raad daarover. Aan alle krantenartikelen over deze zaak stoort hij zich. De heer Roffel merkt op dat kranten de ontwikkelingen scherp volgen. Daarom is het raadzaam om niet te snel de publiciteit te zoeken. De heer Wiertsema wacht het advies van het college af. Het verzoek moet serieus worden bekeken en zou graag zien dat vóór half maart het advies wordt gepresenteerd. De heer Hiemstra vindt dat bij het maken van een advies het van belang is om daar ook de visie van de raad te betrekken. Bij de aanleg van het multifunctioneel plein is duidelijk en ook met verschillende partijen afgesproken dat geen verbindingen naar de Hoofdstraat zouden worden aangelegd. In die zin heeft hij gereageerd op gestelde vragen. Het is mogelijk dat die visie wijzigt nadat een en ander is onderzocht. De heer Wiertsema vraagt of dit onderzoek vóór half maart kan plaatsvinden. De heer Hiemstra kan dit nu niet toezeggen omdat hij dit eerst wil bespreken met de betrokken ambtenaren.
Punt A8
Schrijven Jeugdsoos Happy Station over Oud en Nieuw
De heer Wiertsema kon de reactie van de burgemeester op de Jeugdsoos in Wehe-den Hoorn waarderen. Is inmiddels een gesprek gevoerd met het bestuur en hoe gaat dit nu verder. De heer Van der Vis sluit zich hierbij aan.
De heer Van Dijk antwoordt dat het gesprek staat gepland voor begin februari zodat er niets naders over gezegd kan worden.
Punt B3
Splitsing Essent: gevolgen gemeentelijke aandelen
De heer Wiertsema heeft kennisgenomen van de stukken en vindt dat de raad over alle opties moet worden geïnformeerd over de voor- en nadelen. Het is beter om dit niet te betrekken bij de Berap of de Kadernota want het gaat hier om aanzienlijke bedragen waarover door de raad een besluit moet worden genomen. De heer Roffel verwacht dat zowel de splitsing alsook de gevolgen uitgebreid en afzonderlijk ter besluitvorming zullen worden voorgelegd aan de raad. De heer Van Dijk merkt op dat inmiddels een bod is gedaan op de aandelen van Essent waarover door de raad een besluit moet worden genomen. Met de provincie en de vereniging van noordelijke aandeelhouders zit deze gemeente op het spoor om te besluiten tot verkoop van de aandelen. Het is echter aan de raad om dienaangaande een besluit te nemen. De invloed van deze gemeente is erg gering. We hoeven ons ook niet rijk te rekenen want momenteel staat als inkomenspost het dividend van Essent in begroting opgenomen en daar zal dan een eind aan komen. Midden 2009 zal in de vergadering van aandeelhouders van Essent over de verkoop een besluit worden genomen. Over deze verkoop worden vergaderingen gehouden en hij roept alle raadsleden op om deze te bezoeken. Bij het maken van voorstellen denkt hij zich te laten leiden door dit gezamenlijk ter hand te nemen en zich daar door te laten leiden. De raad moet beseffen dat haar invloed gering is maar zij moet dienaangaande wel zelfstandig een besluit nemen. De splitsing van Essent is opgedragen door de Kamer en de afstand tot dit nutsbedrijf is dusdanig groot dat hij op zichzelf genomen niet ongelukkig is met deze verkoop. De heer Roffel neemt met genoegen kennis van de reactie van de wethouder. De heer Van Gelder merkt op dat de splitsing nog niet een feit is en er wordt gewag gemaakt van verstrekkende consequenties. Het begint er op te lijken dat de landelijke overheid bepaalde ontwikkelingen ongewenst vindt om daarover lagere overheden als eigenaar een besluit over te laten nemen maar eigenlijk zegt de wethouder dat onze inbreng zo gering is dat wij niet in staat zijn om hierover een besluit te nemen. De heer Berghuis vindt deze discussie te ver voeren. In het gepresenteerde stuk wordt alleen kennisgegeven van de splitsing. De verkoop staat nu niet op de agenda. De kennis die wij nu hebben is gebaseerd op krantenberichten en dat is gevaarlijk. De heer Wiertsema heeft gevraagd om eventuele verkoop voor te leggen aan de raad en dat is toegezegd.
Punt B4
Decembercirculaire gemeentefonds
De heer Van der Vis merkt op dat in de bijdrage uit het gemeentefonds een tegemoetkoming mogelijk is voor een vrijwilligersverzekering. Hoe is dit hier geregeld en kan bekeken worden of daaraan behoefte is.
De heer Wiertsema krijgt de indruk dat de baten twee keer worden uitgegeven. Enerzijds om als dekking te dienen voor de OZB en anderzijds voor de invoering van de WABO en het Elektronisch Kinddossier. Er is besloten om het geld te bestemmen voor de OZB zodat voor andere doeleinden het geld elders vandaan moet komen. De heer Van Dijk antwoordt dat de heer Wiertsema gelijk heeft. Het geld voor de WABO en het Elektronisch Kinddossier wordt geput uit de algemene reserve. Alle zaken waarvoor geen voorstel was, zijn niet meegenomen in de begroting. Als de gemeente wordt verplicht om dat op te pakken dan zal daartoe een voorstel worden gedaan aan de raad. De gemeente heeft geen vrijwilligersverzekering. Iedere organisatie heeft dat voor zichzelf gedaan. Het college heeft dit nog niet besproken maar het lijkt hem wenselijk dat de gemeente hiertoe overgaat en meeneemt in de Kadernota. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten.
6. Rapportage vermindering administratieve lasten. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis is voorstander van vermindering van de administratieve lasten. In het verleden heeft de VVD daartoe voorstellen gedaan. Het blijkt dat veel zaken kunnen worden vereenvoudigd en het frappeert hem dat Lex Nova voor kapvergunningen dezelfde procedure bepleit als eerder door zijn fractie gedaan. Het college wil de huidige kapverordening handhaven en hij is het daar niet mee eens. Er is een lijst met monumentale bomen die hooguit moet worden aangepast zodat er weinig kosten behoeven te worden gemaakt. Burgers verkrijgen na aanpassing meer vrijheid en daar is men bij gebaat. Het zal altijd zo zijn dat er burgers blijven die zich niet aan de gestelde regels houden. Daarom blijft controle noodzakelijk en moet er strenger gehandhaafd worden. Meer vrijheid moet niet tot gevolg hebben dat het gevoel ontstaat dat men vrij is om meer kan doen wat men zelf wil. De heer Van der Heide stemt in met het rapport van Lex Nova. Het is duidelijk dat met burgers, ondernemers en ambtenaren is gesproken maar er staat niet bij hoe er door hen is gereageerd. Toevalligerwijze is hem bekend dat ondernemers ingenomen zijn met het rapport. Hij is benieuwd hoe ondernemers aankijken tegen de exploitatievergunningen. Op het punt van de kapvergunningen vraagt hij zich af of het nodig is om een lijst op te stellen. Volgens hem is het eenvoudiger dat wordt uitgegaan van het criterium van een diameter van 40 centimeter. Er wordt gesteld dat bij kleine woningaanpassingen uitgegaan kan worden van goede afspraken met Wierden en Borgen maar op voorhand vertrouwt hij hier niet op. Hoe denkt de gemeente de kwaliteit te garanderen als zij indiceringen gaat doen. Het aspect van de welstandsvrije gebieden zou verruimd kunnen worden. De suggesties voor de WMO-winkel, het accountmanagement en integrale handhavingsplannen lijken hem goed toe en daar kan op korte termijn mee worden begonnen. De heer Wiertsema merkt op dat het verzoek hiertoe al dateert van 2005 maar desalniettemin is hij ingenomen met het rapport. Er zou opiniërend over worden gesproken maar inmiddels heeft het college al een standpunt ingenomen. Met de aangedragen voorstellen in het rapport stemt hij volledig in. Als uitgangspunt bij vergunningen kan worden genomen een groter wederzijds vertrouwen en het vervangen van algemene beleidsregels bij vergunningen wordt
door hem onderschreven. Het is mogelijk om nog verder te gaan dan nu wordt geopperd. Gedacht kan worden aan verkorten van wacht- en doorlooptijden, verruiming openingstijden, inzet van de elektronische overheid, vereenvoudiging van aanvraagformulieren, begrijpelijk taalgebruik, het gebruikmaken van een “luisterend oor” en mediation. Als discussiepunten resteren dan nog de opvattingen die het college heeft. Het werken met een lijst bij kapvergunningen gaat het meest ver omdat de rest dan wordt vrijgegeven. Wat hem betreft kan het vragen van evenementen-vergunningen bij minder dan 500 bezoekers worden afgeschaft als daartoe in de verordeningen wordt voorzien. Het aanvragen van vergoeding voor leerlingenvervoer en van standplaatsvergunningen kan worden gereduceerd als wordt bepaald dat men bij wijziging van de situatie wordt verplicht om dit door te geven. Het instellen van welstandsvrije gebieden kan veel ruimer want hierin wordt voorzien door de aanwezigheid van het welstandsplan en bestemmingsplannen. Wat hem betreft wordt dit en ook het beeldkwaliteitsplan afgeschaft. Mensen besluiten op een bepaald moment om een woning te gaan bouwen en dan is het aannemelijk dat men er ook iets fraais van wil maken. Met vergaande detailleringen in beeldkwaliteitsplannen over maten en kleurstelling op ondergeschikte punten heeft hij het gehad. Het is gewenst om in de lange termijnagenda en ook bij de Berap rekening te houden met de verdere uitwerking. In het rapport wordt gerept over bestuurlijke boete. Hiervan is hij geen voorstander omdat dit volgens hem veel kost en weinig oplevert. De heer Berghuis vindt dat dit rapport gezien kan worden als een aanzet om administratieve lasten te verminderen. Het is zijn inzet om daarvoor maximaal te gaan. Hij is het niet eens met al die keren dat het college stelt dat zij het daarmee niet eens is tenzij dit uitvoerig gemotiveerd. Met het rapport wordt ingestemd maar niet met het gestelde door het college. De heer Van Gelder merkt in algemene zin op dat GroenLinks er mee instemt om zaken zo elegant en eenvoudig mogelijk te regelen. Begin vorig jaar is met dit rapport begonnen en vervolgens is dat jaar veel gebeurd. In het rapport staat dat de rol van de overheid is de afgelopen 10 jaar erg gewijzigd. De laatste jaren ontstaat het besef dat gewijzigde verhoudingen tussen overheid en burgers gevolgen moeten hebben voor de wijze waarop collectieve belangen door de overheid worden behartigd. Vervolgens wordt gesteld dat deze benadering veronderstelt dat de politiek zowel landelijk als locaal er voor moet uitkijken dat zij direct haar verantwoordelijkheid weer tot zich te trekt als zich incidenten voordoen. In de financiële wereld bleek dat men zelfregulering niet aankon. Je kunt alleen van de enorme regeldruk afkomen als de politiek de moed heeft om de samenleving zelf haar problemen te laten oplossen. Daar kunnen vraagtekens bij worden geplaatst en het lijkt hem goed om daar nog eens over na te denken. Het verbaast hem dat wordt gesteld dat het acceptabel is dat door het zelf regelen van zaken er rechtsongelijkheid ontstaat. Wil je werkelijk wat doen aan inperking van de regeldruk dan moet worden nagedacht over de relatie overheid en samenleving. Het is jammer dat de andere fracties dit niet hebben aangestipt en ook in de stukken van het college ontbreekt dit aspect. In de stukken kan worden geconcludeerd dat de overheid een monster is dat alleen maar regels produceert. Dat is een negatieve benadering van de overheid en als er geen uitspraak wordt gedaan hoe we dat veranderen dan komen de regels heel snel weer terug. Het is zinvol om de verbinding tussen overheid en burger tegen het licht te houden en te bekijken hoe zaken elegant en eenvoudig kunnen worden geregeld en niet uitsluitend bezig gaan met het snoeien van regels. De heer Wiertsema stelt dat hij heeft aangegeven dat in de relatie overheid-burger moet worden uitgegaan van vertrouwen. Daarmee wordt het beeld geschetst hoe zijn fractie
aankijkt tegen die relatie. De heer Roffel merkt op dat gebruik is gemaakt van het aanbod van het MKB en de Kamer van Koophandel om dit ter hand te nemen. Achteraf moet geen nieuwe voorwaarden worden geschapen en niet worden verklaard dat dit anders had moeten worden aangepakt. De basis van dit project was zoals ChristenUnie stelt: wederzijds vertrouwen. Over standpunten moet goed worden nagedacht. De heer Van Gelder merkt op dat de door hem gemaakte opmerkingen niet inhouden dat hij negatief staat tegenover dit rapport. Het is niet zo dat de aanwezige regels een bron zijn van wantrouwen. De overheid is ingesteld om met elkaar dingen te regelen en dat gaat uit van vertrouwen. De heer Wiertsema lijkt het niet toe dat het maandelijks invullen van formulieren door bijstandscliënten getuigt van vertrouwen en dat geldt ook voor het leerlingenvervoer. Daarom heeft hij niet de indruk dat de overheid veel vertrouwen in haar burgers heeft. Daarom is het beter om mensen te verplichten om bij wijziging van de situatie hiervan melding te maken. De heer Hiemstra vindt dat bij een beslissing over het afschaffen van regelingen, de voorwaarden die dat met zich meebrengt, direct en volledig moet worden gepresenteerd. Dat kan niet in een opiniërende bespreking. Dit punt was eerst geagendeerd voor de vergadering van december. Toen lag de lijst met opmerkingen van het college er niet bij. Het college acht dit punt dermate belangrijk dat zij er over heeft gesproken. Het college vindt het niet correct om de raad haar visie op bepaalde suggesties te onthouden. De heer Wiertsema wijst er op dat één collegestuk is gedateerd op 4 november 2008. De meerderheid van de raad vindt dat aanbevelingen van Lex Nova moeten worden overgenomen en dat heeft tot gevolg dat in de lijst van het college zes wijzigingen zullen ontstaan. De heer Hiemstra is het hiermee eens en dat zal een rol gaan spelen bij het verdere verloop. Het is een goed idee om nog eens nader van gedachten te wisselen over het ontstaan van de regelgeving en de taak van de overheid. Het lijkt hem een terecht toe dat wordt nagedacht over de opmerking dat de overheid geneigd is om bij een ontsporing weer regels te gaan vaststellen. Het college zal uitvoerig motiveren waarom zij vindt dat bepaalde regels moeten blijven gehandhaafd. De heer Van Dijk vult aan dat alle ondernemers positief stonden tegenover alle aanbevelingen maar dat ze een voorbehoud maakten ten aanzien van de daadwerkelijke uitwerking. Er is een ontwikkeling gaande naar steeds minder regels maar men is er voor beducht dat afschaffing leidt tot nieuwe regelgeving. Men neemt daarom een afwachtende houding in. De heer Van der Heide hoopt dat met de inbreng wat gebeurt en hij is er benieuwd hoe daar gestalte aan wordt gegeven. Het is goed om bij een andere setting over dit onderwerp nader van gedachten te wisselen. Men is voor het verminderen van regels en dat uitgegaan moet worden van wederzijds vertrouwen. Men moet zich realiseren dat de vele regelgeving is ontstaan door hen die dat vertrouwen hebben beschaamd en er misbruik van hebben gemaakt. Mevrouw Van den Broek merkt nog op dat de geest van de wet iets anders is als de letter van de wet.
De heer Wiertsema stelt dat het eigenlijk zo is dat vakidioten gedetailleerd regels opstellen en hen die dit moeten uitvoeren er vervolgens niet mee uit de voeten kunnen. Hij heeft gevraagd de zaak op de lange temijnagenda zetten zodat de zaak dan op gefaseerde wijze weer aan bod kan komen. De heer Hiemstra zegt toe dat dit onderwerp op de lange termijnagenda zal worden geplaatst. Het is beslist niet de bedoeling om de raad te confronteren met visies van het college op bepaalde zaken. Om de reductie van regels goed te laten plaatsvinden is hulp van de raad beslist nodig en alle gemaakte opmerkingen worden in de beschouwingen betrokken. conclusie: De voorzitter constateert dat de notitie voorlopig in voldoende mate is besproken.
7. Bezwaarschriften mevrouw D. Hoorweg-Troost, Warfhuizen. opiniërende bespreking: De heer Roffel stemt in met het collegevoorstel. Het is een goede zaak dat er gelegenheid wordt geschapen om besluiten door de rechter te laten toetsen. In de toelichting staat dat mevrouw Hoorweg via haar raadsman moet worden geïnformeerd op de nog openstaande rechtsmiddelen. In het conceptbesluit staat dat zij daarop wordt gewezen. Volgens hem dient dit op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht aan mevrouw Hoorweg zelf te worden gedaan tenzij hiertoe een machtiging is verstrekt aan haar advocaat. Het gaat hem er om dat de tekst goed is zodat wordt voorkomen dat er door slordigheden nog allerlei procedures ontstaan. De heer Van Gelder sluit zich hierbij aan want het conceptbesluit is erg ingewikkeld geformuleerd. De heer Van der Vis was in de vergadering van 25 maart 2008 tegen het besluit om geen voorbereidingsbesluit te nemen. De VVD blijft bij zijn toen geformuleerde standpunt en is dus ook tegen dit voorstel. De heer De Vries is tegen het ontwerp besluit omdat hij meent dat de bezwaren gegrond zijn. ChristenUnie vindt dat vorig jaar wel een voorbereidingsbesluit had moeten worden genomen. Toen ging het er om of een windturbine al of niet moet worden beschouwd als een gebouw of een ander gebouw. Men baseerde zich op een uitspraak van de voorzitter van de afdeling bestuursrecht van de Raad van State waarmee hij het nog steeds niet eens is. Heeft dit besluit consequenties voor de vervanging van bestaande windturbines. De heer Hiemstra antwoordt dat dit besluit geen consequenties heeft voor bestaande windturbines. Er is geprobeerd om het besluit zo te formuleren dat zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de ingewikkelde procesgang. Hij kan niet beoordelen of de formulering van het besluit hierdoor moeilijker is geworden dan strikt noodzakelijk. Als een en ander anders moet worden geformuleerd dan vraagt hij de raad om in dit geval met tekstvoorstellen te komen. Spreker haalt artikel 6.17 van de AWB aan waarin staat dat indien iemand zich laat vertegenwoordigen het orgaan bevoegd is om op het bezwaar of beroep te beslissen de op de zaak betrekking hebbende stukken in ieder geval toezendt aan de gemachtigde. Volgens een uitspraak van de Raad van State geldt de toezending van de stukken aan de gemachtigde als bekendmaking aan de belanghebbende. Dat laatste is hier aan de orde. De heer Roffel stemt in met het voorstel als het college zeker weet dat een en ander juridisch
gezien klopt. De heer De Vries meent dat op het moment dat een bestaande windmolen moet worden vervangen dat dan opnieuw vergunning moet worden gevraagd. Als een windturbine wordt aangemerkt als een gebouw dan zal dat volgens hem gevolgen hebben vanwege het nieuwe bestemmingsplan. De heer Hiemstra merkt op dat de heer De Vries gelijk heeft maar in het nieuwe bestemmingsplan hebben bestaande windmolens een aparte status gekregen als vergunde windmolens. In dit geval moest de wind-molen nog worden gebouwd en dat is een ander verhaal. Het bestemmingsplan is conserverend van aard en dat betekent dat objecten die aanwezig waren als vergund kunnen worden beschouwd. Voor de nu bestaande windmolens staat dit nadrukkelijk aangegeven in het bestemmingsplan. De heer Wiertsema merkt op dat volgens hem in het bestemmingsplan windturbines niet worden aangeduid met gebouw of ander gemaakt maar dat ze als zodanig worden genoemd. De heer Hiemstra merkt op dat we over het bestemmingsplan spreken dat ten tijde van de aanvrage gold en niet het huidige. besluitvorming: De voorzitter constateert dat het voorstel met 7 stemmen voor (fracties PvdA, CDA en GroenLinks) en 5 stemmen tegen (fracties VVD en ChristenUnie) wordt aanvaard. 8. Aanstelling raadsgriffier. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
9. Eervol ontslag mevr. A.J.T.C. Amsing. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
10. Verordening op het alleenrecht inkoop ICT. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis vindt dat bij gemeentelijke samenwerking de spelregels van tevoren moeten worden vastgesteld en niet achteraf maar steunt het collegevoorstel wel. De heer Roffel vindt de tekst van voorstel te moeilijk om het goed te kunnen begrijpen. Waar is het vertrouwen op gebaseerd om dit over te laten aan de gemeente Bedum, die tot op heden kon in dezen geen verordening maken en na alle gemaakte opmerkingen van zijn fractie ten aanzien van ELO Grunn. De hele teneur van het voorstel is dat burgers worden gezien als overheidsinstellingen en hij zou graag zien dat het college dit wat verduidelijkt.
De heer Van Gelder constateert dat er problemen zijn op het punt van de inkoop in BMWverband. Er blijkt geen duidelijke rechtspersoon te zijn en er zit verschil in het inkoopbeleid van de verschillende gemeenten. Welk inkoopbeleid gaat er nu worden gevoerd en wordt dit nog aan de raad voorgelegd. De heer Berghuis concludeert dat gaande het proces rond inkoop en aanbesteding men er achter kwam dat de zaken niet goed waren geregeld. Het is een goede zaak dat dit op deze wijze wordt rechtgezet. Volgens hem is dit voorstel voldoende duidelijk. De heer Wiertsema steunt het voorstel en wacht af hoe een en ander verder wordt ingevuld. De heer Hiemstra is het eens met het gestelde inzake burgers en andere overheidsinstellingen. Het ging hier om de rechtmatigheid dat namens jou iemand anders een handtekening zet onder een aankoop als jouw instemming daar niet bij ligt. Dit had beter vooraf gedaan kunnen worden en hij hoopt dat hieruit lering wordt getrokken. Het vertrouwen dat een en ander goed gebeurt is gebaseerd op het feit dat is afgesproken dat het volgens de inkoopregels van de gemeente De Marne zal verlopen. Ook is afgesproken dat het inkoopbureau van De Marne het proces zal begeleiden omdat er bij de gemeente Bedum op dit punt een gebrek aan deskundigheid is. De heer Van Gelder vraagt zich af waarom dit dan wordt gedelegeerd aan de gemeente Bedum en De Marne dit niet doet terwijl ze het proces wel moet begeleiden. De heer Hiemstra antwoordt dat wordt geregeld dat de inkoop plaatsvindt volgens onze regels en als laatste is bepaald dat de gemeente Bedum daarvoor een handtekening mag zetten. Bij de aanvang is de afspraak gemaakt dat de gemeente Bedum dit mocht doen en het zou best zo kunnen worden dat onze regels de basis gaan vormen voor het inkoopbeleid van Bedum. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
11. Begrotingswijzigingen. Van de agenda afgevoerd.
11. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen van gemeenschappelijke regelingen enzovoorts. Geen van de leden heeft een vergadering bijgewoond. 12. Rondvraag. (Opmerking notulist: Eerst wordt de schriftelijk gestelde vraag aangehaald en daarna wordt de beantwoording weergegeven). Vraag van de fractie van ChristenUnie (de heer Wiertsema)
De Stichting Windmolencluster Kollumerland (SWK) wil een cluster van 9 windmolens met een ashoogte van 85 m oprichten in het noordoostelijke gedeelte van de gemeente Kollumerland CA Dit gebied grenst aan het Nationaal Park Lauwersmeer en de gemeenten De Marne en Zuidhorn. Het Lauwersmeergebied is als speerpunt aangewezen in het toerismebeleid, als de grote trekker van toerisme en recreatie in Groningen. Een cluster van dergelijke molens zal te zien zijn in het gehele Lauwersmeergebied en in een groot deel van de onze gemeente: het zijn gezichtsbepalende elementen in het landschap. Wij hebben zorgen over de verstoring die deze molens in het gebied hebben (horizonvervuiling, lawaaioverlast) en ook op de ontwikkeling van het Lauwersmeergebied. De vraag is in hoeverre alle belangen (dus ook de belangen van onze gemeente) zijn of worden afgewogen bij de besluitvorming over de door die stichting ingediende plannen. ChristenUnie heeft hierover vragen:
kent het college deze plannen en wat zijn de opvattingen van het college daarover? is, en zo ja, hoe is het bestuur van de gemeente De Marne (en andere besturen m.b.t. het Lauwersmeergebied) betrokken in dit proces? welke stappen wil het college nemen om te voorkomen dat het plan van de SWK schade toebrengt aan de ontwikkeling en realisatie van de plannen m.b.t. het Lauwersmeergebied? is het college bereid de raad op korte termijn uitgebreid te informeren over de plannen m.b.t. plaatsing van die windmolens en de wijze waarop het college daarop anticipeert?
Kortom, de fractie van de ChristenUnie wil graag geïnformeerd worden over de plannen van de SWK, de wijze waarop de gemeente Kollumerland CA deze beoordeelt en de bestuurlijke reactie daarop van collegiale besturen. Antwoord: De heer Hiemstra antwoordt dat het college sinds vorige week op de hoogte is van de plannen en zij heeft daarover nog geen oordeel gevormd. Als door de plannen schade mocht ontstaan dan zal eerst overleg worden gevoerd en als laatste kan een zienswijze worden ingediend. Of het zo ver komt kan nu nog niet worden gezegd omdat de omliggende gemeenten pas sinds vorige week op hoogte zijn van de plannen. Morgenavond is er een informatieavond in het gemeentehuis in Kollum waarbij hij aanwezig zal zijn. Spreker zegt toe dat de raad bij een eventuele reactie zal worden betrokken. De heer Wiertsema vraagt wat het college ervan vindt dat de plaatsing van 29 windturbines met een ashoogte van 55 meter deze in het hele Lauwersmeergebied zichtbaar zullen zijn. Als het college vindt dat deze horizonvervuiling niet acceptabel is dan kan zij dit morgenavond al kenbaar maken. De heer Hiemstra stelt dat indien hij iets naar voren brengt dat hij dit dan graag op persoonlijke titel wil doen. Hij veronderstelt dat de heer Wiertsema de aan hem gestelde vraag niet zou willen beantwoorden. De heer Wiertsema zegt dat hij geen behoefte heeft aan windturbines aan de rand van een
natuurgebied die horizonvervuiling opleveren. De heer Hiemstra is bereid om aan het eind van het afwegingsproces duidelijk zijn visie kenbaar te maken. Vragen van de fractie van de VVD (de heer Van der Zee) Het afgelopen jaar is op verzoek van de WD fractie aan inwoners die in het buitengebied en op grotere afstand van de brandweerkazerne wonen, de mogelijkheid geboden, via de gemeente gratis een rookmelder te verkrijgen. Ondanks het grote succes, 700 rookmelders zijn afgehaald, liggen er thans nog 800 bij de brandweer in Wehe-den Hoorn op zolder. De VVD fractie wil van het college weten wat het college van plan is met deze rookmelders. Wij zouden het college willen voorstellen een voorlichtingsmiddag te organiseren bij de brandweerkazerne en alle burgers die deze middag bezoeken een rookmelder mee te geven. (Daarbij nadrukkelijk aangeven: op=op!) Antwoord: De heer Van Dijk zegt dat de aanwezigheid van 800 rookmelders ook het college verraste. Het is beslist niet de bedoeling dat de rookmelders blijven liggen maar dat ze bij een daartoe passende gelegenheid worden uitgedeeld. In het geval er nog meer aanvullende informatie hierop is dan wordt dat zo snel mogelijk meegedeeld. In de pers zijn berichten verschenen waarin gesteld word dat stichting Philadelphia in financiële problemen zou verkeren. De stichting zou voornemens zijn Oldeheem en Asingahof, beiden gevestigd in onze gemeente, te verkopen. De VVD fractie wil van het college weten of dit klopt en wat de gevolgen hiervan zijn voor de beide verzorgingstehuizen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor de in onze gemeente lopende projecten, zoals de nieuwbouw van Asingahof in Ulrum en het project St. Jan in Kloosterburen. Antwoord: De heer Van Dijk heeft nergens gelezen dat er sprake van is dat „t Olde Heem en Asingahof zouden worden verkocht. In gesprekken met Philadelphia is dit nooit aan de orde geweest. Hij zou graag kennis willen nemen van het betreffende krantenartikel want volgens hem klopt dit niet. De heer Van der Zee heeft zelf dit artikel ook niet gelezen maar van horen zeggen heeft hij vernomen dat dit ergens gepubliceerd stond. De heer Van Dijk antwoordt dat als zoiets door een raadslid zo wordt gesteld dat dit betekent dat een en ander dan juist is. De heer Van der Zee zegt nu zelf ook dat hij niet zeker is van dit bericht. De heer Van der Zee vertrouwt er op dat degenen die hem dit hebben gemeld het bij het
rechte eind hebben. De heer Van Dijk herhaalt dat een en ander nooit aan de orde is geweest. Het is juist dat de Stichting Philadelphia financieel problemen heeft en hun reserves drastisch zijn teruggelopen. Men overlegt nu met verschillende partijen over ingrijpende maatregelen over de verdere ontwikkelingen. Het bestuur heeft besloten terug te keren naar haar kerntaak: de zorg voor gehandicapten. Ze beraden zich over de wijze hoe met de ouderenzorg moet worden omgegaan en dan komen Asingahof en „t Olde Heem wel in beeld. De plannen met Asingahof die vorig jaar zijn gepresenteerd, zijn nog volledig van kracht. Spreker houdt er wel rekening mee dat deze door de financiële perikelen vertraging kunnen oplopen. Het project St. Jan behoort tot de kerntaken van Philadelphia (gehandicaptenzorg) en dit kan normaal doorgaan.
13. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 21.30 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 februari 2009.