Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 16 februari 2010 om 20.00 uur en voortzetting op dinsdag, 23 februari 2010 in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens.
Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis mevrouw E.P. van den Broek de heer H.W. van Gelder de heer H. Gesink de heer M.H.J. Halsema de heer H. van der Heide
(niet aanwezig op 23 februari 2010)
de heer W.G.J. Limberger
(komt op 16 februari 2010 om 20.45 uur)
de heer J. Roffel de heer J.B. Schouten van Schagen de heer L. Smook de heer J.P. van der Vis mevrouw J.H. Vogel de heer T.M. de Vries de heer B.S.H. Wiertsema de heer F.P. van der Zee Voorzitter:
Griffier:
de heer F.H. Wiersma
- tevens burgemeester
mevrouw M. Hegeman-van Eisden
Aanwezige leden burgemeester en wethouders:
de heer N. Bakker
- wethouder
de heer M. van Dijk
- wethouder
de heer J.L. Hiemstra
- wethouder (niet aanwezig op 23 februari 2010)
mevrouw A. Imminga
- secretaris
1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering, heet de aanwezigen welkom. Spreker stelt voor om agendapunt 10b toe te voegen en constateert vervolgens dat de agenda wordt vastgesteld.
2. Spreekrecht voor het publiek. Naar aanleiding van agendapunt 6 zijn er de volgende insprekers: a. Mevrouw A. Sijpkens-Luitjens te Wehe-den Hoorn namens het Peuterspeelzaalwerk De Marne. Ze zegt dat het Peuterspeelzaalwerk te maken krijgt me de bezuinigingen. Ze staat er volledig achter om peuterspeelzalen zo snel mogelijk onder te brengen in basisscholen. Echter er wordt ook de mogelijkheid genoemd om peuterspeelzalen samen te voegen. In alle 7 dorpen waar een basisschool staat is een peuter-speelzaal en dat hoort ook zo. Ze draaien met één of twee groepen en een bezetting van 80 %. Het bezoek van de peuterspeelzaal is een logische voorbereiding op de basisschool. Er zijn voor alle kinderen optimale ontwikkelingskansen en er worden veelzijdige speelmogelijkheden geboden. Kinderen leren er hun toekomstig klasgenoten kennen en ze ontwikkelen zich daar door te spelen onder deskundige leiding. Het is een laagdrempelige voorziening waar bijna alle kinderen, bijna 75 % van alle 3-jarige peuters, in De Marne naar toe gaat. Het is de plaats waar jonge ouders elkaar ontmoeten en in gesprek raken over het opgroeien en de ontwikkeling van hun kinderen met elkaar en leidsters. De laatste jaren hebben gemeente en provincie veel geïnvesteerd in professionalisering van het peuterspeelzaalwerk wat heeft geleid tot een goede structuur en kwaliteit. De peuterspeelzaal is voor de gemeente de belangrijkste partner in het onderwijsachterstandenbeleid en daarom gaan 3-jarige peuters er nu een extra dagdeel heen. Het biedt extra mogelijkheden om voorschoolse educatie aan te bieden. De bezuinigingen van de gemeente staan dan ook haaks op plannen van de rijksoverheid om de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk te verbeteren. In het jeugdbeleid is de peuterspeelzaal een belangrijke schakel. In De Marne is er een toename van het aantal zorggezinnen. De peuterspeelzaal is de vindplaats van deze gezinnen en zij speelt een belangrijke rol in het signaleren, bespreekbaar maken en het in gang zetten van hulpverlening (met GGD, jeugdgezondheidszorg en ZAT). Bij overdracht van kinderen, die extra zorg nodig hebben, naar de basisschool speelt de peuterspeelzaal een belangrijke rol zodat sneller kan worden bepaald wat er nodig is. In 2008/2009 gingen 235 kinderen naar de peuterspeelzaal waarvan 21 % zorgverlening nodig had waar de intern begeleider intensief bij betrokken was. Bij 22 gevallen was er een zorgelijke thuissituatie, bij 27 gevallen was de zorg kindgerelateerd, 24 kinderen hadden te maken spraak-/taal-problemen, 7 keer werd melding gemaakt bij het meldpunt kindermishandeling en 21 kinderen werden uiteindelijk aangemeld bij externe organisaties. Hieruit blijkt dat peuterspeelzalen een belangrijke signalerende rol spelen. Het is heel onverstandig en er wordt een dure fout gemaakt als peuterspeelzalen uit één of meer dorpen worden weggehaald. Juist de “risico-kinderen” worden dan niet gesignaleerd zodat ze kinderen pas veel later in beeld komen waardoor bijsturing moeilijker, tijdrovender en
duurder wordt. Daarom doet ze een dringend beroep op de raad niet te bezuinigen op het peuterspeelzaalwerk. De heer Roffel vraagt of door verhoging van de ouderbijdrage deze bezuiniging tenietgedaan kan worden. Mevrouw Sijpkens antwoordt dat dit lukt. De ouderbijdrage is onlangs met € 1,-- verhoogd en vorig jaar met € 2,--. Dat is gedaan omdat er gewerkt wordt met een erg krappe begroting en je wilt ook dat de peuterspeelzaal voor alle kinderen bereikbaar blijft en niet duurder wordt dan de kinderopvang. De heer Wiertsema vraagt of het aantal zorgkinderen een stijgende tendens heeft of dat dit op een vast niveau zit. Mevrouw Sijpkens merkt op dat er een stijgende tendens is. Dat was de reden om een bijeenkomst te houden met het bureau jeugdzorg om te bekijken wat daaraan kan worden gedaan. b.
Mevrouw J. Jonas-Dalhuizen te Hornhuizen namens Dorpsbelangen Hornhuizen.
Ze zegt dat dat het project Landmerken (wat valt onder het Waddenfonds) twee jaar geleden is gestart. Er wordt hierbij samengewerkt tussen de Stichting Oude Groninger Kerken, Stichting Landschapsbeheer, Gemeente De Marne en Dorpsbelangen. Men is bezig is de toren van de Hervormde Kerk geschikt te maken als uitkijktoren, de tuin in oude staat te herstellen en het maken van wandel-ommetjes. Haar bestuur maakt zich bezorgd over de vraag of gemaakte afspraken worden nagekomen en eventuele beleidswijzigingen met het dorp worden besproken. Het dorp Hornhuizen wil graag over de inzet van mensen en middelen een garantie van het college. Dit project loopt tot en met 2010. De heer Berghuis vraagt of dit project door het college is veiliggesteld. De voorzitter zegt dat de vraag van de heer Berghuis wordt meegenomen bij de behandeling van punt 6. c.
De heer W. Hekma Wierda te Winsum als voorzitter van de Stichting Borg Verhildersum.
Hij heeft het herstelplan gelezen zodat hem de financiële situatie, waarin de gemeente verkeert, duidelijk is. Het landgoed is voor een groot deel eigendom van de gemeente en de stichting voert daarvan de exploitatie door organisatie van culturele activiteiten en het uitvoeren van onderhoud zodat het gezien kan worden als een parel op het Hogeland. De onderhoudskosten van Verhildersum zijn hoger dan de subsidie die van de gemeente worden verkregen. Spreker hoopt dat de raad begrip heeft voor de situatie van Verhildersum en in drie jaar kan laten toegroeien tot een korting van € 13.000,-- in 2013. Er wordt gehoopt dat na deze financieel donkere periode de zaak op de oude voet kan worden voortgezet. De heer Van der Vis vraagt hoe de Stichting Borg Verhildersum voorziet in het financiële tekort. De heer Hekma Wierda antwoordt dat Verhildersum ook inkomsten heeft uit andere fondsen.
Een erg belangrijke is de provincie maar het is ook de vraag of zij deze rol op het oude niveau kan handhaven.
3. Aanwijzing van de primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot aanwijzing van een primus. Daartoe wordt getrokken nummer 1, de heer Berghuis. 4. Vaststelling notulen van de raadsvergaderingen van 7 januari en 26 januari 2010 alsmede de lijst van toezeggingen. 7 januari 2010 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 26 januari 2010 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. lijst van toezeggingen Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt.
5. Ingekomen stukken. opiniërende bespreking: Punt B2
Communicatienota 2009.
De heer Wiertsema merkt op dat over het punt van de communicatie veel te doen is geweest en daarom verbaast hij zich er over dat dit niet als bespreekpunt is geagendeerd zodat de raad de mogelijkheid krijgt hieraan enige richting te geven. De heer Berghuis sluit zich hierbij aan en stelt voor om hieraan een raadsinformatieavond te wijden. De voorzitter constateert dat de raad er mee instemt dat hieraan een raadsinformatieavond wordt gewijd. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
6. Herstelplan begroting 2010-2013. opiniërende bespreking: De voorzitter legt uit dat gedurende korte tijd een groep vanuit het bestuur en het maatschappelijk vlak bezig is geweest als kerngroep visie en ambitie. Zij heeft advies uitgebracht aan het college en de raad. Hij dankt de betrokkenen voor de geleverde
inzet. De heer Van der Heide vindt dat het hebben van ambities geld kost. De Marne is een ambitieuze gemeente is en het geringe aantal inwoners moet veel lasten opbrengen. Het preventieve toezicht komt niet uit de lucht vallen zodat de gemeente gedwongen is met beide benen op de grond te staan. Zoiets komt nooit gelegen en uitgaande van de ambities moeten er keuzes worden gemaakt. Deze visie kreeg de naam “Op eigen Kracht” wat de indruk geeft dat de gemeente op eigen kracht de financiën saneert. Hogere lasten, meer eigen inzet en minder voorzieningen komen in hoge mate op bordje van de inwoners. Een gedachte zou kunnen zijn dat de organisatie de zwaarste klap opvangt en het verbaast hem dat dit niet gebeurt. De gemeentelijke organisatie is groot en dat lijkt hem reden om deze bij te stellen. In dat licht bezien is samenwerking met andere gemeenten nodig en als dat niet gebeurt dan komt een herindeling dichterbij. Onder tijdsdruk en met veel inzet is het herstelplan opgesteld om er voor te zorgen dat de lasten zoveel mogelijk worden verdeeld en om er ook voor te waken dat de minst draagkrachtigen er niet de dupe van worden. Het collegevoorstel vertoont een aantal onvolkomenheden die moeten worden rechtgezet. Aan de uiteindelijke doelstelling van het herstelplan tornt hij niet maar wel over hoe we de lasten willen verdelen De organisatie moet meer bijdragen en anders gaan functioneren. Zuinigheid van de organisatie kan gezien worden als een kenmerk van ambitie. Er zijn ook tal van voorzieningen die worden gebruikt door mensen waarvoor ze niet zijn bedoeld en daar moet ook wat aan worden gedaan. Het nu gepresenteerde stuk heeft een technisch karakter zodat niet altijd duidelijk is wat daarvan de gevolgen zijn voor de burger en instellingen. De gemeente schrapt een groot deel van de niet verplichte taken waardoor verenigingen en organisaties beknot gaan worden in hun opdracht. Hun tekorten en hogere lasten moeten worden betaald in de vorm hogere bijdragen van leden en/of deelnemers. Een overzicht van de uiteindelijke gevolgen kan nauwelijks worden gekregen. Gesteld kan worden dat hetgeen wordt afgebroken nooit wordt teruggekregen. De PvdA vindt de bezuinigingen op de sport, het sociaal cultureel werk, de schoolbegeleiding en het zwembad veel te fors. Met de coalitiepartijen is overlegd hoe daar iets aan gedaan kan worden en er is nog eens kritisch gekeken naar de kosten van de gemeentelijke organisatie. Sprekend over de voorzieningen van de inwoners moeten we zeker weten dat de organisatie daar naar beste kunnen aan meedoet. Er wordt nog een budget geraamd voor de CAO-stijging welke niet reëel is. Het college vindt ook dat de ambtenaren dit jaar op de 0-lijn moet blijven zitten en er is ook gesteld dat minder duur extern personeel moest worden ingehuurd. Voor dat laatste wordt nog steeds € 375.000,-- geraamd en hij begrijpt niet dat het college dat bedrag niet kan laten dalen. Op het bibliotheekwerk wil het college € 60.000,-- bezuinigen zonder aan te geven hoe dit gestructureerd gaat worden terwijl steeds is gesteld dat dit nog in deze raadsperiode moest worden vastgelegd. Het bedrag dat wordt uitgegeven voor het bibliotheekwezen is veel hoger als in omliggende vergelijkbare gemeenten. Zij hebben de moderniseringsslag al lang gemaakt en nog langer wachten is geen optie. Daarom komt hij in de tweede termijn met de coalitiegenoten met een motie om een duidelijke koers te geven aan de bibliotheekvernieuwing en tot lagere kosten. De motie geldt ook een aantal te forse bezuinigingen. Verder wil hij graag een nadere toelichting op een aantal bezuinigingsvoorstellen: a.
Hoe wordt de bezuiniging op het peuterspeelzaalwerk doorgevoerd.
b.
Hoe wordt overlegd met ondernemers over bijvoorbeeld de toeristenbelasting.
c. Hoe zit het met het nakomen van gemaakte afspraken inzake Landmerken (Inspreekster mevrouw Jonas)
d. Wil het college toezeggen dat met alle betrokken instanties goed overleg gaat plaatsvinden. e. Als iets beslist niet kan dan moet de raad worden geïnformeerd over wat daarvan de gevolgen zullen zijn en er moet dan besproken worden of de bezuiniging al of niet moet doorgaan of te komen met een alternatief. De PvdA vindt dat we samen de verantwoordelijkheid hebben om de pijn zo goed mogelijk te verdelen en de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen. Tot slot deelt hij nog mee dat één lid van zijn fractie zijn steun niet hecht aan het herstelplan. De heer Berghuis denkt dat vanavond wellicht de belangrijkste beslissing moet worden genomen van de afgelopen vier jaar en niemand van de betrokkenen voelt zich vanavond op zijn gemak en toch moet er een keuzes worden gemaakt. De visie “Op eigen Kracht” is een aanzet tot een veranderende rol van de gemeente in de relatie tot de burger en maatschappelijke instellingen. De nieuwe raad en het college moeten daaraan een vervolg geven. Er is een beknopte sterkte-zwakteanalyse gemaakt waaraan nog meer diepgang gegeven moet worden om te komen tot een grotere winst. Het CDA is het eens met de kerngroep en de reactie van de OR dat het niet acceptabel is dat er geen gedetailleerde analyse is van de oorzaken van de begrotingsproblematiek. Dat lek moet boven tafel om dat het tekort in de toekomst te kunnen dichten. Hoe is het mogelijk dat De Marne enorme bezuiniging voor de kiezen krijgt terwijl bezuinigingen van de landelijke overheid nog niet eens aan de orde zijn. De begrotingsdicipline is ver te zoeken waardoor enorme structurele tekorten ontstaan. Het CDA heeft het college hierop diverse keren gewezen. Bij de vorige gemeenterekening moest het college alsnog een analyse maken van de afwijkingen van de begroting aan de provincie. Het is te gek voor woorden dat iets waarom de raad herhaaldelijk heeft gevraagd wel gepresenteerd wordt als de provincie het vraagt. Dit tekent de situatie hoe het college hiermee is omgegaan en de druiven zijn op dat punt erg zuur. Met het advies dat de kerngroep uitbrengt om na te denken over een nieuwe onderlinge verhouding en verdeling van verantwoordelijkheid als doel, is hij het eens. De tijd dat alles kan is voorbij en samen met de inwoners moeten voor de toekomst keuzes worden gemaakt. Bij de behandeling van de Kadernota vorig jaar is aangegeven dat de koers drastisch moest worden gewijzigd. Toen al wilde het CDA hierover met het college nadenken over oplossingen voor de dreigende grote tekorten en er zijn oplosrichtingen aangegeven. Daar is niets of nauwelijks iets mee gedaan. Ook is het college niet bezig gegaan met het zich toen al aandienende tekort. Het stelt hem teleur dat een groot deel van de raad niet of nauwelijks bij de ombuigingen is betrokken en dat men nu volgens het college als enige keuze heeft er mee in te stemmen. Bij het ontstaan van het gat (€ 188.000,--) dat door de verlaging van de toeristenbelasting zou ontstaan werd een suggestie aangereikt maar het college gaf toen aan dat zij dit gat zelf zou dichten. Vervolgens is de wethouder naar de provincie gegaan zonder aan het ontstane financiële gat wat te doen. Dat betekent dat de raad niet erg serieus is genomen. Het herstelplan is een invulling van het college gezamenlijk met de PvdA, ChristenUnie en VVD. Het CDA heeft meerdere keren aangeboden mee te willen denken over mogelijkheden voor bezuinigingen maar zij is daar met GroenLinks buiten gelaten en dat is jammer. In het herstelplan worden grote offers gevraagd van de inwoners en organisaties zodat de leefbaarheid in het gedrang komt. Hoe kan het dat het bibliotheekwerk grotendeels buiten schot blijft terwijl het volgens het collegeprogramma opgepakt zou worden om te worden uitgevoerd. Dat niet alles door de gemeente gefinancierd kan worden is bij de inwoners duidelijk maar het
gaat er om de beschikbare middelen zo goed mogelijk in te zetten en de burgers daarbij te betrekken. Hij heeft er begrip voor dat dit in het herstelplan nog niet volledig is uitgewerkt maar vraagt zich wel af waarop de bezuinigingen zijn gebaseerd en wat de gevolgen zijn van de gemaakte keuzes. De raad moet deze keuze maken en loopt daarvoor niet weg maar de zaak moet wel goed worden overwogen want dingen die door deze bezuinigingen verdwijnen komen niet weer terug. Subsidies voor sociaal-cultureel werk en muziekonderwijs worden gehalveerd en dat gaat te ver. Dat geldt ook voor subsidies voor maatschappelijke ondersteuning en werk. De gemeente moet voor haar inwoners leefbaar blijven. De bezuinigingen voor sport en peuterspeelzalen zijn fors en hij denkt dat het college de komende maanden moet overleggen met de verschillende instellingen om ze draaiende te houden. Het is zaak om goed te communiceren over de te nemen bezuinigingen. Er is ook niet gekeken naar andere mogelijkheden om aan inkomsten te komen zoals betaald parkeren op Lauwersoog en in Pieterburen en aanpak van de hoge kapitaallasten en hij dringt er op aan om dat te onderzoeken. Ook de wettelijke taken moeten tegen het licht worden gehouden omdat je keuze hebt deze luxe of sober uit te voeren. De begroting moet kritisch worden bekeken en ook wordt gemist: verkoop van overhoekjes en kostenbesparing op groen, wegen enzovoorts. Waarom is er eigenlijk niet voor gekozen om alle budgetten met 5 % te verlagen. Veel van de zaken zijn nog niet of onvoldoende onderzocht. Een directe bezuiniging voor de burger is het sluiten van de milieustraat in Leens waardoor de afvalstoffenheffing met € 15,--/€ 20,-omlaag kan. Er worden nu twee milieustraten (in Leens en Usquert) in stand gehouden en dat is een overbodige luxe. Ook ten aanzien van de MFA moet een keuze gemaakt worden. Hij is er niet op tegen maar in 2014 moet er nog aanzienlijk worden bezuinigd zodat er een keuze gemaakt moet worden of we ons geld willen besteden voor één schoolgebouw of voor veel voorzieningen verspreid over de dorpen. Misschien is het beter de MFA voorlopig in de ijskast te zetten. In het herstelplan is van de 50 % nog maar voor 60 % ingevuld en we zijn er dus nog niet. Het is duidelijk dat er een begrotingsdicipline moet zijn waar goed de hand aan gehouden moet worden. Er is nog veel werk aan de winkel de komende tijd en er moet goed en duidelijk worden gecommuniceerd met de inwoners om samen te zoeken naar oplossingen om de leefbaarheid in stand te houden. Dat wordt niet bereikt door in de krant te zetten dat de provincie positief staat tegenover het herstelplan. De provincie kan wel positief zijn maar daar gaat het niet om want het gaat om onze burgers en de leefbaarheid in de dorpen want met laatste heeft deze raad te maken.
De heer Van Gelder stelt namens GroenLinks dat onder grote (tijds)druk dit herstelplan tot stand is gekomen. Over de samenstelling van deze kerngroep heeft hij vooraf kritische geluiden laten horen omdat het vreemd is dat zomaar een aantal raadsleden, collegeleden, mensen uit de samenleving en een aantal buitenstaanders samen gaan zitten. Het geeft aan dat de voorliggende problemen niet op de gebruikelijke wijze kunnen worden opgelost en dat is een ernstige tekortkoming. De besprekingen kenmerkten zich door het feit dat dingen vaak als vanzelfsprekend werden beschouwd en hij hoopt ook van andere fracties te vernemen dat dit eigenlijk erg wonderlijk is. Hierdoor worden het advies van de kerngroep en herstelplan uit elkaar getrokken. Volgens hem staan er scherpgesteld drie conclusies in het advies: 1.
De oorzaak is van het probleem is onbekend.
2.
Er is een andere visie nodig op de rol van de gemeente en deze is er nog niet.
3.
De gemeente is niet in control.
In het herstelplan worden veel bezuinigingen gelegd bij dingen die we niet voor niets doen (zoals jeugdwerk, cultureel- en maatschappelijk werk). De omvang van dat bedrag is eenvoudig te geven maar niet wat je daardoor gaat verliezen. Bij het peuterspeelzaalwerk is dit intussen genoemd maar dat geldt ook voor al andere genoemde zaken. Als het herstelplan wordt uitgevoerd zoals nu wordt voorgesteld dan komen er een aantal lekken bij. De kritiek die op het functioneren van de groep wordt geleverd, biedt ook een opening voor hoe je met elkaar om moet gaan want datgene dat in de groep plaatsvindt zou tot een vast onderdeel gemaakt moeten worden van de gebruikelijke politieke gang van zaken. De oorzaak van de financiële problemen zouden kunnen liggen in het hoge ambitieniveau en omdat we hoge kapitaallasten hebben. Als dan de gebruikelijke groei uitblijft en er een crisissituatie heerst, wordt je hard getroffen. Er moet wat gebeuren aan het feit dat de gemeente niet in control is. Het is een wrang gegeven dat de provincie 51 miljoen klaar heeft liggen voor aanpak van de N 361 en hij plaatst dat bedrag in een verhouding tot een zwembad dat dicht moet en het stoppen van allerlei kleine subsidies. Zou het niet kunnen dat evenals het rijk heeft gedaan met het geld van de Zuiderzeelijn te overwegen om de uitvoering van de N 361 te versoberen en het overblijvende geld aan onze wegen te besteden. Bovendien is het zojuist genoemde bedrag nog niet volledig want de gemeenten moeten er ook nog 10 miljoen bij doen om een en ander te realiseren. Dat is pijnlijk want daarvoor moeten op sociaal- en maatschappelijk vlak enorme bezuinigen worden doorgevoerd. Het is vreemd dat de gemeente € 9.000.000,-- op de bank heeft en dit niet inzet. Hij begrijpt niet waarom het weerstandsvermogen van een artikel 12-gemeente inkrimpt tot € 200.000,-- en we hiervoor als ambitieuze gemeente € 2.800.000,-- moeten hebben. Doordat de rol van de gemeente minder ambitieus gaat worden behoort een herberekening te worden gemaakt want het grootste risico was ook nog de exploitatie van Zoutkamp-Buitendijks. De wethouder geeft aan dat hij wil vertrekken om zo een frisse wind mogelijk te maken en dat is hij met hem eens maar deze demonstratie van de noodzakelijke frisse aanpak van dit herstelplan had wat hem betreft niet gehoeven. Namens ChristenUnie zegt de heer Wiertsema: “De gemeente heeft forse opgave om 1,5 mln. euro te bezuinigen, willen wij een sluitende meerjarenbegroting krijgen. Het college volgt hierbij het advies van de kerngroep Visie en ambitie, namelijk die van een terugtredende overheid. Dit is een wezenlijk andere rol voor de gemeente. De oude rol van ambitie en stimulering is nu financieel niet meer vol te houden. De ChristenUnie onderschrijft deze rolverandering. In het herstelplan is dit uitgesmeerd over vele posten. De keuzen zijn niet eenvoudig, doen bij velen pijn, maar zijn wel noodzakelijk. Bezuinigen roept begrijpelijkerwijs altijd weerstand op. Het is echter ook aan de politiek dit te erkennen en uit te leggen waarom bepaalde keuzen gemaakt zijn. Niet met alle bezuinigingen kunnen wij instemmen, ik kom daar later nog op terug. Het standpunt van de ChristenUnie is, dat bij bezuinigingen zoveel mogelijk de burgers van onze gemeente worden ontzien. Zij kunnen niet verantwoordelijk gehouden worden voor deze tekorten en daarom dient daar de last ook niet te worden gelegd. Dat is ook gebeurd, maar toch wordt ook van hen een bijdrage gevraagd. Zo loopt de OZB op van afgerond 3% in 2010 naar 6% in 2013, de forens binnen onze gemeente gaat ook meer bijdragen.
We vinden het erg belangrijk dat de burgers met smalle beurzen, met problemen, e.d. worden ontzien. Dit is ook zoveel mogelijk gebeurd. Waar alternatieven voorhanden zijn, bijvoorbeeld bij maatschappelijk werk, is bezuinigd. Bij sociale zaken en werk wordt alleen op de organisatiekosten bezuinigd. Waar wij niet mee kunnen instemmen is het sluiten van het enige openluchtzwembad die wij in de gemeente hebben. Daar € 100.000, - op te bezuinigen, lijkt ons de nekslag voor het zwembad. We stemmen ook daarmee niet in en zullen dit amenderen: we willen enerzijds nu geen besluit nemen over eventuele sluiting van het zwembad en willen anderzijds de bezuiniging reduceren. Veel wordt gelegd bij het terugdringen van ambtelijke werkzaamheden en daardoor een verkleining van het ambtelijk apparaat. Waar niet op gekort mag worden zijn de activiteiten en maatregelen die nodig zijn om in control te zijn en te blijven. Om lokale initiatieven te ondersteunen, het welzijn en welbevinden van de burgers te bevorderen, economische en toeristische activiteiten te stimuleren, heeft de gemeente steeds een royaal subsidiebeleid gevoerd. Al met al wordt daar jaarlijks meer dan 1 miljoen euro voor uitgegeven. Verschillende subsidies worden nu beperkt, waardoor de ontvangers tot meer creativiteit en zelfredzaamheid worden aangezet. Het is zoeken naar een nieuw evenwicht dat past bij een terugtredende overheid. Het geeft echter ook kansen. Zo kunnen nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan, andere activiteiten worden ondernomen, etc. Op sport, kunst en cultuur wordt wel bezuinigd. De bibliotheekvoorziening is - los van bezuinigingen - aan herziening toe. Ontwikkelingen als internet, ontgroening, andere behoeften dwingen tot herbezinning. De bibliotheekfunctie moet wel in de nabijheid van de burger georganiseerd blijven. In de grotere kernen waar nu een bibliotheek is, zal deze functie moeten blijven. Een kwalitatieve, hoogwaardige, centrale bibliotheek, met ruime openingstijden is hierbij een must. Deze dient in het centrum van de gemeente te liggen, zodat het voor vele burgers bereikbaar blijft. Zonder de bibliotheekfunctie te kort te doen, is daarop een bezuiniging mogelijk. Op de sport wordt ook bezuinigd. De gemeente heeft geen keuze gemaakt tot vermindering van accommodaties. Wij achten het - gelet op de doorgaande ontgroening en onze financiën noodzakelijk op sport en sportvoorzieningen ons te bezinnen. We pleiten daarbij voor een integrale aanpak en de clubs en verenigingen hierbij te betrekken. De taakstelling die er nu ligt kan leiden tot problemen. Er zal bufferruimte gecreëerd moeten worden voor echte probleemgevallen, die als ongewenst worden beschouwd. We hebben het hierbij wel over levensvatbare verenigingen en clubs. Met andere partijen willen wij een amendement indienen om hiervoor een financiële buffer te creëren. Lijkbezorgingrechten Ik noem nog enkele andere zorgpunten, te beginnen met de lijkbezorgingrechten. Deze zijn de laatste jaren al fors gestegen. In vergelijking met andere gemeenten zijn hier de grafrechten al hoog, tot bovenmatig. De ChristenUnie wil dat begraven mogelijk blijft voor degenen die daarvoor kiezen en dat men niet vanwege de kosten gedwongen of gedrongen wordt tot crematie. De voorgestelde verhoging van de tarieven vinden wij veel te fors. Dit bedrag moet sterk naar beneden worden bijgesteld. Ook hiervoor zullen we - samen met andere partijen -
een amendement indienen. Schoolbegeleiding Het gaat om begeleiding van onze jeugd met achterstanden. Schrappen kan in de toekomst meer kosten / problemen met zich meebrengen, dan nu de kosten voor instandhouding. In dit verband wijs ik op het jaarverslag Logopedie waarin wordt aangegeven dat 21% van de 235 peuters zorgkinderen zijn, meer dan 50 dus. De voorgestelde bezuiniging vinden wij daarom veel te fors. Ook dit bedrag moet sterk naar beneden worden bijgesteld. We willen dit ook amenderen. Weekmarkttarieven De nu voorgestelde verhoging betekent een gemiddelde verhoging van € 160 naar € 415 (260%). De weekmarkt is een voorziening voor onze burger met een smalle beurs. Verhoging kan leiden tot vertrek van de ambulante handel (het zijn hier nu al alles behalve toplocaties), iets waardoor het juist voornoemde burgers treft. Relatief gaat het om een geringe opbrengst. Wij vinden dat dit punt herzien dient te worden. Enerzijds door overleg met de branche en anderzijds door ook de vergunningen bij evenementen hierbij te betrekken. Het betalen van € 10,- per aanvraag staat in schril contrast met de voorgenomen tariefverhoging voor de weekmarkten. We zullen het genoemde bedrag niet amenderen, maar roepen het college op in de uitwerking hier kritisch naar te kijken: het is namelijk niet onze bedoeling de weekmarkten om zeep te helpen. Afvalbakken legen Voorgesteld wordt de kosten onder de afvalstoffenheffing te brengen, anders gezegd de burger te laten betalen voor het afval van de toerist. In 2010 is het straatvegen ook al onder deze heffing gebracht. Wij willen zoveel mogelijk voorkomen dat de lasten van de burger oplopen. Ook dit bedrag zullen wij niet amenderen, maar roepen het college op dit bedrag elders te compenseren om zo een verhoging van de heffing te voorkomen, bijv. door ecologisch bermbeheer kritisch te herzien, efficiëntere werkwijzen, e.d. Zoals hiervoor gemeld willen we op een aantal posten een minder vergaande besparing / bezuiniging doorvoeren. We willen niet tornen aan de bezuinigingsopgave van afgerond 1½ miljoen euro in 2013. We denken dat er binnen de begroting bij de personeelslasten nog ruimte is voor dekking van deze bedragen. In het amendement is dit nader verwoord. Waarschijnlijk zal er in de nabije toekomst nog meer bezuinigd moeten worden. We dringen daarom aan op korte termijn een begrotingsscan te laten uitvoeren. De uitkomst kan helpen bij het verder invullen van eventuele bezuinigingen. Tot slot In het herstelplan zijn de hoofdlijnen aangegeven van de gewenste richting. Hierbij is gebruik gemaakt van het advies van de kerngroep Visie en ambitie. Hoewel wij waardering hebben voor dit advies, vinden wij het jammer dat daarin een lange termijnvisie voor dit gebied ontbreekt. Het spitst zich toe op de korte termijn en niet op de gewenste situatie van onze gemeente in bijv. 2020. Op korte termijn zal hieraan nadere invulling gegeven dienen te worden.
Spreker dient vervolgens amendement A1 in dat als volgt luidt: Bij dit agendapunt worden diverse documenten bij de besluitvorming betrokken, onder anderen de toelichting op het financieel overzicht bij het Herstelplan. In deze toelichting staat onder het kopje Bezuiniging zwembad Leens vermeld dat indien de besparing van € 100.000,-- niet mogelijk blijkt, sluiting van het zwembad onontkoombaar is. De in de toelichting vermelde zin: "Blijkt dit niet mogelijk dan is sluiting van het zwembad onontkoombaar" te schrappen. Toelichting (overwegingen en opvattingen): Het sluiten van het zwembad is nu in het geheel niet aan de orde. Het herstelplan bestrijkt een periode van 4 jaar. Ieder jaar zal, afhankelijk van de resultaten, ontwikkelingen en andere factoren, bezien dienen te worden welke maatregelen nodig geacht worden om de bereikte doelstellingen te behalen. Dit vraagt om integrale besluitvorming (alle zaken dienen dan gewogen te worden). Met dit amendement willen we bereiken dat nu niet de suggestie is gewekt / het besluit is genomen bij tegenvallende bezuinigingen op dit onderdeel nu al een besluit over sluiting van het zwembad te hebben genomen. De heer Van der Zee constateert dat de begroting en de meerjarenraming 2010-2013 niet sluitend zijn zodat de provincie de gemeente onder toezicht heeft geplaatst. Vóór 1 maart moet er een herstelplan zijn waarbij € 1.400.000,-- moet worden bezuinigd om zo de zaak voor 2010 sluitend te krijgen. Bij extra bezuinigingen op het gemeentefonds zal dit herstelplan niet toereikend zijn. Door de grote tijdsdruk waaronder dit herstelplan er moest komen lijkt het er sterk op dat het benodigde geld wordt weggehaald van plaatsen waar dit het gemakkelijkst is: in de vorm van lastenverhogingen en bezuinigen op de leefbaarheid. Van lastenverhogingen is de VVD geen voorstander omdat de tarieven al hoog zijn (OZB is de afgelopen twee jaar al twee keer fors verhoogd). Vanwege de krimpsituatie moet niet te sterk op de leefbaarheid worden bezuinigd omdat dan de aantrekkelijkheid in het gedrang komt en de krimp zich in een versneld tempo gaat doorzetten. Voor de begroting 2011 moet bekeken worden dat meer geld wordt gehaald op andere begrotingsposten. Als we dat doen dan zijn we tenminste voorbereid op een verdere aantasting van de bijdrage uit het gemeentefonds en als de korting meevalt is er financiële ruimte om een deel van de bezuinigingen ongedaan te maken. Het bibliotheekwezen zou deze collegeperiode worden geregeld maar tot op heden is er niets gebeurd. Landelijk kost het bibliotheekwezen per inwoner € 15,--, in de gemeente Winsum kost dit € 20,-- maar in De Marne kost het meer dan € 30,--. Volgens de VVD kan er fors op worden bezuinigd zonder dat de kwaliteit wordt aangetast. Hij roept het college op om de regel-geving te vereenvoudigen om zo het aanvragen van vergunningen gemakkelijker te maken. Een bijkomend voordeel hierbij is dat de organisatie wordt ontlast, zij andere dingen kan doen en het aantal FTE’s verminderd kan worden. De organisatie moet sowieso tegen het licht worden gehouden zodat er beter en efficiënter gewerkt gaat worden. Er moet onderzocht worden wat samen met andere gemeenten kan worden gedaan en of taken kunnen worden uitbesteed (beheer riolering en belastinginning). Uitbesteding is niet het doel maar als een andere partner het beter en goedkoper kan dan moet dat worden overwogen. Dit is vaker opgemerkt en tot op heden is daar niets mee gebeurd. De raad moet ook snijden in haar eigen vlees. De vergoedingen zijn teruggebracht maar het is de vraag of de uren voor de griffie moeten worden uitgebreid. Die baten kunnen ten goede komen van het
peuterspeelzaalwerk omdat de voorgestelde bezuiniging te ver gaat. Hiertoe wordt in de tweede termijn een amendement ingediend. In het herstelplan ontbreekt het antwoord op de vraag waar het financieel gezien is misgegaan. De mindere opbrengst uit het gemeentefonds is niet alleen de oorzaak van de ontstane tekorten. Voor de begroting 2011 moet er een grondige analyse plaatsvinden zodat er lessen getrokken kunnen worden voor de toekomst. Met de PvdA en ChristenUnie zullen in de tweede termijn amendementen worden ingediend. De voorzitter schorst op verzoek van de heer Roffel de vergadering. Na heropening antwoordt de heer Van Dijk dat door een tekort in de begroting 2010 en omdat de financiële situatie niet in evenwicht was De Marne onder toezicht is geplaatst. Er moet bij de provincie een herstelplan worden ingediend. De vraag die door diverse partijen is gesteld waardoor deze situatie is ontstaan wil hij als volgt formuleren: Is er de afgelopen jaren een onverantwoord beleid gevoerd. De raad en het college hebben tot het beleid vaak met grote eenstemmigheid besloten en uitgevoerd. Stimulering van werkgelegenheid, gebiedsontwikkeling, behoud van voorzieningen alsook centralisatie is voortdurend aan de orde geweest en dat gold ook voor het punt samenwerking. In dat opzicht hebben volgens hem de raad en het college een verantwoord beleid gevoerd. Terugkijkend naar de begroting 2009 was onder zijn druk bij de Kadernota een behoorlijke bezuiniging ingezet. In het najaar kwam er een circulaire van het ministerie met daarin een financiële verbetering waardoor het hele meerjarenbeeld positief werd wat in het voorjaar niet was voorzien. Er was enkele tonnen ruimte voor het doen van investeringen waarmee in 2010 de verkiezingen in kon worden gegaan. Door de financieel-economische crisis moest het rijk banken steunen waardoor in het najaar van 2008 het hele financiële plaatje aanzienlijk ongunstiger werd. De VNG en het rijk hebben voor 2010 en 2011 afspraken gemaakt zodat er zekerheid over de inkomsten bestaat maar vanaf 2012 komt er een uitname uit het gemeentefonds van 3 miljard wat voor De Marne neerkomt op € 2.300.000,-- per jaar. Op een begroting van rond 26 a 27 miljoen euro is dat een enorm bedrag. Tot uitvoering van ongeveer 80 a 90 % is de gemeente verplicht zodat juist dingen waarin de gemeente vrijheid heeft ze te doen gesneden moet worden. De kapitaallasten zijn hoog doordat er al een reeks van jaren veel investeringen zijn gedaan. Ze zijn echter niet onverantwoord maar hij is het er wel mee eens te bekijken of ze niet op een gunstiger niveau kunnen worden gebracht. Voor de komende jaren en de jaren erna moet nu worden bekeken hoe te bezuinigen. In het herstelplan wordt niet voor niets ook het jaar 2014 genoemd. Voor dat jaar is er nog geen oplossing zodat er daarvor nog wel een probleem aanwezig is. We moeten ons bezinnen op de rol van de gemeente: wat doe je als gemeente, wat kan de overheid bijdragen en wat mag je van de maatschappij verwachten. Ook moeten we rekening houden met nog andere zaken zoals krimp (deze gemeente ongeveer 1 % per jaar). Op de vergrijzing moet worden ingespeeld. Het was kort dag om een plan op te stellen en daarover te besluiten. Om toch enige voeling te houden met de bevolking heeft het college en de raad er voor gekozen een kerngroep te vormen die zou nadenken over komende ontwikkelingen. Hij is het er mee eens dat er een doorkijk moet komen tot 2020. In een vijftal bijeenkomsten is nagedacht over de vraag welke richting het de komende jaren op gaat met De Marne. Er is gekozen voor een realistische rol die past bij onze financiën, rekening te houden met voorzieningen die overeind kunnen blijven en wat daarvan van voldoende kwaliteit is. De kerngroep stelde ook dat de organisatie in control moet zijn en er moet gezocht worden naar samenwerking en efficiënte maatregelen. De indruk wordt gelegd door een aantal fracties dat de organisatie tekort komt. Spreker heeft alle waardering voor de wijze
waarop de organisatie haar werk doet (opstellen herstelplan en visie). Fracties die daar kritiek op leveren en vinden dat de organisatie moet krimpen stellen de medewerkers in een verkeerd daglicht en hij hoopt dat dat beeld wordt genuanceerd. Hij wenst op te komen voor zijn medewerkers. In de kerngroep is ook geconstateerd dat er nieuwe verhoudingen ontstaan en verantwoordelijkheden wijzigen. Het huidige niveau van taakuitvoering en ondersteuning in de maatschappij is niet langer mogelijk. Als overheden en verenigingen moeten er samen keuzes worden gemaakt en verantwoordelijkheden worden gedragen. Het preventief toezicht van de provincie bepaalde dat vóór 1 maart een besluit genomen moet worden over een herstelplan. Het CDA kan wel stellen dat het hier niet gaat om de provincie maar dan raadt hij de fractievoorzitter toch aan een lesje staatsrecht te gaan volgen. Er moet een herstelplan komen zodat de financiële huishouding weer in evenwicht komt met concrete maatregelen en niet met taakstellingen. Dat is meegedeeld bij het bezoek dat hij samen met raadsleden aan de gedeputeerde bracht. Hij is er voor om een en ander nog beter te onderzoeken zodat daar bij de begroting 2011 beter zicht op komt. Hij denkt dat het hier gaat om het zetten van een eerste stap en dat de financiële pijn nog groter wordt. Er moet verder aan gewerkt en over gesproken worden. De gemeente moet maatregelen nemen die verenigingen en organisaties behoorlijk treffen en we moeten samen zien hoe dit op te lossen. De gemeente kan die verantwoordelijkheid niet overnemen want dat moeten ze zelf doen. Bekeken moet worden hoe we willen omgaan met de ontwikkeling van het gebied en van de dorpskernen. Daarvoor is overleg nodig en er moet rekening gehouden worden met de risico’s. Er is gekozen voor een scenario waarbij rekening gehouden wordt met kortingen die in 2012/2013 komen. Scenario 2 is eentje waarbij rekening gehouden wordt met 50 % van de korting welke wordt voorzien van 1½ miljard maar hijzelf denkt niet dat dit gebeurt en tegenvalt. Het financiële overzicht gaat tot 2014 maar de oplossing tot 2013 zodat we dan nog een tekort moeten wegwerken van 6 a 7 ton. De MFA is een project waarmee de voorzieningen op een hoger kwaliteitsniveau worden gebracht wat mede met het oog op de krimp van belang is omdat de kleine scholen in hun voortbestaan worden bedreigd. Daarom is het schrappen van de MFA een slechte optie. Dit voorjaar zal bij de Kadernota de problematiek van 2014 opgelost moeten worden. Nu, dit voorjaar (Kadernota) en dit najaar (begroting 2011) zijn telkens momenten waarop de situatie tegen het licht gehouden kan worden en er kan worden bijgesteld. Ondertussen kan er ook aan gewerkt worden om de situatie beter onder control te krijgen. Er is gekeken waar de inkomsten verhoogd kunnen worden. Dat kan in de toeristische sector in de vorm van belastingen en in de sfeer van assistentie. Er vindt overleg plaats maar dit gaat nog niet in het tempo dat hem voor ogen staat. Bij de OZB wordt een verhoging van 1 % het komende jaar met daarbij een groei in de komende jaren. Gekeken is ook naar de forensenbelasting, de lijkbezorgingsrechten en de omvang van de post onvoorzien. Het is verantwoord om die post op een minimaal niveau te brengen. De omvang van de besparing op personeelskosten omvat 4 à 5 FTE’s. Subsidies worden verminderd, tussen 25 en 50 %, op het gebied van economische zaken, toerisme en recreatie, jeugd, welzijn, kunst en cultuur en maatschappelijk werk. Er is gekeken naar sportaccommodaties en het onderhoud door de verenigingen te laten doen. ChristenUnie pleit voor een integrale aanpak. Dit moet bekeken worden want op dit moment is daar nog niets mee te verdienen. De gevolgen van vermindering van jeugd- en jongerenwerk en maat-schappelijk werk zijn moeilijk te overzien. Het budget van het JJW blijft volgens hem nog van voldoende omvang. Het maatschappelijk werk wordt gehalveerd en dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. Er kunnen geen 10 gesprekken worden gevoerd maar 5 en we moeten kritischer zijn hoe we daarmee om willen gaan. Gekeken wordt ook naar de WMO (de zorg), de WWB (het armoedebeleid), de veiligheid, bouw- en woningtoezicht, het milieu, onderhoud van wegen en
bruggen, geestelijke zorg en hulpverleningsdiensten. Met name het armoedebeleid en de zorg zijn buiten schot gebleven maar er wordt wel gekeken naar de efficiency. Het college vindt het noodzakelijk om met dit voorstel te komen maar anderzijds verschaft het ons ook een kans en stimulans om in te spelen op veranderingen in onze omgeving en met alle betrokkenen daarover in gesprek te gaan. Dat wat mevrouw Sijpkens inbrengt over het peuterspeelzaalwerk wordt door hem onderkend. Toch wordt deze bezuiniging voorgesteld en de oplossing ervan is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van het bestuur van het peuterspeelzaalwerk. De gemeente is bereid mee te denken over de vraag hoe dit te doen. De heer Smook vraagt wat voor beeld het college voor ogen heeft bij deze bezuiniging. De heer Van Dijk antwoordt dat het beleid er steeds op was gericht om peuterspeelzalen te laten aansluiten bij de scholen en groepen moeten van voldoende omvang zijn (aantal van 12). Eigenlijk zou de bezetting hoger moeten zijn dan 80 % zodat bekeken moet worden of vestigingen die dicht bij elkaar liggen op één plaats gebracht kunnen worden en het te doen op ochtenden en middagen. In de begroting 2010 wordt rekening gehouden met een gemiddelde loonstijging van ruim 2 %. Werk-gevers willen 0 % en de bonden vragen 1½ % wat inhoudt dat er enige ruimte is. Het kostenbedrag van € 375.000,-- behelst inhuur (€ 225.000,--) (wat gezien kan worden als een minimum en het is niet gewenst dit bedrag te verlagen) en ziekte (€ 150.000,--) (wat is gebaseerd op 3 % van de loonsom). Er is een ziektepercentage van 8 % zodat daar geen ruimte zit. Het verlagen van alle budgetten met 5 % lijkt op het toepassen van de kaasschaafmethode. Dit is niet realistisch en het is nodig dat per onderwerp bezuinigingen worden aangegeven. Het is zinvol dat wordt bekeken of het weerstandsvermogen verlaagd kan worden. Op zich is de aanwezigheid van € 2.800.000,-- een geruststellende gedachte. Voor het bedrag van € 9.000.000,-- is al een bestemming aangewezen. De heer Van Gelder is erg teleurgesteld over de reactie van de wethouder. Alle raadsleden hebben een bijdrage geleverd. Hij begrijpt dat de wethouder vervolgens geen schorsing nodig had daarvoor want hij had zijn verhaal al helemaal klaarliggen. Het is bijna beledigend dat een van tevoren geschreven verhaal door de wethouder wordt voorgelezen. Het demonstreert precies welke verandering we nodig hebben. Dat kan zo niet want omdat de wethouder alles al op papier had komt het niet tot een open gesprek. De voorzitter onderbreekt de heer Van Gelder en zegt dat in de tweede termijn hierop kan worden ingegaan. De heer Van Gelder vindt dat zijn opmerking voorafgaat aan de tweede termijn. Het gedeelte dat voorafging aan de reactie van de wethouder op de insprekers lag klaar. Daarna zijn nog een aantal dingen aangestipt als reactie op de inbreng van de raad. Het is tegen die achtergrond dat de wethouder zich begint te verdedigen terwijl hij eigenlijk door niemand is aangevallen. Al met al is dit een erg wonderlijke gang van zaken wonderlijk. De heer Roffel vindt het staatsrechtelijk niet juist wat nu wordt gezegd. Als GroenLinks vindt dat (een deel van) het college haar werk niet goed heeft gedaan dan moet ze een motie van wantrouwen indienen en niet met dit loze verhaal komen.
De heer Hiemstra merkt op aan het adres van Dorpsbelangen Hornhuizen dat gemaakte afspraken voor 2010 gewoon worden nagekomen. Het college trekt zich de kritiek aan dat met het bibliotheekwerk onvoldoende vordering is gemaakt. Er zijn twee modellen opgesteld die binnenkort aan de raad worden voorgelegd. Deze kunnen geamendeerd worden zodat kosten nog verder gereduceerd kunnen worden wat dan wel gevolgen heeft voor de dienstverlening. De omvang van de beoogde bezuinigingen zijn herberekend en het is zeker dat de in het herstelplan gestelde bezuiniging kan worden gehaald en verdere bezuinigingen mogelijk zijn. De voorzitter schorst de vergadering tot 10.00 uur zodat de raad zich kan voorbereiden op de tweede termijn. Na heropening zegt de heer Smook dat in de voorbije collegeperiode de portefeuilles financiën en bedrijfsvoering niet de gemakkelijkste waren. Er moest steeds goed worden bekeken hoeveel en waaraan het beschikbare geld kon worden besteed en dat zaken zo goed mogelijk werden beheerst. In veel van deze zaken had wethouder Van Dijk een leidende rol en hij heeft dat met veel inzet gedaan. Op veel zaken hadden we geen invloed zodat ze over ons heen kwamen en we zijn bezig geweest om de beheersing en de control van de organisatie zo goed mogelijk te maken. Helaas werden we ook geconfronteerd met zaken die niet geheel onder controle waren zodat de raad voor nieuwe feiten werd geplaatst. Spreker hoopt dat evenals voorgaande jaren op de ingeslagen weg kan worden voortgeborduurd. Het is duidelijk dat de provincie een financieel gezonde gemeente De Marne wenst. Het zetten van een goede stap nu zal ons helpen te voorkomen dat nog meer stappen gezet moeten worden. De provincie zet hoog in en dat is lastig. Het is zaak om de pijn zo goed mogelijk te verdelen en daarom pleit hij er voor om een aantal accenten te verleggen. De organisatie komt daarvoor ook in beeld en hij niet denkt dat dit gemakkelijk is. De organisatie heeft veel werk verzet en hij heeft daarvoor waardering. Gekeken moet worden of met gerichte ingrepen de veranderende rol van de gemeente in de organisatie zichtbaar gemaakt kan worden. Met het gestelde door de wethouder dat een en ander niet mogelijk is, is hij het niet eens. Ook is hij het er niet mee eens dat de meevallende loonstijging maar een beperkt financieel voordeel oplevert. Spreker dient namens de fracties van PvdA, ChristenUnie en VVD motie M1 in, die als volgt luidt: De raad, gehoord de beraadslaging, constaterende dat, • Burgemeester en wethouders voorstellen om vanaf 2011 € 20.000 te bezuinigen op het bibliotheekwerk, Overwegende dat, • De raad de kaders dient te stellen voor het bibliotheekwerk in de komende jaren, Van mening dat,
• De huidige opzet van het bibliotheekwerk in De Marne aan vernieuwing toe is, • Daarbij wel van essentieel belang is dat in de dorpen Zoutkamp, Ulrum, Kloosterburen, Eenrum en Leens een vestiging in enigerlei vorm blijft bestaan, • Het voorkeur verdient daarbij uit te gaan van een moderne, centrale vestiging met daarbij 4 kleinschalige bibliotheekpunten, Spreekt uit dat, • Gezien de perspectieven die dit model biedt sprake dient te zijn van een bezuiniging van €40.000 in plaats van het collegevoorstel. Spreker legt uit dat is gekozen voor een motie om zo ook een keuze voor het model tot uitdrukking te brengen zodat daarover duidelijkheid wordt verkregen. Hij wil over het verloop van de besprekingen met het peuterspeelzaalwerk worden geïnformeerd zodat wordt voorkomen dat er een model uit rolt die niet strookt met de visie van de raad. In amendement A2, dat namens de fracties van PvdA, ChristenUnie en VVD wordt ingediend, wordt voorgesteld te bezuinigen op het bibliotheekwezen en op de organisatie en zij wil een aantal, van genoemde bezuinigingsbedragen door het college, verlagen. Het collegevoorstel wordt wel gesteund maar het is de bedoeling een aantal accententen wat te verleggen. Amendement A2 luidt als volgt: De raad, gehoord de beraadslaging, constaterende dat, • Burgemeester en wethouders voorstellen om vanaf 2010 in totaal € 1.482.600 te bezuinigen op diverse onderwerpen, Overwegende dat, • De raad de kaders dient te stellen voor de komende jaren, Van mening dat, • Het voorliggende pakket aan maatregelen op onderdelen aanpassing behoeft, • Diverse bezuinigingsvoorstellen de bestaande voorzieningen te ingrijpend aantasten, • Anderzijds ook binnen de gemeentelijke organisatie nog enige ruimte gevonden kan en moet worden voor besparingen en een andere werkwijze, Spreekt uit dat de volgende wijzigingen worden vastgesteld: • De aanwezige raming voor de cao-ontwikkeling van het gemeentepersoneel wordt
verlaagd met € 65.000 vanaf 2010, aangezien het onwaarschijnlijk is dat de ambtenaren er in 2010 ruim 2% op vooruitgaan, • De bezuiniging op het bibliotheekwerk wordt verhoogd naar € 40.000 vanaf 2011, aangezien er met een moderniseringsslag ook meer inkomsten verwacht mogen worden, • Op de post 'inhuur personeel/vervanging bij ziekte' wordt vanaf 2012 in totaal € 40.000 bezuinigd, met als doelstelling dat de ambtelijke organisatie gestimuleerd wordt de interne structuren en werkwijzen te verbeteren en een cultuur van zuinigheid meer ingang kan vinden, • De bezuiniging op de kleedruimtes, voetbalvelden en tennisbanen wordt vanaf 2012 verlaagd met € 35.000 Dit bedrag wordt echter niet besteed aan onderhoud in de huidige vorm maar in de vorm van een 'calamiteiten-budget beheer sport' gestald op de gemeentebegroting. Achtergrond is dat de voorgestelde verandering van verantwoordelijkheden moet worden doorgevoerd, maar dat er voor uitzonderlijke probleem en m.b.t. beheer en onderhoud een stroppenpotje dient te zijn, • De bezuiniging op het sociaal cultureel werk is te fors, er dreigt daardoor kaalslag m.b.t. het muziekonderwijs, daarom wordt deze bezuiniging verlaagd met € 20.000 vanaf 2012, • De verhoging van de opbrengst van de lijkbezorgingsrechten wordt verlaagd met € 10.000 vanaf 2011, • De bezuiniging op de schoolbegeleiding is te fors en wordt vanaf 2011 verlaagd met € 15.000. • De bezuiniging op het zwembad lijkt niet realistisch en is ook niet gewenst voor dit forse bedrag en wordt daarom verlaagd met € 45.000 vanaf 2013. De heer Gesink vraagt hoe het kan dat in amendement A1 gesproken wordt over een bedrag van € 100.000,-- terwijl in amendement A2 gesproken wordt over € 45.000,--. De heer Wiertsema legt uit dat in het herstelplan wordt uitgegaan van € 100.000,-- en het amendement is daar nog niet in verwerkt. De heer Gesink vraagt of het dan juist is dat de heer Wiertsema twee meningen heeft. De heer Wiertsema legt uit dat ChristenUnie niet wil dat nu wordt besloten om zo mogelijk het zwembad in 2013 te sluiten. Ook al wordt de bezuiniging niet gehaald dan wil hij beslist niet dat het zwembad dan toch dicht gaat. De heer Berghuis wijst er op dat vorig jaar al door de raad is besloten om het zwembad niet bij de bezuinigingen te betrekken. De heer Smook benadrukt dat de begrotingsscan er komt zodat bij de voorjaarsnota de formulering van de opdracht kan worden besproken.
De heer Van der Zee valt het op dat het bij het CDA en GroenLinks aan een visie ontbreekt. Er moeten scholen vernieuwd worden en er moet onderhoud aan gepleegd worden. Hij is er benieuwd naar hoe dat moet omdat daarvoor geen geld is gereserveerd. Spreker heeft alleen vernomen dat de heer Roffel tegen dit collegevoorstel is maar hij is er erg benieuwd naar zijn voorstellen om € 1.400.000,-- te bezuinigen. De heer Roffel merkt op dat zijn naam niet is genoemd. Mede gelet op hetgeen al eerder speelde en het duidelijk is bij de oppositiepartijen dat zijn voorstellen niet haalbaar zijn, zal hij het laten bij een stemverklaring. Als er toch behoefte is aan een debat dan wil hij daar graag nader op ingaan. De heer Wiertsema zegt daar geen behoefte aan te hebben. De voorzitter stelt voor dat de heer Roffel zich beperkt tot een stemverklaring. De heer Van der Zee vindt dat alle leden dit voorstel moeten steunen en zodra één of meer leden dat niet doen dan moeten ze met voorstellen komen hoe wel moet worden bezuinigd. De heer Smook zeg dat de PvdA-fractie heeft afgesproken dat zij in dezen één woordvoerder heeft. De heer Van der Zee vindt dat in het geval er bij de begrotingsscan er financiële voordelen zijn, dat dan de bezuinigingen moeten worden heroverwogen. Veel bezuinigingen zijn acceptabel en als het dan met minder kan dan moet dat ook. Al jarenlang stelt de VVD dat op de wet- en regelgeving kan worden bezuinigd en als gevolg daarvan ben je dan ook minder FTE’s nodig. Spreker staat positief tegenover het personeel maar als het efficiënter kan dan moet dat ook. Verdere verhoging van de OZB hoeft van hem niet omdat ze de afgelopen tijd al sterk zijn verhoogd. Het deed hem deugt dat minister Bos deze week verklaarde dat de lasten niet moesten worden verhoogd zodat het hem een goede suggestie lijkt om aan deze minister te vragen hoe een en ander moet worden opgelost. Wethouder Van Dijk verklaarde zojuist het eens te zijn met mevrouw Sijpkens en hij stelde toen zijzelf de problemen maar moest oplossen. De peuterspeelzaal doet al veel voorbereidend werk voor het basisonderwijs wat tot de verantwoordelijkheid hoort van de gemeente. Het lijkt hem onverstandig om alle peuterspeelzalen op één plek te concentreren want dat zal tot gevolg hebben dat veel peuters er niet meer heengaan. Al vier jaar wordt gesproken over het bibliotheekwerk. Het is onterecht dat wethouder Hiemstra zijn stokje doorgeeft aan zijn opvolger. Spreker dient namens de VVD amendement A3 in dat als volgt luidt: Burgemeester en Wethouders voorstellen om vanaf 2010 in totaa1 € 1.482.600,te bezuinigen op diverse onderwerpen Overwegende dat: de raad de kaders dient te stellen voor de komende jaren, Van mening dat: ook wij als raad moeten meewerken aan het herstel van de financiële positie en de leefbaarheid van onze gemeente,
de 8 extra uren die voor de griffie begroot zijn ten gunste wordt gebracht van het peuterspeelzaal-werk. De heer Van Gelder heeft al een voorschot genomen op het feit dat hij niet erg tevreden is over de reactie van wethouder Van Dijk. Hij heeft geprobeerd een onderscheid te maken tussen het herstelplan en het advies van de kerngroep. Alleen op het punt van de urgentie sluiten deze twee naadloos op elkaar aan. In het advies (oorzaak onbekend, geen visie hebben en niet in control zijn) wordt niet gediend met het hebben van een herstelplan. Eigenlijk is de volgorde verkeerd. Voor de provincie moeten we een aantal cijfers op papier hebben en daarna wordt naar de buitenwereld en instelling gegaan met de mededeling dat de gemeente een andere visie heeft. Het was beter geweest dat discussie zo was geweest dat er noodzaak is om een herstelplan te maken. Het verhaal van de wethouder draagt er niet toe bij om de discussie op dat niveau te krijgen. De wijze waarop de gemeente opereerde tot heden was ouderwets want er werd steeds uitgegaan van groei. Projecten werden opgestart en vervolgens werd bezig gegaan met het geven van uitleg. Het was beter geweest als van tevoren de vraag was gesteld waarvoor we stonden en er was gezocht naar draagvlak. Dat de wethouder een voorgekookt verhaal houdt is van hetzelfde laken een pak. Het college heeft moeite te reageren op inbreng van toeristische ondernemer om ook een rol te spelen in bijvoorbeeld het voortbestaan van het zwembad en in de sfeer van belastingheffing. Ook de WMO gaat niet van de gedachte uit dat de gemeente alles moet doen en naar zich toe trekken maar dat er mensen zijn die initiatieven nemen die zorgen voor vitaliteit en leefbaarheid. Dit college heeft er weinig blijk van gegeven dat ze de problemen gezamenlijk wil aanpakken. Ook is hij niet tevreden met de reactie op het geleverde commentaar op de organisatie. Het speelt geen pas dat kritiek op de wethouder door hem wordt doorgespeeld naar de organisatie of dat hij zich daarachter verschuilt alsof het haar betreft. Daarvan neemt hij afstand. Spreker begrijpt de heer Van der Zee niet goed in zijn stelling dat bij het CDA en GroenLinks een visie ontbrak. Het advies geeft aan dat we een visie moeten ontwikkelen op een andere rol van de gemeente. Daar heeft GroenLinks zeker wel een mening over en hij denkt het onjuist is om deze visie buiten de raad om te ontwikkelen. Daarbij moet inbreng gevraagd worden van de buitenwereld, ook van de VVD, om zo de problemen het hoofd te bieden. In het lijsttrekkersdebat Femke Halsema stelde dat iedereen, die zegt dat lasten niet omhoog zullen gaan, liegt. Alle fractievoorzitters hebben ingestemd met de verhoging van de OZB. Alles moet tegen het licht worden gehouden maar het staat voor hem vast dat de lasten van de burgers zullen stijgen. In het proces van de dualisering zijn er twee zaken die de positie van de raad ten opzichte van het college kan verbeteren: de rekenkamercommissie en de griffie. Het is ongewenst dat de griffie wordt ingeruild voor het peuterspeelzaalwerk. De heer Berghuis herhaalt de zin die hij aan het slot van zijn betoog in de eerste termijn uitsprak waarin hij stelde dat het hem niet gaat om de provincie maar om de inwoners van deze gemeente en de leefbaarheid in de dorpen. Hierop had de wethouder veel kritiek. Hij heeft niet weersproken dat er geen herstelplan hoeft te zijn maar daarbij gaat het wel om de invulling zoals wij die hier willen doen. Dat hoeft de provincie niet te doen want dat doen wij hier gezamenlijk doen. Dat laatste aspect ontbreekt in de reactie van de wethouder op de inbreng van de raad. Al jaren wordt er aan gewerkt om de organisatie in control te krijgen maar er moet geconstateerd worden dat het nog niet zo ver is en er nog een verbeterslag gemaakt moet worden. De opmerking van de wethouder dat nu er een herstelplan klaar is er ineens financiële ruimte is in de CAO verbaast hem omdat hij zich niet kan voorstellen dat die ruimte er een aantal weken geleden niet was. Het college vindt communicatie en draagvlak
belangrijk maar afgaande op de beantwoording legt zij de verantwoordelijkheid bij verenigingen, clubs enzovoorts. Hierbij ontbreekt het aspect van de communicatie en wordt er geen draagvlak gecreëerd en wordt aan hen een dictaat opgelegd. Daar heeft het CDA moeite mee omdat zij graag wil praten om samen oplossingen te zoeken en er zijn al meerdere fracties geweest die daarop hebben gewezen. Sinds het moment dat het plan voor de MFA (in 2000) ontstond, is de financiële situatie sterk veranderd. Daar moet rekening mee worden gehouden en dan moet je je er niet blind op staren dat deze voorziening er toch moet komen. Hij zegt niet dat de MFA er niet moet komen maar dat er keuzes gemaakt moeten worden. Straks zal er een jaarlijks last van 6 ton zijn en daarmee kunnen ook andere dingen worden gedaan. Er is nog nauwelijks gekort op het gemeentefonds en is er sprake van een stabilisatie. De korting staat op stapel in 2012 / 2013 maar dat is in 2010 nog niet aan de orde. Over de inzet van het personeel heeft spreker zich niet negatief geuit en hij doet dat ook niet. Het antwoord van de wethouder op het bibliotheekwezen verbaast hem. Het is raar dat nu ineens wel keuzes gemaakt kunnen worden terwijl daar al vier jaar op is gewacht. Spreker dient vervolgens namens het CDA amendement A4 in dat als volgt luidt: • Subsidies sociaal cultureel werk en muziekonderwijs te verlagen met 25 % i.p.v. de voorgestelde 50 % in 2012 en 2013. • Subsidies maatschappelijke ondersteuning en werk te verlagen met 25 % i.p.v. de voorgestelde 50 % in 2012 en 2013. Motivatie: Het betreft relatief kleine subsidies, dat voor de diverse verenigingen en maatschappelijke organisaties van essentieel belang is. De leefbaarheid van de verschillende dorpen wordt mede in stand gehouden door de diverse verenigingen etc. Het is de smeerolie voor de verschillende dorpen en een waardering voor de vele vrijwilligers. De heer Wiertsema steunt in veel opzichten de reactie van de heer Smook en herhaalt deze dus niet. ChristenUnie stelt het werk en de inzet van de ambtenaren niet ter discussie en heeft daarvoor waardering. Afgelopen vrijdag heeft zij dat laten blijken bij een bezoek aan de strooiploeg. Er kan € 40.000,-- worden opgebracht waarvoor nog twee jaar tijd is om dat verder in te vullen en te motiveren. De wethouder heeft namens het college geantwoord en het valt hem op en het verbaast hem dat GroenLinks daarbij op de man speelt. Het is goed dat de wethouder uiteenzet voor het publiek dat de problemen niet zijn ontstaan door het gevoerde beleid maar dat het komt door ingrepen/kortingen van het rijk. De heer Gesink is het daar niet mee eens. De heer Wiertsema stelt dat er vrijheid van meningsuiting is dat zo te vinden en hij vervolgt te zeggen dat de besluiten zijn genomen door raad en college. De heer Van Gelder verklaart zijn kritiek te hebben gericht op het voorgekookte verhaal van de wethouder en dat hij niet is ingegaan op het aanwezige verschil tussen het advies en het herstelplan. Hij is er benieuwd naar hoe de heer Wiertsema daar tegenaan kijkt. De heer Wiertsema heeft niet vernomen van GroenLinks hoe wordt aangekeken tegen het herstelplan en zij heeft niet uitgesproken of zij dit onderschrijft. Het CDA heeft wel een aantal
opties genoemd. Hij is ingegaan op het stuk van de kerngroep en heeft er zijn waardering over uitgesproken. Het aspect van de langere termijn ontbreekt en dat heb je juist nodig om niet alleen nu aan deze bezuinigingen een basis te geven maar ook om richting te geven aan toekomstige bezuinigingen. Hij verwacht dat dit de komende tijd nog gaat gebeuren in overleg met de samenleving. Het herstelplan zoekt aansluiting bij het advies. De heer Van Gelder constateert dat de heer Wiertsema het behoudens het slot van zijn betoog behoorlijk eens is met hem. In elk herstelplan waarin de oorzaak van de situatie niet is uiteengezet, kan niet gegarandeerd worden dat als het wordt uitgevoerd je dan ook van de problemen af bent. Er komt een begrotingsscan maar in het herstelplan ontbreekt de zoektocht naar een andere rol van de overheid. De kerngroep bestond uit een groep mensen die om onduidelijke redenen zo was samengesteld. Het verbaast hem ook dat hij van andere fracties niet heeft vernomen dat er licht zit tussen het advies en het herselplan maar begrijpt nu dat de heer Wiertsema een eind met hem meegaat. De heer Wiertsema merkt op dat hij het advies ziet als een terugtredende overheid en het herstelplan past daarbij. In die zin zit er niet zoveel licht tussen. Hij verbaast zich er over dat de VVD amendement A3 indient. Twee maand geleden stelde het college dat zij de formatie van de griffie wilde invullen uit het huidige personeelsvolume. Anderhalve week geleden heeft spreker daarover met de indiener van het amendement over gesproken en hij was het toen met die zienswijze eens. Hij begrijpt niet wat er intussen is gebeurd om nu te komen met een andere invulling. Er is vandaag net een selectie afgerond voor een griffiemedewerker zodat deze motie kan worden gezien als een gepasseerd station. Spreker begrijpt dat de heer Van der Zee begaan is met het peuterspeelzaalwerk maar dat is hijzelf ook en dan met name om het aantal zorgkinderen. In de begroting (gebiedsontwikkelprojecten) is nog ruimte aanwezig want het is beter geld te steken in de ontwikkeling van mensen dan in het gebied. De heer Van der Zee vindt het peuterspeelzaalwerk erg belangrijk en er moet gekomen worden met een dekking. Het amendement A4 van het CDA geeft in het geheel niet een dekking aan. De optie die hier wordt gegeven is gemakkelijk te doen. Er is nu 10 uur griffieondersteuning en de raad moet zelf ook kritischer kijken naar haar eigen functioneren. Dat doet bij hem de vraag rijzen waarvoor die extra 8 uur nodig is en daarom wil hij die 8 uur gebruiken om het peuterspeelzaalwerk overeind te houden. De heer Wiertsema zegt dat vandaag de selectieprocedure voor een griffiemedewerkster voor 18 uur is afgerond. Op grond van de beschikbare informatie blijft hij staan achter zijn standpunt en hij zal dit amendement niet steunen. De heer Van der Zee verneemt graag van ChristenUnie in de vorm van wijzigingsvoorstellen hoe zij het peuterspeelzaalwerk wil gaan steunen. Er kunnen vandaag wel gesprekken zijn gevoerd maar er is nog niemand aangenomen. Er kan dus nog teruggekomen worden op het twee maanden geleden genomen besluit ook al heeft de raad daartoe toen besloten. De heer Berghuis legt uit dat er voor amendement A4 wel dekking is. Er staat onder de streep nog een bedrag van € 56.000,-- terwijl er voor de uitvoering hiervan € 28.000,-- nodig is zodat er niets behoeft te worden verschoven. De heer Wiertsema heeft aangegeven wel dekking te hebben gegeven inzake het peuterspeelzaalwerk. Het amendement A4 overlapt gedeeltelijk het amendement A2 van
PvdA, ChristenUnie en VVD. In dit laatste amendement blijft het bedrag onder de streep ook overeind. De voorzitter schorst de vergadering voor collegeberaad tot 23.00 uur. Na heropening zegt de heer Van Dijk dat hij niet kan overzien hoeveel tijd het gaat kosten om de opdracht en opzet voor de begrotingsscan op te stellen. Hij zegt toe dat binnen twee weken een voorstel wordt voor- leggen maar het is nog niet te overzien of alles lukt bij de behandeling van de voorjaarsnota omdat dat ook afhangt van de discussie in de raad. Bij de behandeling van de Kadernota, de begroting enzovoorts kan worden beoordeeld of de beoogde bezuinigingen doorzetten. In 2010 en 2011 kan worden bekeken of de negatieve trend doorzet of dat de zaak moet worden heroverwogen. Er is niet gesteld dat het peuterspeel-zaalwerk op één plek moet worden geconcentreerd maar op het punt van de huisvesting kan worden bekeken of onderbrenging in een school kan of dat het een optie is om dit gezamenlijk te doen met een naburig dorp. Het bestuur is hiervoor verantwoordelijk maar het college wil dit met haar goed bespreken want zij voert belangrijke taken uit. Meer dan andere organisaties is het peuterspeelzaalwerk afhankelijk van subsidie van de gemeente. De begroting gaat uit van 2 % loonstijging maar we zitten nu in een fase van vraag en aanbod zo tussen 0 en 1½ % waardoor daarin enige ruimte zit. Het amendement gaat uit van € 65.000,-- en dat is meer dan het college verantwoord vindt maar dat is een zaak van de raad. De heer Smook merkt op dat volgens hem het precies de ruimte is die voor amendement A2 ruimte biedt. De heer Van Dijk kan zich die visie voorstellen maar hijzelf wil liever dat nog enige ruimte houden zodat er niet direct problemen ontstaan als zich ergens tegenvallers voordoen in de begroting De heer Smook lijkt het redelijk uit te gaan van stijging van 0,75 %. Het is onwaarschijnlijk dat een hoger percentage uit de onderhandelingen rolt. De heer Gesink begrijpt de situatie niet goed. Hij mag er toch vanuit gaan dat het college bruikbare cijfers presenteert. Nu constateert hij dat deze kennelijk niet bruikbaar zijn. De heer Van Dijk merkt op dat communicatie erg belangrijk is. Het is noodzakelijk dat vóór 1 maart het herstelplan is vastgesteld. Er is een kerngroep gevormd waarin ook de heren Berghuis en Van Gelder zaten. De heer Gesink wijst er op dat bij de behandeling van de Berap door de hele raad een motie is aangenomen daar naar te kijken. Met die motie is niets gedaan. Het college heeft over zichzelf afgeroepen dat er tijdgebrek is om een en ander te herstellen. Nu wast de wethouder zijn handen in onschuld door te stellen dat nooit is begrepen dat er tekorten over ons heen zouden komen. Daar begrijpt hij niets van. De heer Van Dijk kan zich deze reactie voorstellen en hij denkt ook niet dat hij in staat is dit aan de heer Gesink uit te leggen. De heer Gesink merkt op dat de heer Van Dijk dit wel kan uitleggen maar dan zal hij liegen. De heer Van Dijk vraagt of de heer Gesink die laatst gedane kwalificatie terugneemt.
De heer Gesink blijft bij zijn mening omdat de wethouder in het geheel niet is ingegaan op de toen raadsbreed aanvaardde motie. De heer Van Dijk wil de zaak eerst op papier zien alvorens te reageren. Hij vindt dat de heer Gesink kwalificaties gebruikt die een raadslid onwaardig zijn. Op deze manier wil hij niet in de raad discussiëren en hij hoopt dat de heer Gesink ze terugneemt ook omdat hij zich er in zijn persoonlijke eer door voelt aangetast. De voorzitter nodigt de heer Gesink uit hierop te reageren. De heer Gesink antwoordt dat liegen een te zwaar woord mag zijn geweest maar de gang van zaken is zoals hij stelde niet conform verlopen. De heer Van Dijk zal hierop op het laatst terugkomen maar vindt deze discussie toch beneden het peil van de CDA-fractie. Er was tussen het moment waarop het preventief toezicht werd ingesteld en 1 maart weinig tijd. Over deze zaak moet een besluit worden genomen en hierna wordt met de organisatie besproken hoe dit uit te voeren. Het kan niet anders dan dat er vanavond een besluit over wordt genomen. Op basis daarvan wordt in gesprek gegaan, met behoud van ieders verantwoordelijkheid, over het verdere vervolg. Er kan dus niet tegen organisaties worden gezegd dat alles open ligt. De heer Van Gelder vraagt of de wethouder niet het gevoel heeft dat hij in een spagaat zit om met een stok achter de deur bij de organisaties langs te gaan. Zou het niet mooier zijn dat het andersom zou gaan? De heer Van Dijk is het daarmee eens maar de feitelijke situaties is nu niet anders. De heer Van Gelder vraagt of het dan niet zo is dat dat aspect en die andere rol van de overheid veel moeilijker zijn dan het vaststellen van het herstelplan. De heer Van Dijk denkt dat dit besluit nog maar het begin is. Bij de voorjaarsnota moet nog een slag worden gemaakt welke nog pijnlijker is als deze ronde. Tussen nu en de voorjaarsnota is er gelegenheid om te spreken met alle organisaties over de nu genomen besluiten en over de vraag waar verder nog op moet worden bezuinigd. De heer Van Gelder stelt dat tot op heden er steeds is uitgegaan van groei. Daar is het plan van de N 361 op gebaseerd, er worden geen woningen meer gebouwd en de bijdrage uit het gemeentefonds daalt. Er wordt nu een soort fotografisch plaatje gemaakt zonder dat daar flexibiliteit in zit. Die flexibiliteit zit meer in het advies van de kerngroep dan in het rijtje cijfers dat nu aan de provincie wordt voorgelegd. De heer Berghuis vindt dat de wethouder het CDA behoorlijk heeft aangevallen. De heer Van Dijk merkt op dat andersom ook heeft plaatsgevonden. De voorzitter onderbreekt de heren Berghuis en Van Dijk. Hij vindt daarbij dat het CDA kwalificaties heeft gebruikt die behoorlijk aankomen. De heer Berghuis wil nog opmerken dat hij erg goed begrijpt dat er een herstelplan moet
komen. Hij vindt niet dat de gemeente met een dictaat naar de verenigingen moet gaan maar dat zij voor zichzelf ruimte moet creëren om in overleg te gaan. Hij tornt niet aan het feit dat het bedrag dat onder de streep positief moet zijn. Het in de eerste termijn gestelde dat de verantwoordelijkheid alleen ligt bij het bestuur van het peuterspeelzaalwerk klopt niet want het gaat hier om een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De komende weken moet met dit plan bezig worden gegaan. De heer Van Dijk is het grotendeels eens met de heer Berghuis. Het college neemt amendement A1 over. Van amendement A2 is positief dat hetzelfde bezuinigingsbedrag wordt aangehouden als het college voor ogen staat en er alleen sprake is van een andere verdeling en van de ruimte in het CAO-gebeuren. Het college kijkt er anders tegenaan maar zij accepteert dat de raad dit amendement wenst. Hij voorziet wel dat er op onderdelen nog problemen ontstaan over de uitvoering. Het is niet aan het college om in te gaan op amendement A3. Amendement A4 is deels verwerkt in amendement A2 en het is aan raad of zij hiertoe wil besluiten ofschoon het college dit niet verkiest. De financiering van motie M1 is meegenomen in amendement A2. Het college werkt hard aan de visie over het bibliotheekwerk. Deze kan dit voorjaar beslist worden verwacht en daarbij wordt rekening gehouden met de in deze motie genoemde aspecten. De heer Smook vraagt of het hier gaat om het model dat wordt aangegeven om te worden uitgewerkt in een voorstel. De heer Hiemstra antwoordt dat binnen het gestelde van motie M1 er nog diverse modellen mogelijk blijven om te worden uitgewerkt. Zo staat in de motie niet welke openingstijden de centrale bibliotheek zal hebben. Het is de bedoeling met modellen te komen waaruit kan worden gekozen om uit te komen op de bezuiniging die de raad wenst. Een en ander heeft natuurlijk kwalitatieve gevolgen. De heer Smook merkt op dat in de motie een aantal van de modellen wordt uitgesloten en deze hoeft hij dus ook niet terug te zien. Als de centrale vestiging maar binnen deze gemeente blijft. De heer Hiemstra merkt op dat die keuze binnen het gestelde van de gemaakte afspraken blijft. De heer Van Gelder verbaast zich juist over dat laatste aspect. Er zijn door Biblionet een aantal modellen gepresenteerd. Hierover is vier jaar gesproken en het is jammer om naast het bedrag nu in een motie de centrale vestiging vast te leggen. Hij stemt hiermee niet in omdat hij vindt dat de ruimte er moet zijn om vrijelijk de onderhandelingen in te gaan. De heer Smook merkt op dat er nog een aantal uitwerkingsmogelijkheden open blijven om verder over te spreken. De heer Berghuis verbaast zich er over dat de fracties van de PvdA, ChristenUnie en VVD een en ander op deze wijze presenteren terwijl daarover vier jaar is gesproken. Het stuk geeft geen enkel inzicht op de vraag in welke richting het gaat. Het CDA steunt deze motie niet omdat hij het een slechte basis vindt om verder over in gesprek te gaan. De heer Van der Zee merkt op dat de wethouder heeft toegezegd te gaan voor huisvesting van
peuterspeelzalen bij scholen en hij gaat ervan uit dat samen met het bestuur wordt bekeken of de beoogde bezuiniging al of niet doorgaat. Hij trekt daarom amendement A3 in. De voorzitter schorst op verzoek van de heer Berghuis de vergadering. Na heropening zegt de heer Berghuis dat het gestelde in amendement A4 voldoende is meegenomen in amendement A2. Het dekkingsverhaal daarvan overtuigt hem niet maar steunt hem desondanks wel. Amendement A4 trekt hij dus in. besluitvorming: De heer Roffel kan zich voorstellen dat de heer Van der Zee graag unanieme steun wilde voor het herstelplan. De VVD heeft gesteld dat zij niet in het college wil als deze bezuiniging niet wordt gehaald. Voor de heer Van der Zee is dat jammer want dat is iets waarover hij niet gaat. Hij heeft een andere verantwoordelijkheid en het is aan de kiezer daarover te oordelen. Het verbaast hem na vier jaar van een aantal raadsleden dat zij al die tijd het college volledig volgden en toen stelden dat spreker op de verkeerde toer zat. Van hen blijkt nu dat ze hun kaderstellende en controlerende verantwoordelijkheid zijn vergeten. In deze gemeente worden een aantal zaken niet op de juiste wijze uitgevoerd. Hij heeft tegen de begroting gestemd omdat daarmee de economische en sociale structuur van haar werd aangetast. Het preventief toezicht noopt tot bezuinigingen maar het herstelplan voorziet niet in de bezuinigingen die hem voor ogen staan. Daarom verklaart hij zich er tegen. Dat geldt ook voor de ingediende amendementen en motie. De burger wordt te veel gezien als klant die aan gedwongen winkelnering moet doen. Zij is aangewezen op een product dat eigenlijk niet goed is en moet er ook nog te veel voor betalen. Hij beseft dat een en ander moet gebeuren en er door de nieuwe raad een aantal dingen moet worden gedaan. De wethouder doet een aantal dingen om dat proces in gang te zetten. Als de raad bezig gaat op een wijze zoals zij vier jaar lang heeft gedaan dan krijgt het college daaraan een zware kluif. Er mag dan getwijfeld worden aan de leefbaarheid van deze gemeente. Zijn fractievoorzitter stelde al dat als er niets gebeurt een gemeentelijke herindeling onvermijdelijk is. Spreker stemt dus tegen dit financieel herstelplan. De voorzitter stelt vervolgens de besluitvorming aan de orde over amendementen, voorstel en motie: Amendement A1
- Overgenomen door het college.
Amendement A2 - Na stemming bij handopsteken aanvaard met 14 stemmen voor en 1 tegen (de heer Roffel). Amendementen A3 / A4
- Beide ingetrokken.
Geamendeerd raadsvoorstel - Na stemming bij handopsteken aanvaard met 13 stemmen voor en 2 tegen (de heren Gesink* en Roffel). Berap werd aanvaard, door het college niet is uitgevoerd. Motie M1 - Na stemming bij handopsteken blijkt dat de fracties van PvdA (behoudens de heer Roffel), ChristenUnie en VVD deze steunen en dat deze wordt door de fracties van CDA en GroenLinks. Dientengevolge is zij met 9 stemmen voor en 6 tegen aanvaard.
* De heer Gesink verklaart tegen het voorstel te stemmen. De voorzitter stelt dan voor om behoudens de vaststelling van agendapunt 10b, de vergadering te schorsen tot 23 februari 2010 om 20.00 uur. De heer Wiertsema vraagt of over deze punten niet in de volgende reguliere vergadering kunnen worden behandeld. Als het voorstel van de voorzitter wordt gevolgd stelt hij voor om nog een besluit te nemen over agendapunt 8. De voorzitter is het met dat laatste eens maar het lijkt hem beter dat conform zijn voorstel de vergadering wordt geschorst en constateert dat raad daarmee instemt. 8. Ontslag voorzitter en leden van de rekeningscommissie Het Hoogeland. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten.
10b. Begrotingswijzigingen. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten rekening houdend met de onder agendapunt 6 vastgestelde amendementen en door het college gedane toezegging.
Schorsing. De voorzitter schorst de vergadering om 23.40 uur en de mededeling dat de vergadering wordt heropend op 23 februari 2010 om 20.00 uur.
Voortzetting vergadering op dinsdag, 23 februari 2010 om 20.00 uur. Na heropening van de vergadering en verwelkoming van de aanwezigen wordt door de voorzitter aan de orde gesteld:
7. Bijdrage voorbereidingskosten nieuwbouw gymnastieklokaal Ulrum. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis steunt het collegevoorstel. Het is jammer dat ontwikkelingen inzake de sportvoorziening in Ulrum hierdoor stagneren. Hij is benieuwd naar het verdere verloop van het masterplan dat door de Tennisvereniging wordt ontwikkeld. De heer Smook sluit zich hierbij en vindt dat over het te nemen besluit zo goed mogelijk moet worden gecommuniceerd met Dorpsbelangen Ulrum. Dat is belangrijk want er worden soms dingen gesuggereerd jegens de gemeente die niet kloppen.
De heer De Vries stemt in met het voorstel. Het is jammer dat dit plan niet door kan gaan vanwege de financiële situatie van de gemeente. Het komt nu niet van pas maar eigenlijk zouden initiatieven als deze juist moeten doorgaan. Het is zinvol dat over de toekomst van sportvoorzieningen met instanties en verenigingen een integrale visie wordt opgesteld. De heer Bakker vindt dat achter het herstelplan een discussie opgezet moet worden over de gevolgen. Het dorp Ulrum en de sport moeten daarvan onderdeel uitmaken. Als gevolg van een andere bestemming voor de gymzaal wordt het opzetten van een visie voortgezet. Alleen op basis van overleg is de gemeente bereid eventueel weer kosten voor haar rekening te nemen voor het opstellen van een visie. Er zal afzonderlijk met Dorpsbelangen Ulrum worden gecommuniceerd over deze kwestie. besluitvorming: Zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
9. Herziening grondexploitatie Winkelconcentratie Leens. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis vindt het verstandig dat deze herziene grondexploitatie is opgesteld. Het is jammer dat de plannen aan de Ritzemastraat niet doorgaan vanwege de financiële situatie. Kan al gezegd worden wanneer met de bouw kan worden begonnen en hoe loopt de verkoop van de woningen die boven het winkelcentrum zijn gepland. Het is zaak dat zo snel mogelijk nadat bouwvergunningsprocedure is afgerond met de bouw wordt begonnen. De heer Smook is benieuwd naar de stand van zaken van de juridische procedures. Hoe komt het dat de gemeente komt te staan voor de extra kosten en hoe kijkt het college aan tegen het verdere vervolg. De heer Van Gelder vraagt waarom deze herziene grondexploitatie nu moet worden vastgesteld en waarom dit niet in april wordt meegenomen. De financiële situatie wordt niet alleen herzien maar er wordt ook besloten af te zien van een aantal plannen om het dorp te verbeteren zonder dat daarvoor een alternatief wordt gegeven. De gemeente doet een stap terug waar niets tegenover staat. Daarom is hij er benieuwd naar of met nog meer tegenvallers rekening gehouden moet worden. Ook wil hij inzicht hebben van de risico’s waar bij projectontwikkelingen als deze tegenaan wordt gelopen. De heer Wiertsema stemt in met het voorstel. Hij is benieuwd naar de stand van zaken van de juridische procedures bij de Raad van Staten en naar de verdere voortgang van de plannen. De heer Bakker antwoordt dat de presentatie van dit voorstel te maken heeft met de procedure bij de Raad van State. Er moet een actuele grondexploitatie zijn vastgesteld omdat daarover de vorige keer bij zitting kanttekeningen zijn geplaatst. Vanwege de financiële situatie van de gemeente kunnen plannen aan de Ritzemastraat niet doorgaan. Het is niet bedoeling om de raad voorstellen te doen voor extra investeringen en alleen door meevallers kunnen deelprojecten alsnog worden uitgevoerd. De heer Van Dijk antwoordt dat de uitspraak over de voorlopige voorziening door de Raad van State één dezer dagen wordt verwacht. Als direct ook een uitspraak gedaan wordt over de bodemprocedure dan kan een uitspraak wat langer op zich laten wachten. Ook tegen de te
verlenen bouwvergunning kan bezwaar worden gemaakt. Spreker voorziet dat omstreeks juni/juli met de bouw kan worden begonnen. De afspraken met de aannemers en installateurs zijn al rond. De verhuur van winkelruimte aan Jumbo en Aldi is contractueel rond. Door de gevoerde procedures zijn geen acties opgezet door de projectontwikkelaar om woningen boven het winkelcentrum te verkopen. Het verloop van de vrije verkoop was geen succes. Er zijn positieve contacten geweest met de woningbouwcorporatie om deel te nemen en een zorginstelling heeft grote belangstelling om het complex in zijn geheel over te nemen. Het overleg daarover neemt veel tijd in beslag maar er wordt verwacht dat de komende weken nadere afspraken gemaakt kunnen worden. Het gaat hierbij om het grootste bouwcomplex en het complex aan de oostkant. Van het geplande winkelblok aan de Breekweg wordt bekeken wat daarin kan worden ondergebracht. De voortgang van deze 2e fase verloopt positiever als was verwacht. De heer Van Gelder concludeert uit het gegeven antwoord dat gewacht wordt op een uitspraak van de Raad van State maar hij gelooft niet dat deze grondexploitatie eerst naar de Raad van Staten moet worden gestuurd alvorens zij tot een uitspraak komt. Hij heeft geen redenen gehoord waarom de besluitvorming hierover niet uitgesteld kan worden tot april. Het is beter dit besluit gelijktijdig te doen met het beeld-kwaliteitsplan en de toekomstvisie van Leens. Landelijk wordt erkend dat projecten gevaar lopen en er wordt gedacht aan reparatiemogelijkheden en daarom wil hij graag in april een voorstel waarin al deze aspecten worden meegenomen. De heer Bakker stelt dat het beeldkwaliteitsplan eenvoudigweg kan worden ingevuld. Er is hem gemeld dat er ten tijde van de uitspraak een actuele grondexploitatie aanwezig moet zijn en het ontbreken daarvan zou daarin een struikelblok kunnen zijn. De heer Van Gelder zag dat de heer Van Dijk met zijn hoofd schudde toen de heer Bakker antwoordde. Het lijkt hem daarom zinvol om de vergadering te schorsen voor overleg tussen de beide wethouders. De heer Bakker antwoordt dat er bij het vervolg een grondexploitatie nodig is. Hijzelf vroeg zich ook af waarom deze exploitatie niet gelijktijdig met de andere voorstellen kon en er is hem toen verzekerd dat dit te maken heeft met de procedures. De heer Van Gelder vraagt waarom dat dan niet in het voorstel staat. De heer Bakker blijft op die vraag het antwoord schuldig. De heer Van Dijk is het volledig eens met de heer Bakker. Bij eerdere procedures bij de Raad van State bleek dat erg kritisch wordt gekeken naar de financiële opzet en of er sprake is van staatssteun. Die aspecten zijn verduidelijkt en gecorrigeerd en daarom is het beter dat hierover nu een besluit wordt genomen en niet in april. Op zich kan het in april ook. Het is niet zo dat dit besluit naar de Raad van State behoeft te worden gestuurd. De heer Van Gelder merkt op dat op deelplannetjes wordt gesneden waar de raad belang aan hechtte en er wordt landelijk nagedacht over projecten die in de knel geraken. Daarom stelt hij voor om de besluitvorming over dit voorstel uit te stellen tot april. De heren Wiertsema en Van der Vis vinden dat er voldoende informatie is om hierover nu een
besluit te nemen zodat er geen behoefte is aan uitstel. De heren Berghuis is het hiermee eens want er is ook gesteld dat als er behoefte is aan uitvoering van deelprojecten ze dan teruggehaald kunnen worden. besluitvorming: Na stemming bij handopsteken blijkt dat het collegevoorstel met 12 stemmen voor en 2 stemmen (de heren Van Gelder en Schouten van Schagen) wordt aanvaard.
10. Onderzoek afvalinzameling. opiniërende bespreking: De heer De Vries vindt het jammer dat de definitieve rapportage nog niet klaar is. Wanneer verschijnt deze en hoopt dat dit zal zijn vóór de behandeling van het afvalstoffenplan. Het is onderzoek inzake de nul-aanbieders is raar want er wordt een WOZ-bestand gekoppeld aan het feitelijk aantal verstrekte containers. Van de 165 nulaanbieders kunnen 118 direct worden verklaard en is er benieuwd naar wat daaronder dan wordt verstaan. Is onderzoek ingesteld naar de resterende 47 want hij is er benieuwd naar waar zij hun afval laten. De inzameling van GFT in het buitengebied kan van worden afgeschaft. Doordat het aantal arbeidsuren wordt beperkt en ook omdat er minder kilometers gemaakt behoeven te worden (brandstofkosten) kan hierdoor behoorlijk worden bezuinigd. De heer Halsema is het daarmee eens. Het CDA vindt het in stand te houden van twee milieustraten overbodig en zij heeft geen behoefte van voorscheiding van plasticafval De heer Van Gelder vraagt of de 943 nul-aanbieders ook beschikken over een container en vraagt of het basistarief daarom niet omlaag kan. De evaluatie van Diftar verliep rommelig en er is toen toegezegd dat er een bewonersonderzoek zou worden ingesteld waarbij ook zou worden gepeild of er na deze zittings-periode van de raad behoefte is aan inzameling naar gewicht danwel frequentie. Over hetgeen nu ter tafel ligt is hij erg ontevreden vanwege allerlei hiaten en omdat er ondanks toezeggingen nog geen definitief rapport is. Je kunt eigenlijk stellen dat in dezen de wethouder nul-aanbieder is. De heer Smook concludeert dat het aantal nul-aanbieders beneden de landelijke norm ligt. Als het contract met de Milieudienst Groningen het toelaat, moet de GFT-inzameling in het buitengebied zo snel mogelijk wordt beëindigd. Het is gewenst dat in de definitieve rapportage wordt ingegaan op de ervaringen van de inwoners met de afvalinzameling. Dat wat er wordt gepresenteerd is erg mager. Hij staat kritisch tegen-over sluiting van de milieustraat in Leens en vraagt zich af wat daarvan de gevolgen zullen zijn. Het is zeker dat de dienstverlening daardoor achteruit gaat. De heer Van der Zee vindt dat de 47 nul-aanbieders moeten worden opgespoord en aangepakt. Het onderzoeksrapport van JMA is erg onder de maat. Met het stoppen van de GFTinzameling stemt hij in. De milieustraat in Leens open moet blijven omdat men anders helemaal naar Usquert moet rijden. De heer Bakker antwoordt dat het definitieve rapport in april komt. Het onderzoek richtte zich op 943 percelen en hij is het niet eens met de VVD inzake de kwaliteit van het geleverde rapport. Er is bij het onderzoek uitgegaan van GBA-adressen en dat kan het bureau JMA niet worden kwalijk genomen. Zij heeft dat eenvoudigweg als uitgangspunt genomen.
De heer De Vries verbaast zich hierover want hij vindt dat je toch het aantal geplaatste containers als basis moet nemen en niet het GBA. De heer Bakker antwoordt dat op de 47 nul-aanbieders nog nader onderzoek plaatsvindt. Bij dit onderzoek is uitgegaan van aantal adressen in het GBA en adressen waar containers op zijn uitgezet. De daling van het aantal van 943 naar 165 wordt hierdoor verklaard zodat je dat JMA niet kunt verwijten. De heer Van der Zee merkt dat hier in huis precies bekend hoeveel containers er zijn uitgezet en hoeveel daarvan niet worden gebruikt. De heer Van Gelder vraagt of trafo-huisjes al of niet een rekening krijgen. De heer Bakker legt uit dat het grote verschil wordt verklaard door het aantal adressen die geen grijze en groene container krijgen. Voor trafo-huisje en windmolens wordt geen rekening gepresenteerd. De heer De Vries merkt op dat alle containers en ledigingen toch staan geregistreerd zodat het GBA daar helemaal niet voor nodig is. De heer Bakker geeft alleen de feitelijke gang van zaken weer. Het aantal van 165 had te maken met een aantal woningen die zijn gecombineerd met bedrijven, bij 22 woningen leegstand, 24 recreatiewoningen stonden op een terrein met een verzamelcontainer zodat er uiteindelijk 47 overbleven. In april wordt op die laatste groep nader ingegaan. De adressen die niets aanbieden betalen wel vastrecht. De heer Wiertsema vraagt waarom het betreffende rapport niet bij de stukken lag. De heer Bakker antwoordt dat dit vanwege de zorgvuldigheid niet is gedaan. Al of niet GFTinzameling in het buitengebied maakt qua kosten niets uit. Het contract met de Milieudienst Groningen moet eerst worden aangepast wil je daarvan voordeel hebben. Over het openlaten van de milieustraat in Leens wordt verschillend gedacht. Dit komt in april aan de orde. Momenteel kan Usquert de milieustraat van Leens er niet bij hebben maar Afvalsturing Noord-Groningen is in Usquert bezig met een nieuwe milieustraat. Het college is in gesprek met een ondernemer die de milieustraat in Leens wil overnemen. In de definitieve rapportage wordt teruggekomen op de telefonische enquête. Zijn conclusie is dat na de invoering van Diftar de hoeveelheid zwerfvuil meevalt en dat de inwoners tevreden zijn met dit inzamelsysteem. De heer De Vries vraagt of de verordening wordt aangepast vanwege de GFT-inzameling en de inzameling van restafval. De heer Van Gelder dringt er op aan bij de wethouder dat hij ingaat op de andere aangekondigde onderzoeken (bewonersonderzoek en onderzoek gewicht/frequentie) waartoe in augustus 2008 is besloten. De aandacht van deze onderzoeken zal ook een gunstig effect hebben op de zaak. Hij is jammer dat er uiteindelijk zo’n mager rapport wordt gepresenteerd. De heer Bakker antwoordt dat het niet zo moet worden dat GFT-afval bij het restafval komt zodat de verordening niet hoeft te worden gewijzigd. De inzameling van afval is onder druk
van de wetgeving erg veranderd zodat veel dingen (zoals inzet milieuboer) die bij de evaluatie zijn afgesproken niet meer kunnen. Daarom is besloten te komen met deze tussenrapportage zodat er een goed verhaal is en de definitieve rapportage over deze collegeperiode heen te tillen. De heer Smook merkt op dat de heer Bakker over zaken heenpraat. Het gaat nadrukkelijk om het Diftar-gebeuren en de weging van afval. Waarom is de raad niet geïnformeerd over het feit dat de wetgeving is veranderd. De heer Bakker merkt op dat de Milieudienst nu één vrachtauto heeft waar een proef mee loopt om te bekijken of weging mogelijk is. Ongeveer een jaar geleden is gevraagd hoe een en ander in elkaar steekt. De heer Smook weet dat de Milieudienst eenvoudigweg kan zorgen voor weging en dat er politieke redenen waren waarom we dat hier niet wilden. Of er al of niet behoefte aan wegen is wordt nu bewust buiten beschouwing gelaten. De heer Bakker antwoord dat wil je overstappen op weging dat dit dan ook moet kunnen. Er hebben zich feiten voorgedaan waarvan je de gevolgen moet afwachten alvorens er een besluit over te nemen. De heer Van Gelder vindt dat de heer Bakker over de zaak heenpraat. Onderzoeken (bewoners en gewicht/frequentie) zijn wel afgesproken maar ze zijn niet uitgevoerd en dat is jammer. De heer Wiertsema verklaart dat een meerderheid van de raad daarmee niet zo veel haast had en ChristenUnie heeft dat nog niet. De heer Van Gelder merkt op dat in het besluit staat dat daartoe na deze raadsperiode een besluit zou worden genomen. Dat neemt niet weg dat daarover nu al kan worden nagedacht en dat is dus niet gebeurd. In de herfst van 2008 zou worden gesproken met de bewoners wat ook is nagelaten. De heer Smook is het eens met de heer Van Gelder. De heer Berghuis merkt op dat er allerlei zaken bij worden gehaald die nu niet aan de orde zijn. Er is gevraagd om het rapport over de nul-aanbieders en in september wordt op de zaak teruggekomen. De heer Smook stelt dat door de wijze van beantwoording van de heer Bakker hij deze discussie over zichzelf afroept. De heer Bakker zegt dat de definitieve rapportage binnenkort komt. De uitkomst van telefonische enquête onder de inwoners over tariefsdifferentiatie luidt: 33 % is vóór een tarief gebaseerd op weging, 62,7 % si tegen en 2,9 % weet het niet. Het betreft hier een tussenrapportage. De nu gevoerde discussie zo vlak voor de verkiezingen is hij zat en kenschetst hij als gezeik. conclusie: Van de tussenrapportage is kennisgenomen. Er is toegezegd dat de definitieve rapportage in april 2010 komt en in september het afvalplan 2011-2015. Het college kan daarbij rekening houden met een aantal van de gemaakte opmerkingen.
11. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen van gemeenschappelijke regelingen, enz. De heer Gesink heeft een vergadering bezocht van het algemeen bestuur van Ability. Er is informatie verstrekt over de nieuwe manier waarop daar gewerkt gaat worden aan het leeraspect. Meer informatie zal binnenkort volgen.
12. Rondvraag. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
13. Sluiting. De voorzitter sluit om 20.50 uur de vergadering.