Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 21 november 2006 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens.
Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis mevrouw E.P. van den Broek de heer H.W. van Gelder de heer H. Gesink de heer M.H.J. Halsema de heer H. van der Heide de heer J. Roffel de heer J.B. Schouten van Schagen (vanaf agendapunt 1b) de heer L. Smook de heer J.P. van der Vis mevrouw J. Vogel de heer T.M. de Vries de heer B.S.H. Wiertsema de heer F. van der Zee
Afwezig raadslid: de heer W.G.J. Limberger
Voorzitter:
mevrouw J.A.J. Stam
Griffier:
mevrouw M. van Bergen
Notulist:
de heer J. Russchen
- tevens burgemeester
Aanwezige overige leden burgemeester en wethouders:
de heer N. Bakker
- wethouder
de heer M. van Dijk
- wethouder
de heer J.L. Hiemstra
- wethouder
de heer G. Swart
- gemeentesecretaris
1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De heer Berghuis heeft verzocht om bij punt 14 mondeling een vraag te stellen inzake de Zeehondencrèche in Pieterburen. Spreekster constateert dat de agenda met inachtneming hiervan wordt vastgesteld. 1a. Onderzoek geloofsbrieven nieuw raadslid. De voorzitter gaan over tot het aanwijzen van een commissie, bestaande uit de heren Roffel, Gesink en De Vries, die wordt belast met het onderzoek van geloofsbrieven van de heer Schouten van Schagen. Spreekster schorst vervolgens de vergadering. Na heropening deelt de heer Roffel mee dat er geen beletselen zijn om de heer Schouten van Schagen toe te laten als raadslid. De voorzitter constateert dat de raad het advies overneemt zodat betrokkene na de beëdiging kan functioneren als raadslid. 1b. Beëdiging nieuw raadslid. Overeenkomstig artikel 14 van de Gemeentewet legt de heer Schouten van Schagen de belofte af in handen van de voorzitter. De voorzitter constateert dat de heer Schouten van Schagen hiermee is toegelaten als lid van de raad. De heer Schouten van Schagen heeft drieëneenhalf jaar de raadsvergaderingen bijgewoond vanaf de publieke tribune. Dit is voor hem aanleiding om de volgende motie in te dienen:
De raad van de gemeente De Marne, in vergadering bijeen op 21 november 2006, gehoord de beraadslaging,
constaterend dat
de stoelen op de publieke tribune zeer oncomfortabel zijn;
overwegend dat
burgers die een raadsvergadering bij willen wonen op zijn minst op stoelen mogen zitten die er voor zorgen dat ze een vergadering kunnen uitzitten; verzoekt het college om op korte termijn de oncomfortabele stoelen van de publieke tribune te vervangen in comfortabele stoelen
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter deelt mee dat het college dit inmiddels heeft besproken en ze zegt toe dat hierop binnenkort terug zal worden gekomen. Spreekster schorst vervolgens de vergadering om de aanwezigen in de gelegenheid te wensen de heer Schouten van Schagen te feliciteren. Na heropening van de vergadering wordt aan de orde gesteld.
2. Spreekrecht voor het publiek. Namens de Federatie voor Watersportverenigingen Noord Groningen zegt de heer F. Bisschop naar aanleiding van agendapunt 7 het volgende: “Wij willen graag, als behartiger van de belangen van de watersport in het noordelijk deel van de provincie Groningen, agendapunt 7 ("onderhoud bruggen, beschoeiingen en wegen") aangrijpen u te attenderen op een aantal zaken betreffende de vaarrecreatie en het vaartoerisme en de daaraan gerelateerde voorzieningen. Het verhaal is opgebouwd uit drie onderdelen: introductie. reden van inspreken. het onderhavige voorstel. 1. Introductie Federatie Watersportverenigingen Noord-Groningen. De Federatie Watersportverenigingen Noord-Groningen is opgericht 22 oktober 1980. Bij de Federatie zijn thans 6 watersportverenigingen aangesloten, waaronder 3 in de gemeente De Marne. Onze Federatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
Het doel van de Federatie is het behartigen van de belangen van de watersport in het noordelijk deel van de provincie Groningen. Wij trachten dit doel onder meer te bereiken door:
het fungeren als overkoepelend- en coördinerend overlegorgaan tussen de aangesloten watersportverenigingen;
het houden van regelmatige contacten met de besturen van de aangesloten verenigingen;
het bevorderen van de watersport, inbegrepen de voorzieningen;
het onderhouden van kontakten met gemeentelijke-, regionale- en provinciale overheden.
2. De reden van inspreken. De reden dat wij hier en nu van de inspreekmogelijkheid gebruik willen maken heeft vooral te maken met onze inschatting dat er nu kansen zijn om een deel van het project "Rondje om de Noord" op korte termijn uit voeren. Het betreft, in casu, de verhoging van een aantal bruggen in het Hunsingokanaal en de Hoornse Vaart. Ik zal daar verder nog op terug komen. 3. Het onderhavige voorstel. 3.1. Wij hebben waardering voor uw voorstel. * het is goed om op basis van inventarisatie en structurele inspecties tijdig bestaande voorzieningen in een goede kwalitatieve en functionele staat te houden/brengen. * in de door ons ingediende zienswijze op uw (concept) Waterplan hebben dan ook, onder andere gepleit voor een inventarisatie en vervolgens het opstellen van onderhoudsplannen voor alle bestaande voorzieningen voor de watersport. Een zelfde opmerking hebben wij gemaakt over een baggerplan. 3.2. Het onderhavige raadsvoorstel heeft, voor zover het gerelateerd is aan de watersport, helaas alleen betrekking op beschoeiingen en bruggen. Wij zijn van mening dat het ook gewenst is dat er een vergelijkbaar voorstel komt voor alle
andere voorzieningen voor de watersport. (o.m. kaden, steigers, havens, sluizen, overige (aanleg)-voorzieningen). Betreffende het onderdeel beschoeiingen valt ons, in positieve zin, op dat er ook reeds geattendeerd wordt op onderhoud en het daaraan gekoppelde budget voor de periode na 2010. Een goede zaak. Betreffende het onderdeel bruggen vallen ons een aantal zaken op:
het voorstel beperkt zich tot de periode tot 2010. Vanaf 2010 is er geen onderhoud meer nodig?
in het voorstel wordt terecht gesproken over een aanbeveling om de Ulrumer te verhogen. Is er in het budget ook al rekening gehouden met een verhoging?
wat wordt de nieuwe doorvaarthoogte?
Wij zijn van mening dat een verhoging tot 3,10 meter gewenst is (overeenkomende met de hoogte van de vernieuwde bruggen in de provinciale weg bij Abelstok). De verhoging van de andere, te lage, bruggen in het Hunsingokanaal en de Hoornse Vaart is niet in dit voorstel is verwerkt. Het betreft hier bruggen uit het project "Rondje om de Noord". Zoals u weet is dit een gezamenlijk project/uitvoeringsplan, in het kader van de gebiedsuitwerking Noord-Groningen van het POP, van de noordelijke gemeenten, de provincie en het waterschap. In uw Waterplan is het ook (project 27) reeds opgenomen in het hoofdstuk 'Maatregelen'. Wij wijzen u er graag op dat er bij de Provincie Groningen thans gelden voor het project "Rondje om de Noord" beschikbaar zijn. Deze gelden zijn specifiek gereserveerd voor de verhoging van de Bruggen in de gemeente De Marne en de gemeente Eemsmond. Tot slot willen wij u graag attenderen op:
de problematiek van de stremmingen tijdens het vaarseizoen ter plekke van de H.D. Louwessluis. Bouw van een schutssluis ter plekke is noodzakelijk. Wat is de rol van de Gemeente De Marne. Het is voor de promotie van de vaarrecreatie in dit gebied geen goede zaak dat men wordt geconfronteerd met een doodlopende vaarroute.
de wenselijkheid om in Warfhuizen de bestaande vaste brug te vervangen door een beweegbare, in het dorpsbeeld passende, brug.
Samenvattend wordt geconcludeerd: goed voorstel. Nog, zo snel mogelijk, uitbreiden en ook gelden reserveren voor de andere infra-werken. De mogelijkheid om nu, met financiële steun van anderen, bruggen te verhogen met beide handen aangrijpen”. Tot slot vraagt inspreker om de behandeling van de agendapunten 6 en 7 te wisselen. De voorzitter legt uit dat dit niet mogelijk is omdat de agenda inmiddels is vastgesteld. 3. Aanwijzen primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot het aanwijzen van de primus en daartoe wordt getrokken nummer 12, mevrouw Vogel. 4. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 17 oktober 2006 alsmede de lijst van toezeggingen. Notulen De heer Van der Heide stelt voor om in de aanhef op blz. 1 zijn naam te verwijderen uit de lijst van aanwezige raadsleden omdat hij toen niet aanwezig was. Er wordt ook voorgesteld om op blz. 2, onder punt 2, de naam van de inspreekster te wijzigen in Louwes. Mevrouw Vogel stelt voor om op blz. 11, onder punt 13 bij: Vraag van de fractie van ChristenUnie de heer Vogel te wijzigen in mevrouw Vogel. De heer Van Dijk stelt voor om de het door hem gegeven antwoord op blz. 11, onder punt 13, als volgt te wijzigen:
De heer Van Dijk zegt dat hij niet vrolijk werd van het bericht. Hij legt uit dat bijna alle Groninger gemeenten met 17% worden gekort wat voor De Marne neerkomt op € 440.000 en dit terwijl de begroting al klaar is. Het vorig jaar is het budget ook gekort en het tekort werd in eerste instantie toen aangevuld vanuit de reserves.
De notulen worden met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen vastgesteld.
Lijst van toezeggingen Hierop worden geen op of aanmerkingen gemaakt.
5. Ingekomen stukken.
opiniërende bespreking:
Punt 2
Schrijven coördinatoren Steunpunten Mantelzorg en Vrijwillige Thuishulp
Mevrouw Van den Broek lijkt het verstandig om voor het overgangsjaar 2007 goede gesprekken te hebben met de coördinatoren. Welke invloed heeft de instandhouding hiervan op de subsidieregelingen. De heer Van Dijk antwoordt dat bij de uitwerking van de mantelzorg de rol van de coördinatoren aan bod zal komen. Hij is niet in staat om de vraag inzake de instandhouding te beantwoorden en zegt toe dat dit door hem zal worden nagegaan. Punt 12/13 Schrijven K.T. Noordhuis en H.J. van ’t Land te Leens inzake het uitblijven van een reactie op gezonden brieven. De heer Wiertsema leidt uit deze twee brieven af dat hier geen sprake is van klantvriendelijkheid en klantgerichtheid. Hij is benieuwd hoe het college hierop gaat reageren en adviseert maatregelen te treffen om zaken als deze in de toekomst te voorkomen. De heer Berghuis wil graag op korte termijn weten hoe het college hiermee denkt om te gaan. Voor het eind van het jaar moet er duidelijkheid zijn ontstaan. De heer Van der Zee wil graag weten wat het college gaat doen om zaken als deze te voorkomen. De voorzitter heeft samen met de gemeentesecretaris gesprekken gevoerd met de briefschrijvers en hen excuses aangeboden voor de gang van zaken. Ook is hen een oplossing aangeboden voor de gerezen problemen. In het ene geval is die oplossing nog niet gevonden en in het andere geval is deze inmiddels geëffectueerd. In materiële zin is deze zaak dus al afgedaan. De postbewaking is er vooral op gericht te controleren of alle post in het archief komt en is er niet op gericht of alle brieven binnen gestelde termijnen worden behandeld. Hiervoor is software nodig en er wordt versneld toe overgegaan om dit aan te schaffen. De zaak is besproken met de betrokken ambtenaar en leidinggevende en het heeft binnen de organisatie tot consternatie geleid. Er is een opschoningactie gehouden naar brieven die nog binnen de organisatie verblijven en er zijn hierdoor nog brieven boven water gekomen, die nog moeten worden beantwoord. Dit zal voor het eind van het jaar gebeuren. Fouten kunnen niet worden uitgesloten maar ze denkt dat alle maatregelen zijn getroffen om een herhaling als deze te voorkomen. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van de
griffier besloten. 6. Beleidsnota Wet Maatschappelijke Ondersteuning. opiniërende bespreking: De heer Van Gelder is van mening dat de zorgtaken van zowel de WMO als de WWB door het rijk zijn gedumpt bij de gemeenten terwijl betwijfeld moet worden of voldoende geld beschikbaar wordt gesteld om de zaken op een voor deze gemeente aanvaardbaar peil te houden. Die handelwijze staat in schril contrast met de wijze waarop De Marne de WMO-taken aanpakt. In de beleidsnota wordt gesteld dat de WMO voortdurend in ontwikkeling is. Hij is het er mee eens dat de nadruk wordt gelegd op pacificatie van belangengroeperingen. In deze beleidsnota zijn volgens hem de ogen te eenzijdig gericht op de aspecten zorg en hulp. Het welzijn en de leefbaarheid (eerste prestatieveld) komen er bekaaid van af. Het belang van dorpshuizen en dorpsverenigingen voor de sociale samenhang wordt onderkend. Voor vrijwilligers die actief zijn in de dorpen is de WMO geen gesneden koek. Het is een goede zaak dat in de nota staat dat de sociale thema’s meer en effectiever zullen worden besproken met de dorpen maar naar zijn gevoel gebeurt dat ad hoc. Er is een sociale structuurschets met een inventarisatie en als je die gaat monitoren dan ontstaat het beeld dat hetgeen verdwijnt wordt afgestreept. Het instellen van een overkoepelende WMO-raad waarin dorpsverenigingen zitting hebben brengt als probleem met zich mee dat die verenigingen momenteel helemaal geen dwarsverband hebben. De activiteiten van de afzonderlijke verenigingen variëren van bijna een politieke partij tot een feestcommissie. In het voorwoord van de nota staat dat het beleidsterrein dermate breed is dat veel beleidsvoornemens moeten worden uitgewerkt in afzonderlijk beleidsnotities en voorstellen. Aan het college wordt voorgesteld om voor prestatieveld 1 van de WMO de sociale structuurschets als uitgangspunt te nemen om zo te komen tot een tot een meer structureel beleid op het punt van de sociale samenhang. Vooral in de kleine kernen is voor dorpshuizen en dorpsverenigingen een rol weggelegd. Mevrouw Van den Broek merkt op dat door een verschuiving van taken bij gemeenten een zware taak en verantwoordelijkheid is neergelegd. Bij een aantal prestatievelden worden bestaande taken overgeheveld naar de gemeente maar er zijn ook voorstellen toegevoegd voor nieuw beleid. De toekomst moet uitwijzen of hiervoor voldoende geld beschikbaar is gesteld. Met het instellen van een WMO-reserve stemt ze in. Er is nu een reserve voor huishoudelijke verzorging en een voor individuele voorzieningen. Zij is geneigd van de wethouder een toezegging te vragen om een algemene reserve in te stellen. Heeft het betalen van gelden voor de prestatievelden 7, 8 en 9 aan de gemeente Groningen tot gevolg dat ook de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en de uitvoering daar komt te liggen. In het financiële overzicht worden apparaatskosten genoemd waarbij geen bedrag staat en de vraag is waaruit die kosten bestaan en waarom zijn ze niet inzichtelijk te maken. In het voorstel staat dat onder regie van de gemeente de dienstverlening samen met anderen effectief en efficiënt gaat verzorgen. De WMO staat en valt met een goede communicatie en het moet duidelijk zijn waar welke verantwoordelijkheden liggen, wat er mogelijk is, hoe het gefinancierd gaat worden en hoe een en ander wordt uitgevoerd. Door wijziging van de overlegstructuren zal er met belangengroepen en zorgaanbieders een helder communicatieplan moeten worden opgesteld waarin de communicatielijnen helder in beeld komen onder regie van de gemeente. Ook de rol van de klachten-commissies van de zorgaanbieders kan hierin worden meegenomen. Is er een afvaardiging hieruit naar de in te stellen WMO-adviesraad. Het ambitieniveau van de beleidsnotitie ligt zeer hoog en het is de vraag of dit haalbaar is met
de beoogde en toe voegen capaciteit. Zij stelt voor om aan de eerste vier prestatievelden prioriteit te geven omdat die te maken hebben met het algemeen dagelijks leven in de dorpen. Op 20 juni 2006 is de WMO in de raad besproken en sindsdien zijn er een aantal voorlichtingsavonden gehouden voor belangengroepen maar dit is nog niet gedaan voor de burgers. Het is juist de bedoeling dat in dezen ook de burgerparticipatie op poten wordt gezet. Spreekster heeft een aantal vragen gesteld die ze heeft gemaild aan de wethouder en nog niet zijn beantwoord. Het betreft de volgende zaken/vragen: “Is er sprake van afvaardiging van deze klachtencommissie naar de nog in te stellen WMO adviesraad? Voor de prestatievelden 1 tot en met zal per prestatieveld een uitvoeringsplan moeten worden opgesteld, waarin een tijdspad en een financieel plaatje zijn opgenomen. Ik neem aan dat dit reeds in gang is gezet? Prestatieveld 1. Toevoegen aan actiepunten: De gemeente informeert dorpsverenigingen over hoe een info-avond over de WMO georganiseerd kan worden voor de dorpsbewoners en verleent steun bij de uitvoering hiervan. Het opzetten van 5 steunpunten ligt al een tijdje in het voornemen van onze gemeente. Wij zijn benieuwd hoever het hiermee staat en of er al een detailplan is opgesteld. Als de functie van dorpsconciërge gekoppeld is aan reïntegratie, is het gevaar van vele personeelswisselingen dan te verwachten? Op welke wijze wordt gestalte gegeven aan de kwaliteitsmonitor? Prestatieveld 2: Preventieve ondersteuning van jeugdigen en hun ouders. Een paar vragen: - Is het onderzoek naar de haalbaarheid van een laagdrempelig loket (eventueel aangehaakt bij het zorgloket) voor informatie en advies inzake jeugd, jeugdproblematiek, opvoeding, opvoedingsondersteuning en hulpverlening op die terreinen al gestart? Wat ons betreft is onderzoek naar de wenselijkheid niet echt noodzakelijk! Wel spoed bij het onderzoek haalbaarheid! Wanneer kunnen we de bevindingen van dit onderzoek verwachten? - “continuering van de zorgstructuur in het peuterspeelzaalwerk door structurele inzet van een interne begeleider”. Betekent dit dat alle zeven peuterspeelzalen in stand worden gehouden? In Westernieland is men ongerust omdat het gerucht gaat dat peuterspeelzaal Robbedoes (Westernieland) gesloten zal worden. - pagina 40: 2e alinea. Hier wordt genoemd dat de informatie en adviesfunctie een aanbod van cursussen en trainingen binnen twee jaar moet worden gerealiseerd? Wat houdt dit in? Wordt dit misschien uitgewerkt in het jeugdbeleidsplan dat op dit moment in ontwikkeling is? - Wanneer is dit plan klaar?
Prestatieveld 3: Informatie, advies en cliëntondersteuning. - Er wordt gesproken over een definitief beleidsplan. Wordt deze wederom aangeboden aan de raad? - De uitkomsten van de pilot cliëntondersteuning zouden in september bekend zijn. Wat is hiervan de stand van zaken, dan wel de resultaten hiervan? Prestatieveld 4: Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. - In de raadsvergadering van 20 juni j.l. heb ik al aangedrongen een goed plan van aanpak op papier te zetten. Is dit reeds in gang gezet? En is er al een budget ondersteuning mantelzorg beschikbaar gesteld voor 2007? We kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk dit prestatieveld is voor het slagen van de opzet WMO. Direct werk van maken, lijkt me! - Op de steunpunten worden conform het beleidsplan computers ingezet (voor o.a. een internetcafé en de ontsluiting van digitale informatie). We zien de kosten die hieraan verbonden zijn niet terug in het financiële overzicht. Hoe wordt dit eenmalig en structureel gefinancierd? - Wordt de samenwerking tussen de steunpunten en de dorpshuizen gestimuleerd? (Heeft de gemeente overwogen om de steunpunten in de dorpshuizen in te richten?) - Hoe staat het met de WMO krant? Wanneer verschijnt het eerste nummer? Er worden geen actiepunten genoemd. Ik neem aan dat de actiepunten beschreven zijn in o.a. nieuw beleid? Toch graag nog even de actiepunten op schrift! Prestatieveld 5: Bevorderen deelname maatschappelijk verkeer etc. Het lijkt erop dat de AWBZ subsidies opnieuw worden ingezet voor de uitvoering van specifieke projecten op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. De subsidies zouden toch geheel worden ingezet voor het inhuren van de welzijnswerker (per 1 januari 2007)? Of wordt dit weer anders gefinancierd? Waarom is de functie van welzijnswerker niet meteen gezet op 32 uur want de indruk bestaat dat er meer loketbezoeken zullen worden gebracht omdat het een overgangsjaar is. In de begroting is een bedrag van € 96.200,-- opgenomen voor inhuur personeel ZorgAdviesTeam. Is dit inclusief de nieuwe welzijnswerker? Wij maken ons zorgen over de bezetting van het zorgloket. Is de 0,5 fte wel voldoende? De werkdruk zal vooral in 2007 hoog zijn. Daarnaast is er de tendens de taken van het zorgloket te intensiveren en uit te breiden de komende jaren. Moet hier niet nu al rekening mee worden gehouden in de meerjarenbegroting? Is de vervanging van de huidige loketmedewerker bij uitval door ziekte, vakantie en dergelijke wel goed geregeld?” De voorzitter onderbreekt spreekster en vraagt wanneer door haar schriftelijke vragen zijn ingediend. Mevrouw Van den Broek antwoordt dat deze zondagavond zijn gemaild aan de wethouder maar zij acht het nodig om desondanks deze vragen toch nu te stellen. Spreekster vervolgt
haar betoog met: “Om de 50 meter af- en opritten van trottoir naar openbare weg”. Wordt dit meegenomen in het GVVP, samen met het te ontwikkelen plan van eisen voor de openbare weg? Prestatieveld 6: Voorzieningen voor gehandicapten etc. Als het treffen van voorzieningen maatwerk betreft dan kan het hier best om een fiets met een hulpmotor gaan als het een reële fase is tussen een fiets en een scootmobiel. In voorkomende gevallen moeten aanvragen goed worden onderzocht en eventueel worden gehonoreerd. Prestatieveld 8: Openbare geestelijke gezondheidszorg. Wat is de hoogte van het budget voor initiatieven OGGZ dat wordt overgeheveld van de gemeente Groningen naar De Marne per 1 januari 2007? Prestatieveld 10: Wonen en zorg Het beleid van Philadelphia is gericht op de intensivering van extramurale zorg. Daarnaast is De Hoven voornemens in Leens woningen te creëren voor dementerenden. Wordt de hulpverlening die daarbij noodzakelijk is volledig verzorgd door de zorginstelling of wordt hierbij een beroep gedaan op de middelen in het kader van de WMO? Door het stimuleren van zoveel mogelijk zelfstandig wonen zou het wel eens kunnen voorkomen dat een persoon van intramuraal naar extramuraal verhuist, dat wil zeggen: Van een zorginstelling verhuist naar een zelfstandige (aangepaste) woning. Worden de verhuiskosten dan vergoed?” In het algemeen zijn nu grove kaders geformuleerd en naar aanleiding hiervan zullen per prestatieveld uitvoeringsplannen worden opgesteld. Ze vindt dat de inbreng tijdens voorlichtingsavonden heel goed zijn opgenomen in de gepresenteerde beleidsnota. De heer Van der Zee heeft kennis genomen van de beleidsnota WMO. De inbreng van organisaties is op een goede wijze hierin meegenomen en hij spreekt hiervoor zijn waardering uit. Hij denkt dat alles goed in kaart is gebracht maar afgewacht moet worden of het goed uitpakt. In het kader van werken met behoud van uitkering zullen er dorpsconciërges komen. Kunnen zij worden ingeschakeld voor de voor- en naschoolse opvang, de bibliotheek en eventueel bij sportverenigingen. Mevrouw Vogel vindt de beleidsnota erg duidelijk en spreekt daarvoor haar waardering uit. Afgewacht moet worden hoe de WMO gaat lopen en wat van de burgers wordt verlangd. De invulling van vrijwilligers voor de mantelzorg verdient veel aandacht en het is belangrijk dat ze goed worden ondersteund en begeleid. Van de totale zorg wordt 80 % door hen gedaan en zonodig moeten ze worden ontlast. Van de samenleving wordt ook meer inzet verwacht want onder regie van de gemeente wordt daarop een groter beroep gedaan. Daarom is het belangrijk dat tussen de gemeente en de dorpen overleg plaatsvindt. Voor het inrichten van vijf steunpunten zijn tien mensen nodig en de vraag is of hiervoor al werving heeft plaatsgevonden. De situatie in 2007 blijft op het niveau van 2006 maar wat is de verwachting voor de daarop volgende jaren. Hoe staat het met het overleg met Philadelphia en de voortgang van de plannen.
De heer Berghuis denkt dat het college op de goede weg is om de invoering van de WMO soepel te laten verlopen en dat zij haar zaken goed op orde heeft. In de stukken kon worden gelezen hoe de gemeente is omgegaan met de reacties en suggesties van organisaties en belangengroeperingen en daar is op een correcte wijze mee omgegaan. Door de Cliëntenraad wordt gesteld dat voor de WMO een klachtenregeling ontbreekt. Is dit juist of is daarop de algemene klachtenregeling van toepassing. Er wordt mee ingestemd om het WMO-beleid na een half jaar te evalueren zodat het mogelijk is om dan alsnog eventuele manco’s repareren. De financiële risico’s zijn nog niet duidelijk maar het lijkt hem onverstandig om nu reeds een reservering te doen voor eventuele tekorten. In principe dient een en ander budgettair neutraal te verlopen. Er is een brief ontvangen van een zorgaanbieder inzake de inperking van de keuzevrijheid van cliënten van huishoudelijke hulp en deze heeft kritiek op de wijze van aanbesteding. Klopt dit of kan gesteld worden dat de betrokkene een slechte verliezer is. De voorzitter betwijfelt of de gedetailleerde vragen die zijn gesteld door mevrouw Van den Broek nu kunnen worden beantwoord. De heer Berghuis merkt op dat driekwart van de vragen niet gesteld hoefde te worden als mevrouw Van den Broek de voorlichtingsavonden had bezocht. Mevrouw Van den Broek is het met dit laatste niet eens want alle vragen kwamen naar voren bij het lezen van de gepresenteerde beleidsnota en er is door haar ook gesteld dat de inbreng goed is verwoord. De heer Berghuis merkt op dat dan de vragen niet gesteld behoefden te worden omdat ze immers goed zijn verwoord. De heer Van Dijk streeft er naar in algemene zin op de gestelde vragen te antwoorden. Gistermorgen heeft spreker de vragen via de mail gekregen maar het was voor hem onmogelijk deze schriftelijk te beantwoorden. Er is door meerdere mensen veel werk verzet aan deze nota en daarmee is het ook lastig om op zo korte termijn de beantwoording op papier te krijgen. Mondeling kan hij in grote lijnen antwoorden op de vragen maar details worden later schriftelijk beantwoord. Geconstateerd moet worden dat tevredenheid en waardering bestaat over de gepresenteerde nota en dat deze gemeente hierin voorop loopt omdat het één van de weinige gemeenten is die zo ver is. Dit stuk moet gezien worden als een begin het verdere verloop moet beleidsmatig en financieel kritisch worden gevolgd wat zal worden gedaan in bestuursrapportages. Volgens GroenLinks komt de sociale samenhang er wat bekaaid af en wordt gesteld dat hiervoor structureel beleid nodig is. Er is een sociaal structuurplan waarin werd uiteengezet wat er zoal in deze gemeente is. De organisatiedichtheid en de betrokkenheid van de mensen is erg groot zodat de basis aanwezig is om zich in te spannen voor zaken die te maken hebben met de WMO. Dit impliceert ook dat de ontwikkelingen in de dorpen kritisch moeten worden gevolgd en daarover zullen nog afzonderlijke notities volgen. Zo nodig zal op basis van evaluaties conclusies plaatsvinden en eventueel bijsturing. Er zal kritisch gekeken worden naar de behoeften en de vragen in de dorpen om zo de sociale samenhang te kunnen bevorderen. Door te wijzen op activiteiten van gemeente ten aanzien van de sport, dorpshuizen en dorpsverenigingen vindt hij niet dat de sociale samenhang er bekaaid vanaf komt. De PvdA pleit voor het instellen van een reserve maar tijdens de begrotingsbehandeling is door hem gesteld dat de gemeente een algemene reserve heeft en deze kan als buffer fungeren. Verder is afgesproken dat als er geld overblijft dit zal worden gereserveerd. Het heeft geen zin om geld apart te zetten omdat financiering uit
de algemene reserve mogelijk is. In Leens en Kloosterburen functioneren inmiddels steunpunten. In het kader van de seniorenhuisvesting is men bezig in Zoutkamp. Er wordt verwacht dat het ook in Ulrum tot stand komt en ook in Eenrum is men er mee bezig. Het instellen van dorpsconciërges verschaft de mogelijkheid om hierbij de WWB te betrekken. Er wordt ingezet op twee conciërges per dorp zodat ook doorstroming kan worden opgevangen. Van de betrokken mensen verwacht hij dat men zich hier enthousiast voor gaat inzetten en is op dat punt niet pessimistisch. In samenwerking met sociale zaken kan effectief hiermee aan de slag worden gegaan. Het invullen van dorpswachten verliep moeilijk en er moet voor gewaakt worden dat kritiekloos allerlei mensen voor worden ingezet. Het is de bedoeling om het Zorgloket te verbreden en uit te breiden met jeugdzorg. Over het jeugdbeleid zal een nota worden opgesteld en het is ook een onderdeel van de WMO. Voorzover taken die zijn weggezet bij de Gemeente Groningen is zij ook ver-antwoordelijk voor de uitvoering. Peuterspeelzalen worden in stand gehouden zolang deze worden bezocht door voldoende kinderen. De peuterspeelzaal in Westernieland zit in de gevarenzone want deze wordt bezocht door maar een paar kinderen. Vorige week is een memo toegezonden hoe de zorg er de komende jaren uit gaat zien in De Marne. Tussen het Zorgkantoor, De Hoven en Philadelphia en de gemeente is een overeenkomst gesloten over de verdeling van de zorg waarbij het gaat om verpleeghuiszorg en gewone zorg. In Leens is men niet van plan zorg voor dementerenden te realiseren maar verpleegzorg. Er ligt een concept dat in Zoutkamp zorg kan worden verleend bij het seniorencomplex en in Kloosterburen blijft ’t Olde Heem bestaan en komt er verpleeghuiszorg. In Leens en Ulrum komt verpleeghuiszorg en op iets langere termijn ook in Eenrum. Op de brief van de zorgaanbieder heeft hij nog geen commentaar omdat hij deze vandaag pas heeft gekregen. Er is sowieso een algemene klachtenregeling in de gemeente maar er is ook eentje voor de WMO. De heer Berghuis vraagt of dit dan een afzonderlijke regeling is naast de algemene. De heer Van Dijk kan hierop geen uitsluitsel geven. De heer Van der Zee refereert aan zijn vraag inzake inzet voor sportverenigingen enzovoorts. De heer Van Gelder is tevreden met de reactie van de wethouder en hoopt dat met de aanpak van prestatieveld 1 met dezelfde voortvarendheid plaatsvindt als die van de zorgverlening. De samenhang die hier nog bestaat steekt positief af tegen de rest van Nederland. Mevrouw Vogel vraagt wat er gebeurt als geen 10 dorpsconciërges kunnen worden geworven. Mevrouw Van den Broek is tevreden met het gestelde dat deze nota aan het begin staat van beleid en financiën en dat er per prestatieveld nog gekomen wordt met een uitvoeringsplan dat nog uitvoerig zal worden besproken. De heer Van Dijk antwoordt dat het mogelijk is inzet te leveren voor- en naschoolse opvang als daar om verzocht wordt. Dit kan volgens hem niet op grond van de WMO maar wel krachtens WWB. Bibliotheekwerk en sportverenigingen moet worden aangemerkt als welzijn en dat kan wel krachtens de WMO. Eerst richt het beleidsplan op de invoering van huishoudelijke hulp en vervolgens zal voor het verdere scala nog gekomen worden met uitwerkingen. hele scala volgens hem. De sociale dienst heeft in de gemeenten De Marne en Winsum een cliëntenbestand van 400 personen en het lijkt hem toe dat er geen vrees hoeft te bestaan dat hier geen tiental personen uit kan worden geworven als dorpsconciërge. Aan dorpswachten werden hogere eisen gesteld.
besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten. 7. Bruggen beschoeiingen en wegen. opiniërende bespreking: De heer Halsema is tevreden met het voorstel. Evenals de inspreker is hij benieuwd naar hetgeen het college na 2010 wil doen. Wat hem betreft wordt de hoogte van de brug bij Abelstok moet worden gehanteerd als hoogtenorm voor de andere bruggen en ook het niet kunnen passeren van het H.D. Louwessluis is een vraagpunt. Ook wil hij graag opheldering over de subsidiegelden die provincie beschikbaar stelt voor “Rondje om de Noord”. Kunnen andere bruggen ook voor deze subsidie-regeling in aanmerking komen. De heer De Vries constateert dat de komende vier jaar prioriteiten worden gesteld voor de aanpak van bruggen en beschoeiingen. Eenzelfde prioriteitstelling voor wegen ontbreekt terwijl er wel geld voor beschikbaar wordt gesteld. Voor de komende jaren zou hij voor dit onderhoud voor met name 2007 graag een overzicht willen hebben. Hoe gaat de gemeente om met het inzetten van werkzoekenden bij aanbestedingen van werkzaamheden. In de achterliggende stukken staat dat voor beschoeiingen een bedrag van € 1.400.000,-- wordt genoemd. Voor de komende vier jaar is € 830.000,-- beschikbaar maar hij mist hierbij de beschoeiing tussen Abelstok en Warfhuizen. De heer Van der Vis is tevreden met het collegevoorstel en het is geen overbodige luxe. Het is verstandig om tegelijk met de aanpak van de riolering aan de Singel in Ulrum ook de brug onder handen te nemen. Hij heeft er geen probleem mee dat voor de beschoeiing langs de Trekweg vanwege de beperkte financiële middelen wordt gekozen voor het aanbrengen van een damwand. Het is een goede zaak dat er een plan van aanpak is en dat met de werkzaamheden een begin wordt gemaakt. Het college en de raad moet er op toezien dat in toekomst het onderhoud beter wordt uitgesmeerd zodat er niet zoveel gelijktijdig dient plaats te vinden. Wat zijn de plannen na 2010 en wordt er rekening mee gehouden dat bij groot onderhoud of vervanging van bruggen deze direct worden verhoogd. De heer Van der Heide merkt op dat een leek kan vaststellen dat veel wegen, bruggen en beschoeiing aan onderhoud toe zijn. Er is de voorbije periode te weinig geld gereserveerd om onderhoud te plegen. Met de beschikbare middelen moet zo efficiënt mogelijk worden omgegaan en er moet niet tot provisorisch herstel worden overgegaan. Er is meer geld nodig voor onderhoud en de PvdA heeft daartoe de aanzet gegeven in de vorm van een motie om voor dit doel € 100.000,-- op te nemen. Er is ook gepleit om vanaf 2007 de bespaarde rente aan de reserve achterwege te laten en een extra structureel budget hiervoor in de begroting op te nemen maar daar was de meerderheid van de raad het niet mee eens. Als het onderhoud nog langer wordt uitgesteld dan zullen de kosten nog veel hoger uitpakken. Er is toegezegd dat in 2007 de gedane reservering zal worden aangewend. Het is logisch om de doorvaarthoogte van de Ulrumer te brengen op 3.10 meter met het oog op de vaarrecreatie. Alle bruggen moeten om die reden op voldoende doorvaart-hoogte worden gebracht en op dit punt is hij het eens met de inspreker. Wordt er een beroep gedaan op het provinciale budget voor “Rondje om de Noord” zijn er mogelijkheden mede vanwege de bodemdaling op gelden uit het Waddenfonds. Wordt vanwege de kosten de voorkeur gegeven aan een stalen damwand in plaats van aan metselwerk. Tijdens het uitstapje van de raad is de toestand van de beschoeiingen en bruggen in ogenschouw genomen en de gedane voorstellen zijn voldoende duidelijk.
Het minder zwaar verkeer en het maken van andere ontsluitingen maakt de belasting van wegen beduidend minder waardoor er kostenbesparend kan worden gewerkt. Spreker stemt in met het voorstel en van de opmerking onder 4 en 5 wordt kennisgenomen naar de nu bekend zijnde situatie en kennis. Er moet niet tot 2011 worden gewacht met de aanpak van de beschoeiingen. Waar is het benodigde budget van € 200.000,-- gebaseerd. Over het wegenonderhoud wil hij graag nader worden geïnformeerd inzake de kosten van de Grontmij. Hij stelt voor om volgend voorjaar over dit thema een raadsinformatieavond te houden en wil ook graag meer inzicht in het onderhoudsniveau en budget in andere gemeenten. Hierbij speelt de vraag welk niveau in dezen dient te worden nagestreefd. Welk deel van de investering wordt gefinancierd uit de reserve en welk deel is opgenomen in de begroting. Volgens de recent vastgestelde nota reserves en voorzieningen is er een bedrag van € 562.000,-- voor de beschoeiingen terwijl het college uitgaat van € 500.000,-- en wil over dit verschil graag nadere uitleg. Wordt de vastgestelde voorziening bruggen van € 59.000,-- ook ingezet of blijft dit geld gereserveerd. Volgens hem klopt het niet dat het gereserveerde bedrag van € 100.000,-- wordt ingezet voor wegenonderhoud omdat dit geld bestemd is voor de aanpak van beschoeiingen en bruggen. Tot slot vraagt hij om bij het waterschap druk uit te oefenen om te bereiken dat spoedig de kademuur in Schouwer-zijl wordt aangepakt. De heer Van Gelder vraagt zich af of door het vermengen van renovatie en het verbeteren van de vaarrecreatie de subsidiemogelijkheden niet verminderen. Als sec gepraat wordt over opwaardering van de vaarmogelijkheden dan kan wellicht een beroep worden gedaan op het Waddenfonds. De heer Bakker antwoordt dat het in dit voorstel gaat om achterstallig onderhoud dat tot en met 2010 zal worden uitgevoerd. Er wordt gehoopt om daarna met het reguliere onderhoudsbudget van € 200.000,--verder te kunnen. Het is de bedoeling om de Ulrumer til met een halve meter te verhogen. Door hem zal nog worden nagegaan of deze brug op dezelfde hoogte komt als die bij Abelstok want dat is wel de bedoeling. Een gedeelte van de kosten die verband houden met de ophoging van bruggen komen uit het provinciale budget “Rondje om de Noord”. De Federatie Watersportverenigingen heeft een zienswijze ingediend tegen het concept Waterplan en hierover vindt komende donderdag een gesprek plaats met hen. De stremming van de H.D. Louwessluis en het realiseren van een beweegbare brug in Warfhuizen hebben hiermee te maken en niet met achterstallig onderhoud. Er is gevraagd hoe de ophoging van het budget met € 100.000,-- naar € 390.000,-- kan worden verklaard. Er is wel aangegeven hoeveel vierkante meters aan deklagen, slijtlagen en herstel bestratingen voor dit geld kan worden uitgevoerd. Het is tot nu toe gebruikelijk dat ieder jaar na de winterperiode een voorstel wordt voorgelegd aan het college met opgave van wegen die onderhoud behoeven. Hiervan zal een kopie ter kennis worden gebracht van de raad. De wijze waarop inzet van werkzoekenden bij de werkzaamheden kan worden geëffectueerd in het bestek zal worden onderzocht. Volgens hem is het tracé Abelstok – Warfhuizen in het geheel ook financieel meegenomen. Om in aanmerking te komen voor bodemdalinggelden moet daarvan ook sprake zijn en volgens hem is dat bij Ulrum niet het geval. Een aantal jaren geleden zijn de plannen van de Grontmij en het onderhoudsniveau uitvoerig besproken en hij voelt er niet voor om die discussie dit voorjaar te herhalen. Alle aanwezige budgetten zijn op één hoop gegooid en daar wordt de totale investering uit gefinancierd. Er is geregeld overleg met het waterschap waar de doorvaart bij de H.D. Louwessluis en de kademuur in Schouwerzijl aan de orde komen en hij vindt dat op zaken als deze niet te veel druk wordt uitgeoefend want dit kan een afhoudende reactie met zich meebrengen.
De heer De Vries stemt er mee in dat het onderhoudsprogramma van wegen ter kennisname aan de raad wordt gezonden. Over de Oude Aagtstil en de Oude Hoornstertil tussen Eenrum en Wehe-den Hoorn is eerder al eens gesproken en er is gesuggereerd om hiervoor in de plaats hoogholtjes aan te leggen. Deze constructies zijn lichter en de kosten ervan zijn waarschijnlijk ook lager. De heer Van der Vis heeft geen antwoord gehad op zijn vraag of bruggen direct worden opgehoogd als er onderhoud aan moet plaatsvinden. De heer Van der Heide vindt het formeel gezien onjuist om de beschikbaar gestelde middelen op een hoop te gooien en vervolgens daarmee de zaak ter hand te nemen. Het geld moet eigenlijk worden gebruikt voor dat waarvoor het is bestemd. Gezien de urgentie lijkt het hem interessant om over het onderhoudsniveau nog eens van gedachten te wisselen ook al is de wethouder een andere visie toegedaan. De beantwoording van de heer Bakker was wel leuk maar het sneed weinig hout. De heer Van Gelder heeft geen antwoord gehad op de door hem gestelde vraag inzake vermenging van subsidiegelden. De voorzitter vraagt of de heer Van der Heide met het voorstel instemt. De heer Bakker antwoordt dat is nagegaan of tussen Eenrum en Wehe-den Hoorn hoogholtjes konden worden aangelegd. Omdat de bestaande landhoofden moeten worden gesloopt kan uiteindelijk voor nagenoeg dezelfde kosten beter een lichtere constructie brug worden aangelegd die breed genoeg om te worden bereden met een zoutstrooier. Het is gemakkelijker om de ophoging van de Ulrumer til tegelijk met de aanpak van de weg te doen. Samen met de provincie en met de eigenaren moet worden bekeken hoe moet worden omgegaan met het ophogen van bruggen en het aanleggen van een klapbrug in Warfhuizen omdat daarmee forse investeringen zijn gemoeid. Spreker heeft geprobeerd uit te leggen dat voor bijvoorbeeld de beschoeiing van de Trekweg een reserve beschikbaar is. Als je ter plaatse een lichte beschoeiing hebt en tegelijkertijd moet aan de weg veel onderhoud worden gepleegd dan vindt een vermenging van kosten plaats. De aanpak van bruggen, beschoeiingen en wegen kan niet goed uit elkaar worden gehaald omdat het één met het ander te maken heeft. Hij wil best herhalen dat het waterschap verplicht is om onderhoud te plegen aan de kade in Schouwerzijl maar het is voor hem de vraag of dit op korte termijn het beoogde effect heeft. Er is ieder half jaar bestuurlijk overleg met het waterschap en volgens hem staat deze kwestie steeds op de agenda. De heer Smook vraagt of het waterschap niet bereid is om in dezen te komen met een planning. De heer Bakker antwoordt dat die conclusie kan worden getrokken maar het heeft ook te maken met de vraag of kan worden ingestemd met het plaatsen van een stalen damwand of dat herstel van de aanwezige constructie dient plaats te vinden. De voorzitter antwoordt dat onderzocht moet worden of gelden uit het Waddenfonds kunnen worden aangewend voor het ophogen van bruggen. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
De voorzitter schorst de vergadering. Na heropening wordt aan de orde gesteld. 8. Tarieven Diftar. opiniërende bespreking: De heer Halsema mist nog een aantal elementen waarop hij nog graag een toezegging wil krijgen. Hij wil graag een duidelijke investeringsafrekening hebben, die gebaseerd is op de cijfers die op 12 juli 2005 zijn gepresenteerd. Voor 2008 wil hij bij de vaststelling van de tarieven een duidelijke vergelijking van de kostentoerekening van voorgaande twee jaren. Hij wil ook graag dat de milieustraat wordt doorgelicht omdat handhaving daarvan in Leens € 25,-- per aansluiting kost. Het college acht dit acceptabel mede omdat bij de vuilstort in Usquert rekening gehouden moet worden met lange wachttijden. Het afgelopen jaar is hijzelf daar een paar keer geweest en werd direct geholpen. Ook wordt gesteld dat voor veel inwoners Usquert te ver weg is. De vraag hierbij is krijgen mensen die er dichter bij wonen die € 25,-- terug. Wat betreft de tariefstelling wordt ingestemd met de verhouding 40/60. Voor 2006 kan een bedrag tegemoet worden gezien van het Vuilverwerkingsbedrijf van € 40.000,--. Met het oog hierop stelt hij voor om een gedeelte te bestemmen aan het tarief en het vaste gedeelte op € 155,-- in plaats van € 159,60 en het restantbedrag in een egalisatiefonds te storten. Namens de fractie van het CDA komt hij met het volgende amendement: In de tarieven voor afvalstoffenheffing het vastrechtdeel te stellen op € 155.--.
Motivatie:
Het vuilverwerkingsbedrijf van Usquert heeft voor onze gemeente voor het jaar 2006 een voordeel berekend van € 41.957,--, Dit overschot dient in het egalisatiefonds voor de reinigingsrechten gestort te worden, daardoor zou dit fonds per 1 januari 2007 gevuld zijn met € 65.000,-- + € 41.957,-- is € 106.957,--. Daar in eerder schrijven is aangegeven dat € 65.000,-- voldoende is om calamiteiten op te vangen, stellen wij voor de helft van die € 41.957,-- nu reeds te verwerken in het tarief en de andere helft toe te voegen aan het egalisatiefonds. Spreker vervolgt te zeggen dat ChristenUnie op haar website met argumenten doet voorkomen dat zij tegen de invoering van Diftar zijn en dat het de andere partijen waren die dit wilden door te spreken van een meerderheidsbesluit en in het midden laat hoe er is gestemd. Hij vindt dat die partij duidelijk naar buiten moet zijn, ook naar haar eigen achterban en dit besluit niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. ChristenUnie heeft uiteindelijk vóór invoering van Diftar gestemd en daarom vraagt hij hieromtrent duidelijk te zijn in de berichtgeving. De heer Van der Zee wijst er op dat de invoering van Diftar ook is opgenomen in het collegeprogramma. De heer Van der Vis merkt op dat er al een greep is gedaan in de reserves om de tarieven zo
laag mogelijk te houden. Volgens hem zat hier nauwelijks € 20.000,-- in. De heer Wiertsema is er blij om dat de website van ChristenUnie goed wordt gelezen door fracties van andere partijen. Hij dringt er op aan om het stuk in zijn geheel te lezen zodat men kennis kan nemen van de visie van ChristenUnie in dezen. De heren Halsema en Van der Zee verklaren dat zij dit hebben gedaan. De heer Wiertsema vervolgt te zeggen dat Diftar er op is gericht te komen tot minder milieubelasting door minder aanbod van afval en betere scheiding. Dit is steeds door zijn fractie onderstreept maar er is ook aangegeven dat moet worden voorkomen dat de invoering afvaltoerisme en zwerfafval met zich meebrengt. Uiteindelijk is er een raadsmeerderheid geweest die heeft besloten tot invoering van Diftar. De heer Halsema vindt dat duidelijk naar voren moet komen wat die raadsmeerderheid is geweest. Er was zegge en schrijve één raadslid op tegen en dat was de heer Bloemhoff en de rest stemde vóór. Dit aspect dient volgens hem duidelijk tot uitdrukking te worden gebracht op deze website. De heer Van der Zee vraagt wanneer de heer Wiertsema dit denkt te gaan doen want hierover is hij al eerder aangesproken en toen is niets aan veranderd. De heer Wiertsema stelt dat vanavond niet over de website van ChristenUnie wordt gesproken en vervolgt zijn betoog over Diftar. Dit stelsel kan ontwijkgedrag in de hand werken en er zijn groepen inwoners (grote gezinnen) die er door worden gedupeerd omdat ze moeilijk in staat zijn om hun hoeveelheid afval te beperken terwijl ze dit wel proberen. 2007 fungeert als experimenteerjaar en er wordt gestreefd naar een geleidelijke invoering waarbij goed rekening wordt gehouden met de daarmee gepaarde gaande effecten. Verder merkt spreker op dat bij een verlaging van het tarief de neiging gaat ontstaan om afval vaker aan te bieden en daardoor zullen de inkomsten hoger worden. In het tarief ziet een bedrag versleuteld voor het afdekken van risico’s van € 20.000,--, een reserve van € 65.000,-- en onvoorzien € 30.000,--. Het uitbestedingsvoordeel en het gebruik van de zijlader is ook niet in het tarief verwerkt. Bovendien is de gemeente zelf de grootste vervuiler doordat zij 3.300 ton afval aanlevert. Er is gevraagd om hieraan wat te doen maar dat is niet gebeurd. De kosten daarvan zijn neergelegd bij de burger terwijl zij daar geen invloed op kan uitoefenen. Hij is er van overtuigd dat de kosten binnen de begroting blijven als het verminderen van afval wordt gezien als een uitdaging. Hier horen passende tarieven bij en om aan de uitgangspunten tegemoet te komen en namens de fractie van ChristenUnie wordt het volgende amendement gepresenteerd: De Raad besluit, bij 1. De tarieven voor afvalstoffenheffing het vastrechtdeel vast te stellen op € 150,-- (i.p.v. het voorgestelde €159,60); en het resterende vermeldt onder 1, 2, 3 en 4 vast te stellen conform het voorstel van burgemeester en wethouders (d.d. 7 november 2006, nummer 8.). Toelichting (overwegingen en opvattingen):
In de Raad is eerder besloten tot invoering van Diftar en is er gesproken over de tarieven. Hierbij is door meerdere raadsleden aangegeven dat invoering van Diftar dient te leiden tot financieel voordeel voor (een grote groep) burgers. Tevens is aangegeven dat 2007, wanneer Diftar feitelijk wordt ingevoerd, als experimenteer-jaar beschouwd wordt (immers er zijn alleen verwachtingen en geen feitelijkheden bekend wat de effecten van invoering van Diftar in onze gemeente zijn). In dat verband is aangegeven dat de tarieven daarop afgestemd moeten worden (dempende werking, voorkomen van grote uitschieters) om zo te komen tot een geleidelijke gewenning van Diftar. Bij de behandeling van de concepttarieven in de raadsvergadering d.d. 17 oktober 2006 is aangegeven dat het maximaal benutten van ledigingmogelijkheden bij Diftar niet duurder mag zijn dan (circa) 25% van het in 2006 gehanteerde tarief. Ook is aangegeven dat voor het tarief van 2006 in 2007 20x de grijze en 13x de groene container geleegd moet kunnen worden. Bij de aanpassing van het vastrechtdeel wordt aan het hiervoor genoemde grotendeels tegemoet gekomen. Hoewel dit ogenschijnlijk leidt tot een klein financieel tekort is het onze verwachting dat dit niet zal ontstaan (er zal vermoedelijk vaker geleegd worden dan het College verwacht). Daarnaast ligt er voor de gemeente ook de taakstelling in het kader van beperking van milieubelasting te komen tot een vermindering van het eigen afvalaanbod, hetgeen zal leiden tot lagere kosten. De heer Van der Zee merkt op dat de vorige vergadering is besloten tot een tariefsverdeling van 60 % vast en 40 % variabel. De VVD-fractie zag meer in de variant 50 % om 50 % maar zij heeft zich toen aangesloten bij de meerderheid. Volgend jaar kan beoordeeld worden hoe het systeem gaat lopen en als het dan anders gaat als voorzien kan dan alsnog worden ingegrepen. Met betrekking tot het amendement van het CDA vindt hij dat het bedrag van € 40.000,-- in de reserve moet blijven want er wordt al een fors bedrag uitgehaald. Diftar is er voor bedoeld om de vervuiler te laten betalen. CDA en ChristenUnie willen de vaste kosten verlagen om de totale kosten omlaag te krijgen. Wat is de motivatie nog om afval te scheiden bij gestelde door ChristenUnie dat niemand 20 om 13 keer afval gaat aanbieden. De heer Wiertsema merkt op dat momenteel zonder dat dit financieel nadeel geeft men al 15 om 20 % minder afval gaat aanbieden. Waaruit afgeleid kan worden dat er sprake is van een betere scheiding van het afval. De heer Van der Zee denkt dat er niemand is die 26 keer per jaar zijn groene container bij de weg zet. Zijn fractie steunt het collegevoorstel. Als het tarief lager wordt vastgesteld is het mogelijk dat er schokeffecten gaan ontstaan met alle nadelige gevolgen van dien. De heer Van der Heide is er tevreden over dat veel van de klachten van inwoners die door zijn fractie bij de wethouder zijn gedeponeerd zijn opgelost. Het ontbreekt nog aan een oplossing voor plaatsing van een ondergrondse container aan de Schoolstraat. Over het inventariseren van locaties in de dorpen waar het noodzakelijk is om bladkorven te plaatsen is hij tevreden. Over de invoering van Diftar is de raad het uiteindelijk wel eens en op basis van de beschikbare informatie is gekozen voor frequentie en niet voor weging. Het is kort door de bocht om nu te stellen dat toen voor eens en voor altijd een besluit is genomen. Winsum wordt een proef gedaan met weging bij inzet van een zijbelader en een uitwerking gemaakt van er wordt een tarief uitgewerkt naar weging en naar frequentie. Naar aanleiding daarvan
wordt door zijn fractie 2007 gezien als een proefjaar en de ervaringen in Winsum kunnen daarbij worden betrokken. Het is vreemd dat over die proef niet nader is gesproken terwijl er sprake is van samenwerking maar uiteindelijk kan deze gemeente voordeel halen uit dit onderzoek. Weging kan tegemoet komen aan de vele bezwaren tegen het sjouwen met zware containers en het is nog niet bewezen dat hierdoor extra zwerfafval zal ontstaan. In strikt beleid daarin blijft noodzakelijk. Het streven moet er op gericht zijn om het tarief zo laag mogelijk te houden en alle mogelijkheden worden aangegrepen om dit te doen. De vervuiler moet betalen en degene die afvallevering voorkomt moet hiervoor worden beloond. Gemeenten die kiezen voor Diftar nemen verantwoordelijkheid om het afvalprobleem zowel ecologisch als economisch beheersbaar te houden. Niet alleen de burger moet hiervoor een inspanning leveren maar ook de gemeente. Er moet inzet worden geleverd inzake het bermbeheer en dit recyclebaar te houden. Verhoudingsgewijs moet de burger voor dit afval veel betalen en de vraag is wat het college hieraan denkt te doen. Ook vindt dat voor deelstromen (blik, sappakken, glas enzovoorts) er een voorziening moet komen zodat ook dit ingeleverd kan worden. Toen dit in oktober werd geopperd stelde de wethouder dat dit een vrij dure methode is. Het is niet bekend waarop die reactie is gebaseerd maar volgens zijn berekeningen en ervaringen elders is in dezen een behoorlijk voordeel haalbaar. Ook dient vóór de zomer met een onderzoek te worden gekomen om een milieuboer in te schakelen. Met het invoeren van een gratis container voor medisch afval is hij tevreden. In de begroting 2007 staat een bedrag opgenomen voor proefvacature van € 9.300,-- (€ 1,82 per aansluiting) maar hij kan zich niet herinneren dat hierover inmiddels een besluit is genomen. Verder zet hij vraagtekens bij een reserve van € 30.000,-- (€ 5,92 per aansluiting) noodzakelijk is. Bij de kosten voor een telefonische hulplijn van € 19.000,-(€ 3,95 per aansluiting) rijst de vraag waar het hier om gaat. Bij structurele kosten voor extra facturen van € 18.560,-- (€ 3,60 per aansluiting) roept vragen op. In totaal gaat het hier om een kostenbedrag van € 15,60 per aansluiting. De heer Van Gelder verklaart dat het duidelijk zal zijn dat GroenLinks de vorige vergadering heeft gepleit voor de verhouding 30/70 zodat gesteld mag worden dat zij niet gelukkig is met de verhouding 40/60. In de standpuntbepaling staat zijn fractie dichter bij de VVD dan ChristenUnie. Wat betreft de test in Winsum heeft de PvdA hem veel gras voor de voeten weggemaaid. De vorige vergadering hebben zowel de PvdA als GroenLinks voor Diftar het wegen van afval als optie naar voren gebracht. Het is niet reëel om de inzameling nu over een geheel andere boeg te gooien maar er zijn wel een aantal nieuwe ontwikkelingen op dit vlak zoals de wegende zijbelader. In Winsum is vanavond met grote meerderheid het collegevoorstel dienaangaande aanvaard. In Noord Brabant is een tariefsysteem beproefd dat het meest succesvol is dat is opgebouwd uit een vastrecht (€ 100,--), een bedrag per aanbieding (€ 1,- a € 1,50) en een bedrag per kilo (€ 0,15 a € 0,19). Met het hanteren van dit systeem worden een aantal lastig aspecten opgelost die met het hier gekozen stelsel naar voren komen. Bij het onderzoek van de PvdA is het wegen van afval ook een aantal malen als alternatief genoemd. Er wordt uiteindelijk minder afval aangeboden als er minder kilo’s afval wordt aangeboden. De noodzaak om vier weken lang afval bij huis op te sparen vervalt. Ook blijft er een stimulans bestaan om geen afval aan te bieden. Grote gezinnen kunnen hierbij ook beter meedoen aan het beperken van afval. Hij vraagt het college er naar toe te werken om bij de evaluatie in oktober 2007 toe te werken naar een verfijning van het systeem waarbij zou kunnen worden toegewerkt naar een soort drietrapsprincipe.Het lijkt hem een goede zaak dat er voor mensen die 16 om 8 keer huisvuil aanbieden de mogelijkheid wordt geschapen om vrijstelling te krijgen maar niet voor hen die er vaker gebruik van gaan maken. De betrokkenen moeten hiervan middels een duidelijke
brief op de hoogte worden gebracht. De heer Bakker antwoordt dat het geen probleem is om mensen duidelijke afrekening en dat geldt ook bij de tariefstellingen en daarbij ook te kijken naar voorgaande jaren. Bij het Vuilverwerkingsbedrijf loopt een discussie over hoe hiermee verder gegaan moet worden en een aspect hierbij is de milieustraat. Om die discussie niet te belasten pleit hij er voor om de gemeentelijke milieustraat te handhaven. Datzelfde geldt ook voor de € 40.000,-- want hierover moet door het algemeen bestuur nog wel een besluit worden genomen en bovendien is een groot deel van dit bedrag incidenteel en niet structureel. Op dit moment voert het te ver om dit bedrag in te zetten voor een verlaging van het vaste deel van het tarief naar € 155,--. De heer Halsema vraagt of het juist is dat het bedrag van € 40.000,-- exclusief de aanwezige reserve van € 65.000,-- is en concludeert dat dan het totaal dus uitkomt op meer dan € 100.000,--. De heer Bakker bevestigt dit maar er wordt € 50.000,-- ingezet om het tarief laag te houden. Een fors deel van het bedrag is incidenteel. De heer Berghuis merkt op dat onder punt 7 in het advies staat vermeld dat de reserve € 65.000,-- nog niet meteen moet worden ingezet maar pas in 2008. Er is nog een bedrag van € 65.000,-- waarvan € 50.000,-- wordt ingezet. Er blijft dus nog een reserve over van € 65.000,-. De heer Bakker stelt dat onderaan in het laatste financiële overzicht staat € 50.000,-- uit het gereserveerde potje van € 65.000,-- te halen. De heer Halsema wijst er op dat vorige blijkens het collegeverslag is besloten inzake de najaarsnota Vuilverwerkingsbedrijf om conform het advies het teruggestorte bedrag in december toe te voegen aan de algemene reserve afvaltarieven. Een en ander is dus bij het college wel bekend. De heer Berghuis concludeert dat het college met die informatie kennelijk wel rekening mag houden maar de raad niet. De heer Bakker merkt op dat dit geld kan worden gebruikt voor de vuilverwerking en dat het niet wordt toegevoegd aan de algemene reserve. De tariefstelling moet gezien worden als iets structureels en daarom heeft hij er bezwaar tegen om deze financieren uit incidentele middelen. Inzake de website dient ChristenUnie zelf een oplossing te zoeken want daar heeft het college geen oordeel over. Inzake het amendement van ChristenUnie merkt hij op dat de 3.300 ton bermafval is gestoeld op beleid dat door de vorige raad is vastgesteld. De heer Wiertsema zegt dat hij vier jaar in de raad zit en volgens hem is dit nooit aan de orde geweest. De heer Bakker merkt op dat het ecologisch beheren van bermen is vastgesteld door de raad waardoor het maaisel moet worden afgevoerd. De raad is bevoegd om dit beleid te herzien maar het college heeft slechts uitgevoerd datgene wat de raad heeft besloten. Het voert volgens hem te ver om dit beleid hierom op de helling te zetten.
De heer Wiertsema vraagt op welke wijze het college de hoeveelheid afval denkt te reduceren. Vanwege het principe dat de vervuiler betaalt mag de burger toch verwachten de zelf gemeente hier ook een bijdrage aan levert en de kosten niet dropt bij de inwoners. De heer Bakker stelt dat het de keuze is geweest van de raad om de bermen ecologisch te gaan beheren. Als de raad het bermbeheer anders wenst uit te voeren dan moet zij dit aan de orde stellen maar het is niet mogelijk om dit middels de afvalstoffenheffing te realiseren. De heer Wiertsema wijst er op dat is afgesproken om 8 % van de bermen ecologisch te gaan beheren. Stelselmatig is de gemeente steeds meer bermen ecologisch gaan beheren waarover geen raadsbesluit is genomen. De afgelopen jaren is de hoeveelheid bermafval die is afgevoerd naar vuilstortplaats in Usquert vertienvoudigd. De heer Bakker is het met die visie niet eens. Inzake het beheer van de bermen zijn afspraken gemaakt met onder andere de Vlinderstichting en dit is afgedekt met een raadsbesluit. Het staat de heer Wiertsema vrij om dit beleid aan de orde te stellen en eventueel te herzien als daar binnen de raad een meerderheid voor is. Het college kan er niet mee worden opgezadeld de zaak maar uit te zaken want dan kan zij het gestelde beleid niet meer uitvoeren. Over een aantal zaken is het college nog in onderhandeling zoals de bladkorven en de situatie in de Schoolstraat. De PvdA en GroenLinks beschouwen 2007 nog als een proefjaar en rekening houden met de proef in Winsum de zaak evalueren in oktober. Toen over deze zaak een besluit werd genomen kon alleen gekozen worden uit frequentie of wegen. Hieraan is mogelijkheid van volume plus wegen bij gekomen. In Winsum is gekozen voor wegen maar er is hem steeds voorgehouden dat die optie het meeste zwerfafval teweegbrengt. Die elementen kunnen bij de evaluatie worden betrokken. De heer Van Gelder heeft specifiek gevraagd om in oktober 2007 het drietrapstarief zodanig een beeld te krijgen zodat daar dan zinnig over kan worden gesproken. Het heeft weinig zin om het hier functionerende stelsel en dat in Winsum afzonderlijk te evalueren. Van tevoren kan de werking worden uitgezocht en het is een goede zaak om ook met Winsum te gaan praten zodat de gezamenlijke BMW-gemeenten in die richting kunnen gaan werken. De heer Bakker stelt dat het systeem dat hier wordt gehanteerd als eerste geëvalueerd moet worden. Er kunnen andere oplossingen worden meegenomen en uitgewerkt. Het gaat te ver om één specifieke mogelijkheid uit te werken. Het college moet de benodigde informatie hiervoor aanreiken. Hij is best bereid om over deelstromen zich te beraden maar voor sappakken is geen markt meer zodat de gemeente die niet kwijt kan. Voor blik geldt dat dit bij AVI Twente met magneten uit de afval wordt verwijderd en dat dit niet meer in de verbrandingsoven komt. Bij de evaluatie kan het invoeren van de milieuboer worden meegenomen. Het is hem bekend dat dit een vrij dure oplossing is en dit zal in het tarief versleuteld moeten worden. De telefoonlijn was een eenmalige uitgave van € 19.000,-- die er voor was bedoeld een systeem op te zetten voor de verwerking van klachten. Hij vindt het wel een dure zaak maar de werkelijke kosten moeten nog op een rij worden gezet. Er is intensief gebruik van gemaakt bij de introductie van het systeem. Gelet op de totale investering is een post onvoorzien noodzakelijk en hij weet niet hoeveel geld er nog over is van die € 30.000,--. De kosten die verband houden met extra facturen staan hem niet helder voor de geest. Aan de inwoners zal duidelijk worden bericht dat de verlening van vrijstelling niet geldt voor de inzameling van 26 keer de groene en 26 keer de grijze
container maar voor lagere aantallen. De heer Van der Heide legt uit dat er kosten worden gemaakt voor extra facturen. Een midden in het jaar en een afrekening aan het eind van het jaar. Is er in de raad een besluit genomen over proeffacturen want er staat wel een bedrag voor gereserveerd maar er is geen besluit over genomen. Door hem is een berekening gemaakt voor het invoeren van een milieuboer dat als uitkomst heeft dat het per aansluiting € 12,-- scheelt. Het instellen van een onderzoek lijkt hem om die reden zinvol. De heer Bakker legt uit dat het krijgen van een proeffactuur voor de inwoners niet erg zinvol is maar voor de organisatie wel want daardoor kunnen eventuele fouten worden gecorrigeerd. Hierdoor wordt de hoeveelheid fouten bij de verzending van de eerste factuur sterk gereduceerd. In het voorstel vaste gedeelte van het tarief wordt in rekening gebracht gelijktijdig met de andere belastingen. Het variabele deel wordt in twee of drie keer in rekening gebracht. De heer Halsema geeft er de voorkeur aan dit twee keer in rekening te brengen. De heer Hiemstra is het er mee eens dat de discussie over de tarieven niet moet worden vervuild met eentje over het bermbeheer. Hij is het niet met de heer Bakker eens dat een beschouwing over het bermbeheer niet uitsluitend moet voortkomen uit de raad maar wel degelijk ook uit het college. Bij de afdeling milieu heeft duurzame bedrijfsvoering beslist de aandacht en daarbij speelt de hoeveelheid afval zeker een rol en dat geldt ook voor de benutting van het bermafval en het snoeihout. Hierop zal terug worden gekomen en het zou vreemd zijn als dit niet tot besparingen zou leiden. Door veel spreker is gesteld dat als je verkeerd omgaat met Diftar dat je dan kans loopt dat veel inwoners hun afval in de berm laten liggen. Dat is precies wat de gemeente doet als ze gaat klepelen in plaats van te gaan maaien. De heer Halsema wil graag op korte termijn de beschikking willen hebben over inventarisatie van de kosten van investeringen en de kostentoerekening over de afgelopen twee jaar. Hij stelt hieraan de limiet van 1 april 2007 omdat hij anders vreest dat hij een en ander niet op tijd krijgt. De heer Van Gelder constateert dat enerzijds kritiek wordt uitgeoefend op het gepresenteerde voorstel. Anderzijds kan zijn suggestie en de introductie van de milieuboer worden gezien als een verdere ontwikkeling van Diftar waarop hij graag een reactie wil hebben. De heer Halsema is het er mee eens dat er moet worden geëvalueerd maar niet op een zo korte termijn als GroenLinks wenst. Eerst moet er met weging in Winsum maar een volledig jaar mee worden gedraaid, zodat ook de ervaringen dáár kunnen worden verwerkt in een evaluatie. Verandering van systeem is wat het CDA betreft deze raadsperiode niet aan de orde. De heer Wiertsema is op zichzelf genomen niet tegen ecologisch bermbeheer maar de zaak moet wel in de juiste proporties worden gezien en het is de vraag wie moet opdraaien voor de kosten. Hij is ingenomen met de toezegging van de heer Hiemstra inzake de presentatie van een nota over de benutting van bermafval en snoeihout. Op het punt van de kostendekkendheid verwacht hij uit te komen op een vastrecht van € 150,-- en als er tegen die verwachting in een tekort mocht ontstaan van € 20.000,-- of € 30.000,-- dan stemt hij er mee in om dit te versleutelen in het tarief van het jaar daarop. Tegen die achtergrond handhaaft hij het ingediende amendement.
De heer Van der Zee snapt niet waarom hierover weer uitvoerig wordt gediscussieerd want de vorige keer was de zaak al voldoende duidelijk. Dit jaar wordt begonnen met Diftar en het net ingezette beleid moet je niet direct weer gaan veranderen. Zijn visie op het amendement van het CDA heeft hij al gegeven. ChristenUnie denkt nog steeds te kunnen opereren binnen de begroting ook al haal er nog bij € 52.000,-- uit en daar gaat hij niet in mee. De heer Van der Heide heeft van andere partijen nog geen reactie vernomen op de suggestie voor het onderzoeken van een milieuboer. Hier is een aanzienlijk voordeel mee te bereiken. De wethouder gaat er in mee om dit te betrekken bij de evaluatie maar spreker weet niet hoe de heer Bakker zich dit voorstelt. Hijzelf heeft al een berekening gemaakt en het lijkt hem een eenvoudige zaak dat de wethouder vóór de zomer een door hem ingesteld onderzoek te presenteren. De heer Van Gelder steunt de beide amendementen niet. Het collegevoorstel wordt door hem niet gesteund omdat GroenLinks de voorkeur geeft aan 30 % vaste kosten en 70 % variabele kosten. Het is merkwaardig dat de gemeente blijft vasthouden aan de ingezette koers want er is allerlei nieuwe informatie beschikbaar en het lijkt hem goed toe om over een jaar een en ander bij te stellen. De heer Van der Zee merkt op dat vorig jaar over de invoering van Diftar een besluit is genomen en er is toen besloten de frequentie als maatstaf te nemen. Met dit stelsel dient een aantal jaren te worden gedraaid en het is voorbarig om nu reeds te besluiten tot wijzigingen van het beleid. Er is nu al een forse afname van de aangeboden hoeveelheid afval terwijl de burger er nog aan moet wennen. Het ingezette beleid moet daarom niet binnen een jaar al worden gewijzigd. De heer Bakker zegt toe dat de informatie waarom de heer Halsema heeft verzocht vóór 1 april 2007 zal worden gepresenteerd. De totale kosten van Diftar zijn de vorige keer al min of meer vastgesteld. Als één van de amendementen wordt aanvaard dan ontstaat er een gat in de begroting. Er is al een bedrag van € 50.000,-- toegevoegd en volgens hem presenteert het college hele reële percentages. Het college staat volstrekt niet achter de amendementen en zij heeft uitgevoerd hetgeen in de vorige raadsvergadering is gevraagd. De totale uitgaven zijn gepresenteerd en er is een uitwerking gemaakt naar de verhouding 60/40. Het college vindt dat de risico’s welke er worden gelopen niet acceptabel en blijft vasthouden aan haar voorstel. Het onderzoek naar de milieuboer zal vóór de zomer worden gepresenteerd omdat dit niet erg ingewikkeld is. De voorzitter schorst op verzoek van de heer Berghuis de vergadering. Na heropening deelt de heer Berghuis mee te hebben gevraagd om een schorsing om een patstelling te voorkomen. Het CDA heeft besloten zijn amendement in te trekken en zij zal het amendement van ChristenUnie gaan steunen. Mocht dit amendement een financieel tekort gaan krijgen dan kan gebruik worden gemaakt van de € 40.000,-- die de wethouder volgens het collegeverslag in het egalisatiefonds heeft gestort. Met die handelwijze heeft de wethouder bereikt dat hij € 5,-- meer kwijtraakt. De heer Van der Heide (PvdA) steunt het amendement van ChristenUnie.
De heer Van der Zee (VVD) steunt het amendement van ChristenUnie niet. De heer Roffel merkt met betrekking tot het raadsbesluit op dat de aanslag van het variabele deel in drie termijnen wordt opgelegd. Zowel het CDA en de wethouder stelden dat dit er twee zouden moeten zijn. Dit kan inhouden dat het besluit op dat punt gecorrigeerd moet worden. De voorzitter gaat er van uit dat de wethouder zijn eigen voorstel steunt. De heer Berghuis merkt op dat in het besluit zelfs in vier keer een aanslag wordt opgelegd. De heer Bakker legt uit dat in mei en september aanslagen worden opgelegd en in januari volgt de afrekening van het voorgaande jaar. Als je dit één keer per half jaar doet dan kom je uit op de maand juli en het is ongewenst dit in de zomerperiode te doen. Oorspronkelijk had het de voorkeur om twee keer een aanslag op te leggen. De heer Halsema legt uit dat drie keer een aanslag wordt opgelegd voor het variabele deel en het vaste deel wordt in één keer opgelegd. De voorzitter breekt een verdergaande discussie af en gaat over tot de besluitvorming. besluitvorming: De voorzitter brengt vervolgens het amendement van ChristenUnie in hoofdelijke stemming. Het amendement wordt met 10 stemmen vóór (fracties PvdA, CDA en ChristenUnie) en 4 tegen (fracties VVD en GroenLinks) (de heren Van der Vis, Van der Zee, Van Gelder en Schouten van Schagen) te zijn aanvaard. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het geamendeerde raadsvoorstel besloten waarbij wordt geacht dat de heren Van Gelder en Schouten van Schagen tegen hebben gestemd.
9. Begrotingswijziging door toename aanvragen milieuvergunningen. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis is er benieuwd naar hoe het komt dat ineens zoveel vergunningen worden aangevraagd. De heer Smook stemt in met het voorstel. Kan over de behandeling en vergunningverlening door de Regioraad nader tekst en uitleg worden gegeven. De heer Gesink stemt er mee in dat het het beste is om zelf feeling te houden met de vergunningverlening. De heer Hiemstra legt uit dat toename van het aantal milieuvergunningen kan niet worden verklaard want dit is simpelweg zo gegaan en geen gevolg van regelgeving zodat het niet was voorzien. Het gaat hierbij vooral om de opkomst van vooral kleinere en eenmansbedrijven wat gezien kan worden als een positieve ontwikkeling. De behandeling door de Regioraad neemt vrij veel tijd in beslag en is sterk voor verbetering vatbaar. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
10. Bestuursrapportage. opiniërende bespreking: De heer Wiertsema concludeert dat deze Berap veel lijkt op een financiële rapport dat moet worden goedgekeurd. Er is ooit afgesproken dat Beraps zouden ingaan op voornemens en afwijkingen en dat wordt thans gemist. Verder heeft hij het gevoel dat er meer structureel beleid moet worden gevoerd en niet meer gewerkt moet worden van leermoment naar leermoment. De heer Van der Vis constateert dat een oppervlakkige beschouwing tot misvatting kan leiden dat de financiële situatie meevalt. Bij een betere bestudering blijkt dat de meevallers vaak incidenteel zijn en de tegenvallers structureel. Volgens hem hadden tegenvallende posten beter begroot kunnen worden. De meevallers hadden dan kunnen worden aangewend om het weerstandsvermogen op te vijzelen. Zonder de incidentele meevallers was er weer een gat in de begroting geslagen met alle gevolgen van dien. Deze Berap geeft aan dat de financiële positie nog steeds zwak is en dat de gemeente op zijn tellen moet passen. De heer Smook merkt op dat in het raadsvoorstel een aantal behartenswaardige dingen worden gezegd over zaken als planning, control en omgaan met bedrijfsvoering. Gehoopt wordt dat het leerproces waarvan in het voorstel melding wordt gemaakt zich voortzet. Er moet niet te sterk gezocht worden naar ad hoc oplossingen maar doordat de raad in de loop van een begrotingsjaar kan besluiten tot nieuw beleid is dit niet uit te sluiten. Tegen die achtergrond vraagt hij of de politiek verantwoordelijk is voor overschrijdingen die financieel niet zijn gedekt. Straks wordt de financiële verordening vastgesteld waarbij wordt besloten om Beraps voortaan over de eerste vier en acht maanden te laten verschijnen. Hij pleit er voor om die sneller in de raad te bespreken dan nu het geval is zodat zo nodig actueler bijsturing kan plaatsvinden. Hij is het met de heer Wiertsema eens om Beraps inhoudelijker van aard te maken. Inzake het GVVP is hij er benieuwd naar aan welke maatregelen momenteel geen uitvoering wordt gegeven. Verder vraagt hij om meer informatie over een veranderde werkwijze inzake de mantelzorg. Is de meevaller van BNG, die er ook in 2007 en 2008 zal zijn, verwerkt in het meerjarenperspectief. Als dat niet is gebeurd dan ontstaat er een financiële meevaller zodat dit eventueel kan worden ingezet voor achterstallig onderhoud. Het zou een goede zaak zijn dat Beraps integraler van opzet worden waarbij ingegaan zou kunnen worden op de financiële stand van zaken van projecten, grondexploitaties, financieringen en kapitaallasten. De heer Gesink is het niet eens met het gestelde dat veel meevallers incidenteel zijn. De tegenvaller die is ontstaan door energielevering was wel verwacht maar de omvang er van was groter dan verwacht. Het is belangrijk dat er gedurende het jaar wordt bijgehouden hoe dergelijke zaken zich ontwikkelen. Daardoor krijg je ook niet onverwacht zulke grote incidentele tegenvallers want als je er kennis van draagt dan is een en ander ook beter beheersbaar. Zowel burgers als de gemeente worden geconfronteerd door zulke tegenvallers maar als je de vinger wat aan de pols houdt dan kunnen zaken als deze beter worden gepland. De inzameling van huisvuil is uitbesteed maar hij begrijpt niet dat de aanwezige vuilnisauto nog standbye staan voor incidenteel werk. Er rijden ook nog vuilnisauto’s rond van andere bedrijven en dat maakt de situatie totaal onbegrijpelijk. Er is een overschrijding van het FPUbudget maar het kan zijn dat er een verschuiving heeft plaats gevonden waardoor er een verlaging is van de loonkosten doordat opengevallen plaatsen niet weer zijn ingevuld.
De heer Van Dijk is het er mee eens dat deze Berap vooral een financiële rapportage is. Er zal op worden gelet dat er in de toekomst meer aandacht wordt geschonken aan de beschrijvende en inhoudelijke achtergronden. Het is niet erg om de constateren dat dit nog niet kan worden aangemerkt als een volmaakt product. De mee- en tegenvallers (zoals energie, beheer) worden in de Berap genoemd en zijn in de begroting 2007 meegenomen. Doorgaans werden deze in het verleden pas in de rekening tot uitdrukking gebracht zodat verwacht mag worden dat ze niet weer terugkomen in rapportages als deze. Er blijft altijd een mogelijkheid open gedurende het voor ad hocsituaties omdat niet alles kan worden voorzien. Het is de bedoeling om voortaan in juni en oktober Beraps in de raad te behandelen. Het gestelde over de mantelzorg is zuiver financieel en heeft geen beleidsmatige achtergronden. De heer Smook merkt op dat er gesproken worden over een veranderde werkwijze. De heer Van Dijk antwoordt dat geen betrekking heeft op de mantelzorg maar uitsluitend op de financiën. Hij vervolgt te zeggen dat over de meevaller van de BNG voor 2007 en 2008 nog onzekerheid bestaat en daarom is het niet als zodanig meegenomen wat er op neerkomt dat dit een potentiële meevaller kan worden. Hijzelf is ook de visie toegedaan dat er naar gestreefd moet worden om de exploitatie rond te krijgen zodat incidentele meevallers kunnen worden toegevoegd aan de reserve. De kosten die verband houden met de reinigingsauto ontstonden eerder in het jaar toen de uitbesteding nog niet was geëffectueerd. Op grond van de FPU hebben een aantal mensen de dienst verlaten hetgeen een negatief resultaat opleverde en de hiermee verband houdende kosten moeten simpelweg worden geaccepteerd. De heer Gesink vraagt of dit bedrag ook invloed heeft op de loonsom. De heer Van Dijk merkt dat uiteindelijk deze kosten na twee jaar worden terugverdiend. Op wat langere termijn heeft dit automatisch een positief effect op de loonsom. De heer Bakker merkt op dat het GVVP niet is geaccepteerd door de vorige raad maar er was wel een bedrag van € 21.000,-- opgenomen in de begroting maar niet uitgegeven. Er is bekeken of de aanwezige vuilnisauto eventueel moest worden ingezet voor de inzameling van oud papier. Hierover is een oplossing gevonden en nu kan deze auto zo snel mogelijk worden verkocht. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10a. Begroting 2007 Ability. opiniërende bespreking: De heer Smook constateert dat het tekort minder groot is dan was voorzien en dat kan worden aangemerkt als een meevaller. In de begroting wordt gewag gemaakt van twee negatieve bedragen € 230.000,-- en € 52.000,-- en hij vraagt nadere uitleg over de aard hiervan. Het meerjarenbeeld tot en met 2010 houdt een nadelig beeld en hij vraagt hoe het bestuur daar tegenaan kijkt. In hoeverre zijn daarin de effecten van de nieuwe WSW verwerkt. Als taakstelling moesten 12 personen worden uitge-plaatst maar in feite is er maar 1 geplaatst. Omdat dit niet is gehaald wordt een boete opgelegd van € 121.000,--. Hoe wordt hier tegenaan gekeken in 2007. Zijn in deze begroting voor energielevering reële bedragen opgenomen en is men in staat om in 2007 een tweetal leningen af te lossen die meer dan 5 %
rente hebben. Al met al stemt hij in met de gepresenteerde begroting. De heer Van Dijk legt uit dat er in feite twee bedrijven (Ability als WSW en Ability Reïntegratie) zijn wat tot gevolg heeft dat melding van twee verschillende bedragen wordt gemaakt. Met de nieuwe WSW is nog geen rekening gehouden omdat die pas in 2008 ingaat. Dit kan problemen met zich meebrengen omdat dan meer mensen uitgeplaatst moeten worden en dat is in dit gebied erg moeilijk wat blijkt uit de boete waarvan de heer Smook melding maakt. Daarover moeten het algemeen en dagelijks bestuur zich nader beraden. De geraamde energiekosten zijn reëel en de mogelijkheid om twee leningen af te lossen zal worden onderzocht. conclusie: Van de begroting 2007 van Ability wordt kennisgenomen.
11. Wijziging financiële verordening. opiniërende bespreking: De heer Smook constateert dat als nieuw element naar drie tussenrapportages wordt gegaan. Is het mogelijk om de laatste Berap zodanig te maken dat deze als een voorlopig rekeningsresultaat kan worden aangemerkt en daaraan besluitvorming te koppelen van over te boeken budgetten en kredieten naar het volgende dienstjaar. De heer Van Dijk is het met het voorstel van de heer Smook eens. Aan de bedoelde Berap moeten nog meer aspecten worden toegevoegd (artikel 5) waarbij wordt ingaan op de kaders en uitgangspunten voor de dan volgende begroting. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten met inachtneming van een wijziging welke aan de stukken was toegevoegd.
12. Verordening rechtspositie raadsleden en wethouders. opiniërende bespreking: De heer Wiertsema vraagt dat in de verordening een aantal zaken worden genoemd waarbij niet staat vermeld wie daarover een beslissing neemt. Hij stemt er mee dat voor zaken die de betreffende organen betreffen zij ook daarover beslissing nemen dan gaat hij hiermee akkoord. Het is gewenst dat de bruikleenovereenkomsten voor computer- en internetgebruik worden geactualiseerd en kan zich voorstellen dat indien een commissie werkzaam is voor meerdere gemeenten de kosten naar evenredigheid worden verdeeld. De voorzitter zegt toe dat een en ander zal worden nagegaan en hieromtrent overleggen met het presidium. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
13. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen van gemeenschappelijke regelingen enzovoorts. Geen van de leden doet verslag van een bijgewoonde vergadering.
14. Rondvraag. (Opmerking: Eerst wordt de schriftelijk gestelde vraag aangehaald en vervolgens wordt de beantwoording weergegeven Vragen van de fractie van de PvdA (de heer Roffel) De gemeente De Marne is lid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Onlangs is naar aanleiding van het "Manifest van de gemeenten" een discussie losgebrand over de wens van de VNG om tot een gesloten huishouding te komen voor het Provinciale bestuur, zoals door de VNG ingestelde Commissie Toekomst Lokaal Bestuur, de Commissie-Bovens, wordt bepleit. Gezien de aanstaande discussie over intergemeentelijke samenwerking en de daarbij behorende samenwerking met het provinciaal bestuur is het voor de Raad van belang te weten welk standpunt het college inneemt in deze discussie. Is het college van mening dat de provinciale overheid een gesloten huishouding dient te verkrijgen? Zo ja, op welke gronden en met welke voor de gemeente te verkrijgen taken? Zo nee, op welke wijze heeft het college dat laten weten en met welke argumenten?
Antwoord: De voorzitter merkt op dat als je een gesloten huishouding gaat bepalen dan vindt er automatisch een strakke afbakening van taken plaats. Een aantal beleidstaken wordt samen met de provincie ter hand genomen of ze vervult een aanjagende rol waardoor ze zich bemoeit met het taakgebied van de gemeente. De keuze voor een opportunistische benadering levert voordelen op waarbij gedacht kan worden aan het Waddenfonds. Dit heeft een financieel voordeel want de provincie neemt de helft van de gemaakte kosten voor haar rekening. Ze is bereid om later inhoudelijk op deze zaak nader in te gaan als daar in de raad belangstelling voor is. De heer Roffel lijkt het goed toe om hier nader op terug komen. Het pragmatische antwoord van de voorzitter spreekt hem aan. In de raadsvergadering van 20 juni 2006 is gesproken over de intergemeentelijke samenwerking tussen de gemeenten Bedum, Winsum en De Marne aan de hand van de Intentieverklaring en een bijgevoegde notitie "De BMW-gemeenten": een sterk merk! De uitwerking van de intentieverklaring zou, volgens de ondertekenaars van die intentieverklaring, plaats vinden in een in het tweede half jaar van 2006, nader te formuleren projectplan. In dit projectplan komen thema's aan de orde als communicatie en voorlichting, besturingsmodel, noodzakelijke ondersteuning (inclusief beschikbaar stellen van middelen) rol gemeenteraad, ondernemingsraad en managementteam. De PvdA-fractie heeft indertijd ingestemd met uw voorstel tot uitwerking te komen.
De op de raadsagenda van 26 september 2006, ter bespreking, geplaatste "Conceptvisie op de bestuurlijke organisatie in de Provincie Groningen" is in de raadsvergadering van de agenda afgevoerd omdat bespreken van die visie plaats zal vinden bij de bespreking van uw uitgewerkte voorstel. Het 2e halfjaar van 2006 spoed zich ten einde. Iets waar bij sterke merken op te vertrouwen is, is het op tijd verstrekken van de toegezegde te leveren producten. Wanneer levert het college de toegezegde uitwerking van de Intentieverklaring en op welke uitgewerkte onderdelen kan de raad rekenen? ( te ontvangen?) Antwoord: De voorzitter antwoordt dat overmorgen een gesprek plaatsvindt tussen de BMWgemeenten. Aan deze sessie onder leiding van een deskundige begeleider nemen van alle gemeenten de burgemeester, één wethouder en de gemeentesecretaris deel. Er zal dan een duidelijke uitwisseling moeten plaatsvinden van de standpunten en de visie op deze aangelegenheid en er wordt gehoopt dat er een plan van aanpak uitrolt waarop te zijner tijd terug wordt gekomen. De heer Roffel verwacht een vervolgstap in dit proces waarschijnlijk een gesprek zal worden tussen de portefeuillehouders, de gemeentesecretarissen en vertegenwoordigers uit gemeenteraden.
Vraag van de fractie van de VVD (de heer Van der Zee): Afgelopen vrijdag kwam naar buiten dat de aannemer van de havenwerken in Zoutkamp failliet is verklaard. De VVD fractie wil van het college graag antwoord op de volgende vragen: welke invloed heeft dit op de voortgang van het project; welke financiële gevolgen kan dit hebben voor de gemeente.
Antwoord: De heer Bakker antwoordt dat het werk stilligt en er is in dezen contact opgenomen met de curator. Er moet een opname plaatsvinden van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd waarna verder kan worden gegaan. Het lijkt er op dat de subsidiënten bereid zijn om dispensatie te verlenen voor het niet vóór 1 januari 2007 gereedkomen van de werkzaamheden. Door de tijdsdruk gaat ontstaan zit de kans er in dat de kosten hoger uitpakken dan het bedrag waarvoor het project was gegund. Misschien is het faillissement ontstaan vanwege het feit dat de inschrijving voor het project laag was en dat nu wat meer betaald moet worden. De voorzitter vult aan dat bij de aanbesteding de inschrijvingen niet ver uit elkaar lagen. Mondelinge vraag van de fractie van het CDA: De heer Berghuis heeft vragen inzake de Zeehondencrèche te Pieterburen. Spreker legt uit dat deze vraag vandaag is gerezen naar aanleiding van een perspublicatie. Hierdoor hij niet meer
schriftelijk kon worden ingediend. Lenie ’t Hart heeft daarin verklaard dat de Zeehondencrèche wil uitbreiden en dat daarvoor op de huidige locatie geen ruimte genoeg is. Er wordt overwogen om of elders in Pieterburen hiervoor ruimte te zoeken of uit deze gemeente te vertrekken. Wethouder Van Dijk verklaarde vanochtend voor de radio dat de crèche een toeristische attractie is van de buiten categorie. Zijn fractie pleit er voor om de crèche voor Pieterburen te behouden. Is het college van deze kwestie op hoogte en wat gaat zij hieraan doen. Bij subsidiënten ontstaat ook onrust want vanavond is hij hierover telefonisch benaderd. Deze ontwikkeling kan een behoorlijke invloed krijgen op het vervolg van het Masterplan Pieterburen. Antwoord: De heer Hiemstra merkt op dat het moeilijk is om een uitvoerig en pasklaar antwoord te geven op een zaak waarover veel vraagtekens en onzekerheden bestaan. Het is logisch dat ondernemers, ook de Zeehondencréche, telkens nagaan wat voor toekomst men heeft, wat de kansen zijn, wat daarvoor noodzakelijk is enzovoorts. Rekening houden met de totale situatie van de crèche dan is het te overwegen om te kiezen voor nieuwbouw. De vraag is dan of daar een passende locatie voor is. Door de aanwezigheid van de zeehonden zal op een andere gebouwd moeten worden omdat de crèche op de bestaande locatie ongehinderd door moet kunnen draaien. Met het oog op het Masterplan is een aantal keren met de Zeehondencrèche gesproken. Gistermiddag heeft een gesprek plaatsgevonden waarbij is gevraagd of een andere plek voorhanden is voor de Zeehondencrèche. Wat de gemeente betreft komt Pieterburen hiervoor in beeld maar ook andere locaties zijn mogelijk. Voorlopig blijft de crèche beslist nog in Pieterburen want dit gaat pas op langere termijn spelen. De vraag gaat wel spelen wat er in Pieterburen moet gebeuren als een deel van de hiermee gemoeid gaande stroom bezoekers wegvalt en wat je daarvoor terug kunt krijgen. In wezen gaat het om een ondernemer die uitzoekt op welke wijze hij zijn locatieproblemen kan oplossen. De heer Berghuis vindt het antwoord wat te nonchalant en dringt er op aan deze kwestie erg serieus te nemen. De heer Hiemstra merkt op dat over deze zaak al vaker is gesproken met de Zeehondencrèche. De gemeente zal daarin zeker een rol spelen en het is te verwachten dat dit ook een financiële is en er kan vanuit worden gegaan dat een en ander heel serieus wordt benaderd.
15. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 23.35 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2006.