VERGADERVERSLAG Van
: vergadering raadscommissie Welzijn en Zorg
Datum
: 7 februari 2006
Aanwezig
: de heer A. de Winter de heer T.C.C. den Braanker mevrouw G.J. Visser-Schlieker mevrouw C.A. de Bruin de heer W.H. Blanken mevrouw J.G.C. Hartkoren-de Jong mevrouw M. Danser-Duizendstra de heer Ph.G. Mak de heer G.M. van Dijk de heer M. Sneijder
voorzitter } } } } } } } } }
leden
Afwezig
de heer K.Blijenberg de heer H. van Kooten de heer A. Koenen : mevrouw M. Dekker-de Graaff
wethouder wethouder griffier lid
Verslag
: Erna Verveer
bureau Getikt (af tape)
1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Hij meldt afwezig mevrouw Dekker; zij wordt vervangen door mevrouw Hartkoren. 2.a. Spreekrecht burgers over niet geagendeerde onderwerpen Er zijn geen insprekers. 2.b. Spreekrecht burgers over geagendeerde onderwerpen De heer Vrijhof spreekt in namens jongerencentrum Elektra. Zijn betoog zal aan de griffie worden overhandigd. Door drastisch te gaan snijden in de podiumfunctie vallen er uren van de professionele begeleiders van de vrijwilligers en van de bezoekersgroepen weg. Dit zou kunnen leiden tot een toename van overlast door drank en drugsgebruik en vechtpartijen. Ook komt de voorlichting te vervallen. Er is bovendien in het weekeind dan niemand meer in het pand met een horecadiploma en een BHV diploma, en alles overlaten aan een vrijwilliger is niet verantwoord. Het laten draaien van weekeindactiviteiten door vrijwilligers heeft ook financiële gevolgen. Als de entreegelden moeten worden verhoogd, komen er minder jongeren. Door de jongerenwerkers naar het gemeentehuis te verhuizen wordt 3.500 euro over de balk gegooid; de verwachting is dat daar minder jongeren naartoe zullen komen. Daarnaast is er geen toezicht in Elektra meer, wat zorgt voor oncontroleerbare openingstijden. Ondanks dit alles heeft Elektra het voornemen om te onderzoeken of verenigingen bereid zijn hun accommodatie te delen met wijkgericht jongerenwerk. Ook lijkt het logisch om samen te gaan werken met de wijkcoördinator en de wijkplatforms. Er wordt gewerkt aan imagoverbetering. Voor de groep van 12 –16 jaar zal darten worden georganiseerd in een sportcafé. Er komen 7 uren per week vrij voor de medewerkers om ambulant werk op straat te doen door bij wijze van proef op
-2-
zondag te gaan draaien met uitsluitend vrijwilligers. Conclusies: het weghalen van geld bij het bestaande jongerenwerk zal serieuze gevolgen hebben voor de openbare orde en de veiligheid. Daarnaast zal de kwaliteit van het jongerenwerk zich op een hellend vlak gaan begeven. Uitbreiden van het jongerenwerk naar de wijken toe is een goed plan omdat dan meer jongeren kunnen worden bereikt. Er zal echt extra geld voor vrijgemaakt moeten worden, want extra aandacht kost geld. Door het aantrekken van een extra jongerenwerker die zich volledig richt op ambulant jongerenwerk, gesitueerd in een andere ruimte dan Elektra, kan er meer aandacht gegeven worden aan een veel grotere groep jongeren. Mevrouw de Bruin vraagt hoe de politie en de suswachten denken over het draaien van weekeindactiviteiten zonder gediplomeerde krachten. De heer Vrijhof antwoordt dat de politie een onbegeleid weekeind geen goed idee vindt. De heer Mak vraagt of er al contact is gelegd met het wijkplatform. De heer Vrijhof antwoordt dat Elektra er nog steeds mee bezig is, maar iedereen heeft het druk; wellicht kan iemand van de gemeente fungeren als contactpersoon. De heer Van Griensven meldt dat er is deelgenomen aan het wijkoverleg, maar er zijn nog geen concrete stappen genomen. De bereidheid tot samenwerken is er zeker. Zelf kent hij grote aantallen jongeren die hij via het ambulant werken ontmoet, dus er gebeurt al heel veel. Mevrouw Visser vraagt wat Elektra zich voorstelt bij imagoverbetering. Ze geeft een compliment voor het meedenken en vraagt om een toelichting op de activiteiten voor de groep 12-16 jarigen. De heer Van Griensven antwoordt dat het jongerenwerk de activiteiten voor die groep inderdaad uit wil breiden. Mevrouw Hartkoren vraagt of er al contacten zijn met andere verenigingen en of er inderdaad een extra jongerenwerker wordt gevraagd. De heer Van Griensven antwoordt dat je moet investeren in uitbreiding, wil je tot een kwalitatief goed jongerenwerk komen. Voor een deel wordt dat via een nieuwe constructie met JIP en MBO opgevangen en doordat vrijwilligers de zondag gaan draaien, maar nóg meer uren weghalen is onverantwoord. Zowel ambulant als accommodatiegebonden jeugdwerk is belangrijk. Bepaalde groepen jongeren die later bij Elektra zijn gekomen, heeft hij op straat leren kennen. De heer Vrijhof antwoordt dat het imago van Elektra verband houdt met de programmering; die wordt veel breder, met meer stromingen, om ook groepen aan te spreken die anders naar de disco gaan. De inloop door 12-16 jarigen is de afgelopen twee jaren teruggelopen als gevolg van personele onderbezetting. Het is heel moeilijk om goede jongerenwerkers te vinden die bereid zijn om tegen een geringe vergoeding op onregelmatige uren te werken; landelijk gaat een jongerenwerker ongeveer anderhalf jaar mee. De voorzitter dankt de insprekers. 3.a. Vaststellen agenda. Agendapunt 9 wordt naar voren gehaald en wordt dan 3.b. De agenda wordt vastgesteld. 3.b. Nota integraal jeugdbeleid Sliedrecht “Jeugd (in)begrepen??” De heer Van Dijk is geen voorstander van een extra jongerenwerker, gezien het bedrag dat al aan jongerenwerk wordt uitgegeven. Hij vraagt naar de verschillende invulling door SOJ en JIP. Hij las tot zijn verbazing in de nota dat er meer jongeren zijn dan vroeger, en hij gelooft ook niet zo dat ze moeilijker zijn dan vroeger. Al met al doet Sliedrecht het niet slecht met het jongerenwerk; hij deelt de wens om de wijken in te gaan en vraagt de wethouder hoe die de SOJ daarin wil sturen. Mevrouw Hartkoren heeft de nota zo opgevat dat er eigenlijk gekeken gaat worden hoe het jeugd en jongerenwerk wat uit elkaar kan worden gehaald. Er is over het voornemen om de wijken in te gaan nog veel onduidelijkheid en daardoor onzekerheid; dat vergt uitwerking. Mevrouw Visser merkt op bij interruptie dat ze allerminst overtuigd is dat er gebruik kan worden gemaakt van bestaande verenigingsaccommodaties, zeker als er geen vergoeding tegenover staat en als de verenigingen het na een jaar over moeten nemen. Mevrouw Hartkoren onderschrijft dat, maar vindt het wel een goed plan. Er zal meer duidelijkheid over moeten komen. In het actieplan leest ze niets over Stichting de Hoop. De heer Mak merkt op het convenant en de lijst van deelnemers niet te hebben aangetroffen; ook hij vindt dat stichting de Hoop hier een plek in had moeten hebben. Zijn fractie is blij met het -2-
-3-
voornemen om meer wijkgericht te werken; de verantwoordelijkheid voor het jeugdwerk zou wat dat betreft zo laag mogelijk moeten liggen. Jeugdparticipatie krijgt terecht aandacht. Hij vindt het jammer dat de Wmo niet breder is verwerkt in de nota. Mevrouw de Bruin dankt bestuur en medewerkers van Elektra voor hun constructieve bijdrage; ze vindt het echter geen goed plan om op de zondag met uitsluitend vrijwilligers te draaien. Ze is bang dat het overlastprobleem in het centrum zich niet alleen verplaatst, maar ook verspreidt, want de kans dat een buurthuis of vereniging de deuren wijd open zet ten koste van hun eigen activiteiten is zeer gering. Als je in alle wijken activiteiten organiseert krijg je ook meer routes waarlangs scooters komen, en meer overlast. Het is zinvol het eerst een jaar uit te proberen en geen oude schoenen weggooien voor je nieuwe hebt. De heer Den Braanker vindt dat het ook een verantwoordelijkheid van de wijken is om om te gaan met de jongeren. Die leven in de wijk met hun ouders, ze gaan er naar school, enzovoort. Mevrouw de Bruin vindt het een slecht idee om de jongerenwerker kantoor te laten houden in de Reling en wil graag nog een keer over de plannen discussiëren. Mevrouw Visser merkt op dat je moet streven naar het bereiken van een zo groot mogelijke groep. Ze is heel blij met het feit dat de jongerenwerkers nu 7 uren per week vrij hebben gemaakt voor ambulant jongerenwerk buiten het gebouw, maar je moet het probleem niet verplaatsen. Als je geld weghaalt bij Elektra leidt dat daar tot krapte. Ze vraagt de wethouder wat hij vindt van de openbare orde en veiligheid op de zondag in Elektra, als daar geen beroepskracht bij aanwezig is. Haar fractie is daar geen voorstander van. Het idee dat een jongerenwerker kantoor moet houden in de Reling en dan de straat op moet om jongeren op te zoeken vindt ze absurd. Wethouder Blijenberg merkt op waardering te hebben voor de positieve kritiek van het bestuur van Elektra. De VVD wil geen extra jongerenwerker vanwege de kosten; de insteek is steeds geweest om budgettair neutraal te werken, maar of dat mogelijk is, moet nog blijken. In het college is hier ook over gesproken en is er geopperd om te kijken of er op het vlak van uren iets te combineren zou zijn. Aan een imago kun je weinig doen; je wordt er wel op aangesproken, terecht of onterecht. Hij weet dat Elektra daar aan wil werken. Hij erkent dat er nog veel onzekerheid is. Het centrale thema is inderdaad de wens om het uit elkaar te halen; Poppodium enerzijds en ambulant jeugdwerk de wijk in. Mevrouw Visser merkt op dat het sportcafé is meegenomen in de kosten voor het Poppodium; dat is wel lekker makkelijk. Nu wordt er met geld geschoven, waardoor er meer moet worden verdiend aan de verkoop van drank en er tegelijkertijd wordt gesproken over alcohol en preventie. Wethouder Blijenberg antwoordt dat hij het er nooit mee eens is geweest dat Elektra aan zijn geld moest zien te komen via de bierpomp. Er wordt met deze gegevens aangesloten op de begroting van Elektra; het principe is dat er ambulant werk wordt ingehuurd bij Elektra. In de praktijk wordt er met geld geschoven tussen het Poppodium en Elektra. Eerst moet er echter een visie komen, daarna volgt pas de uitwerking. Hij heeft er geen moeite mee om de verhuizing van de jongerenwerker te schrappen, maar zo ver is het nog niet. Stichting de Hoop is in het begin ingeschakeld, maar later is gewerkt met Bouman; dit heeft te maken met de methodiek van voorlichting geven, klassikaal of individueel, en de financiële consequenties daarvan. Het convenant en de lijst van deelnemers horen bij de stukken te liggen. Er is inderdaad gebruik gemaakt van TOS. De verantwoordelijkheid zo laag mogelijk leggen heeft ook zijn voorkeur, maar dat betreft uitvoering. Dat de Wmo weinig is vermeld heeft met de opzet van de nota te maken. Je moet er van uitgaan dat de jeugd niet alleen maar lastig is; 85% van de jongeren doet normaal, en je moet er voor oppassen dat je het beleid niet alleen op de overige 15% richt die overlast geeft. Het streven is wel om samenwerking aan te gaan met buurthuizen en sportverenigingen; die willen de jeugd wel binnenhalen, maar hebben daar professionele begeleiding bij nodig. Ook dat is uitvoering. Het college heeft gezegd dat de openstelling op zondag met enkel vrijwilligers nog niet akkoord is; het is inderdaad een punt van zorg. Uitgangspunt was om de twee hoofdpunten uit elkaar te trekken, maar dat is praktisch een probleem. In overleg met het jongerenwerk, begeleid door een extern expert, moet dit op poten worden gezet; hij vindt de suggestie van een pilot en een evaluatie dan ook prima. Als blijkt dat het niet lukt, houdt het op. De uitwerking start pas als de raad aangeeft dat het uitgangspunt, de twee zaken uit elkaar halen en naar samenwerkingsvormen kijken, akkoord is. Dat zal dit jaar niet meer starten. Hij onderschrijft dat je geen oude schoenen moet weggooien voor je nieuwe hebt. Uiteraard wordt het opnieuw aan de commissie en de raad voorgelegd ter goedkeuring.
-3-
-4-
Mevrouw Visser merkt op dat het bijbehorende actieplan aangeeft dat er per 1 januari 2007 een splitsing plaatsvindt; haar fractie stemt niet net de nota in als deze tekst blijft staan. Hetzelfde geldt voor het kantoor van de jongerenwerker. Mevrouw de Bruin is het daar mee eens. Als de raad op hoofdlijnen beslist en alleen over het toekennen van geld gaat, geeft ze er de voorkeur aan om nu alvast een richting mee te geven voor de uitvoering op detailniveau. De heer Mak wil de discussie over de visievorming graag vervolgen. Jeugd staat niet apart, maar is een onderdeel van de samenleving, en daar moet je met elkaar voor gaan staan. Wat de Wmo betreft heeft het verbeteren van relaties in wijk, dorp, stad en buurt ook te maken met het spelen van de jeugd. De heer Van Dijk sluit zich aan bij mevrouw Visser en mevrouw de Bruin. Er wordt 566.000 euro uitgegeven aan jeugdbeleid; het merendeel gaat naar Rivas. Hij vraagt of er een goed inzicht is in wat daarvoor wordt geleverd. Wellicht kan daar wat geld worden bespaard en verschoven. Mevrouw Hartkoren noemt als mogelijk alternatief voor de Reling het IJsbaanterrein. Ze vraagt of er is teruggekoppeld naar de Hoop over de reden waarom ze er niet meer bij worden betrokken. Wethouder Blijenberg antwoordt dat dit al is gebeurd of nog zal gebeuren. Het college heeft er geen moeite mee om huisvesting elders te schrappen; het was onderdeel van een middel om te zorgen dat er meer de wijken in zou gaan. Wellicht wordt het kader hiermee beter aanvaardbaar. Het is helemaal niet de bedoeling om er twee verschillende stichtingen van te maken; hij stelt voor er “werksoorten”van te maken, want dat is de basis van de aanpak. Mevrouw Visser merkt op dat de stichting Open Jeugdwerk een zelfstandige stichting is die alleen subsidie krijgt van de gemeente; die kun je niets opleggen. Wethouder Blijenberg antwoordt dat dit correct is; er moet staan dat de gemeente op een andere wijze gaat inkopen. Hij zal de tekst nog vóór de raad aanpassen, maar wel zodanig dat de nadruk op de twee werksoorten blijft liggen. Het elders huisvesten van de jongerenwerker wordt geschrapt. Er is redelijk zicht op wat Rivas levert. BESPREEKSTUK 4.A. NOTULEN VAN 10 JANUARI 2006. De notulen worden vastgesteld. Naar aanleiding van: blz. 5, mevrouw de Bruin vraagt naar de dekking van de exposities in het gemeentekantoor. Wethouder Van Kooten antwoordt dat er aan wordt gewerkt; het komt op de eerstkomende of op de daarop volgende agenda terug. 4.B. ACTIELIJST BEHOREND BIJ NOTULEN VAN 10 JANUARI 2006. Punt 4, WVG vervoer wordt geschrapt. Wethouder Van Kooten merkt op dat aan Drechtsteden wordt verzocht om het traject voor Europese aanbesteding op te starten, gezien de aanwezige expertise en de datum van ingang. Punt 1 wordt eveneens geschrapt. De actielijst wordt vastgesteld. 5. INGEKOMEN STUKKEN a. Verslavingspreventie alcohol en drugs b. Voortgang Wmo Drechtsteden c. Afsluiting project Verenigingsverzamelgebouw (westvleugel gemeentekantoor) d. Vernieuwingsagenda 2006 Zuid-Holland Zuidoost en gemeente Sliedrecht e. Projectvoortgangsrapportage oktober-december 2005 f. Resultaat van de actie nadeelgemeenten afschaffen besluit bijdrage AWBZ gemeenten g. Rapportage 2e halfjaar 2005 van de Vrijwilligersvacaturebank (VVB) van de gemeente Sliedrecht h. Vergaderstukken van de openbare vergadering van de Bestuurlijke Commissie Sociaal beleid Drechtsteden, 22 december 2005 i. Vergaderstukken themabijeenkomst Bestuurlijke Commissie Sociaal beleid Drechtsteden, 22 december 2005
-4-
-5-
j. Vergaderstukken van het Dagelijks Bestuur van het Natuur- en recreatieschap de Hollandse Biesbosch, d.d. 14 december 2005 k. Comptabiliteitsbesluiten februari 2006 Voor kennisgeving aangenomen.
6. MEDEDELINGEN PORTEFEUILLEHOUDERS Wethouder Van Kooten meldt dat er een uitnodiging is verstuurd voor een Drechtwerkconferentie. Er is gesproken met de Sprong over huisvesting, maar de school zal dit zelf in de gaten houden. Als er aanleiding toe is zal de directeur contact opnemen met de gemeente. Voor het Griendencollege is met de projectontwikkelaar overeenstemming bereikt over het tekort van 7 ton; dit komt terug in de commissie Projecten. Er is een bijeenkomst geweest met het openbaar onderwijs met als doel na te denken over de toekomst. De stelselwijziging bij de Schoolbegeleidingsdienst zal per 1.8.2006 van kracht worden; de rijksbijdrage gaat vanaf die datum naar de schoolbesturen, met de plicht om tot 1 januari 2008 50% te besteden bij de huidige dienst. Daarna zijn de besturen geheel vrij om de gelden te besteden. Er is wel afgesproken om te streven naar een integraal beleid, ook afhankelijk van de prioriteiten die de raad stelt. Hij komt hier later op terug. Hij zal de datum van ingang op verzoek van de heer Mak nog even checken. Wethouder Blijenberg meldt dat de defibrillator van de gemeente bij grote evenementen kan worden ingezet. Het ziet er naar uit dat de Wmo opnieuw wordt uitgesteld, nu naar 1 januari 2007. Er komt voor de gemeente een blijvende compensatieplicht in plaats van een zorgplicht voor drie jaren. In Drechtstedenverband wordt op 16 februari vergaderd met de bestuurlijke commissie Sociaal beleid; men maakt zich nog steeds ongerust over de verhouding regionaal / lokaal. Er is een gezondheidsenquête georganiseerd in de regio die 50% respons heeft opgeleverd; de uitslag volgt. Morgen vindt een uitreiking plaats van circa 35 inburgeringcertificaten. Er zal een discussie worden gevoerd over de nieuwe Wet Inburgering en de uitvoering daarvan door de Sociale Dienst; dit komt naar de commissie toe. De oude Culturele Raad is vervangen door de stichting Sliedrecht en Cultuur, met een volledig bestuur. Bij de feestelijke oprichting waren tot zijn vreugde verschillende verenigingen vertegenwoordigd. Er is een gezamenlijke bijeenkomst van alle wijkplatforms gehouden in de ontvangstruimte van de gemeente; er is door hen een communicatieplan voor de website opgezet. Er is op 18 januari een avondschouw in de Vogelbuurt Noord gehouden, tot tevredenheid van schouwers en publiek. Dit zal ook op andere plaatsen gebeuren. 7. Exploitatie van het multifunctioneel centrum De Lockhorst De heer de Veer, directeur van Optisport en de voorzitter van het huidige interim-bestuur van SRA, de heer A. van den Herik zijn aanwezig De heer Van Dijk vraagt naar de afschrijving van € 31.000 op blz. 4. Met de opzet is zijn fractie tevreden. Hij vraagt naar de harde afspraken met betrekking tot de tarifering, en wat er gebeurt met de winst als het zalencentrum in de toekomst meer omzet draait. De heer Den Braanker geeft aan dat in zijn fractie harde noten zijn gekraakt over dit voorstel. Hij maakt een voorbehoud vanwege de onzekerheden. Kennelijk is op een aantal punten nog geen overeenstemming. Zo moet er nog een juridische check plaatsvinden. Er wordt gesproken over pensioengelden en een vergoeding van een half miljoen, dat een nadelig effect heeft op het liquidatiesaldo. Hij vraagt waar de verwachting dat het risico van schadeclaims in het kader van Europese aanbesteding gering is, op is gebaseerd en of alles is afgetimmerd. Hij heeft het idee dat de gemeente fietst in rul zand en vraagt of het hogere tempo niet ten koste zal gaan van de zorgvuldigheid. Zaken als de prijs van het toegangskaartje moeten waterdicht zijn. Mevrouw de Bruin merkt op dat haar fractie de wethouder complimenteert met het resultaat; meer uitstel betekent meer kosten. Met het compromis kan haar fractie goed leven. Mevrouw Visser merkt op dat de prijs van het zwembadkaartje wezenlijk is en vraagt naar een specificatie van de term “in de komende jaren”. Het abonnement moet in het programma blijven; ze vraagt of dit geregeld is. Sporten voor de Sliedrechtse verenigingen moet volgens PRO Sliedrecht kunnen gebeuren -5-
-6-
op redelijke tijden; dit is één op één overgenomen. Het zalencentrum moet de Dorpshuis plus variant blijven. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan kan haar fractie instemmen. Mevrouw Hartkoren geeft aan dat haar fractie veel moeite heeft met het voorstel. Ze vraagt de directeur van Optisport of de huidige programmering wordt gehandhaafd. De navolgende vragen zullen aan de wethouder worden overhandigd met het verzoek deze binnen tien dagen schriftelijk te beantwoorden. Wethouder Blijenberg geeft aan het heel jammer te vinden dat de vragen niet eerder zijn ingediend, dan hadden deze al beantwoord kunnen worden. Hij vermoedt dat de heer den Besten en de heer Middelkoop geen tijd hadden de vragen eerder op te schrijven. Mevrouw Hartkoren kan deze opmerking niet waarderen. Ze vraagt het college te garanderen dat hier sprake is van een voldragen raadsvoorstel. Wethouder Blijenberg antwoordt bij interruptie dat hij het anders niet had voorgelegd. Ze vraagt of de subsidies spijkerhard zijn of dat de gemeente te zijner tijd mogelijk voor verrassingen komt te staan door een open eind financiering. Ze vraagt naar de genoemde arrangementen en welk voordeel de samenwerking op horecagebied tussen het zalencentrum en het zwembad oplevert. Ze vraagt waarom de synergievoordelen niet te behalen zouden zijn bij handhaving van de stichtingsvorm voor het gehele complex. Eind 2007 vindt een evaluatie plaats; ze vindt deze termijn zeer kort. Ze vraagt aan welke functiewijzigingen het college denkt. In het overzicht op blz. 4 ontbreekt de erfpachtopbrengst van de grond van het zalencentrum en de opbrengst van de verhuur van een deel van het parkeerterrein. Wethouder Blijenberg verwijst naar de laatste bladzijde. Mevrouw Hartkoren vindt de verwijzing naar de heer den Besten en de wijze van beantwoording onbehoorlijk en vervolgt haar vraagstelling. Ze vraagt om een bijstelling van de kostenvergelijking. Ze vraagt naar het BTW advies van Deloitte voor de aankoop van het zalencentrum door de gemeente en de eventuele financiële effecten voor de horeca en de verhuurprijzen. Ze vraagt of er contractueel een boete wordt opgelegd als gevolg van tussentijdse aflossing van de lening, en welk bedrag dit betreft. Ze vraagt of de voorziening voor groot onderhoud toereikend is, en zo niet, waarom er geen extra geld is gereserveerd. Haar fractie gaat er van uit dat de financiële administratie keurig op orde is en vraagt in het kader van de liquidatiebalans van de stichting of kan worden aangegeven welke financiële mee- of tegenvallers de gemeente nog te wachten staan. Ze vraagt welke kosten door Optisport in rekening worden gebracht voor de exploitatie. Er is met ingang van 2007 een structureel tekort op de programmabegroting van € 254.000. Ze vraagt hoe het college dit tekort verwacht te zullen dekken. Wethouder Blijenberg zegt mevrouw Hartkoren desgevraagd toe de gestelde vragen schriftelijk te beantwoorden vóór de raadsvergadering. Een en ander heeft inderdaad langer geduurd dan was voorzien. Hij geeft een uitleg met betrekking tot de 31.000 euro op blz. 4; hier staat het bod van Optisport genoemd ter informatie aan de raad, en het resultaat daarvan. De heer Mak vraagt naar het bedrag van 245.000 en het bedrag van 251.000 euro. Wethouder Blijenberg verwijst naar de aanbieding, afgezet tegen de aanbieding van SRA. Er zijn inderdaad harde afspraken over tarieven, contracten en uren. Het zwembad en de sporthal zijn qua personeel en qua tarieven en contracten één op één overgenomen voor de duur van het pachtcontract, zijnde tien jaar, met de aantekening dat er jaarlijks wordt geïndexeerd. Voor abonnementen geldt hetzelfde, maar hij kan zich voorstellen dat er eventueel een nieuw abonnement wordt ingevoerd uit commerciële overwegingen. Meedelen in de winst is de grootste wens van de gemeente; daar is een verdeelsleutel voor bedacht en in het contract opgenomen. De gemeente heeft in tegenstelling tot het verleden het gebouw in eigendom; er wordt elk kwartaal door het management gerapporteerd en elk jaar komen de boeken op tafel; daar kun je op sturen. Er is geen onzekerheid; er moet nog wat afronding plaatsvinden. Er is al een financiële check en een juridische check uitgevoerd. Hij heeft gevraagd om behandeling in februari om geen extra tijd te verliezen door te wachten op een nieuw college. Mevrouw Hartkoren merkt op dat in de raad van januari een subsidie voor drie maanden is toegekend. In dat raadsvoorstel staat dat het interimbestuur bereid is om de exploitatie van het multifunctioneel centrum de Lockhorst in 2006 voort te zetten. Wethouder Blijenberg antwoordt dat dit klopt. Toen 12 december in de raad niet haalbaar bleek, is met het interimbestuur overlegd en is de bereidheid uitgesproken om nog een keer te verlengen. Dat is dus niet strijdig met het raadsvoorstel van januari. Het genoemde bedrag van een half miljoen is opgelost; de gemeente neemt de lening van het stichtingsbestuur over op een coulante manier, zodanig dat er door de gemeente geen winst meer op wordt gemaakt, maar ook geen verlies. Over het bedrag -6-
-7-
van 160.000 euro zal nog verder worden onderhandeld en er zal worden bekeken of dit al dan niet structurele gevolgen zal hebben voor de gemeente. Hoe dan ook zal dit probleem moeten worden opgelost; het lijkt hem derhalve niet van invloed op de keuze die in dit voorstel wordt gevraagd. Aan de andere belanghebbende in de aanbesteding is schriftelijk gemeld dat hij is afgewezen, en conform de regels mag je dan verder om nadere afspraken te maken. Het college en de ambtelijke organisatie vindt dat een en ander degelijk is afgetimmerd en onderbouwd. Het compromis benadert volgens hem zoveel mogelijk de kaders die ook PRO Sliedrecht indertijd heeft gesteld. Voor het zalencentrum geldt een andere regeling, maar dat is ook bij de kaders aangegeven. Het centrum past optimaal in de leisure-gedachte van Optisport; er is met deze constructie meer mogelijk met de dorpshuis plus uitgangspunten. Eind 2007 wordt geëvalueerd. Optisport zal bekijken of er tijdelijk een voorziening voor fitness in de buurt kan komen via een reguliere artikel 19 procedure. De heer Den Braanker merkt op dat het maatschappelijk belang boven het economisch belang uit moet gaan als het om fitness en de exploitatie van het zalencentrum gaat. Wethouder Blijenberg antwoordt dat hij die boodschap al eerder heeft overgebracht namens de raad, maar maakt de kanttekening dat je dat principe wel financieel moet vertalen. In de toekomst is er een vaste huurder en dus een vaste opbrengst van de fitness, en dat kan de maatschappelijke functie helpen verstevigen. Het basisconcept blijft hetzelfde, want dat werkt prima. Op onderdelen wordt jaarlijks bekeken of er verbeteringen mogelijk zijn. Tweede termijn De heer Den Braanker merkt op dat hij de beantwoording van de wethouder aan zijn fractie zal overbrengen. Hij vraagt naar de contracten met Optisport. Wethouder Blijenberg antwoordt dat dit een collegebevoegdheid is, maar hij is bereid deze ter inzage te leggen. Mevrouw Visser vraagt of de stichting Sportraad hier een advies over heeft uitgebracht. Wethouder Blijenberg antwoordt dat die best kritiek hebben geuit. Men is mondeling op hoofdlijnen geïnformeerd nadat de raad per e-mail het voorstel had ontvangen; dat kon helaas niet anders. Daarna heeft de voorzitter van de stichting Sportraad mondeling aangegeven tevreden te zijn met de kaartjes, de contracten en de betrokkenheid van de verenigingen.
8. ONTBINDING STICHTING ONDERWIJSPLEIN Mevrouw de Bruin merkt op dat zij persoonlijk van mening is dat ze te weinig aandacht aan dit onderwerp heeft besteed, en dat zal het komend jaar veranderen. In principe is er niets gebeurd in het afgelopen jaar. Het college is nog steeds het bevoegd gezag en er is geen geld verschoven. Op blz. 2 staat dat de stichting dient te worden vereffend; dat associeert zij met geld en goederen. Ze vraagt om een uitleg. Met betrekking tot de bruidsschatregeling wordt opgemerkt dat de ingangsdatum van de verzelfstandiging moet liggen vóór 1 januari 2009. Ze vraagt wat er gebeurt als die datum niet wordt gehaald, en wanneer hierover een knoop moet worden doorgehakt. Ze heeft ooit begrepen dat een stichting levensvatbaar is als er minimaal 1500 leerlingen zijn en vraagt om uitleg. Ze vraagt naar het tijdpad en naar de Roald Dahlschool. Ze vraagt of de lumpsumfinanciering nadelige consequenties heeft voor het traject wat nu gelopen moet gaan worden. Ze is benieuwd wat het onderwijsveld vindt van haar suggestie om eens na te denken over een samenwerking met de Grienden, maar heeft begrepen dat daar op 18 januari niet over is gesproken. Over de bruidsschat van de gemeente Alblasserdam zijn afspraken gemaakt; er is kennelijk nog geen bruidsschat van de gemeente Sliedrecht. De heer Mak merkt op dat mevrouw de Bruin in zijn herinnering juist regelmatig naar de fusie heeft gevraagd. De wethouder heeft daar steeds met positieve verwachtingen op gereageerd, tot als een donderslag bij heldere hemel in december het bericht kwam middels doorgestuurde mailtjes dat het hele project afgeblazen was. Hij vindt dat heel zuur en was op dat moment ook wat achterdochtig. Hij zou niet staan te juichen over een samenwerking met Dordrecht gezien de grote stadsproblematiek die ook in het onderwijs een rol speelt. Wethouder Van Kooten antwoordt dat het inderdaad jammer is dat de stichting ter ziele is gegaan, maar doorgaan was niet verstandig geweest. het geld is er nog; voor Sliedrecht is dat gunstig, en het
-7-
-8-
onderwijs in Sliedrecht draait gewoon goed. Alblasserdam heeft dit voorstel integraal overgenomen. Het besluit om het onderwijs te verzelfstandigen moet genomen worden voor 1.1.2009 om gebruik te kunnen maken van de regeling. Voor opschaling is inderdaad een getal van 1.500 leerlingen gangbaar, en dat is nog steeds zo, want de lumpsum financiering komt er aan. Sliedrecht kan met het geld rondkomen, tenzij er langdurig zieken komen. De voorzieningen daarvoor zijn dan ontoereikend, en dan is schaalvergroting een voordeel omdat daarmee het risico wordt verkleind. De Roald Dahl heeft in het verleden samengewerkt met de Henri Dunantschool. Er wordt op dit moment onderzocht wat het beste is voor de school. De suggestie over de Grienden is aan de orde gesteld tijdens de presentatie met het gehele onderwijsveld. De afspraak is om op 1 maart bij elkaar te komen; wellicht moet je toe naar een Sliedrechtse stichting. De omliggende gemeenten zijn op een soortgelijke wijze bezig. Er zal op papier worden gezet wat de gedachten hierover zijn en welke scholen qua cultuur het beste zouden passen bij de Sliedrechtse scholen. Aan de hand van dat onderzoek kan een besluit worden genomen. Opschaling naar het niveau van de Drechtsteden is volgens hem gewenst, gezien alle regionaliseringbewegingen, maar dat is een vergezicht. De heer Van Dijk onderschrijft de opmerking van de heer Mak. Hij zou een samenwerking met de Dordtse scholen onlogisch vinden. De heer Mak merkt op dat het straks gaat om zelfstandige organisaties; er zijn op onderwijsgebied samenwerkingsverbanden die zich over de provinciegrenzen uitstrekken. Hij wil die mogelijkheid open houden. Wethouder Van Kooten antwoordt dat de tijd het zal leren. Hij verwacht op 1 maart een tijdpad te kunnen aangeven. HAMERSTUK 10. OPZEGGEN DEELNAME REGIONALE BIJZONDERE CONTROLE DISTRICT HEERHUGOWAARD (de raad adviseren over het voorstel) De heer Van Dijk vraagt of er iets gedaan kan worden aan de financiële gevolgen van deze regeling, die hij hoog vindt. Mevrouw de Bruin merkt op dat de kosten vallen onder de frictiekosten; ze vraagt naar wat er totaal is geraamd en of er nog meer kosten komen. Wethouder Van Kooten antwoordt dat er overleg is gevoerd met de gemeente Gorinchem, zijnde de grootste gemeente voor de sociale recherche. Mondeling is toegezegd dat de opzegging kan worden vervroegd naar 1 januari 2006 in plaats van 1 januari 2007. Sliedrecht dient een bijdrage te leveren naar rato van het aantal uitkeringen van 75% van de vaste kosten. Dit komt uit op ca. € 40.000 in plaats van € 90.000. Er komt geen aangepast raadsvoorstel tot dit onderhandelingsresultaat zwart op wit is bekrachtigd door het bestuur, bestaande uit verschillende gemeenten. Hij stelt voor de meevaller bij de Zomernota mee te nemen en zal er in de raad op terugkomen als er concreet iets te melden is. HAMERSTUK 11. AANPASSING “VERORDENING OP DE CLIËNTENPARTICIPATIE INTEGRAAL GEHANDICAPTENBELEID VAN DE GEMEENTE SLIEDRECHT (VERORDENING IG) EN “VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE SLIEDRECHT “(VERORDENING WWB) (de raad adviseren over het voorstel) De heer Mak vindt het een prima voorstel; zo ook de Cliëntenraad. Hij adviseert agendering als hamerstuk. HAMERSTUK 12. Rondvraag en sluiting Mevrouw Hartkoren merkt op dat de eenmalige subsidieaanvraag voor pand 33 is afgewezen omdat deze niet voldeed aan de subsidieverordening. Ze vraagt of er op een andere manier tegemoet gekomen kan worden aan die aanvraag. Wethouder Blijenberg antwoordt dat er vanwege de rechtmatigheid een basis moet zijn waarop je iets subsidieert. Hij heeft het college voorgesteld om te onderzoeken of de eenderderegeling hierop zou kunnen worden toegepast. Dit is ambtelijk onderzocht. Gegeven het feit dat in de statuten is verwoord dat men uitsluitend wil werken voor jongeren met een specifieke levensovertuiging is het niet mogelijk subsidie te verstrekken. Het college heeft de opdracht
-8-
-9-
te geven om te bekijken of er nog andere mogelijkheden zijn. De aanvrager is voorafgaand aan de antwoordbrief van het college mondeling geïnformeerd door de ambtenaren en heeft aangegeven niet van plan te zijn om de statuten te verbreden. Hij gaat er van uit dat de ambtenaren het besluit van het college als zodanig correct hebben overgebracht; in de formele brief staat niet dat het college verder zal zoeken naar mogelijkheden. Dat is in juridische zin ook niet verstandig. Mevrouw Hartkoren merkt op dat zij vindt dat aan de mensen moet worden verteld dat het college verder zoekt naar mogelijkheden, want dat is niet zo bij hen overgekomen. Mevrouw Visser merkt op dat dit ook valse verwachtingen zou scheppen. Bovendien weet een wethouder niet of hij daar een meerderheid voor in de raad zou krijgen. Als hij valse hoop wekt, wordt hij over een half jaar ter verantwoording geroepen door de commissie beroep- en bezwaarschriften.
De voorzitter dankt iedereen voor de prettige samenwerking en wenst iedereen veel succes bij de verkiezingen. De vergadering wordt gesloten om 22.30 uur.
De voorzitter,
De griffier,
A. de Winter
A. Koenen
-9-