-1-
HOOFDBESTUUR:
Voorzitter: Piet Onderdelinden Adenauerlaan 70 3137 JA Vlaardingen Tel: 010 - 4746116 E-mail:
[email protected]
2e Voorzitter: Marten Hubregtse. Claudiuslaan 87 6642 AE Beuningen Tel :024 - 6751515 E- mail:
[email protected]
Secretaris: Marten Hubregtse Claudiuslaan 87 6642 AE Beuningen Tel: 024 - 6751515 E-mail:
[email protected]
Penningmeester: Hans Veneman De Emoe 5 7609 HJ Almelo Tel: 0546 - 823249 E-mail:
[email protected]
T.T.Secretaris: Jurgen Boesveld Sneeuwbesstraat 13 2665 RS Bleiswijk Tel : 06-25462601 Email:
[email protected]
Ledenadministratie: Kees Goedegebuure Maannezee 17 3247 XN Dirksland tel: 0187-601289 E-mail:
[email protected]
Status Adm. en Stand P.S.C. en PR. Hans Veneman De Emoe 5 7609 HJ Almelo Tel: 0546 - 823249 E-mail:
[email protected]
Web beheer: George Steinz
Voorzitter & Technische Commisie: Vacature
Redactie Psittaci: hoofdredacteur: A. van Kooten redacteur: H. Drenth E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected] Ereleden: J. Versluis W. v.d. Dikkenberg J. Smit
Tel: 070-2118997 E-mail:
[email protected]
Verzending Psittaci: Dirk Boesveld Karel Doormanlaan 1 2665 AS Bleiswijk Tel. : 06-18023028 E-mail:
[email protected]
Van de voorzitter.
-2-
Wat een mooie hobby hebben wij toch. Een hobby die verschillende seizoenen kent. In het najaar en de winter spelen we onze shows en in deze tijd van het jaar zijn we druk om de kampioenen van het nieuwe seizoen te kweken. In het TT-seizoen ontmoeten we onze collegakwekers/concurrenten regelmatig op shows maar in deze tijd zijn we wat meer met onze eigen vogels bezig. Ook een hele mooie tijd waarin menigeen al droomt van dat kampioenschap of van de mooie nieuwe kleurslag die nu eindelijk een keer moet vallen in het nestblok.
-3-
Psittaci: 4 Jaarlijkse uitgave van de Parkieten Speciaal Club onder auspiciën van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. Redactie:
Spaarbankweg 2, 9909 BN Spijk (Gn) Email:
[email protected]
In het voorjaar houden we elk jaar ook onze algemene vergadering. Ik zal u eerlijk bekennen dat dat vergaderen nu niet bepaald mijn echte hobby is. Maar het hoort er wel bij en zeker als hij verloopt zoals onze laatste AV dan is het goed te doen. Zaterdag 31 maart was het zover en hebben de bestuurders van de PSC, studiegroepen, regio’s, landelijk bestuur, TT-commissie, een zaterdag opgeofferd in het belang van onze PSC. In een prima, positieve sfeer is de vergadering vlot verlopen. Jammer is het wel dat sommige regio’s niet eens de moeite nemen om zich af te melden als ze verhinderd zijn. Het zijn ook helaas bijna altijd dezelfde. Ik zal in het kort wat punten weergeven:
Redactie en Penningmeester Jaaradvertentie Hele Pag: € 85. Halve Pag. € 55 Kwart Pag. € 30 Alle inlichtingen bij de Redactie en Penningmeester: email:
[email protected]
-
Abonnementen:
-
-
Er is wat discussie geweest over het jaar van oprichting van de PSC. Hans van Hese heeft in samenwerking met o.a. de heren Burm, Cluitmans en van den Bergh één en ander uitgezocht. Zijn artikel vindt u elders in Psittaci. We hebben afgesproken dat we 1972 zien als jaar van oprichting als Speciaalclub van de NBvV in de huidige vorm. Er zal een speldje worden aangeschaft voor diegenen die 40 jaar lid zijn. Er zijn een aantal leden die zich aangemeld hebben voor de SKG’s. We zullen vanuit het bestuur proberen om voorlopig 3 SKG’s op te starten, te weten Grasparkieten, Agaporniden en Grote parkieten. Het plan is om de leden die zich gemeld hebben van nadere informatie te voorzien en een startbijeenkomst te beleggen. De kascontrolecommissie heeft verklaard dat de boekhouding op orde is. Voor 2013 blijft de contributie ongewijzigd. Met ingang van dit jaar zullen de kleine grasparkieten ook op de landelijke show gevraagd worden. In verschillende regio’s is dat al langer het geval. Afspraak is wel dat ze volledig apart van de standaardgrasparkieten zullen worden gehouden met de prijstoekenning en de klassementen. Er komt een eigen status voor.
Ander nieuws: Er is een oplossing gevonden voor de opslag van ons stellingmateriaal. Dankzij het district Gelderland is er een ruimte beschikbaar gekomen. Het materiaal moet er alleen nog een keer naar toe gebracht worden. Liefst zo snel mogelijk.
Advertenties:
€ 18.00 per jaar. België, Duitsland € 20.00 Bij vooruitbetaling te voldoen op. Parkieten Speciaal Club of per buitenlandse postwissel op te geven aan de Penningmeester. Ontvangst Clubblad Psittaci:
Bij geen ontvangst, gelieve contact op te nemen met de ledenadministratie: Dirk Boesveld Karel Doormanlaan 1 2665 AS Bleiswijk Tel. : 06-18023028 E-mail:
[email protected] Kopie, overname, verantwoordelijkheid:
Kopie en advertenties te allen tijde zenden aan Redactie, de redactie draagt geen verantwoording voor de inhoud van de artikelen en plaatsing. Overname van artikelen of gedeeltes is niet geoorloofd.
In de regio Overijssel is men bezig deze regio weer nieuw leven in te blazen. Dat is goed nieuws en we wensen de initiatiefnemers veel succes. Tenslotte meld ik u nog dat de PSC best nog wat sponsors kan gebruiken voor ons clubblad en voor de show. Vroeger adverteerden ook de regio’s in de catalogus. Denk svp eens aan de PSC als u mogelijkheden voor sponsoring ziet. Ik wens u nog een goed kweekseizoen verder en alvast een fijne vakantie. Uw voorzitter, Piet Onderdelinden
Datum kopie inzenden en verschijnen: 1 Januari 1 April 1 Juli 1 Oktober
Februari Mei Augustus November
Drukker : Het Centrum Utrecht BV. Oplage: ± 700 exemplaren.
INDEX UITGAVE juni NR. 2 2012 Pagina.nr. Bestuur P.S.C. 1 Van de voorzitter 2 Colofon & Index 3 Adressen Regiosecretarissen 4 Adv. Waluvo 5 Veel vogels op competitieavond in Noord-Nederland 6 Adv. Himbergen 8 Adv. Witte Molen 9 Welkom in de wondere wereld van de grasparkietenkweker 10 Op bezoek bij ..…. Johan Kortenray 12 Neophema - Vederstructuur mutatie 15 Adv. ‘t Somerhuys 18 Adv. Jansen Tholen 19 Adv. Pro genion 19 Adv. Gendika 19 De Mutaties van de Halsbandparkiet - Violet 20 Adv. BigScore 22 De Bourkeparkiet 24 Geschiedenis van de Parkieten SpeciaalClub 28 Adv. Van der Veen 33 Adv. Saps 34 Adv. Hoerbiger 35 Adv. Info PSC / Thijsen 36 Kopie inleveren zsm.
-4-
-5-
ADRESSEN REGIO SECRETARISSEN Nieuwe leden aanmelden bij Secr. deze verwijst de nieuwe leden door naar de Regio Penningmeester voor Bank en Giro nr. Wijzigingen dienen direct doorgegeven te worden aan de Leden Administratie. 10 Limburg B. Cluitmans Esdoornlaan 3 6077 CP Sint Odiliënberg Tel 0475-536680 Mail:
[email protected]
50 Friesland R. de Vries Russchenreed 11 9241 EG Wijnjewoude Tel. : 0516-481808 Mail:
[email protected]
15 Oost Noord Brabant R. Steenbakkers Dr. Boutkanstraat 1 5473 AK Heeswijk Dinther Tel. 0413-291117 Mail:
[email protected]
55 Noord Nederland K. Hageman Grintweg 108 9674 GE Winschoten Tel. 0597-416241 Mail:
[email protected]
20 Midden West Brabant P.A. Seymour Hengst 16 4341 MV Arnemuiden Tel. 0118-602494 Mail:
[email protected]
65 Flevoland W. Smits De Kievit 22 8251 JL Dronten Tel. 0321-314019 Mail:
[email protected]
25 Zeeuws Vlaanderen J. Dankaart Nieuweweg 40 4561 BN Hulst Tel: 0114-362203 Mail:
[email protected] 30 Gelderland E.A. Koopman De Enk 7 6661 KK Elst (GLD) Tel. 0481-377226 Mail:
[email protected] 40 Zuid Holland Sjaak Verbeek Mauritslaan 43 2685 VA Poeldijk Mail:
[email protected] 45 Noord Holland C. Jonker Regthuisstraat 12 1724 SM Oud Karspel Tel 0226-315259 Mail:
[email protected]
Aluminium volières op maat gemaakt.
Ontwerp uw eigen volière.
Standaard volières of kooien
75 PSC-ZON(Zuid Oost Nederland) J.Damen Eltenseweg 41 6909 DG Babberich Tel: 0316-248243 Mail.
[email protected]
NU G TIS ! A A A N VR E GR AA 6 E Z 7 7 T: R ON CHU -281 RNE E 22 O BR .: 05 P INT O.NL L V TE JK O ALU KI .W OF WW W
85 Midden Zeeland J. Bekenes Conferencestraat 44 4421 DS Kapelle Mail:
[email protected] 95 Catharina Studie Groep (CSG) Dhr. P. de Goey Maarten Trompstraat 73 5262 VL – Vugt Tel:073-6565434 Email:
[email protected] Neophema Studie Groep Frans Broeren Molenstraat 140 4731 HH Oudenbosch Tel: 0165 32 71 56 Website: www.neophemastudiegroep.nl Forum: www.neophemastudiegroep.nl/SMF Staat uw regio er niet bij vraag info bij:
[email protected]
Ds. A.C. van Raalteweg 23 7946 AG Wanneperveen - Holland Tel: 0522-281776 Fax: 0522-282055
WALUVO
WANNEPERVEEN - HOLLAND
De fabrikant voor dieren èn hun liefhebbers !
-6-
Veel vogels op competitieavond in Noord-Nederland Auteur: Bestuur PSC afdeling Noord-Nederland Het weer was geen reden dat dinsdag 10 april 2012 in ons geheugen gegrift zal blijven. Deze regenachtige voorjaarsavond organiseerde de PSC afdeling Noord-Nederland de competitieavond. De opkomst was duidelijk indrukwekkender dan het weer. Na een mislukte proef om activiteiten op zaterdagen te organiseren, is weer teruggegaan naar de vertrouwde dinsdagavond. Het aantal ingebrachte vogels overtrof de verwachting van een ieder. Er waren grasparkieten in vele kleurslagen ingebracht en ook de groep agaporniden was goed vertegenwoordigd met de roseicollis, fischeri, personatus en nigrigenis. Samen keuren Vogels keuren, is vogels vergelijken. Vergelijken met enerzijds de standaard en anderzijds met de andere aanwezige vogels. Dit vergelijken hebben de aanwezigen met elkaar gedaan. De meningen liepen hier en daar uiteen, maar uiteindelijk werd bij elke vogel in goede harmonie tot een eindoordeel gekomen in de vorm van een puntentotaal. Veel vogels kwamen rechtstreeks uit de volière, waardoor de conditie niet optimaal was. Er was afgesproken dat we naar de potentie van de vogels zouden kijken door de slechte conditie te negeren. Toch wordt dit onbewust in de beoordelingen meegenomen, waardoor er “slechts” tot 91 punten gekeurd werd. Toch waren er meerdere vogels aanwezig die in optimale conditie 92 punten moeten kunnen draaien. Grasparkieten Voor de pauze werden de grasparkieten onder leiding van Koos Hageman besproken. De eerste vogel was een lichtgroene grasparkiet met een duidelijke yellow bevedering. Er waren aanwezigen die direct opmerkten dat de vogel door de vorm van de spots goed bruikbaar zou zijn voor de kweek. De eerste discussie was hiermee geboren. Waar de een van mening was dat deze vogel door de fysiek mindere eigenschappen een achteruitgang voor de lijn zou betekenen, zag de ander de meerwaarde van de positieve kleur- en tekeningeigenschappen. Evenveel filosofieën als mensen. Over de bruikbaarheid van een “flecky” grasparkiet liepen de meningen evenzo uiteen. Opvallend was wel dat er weinig meningsverschil was over de beoordeling van de kopvorm. Ook barstte de discussie over staartproblemen weer los. Een lichtgroen “staartloos wonder” gaf aanleiding tot deze discussie. Met staart zal de vogel de vogel 91 punten kunnen krijgen, maar zonder staart slechts 88. De kweker zit nu vermoedelijk duimendraaiend thuis en kijkt elke dag vol verwachting of de staart er bij deze jonge grasparkiet al door komt. Ook de kleurslagen zijn gewoonlijk voer voor een vruchtbare discussie. Ook deze avond was dat niet anders. Er was een te lichte grijsgroene grasparkiet met een sprekende spangle-tekening ingebracht. Opvallend was dat de spots volledig aanwezig waren en geen halve maantjes zoals kenmerkend is voor de spangle. Zal het een onvoldoende werkende overgoten-factor zijn of toch een clearbody? Er was geen unaniem antwoord. Dan een donkergroene vogel met een blauwe waas. Is dit een lichtgroene met een enkele volioletfactor, een lichtgroene met een dubbele violetfactor of een donkergroene met een enkele violetfactor? Een kleur die hier weer op leek, was de Australisch geelmasker kobalt. Ook een kleurslag die we niet alle dagen zien en voor velen niet als dusdanig herkenbaar. Dan waren er nog vijf recessief bonte vogels aanwezig. Hoe streng moeten deze beoordeeld worden? Kunnen we dezelfde eisen stellen als aan een grijsgroene of moet er met enige coulance worden gekeurd? Met name de poppen van de recessief bonte grasparkieten tonen vaak teveel tekening. Wat doen we met een recessief bonte grasparkiet die
-7de standaard wat betreft tekening nagenoeg benadert, maar in vergelijk met de grijsgroene een hele smalle kopvorm heeft. Is het keurtechnisch verantwoord dat de grijsgroene een punt meer heeft dan de recessief bonte, terwijl er fysiek wel drie punten verschil tussen de vogels is? Allemaal vragen waarop we met elkaar naar een antwoord hebben gezocht. Agaporniden Na de pauze werden de agaporniden onder leiding van “nieuwbakken” keurmeester Matthijs Slagter besproken. Er werd afgetrapt met de fischeri, waaronder een zeer goede grijsgroene. Fysiek waren het goed geblokte types. De nekkleur was voer voor discussie. In de standaard wordt de nekkleur vanaf de kruin omschreven als bronsgroen geleidelijk overgaand in olijfgeel. In deze omschrijving staan twee subjectieve factoren, namelijk de beide kleuren. Er is veel variatiebreedte in bronskleuren. Een ieder heeft een ander beeld bij de kleur brons en interpreteert de standaard dus anders. De ene kweker streeft naar een zo donker mogelijke kleur op de kruin, waardoor een soort zwart petje ontstaat. Terwijl de ander een bruine kruin prefereert. Ook olijfgeel is geen eenduidig begrip. Wel waren de kwekers het erover eens dat er geen rood door mag schijnen in de nek. Het doorschijnen van rood was ook een punt van discussie bij de personatus. Hoeveel rood mag de personatus onder het masker tonen? In de standaard staat omschreven dat een minimaal randje rood onder het masker is toegestaan. Maar ook minimaal is een subjectief begrip. Wat de een als minimaal ziet, vindt een ander al teveel. Wel waren de aanwezigen het erover eens dat de beide wildkleur personatus zeer knappe vogels waren. Ook bij de roseicollis waren zowel in de wildkleur als de mutanten vogels van goede kwaliteit aanwezig. Er waren twee verschillende type vogels aanwezig bij de wildkleur. Een vogel met een zeer geblokte lichaamsbouw maar een wat smallere kop en een iets minder geblokte vogel met een bredere kop. Wat betreft de verhoudingen benadert de tweede vogel de standaard het beste, maar deze werd niet unaniem als beste vogel aangemerkt. Het verschil in persoonlijke voorkeur was net als bij de kopkleur van de fischeri ook bij de beoordeling van de roseicollis te merken. De cinnamon oranjemaskers waren zowel wat betreft type als kleur prima vogels. Als laatste werd de nigrigenis besproken. Hierbij was een groene, D groene en blauwe aanwezig. Waar de fischeri en personatus een volle nekpartij moeten hebben, mag de nigrigenis dit niet tonen. Dit is een heel ander type vogel die een inval in de nek moet tonen. Het kopje moet als het ware los op het lichaam zitten. Een hoge moeilijkheidsgraad is het kweken van een vogel met een de juiste befgrootte (omgekeerde driehoek met afgeronde hoeken). De wildkleur toonde de beste bef en was ook wat betreft type de beste vogel. Babyshow Al met al een gezellige en leerzame avond, waarbij de liefhebbers bewust en onbewust veel informatie hebben uitgewisseld. Het bestuur kijkt terug op een geslaagde avond en kijkt uit naar de babyshow, welke op zaterdag 2 juni in het Stationskoffiehuis (Stationsstraat 14) te Rolde wordt gehouden (aanvang: 9:30 uur). Tijdens deze babyshow zullen de vogels door een gerenommeerd keurmeester worden besproken en geplaatst. Het bestuur hoopt op een grote opkomst. Ook als u geen lid ben van de afdeling Noord-Nederland, maar de babyshow graag wilt bijwonen bent u – met maar ook zonder vogels – van harte welkom! Tot ziens op de babyshow!
-8-
:L W W H 0RO HQ
7RW DDO DVVRU W L PHQW YRRU 3DU NL HW HQ .ZHNHU VPHQJHO L QJHQ 3DU NL HW HQ 3DU NL HW *U RI 3DU NL HW *U RI $O O 3U HPL XP 3DU NL HW HQ] DDG $O O 3U HPL XP 1HRSKHPHQ 3DU NL HW HQ] DDG *U RI HQ *U RI = = 3DU NL HW HQ] DDG &KDPSL RQ 3DU NL HW HQ] DDG % .L HP] DDG YRRU NU RPVQDYHO V 3DU NL HW HQ] DDG 3U L PD *U RW H 3DU NL HW HQ] DDG 3U L PD 'L YHU VH VRRU W HQ ] DFKW YRHU
+HHI W X YU DJHQ" 1HHP GDQ FRQW DFW PHW RQV RS YL D L QI R#ZL W W HPRO HQ QO ZZZ ZL W W HPRO HQ QO
- 10 -
Welkom in de wondere wereld van de grasparkietenkweker. (reactie op het artikel van Matthijs Slagter). Door: Jan Bouwmeester In de eerste plaats ben ik blij als iemand (in dit geval M.S.) de durf en moeite neemt om wat in Psittaci te schrijven. Daarvoor mijn dank. M.S. schrijft: Wel wil ik graag kwekers aan het denken zetten over de toekomst van hun liefhebberij en een inhoudelijke discussie op gang brengen met als doel het reduceren van de problemen rondom de standaard grasparkiet en het voorkomen van problemen bij andere kromsnavels als agaporniden en catharinaparkieten. Bij het lezen van deze zin is de eerste vraag die mij te binnen schiet; kweekt M.S. standaard grasparkieten? Ik krijg hier namelijk geen idee van, wel dat hij catharinaparkieten kweekt. Verder maakt dat niet uit want iedereen mag een mening hebben. Dat heb ik ook over de agaporniden en de Catharina parkieten terwijl ik deze niet houd. “Het voorkomen van problemen bij agaporniden en Catharinaparkieten en het reduceren van problemen bij de standaard grasparkieten” De bevederingsproblemen bij de agaporniden zijn er niet meer en bij de catharinaparkieten zijn ze er niet. Welke problemen eigenlijk? Die van de langere bevedering? Ik meen dat de agapornidenkwekers dat al heel goed onder controle hebben omdat langere bevedering door erfelijke factoren bepaald wordt is men daar rekening mee gaan houden. Als de catharinaparkieten ook langere bevedering gaan krijgen dan hoeft dat ook geen probleem te worden want langere bevedering is geen probleem het is alleen een kwestie van hoe ga ik als kweker met die langere bevedering om. Bij de standaard grasparkieten hebben we een ander verhaal. De langere bevedering is geen probleem voor de vogel, die neemt het leven waar zoals het is en maakt geen vergelijkingen. Wij als kweker zouden ons wel af mogen vragen of we met het kweken van een mooiere vogel in onze ogen, ook een betere en sterke vogel kweken? Zelf vind ik dat laatste heel belangrijk. Sterke vogels, zijn voor mij vogels die lang leven en zich lang voort kunnen planten. Standaard grasparkieten zijn door te weinig selectie op gezondheid en levensduur over het algemeen niet meer zo vitaal als vroeger. Dit is voor mij een reden om juist met oudere vogels te kweken en regelmatig een terugkruising te doen naar wat korter bevederde vogels, die wel goed van onderlinge verhoudingen zijn. Daar schrijf ik over en dat laat ik weten tijdens mijn gesprekken met kwekers. Gelukkig kom ik heel wat ervaren kwekers tegen die dit ook doen. Zelf vind ik de ouderdom die onze grasparkieten kunnen bereiken belangrijker dan het ideaalbeeld. Ik heb het heel graag dat mijn oudere vogels nog kweken. Ten eerste omdat zij de innerlijke vitaliteit bij zich dragen en ten tweede omdat deze vogels ook sterke kwalitatieve eigenschappen vererven, anders had ik ze niet aangehouden. Van je jonge vogels, al zijn ze uiterlijk nog zo mooi moet je eerst nog zien of ze hun kwaliteit ook vererven. Ik ben best blij met de aandacht die gegeven wordt aan de kweek en het niet goed kweken van standaard grasparkieten. De standaard is echter niet het probleem maar de kwekers c.q. kopers van vogels met ernstige gebreken waarmee men toch verder mee wil kweken vanwege bepaalde kwalitatieve eigenschappen. Zelf heb ik meermalen aangegeven dat je met probleemvogels in de eerste plaats de problemen in stand houd en bij het verkopen van probleemvogels, die problemen worden overgebracht naar andere liefhebbers. Dit heeft onze liefhebberij alleen maar schade toegebracht.
- 11 In het artikel van M.S. kom ik ook beweringen tegen waarin ik mijzelf niet herken. Enkele zinnen in Psittaci heb ik mij echt aan gestoord. Te weten: Wat voor leven heeft zo’n doorgaans hyperventilerend op stok zittende en amper nog kunnen vliegende grasparkiet nog? Hier wordt toch één zieke vogel beschreven en toch niet een standaard groep vogels? Bovendien heb je hier ook niets aan voor de tentoonstellingen. In die vijftig jaar dat ik grasparkieten kweek heb ik doorgaans gezonde vogels en inderdaad, heel af en toe een zieke vogel. Dat is wat ik ook bij andere kwekers waarneem. Deze doen ook allemaal hun best om hun vogels in prima conditie te krijgen en te houden. Zij besteden veel geld aan een goede verzorging. In het artikel over de Catharina parkiet wordt verwezen naar o.a. de grasparkiet. M. S. schrijft: Bij standaard grasparkieten treedt regelmatig een mismatch op met het gevolg dat de vogels niet kunnen vliegen. De vraag die hier bij mij opkomt: Heeft M.S. deze vogels? Dan raad ik hem aan deze uit te selecteren! Zelf heb ik zo’n mismatch de afgelopen decennia nog nooit meegemaakt en kwekers die dit regelmatig ervaren ken ik ook niet terwijl ik aardig wat kwekers ken. Deze bewering lijkt mij dus gewoon onwaar. Ik denk ook niet dat de kwekers van agaporniden en catharinaparkieten zich zorgen hoeven te maken over de bevederingsproblemen die grasparkieten hebben. Nog niemand weet de oorzaak van deze problemen. Nog niemand heeft aangetoond dat hier een erfelijke factor in het spel is al wordt er wel flink naar gegist. Het heeft bij mijn vogels niets met extreme bevedering te maken, want die heb ik niet. Ik selecteer vogels met veerproblemen gewoon uit. De kans dat de bevederingsproblemen veroorzaakt worden door een virusziekte lijkt mij groter. Vooral omdat ik gehoord heb dat er kwekers zijn die uit twee staartloze vogels toch een aantal gezonde vogels hebben gekweekt. Dit laatste sluit min of meer uit dat er een erfelijke factor in het spel kan zijn. Nu ben ik geen deskundige op het gebied van erfelijke ziektes. Daarom sluit ik vogels met bevederingsproblemen voor de zekerheid uit voor de kweek. Bovendien vind ik het niet prettig om een staartloze te zien, dus weg ermee. M.S. schrijft ook over beleidsmatig ingrijpen door de C.O.M. maar de C.O.M. heeft gelukkig geen enkele bevoegdheid op dat gebied. Het is de kweker zelf die zijn verantwoordelijkheid moet nemen. “M.S. schrijft: “We beoordelen de fysieke eigenschappen van de grasparkiet en de rest liegen we bij elkaar” is een recentelijk gehoorde uitspraak van een keurmeester. Dan denk ik; dat was een ongenuanceerde uitspraak van een keurmeester. Zelf gebruik ik al meer dan dertig jaar ook de onderste rubrieken van het keurbriefje en dat heeft mij nog nooit in de problemen gebracht. Als ik een fysiek gemiddelde grasparkiet voor ogen krijg, dan krijgt hij in de bovenste rubrieken 27-17. Heeft deze vogel daarbij een prima masker en een prima kleur dan komt er nog 14-32 bij en staat de vogel op 90 punten. Heb in daarnaast een fysiek prima vogel, dan krijgt hij in de bovenste rubrieken 28-18. Is hierbij het masker en de kleur normaal dan komt er 13-31 bij en staat deze vogel ook op 90 punten. Komt het tussen beide vogels aan om het kampioenschap, dan wint de fysiek sterkere vogel het en krijgt deze 1 puntje meer in de rubriek die hem het beste past en wordt dan kampioen met 91 punten. Vriendelijke groeten, Jan Bouwmeester
- 12 -
Op bezoek bij …………………… Johan Kortenray.
Catharinaparkiet EF grijsvleugel Misty turquoise
Op dinsdag 27 december 2011 zijn wij, Piet Ooijen, Peter de Goey, Hans van Luyt en Arie Vortman naar Johan Kortenray geweest. Deze catharinakweker woont eveneens in Wychen, net als Frank Toonen waar we ook op deze dag ‘s-morgens geweest waren.
Catharinaparkiet links-DF Misty D groen, rechts DF Misty groen
Omstreeks 14.00 uur kwamen wij bij Johan aan, die ons al buiten op stond te wachten voor zijn woonverblijf. We konden meteen koffie krijgen maar omdat zijn vrouw nog niet thuis was zijn we maar meteen doorgelopen naar zijn kweekruimte. Nadat we het afstapje naar zijn kooi hadden getrotseerd en Arie hierbij meegeholpen hadden stonden we in de kweekruimte van Johan. Bij binnenkomst stonden links van ons de broedkooien en rechts van ons een aantal vluchten om de jonge vogels uit te laten vliegen, zodat ze zich konden ontwikkelen. Johan is ongeveer 5 jaar geleden begonnen met 7 koppels catharina’s. Naast de catharinaparkieten kweekte hij nog met andere soorten, te weten de brotogeris, canus, persontatus en muisparkieten welke hij in koloniebroed probeerde te kweken, op dit moment heeft hij alleen nog naast de catharinaparkieten de kobaltvleugel van de brotogeris familie.
Catharinaparkiet links-ino turquoise, rechts-grijsvleugel ino turquoise
Catharinaparkiet DF grijsvleugel Misty D groen
Catharinaparkiet links-turquoise, rechts-EF Misty turquoise
Catharinaparkiet DF grijsvleugel ino
Catharinaparkiet EF Misty D turquoise
- 14 Johan is lid van de plaatselijke vereniging De Goudvink in Wychen en van de vogelvereniging Fauna Beuningen, verder is hij lid van de: Parkietensocieteit: kweeknummer 06302; Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers: kweeknummer 1 NHF Älgemene Nederlandse Bond van Vogelhouders: kweeknummer 7728. Tijdens Vogel 2012 te Apeldoorn heeft de CSG Johan kunnen verwelkomen als nieuw lid waar wij uiteraard blij mee zijn en wij hopen dan ook dat hij zich als catharinaliefhebber bij ons thuis voelt.
- 15 -
Neophema - Vederstructuur mutatie Vederstructuur mutaties. Voor een groot aantal vogelliefhebbers zijn mutaties erg belangrijk omdat ze de mogelijkheid geven om nieuwe kleurslagen te kweken. Bij vogels komen verschillende categoriën mutaties voor: 1. 2. 3. 4.
Mutaties in het pigment Mutaties in het psittacine Mutaties in de vederstructuur Mutaties in de vorm en plaatsing van de veren.
Tijdens ons bezoek hadden we enkele vragen aan Johan gesteld, zie hieronder: Johan hoe ben je aan je catharina’s gekomen? Ik zag ze bij handelaren en op tentoonstellingen. Ik heb ze daarna zelf aangeschaft bij kwekers hier in Nederland en Belgie.
Er zijn nog andere mutaties die werken op de vogel, zoals bijvoorbeeld erfelijke ziekten, maar daarover gaat het hier niet. Mutaties in categorie 1 en 2 veroorzaken veranderingen in de hoeveelheid of de kleur van het zwarte eumelanine, hoofdzakelijk gelegen rond de kern van de veer, of het gele psittacine dat gelegen is in de cortex. Zie bijgaande doorsnede van een baard van een veer. Een voorbeeld van een doorsnede van een baard van een veer ter verduidelijking.
Hoe stel je een kweekkoppel samen? Ik stel ze samen op kleur en tekening en model, vooral dat laatste moeten ze hebben, ook doe ik veel proefopstellingen met contrastrijke vogels. Hoe houd je je kweekadministratie bij? Ik houd mijn vogeladministratie bij met het vogelcomputer programma Zoo Easy. Wanneer begin je met het broeden? Ik broed eigenlijk het hele jaar door omdat mijn schuur verwarmt is en ze constant het aantal lichturen krijgen. Hoe bereid je je voor op het TT seizoen? Ik kijk eerst of ze voor de TT in aanmerking komen, dan sorteer ik op kleur, model en tekening, vervolgens zet ik ze twee aan twee in de TT kooi onder andere voor de ruipunten. De voeding blijft het zelfde, valkparkietenzaad. Ik geef geen eivoer aan de TT vogels, wel vitamine in het drinkwater, ruihulp van Beaphar. Toen we met het gesprek klaar waren was Piet in de tussentijd al druk foto’s aan het maken in de vogelkast van de catharina’s. Nadat we van de vrouw des huizes koffie hadden genuttigd was het weer tijd om naar huis te gaan. Het was inmiddels al aardig donker geworden en we moesten nog een stuk rijden naar huis. Al met al was het een leerzame dag voor ons in Wychen. Johan, namens Arie, Peter, Hans en Piet bedankt voor jullie gastvrijheid en we hopen je een keer te mogen begroeten tijdens onze studiedagen en dan uiteraard met vogels. Peter de Goey
Deze keer willen we het eens hebben over categorie 3. de vederstructuurmutaties. Binnen de Neophema familie kennen we drie soorten vederstructuur mutaties namelijk de Violetfactor, de Donkerfactor en de Grijsfactor. Helaas worden deze factoren nogal eens door elkaar gehaald waardoor het voor de liefhebbers niet duidelijker wordt. In dit artikel willen we de overeenkomsten en de verschillen beschrijven, waardoor we hopen dat het een stukje duidelijker wordt. In de standaard Neophema’s en Neopsephotussoorten staat het volgende vermeld: GRIJSFACTOR Vererving:autosomaal dominant Symbool: G. Mutatie van de vederstructuur. De Grijsfactor is al ontstaan bij de Turquoisine-, Splendid- en Elegant parkiet. De grijsmutatie berust op een reorganisatie van de inwendige structuur van de baarden waarbij de sponszone en de medulla niet als zodanig meer herkenbaar zijn. Er vindt daardoor geen verstrooiing (interferentie) van blauw licht plaats. In de wildkleur, aqua, turquoise, en blauwserie wordt de kleurslag resp. Grijsgroen, Grijs aqua, Grijs turquoise en Grijs genoemd.
- 16 -
- 17 VIOLETFACTOR Vererving: autosomaal onvolledig dominant (of incompleet dominant) Symbool: V Mutatie van de vederstructuur.
Turquoisineparkiet roodbuik D groen en Grijsgroen
Violetfactorige zijn al ontstaan bij de Bourke-, Turquoisine- en Splendidparkiet. Door een veranderde, veel fijnere structuur van de sponszone wordt door middel van interferentie violet licht in plaats van blauw licht teruggekaatst. De werking van deze mutatie komt het beste tot uiting in combinatie met één donkerfactor, in de blauw serie. Bij de wildkleur Turquoisine- en Splendidparkiet worden vaak de violetfactorige vogels voor donkergroen aangezien. DONKERFACTOR Vererving: autosomaal onvolledig dominant (of incompleet dominant) Symbool: D voor een enkelfactor en DD voor een dubbelfactor (Double Dark) Mutatie van de vederstructuur. Is al ontstaan bij de Turquoisineparkiet, bij de Splendidparkiet is er hoog waarschijnlijk nog geen Donkerfactor in Europa, anders zou de DD groen(olijf) & DD blauw (mauve) er ook wel zijn. Donkerfactor door verandering van de baardbouw, kleinere baarddiameter en minder diepe bewolkte zone vindt er meer absorptie van licht plaats, waardoor de totaalkleur donkerder groen wordt. Bij een vogel met een dubbele donkerfactor D.D. in de groenserie zal de totaalkleur nog donkerder worden (Olijfgroen). De diameter van de baarden wordt eveneens kleiner, hierdoor wordt de lichaamskleur donkerder. De vererving: De Grijs factor vererft autosomaal dominant, de Donker en de Violet factor vererven autosomaal onvolledig dominant. (Bij de Elegant is er ook de autosomaal recessieve grijs factor ontstaan, maar die behandelen we niet in dit artikel.). Dominant betekent overheersend, recessief is terugtredend of onderliggend. Dominante vererving wil zeggen er geen split vogels van deze mutatie zijn maar de vogel laat de factor zien of niet, zo niet dan bezit de vogel die factor niet. Hier zit dus al een overeenkomst in bij de drie factoren. Een andere overeenkomst is dat er bij alle drie zowel enkel- als dubbel factorige vogels gekweekt kunnen worden. Bij de Violet en Grijs factor noemen we dat Enkel Factorig en Dubbel Factorig, afgekort EF en DF. Bij de Donker factor D (van donker of Dark) of DD (van dubbel donker of Double Dark)
Splendidparkiet roodbuik violet groen
Turquoisineparkiet D groen
Splendidparkiet violet blauw
Het uiterlijk Bij de dominante factoren is er uiterlijk niet of nauwelijks verschil tussen een EF of een DF vogel. Bij onvolledig dominante factoren zie je dat wel. De factor is reeds zichtbaar als die enkelvoudig aanwezig is maar bereikt pas de volledige werking van de mutatie als die dubbel aanwezig is. Bij de grijsfactor zie je niet of nauwelijks verschil tussen een enkel en een dubbelfactorige. Je weet pas zeker dat een vogel DF grijs of grijsgroen is als je de kweekresultaten bekijkt. Paar je namelijk een DF grijze aan een blauwe dan kweek je alleen maar grijze, allemaal EF dus. Paar je een EF grijze aan een blauwe dan krijg je naast EF grijze ook blauwen. Het verschil tussen een enkelfactorige en een dubbelfactorige violet is niet zo eenvoudig te zien, vooral in de groenserie. Vooral in de groenserie wordt de violetfactor
- 18 gemakkelijk verward met de donkerfactor. Dat ziet er bijna hetzelfde uit, alleen aan kleine details(kleur onder de vleugels bijvoorbeeld) zie je de verschillen. Ook de lengte van de bevedering speelt een rol. Een kort (intensief) bevederde vogel met een enkele violetfactor lijkt namelijk veel intensiever van kleur dan een dubbelfactorige lang (schimmel) bevederde vogel. Bij sommige soorten lijkt grijsgroen veel op DD groen, zodat ook daar wel verwarring over kan ontstaan. Verschil is dat er bij vogels in de grijsserie geen blauw meer voorkomt, DDgroenen zijn wat harder van kleur. Deze verschillen zie je ook in de blauwserie. Naamgeving De naamgeving zoals wij die gebruiken komt overeen met de internationale afspraken. Bij de totstandkoming van de standaard is er soms nog al eens discussie geweest om van de oude, vaak al lang ingeburgerde foutieve benamingen, af te komen. Enkele voorbeelden: DD groen werd olijfgroen genoemd Dblauw was kobalt DDblauw was mauve Violetblauw werd soms Europees kobalt genoemd In de blauwserie werd voor grijs vaak nog grijsgroen gebruikt, grijsgroen aqua of grijsgroen blauw. Echter de mutatie is de grijsmutatie en niet de grijsgroenmutatie. Dus noemen we de vogels in de grijsserie: grijsaqua, grijsturquoise of gewoon grijs. Je komt bij de splendidparkieten ook wel eens de naam zwart tegen. Hiermee worden grijze vogels bedoeld die erg diep van kleur zijn, bijna zwart. Het blijven echter gewoon grijzen die geslecteerd zijn op kleurintensiteit. Dit wordt bijvoorbeeld bereikt door intensief bevederde vogels te gebruiken.
- 19 -
JANSEN THOLEN B.V. Slabbecoornweg 9 4691 RZ Tholen
Tel : 0166 – 602102 Fax : 0166 – 604257
e-mailadres:
[email protected]
•Machinebouw•Laswerk
•Verspanende bewerkingen •Superfinishing walsrollen •Vlamspuiten •Industriële automatisering
•Industrieel technisch onderhoud •Elektrotechnisch installateur
Pro
genion www.progenion.nl
Luchtreinigers met ionisator en UV
PR-368R
Verminder: - Bacteriën & Virussen
Geruisloze werking & 'ĞĞŶ ĮůƚĞƌƐ vervangen
- Hooikoorts & Allergie Ͳ sŽŐĞůĮũŶƐƚŽĨ Θ ŝĞƌĞŶŐĞƵƌƚũĞƐ Ͳ ^ŝŐĂƌĞƩĞŶƌŽŽŬ
Nuvan €149,voor €139,-
www.progenion.nl
- 20 -
De Mutaties van de Halsbandparkiet - Violet Tekst: Zahir Rana Foto’s: Zahir Rana De Violet factor is zonder twijfel één van de mooiste mutaties bij de Halsbandparkiet. In tegenstelling tot de andere papepgaaien en parkieten komt de Violet factor, enkelfactorig, bij de Halsbandparkiet zonder Donker factor al veel sterker naar voren. Violet factor verandert de sponzone, door de veel fijnere structuur van de sponszone wordt door middel van interferentie violet licht in plaats van blauw licht teruggekaatst. De werking van deze mutatie komt algemeen het best tot uiting in combinatie met een donkerfactor. Hoewel bij de Halsbandparkiet een enkelfactorige violet een goede diepe kleur toont. Met een enkele donkerfactor ontstaat de typische dieppaarse violetkleur. Bij een dubbele donkerfactor is er nagenoeg geen effect, de violetfactor is dan moeilijk zichtbaar. Bij vergelijking is de kleur een nuance donkerder dan zonder violetfactor. De Donker factor veroorzaakt een minder diepe bewolkte zone waardoor er meer absorptie van licht is. Hierdoor wordt de lichaamskleur donkerder. De diameter van de baarden wordt eveneens kleiner. Noemenswaardig is dat combinatie van de Violet factor met de Grijs factor geen zichtbare verandering met zich mee brengt. De Grijs factor overheerst, Violet factor is moelijk zichtbaar. Genetisch kunnen ze wel Violet vererven. Terwijl een combinatie van Donker factor met de Grijs factor wel een duideljk zichtbare waas toont. Een iets donkergrijze vogel met een duidelijke donkerblauwe waas, op de kop en rugdek het duidelijkst.
Halsband Groen en D Groen Halsband - D blauw - man
VIOLETFACTOR: Symbool: V Vererving: Autosomaal onvolledig dominant Werking: Verandering in de sponzone, door de veel fijnere structuur van de sponszone wordt violet licht in plaats van blauw licht teruggekaatst. Kleur: Violet. Kop: Een volwassen man heeft een witte nekband, de keeltekening is zwart. Daarbij is de kop helder violet van kleur rondom de snavel en oogstreek. Staart: De grote middelste staartpennen zijn violet met een smalle witte staartpunt. Ogen, snavel en poten: De ogen zijn zwart. De bovensnavel is rood en de ondersnavel is zwart. De poten zijn grijs met zwarte nagels. Opmerkingen: Borst en rugdek zijn veelal sterk grijs bewaasd. Een DF Violet heeft deze grijze waas niet. DONKERFACTOR: Symbool: D Vererving: Autosomaal onvolledig dominant Werking: Een minder diepe bewolkte zone waardoor er meer absorptie van licht is. Kleur: Donkerblauw tot Kobalt. Kop: Een volwassen man heeft een witte nekband, de keeltekening is zwart. Daarbij is de kop helder grijs van kleur rondom de snavel en oogstreek. Staart: De grote middelste staartpennen zijn donkergrijs met een smalle witte staartpunt. Ogen, snavel en poten: De ogen zijn zwart. De bovensnavel is rood en de ondersnavel is zwart. De poten zijn grijs met zwarte nagels. Opmerkingen: Dubbele donkerfactor, de DD blauw, uit zich in een grijsblauwe vogel die in de volksmond ook wel “Mauve” wordt genoemd en “Olijf” in de groenserie.
Halsband - DD blauw
Halsband - Violet groen Stel
Halsband Violetfactorig blauw
- 22 -
- 23 -
www.bigscore.nl Bekijk onze website niet in vogelvlucht, maar met de aandacht zoals u naar uw vogels kijkt bij het selecteren voor de kweek of de PSC- show.
Word jij onze nieuwe collega keurmeester? Heb je als fanatiek liefhebber van tropische vogels, Europese cultuurvogels, kwartels, duiven of kromsnavels altijd al het gevoel dat je weet wat de goede vogels zijn en welke de wat mindere. Mag je graag met anderen over jouw vogelpassie praten, ben je leergierig en lid van de N.B.v.V, dan is keurmeester worden bij de N.B.v.V. misschien iets voor je. Begin 2012 zal er voor beide basisopleidingen weer een cursus beginnen.
Ons assortiment bestaat uit: Sportprijzen, medailles, standaards, beelden etc… Vaantjes, boekenleggers, erelintjes en diversen modellen vanen. Delftsblauwe borden, vazen, asbakken etc… Houtenborden met uw eigen afbeelding erop in full color bedrukking. Posters op sportgebied maar ook algemeen een enorme keus. Relatiegeschenken van klein tot groot en simpel tot exclusief. Kleding, T-shirt’s, poloshirts, bodywarmers, fleeceshirts, caps, etc… Diverse mogelijkheden met buttons en naambadge, consumptiemunten. Babybeeldjes, Abraham & Sarah en Paardenbeeldjes, Sculpturen. Kerstpakketten, maar liefst keuze uit meer dan 80 pakketten. Wij zijn u graag van dienst om u te helpen bij het maken van de juiste keuze.
Vraag naar onze speciale korting voor vogelverenigingen!! Big Score Sportprijzen & Relatiegeschenken Drachme 17 8253 EW Dronten Telefoon: 0321 – 33 36 39 Fax.: 0321 – 31 19 56 E-mail:
[email protected]
Wat hebben we je te bieden. ➣ Een prima opleiding tot keurmeester tropische vogels of tot keurmeester parkieten. ➣ Een persoonlijke coach, die je helpt tijdens je studie. ➣ Een groep zeer bekwame keurmeesters, die als docent je vogelpassie met je delen. ➣ Ben je eenmaal geslaagd voor deze basisopleiding: o kun je specialistische opleidingen volgen. o word je lid van een studiegroep in je omgeving. o kun je opfrisdagen volgen. o ga je in het najaar keuringen verrichten bij diverse verenigingen. Wat vragen wij. ➣ Naast je passie voor je de vogels, die je zelf kweekt, moet je belangstelling tonen en enige basiskennis hebben van andere vogels. ➣ Een normale kennis van de Nederlandse taal. ➣ Vrije tijd om twee jaar 10 lesdagen op zaterdag te volgen en daarnaast een 5-tal bijzittingen tijdens keurdagen bij gerenommeerde keurmeesters. ➣ Een leergierige instelling hebben en de ruimte om thuis je te verdiepen in de lesstof. Om inzicht te krijgen wat de cursus inhoudt worden er gedurende 2011 voor beide opleidingen regionaal vooropleidingen (3 cursusdagen op zaterdag ) georganiseerd. Heb je vragen of wil je, je inschrijven voor de vooropleiding neem dan contact met een van de onderstaande bestuursleden van de Keurmeester Vereniging Tropische vogels en Parkieten, of kom langs in de keurmeestersstand tijdens “vogel 2011” te Apeldoorn Inschrijven kan tot 16 januari 2011 Verder verwijzen we je naar een serie artikelen in Onze Vogels over de opleiding onder de titel “Zelf keurmeester worden” van Louis van Kelckhoven. Piet Ooijen,Tel. 0168.326848. Email
[email protected]
Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers
Francis Kriesels, Tel. 0181.614123. Email
[email protected]
De Bourkeparkiet
- 24 -
- 25 Opaline Bourkeparkiet: De kenmerkende witte vleugelspiegel is op deze foto heel duidelijk herkenbaar. Ook is de rozerode strak afgetekende driehoek op het vleugeldek duidelijk zichtbaar. Het vleugeldek heeft een goede kleurdiepte en is behoorlijk egaal. Ditzelfde geldt ook voor de wangen.
Op bijna elke afdelingshow zijn ze aanwezig. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat Bourkesparkiet met hun zachtaardige karakter tezamen met kleine tropische vogels gehouden kunnen worden. Veel liefhebbers hebben een koppeltje Bourkeparkieten in hun gezelschapsvolière. Dit verklaart waarom de tentoonstellingskwaliteit zo uiteenlopend is. In de gemengde volière worden een aantal jongen geboren, welke ingezonden worden op de plaatselijke tentoonstelling. Natuurlijk is er ook een groep kwekers dat vol overgave aan de verbetering van de tentoonstellingskwaliteit van de Bourksparkiet werkt. Gevolg is dat we regelmatig Bourkesparkieten van 92 punten aantreffen, maar ook van 85 punten.
Wildkleur Bourkeparkieten: de pop (links) toont duidelijk meer golftekening op de borst. Deze man toont door de diep zwartbruine onderkleur een scherpe en sprekende gele omzoming op de vleugels. De pop heeft een mooie heldere hemelsblauwe broek, welke bij de man duidelijk een violette waas toont. Op deze foto is ook duidelijk te zien wat er met een ‘jasje” wordt bedoeld.
“Een goede vogel eet evenveel als een slechte” vertelde de heer Koopman uit Appingedam mij eens. Nuchtere Groninger wijsheid waar ik geen speld tussen kan krijgen. Waarom zal je slechte vogels in de volière laten vliegen als er ook goede zijn? Een deel van de liefhebbers is niet geïnteresseerd in tentoonstellingen en dit is wellicht maar goed ook. Hier vinden de vogels die niet aan de standaardeisen voldoen een prima onderkomen. Toch zijn er ook veel kwekers die blijkbaar wel geïnteresseerd zijn in tentoonstellingen, maar een teleurstellend resultaat behalen. De oorzaak zal
Ino Bourkeparkiet: Het rozerood van deze vogel is behoorlijk diep en ook is de kopkleur goed. De rozerode afscheiding van de nek en het rugdek kan strakker en ook toont het gele vleugeldek een roze gloed.
vermoedelijk onwetendheid zijn. Met dit artikel wil ik deze onwetendheid bij de leden van de PSC wegnemen. Wellicht is u opgevallen dat ik de Nederlandse benaming van de Neopsephotus bourkii in de inleiding op drie verschillende manieren heb geschreven. Al deze drie schrijfwijzen komen we regelmatig tegen, maar welke benaming is correct? Bourkeparkiet, Bourkesparkiet of toch Bourksparkiet? Deze rustige vogel is omstreeks
- 26 -
- 27 -
1835 door Thomas Livingstone Mitchel (1792-1855) ontdekt. Hij vernoemde de vogel naar Fort Bourke, van waaruit hij zijn expedities ondernam. De fort droeg overigens de naam van de toenmalige gouverneur van de Australische staat New South Wales, Richard Bourke (1777-1855). In het Duits wordt van Bourkeparkiet (Bourkesittich) gesproken en in het Engels is de benaming Bourkesparkiet (Bourke’s Grass Parakeet). Als we de vergelijking met andere vogelbenamingen maken, kan gesteld worden dat we veelal hetzelfde doen als onze Oosterburen. Het is immers ook Barnard parkiet, Barrabandparkiet, Brown rosella en Gouldamadine. In lijn met de wijze waarop benamingen tot stand komen, kunnen we stellen dat Bourkeparkiet de correcte benaming is.
respectievelijk rood, hoornkleurig en vleeskleurig worden. Bij de wildkleur is geel psittacine aanwezig in de zwartbruine dekveren van de vleugels en staart, waardoor het vleugeldek en de staart bij de lutino niet wit maar geel wordt. De zijkanten van de stuit en de broek die bij de wildkleur blauw zijn, worden bij de lutino wit. Zowel de geleals de rozerode kleuren moeten diep zijn doorgekleurd. Op de borst toont de lutino fijne witte golftekening, waardoor de borstkleur wat fletser overkomt. De gele kleur van het dek moet egaal en diep van kleur zijn en mag absoluut geen roze tonen. De wangen moeten wit zijn met een iets roze waas rondom de snavel. De afscheiding tussen de nek en het rugdek moet strak zijn. Wanneer het zacht roze van de nek uitvloeit in de mantel zal dit worden bestraft.
Ook over de Latijnse benaming is in het verleden veel discussie gevoerd. Is het nu Neopsepthotus bourkii of Neophema bourkii? Wat betreft uiterlijke kenmerken zoals formaat, lichaamsbouw en tekening kunnen er gelijkenissen met de andere Neophema’s worden vastgesteld. Ook gedragskenmerken als de wijze van voedsel verzamelen, balts, vliegbeeld, nestelgedrag en broedduur komen overeen met de andere Neophemasoorten. Zowel wat betreft kleur als gedrag zijn er echter ook verschillen. De Neophemasoorten zijn overwegend groen, terwijl de Bourkeparkiet bruin als hoofdkleur heeft. Verder is de Bourkeparkiet in de vroege ochtend- en late avonduren enorm actief. Voor ornithologen was dit reden genoeg de Bourkeparkiet als apart geslacht te beschouwen. Ook de NBVV erkent deze taxonomische indeling. Op het voorblad van de Neophema-standaardeisen staan de beide geslachten genoemd.
Hetgeen met de bevedering van de opaline gebeurt, is moeilijker uit te leggen dan bij de lutino. In grote lijnen komt het erop neer dat er een verschuiving van het eumelanine en psittacine plaatsvindt. Veervelden die bij de wildkleur donker zijn, kunnen hierdoor licht worden. Er is veel variëteit in de opalinemutatie, maar één kenmerk hebben ze allen gemeen en dat is de witte vleugelspiegel. In de volksmond is de opaline Bourkeparkiet misschien wel beter bekend onder de naam roze. Ten opzichte van de wildkleur zijn er veel meer rozerode veervelden ontstaan. De kop, het rugdek, de stuit, de broek en gedeeltelijk de vleugels worden bij de opaline rozerood. Wanneer u de opaline van bovenaf bekijkt, ziet u dat er een rozerode driehoek ontstaan is. Deze driehoek dient op de vleugels zo strak mogelijk te zijn afgetekend. De kleur van de opaline moet zo intensief mogelijk zijn. De nagelkleur is een aandachtspunt bij de opaline Bourkeparkiet. De nagels moeten grijs zijn, maar vaak zien we hoornkleurige nagels. Dit wordt bij een keuring bestraft. Ook dient de stuit zuiver rozerood te zijn en mag er geen blauw in worden getoond. De grootste moeilijkheidsgraad zit in de kleur van de wangen. De oorspronkelijke golftekening moet hier nagenoeg verdwenen zijn. Bij de pop is dit nog moeilijker te realiseren dan bij een man. Ook tonen poppen meer golftekening op de borst. In het ideaalbeeld is ook deze golftekening geheel verdwenen. De gele of rozerode vleugelomzoming moet bij de opaline nog wel als dusdanig herkenbaar zijn.
Van de Bourkeparkiet zijn geen ondersoorten erkend. Desondanks worden er bij de keuring van de Bourkeparkiet twee variëteiten onderscheiden. Hoewel de “wilde” Bourkeparkiet een lichtroze vleugelomzoming heeft, wordt dit bij de keuring van de gedomesticeerde Bourkeparkiet niet gevraagd. Door selectieve kweek zijn er vogels met gele en rozerode vleugelomzoming ontstaan. Deze beide variëteiten worden dan ook gevraagd. Wel is het essentieel dat deze omzoming eenkleurig is. Dus rood of geel. Een combinatie van beide kleuren wordt bij de keuring hard gestraft. De vleugelomzoming dient breed en scherp afgetekend te zijn. Fletse omzoming wordt bij de keuring bestraft. De Bourkeparkiet toont net als de Elegant- en Blauwvleugelparkiet een voorhoofdsbandje, welke net als de vleugelbocht zo strak mogelijk moet zijn. De Bourkeparkiet moet een witte teugel en oogring tonen, waarin geen roze waas zichtbaar mag zijn. De broek en de zijkanten van de stuit moeten egaal hemelsblauw gekleurd zijn. De roze lichaamskleur van de buik, borst, kop en mantel dienen zo diep mogelijk doorgekleurd te zijn. Hiermee wordt bedoeld dat we een intensieve warme rozerode kleur verlangen. Ook moet de kleur egaal zijn en mag deze niet vlekkerig overkomen. Tijdens Vogel 2012 zijn er 51 Bourkeparkieten gekeurd, waarvan 27 wildkleur. Zowel bij de wildkleur als bij de mutanten was 93 punten de hoogste- en 86 punten de laagste score. Van de 24 mutanten waren 6 opaline, 10 opaline ino, 3 bronzefallow, 2 opaline bronzefallow, 2 ino en 1 palefallow. Omdat 20 van de 24 mutanten opaline of ino betrof, zal ik deze mutaties hieronder bespreken. De Sex Linked (SL) ino is in de volksmond beter bekend onder de naam lutino. De bevedering van de Bourkeparkiet bevat zwart eumelanine, gele psittacine en rode psittacine. Deze pigmentstoffen zorgen samen met de blauwstructuur voor de kleur van de wildkleur Bourkeparkiet. Wanneer het zwarte eumelanine en daarmee de blauwstructuur uit de bevedering verdwijnt, blijven er enkel nog rozerode, gele en witte veren over. Ook verdwijnt het pigment uit de ogen, snavel en poten, waardoor deze
Tot slot wil ik u erop wijzen dat een goed formaat en vol model een eerste vereiste is om voor een goede beoordeling in aanmerking te komen. Vaak zien we Bourkeparkieten met een “jasje” aan, waarmee wordt bedoeld dat we ze onder de vleugels kunnen kijken. Als we de Bourkeparkiet van de zijkant bekijken, moet de borst voor de vleugelbocht nog gedeeltelijk zichtbaar zijn. De vleugelbocht ligt bij deze vogels in de flankbevedering. Daarnaast is een optimale conditie een vereiste. De bevedering moet strak gedragen worden, zodat de vogel een vitale indruk maakt. Ook komt het africhten van de vogels de beoordeling ten goede. Vaak komen we onrustige vogels tegen die moeilijk te beoordelen zijn. Een vogel moet zich laten keuren door rustig op de stok te gaan zitten. U doet er goed aan de vogel voorafgaand aan een tentoonstelling al aan de kooi te laten wennen. De Bourkeparkiet heeft een aantrekkelijk karakter, waardoor u veel plezier aan deze vogels kunt beleven. Mocht u naar aanleiding van dit artikel het voornemen hebben een koppeltje aan te schaffen, vraag ik u nogmaals bij de wijze woorden van de heer Koopman stil te staan: een goede vogel eet evenveel als een slechte! Tekst: Matthijs Slagter Foto’s: Piet Onderdelinden
- 28 -
Geschiedenis van de Parkieten SpeciaalClub.
Hans van Hese
Voor de goede orde de PSC is opgericht in het jaar 1972. Hoe de PSC is ontstaan komt in dit artikel aan de orde. De eerste perikelen van een grasparkieten speciaalclub dateert uit het jaar 1964. Hoewel, er wordt over drie datums gesproken, namelijk 1969, 1971 en 1972. In 1972 is er structuur in de speciaalclub ontstaan. Toen werden er regio’s opgericht en deze organiseerden hun show op de districten. In de jaren 1969 en 1971 ging dit alles nog onder de vlag van de N.P.C. Deze werd echter op 1 maart 1972 als speciaalclub niet meer erkend door de N.B.v.V. Naar aanleiding daarvan werd de P.S.C in 1972 opgericht. Deze kopie is uit onze vogels van november 1969
- 29 de Smet te Oostburg. De mensen die verder in de organisatie zaten waren o.a. Achterberg, Beckman, Bontebal en Hordijk. Op een of andere manier is er ergens iets veranderd in de speciaalclub omdat in 1969 opnieuw werd overgaan tot het instellen van een speciaalclub van grasparkieten, grote parkieten, zebravinken en Japanse meeuwen en vorm- en postuurkanaries. Originele tekst uit onze vogels nov. 1969: De naam is N.P.C. (Nederlandse Parkieten Club). De heer Derksen voor de grasparkieten en de heer Hoebers voor de grote parkieten. Volgens het huishoudelijke reglement van de PSC uit 1976 is de PSC opgericht op 17 januari 1971 te Hoensbroek en aangesloten als vogelvereniging bij de NBvV onder code H.83. Artikel 2 stelt: De speciaalclub heeft haar zetel te Heerlen onder de naam Heerlen 3 en bestaat verder uit regioafdelingen, die door het hoofdbestuur worden goedgekeurd. De regio’s werden in 1972 voor het eerst opgericht. De heer A.Braam, toen een zeer bekende naam binnen de parkietensport, was zeer enthousiast. Deze naam zullen we later nog terug zien. Er is ook nog een circulaire waarin staat dat de Parkieten Speciaal Club is opgericht op 16 oktober 1969 te Roosendaal. Er is dus toch wel wat onduidelijkheid over wanneer nu de PSC is opgericht. Dit was misschien de eerste regio? In psittaci nr. 2 van 1994 staat een artikel van Jan van Asselt over het 25 jarig bestaan van de PSC. Hierin staat te lezen dat de PSC is opgericht in 1969 in het zuiden des lands onderleiding van de heer Braam. Maar als ik de stukken lees van o.a. Jack Burm, ook een man van het eerste uur, en de psittaci’s vanaf 1976 dan kom ik tot de conclusie dat de eerste echte stappen niet eerder dan in 1972 zijn gezet tot de oprichting van een grasparkieten speciaalclub. Misschien zijn er leden die vanaf het begin de ontwikkelingen hebben meegemaakt, zodat deze misschien toch nog wat meer duidelijkheid kunnen verschaffen? Later kreeg ik ook nog documentatie van Bair Cluitmans (regio Limburg) van wat er zich toen heeft afgespeeld.
In 1964 was er een circulaire in omloop met als opschrift O.P.C. Nederland (Onafhankelijke Parkieten Club Nederland). Deze was gestuurd aan een aantal grasparkietenkwekers. In die circulaire waren een aantal zaken opgenomen die zeer tegen de wil indruisten van de N.B.v.V en als zodanig niet geaccepteerd werden. Een van deze zaken was het radicaal wijzigen van het keursysteem naar Engels voorbeeld. Het initiatief was dus gedoemd te mislukken. In het jaar 1965 werd er toch een speciaalclub voor grasparkieten opgericht en door de N.B.v.V erkent. Hierbij een klein citaat uit ‘Onze vogels’ van 1965. De speciaalclub voor grasparkieten is thans een feit !!! Wij als het bestuur van de Bond zijn bijzonder erkentelijk voor de wijze waarop men zich met deze zaak heeft bezig gehouden. Reeds de eerste informatieve besprekingen met het dagelijks bestuur, waar wij het doel en verlangens van de liefhebbers hebben uiteengezet, zijn in een zeer prettige sfeer gehouden. Tot zover het citaat. De eerste show werd gehouden tijdens de grote Bondsshow in 1966 te Rotterdam. Er werden 272 grasparkieten ingeschreven. De toenmalige secretaris was de heer G.
Secretaris was de heer H. Hoedemaker en later in 1970 werd de heer heer Slabbekoorn penningmeester. In eerste instantie hield de N.P.C. zich bezig met de grasparkieten. Alleen wanneer omstandigheden dit noodzakelijk zouden maken ook met grote parkieten. Van 1969 tot eind 1971 was het erg rustig binnen de NPC. Er waren wel artikelen van Braam, Beckman en Hordijk en shows in Gendt. Hierna kwamen er meningsverschillen over de keuringen, plaatsing met eindpuntentotaal, TT kooien met witte voorfronten e.d. In het mei nr. van onze vogels 1972 verscheen een artikel waarin de NPC niet meer erkend wordt door de NBvV. Hieruit het volgende citaat: De voortdurende tegenstellingen tussen de NPC en onze organisatie hebben er uiteindelijk toe geleid dat het bondsbestuur genoodzaakt is geweest een minder plezierig besluit te nemen namelijk de NPC niet meer te erkennen als speciaalclub van de bond. In juni 1972 verscheen er een artikel in onze vogels met de kop “ GOED NIEUWS VOOR ELKE GRASPARKIETKWEKER “. Van dit artikel enkele citaten: In het vorige nummer van onze vogels heeft u kunnen lezen over een minder plezierig besluit t.a.v. de NPC. Het is echter de taak van de bond om de grasparkietkweker, die in het algemeen zich als eenling in de afdeling moet voelen, een alternatief te bieden.
- 30 -
- 31 -
Een aantal serieuze liefhebbers heeft een plan ontworpen waarbij bewust is afgeweken van één landelijke speciaalclub, maar waarbij wordt gestreefd naar minimaal een vereniging van uitsluitend grasparkietliefhebbers per district (de zogenaamde regio’s).
De keurmeesters voor de show waren, Henk Bakker, Willem Beckman, Joop Beekmans, André v.d. Bogaert, Dirk Duivis, Herman v. Gent, Siep Harkema, C. Heuperman, Theo v.d. Heuvel, Gerard v. d. Meijden, C.Michels, Nico Noorlander, Gerrit Reurink, Fores Schaddelee, Gerrit v. Someren, Ab Stein, Heine de Vries, Wiebe Weening en Kor Zegelaar.
Later is dit gelukkig veranderd in wel een landelijke speciaalclub, met daarin de regio’s. Dit stuk gaat uitaard nog verder over o.a. promotie en degradatie e.d. Voor inlichtingen e.d. waren de volgende personen beschikbaar W. Beckman, A.B.J.Braam, F.Beswerda, W.J. Mulder, A.B. Stein en A. v. d. Waal. In juli 1972 was voor oprichting van de grasparkietenclub Gelderland de heer C. Michels de contactpersoon. Of toen ook gelijk de regio is opgericht is de vraag. De Noord Nederlandse Grasparkietenclub is opgericht op 30 juni 1972 in Groningen voor de districten Groningen, Friesland en Drenthe. De heren Beswerda, Fokkens en Sijsma waren de initiatiefnemers hiervan. Later zou Friesland op eigen benen verder gaan. Op 24 augustus 1972 is de grasparkietenclub Zuid-Holland opgericht te Rotterdam. Secretaris was de heer Muller en voorzitter de heer Beckman. Door allerlei problemen kwam Jaap Versluis ( erelid) al vrij snel in het bestuur als grote animator. De grasparkieten speciaalclub de Kempen is op 7 september 1972 opgericht voor de regio Eindhoven. In Psittaci nummer 1 van 1973 stonden de volgende regio’s vermeld: Groningen, Friesland en Drenthe; Noord-Holland; Zuid-Holland; Midden-Noord Zeeland; Midden-West Brabant; Zeeuws-Vlaanderen; Eindhoven de Kempen en Limburg. De desbetreffende shows werden toen in de respectievelijke regio’s gehouden. Het streven was natuurlijk om een landelijke show te organiseren op een centraal punt in Nederland. Er werd in verschillende regio’s een nationale parkietenshow georganiseerd waar de leden uit de verschillende regio’s hun vogels in konden schrijven. Een voorbeeld hiervan is de Savoa show in Amsterdam regio Noord-Holland. Ook ZuidHolland had een dergelijke show in Alblasserdam in de Wipmolen. De inzenders kwamen o.a. uit Heiligerlee, Groningen, de Bilt, Peize, Amsterdam en Willemstad. Ook was er nog een nationale show in St. Jansteen van de regio Zeeuws –Vlaanderen. Hier waren bijna 1000 vogels ingeschreven waarbij ook inzenders uit België. In 1978 werden de handen van drie regio’s ( Utrecht, Noord en Zuid-Holland) ineen geslagen en zo werd er een nationale show gerealiseerd met meer dan 1250 vogels. Voor die tijd een prima resultaat. Als enige minpunt gold toen dat er maar door 5 regio’s werd ingezonden. Dit ging zo verder tot 1983. Toen de heer Laan als voorzitter aantrad, hij was woonachtig in regio Utrecht, kwam hij met een prima locatie in Veenendaal. Deze locatie was ‘de Brouwershof’. Hier werd, door het werk van een handjevol hard werkende vrijwilligers, een landelijke parkieten show gerealiseerd. Er werden ongeveer 1715 vogels in geschreven en dat was toen een unicum. Zeker omdat het de eerste keer betrof. Een klein gedeelte uit het voorwoord van de catalogus van 1983 luidde als volgt: Met dit gebeuren is een al lang gekoesterde wens in vervulling gegaan, om centraal in Nederland een tentoonstelling te houden. Dit ten behoeve van alle leden van de P.S.C. Een speciaal woord van dank aan de showmanager (Ed Scholts) en de penningmeester (Jaap Versluis), die bergen werk hebben verzet om dit te realiseren. Ook een woord van dank aan de verenigingen van Veenendaal en Renswoude, die hun stellingen kostenloos ter beschikken hebben gesteld.
Aan de show deden 11 regio’s mee, te weten Zuid-Holland, Utrecht, Overijssel, Gelderland, Friesland, Noord-Nederland, Oost- Brabant, Zeeuws- Vlaanderen, Limburg, Noord-Holland en Midden-West-Brabant. In 1984 werd de tentoonstelling nog een keer in de Brouwershof georganiseerd maar door toedoen van de gemeente Veenendaal werd de tentoonstelling het jaar daarop verplaatst naar ‘de Herdershof’. Gelukkig had de heer Laan goede contacten met de gemeente Veenendaal en kregen we de beschikking over de oude verwaarloosde V.S.W hal. Deze hal moest natuurlijk opgeknapt worden en dit werd gedaan door een fikse ploeg mensen, vooral uit de regio Utrecht. Eén en ander vond plaats onder de bezielende leiding van de heer Ben Kersenboom. Vanaf 1985 werd de keuring verspreid over twee dagen en waren er minder keurmeesters nodig. Doel hiervan was o.a. de eenheid in keuren te verbeteren. In 1986 werd voor het eerst de tentoonstelling in de opgeknapte V.S.W. hal te Veenendaal gehouden. In dat jaar werd ook Parkara opgericht. Zij showden op de landelijke show, iets dat in 1988 niet meer mogelijk was i.v.m. de herrie. In het zelfde jaar kreeg Parkara ook hun eigen informatieblad. De show verhuisde naar de Riviéra hal van diergaarde Blijdorp te Rotterdam. Ook werden twee zeer succesvolle papegaaiensymposia door Pakara gehouden. In 1987 werd het 1000ste lid ingeschreven en de studieclub Deensbont opgericht. Eén van de initiatiefnemers was Jan Bouwmeester. Er werden dat jaar 2500 vogels ingeschreven op de landelijke show en het jaar daarna 3000 vogels, een record. In 1989 organiseerde de regio Zuid-Holland en de Drechtstreek regio van de N.P.C . voor het eerst een grasparkietensymposium. Er waren ongeveer een 100 toehoorders. Het geheel kreeg een vervolg in 1990. Op de landelijke tentoonstelling bleef het aantal vogels schommelen rond de 3000 vogels. In 1991 werden de eerste stappen gezet tot het oprichten van een forpussen club. Dit werd de Nederlandse Forpussen Club (N.F.C). Een studieclub van de P.S.C. Later zou de N.F.C. zich afscheiden van de P.S.C. en verder gaan als een eigen speciaalclub. Helaas ontstonden rond deze tijd ook problemen met Parkara, dat zich toen ook los maakte van de P.S.C. Hierop stapten de voorzitter en de secretaris in 1992 uit het bestuur. In 1992 werden voor het eerst kleurcertificaten uitgegeven. Dit was bedoeld om de moeilijke kleurslagen te promoten. Tot op de dag van vandaag zijn de kleurcertificaten een succes gebleken. In totaal werden in dat jaar 2100 vogels tentoongesteld. In het jaar 1993 bestond de P.S.C. 10 jaar. Er werd een oproep gedaan door de heer Laan om toch zeker mee te doen op de landelijke TT in Veenendaal. Er werden dat jaar 2400 vogels ingezonden. In 1994 verscheen er een artikel in psittaci van Jan van Asselt dat de P.S.C. haar 25 jarige jubileum had. Gezien de geschiedenis van de P.S.C. bleek dit niet geheel terecht. In verband met het zogenaamde jubileum werden er Europese Kampioenschappen gehouden. Dit bracht helaas niet wat er van verwacht werd. Wel werden er 2915 vogels ingeschreven maar dat hadden er eigenlijk veel meer moeten zijn. Ook werd er toen op uitnodiging van de BSH, een poging ondernomen tot samenwerking tussen de P.S.C, N.P.C en B.S.H. De PSC was alleen aanwezig voor het verkrijging van informatie. Reden hiervoor was dat de P.S.C. een parki-
- 32 -
- 33 -
etenvereniging was en niet, zoals de N.P.C. en de B.S.H., een grasparkietenvereniging. De BSH concludeerde dat het realiseren van één landelijke grasparkietenvereniging in Nederland zeer moeilijk was. Tot vandaag de dag is het realiseren van één landelijke grasparkietenvereniging dan ook niet gelukt.
Tijdens de bijeenkomst van de Neophema studiegroep op 9 mei 2009 werd het concept ‘Standaard Neopema’s’ gepresenteerd. De aanwezige verenigingen waren de N.B.v.V, P.S.C., Euro-Parrot, P.S., West-Vlaamse Parkieten Club, Parkieten Federatie BPV, K.B.O.F, A.N.B.v.V en A.O.B. De bijeenkomst was zeer geslaagd. Inmiddels is er ook een T.T. commissie gevormd en er is een nieuwe redactie voor Psittaci, namelijk Adri van Kooten en Hans Drenth. Op de najaarsvergadering op 5 september is er uitgebreid gediscussieerd over de toekomst van de P.S.C. Belangrijk in dat kader was de oprichting van SKG’s (Specialistische Kwekers Groepen). Wat zou het mooi zijn als dit alles in 2012 gerealiseerd kan worden. De T.T. verliep helaas, door de krapte in het duiven centrum, wat hectisch. Er werd daarom opnieuw gekeken naar een ander onderkomen voor de TT. Deze werd gevonden in Soest, bij de Soester Vogelvrienden. Zij hadden en hebben hun onderkomen in een voormalige school die werd opgeknapt als verenigingsgebouw. In 2010 werd er voor de eerste keer geshowd in Soest. Het bleek geen verkeerde keuze. Tevens werden er in 2010 twee studiedagen georganiseerd over Neophema’s, één in Roosendaal en één in IJsselmuiden. Met ingang van 2010 werd besloten SKG’s op te richten. Hiervoor werden de reglementen gewijzigd van de P.S.C. op de A.V. Ook de website kreeg met de komst van George Stein een nieuw gezicht. George doet het prima als webmaster. Inmiddels zijn we beland in 2012. Het jaar van het 40 jarig jubileum, met 12 regio’s en 2 studiegroepen. Wat ik mag hopen is, dat er binnen de PSC groepen van kwekers gaan opstaan die zich gaan verenigen in SKG’s. Er zijn inmiddels al wat liefhebbers die zich hebben aangemeld maar er moeten nog wat mensen bij komen om tot een goed functionerende SKG te komen. Tot zover mijn relaas, dat met behulp van Jack Burm en Bair Cluitmans, tot stand gekomen is. Zij hebben mij een heleboel stukken toe gemaild, waarvoor dank.
In 1995 werden de heren Jaap Versluis en Jan van Asselt benoemd tot erelid van de P.S.C. Dit vanwege hun verdienste voor de club. Ze waren respectievelijk 22 en 15 jaar bestuurslid geweest. In dat jaar werden 2600 vogels ingeschreven in Veenendaal door in totaal 200 inzenders. In 1996 werd de keurmeesterklasse ingevoerd. In 1997 werd voor het eerst een forumdag Agaporniden gehouden. Deze werd in 1998 herhaald. Begin 1998 werd door het hoofdbestuur een brief geschreven aan de keurmeestervereniging (KMV) met het verzoek om in Veenendaal over te gaan tot het verkort keuren van de vogels. Dit werd, als proef, goedgekeurd voor de show in Veenendaal. Het betrof in dit geval alleen de grasparkieten. In 2000 werd, om de kosten te drukken, het voorstel gedaan om Psittaci vier keer per jaar uit te brengen. In 2000 werd er een grasparkietendag georganiseerd op 26 augustus o.l.v. de TC van de P.S.C. In 2001 werd besloten om de keurmeesterklasse in 2002, vanwege te weinig animo, te laten vervallen. In 2001 werd verder de studiegroep Catharinaparkieten opgericht. Later bleek dat dit zijn vruchten zou afwerpen. Op 25 augustus 2001 was er een studiedag neophema’s en valkparkieten en werd de regio Zuid-Oost Gelderland (Z.O.N.) opgericht. Deze regio was vooral gericht op grote parkieten. Eerder was deze regio een onderdeel van ’Onze Parkieten’. Op 25 mei 2002 werd er opnieuw een grasparkietensymposium gehouden. Een jaar later, in 2003, vond de oprichting plaats van de nieuwe T.C. P.S.C. met een voorzitter en secretaris. Voor de grasparkieten, agaporniden, catharina’s, forpussen en grote parkieten kwamen er coördinatoren. Op 19 april 2003 kwam de TC werkgroep ‘Agaporniden’ bijeen voor een kennismaking. Eigenlijk een soort voorloper van de Speciale Kwekersgroep (SKG). In 2003 werden er een aantal activiteiten afgelast vanwege de toen heersende vogelpest. Gelukkig betrof het geen TT’s. Wel werden er babyshows en vogelbeurzen afgelast. In 2004 werd een nieuwe TT hal in Veenendaal betrokken. Helaas werd in 2005 de regio Overijssel (O.P.C.) opgeheven. Reden hiervoor was een gebrek aan bestuursleden. Ter promotie verscheen er in 2006 een artikel in Wellensittich-Welt over de show in Veenendaal. Er werd dus behoorlijk aan de weg getimmerd door de P.S.C. Psittaci nr.2 verscheen dat jaar met het voorblad van de Nederlandse Zebravinken Club. Dat was even schrikken. Het bleek een fout van de drukker. Ook werd er besloten om de show een open karakter te geven zodat elke kromsnavelliefhebber mee konden doen aan de show. In dat kader werden de Forpussenclub, de N.G.C., Europarrot en Pakara benadert. Op 27 augustus 2006 vond een infodag Edelparkieten plaats. In hetzelfde jaar verscheen ook de website van de P.S.C. Ook werd in 2006 de werkgroep Valkparkieten Benelux opgericht. Deze werkgroep presenteerde op 2 juli de nieuwe standaardeisen te Roosendaal. In 2007 werd helaas regio Utrecht opgeheven vanwege een gebrek aan bestuursleden. Door de werkgroep valkparkieten werd op 16 september een goed bezochte tweede bijeenkomst gehouden. Ook in 2007 moest de TT noodgedwongen verhuizen. Als locatie werd toen gekozen voor het duivensportcentrum in Apeldoorn. Op 28 september 2008 vond er een derde internationale valkparkietendag plaats met tevens een jonge vogelshow. In 2008 wordt ook de werkgroep Neophema’s (NSG) opgericht. Zij hielden een succesvolle Neophemadag. Ook werd binnen de P.S.C. een commissie van “wijze mannen” gevormd om te onderzoeken wat er in de toekomst verbeterd zou kunnen worden. (Voorloper van de SKG’s).
- 34 -
- 35 -
P.S.C. Infostand Boeken: Agaporniden,Forpussen. Diverse Grote Parkieten en Papagaaien. Zowel in Nederlands,Duits en Engels. Het gehele van Keulen Poster Programma. T-shirts,mini-shirts. Bodywarmers bedrukt met Parkieten en Papagaaien. Eventueel met Uw favoriete vogel. Pins en Stickers. Prijzen zijn exclusief verzend-en verpakkingskosten. Voor info bellen of mailen met Hans Veneman,tel:(0546) – 823249 e-mail :
[email protected] Aanwezig op de Vogelbeursen Zwolle en Meppel Bondshow Apeldoorn PSC-show in Apeldoorn.
SCHERPE MAAGKIEZEL 1 .Voor kanaries,tropen,kleine parkieten,Europese cultuurvogels 2. Voor grote parkieten,patrijzen,kwartels,fazanten enz….. 3. Voor postduiven.
Uw vogels hebben geen tanden.Wel een spiermaag. Zorg dat er SCHERPE MAAGKIEZEL in zit !!!!!!! Verkrijgbaar in alle dierenspeciaalzaken.
OOK OESTERSCHELPENGRIT voor vogels PUUR - ZUIVER – ZONDER TOEVOEGINGEN Vraag een gratis monster en folder aan bij:
F. THIJSSEN C.V., MILL Postbus 29, 5450 AA Mill (Nederland) Tel: 0485 – 45 17 37