GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT
NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING GEHOUDEN OP 2 FEBRUARI 2004 OM 19.30 UUR
Voorzitter Griffier Verslag
: de heer M.C. Boevée, burgemeester : de heer A. Koenen : mevrouw E. Verveer, bureau Getikt
Aanwezig
: 18 leden: de heren T.W. Pauw, A. de Winter, G.P. Venis, G.M. van Dijk, J.J. Huisman, A. Pietersen, M. Visser, J.A. Lavooi, A. Van den Herik, mevrouw C.A. de Bruin, mevrouw C. Galle-Prins, de heren D. van Meeuwen, J.P. Tanis, T.C.C. den Braanker, J.C. Buchner, mevrouw J.G.C. Hartkoren-de Jong, de heer J.H. van Eijk, mevrouw G.J. Visser-Schlieker
Afwezig
: de heer L. v.d. Heuvel
Wethouders
: de heren R.G. van de Ven, K. Blijenberg, H. van Kooten, mevrouw A.J. VerboomHofman
1.
OPENING, LOTING VOLGORDE SPREKERS
de voorzitter Dames en heren, op dit moment met z'n zeventienen om tafel, 1 plek wordt nog opgevuld als het goed is en alles in orde wordt bevonden; je weet nooit. De heer v.d. Heuvel laat zich vanavond verontschuldigen. U als raad: van harte welkom, evenzo de publieke tribune. We hebben vanavond geen vragen, wel moties, heb ik geconstateerd. Maar goed, als het zakelijk blijft hoeven het geen emoties te worden, en daar ga ik van uit. Ik ben daarmee gekomen aan de loting volgorde sprekers. Nummer 2, de heer Buchner.
2.
SPREEKRECHT
de voorzitter Er heeft zich niemand gemeld.
3.
VASTSTELLEN VAN DE AGENDA
mevrouw Visser Voorzitter, ik zou graag een motie indienen over een niet geagendeerd onderwerp en dat vanavond op de agenda krijgen. de voorzitter Dan stel ik voor om die motie agendapunt 10a, motie mevrouw Visser te noemen. Nog meer zaken die we bij deze agenda moeten betrekken? Zo niet, dan is de agenda hierbij vastgesteld.
2
4.
VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN 22 DECEMBER 2003
de voorzitter Er is één opmerking binnengekomen van de heer Visser omtrent bladzijde 452, derde alinea, zestiende regel. Hier staat het woord productief, dat moet zijn pro-actief. Bij deze stellen we de notulen vast.
5.
INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN
1.
Brief van de gemeente Groningen van 11 december 2003 en van de gemeente Someren van 16 december 2003 over motie gekozen burgemeester; Brief van de gemeente Wormerland van 18 november 2003 over motie over de Wet Kwaliteitsbevordering rampenbestrijding; Brief van het Verzetsmuseum Zuid-Holland van 8 december 2003 over subsidieaanvraag voor het jaar 2004;
2. 3.
de heer Venis Voorzitter, toen het er op leek dat het niet een al te lange vergadering zou worden hebben we binnen onze fractie weer eens de tijd genomen om de ingekomen stukken wat uitgebreider te bestuderen dan we dat gewoonlijk al doen. En vervolgens dachten we: het is misschien toch aardig om met onze collega raadsleden nog eens bij een paar brieven stil te staan, en dat zou ik graag vanavond willen doen. Het eerste is de brief van het Verzetsmuseum Zuid-Holland van 8 december 2003 over de subsidieaanvraag voor het jaar 2004. Wij herinneren ons natuurlijk allemaal dat we bij de begrotingsbehandeling hebben besloten om een reeks van subsidies van allerlei gigantische bedragen, waaronder 113 euro voor dit Verzetsmuseum, allemaal af te schaffen. Vervelend is echter dat blijkbaar het college in juli 2003 al schriftelijk een subsidie aan dit Verzetsmuseum heeft toegezegd. En de vraag die Leefbaar Sliedrecht nu heeft is of dat de wethouders en de burgemeester van plan zijn om die 113 euro zelf te gaan betalen en over te maken aan het Verzetsmuseum Zuid-Holland. de voorzitter Op zich zou het een heel aardige geste zijn, maar bedoelt u hiermee dat u dit als agendapunt wenst voor de eerstvolgende commissievergadering Welzijn en Zorg? de heer Venis Nou, voorzitter als die vraag daar beantwoord kan worden, dan zeker. de voorzitter Dan kunt u ervan overtuigd zijn dat we hem agenderen voor de eerstvolgende commissievergadering. 4.
Brief van W. Charité van 11 december 2003 over in de gemeente geplaatste verkeershinderende obstakels, die niet aan de wettelijke eisen voldoen;
de heer Venis Voorzitter, dat is een brief van meneer Charité, die woont in de Kievitlaan 3 hier in Sliedrecht. Hij heeft op 27 november op de wijkbijeenkomst Wijkgericht Werken in het CJMV gebouw, en een groot aantal van ons is daar geweest, iets verteld over wat hij vindt dat er in Sliedrecht wel of niet deugt als het om verkeersmaatregelen gaat. Hij deed dat op 27 november 2003 niet voor het eerst; nee, hij heeft op 29 november 2002, zo schrijft hij, over de onveilige verkeerssituatie rondom zijn straat een uitgebreid telefoongesprek gevoerd met wethouder van de Ven. En als we vervolgens de notitie die er bij zit van het telefoongesprek mogen geloven, dan heeft wethouder van de Ven toegezegd hem binnen een week te zullen rapporteren over de mogelijk te nemen maatregelen. de voorzitter Wat is uw verzoek in deze?
3
de heer Venis De vraag is of het correct is dat meneer Charité constateert dat die toezegging gejubileerd heeft, en dat hij een jaar lang niets van wethouder van de Ven heeft vernomen. de voorzitter Dan stel ik voor dat we dit behandelen in de eerstvolgende commissievergadering Ruimte en Groen van maart. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
16.
Brief van Mokum Mobiel '99 van 9 januari 2004 over raadsadres over het behoud van de 6% BTW-regeling voor ambachtelijke beroepen; Brief van Le Coq van 2 december 2003 over ontwikkeling Winklerplein Sliedrecht; Functioneren van de Servicelijn; Differentiatie huwelijksleges 2004; Bestelling herinneringsmokken t.b.v. de basisschoolleerlingen ter gelegenheid van de geboorte van kroonprinses Catharina Amalia; Toezichtsregime voor het jaar 2004; Begroting 2004 en 2e MARAP 2003 van De Drechtsteden ontvangen 7 januari 2004; Rapport Inrichtingsvisie voor een groene verbinding tussen het rood, gemaakt in opdracht van Milieudienst Zuid-Holland, ontvangen 16 januari 2004; Jaarrekening 2002 Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht; Beëindiging medewerking aan en financiering van Stichting Woonpromotie Drechtsteden; Behandeling van de zienswijzen ingediend tegen het voornemen om met toepassing van artikel 19, 1e lid van de WRO medewerking te verlenen aan het oprichten van 14 stoepwoningen in twee rijen van zeven aaneen, aan de Zaaistoep en 12 woningen aan de Rivierdijk in 3 blokken van vier aaneen te bouwen woningen met daarbij behorende werken en werkzaamheden; Behandeling van de zienswijzen ingediend tegen het voornemen om met toepassing van artikel 19, 1e lid van de WRO medewerking te verlenen aan het plan tot het na sloop van de bestaande woning Rivierdijk 222, Sliedrecht met opstallen oprichten van een nieuwe woning door dhr. J. van Dijk;
Ter nadere afdoening in handen van het college stellen 17. Brief gemeente Bloemendaal van 19 december 2003 over afschaffen gebruikersdeel OZB; 18. Brief van de heer C. Mostert van 10 januari 2004 over kapotte bushokjes en nog niet beantwoordde brief over beeldje saxofonist; Ter nadere advisering in handen van het college stellen 19. Brief van 17 december 2003 van Jongeneel c.s. advocaten over "het standpunt van de gemeente over het niet bestemmen van de ruimte onder het wooncomplex Oosterbrugstraat voor horecadoeleinden" de voorzitter De ingekomen stukken zijn hierbij gepasseerd.
6.a.
ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN DE HEER J.A. LAVOOI
de voorzitter Ik stel u voor om hier een commissie mee te belasten, en dat zouden kunnen zijn de heren Tanis, de Winter en Pietersen, ondersteund door de griffier. Mag ik u verzoeken met de griffier mee te lopen? Ik schors hierbij de vergadering enige tijd. SCHORSING de voorzitter Als iedereen weer tot rust gekomen is wil ik vragen of de heer Tanis namens de
4
onderzoekscommissie het woord voert. de heer Tanis Dank u, voorzitter. We hebben de stukken bekeken en ze zijn in orde. de voorzitter Dat is kort en krachtig, maar ik heb de indruk dat de heer Lavooi daar wel van houdt.
6.b.
BEËDIGING DE HEER J.A. LAVOOI ALS LID VAN DE GEMEENTERAAD
de voorzitter Ik zou het op prijs stellen als de heer Lavooi naar voren treedt en achter zijn toekomstige zetel gaat staan, zodat we agendapunt 6.b. kunnen doen. Ik zou het op prijs stellen als u ook allemaal even ging staan. Dit is toch een plechtig moment, een belangrijk moment; voor ons en de heer Lavooi in het bijzonder. Ik heb begrepen dat u een belofte af gaat leggen. Als ik de tekst heb uitgesproken, kunt u die bekrachtigen met de woorden “dat verklaar en beloof ik”. “Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plicht als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen”. de heer Lavooi Dat verklaar en beloof ik. de voorzitter Dank u wel. Gefeliciteerd.
SCHORSING de voorzitter Dames en heren, meneer Lavooi, of Johan, welkom in deze raad. Nog niet iedereen is in de gelegenheid geweest om je te feliciteren. Die gelegenheid komt nog. Het is toch altijd een moment om even bij stil te staan. Je begint ergens aan….nu moet ik wel zeggen dat ik begrepen heb dat u al een keertje begonnen bent en dat het in feite een come-back is, waar we ons het nodige van voorstellen, omdat wij gewend zijn kwaliteit kwijt te raken, maar ook kwaliteit ervoor terug te krijgen, dus ik zou u vanuit dat oogpunt in ieder geval namens het gemeentebestuur hartelijk welkom willen heten en u een goede, constructieve, inhoudelijke periode willen toewensen, waarbij wij van uw ervaring uit het verleden hopen daar nog enig voordeel van te hebben. Historisch kan dat nooit kwaad, zeg ik altijd, dat je mensen in je midden hebt die nog eens terug kunnen blikken, en daarnaast natuurlijk vooral vooruit kunnen blikken naar de toekomst, want uiteindelijk werken we daar ook voor. We zijn blij dat u zich verantwoordelijk voelde om deze taak op u te nemen, en dat u de bevolking in deze dan ook van dienst gaat zijn. de heer Lavooi Voorzitter, dat zou roepen om een reactie, maar ik wil het uiteraard heel kort houden. Zullen we maar bescheiden beginnen, lijkt me? de voorzitter Die bescheidenheid siert u. Laten we dan maar gaan naar agendapunt 7.a.
7.
HAMERSTUKKEN
a.
Instemmen met de beleidsnotitie wonen voor ouderen in de Drechtsteden in relatie tot zorg en welzijn; Instemmen met budget 2004 en jaarprogramma stimuleringsreserve voor de woningbouw;
b.
5
c. d.
e.
f.
Instemmen met wijziging Bouwverordening 2001 en vaststelling nieuwe Bouwverordening 2003; Instemmen met de beslissing op het bezwaarschrift van Scheepswerf Gielen B.V. tegen het besluit v.d. raad van deze gemeente tot het nemen van een voorbereidingsbesluit t.b.v. de toepassing van art. 19, lid 1 v.d WRO voor 22 woningen en een woning met bedrijfsruimte voor Archidome Holland B.V.; Instemmen met het opnieuw nemen van een voorbereidingsbesluit ex art. 21 v.d WRO t.b.v. het toepassen van art. 19, lid 1, WRO voor het na sloop v.d. bestaande woning Rivierdijk 222, Sliedrecht, met opstallen oprichten van een nieuwe woning door de heer J. van Dijk; Vaststellen van de toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand 2004.
de voorzitter Vastgesteld.
8.
VASTSTELLEN VAN DE VERORDENINGEN 212, 213 EN 213A GEMEENTEWET
de voorzitter We hebben een aantal amendementen en een motie tot ons gekregen. Ik zou u willen voorstellen om in uw reactie op hoofdlijnen in de eerste ronde mee te nemen de gedachte die u heeft omtrent de amendementen. Dat wil zeggen dat we straks eerst in behandeling gaan nemen de amendementen. Daarna het voorstel wat op tafel ligt, en daarna de motie die achter de amendementen zit. Wie van u wenst gebruik te maken van het spreekrecht? De heer Lavooi, de heer van den Herik, de heer Van Dijk, de heer Tanis. Misschien dat ik de heer Buchner om permissie vraag om de indieners van de motie toch de gelegenheid te geven om eerst te spreken. De heer Tanis krijgt dan het eerst het woord. Meneer Buchner? de heer Buchner Voorzitter, dat mag van mij, maar ik was ook niet van plan om te spreken over dit onderwerp. de voorzitter De heer Tanis. de heer Van den Herik De volgende was ik, maar ik vind het wel goed zo. de heer Tanis Dank je wel, Arie. Ja, even kort, voorzitter. Vanuit de commissie Burger en Bestuur hebben we een hele kleine werkgroep in het leven geroepen die de concept-verordeningen zoals die aangereikt waren vanuit de ambtelijke organisatie, getoetst heeft met de VNG-verordening. We hebben daar een uitvoerige reactie op gekregen; die hebben alle raadsleden ook gekregen via een notitie van onze griffier van 7 januari, en we hadden toch de behoefte als werkgroepje om een paar amendementen in te dienen. De amendementen zijn mede namens Leefbaar Sliedrecht opgesteld. Ik weet niet of het nodig is om alle amendementen voor te lezen, voorzitter. de voorzitter Nee, dat hoeft niet, want we hebben we allemaal voor ons, denk ik. Dus als u ermee in kunt stemmen dat we ze niet voorlezen maar dat we ze successievelijk wel behandelen, dan kan ik me voorstellen dat u toch enige toelichting wil geven. de heer Tanis Ik hou het heel kort, want om de discussie in de diverse fracties wat te structureren hebben we bewust al een korte toelichting gegeven op al die amendementen. Als het over amendement A gaat, was onze belangrijkste insteek eigenlijk het inbouwen van een stukje zekerheid dat ieder bedrijfsonderdeel van de gemeente met een zekere regelmaat aan de orde komt. Er wordt ook aangegeven in de ambtelijke reactie dat er ieder jaar al een onderzoeksplan naar de raad komt. En mocht het zo zijn dat vanwege werkdruk of anderszins de periode van vier jaar niet gehaald zou kunnen worden, dan kunnen we daar uiteraard met elkaar altijd nog over spreken. Amendement B spreekt voor zich; we sluiten daar gewoon aan bij de VNG
6
verordening zoals die voorgesteld is. Amendement C spreekt ook voor zich, denk ik. Amendement D gaat over de accountantscontrole. Vanuit de ambtelijke organisatie, zeker het college, was voorgesteld een accountant te benoemen voor een periode van vier jaar. Wij hebben daar over nagedacht. Een periode van één jaar vinden wij gewoon veel te kort. Een nieuwe accountant moet je ook de tijd geven om zich in te werken, de organisatie te leren kennen, en de keuze voor een andere accountant brengt onmiskenbaar extra kosten met zich mee. Aan de andere kant vinden wij vier jaar gewoon een te lange periode, en vonden wij een periode van twee jaar een mooie periode om enerzijds de beide partijen scherp te houden, en anderzijds ook een periode van twee jaar te nemen om een evaluerend moment in te bouwen. Dat wil niet zeggen dat het onze insteek is dat we koste wat kost ook moeten wisselen na twee jaar. maar een moment om gewoon eens te kijken waar je staat en waar we heen willen met elkaar, dat leek ons gewoon een goed argument. Als het gaat over amendement E, de samenstelling van de audit commissie, hebben wij gestreefd naar een toch wat meer evenwichtig samengestelde commissie, die aansluit bij het primaat van de raad, omdat de raad uiteindelijk toch de opdrachtgever wordt van de accountant. Wat de motie betreft is onze insteek met nadruk om te komen tot een beknopte periodieke projectrapportage. Een aantal toelichtingen; onze fractie en ook anderen hebben er regelmatig aandacht voor gevraagd, dat is één. Twee, en dat vinden wij ook een heel belangrijk argument, is om de controlerende taak van de raad toch verder vorm te gaan geven. Het is met nadruk niet onze bedoeling om allerlei uitgebreide rapportages op te gaan tuigen, maar de doelstelling van deze motie is juist om te komen tot een uiterst korte, bondige en beknopte rapportage volgens een vast format, wat maximaal 1 A4-tje zou moeten kunnen behelzen om de huidige stand van zaken weer te geven, en eigenlijk niet meer. En wat ons betreft denk ik dat dat niet zo'n fors tijdbeslag zou moeten geven binnen de ambtelijke organisatie, zeker als je daarbij aan zou kunnen sluiten bij de MARAP's zoals die toch al vanuit de ambtelijke organisatie in de richting van het college gaan. Dat was het op dit moment, voorzitter. de heer Van den Herik Dank u wel, voorzitter. Dit geeft mij natuurlijk de gelegenheid om aan te sluiten bij de voorgaande spreker. Nou, dat doe ik met buitengewoon veel genoegen omdat onze fractie waardering heeft voor het werk van de werkgroep. En de heer Tanis wil die dank zeker ook overbrengen aan het niet fysiek aanwezige lid van die werkgroep, die wel vertegenwoordigd is middels de fractieleden van Leefbaar Sliedrecht. En wij hebben ook waardering voor het werk van de griffier, want die moest er toch nog iets van bakken, naar aanleiding van de discussie in de commissie Burger en Bestuur van enige weken geleden, en dat was voorwaar een inspanning om daar nog iets van te kunnen brouwen. Nou, dat is ze met elkaar gelukt, en daarvoor onze waardering. Vervolgens heeft onze fractie de amendementen en de motie getoetst aan twee zaken. In de eerste plaats: in hoeverre is dit een adequate invulling van het controlemechanisme wat we als raad willen hebben? Dit biedt een aantal mogelijkheden, dus wij zijn daar ook voorstander van, en het klopt, om het zo maar eens even te zeggen. Ik denk dat we op die manier de controlefunctie van de raad op een adequate manier kunnen invullen. In de tweede plaats hebben we gekeken naar ons inkoop- en aanbestedingsbeleid, en of de periode daarin past waar het gaat over het voor vier jaar of voor twee jaar, voor één jaar aanhouden van de accountant, waarbij het er natuurlijk om gaat dat je niet iedere twee jaar van accountant moet wisselen. Het gaat erom dat je iedere twee jaar kijkt of de accountant die je op dat moment hebt, nog wel de beste accountant is. Vandaar dat wij van harte willen instemmen met de amendementen en de motie zoals hier door beide partijen is voorgelegd. Dank u wel. de heer van Dijk Ja, voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij de vorige twee sprekers, zij dat het derde lid van de commissie wel fysiek aanwezig is; die zit op de publieke tribune. Ook van onze kant een opmerking over de accountant over die periode van twee jaar. Die vinden we wel wat kort; meestal is het zo dat zo'n accountant pas na twee, drie jaar goed ingewerkt is, dus vandaar dat ik ook de opmerking van de heer van den Herik daarover wil ondersteunen. We moeten niet iedere twee jaar wisselen, maar dat wel hooguit kunnen gebruiken om een moment te nemen van: we kunnen kiezen. Voor de rest gaan wij akkoord met de motie en de amendementen. de heer Lavooi Dank u, voorzitter. Onze fractie heeft toch een wat afwijkend geluid, denk ik. Overigens
7
uiteraard waardering voor het werk wat de werkgroep B&B heeft gedaan, en ook voor het werk van de griffier om de zaak zeg maar te bundelen tot hapklare brokken. Maar desondanks, voorzitter, even over de inhoud van de voorstellen. Wat dat in essentie inhoudt, dat is dat er bovenop de jaarlijkse begrotingscyclus van programmarekening, zomernota en programmabegroting -die overigens in Sliedrecht al van een kwalitatief hoog niveau zijn, dat is onlangs maar weer eens gebleken-, als we deze voorstellen volgen, er eens in de vier jaar 11 uitvoeringsnota's worden opgesteld. Daarnaast moeten er conform artikel 213.a periodieke onderzoeken komen naar niet alleen de rechtmatigheid en de doelmatigheid van het beleid, maar ook een keer naar de doeltreffendheid van het beleid. En u weet hoe moeilijk het is om dat te meten. In het voorstel staat dat daarmee de controlerende taak van de raad, en dus van de burgers, staat er letterlijk, wordt vergroot, en wij hebben ons afgevraagd of dat werkelijk zo is. Voorzitter, is het niet zo dat er nu al zo'n papierlawine over de raad wordt uitgestort waardoor menigeen het op dit moment al nauwelijks kan volgen? En heeft, als we deze voorstellen volgen, dit ook niet tot gevolg dat het ambtelijk apparaat straks alleen nog maar aan het verantwoorden is in plaats van aan het produceren? Het zijn vragen die ik vanavond stel, maar u begrijpt ook welk antwoord wij er op hebben. Voorzitter, naar ons idee is het gevaar groot dat we als raad steeds meer collectief gaan navelstaren. En u zult wel zeggen, ben je nu niet aan het overdrijven, maar ik draai nu een paar weken mee in de voorbereiding van dit soort vergaderingen, en ik hoor van menig raadslid toch wel allerlei verzuchtingen over die papierlawine die over iedereen wordt heengestort. Maar dat is nog tot daaraan toe, want je zou ook kunnen zeggen, je hebt er toch vrijwillig voor gekozen, dus je moet niet piepen. Maar er zit nog wat anders, voorzitter. Het gevolg is ook dat de raad nog minder toekomt aan een hele belangrijke taak, en dat is ontwikkeling van beleid. Ik noem een paar voorbeelden; zaken waarvan ik denk dat het tijd wordt dat we daar in proberen door te douwen. Hoe krijgen we de ontwikkeling van de structuurvisie in een stroomversnelling? Een initiatief van de SGP, ondersteund door ons als partij, maar een zaak waarvan wij denken, het wordt tijd dat we wat dat betreft gaan doordouwen. Nog zo'n zaak waar we als raad collectief voor zitten: wat willen we nu eigenlijk zelf met het watertorenterrein, waar we op dit moment naar onze mening aan de leiband lopen van een projectontwikkelaar? Nog zo'n zaak waarvan wij denken dat het tijd wordt om daar aandacht aan te besteden: hoe krijgen we ieder onder dak, om die term nog maar eens te gebruiken na vorige week?. En de laatste, een willekeurig voorbeeld:, hoe ziet de toekomst van het zalencentrum de Lockhorst er uit? Voorzitter, naar ons idee verlangen inwoners van ons dat we antwoorden geven op dit soort vragen. Het zal duidelijk zijn dat we op zich al moeite hebben met de voorstellen van het college zelf, en met name verordening 213.a als het gaat om de doeltreffendheid van beleid, want daarmee wilt u nogal wat. We vragen ons bovendien af of er wel geld is voor het inhuren van externen, wat ongetwijfeld nodig zal zijn. En tegen die achtergrond, voorzitter, gaan de SGP voorstellen, behalve hier en daar een amendement dat wat technisch van aard is, eigenlijk nog verder dan het collegevoorstel. De heer Tanis zegt van, ja, je moet je er niet te veel van voorstellen want het is hooguit 1 A4-tje, maar ik denk dat dat wat al te optimistisch is. U zult begrijpen dat we de SGP voorstellen, gelet op het feit dat men daarmee nog verder gaat dan het collegevoorstel, zeker te ver vinden gaan. Tot zover de eerste termijn, voorzitter. Ik heb al gezegd, ik besef dat het een wat afwijkend geluid is. Dank u wel. de heer Tanis Voorzitter, mag ik een aanvullende vraag stellen aan de heer Lavooi? Ik heb het idee dat u twee dingen door elkaar gooit. Ik denk dat de zakelijke punten die u noemt, zoals het gaat onder andere over de structuurvisie en het watertorenterrein, door iedereen gedeeld worden. Dat is helder, daar zijn we het allemaal over eens, dat de voortgang daarvan soms wel eens te wensen overlaat, en dat we moeten proberen om dat op hele korte termijn op gang te krijgen. Aan de andere kant denk ik juist ook dat het één van de taken van de raad is om juist als het gaat over de doeltreffendheid van het beleid, een stukje zekerheid in te bouwen. Wij als gezamenlijke fracties hebben het idee dat het juist ook om dat punt gaat. Want wij moeten ook in die richting toch verantwoording afleggen in de richting van de burger, van: wat heb je nou daadwerkelijk met dat geld gedaan? de heer Lavooi Ik begrijp uw punt. Alleen, als we het er al over eens zijn dat het tijd wordt om op die punten die ik heb genoemd over toekomstig beleid, daar wat harder door te pakken, nou, dan is dat al winst, denk ik,
8
voor vanavond. Maar waar het ons om gaat is dat je je tijd als raadslid maar één keer kan besteden. En op het moment dat we bovenop een begrotingscyclus, die we nu al hebben, enzovoort, nog een x-aantal extra controlemechanismen inbouwen, en u weet, die moeten beoordeeld worden, daar moet je over vergaderen enzovoort enzovoort, dan is het gevaar heel groot dat we onze tijd daar teveel aan besteden ten opzichte van die andere taak die we hebben, en dat is het toekomstgericht beleid. de heer Tanis Ik ben het niet helemaal met u eens, maar goed, daar kunnen we uitvoerig over discussiëren. Ik vind het persoonlijk van belang om als het zo is dat er grote projecten zijn waar ook grote financiële belangen mee gemoeid zijn, dat je als raad best aan kunt geven dat je daar periodiek een bepaalde vorm van rapportage op los kan laten, daar ben ik het met u eens. mevrouw Visser Het is ook nodig gebleken. de heer Tanis Ik denk dat we daar volgende maand een goed voorbeeld van krijgen. de heer Lavooi Daar ben ik het ook mee eens, met ad hoc onderzoeken, dat is absoluut nodig. de voorzitter U heeft een aantal signalen afgegeven waardoor de portefeuillehouder Middelen behoefte heeft om even op een paar punten in te gaan voordat we aan de tweede ronde beginnen. wethouder van Kooten Ja, dank u wel, voorzitter. Ik hou het ook kort, gezien de uitspraken van wat politieke partijen. Laat helder zijn dat wij ook waardering hebben voor het werk wat de werkgroep heeft verricht, alsmede voor uw griffier. Namens het college heb ik toch een paar opmerkingen die ik graag mee wil geven ter overweging op basis van de door u ingediende amendementen. B. en C. zijn wat ons betreft geen probleem; akkoord. Toch willen we bij A, D en E nog een paar punten onder uw aandacht brengen. Dat betreft het punt wat door meerdere fracties naar voren is gebracht. Het is prima als u zegt van, nou, we willen een geactualiseerd onderzoeksplan hebben dat één keer per jaar, als ik de heer Tanis goed begrepen heb, aan de raad gepresenteerd wordt, waarbij we zeggen: welke bedrijfsonderdelen gaan we onderzoeken? Ik zou u voor willen stellen om met elkaar te bezien of we niet kunnen komen tot een plan van aanpak voor zeg maar de gehele organisatie, en om dan tevens in beeld te brengen wat dat betekent voor de financiële, maar ook de personele capaciteit. Laat ik één voorbeeld noemen. Op het terrein van sociale zaken moeten we de rechtmatigheid beoordelen; dat is wettelijk verplicht, dus dat onderdeel zou je buiten beschouwing kunnen laten. Maar andere bedrijfsonderdelen zul je wel onder de loep moeten nemen, en dat kan financieel en personeel aardige consequenties hebben. Dus mijn voorstel namens het college aan u zou zijn: laat ons komen met een plan van aanpak, en dan is het vervolgens aan u om te beoordelen of u ermee akkoord kunt gaan, ja danwel nee. Dat ten aanzien van onderdeel A. Ten aanzien van onderdeel D willen wij toch het volgende in overweging geven; meneer van den Herik en meneer van Dijk hebben er ook al enigszins aan gerefereerd. Moet je nu kiezen voor een accountant voor een periode van twee jaar? Naar de mening van het college zou je het misschien om moeten draaien. In principe zou je kunnen kiezen voor vier jaar, maar laat tweejaarlijks een evaluatie plaatsvinden, omdat naar onze mening een periode van twee jaar voor een accountant erg kort is. Stel dat u een andere accountant zou nemen dan dat we nu hebben, dan moeten we die wel de tijd gunnen om zich de bedrijfsprocessen hier eigen te maken. Misschien kun je een modus vinden met elkaar die zegt: in principe vier jaar, maar na twee jaar evaluatie, en dan is het nog aan u om te bepalen wat u daarmee doet. Met betrekking tot amendement E zouden we er voor willen pleiten om te kijken of we het hoofd van de financiële administratie vooralsnog niet deel uit kunnen laten maken van die auditcommissie, in die zin dat de huidige directeur bestuurszaken zich wel aan het toeleggen is op de financiële afwikkeling, maar in dit stadium wij van mening zijn dat het hoofd financiële administratie daar een welkome aanvulling bij zou kunnen vervullen. En dan is het vervolgens aan u om in de loop der tijd te bepalen of we daarmee doorgaan. Het hoofd financiële administratie heeft in eerste instantie ook primair de relatie met de accountant, dus waarom zouden we dubbel werk gaan verrichten?
9
mevrouw Visser Voorzitter, bij interruptie, want het is een fantastisch verhaal wat de wethouder vertelt, maar het primaat van die accountant ligt weer bij de raad. Dus u kunt wel roepen, die man heeft alle contacten met de accountant, maar de opdrachtverstrekking geschiedt door de raad. wethouder van Kooten Dat hoort u mij niet ontkennen mevrouw Visser. Laat helder zijn, het primaat ligt bij de raad. Ik heb ook steeds aangegeven, ik leg het in uw midden. U bepaalt. Maar ik wil u wijzen op bepaalde consequenties van keuzes die u maakt. Het lijkt me praktisch gezien gewoon handig in het stadium waarin u nu verkeert om hem er wel bij te houden, en dan kunnen we werkendeweg gaan zeggen met elkaar: nu is het stadium bereikt om te zeggen, we doen het dus niet meer. Maar anders moeten we continu terug gaan koppelen, u als raad en ik als wethouder. Ik denk dat niemand zit te wachten op dubbel werk. Maar laat helder zijn, het primaat ligt bij u. Voorzitter, ik kom tot slot namens het college bij de motie. Op zich geen probleem. Ik denk dat het helder is dat u zich de controlerende taak eigen moet maken, en daar zult u instrumenten voor nodig hebben. Wat ons betreft prima, maar laten we wel in overleg bekijken, u als raad en wij als college, op welke wijze het dan gepresenteerd wordt. Misschien kunnen we kiezen voor een uittreksel van een bestuursrapportage, maar laten we het vooral simpel en eenvoudig houden. Dat de heer Lavooi namens zijn fractie een afwijkend geluid heeft, ja, dat is denk ik dualisme in optima forma, dus dat moet kunnen. de voorzitter Wie van u wenst gebruik te maken van een tweede ronde? De heer van den Herik, de heer Lavooi, de heer van den Herik en mevrouw Visser. mevrouw Visser Voorzitter, mijn fractie heeft behoefte aan een schorsing. Dat hoeft geen kwartier te duren, vijf minuten is genoeg. de voorzitter Dat zij u toegestaan. Zullen we schorsen tot vijf voor half negen? Dan schors ik de vergadering. de voorzitter Ik heropen de vergadering en geef het woord aan mevrouw Visser. mevrouw Visser Mij collega zal de motie verdedigen, dus ik hou eventjes heel netjes mijn mond. de heer Tanis Ja, dank u, voorzitter. Naar aanleiding van de reactie van de wethouder. Met betrekking tot amendement A hechten wij er toch aan de tekst zoals we die voorgesteld hebben te handhaven als uitgangspunt. De wethouder heeft ook al toegezegd dat hij terugkomt in de commissie of in de raad als het om één of andere reden niet lukt. Nou, dat is voor ons helder, daar willen wij ook best begrip voor hebben als er op dat moment legitieme redenen zijn om van het uitgangspunt wat we hier willen formuleren af te wijken; vandaar dat we het amendement handhaven. Over B en C waren geen opmerkingen. Ten aanzien van D hechten wij toch aan een periode van twee jaar, in tegenstelling tot het college. Als je kiest voor een periode van vier jaar, dan kun je inderdaad zoals de wethouder zegt na twee jaar evalueren. Als dan blijkt dat het contract voor vier jaar aangegaan is moet je je natuurlijk in alle redelijkheid afvragen wat op dat moment de toegevoegde waarde is van een evaluatie. En vandaar dat wij toch als uitgangspunt een periode van twee jaar hebben, waarbij we niet op voorhand zeggen dat het onze insteek is om om de twee jaar van accountant te wisselen, want dat dat natuurlijk een grote impact heeft en ook kosten met zich meebrengt, dat is helder. Maar we hechten gewoon aan een formele evaluatie, dus dat handhaven we ook. En dat geldt ook voor amendement E. Als het argument zoals de wethouder dat noemt met betrekking tot het hoofd financiële administratie hout snijdt, hebben wij er op zich geen moeite mee om hem als een soort adviseur aan de commissie toe te voegen. Maar wij vinden ook dat het uitgangspunt gewoon de samenstelling zou moeten zijn zoals we hier voorgesteld hebben. En de motie handhaven we ook, maar daar kon de wethouder mee leven, dus daar hoef ik verder niet meer op in te gaan. Dat was het, voorzitter. de voorzitter Dank u wel. Meneer van den Herik.
10 de heer Van den Herik Ja, voorzitter, het politieke huwelijk tussen SGP/ChristenUnie en Leefbaar Sliedrecht levert in ieder geval vanavond een paar mooie resultaten op, zo constateert onze fractie. Misschien een reden te meer voor mij, maar, etcetera. Maar goed, daar kom ik volgende maand nog wel nader over te spreken. Wethouder Van Kooten maakte al een aardige slotopmerking in de richting van de heer Lavooi van: dit is nu het dualisme. Nou, volgens mij was de bijdrage van de PvdA juist een toonbeeld van monisme, want de opmerkingen die de heer Lavooi maakte hadden betrekking op de houding van de raad ten opzichte van het college, en dat was volgens mij meer een volgende dan een initïerende raad. Laat staan dat het een controlerende raad is, want we moeten met elkaar wel heel goed in de gaten hebben dat dit juist één van de weinige instrumenten is die de raad gegeven is om haar controlerende taak te kunnen uitoefenen. Vandaar dat onze fractie nogmaals wil aangeven dat het op deze manier moet. Dat je er dan vervolgens voor moet zorgen dat het niet een en/en verhaal wordt en dat je ook bepaalde taken, zaken moet schrappen waar de raad nu wel heel veel aandacht aan besteedt, dat lijkt onze fractie helder, maar dat is een andere discussie. Daar komen we misschien op 17 februari nog even over te spreken, en daar wil ik nog graag een bijdrage aan leveren op dat moment. Dank u wel. de voorzitter De heer Lavooi. de heer Lavooi Ja, dank u, voorzitter. De bijdrage van de heer van den Herik is natuurlijk de aardigste, zeker om op te reageren. Want hij zegt, feitelijk is het een soort pleidooi voor het monisme in plaats van het dualisme. Dat is volgens mij niet waar. Waar ons pleidooi op neerkomt is het tegengaan van bureaucratie, en als het gaat om het dualisme van de raad: we hebben ook een pleidooi gehouden voor het wellicht wat meer nemen van het initiatief als het gaat om grote ontwikkelingen, en wat dat betreft kunt u gerust zijn, meneer Van den Herik: deze fractie gaat echt niet het college blind met van alles en nog wat volgen. Dus het is geen pleidooi voor monisme, maar het is wel een pleidooi tegen bureaucratie. Dan kom ik op de reactie op datgene wat er in de eerste termijn is gezegd, voorzitter, en ook de beantwoording van de wethouder. En ik heb ook goed in mijn oren geknoopt wat mevrouw Visser heeft gezegd ten aanzien van de motie. Zij zei: let er op, een aantal lopende projecten vraagt toch wel degelijk om een vorm van rapportage. Ook de wethouder heeft eigenlijk over die motie gezegd van, nou, daar kunnen wij ook wel mee leven. Tegen die achtergrond is mijn fractie tegen de amendementen, omdat wij vinden dat we daarmee nog verder gaan dan het college. En we hebben, meneer van den Herik, al meer dan voldoende instrumenten om het college te volgen, maar zijn we, ook gehoord de argumenten, mevrouw Visser Je moet ze niet volgen hoor, je moet ze controleren. de heer Lavooi In de andere betekenis dan. Ook is er nog een geruststelling van de heer Tanis dat hij niet streeft naar dikke rapporten, maar naar A4-tjes. Dat is een grote geruststelling. Tegen die achtergrond zijn wij tegen de amendementen van SGP en Leefbaar Sliedrecht, maar bij nader inzien wel voor de motie. de voorzitter Mag ik constateren dat we de amendementen met u kunnen langslopen en kijken hoe we daar mee omgaan? Ik vraag me even af of uw inhoudelijke reactie nog enig effect zal hebben, wethouder? wethouder Van Kooten Ik wou alleen mijn dank uitspreken voor het feit dat de raad toch sommige dingen over heeft genomen, voorzitter. de voorzitter Ik constateer dat we aan de stemming toe zijn met betrekking tot de amendementen.
AMENDEMENT A Agendapunt 8 raadsvergadering 2 februari 2004
11 Onderwerp: Vaststellen van de verordeningen 212, 213 en 213a Gemeentewet De raad van de gemeente Sliedrecht in vergadering bijeen op 2 februari 2004 Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: In verordening 212 wordt aan artikel 5 (Interne controle) lid 2 de zin "Ieder bedrijfsonderdeel van de gemeente wordt minimaal eens in de vier jaar getoetst" toegevoegd. Dientengevolge komt dit te luiden als: Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening en de rechtmatigheid van de beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. Het college stelt ieder jaar een plan op waarbij wordt aangegeven welke bedrijfsonderdelen van de gemeente aan een dergelijke toets worden onderworpen. Het (geactualiseerde) onderzoeksplan wordt aan de raad gezonden. Ieder bedrijfsonderdeel van de gemeente wordt minimaal eens in de vier jaar getoetst. Toelichting Dit geeft een (extra) zekerheid dat ieder bedrijfsonderdeel aan de orde komt. Ondertekend door: J.P. Tanis, G.J. Visser-Schlieker de voorzitter Mag ik constateren dat amendement A met 14 stemmen voor en 4 tegen, zijnde de fractie van de Partij van de Arbeid, hierbij is aanvaard? Dan gaan we naar amendement B. AMENDEMENT B Agendapunt 8 raadsvergadering 2 februari 2004 Onderwerp: Vaststellen van de verordeningen 212, 213 en 213a Gemeentewet De raad van de gemeente Sliedrecht in vergadering bijeen op 2 februari 2004. Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: In verordening 212 wordt aan artikel 15 (financiering) lid 2 de zinsnede "in ieder geval" toegevoegd. Dientengevolge komt dit te luiden als: Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf Financiering in ieder geval verslag van: a. de kasgeldlimiet; b. de renterisico norm; de omvang en samenstelling van het vreemd vermogen; c. de omvang en samenstelling van de uitzettingen; d. de rentevisie, de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie. Toelichting Door toevoeging van de zinsnede wordt een minimale variant geschetst waar de verslaglegging van het
12 college aan moet voldoen. Ondertekend door: J.P. Tanis, G.J. Visser-Schlieker de voorzitter Ik constateer ook hier 14 stemmen voor, en 4 stemmen van de Partij van de Arbeid tegen.
AMENDEMENT C Agendapunt 8 raadsvergadering 2 februari 2004 Onderwerp: Vaststellen van de verordeningen 212, 213 en 213a Gemeentewet De raad van de gemeente Sliedrecht in vergadering bijeen op 2 februari 2004. Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: In verordening 212 wordt aan artikel 16 (Bedrijfsvoering) een lid 3 toegevoegd: "Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet, en de uitputting van bijbehorende budgetten". Dientengevolge komt dit te luiden als: 3.
Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet, en de uitputting van bijbehorende budgetten.
Toelichting Deze tekst gaat ook in op de begroting en niet zoals 213a alleen op de jaarstukken. Ondertekend door: J.P. Tanis, G.J. Visser-Schlieker de voorzitter Ik constateer ook hier 14 stemmen voor, en 4 stemmen van de Partij van de Arbeid tegen.
AMENDEMENT D Agendapunt 8 raadsvergadering 2 februari 2004 Onderwerp: Vaststellen van de verordeningen 212, 213 en 213a Gemeentewet. De raad van de gemeente Sliedrecht in vergadering bijeen op 2 februari 2004. Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: In verordening 213 wordt in artikel 2 (Opdrachtverlening accountantscontrole) lid 1 de periode van vier jaar vervangen door twee jaar.
13 Dientengevolge komt dit te luiden als: 2.
De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van twee jaar.
Toelichting Een periode van twee jaar noopt tot regelmatige evaluatie en kan vanuit het oogpunt van offreren leiden tot een scherpere prijsstelling. Ondertekend door: J.P. Tanis, G.J. Visser-Schlieker de voorzitter 14 stemmen voor, en 4 leden van de fractie van de Partij van de Arbeid tegen.
AMENDEMENT E Agendapunt 8 raadsvergadering 2 februari 2004. Onderwerp: Vaststellen van de verordeningen 212, 213 en 213a Gemeentewet. De raad van de gemeente Sliedrecht in vergadering bijeen op 2 februari 2004. Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: In verordening 213 wordt in artikel 4 (Uitvoering accountantscontrole) lid 3 de zinsnede "en een vertegenwoordiging van de raad, een vertegenwoordiging van de rekenkamer(functie), de portefeuillehouder financiën, de griffier, de concerncontroller en het hoofd van de financiële administratie" wordt vervangen door "en de auditcommissie bestaande uit de voorzitter van de commissie Burger en Bestuur, twee (burger)raadsleden, de portefeuillehouder financiën en de concerncontroller". Dientengevolge komt dit te luiden als: 3.
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek afstemmingsoverleg plaats tussen de accountant en de auditcommissie bestaande uit de voorzitter van de commissie Burger en Bestuur, twee (burger)raadsleden, de portefeuillehouder financiën en de concerncontroller.
Toelichting Na afloop van ieder begrotingsjaar legt het college verantwoording af aan de raad over het gevoerde bestuur middels de jaarrekening en het jaarverslag. De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van de raad en het is dan ook de raad die de accountant aanwijst. Ter bevordering van een soepele accountantscontrole moet periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de gemeente. Deze vertegenwoordigers bevinden zich in de auditcommissie waarbij het 'primaat' bij de raad ligt. Ondertekend door: J.P. Tanis, G.J. Visser-Schlieker. de voorzitter 14 leden voor, en 4 leden van de fractie van de Partij van de Arbeid tegen. Dan zijn we gekomen bij het oorspronkelijke agendapunt, in wezen aanvullend op de amendementen, maar
14 wel het kader scheppend tot. Mag ik de conclusie trekken vanwege de discussie dat u unaniem voor dit voorstel bent? Dan hebben we ook dat besloten.
MOTIE Projectrapportages De gemeenteraad van Sliedrecht, in vergadering bijeen op maandag 2 februari 2004. Constaterende dat; de verordeningen 212, 213 en 213a Gemeentewet niet ingaan op rapportages aan de raad t.a.v. lopende projecten; het de raad thans ontbreekt aan structureel, tijdig en voldoende inzicht in lopende projecten. Overwegende dat; wil de raad tijdig en efficiënt invulling geven aan zijn controlerende taak, projectrapportages een voorwaarde zijn; deze rapportages zich dienen te beperken tot de voortgang van projecten en het signaleren van eventuele knelpunten; de raad in overleg met de betreffende vakwethouder vast kan stellen welke projecten voor een rapportage in aanmerking komen; projectrapportages geen doel op zichzelf mogen worden en niet mogen leiden tot een forse toename van de werkdruk binnen de ambtelijke organisatie. Verzoekt het college van Burgemeester en Wethouders; in overleg met de raad te komen tot beknopte periodieke projectrapportages waarbij in ieder geval het huidige kader, planning, financiën, communicatie, doelstellingen en resultaten naar voren komen. en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend namens de SGP/ChristenUnie, J.P. Tanis de voorzitter Mag ik concluderen dat dit een motie is die unaniem door u wordt aanvaard? Dan hebben we daartoe besloten.
9.
INSTEMMEN MET DE RAPPORTAGE FASE 1 VAN HET ONDERZOEK NAAR DE BESTUURLIJKE VERZELFSTANDIGING EN EVENTUELE BESTUURLIJKE FUSIE VAN HET OPENBAAR BASISONDERWIJS IN SLIEDRECHT EN ALBLASSERDAM
de voorzitter Wie van u wenst daaromtrent het woord? De heer den Braanker, mevrouw Hartkoren, mevrouw de Bruin. mevrouw Hartkoren Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, de informatieavond van 21 januari gaf toch nog aanleiding om in de fractie er nog eens goed over te praten. Dan komen er allerlei vragen naar boven, onder andere ook: waarom niet eerst verzelfstandigen en dan pas de fusiepartner kiezen? Hoe gaan we om met de visie van het onderwijs, bijvoorbeeld de brede school, de VVE; hoe is dan de rol van de gemeente?
15 mevrouw Visser Mevrouw Hartkoren, u heeft toch een bestuursprogramma ondertekend waarin stond dat Sliedrecht nog niet echt behoefte had aan een brede school? mevrouw Hartkoren Nee, maar je weet nooit wat er in de toekomst nog gaat komen. mevrouw Visser Maar u heeft zich vastgelegd voor die vier jaar, dus dan hoeft u dat op dit moment eigenlijk niet te vragen. mevrouw Hartkoren Nee, we kijken ook nog een paar jaar verder. Hoe wordt het bovenschools management ingevuld? Het aantal leerlingen, 1500 leerlingen heb ik begrepen, dat is het minimum om een goed draagvlak te krijgen en om er voordeel uit te halen. Ik heb begrepen dat die 1500 leerlingen misschien net wel of misschien net niet worden gehaald. Waarom is er bijvoorbeeld geen samenwerking gezocht met de Drechtsteden, of misschien met het Griendencollege hier? Fase 2 is de grondslag voor het fusiedocument, zeg maar, het vervolg. Hebben wij daar nog invloed op, kunnen wij daar nog iets mee? Een goed communicatieplan lijkt me heel wijs om daarmee verder te gaan. En ik had graag ook een rapportage in de commissie over de stand van zaken op het actielijstje. Dat is het voorlopig even, voorzitter. mevrouw de Bruin Ja dank u wel. We zijn inderdaad heel veel wijzer geworden op die extra commissievergadering. Ik wil er nog twee dingen over zeggen. Ik heb een pleidooi gehouden om snel te beslissen wat voor bestuursvorm het moet worden, een AB met een DB, of een raad van toezicht, en hoe groot of hoe klein het dan moet zijn, en vervolgens als een speer mensen te zoeken voor dat bestuur, zodat ze mee kunnen draaien, aankomend jaar, zodat ze niet voor voldongen feiten worden gesteld aan het eind van het jaar. Dat lijkt me een betere manier van werken dan pas na afloop mensen voor dat bestuur aan te zoeken. Het tweede is, er wordt op bladzijde 2 van dit voorstel geschreven dat het onderwijsveld hier voor is, en indien aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan, geen nadelen ervaart. Nou, een bestuurlijke fusie zou inderdaad moeten betekenen dat het onderwijsveld er niet veel van merkt. Geen nadeel is een redelijk negatieve benadering; ik had liever gehoord: voordelen. En dat draagvlak, ik vraag me af hoe groot dat is. Want ik heb in die commissievergadering begrepen dat de voorlichting daarover pas gaat beginnen zodra wij die intentie hier hebben uitgesproken. Ik wil er toch op aandringen om signalen vanuit dat werkveld serieus te nemen, en daar heel veel aandacht aan te besteden, want wat voor fusie dan ook, onrust creëert dat altijd, dus dat moeten we zien te voorkomen. de heer den Braanker Voorzitter, merkwaardig dat kennelijk de Partij van de Arbeid bij monde van mevrouw Baars, ik dacht niet mevrouw de Bruin, zegt veel wijzer te zijn geworden, terwijl bij het CDA ontzettend veel vragen leven. Ik vind dat heel merkwaardig, maar goed, dat even terzijde. Op voorhand lijkt het ons een goede zaak als een college, en in het verlengde daarvan een wethouder, een éénduidige rol gaat spelen voor het gehele onderwijs, en alle scholen ook op een gelijk niveau kan tegemoet treden. Geen twee petten meer opzetten, dus, of met twee petten zwaaien, maar afstand nemen en houden. Een wethouder is op de eerste plaats een gemeentebestuurder en geen schoolbestuurder. Het lijkt me ook goed te verdedigen als schoolbesturen geen deel meer uitmaken van de financiële huishouding van de gemeente. Nu wordt de raad gevraagd de intentie uit te spreken om te komen tot een bestuurlijke fusie. Het woord "stichting" wordt daarbij weliswaar nog niet genoemd, maar is volgens het college wel een voor de hand liggende keuze. U heeft het in uw voorstel over de gemeentelijke stichting. De gemeentelijke stichting, wat moet ik me daar bij voorstellen? Want dat veronderstelt namelijk nog wel enige invloed van gemeentezijde. Maar is dat ook zo? Volgens mij wordt de zeggenschap drastisch beperkt, en daar, voorzitter, heb ik toch ook mijn zorgen over. Want hoe je het ook allemaal organiseert, uw ideeën ontslaat het gemeentebestuur niet van haar plicht om zorg te dragen voor kwalitatief en kwantitatief voldoende openbare scholen. Dat wil zeggen, openbaar onderwijs met een openbaar karakter, algemeen toegankelijk. En die regel is verankerd in de grondwet. Met een stichting gaat u wel de richting op van het creëeren van een privaatrechtelijke rechtspersoon, en is het de vraag of u die wettelijke eisen allemaal nog wel kunt nakomen. Lopen we niet een ontzettend groot risico met
16 het verzelfstandigen in de vorm van een stichting? Waarom geen openbaar rechtspersoon? Houdt de gemeente nog invloed op bijvoorbeeld de samenstelling van het stichtingsbestuur? Hoe gaat u het toezicht regelen op het openbaar onderwijs? Op het ogenblik is er een wildgroei aan fusies, niet alleen horizontaal maar ook verticaal. De ene fusie volgt op de andere. Er gaat geen week voorbij of er valt weer wat te melden in de media; wat een bewegingen. En ook onze wethouder zal vast niet stil zitten. Terwijl wij hier nog aan het praten zijn over een intentie, zit hij misschien al met zijn gedachten bij de volgende fusie. Want ik kan me niet indenken dat Alblasserdam het eindstation is, zeker wat betreft die 1.500 leerlingen. Het is de vraag of het allemaal wel wenselijk is, want ouders en hun kinderen, en daar doe je het tenslotte voor, zijn gebaat bij duidelijk en herkenbaar onderwijs. Kortom, wethouder, en ik kijk ook even richting de andere fracties, waar gaan we heen met het onderwijs? Gaan we ons uitleveren aan Alblasserdam en op termijn aan de Drechtsteden, of heeft u voor ons nog een toekomstvisie in petto, onder die dubbele pet van u, die bij de finale besluitvorming in december 2004 een belangrijke rol gaat spelen? Dank u wel. wethouder van Kooten Voorzitter, dat is één van de redenen, geachte sprekers, om te komen tot het op afstand zetten van het openbaar onderwijs. Het is ook in het college-akkoord door de collegepartijen verwoord, namelijk om van die dubbele pet af te komen. Dan zul je dus een keus moeten maken op welke wijze je het openbaar onderwijs op afstand zet. Laat ik één ding zeggen, dat ik het een beetje jammer vind dat er hier nog best wat inhoudelijke vragen over tafel komen die naar mijn mening op 21 januari aan de orde hadden moeten komen, maar goed, ik zal ze zo goed mogelijk voor u proberen te beantwoorden. De vraag van mevrouw Hartkoren is: waarom eerst verzelfstandigen? Als u met elkaar besluit om het openbaar onderwijs op afstand te zetten zult u een keer een knoop door moeten hakken. In welke vorm, dat is dan vers twee. We hebben voor u proberen aan te geven op 21 januari welke mogelijkheden er waren, en daaruit blijkt dat de stichting de meest voor de hand liggende is. Daar zijn we niet uniek in, want als je de vakliteratuur hebt gelezen, dan blijkt dat 80 procent van de gemeenten die met deze fusie bezig zijn, kiest voor de stichting. de heer den Braanker Mag dat dan het motief zijn? wethouder van Kooten Nee, dat heb ik niet gezegd, ik heb alleen aangegeven dat we daar niet uniek in zijn,omdat meerdere gemeenten daar voor kiezen. Maar als u vindt dat het een andere vorm moet zijn, moet u aangeven waarom. Dat heb ik u niet horen zeggen. Ten aanzien van de visie van de brede school mag ik u melden dat daar in het collegeprogramma ook de desbetreffende woorden zijn opgenomen. We hebben wel gezegd: als we Baanhoek-West gaan ontwikkelen zou het een mogelijkheid kunnen zijn, maar vooralsnog heeft dat niet het primaat van het college. de heer Van den Herik U heeft in de krant kunnen lezen dat de gemeente Alblasserdam daar anders over denkt; vandaar de vraag. wethouder van Kooten Dat is hun goed recht, omdat we ook hebben afgesproken met elkaar dat iedere school zijn eigen identiteit bewaart, dus ook de gemeente Sliedrecht…. de heer Van den Herik Op die informatie was onze vraag gebaseerd. wethouder van Kooten Oke, helder, dan heb ik u nu een antwoord gegeven. De grens van 1.500 leerlingen is de minimum grens waarbij is berekend dat als de scholen te maken krijgen met de lump sum financiering, dat je die ondergrens moet hanteren. Dus dat geldt gewoon voor de besturen die in feite een zak met geld krijgen en zowel de gebouwen moeten onderhouden, als het personeel, als de materiële zaken. Dus vandaar de ondergrens van 1.500 leerlingen. Waarom niet de Drechtsteden? We hebben geprobeerd om te kijken of het mogelijk was om dat vanuit Drechtsteden op te tuigen. Papendrecht is op dit moment bezig met Hendrik Ido Ambacht, Dordrecht heeft ook de trein in gang gezet, dat heeft u kunnen lezen in een regionaal dagblad. En
17 Zwijndrecht doet vooralsnog niet mee omdat die al een aantal van 1.500 leerlingen heeft. Onze verwachting is dat er nog wel andere gemeenten zullen aansluiten binnen de Drechtsteden; wij gaan wel verder, maar houden de vensters open naar de omliggende gemeenten. Dus op termijn zal dat zeker komen. Het Griendencollege is denk ik niet aan de orde, want we hebben het hier over het op afstand zetten van het primair basisonderwijs. de heer Van den Herik Maar hier vergist u zich, want er is wel degelijk een bestuurlijke fusie mogelijk met het Griendencollege, wethouder. wethouder van Kooten Dan zou ik dat graag een keer in de commissie willen horen. de heer Van den Herik En het Griendencollege heeft ervaring met lumpsum financiering, dat is wel een optie, en daarom hebben wij aangegeven dat we daar ook wellicht een onderzoekje naar willen, maar het kan wel degelijk. wethouder Van Kooten Nou, misschien is dat een optie om dat in fase 2 nog eens even mee te laten nemen. Maar we hebben ons gericht, in ieder geval in eerste instantie, op het op afstand zetten van het primair basisonderwijs. Dat er een goed communicatieplan moet komen, wat door uw fractie wordt aangegeven, is denk ik een helder verhaal. En uw wens om het op de actielijst te zetten van de commissie is geen enkel probleem, daar komen we graag regelmatig bij u op terug. Mevrouw de Bruin heeft aangegeven, snel beslissen omtrent de bestuursvorm, dat hebben we voor u proberen te doen. De bemensing, daar zullen we ons zeker op beraden, dat signaal heeft u ook in de commissie afgegeven. Dat wordt door ons opgepakt. Alleen wat ook de heer Goedhart heeft aangegeven, die inmiddels al tien jaar met een artikel 82 commissie werkt: dan moeten we met elkaar helder hebben welke expertise we vragen, en dan kunnen we mensen daarvoor gaan zoeken. De voorlichting van het personeel vindt plaats nadat de raad zich heeft uitgesproken over dit intentiebesluit. En daar hebben we bewust voor gekozen. mevrouw Visser Voorzitter, even bij interruptie. Want dat klinkt altijd zo leuk, we moeten wachten tot de raad er wat van gezegd heeft. wethouder van Kooten Ik was nog niet klaar met mijn zin. mevrouw Visser Daar heeft u op zich ook wel gelijk in, maar ik wil er wel op aandringen: wacht daar niet te lang mee, want er zingt al het nodige rond. wethouder van Kooten Ik wilde mijn zin op de volgende wijze afmaken, mevrouw Visser, dat als u er mee akkoord gaat dat de informatie al wel naar het personeel is doorgecommuniceerd via de directies van de scholen, dus dat heeft al wel plaats gevonden. En op 9 februari vindt er een voorlichtingsavond plaats voor al het personeel, dus die staat al gepland. Laat helder zijn dat we ook niet voornemens zijn om onrust te gaan veroorzaken. Want we hebben met elkaar afgesproken, laat vooral de leerkrachten er zo min mogelijk van merken, maar laat die besturenfusie waar we het dus over hebben, geruisloos plaatsvinden. De heer den Braanker nog tot slot. De eenduidige rol van het college, dat heb ik u aangegeven, we willen de drie denominaties in onze gemeente op eenzelfde wijze bejegenen, en dan zullen we het openbaar onderwijs op afstand moeten zetten, conform hetgeen wat in het collegeprogramma staat verwoord. Waarom we gekozen hebben voor een stichting kunt u opmaken uit de bijlage bij het rapport omtrent fase 1. Natuurlijk wordt de zeggenschap minder, dat is helder. Maar volgens mij heeft u ook niet zoveel te vertellen over het reformatorisch onderwijs en het P.C. onderwijs, dus wat dat betreft wordt het één lijn. Natuurlijk zullen we zorg moeten dragen als overheid voor het openbaar onderwijs, laat dat helder zijn. Maar we hebben steeds als college gezegd en ook richting u als raad, en daar heeft u ook volmondig mee ingestemd, dat we de verantwoordelijkheid hebben voor alle scholen binnen onze gemeenschap, zowel het openbaar als het
18 bijzonder als het P.C. als het voortgezet. Nou, dat het voor ouders duidelijk en kenbaar moet zijn, dat lijkt me een open deur, dat is helder, zowel voor openbaar, als pc en reformatorisch. En leveren wij ons uit aan Alblasserdam? Dat lijkt me geenszins het geval, want iedere school behoudt zijn eigen identiteit. Alleen spreken we nu over een besturenfusie waarbij we de zaken op dat niveau onder één noemer brengen, en daar moet de slagkracht en de winst te behalen zijn. En dat is ook door de directies van dediverse scholen aangegeven, omdat men zich daar op dit moment onvoldoende capabel voor vindt. de voorzitter Wie van u wenst gebruik te maken van de tweede ronde? Meneer den Braanker. de heer den Braanker Voorzitter, ik begrijp dat er best een afweging heeft plaatsgevonden tussen de keuze stichting en andere vormen die je zou kunnen bedenken of die al worden toegepast in den lande. Maar het gaat mij om het één met het andere te verenigen. Als je vanuit de Grondwet de zorg hebt voor openbaar onderwijs, dan moet je je goed bedenken voordat je ook dat openbaar onderwijs uit handen geeft. En dat is met een stichting zeker het geval. En daar ligt ook tegelijkertijd mijn zorg een beetje, dat het wat te ver doorschiet. Ik kan best begrijpen dat de meeste gemeenten kiezen voor een stichting, maar dat is dan denk ik ook heel welbewust gebeurd. Alleen hier lijkt het mij toch enigszins wat te snel te gaan; twee dingen gaan tegelijk lopen, namelijk de bestuurlijke verzelfstandiging en het fuseren met een andere school. Daar past denk ik een goede overweging bij, maar goed, ik begrijp ook als we hiermee instemmen, dat het een intentie is. En ik verwacht ook van u naar de komende periode toe dat u dat ook nog eens goed laat overwegen of een stichting wel de juiste vorm is. Dank u. de voorzitter Nog een reactie van de wethouder? wethouder van Kooten Vooralsnog blijven wij de keuze voor de stichting verdedigen, en de motivatie vindt u in de onderliggende stukken. Maar laat helder zijn, u spreekt nu de intentie uit en we komen bij fase 2 graag bij u terug. de voorzitter Mag ik uit de discussie de conclusie trekken dat u in kunt stemmen met dit voorstel? Dan wordt unaniem besloten.
10.a
MOTIE FLORIADE
mevrouw Visser Dank u wel, voorzitter. Afgelopen zaterdag kregen wij via de mail de conceptagenda voor de vergadering Drechtstedenbestuur de datum 12 april 2004, te houden van half tien tot elf uur in het gemeentehuis van Zwijndrecht. 12 februari is dezelfde dag als de commissie Burger en Bestuur, alleen de vergadering van Drechtsteden vindt 's morgens plaats en onze commissie vergadert pas 's avonds. Dus vandaar dat wij gemeend hebben een motie te moeten schrijven. Hij is rondgedeeld, maar ik zal hem nog even voorlezen. MOTIE Floriade De gemeenteraad van Sliedrecht in vergadering bijeen op maandag 2 februari 2004. Constaterende dat: op de concept-agenda van het Drechtstedenbestuur d.d. 12 februari 2004 bij punt 11 ter vaststelling de "Aanmelding Floriade" is opgenomen. Overwegende dat:
19 -
de mogelijke gevolgen van deze aanmelding voor de Sliedrechtse samenleving niet helder zijn; de raad al diverse keren heeft uitgesproken te willen worden betrokken bij een mogelijke kandidaatstelling.
Spreekt uit: in de commissie Welzijn en Zorg van 10 februari 2004 te willen debatteren over de kandidaatstelling van Drechtsteden voor de organisatie van de Floriade in 2012. en gaat over tot de orde van de dag. Namens Leefbaar Sliedrecht ondertekend door G.J. Visser-Schlieker, en namens SGP/ChristenUnie door D. van Meeuwen mevrouw Visser Dat heeft ermee te maken dat dan in ieder geval in commissieverband deze raad daar toch eens wat meer over kan praten als alleen maar van ”er is een vooronderzoek bezig en als dat klaar is, komt dat naar u toe”. We hebben met elkaar nog steeds dat vooronderzoek niet gezien, terwijl nu wel waarschijnlijk de voordracht gaat plaatsvinden. Als laatste staat er ook nog: aansluitend op deze vergadering zal de presentatie plaatsvinden over de aanmelding voor de Floriade. Dus daar moet je eigenlijk uit concluderen dat de trein al op het vertrekperron staat. En ik denk dat het toch goed is dat deze raad voor 12 februari in ieder geval met elkaar daar verder over debatteert, dan alleen maar dit voor kennisgeving aan te nemen. de voorzitter Ik kan me dat voorstellen, mevrouw Visser. Als betrokken portefeuillehouder heb ik helemaal geen moeite om daar ook in mee te gaan, en de commissievoorzitter Welzijn en Zorg te verzoeken om dit punt te willen agenderen, als dat door u als raad wenselijk wordt geacht. Dan weet u gelijk hoe het standpunt is. Wie van u? De heer Van den Herik. de heer Van den Herik Kijk, voorzitter, het welzijn van beide fracties is ook deze fractie een zorg. Dus vandaar dat wij er geen enkele moeite mee hebben om het punt te agenderen voor die avond. Ik zal als uw vertegenwoordiger in het Drechtstedenbestuur bij die bespreking aanwezig zijn, als de beide fracties dat tenminste op prijs stellen. Ik zou wel graag de voorzitter willen verzoeken om het punt aan het begin van de avond te agenderen. de voorzitter Kan ik constateren dat de motie unaniem wordt ondersteund? Dan is hierbij de motie aan de orde geweest. de heer van Meeuwen Nee, pardon, meneer de voorzitter. Aan de orde geweest? Aangenomen toch zeker? Dat is wel een verschil. En wij willen graag dat die motie aangenomen wordt. de voorzitter Een waakzaam oor en oog, meneer van Meeuwen, kan nooit kwaad, zo zien we maar weer. de heer van Meeuwen Maar wat wordt het nou? de voorzitter Het is bijna niet uit mijn keel te krijgen, maar "aangenomen", unaniem.
10.b
INSTEMMEN MET DE COMPTABILITEITSBESLUITEN VAN DE MAAND JANUARI 2004
1.
In de begroting 2004 en de meerjarenramingen 2005-2007 is een taakstelling op de organisatie opgenomen van respectievelijk 300.000,- euro en 400.000,- euro. Deze taakstelling wordt nu ingevuld naar programmaniveau. In de bijlage is een specificatie opgenomen.
20 de heer Lavooi Voorzitter, even over de invulling van die 3 ton en die 4 ton. We beseffen dat het primair een taak is van het college om met deze invulling te komen. Ik zie de wethouder al driftig knikken, dus dat is juist. Maar we willen toch nog wel even een signaal afgeven. Hier en daar zetten wij vraagtekens bij de haalbaarheid van een aantal onderdelen. Maar we verwachten van de wethouder ook wel tijdig een signaal als er eventuele problemen bij die concretisering zijn, want op dat moment wordt het toch weer een gezamenlijk probleem, en niet alleen een probleem van de wethouder. Dat is één, voorzitter. Het tweede is een punt wat ook genoemd wordt in het stuk. De mogelijk overtollige ruimten in het gemeentehuis, t.z.t. Er wordt hier en daar al over gesproken en over geschreven, wellicht. Mijn fractie denkt dat het belangrijk is dat het college binnen niet al te lange tijd met een plan komt voor de invulling daarvan. Dat wou ik vanavond toch graag wel even aan u meegeven. de voorzitter Nog iemand verder van u? Wethouder? wethouder van Kooten De twee signalen zijn overgekomen, voorzitter. 2.
Het procesmanagement rondom het Baanhoek-Merwebolderterrein wordt uitgevoerd door een extern bureau. Door o.a. extra werkzaamheden is een verhoging van het krediet noodzakelijk. De verhoging bedraagt 22.500,- euro en kan ten laste worden gebracht van de exploitatiebegroting Baanhoek-Merwebolderterrein.
mevrouw Visser Dat heeft te maken met Baanhoek-Merwebolderterrein, en daar staat: het procesmanagement wordt uitgevoerd door een extern bureau. Door extra werkzaamheden is een verhoging van het krediet noodzakelijk. Zijn dat toekomstige werkzaamheden of werkzaamheden die al plaats hebben gevonden? Als het toekomstige werkzaamheden zijn, dan zou ik graag willen dat u het terugneemt. de voorzitter Wethouder? Het is even de vraag, is het inhoudelijk…... mevrouw Visser Ik zeg het heel netjes langs het randje. Ik zeg alleen maar, dan heb ik liever dat u het nu terugneemt. wethouder van Kooten Volgens ons zijn die werkzaamheden op dit moment al verricht, maar ik durf het u niet met volle zekerheid te zeggen. Ze zijn in ieder geval nog niet afgerond, laat dat helder zijn. mevrouw Visser Krijgen we er in Burger en Bestuur meer informatie over? wethouder van Kooten Wat mij betreft, met alle plezier. Dan moet ik het even navragen voor de zekerheid, maar zover als wij kunnen beoordelen .... mevrouw Visser Want als het toekomstige uitgaven zijn, dan heb ik liever dat u het terugneemt. wethouder van Kooten Nee, dat begrijp ik. Het is al gebeurd, en het wordt nog afgerond. Maar ik zal u terugrapporteren in de commissie Burger en Bestuur. de voorzitter Het was toch de bedoeling dat we u verder op de hoogte stellen van de stand van zaken. 3.
In de begroting 2004 is een tijdelijk tekort op het fonds vernieuwing rioolstelsel gepresenteerd. Dit tekort ontstaat doordat de investeringen op grond van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) voor 2003 in één keer ten laste van het fonds zijn gebracht. Door deze investering te activeren en de jaarlijkse kapitaallasten op te vangen door een verlaging van de storting in het fonds, wordt het negatieve saldo in het fonds omgezet in een positief saldo. Door deze nieuwe
21 werkwijze wordt ook ten aanzien van de investeringen 2003 voldaan aan de eisen van het Besluit Begroten en Verantwoorden 2004 (de opvolger van de comptabiliteitsvoorschriften 1995). Met betrekking tot de investeringen vanaf 2004 is in de begroting 2004 reeds deze nieuwe gedragslijn (de investeringen activeren en de kapitaallasten daarvan ten laste van de exploitatie brengen) aangehouden. 4.
In de begroting 2004 is een subsidie voor de Stichting Ouderenwerk opgenomen van 284.630,euro. De Stichting heeft in haar begroting een gemeentelijke bijdrage opgenomen van 333.883,euro. Voorgesteld wordt om de gemeentelijke subsidie incidenteel te verhogen met 18.000,- euro naar 302.630,- euro ten laste van de ABR. De Stichting Ouderenwerk zal voor het resterende verschil á 31.253,- euro, een oplossing moeten vinden door bezuinigingen of door het genereren van aanvullende inkomsten.
de voorzitter Niemand van u verder? Agendapunt gepasseerd.
11.
SLUITING
de voorzitter Dan dank ik u voor u constructieve bijdrage hedenavond. Ik zou de fractievoorzitters willen vragen om nog even te blijven, omdat er een aantal data bepaald moet worden in het kader van de bespreeknotitie rapport Dijkstal, genoemd onder rapport "Samen stad betekent wat". Ik sluit de vergadering.
De griffier,
De voorzitter,