VERGADERVERSLAG Van
: vergadering raadscommissie Ruimte en Groen
Datum
: 8 maart 2004
Aanwezig
: de heer T.C.C. den Braanker de heer G.P. Venis de heer A. Pietersen de heer J.H. van Eijk de heer H. Colenbrander mevrouw C. Galle-Prins de heer J.J. Huisman de heer T.W. Pauw de heer M. Visser de heer L. van de Heuvel
Afwezig
voorzitter } } } } } } } } }
leden
de heer A. Koenen mevrouw E. Verveer mevrouw A.J. Verboom-Hofman de heer R.G. van de Ven
griffier bureau Getikt! (verslag) wethouder wethouder
de heer de Ruiter de heer van Vuren de heer Banken de heren van Rees de heer Zegelaar de heer Boer, de heer Vogel de heer Gort mevrouw van der Heul
inspreker over 3e Merwedehaven } } } } } } } }
insprekers over Rivierdijk
:
1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. 2a.
Spreekrecht burgers over niet-geagendeerde onderwerpen.
De heer de Ruiter spreekt in naar aanleiding van de motie die ingediend zou worden in de raad van 1 maart 2004. Zijn betoog is op schrift gesteld. De werkgroep heeft gesproken met een delegatie van Provinciale Staten en kreeg het advies om vooral door te gaan met het indienen van bezwaren. Ondanks dat bijna elke zitting verloren wordt, heeft het kennelijk toch repercussies binnen het ambtelijk apparaat en kan het bijdragen aan een oplossing. De werkgroep heeft dit ervaren als een ondersteuning uit onverwachte hoek, en wellicht is dit een stimulans voor de gemeente om om handhaving te vragen. Hij somt een aantal argumenten op die dat verzoek zijns inziens rechtvaardigen. Hij is teleurgesteld omdat de toezegging van de burgemeester om de werkgroep Derde Merwedehaven steeds op de hoogte te houden, niet wordt nagekomen, in ieder geval niet wat voorvergaderingen van de omgevingscommissie betreft. Dat doet geen recht aan de kennis en de inzet van de werkgroep; het zou onverstandig zijn om daar geen gebruik van te maken. Resumerend: niet alleen op grond van het advies van Statenleden, maar ook op grond van het gestelde in de vergunning, het stortplan en de uitspraak in de Raad van State is het verzoek om handhaving
-2gewenst. Voor de betrokkenheid van de werkgroep is het van belang om na elke vergadering geïnformeerd te worden, en niet slechts drie keer per jaar. De heer van Vuren spreekt in m.b.t. windenergie (3.b). Zijn betoog is op schrift gesteld en wordt uitgereikt aan de commissie. Er is ook een kaartje beschikbaar. Hij heeft een brief gezonden, die hij graag wil toelichten. het plan is om minstens drie windmolens van ongeveer 100 meter hoogte te plaatsen in het gebied ten noorden van de Betuwelijn, tussen de Matena en de Tolsteeg. Die zouden ca. 5.400 woningen in Sliedrecht van elektra kunnen voorzien. Het staken van het haalbaarheidsonderzoek zou betekenen dat realisatie van windenergie geblokkeerd wordt. Voor de zogenaamde transformatiezone, die via een parkachtige bebouwing de overgang vormt naar het groene hart, mag een nieuwe visie ontwikkeld gaan worden. Dat betekent waarschijnlijk een planwijziging voor het betreffende gebied, waar het college waarschijnlijk al rekening mee houdt. De corporatie is van mening dat er diverse deeloplossingen denkbaar zijn, waarbij het provinciaal beleid, het streekplan, en het beleid van de gemeente voldoende invulling kan krijgen, zonder dat agrarische belangen onnodig geschaad worden. Hij pleit ervoor de haalbaarheidsstudie voort te zetten. De heer Pietersen wil hier graag op terugkomen in het kader van 5.d. en 5.e. in combinatie met zonne-energie; hij verzoekt om dit als agendapunt toe te voegen. De heer Venis vraagt naar het kaartje dat beschikbaar is. Hij vraagt wat de ervaringen zijn met Papendrecht op dit gebied. De heer Visser vraagt wie de corporatie is, en waar de winst naartoe gaat. De heer van Vuren antwoordt dat in Papendrecht evenmin al formeel is gereageerd op het verzoek; informeel lijkt dezelfde strategie te worden gevolgd als in Sliedrecht. De corporatie bestaat uit drie initiatiefnemers: hijzelf, de heer de Groot en de heer Vink. Er is grond in bezit van de corporatie ten noorden van de Betuwelijn. De tijd zal moeten uitwijzen of er winst ontstaat. De corporatie staat open voor eenieder die daar over grond beschikt. Afhankelijk van het aantal deelnemers, vermogen en kosten vloeit de winst naar de leden, en deels naar de fiscus. De heer Banken spreekt in namens een VOF die zich ten doel heeft gesteld om windturbinelokaties te ontwikkelen, onder andere langs de A15/Betuwelijn. Hij schetst de afspraken. Zuid-Holland moet voor 2010 205 Megawatt realiseren. De provincie heeft dat verhoogd naar 250 MegaWatt. Op basis van de nota Wervel, die tot stand is gekomen na een uitgebreide inspraak- en overlegprocedure is ondermeer het gebied langs de Betuwelijn aangewezen als zoeklocatie. Hij somt de argumenten van het college op die dienen als onderbouwing van het voorstel om het haalbaarheidsonderzoek te staken. Hij ontkent niet dat windturbines hinder betekenen voor het leefklimaat van Sliedrecht, maar ze zullen toch ergens moeten komen. Dat geldt overigens voor het hele gebied dat is aangewezen als zoekgebied. Voor de hinder gelden spelregels met betrekking tot afstanden tot woningen. Het resultaat van zonne-energie op grote schaal is relatief gering, afgezet tegen windenergie. Dat geldt ook voor biomassa. Gezien de doelstelling zijn deze alternatieven niet realistisch. Het gaat verder over slechts een deel van het gebied; het ligt niet in de bedoeling om een lange rij turbines te plaatsen. De toekomstige invulling van het gebied aan de overkant kun je betrekken bij het zoeken naar locaties voor windmolens. Windturbines gaan economisch 15 tot 20 jaar mee; op dat moment kun je evalueren. Een zekere flexibiliteit ten opzichte van toekomstige ontwikkelingen blijft dus bestaan. De barrièrewerking voor vogels is onderzocht in opdracht van de provincie; daarbij is abusievelijk uitgegaan van een ononderbroken rij turbines. Nader onderzoek moet uitwijzen waar dat risico er eventueel wel zou zijn. Hij stelt dat windenergie een gegeven is waar ook Zuid-Holland niet omheen kan. Of Sliedrecht daar een rol is speelt, is aan de gemeenteraad. Hij pleit ervoor dat een dergelijk besluit wordt genomen op goede gronden. Hij verzoekt te bewerkstelligen dat de haalbaarheidsstudie tenminste wordt afgerond, en dat op basis hiervan besluitvorming plaatsvindt. Mevrouw Galle vraagt naar de hoogte van de turbines. Er wordt geantwoord dat een molen met een tiplaagte hoger dan vijftig meter minimale overlast veroorzaakt wat vogels betreft. Een te lage molen heeft voor hen eerder nadelen dan een hogere molen.
-3De heer v.d. Heuvel vraagt naar de minimale afstand tussen de molens. De heer Banken antwoordt dat die 300-350 meter bedraagt. 2b.
Inventarisatie spreekrecht burgers over geagendeerde onderwerpen.
Er meldt zich een aantal insprekers voor het agendapunt 3.c., Zienswijzen over het vast te stellen ontwerpbestemmingsplan Rivierdijk. De voorzitter geeft aan dat de inspreektijd maximaal vijf minuten per persoon bedraagt. 3. Vaststellen agenda De heer Venis merkt op dat hij een mail heeft gestuurd aan wethouder van de Ven met het verzoek of de aansluiting Crayensteinweg/Parallelweg zou kunnen worden geagendeerd. Als dat nog een maand duurt, is het te laat. De voorzitter stelt voor dit te agenderen onder 8.b. onder de noemer "rotonde". Hij verzoekt de heer Venis om een kopie te verstrekken van de mailwisseling aan de overige commissieleden. De ingekomen stukken 5.d en 5.e. worden als agendapunt toegevoegd en geagendeerd als agendapunt 3.b. Agendapunt 7 zal voor punt 4 worden behandeld. De heer Pauw merkt op dat er een ingekomen stuk is neergelegd vanuit de raad inzake GR Gevudo. Hij vraagt of dit behandeld kan worden in de commissie Burger en Bestuur. De voorzitter stelt voor dit mee te nemen bij de mededelingen portefeuillehouders. Dat geldt ook voor de motie Derde Merwedehaven. 3.b.
Beëindigen subsidie zonne-energie; Heroverwegen genomen besluit betreffende haalbaarheidsstudie Windenergie
De heer van Eijk ziet nog geen haalbare locatie in Sliedrecht. Zijn fractie is geen voorstander van de plaatsing van windmolens. Hij zou het onderzoek willen staken. De heer Pietersen merkt op dat zijn fractie heeft aangedrongen op een nader onderzoek. Hij constateert met spijt dat het eigenlijk geen haalbare kaart is. Het risico bestaat dat je toekomstige ontwikkeling ten noorden van de spoorlijn frustreert. Hij zou de energie willen steken in biomassa en zonne-energie. De heer Visser zou het onderzoek willen afronden zodat een goede afweging gemaakt kan worden. Mevrouw Galle pleit voor een gedegen onderzoek naar alle alternatieve vormen van energie. Je hebt nu eenmaal de plicht om serieus naar het energieprobleem te kijken. Ze vraagt wat er gebeurt met de resterende middelen. De heer Venis sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Galle. Sliedrecht zou niet mee mogen doen met het NIMBY syndroom. Hij vraagt of er wellicht plannen zijn waar hij niet van weet voor het driehoekje, waar een baggerdepot is gepland. Hij weet dat het college de sportvelden zou willen verplaatsen. De heer van Eijk merkt op dat hij het over Baanhoek West heeft. De heer Venis antwoordt dat hij de tekening al heeft gepland, en daaruit blijkt dat er wordt gedacht aan de noordkant van de A15. Hij pleit ervoor om het traject af te ronden. De heer Pietersen merkt op dat je ontwikkelingen niet moet frustreren. Het is ook nog zeer de vraag of dit ooit rendeert. Hij verwacht dan meer van biomassa en zonne-energie. De heer Venis refereert aan de briljante vondst van het CDA om zonnepanelen aan te brengen op de geluidsschermen langs de A15. De heer Visser is ook voorstander van zonne-energie. De heer Huisman kondigt vanuit de fractie van de PvdA een eigen onderzoek aan naar asfaltverwarming. De heer Pietersen vindt de genoemde alternatieven allemaal beter dan windenergie. De heer Venis merkt op dat Nederland de windenergie heeft uitgevonden; daar zijn polders mee drooggelegd. Wethouder Verboom merkt op dat er tot nu toe 14.000 euro subsidie is ontvangen van NOVEM. De kosten bedragen ruim 21.000 euro. Het restant is door de gemeente betaald vanuit het beschikbare krediet. Vanuit de ambtelijke organisatie wordt opgemerkt dat het traject voor driekwart is doorlopen.
-4In overleg moet bekeken worden of er een korting kan worden verleend door het adviesbureau als het traject wordt afgebroken. Hij verwacht niet dat er subsidie terugbetaald moet worden. De heer Visser vraagt of er subsidie mogelijk is voor zonne-energie. Wethouder Verboom antwoordt dat dat bij de begroting aan de raad is. De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de commissie wil dat het onderzoek wordt afgemaakt. Hij dankt de insprekers voor hun inbreng.
7.
Zienswijzen over het vast te stellen ontwerpbestemmingsplan Rivierdijk
De heer Huisman merkt op te hebben gelezen in de brief van Stout "we zullen van uw uitnodiging graag gebruik maken om een toelichting te geven tijdens de commissievergadering van de commissie Ruimte en groen". Hij vraagt of de voorzitter Stout heeft uitgenodigd, gezien het feit dat dit punt niet op de agenda staat. De gang van zaken ervaart hij als wat vreemd. De voorzitter antwoordt dat hem gevraagd is in te mogen spreken betreffende de zienswijzen; daaraan gekoppeld lijkt het hem goed als partijen de mogelijkheid krijgen om in te spreken. Hij heeft persoonlijk niemand uitgenodigd om in te spreken en gaat ervan uit dat de publikatie in het Kompas is opgevat als uitnodiging. De heer Pauw merkt op dat de brief van Stout is gericht aan ambtenaren van de gemeente Sliedrecht; zij hebben Stout uitgenodigd voor een presentatie. Hij concludeert dat de voorzitter daar kennelijk niet van op de hoogte is, en de commissie evenmin. Wethouder Verboom merkt op dat aan belanghebbenden een brief is gestuurd waarin is gemeld dat dit punt op de agenda staat, en dat iedereen de mogelijkheid heeft om in te spreken. De eerste inspreker is de heer van Rees, namens de Historische Vereniging. Het bestuur van de Historische Vereniging Sliedrecht maakt zich grote zorgen over het feit dat de mogelijkheid geschapen wordt om een massief appartementencomplex te bouwen, omdat het niet past in de bestaande bebouwing. Het dijkkarakter moet behouden blijven, en dat is mogelijk door huizen terug te bouwen die daar ook passen. Het bestuur biedt aan mee te praten over de mogelijkheid om van dit stuk Rivierdijk een beschermd dorpsgezicht te maken. Mevrouw van der Heul spreekt in. Haar betoog is bijgevoegd. Ze merkt op dat zij als bewoonster straks zicht krijgt op de nieuwbouw. Ze vindt dat de plannen er niet uitzien en citeert uit het ontwerpbestemmingsplan. De heer Zegelaar spreekt in. Zijn betoog is bijgevoegd. Hij betreurt het dat er weinig tijd was om te kunnen reageren: slechts 8 dagen. De gemeente heeft er veertien maanden over gedaan. Hij maakt zich zorgen over de omvang van de geplande gebouwen, en daarin is hij niet alleen. Woningen dienen niet gestapeld te worden. Lukt dat niet, dan moet de goothoogte van 10 meter teruggebracht worden naar 6 meter. De heer Boer spreekt in als bewoner van de Jordaanstoep. Hij spreekt zijn teleurstelling uit over het gebrek aan transparantie in de Sliedrechtse politiek. Binnen een week moet er ineens, na vijf jaar, een besluit vallen. Er is een lijst met bezwaren ingediend door de heer Menhart. Die worden met het grootste gemak neergesabeld door de gemeente. De bezonning zou volgens Stout niet aangetast worden, maar dat geldt alleen in de maanden juli en augustus. Hij nodigt de wethouder uit voor een rondje door Sliedrecht, zodat hij kan laten zien dat er al langere tijd een aantal 55 plus woningen te koop staan; de vraag is dus of de nood zo hoog is. De bouwmassa is te groot voor een dergelijk gering grondoppervlak. Externe stedenbouwkundigen bestempelen de maten als buiten proportie, en vinden het karakter niet bij een dorpse dijkbebouwing passen. Een dakkapel toevoegen aan een bestaande dijkwoning wordt niet toegestaan door de gemeente, maar er kan wel een soort Fort Knox gebouwd worden in de achtertuin. Dat is in goed Nederlands: meten met twee maten. Hij vraagt het college aan te geven waarom juist op deze plek zo enorm van de normale waarden moet worden afgeweken. Als hij ziet dat het bestemmingsplan precies voldoet aan de plannen die een bouwbedrijf uit Hardinxveld alvast op voorhand heeft ingediend, kan hij bijna nog maar één conclusie trekken: het enige belang dat met dit bestemmingsplan wordt gediend, zijn de economische belangen van dit bedrijf. Hij roept de
-5commissie op om het belang van de Sliedrechtse inwoners te dienen, en niet de belangen van een bouwbedrijf uit Hardinxveld. De heer van Rees spreekt in, mede namens twee personen die hem daartoe volmacht hebben verleend. Zijn betoog is bijgevoegd. Hij verwoordt eveneens de reactie van de heer Menhart, die vanavond vanwege het korte tijdsbestek niet persoonlijk aanwezig kon zijn. De heer Vogel, Rivierdijk 745, spreekt in. Zijn betoog is bijgevoegd. Hij geeft te kennen dat er geen uitzondering gemaakt kan en mag worden, omdat het moeilijk zou zijn om weerstand te bieden tegen de gemeentelijke huisbouwer. Dit lijkt op "vriendelijkheidspolitiek". De heer van Laak merkt op bij interruptie dat hij een dergelijke insinuatie niet acceptabel vindt, en verzoekt de voorzitter in te grijpen. Er worden vervolgens diabeelden vertoond, toegelicht door de heer Vogel. De heer Gort spreekt in. In juli 1986 heeft hij een grondruil met de gemeente gedaan, onder diverse condities. Hij vraagt de gemeente dringend om haar belofte na te komen. De heer van Laak vertegenwoordigt de Van Herk Groep waartoe ook Stout behoort. Hij merkt op dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij vanavond in de gelegenheid zou worden gesteld het herziene bouwplan te presenteren, aangevuld met een detaillering, een bezonningsstudie en een omschrijving plus beelden van het bouwplan. Dan is 5 minuten uiteraard te kort. Het is aan de voorzitter om daar alsnog toestemming voor te geven. Hij heeft van de ambtelijke organisatie begrepen dat vanavond het plan zou kunnen worden gepresenteerd. De heer Huisman merkt op dat het vanavond om het bestemmingsplan zou gaan, niet om de invulling. De heer Visser verlangt als commissielid een correcte agenda, zodat hij vooraf weet wat hem te wachten staat. De heer van Eijk vindt dat Stout evengoed de gelegenheid moet krijgen om zijn visie naar voren te brengen als de bewoners die hebben gekregen. De heer van Laak merkt op dat hij enige tijd geleden een bezoek heeft gebracht aan de heer Vogel, nadat die een bijeenkomst had georganiseerd voor omwonenden. De sfeer en toonzetting van die bijeenkomst waren niet erg plezierig. Tijdens het bezoek aan de heer Vogel persoonlijk is door Stout het aanbod gedaan om elke informatie en inzage te verstrekken die gewenst zou zijn. Hij signaleert dat er van het aanbod geen gebruik is gemaakt. De beelden die hij kan tonen komen in geen enkel opzicht overeen met hetgeen Stout voornemens is te gaan realiseren. De voorzitter besluit na enige discussie dat de heer van Laak alsnog in de gelegenheid wordt gesteld om de door hem voorbereide presentatie te geven. De heer Pauw merkt op dat de berekeningen van de zonne-diagrammen bij eerdere presentaties niet klopten; hij vraagt hoe dat komt. De heer van Laak antwoordt dat hij het antwoord schuldig moet blijven. De heer Huisman vindt het jammer dat de vergadering wat rommelig verloopt. Hij vindt de reactietermijn van acht dagen ook erg kort. Hij vraagt of de gemeente vooroverleg heeft gevoerd met de bewoners. Hij vraagt de wethouder of er is nagedacht over planschadeclaims. Wethouder Verboom antwoordt dat er niet is overlegd met de bewoners vanuit de gemeente, omdat er nog niet wordt gesproken over een plan wat goedkeuring heeft gekregen. Het past wel grotendeels binnen het oude bestemmingsplan. Wat de planschade betreft wordt die vooraf in kaart gebracht. Op grond daarvan wordt bepaald of zaken doorgezet worden. De procedure daarbij is het opstellen van een economisch risicoprofiel; dat is gebruikelijk. In het bestemmingsplan staan de hoogten zoals genoemd aangegeven. De goothoogte in het oude plan is overigens negen meter. Er is nu een bouwhoogte voorgesteld van 12 meter; dat is ongeveer gelijk. De heer van Eijk vraagt waar de 55-plus woningen staan die te koop zijn. De heer De Boer antwoordt dat er al langere tijd twee appartementen te koop staan in de Kerkbuurt bij de voormalige dierenkliniek. Elders staan er ook dure appartementen te koop.
-6De heer Pietersen vraagt de heer Gort waar de Zoutgieterstoep ligt. De heer Gort merkt op dat de ruilakte van juli 1986 aangeeft dat hij een stuk grond krijgt waar garages op gezet kunnen worden. Hij neemt het de gemeente kwalijk dat ze haar belofte op dat punt niet nakomt. De stoep is zo maar aangewezen als langzaam verkeer-weg, zonder overleg of financiële vergoeding. Die stoep is geen eigendom van de gemeente, maar voor meer dan de helft van hem. Wethouder Verboom licht de procedure toe. Bij het maken van een bestemmingsplan wordt totaal niet gekeken naar wie wat in bezit heeft. Als iemand het daar niet mee eens is, kan hij dat uiteraard kenbaar maken. Er moet vervolgens een belangenafweging plaatsvinden; dat gebeurt door zienswijzen in te dienen. Er is inderdaad een grondruil geweest. Die garages kunnen gewoon gebouwd worden. Het verschil is dat je niet uit mag gaan van volledige bebouwing van het stuk, conform het bestemmingsplan. Het is toegestaan om 80 vierkante meter te bebouwen; dat staat niet in de grondruil, maar in het bestemmingsplan. Dit wordt gerelateerd aan de bebouwing in andere achtertuinen. Normaliter is dat zeventig vierkante meter. Als daar volledige bebouwing zou worden toegestaan, schept dat direct een precedent. De heer Gort voelt zich achteraf bezien goed belazerd. Een medewerker van de ambtelijke organisatie licht de inspraakprocedure nader toe. Eerste termijn. De heer Venis merkt op dat de commissie vanavond wordt geconfronteerd met een bouwplan, terwijl het eigenlijk gaat over een bestemmingsplan. De vraag doet zich voor wat er mogelijk was geweest in het oude bestemmingsplan, en wat het verschil is met het nieuwe bestemmingsplan; dus, wat zou Stout niet hebben kunnen doen? De heer Huisman merkt op dat er duidelijk geen maatschappelijk draagvlak is in de buurt. Hij wil dit voorstel mee terugnemen naar de fractie voor overleg. De heer van de Heuvel beperkt zich tot het bestemmingsplan. De afspraken met Gort dienen nagekomen te worden. Op het gebied van communicatie zijn nogal wat schoonheidsfoutjes gemaakt, en dat dient alsnog op een goede manier plaats te vinden, zodat de commissie een goede afweging kan maken. Waar het gaat om de huisnummers 739 en 745 kan zijn fractie zich niet verenigen met het bestemmingsplan. Qua maat, schaal en qua detaillering moet het plan voorstel aangepast worden, zodat het in overeenstemming is met het karakter van de dijk. Zijn fractie heeft voor de rest van het bestemmingsplan waardering. De heer Pietersen heeft er begrip voor dat er angst is voor de bouwmassa. Als het bestemmingsplan vast staat, liggen ook massa en hoogte vast. Hij sluit zich aan bij de vragen van de heer Venis, en stelt voor de rooilijnen wat te verschuiven, opdat meer diversiteit ontstaat. Hij vraagt om verduidelijking van de afspraak met Gort. De heer van Eijk merkt op dat hij niet in zal gaan op het bouwplan, noch op wat de omwonenden daarover gezegd hebben. Wel moet aandacht geschonken worden aan de bouwhoogte. Hij sluit zich aan bij de opmerkingen en vragen, en wacht de beantwoording af. Wethouder Verboom antwoordt dat wanneer het college tegenstander was van de bouwmassa, zij het bestemmingsplan niet als zodanig zou willen wijzigen. Ze verzoekt om meer tijd om de gestelde vragen eventueel schriftelijk te kunnen beantwoorden. Ze zal in ieder geval voor de volgende raadsvergadering aangeven welke afspraken er gemaakt zijn met de heer Gort; ze is het er mee eens dat die nagekomen moeten worden, maar dat gebeurt volgens het college al. Er is in ieder geval gecommuniceerd met de heer Vogel. Destijds had de heer Vogel zelf een bouwplan; er zijn daarvan bepaalde zaken gehonoreerd, en dat is ook in verband gebracht met het nieuwbouwplan dat nu voorligt. Schuiven met de gevel kan niet; dat geeft het Hoogheemraadschap geen ruimte voor, vanwege de dijkversterking. Tweede termijn. De heer van de Heuvel vraagt of het mogelijk is om de reactie van de heer Gort op hetgeen de wethouder daarover gaat mededelen, mee te nemen bij de raadbehandeling. Hij vraagt hoe de Monumentencommissie tegen de bouwmassa aankijkt. Mocht blijken dat het oude bestemmingsplan dezelfde massaliteit toestaat dan het nieuwe, dan is dat voor zijn fractie geen reden om daar gelukkig mee te zijn. De heer Venis merkt op dat hij begrip heeft voor het feit dat wethouder Verboom niet alle antwoorden paraat heeft. Als er een bestemmingsplan ligt dat bepaalde zaken toestaat, dan moet je je
-7als bestuur wel ergens aan vast kunnen houden. Toen hij de uitbreiding van het pand Vogel zag heeft hij wel gedacht: daar kan blijkbaar nogal wat. Als uitsluitend is gecommuniceerd met de heer Vogel, is dat wat weinig; dat kun je beter anders doen. De heer Gort heeft hem inmiddels een tekst gegeven waaruit blijkt dat het om 123 vierkante meter gaat, en dat in afspraken nooit is aangegeven dat er een beperking is qua bebouwbaar oppervlak. Hij neemt het voorstel mee terug voor fractieberaad, in afwachting van de toegezegde antwoorden. Wethouder Verboom zegt toe te zullen communiceren met de heer Gort en de raad daarover te berichten. De Monumentencommissie heeft overigens geen opmerkingen gemaakt op dit punt. Wel willen zij graag de stoepenstructuur gehandhaafd zien. De PvdA en Leefbaar Sliedrecht behouden hun standpunt voor. De SGP/Christenunie gaat akkoord, onder voorbehoud. De heer Pietersen gaat namens zijn fractie akkoord onder voorbehoud van het punt Gort. De fractie van de VVD gaat akkoord onder voorbehoud van de oude bestemming versus de nieuwe bestemming en de gemaakte opmerkingen. Wethouder Verboom zegt toe de benodigde stukken voor de raadsvergadering aan te leveren. De heer Venis verzoekt om het bestemmingsplan en het bouwplan voor de volgende commissievergadering nogmaals te agenderen en wat meer tijd te nemen. Dat betekent dat het niet geagendeerd wordt voor de eerstvolgende raadvergadering. De commissie stemt in met deze suggestie.
4.a. Notulen van 12 januari 2004 Mevrouw Galle-Prins is per abuis niet vermeld in de presentielijst. Blz. 3: Baanhoek-Oost en Merwebolderterrein is hetzelfde. Wethouder Verboom merkt op dat de voorbereidingen voor het Watertorenterrein in de zomer van 2004 klaar zullen zijn, maar niet het plan. Het verslag wordt met deze wijzigingen goedgekeurd. Naar aanleiding van: De heer Venis vraagt of de gesprekken met de bewoners zijn ingepland. Wethouder Verboom antwoordt dat het eind april wordt; een uitnodiging volgt. 4.b. Actielijst behorend bij de notulen van 12 januari 2004 Voor kennisgeving aangenomen.
5. a. b. c.
Ingekomen stukken. Uitspraken Afd. Bestuursrechtspraak Raad van State op de ingestelde beroepen tegen de milieuvergunning voor de afvalberging Derde Merwedehaven; Afschrift brief van 16 januari over Afvalberging Derde Merwedehaven Rapportage Luchtkwaliteit 2002/concept plan van aanpak 2003 Besluit luchtkwaliteit
De heer Pietersen heeft gelezen dat de wettelijke grenswaarden als gevolg van verkeer worden overschreden op diverse plaatsen in de gemeente; er is geen rekening gehouden met de maatregelen van het VCP, maar dan is te verwachten dat de concentraties NO2 zullen worden verlaagd. Hij heeft daarbij zijn twijfels. De Crayensteinlaan en de Deltalaan staan er niet bij, terwijl die straks meer belast worden. Hij zou deze willen betrekken bij het onderzoek. Wethouder Verboom antwoordt dat zij het na zal gaan. d. Beëindigen subsidie zonne-energie; Agendapunt.
-8e. Heroverwegen genomen besluit betreffende haalbaarheidsstudie Windenergie Agendapunt. f. Uitslag geuronderzoek Bioderij alsmede te organiseren informatieavond bewoners g. Definitieve rapportage VROM-inspectie m.b.t. Kerkerak/Molendijk De heer Visser vraagt om een betere planning van de Milieudienst ZHZ waardoor de achterstand eerder ingelopen wordt. Dat geldt ook voor de actualisering van de bestemmingsplannen. Wethouder Verboom antwoordt dat de tekortkomingen zijn gerepareerd. Verder blijft zij van mening dat er heel weinig aan de hand is. Ze deelt de mening van de inspectie niet. De handhaving en controle wordt uiteraard beetgepakt, maar het geheel is wel wat overtrokken. h. Deelname aan de nationale competitie "Groenste stad van Nederland" i. Bezwaar van Natuur- en Vogelwacht "De Alblasserwaard" tegen de plannen voor de Floriade in 2012 j. Aanwijzen van de Bleyburghschool of Blauw School als gemeentelijk monument De heer Venis merkt op dat zijn fractie eerder heeft gevraagd of Elektra ook als monument zou kunnen worden aangemerkt. Wethouder Verboom antwoordt dat de Monumentencommissie daar nog niet aan toegekomen is; het staat wel op de lijst van te beoordelen panden. k. Ondertekenen Prestatie-afspraken Korte Termijn 2004-2005 l. Vergadering ter zake van de bestuurlijke commissie Wonen en Stedelijke Vernieuwing van 5 februari 2004 m. Verslag bestuurlijk overleg Sliedrecht-Dordrecht i.z.de toekomst Afvalberging Derde Merwedehaven en stortplaats Craijestein-West De heer Pauw merkt op te zijn geschrokken van de opmerking van wethouder van de Ven dat de gemeenteraad sterk geneigd is om de opvatting van de werkgroep Derde Merwedehaven voor juist aan te nemen. Hij citeert uit het bestuurlijk overleg met het college van Dordrecht. Hij vraagt om uitleg. De heer Visser heeft dat anders opgevat. Wethouder van de Ven merkt op hij waardering heeft uitgesproken voor eenieder die zich bezighoudt met deze materie, in het belang van Sliedrecht. n. Comptabiliteitsbesluiten maart 2004
6. Mededelingen portefeuillehouders a. Regiozaken Wethouder van de Ven merkt op dat op 24 maart een Bomenfeest wordt georganiseerd. Er wordt op zaterdag 15 mei vanaf 09.00 uur een fietstocht door het groen georganiseerd. De raad krijgt daar een uitnodiging voor. Het vertrekpunt is het gemeentehuis. Bij dijkvak 17, aan de westzijde, wordt momenteel overlegd met het Hoogheemraadschap om het wegdek te verbeteren en aan te passen. De voormalige Albert Schweitzerschool, nu Rehoboth, heeft verzocht om een oversteekplaats op de Rembrandtlaan tussen de Prof. van Mussenbroekstraat en de Willem Kloosweg; dat is een redelijk verzoek, dat zal worden voorgelegd aan het wijkplatform Oost. De commissie ondersteunt het verzoek. De heer Pauw merkt op dat zijn fractie vorig jaar heeft gevraagd om een oversteekplaats voor de mensen die naar de Merwebolder gaan, bij de zij-ingang, ter hoogte van de Ambachtsweer. Wethouder van de Ven kan die vraag niet direct beantwoorden en komt er op terug. In de volgende commissievergadering komen er stukken van de bestuurlijke commissie Verkeer en Vervoer. Er is een regionale vervoersmanagementovereenkomst gesloten. Er is sinds 1 maart een dorpsdienst ingesteld; Arriva rijdt met bus 85 en 86 via de Nijverwaard en via het Noordoostkwadrant naar het centrum en het station. Er wordt volgende keer verslag gedaan van de status rond het behoud en de verbetering van de Merwede/Lingelijn. Met betrekking tot Eneco is er een memo neergelegd over een aandeelhouderscommissievergadering. Hij zal namens de commissie navragen wat er vanmiddag is besproken in het Mercure hotel, waar Eneco een bijeenkomst had belegd. De heer Pauw merkt op dat op 16 februari jl. een vraag is gesteld met betrekking tot de verslaglegging van de vergaderingen van GEVUDO GR. Hij benadrukt dat het essentieel is om te kunnen beschikken
-9over alle DB- en AB-verslagen van 1998 tot en met 2003. Wethouder van de Ven antwoordt dat de AB-verslagen openbaar zijn; met de DB-verslagen is dat niet het geval. Het AB is benoemd door de raden. Vanuit het AB worden de DB leden benoemd, en zij vergaderen in beslotenheid. Hij biedt aan specifieke vragen te beantwoorden en nodigt de heer Pauw daartoe uit. Verder doet hij altijd spontaan mededelingen over zaken waarvan hij vindt dat die van belang zijn voor de raad. De heer Pauw zal de vragen via de griffier aan het college zenden en zal nagaan hoe het precies zit met de openbaarheid van de DB-verslagen. Wethouder Verboom merkt op dat er vrijwel huis aan huis een krant is bezorgd door Du Pont de Nemours met een uitnodiging voor informatie-avonden aldaar. Ze vindt het jammer dat dat zo is geregeld, omdat ze bij Du Pont heeft aangedrongen op het organiseren van informatie-avonden in Sliedrecht. De heer Venis merkt op dat Papendrecht heeft voorgesteld om Du Pont te verplaatsen, zijnde een Drechtstedelijk probleem, dat in het mandje van Bandell is gedeponeerd. Wethouder Verboom merkt op dat het wachten is op een prijsopgave van ROM-D om BaanhoekWest en het Plaatje te ontwikkelen. Er is een workshop geweest van Welstand; het krijgt nog een vervolg in de vorm van een fietstocht langs de Rivierdijk. c. Voortgang procedures Dijkversterking. Er is vandaag opnieuw met drie partijen overleg gevoerd. De drie varianten zijn heel ver uitgewerkt, en zijn juridisch en waterstaatkundig getoetst. De plannen zullen klaar zijn voor de commissaris hier komt, en de burgemeester zal ze dan officieel overhandigen. De voorzitter vraagt of Leefbaar Sliedrecht er tevreden mee zou zijn als de vragen die in de raad gesteld zijn, schriftelijk worden beantwoord door het college. Wethouder Verboom antwoordt dat dat al grotendeels is gebeurd. De heer Pauw vraagt naar de reactie van het college op de motie met betrekking tot de Derde Merwedehaven, waarin werd verzocht om de provincie te vragen om handhaving. Wethouder Verboom vraagt de commissie of het gebruik wordt dat door middel van moties voortaan op processen wordt gestuurd, en niet op inhoud. Ze vraagt zich af welk doel daarmee gediend wordt. Het doel is een schone leefomgeving. Daar zijn afspraken over gemaakt. Het college wil dat doen in overleg met Dordrecht, met de provincie en met VROM. Dat traject is ingezet. Dordrecht is bereid zich daar voor in te zetten en capaciteit ter beschikking te stellen. Met de provincie moet nog worden gesproken. Wat kun je nog meer doen? Sedert oktober is er geen overlast meer van de Derde Merwedehaven. Ze wil eigenlijk haar tijd en energie beter besteden door te overleggen, dan andere overheidsorganen te bekritiseren. De leden van de commissie Bezwaar en Beroep hebben gezegd: je moet doorgaan, ook al verlies je steeds, want het heeft waarschijnlijk effect. Maar het gaat er niet meer of minder door stinken. In haar opinie moet de energie er op gericht zijn dat de Derde Merwedehaven eerder sluit dan 2017. Het college ontraadt derhalve de motie. De heer Pauw merkt op dat er een tweesporenbeleid wordt gevolgd door Sliedrecht. Raadsbreed is er consensus dat er een oplossing gezocht moet worden via bestuurlijk overleg. daarnaast loopt nog een ander spoor. Ambtenaren bij Dordrecht en bij de provincie nemen het volgens hem niet zo nauw met de regels. Wethouder Verboom merkt op dat dat zijn mening is, die zij niet deelt. De heer Pauw geeft een voorbeeld van de stortwallen. Die moeten bemonsterd worden, en dat gebeurt niet. Het stankprobleem is niet het enige wat speelt; het gaat ook om de luchtkwaliteit. Hij is van mening dat een rechter nu moet gaan oordelen over een conflict met de provincie, gezien het aantal overtredingen dat is geconstateerd. Wethouder Verboom antwoordt dat zij zich dat kan voorstellen als er overlast is, maar je moet objectief blijven en belangen afwegen. Door alle maatregelen die genomen zijn in de laatste jaren, dankzij inspanningen van de raad, de werkgroep en het college, is er een goed resultaat bereikt. De heer Venis merkt op dat het om sluiting gaat. Wethouder Verboom antwoordt dat er afspraken lopen met de gemeente en de provincie met als doel te komen tot eerdere sluiting. Zij vindt het proces van alleen bezwaar maken om het bezwaar maken zinloos. Het college is van mening dat er wat de stortwal betreft geen sprake is van overtredingen. De heer Visser wil niet zover gaan om een
- 10 juridisch gevecht aan te gaan met andere overheden. Hij had begrepen dat de provincie min of meer heeft toegegeven dat de stortwal met vervuilde grond gemaakt is. Hij dacht dus dat er geen misverstand was over wel of geen overtreding, maar volgens een andere interpretatie zou het wel mogen. Wethouder Verboom merkt op dat net als bij vijverslib de mate van vervuiling afneemt door indikking, en dan is het nog niet zeker dat er sprake is van gezondheidsrisico's. De heer Visser zou als college of als raad wel wat fanatieker richting het college van Gedeputeerde Staten willen optreden. Hij refereert aan diverse brieven, waaronder een brief van 10 februari 2004. Hij kenschetst de sluitzin als taal tussen ambtenaren onderling, maar niet als taal tussen bestuurders onderling. Wat betreft eerdere sluiting heeft hij aan de motie van december vrij veel werk gehad; die ging voor een groot deel over het financiële verhaal. Daar wordt serieus over gepraat met de gemeente Dordrecht. Dat was ook de intentie van de motie die is aangenomen. Hij is het dus niet met de heer Venis eens als die zegt dat er geen stappen zijn gezet richting sluiting. Tijdens het bezoek van de heer Fransen moeten ook de grote lijnen van de Derde Merwedehaven worden neergezet. De heer Pietersen heeft de stukken gelezen en wil wachten op de intentieverklaring, en tot dan alle bestuurlijke mogelijkheden benutten, en daarmee bedoelt hij morgen het gesprek met Bandell en op 17 maart het bezoek van de commissaris. Het handhaven van de regeltjes, die er inderdaad niet voor niets zijn, moet wel een doel dienen. De heer Pauw vraagt waar dan de scheidslijn ligt. De heer Pietersen merkt op dat hij geen voorstander is van een rigide opstelling. Er liggen verschillende meningen. Zodra het weer gaat stinken, moet je iets doen. De heer Venis merkt op dat de heer Pietersen nu een pleidooi houdt om niet te handhaven. Hoe moet je aan de burgers verkopen dat je alleen gaat handhaven als het stinkt? Hij merkt op dat er straks nog gesproken wordt over de pannenkoekenfabriek. De heer van Eijk merkt op dat er vanaf oktober veel oostenwind staat, en dan ruik je niets. Hij heeft alle lof voor de onderhandelingen die gaande zijn, maar er moeten concrete stappen genomen worden. Na de afronding van de gesprekken moet handhaving plaatsvinden. De heer Huisman onderschrijft namens de PvdA de motie. Wethouder Verboom antwoordt dat duidelijk moge zijn dat dit geen kort proces zal zijn; er zijn immense financiële belangen mee gemoeid bij VROM, Dordrecht en de provincie, en daar moet een uitspraak over gedaan worden. Er is gerekend met een exploitatie tot eerst 2013 en nu al 2017. Vervroegde sluiting kost enorm veel geld. Er is op dit moment geen overlast. Het feit dat sluiting veel geld kost, is natuurlijk geen legitimatie om overlast te mogen bezorgen. De voorzitter concludeert dat de motie aan de orde kan komen in de eerstvolgende raadsvergadering. De heer Pauw zal hierover overleggen met de fractie. De heer van de Heuvel vraagt wat de vraagstelling aan ROM-D is met betrekking tot de ontwikkeling van het Plaatje. Wethouder Verboom antwoordt dat is gevraagd om een visie te ontwikkelen. De raad heeft besloten om dat als bedrijfslocatie te ontwikkelen voor bij voorkeur watergebonden bedrijfsactiviteiten. Er is opdracht gegeven om een structuurvisie te ontwikkelen voor het gebied Molendijk tot Hogendijk; los daarvan wordt het Plaatje ontwikkeld. De heer van Eijk vraagt zich af of ROM-D dat wel allemaal aankan. De heer van de Heuvel merkt op dat het hem om de opdracht gaat; de uitvoering is aan het college. Wethouder Verboom zegt toe dat zij de opdracht zal overleggen. 8. -
Het nemen c.q. opnieuw nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de WRO t.b.v.: - de ontwikkelingen "Rond de Bonkelaar" door A.Q.B. Exploitatie BV Het doortrekken van de Gantelweg en herinrichting van het omringend gebied voorbereidende werkzaamheden voor het ontwikkelen van "Stationspark II"; het na sloop van de bestaande apotheek oprichten van een gezondheidscentrum Rivierdijk 769
De heer van de Heuvel merkt op dat zijn fractie van mening is dat voorbereidingsbesluiten nodig zijn. De heer Venis stemt niet in met het voorstel voor het gebied rond de Bonkelaar, omdat er blijkbaar sprake is van een nieuw, nog onbekend plan. Zijn fractie stemt wel in met een voorbereidingsbesluit omtrent de Gantelweg. Hij vraagt de commissie haar mening te geven om te bekijken of de parkeerplaatsen op de locatie van Es gecombineerd zouden kunnen worden met een aantal woningen.
- 11 Er is inmiddels een informatiebijeenkomst geweest. Daar is opgemerkt door de winkeliersvereniging dat aan de westkant geen sprake is van parkeerdruk. Leefbaar Sliedrecht is voornemens een voorstel te doen om op de locatie van Es woningen te realiseren, eventueel in combinatie met openbare parkeerplaatsen. De grond is al in eigendom van de gemeente. Hij is tegen Stationspark II; de sloop van de bestaande apotheek en het oprichten van een gezondheidscentrum kan wel de goedkeuring wegdragen. Mevrouw Galle merkt op dat de extra parkeerplaatsen bedoeld waren voor de tijd dat de Zetsteen een verenigingsverzamelgebouw is. Ze wil woningbouw onderzoeken. De heer van de Heuvel vindt het een goede zaak om daar eens naar te kijken, in combinatie met het hele gebied. Hij denkt wel dat de parkeerplaatsen alvast aangelegd zouden moeten worden; het moet wel goed in de prioritering gezet worden. De heer Pietersen behoudt zijn mening voor met betrekking tot mogelijke woningbouw. De heer van Eijk doet de suggestie om naast woningbouw ook te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor bedrijfsruimte. Wethouder Verboom merkt op dat er op termijn best mogelijkheden zijn voor ontwikkeling; ze vindt dat nu nog te vroeg. De prioriteit heeft het nu nog niet. Je kunt niet al die tijd dat gebied zo laten liggen. Leg nu parkeerplaatsen aan, neem het mee in een totaalvisie en bebouw eventueel later; dat is dan ook nog mogelijk. De heer Huisman vindt het gezelligheidsaspect in Sliedrecht heel belangrijk. Hij denkt aan parkeren, wonen, maar ook een uitvalshoek voor bijvoorbeeld terrassen. Dat zou een meerwaarde zijn voor de Kerkbuurt. De voorzitter concludeert dat de commissie suggesties heeft gedaan aan de wethouder. BESPREEKSTUK 8.b. ROTONDE De heer Venis merkt op dat al het verkeer dat Sliedrecht daar verlaat, over die kruising komt, en andersom idem. Al het verkeer dat van de rijksweg af komt, al het verkeer voor de Nijverwaard, en ook het verkeer voor het centrum. Als je alle verkeersstromen bij elkaar optelt, moet je constateren dat wat nu aangelegd gaat worden, gelijk is aan wat er bij de voormalige Witte Brug bij Hardinxveld gebeurt. Daar zijn klachten over. Hij heeft een mail gestuurd aan wethouder van de Ven met de vraag of daar een rotonde kan komen. Die heeft geantwoord dat het eigenlijk te laat is. Hij vraagt wat de commissie hier mee wil. Mevrouw Galle vindt dat als de situatie gevaar oplevert, er goed naar gekeken moet worden. De heer Colenbrander merkt op dat er bij west een dynamische verkeersregelinstallatie zal komen als de hele kruising klaar is. Mevrouw Galle merkt op dat het beter eerst in oost opgelost kan worden met verkeerslichten; dan kun je daar zien hoe het gaat. De heer Visser vindt dat een zinnige opmerking. Hij merkt op dat hij contact heeft opgenomen met de verkeersambtenaar; het bleek dat Rijkswaterstaat bij het ontwerp niet heeft gekeken naar wat er moet gebeuren onderaan de afrit. Hij wil nu geen rotonde, maar wil de suggestie wel meenemen bij het onderzoek naar het VCP, en dan kan het alsnog een rotonde worden. De heer Pietersen weet niet wat de voorkeur verdient, een verkeersregelinstallatie of een rotonde. Hij steunt de suggestie van de heer Visser met betrekking tot het onderzoek. Wethouder van de Ven denkt dat de verkeersstroom met een dynamische VRI goed te beheersen is. Een rotonde met twee, drie of vier aansluitingen werkt alleen goed als de toestroom van verkeer ongeveer gelijk is, en dat zal daar niet het geval zijn. Vandaar dat is gekozen voor een VRI, op basis van tellingen. Een rotonde is niet meegenomen in de afwegingen omdat al bekend was dat het voornamelijk een eenzijdig verkeersaanbod zou zijn. Het bestek is bijna voltooid. Als dat moet wijzigen, wordt de voortgang ernstig belemmerd en zal Rijkswaterstaat de vraag neerleggen wie de kosten daarvan zal nemen. De VRI's worden meegenomen in het werk, en werken onmiddellijk; hij is ervan overtuigd dat die een goede oplossing zijn voor aansluiting 24. Het verkeersaanbod in het oosten is van een geringere omvang; om die reden is destijds voor afslag 25 niet gekozen voor een VRI geleide Tkruising. Er zullen in samenwerking met Hardinxveld-Giessendam verkeerstellingen worden verricht, om te bezien of Rijkswaterstaat bewogen kan worden om mee te betalen aan een VRI. Het verkeersaanbod in West is vooral druk in de namiddag. In de ochtend zie je ook wel wat bewegingen,
- 12 maar vaak is het stroef verlopen ook voor een deel te wijten aan de minder gedisciplineerde automobilist. Bij Oost wordt gekeken hoe de situatie kan worden verbeterd, op basis van tellingen. De heer Venis merkt op dat het idee voor de rotonde gewoon te laat is gekomen; het plan is begin jaren '90 gemaakt, en toen liepen de discussies over rotondes nog heel anders. Vroeger hoorde je een prominent lid van de VVD verkondigen dat de stoplichten op de Stationsweg weg moesten; datzelfde lid pleit nu enthousiast voor VRI's aan de westkant. Wethouder van de Ven beaamt dat, en voegt er aan toe dat iemand die zijn mening nooit herziet, weinig heeft bijgeleerd. 9. Rondvraag De heer Huisman vraagt naar de mogelijkheden bij een uitgang richting dijk bij Overslydregt. De mensen zouden daar op een betere manier de dijk op moeten kunnen, met name bejaarde of zieke mensen. Wethouder van de Ven antwoordt dat er bij de bouw van Overslydregt al is gesproken over een geschikte opgang. Die zijn om bouwkundige redenen en ook vanwege de kosten niet overgenomen door het bestuur van Overslydregt. Mevrouw Hartkoren is er een of twee raadsperiodes geleden ook mee bezig geweest. Het antwoord staat in het verslag van die vergadering. Alle mogelijkheden zijn onderzocht. Hij stelt de commissie voor om de griffier te vragen de stukken op te vragen. Mevrouw Galle merkt op dat er veel mensen zijn die een taxi nemen naar de polikliniek omdat ze de steile trap niet kunnen nemen; dat is natuurlijk ook erg duur. Wethouder van de Ven antwoordt dat het destijds zo is besloten door het bestuur van Overslydregt; de gevolgen daarvan zouden niet mogen worden afgewenteld op de gemeente. De heer Huisman vraagt om in de volgende commissievergadering een toelichting te krijgen op de stand van zaken van het Burg. Winklerplein. Wethouder Verboom antwoordt dat er op 6 april een informatiebijeenkomst wordt belegd met de bewoners en de winkeliers. De heer Pauw merkt op dat er is gesproken over verkoop van de aandelen Eneco, met de argumenten daarbij. Het college was er toen niet voor; nu het gaat om de regio, is het opeens een fantastisch plan. Hij vraagt waar die ommekeer door is veroorzaakt binnen het college. Wethouder van de Ven merkt op dat dat al heel lang staand beleid is; zeker al een jaar of drie. Hij verwijst naar de stukken die ter inzage hebben gelegen. De heer Venis verwijst naar de brief van ABB Ontwikkeling die aangeeft dat Sliedrecht niet meer meedoet aan de Woondagen. Je kunt natuurlijk de bouwbedrijven een bijdrage laten betalen om toch het woningaanbod van Sliedrecht te kunnen presenteren. Wethouder Verboom merkt op dat de bedrijven het af lieten weten, terwijl de gemeente een bijdrage had gedaan aan de woonpromotie. Daarop is besloten om die bijdrage te staken. De heer Venis merkt op dat er vragen zijn gesteld over de Bioderij. Die zijn keurig schriftelijk beantwoord door de wethouder. Hij vraagt zich af waarom de Bioderij blijft stinken, en hoe het precies zit met de toetsing. Wethouder Verboom vindt ook dat de Bioderij niet mag stinken; er is echter nog geen oplossing om dat te voorkomen. In recent overleg met de Milieudienst is getracht om te kijken of het mogelijk is om een acceptabel geurhinderniveau vast te leggen, zodat je daar op zou kunnen handhaven. De Milieudienst meldt dat het eigenlijk niet mogelijk is om het acceptabel geurhinderniveau in de vergunning vast te leggen. Hun advies is: treed in overleg met de VROM inspectie, en vraag om ondersteuning bij de te volgen strategie in deze bijzondere zaak. Ze moet tot haar spijt melden dat ze verwacht dat deze problematiek niet snel opgelost zal zijn. Ze zal de bewoners op de hoogte houden van wat er speelt. 10. Sluiting De voorzitter dankt iedereen voor de inbreng en sluit de vergadering.
- 13 De voorzitter,
De giffier,