Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 23 november 2010 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzema-straat 2 in Leens. Aanwezige raadsleden: de heer N. Bakker de heer M.A. Buikema de heer H. Gesink mevrouw M.K. Leffers-Koning de heer R.W. Roffel de heer J.B. Schouten van Schagen de heer V. van der Veen de heer R.A. Veenwijk de heer J.P. van der Vis mevrouw J.H. Vogel de heer R. Vogel de heer T.M. de Vries de heer F.P. van der Zee Afwezige raadsleden: de heer H. van der Heide de heer S.M. Hielema Voorzitter:
de heer F.H. Wiersma
- tevens burgemeester
Griffier:
mevrouw A.J. Penninga-Huisman
Aanwezige leden burgemeester en wethouders: de heer K.P. Berghuis de heer H.W. van Gelder de heer L. Smook
- wethouder - wethouder - wethouder
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering, heet de aanwezigen welkom en constateert dat de agenda wordt vastgesteld. 2. Spreekrecht voor het publiek. De heer Olde Kalter te Pieterburen maakt gebruik van het spreekrecht. Spreker wijst er op dat er een fout zit in de agenda van deze vergadering. De vorige raadsvergadering is meegedeeld dat niet kan worden ingesproken op het punt verslaggeving in commissies en organen en nu dus niet op agendapunt 15. Zo worden er telkens fouten gemaakt. Bij binnenkomst werd spreker door de voorzitter aangesproken met de vraag hoe het met hem ging waarop hij antwoordde dat het goed ging en hij maakte vervolgens een opmerking. Daarop werd hem geantwoord door de voorzitter dat hij daarover niet met hem wilde discussiëren en dat hij daarover beter kon gaan procederen. Dat is reden dat hij zijn betoog dus kort houdt en zal gaan procederen. Dat zal er uiteindelijk toe leiden dat spreker bij de Kroon een aanvraag zal indienen om deze voorzitter.… De voorzitter probeert inspreker te onderbreken en wil hem het woord ontnemen. Na een korte woordenwisseling vervolgt de heer Olde Kalter zijn betoog met te zeggen dat het door hem gestelde een inleiding was en dat hij wil inspreken op de punten 6 (Belastingverordeningen-tarieventabel) en 7 (Bebordingsplan). 1
Hetgeen er staat vermeld is niet correct geschreven zodat hetgeen de raad vanavond accepteert bezijden de waarheid is en hij wijst er op dat dit gevolgen zal hebben. De voorzitter wijst de heer Olde Kalter er op dat hij zich moet beperken tot de onderwerpen die hij noemde. De heer Olde Kalter concludeert dat er dan dus geprocedeerd gaat worden. Bij de vastgestelde agenda is inzake punt 7 een leeg formulier gevoegd waarop de naam staat van de opsteller van het advies. Lege vellen kunnen niet worden opgenomen tenzij ze worden vervangen door ingevulde. Staatsrechtelijk kan een en ander niet worden behandeld en als dat toch gebeurt dan wordt weer in de fout gegaan. De keuze is aan u en hij wijst er nog op dat er telkens fouten worden gemaakt zodat het eigenlijk weinig zin heeft om dit betoog te houden. Er wordt inzake punt 6 een tarieventabel gepresenteerd die geen enkele onderbouwing geeft. Als dit wordt geaccepteerd door de raad dan zal bij een toetsing van de rechter dit besluit worden vernietigd omdat het niet volgens de wetgeving is opgesteld. Spreker was van plan een en ander uit te leggen maar men zoekt het nu zelf maar uit. Als er vanavond een besluit over worden genomen dan wordt dat gedaan onder last en de raad heeft bij haar eedsaflegging gesteld dat niet zou worden besloten onder last. Hij zal kijken wat de raad gaat doen en als overeenkomstig de voorgekookte besluiten van het presidium wordt besloten dan zal dat gevolgen hebben. Hij kan niet instaan voor de gevolgen die dat heeft voor de consistentie van het ambt danwel de loopbaan van de voorzitter. Hier laat hij het bij want vragen stellen zoals op andere plekken wel kan heeft hier geen zin. Hier zwijgt, kwetst en beledigt men zoals de heer Bakker dat deed in de vergadering over het Centrum Jeugd en Gezin. De voorzitter verzoekt de heer Olde Kalter zijn betoog af te ronden. De heer Olde Kalter merkt op dat de heer Bakker en anderen hem toen belachelijk maakten en er één persoon bij aanwezig was die zo fatsoenlijk was om dat niet te doen. De voorzitter ontneemt vervolgens de heer Olde Kalter het woord. 3. Aanwijzen van de primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot aanwijzing van een primus. Daartoe wordt getrokken nummer 1, de heer Roffel. 4. Vaststellen notulen van de raadsvergadering van 28 september 2010 alsmede de lijst van toezeggingen. notulen 19 oktober 2010 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. lijst van toezeggingen Punt 10 Cliëntenraad De Marne / Winsum De heer Schouten van Schagen informeert naar de stand van zaken inzake het beschikbaar stellen van een budget voor het inhuren van externe deskundigheid. De heer Smook antwoordt dat dit is besproken met wethouder Zorge van Winsum. Er wordt voor gezorgd dat een bescheiden budget daarvoor beschikbaar wordt gesteld. De heer Van der Zee vraagt waaruit de wethouder dit dan denkt te financieren. De heer Smook zal een memo presenteren waarin dit nader wordt uiteengezet. 5. Ingekomen stukken. opiniërende bespreking: Punt A4/A6 Schrijven K.P. van den Bos / fam. Woldring inzake verkeerssituatie Havenstraat te Eenrum. De heer Van der Vis lijkt het zinvol dat het college wat gaat doen aan deze situatie. De voorzitter neemt kennis van de gemaakte opmerking. Punt A7 Schrijven Dorpsbelangen Mensingeweer inzake verkeerssituatie gaslocatie Winsum. De heer Van der Vis vraagt hoe het kan dat een buurgemeente beslist over verkeer dat door deze gemeente moet. De voorzitter zegt toe dat de raad zal worden geïnformeerd over hoe het college daarmee denkt om te gaan. Punt A5/A8 Schrijven J.L.A. Alink te Kloosterburen over problemen rond asbest. De heer Bakker wenst beide stukken geagendeerd zien voor de volgende raadsvergadering. Er ontstaat zo gelegenheid voor de wethouder om zijn visie op deze situatie op papier kan zetten. De voorzitter antwoordt dat dit mogelijk is. 6. Belastingverordeningen 2011. 2
opiniërende bespreking: De heer Buikema uit maakt zich zorgen over het feit dat de gemeente zich te sterk uit de markt prijst om er te gaan wonen vanwege de te hanteren tarieven. Volgens het CBS is de waardedaling voor de OZB landelijk ruim 3 % is zodat hij er benieuwd naar is hoe het kan dat volgens dit volgens de stukken dit in deze gemeente 1,1 % is. Voor de rioolrechten wordt de evaluatie van het GRP afgewacht zodat dan bekeken wordt wat daarvan het effect is. De forse stijging van de marktgelden heeft als risico dat standhouders geen kraam meer willen innemen. De heer Van der Veen vraagt of het mogelijk is om vanwege de financiële positie, evenals bij andere belastingen, vrijstelling te krijgen van het betalen van forensenbelastingen. De heer De Vries merkt op dat de voorgestelde bouwleges nog niet volledig is getoetst vanwege de invoering van de Wabo per 1 oktober. Het is daardoor onzeker dat de gestelde opbrengst in de begroting kan worden gehaald. Is het mogelijk om in de loop van 2011 het tarief nog bij te stellen als blijkt dat dit niet kostendekkend is. Bij de tarieven lijkbezorgingsrechten is voor een aantal onderdelen het tarief verhoogd maar het is niet duidelijk om hoeveel procent/euro het hier gaat. Kan dit in een memo nader worden toegelicht. Wat is de stand van zaken rond het privatiseren van de markten van Eenrum en Ulrum. De heer Vogel stemt in met de belastingvoorstellen van het college. In principe staat het CDA positief tegenover het privatiseren van de markten in Eenrum en Ulrum. Daarom stelt hij voor om de tariefstijging nog niet te effectueren zolang met de marktkraamhouders niet daarover is gesproken. De heer Smook vindt dat de te hanteren tarieven mede worden bepaald door aspecten als kostendekkendheid en het op orde houden van de begroting. Het is heel goed mogelijk dat er een verschil zit in de waardedaling van woningen landelijk gezien en de situatie in deze gemeente. Het gestelde percentage van 1,1 % vloeit voort uit het verschil dat ontstaat door de feitelijke taxaties. De heer Buikema lijkt het zinvol om te bekijken waarop dan de cijfers van het CBS zijn gebaseerd. De heer Smook wil dat wel doen. Voor 2011 wordt er van uitgegaan dat het rioolrecht € 311,-- is en voor de volgende jaren wordt de evaluatie van het GRP als uitgangspunt genomen. Vanwege de kostendekkendheid stijgen de marktgelden fors. Het verlenen van vrijstelling tot betaling van forensenbelasting is niet mogelijk. De effecten van de invoering van het stelsel van de omgevingsvergunningen zullen pas rond de zomer duidelijk worden. Mocht de situatie daartoe dan aanleiding geven dan kan de raad tussentijds besluiten tot een verhoging. Zoals de situatie nu is, lijkt het er op dat het voorgestelde tarief kostendekkend is. Het is mogelijk om een overzicht te maken van de forse stijging (rond 20 %) van de lijkbezorgingsrechten op bepaalde onderdelen. Ondanks deze stijging kan in vergelijking met omliggende gemeenten niet gesteld worden dat deze gemeente zich in dezen in een “buitencategorie” plaatst. De voorzitter vindt het acceptabel om voor de marktgelden een kostendekkend tarief te hanteren. Het privatiseren van de markten van Eenrum en Ulrum wordt onderzocht. Omstreeks maart 2011 is duidelijk wat daarvan de uitkomst is. Hij vindt dat de voorgestelde tarieven moeten worden vastgesteld en in rekening gebracht. Als wordt besloten de markten te privatiseren dan kan de zaak worden heroverwogen. De heer Van der Veen vindt dat de forensenbelasting logisch en evenredig naar alle inwoners van deze gemeente toe geheen moet worden. Deze heffing komt bovenop alle andere heffingen waardoor dat principe geweld wordt aangedaan. Zodoende heeft het geen gunstige effect op het vestigingsklimaat. Hij is benieuwd wat andere fracties en het college daarvan vinden. De heer De Vries vindt een stijging van 20 % van de lijkbezorgingsrechten fors. Als de geplande inkomst van € 155.000,-- niet wordt gehaald dan zal dit tarief weer gaan stijgen. Als steeds meer mensen niet worden begraven dan heeft dat een negatief effect op inkomsten. Al deze factoren moeten in het onderzoek dat hiernaar wordt ingesteld worden meegenomen. De heer Smook legt uit dat de forensenbelasting er voor is bedoeld om gelijkwaardigheid te scheppen tussen mensen die hier wonen en zij die hier niet wonen (forens zijn). Het tarief van € 560,-- stemt overeen met het kostenniveau aan heffingen van mensen die hier wonen. Het is moeilijk aan dit tarief wat te doen omdat het is meegenomen in het herstelplan en in de begroting. De verhoging van de OZB brengt met zich mee dat ook de forensenbelasting stijgt. Het tarief is niet buitensporig hoog en men moet zich realiseren dat gebruik gemaakt kan worden van hier aanwezige voorzieningen. De heer Van der Veen vraagt of er inwoners zijn die worden geconfronteerd zowel met de locale heffingen (OZB, rioolrechten enzovoorts) als met de forensenbelasting. De heer Smook zal nagaan of zich dat voordoet en als dat zo is dan zal hij hierop terugkomen. Een onderzoek naar de tariefopbouw van de lijkbezorgingsrechten staat voor de deur. Alle hiermee samenhangende aspecten worden daarbij tegen het licht gehouden. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten. 3
7. Beleidsplan Bebording. opiniërende bespreking: De heer Vogel stemt in met het collegevoorstel. De bewegwijzering is op één plek in deze gemeente erg misleidend en zou in overleg met de ANWB verbeterd kunnen worden want het langzame verkeer moet hierdoor een lange omweg maken. De heer De Vries vindt dat met dit beleidsplan de kosten beter in de hand gehouden kunnen worden en financiële verrassingen voorkomen kunnen worden. Toch lijkt het er op dat er extra kosten gemaakt moeten worden. Met het oog op het toerisme is een goede bewegwijzering is van wegen en waterwegen gewenst en vanwege dat laatste aspect suggereert hij te overleggen met het waterschap. De heer Roffel lijkt het goed dat het beleidsplan elke vier jaar en het uitvoeringsplan elke twee jaar worden geëvalueerd. Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan het collegeprogramma om bij de opstelling van dit plan belanghebbenden en inwoners te betrekken. De heer Bakker zegt te weten dat bij de vaststelling van dit beleidsplan duidelijk is dat voor de uitvoering ervan geen geld beschikbaar is. 80 tot 90 % van wat de gemeente wil kan financieel niet. Het is ongewenst dat het college aan het werk wordt gezet met iets dat niet haalbaar is volgens de begroting. Het is goed dat bebording voldoet aan bepaalde normen maar het plaatsen van kompoorten voor alle bebouwde kommen kan niet. De raad moet zich beraden hoe om te gaan met alle aanwezig (beleids)plannen die niet kunnen worden uitgevoerd want op voorhand staat vast dat dit een moeizaam proces wordt. De heer Berghuis constateert dat de VVD aan dit voorstel een financiële dimensie verbindt. Het college is zich er goed van bewust dat alles wat wordt gesteld in dit plan niet uitvoerbaar is. Op basis van dit plan wordt duidelijk hoe we moeten omgaan met nieuw te plaatsen bebording zodat er uniformiteit ontstaat op dit punt. Als er toch extra investeringen moeten plaatsvinden dan moet dat worden voorgelegd aan de raad. De suggestie die de heer De Vries doet inzake de bebording van waterwegen zal hij meenemen in het overleg met het waterschap. De heer Vogel herhaalt zijn geplaatste kanttekening. De heer Bakker vindt het ongewenst om de prioritering van de uitvoering over te laten aan het college en dat alleen voor het geven van extra budget teruggekomen wordt bij de raad. Iets overeenkomstigs doet zich voor bij het verlichtingsplan en het GVVP. Op zichzelf is zijn fractie niet tegen dit voorstel maar het is gewenst dat alle bestande uitvoeringsplannen door de raad tegen het licht gehouden kunnen worden. Hij is niet tegen dit voorstel maar wil het college tegen zichzelf beschermen tegen het feit dat er te veel wordt beloofd. De heer Berghuis zal hetgeen de heer Vogel aanstipte meenemen en dringt er op aan om alle aanwezige knelpunten aan hem schriftelijk kenbaar te maken zodat dit kan worden meegenomen. De heer Roffel doet het goed dat zelfs de oppositiepartij het college in bescherming gaat nemen. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 8. De lokale educatieve agenda. opiniërende bespreking: De heer Roffel stemt in met de voorgestelde stukken. Mevrouw Vogel vindt het een goede zaak dat er gestructureerd overlegd wordt met besturen van scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen zodat het beleid goed op elkaar kan worden afgestemd. Volgens haar mogen ouders zelf bepalen waar kinderen heengaan en kan dat niet van bovenaf worden bepaald. Naast Kids2B zijn er in deze gemeente meer instellingen voor kinderopvang. Mevrouw Leffers vraagt wanneer het structureel overleg start en wil op de hoogte worden gehouden van het verloop. Ze hoopt dat deze vorm van samenwerking niet zal leiden tot toename van allerlei papierwerk. Het is gunstig dat het gevoed gaat worden vanuit bestaande middelen zodat het geen extra geld kost. De heer Smook constateert dat de raad veel vertrouwen heeft in de gekozen aanpak. De gedane suggesties worden meegenomen. Ouders hebben terzake de vrijheid en alle partijen inzake kinderopvang zullen worden uitgenodigd. Hij gaat er vanuit dat het structureel overleg vóór de zomer start en als dat niet zo is dan wordt de raad daarover geïnformeerd. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Brandbeveiligingsverordening 2010. opiniërende bespreking: De heer Van der Veen vraagt hoe het college er tegenaan kijkt dat met het principe van wie zwijgt stemt toe het aspect van de veiligheid steeds en voldoende gewaarborgd kan worden. De heer Roffel stemt in met het collegevoorstel. 4
De heer Wiersma merkt op dat voor bepaalde activiteiten gebruiksvoorschriften moeten worden gehanteerd. Toch moet de gemeente binnen een bepaalde termijn reageren nadat een daartoe strekkend verzoek is ingekomen omdat anders automatisch de vergunning wordt geacht te zijn verleend. De kanttekening die de heer Van der Veen plaatst is terecht en op dat aspect moet het college heel alert zijn. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. De heer Bakker heeft gedurende de behandeling van dit agendapunt gefungeerd als voorzitter. 10. Notitie Participatiebudget, Re-integratieverordening 2010, Verordening wet inburgering. opiniërende bespreking: De heer Schouten van Schagen krijgt het gevoel dat met de voorstellen om regelgeving op elkaar af te stemmen, de indruk kan ontstaan dat gemeenten gaan fuseren. Toch behoudt de gemeente in dezen eigen bevoegdheden. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister van S & W over nuggers (Niet uitkeringsgerechtigden) dat de gemeente verantwoordelijk is voor de begeleiding van deze groep mensen naar de arbeidsmarkt en dat een deel van de rijksuitkering WWB voor hen is bedoeld. Iemand wiens partner is weggevallen kan aangewezen zijn op een ANW-uitkering en dat komt neer op een inkomen op bijstandsniveau. Het is de bedoeling dat zo iemand aan het werk gaat en de gemeente zou een re-integratiebudget kunnen aanbieden. Dat wordt niet gedaan vanwege de kosten maar het is de vraag of dat klopt. De gemeente Eemsmond doet dit, enerzijds omdat ze goed bij kas zit, maar ook om te bezuinigen. Als in een tweeverdieners gezin één van de partners werkloos wordt dan zal de WW-uitkering binnen een aantal maanden stoppen. Als de betrokkene geen nieuw werk vindt dan stopt dus de uitkering omdat de verdienende partner inkomsten heeft. Door het veel lagere inkomen dat dan binnenkomt moet men wellicht het huis waarin men woont verkopen. Zo vervallen veel mensen in armoe en belanden in de bijstand en schuldhulpverlening wat tot gevolg heeft dat de gemeente geld op tafel moet leggen. De gemeente Eemsmond wil deze mensen wel in een re-integratietraject plaatsen om zo uiteindelijk te voorkomen dat wellicht jarenlang mensen moet onderhouden. Waarom kiest het college voor de voorgestelde constructie. De heer Roffel constateert dat de voorgestelde constructie voor inburgering voordelen oplevert en vraagt of daardoor juridische problemen kunnen ontstaan. Bij de productovereenkomst met de ROC’s inzake het regionaal educatief plan ontstaat de vraag hoe zich dit verhoudt met de lokale educatieve agenda. De heer Van der Zee merkt op dat de re-integratieverordening, die in werking treedt op 1 oktober 2010, niet tijdig is gepresenteerd. Het maximale aantal dat in aanmerking komt voor loonkostensubsidie is 10. Wie komt hiervoor in aanmerking komt en waarop is dat dan gebaseerd. De kosten van het re-integratietraject worden gesteld om maximaal € 7.500,--. Als dat hoger wordt dan kan de budget-houder beslissen of dat al of niet acceptabel is. Het doel hiervan is om de consulent bewust te maken van de kosten maar volgens hem kan op andere wijze dat doel ook bereikt worden. Het is niet acceptabel dat iemand, die zijn positie goed kan verwoorden hiervoor eerder in aanmerking komt als iemand die dat niet zo goed kan. De norm moet zijn dat iedereen in aanmerking kan komen voor maximaal € 7.500,-- en dat daarvan niet mag worden afgeweken. In de participatieverordening staat dat 90 % van het scholingsgeld naar het Noorderpoort-college gaat en 10 % naar het Alfa-college. In de educatienota die is opgenomen in het participatiebudget staat dat er helemaal geen gebruik wordt gemaakt van diensten van het Noorderpoort-college terwijl de wethouder stelde dat 52 inwoners dat wel deden. Er is veel onduidelijkheid over de vraag of al of niet diensten worden afgenomen maar er gaat wel veel geld naar beide instellingen. Daarom vraagt hij nadere tekst en uitleg. Het komt raar over dat het tekort van de BMW-gemeenten en Eemsmond bij het Alfa-college naar rato wordt verdeeld en uit het werkdeel wordt gehaald waar weer aan wordt meebetaald door De Marne. Volgens hem is het juridisch niet toelaatbaar om geoormerkt geld in te zetten voor activiteiten die elders plaatsvinden. Het verweer van het college hierop is dat zo het Noorderpoort-college in Winsum in stand kan worden gehouden. Voor hetgeen wordt aangeboden aan cursussen hoeft De Marne geen school in stand te houden en daarom is het goed dat wij in 2013 zelf kunnen beslissen om naar het Hogeland-college te gaan. Vanwege de hoge kosten en andere onduidelijkheden kan dan afscheid worden genomen van het Noorderpoort-college. Ook wordt er gesteld dat er veel gebruik wordt gemaakt van het Pavo en dan weer niet. De leeftijdsgrens daarvan is omhoog gegaan van 22 naar 27 jaar zodat het fungeert als aanvullend re-integratie-instrument. Langs die weg kunnen mensen een startkwalificatie halen. Het is beter dat mensen van 22 jaar en ouder naar het MBO kunnen gaan omdat dat veel effectiever is. Waarom nemen wij het initiatief en wordt niet van WWB-ers gevraagd om zelf de verantwoording te nemen voor het halen van een startkwalificatie. In de visie op de Wet participatiebudget kiest het college geargumenteerd voor bepaalde opties. Waarom worden de niet gekozen opties niet toegelicht en beargumenteerd. 5
De heer Smook merkt op dat de gemeente Bedum toetreedt tot de regeling van sociale zaken van De Marne en Winsum. Ten aanzien van de front-office van het Werkplein van het UWV doet Eemsmond dat ook. Daarmee wordt bereikt er voor de doelgroep een duidelijk naar buiten gericht beeld ontstaat zodat het gewenst is dat er zo veel mogelijk uniformiteit komt. Voor zaken waarop de raad dat niet wil moet ze dat duidelijk aangeven. Een acceptabel voorbeeld daarvan doet zich voor inzake de Nuggers door de gemeente Eemsmond. Aan dat standpunt liggen financiële redenen ten grondslag. Het budget voor loonkostensubsidie is slechts € 120.000,-en daarvan kunnen maximaal zo’n 10 personen worden voorzien op een totaalbestand van 200. Wij kiezen er voor om het geld in te zetten voor de eigen mensen die in de WWB zitten. Wellicht speelt de financiële positie van Eemsmond een rol in haar keuze. Alleen op het punt van de loonkostensubsidie voor Nuggers gaat Eemsmond niet mee en voor het overige zijn er geen verschillen. Spreker verwacht niet dat het voorgestelde stelsel zal leiden tot juridische problemen. In het tot nu toe gehanteerde stelsel bleek geregeld dat men bij nader inzien afzag van het volgen van een opleiding. Hij denkt niet dat er veel problemen zullen ontstaan maar de kans zit er altijd in dat mensen een procedure aanspannen als ze verplicht een opleiding moeten volgen. Het regionaal educatief plan heeft een koppeling met het LEA en WEA maar we moeten afwachten hoe zich dit gaat ontwikkelen. In de gepresenteerde tekst zitten een aantal onvolkomenheden en de heer Van der Zee heeft dat aangestipt. De datum waarop dit besluit is genomen, geldt. Door consulenten wordt, na collegiale toetsing, bekeken wie in aanmerking komt voor loonkostensubsidie. Dit zal alleen plaatsvinden in gevallen waarin verwacht wordt dat andere opties niet succesvol zullen zijn en mensen hiermee langer dan een jaar buiten de uitkering blijven. Als vorm van verantwoording en om de kosten in de hand te houden, is bepaald dat bij bedragen hoger dan € 7.500,-- de budgethouder moet worden ingeschakeld. Het streven is er op gericht om mensen via het kortste traject naar werk te geleiden. Alleen in uitzonderingsgevallen wordt het bedrag verhoogd. Vanwege verplichtingen vanuit de voormalige Regioraad zit deze gemeente in een bepaalde cluster. Aan die vorm van gedwongen winkelnering komt binnenkort een eind zodat dan ook kan worden ingekocht bij het Hogeland-college. De gehanteerde verdeling ontstond door het Noorderpoort-college een breder aanbod had en het Alfa-college richtte zich vooral op volwasseneneducatie. Vanaf 2010 tot nu hebben 52 mensen een cursus bezocht wat van nut kan zijn omdat veel mensen onvoldoende vaardigheid hebben in taal en rekenen. Het gestelde inzake het participatiebudget dat bepaalde opties niet inhoudelijk worden beargumenteerd neemt hij mee want dat is een goed advies voor een volgende keer. Het nieuwe kabinet wil erg bezuinigen op participatie zodat het hem niet zal verbazen dat dit binnenkort weer aan de orde komt. De heer Schouten van Schagen denkt dat het financiële argument bij de afweging inzake Nuggers onjuist is. Door een en ander te stimuleren houd je mensen aan het werk en uit de bijstand/uitkering. Met het oog hierop dient hij namens GroenLinks motie M1 in die als volgt luidt: De raad overwegende dat: • Arbeidspotentieel: Het is van belang nuggers te activeren voor de arbeidsmarkt • Emancipatoire overwegingen: Het nastreven van economische zelfstandigheid van alle burgers. Toename van betaalde arbeidsparticipatie is hierin een doelstelling; • Armoedebestrijding: Een eigen inkomen biedt bescherming tegen armoede en (uitkerings-) afhankelijkheid. Inzetten op betaalde arbeid als middel om het gezinsinkomen te verhogen, en daarnaast het preventieve doel, namelijk voorkomen dat nuggers later in de bijstand terecht komen. draagt het college op • Nuggers beleidsmatig gelijk te stellen aan WWB-ers. Dit houdt in dat het gehele palet aan reintegratie-instrumenten wordt opengesteld voor zowel WWB-ers als nuggers. • Bovenstaande binnen de bestaande toegekende Re-integratiebudgetten op te vangen. Spreker vervolgt te zeggen dat GroenLinks in principe tegen de Wet Inburgering omdat deze aspecten in zich heeft van discriminatie en ongelijke behandeling. In dit verband noemt hij aan een aantal fragmenten uit een brochure welke aanwezig is op de afdeling burgerzaken. Het indienen van deze wet door de vroegere minister Verdonk was er op gericht om bepaalde nationaliteiten (bv. Turkije en Marokko) buiten de deur te houden. Als je uit Canada of Japan komt dan hoef je niet in te burgeren. Hij is niet tegen inburgering maar wel tegen het feit dat onderscheid wordt gemaakt in nationaliteiten. Als mensen gegronde redenen hebben dan kunnen ze een klacht indienen bij de gemeente wat de vraag doet rijzen wat de gemeente daarmee gaat doen. De heer Van der Zee wijst er op dat vanavond een verordening aan de orde is en niet de wet.
6
De heer Schouten van Schagen weet dat GroenLinks (Femke Halsema) bezig is initiatieven te ontwikkelen en bij aanvaarding daarvan weet hij zeker dat dan na toetsing aan de Grondwet deze wet zal worden afgewezen. In zijn standpuntbepaling laat hij zich leiden door het feit dat hij beslist niet wil meedoen aan discriminatie. De heer Van der Zee blijft bij zijn visie en vraagt aan de wethouder of de financiële gevolgen van motie M1 kunnen kunnen worden opgevangen binnen het budget. Als het geld op is dan kan er geen loonkostensubsidie meer worden verstrekt. Het is niet eerlijk als er daarna mensen niet meer in aanmerking kunnen komen. In gevallen dat meer dan € 7.500,-- loonkostensubsidie wordt toegekend kunnen zijn gebaseerd op het feit dat een consulent een goed verhaal kan houden over een aanvraag en zo kan meer geld uit die pot worden gehaald. De vraag is dan wie hiervoor verantwoordelijk is: de budgethouder of de wethouder. Hij vindt het beter dat iedereen € 7.500,-- kan krijgen en niets meer. Klopt het in juridisch opzicht dat De Marne tekorten dekt uit het werkdeel van cursussen van inwoners van andere gemeenten. De cursussen die door het Noorderpoort-college worden gegeven aan 52 inwoners kunnen evengoed door het Hogeland-college gegeven worden in Wehe-den Hoorn. Het Noorderpoort-college geeft een breed scala aan cursussen maar het lijkt hem beter dat dit aanbod wat selectiever zou zijn. Inzake de startkwalificatie van mensen tussen 22 en 27 jaar vindt hij dat men zelf verantwoordelijk is hiervoor en de gemeente kan dit zonodig stimuleren. De heer Smook antwoordt dat het mogelijk is om het gestelde in motie M1 op de voorgestelde wijze te financieren. Voor Nuggers wordt als enige de uitzondering gemaakt dat loonkostensubsidie niet daarop van toepassing is omdat veel geld kost en het college dit liever ten goede doet komen van het eigen bestand. De realiteit gebiedt te zeggen dat je mensen dingen moet onthouden omdat simpelweg het budget is uitgeput en daarom wordt motie M1 door hem ontraden. De heer Schouten van Schagen vraagt hoe het college aankijkt tegen de situatie dat de kosten toch moeten worden betaald omdat deze mensen vervolgens in de bijstand belanden. De heer Smook legt uit dat het college Nuggers zeker wil helpen aan werk te komen en te re-integreren zodat het geen uitgemaakte zaak is dat ze toch in de bijstand komen. Het gaat er hier om dat zo effectief mogelijk wordt omgegaan met mensen en inzet van middelen. Het krijgen van een bonus voor het halen van de inburgeringscursus kan gezien worden als vorm van motivatie. De gang van zaken rond de 10 personen die loonkostensubsidie kunnen krijgen is iets wat kritisch moet worden gevolgd. Dit is een regelmatig weerkerend punt van overleg met de afdeling sociale zaken. Het is zinvol om dit in de praktijk te volgen en om aan dit budget een bepaald plafond te stellen. De heer Van der Zee stelt voor om de tekst aan te passen in die zin dat als de situatie daartoe aanleiding geeft dan ook anderen daarvoor in aanmerking kunnen komen. De heer Smook zegt toe dat in die situatie bij de raad wordt teruggekomen. De heer Van der Veen vindt dat de VVD haar visie zou kunnen verwoorden in een motie zodat de raad daarover een standpunt kan gaan bepalen. De heer Smook merkt op kostenverrekening van cursussen voortvloeit uit het feit dat dit in Regioraad-verband plaatsvond en daaraan komt na 2011 een eind. Hij is bereid om voor het geven cursussen ook andere instelling in aanmerking te laten komen maar nu moet nog genoegen genomen worden met de huidige situatie. Alleen als het halen van een startkwalificatie mogelijk is dan wordt daartoe medewerking verleend aan 22- tot 27jarigen. In deze afweging spelen allerlei bijkomende factoren een rol. Zo’n startkwalificatie blijkt een heel bepalende factor te zijn om aan werk te kunnen komen. De heer Schouten van Schagen vraagt of iemand die niet inburgeringsplichtig is een voorziening kan worden aangeboden of gebeurt dat alleen als er om wordt gevraagd. De heer Smook wil zich hierop beraden tijdens een schorsing. De voorzitter schorst de vergadering om de VVD gelegenheid te geven voor het opstellen van een motie. Na heropening zegt de heer Van der Zee dat het jammer is dat door het uitgeput zijn van de middelen mensen die werk kunnen krijgen niet meer in aanmerking kunnen komen voor loonkostensubsidie en gaat namens de VVD over tot het indienen van de volgende motie M2: De raad, gehoord de beraadslaging, Constaterende dat er in de beleidsregels Re-integratie een bedrag van maximaal € 120.000,-ingezet kan worden voor loonkostensubsidie. overwegende dat dit bedrag wellicht niet toereikend zal zijn, draagt het college op de raad tijdig te informeren op het moment dat het maximale bedrag bereikt is, en gaat over tot de orde van de dag. 7
De voorzitter schorst vervolgens de vergadering voor een korte leespauze. Na heropening zegt de heer Smook dat de motie een goede weergave is van hetgeen de VVD stelde en aansluit op de reactie die daarop door hem is gegeven. Alles overwegende komt hij tot de conclusie dat motie M2 door het college wordt overgenomen. De heer Van der Veen vindt eigenlijk dat de wethouder en de fractie van GroenLinks behoorlijk op één lijn zitten en houdt daarom een pleidooi voor motie M1, die het college heeft ontraden. Het gaat er om het geld zo effectief mogelijk in te zetten om mensen aan werk te helpen. Het mag dan niet uitmaken of je Nugger bent of WWB-er. Loonkostensubsidie kan in voorkomende gevallen effectief zijn en instrumenten mogen niet op voorhand worden afgewezen maar van geval tot geval moet worden beoordeeld of dit middel succesvol kan worden ingezet. Mevrouw Vogel vindt dat motie M2 weinig toevoegt aan hetgeen eerder al is toegezegd. Ondanks dat motie M1 sympathiek overkomt volgt ze toch het advies van het college in de standpuntbepaling. De heer Buikema merkt ten aanzien van motie M1 op dat er keuzes moeten worden gemaakt om al of niet geld in te zetten. Daarom is hij het eens met het standpunt van de wethouder die stelde dat er voor gekozen moet worden om de eigen doelgroep via een zo kort mogelijk route aan werk te helpen. Om die reden steunt de PvdA-fractie motie M1 niet. De heer Gesink vindt motie M1 wel sympathiek en vindt dat de systematiek die Eemsmond hanteert nader moet worden bekeken. Het aanvaarden van deze motie gaat hem net even te ver. De heer Van der Zee steunt motie M1 volledig omdat Nuggers veel minder mogelijkheden hebben om aan werk te komen als WWB-ers. Omdat iedereen aan werk moet kunnen komen, steunt de VVD deze motie. Motie M2 wordt, omdat het college deze overneemt, bij dezen ingetrokken. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten met inachtneming van het gestelde in motie M2. Tevens wordt geacht dat de heren Schouten van Schagen en Van der Veen (fractie GroenLinks) tegen punt 3 (Verordening Wet Inburgering 2010) hebben gestemd. Motie M1 wordt na hoofdelijke stemming verworpen met 5 stemmen voor (heren Bakker, Schouten van Schagen, Van der Veen, Van der Vis en Van der Zee (fracties GroenLinks en VVD) en 8 tegen (fracties CDA, ChristenUnie en PvdA. 11. Conceptbegroting Ability 2011. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis stelt vast dat door een korting van het rijk op de rijksuitkering de gemeente inzake de WSW minder geld doorstort naar Ability. In de begroting van Ability wordt dat aspect niet meegenomen. Uiteindelijk zal de gemeente zelf moeten bijstorten en daar is hij het niet mee eens omdat de gemeente zelf ook moet bezuinigen. Ability moet dat zelf ook doen en anders met het geld omgaan. De heer Buikema is benieuwd naar de uitkomst van het overleg met Ability van 19 november 2010. Het aspect van de bezuiniging is toen besproken. Het toekomstperspectief van Ability baart veel zorgen en anderzijds biedt het kansen. Er is een tekort was vier ton maar door de genoemde bezuiniging loopt dat op tot € 1.000.000,--. De gemeentelijke organisatie moet ook flink bezuinigen en daarom is het beter om in plaats van geld, omzet door te sluizen naar Ability. Als we het geld blijven doorsluizen dan kan Ability niet blijven voortbestaan. Er moet gekozen worden voor een structurele oplossing en de exploitatie van Ability kostendekkend worden gemaakt. Het fors uitbesteden van de groenvoorziening bespaart de gemeente geldt en heeft een gunstig effect op de omzet van Ability. De sociale dienst zou ook meer gebruik van Ability kunnen maken op het punt van de re-integratie. Hij dringt er bij het college op aan om met andere gemeenten en in de eigen organisatie goede afspraken te maken of zelfs over te gaan tot een vorm van verplichte winkelnering. De heer Van der Veen is bezorg over de ontstane situatie. De doelstellingen van Ability onderstreept hij en het belang daarvan wordt ingezien. In afwijking van hetgeen is toegezegd heeft de raad niet direct stukken ontvangen na de vergadering van 19 november j.l. Dat maakt het lastig om de gevoelens hieromtrent duidelijk te verwoorden. Bij Ability moet iets gebeuren want de gemeente kan niet in het tekort van Ability voorzien. Mevrouw Vogel stelt vast dat er na een aantal goede jaren de situatie bij Ability zorgelijk wordt. Het ingezette beleid inzake de bedrijfsstructuur van Ability steunt ze. Ability moet er naar streven om quitte te draaien. Het is droevig dat het rijk enorm gaat korten op de WSW want zwakkeren in de samenleving worden hierdoor getroffen. Toch moeten er maatregelen worden genomen worden om het tekort op te vangen. Waartoe heeft de ingelaste vergadering van het dagelijks bestuur op 19 november j.l. besloten. De heer Gesink stelt vast dat de begroting van Ability te laat is gepresenteerd zodat gemeente niet weet waar ze aan toe is. Daarvoor is ontheffing gevraagd van de provincie. Dat het rijk er nog een probleem bovenop gooit verbaast hem en hij vraagt zich af of het rijk ons nog serieus neemt. Ability stond organisatorisch net 8
goed op de rails wat de vraag doet rijzen wat ons nu te doen staat. Het gevoel bestaat bij hem dat door het rijk met de gemeente de draak steekt en diezelfde gemeente uiteindelijk laat opdraaien voor de tekorten. De heer Smook kan zich de gevoelens van de heer Gesink goed voorstellen. De begroting van Ability sloot op een tekort van € 440.000,-- en nu komt daar ineens een rijksbezuiniging bovenop van € 633.000,--. Die situatie is niet te begrijpen en vanuit Den Haag wordt daarvoor geen goede argumentatie gegeven. Dat heeft de gesprekken in het dagelijks bestuur bepaald. De suggestie werd gedaan dat de raadsfracties er bij hun vooruitgeschoven posten in Den Haag zouden vragen om nadere uitleg te geven en dit te heroverwegen. De begroting van Sociale Zaken moet nog worden behandeld zodat een en ander nog niet vaststaat maar laten we er toch maar rekening mee houden dat het doorgaat. In het dagelijks bestuur zijn een aantal besluiten genomen. Ability moet proberen zo veel mogelijk het tekort zelf op te vangen en er is intussen wat voorwerk gedaan dat nog nader moet worden uitgewerkt. Er wordt gevreesd dat het niet lukt dat Ability het hele tekort opvangt. Het gaat hier om een sociale werkvoorziening waar mensen werken die qua inkomen en positie aan de onderkant van de samenleving zitten. We moeten ons er van bewust zijn dat bezuinigingen hierop hen sterk zullen treffen. Er is ook besloten door de deelnemers om integraal te bekijken hoe de positie van Ability kan worden verbeterd en welk werk door haar kan worden overgenomen.Ook andere organisatorische aspecten en re-integratie worden in die overwegingen meegenomen. Hiermee gaat een werkgroep bezig die daar rond april 2011 over moet rapporteren. Dat zal er toe leiden dat er in 2011 nog wel een tekort zal zijn waarover de raad zich volgend jaar nader op moet beraden. Volgens de Ommelander Courant heeft de raad van Eemsmond gesteld dat zij zelf het tekort moet opvangen maar het lijkt hem beter om eerst de bezuiniging die Ability zelf doorvoert en de uitkomsten van de werkgroep af te wachten alvorens besluiten te nemen. Spreker stelt voor om hetgeen op papier is gezet even te bestuderen en daarop na schorsing van de vergadering op te reageren. Dat wordt nu aan de raad uitgereikt en het heeft de volgende inhoud: Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Ability gelezen de concept begroting van Ability voor 2011 kennis genomen hebbende van de voorgenomen bezuiniging op de WSW in de Rijksbegroting voor 2011, met als gevolg dat de gemeenten Bedum, Eemsmond, De Marne en Winsum gezamenlijk € 633.000,-- minder WSW-subsidie ontvangen 1. de aangeboden begroting 2011 en de meerjarenraming, bij brief van 13 oktober 2010, conform het voorstel vast te stellen. 2. de opdracht te verstrekken aan de directie en het managementteam om het ontstane exploitatietekort bij Ability als gevolg van de bezuiniging op de Rijksbegroting zoveel mogelijk terug te brengen. Daarbij zal moeten worden gekeken naar kostenbesparingen en naar vergroten van opbrengsten. 3. de opdracht te verstrekken aan de algemeen directeur om gezamenlijk met de in de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten de mogelijkheden te onderzoeken voor nauwere samenwerking tussen de betrokken gemeenten en Ability op het terrein van uitvoerende en ondersteunende taken, met als doel het totaal aan bezuinigingen waarmee gemeenten en Ability worden geconfronteerd zoveel mogelijk op te vangen. 4. de bevindingen van het onderzoek v66r 1 april 2011 te willen ontvangen, bestaande uit de keuzemogelijkheden en inzicht op in ieder geval het exploitatietekort van Ability. De voorzitter schorst vervolgens de vergadering. Na heropening zegt de heer Van der Vis dat de VVD zich bewust is van de rol die Ability invult. Met het voorstel van het bestuur kan hij bijna volledig instemmen met dien verstande dat het exploitatietekort door de bezuiniging (punt 2) volledig moet worden teruggebracht. De heer Buikema vindt dat de reactie van het dagelijks bestuur in de goede richting gaat maar nog niet scherp genoeg is verwoord. Er moet niet alleen gezocht worden naar kostenbesparingen en het krijgen van meer opbrengsten bij Ability. De deelnemende gemeenten moeten ook opdrachten aan Ability gunnen en de omzet vergroten. Het komt raar over dat er werk wordt uitbesteed aan re-integratiebureau’s en dat we bovendien het tekort van Ability ook moeten ophoesten. Dat zou meer met elkaar in balans gebracht moeten worden. De heer Gesink ondersteunt de oproep die is gedaan door het bestuur. De heer Van der Veen lijkt het een goede suggestie dat in dezen een signaal wordt gegeven richting minister en volksvertegenwoordigers in Den Haag. Het oplossen van de problemen zal uiteindelijk de mensen treffen waarvoor Ability in het leven is geroepen. Omdat deze mensen kwetsbaar zijn moet dat zo veel mogelijk worden voorkomen. 9
Mevrouw Vogel denkt dat uiteindelijk een deel van het tekort door de gemeente moet worden opgebracht. Een oproep met name aan de regeringsfracties kan wellicht enig effect sorteren. De heer Gesink vindt het late moment waarop hiermee wordt gekomen erg irritant omdat er nu niets meer kan worden ondernomen. Ability is net uit het slop gehaald en men is overgestapt om meer mensgericht te gaan denken. De gevolgen hiervan moeten goed worden overwogen want het zou jammer zijn als alles wat is opgebouwd weer wordt afgebroken. Hij is het in dezen eens met de heer Van der Veen. De heer Smook constateert dat de onderlinge reacties van de fracties verschillend zijn. De één wil de bezuiniging volledig doorvoeren; anderen willen de mensen zo veel mogelijk buiten schot laten. Volgens hem moet Ability zo veel mogelijk zelf deze bezuiniging dragen wat tot gevolg heeft dat mensen die er werken daardoor worden getroffen. Het is onwaarschijnlijk dat het voor hele bedrijf lukt om het tekort op te vangen en de betrokkenen buiten schot kunnen worden gelaten. De voorzitter vraagt of de meerderheid van de raad vindt dat de tekst van het stuk scherper geformuleerd moet worden. De heer Buikema is het eens met hetgeen de heer Van der Veen stelde. De heer Van der Vis merkt op dat hij niet heeft gesteld dat de bezuinigingen ten koste moeten gaan van de betrokken mensen. De heer Van der Veen vindt ook dat de betrokkenen zo veel mogelijk buiten schot moeten blijven. Als dat toch gebeurt dan moet het college dit eerst voorleggen aan de raad. De heer Smook denkt niet dat er door de rijksbezuiniging op de WSW van € 633.000,-- aan kan worden ontkomen deze mensen te treffen. Punt 4 van het stuk voorziet er in dat keuzemogelijkheden aan het bestuur worden voorgelegd en wat hem betreft kan dat ook aan de raad worden gedaan. conclusie: De voorzitter concludeert dat de raad van mening is dat het tekort sterk teruggedrongen moet worden en dat zij die er werken zo veel mogelijk buiten schot moeten blijven. De vertegenwoordigers in het algemeen bestuur kunnen de gevoelens van de raad betrekken bij de standpuntbepaling inzake deze kwestie. Gelet op de onderlinge nuanceringen in de standpuntbepalingen van de fracties is het gewenst dat de fracties zelf actie ondernemen richting Den Haag. 12. Wijziging Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Ability. opiniërende bespreking: De voorzitter legt uit dat hierover schriftelijk gestemd moet worden en wijst als commissie van stemopneming aan de heren de Roffel en Veenwijk en mevrouw Vogel (voorzitter). Er dienen twee personen te worden aangewezen als leden van het algemeen bestuur en twee als plaatsvervangend lid. Uiteindelijk moeten in totaal vier namen worden ingevuld. De heer Bakker vindt het ongewenst om mevrouw Vogel in de commissie van stemopneming te benoemen omdat ze wordt voorgedragen als lid. De voorzitter is het daarmee eens en geeft in overweging om de heer Bakker aan te wijzen als voorzitter. De heer Gesink concludeert dat volgens de stukken er geen tweede plaatsvervangend lid behoeft te worden benoemd omdat één van de plaatsvervangende leden al is benoemd. Daarom moeten er volgens hem in totaal drie namen worden ingevuld in plaats van vier. De voorzitter schorst de vergadering om zich te kunnen beraden. besluitvorming: Na heropening deelt de voorzitter mee dat de besluitvorming over dit voorstel wordt aangehouden tot de volgende vergadering. 13. Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet. opiniërende bespreking: Hierop worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten. 14. Begrotingswijzigingen. opiniërende bespreking: Begrotingswijziging 35-2010 De heer Van der Zee merkt op dat het college heeft besloten Hoofdstraat 96 in Pieterburen te verkopen aan de Zeehondencréche. Het is nog onzeker of de verwachte inkomst van € 100.000,-- volledig binnenkomt zonder aftrek van allerlei kosten. Zo lang die zekerheid er niet is, kan dit voorstel niet worden aanvaard. De heer De Vries sluit zich hierbij aan en vraagt of het reëel is € 100.000,-- bij te schrijven als winst omdat volgens hem het pand door de gemeente nog niet is afbetaald. 10
De heer Smook legt uit dat het college de verkoop nog moet afgewikkelen maar in dit voorstel gaat het er om dat de begroting op orde gebracht moet worden. De waarde van deze woning is eerder al afgeboekt zodat deze handelwijze correct is. De heer Van der Zee stelt vast dat de € 100.000,-- nog niet is ontvangen zodat het onmogelijk is om hierover nu al een besluit te nemen. De heer Smook wijst er op dat dit besluit zo genomen moet worden omdat de gemeente onder preventief toezicht staat en de provincie deze begrotingswijziging moet goedkeuren. De gemeente is in de uiteindelijke besluitvorming daarvan afhankelijk en deze werkwijze is al vaker zo gehanteerd. De heer Van der Zee vindt dat pas inkomsten kunnen worden opgenomen in begroting zodra ze zijn gerealiseerd en dat is nu niet het geval. De heer Van der Vis vraagt of in de gesloten overeenkomst ontbindende voorwaarden staan. De heer Smook wijst er op dat inzake deze verkoop alle informatie in het collegevoorstel staat vermeld. Het gaat er in dit voorstel om dat de begroting op orde gebracht moet worden en meer niet. De heer Van der Zee verklaart zich tegen begrotingswijziging 35-2010 omdat het onzeker is dat het bedrag van € 100.000,-- volledig als inkomst kan worden toegevoegd aan de begroting wat niet inhoudt dat hij tegen de verkoop van het pand is. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming worden de begrotingswijzigingen 2010, nummers 29 t/m 36 vastgesteld. Hierbij wordt geacht dat de heren Bakker, Van der Vis en Van der Zee (fractie VVD) tegen begrotingswijziging nummer 35 hebben gestemd. 15. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen van gemeenschappelijke regelingen enz. Geen van de leden doet verslag van een bijgewoonde vergadering. 16. Rondvraag. (Opmerking notulist: Eerst wordt de schriftelijk gestelde vraag aangehaald en daarna wordt de beantwoording weergegeven) Vraag van de fractie van GroenLinks. Enkele weken geleden is er bij de politie een melding binnengekomen dat er in Kloosterburen een asbestdak werd afgebroken. Bij aankomst van de politie is de sloop stilgelegd, maar een dag later is tot het verwijderen van asbest nader bekeken dient te worden en indien nodig verbetering behoeft? Antwoord: De heer Berghuis antwoordt dat eerst was besloten om het bushokje nabij de Julianatocht weg te halen. Omdat ter plaatse af en toe nog mensen instappen is alsnog besloten om het te laten staan. De heer Van der Zee kan dit begrijpen maar de staat van onderhoud is slecht. In de begroting is geld gereserveerd en daarom geeft hij in overweging om dit bushokje als eerste op te knappen. De heer Berghuis merkt op dat de halteplaats wel zou blijven bestaan maar het bushokje niet. Dat impliceert dat voor een opknapbeurt geen geld is gereserveerd. 17. Sluiting. De voorzitter vraagt aandacht voor het feit dat de raadsnotulist vanavond 25 jaar als zodanig heeft gefungeerd en overhandigt hem een boeket bloemen. Spreker sluit vervolgens om 22.45 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2010. , voorzitter.
, griffier.
11