Verslag van de voorbereidende vergadering van de raad van de gemeente Kapelle, gehouden in het gemeentehuis te Kapelle op dinsdag 23 januari 2007 om 19.30 uur. Aanwezig
:
De dames M.J. Vermeij-Wensink en R. Rijksen-Blok, de heren C.A. Toorenaar, E. Damen, M.C. Eversdijk, P. Arkenbout, G.E. Verdurmen, A.W. Schmid, W.J.A. van Boven, R.H.D. Lambeck, H.M. Riel, M.S. van Hekke, L.A. Niewenhuijse en B.P. Pors, leden.
Voorzitter
:
De heer S.W.G.M. Kramer, burgemeester.
Wethouders Griffier
De heren G.J.J. Burger, J.H. Herselman en L.F. Kosten. :
Mevrouw J. Chamalaun.
Afwezig met kennisge- : ving
Opening
1.
De voorzitter opent deze voorbereidende vergadering om 19.30 uur.
Mededelingen
2.
De voorzitter attendeert de raadsleden op de kennismakingsbijeenkomst die binnenkort plaatsvindt met de nieuwe commissaris van de koningin, mevrouw Peijs. Vervolgens deelt de voorzitter mee dat de heer Van Gool onlangs de VVD-fractie heeft verlaten en is toegetreden tot Gemeentebelang. Op de raadsvergadering van 6 februari a.s. wordt dit geformaliseerd. In overleg met de voorzitter heeft de heer Van Gool besloten in deze omstandigheden hedenavond niet aanwezig te zijn. De heer Lambeck acht dit verstandig. Een voorbereidende raad is qua werk het beste met dat van de vroegere commissies te vergelijken. Een formeel politiek debat dient alleen in de besluitvormende raad plaats te vinden. Als de heer Van Gool vanavond al zou meedraaien in de Gemeentebelangfractie , dan levert dat volgens de PvdA een rare en dus onwenselijke situatie op. De heer Schmid stelt dat Gemeentebelang na enig vooroverleg had besloten deze zienswijze over te nemen.
Spreekrecht
3.
Bij punt 9 heeft de heer De Jonge spreekrecht.
Financiering basisschool De Tunnel te Schore
4.
De heer Riel merkt op, dat de school in Schore deel uitmaakt van de openbare basisschool in Wemeldinge. Destijds is tussen gemeentebestuur en onderwijsbestuur afgesproken de onderwijsvoorziening in stand te houden als ware er sprake van een zelfstandige school. De PvdA is hiervan ook voorstander. Ech-
ter, inmiddels zijn de politieke verhoudingen en de bekostigingssystematiek gewijzigd. Het college heeft een externe geraadpleegd om te bezien in hoeverre het gevraagde bedrag correct was. Deze rapporteert dat “de berekende bedragen redelijk correct lijken te zijn en dat voor een goede vergelijking aanvullende informatie van de bestuurscommissie noodzakelijk is”. De spreker vraagt aandacht voor twee zaken, namelijk de toeslag van het Rijk voor kleine scholen en ook de toeslag voor bestuur en management en de toeslag voor directie. Er kan een hogere rijkssubsidie ontvangen worden door een administratieve overheveling van leerlingen van de school in Schore naar Kapelle, waaraan overigens geen consequenties zijn verbonden. Aan de wethouder wordt verzocht dit uit te zoeken. Mevrouw Rijksen wijst erop dat investeren in de school in Schore gelijkstaat aan investering in de leefbaarheid van het dorp. Zij vraagt specifiek aandacht voor het opschalen van de facetscholen door de schoolbesturen. Naast de financiële zorg moet ook het gemeentebestuur waken voor goed onderwijs, goede personeelsvoorzieningen en een goede werksfeer. De heer Schmid sluit zich aan bij de vorige sprekers en vraagt ook een eventuele samenwerking met de school in Hansweert te overwegen. Spreker stelt voor de discussie uit te breiden tot het gehele beleid ten aanzien van het openbaar onderwijs. De heer Pors wenst naast de hiervoor besproken argumenten de schoolbesturen wat meer vrijheid te geven om mogelijkheden voor financiering te onderzoeken. De heer Arkenbout wenst te komen tot transparant en structureel financieel beleid in deze. De heer Eversdijk wijst op de hoge kosten voor het behoud van de school en verzoekt de wethouder activiteiten te ontplooien om de kosten te beperken en de aantrekkingskracht van de school te vergroten. De heer Kosten constateert dat alle sprekers de wens uiten om de school in Schore te behouden. Van verschillende zijden wordt verzocht de financiële mogelijkheden nog eens te bezien. Spreker stelt voor hiertoe een kleine commissie te benoemen die ook de verzelfstandiging en opschaling onder de loep neemt met inbegrip van de zogenaamde bruidschat. Overigens moet de gemeente het recht behouden de school te handhaven of te sluiten. Vastgesteld wordt dat met de goedkeuring van de begroting in november jl. er 137.000 euro beschikbaar is voor 2007 en dat er gelegenheid is om vóór de tweede week van april de kleine commissie de conclusies te laten trekken. De vraag of de rapportage over de Facetscholen mag gezien worden als evaluatieverslag beantwoorden SGP, VVD, CU bevestigend. De PvdA stemt niet in, terwijl Gemeentebelang heeft laten weten via de mail te reageren. Het CDA lijkt in te stemmen met de PvdA, maar de wethouder laat weten, dat het CDA zijns inziens antwoord geeft op een andere vraag.
2
Ontwikkelingen de Bult
7.
De projectontwikkelaars zijn aanwezig om een toelichting te geven op plan B, dat eerder door de gemeenteraad werd gekozen en dat inmiddels door Provinciale Staten is goedgekeurd. De heer Lambeck vraagt naar de status en de consequenties van deze presentatie. De heer Burger wijst erop dat de gemeenteraad in een vroeg stadium inspraak had in de randvoorwaarden. Ook thans kan de gemeenteraad nog op- en aanmerkingen op de plannen geven. Vervolgens vindt de presentatie plaats en is er gelegenheid vragen te stellen. Er wordt gebouwd op de plaats waar voorheen de stortplaats gesitueerd was. Hiertoe worden de nodige voorzieningen getroffen. Er moet nog onderzocht worden op welke wijze de fundering wordt geplaatst. Voorts zal bij het project op de begane grond bebouwing plaatsvinden ter versterking van recreatieve doeleinden, zoals een café-restaurant, een duikschool, verhuurmogelijkheden en dergelijke. Daar bovenop komen drie bouwlagen met appartementen voor recreatieve en permanente woonbestemming. De bouw van een hotel is niet aan de orde omdat hiervoor vanuit de markt geen belangstelling is. De bouw zal ongeveer tweeënhalve meter hoger zijn dan de nevenliggende bestaande appartementsgebouwen. Er is overleg gaande met het Nationaal Park Oosterschelde. De bodem is onderzocht en er is geconstateerd dat de vervuiling dusdanig is, dat deze geen problemen zal geven voor mens en milieu. Het is niet gebruikelijk hiervoor garanties te geven maar in technisch opzicht is een en ander akkoord bevonden. Er is een beschikking afgegeven en onderzoek heeft plaatsgehad om alle risico’s te elimineren. Via monitoring is in opdracht van de provincie onderzoek gedaan naar het grondwater en de resultaten van dit onderzoek waren positief. Afgesproken wordt nog het punt te agenderen voor een politiekbeleidsmatige discussie in een volgende raadsvergadering. De gastsprekers worden bedankt voor de toelichting.
Informatie door de politie
5.
De heer Prince, districtschef, is aanwezig om een toelichting te geven op het takenplan en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden, zoals dat eenmaal per jaar gebruikelijk is. Namens het district Tholen is de heer De Regt, teamchef, aanwezig. Wat betreft de personeelssterkte is er sprake van een onevenwichtige leeftijdsopbouw. Dit is een gevolg van politieke en budgettaire besluiten in het verleden. Bovendien duurt de politieopleiding tegenwoordig drie jaar. In de tussentijd wordt een tijdelijk tekort opgevangen door personele hulp uit andere districten als dat nodig is. Vervolgens worden de problemen van de situatie rond het zwemmen en duiken bij het de sluis in Wemeldinge aan de orde gesteld. In overleg met de politie stelt de voorzitter voor aan de 3
gemeenteraad hiervoor een volledig verbond in te stellen. De gemeente is volledig aansprakelijk als een claim wordt ingediend door eigenaren van schepen die op een of andere manier in aanraking zijn gekomen met jongelui bij de sluis. Het principe is dat de gemeente weet dat er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Voor de politie is de situatie beter te handhaven als er een verbod wordt ingesteld. De politie adviseert voor jongelui een alternatief te zoeken voor de recreatie. De heer Schmid vraagt of ook door de gemeente Wemeldinge een verbod is ingesteld en of ook aan de mogelijkheid van cameratoezicht is gedacht, waardoor een dader getraceerd kan worden. De voorzitter antwoordt dat er sinds 2005 cameratoezicht is. Men loopt bij dit systeem echter steeds achter de feiten aan. De heer Van Hekke informeert naar de aard van de incidenten. Van oudsher is zwemmen bij de sluis toegestaan. Thans is aan de orde dat vandalisme moet worden aangepakt. De voorzitter wijst erop dat zwemmen ook op andere plaatsen in de gemeente mogelijk is. Bovendien zijn mogelijkheden van recreëren bij de sluizen bekeken. De heer Prince wijst op de regelgeving inzake cameragebruik voor de opsporing. Deze werkwijze is aan regels gebonden en moet formeel worden goedgekeurd door de gemeenteraad. De heer Riel informeert naar de nieuwe Politiewet en de wijzigingen ten opzichte van de huidige wet. De heer Prince merkt op dat wijzigingen vooral in de beheerssfeer liggen en dat de gemeenteraad zal worden geïnformeerd zodra de wet is goedgekeurd. De heer Arkenbout vindt een verbod voor zwemmen bij de sluis de gemakkelijkste oplossing. Een paar vandalen verstieren nu de sfeer voor de goedwillenden. Een totaalverbod gaat spreker te ver. Wellicht is een alternatief voor zwemmen in buitenwater voorhanden. De voorzitter neemt deze opmerkingen ter harte. De heer Damen heeft moeite met de opmerkingen van de heer Arkenbout en wijst op het financiële risico dat de gemeente loopt bij aansprakelijkheid. Ook vraagt spreker naar de bemanning van het peilhuisje in de zomerperiode. De voorzitter antwoordt dat de politie inderdaad frequenter gaat posten. Verwacht wordt dat het besluit genomen zal worden in genoemde periode steeds een half dagdeel in het peilhuisje aanwezig te zijn voor toezicht op het strandje en het sluizencomplex. De heer Prince wijst nog eens op de handhaafbaarheid van de wet. Voor de politie is een verbod het eenvoudigst, in aanmerking genomen dat gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Zojuist is gesproken over de personeelsproblematiek en in dat kader is het gewenst de politietaken efficiënt te besteden. De heer Van Hekke maakt de politie een compliment voor de wijze waarop deze omgaat met toezicht op het gebruik van scooters. 4
De heer Lambeck heeft nog een vraag over de vuurwerkproblematiek. Hij vraagt naar het beeld in Zeeland ten opzichte van de rest van Nederland. De heer Prince wijst erop dat de overheid heeft toegestaan dat zwaarder vuurwerk gebruikt werd. Overigens kwam dit vuurwerk in vorige perioden illegaal uit België. De heer Verdurmen vraagt ten slotte naar het verschil tussen een melding en een aangifte. De heer Prince antwoordt dat er iedere dag vele honderden meldingen in Zeeland worden gedaan. Dit betreffen bijvoorbeeld meldingen van overlast, verkeershinder en dergelijke. Een melding is vaak het begin van een politieactie. Een aangifte daarentegen is het begin van een strafproces. Als er bij een melding een grondslag is voor aangifte dan zal dit zeker geadviseerd worden. Tot besluit dankt de voorzitter de heren van de politie voor de aanwezigheid. Nv Economische impuls Zeeland
6.
De heer Burger introduceert de nv Economisch impuls Zeeland en vraagt de raadsleden hiervan nota te nemen. Op 13 maart wordt het punt geagendeerd. Vervolgens geeft de heer Bleumink een uitvoerige presentatie en worden de raadsleden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen. De heer Damen vraagt naar het wezenlijke verschil met de voorgaande initiatieven, zoals SEPAZ. De heer Bleumink antwoordt dat SEPAZ alleen tot taak had promotie en acquisitie, c.q. het aantrekken van bedrijven. Nv Economische impuls Zeeland heeft naast het aantrekken van bedrijven ook tot doel de economische projectontwikkeling en het stimuleren van de kenniseconomie. De samenhang tussen deze drie projecten is erg belangrijk. Daarnaast is het budget voor promotie en acquisitie voor het huidige project hoger dan voorheen. Behalve een goede documentatie is thans ook een landelijk bureau ingeschakeld om de acquisitie met project- en bedrijfsbezoeken onder de aandacht te brengen. Investeerders worden persoonlijk benaderd. Het mandaat is nu ook meer taakgericht en er zijn garanties ingebouwd voor een resultaatverplichting. De heer Arkenbout vraagt of er in deze benadering ook meer kansen en mogelijkheden zijn voor de bestaande ondernemers, bijvoorbeeld door te lobbyen bij gemeentes. De heer Bleumink merkt op dat het beleid er inderdaad op gericht is ondernemers sneller van dienst te zijn en plannen te verbeteren. De heer Arkenbout signaleert de afgelopen tijd inderdaad een verbetering bij de provincie die voor de gemeenten tot voorbeeld kan dienen, vooral op het gebied van toerisme. De heer Van Hekke vraagt speciale aandacht voor het onderwijs op het niveau van het ROC en lager. De heer Bleumink antwoordt dat hiervoor inderdaad extra 5
mankracht wordt ingezet. De heer Riel adviseert het college een brainstormsessie te houden over de diverse mogelijkheden en vraagt of de heer Bleumink ook speerpunten heeft voor de gemeente Kapelle met de daarbij horende doelen. De heer Bleumink antwoordt dat een doelstelling is dat de werkgelegenheid in Zeeland moet toenemen. Daarnaast moeten er jaarlijks enkele innovatieprojecten worden opgezet. Ook de ontwikkeling van het toerisme staat op de actielijst. Deze en andere taakstellingen zullen nog schriftelijk aan de gemeenteraad worden toegezonden. Als nv Economische impuls Zeeland formeel bij de gemeente Kapelle aan de slag gaat, zal de directeur gaan brainstormen met het college over concrete mogelijkheden en prioriteiten. De voorzitter merkt op dat de gemeente Kapelle werkt met het ReWin. In de afgelopen periode heeft Kapelle diverse bedrijven aangemeld, maar geen enkel project is uitgewerkt. Spreker vraagt of gemotiveerd kan worden dat deze activiteiten in de komende periode wel van de grond komen. De heer Bleumink verwacht dat er thans met meer intensiteit en meer specifieke aandacht voor Zeeland gewerkt zal worden. De heer Lambeck vraagt naar de mogelijkheden van opschaling en samenwerking met West-Brabant. De heer Bleumink antwoordt dat ervoor gekozen is eerst in Zeeland de eigen positie te versterken en een aantal Zeeuwse projecten van de grond te krijgen. De voorzitter dankt voor de uiteenzetting. Krediet aanleg buitensportaccommodaties
9.
De heer De Jonge is aanwezig om namens de v.v. Kapelle informatie te geven, met name over de accommodatie en de aanleg van kunstgrasvelden. De heer Niewenhuijse wijst erop dat vorig jaar is geconcludeerd dat het (combi-)voorstel korfbal/voetbal sympathiek oogde maar onvoldoende onderbouwd was en geen goed beeld gaf van de financiële consequenties en dat het uiteindelijk voor de verenigingen ook ongunstig was. Ook nu blijven er problemen. Voor de korfbal zijn dit financiële problemen vanwege het voorstel een kunstgrasveld aan te leggen. De voetbal heeft te kampen met kostenstijgingen. Beide zaken hadden naar de mening van spreker voorzien kunnen worden. Spreker vindt ook de handelwijze van de wethouder niet correct. De indruk bestaat dat de informatievoorziening niet voldoende was, waardoor een aanvullend krediet moet worden gevraagd. Bovendien bestaat de indruk dat de raad steeds onder druk wordt gezet. Eigenlijk hoort dit agendapunt thuis in een voorjaarsnota. Inmiddels moet er iets gedaan worden aan de accommodatie van de voetbalvereniging, maar de achterliggende informatie is niet adequaat. De 40/60-regeling ontbreekt thans. Een en ander overwegende, wacht de fractie voor de besluitvorming liever de voorjaarsnota af.
6
De heer Damen vindt het voorstel ook sympathiek. De kunstgrasvelden kunnen multifunctioneel worden ingezet. Toch zijn er wat punten onderbelicht. Zo zijn er slechts 100 leden van de korfbalvereniging. Er wordt nu een extra toelage gevraagd die de kleine vereniging niet kan bekostigen. De voetbalvereniging vraagt nu verhoudingsgewijs geld voor de accommodaties en daarnaast is er een groot maatschappelijk belang . Ook andere verengingen vragen geld en er moet een gefundeerde keuze worden gemaakt, ook om precedentwerking te voorkomen. Op basis van de huidige gegevens wenst de fractie het voorstel niet te steunen. Aan de wethouder wordt bovendien gevraagd of er afspraken zijn gemaakt met de heer Zeegers over de grondaankoop. De heer Schmid is ook benieuwd naar een reactie van de wethouder. De indruk bestaat dat er steeds weer nieuwe voorstellen bij komen. Ook de mening van de sportraad is niet bekend. Wat betreft de kunstgrasvelden is de vraag hoe functioneel deze zijn. Met deze historie vraagt de fractie zich af of er niet een speciale projectdeskundige op gezet moet worden. De heer Van Hekke memoreert dat aanvankelijk het kunstgras te duur zou zijn en nu is het standpunt dat bij het niet overgaan tot kunstgras de gemeente jaren achterstand zou oplopen. Verder zijn er vragen over de multifunctionele inzetbaarheid. Met name omdat er grote twijfels zijn over de financieringsmogelijkheden van de vereniging, vindt ook het CDA dat dit punt eerst in de voorjaarsnota aan de orde moet komen. De heer Herselman vindt dat de focus nu te veel gericht is op kunstgras specifiek voor de korfbal, maar het is veel functioneler inzetbaar. Spreker zet de feiten chronologisch op een rij. Het beleid over aanleg van velden is niet van toepassing op de 40/60-regeling, maar komt voor rekening van de gemeente. De andere genoemde bedragen zijn uitsluitend gebaseerd op de voorstellen van de voetbal- en korfbalvereniging. De afspraken tussen de heer Zeegers en de wethouders staan gedetailleerd in de acte en deze is voor alle raadsleden in te zien. Hierin wordt overigens gesproken over sportvelden en het gebruik expliciet voor korfbalvelden is niet aan de orde. Spreker vindt dat nu niet gewacht kan worden met de besluitvorming tot de voorjaarsnota, omdat de procedure al volledig in gang is gezet en er toezeggingen zijn gedaan aan derden. Gedurende de procedure kwam in de werkgroepvergaderingen (waar overigens de sportraad altijd bij betrokken is) het voordeel van kunstgras aan de orde. Als Kapelle nu niet voor kunstgras kiest, loopt de gemeente in de toekomst jaren achter. Spreker heeft toen de meerkosten gevraagd. Naast de meerkosten is de besparing ten opzichte van de onderhoudskosten van een natuurgrasveld afgezet. Dit laatste bracht nieuwe informatie aan het licht waarbij kunstgras een prioriteit kreeg. Bij de keuze voor kunstgras zou ook de hockeyvereniging gebruik kunnen maken van de accommodatie. Nogmaals pleit spreker ervoor de procedure voort te zetten. 7
De heer Nieuwenhuijse kan nog niet de consequenties overzien van uitstel tot behandeling van de voorjaarsnota. De heer Damen is nog niet overtuigd van de multifunctionaliteit en kan op grond van de huidige gegevens de mogelijkheden in de toekomst niet goed overzien, vooral wat betreft de voetbal. De heer Schmid mist in de toelichting van de wethouder nog zijn reactie op het voorstel tot gehele nieuwbouw. Hij weet ook niet hoelang natuurgrasvelden meegaan en hoe de grootte van de korfbalvereniging is in verhouding tot andere verenigingen. De heer De Jonge antwoordt dat kunstgras een levensduur heeft van vijftien jaar maar dat ook natuurgras na vijftien jaar drastisch gerenoveerd moet worden. Wat betreft de multifunctionaliteit zou in de winterperiode de keuze gemaakt kunnen worden om de pupillen op het kunstgras te laten voetballen. De heer Arkenbout zal een en ander nog eens met zijn fractie bekijken. Hij vindt ook dat men met de landelijke ontwikkelingen moet meegaan. Spreker begrijpt dat andere fracties willen wachten tot de behandeling van de voorjaarsnota maar er is nu een duidelijke indicatie gegeven van de besparingen. Wellicht moet overwogen worden alvast één kunstgrasveld aan te leggen. De heer Lambeck vraagt inzicht in de technische eisen van de diverse sporten. De heer Herselman merkt nog op dat aanleg van één kunstgrasveld problemen kan geven bij de onderhoudsgevoeligheid. De voorzitter bedankt de heer De Jonge voor de toelichting. Bespreking eerste rapport gezamenlijke Rekenkamercommissie
8.
Alvorens het agendapunt in behandeling te nemen, deelt de voorzitter mee dat er ontwikkelingen zijn waardoor het weinig zinvol lijkt het rapport nog te behandelen. Op 6 februari zal de wethouder voorstellen om over te gaan tot ontbinding van het convenant ReiK. De heer Burger deelt mee dat de rapportage inderdaad ingehaald is door de ontwikkelingen. De gemeente Reimerswaal wil de samenwerking inzake ReiK stoppen. Na enige discussie over de procedure licht de voorzitter toe dat het college van Reimerswaal te kennen heeft gegeven te willen stoppen en dit standpunt morgen al zal meedelen aan de raad. Daarmee is het college van Kapelle voor het blok gezet. Het is nu de vraag of het rapport van de Rekenkamercommisie nog besproken moet worden. De heer Burger vervolgt zijn betoog. In Reimerswaal was men van mening dat de gemeente Kapelle financieel voordeel heeft boven de gemeente Reimerswaal. Ondanks diverse pogingen van de gemeente Kapelle om ReiK voort te zetten, gaf Reimerswaal te kennen de samenwerking te willen beëindigen op 1 februari. De gemeente Kapelle is ernstig teleurgesteld over deze gang van zaken. Mevrouw Rijksen betreurt met name de procedurele gang van zaken. Ook over de inhoud van het rapport is spreker kritisch 8
omdat naar haar mening het menselijk aspect ontbreekt. De heer Lambeck vindt dit ook een slecht voorbeeld voor het dualistische systeem. Colleges nemen besluiten over het werk van de raden. Voorts dankt hij de Rekenkamercommissie voor het aangeleverde product. Hij weet dat dit werk gedeeltelijk is uitbesteed en vraagt zich af om welk deel het dan gaat. Voorts keurt de fractie de procedurele gang van zaken van de gemeente Reimerswaal af, temeer omdat hier allesbehalve een positieve bijdrage wordt geleverd aan het project. Over de muziekschool moet nu nog een standpunt worden ingenomen. In de rapportage staan overigens opmerkingen die de integriteit van de Kapelse raad in het geding brengen en dit accepteert spreker niet. Hij wil zich met de andere fracties beraden over de voortgang van de samenwerking met Reimerswaal. De voorzitter stelt voor het punt ReiK te agenderen voor 6 februari en het punt Muziekschool voor 27 februari. De heer Verdurmen wenst deze discussie ook voort te zetten, waarbij met name de cultuurverschillen en de (on-) mogelijkheden van verdere samenwerking aan de orde moeten komen. De heer Nieuwenhuijse mist in de rapportage diepgang en scherpe conclusies. De fractie was altijd groot voorstander van intergemeentelijke samenwerking. Het is jammer dat de onafhankelijke Rekenkamer de structuur van ReiK niet heeft kunnen aanpakken. Een gemiste kans. Wellicht is een vervolgonderzoek nog mogelijk. Spreker betreurt het ook dat in de kwestie van het opheffen de raad buitenspel staat. De voorzitter benadrukt nog eens dat het college deze laatste opmerking volstrekt onderschrijft. De heer Damen somt een aantal zaken op dat de oorzaak heeft kunnen zijn voor dit resultaat. En belangrijke vraag is hoe beide gemeentes nu verder moeten. De voorzitter merkt nogmaals op dat het college deze gang van zaken in hoge mate betreurt. In de samenwerking van ReiK was Kapelle volgens de inspecteurs van VROM op de goede weg en het is jammer dat dit niet verder uitgewerkt kan worden. De heer Lambeck verzoekt nog de managementrapportage van vorig jaar te mogen inzien. De voorzitter zegt dit toe en biedt ook aan in een besloten bijeenkomst nog een toelichting te geven.
Sluiting.
22. Hierna sluit de voorzitter de vergadering op gebruikelijke wijze om 23.20 uur Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kapelle van 13 maart 2007. De griffier,
De voorzitter,
9