PROVINCIE OOST-VLAANDEREN GEMEENTE Z E L Z A T E ---------------------------------------------BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN ZELZATE D.D. 30 DECEMBER 2015 ----------------------------------------------------------------------------Aanwezig: Martin Acke, schepen-voorzitter; Frank Bruggeman, burgemeester; Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule en Kristof Stevelinck, schepenen; Rik Laureys, voorzitter OCMW; Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke, raadsleden; Guy Verbuyst, gemeentesecretaris. ----------------------------------------------------------------------------De heer Martin Acke, schepen-voorzitter, opent de vergadering om 19.30 uur. De heer Martin Acke, schepen-voorzitter schorst de vergadering voor het halfuurtje van de burger.
HALFUURTJE VAN DE BURGER De heer Donald De Caluwé vraagt hoeveel toelatingen er werden gegeven tot het afsteken van vuurwerk op oudejaarsavond. De heer Frank Bruggeman, burgemeester, zal de heer De Caluwé hiervan morgen op de hoogte brengen. De heer Martin Acke, schepen-voorzitter heropent de vergadering.
PUNT I
OPENBARE ZITTING
1. KENNISNEMING VAN HET ONTSLAG VAN RECHTSWEGE VAN EEN SCHEPEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 45;
-
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 2 januari 2013 houdende de verkiezing van de schepenen en eedaflegging; dat kennis werd genomen van de gezamenlijke voordrachtakte ingediend bij de gemeentesecretaris op 15 oktober 2012;
-
Overwegende dat de voordrachtsakte voor het schepenambt van de heer Jan De Beule een einddatum vermeldt, met name 31 december 2015;
-
Overwegende dat, overeenkomstig voormeld artikel 45, de schepen bij het bereiken van de einddatum van rechtswege ontslagnemend is en van rechtswege wordt opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld;
NEEMT KENNIS Enig artikel Van het ontslag als schepen van de heer Jan De Beule met ingang van 1 januari 2016. 2A) AMBTSHALVE OPVOLGING EN EEDAFLEGGING VAN EEN SCHEPEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid de artikels 45 en 46;
-
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 2 januari 2013 houdende de verkiezing van de schepenen en eedaflegging; dat kennis werd genomen van de gezamenlijke voordrachtakte ingediend bij de gemeentesecretaris op 15 oktober 2012;
-
Gelet op zijn besluit van heden houdende de kennisneming van het ontslag van rechtswege als schepen van de heer Jan De Beule, met ingang van 1 januari 2016;
-
Overwegende dat overeenkomstig voormeld artikel 45 §1 de opvolger van rechtswege het ambt van schepen opneemt, als de einddatum, vermeld in de akte, bereikt wordt of als de titularis ontslag neemt;
-
Overwegende dat in de voordrachtsakte mevrouw Linda Vereecke, gemeenteraadslid, aangeduid wordt als opvolger van de heer Jan De Beule, met ingang van 1 januari 2016;
-
Overwegende dat mevrouw Linda Vereecke in het kader van deze ambtshalve opvolging als schepen opnieuw de volgende attesten bezorgde:
Een uittreksel uit het bevolkingsregister;
Een uittreksel uit het strafregister (model 1)
Een verklaring op eer dat zij zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 11 van het Gemeentedecreet
-
Aangezien het bewijs is geleverd dat mevrouw Linda Vereecke voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden;
-
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen: Enig artikel: De geloofsbrieven voor de hoedanigheid van schepen van mevrouw Linda Vereecke, voornoemd, worden goedgekeurd. Eedaflegging Hierna legt mevrouw Linda Vereecke in handen van de burgemeester de volgende eed af, bepaald bij artikel 7§3 van het gemeentedecreet: “IK ZWEER DE VERPLICHTINGEN VAN MIJN MANDAAT TROUW NA TE KOMEN” Van deze formaliteiten wordt dadelijk een akte opgemaakt, die na voorlezing door de burgemeester en de verschijner wordt ondertekend. AKTENAME Er wordt akte genomen van de van rechtswege verkiezing van mevrouw Linda Vereecke, als schepen. Mevrouw Maureen Tollenaere verlaat de raad. 2B) VASTSTELLING VAN DE RANGORDE VAN DE SCHEPENEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2016 N.A.V. DE OPVOLGING VAN RECHTWEGE VAN EEN SCHEPEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet, artikel 45, § 4, in het bijzonder;
-
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 2 januari 2013 betreffende de verkiezing van de schepenen, eedaflegging en vaststelling rangorde;
-
Overwegende dat hierbij kennis werd genomen van de ontvankelijke, gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen, ingediend door de fracties VLD-SD, N-VA en CD&V Vrij Zelzate
-
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van heden houdende kennisneming van het ontslag van rechtswege van schepen Jan De Beule, en dit met ingang van 1 januari 2016;
-
Gelet op de eedaflegging tijdens de openbare zitting van heden door mevrouw Linda Vereecke, als schepen in opvolging van schepen Jan De Beule, van rechtswege ontslagnemend op 1 januari 2016;
-
Overwegende dat, overeenkomstig artikel 45, § 1, van het gemeentedecreet, de schepen bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege wordt opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld;
-
Overwegende dat overeenkomstig artikel 45, § 4, van het gemeentedecreet deze schepen die op grond van artikel 45, § 1, tweede lid, een schepen opvolgt, de rang inneemt in volgorde van hun verkiezing of benoeming, met dien verstande dat de schepen van rechtswege overeenkomstig artikel 44, § 3, steeds de laatste schepen in rang is;
BESLUIT: In openbare zitting Enig artikel: - De rangorde van de schepenen met ingang van 1 januari 2016 van rechtswege als volgt vast te stellen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Martin Acke; Marleen Maenhout; Kurt Van Weynsberghe; Kristof Stevelinck; Linda Vereecke; Rik Laureys.
De heer Geert Asman (PVDA+) vraagt naar de bevoegdheden van de schepen. De heer Martin Acke, voorzitter, zegt dat het dezelfde bevoegdheden zijn als deze van de heer De Beule. 3. KENNISNEMING VAN HET ONTSLAG VAN RECHTSWEGE VAN EEN OCMW-RAADSLID Mevrouw Maureen Tollenaere vervoegt de raad. DE RAAD: -
Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hierna genoemd "OCMWdecreet", artikel 10, § 1, in het bijzonder;
-
Gelet op de ontvankelijke akte van voordracht van het kandidaat-werkend lid van de OCMW-raad, ingediend door de fracties VLD-SD en N-VA op 17 december 2014;
-
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 29 december 2014 houdende de verkiezing van de heer Luc De Vos als werkend-lid van de OCMW-raad;
-
Overwegende dat de voordrachtsakte voor het mandaat van OCMW-raadslid van de heer Luc De Vos een einddatum vermeldt, met name 31 december 2015;
-
Overwegende dat, overeenkomstig voormeld artikel 10 van het OCMW-decreet, het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend is en van rechtswege wordt opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld.
BESLUIT: Enig artikel: - Kennis te nemen van het ontslag van rechtswege van OCMWraadslid Luc De Vos, met ingang van 1 januari 2016. 4. KENNISNEMING VAN DE EEDAFLEGGING VAN MEVROUW CARINA DE MAN ALS OCMWRAADSLID IN OPVOLGING VAN RAADSLID LUC DE VOS, VAN RECHTSWEGE ONTSLAGNEMEND
DE RAAD: -
Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hierna genoemd "OCMWdecreet", de artikelen 10, 16, 17, en 26, in het bijzonder;
-
Gelet op de ontvankelijke akte van voordracht van het kandidaat-werkend lid van de OCMW-raad Luc De Vos, ingediend door de fracties VLD-SD en N-VA op 17 december 2014;
-
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 29 december 2014 houdende de verkiezing van de heer Luc De Vos als werkend-lid van de OCMW-raad met inbegrip van het onderzoek van de geloofsbrieven;
-
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van heden houdende kennisneming van het ontslag van rechtswege van OCMW-raadslid Luc DE VOS, en dit met ingang van 1 januari 2016;
-
Overwegende dat, overeenkomstig artikel 10, § 1, van het OCMW-decreet, het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege wordt opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld;
-
Overwegende dat mevrouw Carina DE MAN in de ontvankelijke akte van voordracht van de kandidaat-werkende leden van de OCMW-raad, ingediend door de fracties VLD-SD en N-VA, aangeduid wordt om de heer Luc DE VOS op te volgen als OCMW-raadslid;
-
Overwegende dat de voorgedragen kandidaat-opvolgers ononderbroken moeten blijven voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden; dat op het ogenblik dat het mandaat effectief wordt opgenomen opnieuw de geloofsbrieven moeten bezorgd worden;
-
Overwegende dat, overeenkomstig artikel 16, § 4, van het OCMW-decreet, de geloofsbrieven van de opvolgers - wanneer zij na algehele vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn worden geroepen om een lid te vervangen - opnieuw worden onderzocht door de voorzitter van de gemeenteraad;
-
Overwegende dat, overeenkomstig artikel 16, § 4, en artikel 26 van het OCMW-decreet, de eedaflegging gebeurt ten overstaan van de voorzitter van de gemeenteraad en in aanwezigheid van de gemeentesecretaris; dat van deze eedaflegging een ondertekend proces-verbaal wordt opgemaakt dat naar de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gestuurd;
-
Gelet op het schrijven van 22 december 2015 waarbij mevrouw Carina DE MAN verzocht werd om - met het oog op het onderzoek van de geloofsbrieven en de eedaflegging als opvolgend OCMW-raadslid - opnieuw de volgende documenten in te dienen: een uittreksel uit het bevolkingsregister; een uittreksel uit het strafregister (model 1); een verklaring op eer dat zij zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 20 van het OCMWdecreet;
-
Overwegende dat mevrouw Carina DE MAN op 28 december 2015 de bovenvermelde documenten heeft ingediend;
-
Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van mevrouw Carina DE MAN door de voorzitter van de gemeenteraad;
-
Overwegende dat uit dit onderzoek bleek dat mevrouw Carina DE MAN voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden zoals bepaald in artikel 7 van het OCMW-decreet en artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet; zich niet in een situatie van onverenigbaarheid te bevindt;
-
Overwegende dat mevrouw Carina DE MAN, overeenkomstig artikel 16 en 26 van het OCMW-decreet, op 30 december 2015, de volgende eed heeft afgelegd in
handen van de voorzitter van de gemeenteraad en in aanwezigheid van de gemeentesecretaris: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen." Gelet op het ondertekend proces-verbaal dat van deze eedaflegging werd opgemaakt; -
Gelet op het schrijven van 30 december 2015 aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn m.b.t. deze eedaflegging;
BESLIST: Enig artikel. Akte te nemen van de eedaflegging in handen van de voorzitter van de gemeenteraad en in aanwezigheid van de gemeentesecretaris van mevrouw Carina DE MAN als raadslid voor de raad voor maatschappelijk welzijn in opvolging van raadslid Luc DE VOS, van rechtswege ontslagnemend op 1 januari 2016. De heer Jan Persoon vervoegt de raad. 5. BUDGETWIJZIGING nr. 1/2015 De heer David Smet, financieel beheerder, geeft toelichting bij de budgetwijziging nr. 1/2015. Op vraag van de heer Freddy De Vilder (sp.a) om een commissie samen te roepen voor de bespreking van het budget 2016 belooft de burgemeester dat dit zal gebeuren. DE RAAD: -
Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet;
-
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, en latere wijzigingen;
-
Gelet op het ministerieel besluit van 01 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, en latere wijzigingen;
-
Gelet op de ministeriële omzendbrief van 22 maart 2013 (BB 2013/4) houdende instructies voor het opstellen van het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014;
-
Gelet op de ministeriële omzendbrief van 18 oktober 2013 (BB 2013/8) betreffende de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus;
-
Overwegende dat de gemeenteraad op 30 december 2013 het meerjarenplan 2014-2019 en op 26 februari 2015 het budget 2015 heeft vastgesteld;
-
Gelet op het ontwerp van de budgetwijziging 1/2015, waaruit blijkt dat de exploitatie-uitgaven worden verlaagd met € 115.845 en de exploitatieontvangsten worden verhoogd met € 404.225;
-
Overwegende dat de investeringsuitgaven worden verlaagd met € 1.639.078 en de investeringsontvangsten worden verlaagd met € 886.46;
-
Overwegende dat de ontvangsten bij liquiditeiten dalen met € 2.000.000;
-
Overwegende dat een gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar uit de rekening 2014 wordt ingebracht van € 2.810.932;
-
Overwegende dat hierdoor het resultaat op kasbasis met € 638.125 is toegenomen en de autofinancieringsmarge voor 2015 stijgt tot € -744.882;
BESLUIT: In openbare zitting
Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 9 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke) bij 2 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder): Artikel 1: De budgetwijziging 1/2015, wordt goedgekeurd. Artikel 2: Afschrift van dit besluit, de beleidsrapporten en toelichting, worden overgemaakt aan de heer gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen en digitaal aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, afdeling lokale en provinciale besturen, financiën en personeel. 6. FINANCIEN – KENNISNEMEN VOORLOPIGE KREDIETEN BOEKJAAR 2016 DE RAAD: -
Gelet op de artikelen 42, 43 en 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
-
Overwegende dat het meerjarenplan 2015-2020 en het budget voor het boekjaar 2016 niet vóór 31 december 2015 ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd;
-
Overwegende dat het systeem van voorlopige kredieten automatisch in werking treedt als een bestuur op 1 januari niet beschikt over een volwaardig uitvoerbaar budget dat door de gemeenteraad is vastgesteld;
-
Overwegende dat er in de maanden januari en februari 2016 met voorlopige twaalfden zal gewerkt worden;
-
Overwegende dat tijdens de periode van voorlopige twaalfden enkel exploitatie-uitgaven en de aflossingen van leningen en leasing die bij het liquiditeitenbudget horen kunnen gebeuren;
-
Overwegende dat de exploitatiekredieten per beleidsdomein en per verlopen of begonnen maand niet groter mogen zijn dan een twaalfde van het krediet in het exploitatiebudget van het vorige jaar;
-
Overwegende dat tijdens een periode van voorlopige kredieten een bestuur geen verbintenissen kan aangaan die te maken hebben met nog niet goedgekeurde investeringsenveloppen;
-
Gelet op het gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005 en latere wijzigingen.
BESLUIT: In openbare zitting Artikel 1: - De gemeenteraad neemt kennis van voorlopige kredieten gelijk aan twee twaalfden van de kredieten voorzien in het exploitatiebudget van het boekjaar 2015. Artikel 2: - Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de financiële dienst en het secretariaat. 7. BELASTING- EN RETRIBUTIEREGLEMENTEN / TOELAGEREGLEMENT - AANPASSINGEN A) CONTANTE BELASTING OP HET GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN NAAR AANLEIDING VAN MARKTEN / KERMISSEN / ROMMELMARKTEN / … DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd sinds 04 oktober 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat het verbruik van elektriciteit op de Grote Markt rechtstreeks aan de verbruikers wordt aangerekend;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 15 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Van Waesberghe, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) bij 8 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een plaatsrecht geheven voor de markten en de kermissen op het grondgebied van de gemeente. A. Wekelijkse markt van koopwaren (Grote Markt / Pierets - De Colvenaerplein) Artikel 2: - Voor het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van de wekelijkse markt wordt het plaatsrecht vastgesteld als volgt: - 17,00 EUR per lopende meter per kwartaal voor de vaste marktkramers; -
3,00 EUR per lopende meter en per dag voor de risicoplaatsen.
Elk gedeelte van een lopende meter wordt als een volle lopende meter beschouwd. De belasting is verschuldigd door de gebruiker. Vanaf de dag dat de gemeente een brief ontvangt tot opzeg van het plaatsrecht gebeurt er een verrekening pro rata temporis. Voor het gebruik van de elektrische aansluitingskasten op de Grote Markt, gelden volgende retributies : - Vaste marktkramers (enkel verlichting): 71,00 EUR per semester - Vaste marktkramers (ook elektrische koel- en/of verwarmingsinstallatie): 142,00 EUR per semester - Risicoplaatsen (enkel verlichting) : 3,30 EUR per marktdag - Risicoplaatsen (ook elektrische koel- en/of verwarmingsinstallatie): 6,60 EUR per marktdag Artikel 3: - De belasting voor een risicoplaats wordt vanaf het ogenblik van het plaatsen contant betaald tegen afgifte van een kwitantie. De belasting voor een standplaats voor de vaste marktkramers wordt ingevorderd bij wege van een kohier, dat door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard. De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning Artikel 4: - Voor koopwaren die, hetzij los op de grond of in recipiënten worden uitgestald, geldt hetzelfde tarief zoals bepaald in artikel 2.
Iedere verpakking wordt beschouwd als ten minste één lopende meter oppervlakte in te nemen. Artikel 5: - Voor de verkoop of de uitstalling op kramen, voertuigen en soortgelijke, of op de voetpaden der straten binnen een afstand van 150 m. van de marktpleinen wordt een plaatsrecht van 3,00 EUR per lopende meter per dag of 17,00 EUR per lopende meter per 3 maanden geheven. Elk gedeelte van een lopende meter wordt als een volle lopende meter beschouwd. Vanaf de dag dat de gemeente een brief ontvangt tot opzeg van het plaatsrecht gebeurt er een verrekening pro rata temporis. Artikel 6: - De belasting voor een dagstandplaats wordt vanaf het ogenblik van het plaatsen contant betaald tegen afgifte van een kwitantie. De belasting voor een 3-maandelijke standplaats voor de vaste marktkramers wordt ingevorderd bij wege van een kohier, dat door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard. De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning B. Gebakkramen die het ganse jaar plaatsnemen op het marktplein Artikel 7: - Gebakkramen die het ganse jaar plaatsnemen op het marktplein betalen per kwartaal 668,00 EUR standgeld indien er een consumptiezaal is aangehecht en 162,00 EUR indien er geen consumptiezaal is aangehecht. Deze belasting wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting. C. Eéndaags of meerdaags (aaneengesloten periode) gebruik van het openbaar domein voor organisatie van avond-, rommel-, kerstmarkten, braderieën, optredens Artikel 8: A. Voor het terbeschikking stellen van het openbaar domein aan derden om er een eendaagse of meerdaagse (aaneengesloten periode) avondmarkt, rommelmarkt, kerstmarkt, braderie of optreden te organiseren §1: Tarieven: -
-
-
Grote Markt tussen R4 en Marktstraat: 547,00 euro per dag (incl. forfaitaire elektriciteitsbijdrage); Grote Markt tussen Marktstraat en Fr. Wittoucklaan (eventueel inclusief Pierets - De Colvenaerplein): 435,00 euro per dag(incl. forfaitaire elektriciteitsbijdrage); Grote Markt tussen R4 en Fr. Wittoucklaan (eventueel inclusief Pierets De Colvenaerplein): 825,00 euro per dag(incl. forfaitaire elektriciteitsbijdrage); Groenplein: 334,00 euro per dag; Andere straten/pleinen: 61,00 euro per dag.
Voor meerdaags gebruik wordt het dagtarief voor de pleinen a) tot en met d) verminderd met 10% per dag vanaf de tweede gebruiksdag (= - 10% voor dag 2, 20% voor dag 3, …). §2: Avond-, rommel-, kerstmarkten, braderieën of optredens georganiseerd door de gemeente erkende raden en de verenigingen lid van deze raden, door de in de gemeenteraad vertegenwoordigde politieke partijen en hun aanverwante organisaties alsook door de gemeentelijke feestcommissie, lokale feestcomités of plaatselijke handelsverenigingen worden van de belasting vrijgesteld. §3: Indien meerdere kandidaturen worden ontvangen voor de organisatie van een avond-, rommel-, kerstmarkt of een braderie wordt de terbeschikkingstelling van het openbaar domein toegewezen door het College van Burgemeester en Schepenen op basis van het advies van de gemeentelijke marktcommissie; data
van de avondmarkten alsook de aanduiding van de beroepsvereniging die zal instaan voor de organisatie ervan zal het onderwerp uitmaken van een advies van de gemeentelijke marktcommissie. B. Voor het innemen van het openbaar domein (standgeld) naar aanleiding van een rommelmarkt georganiseerd door het gemeentebestuur §1: Grote Markt / Pierets – De Colvenaerplein §1.1: voor de verkoop van tweedehands artikelen: 2,30 euro/lopende meter §1.2: voor de verkoop van nieuwe artikelen: 3 euro per lopende meter per dag §2: andere locaties in Zelzate §2.1: voor de verkoop van tweedehands artikelen: 1,15 euro/lopende meter §2.2: voor de verkoop van nieuwe artikelen: 1,5 euro per lopende meter per dag D. Kermissen Artikel 9: - Voor het plaatsen van attracties of welkdanige foorinstellingen op de erkende kermissen zal een forfaitair plaatsrecht worden betaald Attractie of kraam
Paas- en augustuskermis
De Katte, Groenplein, Wittouck
Autoscooter
506 €
253 €
lunapark
304 €
101 €
81 €
41 €
152 €
76 €
frituur
51 €
51 €
Hamburger, hotdog
51 €
51 €
suikerspin
51 €
51 €
Spelen ( visspel, …) Kindermolens
Voor woonwagens, caravans, of mobilhomes die op de Grote Markt geplaatst staan, dient een plaatsrecht van 51 € per kermis betaald te worden. De belasting is verschuldigd door de exploitant van de kermisinstallatie. De belastingplichtig is gehouden uiterlijk 24 uur voor het plaatsen, het gemeentebestuur daarover in te lichten en de ingenomen oppervlakte aan te geven. Het is het Schepencollege toegelaten door haar te bepalen belangrijke kermisinstellingen bij aanbesteding of bij aanbod toe te laten. De belasting moet vanaf het ogenblik van het plaatsen contant worden betaald, tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting. Voor het gebruik van de elektrische aansluitingskasten (marktkasten) gelden volgende retributies : - 32A-240V-monofasig (CEE-stekker / beveiligd met 25A) : 15,00 EUR per dag - 63A-240V-driefasig (CEE-stekker / beveiligd met 50A) : 30,00 EUR per dag E. Diversen Artikel 10: - Ambulante handelaars die een standplaats innemen op het openbaar domein buiten de onder A, B of C vermelde organisaties betalen een plaatsrecht van 64,00 euro per dag. De belasting moet vanaf het ogenblik van het plaatsen contant worden betaald, tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting.
Voor het elektriciteitsverbruik via de marktkasten dient een retributie betaald te worden : - Enkel verlichting : 3,30 EUR per dag - Verlichting / elektrische koel- en/of verwarmingsinstallatie : 6,60 EUR per dag Artikel 11: - Er is geen teruggave of vermindering van belasting mogelijk indien door bepaalde omstandigheden de markt van koopwaren of de kermissen op andere plaatsen dan gebruikelijk worden gehouden. Artikel 12: - De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning Artikel 13: - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheidsen moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 14: - Het gemeenteraadsbesluit d.d. 27 augustus 2007, en zijn latere wijzigingen, houdende invoering van een contante belasting op markten en kermissen wordt opgeheven. Artikel 15: - Deze verordening zal aan de heer provinciegouverneur worden overgemaakt. B) BELASTING OP DE BANK- EN FINANCIERINGSINSTELLINGEN Notulering stemgedrag van de PVDA+-fractie in toepassing van artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: ”De financiële instellingen in onze gemeente kunnen in verhouding tot hun winsten best wat meer afdragen aan de gemeenschap, daarom onthouden wij ons in deze stemming over de hernieuwing van deze belasting tegen een veel te bescheiden tarief.” DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT:
In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) bij 11 onthoudingen (Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de bank- en financieringsinstellingen. Wordt voor de toepassing van deze belasting als dusdanig aanzien, elke bank-, financierings-, kredietinstelling, factoringbedrijf, spaarbank of wisselkantoor en alle andere inrichtingen die zich met dergelijke bank- of financieringsactiviteiten inlaten, hun agentschappen, bijkantoren, de eenmanszaken, de automaten bestemd voor bankverrichtingen en nachtkluizen, die gevestigd of geïnstalleerd zijn op het grondgebied van de gemeente en voor het publiek toegankelijk zijn. Met eenmanszaak wordt bedoeld de inrichting die spaar-, leen-, wissel- en/of hypotheekverrichtingen aanbiedt en door één persoon in hoofd- of nevenberoep wordt geëxploiteerd onder eigen naam en/of als waarnemer van een agentschap of bijkantoor van een instelling, opgesomd in het vorig lid van dit artikel. Onder nevenberoep wordt in het raam van deze verordening verstaan het aanbieden van voornoemde diensten door een loon- of weddetrekkende onderworpen aan het stelsel van de Rijksmaatschappelijke zekerheid. In ieder ander geval wordt dergelijke dienstverlening als de uitoefening van een hoofdberoep beschouwd. Onder automaten bestemd voor bankverrichtingen wordt verstaan, de toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen en/of spaar- of betaalverrichtingen te doen. Een inrichting wordt door deze belasting als publiek op enigerlei wijze toegankelijk beschouwd wanneer het cliënteel er terecht kan voor bank- en/of financieringsverrichtingen, ongeacht of het grootste deel van bedoelde verrichtingen al dan niet ter plaatse wordt afgehandeld. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de vorenbedoelde instellingen, agentschappen of bijkantoren, eenmanszaken, automaten bestemd voor bankverrichtingen en nachtkluizen worden geëxploiteerd. Artikel 3: - Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 637,00 EUR per instelling als bedoeld in artikel 1. De belasting wordt vermeerderd met 47,00 EUR voor ieder beschikbaar loket vanaf het vierde. Worden eveneens als loket beschouwd: een automaat bestemd voor bankverrichtingen; een nachtkluis; een bedieningsruimte aan een balie van 1,5 strekkende meter; een bedieningspunt ingericht om een klant te ontvangen als zulks niet aan een loket of balie gebeurt; Voor eenmanszaken bedraagt de belasting 159,00 EUR in zoverre zij over maximum twee loketten beschikken. Artikel 4: - De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd vanaf 01 januari van het aanslagjaar voor de op dat ogenblik reeds bestaande instellingen. Artikel 5: - De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Van de verandering van houder of van de definitieve stopzetting van bedrijvigheid dient binnen de maand aangifte te worden gedaan bij het gemeentebestuur. Artikel 6: - Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 7: - De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met het bedrag van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 8: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 9: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 10: - De belastingplichtige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 11: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 12: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 13: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. C) CONTANTE BELASTING OP DE AFGIFTE VAN GETUIGSCHRIFTEN OF ANDERE STUKKEN HERNIEUWING DE RAAD: -
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30 december 2013 heffen en latere wijzigingen om een contante belasting op de afgifte van getuigschriften of andere stukken te heffen;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015, zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
-
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en zijn latere wijzigingen.
BESLUIT: In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 9 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke) bij 2 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een contante belasting geheven op de afgifte van getuigschriften of andere stukken. De belasting valt ten laste van natuurlijke of rechtspersonen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. Artikel 2: - Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald: a) op de afgifte van allerlei getuigschriften, uittreksels, afschriften, legalisaties, vergunningen, enz., die ambtshalve of op verzoek worden uitgereikt: - 2,75 EUR voor een enig of een eerste exemplaar; - 1,65 EUR voor een tweede en elk volgend exemplaar dat gelijktijdig met het eerste exemplaar wordt afgegeven. b) op de afgifte, vernieuwing of vervanging (bij verlies/diefstal) van elektronische identiteitskaarten (afgekort eID): - 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Binnenlandse Zaken; - op een elektronische identiteitskaart waarvan blijkt dat deze niet functioneert ingevolge een technisch defect wordt bij vervanging geen gemeentebelasting aangerekend. c) op de afgifte, vernieuwing, verlenging of vervanging van een elektronische vreemdelingenkaart (afgekort eVK): - 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Binnenlandse Zaken; - op een elektronische vreemdelingenkaart waarvan blijkt dat deze niet functioneert ingevolge een technisch defect wordt bij vervanging geen gemeentebelasting aangerekend. d) op de afgifte van reispassen: minderjarigen jonger dan 12 jaar: 2,75 EUR taks voor legalisatie van de handtekening door de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken; minderjarigen van 12 tot 18 jaar: 5,50 EUR voor een reispas geldig gedurende vijf jaar + 2,75 EUR taks voor legalisatie van de handtekening door de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken; meerderjarigen vanaf 18 jaar: 8,25 EUR voor een reispas geldig gedurende vijf jaar, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en met eventuele kanselarijrechten. e) op de afgifte van inlichtingen uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister: 1,10 EUR per verstrekte inlichting; deze inlichtingen kunnen enkel verkregen worden indien deze nodig zijn in het kader van een juridische procedure gevoerd door de aanvrager.
f) op de afgifte van huwelijksboekjes: 20,00 EUR per boekje. deze belasting dekt tezelfdertijd de afgifte van het huwelijksattest dat in het boekje is opgenomen en de levering van het boekje zelf. g) op de afgifte van huisnummers: een huisnummer wordt gratis terbeschikking gesteld; indien een persoon zich niet of niet tijdig aanmeldt ter afhaling van het huisnummer wordt voor elke nieuwe oproeping een belasting van 1,50 euro aangerekend. h) op de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een openbaar onderzoek noodzakelijk was: aan werkelijke kostprijs; i) op de afgifte van inlichtingen op vlak van stedenbouw en milieu: - uittreksel uit het vergunningenregister: 25,00 EUR per stuk - uittreksel uit het plannenregister: 25,00 EUR per stuk - inlichtingenformulier: 70,00 EUR per stuk - inlichtingenformulier + uittreksel uit het vergunningenregister + uittreksel uit het plannenregister: 80,00 EUR; de belasting is verschuldigd per aanvraag en per kadastraal perceel waarover inlichtingen opgevraagd worden. j) op de afgifte van of de procedure tot het bekomen, veranderen, overname van een (tijdelijke) milieuvergunning: 28,00 euro voor een melding klasse 3; 82,00 euro voor een milieuvergunning klasse 2 of wijzigen van de milieuvoorwaarden ervan; 400,00 euro voor een milieuvergunning klasse 1 of wijzigen van de milieuvoorwaarden ervan; 55,00 euro voor een aktename van mededeling kleine verandering indien de beslissing dient genomen te worden door het college van burgemeester en schepenen . k) op de organisatie van een openbaar onderzoek: frankeerkosten voor de aangetekende verzendingen en publicatiekosten worden gedragen door de aanvrager l) op de bekendmaking van een beslissing in een regionaal dag- of weekblad: publicatiekosten worden door de aanvrager gedragen m) op de afgifte van een rijbewijs in bankkaartmodel: - 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Mobiliteit en Vervoer. n) op de afgifte van een internationaal rijbewijs: - 4,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Mobiliteit en Vervoer. o) op de afgifte van een conformiteitsattest: - 62,5 EUR per aangevraagd/afgeleverd conformiteitsattest verhoogd met 12,5 EUR per kamer vanaf de zesde kamer in een kamerwoning en met een maximum van 1.250,00 EUR. p) op de afgifte van een visvergunning: - dagvergunning aangekocht aan het loket of bij een door het college van burgemeester en schepenen aangeduide handelszaak: 3 euro; - dagvergunning aangekocht n.a.v. een controlebezoek door politie of gemachtigde controleur: 10 euro; - jaarvergunning voor inwoners: 15 euro; - jaarvergunning voor niet-inwoners: 25 euro. Artikel 3: - De belasting wordt contant betaald op het ogenblik van de afgifte van het belastbaar stuk of door voorafgaandelijke storting op de rekening IBAN BE53 0910 0035 1653, BIC GKCCBEBB) van de gemeente Zelzate.
De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot bekomen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag van de belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag afgegeven kan worden. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 4: - Zijn van de belasting vrijgesteld: a) de stukken welke krachtens een wet, een Koninklijk Besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen afgeleverd; b) de machtiging met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties; c) de machtiging met betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente; d) alle getuigschriften en uittreksels wanneer deze worden afgeleverd aan eenieder die verklaart dat voormelde stukken dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving; e) alle identiteitsstukken die aan een kind jonger dan 12 jaar (met of zonder foto) afgegeven worden. Artikel 5: - De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een Koninklijk Besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve der gemeente onderworpen is. De gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmede gelijkgestelde instellingen van openbaar nut zijn eveneens van deze belasting vrijgesteld. Artikel 6: - Wanneer het gemeentebestuur ertoe gehouden is de door particulieren of privé-instellingen gevraagde administratieve stukken op te sturen via de postdiensten, wordt een bijkomend recht geheven, gelijk aan de verzendingskosten waartoe deze stukken aanleiding hebben gegeven, ook als de afgifte ervan kosteloos is, te betalen door diegenen die erom verzoeken. Artikel 7: - Degenen die menen ten onrechte te zijn belast kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het moet schriftelijk worden gedaan, met redenen omkleed zijn en overhandigd of per post verzonden worden binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Artikel 8: - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 24 december 1996 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 7 tot 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten, rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van Inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft onder andere de verjaringen en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name met de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 10: - Dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid en aan de financieel beheerder overgemaakt. D) BELASTING OP BEDRIJVEN
Notulering stemgedrag van de PVDA+-fractie in toepassing van artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: “Dit reglement zou met een wijziging van de tarieven voor onbebouwde bedrijfsoppervlakte de gemeente een meeropbrengst opleveren van meer dan 460 000 euro waarbij enkel de 10 grootste ondernemingen op Zelzaats grondgebied progressief meer zouden bijdragen, terwijl de kleinere ondernemingen ontzien zouden worden. Aangezien het college daar niet op wenst in te gaan, onthouden wij ons in deze stemming.” DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) bij 11 onthoudingen (Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - Voor het aanslagjaar 2016 wordt ten behoeve van de gemeente Zelzate een belasting op bedrijfsvestigingen geheven. Artikel 2: - Aan de belasting zijn onderworpen: de zelfstandigen en de vennootschappen die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden. Artikel 3: - Voor de toepassing van dit besluit wordt het volgende verstaan onder:
zelfstandige: elke natuurlijke persoon die in hoofd- of bijberoep een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent, inclusief elke zelfstandige helper;
vennootschap: elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht, een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen bezighoudt, evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening;
vestiging: elk (gedeelte van een) onroerend goed of meerdere onroerende
goederen die samen een geheel of complex vormen, dat voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of wordt gebruikt en/of elke activiteitskern, elk(e) lokaliteit of centrum van werkzaamheden of elk (geheel van) ruimte(n), onder gelijk welke vorm en van individuele of collectieve aard, die/dat voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of wordt gebruikt, evenals een maatschappelijke zetel en/of een zetel of lokaliteit van bestuur, beheer of administratie;
agrarisch bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend bestaan uit landbouw en/of tuinbouw;
landbouw: een zelfstandige bedrijvigheid gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt;
akkerbouw: een zelfstandige bedrijvigheid gericht op het telen van granen, nijverheidsgewassen, voedergewassen, aardappelen, peulvruchten, pootgoed, landbouwzaden en/of aanverwante gewassen, met het oog op een geregelde verkoop van de voortgebrachte producten;
weidebouw: een zelfstandige bedrijvigheid gericht op het exploiteren van blijvend grasland als voedselbron voor dieren welke door het bedrijf bedrijfsmatig voor gebruiks- of winstdoeleinden worden gehouden;
bosbouw: een zelfstandige bedrijvigheid gericht op het aanleggen en exploiteren van bossen, met inbegrip van de bosboomkwekerij;
veeteelt: een zelfstandige bedrijvigheid gericht op het houden van dieren voor de vlees-, melk- of eierproductie en/of het kweken/fokken van dieren voor de vacht of het bekomen van jongen, met het oog op een geregelde verkoop van de voortgebrachte producten;
tuinbouw: een zelfstandige bedrijvigheid gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten, met het oog op een geregelde verkoop van de voortgebrachte producten;
landbouw- en/of tuinbouwoppervlakte: oppervlakte voor de landbouw en/of tuinbouw van een agrarisch bedrijf (teeltgronden, oppervlakte in serres, …);
serre: elke duurzame constructie die bestemd is of gebruikt wordt voor tuinbouw;
teeltgrond: grond waarvan de bodem bestemd is of gebruikt wordt als voedingsbodem voor de producten die erop worden geteeld in het kader van landbouw en/of tuinbouw;
openluchtrecreatief bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend bestaan uit het exploiteren van kampeerterreinen en andere openluchtrecreatieve accommodaties van toeristische aard, sportinstallaties, dieren- en botanische tuinen/parken/markten, openluchtmusea en natuur- en wildreservaten;
Artikel 4: § 1 Elke belastingplichtige is de belasting verschuldigd afzonderlijk per vestiging hoe ook genoemd, die door hem/haar wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden en op het grondgebied van de gemeente Zelzate is gelegen. § 2
De belasting wordt, ongeacht de kadastrale indeling, vastgesteld rekening houdend met de totale gebouwde en/of onbebouwde oppervlakte van het goed waarop de vestiging zich bevindt.
§ 3
Alle oppervlakten van het goed waarop de vestiging zich bevindt, die door de belastingplichtige worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, zijn belastbaar. Oppervlakte die bestemd is voor of in aanmerking kan komen voor gebruik door de belastingplichtige, is een onderdeel van en wordt ook meegerekend tot de gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Om belastbaar te zijn, volstaat het dat oppervlakte eventueel (nog) kan
worden gebruikt, ook al wordt deze oppervlakte op 1 januari van het aanslagjaar niet effectief gebruikt (bv. braakliggende of woeste gronden, improductieve oppervlakte, …). Onder "gebruik" moet elke vorm van gebruik worden verstaan, met inbegrip van het gebruik als (toegangs)weg, parking, plantsoen, grasstrook, groenzone, sportterrein, laad-, los- of stortplaats, stockageruimte, bufferzone, weiland, ... (niet-limitatieve opsomming). Gronden die palen aan, behoren tot of gelegen zijn nabij de door de belastingplichtige gebruikte of tot gebruik voorbehouden vestiging en die een bestemming kregen voor de werkzaamheden of de beroeps- of bedrijfsdoeleinden van deze belastingplichtige en/of hiermee een functionele band hebben, maken voor de vaststelling van de belasting steeds integrerend deel uit van het goed waarop de vestiging van deze belastingplichtige zich bevindt en worden voor de vaststelling van de belasting uitsluitend gerekend tot de door deze belastingplichtige gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. § 4
De gebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, worden voor de vaststelling van de belasting evenredig verdeeld over het aantal belastingplichtigen dat op het goed een vestiging gebruikt of tot gebruik voorbehoudt. Voor de onbebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, wordt het gedeelte dat per belastingplichtige in aanmerking te nemen is, vastgesteld pro rato van de voor elke belastingplichtige belastbare gebouwde oppervlakte ten opzichte van de totale belastbare gebouwde oppervlakte op het gehele goed.
§ 5
Voor de vaststelling van de gebouwde oppervlakte van het goed wordt die van de laagste bovengrondse verdieping in aanmerking genomen. Oppervlakten die van elkaar gescheiden zijn door een weg, een gracht, … en die overeenkomstig § 3 belastbaar zijn in hoofde van dezelfde belastingplichtige, worden als één goed beschouwd. Desgevallend wordt voor de vaststelling van de belasting de som of het geheel van de bewuste oppervlakten in aanmerking genomen.
Artikel 5: - In het geval dat op hetzelfde vestigingsadres twee of meer zelfstandigen in gezinsverband leven en er elk als natuurlijke persoon een vestiging gebruiken of tot gebruik voorbehouden, kan ervoor worden gekozen dat slechts één van die personen wordt belast, met dien verstande dat steeds de hoogste aanslag verschuldigd is. Het gezinslid dat de belasting draagt, is belastbaar voor de som of het geheel van alle belastbare gebouwde en/of onbebouwde oppervlakten gelegen op het vestigingsadres. Het gezinslid dat de belasting niet zal dragen en niet vrijgesteld is van de aangifteplicht zoals voorzien in artikel 6, moet op straffe van verval op zijn/haar aangifteformulier de onherroepelijke keuze (naam en referentienummer) vermelden van het gezinslid dat de belasting zal dragen. Het gezinslid dat de belasting niet zal dragen en aan wie een voorstel van aangifte wordt ter beschikking gesteld, moet op straffe van verval zijn/haar voorstel van aangifte indienen bij het gemeentebestuur van Zelzate – Grote Markt 1, 9060 Zelzate, vergezeld van een schrijven waarin de onherroepelijke keuze (naam en referentienummer) wordt vermeld van het gezinslid dat de belasting zal dragen. Artikel 6: § 1 Elke belastingplichtige moet uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar per vestiging afzonderlijk aangifte doen op een aangifteformulier dat het gemeentebestuur Zelzate ter beschikking stelt. De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte(n) moet(en)
binnen de hiervoor gestelde termijn toekomen bij het gemeentebestuur van Zelzate – Grote Markt 1, 9060 Zelzate. § 2
Indien op het voorstel van aangifte opgemaakt door het gemeentebestuur onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar het voorstel van aangifte gedag- en genaamtekend indienen bij het gemeentebestuur van Zelzate – Grote Markt 1, 9060 Zelzate, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of vervolledigingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige, in afwijking van het bepaalde in §2 eerste lid, het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur van Zelzate. Het voorstel van aangifte, dat zo nodig wordt verbeterd of vervolledigd binnen de in §2 eerste lid vermelde termijn, heeft dezelfde waarde als een tijdig ingediende aangifte.
§ 3
Indien de belastingplichtige evenwel de in §2 eerste lid voorziene verplichting niet tijdig naleeft en/of onjuiste en/of onvolledige gegevens vermeldt en/of foutieve verbeteringen aanbrengt op het voorstel van aangifte, wordt het voorstel van aangifte gelijkgesteld met een gebrek aan aangifte binnen de in §1 gestelde termijn en/of met een onjuiste aangifte en zijn de bepalingen van artikel 11 van toepassing.
§ 4 Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige vanwege het gemeentebestuur geen aangifteformulier ontvangt, moet de belastingplichtige het aangifteformulier afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur van Zelzate – rekendienst - Grote Markt 2-4 te 9060 Zelzate. § 5
Elke zelfstandige en elke vennootschap die: voor het eerst de hoedanigheid van belastingplichtige aanneemt of die de hoedanigheid van belastingplichtige volledig en definitief stopzet; op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere (nieuwe/bijkomende) vestigingen in gebruik neemt en/of één of meerdere vestigingen sluit; zijn/haar naam, rechtsvorm, briefwisselings- en/of vestigingsadres op het grondgebied van de gemeente Zelzate wijzigt; moet binnen de maand, uit eigen beweging, het gemeentebestuur van Zelzate - rekendienst, Grote Markt 2-4 te 9060 Zelzate, hiervan schriftelijk in kennis stellen en de nodige bewijzen bijvoegen.
Artikel 7: § 1 De belasting wordt per vestiging als volgt vastgesteld: A.voor alle belastingplichtigen (uitgezonderd de agrarische bedrijven) met een totale belastbare gebouwde en/of onbebouwde oppervlakte a) tot 0,5 ha: 0,0354 EUR/m² gebouwde oppervlakte, 0,0177 EUR/m² onbebouwde oppervlakte, met een minimum van 151,00 EUR b) van meer dan 0,5 ha tot 1 ha: 0,1422 EUR/m² gebouwde oppervlakte,
0,071 EUR/m² onbebouwde oppervlakte, c) van meer dan 1 ha: 0,283 EUR/m² gebouwde oppervlakte, 0,142 EUR/m² onbebouwde oppervlakte, Voor openluchtrecreatieve bedrijven wordt - naast de gewone taxatie voor de gebouwde oppervlakte - de onbebouwde oppervlakte belast tegen 0,01772 EUR/m², met dien verstande dat steeds de minimumbelasting van 151,00 EUR verschuldigd is. Belastingplichtigen die door hun aard en voor de uitvoering van hun bedrijvigheid ook effectief teeltgronden en/of serres voor landbouw en/of tuinbouw gebruiken, worden - naast de gewone taxatie voor de andere belastbare gebouwde en/of onbebouwde oppervlakten - voor bedoeld areaal belast tegen het tarief voor agrarische bedrijven. B. voor agrarische bedrijven:
forfaitair: 151,00 EUR tot 20 ha landbouwoppervlakte en 5 ha tuinbouwoppervlakte in open lucht en 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres;
meer dan 20 ha landbouwoppervlakte en/of 5 ha tuinbouwoppervlakte in open lucht en/of 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres: 151,00 EUR, vermeerderd met: 10,63 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 20 ha landbouwoppervlakte; 31,88 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 5 ha tuinbouwoppervlakte in de open lucht; 0,064 EUR per bijkomende m² of gedeelte van m² boven de 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres.
§ 2
In afwijking van § 1 wordt voor de belastingplichtigen die op 1 januari van het aanslagjaar 60 jaar of ouder zijn en een rust- en/of overlevingspensioen ontvangen, de belasting per vestiging vastgesteld op 31,00 EUR.
§ 3
Een fractie van één m² wordt als een eenheid beschouwd. Voor landbouwoppervlakte en/of tuinbouwoppervlakte in open lucht wordt een fractie van één hectare als een eenheid beschouwd.”
Artikel 8: § 1 Zelfstandigen en vennootschappen van wie werkzaamheden in de gemeente Zelzate zijn gelokaliseerd/plaatshebben, hebben er minstens één belastbare vestiging - zoals bedoeld in artikel 3 - en behoren als zodanig tot de belastingplichtigen. § 2
Een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend een ambulant karakter hebben, heeft een belastbare vestiging op het adres van zijn/haar in de gemeente Zelzate gelegen verblijfplaats (waar in het kader van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden de opslag van goederen of materiaal, de voorbereiding, de planning, de organisatie, de administratieve ondersteuning of het beheer in de ruimste zin gebeurt of kan plaatsvinden) of maatschappelijke zetel.
Artikel 9: § 1
Zowel rechtspersonen die vallen onder het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting als rechtspersonen die een winstoogmerk hebben, maar niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, worden meegerekend tot de vennootschappen bedoeld in artikel 3.
§ 2
De rechtspersonen bedoeld in de artikelen 180, 181 en 182 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, worden niet meegerekend tot de vennootschappen bedoeld in artikel 3.
Artikel 10:
§ 1
De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de belastbare oppervlakte vermindert en/of een belastbare vestiging wordt gesloten, geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.
§ 2
Indien bewezen wordt dat een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief beëindigde of indien bewezen wordt dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief ophield te bestaan, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of bij een inactiviteit of zolang de vereffening van een vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan.
Artikel 11: § 1
* *
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6, §1 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en vermeerderd met volgende belastingverhogingen: eerste overtreding: 50% verhoging van de verschuldigde belasting; vanaf de tweede overtreding: 100% verhoging van de verschuldigde belasting.
§ 2
Bij de bepaling van het toe te passen percent van de belastingverhogingen worden de vorige overtredingen inzake aangifte in de bedrijvenbelasting in aanmerking genomen die werden vastgesteld voor de laatste vier aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarvoor de nieuwe overtreding werd vastgesteld.
§ 3
De belastingverhogingen bedragen in toepassing van §1 minimaal 15,40 EUR.
Artikel 12: § 1 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohieren welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard gemeentebestuur van Zelzate – Grote Markt 1, 9060 Zelzate. § 2
Het model van de te gebruiken formulieren wordt door het gemeentebestuur van Zelzate – Grote Markt 1, 9060 Zelzate vastgesteld.
Artikel 13: - De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 14: - De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De financieel beheerder is belast met de inning en de dwanginvordering van de belasting. Artikel 15: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Artikel 16: - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheidsen moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 17: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. E) BELASTING OP DE EERSTE AANLEG VAN TROTTOIRS EN OPRITTEN BEHORENDE TOT DE OPENBARE WEG DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 3 neen-stemmen (Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert) bij 8 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke: Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de eerste aanleg van trottoirs en opritten behorende tot de openbare weg. Artikel 2: - De belasting wordt bepaald op: a) ingeval van uitvoering door derden: 75 % van de eenheidsprijzen van de in het jaar van uitvoering geldende eenheidsprijzen voor de opdracht tot onderhoud van de wegenis; b) ingeval van uitvoering door eigen diensten: 75% van de door de gemeente gedane kosten (personeel en materiaalkosten) De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het aanpalend perceel op de dag dat de beëindiging der werken vastgesteld wordt via het proces-verbaal van voorlopige oplevering der werken of bij gemis van een dergelijk procesverbaal, bij besluit van het College van Burgemeester en Schepenen. Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verscheidene personen wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige belasting. Voor de percelen bezwaard met vruchtgebruik of een ander
zakelijk recht zijn zowel de eigenaar als de houder van het zakelijk recht solidair en ondeelbaar gehouden tot het betalen van de volledig belasting. Artikel 3: - De belasting wordt berekend op basis van eenheidsprijzen en van de uitgevoerde hoeveelheden voor elk perceel afzonderlijk. De maximumbreedte van het trottoir dat in aanmerking genomen wordt voor de vaststelling van het bedrag van de belasting kan slechts berekend worden op een trottoirbreedte van 2 meter voor straten van minder dan 10 m. breedte, 2,5 m. voor straten van 10 tot min. dan 15 m., 3 m. voor straten van 15 tot min. dan 25 m. breedte en op 5 m. voor straten van minstens 25 m. breedte. De meerdere breedte der voetpaden blijft ten laste van het gemeentebestuur. Bij de berekening van de belastbare oppervlakte van de opritten wordt altijd de werkelijke breedte tussen greppel en rooilijn genomen. Voor de hoekpercelen, deze zullen langs de weg waar de werken het laatst geschieden, niet aangeslagen worden voor een lengte van het hoekpunt gerekend van: 10 m. als de rooilijnen een hoek vormen van 0° tot 45°; 7,5 m. als de rooilijnen een hoek vormen van meer dan 45° tot 90°; 5 m. als de rooilijnen een hoek vormen van meer dan 90° tot 135°. Als de werken in deze twee wegen tegelijkertijd geschieden zal de voornoemde vrijstelling toegepast worden voor de lengte die aanleiding geeft tot de laagste taks. In geen geval zal er voor de twee wegen een vrijstelling toegestaan worden. De verkaveling of vormverandering van een eigendom zal generlei verandering van de in dit artikel voorziene vrijstellingen tengevolge hebben; ze zullen blijven zoals zij in de door het College van Burgemeester en Schepenen afgesloten belastingkohier bepaald zijn. Artikel 4: - De belasting wordt gekweten hetzij door een eenmalige betaling, hetzij door middel van jaarlijkse schijven. In dit laatste geval bestaat de te betalen jaarlijkse belasting uit de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat aangewend werd ter betaling der terugvorderbare uitgaven, vermeerderd met het bedrag van de intrest die op het nietteruggestorte gedeelte moet worden betaald. De jaarlijkse belastingen worden als volgt berekend: a) in geval een lening werd aangegaan ter financiering van de uitgave zal de aflossingswijze en -duur van de totale belastingschuld evenals de intrest en de berekening ervan dezelfde zijn als voor de lening die door de gemeente werd aangegaan; b) indien geen lening werd aangegaan of indien een lening werd aangegaan af te lossen op minder dan 10 jaar, dan is totale belastingschuld te vereffenen op 10 jaar door middel van jaarlijkse schijven. De intrest wordt in dit geval bepaald op 6 % te berekenen op het nog af te betalen gedeelte. De belastingplichtige moet de door hem gekozen betalingswijze kenbaar maken aan het gemeentebestuur binnen een termijn van één maand volgend op het hem toegestuurd bericht waarbij hem het beëindigen der werken en de verschuldigde belasting worden bekendgemaakt. Wanneer de belastingplichtige binnen de hierboven gestelde termijn van één maand zijn keuze aan het gemeentebestuur niet heeft medegedeeld, wordt hij geacht de betaling in jaarlijkse schijven te aanvaarden. Na één of meerdere jaarlijkse schijven betaald te hebben kan de belasting ook gekweten worden door het saldo van het kapitaal te betalen. In dit geval moet de belastingplichtige daartoe een schriftelijke aanvraag richten tot het College van Burgemeester en Schepenen vóór 1 januari van het dienstjaar waarin hij de vervroegde betaling van de nog resterende jaarlijkse schijven zou willen bekomen. Ingeval van eigendomsoverdracht onder levenden is het saldo van de nog verschuldigd belasting ineens eisbaar in hoofde van de eigendomoverdrager. Van iedere eigendomsoverdracht dient de eigendomsoverdrager het gemeentebestuur in kennis te stellen binnen de maand na het verlijden van de akte. Artikel 5: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 6: - De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de zending van het aanslagbiljet. Artikel 7: - De belastingplichtige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 8: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 9: - Van deze belasting wordt vrijgesteld de onbebouwde percelen gelegen in groenzones, agrarische gebieden en alle ander zones waarop het in beginsel ingevolge de plannen van aanleg of nadere bepalingen uit het decreet van 18 mei 1999 betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening, met latere wijzigingen niet toegelaten is uitsluitend woningen op te richten. Deze vrijstelling geldt enkel voor trottoirs en niet voor de opritten. Deze vrijstelling geldt ook voor de vaste staatseigendommen of gedeelten van staatseigendommen die aangewend worden voor een kosteloze of niet-kosteloze dienst tot nut van algemeen. Dezelfde vrijstelling geldt eveneens voor de provincies, de gemeenten, de OCMW's, de kerkfabrieken, evenals voor alle andere openbare instellingen, en dit voor hun goederen aangewend voor een kosteloze of niet-kosteloze dienst tot algemeen nut. Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt voor het verstrijken van een periode van 20 jaar te rekenen vanaf het eerste belastingjaar, is de jaarlijkse belasting volledig verschuldigd vanaf 1 januari hieropvolgend. Indien, bij het verstrijken der 20 jaren deze toestand nog geen einde heeft genomen, wordt het goed definitief vrijgesteld. Artikel 10: - De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde reglementen op de in voorgaande artikelen vermelde belastingen blijven van toepassing op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden. Artikel 11: - De gemeente verbindt zich ertoe aan de belastingplichtigen die de belasting in kapitaal hebben gekweten, de bedragen terug te betalen die moeten worden beschouwd als ten onrechte betaald ten gevolge van de intrekking of de niet-hernieuwing van de verordening of ten gevolgen van de verlaging van de aanslagvoeten. Artikel 12: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 13: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. F) CONTANTE BELASTING OP HET WEGHALEN DOOR OF IN OPDRACHT VAN HET GEMEENTEBESTUUR VAN AFVALSTOFFEN GESTORT OF ACHTERGELATEN OP NIETREGLEMENTAIRE PLAATSEN OF TIJDSTIPPEN OF IN NIET-REGLEMENTAIRE RECIPIËNTEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en
gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; -
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen: Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een contante belasting gevestigd op het weghalen door of in opdracht van het gemeentebestuur van afvalstoffen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire plaatsen of tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de persoon die gestort of achtergelaten heeft en dit zowel op het openbaar als op privaat domein. Zijn er meerdere personen dan zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Wanneer de dader van de storting niet kan worden geïdentificeerd is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de afvalstoffen. Artikel 3: - De belasting wordt, welke ook de hoeveelheid afval is, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen die ingesteld kunnen worden, bepaald als volgt: a. bij weghaling door het gemeentebestuur zelf: -
32 EUR per uur gebruik van de vrachtwagen met hijskraan; 15 EUR per manuur; 159 EUR vervoerkosten (stortkosten inbegrepen).
b. bij weghaling door de afvalintercommunale of firma: -
het totale factuurbedrag van de afvalintercommunale of firma voor de opruiming van het afval.
Er is in beide gevallen echter steeds een minimumaanslag van 157,00 EUR. Artikel 4: - De belasting is contant te betalen tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 5: - Degenen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt
afgeleverd. Artikel 6: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 7: - Verwijl- of moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 8: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. G) BELASTING OP DRIJFKRACHT DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen: Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een gemeentebelasting van 31,25 EUR per eenheid en per breuk van kilowatt gevestigd op de motoren waarover men beschikt voor de uitbating van een nijverheids-, landbouw- en handelsbedrijf evenals op de motoren waarover een uitoefenaar van een vrij beroep in de uitoefening van zijn beroep beschikt, ongeacht de krachtbron welke deze motoren in beweging brengt. De belasting slaat dienvolgens o.m. op de elektromotoren, de stoommachines, de verbrandingsmotoren, enz…. De belasting is eveneens verschuldigd voor de motoren waarover de belastingplichtige beschikt voor de uitbating van bijgebouwen van zijn bedrijf. Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden, iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens een maand op het grondgebied van de gemeente gevestigd is. Artikel 2: - De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motorenkracht tijdens het aanslagjaar. Ze wordt berekend per kalendermaand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld. Het definitief uit het bedrijf afvoeren van een motor geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden dat het toestel gedurende het aanslagjaar definitief is afgevoerd. Van deze belastingvermindering kan slechts worden genoten mits een aangifte aan het
gemeentebestuur binnen de 30 dagen na de definitieve afvoering. Deze aangifte is van substantiële aard. Artikel 3: - Iedere belastingplichtige, houder van in of buiten werking zijnde motoren, waarvan hij al dan niet eigenaar is, ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Ook de kracht van de volgens artikel 4 van belasting vrijgestelde motoren dient te worden aangegeven. Bij gebrek aan aangifte binnen de voormelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd conform de bepalingen van art. 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het dubbel van de verschuldigde belasting. Artikel 4: - De belasting is niet verschuldigd voor: 1) de eerste 40 kilowatt 2) de motoren van vaartuigen dienende voor het transport van goederen alsmede deze aan boord van bedoelde vaartuigen; 3) de motoren tijdelijk gebruikt op het grondgebied van een andere gemeente voor een onafgebroken periode van 3 maanden en voor zover dit gebruik in deze andere gemeente wordt belast, mits het doen van een aangifte uiterlijk 8 dagen na de aanvang van de verplaatsing van de motor naar die andere gemeente en voor zover de betaling van de belasting in deze andere gemeente(n) wordt bewezen. Zowel de hiervoor bedoelde aangifte als het leveren van het bewijs van betaling zijn van substantiële aard; 4) de motoren die heel het jaar stilliggen. De begin- en einddatum van de perioden van stilliggen moet ook schriftelijk worden meegedeeld aan het gemeentebestuur; 5) de motor van een elektrische generator voor het gedeelte van zijn vermogen dat bestemd is voor het drijven van de generator; 6) de reservemotor, die alleen maar in uitzonderingsgevallen wordt gebruikt; 7) de persluchtmotor; 8) de motor uitsluitend gebruikt voor watermaling, verwarming en verluchting; 9) de motoren van voertuigen die onder de verkeersbelasting vallen of speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld. Artikel 5: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier, dat door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard. Artikel 6: - De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7: - De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 8: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 9: - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheidsen moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 10: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. H) BELASTING OP DE VERSPREIDING VAN NIET-GEADRESSEERDE RECLAMEDRUKWERKEN EN VAN GELIJKGESTELDE PRODUCTEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd sinds 30/12/2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 20 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, , Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) bij 3 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder en Luc Verstraeten): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van niet-geadresseerde reclamedrukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid. Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.
De belasting wordt gevestigd op elk afzonderlijk te onderscheiden entiteit, ook al zijn de publicaties gebundeld en/of verpakt. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren. Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 5 of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld. Indien ook de verantwoordelijke uitgever niet gekend is, dan is respectievelijk de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid en de drukker hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 3: - De belasting wordt vastgesteld als volgt: a. voor de niet-geadresseerde reclamedrukwerken:
een forfaitair bedrag van 0,99 EUR per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van maximum twee pagina’s; een forfaitair bedrag van 1,98 EUR per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van maximum vier pagina’s; een forfaitair bedrag van 2,98 EUR per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van meer dan vier pagina’s.
b. voor de gelijkgestelde producten: -
een forfaitair bedrag van 0,99 EUR per schijf van 100 bedeelde exemplaren.
Behoudens andersluidende aangifte bestaat een bedeling over het ganse Zelzaatse grondgebied uit 5767 exemplaren. Artikel 4: - Van de belasting zijn vrijgesteld: de publiekrechtelijke personen; de vormings- en onderwijsinstellingen; de verenigingen zonder winstoogmerk voor zover zij sociale en/of culturele doeleinden nastreven en het drukwerk met het oog op deze doeleinden wordt verspreid; de door het gemeentebestuur van Zelzate erkende adviesraden; de politieke partijen; de kandidaten bij de gemeentelijke, provinciale, gewestelijke, federale of Europese verkiezingen; de overlijdensberichten. Artikel 5: - De belastingplichtige is gehouden ten laatste de dag vóór de dag waarop de verspreiding aanvangt, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur, en alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens te verstrekken. De aangifte bevat minstens de datum van bedeling, een bondige beschrijving van het exemplaar en bij drukwerken, het aantal pagina’s. Voor de periodieke verspreiding moet de aangifte ten laatste de dag vóór de dag waarop de eerste verspreiding aanvangt, aan het gemeentebestuur worden overgemaakt. Deze aangifte kan gelden voor de daaropvolgende verspreidingen. Artikel 6: - Bij gebrek aan aangifte binnen de hiervoor vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast overeenkomstig artikel 3, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 7: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 8: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9: - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 24 december 1996 zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstuk I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 7 tot 9bis(invordering van de belasting waaronder de nalatigheidintresten en de moratoire intresten; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van de wet op de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek (betreft onder meer de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zoverre zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 10: - Degenen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 11: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 12: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. I) HUISVUIL GERELATEERDE BELASTINGEN Notulering stemgedrag van de PVDA+-fractie in toepassing van artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: “Wij stemmen tegen dit reglement omdat dit reglement de burgers 2 keer doet betalen en afbreuk doet aan afvalophaling en inzameling als openbare dienst. Bovendien moeten burgers die een grote tuin hebben of bezig zijn met verbouwingen gevoelig meer betalen bij de aanvoer van hun afval.” DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 11 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - Voor het aanslagjaar 2016 worden volgende huisvuil gerelateerde belastingen geheven:
Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor ophalingen aan huis; Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor de deponeringen in het recyclagepark.
Artikel 2: - Volgende definities zijn van toepassing Gezin: Onder gezin wordt verstaan: - hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft; - hetzij een vereniging van 2 of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven. De belasting is verschuldigd voor - ieder gezin dat in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven op 1 januari 2016 - ieder gezin dat op 1 januari 2016 op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente; De belasting ten laste van een gezin wordt gevestigd ten laste van een gezinsverantwoordelijke, dit wil zeggen lastens één van de gezinsleden ouder dan 18 jaar, dat in het gezin zijn eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en zich als dusdanig tegenover derden kenbaar gemaakt heeft, als dusdanig optreedt of als dusdanig gekend is Zelfstandige: Onder zelfstandige wordt verstaan natuurlijke of rechtspersoon die in hoofdof bijberoep een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent, inclusief elke zelfstandige helper. De belasting is verschuldigd voor de zelfstandigen die op 1 januari voor wat het aanslagjaar 2016 betreft op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden, voor zover niet gevestigd op hetzelfde adres van een belastingplichtig gezin De belasting ten laste van zelfstandige wordt gevestigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de desbetreffende activiteit op het grondgebied van de gemeente uitoefent in hoofd- of bijberoep.
Vennootschap: Onder vennootschap wordt verstaan elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht, een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen bezighoudt, evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening. De belasting is verschuldigd voor de vennootschappen die op 1 januari voor wat het aanslagjaar 2016 betreft op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden, voor zover niet gevestigd op hetzelfde adres van een belastingplichtig gezin. De belasting ten laste van vennootschappen wordt gevestigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de desbetreffende activiteit op het grondgebied van de gemeente uitoefent in hoofd- of bijberoep. Vereniging: Onder vereniging wordt verstaan een groep van mensen die aangesloten is bij één van de adviesraden van de gemeente Zelzate. De belasting is verschuldigd voor de verenigingen die op 1 januari voor wat het aanslagjaar 2016 betreft op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden, voor zover niet gevestigd op hetzelfde adres van een belastingplichtig gezin. De belasting ten laste van verenigingen wordt gevestigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de desbetreffende activiteit op het grondgebied van de gemeente uitoefent in hoofd- of bijberoep. Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor ophalingen aan huis Artikel 3: - Belastingsverplichtingen De belasting is verschuldigd door:
ieder gezin; elke zelfstandige; elke vennootschap; elke vereniging.
Artikel 4: - Aanbieden van afval Iedere belastingplichtige (=aansluitpunt) krijgt naar keuze de beschikking over : -
-
voor het huisvuil (restafval): ofwel 1 (grijze) container van 40 liter ofwel 1 (grijze) container van 120 liter ofwel 1 (grijze) container van 240 liter voor het GFT: ofwel 1 (groene) container van 40 liter ofwel 1 (groene) container van 120 liter ofwel 2 (groene) containers van 120 liter
De gemeente, het OCMW, de politie, de scholen, kunnen (zo zij dat wensen) beschikken over containers van 1100 liter. Artikel 5: - Aanslagvoeten De belasting bestaat uit een differentieel getarifeerd deel voor de rest- en de GFT-fractie. Voor wat de restfractie betreft bestaat de belasting uit 2 elementen, met name een belasting per lediging van de container en een belasting per
kilogram aangeboden afval. Voor wat de GFT-fractie betreft is er enkel een belasting per kilogram aangeboden afval. Deel per lediging: Het forfaitair deel per lediging en het deel per aangeboden gewicht blijft verschuldigd zolang de afmelding van de container(s), bij verhuizing, niet is gebeurd bij de intercommunale maatschappij die voor de huisvuilophaling instaat. Enkel voor de grijze (restafval)containers wordt een belasting per lediging aangerekend, zijnde : 0,12 euro per lediging van een 40-liter-container; 0,25 euro per lediging van een 120-liter-container; 0,50 euro per lediging van een 240-liter-container; 2,50 euro per lediging van een 1100-liter-container. Deel per aangeboden gewicht: huisvuil (restafval) : 0,20 euro per kg GFT : 0,12 euro per kg” grofvuil : 0,11 euro per kg. Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor de deponeringen in het recyclagepark: Artikel 6: - De belasting is verschuldigd door: ieder gezin; elke zelfstandige; elke vennootschap; elke vereniging. die gebruik maakt van het gemeentelijk recyclagepark. Artikel 7: - Aanslagvoeten categorie
tarieven voor gezinnen ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente Zelzate of Wachtebeke
voor alle andere bezoekers (andere gezinnen, vennootschappen, verenigingen, e.d.)
grof vuil (*)
0,20 euro/kg
0,20 euro/kg
niet-recycleerbaar afval (*)
0,10 euro/kg
0,10 euro/kg
recycleerbaar afval (*)
0,05 euro/kg (**)
0,05 euro/kg
AEEA en KGA (*)
0,00 euro/kg
0,05 euro/kg
*: als verschillende categorieën tezelfdertijd worden gedeponeerd (gezamenlijke weging), wordt het tarief van de gedeponeerde categorie dat het hoogst is, toegepast **: de belasting is evenwel niet verschuldigd voor de eerste 500 kg afval (recycleerbaar en/of niet-recycleerbaar, AEEA en KGA) per dienstjaar en per gezin, aangevoerd tijdens de periode dat het desbetreffende gezin tijdens het desbetreffende dienstjaar ingeschreven is in de bevolkingsregisters van de gemeente Zelzate of Wachtebeke.
Artikel 8: - Kohier Deze belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 9: - Betaling De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 10: - Bezwaar De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 11: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 12: - Verwijzingen Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 13: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. J) BELASTING OP LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 21 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) tegen 2 neen-stemmen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden. Artikel 2: - De gemeenteraad belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire modaliteiten en de verdere praktische uitwerking. Artikel 3: - Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent en aan Wonen Vlaanderen, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, 9000 Gent. Artikel 4: - Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1° Aanslagjaar: het aanslagjaar is het jaar waarin de belasting verschuldigd is; 2° Administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeente die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de gemeentelijke inventaris en het leegstandsregister. 3° Besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister: besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009, houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en/of kamers en latere wijzigingen. 4° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze: a) Een aangetekend schrijven; b) Een afgifte tegen ontvangstbewijs; c) Elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgelegd; 5° College: college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zelzate. 6° Decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen. 7° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 21° en niet beantwoordt aan de definitie van kamer zoals bedoeld onder punt 9° en met uitsluiting van de bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende
maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 8° Inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris of van het leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving. 9° Kamer: woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC Bad of douche kookgelegenheid en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; 10° Kamerdecreet: decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers; 11° Leegstaand gebouw: een gebouw dat voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont, en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. De bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten zijn niet onderworpen aan deze gemeentelijke belasting. 12° Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: hetzij de woonfunctie; hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt. 13° Leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals bedoeld in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet gronden pandenbeleid 14° Een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als leegstaand beschouwd als dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig §2, eerste lid, respectievelijk §3 van artikel 2.2.6 van het decreet grond-en pandenbeleid van 27 maart 2009. 15° Overige woongelegenheden: elke woongelegenheid welke niet te definiëren valt onder woonhuis en/of gebouw, en /of kamer.
16° Ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, … 17° Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen:
een overzicht van de voorgenomen werken; een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 2 jaar een woning bewoonbaar wordt gemaakt; bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars
18° Tweede verblijfplaats: een woning die voor diegene die er kan verblijven voor deze woning niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans, en alle andere vaste woningen, maar die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan worden gebruikt én waarvoor een aangifte is gebeurd overeenkomstig de bepalingen van de belastingverordening op tweede verblijven zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van de desbetreffende gemeente. Als tweede verblijfplaats wordt niet beschouwd een woning die de voorbije 12 maanden niet effectief werd gebruikt overeenkomstig de functie tweede verblijf. 19° Vlaamse wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; 20° Woning: een goed, vermeld in artikel 2; § 1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode; elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; 21° Woonhuis: Elk bebouwd onroerend goed waarin zich één of meerdere woningen bevinden 22° Zakelijke gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten: a) De volle eigendom (volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de gemeente verstrekte informatie of volgens de gegevens ontvangen van de instrumenterende ambtenaar) b) Het recht van opstal of van erfpacht; c) Het vruchtgebruik Artikel 5: - Algemene bepalingen §1 Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen, kamers en overige woongelegenheden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister te rekenen vanaf datum eerste registratie. Het leegstandsregister wordt opgemaakt en opgebouwd overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009. Het leegstandsregister wordt bijgehouden overeenkomstig de bepalingen van Programmadecreet 2010 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 zoals gepubliceerd in Belgische Staatsblad op 30 december 2009 en het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. §2 De belasting voor een leegstaand gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning, kamer, gebouw en/of overige woongelegenheid gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
Zolang het leegstaand gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Artikel 6: - Belastingplichtige §1 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde betreffende een leegstaande gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. §2 Ingeval van mede-eigendom zijn alle zakelijk gerechtigden hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. §3 In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijk gerechtigde er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de beheerder van het leegstandregister binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, de datum ervan, en de nieuwe zakelijk gerechtigden via beveiligde zending. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in paragraaf 3 van dit artikel, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 7: - Berekening van de belasting De basisbelasting bedraagt: -
1 531,00 euro voor een volledig gebouw of woonhuis; 153,00 euro voor een individuele kamer of studentenkamer; 510,00 euro voor elk overige woongelegenheid.
Artikel 8: - Vrijstelling bij belasting 5.1 Aanvraag vrijstelling De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen aan de beheerder van het leegstandsregister. 5.2. In afwijking van het bepaalde in art. 3.2.21 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn vrijgesteld van leegstandsbelasting de belastingplichtige: 1° die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingschuldige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een erkende ouderenvoorziening. 2° die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; De belastingschuldige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een ziekenhuis wordt opgenomen. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de instelling of ziekenhuis waar de belastingschuldige verblijft. De vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een psychiatrische instelling of ziekenhuis.
3° de heffingsplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; Het bewijs wordt geleverd door het voorleggen van de gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van beslissing en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige. 4° die als nieuwe zakelijk gerechtigde vrijgesteld is gedurende twee opeenvolgende belastingsjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten: - aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden; - indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel; - aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. 5° Indien de houder van het zakelijk recht: 1) een autonoom gemeentebedrijf is; 2) de gemeente, het OCMW of een intergemeentelijke vereniging is. voor zover het panden betreft die voorwerp uitmaken van een intentieverklaring en / of een huidig / toekomstig project m.b.t. het oog op het realiseren van een meer kwalitatieve woonomgeving.
tot
5.3. In afwijking van het bepaalde in art. 3.2.21 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid wordt een vrijstelling verleend indien het gebouw of woning: 1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 5° die gerenoveerd wordt. Een woning of een gebouw wordt gerenoveerd als een stedenbouwkundige vergunning, een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een gedetailleerd renovatienota voorgelegd wordt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren, voor zover zij betrekking hebben op de woonfunctie van het desbetreffende gebouw of woning. De vrijstelling geldt voor een termijn van twee jaar en kan éénmalig voor eenzelfde periode worden verlengd. 6° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode; 7° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente of Openbaar Centrum voor maatschappelijk Welzijn verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode Enkel de vrijstellingen opgenomen in dit reglement zijn van toepassing.
Artikel 9: - Inkohiering §1 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. §2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. 6.2
Bezwarenprocedure bij belasting
§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. §2 Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. §3 De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. §4 Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen 15 dagen na indiening ervan. §5 De heffingsplichtige die in de mogelijkheid werd gesteld om het beroep, vermeld in artikel 2.2.7 §2 van decreet Grond – en Pandenbeleid van 27 maart 2009, aan te tekenen, kan in het kader van het krachtens voormeld decreet georganiseerde bezwarenprocedure geen excepties inroepen tegen de in het leegstandsregister opgenomen vermeldingen, tenzij de ingeroepen gronden tot bezwaar na de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister zijn ontstaan. Artikel 10: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 11: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. K) ALGEMENE MILIEUBELASTING Notulering stemgedrag van de PVDA+-fractie in toepassing van artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: “Wij stemmen tegen deze milieubelasting omdat het een verkapte lastenverhoging is die sociaal onrechtvaardig is en op geen enkele manier bijdraagt aan een proper en beter leefmilieu.” DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 11 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een algemene milieubelasting geheven. Artikel 2: - Belastingsverplichtingen: De belasting bedraagt 55 EUR per jaar en is verschuldigd door:
-
ieder gezin dat in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven op 1 januari 2016 ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar 2016 op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente; de zelfstandigen en de vennootschappen die op 1 januari van aanslagjaar 2016 op het grondgebied van de gemeente Zelzate meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden, niet gevestigd op hetzelfde adres van een belastingplichtig
het één of voor zover gezin.
Onder gezin wordt verstaan:
hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft; hetzij een vereniging van 2 of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.
Onder zelfstandige wordt verstaan: - elke natuurlijke persoon die in hoofd- of bijberoep een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent, inclusief elke zelfstandige helper. Onder vennootschap wordt verstaan: - elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouwen/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht, een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen bezighoudt, evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening. Artikel 3: - Betaling: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 4: - Bezwaar: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 5: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 6: - Verwijzingen: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 7: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. L) BELASTING OP MOBIELE TUIGEN VOOR PUBLICITEITSDOELEINDEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd sinds 30/12/2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 21 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Veerle
Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) bij 2 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting ingevoerd op mobiele tuigen voor publiciteitsdoeleinden, al dan niet voorzien van luidsprekers, gebruikt op of zichtbaar van op de openbare weg. Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op: 15,00 EUR per dag en per gebruikt mobiel tuig; of forfaitair 159,00 EUR per aanslagjaar per gebruikt mobiel tuig. Artikel 3: - De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het mobiel tuig. Artikel 4: - De belasting is contant te betalen tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 5: - Van de belasting zijn vrijgesteld: de mobiele tuigen bestemd voor het aanbrengen van aanplakbrieven onderworpen aan de reglementaire aanplakkingrechten ten voordele van de concessionaris van de openbare aanplakdienst; de mobiele tuigen waarop mededelingen van menslievende, artistieke, politieke, letterkundige of wetenschappelijke aard of van openbaar nut zijn aangebracht. Artikel 6: - Onverminderd de verplichting opgelegd door de wetten en politiereglementen, is ieder persoon die publiciteit wenst te doen op of zichtbaar vanop de openbare weg bij middel van mobiele tuigen, verplicht voorafgaandelijk en tijdig daarvoor een schriftelijke aanvraag te richten aan het College van Burgemeester en Schepenen. In zijn aanvraag beschrijft de persoon het mobiele tuig (uitzicht, soort, lengte, breedte, hoogte en andere significante kenmerken), de plaats(-en) waar hij het mobiel tuig wenst op te gebruiken en de data (specifieke dagen of forfaitair voor een aanslagjaar) waarop het aldaar gebruikt zal zijn. Op basis van deze aanvraag wordt door het College al dan niet goedkeuring verleend. Het verkrijgen van voormelde goedkeuring, samen met de contante betaling van de belasting zijn nodige vereisten om de betrokken tuigen volgens de goedgekeurde voorwaarden te gebruiken. De goedkeuring, samen met het bewijs van betaling van de belasting, dient hij te vertonen op elk verzoek van de politie of van de ambtenaren die aangesteld zijn voor de controle op de naleving van de gemeentebelastingen. Artikel 7: - Degenen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 8: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 9: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting
toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 10: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. M) BELASTING OP NACHTWINKELS DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 15 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Van Waesberghe, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) bij 8 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van Zelzate. Artikel 2: - Onder nachtwinkels wordt verstaan, elke vestigingsplaats die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en maximaal tussen 18u00 en 7u00 open is, zoals bedoeld in de artikel 2.9° en artikel 6 van de wet van 10 november 2006 tot instelling van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn, en waarvan de netto verkoopsoppervlakte niet groter is dan 150 m² en die op duidelijke en permanente manier de vermelding "nachtwinkel" draagt. Artikel 3: - De openingsbelasting is een eenmalige belasting vastgesteld op 6.186,00 euro en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel zoals gedefinieerd in artikel 1 van huidig reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1.546,00 euro per nachtwinkel. De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Zij zijn verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvangs- of de stopzettingsdatum van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar is. De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van
huidig belastingreglement. Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook. Artikel 4: - De belasting is verschuldigd door de uitbater van de handelszaak. De eigenaar van de handelszaak en de eigenaar van het pand zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 5: - De belastingplichtige moet jaarlijks aangifte doen van de belastbare handelsactiviteit met het aangifteformulier dat het gemeentebestuur ter beschikking stelt, uiterlijk op de door het gemeentebestuur vermelde datum. Het aangifteformulier moet behoorlijk ingevuld en ondertekend teruggestuurd worden. Indien de belastingplichtige geen aangifteformulier heeft ontvangen moet hij op eigen initiatief aangifte doen vóór 1 november van het aanslagjaar. De eigenaar en de uitbater van de handelszaak zijn verplicht alle nodige documenten en vergunningen voor te leggen op verzoek van het gemeentebestuur. Artikel 6: - Elke wijziging of stopzetting van economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur. In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak omwille van en sanctie opgelegd door daartoe bevoegde overheden, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele belastingvermindering aanspraak maken. Artikel 7: - De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohieren welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur kan beschikken. De ambtshalve inkohiering gebeurt met een verhoging van l00%, waarbij het bedrag van de verhoging ook wordt ingekohierd. Artikel 8: - De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag of tegen de belastingverhoging bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend of overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan een personeelslid dat zij speciaal daarvoor aanwijst binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een duidelijke motivering. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, vermeldt dit uitdrukkelijk in het bezwaarschrift. In voorkomend geval zal hij uitgenodigd worden op een hoorzitting. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat zij speciaal daarvoor is aanwijst, stuurt schriftelijk of via duurzame drager binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten enz. zolang de rekening van de gemeente van het aanslagjaar, waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Artikel 9: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 10: - Wanneer de belasting niet is betaald binnen de 2 maanden na verzending van het aanslagbiljet, worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 11: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. N) BELASTING OP HET (ONEIGENLIJK) GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30/12/2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 18 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) bij 5 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting ingevoerd op het (oneigenlijk) gebruik van het openbaar domein, waarbij wordt uitgegaan van volgende principes: §1 Het gebruik van het openbaar domein conform de door het College van Burgemeester en Schepenen opgelegde voorwaarden is gratis behalve voor navermeld gebruik: 1) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van constructies groter dan 2m² bestemd of aangewend voor het dragen van reclame; 2) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van/rijden met mobiele tuigen voor publiciteitsdoeleinden, al dan niet voorzien van luidsprekers; 3) het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van de wekelijkse markt en de kermissen alsook voor de plaatsing van gebakkramen;
4) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen en/of tafels en stoelen, het plaatsen van automaten en het gebruik van het openbaar domein voor elke andere commerciële activiteit; 5) het gebruik van het openbaar domein om er te parkeren binnen welbepaalde zones voor welk gebruik afzonderlijke belastingreglementen zijn gestemd. §2 Bij ander gebruik van het openbaar domein dan dit vermeld onder §1 en zonder vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen of niet conform de voorwaarden gesteld in de vergunning afgegeven door het College van Burgemeester en Schepenen wordt een forfaitaire belasting van 158,00 euro per dag aangerekend. Artikel 2: - Onverminderd de verplichting opgelegd door de wetten en politiereglementen, is ieder persoon die van het openbaar domein gebruik wenst te maken verplicht voorafgaandelijk en tijdig daarvoor een schriftelijke aanvraag te richten aan het College van Burgemeester en Schepenen. Op basis van deze aanvraag wordt door het College al dan niet goedkeuring verleend. Artikel 3: - De belasting bij oneigenlijk gebruik zoals vermeld onder artikel 1§2 is verschuldigd door de gebruiker van het openbaar domein. De belasting wordt bij vaststelling van belastbaarheid contant betaald tegen afgifte van een kwitantie; bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 4: - Degenen die menen, in toepassing van artikel 1§2, onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 5: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 6: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 7: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. O) BELASTING OP HET ONTBREKEN VAN PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTELPLAATSEN BIJ MEERGEZINSWONINGEN EN KAMERWONINGEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 18 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) tegen 2 neen-stemmen Patricia De Meyer, Freddy De Vilder) bij 3 onthoudingen (Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een gemeentebelasting gevestigd op ontbrekende parkeerplaatsen en fietsstelplaatsen bij meergezinswoningen en kamerwoningen. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de houder van de stedenbouwkundige vergunning: 1) op het ogenblik van het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning; 2) op het ogenblik dat de bestemming van een aangelegde parkeerplaats en/of fietsstelplaats gewijzigd wordt; 3) op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de in de stedenbouwkundige vergunning voorziene parkeerplaatsen en/of fietsstelplaatsen niet werden aangelegd en het gebouw reeds in gebruik genomen werd. Als houder van de stedenbouwkundige vergunning wordt beschouwd degene die de stedenbouwkundige vergunning bekwam of degene die in zijn rechten en verplichtingen treedt om de werken, op basis van deze vergunning uit te voeren. Artikel 3: - De belasting wordt vastgesteld op 10 595 euro per ontbrekende of niet behouden of niet-conforme parkeerplaats en 1 059 euro per ontbrekende of niet behouden of niet-conforme fietsstelplaats zoals vastgesteld in de stedenbouwkundige vergunning op basis van het aantal parkeerplaatsen en fietsstelplaatsen aangegeven bij de stedenbouwkundige aanvraag. Artikel 4: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5: - Bij gebrek aan aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 6: - De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De financieel beheerder is belast met de inning van de dwanginvordering van de belasting. Artikel 7: - De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het indienen van het bezwaar ontslaat de belastingplichtige niet van de verplichting de belasting binnen de gestelde termijn te betalen. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 8: - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 24.12.1996, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 7 tot 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van de Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9: - Op verzoek van de belastingplichtige wordt de reeds betaalde belasting terugbetaald wanneer wordt afgezien van de uitvoering van de stedenbouwkundige vergunning waarop de belasting van toepassing is. Dit is ofwel na het bekomen van een nieuwe stedenbouwkundige vergunning op dezelfde locatie ofwel wanneer de stedenbouwkundige vergunning vervallen is of vernietigd wordt door de hogere overheid. Artikel 10: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 11: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. P) OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 18 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) tegen 3 neen-stemmen (Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert) bij 2 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder): Artikel 1: - Voor het aanslagjaar 2016 wordt er, ten bate van de gemeente, 1.450 opcentiemen op de onroerende voorheffing ingevoerd. Artikel 2: - Deze opcentiemen zullen geïnd worden door het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Onroerende voorheffing, postsite, Vaarstraat 16, 9300 Aalst. Artikel 3: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. Q) OPCENTIEMEN OP DE DOOR HET VLAAMS GEWEST GEHEVEN HEFFING TER BESTRIJDING VAN VERKROTTING VAN GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat de gemeentebesturen kunnen kiezen om opcentiemen te heffen op de Vlaamse heffing ter bestrijding van verkrotting;
-
Overwegende dat door een wetswijziging het vanaf aanslagjaar 2015 opnieuw mogelijk is om opcentiemen op beide heffingen te vestigen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 20 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) bij 3 onthoudingen (Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 drieëntachtig (83) opcentiemen geheven op de Vlaamse heffing ter bestrijding van verkrotting ingesteld door het decreet van 22 december 1995 en latere wijzigingen, met inbegrip van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.
Artikel 2: - De gemeente doet een beroep op de medewerking van het agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen. Artikel 3: -
Deze verordening wordt aan de provinciegouverneur toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.
-
Deze verordening wordt uiterlijk 31 januari 2016 bij aangetekende brief bezorgd aan: het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Ontvangkantoor Leegstand Woningen, T.a.v. Mevr. Annelies Van den Steen, Koning Albert IIlaan 19 bus 7 te 1210 Brussel.
R) PERSONENBELASTING DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 20 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) tegen 3 neen-stemmen (Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert): Artikel 1: - Voor het aanslagjaar 2016 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op 7,5 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3: - De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden,zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4: - Dit besluit treedt heden in werking. Artikel 5: - Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.
S) BELASTING OP VASTE RECLAMEBORDEN ZICHTBAAR VANAF DE OPENBARE WEG DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 21 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) bij 2 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de constructies groter dan 2 m² bestemd of aangewend voor het dragen van reclame en zichtbaar vanaf een openbare weg. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de constructie op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 3: - De belasting wordt vastgesteld: -
voor de constructies zonder verlichting, op 30,00 EUR per vierkante meter nuttige oppervlakte
-
voor de constructies met rechtstreekse of onrechtstreekse verlichting, op 50,00 EUR per vierkante meter nuttige oppervlakte.
Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter. Artikel 4: - Van de belasting zijn vrijgesteld: -
de constructies bestemd voor het aanbrengen van aanplakbrieven onderworpen aan de reglementaire aanplakkingsrechten ten voordele van de concessionaris van de openbare aanplakdienst;
-
de uithangborden (onder "uithangbord" wordt verstaan : opschriften, zelfs op papier, die op een bepaalde plaats aangebracht zijn, met het doel het publiek bekend te maken met de aldaar geëxploiteerde handel of industrie, het uitgeoefende beroep en over het algemeen de werkzaamheden, welke aldaar geschieden) met een maximum van 4 m².
-
de constructies waarop mededelingen van menslievende, artistieke, politieke, letterkundige of wetenschappelijke aard of van openbaar nut zijn aangebracht.
Artikel 5: - De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de
erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. Artikel 6: - Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 7: - De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met het bedrag van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 8: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 9: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 10: - De belastingplichtige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 11: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 12: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 13: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. T) RETRIBUTIE OP PMD-AFVALZAKKEN DE RAAD -
Gelet op gemeenteraadsbesluit van 30 december 2014 om voor een termijn eindigend op 31 december 2015 een retributie te heffen op het verstrekken van PMD-afvalzakken;
-
Gezien het noodzakelijk is het bedrag te bepalen van de retributie voor het verstrekken van de PMD-afvalzakken;
-
Gelet op de intentie tot gelijkschakeling van de tarieven en belastingen gerelateerd aan de ophaling van restafval, GFT-afval en PMD binnen de 6 gemeenten-vennoten van IDM;
-
Gelet op het gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005 en zijn latere wijzigingen.
BESLUIT:
In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 11 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - Het gemeenteraadsbesluit van 30 december 2014 met betrekking tot retributie op PMD-afvalzakken wordt opgeheven. Artikel 2: - Voor het aanslagjaar 2016 wordt de retributie bepaald op 5,00 euro per verpakking van 20 PMD-afvalzakken (0,25 euro per PMD-zak). Het bedrag dekt zowel de kostprijs van de aankoop der zakken als een gedeelte van de kosten van de dienstverlening voor het ophalen en verwerken van het afval. Artikel 3: - De invordering van deze retributie geschiedt overeenkomstig de regelen van de burgerlijke rechtspleging. Artikel 4: - Deze verordening zal aan de toezichthoudende overheid en aan de financieel beheerder worden overgemaakt. U) BELASTING OP HET AANVOEREN EN STORTEN OF HET AANVOEREN EN VERWERKEN, OP ZELZAATS GRONDGEBIED, VAN SLIB AFKOMSTIG UIT WATERLOPEN, RIVIEREN OF KANALEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen: Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 ten voordele van de gemeente een jaarlijkse belasting geheven op het aanvoeren en storten of het aanvoeren en verwerken, op Zelzaats grondgebied, van slib afkomstig uit waterlopen, rivieren of kanalen. Artikel 2: - De belasting, zijnde 0,32 EUR/m³ slib, aangevoerd om te worden gestort of verwerkt tijdens de periode tussen 1 januari en 31 december van het aanslagjaar, is verschuldigd door de rechtspersoon die de belaste activiteit, zijnde het aanvoeren en storten of aanvoeren en verwerken van voormeld slib op Zelzaats grondgebied, uitvoert, dit ongeacht de opdrachtgever.
Artikel 3: - De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. Artikel 4: - Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 3 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 5: - De overeenkomstig artikel 4 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met het bedrag van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 6: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 7: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8: - De belastingplichtige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 9: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 10: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 11: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. V) BELASTING OP DE DRANKINRICHTING EN DANSGELEGENHEDEN DIE OPEN BLIJVEN NA HET SLUITINGSUUR DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 20 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe, Jan Persoon en Marleen Vanmaercke) bij 3 onthoudingen (Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de drankinrichtingen en dansgelegenheden die open blijven na het sluitingsuur dat door het politiereglement is bepaald (d.i. 01:00 uur). Het bedrag der belasting wordt als volgt vastgesteld: 1. Voor een vergunning enkel geldig voor het openblijven gedurende één nacht: a. om open te blijven tot één uur na het 23,00 EUR sluitingsuur b. om open te blijven tot twee uur na het 35,00 EUR sluitingsuur c. om open te blijven meer dan twee uur na het 59,00 EUR sluitingsuur 2. Voor de bestendige vergunning, geldig gedurende één semester: a. om open te blijven tot één uur na het 116,00 sluitingsuur EUR b. om open te blijven tot twee uur na het sluitingsuur
217,00 EUR
c. om open te blijven meer dan twee uur na het sluitingsuur
584,00 EUR
De belasting wordt geheven per semester. Beginnende handelszaken genieten een vermindering pro rata temporis voor de reeds verstreken periode. Artikel 2: - De taks is verschuldigd door de uitbater van de inrichting. Artikel 3: - Vrijstelling van belasting wordt verleend: 1. Voor het open blijven na het gewoon sluitingsuur tijdens de officiële gemeentekermissen en erkende wijkkermissen, onder de volgende voorwaarden : a. de vrijstelling gedurende de gemeentekermissen (paasfoor en augustusfoor) geldt voor het ganse grondgebied der gemeente; b. de vrijstelling gedurende de erkende wijkkermissen is enkel van toepassing voor de inrichtingen in de betrokken wijk gelegen; c. de periode van vrijstelling wordt als volgt bepaald : - voor de gemeentekermissen: vanaf de vrijdag van/vóór de opening tot en met de sluitingsmaandag;
- voor de wijkkermissen: de vrijdag van/vóór de opening, de zaterdag, de zondag, de maandag en de dinsdag der wijkkermis. 2. Voor het openblijven na het gewoon sluitingsuur tijdens de nacht van zaterdag, zondag en maandag van de Karnavalsfeesten, tijdens de Kerstnacht en de Oudejaarsnacht. 3. Voor het openblijven na het gewoon sluitingsuur bij fuiven door jeugdverenigingen. Deze vrijstelling ontslaat de uitbater niet van het aanvragen van vergunning voor verlenging van het sluitingsuur of van de mededeling voor het houden van danspartijen. Artikel 4: - Iedere belastingplichtige doet aangifte, waarbij hij vermeldt gedurende welke periode en tot welk tijdstip hij zijn handelszaak na het sluitingsuur wenst open te houden. Deze aangifte dient vooraf aan het gemeentebestuur te worden bezorgd. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier, dat door het College van Burgemeester en Schepenen wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard. Bij gebreke van aangifte vóór het openblijven na het sluitingsuur, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het dubbel van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd. Artikel 5: - De belasting is betaalbaar binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 6: - De belastingplichtige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 7: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 8: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 9: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. W) BELASTING OP HET GEBRUIK VAN HET GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30/12/2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen: Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein tot uitoefening van een commerciële activiteit. Artikel 2: - Het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein tot uitoefening van een commerciële activiteit dient voorafgaandelijk aan het gebruik en tijdig te worden aangevraagd aan het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 3: - Het College van Burgemeester en Schepenen kan, na onderzoek van de plaatselijke toestand, een vergunning verlenen tot gebruik van het gemeentelijk openbaar domein, weliswaar in plaats beperkt tot maximum 130 m². Artikel 4: - De belasting wordt vastgesteld als volgt: a. voor gesloten terrassen: 59,00 EUR per m² en per jaar; b. voor overbouwde en open terrassen: 1) 17,00 EUR per m² en per jaar voor locaties op de Grote Markt en/of het Pierets – De Colvenaerplein 2) 9,00 EUR per m² en per jaar voor andere locaties in Zelzate; c. voor automaten: 59,00 EUR per stuk en per jaar; De inneming van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen en automaten wordt geacht te geschieden binnen de periode gaande van 01 januari tot en met 31 december van het aanslagjaar; er gebeurt geen verrekening pro rata temporis. d. voor het plaatsen van containers dienstig voor het verder uitbaten van een handelszaak op de openbare weg gedurende bouw- en/of verbouwingswerken: 15,40 EUR per dag; e. voor het uitstallen van koopwaar of standen vóór en door handelszaken: - 1,75 EUR per m² en per dag, met een minimum van 32,00 EUR per vergunning; - of 24,00 EUR per m² per jaar, met een minimum van 32,00 EUR per vergunning Voor de berekening van de belasting, is de oppervlakte, welke dient in aanmerking te worden genomen, die van de rechthoek welke fictief rond het voorwerp of de groep voorwerpen die het openbaar domein bezetten, kan worden getrokken. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volle vierkante meter beschouwd. Een gesloten terras is ieder terras, dat door bouwmaterialen tot één constructief geheel is samengevoegd, bedoeld om te blijven staan en dat, zo geconstrueerd is dat het clienteel afgesloten en beschermd is in alle weersomstandigheden. Een overbouwd terras is ieder terras, waarvan de
overdekking om redenen van stabiliteit, ondersteund is door één of méér rechtstreeks of onrechtstreeks op de grond steunende bouwelementen. Een open terras omvat in principe enkel losse tafels en stoelen. Alle andere gewenste uitrustingen (vloeren, windschermen, zonneschermen, parasols, plantenbakken en eventuele uitstalinrichtingen met koopwaar uit de eigen horecazaak) moeten expliciet in de aanvraag worden vermeld en als dusdanig worden vergund. Automaten die, ondanks het feit dat ze de grond niet raken, over het openbaar domein hangen en op die manier het gebruik van het openbaar domein onmogelijk maken, zijn eveneens onderworpen aan de belasting. Artikel 5: - Specifiek voor de Grote Markt geldt dat de uitsprong van een open terras maximaal tot aan de fysieke scheidingslijn tussen de voetgangerszone en de zone voor laden en lossen mag worden geplaatst; een uitbreiding op de zone laden en lossen, ook buiten de voor de laden en lossen voorziene periode is niet toegelaten. Tijdens de voor het laden en lossen voorziene periode mogen geen open terrassen staan opgesteld; de stoelen en tafels dienen telkens te worden opgeruimd zodat de voetgangers gegarandeerd steeds over een vrije ruimte van minimum 1,5 meter beschikken op het voetpadgedeelte. Artikel 6: - De belasting is verschuldigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen die op de voormelde manier gebruik maken van het gemeentelijk openbaar domein. Artikel 7: - Het onder artikel 4 punt b voorziene gebruik van het openbaar domein is vrijgesteld van belasting tijdens de kermisperiode en tijdens eventuele ééndaagse ambulante activiteiten (braderie, koopzondag, rommelmarkt, kerstmarkt, …) in de straat of op het plein waar het terras is gelegen. De kermisperiode loopt vanaf de vrijdag vóór de opening van de kermis tot en met de dinsdag van het sluitingsweekeinde. Op de Grote Markt is er ook vrijstelling tijdens de wekelijkse maandagmarkt. Het onder artikel 4 punt e voorziene gebruik van het openbaar domein is vrijgesteld van belasting tijdens de soldenperiode zoals voorzien in artikel 52 van de wet van 14 juli 1991, alsook tijdens eventuele ééndaagse ambulante activiteiten (braderie, koopzondag, rommelmarkt, kerstmarkt, …) in de straat of op het plein waar de koopwaar wordt uitgestald. Op de Grote Markt is er ook vrijstelling tijdens de wekelijkse maandagmarkt. Artikel 8: - De belastingplichtige ontvangt bij zijn vergunning vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de ingebruikname moet worden teruggestuurd. Van de definitieve stopzetting van het gebruik dient uiterlijk de eerste werkdag volgend op de stopzetting aangifte te worden gedaan bij het gemeentebestuur. Artikel 9: - Bij gebrek aan aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 10: - De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met het bedrag van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 11: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 12: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 13: - De belastingplichtige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 14: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 15: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 16: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. X) TOELAGEREGLEMENT DIFTAR DE RAAD:
Gelet op zijn besluit van 28 maart 2013 om een financiële ondersteuning te geven aan volgende categorieën inwoners: a) personen die lijden aan een chronische incontinentie; b) gezinnen met kinderen die jonger zijn dan 3 jaar; c) volgende categorieën personen: 1. de vroegere WIGW-categorieën (weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen) (hoedanigheidscode 001); 2. gerechtigden op maatschappelijke integratie en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat (hoedanigheidscode 002); 3. gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het recht op rentebijslag behouden of inkomensgarantie voor ouderen (hoedanigheidscode 003); 4. gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend (hoedanigheidscode 004); 5. gerechtigden op het OMNIO-statuut (hoedanigheidscode 100); d) STOMA-patiënten.
Gelet op zijn besluit van 27 augustus 2007 houdende goedkeuring van de overeenkomst nr. 07/44 betreffende de machtiging van het toezichtcomité aan de gemeente Zelzate om mededeling te bekomen van de lijst met inwoners van de gemeente die op 01 januari 2007 tot en met 01 januari 2013 recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging (hoedanigheidcode 001, 002, 003 en 004);
Gelet op het schrijven d.d. 21 februari 2008 ref. R4/A21/2008/001 in verband met de overeenkomsten tussen de gemeenten en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, meer in het bijzonder in verband met de inwerkingtreding van het OMNIO-statuut en de terbeschikkingstelling van de elektronische lijst van rechthebbenden op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging waarbij sinds 01 januari 2008 ook de personen met een OMNIO-statuut zijn opgenomen;
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30/12/2013;
Overwegende dat de nodige kredieten zullen worden voorzien in het budget;
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
Gelet op het gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005.
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen : Artikel 1: - Er wordt voor de jaren 2015 en 2016 een subsidie verleend aan: a) personen die lijden aan chronische incontinentie; b) gezinnen met kinderen die jonger zijn dan 3 jaar; c) volgende categorieën personen: 1. de vroegere WIGW-categorieën (weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen) (hoedanigheidscode 001); 2. gerechtigden op maatschappelijke integratie en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat (hoedanigheidscode 002); 3. gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het recht op rentebijslag behouden of inkomensgarantie voor ouderen (hoedanigheidscode 003); 4. gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend (hoedanigheidscode 004); 5. gerechtigden op het OMNIO-statuut (hoedanigheidscode 100); d) STOMA-patiënten. Artikel 2: - De personen die menen in aanmerking te komen voor deze subsidie dienen een aanvraag in te dienen bij de gemeentelijke sociale dienst vóór eind juni 2016 (toelage 2015) of eind juni 2017 (toelage 2016) en dit op hiertoe ter beschikking gestelde formulieren. Artikel 3: - Voorwaarden / voor te leggen bewijsstukken tot het bekomen van een subsidie: 1. in Zelzate gehuisvest zijn; 2. voor de personen de lijden aan een chronische incontinentie en voor de STOMA-patiënten: niet in een ziekenhuis, rusthuis of verzorgingsinstelling opgenomen zijn en een medisch attest ter staving van de aandoening voorleggen; 3. voor de weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen: een kleefetiket van het ziekenfonds; 4. voor gerechtigden op maatschappelijke integratie en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat: een attest van het OCMW; 5. voor gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend: bewijs van uitbetaling van de tegemoetkoming; 6. voor gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het recht op rentebijslag behouden of inkomensgarantie voor ouderen: attest van de uitbetalende pensioendienst (roze formulier Rijksdienst voor pensioenen (RVP)); 7. voor gerechtigden op het OMNIO-statuut: een kleefetiket van het ziekenfonds.
De gezinnen die een subsidie voor kinderen ten laste jonger dan 3 jaar aanvragen, dienen geen bewijsstukken voor te leggen (de gemeentelijke administratie controleert dit). Artikel 4: - De toelage bedraagt maximum:
29 EUR per kind jonger dan 3 jaar op 01 januari 2015 (toelage 2015) of op 1 januari 2016 (toelage 2016) 29 EUR per persoon vermeldt onder artikel 1c; 88 EUR per persoon die lijdt aan chronische incontinentie; 88 EUR per stomapatiënt.
De voormelde bedragen zijn maximumbedragen en de uitbetaalde toelagen zullen worden beperkt tot de voor het aanslagjaar 2015 en 2016 betaalde belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen vermeerderd met het bedrag van de milieubelasting indien deze geringer is dan het maximum toegekend toelagebedrag. Wat de belasting voor het ingezameld afval betreft wordt in acht genomen de belasting betaald door de aanvrager zelf of door de belastingplichtige waarmee hij onder één dak woont.” Artikel 5: - Indien een aanvrager in aanmerking komt voor meerdere onder artikel 1 a, b en d vermelde subsidies wordt het gecumuleerde bedrag van de subsidies uitbetaald met inachtname van de in artikel 4 vermelde beperking. Bij een cumulatie van de onder artikel 1 a, b en d voorziene subsidies met deze vermeld onder 1c, wordt het hoogste bedrag van het subsidiebedrag (niet het gecumuleerd bedrag) uitbetaald met inachtname van de in artikel 4 vermelde beperking. Artikel 6: - De subsidie kan enkel worden uitbetaald aan personen / gezinnen die op 01 januari van het referentiejaar zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente. Voor de subsidie voor kinderen jonger dan 3 jaar op 1 januari van het referentiejaar dient minstens 1 van de ouders per 1 januari van het referentiejaar in de bevolkingsregisters te zijn ingeschreven. Artikel 7: - In toepassing van de voormelde overeenkomst met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (overeenkomst nr. 07/44) wordt een aanvraag ingediend ter verkrijging van de identiteit van de op 01 januari 2011 in het repertorium van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid beschikbaar zijnde rechthebbenden op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor de hoedanigheidcodes 001, 002, 003, 004 en 100. Artikel 8: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. Y) BELASTING OP TWEEDE VERBLIJVEN DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30/12/2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen : Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven al dan niet ingeschreven in de kadastrale legger. Artikel 2: - Een tweede verblijf is elke private constructie met woon- of verblijfsgelegenheid hoe primitief ook waar men verblijft die niet tot hoofdverblijf dient of waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters voor het hoofdverblijf. Het betreft niet de lokalen welke uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit. Het betreft evenmin garages, tenten, verplaatsbare caravans en woon aanhangwagens. De belasting is in eerste orde verschuldigd door de huurder of gebruiker van het tweede verblijf op 1 januari en/of 1 juli van het aanslagjaar (zie artikel 3). Wanneer de identiteit van de huurder of gebruiker niet kan worden achterhaald zal de belasting van de eigenaar worden gevorderd. Ongeacht het feit dat de belastingplichtige huurder/gebruiker spontaan aangifte moet doen van de belastbare toestand: - binnen de dertig (30) dagen na het afsluiten van het huurcontract (ingeval van huur); - of binnen de dertig (30) dagen na het eerste gebruik (ingeval van een gebruik door een derde, andere dan de eigenaar, zonder huurcontract); zal de eigenaar worden aangeschreven met verzoek aangifte te doen van naam en adres van huurder of gebruiker van een verblijf die aan de omschrijving tweede verblijf voldoet. Deze aangifte dient te worden gedaan ter attentie van het College van Burgemeester en Schepenen en dit binnen een termijn van 30 kalenderdagen na het verzenden van het aangifteformulier. Wanneer de eigenaar dit aangifteformulier niet terugzendt zal, bij gebrek aan de nodige gegevens i.v.m. huurder/gebruiker, de belasting op de eigenaar worden geheven. Artikel 3: - De belasting wordt berekend per semester en is verschuldigd op 1 januari en op 1 juli van het aanslagjaar ongeacht: - de duur van de eventuele verhuring; - het feit of de eigenaar al dan niet in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven; - het feit dat het tweede verblijf tijdelijk niet wordt gebruikt, maar nog niet valt onder het reglement dat de belasting op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden regelt; Artikel 4: - Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 500,00 EUR per semester en per tweede verblijf. Artikel 5: - De belastingplichtige moet aangifte doen van het belastbaar tweede verblijf, door middel van het formulier vastgesteld door het gemeentebestuur. In geval van eigendom verwerving in de loop van het jaar, dient de aangifte binnen de maand te geschieden. Artikel 6: - Bij gebreke van bovenstaande aangifte zal het gemeentebestuur met alle mogelijke middelen het bestaan van een tweede verblijf trachten te achterhalen en aan de eigenaar een aangifteformulier toezenden.
Bij gebreke van de nodige gegevens wegens het niet verzenden door de eigenaar van de aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de eigenaar ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het dubbel van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd. Artikel 7: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier, dat door het College van Burgemeester en Schepenen wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard. Artikel 8: - De belasting moet betaald worden twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9: - Diegene die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 10: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 11: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 12: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. Z) BELASTING OP HET VERVOER VAN PERSONEN MET EEN POLITIEVOERTUIG DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd zijn sinds 30 december 2013;
-
Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2015 zodat deze dient te worden hernieuwd;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Overwegende dat een indexaanpassing van 1,25 % wordt toegepast.
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting
Met algemene stemmen : Artikel 1: - Voor het aanslagjaar 2016 wordt door het gemeentebestuur een belasting gevestigd op het vervoer van personen met een politievoertuig wegens:
openbare dronkenschap of vermoedelijke alcoholintoxicatie ten gevolge van een positieve ademanalyse of weigering van een ademanalyse;
het veroorzaken van overlast, dit is gedragingen stellen die de levenskwaliteit van de inwoners kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt en die in de omgeving bij mensen met een gemiddelde tolerantie wrevel opwekken;
bestuurlijke aanhouding om welke reden dan ook.
Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 105,00 euro per rit en per vervoerd persoon. Artikel 3: - Als rit dient verstaan te worden: het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokkene op zijn eindbestemming is gebracht. De eindbestemming is de meest aangewezen eindbestemming naargelang het geval (politiecommissariaat, thuis, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, verpleeginstelling, amigo, …). Artikel 4: - De belasting valt ten laste van de vervoerde persoon of, in voorkomend geval, van de voor hem burgerlijk verantwoordelijke persoon. Zij is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de vervoerde persoon zijn eindbestemming heeft bereikt. Artikel 5: - De belasting is niet verschuldigd bij het vervoer van gerechtelijk aangehouden personen bedoeld in artikel 93, 4° van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken. De belasting is eveneens niet verschuldigd door de ouders/voogden van minderjarigen tussen 12 en 18 jaar op voorwaarde dat ze samen met de minderjarige deelnemen aan het Nero-Z-project en zich houden aan de hierbij gemaakte afspraken. Wanneer de Procureur des Konings zijn evocatierecht uitoefent en er hierdoor geen Nero-Z-project kan worden opgestart, is de belasting van 104,00 euro zonder meer verschuldigd. Artikel 6: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7: 1. Indienen van bezwaren: Belastingplichtigen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. 2. Bezwaar tegen materiële vergissingen: Het college verleent ambtshalve ontheffing van de overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen op voorwaarde dat die door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie werden bekendgemaakt binnen de drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting werd gevestigd, en de aanslag niet reeds het
voorwerp is geweest van een bezwaarschrift, dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond (hoofdstuk 7 van het wetboek van de inkomstenbelasting met betrekking tot artikel 376 en artikel 55§2 van het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit). Artikel 8: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 9: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op de belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 10: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. AA) GEMEENTELIJK BELASTINGREGLEMENT OP DE EXPLOITATIE VAN TAXIDIENSTEN EN DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER DE RAAD: -
Gelet op artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en de latere wijzigingen;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden;
-
Gelet op het besluit de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder;
-
Gelet op de omzendbrief van 10 juni 2011 BB 2011/01 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit;
-
Overwegende dat de gemeente bevoegd is voor het afleveren van de vergunningen en voor de controle op de afgeleverde vergunningen voor het exploiteren van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder;
-
Overwegende dat het tarief van de jaarlijkse belasting voor diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder opgenomen is in het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen en dat de gemeente hier niet van kan afwijken;
-
Overwegende dat de houders van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst kunnen onderworpen worden aan een jaarlijkse belasting;
-
Overwegende dat deze jaarlijkse belasting door de gemeenteraad zelf dient te worden vastgesteld binnen de maximumgrenzen bepaald door het decreet personenvervoer;
-
Gelet op de financiële toestand van de gemeente waaruit blijkt dat alle rendabele belastingen dienen geheven te worden;
-
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen: Artikel 1: - Heffingstermijn - belastbaar feit: Er wordt voor de aanslagjaren 2016 tot en met 2017 een belasting geheven op de door het college van burgemeester en schepenen verleende vergunning voor de exploitatie van:
- een taxidienst; - een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.
Artikel 2: - Begripsomschrijving: Alle bepalingen opgenomen in het decreet van 20 april 2001 (en latere wijzigingen) betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen en het besluit van 18 juli 2003 (en latere wijzigingen) van de Vlaamse regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder zijn van toepassing op onderhavig belastingreglement. Artikel 3: - Belastingplichtige: De belasting is verschuldigd door de houder van de vergunning op 1 januari van het aanslagjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning indien de vergunning in de loop van het aanslagjaar afgeleverd werd. Artikel 4: - Berekeningswijze en tarief: De belasting wordt als volgt vastgesteld: Taxidiensten: 1. € 250,00 per jaar en per voertuig vermeld in de door het college van burgemeester en schepenen afgeleverde vergunning zonder standplaats op de openbare weg; 2. 325,00 euro per jaar en per voertuig vermeld in de door het college van burgemeester en schepenen afgeleverde vergunning bij gebruik van de standplaats op de openbare weg; 3. een bijkomende belasting van € 75,00 per jaar en per voertuig vermeld in de door het college van burgemeester en schepenen afgeleverde vergunning van taxidiensten zonder standplaats op de openbare weg ,maar waarvan de voertuigen voorzien zijn van radiotelefonie. Diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder: € 250,00 per jaar en per voertuig vermeld in de door het college van burgemeester en schepenen afgeleverde vergunning. Wanneer de afgeleverde vergunning geldt voor zowel een taxidienst als een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder wordt de belasting gecumuleerd conform de bepalingen in het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (artikelen 36 en 49). De tarieven in dit artikel worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000. De eerste aanpassing gebeurt op 1 januari 2016. De belasting is ondeelbaar en verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning afgegeven werd. Volgende situaties geven geen aanleiding tot belastingteruggave: een vermindering van het aantal voertuigen tijdens het aanslagjaar; de opschorting of intrekking van de vergunning; het buiten werking stellen van één of meer voertuigen, om welke reden ook. Met eventuele wijzigingen in de vergunning wordt rekening gehouden vanaf het aanslagjaar dat volgt op het jaar waarin de wijziging plaatsvond. Artikel 5: - Wijze van invordering: De belasting wordt gevestigd en ingevorderd door middel van een kohier. Artikel 6: - Algemene bepalingen: De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 7: - Inwerkingtreding: Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2016. AB) CONTANTE BELASTING OP DE TIJDELIJKE INNAME VAN HET OPENBAAR DOMEIN DOOR VERHUISLIFTEN, CONTAINERS, WERFWAGENS, KRANEN, STAPELPLAATSEN VOOR BOUWMATERIALEN, ENZ. De heer Geert Asman (PVDA+) dient volgend amendement in: de eerste 5 dagen gratis. Met 9 ja-stemmen (Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke) tegen 14 neen-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) DE RAAD: -
Gelet op het gemeentedecreet;
-
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
-
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;
-
Overwegende dat het aangewezen is noodzakelijke werken uit te laten voeren, maar de beperking van de termijn van inname zoveel mogelijk in de hand te werken;
-
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
-
Na beraadslaging,
BESLUIT: In openbare zitting Met 14 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) bij 9 onthoudingen (Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een contante belasting gevestigd op de tijdelijke inname van het openbaar domein door verhuisliften, containers, werfwagens, kranen, stapelplaatsen voor bouwmaterialen, enz. Artikel 2: - De belastingplichtige is de persoon die de vergunning aanvraagt. De vergunninghouder draagt alle aansprakelijkheid. De aanvrager kan de huiseigenaar zijn maar bijvoorbeeld ook de huurder, aannemer, verhuisfirma,… Artikel 3: - Er wordt een forfaitaire belasting van 180,00 EUR aangerekend en 10,00 EUR per begonnen dag te rekenen vanaf de 3de dag voor de inname van de berm, de stoep, het fietspad of in sommige gevallen over de rijbaan. Indien de aanvraag zoals vermeld in artikel 5 van huidig reglement correct werd gevolgd, wordt de forfaitaire belasting van 180,00 EUR niet aangerekend en betaalt de belastingplichtige slechts 10,00 EUR per begonnen dag te rekenen vanaf de 3de dag van de inname. Artikel 4: -
Van de belasting zijn vrijgesteld de innamen voor :
-
-
de werken aan gebouwen in opdracht van de staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies, de gemeenten, eredienstbesturen, scholen en openbare instellingen. de werken uitgevoerd in opdracht van de instellingen opgenomen in artikel 180 van het WIB de werken die uitgevoerd worden door of in opdracht van het gemeentebestuur Zelzate en OCMW Zelzate
Artikel 5: - De aanvraag tot inname van het openbaar domein dient gericht te worden aan het gemeentebestuur van Zelzate : -
Inname van maximaal 2 dagen : de aanvraag moet minstens 3 werkdagen op voorhand ingediend worden. Inname van meer dan 2 dagen : de aanvraag moet minimum 14 dagen op voorhand ingediend worden
Een aanvraagformulier kan afgehaald worden op het secretariaat van de burgemeester of kan opgevraagd worden op de website www.zelzate.be. Zij vermeldt alle elementen (o.a. naam en adres aanvrager, opdrachtgever, adres werken, aard werken, eigenaar van de weg, afmetingen van de inname, voorziene periode,…) die noodzakelijk zijn. Hetzelfde geldt voor iedere aanvraag tot wijziging van de machtiging. Artikel 6: - De belasting is contant te betalen na ontvangst van het overschrijvingformulier. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 7: - Bij inname van het openbaar domein zonder voorafgaande aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgend de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Artikel 8: - Degenen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Grote Markt 1 te 9060 Zelzate. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Artikel 9: - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheidsen moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 10: - Verwijl- of moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 11: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. AC) RETRIBUTIES CONCESSIES OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS - AANPASSING DE RAAD:
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 29 december 2014 waarbij een retributie op de concessies op de gemeentelijke begraafplaats geheven wordt en laatst gewijzigd door de gemeenteraad in zitting van 14 december 2015;
Overwegende dat voor begravingen, bijzettingen en asverstrooiingen op een zaterdag door het personeel extra prestaties buiten de normale diensturen worden geleverd en dat het personeelslid voor deze prestaties naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust een extra half uur inhaalrust krijgt in toepassing van de rechtspositieregeling, zodat een zekere financiële tussenkomst van de aanvrager die opteert voor een begraving, bijzetting of asverspreiding op een zaterdag, verantwoord is;
Overwegende dat voorgesteld wordt om een differentiatie in retributie te maken tussen een begraving in volle grond en in het urnenveld waarvoor meer tijd en meer werk nodig is en anderzijds een bijzetting in het columbarium en een asverstrooiing waarvoor minder tijd en minder werk nodig is: * 100,00 euro voor begravingen in volle grond en begravingen in het urnenveld; * 50,00 euro voor bijzettingen in het columbarium en asverstrooiingen; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente ertoe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen;
Gelet op het gemeentedecreet.
BESLUIT: In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 9 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke) bij 2 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder): Artikel 1: - Met ingang van 1 januari 2016 worden de volgende retributies vastgesteld voor prestaties op een zaterdag en toegevoegd aan het retributiereglement op de concessies op de gemeentelijke begraafplaats onder artikel 1, titel E: Prestaties op een zaterdag: -
50,00 euro voor een bijzetting in het columbarium en een asverstrooiing; 100,00 euro voor een begraving in volle grond en een begraving in het urnenveld (urnenkelder/urnengraf). Artikel 2: - De invordering van deze retributie geschiedt overeenkomstig de regelen van de burgerlijke rechtspleging. Artikel 3: - Deze verordening zal aan de toezichthoudende overheid, aan het diensthoofd burgerzaken en aan de financieel beheerder worden overgemaakt. Artikel 4: - Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. 8) AANVULLENDE REGLEMENTEN OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER – VERZOEK TOT DELEGATIE BEVOEGDHEID AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN De burgemeester vraagt om niet te besluiten. Dit wordt met 14 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 9 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke) aanvaard.
9) GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES - WIJZIGING REGLEMENT Notulering stemgedrag van de PVDA+-fractie in toepassing van artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: “In PZ Puyenbroeck wordt de GAS soepel toegepast, toch kunnen we om principiële redenen niet goedkeuren: GAS is op de 1e plaats klassenjustitie: de kleine man wordt gestraft met in verhouding tot zijn inkomen fikse geldboetes terwijl frauderende diamantairs en grote bedrijven hun proces kunnen afkopen. Steeds meer overtredingen worden niet meer vervolgd door het Parket, maar komen onder de GAS. Het echte debat gaat helemaal niet over hondenpoep of rondslingerende papiertjes maar over de essentie van de rechtstaat. Want dit is rechtspraak zonder rechter. Een elementair principe is, dat men niet tegelijk rechter en partij kan zijn. Nochtans is dit het geval bij GAS. Het beroep is ondemocratisch: dit kan pas bij een boete van meer dan 75 €. Je betaalt 40 € voor inschrijving op de rol. Indien de politierechter de geldboete bevestigt, ben je een rechtsplegingsvergoeding verschuldigd van zo maar even 1 320 €, zonder verdere beroepsmogelijkheid.” DE RAAD:
Gelet op het gemeenteraadsbesluit houdende vaststelling van het reglement op de gemeentelijke administratieve sancties en het gemeenteraadsbesluit van 30 juni 2010 en aangepast in zittingen van 29 maart en 29 november 2011;
Gelet op de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op de omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg wordt verschaft bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties;
Overwegende dat het ingevolge de gewijzigde wetgeving en een evaluatie van het bestaande reglement op de gemeentelijke administratieve sancties, aangewezen is om het reglement op de gemeentelijke administratieve sancties te actualiseren en aan te passen;
Overwegende dat de vier gemeenten van de Politiezone Puyenbroeck éénzelfde reglement op de gemeentelijke administratieve sancties hanteren omwille van de toepasbaarheid ervan door de agenten van deze Politiezone;
Overwegende dat de voorgestelde wijzigingen aan het bestaande reglement besproken werden tijdens verschillende vergaderingen met afgevaardigden van de 4 gemeenten van de Politiezone Puyenbroeck, met afgevaardigden van de politie en met een externe deskundige op vlak van bemiddeling;
Overwegende dat de gemeenten van de Politiezone Puyenbroeck ervoor opteerden om de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en de overtredingen van de bepalingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, uitsluitend vastgesteld door automatisch werkende toestellen, niet te sanctioneren met gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op de beslissing van de Zoneraad van de brandweerzone Centrum van 1 oktober 2015 waarbij voorgesteld wordt om in de gemeenten van de brandweerzone de bestaande politieverordening inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen op te heffen en het nieuwe ontwerp politieverordening inzake preventie tegen brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen en bijlagen, goed te keuren;
Overwegende dat de gemeenten van de Politiezone Puyenbroeck al bij de eerste versie van het reglement op de gemeentelijke administratieve sancties beslist hebben om de reglementering in verband met de bescherming tegen brand en paniekrisico’s met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen van bestendige aard, integraal over te nemen in het gemeentelijk reglement op de gemeentelijke administratieve sancties;
Overwegende dat het bijgevolg aangewezen is om ook de nieuwe versie van het reglement met betrekking tot de preventie tegen brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen over te nemen in het vernieuwde reglement op de gemeentelijke administratieve sancties;
Overwegende dat het gemeentebestuur Zelzate, voor het bepalen van de eigenlijke administratieve sanctie en de administratieve verwerking van de GAS-dossiers, beroep doet op de provinciale sanctionerende ambtenaar;
Overwegende dat het ontwerp van vernieuwd GAS-reglement op 21 oktober 2015 ter gelegenheid van een informatievergadering werd verduidelijkt aan de leden van de politieraad, de jeugdraden en gemeenteraden van de verschillende gemeenten uit de Politiezone;
Gelet op het positief advies van de politieraad van 10 december 2015;
Overwegende dat de sanctionering van administratief strafbaar gestelde overtredingen de gemeenten de mogelijkheid biedt om lokale overlastproblemen zelf aan te pakken en niet afhankelijk te zijn van parket en strafrechtbanken;
Gelet op de aanpassing van de bemiddelingsprocedure, toevoeging van de ouderlijke betrokkenheid, aanpassing van de administratieve geldboete;
Overwegende de mogelijkheid om de leeftijd van minderjarigen te verlagen;
Gelet op het voorstel van de aanpassingen opgesteld door de burgemeesters, gemeentesecretarissen, zonechef en afgevaardigden van de gemeenten van de Politiezone Puyenbroeck Uitbreiding artikel 1.0.2 – bevelen burgemeester met mogelijk plaatsverbod Verwijdering voetnoot 1.0.3 – Vlaremgeluidsnormen Aanvulling 2.2.2 – Muziek “onverminderd de bepalingen van het Vlarem I en II en vervanging KB 24 februari 1997 door hoofdstuk 6.7 van het Vlarem II” Aanvulling 2.2.7 – grasmaaier of andere werktuigen “(deze laatste uitzondering geldt niet voor tuinbouwactiviteiten op particulier terrein, welke dus verboden zijn op zondagen en vóór 8 u of na 21 u)” Verwijdering artikel 2.2.9 – verbod van quads en motoren voor motorcross op buurtwegen Aanvulling artikel 2.2.10 – vuurwerk met “en wensballonnen” Toevoeging hoofdstuk 3 - preventie tegen brand- en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen en hoofdstuk 4 – bescherming tegen brand- en paniekrisico’s met betrekking tot publiek toegankelijke evenementen en hoofdstuk 5 – plaatsen en gebruiken van een sleutelkluis In hoofdstuk 6 – beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen Vlarea vervangen door Vlarema en bijhorende artikels Toevoeging artikel 7.0.5 – onderhoud van bomen, beplantingen en hagen en artikel 7.0.6 – verwijderen van boomstronken “Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich, na een eerste waarschuwing, het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de gemeente.” Verwijdering artikel 7.0.10 – bedrieglijke oproepen Aanpassing artikel 7.0.15 – bepalingen in verband met honden Toevoeging artikel 7.0.16 – onbewaakte loslopende dieren Aanpassing artikel 8.0.1 – uitwerpselen van dieren Aanpassing hoofdstuk 9 – gemengde inbreuken Aanpassing hoofdstuk 10 – Sancties Toevoeging bijlage 1 – specifieke bepalingen van toepassing op publiek toegankelijke inrichtingen waarvan de voor het publiek toegankelijke oppervlakte kleiner is dan 100m² en het maximaal aantal toegelaten personen minder dan 100 personen bedraagt
Toevoeging bijlage 2 – specifieke bepalingen van toepassing op alle publiek toegankelijke inrichtingen andere dan bijlage 1 Toevoeging bijlage 3 – protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties – inbreuken op het strafwetboek (nietverkeer)
Gelet op het positief advies van 5 november 2015 van de jeugdraad;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Gelet op het gemeentedecreet en de nog toepasselijke bepalingen van de nieuwe gemeentewet;
BESLUIT: In openbare zitting Met 14 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 6 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke) bij 3 onthoudingen (Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert): Artikel 1: - De aanpassingen aan het reglement Gemeentelijke Administratieve Sancties zoals voorgesteld door de burgemeesters, gemeentesecretarissen, zonechef en afgevaardigden van de gemeenten van de Politiezone Puyenbroeck worden goedgekeurd. Artikel 2: - Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2016. Artikel 3: - Afschrift van dit besluit zal worden toegestuurd aan: De vrederechter; De griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg De griffie van de Politierechtbank De zonechef van de lokale politie; De Commissarissen van lokale politie De deputatie van de Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Sanctionerende ambtenaar GAS van de provincie Oost-Vlaanderen De provinciegouverneur; Het parket van de Procureur des Konings; De bevelhebber van de brandweerzone Centrum; Bemiddelaar Gemeentelijke Administratieve Sancties De drie andere gemeenten van de Politiezone Puyenbroeck (Wachtebeke, Lochristi en Moerbeke); Het diensthoofd van de gemeentelijke technische dienst; Het diensthoofd van de milieudienst/dienst stedenbouw; De financieel beheerder. 10. GOEDKEUREN PROTOCOLAKKOORD GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES - INBREUKEN OP HET STRAFWETBOEK (NIET-VERKEER) Notulering stemgedrag van de PVDA+-fractie in toepassing van artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: “De PVDA keurt dit protocolakkoord niet goed, om dezelfde principiële redenen als vermeld bij punt 9.” DE RAAD:
Gelet op het gemeenteraadsbesluit houdende de wijziging van het reglement op de gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op het voorstel van de procureur des Konings om het protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties inbreuken op het strafwetboek (niet-verkeer) en het protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties inbreuken verkeer te ondertekenen;
Overwegende dat de gemeenten van de politiezone Puyenbroeck ervoor opteerden om de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en de overtredingen van de bepalingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, uitsluitend vastgesteld door automatisch werkende toestellen, niet te sanctioneren met gemeentelijke administratieve sancties;
Overwegende dat het bijgevolg aangewezen is om enkel het protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inbreuken op het strafwetboek (niet-verkeer), te ondertekenen;
Overwegende dat het protocolakkoord niet-verkeer, geen verplichting is, maar dat het ondertekenen ervan wel leidt tot een snellere beslissing van de provinciale sanctionerende ambtenaar doordat bij de zogenaamde gemengde inbreuken (d.w.z. inbreuken die ook vermeld worden in het strafwetboek) niet langer gewacht moet worden op een bericht van de procureur des Konings;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Gelet op het gemeentedecreet en de nog toepasselijke bepalingen van de nieuwe gemeentewet;
BESLUIT: In openbare zitting Met 14 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 6 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke) bij 3 onthoudingen (Luc Van Waesberghe, Brent Meuleman en Isabel Dellaert): Artikel 1: - Het protocolakkoord met het Parket van de procureur des Konings te Oost-Vlaanderen betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inbreuken op het strafwetboek (niet-verkeer), overeenkomstig de tekst die als bijlage aan dit besluit wordt gehecht, wordt goedgekeurd. De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen om het protocolakkoord namens de gemeente Zelzate te ondertekenen. Artikel 2: - Dit protocolakkoord wordt van kracht op 1 januari 2016. Artikel 3: - Afschrift van dit besluit zal worden toegestuurd aan:
De vrederechter; De griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg De griffie van de Politierechtbank De zonechef van de lokale politie; De Commissarissen van lokale politie De deputatie van de Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Sanctionerende ambtenaar GAS van de provincie Oost-Vlaanderen De provinciegouverneur; Het parket van de Procureur des Konings; De bevelhebber van de brandweerzone Centrum; Bemiddelaar Gemeentelijke Administratieve Sancties De drie andere gemeenten van de politiezone Puyenbroeck (Wachtebeke, Lochristi en Moerbeke); Het diensthoofd van de gemeentelijke technische dienst; Het diensthoofd van de milieudienst/dienst stedenbouw; De financieel beheerder.
11. TERBESCHIKKINGSTELLINGSOVEREENKOMST – VROEGTIJDIGE BEËINDIGING DE RAAD: -
Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 01 juni 2015 houdende de goedkeuring van de gebruiksovereenkomst tussen Iveg en de gemeente Zelzate voor gebruik van een lokaal in het gemeentehuis op maandag en donderdag door Iveg met ingang van 1 maart 2015;
-
Overwegende dat deze terbeschikkingstelligsovereenkomst gesloten werd voor een periode van drie jaar;
-
Overwegende dat de ter beschikking gestelde ruimte in het gemeentehuis echter zo vlug mogelijk volledig ter beschikking van de gemeente dient te komen in functie van de integratiebeweging gemeente-OCMW;
-
Gelet op de brief d.d. 17 december 2015 van Iveg, Antwerpsesteenweg 260, 2660 Antwerpen-Hoboken waarbij zich akkoord verklaren om de terbeschikkingstellingsovereenkomst vanaf 1 januari 2016 te beëindigen;
-
Gelet op het gemeentedecreet.
BESLUIT: In openbare zitting Met algemene stemmen: Artikel 1: - De terbeschikkingstellingsovereenkomst voor gebruik van het lokaal in het gemeentehuis op maandag en donderdag door Infrax wordt vroegtijdig beëindigd, met name op 1 januari 2016. Artikel 2: - Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan Infrax. 12. GEMEENTELIJKE DOTATIE AAN DE POLITIEZONE Notulering stemgedrag van de PVDA+-fractie in toepassing van artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: “Om de verhoging tot 3,7 % te beperken, is men zeer creatief moeten omspringen met de uitgaven. Vooreerst werd bespaard op het voertuigenpark, en op personeelsuitgaven: een gedetacheerde minder, het absolute minimum van 1 CALOG bediende voor vrachtwagensluis en ANPR-camera’s. Sommige officieren cumuleren meerdere functies. Dit systeem is natuurlijk niet vol te houden. Een nieuw personeelsbehoeftenplan voor 2016 is in de maak. De terreurdreiging brengt extra inzet van personeel mee, ook tot buiten de eigen PZ. Maar de federale regering zet daar geen middelen tegenover. Van de aanvankelijk voorziene 400 miljoen voor de strijd tegen terrorisme, is 0 euro voorzien voor de Lokale Politie. Veiligheid garanderen voor de burgers is een fundamenteel recht. We stemmen “onthouding”, om uit te drukken dat wij de inspanningen van de zone naar waarde schatten, maar willen protesteren tegen de onder-financiering door de federale dotaties.” DE RAAD:
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder artikel 40, derde en zesde lid, artikel 71, eerste lid en artikel 208;
Overwegende dat de politiebegroting 2016 op 10 december 2015 aan de politieraad werd voorgelegd en goedgekeurd;
Gelet op de in de politiebegroting 2016 opgenomen gemeentelijke dotatie van Zelzate ten bedrage van 1 276 992,00 EUR.
BESLUIT: In openbare zitting: Met 17 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan
Persoon) bij 6 onthoudingen (Dirk Goemaere, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke): Artikel 1: - De bijdrage van de gemeente Zelzate zoals ingeschreven in de politiebegroting 2016, zijnde in totaal 1 276 992,00 EUR, goed te keuren en deze aan de politiezone Lochristi, Moerbeke, Wachtebeke, Zelzate toe te kennen. Voor de volgende jaren wordt gerekend op een stijgingspercentage van deze dotatie van 3% per jaar. Artikel 2: - Afschrift van dit besluit zal voor goedkeuring worden toegestuurd aan de heer provinciegouverneur en aan de Federale Directie, politionele veiligheid. Artikel 3: - Afschrift van dit besluit zal voor kennisgeving worden toegestuurd aan de zone en aan de financieel beheerder. 13. REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN GEMEENTELIJKE ZALEN EN MATERIALEN – WIJZIGING Notulering stemgedrag van de heren Brent Meuleman en Luc Van Waesberghe en van mevrouw Isabel Dellaert in toepassing van artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: “Deze meerderheid kiest ervoor om de zaal waarin we ons nu bevinden alleen te gebruiken voor officiële/bestuurlijke aangelegenheden. Onze fractie is van mening dat de bovenzaal van het gemeentehuis moet blijven kunnen gebruikt worden door de verenigingen, temeer er in onze gemeente zo al een nood is aan zalen.” De heer Luc Van Waesberghe (sp.a) heeft nog volgende vragen: - Wat gaat er gebeuren als een vereniging deze zaal al heeft geboekt en een activiteit heeft voorzien? - Wanneer worden deze verenigingen verwittigd dat ze deze niet meer kunnen gebruiken? - Krijgen zij het volledig bedrag dat betaald is terug? - Volgens het reglement zal het gemeentebestuur zorgen voor een andere zaal, maar wat als de aangeboden zaal niet voldoet voor de activiteit, kunnen deze verenigingen dan zelf kiezen al dan niet in te gaan op het voorstel? De burgemeester antwoordt dat er een oplossing wordt gezocht voor de mensen die de zaal reeds gehuurd hebben. Mocht de activiteit niet kunnen doorgaan dan wordt het geld terugbetaald. De secretaris zal samen met de verenigingen die de zaal reeds geboekt hebben naar een oplossing zoeken. Mocht de voorgestelde zaal niet voldoen, dan kunnen de verenigingen deze weigeren. DE RAAD: -
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 november 2013 houdende het bepalen van de voorwaarden tot gebruik van de gemeentelijke zalen en materialen;
-
Gelet op de gemeenteraadsbesluiten van 2 april 2014, 24 november 2014 en 29 januari 2015 houdende opheffing van voormeld besluit en bepaling van nieuwe voorwaarden tot gebruik van de gemeentelijke zalen en materialen;
-
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen d.d. 15 december 2015 om de bovenzaal van het gemeentehuis enkel nog te gebruiken voor officiële/bestuurlijke aangelegenheden (= huwelijken/ jubileumvieringen, zittingen van de gemeenteraad en gemeenteraadscommissies en vergaderingen in functie van administratie of college van burgemeester en schepenen);
-
Overwegende dat de raadzaal voor bovenvermelde aangelegenheden gratis ter beschikking zal worden gesteld;
-
Gelet op het gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005 en latere wijzigingen.
BESLUIT: In openbare zitting Met 12 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Jan De Beule, Kristof Stevelinck, Luc Verstraeten, Claudio Rizzo, Veerle Roegies, Linda Vereecke, Johan De Jonghe en Jan Persoon) tegen 9 neen-stemmen (Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Maureen Tollenaere, Brent Meuleman, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst en Marleen Vanmaercke) bij 2 onthoudingen (Patricia De Meyer, Freddy De Vilder): Enig artikel: - Afdeling A, artikel 2 van het reglement op het gebruik van gemeentelijke zalen en materialen wordt vervangen door de volgende tekst: Artikel 2: Overzicht van welke activiteiten er mogelijk zijn en de tarieven AV: V: O: P: F: R: T: BA:
algemene vergadering gemeentelijke adviesraden en gemeentelijke feestcommissie vergadering S: studiedag, lezing ontmoetingsactiviteit (zonder muziek) US: uitzonderlijke sportactiviteit podiumactiviteit max cap: maximum capaciteit fuif opp: oppervlakte repetities WB: waarborg tentoonstellingen Annul.: annulatievergoeding van bestuurlijke aangelegenheid (huwelijk/ toepassing jubileumviering, gemeenteraad, gemeenteraadscommissie, vergaderingen i.f.v. administratie of college van burgemeester en schepenen) (gratis gebruik) AV
Polyvalente zaal bibliotheek Gemeentelijke basisschool: Turnzaal Refter Turnzaal & refter Bovenzaal gemeentehuis CC De Brug BOC Klein Rusland
administratieve ruimte in het gebouw Vredekaai 2A (1)
●
BA
V
O
●
●
P
● ●
(1) (1)
● ● ●
● ●
F
R
T
S
●
●
●
●
●
●
US
● ●
● ●
● ● ●
● ● ●
max cap
opp
avond (2)
dag (3)
WB
Annul.
49
72
5€
5€
neen
neen
383 400 783 135
310 185 495 230
75€ 75€ 100€ 75€
50€ 50€ 80€ 50€
175€ 175€ 175 175€
ja ja ja ja
533 372 49
219 124 40+20
100€ 75€ 5€
90€ 50€ 5€
175€ 175€ neen
ja ja neen
Enkel voor de 2 Zelzaatse harmonieën
(2) en (3): Het dagtarief is toepasselijk voor elk gebruik van de gevraagde zaal dat eindigt voor 22 uur; elk ander gebruik valt onder het nachttarief; de twee tarieven zijn niet cumulatief; voor volgende activiteiten wordt de dagprijs verminderd tot een vijfde van het dagtarief: tentoonstellingen en repetities. Voor langdurig gebruik van een lokaal (zie art. 11) wordt het tarief bepaald op 20% van het dagtarief. 14. MEDEDELINGEN/KENNISGEVINGEN De heer Kristof Stevelinck verlaat de raad. Volgende stukken worden ter kennis gebracht van de gemeenteraad: IDM - verslag van de zitting van de Raad van Bestuur van 04 november 2015; Iveg - verslag van de zitting van het Directiecomité van 5 oktober 2015;
Iveg - verslag van de zitting van het Directiecomité van 19 oktober 2015; Iveg - verslag van de zitting van de Raad van Bestuur van 30 september 2015;
15. VRAGEN a) De heer Luc Verstraeten (VLD-SD) 1) belooft dat er regelmatig commissies zullen georganiseerd worden. De burgemeester stelt dat de voorzitter de commissie moet voorbereiden. 2) vraagt om de interventies tijdens te gemeenteraad te laten gebeuren zoals vermeld in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Mevrouw Patricia De Meyer en de heer Freddy de Vilder verlaten de raad. b) De heer Brent Meuleman (sp.a) heeft volgende vragen/opmerkingen: 1) het wegdek in de verbinding tussen de Onteigeningsstraat en de Burgemeester J. Chalmetlaan t.h.v. de oprit van het Atheneum (waar vroeger de winkel was) is in slechte staat. Kan dit opgelost worden? Antwoord: dit is in voorbereiding en zal worden opgelost tijdens de zomervakantie. Op de vraag of er intussen voor een tussenoplossing kan worden gezorgd, wordt negatief geantwoord. 2) de verkeersspiegels zijn van zeer slechte kwaliteit o.a. op splitsing van de M. Ottestraat en de Tweede Gidsenlaan Antwoord: deze zal vervangen worden 3) aan de Eikelstraat ligt er geen zebrapad. Kan dit bekeken worden. Antwoord: er zal advies worden gevraagd aan de politie De heer Jan Persoon verlaat de raad. De heer Luc Verstraeten verlaat de raad. 4) hij stelt voor om het aanwezigheidsregister op het einde van de gemeenteraad te ondertekenen De burgemeester zal aan zijn partijleden vragen om te blijven tot het einde c) De heer Geert Asman (PVDA+) 1) wenst van de burgemeester te vernemen waarom hij en andere gemeenteraadsleden tijdens de vorige gemeenteraad zijn weggegaan zodat de gemeenteraad niet meer kon doorgaan. De burgemeester wenst hierop niet te antwoorden. 2) vraagt of er reeds plannen zijn voor het huidige OCMW-gebouw gezien de OCMW-raad heeft plaatsgevonden in de Kastanje. Antwoord: de OCMW-raad zal vanaf volgend jaar doorgaan in de raadzaal van het gemeentehuis; er zijn nog geen plannen voor het OCMW-gebouw. De heer Jan De Beule verlaat de raad. d) De heer Karl Segers (PVDA+) heeft volgende vragen: 1) heeft het college omtrent het parkreglement n.a.v. de PAKverontreiniging rond het bedrijf Rutgers in dit dossier reeds verdere stappen ondernomen meer bepaald naar de opheffing van het politiereglement van 8 september 1998 en de communicatie hierover naar de bevolking? De burgemeester is nog steeds overtuigd dat het niet veilig is om groenten en fruit te gebruiken. Hij wenst hierover een verder onderzoek. 2) in het college van 17 november werden verkeersmaatregelen genomen n.a.v. het knippen van de verbinding Oost- en Westkade t.h.v. het park
en de verkeerssituatie werd gewijzigd in de Franz Wittoucklaan. Wanneer is de uitvoering van dit alles gepland? De heer Martin Acke antwoordt dat dit een denkpiste was en dat dit ten gepaste tijde op de gemeenteraad zal worden gebracht. 3) op de gemeenteraad van 14 december heeft de heer Segers een punt ingediend voor de aanpassing van de bewegwijzering op de invalswegen naar Zelzate om doorgaand verkeer te vermijden. Wanneer zal men dit plan met AWV bespreken? Antwoord: dit zal eerst in het college worden bekeken om daarna aan AWV voor te leggen. e) De heer Steven De Vuyst (PVDA+) 1) heeft vernomen dat de burgemeester een overleg heeft gehad met de jeugdraad om voor fuiven het sluitingsuur terug van 3 uur naar 4 uur te brengen met een proeftijd van 6 maanden. De burgemeester antwoordt dat dit nog moet voorgelegd worden aan het college. Hij zal samen met schepen Stevelinck en de politie een vergadering met de jeugdraad beleggen om dit te bespreken. 2) ondersteunt de vraag om het boek voor de presentiegelden pas op het einde van de raad te ondertekenen.
PUNT II
GEHEIME ZITTING
1. GAS - AANSTELLING PROVINCIAAL SANCTIONEREND AMBTENAAR De heer Martin Acke, voorzitter, sluit de vergadering om 20:50 uur. Dagtekening als boven
In opdracht: De gemeentesecretaris Guy VRBUYST
De voorzitter MARTIN ACKE