Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 11 juli 2006 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens. Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis mevrouw E.P. van den Broek de heer J. Fidom de heer H.W. van Gelder de heer H. Gesink de heer H. van der Heide de heer W.G.J. Limberger de heer J. Roffel de heer L. Smook de heer J.P. van der Vis de heer T.M. de Vries de heer B.S.H. Wiertsema de heer F. van der Zee
Afwezige raadslid:
de heer M.H.J. Halsema mevrouw J. Vogel
Voorzitter:
mevrouw J.A.J. Stam
Griffier:
mevrouw M. van Bergen
Notulist:
de heer J. Russchen
- tevens burgemeester
Aanwezige overige leden burgemeester en wethouders:
de heer M. van Dijk de heer J.L. Hiemstra
- wethouder - wethouder
mevrouw A. Imminga
- gemeentesecretaris
1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering, heet de aanwezigen welkom en constateert dat de raad agenda vaststelt. De heer Van Dijk deelt mee dat met het oog op de zorgvuldigheid en om juridische redenen er nog geen keuze is gemaakt voor een projectontwikkelaar voor de realisatie van winkelconcentratie in Leens. Er wordt gekozen uit een viertal en verwacht mag worden dat begin september tot een keuze kan worden gekomen. De voorzitter deelt mee dat een ingekomen brief van de Zeehondencrèche in Pieterburen is gedeponeerd op de raadstafel en stelt voor om deze te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6. 2. Spreekrecht voor het publiek. Naar aanleiding van agendapunt 6 maken de volgende personen (instanties) gebruik van het spreekrecht: Als voorzitter van de Vereniging Dorpsbelangen Pieterburen zegt mevrouw A. Borchert het volgende: "Dorpsbelangen Pieterburen is namelijk blij, dat het College thans een voorstel doet voor het reserveren van 1,5 miljoen euro voor het Masterplan Pieterburen. Nu het mooie vakantieweer zich aandient, komt ook de jaarlijkse toeristenstroom weer goed op gang. Het is een gezellige drukte maar juist dan is goed zichtbaar, dat er maatregelen getroffen moeten worden, maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid, de filevorming en de parkeeroverlast. Hierin zal het Masterplan voorzien, naast andere onderdelen van dit integrale plan, die minstens zo belangrijk zijn. Mevrouw de voorzitter, de afgelopen tien jaar zijn diverse pogingen gedaan om tot een gemeenschappelijk plan te komen, die echter niet op voldoende draagvlak konden steunen. Voor de totstandkoming van dit plan is dan ook in 2004 gekozen voor een uitgebreid en democratisch proces. Voor de Pieter-buursters zijn voorlichtingsbijeenkomsten gehouden en vier werkgroepen hebben aan diverse onderdelen van het plan gewerkt. En in onze Pieterbuurster Courant was een vaste informatierubriek opgenomen, met het laatste nieuws. Het uiteindelijke resultaat is vorig jaar unaniem aangenomen. Een unieke situatie voor ons dorp en samen met de gemeente willen we deze weg ook verder inslaan. Toch kennen we ook enige zorg. Zorg over de verdere invulling en uitwerking. Alle aandacht gaat thans uit naar de toeristische functies van het Masterplan en de effecten voor deze
branche. Het is zaak dat dit in balans blijft. Onze ambitie in het Masterplan is namelijk breder. Daarom wil ik vanaf deze plek ook nadrukkelijk aandacht vragen voor de dorpsbewoners, de verkeersveiligheid op de toegangsroutes van en naar Pieterburen, de inrichting van onze Hoofdstraat, aanleg van fiets- en voetgangerspaden, een eventuele kinder-crèche, woningbeleid voor ouderen en sociale woningbouw. Onderwerpen die, gezamenlijk naast de toeristische functies, Pieterburen tot een leefbaar en gezellig dorp maken en houden. Tot besluit. Wij hopen dat op deze avond de financiering voor uitvoering van het Masterplan goedgekeurd wordt. En we verwachten vanuit de gemeente De Marne een intensieve(re) samenwerking met ons, dat zijn de ondernemers en instanties van Pieterburen maar ook de dorpsbewoners en Dorpsbelangen Pieterburen, voor het draagvlak, de verdere invulling en uitvoering van het plan. Samen voor het dorpsbelang." Namens De Jutter zegt mevrouw H.M. Bron het volgende: "Toen ik in 1996 de winkel De Jutter begon was ik verbaasd over de duizenden toeristen die zich op Pieterburen stortten en vooral op zon- en feestdagen hun auto overal maar parkeerden. Langzamerhand werd het duidelijk dat het zo niet langer kon en er parkeergelegenheid bij moest komen. Na jaren nadenken nam de zin in een beter parkeerbeleid toe en nam het aantal bezoekers op hoogtijdagen af. Want het sprak zich rond dat je op zon- en feestdagen toch niet door Pieterburen kon komen: dus verspreidt het zich nu meer over het hele jaar. Van echte overlast kun je nauwelijks meer spreken. Aangetrokken door al die toeristen vestigden zich de laatste tien jaar allerlei nieuwe bedrijven in de Hoofdstraat. Dat gaf werkgelegenheid en het werd een gezellig geheel. Hoewel het toch over het algemeen seizoenwerk is vonden velen een nieuw bestaan. We zijn ons ervan bewust dat de Zeehondencrèche, die ons dit alles mogelijk maakt, toch een onzekere factor is: Is de opvang van zeehonden wel of niet meer nodig en blijft de crèche of vestigt men zich elders. Maar: Je wilt het niet geloven, het gevaar komt uit een andere hoek: De gemeente bedacht andere plannen en het voelt alsof we in de steek worden gelaten. Sinds 1999 heb ik door middel van brieven duidelijk proberen te maken dat ik erg bezorgd ben over het voortbestaan van De Jutter als de plannen doorgaan. Tot nu toe heb ik niet het gevoel gehad, dat er aandacht aan is geschonken en ik ben ook niet speciaal benaderd in deze procedure. Tijdens het samenstellen van het Masterplan in de winter 2004-2005 werd in de werkgroepen duidelijk dat Groninger Landschap, Stichting Oude Groninger Kerken en Wadloopstichtingen veel te zeggen hebben en de ondernemers totaal niet serieus namen. We werden dan ook al snel van de kaart geveegd en mochten onze bezwaren niet kenbaar maken. De brief die we met veel tegenstand van de werkgroepleiders van Stichting Dorpsbelangen toch mee lieten gaan naar de gemeente, blijkt nu zelfs zoek en verschillende raadsleden hadden er niet van gehoord. Wij ondernemers van Pieterburen hebben jarenlang hard gewerkt om ons bedrijf tot bloei te brengen en dragen daarom enorm bij in een leefbaar Pieterburen, waar toeristen graag vertoeven en terugkomen.
Maar helaas zien wij dat tenietgedaan door politieke spelletjes en kreten als: "Ach dat valt wel mee". Maar dat valt niet mee: Als de bezoeker zijn behoeftes vindt op een achter bureau, bij de CV bedacht multifunctioneel betaald parkeerterrein. Dan hoeft hij niet meer verder te zoeken en zal hij daarna weer in de auto stappen en door opgeleukte Hoofdstraat zijn weg vervolgen. Wil je de bezoeker langer in Pieterburen houden, dan moet je dus nooit de parkeerplaats naast de grootste attractie realiseren. En helemaal niet een multifunctionele, waar allerlei voorzieningen gepland staan, waarvan de meeste trouwens al in het dorp aanwezig zijn. Natuurlijk zullen er bezoekers zijn die in de zomer uitwaaien door het dorp, maar helaas kunnen daarvan niet het hele jaar leven. Wij hebben de loop nodig, het etalage-effect om die zekerheid te behouden. Ook nieuwe bedrijven zullen niet meer durven investeren in de Hoofdstraat. Dus geen leuke winkeltjes er bij en de bestaande krijgen het moeilijk of moeten sluiten. Ik vind dat de gemeente zorg moet dragen voor een gezond ondernemersklimaat. Ik ben niet tegen vernieuwingen maar dan wel in goed en eerlijk overleg en als aanvulling op hetgeen al bestaat. Dus verzoek ik u: Houd Pieterburen ook voor de ondernemers leefbaar want wat weg is komt nooit terug." Namens Waddengenot Pieterburen en per 1 november eigenaar van het Wapen van Hunsingo, zegt mevrouw A. Klont te Pieterburen het volgende: "Zoals jullie in onze eerdere brief hebben gelezen zijn wij zwaar kritisch op het Masterplan Pieterburen: Ten eerste de druk voor het dorp wordt op deze manier totaal niet weggenomen, alle auto’s blijven naar het centrum van het dorp rijden. Een parkeerplaats naast de grootste trekker van het dorp de Zeehondencrèche, zal de mensen zeker niet stimuleren om het dorp Pieterburen te ontdekken. De mensen weten nu nog niet eens dat Pieterburen een dorp is en dat dit niet de naam van de Zeehondencrèche is. Zeker als deze parkeerplaats ook nog allerlei activiteiten zal gaan omvatten hebben de mensen daar voldoende te doen. Een volledig nieuw centrum achter het bestaande centrum waar wij als bestaande ondernemers het nakijken naar hebben. Volgens de voorstanders van het plan gemakkelijk op te vangen: Door leuke wandelroutes en vindingrijkheid van de ondernemers. Dat is lekker gemakkelijk om te zeggen maar wanneer je op deze manier een plan bedenkt, wordt ons echt de nek omgedraaid. In de zomer moet het verdiend worden, dit om in de winter met verlies te kunnen blijven draaien. Wanneer er in de zomer niet voldoende binnen komt zal het scenario voor de winter
erg gemakkelijk zijn: De deur op slot is veel goedkoper! Het gevolg hiervan is een onaantrekkelijk dorpsleven voor Pieterburen. Ik hoop dat u deze bezwaren serieus mee neemt vanavond want een Masterplan Pieterburen zal op deze manier eerder een Einde Pieterplan zijn. Volgens mij zijn niet alle opties wat betreft Parkeerplaats Pieterburen voldoende onderzocht, jarenlange en uitgebreide rapporten hebben elke keer aan getoond dat de parkeerplaats verderop in het dorp gesitueerd moeten worden dit in verband met de veelbesproken etalagefunctie van het dorp. Daarbij heb ik nog een voorstel: De bestaande parkeerplaats laten bestaan en op drukke dagen een overloopparkeerplaats aan de Wiebenerweg creëren. De betreffende ondernemer Schutter staat daar niet afwijzend tegenover. Deze ondernemer is iemand uit eigen dorp en wordt er dan ook nog financieel beter van, tevens kan er dan weer een ondernemer op inspelen door deze mensen naar het centrum van het dorp te vervoeren extra attractie voor het dorp waardoor mensen die vaker komen juist buiten het dorp zullen parkeren en dat is toch wat we met z'n allen proberen te bereiken". De heer Wiertsema vraagt opheldering over de verblijfplaats van de brief die volgens mevrouw Klont zoek is. Mevrouw Klont antwoordt dat deze brief dateert van februari 2004 welke inmiddels boven water is en dat de raad er over beschikt. Namens Dijkstra’s Wadlooptochten zegt de heer R.W. Dijkstra dat hij gedurende zijn leven veel heeft zien veranderen en er is in die tijd veel gebeurd in Pieterburen. Na alle affaires die zich hebben afgespeeld voegt deze kwestie hieraan een dimensie toe. Hij heeft een aantal besprekingen gehad met Cees Schelling en Raymond Kuijer waaruit naar voren kwam dat het wadlopen binnen Pieterburen een centrale rol zou spelen en nam hij hier met instemming kennis van. Pieterburen is daardoor “groot” geworden en later is de Zeehondencrèche er bijgekomen. Het wadlopen heeft van de gemeente al die jaren weinig ondersteuning ondervonden en hij vraagt zich af of zij deze activiteit nog wel steunt. Volgens het Masterplan zal er onder andere een multifunctioneel parkeerterrein met aan de zuidzijde voorzieningen moeten komen. Het wadlopen wordt er slechts summier in aangestipt en hij vraagt zich af aan welke voorzieningen wordt gedacht ten behoeve van het wadlopen. Als de parkeerplaats bij de Zeehondencrèche er komt dan ontstaan er volgens hem voor de Wadloop-organisaties grote problemen. Wadlopers zijn maar ongeveer een half uur in het dorp Pieterburen waarna ze weer uit het dorp vertrekken. Hij kan een systeem van betaald parkeren aan deze categorie mensen niet verkopen en zij zullen dus ergens anders in het dorp hun auto kwijt moeten. De burgemeester heeft enige jaren geleden beloofd dat er een parkeerplaats zou komen die in de wintermaanden kon worden aangewend als ijsbaan maar dit is thans niet opgenomen in de plannen. De nieuwe parkeerplaats staat gepland vóór de ingang van de Zeehondencrèche. Als daar ook andere voorzieningen komen dan zullen bezoekers het dorp Pieterburen niet meer inlopen
waardoor het restant van de nog aanwezige middenstand en horeca in het dorp zal verdwijnen. De beste locatie voor aanleg van een nieuwe parkeerplaats is het terrein van de familie Fokkens aan de Hoofdstraat. Tot slot vraagt hij of het benodigde perceel grond voor de nieuw geplande parkeerplaats inmiddels is aangekocht door de gemeente. 3. Aanwijzen primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot het aanwijzen van de primus en daartoe wordt getrokken nummer 1, de heer Roffel. 4. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 6 juni en 20 juni 2006 alsmede de lijst van toezeggingen. Notulen 6 juni 2006 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Notulen 20 juni 2006 De heer Berghuis stelt de volgende wijzigingen voor: - op blz. 11, onder punt 7, de 3e zin boven als volgt te wijzigen: De locatie Achtervalge voldoet hier niet aan of er zou een afzonderlijke inrit moeten komen, wat niet realistisch is. - op blz. 17, onder punt 14 bij besluit de naam “Gesink” te wijzigen in “Berghuis” en de woorden “de motie” in “het amendement”. De notulen worden met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen vastgesteld. Lijst van toezeggingen: De heer Van der Vis merkt op dat de punten 9 en 20 van de lijst van toezeggingen kunnen worden geschrapt. Punt 11 kan worden betrokken bij agendapunt 23. Punt 7
Locatiekeuze winkelconcentratie.
De heer Berghuis vindt dat de informatieverstrekking hierover aan de dorpsverenigingen, die in oktober staat gepland, aan de late kant is en daarover spreekt hij zijn teleurstelling uit. De heer Van Dijk antwoordt dat vanwege de zomerperiode dit is gepland voor september/oktober. Er kunnen dan meer mededelingen worden gedaan dan omstreeks deze tijd en bovendien is veel van de nu bekende informatie via de media al bekend bij hen. Punt 23
Onderzoek vermindering afvalstromen van de gemeente
De heer Berghuis vraagt wanneer dit onderzoek wordt gepresenteerd. Hij stelt voor om dit in september te doen. De punten 11 en 23 verschillen wezenlijk van strekking. De voorzitter neemt kennis van hetgeen is gesteld en zegt toe dat zij wethouder Bakker zal vragen om tegemoet te komen aan het verzoek van de heer Berghuis.
5. Ingekomen stukken. opiniërende bespreking: Punt A7
Verzamelbrief mei 2006 Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Mevrouw Van den Broek vraagt of het college afgewezen aanvragen voor een langdurigheidtoeslag nogmaals wil beoordelen omdat in dezen de wetgeving is gewijzigd. De heer Van Dijk zegt toe dat hij dit zal doen. Punt A16
Brief S. Prins te Landgraaf inzake voortzetten uitkering ABW na verhuizing
Mevrouw Van den Broek is in dezen benieuwd naar het antwoord van het college op het verzoek. De heer Van Dijk antwoordt dat in dezen moet worden voldaan aan de hier geldende criteria. Het is hem niet bekend of hieraan wordt voldaan. Betrokkene zal over de uitkomst worden geïnformeerd. Punt B2
Jaarverslag jongerenwerk 2005-2006
De heer Limberger vindt het verslag duidelijk. In een paar dorpen is een en ander niet of moeilijk van de grond gekomen en daarom dringt hij er op aan om daar meer reclame te maken voor de activiteiten van de jeugdwerkers. Er wordt geconstateerd dat de problemen in het Asingapark in Ulrum min of meer zijn opgelost maar aan het slot wordt gesteld dat zich aldaar jeugd uit andere dorpen verzamelt. Hij vraagt zich af of in dezen niet preventief hiermee aan de slag moet worden gegaan want het kan zijn dat daardoor weer problemen gaan ontstaan. De heer Van Dijk zegt dat er bij hem geen signalen zijn ingekomen dat in Ulrum de zaak weer uit de hand dreigt te lopen. De huidige opzet van het jongerenwerk pakt goed uit en dat stemt tot tevredenheid. De belangstelling voor het jeugdwerk verschilt van dorp tot dorp maar in zijn algemeenheid is de bereikbaarheid van de jeugd goed. Hij zal aandacht vragen bij de jeugdwerkers om in dorpen, waar een en ander minder goed loopt, nog wat reclame te maken. De heer Limberger vindt dat door de jeugdwerkers heel goed wordt gewerkt. De voorzitter zal de uitgesproken complimenten overbrengen.
Punt B5
Beheerplan wegen 2006-2010
De heer Smook vraagt of nog in de raad over dit plan wordt gesproken en zo ja: wanneer. De heer Gesink sluit zich hierbij aan. In het rapport staan schokkende zaken en daarom is hij benieuwd hoe het college er tegenaan kijkt. De heer Van Dijk antwoordt dat de staat van onderhoud van de wegen niet optimaal is. Dit is
al langer bekend en er zijn daarom extra middelen beschikbaar gesteld in de voorjaarsnota 2005. De staat van onderhoud van wegen en ook van bruggen en beschoeiingen behoeft de nodige aandacht. De heer Smook vraagt zich af of de te maken kosten kunnen worden opgebracht. De heer Van Dijk antwoordt dat het zowel financieel als organisatorisch beter is om op basis van urgentie over te gaan tot een gefaseerde aanpak. De feitelijke situatie is wel eens beter dan in het rapport staat vermeld en bovendien hangt dit ook af van de normstelling die je voor jezelf acceptabel vindt. In de komende begrotingen is geld gereserveerd voor de uitvoering op basis van een meerjarenprogramma. Dit kan worden gepresenteerd aan de raad. Daarna kan worden bekeken of zij hierover nog nader wil spreken. De heer Smook merkt op dat in het rapport hier en daar melding wordt gemaakt van drastische ingrepen. De heer Gesink merkt op dat in het rapport staat dat het te lang uitstellen van onderhoud zal leiden tot nog veel meer kosten en daarover spreekt hij zijn zorg uit. Daarom heeft hij gevraagd hoe het college tegen een en ander aankijkt. De heer Van Dijk antwoordt dat het juist is dat een te lang uitstel leidt tot extra kosten. In het rapport wordt een weergave gegeven van de feitelijke situatie. De voorzitter stelt voor om de noodzaak van behandeling te bespreken in het presidium en ze constateert dat de raad hiermee instemt. Ook de visie van het college zal hierbij worden betrokken. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen van de griffier besloten. 6. Uitwerking Masterplan Pieterburen. opiniërende bespreking: De heer Van der Heide vraagt om schorsing van de vergadering om zich te beraden op hetgeen door de insprekers is ingebracht. De voorzitter stemt hiermee in en schorst de vergadering. Na heropening zegt de heer Van der Heide het volgende: "Het Masterplan Pieterburen stond op de reservelijst om in aanmerking te komen voor de Kompassubsidie. Het staat inmiddels op de prioriteitenlijst. Het Masterplan staat bij de PvdA al een paar jaar op de prioriteitenlijst. Daarnaast hebben we in ons verkiezingsprogramma aangegeven dat we het belangrijk vinden uitvoering te geven aan bestaande plannen. We hebben ook meermalen gezegd het belangrijk te vinden dat er met belanghebbenden een goed overleg gevoerd wordt. Als er ergens in de gemeente veel overleg gevoerd is, is het wel in Pieterburen over het Masterplan. Vorig jaar heeft de raad groen licht gegeven voor dit plan. Het heeft nog een jaar geduurd voordat we nu een besluit moeten nemen over het reserveren van €1.500.000,-- voor uitvoering. Een groot project, nu bestaande uit 16 deelprojecten.
Het gaat om het investeren van vele miljoenen. En dat allemaal voorzitter, omdat iemand jaren geleden bedacht zeehonden op te gaan vangen in Pieterburen. En dat heeft enorme gevolgen voor het dorp gehad. Lenie heeft niets met Pieterburen. Ik heb niets met zeehonden voorzitter, maar gelukkig zijn er velen die dat wel hebben en ook iets hebben met de verdere ontwikkeling van Pieterburen. Maar hoe we ook denken over die opvang: er wordt door velen geld aan verdiend. Wij hebben net als het college de ontwikkelingen rond recreatie en toerisme hoog in het vaandel staan. De ontwikkelingen van Pieterburen in samenhang met het Lauwersmeergebied en andere dorpen in onze gemeente moeten we in goed banen leiden. Dat kunnen we als gemeente niet alleen. Daarom is het belangrijk samen met recreatieondernemers horeca, andere ondernemers en de landbouwers en zelfs het ondernemersplatform een goed overleg te hebben. Er is met de dorpsvereniging en ondernemers veel overlegd zoals gezegd. Vorig jaar, voor de vaststelling van het Masterplan, vernamen we dat er in grote lijnen overeenstemming was over de vele plannen. Alle partijen in de raad spraken toen uit blij te zijn met het draagvlak in het dorp. We namen toen ook al kennis van een aantal bezwaarmakers. Het is natuurlijk fantastisch als je bij zo’n omvangrijk plan iedereen achter je hebt staan. Daar kun je naar streven maar het blijkt vaak een ijdele hoop te zijn. Het lukt zelden. Ik heb vorig jaar eens een informatieavond bezocht in Pieterburen. Het viel me op dat veel persoonlijke belangen boven het dorpsbelang leken te gaan. Daarmee doelend op de recreatieve ontwikkelingen. Veel ondernemers profiteren nu heel gemakkelijk van de bezoekersstroom richting zeehondencrèche. Bij de ingekomen stukken lezen we dat er een aantal ondernemers en ook Wadloopcentrum Dijkstra bezwaar maken tegen een aantal zaken. Door het overleg dat met diverse partijen is gevoerd konden de plannen in zijn geheel en in samenhang met elkaar worden opgepakt. Daardoor moet ook de meerwaarde ontstaan. De aanpak van de Hoofdstraat zal zoals genoemd de etalagefunctie alleen maar versterken. Maar je zult als ondernemer niet alleen de toevallig voorbijgaande recreant moeten trekken. Je moet zelf ook zorgen voor een bepaalde aantrek-kingskracht en dat vraagt initiatieven en creatief inspelen op de consument. En als je weet te bewerk-stelligen dat de consument je goed vindt komen ze bij je, al zit je 50 of 100 meter buiten Pieterburen. "U moet zich niet vergissen hoe moeilijk het is om toeristen in het dorp te krijgen" staat in één van de brieven te lezen. Vooralsnog is daar weinig moeite voor gedaan, want ze komen. Met de huidige plannen hopen we te bereiken die toerist langer vast te houden en daar profiteren de ondernemers weer van. Er wordt door bezwaarmakers de suggestie gewekt dat alle overleg en de consensus is gestoeld op foutieve informatie. Naar aanleiding van de gemaakte bezwaren vragen we: zijn er andere toezeggingen gedaan of verwachtingen gewekt en is er dan niets met de gemaakte opmerkingen gedaan. Is er inmiddels met de bezwaarmakers is gesproken en in hoeverre kunnen die bezwaren worden weggenomen. In hoeverre is het gebruik en de inrichting van het multifunctionele plein een andere dan waar
eerst over gesproken werd? Wat wordt de functie van het huidige parkeerterrein? De wethouder is in gesprek met de Zeehondencrèche en de provincie over de financiering van een aantal voorzieningen bij de Zeehondencrèche. Wat verwacht de wethouder van dit overleg? Is er inderdaad een aanvraag van € 1.800.000,-- door de crèche ingediend? Heeft ze om die gelden binnen te krijgen concrete plannen ingediend bij de gemeente? Er wordt ook gesproken over betaald parkeren. Hoe gaat dit vorm krijgen? Parkeerkaart die bijvoorbeeld tevens toegang biedt tot aantal voorzieningen. Een alternatief voor betaald parkeren: de gemeente kan ook een zogenaamd vermakelijkheidsretributie invoeren, dan wordt de Zeehondencrèche aangeslagen voor een bedrag per bezoeker die een kaartje koopt. Zij kan dan de toegangsprijs met dat bedrag verhogen. Is bedoeld om kosten van algemene voorzieningen (lees: wegen, parkeren) te verhalen op goedlopende attracties. Is dus geen toeristenbelasting, maar een aanslag gebaseerd op het aantal bezoekers. Als de raad akkoord gaat met de reservering van € 1.500.000,-- voor de uitvoering van het Masterplan kunnen de diverse subsidies worden aangevraagd. Dat is een belangrijke stap in de voortgang van het project. Er wordt dan een stedenbouwkundig ontwerp gemaakt voor de Hoofdstraat en een multifunctioneel plein. In dit traject wordt er met alle belanghebbenden (Dorpsbelangen / ondernemers) steeds overlegd en dat is essentieel. We gaan er van uit dat in dit traject de belanghebbenden op één lijn komen". Tot slot hoopt hij dat door de wethouder nader wordt ingegaan op hetgeen door insprekers is gesteld. Door Dorpsbelangen Pieterburen is gesteld dat er voor de plannen draagvlak moet zijn maar dat dreigt weg te vallen. Er is nog voldoende gelegenheid voor iedereen om zaken onder de aandacht te brengen en oplossingen te vinden voor de problemen die onder de aandacht zijn gebracht. De heer Berghuis merkt op dat men vorig jaar unaniem achter het Masterplan Pieterburen stond. Hij constateert nu dat men het over de gepresenteerde plannen niet eens is en er wordt om uiteenlopende redenen verdeeld tegenaan gekeken door insprekers, ondernemers en ook de Zeehondencrèche. Bij ondernemers bestaat vrees dat de Hoofdstraat gaat worden gemeden als de plannen doorgaan en hij kan zich dit voorstellen als de parkeerplaats bij de Zeehondencrèche komt en er een pad achterlangs naar Domies Toen komt. Het gestelde door de Zeehondencrèche dat gelden voor uitbreiding niet beschikbaar zullen komen kan hij niet controleren op waarheid. Hij is niet ingenomen met alle ontwikkelingen die zich de afgelopen maanden in dezen hebben voorgedaan. Met alle betrokken partijen moet het college binnenkort om de tafel gaan om te komen tot aanvaardbare oplossingen. Er moet bekeken worden hoe het multifunctionele plein nader wordt ingevuld. Zo zou er aldaar een informatiepaneel kunnen komen waarop alle plaatselijke activiteiten worden vermeld en de ondernemers moeten onder de aandacht worden gebracht van de toerist. Hij heeft ten aanzien van deze zaak nog de volgende vragen:
Wat staat te gebeuren met de huidige parkeerplaats als het komt tot aanleg van een
nieuwe.
Waarom is de brief waarin bezwaar werd gemaakt door de plaatselijke ondernemer tegen de parkeerplaats in februari 2005 niet betrokken bij de vaststelling van het Masterplan.
Hoe denkt het college over de suggestie van mevrouw Klont voor de aanleg van een parkeerplaats.
In hoeverre heeft het college over hetgeen is ingebracht overleg gehad met de middenstand.
Is het nodig dat over dit voorstel vanavond een besluit moet worden genomen of kan dit nog worden uitgesteld tot september.
Hoe denkt het college het betaald parkeren te realiseren.
De heer Wiertsema sluit zich aan bij de vragen welke de heren Van der Heide en Berghuis hebben gesteld. De aanwezigheid van draagvlak was voor zijn fractie een belangrijk uitgangspunt maar hij betwijfelt of dit er nog wel is. Indertijd heeft zijn fractie met betrekking tot deze plannen een voorbehoud gemaakt op het punt van de financiën. De inrichting van de Hoofdstraat en het parkeerprobleem moeten worden opgelost. Voor de Hoofdstraat moet de gemeente plannen gaan uitwerken maar met de realisatie van het parkeerterrein is dat niet strikt noodzakelijk. Er zou daarvoor een exploitatieovereenkomst moeten worden gesloten met alle belanghebbenden en de verstrekte middelen zouden binnen twee à drie jaar terug moeten komen. Wordt het bestaande parkeerterrein ten noorden van de Hoofdstraat in tact gelaten en nog bij de verdere plannen betrokken of niet. In de brief van de Zeehondencrèche, die op de raadstafel ligt, staat dat het wel en wee van Pieterburen mevrouw Lenie ’t Hart aan het hart gaat. Dit wijkt sterk af van hetgeen zaterdag in het Dagblad van het Noorden stond waarin staat dat het dorp Pieterburen haar gestolen kan worden, ze meer last ondervindt van overheden dan genot enzovoorts. Hij vraagt opheldering over de vraag of de gemeente in één of andere vorm geld heeft toegezegd om uitbreidingsplannen van de Zeehondencrèche te kunnen realiseren. In Pieterburen blijkt men moeite te hebben met de realisatie van een parkeerplein en de middenstand zet vraagtekens bij de verdere invulling hiervan. Hij is er benieuwd naar in hoeverre zij bij de planvorming zijn betrokken. Hij heeft er geen moeite mee om € 1.500.000,-- te reserveren voor de plannen terwijl over de verdere invulling nog nader met belanghebbenden moet worden overlegd en de raad daarover nog een besluit moet nemen.
De heer Van der Vis merkt op dat eigenlijk al is ingestemd met dit voorstel en dit voorstel ziet hij als een vervolgstap. Men moet beseffen dat stilstand leidt tot achteruitgang. De plannen voor het dorp Pieterburen hebben evenals die in Zoutkamp en Lauwersoog een bovenlokale uitstraling. De financiering ervan vergt een gemeentelijke bijdrage van € 1.500.000,-- in relatie tot een afboeking aan vaste activa van € 450.000,-. Hij vraagt zich af om wat voor activa het hier gaat. Er wordt gewag gemaakt van financiële meevallers en hij vraagt zich af hoe reëel dit is en hoe groot die zijn. Is het mogelijk om met ondernemers afspraken te maken over de exploitatie van het parkeerplein. Het brakwaterproject moet openbaar toegankelijk zijn middels een pad. Als dat niet gebeurt dan is wat hem betreft het brakwaterproject niet nodig. Het geplande parkeerterrein komt buiten het dorp te liggen en dit tast de belangen aan van de zittende ondernemers omdat bezoekers daar niet meer heen zullen gaan. Daarom dringt hij er bij het college op aan om te zoeken naar alternatieven zodat de plannen voor hen acceptabel worden. Ook het voorstel van mevrouw Klont inzake het realiseren van een parkeervoorziening zou hierbij kunnen worden betrokken. De heer Fidom zegt dat de gemeente het toerisme aanmerkt als een economische motor waardoor de bedrijvigheid kan worden bevorderd. Dit impliceert dat Pieterburen voor de gemeente belangrijk is zodat de gemeente zorgen voor goede infrastructuur en vestigingsvoorwaarden. De plannen hebben een lange voorbereidingsperiode gehad maar ze zijn niet soepel ontvangen. De ondernemers vrezen dat hun voortbestaan in het gedrang komt. Het verbaast hem dat er na zoveel gevoerde communicatie op deze wijze op wordt gereageerd en dat het college zich niet heeft vergewist van de acceptatie. Door een andere interpretatie loopt de Zeehondencrèche inkomsten mis en hij vraagt wat hiervan de consequenties zijn. De heer Hiemstra stelt dat het hier gaat om een schetsmatig opgesteld plan. Bij zijn aantreden werd geopperd om met een uitgewerkt plan te komen waarvan niet op voorhand bekend was of de raad bereid was dit te accepteren en hiervoor geld beschikbaar te stellen. Daarom stelt hij voor hiervoor eerst geld te reserveren om daarna met een gedetailleerd ingevuld plan te komen. Het multifunctionele plein moet worden gezien als een introductie en routing naar de rest van de ondernemers en voorzieningen in en rondom Pieterburen. Er moet een route komen vanaf de parkeerplaats naar de Zeehondencrèche die mensen langs een aantrekkelijke route voert door Pieterburen. Er liggen nog geen verder uitgewerkte plannen. De bestaande parkeerplaats blijft niet gehandhaafd want de voorzieningen die op de nieuwe locatie komen zijn daar niet en door haar ligging in het centrum veroorzaakt zij overlast. De toeristische aantrekkingskracht van Pieterburen kan niet worden bestreden. Er was een goed overleg met de ondernemers en de ingekomen reacties op dit voorstel zijn aanleiding voor nader overleg. De plannen zijn lang onderweg geweest en de gekozen locaties zijn op basis van overleg tot stand gekomen. De benodigde grond is nog geen eigendom van de gemeente. Voor de uitbreidingsplannen van de Zeehondencrèche is geen bedrag toegezegd of genoemd van € 1.800.000,--. Het is belangrijk dat toeristen langer worden vastgehouden in het dorp en de aanwezige voorzieningen moeten bij hen onder de aandacht worden gebracht. De problemen die de horeca heeft met de plannen zijn volgens hem oplosbaar. Het plein dat staat gepland is bestemd voor opvang van toeristen en voor het parkeren van auto’s. Over de verdere invulling kan nader van gedachten worden gewisseld. Er zal wel een stelsel van parkeergeld komen waarmee eventueel weer andere plannen kunnen worden gefinancierd. Ook zal gezocht worden naar een oplossing voor het wadlopen zoals is gevraagd door de heer Dijkstra. Het is beslist niet de bedoeling van het college dat de Zeehondencrèche geen financiële
bijdrage krijgt. Er staan een hoop zaken in het Masterplan waarvoor allerlei activiteiten op gang moeten komen en hij hoopt dat daar nu een begin mee wordt gemaakt. Allerlei voorzieningen bij de Zeehondencrèche spelen hierbij een rol. Het is voor hem niet mogelijk om nader in gesprek te gaan met de ondernemers als vanavond over dit voorstel geen besluit wordt genomen. De realisatie van een toegangspad is haalbaar zodat het brakwatergebied toegankelijk is en kan worden bekeken door toeristen. De heer Van der Vis vraagt hoe het zit met de afboeking van een bedrag aan activa van € 450.000,--. De heer Van Dijk antwoordt dat de ingebrachte kapitaalgoederen moeten worden afgeboekt. Om de plannen te kunnen realiseren zijn deze ingebracht in de plannen en de kosten ad. 450.000,-- moeten in één keer worden genomen. De heer Berghuis vraagt of de nieuwe parkeerplaats al of niet op een andere plek kan worden gesitueerd. De heer Hiemstra is tevreden met de voorgestelde locatie en hij heeft er met instemming kennis van genomen dat de raad op zichzelf genomen hier ook mee instemt. Daarom wil hij liever niet meer met een alternatief plan bezig. De heer Fidom vraagt of het juist is dat er ondanks de geplaatste kanttekeningen nog niets aan de hand is omdat het thans alleen gaat om het beschikbaar stellen van geld en dat pas met de concrete invulling van de plannen kan worden begonnen nadat is gesproken met de ondernemers. De heer Hiemstra antwoordt dat problemen van de betrokkenen beslist worden onderkend en dat in dezen wordt gezocht naar oplossingen. De heer Fidom constateert dat er inzake de plannen, die niet meer teruggedraaid kunnen worden, nog niets is besloten. Hij had hij verwacht dat de gerezen problemen al in de voorbereidingsfase naar voren waren gekomen. De heer Hiemstra antwoordt dat dit komt doordat er nog geen gedetailleerd plan op tafel ligt. Voor het Masterplan was nog geen geld beschikbaar gesteld. Hij kan dus vanaf nu met de verdere planvorming aan de slag gaan. Op zichzelf genomen is hij het eens met de heer Fidom dat de gang van zaken niet de schoonheidsprijs verdient maar de oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat de vorige raad niet bereid was hiervoor geld te reserveren. De heer Fidom antwoordt dat als je hiermee akkoord gaat je ook wil weten waarvoor het geld zal worden uitgegeven. Over dat laatste bestaat nog geen volledige helderheid. De heer Roffel merkt op dat de raad binnen de grenzen van het dualisme thans op een correcte wijze kaderstellend bezig is en dat geld beschikbaar wordt gesteld voor de verdere planvorming zodat daarmee aan de slag kan worden gegaan. De heer Fidom is bekend met de procedure maar naar aanleiding van de reacties op de voorbereidingsfase wil hij graag meer weten over de achtergronden daarvan want uiteindelijk moet er wel € 1.500.000,-- op tafel komen.
De voorzitter gaat op verzoek van de heer Berghuis over tot schorsing van de vergadering. Na heropening van de vergadering vraagt de heer Berghuis of met het oog op de subsidieverstrekking, het mogelijk is om de besluitvorming uit te stellen. Op dit punt week het gegeven antwoord af van de vraagstelling. Wanneer wordt het Masterplan weer aan de orde gesteld en krijgt de raad de verdere plannen nog onder ogen. De beeldvorming van het gehele project wordt geleidelijk aan steeds vager. Hij wil hiervoor wel de benodigde geleden investeren maar dan moet de raad over de definitieve plannen wel beslissings-bevoegdheid hebben. De (schriftelijke) reacties van belanghebbenden en de raad moeten daarbij worden betrokken. Waarom moet het oude parkeerterrein verdwijnen. Deze ligt er en kan zonodig nog worden gebruikt. Hij kan zich geen goed beeld vormen van de etalagefunctie die het nieuw aan te leggen parkeerterrein zal krijgen. De heer Van der Vis sluit zich aan bij de woorden van de heer Berghuis. De heer Wiertsema is het ook eens met heer Berghuis. Ook hij is er benieuwd naar wat met de oude parkeerplaats gaat gebeuren. Hij heeft begrepen dat van deze parkeerplaats overlast wordt ondervonden. Er is toegezegd dat van de gedane investeringen nog geld terugkomt. Hoe zit het met de uitbreidingsplannen van de Zeehondencrèche en hoeveel geld gaat de gemeente daarin eventueel bijdragen. De heer Fidom stemt in met het voorstel onder voorwaarde dat de raad over de voortgang intensief op de hoogte moeten worden gehouden. De heer Van der Heide constateert dat de reactie van het college op de inbreng van de raad goed is. De plannen zijn schetsmatig en het draagvlak daaronder is kennelijk weggevallen. Bij de verdere uitwerking moeten alle ondernemers worden betrokken. Hij sluit zich aan bij hetgeen de heer Fidom heeft gesteld. Hij is tevreden met het collegevoorstel want de plannen zijn al te lang onderweg geweest. De heer Hiemstra stemt in met de voorwaarden zoals deze zijn verwoord door de heer Fidom. Hij wijst er op dat het collegevoorstel beoogt € 1.500.000,-- te reserveren. Het nemen van het besluit kan wel worden uitgesteld maar vóór 1 januari 2007 moet er een besluit over worden genomen zodat hiervoor subsidie kan worden binnengehaald en er zit dus wel een zekere tijdsdruk onder. Niet alle geld zal worden gestoken in de realisatie van het multifunctionele plein. De uitbreiding van de Zeehondencrèche moet nog nader worden besproken. Er is niet te zeggen wanneer de uitvoeringsplannen aan de raad kunnen worden gepresenteerd omdat dit afhankelijk is van het verloop van het overleg met de betrokken ondernemers. De uitkomst ervan moet wel passen binnen de kaders van het Masterplan want hierin staat aangegeven wat er volgens de gemeente zoal moet worden aangepakt. De heer Wiertsema vraagt wat er met het oude parkeerterrein gaat gebeuren. De heer Hiemstra antwoordt dat hiervoor nog geen plannen aanwezig zijn maar dat zij wel aan haar bestemming zal worden onttrokken. Veel omwonenden ondervinden daarvan overlast. De gepresenteerde voorstellen hebben ook veel voorstanders en de indruk moet niet gaan ontstaan dat er alleen tegenstanders zijn omdat zij hier alleen aanwezig zijn. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten en dat de wethouder de raad over het verloop van de verdere uitwerking op de hoogte blijft
houden. 7. UMTS-zendmasten. opiniërende bespreking: De heer Berghuis constateert dat het onafhankelijke Zwitserse onderzoek leert dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor de gezondheid van mens en dier als ze niet langer dan 45 minuten worden blootgesteld aan de effecten van UMTS-zendmasten. Omwonenden verblijven daar veel langere tijd zodat de tegenstanders van plaatsing van deze masten nog niet gerustgesteld zijn. Er zal met betrekking tot plaatsing van zulke masten erg voorzichtig moeten worden gehandeld. De gemeente kan weinig doen aan plaatsing van masten die lager zijn dan 5 meter omdat deze vergunningsvrij zijn. Op zichzelf genomen is hij niet tegen plaatsing maar er moeten daarvoor locaties worden gekozen die buiten de bebouwing liggen. Door hem wordt aangedrongen op nader overleg om te komen tot plaatsing in het buitengebied (bijvoorbeeld bij een zuiveringsinstallatie) en zodanig dat meerdere providers van dezelfde mast gebruik kunnen maken. Het verdient aanbeveling om de notitie GSM-beleid nogmaals tegen het licht te houden. De heer Fidom merkt op dat het duidelijk is dat een aantal mensen problemen blijft houden met de plaatsing van UMTS-masten ondanks de uitkomst van dit onderzoek. Als die problemen kunnen verminderen door het uitsluitend plaatsen van deze masten buiten bepaalde gebieden en ongeacht de uitkomst van onderzoeken dan is hij het hiermee eens. De heer Van der Heide is ingenomen met de mogelijkheid om hierover van gedachten te wisselen en hij verbaast zich er over dat het publiek hiervoor zo weinig belangstelling heeft. Er is gewacht op de uitkomst van een Zwitsers onderzoek en op basis daarvan stelt de staatssecretaris dat er in dezen niets aan de hand is. Het onderzoek is geëntameerd door belanghebbenden en ook het rijk kan hierbij worden gerekend want zij heeft veel financieel belang bij de rechten en de vergunningen die aan een en ander zijn gekoppeld. Daarom is dit onderzoek en de uitkomst op zichzelf genomen al twijfelachtig. Men dient de uitkomst ook weer te relativeren want de effecten van het gebruik van moderne technieken voor computers enzovoorts kan veel meer schade veroorzaken, terwijl dit wordt geaccepteerd, dan de straling van UMTS. Het plaatsen van masten kan gekoppeld worden aan de masten die al in dit gebied staan. Als geen vergunning wordt gegeven dan zullen er veel meer masten komen en deze zullen dan lager dan 5 meter zijn. Hij heeft ook begrepen dat technisch gezien UMTS-masten niet geplaatst kunnen worden bij masten die worden aangewend voor C2000 en dat heeft consequenties voor een tweetal locaties. Men kan niet simpelweg tegen de plaatsing zijn van UMTS-masten en dit maakt dat de hele zaak moeilijk ligt want er zijn niet alleen voorstanders van plaatsing maar ook tegenstanders. Deze masten moeten worden geplaatst op dunbevolkte locaties waardoor zo weinig mogelijk mensen er hinder van ondervinden. Om zo weinig mogelijk masten te krijgen verdient het aanbeveling om ze te koppelen aan hogere antennes. Verder sluit hij zich aan bij de visie van de heren Berghuis en Fidom. De heer Van der Vis merkt op dat niet iedereen gerustgesteld is over de uitkomsten van dit onderzoek en dat zal ook wel zo blijven. De kans bestaat dat er masten komen op plaatsen waar ze niet worden gewenst zonder dat daartegen iets kan worden gedaan omdat ze lager zijn dan 5 meter. Het is zaak om het aantal geplaatste masten te beperken door hogere masten te plaatsen op dunbevolkte locaties waar ze weinig overlast veroorzaken. De heer Wiertsema wijst er op dat nog meer uitkomsten van onderzoeken moeten komen.
Omwonenden worden veel langer dan 45 minuten blootgesteld aan straling van deze masten. Er is nog geen onderzoek gedaan dat zich hierop richt. Er ligt geen concreet verzoek van providers voor plaatsing van antennes. Op plaatsen waar nu masten staan kunnen ze zonder problemen worden bijgeplaatst. Hij dringt er op aan om met de providers te overleggen hoe met de materie moet worden omgegaan als masten moeten worden geplaatst op nieuwe locaties. Wellicht moet de GSM-notitie hierdoor worden aangepast. Hij is het eens met de heren Berghuis, Fidom en Van der Vis om te streven naar hogere masten op dunbevolkte locatie en dit te doen in overleg met de providers. De heer Hiemstra legt uit dat het bij onderzoek naar het effect van blootstelling aan straling, normaal is uit te gaan van een test gedurende 45 minuten. Aan de hand van geringe beschadigingen van DNA en eiwitten wordt de beschadiging bij langdurige blootstelling geëxtrapoleerd. conclusie: De voorzitter concludeert dat de raad in dezen als standpunt heeft om UMTSmasten zo veel mogelijk in het buitengebied te plaatsen zodat er zo weinig mogelijk overlast door wordt veroorzaakt. Dat nader onderzoek moet plaatsvinden en overleg dient te worden gevoerd met de providers over hetgeen zij van plan zijn en zo nodig de GSM-notitie voor te leggen aan de raad. 8. Beeldkwaliteitplan “Leens-Oost”. opiniërende bespreking: De heer Van der Zee constateert dat het voorliggende plan soepeler is dan dat van Ulrum waardoor een ruimere invulling mogelijk wordt. Het zuidelijk deel grenst aan het buitengebied en de bebouwing wordt hier één laag. Als Leens verder wordt uitgebreid komen deze huizen meer binnen de bebouwing te liggen en daarom vraagt hij zich af waarom nu reeds geen hogere bebouwing kan worden toegestaan. Hij vraagt hoe het mogelijk is dat in het voorstel staat dat particulieren zich niet hebben laten afschrikken door gestelde welstandeisen want deze eisen worden pas nu vastgesteld. Wordt aan mensen die informatie opvragen ook wordt gevraagd waarom zij niet overgaan tot aankoop. Aspirant kopers moeten worden geënquêteerd waarom door hen wordt afgezien van aankoop. De heer Wiertsema merkt op dat de projectontwikkelaar en de bouwstichting geen bezwaren maken tegen dit plan en zij zullen het er dus mee eens zijn. Ook dit plan is erg gedetailleerd en daarom vindt hij het geen voorbeeld dat kan dienen voor andere locaties. De heer Fidom vindt dat in bepaalde gevallen detailleringen ook erg belangrijk kunnen zijn. Hij stemt in met het voorstel. De heer Van der Heide heeft geen problemen met het voorstel De heer Hiemstra merkt op dat in de slotzin van het voorstel het woord “de” in de onderste regel moet worden weggelaten. Het college is er van op de hoogte dat mensen na contact te hebben opgenomen en informatie ingewonnen van andere bouwlocaties dan Leens-Oost dat nooit als reden is opgegeven dat men vanwege de welstandseisen afziet van aankoop. Er is al toegezegd dat aspirant kopers van grond zullen worden geënquêteerd waarom zijn afzien van hun voornemen. Hij heeft er moeite mee om nu al rekening te houden in de planvorming met een eventuele verdere uitbreiding omdat het bestemmingsplan qua aanblik af moet zijn. Bovendien wordt aan verdere uitbreiding nog niet gedacht. Ieder bestaand plan kan als voorbeeld dienen voor een volgend plan.
besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Nota archeologiebeleid. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. Schade zwembad De Marne. opiniërende bespreking: De heer Van der Zee vraagt hoe het kan dat al dan niet door vandalisme een kraan simpelweg wordt opengedraaid en of zoiets nogmaals mogelijk is. De heer De Vries denkt dat die vraag moeilijk kan worden beantwoord. De kosten zullen moeten worden betaald en hij is benieuwd hoe de verzekering heeft gereageerd op dit schadegeval. De heer Van Dijk merkt op dat de vraag van de heer Van der Zee moeilijk kan worden beantwoord omdat het onderzoek hierop geen antwoord kon geven. Als les moet worden genomen iets dergelijks niet weer moet gebeuren. Vandaag heeft hij vernomen dat deze schade niet valt onder de dekking van een verzekering. De heer Van der Vis adviseert om de verzekeringsmaatschappij onder druk te zetten. De heer Gesink acht de kans niet erg groot is dat de verzekering het schadebedrag gaat vergoeden ook al wordt zij onder druk gezet. De heer Van Dijk vindt dat deze zaak moet worden afgesloten en dat de kosten moeten worden geaccepteerd. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
11. Wijziging legesverordening reisdocumenten en rijbewijzen. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 12. Eerste bestuursrapportage 2006. opiniërende bespreking: De heer Smook vindt dat deze Berap een helder beeld geeft. Er zijn een tweetal financiële meevallers waarop de gemeente op zichzelf genomen weinig invloed kan uitoefenen. Op de tegenvallers was dit wel mogelijk geweest. Hij stemt er mee in dat wordt voorgesteld om met het saldo de algemene reserve aan te vullen. Ook wordt voorgesteld om € 153.000,-- vanuit de algemene uitkering te boeken op de post onvoorzien voor beleidsintensiveringen. Hij is benieuwd om welke zaken het daarbij gaat en naar de argumenten die het college hierbij heeft. Gelden uit het gemeentefonds dragen geen harde
bestemmingsverplichting zodat ten aanzien hiervan andere keuzes zouden kunnen worden gemaakt (bijvoorbeeld voor onderhoud of invoering van de WMO). In de vorm van een bestedingsvoorstel zou hij hieromtrent graag meer informatie willen hebben. Bij financiële tegenvallers worden de oorzaken vaak dieper onderzocht dan in het geval er financiële voordelen zijn. Als de volgende Berap weer een positief beeld geeft dan vindt hij dat er geld moet worden bestemd voor investeringen aan het onderhoud van wegen. Hij heeft nog niet de indruk dat alle financiële aspecten onder controle zijn maar het is wel duidelijk dat hier hard aan wordt gewerkt en hij vraagt of de voortgang daarvan om schema ligt. Waardoor worden de extra kosten van de facilitaire ondersteuning en dienstverlening veroorzaakt en vindt hiervoor voor 2007 een structurele aanpassing plaats. De overschrijding voor vakliteratuur en abonnementen is ernstig en binnen een jaar zou dit moeten worden weggewerkt door er op efficiëntere wijze mee om te gaan. Dit geldt ook voor de extra gemaakte kosten voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Ook hier wordt gevraagd om de vinger aan de pols te houden en na te gaan of een financiële tegemoetkoming van het rijk mogelijk is. Waarom gaat de voorgenomen fusie van SWD met de Stichting Welzijn niet door en waardoor is heeft het voorstel inzake de revitalisering van de buitenhaven Lauwersoog vertraging opgelopen. De ontwikkeling van het inkomensdeel van de WWB baart zorgen. Landelijk daalt dit maar dat gaat hier anders. Is er voldoende personeel om de huidige instroom goed op te vangen zodat er vervolgens voldoende uitstroom kan worden gerealiseerd. De heer De Vries heeft geconstateerd dat er weinig greep is op de meevallers en dat de meevallers zijn groter dan de tegenvallers. Bij de kosten van facilitaire dienstverlening en ondersteuning alsmede de aanschaf van vakliteratuur en abonnementen vraagt hij zich af hoe het kan dat hier forse overschrijdingen plaatsvinden. Als norm is voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers € 12.000,-- nodig. In hoeverre vindt in dezen sturing plaats en hoe wordt aangekeken tegen de ontwikkelingen. Niet alle gegevens inzake sociale zaken zijn duidelijk zodat geen duidelijke informatie kan worden gepresenteerd. Tussen de instroomcijfers en de uitstroomcijfers zou een relatie moeten bestaan maar de gepresenteerde informatie is erg ondoorzichtig. De heer Gesink sluit zich aan bij het laatstgenoemde punt van de heer De Vries. Hij is er tevreden mee dat de financiële situatie niet verder verslechtert. Hij dringt er op aan om erg kritisch te zijn met het aanschaffen van vakliteratuur en abonnementen en in dezen actie te gaan ondernemen. Bovendien zit men binnen de kortste keren weer voor een jaar vast aan abonnementen die men wil opzeggen. De kosten voor uitgeprocedeerde asielzoekers overschrijden vijf à zes keer de norm. De raad had in dezen eerder geïnformeerd moeten worden over dit feit en de achtergronden daarvan omdat het college dit kon zien aankomen. Adviesbureaus moeten hard worden aangepakt op het punt van de prijs en de prestatie. Er wordt gesteld dat voor de buitenhaven van Lauwersoog een investering van € 750.000,-- nodig is om de cofinanciering van het gestelde doel mogelijk te maken. Hij had er de voorkeur aan gegeven om dit bedrag toe te voegen aan de algemene reserve en de raad had daarmee vervolgens wel rekening gehouden. De thans gevolgde procedure is te kort door de bocht want zonodig hadden eventuele kosten hieruit kunnen worden betaald. Waarom zijn de herstelkosten van het kleedgebouw van LEO geput uit de algemene reserve en niet uit de post onvoorzien. De thans aangevoerde argumentatie roept vragen op. De heer Van der Vis zegt dat de uitkomsten van de Berap hem zijn meegevallen. Zijn de financiële meevaller uit het gemeentefonds en de hogere dividenduitkering van ESSENT al of niet structureel. Er wordt op aangedrongen om de mogelijkheden om te bezuinigen op de
facilitaire ondersteuning en dienstverlening alsmede op de aanschafkosten van vakliteratuur en abonnementen nader te onderzoeken. Dit is in het verleden al vaker aan de orde geweest en de vraag rijst of in dezen niet kan worden bezuinigd of is dit toen niet nader onderzocht. De kosten voor uitgeprocedeerde asielzoekers lopen enorm uit de hand. Wat gaat het college doen om te voorkomen dat dit zich weer voordoet. Ondanks de meevallers blijven de kosten van sociale zaken erg hoog en ook daar moet de vinger aan de pols worden gehouden. Waarom worden de meevallers niet volledig ten gunste gebracht van de algemene reserve maar slechts gedeeltelijk. Ten aanzien van de suggestie van de heer Smook vraagt hij zich af waarom niet eerst de algemene reserve op peil wordt gebracht en niet direct weer een greep te doen uit een financiële meevaller. De heer Smook is het hier op zichzelf genomen wel mee eens maar de door hem voorgestelde investering lijkt hem ook goed toe. De heer Fidom is het eens met de heer Smook. Er wordt volgens hem slordig omgegaan met de kosten voor facilitaire dienstverlening en ondersteuning. De heer Van Dijk hoopt dat in de toekomst de meevallers groter zullen zijn dan de tegenvallers. Bij uitkeringen uit het gemeentefonds is de gemeente vrij deze te bestemmen. Het rijk doet echter wel voorstellen om extra uitgaven te doen op bepaalde beleidsterreinen. Soms heeft de gemeente al initiatieven genomen maar het is ook wel goed om met die aanbevelingen rekening te houden. Te denken valt hierbij aan collectieve ziektekostenverzekering, afschaf van de OZB, bijzondere bijstand, leerlingenvervoer enzovoorts. Het kan ook gebeuren dat het geld vrij valt omdat de gemeente al iets heeft gedaan zoals bijvoorbeeld op het vlak van de onderwijshuisvesting. Als middelen in de algemene reserve worden gestort hebben ze in zekere zin een bestemming gekregen maar stort je ze op de post onvoorzien dan kunnen ze direct worden aangewend. Uiteindelijk maakt het weinig uit of uitgaven worden geput uit de post onvoorzien danwel de algemene reserve omdat het één pot nat is. Zonodig kan het worden aangewend voor het opkrikken van het weerstandsvermogen als dat noodzakelijk mocht blijken maar het is ook mogelijk er een andere bestemming aan te geven (b.v. onderhoud wegen). Het lijkt hem niet verstandig om alle extra middelen te storten in de post onderhoud wegen omdat hiervoor al behoorlijk veel geld is gereserveerd in de komende begrotingen. In de loop van het jaar ontstaat er zicht op de omvang van de financiële middelen voor de WMO en hij hoopt dat er voldoende middelen voor beschikbaar worden gesteld door het rijk. De financiële control ligt op schema en er is redelijk zicht gekomen op de financiële situatie. Op een aantal punten is dat niet het geval maar deze worden met name genoemd. Zo worden de kosten van de facilitaire dienstverlening en ondersteuning mede veroorzaakt door extra kosten van onder andere gehouden recepties. De kosten van vakliteratuur en abonnementen worden fors overschreden en dat is niet acceptabel. Pas in de loop van het jaar zal blijken of het lukt door het opzeggen van abonnementen om minder kosten te maken. De visie van de raad hierop heeft hij goed begrepen. Het is pas mogelijk om in dezen gezamenlijk met andere gemeenten resultaten te bereiken als het feitelijk gekomen is tot een vorm van samenwerking. Het oorspronkelijk beschikbaar gestelde bedrag van € 12.000,-- voor uitgeprocedeerde asielzoekers is nooit verhoogd terwijl men wist dat dit niet genoeg was want de betrokken mensen moesten wel aan onderdak worden geholpen. Achteraf gezien had het bedrag eerder aangepast moeten worden in de begroting want hierdoor is het bedrag van € 12.000,-- een eigen leven gaan leiden met alle gevolgen van dien.
Er hoeft op dit punt niet te worden gerekend op een tegemoetkoming van het rijk. Deze kosten zullen de komende jaren lager worden. Behoudens hetgeen hierover in de krant stond is hem niets naders bekend over het niet doorgaan van de fusie tussen SWD en de Stichting Welzijn. Dat deze fusie niet doorgaat is jammer. De procedure rond de subsidieaanvraag van de haven van Lauwersoog neemt meer tijd in beslag dan was voorzien maar de € 715.000,-- die hiervoor stond moet wel beschikbaar blijven en blijft in de begroting opgenomen. Voor de uitvoering van de WWB is voldoende personeel beschikbaar om de gewenste uitstroom te realiseren. De instroom van werkzoekenden is hoger dan de uitstroom zodat geconstateerd moet worden dat wij in een gebied wonen waar de economische ontwikkeling achterblijft bij de landelijke. Alles wordt er aan gedaan om voldoende uitstroom te bewerken maar de plaatsingmogelijkheden zijn hier beperkt. De heer De Vries vraagt of een hogere uitstroom leidt tot een lagere rijksbijdrage. De heer Van Dijk antwoordt dat dit op langere termijn wel gebeurt maar op korte termijn is dat niet het geval. Met de visie van de heer Gesink op de behandeling van adviesbureaus zal rekening worden gehouden maar voor beide partijen geldt dat goed gecommuniceerd moet worden en dat gemaakte afspraken nagekomen moeten worden. De posten algemene reserve en onvoorzien lopen min of meer in elkaar over zodat gesteld kan worden dat de herstelkosten van de kantine van LEO vanwege haar aard evengoed geput hadden kunnen worden uit onvoorzien. Mevrouw Van den Broek vraagt of de kosten niet konden worden verhaald bij de tegelzetter. De heer Van Dijk vermoedt dat dit niet meer mogelijk is omdat de tegels al jarenlang in het pand zaten en met het herstel kon niet worden gewacht. De hoogte van de dividenduitkering van ESSENT blijft de komende jaren op het huidige hoge niveau en hij hoopt dat dit ook zal gelden voor de uitkering uit het Gemeentefonds. Hij bestrijdt dat slordig is omgegaan met de kosten van facilitaire dienstverlening en ondersteuning maar vanwege de forse overschrijding van deze post moet deze zaak wel goed tegen het licht worden gehouden. De heer Smook hecht meer aan de visie van het college op het bestemmen van financiële middelen en het oordeel vanuit het gemeentefonds is in dezen van ondergeschikt belang. Het gevoel ontstaat dat het college gelden voor het plegen van onderhoud niet adequaat kan wegzetten. Daardoor ontstaat de indruk dat er onderhoud moet plaatsvinden waarvoor geld aanwezig is maar dat er geen timmerman is om er mee aan de slag te gaan en daarom vraagt hij zich af wat daaraan kan worden gedaan. De heer Van der Zee merkt op dat de heer Smook aanwezige financiële middelen direct wil uitgeven en daarom rijst de vraag hoe men een erg grote financiële tegenvaller denkt op te vangen als hiervoor geen geld wordt gereserveerd. De heer Smook antwoordt dat hij niet direct geld wil uitgeven maar dat het college van plan is om dit jaar hiertoe over te gaan. Hij heeft daarom gevraagd hiertoe een uitgewerkt voorstel te presenteren. De heer Gesink merkt op dat eerder deze avond voor het Masterplan Pieterburen al een veel hoger bedrag uit de algemene reserve is geput dan het bedrag dat er nu aan zal worden toegevoegd.
De heer Smook antwoordt dat de Berap een positief beeld vertoont zodat gekeken kan worden hoe een en ander zich verder gaat ontwikkelen. Hij heeft begrepen dat het college een bedrag van € 153.000,-- wenst te gaan besteden. De heer Van der Vis geeft er de voorkeur aan om het gehele bedrag eerst te storten in de algemene reserve. De heer Smook is voorshands niet tegen het standpunt van de heer Van der Vis maar het kan ook een goede investering zijn om iets te gaan doen en niet af te wachten waardoor de kosten nog hoger kunnen uitpakken. De heer Berghuis merkt op dat bij de Kadernota is afgesproken dat de algemene reserve de komende jaren moet worden opgekrikt tot een bepaald niveau. Als het geld nu al weer wordt uitgegeven dan zullen die afspraken nooit worden ingelost. De afgelopen jaren zijn steeds forse verliezen geleden die min of meer zijn versluierd door ze te financieren uit de algemene reserve. Als datgene wordt gedaan wat de heer Smook stelt dan blijft de gemeente geconfronteerd met tegenvallers. De heer Fidom merkt op dat de PvdA plannen wil maken voor een gedeelte van het geld dat komt uit financiële meevallers en dat kan heel verstandig zijn en hiermee is hij het eens. De heer Smook vindt dat de gemeente een verstandig financieel beleid moet voeren en zij moet zelf bepalen wat wijs is. Het college stelt voor om € 153.000,-- af te zonderen en daarom vraagt hij welke bestemming het college hieraan wil geven en waarom. De heer Van Dijk is er geen voorstander van om financiële meevallers nu al weer uit te geven maar door ze te boeken op de post onvoorzien kan de mogelijkheid worden geschapen dat toch uitgaven kunnen worden gedaan. In augustus wordt de Kadernota verder uitgewerkt waarbij de financiële positie inzichtelijk wordt gemaakt. Er liggen nog een heel aantal zaken te wachten op uitvoering maar het is nog de vraag of direct moet worden overgaan tot het doen van investeringen. Ook het feit of dit vanwege de personele aspecten mogelijk is speelt ook nog een rol. In augustus wordt een actualisatie van de financiële positie alsmede een wensenlijst opgesteld die ook aan de raad zal worden gepresenteerd. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
13. Jaarrekening werkvoorzieningschap Ability. opiniërende bespreking: De heer Smook constateert dat de jaarrekening een positief beeld geeft. Hij heeft waardering voor de geleverde inzet want de financiële situatie is sterk verbeterd en de resultaten zijn sterk verbeterd ten opzichte van 2004. In 2005 zijn de onderdelen Ability arbeidsintegratie en reïntegratie BV opgestart en het is terecht dat dit als een kernopdracht wordt genoemd. Hij is er benieuwd naar hoe deze onderdelen draaien en zou het waarderen als daarover na de zomer informatie wordt verschaft. De modernisering van de Wet Sociale Werkvoorziening staat gepland voor januari 2007 en hierin wordt een sterkere nadruk gelegd op reïntegratie en begeleid werken. Het is daarom jammer dat ten aanzien van
begeleid werken de taakstelling in 2005 niet is gehaald en slechts één persoon kon worden geplaatst van gestelde 12. Ondanks dat Ability vindt dat zij alles heeft gedaan, blijft hij met het gevoel zitten dat er meer mogelijk is. Daarom moet men zich niet bij de ontstane situatie neerleggen. Hij zou graag zien dat in het najaar met een notitie wordt gekomen waarin hier nader op wordt ingegaan. Dit aspect vereist een positieve benadering van alle betrokken partijen. De heer Van Dijk merkt op dat er komende donderdag een vergadering is van het algemeen bestuur en de vertegenwoordigers raad kunnen dan de visie van deze raad aan de orde stellen. Ability onderkent dat de gestelde doelen voor begeleid werken niet worden gehaald. Daarom is aan het algemeen bestuur voorgesteld om door inschakeling van ondernemers, uitzendbureaus enzovoorts hieraan een impuls te geven want de tot op heden gevolgde werkwijze sorteert te weinig effect. De heer Gesink merkt op dat hij als vertegenwoordiger in het bestuur hierover stukken heeft ontvangen zodat een en ander daar aan de orde zal komen. Over de verdere ontwikkelingen bij Ability is men positief gestemd. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 14. Reglement van orde en onderzoeksprotocol van de Rekenkamercommissie Het Hoogeland. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 15. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen gemeenschappelijke regelingen enzovoorts. De heer Van Gelder heeft een vergadering bijgewoond van de Vereniging Waddenzeegemeenten. Mevrouw Stam is voor de huidige zittingsperiode verkozen als voorzitter. Verder kwam de begroting 2007 aan de orde en de gemeentelijke bijdrage wordt iets hoger omdat men als een soort tegenhanger van het PKB een beheer en ontwikkelplan wil gaan opstellen. In oktober zal nader worden gesproken over het aspect van de vertegenwoordiging in de verschillende commissies en organen. Mevrouw Van den Broek deelt mee dat zij haar lidmaatschap van het bestuur van Domies Toen heeft neergelegd. Ze nodigt de raad uit om in september te voorzien in de hierdoor ontstane vacature. De voorzitter geeft de fracties in overweging zich te beraden op de ontstane situatie en wijst er op dat in dezen niet per se een raadslid behoeft te worden aangewezen. De heer Van der Vis heeft een vergadering bezocht van het algemeen bestuur van het Vuilverwerkings-bedrijf Noord-Groningen. Aan de orde kwamen de vaststelling van de rekening 2005 en de begroting 2007 alsmede een begrotingswijziging. De gemeente De Marne gaat aanzienlijk minder betalen (€ 300.000,--) vanwege de invoering van Diftar. De andere gemeenten volgen de ontwikkelingen die hier plaatsvinden scherp en neigen er toe over te gaan om ook Diftar in te
voeren. De andere deelnemende gemeenten willen als gevolg van de ontwikkelingen in deze gemeente toe naar een andere verdeelsleutel van de kosten. 16. Rondvraag. (Opmerking notulist: Eerst wordt de schriftelijk gestelde vraag aangehaald en vervolgens wordt de beantwoording weergegeven). Vraag annex vakantiewens van de fractie van GroenLinks (de heer Fidom): In het weekend van 17 tot 19 juni is een militaire oefening gehouden in onze gemeente. Onder meer is tussen Ewer en Electra fors geschoten. Uiteraard heeft het leger daarna met de grootst mogelijke zorg getracht alle patronen te verzamelen, maar helaas is dat niet gelukt. Onze vraag aan het college is of het de patronen die nog op straat lagen aan het leger wil retourneren, zodat de boekhouding van de kolonel, zo vlak voor de vakantie, alsnog op orde gebracht kan worden. Op klachten van omwonenden, die de patronen hebben verzameld en die beweerden te zijn geschrokken van het geknal van het leger, heeft GroenLinks reeds adequaat gereageerd: betrokken burgers is te verstaan gegeven dat ze de gemeenteraad niet meer moeten vermoeien met dergelijke flauwekul, en dat ze de volgende keer gewoon even oordopjes moeten indoen. GroenLinks vertrouwt erop dat deze impuls tot verdere professionalisering van de burger vrucht mag dragen, en wenst raad, college, griffier, secretaris en allen hier verder aanwezig dan ook met een gerust hart een prettige vakantie. Antwoord: De voorzitter zegt dat er een aangekondigde militaire oefening is gehouden waarvan publicatie heeft plaatsgevonden. Hiermee is voldaan aan de gestelde voorwaarden. Er is wel geschoten maar niet met scherp. De heer Fidom merkt op dat zijn vraag ludiek is gesteld maar de betrokkenen zijn erg geschrokken van de situatie en het feit of al dan niet met scherp is geschoten doet daar niets aan af. De voorzitter zegt toe in de toekomst strenger zal worden nagegaan of wordt voldaan aan alle te stellen (milieu)eisen. Vraag van de fractie van het CDA (de heer Berghuis): Het CDA is verheugd dat de gemeente zeer voortvarend te werk is gegaan met de bestrijding van de berenklauwen. De fractie van het CDA had hier herhaaldelijk op aangedrongen. Wij willen aan het college vragen of zij deze problematiek ook onder de aandacht van de provincie willen brengen, want langs provinciale wegen is hier niets of bijna niets aan gebeurt. Tevens willen wij aandacht vragen voor het maaien van bermen bij gevaarlijke kruisingen en bochten. Naar de mening van het CDA is dit wat aan de late kant gebeurt.
Om de veiligheid van de weggebruikers te bevorderen, met name de schoolgaande fietsers, is het belangrijk dat onoverzichtelijke plaatsen op tijd worden gemaaid. Ook van dit punt willen we graag dat dit onder de aandacht van de provincie wordt gebracht, omdat de kruisingen van de N361 op een gegeven moment zeer gevaarlijk waren. Daarom vraagt het CDA:
1. Wil het college de problematiek van de berenklauwen onder de aandacht van de provincie brengen, zodat in de toekomst ook daar een gerichte bestrijding plaatsvindt.
2. Het maaien van de bermen op gevaarlijke plaatsen, zoals bochten, kruispunten en dergelijke in de komende jaren op een eerder tijdstip te laten plaatsvinden.
3. Wil het college ook het tijdig maaien van de kruisingen van de N361 onder de aandacht van de provincie brengen, zodat er in de toekomst veilige kruispunten voor onze inwoners zijn.
Antwoord: De heer Van Dijk zegt dat de problematiek onder de aandacht is gebracht van de provincie. De gemeente is gevraagd om melding te maken van aanwezigheid van berenklauwen waarna ze direct worden bestreden. Ook bij particulieren komen ze voor en er zal een oproep worden geplaatst dat ook zij in actie komen en ze gaan bestrijden. De heer Gesink vindt dat aan de provincie moet worden meegedeeld dat zijn zelf geregeld iemand moet laten inspecteren wat er zoal in de bermen groeit. De heer Van Dijk merkt op dat omstreeks eind mei / begin juni de bermen van wegen van de gemeente en ook de provincie worden gemaaid. Door de provincie wordt zo lang mogelijk hiermee gewacht. Daardoor hoeft de verkeersveiligheid niet in het gedrang te komen want weggebruikers gaan zich dan vaak voorzichtiger gedragen en beter uitkijken. De heer Gesink wijst er op dat kinderen vaak niet over het gras heen kunnen kijken. Voor hen gaat dit dus niet op en op sommige plaatsen is het gras zo hoog dat men geen uitzicht heeft. De heer Van Dijk antwoordt dat de problemen zijn gemeld en zodra een melding binnenkomt, wordt direct overgegaan tot actie. De provincie gaat hieraan nu direct bij alle betrokken kruispunten aandacht schenken. De provincie voert in dezen een ecologisch bermbeheer. De heer Berghuis vindt dat erg laat is overgegaan tot het maaien van de bermen en dat dit eerder zou moeten. De problemen doen zich voor bij de kruispunten en hij vindt het te ver voeren dat mensen hiertoe steeds zelf in actie moeten komen. Bij kruispunten is door de
provincie veel later dan 1 juni het gras gemaaid. Er zijn nog steeds plaatsen waar het gras uitgroeit boven de schrikhekken ook op plekken waar de gemeente maatregelen moet nemen. Het is belangrijker dat automobilisten kinderen kunnen zien dan andersom. Het is beter dat de gevaren die hierdoor ontstaan worden voorkomen. De heer Van Dijk verneemt graag waar zich situaties voordoen waar het gras uitgroeit boven schrikhekken en bebording zodat daaraan iets kan worden gedaan. De heer Van der Zee merkt op dat door de provincie ook de vluchtheuvels langs de N 361 moeten worden gemaaid want deze bieden een hele rommelige aanblik. De heer Van Dijk merkt op dat het onderhoud hiervan tot de verantwoordelijkheid van de provincie behoort en dus niet van de gemeente. Vraag van de fractie van de VVD (de heer Van der Zee): In de Leeuwarder Courant lazen wij dat van de toeristenbelasting in de gemeente De Marne de helft van het bedrag besteed wordt aan zaken die met toerisme te maken hebben en dat de rest van het bedrag in de algemene middelen gaat. Volgens de VVD-fractie ligt er de afspraak dat het gehele bedrag aan toeristische zaken besteed wordt. De VVD-fractie wil dan ook weten welk deel van de € 105.000,-- werkelijk besteed wordt aan de toeristische sector. Antwoord: De heer Van Dijk vindt dat men niet alles moet geloven wat in Friese kranten staat. De feitelijke opbrengst van de toeristenbelasting was € 94.000,-- en geen € 105.000,--. In de tijd dat hijzelf raadslid was heeft hij ongeveer dezelfde vraag ook al eens gesteld. Er is geen afspraak dat de gehele opbrengst wordt besteed aan de toeristische sector. Hij geeft een opsomming van uiteenlopende projecten en zaken die van belang zijn voor het toerisme en de uitgaven die hiermee zijn gemoeid wegen lang niet op tegen de opbrengst van de toeristenbelasting. De heer Van der Zee antwoordt dat in de krant een ambtenaar wordt geciteerd die meedeelt dat de helft van de opbrengst wordt besteed aan de toeristische sector en de andere helft wordt gestort in de algemene middelen. In de gemeente Dongeradeel loopt een discussie over het al of niet invoeren van toeristenbelasting en mede door deze krantenpublicatie heeft die gemeente meer en meer de neiging om niet tot invoering daarvan over te gaan. Het betreffende artikel zal hij overhandigen aan de heer Van Dijk. De voorzitter antwoordt dat dit min of meer een probleem is van de gemeente Dongeradeel. Eigenlijk is zij nieuwsgierig wie in dezen is geciteerd maar het kan ook zijn dat de krant dit uit haar duim heeft gezogen. Vraag van de fractie van de VVD (de heer Van der Vis): Onze fractie heeft vernomen dat er tijdens het afscheidsfeestje in het AZC te Ulrum door onze burgemeester, mevrouw Stam, is gezegd dat het ruimen van het AZC-terrein ,
nu het AZC gesloten is, niet de hoogste prioriteit heeft. Wij willen graag van het college weten of dit juist is, en zo ja, wat hiervan de reden is. Het is een bekend feit dat leegstaande gebouwen snel het doelwit van vandalisme worden met alle mogelijke gevolgen van dien. De VVD-fractie is van mening dat het terrein zo snel mogelijk geruimd moet worden. Antwoord: De voorzitter constateert dat de heer Van der Vis kennelijk via een omweg heeft kennis genomen van hetgeen is gezegd. Een en ander is enigszins uit zijn verband is gerukt. Vanwege de aanpak van de Singel in Ulrum wilde het college de zaak ontmanteld hebben maar omdat dit pas plaatsvindt volgend jaar in het voorjaar is er nog tijd om de gebouwen te ontmantelen. De COA wil deze graag in een zo goed mogelijke staat en verkoopprijs van de hand doen of er een andere overeenkomstige bestemming aan geven. Het schoolgebouw dat op het terrein staat is van de gemeente. Er zijn al een aantal gebouwen verkocht en deze worden van het terrein verwijderd. Het terrein wordt wel bewaakt om te voorkomen dat er vandalisme plaatsvindt. De heer Van der Vis merkt op dat niet mag worden verwacht dat het terrein blijvend bewaking heeft. De voorzitter merkt dat zij ervan uitgaat dat vóór half oktober de gebouwen zullen zijn verwijderd. 17. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 23.25 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 september 2006.