Gemeente Den Haag
Burgemeester
Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag
De voorzitter van de Commissie Bestuur
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
BSD/2013.280 – RIS 257888 Doorkiesnummer
070 - 353 2233 Aantal bijlagen
2 Datum
2 april 2013 Onderwerp
Coffeeshopbeleid Zeer geachte mevrouw Michels, In zijn brief van 19 november 2012 aan de Tweede Kamer en zijn brief van 4 februari 2013 aan de burgemeester (zie bijlagen), heeft de minister van Veiligheid en Justitie de beleidsconsequenties van het regeerakkoord voor het coffeeshopbeleid uiteengezet. Ik geef in deze commissiebrief aan welke gevolgen de nieuwe landelijke kaders hebben voor het Haagse coffeeshopbeleid. Tevens zal ik, naar aanleiding van schriftelijke vragen hierover van het raadslid I. Gülsen, ingaan op de brief van 11 december 2012 van de burgemeester Van der Laan aan de Amsterdamse gemeenteraad. Landelijke kaders coffeeshopbeleid per 1 januari 2013 • Ingezetenencriterium In de landelijke beleidsbrief staat dat de daadkrachtige aanpak van overlast en criminaliteit rondom coffeeshops wordt gecontinueerd. Een belangrijk aspect hiervan is het weren van drugstoeristen. De minister benadrukt dat de pilot die hiermee is gehouden in de zuidelijke provincies succesvol is geweest. De verdere uitvoering van dit beleid wordt echter vereenvoudigd. De wietpas vervalt en wordt vervangen door het ingezetenencriterium. De toegang tot coffeeshops blijft voorbehouden aan ingezetenen die een identiteitsbewijs of verblijfsvergunning, samen met een uittreksel uit het bevolkingsregister kunnen tonen. De handhaving geschiedt in overleg met betrokken gemeenten en zo nodig gefaseerd. Daarbij wordt aangesloten bij het lokale coffeeshop- en veiligheidsbeleid zodat er ruimte is voor lokaal maatwerk. Gelet op deze mogelijkheid tot lokaal maatwerk, is het van belang om vast te stellen dat Den Haag geen overlast kent door drugstoerisme. Toeristen komen niet naar onze stad voor het bezoeken van een coffeeshop. De lokale situatie is daarom niet te vergelijken met die van de grensstreek. In Den Haag bestaat geen noodzaak voor aangescherpt beleid ten aanzien van het weren van drugstoerisme. Er kunnen door invoering van het ingezetenencriterium juist problemen te ontstaan. Niet-ingezetenen moeten dan hun toevlucht nemen tot het kopen van cannabisproducten buiten de coffeeshops. Dit kan leiden tot straathandel en een toename van overlast in de openbare ruimte. Bovendien bestaat bij straathandel een verhoogd risico op vermenging met het aanbieden van harddrugs en vindt er geen toezicht op leeftijd plaats.
Inlichtingen bij
Henri van der Heijden Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 22 33 Fax: 070 - 353 2758
BSD/2013.280
2
Voormelde argumenten zijn reden geweest om in de lokale driehoek te besluiten om op dit moment geen prioriteit te geven aan de handhaving van het ingezetenencriterium. Dit betekent in de praktijk dat het Haagse toegangsbeleid tot coffeeshops ongewijzigd blijft; geen jongeren onder de 18 jaar. De driehoek blijft uiteraard wel alert op verdringingseffecten die kunnen ontstaan als andere steden in de randstad gaan handhaven op het ingezetenencriterium. Als die situatie zich voordoet, dan zal in samenspraak met uw commissie een herweging plaatsvinden van de noodzaak om het ingezetenencriterium in Den Haag te handhaven. Vooralsnog is hiervoor geen aanleiding. Amsterdam heeft recent met instemming van de Minister van Veiligheid en Justitie besloten om vooralsnog geen toepassing te geven aan het ingezetenencriterium. Ook de gemeente Rotterdam geeft hieraan voorlopig geen toepassing omdat daar, evenals in Den Haag, vooralsnog geen sprake is van drugstoerisme. • Afstandscriterium In de landelijke beleidsbrief staat, dat ook bij het verkleinen van de zichtbaarheid van coffeeshops voor scholieren lokaal maatwerk past. De gemeente Den Haag hanteert, evenals de meeste gemeenten, een afstandscriterium van 250 meter tot scholen (voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs). Dat is gebaseerd op een afspraak uit 2008 tussen de VNG en de toenmalige ministers van BZK en Justitie. Alle Haagse coffeeshops voldoen hieraan. Wij zien vooralsnog geen reden het afstandscriterium te verruimen. De 250 metergrens leidt in Den Haag, afgezien van de overconcentratiegebieden, tot een goed evenwicht in het aantal en de spreiding van coffeeshops. Bovendien legt een verruiming van het afstandscriterium extra druk op de locaties die geschikt zijn voor de verplaatsing van coffeeshops uit de overconcentratiegebieden (zie hieronder). Dit komt omdat met instemming van de gemeenteraad is besloten om coffeeshops die niet voldoen aan het afstandscriterium voor scholen, dezelfde verplaatsingmogelijkheden te bieden als de coffeeshops in de overconcentratiegebieden. In 2012 heeft dit geleid tot de verplaatsing van coffeeshop Simple Minds uit de Cillierstraat naar de De la Reyweg, waar coffeeshop Sticky Fingers was gevestigd. Laatstgenoemde coffeeshop moest zijn deuren sluiten in verband met een negatieve Bibob-toets. • Aanscherping definitie softdrugs Om de consumptie en productie van zware cannabis terug te dringen, zal cannabis met een THC-gehalte van > 15% voortaan als harddrugs worden aangemerkt (lijst I van de Opiumwet). In de toekomst zullen coffeeshops alleen nog cannabis met een THC < 15% mogen aanbieden. Dit onderwerp zal nader worden uitgewerkt in een nieuw op te stellen Algemene Maatregel van Bestuur. Zodra deze is vastgesteld, zal ik uw commissie informeren over de consequenties van de aanscherping voor het Haagse coffeeshopbeleid. Lokaal coffeeshopbeleid Het Haagse coffeeshopbeleid zal zich blijven kenmerken door een strikte handhaving van de AHJOGcriteria1, die zijn ontleend aan het landelijk strafrechtelijk kader. Daarnaast kent de gemeente Den Haag specifieke lokale gedoogvoorwaarden. Zo geldt al geruime tijd dat coffeeshops alcoholvrij moeten zijn en dat coffeeshops niet zichtbaar mogen zijn vanaf de voordeur van basisscholen. In 2009 is in overleg met de gemeenteraad in aanvulling op het geldende coffeeshopbeleid een kwaliteitsbenadering ingevoerd. Een belangrijk onderdeel hiervan is de periodieke Bibob-screening. Den Haag heeft in 2009 als eerste gemeente in Nederland alle coffeeshops getoetst aan de Wet Bibob. Bovendien is met het OM en de politie afgesproken dat zij mij informeren over indicaties van georganiseerde of andere vormen van zware criminaliteit. Als bij strafrechtelijk onderzoek informatie maar voren komt die hierop duidt, zal het OM mij hierover een “tip” geven om zo tevens een bestuursrechtelijke maatregel mogelijk te maken.
1
De AHOJG-criteria zijn: A: Geen affichering; H: geen harddrugs; 0: geen overlast; J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot eencoffeeshop; G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie.
BSD/2013.280
3
Dit element van de Haagse kwaliteitsbenadering is ook landelijk opgepakt (Landelijk project screening coffeeshops, brief minister van V&J van 21 oktober 2011). Bovendien heeft de kwaliteitsbenadering geleid tot de volgende aanvullende lokale gedoogvoorwaarden: Zichtbaarheid interieur van de coffeeshop: De verkoop en het gebruik van softdrugs achter gesloten deuren en geblindeerde ramen kan gevoelens van onveiligheid oproepen en belemmert het toezicht. Daarom moet de coffeeshop een open inrichting zijn die vanaf de straat goed is te overzien. Deskundigheid personeel: In samenwerking met de VHCS, Context en het Trimbos-instituut is de cursus Goed Gastheerschap coffeeshoppersoneel ontwikkeld. Deze cursus stelt het personeel in staat om goede productinformatie te geven en te wijzen op de effecten en risico’s van cannabisgebruik. Goede voorlichting en productinformatie: In de coffeeshop moeten goede voorlichtingsmaterialen (zoals folders) voor bezoekers beschikbaar zijn over de effecten en risico’s van cannabisgebruik. Samenwerking met Parnassia: Context, het preventie-onderdeel van de Parnassia Bavo Groep, moet te allen tijde de gelegenheid krijgen om in een coffeeshop spreekuur te houden. Handhavingsprotocol De wijze waarop bestuurlijk en strafrechtelijk wordt opgetreden tegen overtredingen van de gedoogvoorwaarden, is vastgelegd in het handhavingsprotocol horeca waarmee de gemeenteraad in februari 2010 (RIS168865) heeft ingestemd. Het afgelopen jaar is bestuurlijk opgetreden tegen coffeeshop De Jukebox in de Spekstraat. Deze coffeeshop is gesloten en afgevoerd van de lijst met gedoogde verkooppunten voor softdrugs vanwege de verkoop aan een minderjarige. Overconcentratiegebieden Het aantal coffeeshops in de overconcentratiegebieden Weimarstraat en Zeeheldenkwartier is ongewijzigd gebleven. Er zijn wel een aantal alternatieve locaties in beeld geweest, maar dit heeft niet geleid tot een verplaatsing. Meestal omdat de locatie niet geschikt was of uiteindelijk toch niet beschikbaar kwam. Eerder heb ik met uw commissie een debat gevoerd over de aanpak van de overconcentratie. Toen is gesproken over een gebiedsaanwijzing om het aantal coffeeshops in deze gebieden terug te dringen. Daarvoor was in uw commissie geen meerderheid. In de plaats van een gebiedsaanwijzing is toen gekozen voor een benadering waarin kwaliteit een hoofdrol speelt Alle coffeeshops in de overconcentratiegebieden zijn goed door de Bibob-toets gekomen en moeten voldoen aan extra kwaliteitseisen. Dit betekent dat ook in de overconcentratiegebieden een kwaliteitsslag wordt gemaakt, zodat sprake is en blijft van een kleinschalige, transparante en beheersbare branche. Bovendien blijkt uit informatie van onder meer de politie dat er de afgelopen periode vrijwel geen klachten zijn geweest over de coffeeshops in de overconcentratie gebieden. Alleen over een coffeeshop in de Weimarstraat is heel recent geklaagd. Deze klacht wordt onderzocht en als dat nodig is wordt handhavend opgetreden. Alles overziend zie ik geen aanleiding om het huidige beleid voor de overconcentratiegebieden te wijzigen. Dit betekent dat de exploitanten de mogelijkheid behouden om hun bedrijf te verplaatsen naar een geschikte locatie buiten de overconcentratie gebieden, waaronder de locaties die in de toekomst eventueel vrijvallen door de Bibob-toets. In 2014 worden alle coffeeshops in Den Haag wederom aan de wet Bibob getoetst. Uiteraard blijf ik de ontwikkelingen in de overconcentratie gebieden nauwlettend volgen, zodat in goed overleg met uw commissie, als dat nodig is tijdig aanpassing van het beleid kan plaatsvinden. Blowverboden bij scholen In zijn brief van 11 december 2012 aan de Amsterdamse gemeenteraad, gaat burgemeester Van der Laan specifiek in op de aanpak van drugsgebruik in en rond scholen. Hij wil deze aanpak ondersteunen door bij alle scholen in het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs een blowverbod in te stellen. Ook zal hij onderzoeken of een blowverbod kan worden ingesteld rondom speelplaatsen. Deze mogelijkheid om -via de lokale driehoek- blowverboden in te stellen, volgt uit de Aanwijzing Opiumwet van 1 januari 2012.
BSD/2013.280
4
De grondslag voor deze blowverboden is de Opiumwet en niet langer de APV. De Raad van State heeft immers de bepalingen in de APV tot het instellen van blowverboden onverbindend verklaard. Naar aanleiding van de brief van burgemeester Van der Laan, heeft het raadslid I. Gülsen aan de voorzitter van de gemeenteraad gevraagd om in de onderhavige commissiebrief in te gaan op de mogelijkheden om de Amsterdamse beleidsvoornemens ook in Den Haag tot uitvoering te brengen. In reactie hierop, wijs ik op het feit dat op basis van afspraken in de driehoek reeds op de volgende vier locaties in Den Haag op grond van de Opiumwet strafrechtelijk tegen blowen in de openbare ruimte wordt opgetreden: Weimarstraat e.o. (overconcentratiegebied); Zeeheldenkwartier (overconcentratiegebied); Stationsweg e.o. (noodgebied); Boulevard (Scheveningen). De reden om in deze gebieden stringent op te treden tegen blowen in de openbare ruimte, is de overlast en de druk op het woon- en leefklimaat die deze activiteit met zich mee kan brengen. In dit verband teken ik aan dat de politie met ingang van komend voorjaar extra gaat surveilleren in de Paleistuin en als dat nodig is ook daar op basis van de Opiumwet handhavend zal optreden tegen blowers. Dit naar aanleiding van aanhoudende signalen dat bezoekers van de Paleistuin overlast ondervinden van blowers. Bij mij zijn geen andere signalen bekend van politie, toezichthouders, scholen of hulpverleners dat blowen overlast of andere problemen veroorzaakt op schoolpleinen of bij speelplaatsen. Daarom is een blowverbod op die locaties niet noodzakelijk. Dit zou onnodig beslag leggen op de schaarse handhavingscapaciteit. In dat kader is het ook relevant om vast te stellen dat in Den Haag, anders dan in Amsterdam, alle coffeeshops voldoen aan het afstandscriterium voor scholen voor voortgezet onderwijs. Het voorgaande neemt uiteraard niet weg dat, indien overlast door softdrugsgebruik op andere locaties wordt vastgesteld, het mogelijk is om in de driehoek te besluiten dat ook op deze locaties op grond van de Opiumwet strafrechtelijk tegen blowen in de openbare ruimte zal worden opgetreden. Samenvattend Het afgelopen jaar zijn drie coffeeshops gesloten. Twee vanwege een negatieve Bibob-toets (Sticky Fingers aan De La Reyweg en Toys in de Boerenstraat) en één vanwege de aanwezigheid van / verkoop softdrugs aan een minderjarige (Juke Box in de Spekstraat). Dit betekent dat Den Haag momenteel 37 coffeeshops telt. Het Haagse coffeeshopbeleid kan in meerdere opzichten succesvol worden genoemd: Alle coffeeshops zijn alcoholvrij; Alle coffeeshops voldoen aan het afstandscriterium van 250 meter (voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs); Alle coffeeshops voldoen aan het gezichtsveldcriterium voor basis scholen; Alle coffeeshops zijn getoetst aan de Wet Bibob, deze toets wordt periodiek herhaald; Alle coffeeshops hebben via de gedoogvoorwaarden een set kwaliteitseisen opgelegd gekregen; Alle coffeeshops worden strikt gecontroleerd en tegen overtredingen wordt op basis van een handhavingsprotocol consequent handhavend opgetreden. Het Haagse coffeeshopbeleid, heeft geresulteerd in een kleinschalige, transparante en beheersbare coffeeshopbranche. Aandachtspunt blijft de overconcentratie in het Zeeheldenkwartier en in de Weimarstraat. Het huidige beleid wordt daar gecontinueerd. Bovendien worden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd, zodat als dat nodig is tijdig aanpassing van het beleid kan plaatsvinden.
BSD/2013.280
5
De driehoek heeft besloten dat handhaving van het ingezetenencriterium voor Den Haag op dit moment geen meerwaarde heeft en verstorend kan werken op het huidige evenwicht. De landelijke ontwikkelingen rond het ingezetenencriterium en het effect daarvan op de situatie in Den Haag worden nauwlettend gevolgd zodat de driehoek, als daartoe aanleiding is, tijdig kan bijsturen. Ik vertrouw erop u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd voor het voortgezet debat over het coffeeshopbeleid. Met de meeste hoogachting, J.J. van Aartsen